A
Le texte définissant le programme de l'examen est parfois très vague et sujet à
controverse. .... 10.1) lignes de transmissions (feeders) ...... La réglementation
limite la puissance mais pas le gain des antennes, sauf sur les bandes 50 MHz et
...
part of the document
aalgeerkwab - aalpuit
aalkast aalkaar
aalkorf aalkub, aalskruik, fuik, kubbe
aalkwab aalmoeder, kwabaal, magaal, puitaal
aalgeerkuub aalkorf
aalgeerkwab aalmoeder, aalpuit, puitaal
aalkast aalkaar
aalkorf fuik, kubbe
aalkwab aalmoeder, kwabaal, magaal, puitaal
aal met spitse bek nebaal, nebbeling
aalmoeder aalkwab(be), kwabaal, puitaal
aalmoes gave, gift, gunst, karitaat, liefdegave, schenking, toegift
aalmoezenier veldprediker
aalmoezen vragen bedelen, bietsen, schooien
aalmootje gebakje, taartje
aalpad kwabaal
aalpieper donderaal
aalpuit - aalkwab
aalreep aalsnoer
aal salamander amphiuma
aalschaar aal, aalfuik, aalgeer, elger, aalsteek, aalsteker. aalvork
aalscholver carbo, rotgans, schollevaar, waterraaf
aalskruik aalkorf
aalsnoer aalreep
aalsoort aalpoet, anguillidae, congeraal, congridae, donderaal, kataal, kongeraal, meeraal, murenen, sidderaal
aalsteker aalgeer, aalschaar, aalvork, elger
aalsvel - aalshuid
aalt aal, drek, gier, mestvocht
aaltjesziekte, veroorzakers van nemastoda
aaltolletje aatjenal
aalvanger aalreep, elger
aalventer - aalboer
aalvis - platbot
aalvisje montee
aalvork aalgeer, aalschaar, aalsteker, elger
aalvormig zeedier lamprei
aalijzer - elger
aam vochtmaat, wijnmaat
aambeien hemor(h)oiden
aanbaggeren aanslijken
aambeeld aanbeeld, gehoorbeentje, smeedblok.
aambeeld, klein - haarspit
aamborstig amechtig, astmatisch, kortademig.
aamborstigheid astma, kortademigheid
aamt geitenziekte, koeienziekte, schapenziekte
aan aangekomen, aangesloten, achtervoegsel, langs
aan alle kanten rondom voorzetsel
aanbaffen aanblaffen, toe(snauwen)
aanbaggeren - aanslijken, aanstrijken
aanbakken aanhechten, kleven, koeken, vastbakken
aan belasting onderhevig belastbaar, belastingplichtig
aanbakken - aanhechten, koeken, vastbakken, vasthechten
aanbassen aanblaffen
aanbedene beminde, geliefde, idool, oogappel
aanbeeld - blok, gehoorbeentje, incus, smeenblok, tas
aanbeeldje - haarspit
aanbehoren (toe)behoren
aanbelanden terechtkomen
aanbelang - belangrijk
aanbelangen aangaan, betreffen
aanbellen schellen
aanbedene beminde, idool
aanbeeld blok, gehoorbeentje, incus, smeedblok, tas,
aanbeeldje haarspit
aanbehoren (toe) behoren
aanbelanden terechtkomen
aanbelang belang.
aanbelangen aangaan, betreffen
aan belasting onderhevig belastbaar, belastingplichtig
aanbellen schellen
aanbenen aanstappen, doorstappen, snellopen, snelwandelen, voortstappen.
aanbesteden opdragen, prijsopgeven
aanbesteding beschrijving, handeling, inschrijvinglevering, opdracht, werk
aanbetrouwen toevertrouwen
aanbeuren aangeven, opbeuren
aanbevelen aanprijzen, aanraden, adviseren, consulteren, raden, toevertrouwen
aanbevelenswaardig dienstig, raadzaam
aanbevelenswaardige allah, god, jezus
aanbeveling advies, compliment,raad, recommandatie, bekoorlijk, lieftallig, nominatie, recommandatie, referentie, tip, voordracht, voorspraak, wenk
aanbiddelijk adorabel, bekoorlijk, lieftallig
aanbidden adoreren, beminnen, dienen, dwepen, idoleren, verafgoden, vereren, verheerlijken
aanbidder amant, bewonderaar, fan, minnaar, vereerder
aanbidding adoratie, eerbetoon, idolatrie, verering
aanbieden bieden, geven, indienen, offeren, opleveren, overhandigen, presenteren, reiken, schenken, serveren, toedienen, tonen, trakterenverhuren, verkopen, vertonen, voorschotelen, voortzetten, weggeven, wegschenken, wijden
aanbieden aan huis - colporteren
aanbieder - vertegenwoordiger
aanbieder aan huis - colporteur
aanbieding aanbod, advertentiebod, gave, offerte, presentatie
aanbieding aan huis - colportage
aanbikken (aan)blessen, schalmen
aanbinden aandoen, aanknopen, aanvaarden, beginnen, onderbinden, vastbinden, vastmaken
aanbinder - scheerhout
aanblaffen aanbassen, aankeffen, bedreigen, toesnauwen
aanblazen aansteken, aanwakkeren, bezielen, inspireren, opwekken
aanblazing bezieling, ingeving, inspiratie
aanbleken aanlichten
aanblessen aanbikken, aanpikken
aanblijven - bijblijven
aanblik aandacht, aangezicht, aanzien, achting, aspect, facet, gezicht, kijk, regard, uiterlijk, voorkomen
aanblikken aanstaren, aanzien, tegenstralen
aanbod aanbieding, bod, offerte, propoost, propositie
aanboeten aanleggen, opstoken
aanbonzen botsen
aan boord a.b.
aanboorden aanklampen, benaderen, naasten
aan boord gaan embarkeren, inschepen
aanboren ontmoeten, ontsluiten, openen, opsteken, vinden
aanbouw cultuur, kweek, teelt, verbouw(ing)
aanbouw aan huis balkon, erker, garage, patio, serre, veranda
aanbouwen aanmaken, bebouwen, bijbouwen, telen, verbouwen
aanbraak aanbreken
aanbranden - vastbakken
aanbrandsel korst
aanbreien plaatsen, toevoegen
aanbreken aansnijden, aanvangen, beginnen, dagen, krieken, openmaken
aanbreken van de dag dagen, dageraad, krieken, lichten
aanbrengen aandragen, aangeven, aanleggen, aanvoeren, aanklagen, aanslepen, apporteren, berokkenen, bevestigen, bijdragen, defereren, fineren, installeren, klikken, leggen, melden, opslaan, plaatsen, rapporteren, toevoegen, veranderen, verklikken, verraden, verschaffen, werven, wijzigen
aanbrengen van andere melodie op klokkenspel versteken
aanbrengen van nieuw loopvlak op band coveren
aanbrenger aanklager, deferent, klikspaan, sycofant, ver(klikker), verrader
aanbrengst aanbreng, verraad.
aanbrieven overbrengen, overbrieven
aanbruisen naderen
aanbulderen naderen, toebrullen
aanbijten verlokken
aandacht aanblik, acht, attentie, bekijks, belangstelling, gehoor, interesse, notitie, regard, studie, zorg
aandachtig attent, diligent, ernstig, nauwlettend, ongewoon, oplettend, opmerkzaam, rijpelijk, zorgvuldig
aandachtig kijken ogen, turen
aandacht streepje zinteken
aandacht vestigen attenderen, signaleren
aandammen aanvullen, ophogen
aan de andere kant daarentegen, echter, evenwel, tegenover
aan bank in bewaring gegeven geld deposito
aan de beneden zijde basaal
aan de beterende hand genezend, herstellend, reconvalescent
aan de binnenkant intern, inwendig
aan de buikzijde ventraal
aan de buitenkant extern, perifeer, uitwendig
aan de dag leggen attenderen, manifesteren
aan de degen rijgen - doorsteken
aan de dood voorafgaand premortaal
aan de drank drankzuchtig
aan de drank zijn pimpelen, zuipen
aandeel actie, bijdrage, contingent, deel, effect, kwantum, lot, part, partij, participatie,port, portie, quotum, rantsoen, schare,waardepapier, (winst)uitkering
aandeelbewijs actie, effect
aandeel hebben in iets participatie
aandeelhouder actionair, actionaris, deelgenoot, participant, vennoot
aandeel in de kosten van dijkonderhoud - hoefslag
aandeel in de opbrengst royalty, royaltie
aandeel in de winst dividend, tantième
aandeel in dijkonderhoud hoefslag
aandeel van een toneel schrijver rol
aan de ene kant - enerzijds
aan de gang gaande
aan de gang zijn arbeiden, bezig, doende, lopen, werken
aan de gestorven ziel gewijd D.M.(S
aan de hand - gaande
aan de kant langs, marginaal, terzijde
aan de kant doen afschaffen, opdoeken
aan de ketting leggen - ketenen
aan de klok trekken - luiden
aan de kop vooraan
aan de kop staan - eerste
aan de maat flink, stevig
aan de man brengen slijten, verkopen
aan de Midden-Rijn wonende - Ripuarisch
aandenken gedachtenis, herinnering, heugenis, souvenir aan de onderkant basaal, onderaan
aan de orde actueel
aan de orde zijnde - actueel
aan de prijs - duur
aan de riem doen - aanlijnen
aan de rugzijde dorsaal.
aan de soort eigen - soortelijk
aan de staart achteraan
aan de top akro
aan de uier trekken melken
aan de voet van - onderaan
aan deze zijde van de Alpen cisalpijns
aan de zijde van - naast
aan de zwier gaan - pierewaaien
aandelen, uitgifte van emissie
aandiening - nmelding
aandiepen aanloden
aan diggelen - gebroken
aandikken aankleden, aanvetten, chargeren, overdrijven, verzwaren
aandoen aanbinden, aandossen, aangorden. aanranden, aantasten, aansteken, aantrekken, aanzetten, (be)kleden, berokkenen, bezoeken, ontroeren, schokken, treffen, veroorzaken, voordoen
aandoening aanval, affectie, emotie, gevoel, hartstocht, kwaal, ontroering, ontsteking, reactie, reuma, smart, ziekte
aandoening van een grote zenuw heupjicht, ischias.
aandoening van gewrichten reumatiek
aandoening van het middenrif hik
aandoenlijk gevoelig, pathos, pathos, ontroerd, roerend, sentimenteel, teer, treffend, week, zielig
aandoenlijkheid gemoed
aandossen aandoen, aantrekken, kleden
aandraaien aanzetten, aansmeren, vastklemmen, vastdraaien, vastmaken, vastschroeven, wijsmaken
aandragen aanbrengen, aanvoeren, aansjouwen, bekommeren, berichten, heendragen, verklikken, verraden
aandrager opperman, verklikker
aandrang aanmaning, aansporing, afraden, bewegingdrang, dringen, druk, fut, impuls, instigatie, klem, lust, nadruk, nijd, nijging, pressie, prikkel, stuw(en), stuwing, uitroepen
aandrang van bloed naar een orgaan - congestie
aandrift aansporing, begeerte, beweging, bezieling, drang, drift, elan, energie, fut, geestdrift, beweging, ijver, impuls, instinct, libido, lust, neiging, nijd, opwekking, opwelling, prikkel, roeping, stimulans, verlangen, vuur
aandrift, dierlijke instinkt
aandrift van het ogenblik impuls
aandrijfmachine motor
aandrijven aanjagen, aanporren, aansporen, aanstoken, aanvuren, aanzetten, hitsen, ophitsen, opruien, opstoken, presseren, talonneren
aandrijver animator, motor. stimulator
aandrijving aansporing, instigatie, rad, riem, snaar, wiel
aandrijving van een schip - schroef
aandrijving van een stoommachine stoomketel
aandrijvend impulsief
aandringen aansporen, aanstuwen, aantonen, drukken, insisteren, knellen, manen, nopen, pramen, wijzen
aandringer tot betalen - maner
aandrukken - hechten, plakken, vastmaken
aanduiden aangeven, aantonen, aanwijzen, betekenen, designeren, index, markeren, omschrijven, openbaren, refereren , teken, uitdrukken, wijzen, zinspelen
aanduiding aanwijzing, distignatie, index, indicatie, markering, merk, naam, stempel, symbool, symptoom, teken, titel
aanduiding in de scheikunde arsenicum, bismut, xenon
aanduiding indicatie, merk, naam, stempel, teken,
aanduiding op schepen sch (Scheveningen), UK, (Urk), vl (Vlaardingen), ijm,(IJmuiden), KW,(Katwijk), Br, (Bruinisse)
aanduiding op telegrammen r.p., t.c., t.r.
aanduiding van tegengesteldheid in, on
aanduiding van waterpeil raai, kribbe, A.P.
aanduiding van het miljoenenvoud mega.
aanduiding voor schepen m.s., s.s.
aandurven lef, moed, ondernemen, tarten, wagen
aanduwen vastduwen, voortduwen
aandweilen schoonmaken
aaneen achtereen, aldoor, onafgebroken, ongescheiden, opvolgend, samenhangend, vast, verbonden
aaneenaan voortdurend
aaneenbrengen verenigen
aaneendriegen samenrijgen
aaneengeschakeld geregeld, nevengeschikt, samenhangend, sluitend, verbonden
aaneengeschakelde rij reeks, rits, serie
aaneengesloten compact, hecht, vast
aaneengesloten kamers suite
aaneengesloten rij gelid
aaneengroeien vastgroeien
aaneenhaken koppelen, verenigen
aaneenhechten lassen, lijmen, naaien, nieten, plakken, solderen, verbinden, verenigen
aaneen hechting van twee stukken las
aan één kant eenzijdig
aaneenklevende massa klont.
aan een koeken klonteren, samenplakken
aan een rijgen resemen, risten, vastmaken, verenigen
aaneenschakeling keten, reeks, rij, rits, serie
aaneenschakeling van gelijksoortige voorwerpen keten, ketting
aaneenschakeling van ogenblikken tijd
aaneensluiten verbinden, verenigen
aaneensluitende reeks serie
aaneensluiting van fabrieken trust.
aaneensluiting van 3 landen Benelux
aaneensluiting van 10 landen E.E.G.
aaneen stoten uitdenken, verstaan, verzinnen
aaneen stuk - geheel
aan één stuk door constant, continu, onafgebroken, ononderbroken, steeds, voortdurend
aaneenvast voortdurend
aaneenvoegen lassen, verbinden
aan elkaar aaneen, tezamen
aan elkaar verbonden - aaneen
aanerven (over)erven
aanflansen - aanlappen
aanflitsen aanfloepen, branden, ontsteken
aanfloepen aanflitsen, (ont)branden, ontsteken
aanfluiten bespotten, toefluiten
aanfluiting afgang, bespotting, mislukking, schande, spot
aanfok kweek, kweken, opkweek
aanfokken aantelen, kweken, opfokken, opkweken, vermeerderen
aangaan aanbelangen, aanvaarden, beginnen, betreffen, bezoeken, ondernemen, ontbranden, ontgroenenn, ontmoeten, raken, regarderen, sluiten, tieren, treffen, vallen, veroorzaken
aangaande betreffende, inzake, nopens, omtrent, over, rakende, wegens
aangaande de sterren astraal
aangapen aankijken, aanstaren
aangebedene beminde, geliefde
aangeboden geschenk cadeau, presentje
aangeboren congenitaal, eigen, erfelijk, genuin, gegeven, infuus, ingeschapen, ingeworteld, naïef, natuurlijk
aangeboren gave aanleg, genie, knobbel, natuurlijk, talent
aangeboren gave voor muziek muzikaliteit
aangeboren geschiktheid predispositie
aangeboren kaalheid depilatie
aangeboren zenuwzwakte neuropathie
aangeboren zwakzinnigheid oligofrenie
aangebouwde serre veranda, waranda.
aangebracht - aangegeven
aangebrand boos, kwaad, nijdig, toornig, vastgebakken
aangebreide kousen armelui, armen
aangedaan aangegrepen, bewogen, dingsig, droevig, geraakt, geroerd, geschokt, getroffen, ontdaan, ontroerd
aangedikt opgeklopt, overdreven
aangeërfd goed allodium
aangegeven aangebracht, belazerd, verraden
aangegoten - passend
aangegrepen - aangedaan
aangehaald geciteerd, vermeld
aangehaald werk (afk.) a.w., o.c.
aangehaalde passage citaat
aangehaalde plaats l.c.
aangehecht adnaat
aangehouden (muz.) tenuto
aangehoudene arrestant, gearresteerde
aangehuwd aangetrouwd, aanverwant
aangeklaagde beschuldigde, verdachte
aangekomene - arrive
aangeladen aangeschoten, bezopen, dronken, lazarus, teut
aangelegen (aan)grenzend, belendend
aangelegenheid affaire, belang, beslommering, besogne, geval, gewicht, hoofdzaak, kwestie, zaak
aangenaam aantrekkelijk, aardig, agreabel, behaaglijk, blij, charmant, fideel, fijn, genoeglijk, genotrijk, gerieflijk, geschikt, geurig, gewenst, gezellig, goed, heerlijk, kneuterig, lekker, leutig, leuk, lief(lijk), lieftallig, mooi, ooglijk, plezierig, prettig, smakelijk, stralend, suaviteit, veilig, weldadig, welgevallig, welkom, zalig, zoet
aangenaam bezig houden - amuseren
aangenaam gelegen welgelegen
aangenaam heet - warm
aangenaam klinkend melodieus, welluidend
aangenaam koele wind - zéfi(e), zefier
aangenaam om te lezen leesbaar
aangenaam plezierig - plezant
aangenaam riekende bloem kamperfoelie
aangenaam van ligging welgelegen, riant
aangenaam van smaak heerlijk, lekker, verrukkelijk, zoet
aangenaam warm - zoel
aangename geur aroma, balsem, odeur, parfum
aangename gewaarwording genot, genieting
aangename ontvangst - welkom
aangename rust gemak, kalmte
aangename streek - lustoord
aangename temperatuur warm
aangename tijdsbesteding lezen, spel, sport
aangename verpozing relax
aan gene zijde ultra
aan gene zijde van de Alpen transalpijns
aangenomen accept, accoord, adoptief, gesteld, verondersteld
aangenomen houding pose, stand
aangenomen kind pleegdochter, pleegkind, pleegzoon
aangenomen maat eenheid
aangenomen naam - pseudoniem
aangenomen onderstelling - hypothese
aangenomen waterpeil (N) A.P.
aangenomen worden passeren
aan gepeupel eigen plebejisch
aangeplakte kennisgeving plakkaat
aangepunt houtje pin, (tent)haring
aangeraakt aangeroerd, aangestipt, touche
aangeraden geadviseerd, geraden
aangerichte tafel - dis
aangeroerd - aangeraakt
aangeschoten aangeladen, dronken, geraakt, gewond, teut, tipsy, zat
aangeslagen beschadigd, boos, gehavend, geraakt, kwaad, nijdig, onthutst, ontmoedigd, verslagen, versuft, uitgeput
aangeslibd aangespoeld, alluviaal, divuviaal
aangeslibd eiland alluvie, kwelder, (riet)gors, schor, tombolo
aangeslibd land alluvie, alluvium, (riet)gors, kwelder, schor(re)
aangeslibd nes gors
aangespen aandoen, bevestigen, gespen, klaarmaken, omdoen, toerusten, uitrusten, vastbinden, wapenen
aangesteld benoemd
aangesteld beschermer - voogd
aangestoken aangetast, besmet, geïnfecteerd, ontvlamt
aangestorven geërfd
aangetast aangevreten, verweerd
aangetekend genoteerd, recommandé
aangetekende kennis - notitie
aangetroffen - gevonden
aangetrouwd aangehuwd, behuwd, geparenteerd, vermaagschapt, verwant,
aangetrouwd familielid schoondochter, schoonmoeder, schoonvader, schoonzoon, schoonzuster, zwager
aangeven aanduiden, aangifte, aanreiken, bekendmaken, bepalen, langen, melden, overgeven, reiken, tikken, verraden, wijzen
aangevallene - slachtoffer
aangeven aanbeuren, aanbrengen, aanreiken, aanstippen, aanwijzen, afbakenen, bekendmaken, denonceren, langen, markeren, melden, omschrijven, overreiken, reiken, tikken, toereiken, traceren, verraden, wijzen,
aangeven van de tonen solfegiëren, solmi(s)eren
aangever - verrader
aangeving aangifte, verraad
aangevoerd argument allegatie
aangevoerde stelling allegatie
aangevreten - mottig
aangevuld voldaan
aangewassen grond gors, kardoes, kwelder, schor, nes
aangewezen geschikt, aangeduid
aangewit dronken
aangewonnen goed comparatum
aangezet gekruid, gewet, verbonden
aangezicht facie, bakkes, gelaat, mond, smoelwerk, snuit, toet, tronie
aangezicht (Barg.) - porem
aangezichtskramp tic
aangezichtsverlamming prosoplegia
aangezien daar, derwijl, doordat, nu, omdat, terwijl, vermits
aangieten begieten, besproeien
aangifte declaratie, kennisgeving, opgave, verklaring
aangieten begieten, besproeien
aangifte ingekomen goederen inklaring.
aangluipen beloeren, valskijken
aangluren bekijken, loeren
aan God, de Opperste en Grootste D ,O, M,
aan God gewijde anathema
aangooien toewerpen
aangorden beginnen, bevestigen, klaarmaken, omdoen, toerusten, uitrusten, vastbinden, wapenen
aangrenzend aanpalend, adjacent, belendend, naburig
aangrenzend land - buurland, nabuur
aangrijpen aannemen, aanpakken, aanpikken, aantasten, aanvallen, aanvatten, beetpakken, beroeren, ontroeren, pakken, treffen, vastgrijpen
aangrijpend aandoenlijk, navrant, (ont)roerend, pakkend, treffend
aangrijpende gebeurtenis drama, scene tragedie, treurspel
aangroei aanwas, toename, uitbreiding
aangroeien aanhechting, aanhopen, aanwassen, toenemen, uitbreiden, versterken, wassen
aangroeisel incrementum, uitwas.
aangroei werende verf antifouling
aan gruzels - stuk
aanhaalster - stoeipoes
aanhaken aanpikken, enteren, hechten, pen, samenvoegen, vastmaken
aanhalen aaien, aanrijgen, aantrekken, allegeren, bellegeren, citeren, flemen, liefkozen, strelen, strengen, vleien
aanhalig liefdoend, vleiend, vleierig
aanhalig en aantrekkelijk meisje stoeipoes
aanhaling allegaat, allegatie, citaat, streling
aanhaling uit een geschrift allegaat, citaat
aanhang fractie, gevolg, helpers, partij, sekte, sleep, volgeling
aanhangbriefje label
aanhangen aankleven, belijden, beminnen, bevestigen, geloven, hechten, toevoegen, volgen, vastplakken, vastkleven, vastkoppelen, vastzetten, vergezellen,
aanhangend aanklevend, adherent
aanhanger acoliet, adept, apostel, bewonderaar, discipel, fan, helper, leerling, medestander, supporter, trawant, volgeling, voorstander
aanhanger der Stuarts Tory.
aanhanger van afzonderingspolitiek isolationist
aanhanger van Arius Ariaan
aanhanger van atoomtheorie atomist
aanhanger van bepaalde kunstrichting realist.
aanhanger van Christian Science scientist
aanhanger van Gomaris Gomarist.
aanhanger van het realisme - realist
aanhanger van de Islam Islamiet
aanhanger van koningshuis monarchist
aanhanger van noodwendigheidleer determinist
aanhanger van Oranje orangist
aanhanger van persoonlijke God theïst.
aanhanger van sekte anabaptist, Ariaan, baptist, chiliaast, collegiant, mennoniet, mormoon, sektaris, sektariër, gomarist
aanhanger van Vlaamse beweging flamingant
aanhanger van voetbalclub supporter
aanhanger van yogaleer yogi
aanhangig onafgedaan, onbeslist
aanhangig maken aanbrengen, aankaarten,
aanhangigheid litispendentie
aanhangig maken aanbrengen, aankaarten
aanhangingskracht adhesie
aanhangsel addendum, appendix, bijlage, bijvoegsel, supplement, toevoegsel
aanhangsels addenda
aanhangsel bij lagere dieren tentakel
aanhangsel bij neteldieren tastdraad
Aanhangsel Koran soenna
aanhangsel (muz.) coda
aanhangsels - addenda
aanhangwagen bijwagen, oplegger, tender, trailer, trekker
aanhankelijk gehecht, (toe)genegen, trouw, verknocht
aanhankelijkheid trouw
aanharken aanklauwen, bijeenharken
aanhebben van kleding dragen,
aanhechtbriefje duplicaat, etiket, label, plakadres
aanhechten aanbakken, aanlappen, aanvoegen, samenvoegen, vastmaken, verbinden
aanhechting aangroeiing, annexatie, appositie
aanhef aanvang, begin, introïtus, inzet, preambule, start
aanheffen aanvangen, beginnen, starten
aanhef (Muz.) intonatie
aanhef van een brief L.S., B. L.
aanhef van een rede exordium
aanhef van studentenlied lo
aanheften aanhechten
aanhelen - aanaarden
aan het boveneinde - bovenaan
aan het branden brengen aanmaken, aansteken
aan het einde achter, achteraan, laatst,
aan het hart gaan - spijten
aan het hoofd van de rij koploper, voorop
aan het licht brengen aan(tonen)
aan het oog onttrekken maskeren, verbergen
aan het roer staan - sturen
aan het slot s.f., if
aan het werk bezet,bezig, doend, druk
aanhitsen aanschenden, aanvuren, ophitsen, opjagen, opruien, (op)stoken, opzetten
aanhitser instigator, ophitser, (op)stoker,
aanhitsing alle, hop, hup, instigatie, kom, toe, tsa, vooruit
aanhoorder luisteraar, toehoorder
aanhopen aangroeien, toegroeien, toenemen
aanhoren - beluisteren, luisteren, opletten, toehoren, verhoren, waarnemen
aanhorig behorend
aanhoud kalk, rustplaats
aanhoudelijk steeds, voortdurend
aanhouden aansturen, arresteren, behouden, doorgaan, drammen, duren, gestadig, gevangennemen, opbrengen, oppakken, stoppen, tegenhouden, uitstellen, vatten, volharden, volhouden, voortbranden, voortduren, voortzetten
aanhoudend aldoor, altijd, altijddurend, altoos, constant, continu, continuo, eeuwig, gedurig, gestaag, gestadig, onafgebroken, onophoudelijk, ostinato, staag, steeds, telkens, voortdurend
aanhouder doorbijter, doorzetter. volhouder,
aanhouding arrestatie, uitstel
aanhouding door politie - arrest
aanhoudingsteken (muz.), fermate
aanhuwen vermaagschappen
aan iedereen vertellen rondbazuinen, rondkletsen
aanjaagpomp booster
aanjagen aandrijven, aanhitsen, aanrijden, aansporen, aanstoken, aanvuren, aanzetten, drijven, veroorzaken, voortdrijven
aanjagen van schrik beangstigen, intimideren
aanjagend opwindend
aanjager booster, compressor, waaier, zuigerpomp,
aanjuichen bejubelen, toejuichen
aankaarten - aansnijden
aankalken aantekenen, beboeten, opschrijven
aankanten verzetten, tegenkanten
aankeffen aanblaffen
aankerven aantekenen
aankijken aanblikken, aangapen, aangluren, aanturen, aanzien, afwachten, overdenken, verdenken
aanklacht aantijging, accusatie, beschuldiging, betichting, denunciatie, requisitoir
aanklagen accuseren, bek - endmaken, beschuldigen, betichten, verklikken, vervolgen
aanklager aanbrenger, beschuldiger
aanklampen aanhangen, aborderen, accosteren, attacheren, benaderen, enteren, praaien, vasthaken, vastkleven, vastmaken, vastpakken
aanklauwen - aanharken
aankleden aandoen, inrichten, stofferen, uitdossen, uitrusten
aankleding - stoffage
aankleven aanhangen, attacheren, plakken, vasthechten, vastkleven, vastmaken
aanklevingskracht - adhesie
aanknagen aantasten
aanknopen aanbinden, aanpappen, aanvangen, aaneenschakelen, beginnen, entameren, toevoegen, vastknopen, vastmaken, verbinden
aanknopen bij - inhaken
aanknoping - vasthechting
aankoeken vastzetten
aankomeling aspirant, beginneling, beginner, jongeman, nieuweling, halfwas
aankomen aanlanden, aanraken, arriveren, belanden, bereiken, betasten, bezoeken, finishen, grenzen, groeien, herstellen, naderen, neerkomen, raken, stranden, terechtkomen, toenemen, treffen, verdikken, verkrijgen, verschijnen
aankomen drijven - aanspoelen
aankomend aanstaand, halfvolwassen, jong, opgroeiend, toekomstig
aankomend arbeider halfwas
aankomend schepeling (bij) zeuntje
aankomende hulp halfwas
aankomende schepeling (bij)zeuntje
aan komen drijven - aanspoelen
aankomen van vliegtuigen - landen
aankomst aantocht, beëindiging, bestemming, einde, finish, nadering
aankomstlijn eindstreep, finish, meet
aankomstruimte - hal
aankondigen aandienen, aanzeggen, adverteren, annonceren, bekendmaken, bieden, melden, omroepen, profeteren, voorspellen, voorzeggen
aankondiger heraut, inleider, omroeper, voorloper, voorspeller
aankondiging aanzegging, advertentie, annonce, annunciatie, bekendmaking, convocatie, kennisgeving, profetie, voorspelling
aankondiging van het angelus pardoenen
aankoop aangekochte, aanschaf, aanschaffing, afname
aankoopsom aankoopbedrag, (koop)prijs
aankopen - aanschafen, werven, verwerven
aankoppelen inschakelen, vastmaken, verbinden
aankoteren aanporren, aankweken, aanteelt, bevorderen, cultiveren, ontwikkelen, opleiden, oppoken, telen, versterken
aankrammen nieten, vastmaken
aankruisen aanduiden, merken
aankuieren lopen, stappen, wandelen
aankweek cultuur, teelt, verbinden
aankweken aanteelt, aantelen, bevorderen, cultiveren, (op)fokken, opleiden, voeden
aankweken van zijderupsen zijdeteelt
aankwispelen aaien, strelen, vleien
aanlachen bekoren, toelachen
aanlanden (aan)belanden, aanslibben, aborderen, terechtkomen
aanlappen aansmeren
aan lager wal - verlopen
aan land gaan debarkeren, ontschepen
aanlanden aankomen, aanslibben, bezoeken, terechtkomen
aanlandig landwaarts
aanlanger handje
aanlappen aanflansen, aanhechten, aansmeren
aanlassen - aanzetten, toevoegem, vastmaken
aanleg aard, begaafdheid, geschiktheid, bouw, erfelijkheid, gave, genie, instantie, karakter, karaktertrek, kiem, natuur, neiging, oogmerk, talent, toeleg
aanleg van nature dispositie, gave, karakter, talent
aanleg hebbend aangelegd.
aanleggen aanboeten, aanbrengen, aanstellen, inlaten, maken, meren, mikken, pauzeren, pleisteren, richten, stoppen, verdunnen, vastmaken
aanleggen aan de kade - meren
aanleggen (het........) mikken, rooi
aanleggen (jur.) eiser
aanleggen met geweer - richten
aanleggen van loopgraven sapperen
aanleggen van schepen - afmeren
aanlegkosten steigergeld, walgeld
aanleglasten steigergeld
aanlegplaats embarcadère, haven, hoofd, ka, kaai, kade, pier, steiger, stelling, wal
aanlegsteiger landingsplaats
aanleidende oorzaak aanleiding
aanleiding aanstichting, beweegreden, drijfveer,
gelegenheid, grond, motief, oorzaak, reden
aanlengen verdunnen
aanlenging - verdunning
aanleren -onderwijzen
aanleunend proclitisch
aanleuning proclisis
aanlevering - bezorging
aanlichten aanbleken, aanbreken, beginnen
aanligbed divan
aanliggend (aan) grenzend, belendend
aanlijmen aanpraten, bevestigen, oploop, toeloop, vasthechten, vastmaken, verbinden
aanloden aandiepen
aanlokkelijk aanminning, aantrekkelijk, begeerlijk, bekoorlijk, betoverend, bevallig, engageant, lokkig, verleidelijk, verlokkelijk
aanlokken begeren, bekoren, aantrekken
aanlokkend engageant, lokkig
aanloop begin, bestormingbezoek, inleiding, instuif, oploop, raam, taster, toeloop, visite, voorbereiding
aanloop tot vertrek start
aanloop van gasten - bezoek
aanlopen belopen, bezoeken, binnenvaren, duren, kleuren, starten, versnellen
aanlijmen aanpraten, bevestigen, vasthechten, verbinden
aanmaak fabricage, productie, vervaardiging
aanmaakhout kachelhout
aanmaken aanbouwen, bereiden, fabriceren, gereedmaken, klaarmaken, ontsteken, produceren, toebereiden, vervaardigen
aanmaken van sla - fatigeren
aanmanen aansporen, opwekken, raden, sommeren
aanmaning aansporing, geschrift, herinnering, protest, sommatie, verzoek, verwittiging
aanmars - aantocht
aanmatigend arrogant, brutaal, driest, eigendunkelijk, eigengerechtigd, eigengereid, eigenmachtig, hoogmoedig, insolent, laatdunkend,vermoedig, opretentieus, trots, vermetel, verwaand, waanwijs
aanmatigende eis pretentie
aanmatige verwaandheid - arrogantie
aanmatiging arrogantie, eigendunk, hoogmoed,
laatdunkendheid, pedanterie, praats, pretentie, trots, usurpatie, waan
aanmelden aandienen, aankondigen, bekendmaken, inschrijven, opgeven
aanmelding - aandiening
aanmengen aanroeren, toebereiden
aanmeren - vastleggen
aanmerken afkeuren, noteren, remarqueren
aanmerkelijk aanzienlijk, belangrijk, considerabel, fiks, flink, fors, geducht, groot, sterk, zeer
aanmerking afkeuring, annotatie, bedenking, glosse, kritiek, noot, opmerking, opmerkzaamheid, tegenwerking
aanmerkingen maken - vitten
aanmeten maat nemen, aanmatigen
aanminnig aanlokkelijk, aantrekkelijk, aanvallig, beeldig, bekoorlijk, beminnelijk, bevallig, innemend, knap, lief, liefelijk, lieflijk, lieftallig, mooi
aanminnig (muz.) venuste
aanminnigheid douceur
aanmodderen aanrommelen, knoeien, prutsen
aanmoedigen aansporen, aanvuren, aanwakkeren, aanzetten, animeren, bemoedigen, encourageren, inspireren, opwekken, opzetten opzwepen, prikkelen, stijven, stimuleren, stoepen, supporteren
aanmoediger animator, fan, supporter,
aanmoediging aansporing, beloning, couragement, encouragement, hup, opwekking, prijs, toevoegen, versterken
aanmonding embouchure
aanmonsteren aanwerven, enroleren, dienstnemen, werven
aannaaien bedotten, bedriegen,beduvelen, vasthechten,
wijsmaken
aannagelen hechten, spijkeren, vastzetten
aannemeling proseliet
aannemelijk acceptabel, admissibel, bevattelijk, billijk, gegelooflijk, geldig, geloofwaardig, plausibel, redelijk, valabel, waarschijnlijk
aannemelijkheid plausibiliteit
aannemen aanpakken, aangrijpen, aanpakken, aanvaarden, aanvatten, accepteren, achten, adopteren, affiliëren, beginnen, beweren, erbarmen, geloven, nemen, onderstellen, ontfermen, ontvangen, overnemen, stellen, supponeren, toelaten, toetasten, veronderstellen
aannemen van kinderen - adopteren
aannemen v. e. lichaamstand pose, poseren
aannemer bouwer
aannemersfirma - bouwbedrijf
aanneming adop(ta)tie, geloof
aanneming van een kind adoptatie, affilatie
aan oog onttrekken maskeren
aanpak begin, tactiek, beleid, nethode, , aanvatten, behandelen, nemen, overnemen
aanpakken aangrijpen, aannemen, beginnen, behandelen, (in)grijpen, ontvangen, (be)straffen, toetasten (aan)vatten
aanpakkertje pannenlap
aanpalen aangrenzen
aanpalend aangrenzend, belendend
aanpappen aanknopen
aanpassen aansluiten, aarden, accommoderen, adapteren, assimileren, bijstellen, gewennen, regelen, richten, schikken, voegen, wennen
aanpassing accommodatie, adaptatie, assimilatie
aanpassingsvermogen accommodatievermogen
aanpikken aanblessen, aangrijpen, aanhaken
aanplakbiljet affiche, plakkaat, poster
aanplakbord - reclamebord
aanplakken aankleven, afficheren, lijmen
aanplakzuil - reclamezuil
aanplant cultuur, kebon (Ind.), kweek, plantage, teelt
aanplanten cultiveren, kwaken, telen, vermeerderen, vernieuwen
aanplanting cultuur, kweek
aanporren aandrijven, aansporen, aanvuren, aanstoten, aanzetten, manen, opwekken, talonneren
aanpoten aanpakken, doorwerken
aanpraten suggereren
aanpresenteren - aanbieden
aanprijzen aanbevelen, aanraden, loven, ophemelen, progageren, recommanderen
aanprijzing aanbeveling, advertentie, reclame, recommandatie
aanpunten (aan)scherpen, slijpen
aanraden aanbevelen, aanprijzen, adviseren, beroeren, recommanderen
aanraken aankomen, aanroeren, aanvoelen, beroeren, (be)tasten, (be)voelen, toucheren
aanraking aai, betasting, contact, duw, klopje, kneep, omgang, relatie, streling, tast, tik, touché, voeling
aanraken opruimen, schoonmaken
aanrakken - opruimen, schoonmaken
aanranden aanvallen, belagen, benadelen, benaderen, krenken, onteren, overvallen, schaden, schenden
aanrander belager, eerrover, overvaller, schender
aanranding aanslag, eerroof, inbreuk, schennis, overval
aanrecht gootsteen, rechtbank
aanrechten opdienen, opdissen, werkblad, werkplaat
aanrechtkamer pantry
aanrechttafel - dressoir
aanreiken aangeven, afgeven, bezorgen, langen, opgeven, (over)geven, overhandigen, overreiken, reiken, schenken, toesteken
aanrekenen (ver)wijten
aanrichten berokkenen, stichten, veroorzaken
aanrijden aanjagen, africhten, botsen, rammen
aanrijding botsing, ongeluk
aanrijgen aanhalen, aanrissen, aanritsen, enfileren, vastmaken, vastsnoeren
aanrijpen groeien, ontwikkelen
aanrit charge
aanritsen rijgen
aanroep halt, hallo, hela, hé, ho, stop, werda
aanroepen bezweren, bidden
aanroepen van schepen praaien
aanroeping appel, invocatie
aanroeping der goden epiclese, gebed, invocatie.
aanroepingen litanie
aanroeren aanmengen, aanraken, aanstippen, gewagen, melden, raken, reppen, treffen, vermelden
aanroering aandoening
aanrommelen klooien, klungelen, knoeien, (aan)modderen,otteren, prutsen,
aanrukken aansnellen, brengen, naderen
aanrijding botsing, ongeluk
aanrijgen enfileren
aan de rugzijde dorsaal
aanschaf investering, koop
aanschaffen aankopen, (in)kopen, verwerven, voorzien
aanschaffer - kopr
aanschaffing - aankoop
aanschellen aanbellen, bellen
aanschenden aanhitsen, aanranden, aantasten, bestoken, opstoken
aanscherpen aanpunten, aanwettenslijpen
aanschieten aansteken, aantrekken, raken, toesnellen, treffen
aanschijn aangezicht, gelaat, gezicht, uiterlijk
aanschijnen beschijnen, bestralen, verlichten
aanschouw overweging
aanschouwbaar - zichtbaar
aanschouwelijk duidelijk, levendig, openlijk, ostensief, schilderachtig, visueel, zichtbaar
aanschouwen aanzien, aanstaren, bewonderen, (be)zien, bekijken, aankijken, gadeslaan,opmerken, opnemen, gadeslaan, waarnemen
aanschouwer kijker, toeschouwer
aanschrappen - merken
aanschrijden naderen, voortgaan
aanschrijven achten, bevelen, noteren, opdragen, oproepen,opschrijven, optekenen, schatten, toerekenen
aanschrijving bevel, brief, convocatie, geschrift, mededeling, oproep
aanschroeven - vastmaken
aanschuieren - schoonmaken
aanschuiven aantreffen, bijzitten
aansjokken - aansukkelen
aansjorren aantrekken, vastbinden, vastmaken, vastsjorren, verbinden
aansjouwen - aandragen
aanslaan aanvaarden, bekeuren, groeten, axideren, salueren, schatten, starten, taxeren, treffen, vastspijkeren, waarderen
aanslaander likrol
aanslaan van een hond blaffen
aanslaan van een motor - starten
aanslag aanranding, aanval, acciacamento. belastingschuld, bezinksel, doodslag, geklots, korst, mikken, misdaad, moordpoging, neerslag, overval, plan, raid, schatting, taxatie, toeleg, geklots, touché
aanslag op metalen roest.
aanslag op planten meeldauw
aanslag van pianist toucher.
aanslag van een vlam roet
aanslagregister kohier.
aanslepen aanbrengen, aanzeulen
aansleuren - slepen
aanslibben aanspoelen,
aanslibbing aanwas, gors, hop, nes, schors, wad, zie aangeslibd land
aanslijken aanbaggeren
aanslijpen scherpen
aanslingeren - starten
aansluiten aanpassen, doorgaan
aansluitend - later
aansluiting contact, lidmaatschap, verbinding, vereniging, voortzetting
aansluitdoos voor een stop stekker
aansluiting aan hogere religieuze orde aggregatie
aansmeren aandraaien, aanmakelen, opsolferen, vastleggen, verkopen
aansnellen - aanrukken
aansnijden aanbreken, aankaarten, beginnen, entameren
aanspannen bevestigen, samenspannen, vastmaken, verenigen
aanspoelen aanslibben, (aan)stranden,
aanspoeling aanslibbing, slib
aansporen aanjagen, aandrijven, aandringen, aanmanen, aanmoedigen, aanporren, aanvuren, aanzetten, animeren, drijven, inspireren, instigeren, manen, motiveren, nopen, opporren, opjagen, opjutten,opporren, opruien, opwekken, opzwepen, porren, pressen, prikkelen, pushen, stimuleren, talonneren
aansporing aandrift, adhortatie, alla, allo, hup, instagnatie, oproep, opwekking, prikkel, stimulans, stimulus, toe, tsa
aanspraak claim, eis, gezelschap, omgang, optie, pretentie, recht, rechtsgrond, rede, vordering
aanspraak maken op iets bedingen, claimen, eisen, pretenderen, reclameren, vorderen
aanspraak maker pretendent
aansprakelijk gehouden, responsabel, schuldig, verantwoordelijk, verbonden
aanspreekbaar - toegankelijk
aanspreeknaam van een papegaai lorre
aanspreektitel amice, dominee, eerwaarde, excellentie, majesteit, meneer, mevrouw, mijnheer, pastoor, rabbi, sire, ue(d), ZE,
aanspreektitel van een joods geestelijke rabbi
aanspreken aanbreken, aborderen, accosteren, betitelen, entameren, manen, preconiseren
aanspreken met jij tutoyeren.
aanspreker aanzegger, doodbidder, kraai, lijkbidder, nodiger
aanspreking excellentie, juffrouw, majesteit, meneer, mevrouw, Sire, eerwaarde, eminentie
aansporing aandrang, prikkel, stimulans.
aanstaan aandringen, aanhouden, behagen, bevallen, draaien, lijken, openstaan
aanstaand (aan)komend, eerstkomende, toekomnd
aanstaande a.s., E.K., E.V., beminde, dichtbij, fiancé(e), galant, in spe, komende, nabij, toekomstig, verloofde
aanstaand zijn - komen
aanstalte preparatief
aanstalten begin, toebereidselen, voorbereidingen.
aanstappen aanbenen, opschieten
aanstaren aanblikken, aangapen, aanschouwen, aanturen, bekijken, bewonderen
ansteekkoord - lont
aanstekelijk besmettelijk
aanstekelijke ziekte - epidemie
aansteken aandoen, aanschieten, allumeren, besmetten, infecteren, ontsteken, opsteken
aansteker lighter
aanstellen - aanwijzen, benoemen, overdrijven, posteren
aansteker lighter
aanstellen aanleggen, aanwijzen, benoemen, inrichten, installeren, overdrijven, plaatsen, posteren
aansteller komediant, kwast, lastgever, malloot, poseur, stimulant, uitslover
aanstellerig gemaakt, gekunsteld
aanstellerig bekakt, gemaakt, kleinzerig, nuffig, verdreven
aanstellerig meisje - nuf
aanstellerig mens gekkerd, malloot
aanstellerij aanstelleritis, affectatie, bluf, cabotinage, frats, gemaaktheid, komedie, kuur, mallotigheid, pose, scherts, snobisme, vertoon
aanstelling benoeming, installering, nominatie
aanstelster nuf
aansterken beteren, herstellen
aansterven erven
aanstevenen - aanzeilen
aanstichter - veroorzaker
aanstichter bewerker, (lat)auctor, muiter, opruier, provo, raddraaier
aanstichting initiatief
aanstippen aangeven, aanroeren, aanstrepen, aanvoeren, aanwijzen, afstrepen, pointeren, toucheren, vermelden
aanstoken aandrijven, aanjagen, aanvuren, aanwakkeren, aanzetten, fomenteren, ophitsen, opruien, opstoken, verergeren
aanstoker aanhitser, aanzetter, muiter, ophitser, opruier, opstoker, raddraaier, agitator
aanstoker tot oproer muiter, raddraaier
aanstonds aldra, alras, binnenkort, dadelijk, direct, dra, eerlang, gauw, meteen, onverwijld, ras, spoedig, straks, temee, temet, terstond, weldra, zo
aanstoot ergernis, ontstemming, schandaal
aanstoot geven of nemen - choqueren, ergeren, onzedelijk, shockeren
aanstoot gevend - ergerniswekkend, indecent, onbetamelijk, ondegelijk, onfatsoenlijk, onzedelijk
aanstoppen - opvullen
aanstotelijk choquant, ergerlijk, kwetsend, onbehoorlijk, onbetamelijk, onzedelijk, scandaleus, schandalig, schandaleus, shocking, stuitend
aanstoten botsen, porren, proosten
aanstotend aangrenzend, aanpalend
aanstrepen aanstippen, merken, tekenen, turven
aanstrijken dichtsmeren, toevoegen
aanstuiven - aanstormen
aan stukken - gebroken
aanstuwen - aandringen
aantal dosis, getal, gros, hoeveelheid, kwartet, menigte, partij, quantum, reeks, stel, tal, veelheid
aantal apostelen twaalf
aantal behaalde punten score
aantal gedrukte boeken - oplage
aantal huizen -blok
aantal mensen koppel, paar
aantal militairen troep, eenheid
aantal schepen - vloot
aantal slipjachthonden - meute
aantal stuks vee - kudde
aantal te drukken exemplaren editie, oplage
aantal aantal van drie - trio
aantal van een uitgave - oplage
aantal van twaalf - dozijn
aantal vogels vlucht, zwerm
aantal zangers - koor
aanstoot geven of nemen choqueren, ergeren, ergerniswekkend, indecent, ondegelijk, onfatsoenlijk, onzedelijk, ontstemmen, shockeren
aanstoot verwekken shockeren
aanstotelijk choquant, ergernis, ergerlijk, kwetsend, onbehoorlijk, onbetamelijk, onzedelijk, shocking, scandaleus, stuitend,
aanstoten porren
aanstotend aangrenzend, aanpalend
aanstrepen merken, tekenen
aanstrijken bedekken, toevoegen
aantal dosis, gros, hoeveelheid, kwantum, menigte, partij, portie, quantum, stel, tal, verschot
aantal apostelen twaalf.
aantal balen koffie (frans) filièere.
aantal behaalde punten score
aantal bijeen horende voorwerpen stel
aantal bij elkaar behorende zaken groep, klasse, paar, set, stel, verzameling
aantal bij elkaar gebonden voorwerpen bundel, pak
aantal monsters monsterboek, staalboek, staalkaart, stalenboek
aantal op elkaar geplaatste voorwerpen stapel
aantal pagina's katern.
aantal stemgerechtigde quorum
aantal te drukken exemplaren druk, editie, oplaag, oplage
aantal trillingen frekwentie, frequentie.
aantal van 8 of 10 schoven stuik
aantal vellen papier rien
aantal voertuigen file, colonne, wagenpark
aantal voertuigen getrokken door een ander trein
aantal voorwerpen bundel, pak, stel
aantal, wat het betreft numeriek
aantasten aandoen, aangrijpen, aanknagen, aanschenden, aanvallen, aanvatten, aanvreten, bekladden, belasteren, beschadigen, corroderen, wegbijten,
aantasting aanval, corrosie, inbreuk, uitval
antasting door vocht bederf, roest, rotting, weer
aanteelt aanfok, vermeerdering
aantekenboekje agenda, memoriaal, notitieboekje, zakboekje
aantekenboek van vracht consigne
aantekenen boeken, noteren, ondertrouwen, opschrijven, registreren
aantekening afkeuring, annotatie, krabbel, noot, nota, notitie, notulen, ondertrouw, punt, registratie, voetnoot
aantekening op telegrammen - rp
aantekening van behaalde punten score
aantekeningen - notulen
aantekeningen maken noteren, notuleen
aantelen (aan)fokken, (aan)kweken, vermeerderen, verwekken
aantijgen aanwrijven, betichten, beschuldige,n, verwijten
aantijging beschuldiging, betichting, insinuatie, laster verwijt
aantikken (aan)raken, groeten
aantocht aankomst, aanmars, nadering
aantonen aanduiden, aanwijzen, aanzien, bewijzen, blijken, demonstreren, staven, uitwijzen
aantonend indicatief
aantonende wijs - indicatief
aantoonbaar bewijsbaar, zichtbaar
aantreden bijeenkomen, naderen, ontmoeten, verzamelen
aantreffen vinden, ontmoeten, tegenkomen
aantrekkelijk aanlokkelijk, aanminnig - appetijtelijk, attractief, begeerlijk, bekoorlijk, boeiend, charmant, flink, gevoelig, goed, innemend, knap, leuk, mooi, ooglijk, riant, smakelijk
aantrekkelijk meisje - stoeipoes
aantrekkelijkheid attrctie, charme, luister, opschik
aantrekken aandoen, aandossen, aanhalen, aanlokken, aanschieten, aanschuiven, aansjorren, aanzetten, bekoren, dichten, toedoen
aantrekking bekoring, adhesie, attractie, cohesie
aantrekkingskracht adhesie, sexappeal
aantrekkingskracht op het andere geslacht sexappeal
aantrekkingskracht van deeltjes van een stof cohesie, coherentie
aanturen aankijken, aanstaren
aan twee zijden tegelijk - bilateraal
aantijgen aanwrijven, beschuldigen
aanvaardbaar aannemelijk, acceptabel, allouabel, billijk, redelijk
aanvaard erkend, geaccepteerd, ingeburgerd
aanvaarden aangaan, aanminnig, aannemen, accepteren, erkennen, krijgen, ondernemen, ontvangen, slikken, toelaten
aanvaarding - aditio, agrement
aanvaarding van een nalatenschap aditio
aanval aandoening, aanslag, aantasting, anvechting, acces, agressie, amok, attaque, charge, insult, offensief, overval, raid, stormloop, strijd, tacle, vlaag
aanvallen aangrijpen, aanranden, aantasten, aanvallen, aanvechten, ageren, beklagen, bestoken, bestrijden, overrompelen, plempen, tackelen
aanvallend - offensief
aanval van bewusteloosheid stuip
aanval van hartzwakte collaps
aanval van razernij (Ind.) - amok
aanvallen aanranden, aangrijpen, aantasten, attaqueren, belagen, bestoken, bestormen, bestrijden, chargeren, incrimineren, overvallen, plempen, rampokken
aanvallend agressief, offensief
aanvaller agressor, belager
aanvaller (voetbal) - spits
aanvallig aanminnig, bekoorlijk, bevallig, innemend, lief(tallig), lieflijk, vrijpostig
aanvalsdrift - agressie
aanvalsfase bestorming
aanvalsmiddel angel, wapen
aanvalswapen - tank
aanval van razernij - amok
aanvang aanhef,afreis, begin, kiem, oorsprong, start
aanvangen aanheffen, beginnen, ingaan, ondernemen, starten
aanvanger beginneling
aanvankelijk eerst, oorspronkelijk
aanvangsletter initiaal
aanvangspunt beginpunt, start
aanvangsstadium begin
aanvaren binnenlopen, botsen, raken, overvaren, rammen
aanvaring botsing, conflict, discussie, ongeluk,
aanvatten aangrijpen, aannemen, aanpakken, tpakken, aantasten, bebeginnen, starten
aanvattertje pannenlap
aanvechtbaar betwistbaar, discutabel
aanvechten aanvallen, bestrijden
aanvechting aandrift, begeerte, bekoring, bestrijding, lust, neiging, verleiding, verzoeking
aanvegen aanschuieren, reinigen, schoonmaken
aanverstorven geërfd
aanverwant aangehuwd, bijeenhorend, eigen, familie (lid), (ver)maag(schap)
aanverwantschap adfinitas, zwagerschap
aanverwanten van moederszijde Cognaten, Spillemagen
aanvetten - aandikken
aanvoegen verbinden
aanvoegende wijs conjunctief, subjunctief
aanvoegsel appendix, nawoord, supplement
aanvoelen aanraken, begrijpen
aanvoeling advectie, intuïtie
aanvoer advectie, leiding, pijp, toevoer
aanvoerbuis - pijp
aanvoeren aanbrengen, adstrueren, bevelvoeren, besturen, commanderen, hoofd, leiden, staven, toevoeren
aanvoerder baas, belhamel, bevelhebber, captain, chef, commandant, doge, dux, hetman, hoofd, hoofdman, landsheer, leider, overman, overste
aanvoerder der Argonauten Jason
aanvoerder der Kozakken hetman
aanvoerder van Italiaanse huursoldaten condottieren
aanvoeren ( jur) - sustineren
aanvoerder (Indon) panglima
aanvoeren aanbrengen, aandragen, adstrueren, besturen, beweren, leiden, leveren, staven, sustineren, toevoeren
aanvoering bevel, commando, leiding, opperbevel
aan voorbij zien - negeren
aanvraag verzoek
aanvraagbiljet - formulier
aanvragen bestellen, verzoeken
aanvreten aantasten, verweren. uitbijten
aanvreting arrosie, vraat
aanvriezen aanbakken
aanvullen aandammen, completeren, plempen, suppleren, toevoegen, vermeerderen, vervolledigen
aanvullen van de dakbedekking lateren
aanvullend additief, additioneel, bijkomend, complement, supplementair, suppletoir, toevoeging, toevoegsel
aanvullend deel complement
aanvullend (recht) regelend
aanvulling - amplificatie, bijlage, bijvoegsel, suppletie, toevoegsel, vervollediging
aanvulling tot 90° complement
aanvulling tot 180° supplement
aanvulling van paarden remonte
aanvulsel supplement
aanvuren aanblazen, aandrijven, aanhitsen, aanjagen, aanmoedigen, aanporren, aansporen, aanstoken, aanwakkeren, aanzetten, bemoedigen, hitsen, ophitsen, opjutten, oppeppen, toejuichen
aanvijzen wijsmaken
aanwakkeren aanblazen, aanbollen (van wind ), aanmoedigen, aansporen, aanstoken, aanvuren, aanzetten, activeren, hevigen , opwekken, toenemen, verhevigen,
aan wal gaan - ontschepen
aan wal uitgaan - passagieren
aanwas aangroei, aanslibbing, accessie, accres, groei, gezwel, schor, toename, toeneming, vergroting vermeerdering
aanwassen groeien, ophopen, uitbreiden, vermeerderen
aanwenden appliceren, besteden, gebruiken, inpenderen, toepassen
aanwending gebruik, nut
aanwennen - aanpassen
aanwensel gewoonte, hebbelijkheid, tic, tik
aanwerven enroleren, rekruteren, ronselen, winnen
aanwerving colportage, ronseling
aanwenner - ronselaar
aanwetten scherpen
aanwezig erbij, present, tegenwoordig, voorhanden
aanwezige getuige, kijker, toeschouwer
aanwezige goederen voorraad, stock
aanwezige hoeveelheid voorraad
aanwezige mensen bezoek, gasten, publiek, toeschouwers
aanwezigheid bijzijn, presentie, tegenwoordigheid
aanwezigheid elders alibi
aanwezigheid van gas, ziekelijke pneumatose
aan wie een brief gericht is geadresseerde
aanwijs inlichting, tip
aanwijsbaar - aantoonbaar
aanwijsstok roede, staaf
aanwijzen aanduiden, aangeven, aanstippen, aantonen, bestemmen, demonstreren, doelen, duiden, dulden, indiceren, individualiseren, kenschetsen, toewijzen, tonen
aanwijzend deïktisch
aanwijzend voornaamwoord dat, datgene, degene, deze, dergelijke, die, diegene, dit, gene, gindse, zelf, zodanig, zulk
aanwijzer exponent (wisk), index, indicateur, indicator, mantisse (logaritmen)
aanwijzing aanduiding, advies, assignatie, bekendmaking, hint, indicatie, indicie, instructie, passage, raad, spoor, teken, tip, wenk
aanwijzing op brief aantekenen, per adres, p.a. expresse, p.e, spoed, vertrouwelijk
aanwijzing van gebreken aanmerking, kritiek
aanwinnen toenemen, veroveren, verwekken, verwerven
aanwinning toeneming, verwerving
aanwinst acquest, conquest, gewin, inschrijving, nieuws, verwerving
aanwippen aanlopen, bezoeken
aanwonende aangelande
aanwrijving aantijging, beschuldiging
aan zee - az
aan zee gelegen pontijns
aanzeggen aankondigen, bekendmaken, bevelen, gelasten, mededelen, verklaren, voorzeggen
aanzegging annunciatie (lat), bericht, bevel, intimatie, mededeling, notificatie, verklaring, voorspelling
aanzegging door deurwaarder exploit
aanzeilen - aanstevenen
aanzet begin, impuls, inzet, prikkel, start, stimulans
aanzetknop schakelaar, startknop
aanzetknop in de auto - starter
aanzetriem strijkriem, wetleer, wetriem
aanzetsel aangroeisel, aanzetstuk, bezinksel, droesem, grondsop, ketelsteen, moer, neerslag, nok, verlengstuk
aanzetstuk verlengsel (stuk)
aanzetten aandoen, aandraaien, aandrijven, aanjagen, aanmoedigen, aanporren, aansporen, aanstoken, aantrekken, aanvuren, accentueren, animeren, beginnen, dwingen, enten, hitsen, inschakelen, nopen, opjuinen, ophitsen, opmonteren, opruien, opstoken, opzetten, opzwepen, poken, pramen, prikkelen, prikken, scherpen, slijpen, starten, talonneren, wetten
aanzettend ophitsend, opwekkend
aanzetter aanstoker, ophitser, opstoker, opruier, opzetter, slijper
aanzeulen - aanslepen
aanzicht gelaat, gezicht, schouwspel, voorkomen
aanzien - aanblik(ken), aankijken, aanschouwen, aantonen, aanzicht, achting, aspect, bekijken,beoordelen, beschouwen, bezien, dulden, eer, ere, gewicht, gezicht, heerlijkheid, hoogheid, invloed, luister, ontwerp, opzicht, overwegen, overwicht, positie, prestige, proberen, rang, regard, respect, roem, schouwen, staat, standing, tel, toezien, voorkomen
aanzienlijk aanmerkelijk, achtbaar, behoorlijk, belangrijk, deftig, doorluchtig, edel, eerwaardig, fiks, geacht, geducht, groot, machtig, notabel, respectabel, sterk, stevig, verheven, veel, voornaam
aanzienlijke - edele
aanzienlijke burgers - notabelen
aanzienlijke daling van economische activiteiten impasse, recessie, slump
aanzienlijke hoeveelheid veel,
aanzienlijken beaumonde, notabelen, optimaten
aanzijn bestaan, leven, tegenwoordigheid
aanzitten - tafelen
aanzoek bede, liefdesverklaring, verzoek, vraag,
aanzoeken benaderen, solliciteren, vragen
aanzoeker aspirant, vrijer
aanzuiveren bijpassen, nabetalen, vereffenen, verifiëren
aanzwellen aanzetten, groeien, toenemen, wassen
aanzwellend crescendo, sforzando
aap zie apensoort
aapje bidelot
aapmens pithecanthropos
aap zonder staart -gibbon
aar ader, bloeiwijze, halm, spica, tros
aar van de maïs maïskolf
aar van de eenslachtige bloem katje
aard aanleg, eigenschap, gestel, gesteldheid, hoedanigheid, inborst, innerlijk, karakter, karaktertrek, kwaliteit, natuur, ras, soort, trant, staat, temperament, wezen, wezenheid
aardakker (eetbare) knolwortel
aardappelen rapen rooien
aardappel afkoker, bintje, drieling, eigenheimer, legger, patat, pieper, pimpernel, poter, puree, rode star, toffel
aardappelgerecht patat, puree
aardappelkever colorado (kever)
aardappelmoes - puree
aardappelproduct chips, frites, patat
aardappelrooiersverlamming knieverlamming
aardappelschiller - jassen
aardappelschurft - pok
aardappelstokje patat, friet
aardappel (soort) afkoker, alpha, bevelander, biltstar, bintje, blauwpitter, doré, eersteling, eigenheimer, futore, glimmer, libertas, malta, negenweker, noordeling, patat, rotje, pieper, record, voran, ijsselster
aardappelvergif solanine
aardappelziekte ringvuur, topbont
aardbaan ecliptica
aardbeiboom arbutus
aardbeikleurig fraise
aardbeisoort elista, glasa, gorella, regina, volla
aardbeispinazie besmelde
aardbeving aardschok, aardstoot, aardtrilling, (Ind) lindoe
aardbeving betreffende seismisch, seismologisch
aardbevingcentrum aardbevingshaard, epicentrum, hypocentrum
aardbevingshaard hypocentrum
aardbevingcentrum epicentrum
aardbevingkunde betreffende - seismologisch
aardbevingkundige seismoloog
aardbevingshaard hypocentrum
aardbevingsmeter seismograaf
aardbevingsleer seismologie
aardbevingen leer der seismologie
aardbevingen, centrum van epicentrum
aardbevingshaard hypocentrum
aardbeving, plaats waar grote..........heeft plaatsgevonden
3 Fez (1755),
4 Idoe (1930),
5 Assam (1897/1950), Chili (1960), Cutch (1819),
Jeddo (1739) ,Maine (1812), Quetta (1953), Quito (1797),
Tango (1927), Tukai (1948 ),
6 Alaska (1899/1964), Kansoe (1932 ), Meknes (1755), Mexico
(1962), Oaxaca (1965), Quetta (1935), Skopje, (1963),
Taiwan (1966),
7 Dousadj (1962), Marokko (1960),Messina (1908),
Villach (1348)
8 Aleoeten (1946/1957), Calabrië (1783), Kursunlu (1915),
Lissabon (1755), Sankiroe (1896),
9 MinoQuari (1891),
10 Conception (1835), Valparaiso (1822),
12 Orleansville (1954)
aardbewoner kosmopoliet, mens, wereldburger
aardbodem - aardrijk
aardbol globe, (aard)kloot, wereld(bol)
aardbij anthrena
aardbuil truffel
aarde aardrijk, bodem, grond, humus, land, modder, planeet, tellus, terra, wereld, zandgrond
aarde donker pikdonker, stikdonker, zwart
aardegoed aardewerk
aarden eigenen, gedijen, groeien, inburgeren, tieren, wennen
aarden dam wal
aarden kruik alcarraza, pot, pul, tul, urn, urne
aarden pot kruik, urn
aarden vaas - kruik
aarden vuurpot test
aarden wal dijk, rideau
aardeten geofagie
aardeter geofaag
aardeweg veldweg
aardewerk aardegoed, gres, keramiek, kruik, plateel, porselein, pot, urn, servies, serviesgoed, terrecotta, vaas, vaatwerk
aardewerk uit Engeland Wedgwood
aardewerk uit Italië majolica
aardewerk, soort faience
aardewind gangspil, kaapstaander
aardgal duizendguldenkruid
aardgas brongas, butaan, ethaan, heptaan, hexaan, isobutaan, methaan, moerasgas, octaan, pentaan, propaan
aardgasmaatschappij N.A.M.
aardgeest aardmannetje, alf, ariel, dwerg, eunjer, gnoom, kabouter, reus, tellus, wezen
aardgeesten - alven
aardgeest in Noorwegen trol
aardgeul grep, greppel, kielspit, vore
aardgewas aardappelen, bieten, knollen, radijs, rammenas, wortelen
aardglooiing glacis
aardgoed lompen, vodden, zandgoed
aardgordel gebied, luchtstreek, subtropen, tropen, zone
aardhars aardpek, asfalt, bergpek, bitumen, resiniet, retiniet
aardheuvel hil, stelle, terp, vliedberg, wierde, woerd
aardhond das, terriër
aardhoogte berg, dam, dijk, duin,heuvel, stelle, stele, stelling, terp
aardig aangenaam, aanvallig, aangenaam, allerliefst, bekoorlijk, beminnelijk, genoeglijk, plezierig, doddig, energiek, enig, fijn, fijntjes, flink, fors, fraai, geestig, geschikt, grappig, genoeglijk, gezellig, goed, hartelijk, hups, kluchtig, knus, koddig, leuk, lief, lieflijk, loos, moppig, nogal, opgewekt, prettig, redelijk, relatief, schattig, snoezig, tamelijk, vermalelijk, vriendelijk, vrij
aardigaard zonderling
aardig en braaf zoet
aardig en gul - mild
aardig en leuk - mooi
aardigheid bak, gein, gekheid, genoegen, genot, geschenk, grap, grol, jen, jolijt, jool, klucht, leut, lol, lust, mop, plezier, present, pret, scherts, schik, smoes, zin
aardigheidje attentie, cadeautje, geschenkje, grapje, geintje, kleinigheid, kwinkslag, lolletje, pleziertje, pretje, presentje,
aardigjes liefjes, nogal, tamelijk
aardig vinden - mogen
aardkern barysfeer, magma
aardklont - kluit
aardkluit kommel, plag, pol, tors,
aardknobbel - hoogte
aardkorst bodem, lithosfeer, sial, steenschaal
aardkrekel veenmol
aardkuil - put
aardkunde geologie
aard(leer)kundige geoloog
aardlicht maan
aardman aardgeest, alf, dwerg, gnoom, kabouter, kobold
aardmantel sima
aardmeetkunde geodesie
aardmeetkundige geodeet
aardmest - mot
aardmetaal, zeldzaam samarium
aardmeter geometer
aardmolm humus
aardmos wolfsklauw
aardmuis aardaker, veldmuis
aardmijt aardspinnetje, gelukspinnetje
aardnoot aardakker, aardnoot(je), apennoot, grondnoot, katjang, pinda, olienoot
aardnotenolie arachide
aardolie nafta, petroleum, siester
aardoliepomp jaknikker
aardolieproduct benzine, benzol
aardopening bres, krater, ponor, put
aardophoping terras
aardoppervlak - aardbodem
aardpeer knol, raap, topinamboer,
aardpek aardhars, asfalt, bitumen, mineraal, teer
aardperiode carboon, eoceen, trias,
aardplooi synclinaal, anticlinaal
aardrijk aardbodem, aarde, mensdom, wereld
aardrijkskunde geografie, topografie
aardrijkskundig geografisch
aardrijkskundige geograaf
aardrijkskundige aanduiding N.B.,O L, WL, Z.B.
Aardrijkskundige plaats in de bijbel Endor, Pniël, Ur
Aardrol - wals
aardrook duivenkervel
aardrotatie aswenteling
aards ondermaans, profaan, sterfelijk, tellurisch, terrestrisch, tijdelijk, vergankelijk, werelds, wereldlijk
aardschok (aard)beving
aards bestaan van de mens karma
aardsateliet capsule, kunstmaan, maan, spoetnik
aardsbisschop - prelaat
aardse kijker verrekijker
aardslak arion, limax
aardse slijk geld, pesunia, poen
aardslang jormungadr, migardslang
aardsoort klei, leen, löss, oer, oker, roodaarde, veen, zand, : zie grondsoort
aardsoort, als kleurstof oker, omber, siena
aardslijk geld, pecunia
aards paradijs lusthof
aardspin atypus
aardster geaster
aardtor - loopkever
aardval aardstorting
aardvarken - miereneter
aardveil hondsdraf
aardverf omber
aardvorming geogenie
aardwas ozokeriet
aardwind dommekracht, gangspil, kaapstander,
aardwinde akkerwinde, woelmuis
aardworm made, pier, regenworm, teek, wurm
aardzalf zinkzalf
aardzwaluw oeverzwaluw
Aargau hoofdstad van, Aarau
Aarlanderveens boers, eenvoudig, lomp
aars anus, podex
aarsdarm veteinde
aarsgat anus
aarsworm spoelworm
aartsabt archimandriet
aartsbisdom Nederlands Utrecht
aartsbisschop (lat) A (rchi), E(piscopus), metropoliet, mgr, primaat
aartsbisschoppelijk metropolitaans
aartsbisschop van Canterbury - Anseimus, Becket, Odo
aartsbisschop van Utrecht Jansen, Schaepman, Snickers, Odo, Wetering, Zwijsen
aartconservatief - reactionair
aartsdom - oliedom, uilig
aartsengel Azraäl, Azrafil, Gabriël, Lucifer, Michaël, Rafaël, Uriël
aartsgierig - brandgierig
aartsketter - heresiarch
aartsleugenaar - leugentap
aartspriester in de Griekse kerk - hiërarch
aartsvader - Abraham. Izaak, Jakob, patriarch, stamvader
aartsvaderlijk - patriarchaal
aartsvitter hypercriticus
aartsvrek harpagon
aar van de maïs maïskolf
aarzelen dralen, dubben, huiveren, ruggelen, schromen, talmen, temen, toeven, treuzelen, twijfelen, wankelen, weifelen
aarzelend besluiteloos, huiverig, onvast, onzeker, talmend, twijfelmoedig, weifelachtig, weifelend
aarzeling draling,huivering, schroom, twijfel, weifeling
aas aaskaart, kadaver, kreng, lokmiddel, lokspijs, lijk, prooi, voedsel
aasbloem paddenbloem, stinkbloem
aasdier hyena
aas geven voeden, voederen, voeren
aaskever doodgraver, krengtor
aasnetje bunnetje
aastor aaskever, doodgraver, grafmaker, kever, krengtor
aasvlieg - bromvlieg
aasvogel deugniet, galgenbrok, gier, schelm
aaszak doen knoeien
aat oot, vloghaver
aatje kuilnet
ababbel oorvijg, oplawaai
abaca(sp.) manillahennep
abacus buffet, dekplaat, speeltafel, telraam
abactis secretaris
abaliënatie vervreemding
abalone - zeeoor
abandon afstand, overgave
abattoir slachthuis
abbreviatie afkorting
abc alfabet, beginselen, letterlijst,
abc staten Argentinië, Brazilië, Chili
abces buil, etterbuil, (etter)gezwel, poliep, steenpuist, uitwas, verzwering, zweer
Abchazië hoofdstad van, Soechoemi
abdicatie afstand
abdij convent, klooster, sticht
abdij met eigen grondgebied abdijnullius
abdij, hoofd van een abdis, abt
abdomen buik
abeel peppel, (zilver)populier
abel bekwaam, capabel, deskundig, ervaren, handig, knap, mooi, verheven
abel spel Esmoreit, Gloriant, Lancelo(e)t
aberratie afdwaling, afwijking
Abessinië Ethiopië
Abessijnse titel Negus, Ras
abfarad - abf
abhorreren verafschuwen, verfoeien
abichiet afanese
abiose schijndood
abject doortrapt, gemeen, gewetenloos, infaam, laag, slecht, verachtelijk, verwerpelijk, verworpen,
abjectie laagheid, verwerping
ablatie detritie, loslating, losmaking, verwijdering, wegneming
ablativus - abl
ablutie afwassing
abnormaal afwijkend, apart, dwaas, gek, inept, kolderiek, lijp, maf, mal, ongewoon, onnatuurlijk, pervers, vreemd, zonderling, zot
abnormaal groot mens reus
abnormale groei acromegalie
abnormaliteit afwijking, anomatie
aboleren afschaffen, intrekken, opheffen, uitdelgen
abom atoombom
abominabel afschuwelijk
abominatie gruwel
abondantie overvloed
abonnee (é) abonnement, geabonneerde, inschrijver, intekenaar, klant, koper, lezer
aborderen aanklampen, aanspreken
abortus miskraam, vruchtafdrijving
abortus provocatus vruchtafdrijving
abracadabra geklets, gepraat, toverformule, toverspreuk, wartaal
Abra, hoofdstad van Bangued
abrasio curettage
abri afdak, haltehuisje, schuilplaats, wachthuisje
abrikoosperzik - nectarine
abrogeren - opheffen
abrupt afgebroken, hortend, ineens, onverwachts, opeens, pardoes, plots, plotseling, plotsklaps, subiet
abrupte luchttrilling knal
Abruzzen top in de Maiellal
absent abs, afwezig, elders, uit, verstrooid, weg
absentie afwezigheid, verstek
abside absis, koornis
absint likeur
absis koornis, abside
absolute heerschappij autocratie, dictatuur, tirannie
absolute heerser autocraat, dictator, tiran
absolutie gena, genade, pardon vergeving, vergiffenis
absoluut abs, alleszins, beslist, geheid, onbeperkt, ongetwijfeld, onvermengd, pertinent, puur, stellig, totaal, vast, volkomen, volledig, volslagen, volstrekt, zeker, zuiver
absolveren vrijspreken, voleinden
absorberen bezighouden, inzuigen, opnemen, opslorpen, verzwelven
absorberende stof absorbens
absorptie opslorping
abstinent ingetogen, matig
abstract afgetrokken, geestelijk, losgemaakt, ongerijmd onstoffelijk, onvatbaar, onzinnig, verstrooid
abstruus gewrongen, gezocht, duister
absurd belachelijk, bespottelijkdol, dwaas, gek, idioot, mal, ongerijmd, onnozel, o0nverstandig, onzinnig, zin(ne)loos, zot
abt (klooster)overste, prelaat, prior
abt, van of door een abbatiaal
abuis dwaling, erratum, feil, fout, lapsus, misgreep, misser, misslag, misvatting, vergissing,verkeerd,
abulie wilsverlies
ab urbe condita - auc
abusief mis, onjuist, vergissing, verkeerd
abusivelijk fout, mis, verkeerd
a.c. a.p.
Academie acad, hogeschool, universiteit
academische faculteit economie, filosofie, geneeskunde, interfaculteit, letteren, rechtsgeleerdheid, theologie, wijsbegeerte
academische graad van lage baccalaureaat
academische plantentuin hortus
academische plantentuin, directeur van een hortulanus
academische titel Dr, Dra, Drs, Ds, Ir, Prof, Mr,
acajouhars fenoplast
acceleratie versnelling
accelereren optrekken, versnellen
accent klemtoon, nadruk, taalklank, thesis(muz.), tongval
accentueren beklemtonen, benadrukken
accepi - acc
acceptabel aannemelijk, aanvaardbaar, redelijk
acceptatie - aanneming
accepteren aannemen, aanvaarden, dulden, erkennen, pikken
aceracee aak, acer, ahorn, esdoorn
acces toegang, toestemming
accessie toetreding
accessoir - toegevoegd
accessorisch bijkomstig
accident ongeluk, ongeval, toeval,
accidentiën emolumenten
accijns belasting, heffing, impost, tol
acclimatiseren (ge) wennen
accolade haakje, omarming, rekenteken
accommodatie aanpassing, comfort, toepassing, uitrusting, verandering
accompagneren begeleiden
accoord bestand, entente, ok, oke, overeenkomst, overeenstemming, schikking, verdrag, vergelijk, (zie akkoord),
accordeon (trek)harmonica, trekorgel
accordeonsoort concertina
accosteren aanklampen, aanspreken
accountant rekenkundige
accres aangroei, toename, toeneming
accu accumulator, batterij
accu(mulator) , onderdeel accukast, bodemrib, isolatieschot, pool(stift), slikruimte, vuldop
accumulatie opeenhoping
accuraat nauwgezet, nauwkeurig, net, oplettend, precies, puntelijk, stipt, strikt, zorgvuldig
accuratesse nauwgezetheid, stiptheid,
accusalef vierde naamval
accusatief - acc
accuseren aanklagen, beschuldigen
aceracee aak, acer, ahorn, esdoorn
aceton azijngeest, propanon
acetyleen ethyn
acetylsalicylzuur acetosal, asperine
ach eilaas, helaas, laas, weeklacht, weer
Achensee, stad aan de Pertisau
Acheron onderwereld
achilea bertram
achromatisch kleurloos
acht aandacht, aanmerking, attentie, eilaas, helaas, oplettendheid, weeklacht, zorg
achtarm inktvis, kandelaar, octopus, poliep
achtarmig zeedier inktvis, kraak
achtarmige inktvis octopus
achtbaar aanzienlijk, deftig, eerbaar, eerbiedwaardig, eerwaardig, eerzaam, geacht, gezien, respectabel, waardig
acht dagen octaaf
achteloos liederlijk, nalatig, nonchalant, onachtzaam, onoplettend, onverschillig, slordig, zorgeloos
achteloosheid - nonchalance
achteloos (muz.) negligente
achteloos werken slonzen
achten aanzien, eren, hoogachten, hoogschatten, kennen, menen, oordelen, rekenen, respecteren, roemen, tellen, vereren, waarderen
achtenswaardig achtbaar, eerbiedwaardig, eerzaam, honorabel, respectabel
achtenswaardigheid respectabiliteit
achter na, antiek, verouderd
achteraan toegevoegd paragogisch
achteraf afgelegen, p.f. (post factum), later, naderhand, nadien, toen
achteraf betalen - nabetalen
achteraf bezien aposteriori
achter afsluiting van een vuurmond kulas
achterbaks arglistig, gemeen, geniepig,gluiperig, heimelijk, slinks, sluw, steels, stiekem, tersluiks, vals, verborgen, verholen
achterbakse stille, stiekemerd, rus
achterban basis, volgelingen
achterblijver kwar
achterborststuk metathorax
achterbout van een varken ham
achterbrug ashuis
achterbuurt armenbuurt, armenwijk, gribus, krottenwijk, slop, slums, volksbuurt
achterdak van een schip paviljoen
achterdeel van een koeienstal boes, groep
achterdeel van een schip spiegel
achterdeel van een vuurmond kulas
achterdek plecht
achter de vodden zitten presseren
achterdocht argwaan, verdenking, wantrouwen
achterdochtig argwanend, ergdenkend, wantrouwig, wantrouwend
achterdoek fond
achtereen - aaneen
achtereen voorgaande cursorisch
achter elkaar aaneen
achterelkaar gebonden boten sleep
achtergang buikloop, stoelgang
achtergebleven - thuis
achtergebleven modder slib
achtergrond afkomst, basis, beweegreden,decor, fond, oorzaak, verleden
achterhalen inhalen, ontdekken, ophalen, verhalen, vinden
achterhals nek
achterhar broekbalk
achterhersenen metencefalon
achterhoede defensie, verdediging
achterhoek, andere naam voor Graafschap
achterhoek, plaats in de Doetinchem, Winterswijk, Zutphen
achterhoek, riviertje in de Berkel
achterhoofd occiput
achterhoudend geheimzinnig
achterhouding reservatie
achterhout eemter
achterhuisje klapmuts
AchterIndië, land in, Birma, Cambodja, Maleisië, Siam, Thailand, Vietnam
AchterIndië, stad in Bangkok, Cholon, Hanoi, Rangoon, Saigon, Singapore, Vientiane
AchterIndië, volk in
2 Li, So, Tu, Wa
3 Kha, Man, Moi, Mou, Tho
4 Brau, Chin, Garo, Joru, Khmi, Lahu, Laua, Lisu, Lolo, Miao,
Moso, Naga, Paii, Radi, Sjan, Suoy, Thai
5 Chema, Jarai, Karen, Khasi, Khmer, Khumi, Mikir, Mnong,
Muong, Pnong, Sakai, Tcham
6 Bahwar, Mantra, Mishmi, Selung,,Semang, Stieng,
7 Akhibit, Chiutse, Djakudu, Miaotse, Palaung, Tippera
8 Burmanen
10 Annamieten
achterkamertje op schip roef
achterkant ommezijde, rugzijde
achterklap eerroof, geklets, kletspraat, kwaadsprekerij, laster(praat), lastering, praatjes, roddel
achterkwartier achterbout
achterlaten - droppendumpen
achterleen - naleen
achterliggen achterstaan, verliezen
achterlijf van een insect abdomen
achterlijk achter, debiel, dom, gek, idioot, hoofdig, kleinsteeds, nalatig, onnozel, stompzinnig, zwakhoofdig, zwakzinnig
achterlijke oligofreen
achterlijk mens crétin, debiel
achtermad etgroen, nagras
achterna achteraf, alsnog, dan, later, naderhand, nadien
achternaam ba, familienaam, van
achternagaan controleren, volgen
achternazetting - vervolging
achterna zitten najagen, vervolgen
achternoen namiddag
achterop raken - lossen
achterover - ruggelings
achterover kantelen supineren
achterplecht campagne
achterraad consulta
achterschip hek
achterschot van een wagen krat
achterspeler back, verdediger
achterstand schuld, verschil
achterste aars, bil, billen, bips, derrière, gat, kont, krent, kul, laatste, minste, zitvlak
achterste deel - staart
achterste deel van de hals nek
achterste deel van een vuurmond kula, kulas
achterste deel van het verhemelte raak
achterste gaffelzeil op een driemaster bezaan
achtersteven van een schip spiegel
achterstevoren averechts, omgekeerd, ruggelings, verkeerd
achterstuk van altaar retabel
achterstuk van een rund lumme
achtertalie inhaaltalie
achteruit achterwaarts, bergaf, overstuur, ruggelings, rugwaarts, terug, vervallen
achteruitgaan aftakelen, geerten, interen, tanen, terugdeinzen, (terug)wijken, verminderen
achteruitgaand regressief
achteruitgang achterdeur, afneming, bederf, decadentie,
inzinking, recessie, teruggang, terugslag, terugval, verloop, verval, verzwakking
achteruitgang van de economie - recessie
achteruit kijken - terugblikken
achteruitwijken deinzen, retireren, teruggaan
achteruitzetten - verstoten
achtervoegsel
2 de, er, es, ig, in
3 aar, dom, (r)ik, nis, tje
4 aard, baar, isch, lijk, loos, ster, wijze, zaam
5 affix, ling(s), schap
6 achtig, suffix
8 paragoge,
achtervolgen nalopen, narennen
achtervolger - belager
achtervolging - jacht
achtervolgingswaan paranoia
achterwaarts achteruit, ruggelings, rugwaarts, terug
achterwaartse gronddekking parados
achterwand - rugwand
achterwand van een altaar retabel
achterwege laten sparen
achterwerk - aars, bil, billen, bips, derrière, gat, kont, zitvlak
achterzetsel postpositie
achterzijde revers, rug, verso
achterzijde van mens, dier of boek rug
achterzijde van een munt - revers
acht geven letten, opletten, tellen
achthoek octogoon
achthoekig octogonaal, octangulair, octogonisch
achting aanblik, aanzien, decrediteren, eer, eerbied, egard, estime, ere, ontzag, regard, respect, reputatie, tel, waardering
achting bewijzen eren
achtkant - octogoon
Achtkarspelen, plaats in Augustinusga, Buitenpost, Drogeham, Kloostertille, Surhuisterveen, Twijzel
achtpotig dier spin
achtregelige strofe stanza
achtste hemel Ogdoas
achtstemmig muziekstuk octet, octetto
achtste teken in de dierenriem Scorpio, schorpioen
achttal octade
achttonig octotonisch
achtvlak octaëder
achtvormig koekje krakeling
Achtzaligheden, een der Bladel, Duizel, Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel
aciditeit zuurgraad
acme crisis
acne (vet)puistje
acognosie geneesmiddelenleer
aquisiteur - werver
acquit kwitantie, ontvangstbewijs
acribie nauwgezetheid, precisie
acrobaat artiest, jongleur, potsenmaker, koorddanser, krachtmens, kunstenmaker, tuimelaar
acrobatensprong - salto
acrobatische toer van een piloot looping
act sketch, voordracht
acta handeling
acta sanctorum - a(a)ss
acte diploma, oorkonde, papier
acte dagvaarding exploot
acteren - toneelspelen
acteur filmspeler, komediant, sharge, speler, toneelspeler, tonelist, treurspeler
actie aandeel, beweging, bezigheid, campagne, daad, handeling, streven, werkkring, werkzaamheid
actie bij arbeid - handeling
actie voeren ageren, agiteren, drijven, optreden
actief arbeidzaam, bedrijvig, bezig, doende, druk, handelend, ijverig, kwiek, levendig, naarstig, nijver, noest, onledig, ondernemend, productief, snel, toegewijd, vlug, vlijtig, werkend, werkzaam
actief maken - activeren
actief persoon -activeling
actiehandelaar actionaris
actieradius bereik
actieve koolstof norit
actieve natuurbeginsel (Chin.) yang
actieve zuurstof ozon
activeren aanvuren, aanwakkeren, opvoeren, versterken
actie voeren ageren, agiteren
actinoliet straalsteen
actionaris aandeelhouder, deelnemer
activa bezit, contanten
activeren aanvuren, aanwakkeren
activiteit - werkzaamheid
activiteitsmeter geigerteller
actrice filmster, toneelspeelster
actualiter inderdaad, werkelijk
actualiteit nieuws, werkelijkheid
actueel belangrijk, bestaand, contemporain, hedendaags, nieuw, nieuw, onmiddellijk, recent, werkelijk, werkzaam
actum gedaan, verhandeld
actum et supra - aus
acute huidziekte herpes
acute keelontsteking kroep
acuut direct, dringend, halsoverkop, hevig, ineens, meteen, noodzakelijk, onmiddelijk, onverwacht, opeens, plotseling, plots, scherp, snel, spits, spoedeisend, spoedig, subiet, urgent
adequaat gepast, overeenstemmend
Adam, oudNoorse Ask
adagio (muz.) langzaam, bedaard
Adamiet naaktloper
adamskostuum naakt, naaktheid, bloot, blootje
adamsonia apenbroodboom, baobab
adaptatie aanpassing
adapteren - aanpassen
adaptie aanpassing, bewerking
adat gewoonterecht, overlevering, traditie
ad calendas graecas onbepaald
addenda aanhangsels, bijlagen, bijvoegsels, toevoegsels
addendum aanhangsel, bijlage, toevoegsel
adderkruid - adelaarsvaren, penningkruid, pijlkruid, salomonszegel
adder Aspis, gifslang, reptiel, serpent, slang, Vispara
adderen bijvoegen, optellen, verbinden
adderkruid adelaarsveren, penningkruid, pijlkruid, salomonszegel
addersoort bitis, vipera
addertong slangenbeet, ophioglossum
addertonggewas addertong, botrychium, maanvaren
addictie toewijzing, toezegging
additie bijeenvoeging, optelling, toevoeging
additioneel bijgevoegd, toegevoegd
adduceren aanvoeren, bijbrengen
adductie toevoering
adé ade ,adie, adieu, adios, aju, ajuus, goedendag, groet, saluut, tabee, vaarwel, vale
adel goedheid, karakter, nobiliteit, nobility, noblesse, ridderschap, stand
adelaar aadler, aar, arend, eagle, veldteken
adelaarsblik - arendsblik
adelbeziën aalbessen
adelborst assaut, cadet
adelborst, aanspreektitel van jonker
adelborstenfeest assaut
adeldom noblesse, zuiverheid
adelen veredelen
adellijk edel, nobel, verheven, voornaam
adellijk burger patriciër
adelijk embleem - wapen
adellijk goed (fr) seigneurie
adelijk huis - state
adellijk persoon in Japan daimino
adellijk voorvoegsel de, tot, von, van
edelijke - edele
adelijke bezitting - state
adelijke dame barones, freule, gravin
adellijke grootgrondbezitter bojaar
adellijke heer seigneur
adelijke heren - edelen
adellijke hofstede state, stins
adelijke jonkvrouw freule, gravin
adellijke Pool of Rus knees
adellijke titel op Java raden, ad(h)ipati
adellijke titel
3 don
4 lord, pair
5 baron, donna, edele, prins, graaf, prins, vorst
6 freule, gravin, hertog, jonker, ridder
7 barones, markies, prinses
8 hertogin, jonkheer, seigneur
9 burggraaf, jonkvrouw, markgraaf, markiezin
adellijke titel, Engels baronet, duke, earl, knight, lord, viscount
adellijke titel, Frans comte, duc, marquis, pair, prince, vicomte
adellijke titel, Italiaans cavaliere, conte, duca, maschese
adellijke titel, Javaans adipatie, Mas, Pangerang, Raden (Ajoe),
adellijke titel, Scan. Jari
adellijke titel, Spaans caballero, conde, grande, hidalgo
adellijke aanduiding von
adellijke heer seigneur
adellijke titel baron, burggraaf, freule, graaf, hertog, jonkheer, jonkvrouw, markies, prins, ridder
adellijke titel , Engelse baronet, duke, earl, knight, lord, viscount
adellijke titel, Franse comte, duc, marquis, pair, prince, vicomte
adellijke titel, Italiaans cavaliere, conte, duca, marchese
adellijke titel, Javaans mas
adellijke titel, Spaanse caballero, conde, grande, hidalgo
adellijke vrouw edeldame
adellijke weduwe douairière
adellijke woning in Friesland state, stins
adellijke nobiles
adelstand noblesse
adelvis houting
adem asem, levenslucht, lucht, pneuma, stoom, spiritus, zucht
adembenemend luisterrijk, mooi, oogstrelend, prachtig, schitterend
adembuis trachee
adem, buiten buitenadem
ademen asemen, ademhalen
ademhalen ademen, asemen, inademen, inhaleren,
respireren
ademhaling inademing, respiratie
ademhalingsapparaat snorkel, snuiver
ademhalingsbuis trachee
ademhalingsmeter spirometer
ademhalingsopening ademgat
ademhalingsopening bij insecten sigma, trachee
ademhalingsorgaan kieuw, long
ademhalingsremmer antimycene, cyanide, oligomycene
ademhalingsstoring acapnie, asfyxie, dengue
ademhalingstoestel respirator
ademhalingswerktuig kieuw, long, respirator, stigma
ademloos doods
ademluchtmeter spirometer
ademnood benauwdheid, dyspnoë
adempauze - respijt
ademproef ademtest, blaasproef
ademstilstand apnoë
ademtocht snik, spritus
ademvocht - condens
ademwortel pneumatofoor
adenosinetrifosfaat ATP
adenosinedifosfaat - adp
adept aanhanger, acoliet, belijder, discipel, ingewijde, leerling, organist, trawant, volgeling
adequaat afdiend, gepasteschikt, , juist, passend, voldoende
ader aar, arterie, bladnerf, bloedbuis, bloedvat, buis, ertsgang, nerf, oorsprong, vena, veine, vlam
adergezwel aneurysma
ader in het lichaam - bloedbuis
ader in marmer vlam
aderlating flebotomie, lating, venasectie, verlies
aderlijk veneus
aderontsteking flebitis
aderslag palpitatie
aderspatten varices
aderverkalking arteriosclerose
aderverstopping - embolie
adhaerent aanhanger, voorstander
adhesie aankleving, instemming, steun, toetreding
ad hoc daartoe
adiantum venushaar
adieu adé, adi, adios, ajuus, gegroet, saluut, tabee, vaarwel, tabee, vale
ad interim a.i., tussentijds, voorlopig, waarnemend
adios - aju
adipositas vetzucht
adje agent
adjectief adj, bijvoeglijk
adjudantonderofficier adj, stip
adjudiceren gunnen, toekennen, toewijzen
adjunct adj, vervanger
adjusteren vereffenen, ijken
ad majorem Dei glotiam - amdg
administrateur manager
administrateur op schepen purser
administratie - adm., beheer
administratie troepen AT
administratief hulpmiddel calculator, computer, gum, inkt, papier, pen, potlood, rekenmachine, typemachine
administratieve en rechtelijke beslissing - arb
administreren beheren, besturen, boeken, toedienen, vastleggen, waarnemen
admiraal vlootvoogd
admiraalschip - vlaggenschip
admiraal van Alexander de Grote Nearchus
admiraalvlinder atalanta
Admiraliteitseilanden, een der Manus
Admiraliteitseilanden, hoofdstad der - Lorengau
Admiraliteitseilanden, luchthaven op de Momote
admiratie bewondering
admissie toelating, toestemming, vergunning, verlof
admissibel aannemelijk, aanvankelijk, ontvankelijk
admitteren aannemen, toelaten
adolescent jongeling, jongen, jongeman
adonis fat, kooltje-vuur, narcissus, pronker
adoniseren mooi maken, opschikken
adopteren aannemen, adrogatio
adoptie aanneming, adrogatio
adoratie aanbidding, verering
adorabel aanbiddelijk, beminnelijk
adoratie aanbidding, eerbetoon, hulde, idolatie, verering
adoreren vereren, verheerlijken
adouceren temperen, verzachten, wegnemen
adrem bijdehand, dienstig, geestig, gepast, gevat, gewiekst, handig, prompt, raak, slagvaardig, slim, snedig
adrem antwoorden riposteren
adrenocorticotroophormoon ACTH
adres bestemming, brief, domicilie, opschrift, petitie, rekest, schrijven, sedes, verzoek, verzoekschrift, vestiging, woonplaats, woonstee, zetel
adrescijfer - postcode
adreskaartje etiket, label
adressenschrijver adressant
adresseermachine adressograaf
adret flink, parmantig, wakker
Adrianopel Edirne
Adriatische zee, haven aan de Ancona, Bari, Brindisi,, Dubrovnik, Dürres, Kotor, Ryeka, Split, Triëst, Venetië
Adriatische zee, schiereiland in de Istrië
adsorberende stof absorbent
adsorptie binding
adsringerend samentrekkend
adstructie staving, toelichting
adstrueren - hardmaken
adulaar maansteen
adult - volwassen
advent nadering
adventiefkrater - bocca
adventieve planten potloodplanten
adverbiaal bijwoordelijk
advertentie aankondiging, aanbieding, adv.,annonce, bekendmaking, mededeling, reclame,
advertentiecolporteur acquisiteur
adverteren aankondigen, annonceren, bekendmaken
advies aanbeveling, bericht, kennisgeving, mededeling, mening, oordeel, punt, raad,richtlijn, tip, wenk
adviescollege - raad
advies geven aanraden, adviseren, helpen, raden,
adviesinstelling R.v.R., S.E.R.
advies inwinnen - consulteren
adviesprijs - richtprijs
adviseren aanbevelen, (aan)raden, aantekenen
adviseur consulent, econoom, moderator, raadgever,
raadsheer, raadsman, voorlichter
advocaat adv, alligatorpeer, drank, jurist, mr., pleiter, raadsheer, raadsman, strafpleiter, verdediger
advocatenheerschappij robinocratie
advocatenstand - balie
advocatie advocateur, balie
ad vocem - av
Adzjaristan , hoofdstad van Batoemi
Aegirs vrouw Ran, Rana
aeon eeuwigheid
aequaal evenredig, gelijk
aequator evenaar, linie
aequiseksualiteit gelijkslachtigheid
aera jaartelling, tijdperk
aërodroom luchthaven, vlieghaven, vliegveld
aërodrome control - adc
aërometer - luchtmeter
aëronaut luchtschipper
aetherische olie (uit vruchten, bloemen enz.) essence
af afgelopen, afgemaakt, fini, gedaan, gereed, klaar, onberispelijk, op, out, perfect, verricht, versleten, volledig, volmaakt, voltooid, uit
afbaarsen afhandelen, bespreken
afbakenen aangeven, afgrenzen, afperken, begrenzen, demarkeren, jalonneren, lokaliseren, markeren, ongrenzen, omlijnen, traceren
afbakening afzetting, delineatie, demarcatie, heining, hek, locatie, omleining, schutting, vangrail
afbakeningslijn demarcatielijn
afbassen toesnauwen, wegjagen
afbatteren afranselen
afbeelden beschrijven, figureren, konterfeiten, projecteren, portretteren, schilderen, tekenen, uitbeelden, weergeven
afbeelding afb, afdruk, fig. beeld, beeltenis, dia, diorama, ets, foto, illustratie, konterfeitsel, miniatuur, panorama, plaat, portret, prent, statie, tekening, tafereel, totem, wergave
afbeelding in de R .K. kerk statie
afbeelding in koper - ets
afbeelding op bankbiljet - snip
afbeelding van Christus icon, icoon, ikoon
afbeelding van de klanken fonotisme
afbeelding van een dier totem
afbekken afgrauwen, afsnauwen
afbestellen afzeggen, annuleren, cancelen, contramanderen
afbestelling annulatie, afzegging
afbetalen delgen, voldoen,
afbetaling huurkoop
afbeuken - ranselen
afbeulen uitputten
afbeulend - afmattend
afbidden - afsmeken
afbieden - afdingen
afbietsen - afzetten
afbinding (med.) - legatuur, ligatuur
afbijten kluiven, knauwen, verweren, verwijderen, weghouden, wegnemen
afbinden afsterven, losbinden, losmaken, toebinden
afbikken - pellen
afblaffen - afsnauwen
afbluffen overbluffen, overtroeven
afboeking - afschrijving
afboenen schrobben, reinigen, schoonmaken
afborstelen afschuieren, afschuren
afbouw ontginning (van een mijn )
afbouwhamer pikhamer
afbraak destructie, ontleding, puin(hoop), rommel, ruïne, slechting, sloop
afbraak, doorgaande diaftoresse
afbraakproduct van zetmeel dextri(e)nen
afbraak van steen - puin
afbranden - schroeien
afbranden van een gerecht flamberen
afbreken afkammen, destrueren, kritiseren, omverhalen, plukken, ruïneren, scheiden, slechten, slopen, vernielen
afbreker demonteren, sloper
afbrekingsteken divisie, streepje
afbreuk belediging, derogatie, nadeel, schade, verlies
afbrokkelen afknagen, kruimelen, moeren, scherven
afbuigen afslaan, draaien,
afbuiging deflectie, deflexie
afdak abri, carport, loggia, luif, luifel, overkapping
afdakking plongée
afdalen afgaan, afkomen, omlaaggaan, opstappen
afdaling bij skiën slalom
afdaling op aarde avatara
afdamming in rivier stuw
afdanken afwijzen, afschaffen, casseren, ontslaan, opzeggen, wegdoen, weggooien, wegsturen
afdeinzen terugwijken
afdekken - beschermen
afdekker koudslachter, vilder
afdekking van een gevel fronton
afdekverf lak, vernis
afdeling afd., sect.,branche, bureau, bureel, catagotie, classis, compartiment, couplet, district, divisie, eenheid, eskader, escuade, eskadron, filiaal, gedeelte, groep, hoofdstuk, instantie, kader, klas, klasse, onderdeel, passage, patrouille, peloton, ploeg, rayon, rot, rubriek, sectie, sector, segment, soort, strofe, tak, troep, vak, vendel, zone, zijlinie
afdeling aan een academie faculteit
afdeling artillerie batterij
afdeling (dagblad of periodiek) artikel, kolom, rubriek,
afdeling der geschiedenis tijdperk
afdeling in trein compartiment, coupé
afdeling kozakken sotnia
afdeling militairen bataljon, compagnie, divisie, eskader, escouade, peloton,
afdeling op administratief gebied bureel, district, kanton, provincie
afdeling politie brigade, patrouille, post, wacht
afdeling Romeinse ruiters turma
afdeling ruiters kornet
afdeling soldaten bataljon, compagnie, divisie, escouade, eskadron, groep, peloton, piket, regiment, sectie
afdeling tanks eskadron
afdeling van arrondissement kanton
afdeling van artillerie - batterij
afdeling van het tertiair neogeen
afdeling van honderd man centurie
afdeling van legioen cohort
afdeling van Romeins legioen cohorte
afdeling van universiteit faculteit
afdeling van de Jura Lias, Dogger, Malm
afdeling van de marine Marva
afdeling van een boek bladzijde, hoofdstuk, pagina, paragraaf
afdeling van de Trias Bontzandsteen
afdeling van een dichtstuk zang, strofe, couplet
afdeling van een hoofdstuk alinea, paragraaf
afdeling van een kantoor - kamer
afdeling van een koeienmaag boek, leb, netmaag, pens
afdeling van een krant - voorpagina
afdeling van een legioen cohorte
afdeling van een school - klas(se)
afdeling van een tijdperk - kolom, rubriek, voorpagina
afdeling van een tijdschrift kolom, rubriek, voorpagina
afdeling van het carboon Dinantien, Namurien, Westphalien, Stephanien
afdeling van het kwartair Holoceen
afdeling van het Perm Rotliegendes, Zechstein
afdeling van het tartiair Eoceen, mioceen, Neogeen, Piloceen, Oligoceen, Paleoceen, Paleogeen
afdelven - afgraven
afdichten sluiten, stoppen
afdiepen afloden, peilen
afdingen aanmerken, afbieden, afhandelen, afleggen, afpingelen, afrekenen, bedingen, beknibbelen, beslissen, gispen, onderbieden, pingelen, solveren, uittrekken, volbrengen, wegnemen
afdinger - knibbelaar
afdoen afgorden, afnemen, beslissen, betalen, poetsen, solveren, uitwerken, volbrengen, voldoen, wegnemen
afdoend apodictisch, beproefd, beslis(t)send, definitief, degelijk, doorslaand, genoeg, grondig, indringend, klemmend, peremptoir, pertinent, probaat, radicaal, stringent, voldoende, zat
afdoende beslissend, bondig, genoeg, voldoende
afdoener - dooddoener
afdoening afhandeling, betaling, kwijting, schikking
afdoppen - pellen
afdraaien - afsluiten
afdragen afgeven, verslijten
afdragen van kleding - slijten
afdreiger - chanteur
afdreiging chantage
afdrijven - verwaaien
afdrijving abortus, drift
afdrogen afwissen, drogen, droogmaken, slaan
afdroogdoek - theedoek
afdruipen sijpelen, vertrekken, weggaan
druppelsgewijs lekken, sijpelen
afdruk afbeelding, afgietsel, beeltenis, copy, doorslag, exemplaar, foto, gravure, kopie, moet, moulage, overdruk, plaat, positief, prent, print, replica, reproductie, spoor, stempel, stencil, vorm
afdrukeenheid - printer
afdruk in koper - ets
afdrukken - printen
afdrukmachine camera, printer
afdruksel prent, print
afdruk van een wiel - spoor
afdruk van foto positief
afdruk van iemands gelaat masker, portret
afdruppelen lekken
afdwalen divageren, verdolen, uitweiden
afdwalen van het onderwerp divageren
afdwaling aberratie, deviatie, divagatie, verdoling
afdwingen extorqueren
af ebben wegvloeien
af en toe bijwijlen, soms, temet
affabel minzaam
affaire aangelegenheid, casus, geval, kwestie, nering, rechtszaak, relatie, story, toestand, transactie, winkel, zaak
affect aandoening, hartstocht, warmte
affectie genegenheid, gunst, liefde
affector zintuig
afferent aanvoerend, toevoerend
affiche aanplakbiljet, biljet, plakkaat, poster, raambiljet
affinage loutering, zuivering
affineren louteren, zuiveren
affiniteit afkomst, geneigdheid, maagschap, overeenkomst, samenhang, verbondenheid, verwantschap
affiniteit hebbend tot zuur acidofiel
affirmatie bekrachtiging, bevestiging, toezegging
aflikte droefheid, hartzeer
affodillelie beenbreuk, daglelie
affolen kwellen
affreus afgrijselijk, afschuwelijk, afstotend, akelig, eng, lelijk, naar, ijselijk, vreselijk
affront belediging, hoon, insult, smaad
affronteren - krenken
affuit van scheepskanon rampaard
afgaan afdalen, aflaten, afnemen, deinzen, ebben, falen, mislukken, ontbranden, ontploffen, springen, vertrekken, weggaan, zakken
afgaand dalend
afgaan op - naderen
afgaande op - naar
afgang aftocht, blamage, diarree, helling, mislukking, misser, nederlaag, ontlasting, sof, stoelgang, talud
afgappen - ontstelenwegnemen
afgebakende ruimte - arena, baan, bed, perk, strijdperk, zone
afgebakende ruimte in tuin - perk
afgebakende weg tracé, zône
afgebroken abrupt, gesloopt, kapot, stuk,
afgebroken stuk brok, homp
afgebroken tak - tappel
afgebroken takje - sprokkel
afgedaan actum, afgehandeldafgewerkt, basta, genoeg, verhandeld, voorbij, verkocht, volmaakt, uitgemaakt
afgedamd water in Zeeland Sloe
afgedraaid afgemat, bekaf, doodmoe, kapot, moe, op, uitgeput, versleten
afgedrukt vel schoonvel
afgedruppelde vloeistof lekwater
afgedwaald verloren
afgegraven voon - turf
afgehandeld gedaan, klaar
afgehouwenstam sliet, tronk
afgekeurd - ongeschikt
afgeknotte boomstam stronk, tronk
afgekondigd besluit edict, plakkaat, verordening
afgekorte handtekening paraaf
afgeladen mudvol, overvol, propvol, stampvol, stomdronken, vol
afgelasten afcommanderen, afzeggen, uitstellen, verdagen
afgeleefd decrepitus, kaduuk, op, oud, seniel, uitgeput, versleten
afgeleefd mens - wrak
afgelegde verklaring getuigenis
afgelegde weg route, traject
afgelegen alleen, eenzaam, stil, ver, verre, verlaten, verwijderd
afgelegen plaats gat, negorij, uithoek
afgelegen standplaats buitenpost
afgelegen plaatsje gat, negorij, uithoek
afgeleid afkomstig, deductief, verstrooid
afgeleid van afkomstig
afgeleid woord afleidingover
afgeleid van een naamwoord denominatief
afgeleide afleiding, deductieve, derivaat
afgeleide chemische stof derivaat
afgeleide stof - derivaat
afgelopen af, basta, bekeken, fini, gebeurd, geëindigd, geleden, jongstleden, klaar, over, uit, verstreken, voorbij, vorig
afgelopen met - vergaan
afgelopen uit - basta
afgemaakt af, gereed, klaar, voltooid
afgemat afgedraaid, afgepeigerd, afgesloofd, afgetobd, afgepeigerd, doodmoe, gaar, krachteloos, moe, moede, teut, uitgeput, vermoeid
afgemeten afgepast, bedaagd, bedachtzaam, bepaald, deftig, gemaakt, genoeg, krenterig, nauwkeurig, stijf(jes), strak, stram, voldoende
afgemeten hoeveelheid dosis, portie, rantsoen
afgemeten voorschrift - maatregel
afgepaalde plaats - renbaan
afgepaalde ruimte in tuin - perk
afgepaald stuk grond - kamp
afgepast afgemeten, nauwkeurig, precies, stipt
afgepaste hoeveelheid - dosis, portie, rantsoen
afgepeigerd afgemat, doodmoe, doodop, uitgeteld
afgeperkt stuk land woerd, woord
afgeperkte ruimte arena, bed, perk, ren, renbaan, tuin
afgeperkte ruimte voor vee kraal, paddock, weide
afgeperkte ruimte van tuin bed, border, perk
afgeplat bolvormig sferoïdaal
afgeplatte bol steroïde
afgericht bedreven, beleerd, gedrild, geoefend, kundig, slim
afgerond beëindigd, globaal, klaar
afgeschaft - vervallen
afgescheiden alleen, apart, los, separaat
afgescheiden bevolkingsgroep kaste
afgescheiden groep club, kliek, kongsi(e),sekte
afgescheiden slaapvertrekje alkoof, bedstee
afgescheiden zitgedeelte loge, baignoire(e)
afgescheidenen secretisten
afgescheurde lap flard, slet, vod
afgeschoten stuk land gaarde, hof, tuin
afgeschoten zit gelegenheid loge
afgeschoten worden - afgaan
afgeschutte ruimte tassing
afgesloofd afgemat, uitgeput
afgesloten beëindigd, dicht, geïsoleerd, rond, toe
afgeslotenheid - isolement
afgesloten maatschappelijke kring club, coterie, kaste, society, stand
afgesloten ruimte afdelingcel, hok, kast, tuin, vak
afgesloten stadswijk getto
afgesloten stand kaste, society
afgesloten stuk land - tuin
afgesloten zitplaats in theater balkon, loge
afgesneden halm op akker - stoppel
afgesnede hout - spaan
afgesneden stuk afsnijdsel
afgesneden stuk gras plag, zode
afgesnede stuk vis - moot
afgesneden takje stek
afgespleten deel schibbe
afgesproken - bepaald
afgesproken bijeenkomst rendez-vous
afgestelde bom - tijdbom
afgestampt geheel, overvol, tjokvo, ltotaal
afgestoken gras plag(ge), graszode
afgestompt blassé, bot, murw, lusteloos, onverschillig
afgestorven dood, overleden, wijlen
afgestorvene dode, overledene
afgestoten (muz.) staccato
afgestroopte huid balg, bont, scalp, vel
afgestroopte huid met haar scalp
afgetakeld aftands, afgetobd, seniel, versleten
afgetekende aslijn - trace
afgetobd - afgemat, afgesloofd, moe(de), uitgeput, versleten,
afgetobde vrouw sloof
afgetrapt - versleten
afgetrokken abstract, algemeen, verdiept, verstrooid
afgetrokken begrip abstractie
afgetrokken hoofdhuid scalp
afgevaardigde deputaat, député, gedelegeerde, gedeputeerde, gezant, kamerlid, lasthebber, legaat, parlementariër, senator, volksvertegenwoordiger
afgevallen - vervallen
afgevallen vrucht - rapeling
afgevallene apostaat, renegaat
afgeven afkeuren, afleveren, afstaan, bezorgen, deponeren, overdragen, overhandigen, schimpen, verspreiden
afgeven op - schimpen
afgevoerd geroyeerd, geschrapt
afgevoerde afvalstoffen uit het lichaam egesta
afgewerkt afgedaan, gereed, klaar, voltooid
afgewerkte mout uit een brouwerij bostel
afgewezen na examen gezakt, gestraald
afgezaagd banaal, flauw, geijkt, humorloos, melig, overbekend, oud, plat, saai, vervelend, zouteloos
afgezaagde uitdrukking gemeenplaats, platitude
afgezaagde wijs deun, melodie
afgezakte grond kalf
afgezant afgevaardigde, ambassadeur, apostel, attaché, bode, consul, gezant
afgezet - bekocht
afgezonderd afzonderlijk, apart, alleen, eenzaam, geïsoleerd, isolaat, los, separaat, stil, solitair
afgezonderd vertrek in een huis van bewaring cel, pistole
afgezonderde ruimte in een kerk kapel, koor, nis
Afghanistan, berg in Khyber
Afghanistan, hoofdstad van Kaboel
Afghanistan, munt in afghani, pul
Afghanistan, muziekinstrument uit daïra, dambura, dhol, naji, rabab, ritchak, tabla, tula, tumbur, zurma
Afghanistan, rivier in HawRoed, Hilmend, Kaboel, Kurzan
Afghanistan, stad in Gardiz, Herat, Kaboel, Kandabar
Afghanistan, taal in Pasjto
Afghanistan, vlakte in Registan, Toeran
Afghanistan, volksgroep in Afghanen, Beloetsjen, Hazara, Heszreh, Kafirs, Kozakken, Kirgiezen, Noeristani, Oesbeken, Pasjtoe, Pathanen, Tadzjiken, Toerkmenen
afgietsel afdruk, beeld, infusie, matrijs, moulage, replica, vorm
afgietseldiertje infusiediertje, wimperdiertje
afgietsel maken van moulleren
afgietvorm mal, matrijs
afgiftebewijs biljet, bon, ce(d)el, kaart(je), reçu
afglans afschijnsel, straling, weerkaatsing
afglijden - schampen
afglijdend schot - schampschot
afgluren afkijken, afneuzen
afgod idool, totem
afgod der Assyriërs en Foeniciërs Molog, Moloch
afgod der Filistijnen - Dagon, Kamos
afgod der heidense Saksers Irmin
afgod der Kanaänieten Baäl, Beël, Bel
afgod van de Assyriërs Anamelech, Nisroch
afgod van de chinezen Fohi
afgod van de Feniciërs Moloch
afgodendienaar filister, heiden
afgodendienst idolatrie
afgodentempel - pagode
afgoderij idolatrie
afgodisch dwepend, idolaat
afgodisch beeld idool
afgodisch dier totem
afgodisch vereerd voorwerp fetisj
afgodsbeeld idool, iko(o)n, pagode
afgodslang boa, constrictor, koningsslang
afgodstempel abaton, klentang, pagode, pantheon
afgooien - afwerken
afgorden afdoen, losgespen
afgraven afdelven, slichten
afgrenzen afbakenen, begrenzen, demarkeren
afgrenzen van tekening - rand
afgrijselijk affreus, afschuw(elijk), akelig, bar, erg, geschil, gruwelijk, horribel, ijselijk, lelijk, monsterlijk, ontzettend, verschrikkelijk, vreselijk, walgelijk, weerzin,
afgrijzen afkeer, afschuw, gruwel, haten, nijd, twist, walgen, walg(ing), weerzin
afgrissen afkapen, ontnemen
afgrond abyssos, bergkloof, canon, diepte, kloof, ondergang, ravijn, slonde
afgunst animositeit, broodnijd, haat, hak, kift, jaloersheid, jaloezie, kift, naijver, nijd, wangunst, wrok
afgunstig jaloers, naijverig, nijdig
afgunstig zijn benijden
afhaken - stoppen
afhakken afslaan, kappen
afhalen -ophalen
afhalen van boontjes repen
afhaler klaploper, triplijn
afhandelen afdoen, perargeren, regelen
afhandig maken afkapen, afnemen, afpikken, ontfutselen
afhangeling vazal
afhangend deel kwab, lel, sleep,slip
afhangend deel van een jas -slip
afhangend stuk - end
afhangend stuk ijs pegel
afhangend velletje lel
afhangende druipsteen stalactiet
afhangende punt slip, tip,
afhankelijk gebonden, ondergeschikt, onderworpen, onvrij, verbonden, dependent
afhankelijkheid dependentie
afharden van beton of natuursteen boncharden, bosseren, grotten, splitsen, stokken
afhechtsel aan kleding trens
afhouden beeindigen, beletten, intomen, mijden, pareren, verdedigen, weren
afhoudig minachtend
afhouwen afhakken, afslaan
afhuren - charteren
afjakkeren - uitputten
afjatten afkapen, gappen, pikken, stelen
afkalven afbrokkelen
afkammen afbreken, afkraken, bekritiseren, katten, neerhalen
afkapen afgrissen, afjatten, gappen, pikken,ontnemen, ont(stelen)
afkappen afslaan, beeindigen, stoppen
afkappingsteken apostrof
afkeer afgrijzen, afschuw, antipathie, aversie, geschil, griezel, gruwel, haat, hekel, nijd, onwil, renonce, tegenzin, walging, weerzin, wrok
afkeer gevoelen - walgen
afkeer hebben balen, haten, walgen
afkeer of weerzin - walging
afkeer van al wat nieuw is neofobie
afkeer van het huwelijk misogamie
afkeer wekkend afgrijselijk, tegenzin, walgelijk weerzin
afkeren afwenden
afkerig avers, beu, bevreesd, gekant, moe, sober, stug, stuurs, tegen, wars, weerspannig, weerzinnig, zat
afkerig van arbeid - lui
afkerig van iets beu, moe, warszat
afketsen van een kogel ricocheren
afkeuren berispen, laken, misprijzen, veroordelen, verwijten
afkeurende opmerking aanmerking, verwijt
afkeurenswaardig berispelijk, blamabel, lelijk, kwalijk, laakbaar
afkeuren aanklagen, aanmerken, afgeven, berispen, gispen, laken, misprijzen, veroordelen, verwerpen, verwijten, wreken
afkeurende opmerking - anmerkingverwijt
afkeurenswaardig lelijk, kwalijk, laakbaar
afkeuring aanmerking, berisping, blaam, ba(h), condemnatie, desaprobatie, improbatie, laak, laking, oordeel, opspraak, reprobatie, smet, veroordeling, verwerping, verwijt, wrevel
afkijken afgluren, afneuzen, afzien, spieken
afkitten dichten, stoppen
afkloenen ontwarren
afkluiven - afbijten
afknagen afbrokkelen, eroderen, wegvreten
afknagen van een bot - kluiven
afknaging erosie
afknotten tronqueren
afknotten van bomen - snoeien
afkoelen afkoeling, bedaren, douche, kalmeren, refrigereren, temperen
afkomen afdalen, dalen
afkomst afstammeling, afstamming, begin, bron, geboorte, herkomst, kiem, komaf, nest, oorsprong, origine, stam(boom), origine
afkomstig originair
afkomstig uit Parma Parmezaans
afkomstig uit Portugal Portugees
afkomstig van - stammen
afkomstig van binnen endogeen
afkomstig van buiten exogeen
afkondigen afroepen, bekendmaken, decreteren, decreet. mededelen, proclameren, promulgeren, publiceren, uitvaardigen
afkondiging gebod, dagorder, decreet, proclamatie, promulgatie
afkondiging van huwelijk ban
afkooksel extract, treksel
afkooksel van gerst orgeade
afkoopbaar losbaar
afkoopgeld losgeld
afkoopsom losprijs, rantsoen
afkopen lossen, lozen, vrijkopen
afkorten abbreviëren, bekorten, rabatteren
afkorting abbreviatie, abbreviatuur, acroniem, breviatuur, detractie
afkortingen
aan boord, ab
aan-en afvoertroepen, aat
aangehaalde plaats, ic
aangehaald werk, aw, oc
aanhef van een brief - bl, ls
aan het eind, if, sf
aan God de opperste en de grootste, dom
aangehaald werk, aw
aankomend ak
aanstaande, as
aan zee, az
aartsbisschop, ae
abfarad, abt
ablativus, abl
absent, abs
absoluut, abs
ab urbe condita, auc
academie, acad
academiae rector, ar
academische graad ongeveer
overeenkomende met doctor in de letteren, am
accepi, acc
accusatief, acc
achternamen, ba
acta sanctorum, a(a)ss
actum ut supra, aus
adenosinedifosfaat, adp
adenosinetrifosfaat, atp
adenosinemonofosfaat, amp
ad interim, ai
adjectief, adj
adjudant, adj
adjunct, adj
ad majorem Del gloriam, amdg
administratie, adm
administratieve en rechterlijke beslissing, arb
advocaat, adv
ad vocem, av
aerodrome control, adc
afbeelding, atb, fig
afdeling, afd, sect
afleiding, atl
aflevering, atl
afnemend in sterkte, dim
afsluiting, cad
aftreksel, extr
afwezigheid van alle schuld, avas
aldaar, ib (id)
algemeen beschaafd Nederlands, abn
algemene bank Nederland, abn
algemeen burgerlijk pensioenfonds, abp
algemene handelsvoorwaarden, ahv
algemene kinderbijslag wet, akw
algemene kunstzijde unie, aku
algemene maatregel van bestuur, ambv
algemene maatregel van rijksbestuur, amvrb
algemene maatschappij voor jongeren, amvj
algemene Nederlandse wielrijdersbond, anwb
algemene ouderdoms wet, aow
algemene politieverordening, apv
algemene voorschriften, av
alhier, ev
alinea, al
all correct, ok
alleen God de eer, sdg
allen van dat slag, tg
alles inbegrepen, ai
alles ter meerdere ere Gods, oa(m)dg
als aan ommezijde, ur
als aantekening, pn
als altijd, us
als boven, ab
als daar zijn, adz
als ereblijk, he
als God het wil, dv
als het overige gelijk is, cp
als het ware, ahw
als ik mij niet vergis, nl
als op ommezijde, ur
als steeds, us
alstublieft, a.u.b., s.v.p.
als voren, av
aluminium, al
ambtelijk, qq
ambtshalve, eo, ep, ro
amica manu (op een adres), am
ammoniumnitraat, an
ampère, amp
ampèreuur, ah
amplitude modulatie, m
Amsterdam Rotterdam bank, amro
Amsterdams peil, ap
anno, ao
anno ante Christum, aac
anno Christi, ac
anno currente, ac
anni currentis, ac
anno domini, ad
anno futuro, af
anno mundi, am
anno passato, ap
anno sancto, as
ante meridiem, am
antimoon, sb
antirevolutionair(e partij), ar(p)
antwoord betaald, rp
appellant, app
arbeidsovereenkomst algemene, cao
archi episcopus, ae
argentum, ag
argon, ar
arrest, arr
arrondissement, arr
arrondissementsrechtbank, arb
arseen, arsenicum, as
artikel, art
artium magister, am
assistentresident, ar
astatium, at
astronomische eenheid, ae
atmosfeer, atm
atmosfeer absoluut, ata
atmosfeer overdruk, ato
atmosferen, atm
audio frequent, af
augustijn, oesa
augustijn, aug, cic
auteursrechtbelangen, autbel
automatische halve overwegbomen, ahob
baccalaureus artium, ba
bakboord, bb
bank of nova scotia, the, bns
bank voor handel en scheepvaart, bhs
bank voor internationale handel, bih
bares(se), bar
barium, ba
baron, barones, bar
basso continuo, bc
Bataafse petroleum maatschappij, bp(m), shell
beata Maria virgo, bmv
beata virgo (de zaligemaagd Maria), bv
bedienaar van het goddelijk woord, vdm
bedrijfschap, bedrsch,
bedrijfseconoom be
bedrijfsvereniging, bv
begeleiding, ace
behoudens bekrachtiging, sr
behoudens de eer, sh
behoudens rekenfouten, sec
behoudens de titel(s), s(s)t(t)
behoudens vergissingen, se
behoudens de verschuldigde eer, st
behoudens de verschuldigde eretitel, stdeb
belasting op de toegevoegde waarde, btw
Belgische socialistische partij, psb
beneden, ben, inf
benedictijn, osb
bene vale (in brieven), bv
benevole lector, bi
beoordelaar, rec
bepallng(en), bep(n)
beperkt, lim
beroep administratieve beschikkingen, bab
beroepscommissie, ercie
beroepshalve, ef
beryllium, be
bescherming bevolking, bb
beslissing, besl
beslissingen in belastingzaken, bnb
besloten vennootschap, bv
besloten vennootschap (eng), pty
besluit, besl
bestuurswetenschappen, bestw
betaald, bet
betaling bij levering, cod
bezigheden buitenshuis hebbende, bbhh
bid en werk, oel
bid voor ons, opn
binnenlandse bestuur, bb
binnenlandse strijdkrachten, bs
bismut, bi
bladzijde, blz, fo
blijkens de akten, ta
boek der koningen, reg
boerenleenbank, rabo
bolivar, bolv
bonae memoriae (achterpersoonsnamen), bm
bond van architecten, bna
bono cum Deo, bcd
bouwkundig Ingenieur (achtereenpersoonsnaam), bi
bouwrecht, bouwr
bovengenoemde, sup
bovenste dode punt, bdp
brevet van militaire administrateur, bma
brief aan de galaten, gal
brief aan de thessalonicenzen, thess
brief aan timotheus, tim
british broadcasting corporation, bbc
broeder, br, fr
bromium, br
bruto, br(t), bto
bruto registerton, brt
buiten dienst, bd
buiten dienst (du), ad
buitengewoon lager onderwijs, blo
bureau voor Industriële eigendom, bie
bureau voor
muziekauteursrecht, buma
burgemeester, burg
burgemeester en wethouders, b & w
burgerlijk, burg
burgerlijke openbare werken, bow
burgerlijke stand, bs
burgerlijk wetboek, bw, cc
bij afwezigheid, ba
bij bevel, bb
bij dat woord, av
bij de stukken, aa
bij geen gehoor, bgg
bij gelegenheid, po
bljlage(n), bijl(n)
bij tussentijd, ai
bij volmacht, pp
bijvoorbeeld, bv, ec, eg, pe(x), vc, vg
bijzonder, bijz
cadmium, cd
calcium, ca
californium, cf
calorie, cal
candela, cd
candidaat, cand
candidaat in de godgeleerdheid, candmin, thc
candidaat in de medicijnen, medcand
candidaat in het heilige leraarsambt, smc
candidaat in de theologie, thc
candidatus, cand
candidatus ministerie, candmin
cantica (in de bijbel), cant
caput, cap
cargadoor, carg
cash on delivery, cod
cassatie, cass
casu quo, cq
cent(s), ct(s)
centenaar, ctr
centiare, ca
centigram, cg
centiliter, cl
centimeter, cm
centimetergramsecunde, cgs
centraal antennesysteem, cas
centraal bureau voor de statistiek, cbs
centraal medisch tuchtcollege, cmt
centrale organisatie beroepsgoederenvervoer,cob
centrale raad van beroep, crvb
centraal station, cs
centrale verwarming, cv
centweight, cwt
cerium, ce
certificaat, cert
cetera, cet
chef-staf, cs
chloor, cl
christelijk jongemannen verbond, cjmv
christelijke jonge vrouwen federatie, cjvf
christelijk historische unie, chu
christelijk nationaal vakverbond, cnv
Christus, XP
chroom, cr
circa, ca
circulaire, circ
citato loco, citloc. cl
civiel bouwkundig ingenieur, cbi
civiel ingenieur, ci
cobalt, co
codex, cod
codices, cod
cognossement, bi
collationering, tc
collatis, coll
collectieve arbeidsovereenkomst, cao
college van beroep voor het bedrijfsleven, cbb
college van bestuur, cvb
colossenzen, col
commandant veldleger, cv
commanditaire ven nootschap, cv
commissaris van de koningin, cdk
communistische partij Nederland, cpn
compagnie, co(mp). cie
compagnon, co(mp)
confer(atur), conf
confer, cf
conform, cfm
congregationes santis simi redemptori, cssr
consul, cons
conto mio, cm
coöperatieve centrale boerenleenbank, bib
coöperatieve vereniging, cv
Corinthiërs, cor
corps diplomatique, cd
cosinus, cos
cost freight, cf
coupon, coup
courant, c(r)t
crediet en depositokas, cdk
crescendo, cresc
crisis controle dienst, ccd
cum annexis, ca
cum expensis, cex
cum laude, cl
cum notis, cn
cum sociis, cs
cum suis, cs
cuprum, cu
curator, cur
curium, cm
currente mense, cm
currentis mensis, cm
daaraanvolgend, dav
daarentegen, det
daar ter plaatse, dtp'
daartoe aangewezen (benoemd), ahd
da capo, dc
dagelijks, dag
dagelijks bestuur, db
dal segno, ds
daterend, dat
daterend van, dd
datief, dat
dat is, di, ie
dat wil zeggen, cad, dwz, ie
datum, dat
deadweight, dw
debet, deb
debent, deb
decagram, dcg
decaliter, dcl
decameter, dam
decastère, das
december, dec
decibel, db
decigram, dg
deciliter, dl
decimeter, dm
declinatie, decl
de dato, dd
deel, dl
deelwoord, dw
de goedgunstige lezer heil, lbs
de heer, dhr
de helft van het opgegevene, ss
Dei gratia, dg
de jongste, jr
dekagram, dag
dekaliter, dal
dekameter, dam
dekastère, das
de laatste dag van de maand, uit
deleatur, del
de lezer(es) heil, ls
delineavit, del
de onbekende, nn
Deo optimo maximo, dom
de oudste, sr
Deo volente, dv
departement, dep(t)
derde naamval, dat
dergelijke, derg, dgl
der lopende maand, mc
des voormiddags, am, vm
deutscher industrienorm, din
Deuteronomium, deut
deutsches reichs-gebrauchsmuster, drgm
de volgende, sq
de voorafgaande, pr
de zalige maagd Maria, bmv
dezelfde, id, it
dezelfde hoeveelheid als boven, a(m)
deze niet alleen, ka
dezer maand, dm
dezes jaars, dj
dichloor diphenyltr chloorethaan, ddt
die ge kent, gn
dienaar, dien
dienaar van het woord, vdm
dienstdoende, dd
dienstvaardig, dv
dienstwillig, dw
dimethylteraftalaat, dmt
diminuendo, dim
directeurgeneraal, dirg
directoraatgeneraal, dirgin
disconto, disc
displaced person, dp
dispositie, disp
dissertatie, di ss
district, distr
dit is, di
dito, do
dividend, div
doctor, dr
doctoranda, dra
doctorandus, drs
doctor in de beide rechten, dju, jud
doctor in de filosofie, drphil
doctor in de geneeskunde, dm
doctor in de god geleerdheid, drth(eol)
doctor in de medicijnen, dm, meddr
doctor in de rechten, drmr
doctor in de theologie, drth(eol)
doctor juris utriusque, dju
doctor medicinae, dm
doctor philosophiae, drphil
doctor theologiae, drth(eol)
dominee, ds
dominicanen, cf, op
dominus, ds
door de daad zelve, if
doorgaande bas, bc
door geweld gedwongen, vc
door Gods genade, dg
door kernenergie voort bewogen schip, ns
doorluchtige hoogheid, dh
door middel van een vriend(in), pa
door inschrijvershand, ma
door vriendenhand (bezorgd), am
dozijn, dz
duikboot, U-boot
Duitse socialistische partij, spd
dyne, n
eb, lw
economische politierechter, epolr
edel, ed
edelachtbaar, ea
edelgestreng, edgestr
edelgrootachtbaar, ega
edelgrootmogend, egm
edelhoogachtbaar, eha
edelmogende heren, eemmhh
edidit, ed
éditeur, ed
editio, ed
een brief uit het nieuwe testament, hebr
eenheid van ruimtehoek, sr
eenmaal daags, sdd
eershalve, hc
eerste hulp bij ongelukken, ehbo
eerste kamer, ek
eerste kwartier, ek
eerstgenoemde, eg
eerstkomende, ek
eerstvolgende, ev
eerwaarde, eerw, rev
eerwaarde heer, rd
eerwaarde vader, rp
eerwaardig ambt, rm
effectieve paardenkracht, ep
eigen beweging, eb
eigenhandig, mmp
eigenhandige aflevering verlangd, mp
eigenlijk, eig
het einde kroont het werk, fco
einsteinium, es
elektrocardiogram, eeg
elektroëncefalogram, eeg
elektromagnetische eenheid, eme
elektromotorische kracht, emk
elektrostatische eenheid, ose
elektrotechnisch ingenieur, ei
eminentie, em
emeritus, em
en allen samen, etq
en andere(n), ea,
en dergelijke, ed
en meer anderen, ema
engelse bachelor of arts (laagste acad.
graad in de literaire faculteit), ba
engels handelsgewicht van 50 kg, cwt
engels ons, oz
enigszins sterk, pf
enkelvoud, enk, sing
enkelvoudige kamer, enkk
en meer van die soort, ed
en omstreken, eo
en personne, ep
en soortgelijke, ed
entrepot, entr
en vele anderen, eva
en ville, ev
en volgende, ev
enzovoort, enz, etc
errore exepto, ee
esquire, esq
et cetera, enz, etc
e tutti quanti, etq
Europese economische gemeenschap, eeg
Europese gemeenschap voor kolen en staal, egks
evangelische omroep, eo
evenredige vertegenwoordiging, ev
eventueel, ev(t)
evenzo, id, it
excellentie, exc
exclusief, excl
exempli causa, ec
exempli gratia, eg
exodus, exod
ex officio, eo, exoff
exprès payé, xp
ex professo, ep
extract, extr
extractum, extr
ex voto, ev
faire suivre, fs
favente summo numine, fsn
februari, febr
fecit, fec
federatie, fed
ferrum, fe
fiat insertio, fi
figuur, fig
figuurlijk, fig
finis coronet opus, fco
firma, fa
first national city bank, fncb
fles, fl
florijn, fl
folio, fo
formula Intemationalis, fi
fortissimo, ft
fosfor, p
francium, fr
franco, fos, fr
frank, fr
frater, fr
free alongside ship, fas
free on board, fob
free on rail, for
free overside ship, fos
frequentie modulatie, fm
fungerend, fg
fijn zilver, fz
gallium, ga
gangbaar, ct
geankerd, ga
gebenedijde maagd Maria, bmv
gebiedende wijs, imp
gebonden, geb, leg
geboren, geb
gebroeders, gebr
gebruik bekend, ue, un
geciteerd werk, oe
gecollationeerd, coll
gedaan en bieden, gb
gedaan en laten, gl
gedeeltelijke aansprakelijkheid, ga
gedenk te sterven, mm
gedeputeerde staten, gedst, gs
gegeven door, dd
geheel de uwe, t(à)t
geheime staatspolitie in het nationaal
socialistische Duitsland gestapo
geheime staatspolitie in Rusland, g(e)poe
gehuwd, geh
gemeenschappelijk administratiekantoor, gak
gemeentelijke geneeskundige dienst, ggd
gemeentewerken, gw
gemeubileerd, gem
generale bas, be
genesis, gen
genitief, gen
geografische mijl, gm
georganiseerd overleg, go
gepensioneerd, gep
gerequireerd, gereq
gescheiden, geseh
getekend, get, sign
getrouwd, geh
getuige, get
gewestelijk arbeids bureau, gab
gewijzigde aansprakelijkheid, ga
gewijzigd ontwerp van wet, gontw
gezang, gez
gezusters, gez
gloriosae memoriae, gm
Gode alleen zij de eer, sdg
Gode zij dank, dg
Gode zij de hoogste lof, lpd
Gode zij lof, ld
Gode zij lof en het volkheil, dsp
goed dooreen gemengd, bm
goede middenkwaliteit, faq
den goedgunstige lezer heil, lbs
goed voor, gv
goudgulden, ggld
gouvernementsbesluit, b
gouverneurgeneraal, gg
gram, g
gramcentimeter, ge
gramcentimeterseconde, gcs
grammolecule, mol
gratis, pd
Greenwichtijd, gt
grenswaarde, lim
grondkamer, grk
grondwet, gw
groot, gr
grootste gemene deler, gd
grosso modo, grm
gulden, fl, gl(d)
gunstig antwoord wordt verwacht, gawv
gymnasiaal, gym
gymnasium, gym
gymnastiek, gym
haar bezigheden buitenshuis hebbende, hbbhh
haar edele, hed
haars inziens, hl
haastiger, accel
hafnium, hf
handelingen, hand
handels en effecten bank, heb
handschrift, cod, hs, ms
handschriften, cod, hss, mss
handvol, man
hare doorluchtigheid, hd
hare hoogheid, hh
hare koninklijke hoogheid, hkh
hare keizerlijke en koninklijke hoogheid, hkkm
hare koninklijke hoogheden, hhkkhh
hare koninklijke majesteit, hkm
hare koninklijke majesteiten, hhkkmm
hare majesteit, hm
hare majesteiten, hhmm
hebreeuwen, hebr
Hebreeuws, hebr
hectare, ha
hectogram, hg
hectoliter, hl
hectometer, hm
heeft het getekend, del
heeft het ontworpen, inv
heeft uitgegeven, ed
heemraadschep, hschap
heen en weer, vv
heer, hr
Heilig Avondmaal, HA
heilige, st
heilige, dienst, hd
heilige maagd, bv
heilige maagd Maria, bmv
heilige roomse rijk, hrr, sri
heilige schrift, hs
de heiligen, hh
hefnerkaars, hk
helium, he
heren de, hh
hertz, hz
hervormd, herv
hetgeen betekent, qe
hetgeen ik getuig, qt
hetgeen te bewijzen was, qed
hetgeen te doen was, qef
het heilige jaar, as
het volgende, s(e)q
het worde ingelast, ti
hetzelfde, id, it
hic situs, hs
hier ligt begraven, hs
hier te lande, htl
hiertoe afgevaardigd, ahd
hoc anno, ha
hoc est, he
hoc loco, hl
hoc loco sepultus, est, hlse
hoc sensu, hs
hoc tempore, ht
hof van justitie der europese gemeenschap, hvjeg
hoge raad, hr
hogere burgerschool, hbs
hoger onderwijs, ho
Hollandse bankunie, hbu
honoris causa, he
hoofd der school, hds
hoofdkwartier, qg
hoofdstuk, cap
hoogduits, h(g)d
hoogedelgeboren, geb
hoogedelgestreng, heg(estr)
hoogfrequent, hf
hooggeboren, hgeb
hoogheemraadschap, hhsehap
hoogheid, hh
hoogleraar, hoogl, prof
hooggeleerde, hooggel
Hooglied het, cat
hoogstdeszelfs, hd
hoogstdezelve, hd
hoogwater, hw
hoogwelgeboren, hwgeb, hwg
hora locoque sonsueto, hlqe
horse power, hp
hun edelachtbaren, hea
hun edele, hed
hun edelgrootachtbaren, hega
hunne koninklijke hoogheden, hhkkhh
hunne koninklijke majesteiten, hhkkmm
hunne majesteiten, hhmm
huns inziens, hi
huius anni, ha
hydrargyrum, hg
hij groet u zeer, spd
hij heeft het gemaakt, fee
hij heeft het gegeven, ddt
hij heeft het gegraveerd, sc
hij heeft het geschilderd, pinx
hij heeft het geschreven, ser
hij heeft het getekend, dil
hij heeft het gezien, vt
hij heeft het ontworpen, inv
hij heeft het uitgegeven, ed
hij heeft het zelf gemaakt, if
hij ruste in vrede, rip
ibidem, ib(id)
idem, id
id est, ie
ik heb ontvangen, ace
ik kwam, zag en overwon, vvv
imperatief, imp
imperator, imp
imperator rex, ir
imprimatur, impr
inbegrepen, incl
in bezit van, ibv
in buitengewone dienst, ibd
in casu, ic
incidenteel, inc
inclusief, incl
in de naam van Christus, icn
in de naam van Jezus, ini
in de naam Gods of des Heren, ind
in de stad, ev
in deze zin, hs
in dit geval, ic
in dit jaar, ha
in dit teken (zult gij overwinnen), ihs (v)
indium, ind
in één woord, iew
in eigen persoon, ep
infanterie, inf
infinitief, inf
infra, inf
geheime zitting, igz
in gelijke delen, paeq
ingenieur, ing, ir
ingesloten, incl, pc
in het aangehaalde werk, opcit
in het afgelopen jaar, ap
in het algemeen, iha
in het bijzonder, ihb
in het gebied of land der ongelovigen, ipi
in het gegeven geval, cq
in het genoemde jaar, da
in het heilige jaar (jubeljaar), as
in het jaar, anno, ao
in het jaar (sedert de schepping der wereld), am
in het jaar der christelijke tijdrekening, ac
in het jaar onzes Heren, ad
in het jaar voor Christus' geboorte, aac
in het komende jaar, af
in het lopende jaar, ac
in het volgend jaar, af
in hoc salus, ihs
in hoc signo, ihs
in hoedanigheid ven, qq
in hope, is
inleiding, inl
inlichting, inl
in loco, il
in margine, im
in memoriam, im
in naam ven de heilige drie-eenheid, inst
in nomine Del, ind
in nomine Domini, ind
in nomine Jesu, ini
in nomine sanctae trinitatis, inst
in partibus infedelium, ipv
in (eigen) persoon, ep
in plaats van, ip(l)v
in plaats van het zegel, ls
insgelijks, id, it
inspecteur, insp
inspectie, insp
instant, inst
interest, int
internationaal, int
internationaal een hedenstelsel, sl
internationaal standaard boeknummer, isbn
intransitief, intr
intrest, int
invenit, inv
in verband met, ivrn
in voce, iv
in waarheid, iv, iw
in welk teken, cq
inzonderheid, inz
ionium, io
iridium, ir
isonicotinezuur hydrazide, inh
Israëlitisch, isr
is schuldig, deb
item, it
iuris utriusque doctor, jud
jaargang, j(r)g
Jacobus, jac
Januari, jan
Jeremia, jer
Jesaja, jes
Jesus hominum salvator, ihs
Jesus horator sanctorum, ihs
Jesus nazarenus rex judaeorum, inri
Jezus, ihs
Jezus Christus, ic
Jezus van Nazareth, inri
Johannes, joh
jongstleden, jl
jonkheer, jhr
jonkvrouw, jkvw
juncto, jr
kamer van koophandel, KvK
kanaalpeil, kp
kandidaat, cand,
kand kandidaat in de theologie, cm
kantongerecht, ktg
kantonrechter, ktr
kapitein, kapt
kapucijn, omc
karaat, kar, kt
kardinaal, em
karmeliet, oc
kasassociatie, ka
katholieke radio omroep, kro
katholieke volkspartij, kvp
keizer, imp
keizer en koning, ir
keizerlijkkoninklijk, kk
keizerlijke majesteit, km
kennisgeving ontvangst, pc
kilocalorie, kcal
kilogram, kg
kilogram kracht, kgf
kilogrammeter, kgm
kilohertz, khz
kiloliter, kl
kilometer, km.
kilovolt, kv
kilovoltampère, kva
kilowatt, kw .
kilowattuur, kwh
klasse, kl
kleinste gemene veelvoud, kgv
knight of the garther, kg
knokploeg, kp
kobalt, co
kombinatie van reclasseringsinstellingen, kri
de koning der joden, inri
koning en keizer, ri
koninklijk, kon
koninklijk besluit, kb
koninklijke bibliotheek, kb
koninklijke hoogheid, ar, kh
koninklijke luchtvaart maatschappij, KLM
koninklijke majesteit, rm
koninklijke marine, km
koninklijk nederlands
meteorologisch instituut, KNMI
koninklijke militaire academie, KMA
koninklijke nederlandse automobiel club, knac
koninklijke nederlandse toeristenbond, anwb
koninklijke nederlandse uitgeversbond, knub
koninklijke nederlandse voetbalbond, knvb
koper, cu
koperskeus, kk
korting, rat
kortzicht, kz
kronen, kr
kroon, kr
krijgsgevangene (eng), pw
krypton, kr
kubieke, kub
kunstmatige bevruchting, ki
kwik, hg
laagfrequent, lf
laagste academische graad in Engeland, ba
laagwater, lw
laatste kwartier, lk
laatstgenoemde, lg
laatstleden, ll
laatste wil, test
laboratorium, lab
lage druk, ld
lager onderwijs, lo
landbouwhogeschool, lhs
landbouwkundig ingenieur, li
langspeelplaat, lp
Latijn(s), lat
laus deo, ld
laus deo salus, ldsp
laus plurima deo, lpd
lawrentium, lw
lector benevole, lb
lectori benevole salutem, lbs
lectori salutem, ls
lege artis, la
leger des heils, dh, sa
leger van de Indonesische republiek, tni
let wel, lw, nb
de lezer heil, ls
liber regum, reg
libra, lb
licenciaat, lic
lichamelijke opvoeding, lo
licht jaar, lj
limited, ltd
locoburgemeester, lb
loco citato, lc
loco laudato, l(oc)l(aud)
loco sigilli, ls
logarit(h)me, l(o)g
lokale sterrentijd, lst
lood, pb
der lopende maand, cm, inst
Lucas, Luc
luchtkussenvoertuig, lkv
lugdunum batavorum, Ib
luitenant, I(ui)t
lumen, lm
luthers, luth
lux, lx
lysergzuurdiethylamide, lsd
lijst, tab
maalpeil, mp
maanstand, ek, lk, nm, vm
maatschappij, mij
mac, mc
madame, mad, mme
mademoiselle, mlle
magister artium, ma
magnesium, mg
majoor, maj
mandaat, mand
mandatum, mand
mandatum sine clausula, msc
mangaan, mn
manu auctoris, ma
manu mea propria, mmp
manuscript, hs, m
manuscripten, mss
manu proprio, mp
Marcus, Marc
marechaussee, mp
master, mr
mate van intelligentie, Iq
matig, mod
matig sterk, mf
matig zacht, mp
Mattheus, Matth
maximaal, max
maximum, max
meer uitgebreid lager onderwijs, mulo
meervoud, mv, pl(ur)
meervoudige kamer, meervk
meester in beide rechten, dju, jud
meester in de rechten, mr
meester in de (vrije) kunsten, ma(l)
medicinae doctor, md
megacalorie, mcal
megadyne, mdn
megahertz, mhz
megaton, mt .
mejuffrouw, mej, mlle
member of parliament, mp
memento mori, mm
memorie van antwoord, mva
memorie van toelichting, mvt
men vergelijke, conf
men zie, vid
messieurs, mss, mm
met aankleve van dien, ca
met aantekeningen, en
met alle waardering, maw
met allen die erbij behoren, etq
met andere woorden, maw
met behoud van eer, sh
met behoud van titel, sh( et)t
met behoud van eer en wedde, sh(et)s
met bekende bestemming, mbb
met bestemming, mb
met betrekking tot, mbt
met bijlagen, ca
met dank, md
met deelneming, md
met de hand des schrijvers, ma
met de kosten, cex
met de linkerhand, sm
met de nodig. veranderingen, mm
met de zijnen, cs
met dien verstande, mdv
met een bijzondere bode, pexpr
meterton, mt
met gebruik van, mgv
met gelukwens, mg, pf
met gelijke delen, paeq
met Gods genade, bed
met Gods wil, df, dv, vd
met halve stem, mv
met hartelijke dank, mhd
met hartelijke deelneming, mhd
met hartelijke gelukwens, mhg
met hartelijke groet, mhg
met hun allen, etq
met inbegrip van, incl
met inbegrip van kosten voor overlading, fos
met inbegrip van vervoerskosten
tot op de boot, fob
met ingang van, miv
met kennisgeving, mk(g)
met medewerking van, mmv
met name, mn
met mijn eigen hand, mmp
met noot van, mntv
met onderschrift, mo
met rouwbeklag, md. mf. pc
met toestemming, ec
met veel kracht, ffz
met verlof gezegd, svv
met volledige titel, pt
met voorbehoud van mbv
eventuele vergissingen, se
met het nodige voor behoud, rr
met zijn deel of lotgenoten, cs
mevrouw, mevr, mme, mrs
mezzo forte, mf
mezzo piano, mp
mezzo voce, mv
microfarad, mf
middelbaar onderwijs, mo
middelbaar technische school, mts
middelbare eb, me
middelbare leeftijd, ml
middelbare meisjesschool, mms
middelbare rivierstand, mr
middelbare vloed, mv
middeleeuwen, me
middeleuropese tijd, met
militair, mil
militaire politie, mp
militaire willemsorde, mwo
militair gezag, mg
milliampère, ma(mp)
millibar, mb
milligram, mg
milliliter, mi
millimeter, mm
minderbroeder, ofm
minister, min
ministerie, min
minuut, min
mio conto, mc
mister, mr
mistress, mrs
moet geschrapt worden, del
moet zijn, mz
molybdeen, mo
monseigneur, mgr
motorschip, ms
motortorpedoboot, mtb
mutatis mutandis, mm
muziek, muz
mijlpaal, mp
mijne heren, mmhh
mijnheer, mh, mr
mijn rekening, cm, mc
mijns inziens, mi
na aftrek van onkosten, nto
naamloze vennootschap, nv
naamloze vennootschap (Duits), ag
naamloze vennootschap (Engels), ltd
naamloze vennootschap (Frans), sa
naar aanleiding van, nav
naar de nieuwe stijl, stn
naar de oude stijl, stv
naar de regel der kunst, la
naar ik meen, mi
naar mijn bescheiden mening, nmbm
naar mijn mening, mi, nmm
naar onze mening, nom, oi
naastkomend, ev
na Christus, nchr, pc
nader overeen te komen, notk
na de stichting van Rome, pre
na een jaar, pa
namelijk, nl
namiddag, nm
nanofarad, nf
naschrift, ns, ps
nationaal Indonesisch leger, tni
nationaal jongeren verbond, njv
nationaalsocialistische beweging, nsb
nationale maatschappij der
Belgische spoorwegen, nmbs
nationale militie, natmil
nationaliteiten van
vliegtuigen voor Nederland, ph
natrium, na
natriumbromide, nabr
natriumchloride, nacl
natriumfluoride, naf
natriumhydride, nah
natriumhydroxide, naoh
natuurkundig ingenieur, ni
nauwkeurig Amsterdams peil, nap
na vergelijking, coll
nazenden, fs
Nederduits, nd
Nederland, ndl, ned, nl
nederlands, ned, ndl
nederlandse christelijke radio (reis) vereniging, ncrv
nederlandse courant, nc
nederlandse credietbank, ncb
nederlandse handelmaatschappij, nhm
nederlands hervormd, nh
NederlandsIndisch, ni
Nederlands.Indië, nl
nederlandse jeugdgemeenschap, njg
nederlandse middenstandsbank, nmb
nederlands onderwijzers genootschap, nog
nederlands Oost-Indisch leger, knil, noil
nederlandse overzeebank, nob
nederlands verbond van vakverenigingen, nvv
nederlandse norm, nen
nederlands normalisatie instituut nni
nederlandse werkelijke schuld, nws
nederlandse spoorwegen, ns
nederlandse wielrijdersbond, nwb
netto, nto
netto uitgeleverd gewicht, nug
new english dictionary, ned
niet afzonderlijk genoemd, nag
niet genoemd, ng, nn
niet ontvankelijk, no
niet parkeren, np
niet toegestaan, nl, nt
nieuw amsterdams peil, nap
nieuw verbond, nt, nv
nieuwe maan, nm
nieuwe rekening, nr
nieuwe regel, al, nr
nieuwe still, ns
nieuwe testament, nt, nv
nomen nescio, nn
nominaal, nom
non actief, bd, na
non licet, nl
non liquet, nl
non nominandus, nn
noord atlantische verdragsorganisatie, nato, navo
NoordBrabant, nb(r)
noorderbreedte, nb(r)
noorderlengte, nl
NoordHollend, nh
noordoost, no
noordnoordoost, nno
noordnoordwest, nnw
Noordoostpolder, nop
noordwest, nw
noordZuidHollandsetramweg maatschappij, nzhtm
noot, nt
normaal hoogwater, nhw
normaal laagwater, nlw
normaal lage rivierstand, nlr
normaal profiel, np
normaal waterpeil, nap
nostro conto, nc
nota bene, nb
noot van wijziging, nvw
notetur nomen, nn
numeri, num
numero, no
nummer, nr, no
obligatie, ob (l)
octrooi, octr
of dergelijke, od
officier van justitie, okt
om afscheid te nemen, oatn, ppc
om bezoek af te leggen, pfv
om godswil, pd
om het uur een lepel, shc
omnia act majorem Dei gloriam, oamdg
om niet te vergeten, pm
omroeporganisatie, avro, cvk,
eo, ikon, kro, ncrv, nos, tros, vara, voo, vpro
onbepaalde volmacht, msc
onder andere(n), oa
onder bescherming van het Opperwezen, fsn
onder dat woord, s(h)v
onder de rubriek, sr
onder gebruikelijk voorbehoud, ogv
onder goddelijke bescherming, spd
onder het nodige voorbehoud, rr
onder leiding van, olv
onder meer, om
onderofficier, oo
onder omslag, pc
onder voorbehoud, rr
onder wie, ow
onderwijs, kunsten en wetenschappen, okw
ongehuwde man, om
ongehuwde vrouw, ov
ongeveer, ca, ong, pm
ontheemde, dp
ontvangen (op wissels), acc
ontwerp van wet, ovw
onvoorbereid, et
onvoorziene omstandig heden voorbehouden, oov
onze lieve vrouwe, olv
onze rekening, nc
onzes inziens, oi
onzijdig, onz
oorlogswinst, ow
oorspronkelijk regeringsontwerp, oro
oosterlengte, ol
Oost Indisch, oi
OostIndische Compagnie, oic
Oost-Indisch leger, oil
OostIndië, oi
op blad, fo
op dat woord, iv
op de aangehaalde plaats, lc, ll, taa
op de dag, dd
op de eerste zijde van een blad, ra
op de keerzijde, vo
op de laatste dag (der maand), ult
op de rand, im
op de voorzijde van een blad, ro
op dezelfde bladzijde, ib(id)
op dezelfde plaats, b(id)
op deze plaats ligt begraven, hlse
op één snaar, uc
openbaar ministerie, om
openbare werken, ow
openbaring, openb
opere citato, opcit
op erewoord (retour), oe(r)
opgenomen geld, og
opgewekt, viv
op het ogenblik, ht
op het woord, voc
op last van, po, pp
opmerking, opm
op mijn rekening, cm
op order van, po, pp
oppervlakte, opp
opus, op
op zicht, avoz
ora pro nobis, opn
oranje pecco, op
orde der augustijnen, oesa
orde der capucijnen, ome
orde der carmelieten, oearm
orde carmelitarum, oearm
orde der cisterciënsers, socist
orde der dominicanen, op
orde eremitarum sancté augustini, oesa
ordo fratum minorum, ofm
orde der jezuïeten, sj
orde der minderbroeders, ofm
ordo minorum capucinorum, omc
orde der norbertijnen, opraem
orde der ongeschoeide carmelleten, ocd
ordo praedicatorum, op
ordo praemonstraten sium, opraem
orde der predikheren, op
ordo sancti benedicti, osb
organisatie, org
organisatie der verenigde naties, uno, vn
oude stijl, os
oude testament, ot, ov
oude verbond, ot, ov
oudste de, sr
overeenkomst(en), ov(n)
overige het, cet
overleden, ob
oversteekplaats voor voetgangers, vop
Overijssel, ov
paardenkracht, hp, pk
paardenkrachtuur, pkh
paardenkracht van het indicateurvermogen, ipk
pachtkamer, pk
pacifistisch socialistische partij, psp
padvinder, pv
Palestijnse gewapendeorganisatie, plo
pagina, blz, pag
palladium, pd
paragraaf, par
par ami of amie, pc
par exemple, pax, bv
par expresse, pexpr
par faveur, pf
par procuration, pp
partibus aequalibus, paeq
partijgenoot, pg
partij van de arbeid, pvda
pastoor, par
pater patriae, pp
pater prior, pp
paters van het aller heiligste sacrament, sss
patres conscripti, pc
paus en bisschop, pp
penclub, pen
penningmeester, penm, thes
pennyweight, dwt
per adres, co, pa
percent, pct
per dag, pd
per doos, pd
per duizend, pm
per expressum, pexpr
perfectum, pert
per honderd, pct
periodiek geneeskundig onderzoek, pgo
per jaar, pj
perkament, prk
permanente commissie, pc
per mille, pm
per occasionem, pocc
per omgaande, po
per order, po
per persoon per dag, pppd
personenvennootschap met
beperkte aansprakelijkheid, pvba
persoon, pers
persoonlijk, pers
per procurationem, pp
per stuk, pst
per ijlbode, pexpr
pfennig, pt
philosophiae doctor, phildr
piae memoriae, pm
plano pianissimo, ppp
picofarad, pf
pièze, pz
pint, pp
plaats, pl
plaatsvervangend, plv .
platina, pt
plattelandsbibliotheek centrale, pbc
pleno titulo, pt
plumbum, pb
plus minus, pm
pluralis, pl
plutonium, pu
politieke recherche, pr
politierechter, polr
polyvinylchloride, pvc
pond, pd, Ib
pond sterling, pst
populus romanus, pr
porto betaald, pp
post annum, pa
posterijen, telegrafie, telefoon, ptt
post meridiem, pm
postrekening, prk
post romam conditam, pre
postscriptum, ps
post trinitatis, pt
post urbem conditam, puc
pour connaissance, pc
pour condoléance, pc
pour faire visité, pfv
pour féliciter, pf
pour mille, pm
pour prendre congé, ppc
pour remercier, pr
poste restante, pr
praecedens, pr
praefectus, praef
praemissio praemit tendis, pp
praemissio titulo, pt
praesens, praes
praesente, praes
praeteritum, praet
predikant, ds, vdm
prediker, pred
predikheer, op
preferent, pr(ef)
president, pres
priester, pr
primo, po
procesverbaal, pv
procureur, proc
pro Deo, pd
produktschap, prodsch
pro memoria, pm
professional, prof.
professor, prof
promethium, prm
pro mille, pm
propaedeutisch, prop
propriété assurée, pa
proponent, prop
pro tempore, pt
protestants, prot
protestantse godsdienst: pg
protocol, prot
provinciale bibliotheek centrale, pbc
provinciaal elektriciteit bedrijf, peb
provinciale staten, provst
provinciale waterstaat, pw
prijs + vracht, cf
psalm, ps
pseudo, ps
pseudoniem, ps
publieke werken, pw
quaeritur, qto, quaer
quaestio, quest
qualitate qua, quat
quantum placet, qp
quantum satis, qs
quantum sufficit, qs
quantum vis, qv
quarter général, qg
quarto, qto
quinta essentia, qe
quod attestor, qa
quod Deus bene vertat, qdbv
quod orat demonstrandum, qed
quod erat faciendum, qed
quod est, qe
quod felix faustumque sit, qffqs
quod (bonum) felix, faustumque sit, q(b)ffqs
quod vide, qv
raad van arbeid, rva
raad van beroep, rvb
raad voor de kinderbescherming, rvdk
raaklijn, tg
rabat, rab
radicalen, rad
radium, ra
rapporteur, rapp
ratione officii, ro
recensent, ree
rechten inbegrepen, ri
rechterbladzijde, ro, to
rechtercommissaris, re
rechtsgeleerde, ictus
rechtsoverweging, ro
rechtspraak, rspr
reconventie, rec
rectificatie, rect
rector magnificus, ar
redacteur, red
redactie, red
redemptorist, cssr
red onze zielen, sos
referent, ref
regelmatig, regelm
regeringsreglement, rr
regeringsvoorlichtingsdienst, rvd
regia majestas, rm
regiae majestatis, rm
regiment, reg
regiment infanterie, ri
regiment veldartillerie, rva .
regimentscommandant, rct
regius, reg
reglement, regl
regula, reg
rekeneenheid, re
rekwestrant, rekw
relatief, relat
réponse favorable s´il rfsvp
réponse payée, rp
Republique Française, RF
requiescat in pace, rip
requirant, req
reservatis reservandis, rr
resolutie, res
respectievelijk, resp
responde, resp
respondeatur, resp
res publica, resp
reverende domine, rd
reverendi ministerie candidatus, rmc
reverendus dominus, rd, rev
reverendus pater, rp
rex imperator, ri
ridder van de kousenband, kg
rinforzando, rf
roemrijke nagedachtenis, gm
roepia, rp
Romaans, rom
romanum imperium, ri
romanorum imperator semper augustus, risa
Romeinen, rom
romeinse keizerrijk, ir, ri
romeinse rijk, ri
romeinse volk, pr
romeinse volk en senaat, spqr
roomskatholiek, rk
royal air force, raf
rubidium, rb
rudimentair, rud
ruimtelijke ordening, ruo
Russisch, Russ
rust in vrede, rip
ruthenium, ru
rijdende artillerie, ra
rijksarbeidsbureau, rab
rijks geschiedkundige publikatiën, rgp
rijksgrens, rg
rijksgrond, rg
rijksjongerenintemaat, rji
rijkshogere burgerschool, rhbs
rijkskweekschool, rks
rijksmerk, rm
rijksnormaallessen, ml
rijksnormaalschool, ms
rijksopvoedingsgesticht, rog
rijkspostspaarbank, rps
rijksverzekeringsdienst, rvd
rijksvoorlichtingsdienst, rvd
rijkswaterstaat, rw
rijksweg, rw
rijkswerkinrichting, rwi
sacer ordo cisterciensis, socist
sacra scriptura, ss
sacri ministerii candidatus, smc
sacri romani imperii, sri
saint, st
salutem plurimam dicit, spd
salva ratificatione, sr
salva venia, sv
salvation army, sa, idh
salvis titulis, sstt
salvo errore calculi, sec
salvo errore et omissione, seeto
salvo titulo, sstt
salvo titulo debito, sstt
salvo honore et titulo, shett
salvo honore, sh
sa majesté, sm
sanctae of sacrae theologiae doctor, std
sanctus, st
sarekat islam, si
sa sainteté, ss
save our souls, sos
scheiding van tafel en bed, stb
scheikundig technologisch ingenieur, ti
school voor reserveofficieren, sro
schrijve, schr
schrijver, schr
science fiction, sf
scripsit, ser
scilicet, sc
sculpsit, sc
scandium, sc
secans, sec
seconde, sec
sectie, sect
section, sect
sedert de schepping der wereld, aoc
sedert de stichting ven Rome, auc
selenium, se
senaat, sen
senaat de, en het volk van Rome, spqr
senator, sen
senatus populusque romanus, spqr
senior, sen, sr
september, sept
servi beatissimae Mariae virginis, sbmv
sequens, s(e)q
sequentes, sq
shilling, sh
sieur, sr
signatuur, sign
signetur, sign
silicium, si
s´il vous plait, svp
sine anno, sa
sine loco et anno, slea
singularis, sing
sinistra, sin
sint, st
sinte, ste
sinus, si
sit venia verbo, sw
sla spoedig om, vp, vs
sociaal democratische arbeiderspartij, sdap
sociaal economische raad, ser
sociaalpedagogisch onderwijs, spo
socialistische (federatieve) sovjet republiek, s(f)sr
societatis Jesu, sj
soclété anonyme belge d'exploitation de la
navigation aérienne, sabena
société des nations, sn
societus mariae, sm
soli Deo gloria, sdg
son altesse, sa
son altesse eminentissime, sae
son altesse impériale, sai
son altesse royale, sar
son éminence of son excellence, se
soortelijk gewicht, sg
South Africa, sn
spoorwegeenheid, ppm
spreker, spr
spreuken, spr
staatkundig gereformeerde partij, sgp
staatkundig politiek bestuur, gpoe
staatsblad, stb(l)
staatscommissie, stcie
staatscourant, stc(r)t
staatskasboek, sbb
staatspolitie in sovjet Rusland, gpoe
staatsspoorwegen, ss
stamboek, sb
stamp, ter
stannum, sn
statengeneraal, stg(en)
steenkoolenergieëenheid. ske
stibium, sb
stilb, sb
stili novi, stn
stili veteris, s(t)v
stof die fijn verdeeld als insectendodend
middel gebruikt wordt, ddt
stoomschip, ss
strafwetboek, sw
strontium, sr
student in de medicijnen, medstud
student in de theologie, ths
sturm abteilung, sa
stuiver. st
stuurboord, sb
sub finem, sf
sub voce, sv
superior, sup
supra, sup
synchroon, sync
syndicaat, synd
syndicus, synd
synode, syn
tabel, tab
tabula, tab
tamelijk sterk, mf
tamelijk zacht, mp
tangens, tg
tantalium, ta
tantième, tant
tasto solo, ts
tbc, tb
technetium, tc
technische academie, ta
technische hogeschool, th
te dezer plaatse, hl
te dien eind, tde
te gelegener tijd, tgt
tegen, vs
tegen elk aannemelijk bod, teab
tegen het eind, sf
tegenover, to
tegen rembours, cod
tegenwoordig, ht
te gewoner tijd en plaats, hlqc
tegoed, tg
telastelegging, til
telefoon, tel
telefoon intercommunaal, telinterc
telegraafagentschap, telag
telegraaf restant, tr
telegramadres, teladr
télégraphie sans fil, tsf
telegraphic transfer, tt
televisie, tv
tellurium, te
temperatuur, temp
ten aanzien van, tav
ten algemenen nutte, tan
ten bate van, tbv
ten bedrage van, ad, tbv
ten behoeve van, tbv
ten einde, te
ten gunste van, tgv
ten honderd, pct, th
ten laatste, tl
ten name van, tnv
ten opzichte van, tov, qua
ten overstaan van, tov
tentara nasional Indonesia, tni
tentara repoebliek Indonesia, ri
ten tijde, tt
tenuto, ten
ten uwent, tu
ter aangehaalde plaatse, citloc, cl, tap
ter attentie van, tav
ter beschikkingstelling van de regering, tbr
ter beschikking (van), tb (v)
ter bevordering van, tbv
terbium, tb
ter gedachtenis, im
ter gelegenheid van, tgv
ter herinnering, pm
termijn, term
ter nagedachtenis, im
ter ordonnantie, terord
ter plaatse, il, tp
ter terechtzitting, ttrz
terugstootloze vuurmond, tlv
ter waarde van, twv
ter zake, tz
ter zake van, tzv
ter zee, tz
testamentum, test
testantibus actis, ta
testis, test
te voren, tv
te weten, tw
te zelfder plaatse, sl, tzp
ter zelfder tijd, tzt
te zijner tijd, tzt
thallium, tl
theologiae candidatus, thc
theologiae doctor, thdr
theologiae studiosus, ths
thesaurier, thes
thorium, th
thullium, tm
tidningarnas telegram byrd, tt
tin, sn
titaan, ti
tinanium, ti
titel, tit
titel van een prins, dh
titulair, tit
titulus, tit
titus, tit
tobias, tob
toehoorders, tthh
toenemend in sterkte, cresc
toets alleen, ts
tornus, torn
tot afscheid, ppc, ta
tot en met, tem
tot meerdere ere Gods. amdg
tot nut van 't algemeen, tnvta
tot rouwbeklag, pc
totus tuus, tt
touring trophy, tt
tout à tol, tàt
tout à vous, tàv
trillend, trem
trimester, trim
tuberculose, tb(e)
tutti quanti, td
tijdschrift, per, ts
u edele, ued
uit aller naam, uan
uitgave, ed
uitgebreid lager nijverheidsonderwijs, ulno
uitgebreid lager onderwijs, ulo
uitgever, ed
uitgesloten aansprakelijkheid, ua
uit gunst, pf
uit het hoofd, ec
uitsluitend, excl
uitspraak, uitspr
uittreksel, extr
uitvoeringsbeschikking, uitvbesch
uitvoeringsbesluit, uitvbesl
uitvoeringsorgaan, uitvorg
uitwendig gebruik, ue
ultimo, uit
una corda, ue
unie der socialistische sovjetrepublieken, ussr
unie van vrouwelijke vrijwilligers, uw
united kingdom, uk
united nations organisation, uno
united nations recovery, unrra
united states, us(a), vs(a)
universele auteursrecht conventie, uac
universiteitsbibliotheek, ub
unterseeboot, uboot
uranium, ur
urbis conditae, ue
ut infra, ui
utriusque juris doctor, ujd
ut supra, us
uwe hoogheid, ua
uwe koninklijke hoogheid, var
uw rekening, cv, vc
vaarwel, bv
vacature, vac
vader des vaderlands, pp
vaderlandloze, dp
valuta, val
vanaf, va
vanaf dit teken, ds
van boven, vb
van bureau, vb
van de bouw der stad Rome af, auc
van de maand, hm
van de schrijver, vds
van dit jaar, ha, vdj
van goede getuige voorzien, vggv
van harte, ea
van het, ac
van het rijk, sri
van het volgend jaar, af
van huls, vh
van het vorige jaar, ap
van huls tot huls, vhth
van kantoor, vk
van links naar rechts, vlnr
van moderne gemakken voorzien, vvmg
van onderen, vo
van rechts naar links, vml
van zeer goeden huize, vzgh
veni, vidi, vici, vvv
vennootschap onder firma, vof
vennootschap op aandelen (It), spa
vennootschapsbelasting, vpb
verbi causa, vc
verbi divini minister, vdm
verbi gratia, vg
verbinding, verb
verbum, verb
verdachte, verd
verder in het boek, inf
verenigd koninkrijk engeland, uk
verenigde naties, vn, un
verenigde staten van amerika, us(a), verst, vs(a)
vereniging voor administratief recht, var
vereniging van arbeiders radio amateurs, vara
vereniging in oprichting, vio
vereniging onder firma, vof
vereniging voor vreemdelingenverkeer, vvv
vereniging zonder winstbejag, vzw
vergadering, verg
vergeleken zijnde, coll
vergelijk, conf, verg
(men) vergelijk(e), vgl
verkoperskeus, vk
verleden tijd, perf
verordening, vo
vers, vs
verschenen, versch
verschillende, versch
verslaggever, ref, rep
versus, vs
vertaal, vert
vertaler, vert
vertaling, vert
vertatur, vert
verte, vert
verticale opstijging, vto
vervolgens, vv
verzekerd eigendom, pa
verzocht en verzekerd, verzverz
verzoeke vriendelijk gunstig antwoord, rfsvp
verzoeke terugzending, spr, svr
vetras testamentum, vt
vetus testamentum, vettest
vi coactus, vc
vicaris generaal, vg
vice versa, vv
vicepresident, vp
vide, vid
videatur, vid
videlicet, vdt
vidit, vt
vierkante meter, vm
Vlaams, vi
Vlaamse oud-strijdersbond, vos
Vlaamse toeristenbond, vtb
Vlaams nationaal verbond, vnv
vlaer en kol, venk
vliegtuigbouwkundig ingenieur, vi
vloed, hw
voce, voc
voet, ft
voetgangersoversteek plaats, vop
voorzitter, pr, vz
vostro conto, vc
volgende, sq, vlg
volgens, vlg
volgens anderen, va
volgens de acte, ta .
volgens gelofte, ev
volgens hem, zi
volgens mij, mi
volgens voorschrift, la
volkenbond, sn
volksuniversiteit, vu
volle maan, vm
voltampère, va
voltcoulomb, ve
volti preste, vp
volti subito, vs
volume, vol
voor Christus, vc(hr)
voor dag en nacht, vden
voor de tussentijd, ai
voor de vuist, et
voorgaande, pr
voorheen, vh
voor het, vh
voor het ogenblik, he
voor kennisgeving aangenomen, vka
voorlopig, pt
voorlopig genoteerd, voorlgen
voorlopig verslag, vv
voormalig, voorm
voormiddag, am, vm
voornaamwoord, vnw
voornamelijk, vnl
voornaamste, voorn
voornoemd, voorn
voor onze jaartelling, ao(m)
voorrede, praef
voorschriften op de velddienst, vv
voor vernietiging vatbaar, vvv
voorvoegsel, voorv
voorwaardelijk, voorw
voorwaardelijke invrijheidstelling, vi
voorwaardelijke veroordeling, w
voor wat betreft, vwb
voorwerp, voorw
voorzetsel, voorz
voorzien van alle gemakken, vvag
voorzien van moderne gemakken, vvmg
voorzitter, voorz
voor zover mogelijk, vzm
vorige, ll
de vorige, sup
vorige koers, vk
vorige week, vw
vorig jaar, vj
vorig slot, vsl
vostro conto, vc
votre altesse, va
votre altesse royale, var
vrachtvrij aan boord, tob
vrouwelijk, fem, vr(l)
vrije universiteit, vu
vrij langs boord, tas, vlb
vrij van beschadigdheid, vvb
vrij van boord, fss, wb
vrijwillige ouderdomsverzekering, vov
vrijzinnig democraat, vd
vrijzinnig protestantse radio omroep, vpro
vijfde boek van Mozes, deut
waarnemend, ai, fg, w(n)d
waaronder, wo
wagon, fos
was getekend, wg
wat betekent, qe
watercloset, wc
waterpaardenkracht, wpk
waterschap, watsch
wat ik getuig, qa
wat te bewijzen is, qed
wattuur, wh
weduwe, wed
weduwen en wezen, wenw
weerafdeling, wa
wegstervend, mor
weinig gebruikelijk, wg
welwillende lezer, bi, lb
werk, op
werktuigkundig ingenieur, wi
westerlengte, wl
WestIndië, wi
wet algemene bepalingen, wetab
wetboek, cod, wetb
wetboek van burgerlijke rechtsvordering, brv, rv, wbr
wetboek van koophandel, wvk
wet op de rechterlijke organisatie, wetrc
wetboek van strafrecht, cp, sr, wvs(tr)
wetboek van straf vordering, (wv)sv
te weten, vdt
wettelijke aansprakelijkheid, wa
windrichting, nno, nnw, no, nw, ono, ozo, wnw, wzw, zo, zw, zzo, zzw
winterpeil, wp
wisselwaarde, val
woordenboek, wdb
ytterbium, yb
ijzer, fe
zachter, pp
zag zich gaarne geplaatst, zzgg
zaliger gedachtenis, bm, zg
zeer fijn, pp
zeer luid, ff
zeer sterk, ff
zeer zacht, pp(p)
zie aldaar, za
zie ommezijde, zoz
zilver, ag
zink, zn
zirkonium, zr
zoals beneden, ui
zoals de akten getuigen, ta
zoek op het woord, av, lv
zogenaamd, zg
zogezegd, qd
zo God het wil, dv
zo goed als nieuw, zgan
zomerpeil, zp
zonder goede getuigen, zgg
zonder hoofdelijke stemming, zhs
zonder jaartal, sa, zj
zonder kinderen, zk
zonder kosten, zk
zonder plaats en jaartal, slea
zonder titel, st
zonder volledige titel, zvt
zoon, zn
zoveel als nodig is, qs
zoveel als 't u belieft, qp(l)
zoveel als u wilt, ql
Zuid-Afrikaanse vennootschapsvorm, pty
zuiderbreedte, zb
zuidoos(ten), zo
zuidzuidoost(en), zzo
zuidwest(en), zw
zuidzuidwest(en), zzw
zuster, sr, zr
zijn bezigheden buitenshuis hebben de, zbbhh
zijn eerwaarde, ze
zijn hoogedelgestrenge, zheg
zijn hooggeleerde, zh
zijn schuldig, deb
zijne doorluchtige hoogheid, zdb
zijne doorluchtigheid, zd
zijne edelheld, ze
zijne eminentie, se, zem
zijne excellentie, zex
zijne heiligheid, ss, zh
zijne hoogheid, zh
zijne hoogwaardige excellentie, zhex
zijne keizerlijke en koninklijke majesteit, zkkm
zijne koninklijke hoogheid, zkh
zijne majesteit, zm
zijner majesteits, zrms
zijn. inziens, zi
afkorting op een visitekaartje p.c., p.f., p.r., p.f.v.
afkorting in advertenties b.b.h.h.,o.e.r.,z.g.a.n.
Afkorting in Rome S P Q.R.
Afkorting op brieven L.S.,P.S., Ued., a.a.t.t., hg, m.h.,s.s.t.t., t.a.t., t.t.,
afkorting bij coöperaties UA
afkorting op het kruis I.N.R.I.
afkorting op recepten d.a
afkorting op telegrammen r.p., t.c., t.r.
afkorting op wissels l.z.
afkorting van internationale associatie voor luchtransport - IAIA
afkorting van Jozef Jef
afkorting van staarten couperen
afkorting van tubeluminescant T.L.
afkorting van een ontheemde d.p.
afkorting van een Portugese munt rs
afkorting voor jaartal A(nno), D(omini)
afkortingsteken apostrof
afkrabben afschrabben, afschrapen, afschrappen, rateren, regratteren
afkrabsel raturen, schraapsel
afkraken afkammen
afkijken - spieken
aflaat absolutie, indulgentie, kwijtschelding, strafontheffing, toegevendheid, vergiffenis
afladen afnemen, afpakken, lossen, ontladen, volstoppen, uitnemen, volladen
aflader - bevrachter
aflakker berisping, bestraffing, standje, uitbrander
aflandig zeewaarts
aflappen zemen
aflasten afcommanderen
aflaten afgaan, afgorden, afleggen, aflopen, aftappen, afzeggen, ontspannen, ophouden, remitteren, spuien, stoppen, toestaan, uittrekken, verlaten, verminderen
afleggen afdanken, afdoen, aflaten, uitdoen,
afleggen van een afstand reis
afleggen van een lijk reeuwen
aflegger oplichter, spion, verkenner
afleiden deduceren, deriveren, hinderen, storen
afleidende middelen derivatie
afleiding afl., afwisseling, amusement, bedrijvigheid, deductie, derivaat, divertissement, ontspanning, verstrooiing, vertier
afleiden van woorden etymologie
afleidkunde etymologie, woordafleiding
afleren afwennen, ontwennen
afleveren afgeven, bestellen, bezorgen, brengen, leveren, produceren
aflevering - afl., deel, episode, hoofdstuk
aflevering in handen (telegram), m. p. (manupropria)
aflevering van een tijdschrift fascikel
aflezen bezweren
aflijvig worden overlijden, sterven
afloeren begluren, bespieden
afloop besluit, eind(e), end, helling, ontknoping, resultaat, slot, uitkomst, uitslag, verloop
aflopen aflaten, einden, glooien, spuien
aflopen der zee eb
aflopen met - vergaan
aflopend neergaand, schuin
aflossen afkopen, betalen, verbeurten, verwisselen
aflossing van lening door staat amortisatie
aflossing van rente annuïteit
aflossingswedstrijd estafette, koppelrit
aflijvig worden - overlijden, sterven
afluisterapparaat - babyfoon
afmaken afslachten, beëindigen, besluiten, doden, kelen, slachten, uitputten, uitroeien, vermoeien, vermoorden, voltooien, wurgen
afmars afrit, afreis, aftocht, terugtocht, vlucht, vertrek
afmarcheren - inrukken
afmatten aftobben, knauwen, matten, travailleren, uitputten, vermoeien
afmattend afbeulend, drukkend, enerverend, uitputtend, vermoeiend
afmatting maceratie, uitputting, vermoeidheid
afmeren - tuien
afmeten - passen
afmeting breedte, dikte, dimensie, diepte, formaat, grootte, hoogte, kaliber, lengte, maat, omtrek, omvang, proportie
afmijnen - bieden
afmijning - afbod
afname aankoop, afzet, mindering, omzet, verkoop, vermindering,
afneembaar amovibel, wasbaar
afneemdoek potdoek
afneemster - cliente
afneemster van goederen - koopster
afnemen achteruitgaan, afdoen, afgaan, afladen, afpakken, afsassen, bedaren, couperen, dalen, ebben, kopen, krimpen, luwen, minderen, stellen, ontnemen, opkopen, slabakken, tanen, teruglopen, verlopen, verminderen, verslaan, versmelten, vervallen, verwijderen, wegebben, wegnemen
afnemend (muz) calando, decrescendo, degressief, diminuendo
afnemend getij - ebbe
afnemend in dikte taps
afnemend in gewicht afvallen, vermageren
afnemend in snelheid (muz.) rallentando
afnemend in sterkte - dim
afnemende maan l.k.(laatste kwartier)
afnemen van waren - kopen
afnemer cliënt, consument, klant, koper
afneming decrescentie, degressie
afneuzen afgluren, (af)kijken, spieken
afnokken beëindigen, inrukken, ophouden, stoppen, vertrekken, weggaan
afonie geluidloosheid, heesheid, stemloosheid, stilte, stomheid
aforisme sententie, spreuk
afpakken afladen, afnemen, afpikken, afschutten, begrenzen, ontnemen
afpalen afbakenen, afperken, afzetten, begrenzen
afpaling begrenzing, grens
afpassen (af)meten, toebedelen, toewijzen
afpelen ontharen
afpellen doppen, ontmantelen, schillen
afperken afbakenen,afpalen, afschutten, afsluiten, omgorden
afpersen chanteren, extorsie, knevelen
afperser misdadiger, uitzuiger
afpersing chantage, extorsie, knevelarij
afpeuteren - afpulken
afpijnigen - martelen
afpikken fkapen, afpakken, gappen
afpingelen afdingen
afpoeieren afranselen, afschepen, wegbonjouren
afpraten afbrengen, besluiten, bespreken, regelen, vaststellen
afpulken - afpeuteren
afpunten - tippen
afraden ontraden
afranselen aftuigen, aftuigen, toetakelen
afranseling - rammeling
afraspen - afvijlen
afrastering haag, heg, hek, hor, omheining, raster, schutting, traliewerk
afreis aanvang, afmars, afvaart, sterven, vertrek
afreizen gaan, vertrekken, weggaan, wegtrekken
afrekenen afdoen, betalen, resconteren, verdisconteren, vereffenen, verrekenen, voldoen
afrekening betaling, rescontre, vereffening, voldoening
afremmen dempen, inhouden, matigen, stoppen, tegengaan, tegenhouden, temperen, verzwakken
afremmer reductor, vertrager
africhten beleren, dresseren, drillen, leren, trainen
africhten van dieren dresseren, temmen
africhter dompteur, dresseur, temmer, trainer
africhter van paarden dresseur, pikeur
africhter van wilde dieren - dompteur
africhting dressuur, opleiding, training
afrij - helling
afrijden - dresseren
Afrikaan Bantoe, Bosjesman, Ethiopiër, Hamiet,
Hottentot, Kaffer, Kongolees, Moor, neger, Nigeriaan,
Niloot, Pygmee, Zoeloe, zie ook bij land in Afrika
Afrika, ontdekker van Baker, Barth, Bruce, Burton, Caillë, Clepperton, Denham, Grant, Lander, Livingstone, Park, Speke, Stanley
Afrikaans bier pombe
Afrikaans brood kisra
Afrikaans gebergte Ahaggar, Atlas, Drakenberg, Etbai, Kameroenberg, Karisimbi, Kenia, Kibo, Kilimanjaro, Meru, Natal, Pare, Sinai, Virunga
Afrikaans dier
4 gnoe, meru,
5 hyena, leeuw, lemur, okapi, zebra
6 fennik,
7 baviaan, giraffe, gorilla, klipdas, olifant,
8 antilope, civetkat, nijlpaard,
9 neushoorn,
10 aardvarken, chimpansee
Afrikaans dorp - kraak
Afrikaans gebouw kia
Afrikaans land
4 Mali, Togo, Ngana,
5 Gabon, Ghana, Kenia, Kongo, Libië, Niger
6 Angola, Egypte, Gambia, Guinea, Malawi,
Ngwana, Ruanda, Soedan, Tsjaad, Zambia
7 Algerije, Eritrea, Lesotho, Liberia, Marokko,
Nigeria, Oeganda, Senegal, Somalië, Tunesië
8 Ethiopië, Kameroen, Rhodesië, Tanzania, Zanzibar
Boeroendi, Botswana, Ivoorkust, Malagasië
10 Mauritanië, Mozambique, OpperVolta, Somaliland,
ZuidAfrika
Afrikaans lastdier - kameel
Afrikaans mahonie sapeli
Afrikaans meer Albert, Edward, Kiwoe, Njasa, Rudolf, Tana, Tanganjika, Tsjaad, Victoriameer
Afrikaans muziekinstrument balafo, sansa, sanza, zanza
Afrikaans nationaal park Garamba, Kruger
Afrikaans volk
2 Ga
3 Efe, Ewe, Foi, Ibo, Ila, Kru, Tiv, Vai, Yao
4 Agau, Akka, Ambo, Auin, Auni, Bali, Bara, Bari,Baya,
Bena, Bini, Bira, Bobo, Efik, Gogo, Gini, Hehe, Hima, Kham, Kuba, Kung, Lala, Lobi, Luba, Luba, Madi, Nama, Teda, Tehi, Teke, Wute, Xosa, Yaka
5 Bafia, Bamum, Banda, Barea, Basua, Batwa, Benda,
Bongo, Bosso, Bouba, Bouka, Congo, Dinka, Diula, Falli,
Fulbe, Galla, Ganda, Habbe, Hausa, Hukwe, Jaluo, Kamba,
Kondo ,Kredj, Lakka, Lamba, Lango, Lemba, Luena,
Lunda, Makue, Massai, Mboum, Mende, Mongo, Moren,
Mossi, Musgu, Nandi, Nguni, Noeër, Nyoro, Pende,
Peula, Ponde, Rotse, Rundi, Safua, Serer, Shona, Songe,
Sotho, Swazi, Tenne, Tigre, Tikar, Tonga, Tussi, Venda,
Wemba, Wolof, Zande
6 Acholi, Aniwak, Baboua, Bouala, Douroa, Foelbe, Gielli,
Heikum, Herero, Hoetoe, Ibibio, Kaonde, Kikuyu, Kololo,
Korana, Kotoki, Kpelle, Kuwama, Latuka, Mandja,
Marghi, Masai, Mbundu, Myanje, Pangwe, Sleugh, Somali,
Sukuma, Tatoga, Tetela, Thonga, Tibboe, Toeboe, Tofoke,
Vandau, Yoruba
7 Amharen, BaBinga, Baggara, Balante, Bambara,
Bantoes, Batsjua, Berbers, Danakil, Dzjagga, Griguas,
Gurunsi, Kanembu, Kanoeri, Kindiga, Koundou, Makonde,
Malinke, Merina`s, Ndebele, Ndorobo, Niloten, Sandawe,
Sennaga, Shilluk, Soninke, Suaheli, Tchamba, Toeareg,
Tsjokwe, Turkana, Yaoende, Youcoun, Zoeloes
8 BeniAmar, Betsileo, Bisjarin, Griekwa`s,
Guanchen, Hadendoa, Kababisj, Kanembou,
Kimbundu ,Manwato, Ngangela, Njamwezi,
Pygmeeën, Sjilloek, Tamberma
9 Arabieren, Bamboetti Bechuanen, Kaffitsjo,
Kavirondo, Mangbetou, Njatoeroe
10 Sakkalaven, Soedanezen, Toncouleur
11 Khoinasiden,
12 Bosjesmannen, Hottentotten
Afrikaans woord voor oogst oest
Afrikaanse motabol, negerin
Afrikaanse berg - Atlas, Drakenberg, Kameroen, Kenya, Kilimanjaro, Natal, pare
Afrikaanse boom
4 ahee, akee, baku, bito, etua, kola), moli, odum, olax,
5 abaru, bumbo, njava, odoom, omoli, siris, tenio
7 assegai, kalabar, kurkeik,
8 bakubito, oliepalm, steeneik,
9 kapokboom,
10 koffieboom, zilverboom
14 leverworstboom
Afrikaanse christenen Kopten
Afrikaanse drank skokiaan
Afrikaanse droge woestijnwind samoen, samum, simoen
Afrikaanse eenheidstaal Haussa, Swahili
Afrikaanse eik turtosa
Afrikaanse eilandengroep Aldabra, Ascession, Comoren, Madagascar, Madeira, Pemba, Sokotra, Zanzibar, zie: eiland bij Afrika
Afrikaanse havenstad Akkra, Algiers, Dakar, DaresSalaam, Durban, Freetown, Ibo, Kaapstad, Lagos, Mombasa, Oran, Rabat, Suez, Tanger, Tripolis, Tunis
Afrikaanse helm topi
Afrikaanse heuvel kop
Afrikaanse hoofdman Kaid
Afrikaanse Hoofdstad -
4 Lomo
5 Akkra, Gangi, Dakar, Kairo, Lagos, Praia, Rabat, Tunis,
Zomba
6 Bamako, Bissau, Kigali, Niamey
7 Abidjan, Algiers, Jaoendé, Kampala, Konakry,
Loeanda, Loesaka, Maseroe, Mbanane, Nairobi
8 Bathurst, Benghasi, Freetown, Khartoem,
Kinshasa, Monrovia, Pretoria, Tripolis, Victoria,
Windhoek
9 Dzjiboeti, Gaberones, Salisbury
10 DaresSalaam, Libreville, Mogadiscio,
Tananarive, Wagadoegoe
11 Brazzaville, Noeakschott
12 Boejoemboera
Afrikaanse Hottentot Nama
Afrikaanse hut kraal
Afrikaanse jacht safari
Afrikaanse kaap Agulhas, Blanco, Delgado, Frio, Ghir, Hafun, Lopez, Palmas, Verde
Afrikaanse keizer Negus
Afrikaanse kolonie Angola, Ceuta, Ifni, Mauritius, Réunion
Afrikaanse lynx caracal
Afrikaanse mol - taol
Afrikaanse munt - rand
Afrikaanse neger - kaffer
Afrikaanse ooievaar maraboe
Afrikaanse Organisatie O.A.E.
Afrikaanse palm raffia
Afrikaanse pantersoort luipaard
Afrikaanse papegaai - jako, luipaard
Afrikaanse plaats zie plaats in Afrika
Afrikaanse rivier
3 ob, Nijl, Nun,
4 Aoek, Athi, Geba, Liba, Tana, Vaal,
5 Beira, Binue, Bomoe, Chobe, Kongo, Niger, Shari,
Sjari, Sokat, Volta
6 Atbara, Gambia, Gioeba, Joliba, Lamani, Loerio,
Sabalu, Sanaga, Ubangi
7 Bihoewe, Calabar, Koeanza, Koenene, Limpopo,
Luabala, Senegal, Zambezi
8 Aroewami, Koebango, Okowanga
Afrikaanse slaaf bellak
Afrikaanse slang boa, elaps, mamba, schaapsteker
Afrikaanse stam Bantoe, Bapindi, Batonga, Berber, Boni, Edo, Haussa, Herero, Jao, Luganda. Nuba, Swahili, Sara, Wabena, Zoeloe
Afrikaanse stamvader - cham
Afrikaanse taal Bantoe, Berber, Haussa, Hausa, Herero, Lunganda, Swahili, Zoeloe
Afrikaanse titel sidi
Afrikaanse vlieg Kivus, tseetsee
Afrikaanse vos caome, asse, fennec
Afrikaanse vrucht terfa
Afrikaanse waterval Victoria
Afrikaanse wind harmattan
Afrikaanse woestijn lgidi, Kalahari, Kalchari, Namib, Sahara,
Afrikaanse zoutvlakte sebcha, sebka
Afrikaantje tagetes
afrijten losscheuren
afristen - rippen
afrit afmars, afrij, afweg, helling, stoep, talud, vertrek
afrocaliet tyroliet
afro Cubaanse dans conga
Afrodite Venus
afroep opvraag
afroepen afkondigen, evoceren
afroeper van de Mohammedaanse gebedsuren Moëddzin
afromen vloten
afrossen afbeuken, afboenen, afranselen, buffelen, priegelen, puimen, roskammen, slaan, touwen,
afrijten losscheuren
afschaafsel krul
afschaduwing sciagrafie
afschaffen aboleren, afdanken, annuleren, beëindigen, elimineren, opdoeken, opheffen, opruimen, supprimeren, wegdoen
afschaffer abolitoinist, abstinent, geheelonthouder
afschaffing abolitie, abrogatie, suppressie
afschampen - ketsen
afschatten - beoordelen
afschaven dunnen, frezen
afscheid congé, ontslag, vertrek
afscheiden afzetten, afzonderen, losmaken, onttrekken, separeren, verwijderen
afscheiding excretie, grens, haag, heg, hek, hor, heining, landhek, muur, omheining, scheiding, scheuring, schutting, secessie, secretie, separatie, slijm, sloot, wand
afscheiding in de Ned. Herv. kerk - doleantie
afscheiding van hout - hekwerk
afscheiding van steen - muur
afscheiding van tuin - haag
afscheiding voor water - wal
afscheidelijk separabel
afscheidingsproduct hormoon, secreet,
afscheidingsstoffen secreta
afscheidnemen dag zeggen, groeten, vertrekken
afscheidsdiner galgenmaal
afscheidsgroet adi, adieu, adios, aju, ajuus, saluut, tabee, vaarwel, vale
afscheidsmaal galgenmaal
afschermen pareren
afscheuring abscessie, avulsie
afschieten - werpen
afschijn glans
afschijnsel afstraling, beeld, glans, weerkaatsing
afschilderen afbeelden, afmaken
afschilferen bladderen
afschrabben krabben, schrapen
afschrapen - afkrabben
afschrappen afkrabben, krassen
afschrift apograaf, copy, doorslag, duplicaat, grosse, kopie, minuut, transcript
afschrift, authentiek van een vonnis grosse
afschrijfgeld kopieloon
afschrijfnaald traceerijzer
afschrijven afboeken, kopiëren, spieken
afschrijving afboeking, plagiaat
afschrik fobie, vrees
afschrikken - terugdeinzen
afschuieren afborstelen
afschuimlepel schuimspaan
afschuiven betalen, onttrekken, wegschuiven
afschuren borstelen, loswerken, reinigen, schrooien, verliezen, wegnemen
afschutsel beschot
afschutten afpalen, afperken, afscheiden, afsluiten, afweren, afzetten, afzonderen, omheinen
afschutting beschot, haag, heg, heining, muur, scherm, schutting
afschuting van steen - muur
afschutting van tuin haag, heg, heining, sloot
afschuw afgrijzen, afkeer, afkeur, aversie, erg, gruwel, haat, hekel, hels, horreur, rot, onguur, walg(ing), weerzin, ijselijk,
afschuwelijk abominabel, affreus, afgrijselijk, afzichtelijk, afzichtig, erg, execrabel, fiels, gruwelijk, horribel, ijselijk, ijzig, lelijk, monsterlijk, monsterachtig, odieus, ongehoord, onguur, rot, verfoeilijk, verschrikkelijk, vreselijk, walgelijk, weerzinwekkend
afschuwelijkheid atrociteit
afschuwelijk persoon aterling
afschuw hebben - haten
afschuw of hekel walging
afschuwwekkend gruwelijk, vreselijk
afschijn - glans
afschijnsel - beeld, weerkaatsing
afslaan afhakken, afhouwen, afkappen, afwerpen, bedanken, terugdrijven, verjagen, verkopen, verminderen, verweren, wegspoelen, weigeren, weren, zwenken
afslachten - afmaken
afslachting bloedbad
afslag abrasie, korting, mindering, rabat, remissie, remissie, verkoping, veiling, verkoop, vermindering
afslagbank visbank
afslagdraad opwinder
afslager - roeper
afslagplaats bij golf tee
afslag van een autoweg - afrit
afslanken afvallen, bezuinigen, lijnen, vermageren
afslechten bedaren
afslijten afdragen
afslijting ablatie, abrasie, afsmelting, erosie, slijtage, usuur
afslijting door water erosie, abrasie, corrasie
afslijting in water attritie
afslijting van land erosie
afsloven uitputten
afsluitboom - spoorboom
afsluitdeur van een gegraven dok bateauporte
afsluiten afdichten, afdraaien, afperken, afschermen, afsnijden, afzonderen, contracteren, dekken, dichtdoen, dichtmaken, occluderen, shutten, sperren, toestoppen
afsluiten van flessen afdoppen, kurken
afsluiten van haven door vijandelijke marine blokkade
afsluitend universitair examen doctoraal
afsluitende troepenlijn kordon, front
afsluiter deksel, deur, klep, kraan, portier, schuif, stop, tap
afsluiter aan poort schuif, vergrendeling
afsluiter van fes dop, kurk
afsluitmechanisme grendel, schuif
afsluiting afzetting, blokkade, capsule, dam, deksel, deur, dijk, dop, grendel, haag, heg, heining, hek, hor, isolatie, klep, knip, kraan, kurk, lid, obstructie, obturatie, occlusie, poort, prop, reclusie, schuif, schutting, slot, spanjolet, spon, stop, tap, tralie, ventiel, versperring, voltooiing, zegel
afsluiting verwijderen openen
afsluitingsmateriaal pakking
afsluitingsvuur spervuur
afsluiting van de rekening saldering
afsluiting van een fles dop, kurk
afsluiting van een kist - deksel
afsluiting van een kransslagader hartinfarct
afsluiting van een lening negotiatie
afsluiting van een deel van muziekstuk cadens, coda
afsluiting van een kransslagader - hartinfarct
afsluiting van een tuin hek, poort
afsluiting van een terrein tourniquet
afsluiting van water - dijk
afsluiting voor vliegen clamboe, hor
afsluitmiddel dop, kurk, spon
afslijten - afdragen
afslijting -ablatieabrasie, afsmelting
afsmeken - afbidden
afsmelting van gletsjerijs ablatie
afsnauwen - afblaffen
afsnede moot, plak
afsnijden afdraaien, afsluiten, afsnijden, afzonderen, bekorten, besnoeien, couperen, maaien, motsen, snoeien, versperren
afsnijden van struiken - snoeien
afsnijding amputatie, coupure, segment
afsnijdsel van papier rijfels, snippers
afsnoepen ontfutselen
afspannen losmaken, ontspannen, uitspannen
afspanning herberg, uitspanning
afspeelapparaat - video
afspelen gebeuren, plaatsvinden, uitspelen
afspiegeling resonans, spiegelbeeld
afsplitsing separatie, tak,
afspoeling - wassing
afsponsen - afvegen
afspraak akkoord, agrement, akkoord, convernant, overeenkomst, pact, rendezvous, verdrag
afspraak herroepen afgelasten, aflasten, afzeggen, annuleren
afspraak van bedrijven over prijzen bod, kartel, offerte
afspreken bedingen, beloven, overeenkomen, stipuleren, uitpraten
afspringen ketsen, toespringen, wegspringen
afspringend vuurdeeltje vonk
afstaan afgeven, cederen, geven, laten, offeren, opofferen, overdoen, schenken
afstaan van gaven - offeren
afstammeling aver, descendent, dochter, kind, kroost, loot, nageslacht, nakomeling, nazaat, oir, oor, spruit, telg, zoon
afstammeling van een Chinees peranakan
afstammeling van Europeaan in de tropen geboren creool, mulat
afstammeling van Ezau Edomiet
afstammeling van Ismaël Ismaëliet
afstammeling van Israël Israëliet
afstammeling van Kaïn Keniet
afstammeling van Levi Leviet
afstammeling van Lot Moabiet
afstammeling van Mohammed koreisjieten
afstammeling van Nederlanders in New York knickerbocker
afstammeling van negerslaven (Sur.) creool, kreool
afstammeling van een neger en een Indiaanse zambo
afstammeling van Odin Ase
afstammeling van Sem Semiet
afstammelingen nazaten, kroost
afstammelingverwantschap filiatie
afstammen - ontspruiten
afstamming afkomst, descentie, filiatie, komaf geboorte, derivatie, geboorte, geneologie, geslacht, komaf, nakomelingschap
afstammingsleer darwinisme, evolutieleer
afstand abandon, abdicatie, bereik, cessie, distantie, draagwijdte, gaping, kloof, lengte, mijl, ne, nostadie, overgave, ruimte, traject, ver(te), verwijdering, wijdte
afstand bepalen - meten
afstand der lijnen - arcering
afstand doen van abandonneren, abdiceren, afstaan, afzien, cederen, distantieren, renonceren, wijken, zwichten
afstand doen van de troon abdiceren
afstand, grote rek
afstand nemen distantiëren
afstand op zee kabellengte, knoop, mijl, zeemijl
afstand per uur snelheid, tempo, vaart
afstand tussen twee punten spanwijdte
afstand tussen twee punten van een cirkel koorde, middellijn, spanwijdte
afstand tussen twee tijdsmomenten - tijds(duur)
afstand van de nulmeridiaan naar het oosten O.L.
afstand van de nulmeridiaan naar het westen W.L.
afstand van rechten alineatie
afstand van troon - abdicatie
afstandskromme horicirkel, hypercirkel
afstandsmaat duim, g.m., (geografische mijl), (Kilo)meter, knoop, (Chin)li, meter, mijl, stadie, yard, voet
afstandsmaat op zee kabellengte, knoop, mijl, zeemijl
afstandsmars - vierdaagse
afstandsmeter cyclometer, diastimeter, distantiemeter, taxameter, telemeter
afstappen - afdalen
afsteek contrast, verschil
afsteken - opvallen
afstel opgeven, stoppen
afstelling - regeling
afstemscherpte selectiviteit
afsterven afbinden, dood, doodgaan, overlijden, sneuvelen, vergaan, wegkwijnen
afsterving van vlees koudvuur
afsterving van weefsel necrose
afstippelen - punteren
afstootijzer stootmes
afstoppen blokkeren, opvullen, tegenhouden
afstotelijk afschuwelijk, afstotend, lelijk, repugnant
afstoten afdanken, afketsen, opdoeken, opgeven
afstotend affreus, akelig, lelijk, ongehoord, rebutant, ijselijk
afstotend antwoord - rebuut
afstraffen kastijden, plunderen, ranselen, tuchtigen, villen
afstraffing berisping, kastijding, klap, poeier, rammel, represensie, slaag, tuchtiging
afstraling afschijnsel, glans, reverberatie, weerglans
afstreek (muz) tiré
afstrepen aanstippen,
afstropen ecorcheren, plunderen, rispen, strippen, villen
afstrijkstok - strekel
afstuiten botsen, ketsen, schampen
afstuit weeromstuit
aftakelen aftuigen, achteruitgaan, kalen, verouderen, verslijten, verzwakken
aftakelend - aftands
aftakeling slijtage, verval
aftakken afsplitsen, knotten
aftakking shunt
aftands afgetakeld, afgetobd, aftakelend, oud, ouderwets, rot, seniel, versleten
aftands schaap - mok
aftappen aflaten, uitputten
aftasten peilen, polsen, scannen, voelen
aftaster - scanner
aftekenen ontwerpen, traceren
aftekening bij een dier bles, col, sok, witbeen, witvoet
aftekening bij een paard - bles
af te leggen weg etappe, parcours, route
afteren vergaan, vermageren, wegvreten
aftobben afmatten, uitputten
aftocht afgang, afmars, retirade, retraite, terugtocht, vertrek, wegtrekken
aftoppen - punten
aftreden opstappen, terugtreden
aftreden (van een kabinet) decessie, demissionair
aftreding exitus
aftrek attractie, detractie, interesse, korting, minus, rabat, reductie, tarra, (ver)mindering, vraag
aftrekken abstraheren, decompteren, korten, rabatten, rebatteren, verminderen
aftrekking minus, sabstractie
aftrekkingsteken minteken
aftreksel bouillon, extr., essense, extract, infusie, marmite, tinctuur
aftreksel van distillatie essence
aftreksel van hennep hee, hede, marihuana
aftreksel van kruiden drop, elixer, elixir, extract, tinctuur
aftreksel van mout wort
aftreksel van rundvlees bovril, bouillon
aftreksel van zoethout drop
aftrekspier abductor
aftrek van betaling -korting
aftuigen aftakelen, onttakelen, toetakelen
afturven controleren, ranselen, tellen
afvaardigen delegeren, deputeren, machtigen , sturen, zenden
afvaardiging delegatie, deputatie, fractie, vertegenwoordiging
afvaart afreis, vertrek
afval apostasie, ampas, barrel, bik, bocht, bolster, detritus, hede, hee, huisvuil, kaf, kort, ontrouw, ontuig, overblijfsel, puin, rommel, schroot, slak, snoeisel, tuig, uitschot, vermindering, vuilnis
afvalbak - vuilnisvat
afvaleter saprofaag
afval van bijenkorf bijtsel
afval van diamant boort
afval van fruit kroet, stek
afval van geloof apostasie
afval van graan - kaf
afval van hennep hee, hede, lok, snuit
afval van hooi - ort
afval van hout krul, rap, spaan, spaander, zaagsel
afval van ijzer (metaal) schroot, vijlsel
afval van metselwerk bik, puin
afval van natuurzijde bourette
afval van polijsten polijstsel
afval van riet - ort
afval van staal scraps
afval van steen bik, puin
afval van steenkool sintel, slak
afval van stro ort, rijveling
afval van suiker - melasse
afval van suikerbieten - pulp
afval van suikerriet ampas
afval van vlas burp, hee, hede, lokken, scheven, snuit, spijt
afvalhoop belt, stort, vaalt
afvallen afslanken, losgaan, lijnen, renegeren, tegenvallen, vermageren
afvallig ontrouw
afvallig christen mammeluk
afvallige apostaat, geloofsverzaker, ketter, ontrouwe, renegaat, verrader, verzaker
afvalligheid apostasie
afvalplant saprofiet
afvalstof van weefsel kooloxide, melkzuur, ureum
afvaren vertrekken
afvegen aflappen, afnemen, reinigen, sponzen, wissen
afvijlen - raspen
afvillen ontvellen, stropen
afvinken aanduiden, merken
afvlakken effenen, nivelleren
afvliegen omlaag vliegen, starten, wegvliegen
afvloeien - druipen
afvloeiing van personeel ontslag
afvoer aalgoot, buis, goot, riool, sifon, suatie, uitloop, uitwatering, verlaat
afvoerbak gootsteen, wasbak, wastafel
afvoerbuis cloaca, debiet, goot, kanaal, laak loospijp, riool, spui, riolering, sloot, transport
afvoeren lozen
afvoeren als lid royeren
afvoeren naar water lozen, spuien
afvoerend deferens, laxatief
afvoergeultje rillmark
afvoering abductie, egestie, expulsie
afvoerkanaal van de traanklier traanbuis
afvoerkanaal voor vuil buis, goot, gracht, riool
afvoermiddel laxans
afvoerpijp - stortpijp
afvoersloot laak, zeeg
afvoerstelsel riool, riolering
afvoer van water - lozing
afvoerventilator blower, exhauster
afvoervermogen - capaciteit
afvoerwals - rekcilinder
afvuren lanceren, lossen, schieten, uiten, uitspreken, wegschieten, werpen,
afwaarts neer, neerwaarts, neder, omlaag, terneer
afwaarts hellende rijbaan afrit
afwachten aankijken, aanzien, afzien, verbeiden, verwachten
afwas vaat
afwasautomaat vaatwasmachine, vaatwasser
afwasbak teil
afwasborstel - vaatkwast
afwasmachine - vaatwasser
afwassen afnemen, reinigen, schoonmaken, spoelen, zuiveren
afwassing ablutie
afwateren lozen
afwatering afvoer, beek, drainage, lee, riolering, rivier, sloot, spui, stroom, (water)lozing, wetering , zijp
afwateringsinstallatie gemaal, pomp, spui
afwateringskanaal greppel, rijt, sloot
afweer defensie, tegenstand, verdediging, verweer, weerstand
afweerbeweging reflex
afweermiddel amulet, degen, paraplu, paraplue, parasol, schild, stok, wapen
afweermiddel tegen zon en regen - paraplu, parasol
afweerstoffen aleinen
afweg afrit, zijpad, zijweg
afwegen doseren, dubben, wikken
afwenden afslaan, afweren, afkeren, bezweren, keren, pareren, schutten, tegenhouden, vermijden, weren
afwenden van gevaar bezweren
afwennen afleggen, afleren, ontwennen, spenen
afweren afkeren, afwenden, afwijzen, beletten, keren, pareren, schutten, tegenhouden, verdedigen
afwerken voltooien
afwerken van metselwerk - voegen
afwerker van muren - voeger
afwerking apprêt, elaboratie, finish, voltooiing,
afwerpen afgooien, afstorten, loslaten, neergooien, renderen
afwezig absent, elders, mankerend, manko, uit, verstrooid, vertrokken, weg, zoek
afwezigheid - absentie, afzijn, distractie, verstek, verstrooidheid
afwezigheid, ongeoorloofde desertie
afwezigheid van alle schuld - avas
afwezigheid van dorst adepsie
afwezigheid van eetlust anorexie
afwezigheid van geluid rust, stilte
afwezigheid van geslachtsdrift anafrodisie
afwezigheid van gezag anarchie
afwezigheid van ledematen amalie
afwezigheid van muzikaal gehoor amusie
afwezigheid van ondervinding apirie, onervarenheid
afwezigheid van een orgaan agenesie
afwezigheid van pijngevoel analgesie
afwezigheid van het regenboogvlies aniridie
afwijken - schelen
afwijken, schuins afg(i)eren
afwijkend abnormaal, buitennissig, derogatoir, ongewoon, uiteenlopend, verkeerd, verschillend
afwijkende groep - sekte
afwijkende speelwijze - variant
afwijkende vorm variant
afwijking aberratie, anomalie, deviatie, dwaling, écart, perversie, variant, variatie, verschil
afwijking van de kompasnaald declinatie
afwijking van de regel anomaal, anomatie
afwijking van het oog astigmatisme
afwijzen afdanken, afslaan, afweren, passeren, refuseren, repudiëren, veroordelen, verwerpen, wijgeren
afwijzing blauwtje, refutatie, repuls(ie), weigering
afwijzing aanzoek blauwtje
afwikkeling van zaken liquidatie
afwimpelen afslaan, afwijzen, weigeren
afwisselen alterneren, variëren
afwisselend alternatief, beurtelings, gevarieerd, veranderlijk, vlottend
afwisselend van kleur - bont
afwisseling afleiding, schakering, varieteit, variatie, verscheidenheid, vertier
afwissen (af)drogen, reinigen, schoonvegen
afwrijven - stubben
afzagen - bekorten
afzakken dalen, glijden, neergaan
afzakkertje borrel, neutje, pikketanis, slaapmutsje
afzeggen afbestellen, annuleren, bedanken, herroepen, opzeggen, wegdoen
afzenden expedierenversturen, verzenden
afzending - verzending
afzet afname, debiet, omzet, verkoop
afzetbaar revocabel
afzetgebied markt, rayon, regio
afzetsel aanslag, bezinksel, loot, scheut, spruit, stek, strook, telg
afzetten aanslibben, afbietsen, afdoen, afnemen, afscheiden, afschutten, amputeren, bedriegen, demoveren, flessen, foppen, knijpen, misleiden, neppen, omranden, ontslaan, oplichten, plukken, removeren, stilzetten, tillen, uitdraaien
afzettend zuiverend
afzetter bedrieger, nepper, oplichter
afzetterij bedrog, flessentrekkerij, nep, oplichterij, stroperij
afzetting afbakening, afrastering, amputatie, balustrade, heining, hek, kordon, remotie, sediment
afzettingsgesteente anhyriet, antraciet, amaril, asbest, basalt, basaltine, bruinkool, dolomiet, fylliet, gips, glimmer, gneis, gravel, hoornsteen, ijzersteen, kalksteen, kiezel, kiezelguhr, klei, kleischalies, klappersteen, koraalkalk, krijt, kwartsiet, leem, leisteen, löss, marmer, mergel, muntsteen, rolsteen, riviersteen, steenkool, steenzout, sediment, sideriet, turf, vuursteen, zand, zandsteen
afzetting van weiland - schrikdraad
afzet van waren - debiet
afzichtelijk afschuwelijk, lelijk, gedrochtelijk, monsterachtig, monsterlijk, onooglijk,
afzichtelijk wezen gedrocht
afzien afkijken, afwachten, lijden, neerkijken, opgeven
afzien van afstaan, afstellen, opgeven, prijsgeven
afzijdig naast, neutraal, onpartijdig
afzijn absentie, afwezigheid
afzonderen afscheiden, individualiseren, isoleren, scheiden, schiften, segregeren, separeren, uitscheiden, verwijderen, weggaan
afzonderlijk staande toren campanile
afzonderlijke bepaling clausule
afzonderlijke zinsnede - clausule
afzondering apartheid, isolatie, isolement, retraite, scheiding, segregatie
afzonderlijk afgezonderd, alleen, apart, gescheiden, individueel, los, particulier, privatim, separaat, solitair
afzuiger exhauster, wasemkap
afzuigkap dampkap, ventilator, wasemkap
afzwakken kwijnen, tanen, vervagen
afzwenken afslaan, afzwaaien
afzweren abjureren, opgeven
afzwering abjuratie, abrenuntiatie
aga bevelhebber, heer
agaat git
agaatappel korpendu
agaatslak achatina
agaatsteen git
agaatvariariëteit sardonyx
aggregatietoestand gas, vloeistof
agaceren irriteren, prikkelen
agame - hagedis
agami - trompetvogel
agape liefdemaal, vriendenmaal
agavacea - agave, sanseviera
agavasap - pulque
agavavezel sisal
agenda aantekenboekje, dagboek, dagorde, dagwijzer, kalender, lijst, notitieboek, zakboekje, zakkalender
agenderen boeken, inschrijven, noteren
agens ijs, kracht, medium, oorzaak, separaat, solitair
agent dealer, diender, gelastigde, gendarme, gezant, juut, klabak, lasthebber, politie, reizeger, rechercheur, rus, smeris, spion, tuut, verkoper, vertegenwoordiger, wetsdienaar, wout, zaakgelastigde
agent van politie bink, bobby, diender, flik, klabak, smeris, tuut, veldwachter
agentschap agentuur, dealer, depot, filiaal, kantoor
agentuur vertegenwoordiging
ageren aanvallen, agiteren, handelen, kampen, optreden, strijden, vechten, werken
agger naspui
agglomeraat agglutineren, opeenhoping, samenklontering
agglutineren samenklonteren
aggregatietoestand - gas, vloeistof
aggraviatie verergering, verzwaring
aggregatie aaneenvoeging, opneming,
agio opgeld
agiotage (beurs)speculatie, beursspel
agioteur speculant, geldwisselaar
agitant onrust
agitatie beroerte, gisting, onrust, opruiing, opwinding, spanning, sensatie
agitator demagoog, onruststoker, opruier,
roervink, volksmenner, volksmisleider, woelgeest,
(stromend)water, wind, golven
agiteren ageren, verontrusten
agnaten bloedverwanten, zwaardmagen
agnitie echtverklaring, erkenning
agon - wedstrijd
agonie doodsstrijd, zieltoging
agora - plaats
agorafobie pleinvrees
agrafe haak, kram spang
Agram Zagreb
agraricacea agaricus, amanita, champignon, lepiota, parasolzwam
agrariër akkerbouwer, akkerman, boer, farmer, kweker, landbouwer, landman, tuinder, veehouder
agrarisch landbouwkundig, landelijk, rustiek,
plattelands
agrarische maand bloeimaand, grasmaand, herfstmaand, hooimaand, lentemaand, louwmaand, oogstmaand, slachtmaand, sprokkelmaand, wijnmaand, wintermaand, zomermaand
agrement aanvaarding, boordsel, lint
agressie aanranding, aanval, aanvalsdrift, geweld
agressief aanvallend, opstandig, wild
agressieve hartstocht - aanval
agressor aanvaller, bedreiger
agricultuur akkerbouw, landbouw
agrimona boelkenskruid, leverkruid
agronomie landbouwkundig, uitroep
ahorn aak, eik, esdoorn
Ahwei, hoofdstad van Howei
Ai - aai, luiaard, luierik, uitroep
aidedecamp (generaal)adjudant
aigrette pluim, reigerkuif
aileron vleugelklep
aimabel aardig, beminnelijk, leuk, lief, vriendelijk, vrolijk
air houding, melodie, pose, schijn, stand, trots, uiterlijk, voorkomen, wijs
airco - ventilatie
Aisne, hoofdstad van het departement Laon
Aitholië hoofdstad van Missolongie
aizoacea lithope, sesuvium
ajour bij, opengewerkt
aju adè, adie, adieu, adios, ajuus, gegroet, saluut, tabee, vaarwel, vale
ajuin domkop, ui
ajuus - vaarwel
akant acanthus, berenklauw
akelig affreus, afstotend, bar, belabberdberoerd, ellendig, eng, erg, guur, lam, lamlendig, lammenadig, lelijk, luguber, miserabel, naar, naargeestig, onaangenaam, ongehoord, onguur, onwijs, rot, somber, ziekelijk, wee
akeligheid naarheid, narigheid
akelig meisje kreng, mispunt, nest, nuf, trut,
akelig mens ellendeling, engerd, être, miesgasser, mispunt, naarling
akelige jongen (snert, snot)aap, bengel, nozem, rekel, snotneus
akeling - secreet
aker eikel, (put)emmer(tje), ketel, kit, pan, puts, wateremmer
akker bouwland, enk, erf, es, grond, korenland, land, stoppelveld, veld
akkerbewerker egger, landbouwer, maaier, ploeger
akkerbouw agricultuur, landbouw, veldarbeid
akkerbouwgewas gerst, graan, haver, koren, mais, millet, rogge, rijst, tarwe, yam, vlas
akkerdistel stekel
akkeren eggen, ploegen
akkergewas - gerst, graan, haver, koren, mais, millet, rogge, rijst, tarwe, yam, vlas
akkergronden - enk
akkerland grond, veld
akkermaalshout hakhout
akkerman agrariër, boer, landbouwer, landman
akkermannetje kwikstaart
akkermuis - veldmuis
akkerpaardenstaart eunjer, heermoes
akkers - landerijen
akkerscheiding grens, sloot
akkervederdistel bezempje
akkervrucht noot, raap, radijs
akkerwinde aardwinde, binde
akkevietje boodschap, geval(letje), karwei(tje), kleinigheid, werk(je)
akkolade omarming
akon zijdekapok
akkoord aangenomen, afspraak, bestand, deal, entente, fiat, goed, harmonie, juist, kits, o.k., oké, okido, overeenkomst, overeenstemming, pact, regeling, schikking, samenklank, toegestaan, toegestemd, toestemming, verbond, vergelijk
akkoord juist, precies krek, toegestemd, verdrag
akoestiek geluidsleer
akon zijdekapok
akoniet monnikskap, wolfswortel
al kort geleden - alreeds
aks aaks, akst, bijl, hakbijl, strijdbijl
akte attest, bescheid, bewijsstuk, brevet, bul, daad, diploma, document, exploot, handeling, oorkonde, polis
akte attest, bedrijf, bewijsstuk, brevet, bul, contract, deel, diploma, document, geschift, minuut, oorkonde, patent, scéne, stuk, polis, wissel
akte van verzekering polis
aktief bezig, handelend, snel, vlug, werkend
al aai, alles, bereids, gans, gedurig, geheel, hoewel, luiaard, ofschoon, reeds
alaan voortdurend
Alabama, stad in Anniston, Bessemer, Birmingham, Ensley, Fairfield, Gadsden, Montgomery
Alagoas, hoofdstad van Maceio
a la minute accuut, dadelijk, direct, gelijk, meteen, nu, onmiddelijk, snel, spoedig, subiet, terstond, vlug
alant - berenklauw
alarm bel, beveiliging, brandmelding, consternatie, fluit, hoorn, kanon, klok, noodkreet, noodsein, noodsignaal, ontsteltenis, onrust, opschudding, paniek, rumoer, s.o.s., signaal, sirene, tumult, waarschuwing
alarmapparaat bel, claxon, fluit, hoorn, kanon, klok, noodklok, schel, sirene, stormklok, zoemer
alarmeren alarminstallatie, bijeenroepen, omroepen, roepen, samenroepen, verontrusten, waarschuwen, wekken
alarmerend zorgbarend, zorgwekkend
alarmfase - periode
alarmklok kreet, noodklok, stormklok, toeter
alarmsein s.o.s.
alarmsignaal kreet, sirene,toeter
alarmtoestel bel, fluit, klok, schel, sirene
Alaska, bevolkingsgroep in Aleoeten, Eskimo`s, Indianen
Alaska, gletsjer in Malaspinagletsjer
Alaska, hoofdstad van Juneau
Alaska, waar beroemd door werd Goldrush
alastrim amaas, (kaffer)pokken, variola
Alava, hoofdstad van Victoria
Albanese bevolkingsgroep Gegen, Ghegs, Tosken
Albanese erfelijke goederen ciftsliks
Albanese hoofdstad Tirana
Albanese koning Zog(oe )
Albanese militaire leengoederen spahiliks
Albanese munt frans, lek, quintar
Albanese politicus Hodzja
Albanese rivier Bojana, Drin, Seman, Shkumbin, Vijose
Albanese stad Durres, Elbasan, Korçe, Scufari, Shköder, Tirana, Tirane, Vlore
Albanese taal Gegisch, Shqip, Toskisch
Albanese voorvaderen Illyriërs
Albanese vorst mbret
Albanië Shqiprija
albast blank, licht, wit
albasten knikker allebas, alikas, basje, bastaard
albatros - stormvogel
albe koorhemd, mishemd, miskleed
albedil bedilal, bemoeial
albekoord lingel
Alberta, hoofdstad van Edmonton
albertusdaalder patacon
albezielingsleer panpsychisme
albino - kakkerlak, pigmentlozewitling, witteling
albino bunzing - fret
albino-vorm van bunzing - fret
Albion - Engeland, Schotland
album fotoboek, kaartenboek, plakboek, platenatlas, platenboek, verzamelboek
alcahueta - koppelaarster
alcahuete - souteneur
alcaloïde uit de braaknoot - brucine
alchimist - goudmaker
alcoholische drank -
3 ale, gin, rum, sec, wijn
4 arak, bier, mate, pils, port
5 cider, jajem, klare, vieux, wodka
6 absint, borrel, cognac, kummel, likeur, malaga, sherry, whisky
7 aquavit, campari, citroen, genever, jenever, kandeel, madeira
8 advocaat, anisette, armagnac, bockbier, bordeaux, vermouth
9 bourgogne, brandewijn, champagne, beaujolais
alcoholische drank uit rijst - arak, sake, saki
alcoholische dranken - spiritualia, spiritualiën, spirituosa
alcoholische mengdrank - cocktail
alcoholische vloeistof bier, brandewijn, drank, jenever whisky, wodka
alcoholische warme drank - punch
alcoholische warmwaterdrank - grog
alcoholisme - drankzucht
alcoholist - drinker, dronkaard, dronkeman, zuiper
alcoholtester - blaaspijpje
alcoholvrije drank -
3 sap
5 cacao, punch, ranja, tonic, water
6 grappa, koffie,
7 gazeuse
8 appelsap, limonade,
9 bessensap, bronwater, frisdrank, grenadine, karnemelk, sodawater
10 spuitwater, tomatensap
11 vruchtensap
13 mineraalwater
14 sinaasappelsap
alcyone - ijsvogel
aldaar daarzo, ginderginds, ib, ibid, ibidem
Aldabra-eilanden, een der - Aldabra, Assumptium, Astove
al dente gaar, klaar
aldoor - aaneen, aanhoudend, altijd, altoos, constant, gedurig, gestaag, gestadig, steeds, voortdurend
aldra aanstonds, algauw, alras, gauw, spoedig, snel, vlug , weldra
aldus - alzo, dus, ergo, evenzeer, ita, zo, zodoende, zozeer
al dwalende - dolend
ale - aal, bier, drank, eel
aleatoir - onzeker, wisselvallig
aleer - alvorens, eertijds, voor(dat), voorheen
alert attent, bijdehand, gevat, kien, levendig, oplettend, rad, snedig, uitgeslapen, vlug, waakzaam, wakker
alevel - echter, evenwelk, niettemin, ook, toch
alf berggeest, natuurgeest
alfa - begin, eerste, start
alfabet abc, letterreeks
alfabetisch register - index, klapper
algauw aldra, alras, haastig, ras, spoedig
alge wier, zeegras
algebra meetkunde, rekenkunde, stelkunde, wiskunde
algeheel - compleet, finaal, gans, ineen, integraal, totaal, volkomen, volledig
algehele bewusteloosheid - coma, flauwte
algehele heesheid - afonie, schor
algehele indruk impressie,
algehele ontmoediging - demoralisatie, demotivatie
algehele opschudding - alarm, paniek, rel
algehele verandering - ommekeer, omwenteling, peripetie
algehele verwarring - consternatie, ontreddering, paniek
algemeen - alledaags, alles, dienstig, gangbaar, gewoon, onbepaald, openbaar, ordinair, universeel
algemeen bekend - beroemd, berucht, notoir, openbaar, vermaard
algemeen gangbaar - geijkt
algemeen gelach hilariteit, lol, pret
algemeen voorschrift - canon, norm, zede
algemene angst - paniek, zenuwen
algemene bekensheid - publiciteit, openbaarheid
algemene loonsverhoging - loonronde, opslag
algemene maatschappij voor jongeren - amvj
algemene mislukking debâcle
Algemene Nederlandse Wielrijders Bond - anwb
algemene ouderdomswet - aow
algemene plotselinge angst paniek
algemene politie verordening - apv
algemene ramp - catastrofe
algemene regel - norm
algemene repetitie - generale
algemene toejuiching applaus, ovatie
algemene vergadering assemblée
algemene voorschriften a.v.
algemene volksziekte - pandemie
algemene ziekte epidemie
algen - wier
Algerije, hoofdstad van Algiers
Algerijns bergmassief Aures
Algerijns gewicht roti
Algerijns militair district Wilchaya
Algerijns moeras sjott
Algerijns schip xebec
Algerijns staatsman Ben BellaBoumediene
Algerijns zoutmoeras sepkah
Algerijnse bom knalerwt, smijtbom
Algerijnse dans - cancan
Algerijnse Fransman - piednoir
Algerijnse munt centime, dinar, franc
Algerijnse rivier Draa, Sjelif, Soumman
Algerijnse schrijver Feraoun
Algerijnse stad Akboe, Algiers, Annaba, Batwa, Besjar, Constantine, Daia, Gdjeh, Mesra, Oran, Reggone, Setif, Sig
Algiers, wijk van Agha, Belcoert, Kasbah, Koeba
algoderij pantheïsme
alhaast (al)dra, spoedig, weldra
alhage legering
alheid god(heid), heelal
al het volk - iedereen
alhier al, aldaar, e.v., hier, hoewel, hoezeer, ofschoon
alhoewel al, hoewel, hoezeer, ofschoon
alias anders, bijgenaamd, bijnaam
alibi bewijs, excuus, onschuld, reden
alibido onlust
aliënatie afstand, verpanding, vervreemding
alignement - rooilijn, kreukel
alikruik kreukel, krukel
alimentaire intoxicatie voedselvergiftiging
alimentatie betaling, levensonderhoud, toelage, verzorging, voeding
alimeter hoogtemeter
alismatacee - elisma, pijlkruid, waterweegbree
alinea - al
alizariën kraprood, meekrap
alizariën in alcohol alizarol
alk - duiker
alkali loogkruid, loogzout
alkaliciteit - caesium, kalium lithium natrium, rubidium
alkalivergiftiging alkalos(e)(is)
alkalimetaal - caesium, kalium, lithium, natrium, rubidium
alkaloïde uit de braaknoot brucine
alkoof bedstee, tussenkamertje, (slaap)vertrek
al kort geleden alreeds
alla hup, komaan, vooruit
allaniet orthiet
allanietvariëteit cerien
allebei alle beiden, twee, samen, tezamen
allebet almaar, telkens
alle bewoordingen - tekst
al correct - ok
alledaags algemeen, banaal, gangbaar, gemeen, gewoon(tjes), normaal, onbeduidend, ordinair, plat, saai, triviaal
alledaags gezegde banaliteit, cliché, gemeenplaats
alledaagse gang - sleur
alledag - dagelijks
alle dokumenten samen - dossier, stukken
allee avenue, dreef, komaan, laan, vooruit, wandelweg,
alleen afgescheiden, afgezonderd, afzonderlijk, apart, eenzaam, enig, enkel, louter, maar, mono, slechts, solitair, solo, verlaten, uitsluitend, zuiver
alleen bestaand enig, solist, uniek
alleen chocolade - puur
alleen gelaten - verlaten
alleen God de eer - sdg
alleenhandel monopolie
alleenhandel van de staat regie
alleenheerschappij absolutisme, autocratie, cesarisme, dictatuur, dispotisme, monarchie, monocratie, pantocratie, soevereiniteit
alleenheerser autocraat, despoot, dictator, dwingeland, keizer, monarch, monocraat, soeverein, tiran
alleen in zijn soort enig, uitzonderlijk, uniek
alleen maar slechts
alleenheid eenzaamheid
alleen in zijn soort enig, uniek
alleen optreden - dolo
alleenrecht monopolie, patent
alleenrecht voor publicatie copyright, kopierecht
alleens - eveneens, idem
alleenspel mono, solo, soli
alleenspraak monoloog
alleen staande klokkentoren campanile
alleenverkoop agentschap, monopolie, octrooi
alleenzang solo
alleen zijn eenzaamheid staand enkel, ongetrouwd
allebei beiden, samen
allegaar allemaal
allegaartje kliek, mengelmoes, mengeling, mengsel, potpourri, ratatouille, van alles, varia
allegaat aanhalig
allegatie levendigvlug, vrolijk
allegorie leenspreuk, zinspreuk
allegorisch zinnebeeldig
allegretto (muz) levendig, licht, opgeruimd, vlug
allegro (muz) levendig, snel
allelomorf alleel
allemaal allegaar, alleman, alle(n), alles, elkeen, ieder (een), tezamen
allemachtig akelig, bar, bliksems, buitenmatig, donders, drommels, duivel, enorm, erg, geweldig, intens, mirekels, ontiegelijk, sterk, uiterst, verrekt, vreselijk, waanzinnig, zeer
alleman elk, ieder(een)
alle mensen op de wereld - mensdom
allen allemaal, altegaar, altegader, altezamen, elk(een), ieder(een)
allen aanwezig - voltallig
allen van dat slag - tg
allengs gaandeweg, geleidelijk, gestaag, langzaam aan, langzamerhand, lieverlede, mettertijd, stilaan, temee, temet
allengs langzamer wordend rit, ritardando
allengs ophouden - aflaten
allenthalve - geheel
allen van dat slag t.q.
alleraardigst beeldig, enig, overaardig, schattig,
allerbest excellent, fraai, goed, mooi, opperbest, patent, puik, superbest,
allereerst vooraan, vooraf,
allergie atopie
allergische ziekte hooikoorts
allerhande allerlei, bont, van alles, varia, verschillende
allerijl, in haastig, snel, vlug
allerlei allerhande, bont, diverse, gemengd, mengelmoes, mixtum, van alles, varia
allerlei dor elkaar - gemengd
allerlei kleuren - bont
allerlei prullen - prullaria
allerlei voorwerpen van papier papeterie
allerliefst aangenaam, aardig, aimabel, beeldig, beminnelijk, enig, leuk, schattig , snoezig, verrukkelijk
allerliefst en fraai -mooi
allerminst geenszins, niets
allerwegen alom, overal
alles al, algemeen, allemaal, altegader, altezamen, geheel, som, totaal, totaliteit, volkomen
allesbehalve allerminst, geenszins
alles bijeen totaal
alles bij elkaar algeheel, complex, ensemble, totaal, al, geheel, samenstel
alles door elkaar allegaartje, mengsel,raapsel, rommel, samen(raapsel), troep
alleseter omnivoor, veelvraat
alles geleerd hebbende - volleerd
alles inbegrepen ai, inclusief
allesomvattend alin, geheel, universeel, volledig
alles overziende blik - arendsblik
alles ter meerdere ere van God O.A.M.D.G.
alles tezamen allemaal, geheel
alles verbruiken - opmaken
alles verloren blut, rut
alleszins absoluut, geheel, helemaal, volkomen
alle twee allebei, beide(n)
alle weggebruikers samen - verkeer
allezeilen bijzetten - volharden
alle zwemmende dieren nekton
alliage alligatie, allooi, amalgaan, brons, legering, mengsel, monel
alliantie band, federatie, bondgenootschap, bond, liga, unie, verbond
allicht makkelijk, natuurlijk, uiteraard
Allien, hoofdstad van het dep. Moulins
alliëren samensmelten, verbinden
alligatie legering, vermenging
alligator kaaiman, krokodil
alliteratie beginrijm, stafrijn
allocatie toewijzing
allocutie toespraak
allodium erfgoed, zonneleen
allochtoon - medelander
allogeen - vreemd
aloëbitter aloïne
alom overal
alomtegenwoordigheid omnipresentie
allonge blad, vel
allons komaan, toemaar, vooruit
allooi alliage, alligatie, gehalte, genre, kaliber, legering, niceau, slag, soort, waarde
allooi van munten gehalte, lega
allotriofagie pica
allround compleet, geheel, handig, kundig, totaal, ervaren, vakbekwaam, veelzijdig
alterrainbike fiets, rijwiel
allure gang, houding, manieren, stijl
allusie toespeling, zinspeling
alluviaal aangeslibd
allylalcohol propanol
alm alpenweide, bergweide
almaar aldoor, altijd, constant, gedurig, immer, onophoudelijk, permanent, staag, stadig, steeds, telkens, uitentreuren, voortdurend
almacht alvermogen, omnipotentie
almachtig omnipotent
almagregiet zinkosiet
almanak annuarium, dagwijzer, jaarboek, kalender
alme(d)e eveneens, evenzeer, idem, insgelijks, ook, tevens
almeteen direct, opeens
almogendheid - oppermacht
aloëbitter - aloïne
aloësoort - agave
aloïne aloëbitter
alom allerwegen, altijd, overal
alom bekend - algemeen, notoir, publiek
alom geroemd algemeen, publiek
alom heersende mening volkswil, wereldopinie
alomtegenwoordig omnipresent
alomtegenwoordigheid omnipresentie, ubiquiteit
alopecie haaruitval
alp berg
alpaca kunstwol, sergen
alpenbeklimmer alpinist
alpenbewoner Oostenrijker, Zwitser
alpenbloem edelweis(s)
alpenherdershut -sennhut
alpen, deel der Allgäu
Alpendier
4 gems
6 marmot
8 steenbok
9 alpenbeer, alpenkauw, muurloper, sneeuwuil
10 alpenkraai, lammergier, sneeuwhaas, sneeuwhoen, sneeuwmuis
11 gletsjervlo
12 alpenhagedis, vuurvogeltje
13 alpenheggemus, apollovlinder
14 alpenspitsmuis
15 alpengierzwaluw, alpensalamander
gletsjervlinder, hooggebergtemijt
alpen, een der Bernins, Jungfrau, Matterhorn, Mercantour, Ortier, Pelioux, Rheinwaldhorn, Tödi
alpenhuis chalet, sennhut
alpenhut - chalet
alpenkraai steenraaf
alpenmeer
8 Comomeer, Idromeer, Iseomeer, Maanmeer, Ortameer,
9 Ammermeer, Attermeer, Bielermeer,Bodenmeer, Chiemmeer, Gardameer, Traunmeer, Walenmeer,
10 Bielermeer
11 Walchenmeer, Wörthermeer
alpenmuts alpino(pet)
alpenpas
5 Balme, Furka, Loibi, Phyra
6 Albula, Berner, Flüela, Jaufen, Julier, Predil, Susten, Tauern,
7 Arlberg, Bernina, Brenner, Fernpas, Grimsel,
Oberalp, Ofenpas, Plöcken, Simplon, Splügen,
8 Gerlopas, Präbickl
9 Lukmanier, Semmering
10 Karawanken, Katschberg, Umbrailpas
12 Rottenmanner, Seefelderpas,
13 Grossglockner
alpenrivier Po, Rhône, Rijn
alpenroos - steenroos
alpenstok - bergstok
alpentop
3 Dom
4 Tödi
5 Adula, Eiger, Mönch
6 Ortles, Titlis
7 Ankogel, Berninz, Lyskamm, Pelioux,
8 Adamello, Alphübel, Balmhorn, Jungfrau, Wildhorn
9 Argentera, Breithorn, Hausstock, Marmolada, Weisshorn
10 Blümlisalp, Dammastock, Diablerets, Düssistock,
Fluchshorn, Matterhorn, Mercantour, Presanella,
Sustenhorn, Wetterhorn, Wildspitze
11 Bietschhorn, Rosengarten, Schreckhorn, Wildstrubel
alpentunnel
5 Pyhon, Tenda
6 Albula, Frejus, Githard, Ricken, Tauern
7 Arlberg, Simplon
8 Gotthard, Lötschen
10 Karawanken
alpenuitrustingsstuk bergschoen, houweel, ijshaak, ijshouweel, karabijhaak, klimspoor, muurhaak,
alpenweide alm
alpenzang jodelen
alpesdeHautProvence, hoofdstad van het dep. Digne
AlpesMaritimes, hoofdstad van het dep. Nice
alpha aanvang, begin
alphabet a.b.c.
alphabetisch register klapper
alphinisme bergsport
alpino baret, mutsje
alras aanstonds, aldra, binnenkort, dra, gauw, ras, snel, spoedig, temet, vlug, weldra,
alrede - bereids
alreeds al, bereids, reeds, toen
alruin mandragora(wortel), wichelares,
als daarbij, gelijk, (Eng) if, indien, ingeval, mits, qua, wanneer, zo, zoals
als boven a.b.
als aan ommezijde - ur
als aantekening - pn
als altijd - us
als bij toverslag ineens, onverwachts, opeens, plots
als bijzaak - terloops
als borg geven - belenen
als boven - ab
als brandstof verbruiken verstoken
als daar zijn - adz
als dan daarna, nog, toen
als een dictator dictatoriaal
als en dwaas - dwaselijk
als een harp (h)arpeggio
als een kwal - kwallig
als een opschepper poenig,
als een standbeeld statuesk
als een sul - sullig
als een vriend - amicaal
alsem absint, alst, bitter(kruid), koortskruid
als ereblijk - hc
als gast bijwonen hospiteren
als gast verblijven logeren
als God het wil Deo Volente (D.V.)
als het moet - desnoods
als het overige gelijk is - cp
als het ware ahw, quasi, kwasi, vrijwel
als het zeer doet - pijnlijk
als ik me niet vergis - nf
als in een roman romanesk
als laatste tenslotte
als maar aldoor, altijd, constant, permanent, steeds, voortdurend
alsmede alsook, benevens, daarenboven, evenals, eveneens, insgelijks, ook, tevens
als nog nog, erbij
alsof kwasi, quasi, schijnbaar
als onder a.o.
als onderpand nemen - belenen
als ook alsmede, benevens, evenals, eveneens, tevens
als op ommezijde - ur
als schapenvoeder gekweekt kruid pimpernel
als spook rondwaren - spoken
als steeds - us
aluminium - all
alst -alsem
alstoniet bromliet
alstroemeria Incalelie
alstublieft a.u.b., gaarne, s.v.p.
als van ivoor - elpen
als voren a.v., dito, hetzelfde, u.a.
als vuur lichtend - vurig
als waar erkennen - toegeven
als zodanig qua talis
alt altviool, zangstem, zangeres
altaar offerplaats, offertafel, outer
altaarblad retabel
altaarboek missaal
altaarbrood, gewijd antidoron, corporaal
altaardienaar akoliet, diaken
altaardoek antependium, dwaal, corporaal
altaarhemel baldakijn
altaar hof koor
altaar kast tabernakel
altaarkelk ciborie, ciborium
altaarlessenaar ambo
altaarnis absis, koornis
altaarschilderij retabel
altaarstuk retabel
al te ambitieus mens - streber
altegaarder allen, alles, gezamenlijk, samen, tezamen
altemaal - iedereen
altemet misschien, mogelijk, ook, soms
alterabel mutabel, onbestendigvariabel, veranderlijk, wisselend,
alteratie ontsteltenis, ontvoering
alternatie afwisseling, ruiling, wisseling
alternatief keus, keuze, voorrecht
altesamen allen, alles altegaar, gezamenlijk, samen
alteveren variatie, varieren, veranderen
althans altijd, altoos, immer, namelijk, tenminste, toch, welteverstaan
altijd aanhoudend, aldoor, almaar, althans, altoos, constant,
eeuwig, gedurig, geregeld, immer, permanent, semper, steeds, steevast, voorgoed, voortdurend
altijd bezige vrouw - balie
altijd door aanhoudend, alaan, almaar, permanent, staag, steeds, voortdurend
altijddurend aanhoudend, blijvend, eeuwig, eeuwigdurend, eindeloos, oneindig, immer, oneindig, voortdurend
altijd groene boom alkanna, ceder, den, hulst, laurier, naaldboom, spas
altijd groene eik - steeneik
altijd groene heester hulst, mirt(e)
altijd groene plant hulst, laurier, oleander, rosmarijn, rozemarijn
altijd groene struik - maretak
altijd maar door - alaan, staag
altijd thuis zitten - hokken
altist altzangeres, violist
altoos aanhoudend, aldoor, altijd, bestendig, constant, eeuwig, gestaag, gestadig, immer, konstant, onophoudelijk, permanent, perpetueel, staag, steeds, telkens, voortdurend
altoos durend eeuwig, oneindig, permanent
altruïsme onbaatzuchtigheid, naastenliefde
aluin dubbelzout, scheersteen
aluinsteen aluniet
aluminium al, legering, metaal
aluminiumdruk algrafie
aluminiumerts bauxiet
aluminiumlegering aldal, alpax, aludur, alumag, aluman, alusil, ardal, magnalium
alumnaat kostschool
alumnus kwekeling, leerling, student
aluniet aluinsteen
Alvader Odin, Opperwezen, Wodan
alvast al, reeds, voorlopig, voorshands
alvanaar alver
alvast voorlopig, voorshands
alveolaar blaasvormig
alver karper, moertje, nesteling, panharing, roofkarper
alvermogen almacht, omnipotentie
alvermogend - oppermachtig
alvleesklier pancreas
alvleesklier ontsteking pancreatitis
alvorens aleer, eer(dat), voor (dat), voorlopig, vroeger
alweder alweer, andermaals, nogmaals, opnieuw, overnieuw, telkens, weer, wederom
alwetend - machtig
alweter - waanwijze
alweterig pedant
alwijsheid pansofie
alziend oog God alzijdig allround, universeel
alzo aldus, daar, dus, evenzo, mitsdien, omdat, toen, zoals, zodanig, zodoende, zozeer
am min, zoogmoeder
amabile (muz) lieflijk, teder, teer, zoet
amalgaam legering, mengsel, versmelting
amalgeren legeren, samensmelten
amandel in de keelholte tonsil(la)
amandelbrood marsepeinamandelen en rozijnen - studentehaver
amandelkoekje makron, makaron
amandelmelk - orgeade
amandelpers - orgeade, spijs
amant - geliefde, minnaar, vrijer
amarant - purperkleur
amaril - polijststeen, slijppoeder, schuurpoeder, smergel
amateur - dillettant, leek, hobbyist, liefhebber
amateurfoto - kiekje
amateuristisch - onervaren
amazone - kunstrijdster, paardrijdster, ruiter
ambacht ambacht, ambt, baan, bedrijf, beroep, handwerk, métier, stiel, vak, werk
ambachtelijk deskundig, kundig, vakkundig
ambachtsheerlijkheid - baronie
ambachtsman aanbouwer, bouwvakker, glasblazer, goud-zilversmid, handwerksman, meubelmaker, monteur werkman
ambassade - gezantschap
ambassadeur afgezant, gezant
amber - barnsteen
ambiance - omgeving
ambiëren - streven
ambitie animo, aspiratie, eerzucht, lust, toewijding, ijver, werklust
ambitieus eerzuchtig, ijverig
Ambonees - zuidmolukker
ambrozijn - godenspijs
ambt - ambacht, baan, bediening, beroep, betrekking, dienst, emplooi, functie, job, officie, positie, post, professie, stiel, vak, werkkring
ambt van apostel - apostolaat
ambtelijke goedkeuring - ratificatie
ambtelijke inschrijving - regidtratie
ambtelijke loopbaan - carrière
ambtelijke mededeling bericht, brievenmail
ambtelijke onderzoek - inspectie
ambtelijke verslag - protocol
ambtelijke waarnemer - ijker
ambtenaar - administrateur, commies, functionaris,
klerk, notaris, ijker
ambtenaar aan een gezandschap - attaché, consul
ambtenaar aan het kadaster - landmeter
ambtgenoot - collega, confrater
ambt of baan - functie
ambtsaanvaarding - intrede
ambtsbroeder - collega, confrater
ambtsgebied - departement, district, kanton, rayon, ressort, perfectuur
ambtsgewaad - ornaat, robe, stola, toga
ambtshalve - e.o., e.p., r.o.
ambtsrust - emeritaat, pensioen
ambtsstaf - roede
ambtsteken insigne, keten
ambtstooi ornaat, toga
ambtswoning van de Amerikaanse president - Witte huis
ambtswoning van conciërge - conciërgerie
ambtswoning van de Franse president - Elysée
ambtswoning van geestelijke - pastorie
ambtswoning van Italiaanse president - Quirinaal
ambtswoning van koning - paleis
ambtswoning van de paus - Vaticaan
Ambten en beroepen, mannelijk -
3 abt, kok, nar
4 arts, beul, bode, boer, chef, gids, ober, paus, smid, tolk, ijker
5 agent, asman, baron, cadet, clown, drost, deken, etser, graaf, heier, imker, jager, kaker, kaper, klerk, lader, lakei, loods, loper, maler, meier, pater, pedel, prins, prior, rabbi, reder, spion, teIer, tsaar, vorst, waard, waker, wever, kruier, krijger, Kuiper, kweker, lapper, lasser, lector, leeman, leraar,
looier, losser, majoor, melker, melter, menner, metser,
monnik, pakker, perser, picolo, pikeur, piloot, ponser, porder,
preses, purser, rabbijn, rector, regent, schout, seiner, slager,
sloper, slijper, slijter, snijder, stoker, stuwer, tagrijn, temmer,
typist, venter, vilder, visser, voeger, weiman, zaaier, zanger,
zeeman, zetter
7 analis,t anatoom, arbiter, artiest, attaché, bankier, barbier,
bassist, beambte, bewaker, bioloog, broeder, brouwer, cellist, chefkok, chirurg, cineast, coupeur, coureur, curator, danseur,
dentist, dichter, dienaar, diender, diëtist, dominee, draaier,
drogist, drukker, drummer, ebenist, econoom, etaleur, firmant,
fourier, fraiser, friseur, fysicus, graveur, grimeur, grutter,
harpist, heibaas, hoboïst, hoekman, inkope,r kassier, kellner, koerier, kolonel, kommies, koopman, lampist, lansier, leurder, lijfarts,
manager, markies, masseur, matroos, medicus, meester, monarch, monteur, musicus, notaris, nuntius, oculis, olieman, oogarts, oorarts, opkoper, opmaker, overman, overste, pachter, pastoor, patroon, pianist, piccolo, planter, plotter, pompier, portier, pouller, prefect, prelaat, premier, rechter, recruut, ruwaard, schepen, scheper, senator, sjouwer, soldaat, spinner, spoeler, spuiter, stemmer, steward storter stroper strijker student tamboer tolbaas trainer, trimmer, tsarina, tuinder, tuinier, tuinman twijnder, uroloog, veearts, veeboer, veerman, vennoot, vicaris, violist, voerman, voorman, wachter, walbaas, werkman, witkiel, wijsgeer, ijscoman, zetbaas, zetboer, zoöloog
8 aannemer, acrobaat, actuaris, admiraal, adviseur, advocaat, afslager, agrariër, agronoom, akkerman, arbeider, bediende, behanger, bezorger, bisschop, bloemist, bootsman, botanist, breeuwer, burelist, chasseur, chemicus, corveeër, crasseur, criticus, croupier, dagloner, dirigent, dompteur, douanier, edelsmid, elerboer, embaleur, essayist, etnoloog, figurant, filmster, filoloog, filosoof, fluitist, grafboer, gendarme, generaa,l geograaf, gitarist, goudsmid, graficus, griffier, grossier, hoefsmid, hofmeier, hoornist, horloger, hotelier, hovenier, huidarts, huisarts, huisbaas, humorist, imitator, inpakker, jongleur juwelier, kaasboer, kamerlid, kanunnik, kapelaan, kapitein, kleiboer, koetsier, koksmaat, kolenman, kynoloog, laborant, légumier, Iinguist, lijfwacht, makelaar, marinier, melkboer, militair, minister, molenaar, muzikant, officier, omroeper, opleider, oppasser, opperman, opticien, opvoeder, opziener, organist, orgelman, pedagoog, pedoloog, perschef, postbode, pompgast, priester, promotor, prozaïst, puinbaas, quaestor, raadslid, raadsman, reiziger, repelaar, reporter, resident, rijknecht, schilder, schipper, schrijver, scribent, sergeant, siersmid, slachter, soigneur, speurder, stuurman, suppoost, taanbaas, tailleur, tandarts, taxateur, tekenaar, theoloog, tonelist, toreador, uitgever, vedelaar veekoper, veembaas, veenbaas, veenboer, verkoper, vertaler, viskoper, vocalist, wijnkopor, zakenman, zeerover
9 adelborst, alchimist, ambtenaar, antiquair, apotheker, architect, astroloog, astronoom, baanveger, baggelaar, baggeraar, baggerman, bankloper, barkeeper, beheerder, besteller, blokmaker, bookmaker, botanicus, bottelier, brigadier, cameraman, camioneur, cargadoor, catecheet, chauffeur, chirurgijn, componist, concierge, confiseur, conrector, corrector, costumier, couturier, dakdekker, detective, diplomaat, directeur, dokwerker, donkeyman, dramaturg, dijkwerker, etnograaf, executeur, exporteur, fabrikant, facturist, farmaceut, financier, fotograaf, fysioloog, gasfitter, genealoog, germanist, glazenier, grafoloog, handelaar, importeur, ingenieur, internist,kaaskoper, kaasmaker, kamerheer, kanonnier, kardinaal, kastelein, kerkvoogd, kolenboer, komediant, koppelaar, korporaal, kroegbaas, kwekeling, landdrost, landmeter, leidekker, literator, luitenant, lijkdrager, lijnslager, machinist, marconist, metselaar, minstreel, mosselman, mijnwerker, mytholoog, navigator, neuroloog, ombudsman, ontvanger, ontwerper, operateur, opzichter, ouderling, pakknecht, patholoog, patissier, paukenist, pelsjager, ploegbaas, politicus, preceptor, predikant, preekheer, president, procureur, professor, publiclst, puddelaar, pijpfitter, raadsheer, radioloog, rayonchef, recensent, redakteur,, regisseur, rentenier, skileraar, slotvoogd, socioloog, souffleur, speculant, spuitgast, stadvoogd, stoofsmid, stukadoor, stuwadoor, technicus, therapeut, timmerman, tollenaar, topograaf, trancheur, treinchef, t.v.-monteur, typograaf, uitdeuker, uitdrager, uitvinder, vakleraar, valkenier, veedrijver, veefokker, veehoeder, veehouder, verhuizer, verpleger, verzinker, voddenman, waarnemer, wachtsman, wegwerker, wethouder, winkelier, wolverver, zeilmaker, zendeling, zenuwarts
10 aanspreker, aardwerker, academicus, accountant, archivaris, assuradeur, badmeester, bandleider, bankwerker, beenhouwer,
beiaardier, bestuurder, beugvisser, beursagent, bevrachter, biersteker, biertapper, blikslager, boekbinder, boekhouder, bollandist, bontwerker, boomkweker, bootwerker, boswachter, brandwacht, buffetchef, caféhouder, cabaretier, calculator, calligraaf, cardioloog, cartograaf, cavalerist, chemigraaf, collecteur, colporteur, commandant, commandeur, conducteur, controleur, courantier, dansleraar, declamator, decorateur, detaillist, diamantair, dierenarts, discjockey, doodbidder, doodgraver, entomoloog, evangelist, examinator, expediteur, ezeldrijver, filatelist, filmacteur, filmspeler, gaardenier, geestelijke, geneesheer, glasblazer, goochelaar, goudzoeker,
gouverneur, graveerder, handelsman, handwerker, handzetter, harpoenier, harpspeler, herbergier, historicus, hofmeester hoofdagent hoogleraar, houthakker, houtvester, huisdokter, huisknecht, inspecteur, journalist, kachelsmid, karabinier, kerkleraar, kermisgast, keuterboer, kinderarts, kippenboer, kleerkoper, kleermaker, klepperman, klokkenist, klokluider, kluizenaar, koddebeier, koorzanger, kostwinner, kruidenier,
kuilvisser, kwakzalver, lakenkoper, lakenwever, landbouwer, lansknecht, leerlooier, leertouwer, Iibrettist, liftjongen, logopedist,
loodgieter, loopjongen, lorrenboer, maarschalk, magistraat, magnetiseur, marskramer, mecanicien, medewerker, melkslijter, modelmaker, nachtwaker, oberkelner, observator, obstetrist, ondernemer, onderwijzer, ovenbouwer, paleograaf, palfrenier, papyroloog, ponstypist, psychiater, psycholoog, pijpenmaker, quizmaster, rangeerder, reisleider, reparateur, rietdekker, ritmeester, robbejager, roerganger, scheepskok, schoolarts, secretaris, sjouwerman, slagwerker, smokkelaar, sorteerder, specialist, spekslager, speleoloog, stalhouder, staljongen, stalknecht, stenograaf, strowerker, stukwerker, tabaksboer, technoloog, telefonist, thaumaturg, thesaurier, tok houder tolgaarder, toonzetter, touwslager, trompetter, troubadour, tuinjongen, turfsteker, tijdopnemer, uitvoerder, varensgast, veengraver, verdediger, verhuurder, veterinair, vetsmelter, vice-consul, vliegenier, vlootvoogd, voetballer, voorganger, voorzanger, voorzitter, vuilsnisman, waarzegger, wafelbakker, wagenmaker, waterklerk, wegenwacht, wielrenner, winkelchef, ijzergieter, zielzorger, zilversmid, zoutzieder, zeepzieder, zwingelaar.
11 aardkundige, aartsdiaken, aartshertog, acquisiteur, ambassadeur, auctionaris, autobewaker, automonteur, autospuiter, baakmeester, baanwachter, bankbeambte, beeldhouwer, betonwerker, beulsknecht, bevelhebber, bezembinder, bierbrouwer, biochemicus, bloemkweker, blokwachter, boekdrukker, bomenrooier, bouwkundige, brancardier, broodbakker, broodventer, brugwachter, buikspreker, burgervader, chiropodist, clichémaker, commentato,r commissaris, confiturier, conservator, dameskapper, dansmeester, dekofficier, depothouder, dermatoloog, deurwaarder, eekschiller, ekwilibrist, electricien, fruitkweker, gareelmaker, garderobier, geweermaker, gezaghebber, godgeleerde, groenteboer, grondwerker, gynaecoloog, haarsnijder, haringkaker, heelkundige, heelmeester, heilgymnast, herenkapper, hofprediker, hotelhouder, hotelkruier, huidenkoper, huismeester, hutbediende, hypnotiseur, illustrator, impressario, industrieel, informateur, instructeur, kaapvaarder, kamprechter, kastenmaker, kerkdienaar, kermisklant, ketelbikker, ketelboeter, ketellapper, keurmeester, keursoldaat, kistenmaker, kolendrager, kolonisator, koorddanser, koperslager, leermeester, lexicograaf, lijstenmaker, magazijnchef, magnetiseur, mandenmaker, mattenmaker, metereoloog, meubelmaker, missionaris, modelbouwer, motordrijver, motorrenner, nageljongen, onderwijzer, operazanger, orgelbouwer , ornothiloog, orthodepist, paardenkoper, parelduiker, parelvisser, parlevinker, persattaché, pianoleraar, plaatsnijder, plaatwerker, postmeester, preparateur, propagandist, programmeur, pijpenlooier, raffinadeur, rechercheur, rentmeester, rozenkweker,
satijnwerker, scheepsarts, schildwacht, schoenmaker, schoolhoofd, schoonmaker seinwachter slotenmaker snelschrijver stalmeester standbouwer standwerker steenbakker steenhouwer stoffeerder straatmaker, straatveger, taalkundige, tafelwerker, tapijtwever, tegelbakker, tegelzetter, telegrafist, theeplanter, touwslager, translateur, turftrapper, valsemunter, varensgezel, vatenwasser, veldwachter, vellenkoper, venduhouder, vervrachter, verzekeraar, vioolbouwer, vioolspeler, vlasspinner, vleeshouwer, vrachtrijder, vrouwenarts, waagmeester, wafelbakker, waterschout, watervitter, weerkundige, wegenbouwer, werkmeester, wildstroper, zaalwachter, zeekapitein
12 aalmoezenier, accordeonist, armverzorger, bacterioloog,
bakkersgezel, balletdanser, bankbediende, banketbakker, beachermheer, boekverkoper, boerenknecht, boetprediker, bollenkweker, bordenwasser, borstelmaker, bovenmeester, , brandweerman, brillenmaker, burgemeester, caricaturist, conférencier, constructeur, dactylograaf, degenslikker, dierentemmer, distillateur, duivenmelker, fietsenmaker, flessenmaker, floormanager, functionaris, garagehouder, gedeputeerde, geldschieter, gemeentebode, gerechtsbode, gezagvoerder, gildemeester, gildepatroon, glazenwasser, grenswachter, handarbeider, handelsagent, handwerksman, haringpakker, havenmeester, helderziende, horlogemaker, hotelportier, huisbediende, huiseigenaar, huisschilder, incasseerder, installateur, jagermeester, kamerdienaar, kantoorklerk, kapelmeester, kapittelheer, kareelbakker, karikaturist, karrevoerder, kassenbouwer, kippenfokker, klarinettist, , koudslachter, kraandrijver, kunstschilder, landarbeider, letterzetter, lichtmatroos, likeurstoker, livreiknecht, lijkschouwer, messenslijper, metaalgieter, meteropnemer, muziekleraar, mijningenieur, nachtportier, neurochirurg, notarisklerk, orgeldraaier, orkestleider, paleontoloog, parkeerwacht, pasteibakker, pensionhouder, pianostemmer, polderjongen, politieagent, pompbediende, poolreizeger, pottenbakker, propagandist ,pruikenmaker, raadadviseur, radiomonteur, klokkenmaker, klompenmaker, koraalvisser, kornetblazer referendaris, restaurateur, theumatoloog, röntgenoloog, rubbertapper, rijksadvocaat, schaapherder, schade-expert, scharensliep, scheepsagent, scheepsklerk, scheikundige, schillenboer, schoenlapper, schrijnwerker, sigarenmaker, sluiswachter, snelschrijver, sneltekenaar, spuitmeester, stadhuisbode, stafofficier, steendrukker, stempelmaker, straatventer, straatzanger, strandjutter, strandvonder, stratenmaker, stuntvlieger, taalgeleerde, tabakskerver, torpedomaker, touroperator, tulpenkweker, turfschipper, uurwerkmaker, veehandelaar, veenarbeider, veerschipper, veldprediker, vendumeester, verificateur, verlofhouder, verslaggever, vice-admiraal, vishandelaar, vlagofficier, vrederachter, vrachtrijder, wagenmeester, wijnhandelaar
13 aan~eelhouder aardappelboer aartsbisschop autohandelaar
bakkersknecht, balletmeester, bankdirekteur, bedrijfsleider, betaalmeester, beursbediende, beurtschipper, boedelmeester, boekhandelaar, bonthandelaar, brillendokter, brillenslijper, broodbezorger, cabaretzanger, cinematograaf, commissionair, concertzanger, confectionair, correspondent, diamantslijper, diamantwerker, diamantzetter, douanebeambte, filiaalhouder, filmoperateur, filmproducent, flessenblazer, fotohandelaar,
garde-officier, geneeskundige, groentekweker, havenarbeider, hellebaardier, historiograaf, hoofdarbeider, hoofdofficier, huisbewaarder, huisjesmelker, hulpbesteller, jachtopziener, jeneverstoker, kaashandelaar, kabinetwerker, kantinehouder, kantonrechter, kaperkapitein, keldermeester, kinderrechter, koffieplanter, krantenjongen, krullenjongen, kunstschilder, ladingmeester, leeuwentemmer, letterkundige, liedjeszanger, lommerdhouder, lompengaarder, lompenkoopman, machinezetter, magazijnknecht, manufacturier, meesterknecht, mededirecteur, mederedacteur, melkhandelaar, metaaldraaier, middenstander, modeontwerper, muziekmeester, oliehandelaar, onderofficier, opvoedkundige, orkestmeester, paardenslager, pakhuisknecht,
pensionhouder, persfotograaf, pillendraaier, postbestelIer, postdirekteur, psychometrist, pijpenopsteker, radio-omroeper, ruimtevaarder, rijksambtenaar, salonbediende, schapenfokker,
schapenhouder, scharenslijper scheepsbouwer, scheepsexpert, scherprechter, schoenpoetser, schoolmeester, schout-bij-nacht, schriftkenner, slagersjongen, sponsenduiker, sponsenvisser,
stadsadvocaat, stoelenmatter, straatkoopman, tabaksplanter, tamboer-majoor, tandtechniker, taxichauffeur, tekstschrijver, tuinarchitect, turfschipper, vaartschipper, varkensfokker, verkeersagent, verloskundige, vice-president, voddenkoopman,
vuurwerkmaker, wederverkoper, zaakwaarnemer
14 aapjeskoetsier, adjunct-commies, administrateur, armenverzorger, autoverhuurder, beursspeculant, bibliothecaris, binnenschipper, bioscoophouder, boerenarbeider, boodschaploper, boterhandelaar, buffetbediende, concertmeester, consul-generaal, diamantslijper, electromonteur, filmverhuurder, frescoschilder,
fruithandelaar, fysiotherapeut, garnalenvisser, geconmitteerde, generaal-majoor, graanhandelaar, grondspeculant, groothandelaar, handelsattaché, hoofdambtenaar, hoofdredacteur, huisonderwijzer, hypotheekgever, hypotheeknemer, kleinhandelaar, kolenhandelaar, kunsthandelaar, legerpredikant, legioensoldaat, linnenjuffrouw, logementhouder, magazijnmeester, melkcontroleur, metaalbewerker, onderdirecteur, onderluitenant, oudheidkundige, paardenkoopman, pakhuismeester, parlementarier, pluimveehouder, postcommandant, putjesschepper, rodlohandelaar, rodiotechnicus, rechtsgeleerde, rijksaccountant, rijksarchivaris, rijschoolhouder, scheidsrechter, schriftkundige, schoolopziener, sergeant-majoor, sierkunstenaar, sluikhandelaar, soldaat-kommies, sportredacteur, straatmuzikant, tabaksmakelaar, terrazzowerker, toonkunstenaar, trambestuurder, tramconducteur, veilingmeester,
15 aardrijkskundige, advocaat-fiscaal, bouwvakarbeider, concessiehouder, detailhandelaar, diamantbewerker,
dierenhandelaar, effectenmakelaar, equipagemeester, gerechtsdienaar, geschiedkundige, geslachtkundige ,handelsbediende, handelsreiziger, harmonicaspeler, hoofdconducteur, hoofdinspecteur, hoofdonderwijzer, hypotheekhouder, instrumentalist, instrumentmaker, kamerverhuurder, kantoorbediende, kapitein-ter-zee,
kleinkunstenaar, kloosterbroeder, korpscommandant, kroniekschrijver, kunsthistoricus, landbouwkundige,
legercommandant logementhouder luitenant -ter-zee magazijnbediende, neurasthenicus, obligatiehouder, portretschilder, produktieleider, raadpensionaris, reclameschilder, reclametekenaar, rijwielhandelaar, scheepskapitein, spoorwegbeambte, straathandelaar, tabakshandelaar, tabaksimporteur, tandheelkundige, textielarbeider, treinconducteur, tuinbouwkundige, tussenhandelaar, varkensslachter, vicaris-generaal, woninginrichter, ziekenverpleger, zuivelconsulent
16 adjunct-directeur, admiraal-generaal, advocaat-generaal, auditeur-militair, brievenbesteller, ceremoniemeester, fietsenbewaarder, electrotechnicus, evangeliedienaar, fabrieksarbeider, geluidstechnicus, geschiedschrijver, grootindustriee,l horoscooptrekker, huwelijksmakelaar, kapitein-adjudant, kapitein-generaal, kostschoolhouder, lantaarnopsteker, lantarenopsteker, loco-burgemeester, logementhouder, luitenant-kolonel, ondercommissaris, opperbevelhebber, oppergezaghebber,
plaatscommandant, procuratiehouder, rijwielhersteller, scenarioschrijver, scheepstimmerman, schoolinspecteur, schoorsteenveger, sectie-commandant, sigarenfabrikant, staatssecretaris, theaterldirecteur ,victualie-meester, vuurtorenwachter
17 assistent-resident, bestuursambtenaar, bestuursassistent,
bloembollenkweker, brigadecommandant, cavalerie-officier, çlirecteur-generaal, divisiecommandant, gemeenteambtenaar, gemeenteontvanger, gevangenbewaarder, kapitein-ingenieur, kapitein-luitenant, lanbouwingenieur, lanbouwconsulent,
landschapschilder, luitenant-adjudant, luitenant-admiraal, luitenant-generaal, noordpoolreiziger, opperwachtmeester, ordonnansofficier, politie-inspecteur, procureur-generaal, scheepsbevrachter, tuinbouwconsulent, veeteeltconsulent, vertegenwoordiger, verzekeringsagent
18 adjunct-commissaris, artillerieofficier, aspirant-controleur, assistent-apotheker, belastingconsulent, boodschappenjongen, catechiseermeester, evangelieprediker, gemeentearchivaris,
gemeentesecretaris, gouverneur-generaal, hypotheekbewaarder, inspecteur-generaal, karikatuurtekenaar, luitenant-ingenieur, politiecommissaris, rechter-commissaris, scheepsbouwkundige, secretaris-generaal, substituut-griffier, substituut-officier
19 apothekersassistent, bataljonscommandant, binnenhuisarchitect, commies-verificateur, commissaris-generaal, compagniecommandant, districtscommandant, gezantschapsattaché, ontdekkingsreiziger, regimentscommandant, substituut-procureur
20 begrafenisondernemer, boordwerktuigkundige, districtscommissaris, garnizoenscommandant, handelscorrespondent, oorlogscorrespondent, voordrachtkunstenaar, waterstaatsingenieur
21 adjudant-onderofficie, adjunct-administrateur
22 gezantschapssecretaris, gouvernementsambtenaar, scheepswerktuigkundige, volksvertegenwoordiger
23 kapitein-kwartiermeester
24 luitenant-kwartiermeester
26 arrondissements-commissaris
29 arrondissements-schoolopziener
ambten en beroepen, Vrl
3 non, min
4 hoer, meid
5 baker, minne
6 agente, boerin, kokkin, pilote, zuster
7 actrice, artiste, barones, cheffin, docente, hofdam, hospita, juriste, kapster, lerares, modiste, pakster, porster, prinses, priores, typiste, waardin
8 acrobate, advocate, analiste, breister, cassière, celliste, coupeuse, danseres, danseuse, dentiste, dienares, dietiste, dokteres, drogiste, elnologe, filmster, firmante, geograve, harpiste, herderin, juffrouw,
kamenier, kelnerin, koningin, kookster, kopiiste, manicure, naaister, ouvreuse, pedagoge, pedicure, pianiste, ponseuse, serveuse, spinster, studente, theologe, violiste, voedster, wasvrouw, werkster, zangeres
9 adviseuse, astrologe, astronome, ballerina, bureliste, caissière,
coiffeuse, dichteres, dirigente, fluitiste, fotografe, gitariste, grafologe, huisvrouw, kookvrouw, koopvrouw, kostvrouw, laborante, mannequin, markiezin, molenarin, mosselwijf, neurologe, organiste, radiologe, sociologo, soubrette
spoelster, stripster, strijkster, tailleuse, tekenares, vocaliste, wijkzuster
10 ambtenares, arbeidster, architecte, bewaakster, calligrafe, cardiologe, chauffeuse, componiste, costumiière, dienstbode, directrice, dramaturge, fabrikante, facturiste, inkoopster, interniste, keu kenmeid, komediante, koorzuster, kwekelinge, lokettiste, melkrneisje, omroepster, predikante, psychologe, publiciste, raadsvrouw, regisseuse, schilderes, schrijfster, scriptgirl, souffleuse, stenografe, stewardess, strijkvrouw, vroedvrouw, zendelinge
11 colportrice, conductrice, controleuse, danslerares, decoratrice,
detailliste, filmactrice, gouvernante, inspectrice, journaliste, kamermeisje, kasteleinse, logopediste, metereologe, ontwerpster, pianolerares, ponstypiste, redactrice, serveerster, telefoniste, uitgeefster, verkoopster, vertaalster, waarzegster
12 ambassadrice, archivaresse, bacteriologe, bellenmeisje,
boekhoudster, bontwerkster, caféhoudster, chansonniere, chiropodiste, dameskapster, declamatrice, dienstmeisje, ekwilibriste, examinatrice, groentevrouw, handwerkster, heilgymnaste, huishoudster, huisnaaister, informatrice,
instructrice, juwelierster, kaartlegster, kamenierster, kantwerkster, keukenmeisje, kindermeisje, linnenmeisje, onderwijzeres, orhopediste, pompnaaister, rheumatologe, scheldsvrouw,
secretaresse, steno-typiste, verdedigster, verpleegster, vlasspinster
13 ateliermeisje, beeldhouwster, bloemenmeisje, hotelhoudster, illustratrice, keukenprinses, koorddanseres, koppelaarster, marketenster, operazangeres, persfotografe, pottenbakster, propagandiste, taillewerkster, verloskundige
14 balletdanseres, beschermvrouwe buffetjuffrouw, correspondente, fabrieksmeisje, herbergierster, hoedenmaakster, huisbewaarster, kinderjuffrouw, kleuterleidster, kloosterzuster, koffiejuffrouw, linnenjuffrouw, marktkoopvrouw, nettenboetster, pensionhoudster, schoonmaakster, toiletjuffrouw, verkeersagente, winkeljuffrouw
15 administratrice, concertzangeres, costuumnaaister, filiaalhoudster, kleuterleidster, pensionhoudster, speldenwerkster, verslaggeefster, wijkverpleegster
16 blbllotheoaresse, instrumentaliste, kamerverhuurster
17 garderobejuffrouw
18 fabrieksarbeidster
19 belastingconsulente.vertegenwoordigster
20 apothekersassistente binnenhuisarchitecte
21 voordrachtkunstenares
22 schoonheidsspecialiste
24 bewaarschoolonderwijzeres
ambulance - ziekenauto
ambulant - lpoend
amechtig - hijgend, kortademig
amen - slotwoord
amendement motie, voorstel
amenderen - veranderen, verbeteren, corrigeren, wijzigen
amer - houtskool
Amerika - U.S.A.
Amerikaan - Yankee
Amerikaans café - saloon
Amerikaans dier bizon, sjerk, coyotte, jaguar, kariboe, los, opossum, poema, pronghorn, skunk, stinkdier, wasbeer, wasdier, wyandotte, zakmuis,(rat),
Amerikaans echtscheidingsplaats Reno
Amerikaans gerecht hamburger
Amerikaans gebouw wolkenkrabber
Amerikaans gewicht cental
Amerikaans hazardspel - bingo
Amerikaans knaagdier zakmuis
Amerikaans land zie: land in Amerika
Amerikaans landgoed ranch(o)
Amerikaans meer Athabaska, Bovenmeer, Eriemeer, Michiganmeer, Winnipegmeer
Amerikaans politiehoofd sheriff
Amerikaans rendier Kariboe
Amerikaans reuzengebouw - wolkenkrabber
Amerikaans roofdier los
Amerikaans ruimtevaartuig Gemini
Amerikaans ultra rechts genootschap K.K.K.
Amerikaans voetbal soccor
Amerikaans volkslied Yankee doodle
Amerikaans worden veramerikaniseren
Amerikaanse badplaats Miami
Amerikaanse boer farmer, racher
Amerikaanse boswachter forester, ranger
Amerikaanse buffel - bizon
Amerikaanse burgeroorlog secessieoorlog
Amerikaanse cactus nopal
Amerikaanse cederboom sequoia
Amerikaanse componist Barber, Berlin, Bernstein, Cadman, Cage, Carpentier, Copland, Corvell, Diamond, Gershwin, Goldmark, Ives, Janssen, Kern, Menotti, Yyes,
Amerikaanse dans cakewalk, charleston, foxtrot, madison, rag, rock, shimmy, twist
Amerikaanse echtscheidingsplaats - Reno
Amerikaanse filmmaatschappij M.G.M.
Amerikaanse filmprijs Oscar
Amerikaanse Föhnwind chinook
Amerikaanse geheime dienst CIA
Amerikaanse goudmunt - eagle
Amerikaanse grasvlakte pampa, prairie
Amerikaanse havenstad Boston, Houston, Newhaven, New Orleans, Norfolk, Oakland, Seattle, Washington
Amerikaanse hoeve - rancho
Amerikaanse houtsnip tjerk, tureluur
Amerikaanse inboorling Eskimo, Indiaan
Amerikaanse inlichtingendienst C.I.A., F.B.I.
Amerikaanse kip wuandotte
Amerikaanse klarinettist Goodman
Amerikaanse leeuw Poema
Amerikaanse literator
3 Poe
4 Agee, Buck, Otis, Shaw, West, Wouk
5 Cablemanegehouder, marechaussee marktkoopman, Corso,
Crane, Frost, Harte, James, Jones, Lewis, Morre, Paine,
Pound, Riley, Twain
6 Barlow, Cabell, Capote, Cookes, Cooper, Harris,
Irving, Lanier, Mailer, Miller, Norris, Wilder
7 Aldrick, Baldwin, Dreiser, Emerson, Wallace,
Whitman
8 Faulkner, Melville, Mitchell, Sinclair, Turnbull
9 Hemingway, Steinbeck,
Amerikaanse luchtvaartmaatschappij EAL, P.A.A., P.A.N.A.M., WAL
Amerikaanse ministerie van defensie Pentagon
Amerikaanse munt eagle, dime, dollar, quarter
Amerikaanse natuurkundige Bell, Edison
Amerikaanse oude cultuur Inkas, Mayas, Pueblos, Quichuas, Tolteken
Amerikaanse paardenfokker - ranchero
Amerikaanse prairiewolf coyote
Amerikaanse president
4 Adam, Ford, Polk, Taft
5 Adams, Grant, Hayes, Nixon, Tyler
6 Carter, Hoover, Kinley, Monroe, Pierce, Tayler,
Truman, Wilson
7 Harding, Jackson, Johnson, Kennedy, Lincoln,
Madison
8 Buchanan, Coolidge, Fillmore, Garfield, Harrison
9 Cleveland, Jefferson,, Rooseveld,
10 Eisenhouwer, Washington,
Amerikaanse reuzenboom mammoetboom
Amerikaanse rivier Alabama, Arkansas, Brazos, Colorado, Columbia, Gila, Hudson, Humboldt, Mississippi, Missouri, Ohio, Pecos, Sabine, Sacramento, Saskatchewan,Savannah, Susquehanna, Tennesse, Yellowstone,Yukon
Amerikaanse satelliet Telstar
Amerikaanse schilder Chase, Ernst, Fuller, Hickos, Homer,
Hunt, Innes, Melchers, Morau, Mosler, Mount, Robinson, Sargent, Wood
Amerikaanse schrijver Albee, Capote, Erskine Faulkner, Hemingway, Keller, Miller, O`Neill, Poe, Sinclair, Steinbeck, Thunder, Twan, Williams
Amerikaanse sekte quakers, Mormonen
Amerikaanse staat Alabama, Alaska, Arizona, Arkansas,
Californië, Colorado, Connecticut, Delaware, Georgia, Hawaii,
Idaho, Indiana, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Maryland, MassaMchusetts, ichigan, Minnesota, Missesippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New York, NewHampshire, North Dakota, Noth Carolina, Ohio,Oklahoma, Oregon,Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South Dakota, Tennessee, Vermont, Virginia, Washington, West Virginia, Wisconsin, Wyoming
Amerikaanse staatsman Eisenhower (Ike), Franklin, Johnson, Kennedy, Lincoln, Roosevelt, Truman, Washington, Wilson
Amerikaanse stad - zie stad in Amerika
Amerikaanse stank - vato
Amerikaanse statisticus Gallup
Amerikaanse stapdans foxtrot
Amerikaanse tijger jaguar
Amerikaanse uitvinder Edison, Lewis, Morse,
Amerikaanse universiteit Berkeleij, Columbia, Cornell, Harvard, Princetown, Stanford, Wisconsin, Yale
Amerikaanse vallenzetter - trapper
Amerikaanse veeboer Blandero, farmer, rancher
Amerikaanse veefokkerij - ranch
Amerikaanse veeknecht cowboy
Amerikaanse vis amia, lepodorteus
Amerikaanse vogel kalkoen, kolibrie
Amerikaanse voorstander van integratie - King, Meredith
Amerikaanse wolf - coyote
Amerikaanse zender N.B.C.
amerij - ogenblik
amethist, groene chrisopaan, praseoliet, prasinide
ametrie wanverhouding
ameubelement - meubilair
amfibie (boom) (buidel) kikker, kikvors, olm, pad, pipa, salamander, vroedmeesterpad, watersalamander
amfigeen tweeslachtig
amfie dubbel, rond, rondom
amfioen opium
amfoor bak, kan, kruik, vat
amfora - kan
ami - vriend
amiant asbest, steenvlees
amicaal bevriend, eigen, hartelijk, vriendschappelijk
amica manu (op een adres ) - am
amice gabber, gezel, kameraad, kornuit, maat, makker, vriend
amict humoraal
amidozwavelzuur sulfamidezuur
aminobenzeen aniline
amminecomplex amoniakaat
ammonia vliegop
ammoniak vlugzout
ammoniakverbinding amine, amonia
ammoniakzout salmiak
ammonium - chloor
ammoniumcarbonaat vlugzout
ammoniumchloride salmiak
ammoniumnitraat - an
ammoniumsulfaat sulfa
amnesie geheugenverlies
amnestie kwijtschelding
amnion lamsvlees, vruchtvlees
amoebe slijmdiertje
amoebesoort dubia, proteus
amok nijd, opschudding, razernij, woede
amoniazijnzuur glycine
Amor Cupido, Eros
amoreel immoreel, slecht, verdorven, zedeloos
amorf log, vormloos
Amoristische godheid Dagan, Dagon
amortiseren delgen
amotie afbraak, ontslag, sloop
amorveren ontvreemden, ontzetten, slopen
amourette liefdesavontuur, minnarij
amoveren - slopen
ampel breed(voerig), omstandig,overvloedig, uitgebreid, wijd(lopig)
amper bijna, eventjes, krap, moeilijk, nauwelijks, node, pas zuur, schraag, ternauwernood
ampère amp.
ampèreseconde coulomb
ampère-uur - ah
ampex - band
amplitude modulatie - am
ampul buisje, flesje, flacon, kruik(je), schenkkan (netje)
amputatie van een arm brachiotomie
amputeren afzetten, couperen
Amrum, badplaats op Nabel, Norddorf, Wittdün
Amsterdam - mokum
Amsterdam, gebouw in RAI
Amsterdam, plein in Dam
Amsterdam-Rotterdam Bank - amro
Amsterdam, straat in Amstel, Singel, Spui,
Amsterdam, wijk in Dapperbuurt, Jordaan, Kattenburg, Pijp, Wittenburg
Amsterdams peil A.P.
Amsterdamse school, schilder behorende tot de Alebé, Breitner, Israëls, Karsten, Witsen
amulet afweermiddel, fetisj, mascotte, talisman, totem
amusant geestig, geinig, genoeglijk, grappig, lollig, onderhoudend, plezierig, vermakelijk
amusant kort verhaal - anekdote
amusement afleiding, lol, ontspanning, pret, recreatie, tijdverdrijf, vermaak, vertier, verstrooiing, vertier, verzet
amusementsbedrijf showbusiness
amuseren vermaken
amyl zetmeel
amylaicohol pentanol
anabaptist wederdoper
anacardiacee azijnboom, cotinus, rhus, sumac
anachoreet asceet, heremiet, kluizenaar
anacrotie hefpols
anaemie bloedarmoede
anaesthesie gevoelloosheid
anafrodisie frigiditeit
anagallis guichelheil
anagram letterkeer, wisselwoord, woordwisseling
analist(e) laborant(e), onderzoeker, scheikundige
analogie overeenkomst, overeenstemming
analoog overeenstemmend, soortgelijk
analyse onderzoek, ontleding
ananasbes duindoorn, kattedoorn
ananasvezels, weefsel van pinas
anapest versvoet
anarchie chaos, jamboel, regeringloosheid, rotzooi, wanorde
anasarka huidasterzucht
Anatolië, stad in Adama
anatomie ontleedkunde
anatto orleaan
Andalusië, oude naam van Baetica
Andalusië, provincie in Almeria, Cadex, Cordoba, Granada, Huelva, Jaen, Malaga, Sevilla
andalusiet macle
Andalusische muziek, vorm van carceleras, copla, martinete, polo, saetas, seguiriya, solea
Andalusische zigeunerdans flamenco
andante (muz) langzaam, rustig
ander - nieuw
andere naam alias, pseudoniem, schuilnaam
andere naam voor Adrianopel Ipsala
andere naam voor Amsterdam Mokum
andere naam voor Apollo Delius, Phoebus
andere naam voor Artemis Diana
andere naam voor Aurora Eos
andere naam voor Beieren Bavaria
andere naam voor Bretagne Armorica
andere naam voor Constantinopel Istanboel
andere naam voor Cupido Amor, Eros
andere naam voor Danzig Gdansk
andere naam voor Demeter Ceres
andere naam voor Edom Ezau
andere naam voor Eindhoven Lichtstad
andere naam voor Engeland Albion, Brittannia
andere naam voor Ethiopië Abessinië
andere naam voor Ezau Edom
andere naam voor Frankrijk Gallië
andere naam voor Griekenland Hellas
andere naam voor Göteborg Gothenburg
andere naam voor Hellespont Bosporus, Dardanellen
andere naam voor Heracles Hercules
andere naam voor Hongaar Magyaar
andere naam voor Ierland Eire, Erin
andere naam voor India Hindoestan
andere naam voor Israël Palestina
andere naam voor Istanboel Byzantium, Constantinopel
andere naam voor Leeuwarden Ljouwert
andere naam voor Malta Milette
andere naam voor NieuwGuinea Irian
andere naam voor Noach Noë
andere naam voor Odin Wodan, Alvader
andere naam voor papegaai - lorre
andere naam voor Parijs lichtstad
andere naam voor Perzië Iran
andere naam voor Siam Thailand
andere naam voor Spanje en Portugal Iberië
andere naam voor Sneek Snits
andere naam voor Texel Tessel
andere naam voor Thailand Siam
andere naam voor Turken Osmanen, Ottomanen
andere naam voor Twente Tubantia
andere naam voor Zwitserland Helvetië
anderen overtreffen - uitmunten
andere vorm mutatie, variant
andere zijde keerzijde, overkant, overzijde
anderhalve gulden - daalder
andermaal anderwerf, bis, nog, nogeens, nogmaals, opnieuw, wederom, weerom, weer
andermaal) herhaaldelijk, telkens
anders alias, aliter anderszins, apart, bijzonder, different, gewoonlijk, origineel, verschillend, veranderd, verscheiden
andersdenkende dissident
anders genaamd alias
anders gezegd alias, oftewel
anders kleden omkleden, verkleden
anders maken - veranderen
andersom daarentegen, omgekeerd, (in)tegendeel, tegen (over), tegenovergesteld,
Andes, Indianen wonend in de Andinen
Andes, top in de Aconcagua, Antisana, Cayambe, Chimborazo, Choco, Colon, Cotopaxi, Cristobal, Huascaran, Huila, Illampu, Ilimani, Sajama, Sangay
Andes, vulkaan in de Antisana
andoorn stachys
Andorra, hoogwaardigheidsbekleder in enrahonador, syndicus, viguler
Andreaskruis sautoir
androfilie mannenliefde
androgynie tweeslachtigheid
androïde robot
Andromieden Biediden
andijvie, wilde askruid
anekdote mop, grap
anekdotisch verhaal met zedenleer apoloog
anemie bloedarmoede
anemoscoop windvaan
anerosie frigiditeit
aneta persbureau
aneurine thiamine
angel haak, kafnaald, slangentong, steekorgaan, stekel, weerhaak, vishaak,
angelroede hengel
angelustorentje juffertje
angina benauwdheid, keelziekte
angiopasmus vaatkramp
angiospermen bedektzadigen
angitis vasculitis
Anglesey, hoofdstad van Llangefni
Angola, bevolkingsgroep in Bakongo, Mboendoe
Angolees district Bié
Angolese enclave Cabinda
Angolese haven Luanda
Angolese hoofdstad Luanda
Angolese hoogvlakte planalto
Angolese munt angolaz
Angolese stad Benguela
Angora Ankara
angorageit Mohairgeit
angoraweefsel mohair
angst bangheid, benauwdheid, , bibberatie, fobie, kommer, ongerust, onrust, ontsteltenis, peine,penarie, rats, schrik, schroom, vrees, zorg
angst, jonge of lichte - angostura
angst aanjagen - beangstigen
angstaanjagend angstwekkend, eng, griezelig
angstaanjagend geluid gebrul, gehuil
angstdroom - nachtmerrie
angstgevend bevreesd, ongerust
angstig bang, beangst, bedeesd, beducht, benauwd, bevreesd, bleu, blo (de), huiverig, kleinhartig, onrustig, panisch, schuw, schril, scrupuleus, verlegen, verschrikt, vervaard, zenuachtig
angstkreet gil, noodkreet
angstvallig beangst, behoedzaam, bedeesd, nauwgezet, precies, pietluttig, schroom, scrupuleus, stipt, voorzichtig, zorgvuldig
angstverwekkend droombeeld fantoom, nachtmerrie
angst voelen - vrezen
angst voor afgesloten ruimten claustrofobie
angst voor dieren zoöfobie
angst voor eenzaamheid monofobie
angst voor grote hoogte acrofobie
angst voor menigte ochlofobie
angst voor onweer astrofobie
angst voor open ruimte agorafobie, pleinvrees
angst voor vreemden scenofobie, xenofobie
angst voor vuur pyrofobie
angst voor water hydrofobie, watervrees
angstwekkend griezelig, gruwelijk, luguber, schromelijk, ijzig, zorgelijk
angstwekkend droombeeld fantoom, nachtmerrie
anguantibo beermaki
angulair hoekig
Angus, hoofdstad van Forfar
aniani rijstmesje
anijsmelk - melkdrank
anima levensgeest, ziel
animaal dierlijk
animeren aanmoedigen, aansporen, opwekken, verlevendigen, stuwen
animato (muz.) levendig, opgewekt, vrolijk
animator aanmoediger, doorzetter, gangmaker, stuwer
animo bezieling, elan, fut, geest (drift), lust, trek, ijver, zin, lust
animeermeisje - barmeisje
animeren aanmoedigen, opwekken, stuwen
animo ambitie, bezieldheid, bezieling, drift, elan, enthousiasme, fut, geest(drift), interesse, kooplust, levendigheid, liefhebberij, lust, opgewektheid, puf, trek, vraag, ijver, zin
animo om te kopen kooplust
animositeit afgunst, naijver, vijandigheid, wedijver
animos (muz.) bezield, levendig
animus bezieling, geest, wilsstreven
anjelier angier, anjer
anjelierachtige plant anjelier, duizendschoon, silene
anjer filet
anjerachtige sierplant - prikneus
Anjou, hoofdstad van Angers
ank kolk, plas
Ankara Angora
anker dreg, haak, weerhaak
ankerage ankeren, havengeld, meren
ankerdeel
2 as,
3 arm, kom,
4 blad, hals, hand, harp, neut, ring, stok,
5 borst, druif, kruis, lepel, vloei
7 roering, schacht,
8 schouder,
ankeren - meren
ankergat kluisgat
ankergerei grondtakel
ankerhand ankerblad, vloei, wem
ankerkabel tros
anker met ankersleutel schootanker
ankeriet - bruinspaat
ankerkabel - tros
ankerplaats baai, kust, rede, ree
ankerpunt wem
ankersleutel schotel
ankersteek - klens
ankertouw greling, kabel, kabelaring, kabelaring, kabellarga, tros, tui
anker van een motor - rotor
ankervoering billboard
anklet kous, sok
ankylostomiasis mijnwormziekte
annabergriet nikkelbloem
annalen jaarboek (en), kroniek
annalist geschiedschrijver, jaarboekschrijver
annex aangrenzend, belendend, bijhorend, naast
annexatie aanhechting, inlijving, grenscorrectie
anni currentis - ac
annihilatie vernietiging, nietigverklaring
anno - ao
anno ante Christi - ac
anno domini - ad
anno futuro - af
anno mundi - am
annonacea annona, cananga, monodora, xylopia
annonce aanbieding, aankondiging, advertentie, bekendmaking, bericht, bod, mededeling
anno passato - ap
anno sancto -as
annotatie aantekening, noot
annueel jaarlijks
annuleren afbestellen, afzeggen, intrekken, herroepen, vernietigen
anodiseren eloxeren
anomatie abnormaliteit, afwijking
anoniem naamloos, onbekend, ongetekend, n.n.
anonymus N.N. (Nomen Nescio)
anode electrode, pluspool
anomalie afwijking, onregelmatigheid
aniniem naamloos, onbekend, ongetekend
anonieme telefonist - hijger
anorak - parka
ansicht prentbriefkaart
ansjovis achtige vis arenvis, melet
antagonisme tegenstreving, tegenwerking
Antarctica - Zuidpool
antarctis zuidpoolgebied, antarctica
Antarctica, deel van Grahamsland, Victorialand
Antarctica, dier levend in bultrug, krabeter, pinguïn, potvis, stormvogel, vinvis, weddelzeehond, zeeluipaard, zeeolifant, zuidpoolkip
Antarctica, plant groeiend in azorella, empetrum, lichanen, mossen, nothofagus
ante kolom, pilaar, hoekpijler, voor, wandpilaster, zuil
ante meridien - am
antenne ontvangdraad, radiomast, spriet, tastspriet, tentakel, voelhoorn, voelspriet
antenne, deel van dipool, director
antennevoedingslijn feeder
anterieur ouder, voorafgaand
anthologie bloemlezing
anthrax miltvuur, negenoog
anti antirevolutionair, contra, (er)tegen(over), versus
antibioticum actidion, bacitracine, circuline, kanamycine, mystatine, peniciline, perimycine, pyromycine, streptomycine, tetracycline
antichambre voorvertrek, wachtkamer
anticiperen vooruitlopen
anticycloon maximum
anticlimax - domper
anticonceptiemiddel condoom, pil, spiraal
antidepressivum iproniazide, imipramine
antidiabeticum insuline
antidotum tegengif
antiek achter, klassiek, oud, ouderwets
antieke kist bahut
antieke monsterlijke wezens harpijen
antieken Klassieken, Grieken, Romeinen
antifebrine aceetanilide
Antilibanon, top in de Hermon
Antillen een der
3 Cat,
4 Cuba, Saba,
5 Aruba, Haïti, Nevis, Pinos,
6 Caicos, Tobago, Tortua,
7 Anegada, Antiqua, Bahama´s, Barmuda, Bonaire, Curaçao, Grenada, Jamaica, Watling
8 Anguilla, Barbados, Dominica, Sombrero, Trinidad,
9 Mariguana
10 Blanguilla, Guadeloupe, Hispanolia, Martinique
Antilliaans snaarinstrument benta
Antilliaanse mengtaal Papiamento
Antilliaanse woning carbet
antilope soort
4 gems, gnoe, kama, oryx, pala, tora
5 addex, beisa, bongo, konri, leche, nyala, oribi, saiga, sasin
6 bosbok, chiroe, dikdik, duiker, impala, koedoe, leluch, nylgau, orongo,
7 algazel, blesbok, gazelle, gemsbok, kongoni, rietbok,
8 blauwbok, bontebok, spiesbok, springbok, waterbok,
9 bosduiker, duikerbok, pronghorn, vierhoorn,
10 hartebeest, sitatoenga,
11 bergrietbok, waterkoedoe
12 bastergembok, docasgazelle, klipspringer, reuzenduiker, roanantilope,
13 geelrugduiker, paardantilope,
14 gaffelantilope, izabelantilope, moerasantilope,
antilope gazelle, koedoe
antilope in Afrika koedoe
antimoniet spiesglans, stibniet
antimoon sb, stibium
antimoonglans antimoniet
antimoonoker servantiet
antipathie afgrijzen, afkeer, aversie, hekel
antipode tegenvoeter
Antipoden eilanden, ontdekker van de Waterhouse
antirevolutionair a.r.
anti revolutionair politicus Colijn, Kuyper
anti roestmiddel - tectyl
antisepticum boorwater, jodium, jodoform,
antiseptisch bederf werend
antiseptische stof fenol, formol, jodium, jodoform (ine), sublimaat
antislingervin stabilisator
antitankwapen bazooka, raket
antithese tegenstelling
antithetisch tegenstellend
Antoniuskruis Taukruis
Antoniusvuur ergotine, (gordel)roos, karbonkel, lupus
antraciet vlamkool
antraconiet stinksteen
antrax miltvuur, negenoog
antrofaag kannibaal, menseneter
antropofagie kanibalisme
antropologie - menskunde
antropomorf mensvormig
Antwerpen Anvers, Sinjorenstad
Antwerpen , randgemeente van Berchem, Borcherhout, Brasschaat, Burcht, Deurne, Edegem, Ekeren, Hoboken, Mersem, Mortsel, Schoten, Wilrijk
Antwerpse school, schilder behorende tot de Aertsen, Brouwer, Bruegel, Feit, Gassel, Floris, Jordaens, Key, Matsys, Massijs, Patinier, Rombouts, Rubens, Seghers, Teniers, Verhaecht
Antwerpen, straat in Akerrui, Hopland, Laar, Meir, Osylei, Rosier
Antwerpen, wijk in Kiel, Luchtbal
Antwerpenaar Sinjoor
antwoord bescheid, commentaar, ja, nee, oplossing, reactie, repliek, respons, sjoechem, uitsluitsel, wederwoord, weerklank,
antwoord betaald R.P.
antwoord op repliek dupliek
antwoord snedig repartie
antwoordspel - quis
antwoorden reageren, repliceren, responderen, terugzeggen
antwoorden op reciproceren
anura kikvors, pad
anus aars
anijsbeschuitbol bestel
aorta bloedvat, slagader
apache Indiaan, straatrover
Apachenleider Geronimo
apart abnormaal, afgescheiden, afgezonderd, anders, afzonderlijk, alleen, bijzonder, curieus, exclusief, geïsoleerd, gesepareerd, los, raar, separaat, speciaal, terzijde, typisch, uitzonderlijk, uniek, verfijnd, wonderlijk, zeldzaam
aparte brief - expresse
apartheid afzondering, rariteit
apartje extraatje, onderhoud, voordeeltje
apathisch indolent, loom, lusteloos, onverschillig
apatiet kalksoort, mineraal
apatride D.P. stateloze, vluchteling
apekool beuzelpraat, flauwekul, klets, larie onzin, kolder, nonsens
Apeldoorn, gebouw in Loo
apen
3 lar, sim
4 bono, doek, dril, lori, maki, saki, titi
5 dongo, magot, monki,oenka, patas
6 anubis, apella, brando, bonobo, bosaap, caraya, choras,
gelada, gibbon, hoelok, kwatta, makaak, makako, miriki,
mormon, nisnas, nissas, oekari, ooraap, rolaap, simpei,
vosaap, wolaap, wouwou
7 baviaan, brulaap, capparo, faunaap, gorilla, guereza, hoedaap,
hoelman, kalakie, koekang, kuifaap, langoor, mandril,
meerkat, mensaap, neusaap, oeakari, saimiri, siamang,
spinaap, tamarin, toepaja, wanakal
8 aloeatta, baardaap, dianaaap, hondsaap, kesikesi, kroonaap,
mangabey, marimoda, marmoset, moormaki, nibander,
resusaap, slankaap, wanderoe
9 bobbejaan, bosduivel, huzaaraap, javaanaap, knaagmaki,
satansaap, zijdeaapje
10 beermakaak, chimpansee, duivelsaap, kapucijnaap,
klapperaap, kuifmakaak, lampongaap, leeuwaapje,
monkimonki, moormakaak, orangoetan, slapstaart, slingeraap,
smalstaart, witkopsaki
11 laponderaap, moortamarinsnortamarin, witneussaki
12 dwergsiamang, kapucijneraap, zilvergibbon
13 grijpstaartaap, mantelbaviaan, withandgibbon,
apenbroodboom baobab
apenkop belhamel, bengel, doerak, kwajongen, ondeugd, rakker, rekel, schavuit, vlegel, vlerk
apenootje aardnoot, grondnoot, katjang, olienootje, pinda
apensoort
aloeatta, anubis, apella, ayeaye, baardaap, baardsaki, baviaan, beermakaak, bobbejaan, bonobo, bosduivel, breedneusaap, brulaap, capparo, capucijneraap, caraya, chimpansee, choras, doek, doeroecoeli, dongo, doodskopaap, dril, duivelaap, dwergaap, dwergsiamang, franjeaap, galago, gelada, gibbon, gorilla, guereza, hoedaap, hoelman, hoelok, hondaap, hondsaap, hondskopaap, imbau, javaanaap, kalakie, kapucijnaap, kapucijnerraap, kesikesi, klauwaap, kroonaap, kuifaap, kwatta, kuifmakaak, kuxio, langoer, laponderaap, lar, leeuwaap, leeuwaapje, lori, lorie, magot, makaak, mandril, mangakey, mantelbaviaan, marimona, marmoset, meerkat, mensaap, miriki, monkimonki, moormakaak, moortamarin, mormon, nachtaap, neusaap, nibander, nissas, oeistiti, oekari, oenka, oewa, ooraap, oormaki, orangoetan, patas, penseelaap, penseelaap(je), pinchéaapje, pongo, quereza, resusaap, resusaapje, rhesusaap, ringstaartmaki, rolaap, ruikaapje, saimiri, saki, sapajou, satanaap, siamang, sim, simpei, slankaap, slapstaart, slingeraap, smalneusaap, snortamarin, spinaap, springaapje, stankaap, stompneusaap, strepenlori, tamarin, titi, vosaap, wanakel, wanderoe, wauwau, witkopaap, witkopsaki, witneussaki, wolaap, zilvergibbon, zijdeaap, zijdeaapje
Apennijnen, deel van de Amiate
Apennijnen, pas in de Abetone, Corno, Giogo, Muraglione, Poretta, Rionero, Scalone, Scheggia
Apennijnen, top van de Alburno, Amaro, Cervati, Cinone, Miletto, Montalto, Pollino, Sirino
aperig begerig, belast, gretig
aperij gekheid, klucht, larie, mallepraat, navolging mallepraat, onzin, zotheid
aperitief bittertje, middagborrel
apert beslist, duidelijk, evident, helder, kennelijk, klaar, notoir, onmisbaar, onmiskenbaar
apex top
apezat - stomdronken
apicultuur bijenteelt
apk-keuring - autotest
aplomb klem, nadruk, beslistheid, zekerheid, zelfvertrouwen
apocrief onaannemelijk, ongeloofwaardig
apocrief geschrift Henoch, Judith, Tobia(s)
apocynacea maagdenpalm, nerium, oleander, vinca
apodictisch onomstotelijk, vast
apoenzym feron
apograaf kopie
apokalyps openbaring
apologeet, christelijk Arestides, Aristion, Origines
apologie verdediging, verweer(schrift)
apoplexie beroerte, toeval
aporrhegma ptomaïne
apostaat afvallige, geloofsverzaker,
apostel afgezant, discipel, Godsgezant, jongere, leerling
apostel een der twaalf apostelen Andreas, Bartholomeus, Jacobus, Johannes, Judas, Lebbes, Levi, Matheus, Nathaniël, Petrus, Philippus, Simon, Thomas,
apostolaat apostelschap, missie, zending
apostrof afkappingsteken, weglatingsteken
apotheek, symbool van een gaper
apotheker drogist, farmaceut, pillendraaier
apothekerswaren officinalia
apotheose slottoneel, vergoddelijkking, verheerlijking, vergoding
apparaat accu, afwasmachine, automaat, boiler, brandblusser, computer, diepvriezer, fax, geiser, generator, hijstoestel, instrument, koelkast, kooktoestel, luidspreker, machine, microfoon, middel, mixer, nietmachine, printer, projector, recorder, rekenmachine, semafoon, stofzuiger, telefoon, telegraaf, televisie, telex, toestel, tuner, ijskast, vaatwasser, versterker, wasmachine
apparaat met beeldscherm - computer
apparaat om haar te drogen Föhn
apparaat om notenbalken te trekken radiaal
apparaat voor het opsporen van onderwaterdoelen asdic, sonar
apparaat voor het vermenigvuldigen van schrift hectograaf
apparaat voor pasteuriseren en steriliseren sterilisatietoestel
apparaten - apparatuur
appartement etagewoning, flat, (huur)kamer, vertrek, woning
appel aagt, oogbol, pupil, renet, vrucht
appèl beroep, verzamelsein
appelbes aronia
appel achtige plant kwee, lijsterbes, meidoorn, haagdoorn, mispel, peer
appelbol - appelgebak
appelboom appelaar
appeldrank cider, most
appelgebak appelflap, beignet
appellant - app
appelsoort aagt bellefleur, calville, citroenappel, coks, goud(reinet), granny, jonathan, kalvijn, kersappel, laxton, lombart, morgendrift, notarisappel, pippeling, reinet, renet, seedling, sterappel, wasappel, winston, yellow
appelwijn cider, most
appendix aanhangsel, toevoegsel, vulslurf
apennis pancarta
appetijt eetlust, honger, trek
appetijtelijk aangenaam, fijn, heerlijk, lekker, smakelijk,
applaudisseren - klappen
applaus bijval, geklap, ovatie
applicatie toepassing, toewijding, ijver
applicatiewerk - appliqué
apporteren aanbrengen, halen
appositie aanhechten, bijstellen, opleggen, toevoegen
appreciatie instemming, schatting, voorkeur, waardering
appreciëren beoordelen, instemmen, schatten, waarderen
april grasmaand
aprilgebruik foppen
a priorie vooraf, vooruit
apsis - welving
Apulië, provincie in Bari, Brindisi, Foggia, Lecce, Tarento
apriori a.p.
aqua water
aqua vitae brandewijn, levenswater
aquamarijn zeegroen
aquarel waterverfschilderij
aquarium vissenbak
aquariumvis Badis, Barbus Botia, Cobitis, Copeina, Danio, Fundulus, Gambusia, Guppy, Hemiodus, Kempvis, Loricaria, Maanvis, Oryzias, Poecillia, Rasbora, Rivilus
Aquarius Waterman
aquifoliacee hulst, ilex
ar arre, arrenslee, slee, slede, ijsstoel
ar gram, toornig
ara papegaai
arabesk bloemmotief, kronkeling, slingering, versieringsmotief
Arabier Bedoeïen, Jemeniet, Moriaan, Moslim, Moslem, Saraceen
Arabier in Spanje Saraceen
Arabisch bevelhebber emir, emier
Arabisch erekleed chila
Arabisch gedicht kasida
Arabisch hoofd - emir
Arabisch hoofd van een stam sheik, sjeik
Arabisch infanteriesoldaat asker
Arabisch ruiterfeest fantasia
Arabisch ruitersoldaat spahi
Arabisch schiereiland Sinaï
Arabisch snaarinstrument mandoline, tambur
Arabisch stamhoofd sjeik
Arabisch tentendorp douar, doear
Arabisch versterkt kamp - Zariba
Arabische bedelmonnik fakir
Arabische bedevaartplaats Mekka
Arabische bevelhebber emir, emier
Arabische boer fella(h)
Arabische bron ain
Arabische dichter Asja, sja´ir
Arabische dienaar abd
Arabische gedichtenverzameling mo´allakat
Arabische goden Djinn
Arabische gom - gummi
Arabische gomhars wierook
Arabische gom, hoofdbestanddeel in arabine
Arabische groet salaam, salam, selam
Arabische infanteiesoldaat - asker
Arabische koffie mokka, saki
Arabische liga, lidstaat van de Algerije, Egypte, Irak, Jemen, Jordanië, Koeweit, Libië, Marokko, SaoediArabië, Soedan, Syrië, Tunesië, VAR
Arabische likeur araq
Arabische mantel abaja,
Arabische (over)mantel boernoes
Arabische nimf houri, hoeri
Arabische plaats zie: plaats in Arabië
Arabische priestertitel aboena
Arabische profeet - mohammed
Arabische stam Asir, Irad
Arabische rechter kadi
Arabische ruiter spahi
Arabische schriftgeleerde oelama
Arabische sluier haik
Arabische staat Arabië, Bahrein, Jemen, Katar, Koeweit, Muskat, Oman, SaoediArabië
Arabische stad Aden, Medina, Mekka, zie ook: stad in SaoediArabië
Arabische titel bei, emir, emier, imam, kalief, kadi, sultan, ras
Arabische vlag alam
Arabische vorst emir, emier
Arabische wereld ten westen van Egypte Maghteb
Arabische windhond sloegi
Arabische wijk in Tunis Medina
Arabische woestijn Dahna
Arabische woestijnrivier Wadi
aracee acorus, aronskelk, arum, callus, kalmoes
Aragon, hoofdstad van Zaragoza
Aragon, provincie in Huesca, Teruel, Zaragoza
Arak palmwijn, rijstdrank
Aramese stormgod Hadad
Araneilanden, een der Arammore, Inisheer, Inishmaan, Inishmore
arbeid bezigheid, energie, inspanning, karwei, moeite, taak, trafiek, werk(zaamheid)
arbeid na bepaalde tijd overwerk
arbeidend bezig, bezet, inspannend, moeite, onledig, taak onledig, werkend
arbeider arbeidsman, daggelder, dagloner, koelie, loonslaaf, medewerker, proletariër, werker, werkkracht, werkman, werknemer
arbeider, geschoolde stielman
arbeider in brouwerij borrelaar, bottelaar, brouwer
arbeider in metaalfabriek draaier, frezer, pletter
arbeider in steenfabriek tichelaar
arbeider in mijn kompel
arbeidersklasse arbeidersstand
Arbeiderspartij C.P.N., P v d A., S.D.A.P.
arbeidsbemiddelaar placeur
arbeidsbureau arbeidsbeurs
arbeidsconflict - staking
arbeidsduur - werktijd
arbeidsloon - werkloon
arbeidslust energie
arbeidsman - arbeider
arbeidsmethode werkwijze
arbeidsongeschikt invalide
arbeidsongeschiktheid invaliditeit
arbeidsruimte atelier, fabriek, kantoor, werkplaats
arbeidsovereenkomst arbeidscontract
arbeidsreserve werkeloosheid
arbeidsruimte voor TV - studio
arbeidsschuw lui, werkschuw
arbeidster werkbij, werkmier, werkster, werkvrouw
arbeidsterrein arbeidsveld
arbeidstijd werkdag
arbeidsvermogen energie, p.k.
arbeid verrichten - werken
arbeidsverzuim - verlet
arbeidzaam actief, bedrijvig, bezig, ijverig, naarstig, nijver(ig), noest, onledig, vlijtig, werklustig, werkzam
arbeidzaamheid nijverheid, vlijt, ijver
arbiter bemiddelaar, goeman, kamprechter, referee, scheidsman, scheidsrechter, umpire, waardeerder
arbitrair eigenmachtig, scheidsrechterlijk, willekeurig
arbitrium - mening
arc boog
arcade boog, gewelf, galerij, gaanderij
arcadisch naïef, herderlijk, idyllisch, landelijk
arcanum geheim, pillen, poeiers, smeersels, verborgenheid
arceren - schaduwen
archi episcopus - ae
archief dossierprotocol
archiefstukken record
archief van films - cinematheek
archief van grammofoonplaten discotheek
archiefambtenaar - archivaris, archivist
archiefstukken archivalia
archiefwetenschap archivistiek
archipel eilandengroep, eilandenrijk, eilandenzee
architect bouwer, bouwheer, bouwkundige, bouwmeester, ontwerper
Architecten -
2 Ry
3 Gau, Key, May, Osy, Oud, Vau,
4 Abbé, Abel, Bähr, Holl, Kent, Korb Lora, Nash, Novi, Nüll, Paul, Post, Rohe, Sens, Wren
5 Abadi, Abely, Allom Barry Bazel Bruyn Busch
Buzzi, Clark, Cotte, Crike, Dance, Dudok, Eigil,
Elmes, Gandy, Gibbs, Gilly, Horta, Husly, Inani,
Jones, Karmi, Kreis, Lebas, Locci, Louis, March, Marot, l'Orme, Porta, Seitz, Selva, Serre, Sinan,
Soane, Staal, Stern, Steu,r Sturm, Turah, Vinci, Vlugt, Werft, Witte, Wolft, Wyatt, Zwart
6 Alessi, Baybar, Beauce, Bérain, Balat, Bonatz, Campen, Costas, Oebret, Oonoso, Oughet, Eftner, Endell Eseler Floris, Frizzi, Giotto, Hansen, Hesius, Husayn, Inwood, Jardin, Juvara, Keyzer, Klenze, Kosaka, Lassus, Lemuet, Lescot, Lisböa, Lurago,
Majano, Morris, Neutra, Pankok, Pigage, Pisano, Rivius, Romano, Semper, Serlio, Sironi, Smirke, Solari, Spazzo, Starov, Tessin, Thorpe, Thynne, Vallée, Vasari, Vignon, Wagner, Welsch, Wright
7 Alberti, Aigardi, Babiska, Bahrens, Berlage, Bemini, Bullant, Cagnola, Candela, Carlone, Coducci, Cortona, Cronaca, Cuypers, Davioud, Effmann, Eigtved, Ferstel, Filari,t Fischer, Frison,i Gabriel, Galile,i Garnier, Gemard, Giorgio, Gontard, Gropius, Guarine, Guimard, Herrera, Hittorf, Iktinos, Imhotep, Kasakov, KIengei, Knöffel, Laurana, Leblond, Lenötre, Maderna, Mansar,t O'Gorman, Olbrich, Omodeo, Orcagna, Pannin,i Percier, Peruzzi, Poelzig, Pollack, Raimond, Rinaldi, Schlaun, Schmidt, Steindl,
Tibaldi, Vignola, Vriendt, Walpole, Yoshida,
8 Ammanati, Antelam,i Blondeel, Boffrand, Campbell, Canonica, Chalgrin, Chambers, Chiaveri, Claudius, Daedalus, Dollmann, Dubroecq, Duintjer, Eesteren, Ensinger, Eosander, Fernkorn, Fontaine, Giocondo, Guépière, Halsbach, Hamilton, Hauberat, Hoffmann, Kromhou,t Langhaus, Lepautre, Lombardi, Longhena, Mayekawa, Niemeyer, Obbergen, Perrault, Piranesi, Playfair, Rainaldi, Ricchini, Rietveld, Roelandt, Saarinen, Sakakura, Sandvall, Sangallo, Scamozz,i Schinkel, Schlüter, Sebenico, Soufflot, Stubbins, Sullevan, Tessenow, Thornton, Trezzini, Vanbrugh, Viscardi, Zuccalli
9 Abu Muslim, Altdorfer, Borromin,i Brunsberg, Camporese, Cockerell, Corbusie,r Cuvilliés, Ducerceau, Fayd'herbe, Franquart, Friedhoff, Harsdorff, Lemercie,r Lissitzky, Noremberg,
Oppenordt, Outshoorn, Pictorius, Poelaerts, Quarenghi, Rastrelli, Riedinger, Rodriquez, Sansovino, Simonetti, Steinbach, Vernukken, Vitruvius, Wyatville, Yoshizaka
10 Abd el Malik, Adelcrantz, Bindesböll, Bonsignore, Fioravanti, Fiorentino, Herrnogenes, Keldermans, Kropholler, Krubsacius, Marchionni, Mertinelli, Meissonier, Mendelsohn, Michelozzo, Munggenast, Piermarin,i Pöppelmann, Prandtauer, Rossellino, Sanmichel,i Stethaimer, Vanvitelli, Villanueva,
Zimmermann
11 Hildebrandt, Holzmeister, Jensen, Klint, Kornhäusels,
Waghemakere, Weinbrenner, Brunellesch,i Churriguerra, Demontferand, Gobbertingen, Knobelsdortf, Steenwinckel,
ViolletIeDuc
13 Amenophis Hapu,, BayesitDsjami, Dientzenhofer, Erdmannsdortf, Riemerschmidt
architect onder de knaagdieren bever
architect van paleis van Versailles Mansart
architectonisch bouwkundig
architectonisch siermotief liseen
architectuur bouwkunde, bouwstijl
architraaf dekbalk, kroonlijstbalk
archivaris - beheerder
archont in Athene Draco
arctische vogel alk, eidereend, meeuw, ijseend, giervalk, pinguin, sneeuwhoen, sneeuwuil
arctisch zoogdier Alaskabeer, beer, butskop, klapmuts, lemming, muskusos, narwal, poolhaas, poolvos, rendier, stinkrob, veelvraat, walrus, walvis, wolf, zadelrob
ardante (muz.) vurig
arduin hardsteen
are bunder, vlaktemaat
areaal gebied, oppervlakte
areka pinang, betelpalm
aren - suikerpalm
arena kampplaats, sportterein, stadion, strijdperk, worstelperk
arend adelaar, aar, aquila, bateleur, harpij
arenduil oehoe, ooruil
aren lezen pungelen, schrobben, zanten
arenmengproduct sago
arenvis meet, melet
areometer - vochtmeter
Ares Mars
arg achterbaks, boos, doortrapt, kwaad, listig, slecht, slim, sluw, verbolgen
argas teek
argeloos innocent, kinderlijk, naïef, onnozel, onschuldig, simpel
argeloosheid - eenvoud
argeloos meisje ingénu
argentiet zilverglans
Argentijns auteur Alberdi, Funes, Galvez, Gandara, Guiraldes, Larreta, Lopez, Marmol, Ocantos
Argentijns eiland Vuurland
Argentijns kaartspel canasta
Argentijnse bevolkingsgroep Gallegos, Gaucos, Gringos, Ona, Yaghan
Argentijnse componist Castro, Gilardi, Paz
Argentijnse dans - tango
Argentijnse dichter Andrade, Balarce, Godoy, Ledesma, Lugones, Marechel, Molini
Argentijnse kleurling gaucho
Argentijnse maat durra, malacta
Argentijnse munt centavo, peso
Argentijnse provincie Chaco, Chubut, Formosa, Mendoza
Argentijnse rivier Chica, Chubut, Deseado, Panama, Salado, Teuco
Argentijnse stad Cordoba, Mendoza, Rosario, Santiago, Tucumon
Argentijnse stuwdam Chocon
Argentijnse vlakte Monte, pampa
Argentijnse zuidwestenwind pampero
argentobismutiet matildiet
argentum - ag
argilliet kleilei
arglist bedrog, list
arglistig achterbaks, bedrieglijk, boosaardig, doortrapt, duivels, gemeen, intrigant, laag, listig, min, slinks, sluik, sluw, stiekem, snood, stiekem, vals, venijnig
arglistig bedreigen - belagen
arglistig bedreiger - belager
arglistigheid malice
argon - ar
Argonautenleider Jason
Argos, eerste koning van Inachus
argot bargoens, dieventaal, slang
argument betoog, bewijs, grond, motief, overweging, reden
argumentatie - bewijsvoering
arg vrij onschuldig
argwaan achterdocht, inbeelding, suspicie, verdenking, vermoeden, wantrouwen
argwanen - vermoeden
argwanend - wantrouwend
aria gezang, lied, solozang, zangstuk
aria, kleine arietta
Ariaans ketter Aetios
Ariège, hoofdstad van Foix
Aril - ardgeest
Aries Ran
Arische taal Germaans, Grieks, Keltisch, Latijn, Perzisch, Sanskriet, Slavisch, Zend
aristocraat edelman
aristolochiacee Asurum, mansoor, pijpbloem, pijpenkop
ark schuit, woonboot, woonschip
arkbouwer Noach, Noë
arkel erker, uitbouw
arkeneel - zolderkamer
arm armoedig, behoeftig, beklagenswaardig, berooid, bezitloos, blut, brodeloos, ellendig, haveloos, karig, misdeeld, nooddruftig, noodlijdend, onbemiddeld, ongegoed, onvermogend, platzak, pover, schamel, schunnig, sjofel, sober
arm aan sappen droog
armadil gordeldier
armageddon reuzenstrijd
armband -bracelet
armbestuur van een kerkgenootschap diaconie
armblaker girandola
armborst kruisboog
armdoek brassard
arm, deel van de ellepijp, handwortel, middenhand, opperarmbeen, schouderblad, sleutelbeen, spaakbeen, vingerkootjes
armdraagband - mitella
arme bedeelde, behoeftige, bezitloze
arme drommel bedelaar, kalis, schlemiel, schooier, stakker(d), sukkelsul, vagebond, zielepoot
armee leger, krijgsmacht, strijdmacht, weermacht
Armeense stadhouder marzban
Armenië, bergtop in Aragats, Ararat
Armenië, bewoners van Koerden
Armenië, hoofdstad van Jerevan
Armenië, laagvlakte in Arasdal
Armenië, meer in Sevanmeer
Armenië, stad in Erevan, Erzurum, Kars
arme kerel bedelaar, sloeber, stakker, stumper,
armelijk behoeftig, bekrompen, kaal, kommervolschamel, sjofel
armelijk en kaal - sjofel
armelijke woonruimte hut, kot, krot, stolk
armelui misdeelde, pauper, sjofelaar
armenbus schamelblok
armenbuurt achterbuurt, slop, steeg
armen en benen - ledematen
armen helpen bedélen
armenschool - diaconie
armenverzorger - diaken
armenwijk achterbuurt, sloppenijk, slum
armenzorg bedeling, diaconie, steun
armer worden - verarmen
arme sloeber - stakker
arme sukkel stakker, stumper
armetierig armzalig, kaal, kwijnnd, luizig, miezerig, pover, sjofel
arme ziel stakker, sukkel, totelaar
armhartig kleinmoedig, bekrompen
armholte - oksel
arm in arm - gearmd
arminiaan remonstrant
armkandelar - kandelaber
arm korf kabas
armlastig behoeftig, bezitloos, noodlijdend
armlastigheid behoeftigheid, mendiciteit
armluchter kandelaar, kandelaber
arm mens - arme
arm van een lamoen Haam, traam
arm van een pomp - zwengel
arm van geest - simpel
arm worden - verarmen, interen, verpauperen
armoe arm, armoede, behoefte, dalles, ellende, gebrek, kommer, krimp, merode, nood, noodruft, onvermogen, schamelheid, tekort
armoede - behoefte, dalles, ellende, gebrek, gemis, kommer, krimp, merode, nood,
armoedig arm, armelijk, armzalig, behoeftig, berooid, eenvoudig, haveloos, kaal karig, luizig, nooddruftig, pover, schabberig, schamel, schavottig, schraal, schunnig, sjofel, shabby, slordig, todderig, vervallen
armoedig huisje hut, krot, stulp
armoedige buurt achterbuurt, gribus, slop
armoedige hut - cabane, krot, stulp
armoedige steeg gribus, slop
armoedige straat steeg, slop
armoedige woning hut, krot, stulp
armoedzaaier - neet
armoriaal wapenboek
armpotigen branchiopoda
armslag bewegingsvrijheid, ruimte
armspier biceps
armsteun - leuning
armstoel fauteuil, leunstoel
armzalig armetierig, armoedig, behoeftig, behulpelijk, berooid, ellendig, erbarmelijk, futiel, gering, kommervol, luizig, machteloos, mager, miserabel, nietig, ongelukkig, pover, schamel, schraal, schunnig, zwak
armzalige steeg - slop
armzalige woning hut, kot,krot
armzalig verblijf - hut
aroma essence, geur, reuk, smaak
aroma van wijn boeket, bouquet
aromatisch aftreksel essence
aromatisch middel kaneel, maggi, saffraan, soja, vanille
aromatisch zeeppreparaat opodeldoc
aromatische koolwaterstof areen
aromatische plant anijs, munt
aromatische saus soja
aromatische stof kaneel, vanille
aromatische verbinding aromaat
aronskelk arum
aronskelk achtige waterplant kalmoes
arotum stikstof
arrangement bewerking, muziekzetting, regeling, schikking, vergelijk, zetting
arrangeren inrichtenordenen, regelen, schikken
arren sleden, sleetjerijden
arrenslee ar, tikker
arrest arr., aanhouding, beslag, gijzeling, hechtenis, opsluiting, uitspraak, vonnis
arrestant gevangene, verdachte
arrestatie aanhouding, gevangenneming
arresteren aanhouden, inrekenen
arrig guur, ruw
arriv - aangekomene
arriveren aan(komen), bereiken
arrogant aanmatigend, hautain, hooghartig, hoogmoedig, ingebeeld, laatdunkend, pretentieus, trots, verwaand, vrijmoediglijk, vrijpostig, waanwijs
arrondissement arr., district kreits, rechtsgebiedressort,
arrondissementbank - arb
arroseren - besproeien
arrosie - aanvreting
arseenijzer lollingiet
arceen, arcenicum - ad
arseenkies mispickel
arseentrioxide arsenik, gifmeel, rattenkruid
arseentrisulfide auripigment
arsenaal collectie, depot, magazijn, tuighuis, verzameling, wapenopslag
arsenicum as, arseen, rattengif
arsenomelaan sartoniet
arsenopyriet mispickel
artemisia alsem
Artemis Diana, Phoebe
arterie slagader, aorta
arteriosclerose aderverkalking
Artes Liberalis aritmetica, astronomie, artimetica, dialect, dialectiek, (logica), grammatica, geometrie (meetkunde), musica (muziek), retoriek (rhetorica)
arthritis urica jicht
articulaat holpijp, lidrus, paardenstaart, schaafstro
articulatie uitspraak
artiest acrobaat, acteur, auteur, beeldhouwer, clown, dichter, etser, jongleur, kunstenaar, muzikant, poëet, schilder, schrijver, toneelspeler
artieste - kenstenares
artiestenclub bent
artificieel kunstig, kunstmatig
artikel art, ding, essay, goed, (koop)waar, lidwoord, punt, onderdeel, opstel, stuk, voorwerp, zaak
artikelen goederen, waar
artikel gebruikt bij kaasbereiding - leb
artikel van de wet - term
artillerie geschut
artillerie afd. batterij
artilleriewerktuig ballista, bazooka, blijde, bombarde, evenhoog, geschut, houwitser, kanon, kartouw, katapult, kruisreket, lepelblijde, mortier, oestel, petarde, raket, ribaudeken, slang, slingerblijde, springaal, stormram, vuurmond, vuurstuk
artillerist kanonnier
Artis dierentuin, zoo
artisticiteit kunstvaardigheid
artistiek fraai, aardig, kunstvkunstzinnig, smaakvol, stijlvol
artistiek caf chantant cabaret
artistiek vermaak cabaret, film, muziek, opera, operette, toneel
artistieke poen snob
artritis gewrichtsontsteking
artium magister - am
arts chirurg, dokter, esculaap, geneesheer, heelkundige, huisarts, internist, medicus
arts voor inwendige ziekten internist
artsenij obat (Ind)
artsenijbereider apotheker, farmaceut
artsenijbereidkunde farmacie
artsenijwinkel apotheek, drogist, drogisterij
Aruba, hoofdstad van Oranjestad
Aruba, streek op Ajo
Aru eilanden, hoofdplaats van de Dobo
as axis, middellijn, naaf, overblijfsel, spil
as verbrandingsproduct
as, van een kaapstander - spilkoning
as van kribben raai
as van verbrand wier kelp, aszout
asa foedita duivelsdrek
asbelt ashoop, vaalt, vuilnishoop
asbest amiant, steenvlas
asbest, bruine amosiet
asbest cementlei eterniet, martiniet
asbestproduct derniet
asbestziekte asbestose
afblok lager
asblond lichtblond
asbus lijkurn, urn
asceet boeteling, kluizenaar, (geheel)onthouder
asceluchtet op een pilaar pilaarheilige, Simon
ascement eterniet
Ascension, hoofdstad van Georgetown
ascese oefening, onthouding
ascilinder axon
ascites buikwaterzucht
Asdag Aswoensdag
asdic sonar
asemmer huisvuilemmer, vuilnisbak, vuilnisemmer
asem levenslucht,
Asem adem
Asen Balder, Donar, Loki, Odin, Thor
asemen - ademhalen
Asen, vrouwelijke Asinnen
Asen, woonplaats der Asgard
asepsis ontsmetting
asfalt aardhars, aardpek, bitumen, pek, steenpek, teer, wegdek
asfalteren - bestraten
asgericht axiaal
ashoop belt, vaalt
asiel dierenpension, onderdak, toevluchtsoord, vrijplaats,
askar - rammelkar
askeet (Ind.) jogi, yogi
askese (Ind.) joga, yoga
askleur - grauw
askruik lijkbus, urne, urn
aslijn - trace
asman vuilnisman
Asmogendheid Duitsland, Italië
as of stang - spil
asociaal onaangepast, sauvage
aspect aanblik, aanzicht, aanzien, facet, gezicht(punt), kant, voorkomen
aspect van een probleem - facet, kant
asperge sperge, sperzie
asperifoliën boraginaceeën
asphalt bitumen, steenpek, asfalt
aspirant aanstaand, aanzoeker, beginneling, leerling, toekomstig
aspirantlid - naviet
aspirantofficier cadet
aspirantofficier bij bereden wapens kornet
aspirant reserve officier - vaandrig
aspiratie ambitie, eerzucht, inademing, streving, verlangen
aspirator luchtzuiger, zuigmachine
aspireren - dingen
aspirine geneesmiddel
aspotje - urn
aspul - urn
aspunt naaf, pool
assegaai harpoen, lans, sagaai, speer, spies,
Assam, hoofdstad van Shilong
asseptich bederfwerend, klemvrij, ontsmet, steriel
assem tamarinde
assai (muz.) zeer, veelar
assepoester cinderella, verschoppelingetje
assertie bevestiging, bewering, verzekering
assessor bijzitter
assimilatie gelijkmaking, aanpassing
assimileren aanpassen, gelijkmaken, gelijkstellen, opslorpen
assistent helper, hulp, medewerker
assistente - helpster
assistentie bijstand, hulp, medewerking, steun
assisteren bijstaan, helpen, meewerken, ondersteunen, terzijdestaan
associatie aaneensluiting, verbinding, vereniging
associé compagnon, vennoot
assonant klinker, vocaal
assonantie klinkerrijm, halfrijm
assonerend klinkend
assorteren - bijeenzoeken
assortiment keuze, soort, sortering, voorraad
asspons hoornkiezelspons
assumeren toevoegen
assuradeur - verzekeraar
assurantie verzekering
assurantiefirma verzekeringsmaatschappij
assurantieovereenkomst verzekeringscontract
Assyrië, hoofdstad van Ninevé
Assyrische Goden Assus, Mardoch, Merodach, Mylitta
Assyrische vorst(in) Adadnarari, Asarhaddon, Assurbanipal, Hammoerapi, Hoesoema, Irissoen, Salmanasser, Samistroded, Samisiadad, Sanherib, Sargon, Semiramis, Tiglatpileser
ast droogoven - droogstoof, droogvloer, eest
astatisch onbestendig, onstandvastig, onverstandig, onzeker, wankelbaar
astatium At
aster sterrenbloem, wilgaster, zulte
asterisk sterretje, verwijzingsteken
asteroïde planeetje
astmatisch aamborstig, kortademig
astraal - hemels
astrakan bont
astrant brutaal, driest, onbeschroomd, vrijpostig
astringent wrang, zuur
astrologie sterrenwichelarij
astronautiek - ruimtevaart
astronomie sterrenkunde, mensa
astronomisch enorm, groot, sterrenkundig
astronomisch apparaat kijker, octant, radioscoop sextant, telescoop
astronomisch instrument astrolabium
astronomisch verschijnsel corona, halo
astronomisch werktuig - octant
astronomische eenheid lichtjaar
astronomische eenheid van lengte A E
astronomische plaatsbepaling sterbestek
Asturië, hoofdstad van Oviedo
Asurn - canope
asvaalt asbelt, belt, vuilnishoop
asvaas urn
as van een fiets - naaf
as van kribben - raai
as van zeewier kelp
aswenteling draaiing, rotatie
aswippen tremmen
Aswoensdag kruisjesdag
asyl toevluchtsoord, vrijplaats, wijkplaats
asymmetriefout coma
asymmetrisch onevenredig
atalanta nummervlinder
ataman hetman
atap (Ind.) dakbedekking
atappalm - nopa
ataxie onzekerheid, wanorde
atelier studio, werkkamer, werkplaats, werkvertrek
ateliermeisje modinette, naaistertje
aterling deugniet, onmens, naarling, onverlaat, snoodaard
Atheens staatsman Alcibiades, Cimon, Pericles, Themistokles
Atheens wetgever Draco, Salon
Atheens wijsgeer Epicurus, Plato, Draco, Socrates, Solon
Atheense belastingontvanger apodect
Atheense gerechtsplaats areopagus
Atheense haven Piraeus
Atheense held Theseus
atheïsme godloochening, ongeloof
atheïst goddeloze, Godloochenaar, goddeloze, vrijdenker, humanist
Athene Alea
Athene (godin) Minerva, Pallas
atheroma vaatcyste
Atjeh, bevolkingsgroep in Alassers
Atjeh, deel van Alaslanden, Gajolanden, Takengeun
Atjeh, eiland bij Breueh, Nasi, Simeulue, Weh
Atjeh, haven in Langsa, Sigle
Atjeh, wapen in klewang
atjuus adee, gegroet
atlant pilaar, steunpilaar, telamoon
Atlantische Oceaan, eiland in de Annobow, Antillen, Ascension, Azoren, Bahama`s, Bermuda, Bouvet, Bouvetoya, Gough, Hebrieden, IJsland, Madeira, Principe, Shetlands
atlas gebergte, halswervel, kaartenboek, verzamelboek
atleet atletiekbeoefenaar, sportman
atleet in de oudheid beroepsworstelaar, vuistvechter
atletiekschoen spike
atletiekwedstrijd discuswerpen, hardlopen, hoogspringen, hordelopen, kogelstoten, tienkamp, verspringen, vijfkamp,
atletisch gespierd
atmosfeer atm., dampkring, lucht, sfeer
atmosfeer absoluut - ata
atmosfeer overdruk - ato
atmosferisch verschijnsel hagel, mist, noorderlicht, onweer, regen, regenboog, sneeuw, storm, wind
atmosferische neerslag hagel, regen, sneeuw, ijzel
atmosferische storing bliksem, onweer, regen
atol koraaleiland
atonie lichaamszwakte, verslapping
atoom ion, molecule, zonnestofje
atoombom kernbom, kernwapen
atoomdeeltje elektron, kern, neutron, proton
atoomenergie - kernenergie
atoomgeleerde - kernfysicus
atoomgroep ion, molecule
atoomkern nuclide
atoomkerndeeltje - neutron
atoom, positief geladen anode
atoom, negatief geladen katode
atoomsplijter kosmotron
atoomsplitsing kerndeling, kernsplitsing
atopiet romeiët
atrium hartboezem, voorhof, voorzaal
atrociteit gruwel, wreedheid
atrofie uittering
atrsfiëring wegkwijnen
atropine verdovingsmiddel
attaché gezant
attaque aanval, apoplexie, beroerte
attent aandachtig, alert, behulpzaam, galant, hoffelijk, oplettend, opmerkzaam, voorkomend, vriendelijk, waakzaam, wakker, kien, zorgvuldig
attentie aandacht, aardigheidje, acht, presentje, zorg
attent nzijn - opletten
attest getuigenis, getuigschrift, testimonium, uitspraak, verklaring
attestatie getuigschrift
attestatie de morte overlijdensakte
attestatie de vita levensbewijsschrift
attilla huzarenbuis
attisch fijn, geestrijk, geestig, vernuftig, zinrijk
attractie aantrekkelijkheid, aantrekkingskracht, charme, vermaak
attractief aangenaam, aanlokkelijk, aantrekkelijk, begeerlijk, boeiend, charmant
attraperen betrappen
attribuut bepaling, eigenschap, gereedschap, kenmerk, kenteken, zinnebeeld
attribuut van Amor boog, pijl
attribuut van cupido boog, pijl, toorts
attribuut van een Nar - marot, (zots)kap
attribuut van Neptunus drietand
attribuut van Prikkebeen vangnetje
attribuut van een heilige adelaar, anker, appel, banier, beker, bijenkorf, bijl, bisschopsstaf, boek, boog, buidel, demon, dolk, doodshoofd, duif, engel, fakkel, glas, goudsmidhamer, haan, hamer, hellebaard, helleveeg, hert, hoefijzer, kaars, krans, kroon, kruik, lam, lamp, lelie, mes, orgel, paard, palm, pestbuil, scepter, schelp, schil, schip, schoenen, speer, spijker, staf, ster, tas, vlam, zalfpot, zandloper, zwaard
attribuut voor gymoefeniongen brug, paard, rekstok, wandek
aubade hulde, morgenzang, muziekhulde, ochtendhulde
aubergine eierplant, terong
auctie veiling
aucuba sierstuk
audio frequent - af
audion diode
audiëntie gehoorverlening, rechtszitting
auditie proefvoordracht, rechtsgebied
auditeren toehoren
auditorium aula, gehoorzaal, publiek
augur vogelwichelaar, waarzegger
augustus oogstmaand
augustijn aug., cic.,cicero twaalfpuntsletter
augustijn (geestelijke) O.E.S.A.
aula gehoorzaal
aureool lichtkrans, nimbus, stralenkrans, stralenkroon
aurikel sleutelbloem
auripigment operment
Aurora Eos, morgenrood
auspiciën bescherming, leiding, toezicht
ausputzer - verdediger
austraal zuidelijk
Australië Zuidland
Australië, hoofdstad van Canberra
Australië, ontdekker van Cook, Jansz(oon), Tasman
Australië, oorspronkelijke bewoner van aborigine
Australisch dier buidelrat, buidelwolf, dingo, emoe, kangoeroe, koala, merinoschaap, mierenegel opossum, springhaas, vogelbekdier, wombat
Australisch eiland Bathurst, Tagoela, Tasmanië
Australisch meer Eyremeer
Australisch werphout boemerang
Australische bedwelmende drank kara
Australische grassoort piripiri
Australische hond dingo
Australische literator Bedford, Brennan, Collins, Dennis, Field, Gordon, Harpur, Stephens, Stone
Australische mijl naut
Australische munt penny, pond, pound, shilling
Australische peper kava, kawa
Australische plaats zie: plaats in Australië
Australische prachtvink - amadine
Australische rat hapolotis
Australische rivier Hawkesburry, Hunter, Murray
Australische staat Queensland, Tasmanië, Victoria
Australische stad Adelaide, Auckland, Augusta, Brisbane, Canberra, Cooktown, Darwin, Derby, Hobart, Melbourne, Newcastle, Perth, Sydney
Australische struik borgalow, mallee
Australische struisvogel emoe
Australische vogel arara, cookaburra, crake, emoe, kasuaris, lori, paradijsvogel, prieelvogel
Australische wildernis scrub
Australische woestijn Gobi
Austro-Aziatische taal - Annam, Cham, Khmer, Mon, Munda, Muong, Sèmang, Sakai
Autaar altaar
autarchie zelfregering
autarkie zelfgenoegzaamheid
auteur literator, maker, romancier, schrijver
auteur
2 As (N),
3 Ade (A), Arp (O), Bay (B), Bom (B), Fry (E), Lee (A), Lee (E), May (D), Mok (N), Nin (A), Poo (A), Roy (F), Top (B), Vos (N,) Wit (N),
4 Aaes (B), Adam (B), Aead (E), Aenn (0), Aeve (N), Aften (N), Agee (A,) Aice (A), Aixt (N), Aken (B), Albe (B), Amyot (F) Amis(E,) Anet (F), Aoth (0), Aoy (F), Ayck (B), Bage (E), Bahr (0),Baie (FB), Baif (F), Bayo (S), Beek (F), Benn (0) Blei (0), Bles (N), Bijns (N), Blok (A), Bock (B), Boer (N), Böll (D), Bonn (N), Boon (B), Bost (F), Brom (N), Buck (A), Cain (A), Cats (N), Char (F), Chot (B), Dahl (E), Dene (B), Doft (B), Eges (N), Eich (0), Endt (N), Fast (A), Feen (N), Flex (D), Ford (E), Fort (F), Gaine (E), Gala (S), Gans (N), Gary (F), Geel (N), Gide (F), Goes (0), Gogh (N), Guth (F), Haan (N), Habe (0), Hall (A), Hart (A), Heine (0), Heym (0), Huch (0), Hugo (F), Ikor (F), Inga (A), Jacob (F), Jahn (0), Jans (B), Jens (0), Jong (N), Keet (N), Kelk(N), Kemp (N), Kool (N), Laet (B,) Lamb (E), Last (N), Leek (N) Leip (0), Lenz (0), Löns (0), Loos (A), Marx (0), Mill (E), Mont (B), Mooy (N), Moro (N), Muis (N), Nash (A), Paap (N), Paul (A), Perk (N ), Sachs (0), Saki (E), Sand (F), Shaw (A), Shaw (E), Sina (N), Sion (B), Smit (N), Snow (E) Spire (F), Stijl (N), Tate (A), Uris (A), Veen (N), Vian (F), Vuyk (N), Wain(A), Webb (E),West (E,) Wolf (D), Wouk (A), Zech (0), Zoet (N), Zola (F),
5 Aamon (B), Adams (A), Adine (B), Aerts (B), Aevis (N), Ailke (D), Aiken (A), Albee (A), Alain (F), Allen (A), Anema (N), Anski (A), Alsop (A), Amiel(F), André (B) ,Ansel (B), Arber (E), Auden (E), Balde (0), Barr (A), Barth (0), Barry (A), Baum (0), Bloch (F), Bloem (N ), Boeye (B,) Bóhme (0), Balen (N), Bates (E), Bazin (F), Beach (A), Beers (N), Beets (N), Bedel.(F), Benda (F), Benet (A), Berge (N), Bergh (N), Billy (F), Borel (N), Bosch (B), Bosco (F), Bowen (E), Braak (N), Braun (B), Breen (N), Brero, Brink (N), Bruin (N), Busch (0), Butor (F), Buyle (B,) Byron (E), Calet (F), Camus (F), Canna (N), Carco (F), Claes (B), Claus (C),Cohen (N), Coole (B), Corso (A), Costa (N), Crane (A), Daems (B), Dabit (F), David (B), Defoe (E), Deken (N), Diest (N), Donne (E), Doorn (N), Doren (A), Doyle (E), Drost (N), Dumas (F), Druon (F,) Duyse (B), Duras (F), Eliot (E), Erens (N), Ernst (0), Esser (N), Feber (N), Feith (N), Linze (B), Flake (0), Flers (F), Fran k , (N), Frank (0), Frost (A) , Geest (N), Geuns (N), Ghéon (F), Gibbs (E), Gijsen (B,) Gijsen (N,) Giono (F), Gogol (A), Goris (B), Gorki (A), Graaf (N), Gracq (F), Graft (N), Grass (0),Green (E), Green (F), Grey (A), Grimm (0), Groot (N), Gulik(N), Halbe (0), Hardy (B), Hauft (0), Hayes (A), Hecht (A), Hecke (B),Heelu (N), Hémon (F,) Hesse (0),Hooft (N), Hurst (A), Jahnn (0), Jarry (F), Joyce (E,) Jones (A), Jouve (F), Kalma (N), Keats (E), Kenis (B), Keuls (N), Kirst (0), Kloos (, N), Kuyle (N), Laey (B), Lampo (B), Laudy (N), Leeuw (N), Lenau (0), Lewis (E), Linde (N), Logue (E), Looy (N), Louys (F), Lowry (E), Melis (B), Mens (N), Milne (E), Minne (B), Moens (B), Moore (A), Morus (E), Nahon (B), Neaft (N), Neill(E), Nizan (F), Noyes (E), Nuver (N), O'Hara (A), Orczy (E), Péguy (F), Pepys (E), Péret (F), Polet (N), Ponge (F), Pound (A), Powys (E), Prins (N), Puget (F), Queen (A), Raabe (D), Ramon (B), Revis (N), Rike (D), Sabbe (B), Sachs (D), Sachs (F), Sagan (F), Scott (E), Serge (0), Sharp (E), Shute (E), Simon (F), Smith (A), Smits (B), Snick (B), Sorge (D), Aafjes (N), Spire (F), Spark (E), Steen (E), Steen (N), Stehr (0), Stein (A), Stijns (B), Stone (A), Stoke (N), Stone (A), Storm (0), Stort (N), Stoke (N), Stout (A),Swift (E), Thans (B), Thiry (B), Thoma (0), Tügel (0), Twain (A,) Ubink (N), Unruh (0), Vaats (E), Velde (B), Viola (N), Vidal (A), Voght (B), Vondel (N), Vooys (N), Waals (N), Walch (N), Waugh (E), Weiss (0), Wells (E), Wilde (B), Wilde (E), Wilma (N), Wolfe (A), Wolft (N), Woolt (E) Woude (N), Young (E), Zweig (0),
6 Aafjes (N), Achard (F), Adamov (F), Algren (A), Allcot (A), Alphen (N), Ameide (N), Andres (N), Antink (N), Aragon (F), Arland (F), Arnaud (F), Artaud (F), Asimov (A), Austen (E), Austin (A), Azorin (S), Backer (B), Baerle (N), Bailly (B), Bakker (N), Balzac (F), Barker (E), Barrie (E), Blaman (N ), Bomans (N), Barham (N), Barker (E), Barnes (A), Becher(D), Bedier (F), Begeer (N), Beider (B), Bekker (N), Belloc (E), Bellow (A), Benoït (F), Becher(D), Berson (B), Bertin (B), Blaman (N) ,Blunck (0), Bodart (B), Bodman (0), Bodson (B,) Boeken (N), Bolsée (B), Bomans (N), Booven (N), Boumal (B), Brandt (N), Brecht (0), Brontë (E), Brulez (B), Brusse (N),Bunyan (E), Buysse (B), Breton (F), Bröger (0), Bronne (B), Brontë (E), Capote (A), Carême (B), Cather (A), Cayrol (F), Céline (F), Chenoy (B), Clercq (B,) Cneudt (B), Coenen (N), Collem (N), Cooper (A), Coster (B), Coster (N), Coward (E), Cowley (A), Cremer (N), Cronin (E), Daisne (B), Daudet (F), Debrot (N), Decker (N), Dekker (N), Demers (B), Desnos (F), Deubel (F), Döblin (0), Donker (N), Drouet (F) ,Dubois (N), Eberle (0), Eewijk (N), Eggink (N), Ehrler (0) ,Eluard (F), Emants (N), Espina (S), Estang (F), Everts (N), Fargue (F), Ferder (A), Fonson (B), Forbes (A), Fouqué (0),France (F), Fuller (E), Gaiser (0), Gascar (F), Gavere (B), George (0), Gevers (B), Geyter (B), Godden (E), Goethe (0), Goffin (B), Gogolj (R), Gooien (N), Gorter (N), Goudge (E), Gravel (F), Grauls (B), Graves (E), Goethe (0), Goffin (B), Gogolj (R), Goudge (E), Gooien (N), Grauls (B), Gravel (F), Greene (E), Griese (0), Guitry (F), Haasse (N), Hallen (B), Harris (E), Hattum (N), Haulot (B), Havank (N), Haulot (B), Havank (N), Hebbel (0), Helman (N), Herder (0), Helman (N), Hensen (B), Herder (0) ,Hersey (A), Hertog (N), Hilton (E), Hoddis (0), Hofdijk (N), Hopman (N), Houtte (N), Huchel (0), Hughes (A), Hughes (E), Hulzen (N), Hussem (N), Huxley (E) ,Ibanez (S), Irving (E), Kaiser (0), Kasack (0), Kempis (N), Kinker (N), Kleist (0), Koenen (N), Koning (N), Koster (N), Kramer (N), Lannoy (N), Le Fort (0), Leroux (F), Leiris (F), Leroux (N), Leroux (B), Lersch (0), London (A), Loerke (0), Lowell (A), Ludwig (0), Luiken (N), Luther (0), Mailer (A), Mander (N), Mandes (N), Marest (B), Meijere (B),Meyere (N), Merill (A), Merken (N), Meyere (N), Miegel (0), Miller(A), Milosz (F), Milton (E), Millay(A), Mockei (B), Morand (F), Morgan (E), Mörike (0), Morris (A), Mulder (N), Musset (F), Nescio (N, )Neveux (F), Nimier (F), Nijhoft (N), O 'Neill (A), Ossian (E), Oudaen (N) ,Pacine (F), Pagnol (F), Pascal (F), Périer (B), Perret (F), Persyn (B), Ponten (0), Porter (A), Postma (N), Poulet (B), Powell (E), Proost (N), Proust (F), Putman (B), Ransom (A), Raynal (F), Reboux (F), Renard (F), Reuter (0), Revius (N), Ridder (B), Ridwit (B), Rinser (0), Ritter (N), Roblès (B), Rogghé (B), Rooses (B), Runyon (A), Ruskin (E), Rutten (N), Rutten (B),, Salmon (F), Samsam (E), Sartre (F), Sauwen (B), Sayers (E), Schaaf (N), Scholz (0), Schoup (B), Seidel (0), Simons (B),Simons (N), Smeken (N), Spark (E), Spring (E), Squire (E), Sterne (E), Storm (0), Stort (N), Stramm (0), Styron (A), Swarth (N), Swerts (B), Stijns (B), Swerts (B), Symons (E), Thelen (0), Thiess (0), Thillo(B,) Thiry (B), Thomas (E) ,Toller (0), Toulet (F), Trakl (0), Troost (N), Troyat (F), Twain (A), Tzara (F), Ulfers (N), Updike (A), Vaats (E), Valéry (F), Vedrès (F), Verwey (N), Vialar (F), Villon (F), Virrès (B), Viruly (N), Visser (N), Vitrac (F), Vivier (B), Vloten (N), Voeten (N), Vondel (N), Voorde (B), Vorden (N), Vroman (N), Wadman (N), Walden (B), Walser (0) ,Warden (B), Warner (E), Warren (A), Wartel (0), Wessem (N), Wielen (N), Wilbur (A), Wilder (A), Wilson (A), Wilson (E), Winsor (A), Wright (A),Wumkes (N), Woolt (E), Young (E), Zweig (0),
7 Abellio (F), Alberti (S), Andreus (N), Angenot (B), Anouilh (F), Arrabal (S), Asselijn (N), Baillon (B), Balchin (E), Baldwin (A), Barlach (D), Beckett (E), Bellamy (N), Bemanos (F), Bennett (E), Berghen (B), Bernard (F), Bernier (B), Bernlef (N), Bertram (D), Besnard (N), Bibesco (F), Binding (D), Blondin (F), Blunden (E), Blijstra (N), Boileau (F), Bosboom (N), Bourbon (N), Bourdet (F), Boutens (N), Bredero (N), Brolsma (N), Brouwer (N), Bruggen (N), Brugman (N), Bruning (N), Buckinx (B), ampert (N), Carlyle (E), Carossa (D), Ces bron (F), Chamson (F), Chauser (E), Cheyney (E), Claudel (N), Closson (B), Cocteau (F), Colette (F), Cordier (B), Corsari (N), Cozzens (A), Cremers (N), Datheen (N), Decorte (B), Delbeke (B), Demedts (B), Dèr Mouw (N), Deyssel (N), Dickens (E), Diderot (F), Dijkstra (N), Domisse (N), Doncker (B), D'Orbaix (B), Douglas (A), Douglas (E), Dreiser (A), Duhamel (F), Durrell (E), Durtain (F), Duykers (B), Eckeren (N), Eeckels (B), Eekhout(N), Eerbeek (N), Egidius (N), Elskamp (B), Engelke (D), Erasmus (N), Erskine (A), Fallada (D), Farrell (A), Farrère (F,) Firbank (E), Flecker (E), Fleming (E), Follain (F), Forster (E), Fouchet (F), Frenaud (F), Gadenne (F), Gallico (A), Garnett (E), GaskeIl (E), Gauchez (B), Gautier (F), Gazelle (B),Gehalte (N), Gellert (D), Géraldy (F), Gezelle (B), Golding (E), Grönloh (N), Guiette (B), Guillén (S), Günther (D), Gutkind (D), Gijselen (B), Hammond (E), Haspels (N), Heeroma (N), Hellens (B), Hermans (N), Hesseis (N), Hofstra (N), Hoornik (N), Housman (E), Houwink (N), Huygens (N), Jaarsma (N), Jacobse (N), Janssen (N), Jarrell (A), Jeffers (A), Jiménez (S), Johnson (D), Jonkman (N), Kästner (D), Kerouac (A), Kipling (E), Koopman (N), Lardner (A), Laurent (F), Leblanc (F), Leeuwen (N), Lehmann (E), Lehmann (N), Lehmann (D), Lemmers (B), Lennart (N), Leopold (N), Lessing (D),Lessing (E), Loosjes (N), Lubeley (N), Malraux (F), Marsman (N), Matthijs (B), Maugham (E), Mauriac (F), Meester (N), Mendels (N), Michaux (F), Mitford (E), Molière (F), Mombert (D), Moortel (B), Morriën (N), Mussche (N), Mijnssen (N), Nichols (E),, Noordzij (N), Nossack (D), Novalis (D), Oltmans (N), Orléans (F), Patchen (A), Paulhan (F), Pauwels (B), Pauwels (N), Peisson (F), Peleman (B), Penninc (B), Penning (N), Philips (N), Pierson (N), Pourrat (F), Prévert (F), Prévost (F), Proumen (B), Queneau (F), Querido (N), Radecki (D), Regnier (F), Reninca (B), Reuling (B), Reverdy (F), Rexroth (A), Richter (D), Rivière (F), Robaski (N), Robbers (N), Roberts (A), Rodenko (N), Rolland (F), Romains (F), Rombach (D), Rostand (F), Roussel (F), Roussin (F), Salomon (D), Saroyan (A), Sassoon (E), Schagen (N), Schaper(D), Schmidt (B), Schmidt (D), Schmitz (N), Schurer (N), Ségalen (F), Seghers (B), Seghers (D), Seghers (F), Serrure (N), Séverin (B), Shapiro (A), Shelley (E) , Simenon (B), Sitwell (E), Sleeckx (B), Sluiter (N), Smeding (N), Spender (E), Spinoza (N), Stadier (D), Stevens (A), Strauss (D), Stroman (N), Stucken (D), Sybesma (N), Tardieu (F), Tharaud (F), Thomson (N), Thoreau (A), Thurber (A), Thijssen (N), Tolkien (E), Tollens (N), Toistoi (R), Triolet (F), Vansina (B), Vanzype (B), Vasalis (N), Veltheim (N), Vercors (F), Verhees (B), Verhoog (N), Vermaat (N), Vestdijk (N), Vildrac (F), Vosmaer (N), Wagener (N), Wallace (A), Walpole (E), Whitman (E), Willems (B), Wolkers (N), Wybenga (N), Zielens (B),
8 Aletrino (N), Andersch (D), Anderson (A), Barbusse (F), Bataille (F), Beauvoir (F), Beerboom (E), Belcampo (N), Belpaire (N), Benjamin (D), Bergmann (N), Bergmans (B), Bernagie (N), Betjeman (E), Bernanos (F), Bierbaum (D), Blackmur (A), Blanchot (F), Boendale (E), Bogaerts (B), Bonnefoy (F), Bontekoe (N),Borchert (D), Bordeaux (F), Bordewijk (N), Bousquet (F), Britting (D), Brittain (E), Browning (E),Bruneiair (B), Buddingh (N), Burniaux (B), Burssens (B), CaidweIl (A), Capadose (N), Cendrars (F), Chandler (A), Christie (E), Connelly (A), Connolly (B), Conrardy (B), Cornette (B), Couperus (N), Croisset (F), Cummings (A), Deschner (D), Dorgelès (F), Dullaert (N), Edschmid (D), Eeckhout (N), Eemlandt (N), Elsschot (B), Emmanuel (F), Engelman (N), Etiemble (F), Everaert (B, Faulkner (A), Fielding (E, Flaubert (F), Flouquet (B), Fombeure (F), Fontaine (F), Fonteyne (B), Forester (E), Francken (B), Genevoix (F), Ghistele (8), Gilliams (B), Ginsberg (A), Glesener (8,) Gomperts (N), Goncourt (F), Goossens (8), Gossaert (N,) Goudsmit (N), Greshoff (N), Guéhenno (F), Guilloux (F), Haantjes (N), Hadewych (N), Havelaar (N), Herreman (B), Herzberg (N,) Hochhuth (D,) Hoekstra (N), Horemans (B), Houghton (E), Houwaert (B,) Huizinga (N), Hulleman (N), Jonathan (N), Kamphuis (N), Larguier (F), Lartéguy (F,) Laurents (A), Lawrence (E), Léautaud (F), Leopoldt (N), Lodeizen (N), Lokhorst (N), Loveling (N), Lucebert (N), Macauley (E), Macleish (A), MacNeice (E), Mac, Orlan (F), Maerlant (N), MeMlie (A), Michener (A), Michiels (B), Mitchell (A), Montagne (B), Monteyne (B), Netscher (N), Nouvalis (D), Perrault (F), Plievier (D), Plisnier (B), Poesjkin (R), Prokosch (A), Rabelais (F), Radiguet (F), Rathenau (D), Rattigan (E), Remarque (D), Riemsdijk (N), Robinson (A), Roelants (B), Roelvink (N), Rousseau (F), Rukeyser (A), Ruysbeek (8), Rijnsdorp (N), Sabatini (E), Salacrou (F), Salinger (A), Salomons (N), Sandburg (A), Sandberg (N), Sarraute (F), Scharten (N), Schetter (N), Schendel (N), Schepens (B), Schepers (N), Schiller (D), Schimmel (N), Schlegel (N), Schnurre (D), Schotman (N), Schreurs (N), Schröder (D), Schrijver (N), Schwartz (A), Sedgwick (A), Sherriff (E), Sherwood (A), Sierksma (N), Sillitoe (E), Sinclair (A), Snieders (B), Soupault (F), Spieghel (N), Spingern (A), Stendhal (F), Straeten (B), Swinbum (E), Tamminga (N), Tazelaar (N), Tennyson (E), Tersteeg (N), Theunisz (N), Tousseul (B), Tsjechov (R), Tuinstra (N), Vailland (F), Vanhaute (B), Veldheer (N), Verbeeck (B), Verhuist (B), Verlaine (F,) Verriest (B), Vilmorin (F) ,Violette (B), Visscher (Roemer) (N), Vlemminx (N,) Vostaert (B), Vriamont (B), Walgrave (B), Walschap (B), Wedekind (D), Wiechert (D), Williams (A), Woestijne (B) ,Woolcott (A), Wijdeveld (N), Wijngaert (B), Zangwill (E),
9 Aldington (E), Allingham (E), Audiberti (F), Avermaete (B), Beerblock (B), Benavente (S), Bilderdijk (N), Binnendijk (N), Borchardt (D), Bosschère (B), Bourgeois (B), Brabander (N), Breevoort (N), Bromfield (A), Bruneiair (B), Burroughs(A), Cervantes (S), Champagne (B), Charteris (E), Coleridge (E), Coornhert (N), Corneille (F), Courtmans (B), Ehrenburg (R), Eigenhuis (N), Engelberg (B), Fabricius (N), Fontainas (B), Fraigneau (F), Gerritson (N), Giraudoux (F), Gironella (S), Goldsmith (E), Goytisolo (B), Guillevic (F), Gutteling (N), Haersolte (N), Hasebroek (N), Hauptmann (0), Haushofer (0), Hawthorne (E), Heemskerk (N), Hemingway (A), Hernandez (S), Heijermans (N), Holthusen (0), Iependaal (N), Ietswaart (N), Indestege (B,) Indesteye (B), Isherwood (A), Jeurissen (B), Klikspaan (N), Klopstock (0), Knuvelder (N), Koetsveld (N), Kollontaj (R), Labberton (N), Langendijk (N), Ledeganek (B), Llewellyn (E), Macdonald (E) ,Mackenzie (E), Mansfield (E), Masefield (E), Mennekens (B), Monsarrat (E), Montaigne (F), Multatuli (N), Nietzsche (0), Noordstar (N), Nooteboom (N), Paaltjens (N), Panhuysen (N), Pasternak (R), Poortinga (N), Potgieter (N), Priestley (E), Pritchett (E), Rochefort (F), Rodenbach (B), Rodenburg (N), Roothaert (N), Ruusbroec (B),
Santayana (S), Schaeffer (0), Schickele (0), Schneider (0), Schürmann (0), Snellaert (B), Speenhoff (N), Steinbeck (A),
Sternheim (0), Streuvels (B), Teirlinck (B), Thackeray (E), Troelstra (N), Tucholsky (0), Tumerelle (B), Vanhoutte (B), Vercammen (B), Verhaeren (B), Verhoeven (N), Verknocke (B), Vermeylen (B), Vertommen (B), Vinkenoog (N), Vuylsteke (B), Walravens (B), Wilderode (B), Wodehouse (E), Wolfskehl (0), Zetterman (B), Zuckmayer (0),
10 Achterberg (N) Asselbergs (N) Baekelmans (B) Bastiaanse (F) Baudelaire (F) Beversluis (N) Billetdoux (F) Camphuysen (N), Carmiggelt (N), Cauwelaert (B), Chesterton (E), Chevalier (F), Coenraadts (N), Conscience (B), Drinkwater (E), Dupierreux (B), Eschenbach (0), Fitzgerald (A), Fokkertsma (N), Franquinet (N), Galsworthy (E), Ghelderode (B), Groeningen (N), Groenevelt (N), Hemeldonek (B), Hildebrand (N), Holsbergen (N), Hoogenbemt (B), Jonckheere (B), Leendertsz (N), Lodensteyn (N), Longfellow (E), Molkenboer (N), Neufvilles (F), Peyrefitte (F), Reddingius (N), Richardson (E), Rietbergen (N), Ringelnatz (0), Roosbroeck (B), Schelt jens (N), Schierbeek (N), Schnitzler (0), Schouteden (B), Schwitters (N), Slauerhoff (N), Stuiveling (N), Swinnerton (E), Tarkington (A), Timmermans (B), Toergenjev (R,) Vandeputte (B), Verbruggen (B), Vermandere (B),Vermeersch (B), Verschaeve (B), Verschoren (B), Wassermaan (0), Weisenborn (0), Wordsworth (E), Zoetrnulder (N)
11 Abercrombie (E), Apollinaire (F), Basschaerde (N), Beaudelaire (F), Bergengruen (0), Crommelynck (B), Oautzenberg (B), Donkersloot (N), Eichendorff (0), Eysselstein (N),. Hagelstange (0), Hammenecker (B), Hasenclever (0), Hauleville (B), Herckenrath (B), Herreweghen (B), Huelsenbeck (0), Klinkenberg (N), Kneppelhout (N), Langendonck(N) ,Longerskaey (B), Maeterlinck (B), Montesquieu (F), Montherlant (F), Morgenstern (0), Münchhausen (0), Scheepmaker (N),
Schuitmaker (N), Shakespeare (E), Spierenburg (N), Stavenhagen (0), Supervielle (F), Wagenvoorde (N), Westerlinck (B), Wolfenstein (0), Zeldenthuis (N)
12 Enzensberger (0), Ferlinghetti (A), Feuchtwangler (0),
Haverschmidt (N), Hegenscheidt (B), Helderenberg (B), Hergesheimer (A), Kalderkerken (B), Schevichaven (N), Schlumberger (F), Vandercammen (B)
13 Chateaubriand (F), Droogenbroeck (B), Feuchtwangler (0), Heissenbüttel (0), Kuitenbrouwer (N),
14 Grimmelshausen (0), Hildegaarsberg (N),
auteursbaten royalty
auteursrecht copyright, kopijrecht
auteursrechtsbelangen - autbel
auteur van Faust Goethe, Marlowe
auteur van Hamlet Shakespeare
auteur van Hooglied Salomo
auteur van imitatio christi van Kempen, â Kempis
authentiek betrouwbaar, echt, geloofwaardig,
authochtoon inheems, origineel
auto automobiel, limousine, wagen
autoantenne - spriet
autobaan rijksweg, snelweg
autobestuen chaufferen, rijden
autobestuurder chauffeur
autobewaker - parkeerwacht
autobiografie - memoires
autobox autostalling, garage
autobus - autocar, reiswagen
autoclaxon hoorn, toeter
autocraat alleenheerser, despoot, dictator, tsaar
autocratie alleenheerschappij
autocratisch eigenmachtig
autodeur - portier
autogordel - draagband
autogram handtekening, signatuur
autohandelaar van vast merk - dealer
autoherstelplaats - garage
autohoorn - claxon
autohotel motel
autohulp - wegenwacht
autoinspectie revisie
autokenteken -
Afghanistan: AFG, Albanië: AL, Alderney: GBA, Algerije: DZ,
Amerika, Verenigde Staten van : USA , Andorra: AND, Argentinië: RA, Australië: AUS, Bahamaeilanden: BS, Bahrein: BRN, Barbados: BDS, Birma: BUR, Boeroendi: RU, Botswana: RB, Brazilië: BR, Brits Honduras: BH, Brunei: BRU, Bulgarije: BG, Canada: CON, Centraal Afrikaanse Republiek: RCA, Chili: RCH, China: RC, Colombia: CO, Costa Rica: CR, Cyprus: CY, Dahomey: DY, Denemarken: OK, Dominica: WO, Dominicaanse Republiek: DOM , Ecuador: EC, Egypte: ET, Ethiopië: ETH, Fiji: FJI, Filippijnen: PI, Finland: SF, Gambia: WAG, Ghana: GH, Gibraltar: GBZ, Grenada: WG, Griekenland: GR, GrootBrittanië en NoordIerland: GB, Guatemala: GCA, Guernsey: GBG, Guyana: BRG, Hongkong: HK, Ierland: IRL, India: INO, Irak: IRQ, Iran: IR, Isle of Man: GBM, Israël: IL, Ivoorkust: Cl, Jamaica: JA, Jersey: GBJ, Joegoslavië: YU, Jordanië: HKJ, Kenia: EAK, Koeweit: KWT, Korea: ROK, Laos: LAO, Lesotho: LS, Libanon: RL, Liberia: LB, Libië: LT, Liechtenstein: FL, Madagascar: RM., Malawi: MW, Mali: RMM, Marokko: MA, Mauretanië: RIM, Mauritius: MS, Mexico: MEX, Monaco: MC, Nederland: NL, Nederlandse Antillen: NA , Nicaragua: NIC, NieuwZeeland: NZ, Niger: NlG, Nigeria: WAN, Oeganda: EAU, PAK Panama: PA , Paraguay: PY, Peru: PE, Polen: PL, Rhodesië: RSR , Rwanda: RWA, Sabah en Labuan: CNB, San Marino: RSM , SaoediArabië: AS, Sarawak: SK, Senegal: SN, Seychellen: SY, Sierra Leone: WAL, Singapore: SGP, Sint Lucia: WL, Sint Vincent: WV , Soedan: SUO, Somalia: SP, SowjetUnie: SU, Sri Lanka: CL, Suriname: SME, Swaziland: SO, Syrië: SYR, Tanzania: EAT, Togo: TG, Trinidad en Tobago: TT T, Sjechoslovakije: CS, Tunesië: TN, Turkije: TR, Venezuela: YV, Vietnam: VN, West Samoa: WS, IJsland: IS, Zaïre: ZR, Zanzibar: EAZ , ZuidAfrika: ZA , ZuidJemen: AON, Zwitserland, CH
Autolamp achterlicht, bermlicht, koplamp, mistlamp, stoplicht
autolift - hefbrug
automatiek - eethuis
automatisch mens robot
automatisch pistool - colt
automatisch wapen bren, sten, stengun
automatische grammofoon jukebox
automatische grondstamper kikker
automatische halve overwegbomen - ahob
automatische piano pianola, pianofoon
automerken
Abarth, Alfa Romeo, Austin, Autobianchi, Auto Union, Bently, B.M.W., Cadilac, Buick, Chevrolet, Chrysler, Citroën, Daf, Daffodil, Daimler, DKW, Dodge, Ferrari, Fiat, Ford, Ghia, Glas, Goggomobil, Hillman, Humber, Innocenti, Isar, Iso, Rivolta, Isuzu, Jaquar, Lancia, Lotus, Matra, Bonnet, Mazda, Mercedes, Mercury, M.G., Morgen, NSU, Oldsmobile, Opel, Panhard, Peugeot, Plymouth, Pontiac, Porche, Rambler, Renault, Rolls Royce, Rily, Rover, Saab, Scaldia, Simca, Singer, Skoda, Studebaker, Sumbeam, Toyota, Trabant, Triumph, v.d.Plas, Vauxhall, Volga, Volkswagen, Volvo, V.W., Wartburg, Wolseley
auto met 2 deuren aan beide zijden sedan
automobilist bestuurder, weggebruiker, wegpiraat
autonomie zelfbestuur
autonoom onafhankelijk, zelfstandig
autonoom deel van de staat gemeente, provincie
autonummer - kenteken
auto-onderdelen -
3 rem
4 accu, band, klep, lamp, tank,
5 lager, motor, motor, rotor, stuur
6 bobine, bougie, carter, doseur, drijfas, dynamo, krukas, vering, vooras, zuiger
7 chassis, gasklep, handrem, knalpot, koplamp, starter, vlotter,
8 achteras, bermlamp ,bladveer, cardanas, cilinder, dimlicht, fuseepen, klepveer, nokkenas, oliepomp, radiator, schijfrem, sproeier, venturie, zuigbuis
9 aanzuiger, chokeklep, debrayage, defroster, drijfstang, koppeling, kroonwiel, overdrive, pompkamer, remschoen, satelliet, schakelas, stoplich,t veerstrop, N vliegwiel, waterpomp, zuigerpen
10 achterbrug, achterwie,l carburator, gangwissel, inlaatklep, klepstoter, koppakking, pignonwiel, remleiding, remtrommel, spoorstang, startmotor, trommelrem, ventilator, verdeelkap, verstuiver, zuigerveer
11 benzinepomp, benzinetank, cilinderkop, condesator, contactpunt, onderbreker, ondercarte,r remcilinder, schakelvork, schokbreker, stoterstang, synchromess,
uitlaatklep
12 achterashuis, cilinderblok, geluiddemper, starterkrans, torsievering, vlotterkamer, vlotternaald,
13 differentieel, kleppendeksel, kleptuimelaar, oliedrukmeter,
onderbrekeras, satelietenas, waterpomphuis
14 compressieveer, kruiskoppeling, krukastandwiel,
ventilatorriem
15 acceleratiepomp, cardankoppeling, distributiekast,
kleptuimelaars, koppelingsplaat, oliedrukventiel,
onderbrekershuis, onderbrekerpunt, schakeltandwiel,
versnellingsbak
16 compressieruimte, inlaatspruitstuk, klepstoterdeksel,
nokkenastandwiel
17 differentieelhuis, uitlaatspruitstuk, veiligheidsgordel,
18 blokkeerinrichting
autopark - wagenpark
autopaspoort carnet
autopech panne
autoped step
autopetten steppen
autopsie lijkschouwing
autorenner coureur
autoreparateur - monteur
autorijder - chauffeur
autorisatie machtiging, volmachtiging
autorit relly, tocht
autoritair - eigenmachtig
autoriteit achting, gezag, deskundige, macht
autoscherm - spoiler
autosuggestie zelfsuggestie
autostalling - box, carport, garage
autostrada autobaan
autotoeter claxon
autotomie - zelfverminking
autotrekken - slepen
autovijzel cric, krik
autoweg snelweg
autowerkplaats - garage
autovoorasscharnier - fusee
aval wisselborgtocht
avantage - voordeel
avance contact, koersstijging, toenadering, vordering
avantgarde voorhoede
avé groet, heil
aveelzaad (winter)raapzaad
avegaar boor, egger, effer, houtboor, krukboor
avenue (zuidned.) lei, laan, allee, toegangsweg
avenue te Antwerpen - lei
aver afstammeling, kind, nazaat, nakomeling, nakroost, oir
averano, bruine - hamerling
averechts fout, omgekeerd, onjuist, verkeerd
averij beschadiging, pech, schade, zeeschade
averijregeling - dispache
Averijron, hoofdstad van - Rodez
avers - keerzijde
aversie afkeer, afschuw, hekel, tegenzin
aviateur piloot, vlieger, vliegenier
aviatiek luchtvaart, vliegwezen
avicultura vogelteelt
aviso (Sp.) jacht, jachtkruiser
avitaminose vitaminen gebrek
avitaminose aandoening - Pellegra, scheurbuik
avond hesperus
avondappel - taptoe
avondblad krant
avondeten avondmaal, maaltijd, souper
avondgebed vesper
avondjapon - baojurk
avondkleding gala, rok, smoking
avondklok angelusklokje, curfew
Avondland Europa, Hesperia, Occident, Westen
avondmaal diner, souper
avondmaalsbrood hostie
avondmantel sortie
avondmuziek serenade
avondpartij raout, soiree
avondparty aan het hof raout
avondsignaal taptoe
avondster Venus
avondstond avonduur
avondvlinder sfinx
avondzang serenade
avonturen riskeren, wagen
avontuur belevenis, ervaring, lotgeval, ondervinding, perikel, wedervaren
avontuurlijk - gewaagd, ondernemend, romanesk
avontuurlijk student vagant
avonturier gelukzoeker
awierig - levendig, vlug
axioma postulaat stelling
axminster tapijt
azen loeren, streven, uitkijken, zoeken
azen op spinzen, willen
Azerbeidsjan, hoofdstad van - Bakoe
Aziaat Arabier, Armeniër, Birmaan, Chinees, Hindoe, Indiër, Irakees, Javaan, Japanner, Jordaniër, Koreaan, Maleier, Mongool, Pers, Siamees, Syriër, Tartaar, Tibetaan, Turk, Vietnamees
Aziatisch bosgebied - taiga
Aziatisch dier - angorageit, antilope, argalischaap, Jakhals, kameel, leeuw, lemming, poolhas, poolvos, rendier, tapir, ijsbeer
Aziatisch gebergte Alai, Altai, Altainnoeroe, Ararat, Demawend, Elbroer, Hermon, Himalaya, Karakoroem, Kaukasus, Kazbek, Koengoer, Libanon, Makaloe, Pamir, Sehend, Semeroe, Tarbagatai, Taurus, Tien-Sjau, Zagros
Aziatisch herdersvolk Koerden
Aziatisch Hoogland - Dekan
Aziatisch (e) eiland(en)groep - Andamanen, Ceylon, Djawa, Filippijnen, Formosa, Hainan, Honsjoe, Kalimantan, Koerillen, Luzon, Nikobaren, Palawan, Sulawesi, Sumatera
Aziatisch eilandenrijk - Japan
Aziatisch gewicht - tael
Aziatisch land Afghanistan, Arabië, Birma, Bhutan, Cambodja, Ceylon, China, Filippijnen, Hongkong, India, Indonesië, Irak, Iran, Israël, Japan, Jemen, Jordanië, Katar, Koeweit, Korea, Laos, Libanon, Macau, Maladieven, Maleisië, Maskat, Mongolië, Nepal, Oman, Pakistan, Perzië, Saoedi-Arabië, Siberië, Sikkim, Singapore, Syrië, Thailand, Tibet, Turkije, Vietnam, zie: land in Azië
Aziatisch schiereiland Arabië, Korea, Liaotoeng, Malakka, Maleisië, Sinaï
Aziatisch volkstype - Aino, Arabier, Chinees, Brahmaan, Javaan, Jood, Papoea, Pers, Tartaar, Turk, Mongool, Madoerees,
Aziatische antilope - chiroe
Aziatische draagstoel palankijn
Aziatische godsdienst - Boeddhisme, Brahmanisme, Confucianisme, Hindoeïsme, Islam, Shintoïsme, Taoïsme
Aziatische havenstad Abadan, Bangkok, Bombay, Calcutta, Hongkong, Haifong, Harphong, Karachi, Macao, Madras, Poesan, Rangoon, Singapore, Sjanghai, Wladiwostok
Aziatische herdersvolk - Koerden
Aziatische hoofdstad Ankara, Jakarta, Hanoi, Manilla, Peking, Saigon, Singapore, Teheran, Tokio, zie: Hoofdstad van Aziatisch:
Aziatische hoogvlakte - toeran
Aziatische lynx caracal
Aziatische steppenlynx caracal
Aziatische rivier Amoedarjan, Amoer, Araks, Ares, Atrek, Emba, Eufraat, Ganges, Hwang-ho, Indus, Jana, Jangtsekiang, Jenissei, Kolyma, Lena, Mekong, Me-nam, Narbada, Ob, Oeral, Salween, Tarim, Tas, Tigris, Tsjoe, : zie: rivier in Azië
Aziatisch(e ) volks (groep) -
2 Ho,
3 Lao, Moi, Mon, Yao
4 Aëta, Ahom, Aino, Gond, Lolo, Miao, Moso, Shan, Sikh, Thai, oda
5 Dajak, Khmer, Lasen, Luren, Munda, Muong, Oloot, Sakai,
Senoi, Sindh, Sofan, Toula ,Tsjam, Wedda,
6 Araren, Bataks, Bihars, Koehoe, Mingat, Persen, Russen,
Sarten, Semang, Talisj, Tamils, Tdjong
7 Droezen, Gilenen, Heroseh, Indiden, Kasjmeri, Koerden, Osmanen, Osseten, Punjabi, Toradja
8 Boerjaten, Chinezen, Giljaten, Jakoeten, Kaschgai, Koreanen, Mongolen, Oezbeken, Ostjaken, Torgoten
9 Armeniërs, Japanners, Mantsjoes, Samojeden, Siberiden,
Tadzjiken, Tibetanen
10 Bachtiaren, Maronieten, Singalezen, Toerkmenen
Aziatische waterlelie lotus
Aziatische woestijn Gobi
Aziatische zee - Beringzee
Aziatische ziekte cholera, lepra, malaria, pest
azijn acetum, edik, eek
azijnaaltje - stijfselaaltje
azijnachtig - zerp
azijnboom fluweelboom
azijngeest aceton
azijnmeter acetonmeter
azijnsaus marinade
azijnzuurmeter acetonmeter
azijnzuurzout acetaat
azimut toppunt, shock
azolla waterkroos
Azoren, een der - Corvo, Fayal, Flores, Pico, Terceira
Azoren, hoofdstad der - Angra
Azoren, ontdekker van de - Cabral
azotum stikgas, stikstof
Aztekenleider - Ltzoatl, Montecuzoma, Tizoc, Tlacae
Aztekenschool - Calmecac,
Aztekentaal - Nahuatl
Aztekenwoning - calpolli
azuur hemelsblauw, hemelsgewelf, lazuur
B
baadje hemdje, jasje
baai wol, gelukje, inham, tabak
baai tabakssoort
baai bocht, boezem, kreek, inham, zeearm
baaierd - wanboel, wanorde
baai in Alaska Bristol, Glacier, Smits
baai in Amerika - Barnegat, Blanco, Chesapeake, Descanso, Fishing, Keewanaw, La Paz, Matagorda, Monica, Monterey, Raleigh, Saginaw
Baai in Australië - Anson, Beagle, Boucaut, Broken, Brunswick, Carnot, Celedon, Collier, Diemen, Discovery, Doubtful, Encounter, Flinderd, Fowler, Hervey, Jurien, lacepede, Limmen, Melville, Newcastle, Portland, Radstock, Rivoli, Roebuck, Scorpion, Shark, Shelburn, Spencer, Tor, Upstart, Van lethbridge, Wide
baai in Aziatisch Rusland - Anadyr, Diep, Gishiga, Kamtschatka, Koschak, Nabil, Natalie, Uda, Uka, Yama, Yana
baai in Canada - Bonavista, Browne, Burnett, Christie, Croker, Daly, Dease, Denmark, Fortune, Freshfield,Fundy, Glace, Home, Griper, James, Keith, Kogaluk, Kovik, Mal, Merchant, Mings, Miramichi, Mire, Mosquito, Ommaney, Pelly, Placentia, Ross, Satellite, South Elliot, Spence, Trepassey, Ungave, Waddington, Walker
baai in California - Asuncion, Blanco, Monica
baai in Chili - Ancud, Chonorades, Corcovado, Cucao, Manzano, Penas, Tarn
baai in China - Bias, Hangchow,Hiatu, Mirs, Tonkin,
Wenchon
baai in Denemarken - Hjelms, Kalö, Kjoge, Venö, Laholm, Sejrö
baai in Engeland - Caernarvon, Cardigan, Bridlington, Morecambe, PegweIl, Swansea
baai in Frankrijk - Aude, Fos, Fréjus, Juan, Uon
Baai in Griekenland - Argolis, Kalloni, Kassandra, Klompo, Korinthos, Lakonia, Orphani, Patrai, Petalia, Piraeus, Saloniki, Singitikos, Strimonikos
baai in Ierland - Ballinskelligs,Clew, Dingle, Donegal, Dundalk, Dundrum, Dublin, Gweebarra, Kilkieran, Killala, Mal, Mannin
baai in Itallë - Manfredonia, Napels, Neapoli, Policastro, Salerno, Tarente, Trieste
baai in Japan - Aniva, Ise, Matsu, Sagami, Shari, Tokyo, Toyama, Wakasa
baai in Mexico - Chetumal, Magdalena, Mexico, Taltemba
baai in Nieuw Zeeland - Golden, Hicks, Karamea,Plenty, Tasman
baai in Noorwegen - Bokn, Folden, Oslo, Salten
baai in Rusland - Archangel Koema, Kirova, Mezen, Onega, Petsjora, Taganrog
baai in Schotland - Broad, Luce
baai in Spanje - Algericas, Malaga, Valencia
baai in Tunis - Gabes
baai in Verenigde Staten Apalachee, Chesapeake, Florida, Keewanaw, Matagorda
baaizout - keukenzout
baak baken, boei, jalon, joon, zeemerk
baal jutezak, maalzak
baaldag - snipperdag
baal van boombast seroen
Baäl Bel, Beël
baal van jute - jutezak
baan ambacht, ambt, beroep, betrekking, circuit, dienst, emplooi, job, koers, officie, pad, parcours, positie, post, ronde, route, stiel, tra, vak, weg
baan voor rolschaatsen rink
baanbreker pionier, voortrekken
baander baangast, touwslager
baanderen - rondlopen
baanderheer baanrots
baanderij touwslagerij
baangast - baander
baanloos - werkeloos
baanloper - lokeend, lokvink
baan of ambt - functie
baan papier - strook
baanronde dubbel, lap, omloop
baanronde inhalen - lappen
baanruimer baanveger, schoonmaker
baanstroper baan(rover), struikrover
baantje - betrekking, job, werkkring
baantje (gemakkelijk) sinecure
baantjesjager - streber
baanvak traject
baan voor atletiek - sintelbaan
baan voor balspel kaatsbaan, tra
baan voor rolschaatsen - rink
baar berrie, brancard, contant, disselboom, draagbaar, draagbed, golf, katafalk, nieuweling, staaf, watergolf, zandrug, zuiver
baar bloot, naakt, onbedekt, onverhuld
baar (Ind.) nieuweling
baarblijkelijk - kennelijk, klaarblijkelijk
baard - braam
baardbrandertje - neuswarmertje
baardgroeisel - haar
baardje napoleon, sik
baardkoekoek trappist
baardscheerder - barbier, kapper
baardwalvis - bultrug, noordkaper, vinvis
baar geld cash, contanten, kasgeld, poen
baarkleed lijkkleed, pelder, wade
baarlijk - klinkklaar
baarmoeder - uterus
baarmoederbloeding - menstruatie
baarmoedercatarh - endometritis
baarmoederring - pessarium
baarmoederspiegel - metroscoop
baarsvis baars, blauwbaars, cichlide, cobia, holmes, hors, inktvis, knorhaan, lintvis, lipvis, makreel, nanderbaars, mojarra, mul, papegaaivis, pieterman, pos, snoekbaars, schuttersvis, stekelbaars, sterrenkijker, sul, telescoopvis, tonijn, zeebarbeel, zeebrasem
baas aanvoerder, bestuurder, broodheer, chef, directeur, eigenaar, hoofd, leider, meester, opzichter, ouwe, patroon, principaal, superieur, voorman, werkgever, werkmeester
baasachtig bazig
baasje mannetje, ventje
baat belang, gewin, heul, nut, profijt, voordeel, winst
baatzucht egoïsme, eigenbaat, inhaligheid, zelfzucht
babbe borstlap, kwijldoekje, slabbetje
babbel bek, klep, kletskop, kletskous, kwebbel, mond, muil, praatje, praats, smoel, snater, tater, wauwel
babbelaar kakelaar, keuvelaar, kletser, kletskous, kokinje, kussentje, kwebbel, polkabrok, praatal, prater, rammel, ratel, spekje, stroopbal, tater, ulevel, veelprater
babbelaarster dille, flapuit, kalle, klappei, klapster, kletskop, kwebbel, lameer
babbelachtig praatziek
babbelarij gebabbel, gekakel, gesnap
babbelen brommen, keuvelen, klappen, kleppen, kletsen, kniezen, kouten, kwebbelen, leuteren, praten, rallen, ratelen, rellen, spreken, tateren, teuten, zeuren, zwammen
babbelkous kakel, klessebes, klepper, kletser, kletskous, kletsmajoor, kwekker, ratel
babbeltje gesprek, kout, praatje
babbeltjes - praats
babbelwijf - klappei
babbelziek - spraakzaam
babi - dikzak, (mest)varken
baboe kindermeid, oppas
babok - domoor, lomperd
baby kindje, kleintje, peuter, uk, wiegenkind, zuigeling
babyartikel babybox, fopspeen, kribbe, looprek, luier, rammelaar,speen, wieg
babybedje kribbe, wieg
babybox looprek
babydoek luier
babydoll nachthemd, pyama
babyfoon - intercom
babyoogjes - bosliefje
babysit - oppas, wiegenwacht
babysitten - oppassen
babytafel - commode
babyvoeding kindermeel, melk
Babylonische ballingschap - galoeth
Babylonische god Anoë, Ea, Enki, Enlil, Isjtar, Nammol, Ninmach, Sin. Sjamasj
Babylonische held - Adapa
Babylonische koning - Hammoerabi, Naboenid, Nabopolasser, Nebucadnezer
Babylonische titel - gaon
baccarat hazardspel, kaartspel
bacchanaal asotte, braspartij, drinkgelach, orgie, uitspatting, zwelgpartij
bacil bacterie, microbe, ziektekiem
back achterspeler, verdediger
back-up afdruk, kopie
bacon ham, hesp, schink, (ontbijt)spek
baconvarken - zouter
bacove banaan, pisang
bacterie bacil, kok, spiril, ziektekiem
bacterie die zonder zuurstof niet leven kan acrobie
bacteriedoder - bacteriofaag
bacteriënziekte - bacteriose
bacterie op voedingsbodem brengen enten
bacterievrij ontsmet, steriel
bacterievrije wondbehandeling asepon
bad indompeling, indoping, kuip, verfrissing
badak (Ind.) neushoorn, rhinoceros
badbenodigdheid badschuim, handdoek, shampoo, spons, washandje
badbroek - zwembroek
badbaden douchen, mandiën, rondspartelen, wassen, zwemmen,
badderen - poedelen
badding - balk
baden douchen, poedelen, zwemmen
bader badgast, zwemmer
badgast - bader
badge button, speldje
badgelegenheid badhuis, wed, zwembad
badhuis - sauna
badinage kortswijl, scherts
badine rotting, wandelstok
badineren gekscheren, schertsen,
badinrichting badhuis, sauna
badinrichting der Romeinen - Thermen, badhuis
badjas badmantel
badkleding bikini, monokini, zwempak
badknecht - balneator
badkuip baignoire
badmaagd - balneatrix
badminton - poona
badpak bikini
badplaats in België Blankenberge, Heist, Knokke, Ostende, Spa
badplaats in de Ardennen - Spa
badplaats in Duitsland Ems, Ilmenau, Travemunde
badplaats in Engeland - Torquay
badplaats in Frankrijk Biarritz, Deauville, Cannes, Menton, Nice, Pau
badplaats in Italië Alassio, Como, Lido, Merano, Portofirot, Rimini, San Remo
badplaats in Nederland Bakkum, Bergen, Domburg, Egmond, Katwijk, Noordwijk, Petten, Scheveningen, Westcapelle, Zandvoort
badplaats in Tessino - Lugano
badplaats in Tirol - Meran
badplaats in Zweden Haverdal, Pitea,
badplaats bij Venetië Lido
badstof - frotté
badtas - zwemtas
baf klap, slag
baffen slaan
bagage barang(Ind.), colly, goed, koffer, pakkage, reisgoed, tas, valies
bagagebiljet recu, vrachtbrief
bagagedrager - carrier
bagagedrager op vliegveld - kruier
bagageplaats in schip ruim
bagagerek op een auto imperiaal
bagageriem - snelbinder
bagagetas - reistas
bagasse - ampas
bagatel akkefietje,beetje, beuzeling, kleinigheid, krats, wissewasje
bagge big, draagmand, edelsteen
bagger blubber, derrie, drek, modder, prut, slatslijk, slijk, smurrie
baggeraar dieper, veenarbeider, veentrekker
baggeren blubberen, modderen, ploeteren, prutten, slatten, slikken, uitdiepen
baggermachine baggermolen, moddermolen, zuiger
baggerman modderaar, modderman, prutter
baggermolen - moddermolen
baggerschuit - hopper
baggerturf baggelaar
baggervaartuig - hopper
Baghdadbuil - Aleppobeul
bagno galeistraf
Bahamaeilanden Abaco, Andros, Bahama, Bimini, Cat, Eleuthera, Exuma, Mayaguena, Wating
Bahamaeilanden, hoofdstad der - Nassau
Bahia, eiland behorende tot de, archipel - Barbareta, Elena, Guanaja, Morat, Roatan, Utila
Bahia, hoofdstad van - Roatan, Salvador
Bahrein, eiland behorende tot - Moeharrat, Sitra
Bahrein, hoofdstad van - Manama
baie - erg, zeer
Baillonnella - Minusops
baisse prijsdaling
baissespeculant - baissier, contramineur
bajes bak, cachot, cel, gevang, gevangenis, lik, nor, petoet
bajesklant - gevangene
bajonet geweersabel, geweerdolk, stootwapen
bajonetlampvoet - swanfitting
bajonetplant - sansevieria
bak bajes, beun, cachot, cel, gevang, gevangenis grap, kot, kaar, kuip, lastschuit, lik, mop, nap, nor, petoet, plantenhuispoets, reservoir, rugkorf, teil, viskaar
bakaarde - terra cotta
bakbeest gevaarte, kolos, monster
bakboord - linkerzijde, stuurboord
bakelman klappereend
bakeliet - kunsthars
baken baak, boei, breel, gids, joon, kunstlicht, lichtbron uiterton, wegwijzer
bakenstok jalon, joon
baker kraamhulp, kraamvrouw, kraamverzorgster, nurse
bakermat geboorteplaats, ontstaan, oorsprong, wieg
bakerpraatje babbel, verzinsel
bakerton breel
bakfiets - transportfiets
bakgerei pan
bakhuis - bakkeet
bakinrichting grill, magnetron, oven
bakje - nap, kommetjeschoteltje
bakkebaard tochtlat
bakkebaarden - favoris
bakkeet bakhuis, ovenhuis, poffertjeskraam
bakkeleien plukharen, vechten
bakken braden, frituren, sjezen, stralen, zakken
bakker - broodslijter
bakkersgereedschap - broodkar, (brood)kneder, deegrol
bakkerskar bakkerkswagen, broodkar
bakkerstor kakkerlak
bakkes aangezicht, bek, facie, gelaat, gezicht, mond, ponem, smoel(werk), toet, tronie
bakkruid - pijpbloem, sleutelbloem
bakmengsel beslag, deeg
bak met aarde - terrarium
bak met deksel - doos
bakmiddel beslag, deeg, gist
bak of cel bajesgevang, petoet
bak of mop - grap
bak om te wassen - tobbe
bak om vis te bewaren beun, kaar
bak onder waterkraan - gootsteen
bakoven bakplaats, bakruimte
bakplaats oven
bakschuit ponton
baksel banket, beschuit, cake, gebakje, koek, oliebol, taart, wafel
baksel van beslag en olie - oliebol
baksel van deeg - brood
baksjisji (Turks) fooi, geldgeschenk
bakslagerij - vechtpartij
bakslede koets
baksteen brik, kareel, klinker, mop, tichelsteen
bakn van papier - doos
bakvis grietje, hittepetit, nest, tiener
bak voor de afwas - teil
bak voor reptielen - terrarium
bakvorm blik, ketel
bakwaarde bakaard
bal danspartij, knikker, prop,
bal - boos, driftig
balans eindrekening, evenwicht, hefboom, weeghefboom, weegschaal, wip
balans van een ophaalbrug - wip
balatum - viltzeil
bal bij het doel - voorzet
baldadig brooddronken, brutaal, onbeleefd, roekeloos, wild, uitgelaten
baldadige jongen - belhamel, deugniet, nozem, rakker, rekel, vlegel
baldakijn choepa, draaghemel, overkapping, overspanning, troonhemel
balderen - baltsen, bulderen, razan, tieren
Balearen, een der Cabrera, Formentera, Ibiza, Malloca, Minorca, Pityusen
Balearen, monument op de - navetas, talayoten
balein walvisbaard
balen kotsen, walgen
balenger - baliekluiver
baleniet kunstbalein
balg bast, buik, huid, maag, scalp, vel
balgentreder - orgeltrapper
Bali, berg op - Tabanan
Bali, vulkaan op - Batur
balie advocatenstand, bak, balustrade, bar, hekwerk, kuip, leuning, mandteil, tob, tobbe, receptie, rechtbank, toonbank
baliekluiver balenger, leegloper, nietsnut, niksnut, sjap
Balinees heiligdom - meru, paru
Balinees rund - banteng
Balinees weefsel - ikat
baljaren ravotten, schreeuwen, stoeien, tieren
baljurk - avondjapon
baljuw drossaard, drost, landdrost, landrechter, meier, schout
balk badding, bint, draag, faas, gording, keper, kesp, korbeel, paal, schoor, slof, spant, stijl, stut
balk (herald) faas
balk van een hooiberg laan
balk van een kozijn dorpel
Balkan, berg op de - Botev
Balkanstaat Albanië, Bulgarije, Griekenland, Hongarije, Joegoslavië, Kroatië, Roemenië, Servie
balken iaen, roepen
balken, waarop men de zolderbalken legt - rooster
balkenbrij - kwet
balkhaak - duivelsklauw
balk in dak - spant
balk in dakstoel - hanebalk
balklep kogelklep
balk of bint - keper
balkon balustrade, loggia, platform, uitbouw, uitstek, veranda
balk tegen sluisdeur - tempel
balk van een hooiberg - laan
balkwerk gebint(e)
ballade - danslied, romance, romantisch gedicht
balladevorm - piedi, ripresa
ballast - lading, verzwaring, vracht
ballaster bats, schop
balleganter - herrieschopper, zwetser
Balleny-eilenden, een der - Buckle, Sturge, Young
balleeina - danseres
ballet dans , toneeldans, zie choreografie
balletdanser ballerino
balletdanseres ballerina
balletje drek van een geit - keutel
balletje meel - knoedel
balletje papier prop, prul
balletsprong - cabriole
balletrokje - tutu
ballettenontwerp(st)er - choreograaf
balling - galoet, golah, paria, uitgestotene, uitgeworpene, verbannene, verstotene
ballingschap exil, exilium
ballon - luchtbol
ballonbouwer - Blanchard, Mongolfier
ballonvaart - luchtreis
ballorig gemelijk, ontevreden, onwillig, recalcitrant, weerbarstig, weerspannig
balloteren - stemmen
ballpoint - balpen, kogelpen
ballroom - danszaal
balorig dwars, kittelorig, onwillig, wrevelig
bal papier - prop
balpartij danspartij
balpen - kogelpen
balschoen dansschoen
balsem crème, nardus, olie, pasta, smeersel, zalf
balsemen smeren, zalven
balsem tegen reumatiek opodeldoc(h)
balsemiek - welriekend
balsemkruid - watermunt
bal van garen kluwen
balspel badminton, balspel, bandy, base-ball, basketbal, beugelen, biljarten, boccia, bowling, cricket, croquet, golf, grensbal, handbal, hockey, honkbal, kaatsen, kastie, kegelen, kolf, korfbal, lawntennis, microkorfbal, minigolf, muurbal, pelote, pluimbal,polo, pushbal, rugby, slagbal, slingerbal, soccer, softbal, squash, tafeltennis, tafelvoetbal, tennis, veldbal, voetbal, volleybal, waterpolo, zaalhandbal, zaalvoetbal
balspel, term uit het - ace, set
balspel beoefenen - kegelen
balspel met bal en pluim - badminton
ba lspel met bereden spelers - polo
ba lspel met met keu - biljarten
ba lspel met racket - tennis
ba lspel met stick - hockey
balspel op het ijs curling
balspel op veld - voetbal
balsturig grillig, halsstarrig, koppig, rebels, ongezeglijk, eigenzinnig, weerspannig
Baltisch land - Estland, Koerland, Letland, Litouwen, Lijfland
Baltisch volk - Letten, Litouwers, Pruisen
Baltische taal - Lets, Litouws, Oostptuisisch
Baltische zee - Oostzee
Baltsen - balderen
baluster stijl
balustrade afzetting, balie, heining, hek, hekwerk, leuning, reling
balvanger bilmoquet
bal van opgewonden garen - kluwen
balzaal dancing, redoute
balzak - scrotum
bamboche marionet
bambocheren - pierewaaien
bambocheur - nietsnut, pierewaaier
bamboe - palmriet
bamboebeer panda
bamboe visnet ( Ind. ) sero
ban afkondiging, anathema, bekoring, betovering, bezwering, exil, interdict, straf, uitsluitingvloek
ban podesta, satraap, stadhouder, landvoogd
ban, gebied onder een - banaat, mark
banaal afgezaagd, alledaags, goedkoop, gewoon, onbeduidend, ordinair, plat, platvloers, triviaal, vulgair
banaan bacove, pisang
banaan achtige plant Abaco
bananeneter - toerako
bananenvlieg - drosophilla
band belegsel, binding, ceintuur, dansorkest, galon, gordel, hoepel, kluister, koord, kordon, ligament, lint, muziekkorps, relatie, riem, ring, samenhand, sjerp, snoer, strook, tape, verbinding, verbintenis, zwachtel
Banda-eilanden, hoofdstad der - Bandaneira
bandafdruk - spoor
bandage - verband, windsel, zwachtel
banddeel - ventiel
bandelier draagband, schouderband, wapenriem
bandeloos onbeteugeld, ongeremd, onbeteugeld, ongetemperd, onordelijk, schouw, teugelloos, tomeloos, verwilderd, vrijgevochten, wild
bandelotte - oorhanger
bandenstelsel van leer halster
banderol lansvaantje, spreukband
banden van een nieuw loopvlak voorzien - coveren
bandiet boef, dief, fielt, gangster, misdadiger, rover, schurk, schavuit, struikrover
bandietenwezen banditisme
bandje - orkestje
bandje om een sigaar - banderol
band om het middel - gordelriem
band om te plakken - tape
band om tonnen - hoepel
bandopnameapparaat bandrecorder,dictafoon, taperecorder,
bandrecorder - tapedeck
band ter versiering - sjerp
band van stof - lint
banen effenen, stroken, tippelen, slenteren
bang angstig, angstvallig, beangst, bedeesd, beducht, beklemd, benard, benauwd, benard, benepen, bevreesd, bezorgd, bleu, blo(de), blohartig, huiverig, kopschuw, laf, lafhartig, ongerust, pages, schichtig, schrikachtig, schuchtig, schuw, timide, vervaard
bang voor vreemden - eenkennig, verlegen
bang worden versagen
Bangai-eilander, een der - Banggai, Bangkulu, Labobo, Peleng
bangelijk angstig, angstvalligbevreesd, bioharig, blo, blode, lafhartig, schrikachtig
bangerd bangerik, bloodaard, lafaard
bangerik lafaard, lafbek
bangheid angst, bevreesdheid, lafheid, schroom, vrees,
bang maken - dreigen
bang mens bangerd, lafaard
bang voor vreemden eenkennig, schuw, verlegen
Bangladesh, bevolkingsgroep in - Bihari´s
Bangladesh, hoofdstad van - Dacca
Bangladesh, provincie van - Choelna, Dacca, Rajsjahi
Bangladesh, stad in - Barisal, Silhat
bang zijn - vrezen
baniaanboom waringin
banier driekleur, dundoek, gonfalon, vaan(del), vlagstandaard, wimpel
banieren en vlaggen, kennis van - banistiek
banjaar - baaierd
banjer - druktemaker
banjeren - zwerven
bank geldinstelling, rif
bankbeambte loper
banken buiten het Texelse zeegat - Haaksgronden
bankbiljet banknoot, flap, geeltje, groentje, joetje, lap, meier, papiergeld, riks, rug, tientje, vijfje
bankbiljetten bankpapier, papiergeld
bankbiljet van honderd gulden - snip
bankbiljet van tien gulden - joetje
bankdebacle krach
bankemployé kassier
bankerd - bastaard
banket baksel, gastmaal, feestmaaal, gebak, koek, taart
banketbakker - Confiseur, confiturier, patissier
banketbakkers artikel - gebak
banketbakkers ijs - roomijs
banketbakkers winkel - confiserie
banketbakkerij patisserie
banketletter - boterletter
bankgeld banco
bankhouder - bankier
bankier bankhouder, financier, geldhandelaar, geldschieter, leenheer,
bank in Nederland ABN, AMRO, HBU, Heldring, Mees MBZ, NOB, Labouchére, Patijn, Pierson, Rabobank, Ribank, Slavenburg, Staalbank, Strausbank, Vermeer
bankje schemel, taboeret
bankkluis - safe
bankloper - bediende
banknoot bankbiljet
bankovervaller bandiet, misdadiger,
bankroet failliet, blut, over de kop
bankschroef klem
Banks-eilanden, een der - Gaua
bankterm - banco, credit, debet, rente, saldo
bank van lening - lommerd, pand(jes)huis
bankwerker draaier, frezer, koperslager, kotteraar,
banneling - balling
bannen bezweren, uitwijzen, verjagen
banst tondel
Bantoeneger - kaffer
Bantoetaal - Bemba, Cewa, Ganda, Kamba, Kikoejoe Lozi, Ndebele, Nyanja, Ruanda, Shona, Sotho, Swahili Tswana, Xhosa, Zoeloe
Bantoevolk - Akwa, Amba, Ambo, Amoe, Bemba, Bena, Boenda, Bondei, Dwala, Emboe, Fan, Fang, Fipa, Ganda, Gisoe, Gogo, Gwere, Ha, Haja, Hehe, Herero, Himba, Hoetoe, Jaka, Jao, Ua, Kamba, Karanga, Kongo, Jasa, Kigu, Kikoejoe, Konjo, Lamba, Limba, Loeba, Loenda, Lozi, Lwena, Makoealomwe, Makonde, Malawi, Mbere, Mboendoe, Mboko, Meroe, Namba, Ndebele, Ngala, Ngangela, Ngoni, Njamkore, Njamwezi, Njawanda, Njika, Njoekoesa, Njoro, Nyanja, Okavango, Sjambala, Orambo, Pamue, Pokomo, Roendi, Ruanda, Saga, Toemboeka Tora, Sjangana, Sjewa, Sjokwe, Soekoema, Songo, Sotho, Swazi, Taita, Tanga, Tchaga, Terta, Tonga, Tsonga, Tswana Venda, Xhosa, Xosa, Zinza, Zoeloes
banvloek anathema, interdict
beobab apenbroodboom
Baptist - doper
baptisteterrum doopkapel
bar akelig, cru, ellendig, eng, erg, ernstig, geducht, (on)guur, honds, lam, naar, onguur, tapperij, vreeslijk, vreselijk
bar bodega, buffet, café, bodega, disco, drankhuis, dranklokaal, nachtclub, tapkast
barak hok, keet, loods, noodgebouw, schuur, tent, veldhospitaal
barang - bagage
barathandel ruilhandel
barbaar kanibaal, monster, onbeschaafdeonmens, vandaal, vernieler, wilde, woesteling, wreedaard
barbaars cru, medodenloos, onbarmhartig, onbeschaafd, onmenselijk, ruw, smakeloos, wild, woest, wreed
Barbados, hoofdstad van - Bridgetown
barbeel - barm, berf
barbier coiffeur, figaro, friseur, haarsnijder, herenkapper, kapper, scheerbaas, scheerder
barbieren scheren
barboks - scherts
barbot riviergrondel, smeerling
barcarolle gondellied
barchent barachaan, barka(a)n, bombazijn,
bard dichter, minnezanger, minstreel, rapsode, troubadour, zanger, volksdichter, volkszanger
bareel slagboom, spoorboom, tolhek
barema - loonschaal
baren bevallen, teweegbrengen, veroorzaker, voortbrengen
bar en boos - akelig
baret alpino, bonnet, muts, soldatenmuts, zeskant
barg - hooiberg
barge snik, trekschuit
bargoens argot, cant, dieventaal, geheimtaal, jargon, koeterwaals, slang
bargoens voor honderd gulden meier
bargoens voor rijksdaalder knaak
bargoens voor tien gulden joetje
bargoens voor vijf en twintig gulden geeltje
bariet zwaarspaat
baring - bevalling, partus
Barium Ba
bariummanganaat - barietgroen
bariumsulfaat - bariet
bark - driemaster
barkas motorboot, sloep
barkeeper barman, buffethouder
Barlow, ziekte van - zuigelingenscheurbuik
barm - baardvis, barbeel
barmen - branden
barmhartig genadig, goedertieren, lankmoedig, meedogend, menslievend, mild
barmhartigheid genade, mededogen
Barmsijsje paapje, steenbarm
barnsteen amber,electron, hars
barnsteenolie - succinol
bar of buffet tapkast
bar of cafe - kroeg
barok bizar, grillig, grotesk, onregelmatig, overladen, zonderling
barometer aneroïde, weerglas
barometer zonder kwik aneroide
baron burchtheer, edelman, kasteelheer, vrijheer
barones - edelvrouw
barrage herkansing, spervuur, stuwdam, versperring
barreel slagboom, spoorboom, tolhek
barrel afval, bende, doordraaier, dronkaard, fust, ploert, rommel, rotzooi, uitschot
barrevoetbroeder franciscaan
barrevoets blootsvoets, ongeschoeid
barricade barrière, hek, slagboom, versperring
barrière barricade, hek, slagboom, obstakel, tolboom, versperring
barrière stad Ath
bars bruusk, nors, onvriendelijk, ruw, streng, stuurs, terugstotend
bars en bits - stug
barse portier cerberus
barst bres, breuk, fractuur, gaping, keen, kloof, knak, knik, ruptuur, scheur, spleet
barsten bezwijken, breken, scheuren, splijten, springen, uiteenspatten
barsten in de huid - kloven
barstoel - kruk
barst of kier - spleet
barysfeer aardkern
bascule brugbalans
bas - kardoes
basaal - beneden
basaalcellencarcinoom - bassalioom
bascule - balans, weegschaal
base alkali, loog
baseball - honkbal
Basedow, ziekte van - Hypertyreoïde, thyreotoxicose
basement fundering, sokkel, voetstuk
baseren funderen, gronden, grondvesten, stammen, steunen
Basilan, hoofdstad van - Isabela
basilicum - balsemkruid, koningskruid
basiliek kerk, dom. kathedraal
basinstrument basbazuin, contrabas
basis beginsel, fundament, fundering, grondslag, grondvest, brondvlak, ondergrond, onderkant, vloer, voetstuk
basis voor pensioen - pensioengrondslag
basisch - alkalisch
basislid bij insekt - scapus
basketbalterm - pivot
Baskische dans - fandango
Baskische hoofdstad - Guernica
Baskische provincie - Alava, Guipuzkoa, Viscaya
Baskisch spel pelote
Baskische trommel pandero
basofyle leukocyt - basocyt
Baskische wetten - fueros
basklok bourdon
bassnaar - bourdon
bassaangans - Jan van Gent
bassen blaffen, snauwen
bassin bekken, zwembad, meer, kom, waterbekken
bassin voor vissen aquarium, vijver
bassist - basspeler
bassnaar bourdon
basson fagot
bast balg, bolster, boomschors, buitenlaag, korst, lichaam, lijf, pel, pens, romp, schil, schors, vel
basta afgedaan, afgelopen, einde, fini, beeindigd, genoeg, uit
bastaard hybride.
bastaarddier muildier, muilezel
bastaardering - hybridisatie
bastaardmuur - guichelheil
bastaardspin - hooiwagen
bastaardsterkte - heterosis
bastaarduitgang age, aat, elen, eren, ier, ment, teit
bastaardvloek jakkes, jandorie, jesses, nondeju, parbleu, sakkerloot, sakkerment, verdorie
bastion bolwerk, citadel, fort, lunet, rastel, schans, sterkte, vesting
bastuba bombardon
bast van een boom - schors
basviool knieviool, violoncel
bat racket, slaghout
Bataaf Germaan
bataljonsvlag - banier, vaandel
Batanes, een der - Batan, Itabayat
Batanes, hoofdstad van - Basco
bate nut, rente, voordeel
bateleur - buitelarend
bate van interest - rentewinst
baten activa, helpen, nutten, opbrengst
baten van boedel activa, rentewinst
bathymetriche lijn - dieptelijn
batig lonend, nuttigvoordelig
batig saldo opbrengst, winst
batig slot - boni, saldo
batist cambric, lijnwaad
batnet - kruisnet, totebel
bâton (fr) chocoladestaafje, dirigeerstok,
batraaf - rakker, rekel
bats ballaster, hoogmoedig, overmoedig, panschop, schep, schop, spa, trots
batterij accu, geschutsschans
bauwen - galmen
bavaria Beieren
bavet slab, slabbetje
baviaan amubis, hondskopaap, kuifmakaak, mandril, mantelaap, mensaap, papio
Bavo, feestdag van St. - Bamis
bazaangans - Jan van Gent
bazaar bazar, fancyfair, magazijn, marktplein, winkel, shop, verkoping, warenhuis
bazaltsoort - basaniet
bazaltsteenslag split
bazalaar - revelaar
bazel kletspraat, larie, onzin
bazelen beuzelen, dazen, fantaseren, kletsen, leuteren, meieren, raaskallen, revelen, wauwelen, zwammen
bazig boosaardig, pinnig
bazige vrouw haai, haaibaai, helleveeg, ka, kenau
bazin meesteres
bazuin hoorn, schuiftrompet, trompet, trombone, tuba,
beaarden - begraven
beaarding - begrafenis
beaat - verheerlijkt
beademen - reanimeren
beambte employé, functionaris, klerk
beamen bevestigen, goedkeuren, instemmen
beangst angstig, angstvallig, bang, benauwd, bevreesd, schuw, vreesachtig
beangstigend - benauwend
beantwoorden - voldoen
beantwoorden met tegenbewijzen weerleggen
beantwoording responsie
bearbeiden - bewerken
beast - bestoven
beatificatie zaligverklaring
beau - fat
beauty beauté, schoonheid
beboeten bekeuren, straffen
bebording dakbeschot, beplanking
bebouwd gecultiveerd, ontgonnen
bebouwd deel van een dorp kom
bebouwd oppervlak areaal
bebouwen betelen, exploiteren, ontginnen
bebouwing der grond - cultuur
bebouwingsleer planologie
becijferen berekenen, calculeren, nagaan, uitrekenen, voorrekenen
bed bedstede, brits, kazemat, kooi, kribbe, ledikant, leger(stede), lits-jumeaux, perk, rustplaats, slaapplaats, sponde, tuinvak
bed in trein couchette
bed in een rivier kil
bedaagd oud, bejaard, weloverdacht
bedaagde dame matrone
bedaard adagio, beheerst, bezadigd, bezonken, bezonnen, flegmatiek, geduldig, gematigd, gerust, gezapig, goedmoeds, ingetogen, kalm, koel, koeolbloedig, lakoniek, onbewogen, overwogen, rustig, stagig, stil, vredig, weloverwogen, zacht, zoetjes
bedaardheid gemak, kalmte
bedacht opzettelijk, overwogen, verzonnen, voorbereid
bedacht zijn voorbereid
bedachtzaam behoedzaam, bezonnen, kalm, omzichtig, rustig, voorzichtig, weloverwogen
bedaking dak, dakwerk
bedanken afslaan, afzeggen, dankzeggen, ontslaan, ontslag, opzeggen, weigering
bedanking ontslag, weigering
bedankt merci
bedaren afnemen, apaiseren, kalmeren, luwen, ontspannen, stelpen, stillen, sussen, temperen, terechtkomen
bedbehangsel draperie
bed bloemen - tuinperk
beddengoed deken, laken, onderdeken,sloop sprei,
beddengoed afnemen - afhalen
beddek deken, sprei
beddenpan - bedwarmer, ondersteek
beddenwarmer echtgenoot(e), kruik,
beddenzak bulster, matras, onderbed
bedding - bed, bodem, bodemlaag, zaat, zelling
bede gebed, verzoek, vraag
bedeelde - arme, behoeftige
bedeesd angstvallig, beangst, bedremmeld, bedrukt, beschroomd, bleu, blo, eenkennig, schroomvallig, schuchter, sip, schuw, timide, verlegen
bedeesdheid schroom
bedegar - hondsrozenspons
bedehuis dom, godshuis, kapel, kerk, moskee, synagoge, tempel
bedekken aanstrijken, bekleden, beleggen, beschermen, lamineren, overdekken, verdoezelen, verbloemen, vervloeren
bedekking dak,dek, deken, kap, kleed
bedekking van een gebouw dak, kap, leidak, riet
bedekking van een luikopening merkel, scheerstok
bedekking van een vogel pluimage, veren
bedeklokje angelus
bedekt bewolkt, clandestien, gemaskerd, heimelijk, ironisch, steels, stiekem, tersluiks, verbloemd, vérborgen, verholen, verstolen,
bedekt bloeiend cryptogaam
bedekt zadigen - angiospermen, cryptogamen
bedekte aanduiding toespeling
bedekte aantijging - insinuatie
bedekte mededeling - wenk
bedekte scherts - spot
bedekte spot ironie
bedekte toespeling insinuatie
bedekt met stof - stoffig
bedelaar - bietser, dakloze, dalver, kalis, landloper, profiteur, schooier, topper
bedelaar in Napels lazzarone
bedelarij - gebedel
bedelbeurs - francy-fair
bedelen bidden, bietsen, dalven, klaplopen, manzen, schooien, toppen, vragen
bedelgebied van monniken termijn
bedeling - armenzorg
bedelkruid - bosrank
bedelmonnik derwisj, dominicaan, fakir, franciscaan, kapucijn, karmeliet, serviet
bedelmonniken, orde van - Servieten
bedelorde - dominicanen, franciscanen, hiëronymianen, jezuïeten, karmelieten, miniemen, servieten, teutoniërs
bedeltje - charivari
bedelven bedekken, ondergooien, overstelpen
bedelvrouw bedelares
bedenk - overweeg
bedenkelijk erg, gevaarlijk, lastig, moeilijk, onzeker, precair, schromelijk, zorgelijk
bedenken beramen, fantaseren, smeden, ontwerpen, uitbroeden, uitdenken, uitpeinzen, uitvinden, verzinnen
bedenker fantast, ontwerper
bedenking aanmerking, bezwaar, maar, opwerping, overdenking, overweging, reflectie, tegenwerping
bedenksel fantasie, idee, verzinsel, vondst
bedeplaats kapel, kerk
bederf achteruitgang, kwaal, ondergang, ontaarding, ontbinding, rotting, sepsis, verderf, verrotting, verval
bederf in graan leng, molm
bederf tegengaan conserveren,verduurzamen
bederfwerend antiseptisch,ontsmet
bederfwerend apparaat - diepvriezer, ijskast, vrieskast
bederfwerend middel alcohol, creosoot, koelkast, ijskast, vriezer, zout
bederfwerende vloeistof carbolineum
bederfwerende verfstof carbolineum, taan
bederven beschadigenondermijnen, ontbinden, rotten, ruïneren, slopen, stagneren, verbruien, verderven, vergaan, verknallen, verknoeien, verpesten, verprutsen, verrotten, verstoren, verwennen
bedervend adellijk
bedestond bidstond, biduur
bedevaart pelgrimage
bedevaart naar Mekka - hadj
bedevaartganger pelgrim
bedevaartplaats pelgrimsoord
bedevaartplaats Banneux, Beauraing, Benares, Bethlehem, Brielle, Brugge, Chartres, Dokkum, Fatima, Halle, Jeruzalem, Kevelaar, Lisieux, Lourdes, Mariazell, Medina, Mekka, Nazareth, Rome, Santiago
bedevaart aan de Niers - Kevelaar
bedevaart van muzelman hadj
bedgenoot bijslaapje, partner,
bedfles - urinaal
bedienaar des woord dominee, predikant, priester
bedienaar van maxhines - machinist
bediend - stervend
bediende bankloper, bode, butler, dienaar, employé, groom, hulp, klerk, knecht, lakei, ober, oppas, page, pedel, valet
bediende (Eng.) groom
bediende - (Ind.) oppas
bediende aan het hof nestellakei
bediende in café kelner, ober
bediende in wijnkelder bottelier
bedienen gerieven, helpen, serveren
bediening ambt, betrekking, dienst, service
bedieningsgeld - baksjisj, fooi, tip
bedieningsknop druktoets, schakelaar
bedijen - uitzetten
bedijken inpolderen
bedijkt land - polder
bedilgeest - albedil, bedilal, bediller
bedillen - bekritiseren, vitten
bediller vitter, bemoeial
bedilzucht betweterij, vitlust
bedilzuchtig laakziek, vitterij
beding conditié, convenant, overeenkomst, voorbehoud, voorwaarde
bedingen afdingen, afspreken, bepalen, conditioneren, eisen, verwerven
bedisselen beredderen, gladmaken, regelen
bedissen - opduikelen, stelen, verdienen
bedjasje - slaapjak
bedkleding babydoll, pon, hansop, nachthemd, nachtpon, pyama
bedkleed sprei
bedkussen peluw
bedlinnen laken, sloop
bedoeken - doubleren
bedoeld - bemeend
bedoelen beogen, menen , voorhebben, willen
bedoeling doel, intentie, oogmerk, opzet, strekking, tendens
bedoening drukte, gedoe, omslag
bedoïnenstam - Anaze, Aneze
bedomen - beslaan, bewasemen
bedompt benauwd, dompig, duf, muf, onfris, vuns
bedomptheid - mufheid
bedonderd - beroerd, lam, verbaasd
bedonderen - bedriegen,misleiden
bedorven adellijk, beurs, corrupt, goor, ontaard, oneetbaar, pervers, rottig, slecht, vaats, verbruid, vergald, (ver)rot, vertroeteld, vervallen, verwend, vuil, wrak
bedot - verschalkt
bedotten aannaaien, beetnemen, bedriegen, beduvelen, foppen, misleiden, neppen, verlakken,vernachelen, verraden, verschalken
bedotting delusie
bedovertrek hoes, tijk
bedpo - ondersteek
bedrag beloop, (geld)som, inzet, kwantiteit, som(ma), summa, tantum, tarief
bedrag aan geld - geldsom
bedrag dat een perceel aan huur kan opbrengen huurwaarde
bedrag der belasting aanslag
bedrag van aankoop - prijs
bedrag waarmee de koopprijs verhoogd wordt opgeld
bedragen - belopen
bedreigen aanblaffen, belagen,intimideren, molesteren
bedreigend - grimmig
bedreiger - aanvaller, belager
bedreiging gevaar, onheil
bedreiging tegen het leven - levensgevaar
bedremmeld angstvallig, bedeesd, beduusd, beschroomd,
beteuterd, bleu, eenkennig, onthutsts, chroomvallig, schuchter, sip, timide, verlegen
bedreven afgericht, behendig, bekwaam, capabel, deskundig, doorkneed, ervaren, geoefend, geroutineerd, gezwind, handig, klaar, knap, kundig, kunstig, vaardig, vakbekwaam, vakkundig, waardig, vlug
bedreven musicus virtuoos
bedrevenheid ervaring, handigheid, kundigheid, routine, techniek, vaardigheid, vakmanschap
bedreven raken - leren
bedreven zijn kennen
bedriegen aannaaien, afzetten, bedotten, beliegen, beduvelen, bezwendelen, foppen, frauderen, kuipen, kullen, misleiden, neppen, oplichten, seibelen, smokkelen, zwendelen
bedrieger afzetter, bedotter, dief, flessentrekker, fraudeur, guit, knoeier, kwakzalver, leperd, linkerd, leugenaar, misleider, oplichter, paloeter, schurk, sjacheraar, snees, oplichter, valsaard, zwendelaar
bedriegerij - bedrog, fopperij, fraude, leugen, misleiding, nep, zwendel
bedrieglijk arglistig, frauduleus, illusoir, doleus, corrupt, gemeen, geslepen, leugenachtig, listig, loos, los, misleidend, ogenschijnlijk, oneerlijk, pseudo, slinks, vals
bedrieglijk beeld drogbeeld, schijn
bedrieglijk slim - leep
bedrieglijk voorkomen schijn
bedrieglijke namaak pastiche
bedrieglijke redenering drogreden, sofisme
bedrieglijke samenheuling - conclusie
bedrijf (toneel) actie, taf(e)reel
bedrijf (Grieks drama) climax, expositie, intrige, kathersis, peripetie
bedrijf akte, ambacht, bank, beroep, boerderij, compagnie, daad, fa., fabriek, firma, fokkerij, garage, gedoe, handeling, handelszaak, handwerk, kwekerij, N.V., nering, onderneming, restaurant, stiel, supermarkt, toko, toneelwerk, vennootschap, werkzaamheid, zaak
bedrijfsconcentratie fusie, trust
bedrijfsdrukte - bezettingsgraad
bedrijfshuishoudkunde economie
bedrijfsleer technologie
bedrijfsleider directeur, gerant, manager
bedrijfsleiding - management
bedrijfspand - zakenpand
bedrijfsrestaurant - kantine
bedrijfsruimte fabriek, smederij
bedrijfsstuk - akte
bedrijfstak bouwsector, horeka, industrie, landbouw, scheepsbouw, tuinbouw, veeteelt, visserij, wegenbouw
bedrijfster daderes
bedrijfsvorm bv, cv, nv
bedrijven begaan, doen, plegen, uitoefenen, uitrichten, uitwerken, verrichten
bedrijvend - actief
bedrijvende vorm actief, activum
bedrijver dader, pleger, schuldige
bedrijver van sluikhandel smokkelaar
bedrijvig actief, arbeidzaam, bezig, druk, ijverig, levendig, nijver, onledig, werkzaam
bedrijvigheid activiteit, afleiding, bezigheid, drukte, ijver, nijverheid, vertier
bedreivig vrouwtje - hittepetit
bedrillen beschikken, besturen, ringeloren
bedroefd akelig, bedrukt, droef, droevig, drol, naargeestig, neerslachtig, rouwig, treurig, triest, troosteloos, verdrietig
bedroefdheld droefenis verdriet
bedroefd zijn - treuren
bedroeven verdrieten
bedroevend armzalig, deerlijk, ergerlijk, hartverscheurend, jammerlijk, navrant, slecht, teléurstellend, treurig, triest, verdrietig
bedrog afzetterij, arglist, bedriegerij, farce, fopperij, fraude, geknoei, humbug, knoeiboel, knoeierij, kuiperij, laag, leugen, malversatie, misleiding, nep, oneerlijkheid, onwaarheid, oplichterij, oplichting, part, seibel, streek, strik, teleurstelling, zwendel
bedrogen - misleid
bedrogene dupe
bedrogen man - cocu, hoorndrager
bedrog in administratie - fraude
bedrog of nep - zwendel
bedruipen - arroseren, bedroppelen
bedrog plegen bedriegen, beduvelen, knoeien, liegen, malverseren, neppen, oplichten, verduisteren, zwendelen
bedrukt bedroefd, beklemd, bekommerd, benard, benauwd, bezorgd, droef, gedeprimeerd, gedrukt, miezerig, moedeloos, neerslachtig, sip, somber, stil, terneergeslagen, treurig, triest, zwaarmoedig
bedrukt en niet gevouwen plano
bedrukt katoen - indienne, sits
bedruktheid - terneergeslagen
bedrukte stof imprimé
bedrust - slaap
bedste(d)e alkoof, ledikant, sponde
bedstro - asperula
beducht angstig, bang, vervaard
beducht zijn vrezen
beduiden - aanwijzen, betekenen, tonen
beduidend aanmerkelijk, aanzienlijk, belangrijk, erg, hevig, zeer
beduimeld slordig, smerig, smoezelig, vies, vuil
beduimeling - vlek
beduusd bedremmeld, beteuterd, verlegen, verslagen
beduveld - flauw, gek, mal
beduvelen aannaaien, bedotten, bedriegen
bed van een rivier - kil
bed voor bloemen - bloemperk
bed vulling dons, kapok, schuimrubber, stro, veren, zeegras
bedwang beheersing, gezag, macht, onderwerping, overwicht
bedwants - wandluis, weegluis
bedwarmer - kruik
bedwelmd - beneveld, beteuterd, onmachtig, verdoofd, versuft
bedwelmen benevelen, verdoven
bedwelmend middel alcohol, atropine, cocaïne, drug, ether, hasjiesj, heroïne, LSD, marihuana, mescaline, morfine, opium, soma, tabak
bedwelmende drank alcohol, oemis, mede, mee
bedwelming beneveling, flauwte, narcose, roes, trance, zwijmel
bedwingen beheersen, beteugelen, intomen, temmen, tomen, inbinden, innemen, intomen, onderdrukken, ophalen, regeren
bedwinger onderdrukker, overwinnaar
bedwonden - getemd
bedzweer - decubitus
beëdigd - gezworen
beëdigd tussenhandelaar makelaar
beëdigde gerechtelijke verklaring affidavit
beefachtig beverig, rillerig
beefesp - ratelpopulier
beeftea - vleesbouillon
beeftoon tremolo
beëindigd afgerond, afgesloten, afhouden, afnokken, volbracht
beëindigen afmaken, afschaffen, besluiten, inhouden, intomen, opheffen, ophouden, stoppen, uitscheiden, volbrengen,voltooien
beek grift, kreek, laak, spreng , stroom, vliet, water, wetering
beekforel - schotzalm
beek in Limburg Geleen, Geul, Gulp, Niers Roer,
beekje kreek, riviertje, spreng, stroom, vliet
beek- en vijvernimfen - hyaden
beeld afgietsel, afschijnsel, beeltenis, begrip, buste, gelijkenis, ikoon, illusie, imago, kolos, konterfeitsel, nabootsing, portret, projectiesculptuur, torso, troop, voorstelling, weergave
beeld als schoorzuil - kariatide
beeldbeschrijving iconografie
beeldbuis - tv, teevee, televisie
beeldend plastisch
beeldend kunstenaar beeldhouwer, etser, schilder, tekenaar
beeldendienst - idolatrie
bee1denstormer iconoclast
beelddoek - scherm
beeldenstormers - iconoclasten
beeldenstrijd - iconoclasme
beelderig - mooi, prachtigsnoeperig, snoezig
beeldglas - spiegel
beeldhouwer - sculpteur
beeldhouwers -
3 Arp, Wijk, Zijl
4 Beki, Boos, Eyek, Gaul, Krop, Rude, Saly, Veen, Zürn
5 Begas, Bolle, Cione ,Degas, Dietz, Egell, Ernst, Esser,
Grard, Husly, Juste, Kolbe, Manzu, Minne, Moore,
Musea, Pajou, Pilon, Porta, Puget, Rodin, Rosso, Stoss,
Vinei, Vulea, Witte
6 Bandel, Boyens, Calder, Canova, Chabot, Derain,
Dongen, Donner, Dubois, Dughet, Floris, Gillet, Goujon,
Haller, Hodler, Houdon, Keyze,r Leplaie, Leyden, Lisböa,
Marcks, Marini, Mataré, Miller, Obrist, Omodeo,
Pisano, Puvrez, Robbia ,Sluter, Straub, Syrin, Wagner,
Zauner,
7 Alessii, Aigardi, Bartach, Barrias, Belling, Bronner,
Cellini, Chagall, Chaudet, Coustau, Damier, Delvaux,
EI Greco, Filaret, Flaxman, Gauguin, Gerhard, Günther,
Jespers, Lardera, Lehmann, Lemoyne, Madema, Maitani,
Meunier, Orcagna, Phidias, Picasso, Quercia, Reichel,
Richier, Schadow, Schubin, Stappen, Trippel, Vischer,
Zandkine,
8 Ammanati, Antelami, Boccione, Boulogne, Brancuse,
Carstens, Cosmaten, Coyzevox, Desnoyer, Dubroecq,
Falconet, Ghiberti, Girardon, Gonzales, Kirchner,
Kollwitz, Lambeaux, Lipchitz, Longhena, Lysippus,
Michetti, Minguzzi, Montanés, Ollivier, Permoser,
Schröder, Tassaert, Tuaillon, Verhuist, Wezelaar
9 Beauneven, Bourdelle, Corbusier, Dannecker, Dieussart,
Donatello, Faydherbe, Géricault, Lamoureux, Lehmbruck,
Leochares, Malevitsj, Multscher, Pasiteles, Quellinus,
Raedecker, Rietschel, Sansovino, Schilling, Verhaghen
10 Andriessen, Antanianus, Appollonus, Archipenko,
Bandinelli, Bartholomé, Blumenthal, Bouchardon,
Feichtmayr, Giacometti, Hildebrand, Keldermans,
Leinbergen, Michelozzo, Modigliani, Pollaiuoli,
Prandtauer, Praxiteles, Settignano, Verrocchio,
Wenckebach
11 Münstermann, Polykleitos, Schwantaler, horwaldsen,
Troebetzkoi
12 Brunelleschi, Churriguerra, Michelangelo,
Sonnenschein, Verschaffeit
13 Duchamp,Villon, Mendes da Costa, Messerschmidt,
Mino da Fiesole
15 Riemenschneider
beeldhouwkunst - sculptuur
beeldhouwster buste, monument, relief, sculptuur,
beeldhouwwerk - sculptuur
bee1dhouwwerk borstbeeld, buste, monument, reliëf, sculptuur, standbeeld, statue
beeldig aanminnig, allerliefst, mooi, prachtig, schattig, snoeperig, snoezig, verrukkelijk
beeld in was wasfiguur
beeldje - pronkjestatuette
beeldje op een grafmonument - gisant
beeldje van terracotta - tanagra
beeldmerk logo, vignet
beeldomroep - t.v., televisie
beeldpaar - koppel
beeldpuzzel - rebus
beeldraadsel - rebus
beeldregistratie - opname
beeldroman - strip
beeldscherm - monitor
beeldschoon - ideaal, schitterend
beeldschoon meisje Galatea, nimf
beeldschrift spijkerschrift, hiëroglief, rune
beeldsprakig - figuurlijk, overdrachtelijk
beeldsteen - agalmatoliet, pyrofyliet, speksteen
beeldstormer - iconoclast
beeldstrook - strip
beeldtelegrafie - fax
beeldtelegram - belinogram
beeldvereerders iconodulen
beeldverhaal comic, stri, tekenverhaal
beeld van Andriessen Bootwerker
beeld van drogist gaper
beeld van moeder der smarten Piëta
beeld van Rodin Donker, Hellepoort
beeld van terzijde profiel, zijaanzicht
beeldvormig door een lens astigmatisme
beeld zonder ledematen tors(o)
beeldzijde (munt) avers
beeltenis afbeelding, afdruk, beeld, effigie, foto, portret, prent, tekening
Beëlzebub opperduivel, satan
beemd dreef, landschap, veld, waterlandweiland
beemdgras - poa
been bot, knekel, knok, knook, pikkel, poot, rib, schink, stomp
been-atrofie - osteolyse
beenbescherming - kous
beenbeschrijving - osteologie
beenbreek - affodillelie
beenbreuk - fractuur
been, deel van een bekken, darmbeen, dijbeen, enkel, heiligbeen, hielbeen, jukbeen, kuitbeen, middenvoetsbeen, neusbeen, schaambeen, scheenbeen, slaapbeen, voetkootjes, voetwortelbeenderen, zitbeen
been van het oog in schedel traanbeen
beenderen botten, gebeente, geraamte, graat, karkas, knoken, ossa, skelet
beenderenleer oxologie
beendergestel - gebeente, geraamte, skelet
beenderhuisje - knekelhuis
beenderinhoud merg
beenderlijm gelatine
beenderolie - beenteer
beendervet merg
beendor - (brood)mager
beeneter - cariës
beenfractuur - breuk
beengezwel - osteoma
beenhouwer slager, slachter
beenmergontsteking - osteomyelitis
beenontsteking - ost(e)itis
beenpuntje op een snavel eitand
beenspecie merg
beentje lichten beetnemen, tackelen
beentje op snavel - eitand
beentje voor de hond - kluifje
been van het gelaat - kaak
beenverharding - osteosclerose
beenverlenging stelt
beenverweking - osteomalacie
beenvis aal, ansjovis, baars, blei, bliek, bot, brasem, forel, geep, giebel, goudvis, griet, grondel, haring, heilbot, hors, kabeljauw, karper, klimvis, knorhaan, leng, maanvis, makreel, meerval, meun, paling, pieterman, pos, puitaal, sardine, schelvis, schol, snelt, snoek, snoep, spiering, sprot, stokvis, tarbot, tink, tong, tonijn, voorn, wijting, witvis, zalm, zeelt
beenvlies periost
beenvliesontsteking - periostitis
beenweefselontsteking - ostitis
beenwindsel putter
beenwoekering - overbeen, overtroef
beer baribal, bruin, dikzak, grizzly, helarotos, panda, poolbeer, schut, stut, ijsbeer, varken, wasbeer, zwijn
beer (zwijn) barg, var, berg
beer - fecaliën, feces
beermaki - angwatibo
beermarter - bintoeroeng
beerput - stapelput
beerrupsvlinder - beeruil
beersem - kwajongen, vlegel
beest bruut, dier, onmens, vogel , woesteling
beestachtig bestiaal, bruut, dierlijk, gemeen, laag, onmenselijk, woest, wreed
beesten dieren,
beestenboel beesterij, bende, cirsus, herrie, rommel, troep, wanorde
beestendrek gier, mest
beestenspel keet, menagerie
beestenstal jamboel, keet, smeerboel
beestenvoer slobber, spurrie
beesterij - beestenboel
beestig dierlijk
beestmens barbaar, beul, bruut
beet gevangen, hap, knauw, tuk
beethebben foppen, neppen
beetje bagatel, iet, iets, ietwat, enig, frutje, grein, ietsje, ietwat, kleinigheid, lutteI, mondjevol, pietsie, piezeltje, schijntje, stukje, tikje, tikkeltje, wat, weinig, zier
beetje bijziende kippig
beetje voor beetje allengs, lieverlede
beetnemen bedotten, bedriegen, belazeren, beseibelen, foppen, liegen, misleiden, neppen, oplichten, vangen, verlakken, vernaggelen
beetpakken aangrijpen, nemen, grijpen, vastgrijpen, vatten
beetwortel biet, kroot, suikerbiet, voederbiet
beetwortelmoes - pulp
bef halsdoek, hom, hemdsboord, jabot, kraag
befaamd bekend, beroemd, fameus, legendarisch, vermaard
befman - dominee, geestelijke, predikant
begaafd geniaal, knap, talentvol
begaafd iemand , fenomeen, genie
begaafd met vernuft geniaal
begaafdheid aanleg, gave, kennis, talent, vermogen, verstand
begaan bedrijven, betreden, plegen,
begaanbaar - toegankelijk
begane grond aarde, bodem, gelijkvloers
begaving - beroerte, flauwte, stuipen, toevallen
begeerd gevraagdgewild, willig
begeerlijk aantrekkelijk, verleidelijk, verlokkend
begeerlijkheid - concupiscentie
begeerte aandrift, bevlieging, dorst, drang, drift, graagte, honger, lust, meug, neiging, trek, verlangen, wens, wil, zin, zinnigheid, zucht
begeestering - bezieling, geestdrift
begeestigd bezield
begeleiden accompagneren, chaperonneren, coachen, convooieren, escorteren, geleiden, konvooieren, opleiden, toezien, vergezellen
begeleidend concomitant
begeleider chaperon, coach, gezel, gids, hulpverlener, mentor, metgezel, satelliet, trawant
begeleider bij sport- coach, ploegleider
begeleider van olifanten kornak
begeleider van promovendus paranimf
begeleiding escorte, konvooi, opvang,
begeren aanlokken, chaperon, dorsten, hunkeren, lusten, reikhalzen, smachten, smoren, snakken, talen, verlangen, vlammen, verwachten, wensen, willen
begerig belust, eerzuchtig, graag, gaarne, gretig, grif, gulzig, happig, hebberig, hebzuchtig, hongerig, inhalig, schrokkerig, smachtend, tuk, vinnig
begerige ijver graagte
begerigheid eerzucht, gretigheid, hebzucht, vaardig, verlangen
begerig naar eer eergierig, eerzuchtig, roem
begerig naar drank - dorstig
begerig naar kennis - weetgierig
begerig naar spijs - hongerig
begerig zijnde - belust
begeven begaan naar, bezwijken, breken, uitvallen
begieren - bemesten
begieten arrogeren, besproeien
begiftigde - donataris
begiftigen doteren
begiftiger - donateur, gever, schenker, weldoener
begijn begarde, kwezel, lekenzuster
begin aanhef, aanleiding, aanloop, aanpak, aanstalte, aanvang, aanzet, afkomst, alpha, dageraad, ingang, inleiding, nulpunt, oorsprong, opening, start, vertrek
begin der Mohammedaanse tijdrekening hedsjra, hegira, hidzra
begin herfst nazomer
begin maken aanstalten maken
begin van de ochtend dageraad, eos, ochtendgloren
begin van organisch wezen eicel
begin van toom ontstemming
begin van voetbalwedstrijd aftrap
beginformule van kerkgebeden oremus
beginletter - initiaal, paraaf
beginletters van een naam - monogram
beginletters paraaf
beginletterrijm - alliteratie, stafrijm
beginletters in een handschrift - initiaal, miniatuur
beginlijn - meet
beginneling aankomeling, aanvanger, aspirant, debutant, leerling, nieuweling
beginnen aanbinden, aangaan, aangorden, aanheffen, aanknopen, aanpakken, aanrijden, aansnijden, aanvangen, aanvatten, aanzetten, ingaan, starten
beginnen met iets - openen
beginner debutant, nieuweling
beginpunt aanvangspunt, beginstreep, meet, start, startpunt, stelregel
beginrijm - alliteratie
beginsel basis, bron, grondregel, grondslag, kern, kiem, oorsprong, principe, stelling, uitgangspunt
beginsel betreffend elementair, principieel
beginselleer - theorie
beginsel van een blad knop
beginsel van een partij - programma
beginsel van nieuw organisme eicel, kiem
beginsel doorvoerend consequent
beginselvast - principieel
beginstreep beginpunt, meet, schreef, start
begin van alle wijsheid - abc
begin van dag dageraad, morgen, morgenstond, ochtend, vroegte
begin van herfst - nazomer
begin van toorn - ontstemming
beginweefsel meristeem
begluren - beloeren, bespieden
begonia - scheefblad
begoocheling hallucinatie, hersenschim, illusie, misleiding, waan, zinsbedrog
begraafplaats graf, hunebed, kerkhof, rustplaats, dodenakker, necropolis
begraafplaats van veroordeelden Gehenna
begrafenis - beaarding, inhumatie, uitvaart
begrafenisdienaar aanspreker, aanzegger, dodbidder, huilebalk, kraai
begrafenisplechtigheid - aboute
begraven beaarden, putten
begrensd beknopt, bepaald, beperkt, eindig, gelimiteerd, kort,
begrensd gebied - plek
begrensde tijdsruimte - bestek, eeuw, periode, termijn
begrenzen afbakenen, afgrenzen, afpalen, bepalen, beperken, omlijnen
begrenzing afpaling, grens, kader, limiet, omrastering, perk, vlak
begrepen - gesnapt
begrijpelijk - bevoordelen, bevorderen, patroneren, verstaanbaar, wiedes
begrijpen aanpakken, bevatten, doorgronden, doorhebben, doorzien, indenken, inzien, snappen, vatten, verstaan, vatten, voelen, weten
begrip apprehensie, beeld, benul, besef, bevatting, conceptie, denkbeeld, doorzicht, gevoelo, idee, inzicht, notie, ratio, rede, sjoege, verstand
begrip hebben - kennen
begripsbepaling - definitie
begrip uit bezettingsjaren - NSB
begrip uit Chinese filosofie tao
begrip uit de meetkunde - bol, cirkel, congruentie, cosinus, cotangens, driehoek, hoek, kegel, kubus, ruit, sinus, tangens, veelhoek, vierkant,
begrip uit scheikunde base, evenwichtsconstante, loog, reactie, zout, zuur,
begripsleer ideologie
begroeid - ruig
begroeid duin - nol, nolle
begroeid met haar behaard, harig, ruig
begroeide akkergrens reen, rein
begroeien - bewassen
begroeiing op bomen boommos
begroeten ontvangen, salueren, saluut, toezwaaien, verwelkomen
begroeting groetenis, salutatie, salutatio
begroten beramen, berekenen, ramen, schatten, taxeren, verevenen, waarderen
begroting beraming, budget, raming, schatting
begunstigen bevoordelen, zegenen
begunstiger beschermer, bevorderaar, donateur
begunstiging - donatie
begunstiging van familie nepotisme
beha - bustehouder
behaaglijk aangenaam, agreabel, bevallig, confortabel, echt, fijn, gemakkelijk, gezellig, knus, koket, leuk, plezierig, prettig, tevreden, welgevallig
behaaglijkaangenaam gezellig
behaaglijk vertrouwd - knus
behaaglijke rust en kalmte gemak
behaaglijkheid - tierig
behaagziek aanhalig, coquet, fijn, koket, ijdel
behaagziek doen - miauderen
behaagzieke vrouw - pronkster
behaagzucht koketterie
behaaglijke rust en kalmte - gemak
behaalde punten score, stand, uitslag
behaard borstelig, harig, ruig
behaarde dierenhuid pels, vacht
behaarde vrucht - kiwi, kruisbes, perzik
behagen aanstaan, bekoren, believen, bevallen, gelieven, genoegen, goeddunken, koketteren, plezieren, vleien, welbehagen, welgevallen
behakken - kanten
behalen presteren, winnen
behalve behoudens, benevens, buiten, naast, ook, tenzij, uitgezonderd
behandelen aanpakken, afdoen, bejegenen, bewerken, hanteren, trakteren, verzorgen
behandeling aanpak, therapie
behandeling met warme baden thermotherapie
behandeling van verkrommingen orthopedie
behandeling waarbij men waakt tegen microben asepsis
behangen draperen, tapisseren
behanger tappisseerder, tapissier
behangersborstel vladder
behangerslinnen tengeldoek
behangsel - tapisserie
beharing - haargroei
behartigen waarnemen, verzorgen
behartiging van zijn plicht - plichtsbetrachting
beheer administratie,beleid, bestel, bestuur, bewind, bewindvoering, gestie, gezag, leiding, management, regering, regie, staatsbestel, toezicht, zorg
beheerder bestuurder, bewindvoerder, curator, hoofd, houder, opzichter, regent, rentmeester, toezichthouder
beheerder van boerderij halfer, pachter
beheerder van de onderwereld - Hades
beheerder van een boekerij (bibliotheek) bibliothecaris
beheerder van een trust trustee
beheerder van een wijnkelder keldermeester, sommelier
beheerder van failiete boedel - curator
beheerder van geldelijke zaken administrateur, financier
beheerder van gelden - financier
beheerder van goederen en geld curator
beheerder van kerkelijke goederen kerkrentmeester, kerkvoogd
beheerder van land baron, landvoogd, president
beheerder van universiteit curator
beheerder van wijnkelder - keldermeester
beheersen - bedwingen, controleren, inhouden, kennen, kunnen, regeren
beheerser gebieder, heer, meester, vorst
beheerser van Algiers (1600 - 1830) dei
beheersing controlegreep, kalmte
beheerst bedaard, ingehouden, kalm, rustig, zeker
beheersdheid kalmte, zust
beheksen betoveren
behelpen redden, stellen
behelzen bevatten, inhouden, impliceren. omvatten
behendig aardig, bedreven, bekwaam, gezwind, handig, klaar, listig vaardig, vlug
behendigheid handigheid, vaardigheid
behenolie - benolie, koringaolie
behept onderhevig
beheren - administreren, besturen, leiden
behoed - beschermd
behoeden behouden, beschermen, bewaken, bewaren, dekken, sauveren, vrijwaren
behoeder - beschermerredder
behoeding - preservatie
behoedzaam angstvallig, bedachtzaam, omzichtig, spaarzaam, voorzichtig
behoedzaamheid - bedachzaam, omzichtigheid, voorzichtigheid
behoefte aandrang, animo, armoede drang, drijfveer, gebrek, gemis, nadorst, nood, noodruft, onderhoud, penarie, tekort, verlangen, vraag
behoefte aan drank dorst, dorstig
behoefte aan eten - honger
behoeftig arm, armoedig, armelijk, armzalig, brodeloos, haveloos, indigent, misdeeld, nooddruftig, noodlijdend, pover, schamel, sjofel
behoeftige arme, pauper
behoeftige omstandigheden armoe, armoede
behoeftigheid - armoede
behoeftig mens arme, bedelaar, schooier
behoeven eisen, moeten,vereisen, vragen
behoorlijk aanzienlijk, betamelijk, bruikbaarfair, fatsoenlijk, fiks, gepast, geschikt, goed, juist, kies, net, netjes, nogal, ordentelijk, passend, redelijk, tamelijk, terecht, toonbaar, voegzaam, voldoende, vrij, vrijgoed, welvoeglijk
behoorlijk georganiseerd - geregeld
behoorlijk stevig - flink
behoorlijke schikking - orde
behoort aan een fiets - bel, rem
behoort bij een snelle vliet - oever
behoren betamen, dienen, horen,moeten, passen
behorende bij - annex
behorend tot een groep - lid, element, groepslid
behorende tot geestelijkheid klerikaal
behorende tot Griekse of Romeinse oudheid klassiek
behorende tot een vreemd volk - allofiel
behorende tot niet blanke ras indo, kleurling, mulat, neger
behorende tot oude kunst - klassiek
behoen oeten - dienen
behoud bewaring, conservatie, redding
behouden behoeden, bewaren, conserveren gered, gezond, heelhuids, houden, ongedeerd, redden, safe, zeker
behoudend conservatief, rechts
behoudens behalve, buiten, mits, salma, voorbehouden, uitgezonderd
behoudens bekrachtiging - s.r.
behoudens de eer s.h, (salvo honore)
behoudenis - instandhouding, redding, safe
behoudens de rekenfouten s.e.c., (salvo errore calculi)
behoudens de titel s.t. (salvo tituto)
behoudens gezind - conservatief
behoudens vergissingen e. e. (errore excepto)
behoudens vergissingen en weglatingen s.e.e.o. (salvo errore et omissione)
behoudens weglatingen s.o. (salvis, om issis)
behouder - redder
behoudzucht consorvatisme
behoudzuchtig consorvatief
behuild - bekreten, betraand
behuizing - bungalow, flat, huis, villa, woning
behuizing van dieren - hok, hol,kooi, kot, leger, mand, nest, ren, stal, voliere
behuizing van vogels - nest, ren, til, volière
behulpelijk armoedig, armzalig, schamel
behulpzaam - attent, dienend, dienstvaardig, gedienstig, hulpvaardig, vriendelijk
behulpzaam zijn dienen, helpen
behuwd - aangetrouwd
behuwdbroeder zwager
behuwdvader schoonvader
bei - bes
beiaard carillon, klokkenspel
beiaardier - carillonnist, klokkenist
beide allebei, samen
beiden - allebei, beiden, tweetal
beier - aalbes, kruisbes
beierd - gelagkamer
beieren kleppen, klingelen, luiden
Beieren - Bavaria
Beieren, deel van - Franken(land), Schwaben
Beieren, hoofdstad van - Munchen
Beierse politieke partij - C.S.U.
Beieren politicus - Straus
beignet - appelgebak
beijveren - streven
beïnvloeden bewerken, influenceren
beitel - guts
beitelen hakken, houwen
beitel, deel van een - arend, blad, borst, hals, hecht, heft,
houder, kraag, snede, vouw
beitel, met een - afhakken, bikken
beitel, holle - guds, guts
beitel, soort - burijn
beitel zonder handvat -
beits - verf
bejaard bedaagd, hoogbedaagd, oud
bejaarde - oude
bejaardengeneeskunde geriatrie
bejaarde gezelschapsdame - duenne
bejaard iemand grijsaard, ouderling, oudje
bejag - winststreven
bejammeren betreuren
bejegenen behandelen
bejegening dreiging, onthaal
bejubelen - toejuichen
bek babbel, klep, mond, muil, neb, smoel, snater,snavel, sneb, tater, waffel
bekaaid - beduusd, misdeeld, slecht, verlegen
bekaf afgemat, doodmoe, doodop, op, uitgeput, uitgeteld
bekakt aanstellerig, arrogant, gemaakt
bekampen bestrijden, bevechten
bekant bijkans, bijna, haast, ongeveer, vrijwel, zowat
bekeerder - apostel
bekeerling convertiet, renegaat, neofiet, proseliet
bekeken afgelopen, gezien
bekend befaamd, beroemd, berucht, bewust, gekend, kenbaar, gerenommeerd, kennelijk, openbaar, publiek, ruchtbaar, vermaard, vertrouwd
bekend architect Oud, Dudok., Vriend, Berlage, Corbusier
bekend comité - N.O.C.
bekend congrescentrum - RAI
bekend Engels stadje Eton, Oxford, Stratford
bekend door oliebronnen - Bakoe
bekend feit - gegeven
bekend Frans schrijver - Verne
bekend Italiaans geslacht Este, Forza, Borgia, Medici
bekend gebouw RAI, Tower, Eifeltoren, Ridderzaal
bekend koekje - sprits
bekend maken aankondigen, adverteren, annonceren
bekend Nederlands kasteel - Loevestein
bekend Noors schrijver - Ibsen
bekend onderdeel van een uurwerk - echappement
bekend oeroud gebied in Italië - Etruria
bekend persbureau - Aneta, A.N.P., Reuter, Tass
bekend roofdier beer, leeuw, panter, tijger
bekend sagenboek Edda
bekend schaaldier - oester
bekend type zeilboot - B. M.
bekend verondersteld - gegeven
bekend zijn met - weten
bekende connectie, kennis, relatie, vriend
bekende badplaats Ems, Spa, Nice, Bergen, Ostende, Brighton, Noordwijk, Zandvoort, Scheveningen, Katwijk, .Domburg
bekend zijn met weten ,
bekende diamant Betty, Braganza, cullinan, Excelsior, Hope, Jonker. Jubilee, Nassak, orloff, Regent, Sancy, Victoria
bekend feit gegeven
Bekende dichter - Dante, Goethe, Hooft
bekende Engelse ridderorde kousenband
bekende feiten data, gegevens
bekende Italiaanse sterrenkundige - Galilei
bekende motorraces T.T.
bekende naam bij Zwolle - Katerveer
bekende oorlogsuitvinding atoombom, radar
bekende opera Aida, Faust, Fidelio, Carmen, Lohengrin, Oberon, Othello, Parsifal, Rigoletto, Tosca, Tannhauser, Zauberflote
bekende operafiguur Aida; Carmen, Figaro
bekende planeet aarde, Jupiter, Mars, Mercurius, Neptunus, Pluto, Saturnus, Uranus, Venus
bekende profeet Elia, Daniel, Jesaja, Jeremia, Jona, Micha, Nahum, Hosea, Obadja,
bekende sageverzameling Edda
bekende schaker Aljechin, Botwinnik, Donner, Euwe, Fischer, Larson, Petrosian Tal
bekende schilder Appel, Bosch, Durer, Goya, Hals, Holstein, Manet, Maris, Miro, Monet, Rembrandt,Rubens, Titiaan
bekende schrijver (dichter) Andersen, Bocaccio, Balzac, Byron, Cervantes, Dante, Dickens, Dumas, Goethe, Heine, Hooft, Homerus, Ibsen, May, Molière, Poe, Racine, Rostand, Shakespeare, Sinclair, Tagore,Twain. Verne, Vondel, Voltaire, Zola
bekende spaarpot - varken
bekende vaarweg bij Denemarken Sont
bekende vaarweg bij Turkije Bosporus
bekende vaarweg in MiddenOosten Suezkanaal
bekende vaarweg tussen Noord en Zuid Amerika Panamakanaal
bekende voetbalclub - Ajax, AZ, Feyenoord, PSV, Roda-JC
bekende vogel spreeuw, zwaluw
bekende volksleider mao, Tito
bekende vrucht - aardbei
bekende zevis - kabeljouw
bekende Zweed Nobel, Hamarskjold
bekendheid ervaring, faam, kennis, naam, publiciteit, reputatie, roem, vermaardheid, wetenschap
bekendmaken aandienen, aanklagen, aankondigen, aanzeggen, adverteren, afkondigen, annonceren, berichten, meedelen, melden, openbaren, opgeven, uitroepen
bekendmaking aankondiging, advertentie, afkondiging, annonce, bericht, kennisgeving, mededeling, notificatie, order, publicatie, verkondigen
bekendmaking aankondiging, aanwijzing, advertentie, afkondiging, annonce, bericht, mare, openbaring , plakkaat, publicatie,
bekendmaking in het leger dagorder
bekend met verstand - kennis
bekennen belijden, bemerken, bespeuren, biechten, erkennen, opbiechten, toegeven
bekentenis belijdenis, biecht, erkenning, confessie, confiteor
bekentenis van schuld - biecht, confessie, schuldbelijdenis
beker bokaal, cup, kelk, kom, kop, kroes, mok, nap, pint
beker zonder voet tumbler
bekeren kerstenen, ompraten, overhalen
bekertje - napje
bekervrucht - besanjelier
bekerwedstrijd - cupmatch
bekeuren beboeten, verbaliseren
bekeuring boete, bon, geldstraf, procesverbaal
bekeuring voor belastingontduiking - calange
bekijken aanschouwen, aanstaren, aanzien, beoordelen
bewonderen, bezichtigen, gadeslaan, bezien,monsteren, opnemen, opserveren, waarnemen
bekijks - aandacht
bekijven - berispen
bekken bassin, cimbaal, gong, kijven, pelvis, snauwen,
bekken, deel van het - darmbeen, heiligbeen, heupgewricht, heupkom, promontorium, schaambeen, staartbeen, zitbeen
bekkeneel doodshoofd, hersenpan
bekkenmeting - pelvimetrie
bekkenist bekkenslager
bekkenslager - bakkenist, omroeper
beklaagde - beschuldigde, verdachte
bekladden aantasten, belasteren, bemorsen, besmeuren, bevlekken, bevuilen, zwartmaken
beklag klacht, reclame
beklagenswaardig armzalig, deernis, deerniswekkend,
droevig, stumperig, triest, zielig
beklagenswaardige arme, stakker, stumperd, zielenpoot
beklag indienen - klagen
beklauteren beklimmen
bekleden bedekken, beschieten, beschoeien, bestaan, bezetten, innemen, omkleden, overdekken, overtrekken, stofferen, voeren, vullen
bekleding beslag, deklaag, omhulsel, stoffage, tapisserie
bekleding van boom bast, schors
bekledingsbuis - boorbuis, casing
bekledingsstof gobelin, leer, skai, trijp
bekleed gestoffeerd, omgeven, omhuld,
bekleedsel beschot, schot
bekleedsel van wanden behang, betimmering, granol, schrootjes, tapisserie, tegel,
beklemd bang, bedrukt, benauwd, benepen, bevreemd, bevreesd, vast, vastgeklemd
beklemmend - benauwend
beklemde lettergreep - arsis
beklemmen - benauwen, prangen
beklemming benauwdheid, benauwing, klem, knel
beklemtonen accentueren, benadrukken
beklemtoning accentuatie, emfase
beklemtoonde lettergreep arsis
beklijven gedijen
beklonken - afgevallen, vermagerd, vast
bekloppen - percuteren
bekneld beklemd, benauwd, vast, vastgeklemd
beknellen - drukken
beknelling - knijp
beknibbelaar afdinger, dinger, pingelaar
beknibbelen afdingen (op), bekorten, bezuinigen, tornen
beknopt begrensd, bondig, klein, kort, summier, verkort
beknopt overzicht resumé. excerpt, uittreksel
beknopte inhoudsopgave van oorkonde - regest
beknopte dictionaire handwoordenboek
beknopte handleiding gids, leidraad, vademecum
beknot beperkt
beknotten beperken, fnuiken, inperken, verkleinen
bekoelen bedaren, verminderen
bek of kwebbel - mond
bekokstoven - bekonkelen
bekomen krijgen, ontvangen, verkrijgen, verwerven
bekommerd bedrukt, bezorgd, ongerust, zorgelijk
bekommerd zijn - vrezen
bekommering - bezordheid, zorg
bekommernis - onrust, zorg
bekomst verzadiging
bekonkelen - bekokstoven
bekoorlijk aanbiddelijk, aanlokkend, aanminnig, aantrekkelijk, aanvallig, ardig, bevallig, charmant, genoeglijk, gracieus, innemend, leuk, lief, lief(e)lijk, lieftallig, minnelijk, mooi, nogal, prettig, riant, schoon, verlokkelijk
behoorlijk oord Dorado, Elyseum, lusthof
bekoorlijk tafereeltje idylle
bekoorlijk verleidster Circe
bekoorlijke eigenschap - charme
bekoorlijkheid charme, gratie
bekopen betalen, boeten, ontgelden
bekoren behagen, chanteren, charmeren, lokken, verlakken, verleiden, verzoeken
bekoring - aantrekking, ban, betovering, verleiding, verzoeking
bekorten afkorten, afsnijden, afzagen, beperken, inperken
bekostigen - betalen
bekrachtigen bevestigen, bezegelen, ratificeren, sanctioneren, staven, versterken, wettigen
bekrachtiging affirmatie, corroboratie, goedkeuring, ratificatie, sanctie, staving, wettiging
bekrimpen besnoeien, bezuinigen
bekritiseren afkammen, beoordelen
bekrompen armelijk, (be)nauw(d), benepen, beperkt, burgerlijk, dom, duf, eenzijdig, eng, enggeestig, enghartig, halsstarrig, karig, klef, kleingeestig, kleinmoedig, klein(zielig), kortzichtig, krap, krenterig, krap, mesquin, nauw, saai, steil
bekrompen burgerlijk iemand - filister
bekrompen wijsheid - dom
bekronen - primeren
bekroning prijs
bekroning (bouwkundig) kapiteel
bek van een muis - snuit
bekvechten - bestrijden, kiften, kijven, ruziën, twisten
bekwaam abel, bedreven, behendig, bruikbaar, capabel, competent, doorkneed, ervaren, geschikt, geschoold, goed, habiel, handig, handvaardig, knap, kundig, nuchter, onderlegd, vaardig
bekwaamheid capaciteit, geschiktheid, kunde, kundigheid, kundigheid, vaardigheid, vakkundig, vermogen
bekwaam maken studeren, oefenen
bekwaam mens - deskundig
bekwamen oefenen, studeren
bekwaming - studie
bekziekte pip
bel blaasje, bloemtros, bobbel, gong, klok, knop, oorhanger, schel, zoemer,
belabberd akelig, beroerd, ellendig, eng, lam, miserabel, naar, ontdaan, rottig, slecht, vervelend
belabben - belasteren, kwaadspreken
belachelijk absurd, bespottelijk, bezopen, dwaas, gek, idioot, kolderiek, krankzinnig, lachwekkend, onzinnig, potsierkijk, ridicuul
belachelijk iets klucht
belachelijk maken (be)spotten, honen, ironiseren, ridiculiseren, persifleren
belachelijk mens risèe
beladen belast(en), bepakken, bezwaard, bezwaren, laden
belagen aanranden, aanvallen, bedreigen, overvallen
belager aanrander, aanvaller, achtervolger, bedreiger, overvaller, vervolger, vijand
belanden stranden, terechtkomen, verzeilen
belang baat, betekenis, ernst, gewicht, gewin, nut, participatieprofijt, portee, voordeel, waarde, zaak
belangeloos gratis, kosteloos, onbaatzuchtig, vrijwillig
belangende - aangaande, betreffende
belangengemeenschap - kongsi, trust
belanghebbend - betrokken, gegadigd
belangrijk aanmerkelijk, aanzienlijk, beduidend, geding, gewichtig, groot, notabel, veel, verhevèn, voornaam, waardevol, wichtig, zwaarwegend
belangrijk gedeelte van een orkest - slagwerk
belangrijk landbouwproduct - graan
belangrijk papier bul, diploma document, rapport, tentamenbriefje
belangrijk persoon bij wedstrijden - starter
belangrijk persoon VIP
belangrijk stuk bij het schaakspel - dame
belangrijke belangrijke gebeurtenis evenement, mijlpaal
operaster - primadonna
belangrijke rechthoek bij voetbal - doel
belangrijke staat in Zuid-Amerika - Chili
belangrijke uitvinding uit de 15e eeuw - boekdrukkunst
belangrijke verandering - doorbraak
belangrijke voedingsstof - eiwit, vet
belangrijke wedstrijd klassieker, topper
belangrijkheid - prioriteit, urgentie, voorrang
belangrijkste - hoofdzaak
belangstellende - gegadigde
belangstelling aandacht,deelneming, gading, interesse, liefhebberij, meeleven
belangstelling verdienend - belangstellend, interessant
belangwekkend boeiend, curieus, interessant, spannend
belast beladen, bezwaard
belasten (be)laden, bepakken, bevrachten, bezwaren, debiteren, onereren
belasteren aantasten, bekladden, bekletsen. belabben, belakken, beledigen, beroddelen, kwaadspreken
belastering - laster, roddel
belasting aanslag, accijns, census, cijns, bezetting, druk, fiscus, last, leges, schatting, taks, tol
belasting-aanslagregister - kohier
belastingambtenaar commies, inspecteur, ontvanger, verificateur
belastingbandje - banderol
belastingbiljet - aanslag, broodbrief
belastingdienst - fiscus
belastingen onera
belastinginner (hist) tollenaar
belastingheffer fiscus
belasting op gebruik van een weg tol
belastingrechter - accijnsrechter
belastingregister - aanslagrgister, kohier
belastingterm aanslag
belasting vrij - onbelast
belatafeld - gek, idioot, mal
belazerd belabberd, beroerd, betoeterd, ellendig, mal, miserabel
belazeren - beetnemen
belboei signaalboei
belderom - gildos, slachtbeest
beldrukker - belknop
beledigd gekrenkt,geraakt
beledigde - gelaedeerde
beledigen - affronteren, grieven, hekelen, honen, krenken, kwetsen, onteren, prikken, smaden, steken, vernederen, uitschakelen, wonden
beledigend gegriefd, grievend, honend, krenkend, kwetsend, smadelijk, smadend
beledigende spot - schimp
beledigende toespeling - insinuatie
belediging afbreuk, affront, grief, hoon, injuriw, insult, insultatie, offensie, smaad
beleefd beschaafd, civiel, correct, galant, gehoorzaam, heus, hoffelijk, hoofs, hups, net, netjes, opgewekt, poliet, voorkomend, welgemanierd, wellevend
beleefdheid egard
beleefdheidsbetuiging buiging, compliment, groet, revérence, reverentie
beleefdheidsformule - geacht
beleefdheidsfrase alsjeblieft, a.u.b., s.v.p.
beleefdheidsregels etiketten
beleenbank - lommerd, pandjeshuis
beleerd afgericht,gedresseerd
beleg belegering, blokkade, insluiting, omsingeling
belegd geld deposito
belegen oud
belegeraar - aanvaller
belegeren aanvallen, omsingelen
belegering beleg, bezetting, blokkade, insluiting, omsingeling
beleggen bedekken, bijeenroepen, seizen, vastsjorren
belegger financier, geldschieter
beleghout - fineer
belegsel beslag, galon, garnituur, passement
belegstuk bewijsstuk, karvielnagel, klamp, kruisklamp
belegsel passement
beleid beheer, beraad, bestuur, overleg, prudentie, strategie, tact, takt, tactiek,
beleidvol - omzichtig
belemmerd in ademhaling benauwd
belemmerd in zijn uiting geremd
belemmeren beletten, dwarsbomen, hinderen, inprediëren, obstrueren, ophouden, remmen, storen, stremmen, tegenhouden, verhinderen, verstoren, vertragen, voorkomen, weerstaan
belemmerend hinderlijk, lastig, storend
belemmering belet(sel), blokkade, handicap, hindernis, hindering, hinderpaal, horde, impediment, obstakel, rem, remming, slagboom, stoornis, storing, struikelblok, tegenstand, verhindering, versperring, weerstand
belemmering van scheepvaart plaat, wrak, zandbank
belemmering voor het verkeer barricade, slag(boom), spoorboom, tol
belendend aangelegen,aangrenzend, aanpalend, naastgelegen, naburig
belenen verpanden
belening - verpanding
beleren africhten, leraren, opleiden
belet belemmering, verhindering
beletsel belemmering, bezwaar, hindernis, hinderpaal, klip, rem, scheidsmuur, staketsel, stoornis, struikelblok, verhindering, verlet
beletten belemmeren, schutten, storen, stuiten, tegenhouden, terughouden, verhinderen, verhoeden, verstoren, verijdelen, voorkomen weerhouden
beletten te spelen - obstructie
beleven doorbrengen, doormaken, ervaren, meemaken, ondergaan, ondervinden
belevenis avontuur, beleving, emotie, ervaring, lotgeval, ondervinding
belevenis tijdens slapen - dromen
beleving - ervaring
belezen bezweren, overreden
belezer - bezweerder, duivelbanner
Belgen Vlamingen, Walen, Waloniërs
belgeluid - tingeling
België, stad in - zie Belgische stad
België, streek in - Fagne
Belgisch bergland - Ardennen
Belgisch woord voor adres woonzit
Belgisch woord voor binnenplaats koor
Belgisch woord voor gelagkamer verbruikzaal
Belgisch woord voor fietsenstalling velorust
Belgisch woord voor identiteitsbewijs
eenzelvigheidskaart
Belgisch woord voor tramhalte stilstand
Belgische architect (bouwmeester) -
4 Poot, Suys
5 Balat, Braem, Dewir, Geefs, Grard, Horta,
Hoste, Minne, Payeu
6 Bastin, Blomme, Cantré, Faiken, Faulte, Floris,
Hankar, Hesius, Ledoux, Roulin, Stijnen
7 Bonduel, Devigne, Dillens, Guimard, Meunier,
Simonis, Winders
8 Aquillon, Brunfaut, Eggericx, Huyssens,
Montoyer, Poelaert
9 Appelmans, Bourgeois, Coeberger, Faid`Herbe
10 Anneessens, Dessauvage, Godecharle
Belgische badplaats Blankenberge, Bredene, Heist, Knokke, Koksijde, Oostende, Spa
Belgische beeldhouwer -
4 Bury, Meyt, Mone, Pans, Poot
5 Aebly. Dries, Dupon, Geefs, Grard, Minne, Vonck
6 Borman, Caille, Cantré, Colijns, D´Haese, Hanrez,
Kreitz, Leplae, Macken, Puvrez, Roulin, Verlee
7 Bonduel, Delcour, Delvaux, Devigne, Gentils,
Ghysels, Holmens, Jespers, Gentils, Ghysels,
Holmens, Jespers, Kerricx, Meunier, Permeke,
Verjans, Wouters
8 Anthoons, Boulogne, Courtois, Lambeaux,
Quellieu, Rombeaux, Rousseau
9 Dubroeucq, Duquesnoy, Faid-Herba, uellinus, Strebelle, Willequet
10 Dervichian, Godecharle, Verbruggen
Belgische biersoort faro, lambiek, postel, seef
Belgische chansonnier Brel
Belgische bevolkingsgroep - Vlamen, Walen
Belgische grensplaats Essen, Eysden, Hamont, Kanne, Kessenich, Neerharen, Wuustwezol, Zelzate, Poppel
Belgische gehucht met Kunstmatige waterval Coo
Belgische grensplaats Essen, Eysden, Hamont, Kanne, Kessenrich, Koewacht, Neerharen, Overslag, Poppel, Ternaaien, Veldwezel, Wuustwezel, Zelzate
Belgische industrieplaats - Luik
Belgische kiezelzandsten - gres
Belgische koning Boudewijn, Leopold
Belgische koningin Astrid, Fabiola
Belgische krant Gazet
Belgische luchtvaartmaatschappij Sabena
Belgische munt - belga, centiem, centime
Belgische musicus -
4 Gorr, Miry, Poot
5 Absil, Brehy, Denijn, Dufay, Fetis, Hamal,
Isaac, Lekeu, Louel, Rasse, Tinel, Ysaye
6 Albert, Benoit, Blockx, Brumel, Cornet,
Fiocco, Franck, Gilson, Gossec, Gretry, Grisar,
Jongen, Legley, Quinet, Schmit, Vreuls
7 Bayens, Bernier, Broeckx, Busnois, Candael,
Ciconia, Compère, Delvaaux, Duvosel,
Gevaert, Gombert, Josquin, Lemmens,
Marsick, Obrecht, Peeters, Waelput, Wambach
8 Agricola, Alpaerts, Binchois, Brassart,
Defossez, Devreese, Grumiaux, Keurvels,
Loeillet, Lunssens, Mesdagh, Ockeghem,
P elemans, Veremans
9 Antheneus, Meulemans
10 Froidebise, Mortelmans, Sternefeld
11 Chevreuille, Hullebroeck
Belgische omroep BRT, NSR, RTB
Belgische plaats zie: plaats in België
Belgische patat - patros
Belgische platteschotel moniteur
Belgische politicus - Eyskens, Huysmans, Spaak
Belgische prinses Paola
Belgische provincie
4 Luik
5 Liège, Namen, Namur
7 Brabant, Hainaut, Limburg
9 Antwerpen, Luxemburg
10 Henegouwen, Luxembourg, Vlaanderen
Belgisch(e) rivier(tje)
4 Amel, Dyle, Gabe, Geer, Gete, Hene, Herk,
Leie, Maas, Nete, Salm, IJzer
5 Demer, Durme, Helle, Jeker, Lesse, Meuse
6 Dender, Hoëgne, Lhomme, Ourthe, Sambre
7 Amblève, Gileppe, Hoyoux, Schelde
8 Hermeton
Belgische schilder(es) -
3 Art, Cox, Fijt
4 Boel, Bril, Cocq, Lens, Leys, Moro,
5 Artan, Artot, Bouts, Claus, David, Ensor,
Fabry, Minne, Navez, Peire, Vinck
6 Benson, Bonnet, Campin, Coxcie, Dasnoy,
Dudant, Gassel, Mesens, Metsijs, Oleffe,
Rubens, Tytgat, Verlat, Verwee, Vogels,
Vrancx, Wiertz
7 Aertsen, Brouwer, Breugel, Delvaux, Gallait
Garemijn, Jespers, Landuyt, Lombard, Malfait,
Memlinc, Meunier, Mortier, Permeke,
Pourbus, Provost, Seghers, Servaes, Sneyers,
Snijders. Stevens, Teniers, Wappers, Wolvens
8 Badseleer, Blondeel, Defrance, Flemalle,
Gossaert, Horemans, Jordaens, Laermans,
Magritte, Odevaere, Patinier, Quelliieu,
Rombouts
9 Evenepoel, Ommeganch, Quellinus,
Verhaghen, Verschoot
10 Bellegambe, Beuckelaer, Siberechts
Belgische staatskrant - moniteur
Belgische Stad -
3 Aat, Mol, Spa
4 Bree, Geel, Genk, Gent, Luik, Mons, Peer, Visé
5 Arlon, Damme, Gilly, Halle, Namen, Ronse
6 Bergen, Brugge, Dinant, Leuven, Lommel
7 Ardenne, Brussel, Doornik, Hasselt, Kortrijk,
Maaseik
8 Bastogne, Kapellen, Mechelen, Turnhout
9 Anrwerpen
Belgische streek - Ardennen, Condroz, Haspengouw, Kempen, Lotharingen, Maasland, Marlahne, Voerstreek
Belgische taal - Vlaams, Waals
Belgische volkslied - Brabantçonne
Belgische wielrenner Merckx
belhamel aanvoerder, boef, deugniet, galgenbrok,
leider, ondeugd, raddraaier, rakker, rekel, roervink, snotaap, vlegel
belichamen - concretiseren
belichaming incarnatie, materialisatie, personificatie
belichten beschijnen toelichten, verduidelijken, verlichten
belichting - lichtval
beliegen - bedriegen
believen behagen, goeddunken, behagen, lusten, moeten, mogen, verkiezen, welbehagen, wens(en)
belijden aanhangen, bekennen, biechten, erkennen, uiten
belijdend confessioneel, kerkelijk
belijdenis - biecht, confessie
belijder- confessor
belijder van de Islam Islamiet, Moslim, Mohammedaan
belijder van de Mozes' leer Israëliet
belijnd gelinieerd
belijning - liniatuur, liniéring
belladonna - antropine, doodkruid, wolfkers
bellen ringelen, rinkelen, schellen, seinen, telefoneren, tingelen, zoemen
bellentrekker - afluider
belletje - klingel
belletristisch - lit(t)erair
belligerent oorlogvoerend
beloeren aangluipen, begluren, bespieden
belofte eed, erewoord, gelofte, getuigenis, parool, promesse, promissie, toezegging, woord
bel of schel - klingel
beloken - gesloten
belommeren - beschaduwen
belonen betalen, bezoldigen, honoreren, recompenseren, renumeratie, remunereren, retributie, vergelden, vergoeden
beloning fooi, honorarium, loon, premie, prijs, recompensie, remuneratie
beloofde land Eldorado, hemel, Kanaän, Utopia
beloop gang, glooiing, helling, loop, model, ontwikkeling, proces, richting, strekking, vorm
be1oven garaderen, toezeggen, verzekeren, voorspellen, zweren
belroos - erysipeles
belt afvalhoop, ashoop, asvaalt, berg, heuvel, hoogte, mesthoop, mestvaalt, vaalt, vuilnishoop, zeeengte
beluchten - aëreren
beluisteren aanhoren, onderzoeken
belust begerig, branderig, happig, loerend, tuk, verlangend, verlekkerd, verzot
belustheid - trek, zin
belust maken op iets - lokken
belust op iets - verlangend
bel van een kerk - klok
belvedère uitzichttoren
Belzebub opperduivel, satan
bemachtigen aftrochelen, veroveren
bemalen - beschilderen
bemanning (schip/vliegtuig) crew, equipage
bemanning, lid van de - bootsman, ketelbinkie, keteljongen, kok, mschinist, matroos, olieman, schipper, stoker, stuurman
bemantelen verbergen, verbloemen, vergoelijken
bemer - lokvogel, pestvogel
bemerkbaar - perceptibel, waarneembaar
bemerken aanhoren, bekennen, bespeuren, constateren,
gewaarworden, luisteren, merken, ontdekken, ontwaren, opletten, opvallen, speuren, verhoren, voelen, waarnemen, zien
bemesten begieren
bemiddelaar arbiter, goeman, makelaar, , ombudsmanmediateur, vertalerkoppelaar, Parakleet, scheidsman, tolk, tussenpersoon, vertaler
bemiddeld gefortuneerd, gegoed, rijk, vermogend, welgesteld
bemiddelen - beslechten, bijleggen, intermediëren
bemiddeling arbitrage, intermediair, interpositie, meditatie, schakel, tussenkomst
bemiddelingsbureau voor werkkrachten arbeidsbeurs
bemind dier(baar), geliefd, geliefkoosd, gewild, gezien, lief bemind persoon aangebedene, beminde, lieveling,
beminde aangebedene, aanstaande, geliefde, liefste, lieverd, uitverkorene, verloofde, vrijster
beminde van Zeus Alcmene, Antiope, Danae, Dionne, Europa, Ganymedes, Io, Leda, Leto, Maia, Metis, Semele
beminnaar - aanbidder, amateur, liefhebber,
beminne1ijk adorabel, aimabel, allerliefst, innemend, lief, liefelijk, lieftallig, minzaam, vriendelijk
beminnen aanhangen, liefhebben, lieven
bemoedigen aansporen, opbeuren, sterken, troosten
bemoedigend - opbeurend
bemoediging aansporing, knikje, opbeuring, opwekking, troost
bemoeial albedil, bedilal
bemoeien inlaten, inmengen
bemoeienis competentie, zorg
bemoeilijken hinderen, remmen, tegenwerken
bemoeilijking - belemmering, hinder, last, rem
bemoeiziek mens - bemoeial
bemoeizuchtig - bedilziek
bemorsen - bekladden, besmetten, bevuilen,bezoedelen, smetten
bemost - mossig
ben bun, kaar, korf, mand, rugkorf, vismand
benaarstiging - vlijt, ijver
benadeelde persoon laesus
benadelen aanranden, duperen, hinderen, krenken, schaden
benaderbaar - mak
benaderen aanklampen, naasten, polsen
benadering - approximatie
benadrukken accentueren, beklemtonen
benaming naam, naamgeving, nomen, predikaat, term, titel
benaming van de Heilige Maagd Madonna
benaming van een bioscoop odeon, cinema, cineac
benaming van een boek titel
benaming van een deelstaat in Indonesië Negara
benaming voor geld daalder, geeltje, joetje, knaak, meier, pop, riks, spie
benaming voor gezicht facie, snoet, snuit, toet, tronie
vormen halogeen
benard bang, bedrukt, benauw, benepen, hachelijk, moeilijk, netelig, verlegen, zorgwekkend
benarde toestand nood
benauwd angstig, angstwekkend, bang, bedompt, beducht, beklemd, bekneld, bekrompen, benard, benepen, beperkt, bevreesd, broeierig, drukkend, duf, eng, griezelig, hachelijk, huiverig, klein, knellend, krap, loom, muf, pufferig, vuns, zwoel
benauwdheid ademnood, angst, beklemming, klem, knel, nood, penarie, rats, schrik, vrees, worg, zorg
benauwen beangstigen beklemmen, drukken, hinderen, knellen, kwellen, nijpen
benauwend benard, drukkend, beangstigend, beklemmend, eng, griezelig, naar, stikheet
benauwende angst - perairie
benauwing beklemming, knelling, oppressie
bende beestenboel, chaos, gang, groep, hoop, horde, jamboel, kabaal, keet, lawaai, massa, ordeloosheid, pan, puinhoop, rataplan, reut, rommel(tje), rot, rotzooi, struip, troep, veel, zooitje), zwerm, zwijnenstal
bende jachthonden - meute
bende misdadigers - maffia
bendeleider boss, condottiere, gangster,
bendeoorlog - guerrilla
beneden basaal, gelijkvloers, infra, lager, omlaag, onder(in), parterre
beneden armbeen - ellepijp, spaakbeen
beneden verdieping - bel-etage, parterre
benedenwindse eilanden, een der - Aruba, Bonaire, Curaçao
benedenwindse zijde lij
beneden deel van ingezette edelsteen kulas
beneden gevel pui
beneden het oppervlak -diep
beneden het peil gemeen, laag, min
benedenkaak - kinnebak
benedenkant ondereind, onderkant, onderzij(de)
beneden peil - knudde
benedenrug lende, stuit
benedenverdieping - parterre
benedenwindse zijde lij
benedenzijde - onderkant
benedictuskruid nagelkruid
Benedictijnenorde - O.S.B.
benedijen loven, prijzen,.verheerlijken, zegenen
benee - onderaan
benen kuierlatten, lopen, rennen, snellen, stappen, snellen, stelten
benen of doorlopen - stappen
benepen band, beangst, beklemd, bekrompen, benard, benauwd, bourgeois, eng, enggeestig, frikkerig, kleindenkend, kleingeestig, kleinmoedig, kleinzielig, sip
beneveld bedwelmd, dronken, duf, en, naast, ook, verdoofd, versuft
benevens alsmede, alsook, daarenboven, evenals, met, tevens,
benevolentie welwillendheid, toegenegenheid, gunst
bemoeiziek mens - bemoeial
bengel bink, deugniet, guit, klepel, klokje, kwajongen, kwant, ondeugd, rakker, rekel, schalk, schavuit, schelm, schobbejak, snaak, snotjongen, snotneus, stouterd, straatjongen, vlegel, vlerk
bengelen schommelen, slingeren, zwabberen
bengel van een klok - klepel
benieuwd nieuwsgierig
benieuwen - verwachten
benig bottig, knokig, schonkig
benijdbaar begerenswaardig
benijden - misgunnen
benijdenswaardig begeerlijk
benjamin jongste, junior
bennetje korfje, mandje
benodigd - nodig
benodigd gereedschap alaam, gerei
benodigdheden accessoires, attributen, gerei
benodigdheid voor de landbouw combine, dorsmachine, eg, ploeg, sikkel, strekel, tractor, zeis
benoemd - aangesteld
benoemen aanstellen, nomineren, verkiezen,
benoeming aanstelling, nominatie
ben of korf - mand
bent bunt, club, genootschap, hennep, vereniging
benteng sterkte, vesting
bentgras - bunt, smele
benul begrip, besef, bevatting, bewustheid, doorzicht, idee, inzicht, notie, verstand
benut gebruikt
benutten gebruiken, uitbaten, uitbuiten, waarnemen
benzine gasoline, peut, super
benzineblik drum, jerrycan
benzine innemen laden, tanken
benzinestation pomp, tankstation
benzofuraan - Cumaro(o)n
benzonitril - fenylcyanide
benzylalcohol - fenylcarbinol
beoefenaar amateur, liefhebber
beoefenaar van de aardkunde geoloog
beoefenaar van de aardrijkskunde geograaf
beoefenaar van de bodemkunde pedoloog
beoefenaar van de dierkunde zoöloog, bioloog
beoefenaar van de Duitse taalkunde germanist
beoefenaar van de Engelse taalkunde - anglicist
beoefenaar van de Franse taaikunde romanist
beoefenaar van de geslachtsrekenkunde genealoog
beoefenaar van de godgeleerdheid theoloog
beoefenaar van de grottenkunde speleoloog
beoefenaar van de kunsten artiest, kunstenaar
beoefenaar van de kunstnijverheid pottenbakker, wever
beoefenaar van de natuurkunde fysicus
beoefenaar van de oosterse talen oriëntalist
beoefenaar van de plantkunde bioloog
beoefenaar van de pollenanalyse palynoloog
beoefenaar van de rechtswetenschap jurist
beoefenaar van de scheikunde chemicus
beoefenaar van de sociologische aardrijkskunde sociograaf
beoefenaar van de taalwetenschap linguïst
beoefenaar van de weerkunde meteoroloog
beoefenaar van de welsprekendheid rector,redenaar, rederijker
beoefenaar van de wetenschap der politiek politicoloog
beoefenaar van de Noordeuropese taal en letterkunde Scandinavist
beoefenaar van de wetenschap der samenleving socioloog
beoefenaar van de wetenschap der staathuishoudkunde econoom
beoefenaar van de wetenschap der relief vormen geomorfoloog
beoefenaar van de zielgeneeskunde psychiater, psycholoog
beoefenaarster van de kunstnijverheid kantwerkster, pottenbakster
beoefenen praktiseren
beoefening van de natuurkunde fysica
beoefening van de plant en dierkunde biologie
beoefening van de scheikunde chemie
beoefening van de staathuishoudkunde economie
beoefening van de taalwetenschap - linguistiek, taalkunde
beoefening van de welsprekendheid retorica, retoriek
beoefening van de wetenschap der samenleving sociologie
beoefening van de zielkunde psychologie
beogen bedoelen, intenderen, nastreven, pogen, streven
beoogd - gewenst
beoordelaar censor, criticus, keurder, keurmeester, recensent
beoordelen aanzien, begunstigen, bekritiseren, bekijken, bezien, keuren, kritiseren, recenseren, schatten, schouwen, waarderen
beoordelen door jury - jureren
beoordelend kritisch
beoordeling bespreking, keuring, kritiek, oordeel, rapport, recensie
beoordelingscommissie - jury
bepaald afgelast, afgemeten, afgesproken, begrensd, beperkt, beslist, bestemd, gegeven, omschreven, precies, stellig, uitdrukkelijk, uitgesprokenvastgesteld, volstrekt, zeker
bepaald aankondigend voornaamwoord dezelfde
bepaald aantal anker, dozijn, gros, octet, trio, vim
bepaald bedrag - budget
bepaald kwantum iet
bepaald leencontract - antichresis
bepaald sein - S.O.S.
bepaald soort horloge - remontoir
bepaald soort klimaat - landklimaat, zeeklimaat
bepaald soort koe - blaarkop, bontkop, lakenvelder
bepaald soort soldaten grenadiers, jagers
bepaald teken signaal
beoefenaar van de wetenschap van de samenleving - socioloog
bepaald tijdsverloop kwartier, minuut, stond, uur,
bepaald weefsel fluweel, kant, katoen, laken, linnen, moiré, rips, tijk, trijp
bepaalde dag datum
bepaalde dienst bij de spoorwegen tractie
bepaalde figuur ovaal, rechthoekig, rond, vierkant
bepaalde functie bij de marine seiner, kanonnier
bepaalde functionaris ten stadhuize bode
bepaalde hoeveelheid aantal, snees, tal, tiental, twintigtal
bepaalde inentstof serum
bepaalde inzinking dijkval
bepaalde kaart aas, boer, nel, heer, troef, vrouw
bepaalde klank toon
bepaalde kunstinrichting klassiek, naturalisme, expressionisme
bepaalde luchtstroming in de tropische luchtstreek moesson, passaat
bepaalde plek ergens, plek
bepaalde politieke richting A.R. C.H.U , K.v.P., P.v.d A., P.S.P., V.V.D., P.P R.
bepaalde rechten leges
bepaalde resten kliekje, peukje
bepaalde richting uit - linksaf, rechtsaf, rechtuit
bepaalde ruimte bestek
bepaalde Rus kozak
bepaalde schikking rangorde
bepaalde speelkaart aas, nel, boer, heer, joker, troef, vrouw
bepaalde stadsdienst - G.R., R.E.T., S.R.
bepaalde stand adel, edelen
bepaalde steen git
bepaalde stof - laken, tijk
bepaalde tijd - termijn
bepaalde vierhoek - ruit
bepaalde viool Amati, Cremona, Stradivarius
bepaalde voorstelling van de dood zeisman
bepaalde vorm van Handelsonderneming - BV, CV, firma, NV.
bepaald. wedren van paarden omnium
bepaalde wet AO.W., A.W.W., W.W. armen, hinder, bijstands
bepaalde wijk in de residentie marlot
bepaalde winkel supermarkt, groentewinkel,
hoedenwinkel, juwelierswinkel, manifacturenzaak
bepaalde zelfbewerking - reven
bepaalde zwemslag crawl, rugslag, schoolslag, vlinderslag
bepaaldelijk - inzonderheid, juist, stellig, uitdrukkelijk, vooral
bepaaldheid - juistheid, stelligheid
bepakken belasten, beladen, bezwaren
bepakking voor op reis bagage
bepakt beladen, opgetuigd, belast, bezakt, bevracht
bepalen bedingen, beperken, regelen, stellen, vaststellen, vesten, voorschrijven
bepalen van de maat meten, meting
bepaling attribuut, definitie, dekreet, irade, oekaze, order, vaststelling, wet, zinsdeel
bepaling van alcoholgehalte in het bloed bloedproef
bepalingaankondigend determinatief
bepalingaankondigend voornaamwoord degene, dergelijke, dezelfde, diegene, dusdanig, zodanig, zulke
bepaling van aantal telling
bepaling van het gehalte - tritage
bepaling van hoeveelheid dosering
bepaling van de muntwaarde evaluatie
bepaling van soortelijk gewicht van vloeistoffen areometrie
bepeinzen mediteren, overdenken
beperken - begrenzen, beknotten,bepalen, besnoeien, bezuinigen, inkrimpen, limiteren, matigen,rantsoeneren, reduceren, restringeren, temperen, verkleinen, volstaan
beperken van rechten beknotten
beperken tot - volstaan
beperking afsluiting, reductie, restrictie, vermindering, voorbehoud
beperkt begrensd, beknopt, beknot, bekrompen, benauwd, bepaald, dom, eindig, gering, kort, matig, relatief, verkleind, verkort, verminderd
beperkt gebied - reservaat
beperktheid - geringheid, kleinheid, limietnietigheid
beperkt van duuur - eindig
beperkt van ruimte benauwd, eng, krap, nauw
beperkt van verstand debiel, dom, knullig, stom, stupide, sullig
bepimpeld - dronken, teut, tipsy
beplante laan in Spanje ramblas
beplante toegangsweg oprijlaan
beplante weg allee, dreef, laan
beplanting beschot, plantage
bepleiten - verdedigen
bepoederen - inpoeieren
beppe - grootmoeder
bepraten overhalen, overreden
beproefd afdoend, degelijk, deugdelijk, echt, getest, goed, natuurlijk, onderzocht, probaat, trouw
beproeven examineren, ondernemen, pogen, proberen; testen, toetsen, trachten, uitproberen
beproeving bezoeking, kruis, loutering, onderzoek, plaag, poging, proef, test, toets
beraad beleid, bespreking, conferentie, overleg,
overweging
beraadslagen bespreken, confereren, delibereren, overleggen, raadplegen, redeneren, vergaderen
beraadslaging deliberatie, overleg
beraamd - voorgenomen
beraamd plan - opzet
beraden - bedachtzaam, besluitvaardig, bezinnen, bezonnen, overdenken, overleggen
beramen bedenken, begroten, ontwerpen, opvatten, opzetten, plannen, schatten, smeden, voorbereider
beramer - smeder
beraming begroting, ontwerp, opzet
berberidacee - berberis, epimedium, mahonia, zuurbes
Berbers alfabet - tifinagh
Berberstammen - masmoeda, sjileuh
Berbervesting - agadir, igherm
berceau - booggang, prieel, wieg
berdache bij de Mohava-Indianen - alyha
beredderen bedisselen, beschikkenordenen, regelen, schikken
bereddering bestel, drukte
bereden - geoefend, mak
bereden kapitein ritmeester
bereden legeronderdeel cavalerie, ruiterij
bereden man ruiter
bereden soldaat cavalerist, dragonder, huzaar
bereden vrouw amazone
bereid afgewerkt, genegen, gereed, gewillig, gezind, klaar, klaargemaakt, paraat, slagvaardig, vaardig, willig
bereide huid abortief, Ieder, leer, nappa, perkament, zeem
bereide huid met haar bont
bereide opium madat, tjandoe
bereide rugvinnen van heilbot raf
bereide schapenhuid zeem (leder)
bereide spijs diner, menu
bereide vis filet, rolmops, stokvis
bereiden klaarmaken
bereider van mout melter
bereider van spijzen kok
bereidheid - willigheid
bereiding der metalen uit ertsen metallurgie
bereidingsvoorschrift - recept
bereidingswijze van vlees bakken, braden, grillen, grilleren, koken, roosteren
bereids al (reeds), reeds
bereid tot - genegen
bereidvaardig - gedwee, gewillig
bereidwillig behulpzaam, gedienstig, gewillig, meegaand, volgzaam, vriendelijk
bereik actieradius, omvang, reikwijdte, werkingssfeer
resultaat, succes
bereikbaar - haalbschiktaar
bereiken aanko0men, arriveren, halen, treffen
bereikte - resultaat
berekend capabel, geleep, slim, sluw, uitgekiend, uitgekookt, uitgerekend
berekenen becijferen, begroten, calculeren, meten, opmaken, overwegen, overzien, tellen, timen, uitcijferen, uitwerken, vaststellen
berekenend doortrapt, sluw, uitgekookt
berekening becijfering, calculatie, overslag, som
berekening van kosten calculatie
beren bemesten, borgen, mesten, schreeuwen, tieren
berenbijter - bullebak
berengeluid brommen, grommen
berenklauw - alant
berenmuts kolbak
berensoort - baribal, brilbeer, grizzlybeer, holenbeer, koala, kraagbeer, lippenbeer, wasbeer, ijsbeer
berenoor - aurikel
berg aardhoogte, alp, belt, heuvel, hoeveelheid, hoogte, hoop, kam, massa, menigte, piek stapel, tas, top, verheffing, verhevenheid, verhoging
berg (Turks) dagh
bergaf - achteruit
bergafwaarts - slechter
berg der dichters Parnassus
berg, heilige - Kailasa, Olympus, Sinaï, Sion
berg in Afrika Atlas, Elgon, Kameroen, Drakenberg, Kibo, Kenya, Kollo, Kilimanjaro, Meru, Nairobi, Natal, Windhoek
berg in Albanië Amfissa,Timeristos, Tomorica
berg in Amerika Aconcagua, Cachi, Cayambe, Chimborazo, Chiripo, Chiriqui, Coropuna, Cotopaxi, Huascaran, Hula, Ilampu, Illimani, Lanin, Logan Popocatepeti, Robson, Ruiz, Sajama, Tajumuico, Tronador, Waddington
berg in Armenië Ararat, Ida
berg in Australië Bruce, Cradle, Garnet, Hann, Isa, Ise, Magnet, Morgan, Mulligan, Murchison, Musgrave, Newman, Ord, Ziel
berg in Azië Akdag, Annapura, Apo, Ararat, Azuma, Bazardjoezi, Elbroes, Everest, Fudsji, Haku, Hermon, Kazbek, Kirisjima, Nilgiri, Ramon, Semeru, Tabor
berg in Bolivia Andes, Cusco, lllampu, lllimani, Sajama, Sorata
berg in Bulgarije Bolev, Joemroektsjal, Perelik, Vitosja, Witosa
berg in Canada Columbia, Doomerak, Gold, Laurens, Logan, Mackenzie, Rockies, Robson, Shickshock
berg in Chili Aconcagua
berg in Costarika - Blanco, Chirippo
berg in de Kaukasus Elbroez,Kazbek
berg in Engeland Snowdon
berg in Equador Antisana, Cayambe, Chimborazo, Cotopaxi, Pinchincha
berg in Europa Adamallo, Catria, Dagstein, Dinara, Durmitor, Eiger, Etna, Helikon, Jungfrau, Komovi, Matterhorn, Montblanc, Olympus, Ossa, Pasnassos, Pelat, Pilatus, Pollino, Rigi, Rothorn, Smolikas, Stella, Stockhorn, Tatra, Velino, Ventoux, Vesuvius, Vitosa, Weishorn, Zugspitze
berg in Frankrijk Aubrac, Delvoux, Mont Blanc, Mont Dorè, Pelat, Puy de Dome,Ventoux
berg in Griekenland Athos, Heilkon, Octa, Olonos, Olympus, Parnassus, Parnon, Smolika, Taygetos, Zyria
berg in Indonesië Api, Lawu, Merapi, Semeru, Slamat
berg in Israël Hermon, Olijfberg, Sion, Tabor
berg in Italië Adamello, Bernhard, Catria, Etna, Pollina, Stella, Velina, Vesuvius
berg in Japan Foedsji, Fudjijama, Granjoe, Hakoe, Komaga, Tate
berg in Jeruzalem - Sion
berg in Joegoslavie Dinara, Doermitor, Lowtjen, Troglav,Velebit
Berg in Kaukasus - Bazardjoezi,Elbroez, Kazbek, Teloebos
berg in Nederland Braamberg, Dietserberg, Friezenberg, Galgenberg, Gelsenberg, Grebbeberg, Haarlerberg, Herikerberg, Holterberg, Imbosch, Montferland, Paalberg, Stompert, Tankenberg, Torenberg, Vaalserberg, Woldberg, Zijpenberg
berg in Nepal Everest
berg in NieuwZeeland Ruapehu
berg in Noorwegen Bôrgefjel,Gausta, Kjolen, Sogne, Snohetta, Svartis, Telemark
berg in Oostenrijk Arlberg, Brenner, Dachstein, Eisenhut, Pfânder, Zitterklapfen, Zug
berg in Palestina Sion, Tabor
berg in Syrië Hermon
berg in Turkije Akdag, Ararat, Ida, Olympus
berg in Zweden Akka, Erstberg, Kebnekaise, Sutitelma, Taberg
berg in Zwitserland Eiger, Finsteraarhorn, Jungfrau, Matterhorn, Pilatus, Rigi, Rothorn, Stockhorn, Weisshorn
berg op Ceylon Adamspiek
berg op Java Bromo, Kendeng, Kelud, Lawu, Merabu, Merapi, Salak, Slamet, Semeru, Sumbing, Wajang, Willis,
berg op Troje en op Kreta Ida
berg op Mindanao Apo
berg op de Philippijnen Apo, Pulog, Mayon
berg op Sicilië - Amaro, Etna
berg op Sumatra - Dempo, Leuser, marapi
berg uit de bijbel Ararat, Horeb, Moria, Nebo, Sinaï, Thabor
bergahorn - esdoorn
Bergamo, inwoner van - Bergamask
bergbeklimmer alpinist
bergbeschrijving orografie
bergbewoner - monticool
bergblauw - ultramarijn
bergbruin - omber
bergcol - pas
bergdoorgang engte, pas
bergduivel - moloch
bergen stouwen, stuwen
berge - rommel, wanorde
bergengte pas
bergre - leunstoel
berggeel oker
berggeest - alf, gnoom, kobold, oreade
berggeit gems
berggids sherpa,
berghol spelonk
berghuisje chalet
berghut - sennhut
bergijs firn, gletsjer
berging berghok, garage, hok, kast, la, opslagruimte
berging in huis - zolder
bergingsauto - kraanwagen, takelwagen
bergingsgeld - bergloon
berging voor rommel - schuur
bergkam - arête
bergketen Alleghenies, Alpen, Andes, Apennijnen, Appalachen, Balkan, Dolomieten, Jura, Karpaten, Libanon, 0eral, Pyreneeën, Rotsgebergte, Tatra
bergketen in Syrië - Libanon
bergketen in Zuid-Amerika - Andes
bergketen (sp) - Pena, Sierra
bergkloof afgrond, canyon, canon, ravijn
bergkristal dragoniet, iris, kwarts
bergland (Ar.)- Adrar, oostenrijk
bergmeubel - kast
bergnimf oreade
bergovergang col, pas
bergpad - pas
bergpas - bergengte, col, défilé, engte, nek
bergpas van Alpen naar Apennijnen - Altare
bergpas in Griekenland Thermopylae
bergpas uit de bijbel Adummim
bergpek aardhars, asfalt
bergplaats bak, beurs, blik, buidel, depot, doos, etui, hangar, hok, kas, kassa, kast, kist, kluis, koelcel, koffer, la, lade(kast), loket, loods, magazijn, mand, portefeuille, safe, schuur, stelling, tas, trommel, valies, vat, zak
bergplaats bij boerderij schuur
bergplaats in een meubel - la
bergplaats in huis kelder,zolder
bergplaats op een auto imperiaal
bergplaats voor textiel linnenkast
bergplaats voor eieren eierrek
bergplaats voor geld bank, brandkast, kassa, kas, kluis, safe
bergplaats voor groente - kist
bergplaats voor voertuigen garage, parkeerterrein, remise
bergplant- edelweiss
bergpuin morene
bergpunt - piek
bergruimte - kast, kist, ladekast
bergrug kam
bergrug uit de bijbel Karmel
bergschaap alpaca, lama, mouflon
Bergschot - Hooglander
bergspits - piek
bergspleet kloof, ravijn
bergsport - alpinisme, skiën
bergsportvereniging - alpenclub
bergstok alpenstok
bergtop - piek
bergijsveld - gletsjer
bergtalk - vetaarde
bergtop in de AntiLibanon Hermon
bergtop in de Kaukasus Elbroes
bergtop op Kreta Ida
bergtop in Zwitserland Eiger, Pilatus
bergtrechter doline
bergvesting in Messenië - Ira
bergvink keep
bergvlakte plateau
bergvlakte (Skand.) fjeld
bergvlas amiant, asbest
bergwas - git
bergweide alm
bergwording orogenese
bergzolder den, vliering
bericht advies, bekendmaking, bescheid, boodschap, depêche, informatie, inlichting, kennisgeving, laak, mare, mededeling, melding, nieuws, onderricht, rapport, telegram, tijding, verhaal, verslag
berichten mededelen, meedelen, melden, rapporteren, refereren, relateren, vermelden, verwittigen
bericht geven - telegraferen
berichtgever aankondiger, bode, boodschapper, correspondent, journalistmelder, ordonnans, reporter, telegraaf
berijder van een auto chauffeur
berijder van een olifant kornak
berijder van een paard - ruiter
bereidster van een paard - amazone
beril smaragd, aquamarijn
beriliumoxyde - Beo, berilaarde
berilvariëteit - Goudberil, heliodoor
bering - blok, kussen
berispelijk laakbaar
berispen afkeuren, bekijven, corrigeren, doorhalen, flamberen, foppen, gispen, kapittelen, knorren, laken, moneren, terechtwijzen,vermanen, verwijten
berispend op een fout wijzen verwijten
berisping afkeuring, blaam, reprimande, roffel, schrobberingstandje, terechtwijzing, uitbrander, vermaning
berk - betula
berkachtige - alnus, betula, berk, carpinus, els, haagbeuk, hazelaar, papierberk, zilverberk
berkachtigen - betulaceeen
berkelium - Bk
berkenbos - betuletum
berkenhouten - berken
berkenkamfer - betuline
berkhoen korhoen
berkoen - dwarsbalk, stut
Berlijns zilver alfenide, alpaca,
berm glooiing, straatkant, talud, wegkant, wegrand
Bermuda´s, een der - Bermuda, Somerset
Bermuda´s, hoofdstad der - Hamilton
beroemd befaamd, bekend, doorluchtig, gerenomeerd, fameus, gevierd, roemrijk, roemrucht, vermaard
beroemd actrice - diva
beroemd Amerikaans filosoof Emerson
beroemd arts Koch
beroemd beeldhouwer Moore, Rodin, Zadkine
beroemd componist - Mozart, Verdi
beroemd dirigent Bemstein, Karajan, Toscanini, Walter, Haitink
beroemd Frans scheikundige - Pasteur, Curie
beroemd Italiaans schilder - Titiaan, Rafael
beroemd Moors gebouw - Alhambra
beroemd musicus of toonkunstenaar maestro
beroemd Nederlands geleerde - Erasmus, Donders, Lorentz
beroemd Nederlandse schilder - Mauve, Maris, Steen, Rembrandt, Vermeer
beroemd oceaanvlieger - Lindbergh
beroemd redenaar - Brugman, Cicero
beroemd vioolbouwer - Amati, Stradivarius
beroemd werk van Shakespeare - Hamlet
beroemde actrice diva
beroemde diamant Braganza, Cullinan, Excelsior Hope, Jonker, Jubilee, Kohinoor, Nassak, Pigott, Sancy, Regent, Victoria
beroemde Franse dichters en romanschrijvers - Camus, Hugo, Sartre, Zola
beroemde Indonesische koning - Asoka
beroemde kerk - Notre Dame, Madeleine
beroemde koning uit de geschiedenis vm Indië Asoka
beroemde minnaar Casanova, Don Juan
beroemde opera - Aida, Tosca
beroemde persoon celebriteit
beroemde Phoenicische havenstad Sidon
beroemde stad in het oude Griekenland Thebe
beroemde waterval in Amerika Niagara
beroemde waterval in Belgje Co
beroemde waterval in Zwitserland Schaffhausen
beroemde Zweed Nobel
beroemdheid diva, faam, naam, roem, ster, vermaardheid
beroep ambacht, ambt, job, metier, positie, professie stiel, vak, werkkring
beroep appèl
beroepen, mannelijke
3 abt, kok, nar
4 arts, beul, bode, boer, chef, gids, ijker, ober, paus, smid, tolk
5 agent, asman, baker, baron, cadet, clown, drost, deken, etser, graaf, heier, heler, imker, jager, kaker, kaper, klerk, lader,
lakei, loods, koper, maler, pa- ter, pedel, prins, prior, rabbi,
reder, spion, teler, tsaar, vorst, waard, waker, wever, zever
6 acteur, auteur, badman, bakker, berger, binder, blazer,
bouwer, braker, butler, censor, cipier, co- deur, codist. consul,
cowboy, danser, diaken, do- cent, dokter, dorser, douane, drager, drijver, dui-ker, expert, filmer, fitter, fokker, frezer, gasman, gerant, gezant, gieter, graver, heraut, herder, hof -nar, hopman, hospes, iemker, jockey, jurist, jutter, kapper, keizer, kelner, knecht, komiek, kompel, koning, koster, kramer, kruier, krijger, kuiper, kweker, lapper, lasser, lector, leeman, leraar, looier, losser, majoor, melker, melter, menner, metser, monnik, pakker, perser, picolo, pikeur, piloot, ponser, porder, preses, purser, rabbijn, rec- tor, regent, schout, seiner, slager, sloper, slijper, slijter, snijder, stoker, stuwer, tagrijn, tailor, tem- mer, typist, venter, verver, vilder, visser, voeger, volder, weiman, witter, zaaier, zanger, zetter, zee- man, zetter
7 analist, anatoom, arbiter, artiest, attaché, ban- kier, barbier, bassist, beambte, bewaker, bioloog, broeder, brouwer, cellist, chefkok, chirurg, cine- ast, commies, coupeur, coureur, curator, danseur, dentist, dichter, dienaar, diender, diëtist, dominee, draaier, drogist, drukker, drummer, ebenist, eco-noom, etaleur, firmant, fourier, fraiser, friseur, fy- sicus, graveur, grimeur, grutter, harpist, heibaas, hoboïst, hoekman, inkoper, kassier, kellner, koe-rier, kolonel, koopman, lampist, lansier, leurder,
lijfarts, manager, markies, masseur, matroos, me- dicus, meester, monarch, monteur, musicus, nota- ris, nuntius, oculist, olieman, oogarts, oorarts, op- koper, opmaker, overman, overste, pachter, pas- toor, patroon, pianist, piccolo, planter, plotter, poelier, pompier, portier, poulier, prefect, prelaat, premier, rechter, rekruut, ruwaard, schepen, sche- per, senator, sjouwer, soldaat, spinner, spoeler, spuiter, stemmer, steward, storter, stroper, stri- ker, student, tamboer, tolbaas, trainer, trimmer,
tsarina, tuinder, tuinman, tuinier, twijnder, uro- loog, veearts, veeboer, veerman, vennoot, vicaris, violist, voerman, voorman, wachter, walbaas, werkman, witkiel, wijsgeer, ijscoman, zetbaas,
zetboer, zoöloog
8 aannemer, acrobaat, actuaris, admiraal, advi- seur, advocaat, afslager, agrariër, agronoom, ak- kerman, arbeider, bediende, behanger, bezorger, bisschop, bloemist, bootsman, botanist, breeuwer, burelist, chasseur, chemicus, corveeër, crasseur, criticus, croupier, dagloner, diëtiste, dirigent, dompteur, douanier, edelsmid, eierboer, emba- leur, essayist, etnoloog, figurant, filmster, filo- soof, fluitist, grafboer, gendarme, generaal, geo- graaf, gitarist, goudsmid, graficus, griffier, gros- sier, hoefsmid, hofmeier, hoornist, horloger, ho- telier, hovenier, huidarts, huisarts, huisbaas, hu- morist, imitator, inpakker, jongleur, juwelier, kaasboer, kamerlid, kanunnik, kapelaan, kapitein,
kleiboer, koetsier, koksmaat, kolenman, kyno- loog, laborant, legumier, linguist, lijfwacht, makelaar, marinier, melkboer, militair, minister, mo lenaar, muzikant, naaister, officier, olieboer, om- roeper, opleider, oppasser, opperman, opticien, op- voeder, organist, orgelman, pedagoog, pedicure, pedoloog, perschef, postbode, pompgast, priester, promotor, prozaïst, puinbaas, quaestor, raadslid, raadsman, reisgids, reiziger, repelaar, reporter, re- sident, rijknecht, schilder, schipper, schrijver, scri bent, sergeant, siersmid, slachter, spinster, soig neur, speurder, stuurman, suppoost, taanbaas, tail- leur, tandarts, taxateur, tekenaar, uitgever, theo- loog, tonelist, toreador, uitgever, vedelaar, veeko- per, veembaas, veenbaas, veenboer, veerbaas, ver- koper, vertaler, viskoper, vocalist, werkster, wijn- koper, zakenman, zeerover
9 adelborst, alchimist, ambtenaar, antiquair, apo theker, architect, astroloog, astronoom, baanveger, baggelaar, baggeraar, baggerman, bankloper, bar- keeper, beheerder, besteller, blokmaker, bookma ker, botanicus, bottelier, brigadier, cameraman, ca- mioneur, cargadoor, catecheet, chauffeur, chirur- gijn, componist, conciërge, confiseur, conrector, corrector, costumier, couturier, dakdekker, detecti- ve, diplomaat, directeur, dokwerker, donkeyman, dramaturg, dijkwerker, etnograaf, executeur, ex- porteur, fabrikant, facturist, farmaceut, financier, fotograaf, fysioloog, gasfitter, genealoog, germa- nist, glazenier, grafoloog, handelaar, importeur, ingenieur, internist, kaaskoper, kaasmaker, kamer- heer, kamermeid, kanonnier, kardinaal, kastelein, kerkvoogd, kolenboer, komediant, koppelaar, kor poraal, kroegbaas, kwekeling, landdrost, landme- ter, leidekker, literator, luitenant, lijkdrager, lijn- slager, machinist, marconist, metselaar, minstreel, mijnwerker, modinette, mosselman, mytholoog, navigator, neuroloog, ombudsman, ontvanger, ont- werper, operateur, opzichter, ouderling, pakknecht, parlevinker, patholoog, patissier, paukenist, pedde- laar, pelsjager, ploegbaas, politicus, preceptor, pre- dikant, preekheer, president, procureur, professor, pijpfitter, raadsheer, radioloog, rayonchef, recen- sent, redakteur, regisseur, rentenier, skileraar, slotvoogd, socioloog, souffleur, speculant, spuitgast, stadsbode, stadsvoogd, stoofsmid, stukadoor, stuwadoor, technicus, therapeut, timmerman, tollenaar, topograaf, typograaf, trancheur, treinchef, uitdeuker, uitdrager, uitvinder, vakleraar, valkenier, veedrijver, veefokker, veehoeder, verhuizer, verpleger, verzinker, voddenman, waarnemer,
wachtsman, waterschout, wegwerker, wethouder, winkelier, wolverver, zeilmaker, zendeling, zenuwarts
10 aanspreker, aardwerker, academicus, accountant, archivaris, assuradeur, badmeester, bandleider, bankwerker, beenhouwer, beiaardier, bestuurder, beugvisser, beursagent, bevrachter, biersteker, biertapper, blikslager, boekbinder, boekhouder, bollandist, bontwerker, boomkweker, bootwerker, boswachter, brandwacht, buffetchef, caféhouder, cabaretier, calculator, calligraaf, cardioloog, cavalerist, chemigraaf, collecteur, colporteur, commandant, commandeur, conducteur, controleur, courantier, dansleraar, declamateur, decorateur, detaillist,
diamantair, dienstbode, dierenarts, discjockey, doodbidder, doodgraver, entomoloog, evangelist, examinator, expediteur, ezeldrijver, filatelist, filmacteur, filmspeler, gaardenier, geestelijke, geneesheer, glasblazer, goochelaar, goudzoeker,
gouverneur, graveerder, handelsman, handwerker, handzetter, harpoenier, harpspeler, herbergier, historicus, hofmeester, hoofdagent, hoogleraar, houthakker, houtvester, huisdokter, huisknecht, inspecteur, journalist, kachelsmid, karabinier, kerkleraar, kermisgast, keuterboer, kinderarts, kippenboer, kleerkoper, kleermaker, klepperman, klokkenist, klokluider, kluizenaar, koddebeier, koorzanger, kostwinner, kruidenier, kuilvisser, kwakzalver, lakenkoper, lakenwever, landbouwer, lansknecht, leerlooier, leertouwer, librettist, liftjongen, logopedist, loodgieter, loopjongen, lorrenboer, maarschalk, magistraat, magnetiseur, marskramer, mecanicien, medewerker, melkslijter, modelmaker, nachtwaker, oberkelner, observator, obstetrist, olieslager, ondernemer, onderwijzer, ovenbouwer, paleograaf, palfrenier, papyroloog, ponstypist, psychiater, psycholoog, pijpenmaker, quizmaster, rangeerder, reisleider, reparateur,
rietdekker, ritmeester, robbenjager, roerganger, scheepskok, scheepskok, schoolarts, secretaris, sjouwerman, slagwerker, smokkelaar, sorteerder, specialist, spekslager, speleoloog, stalhouder, staljongen, stalknecht, stenograaf, striptease,
strodekker, strowerker, stukwerker, tabaksboer, technoloog, telefonist, thaumaturg, thesaurier, tokohouder, tolgaarder, toonzetter, touwslager, trompetter, troubadour, tuinjongen, turfsteker, tijdopnemer, uitvoerder, varensgast, veengraver, verdediger, verhuurder, veterinair, vetsmelter, vice-consul, vliegenier, vlootvoogd, voetballer, voorganger, voorzanger, voorzitter, vroedvrouw, vuilnisman, waarzegger, afelbakker, wagenmaker, waterklerk, wegenwacht, wielrenner, winkelchef, ijzergieter, zeepzieder, zielzorger, zilversmid, zoutzieder, zwingelaar
11 aardkundige, aartsdiaken, aartshertog, acquisiteur, mbassadeur, auctionaris, autobewaker, automonteur, autospuiter, baakmeester, baanwachter, bankbeambte, beeldhouwer, betonwerker, beulsknecht, bevelhebber, bezembinder, bierbrouwer, biochemicus, bloemkweker, blokwachter, boekdrukker, bomenrooier, bouwkundige, brancardier, broodbakker, broodventer, brugwachter, buikspreker, burgervader, chiropodist, clichémaker, commentator, commissaris, confiturier, conservator,
dameskapper, dansmeester, dekofficier, depothouder, dermatoloog, deurwaarder, eekschiller, elektricien, fruitkweker, gareelmaker, garderobier, geweermaker, gezaghebber, godgeleerde, groenteboer, grondwerker, gynaecoloog, haarsnijder, haringkaker, heelkundige, heelmeester, heilgymnast, herenkapper, hofprediker, hotelhouder, hotelkruier, huidenkoper, huismeester,
hutbediende, hypnotiseur, illustrator, impresario, industrieel, informateur, instructeur, kaapvaarder, kamprechter, kastenmaker, kerkdienaar, kermisklant, ketelbikker, ketelboeter, ketellapper, keurmeester, keursoldaat, kistenmaker, kolendrager, kolonisator, koordanser, koperslager, knopengieter, leermeester, lexicograaf, lijstenmaker, magazijn-chef, magnetiseur, mandenmaker, mattenmaker, meteoroloog, meubelmaker, missionaris, modelbouwer, motordrijver, motorrenner, nageljongen, onderwijzer, operazanger, orgelbouwer, ormithiloog, orthopedist, paardenkoper, parelduiker, parelvisser, parlevinker, persattaché, pianoleraar, plaat-snijder, plaatwerker, postmeester, preparateur, propagandist, programmeur, pijpenlooier, raffinadeur, echercheur, rentmeester, rozenkweker, satijnwerker, scheepsarts, schildwacht, schoenmaker, schoolhoofd, schoonmaker, seinwachter, sloten-maker, snelschrijver, stalmeester, standbouwer, strandwerker, steenbakker, steenhouwer, stoffeer-der, straatmaker, straatveger, taalkundige, tafelwer-ker, tapijtwever, tegelbakker, tegelzetter, telegra-fist, theeplanter, touwslager, translateur, turftrapper
valsemunter, varensgezel, vatenwasser, veldwach-ter, vellenkoper, venduhouder, vervrachter, verzekeraar, vioolbouwer, vioolspeler, vlasspinner, vleeshouder, vrachtrijder, vrouwenarts, waagmees-ter, wafelbakker, waterschout, watervitter, weerkundige, wegenbouwer, werkmeester, wildstroper, zaalwachter, zeekapitein
12 aalmoezenier, accordeonist, armenverzorger, bacterioloog, bakkersgezel, balletdanser, bankbediende, banketbakker, beschermheer, boekverko-per, boerenknecht, boetprediker, bollenkweker, bordenwasser, borstelmaker, brandmeester, brandweerman, brillenmaker, burgemeester, cari-caturist, conferencier, constructeur, dactylograaf, degenslikker, dierentemmer, distillateur, duiven-melker, fietsenmaker, flessenmaker, floormana-ger, functionaris, garagehouder, gedeputeerde, geldschieter, gemeentebode, gerechtsbode, gezagvoerder, gildemeester, gildepatroon, glazenwas-ser, grenswachter, handarbeider, handelsagent, handwerksman, haringpakker, havenmeester, hel-derziende, horlogemaker, hotelportier, huisbediende, huiseigenaar, huisschilder, incasseerder, installateur, jagermeester, kamerdienaar, kantoor-klerk, kapelmeester, kapittelheer, kareelbakker, karikaturist, karrevoerder, kassenbouwer, kippenfokker, klarinettist, klokkenmaker, klom-penmaker, koraalvisser, kornetblazer, koudslach-ter, kraandrijver, kunstschilder, landarbeider, let-terzetter, lichtmatroos, lijkschouwer, manegehou-der, marechaussee, marktkoopman, marktmeester, messenslijper, metaalgieter, meteropnemer, mu-ziekleraar, mijningenieur, nachtportier, neurochi-rurg, notarisklerk, orgeldraaier, orkestleider, pale-ontoloog, pannenbakker, parkeerwacht, pasteima-ker, pensionhouder, pianostemmer, polderjongen, politieagent, pompbediende, poolreiziger, potten-bakker, propagandist, pruikenmaker, raadadvi-seur, radiomonteur, referendaris, restaurateur, thaumatoloog, röntgenoloog, rubbertapper, rijks-advocaat, schaapherder, schade-expert, scharen-sliep, scheepsagent, scheepsklerk, scheikundige, schillenboer, schoenlapper, schrijnwerker, siga-renmaker, sluiswachter, snelschrijver, snelteke-naar, spuitmeester, stadhuisbode, stafofficier,steendrukker, stempelmaker, straatzanger, strand-jutter, strandvonder, stratenmaker, stuntvlieger, taalgeleerde, tabakskerver, touroperator, tulpen-kweker, turfschipper, uurwerkmaker, veehande-laar, veerschipper, veldprediker, vendumeester, verificateur, verlofhouder, verslaggever, vece-ad-miraal, vishandelaar, vlagofficier, vrederechter, vrachtrijder, wagenmeester, wijnhandelaar
13 aandeelhouder, aardappelboer, aartsbisschop,
autohandelaar, bakkersknecht, balletmeester, bankdirecteur, bedrijfsleider, betaalmeester, beursbediende, beurtschipper, boedelmeester, boekhandelaar, bonthandelaar, brillendokter, bril-lenslijper, broodbezorger, cabaretzanger, cinema-tograaf, commissionaris, concertzanger, confectio-nair, correspondent, correspondent, diamantslijper, diamantwerker, diamantzetter, douanebeambte, fi-liaalhouder, filmoperateur, filmproducent, flessen-blazer, fotohandelaar, garde-officier, geneeskun-dige,groentekweker, havenarbeider, hellebaardier, historiograaf, hoofdarbeider, hoofdofficier, huisbe-waarder, huisjesmelker, hulpbesteller, jachtopzie-ner, jeneverstoker, kaashandelaar, kabinetwerker, kantinehouder, kantonrechter, kaperkapitein, kel-dermeester, kinderrechter, koffieplanter, krantenjongen, krullenjonen, kunstschilder, ladingmeester, leeuwentemmer, letterkundige, liedjeszanger, lom-merdhouder, lompengaarder, lompenkoopman, machinezetter, magazijnknecht, manufacturier, meesterknecht, mededirecteur, mederedacteur, melkhandelaar, metaaldraaier, middenstander, modeontwerper, muziekmeester, oliehandelaar, onder-officier, opvoedkundige, orkestmeester, paarden-slager, pakhuisknecht, pensionhouder, persfotograaf, pillendraaier, postbesteller, postdirecteur, psychometrist, pijpenopsteker, radio-omroeper, ruimtevaarder, rijksambtenaar, salonbediende, schapenfokker, schapenhouder, scharenslijper, scheepsbouwer, scheepsexpert, scherprechter, schoenpoetser, schoolmeester, schout-bij-nacht, schriftkenner, slagersjongen, sponsenduiker, spon-senvisser, stadsadvocaat, stoelenmatter, straat-koopman, tabaksplanter, tamboer-majoor, land-techniker, taxichauffeur, tekstschrijver, tuinarchi-tect, turfschipper, vaartschipper, varkensfokker, verkeersagent, verloskundige, vice-president, vod-denkoopman, vuurwerkmaker, wederverkoper,
zaakwaarnemer
14 aapjeskoetsier, adjunct-commies, administra-teur, armenverzorger, autoverhuurder, beursspecu-lant, bibliothecairs, binnenschipper, bioscoophou- der, boerenarbeider, boodschaploper, boterhande-laar, buffetbediende, concertmeester, consul-gene-raal, diamantslijper, elektromonteur, filmverhuur-der, frescoschilder, fruithandelaar, fysiotherapeut, garnalenvisser, gecommitteerde, generaal-majoor, graanhandelaar, grondspeculant, groothandelaar, handelsattaché, hoofdambtenaar, hoofdredacteur, huisonderwijzer, hypotheekgever, hypotheekne-mer, kleinhandelaar, kolenhandelaar, kunsthande-laar, legerpredikant, legioensoldaat, linnenjuffrouw, logementhouder, magazijnmeester, melkcontro-leur, metaalbewerker, onderdirecteur, onderluite-nant, oudheidkundige, paardenkoopman, pakhuis-meester, parlementariër, pluimveehouder, postcommandant, putjesschepper, radiohandelaar, rechtsgeleerde, rijksaccountant, rijksarchivaris, rijschoolhouder, scheidsrechter, schriftkundige, schoolopziener, sergeant-majoor, sierkunstenaar, sluikhandelaar, soldaat-commies, sportredacteur, straatmuzikant, tabaksmakelaar, terrazzowerker, toonkunstenaar, trambestuurder, tramconducteur, veilingmeester
15 aardrijkskundige, advocaat-fiscaal, bouwvakarbeider, concessiehouder, detailhandelaar, dia-mantbewerker, dierenhandelaar, effectenmake- laar, equipagemeester, gerechtsdienaar, geschied-kundige, geslachtkundige, handelsbediende, har-monicaspeler, hoofdconducteur, hoofdinspecteur, hoofdonderwijzer, hypotheekhouder, instrumen-talist, instrumentmaker, kamerverhuurder, kapi-tein-ter-zee, kleinkunstenaar, kloosterbroeder, korpscommandant, kroniekschrijver, kunsthisto-ricus, landbouwkundige, legercommandant, loge-menthouder, luitenant-ter-zee, magazijnbediende, obligatiehouder, portretschilder, productieleider, raadspensionaris, reclameschilder, reclameteke-naar, rijwielhandelaar, scheepskapitein, spoor-wegbeambte, straathandelaar, tabakshandelaar, tabaksimporteur, tandheelkundige, textielarbei-der, treinconducteur, tuinbouwkundige, tussen-handelaar, varkensslachter, vicaris-generaal, woninginrichter, ziekenverpleger, zuivelconsulent
16 adjunct-directeur, admiraal-generaal, advocaat generaal, auditeur-militair, brievenbesteller, cere-moniemeester, fietsenbewaarder, elektrotechnicus, evangeliedienaar, fabrieksarbeider, geluidstech-nicus, geschiedschrijver, grootindustrieel, horos-cooptrekker, huwelijksmakelaar, kapitein-adju-dant, kapitein-generaal, kostschoolhouder, lantarenopsteker, loco-burgemeester, logementhouder, luitenant-kolonel, ondercommissaris, opperbevel-hebber, oppergezaghebber, plaatscommandant, procuratiehouder, rijwielhersteller, scenario-schrijver, scheepstimmerman, schoolinspecteur, schoorsteenveger, sectie-commandant, sigaretten-fabrikant, staatssecretaris, theaterdirecteur, victu-alie-meester, vuurtorenwachter
17 assistent-resident, bestuursambtenaar, bestuursassistente, bloembollenkweker, brigade-commandant, cavalerie-officier, directeur-gene-raal, divisiecommandant, gemeenteambtenaar, ge-meenteontvanger, gevangenbewaarder, kapitein-ingenieur, kapitein-luitenant, landbouwingenieur, landbouwconsulent, landschapschilder, luitenant-adjudant, luitenant-admiraal, luitenant-generaal, noordpoolreiziger, opperwachtmeester, ordonnans officier, politie-inspecteur, procureur-generaal, scheepsbevrachter, tuinbouwconsulent, veeteelt-consulent, vertegenwoordiger, verzekeringsagent
18 adjunct-commissaris, artillerieofficier, aspirant-controleur, assistent-apotheker, belastingconsulent, oodschappenjongen, catechiseermeester, evange-lieprediker, gemeentearchivaris, gemeentesecreta- ris, gouverneurgeneraal, hypotheekbewaarder, in-specteurgeneraal, karikatuurtekenaar, luitenant ingenieur, politiecommissaris, rechtercommissa-ris, scheepsbouwkundige, secretarisgeneraal, sub-stituutgriffier, substituutofficier
19 apothekersassistent, bataljonscommandant, bin-nenhuisarchitect, commiesverificateur, commis-sarisgeneraal, compagniecommandant, districts-commandant, gezantschapsattaché, ontdekkings- reiziger, regimentscommandant, substituut-procu- reur
20 begrafenisondernemer, boordwerktuigkundige, districtscommissaris, garnizoenscommandant, handelscorrespondent, oorlogscorrespondent, voordrachtskunstenaar, waterstaatsingenieur
21 adjudantonderofficier, adjunctadministrateur
22 gezantschapssecretaris, gouvernementsambte-naar, scheepswerktuigkundige, volksvertegenwoor-diger
23 kapiteinkwartiermeester
24 luitenantkwartiermeester
26 arrondissements-commissaris,
29 arrondissements-schoolopziener
beroepen, vrouwelijke-
3 non, min
4 hoer, meid
5 baker, minne
6 agente, boerin, kokkin, pilote, zuster
7 actrice, barones, cheffin, docente, hofdame, hospita, juriste, kapster, lerares, modiste, pakster, porster, prinses, priores, typiste, waardin
8 acrobate, advocate, analiste, artieste, breister, cassière, celliste, coupeuse, danseres, danseuse, dentiste, dienares, diëtiste, dokteres, drogiste, etnologe, filmster, firmante, geograve, harpiste, herderin, juffrouw, kamenier, kelnerin, koningin, kookster, kopiiste, manicure, naaister, ouvreuse, pedagoge, pedicure, pianiste, ponseuse, serveuse, spinster, studente, theologe, violiste, voedster, wasvrouw, werkster, zangeres
9 adviseuse, astrologe, astronome, ballerina, bureliste, caissière, coiffeuse, dichteres, dirigente, fluitiste, fotografe, gitariste, grafologe, huisvrouw, kookvrouw, koopvrouw, kostvrouw, laborante, mannequin, markiezin, molenarin, mosselwijf, neurologe, organiste, radiologe, sociologe, soubrette, spoelster stripster strijkster tailleuse tekenares vocaliste wijkzuster
10 ambtenares, arbeidster, architecte, bewaakster, calligrafe, cardiologe, chauffeuse, componiste, costumière, dienstbode, directrice, dramaturge, fabrikante, facturiste, inkoopster, interniste, keukenmeid, komediante, koorzuster, kweke-linge, lokettiste, melkmeisje, omroepster, predi-kante, psychologe, publiciste, raadsvrouw, regisseuse, schilderes, schrijfster, scriptgirl, souffleuse, stenografe, stewardess, strijkvrouw, vroedvrouw, zendelinge
11 colportrice, conductrice, controleuse, dans-lerares, decoratrice, detailliste, filmactrice, gou- vernante, inspectrice, journaliste, kamermeisje, kasteleinse, logopediste, metereologe, ontwerp-ster, pianolerares, ponstypiste, redactrice, ser-veerster, telefoniste, uitgeefster, verkoopster, vertaalster, waarzegster
12 ambassadrice, archivaresse, bacteriologe, bel-lenmeisje, boekhoudster, bontwerkster, caféhoud- ster, chansonnière, chiropodiste, dameskapster, declamatrice, dienstmeisje, ekwilibriste, exami-natrice, groentevrouw, handwerkster, heilgym-naste, huishoudster, huisnaaister, informatrice,
instructrice, juwelierster, kaartlegster, kamenier-ster, kantwerkster, keukenmeisje, kindermeisje, linnenmeisje, onderwijzeres, orthopediste, pornpnaaister, reumatologe, scheidsvrouw, secretaresse, stenotypiste, verdedigster, ver-pleegster, vlasspinster
13 ateliermeisje, beeldhouwster, bloemenmeisje, hotelhoudster, illustratrice, keukenprinses, koorddanseres, koppelaarster, marketentster, operazangeres, persfotografe, pottenbakster, propagandiste, taillewerkster, verloskundig,
14 balletdanseres, beschermvrouwe, buffetjuf-frouw , correspondente, fabrieksmeisje, herber-gierster, hoedenmaakster, huisbewaarster, kinderjuffrouw, kleuterleidster, kloosterzuster, koffiejuffrouw, linnenjuffrouw, marktkoopvrouw, nettenboetster, pensionhoudster, schoonmaakster, toiletjuffrouw, verkeersagente, winkeljuffrouw,
15 administratrice, concertzangeres, costuum-naaister, filiaalhoudster, kleuterleidster, pension-houdster, speldenwerkster, verslaggeefster, wijkverpleegster
16 bibliothecaresse, instrumentaliste kamerverhuurster
17 garderobejuffrouw
18 fabrieksarbeidster
19 belastingconsulente, vertegenwoordigster
20 apothekersassistente, binnenhuisarchitecte
21 voordrachtkunstenares
22 schoonheidsspecialiste
24 bewaarschoolonderwijzeres
beroepen - convoceren
beroeps - prof
beroepsdanser in danshuizen gigolo
beroepsgenoot - collega
beroepshalve - e.p.
beroepskleding livrei, overall, uniform
beroepspaardrijder jockey
beroepsspeler professional
beroepstaal - (vak)jargon
beroepsverenigig - vakbond
beroerd akelig, belabberd, ellendig, erg, hopeloos, lam, lammenadig, lamlendig, lui, misselijk, miserabel, naar, onpasselijk, onwillig, slecht, treurig, vervelend
beroerdigheid - ellende, misère, narigheid
beroeren - aanraken, aangrijpen, ontstellen, verontrusten
beroering deining, emotie, onrust, ontsteltenis, opwinding, rel, rep, roerte, tumult
beroerling - ellendeling, etre, mispunt, naarling
beroerte apoplexie, attaque, onrust, verlamming
berokkenen aandoen, veroorzaken
beroofd berold, bestolen, platzak, verstoken
berooid arm(oedig), armzalig, blut, haveloos, ledig, platzak
berooid persoon - kalis, schooier, vagebont
berouw bezinning, droefheid, deemoed, inkeer, leedwezen, schuldbesef, spijt, wroeging
berouwen spijten
berouw gevoelen - inkeren
berouw hebben - spijten
berouwvol - boetvaardig
berouwvolle belijdenis - biecht
beroven bestelen, ontnemen, ontstelen, plukken, plunderen, uitkleden
beroving plundering, privatie
beroving van nationaliteit denaturalisatie
berrie baar, burie, disselboom, draagbaar, hooiraam, katafalk, lamoen
berst barst, scheur(tje), spleet
bersten - (vaneen)splijten
berucht- bekend
berucht gangster Al Capone, Dillinger, Lamothe, Landru
berucht uit de 80jarige oorlog Alva
berucht moordenaar Landru
berucht Romeinse keizer Nero
berucht staatsman Franco, Hitler, Napoleon, Stalin
beruchte buurt - gribus
beruchte verleider Casanova, Don Juan
beruchte ziekte cholera, kanker, lepra, pest, pokken, polio, t.b.c., tering, tumor
berusten baseren, schikken, steunen, verblijven
berustend geduldig, gedwee, gelaten, lijdzaam, passief, stoïsch
berusten in - neerleggen
berusting fatalisme, gelatenheid,overgave, resignatie
beryllium Be
bes bei, bezie
besant medaille, penning
beschaafd beleefd, correct, fatsoenlijk, fijn, keurig, net, ontwikkeld, poliet, (wel)gemanierd, welopgevoed, wellevend
beschaafde man - heer
beschaafde vrouw dame
beschaafdheid beleefdheid, fatsoen
beschaafd persoon - aristocraat
beschaamdheid - confusie
beschadigd aangeslagen, defekt, gehavend, gescheurd, kaduuk, kapot, ongaaf, stuk, vervallen
beschadigd schip wrak
beschadigen aantasten, bederven, havenen, krenken, misvormen, schenden, scheuren, teisteren, toetakelen, verknoeien, vernielen
beschadiging averij, deuk, gat, kras, molest, schade
beschadiging aan schepen - averij
beschamend genant, vernederend
beschaming - schande
beschaven civiliseren, cultiveren, gladmaken, humaniseren, ontwikkelen, polijsten, verlichten, vormen
beschaving civilisatie, cultuur, kultuur, techniek
bescheid antwoord, bericht, (bewijs)stuk, inlichting, uitleg
bescheiden bedeesd, eenvoudig, eerbaar, gering, ingetogen, kuis, matig, modest, nederig, ongunstig, onopvallend, sober, voorzichtig, zedig
bescheiden beknorren, berispen,
bescheidenheid eenvoud, discretie, modestie,
bescheid geven - antwoorden
beschenden belasteren
bescheren toebedelen
beschermbeeld schutsbeeld, palladium
beschermd behoed, beschut, geborgen, safe, veilig
beschermd gebied domein, reservaat
beschermd jachtgebied - revier
beschermeling(e) - protégé(e)
beschermende huisgoden penaten, laren
beschermeling protégé
beschermen afdekken, bedekken, behoeden, beschutten, beveiligen, bewaken, bewaren, patroneren, protegeren, verdedigen
beschermend geleidster - chaperonne
beschermende kleuraanpassing mimicry, schutkleur,
beschermer begunstiger, (be)hoeder, borg, patroon, schutsheer, toeverlaat
beschermer (bevorderaar) voorstander
beschermers van een vorst garde, lijfwacht
beschermgeest genius, patroon, peri, goeroe
beschermheer patroon, protector, schutspatroon
beschermheerschap patrocinium, patronaat, patronage
beschermheilige schutspatroon, schutsheer, schutsvrouw
beschermheilige van Ierland Patrick
bescherming beschutting, beveiliging, bewaring, geleide, hoede, protectie, schutsel, steun, toeverlaat
bescherming burgerbevolking - bb
beschermingsplaat - asbalans
bescherming tegen de wind rietmat
bescherming van staatshoofd garde, lijfwacht
beschermvrouwe patrones, protectrice
beschermwal - brandmuur, contregarde
beschieten - afsluiten, bekleden, betekenen, opleveren, vorderen
beschieting - kanonnade
beschijnen verlichten
beschik - bestel, regeling
beschikbaar disponibel, vacant, voorhanden, vrij
beschikbaar aantal bestand, collectie
beschikken beslissen, besluiten, besturen, bezorgen, disponeren, inwilligen, ordenen, regelen
beschikking arrest, besluit, bestel, bestemming, destinatie, doel, lot, maatregel, noodlot, ordening, regeling, wil
beschilderen bemalen, kleuren, decoreren, verven
beschimmeld - beschaamd, bleek, onfris, oud, verlegen
beschimpen smaden, smalen, (be)spotten, honen, uitjoelen, uitjouwen, (uit)schelden
beschimper - smaler
beschimping belediging, hoon, spot
beschoeing damwant, schot, wand
beschonken bezopen, dronken, lazarus, onbekwaam, teut, toeter, zat,
beschoren toebedeeld
beschot afscheiding, afschutting, lambrisering, paneel, schutting
beschouwelijk bespiegelend
beschouwen - aanzien, beoordelen, considereren, keuren, observeren, overwegen
beschouwend contemplatief
beschouwer - waarnemer
beschouwing contemplatie, denkbeeld, denkwijze, terugblik
beschrijven - afbeelden
beschrijvend - descriptief
beschrijver van volken - etnograaf
beschrijving - schets, signalement, tekst, verhaal
beschrijving van bibliotheken - bibliothecografie
beschrijving van de aarde geografie
beschrijving van de aardlagen stratigrafie
beschrijving van een boek - bibliografie
beschrijving van eigen leven autobiografie
beschrijving van gesteenten petrografie
beschrijving van heiligenleven hagiografie
beschrijving van het heelal - kosmografie
beschrijving van het oor otografie
beschrijving van iemands leven biografie
beschrijving van iemands uiterlijk signalement
beschrijving van insecten entomografie
beschrijving van volksgroepen sociografie
beschrijving van de sterrenhemel uranografie
beschroomd bang, bedeesd, bedremmeld, bleu, blo(de), eenkennig, laf(hartig), schroomvallig, schuchter, schuw, sip, timide, verlegen
beschroomdheid bedeesdheid, blohartigheid, bloheid, verlegen(heid)
beschroomd mens - bloodaard
beschuitbol bestel
beschuitbus - trommel
beschuitgelei - honingzoet
beschuldigde - beklaagde, verdachte
beschuldigen aanklagen, belasten, betichten, crimineren
beschuldiger aanklager
beschuldiging aanklacht, aantijging, inculpatie, tenlastelegging, verwijt
beschut aegide, afgeschermd, beschermd, beveiligd, geborgen, gevrijwaard, luw, veilig, windvrij
beschut tegen de wind luwte, windvrij
beschutte ligplaats van schepen opper
beschutten beschermen, beveiligen
beschutting abri, atap, bescherming, beveiliging, dak, dek, deken, luwte, mat, rietmat, scherm, schild, schuil
beschutting zoeken - schuilen
besef begrip, benul, bewustzijn, bezinning, denkbeeld, doorzicht, gevoel, idee, inzicht, kennis, notie, verstand
beseffen achten, begrijpen, blijken, inzien, onderkennenrealiseren, vatten, weten
beseffend - bewust
besef van de juistheid van iets erkentenis
besef van eigen eer eergevoel
besef van het bestaan erkentenis
beseffeloos bewusteloos
besje bestemoer, grootmoeder
besjoemelen manipuleren, neppen
beslaan bedekken, bekleden, kanten, tengelen
beslag arrest, bekleding, belegsel, deeg, hoefijzr
beslag op schepen embargo
beslagleggen - accapareren, sekwestreren
beslaglegger - arrestant
beslaglegging arrest, confiscatie, embargo
beslaglegging op gebied - annexeren
beslagnagel hoefspijker
beslechten beslissen, vereffenen
beslissen afdoen, besluiten, decideren, oordelen, uitmaken, uitwijzen
beslissend afdoende, apodictisch, decisoir, definitief, genoeg
beslissend antwoord uitsluitsel
beslissend kenmerk criterium
beslissend ogenblik keerpunt
beslissend stadium - crisis
beslissende extra partij barrage
beslissende rit bij wielrennen belle
beslissing besluit, conclusie, decisie, oplossing, uitspraak
beslist absoluut, afdoend, apert, bepaald, besloten, doortastend, duidelijk, echt, gedecideerd, gewis, ongetwijfeld, onmiskenbaar, ontegenzeglijk, onversaagd, perse, pertinent, stellig, uitdrukkelijk, uitgemaakt, uitgesproken, vastberaden, volstrekt, waarachtig, waarlijk, welbewust, werkelijk, wilskrachtig, wis, zeker
beslist en stellig waarlijk ,zeker
beslistheid aplomb, stelligheid, zekerheid
beslommering besogne, bezigheid, moeite, omslag, soesa, rompslomp, zorg
besloten beslist,
besloten erf rondom boerenwoning heem
besloten gezelschap club, corps, krans(je), kring, soos,
besloten vereniging club, corps, sociëteit, soos
besluit afloop, beslissing, conclusie, decisie, decreet, edict, eind(e), end, irade, maatregel, oekaze, order, resolutie, slot, slotsom, vaststelling, voornemen, wet
besluit van de sultan irade
besluit van de tsaar oekaze
besluit van een geschrift narede
besluit van een vergadering motie, resolutie
besluiteloos aarzelend , irresoluut, onzeker, talmend, twijfelend, wankelmoedig, weifelend
besluiteloos mens twijfelaar
besluiteloosheid onzekerheid, twijfel
besluiten afmaken, beëindigen, beslissen, beschikken, besussen, concluderen, decideren, uitmaken, vaststellen, voltooien, voornemen,
besluitvaardig doortastend, resoluut, vastberaden
besmelde - aardbeispinazie
besmeren bemorsen, bevuilen, bezoedelen, boteren
besmeren met pek - asepsis,bepekken
besmet aangestoken, bevlekt, geïnfecteerd, gevlekt, onrein, verboden
besmettelijk aanstekelig, aanstekelijk, bezoedelend, contagieus, infectieus
besmettelijke kinderziekte kinkhoest, mazelen, rode hond
besmettelijke veeziekte - boutvuur, miltvuur, (mond en) klauwzeer, koepok
besmettelijke ziekte alastrim, cholera, epidemie, favus, influenza, lepra, longontsteking, pest, pokken, roodvonk, schurft, t.b.c. tering, tyfus, tuberculose
besmettelijke ziekte van het hoofd - favus, kletskop
besmetten aansteken, bemorsen, bevlekken, bevuilen, bezoedelen, infecteren, verontreinigen
besmetting contagie, infectie
besmettingsangst - bacterievrees
besmeurd bezoedeld, zwart
besmeuren - bezoedelen
besmuikt - geniepig, verdoken
besnaard gevoelig
besnaard toetsinstrument (18e) eeuw clavecimbel, klavechord
besnijdenis - circumcisie
besnijder mohel
besnoeien afsnijden, bekrimpen, beperken,bezuinigen, inkorten, knippen
besogne aangelegenheid, beslommering, zaak,
besognes - rompslomp
bespannen voertuig calèche, huifkar, karos, koets, landauer, ossenwagen
besparen overhouden, uitsparen, uitzuinigen
bespat besmeurd
bespat met slijk bemodderd, beslikt, beslijkt, besmeurd
bespeuren bekennen, bemerken, merken, ontdekken, ontwaren, opmerken, waarnemen
bespieden afloeren, begluren, beloeren, bespioneren, gadeslaan, observeren, schouwen, spioneren, waarnemen
bespieder gluurder, observator, spion, waarnemer
bespieding observatie, spionage
bespiegelen contempleren,mediteren, overdenken
bespiegeling aanschouwing, beschouwing, contemplatie, mediteren, overpeinzing
bespiegeling meditatie
bespioneren - bespieden
bespoedigen verhaasten, versnellen
bespot persoon - risee
bespottelijk absurd, belachelijk, dol, dwaas, eigenaardig, gek, idioot, krankzinnig, lachwekkend, mal, ridicuul, vreemd, zot
bespottelijk iets paskwil, pasquinade
bespottelijk nadoen - parodiëren
bespotten aanfluiten, honen, aanfluiten, uitlachen
bespotting aanfluiting, caricatuur, hoon, ludificatie, parodie, paskwil, risee, smaad, spot(prent)
bespraakt - eloquent, welsprekend
bespreken - bediscussere, beraadslagen, bestellen, recenseren, vermaken, verzeggen
bespreking conferentie, congres, kritiek, overleg, palaver, recensie, vergadering, verhandeling
bespreking van en boek - beoordeling, kritiek, resensie
besprenkelen - bevochtigen
besproeide vruchtbare vlakte in Spanje huerta, vega
besproeien aangieten, arroseren, begieten, bespuiten, bevloeien, bewateren, irrigeren
besproeiing - irrigatie
besproken - bewust
bespuiten - besproeien
bespijkering - spijkerhuid
bessen afstropen - rissen
bessen (bruin ) mispel
bessendrank - cassis
bessen (groen) kruisbes
bessenjenever - rood
bessen (rood) niet giftig: aalbes, bergvlier, berendruif, dakkruid, framboos, hondrood, hulst, meelbes, taxus, veenbes
giftig, bitterzoet, boksdoorn, heggenrank, lelietjesvandalen, lijsterbes, peperboompje, slangenwortel
bessenvlinder - harlekijn
bessen (wit) mistletoe, sneeuwbes
bessen (zwart) niet giftig: bosbraam, jeneverbes, klimop, krentenboompje kruidvlier, liguster, rijsbes, sleedoorn, vogelkers, wegedoorn, vlier, vuilboom, zoetekers, giftig: eenbes, kraaiheide, salomonszegel, wolfkers, zevenboom
best betrouwbaar, braaf, eminent, excellent, flink, goed(ig), lekker, leuk, nut(tig), puik, prima, rechtschapen, solide, uitnemend, uitstekend, uitmuntend, voordeel, wonderwel
bestaan aanzijn, dasein, durven, kostwinning, leven, omvatten, wezen, wagen, zijn
bestaanbaar mogelijk
bestaand aanwezig, actueel, concreet, echt, innig, levend, reëel, vast, voorkomend, waar, werkelijk, zijnde
bestand kunnen bieden - resistent
bestaande op zichzelf - autonoom, integraal
bestaande toestand status quo
bestaande uit reeksen - serieel
bestaansmiddelen - inkomen, loon, salaris, soldij, wedde
bestand akkoord, conventie, entente, opgewassen, overeenkomst, resistent, schikking, traktaat, verdrag, vergelijk, wapenstilstand
bestaansreden - zin
bestaat - is
bestand accoord, opgewassen, overeenkomst, sterk, verdrag, vergelijk
bestand kunnen bieden - resistent
bestand tegen water waterproef
bestanddeel element, ingrediënt, onderdeel
bestanddeel van aardolie - petroleum
bestanddeel van bloed bloedwei, hemoglobine,plasma
bestanddeel van buskruit salpeter
bestanddeel van deeg gist, meelbloem
bestanddeel van het ei - dooier, eiwit
bestanddeel van het lichaam - bloed
bestanddeel van een kaars - stearine
bestanddeel van een klokhuis - blees
bestanddeel van koffie coffeïne
bestanddeel van het lichaam - arm, been, bloed,
bestanddeel van lucht neon, argon helium, stikstof, koolzuur(gas), zuurstof
bestanddeel van melk eiwit, room, vet
bestanddeel van een cel cellulose cytoplasma, protoplasma
bestanddeel van een kaars stearine
bestanddeel van een klokhuis blees, vruchtenpit
bestanddeel van een lucifer fosfor, hout
bestanddeel van een sediment fractie, korrel, partikel
bestanddeel van een stollingsgesteente fenokrist, kristal
bestanddeel van het lichaam (kraak)been, bloed, merg, specie, proteïne
bestanddeel van melk en kaas eiwit, lebenzym, room, vet
bestanddeel van oliën oline
bestanddeel van petroleum pentaan
bestanddeel van stoomtrein tender
bestanddeel van teer xylol
bestanddeel van urine xanthine
bestanddeel van voedsel eiwit, vet zetmeel
bestanddeel van vet - stearine
beste eersterangs, bloem, elite, keur, puik
besteden aanwenden, gebruiken, consumeren, opmaken, spenderen, uitgeven
besteding - gebruik, uitgaaf, uitgave, verbruik
besteedbaar inkomen - koopkracht
besteedster - verhuurster, vroegpreek
besteend rijshoofd nol, nolle
besteekband - kapitaalbandje
bestek bouwplan, couvert, eetgerei, kader, lepel, mes, omvang, plan, ruimte, schets, soeplepel, tafelgerei, tekening, tijdruimte, vismes, vork
bestekamer closet, cour, gemak, toilet, w.c.,
beste kwaliteit - puik
besteker - botenbaas
bestekkoepel - astrodome
bestel beheer, beschikking, bestuur, drukte, leiding, regeling, opzet, orde, ordening, regime, schikking, verordning
bestelen beroven ontroven
bestelfiets - bakfiets
bestellen aanvragen, bezorgen ontbieden, regelen, thuisbezorgen,
besteller bezorger, (post)bode
bestelling lastgeving, leiding, opdracht, order, (ver)koop
bestelloon - port(o)
bestelvrachtfiets - carrier
bestemd bepaald, geschikt
bestemmen aanwijzen, bepalen, beschikken
bestemming aankomst, adres, destinatie, doel, einddoel, fatum, lot, noodlot, roeping
bestemoer - besje, grootmoeder, oma
bestempelen brandmerken, kwalificeren
bestendig almaar, blijvend, constant, duurzaam, stabiel, standvastig, steeds, steevast, strak, onveranderlijkheid, onwrikbaar, pal, regelmatig, stijf, vast, voortdurend
bestendigheid - stabiliteit
best en fijn puik
beste prestatie - record
bestevaer - grootvader, opa
bestevenen - bezeilen, koersen
bestiaal beestachtig
bestialiteit - sodomie
bestiarium dierenboek
bestieren - besturen, leiden
best mogelijk - optimaal
bestoft - stoffig
bestolen beroofd
bestoken aanvallen, beschieten
bestorming aanloop, overstelpen, run, stormloop
bestorming van een stadsmuur met behulp van ladders - escalade
bestoven - stoffig
bestraffen berispen
bestraffing - berisping
bestraling irradiatie
bestraten asfalteren, plaveien, verharden
bestrating - asfalt, beton, klinkers, plaveisel, steen
bestratingsmateriaal asfalt, beton, kinderhoofdjes, klinkers, steen
bestrijdbaar - discutabel
bestrijden aanvallen, bekampen, betwisten, opponeren, tegengaan, tegenwerpen
bestrijder antagonist, opponent, tegenpartij, tegenstander
bestrijding - aanvechting
bestrijdingsmethode - therapie
bestrijdingsmiddel - pesticide
bestrijken - rapen
bestrijkend - rasant
bestuderen - doornemen
bestudeerd - gemaakt, onnatuurlijk
bestuiving - polinatie, pollinisatie
bestuiving door insecten entomogamie
bestuiving door slakken malacogamie
bestuiving door vleermuizen chiropterogamie
bestuiving door vogels ornithografie
besturen aanvoeren, begaan, beheren, dirigeren, heersen, leiden, regelen, regeren, tomen,
besturend college raad
besturing - beheren, dirigeren, leiden, regelen,regeren
bestuur beheer, beleid, bestel, bewind, college, directie, gouvernement, heerschappij,leiding, moderamen, opperleiding, overheersing, overheid, regering, regime(nt), staatsbestel
bestuurbare slee bob, bobslee
bestuur van beurs - beurscommité
bestuur van classis moderamen
bestuur van genootschap comité
bestuur van klooster prioraat
bestuur van land kabinet, ministerie, regering, regime,
bestuur van studentencorps collegium,senaat
bestuur van universiteit curatorium, presidium, senaat
bestuur van een staat - regering, regiem
bestuurder baas, beheerder, bewindvoerder, chauffeur, directeur, dirigent, functionaris, gouverneur, leider, manager, minister, moderateur, overste, rector, regeerder, regent, resident, senator, voerder, voerman, voogd
bestuurder van een gilde olderman
bestuurder van een klooster abdis, abt, overste, prior, priores
bestuurder van een polder - dijkgraaf
bestuurder van een stoomwerktuig - machinist
bestuurder van een vliegtuig piloot
bestuurder van Israël - Richter
bestuurder van Venetië doge
bestuurdersruimte cabine, cockpit
bestuurlijk - administratief
bestuurlijk gewest - departement
bestuursambtenaar baljuw, drost, gezaghebber, ruwaard, schout
bestuurscollege directie, gemeenteraad, presidium, raad, senaat
bestuursfunctie - penningmeester, praeses, scriba, secretaris, voorzitter
bestuurslichaam college, directorium, raad, senaat
bestuurslid van een gemeente - wethouder
bestuurster regentes
bestuur van een genootschap - comite
bestuur van een staat regering, regime
bestuur van universiteit - senaat
bestuurswerkzaamheid - gouvernementsdienst
bestwil - belang
betaalbaar - payabel
betaalbaar bij een bank - bankabel
betaalbewijs bon, factuur, kwitantienota, rekening
betaalbon bewijs, rekening
betaalbriefje bon, chequemandaat
betaald voldaan
betaaldag - pree
betaald bedrag - prijs
betaald antwoord r.p.
betaald sportman prof(essional)
betaald zetten inpeperen, vergelden wreken,
betaalde danser in dancing gigolo
betaalde som overdracht, uitkering
betaaldienst bank, giro
betaald minnaar - gigolo
betaalkantoor kas
betaalkrachtig - solvabel, solvent
betaalloket - kassa
betaalmiddel cheque, geld, munt
betaalpas met pincode chipknip, pinpas
betaalplaats kassa
betaalstaat - loonlijst
betaalt men bij Burgerlijke Stand leges
betalen afdoen, afrekenen, bekostigen, belonen, besjolmen, bloeden, boeten, dokken, kwijten, lonen, overdragen, schokken, schuiven, storten, uitgeven, uitkeren, vereffenen, vergelden, verrekenen, voldoen
betalen per bank - overmaken
betaling afdoening, afrekening, geldoverdracht, girering, storting, uitkering, vergelding, voldoening
betaling bij ontvangst rembours
betaling met gesloten beurs - clearing
betaling uit vergissing - indebitum
betaling vragen manen, aanmanen
betalingsaanwijzing assignatie
betalingsbewijs bon, kwitantie, nota, reçu
betalingsmethode - bankgiro, giro, postwissel
betalingstermijn - paayement
betalingsuitstel indult, krediet
betalingsvermogen - solvabiliteit
betalingswijze bank, betalkaart, cheque, giro, kontant
betamelijk behoorlijk, decent, eerlijk, fatsoenlijk, gepast, keurig, kies, netjes, oorbaar, passend, rechtgeaard, voeglijk, voegzaam
betamen behoren, erkennen, horen, passen, toestaan, voegen
betamelijkheid decentie, gepastheid, fatsoen
betasten aankomen, aanraken, bevoelen, palperen
betaster voeler
betasting - aanraking
bete hap(je), beet
bête dom, naïef, onnozel, schaapachtig
betegelen - oplaveien
betekenen - beduiden
betekening exploot
betekenis belang, draagwijdte, gewicht, inhoud, invloed, nut, omvang, portée, waarde, zin
betekenisaanduiding significatie
betekenis van - relevant
betekenis van geen - irrelevant
betekenisleer semantiek, semiotiek, signific
betel pinang, sirih
betelen bebouwen, telen
betelnoot - arekanoot, pinang
betelpalm - areca, pinang
beter betrouwbaargeheeld, genezen, hersteld, opgeknapt, superieur
beter dan nooit - laat
beter wetend eigenwijs
beter worden herstellen, genezen
beteren aansterken, genezen, helen, herstellen
beterend convalescent
betering - genezing, herstel, schadeloosstelling
beterschap herstel, verbetering
beteugelen betomen, bedwingen, breidelen, inhouden, intomen, onderdrukken, ringeloren, temmen, tomen
beteuterd bedremmeld, beduusd, bedwelmdm benepen, onthutst, sip, sippig, verlegen, verwezen
betichten beschuldigen, verwijten
betichting aanklacht, verwijt
betiel - plateel
betijen - begaan
betimmering - lambrisering
betingeld - bezeten, verzot
bêtise blunder, domheid, enormiteit, onnozelheid, stommiteit
betitelen - aanspreken, noemen, tituleren
betiteling B. l. Dr., Mr, Dra., Drs., Ir., Mr., Prof., W. I:, Z.D., Z D H., Z E., Z.em., Z.Exc., Z.H., Z.H.E., Z.H.E.G., Z.H.G., Z.K.H., Z.K.M. Z.M.
betittelaar - vitter
betjah - fietstaxi
betjoegd betjoecht, betjoekt, geslepen, leep, listig, slim
betjoend betoverd
betoel inderdaad, waarlijk,werkelijk
betoeterd - sip, verdwaasd
betogen argumenteren, beweren, demonstreren, oreren, redeneren, spreken, uiten
betoger demonstrant, manifestant, protestant, provo
betoging demonstratie, manifestatie, optocht
betomen beheersen, beteugelen, breidelen, inhouden, intomen
betonen accentueren beklemtonen, benadrukken, bewijzen, blijkgeven, kronen
betonnen balk - kesp
betonnen zinkbak caisson, zinkstuk
betoningsstelsel - bebakening
betontimmerman - bekister
betoog argument(atie), bewijs(voering), manifest, opstel, pleidooi, rede(natie), redenering, redevoering, relaas, sermoen, verhandeling, vertoog
betooggrond - argument
betoogtrant redenering
betoon betoning, bewijs, blijk
betoonde lettergreep in een versvoet arsis
betoon van trouw - hulde
betoverd betjoend
betoveren beheksen, bekoren, bezeren, biologeren, boeien, enchanteren, fascineren, verrukken
betoverend fascinerend, magisch, poëtisch, verrukkelijk
betovering ban, bekoring, bezwering, fascinatie, verrukking
betraand - behuild
betrachten - behartigen, bijhouden, nakomen, naleven,
oefenen, opvolgen, vervullen, volbrengen
betrachting - meditatie, overdenking
betrappen attraperen, snappen, overlopen, overrompelen, overvallen, pakken, snorren, verrassen
betrapt gesnapt, verrast
betreden begaan, belopen, binnengaan, ingaan, intreden, klimmen, opgaan
betreffen aangaan, belangen, ontmoeten, raken, regarderen
betreffend bewust, nopens
betreffende aangaande, inzake, nopens, omtrent, t.a.v., wegens, w.b.
betreffende de koophandel mercantiel,
betreffende de ritus ritueel
betreffende de zeevaart maritiem
betreffende het gehalte kwalitatief
betrekkelijk relatief, tamelijk
betrekkelijk klein of gering beperkt
betrekkelijk voornaamwoord dat, die, dewelke, hetgeen, hetwelk, relativum, wat, welke, wie, wiens, wier
betrekkelijke zwaarte van stoffen s.g.
betrekkelijkheid - relativiteit
betrekking ambt, baan, connectie, contact, dienst, emplooi, job, officie, post, positie, relatie, verband, verhouding, werkkring
betrekking hebben op aangaan, betreffen, reageren
betrekking hebbend op de gehoorswaarneming auditief
betrekking hebbend op de gezichts waarneming visueel
betrekking hebbend op bestaan existentieel
betreuren bejammeren, bewenen, regretteren, spijten
betreurenswaardig deplorabel, erg, jammer(lijk)
betrokken bewolkt, bleek, flets, somber, pips, treurig
betrouwbaar authentiek, best, beter, braaf, degelijk, deugdzaam, eerlijk, fair, fijn, geloofwaardig, geschikt, goed, leuk, onkreukbaar, oprecht, rechtgeaard, rechtschapen, rechtvaardig, safe, tof
betten bevochtigen, deppen, natten, soppen
betuigde eerbied - knieval
betuigen betomen, bewijzen, verklaren, verzekeren
betuiging blijk, uiting
betuiging van eer eerbetoon
betuiging van eerbied knieval
betuiging van erkentelijkheid bedankbrief, dankbetuiging,
betuiging van genegenheid kus, omhelzing
dankbrief, dankwoord
betuiging van genegenheid kus, omhelzing, zoen
betuin - schaars
betuining - heg, omheining
betuttelaar - muggenzifter, vitter
Betuwe, stad in de - Tiel
Betuwse vrucht - kers
betweter eigenwijs, frik, waanwijze, wijsneus
betweterig - beter weten, bedillerig, eigenwijs, waanwijs, wetend
betweterij - bedilzucht
betwist - litigieus, omstreden
betwistbaar aanvechtbaar, discutabel, kwestieus, twijfelachtig
betwistelaar - contestabel
betwisten bestrijden, contesteren, ontzeggen, tegenspreken
beu afkerig, blasé, moe, (spuug)zat
beu, iets - zijn - blasé, moe
beug vistuig
beugel handvat, klem, knip, pothaak, sluitschalm
beugelhoorn - klaroen
beugel van een emmer - hengsel
beugvis - kabeljauw, schelvis
beukenboom - beukelaar, koek
beukelaar - rondas
beuken bonken, bonzen, braken, meppen, hameren, rammeien, rammen, slaan, stompen,
beukennoot - beukel
beukhamer - beuker
beukpaal ram
beul folteraar, hangman, onmens, scherprechter, wreedaard
beulen - aftuigen, doodwerken, mishandelen, sloven, zwoegen
beun (vis)kaar, vliering, vlonder , zoldering
beunhaas brekebeen, charlatan, dilettant, falsaris, knoeier, kreukelaar, kwakzalver, leek, onbevoegde, onderkruiper, ondeskundige, prutser, roffelaar
beunhazen - knoeien
beuren innen, lichten, ontvangen, (op)heffen, (op)tillen
beuren van geld - innen
beurs aangestoken, bedorven, blamot, buidel, buikziek, geldbuidel, geldtas, geldzak, overrijp, portefeuille, portemonnee, stipendiumweek, studiefonds, week
beursagent - makelaar
beursbelasting - beurszegel
beurs en zacht overrijp, zacht
beursgokker speculant
beursje - zakje
beursjeskruid - herderstasje
beursklok beursbengel
beursprijs koers
beursspel - agiotage
beursspeler agioteur, jobber, speculant
beursstudent beneficiarius, bursaal
beursterm account, agio, banco, G.B., G.L., koers, pari(teit), tape, wissel
beurs voor de graanhandel - korenbeurs
beurstikker - koerstelegraaf
beurt - dienst, rangorde, taak
beurtelings afwisselend, alternatief, keer-om-keer, roulerend
beurtschipper pontschipper, veerman
beurtzang antifoon, canon, leis, tegenzang,
beurzensnijder - dief, oplichter, zakkenroller
beuzel geklets, kletspraat, larie, leugen, onwaarheid
beuzelaar futselaar, talmer, sukkel
beuzelachtig kinderachtig, onbeduidend
beuzelarij len, bagatel, kletsen, krikkemik, larie, nesterij, nietigheid
beuzelen bazetalmen, frutselen, haarkloven, keffen, huichelen, peuteren, pietlutten, raaskallen, raffelen, suilen, treuzelen, tutten
beuzeling bagatel, futiliteit, larie, leugen, lor, nesterij, wissewas
beuzelpraat larie
bevaarbaar - navigabel
bevallen - aanstaan, accoucheren, baren, behagen, bekoren, kramen, lijken,
bevallig aanminnig, aantrekkelijk, aardig, abel, bekoorlijk, charmant, elegant, gracieus, gratieus, grazioso, innemend, knap, levendig, lief, lief(e)lijk, lieftallig, mooi, nuver,prettig, sierlijk, vleiend,
bevallig (muz) gentile, graziose
bevalligheid - bekoorlijkheid, charme elegantie, élégance, gratie, lieflijkhid, sierlijkheid
bevalling accouchement, baren, baring, geboorte, partus, verlossing
bevangen aangaan, beklemd, benauwd, kortademig, overmeesterd, schuchter, verlegen
bevanging - schrik
bevaren matroos - paai, pikbroek
bevattelijk begrijpelijk, duidelijk, geleerd, intelligent, knap, pienter, slim, snugger
bevatten begrijpen, behelzen, hebben, (in)houden, snappen, omsluiten, (om)vatten
bevatting begrip, benul, conceptie, idee, inhoud, verstand
bevattingsvermogen begrip, intellect, verstand
bevechten bekampen,bestrijden, veroveren
bevedering - verenkleed
beveiligd - beschut
beveiligen aarden, beschermen, beschutten, borgen, preserveren, versterken, waarborgen
beveiliging alarm, bescherming, beschutting, bewaking, borg, dekking, hek, radar, schut
beveiliging van een spoorwegovergang - ahob, aki, spoor(bomen)
bevel aanvoering, commandement, commando, decreet, doe, eruit, ga, gebod, halt, ho, hu, koest, kommando, last, lastgeving, oekaze, opdracht, opgelet, order, sta, sommatie, stil, stop, voort, vort, vuur
bevel (Eng.) - hands up
bevel aan een hond af, opport, koest, lig, volg
bevelen aanzeggen, commanderen, gebieden, geboden, gelasten, opdragen, ordonneren, sommeren, verordenen
bevelend - imperatief
bevelhebber admiraal, aga chef, chief, commandant, commandeur, dux, emi(e)r, hoofdman, officier, overste, veldheer
bevelhebber over duizend - chiliarch
bevelom te shieten - vuur
bevelschrift edict, lastbrief, mandement, oekaze, order, ordonnantie
bevelschrift tot betalen mandaat
bevelschrift van de sultan irade
bevelschrift van de tsaar oekaze
bevel om te schieten - vuur
bevel tot opstappen - eruit
bevelsuitvaardiging - decreet
bevel van een schildwacht - sta, werda
bevelvoeren - commanderen, bevelen, gebieden
bevelvoering - commando, leiding
bevel vooraf - waarschuwingscommando
beven bibberen, huiveren, popelen, schudden, sidderen, tremor, (t)rillen, vibreren
bevend (muz.) tremolo, vibrato
bever (Lat.) Castor (fiter)
bever - triller
beverbont - bbiberette
bevergeil - castoreum
beverhaar vult, kastoor
beverig beefachtig, trillerig, vibrerend
bevernel - pimpernel, pimpinella, sorbenkruid
beverrat moerasbever, nutria
bevervilt - kastoor
bevestigd - vast
bevestigen aangorden, aanhangen, aanspannen, affirmeren, beamen, bekrachtigen, bezegelen, confirmeren, fixeren, hechten, klampen, monteren, plakken, singelen, solderen, staven, vasthechten, vastmaken, versterken, verzegelen, verzekeren, waarmaken
bevestigend - affirmatief, assertoir, toestemmend
bevestiging affirmatie, assertie, bekrachtigen, erkenning, ja, jawel, jazeker, knik, sanctie, staving, wel, zeker
bevestiging in een ambt installatie
bevestigingsmiddel anker, band, bout, gesp, gom, haak, keten, ketting, klinknagel, knoop, knijper, kram, lijn, moer, nagel, niet, pen, pin, pol, paperclip, punaise, schroef, snoer, spang, spijker, touw, veter
bevestigingsvoet - fels
bevinden - ervaren
bevindt zich langs de spoorbaan seinpaal, spoorboom
bevinding - conclusie, slotsom
beving aardschok, rilling, siddering, trilling, vibrato, vibratie
bevitten bebabbelen, bedillen
bevlekken bekladden, besmetten, besmeuren, bevuilen, ontreinigenvuilmaken
bevlekt - besmet
bevlieging bui, caprice, begeerte, drift, frats, gril, inval, kuur, manie, nuk, opwelling, rage, scheut, vlaag
bevloeide rijstvlakte sawah, sawa
bevloeide vlakte in Spanje huerta, vega
bevloeien besproeien, bewateren, irrigeren, onderlopen
bevloeiing drenking, irrigatie
bevloering - klankier
bevochtigen benatten, besproeien, betten, deppen, dopen, druppelen, gieten, humecteren, invochten
bevochtigen met lapje - betten
bevoegd bekwaam, competent, erkend, gediplomeerd, gemachtigd, gerechtigd
bevoegdheid competentie,recht
bevoegdheidsschema - kruiskaart
bevoegd persoon - kenner
bevoelen aanraken, betasten, tasten
bevolking populatie
bevolkingscentrum city, metropool, plaats, stad
bevolkingsgroep - etnie
bevolkingsgroep in India kaste
bevolkingsklasse stand
bevolkingsleer - demografie
bevolkt - volkrijk
bevoogding paternalisme
bevooroordeeld gepreoccupeerd, partijdig, subjectief, vooringenomen
bevoorraden - provianderen, ravitailleren
bevoorradingsofficier - foerier, fourier
bevoorrecht preferent
bevoorrechten - privilegiëren
bevorderaar begunstiger, beschermer, manager, promotor, voorstander, ijveraar
bevorderd worden overgaan, promoveren
bevorderen begunstigen, dienen, promoveren, ijveren, verhogen, voorstaan, vooruithelpen
bevordering - begunstiging, promotie, stimulering, stijging, verhoging
bevordering van een zachte dood euthanasie
bevorderlijk - goed, gunstig
bevorderlijk zijn - baten, helpen
bevorens (al)eer, tevoren, vooraf, voordat , vroeger
bevrachten laden, belasten, stuadoren
bevrachter aflader, afscheper, cargadoor, expediteur, lader, reder, stuwadoor, verscheper
bevrachting charter, lading, last
bevredigd content, klaar, tevreden, voldaan, verzadigd, zat
bevredigen pacificeren, stellen, stillen, tevredenstemmen, vergenoegen, verzoenen, voldoen
bevredigend lonend, tevredenstellend, voldoend, voldoeninggevend
bevrediger - pacificateur, pacificator, vredestichter
bevrediging voldoening, satisfactie
bevreemd - verbaasd, verrast, verwonderd
bevreemden - verbazen
bevreemdend - raar, vreemd, zonderling
bevreemd, zeer - stupéfait
bevreemding verbazingverwondering
bevreesd afkerig, angstgevend, angstig, bang, bangelijk, beangst, beducht, beklemd, benauwd, biberachtig, bunzig, kleinhartigkopschuw, schuw, timide, versaagdvervaard
bevreesd maken - intimideren
bevreesdheid angst, bangheid
bevriend - amicaal
bevriend meisje - vriendin
bevriezing - congelatie
bevrijd gered, ontzet, verlost
bevrijden ontbinden, ontketenen, ontwarren, ontzetten, verlossen, vrijmaken
bevrijder redder, verlosser
bevrijding delivrance, liberalisatie, ontzet, ontzetting, redding, relevatie, verlossing, vrijmaking,
bevroeden begrijpen, bevatten, denlen, geloven, inzien, menen, vermoeden, verwachten
bevroeding - begrip, inzicht, vermoeden
bevroren - steenkoud
bevroren afdruipend water pegel, ijspegel, ijstap
bevroren dauw rijm, rijp, ijzel
bevroren neerslag hagel, ijzel
bevroren plek in de grond hal
bevroren regen ijzel
bevroren water hagel, pegel, rijm, rijp, sneeuw, ijs, ijsbloemen, ijskegel
bevrucht gedekt, gepaard, zwanger
bevruchting - conceptie, fecundatie, fertilisatie, ontvangenis
bévue - bok, flater, misslag
bevuilen bekladden, bemorsen, besmeren, bevlekken, bezoedelen, ontreinigen, tateren, vuilmaken
bevuild modderig, vies
bewaarder bewaker, cipier, conservator, wachter
bewaarder van gevangenen - cipier
bewaarder van in beslag genomen goederen sequester,
sekwester
bewaarengel - engelbewaarder
bewaargeving - depot
bewaargeving van geld deposito
bewaarheiden - affirmeren, bevestigen, staven, vervullen, waarmaken
bewaarplaats archief, baal, bak, bureau, depot, doos, dossier, kast, kist, kluis, koelcel, koffer, la, lade, magazijn, mand, pot, reservoir, safe, spaarpot, trommel, urn, vat, ijskast, zak
bewaarplaats van papier - doos
bewaarplaats voor afval asemmer, vuilnisbak
bewaarplaats voor bescheiden archief, dossier
bewaarplaats voor de laatste as urn, columbarium
bewaarplaats voor drukletters letterkast
bewaarplaats voor geld - bank, beurs, brandkast, kas, kluis, kous, pot, safe, spaarpot
bewaarplaats voor geschriften archief
bewaarplaats voor goederen depot, entrepot, magazijn, stapelplaats
bewaarplaats voor graan silo
bewaarplaats voor kinderen crèche, kindergarten
bewaarplaats voor kleren -
bewaarplaats voor kunstwerken museum
bewaarplaats voor levensmiddelen garderobe, kleerkast ijskast, diepvries
bewaa rplaats voor olie tank
bewaarplaats voor vleeswaren - diepvries(kast), frigidaire, koelkast
bewaarplaats voor vis kaar, beun, bun
bewaarplaats voor zuigelingen - crèche
bewaarschool - kleuterschool
bewaarstelling - consignatie
bewaken behoeden, beschermen, hoeden, nagaan, survailleren, toezien, wachten, wachthouden
bewaker agent, bewaarder, cipier, conciërge, hoeder, leidsman, nachtwacht, oppasser, opzichter, ordonnans, suppoost, wacht, wachter, wachtsman, waker
bewaker van strijdperk - krijtbewaarder
bewaker van tol tolbaas, tollenaar
bewaker van vroeger verkeersobstakel tolbaas
bewaking beveiliging, garde, hoede, oppas, opzicht, surveillance, toezicht, wacht
bewapenen - uitrusten
bewaren (be)hoeden, behouden, beschermen, conserveren, handhaven, opbergen, opsparen, overhouden, toezien, verzorgen
bewaring behoud, bescherming, conservatie, gijzeling, hechtenis, preservatie
bewassen - begroeien
bewateren besproeien, bevloeien, irrigeren
beweeg - drukte
beweegbaar - los, mobiel, roerend, verplaatsbaar
beweegbaarheid - mobiliteit
beweegbare beugel - hengsel
beweegbare pop marionet
beweegbare verbinding - scharnier
beweeggrond motief, reden, roersel
beweeglijk agiel, druk, kwiek, levendig, los mobiel, onrustig, roerig, verplaatsbaar, vlug, vrij, week, woelig
beweeglijkheid, mobiliteit
beweeglijk in bed - woelig
beweeglijk kind draaitol
beweegreden drijfveer, grond, motief, motivering, overweging, ratio
beweerschrift - memorie
bewegelijk - los, mobiel
bewegen dansen, deinen, draaien, motiveren, popelen, roeren, overhalen, overreden, schudden, stampen,trillen, zwaaien, zwermen, zwieren
bewegende beelden film
bewegende lucht - stormwind
bewegen tot - drijven
beweging aandrang, aandrift, actie, bombarie, buiging, circulatie, daling, deining, draai, drukte, gang, gebaar, getier, heffing, lawaai, loop, mobiliteit, mouvement, onrust, ontroering, ophef,oploop, opschudding, roering, rumoer, sprong, stroming, stroom, trilling, vaart, val, vertier, werking, zwaai
beweging in de rondte rotatie
beweging van - kinetisch
beweging in de richting van zeker voorwerp - heen, naar
beweging om een as rotatie, toer, wenteling
beweging van een vloeistof vloeiing, stroming
beweging van water deining, stroming, stroom
bewegingen maken gebaren
bewegingloos dood, immobiel, lam, roerloos, star, stil, stijf, vast
bewegingsleer - kinetiek
bewegingsorgaan van een vis vin
bewegingsstoring - ballisme
bewegingsvrijheid armslag
beweid grasland - etland
bewenen - betreuren
beweren aannemen, aanvoeren, betogen, pretenderen, stellen, sustineren, volhouden, verdedigen, voorgeven, vorderen, zeggen
bewering - mening, stelling, theorie, uitdrukking, uitspraak
bewerkelijk arbeidsintensief, ingewikkeld
bewerken - bearbeiden, behandelen, beïnvloeden, eggen, fijnmaken, gladmaken, herzien, ompraten, opereren, overhalen, ploegen, snijden, teweegbrengen, veroorzaken
bewerken van een muziekstuk - arrangeren
bewerken van land bemesten, bouwen, eggen, kultiveren, ploegen, schoffelen, spitten, zaaien
bewerken van vlas hekelen, repelenroten,
bewerken van voedsel bakken, braden, inmaken, koken, stoven, stomen, roken, wekken,
bewerker van kwaad aanstichter,dader,
bewerking adaptatie, operatie, parafrase, versie
bewerking (muz.) arrangement, zetting
bewerking van melk karnen
bewerking van muziek voor een orkest orkestratie
bewerkstelligen maken, uitvoeren, wrochten
bewerkt besneden, geciseleerd
bewerkt achterstuk van een altaar retabel
bewerkt een schoenmaker - le(d)er
bewerkt stuk hout lat, plank
bewerkte huid leder, leer, perkament
bewerkte huid met haar - bont
bewerkte vuursteen - silex
bewieroken prijzen
bewijs alibi, argument, betoon, biljet, blijk, bon, getuigenis, legitimatie, oorkonde, peoef, teken
bewijsgrond argument
bewijsje - snu(i)fje
bewijsstuk akte, attest, bon, bul, cedel, ceel, diploma, document, geschrift, polis, reçu
bewijsstuk van benoeming geloofsbrief
bewijsstuk van opslag - ce(d)el
bewijs uit het ongerijmde apagogie
bewijs van achting eer, egards
bewijs van afwezigheid - alibi
bewijs van bekwaamheid brevet, diploma, licentie, proef
bewijs van beleefdheid groet
bewijs van betaling bon, kwitantie, nota, reçu
bewijs van deelgenootschap aandeel
bewijs van eer eerbetoon
bewijs van eerbetoon aubade, hulde, knieval, krans, lint, saluut, serenade
bewijs van eerbied buiging, eerbetoon, knieval
bewijs van elders zijn alibi
bewijs van identificatie - legitimatie
bewijs van kooprecht bon, overeenkomst
bewijs van lidmaatschap attestatie, oorkonde
bewijs van nationaliteit paspoort
bewijs van nietaanwezigheid alibi
bewijs van onderpand lommerdbriefje
bewijs van onschuld - alibi
bewijs van ontvangst - bon, reci(e)f, kwitantie
bewijs van opslag ceel, cedel
bewijsalibi van slagen voor een examen diploma
bewijs van smaak - proeve
bewijs van te mogen passeren pas, paspoort, visum
bewijs van verdriet snik, traan, zucht
bewijs van verering eerbetoon
bewijs van voorkeursrecht claim
bewijsvoering argumentatie, betoog, redenering, trant
bewijzen aantonen, betonen, betuigen, waarmaken
bewijzen aanvoeren - adstrueren, staven
bewind - beheer, bestuur, directie, gezag, leiding, regering, regiem
bewilligen toestemmen, vergunnen
bewimpelen - verbloemen, verhelen
bewind - beheer, bestuur, gezag, junta, leiding, macht, regering, regine
bewind van anderen gezag,
bewind van drie mannen directoire,triumviraat
bewind van tien mannen decemviraat
bewindhebber bestuurder, gezagsdrager, regent
bewindsel - omslag
bewindsman beheerder, magistraat, minister, president, regeerder, regent, staatsman,
bewindvoerder - bestuurder, leider, bevelvoerder
bewindvoering beheer, bestuur
bewogen aangedaan, geroerd, ontroerd
bewogen (muz.) agitato
bewogenheid - emotie, ontroering
bewolkt bedekt, betrokken, grijs, nevelachtig, somber
bewonderaar aanbidder, fan, minnaar, supporter
bewonderen aanbidden, aanschouwen, aanstaren, bekijken, bezien,
bewondering admiratie, eerbied, respect
bewonderingswaardig - mooi, schitterend, voortreffelijk
bewoner inboorling, ingezetene, burger, inwoner
bewoner van Afrika Bantoe, Berber, Boer, Bosjesman, Hottentot, Kaffer, Moor, Neger, Zoeloe
bewoner van Baltische republiek Est, Let, Litauer,
Litouwer
bewoner van België Waal, Vlaming
bewoner van Borneo Daja, Dajakker
bewoner van Celebes Toradja
bewoner van Centraal Afrika neger
bewoner van Ceylon - Singalees
bewoner van Duitsland Beier, Germaan, Hes, Pruis, Saks(er)
bewoner van Eire Ier
bewoner van Frankrijk Breton, Gascogner, Parisien, Provençaal
bewoner van Groenland Eskimo
bewoner van grote plaats stedeling
bewoner van India Dravida
bewoner van KleinAzië Armeniër, Osmaan, Ottomaan, Turk
bewoner van Kreta Kretenzer
bewoner van Lombok Sasak
bewoner van Madrid - Madrileen
bewoner van Majorca - Majorcaan
bewoner van Malta Maltezer
bewoner van Mauritani - moor
bewoner van Monaco Monegask
bewoner van Nederland zie bij streek in....
bewoner van Nederlands eiland Marker, Vlielander, Terschellinger
bewoner van NieuwZeeland Maori
bewoner van NoordEuropa Est, Fin, Lap, Let, Litouwer, Noor, Zweed
bewoner van Noordpoolgebied - Eskimo
bewoner van ons werelddeel Europeaan
bewoner van OostEuropa Bulgaar, Hongaar, Kozak, Pool, Roemeen, Rus, Slaviër,Tsjech
bewoner van oudNederland Bataaf, Germaan, Kaninefaat, Saks
bewoner van Peru Peruviaan
bewoner van Perzië Pers
bewoner van SovjetUnie Armeen, Georgiër, Ingerier, Kabardijn, Kareliër, Kirgies, Kozak, Maimuk, Moldavië, Tataar,
bewoner van Sumatra Batak, Batakker
bewoner van Turkije Turk, Osmaan, Armeniër, Ottomaan
bewoner van Venezuela Venezolaan
bewoner van ZuidEuropa Griek, Albanees, Italiaan, Portugees, Spanjaard
bewoner van Z. W. Celebes Makassaar
bewoners - volk
bewoners van de Philippijnen Negrito
bewoner van de Pyreneeën Bask
bewoner van de U.S.S.R. Armeniër, Est, Georgiër, Kozak, Let, Litauer, Litouwer, Oekraïner, Rus, Samojeed, Siberiër,
bewoners van de wereld - bevolking
bewoner van een onzer provincies Drent, Fries, Zeeuw, Stichtenaar
bewoner van een stad stedeling, poorter
bewoner van een werelddeel Afrikaan, Amerikaan, Australiër, Aziaat Europeaan
bewoner van een deel van Oost-Europa - Kozak
bewoner van het land van de sprookjes van 1001 nacht - Arabier
bewoonbaar herbergzaam, logeabel
bewoording term, uitdrukking
bewust bekend, beseffend, besproken, doordrongen, expres, moedwillig, opzettelijk, weloverwogen, wetend
bewust onderscheidingsvermogen kennis
bewusteloos - onmachtig
bewusteloosheid coma, flauwte, onmacht, syncope
bewustheid - benul, besef, notie
bewust streven - wil
bewustwording - inzichtprecarist
bewustzijn besef, bezinninggevoel, kennis, verstandweten
bewustzijn veranderende middelen amfioen, ether, hasjiesj, heroïne, L.S.D, marihuana, mescaline, morfine, opium
bewustzijnsverlaging - amentie
bezaagde balk - badding
bezaaid met - bedekt
bezadigd - bedaard, gematigd, gemoedelijk, gezapig, goedig, ingetogen, kalm, nuchter, rustig, rijp,
bezadigdheid gezapigheid, kalmte rust
bezakken - inklinken
bezaksel bezinksel
bezat - bezopen
bezeerd - geblesseerd
bezegelen bekrachtigen bevestigen
bezegelend woord eed, gelofte, amen
bezem - veger
bezemen kuisen , reinigen, schoonmaken, schrobben, vegen
bezemkruid brem
bezempje - akkerdistel
bezemvlas - studentenkruid, zomercypres
bezeren kwetsen
bezet arbeidend, bevrucht, bezig, druk, gebonden, geoccupeerd, gevuld, ingenomen, onledig, verhinderd
bezet - hypotheek, legaat
bezeten dol, driftig, duivels, dwaas, gek, idioot, krankzinnig, kwaad
bezetene - gek, idioot, krankzinnige, maniak, woesteling
bezetenheid demotie, frenesie, koorts, manie, obsessie
bezetten - bekleden, innemen, veroveren
bezetten van huizen kraken
bezetter onderdrukker, overheerser
bezetting belegering, benauwdheld, garnizoen, overheersing
bezichtigen - beschouwen, bezien
bezichtiging inspectie, rondleiding, schouw
bezie bes
bezield begeestigd, bezeten, geïnspireerd, levend(ig), treffend, vurig
bezieldheid animo, elan, geestdrift
bezielen aanblazen, animeren, inspireren, stimuleren
bezielend gloed
bezieler - animator
bezieling animo, begeestering, elan, geestdrift, gloed, impuls, inspiratie, lust, neiging, verrukking, vuur
bezien aanschouwen, aanzien, bekijken, beoordelen, bewonderen, bezichtigen, overwegen, proberen, schouwen
bezienswaardigheid in Den Haag Gevangenpoort, Madurodam, Vredespaleis
bezig actief, arbeidend, bedrijvig, bezet, doende, druk, geoccupeerd, nijver, onledig, vlijtig, werkende, werkzaam
bezigen gebruiken, hanteren, uitoefenen
beziging - gebruik
bezigheid arbeid, beslommering, besogne, emplooi, hobby, liefhebberij, occupatie, verrichting, werk
bezigheid in vrije tijd hobby
bezighouden absorberen, afleiden
bezig met arbeid - werkende
bezig zijnde - bezet
bezijden langs, naast, nevens, opzij
bezijden de waarheid onwaar, onjuist, gelogen
bezinksel aanzetsel, daal, dik, drab(be), droes(em), gest, grondsop, heffe, moer, moes, residu, run, sediment, slib, zetsel
bezinksel in een aftreksel dik, koffiedik
bezinnen beraden, mediteren, nadenken, overdenken, overwegen
bezinning beraad, berouw, besef, bewustzijn, bezonnenheid, ernst, inkeer, kalmte, meditatie, overleg, overweging, possessie, reflectie, rust, spijt
bezit activa, bezitting, eigendom, geld, goed, goederen, have, kraak, leen, vermogen
bezit dat men niet in eigendom heeft leen
bezit van aardse goederen rijkdom
bezit van een boer akker, grond, land, vee, wel, weide
bezitloos - arm
bezitloos arbeider - proletariër
bezitloze arme, armoedzaaier, have-not, proletariër
bezittelijk voornaamwoord haar, hare, hun, je, jouw, jullie, mijn, ons, onze, uw, zijn
bezitten - hebben
bezittende klasse adel, rijken, bourgeoisie
bezitter eigenaar, heer, houder
bezitster eigenares
bezitting eigendom, goed, have, kolonie, landgoed, spul
bezitting waarop herendiensten rusten vroon
bezittingen - activa, goederen, have, spullen
bezit van een boer akker, land, vee
bezocht gekweld, beproefd, getroffen
bezoedeld - besmeurd
bezoedelen besmetten, besmeuren, bevlekken, bevuilen,
bezwadderen, bezwalken
bezoedeling blaam, smet
bezoek aanloop, eters, gasten, visitatie, visite, volk
bezoeken aandoen, aankomen, aanlopen, aanwippen
bezoeker gast, logé, visite
bezoekers gasten, publiek, volk
bezoeking beproeving, ongeluk, onheil, plaag, ramp
bezoldigen - belonen
bezoldiging gage, honorarium, loon, salariëring, salaris, soldij, traktement, wedde
bezoldiging van soldaten - soldij
bezoldiging van zeelieden - gage
bezonken - bedaard, overlegd, rustig, weloverdacht
bezonnen bedachtzaam, beraden, ernstig, overwogen, serieus, voorzichtig, welberaden, wijs
bezonnenheid bezinning, ernst
bezonning - isolatie
bezopen beschonken, dronken, dwaas, idioot, stomdronkem, tipsy, zat
bezorgd bang, bedrukt, bezwaard, ongerust
bezorgdheid - (be)kommer(nis), onrust, vrees
bezorgen aanreiken, afgeven, afleveren, bestellen, brengen, leveren , sturen, toevoeren, verschaffen, verstrekken, wegbrengen
bezorger besteller, koerier, leverancier, postbode,
bezorging aanlevering, bestelling, leverantie, levering, verstrekking
bezuiden zuidwaarts
bezuinigen afslanken, bekrimpen , beperken, beknibbelen,
besnoeien, besparen, miniseren, ombuigen, uitsparen
bezuren - ontgelden
bezwaar bedenking, beletsel, gravamen, grief, klaagschrift, last, maar, moeilijkheid, moeite, nadeel, objectie, opwerking , protest, reclame, strubbeling, tegenwerping
bezwaar (Lat) gravamen
bezwaar indienen reclameren
bezwaar maken tegenwerpen
bezwaard beangstigd, bedrukt, bekommerd, beladen, belast, bezorgd, drukkend
bezwaarlijk kwalijk, lastig, moeilijk, moeilijk, moeitevol, nauw(elijks), problematisch
bezwaar maken protesteren, reclameren
bezwaarschrift doleantie, reclame, reclamatie
bezwadderen - belasteren
bezwangerd - doortrokken, overtogen
bezwaren beladen, belasten, bepakken, onera, onereren
bezwaren indienen - doleren, reclameren
bezwarend drukkend, lastig, onereus, ongunstig
bezwaring met een last - belasting, tol
bezweerder - (duivel)banner
bezweet domig, klam
bezwendelen - bedriegen
bezweren aanroepen, afwenden, belezen, betoveren, exorciseren, overreden, verzekeren, voorkomen
bezwering ban, betovering, eed, gelofte
bezweringsformule ban
bezwijken barsten, breken, onderdoen, sterven, succumberen, zwichten
bezwijmen - flauwvallen
bezwijming flauwte, onmacht, toeval
bezworen verklaring eed
Bhoetan, hoofdstad van - Thimboe
Bhoetan, stad in - Paro
Bhoetan, taal in - Dzongkha, Sarsjapkha
biappen - liften
bibber - koorts
bibberaar - triller
bibberachtig - angstig, bevreesd, huiverachtig, huiverend, rillerig, vreesachtig
bibberatie - angst, huivering, koorts, rilling, vrees
bibberen beven, huiveren, sidderen, (t)rillen
bibberig beverig, onvast, trillerig, wankel
bibelot galanterie, snuisterij,
bibliotheek boekerij, leeszaal, librije
biceps - armspier
bid(t) (lat.) ora, oremus
bidbank - knielbank
biddeman - bedelaar
bidden aanroepen, bedelen, danken, nodigen, prijzen, smeken, verzoeken, vragen
bid en werk ora et labora
biddende figuur orans
biddende vrouwenfiguur orans, orante
bidder aanspreker, kraai
bidelot - aapje
bidet zitbad, wasbekken
bidmachine - gebedsmolen
bidnis in Moskee - mihrab
bidon - veldfles
bidonville - krottenwijk
bidplaats - kapel, kerk, moskee, overal, tempel
bidsnoer paternoster, rosarium, rozenkrans
bidstoel - knielbank
bidstond - bedestond
bidvertrek - oratorium
bieboer bijenboer, imker
biecht bekentenis, belijdenis, betekenis, confessie, penitentie
biechten bekennen, belijden
biechteling biechtkind, boeteling, penitent
biechtgeld biechtpenning
biechtvader pastoor, priester
biechtzegel biechtgeheim
bieden aankomdigen, marchanderen, toekeren, toesteken, wensen, zeggen
bieding bod
biedt zich aan b.z.a.
biel dwarsligger
bief biefstuk
biefstuk - steak
biefstuk van de haas - tournedos
biek - paard, varken
biel dwarslegger
bier aal, ale, donker, ee1, fator, gerstenat, lager, lambiek, pils, pilsener, seef, stout
bierbereiden - brouwen
bierbezinksel - dik, droesem, moer
bierdraf bostel
bierfabriek - brouwerij
bierfles pul, pijpje
biergist gijl
bierglas pint, pul
bierhuis café, estaminet, herberg, knijp, kroeg, staminé, taveerne
bierkan botte, pul
biermerk Amstel, Grolsch, Heineken, Oranjeboom, Z.H.B.,
bierschenken - tappen
bierschuim - kraag
biersoort aal, ale, donker, faro, lager, pils, seef, seve
biertapperij bierhuis
bierton biervat, fust,
biervat - rondeel
bies galon, trens, schelf, scirpus
bieslook - graslook
biest colostrum, zog
biet beetwortel, boemanknol, kroot, pee, peen, suikerbiet, wortel
bietebouw boeman, bullebak, kinderspook, nachtmerrie
bietenafval - pulp
bietenziekte hartrot
bietsen bedelen, jatten, klaplopen, (in)pikken, stelen, vragen
bietser bedelaar, klaploper, parasiet, profiteur
bietsijsje - grassijsje
biezebras - lisdodde
biezen mand ben, kalebas
big bagge, biggen, keu, recruut, varken(tje)
bignoniacee - catalpa, prachtrank, trompetbloem
biggel kiezelsteen
biggelen stromen, vloeien
biggelzand kiezelzand
bignonia - trompetbloem
bigot kwezelachtig
bij ad, dar, hommel, honingbij, ieme, imk, imme, wolbij
bij met, nabij, tijdens
bij afslag verkopen mijnen
bij afwisseling - beurtelings
bij aldien - indien, ingeval
bijartikel - afvalproduct, bijproduct
bijbal - epididymitis
bijbank - succursaal, succursale
bijbehorend - aanhorig, annex
bijbehorend gebouw - dependance
bijbehorende zaken accessoires,
bijbel biblia, H.S., Schrift
bijbelboek
3 Job,
4 Amos, Ezra, Joel, Jona, Ruth,
5 Ester, Hosea, Jonas, Jozua, Judas, Lucas,
Micha, Nahum, Titus
6 Daniël, Esther, Exodus, Haggai, Jesaja, Marcus,
Numeri, Obadja, Petrus, Samuël
7 Filemon, Galaten, Genesis, Habakuk, Jacobus,
Jeremia, Nehemia, Psalmen, Sefanja,
8 Efeziërs, Ezechiël, Hebreeën, Hooglied,
Johannes, Koningen, Maleachi,
Mattheus, Prediker, Romeinen,
9 Kronieken, Leviticus, Richteren, Timotheus,
Zacharias
10 Korinthiërs, Openbaring,
11 Filippenzen, Handelingen, Kolossenzen,
13 Deuteronomium, Klaagliederen,
16 Thessalonicenzen
bijbeldeel 0.T., N.T., Brieven, Evangeliën
bijbelen - kaartspelen
bijbelhandschrift - codex
bijbelkenner exegeet, schriftgeleerde, biblist
bijbelkennis biblistiek, bijbelvastheid
bijbelplaats tekst, vers
bijbelse figuren
2 Ada, Ai, Ar, Er, No, Og, Ou, So, Ur, Uz
3 Abi, Ada, Age, Asa, Bel, Ben, Bul, Buz, Cos, Dan, Dor, Efa, Ela, Eva, Evi, Gad, Goa, Gob, Gog, Gur, Ham, Hen, Hor, Hur, Ion, Job, Kir, Kis, Koa, Kun, Lea, Lod, Lot, Lud, Luz, Mep, Nijl, Nob, Nod, Nol, Nun, Ono, Puil, Pul, Put, Ram, Rei, Saf, Sem, Sen, Sin, Soa, Suf, Sur, Tob, Toï, Uri, Zif, Zin, Ziv, Ziz, Zuf, Zur
4 Abba, Abel, Abia, Abib, Adam, Adar, Adna, Afek, Afra, Agag, Agur, Ahia, Ahio, Ajja, Akko, Amma, Ammi, Amon, Amos, Amoz, Aner, Anna, Arad, Aram, Arje, Asaf, Aser, Aisa Aven, Avva, Azal, Baäl, Beer, Bela, Beor, Beia, Boaz, Buzi, Cham, Dina, Dodo, Doëg, Duma, Dura, Ebal, Ebed, Eden, Edom, Efaï, Egla, Ehud, Elam, Elia, Elim, Eloï, Elon, Elul, Enak, Enan, Enos, Esau, Esek, Etam, Ezau, Ezer, Ezra, Gaäl, Gadi, Gath, Gaza, Geba, Gera, Gilo, Hefa, Hena, Heth, Hiël, Hira, Hoba, Hosa, Husa, Iddo, Irad, Isaï, Ivva, Izak, Jaär, Jaël, Jafo, Jaïr, Jake, Jedo, Jehu, Jeüs, Joab, Joas, Joël, Jona, Jood, Juda, Juta, Kaïn, Kana, Kore, Laël, Laïs, Levi, Loïs, Maon, Mara, Meni, Mesa, Moab, Moré, Musi, Myra, Nain, Nebo, Obal, Obed, Oded, Ofel, Ofir, Ofra, Ohad ,Omri, Onan, Oreb, Orpa, Peor, Pers, Pura, Rafa, Rafu, Rama, Reba, Rehu, Rome, Ruma, Ruth, Salu, Sara, Saul, Seba, Seïr, Seja, Sene, Seth, Silo, Sion ,Sira, Sobi, Suah, Susa, Tema, Tohu, Ufaz,Ulai, Uria, Uzal, Uzza, Zela, Zera, Zeus, Ziba, Zoan, Zoar, Zora
5 Aäron, Abana, Abdon, Abïam, Abida, Abiël, Abihu, Abner, Abram, Absai, Achab, Achan, Achar, Achaz, Achis, Achor, Achsa, Adaja, Adama, Addan, Addon, Adnah, Aenon, Afiah, Ahava, Ahïam, Ahira, Ahoah, Ajath, Akkad, Amana, Amasa, Ammon, Amnon, Amram, Anaja, Anath, Annas, Araba, Argob, Ariël, Arius, Amon, Aroër, Arpad, Aruma, Arvad, Asaël, Asaja, Asdod, Asera, Asima, Assir, Assur, Assus, Attaï, Aviet, Azeka, Azmon, Azuba, Azzur, Baäla, Baäna, Babel, Baëna, Baësa, Balak, Barak, Basan, Beëri, Behon, Berea, Bered, Besor, Bezek, Bezer, Bikri, Bilha, Birsa, Bozez, Bozra, Bukki, Chlos, Chloö, Creta, Cyrus, Dagon, David, Debir, Dedan, Demas, Derbe, Dibou, Dibri, Dikla, Dimon, Ebzan, Edri, Efron, Eglon, Ekron, Elasa, Elath, Eldad, Eliab, Eliam, Elias, Elihu, Elisa, Elkos, Eloth, Emiet, Endor, Erech, EskoI, Ethan, Farao, Felix, Funon, Gajus, Gareb, Gasmu, Gebal, Gebim, Gedor, Gerar, Gesem, Gesur, Gezer, Glach, Glbea, Glhon, Glmzo, Golan, Gomez, Goaen, Gozan, Griek, Habor, Hadad, Hadar, Hadid, Hagar, Halah, Haman, Hanan, Hanes, Hanna, Hanun, Harad, Haron, Harod, Haruz, Hasra, Hazer, Hazor, Habel, Heber, Heter, Hegai, Helam, Helba, Helek, Helem, Helon, Heman, Hemor, Hiram, Hobab, Hodia, Hodsi, Hofni, Hofra, Hogla, Hoham, Holon, Horam, Horeb, Horma, Hosea, Hulda, Huram, Husai, Lezer, Immer, Indië, Isaäk, Ittai, Jabal, Jabes, Jabez, Jabin, Jabné, Jafia, Jahaz, Jahza, Jakob, Jamin, Jareb, Jason, Javan, Jebus, Jefta, Jeiël, Jered, Jeria, Jesse ,Jesua ,Jetur, Jezer, Jezus, Jimla, Jimna, Jisvi, Jitra, Jobab, Jodin, Joppe, Joram, Joses, Josia, Jotba, Jozef, Jozua ,Jubal, Judas, Judéa, Julia, Jutta, Kades, Kaleb, Kalme, Kalno, Kamon, Kamos, Karmi, Kebar, Kedar, Kedes, Kedma, Kenan, Kenaz, Kewan, Kezia, Kidon, Kison, Kores, Kozbi, Krith, Kusch, Kutha ,Laban, Lasea, Lechi, Lesem, Libna, Libni, Libye, Linus, Lucas, Lyrië, Lydda, Lydia, Machi, Madai, Madon, Magog, Mahli, Malta, Mamre, Maoch, Maria, Massa, Matri, Meara, Medad, Meden, Mebië, Merab, Merom, Meroz, Micha, Milka, Millo, Minni, Mizpa, Modin, Moria, Mozes, Mysië, Naäma, Nabal, Nadab, Nahas, Nahor, Nahum, Naomi, Necho, Neria, Negeb, Niger, Nimsi, Nisan, Noach, Nobah, Nogah, Oboth, Ohola, Orion, Oman, Othni, Palti, Paran, Pekah, Pekod, Peleg, Perez, Perge, Petra, Phebe, Pisga, Pison, Pniël, Pnuël, Rabba, Raema, Rahab, Rebob, Rekem, Rezef, Rezin, Rezon, Rhode, Ribla, Rizpa, Rogel, Ruben, Rufus, Sabta, Safan, Safat, Safir, Salem, Salim, Samir, Samma, Samos, Sarai, Saron, Sceva, Scyth, Sebat, Sebna, Sechu, Seïra, Semer, Senir, Sesai, Sibma, Sidon, Sifra, Sihon, Sihor, Silas, Silla, Simea, Simeï, Simon, Sinaï, Sisak, Sitna, Sobab, Socho, Sodom, Sorek, Suhiet, Sumer, Sunem, Sudan, Syrië, Tabor, Tamar, Tebez, Tekoa, Teman, Terah, Teres, Thola, Tibni, Timna, Timon, Tiras, Tirza, Titus, Tobia, Tofel, Troas, Tubal, Tyrus, Uriël, Uzzia, Zadok, Zenas, Zered, Zibja, Zilla, Zilpa, Zimri, Zofar, Zohar
6 Abarim, Abidan, Abiram, Abisag, Abisaï, Abital, Achaje, Achbor, Achsaf, Achzib, Adalja, Adleël, Adonia, Adoram, Adriël, Aeneas, Afarsa, Agabus, Ahazia, Ahikam, Ahilud, Ahiman, Ahiram, Ahitub, Ajalon, Amalek, Amarja, Amasia, Amazia, Ammiel, Apphia, Aquila, Arabië, Ararat, Arauma, Azetas, Arioch, Arkiet, Armoab, Armoni, Asjjéra, Asnath, Athene, Atthaï. Avviet, Azalia, Azalja, Azaria, Azarja, Azazel, Azriel, Baälis, Bamoth, Baruch, Belial, Banaja,, Ben-oni, Beroth, Betach, Bethel, Bidkar, Bigtan, Bildad, Bileam, Binnui, Bislam, Bochim, Buziet, Carpus, Cephas, Chesed, Chezib, Chonja, Chuzas, Clauda, Cuidus, Cyprus, Cyrene, Daniël, Daniet, Darius, Dathan, Debora, Delaja, Delila, Dodava, Dorcas, Dothan, Efraïm, Efrath, Eglaïm, Eleale, Elifaz, Elisua, Elizur, Eljada, Elkana, Elymas, Emmaus, Engedi, Epheze, Estaol, Esther, Eunice, Euodia, Festus, Gadiet, Galaat, Gallim, Gallio, Gaziet, Gohazi, Gersom, Gerson, Gibeon, Gideom, Gideon, Gibboa, Gilead, Gilgal, Gudgod, Hadlai, Haëzel, Haggai, Hamath, Hanani, Harhas, Hauran, Havila, Hazaël, Hebron, Heldai, Henoch, Hermas, Hermes, Hermon, Hesbon, Heviet, Hexion, Hezion, Hilkia, Hillel, Hinnom, Hizkia, Horiet, Hosaja, Idumea, Ikabod, Ismaël, Israel, Italië, Iturea, Izebel, Jabbok, Jachin, Jaddua, Jaëzer, Jafeth, Jaairus, Jannes, Janoch, Jarach, Jattir, Jedaja, Jedida, Jehlël, Jehudi, Jenima, Jemuël, Jeruël, Jerusa, Jesaja, Jether, Jethro, Jibhar, Jigeal, Jisbak, Jizhar, Joahaz ,Jojada, Joktan, Joséba, Jotham, Juchal, Judith, Julius, Junias, Justus, Kattor, Kahath, Kanaän, Kareah, Karkor, Karmel, Kedron, Kefira, Kehath, Kehila, Kenath, Keniet, Ketura, Kidron, Kileab, Kilmad, Kimham, Kisleu, Kittim, Klopas, Kohath, Kolaja, Korach, Kusaja, Lachis, Lachmi, Lamech, Lebona, Lemuël, Leviet, Loammi, Lucius, Ludiet, Luhith, Lysias, Lydiër, Lystra, Maächa, Machir, Mahath, Halham, Halkia, Mammon, Manaëh, Manoah, Marcus, Maresa, Maroth, Martha, Mattan, Meduba, Melite, Merari, Meriba, Mesach, Mesech, Michal, Midian, Migdol, Mogron, Milete, Milkom, Mirjam, Misaël, Mnason, Moséra, Musiet, Naäman, Naboth, Nachon, Najoth, Nathan, Nereus, Nergal, Netofa, Nibhaz, Nimrim, Nimrod, Ninevé, Noadja, Noamon, Nympha, Obadja, Ochran, Paddan, Paphos, Parpar, Pashur, Patava, Patmos, Patiël Paulus, Pedaja Peleth, Penuël, Persis, Pethor, Petrus, Pichol, Piream, Pithom, Plethi, Pontus, Prisca, Pudens, Putiël, Rachab, Rachel, Ramoth, Rechab, Refaim, Rehuël, Rhodus, Rimmon, Rithma, Rompha, Saänan, Salcha ,Salisa, Sallum, Salman, Salmon, Salomé, Salomo, Samgar, Sammua, Samuël, Sardes, Sargon, Saulus, Schavé, Scheba, Semaja, Seraja, Sesach, Sethur, Sichar, Sichem, Siddim, Siloah, Siloam, Simcon, Simson, Sineab, Sinear, Siniet, Sirjon, Sisera, Sikhri, Sittim, Smyrna, Sobach, Syrtis, Tabbat, Tabeal, Tabeël, Tadmor, Talmai ,Tammuz, Tarsis ,Tarsus, Tartak, Tebeth, Thomas, Tideal, Tifsah, Tigris, Timens, Tofeth, Uzriël, Vasthi, Zalmon, Zanoah, Zeboïm, Zeloot, Zereda ,Zeruja, Zichri, Zifiet, Ziklag, Zippor, Zuriet
7 Abaddon, Abiasaf, Ablëze,r Abigaïl, Abilene, Abinoam, Abraham, Absalom, Adoraïm, Adullam, Adummim, Agagiet, Agrippa, Ahiëzer, Ahimaäz, Ahinoam, Ahohiet, Aholiab, Alpheüs, Amittai, Amiihud, Ammihur, Amoriet, Amrafel, Ananias, Andreas, Andipas, Apelles, Apollos, Artemas, Artemis, Asafiet, Aseriet, Askelon, Askenaz, Aspenaz, Astarte, Ataroth, Athalia ,Athalja, Attalia, Azrikam, Baälath, Baäl, gad, Babylon, Bahurim, Baladan, Bazluth, Beëroth, Benammi, Benhail, Beracha, Bernice, Berseba, Bethkar, Bethsan, Bethuël, Blastus ,Borasan, Bozkath, Candace ,Chaldea, Chelbon, Chereth, Chiljon, Choresa ,Cilicië, Claudia, Clemens, Colosse, Crispus, Damaris, Danjaän, Diblaim ,Didymus, Dizahab, Efratha, Elamiet, Eleazar, Elhanan, Eliezer, Elifele, Elisama ,Eliseba, Eljakim ,Eljasaf, Ellasar, EIparan, Elzafan, Emakiet, Ensemes, Erastus, Estemoa, Esthaol, Ethanim, Ethbaäl, Eubulus, Eufraat, Fereziet, Gabriël, Galatië, Galilea, Gathiet, Gattiet, Gedalja, Gemalli, Gemarja, Gerizim, Gibliet, Gideoni, Girriet, Goliath, Gomorra, Habakuk, Hachila ,Hadassa, Hadoram, Hadrach, Haggith, Hammath, Hamutal, Hananja, Harbona, Hasabja, Hathach, Henadad, Herodes, Hethiet, Hethlon, Iconium, lezriet, Lllyrië, Ithamar, Jabniël, Jacobus, Jaïriet, Jambres, Jarmuth, Jedidja, Jeremia, Jericho, Jeroham, Jezanja, Jibleam, Jizreël, Joaddam, Jogbeha, Johanan, Johanna, Jojakim, Jonadab, Jordaan, Josafat, Josifja, Jotbath, Jozabad ,Jozadak Kadmiël, Kajafas, Kenaäna, Kenanja, Kerioth, Kirmoab, Kithron, Kleopas, Kuschan, Lazarus, Letusiet, Libanon, Libniet, Lodebar, Machlon, Madmena, Magadan, Magdala, Mahliet, Makkeda, Malchus, Malluch, Manasse, Mattana, Matchan, Mefaäth, Megiddo, Memphis, Memokan, Menahem, Messias, Meüniet, Michaël, Michaja, Michnus, Minnith, Mizraïm, Moabiet, Naftali, Nahalal, Nehemia, Nicanor, Nisroch, Oholiba, Olympas, Othniël, Parthen, Parvaïm, Pathros, Pedazur, Pekahia, Pelatja, Pennina, Perazim, Pethuël, Phanuël, Phlegon, Phoenix, Phrygië, Pilatus, Pinehas, Pisidië, Pontius, Potifar Publius, Puteeër, Peteoli, Pyrrhus, Quartus, Raamses, Rafidim, Rakkath, Rameses, Rebekka, Refaiet, Remalia, Rhegium, Rogelim, Ruchama, Sabeeër, Sadrach, Sahalim, Sakkuth, Salamis, Salmone, Samaria, Sarepta, Sarexer, Sarfath, Schebam, Sefarad ,Selemja, Semarja ,Sibraïm, Sifmoth, Simeath, Simëiet, Sopater, Stachys, Sukkiet, Sukkoth, Suzanna, Taänach, Tabeëra, Tabitha, Tekoïet, Telabib, Theudas, Timnata, Tirhaka, Tisbiet, Togarma ,Urbanus, Zacheüs, Zalmona, Zalmuna, Zarfath, Zebadja, Zebaoth, Zebulon, Zedekia, Zefanja, Zefatha, Zippora, Zoutzee
8 Aäroniet, Abednego, AbelMaïm, Abialbon, Ablchail, Abinadab, Abisalom, Abjathar, Achaïcus, Achmetha, Adoniram, Ahinadab, Ahuzzath, Akeldama, Ammoniet, Amramiet, Anathoth, Apollyon, Arameeër, Arvadiet, Asdodiet, Asnapper, Assuriet, Assyriër, Astaroth, Astoreth, Augustus, Azarjahu, Azmareth, BaälMeon, BaälPeor, Barabbas, BarJezus, Barnabas, Bathseba, Beërelim, Belsazar, Benhadad, Benjamin, Berechja, Berothai, Bethanië, Bethaven, Bethbara, Betheden, Bethseda, Bathmeon, Bathpeor, Bethsaan, Bezaleël, Bithynië, Caesarea, Chesalon, Chonanja, Chorazim, Claudius, Corinthe, Crescens, Damaskus, Dedaniet, Drusilla, El-berith, EIbethel, Elifelet, Elisafat, Elizafan, Elkosiet, Elnathan, Elontabor, Eneglaïm, EnGannim, EnMispat ,EnRimmon, Epaphras, Epenetus, Epheziër Esthemoa Eutychus Ezrahiet Filistea Filistijn, Gabbatha, Gadpoort, Galilees, Gamaliël, Genubath, Gesuriet, Giloniet ,Gitthaim, Golgotha, Hachalja, Hanameël, Haraziet, Haroseth, Hazeroth, Hebreeër, Hefsibah, Hemaniet, Herodias, Herodion, Hiddekel, Horonaim, Horoniet, Immanuël, Isboseth, Iskariot, Jaäzanja ,Jahaziël, Jebusiet, Jecholia, Jechonja, Jeduthun, Jehizkia, Jerimoth, Jeroboam, Jigdalja, Jithream, Jochebed, Johannes, Jojachin, Jonathan, Josabath, Kalebiet, Karkemis, Kedariet, Kedemoth, Keniziet, KirHeres, Kittiërs, Kuschiet, Laodicea, Lehabiet, Libertijn, Lysanias, Maächath, Maäseja, Machpela, Machseja, Mahalath, Mahanaïm, Maleachi, Malkisua, Mattanja, Mattheus, Matthias, Meaqoren, Mehujael, Mejarkon, Merariet, Merodach, Mesullam, Minjamin, Mitylene, Moseroth, Nahaliël, Nahesson, Nazareth, Neapolis, Nebajoth, Nehustan, Nethanja, Nicolaus, Nineviet, Obededon, Olijfberg, Onesimus, Parmenas, Patrobas, Pergammum, Phenicië, Philemon, Philetus, Philippi, Phygelus, Pibezeth, Pirathon, Plejaden, Potifera, Rehabeam, Rehoboth, Rubeniet, Sanherib, Sapphira, Secundus, Seleucië, Selomith, Selumiël, Senassar, Sidonïër, Siloniet, Silvanus, Stoïcijns, Syntyche, Syracuse, Temaniet, Thaddeüs, Thathnai, Thyatira, Tiberias, Tiberius, Tryphena, Tryphosa, Tychicus, Tyrannus, Vispoort, Waizatha, Zacharia ,Zacharja, Zebedeüs, Zecharja, Zemariet, Zoheleth
9 Abiëzriet, Abimelech, Achitofel, Ahasveros, Alexander, Amalekiet, Amminadab, Ampliatus, Antiochië, Appollonia, Archelaüs, Archippus, Areopagus, Arfachsad, Arpachsad, Arimathea, Aschuriet, Asdodisch, Aserpoort, BaälHamon, BaälHazor, BaëlTamar, BaëlSefon, BaälZebub, Baälejuda, Baracheel, Barbillai, Barsabbas, Bartimeus, Bechorath, Beëlzebub, Beltsazar, Benhinnom, Bethabara, Bethanath, Betharbel, Betheliet, Bethgamul, Beth.haram, BethHeked, Bethhoron, Bethkerem, Bethlemen, Bethmillo, Bethminra, Bethphage, Bethrehob, Bethsaïda, Bethsemes Bethsitta, Boanerges, Bronpoort, Chaldeeër, Cornelius, Cretenzer, Cyreneeër, Decapolis, Demetrius ,Dionysius, Dioscuren, Efraimiet, Efrathiet, Elimelech, Elisabeth, Curaquilo, Farizeeër, Cadarenen, Gathhefer, Gerasenen, Gersoniet, Gibeoniet, Gileadiet, Girgasiet, Hadadezer, Hagarenen, Hamathiet, Hasabneja, Hazarenon, Herodiaan, Hookpoort, Husathiet, Hymenaeüs, Ismaëliet, Issaschar, Jerubbaäl, Jeschurun, Jizhariet, Judapoort, Kadmoniet ,Kafdoriet, Kanäniet, Kapernaum, Karmeliet, Kasluhiet, Kehathiet, Kenchreae, Kerithiet, Kittieten, Korachiet ,LachaiRoi, Lappidoth, Leviathan, Levipoort, Loruchama, Mahanedan, Manessiet, Mattithjan, Mazzaroth, Merathaim, Mercurius, Methusaël, Midianiet, Morastiet, Mordechai, Naftaliet, Narcissus, Nathanaël, Nazarener, Nazoreeër, Nethaneël, Nicodemus, Nicolaiet, Nicopolis, Oostpoort, Pamphilië, PerezUzza, Philippus, Phrygisch, Priscilla, Prochorus, Ptolemaïs, Quirinius, Rechabiet, Sanballat, Schelfzee ,Sealthiël, Sefarvaim, Sefarviet, Sesbazzar, Silbechai, Sibboleth, Sidonisch, Sosipater, Sosthenes, Stephanes, Stephanus, Tachpenes,Tertullus, Timotheus, Trophimus ,TubalKain, Zacharias, Zuidpoort
10 AbelMehola, AbelSittim, Achimelech, Adonibezek, Adonizedek, Adullamiet, Beërothiet, Bethcherem, Bethhaëzel, Bethmaëcha, Bethsemiet, Bloedakker, Cappadodië, Chaldeeuws ,Chinnereth, Corinthiër, Cyreneïsch, Damaskener, Diotrephes, Ebedmelech, Ebenhaëzer, Efes-Dammim, Esarhaddon, Fortunatus, Gethsemane, Habazzimja, Hammothdor, Harmagedon, Hermogenes, Hiërapolis, Jeberechja, Jerachmeël, Jozefpoort, Koningsdal, Methusalah, Migdaleder, Mithredath, Naämathiet, Nebusazban, Noordpoort, Paddanaram, Philologus, Rubenpoort, Sadduceëër, Salmaneser, Samaritaan, Samothrace, Tachpanhes, Theophilus, Wachtpoort, Waterpoort, Wilgenbeek, Zamzummiet, Zerubbabel, Zuiderland
11 Abelmizraïm, Adrammelech, Adramyttium, Anethothiet ,Aristarchus, Aristobulus, Arthahsasta, AtrothSofan, Baälperazim, Babylonisch, Benabinadab, Benjaminiet, Bileamsloon, Dalmanoetha, Davidsdozen, Edomlotisch, Efraïmpoort, Epicurëïsch, Gennesareth, HadadRimmon, Hazarmaveth, Jaäreoregim, Jedduthniet, Jerubbêseth, KadesBarnea, Kedorlaomer, Kirhareseth, Kirjatharba ,Kirjathbaäl, Mesechtubal, Mesillemoth, Mesopotamië, Mesullemeth, Moabietisch, Nathanmelech, Nebuzaradan, Nechelamiet, Netofathiet, Onesiphorus, Pihachiroth ,Pirathoniet, Ramathlechi, Ramathmispa, Regemmelech, Simeonpoort, Slangenbron, Tekoretisch, Trachonitis
12 Ammonietisch, Bakoventoren, Bartholomeus, Bethhalachmi, Bethjesimoth, Bethlehemiet, Epaphroditus, Evilmerodach, Geruthkimham, HazorHadatta, Jerahmeëliet, Kerenhappuch, Kibrothtaäva ,Kirjathsefer, Lithostrotos, Moresethgath, Naftalipoort, Nebudkadnezar, Nebukadrezar, Paardenpoor,t Philadelphila, Phililpenzer, Roofgebergte, Schaapspoort, Sunamietisch, Thessalonica, Timnathheres, Timnathserah, Zebulonpoort
13 Benjaminpoort,Gevangenpoort, Hananeeëltoren, Hazeronthamar, Kanaänietisch, Karmelietisch, Kirjathjearim, Micianietisch, Misrefothmaïm, NaveldesLands, Nergalsarezer, Schearjaschlub, Scheldelplaat, Schervenpoort, Sukkothbenoth, Sulamietisch, Terebinteldal,
14 Abelbethmaächa, Bethdiblathaïm, fundamentpoort, Issacharpoort, Jegar sahadutha, Jizreilietisch ,KirjathHuzroth, Midianietisch, Ramathaïmzofim, Tiglathpileser,
15 Asterothkarnaïm, Berodachbaladan, Schorpioenenpas, Syrophenicische, Tilgathpilneser, ZafnathPaäneach,
16 ScharieKirjathaïm ,Thessalonicenzer,
17 Beerothbenejaakan, Kuschanrischataïm,
19 MahlerSchalalchazbar, Waarzeggersterebint
bijbels vaartuig ark
bijbelse held Gideon, Simson
bijbelse hogepriester Eli
bijbelse hoofdstad Jeruzalem, Samaria
bijbelse koning - David, Saul
bijbelse leiders profeten, richteren
bijbelse munt bekah, drachme gera, kikkar, manen, sikkel, stater, talent,
bijbelse plaats Achor, Aduilam, Afek, Al, Aja, Ajalon, Anathoth, Aratat, Arnon, Asdod, Askelon, Astharoth, Basan, Bazan, Berseba, Bethaniê, Bethiehem, Bethsaîda, Caesarea, Colosse, Dan, Dothan, Ebal, Eden, Efreze, Efratha, Ekron, Elath, Endor, Erech, Galatië, Galilea, Gath, Gaza, Gebal, Gerar, Gerizim, Gethsemane, Gibeâ, Gibeon, Gihon, Gilead, Gilgal, Golgotha, Gomorra, Gosen, Hazor, Hebron, Hermon, Jabbok, Jabes, Jericho, Jeruzalem, Jizreël, Joppe, Jafo, Jaffa, Jordaan, Kades, Kaparnaûm, Karmel, Kidron, Lachis, Machpela, Mizpa, Nazareth, Paddan, Peor, Ribia, Samaria, Saron, Scheba, Seïr, Smal, Horeb, Sinear, Sodom, Sunem, Taânach, Tarsus, Thabor, Thekoa, Thessalonica, Tiberias, Tirza, Tofet, Ur, Uz, Zion
bijbelse reus Enak, Goliath
bijbelse vrijstad Bezer, Gol, Hebron, Kades, Ramoth, Sichem,
bijbelterm - tekst
bijbeluitleg anagoge, exegese
bijbeluitlegger - exegeet
bijbelverering - bibliolatrie
bijbelverklaring exegese
bijbelvertaling itala, pessjitto, vulgaat
bijbelwoord - tekst
bijbenadering approximatief,globaal, grofweg
bijbetalen supleren, bijpassen
bijbetaling toeslag
bijblad bijvoegsel, inlegvel, supplement
bijblijven - aanblijven
bijbol - klister
bijbouwen - aanbouwen
bijbrassen bijdraaien
bijbreien - meerderen
bijbrengen aandammen, leren
bij dag - daags, overdag
bij dat woord a.v.
bij de geboorte nataal
bij de hand - adrem, behendig, brutaal, gehaaid, gevat, gewiekst, handig, kien, leep, levendig, link, pienter, plat, schrander, slim, snugger, uitgeslapen, vigilant, vlug, waakzaam, wakker
bijdehands - linker
bijdehante vrouw feeks, xantippe, wijf
bij de pinken knap, pienter, snugger
bij de tijd - pienter
bij de vleet genoeg, talloos, zat
bijdicht - episode
bijdoen - aanvullen, toevoegen
bijdrage aandeel, artikel, contributie, donatie, gave, geschenk, gift, opstel, som, subsidie
bijdragen aanbrengen, geven, helpen, medewerken, steunen,
bij eb droogvallend. grond kwelder, plaat, schor, wad
bijeen saam, samen, tegader, tezamen
bijeen behorend geheel - collectie, klasse, set, span, stel,
bijeen behorend stel - span
bijeen behorende voorwerpen garnituur, set, stel
bijeen behorende schepen vloot
bijeenbrengen lezen, opzamelen, vergaderen, verzamelen
bijeengaren rapen, verzamelen
bijeengeveegd stof - veegsel
bijeenharken - aanharken
bijeenhorend geheel collectie, klasse, set, stel,
bijeenhorend stel - span
bijeenkomen aantreden, vergaderen
bijeenkomst - conferentie, congres, feest, meeting, rally, receptie, rendez-vous, reünie, samenzijn, seance, treffen, vergadering
bijeenkomst, sektarische - conventikel
bijeenkomst op hogeschool - academie-vergadering, faculteitsvergadering
bijeenkomst van cowboys rodeo
bijeenkomst van geliefden rendez-vous
bijeenrapen - verzamelen
bijeenroepen alarmeren, beleggen, convoceren, optrommelen, samenbrengen, verzamelen
bijeenroeping - convocatie
bijeen schikken - groeperen, opmaken
bijeentellen - adderen
bijeenvoegen - koppelen, lijmen, mengen, mixen, pakken, paren, summeren
bijeenvoeging - suminatie
bijeenzoeken assorteren, schikken
bij elkaar opeen, saam, samen, tezamen
bij elkaar behorend vaatwerk servies
bij elkaar behorende voorwerpen garnituur
bijenboer - iemker
bijenbijter - libel
bijengift - apitoxine
bijenhuif bijenkorf, bijenkap
bijenhouder bijker, iemker, imker, ymker
bijenkoningin moer
bijenkorf - stok
bijen product honing, raat, was
bijensoort - anthocopa, behangersbij, graafbij, groefbij, honingbij, houtbij
bijenteelt apicultuur
bijenziekte - bijenroer, roerziekte, vuilbroed
bijenzwerm imme
bijfiguur - figurant
bijgaand bijgevoegd, ingesloten
bijgat lom
bijgebouw annex, appendance, dependance, paviljoen
bij gedeelten - deels, partieel, deelsgewijs
bijgedachte bijbedoeling
bijgeloof superstitie
bijgeluid piepen, ruis, schal
bijgeluid van een radio - ruis
bijgenaamd - alias
bij gelegenheid p. ooc.
bij geval indien, misschien, soms(tijds), toevallig
bijgeven - naspelen
bijgevoegd stuk bijlage
bijgevolg alzo, daarom, derhalve, dus, ergo, uiteraard
bijhangsel aanhangsel
bij het volk geliefd - populair
bijhouden - betrachten
bij iets doen mengen, (toe)voegen
bijkans bekant bijna, haast, nagenoeg, ongeveer, schier, vrijwel, zowat
bijkantoor agentschap, filiaal
bijkelk - epicalyx
bijker bijenhouder, iemker, ijmker
bijkeuken - kooknis
bijknippen - trimmen
bijknippen van haa r - punten
bijkoetsier - palfrenier
bijkomen herademen, inhalen, kastijden, ontwaken, straffen
bijkomend aanvullend, accessoir, accidenteel, additief, additioneel, extra
bijkomende ziekte complicatie
bijkoming - herleving
bijkomstig - accidenteel
bijkomstige bate emolument
bijkomstigheden imponderabilia
bijl (a)aks, dissel
bijlaan zijlaan
bijlage aanhangsel, aanvulling, addenda, bijvoegsel, inseraat, supplement
bijlage achter in een boek addenda
bijldrager (in Rome) lictor
bijleggen - beslechten, bijdoen, goedmaken, vereffenen, uitpraten
bijlegger bladwijzer, leeswijzer
bijlegging beslechting, schikking, vereffening
bijlhout - walaba
bijlhouwer - timmerman
bijliggend - bijgaand, ingesloten
bijligger - bijschip
bijlmes kapmes
bijl met twee sneden - labrys
bijloop aanhang, gevolg
bijloper hulp, klaploper, leerjongen, leerling, loopjongen
bijlslag - hak
bijlsteen - nephriet
bijmaag - netmaag
bij machte - capabel
bijnaam paraselena, spotnaam, toenaam
bijna amper, bekant, bijkans, bijster, haast, nagenoeg, omtrent, ongeveer, practisch, schier, temee, temet, vrijwel, welhaast, zowat
bijna altijd - meestal, voornamelijk
bijna bloot - topless
bijna dood - halfdood
bijna gehuwde vrouw - bruid
bijna loodrecht steil
bijna niets kleinigheid, nauwelijks, weinig
bijna nooit schaars, sporadisch, zelden, zeldzaam
bijna rakend rakelings
bijnaam - alias, epitheton, pseudoniem, spotnaam, toenaam
bijnaam van Aphrodite Pontia
bijnaam van Apollo - Paean
bijnaam voor Artemis Delia
bijnaam voor Athene Palias
bijnaam van Brits soldaat - Tommy
bijnaam van Duitse keizer Frederik 1 Barbarossa
bijnaam van De Ruyter Bestevaar, bestevaer
bijnaam van Diana Cynthia
bijnaam van een Brits soldaat Tommy
bijnaam van een Londenaar cockney
bijnaam van een olifant jumbo
bijnaam van Eisenhouwer ike
bijnaam van Ezau Edom
bijnaam van Hecate Trivia
bijnaam van Helius - Titan
bijnaam van Jakob Israël
bijnaam van kantoorbediende - pennelikker
bijnaam van universiteit - Alma, Mater
bij name - nominatimbij opslag verkopen - mijnen
bijna zwartekers - kriek
bijou - parel
bijpassen aanzuiveren, bijbetalen, suppleren
bijplaneet maan, satelliet, trawant, wachter
bijproduct van gasfabriek cokes, teer
bijprijs - premie
bij raming globaal, ongeveer
bijrijder - meerijder
bijrivier - zie zijrivier
bijscherm - cyma
bijscherpen - afpennen
bijschildklier - epitheellichaampje
bijschip - bijlegger, bijligger
bijslaap bedgenoot, coitus
bijslaapster - bedgenote, concubine
bijslag - extra, toegift, toemaat
bijslaper - bedgenoot
bijsmaak - smaakje
bijspeler - figurant
bijspringen - helpen, (onder)steunen
bijspijkeren - bijbetalen, goedmaken, herstellen, inhalen, opknappen
bijstaan assisteren, helpen, secunderen, sterken, (onder)steunen, stijven
bijstand assistentie, heul, hulp, (onder)steuning, raad, steun, uitkering
bijstellen - aanpassen
bijstelling appositie
bij stemming toeslaan voteren
bijster - bijzonder, erg, kwijt, onbestendig, zeer, zoek
bijstorting - suppletie
bijt gat, lom opening, wak
bijtak - waterloot
bijtak van bergketen uitloper
bijten branden, happen, kluiven, knabbelen, knagen
bijtend bits, bitter, caustisch, cynisch, grievend, invretend, kwetsend, prikkelend, scherp, stokend, stotend, vinnig
bijtend middel soda, natron, vitriool, loogzout
bijtende oplossing loog
bijtende opmerking sneer
bijtende stof - natron, soda, vitriool
bijter - tand
bijterig - agressief
bij tijden - soms
bijtijds tijdig, op tijd, vroeg, vroegtijdig
bijt in ijs gat, wak
bijtitel - ondertitel
bijtmug muskiet, mosquito, steekmug
bij toeval - onvoorzien
bijtoon boventoon, ondertoon
bijtorgaan gebit, kies, tand
bij tussen tijd a.i. (ad interim)
bij uitzondering - zelden
bijval adhesie, applaus, acclamatie, goedkeuring, instemming, steun, succes, toejuiching, waardering
bijvallen - instemmen
bijvalletje - buitenkansje
bijverdienste snabbel, schnabbel
bijverdiensten accidentiën, emolumenten
bij vergissing - abusievelijk
bijvoegen - aanvullen, adderen, toevoegen, (ver)meerderen
bijvoegend additief
bijvoeglijk - adjectivisch
bijvoeglijk naamwoord - adjectief
bijvoegsel aanhangsel, aanvulsel, addenda, appendix, bijblad, bijlage, supplement
bij volmacht p.p., p.o.
bij voorbaat - provisoir
bij voorbeeld bv., bijv., e..e., e.g., p.e., p, ex, zoals
bij voorkeur gaarne, graag, liefst, liever
bij voortduring aldoor, almaar, nog, steeds, voortdurend
bij vordering vaststellen - reglementeren
bijvrouw van Abraham - Hagar
bijweg - zijpad
bijwagen aanhangwagen, oplegger
bijwerken herstellen, restaureren, retoucheren
bijwerking van een foto retouche
bijwezen - tegenwoordigheid
bijwijlen ongeregeld, soms, temet
bijwinkel - filiaal
bijwonen beleven, meemaken
bijwoner - getuige
bijwoord
2 af, al, bij, er, na, nu, om, te, zo
3 aan, dan, dra, dus, erg, hoe, mee, met, nee, nog, nou, ook,
pas, tel, toe, ver, wat, weg, wel
4 alom, alzo, best, bijna, daar, door, eens, eraf, erbij, ergo, erin,
erna, erom, erop, even, heel, heen, hier, idem, item, lest,
mede, meer, nabij, neen, neer, niet, noch, node, ooit, open,
soms, toch, toen, vaak, veel, waar, weer, zeer, zoal
5 alaan, aldra, aldus, alias, almee, alras, alree, alsnu, altijd,
beter, bijeen, boven, danig, doods, edoch, eerst, enfin, eraan,
ereis, ermee, ertoe, eruit, ervan, ginds, heden, immer, jawel,
juist, later, matig, meest, minst, neder, nogal, nooit, opeen,
reeds, temee, temet, terug, thans, thuis, veraf, weder, zelfs,
zover, zowat, zowel
6 aaneen, achter, aldaar, aldoor, alevel, algauw, alhier, alleen,
almede, alsdan, alsnog, altoos, alvast, alweer, anders, bijkans,
binnen, buitern daarbij, daarin, daarna, daarom, daarop,
daarzo, dusver, echter, eerder, elders, erdoor, ergens, ermede,
ernaar, eropin, eropna, erover, ervoor, evenzo, gehel, genoeg,
gereed, ginder, gister, hieraf, hierbij, hierin, hierna, hierom,
hierop, hierzo, hoogst, ietwat, immers, kortom, laatst, liefst,
liever, meteen, minder, morgen, nadien, nimmer, omhoog,
omlaag, overal, rondom, steeds, straks, tevens, uiteen, vaneen,
veruit, vooraf, vooral, voorin, voorop, voorts, vrijwel, waarbij,
waarin, waarna, weerom, waarop, waarzo, weerom, weinig,
weldra, weleer, zoeven, zolang, zoveel, zowaar, zozeer, zuinig
7 allicht, alreeds, althans, alweder, beneden, bereids, bezijden,
bovenal, bovenmin, bovenop, daaraan, daarmee, daarnet,
daartoe, daaruit, daarvan, dadelijk, dermate, derwijze,
destijds, deswege, dichtbij, dikwerf, dikwijls, datmaal,
dooreen, eenmaal, eerlang, eertijds, effenaf, effenop, erlangs,
ernaast, eronder, eropaan, eropuit, ertegen, evenmin,
evenwel, hieraan, hiermee, hiertoe, hooguit, meestal,
namelijk, neffens, nergens, onderaf, onderin, onderom,
onderop, onlangs, opnieuw, overeen, slechts, somtijds,
tamelijk, tegader, tegelijk, tegenin, tegenop, telkens, terdege,
terecht, teneer, tevoren, uiterst, vandaan, vandaar, vandoor,
vanhier, vanwaar, vanzelf, veeleer, vooraan, vooruit, waaraan,
waarmee, waartoe, waaruit, waarvan, wanneer, waretje,
wederom, weleens, zoverre
8 achteraf, achterna, achterom, achterop, almeteen, andersom,
bijzonder, binnenin, bovenaan, bovenuit, buitenaf, buitenom,
buitenop, daardoor, daareven, daarheen, daarmede, darnaar,
daarover, daarvoor, derhalve, desnoods, dikmaals, doorheen,
effenaan, eindelijk, erachter, ertussen, eveneens, evengoed,
evenzeer, gisteren, helemaal, hierdoor, hierheen, hiermede,
hiernaar, hierover, hiervoor, intussen, inwaarts, middenin,
minstens, nagenoeg, nogtans, nogmaals, onderaan, onderuit,
onderweg, onderwijl, ongeveer, overheen, tegenaan, terloops,
terneder, trouwens, tussenin, uwerzijds, vanonder, veelmeer,
veeltijds, verderop, verreweg, voorover, voortaan, waardoor,
waarheen, waarmede, waarnaar, waarover, waarvoor,
warempel, wellicht, zodoende
9 achteraan, achteruit, andermaal, bovendien, daarboven,
daarginds, daarjuist, daarlangs, daarnaast, daaronder,
daartegen, derwaarts, desgelijks, doorgaans, enigzins,
ertegenop, ervandoor, geenszins, hierboven, hierlangs,
hiertegen, inderdaad, inmiddels, insgelijks, meesttijds,
menigmaal, misschien, naderhand, nauwelijks, niettemis,
onderdoor, overigens, overnieuw, tenminste, tussenuit,
uitermate, vanachter, vanbinnen, vanbuiten, vooreerst,
waarboven, waarlangs, waarnaast, waaronder, waartegen,
weliswaar, wonderwel
10 achterover, anderszins, buitendien, buitenover, daarachter,
daarbinnen, darbuiten, daarginder, daarnevens, daaromheen,
daartussen, desondanks, enigermate, erdoorheen, ertegenaan,
ertussenin, hierachter, hierbinnen, hierbuiten, hieromheen,
hiertussen, hoegenaamd, merendeels, metterdad, normaliter,
onderlangs, toentertijds, tussendoor, tussentijds, vervolgens,
vooralsnmog, waarachter, waarbinnen, waarbuiten,
waarnevens, waaromheen, waartussen
11 daarbeneden, daarenboven, daarentegen, daaromtrent,
daarvandaan, eergisteren, eronderdoor, ertegenover,
hierbeneden, hieromtrent, hiervandaan, integendeel,
metterhaast, middelerwijl, ondertussen, tussenbeide,
waaromtrent
12 allesbehalve, buitengewoon, daarbenevens, desgevorderd,
desniettemin, ertussendoor, hierbenevens, tegelijkertijd,
tegenwoordig, waardorheen
13 daaronderdoor, daaropvolgend, daartegenover, dienaangaande,
hiertegenover, ondersteboven, waaronderdoor, waartegenover
14 daaraanvolgend, daartussendoor, desalniettemin,
dientengevolge
bijwoordelijk - adverbaal
bijwoord van beweging af
bijwoord van graad al, bijna, erg, meer, schier, te, uiterst, veel, zeer
bijwoord van modaliteit beslist, denkelijk, geenszins, graag, misschien, mogelijk, ongetwijfeld, stellig, toch
bijwoord van plaats daar, er, ergens, ginds, hier, hiernaast, nergens, te
bijwoord van reden bijgevolg, daarom, derhalve, dientengevolge, dus, hierom
bijwoord van tijd altijd, dan, eindelijk, gisteren, laatst, later, nog, nooit, nu, ooit, soms, straks, tegelijk, telkens, toen, vaak, vandaag
bijwijlen ongeregeld, soms, somwijlen, somwijls, temet
bij wijze van gunst - precario
bijzaken - allotria
bijzakken - bedaren, bijkomen
bijzettafeltje bijzetje, mini, piedestal, stommeknecht
bijzetten - toevoegen
bij zich doen komen halen, ontbieden
bijziende kippig, kortzichtig, myoop
bijziendheid myopie
bijzig - onstuimig, tochtig, winderig
bijzit - concubine, maîtresse
bijzijn aanwezigheid, presentie, tegenwoordigheid
bijzitter assessor
bijzon parhelium
bijzonder afzonderlijk, anders, apart, bovenmate, buitengewoon, eigen, eigenaardig, enorm, exclusief, extra, geweldig, intens, intiem, inzonderheid, markant, merkwaardig, noemenswaard, ongewoon, onwijs, opmerkelijk, particulier, privaat, privé, raar, singulier, speciaal, supra, uiterst, uitzonderlijk, vooral, vreemd, wonderlijk, zeer, zeldzaam
bijzonder aantrekkelijk - riant
bijzonder begaafd geniaal
bijzonder begaafd iemand - fenomeen, genie
bijzonder begaafd man genie
bijzonder goed prima, uitmuntend, uitnemend, uitstekend
bijzonder goed uitkomend - markant
bijzonderheid detail, eigenaardigheid, finesse, inzonderheid, selectheid, specialiteit
bijzonder hoge mate extreem, zeer
bijzonder lief bloemzoet
bijzonder mooi meisje beeld, beeldje, engel
bijzonder pauselijk gezant - ablegaat
bijzonder uitkomend - markant
bijzonder zuur inzuur
bijzondere beloning premie
bijzondere kleding - livrei
bijzondere taalles - dictee
bik houweel, laadkraan, steenafval, steengruis, steenslag,
bikhamer - kaphamer
bikkel - koot, kootbeentje, pikhouweel, stuiter, stoere knaap
bikkelbal stuiter, speelbal
bikkelen eten, koten, zwoegen
bikker - pooier
bil dijspier, hesp
bilateraal tweezijdig
bilbord ankervoering
bilharziosis - schistosomiasis
bilinguïsme tweetaligheid
biljarten stoten, queuën
biljartspel met zakken snooker
biljartstok keu
biljartterm acquit, bricole, carambole,libre, massé, nastoot, trekstoot
biljet affiche, afgiftebewijs, bewijs, briefje, formulier, kaartje, lap
biljetje - kaartje
biljet van inschrijving - aannemingsbiljet
billenkoek slaag
billentikker pandjesjas, slipjas
billijk betamelijk, goed, goedkoop, handelbaar, juist, mak, oorbaar, rechtmatig, rechtvaardig, redelijk, recht, schappelijk, schikkelijk, terecht, verstandig
billijken - goedkeuren
billijkheid - rechtvaardigheid, redelijkheid
bilnaad - perineum
bilzenkruid - hyoscyamus, malkruid
binair dubbel, paarsgewijs, tweedelig, tweeledig, tweevoudig
bindbies - raffia
binde - akkerwinde
bindeenheid - katern
binden knevelen, snoeren, strikken, vastmaken, verbinden
bindend dwingend, gebiedend, imperatief
bindend meel maizena, sago
bindend voorschrift richtlijn
bindende grondregels statuten
bindende regel - wet
bindhout of bindlat klamp
binding (gevoels)band
bindlaag rand
bindlat klamp
bindmateriaal bandijzer, paktouw, plakband, raffia
bindmiddel asfalt, cement, bloem, garen, kit, koord, kunsthars, lasso, lijm, maïzena, riem, sago, singel, touw
bindmiddel voor cement - gips
bindplaat strip
bindstuk - klamp
bindvlies van het oog conjunctiva
bindweefselgezwel - fibroma
bindweefselvlies fascia, fascie
bindweefselzakje dat het hart omsluit pericard, pericardium, hartzakje
bindwijze - oblong
bindzool sandaal
bineren - verdubbelen
bink beenkap, botterik, broekspijp, gozer, knoeier, knol, knul, lomperd, macho, man, politieagent, stuk, vent, vlegel
binnen in, inter, intern, rijk, thuis
binnenaanzicht - interieur
binnenbekleding voering
binnenbekleedsel voering
binnenbeursje - horlogezakje
binnenbrengen - inhalen
binnen de cellen intercellulair
binnendijk - dromer, slaper
binnendijkse kolk - wiel
binnendringen inbreken
binnengaan betreden, ingaan, inkomen, intreden, intrekken
binnengoed van sigaar bosje, inleg
binnenhalen oogsten, inhalen, inpalmen
binnenhalen van gewas oogsten
binnenhandvlakte - palm
binnen het bedrijf - intern
binnenhof (Spa) patio, (Vla) koer
binnenhuis interieur
binnenin ntern
binnenjaloezie store
binnenjongen - huisknecht
binnenkleding - voering
binnenkomen - inkomen, invallen
binnenkomst entree, inkomst, intre(de)e
binnenkoorts sluipkoorts
binnenkort aanstonds, alras, dra, eerdaags, eerlang, gauw, ras, spoedig, strakjes, straks, weldra, welhaast,
binnen korte tijd alras, binnenkort, dra, gauw, ras, snel, spoedig, vlug
binnenkring van een gemeente kom
binnenlands - nationaal
binnenlandsbestuur b. b.
binnenlandse strijdkrachten - bs
binnenleiding introductie
binnenloop deur, poort
binnenoor - doolhof
binnen perken houden - inhouden
binnenplaats cour (koer), patio
binnenplaneet Mercurius, Venus
binnenplein - slotplein
binnenschip aak, bok, duwboot, eiker, kaag, kraag, kraak, lichter, poon, praam, snik, tjalk
binnenshuis - indoor (E), intern
binnensmonds dof, mompelend, onduidelijk, onverstaanbaar
binnensmonds zeggen murmelen mompelen
binnensmonds zingen neuriën
binnensport badminton, basketbal, zaalsport
binnenstad centrum, city, kern
binnenste - centrum, gemoed, geweten, hart, innerlijk, inwendige, kern, merg, pit
binnenstebuiten - omgekeerd
binnenste deel kern, merg, pit
binnenste der aarde aardkern, magma
binnenste van bot merg
binnenste van brood kruim
binnenste van sigaar inleg
binnenste van een vrucht - pit
binnenste van zaak kern
binnenstof - voering
binnentalud van een vesting escarpe
binnentreden ingaan, inschrijden
binnentrekken binnenhalen, inhalen, inhaleren
binnenvaartuig aak, hengst, rijnaak, steilsteven
binnenvaren - invaren
binnenvlakte van de hand palm
binnenvoeren van schepen loodsen
binnenwaarts - inwaarts
binnenwater boezem, kanaal, meer, plas, riviertocht, sloot, vaart, ven
binnenwater in heide - ven
binnenwerk - interrieur
binnenzee in Europa Kaspischezee, IJsselmeer, Zuiderzee
binocle verrekijker, toneelkijker,
bint balk, dwarsbalk, keper, paal, spant
biogene sedimenten - biolieten
biograaf levensbeschrijver
biografie - levensbeschrijving
bio-industrie veebedrijf, veeteelt
biologeren - hypnotiseren, suggereren
biologie levensleer
biologisch - natuurlijk
biologisch afbreekbaar - biogradabel
bioscoop bios, cinema, chineac, filmtheater, kino, theater
biosfeer, deel van de - biocyclus, biotoop
biplane tweedekker
Birmaanse munt kjat, pjas
Birmaanse staat Sjan
bips achterste, derriere, gat, kont,
bis andermaal, herhalen, nogmaals, opnieuw, tweemaal, wederom, weer, weerom
bisam muskus
biscuit - kaakje, wafel
bisdom diocees, diocese, episcopaat, sticht
bisdom in missiegebied vicariaat
biseksueel - amfogeen
bisette - boerenkant
biskwie - koekje
Bismarckarchipel, district van de - Manus
Bismarckbruin - fenylbruin, vesuvine
bismut Bi
bismutkoperloodsulfide - Aciculiet, patriniet
bismutoker - bismiet
bismutsulfotelluride - borniet, tetradymiet
Bissagoseilanden, een van de - Bolama
bison buffel
bisschop kerkvoogd, prelaat
bisschop der Goten Ufilas, Wulfila
bisschoppelijk schrijven mandement
bisschoppelijke brief mandement
bisschoppelijke waardigheid episcopaat
bisschopshoed mijter, mitra
bisschopsmijter - infula
bisschopsmouw - gigotmouw, hammouw
bisschopmuts olijfslak
bisschopsstaf kromstaf
bisschopszetel - diocees, katheder
bissectrice deellijn, bisectrix
bisseren herhalen
bistouri - operatiemes, scalpel
bistro eethuis, restaurant
bit gebit, mondstuk
bit en leidsel toom
bits bijtend, chagrijnig, hekelig, kattig, kortaf, kribbig, narrig, nors, nijdig, onvriendelijk, pikant, pinnig, scherp, snar,snauwachtig, snibbig, spits, stekelig, stug, venijnig, vinnig, wrevelig
bits spreken - blaffen, grauwen, snauwen
bits toespreken afsnauwen, blaffen
bitsheid scherpheid, vinnighei
bits woord - snak
bitter bijtend, elixer, grievend, kroppig, scherp, smartelijk, wrevelig,
bitteraarde magnesia
bittere afgunst nijd, haat, wrok
bittere haat wrok
bitteren - borrelen
bitternoot - pecannoot
bittere plant alsem
bittere smart - alsem
bittere spot hoon, sarcasme
bittere stof alsem, amara, gal
bitteraarde - magnesia, magnesiumoxyde
bitterappel kolowint
bitterheid alsem, gal, rancune, wrevel, wrok,
bitterhout kwassiehout
bitterkalk dolomiet
bitterkers - sterkes, tuinkers
bitterkoekje makaron
bitterkruid alsem, amarel
bitterlijk - deerlijk, erg, hevig
bitter medicijn kina, kinine
bitterplant - cichorei
bitterstof - acorine
bitterstoffen - amara
bittertje - aperitief, borrel
bitter vocht alsem, azijn, elixer, gal
bittervoorn - ruis
bitterzoet - afdrank
bitterzout - Epsonzout
bitumen aardolie, aardpek, asfalt, bergteer
bitumineus harsachtig
bitumineus hout ligniet
bivalent tweewaardig
bit van een paard mondstuk
bivak legerkamp, loegerplaats, nachtleger,
bizar barok, buitennissig, gek, grillig, grotesk, nukkig, vreemd, wonderlijk, zonderling
bizon buftel, bultos, oeros, wisent
b-kruit - boniet
blaadje - foliolum
blaadje hout fineer
blaadje metaal lamel(le)
blaadje papier ceel, vel
blaadje van bloemkroon petaal
blaag kind, kwajongen, rakker, rekel, snotjongen, snotneus, vlegel, wijsneus
blaak - pips, wit(jes), walm
blaam afkeuring, brandmerk, berisping, laak, schande, smet, verwijt, vlek
blaar blaasje, bel, blein, bles, bobbel, bulla, huidblaas, klein, knobbel, knol, kol, opzwelling, puist
blaarkop - koe
blaar of buil - bobbel
blaartje - peukel
blaartrekkende boterbloem eppe
blaartrekkend gas lewisiet
blaartrekkend middel - garve
blaartrekkend poeder cantharide
blaarvormig compartiment tegen scheepswand - bilster, bulge
blaas bobbel, bladder, luchtbelvesica
blaasachtige zwelling van huid blaar
blaascatarh - cystitis
blaasgezwel cyste
blaashoorn kornet
blaasinstrument
3 sax
4 hobo, tuba
5 aulos, bugel, fagot, fluit, hoorn, orgel
6 bazuin, cornet, kornet, piston, toeter
7 bariton, clarino, klaroen, ocarina, piccolo, trompet
8 aërofoon, althoorn, bashoorn, klarinet, saxhoorn,
saxofoon, schalmei, trombone
9 accordeon, blokfluit, bombardon, doedelzak, harmonica,
harmonium
10 alpenhoorn
11 bassethoorn
blaasinstrument voor joodse godsdienstoefening sjofar
blaasje bel, blaar
blaasje met, bedekt - papuleus
blaasjeskruid - lentibulariacee, urtricularia
blaasjesuitslag - herpes
blaasjes van een vloeistof - schuim
blaaskaak bluffer, branie, karabas, opschepper, opsnijder, pocher, praalhans, snoever
blaaskaken - opsnijden, snoeven
blaaskaking - bluf
blaasontsteking - cystitis
blaasproef - ademtest
blaasspiegel - cytoscoop
blaassteek - punctie
blaassteen graveel
blaastoestel - balg
blaasvocht - urine
blaasworm fin, vin
blaasworm, aan.... lijdend garstig, gortig vinnig
blabla geklets, gezwam
blac-out stoornis, vergissing
blad blz.,ceel, courant, dagblad, folio,kaart krant, kroniek, orgaan, pag(ina), papier, periodiek, schro, schrooi, tijdschrift, vel
bladaarde humus, teelaarde
bladader nerf
bladaderen - nervatuur
bladbegin knop
bladder blaas, verfblaasje
bladerdeegpasteitje - bouchée
bladeren van bomen - groen, lover, loof
bladerdek bladeren, gebladerte, lommer, loof, lover
bladerloos - kaal
bladergroen chlorofyl, chloroplast
bladgroente andijvie, boerenkool, kool, namenia, postelein, prei, sla, snijbiet, spinazie, spitskool, spruitkool, veldsla, witlof
bladhoning - honingdauw
bladkant - marge
bladkers - goudhaan
bladkoper - latoen
bladlitteken - bladmerk
bladlood - loodfoelie
bladmaag boekmaag, boekpens
bladmetaal blik, foelie, folie, latoen
bladmoes - mesofiel, parenchyn
bladmos - barbula
bladnerf ader
blad papier vel
bladplant - sla
bladrozet - rosula
bladschijf - lamina
bladspringer - cicade
bladsteel - periolus
bladstil windstil
bladteken custos, custode
bladtin - staniol, staminool, zilverpapier
bladtin bij spiegels foelie
blad van de N.V.S.H. Sextant
blad van de Telegraaf Telekleur
blad van de paardenbloem molsla
blad van een atlas kaart
blad van een boek - pagina
blad van roeiriem - peddel
bladvet van varken reuzel
bladvezel van agave sisal
bladvogel - iora
bladvorm ei, drietallig, gaafrandig, gaal, gekarteld, gelobd, geschulpt, getand, geveerd, gezaagd, hand, handdelig, handlobbig, handnervig, handspletig,handvormig, lancet, naald, pijl, randig, ruit, schild, spatel, speer, veerdelig, veerlobbig, veernervig, veerspletig
bladvormige versiering acant, akant, acanthus
bladwijzer - boekenlegger, index, leeswijzer
bladziekte - roest
bladzijde pagina
bladzijde waarop titel is afgedrukt titelpagina
blaffen aanslaan, bassen, dassen, heffen, keffen, snauwen
blaffer - hond, opschepper, pistool, revolver, schieter, vuurwapen
blafhert - muntjak
blaken branden, gloeien, grootspraak, lef, smeulend, stralend
blakend brandend, groeiend, vurig, smeulend, stralend
blaker kaarsdrager, kaarsenstandaard, kandelaar
blakeren branden, roosteren, schroeien, smeulen, zengen
blakstil - bladstil, vlak, windstil
blamabel - afkeurenswaard(ig), berispelijk, laakbaar
blamage afgang, oneer, schande, smet
blameren - berispen, laken
blamot - beurs, gekneusd
blanc fixe - barietwit
blanceren - beitsen, (glad)schaven
blanco leeg, onbedrukt, onbeschreven, oningevuld, open(gelaten), wit
blanc-seing - blanket
blank bleek, blinkend, helder, maagdelijk, onbeschreven, onbevlekt, ongeverfd, rein, rijmloos, smetteloos, spiegelend, wit
blanke (Ind.) - blanda
blanke - bleekgezicht
blanke haremdienares odalisk
blanke lak - vernis
blank en schoon - rein
blanketsel (Ind.) bedak
blankheid - reinheid
blaren - balken, blaten, bulken, loeien, schreeuwen
blarenbijter - glazenmaker, libelle
blaren of bulken - blaten
blas flets, zacht
blasé beu, moe, vermoeid, zat
blastoporus - oermond
blastula - kiemblaas
blaten - blaren, bleren, bulken, loeien, mekkeren, schreeuwen
blauw (l)azuur, bleu
blauwachtig - blauwig
blauwbaard wreedaard, vrouwenbeul
blauwbekken - kleumen
blauwbes - bosbes, klokkebei
blauwbloem - korenbloem
blauwboekje pamflet, vlugschrift
blauwdruk - cyanotypie, ijzerdruk
blauwe kleur-of verfstof - blauwsel
blauwe werkkiel blouse, hes
blauwen opdoemen
blauwgas waterglas
blauw glazuur email, smalt
blauwgroen - cyaan
blauwhout - vampèchehout
blauwkiel - arbeider, sjouwerman
blauwkopmees - pimpelmees
blauwkous savante
blauwolie - aniline
blauwpieper - (hegge)mus
blauwschuit - scheurbuik
blauwspecht - boomklever
blauwtje afwijzing, carbon(papier)
blauwvalk - boomvalk, kiekendief, sperwer,stiervalk
blauwvinger Zwollenaar
blauwvoet - kwastelvalk, steenvalk, stormvogel, zeemeeuw
blauwwit metaal lood, tin
blauwzucht cyanose
blauwziekte - cyanose
blauwe boerenkiel hes
blauwe boon - kogel
blauwe kleur ultramarijn
blauwe kleurstof anilineblauw, azuur, blauwsel, indigo, indogotine, lakmoes, ultramarijn
blauwe meer der Russen Aral
blauwe regen glycine
blauwe steen arduinsteen, azuursteen, lazuur
blauwe verfstof indigo, lakmoes, ultramarijn
blauwe vleesvlieg dol
blauwe vlinder blauwtje
blauwe werkkiel blouse, overall
blauwen - opdoemen
blazen puffen, schieten, toeten, toeteren, schuifelen, waaien
blazen op hoorns getoet
blazen van de wind waaien
blazer fluiter, hoorn, jasje, sportjas, toeter(aar), pocher,
blazoen banier, devies, embleem, emblema, kenspreuk, leuze, motto, vaandel, veldteken, wapen(schild)
bleek betrokken, blank, flauw, flets, geeps, grasveld, iel, lichtgrauw, kleurloos, lusteloos, mager, mat, ongezond, ontkleurd, pips, vaal, wit, witjes, ziekelijk,
bleek en mager - zwak
bleekgeel chamois, flets, geeps, vaal
bleekgezicht blanke
bleekgroen - celadon
bleekmiddel chloorkalk, soda, waterstofperoxyde
bleekpoeder chloor(kalk)
bleekrood saumon
bleekzucht anemie, bloedarmoede,chlorose, clorox,
blees kafje, rietpluim
blei - bliek, witvis
blein bel, blaar, draaiziekte
bleinenbijter - glazenwasser, waternimf
bleken cloren, ontkleuren
bleker wasbaas, wasman
blekhol - hel
blèren - blaten, brullen, huilen, krijsen, schreeuwen
bles blaar, haarlok, kol, paard,
blèren of loeien - blaten
blesseren kwetsen, verwonden, wonden
blessuur breuk, kwetsuur, letsel, wonde
bletten - pletten
bleu angstig, bedeesd, bedremmeld, beschroomd, lichtblauw, pips, schuchter, sip, timide, verlegen, zachtblauw
bliek blei, sprot, witvis
blieven lusten, moeten, willen
blij - gelukkig, happy, heuglijk, ingenomen, jolig, opgeruimd, opgetogen, opgewekt, tevreden, uitgelaten, verblijd, vergenoegd, verheugd, vrolijk, welgemoed
blijde - opgewekt
blijde boodschap evangelie, verkondiging
blijdschap blijheid, genoegen, vreugde
blij en jolig - vrolijk
blijft er na brand over - as, sintels, verbrandingsproduct
blijft er na het kaasmaken van de melk over - wei
blijf staan halt, ho, stop
blijgeestig hartelijk, joviaal, levenslustig, opgeruimd,
opgewekt, verheugd, vrolijk
blijheid blijdschap, blijgeestigheid, geestigheid, levenslust, opgewektheid, vrolijkheid
blijk betoon, betuiging, bewijs, proef, teken
blijkbaar apert, blijkend, duidelijk, evident, kenbaar, kennelijk, klaar, merkelijk, ogenschijnlijk
blijken aantonen, beseffen
blijkens volgens
blijkens de akten t.a.
blijkens het voorafgaande derhalve, dus, ergo
blijk van aandacht attentie
blijk van erkentelijkheid dank, dankbaarheid
blijk van verering - ereblijk
blijk van vroegere aanwezigheid spoor
blijk van waardering beloning
blijmaken plezieren, verblijden,
blijmoedig opgeruimd, opgetogen, opgewekt, vrolijk
blijspel klucht, komedie, treurspel
blijven standhouden, toeven, voortbestaan
blijven aandringen persisteren, perseveren, volharden, volhouden
blijvend bestendig, definitief, duurzaam, immer, passend, permanent, stabiel, standhoudend, stationair, voorgoed
blijven hangen lijmen, plakken
blijven plakken - kleven
blijven slapen logeren, overnachten
blijven steken haperen, ophoudenstokken, stoppen
blijven zitten - doubleren
blijvende haargolf permanent
blijvende ziekte kwaal
blik bladmetaal
blik aanzien, bakvorm, bladmetaal, inzicht, kijk, lonk, ogentaal, oog, oogopslag, plaatijzer, uitzicht
blikgroente - conserven
blikje - tinnetje
blikken glinsteren, kijken, lonken, ogen, zien
blikken doos bus, trommel
blikken eetgerei gamel, (mess)tin
bliksem - hemelvuur, weerlicht
bliksem zonder donder weerlicht
bliksemen flikkeren, lichten, onweren, schitteren, weerlichten
bliksemflits schicht, bliksemschicht
blikseming - schittering, straling
bliksems duivels, erg, geweldig, zeer
bliksemschicht flits, straal
bliksemstraal - deugniet, flits, lammeling, schicht
blikvanger - lokkertje
blikveld - gezichtsveld
blind gesloten, hol, leeg, loos, rolluik, vals, (venster)luik
blindaas - steekvlieg
blind dier mol
blindedarm - appendix, coecum
blindedarmontsteking - appendicitis
blindelings - klakkeloos, lukraak, onbezonnen
blinde god der duisternis Hodur,
blinde in het kaartspel dummy
blinde insecteneter - mol
blinde passagier verstekeling
blinde plek scotoom
blinde schacht neerbraak
blimderen - pantseren
blinde steeg keerweer
blindenschrift brailleschrift
blindheid - ablepsie
blinde vink - paupiette
blinde woede amok, razernij
blind gemaakt - verblind
blindkap - oogklep
blind voor het raam - luik
blink glans, glanzend, gloed, schittering
blinken glanzen, glimmen, gloren, schitteren, stralen
blinkend blank, fel, hel, glanzend, schitterend
blinkend helder proper
blinkend schoon kraakwit,
blister - bulge
blits hip, modern, modieus
blizzard barber, boeran, buran, sneeuwjacht, sneeuwstorm
blo angstig, bangelijk, bedeesd, beschroomd, laf, vreesachtig
blocnote - schrijfboekje
blode angstig, bangelijk, bedeesd, bedremmeld, beschroomd, flauwhartig, laf, lafhartig, schuchter, versagen, vreesachtig
bloed levenssap, sanguis
bloedaandrang - congestie
bloedader vat, vene
bloedaftapping - aderlating
bloedappel - sinaasappel
bloedarmoede anemie, bleekzucht
bloedbaar - blein
bloedbad hekatombe, massacre, massaker, moordpartij, slachting
bloed, bestanddeel van het - erytrocyt, hemoglobine, leukocyt, lymfocyt, trombociet
bloedbeuling bloedworst
bloedbraken hematemesis
bloedbruiloft - St. Bartholemeusnacht
bloedbuis (slag)ader, arterie, vene
bloeddiarree dysenterie
bloeddoop - marteldood
bloeddorst - moordlust
bloeddorstig barbaars, moorddadig, wreed
bloeddrukmeter - tensiemeter
bloeddrukperiode - diastole, systole
bloedverhoging - hypertensie
bloeddrukverlaging hypotensis
bloedeigen verwant
bloedeloos armetierig, slap
bloedeloosheid - anemie
bloederwit fibrinogeen
bloedgetuige martelaar
bloedgever donor
bloedhoesten - h(a=emoptoë
bloedhond - woekeraar
bloedhout - campêchehout, vuilboom
bloedig - fel, geweldig, hard, moorddadig
bloeding - h(a)emorr(h)agie
bloedje - schaap
bloedjong - pril
bloedkanker - leuk(a)emie
bloedkleurstof hemoglobine, heem
bloedkruid - addertong, drakenbloed, duizendknoop, herderstas, knoopgras, pimpernel, sorbenkruid, varkensgras, zuring
bloedkruik - morel
bloedlichaampje, rood - erythrocyt
bloedlichaampje, wit - leukocyt
bloedneus - epistaxis
bloedoverbrenging - cryptogamen, transfusie
bloedparasiet trypanosoom
bloedparasiet bij dieren - piroplasma
bloedplaatje trombocyt
bloedplasma, bestanddeel van het - bicarbonaat, calcium, chloride, fosfaat, kalium, magnesium, natrium, sulfaat
bloedprop embolus
bloedrijk apoplectisch, sanguineus
bloedrood hoogrood, scharlakenrood
bloedschande incest
bloedschending - incestueus
bloedschennis incest
bloedserum bloedwei
bloedspuwing - h(a)emoptoë
bloedsteen hematiet, sardis
bloedstelpend - adstringerend, styptich
bloedstelpend middel aluin, gaas, tampon, verband
bloedstelping hemostase
bloedstolling trombose
bloedstolsel fibrine
bloedstuwing congestie
bloedsuiker - glucose
bloeduitstorting hematoom
bloedvaatgezwel - hemangioma
bloedvat ader, aorta, arterie, slagader, vene
bloedvatverstopping embolie, trombose
bloedverdunning - hydremie
bloedvergieten afslachten, doden, moorden, oorlog
bloedvergiftiging py(a)emie, sepsis, septik(la)emie, uremie
bloedverwant aanhorige, broer, broeder, cognatus, familie, moeder, nabestaande, neef, nicht, oma, oom, opa, tante, vader, verwant, zuster
bloedverwanten - familie
bloedverwanten in opgaande lijn ascendenten
bloedverwanten van moederszijde cognaten, spillemagen
bloedverwanten van vaderszijde agnaten
bloedverwantschap parentage
bloedvin bloedzweer
bloedvlekziekte - purpura
bloedvloeistof - lymfe
bloedvormend geneesmiddel - hematogeen
bloedvorming - hemopoiese
bloedwater sera
bloedwateren - hemaeturie, hematurie
bloedwei plasma, serum
bloedwet - militiewet
bloedwraak vendetta
bloedwreker Goël
bloedziekte anemie, hemofilie, leuk(a)emie, polycytemie, trombopemie
bloedzuiger - mug, teek, vampier, vlo, wandluis, woekeraar
bloedzuiverend middel sarsaparilla
bloedzweer - steenpuist
bloedzweten hematohydrosis
bloei fleur, hausse, kracht, ontplooiing, opgang, opleving, tier, voorspoed, welvaart
bloeien floreren, pronken
bloeiend fleurig, florisantfris, gezond, tierig
bloeihormoon - florigeen
bloeikolf spadix
bloeimaand mei
bloeischede spahta
bloeitijd voorspoed
bloei van riet - pluis
bloeiwijze
3 aar,
4 cyma, kolf, tros, tuil
5 conus, katje, kegel, pluim, speer, spica
6 bloem, aartje, korfje, scherm, sikkel, spadix, spatha, waaier
7 amentum, anthela, bloesem, hoofdje, schicht, schroef,
umbella
8 aarpluim, corumbus, panicula
9 bijscherm, bloeikolf, bloemkoek, bloemkorf,
capitulum, cincinnus, dichasium, drepanium, rhipidium
11 schijnscherm, schijnkrans
12 bloemhoofdje, pleiochasium
bloem elite, flos, keur, meel, puik
bloemen, bomen, gewassen, heesters en planten
2 es, ui
3 aak, aat, alg, asp, bes, den, eik, els, esp, hei, hop, iep, ive, lis, mos, olm, oot, pee, poa, pijn, rus, sal, sla, tijm, zea
4 acer, aira, alfa, aloë, ammi, anijs, arum, arve, asam, bent, berk, beta, beuk, bles, biet, boon, brem, brya, bunt, coix, cora, anex, eppe, erwt, espe, esua, flox, geum, gort, gras, helm, herk, ilex, iris, juin, kemp, kers, klis, klit, kool, knol, kwee, lens, look, lork, mais, mast, mede, mier, mirt, munt, muur, olijf, palm, peen, peul, prei, raai, raap, reie, rhus, riet, roos, rosa, ruit, ruta, rijst, sawo, sida, sium, slee, sona, spar, teil, thijm, tulp, uchi, ulex, vlas, wede, weit, wier, wilg, wouw, zwam
5 abeel, abies, abrus, abusa, acant, acioa, adoxa, agati, agave, ahorn, ajuga, ajuin, akant, alant, alnus, alsem, amoon, anjer, anoda, apera, apios, apium, appel, aster, avena, azima, balsa, batis, betel, biota, boldo, braam, braya, briza, buxus, calla, canna, carex, carum, carya, ceder, cicer, cocos, coula, cycas, dadel, dicer, delia, dille, dolik, doorn, draba, dreps, druif ,duist, emmer, erica, evene, fagus, ficus, fomes, fungi, gagea, gagel, genst, gerst, gilia, glaux, gouwe, hakea, halfa, haver, heide, herik, hosta, hulst, hysop, inula, karwij, keker, kleef, komijn, krent, kroos, kroot, kweek, kwets, lappa, larix, latuw, lavas, ledum, lelie, lemna, liaan, linde, linum, linze, lotus, macis, madia, majer, malus, malva, melde, miere, morel, morus, murik, nagel, netel, nonea, obero, orego, oryza, oxera, panax, paris, patig, patik, pavia, pekea, peper, phlox, picea, pilea, pinus, pioen, piont, pirus, pisum, plomp, polei, popel, pruim, pyrus, radijs, raket, ramee, rameh, ramie, rheum, rhoeo, ribes, rogge, rotan, rozijn, rubia, rubus, rumex, sabal, sabia, salie, salix, sawoe, sodum, senne, sereh, sesam, sisal, smeel, smele, soria, spart, spelt, stipa, sumak, tabak, tajer, tamus, tarwe, taxus, thuja, tilia, trapa, tsuga, tunic, typha, ulmus, varen, vicia, vinca, viola, viool, vitis, vlier, wikke, winde, zegge, zulte
6 aalbes, abobra, acacia, aceras, achras, acorus, actaea, adenia, adonis, akebia, akelei, alaria, alisma, allium, alruin, althea, alyxia amarel, amyris, ananas, andira, anemia, annona, arabis, arenga, annona, arabis, amica, aronia, arundo, asarum, atropa, aucuba, augurk, axyris, azalea, azolla, bacove, baeria, bamboe, banaan, bassia, bataat, bauera, bellis, betula, bidens, bifora, blakea, bletia, blitum, blumea, boleet, bombax, borago, bosbes, bovist, bromus, brunel, bunias, bunium, bijvoet, cactus, cakile, caltha, carapa, cassia, cedrus, cersis, chlora, cicuta, cipres, clivia, cnicus, cobaea, conium, cordia, cornus, cosmea, cosmos, cotula, crambe, crepis, crocus, cynara, cypres, dahlia, daphne, datura, daucus, diodia, distel, dobera, dophei, dragon, dravik, ebinus, ebulum, echium, eenbes, eiloof, elegia, elisma, elodea, elsbes, elymus, emilia, eracum, fatsia, filago, fiorin, foelie, fresia, funkia, galega, gallum, gember, gierst, gifbes, ginkgo, hedera, heemst, hengel, hennep, holcus, holpijp, hotela, huriki, hydnum, hyssop, iberis, isatus, jasmijn, juncus, kalmia, kaneel, karwei, katoen, kennep, kerria, kerrie, kervel, klaver, klimop, klokje, kochia, krodde, lamium, lariks, laurus, lidrus, lilium, lolium, lupine, luzuta, lycium, malope, maluwe, meloen, melica, mellea, mentha, mibora, mierik, milium, millet, mimosa, mispel, molsla, montia, mycelis, myrica, narcis, nardus, nepeta, nerium, neslia, nonnea, nuphar, obione, ocimum, ononis, ophrys, opilia, orchis, orlaya, orobus, ostrya, owenia, ozouga, pandan, papaya, pappel, parkia, payena, pekden, pentas ,peplis, peppel, persea, perzik, pessem, phleum, picris, piment, pirola, pistia, pituri, pitrus, porama, portea, possem, pothos, premna ,prinus, protea, prunus, psamma, ptelea, pteris, pyrola, radula ,rahmeh, randia, raphia, rengas, reseda, restio, rhapis, rotala, royena, rudgea, ruppia, rijsbes, sagina, salade, salvia, sapium, schima, scilla, secale, selago, semele, sering, seseli, shorea, sicyos, siepel, silaum, silene, simaba, sjalot, sorbus, sparre, spirea, stekel, sticta, striga, styrax, suaeda, tapura, tecoma, thymus, tolpis, tomaat, toorts, tragus, trebol, tulipa, urtica, venkel, viscum, vulpia, witbol, witlof, wortel, zeesla, zinnia, zuring
7 abronia, acinete, aeonium, aethusa, affodil, afzelia, akoniet, alfrank, algoede, alkanna, alonsoa, aloysia, althaea, alyssum, amandel, amaniet, amanita, amarant, amorpha, anchusa, andoorn, andoren, andijvie, anemone, anemoon, anethum, apeboom, arctium, armeria, arnebia, asimina, asperge, astilbe, attalea ,aurikel, averuit, baetris, ballota, ballote, bambusa, banksia, barosma, basella, bedstro, begonia, bennoot ,bergpijn, bernage, bertram, betonie, blighia, blysmus, boletus, bomarez, boreava, boronia, bosrank, brummel, bryonia, butomus, calluna, camelia, campsis, carduus, carlina ,catyota, cascara, catalpa, celosia, chayote, cascare, catalpa, celosia, chloris, circaea, cirsium, citroen, cladium, clarkia, clethra, colutea, comarum, corylus, corypha, cotinus, crupina, cucumis, cumimum, cuphaea, ciscuta, cyclaam, cyclame, cydonia ,cynodon, cyperus, cytisus, daklook, dambeer, daslook ,deutzia, oorwas, doperwt ,douglas, drosera, elatine, elfrank, ereprijs, erodium, esdoorn, esparto, euterpe, festuca, ficaria, fopzwam, freesla, fuchsia, lumaria, galnoot, geaster, genista, geonoma, glycine, godetia, goejave, gomboom, granaat, gunnera, haageik, halesia ,halisum, hanekam, hazesla, hemlock, heulbol, holzaad, hordeum, hyacint, ipomoea, isoëtes, jasione, juglans, kalebas, kalmoes, kamgras, kamille, kardoen, katalpa, kickxia, klapbes, klapper, knautia, kropaar, kwassie, lactula, lagurus, lakboom, lactuca, lagurus, lamsoor, lappula, lapsana, latirus, laurier, leersia, lepotes, liatris, linarra, linnaea, liparis, listera, lobelia, lucerne, lunaria, lupinus, luzerne, lychnis, lycopus, lijnzaad, lythrum, maankop, mahonia, malaxis, malrove, mansoor, maretak, meekrap, meelbes, melissa, melisse, meratia, mimulus, modiola, moerbei, molboon, molinia, monarad, morille, mosroos, mosterd, motillo, moscari, muskaat, muursla, myagrum, myrrhis, negundo, nemesia, neottia, nigella, nigelle, onoclea, opuntia, osmunda, othonna, ouratea, ourisia, pachira, paeonia, pagamea, pangium, panicum, papaver, paprika, papyrus, pavetta, pavonia, peganum, pellaea, pentace, peponia, perilla, persica, petunia, phlomis, pimelea, pimenta, plataan, pluchea, pompoen, populus, potalia, prangos, prepusa, primula, procris, pronker, pijlriet, pijnboom, pijpboom, pijpekop, quercus, radiola, radulae, rajania, ramenas, ramonda, rapaena, raphanus, ravenea, rebutia, rhamnus, ribzaad, ricinus, rinorea, robinia, romneya, torippa, roselle, roupala, rubinia, ruellia, rumulea, russula, rutidea, sabicea, salacia, salsola, samanea, samolus, sanikel, saphout, sapkelk, scandix, schinus, schotia, scirpus, sechium, sekgras, selderij, selinum, senecio, sequoia, sesanum setaria, shortia, silybum, sinapis, skimmia, sleebes, sloanea, sloetia, slofhak, solanum, sonchus, sophora, sorghum, spiraea, sporkel, spurrie, stachys, stemona ,sturmia, succisa, suikerij, synnema ,syringa, tagetes, taluama, talinum, talipot, tamarix, telekia, tellima, thesium, thlaspi, tillaea, torilis, triodia, truffel, ulmaria, vanille, veenbes, veldiep, veldsla, verbena, vetblad, vetmuur, violier, vogelia, vuurpijl, walnoot, walstro, waspalm, wederik, weigela, wingerd, witblad, witboom, wolffia, wolgras, wijnruit, wijnstok, zebrina, zeebies, zeegras, zeekool, zeepijn, zenobia, zostera, zuurbes
8 aardaker, aardbuil, aardnoot, aardpeer, aardrook, aardster, aardtong, abrikoos, abutilon, acalypha, acanthus, achillea, aconitum, adiantum, aegilops, aesculus, afrikaan, agrarius, ageratum, agrostis, akkersla, albizzia, alliaria, allionia ,alpenbes, alpensla, amarella, ambrosia, ammobium, namirta, angelica, anjelier, anthemis, antiaris, appelbes, arenaria, arenpalm, argemone, artisjok, asperugo, asperula, aspidium, athyrium, atriplex, aubrieta, azorella, azijnboom, barbarea, basilima, bauhinia, begijntje, bekermos, bentgras, berberis, berenoor, bergamot, bergenia, berglook, bergroos, bergvlas, bernagie, berteroa, berzelia, bevernel, bieslook, blauwbes, blechnum, blimbing, bocconia, boekweit, bolderik, boltonia, borassus, bosdruif, bossalie, bowlesia, braambes, brassiea, bremraap, brodiaea, bromelia, brongras, brunella, buddleja, buksboom, buntgras, calenthe, calepina, camelina, cannebis, cansjera, cantarel, capsella, capsicum, caragena, carmadon, carpinus, castanea, caucalis, cenchrus, cerinthe, ceterach, chrysant, cicendia, cichorei, clematis, colchium, collomia, collybia, conifeer, coprinus, crabboom, crassula, crithmum, cutandia, cyclamen, dactylis, dagbloem, daglelie, dalkruid, danthus, dicentra, dielytra, dipsacus, dodonaea, dolappel, dolkruid, dopheide, driebast, drieblad, duinriet, echenops, edelweis, eenkoorn, egelskop, eikvaren, eleusine, empetrum, endymion, engbloem, eranthis, eremurus, erigeron, erophila, eryngium, erysimum, euonymus, eupteris, evonymus, falcaria, farsetia, fragaria, framboos, frangula, fraxinus, galigaan, galtonia, gamander, ganzerik, gardenia, gaudinia, geastrum, geelster, gentiaan, gentiana, geranium, gladiool, glaucium, glechoma, gloxinia, glyceria, gomplant, goodyera, goudlork, goudveil, graskers, graskool, gratiola, guizotia, gynerium, haagbeuk, hanepoot, hardgras, harlekijn, hazelaar, heelbeen, heermoes, helenium, helmgras, hepatica, hesperis, heuchera, hibiscus, hippuris, hoefblad, hondsbes, hooigeur, hosackia, hottonia, hulsloof, huislook, hypecoum, hyssopus, imperata, inktboom, inktzwam, isnardia, isolesis, jasminum, kadsura, kamerden, kamvaren, kastanje, klaproos, knoflook, knopbies, knotwilg, koekruid, koeleria, koolraap, koolzaad, korensla, korstmos, kromhals, kruisbes, krulzoom, kweepeer, laburnum, laccaria, lampsana, lathraea, lathyrus, lavatera, lavendel, legousia, leonurus, lepidium, lepturus, leucojum, levermos, lidsteng, liergras, liesgras, liguster, limonium, lisdodde, lonicera, luawigia, lycopsis, lygodium, macleaya, magnolia, majoraan , majorana, marentak, margriet,
mariscus, martynia, mauritia ,medicago, meibloem, meelboom, meidoorn, melkeppe, melkwied, melkzwam, merremia, mespilus, moenchia, moeslook, monsonia, morielje, myosotis, myosurus, naaldaar, nassella, nicandra, noteboom, nymphaea, oenanthe, oleander, oliepalm, olijfboom, olijfwilg, opopanax, orbignya, orchidee, origanum, oroxylum, ossetong ,otophora, palisota, paliurus, palmboom, pandorea, parinari, paspalum, patrinia ,pekanjer, pekbloem, pereboom, perelaar, pereskia, pericome, phacelia, phalaris, pholiota, phormium, physalis, piekgras, pilkruid, pilvaren pilzegge, pistacia, plantago, platanus, platzaad, pluimiep, plumbago, plumeria, poelruit, polygata, polymnia, poncyrus, pongamia, populier, poterium, prikneus, prunella, psiadium, psilotum, ptilotus, puibloem, pulegium, pijlkruid, pijpbloem, pijpjelak, pijpkruid, raaigras, raapzaad, rabarber, rammenas, ranonkel, rapunzel, rasamala, ratanhia, ratelaar, reukgras, reynosia ,rhodiola, ridolfia, riempjes, rietgras, roemeria, roodbeen, rosmarijn, rotskers, rotswilg, rozelaar, russelia, ruwkruid, rijstgras, sabbatia ,saffloer, saffraan, sagopalm, salvinia, sambucus ,sanicula, santalum, santorie, sapindus, satuerja, saurauia, sauropus, saururus, scabiosa, scaevola, scharlei, scheelaa, scherlei, schimmel, schismus, schizaea, schoenus, scolopia, scolymus, scopolia, selderie, serjania, sesbania, sesleria, sidalcea ,sierkers, silphium, slaapbol, slijkgras, smyrnium, sojaboon, solidago, sorbaria, spartina, spartium, spergula, spigelia, spinacia, spinazie, stamroos, steeleik, steeliep, steeneik, steranijs, sterkers, stofzaad, stokroos, syzygium, tabebuia, tacsonia, talkboom, tamarisk, tandzaad, taxodium, teenhout, teutrium, thrincia, tigridia, timothee, torkruid, tribulus, trilgras, trisetum, triticum, tritonia, trollius, troskers, tuberoos, tuinboon, tuinkers, turgenia, turmerie, turritis, tweebast, vaccaria, valkruid, veldbies, veldkers, verfbrem, veronica, vetkruid, vetplant, viburnum, viltroos, viscaria, voetblad, vlotgras, vogellijm, vossebes, vuilboom, vijgeboom, warkruid, wasbloem, weegbree, weigelia, windhalm, windroos, wistaria, wolkruid, xanthium, ijzerhard, zaagblad, zandkool, zandmuur, zeeaster, zeekraal, zeeraket, zegeltje, zoethout, zomereik, zoethout, zoutgras, zuurling
9 aardappel, aardeikel, addermoes, addertong, affodille, agaatroos, agonandra, agrimonia, agropyton, ailanthus, akkerkers, akkerkool, akkermunt, akkerrood, akkerroos, allocarya, alpengras, alpenroos, amaryllis, amberboom, ammadenia, ammochloa, ammophila, amsinckia, amygdalus, anacyclus, anagallis, ananasbes, anaphalis, andrachne, andromeda, angelonia, anthurium, anthylis, appelboom, aquilegia, araucaria ,armoracia, arnoseris, aronskelk, aronsstaf, artemisia, asclepias, asparagus, asplenium, astrantia, aubergine, avicennia, baardgras, balsamina, balsemien, basilicum, beekpunge, beemdgras, beenbreek, behennoot, bellardia, bereklauw, beukvaren, biesvaren,
biezenkop, blaaswier, blauwgras, bloemkool, bloemriet, boksdoorn, bonekruid, boomvaren, bosliefje, boterkarn, brilkruid, bupleurum, calamintha, calendula, campanula, cantharel, capucijner, cardamine, carthamus, catabrosa, ceanothus, centaurea, centaurie, cerastium, cicerbita, cichorium, cineraria, citrullus, claytonia, colchicum, commelina, conringia, coreopsis, coronaria, coronilla, coronopus, corydalis, crataegus, cucubalus, cucurbita, cupressus, cynanchum, cynosurus, cypergras, cyrtonium, dadelpalm, dagschone, danthonia, dauwnetel, dictamnus, diervilla, digitalis, digitaria, diospyros, diplachne, doddegras, doornzaad, doronicum, dovenetel, drakenkop, duifkruid, duikelaar, duindoorn, dwerggras, dwergspar, dwergvlas, ecballium, echinaria, edelweiss, elaeagnus, elytrigis, emerkoorn, epilobium, epimedium, epipactis, equisetum, erythraea, erythrina, euchlaena, euclidium, euphoribia, euphrasia, ezelsoren, agopyrum, forsythia, frankeinia, fijnstraal, galanthus, galeopsis, galinsoga, ganzerik, ganzevoet, gemshoren, geweiboom, gipskruid, gladiolus, glaskruid, glidkruid, goudhaver, graslelie, grevillea, grindelia, grondster, grijskruid, haagdoorn, haagwinde, haynaldia, azelatuw, hazelnoot, hedypnois, hedysarum, eelkruid, heggemuur, eggerank, helmbloem, helmkruid, hemelboom, hemizonia, heracleum, herminium, herniaria, hertshooi, hertsmunt, hieracium, hippophaë, holosteum, holwortel, honckenya, ondsdraf, hondstand, ondstong, hoornblad, hopklaver, ortensia, huttentut, hydrangea, hypiricum, hypholoma, impatiens, jezusgras, odenkers, judasboom, juniperus, karadebol, kalanchoë, kalfsvoet, kalketrip, kamerpalm, kanteloep, kersappel, kerseboom, kerstroos, kerstster, knarkruid, knikbloem, kniphofia, knipherik, knopkruid, koeienoog, kogelboom, kokospalm, komkommer, komijnzaad, koornroos, koriander ,kornoelje, kortsteel, kraagroos, kraailook, kraanhals, kransspar, kringzwam, kruidkers, kruipbrem, kruipwilg, lactarius, lagoseris, lamarckia, lavendula, lederboom, leeuwebek, leontodon, lepelblad, lepelboom, lepigonum, lespedeza, libanotis, lidcactus, ligustrum, limosella ,lobularia, longkruid ,loodkruid, loogkruid, lotosboom, lijsterbes, maanvaren, magnifera, malachium, malcolmia, mannagras, marjolein, marrublum, mutthiola, melitolus, melkkruid, mentzelia, microcala, minuartia, mirabilis, mistletoe, moeraseik, moffenpijp, monolepis, monotropa, muizenoor, mulgedium, muurbloem muurpeper muurvaren, myricaria, naaldboom, narcissus, neophila, nephelium, nestvaren, nevelgras, nevelzwam, nicotiana, nieskruid, niesvaren, nimfkruid, odontites, oenethera ,ogenklaar, okkernoot, onopordum, oreopanax, orobrance, ortgiesia, oryzopsis, osmanthus, oxyanthus, oxybaphus, oxycoccus, oxylobium, oxymitria, oxystigma, paasbloem, paaslelie, palaquium, palmlelie, parelgras, parelzaad, parnassia, passerina, pasteraak, pastinaak, pastinaca, potiëntia, paullinia, paulownia, pellionia, peltandra, penstemon, peperboom, peperkers, pepermunt, peperomia, periploca, Pernettya, persoonia, petasites, pharbitis, phaseolus, pholiurus, phyllitis, piluparia, pimpernel, pioenroos, pluimboom, pluimgras, pedolepis, polygonum, polypogon, polyporus, popelboom, portulaca, postelein, prestonia, prinsepia, pronkboon, pronkerwt, pteridium, pulicaria, pijlwortel, pyrethrum, radijskool, rafflesia, ramischia, rapistrum, rauwolfia, reaumuria, regenboom, rehmannia, restrepia, rhabarber, rhamnella, rhipsalis, rhodanthe, richardia, rodgersia, roegneria, rolklaver, rosientje, rosularia, roystonea, rozemarijn, rozetblad, rucbeckia, saccharum, sagoplant, salvadora, santolina, sapodilla, saponaria, sassafras, savelboom, saxifraga, scabieuse, schoberia, schrebera, schijngras, scleropoa, senebiera, serratula, sevenboom, sherardia, sideritis, sierappel, sitkaspar, slangekop, sleedoorn, sleedoren, sleepruim, slijkgroen, smilacina, sneeuwbal, sneeuwbes, soldaatje, spathodea, spruitjes, stalkaars, stalkruid, steelzaad ,steenbeuk, steenkers, steenroos, steenruit, steenthijm stekelbes, stenactis, stephania, stereulia, stinkblad, stinkboom, stinkroos, stinkzwam, strobloem, struikhei, stuifzwam, styphelia, subularia, succulent, symphonia, symphytum, symplocos, syngonium, taguaboom, tamarinde, tanacetum, taraxacum, tarwegras, taxusboom, teesdalia, thujopsis, tongvaren, tormentil, tripolium, treurbeuk, treurwilg, trifolium, tripmadam, triteleia, tuberaria, tuinmelde, tulpeboom, tweekoorn, uiversbek, valeriaan, vedergras, veenpluis, veldgerst, veldsalie, ventenata, venushaar, verbascum, verbesina, viltkruid, lambloem, vlasdolik, vlaskruid, vlieszaad, vlotvaren, voerbloem, vogelkers, vogelmelk, vossenbes, vuurbloem, vuurdoorn, wakholder, waterbies, watereppe, waterkers, watermunt, watermuur, waternoot, waterpest, wegdistel, wegedoorn, whitlavia, wintereik, wolfskers, wolfsmelk, wolfspoot, wollegras, wolverlei, wormkruid, ijzerkruid, ijzervaren, zandanjer, zandbloem, zandhaver, zandraket, zeedistel, zeepkruid, zeevenkel, zeezuring, zenegroen, zevenblad, zevenster, zilverden, zonnedauw, zoutkruid, zwavelkop, zwenkgras, zijdeplant
10 aardappel, aarddistel, acajouboom, achtermeel, aegopodium, agapantnus, agrostemma, akeleiruit, akkerkruid, akkerwinde, alangalang, alchimella, alopecurus, alpenaster, amaranthus, amelanchier, amethystea, anacamptis, ananaskers, anacardium, anastatica, antennaria, anthericum, anthocerus, anthriscus, armilliria, ascomyceet, asphodelus, aspidistra, asteriscus, astragalus, bazielkruid, beemdhaver, beetwortel, bekerplant, belladonna, berendruif, berenklauw, bergdrank, bezemkruid, biscutella, bitterling, bitternoot, bitterzoet, blaasvaren, blauwbloem, boerenkers, boerenkool, bonenkruid, bosaardbei, bosandoorn, bosanemoon, boshyacint, boswalstro, boswederik, boterbloem, botrychium, brandnetel, breukkruid, bijenorchis, calliopsis, calystegia, catananche, catapodium, centaurium, champignon, chimaphila, chondrilla, chorispora, cladanthus, cochlearia, coriandrum, corrigiola, cortadoris, crypthanta, cymbopogon, delphinium, diplotaxis, darwintulp, donderblad ,dooierzwam, doornappel, douglasden, draaibloem, driedistel, droogbloem, druifkruid, dryopteris, dubbelkelk, dubbelloof, duinroosje, duivelskop, dwergbloem, eendekroos, egelantier, eleocharis, eragrostis, eremopyrum, eriophorum, erucastrum, esparcette, essenkruid, eupatorium fakkelgras fioringras foeniculum gaillardia, gaffeltand, ganzebloem, gastridium, geelhartje, geelwortel, geitebaard, genistella, gierstgras, globularia, gnaphalium, goudsbloem, goudscherm, grasklokje, greppelrus, gymnadenia, gypsophila, haakdistel, halianthus, hangsilene, hartgespan, hauwklaver, hazepootje, hazestaart, heggewikke, heggewinde, heidekruid, heksenmelk, helianthus, heliotroop, helipterum, helleboru,s helminthia ,hemlockden, hibacypres, hierochloë, hokjespeul, holodiscus, hondskruid, honingzwam, hoornbloem, hyacinthus, hoyscyamus, illecebrum, immortelle, indigofera, jeneverbes, jobstranen, kaneelroos, kappertjes, kartelblad, kattedoorn, kikkerbeet, kleefkruid, knoopkruid, kogelbloem, kollebloem, korenbloem, kraaiheide, kranssalie, kromstaart, kroonkruid, kroosvaren, kruidnagel, kruipvaren, kruisdoorn, kruiskruid, kruizemunt, kwetspruim, leeuwenbek, leeuwetand, lepionurus, levensboom, leverkruid, levisticum, liefdegras, littorella, lontarpalm, lophantus, lycoperdon, lycopodium, lysimachia, maagdepalm, mactotomia, madeliefje, matricaria, mattenbies, natteuccia, meconopsis, melampyrum, melandrium, melkdistel, meloenboom, menyanthes, metroxylon, miscanthus, moehringia, moeraskers, monnikskap, ontbretia, morgenster, muurdravik moricandia ,naaktvaren, naaldvaren, nagelbloem, nagelkruid, narthecium, nasturtium, nymphoides, oeverkruid, oeverzegge, ogentroost, omphalodes, onobrychis, ophiopagon, oplismenus, ornithopus, otacanthus, oxydendrum, paardeboom, paardegras, pachyveria paddebloem, paddekruid, pampasgras, papenbloem, papenkruid, papierberk, parelkruid, parietaria, parochetus, paronychia, parthenium, patersonia, passiflora, pakwegerst, pelliciera, pennisetum, pentstemon, peperkruid, perzikboom, pestwortel, peterselie, peucedanum, peulvruch,t phagangium, phragmites, phytolacca, pimentboom, pimpernoot, pimpinella, pinangboom, pinguicula, piorieroos, platanthera, platycarya, platycodon, pluimvaren, pluimzegge, polemonium, polycarpon, polycnemum, polypodium, pompebloem, potentilla, prachtrank, prachtriet, prenanthes, priemkruid, pronkwinde, pruikeboom, pruimeboom, pruimelaar, pseudosasa, pterocarya, pulmonaria, pulsatilla, purperwilg, puschkinia, pyracantha, raffiapalm, ranunculus, rapistrum, ratelabeel, reigersbek, rendiermos, rhinantus, rhodotypos, rhynchosia, ridderzwam, rietorchia, rimpelroos, ringboleet, roggebloem, rosmarinus, rotscactus, rozenmelde, rubberboom, ruigklokje, rupsenboom, rupsklaver, sagittaria, salicornia, salieplant, salpichroa, sandelboom, sarcanthus, sarcocolla, sarracenia, sarradelle, sauromatum, sauvagesia, sawomanila, schaafgras, schaafstro, schapenoor, scheefkelk, scheerling, schefflera, scherpgras, schietwilg, schildzaad ,schinopsis, schisandra, schotkruid, schubkruid, schubvaren, schuimblad, schijnraket, scindapsus, scorpiurus, scorzonera, semecarpus, senestruik, serradelle, setcreasia, shepherdia, sieglingia, siepenhout, sisymbrium, slaapkruid ,slaaplelie, slangeblad, slangelook, slootveren, smeerkruid, snavelbies, sneeuwroem, sneeuwwilg, soldanella, sparganium, sparreboom, specularia, speenkruid, spekwortel, spilanthes, splitbloem, spoorbloem, sporkeboom, sporkehout, springzaad, spruitkool, steenahorn, steenbloem, steenbraam, steenbreek, steendoorn, steendoren, steennetel, steenvaren, steenviool, stekelbrem, stekelnoot, stekelzaad, stekelzwam, steppegras, sterremuur, sterrenmos, stinkbloem, stinknetel, storaxboom, straatgras, stratiotes, streepzaad, strelitzia, strombosia ,struisgras, struisriet, suikerbiet, suikerriet, suikermais, suikerpalm, thalictrum, torenkruid, tragopogon, trientalis, triglochin, trigonella, tropaeolum, trosdravik, trosnarcis, tulpenboom, tijgerbloem, tijgerlelie, vaderplant, vederkruid, veenworte,l veldzuring, vingergras, vinkenzaad, vogelwikke, vroegeling, vroeghaver, waterlelie, waternavel, waterpeper, waterpunge, weide kruid, wolfsklauw, wonderboom, wondklaver, zeeviolier, zilverspar, zilverwilg, zonnebloem, zonnekroon, zuilcactus, zwaluwtong, zwartkoren, zwartsteel
11 aardamandel, aardbeiboom, achterbloem, adderwortel, afgodskruid, akkerdistel, akkerdravik, akkerklaver, akkerklokje, akkerscherm, alpenklokje, amandelboom, amandelwilg, anthoxantum, antirrhinum, arabidopsis, arundinaria, asphodeline, bazielkruid, besanjelier, biggenkruid, blizenkruid, bingelkruid, bitterkruid, blaassilene, blackstonia, bloedgierst, borstelbies, borstelgras, bosvogeltje, braamstruik, brassicella, bulbocodium, buphthalmum, calandrinia, calceolaria, callitriche, calycanthus, centunculus, chaenomeles, cheiranthus, chelidonium, henopodium, chionanthus, citroengras, clinopodium, convallaria, convolvulus, corispernum, cornucopiae, cotoneaster, crucianella, cryptomeria, cynoglossum, cypripedium, cystopteris, amastbloem, eschampsia, descurainia, dessertblad, dodecatheon, donderkruid, dotterbloem, duivekervel duizendblad dwergmispel, echinochloa, echiondorus, eigenheimer, engelwortel, erythronium, espartogras, filipendula, fluitekruid, fritillaria, galeobdolon, gaspeldoorn, genadekruid, giersmelde, gleditschia, glycyrrhiza, goudenregen, guichelheil, guldenroede, gymnocladus, handjesgras, hemelroosje, havikskruid, heksenkruid, heleocharis, helichrysum, helleborine, haverwortel, hennepnetel, hoenderbeet, hydrocharis, hydrocotyle, hypochoeris, incarvillea, indigobloem, ionopsidium, ivoordistel, kafferlelie, kaimastruik, kanariegras, kanariekers, kanariezaad, kankerbloem, karmozijnbes, kattendoorn, kattenkruid, kattestaart, kentranthus, keverorchis, knolamaniet, kogeldistel, kompasplant, kruisdistel, kuifhyacint, kweldergras, leeuwentand, lenteklokje, leycesteria, limoenkruid, liquidambar, longenkruid, loroglossum, maagdenpalm, maianthemum, mantelanjer, mariadistel, mariahartje, maskerbloem, menispermum, mercurialis, mexicaantje, moederkruid, moederplant, moerasvaren, mosbloempje, mottenkruid, muizengerst, muizestaart, muskuskruid, nachtorchis, nachtschade, nachtsilene, negergierst, nephrolepis, nootmuskaat, oranjebloem, orleaanboom, orthocarpus, paardebloem, paardeklauw, paardengras, pachyphytum, pachypodium, pachyrhizus, pachysandra, palmboompje, palmyrapalm, papierbloem, parapluboom, parasolboom, parelgierst, parnaskruid, passiebloem, patrijskruid, pedicularis, pelargonium, penningblad, perzikkruid, phegopteris, pieterselie, platycerium, pluimakelei, pluimakolei, pluimgierst, polygonatum, polystichum, potamogeton, prachtappel, prachtkaars, pruikenboom, pseudolarix, pseudotsuga, puccinellia, purperwinde, rattenkruit, reigerbloem, retinispora, reuzenlelie, rhagadiolus, ridderspoor, ringelwikke, rododendron, rouwviolier, rozelaurier, rubberplant, rupsenkruid, sanguinaria, sanguisorba, sansevieria, sapotilboom, sarcocaulon, sawoemanila, chaamkruid, schaduwgras, schapengras, scheefbloem, schelwortel, schermbloem, scherpkruid, schizanthus, schorseneer, schroefboom, schroefpalm schubwortel, schuimkruid, sciadopitys, scleranthus, sclerochloa, scutellaria, selaginella, sempervivum, seringeboom, sierasperge, sikkelkruid, sinaasappel, slangebloem, slangekruid, smeerwortel, sophiekruid, speerdistel, speerwortel, spergularia, sporkenhout, steenklaver, stekeldoorn, stekeldoren, stekelvaren, sterhyacint, sterrekroos, sterrekruid, stoelenbies, strandkruid, stranvaesia, streepvaren, strophantus, struikheide, struikwinde, struisvaren, suikerahorn, suikernetel, tambourissa, tandjesgras, tasjeskruid, tazatnarnis, teunisbloem, theeboompje, thelesperma, thelypodium, thysselinum, topineamber, trompetboom, utricularia, varkensgras, varkenskers, vingerplant, vleugelnoot, vliegenzwam, vogelgierst, vogelnestje, vogelpootje, vossestaart, vrouwenhaar, waardenhout, waterklaver, waterstruik, weidekervel, weymouthpijn, wiedemannia, wintergroen, wonderbloem, wrangwortel, wijfjesvaren, xanthoceras, zilverhaver, zomerklokje, zonneroosje, zwaardvaren, zwanenbloem, zwavelkopje
12 aardkastanje, abrikozeboom, affodillelie, akkerbedstro, akkerereprijs, akkerkamille, alstroemeria, anacampseros, apenhoutboom, aristolochia, baillonklokje, barbarakruid, bergsteentijm, berkenboleet, bessenstruik, blaadjeheide, blazenkruid, boerenjasmijn, bokkenorchis, borstelkrans, brachypodium, bruidssluier, callistephus, centranthus, cephalanthus, cephalotaxus, chaerofolium, chamagrostis, chimonanthus, citroenkruid, coeloglossum, corallophira, corynephorus, dennenorchis, droogbloeier, druifhyacint, duivenkervel, duizendknoop, echinopsilon, fonteinkruid, heelblaadje, heesterpioen, helianthemum, heliotropium, helosciadium, hennepvreter, herderstasje, herfstsering, herfsttijloos, hirschfeldia, holoschoenus, honingklaver, hoornpapaver, jacobsladder, januariplant, judaspenning, kaasjeskruid, karnperfoelie, kandelaartje, keizerskroon, kievitsbloem, klavervreter, klaverzuring koelreuteria, koningskaars ,koningsvaren, koraalstruik, koraalwortel, krabbescheer, kwispelgerst, lambertsnoot, lampionplant, leeuwenklauw, leontopodium, limnanthemum, liriodendron, lithospermum, mammoethboom, mangelwortel, moerascypres, moerasklokje, moerasscherm, mottenkoning, muggenorchis, muriophyllum, haaldekervel, muggenorchis, myriophyllum, naaldenkoker, nachtviolier, olifantsgras, ooievaarsbek, ophioglossum, ornithogalum, paardenbloem, paardestaart, pachystroma, pantoffeltje, pedicellaria, penningkruid, peperboompje, pinksterroos, pistacheboom, pluimasperge, pluimhyacint, poppenorchis, populierboom, prachtklokje, prachtspirea, profeetplant provenceroos, psorospermum, purperklokje, purperdistel, pijlkruidkers, pijpestrootje, radermachera, randjesbloem, raphanistrum, reuzencactus, rhododendron, rhynchospora, robertskruid, rozegeranium, rozenkransje, sabadelkruid , salpoglossis, satansboleet, schapedistel, schapekervel, schapeklaver, schapenbloem, schapezuring, scharenkruid, scheuchzeria, schorrekruid, schubkamille, schijfkamille, schijnspurrie, scrofelkruid, schrophularia ,serpentslook, siegesbeckia, sikkelklaver, sisyrinchium, slakkeklaver, slangenkruid ,slangewortel, sleutelbloem, snavelruppia, sneeuwklokje, sphenopholis, standelkruid, steenviolier, stekelaugurk, stenophragma, stenotaphrum, stippelvaren, straalscherm, tamariskboom, timotheegras, tradescantia, trichophorum, trompetbloem, tuingeranium, tuintjesgras, valerianella, vincetoxicum, vlooienkruid wateraardbei waterkaarden, waterviolier, weichselboom, wespenorchis, weverskaardje, wilgenroosje, winterjasmijn, wrattenkruid, xanthorrhiza, zandblauwtje, zannichellia, zantedeschia, zeepostelein, zilverdistel, zilverschoon
13 aardbeiklaver, adelaarsvaren, akkerhanevoet, lternanthera, arrhenatherum, bastaardsenne, blaasjeskruid, borstelscherm, bougainvillea, bruinnetteken ,calamogrostis, cardaminopsis, cephalanthera, ceratophyllum, chaenorrhinum, haerophyllum, chaemzecyparis, christusdoorn, chrysanthemum, dennenmoorder, dieffenbachia, dimorphotheca, draad gentiaan, dracocephalum, drieurenbloem, duizendschoon, chinosperhum ,flamingoplant, heiligenbloem, ndigoboompje, kanneboenders, kentrophyllum, klaverboompje, naapjeskruid, koekoeksbloem, kruisjesplant, lampenpoetse,r lavendelheide, kroosjespruim, lepeltjesheide, lepeltjesdief, meloenboompje, mierikswortel, moerasandijvie, moerbezieboom, nuehlenbergia, muskusplantje, aaldenkervel, orleaanstruik, papiermoerbei, parentucellia, pinksterbloem, pinksterlelie, pinksternakel, piptochaetium, prachtlobelia, provincieroos, psittacanthus, ratelpopulier, reizigersboom, reuzenkalebas ,reuzenpapaver, ietzwenkgras, salomonszegel, schorrenkruid, schroeforchis, schijnhazelaar schijnviooltje, scolopendrium, intjansbloem, sintjanskruid, seringestruik, slangenwortel, specerijstruik, spiegelklokje, spiraalruppia, steenrotskers, stekelboompje, strandkamille, strandviolier, streptocarpus, strophostyles, stijfselbloem, suikeresdoorn, tamarindeboom, toverhazelaar, rachyspermum, varkenskervel, vergeet meniet, liegenorchis vrouwenmantel, vuurwerkplant, waterdrieblad, atergentiaan, waterhanepoot, waterranonkel, waterweegbree, interakoniet, zanddoddegras, zandroerkruid,
14 duinreigersbek, hondstarwegras, ooievaarsbloem, paardkastanje, pantoffelbloem, papegaaiekruid, apunzelklokje, saffraancrocus, sappanhoutboom, scharnierbloem, scharnierplant, schildpadbloem, slangkomkommer, sneeuwvlokboom, stinkganzevoet,
15 sinaasappelboom, tuinridderspoor
bloembed border, perk, rabat
bloembegin knop
bloembolgewas anemoon, borliris, gladiool, hyacint, krokus, lelie, narcis, ranonkel, sneeuwklokje, tulp, vogelmelk, sneeuwklokje
bloembekleedsel - periant
bloembiesachtigen - juncaceeën
bloembodem - torus
bloembollencentrum Keukenhof
bloembollenkweker - bollenbaas
bloembos boeket, ruiker, tuil
bloem, deel van een -
4 kelk, stijl
5 kroon, ovula, steel, torus
6 bijkelk, discus, pollen, sepaal, stylus, tepaal
7 athere, loculus, avarium, stamper, stempel,
stengel
8 bloemdek, epicalex, gynofoor, helmknop,
kelkblad, perianth, staminum, stigmata
9 gynaecium, helmdraad, kroonblad, meeldraad,
nectarium, pastillum, stuifmeel
10 androecium, hypanthium, pedicellus
11 honingklier, staminodium
12 receptacullum, zaadbeginsel
14 vruchtbeginsel
bloemencorso - optocht
bloemendek perigonium
bloemendekblad - tepaal
bloem der onsterfelijkheid amarat
bloemdieren anthozoa
bloemdragend - bloeiend
bloemenetend - anthofaag
bloemenfeest Floralia
bloemenhandelaar - bloemist
bloemenhof siertuin
bloemenhouder - vaas
bloemenkluwen - glomerumus
bloemenminnend - anthofiel
bloemenoptocht - corso
bloemenpoeder - stuifmeel
bloemenrand border
bloemenring - krans
bloemenslinger festoen, guirlande
bloementafel jardinière
bloemententoonstelling - floriade
bloementooi bloesem
bloemenvaas kostbare jardinière
bloemengodin Flora
bloemetje - boeket
bloemfeest - floralia
bloemgarnering - corsage
bloemgestel - aar, katje, inflorescentie, tros
bloemig - bebloemd, bloemrijk, droog, kruimig, melig
bloem in de weide - boterbloem, pinksterbloem
bloemist florist, kweker, bloemenhandelaar
bloemisterij - kwekerij
bloemknop albastrum
bloemkoek - caenanthium, hypanthodium
bloemkoolziekte boren, klemhart, schift, waterziek
bloemkroon corolla
bloemkroonblad petaal
bloemkoolneus - rinofyma
bloemkroonachtig - petaloïd
bloemkweker bloemist
bloemlezing analecta, anthologie, chrestomathie
bloemmotief arabesk
bloemornament feston
bloemperk in een tuin bed, rabat
bloempje - madelief, viooltje
bloemplant - anthofyta
bloemriet - canne
bloemrijk beeldend, polyanthisch
bloemrijk feest - corso
bloemruiker - boeket
bloemschede - spata
bloemsierkunst, (Jap.) - ikebana
bloemslingers guirlandes
bloemstuk boeket, corsage, krans, ruiker
bloemsijsje - barnsijs
bloemsoort - buisbloem, lipbloem, muilbloem, steelschaalbloem, sterbloem, vlinderbloem, windbloem
bloemtros bel
bloemtuil ruiker
bloemvak perk
bloem van meel - donst
bloem van roggemeel mik
bloemvormig ornament fleuron
bloemzoet - lief, vriendelijk
bloesem dragen - bloeien
bloesem van zekere vruchtboom perenbloesem, kersenbloesem, appelbloesem, pruimenbloesem
blohartig bang, beschroomd, laf(hartig)
bloheid lafheid, schuchterheid
blok complex, figuur, katrol, klos, offerblok, patroon, stronk, stuk, tronk
blok (scheepsterm) katrol
blok (fig.) last, lastpost
blok aan een paardenbeen - bengel
blok dat twee palen bijeen houdt ezelshoofd
blok, deel van een - nagel, neut, wang, wartel
blokdruk - xylografie
blok hout - klomp
blokhuis - citadel
blokje klos, klont
blokje brandstof - briket
blok kalksteen - clint
blok staal - bram
blok turf briket
blokkade afsluiting, beleg(ering), belemmering, blokkering, hindernis, insluiting
blokkadebreker runner
blokken afsluiten, blokkeren, sloven, studeren, vossen, zwoegen
blokkeren - afsluiten, caleren, stremmen, verhinderen
blokkering blokkade
blokkeringscondensator - sperring
blokleem - keileem
blokmaker - chemigraaf, clichémaker
blok om te hijsen - katrol
blokschoen - klomp
blokwalsen - blooming
blokwerk - fluitregister
blond - licht
blond meisje blondine, blondje
bloodaard bangerd, lafaard
bloot adamskostuum, baar, blik, eenvoudig, enkel, kaal, naakt, onbedekt, ongekleed, ongewapend, ontkleed, open, poedelnaakt
blootleggen - ontdekken, onthullen, openbaren
blootgelegd openbaar
blootstellen - riskeren
blootsvoets barrevoets, ongeschoeid
blos fleur, kleur, tint
bloterik - naaktloper, nudist
blouse kiel, shirt
blouson - windjak
blouwel - hennepbraak
blowen - roken
blozen bleken, kleuren
blubber bagger, derrie, dras, modder, prut, slib, slijk
blubberen baggeren, modderen
blubberig - modderig
bluf branie, durf, gepoch, grootspraak, humbug, moed, opschepperij, pocherij, poeha, pompa, praal(zucht), poeha, renommage, snoeverij, vertoon, zwetserij
bluffen geuren, grootspreken, pochen, opscheppen, opsnijden, pralen, snoeven
bluffer blaaskaak, blageur, branie, dikdoener, grootspreker, keker, opschepper, opsnijder, pocher, poen, praler, proleet, zwetser,
blufferig - pocherig, snoeverig, protserig
blunder betise, bok, domheid, enormiteit, flater, fout, miskleun, poedel, stommiteit
blusmiddel schuim, stikstof, water, zand
bluspot - doofpot
blussen doven, uitmaken
blusser - brandweerman
blut arm, berooid, gust, kaal, platzak, rut
bluts braam, buil, deuk, kneuzing, kwetsuur
blutsen kneuzen, kwetsen
boa bontsjaal, halsbont, koningsslang, slang, verenbont
bob slee, thuisbrenger
bobbekop bullebak, dikkop, dwarskop, waterhoofd
bobbel bal, bel, blaar, blaas, buil, buit, bult, gezwel, oneffenheid, pukkel, zwelling
bobbelig - hobbelig
bobbeltje bultje, puistje, pukkel
bobbeltjesstof everglaze
bobben - bobsleeen
bobberd dikkop, dikzak, lomperd
bobberen - poperen
bobby - politieagent
bobine inductie(klos)
bobijn - klos, spoel
bobo kopstuk, voorman
bobslee rijden bobben
bocconia - macleaya
bochel - bult, bultenaar, kyfose
bochelen - ranselen
bocht afval, baai, boog, buiging, draai, kink, knik, kromming, kronkel, meander, wending, uitschot,
bochtig kronkelig, tortueus
bochtig deel - meander
bochtige kronkelende streep ader
bochtige weg kronkelpad
bod aanbieding, aanbod, kooppoging, offerte
bod, een-doen - bieden
bodder - assepoester, sloof, werkezel
bode afgezant, agent, bediende, berichtgever, besteller, boodschapper, brenger, dienstmeisje, facteur, gezant, koerier, lakei, loper, nuntius, overbrenger, pedel, postbezorger, vrachtrijder, werkster
bode der goden Hermes, Iris, Mercurius
bode van een academie pedel
bodega bar, wijnhuis, wijnkelder, wijnlokaal
bodem aarde, basis, bedding, grond, grondvlak, onderkant, schip, vloer
bodemademhaling - aëratie
bodemafzetting sediment, sedimentatie
bodemhorizont (ijzer)oerlaag, loodzand
bodeminzinking depressie, ponor, slenk
bodeminzinking in Azië Dode Zee, Toerfan
bodemkunde pedologie
bodemkundige pedoloog
bodemlaag aardkorst, bedding
bodemopening gat, put
bodemprofiel podzol, tsjernozom
bodemrijzing bijhoudend antecedent
bodemsoort - podsol, podzal
bodemverschijnsel inspoeling, profielvorming, uitspoeling, verhitting, verwering
bodemvlak - grondvlak
bodemvloeiing - solifluctie
bodemvorming - pedogenese
bodemziekte - boutvuur, klem, miltvuur
bodes der goden - Iris
bod op een veiling - inzet
body corpus, lichaam, lijf
bodyguard bewaker, lijfwacht
Boeddha, leer van - boeddhisme, dharma
Boeddha, neef en leerling van - Ananda
Boeddhisme, soort - hinajana, mahajana, theravada
Boeddhisme, stichter van het - Boeddha
Boeddhistisch begrip Nirwana, Nirvana
Boeddhistische bedelmonnik bhiksjoe
Boeddhistische canonieke boeken - santri
Boeddhistische concentratie - samadhi
Boeddhistisch dogma - karma
Boeddhistische geestelijke - bonze
Boeddhistische gemeenschap - sangha
Boeddhistisch geschrift Soetra
Boeddhistisch heiligdom stoepa
Boeddhistische heilige Bodhisattva
Boeddhistische heilige stad Lhasa
Boeddhistisch ideaaltoestand - Nirvana
Boeddhistische kerk tera
Boeddhistische kuisheid - ahimsa
Boeddhistische kwade geest Mara
Boeddhistische leek - spasaka
Boeddhistische literatuur - gatha
Boeddhistische meditatie samadhi
Boeddhistische moeder Maya
Boeddhistische monnik - arkat, bo, bonze, bhiksjoe, lama, sthavira, thera
Boeddhistische monnikenorde - Sangha
Boeddhistisch monument - dagob(a)
Boeddhistisch monument op Java Djago, Dsjago
Boeddhistisch nieuwjaar Thet
Boeddhistisch oerprincipe - brahman
Boeddhistische onsterfelijkheld Nirvana, Nirwana
Boeddhistische school - sjinto, tantra, tendai, tientai, vinaja, yoga, zen
Boeddhistisch stadium - kalpa, nirvana
Boeddhistische taal pali
Boeddhistische tempel pagode
Boeddhistische tempel op Java Boroboedoer
Boeddhistische titel Mahatma
Boeddhistische tucht - vinaja
Boeddhistische weg naar de ideale toestand - yoga
Boeddhistische wet - dharma
Boeddhistische zaligheidstoestand - nirvana
boedel erfenis, huisraad, inventais, legaat, meubilair, nalatenschap, vermogen
boedelbeschrijving inventaris
boedelkamer weeskamer
boedellijst - ce(d)el
boedelrechter curator
boef bandiet, belhamel, boosdoener, deugniet, misdadiger, rakker, schavuit, schelm, schurk, snoodaard, straatjongen, vagebont
boefje deugniet, rakker, schelmpje, stouterd, straatbengel
boeg neus, steven
boegbeeld - schegbeeld
boegen - koersen, varen, zeilen
boegspriet kluifhout
boeg van een schip - punt
boei baak, baken, bank, breel, joon, halsijzer, keten, kluister, prang, ton
boei aan een net joon
boeien - fascineren, interessant, ketenen, knevelen, vastbinden
boeiend interessant, onderhoudendpakkend, spannend
boeilicht - holmeslicht
boek band, bundel, encyclopedie, foliant, geschrift, lectuur, naslagwerk, novelle, roman, turf, volume, woordenboek
boek Hebr. sefer
boek dat geslachtswapens beschrijft armoriaal
boek der getallen Numeri
boek der Mohammedanen Koran
boek der liederen sje-ting
boek der oorkonden - sjoe-ting
boek der riten li-tji
boek der veranderingen i-tjing
boek met kaarten atlas
boek met lege bladen - album
boek met reisgegevens baedeker, reisgids
boek over de Britse adel debrett
boek , groot foliant
boek voor verzamelingen album
boek van groot formaat folio
boekaankondiging - bespreking, recensie
boekachtig - stijf
boekanier filibuster, kaper, piraat, vrijbuiter, zeerover
boekband - omslag
boekbandversiering - kapitaalbandje
boekbeoordeling - bespreking, recensie
boekbeschrijver bibliograaf
boekbeschrijving - bibliografie
boekbespreker - referent
boekbespreking recensie, kritiek
boekbewaarder - bibliothecaris
boekbindersleer - kunstleer
boekbinderslinnen - bougram, buckram
boekbinderstempel filet
boekbindersterm folio, katern, kwarto, oblong,octavo
boekbinderswerktuig dunmes
boekdeel band, boekwerk, tomus, volume
boekdrukkersfamilie Plantijn, Elsevier, Blaeu
boekdrukker - typograaf
boekdrukkerswerktuig - ferlet
boekdrukkunst typografie
boekel - haarkrul
boeken aantekenen, bespreken, debiteren, inschrijven, noteren, optekenen, turven
boekenafschrijver - kopiist
boekenbeschrijver - bibliograaf
boekenbezit bibliotheek
boekenclub - lezerskring
boekengek biliofiel, bibliomaan
boekenkamer - boekerij
boekenkennis - bibliognosie
boekenlegger lees en bladwijzer
boekenlijst - catalogus
boekenmens - kamergeleerde
boekenplank - regaal
boekenschrijver - auteur
boekenstandaard - lessenaar
boeken ter verstrooiing - ontspanningslectuur
boeken uitleenbedrijf - stuiversbibliotheek
boekenverzameling - bibliotheek
boekenvriend bibliofiel
boekenwurm - student
boekenzot - bibliomaan
boekerij bibliotheek, leeszaal
boeket bloemstuk, bos, ruiker, toef, tuil, wijngeur
boekformaat duodecimo, folio, kwarto, oblong, octavo,
sextesimo
boekhouder - klerk
boekhoudkundige accountant
boekhoudplan - rekeningstelsel
boekhoudterm balans, bank, budget, calculatie, credit, debet, deficit, giro, kas, kasgeld, kruispost, post, rente, saldo
boeking inschrijving, registratie
boekje papier - katern
boekmaag bladmaag boekpens, omasus
boekmerk - ex-libris
boek met gedichten - bundel
boek met landkaarten - atlas
boeknaam titel
boekomslag coverstofomslag, kaft
boekonderdeel band, katern
boekstaven opschrijven, noteren
boekteken - ex-libris
boek ter beoordeling - recensie-exemplaar
boek van de schrijver - auteursexemplaar
boek van groot formaat - foliant
boek van Mohammed - koran
boekverhaal roman
boekverzameling bibliotheek
boek voor verzamelingen - album
boekweit breken - grutten
boekweitgort - grutten
boekweitkruid - zwaluwtong
boekweitvergiftiging - fagopyrie
boekwerk boekdeel, bundel, foliant, novelle, paperback, roman, volume
boel herrie, hoop, inboedel, massa, ordeloosheid, reut, rommel, troep, veel, wanorde, zooi, zwik
boelage - overspel
boeldag - veiling, verkoopdag
boel die overhoop is - bende, rommel
boeleerder - minnaar
boeleerster - hoer, prostituee
boelen hokken, samenwonen
boeleren hokken, samenwonen
boelig rommelig, wanordelijk
boelhuis veiling, verkoophuis
boelkenskruid - agrimona, koninginnekruid, leverkruid
boelmansvorke - waterboelkenskruid
boeltje rommel(tje), zwikje
boeman bietebauw, bullebak, spook
boemel - stoptrein
boemelaar - bamser, fuifnummer, kroegloper, losbol, pierewaaier
boemelen bambrocheren, brassen, dweilen, pierewaaien, wallebakken, zwieren
boemeltrein stoptrein
boemerang - werphout
boender borstel, luiwagen, schuier
boenen kuisen, rossen, poetsen, reinigen, schoonmaken, schrobben, verdrijven, wassen, wegjagen, wrijven
boenmiddel - poeder, was, zeep
Boeotië, hoofdstad van - Thebe
Boeotië, stad in - Tanagra
boer agrariër, akkerman, buitenman, heikneuter, kaffer, kinkel, landbouwer, landman, lomperd, oprisping, plattelander, veehouder
boer, kleine - keuter
boer (Arab.) fellah
boer (ind.) tani
boer (Rusl.) koelak
boer in U.S.A. farmer
boer met kleinbedrijf keuter
boerachtig - boers
boerderij bedoening, farm, gedoe, heemstede, hoeve, hofstede, ranch, State (Fries), stee, zate
boerderij, deel van een - boenhok, dars, deel, hooivak, karnhuis, karnmolen, koehuis, melkkelder, schuur, stal, voorhuis, wisch
boerderij in Amerika - farm
boerderij in Friesland - state
boerderij in Z.Am. hacienda
boerderijtype - hoeve, langgeveltype, los-hoes, stelp, stolp
boeren landvolk, oprispen
boerenaal paling, aal
boerenbedrieger - kwakzalver
boerenbende - troep
boerenbezit landgoed, zate
boerenboon - tuinboon
boerenbuis - kiel
boerendans villanelle
boerendochter - deern(e)
boerendozijn dertien
boerendracht - kiel
boerenerf brink, heem
boerenfluit - schalmei,
boerenhofstede havezaat, bisette
boerenhufter botterik, kaffer, kinkel, lomperd, lomperik, pummel
boerenkant - bisette
boerenkers - herik
boerenkiel hes
boerenkinkel kinkel, lomperd, loebas, pummel
boerenknecht - boever, (Sp.) peon
boerenleenbank - Rabo, Raiffeisenbank
boerennachtegaal - (hegge)mus
boerenopstand (van 1358 in Frank rijk) Jacquerie
boerenplaag - akkerdistel
boerenpummel - kinkel
boerentrien totebel, troela, trut
boerenvlegel - kinkel, pummel
boerenwafel wentelteefje
boerenwerktuig eg(ge), gaffel, hark, hooivork, karn, kouter, nek, pikkel, ploeg, riek, sikkel, vlegel, vork, wan, zeis
boerenwoning heem, hoeve, hofstee, boerderij, havezaat
boerenzwaluw - zwaalf
boerinnenkostuum in Oostenrijk en Zuid-Duitsland - dirndl
boer met klein bedrijf - keuter
Boeroendi, bevolkingsgroep in - Hutu, Toetsi, Twa
boerig boers
boers boerachtig, boerig, dorps, grof, landelijk, lomp, onbehouwen, onbeleefd, onbeschaamd, plat, plomp, ruraal, rustiek, smakeloos,
boerschap buurt, gehucht
boerse lompe vrouw - trien
boers en grof - lomp
boersheid - lompheid, platheid, ruwheid
boers en grof - lomp
boersheid - platheid
boert gein, grol, kortswijl, leut, luim, scherts, snakerij
boerten - gekscheren, jokken, mallen, schertsen
boertig burlesque, grappig, guitig, kluchtig, komisch, luimig, olijk, oubollig, snaaks
boertige nabootsing - parodie
boertigheid - scherts
boertje - plattelander
boesman - bosjesman
boet schuur, loodsje, vuurtoren
boete bekeuring, bon, geldstraf, penaal, pene, penetentie, poena, poene, straf
boetedoend kluizenaar fakier, fakir
boetedoening penitentie
boetedoening van 40 dagen - quadrageen
boetedrank - poenitet
boetekleed - cilicium
boeteling bekeerling, penitent
boeten aanleggen, bekopen, betalen, bevredigen, bezuren, genezen, goed, helen, herstellen, lappen, lessen, lijden, maken, ontgelden, ontsteken, repareren, voldoen
boetende bedelmonnik - fakir
boethuis - boede
boetiek modewinkel, winkel
boetprofeet - Jeremia, Jona
boetseerdeeg - plasticine
boetseerhoutje - ébauchoir
boetseerkunst plastiek
boetseerstokje - mirette
boetseerwerktuig - mirette
boetseren modelleren, vormen
boetvaardig berouwvol, ootmoedig
boetvaardige zondares Magdalena
boevenbende gang, dieventroep
boeventaal - bargoens
boeventuig - penose
boevenwagen gevangeniswagen
boever - boerenknecht
boeverig - schelmenstreek
boezelaar eva, schort, sloof, voorschoot
boezem atrium, borst(en), buste, gemoed, golf, (in)borst, inham, watercomplex
boezemvriend belami, intimus, kameraad
boezeroen kiel, overhemd, shirt
boezeroen van wol onderbaadje
bof buitenkansje, geluk, klap, meevaller, plons, slag, stoot, toeval, tref(fer)
boffen treffen, zwijnen
boffer geluksvogel, mazzelaar
bofkont geluksvogel, mazzelaar
bogaard - boomgaard
bogen bluffen, pochen, pralen, pronken, roemen, schitteren
bogengaanderij arcade
bogger - fielt, smeerlap, sodomiet
Boheemse berg - Jeseniky, Snezka
Boheems gebergte - Kirkonôse, Sumara
Boheems glas - kaliglas, kalkkristal
Boheems musicus - Benda
Boheemmse dans - polka
Boheemse nationale dans polka
Boheemse zomerschoen opank
Bohemen, rivier in - Berounka, Bilina, Labe, Ohoe, Sazara, Tepla, Vltava
Bohémien artiest, zwerver
Bohol, hoofdstad van - Tagbilaran
bok blunder, domkop, ezel, flater, fout, geit, lomperd, misslag, sik, stommiteit, takel, vergissing
bok van huiswerk dirkkraan
bokaal beker, kelk, ro(e)mer, wijnglas, wisselbeker
bokkalf kitsbok
bokken - pruilen
bokkenpoot - teerkwast
bokkerig - humeurig, knorrig, kregel, nors
bokkensprongen capriolen, luchtsprongen
bokkever - boktor
bokkig nors, koppig, ritsig, stuurs, tochtig, hardnekkig, tegendraads
bok of blunder flater
bok of sik - geit
boks duw, stoot
boksbaard - salzafij
boksbeugel - kneukelijzer
boksbom - lupine, waterdrieblad
boksen knokken, pugileren, vechten, vuistvechten
bokser pugilist, vuistvechter
boksstoot linkse, rechtse, swing
boksterm bantam-, clinch, counter, blokken, clinch, counter, directe, groggy, hoekstoot, nastoot, halfzwaar-,licht-, midden-veder-, welter-, zwaargewicht, hoek, k.o., linkse, opstoot, punch, rechtse, ring, ronde, stoot, uppercut
boksvoet - duivel, Pan, sater
bokswedstrijd voor het kampioenschap titelgevecht
boktor - acrocinus, bokkever, clytus, macrotoma
bol cilindervormig, convex, globe, hoofd, kogelvormig, opgezet, pafferig, sfeer, zaaddoos
bol gedeelte van een fles buik
bolder - duikereend
bolderik - brileend
bola lasso, werpkoord
bolgewas - bieslookeslook, hyacint, knoflook, krokus, look, narcis, sjalot, sneeuwklokjesneeuwroem, tulp, ui
bolhoed garibaldi, pothoed
bolhol - concaaf, convex
bolide - vuurbal
Boliviaanse berg - llampu, llimani, Musurata, Ollaqué, Sajama, Tacora
Boliviaanse hoofdstad - Sucre
Boliviaanse letterkundige -
4 Diaz, Lara
5 Fabre, Finot, Pinto
6 Echazu, Freyre, Geurra, Tamayo
7 Aquirre, Alarcon, Cerruto, Coimbra, Gerruto, Jimenez, Mendoza, Mercado, Ramallo, Torrico
8 Bedregal, Cespedes, Reynolds
Boliviaans meer - Poöpomeer, Titicacameer
Boliviaanse munt boliviano, centavo, peso
Boliviaanse munt, oude - sueldo
Boliviaanse rivier - Beni, Irénez, Mamoré, Potosi
Boliviaanse vallei - yunga
bolkap kalot
bolknak - sigaar
bolknop bijbol, klister
bolkwast - pompon
bolleboos kei, kraan, uitblinker
bollebuisje poffertje
bollen - zwellen
bollepraat - larie, nonsens, onzin
boller worden opzetten, zwellen
bolletje - kadet
bolletje papier - propje
bolletreeboom - balata
bollig - tochtig
bol maken bomberen, rondzetten, welven
boloferiet - hedenbergier
bolplant - tulp
bolrond convex
bol staan - uitpuilen
bolstaande plooi - pof
bolster bast, buitenschil, bulster, dop, kaf, korst, omhulsel, pel, palie, peluw, schil, sloester
bolus billen, gebak, kleiaarde, strooppil, zegelaarde
bolvorm kogelvorm
bolvormig bol, convex, rond, sferisch
bolvormig dak koepel
bolvormig lichaam - knop
bolvormig omhulsel ballon
bolvormig voorwerp bal, knikker, stuiter
bolvormige koek - oliebol
bolvormige opwelving dome
bolvormige uitwas - knobbel
bolvormige verharding of verhevenheid knobbel
bolvormige versiering - ponpon
bolwerk bastion, burcht, fort, lunet, ravalijn, rondeel, schans, vesting, versterking
bnolwerken - klaarspelen
bolwerksgordijn - courtine
bol wol kluwen, knot
bolwolk - globule
bom - projectiel, raket
bomaanval - bombardement, luchtaanval
bombarde bromwerk in orgels, steengeschut
bombarderen aanvallen, beschieten
bombardeerschip - bombarda, bombarder
bombarie beweging, bombast, drukte, getier, gezwets, grootspraak, klink, klank, lawaai, misbaar, ophef, poeha, spektakel, vertoon
bombast bombarie, gezwollen, hol, kletskoek, larie, nonsens, retoriek, woordenpraal
bombastisch - gezwollen, hoogdravend
bombaxachtige - adansonia, cerbo, durio, pachira
bombazijn - pilou
bomberen - bollen, buigen, rondzetten
bom die niet ontploft - blindganger
bomen keuvelen, kletsen, redekavelen
bomen inkorten toppen
bomen kappen vellen
bomen omhakken kappen, vellen
bomentuin park
bomen veredelen - enten
bomgat galmgat, spongat
bommel - spon
bommerd - kanjer, kokker(d)
bomvol - eivol, gortvol, propvol, stampvol
bomvrij gewelf cazamat, kazemat, poterne, schuilkelder
bon afgiftebewijs, bekeuring, bewijs, cedel, ceel, kwitantie, nota, prent, reçu, teken
bonaf - goed af
bonafide - eerlijk
Bonaire, hoofdplaats van - Kralendijk
bonbon - lekkernij, praline, rumboon
bonbonschaaltje - bonbonnière
bond alliantie, club, federatie, genootschap, liga, genootschap, organisatie, unie, verbond, verdrag, vereniging
bond van handelssteden Hanze, Hansa
bond van samenwerkende verenigingen federatie
bondboek - Pentateuch, O.T.
bondel - spon
bondgenoot alliance, alliantie, geallieerde, helper, medestander, statenbond
bondgenootschap alliantie, stater bond
bondgenootschappelijk federaal
bondgenoten - geallieerden
bondig afdoende, beknopt, concies, deugdelijk, duurzaam, essentieel, essentioneel, kernachtig , kort, kortaf, krachtig, lapide, pittig, stringent, summier, zakelijk
bondskist - ark
bondsvolk - Israël
bonen afhalen - repen
bonenkruid keule, keune kruin
bonensoort - duivelbonen, paardebonen, pronkbonen, pronkers, pronksnijbonen, slabonen, spekbonen, (spek)snijbonen, sperziebonen, stam(sla)bonen, stok(sla)bonen, tuinbonen, veldbonen
bonenstaak slungel, klimstok
bonenziekte - roest
bonetvis - boniet
bong - fuik
bongel knuppel
bonhomie jovialiteit
bonificatie schadeloosstelling, vergoeding
bongerd - boomgaard
bonheur - salonkastje
bonhomie - jovialiteit
bonhomme - goedzak
bonificatie - vergoeding
bonis gegoed, toeslag, welgesteld
bonje - herrie, ruzie
bonjour gegroet, goededag
bonk been, bonk, bot, kerel, klont, kluif, knol, knook, lomperd, schonk, stuk
bonkaarde - bonksel
bonken kloppen, rammeien, stompen
bonker jekker, overjas, zeemansjas, veenarbeider
bonket - banket, bolket, bonker, stuiter
bon-mot - kwinkslag
bonne dienstmeisje, kinderjuffrouw, kindermeisje, nurse
bonnet - muts
bon of factuur - nota
bons dreun, klop, partijleider, plof, schok, slag, smak, val
bont afwisselend, allerlei, boa, fleurig, gemengd, gevlekt, kleurig, kleurrijk, luchtig, pelterij, pelswerk, polychroom, veelkleurig
bo0nt en blauw slaan - aftuigen
bont van Amer. bunzing skunk
bontjas pels(jas)
bonte kraai - schierroek
bonte maki - vari
bonte piet - scholekster
bonten muts kapoets, karpoets,
bontjas pels
bontkoperwerk - borniet
bontmanteltje - palatine
bondmuts - sjapka
bontsjaal boa, stola
bontsoort
3 boa, lam, mol, vos
4 kalf, mink, seal, vair
5 bever, bisam, iltis, konijn, nerts, otter, sabel, skunk,
yemen
6 marter, mouton, murmel, nutria, ocelot, veulen
7 bunzing, genotte, hamster, krimmer, opossum, zeehond
8 antiloop, astrakan, beverlam, eekhoorn, exotique,
hermelijn, karakool, kolinsky, sealskin
9 biberette, chevrette, mongoline, persianer,
petit-gris, whitecoat, zilvervos
10 chinchilla
11 breitschwanz, seal-electric
bon-vivant - losbol, pretmaker
bontwerk boa, pelterij, skunk, vos
bontwinkel - pelleterie
bonus gratificatie, extraatje, korting, premie, toegift, winstuitkering
bonzen beuken, dreunen, kloppen
boodschap bericht, brief, inkoop, kennisgeving, mare, mededeling, melding, message, opdracht, tijding, taak, telegram
boodschappen - berichten, melden, overbrengen
boodschappen doen - winkelen
boodschappentas karbies
boodschapper bode, expresse, Hermes,koerier, kruier, ordenans, profeet, Messias, verkondiger
boodschapster - koerierster
boog arc, arcus, armborst, curve, erepoort, gewelf, kromming, overspanning, poort, uitspansel, wapen
boogbal - lob
boog of welving - ronding
boog van een gewelf toog
booggang berceau, pergola
booggewelf arcade
boogschutter Sagittarius
boogsprong - courbette
boogtrommel timpaan
boogveld - timpaan
boogvenster boograam
boogvormige doorgang poort
boogzaag amputatie zaag, spanzaag
bookmaker totalisator
boom balk, mast, paal, zie bomen
boom - gezwel, hause, koersstijging, poliep, uitwas
boom op Java rasamala
boom met luchtwortels waringin
boom uit Amerika en Z. Azië tamarinde
boom uit Syrië ceder
boom uit de Libanon ceder
boom voor pijlengif upasboom
boomachtige struik - heester
boomarm gebied - savanne
boombast schors, schinde
boombeschrijver - dendrograaf
boombeschrijving dendrografie
boombewoner - arboricool
boomgaard bogerd, bogaard, bongerd
boomhagedis basilisk, leguaan
boomkant boskant
boomklever - blauwspecht, brabander, spechtmees
boomkruiper - klampvogel
boomkunde dendrologie
boomknoest boomkwast, knoop,
boomkwekerij - pépinière
boomloos landschap - steppe
boomloot ent
boomloze hoogvlakte (Skand.) Fjeld
boomloze vlakte poesta, steppe
boomloze vlakte in Z. Amerika liano, pampa, poesta, steppe
boommeter dendrometer
boom met sterk riekende bloemen - linde
boommiereneter tamandoea
boomnimf (hama)dryade
boompollen A. P.
boomschacht - blok
boomscheut ent, loot, lot, poot, spruit, tak
boomschors bast, eek
boomslag - paardenpoot
boomstam balk, mast, paal, schacht
boomstek - telg
boomstomp hach, stobbe, stronk
boomstronk knar, stobbe, tronk
boomtak branke, ent, rijs
boomtop - kruin
boomvalk - bailler
boomveil - klimop
boomveller - houthakker
boomvrucht beukennoot, denappel, eikel, kastanje, noot
boom waarvan pijlengif wordt gemaakt - upasboom
boomweefsel bast, floëem, hout, kurk, schors, xyleem
boomwol kapok, katoen
boomwortel - stronk
boomzij - bombazijn
boon - peul
boonerwt - dopboon
boonvormige klier nier
boor avegaar, borium, fret, egger, effer
booras boorspil
boorbeitel - bit
boorbuis - casing
boord - col, kant, kraag, oever, omtrek, rand, richel, wal, zoom
boorden - (om)zomen
boordevol - eivol
boordjournaal - logboek
boordsel - agrement, fabbala, franje, galon, garneersel, koord, lint, paspel, passement, passepoil, tres
boordsel aan de rand van zeil lijk
boordtelegraaf - navigator
boord van een overhemd - manchet
boord van kleding rand
booreiland - platvorm
boorgruis boorsel
boorijzer dril, boor, drilboor
boorinstallatie, deel van een - boortafel, kelly, kroontafel, slikpomp, slikseperator, sliktank, spoelkop, takelblok , toren
boorkever - tikker
boor met dwarsstang avegaar
boor met holle cilinder puls
boorschapdier - paalworm, steenboorder
boorspil - booras
boorstaal boorijzer
boort - diamantafval
boortoren - pyloon
boor voor grote gaten centerboor
boorworm paalworm
boorzuur - sassoline
boorzuur, zoet van - boraat
boos aangebrand, aangeslagen, arg, dol, duivels, gebelgd, gebeten, geergerd, gepikeerd, geprikkeld, geraakt, gevaarlijk, giftig, gramstorig, grimmig, hellig, kregel, kwaad, misnoegd, nors, nijdig, onstuimig, ontstemd, sacherijnig, slecht, snauwachtig, snood, toornig, verbolgen, verdorven, verstoord, vreeswekkend, woedend, woest, wrevelig, zondig
boosaardig arglistig - boos, gemeen, geniepig, hatelijk, kwaad, kwaadaardig, kwaadwillig, malicieus, nijdig, snood, stug, venijnig, vijandig, verderfelijk, verdorven
boosaardig en pinnig - venijnig
boosaardigheid - venijn
boosaardig plezier leedvermaak
boosaardige aanval aanranding
boosaardige vrouw carogne, feeks, furie, heks, helleveeg, karonje, megera prij, tang, xantippe
boosaardige watergeest nix, nixe
boos, hard man Nabal
boosdoener boef, booswicht, dief, galgenbrok, inbreker, misdadiger, onverlaat, schavuit, schelm, schurk, snoodaard, zondaar
boosheid gramschap, grimmigheid, kwaadheid, nijd, ontstemming, onverlaat, schurk, slechtheid, snoodaard, toom, verdorvenheid, woede
boos maken indisponeren, irriteren, pesten, plagen
boos van opzet - arglistig
booswicht boosdoener, bram, deugniet, guit, misdadiger, onverlaat, prikkelen, schurk, snoodaard
boos wijf - feeks, prij, tang, xantippe
boot aak, ark, bark, boeier, botter, coaster, fregat, galjoen, giek, gondel, jacht, jol, jonk, kaan, kano, kogge, korvet, kotter, kruiser, logger, monitor, m.s., praam, prauw, punter, roeiboot, schip, schuit, sleper, sloep, s.s.,stomer, tanker, trawler, tjalk, tjotter, trawler, vlet, zie vaartuigen
bootafhouder - luiaard, lijntrekker, uitsteller
boot der Argonauten argo
bootje kano, sloep
bootsen - naäpen, nadoen
bootsgezel - matroos, varensgezel
bootsman reepgast, schepeling, varensgezel
boot van bosnegers - korjaal
bootwerker - dokwerker
bora - valwind
bora, kleine - borino
Bora Bora, hoofdstad van - Vaitape
boraginacee - borago, echium, heliotroop, hondstong, lappula, ossentong, parelzaad, scherpkruid, wasbloem
borat brat, sajet(garen), stopsajet,
boraxzuur boorzuur
bord plank, eetschotel
bordeauxwijn - medoc
bordeel erocentrum, hoerhuis, ontuchthuis, sexhuis
bordenwasser casseroller
border bloembed, perk, rabat, rand, zoom
borderel ceel, lijst, staat
bordes estrade, laadvloer, opstap, palier, palter, platvorm, pui, stoep, stoepportaal, stijger, vloertje
bordes in station - perron
bord eten - maal
bordnet planknet, schrobnet
bordpapier karton
bordspel - dammen, go, gobang, halma, schaak, scrabble, stratego
borduren handwerken, naaldwerken, opsmukken, overdrijven, stikken
borduurgaas stramien
borduurketting - cantille
borduuroefening merklap
borduursel tres, passement, verdichtsel, versiersel
borduurtechniek - festonneren
borduurwerk broderie, merklap
boreaal arctisch, noordelijk
boren drillen, pulsen, steken
borg cautie, cavant, garant, garantie, (onder)pand, sponsor, waarborg , zekerheid
borg blijven caveren, instaan, responderen
borgen beren, beveiligen, krediet geven, lenen
borgpen - contrapen
borgsom cautie, onderpand
borgstaan - instaan
borgsteller - borger
borgstelling - verpanding
borgtekening op wissel aval
borgtocht aval, cautie, impegno, onderpand, waarborg(som)
boring - kaliber
Borneo - Kalimantan, Sarawak
Borneo, deel van - Brunei, Kalimantan, Sabah, Sarawak
Borneo, rivier op - Barito, Busang, Kajan, Kapuas, Makahan, Murung
Borneo , stad op - zie stad op Borneo
Borneo, sultanaat op - Brunei
Borneo, volk op - Bajao, Dajaks
born bron, bronwater
bornen opborrelen, opwellen
borocalciet - bechiliet
boronatrocalciet - ulexiet
bornput welput
bornwater bronwater
borrel afzakkertje, aperatief, drupje, glaasje, jenever, klare, kleintje, neut, oorlam, opkikkertjesnaps
borrelen babbelen, bitteren, bobbelen, drinken, nippen, opwellen
borrelpraat dronkemanspraat, kletspraat, onzin
borreltje - (Mal.) - pait
borst - boezem, gezel, jongeman, maat, thorax
borstbeeld buste, torso
borstbeen rib, sternum
borstbescherming (schermen) plastron
borstel boender, kwast, lola, ragebol, schuier, stoffer, veger
borstelen - bakkeleien, rossen, schoonmaken, schuieren, strubben, vechten
borstelgordeldier - peludo
borstelgras nardus
borstelig behaard, hang, ruig(harig), ruig, rul, ruw, stekelig
borstelig zoogdier egel, ever, stekelvarken
borstelworm - aardworm, regenworm, zeepiet
borsten - boezem
borsthanger - pendentief
borstharnas kuras, pantser
borsthoedje - zuigglas
borstkas ribbenkast, thorax
borstkind - baby, boreling, zuigeling
borstklierontsteking - mastitis
borstklier van een kalf zwezerik
borstklontjes kandij
borstpijn sternalgie
borstplaat kurasplaat
borstrok hemdrok, kamizool, wolletje
borstspeldje broche, doekspeld
borststem - falset
borststuk plastron
borst, van de... nemen spenen
borstvlies pleura
borstvliesontsteking pleuritis, pleuresie
borstwering balustrade, epaulement, leuning, parapet, rand, tinne, trans, verschansing, weergang
bos bos, bundel, buidel, foreest, geboomte, kuif, loo, pak, pluk, ris, tas, toef, tros, tuil, woud
bos aanwas boomgroei
bosantilope - bongo
bosbeheerder - houtvester
bosbes - blauwbes, klokkebei, kraakbes, rijsbes, veenbes, vossebes, waterbes
bos bloemen boeket, ruiker
bosbloem anemoon, speenkruid
bosdruif - heggenrank
bosduif - houtduif, ringduif, woudduif
bosduivel - mandril
bosgang tra
bosgewas bosbes, varen
bosgod faun(us), pan, sater, satyr
bosgod met herdersfluit - Pan
bosgodin - nimf
bos haar - dos
bos in samenstelling - Lo(o)
bosje - kluwentje, knot
bosje haar dot, krul, lok, plukje, staart, vlecht
bosje haar in de nek - staart
bosje planten - pol
bosje reigerveren eigrette, aigrette
bosje rijshout - gard
bosjes - struweel
bosje samenhangende planten pol
bosje stro - strowis
bosje wol - knot
boskat serval
boskant rand, zoom
boskever - schallebijter
bos landschap (in NoordZ.) Amerika savanne
bosmens - chimpansee, orang-oetang
bos met dicht struikgewas - jungle, maquis, oerwoud
bosneger in Suriname marron
bosnimf bosgodin, Betty , diade
bosproduct hout, rotan, rottan, rubber
bos met dicht struikgewas jungle, maquis, oerwoud
bosrietzanger - wilgensijsje
bos rijshout - wiep
bosruiter - snip
bosseerder - collectant
bosseren - boucharderen, spitsen
bos van rijshout griend
bostel - (bier)draf, spoeling
bostijloos - sleutelbloem
bosvink kwaker
bos vlasstengels - boot
bosvogel ekster, gaai, houtduif, houtsnip, specht
bosvrucht - nraam
boswachter houtvester, koddebeier, schut, vorster
boswachterij - houtvesterij
bosweide laar, savanne
boswinde - kamperfoelie
boszanger fitis, fluiter, tjiftjaf
bot afgestompt, been, geraamte, gebeente, grof, hardleers, knekel, knook, kortaf, onbehouwen, onbeleefd, onbeschaafd, ongemanierd, onscherp, onvriendelijk, ploertig, plomp, rib, stomp, tactloos, uitspruitsel, wervel, zuur
bot been, dom, knekel, knook, lomp, onbehouwen, plomp, stomp
botanicus plantkundige
botaf - beslist, kortaf, plompverloren, plompweg
botanie plantkunde
botanische tuin - hortus
botenbaas - besteker
botenbergplaats boothuis
boterazijnzuur - Propionzuur
boterbloem hanevoeten, hanepoten, veldbloem
boterbloemachtige waterplant dotterbloem
boterbrief - belastingbiljet, rekening
boterbriefje - trouwakte
boteren besmeren, gedijen, gelukken, karnen, klikken, slagen, vlotten
boterham - broodmaaltijd, brugge, keg, sandwichsnee, stuit
boterhambeleg - (appel)stroop, chocopasta, ei, gelei, honing, jam, kaas, leverkaas, leverpastei, marmelade, omelet, pindakaas, suiker, vlees, worst
boterhammenzak - knik
boterham met roggebrood en kaas housnip
boterkuip karn (ton), boterton
boterletter - banketletter
boter maken - karnen
botermaker karner
botermelk - karnemelk
boterolie bakolie
boterstof - butyrine
boterton karn, karnton
botheid domheid, stommiteit
bothol - watervenkel
botridie - fyllidium
botrioliet - datoliet
bots schok, slag, stoot, weerstuit
botsen aanbonzen, aanrijden, aanvaren, klotsen, rammen, stoten, stuiten,
botsing aanrijding, collisie, conflict, crash, gevecht, ongeluk, oorlog, schok, stoot, strijd, (verkeers)ongeluk
botsing der meningen conflict
botsing met schepen - aanvaring
Botswana, bevolkingsgroep in - Bakgatla, Bakwena, Bamalete, Bamangwato, Bangwaketse, Barolong, Batawana, Batlokwa
Botswana, eerste president van - Khama
Botswana, hoofdstad van - Gaberones
botte - bierkan
botte gewoonte - sleur
bottel - fles
bottelarij - wijnmakerij
bottelier hofmeester, keldermeester, wijnmaker
Botteloef - loefboom
botten - uitspruiten
botte ontkenning - nee
botten beenderen, knoppen, weerkaatsen
botterik bink, boer, botmuil, domkop, domoor, hufter, kinkel, loeres, loer, lomperd, stommeling, stommerd, stompzinnige
bottig schonkig
bottine - rijglaars
bottleneck flessenhals, knelpunt
botvieren inwilligen, uitleven
bot voor de hond - kluif
botweg kortweg, onverholen, onvoorziens, plomp, resoluut, ruw
boucharderen - bosseren, grotten, spitsen, stokken
boud dapper, driest, ferm, flink, gedurfd, heldhaftig, koen, moedig, onversaagd, onvervaard, sterk, stoer, (stout)moedig, term
bouderen mokken, pruilen
boudweg - onbevreesd, ronduit, stout, zomaar
bougie vonker, vonkbrug
bouillon aftreksel, aspic, consommé, vleesextract, vleesnat
bouillon van schapenvlees - weernat
boulangeriet - jamesoniet, plumosiet
bourdon basenaar, luidklok
bourgognewijn brouilly, chablis, Chambertin, Beaujolais, chenas, Chassagno, fleurie, fuissé, juliènas, Mâcon, Meursault, morgon, Montrachet, Pommard, pouilly, vergisson
bout ham, kluif, nagel, pen, pin, plug, schroef, staaf (ijzer), spie, stang, strijkijzer, poot, vogelgebraad
boutade gril, saillie, uitval
boutig - aanvallig, mollig
bouton - sierknop
boutschutter - eendenjager
bouw bahoe, constructie, frame, geraamte, gestel, hol, maaksel, net, oogst, opbouw, structuur, welving
bouwaarde - humus
bouwakker - enk
bouwakker waarop men producten voor eigen gebruik teelt kostgrond
bouwbaas - uitvoerder
bouwdeel - element
bouwen bewerken, construeren, kweken, maken, oprichten, samenstellen, stichten, vesten, vestigen, zetten
bouwer aannemer, architect, constructeur, maker, oprichter, ploeger, stichter
bouwer van labyrint Daedalus
bouwerij - boerderij, bouwbedrijf, landbouw
bouwfeest - oogstfeest
bouwheer van het heelal - Schepper
bouwkarton bouwplaat
bouwkundig - architectonisch
bouwkundig Ingenieur b.i.
bouwkundig ontwerper - architect
bouwkundige aannemer, architect
bouwkunstig architectonisch
bouwland akker, dries, eng, enk, es, ink, kouter, plantage
bouwland bij een dorp - enk
bouwlieden - metselaars, timmerlui
bouwman - boer, landman
bouwmateriaal baksteen, beton, board, cement, hout, kalk, mortel, specie, steen, tegel, tras
bouwmeester architect
bouwmeester onder de dieren - bever
bouwmeester van labyrint - Daedalus
bouworde bouwstijl, model, stijl, wijze
bouwplaats - boerderij
bouwplaats voor schepen helling, werf
bouwplan bestek
bouwschets - trace
bouwsel als eerbewijs - erepost
bouwsteen tuf, tufsteen
bouwsteen van een molecuul - atoom
bouwsteiger stellage, stelling
bouwstijl architectuur, barok, classicisme, dorisch, got(h)iek, ionisch, korinthisch, renaissance , rococo, romaans
bouwstof(fen) materiaal
bouwterrein voor schepen - werf
bouwvakarbeider betonwerker, heier, metselaar, opperman, schilder, stukadoor, tegelzetter, timmerman
bouwval krot, puinhoop, ruïne
bouwvallig caduc, gammel, kaduuk, vervallen, wankel, wrak
bouwvallig huis - krot
bouwvallig worden vervallen
bouwwerk burcht, blok, dom, flat, fort, gebouw, huis, kasteel, kerk, molen, opstal, paleis, tempel, toren, slot
bouwwerk (Boedd.) Stoepa
bouwwerk in Parijs Eifeltoren, Elysée, Louvre
bouwwerk in Perganum altaar
bouwwerk in Rome Colosseum, Kapitool, Pantheon
bouwwerk op Java Boroboedoer
bouwwerk te Haliarnassus in KleinAzië Mausoleum
bouwwijze - baksteenconstructie, vakwerkconstructie
boven hoger, over, super, supra
bovenaan eerst, op, super
bovenaards goddelijk, hemels, zalig
bovenaardse wezens engelen, geesten, goden, godheid, duivels, fee
bovenal vooral, voornamelijk
boven alle klassen groots
bovenarm opperarm
bovenarmbeen - schonk
bovenarmspier biceps
bovendek - dekbed
bovenbeen - dijbeen
bovenblad - dekblad
bovendek - overloop
boven de werkelijkheid verheffen - idealiseren
bovendien - buitendien, daarenboven, nog, ook, overigens, tevens, verder, voorts, wijders, zowel
bovengei - nokgordijn
bovengemeld - vorenstaand
bovengewaad (Jap.) kimono
bovengrens - plafond
boven het normale extra
bovenkaak maxille
bovenkant - hoofd
bovenkleren - overgoed
bovenkruiszeil - grietje
bovenlaag - top
bovenlaag van een weg wegdek, slijtlaag
bovenlangs - over
bovenleiding - catena
bovenlicht - abat-jour, waaier
bovenlijf tors(o)
bovenlipversiering snor
bovenmate bar, buitengewoon, enorm, erg, extreem, heel, intens, mateloos, reuze, super,uiterst, zeer
bovenmatig buitengewoon, bijzonder, enorm, extravagant, extreem, mateloos, uitbundig, uitermate, zeer
bovenmenselijk wezen - god
bovennatuurlijk metafysisch; transcedent
bovenraam - lunet
bovenrand van een gebouw kanteel, tinne, trans
bovenst - opperst
bovenstaand - bovenvermeld, eerder, hoger
bovenste deel dak, kap, kop, kroon, kruin, nok, spits, top(punt)
bovenste deel van kasteelmuren tinnen, transen, kantelen
bovendien nog, ook, tevens, eveneens, daarenboven, voorts
bovenste dakrand nok
bovenste deel kroon, kruin, top
bovenste deel van een huis - kap
bovenste deel van een kasteelmuur - kanteel, tinne
bovenste deel van een klomp roof
bovenste deel van een rots - punt
bovenste deel van een zuil kapiteel
bovenste deel van de bil van een rund biefstuk
bovenste eind - toppunt
bovenste galerij scheilinkje
bovenste halswervel atlas
bovenstem - discant, falset, kopstem
bovenste maagopening cardia
bovenste molensteen - loper
bovenste sliblaag in de wadden - blets
bovenste verdiping - zolder
bovenstuk van versierde gevel fries
bovenverdieping - etage
bovenvlak van borstwering - plongé
bovenstuk van kleding - lijf
bovenvlak van raamkozijn - afzaat
Bovenwindse eilanden, een der - Anttigua, Barmuda, Bominica, Guadeloupe, Martinique, Nevis, Saba
bovenwindse zijde loef, loever (t)
bovenzijde van een briljant - bezeel
bovenzijde van een penning obvers
bovenzinnelijk - metafysisch, transcedent,
boven zitplaats op voertuig imperiaal
box autostallinggarage, loophek, postbus
boy joch, jongen, huisbediende, knaap, knul
boycot embargo, sanctie, uitsluiting
boycotten buitensluiten, verhinderen, weren
boze duivel, kwade, kwaaie, satan, slechte
boze bedoeling - arglist
boze geest a(h)riman, alf, cacodemon, demo(o)n, djinn, duivel, eunjer, genius, satan, spook, pontianak, troli
boze kabouter kobold
boze man boeman, Nabal
boze oog malocchio
boze opzet arglist
boze vrouw harpij, helleveeg, ka, ogresse, Xantippe
boze woudgeest - pontianak
braad - schar
braadijzer braadstaaf, grill, rooster, spit
braadoven - grill
braadpan casserole, kastrol
braadrooster - grill
braadslee - braadschotel
braaf betrouwbaar, dapper, degelijk, deugdelijk, deugdzaam, eerbaar, eerzaam, fatsoenlijk, gehoorzaam, goed, integer, lief, net, nuttig, oppassend, rechtschapen, solide, suf, welgeaard, zedelijk, zoet
braafheid flinkheid, deugd, goedheid
braai braadstuk, kuit
braak afbraak, inbraak, doorbraak, dijkbreuk, kolk, ledig, nutteloos, onbebouwd, ongebruikt, onnut, onontgonnen, wiel, woest
braakliggende akker braakland, dries
braakmiddel - emeticum, vomitief
braaknoot - kraanoog
braaksel - overgeefsel
braakstok zwingel
braam baard, braambes, braamstruik, braamvis, doornstruik, zeebrasem, zelfkant
braambes brummel
braam op snede van een mes - graat
braamvis - koningsvis, zeebrasem
Brabant, hoofdstad van - Brussel, Bruxelles
Brabantse heideland Kempen
Brabantse minnezanger - Ademet
Brabantse mirt gagel, pos, possem, post
Brabants riviertje - Beerse, Diese, Dommel,
Brabants veenland Peel
brabbeltaal galimatias, jargon, onzin, patoiswartaal
bracelet armband, handboei
braden bakken, grillen, roosteren
braden door middel van straalwarmte - grilleren
braderie - winkelweek
brageren - geuren, pronken
Brahma (Jap). - Bonten
Brahmaanse ascese - Yoga
Brahmaanse commentaren - bhasjya
Brahmaanse filosofie - darsjawa
Brahmaanse godheid - Brahma, deva, Sjiva, Visjnod
Brahmaanse heilige formules - mantra
Brahmaanse mystieke beschouwing - bhakti
Brahmaans inzicht - djnawa
Brahmaanse rite - poedja
Brahmaans rijdier - vahana
Brahmaanse verering - poedja
Brahmaanse verlossing - moksja
Brahmaanse voorschriften - soetra
brahmaanse ziel - atman
brahmapriester brahmaan
brainwave idee, inval
braiseren - smoren
brak - deugniet, jachthond, rakker, zilt, zout(ig)
brak water brijn
brakel - bengel, deugniet
braken kotsen, opbrengen, overgeven, spugen, spuwen, uitwerpen, vomeren, vomitus
braken van hennep - blouwelen
Brakna, hoofdstad van - Aleg
brallen bluffen, pochen, pronken, snoeven
braller - pocher, snoever
bram - druktemaker
bramarbas - grootspreker, snoever
bramzeil van de bezaammast - grietje
brancard (draag)baar, draagbed, burrie
branche - afdeling, tak, vak
brand fik, gloed, vlak, vlam, vlammenzeevuur(zee)
Brandaris vuurtoren
brandbaar gas uit de grond aardgas, acetyleen, brongas, moerasgas
brandbaar koord lont
brandbaar lint lont
brandbare aardolie - nafta
brandbare zwarte stof pek
brandbalie brandemmer, slagputs
brandblaas karbonkel
brandblusapparaat extincteur, poederblusser, schuimblusser, schuimkanon, waterkanon,
brandbrazem - zwartstaart
brandbuil antrax
branden aanflitsen, aanfloepen, blake(re)n, fikken, gloeien, (in)bijten, laaien, schroeien, snerpen, stralen, vlammen, vonken, (ver)zengen
brandend gloeiend, heet, vurig
brandend gevoel in de maag pyrosis
branden zonder vlam - smeulen
brander distilateur, pit, stoker, vlambek, vuurschip
branderig belust, gezwollen, koortsig, ontstoken, vurig
branderij - stokerij
brandewijn aquavit, kirsch, sake, saki,
brandewijndraf - droesem
brandewijn met stukjes goudblad guldenwater
brandewijn met suiker flip
brandewijn, Turks - raki
brandgang laar, tra
brandglas loep, vergrootglas
brandhaard - vuur
branding golfbeweging, golfslag
brandingsgolf - breker
brandje fik, vuurtje
brandkast kluis, safe
brandkastenmerk Lips
brandklok noodklok
brandkluis - safe
brandmeester bevelvoerder, spuitmeester
brandmerk blaam, smet, stigma, vlek
brandnetel - tingel
brandpunt centrum, focus, middelpunt
brandschilderen - emaileren
brandschoon helder, kraakhelder, onbevlekt, rein
brandspuit poederblusser, schuimblusser, waterkanon
brandspuitwagen bluseenheid, autospuit
brandstapel helsel, houtmijt, mutsaard
brandstichter empressomaan, pyromaan
brandstichting - pyromanie
brandstof aardgas, antraciet, benzine, briket, bruinkool, cokes, gas, hout, kerosine, kolen, olie, papier, petroleum, steenkool, stookolie, turf
brandstof innemen tanken
brandstofopslagplaats olietank, reservoir, tank, vat
brandstof uit veen - turf
brandverf email, smalt
brandvrije kluis safe
brandweergebouw - kazerne
brandweerman bevelvoerder, blusser, pompbediende, spuitgast
brandy - brandewijn, cognac
branie banjer, blaaskaak, bluf, bluffer, drukte(schopper), durfal, geurmaker, lef, opschepper, opsnijder, pocher, poen, praler, snoever, waaghals
branieschopper banjer, druktemaker, lefgozer, opschepper, uitslover
bras hijstouw, rommel, tuig, trijs
brasem blei, bliek
braspartij bacchanaal, drinkgelag, gelag, orgie, slemppartij
brassard - armdoek
brassen boemelen, dweilen, fuiven, slempen, smullen, zwelgen, zwieren
brasser doordraaier, drinkebroer,drinker, slemper, smuller, zwelger
brassière -bustehouder
brat borat, sajet(garen)
bravade - grootspraak
brave borst - sul
braveren - trotseren
bravo - goed, mooi, uitstekend
bravoure bravoer, dapperheid, durf, lef, moed, schwung
bravourestukje stunt, truc
Braziliaanse auteur - Assis
Braziliaanse berg - Itatiara, Orgaos
Braziliaanse dans samba
Braziliaanse dichter - Abreu, Alves, Dias
Braziliaanse gouden munt - peça
Braziliaanse halfbloed - Caboclo
Braziliaanse haven - Bahia, Belem, Manaos, Natal, Permambuco, Recife, Rio, Santos, Vitoria
Braziliaanse hoofdstad - Brasilia
Braziliaanse hoogvlakte - chapada, taboleira
Braziliaanse Indianenstam - Arara, Pariri
Braziliaanse rivier - Amazone, Apa, Igquaçu
Braziliaanse schrijver - Assis
Braziliaanse staat - Ba(h)ia
Braziliaanse stad - Bagé, Bauru, Belem, Marajo, Monaus, Recife, Salvador
Braziliaanse vis - arapaima
break brik, interval, pauze
brede band sjerp
brede band (Ind) - bale-bale
brede broekklep - lats
brede gang hal
brede gleuf - groeve
brede grove latten raster
brede hakbeitel - snik
brede hoge vaas pul
brede laan allee, avenue, boulevard
brede landweg dreef
brede moerassige riviermonding liman
brede opening poort
brede roeispaan - pagaai
brede sjaal stola
brede sloot lee, tocht, wetering
brede straat allee, avenue, boulevard
brede waterloop graaf, rivier, sloot
brede weg allee, dreef, laan
brede weg met bomen - laan
breed ampel, groot, largetto, (muz)largo, omvangrijk , ruim(denkend), uitvoerig, wijd,
breed beeld cinemascoop
breed en hoog ruim
breed en uitvoerig - ruim
breed geschouderd - stoer
breedhouder - tempel
breed kort zwaard klewang, kortelas
breedsprakig - breedvoerig
breed zoet water (Ind.) kali, kanaal, rivier
breedneuzige aap brulaap, leeuwaap, slingeraap
breedscheermachine - warpmolen
breedsprakig breedvoerig, diffuus, langdradig, praatziek, prolix, wijdlopig
breedte baan, latitude, latitudo
breedtecirkel keerkring, parallel, poolcirkel
breeduit - uitvoerig
breedvoerig ampel, gedetailleerd, omstandig, uitgebreid, uitvoerig
breedvoerig praten bomen, uitweiden
breed water - meer
breekbaar broos, bros, fragiel, frêle, te(d)er, zwak
breekbaar en broos - zwak
breekbaarheid fragiliteit
breekhamer moker, vuist
breekijzer koevoet, sloopbeitel
breel boei, joon
breeuwen herstellen, kalefateren
breeuwhamer - klauwer
breeuwijzer - kalfaatijzer
breiartikel borat, brat, (brei)naald, katoen, pen, sajet, wol
breidel beperking, bit, censuur, gareel, halsgordel, juk, leidsel, teugel, toom
breidelen beteugelen, intomen
breidelloos - tomeloos
breien handwerken, knopen, vlechten
breigaren - sajet
brein computer, denkvermogen, geest, hersens, verstand
breinaald - pen, priem
breinloos - dom, krankzinnig, onverstandig, stom
breipen - breinaal
breiterm toer
brekebeen beunhaas, knoeier, pijpkruid, stumper, sukkelaar
breken barsten, begeven, bezwijken, brokkelen, knakken, knikken, kraken, stukslaan, zwikken
breker golf, roller
breking (licht) deviatie, refractie
brem bezemkruid, pekel, zout
Bremergroen - bergklauw
bremaapachtigen - orobranchaceën
brempaap - paapje
brengen (aan)dragen, aanrukken, aanzetten, afleveren, bezorgen, deponeren, drijven, dringen, voeren
brengen tot - nopen
brenger bode, drager
bres barst, breuk, doorbraak, gaping, gat, lek, opening, scheur, stormgat
bretel broekophouder, draagband, galg
Bretagne, rivier in - Blavet, Scorff
Bretonse doedelzak - biniou
Bretonse haven - Brest
Bretonse vissershaven - Lorient, St.Malo
Bretons godsdienstig feest - pardon
Bretons grafmonument dolmen
breuk barst, bres, fractuur, hernia, knak, knik, kwetsuur,opening, ruptuur, scheur
breukig - bros
breukband bandage
breuk in de aardkorst druklaas
breuk in weefsels ladder, scheur, winkelhaak
breukkruid - sanikel
brevet akte, diploma, getuigenis, getuigschrift, oorkonde, referentie, testimonium, vergunning
breviarium brevier
brevier breviarium, getijdenboek
breviter kortweg
bridgeterm bieden, bod, down, harten, klaver, manche, robber, ruiten, schoppen, slem, sans, troef
brief akte, couvert, epistel, missive, oorkonde, schrijven
briefaanhef H.H., l.s., m.h.
briefgeld - port
briefhouder - ordner
briefje - memo
briefje met uitdaging tot duel - kartel
brief in zakelijke trant missive
briefje van armbestuur - borgbriefje
briefje voor geneesmiddel - recept
briefkoord - lias
briefkosten port, porto, verzendkosten
briefomslag couvert, envelop(pe)
briefopener vouwbeen
briefopschrift - aanhef
briefordner map, legger, dossier
briefvracht porto, port, verzendkosten
briefwisseling correspondentie, post
briefwisseling tussen zaken - handelscorrespondentie
briek angstig, dreigend, gevaarlijk, krom, raar, scheef
bries wind(je), zeilwind
briesen brullen, pruisen, razen, schreeuwen, tekeergaan
brieven - post
brievenbesteller facteur, koerier, (post)bode, postillon,
brievenbus - postbus
brievenordner - biblioraft
brievenpost mail
brievensnoer lias
brieventas aktetas, map, portefeuille
brigadier - brigges
brij pap, kwak ,pudding, puree, vla
brijachtige massa - trot
brijig - troeterig
brij van aardappelen puree
brij van bieten pulp
brij van vruchten - moes
brijn pekel, zout
brijzel - kruimel
brik - baksten
briket van kolengruis - fom
bril fok, lorgnet, lorgnon, montuur, neusklem
brilduiker - knob
brileend - bolder
briljant - diamant, geniaal glansrijk, glanzend, prachtig, schitterend, uitnemend
briljante leerling - bolleboos
brillantine haarcreme, haarvet
brillenglas - lens
brillenmaker - opticien
brilleren - schitteren
bril met handvat lorgnon
brilleren schitteren, uitmuntend
brilslang cobra, lepelslang, naga, naja
brilslang als god in Hindoestan vereerd - naja
brink boerenerf, dorpcentrum, dorpsplein, plein, markt
brio - levendigheid
brionie - heggenrank
Brit Engelsman
Brits Engels, Iers, Schots, Welsh
brits bed, legerstede, nachtleger, rustbank, slaapplaats
Brits eiland - Arran, Sark
Brits eiland in de Straat van Bab-el-Mandeb - Perim
Brits eiland in West-Indië - Dominica
Britse eilandengroep - Orkaden
Britse Gemenebest, lidstaat van het -
2 U,K,
5 Ghana, India, Kenia, Malta
6 Canada, Ceylon, Cypres, Gambia, Malawi,
Tobago, Zambia
7 Jamaica, Lesotho, Nigeria, Oeganda
8 Barbados, Botswana, Maleisië, Tanzania,
Trinidad
9 Australië, Mauritius, Singapore
11 Sierra Leone
12 Nieuw-Zeeland
Britse havenstad in Azië Aden
Brits-Indisch lengtemaat - cubit
Brits kolenstation - Perim
Britse kolonie -
6 Brunei, Cayman
7 Aldabra, Antiqua, Bahama´s, Bermuda,
Granada
8 Dominica, Farquhan, Pitcaim
9 Ascension, Gibraltar
10 Montserrat, Seychellen
Britse koning, legendarisch - Lear
Britse marine navy, R. N.
Britse vesting Gibraltar
Britse zeemansdans - horlepijp
brocceli - bloemkool
broche sieraad, (sier)speld
brocheren - innaaien
brochette - roosterpen
brochure boekje, folder, vlugschrift
broddelaar knoeier, prutser
broddelen kliederen, knoeien, klungelen, morsen, prutsen
broddelaar knoeier, prutser
brodeloos arm, behoeftig, failliet, haveloos, pover, werkeloos
brodig - bloemig, kruimig
broed broedsel
broedbak kas
broeden broeien, kweken, peinzen, telen, uitdenken
broeder fra, frater, br., fr., diakoon, kloosterling, verpleger
broedergemeente - Hernhutters
broeder van Abel Kain, Seth
broeder van Abraham Nahor
broeder van Agamemnon Menelaos
broeder van Atreus Thyestes
broeder van Castor Pollux
broeder van Elektra Orestes
broeder van Eris - Ares, Mars
broeder van Europa - Kadmos
broeder van Hebe Ares
broeder van Hector Paris, Troilus, Polydorus
broeder van Helle Phrixus
broeder van Kain Abel
broeder van Mozes Aäron
broeder van Romulus Remus
broeder van Selene Helius
broeder van Willem van Oranje Adolf, Hendrik, Jan, Lodewijk
broederschap genootschap, gilde
broederskind - neef, nicht
broedkip - klokhen
broedmachine - broeder, couveuse
broedpest - vuilbroed
broedplaats horst, nest
broedse hen - kloek
broedsel kweek, nest, toom
broedziek - broeds
broeibak eenruiter, kas, kweekruimte, oranjerie
broeien branden, brieden, muiken
broeiend zwoel
broeierig broeis, drukkend, zwoel
broeihuis kas, serre, trekkas, warenhuis
broeikas - eenruit, oranjerie, plantenhuis, serre, stookhuis, warenhuis
broeinest haard, kweekplaats
broeiraam - eenruit
broeisel - broed
broek - boks, pantalon,
broek - drasland, moeras, waterland
broekachtig - moerassig
broekbalk - achterhar, penbalk
broekdraagband bretel, galg
broekekster gaai, meerkol
broekenman dreumesm, jochie
broekgalg draagband, bretel
broekig - moerassig
broekje - jongentje, ventje
broekklep lats
broekland veen, moeras
broekopening - gulp
broekophouder bretel, galg
broer van vader of moeder - oom
broes trechter, schuim, sprinkler, sproeikop
brok bonk, deel, fragment, gedeelte, homp, klomp, klont, klonter, kluit, mok, mop, pompel, stuk
brok aarde kluit
brokje klontje, stukje
brokkelen breken, kruimelen, vallen
brokkelig bro(o)s, kruimelig
brokkel - brooddronken, hovaardig
brokkelvloer - mozaïekvloer
brokken steen - puin
broksgewijs fragmentarisch
brok steen - basaltblok
brokstuk brok, deel, fragment, gedeelte
brokstukken afval, puin, schroot
brok vis - moot
brol - bocht, rommel
bromargyriet - bromiet
brombeer brompot, druiloor, iezegrim, knorrepot, mopperaar, neetoor, nurks, nijdas
bromfiets brommer, plof, snorfiets
bromijzer crembalum
bromkever mestkever
bromium broom, Br.
brommel - braam
brommen babbelen, gonzen, grommen, kniezen, knorren, mopperen, morren, snorren, straf uitzitten, zitten
brommer brombas, bromfiets, brompijp, bromvlieg, moped, motorfiets, solex, standje, uitbrander
brommerig knorrig, korzelig, ontevreden, pruttelig, wrevelig,
brommig - knorrig
brompijjp - brommer
brompot brombeer, iezegrim, knorrepot, mopperaar, nors, neetoor, nurks, nijdas
bromvlieg brommer, dol, vleesvlieg
bron afkomst, beginselfontein, herkomst, oorsprong, oorzaak, origine, spreng, wel, zegsman
bronforel - beekridder
brongas aardgas, moerasgas
brongebied van Tigris en Eufraat - Armenië
bronmaagd Salmacis
bronnenleer pegiatrie
bronnimf najade
bron op de Helicon - Hengstebron
bronsachtige zeevis - meun
bronsperiode bronstijd
bronst - paardrift, paartijd, paringsdrift
bronstig broeds, hengstig, krols, loops, ruizig, tochtig
bronstijd bronsperiode, paartijd
bron van licht lamp, zon
bronwater welwater
bronzen maffen, slapen
brood casino, kost, kuch, mik, stol
broodbeleg gelei, ham, honing, jam, kaas, koek, lever, leverkaas, leverworst, pasta, pindakaas, smeerkaas, spek, stroop, suiker, vlees, worst
broodbreking - avondmaal
broodbrief - belastingbiljet
brooddief - beunhaas, knoeier
brooddronken baldadig, dartel, uitgelaten
broodheer baas, werkgever
broodje kadet(je), punt, slofje, stoet, stuit, timp
broodje met krenten - deuvekater
broodkast spinde, provisiekast
broodje knakworst hotdog
broodkar bakkerskar
provisiekast - spinde
broodkorf broodmand, paander, panier
broodmaaltijd - lunch
broodmand ben, broodkorf, paander, panier
broodmeel - bloem
brood met vlees en ei uitsmijter
broodnijd - afgunst, jaloezie
broodnodig dringend, noodzakelijk, perse
broodpap panade, pent
broodslijter bakker
broodsmeersel boter, jam, pasta, pindakaas,
broodsoorten amandelbrood, boekweitbrood, boerenbruin, bolletje, bruinbrood, deuvekater, duivekater, kadet, kerstbrood, krentenbrood, krentenmik, kropbrood, kummelbrood, luxebrood, maanzaadbrood, melkbrood, paasbrood, puntje, rogebrood, tarwebrood, stokbrood, tarwe, tijgerbrood, vloerbrood, vogelbrood, volkorenbrood, wegge, witbrood, zuurbrood
broodsuiker melis
broodtrog moel
brood van waterdeeg - waterbrood
brood, voor het gebakken is - deeg
brood voor kerstmis - kerststol
broodwinner bonnet, kostwinner
broodwortel cassave, maniok
broodzak eetzak, knapzak
broodziekte - leng
broom - bromium
broomverfdruk - pigmogravure
broomvergiftiging - bromisme
broomzuurresten - bromaat
broomzuurzout - bromaat
broos breekbaar, bros,cothurn, delicaat, fragiel, frêle, iel, mager, onvast, sprakerig, teer, tenger, zwak
broos en breekbaar - zwak
broosheid breekbaarheid, zwakheid
bros breekbaar, brokkelig, croquant, droog, knappend, knapperig, spreu, teer
bros licht baksel - beschuit
bros metaal mangaan
brossen - verzuimen
bros tarwe gebak - beschuit
brouille onenigheid, onmin
brouillon klad, ontwerp, schema
brousse wildernis
brouwen bereiden, stichten
brouwersterm beslaan, bottelen, brouwen, eesten, filtreren, gerstwassen, hoofdvergisting, hoppen, kiemen, koelen, koken, legeren, malen, mouten, navergisting, ontkiemen, roosteren, rijpen, tappen,wegen, weken
brouwerij product - bier, mout, wort
brouwfris - bottelvers
brouwsel - bier, gerstenat
brug verbinding, vonder, watermerk
brug, hoge stenen - heul, hoele
brug over een weg viaduct
brug, soort - aquaduct, baileybrug, balkbrug, basculebrug, boogbrug, cantileverbrug, draaibrug, gierbrug, hangbrug, hefbrug, kraanbrug, ophaalbrug, rolbrug, schipbrug, spoorbrug, staafboogbrug, vakwerkbrug, viaduct, wipbrug
brugbalans bascule
brugdek, gemakkelijk verplaatsbaar - bart
brugdrager - ponton
bruggenhoofd walhoofd
bruggenlegger - pontonnier
bruggeman brugwachter
bruggetje loopplank, til, vlonder, vondel, vlonder
brughagedis - hatteria, tuatera
brugkanaal - aquaduct
brug over een weg - viaduct
brugschuit ponton
brugspier - buiger
brugsteun - pijler
brugwachter - bruggeman
brui slag, stoot
bruid - vrouw
bruid (Hebr.) Kalle
bruidegom - man
bruidegomscostuum - trouwpak
bruidsjonker page, paranimf
bruidspenning - spelde(n)geld
bruidsschat bruidsgift, dos, uitzet
bruikbaar bekwaam, degelijk, dienstig, gepast, geschikt, goed, nuttig, praktisch
bruikbaarheid - nut, utiliteit
bruiklening - commodaat
bruiloft huwelijk, trouwerij, trouwfeest, trouwpartij
bruiloftsdicht epi(h)alamium
bruiloftsdrank hipocras, hippocras
bruiloftslied epistalaan, epi(h)alamium
bruin tanig
bruinachtige stof verkregen uit run - taan
bruinachtige vernislak - schellak
bruinachtige verfstof sepia, taan
bruinbank - zonnebank
bruin braden onder voortdurend keren - sauteren
bruin plekje sproet
bruine asbest - amosiet
bruine beuk - bloedbeuk
bruine bodemhorizont (ijzer)oerlaag, koffiebank
bruine frisdrank - cola
bruine ijzersteen limoniet
bruine kleurstof omber, umber
bruine koek - taaitaai
bruine stof uit eikenschors taan
bruine verfstof sepia, taan bruine
bruine zeevis - meun
bruine zwaluw - oeverzwaluw
waterverf sepia
bruingebraden spijzen - frituur
bruingeel - tanig
bruingeel worden - tanen
bruingele verfstof - taan
bruinhardhout - wacapou
bruinkleurig - tanig
bruinkool - lignet
bruinkoolcokes, poedervormig - grude
bruinkool producerend land - Australië, Bulgarije, Duitsland, Hongarije, Joegoslavië, Polen, Rusland, Slowakije, Tsjechië
bruinkoolwas - montaanwas
bruinlooderts - saturniet
bruinoogje - gaasvlieg
bruinrood terracotta
bruinrood beeldje tanagra, terracotta
bruinspaat - ankerriet
bruinsteen - glasblazerszeep, mangaan
bruinverbrand tanig, gebronsd
bruinvis tuimelaar
bruinijzererts - goethiet
bruis schuim
bruisen - borrelen, schuimen
bruisend -petulant, spitant, swingend, wervelend
bruistig - opvliegend, ruw, wild
bruit - geluid, geruis
brulboei - zeeboei
brullen briesen, bulken, bulderen, loeien gieren, schateren, schreeuwen, tekeergaan, trompen
brulzieke koe - jachter
brummel braambes
brunchen - eten
bruneren - bruinen
bruskeren beledigen, kwetsen, stoten
Brusselaar - kiekenfretter
Brussels bier faro, lambiek
Brussel, deel van - Anderlecht, Auderghem, Elsene, Evere, Etterbeek, Forest, Ganshoren, lxelles, Jotte. Koekelberg, Oudergem, Schaarbeek, Schaerbeek, Uccle, Ukkel, Vorst
Brussels lof witlof
Brussels mengbier - faro
brut - droog
brutaal aanmatigend, astrant, bijdehand, driest, grof, hevig, honds, impertinent, insolent, krachtig, lastig, luchtig, onbehoorlijk, onbeleefd, onbeschaamd, onbescheiden, onbeschoft, ondeugend, onhebbelijk, overmoedig, ruw, stout, stoutmoedig, strabant, vermetel, verwaand, vrijmoedig, vrijpostig
brutaalweg - astrant
brutale jongen - batraaf, lomperd, rakker, rekel, vlegel
brutaliseren schofferen
brutaliteit gotspe, impertinentie, lompheid, onbeschoftheid, onhebbelijkheid
bruto br., bt., bto. , onzuiver, vuil
bruto min tarra - netto
brutowinst - bijdrage, contributie, opbrengst
bruusk eensklaps, grof, kortaf, nors, onverhoeds, (plots)eling
bruut beest(achtig), gewelddadig, hard,onverlaat, ruw, woesteling, wreedaard
bruutheid geweld, ruwheid
brij - pap
brijachtige spijs - pent
brijn - pekel
brijzel - kiezel, kruimel
brylcream - pommade
bubbelbad whirlpool
bubbelen borrelen
buddy helper
buddyseat - zitting
bubinga - kevazingo
budget bedrag, begroting
budgetteren begroten, gerekenen, vaststellen
buffel anoa, anoeang, arni, bison, butalis, jak, karbouw, kauprey, lomperd, syncerus, pamaroe, stomme(ling), os, vlegel, wisent
buffelen bunkeren, schransen, schrokken, zwelgen
buffel in Tibet yak
bu8ffen - steunen
buffer bumper, schokbreker, (stoot)kussen
buffertank - expansievat
buffet bar, dressoir, schenkbank, tapkast, toog, toonbank
buffethouder barkeeper
buffet in cafe bar tapkast
buffet voor sterke dranken bar, tapkast
bugel signaalhoorn
buggy zelfbouwauto
bühne podium, toneel
bui bevlieging, caprice, frats, gril, humeur, kuur, luim, neerslag, nuk, opwelling, regenvlaag, stemming, vlaag
buidel beurs, doedel, geldzak, tas, zak
buidelbeer - koala
buideldier (boom)kangoeroe, buidelbeer, buideldas, buidelduivel, buideleekhoorn, buidelmarter,
buidelmiereneter, buidelmol, buidelmuis, buidelrat,
buidelspitsmuis, buidelspringmuis, buidelwolf, dwergbuidelrat, honingmuis, kangoeroe, kangoeroerat, koeskoes, opossum, reuzekangoeroe, spitsbuidelrat, suikereekhoorn, voskoeskoes, waterbuidelrat, wombat, yapok
buidelmuis - tafa
buidelrat opossum
buidel voor geld - geldzak
buigbaar buigzaam, flexibel, plooibaar, soepel
buigen bukken, knikken, krommen, nijgen
buigen door de knieën hurken
buiger - rugspier
buiging diffractie, flexie, knik, kromming, nik, reverence, verdraaiing, wijziging
buigtangetje ravebek
buigzaam flexibel, gedwee, inschikkelijk, lenig, plooibaar, rank, smeu, soepel, slap, taai
buigzaam dun hout spaan, twijg
buigzaam gewas riet
buigzaamheid lenigheid, souplesse
buigzaam maar pezig - taai
buigzaam wandelstokje - badine
buigzame hoed - panama
buigzame paal sliet
buigzame tak rijs, twijg
buiig ongestadig, onbestendigd, onstuimig, onvast, regenachtig, veranderlijk
buik abdomen, hara, melis, onderlijf, pens, wam
buikband - centuur, gordel, riem, singel
buikdienaar - gulzigaard, lekkerbek
buikig corpulent, dik, gezet, zwaarlijvig
buikig flesj - ampul
buikje embonpoint
buikklier - alvleesklier
buikkramp - koliek
buikloop diarree, loslijvigheid
buikopening - harakiri, laxering, punctie
buikriem gordel, singel
buikriem van een paard singel
buikschild - plastron
buiksnede - laparotomie
buikspeekselklier - alvleesklier, pancreas
buikspreker gastriloog, ventriloquist
buikvlies - peritoneum
buikvliesontsteking peritonitis
buikwaterzucht - ascetes
buikwind - veest
buikzuiverend - purgorent
buikzuivering - purgatie
buil bobbel, bult, bundel, buts, gezwel, puist, tumor, zakje, zwelling
bui of frats gril, kuur
buis ader, cilinder, kanaal,kiel, koker, lamp, leiding, pijp, riool, tunnelkoker
buis aan de dakgoot afvoerpijp, regenpijp
buis met schaalverdeling buret
buis om urine af te tappen cat(h)eter
buis van een tabakspijp roer
buisje ampul, dispenserpijpje, pipet, tube
buisje met injectievloeistof ampul
buis of pijp - leiding
buisje om wonden open te houden canule
buisje van buigzaam metaal tube
buiskool kropkool
buiskwal zeeblaas
buister - beddenzak, strozak, tijk
buis van een pomp - daal
buis van Eustachius - oortrompet
buisverbinding - nippel
buis voorafwatering - afvoer
buisvormig ingewand darm
buiszwam - boleet, eekhoorntjesbrood
buit poet, prooi, prijs, roofgoed, vangst
buit (Eng.) - spoil
buitelen duikelen, rollebollen, tuimelen
buiteling bankroet, duikeling, koprol, salto, smak, tuimel, tuimeling, val
buiten behalve, extern, uitgezonderd, zonder
buiten landgoed, landhuis villa
buiten adem amechtig
buitenbeentje - bastaard
buitencafé - uitspanning
bui8ten de lijn out, uit
buiten de perken buitensporig, extravagant, overdreven
buiten de wet gestelde (Eng.) outlaw
buitendien bovendien, daarenboven, nog, ook, tevens, verder, voorts
buiten dienst b.d., inactief, non-actief , passief
buitendokter - dorpsarts
buiten proporties abnormaal, buitensporig
buiten zomerzonnescherm markies,store
buitendijks aangeslibd land gors, hem, kaag, koog, nes, kwelder, schor, wad
buitendijks grasland - borzing
buitendijkse grond nes, koog, kwelder, uiterland, uiterwaard, wad
buitengemeen bijzonder, danig, ongemeen, uitermate, zeldzaam, zeer
buiten gevaar - veilig
buitengewone blijheid uitgelatenheid
buitengewone toelage bonus, gratificatie, premie
buitengewoon bovenmatig, bijzonder, enorm, extra, extrsvagant, kras, mateloos, merkwaardig, mirakel, onalledaags, ongemeen, overmatig, reuze, speciaal, uitbundend, uitermate, uitbundig, verbazend, wonderlijk, zeldzaam
buitengewoon begaafd geniaal
buitengewoon dividend bonus
buitengewoon groot - enorm
buitengewoon spannend adembenemend
buitengewoon streng draconisch
buitengras - gors
buitenhaven rede, ree
buitenhuis bungalow, landhuis, villa, zomerverblijf
buiten iemands weten achterbaks, stiekem
buitenissig afwijkend, bizar, excentriek, raar, vreemd, zonderling
buitenkansje bof, fortuin, geluk, meevaller, toeval, tref(fer), voordeel
buitenkant buitenzijde, exterieur, omtrek, periferie, rand, uiterlijk
buitenkant van fruit schil, pel
buiten kennis - bewusteloos, onbekwaam, onmachtig
buitenkeuken kombof
buitenlaag bast, bolster, korst, kurklaag, schil, schors,
buitenlaag van brood - korst
buitenlander vreemdeling
buitenlands vreemde, vreemd, uitheems
buitenlandse munt zie vreemde munt
buitenlandse titel don, lord, sir
buitenleven landleven
buitenlijn omtrek
buitenman boer, dorpeling, landman
buitenmate akelig, bar, deerlijk, enorm, erg, heel, hoogst, intern, onwijs, sterk, uiterst, vreselijk, zeer
buitenmatig enord, gigantisch, immens, kolossaal, ontzaglijk
buitenmens plattelander
buitenmodel - afwijkend
buitenmuur façade, gevel, pui
buitenpartij picknick
buitenplaneet Jupiter, Mars, Neptunus, Pluto, Saturnus, Uranus
buitenpost - uitwacht
buitenrand grenskant, periferie, rand, velg,
buitenrand van een wiel velg
buitenschil bast, bolster
buitenshuis wonend extern
buitenspel offside
buitenspelers - vleugels
buitenspiegeltje spion
buitensporig bar, erg, extravagant, extreem, losbandig, onmatig, onredelijk, onzinnig, overdadig, overdreven, overmatig, tomeloos, uiterst, verbazend, verregaand, zeer
buitensporigheid enormiteit, exes, losbandigheid, overdrijving, uiterste
buitensporige voorstelling van iets overdrijving
buitensporigheden excessen, strapatsen
buitenstaander derde, leek, outlaw, outsider
buitenste bast bolster, schors
buitenste borstwering glacis
buitenste deel rand
buitenste deel der grote hersenen schors, hersenschors
buitenste laag van de atmosfeer exosfeer
buitenste laag van bomen bast, schil, schos
buitenste rand korst, omtrek
buitenverblijf buitenhuis, landgoed, villa, zomerhuis
buitenwal om een stad singel
buitenwesten - bewusteloos
buiten wonend extern
buitenwoning - landhuis
buitenzijde buitenkant, exterieur, uiterlijk, uitwendig
buitenzitje op dak - terras
buiten-zonnescherm - store
buitmaken kapen, prederen
buitzoeker - avonturier
buizennet - riolering
buizerd hanenschop, muizerd
buizig - angstig, bevreesd, brommerig, ruw, verstoord
bukken buigen, stuipen
buks (jacht)geweer, bosboom, palmboompje
bul acte, dikkerd, dikzak, diploma, document, lomperd, lor, oorkonde, os, stier, vod
bulachtig - lomp, stuurs
bulderaar bulderbast
bulderbast bulderaar
bulderen brullen, daveren, lieien, razen, schreeuwen, tieren
buldog - bulhond
buldozer - graafmachine
Bulgaarse badplaats Albena, Boergas Verna
Bulgaarse berg - Jel-Tepe, Moes-als, Perelik, Sjoetka, Vitosja, Witosa
Bulgaarse hoofdstad Sofia
Bulgaarse ketterse sekte - Bogomielen
Bulgaarse maat kune, lekha, oka
Bulgaarse munt lev, leva, stotinka
Bulgaarse nationale vergadering -sobranje
Bulgaarse pruimengenever riha, rika
Bulgaarse rivier - Arda, Isker, Kamptsjija, Lom, Mantsa, Ogost, Osma, Stroema, Toendsja
Bulgaarse schrijver - Beron
Bulgaarse stad - Boergas, Pernik, Plewen, Plovdiv, Roese, Varna
Bulgaarse tsaar - Boril
bulge - blister
bulhond - rekel
bulk massa, stortgoed
bulken blaren, blaten, brullen, huilen, loeien, roepen, schreeuwen
bullebak - bietebauw, boeman, dwarskop, tiran
bullebijter - nijdas
bullen spulletjes
bullepees - pezerik
bulletin - dagbericht
bullig - tochtig
bulpezerik - lisdodde
bulsum - korteling
bult bobbel, bochel, buil, gezwel, huidzwelling, knobbel, nol, oneffenheid, pokkel, puist, stuit, tumor, verdikking, verhevenheid, zwelling
bultachtig - gebocheld, oneffen
bulten - knobbels
bult in een weiland - nol, nolle
bultenaar bochel, gebochelde, krates
bultig gebocheld, hobbelig
bultje - bobbel
bultos bizon, buffel, zebu
bultrund zeboe, zebu
bultzak strozak, strobed
bumper buffer, stootbalk, schokbreker, stootkussen
bun ben, beun, korf, kaar, mand
bundel boek, bos, buil, bussel, dot,knot, pak(ket), ris, schoof, tas, toef, tros
bundel bloemen bos, boeket, tuil
bundel brandhout - poorter
bundel garen knot, streng
bundel geconcentreerd licht - lazerstraal
bundel graanhalmen garf, gave
bundel grashalmen garf, garve, schoof
bundel haar - streng
bundel korenhalmen garf, garve
bundel aaneengeregen papier lias
bundel rijshout fascine
bundel stro schoof
bundel stukken - dossier
bundel twijgen gard,roe(de)
bundel vlasstengels - boot
bundel vruchten tros
bundel vuurpijlen girande
bundelen trossen, uniëren,verenigen
bundeltje donk, dot, vlok, wis
bundeltje haar dot, lok
bundeltje vlas wiek
bundel wol knot, streng
bunder ha., hectare
bungalow buitenhuis, landhuis, zomerhuis
bungelen schommelen, slingeren
bunker fort, kazemat, kolenruim, schuilkelder, schuilplaats
bunkeren schranzen
bun of korf - mand
bunzing fret, mud, skunk, stinkmarter, ulk
buran boeran, blizzard, sneeuwstorm
burcht bolwerk, borg, citadel, kasteel, slot, sterkte, veste
toevluchtsoord, veste, vesting
burchtheer baron, kasteekheer, slotheer
burcht in Troje - pergama
Burchten, kastelen en ruïnes in de Achterhoek Kiefskamp,
bij Apeldoorn Het Loo, Cannenburgh
bij Baarn Groeneveld
bij Bakkeveen Slotplaats
bij Barneveld Schaffelaar
bij Bergen op Zoom Mattemburgh
in de Betuwe (0) Doornenburg
bij Breda Anneville, Bouvigne
bij Breukelen Nijenrode
bij Delden Twikkel
bij Diepenheim Warmelo
bij Doesburg Bingerden
bij Domburg Westhove
bij Driebergen Sterkenburg
bij Dwingeloo Oldengaarde
bij Ede Hoekelum
ten zuiden van Eindhoven - Heeze
in Gaasterland Kippenburg
bij Geertruidenberg Dussen
in het Gooi Groeneveld, Muiderslot
bij Gorkum Loevestein
bij Gulpen Neubourg
bij Haerst Arnichem
bij Hedel Ammersooien
bij Heemskerk Assumburg, Marquette
bij Heemstede Groenendaal
te 'sHeerenberg Bergh
bij Heerlen Rivieren
bij Heino Alerdinck
bij Helmond Croy
ten zuiden van 'sHertogenbosch Heeswijk
bij Hoensbroek Amstenrade
bij Hoonhorst Aalshorst
bij Houten Heemstede
bij Jelsum Dekemastate
bij Lage Vuursche Drakensteyn, Pijnenburg
in het Land van Maas en Waal Batenburg, Hernen
bij Leek Nienoord
bij Leersum Broekhuizen
bij Leidschendam Duivenvoorde
bij Lisse d'Ever, Keukenhof
bij Lochem Ampsen .
bij Maastricht Borgharen, Eisden, Kanne, Mheer
bij Marssum Poptaslot
te Medemblik Radboud
bij Meppel Havixshorst
bij Middelstum Ewsum
bij Midwolda Ennemaborg
in NoordLimburg Weil
bij Nuis Coendersborg
bij Nijkerk Olden Aller, Salentein
bij Nijmegen Wiechen
bij Oegstgeest Oud Poelgeest
bij Oenkerk Heemstrastate
bij Oisterwijk Nemelaer
bij Olst Hoenlo
bij Ommen Rechteren
bij Oosterhesselen De Klencke
bij Oud kerk Staniastate
bij Renkum Doorwerth
bij Roermond Hillenraad, Hom
bij Santpoort Brederode
bij Sassenheim Teylingen
op SchouwenDuiveland - Moermont
bij Sittard Stein
bij Slochteren Fraeylemaborg
bij Tiel Soelen
bij Tietjerk Vijversburg
bij Tubbergen Eeshof
bij Uithuizen Menkemaborg
bij Utrecht De Haar, Zuilen, Rhijnauwen
bij Velp Biljoen, Rozendaal
bij bij Vollenhove Vleuten Haarzuilens
Toutenburg
bij Voorschoten Duivenvoorde
bij Vught Zwijnsbergen
aan de Waal Doddendael
aan Waal en Maas Loevestein
op Walcheren Ter Hooge
bij Wedde Wedderburcht
in het Westland - Staelduyn
aan de IJssel Middachten
bij Zuid laren Laarwoud
bij Zutphen Voorstonden, Vorden
bij Zwagerveen - Fogelsanghstate
burcht in Friesland stins
burchtheer baron, kasteelheer, kastelein, slotheer
burcht of slot - kasteel
burcht op Bali - poeri
burchttype - motte-et-bayle, ronding, slotsteen, stienhûs, stins
burchtvoogd - slotheer
bureau bureel, buro, kantoor, secretarie, secretaire, schrijftafel, werkkamer, werktafel
bureau van een commissaris - commissariaat
bureau van een gezantschap kanselarij
bureau voor administratie secretarie
bureau voor muziekauteursrecht Buma
bereel bureau, kantoor, schrijftafel
buren naaste, omwoners
burg citadel, burcht, kasteel, slot, veste
burgemeester maire, burg., starost
burgemeester (Eng.) mayor
burgemeester (Sp.) alcalde
burgemeester in de middeleeuwen en onder het fascisme (It.) podesta
burger bourgeois, ingezetene, onderdaan, poorter, square,
burgerdeugd - civisme
burgerlijk bekrompen, bourgeois, civiel, eerbaar, fatsoenlijk, gewoon, netjes, square
burgerlijk Wetboek B.W.
burgerleger - militie
burgeroorlog - guerrilla
burgerrecht - indigenaat
burgerstand - bourgeoisie
burgerij bourgeoisie, gemeente
burggraaf vicomte, visc(ount)
burijn graveernaald, stift, ponsoen
burlesk grappig, kluchtig, koddig
burin - buurvtouw
Burmese munt kyat, pjas
Burma, hoofdstad van - Rangoon
Burma, rivier in - Awa, Irrawaddy, Sanlwin, Sittong
Burma, stad in - Akyab, Ava, Bassein, Mandalai, Mulmay
Burmese volksgroep - Karen, Mon, Pjoe, Thai
burrie berrie, brancard, draagbaar, lamoen
burijn - Graveernaald, stift
bus autocar, blik, doos, fonds, koker, trommel
bus met schroot en kogeltjes kartets
busboom - buksboom, taxisboom
bush-bush jungle, oerwoud, rimboe, woldernis
bushel bs.
bussel - bos, bundel
business handel, zaak, zaken
buskruit pulver, trotyl, dynamiet , springstof
buste boezem, borst(beeld), paspop
bustehouder b.h., bra(ssière), beha
bus voor kolen - kolenkit
butaan - butagas
butler bediende, dienaar, huisbediende, huisknecht, lakei, valet
butoor lomperd, roerdomp
buts bluts, bult, deuk
butsen - uitdeuken
butskop - stormvis
button badge, tekstplaatje
butylalcohol - butanol
buur buurman, naast wonende
buurland van Israël Moab
buurman buur, nabuur
buurschap - buurt, gehucht, kwartier, nabijheid
buurt gehucht, kwartier, ongeving, omstreken, stadsdeel, werf, wijk
buurt aan de Regge Eerde
buurt bij Gelders Laren Eksel
buurt bij Gramsbergen Ane
buurt in Amsterdam Jordaan, Kattenburg, Pijp
buurt in Rotterdam Charlois, Katendrecht
buurt onder Borger Ees
buurt onder Diemen Sniep
buurten - bezoeken
buurtschap dorpje, gehucht , vlek, werf, wijk
buurtspoorweg lokaalspoor
buurvrouw burin, naastwonende
buut doel, mikpunt, oogmerk, wit
Byzanthisme - haarkloverij, ogendienaar
Byzantijns kruiperij, Oost-Romeins, slaafs
Byzantijnse keizer(in) -
3 Leo, Zoë
5 Fokas, Irene, Izaak
6 Manuel, Zenoon
7 Alexios, Ariadne, Eudoxia, Michaël, Romanus
8 Arkadios, Johannes, Justinus, Konstans,
Leontios, Prokopia, Theodora, Tiberius
9 Alexander, Bascleios, Marcianus, Mauritius,
Nikeforos, Theofilos
10 Anastasios, Andronikos, Filippikos, Herakleios,
Konstantijn, Staurakios, Theodosios,
Theodosius
11 Justinianus
Byzantijns roei-oorlogsschip - dromone
Buzzer zoemer
C
cab aapje, rijtuig, taxi
cabaal - intrige, samenvatting
caballero heer, ridder, ruiter
cabaret kleinkunst, tingeltangel, vermaak
cabaretier artiest, komiek, liedjeszanger
cabine cockpit, hokje, kajuit, kleedhokje, scheepshut
cabotage - kustvaart
cabriolet - slee
cacao - chocolade
cacaobonenvet cacaoboter
cacaoproduct - chocolade
cacheren - afdekken, bedekken, verbergen, verhelen
cachectisch - vervalen, wegterend
cachet distinctie, kenmerk, klasse, signet, stijl
cachot bajes, bak, cel, gevang, gevangenis, kerker, lik, nor, petoet
cachotkamertje - cel
cactussoort - carnegiea, cereus, epiphyllum, fakkeldistel, lobivia, nopalea, opuntia, pereskia, rebutia, rhipsalis
cadans maat, ritme, toonval
cadaver dode, kreng, lijk
cadeau donatie, gave, geschenk, gift, kado, presentje, schenking, surprise
cadeau doen - geven
cadena cadenza, solo, solopassage
cadet bij de marine adelborst
cadmium Cd
caduc bouwvallig
Caesar Augustus, Caligula, Nero
Caesium Cs
caesuur insnede, rust
café bar, bierhuis, bodega, herberg, huis, koffiehuis, konditorei, kroeg, pub, soos, staminee, taphuis, tapperij, tingeltangel, wijnhuis
café-bediende kelner, ober
cafébezoeker - stamgast
café- buffet, bar, tapkast
café-chantant - cabaret
caféhouder kroegbaas, waard
cafetaria eethuis, snackbar, snelbuffet
cagoliet - speksteen
cahier register, schoolschrift, schrift, schrijfboek
caissière - kashoudster
caisson - zinkbak, zinkstuk
caissonziekte - duikersziekte, kronkel
Calabrië, provincie in - Catanzaro, Cosenza
calamiteit catastrofe, onheil, ramp
calcificatie - verkalking
calcium Ca, carbid
calciumcarbonaat - calciet
calciumcarbuur - carbid
calcium hydrade - hydroliet
calciumsulfaat - gips
calculatie berekening
calculeren begroten, becijferen, berekenen
calculus - rekensteen
Californië, berg in - Whitney
Californië, hoofdstad van - Sacramento
calumet - vredespijp
calgon natriummetafosfaat
calomnie - kwaadsprekerij
calorie cal.
Cambodja, inwoner van - Khmer
Cambodja, stad in - Phnom-Pen
Cambodjaanse munt cent, plaster, riel
Cambodjaanse rivier - Mekong
cambrereren - buigen, ronden, welven
camcorder filmaparaat, videocamera
camee gemme, siersteen
camera filmapparaat, fototoestel, kiekkast
Cameroen, hoofdstad van - Yarundé
Cameroen, rivier in - Logone. Sanaga
camouflage mimicry, onzichtbaarmaking
campagne actie, veldtocht, werkseizoen
campagne voeren ageren
Campanië, provincie in - Avillino, Benevento, Caserta, Salermo
camper kampeerauto, reiswagen
camping - zomerverblijf
Canadees eiland - Baffin, Ellesmere, Newfoundland, Vancouver, Victoria
Canadees eiland bij Groenland - Disko
Canadees hert - wapiti
Canadees meer Eriemeer, Huronmeer
Canadees schiereiland - Gaspé
Canadese baai - Foxbekken, Hudsonbaai. Jamesbaai
Canadese berg - Elias, Logan
Canadese delfstof - asbest, gips, goud, koper, lood, nikkel, potas, zilver, zink, zout
Canadese munt cent, dollar
Canadese plaats zie plaats in Canada
Canadese provincie Alberta, Manitoba, Newfoundland, Ontario, Quebec, Saskatschewan, Yukon
Canadese rivier - Albany, Athabasca, Columbia, Fraser, Koksoak, Mackenzie, Manitoba, Nelson, Saskatchewan. Severn, Yukon
Canadese stad - zie stad in Canada
canaille gepeupel, grauw, janhagel, plebs, schuim
canailleus dierlijk, ordinair
canapé ligbank, rustbed, sofa
canard - eend, fopperij
Canarisch eilanden, een der Ferro, Fuerteventura, Gomera Hierro, Lazarote, Palma, Tenerife
Canarisch eilanden, oorspronkelijke bewoners van - Guanchen
cancelen anuleren, intrekken, schrappen, terughalen
cancer kreeft
candidatenlijst - nominatie
candiet - spinel
canabacee - Canabis, hennep, hop, humulus
canabis - hasjiesj, hennep
canon afgrond, bergkloof, beurtzang, kettingzang, kloof, maatstaf, regel, richtsnoer, rivierdal, rotsdal, voorschrift, wet, zangstuk
canonieke wet kerkwet
canope - asurn, lijkvaas
cant - dieventaal, jargon
cantharel - dooierzwam
caoutchouc - balata, gummi, rubber
caoutchouc, gevulkaniseerde - eboniet
cantate zangstuk
cantarel hanenkam
cantinière marketenter
cantor voorzanger
canvas - zeildoek
canyon canon, dal, ravijn
cap - ruiterpet
capabel abel, bedreven, bekwaam, deskundig ervaren, ervaren, knap, kundig, vaardig
capaciteit bekwaamheid, geschiktheid kracht, kundigheid, vermogen
cape caban, pelerine
cape, Zuid-Amerikaans - poncho
capillaire vaten - haarvaten
capillairmicroscoop - angioscoop
capitulatie overgave
caprice bevlieging bui, gril, kuur, nuk
capricomus steenbok
caprifoliacee - kamperfoelie, lonicera, sneeuwbal, sneeuwbes, vlier, weigelia
capriool bokkensprong, luchtsprong
capucijners - raasdonders
capsule ampul, dop, dopje, tube, omhulsel
capsule op fles - dop
captain aanvoerder, hoofdman, kapitein, leider
capuce kap, monnikskap
capouchon hoofdkap, kap
caput - chapiter, deel, hoofdstuk, kapittel, kop
caputmortuum dodekop
caracal steppelynx, zwartoor
caravan kampeerwagen, reiswagen, woonwagen
Caribische dans - calypso
carbid calciumcarbid
carbidgas acetyleen
carbol - koolteer
carbolineren teren
carbolzuur carbol, fenol, phenol
carbo medicinalis - norit
carbonaat - koolzuurzout
carburator vergasser
cardanische ophanging - vardanusring
cardiogram hartfilm
cardioloog - hartchirurg
carga - laadbrief
cargadoor bevrachter, stuwadoor, stuwer
cargo carga, vrachtschip
Caribische dans - calypso
caricatuur cartoon, spotbeeld,spotprent
carillon beiaard, klokkenspel, misschel
carillonspeler - beiaardier
caritas - liefde
carnaval vastenavond(feest), volksvermaak
carnavalstad - Oeteldonk
carnet notitieboekje, autopaspoort, zakboekje
carnivoor vleeseter
Carolinen, een der - Babelthuap, Jap., Ponape, Truk
Carolinen, product van de - taro
carport afdak, autostalling, overkapping
carré kwadraat, vierkant
carrier gevechtswagen, vliegdekschip
carrière levensloop, loopbaan, succes, sukses
carrièrejager - streber
carrosserie - koetswerk
carrosseriemodel limousine, sedan
carrousel mallemolen, draaimolen, zweefmolen
Carthaags ontdekkingsreiziger Hanno
Carthaags veldheer Hannibal
Carthago - Punië
cartonist, beroemd -
4 Bosc, Mose, Siné
5 Effel, Giles, Grosz, Heine, Kubin, Vicky, Weisz, Yrrah
6 Addams, Bellus, Chaval, Depond, Dubout, Osborn,
Partch, Peynet, Schaap, Searle
7 Feiffer, Lejeune, Thusber
8 Cymmings
9 Feininger, Reinhardt, Steinberg
cartoon - tekenfilm
cartouche-klok - Cartel
casco (scheeps)romp
cash - contant
casino clubgebouwgokhuis, speelbank, speelhol
cassave - mandioca, maniok, Tapioca, Yuca
casseren afdanken, innen, ontzetten, vernietigen
cassette kistje, sierdoos
cassis bessendrank, limonade
Castiliaanse held cid
Castillië, provincie van - Avilla, Burgos, Cuenca, Logrono, Madrid, Santander, Segovia, Soria, Toledo
Castillië, stad in - Burgos, Madrid
Castillië, wijn uit - rioja
Castor en Pollux Dioscuren
castor-olie - ricinusolie, wonderolie
castoreum - bevergeil
castreren lubben, ontmannen, ruinen
casualiteit toevalligheid
casuaris emoe, emve
casueel toevallig
casus geval, naamval, toeval, zaak
catacombe gang, gewelf, groeve
catalepsie - katatonie
catalogus boekenlijst, register
cataract staar, waterval
catachu - cachou, gambir
catamaran - dubbelboot
catastrofaal ellendig, fataal
catastrofe ramp, onheil, calamiteit
catechismus leerboek
categorie afdeling, genre, groep, klasse, soort
catenen bijbelverklaringen
catharsis loutering, zuivering
causaal oorzakelijk, redengevend
causatief - actitief
causerie lezing, praatje, voordracht
cautie borgtocht, borgstelling, zekerheidstelling
cavalerie ruiterij, paardenvolk, tankafdeling
cavalerieafdeling eskadron, brigade
cavalerieregiment Boreel, Alexander
cavalerist dragonder, huzaar, kurassier, lansier, ritmeester, ruiter, ulaan
cavernoom - vaatgezwel
cedel bewijsstuk, bon, ceel, declaratie, geleidebiljet, lastgeving, recu
ceder - pijn
caderen afstaan, overlaten
cederkamfer - cedrol
ceel bewijsstuk, declaratiedoopakte, geleidebiljet, lastgeving, lijst
ceintuur - band, buikband, gordel, riem, siergordel, singel
ceintuurbaan - ringweg, rondweg
centuursluiting - gesp
cel bajes, bak, cachot, gevangenis, hok kamertje, kerker, kluis, kot, lik, nor, petoet, uk
cel - cello, violoncel
celblaas - thylle
celdeeltje chloroplast, chromoplast, kern, leukoplast, nucleus
celdraad - hyfe
Celebes - Sulawesi
Celebes, bewoner van - Buginees, Gerontalees, Makasaar, Minahaser, Toradja
Celebes, deel van - Bone, Boni
Celebes, dier op - anoa, koeskoes, papuase
Celebes, kaap op - api
Celebes, provinciehoofdstad op - Kendari, Makasar, Palu
celebreren gedenken, vieren
celibaat agamie ongehuwd, vrijgezel
celibatair - vrijgezel
celkern nucleus
celleer cytologie
cellenbouwsel - raat
cello cel,violoncel
cellobespeler - cellist
cel of nor - bajes
celstof cellulose, cytoplasma, oerstof, protoplasma
celstraf hechtenis
celwacht - cipier
cement mortel, specie, tras
cementinjectie - cementatie
cementmastiek - houtcement
cement met kalk - mortel
cement met marmer terrazzo
cementsoort - alboliet
censor beoordelaar, criticus, opzichter, recensent, zedenmeester
census belasting, cijns, volkstelling
cent ct, duit, spie
centaur kentaur, paardmens, Nessus, Cheiron
Centaurus, ster uit het sterrenbeeld - Hadar
centenaar ctr, kwintaal, quintaal
centerback spil
centiliter cl.
centimeter duimstok, meetlat
Centraal Amerikaanse republiek Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama
Centraal Amerikaanse republiek, hoofdstad van de - Bangui
Centraal Amerikaanse republiek, berg in de - Bongo, Yade
Centraai Bureau voor de Statistiek C.B.S.
centrale hoofdkantoor, hoofdpost
centrale antenne-inrichting - cai
centrale figuur - spil
centreren richten
centrifugaal middelpuntvliedend
centrifugaalreiniger - Centri-cleaner
centrifuge droger, wasdroger
centrifugeren, producten - centrifugaat
centripetaal middelpuntzoekend
centrum binnenste, city, hart, kern, knooppunt, kom, middelpunt, midden, stadskern
centrum van de geldhandel Walstreet
centrum van een brand vuurhaard
centrum van een dorp - kom
centrum van Londen City
centrumvliedend - centrifugaal
centrumzoekend - centripetaal
centurium - fernium
centweight (afk) CWT
Ceram - Maluku
ceramiek pottenbakkerskunst
ceraliet hoornsteen
cerberus deurwachter, helhond, portier
cercle - club
cerebine - frenosine
ceremonie plechtigheid, rite, ritus, wijding
ceremonieel protocol, rituaal
ceremonieel in het diplomatieke verkeer protocol, etiquette
Ceres Demeter
Cerise kerskleurig, kersrood
cerium ce
certificaat attest, bewijsstuk, cert
cerunen - oorwas
cessie afstand, overdracht
cesuur diëresis, insnede, rust in vers, snede, versnede
Ceylonesche munt anna, rupee
Ceylon, berg op - Adamspeik, Pdurutalagala
Ceylon, bewoners van - Singalezen, Tamils, Wedda´s
Ceylon, dier op - axisher, mongoe, rambahert, waterbuffel
Ceylon, hoofdstad van - Colombo
chagrijn - verdriet
chagrijnig bits, gemelijk, humeurig, korzelig, kwaad, nurks, ontevreden, saggerijnig, wrevelig, zeurig, zurig, zuur
chaise-longue - ligstoel, ziekenstoel
chalcedon, soort - sarder
Chaldeeuwse stad Ur
chalet alpenhuisje, alpenhut, berghuis
chalmersiet - cubaniet
chambree dormtoir, slaapzaal
chambrette slaapkamertje
chamois bleekgeel, crème, gemskleurig
champagne (Du) sekt
champignon kampernoelje
change. (Eng.) ruil, verandering, wisseling
chanson lied, zangstuk
chansonnier - zanger
chantage afdreiging, afpersing,
chanteren - afpersen
chanteur - afdreiger
chaos anarchie, baaierd; bende, hekseketel, jamboel, ontreddering, ordeloosheid, paniek, puin(hoop), rommel, troep, verwarring, wanorde, warboel, warklomp, zooi
chaotisch ongeordend, ongeregeld, ordeloos, rommelig, warrig, verward, wanordelijk
chaperon begeleider, chapeau
chaperonneren begeleiden
chapiter hoofdstuk, punt, zaak
charade - raadsel
charge aanrit, aanval, actie
chargeren aanvallen, belasten, laden, overdrijven, ridiculiseren
charlatan - kwakzalver, praalhans, windbuil
charlatanerie - bluf, kwakzalverij, pocherij, snoeverij
charmant attractief, bekoorlijk, genoeglijk, gezellig, innemend
charmeren - bekoren
charter handvest, oorkonde
charterboek - cartularium
charteren - afhuren
chasseur bolhoed, jager, loopjongen
chaufferen autorijden, rijden
chauffeur autorijder, bestuurder, stuurman
chauvinist patriot
checken controleren, vergelijken
cheerio - prosit
chef aanvoerder, baas, hoofd, leider, manager, meerdere, meester, opzichter, ouwe, patroon, principaalsuperieur, voorman, werkgever
cheffin - meesteres
chef-huisknecht - butler
chefkok hoofvergelijkendkok
chefmonteur hoofdmonteur
chemica - scheikundige
chemie scheikunde
chemicus - scheikundige
chemisch scheikundig
chemisch begrip evenwichtsconstante, reactie, verbinding
chemisch element zie elementen
chemisch product asfalt, kunstmest, medicament plastic
chemische afweerstof - biocide
chemische verbinding - amide, azine, bordie, ester, imine, inosite, leucine, purine, reagens, zout, zuur
chemische verbinding van metaal en zuurstof oxide, roest
chemische stoffen base, eiwit, enzym, ester, zout, zuur
chemische verwering - corrosie
chemise - hemd
chenopodiacee - atriplex, bassia, beta, ganzenvoet, melde, obione, schorrenkruid, spinazie
chequekaart - betaalpas
Chermes - Adelges
cherubs - engel, hemeling
chevelure - haardos
chic deftig, elegant, exclusief, keurig, netjes, ongemeen, smaakvol, zwierig
chicaneren intrigeren, vitten, zaniken, zeuren
chic en sierlijk - zwierig
chief aanvoerder, captain, hoofdman, opperhoofd, stamhoofd
Chileense boomsoort - Apeboom
Chileense munt centavo, peso
Chileense politicus - Allende
Chileense provincie - Arauca, Aysen, Bio-Bio, Chiloë, O´Higgens, Santiago, Valparaiso
Chileense rivier - Bio-Bio, Bueno
Chileense stad - Angol, Concepcion, Santiago, Valdivia, Valparaiso
Chileense woestijn - Atacama
Chileense haven - Antofagasta, Corral. Iquique, Tocopilla
Chili, berg in - Llullaillaco, Maipo, Tinguiririca, Tronador
Chili, bewoner van - Araukan
Chili, eiland behorende bij - Chiloë, Paaseiland, Vuurland
Chili, gebergte in - Cordillera
Chili, hoofdstad van - Santiago
Chili, oorspronkelijke bewoners van - Araukanen
Chiliasme - millenarisme
Chilisalpeter - natriumnitraat
Chilopoda - duizendpoten
chimpansee jokko, mensaap, pan
Chinees (Ind) Kee, Ke, Keh
Chinees ambtenaar mandarijn
Chinees blaasinstrument cheng, tsjeng
Chinees bronzen vaatwerk - li, sjia
Chinese eiland Formosa, Hai-nan, Taiwan
Chinees edelgesteente jade
Chinees filosofisch begrip - Jang, jin, tao
Chinees gedicht - sji
Chinees gerecht bami, loempia, saté
Chinese gewicht mas, taël
Chinees hondenras chowchow, pekinees
Chinees hoogland - Tibet
Chinees in Indonesië - kee
Chinees kanton - Nanking
Chinees kerkje - temila
Chinees kunstvoorwerp - chinoiserie
Chinees lakwerk - coromandel
Chinees meer - Pojang,Tongting
Chinees schip draak, jonk, sampan
Chinees woord voor revolutie - ko-ming
Chinees wijnvat - lei
Chinees zelfverdedigingssysteem - Kempo
Chinees zoutmeer - Nor
Chinese afstandsmaat - li, tsjan
Chinese bloem - tijgerlelie
Chinese boek der liederen sjeking
Chinees boek der oorkonden sjoeking
Chinese cycloon - taifoen
Chinese deegwaar - mie
Chinese dynastie - Han, Joean, Mantsjoe, Ming, Sjang Soeng, Tang, Tsjing, Tsjow
Chinese edele mandarijn
Chinese god - Hopo, Howtoe, Sjanti
Chinese haven - Amoy, Foetsjou, Kanton, Luta, Sjanghai, Suatou, Tiëntsin, Tsjingtau
Chinese hoofdstad - Peking
Chinese hoogvlakte - Sjansi, Sjensi
Chinese keizer - Kanghi
Chinese klei - Kaolien
Chinese koning - Woe
Chinese kool - spitskool
Chinese leer confucianisme, Taoïsme
Chinese legpuzzel - Tangram
Chinese lengtemaat - li, pu, yin
Chinese macaroni - bami
Chinese marskramer klontong
Chinese Moslim - Hoei
Chinese munt candareen, fen, Juan, li, liang, minpiao, taël, tsjiau, yen
Chinese naam voor Boeddha - Fo
Chinese plaats zie plaats in China
Chinese politicus - Mao, Mau
Chinese pot (met drie afdelingen) li
Chinese provincie - Anhui, Honan, Hopei, Kansoe, Kirin, Peking, Sjansi, Tibet
Chinese revolutiebond - Kwomintang
Chinese riten - li
Chinese rivier - Erawadi, H(w)aiho, Hoang-ho, Jangtsekiang, Leaoko, Min, Pei-ho, Salwen, Sitjiang, Soengari, Tarim
Chinese roos camelia
Chinese schriftteken karakter
Chinese speksteen - Agalmatoliet, Pagodiet
Chinese spel mahjong
Chinese spijs bami, loempia, mi
Chinese stad - Aigoen, Aksoe, Canton, Changsha, Changchun, Chentu, Chunking, Harbin, Ining, Kanton, Kunming, Laha, Lanchow, Luta, Moekden, Nanchang, Nanking, Peking, Shanghai, Shenyang, Siam, Sjanghai, Taijuan, Tientsin, Tsingtao, Tsangtao, Tsjentoe, Tsoenking, Woehan, Wijhan
Chinese tempel pagode
Chinese titel - wang
Chinese vaartuig draak, jonk, sampan
Chinese vermecelli - mihoen
Chinese wetten - fa
Chinese winkel toko
Chinese wijsgeer Confucius, Laotse, Moti, Toeng
Chinese wijsgerige boeken - Lietse, Motse
Chinese woestijn Gobi
Chinese wortel - ginseng
Chinezen kenner - sinoloog
Chinezerij - haarkloverij, (muggen)zifterij
chiroe - orongo
chiropodist voetverzorger
chirurg heelkundige, heelmeester, wondarts
chirurgie heelkunde
chirurgisch hechtmateriaal - Catgut
chirurgisch instrument scalpel, snepper, trepaan
chirurgisch mes bistouri, lancet, laatmes
chirurgische ingreep operatie
chirurgijn (vroeger) heelmeester, scheepsdokter
Chloë - Demeter
chloor blekwater, cl.
chloorkalk bleekpoeder
chloornatrium - keukenzout
chloren - bleken
chlorofyl bladgroen
chocolade - cacao
chocoladebonbon - praline
chocolademengmachine - conche
chocoladepoeder - cacao
chocolaatje met rum rumboon
chocoladestaafje bâton, biskwietje, bandje (van een onderscheiding)
cholerisch - driftig, heftig, opvliegend
chorda dorsalis - notochorda
Choreografische beweging - Ballabile, balloné, batterie, battement, cabriole
christelijk feest Allerheiligen, Allerzielen, Aswoensdag, Driekoningen, Hemelvaart, Kerstmis, Pasen, Pinksteren, Septuagesima
christelijk genootschap katholiek, protestants
christelijk symbool kruis, vis, brood, kelk, lam, slang, Ichthus
christelijke naastenliefde caritas
christelijke partij A, R.P., C.H.U., G. P. V., K.V.P.,
S. G. P. CDA
christelijke sekte Kopten
christenmeisje sjikse
christenprediker op Groenland Egede
Christmas Island, oude naam van - Moni
Christus als Zaligmaker - soter
Christusbeeld crucifix, ikon, ikoon, kruisbeeld, piëta
Christusmonogram IHS, PX
Christuspalm - mollekruid
chroma - kleur
chromochloriet - Kämmereriet
chromesomengarnituur - caryotype
chromespinel - picotiet
chronisch slepend, voortdurend
chronische loodvergiftiging saturnisme
chronische ziekte - kanker, reuma, tuberculose
chronogram jaartalvers
chronometer - stopwatch
chroom (scheik.) Cr.
Chroomglimmer - fuchiet
chroomoker - anageniet
chroomijzersteen - chromiet
Chummeer, plaats aan het - Prien
Chur - Coire
chylus - chijl
cicero - Augustijn
cicerone geleider, gids, loods, wegwijzer
cichoreiwortel - bitterpeen
Sicilië, stad in - Adama
cider appelwijn
cigarillo - sigaar
cijfer getal, nummer
cijferaar rekenaar, teller
cijfercombinatie - getal
cijferen rekenen, tellen
cijferlijst puntenlijst, rapport
cijfer op rapport punt
cijferslot codeslot, cijferslot
cijfervorm - getal
cijns belasting, schatting, tol
cilinder buis,bus, klos, koker, pijp, rol, rolsteen, staaf, zuigerbus
cilinderhoed - klaphoed
cilindervormig stuk hout stok
cilindrisch rolvormig, rond
cimbaal bekken
cinderella assepoester
cineac filmtheater
cineast folmmaker, filmer
cineclub - filmliga
cinema bioskoop, filmtheater
cipier bewaker, celwacht, oppasser, provoost, wachter
circa ca., ongeveer, omstreeks, omtrent, schatting
Circe - tovernimf
Circe, eiland van - Aea, Aia
circuit baan, parcours, piste, renbaan, rondweg
circuit voor autos racebaan
circulaire - rondschrijven
circulatie kringloop, omloop, roulatie
circulatiepomp accelerator
circuleren - doorstromen
circus beestenboel, paardespel
circusartiest acrobaat, clown, dompteur, jongleur, koorddanser, temmer
circusbaan - piste
circuskunst - acrobatentoer
cirkel kring, ring, ronde
cirkelen - ronddraaien
cirkel om de aarde equator, keerkring, meridiaan, parallel
cirkelgang kringloop
cirkelgedeelte boog, kwadrant, sector
cirkeling - ronddraaiing
cirkelomtrek - periferie
cirkel op de globe - equator, keerkring, meridiaan
cirkelsector kwadrant
cirkeltrekker - passer
cirkelvlak - segment
cirkelvormig bol, rond
cirkelvormig raam roosvenster
cirkelvormig verkeersplein rotonde
cirkelvormige bedekking - kraag
cirrus vederwolk
citaat aanhaling
citadel bastion, blokhuis, burcht, fort, kasteel, vesting
citadel (Arab.) Kasba
citadel van Athene - Skropolis
citeren aanhalen, dagvaarden
citerpen cier
cito gezwind, ras, snel, vlug
citroen lemoen, limoen
citroen achtige plant appelsien, grapefruit, mandarijn, oranjeboom, pompelmoes, sinaasappel
citroenjenever - schilletje
citroenkruid melis, melisse
citroenlimonade kwast
citrusvrucht - citroen, grapefruit, mandarijn, pompelmoer, sinaasappel
civetkat, soort van - bintoerong, faraokat, fossa, genetkat, ichneumon, koesimanse, koffierat, linsang, loewak, mangoeste, meerkat, moesang, soerikste, stokstaart
city binnenstad, (zaken)centrum, hart
citybag handko0ffer
civiel beleefd, billijk, burgerlijk, hoffelijk, schappelijk, wellevend
civiel ingenieur c.i.
civilisatie beschaving
civiliseren beschaven, verrichten
claim aanspraak, eis, optie, recht, vordering
claimen beweren, eisen, vorderen
clairvoyant helderziend
clan sibbe, (familie)stam
clandestien geheim, heimelijk, tersluiks, verborgen, verholen, verstolen
clandestiene taxichauffeur snorder
classeur - ord(e)ner
clausuur afsluiting, ezelsoor
clavus - eksteroog, likdoorn
claxon hoorn, signaalhoorn, sirene, toeter
claxonneren - toeteren
clean netjes, rein, schoon, zindelijk
clement genadig, goedertieren, vergevingsgezind, welwillend, zacht
clementie genade, goedertierenheid, welwillendheid
cliché drukplaat
clichématig afgezaagd, geijkt, saai
cliënt afnemer, klant, koper
cliënte afneemster
climax hoogtepunt, opklimming
clinometer hellingmeter
clinorombisch - monoclien
clinch handgemeen
clip klem, papierklem, sierspeld
clip voor de was knijper
clochard dakloze, pauper, schooier
closet bestekamer, gemak, toilet, w.c.,
clown dwaas, geinmaker, grapjas, grollenmaker, guit, hansworst, harlekijn, komiek, leukerd, nar, olijkerd, paljas, pias, pierrot, potsenmaker, zot
clownachtig - clonesk
club bent, bond, circle, clan, coterie, genootschap, gezelschap, groep, kliek, kring, societeit, soos, unie, vereniging
clubgebouw casino, kantine, soos
clubgenoot lidmaat, medelid
clubhuis - jeugdcentrum
club van schilders bent, generatie, kring , school
clubwedstrijd - match
cluster concentratie, groep
clysma - lavement
coach oefenmeester, trainer
coachen - begeleiden
coalitie alliantie, bloc, unie, verbond
coaster kuster, kustvaarder, zeeschip
cobra brilslang, naga, naja
cochenille cactus nopal
cockpit - stuurcabine
cocon van een vlinder pop
cocktail drankje
cocktailschudder - shaker
coco - papegaai
code merk, wet, wetboek
codeur codist
codist codeur
coherent samenhangend
coiffeur barbier, haarknipper, kapper
coiffeuse - kapster
coiffure kapsel
coïncidentie samenloop
coïtus bijslaap
coke cocaine, drug
col boord, (berg)pas, kraag,
colbert - herenjasje
collaps - shock
collationeren - checken
collectant - inzamelaar
collecte inzameling, verzameling
collecteren - bosseren, inzamelen, verzamelen
collectie arsenaal, verzameling
collectief gezamenlijk
collectieve arbeidsovereenkomst c.a.o.
collectieve boerderij commune, kibboets, kolchoze
collectieve leefvorm - commune
collega ambtsbroeder, ambtgenoot, broeder, confrater, confrère, gezel, medewerker, vakgenoot
college bestuur, bestuurslichaam, club, gremium, instantie, kamer, les, raad
college van de dijkgraaf - heemraad
collegezitting - sessie
collier halssnoer, ketting, karkant, snoer
collineair - coaxaal
collo baal, doos, kist, pak, stukgoed
colloïdale oplossing - emulsie, sol
Collorado, hoofdstad van - Denver
Colombiaanse munt centavo, peso
colon karteldarm
colonnade kolom, pilaar, zuilenrij
colonne reeks, rij
colporteren aanbieden, venten, verkopen
colporteur venter
colt - revolverr
Columbia, district van -
4 Meta
5 Cauca, Cesar, Choco, Huila, Sucre
6 Arauca, Boyaca, Caldas, Narino, Tolima, Vaupes
7 Bolivar, Caqueta, Cordoba, Guainia, Quindio, Vichada
8 Amazonas, Putumayo
9 Antioquia, Atlantico, Magdalena, Santander
12 Gundinamarca
Columbia, rivier in - Caqueta, Cauca, Guainia, Guaviara, Magdalena, Meta, Putumayo, Vaupes, Vichada
Columbia, stad in -
4 Cali, Meta
5 Mocoa, Neira, Pasto, Tunja
6 Arauca, Bogota, Cucula, Ibaqué, Quibdo
7 Armenia, Leticia, Pereira, Popayan
8 Manzales, Medellin, Monteria, Riohacha
9 Cartagena, Florencia, Manizales, Sincelejo
10 Valledupar
11 Bucaramanga
12 Barranquila
13 Villacicencio
columbiet - niobiet
column kolom, rubriek stukje
coma bewusteloosheid, lichtkrans(nevel) massa, slaapziekte, toeval,
combattant krijger, militair, strijder, vechter
combinatie duo, samenvoeging, trio, vereniging
combinatie van twee letters - Bigram
combinatie van zakenlieden syndicaat
combinatiewagen - combi, stationcar
combine complot, maaidorser
combineren samenspelen, samenvoegen, verenigen
combo band, groep
comeback rentree, terugkeer, terugkomst
comnestibles - delicatessen
comfort gemak, gerief
comfortabel aangenaam, gemakkelijk, geriefelijk
comic beeldverhaal, strip
coming man - aanvoerderleider
comité comiteit, commissie
commandant - bevelhebber
commanderen bevelen, bevelvoeren,gebieden, gelasten,
commanditaire genootschap c.v., commandite
Commanditaire vennoot - commanditaris
commando aanvoering, bevel, ga, gebod, gezag, halt, ho, leuding,mars, opdracht, order, rust, sta, voorwaarts, vuur
commando totschieten - vuur
comme il faut - in orde, netjes
commensaal kostganger
commentaar - opheldering, toelichting, uitleg, verklaring
commercie handel, koophandel
commercieel - zakelijk
commies ambtenaar, douanier, grensbeambte, kantoorbediende, klerk, schrijver
commiesbrood - kuch
commissaris gelastigde, gevolmachtigde, politiechef
commissaris bij draverijen - goeman
commissie bedrag, boodschap, comité, comiteit, delegatie, inkomen, jury, lastgeving, loon, opdracht, provisie
commissiegever - committant
commissie ter beoordeling jury
commissionair boodschaploper, pakjesdrager
committent mandant, mandator, principaal
commode latafel
communauteit genootschap, gemeenschap
communitatie - mededeling
communicatiemiddel brief, e-mail, fax, krant, media, pers, post, radar, radio, sateoiet, taal, telefoon, telegraaf, televisie, telex
communistisch dictator Stalin
communistische partij C. P. N.
communistische wijsgeer Engels, Lenin, Mao, Marx, Trotsky
communiteit convent, gemeenschap, maatschappij, samenleving
commutatie omkering, verwisseling
commuun afzijdig, algemeen
Comores-archipel, eiland toto de - Anjouan
Comores-archipel, hoofdstad van de - Moroni
compact dicht, dik, hard, hecht, massief, opeen, samengepakt , sterk, stevig, vast
compactie inzinking, samenpakking, volumevermindering
compagnie bedrijf, cie., handelsvereniging, vennootschap
compagnon associe, co., comp., (deel)genoot, firmant, gezel, medelid, medewerker, metgezel, partner, vennoot
compagnons cie.
comparatief vergelijkend
comparatief van goed beter
comparatief van veel meer
comparatief van weinig minder
compartiment afdeling, coupé, vak
compassie medelijden
compatibel verenigbaar
compendium handboek, samenvatting, schets
compenseren - vereffenen
compère - helper, kornuit, snaak
competent bekwaam, bevoegd, gerechtigd, geschikt, goed, kundig
competitie mededinging, wedijver
compleet afgerond, (al)geheel, heel,helemaal, ongeschonden,onverkort, totaal, volmaakt, voltooid, volledig, voltallig
complement aanvulling, alexine, goedkeuring
complement van heren - dames
complet - kostuum
completeren aanvullen, bijvoegen
complex geheel, ingewikkeld, moeilijk, samengesteld, syndroom
complex van symptomen, kenmerkend syndroom
complexie aard, karakter, natuur
compliciteit medeplichtigheid
compliment aanbeveling, groet, lof, plichtpleging, pluim
complimenteren eren, loven, prijzen
complimenteus hoffelijk, vleiend, vormelijk
complot combine, intrige, samenzwering
complotteren intregeren
component - bestanddeel
componeren construeren, ineen samenstellen, maken, opbouwen, scheppen, toonzetten, voegen
componist muziekmaker, toondichter, toonzetter
componisten -
3 Abt, Bax, Cui, Egk, Fry, Fux, Gay, Hol, Kox, Leo, Nin, Suk, Tye
4 Adam, Arel, Arne, Bach, Bali, Beek, Berg, Blow,
Böhm, Bull, Buus, Byrd, Cage, Ciry, Cook, Duni, Egge, Fall,
Foss, Frid, Gade, Haas, Hába, Hays, Herz, Ives, Kern, Kunc, Lalo,
Lévy, Lind, Lyon, Miry, Monn, Neri,
Nigg, Nono, Nuno, Orft, Paër, Peri, Poot, Siep, Toch, Vlad, Vogl,
Wolf
5 Abaco, Absil, Akses, Alain, Alnar, Amati, André, Arató, Arlen,
Auber, Aulin, Auric, Ayala, Benda, Berio, Bizet, Bloch, Boïto, Bossi, Boyce, Bruch, Cesti, Chapi, Cilea, Cohan, Croce, Dadey,
Danon, Danzi, David, Dufay, Dukas, Durey, Elgar, Engel, Erkel, Erkin, Fasch, Fauré, Festa, Fétis, Field, Filtz, Flnck, Franz, Friml, Fuchs, Gilse, Gomes, Gould, Graun, Grieg, Handl, Handy, Hasse, Hauer, Haydn, Hegar, Henze, Hervé, Hille, Hubay, Huber, Issac, Jacob, Jarre, Kagel, Kerll, Klebe, Koven, Kuula, Landi, Lavry, Lehár, Lekeu, Lesur, Liszt, Locke, Iully, Méhul, Migot, Milan, Monte, Nardi, Neete, Novák, Olsen, Orgad, Parry, Peiko, Pepys, Perle, Plaza, Ponce, Ponse, Pijper, Ravel, Reger, Rossi, Rudol, Sachs, Sarti, Satie, Schat, Selle, Soler, Sousa, Spohr, Suter, Tinel, Valen, Verdi, Vives, Wayne, Weber, Weill, Wilms, Wolpe, Zeïra
6 Albert, Alfano, Alfvén, Alzedo, Anerio, Bailey, Banduz,
Barber, Barker, Bartók, Battle, Benoit, Berlin, Bjarne, Boulez, Bowles, Braham, Brahms, Breton, Bruhns, Burney, Busoni, Campra, Caplet, Carter, Chavez, Chopin, Chueca, Ciompi, Clarke, Cramer, Czerny, Dancla, Daquin, Delage, Delius, Dopper, Dragoi, Dreher, Duparc, Dussek, Dvorák, Eccard, Eisler, Elsner, Escher, Farkas, Fibich, Flotow, Franck, Gallus, Garcia, Gilson, Glebow, Gliëre, Glinka, Gossec, Gounod, Grandi, Greene, Grétry, Halévy, Hallén, Händel, Hanson, Harris, Hartog, Heller, Hérold, Hiller, Hubeau, Hummel, Hünten, Isamit, Jensen, Jongen, Jordan,
Kadosa, Kenton, Kienzl, Kleven, Kodály, Koetew, Konltz,
Konjus, Koppe,l Krause, Krenek, Kuhnou, Kullak, Lajtha,
Landré, Lanner, Lecocq, Lecuna, Ligeti, Ljadow, Lübeck,
Mahler, Mälzel, Marais, Marini, Martin, Melger, Meresi, Merulo, Mompou, Morley, Mouret, Mozart, Muffat, Müller, Nanino, Nivers, Pacius, Partos, Perosi, Peuerl, Pierné, Pipkow, Pleyel, Quantz, Rabaud, Radnai, Rameau, Rechid, Rivier, Robbes, Samara, Schenk, Schütz, Schuyt, Seiber, Skroup, Straus, Szanto, Thomas, Tomasi, Tunder, Turina, Varèse, Vecchi, Veress, Vlotta, Viotti, Vitali, Vogler, Wagner, Walton, Xyndas, Zagwijn, Zeiler, Zelter, Zillig, Zumaya, Zweers
7 Albeniz, Alberdi, Alberti, Alcorta, Allende, Antheil,
Arenski, Badings, Barraud, Bellini, Berlioz, Berwald, Borodin, Britten, Busnois, Butting, Cabezon, Caccini, Caldara, CaselIa, Cavalli, Ciconia, Copland, Corelli, Creston, Delibes, Delvaux, Desmond, Deutsch, Distler, Dowland, Dresden, Ducasse, Durante, Duruflé, Escobar, Farnaby, Fischer, Forsite, Förster, Fortner, Galindo, Genzmer, Gibbons, Gilmore, Gombert, Graener, Grovlez, Haszler, Herbert, Holmboe, Hristie, Hucbald, Humfrey, Ireland, Janácek, Jaubert, Jelinek, Jemnitz, Joachim, Johnson ,Jolivet, Kajanus, Karajew, Ketting, Kjerulf, Knipper, Kodalli, Kolberg, Krieger, Lachner, Lambert, Landini, Ländler, Leclair, Lemmens, Lesueur, Litolff, Madema, Magnard, Marpurg, Martini, Martinu, Medtner, Menotti, Mertens, Milhaud, Moliero, Moncayo, Montero, Moralès, Nardini, Nicolai, Nielsen, Nowikow, Obrecht, Ockegem, Paumann, Pedrell, Peeters, Pepping, Petyrek, Pistoia, Porpora, Poulenc, Puccini, Pugnani, Purcell, Rathaus, Rebikow, Redford, Reinken, Reutter, Richter, Ricieri, Ricordi, Rodgers, Romberg, Rossini, Roussel, Rozycki, Sauguet, Scheidt, Schlick, Schmidt, Schmitt, Schoeck, Schuman, Serocki, Sibelius, Sinding, Smetana Soriano, Sowerby, Stamitz, Strausz ,Tanéjew, Tansman, Tartini, Thomson, Tippett, Torelli, Traëtta, Umlauff, Vivaldi, Walther, Xenakls, Youmans, Zarlino
8 Agricola, Albinoni, Aljabjew, Alpaerts ,Arcadelt, Assafjew, Barbieri, Barraine, Baudrier, Benatzky, Berkeley, Billings ,Binchois ,Bonporti, Borkovec, Boskovic, Bruckner, Burkhard, Catalani, Chabrier, Chailley, Chausson, Cimarosa ,Clementi, Couperin, Dalayrac, Dalcroze, Dandrieu, Delannoy, Diaconus, Draeseke, Erlebach, Flothuis, Françaix, Gabrieli, Gershwin, Gesualdo, Giordano, oudimel, Granados, Graupner, Guarneri, Gullmant, Halftter, Hanslick, Harsanyi, Hartmann, Heppener, Honegger, Jacchini, Johanson, Jommelli, Karminski, Kilpinen, Kjellsby, Koechlin, Korngold, Kreutzer, Lambelet, Langlais, Lavranga, Legrenzi, Leoninus, Lindeman, Loeillet, Lortzing, Loyacano, Machault, Madetoja, Marcello, Marchand, Marenzio, Martinet, Mascagni, Massenet, Messiaen, Monsigny, Nordraak, Osiander, Paganini, Palester, Palmgren, Panufnik, Pasquini, Petrassi, Pfitzner, Philidor, Piccinni, Pizzetti, Reinecke, Respighi, Riisager, Ruyneman, Sacchini, Schibler, Schobert, Schreker, Schubert, Schumann, Sessions, Sjaporin, Sjebalin, Skrjabin, Söderman, Spontini, Stanford, Sullivan, Svendsen, Thalberg, Veracini, Verhuist, Wagenaar, Warlamow, Willaert, Zinzadse, Zumsteeg
9 Ammerbaeh, Animuccia, Balakirew, Banchieri, Beethoven, Berggreen ,Bernstein, Boiëldieu, Bononcini, Bourgeois, Buxtehude, Carissimi, Cavazzoni, Cherubini, Contreras, Cornelius, Diaghilew, Donizetti, Dunstable, Dutilleux, Ellington, Engelmann, Farinelli, Felderhof, Fernandez, Fitelberg, Francoeur, Froberger, Geminiani, Ginastera, Glareanus, Glazoenow, Gruenberg, Hallström, Henkemans ,Heuberger, Hindemith, Hofhaymer, Holzbauer, Hopkinson, Ingegneri, Jannequin ,Järnefelt, Kalomiris, Karlowicz, Kondracki, Leibowitz, Ljapoenow, Locatelli, Luzzaschi, Macdowell, Malipiero, Marschner, Mattheson, Merikanto, Meyerbeer, Millöcker, Moechatow, oniuszko, Moscheles, Moskowski, Noskowski, Offenbach, Pachelbel, Paisiello, Peragallo, Pergolesi, Prokofjew, Rangström, Reichardt, Rosenberg, Scarlatti, Schönberg, Slavenski, Stradella, Sweelinck, Templeton ,Titelouze, Vermeulen, Vicentino, Voormolen, Wagenseil
10 Alexandrow ,Carmichael, Chrennikow ,Desormière, Destouches, Dreyschock, Hellendael, Hurlebusch, Ingenhoven, Kabalewski, Kalinnikow, Liebermann, Manfredini, Mengelberg, Mercadente, Metastasio, Mihalovici, Mjaskowski, Moerradeli, Monteverdi , Mortelmans, Nepomuceno, Paderewski, Palestrina, Planquette, Ponchielli, Praetorius, Rawsthorne, Rubinstein, Samazeuilh, Sammartini, Scharwenka, Schooleman, Skalkottas, Strategier, Strawinski ,Tsjerepnin, Vieuxtemps, Wladigerow, Zimmermann,
11 Bortnjanski, Castiglioni, Charpentier, Chevreuille, Clerembault, Diepenbroek, Doromsgaard, Dzersjinsky, Frescobaldi, Grillparzer, Humperdinck, Kalkbrenner, Leoncavello, Lutoslawski, Moessorgski, Rachmaninow, Rosenmüller, Schjelderup, Stockhausen, Szymanowski, Tromboncino, Tsjaikowski
12 Dallapiccola, Dargomyzjski, Gretsjaninow, Maklakiewicz
13 Hammerschmidt, Hüttenbrenner, Sjostakowitsj
14 Chatsjatoerjan, Sjtsjerbatsjew
componist uit de Baroktijd Bach, Handel, Vivaldi
componist uit de romantiek Brahms, Grieg, Liszt Mendelssohn, Schubert, Schumann, Tsjaikowsky
componist uit de Weense school Beethoven, Haydn, Mozart, Schubert
componist van Aida Verdi
componist van Carmen Bizet
componist van Freischutz Weber
componist van marsen Sousa
componist van operettes Lehar
componist van Peer Gynt Grieg
componist van Preciosa - Weber
componist van Troubadour Verdi
componist van walsen Strauss
componistenfamilie Andriessen, Bach
composiet -
4 klis
5 alant, aster, zulte
6 dahlia, distel
7 kamille
8 afrikaan, anthemis, cichorei, hoefblad, margriet, tandzaad
9 strobloem, viltkruid, wormkruid
10 droogbloem, korenbloem, kruiskruid, leverkruid,
madeliefje, zonnebloem
11 havikskruid
compositeur - componist
compositie mars, melodie, muziekstuk, opbouw, ordening, samenstelling, schikking,sonate, structuur, toonzetting, werk
compositie, kleine - brunette
compositum allegaartje
compost afvalmest, mengmest, mestaarde, teelaarde
compôte moes, tutti-frutti, vruchtenmoes
compregensis - intensie
compressie persing, samendrukking, verdichting
compressor - perspomp
comprimeren bedwingen, samenpersen
compromis schikking, vergelijk
compromitteren - schaden
comptabel rekenplichtig
comptabiliteit rekenplichtigheid
compulsie dwang, invloed, pressie
computer brein, rekenmachine
computergeheugen - beitel
computerkraker dief, hacker, inbreker
computerkunde informatica, wetenschap
computerprogramma - software
computerprogrammeertaal - fortram
computertaal - cobol
conatie streving
concaaf hol, holrond
concentratie aandacht, bundeling, oplossing, samentrekking, vereniging
concentratie vereffening osmose
concentreren verenigen, verzamelen
concept begrip, gedachte, idee, ontwerp, plan, schema, schets
conceptie begrip, bevatting, idee, ontvangenis, plan
concern bedrijf, onderneming
concert muziekstuk, taptoe, uitvoering
concerteren - spelen
concert voor één solist - rectical
concert voor twee solo instrumenten dubbelconcert
concert voor drie solo instrumenten tripelconcert
concertgebouw hall, odeon
concertmeester dirigent, eider
concessie vergunning
concierge claviger, deurwachter, poortwachter, portier, pedel
coccies bondig, kort
concilie kerkvergadering, synode
concilieplaats Bazel, Constanz, Konstantinopel, Lateranen, Lyon, Nicea, Rome, Trente, Vaticaan
conclusie advies, beslissing, besluit, dingtaal, gevolgtrekking, slotsom
concordaat overeenstemming, verdrag
concordant overeenstemmend
concordantie overeenstemming, register
concordia eendracht, eensgezindheld
concours wedstrijd
concourshindernis haag, hek, sloot
concreet bestaand, duidelijk, stoffelijk, voorstelbaar, werkelijk
concrete uitwerking- invulling
concrete zaken realia
concrement samengroeisel
concrement in de nieren niersteen
concretiseren doen, invullen, vormgeven
concubine - bijzit
concurrent mededinger, rivaal
concurrentie mededinging, strijd
concureren strijd
condens wasem, waterdamp
condensator condensor
condenseren - neerslaan
conditie beding, eis, voorwaarde
conditiekartel conventie
conditietraining jogging, hardlopen
condoom - kapotje
condor andesgier, gier, koningsgier
conductie geleiding, overdraging
confectie - kleding
confectiewinkel kledingmagazijn, kledingzaak
conferencier artiest, humorist
conferentie bijeenkomst, causerie, toespraak, vergadering
confereren - beraadslagen, overleggen, vergaderen
confessie - biecht
confessioneel belijdend, kerkelijk
confident vertrouweling
confidentieel intiem, vertrouwelijk
confituur - jam
conflict botsing, meningsverschil, onenigheid, onmin, ruzie, strijd, tweespalt, twist, verdeeldheid, woorden
conform analoog, gelijk, gelijkluidend, overeenkomstig, overeenstemmend, volgens
confrater ambtgenoot, broeder, collega, (mede)broeder, kennis, relatie, vakgenoot
confrère ambtgenoot
confrontatie ontmoeten, treffen
confucianisme, begrip uit het - al-onder-de-hemel, tien-sjia, hemel-tien, hemels mandaat- tien-ming, mandaat-ming, medemenselijkheid-ren, natuurlijk gegevene-sing, vertrouwen-sjin, wellevendheid-li, wijsheid-sjê
confucianisme, erecode van het - boesjido
confucianisme, klassieken van het - I-tjing, Li-tsji,
Sje-tjing, Sjoe-tjing, Tsjoen-tsjioe
Confucius, biograaf van - Lwenjoe
confutatie weerlegging
confuus beschaamd, verward, warrig
congé afscheid, ontslag
Congo, hoofdstad van - Kinshasa
Congo, munteenheid in - likuta, makuta,segni, zaïre
Congo, provincie van - Badundu, Kassai, Katanga, Kivu, Shaba
congres bijeenkomst, samenkomst, vergadering
congresgebouw R.A.I.
conifeer
2 ijf
3 den, pijn
4 arve, lork, spar
5 abies, boom ceder, larix, pecea, pinus, taxis, thuja
6 cedrus, cypres, lariks, zeepijn
7 douglas, pijnboom
8 bergpijn, mastboom
9 sevenboom, zilverden
10 jeneverbes
13 jeneverstruik
conisch kegelvormig, taps
conjectuur gissing, vermoeden,
connaisseur - kenner
connectie betrehhingkennis, relatie, samenhang, verband
connossement laadbrief
conrector mederector
consciëntie geweten, bewustzijn
coneciëntieus gewetensvol, nauwgezet, stipt, precies
consecratie - heiliging, inzegening, wijding
consent toestemming, vergunning
conservatie behoudhoudend, bewaring
conservatief (Eng.) tory, behoudend
conservator beheerder, bewaarder
conserveerstof - beits
conserven blikgroente voedsel
conserveren (be)houden, bewaren, inblikken, inmaken
conserveren, methode van - konfijten
considerabel aanmerkelijk, aanzienlijk, belangrijk, flink, fors, geduchtgewichtig, groot, sterk, stevig
consideratie inschikkelijkheid, overweging, toegeeflijkheid
consciëntie - geweten
consigne dienstorder, opdracht, wachtwoord
consistent dicht, duurzaam, samenhangendvast
console dragsteen, kraagsteen
consommé bouillon, soep
consorten aanhang, medestanders
consortium - syndicaat
constant aanhoudend, almaar, bestendig, continu, gestaag, gestadig, onbuigzaam, onveranderlijk, standvastig, steeds, voortdurend
constant getal van grootte der wrijving - wrijvingscoëfficiënt
constateren bemerken, bevestigen, vaststellen, waarnemen
consternatie alarm, ellende, ontsteltenis, opschudding, verslagenheid
constipatie verstopping
constitutie aanleg, aard, gestel, grondwet
constructie bouw, frame, geraamte, inrichting, maaksel, makelij, opbouw, samenstelling, woordschikking
constructief bruikbaar, nuttig, opbouwend , positief,
constructief speelgoed - mecano
construeren - afleiden, bouwen, ineenzetten, maken, samenstellen
consul afgezant, diplomaat
consulent adviseur, raadgever
consulteren raadplegen
consument afnemer, gebruiker, klant, koper, verbruiker
consumeren eten, gebruiken, nuttigen, verbruiken
consummeren volbrengen, voltooien
consumptie gelag, verbruik, vertering
consumptiegeld - vertering
contact aanraking, verbinding, voeling
contactstop - stekker
container bak, houder, laadbak, laadkist, thermospot
contant baar, cash, kas
contante middelen kas
contanten - kas, kasgeld
contant geld specie, kas
conté - tekenkrijt
contemplatie beschouwing
contemplatief beschouwend, beschouwelijk
content bevredigd, tevreden, tevree, vergenoegd, voldaan,
conterfeitsel afbeelding, beeltenis, portret
contestabel betwistbaar
context omgeving, samenhang, redeverband, zinsverband
contigu - aangrenzend
continent vasteland
continentaal plat - shelf
continentie ingetogenheid, kuisheid, matiging, onthouding
continu aanhoudend, aldoor, constant, onafgebroken, steeds, onophoudelijk, voortdurend
continuatie voortduring, voortzetting
continueren - voortgaan
conto rekening
contour omtrek, omtreklijn
contra anti, tegen, versus
contrabande smokkelwaar
contract overeenkomst, verbintenis, verdrag
contractant partij
contracteren - werven
contractie samentrekking
contract vab aankoop - koopakte
contradans anglaise, écossaise
contramerk sortie
contraprestatie tegenprestatie
contraremonstrant Gomarist
contrast tegenstelling, verschil
contrasteren - afsteken
contrastimulisme - rasorisme
contrecoup - ongeluk, ramp, tegenslag, tegenspoed, terugstoot
contrei omgeving, omstreken, streek
contreien gewest, landstreek
contributie bijdrage
controle beheersing, inspectie, toetsing, toezicht
controlemerk op munten - klop
controleren checken, inspecteren, nagaan, nakijken, natrekken, nazien, toetsen, vergelijken, verifiëren
controleur - keurmeester
controverse geschil, pennenstrijd, twistpunt
contusie - kneuzing
conus kegel
convalecentie - herstel
convectieketel - convector
convenabel - betamend, geschikt, passend, voegzaam
convenant - afspraak, beding, overeenkomst
conveniënt - inschikkelijk
convent abdij, klooster , vergadering
conventie assemblée, overeenkomst, verdrag, vergadering
convers - lekenbroeder
conversatie gesprek
conversatiezaal - longroom
converseren - praten
copieus rijkelijk
copuleren - paren
convex bolrond
convocatie samenroeping, bijeenroeping
convoloulacee - akkerwinde, haagwinde, zeewinde
convulsief - krampachtig
Cookeilanden, een van de - Aitoetaki, Atiu, Mangaia, Rarotonga
Cookeilanden, hoofdstad van de - Avaroea
copiëren namaken
copieus - overvloedig, rijk(elijk)
cordiaal hartelijk, hartsterkend
corduroy manchester, ribflueel
cornea - hoornvlies
corner hoek, hoekschop, hoekslag
cornflakes - maisvlokken
Cornwall, hoofdstad van - Bodmin
Coromandel, stad in - Madras
corporatie - gilde
corps - vereniging
corps diplomatique cd
corpulent dik, , gebuiktgezet, vet, vlezig, zwaarlijvig
corpulentie - gezetheid
corpus lichaam
correct behoorlijk, beleefd, fatsoenlijk, foutloos, goed, juist, keurig, nauwkeurig, net(jes), perfect, pront, wellevend, zuiver
correctie herstel, terechtwijzing, verandering, verbetering
corrector revisor
correspondent agent
correspondentie - fanmail
correspondentievriend penvriend
corrigeren amenderen, berispen, bestraffen, herstellen, nakijken, nazien, veranderen, verbeteren
corrosie aantasting, roest, uitbijting
corrosief - invretend
corrupt bedorven, bedrieglijk, omgekocht, omkoopbaar, rot, slecht, verdorven
corruptie bedorvenheid, omkoping, vervalsing
corsage - versiersel
corselet - rijglijf
corset - rijglijf
Corsica, berg op - Cinto, Rotondo
Corsica, hoofdstad van - Ajaccio
Corsica, oude naam van - Cyrmes, Kyrmos
corso defile, hoofdstraat, optocht, stoet, wandelplaats
corvee herendienst, karwei, werk
cosinus cos.
cosmetisch artikel borstel, creme, haarborstel, haarlak, lippenstiftlipstick, mascara nagellak, parfum, poeder, rouge, shampo,
Costa Blanca, badplaats aan de - Altea, Benidorm, Calpe, Cullera, Denia, Gandia, Javea, Oliva
Costa Brava, badplaats aan de - Blanes, Palamos, Tossa
Costa del Sol, badplaats aan de - Estepona, Fuengirola, Marbella, Torremolinos
Costaricaanse munt centimo, Colón
Costa Rica, stad in - Limon
Costa Rica, vulkaan in - Irazu
costumière (kostuum)naaister
costuum pak
cosy theemuts
coteren - merken
coterie kliek, kransje
cotoneaster dwergmispel
cottreilapparaat - electrofilter
coucheermachine - coater
couchette - bed, kooi
coulant - gedienstig, gemakkelijk, schappelijk, soepel, tegemoetkomend, toegeeflijk, toegevend
coulisse achtergrong, scherm, toneeldecor
coulomb, een - ampèreseconde
counter tegenaanval, tegenstoot
coup - handgrap, overrompeling, overval, slag, staatsgreep, verrassing
coupe haarsnit, model, pasvorm, snede, snit, schaal
coupé afdeling, compartiment, treinwagon
couperen afsnijden, kortstaarten, voorkomen
coupeur - kleermaker
couplet refrein, strofe, vers
coupon - lap, plaatsbewijs, rentebewijs
cour - hof
courage moed
courant blad, dagblad, gangbaar, gazat, krant, nieuwsblad
courantenjongen ako
courantenwereld pers
coureur autorenner, motorrennen, renner, wielrenner
courtage makelaarsloon, provisie
courtisane - hetaere
courtoisie hoffelijkheld
couture modevorm
couvert bestek, briefomslag, eetgerei, enveloppe
couverture deksel, omslag
covenant (Eng.) verdrag, overeenkomst
couver voorpagina
couveuse - broedmachine
cowboy veedrijver, veehoeder
cowboyattribuut lasso
cowboyfeest rodeo
cowboyfilm - western
coyote - prairiewolf
crack (Eng.) expert, kraan, meester, topsporter, uitblinker
cracker biscuit, biskwie
craniostenose - stenocefalie
crashen - neerstorten
crassulacee - hemelsleutel, huislook, mosbloempje, muurpeper, vetplant
crapaud leuningstoel
crapule gemeen, gespuis, janhagel
cravate - das
crawl - zwemslag
crazy dol, gek, mal, zot
creatie modeontwerp ontwerp, schepping
creativiteit scheppingsvermogen, voortplantingsvermogen
creatuur schepsel
crèche kinderbewaarplaats
crediet pof, tegoed
crediteuren borgen, lenen, poffen
crediteur schuldeiser
credo geloof, geloofsbelijdenis
creëren aanstellen, benoemen, instellen, maken, ontwerpen, scheppen, voortbrengen, vormen, wrochten
crematie lijkverbranding, verassing
crème balsem, chamois, fondant, pasta, room, schuim, smeersel, zalf
crèmekleurig ecru
cremeren verassen, verbranden
creoline ontsmettingsmiddel, steenkolenteer
creool kleurling
crêpe papier, stof
creperen doodgaan, omkomen (van ellende), sterven
crescendo aanzwellend, cresc
cretin- ezel
crew - personeel
cri gil, kreet, roep
criant erg, bar, schreeuwend, uitermate
cricketterm bails, bat, batsman, century, inning, out, pitch, run, stumps, wicket
crime ellende, kwelling, misdaad, narigheid, ramp
crimen misdaad
criminaliteit - misdaad, misdadigheid, strafbaarheid
crimineel bar, enorm, gaaf, geweldig, misdadig(er), eindeloos, onwijs, super, uniek, subliem, zeer
crinoline hoepelrok
crisis depressie, hoogtepunt, keerpunt, recessie, slapte, wending
crispiet - sageniet
criterium maatstaf, norm, omloop, richtsnoer, toets
criticaster lastpost, muggenzifter, vitter, zeurpiet
criticus beoordelaar, censor, recensent
croquant breekbaar, bros
croquet balspel, hamerspel, voorgerecht
crocidisme - carfologie
cross veldloop, veldwedstrijd
crosscountry terreinrit, verdrit
crossen pezen racen scheuren, sjezen
crown kroon, shilling
cru bar, barbaars, erg, grof, hard, honds, onkies, ruw, scherp, wreed, onbeschaamd, onbewimpeld, ongezouten, onverbloemd
cruciaal belangrijk, bepalend, beslissend
crucifeer -
4 kool, wede
5 radijs, raket
6 bunias
7 mosterd, violier
8 raapsteel, rammenas, veldkers
9 akkerkers, huttentut, kruidkers, lepelblad, muurbloem
12 herderstasje
13 mierikswortel
crucifix kruisbeeld
cruise bootreis, zeereis, zeetocht
crux - kruis, moeilijkheid, struikelblok
cryptie grafkelder
cryptogram - woordraadsel
csardas dans
Cubaans insectenetend zoogdier -almiqui
Cubaans moeras - cienagas
Cubaans muziekinstrument - claves
Cubaans product rum, suiker, tabak
Cubaans revolutionair Guevara
Cubaans schiereiland - Zapata
Cubaanse berg - Potzerillo, Torquino
Cubaanse dans habanera
Cubaanse dictator Castro
Cubaanse haven - Cienfuegos, Havanna
Cubaanse hoofdstad Habana, Havanna
Cubaanse munt centavo, peso
Cubaanse politicus Batista, Castro, Dorticos
Cubaanse provincie - Camaguey, Mantanzas, Oriente
Cubaanse tabak Havan(n)a
Cubaanse trommel - bongo
culminatie summum, toppunt
cultiveren aanbouwen, aankweken, bebouwen, beschaven, bouwen, maken, ontwikkelen, vormen
culture - plantage
cultus eredienst, godsdienstliturgie, verering
cultuur aanplanting, beschaving, kweek, techniek, teelt, verbouw
cultuurgewas soja
cultuurperiode Barok, Expressionisme, Gotiek, Impressionisme, Renaissance, Rococo, Romantiek
cultuurvariëteit - cultivar
cultuurstijl barok
Cumberland, hoofdstad van - Carlisle
Cum laude - eervol
cumulatie opeenhoping samenvoeging
cumulatief opeenhopend, samenvoegend
cumuleren - opeenhopen, opstapelen, samengaan, samenvoegen
cumulus stapelwolk
cup beker, bustehouder, kom, trofee, wedstrijdbeker
cupmatch bekerwedstrijd
cupiditeit begeerlijkheid gelddorst
Cupido Amor, Eros, liefdesgod
cupressacee - cypres, jeneverbes, levensboom, thuja
curabel geneeslijk, heelbaar
Curaçao, baai van - Caracasbaai
Curaçao, hoofdstad van - Willemstad
Curaçao, stad op - Emmastad
Curaçaose, citrussoort - lahara
curatele kortwieken, toezicht, voogdij
curator beheerder, toezichthouder
curieus aantrekkelijk, apart, eigenaardig, interessant, merkwaardig, opvallig, typisch, vreemd, wonderlijk
cursief scheef, schuin
cursiefje krantenartikeltje
cursieve letter - italiek
cursist - leerling, schoolganger
cursus leergang, lestijd, onderricht, schooljaar
curve boog, kromme, kromming, welving
custard - pudding, poeder, vla
custodia sacramentshuisje, tabernakel
custos concierge, huisbewaarder
cutter snijkop
cuvette kleurfilter, spoelbakje
cyaanwaterstof blauwzuur
Cycladen, een van de -
3 Kea
4 Keos, Syra, Tsia
5 Giura, Mikra, Naxia, Naxos, Paros, Syros, Tenos, Thera
6 Amurgo, Andros, Gyaros, Sifnos
7 Mykonos, Oliaros, Serifos, Sifenos, Sikinos, Thermia
8 Santorin
9 Antiparos
Cycladen, hoofdstad van de - Hermoupolis
cycloïde radlijn, roltrek
cycloon Baguios, hurricane, orkaan, storm, taifoen, tyfoon, willy-willy, wervelstorm, wervelwind
cycloop eenoog
cyclus keten, kringloop, omloop, periode, reeks, serie, tijdkring
cynicus - misantroop, Timon
cynisch bitter, ongevoelig, pijnlijk, stuitend, sarcastisch, wrang
cynische wijsgeer Diogenes
cynisme bitterheid, sarcasme, wrangheid
cyperacee - cypergras, galigaan, scirpus, steenbles, veenbies, veenpluis, wollegras, zegge
cypres - Cupressacee
Cyprus, berg op - Olympus, Troödus
Cyprus, hoofdstad van - Nikosia
Cyprus, oude naam van - Alassia
Cyprus, stad op - Famagusta, Larnaka, Limassol
Cyprus, schiereiland van - Karpas
Cypriotische munt mils
Cyrenaica, hoofdstad van - Bengasi
cyste gezwel
D
daad actie, feit, handeling, prestatie, verrichting
daad van het bidden gebed
daad van geeuwen - geeuw
daad van geven gift
daad van lenen -lening
daad van roof - roverij
daad van stelen - diefstal
daad van strafbaar feit misdaad, overtreding
daadkracht effect, energie, fut
daadloos - passief
daadwerkelijk feitelijk, metterdaad, werkelijk
daags dagelijks, gewoon, overdag, per dag
daai - diamant, knikker
daal bezinksel, neerslag, pompbuis
daaps doof, gek
daar aangezien, dewijl, er, ginder, ginds, omdat, terwijl, vermits
daaraan toevoegend plus
daaraanvolgend daarna, d.a.v.
daarbij als, daarenboven, plus, samen, tegelijk, tevens, zowel
daarenboven alsmede, benevens, bovendien, buitendien, daarbij, nog, ook, verder
daarentegen andersom, omgekeerd, d.e.t, integendeel
daareven juist, net, zoeven, zojuist, zonet, zopas
daargelegen - ginds
daarginds ginder
daarheen derwaarts, ginds
daarjuist - zonet
daar lopen de kippen in - ren
daarna alsdan, daaropvolgend, dan, later, nadat, naderhand, nadien, toen, verder, vervolgens, voorts
daarnaast - daarnevens
daarnet zoeven, zostraks
daarnevens - bovendien, daarnaast, ook, tevens
daarom aangezien, bijgevolg, derhalve, des, desondanks, deswege, dies, dus, mitsdien, vandaar, wegens,
daaromtrent daarover
daarop daarna, toen, vervolgens
daaropvolgend daarna
daartoe daarom, (Lat) ergo
daas gek, kletsmeier, onnozel, onwijs, steekvlieg, verdwaasd, versuft, warhoofd
dabben - stampen
dactylograaf - typist
dactylografie typen
dactylologie vingertaal
dadaïst Aragon, Ball, Cocteau, Picabia,Tzara
dadelijk aanstonds, direkt, fluks, illico, meteen, onmiddellijk, rap, snel, spoedig, straks, strakjes, subiet, temee, temet, terstond, voorts, zo
dadelijk (Lat.) illico
dader bedrijver, delinquent, pleger, schuldige, uitvoerder, zondaar
daderes - bedrijfster
dading schikking, transactie, vergelijk
dag daglicht, etmaal, (ge)groet, tabee, tijdseenheid, tijdperk, voegijzer
dag (Franse kalender) decade, duodi, nonidi, octidi, primidi, quartidi, quintidi, septidi, sextidi, tridi
dag aanduiding datum, eergisteren, gisteren, morgen, overmorgen, vandaag
dagbericht bulletin
dagblad blad, courant, gazet, krant, nieuwsblad, periodiek, persorgaan
dagblad in Nederland Algemeen Dagblad, De Volkskrant, De Waarheid, Haagse Courant, Het Parool, Het Vaderland, Het Vrije Volk, Handelsblad, N. R. C., Telegraaf, Trouw
dagbladschrijver journalist, reporter
dagbladwezen pers, krantenwereld
dagblindheid nyctalopie
dagbloem - haagwinde, purperwinde, tijgerlelie
dagboek agenda, diarium, handboek, journaal, krant, koopmansboek, kroniek, journaal, memoriaal, register
dag des Heren oordeelsdag
dagdief luiaard, lilak, leegloper, luiwammes, lijntrekker
dagdieven - lijntrekken, luieren, nietsdoen, verluieren
dagdienstbode dagmeisje
dagdromer - fantast
dagelijks alledag, daags, dag, geregeld, regelmatig, voortdurend
dagelijks bestuur - d.b.
dagelijks bestuur van een classis moderamen
dagelijks brood eten, voedsel
dagelijks gebruikt filtertje theezeefje
dagelijks voedsel brood, eten
dagelijks werk - dagtaak
dagelijkse drank koffie, thee
dagelijkse gast dagblad, krant, zon
dagelijkse lectuur - krant
dag en nacht altijd, etmaal
dag en nachtevening equinox
dagen gloren, dagvaarden, dag worden
dager eiser
dageraad Aurora, begin, dag worden , krieken, morgenstond, ochtend, voorbode
dageraadsgedicht - albe, aube
dag in het verleden (eer)gisteren
dagge dolk, ponjaard, voegijzer
daggelder dagloner
dag gesternte zon
daghit dagmeisje
daghuur dagloon
daghuurders plaatsje keuterboerderij, keuterij
dag in, dag uit contenue, voortdurend
dag in het verleden (eer)gisteren
daging dagen, dagvaarding
daglicht zonlicht
dagloner arbeider, koelie, los werkman
dagmaat - deim(a)t
dagmars etappe
dagmeisje daghit, dienstbode
dagorde agenda
dagorder afkondiging, bevel
dagregister dagboek, manuaal
dagreis - etappe
dagroofvogel giet, havik, wauw
dagslaper geitenmelker, nachtzwaluw
dagster morgenster, Orion, zon
dagtekenen dateren
dagtekening datering, datum
dagtoorts zon
daguil - steenuil
dagvaarden citeren, dagen, oproepen
dagvaardigen sommeren
dagvaarding citatie, daging, exploot, oproep, sommatie
dag van onheil doemdag, ongeluksdag, pechdag
dag van toorn dies, irae
dagverhaal journaal
dagvlieg eendagsvlieg, haft
dagvlinders admiraal, argusvlinder, atalanta, blauwtje, blauwneusje, citroenvlinder, dagpauwoog, dikkopje, distelvlinder, heivlinder, hesoeridae, kapel, knollenwitje, koninginnenpage, koningsmantel, koolwitje, lycaenidae, non, nummervlinder, nymphalinae, oranjetipvlinder, page, papillionidae, parelmoervlinder, pieridae, satyrinae, schoenlapper, vuurvreter, witje, zandoogje
dag voor vandaag - gisteren
dagvorstin - zon
dagwaak reveille, wektrommel
dag waarop geen beurs wordt gehouden - beursvacantie
dag waarop er mis is - misdag
dagwijdte doorgangsruimte
dagwijzer agenda, almanak, kalender
dag worden - dagen, dageraad, gloren, krieken
dagzijde van een muuropening kantelaaf
dagzijde van een voorgevel buitenkant
dahliasoort - bizarre, deca, hart, pompette
Dahomey, bevolkingsgroep in - Adja, Aizo, Bariba, Fon, Joroeba, Peuhl, Somba
Dahomey, haven in - Cotonou
Dahomey, hoofdstad van - Porto-Novo
Dahomey, stad in - Abomey, Kotonoe, Ouidah
Daidalos, schepping van - Labyrint
Daidalos, zoon van - Ikaros
daim hertenleer
daimino (Jap.) edelman, grootgrondbezitter
Dajak; s, activiteit van de - koppensnellen
dak bedekking, beschutting, dek, kap, overdekking
dakbalk bint, hanenbalk, spant
dakbedekking asfalt, atap(Ind.), dakpan, glas, golfijzer, lei, lood, mastiek, net, pan, riet, stro, zink
dakbedekking voor schuren - golfplaat
dak, deel van een - bebording, beschieting, dakschild, dakvlak, gebint, goot, gording, hoekkeper, kap, kil(leper), nok (lijn), panlat, schotwerk, spant
dakdekker pannelegger, rietdekker
dakgebint hanenbalk, kapspant, spant
dakgoot - regenafvoer
dakhaas kat, (lapjes)kat, poes
dakkamer - mansarde
dakkapel arkel, dagvlinder, dakkoekoek, erker, koekoek, zolderlicht
daklat panlat
daklei - schalie
daklook huislook
dakloze bedelaar, clochard, thuisloze, zwerver
dakoversteking - afdak
dakpan tichel, vorst
dakraampje koekoek
dakrand goot, nok, vorst
dakruiter koepel
daksoort - lessenaarsdak, platdak, schilddak, sheddak, tentdak, zaagdak, zadeldak
dakspan beverstaart, hanenbalk, kapgebint
dakspant - hanenbalk, kapgebint
dakspar - keper, spoor
daksteun - hanenbalk
dakstoel kapspant
dakterras daktuin
dak van een huis - kap
dakverblijf - terras
dakvorm lessenaardak, mansardedak, schilddak, sheddak, tentdak, torendak, zaagdak, zadeldak
dakvormige overkoepeling roef
dal canyon, canon, del, diepte, doline, inzinking, ketel, laagte, vallei
dalen afnemen, afzakken, landen, neergaan, neerkomen, omlaaggaan, teruglopen, vallen, verminderen, (weg)zakken
dal bij Dusseldorf waarin een fossiel menselijk skelet werd gevonden - Neanderdal
dalend afgaand, neergaand
dalen in water - zinken
dalgedeelte waarover geen water meer stroomt torso, torras
dal in de duinen del, duinpan
dal in een eertijds vergletsjerd gebied trogdal
dal in een woestijngebied wadi, aroyo
dal in Limburg Geuldal, Maasdal
dal in Thessalië Tempe
dal in Zwitserland Engadin
dal tussen de duinen - del
daling - afdaling, helling, regressie, vermindering
daling van koersen baisse, krach
dalkruid salomonszegel
dalles armoede
(alles of) dalles niets
Dalmatisch zeeschip - liburne
Dalmatische eilanden, een van de -
3 Krk, Pag, Rab, Vis
4 Brac, Cres, Hvar
5 Mjlet
7 Korcila, Lastovo
dalopvulling aggradatie, alluvium
daltonisme - kleurenblindheid
dalven bedelen, zwerven
dalver - zwerver
dalveren bedelen, schooieren, slenteren, zwerven
dalvorm canon, kloof, trogdal, vallei
dam afsluiting, dijk, keerdam, stuw, stuwdam, waterkering
damast - tafellinnen
dam om de stroom van een rivier te breken stroombreker
dam om de stroom van een rivier te leiden krib
damar hars
dambezie - jeneverbes
dame lady, madame, mevrouw, tafeldame, vrouw
dame die een der schone kunsten beoefent - kunstenares
dame die niet ten dans wordt gevraagd muurbloem(pje)
dame du palais hofdame
dame van gemengd bloed (Ind..) nonna
damesblad - Eva, Libel, Margriet, Viva
damesdracht - Boa, japon, rok, voile, zie ook kledingstukken
dameshalsbont - boa
dameshalsdoekje tissu
dameshoed chasseur, kapothoedje, toque
dameshondje -
4 Ruby
8 Blenheim, maltezer, pinscher
9 brabançon, dwergkees, pekingees
10 chichauhuam, pomoranian
11 dwergpoedel, leeuwhondje, schippertee
13 dwergépaneul, dwergpinscher, vlinderhondje
14 dwergschnauzer
damesjakje bolero, spencer
damesjapon robe
damesjas - mantel
dameskamer boudoir
dameskapster coiffeuse
dameskleding beha, boa, japon, rok,slip, toilet
dameskostuum mantelpak(je)
dameskous nylon
damesmantel, met bont afgezet - pellies
damesmantel, wijde - swagger
damesmanteltje bolero, topper
damesmodekleermaker - couturier
damesmutsje paresseuse, toque
damesonderbroekje - slipje
damesondergoed directoire, lingerie
damespaard hakkenei, telganger
damesparasol ombrelle
damesschoen flat, opank, pump
damesschoen met hoge hak - pump
damesschoudermantel - pelerine
damestasje - reticule
damestrui - jumper
damestrui met vest - twinset
dame te paard - amazone
damherten - dama
damhertleer - daim
damiaatjes kerkklokjes
dam in het water - lee, stuw, waterkering
dam in zee golfbreker, hoofd, strekdam, pier
dammen damspelen
dammer damspeler
damp - mist, nevel, rook, smook, smoor, stoom, waas, walm, wasem
dampafzuiger - wasemkap
dampbad sauna, stoombad
dampbron famarole, solfatare
dampen misten, roken, smoken, smoren, stomen, uitwasemen, walmen, (uit)wasemen
dampig dijzig, heiig, kortademig, mistig, nevelig, vochtig, wasemig, wazig
dampkap - afzuigkap
dampkring atmosfeer, ether, luchtlaag, luchtruim, sfeer
dampkring, laag in de - exosfeer, ionosfeer, mesosfeer, stratopauze, stratosfeer, thermosfeer, tropopauze, troposfeer
dampkring, samenstellend deel van de - argon, dadon, helium, jodium, koolzuur, krypton, neon, ozon, stikstof, waterstof, zuurstof
dampkringbeschrijving - aërografie
damklank - vloedplank
dampost post
dampvormig element - gas
damspel, onderdeel van het - bord, schijf
damspeler - dammer
damspelvariant - salta
damsteen damschijf
damstuk bord dam, steen, schijf
damterm bord, dam, damslag, meerslag, remise, ruit, schijf, slaan, slag, steen, verlies, winst, zet
damwand beschot, beschoeiing
dan - behalve, daarna, eventueel, evenwel, immers, judograad, toch, vervolgens, voorts
Danaërs Araiven
dancing balzaal, dansgelegenheid, danszaal, nachtclub
dandy fat, heertje, modegek, modejonker, pronker, saletjonker
danig bar, deerlijk, degelijk, duchtig, ernstig, flink, geducht, erg, ernstig, fel, flink, grondig, hevig, nogal, terdege, zeer
dank erkentelijkheid, erkentenis, neiging, waardering, zin
dank betuigen - danken
dankbaar erkentelijk, lonend, verplicht
dankbaarheid erkentelijkheid
danken - bedanken, dankzeggen
dankgebed dankzegging, gratias
dank je - bedankt, merci
danklied Te Deum, hymne, lofzang
dankstond bidstond, dankdag
dankzeggen danken, bedanken
dankzegging dankbetuiging
dansen
3 fox, ole, rag, rei, tap
4 giba, hula, hula, jive, jota, kolo, reel, step
5 bayon, bebop, blues, conga, galop, gigue, hoela, house,
mambo, polka, ratza, rumba, salsa, samba, swing, tango, twist,
valse
6 ballet, bolero, boston, branle, cancan, gitana, menuet, carole,
ductia, gitana, horra(h), oberik, pavane, shimmy, tandak,
trepak, valeta, zambra
7 agarrao, beguine, bourree, calipso, ciacona, csardas, foxtrot,
furlana, galoppe, gavotte, lambada, ländler, mazurka,
moresca, musette, onestep, polacca, ragtime, reidans, rondeel,
sardana, slowfox, szardas, tapdans, twostep, zorongo
8 anglaise, bamboula, buikdans, cakewalk, chaconne, cotillon,
courante, eierdans, estampie, fandango, flamenco, habanera,
horlepijp, hulahula, lanciers, paardans, padovana, polianka,
rigaudon, ringdans, slowstep, solodans, stapdans, stijldans,
tourdion, vuurdans
9 allemande, arabesque, chachacha, dodendans, écossaise,
elfendans, espagnola, farandole, feestdans, francaise,
gaillarde, galoppade, honkytonk, jitterbug, kalamaika,
krakowiak, krijgsdans, kringdans, lentedans, madrilena,
malaguena, naaktdans, offerdans, pasdadeux, pasadoble,
passapied, polonaise, quadrille, quickstep, romanesca,
rondedans, sarabande, sevillana, siciliano, vitusdans, stantipes,
volksdans, wapendans, zapateado
10 apachedans, balletdans, bergamasca, bergerette, boerendans,
bruidsdans, charleston, contradans, fakkeldans, fieteldans,
figuurdns, hoelahoela, hokeypokey, huilygully, huppeldans,
maskerdans, polonaises, saltarello, sauterelle, seguidilla,
sicilioenne, skotsetrye, tarantella, tempeldans, toneeldans,
tyrolienne, villanella, waaierdans, wienerwals, zwaaddans
11 bergemasque, blackbottom, bloemendans, klompendans,
lambethwalk, pasdequatre, passacaglia, passacaille,
rheinlander, rockandroll, slingerdans, squaredance,
stokkendans, varsovienne, zevensprong
12 boogiewoogie, kozakkendans
13 schrikkeldans
dans bij de wijnoogst - epilenios
dans, Braziliaanse - mattchine, maxixe
dans, Caribische - calypso
dans, Poolse - krakoviak, mazurka
dans, Tsjechische - polka, redowa
dansant (Fr.) dansend
dansavond soirée
dansavondje aan huis - sauterie
dansen huppelen, swingen, twisten, walsen,zwieren
dansend bewegen - dribbelen
dansend naderen - aandansen
dansen in de openlucht reien
dansen in de paartijd balderen
dansen van dieren balderen
danser ballerino, danseur, twister
danseres ballerina
danseur - danser
danseuse (beroeps)danseres
dansfeest bal
dansgelegenheid balzaal, dancing, danszaal, disco(theek)
dansgenoot partner
danshuis alcazar, danslokaal
dansinrichting dancing, dansschool
dansinstituut balletschool
dansklepper castagnet
danskunst - ballet
danslied - ballade, ballata
dansmeester ( ZuidNed.) fat, pronk
dansmeisje ballerina, danseres, geisha
dansmeisje op Bali - legongs
dansmuziek - ragtime
dansontwerp - bozzetta
dans op schaatsen - ijsdans
dansorkest - band
danspartij bal, soirée
danspartner - danseur
danspas broise, cabriole, chat(te), step
dansschoen balschoen
danstent dancing, disco,
dansvloer - plankier
danswoede Sint-Veitsdans, Sint- Vitusdans, tarantisme
danszaal balroom, balzaal, dancing
Dantes dochter - Antonia
Dante's geboorteplaats Florence
Dante's geliefde Beatrice
Dante's leermeester - Giotto
Dante's rustplaats Ravenna
Dante's vrouw - Gemma
Dante's werk - Conzaniere, Commedia, Convivio, Rime
Dante's zoon - Jacopo, Piero
Danzig - Gdansk
dapper boud, driest, ferm, fier, funk, heldhaftig , kloek, koelbloedig, koen, kordaat, kranig, krijgshaftig, manhaftig, (man)moedlg, mannelijk, onbeducht, onbevreesd, onversaagd, onverschrokken, onvervaard, stoer, stout(moedig), terdege, wakker
dapperheid - courage, onversaagdheid
dapper krijgsman - held
dapper man held
dapper en stoer - flink
dappere vrouw kenau, heldin
dapperheid bravoer, bravoure, courage, flinkheid, kloekheid, koenheid, kordaatheid, kranigheid, moed, moedigheid
dar bij
Dardanellen Hellespont
darg veengrond
darm ingewand, spijsverteringskanaal
darm met vlees en kruiden gevuld rolpens
darmaandoening colitis, enteritis
darmaanhangsel appendix, blindedarm
darmafsluiting - ileus
darmcatarre enteritis, darmontsteking
darmkramp darmvernauwing, koliek
darmkronkel - darmkinte, volvulus
darmlymfe - chylus
darmontsteking - enteritis
darmparasiet - lintworm
darmpek - meconium
darmpijn - koliek
darmscheil - mesenterium
darmspoeling clysma, klisteer, lavement
darmspuiting - lavement
darmwindzucht - meteorisme
darmziekte appendicitis, buikloop dysenterie
darren dolen, rondlopen, sarren, tarten, wachten, zeure, zwerven
dartel hups, jolig, kalverachtig, kriel, levendig, levenslustig, loszinnig, monter, ongebonden, opgeruimd, opgewekt, sexy, speels, springerig, stoeiziek, tierig, uitgelaten, vrolijk, welig, wellustig, wierig, woelig, wuft, wulps
dartelen huppelen, ronddansen, rondspringen, spotlust, springen, stoeien
dartelheid joligheid, lasciviteit, levendigheid, opgeruimdheid, speelsheid,spotlust, uitgelatenheid, wulpsheid
das cache-nez, (Eng tie), halsdoek, roofdier, shawl, sjaal, stropdas, vlinderdasje, zelfbinder
dashboard instrumentenbord
dasein bestaan, existentie
dashond taks, teckel
dassensoort - ratel, teledoe
dasymeter luchtdichtheidsmeter
dat zoiets, zulks
data datums, feiten, gegevens
dateren dagtekenen
datering dagtekening,
datgene - hetgeen
dat is - d.i.,i.e.
dat is te dol absurd, bespottelijk, gek, dwaas, onzinnig
datje aanmerking
dato heden, nu, vandaag
datum dagtekening, dat, tijdstip
datumboek - agenda
datum van geboorte geboortedatum, geboortedag, verjaardag
datum van kroning kroningsdag
datum van sterven sterfdag
datum van trouwen trouwdag
datum van verjaren verjaardag
datum van vertrek vertrekdag
datumwijzer - kalender
dat waar iemand bijzonder in is - fort
dat waarmee een levend wezen wordt aangeduid - naam
dat wat een mens doet handelen - reden
dat is te zeggen althans
dat zij zo amen
dauphin kroonprins
dauw mist, morgennevel, nevel, ochtendnevel, rijm, rijp, stoom, waterdamp
dauwdruppel - parel
dauwel - doetje, treuzel
dauwelen aarzelen, stoeien, treuzelen
dauwig - mistig
dauwnetel - hennepnetel
dauwpier regenworm
dauwworm eczeem, gezichtsuitslag, regenworm
daver schok,schudding, trilling
daveren bulderen, denderen, drenzen, dreunen, schudden, trillen
daverend prachtig
averende grap - dijenkletser
daviaan mijnlamp, veiligheidslamp
dazen bazelen, doordrammen, doorpraten, kletsen, leuteren, ijlen, zwammen, zwetsen
dazig - onnozel
de aandacht spannend boeiend
de aandacht trekken opvallen
de aanwezige mensen publiek
de aarde bol, globe
de adel adeldom, edelen
deadline tijdslimiet
deadwight (Eng.) draagvermogen
de afbeelding van een dier totem
de afwas vaat
deal overeenkomst, transactie
dealen - handelen
dealer agent, agentschap, filiaalhouder,vertegenwoordiger
de algehele inzet pot
de allerliefste - minnaar
de alleroudste tijd oertijd
de andere kant op andersom
de baas spelen bazen
de baas spelende bazig
debacle fiasco, ineenstorting, mislukking, ondergang, ramp, sof, val
debacle van de bank krach
de balans opmaken afwegen, overegen
de bal trappen - schieten
debarkatie ontscheping, landing
debarkement discussie, polemiek, redetwist
debarkeren - ontschepen
debat - discussie, dispuut, gedachtewisseling, redekaveling, redetwist, woordenwisseling
debatteren discussiëren, polemiseren, redetwisten, twisten
debauche (Fr.) uitspatting, losbandigheid
de beest uithangen - klieren
de begane grond - aarde
de beginselen betreffende - elementair
de benen nemen - vluchten
de beroemdste stad der oudheid - Rome
debet tegoed, schuld(ig), verschuldigd
de betrekkelijke zwaarte der stoffen - s.g.
de bewoners van en land bevolking, volk
debiel - achterlijk, sloom, zwakzinnig
debiel kind mongooltje
debiet - afzet, opbrengst, productie, watervoering
de bijzonderheden - finesse
debitant - slijter, verkoper
debiteren - opdissen, verkopen, vertellen
debiteur - schuldenaar
de blinde god der duisternis - Hodur
de bloemengodin - flora
deblokkeren - ontzetten, opheffen, vrijgeven, vrijmaken
de bodes der goden - Iris
de boeg richten naar - aanboegen
de boze - duivel
de brassen aanhalen - aanbrassen
debrayeren ontkoppelen
de breedte van een hand handbreed
de buitenlijn - omtrek
debutant - beginneling, eersteling, nieuweling
debuteren beginnen
debuut - intrede
deca tienmaal
decaan deken
decade - tiental
decadent - blasé, gedegenereerd, krachteloos, ontaard, passief, verworden, willoos, wuft
decadentie - achteruitgang, inzinking, ontaarding, passiviteit, verval, willoosheid
decaliter dl.
decameter dam
decamperen afbreken, opbreken, vertrekken
decanaat gebied, waardigheid
decanteren afgieten, klaren
decastére das, (10m3)
december - wintermaand
decemvir tienman
decent betamelijkheid, eerbaarheid, fatsoenlijk, keurig, kuis, net, netjes, welgemanierdheid, welvoeglijk, zedig
decentralisatie (ver)spreiding
deceptie ontgoocheling, tegenvaller, teleurstelling
decharge kwijting, ontheffing, opheffing, vrijspreking
dechargeren ontheffen, ontlasten, vrijspreken
deci tiende
decibel d. b
decideren - beslissen, besluiten, ombrengen
decigram d. g.
deciliter - maatje
decimaal - tiendelig
decimeter d. m.
decisie beslissing, besluit, uitspraak
decisief afdoend, beslissend, stellig
declamatie - voordracht
declamator voordrachtskunstenaar, voordrager
declamatorische zang recitatief
declameren opzeggen, reciteren, voordragen
declaratie - aangifte, (liefdes)verklaring, opgave, rekening
declareren aangeven, opgeven
declinatie afwijking, afwijzing, verbuiging
declineren afwijken, afwijzen, kleineren, verbuigen
decoderen ontcijferen
decor achtergrond, background, coulise, omgeving
decorateur toneelbouwer, toneelontwerper, toneelschilder
decoratie lintje, ordeteken, versiering
decoratie in België oorlogskruis
decoratie in Engeland V.C. (Victoria Cross), M.B.E. (Member of the British Empire)
decoratie in Frankrijk M. M. (Mëdaille
Militaire), L. d. H. (Legion d'Honneur)
decoratie in Nederland M. W. 0. (Militaire Willemsorde)
decoratie in de U.S.A. D. S. C. (Distinquished Service Cross)
decoratief versierend
decoratietechniek - barbotine
decoratieve versiering ornament
decorateur toneelbouwer, toneelschilder, toneelontwerper
decoreren beschilderen, edelen, eren, opsieren, verlenen, versieren
decorum stijl, waardigheid, welvoeglijkheid
decoupage verknipping
decreet afkondiging, besluit, bevel, edict, irade, oekaze, ukase, raadsbesluit, verordening
decrescendo afnemend, verminderend
decreteren afkondigen, besluiten, uitvaardigen, verordenen
de dag na heden - morgen
de daad van het kiezen - keus
de daad van het lenen lening
de daad volvoeren - begaan
de dageraad - krieken
de dag van heden - nu, vandaag
de dag hierna - morgen
de dag voor heden - gisteren
dedaigneus (Fr.) geringschattend, minachtend, vernederend
dedain minachting
de dans ontspringen vluchten
de dato d.d., gedagtekend
deder - huttentut
de deur uit - weg
dedicatie opdracht, toewijding
de diepte bepalen peilen
de doop toedienend - dopen
de drie schikgodinnen - nornen
deduceren afleiden, beslissen, besluiten, concluderen
deductie afleiding, conclusie
deductief afleidend, besluitend, concluderend
de dunk hebben - menen
de edelen - adeldom
de een of ander - iemand
de eerste industriestad in Japan - Osaka
de eerste mens - Adam
de eerste moeder - Eva
de eerste vlieger - Ivarus
deeg bakmengsel, meelmengsel, pasta
deegachtig klef, tets
deegbak - trog
deegbal knoedel
deeg dooreenwerken kneden
deegkneder - meesterknecht
deeg knijpen kneden
deegroller - rolstok
deeg van klei en water paat
deeg voor pannenkoeken - beslag
deeg voor pasteikorsten korstdeeg
deegwaar - mie
deel aandeel, brok, dorsvloer, episode, erf, fractie, fragment, gedeelte, helft, lid, part, plank, portie, quotum, rantsoen, stalvloer, stuk
deelarbeid - partime
deelbaar splitsbaar
deelgenoot co., compagnon, kameraad, maat, lid, partner, vennoot
deelhebber - participant, vennoot
deel hout - plank
deellijn bissectrice
deelname deelneming, participatie
deelnemen meedoen
deelnemend medelijdend
deelnemer kandidaad, medewerker
deelnemer aan damspel dammer
deelnemer aan debat debatter
deelnemer aan een reünie - reünist
deelnemer aan snelheidswedstrijd coureur, racer, stayer,
deelnemer aan zeker spel - bridger, dammer, kaarter, schaker
deelneming condolance, interesse, medeleven, medelijden, rouwbeklag
deelpunt splitsingspunt
deels gedeeltelijk, half, partieel
deelstaat (Mal.) - negara
deelteken trema
deeltijdwerker - parttime
deeltje fractie, partikel, stukje
deeltjesversneller bevatron, comsmotron, cyclotron
deelwoord participium
deemoed berouw, eenvoud, nederigheid, onderworpenhwid, ootmoed
deemoedig berouwvol, nederig, onderdanig, ootmoedig, soumis
deel uitmaken - behoren
deel van Amerika Argentinië, Brazilië, Canada, Chili, Columbia, Ecuador, Mexico Panama, Paraguay, Peru,
Uruguay, U. S. A., Venezuela,
deel van Argentinië Chaco, Cordova, Corientes, Estero, Formosa, Mendosa, Pampa, Patagonië, Salta, Santiago
deel van Australië Tasmanië, Queensland, Victoria
deel van Azië Anam, Arabië, Armenië, Birma, Ceylon, China, Dekan, India, Indonesië, Irak, Iran, Israël, Japan, Jordanië, Korea, Laos, Pakistan, Siam, Siberië, Tibet, Turkije, Vietnam
deel van België Antwerpen, Ardennen, Borinage, Brabant, Henegouwen, Kempen, Limburg, Lotharingen, Luik, Namen, Vlaanderen, Wallonië
deel van Boedapest Boeda, Pest
deel van BritsIndië (voormalig) Assam, Burma, Orissa
deel van Canada Alberta, Labrador, Manitoba, Newfoundland, Ontario, Quebec
deel van Celebes Boni, Posso
deel van Cookeilanden Atiu, Aitutali, Mangaia, Rarotonga
deel van Denemarken Aerö, Als, Falster, Funen, Fyn, Jutland, Langeland, Lolland, Mön, Odense, Sjaelland, Sealand
deel van Drenthe Ellertsveld, Hondsrug, Noordenveld, Oostermoer
deel van Duitsland Baden, Beieren, Brandenburg, Breisgau, Eifel, Harz, Hessen, Holstein, Lüneburgerheide, Pruisen, Rijnland, Saksen, Mecklenburg, Munsterland, Oostfriesland, Ruhrgebied, Saarland, Sleeswijk, Thüringen, Westfalen, Württemberg
deel van Egypte - Nijldelta, Sinaï
deel van Engeland Cornwall, Essex, Hampshire, Kent, Midlands, Sussex, Wales, Yorkshire
deel van Europa Alpen, Apulië, Balkan, Bretagne, Eire,
Iberië, Jutland, Karinthië, Kaukasus, Kola, Krim, Lapland, Normandië Oekraïne, Polen, Povlakte, Rivièra, Spanje,
Zweden
deel van Frankrijk Auvergne, Bretagne, Bourgogne, Causses, Champagne, Dauphine, Elzas, Gascogne, Guyenne, Languedoc, Lotharingen, Medoc, Midi, Normandië, Picardië, Provence, Rivièra, Savoye, TouraineVogezen, Vendee
deel van Friesland Ameland, Bildt, Gaasterland, Haskerland, Lemsterland, Ooststellingwerf, Opsterland, Schiermonnikoog, Smallingerland, Terschelling, VIieland, Weststellingwerf, Wonseradeel, Zevenwouden
deel van Gelderland Achterhoek, Betuwe, Bommelerwaard, Graafschap, Liemers, Lijmers, Montferland, Nederbetuwe, Overbetuwe, Tielerwaard, Veluwezoom, Veluwe, Veluwemeer
deel van Griekenland Arcadia, Argolis, Attica, Boeotië, Cycladin, Elis, Enos, Epirus, Euboea, Magnesië, Peleponnesus, Sparta, Sporaden, Thessalië
deel van GrootBrittannië Engeland, Schotland, Wales, zie: ook deel van Engeland
deel van Holland zie: deel van NoordHolland en: deel van ZuidHolland
deel van Hongarije Alföd, Békes, Bihar, Nograd, Pest,, Sopron, Tolna, Vas
deel van India Assam, Bangka, Bengalen, Bihar, Billiton, Birma, Bombay, Borneo, Celebes, Ceram, Dekan, Flores, Halmahera, Hyderabad, Kashmir, Kerala, Lombok, Madras, Molukken, Nepal, Orissa, Punjab, Timor, Soemba, Sumatra
deel van IndoChina Laos, Thailand, Vietnam
deel van Indonesië Ambon, Bali, Bangka, Borneo, Buru, Ceram, Flores, Halmahera, Java, Lombok, Molukken, Soemba, Soembawa, Sumatra, Timor
deel van Istanboel Pera
deel van Italië Apenijnen, Apulië, Calabrië, Campanië, Emilia, Elba, Lombardije, Piemond, Sardinië, Sicilië, Toscane, Trente, Umbrië, Venetië
deel van Japan Hokkaido, Honsjoe, Kioesjoe, Sjikokoe
deel van Java Kedoe, Priangan
deel van Joegoslavië Bosnië, Dalmatië, Herzegowina Istrië, Kroatië, Montenegro, Servië, Slavonië, Slovenië,
deel van Konstantinopel Pera
deel van Limburg Geuldal, Maasdal, Mijnstreek, Peel
deel van Londen Chelsea, City, Eastend, Soho, Westend
deel van klassiek Griekenland Attica, Doris, Elis, Sparta
deel van midden Amerika - Cuba, Guatemala, Honduras, Nicaraqua, Panama
deel van Nederland Betuwe, Drente, Flevoland, Friesland, Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Noordoostpolder, Overijssel, Peel, Twente, Utrecht, Veluwe, Zeeland, Zuid-Holland,
deel van NieuwGuinea Vogelkop
deel van NoordAfrika Algerije, Egypte, Libië, Marokko, Sahara, Tunesië
deel van NoordAmerika Alaska, Canada, Labrador,
V. S.,
deel van NoordBrabant Baronie, Biesbosch, Kempen, Langstraat, Meijerij, Peel
deel van NoordEuropa Denemarken, Finland,Lapland, Noorwegen, IJsland, Zweden
deel van NoordHolland Beemster, Gooi, Haarlemmermeerpolder, Kennemerland, Langedijk, Purmer, Schermer, Streek, Texel Waterland, Wieringermeerpolder, Wormer, Zaanstreek
deel van Noorwegen Bergen, Haloga-land, Hamar, Hordaland, Nordland, Stavanger, Telemark, Tröndelag
deel van OostAzië Japan, Korea, Philippijnen, Taiwan (Formosa)Vietnam,
deel van Oostenrijk Burgenland, Karinthië, Salzburg, Stiermarken, Tirol, Vorarlberg
deel van OostEuropa Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litauen, Polen, Roemenië, Rusland
deel van OudGriekenland Attica, Doris, Elis, Sparta
deel van Overijssel Salland, Twente
deel van Pakistan Bengalen, Punjab, Sind
deel van Palestina Galilea, Judea, Samaria
deel van Polen Galicië, Silezië
deel van Portugal Alentejo, Algarvië, Beira
deel van Roemenië Dobruja, Transsylvanië, Walachije
deel van Rotterdam Blijdorp, Charlois, Crooswijk, Hillegersberg, Katendrecht, Kralingen, Lombardijen, Ommoord, Overschie, Prins Alexanderpolder, Schiebroek, Spangen, Wittedorp, lJselmonde, Zuidwijk
deel van Rusland Karelië, Kaukasus, Kazakstan, Krim, Oekraïne, Oeral
deel van Soedan Darfoer, Gezira, Kordofan, Nubië, Soedd
deel van SowjetUnie zie deel van Rusland
deel van Spanje Andalusië, Aragon, Asturië, Avilla, Baskenland, Castilië, Catalonië, Galicië, Granada, Kastillië, Leon, Murcia, Navarra, Taragone
deel van Sumatra Atjeh, Deli
deel van Suriname Brokopondo, Commewijne, Coronie, Marowijne, Nickerie, Saramacca
deel van tabak - nicotine
deel van tafelbestek lepel, mes, vork
deel van Texel Eierland, Slufter
deel van Tsjechoslowakije Bohemen, Moravië, Slowakije
deel van Turkije Armenië
deel van Utrecht Eemland, Gooi, Sticht
deel van Vietnam Annam
deel van VoorIndië Assam, Dekam, Goa, zie ook deel van India
deel van vroeger IJsselmeer Flevoland, Markerwaard,
N. O .P., Wieringermeerpolder
deel van Zeeland Beveland, Duiveland, Filipsland, Schouwen, Tholen, Walcheren
deel van ZuidAfrika Betsjoeanaland, Kaapprovincie, Natal, Oranjevrijstaat, Transvaal
deel van ZuidAmerika Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Ecuador, Guyana, Paraguay, Panama, Peru, Suriname, Uruguay, Venezuela
deel van ZuidHolland Beierland , Delfland, Goeree, Rozenburg, Overflakkee, Putten, Rijnland, Voorne, Westland, IJselmonde
deel van Zweden Blekinge, Dalarna, Gotland, Jämtland, Lapland, Medelpad, Norland, Schonen, Skane, Smaland, Svealand, Uppland
deel van Zwitserland Aargau, Appenzell, Baselland, Bern, Bribourg, Engadin, Fribourg, Glarus, kanton, Luzern, Mittelland, Schwijz, Ticino, Tessin, Thurgau, Uri, Vaud, Waadt, Wallis
deel van de aalfuik kub, kubbe
deel van de aarde Afrika, Amerika, Australië, Azië, Europa, pool, subtropen, tropen, zone
deel van de aarde tussen de keerkringen - tropen
deel van Afrika - Angola, Algerië, Egypte, Ethiopie, Eritrea, Gabon, Ghana, Guinea, Goudkust, Gambia, Ifni, Ivoorkust, Kenia, Kameroen, Libye, Liberia, Mali, Marokko, Madagaskar, Natal, Niger, Nigeria, Nubië, Oeganda, Rhodesië, Sahara, Senegal, Sierra Leone, Sahara, Soedan, Tanganjika, Togo, Transvaal, Tunesië, Volta, Zanzibar, ZuidAfrika
deel van de aardkorst - aardlaag
deel van de arm biceps, bovenarm, elleboog, ellepijp,
hand, onderarm, pols, spaakbaan
deel van de beenderen merg, specie
deel van de bijbel bijbelboek, evangelie, N.T., O.T., Pentateuch, psalmen, testament
deel van de bloementuin bed, border, gazon, pad, perk
deel van de boerderij - achterhuis, afdak, deel, erf, hok, hooimijt, koestal, loods, paardenstal, stal, schuur, voorhuis
deel van de boom bast, blad, kroon, kruin, lover, schors, spint, stam, tak, twijg, wortel
deel van de borst - tepel
deel van de borstkas borstbeen, rib, ruggengraat
deel van de brouwerij beslagkuip, brouwketel, eestoven, filter, gistkuip, hopzeef, kiemtrommel, legtank, moutkuip, moutsilo, silo, wachttank, weekkuip, wortketel
deel van de buik - darmen, lever, maag, milt, navel
deel van de cursus semester, trimester
deel van de dampkring argon, ionosfeer, ozon, ozonosfeer, troposfeer
deel van de dierenwereld amfibieën, geleedpotigen, reptielen, tweeslachtigen, vissen, vogels, weekdieren, zoogdieren
deel van de eetwaren aardappel, boter, brood, gevogelte, groente, margarine, vet, vis, vlees, wild
deel van de gamelan kendang
deel van de gasmeter rotameter
deel van de geneeskunde - chirurgie, orthopedie
deel van de hals adamsappel, atlas, halsslagader, halswervel, keel, nek, strot
deel van de hals - adamsappel, halswervel, keel, nek, strot
deel van de hand - duim, middelvinger, muis, palm, pink, ringvinger, wijsvinger
deel van de haven aanlegsteiger, dam, damwand, kade, kraan, loods, steiger
deel van de helm - kam, kinriem, riem
deel van de heraldiek kleur, kwartier, schild
deel van de ingewanden darm, lever, maag, milt
deel van de kaak - kaakholte
deel van de keel huig, keelholte, strot
deel van de keuken aanrecht, fornuis, gasstel, gootsteen, kast, koelkast, kraan, pannenrek
deel van de kleding boord, knoop, kraag, mouw, naad, pand, pijp, revers, voering, zoom
deel van de kop van hond snoet
deel van de match - ronde, speelhelft
deel van de meeldraad helmbindsel, helmdraad, helmhok, helmknop, stuifmeel, pollen
deel van de melk room
deel van de mond gebit, gehemelte, huig, kies, lip, tand, tong, tongriem, verhemelte
deel van de nek hals, nekwervel, strot
deel van de onderbuik kruis, lies
deel van de opbrengst tiende, B.T.W.
deel van de Peleponnesus Elis
deel van de politie agent, agente, brigade, brigadier, commissaris, hoofdcommissaris, recherche, rechercheur
deel van de rechtbank balie, griffie, parket, raadskamer
deel van de r.k. kerk - koor, oksaal
deel van de romp borst, borstbeen, heup, buik, rib, rug,
sleutelbeen, schouderblad, wervel
deel van de romp van lastdieren - kroep
deel van de slokdarm van vogels krop
deel van de strijdkrachten artillerie, A. T., bataljon, compagnie, K. L., divisie, genie, landmacht, legerafdeling, luchtmacht, marine, regiment, veldleger,
deel van de telefoon draaischijf, druktoets, haak, hoorn, kiesschijf, snoer
deel van de telegraaf seinsleutel, sleutel
deel van de toren draaitrap, haan, kruis, spits, torenvenster, trans, wenteltrap, windwijzer
deel van de tram achterbalkon, balkon, looppad, lus, staanplaats, treeplank, voorbalkon, zitplaats
deel van de trap laaf, leuning, trede, tree
deal van de tuigage gei, giek, ra, steng, want, zeil
deel van de uitgave band, bd., deel
deel van de Verenigde Arabische Republiek Egypte, Jemen
deel van de Verenigde Staten Nevada, zie Amerikaanse staat
deel van de verkoop kavel, kaveling
deel van de wagen as, band, dak, motor, rem, wiel
deel van de wandelstok knop
deel van de wedstrijd game, helft, rondo, rust, set, speeltijd
deel van de week dag, etmaal, dinsdag, donderdag, maandag, vrijdag, weekend, woensdag, zaterdag, zondag
deel van de weg berm, middenberm, rijbaan, talud, wegas
deel van de wereld Afrika, Amerika, Antarctica, Australië, Azië, continent, Europa
deel van de wereldbevolking Afrikaners, Arabieren, Aziaten, Chinezen, Eskimo's, Europeanen, Indiërs, Indianen, Japanners, Javanen, Joden, Maleiers, Mongolen, Turken
deel van de zonneweg aphelium, apogeum, perigeum
deel van een altaar retabel, tabernakel
deel van een arrondissement kanton
deel van een artikel sub
deel van een atoom - elektron, neutron, nucleon, proton
deel van een auto aandrijfas, accu, achterband, achterbank, achterbumper, achterlamp, achterlicht, achteruit, achterwiel, antenne, autonummer, autosleutel, as, automaat, bagageruimte, band, benzinepomp, benzinetank, bermlamp, benzinemeter, bermlicht, bobine, bougie, bumper, carburateur, cardanas, carrosserie, chassis, choke, claxon, clignoteur, contactpunt, contactsleutel, dak, dashboard, differentieel, dimlicht, fusee(pen), gashandel, gaspedaal, grill, handgreep, handrem, hoorn, kap, kilometerteller, kleppenhuis, klokje, knaldempe, knalpot, koetswerk, kofferdeksel, koplamp, koppeling, laadbak, laadklep, lager(bus), lagerhuis, lamp, luchtband, luchtfilter, mistlamp, motorblok, motor(kap), nokkenas, nummerplaat, oliedrukmeter, oliekoeler, oliepeilstok, rem, parkeerlamp, peilstok, pook, portier, raam, radiator, radio, reflector, rempedal, remschoen, rezervewiel, richtingaanwijzer, ruitenwisser, schokbreker, schokdemper, schuifdak, sleepoog, sneeuwketting, snelheidsmeter, spaakwiel, spatbord, spatlap, spoiler, stadslicht, starter, startknop, startmotor, stoel, stoplamp, stoplicht, stuurkolom, stuur(slot), stuurwiel, tank, toeter, treeplank, trekhaak, uitlaat, veiligheidsgordel, ventilator, versnellingsbak, vliegwiel, voetren, voorband, voorbank, voorbumper, vooruit, voorwiel(lager), waterpomp, wiel(dop), wiellager, zuiger
deel van een autobus afstap
deel van een baan bij zeilwedstrijden - rak
deel van een baggermolen noria
deel van een bakkerij oven
deel van een balans gewicht, lastarm, mes
deel van een batterij cel, pool
deel van een begroting post
deel van een beitel aar, faas
deel van een berg flank, helling, piek, top, voet
deel van een bijenkorf raat, vlieggat
deel van een biljartkeu - Pomerans
deel van een blaasinstrument - klep, lob, mondstuk, piston, ventiel
deel van een blad ader, bladschijf, bladsteel, nerf
deel van een bladzijde alinea, kantlijn, marge, regel
deel van een bloem blad, bloembodem, bloemdek, buis, bijkelk, bijkroon, keel, kelk, kelkblad, kroon, kroonblad, meeldraad, stamper, steel, stempel, stengel, stijl, schutblad, vruchtbeginsel, zoom
deel van een boek band, blad, bladzij, kaft, katern, omslag, pagina, rug, schutblad
deel van een bokking graat, hom, kuit
deel van een bokswedstrijd - ronde
deel van een boorinstallatie boorgat, boortoren, bordes, kroonblok, leibuis, spoelingspomp, spoelkop, zuigbuis
deel van een bouwwerk architraaf, beuk, boog, fiaal, fries, fronton, impost, kroonlijst, latei, liseen, risaliet, schalk, tafelement, travee, zwik
deel van een breuk breukstreep, decimaalteken, deeltal, deler, noemer, teller
deel van een breukband - pelote
deel van een breviergebed - metten
deel van een bril arm, been, glas, montuur, poot, rand
deel van een broedmachine kunstmoeder
deel van een broek band, pijp, knie, knoop, sluiting
deel van een brug balustrade, leuning, overspanning, pijler, wegdek
deel van een camera diafragma, filter, geelfilter, lens, sluiter, statief, zoeker
deel van een cel chromosoom, kern, protoplasma
deel van een celkern gen
deal van een cirkel diameter, graad, koorde, middellijn, middelpunt, omtrek, periferie, radiaal, sector, segment, straal
deel van een concertzaal - podium
deel van een costuum - jas, pantalon
deel van een coupon - talon
deel van een dag avond, avonduur, kwartier, middag, middernacht, minuut, morgen, morgenstond, nacht, nanacht, namiddag, n.m., nanoen, noen, ochtend, seconde, stond, ure, uur, vooravond, voormiddag, vm
deel van een decimale breuk decimaalteken, periode
deel van een deur beslag, grendel, klink, knip, knop, paneel, post, scharnier, slot, stijl, vleugel
deel van een dijk aarde, bazaltsteen, glooiing, keileem, kruin, talud, voet, zinkstuk
deel van een dobber sim
deel van een dorp brink, dijk, hoofdstraat, huis, kerk, kern, kom, laan, markt, plein, school, steeg, stoep, straat, voorstraat, wijk
deel van een driehoek basis, bissectrice, hoek, hoogtelijn, hoogtepunt, hypotenusa, loodlijn, rechthoekszijde, tophoek, zwaartelijn, zwaartepunt, zijde
deel van een drukpers degel, frisket, timpaan, verschet
deel van een dynamo - anker, koolborstel, veldwikkeling
deel van een effect coupon, mantel, talon
deel van een ei dooier, dop, eigeel, eiwit, schaal
deel van een erfenis legaat
deel van een etmaal - a.m., avond, avonduur, dag, kwartier, middag, middernacht, minuut, morgen, morgenstond, nacht, namiddag, n.m., nanacht, nanoen, noen, ochtend, p.m., seconde, stond, ure, uur, vooravond, voormiddag
deel van een evenredigheid reden, term
deel van een fiets achteras, achterband, achterlicht, achterspatbord, achtervork, achterwiel, as, bagagedrager, balhoofd, band, bandenpomp, bel, binnenband, buitenband, buddyseat, dameszadel, dynamo, fietsband, fietsbel, fietsketting, fietslamp, fietspomp, fietsslot, fietstas, fietsstuur, fietszadel, frame, handrem, hulpmotor, jasbeschermer, kabelslot, kamrad, ketting, kettingkast, kettingwiel, kinderzitje, koplamp, lamp, lantaarn(haak), luchtband, naaf, pedaal(rubber), pomphouder, reflector, rem(blok), remkabel, remnaaf, remstang, rokzadel, snelbinder, spaak, spatbord, spatlap, spatscherm, stang, stuur(tas), tandwiel, terugtraprem, trapper, trommelrem, velglint, velg(rem), versnelling, voetrem, voorlamp, voorspatbord, voorvork, voorwiel, vork, wiel, zadel(pen), zadeltas
deel van een fles buik, hals, kurk, nek, ziel
deel van een fornuis afdekplaatje, asla, brander, deksel, oven, pijp, ring, rooster, spaarbrander
deel van een fototoestel diafragma, filter, lens, sluiter, statief, zoeker
deel van een gebouw - dak, etage, kamer, kelder, keuken, sousterrain, verdieping, zolder
deel van een fuik ink, kub
deel van een geheel element, gedeelte, lid, onderdeel, part, stuk
deel van een geschrift deel alinea, blad, bladzijde, hoofdstuk, pagina, paragraaf, regel
deel van een geschut - affuit, broek, kulas
deel van een gevel aandak, deur, erker, kozijn, pui, raam
deel van een gewei - tak
deel van een gletsjer eindmorene, gletsjerspleet, gletsjertafel, middenmorene, morene, zijmorene
deel van een graad minuut, seconde
deel van een haard asla deur, haardkuil, haardplaat, vulklep
deel van een ham - hesp
deel van een hand duim, muis, palm, pink, vinger
deel van een hefboom lastarm
deel van een hengel dobber, haak, lood, molen, reel, sim, snoer
deel van een heuvel helling, top, voet
deel van een hijswerktuig kabel, katrol, takel
deel van een hoed bol, rand
deel van een hondenkop bek, oog, oor, snoet, snuit, tong
deel van een hoofdstuk alinea, letter, paragraaf, vers, woord
deel van een horloge anker, band, batterij, glas, kas, knop, plaat, radertje, raadje, veer, wijzer,
deel van een hotel badkamer, balzaal, eetzaal, hal, kamer, keuken, lounge, receptie, restaurant
deel van een huis appartement, badkamer, dak, deur, douchecel, eetzaal, erker, etage, gang, gevel, goot, hal, kamer, kap, kelder, keuken, koekoek, muur, nok, pannen, portaal, pui, raam, receptie, restaurant, serre, suite, toilet, trap, venster, verdieping, woonkamer,zolder, zolderraam
deel van een hunebed kei, zwerfsteen
deel van een hijswerktuig - giek, takel
deel van een instrument pedaal, piston, snaar, toets, ventiel
deel van een japon lijf, lijfje, kraag, lapel, mouw, omslag, pand, rever, sleep, voering
deal van een jas achterpand, kraag, lapel, mouw, pand, rever, voering, voorpand
deel van een kaart areaal, lengende, kaartvak, meridiaan, evenaar, linie, equator
deel van een kabel - streng
deel van een kachel asla, deur, mantel, plaat, pijp, rooster, vulklep
deel van een kalender - blad, dag, maand, schild, week
deel van een camera - cassette, diafragma, draagriem, filter, flitslicht, lens, sluiter, tas
deel van een kampeeruitrusting bed, deken, grondzeil, haring, tent
deel van een kanon affuit, loop
deel van een kast deur, Ia, lade, plank, slot
kanteel, steen, trans
deel van een kegel grondvlak, mantel, top
deel van een kerk bank, beuk, kansel, koor, oksaal, schip, steunbeer, toren
deel van een ketel deksel, fluit, handvat, tuit
deel van een ketting kraal, ring, schakel, schalm, slot
del deel van een kippenhok nachthok, ren, roest, stok
deel van een klarinet beker, klep, mondstuk, tussenstuk van een kinderschedel - fontanel
deel van een kledingstuk boord, kraag, mouw, pand, plastron, pijp, rok voering, voorklep
deel van een klok gewicht, klepel, slinger, veer, wijzerplaat,
deel van een klooster boekerij, calefactorium, cel, dormter, dormitorium, eetzaal, hospitium, kruisgang, refectorium, refter, scriptorium
deel van een knie - knieschijf
deel van een koeienmaag boekmaag, lebmaag, netmaag, pens
deel van een komeet kern, staart
deel van een kompas naald, roos, windstreek
deel van een koolplant blad, bloem steel, stronk,wortel
deel van een korenhalm aar, graan, steel
deel van een kostuum broek, colbert, jas, pantalon, vest,
deel van een kous boord, hiel, kuit, naad, teen, voet
deel van een kozijn - afzaat, kalf
deel van een krant advertentie artikel, bijvoegsel, kolom, pagina, rubriek
deel van een krantenpagina artikel, cursief(je), kolom, kop, rubriek
deel van een krater bodem, keel, pijp
deel van een kruisweg statie
deel van een kuilnet - aatje
deel van een ladder sport, stijl, trede, tree
deel van een lamp bol(lamp), brander,fitting, gloeidraad, voet
deel van een land arrondissement, country, dorp, gemeente, graafschap, kanton, kreis, provincie, stad, streek
deel van een lening tranche
deel van een lijn lijnstuk, segment
deel van een liturgiesch gewaad - maanipel
deel van een machine as, kruk, krukas, lager, pal, tandwiel, vliegwiel
deel van een mantel bontrand, capuchon, kraag, mouw, puntmuts, zoom
deel van een mast ra, steng
deel van een mes hecht, heft, lemmet,punt, rug, snede
deel van een meubel arm, bekleding, blad, la, leuning, poot, veer, zitting
deel van een mijn galeri,j gang, schacht
deel van een mijn deksel, lading, slagpijp, slagpin
deel van een minuut seconde
deel van een mis - canon, gloria, graduale, tractus
deel van een misgewaad albe, amict, humeraal, manipel, singel, stola, stool
deel van een missiegewaad - gordel
deel van van molecuul atoom, ion
deel van een molen as, kap, klapspaan, maalwerk, molensteen, rad, roede, taflement, trechter, treem, tremel,vang, wiek, wiel, zeil
deel van een motor bougie, brandstofpomp, carburateur, cilinder, klep, knalpot, krukas, lager, magneet, nokkenas, ontsteking, rotor, tuimelaar, verdeler, verstuiver, zuiger
deel van een muntpers - aanlanger, handje
deel van een muziekstuk allegro, andante, argo, cadens, lento, menuet, partij, presto, rondo, scherzo
deel van een obligatie talon
deel van een oorlogsschip kanon, mitrailleur, periscoop, raket, torpedo
deel van een oorlogsvloot duikboot, eskader, fregat, kanonneerboot, kruiser, mijnenveger, smaldeel
deel van een orkest blazers, dirigent, slagwerk, strijkers
deel van een ouderwets geweer laadstok, loop
deel van een paddestoel buisje, hoed, knol, lamel, manchet, mycelium, plaatje, ring, schede, schubben, stekel, steel, zwamdraad
deel van een pagina alinea, kolom, letter, woord, zin
deel van een papierfabriek - papiermolen
deel van een paraplu balein, scherm
deel van een periode fase
deel van een pers blok, cylinder, degel, inktrol, letterraam, matrijs, ram
deel van een peulvrucht boon, dop, erwt, vlies
deel van een piano hamer, kast, klep, pedaal, snaar, tangent, toets, toetsenbord
deel van een plant blad, bloem, knoop, knop, oksel, steel, stengel, wortel
deel van een ploeg kouter, rister, schaar, snede, staart
deel van een pomp bek, gek, hefboom, mik, pompbuis, tuit, uitloper, zuigbuis, zuiger, zwengel
deel van een priesterlijk gewaad albe, amict, bonnet, huneraal, kazuifel, manipel, parament, schouderdoek, singel, stola, toga, toog
deel van een pijp - dop, kop, roer, steel
deel van een radio installatie antenne, ontvanger, zendapparatuur, zender, zendmast
deel van een reeks - term
deel van een regiment bataljon, compagnie, peleton
deel van een rekenkundige bewerking aftrekking, deeltal, deler, deling, optelling, produkt, quotient, rest, som, vermenigvuldiging, verschil
deel van een rem blok, pedaal, remkabel, remolie, remschoen, remschijf, remsegment
deel van een rijsttafel ketjap, kroepoek, rijst, sambal, saté, trassi
deel van en ring briljant, diamant, goud, parel, saffier, steen, zilver
deel van een rivier bedding, benedenloop, bocht, bovenloop, krib, linkeroever, meander, middenloop, monding, oever, rechteroever, strekdam, stroombed, stroomdraad, stroomversnelling, waterval, winterbed, zomerbed
deel van een roeiboot boeg, docht, dol, kiel, riem, roeipen
deel van een roos blad, bottel, doorn, steel, stekel
deel van een rund biefstuk, lendestuk, riblap, rollade, rolpens
deel van een samenhangend geheel gedeelte
deel van een schedel achterhoofdsbeen, fontanel, slaapbeen, voorhoofdsbeen
deel van een schietschijf roos
deel van een schip anker, achterdek, achteronder, bak, bakboord, bezaan, boeg, boegbeeld, boom, bram, bramra, breefok, brug, bootsanker, bunker, campagne, davit, dek, dolboord, fok, fokkenmast, fokra, gaffel, gangspil, geerde, giek, halfdek, hel, hennegat, hospitaal, hut, kaartenkamer, kombuis, kajuit, kampagne, katander, kiel, kimkiel, kluisgat, kluiver, kompas, kooi, kraaienest, laadboom, lenspomp, lij, loglijn, luik, lijzeil, loopplank, marszeil, mess, misthoorn, nok, onderlijk, pantry, patrijspoort, peddel, piek, ra, reling, riem, roef, roeipen, roer, scheg, schoot, sloep, spant, stagzeil, steven, spuigaten, stuurboord, stuurjuk, stuurpen, stuurrad, stuwblok, takel, talie, tros, topreep, tuig, tuigage, uitkijk, valreep, vlotdek, voetlijk, voorlijk, vooronder, want, werpanker, wimpel, windas, zegen, zeerecht, zeil, ziekenboeg, zog, zwabber
deel van een schoen - contrefort, hak, hielstuk, neus, riem, veter
deel van een school bank, bord, gang, gymnastiekzaal, hal, klas, leraarskamer, lokaal
deel van een schoorsteen pijp, rookgat, rookkanaal
deel van een schouwburg balcon, brandgang, decor, doek, fauteuil, foyer, garderobe, loge, orkestbak, parket, parterre, rang, stalles, toneel, vestiaire
deel van een schriftletter ligatuur, neerhaal, ophaal, stok
deel van een schrijfmachine - tabulator, toets, wagen
deel van een skelet been, bot, elleplip, jukbeen, koot, rib, schedel, schenkel, wervel
deel van een sleutel baard, lip, pijp, ring, schacht
deel van een slot kruk, schoothuis, sleutel, sleutelplaat, slotplaat, tuimelaar
deel van het slot binnenplaats, brug, gracht, kanteel, kelder, muur, poort, toren, vertrek
deel van een sluis deur, kolk, rinket
deel van een sluisdeur achterhar, broekbalk, taats, tempel
deel van een japon - sleep
deel van een sonate adagio, allegro, andante, finale, menuet, rondo, scherzo
deel van een speelpot inleg
deel van een spier pees
deel van een spoorbaan baan, vak, trajekt, rails, biels
deel van een spoortrein loc, locomotief, tender, wagon
deel van een spoorweg baanvak, biels, rails, traject
deel van een staande want pardoen, perdoen
deel van een staat dorp, gemeente, gewest, provincie, stad, streek
deel van een stad - buurt, centrum, kom. laan, plein, steeg, straat, wijk
deel van een stadswijk buurt
deel van een stamper stempel, stigma, stijl, vruchtbeginsel
deel van een stengel geleding, knoop, knop, lid
deel van een stoel armsteun, bekleding, leuning, poot, zitting
deel van een stoep balustrade, bordes, leuning, trede, tree
deel van stoomketel mangat,vlampijp
deel van een stoommachine ketel, regulator
deel van een stoomtrein loc, tender
deel van een strijkinstrument bodem, hals, kam, klankkast, sleutel, snaar, sordino, strijkstok, toets,
deel van een strijkstok haar, hout, punt, slof, talon
deel van een strik knoop, lus
deel van een stuk akte, bedrijf, scène
deel van een syllogisme conclusie, premisse
deel van een tabel kolom
deel van een takel gijnblok, talie
deel van een tang arm, bek
deel van een tennispartij game, set
deel van een toneelstuk akte, bedrijf, rei, scène
deel van een touw tamp, streng, vezel
deel van een trein bagagenet, buffer, coupé, locomotief, noodrem, portier, rijtuig
deel van een trompet mondstuk, piston, ventiel
deel van een tros - tamp
deel van een tuin bed, gazon, grasveld, perk, priëel
deel van een uitlaat achterpijp, knalpot, pijp, spruitstuk, voorpijp
deel van een uurwerk ambre, anker, balans, gewicht, glas, hamer, kast, ketting, knop, minuutwijzer, naald, palrad, pendule, plaat, rad, secondewijzer slinger, slagveer, slagwerk, snek, slagveer, spiraalveer, trommel, uurwijzer, veer, wijzer
deel van een varken haas, ham, hesp, kotelet, staart, spek, vlees
deel van een vat duig, hoepel, spongat, sponning
deel van een verhaal clou, climax, epiloog, episode, hoofdstuk, inleiding, ontknoping, proloog
deel van een vertrek deur, erker, muur, plafond, punt, raam, vensterbank, vloer, zolder
deel van een vesting bastion, escarpe, kanteel, muur, poort, ravelijn, rideau, rondeel, tinne, toren, wal
deel van een vestingwal bastion
deel van een vinger gewricht, koot, lid, nagel, top
deel van een viool bodem, hals, kam, klankbord, krul, snaar, sleutel, sordino, stok, toets
deel van een vis kieuw, kop, staart, schubbe, vin
deel van een visnet inkel, keel, kub, vleugel
deel van een vlag baan, veld, wimpel
deel van een vliegtuig beuk, buik, cabine, cockpit, hoogteroer, instrumentenbord, motor, neus, remklep, romp, staart, staartvlak, vleugel
deel van een vloot eskader, smaldeel
deel van een voet enkel, hak, hiel, teen, wreef, zool
deel van een vork tand, steel
deel van een vrachtwagen bak, cabine, huif, laadbak, oplegger
deel van een vrucht klokhuis, part, pit, schil, steel, vruchtvlees
deel van een vulkaan caldeira, eruptiekanaal, kegel, krater, mantel
deel van een vuurwapen haan, kolf, loop, magazijn, trekker, vizier
deel van een wapenrusting geweer, harnas, helm, koppel, lans, musket, patroontas, schild, speer, vuurroer
deel van een wapenschild kwartier
deel van een wasinrichting blekerij, drogerij, stomerij, strijkerij, wasserij
deel van een wasmachine trommel, wringer
deel van een weefsel cel, draad, inslag, neg, schering, zelfkant
deel van een weegtoestel arm, as, balk, evenaar, gewicht, hefboom, juk, last, naald, opstap, schaal, wijzer
deel van een werkwoord stam, uitgang
deel van een wervelkolom atlas, heiligbeen, stuit, wervel
deel van een wet - artikel
deel van een wiel as, band, naaf, spaak, velg
deel van een wijk buurt, straat, weg
deel van een windas draaispil, handspaak
deel van een windmolen vang, wieken, zeil
deel van een winkel etalage, kassa, rekken, standaards, toonbank
deel van een woestijn bajada, duin, oase, plaja, zoutmeer
deel van een woonhuis appartement, badkamer, douchecel, erker, etage, gang, hal, kamer, kelder, keuken, meterkast, slaapkamer, werkkast, zolder
deel van een woord foneem, letter, lettergreep, stam, syllabe
deel van een wortel haarwortel, knol
deel van een zaag handvat, spanraam, tand
deel van een zeeschip brug, dek, lounge, promenadedek, ruim
deel van een zeil - rif
deel van een zeilboot bakstag, bazaan, begijnenra, beretand, berghout, bezaan, boegspriet, bolder, dirk, fok, fokkemast, fokval, gaffeltopzeil, grootbramzeil, helmstok, kop, kiel, klik, kluiver, koekoek, kluisgat, kruismast, kluiver, kluiverval, kluiverleider, lij, mastkoker, nokval, roer, roerhengsel, scheg, schoot, stag, stagfok, stagzeil, stampstok, stamstag, val, vlieger, voorscheg, voorsteven, want, zetboord, zeilval, zwaard
deel van een zendstation antenne,microfoon
deel van een zin bepaling, bijwoord, bijzin, gezegde, hoofdzin, leesteken, onderwerp, voorwerp, woord, zinsdeel, zinsnede
deel van een zuil kapiteel
deel van een zwaard blad, gevest, greep, heft, kling, lemmet, lemmer
deel van het ambtsgewaad bef, stool
deel van het bed deken, kussen, laken, matras, peluw, sloop, spiraal, sprei
deel van het been dij, enkel, kuit, kuitbeen, knie, scheen, scheenbeen, teen, voet, wreef
deel van het bestek lepel, mes, vork
deel van het biljart bal, band, keu, krijt, laken, lei
deel van het circus piste, tribune
deel van het correspondentiemateriaal ballpen, balpen, ballpoint, bloknoot, blocnote, carbon, envelop, papier, pen,, potlood, schrijfmachine, vulpen
deel van het dak balk, bedekking, bint, dakpan, gebint, goot, hanenbalk, kapel, kapgebint, kapspant, koekoek, leer, lijst, moerbalk, nok, raam, ruiter, spant, stoel, terras, tuin, venster, vorst
deel van het dal dalbodem, dalwand, glooiing, talud, terras
deel van het damspel bord, damschijf, damsteen
deel van het delfstoffenrijk bauxiet, erts, gas, goud, koper, olie, steenkool, tin, zilver, kwikzilver
deel van het dierenlichaam bek, hoef, klauw, kop, muil, poot, romp, snavel, staart, vleugel
deel van het gebit brug, gehemelteplaat, hoektand, kies, kroon, melktand, oogtand, tand, verstandskies, vulling
deel van het gehemelte huig, kaak, uvula, wervel
deel van het gelaat gelaat, jukbeen, kaak, kin, koon, lip, mond, neus, neusvleugel, oog, ooglid, oor, slaap, voorhoofd, wang, wenkbrauw, wimper
deel van het geraamte been, bekken, bot, rib, schede,l wervel
deel van het geweer grendel, haan, kolf, korrel, loop, magazijn, trekker, tromp, vizier
deel van het gezicht zie: deel van gelaat
deel van het gezichtsorgaan hoornvlies, iris, lens, netvlies, oogbal, pupil
deel van het hart hartenbloed, hartklepje, hartspier, hartkuil, linkerboezem, linkerkamer, rechterkamer
deel van het hekwerk deurtje, draad, gaas, opening, paal, poort, post, raster, reling, spijl
deel van het hoofd gebit, gelaat, haar, kaak, kin, kruin, lip, mond, neus, oog, oor, schedel, slaap, wang, wenkbrauw, wimper
deel van het hooggebergte - dal, del, top, keten, piek, ravijn, rots, spits, steilte, vlakte, waterval
deel van het inwendig oor aambeeld, doolhof, hamer, slakkenhuis, stijgbeugel, trommelvlies
deel van het jaar dag, herfst, jaargetijde, kwartaal, lente, maand, najaar, nazomer, seizoen, semester, trimester, voorjaar, voorzomer, week, winter, zomer
deel van het leger artillerie, bataljon, brigade, commando, compagnie, divisie, genie, groep, infanterie, kavalerie, kompagnie, korps, landmacht, legerkorps, luchtmacht, marine, militie, peleton, regiment, sectie, stoottroepen
deel van het lichaam arm, been,borst, bovenarm, bovenlijf, buik, hals, hand, hart, heup, hoofd, keel, leest, lendenen, lever, maag, milt, nek, oksel, onderlijf, rug, slokdarm, stuit, torso, voet
deel van het middenoor aambeeld, kamer, stijgbeugel, trommelvlies, voorhof
deel van het onderlichaam been, bil, dij, enkel, hiel, knie, kruis, kuit, lies, scheenbeen, teen, voet
deel van het oog corona, hoornvlies, iris, lens, lid, netvlies, oogbal, ooglid, retina, traanklier, wenkbrauw, wimper
deel van het oor aambeeld, doolhof, hamer, lel, oorbuis, oorlel, schelp, slakkenhuis, stijgbeugel, trommelvlies
deel van het orgel klavier, manuaal, pedaal, positief, pijp, register, speeltafel, zwelkast
deel van het parlement afgevaardigde, fractie, gekozene, kamer, lid, partij, senaat
deel van het pentateuch Deuteronomium, Exodus, Genesis, Leviticus, Numeri
deel van het reglement art., artikel, clausule, paragraaf
deel van het reukorgaan neusbeen, neusgat, neuspunt, neusvleugel, tussenschot
deel van het roer blad, klik, roerpen, schacht
deel van het scheepstuig ra, want, tuigage
deel van het schoeisel hak, hiel, neus, punt, riem, veter, zool
deel van het schooljaar semester, trimester
deel van het spijsverteringskanaal darm, maag, slokdarm
deel van het station hal, loket, perron, restauratie, wachtkamer
deel van het theater deur, foyer, loge, podium, toneel, zaal
deel van het theeservies kopje, lepel, lepelvaasje, melkkan, schoteltje, suikerpot, theepot
deel van het toneeldecor coulisse
deel van hetuitwendig oor lel, schelp
deel van het tuig broek, gareel, halter, hoofdstel, leidsel deel van hetvistuig dobber, fuik, haak, hengel, leefnet, schepnet, sim, snoer
deal van het voertuig as, band, chassis, cilinder, klep, krukas, lager, motor, rem, ruit, stuur, vliegwiel, wiel, zuiger deel van het vogelkleed pen, pluimage, veer
deel van het weefgetouw palei, paleibalk, paleiriem, plei, polei
deel van het zeiltuig dirk, fok, mast, schoot, stag, steng, val
deel van het zonnestelsel aarde, maan, planeten, planetoïden, sterren, sterrenbeelden
deemoed berouw, eenvoud, nederigheid, ootmoed
deemoedig eenvoudig, nederig, onderdanig, onderworpen, ootmoedig
deemoedigheid - nederigheid
Deens amtshoofdstad -
4 Ribe, Soro
5 Arhus, Ronne, Vejle
6 Abenra, Alborg, Odense, Roskilde
8 Hillerot, Nykobing, Roskilde
10 Ringkobing
Deens Eiland Aerö, Amager, Anholt, Bornholm, Falster, Funen, Langeland, Lolland, Mön, Saltholm, Samsô, Seeland, Sjaelland
Deens fysicus Bohr
Deens historicus - Arup
Deense munt kroon, ore
Deens paard - draveros
Deens parlement folketing
Deens schiereiland Amager, Jutland
Deens schrijver Andersen
Deens theoloog Kierkegaard
Deense hond - dog
Deense drank aquavit
Deense haven Aarhuus, Esbjerg, Kopenhagen
Deense hoofdstad - Kobenhavn, Kopenhagen
Deense koning -
3 Dan
4 Erik, Gorm, Knut, Olaf, Sven
5 Johan, Niels
6 Herald
7 Godfred
8 Frederik, Waldemar
10 Christiaan
11 Christoffel
Deense Luchtvaartmaatschappij - Danair
Deense munt krone, kroon, öre
Deense plaats zie plaats in Denemarken
Deense Provincie - amt
Deense schilder - Agger
Deense schrijver - Dons
Deense sprookjesverteller - Andersen
Deense stad - Aalborg, Aarhus, Esbjerg, Kopenhage, Odense, Ribe
Deense vlag - Danebrog
deerlijk bedroevend, danig, ellendig, erg, geducht, jammerlijk, schrijnend, zeer
deerlijk verzwakt - uitgeput
deern dochter, hier, meid, meisje, mokkel
deerne meid, sloerie
deernis bewogenheid, ellende, erbarmen, erbarming, mededogen, medeleven, medelijden, ontferming, ontroering
deerniswaardig beklagenswaardig, zielig
deerniswekkend ellendig, erbarmelijk, jammerlijk, piteus, zielig
de facto feitelijk, werkelijk
defaitisme moedeloosheld
defaitistisch mismoedig, moedeloos, vertrouwenloos
defect beschadigd, beschadiging, caduc, feil, gebrek, gebroken, kaduuk, kapot, mankement, ondeugdelijk, onklaar, storing, stuk
defectief gebrekkig, ontbrekend, onvolledig
defensie afweer, verdediging, verweer, weermacht
defensief afwerend verdedigend, verwerend,
defensief verband NATO, NAVO, SEATO, ZOAVO, Warschaupact
deferentie achting, eerbied, onderscheiding
deferentitis - funicullitis
deficiëntie-ziekte - avitaminose
deficit gemis, kastekort, manco, tekort
defilé bergpas, corso, optocht, parade
definiëren bepalen, omlijnen, omschrijven
definitie begripsbepaling, bepaling, omschrijving
begripsomschrijving
definitief afdoende, blijvend, finaal, positief,uiteindelijk, vast, voorgoed, zeker
definitief zijn - vaststaan
definitieve regeling - beslag
deflatie waardevermeerdering
deformeren vervormen, misvormen
deformatie misvorming, vervorming
defraudant (Fr.) bedrieger, belastingontduiker, smokkelaar
deftig aanzienlijk, afgemeten, chic, eerwaardig, gegoed, gekleed, honorabel, officieel, parmantig, plechtig, pompeus, prat, sjiek, statelijk, statig, stijf, voornaam, waardig
deftig, geleerd - doctoraal
deftig woord voor reeds alreeds. alrede
deftig en fier - parmantig
degtig kleed - gewaad
deftig kostuum - smoking
deftige dame douairière, freule, matrone, vrouwe
deftige danspartij galabal
deftige tijdsbepaling stond, stonde. ure
deftige vrouw dame
deftige wijk in Londen Mayfair
deftigheid graviteit, plechtstatigheid, statie
de geboorte betreffend - nataal
degelijk betrouwbaar, beproefd, braaf, bruikbaar, degelijk, deugdelijk, deugdzaam, duurzaam, eerlijk, fidel, funk, gedegen, geducht, goed, grondig, hecht, keurig, rondig, solide, stevig, terdege, tof, waarlijk
degelijk voedsel - erwtensoep, hutspot, snert, stamppot, winterkost
degelijkheid gedegenheid, hechtheid, soliditeit, sterkte
degelijke kennis - kunde
degelijk en goed - prima
degelpers drukpers
degen fleuret, floret, rapier, sabel, schermwapen, zwaard
degeneratie achteruitstelling, ontaarding, terugzetting, verlaging, verval
degenereren ontaarden, verwilderen
degenhanger bandelier
degenstok - wapenstok
degenvis - pijlstaartrog
de gewoonte hebben plegen
de grondbeginselen omvattende elementair
de grote hoop gros
de grote massa - publiek
de grote wereld monde, society
de hand lezen - waarzeggen
de helft - half
de hielen lichten - vluchten
de hoogste waarde - maximum
de jongere jr. junior
de jure rechtens
de knop aan horloge remontoir
de lezer heil l.s.
de mensen men
de moed benemen ontmoedigen
de naam betreffende nominaal
de onbekende n.n.
de Oost Indië
de openbare mening men
de oudere senior, sr.
de vijf boeken van Mozes Pentateuch
degoutant - onsmakelijk, walgelijk
degradatie achteruitgang, achteruitstelling, terugstelling, terugzetting, verlaging
degraderen achteruitstellen, terugstelllen, terugzetten, verlagen
degoût (Fr.) afkeer, walging
dagoûtant - afschuwelijk, onsmakelijk, walgelijk
degressie afneming, daling
degressief afnemend, dalend
Dei Gratia D. G.
dehydreren - draineren
dein - stijfkop
deinen golven, kabbelen, wiegelen
deinen van water - kabbelen
deiner - stijfkop
deining beroering , beweging, drukte, golfbeweging, golving, onrust, opschudding, remous, rolling, rumoer, wiegeling, zeegang
deinoor - stijfkop
deinzen afgaan, teruggaan, weggaan, wijken
deinzing - aftocht, terugwijking
dejeuner (Fr.) koffiemaal, lunch, ontbijt
dejeuneetje ontbijtstel
de jongere junior
de juiste maat - passend
dejure - rechtens
dek bedekking, deken, kleed, laken, plaid, scheepsvloer, sneeuwdek, sneeuwkleed, sprei, wade
de kat uit de boom kijken - wachten
dek van verschillende lapjes bedelaarsdeken, lappendeken
dekbalk architraaf, sloof
dekbed bovenbed
dekblad plaat, schutblad
de keerkringslanden - tropen
deken decaan, decanus, doyen, hoofd(man), oudste, overman, overste, priester, tienman
deken beschutting, dek, dekkleed, plaid
dekenvlag - flab
deken, wollen - plaid, sarg(i)e, serge
dekgroen - chromaatgroen
dekken afsluiten, bedekken, behoeden, beschermen, beschutten, bevruchten, goedmaken, verbergen, vergoeden, waarborgen
dekking bedekking, bescherming, beveiliging, bevruchting terreinverheffing, zekerheid
dekkleed deken, kleed, plaid, sprei, wagenzeil
dekkleed op bed - sprei
dekknecht runner
deklaag bovenlaeg
de klankladder zingen - solfeggiëren, solmiseren
de klemtoon leggen - accentueren
dekmantel façade, masker, mom, schijn, voorwendsel
dek op bed - deken
dek op matras laken
dekplaat - zerk
dekriet dakbedekking, glui, glei
dekschild vleugelschild
deksel afsluiter, afsluiting, klap, klep, lid, sluiting
deksel boven de onrust in een uurwerk kalot
deksel of klep - luik
deksels bliksems, drommels, duivels, verdomd, verduiveld
dekstier springbul
dekbed - bovenbed
dekblad - bovenblad, schutblad
dekstuk dak
de kuierlatten nemen - vluchten
dek van verschillende lapjes - lappendeken
dekverf menie
de kunst van waarzeggen - mantiek
de kunst van Klein-Azie - Levant
dekwerk blindering
del corrosiedal, dal, duinvallei, flap, flard, kuil, laagte, lellebel, slet, slons, vallei, vod
de landingsplaats van Noach - Ararat
de laatse wedstrijd - finale
Delaware, hoofdstad van - Dover
delegatie afvaardiging, commissie, deputatie, opdracht, overdracht
delegeren afvaardigen, deputeren, overdragen
delen doorhakken, halveren, rekenen, scheiden, splijten, splitsen, verdelen
delen van een gebouw
2 wc
3 bak, bel, cel, dak, gek, hal, hek, hor, juk, kap, lei, nis nok, pan,
pui
4 ante, beer, beun, bint, boog, bril, coer, deel, deur, gang, goot,
kaaf, kalf, klos, knip, knop, koer, kram, kruk, lift, luif, luik,
muur, plat, raam, ruit, spil, stijl, toog, trap, wand, nwerf, wulf,
zaal, zuil
5 afdak, balie, blind, front, gevel, haard, kamer, klink, kluis,
kolom, kozijn, latei, loket, ogief, ozing, patio, pijler, roede,
salon, schel, serre, spant, spion, stoep, suite, tinne, toren, trans,
trede, vloer, vorst, zitje
6 aandak, arcade, atrium, balkon, bidcel, bordes, bureau, daklat,
daklei, dakpan, dakpijp, deklat, dorpel, entree, estrik, facade,
galerij, gebint, gewelf, kelder, keuken, kopel, koplat, legger,
leipan, loggia, lokaal, luifel, mantel, nokpan, omloop, paneel,
panlat, pilaar, schoor, schouw, sokkel, terras, toilet, washok,
zijgang, zijmuur, zijraam, zijwand, zolder
7 badding, balzaal, beerput, console, dakbalk, dakdeel, dakgoot,
dakleer, dakplat, dakraam, dakriet, dakstro, daktuin, dakwerk,
dekbalk, deklijst, drekput, drempel, eethoek, eethuis, eetzaal,
estrade, galmgat, gangpad, gording, kabinet, kanteel, klinket,
klopper, knikpan, koekoekkookhok, koornis, koplag, kopvoeg,
latrine, legbalk, leuning, meander, mozaiek, nokbalk,
opkamer, optrede, pinakel, plafond, planket, plavuis, portaal,
portiek, privaat, puiraam, raamhor, roldeur, rollaag, rolluik,
schacht, schrank, sleutel, stempel, strodak, tamboer, timpaan,
topring, topvoeg, tribune, uitbouw, valdeur, valluoik, venster,
veranda, vertrek, vleugel, voorhal, voorpui, washuis, zijkamer,
zitbank, zithoek
8 badkamer, balklaag, bedaking, bijkeuken, boeideel, dakkapel dakspant, danszaal, dekplaat, deurlijst, deurpost, deurraam,
deurslot, deurstijl, eetkamer, entresol, gaanderij, gangdeur,
gangmuur, gangtrap, geveldak, gevelto, glasdeur, glaswerk,
hoekraam, hoekzuil, ijskelder, jaloezie, kapiteel, kapspant,
klapraam, kolenhok, kopsteen, lantaarn, leiendak, lijstwerk,
mansarde, nooddeur, ornament, overloop, parterre, pilaster,
plankier, raamijzer, regenpijp, spiltrap, spoelhok, staldeur,
stutbalk, tochtlat, topgevel, trapdeurm trapluik, vliering,
voetstuk, voordeur, voorhuis, voormuur, voorraam, voorzaal,
vorstpan, vouwdeur, zijgalerij, zijpilaar, zitkamer
9 bebording, bekapping, belvedere, bijvertrek, bintanker,
bodekamer, boogspant, bovendeur, bovenruit, bovenzaal,
branddeur, grandtrap, dakgebint, dakterras, deurklink,
deurkozijn, dragbalk, draairaam, draaitrap, dwarsbalk,
eetkeuken, garderobe, gevellijst, gevelmuur, hanenbalk,
hoekkamer, hoekpijler, hoeksteen, huisanker, huiskamer,
inrijpoost, kamerdeur, kantsteen, kapgebint, kapgewelf,
keldergat, kluisdeur, koepeldak, kruisboog, leerkamer,
leeskamer, luifeldak, lunchroom, muuranker, muurpijler,
muurplaat, ogiefboog, onderbalk, onderdeur, ondermuur,
onderzaal, openhaard, pannendak, piedestal, plaveisel,
schoorlat, schuifhek, slaapzaal, sluitbalk, spanjolet, spanplaat,
spijskamer, spoelhuis, spouwijzer, spouwmuur, theesalon,
tochtdeur, torenhaan, torenmuur, torentrap, trapgevel,
traptrede, troonzaal, tuinkamer, vestibule, vloerbalk,
vloerbint, vloerdeel, voorgevel, voorkamer, werkkamer,
wijnkelder, woonkamer, zijportiek, zijvenster, zijvleugel,
zoldering
10 achterdeur, achterhuis, achtermuur, achterraam, achterwand,
auditorium, balkondeur, balustrade, bergzolder, bestekamer,
betonvloer, bierkelder, buitendeur, bovengevel, bovenlicht,
innendeur, binnenluik, binnenmuur, booggewelf, bordestrap
bovengevel, bovenlicht, buitendeur, buitenmuur, buitentrap,
buitenwand, dakbeschot, dakvenster, deurbeslag, deurdorpel,
diensttrap, gehoorzaal, gevelsteen, gewelfboog, grondpijler,
hoekgebint, hoekpilaar, hooizolder, kelderluik, kelderraam,
keldertrap, keukendeur, kleerkamer, koepelraam, koetspoort,
kookplaats, kozijnanker, lichtkoker, livingroom, monnikskap,
ondervloer, paneeldeur, pilaarvoet, pronkkamer, raamdorpel,
ridderzaal, rookkanaal, schoorijzer, schoorzuil, schuifdeur,
schuifluik, schuifraam, schuurdeur, slaapkamer, souterain,
speelkamer, spouwanker, steensmuur, straatdeur, tegelvloer,
torenspits, torentrans, tourniquet, traliedeur, tuimelraam,
tussendeur, tussenmuur, tussenwand, verdieping, vloerplaat,
vloerplank, vloersteen, vloertegel, voorgalerij, wachtkamer,
wandelgang, wenteltrap, woonkeuken, zolderbalk, zolderdeur,
zolderluik, zoldertrap, zuilengang
11 achtergevel, achterkamer, achterpoort, antichambre,
appartement, balkonkamer, benedenraam, benedenruit,
benedenzaal, bibliotheek, binnenkamer, binnenkozijn,
binnenpoort, borstwering, bovendorpel, dakgeraamte,
deurdrempel, deurgrendel, deurklopper, fruitkelder,
gehoorkamer, gewelfanker, hoekvenster, kelderkamer,
keldervloer, keukenvloer, kinderkamer, kolenkelder,
kruisgebint, kruisgewelf, langsligger, leervertrek, liftschacht,
linnenkamer, logeerkamer, mansardedak, meidenkamer,
onderdorpel, parketvloer, rookvertrek, scheidsmuur,
schoorsteen, schraagbalk, schrijfkamer, slingertrap,
spiegeldeur, spiegelruit, spiegelzaal, spoelkeuken,
spreekkamer, steunpilaar, stookplaats, tichelsteen, tichelvloer,
toegangshek, trappenhuis, trapportaal, vensterbank,
vensterglas, vensterluik, vensterruit, visitekamer, vloerligger,
watercloset, waterplaats, woonvertrek, zolderkamer
12 achtergalerij, achterkeuken, klokkenstoel, klokkentoren
delen van een legering gehalte, karaat
delen van een lichaam leden, ledematen, organen
delen van een vliegtuig
4 buik, deur, neus, romp, wiel
5 motor
6 cabine, kajuit, staart
7 aileron, cockpit, remklep, schroef, vleugel, wielrem
8 heklicht, hekmotor, laadruim, neuswiel, stuurhut
9 dashboard, machmeter, onderstel, parachute, propeller,
stermotor, stijgmeter, valscherm
10 bagageruim, drukcabine, hoogteroer, middenstuk, schaalpomp, slaapstoel, sleepschijf, staartstuk, staartvlak, staartwiel,
stuurkabel, stuurkolom, vleugelrib, vleugeltip, windscherm
11 aanloopwiel, middenmotor, motorgondel, neusvleugel,
nooduitgang, radiokompas, radiopeiler, schietstoel, staartlicht,
straalmotor, stuurcabine, vleugelklep, vluchtmeter
12 draagschroef, draagvleugel, luchtschroef, radarantenne,
schroefmotor, springscherm, stuurknuppel, toerenteller
13 bakboordlicht, bakboordmotor, brandstoftank, debarkeertrap,
landingslicht, linkervleugel, richtingroer, spleetvleugel,
stuurautomaat
14 landingsgestel, rechtervleugel, zuurstofmasker
15 stuurboordlicht, stuurboordmotor, stuurinrichting
delen van het lichaam
2 dij, zij
3 arm,bil, bot, kin, lid, lip, nek, oog, oor rib, rug
4 ader, been, buik, darm, duim, hals, hand hart, heup, hiel, huid,
iris, kaak, keel, kies, klep, knie, kuit, long, maag, milt, mond,
neus, nier, pees, pink, pols, romp, tand, teen, tong, voet, wang
5 aorta, atlas, blaas, bloed, borst, enkel, gebit, hoofd, klier,
lende, lever, nagel, oksel, pupi, slaap, spier, strot, stuit, tepel,
zenuw
6 bekken, biceps, bijnier, boezem, dijbeen, gelaat, ooglid,
orgaan, skelet, vinger, wervel, wimper
7 draaier, ellepijp, galbuis, jukbeen, knokkel, pijpbeen, schedel
zitbeen, zitvlak
8 beenmerg, bloedvat, borstkas, bovenarm, bovenlip, eierstok,
elleboog, galblaas, geraamte, gewricht, hartwand, hersenen,
heupbeen, hielbeen, hoektand, hypofyse, kniepees, liesband,
longader, longkwab, luchtpijp, meniscus, netvlies, onderarm,
oogspier, oogzenuw, prostaat, schouder, slagader, slokdarm,
stemband, tandbeen, tongbeen, tongriem, vetklier, zeefbeen,
zwezerik
9 benvlies, bindvlies, binnenoor, borstbeen, borstwand,
bovenbeen, bovenkaak, buikholte, buikspier, buikvlies,
darmklier, endeldarm, gehemelte, haarzakje, hartkamer,
hartspier, hersenpan, hoornlaag, kaakholte, kauwspier,
keelholte, knieschijf, kraakbeen, middenoor, middenrif,
nekwervel, neusholte, onderkaak, oorschelp, opperhuid,
poortader, slaapkwab, slijmvlies, talgklier, tongspier,
traanbuis, wenkbrauw, wiggebeen, wijsvinger, zeefplaat
10 adamsappel, baarmoeder, bijniermerg, borstholte, borstspier,
borstvlies, dekweefsel, deltaspier, gehoorgang, halswervel,
handwortel, heiligbeen, hersenstam, hoornvlies, neusschelp,
nierbekken, ribbenkast, ringvinger, ruggenmerg, schaambeen,
schedeldak, scheenbeen, hartspier, sprongbeen, staatbeen,
tranklier, urineblaas, vetweefsel, voetwortel, zweetklier,
wervelkanaal
11 beenweefsel, bindweefsel, gehoorzenuw, kronkeldarm,
navelstreng, neusamandel, neusvleugel, ruggengraad,
schildklier, sleutelbeen, strotklepje, vaatstelsel, wervelkolom
12 achillespees, alvleesklier, bekkengordel, bijnierschors,
hersenschors, longslagader, lymfestelsel, maagdenvlies,
middelvinger, opperarmbeen, schouderblad, trommelvlies,
voorhofstrap,
delf gracht, greppel, sloot
delfinium ridderspoor
delfplaats groeve, mijn
delfster - graafster
delfstof aardolie, bauxiet, edelsteen, erts, gips, git, gneis, goud, grafiet, koln, kopererts, lei, mergel, metaal, mica, mineraal, nefriet, tin, uraan, ijzer, zwavel
delfstof die metaal bevat - erts
delfstofhoudend - mineraal
delfstof van Banka tin
delfstofkunde mineralogie
delfstofkundige mineraloog
Delftenaar - kalfschieter
Delfts aardewerk plateel
Delftse plateelsoort - clapmut
delfwerk - graafwerk
delgen afbetalen, aflossen, tenietdoen
delging afbetaling, aflossing, vereffening
delging van een schuld amortisatie
delgingsfonds - amortisatiefonds
delguit - dele
Deli, stad in - Medan
deliberatie beraadslaging, overleg, weegschaal
delibereren afwegen, beraadslagen, overleggen
delicaat broos, fijn, gevoelig, hachelijk, heerlijk, kies, lekker, moeilijk, netelig, te(d)er, zwak
delicatesse fijnheid, kiesheid, lekkernij, tederheid
de lichtste kleur - wit
delicieus déli, (over)heerlijk, kostelijk, verrukkelijk
delict misdaad, misdrijf, misstap, overtreding, vergrijp
delimitatie afbakening, grensbepaling
delimiteren afbakenen, begrenzen
delineatie afbakening, grondtekening, omlijning, plan, schets, tekening
deling deelsom, divisie, halvering, scheiding, verdeling
delingsuitkomst quotient
delinquent boosdoener, dader, misdadiger, overtreder, schuldige
delireren ijlen
delirium - razernij, waanzin, ijlkoorts
delirium tremens dronkemans waanzin
delling glooiing, kuil, laagte, put
del of slet - sloerie
deloyaal onoprecht, ontrouw
delta - rivierarm
delte - hooizolder
delven graven, (uit)spitten, woelen, wroeten
delver graver, spitter
de maat opnemen - opmeten
demagnetiseren - relegatie, verbanning
demagogie volksbedrog, volksverleiding
de man die de kosten mag dragen - Sijmen
demagogie - volksbedrog, volksmisleiding
demagoog tiran, volksbedrieger, volksmenner
demarcatie afbakening, grensscheiding
demarcatielijn grenslijn, scheidingslijn
demarche poging, stap
demarkeren afbakenen, delimiteren, ontsnappen
demarreren uitlopen, versnellen
demarkeren ontmaskeren
demaskeren - ontmaskeren
demee temet
de mensen - publiek
de mensenmoordenaar onder de paddenstoelen - amaniet
dement afgetakeld, zwakzinnig
dementie aftakeling
dementeren logenstraffen, ontkennen, tegensproken
dementi loochenen, logenstraffing, loochening
demi herenjas, overjas
de mindere - minor
demimondaine - Courtisane
demissie ontslag
demissionair aftredend
democratie volksregering
de moed benemen - ontmoedigen
de moed hebben - durven
de moeite waard - lonend
demon belzebub, droes, duivel, duivelskind, geest, monster, nikker, satan, slechtaard, spook
demonie - bezetenheid
demonisch diabolisch, duivels, sardonisch, satanisch
demonisch wezen sirene
demonstrant betoger
demonstratie betoging, show
demonstratief aantonend
demonstreren aantonen, aanwijzen, betogen
demontabel - uitneembaar
demontage ontmanteling
demonteren ontmantelen, slopen
demoraliseren afstompen, ontmoedigen
dempen afzwakken, bedwingen, dichtgooien, dichtmaken, onderdrukken, plompen, temperen, volgooien, uitmaken, volstorten
dempen van licht - dimmen
dempen van vuur - smoren
demper dimmer, (muz) sordino
demper bij muziekinstrument sordino, sourdine
dempingsvlak - stabilo
dempig - aamborstig
den bergvloer, bergzolder, dorsvloer, spar
de naam betreffende - nominaal
denappel pijnappel
denarius (Rom.) zilvermunt
denderen daveren, dreunen, schokken, rammelen, trappelen
denderend geweldig, heerlijk, knal, prachtig
Denemarken, eiland behorende tot -
3 Als, fyn
4 Aerö, Fanö, Manä, Moën, mors, Romö
5 Alsen, Funen, Laëso
6 Amager, Anholt
7 Faeroër, Falster, Laaland, Lolland, Seeland
8 Bornholm
9 Groenland,Langeland, Slaelland
Denemarken, stad in - Aarhus, Kopenhagen, Odense
dengue - knokkelkoorts
denigreren geringschatten, zwartmaken
de nieuwe volkenbond - UNO, VN
denk - mening
denkbaar mogelijk, voorstelbaar
denkbeeld begrip, beschouwing, besef, dunk, gedachte, idee, inval, mening, notie, opvatting, voorstelling
denkbeeldig fictief, ideëel, illusoir, ingebeeld, imaginair, visionair, verzonnen
denkbeeldig gebied sfeer
denkbeeldig land Lilliput, Luilekkerland, Utopia
denkbeeldig spook - boeman
denkbeeldige cirkel om de aarde equator, evenaar, keerkring, linie, meridiaan, parallel, poolcirkel
denkbeeldige lijn equator, evenaar, grens, meridiaan, r.g.
denkbeeldige lijn over plaatsen met dezelfde diepte isobaat
denkbeeldige lijn over plaatsen met dezelfde hoogte contour, hoogtelijn, isohypse
denkbeeldige lijn over plaatsen met dezelfde luchtdruk isobaar
denkbeeldige lijn over plaatsen met dezelfde temperatuur isotherm
denkbeeldige lijn over plaatsen met even grote afwijking van de kompasnaald isogoon
denkbeeldige lijn over plaatsen met even grote versnelling van de zwaartekracht isogamme
denkbeeldige lijn over plaatsen waarbinnen eenzelfde taalverschijnsel voorkomt isoglosso
denkbeeldige spil aardas
denkbeeldige staat Utopia
denkelijk misschien, mogelijk, waarschijnlijk, wellicht
denken menen, mijmeren, oordelen, peinzen, piekeren, vermenen, vermoeden
denken aan - herinneren
denken over nadenken, zinnen
denker filosoof, geleerde, intellektueel, wijsgeer, wijsgerige
denkleer logica, redeleer
denkrichting - stroming
denksport dammen, kaarten, puzzelen, schaken
denkstoornis - dwaling
denkvermogen brein, doorzicht, intellekt, intelligentie, inzicht, logos, ratio, rede, verstand
denkverlegenheid aporie
denkwijze mentaliteit, opvatting, richting
denkwijze in een bepaalde periode - tijdgeest
den lezer heil (Lat.) L.S.
dennenboom den, naaldboom, pijnboom
dennenbos naaldbos, pijnbos
denneolie - kienolie
dennepaal perkoen, perkoenpaal
denonceren aangeven, kennisgeven, verklikken
densimeter dichtheidsmeter
densiteit dichtheid
dentaal tandletter
dentist tandarts, tandheelkundige
denudatie blootlegging, ontbloting
den voor kerstfeest - kerstboom
de oudere major, senior
de oudste brieven hebben - voorrang
departement Dep., Dept.,gewest, ministerie, provincie
departementshoofd (Fr.) prefect
departitie omslag, overslag
depêche (Fr.) bericht, mededeling, telegram
dependance bijgebouw, filiaal
dependentie afhankelijkheid
de plaat poetsen - vluchten
deplorabel betreurenswaardig, jammerlijk
depletie - lediging
deponent bewaargever
deponeren neerleggen, neerzetten, overleggen, plaatsen
deportatie relegatie, verbanning
deportatie naar overzeese gebiedsdelen relegatie
deportatieoord bagno, concentratiekamp, strafkolonie
deporteren wegvoeren
depositie getuigenis, verklaring
deposito inleg
depot agentschap, arsenaal, bergplaats, bergruimte, bewaring, filiaal, magazijn, opslagplaats
depot van legergoederen - dump
depotwinkel - filiaal
deppen betten
depreciatie waardevermindering, geringschatting
depressie bekken, crisis, gedruktheid, inzinking, kommer, melancholie, onderdruk, storing, zwaarmoedigheid
depressief neerslachtig
depressieverschijnsel barometerdaling, bewolking, mist, regen, storm
deprimeren neerdrukken, ontmoedigen
deputaat afgevaardigde
deputatie afvaardiging, delegatie
deputeren afvaardigen, delegeren
deraillement ontsporing
derailleren hinderen, ontsporen, storen
derangeren hinderen, storen, ontrieven
derde buitenstaander
derde jaargetij - herfst
derde letter van het Griekse alfabet gamma
derde maag - bladmaag, boekmaag, boekpens
derde naamval datief, dativus
derdepartij in een strijkkwartet - alt
derde planeet van ons zonnestelsel aarde
derde prijs brons
derde stand bourgeois, bourgeoïs, burgerij, poorters
derde toon van de toonladder mi
derde zoon van Jacob en Lea Levi
derdepart derdedeel
deren beletten, hinderen, kwaaddoen, kwetsen, schaden
dergelijk dusdanig, overeenkomstig, zodanig, zoiets, zulk
dergelijk voorwerp - zoiets
derhalve bijgevolg, daarom, des, dies, dus, ergo, vandaar, zo
de rit uitzitten - volharden
derivaat afgeleide, afleiding
derivaat van aardolie benzine
derrivaat van petroleum - vaseline
derma - huid
dermate dusdanig, zo, zodanig, zulks
dermatologie huidgeneeskunde
dermatoloog huidarts
dernier laatste
de ronde doen - omlopen
derrie bagger, blubber, darg, darink, drek, modder, slik, veen, vuil
derrière achterste, achterwerk, billen, kont, zitvlak
dertien boerendozijn, ongeluksgetal
dertien regelig gedicht rondeel
dertienavond driekoningen, Epifanie
dertiger - volwassene
dertig hectoliter last
derven missen, ontberen, verliezen
derving gebrek, gemis, ontbering, tekort
derving van rente renteverlies
derwaarts daarheen, ginds
derwijze zo, zodanig, zozeer
derwisj (bedel)monnik
des daarom, derhalvedus, ergo
desa kampongzie dessa
desalniettemin toch, evenwel, nochtans
desastreus heilloos, noodlottig, rampspoedig, rampzalig vernietigend
desavoueren wraken, loochenen
Descartes. Beroems werk van - Geometrie
descendentie afstamming
descendentieleer afstammingsleer
des duivels - hels
desem gist, zuurdeeg
deserteren drossen, overlopen, weglopen
deserteur - glipper, overloper, wegloper
desesperen wanhopen
desgelijks dito, (even)zo, idem, id
desideratum wens, verlangen
de sigaar zijn - pineut
desillusie ontgoocheling, tegenvaller, teleurstelling
desinfecteren ontsmetten
desinfecterend middel alcohol, formaline, jodium, lysol, paraform, sublimaat
desinfecterend mondwater odol
desintegratie splitsing
desintegreren splitsen, uiteenvallen
deskundig abel, bedreven, bekwaam, capabel, ervaren, expert, kenner, onderlegd, specialist
deskundig onderzoek expertise
deskundig raadgever - consulent
deskundige autoriteit, expert, kenner, specialist
deskundige arbeider - vakman
deskundige inzake bacteriën bacterioloog
des namiddags - p.m.
desniettegenstaande desniettemin, echter, evenwel, maar, toch
desnoods eventueel
desolaat droevig, evenzogoed, failliet, ontrederd, troosteloos, verlaten, weliswaar, woest
desondanks echter, evenwel, niettemin, nochtans, toch
desorde verwarring, wanorde
desorder wanorde, verwarring
desorganisatie ontbinding
desperaat hopeloos, radeloos, wanhopig
desperado waaghals, wanhopige
despoot alleenheerser, dictator, diktator, dwingeland, gebieder, heerser, machthebber, onderdrukkeroverheerser, tiran
despotisme alleenheerschappij, dictatuur, dwingelandij
dessa kampong
dessert gebak, fruit, kaas, nagerecht, naspijs, pudding, toetje, toespijs, vla
dessertvrucht ananas, meloen peer, perzik, druif, pruim, noot.
dessin ontwerp, patroon, tekening
dessin van kleine ruitjes - pepita
de sterren betreffende - astraal
destijds indertijd, toen, toenmaals, toentertijd, voorheenvroeger
destilleerkolf kolffles, retort
distileren - stoken
destinatie beschikking, bestemming, doel, lot
destroyer torpedobootjager
destructie vernietiging, verwoesting
destructief vernietigend, verwoestend
deswege daarom, vandaar
detail bijzonderheid, finesse, onderdeel
detailhandel kleinhandel
detailprijs kleinhandelprijs
detective onderzoeker, rechercheur, rus, speurder, stille
detective, nodig voor - combinatievermogen, deductievermogen
detentie opsluiting, hechtenis, gevangenisstraf
determinatie bepaling, besluit, vaststelling
determineren bepalen, v bestemmen, aststellen
detestabel afschuwelijk, verfoeilijk
de toekomst voorspellen - waarzeggen
detonatie explosie, ontploffing
detoneren exploderen, ontploffen
detriment nadeel, schade
detritie - ablatie
deugd braafheid, eerlijkheid, goedheid, zedigheid
deugdelijk bondig, braaf, degelijk, gegrond, geldig, gezond, goed, grondig, krachtig, probaat, solide, werkelijk
deugdzaam betrouwbaar, braaf, degelijk, eerbaar, eerzaam, geschikt, goed,oppassend, rechtgeaard, rechtschapen, zedelijk
deugdzaamheid braafheid, deugdelijkheid
deugniet aap, apenkop, belhamel, bengel, boef, booswichtbrak, doerak, galgebrok, guit, kwajongen, losbol, ondeugd, prul, rabauw, raddraaier, rakker, rekel, schalk, schavuit, schelm, schobbejak, stouterd, vlegel, vlerk
deuk bluts, buil, bult, buts, indruksel, instulping, knak
deuken butsen, inbuigen, knauwen
deun lied(je), melodie, tune, wijs(je)
deun armoedig, gierig, inhalig
deunen - klinken
deunheid - gieribheid, karigheid
deuntje - air, liedje, wijsje
deur afsluiting, binnenloop, doorgang, entree, ingang, toegang, poort, uitgang, uitloop, val
deurbeslag grendel, hengsel, plaatwerk, slot
deurgat - deuropening
deurgrendel - knip
deurhanger knier, scharnier
deurik - pin, stop
deurknop klink, kruk, kunk
deurlijst - stijl
deurmat - voetveeg
deurnis portaal
deuropening deurgat
deur-of muurvlak - paneel
deurtje is sluisdeur - rinket
deurpost stijl
deurraampje klinket, loket
deurschel - gel
deursluiting klink, knop, kruk, slot
deurstijl deurpost
deurtelefoon - parlofoon
deurwaardersexploit - assignatie
deurvlak paneel
deurwachter concierge, janitor, portier
deur aan de achterkant achterdeur
deur aan de voorkant voordeur
deur aan de zijkant zijdeur
deurtje in grote deur klinket
deur van een auto portier
deurvlak - paneel
deurwachter concierge, portier
deutel pin, plug
deuterium, kern van - deut(er)on
deuzig - duizelig
devaluatie ontwaarding, waardevermindering
deveine ongeluk, strop, tegenspoed, wanbof
deviatie afwijking, koersverandering
devies blazoen, emblema, kernspreuk, lemma, leus, leuze, lijfspreuk, motto, parool, spreuk, trefwoord, wachtwoord, zin(spreuk )
devies van infanterie nulli cedo
deviezen - valuta
Devoon, etages van het - Eifelien, Emsien, Famennien, Frasnien, Givetien
De voorste zijn - eerste
devoot godvruchtig, kwezel, pieus, toegewijd, vroom
devotie godsvrucht, piëteit, vroomheid
de vroege mogenuren - morgenstond
de weg wijzen - leiden
de wijk nemen - vluchten
dewijl daar, omdat
de zak geven - ontslaan
deze keer dit maal
dezelfde eigenste, enerlei, idem, id., item, it.
deze niet alleen - k.a.
deze of gene - niemand
dezer dagen binnenkort, eerdaags, laatst, onlangs
dezer maand d.m.
dezes jaars d.j.
de ziel - geest
dia diapositief, lichtbeeld
diabetes suikerziekte
diabolisch duivels, hels, sardonisch, satanisch
diacones - liefdezuster
diaconie - armenzorg
diacoon - verplager
diadeem haarsieraad, haartooisel, hoofdtooi, kroon, sieraad
diafragma - middenrif
diagonaal hoekpuntslijn
diagonaal weefsel keper
diagram grafiek, schema
diaken - armenverzorger
diakonie - armenverzorging
dialekt ideoom, spraak, streektaal, tongval, volkstaal
dialektiek denkleer, logica, redeneerkunde
dialektleer - dialectologie
dialekt Nederlands - Achterhoeks, Betuws, Brabants, Drents, Flakkees, Gronings, Overijssels, Saksisch, Stadfries, Stellingswerfs, Twents, Utrechts, Veluws, Westfries, Twents, Zeeuws, Zuid-Limburgs
dialoog discussie, gesprek, samenspraak, tweespraak, tweegesprek
diamant adamant, briljantnaat,
diamantafval boort
diamant, beroemde - Adamant, Cullinan, Excelsior, Grootmogol, Koh-i-noor, Orlow, Regent, Shah
diamantbewerker klover, splijter
diamantleverancier - Angola, Brazilië, Ghana, Ivoorkust, Kongo, Liberia, Tanzania, Venezuela, Zuid-Afrika
diameter - doorsnede, middellijn
diamantleverancier, een der voornaamste - Ghana, Kongo, Zuid-Afrika
diamantslijping - briolet
diamantslijpschijf - cadran
diamantslijpsel - boort
diameter doorsnede, middenlijn
Diana Artemis
diarree buikloop
diarium - dagboek, journaal
diaspora verstrooiing
dicht (af)gesloten, compact, consistent, massief, ongeopend, opeen, toe, vol
dichtader - inspiratie
dichtbij na, naast, nabij, naburignader
dichtbij (Du.) - nah
dichtbij (Eng.) - near
dicht bij elkaar ineen, knus, opeen, samengepakt
dicht bij elkaar liggende rails smalspoor
dichtdoen luiken, sluiten
dicht ineen gecomprimeerd, kompres
dicht oerwoud broesse, jungle, rimboe, selva
dicht oerwoud in Z. Amerika selva
dicht struikgewas maquis
dichte menigte drom, troep, zwerm
dichte mist smog
dichte rook smook, walm
dichten - dichtdoen, rijmen, sluiten, sperren, stoppen, verzinnen
dichten van een sloot - dempen
dichten van naden - breeuwen, kalfaten
dichter bard, kunstenaar, nader, poëet, rapsodie, rijmer, troubadour, verzenmaker, zanger
dichter - zie auteur
dichterbij juister, korter, nabij, nader(bij)
dichter bijeen - aanschikken
dichterbij komen benaderen, inhalen, naderen, nadering, naken
dichterlijk - gevoelig, poëtisch
dichterlijk woord voor laat spa
dichterlijk woord voor schaduw schauw
dichte rook - fog, smog, smook, walm
dichterzanger bard, chansonnier, minstreel, troubadour
dichte wollen stof leden, vilt
dicht gaan sluiten, toegaan
dicht gekruld haar - kroeshaar
dichtgesinterd aardewerk gres
dichtgooien - dempen
dichtheid densiteit, hechtheid, samenhangend
dichtheidsmeter densimeter
dicht ineen compact, vast
dicht ineen duwen - proppen
dichting van weefsels stop
dichtkunst poëtica, poëzie
dichtkunst (leer der) poëtica, poëtiek, versleer
dicht lakken - verzegelen
dichtmaat metrum
dicht maken afsluiten, dichten, sluiten, stoppen
dichtmaken der naden - breeuwen, kalfaten
dicht oeroud - broesse, jungle, rimboe, selva
dicht op elkaar - opeen, opeengepakt
dichtregel versregel
dichtsmeren - strijken
dichtsoort - elegie, epode, epos, lyriekode
dichtstbijzijnde naast
dichtstuk ballade, gedicht, rijm, triolet, vers
dichttrekken - toehalen
dichtvorm epos, lied, sonnet, stanza, vers
dictaat klapper, speloefening
dictator - alleenheerser, despoot, dwingeland,
machthebber, overheerser, tiran
dictatoriaal - eigenmachtig
dictatorschap - dictatuur
dictatuur alleenheerschappij, dwingelandij, tirannie
dictee - taaloefening
dicteermachine dictafoon
dicteren opgeven, voorzeggen
dictie voordracht, zegging
dictionaire woordenboek
didactiek - leerzaam, onderwijs
didactisch leerzaam, onderwijzend
die aan de beurt is - e.v.
die aandrijft - aandrijver
die alles durft durfal, held
die daar ginds gene
die de werken van Mozart genummerd heeft Köchel
dieet eetregel, leefregel, leefwijze, regiem
dieet houden kuren, lijnen
dief bandiet, bedrieger, boosdoener, gapper, inbreker, indringer, jatter, kleptomaan, ladelichter, misdadiger, oplichter, piraat, plunderar, rover, schelm, steler
dief in een hotel hotelrat
diefjesmaat handlanger, heler, mededader, medeplichtige
diefstal roof, (in)braak, plunderingroverij, vergrijp,
diehard fanatiekeling
die leuk is - leukerd
die maant - maner
dienaar bediende, butler, getrouwe, hulpje, knecht, lakei, onderdaan, page, serviteur
dienaar aan het hof - lakei, opperstelmeester, stalmeester
dienaar van het Woord - dominee, pastoor, predikant, priester,
dienares dienster, dienstmeisje, gedienstige
dienares der goden Iris
dienblad - theeblad
diender agent, bink, klabak, koddebeier, politieagent, smeris, tuut, veldwachter
dienen behoren, moeten, vereren
dienend behulpzaam, dienstbaar
dienst ambt, baan, bediening, betrekking, corvee, emplooi, functie, officie, plaats, post, service
dienstbaar dienend, nuttig, ondergeschikt, werkzaam
dienstbaarheid - slavernij
dienstbaar man horige, laat
dienstbeeïndiging - ontslag
dienstbetoon hulpbetoon
dienstbetekking - ambt
dienstbode dienstmaagd, dienster, helpster, hit, hulp, keukenmeid, maagd, meid, linnenmeid, werkster
dienstbrief - missive, zendbrief
dienstdoende actief, d.d. bedienend
dienster dienares, dienstbode, helpster, hulp
dienstgeheim ambtsgeheim
dienstig geraden, geraden, geschikt, nuttig, oorbaar, raadzaam
dienstig zijn - strekken
dienstkleding ambtskleding, apenpak, livrei, overall, tenue, toga, uniform
dienstklopper dienstdoener, uitslover
dienstkring ambtsgebied, rayon
dienstloon - huur
dienstmaagd dienstbode, meid
dienstmeisje bode, bonne, daghit, hit, werkster
dienstorder consigne, instructie, voorschrift
dienstregeling - spoorboekje
dienstreis van een ambtenaar - tournee
dienstvaardig gewillig, behulpzaam,beleefd, bereidwillig, dv., gedienstig, goedwillig, hoffelijk, hulpvaardig, nederig, onderdanig
dienstverband engagement, verbintenis
dienstvoorschrift instructie
dienstwerk ambtswerk, beroepswerkzaamheden
dienstwillig gedwee, gedienstig, gewillig, dw., onderdanig
dienstwoning ambtswoning
dienst zonder loon corvee
dient bij broodbereiding deeg, gist, meel, oven
die omhoog klimt - klimmer
dient om iets fijn te maken rasp
dientengevolge - daardoor
dient ter reiniging soda, zeep
diep geul, grondig, hevig, indringend, innig, intens, intiem, kanaal, laag, teder, vaargeul, vaarwater, vaart, ver, water
diep bedroefd gebroken, desolaat, kapot, onttroostbaar
diep blauw hemelsblauw
diep dal ketel, keteldal
diepdruktechniek - rotogravure
diepen - baggeren, loden, uithalen
diep erosiedal canon
diep gevoeld - intens
diep ongelukkig - rampzalig
diep rivierdal canon, kloof, canyon
diepe afkeer haat, minachting
diepe buiging - revérence
diepe coma - carus
diepe geul greb, greppel, vore
diepe kuil kolk, put
diepen - uitgraven
dieper - baggeraar
diepe rivierbedding canon
diepe schaal kom
diepe schotel bak, nap, schaal
diepe slaap lethargie, sopor
diepe snede glop, jaap
diepe voor greb, grebbe, greppel
diepe waterkolk waal, wiel
diepe wrok haat, vete
diepgaand grondig, intensief, secuur
diepgangsmerk - Plemsol-merk
diepingrijpend - radicaal
diepliggend - hol
dieplood peillood,
diepte afgrond, bodem, dal, gat, geul, kuil, laagte, perspectief, put, vallei
diepte bepalen loden, peilen
dieptebepaling peiling
diepte in water kolk
diepte maat vaam, vadem
diepte, met-tekenen - perspectieftekenen
dieptemeter - bathymeter,bathometer
diepte opnemen loden, peilen
diepte tussen bergen - vallei
diepte tussen zandbanken mui
diepte van een schip diepgang
dieptegesteente bathaliet, graniet
dieptelijnen isobaten
dieptemaat vaam, vadem
dieptemeter - bathometer
diepte opnemen - loden, peilen
dieptepsycholoog Adler, Freud, Jung
diepte tussen zandbanken - mui
diep verdorven - goddeloos
diep verdriet - smart
diepvries vrieskast, vrieskist
diepzee betreffend abyssaal, pelagisch
diepzeedieren - businga, eupaguri, euplectella, kiezelsponzen, umbellula, zeelelies
diepzeevaartuig, naam van een - Aluminant, Alvin, Archimede, Asherah, Deep-queest, Deepstar, Kuroshio, Star, Trieste
diepzinnig diepdenkend, peinzend
dier beest, schepsel
dierage - gedierte
dier dat soms een stekelige bal lijkt - egel, stekelvarken
dier met gladde huid aal, pier, slang, worm
dier met korte slurf tapir
dier met krulstaart - varken
dier met lange nek giraf, giraffe
dier met slurf olifant
dier met uitwendig skelet schaaldier
dier met zes poten - tor
dierbaar bemind, geliefd, gevoelig, hartelijk, innig, lief, vroom
dierbaarste bezit oogappel
dierenarts paardenarts, veearts, veterinair
dierenbeen - pook
diereneten voeder, voer
dierengeluid balken, be, blaffen, blaten, blazen, boe, briesen, brommen, brullen, bulken, fluiten, geblaf, grommen, huilen, ia, janken, hinnikken, kakelen, keffen, kirren, knorren, koeren, krijsen, kwaken, loeien, mauwen, mekkerenmiauwen, piepen, sissen, spinnen, tjerpen, waf, woef, zingen
diergaarde dierenpark, warande, zoo
dierkunde zoölogie
dierkundige zoöloog
dierlijk animaal, beestachtig, bestiaal, onmenselijk, zinnelijk
dierlijke aandrift - instinkt
dierlijk lichaamsdeel bek, hoef, hoorn, horen, kieuw, klauw, kop, muil, neb, poot, slurf, snavel, snuit, staart, teen, vin, vlerk, vleugel, voet
dierlijk liefkozen - likken
dierlijk product bont, ei, leer, melk, vlees, wol
dierlijk steekwapen - angel
dierlijk vet ongel, reuzel, smeer, smout,
dierlijk voedsel aardappelen, aas, bieten, gras, haksel, haver, hooi, knollen, pulp, maïs, mengvoer, spoeling, vlees, voer, zaad
diersoort
6 vissen, vogels, wormen
7 aaltjes, kwallen, slakken, spinnen, sponzen
8 insecten, kreeften
9 oerdieren, reptielen
10 amfibieën, armpotigen, inktvissen, ringwormen,
weekdieren, zoogdieren
11 eencelligen, holtedieren, mosdiertjes
12 bloedzuigers, schaaldieren
13 geleedpotigen, radardiertjes, zweepdiertjes
14 sporendeeltjes, stekelhuidigen
diersoorten waartoe kwallen behoren - neteldieren
dieren - vee
dierenarts veearts, veterinair
dierenboek bestiarium
dierenepos Reinaert
dierenfabelschrijver La Fontaine, Aesopus
dierengelaat snoet, snuit
dierengeluid bèi blaffen, blaten, boe, geblaf, geblaat, gekakel, gekir, ia, kakelen, kraaien, kirren, piep, waf, woef
dierengezicht - snoet, snuit
dierenhaar manen, vacht, wol
dierenhuid pels, vacht
dierenkam - roskam
dierenmond bek, muil, snavel
dierenpark diergaarde, dierentuin
dierenplaag - veepest
dierenren kooi, loop
dierenriem zodiak
dierenriem, teken van de -
3 Leo, Ram
5 Aries, leeuw, Libra, maagd, stier, Virgo
6 Cancer, Gemini, Kreeft, Pisces, Taurus, vissen
7 Scorpio
8 Aquarius, Scorpius, steenbok, tweeling, Waterman
10 schorpioen, weegschaal
11 Capricornus, Sagitarius
12 boogschutter
dierenrijk fauna
dierenspoor - piste
dierensymbool duif, lam
dierentemmer dompteur, dresseur
dierentemster dompteuse, dresseuse
dierentuin Artis, Blijdorp, Burger, Noorder, Ouwehands
dieren uit de fantasiewereld draak, eenhoorn, griffioen, weerwolf, zeeslang
dieren uit sagen - draak, griffioen, eenhoorn, weerwolf
dierenverblijfplaats asiel, box, hok, hol, kennel, koeienstal, kooi, kot, leger, mand, nest, ren, schaapskooi, stal, til
dierenverhaal - fabel
dierenvet ongel, reuzel, smout, talk
dierenvleeseter zoöfaag
dierenvleeseters zoöfagen
dierenvoeder aas, gras, haver, hooi, pulp, spoeling, voer
dierenvrees zoöfobie
dierenvriend zoöfiel
dierenwereld fauna
dierenwoning zie dierenverblijfplaats
dierenziekte aamt, droes, kolder, pip, roer, scherp, snot
dier in een web - spin
diersoort insect, reptiel
diertje met lange poten - hooiwagen
dier met vochtig verdedigingsmiddel - bunzing, lama, mier
dies daarom, derhalve, des, ergo, zodoende
dies dag
dies natalis stichtingsdag
diesel dieseltrein, motor
dieselmotorvoertuig - autorail
die spelletjes doet - speler
diets duidelijk, wijs
diets maken - wijsmaken
Diets Nederlands, Hollands, MiddelNederlands
dievegge - steelster
dieven gappen, jatten, kapen, plunderen, roven, stelen
dievenlantaarntje - slonsje
dieventaal argot, bargoens, cant, jargon, slang
dieventroep - dievenbende
dieventronie dievengezicht
dievenvolk - tuig
dievenwagen celwagen, gevangenwagen
die voor niets deugd - niksnut
diezig - nevelig
different anders, onderscheiden, verschillend
differentiatie onderscheid, verscheidenheid, verschil,
differentie verschil
difficiel lastig, moeilijk (te voldoen)
difficulteit - moeilijkheid, zwarigheid
diffidentie - wantrouwen
diffractie buiging
diffuus duister, verspreid, verstrooid, wijdlopig
difterie slijmvliesontsteking
diftong tweeklank
digestie spijsvertering
diggel scherf, stuk
digitalis vingerhoedskruid
dignitaris (hoog)waardigheidsbekleder
digniteit - ereambt, waardigheid
digressie afwijking, omhaal, uitweiding
dij bovenbeen, ham
dijbeen bovenbeen, femus
dijen groeien, uitzetten, tieren, zwellen
dijk aardhoogte, afsluiting, dam, dromer, slaper, wal, waterkering, zeewering, waker
dijk aan zee waker
dijk achter waker dromer, slaper
dijkbeheerder dijkgraaf
dijkbelasting - hoefslag
dijkbescherming - krammat
dijkbestuur - heemraad
dijkbreuk doorbraak, opening
dijkdeel glooiing, helling, kruin, voet
dijkgraaf heemraad, schout
dijkhelling glooiing
dijkje, smal en laag - kaag, kaaldijk
dijklasten - dijkgeld
dijkonderhoud hoefslag
dijk om een gors - kaag
dijk, onderkant van het binnenbeloop van een - hiel
dijksoort - bandijk, dromer, schaardijk, slaper
dijk zonder uiterwaarden schaardijk
dijk zonder voorland kaaldijk, schoorwal
dijkschot dijkbelasting
dijkschouw dijkcontrole
dijkval - afbrokkeling, afkalving , dijkverzakking,
dijk van een rivier - bandijk, rivierdijk
dijspier bil
dijzig dampig, heiig, mistig, nevelig, wazig
dik bezinksel, corpulent, doorvoed, gebonden, gevuld, gezet, gezwollen, lijvig, log, mollig, omvangrijk, opgeblazen, paff(er)ig, plomp, ruim, vet, vlezig, weldoorvoed, zwaarlijvig
dikbek - appelvink
dikbloedig - flegmatisch
dik boek pil, foliant
dikbuikig - corpulent, gezet
dikbuikig glas - angster
dikbuikig jeneverflesje - bobbel
dik buikje embonpoint
dikdoener bluffer, grootdoener, opsnijder, patser, pocher, poen, poehamaker, praalhans, snoever
dik eind touw (zeew.) dag
dik en breed vet
dik en gezet - vlezig
dik en log lijvig
dik en lui vadsig
dik en sterk - stevig
dik en zwaar log
dik opgebracht - pasteus
dik persoon papzak, pafzak
dik stuk hout paal
dik stuk boom - stam
dik touw kabel, tros
dik van vruchtensap gelei
dik van zure melk hot
dikdoen bluffen, opscheppen
dikdoener poen, prol, protser
dikdoenerig poenig
dikhuid - olifant
dikhuidig gevoelloos, koud, onbeschaamd, ongevoelig
dikhuidig dier - neushoorn, nijlpaard, olifant, rinoceros, tapir
diknek - rijkaard
dikke aal lebaal
dikke boomtak - spinze
dikke boterham homp, pil
dikke brijachtige stof - prut
dikke brok - bonk
dikke damp kwalm, smook, walm
dikke halsdas bouffante
dikke darm - colon
dikke homp brood pil
dikke huid olifantshuid
dikke jas duffel, ulster
dikke kabel - tros
dikke kleverige vloeistof lijm, siroop, stroop, teer
dikke korte jas - jekker
dikke laag sneeuw - pak
dikke likeur - creme
dikke naald pook
dikke olieachtige stof balsem
dikke overjas duffel, jekker, ulster, winterjas
dikke paling lebaal
dikke pap brij, gelei, moes, prol
dikke rook blaak, walm
dikke sigaar - bolknak
dikke stok knuppel, knots, ploertendoder
dikke stopnaald - pook
dikke tak - stok
dikke topzware stok - stok
dikke trui sweater
dikke verstikkende rook - walm
dikke vette rook - smook
dikke vla - brij
dikke vloeibare hars - balsem
dikke vrouw machol, mafkoe, mokkel
dikke wollen stof - duffel
dikke zalf pasta
dikke zoen pakkerd, smakkerd
dikke zwarte vloeistof asfalt, pek, teer
dikkerd beer, bul, dikzak, gofferd, papzak, vetzak
dikke rook blaak, walm
dikker worden - aankomen
dik kooksel - brij
dikkop bobberd, distelsoort, donderpad, dwarskop, kikkervisje, tarwevariëteit, vlindersoort
dikmaals dikwijls
diktator alleenheerser, despoot, dwingeland, tiran
diktatuur alleenheerschappij despotisme, dwingelandij, tirannie
dikte corpulentie, densiteit, dichtheid, dikheid, gezetheid, omvang, stevigheidvetheid, zwelling
diktemeter (van spiegelglas) pachometer
diktongig - onverstaanbaar
dikvloeiende zoete massa melasse
dikwerf dikwijls, meestal, menigmaal, vaak
dikwijls dikwerf, doorgaans, gedurig, geregeld, gewoonlijk, herhaaldelijk, meermalen, meestal, meestentijd, menigmaal, telkens, vaak, veel(al), veelvuldig
dik worden - stremmen
dikzak beer, bobber, bul, dikkerd, gofferd, pafferd, papzak
dilemma keuze, tweestrijd
dilettant amateur, charlatan, knoeier, stuntel, stuntelaar
dilettantisme amateurisme
diligence postwagen, reiswagen
diligent naarstig, toegewijd, vlijtig, werkzaam, ijverig,
dille meisje, steelhuis
dille, olie uit - anetolie
diluvium pleistoceen, zondvloed
dimensie afmeting
dimentylbenzol - xylol
diminuendo (muz.) afnemend
diminutief verkleinwoord
dimmen dempen (van licht)
dimmer - demper
diner avondmaak, banket, dis, feestmaaltijd, maal, middagmaal
dineren eten, middageten, tafelen
ding artikel, gebeurtenis, meisje, object, voorwerp, zaak
ding zonder waarde - lor, prul, vod
dingen afdingen, ambiëren, aspireren, beknibbelen, marchanderen, solliciteren, streven, wedijveren
dingen naar een ambt kandidatuur
dingen naar een betrekking solliciteren
dinger naar een betrekking aspirant, kandidaat, gegadigde, sollicitant
dingetjes - prullaria
dingsig aangedaan, droevig, gemelijk, ontstemd, verdrietig
dingspel rechtsgebied
dingtaal pleidooi
ding van een dag - eendagsvlieg
dinosaurus -
9 iguanodon, trachodon
10 diplodocus, saurischia
11 stegosaurus, triceratops
12 ankylosaurus, camptosaurus, omithischia
13 brachiosaorus, compsognathus, ornitholestes, tyrannosaurus
diocees bisdom
diode - radiolamp
Dionysesfeest - anthesteriën
dioptaas kopersmaragd
diopter doorziener, kijkspleet, vizier
diorama kijkkast
dioriet - groensteen
Dioscuren Castor, Pollux
diploma acte, akte, bewijsstuk, brevet, bul, document, oorkonde
diplomaat ambassadeur, attache, consul, gezant, onderhandelaar, staatsman
diplomatie - tact
diplomatiek behoedzaam, handig, omzichtig, slim, tactvol
doplomatiek ambtenaar - ambassadeur, attaché, gezant
diplomatiek stuk nota
Diplopoda, miljoenpoten - Glomeris, Julus, Poltdesmus
dippen - indopen
dipsacacee - dipsacus, duifkruid, kaardebol, knautia
dipsomanie drankzucht
diptiek tweeluik
direct aanstonds, dadelijk, illico, ineens, meteen, ogenblikkelijk, omgaand, onmiddellijk, onverwijld, prompt, rechtstreeks, regelrecht, spoedig, strakjes, straks, subiet, temee, terstond
directe aanleiding oorzaak
directe betaling - contant
directe kerndeling - amitose
directeur baas, bestuurder, dirk, leider, ondernemer, president, rector
directeurschap - directoraat
directeur van een gymnasium - rector
directeur van een moskee - panghoeloe
directie bestuur, bewind, leiding, opperleiding, opzicht, richting, toezicht
directiekeet bouwkeet
direct op televisie - live
directoraat directeurschap
dirigeerstokje baguette, baton, maatstok
dirigent aanvoerder, bestuurder, kapelmeester, koorleider, orkestleider, leider, orkestleider
dirigeren besturen, leiden, richten, zenden
dirk directeur, piekenval
dis feestdiner, maal, tafel
discipel apostel, leerling, navolger, volgeling
discipel van Christus - apostel
disciplinair krijgstuchtelijk
discipline boetegeest, gehoorzaamheid, (krijgs)tucht, orde, zelftuchtiging
disiplineren - tuchtigen
disco danstent, nachtclub
discontinu onderbroken
discontinuïteit - onderbrokenheid
discotheek bewaarplaats
discount - supermarkt
discours gesprek, onderhoud, rede
discreet bescheiden, geheim, kies,onopvallend, recht
discus (werp)schijf
discussie aanvaring, debat, diskussie, dispuut, gedachtewisseling, gesprek, redekaveling, redetwist
discussiëren - debatteren
disgenoot meeëter, tafelgenoot, tafelvriend
disharmonie onenigheid, tweedracht, vriendschapsbreuk, wanklank
diskette floppy, floppydisk
diskwalificatie ongeschiktverklaring, uitsluiting
dislocatie (dislokatie) decentralisatie, onderbreking, ontwrichting, verandering (in ligging), spreiding, storing, verplaatsing
disloceren (dislokeren), verleggen, verplaatsen, verrekken, verzwikken
disorde wanorde
dispache averijregeling
disparaat ongelijk, verschillend
disparaatheid ongelijkheid
dispensatie ontheffing, vrijstelling
displezier last, spijt, verdriet
disponeren beschikken, regelen
disponibel beschikbaar
dispositie aanleg, beschikking, disp., gemoedsstemming, gesteldheid, lust, neiging vatbaarheid
disproportie wanverhouding
disputant - twistvoerder
disputatie redetwist
disputeren - twisten
dispuut debat, redetwist
dissel baars, disselboom, dwarsbijl, lamoen, trekboom
disselboom baar, berrie, inspan, lamoen
disselboomwagen - mallejan
disselhamer marteel
disselraam - lamoen
disselwagen beugelsjes, gig
dissertatie proefschrift, verhandeling
dissident andersdenkende, scheurmaker
dissonant wanklank
distantie afstand, verte, verwijdering
distel dauwdistel, doornzaad, dostelkruid, onkruid
distelen - dwarsdrijven, harrewarren, stribbelen, tegenwerken, vitten
distelgewas kardoen
distelig - netelig, weerbarstig
distelsoort - dikkop
distelvink barnsijs, frater, kanarie, kneu, putter, sijsje
distillateur brander, stoker
distilleerder - brander, distillateur, stoker
distilleerderij - stokerij
distilleerkolf - alambiek, pelikaan, retort
distinctie beschaving, onderscheiding, standing
distinctief onderscheidingsteken, rangteken
distorsie draaiing, verstuiking,verwarring
distract afgetrokken, verstrooid
distractie afgetrokkenheid, verstrooidheid
distribueren ronddelen, uitdelen, verdelen
distributie bedeling, verdeling, uitdeling
district afdeling, ambtsgebied, distr., gebied, kieskring, kreits, rayon, ressort
districthoofd op Java wedana, wedano
dit zulks
dit is d.i, i.e.
dito eender, evenzo, gelijk, hetzelfde, idem
diva ster, star
divagatie afdwaling, onzin, uitweiding
divageren afdwalen, bazelen, temen, uitweiden
divan ligbank, rustbed, sofa
divergent strijdig, uiteenlopend
divergentie strijdigheid
divers - allebei, gevarieerd, strijdig, uiteenlopend, verschillend
diversen allerhande, allerlei, gevarieerde, varia, van alles, verschillende
diverteren vermaken, verlustigen
divertissement ontspanning, vermaak
dividatie - traktatie
dividend rente, uitkering, winstaandeel
divinatie voorspellingsgave
diviniteit goddelijkheid
divisie - afdeling, koppelteken
divisiecommandant generaal
dizzy - duizelig
djati teak
djimat - amulet, talisman
dobbelaar gokker, rijfelaar, speler
dobbelen rijfelen, teerlingen
dobbelhuis - speelhol
dobbelspel duizenden, gokspel, gooien, hazard, honderden, knobbele, passedies, poker, tiktak, triktrak
dobbelsteen alea, lot, teerling
dobbelterm beker, steen, ogen
dobber drijver, sim, vistuig
dobberen spelevaren, vlotten, zwalken, zweven
dobberen op het water - drijven
dobbertje - ophouder, vlotlijn
docent hoogleraar, lector, leerkracht, leermeester, leraar, meester, onderwijzer
docente leares, leerkracht, onderwijzeres
decent op middelbare school leraar
decent op universiteit lector
doceren instrueren leren, lesgeven, onderrichten, onderwijzen
doch echter, evenwel, maar
docht - roeibank
dochter kind, meisje
dochtergezwel - metastase
dochter van - zie familie betrekkingen
dochters zoon - kleinkind
dociel gedwee, leerzaam, mak
dociliteit - meegaandheid
doctor dr.
doctor in beide rechten d.j.u.
doctor in de medicijnen dm
doctoraal - deftig, geleerd
doctoraat graad
doctorandus drs
doctoreren promoveren
doctrine leer, leerstelling, wetenschap
document akte, bescheid, bewijsstuk, bul, diploma, geschrift, oorkonde, stuk, volmacht
documenteren bewijzen, staven
dodder huttentut, radijs
dodderig - doddig, slaperig, suffig
doddig aardig, enig, lief, mollig, schattig, snoezig
dode gestorvene, lijk, overledene
dode meander hoefijzermeer
dode rivierarm strang
dode stad - Vere
dode taal Gotisch, Grieks, Latijn, Sanskriet, Tochaars
dodecaëder twaalfvlak
dodelijk fataal, letaal, noodlottig, vernietigend, zeer
dodelijk vermoeid - uitgeput
dodelijke stof - vergif
doden afmaken, elimineren, kelen, neerschieten, nekken, ombrengen, ontzielen, slachten, vellen, verdelgen, vermoorden, vernietigen
dodenakker begraafplaats, kerkhof
dodenbezwering - necromantie
dodendag - Allerzielen
dodendal stikvallei
dodenfeest bij de Papoea´s - bis
dodenhuisje - morgue
dodenlijst dodenmars, necrologie, treurmars
dodenmars treurmars
dodenmis requiem
dodenrijk - Hades, onderwereld, sjeool, tartarus
dodenstad begraafplaats, kerkhof, necropolis
dodenverblijf Erebus, Hades, hel, hemel, onderwereld, Orcus, Tartarus, vagevuur, Walhalla
dodenzang nenia
doder keler, moordenaar, slachter
dodo doedoe, walgvogel
dodijnen - wiegen
doeal factotum
doedel - buidel, dot, lisdodde
doedelen - fluiten
doedelzak loure, moezel, zakpijp
doedelzakspeler pijper
doedelzak , soort middeleeuwse estive
doedelzak , uit Auvergne cabretta
doedoe - dodo, walgvogel
doe-het-zelver hobbyist, knutselaar, zelfdoener
doek gordijn, draperie, lap, linnen, omslag, projectiescherm, scherm, schilderij, toneelgordijn, vlag, weefsel, zeil
doekje tegen het bloeden smoes, verzinsel, uitvlucht
doek ter versiering draperie, drapering
doek van linnen - zeil
doek voor schilderij linnen
doekje onder de kin bef
doekje, open - applaus
doel bedoeling, bestemming, buut, eindpunt, goal, ideaal, mikpunt, oogmerk, richtpunt, roos, schietschijfstreven, wil
doelbewust - trefzeker
doeleinden idealen, bestemmingen
doelen - beogen, mikken, munten, scoren, streven, zinspelen
doelen op mikken, ogen, slaan
doelloos lukraak, nutteloos, zinloos
doelloos lopen slenteren
doelman doelwachter, keeper, goalie
doelmatig efficiënt, geschikt, nuttig, praktisch
doelpaal staak, stol
doelpunt goal, mikpunt, treffer
doelpunt, een - maken - scoren
doelschop - doeltrap
doelstand score
doelstelling plan, streven
doelstreep doellijn, schreef
doeltreffend efficiënt, effectief, nuttig, raak
doelverdediger doelman, goalie, keeper
doelwit mikpunt, roos, schietschijf
doem oordeel, veroordeel, vloek, vonnis
doemen - veroordelen
doen bedrijven, maken, plegen, presteren, uitvoeren, verrichten
doen achteruitgaan - interen
doen alsof acteren, fingeren, huichelen, spelen, veinzen, voorwenden
doenbaar - mogelijk, uitvoerbaar
doen beseffen doordringen, begrijpen
doen bijeenkomen convoceren, samenroepen, verzamelen
doen binnengaan binnenlaten, inlaten
doen blijken (be)tonen, bewijzen
doen doen aanzetten
doen drinken drenken
doen en laten - gedrag
doen gaan - sturen
doen geloven - wijsmaken
doen genieten - bekoren
doen groeien kweken, ontwikkelen, telen
doen kantelen kenteren
doen lijden martelen, pijnigen
doen losbarsten - ontketenen
doen mislukken omverwerpen, verijdelen, voorkomen
doen omslaan - kantelen
doen ontploffen exploderen, ontploffen
doen ontstaan genereren, kweken, telen, opwekken, verwerken
doen ophouden stelpen, stoppen
doen opstijgen - oplaten
doen splijten - kloven
doen sterven doden
doen stikken smoren
doen stollen - stremmen
doen uitkomen betonen
doen vallen - omverwerpen
doen vermoeden - suggereren
doen verrijzen - opwerpen
doen verachten - beloven
doen waaien blazen
doen walgen - afstoten
doen wegvloeien - lozen
doen wentelen - ronddraaien
doen weten kennen, waarnemen
doen zien - openbaren, tonen
doende actief, bezig, onledig, werkzaam
doeniet - baliekluiver, lanterfanter, leegloper, luiaard, luierik, luilak, luiwammes, ledigganger, nietsnut, uitvreter
doening bezigheid, herberg, hoeve, nering, winkel
doenlijk mogelijk, te doen, uitvoerbaar
doerak fielt, gewetenloze, loeder, schurk
does kardoes, poedel, sproeier, suf
doetje - sufferd
doezel dommel, doezelaar, dutje,
doezelaar zeemleerrol
doezelen dommelen, slapen, sluimeren, soezen, suffen, vervagen
doezelig suf, vaag
dof flets, gedempt, glansloos, lusteloos, mat, onverschillig, passief, wazig
dof dreunen - rommelen
dof van geest duf, lethargisch, suf
doffe onverschilligheid lethargie
doffer duif
doffe slag bons, dreun, klap, plof
doffe smak bons, plof
dof geluid gestommel, plof, poef
dof maken matten, ontglanzen
doft roeibank
dofweg rusteloos, onverschillig
doge hoofdbestuurder
doggensoort -
5 boxer
7 buldog, mastiff
8 mopshond
10 Leonberger, Rottweiler
11 bulmastiff
14 Newfoundlander
dogger kabeljauwvisser, vistuig
dogma geloofsartikel, leer, leerstuk, leerstelling, stelregel
dogmatisch leerstellig, orthodox, precies, rechtzinnig, star, steil
dok dakpanstrowis, strowis, stropop
dok, getrokken door grote sleepboot - zeesleep
dokken betalen, schuiven
doksaal - kosten, maken, verrichten
dokter arts, geneesheer, heelkundigehuisarts, medicus
dokter, Hongaarse - kwakzalver
dokteren prutsen, sleutelen
dokterspraktijk, bepaalde - armenpraktijk
doktersvoorschrift recept
dokwerker bootwerker, havenarbeider
dol bromvlieg, vleesvlieg, spitsmuis
dol roeipen
dol absurd, bezeten, crazy, dolgezellig, dolprettig, doorgedraaid, driest, dwaas, fanatiek, furieus,gek, geschift, idioot, kolderig, krankzinnig, lachwekkend, mal, onbesuisd, onbezonnen, onzinnig, razend, roeiklamp, tierend, tureluurs, uitgelaten, uitzinnig, wild, waanzinnig, woedend, woest, zinnelooszot
dolaard doler, vagebond, zwerver
dolage - ronddwaling
dolappel doornappel
dolbes - bitterzoet, elfrank
dolce zacht, liefelijk
doldraaien - flippen
doldriest gejaagd, gewaagd, onbezonnen,
wild
doldriftig bezeten, onbesuisd
doldwaze - maniak
dole kauw, kraai, torenkraai
doleantie afscheiding, bezwaren, beklagen, dwalwn,
dolen darren, doleren, dwalen, landlopen, loslopen, ronddwalen, rondzwervenwaren, zwalken, zwerven,
dolendo (muz.) weemoedig
dol en driest wild
doler dwaler, zwerver
doleus- bedrieglijk
dolfijn butskop, flipper, tandwalvis tuimelaar,
dolfijnsoort - beloega, bruinvis, butskop, gramper, griend, grindewal, narwal, noordkaper, rondkop, orka, tuimelaar, zwaardvis
dolfijn, witte - beloega
dolfijn, zwarte - griend
dolfijnenbad dolfinarium
dolfijnen wiegen, wiegelen
dolheid frenesie, krankzinnigheid, rage, razernij, waanzin, zotheid
dolik hondsdravikpaardenbloem, raaigras, zaaigras, zwartkoren
doline - dal
doling dwaling, verkeerdheid
dolk dag(ge), ponjaard, pook, stiletto
dolkmes (Ind.) rentjong, kris
dolkoppig - onbesuisd, wild, woest, razend
dolkruid bilzenkruid, bitterkruid, doodkruid, malkruid, nachtschade, walschot
dolle - gek
dolle kervel - pijpkruid, waterscheerling
dolle waanzin frenesie, furie
dolleman gek, razende, wilde, ijlhoofd
dollemanspraat gekkenpraat
dollen gekscheren , ravotten, stoeien
dolle streek - pots
dolletjes zalig
dolomiet bitterkalk
Dolomieten, bergtop in de - Antelao, Marmolada
doloos - opzettelijk
dol op verzot
dolwortel eenbes, waterscheerling
dol zijn op - verzot
dolzinnig dwaas, gek, onbekookt, onbesuisd, onbezonnen, onzinnig, rabiaat
dolzinnigheden doen - kolderen
dom achterlijk, basiliek, bedehuis, bekrompen, bête, bot, debiel, dwaas, ezelachtig,godshuis, hardleers, hersenloos, hoofdkerk, imbeciel, kathedraal, kerk(gebouw), koepel, leeghoofdig, onbenullig, ongeleerd, ongeletterd, onnozel, onontwikkeld, onverstandig, onwetend, onwijs, schaapachtig, stom, stompzinnig, stupide, suf, uilig, zot
dom vroom bigot
domein bezit, gebied, erf, estate, landgebied, landgoed, rechtsgebied, state, streek, terrein, territorium, zone
domheer kanunnik
domheid bêtise, blunder, bok, enormiteit, flater, onnozelheid, onverstand, stommiteit
domheid begaan - blunderen
domicilie huis, verblijf, woning, woonplaats, woonstede
domig - bezweet
dominant overheersend
dominatie - overheersing
domina vrouwelijke predikant, da.
dominee predikant, voorganger, zielenherder
domineese domineevrouw
dominees woning - pastorie
domineren - overheersen
dominicaan predikheer
Dominicaanse munt centavo, peso
Dominicaanse Republiek - Haïti
Dominicaanse Republiek, oorspronkelijke bewoner van de - Ciguayo, Taino
dominion Australië, Canada, Nieuw Zeeland
dominion in N. Amerika Canada
dominospel legspel, matadorspel
domkerk kathedraal, kloosterkerk
domkop botterik, ezel(skop), ezelsoor, ezelsveulen, kever, oen, slaapkop, stumper, sufferd, sukkel, sul,
domme fout blunder, bok, flater, mosslag
domme goedzak sul
domme jongen domoor, kalf
dommekracht aardwind, hefboom, kelderwind, krik, takel, vijzel, wind
domme kunstechter - Midas
domme vrouw gans, tut, trien
dommel doezel, dut, halfslaap, soes
dommelen doezelen, slapen
dommelend - sluimerig
dommelig slaperig, soezig, suf
dom mens domoor, stomkop, stommeling, stommerd
dommerd - domoor, lomperd
dommerik domoor, hals, lummel, oen, onbenul, sukkel, sul
domme streek stommiteit, stupiditeit
domme vroomheid - bigoterie
domme vrouw gans, trien, lut
dom onwetend - onwijs
domoor domkop, dommerik, eend, ezel, ezelsveulen, gans, kever, klungel, koe, oen, os, rund, schapenkop, stoffel, stommeling, stommerd, sufferd, sul, uil, uilskuiken, weetniet
domp hefboom, lisdodde
dompelaar - duiker
dompelen dopen, ondergaan
dompeling - indoping
dompeling in water - doop
dompen omslaan, uitdoven
domper anticlimax, duisterling, kaarsendoveruitdover,
dompig bedompt, duf, mistig, muf, somber
dompteur africhter, temmer
dompteuse africhtster, temster,
domstad Utrecht
don heer
donaat - gever
donateur begiftiger, begunstiger, schenker
donatie gave, gift, schenking
donderaal aalpieper, meerpoet, modderkruiper, weeraal, weervis
donderbaard - huislook
donderbeestje - thripsen
donderbeitel duivelsvinger, lijnxsteen, pijlsteen
donderbui onweersbui, stortvloed
donderen - onweren, rommelen, zaniken, zeuren
dondergod Donar, Thor
donderjagen mieren, opspelen, razen, tieren, uitvaren, zaniken, zeuren
donderkop cumulonimbus, stapelwolk
donderkopje - kikkervisje
donderpad dikkop, kikkervisje
donders beroerd, buitengewoon, zeer
donderslag donderknal, onweer
dondersteen deugniet, lammeling
doneren - schenken
Don Juan ladykiller, verleider
donk bundeltje, moeras, moer, strobundel, zandhoogte
donker duister, obscuur, sinister, somber, zwart
donker bier Münchener, oud-bruin, stout
donkerblauwe verfstof indigo
donkerbruin tanig
donkerbruine aardsoort omber
denkerbruine pikante vloeistof soma
donkerbruingrijs taupe
donker Engels bier - stout
donker paard - moor
donkerrode houtsoort - meranti
donker rood - purper
donkere harde houtsoort - palissander
donkerharige - brunette
donkere kamer - doka
donkere kers - kriek
donkere spaanse wijn - tint
donkere vorm - schaduw
donkerkleurige Filippijn negrito
donkerte - duisternis
donor bloedgever, gever, schenker
dons gevederte, nesthaar, veren, vlos
donsgans - eidergans
donzig donsachtig, pluimig
donzig propje - dot
dood bewegingloos, gestorven, kapot, koud, levenloos, ontslapen, ontzield, overgang, overleden, sterfgeval, verscheiden, versterf,wijlen, ziellos
dood, de - veroorzakend - dodelijk, lethaal
dood, ten gevolge van elektrische stroom - elektrocutie
doodaf - op, uitgeput
doodbidder kraai, aanspreker
doodbloeden - uitsterven
dood dier kadaver, kreng
dooddoener - argument
doodeter - leegloper, nietsnut, opvreter
doodgaan creperen, ontslapen, overlijden, sterven, sterfte
doodgewoon - kortweg
doodgoed mens hals, sukkel, stumper, sul
doodgraver - aanspreker, kraai
doodkalm lakoniek
doodkopaapje - kapucijnaap
doodkoud onverschillig
doodkruid - belladonna, nachtschade, wolfskers
doodlaken - doodskleed
doodleuk gemoedereerd, kalmweg
doodlichaam kadaver, lijk
doodlopen - stranden
doodlopend slop impasse
doodlopend straatje slop
doodlopende rivierarm hank
doodlopende weg slop, keer
doodmoe afgedraaid, afgemat, afgepeigerd, bekaf, doodop, uitgeput
doodop afgepeigerd, bekaf, doodmoe, oververmoeid, uitgemergeld, uitgeput, uitgeteld
doodrijp overrijp
doods akelig, eenzaam, kil, naar, saai, stil, somber, verlaten, vervelend, uitgestorven
doodsadvertentie overlijdensadvertentie
doodsakte overlijdensakte
doodsbang zijn - beven
doodsbed sterfbed
doodsbeen knekel
doodsbleek krijtwit, lijkwit
doodsengel - Asraël, Sammaël
doodsgevaar levensgevaar
doodshoofd schedel, bekkeneel
doodskleed doodsgewaad, lijkkleed, lijkwade
doodsslaap - sterven
doodslag aanslag, misdaad, moord
doodslag met voorbedachte rade - moord
doodslag plegen - moorden
doodslag pleger - moordenaar
doodskleur lijkkleur
doodsnood stervensnood
doodsschuim - reeuw
doodsstrijd agonie
doodsuur stervensuur
doodwerken - beulen
doodszweet reeuw
doodzwijgen negeren
doof daaps, hardhorig, slechthorend
doofhoedje domper
doofpot vergeetboek, vuurpot
dooie - saaierd
dooien van sneeuw - smelten
dooie piet - droogpruim
dooier eigeel
dooierzwam - peperling
dooievisjesvreter saaierd
doolgang
doolhof dwaaltuin, labirint, labyrint, warnest, wirwar
doom mist, wasem
doon klam, vochtig
doop dompeling, doopsel, naamgeving, saus
doopakte - ceel
doopattest doopbewijs
doopattestatie doopceel
doopbekken vont
doopbeurt doopdienst
doopboek - doopregister
doopgetuige meter, peter, peet, peetoom
doopheffer peter, peet
doophefster peettante
doopkapel - baptisterium
doopleerling - catechumeen
doopmoeder meter, meet, peettante
doopnaam voornaam
doopregister doopboek
doopsel - doop
doopsel toedienen - dopen
doopsgezindte baptist, menist, mennoniet
doopsgezinde kerkdienst - vermaning
doopvader peter, peet, peetoom
doopvont - baptisterium
door dooier
door ingevolge, met, middels, per, tengevolgevanwege ,via, wegens
door afzender betaald franco
door afzetting - sedimentair
doorbakken - gaar
door behoefe vereist - nodig
door bezonnenheid gekenmerkt ernstig
doorbijter - aanhouder
door blazen leegmaken uitblazen
doorboete uitwissen - beteren
doorboord blokje ijzer met inwendig schroefdraad - moer
doorboren doorsteken, perforeren, priemen, speten
doorboring - perforatie
doorbraak breuk, bres, dijkbreuk, gat, opening
doorbrengen beleven, besteden, opmaken, passeren, slijten, verdoen, verkwisten
doorbuigen knikken, meegeven, zwiepen
door de bank genomen gemiddeld, gewoonlijk
door de daad zelf ipso facto
door de huid heen - percutaan
door de lever afgescheiden vocht - gal
door de Mohammedanen verwachte verlosser - Mahdi
door de mond oraal
door de neus gesproken nasaal
door de stroming gevormd bed - zelling
door de wind gevormd duin
door de zee gevormde steile wand klif, krijtrots
door een rivier gevormd dal canon, canyon, kloof
door elkaar genomen dooreen, doorsnee, gemiddeld, globaal, ondereen
door elkaar halen - verwarren
door elkaar halen van uitdrukkingen - contamineren
door geen enkel getal deelbaar priem
door geweld gedwongen v.c. (vicoactus)
door grenzen bepaalde ruimte plaats
door hartzeer gekweld worden kniezen, piekeren
door het ijs gevormde afzetting morene, drumlin
door klieren afgescheiden stof hormoon
door kou opgezwollen ledemaat winterhand, wintervinger, wintervoet, winterteen
door land ingesloten water meer, plas, ven
door levende wezens uitgedreven lucht adem, asem, wasem
door lever afgescheiden vocht - gal
door middel van d.m.v., met, middels, per, via
door middel van gesproken woord mondeling
door Mohammedanen verwachte verlosser - Mahdi
door moordrazernij bevangen mataglap (lnd.)
door nalatenschap gekregen iets erfdeel, erfenis, erfgoed, erfstuk
door nalatenschap verkrijgen erven
door operatie operatief
door schrijvers hand (Lat) m.a.
door smeltwater gevormde afzetting esker, kame
door strijd verwerven veroveren
door toverkracht magisch
door twee deelbaar even
door vreemd land omsloten gebied enclave
door vriendenhand bezorgd n.m.
door vulkaan uitgeworpen gesteente lava, magma
door vuur verwoeste stad Gomorra, Sodom
door water omgeven land eiland
door waterstromen gevormd fluviatiel
doorboorde stop tap
doorboren doorsteken, perforeren, priemen
doorboring perforatie
doorbraak gat, barst, bres, breuk, opening, scheur, verandering
doorbrengen beleven, besteden, opmaken, passeren, slijten, verkwisten
doorbuigen meegeven
doordacht gedegen, verstandig
doordat aangezien, omdat
doordien daar, omdat
doordraaien opmaken, verkwisten
doordraaier barrel, brasser, lichtmis, losbol, opmaker, patser, verkwister, zwierbol
doordraven - raaskallen
doordrenkt - nat
doordrijven doorzetten, forceren
doordrijven tot het uiterste extremisme
doordrijver doorzetter, extremist, fanaticus, volhouder
doordringbaar permeabel, penetrabel
doordringbaarheid penetrabiliteit
doordringen infiltreren, penetreren
doordringend penetrant
doordringing - penetratie
doordrongen bewust, overtuigd, zeker
doordruk doorslag, duplicaat, kopie
doorduwer - streber
dooreen chaotisch, gemiddeld, ondereen, overhoop, verward
dooreen werken - kneden, mengen
dooreen gekneed mengsel deeg
dooreen gestampt eten stamppot
dooreen gestampte kost ratjetoe, ratatouille, ratatoelje
dooreen gevlochten letters monogram
dooreen mengeling mengsel, warreling
dooreen mengen klutsen, mengelen, (om)roeren
dooreen schudden hussen, hutsen
dooreenwarreling wirwar
dooreenwarren - warrelen
dooreenwerken van stoffen kneden, mengen, mixen
door elkaar dooreen, overhoopverward
door elkaar bewegen krielenkrioelen, wemelen
door elkaar genomen dooreen, doorsnee, gemiddeld, globaal
door elkaar halen - poespassen
door en door helemaal, puur
door en door lui - lui
door en door nat - kletsnat
doorgaan aanhouden, aansluiten, doorlopen, geschieden, opengaan, verdergaan, vervolgen, voortduren, voortgaan, voortzetten
doorgaand continu, opgaand
doorgaans altijd, dikwijls, gemeenlijk, geregeld, gewoonlijk, meestal, meestentijds, vaak, veelal
doorgaan voor - gelden
doorgang deur, doortochtgat, pas, passage, poort, tunnel
doorgang onder water - tunnel
doorgangsgevangenis - amigo, baaierd
doorgang tussen twee rijen gangpad, looppad
doorgang van zon of ster door de meridiaan - culminatie
doorgangshuis passantenhuis
doorgeefkast doorschuifkast
doorgeefluik - loket
doorgestikte deken - dekbed
door getallen uitgedrukt - numeriek
doorgewinterd doorgefourneerd, ervaren, geslepen, routine, slim, overtuigd, routineus, uitgeslapen
doorgewinterd persoon rot, routiné, slimmerd
doorgieter trechter
doorgroeid - perfolaat
doorgronden begrijpen, doorhebben, doorzien, doorhebben, peilen, ramen
doorgronder - kenner
doorhakken delen, kerven, klieven, scheiden, splitsen, splijten
doorhalen berispen, doorstrepen, royeren, schrappen
doorhaling - obliteratie, radiatie, rature, ratuur, schreef
doorhebben begrijpen, doorgrondn, doorzien, verstaan
doorkijken - snuffelen
doorklieven - splijten
doorkneed bedreven, bekwaam, doortrapt, ervaren, geroutineerd
doorjagen doorbrengen, doorlappen, opmaken, verkwisten
doorklinkende toon - orgelpunt
doorkomen - passeren
doorkruisen bereizen, bezeilen dwarsbomen, tegenwerken
doorlaat passage, sluis, tol
doorlaatbaar permeabel
doorlatend permeabel, sijpelen
doorlekkend water lekwater
doorleven meemaken
doorlichting van lichaamsdelen radioscopie
doorliggen - decubitus
doorloop gang, steeg
doorlopen doorgaan, moeven
doorlopen van een zin van de ene in de andere versregel - enjambement
doorlopend aanhoudend, steeds, voortdurend
doorlopende huurovereenkomst - erfpacht
doorlopende order - legerorder
doorloper - schaats
doorluchtig aanzienlijk, beroemd, edel, illuster, roemrijk, voornaam, verheven
doormaken meemaken
doormengen - doorslaan
doorn stekel
doornachtige plant akant
door middel van - met, middels, per, via
doormidden hakken - kerven
doormidden snijden - halveren
door moordzucht verblind - mataglap
door nalatenschap verkrijgen - erven
doornat drijfnat, druipend, druipnat, kletsnat, verregend
doornemen bestuderen, lezen, nazien
doornhaai speerhaai
doornig lastig, netelig, stekelig
doornkruiper - bastaardnachtegaal
doornig stekelig
doorpraten dazen
doorreis - doortocht
doorroeren doorslaan, mengen
door roof ontnemen - beroven
doorsluiper - griel
doornstruik gaspeldoorn
door ondervinding geleerde - ervaring
door optelling ontstaan getal - som
doorschijnend diafaan, dun, helder, ijl, iel, luchtig, transparant
doorschijnend papier - pergamijn
doorschijnende steen glas, kristal
doorschijnende veldspaat - maansteen
doorschouwd ontmaskerd
doorschrappen doorhalen, royeren
doorschrijfpapier - carbon
doorslaan bekennen, overdrijvenponsen, slippen, voortgaan
doorslaand afdoende, voldoende
doorslag afdruk, afschrift, doordruk, drevel, kopie, overwicht, pons, vergiettest
doorslaggevend beslissend , cruciaal, overwegend
doorslagpapier - carbon
doorsmeerder monteur, olieman
doorsnede diameter, kaliber, middellijn, snijvlak
doorsnede van hout mal
doorsnee gemiddeld
doorsnijden kerven, zagen
doorsnijding - intersectie
doorsteken priemen
doorspekken - larderen
doorspelen - sluizen
doorstaan dulden, meemaken, ondergaan, toelaten, uithouden, verdragenverduren
doorstappen aanbenen, doorlopen, stevelen
doorsteken - lensen
doorstrepen - doorhalen
doorstroomopening in waterkering - overlaat
door strijd verwerven - veroveren
doorsturen - verwijzen
doortastend beslist, energiek, ferm, flink, grondig, kordaat, krachtig, stoer, terdege, voortvarend
doortocht doorgang, passage
doortocht verlenend document vrijbrief
doortochtgeld tol
doortocht op een berg - pas
door toverkracht - magisch
doortrapt arg, arglistig, gemeen, geraffineerd, geslepen, gewiekst, doorkneed, kwaad, leep, link, listig, olijk, panurgisch, plat, slecht, slim, sluw, uitgeslapen, vals
doortrapte schavuit panurge
doortrapte schurk - fielt
doortraptheid gemeenheid, geslepenheid, slimheid, sluwheid, uitgeslapenheid
doortrek - passage
doortrekken passeren, wegspoelen
door twee deelbaar - even
doorvaart kanaal, passage, sluis, vlie
doorvoed dik, welgevoed
doorvoelen - doorzoeken
doorvoer transito
doorvoerbrief geleidebrief
doorvoerhandel transito, transitohandel, transitoverkeer
doorvoer van goederen - transito
door vreemdland ingesloten - enclave
doorwaadbare plaats voorde, voord(e), wad, wed
doorwaternat drijfnat, kletsnat
door water omgeven land - eiland
doorweekt dras, drassig, druipnat, drijfnat, nat
doorweekte grond - dras
doorwerken - aanpoten
doorwoelen - wroeten
doorwrocht degelijk, doordacht, grondig
doorzagen - zeuren
doorzenden doorsturen
doorzetten doordrijven, volharden
doorzetter aanhouder, animator, doordrijver
doorzettingsvermogen volhardingsvermogen, volhardendheid
doorzeuren - drammen
doorzicht begrip, benul, besef, bevatting, inzicht, notie, perspectief, verstand
doorzichtig duidelijk, glashelder, ijl, helder, transparant
doorzichtig weefsel gaas, tule, voile
doorzichtige afscheiding glas, mica, raam, ruit, venster
doorzichtige stof cellofaan, glas, mica, plastic, plexiglas
doorzichtkundig - perspectivisch
doorzien begrijpen, doorgronden, doorhebben, inzien, nalezen, narekenen, overlezen, rediveren, snappen,
doorzoeken doorvoelen, fouilleren, onderzoeken, visiteren
doorzoeken van een land exploreren
doorzoeking van een onbekend gebied exploratie
doorzouten - gepekeld
doos bak, bus, karton, koker, trommel
doosbarometer - aneroïde-barometer
doosje voor de bril etui, koker
doosvrucht capsule, hauw, kokervrucht, peul
doosvrucht (Ind.) kardemom
dooswaterpas doosniveau, libel, luchtbelwaterpas
dop afsluiting, bast, bol(ster), capsule, eierdop, kurk, omhulsel, pel, schaal, schil, stop
dop van een biervat - spondop, sponschroef
dop van biljartkeu pomerans
dop van bladlood capsule
dop van een noot - schil
dope drug, bijmengsel
dopen bevochtigen, dompelen, kerstenen
doper baptist, doopsgezinde, mennis, wederdoper
doperwt dopper, peul
dopheide erica
dopje van bladtin capsule
doppen betten, pellen, ontmantelen, schillen
dopper - doperwt
dor bleek, droog, flets, furgaal, saai, schraal, onvruchtbaar, verdroogd, verwelkt, waterarm
dorade - goudmakreel
dor duin kling
dor hout sprokkelhout
dorade goudmakreel
dorado eden ,eldorado, goudland, lusthof
doren stekel
dorheid - droogte, schraalte
dormeuse ligstoel, oorknop, slaapstoel
dormitief slaapmiddel
dorp desa, gat, gehucht, gemeente, plaats, vlek
dorp (drie letters) Ane, Ens, Epe, Erm, Erp, Est, Nes, Oss, Son
dorp (Ind.) - desa, dessa, kampong
dorp aan de Maas - Asselt, Bezel, Eisden, Itteren, Maaseik, Wessem
dorp aan het IJsselmeer Andijk, Bunschoten, Edam, Elburg, Hindelopen, Katwoude, Makkum, Monnickendam, Nijkerk, Putten, Spakenburg, Stavoren, Volendam, Warder, Workum
dorp bij Gelders Laren Eksel
dorp in Achterhoek Aalten, Beek, Bredevoort, Borculo, Didam, Eibergen, Geesteren, Gelsclaar, Groenlo, 'sHeerenberg, Hengelo, Hummelo, Lichtenvoorde, Neede, Ruurlo, Steenderen, Terborg, Varseveld, Vorden, Zeddam, Zelhem
dorp in de Betuwe - Hien, Ooy, Zetten
dorp in Brabant - Aalst, Alfen, Beek, Dongen, Erp, Gtilze, Goirle, Nispen, Oss, Rips, Rijen, Uden
dorp in de N.O.P. Biddinghuizen, Dronten, Ens, Espel, Emmeloord, Lelystad, Swifterband, Ketelhaven
dorp in Drenthe Beilen, Borger, Diever, Eelde, Gieten, Norg, Odoorn, Paterswolde, Rolde, Ruinen, Schoonoord, Sleen, Smilde, Veenhuizen, Zuidlaren Zuidwolde, Zweeloo
dorp in Friesland Akkrum, Bakhuizen, Balk, Bergum, Blija, Bolsward, Donderbroek, Dronrijp, Franeker, Gaast, Grouw, Hindelopen, Kollum, Lemmer, Makkum, Noordwolde, Oldeboorn, Pingjum, Sloten, Stiens, Tzum, Tijnje, Wyckel, Wierum, Wolvega, IJls
dorp in Gelderland Barneveld, Beek, Beekbergen,
Bruchem, Brummen, Culemborg, Deil, Doomspijk, Druten, Ede, Elburg, Elspeet, Elst, Emst, Epe, Geldermalsen, Groesboek, Heelsum, Heerde, Heest, Kerkwijk, Kesteren, Laren, Lienden, Loenen, Lunteren, Neede, Nunspeet, Ochten, Oosterbeek, Putten, Rumpt, Tiel, Vaassen, Velp, Voorst, Voorthuizen, Wehl, Wisch, Zetten
dorp in Groningen Baflo, Beerta, Bierum, Ezinge, Godlinze, Grijpskerk, Haren, Heiligerlee, Leek, Leens, Marum, Meeden, Nieuwwolda, Nuis, Roodeschool, Scheemda, Slochteren, Uithuizen, Ulrum, Warffum, Wilp, Winsum, Zuidbroek, Zuidhorn, Zoutkamp
dorp in Limburg Amby, Beek, Born, Echt, Eisden, Epen, Gulpen, Heel, Horn, Linne, Maasbracht, Margraten, Meersen,
Mook, Neer, Nuth, Slenaken, Sittard, Stein, Susteren,
Tegelen, Vaals, Venray, Weert, Wijlre
dorp in de Lijmers - Didam, Duiven, Lathum, Weel
dorp in NoordBrabant Aalst, Almkerk, Andel, Boxtel, Chaam, Deurne, Dongen, Geertruidenberg, Geldrop, Gemert, Gilze, Goirle, Helmond, Kaatsheuvel, Klundert, Kuyk, Moerdijk, Oss, Ravenstein, Roosendaal, Rijen, Son, Sprang, Steenbergen, Uden, Vught, Waalwijk, Werkendam, Willemstad, Woensdrecht, Zevenbergen
dorp in NoordHolland Andijk, Bennebroek, Blaricum, Bussum, Castricum, Graft, Heemskerk, Heiloo, Hoofddorp, Huizen, Ilpendam, Jisp, Krommenie, Laren, Limmen, Muiden, Naarden, Obdam, Ouderkerk, Overveen, Petten, Purmerend, Santpoort, Schagen, Twisk, Uitgeest, Weesp, Wormer, Zwaag, Zijpe
dorp in Overijssel Ane, Blokzijl, Boekelo, Borne, Dedemsvaart, Diepenheim, Diepenveen, Enter, Goor, Gramsbergen, Haaksbergen, Hasselt, Hardenberg, Heino, Holten, Hulst, Markelo, Olst, Ommen, Raalte, Rijssen, Staphorst, Tubbergen, Vollenhove, Vriezenveen, Vroomshoop, Wijhe, Zwartsluis
dorp in Utrecht Baarn, Abcoude, Benschop, Bunschoten, Breukelen, Doom, Loenen, Driebergen, Harmelen, Houten, Leersum, Linschoten, Lopik, Maarn, Maarsbergen, Maarsen, Maartensdijk, Montfoort, Odijk, Renswoude, Soest, Spakenburg, Vinkeveen, Vreeswijk, Wilnis, Woudenberg, IJsselstein, Zeist
dorp in Zeeland Aardenburg, Abeele, Axel, Bath, Biervliet, Breskens, Bruinisse, Cadzand, Colijnsplaat, Domburg, Goes, Haamstede, Hansweert, Hoek, Huist, Koewacht, Kortgene, Kruiningen, Nisse, Oostburg, Renesse, Ritthem, Sluis, Stavenisse, Tholen, Veere, Waarde, Wemeldinge, Westkapelle, Zaamslag, Zierikzee
dorp in ZuidHolland Aarlanderveen, Berkel, Bodegraven, Boskoop, Brielle, Dirksland, Goudswaard, Hillegom, Leiderdorp, Lisse, Middelharnis, Naaldwijk, Nieuwkoop, Oegstgeest, Ooltgensplaat, Oostvoorne, Ouddorp, Piershil, Poeldijk, Poortugaal, Puttershoek, Reeuwijk, Rhoon, Rijnsaterwoude, Sassenheim, Sommelsdijk, Stolwijk, Strijen, Vilet, Voorhout, Warmond, Woerden, Woubrugge
dorp op de Veluwe Beekbergen, Eerbeek, Ede, Elspeet, Epe, Ermelo, Emst, Garderen, Harskamp, Hoenderloo, Kootwijk, Loenen, Nunspeet, Otterlo, Schaarsbergen, Stroe, Uddel, Vaassen, Vierhouten, Wekerom
dorpachtig - dorps
dorp bij Gelders Laren - Eksel
dorpeling dorpsbewoner
dorpelwachter deurwachter
Dorpje bij Eindhoven - Son
dorpje ten zuiden van Venlo - Steil, Tegelen
dorp op Java - desa
dorp tegenover Velp - Lathum
dorp van kaffers - kraal
dorpscentrum - brink, kom
dorpsgemeenschap op Java - desa, dessa, kampong
dorpshoofd op Java - Loera(h)
dorpel drempel
dorpeling buitenman, plattelander
dorper - dorpsbewoner
dorpje buurtschap, gehucht
dorps landelijk, plattelands
dorpsbewoner - dorper
dorpsgemeente op Java - desa
dorpskern brink, centrum, kom
dorpsplein brink, laar, markt
dorpsplein met kramen - markt
dorpspleintje dries
dorpsweide - meent
dorp van Kaffers - kraal
dorre heuvel - kling
dorre maand - maart
dorre plant - hei
dorre vlakte steppe, toendra, woestijn
dorren verdrogen, verdorren
dorsdeel dorsvloer
dorsen stampen, vlegelen, ontzaden
dorsgereedschap dorsmachine, vlegel,
dorst begeerte, lust, verlangen
dorst, hevige - anadipsie
dorsten begeren, haken, hunkeren, smachten, verlangen
dorst hebbend dorstig
dorstig - smachtend
dorst lessen drinken, laven
dorst of trek - lust
dorst stillen drinken, laven, lessen
dorsvis lom
dorsvloer (dors)deel, neer
dorswerktuig machine, vlegel
dortoir - dormter, slaapzaal
dor worden - verdrogen
dos bruidsschat, dres, gewaad, kleed, kleding, opsmuk, ornaat, plechtgewaad, tenue
doseren afwegen, bepalen (hoeveelheid), verdelen
dosering gift, verdeling
dosis hoeveelheid, kwantum, portie
dosis bepalen doseren
dossen kleden, opschikken, opsieren, versieren
dossier - strafblad
dot bos(je), bundeltje, haarwrong, kilt, klis, kluit, knot, pluk, schat, snoes, toef, wrong, zuigspeen
dotatie begiftiging, gave, schenking
dot bloemen - bos
dot haar klit, pluk, wrong
doteren begiftigen, geven, schenken
dotje schat, snoes
dotje papier - propje
dotskop domkop, lomperd, lummel
dotterbloem - plomp
dottig - snoezig
dot wol - knot
douane grenspolitie, grenswacht, tolbeambte, tolwacht
douanebeambte commies, douanier, kommies
douanehuisje tolkantoor
douanier grensbeambte, tolbeambte, commies
doublé geelkoper, namaakgoudschijngoud
double dubbelganger
doubleren omzeilen, verdubbelen, voeren
doubleren, een jas - voeren
doubleren, een kaap - omzeilen
doubleur zittenblijver
douceur extraatje, fooi, tip
douche regenbad, sproeibad, stortbad
douchebad - lavet
douchen - baden
doven blussen, dempen, lessen, smoren, uitdoen, uitgaan
dovenetel - hoenderbeet, hondsnetel
douw duw, por
down mineur, mismoedig, moedeloos, neerslachtig, ontmoedigd, terneergeslagen
dozijn twaalftal, dz.
dozijndichter prulpoëet
dra aanstondsalras, binnenkort, eerdaags, eerlang, gauw, ras, snel, spoedig, terstond, vlug, weldra, wekhaast
draad garen, samenhang, snaar, snoer, spinsel, verband
draad in kabel ader
draad van spinnenweb rag
draad van overbrenging van prikkels zenuw
draadbericht telegram, telex
draadhalm - dwerggras
draadje pluisje, vezel
draadkam streler
draadklos - haspel
draadloos - ongebonden
draadloze radio
draadloze omroep radio
draadloze telefonie radio
draadnagel - spijker
draadspoelen - opwinden
draadtang - kniptang
draad van metaal - snaar
draadversperring - prikkeldraad
draadvorm - aaltje
draadvormig metaal ijzerdraad
draadweefsel - mycelium
draadwieren - conferven
draadworm aaltje, haarworm, spoelworm
draadwormen - nematode
draadwormziekte - filariasis
draagbaar baar, berrie, brancard, portable tandoe
draagbaar draaiorgel - lier
draagbaar orgel - portatief, regaal
draagbaar toestel - portable
draagbalk keper, kesp, latei, legger, ligger, steunbalk, toog
draagband autogordel, bandelier, bretel, degenriem, galg, gordel, koppel, singel, zeel
draagband over de borst - sjerp
draagband voor arm mitella
draagband voor broek bretel, galg
draagbare afschutting scherm
draagbare lamp - looplamp
draagbare poppenkast ronzebons
draagbare radio portable, transistor, walkman
draagbed - baar, brancard
draagbeugel handvat, hengsel, oor
draagdoek brassard, mitella
draagdoek (lnd.) slendang
draagezel - schraag
draaghemel baldakijn, pergola
draaghout juk
draagklamp - kasdoes
draagkorf - hot, kiep
draagkracht draagvermogen
draagkrachtig vermogend
draagkrachtmeter forometer
draaglijk duldbaar, houdbaar, matig, tamelijk, vrijwel
draagloon (Ind.) pikolgeld
draagmand bagge, ben, korf
draagpenning draagmedaille
draagriem bandelier, disselriem, hang, singel, zeel
draagsjerp slendang
draagspeld insigne
draagsteen console, karyatide
draagstoel palankijn, sedan, tandoe
draagstuk latei
draagt men aan de voeten - klomp, kous, laars, pantoffel, sandaal, schoen, sok
draagtoestel baar, draagbaar
draagvat emmer, kit
draagverband mitella
draagvermogen draagkracht, tonnage
draagvlak - vleugel
draagvleugelboot - hydrofoil
draagwijdte afstand, belang, betekenis, invloed, portee, strekking
draagzeel - draagband
draai bocht, keer, kink, kolk, kronkel, omkering, ommekeer, omwenteling, rotatie, toer, wending, wenteling, zwenk(ing), zwier
draai om de oren dril, lel
draaibaar - wendbaar
draaibaar onderstel onder spoorwagen of vrachtauto truck
draaibare aardbol - globe
draaibare haak - wartel
draaibare koppeling scharnier
draaibare rails - wissel
draaibare roeipen dol
draaibare schalm - wartel
draaibare verbinding scharnier
draaibeitel slechtbeitel
draai bij het dansen - pirouette
draaiboek scenario
draaibout - tap
draaien keren, kronkelen, malen, omkeren, roeren, roteren, walen, wenden, wentelen, wringen, zwenken,
draaiend roterend
draaiend persen wringen
draaiend voorwerp rotor
draaiende schoorsteenkap gek
draaien in bed - woelen
draaien van water - kolken
draaier bankwerker, veinzer, zwengel
draaierig - duizelig, misselijk, wee
draaierig worden - duizelen
draihaak - wartel
draaihals - mierenjager
draai in de weg - bocht
draaiinrichting scharnier
draaiing bocht, duizeling, kering, rotatie, torsie, wending
draaikever - schrijverke, schrijvertje
draaikolk kolk, maalstroom, neer, ras, wiel, wieling
draaikruis draaihaspel, kruisrad, tourniquet
draaikruk slinger, zwengel
draaimolen carrousel, mallemolen, zweefmolen
draaiorgel lier, pierement
draaipunt - keerpunt
draairoede spanjolet
draaischijf pottenbakkersschijf
draaispiegel psyche
draaispil windas
draaisprong pirouette, salto
draaistang as, spil
draaistel - bogie
draalstroom kolk, maalstroom
draaistorm - cycloon, wervelstorm
draaitafel - grammofoon
draaitrap wenteltrap
draaiziekte - blein
draak gedrocht, lastigerd, melodrama, monster, ondier
draak van een mens - mispunt
draal - wartel
drab bezinksel, droesem, grondsop, moer, prut
drabbe droesem, grondsop
drabbig - modderig, troebel
drab van koffie koffiedik, prut
dracht kledij, kleding, kostuum, pak, zwangerschap
drachtig etterend, neurend, zwanger
drachtige koe kalfkoe
dracht van militairen - uniform
draconisch strong
draden - afhalen
draden aftrekken - repen
draden losmaken - rafelen
draden maken spinnen
draden verwerken weven
draderig stokkerig, vezelig
dradig deeltje vezel
dragaat - duindoren
draf gang, loop, spurt
draf of gang - loop
drafsport draverij, paardensport
draf van een paard galop, trot
dragee pil, tablet
dragelijk houdbaar, matig
dragen aanhebben, brengen, dulden, etteren, gebruiken, lijden, ondersteunen, opnemen, sjouwen, steunen, tillen, torsen, uitstaan, verdragen, verduren, zeulen, zweren
drager atlas, brenger, overbrenger, pijler
drager van erfelijke eigenschappen gen
dragline graafmachine, sleepschop, sleepgraver, trekgraver
dragon sabelkwast, slangenkruid, keizersalade
dragonder cavalerist, huzaar, manwijf, ruiter
dragoniet bergkristal
draineerbuis (Zuidn.) kannenbuis
drakenkruid - bloedkruid, pimpernel
dralen aarzelen, leuteren, talmen, temen, temporiseren, treuzelen, wachten, weifelen
dralend temerig
draler onzekere, treuzelaar, weifelaar
draling - aarzeling
drama toneelspel, toneelstuk, tragedie, treurspel
drama van Bredero Angeniet, Griane, Lucelle, Moortje
drama van Euripides Alcestis, Helena, Heracliden, Hippolytue, Iphigenia, Medea, Orestes, Phaedra
drama van Goethe Faust
drama van Hooft Baeto
drama van Ibsen Brand, De wilde eend, Gynt, Nora, Peer Spoken,
drama van Shakespeare Cymbeline (kimbelijn), Coriolanus, Hamlet, Macbeth, Othello
drama van Sophocles Aias, Antigone, Electra, Oedipus
drama van Vondel van Aemstel Gijsbrecht, Jeptha, Lucifer, Palamedes
dramafoon draadmagnetofoon
dramatiek toneelkunst
dramatisch - tragisch
dramatisch toonstuk - oratorium
dramaturg - Albee, Beckett, Fry, Goethe, Heyermans, Hochhuth, Ibsen, Lonesco, Miller, Osborne, Pinter, Racine, Schiller, Shakespeare, Shaw, Strinberg, Vondel, Whesker
toneeldichter, toneelkenner, toneelschrijver
drammen aanhouden, dwingen, (door) zeuren
drammer zanik, zeur
dsrammerig - zeurderig
drang aandrang, aandrift, begeerte, behoefte, druk, hartstocht, impuls, neiging, opwelling, pressie, rage, stuwing
drangknier spiraalscharnier
drangwater kwelwater
drank
3 ale, bok, eel, gin, kir, mee, rum, sap, sec, wijn
4 anijs, arak, baai, bier, bowl, cola, faro, flip, grog, Kava, Kawa,
leut, mate, mede, melk, most, pait, pils, port, sake, seef, sect,
soda, thee, tint, whip
5 alant, cacao, cider, fosco, julep, klare, kwast, lager, medoc,
mokka, negus, punch, ranja, salep, slemp, snaps, split, stout,
tinto, tonic, twist, vieux, water, whist, wodka
6 absint,bitter, blonde, borrel, brandy, cassis, chicha, cognac,
elixer, koemis, koffie, kummel, likeur, madera, malaga,
meiwijn, moezel, nrctar, porter, rijnwijn, scotch, sherry,
sorbet, toewak, whisky,
7 alcohol, biertje, chianti, citroen, clairet, cobbler, curacau,
gazeuze, ijswater, jenever, kandeel, kinawijn, koemelk,
lambiek, landwijn, melkwijn, moutwijn, paeale, palmwijn,
persico, piepzak, portwijn, sangria, tequila, tokayer, vermout,
wijngrog, yoghurt
8 advocaat, alsemwijn, anijsmelk, anisette, appelsap, appelwijn,
bergerac, bloedwijn, bockbier, bordeaux, bouillon, chocomel,
cocacola, cocktail, dadelwijn, falerner, limonade, muscatel,
pilsener, putwater, rataffia, riesling, sagomelk, spawater,
tafelwijn, vermouth
9 alantswijn, alsembier, anijswatr, appelmost, berkenwijn,
bessensap, brandewijn, bronwater, champagne, chocolade,
dropwater, duinwater, fladdderak, gemberwijn, gerstenat,
grenadine,karnemelk, kokosmelk, moezelwijn, morgenwijn,
ondermelk, perenmost, pompwater, sodawater, tafelbier,
taptemelk, triplesec, vollemelk, vuurwater
10 anijslikeur, ceylonthee, citroensap, citroentje, drinkwater,
druivensap, geitenmelk, gemberbier, gemberthee, gerstebier,
godendrank, hoestdrank, kruidenwijn, minnedrank,
moedermelk, patersbier, portelbier, regenwater, rijstewater,
salepdrank, schilletje, spuitwater, toverdramk
11 amandelmelk, benedictine, bitterwater, condensmelk,
drakenbloed, karwijlikeur, klappermelk, scharrebier,
suikerwater, vanillemelk, vruchtensap, vruchtenwijn
12 bisschopswijn, boerenkoffie, bourgognewijn, bruidstranen,
citroenpunch, citroenwater, filterkoffie, graanjenever,
kirschwasser, kloosterbier, leidingwater, oranjebitter,
verloflikeur
13 bessenjenever, boerenjongens, boerenkandeel, boerenmeisjes,
chocolademelk, citroenlikeur, gedistileerd, kruidenbitter,
mineraalwater, rijdtbrandewijn
drankbestrijder - geheelonthouder
drank bij kraambezoek, kandeel
drank der Goden nectar
drank der oude Germanen mee, mede
drank op graanbasis arak, bier, gin, jenever
drank op oudjaar punch, slemp
drank uit cognac etc., bereid met heet water, suiker en citroen - grog
drank uit druivensap wijn
drank uit mout en hop bier
drank uit sap van het suikerriet (melasse) rum
drank uit vruchten vruchtenwijn, tweedrank
drank van in melk gekookte bladeren salle
drankgelegenheid bar, herberg, kroeg
drankkast - bar
drankhuis bar, herberg, kroeg, saloon (Am.), pub (Eng.), tapperij, taveerne, wijnhuis
drankkoeler - ijsemmer
dranklokaal bar, café, herberg, kroeg, tapperij, taveerne
drankoffer - lebatie
drankorgel drinkebroer, dronkaard
dranksalon bar
drankvat dronkaard, plengoffervaas
drankverkoper - slijter
drankwagen dronkaard
drankwinkel slijterij
drankzucht alcoholisme, dipsomanie, potomanie
drapeau (Fr.) vaandel, vlag
drapenier - lakenbereider
draperen behangen, omhangen, plooien, schikken
draperie aan vensters, hemelbed, enz. lambrekijn
dras blubber, doorweekt, modder, moeras(achtig) , nattig, slijk
draskolk poel
drasland - moer
drassig moerassig, slijkerig, week, zacht
drassig grasland dries
drassig land broek, dries, marsgrond, mieland, moer, moeras, veen
drassige riviermond lagune, liman
drastisch doortastend, krachtig, snelwerkend, streng
draven haasten, hardlopen, hollen, lopen, rennen, snellen, stiefelen
draver loper, renner
draverij harddraverij, koers, paardensport, rensport
draverijkar sulky
draverik - drep
Dravidivolk in India - Bhil
Dravidiche taal - Kanarees
draw - remise
drecht - kreek
dreef allee, beemd, laan, landouw, landweg, streek, wandellaan, warande
dreef met bomen - laan
dreg vishaak, werpanker
dreggen - opvissen
dreigement - bedreiging
dreigen gevaarlopen, muiken
dreigend briek, imminent, nakend, onheilspellend, veeg
dreigend kijken - blikken
dreigend vooruitzicht gevaar, onheil
dreiging gevaar, risico
drein - zeurkous
dreinen drenzen, jengelen, mieren, mokken, pesten, plagen, temen, treiteren, zaniken, zeuren
dreinerig kind - drens
drek aal(t), bagger, beer, derrie, faeces, gier, mest, modder, prut, slik, slijk, vuiligheid, vuilnis
drekbraking - darmjicht, misairere
drekgoot - riool
drekstof - beer, pootaarde
drel del, lap, leur, vod
drempel dorpel, ondiepte, verhoging
drenken - wateren
drenkgebit kauwgebit, watertoom
drenkplaats wed
drens zeurder, zeurkous
drentelen flaneren, kuieren, slenteren, trappelen
Drenthe, bestuurlijke eenheid in - kerspel
Drenthe, gemeenschappelijke grond in - marke
Drenthe, grootste gemeente in - Emmen
Drenthe, heuvelrug in - Hondsrug
Drenthe, hoofdstad van - Assen
Drenthe, plaats in -
3 Een, Elp
4 Anlo, Anne, Eext, Elim, Norg
5 Assen, Dalen, Eelde, Emmen, Erica, Exloo, Peize, Roden,
Sleen, Vries
6 Beilen, Buinen, Diever, Gieten, Meppel, Odoorn, Ruinen,
Smilde, Valthe, Wijster
7 Havelte, Vledder, Zweelo
8 Coevorden, Hoogeveen
Drenthe, riviertje in - Beilerstroom, Drostendiep, Eelderdiep, Hunze, Peizerdiep, Reest
Drenthe, sportgebeuren in - TT
Drenthe, vliegveld in - Eelde
Drenthe, wat men vindt in - hei, hunebed, rust
Drents dorp zie dorp in Drenthe
Drents rechtscollege - etstoel
Drents vliegveld Eelde
Drentse grote schuurdeur - baander, Bansde(u)r, banser
Drentse hoofdvaart - Smildevaart
Drents oud gebied - dingspel, dingspil
drenzen donderjagen, dreinen, jengelen, plagen, treiteren, zaniken, zeuren
drenzerig - narrig
dresseren africhten, afrijden, drillen, temmen
dressoir - buffet
dressuur africhting, dierentemmer, opmaking,
dreumes broekeman, hummel, kind, kleuter, peuter, puk, uk
dreun bons, klap, klop, lel, mep, opdoffer, oplawaai,pats, poeier, schok, slag, smak, val, watjekouw
dreunen bonzen, daveren, denderen, schokken, smakken
dreunend geluid donder
dreunend schokken denderen
dreunende klap bons
dreutel kleuter, neutel
drevel doorslag, drijver, drijfijzer, pin, pons, stempel, zethamer
drevelen ponsen
dribbelaar - pingelaar
drie, in voorvoegsels tri
drieblad - koortskruid
driebladige kromme - trefolium
drie boeken in één - trilogie
drie dagen triduüm
driedelig gebed angelus
driedelig grijs - kostuum
drieëenheid triniteit
driegen - hechten
drie maanden kwartaal
drie noten met tijdswaarde van 2of 4 noten triool
drie opeenvolgende nummers in de loterij terne
driedeling - trisectie
driedistel - carlina
drieeenheid triniteit
driegodendom - tritheïsme
driefasenpunt tripelpunt
drieheid - tribadie
driehoek - triangel, triangulum
driehoekig trigonaal, triangulair
driehoekig bouwsel, behorende bij de gotische stijl frontaal
driehoekig bovenstuk van een gevel fronton, timpaan
driehoekig slaginstrument triangel
driehoekig versiersel tronton
driehoekig voorzeil - fok
driehoeksmeetkunde trigonometrie, triangulatie
driehoeks zenuw - trigeminus
driejarige koe - twinter
driejarige ree rekke
driekamp - triatlon
driekantig zeil - druil, kluiver
driekantig vrouwenhalsdoekje - ficgu
driekantige draagdoek - mitella
drieklankdicht triolet
driekleur dundoek, tricolore, vlag
driekleurig tricolor
driekleurig viooltje pensee
Driekoningen Epifanie
Driekoningen, naam van een der - Balthazar, Casper, Melchior
driekoppige helhond Cerberus
driekroon tiaar, tiara
driekwart baksteen - drieklezoor
drieledig gebed Angelus
drieluik triptiek
drieman - triumvir
driemanschap triarchie, triumviraat
driemaster bark, klipper
drie opeenvolgende nummers in de loterij - terne
driepoot schamel, statief, treeft
driepuntig raken - osculeren
drieregelige strofe terzet, terzine
drieriemige lasso - bola
dries erf, plein, schapenwei, wel, wei(de), weiland, werf
driest aanmatigend, astrant, brutaal, dapper, dol, dwaas, gedurfd, koen, krankzinnig, mal, moedig, onbesuisd, onbevreesd, onbezonnen, overmoedig, roekeloos, stout(moedig), vermetel, vrijmoedig, vrijpostig
driestal driepoot, schoenmakerszetel
driestemmige compositie voor soloinstrumenten trio
driestemmig zangstuk - terzet
driestheid vermetelheid, (over)moed
drietal trio, trits, triade
drietal goden - triade
drietallig triadisch
drietand gaffel, tridens
drietenige loopvogel emoe, kasuaris, nandoe
drietenige luiaard ai
drietenige struisvogel emoe, emeu, nandoe, nandu
drievlak - trieder
drievoet staander, statief, treeft, tripode, voerstuk
drievoud triplo
drievoudig driestal, tripel, triple(x)
drievoudigheid - tripliciteit
drievoudige kroon tiara
driewielige transportfiets - bakfiets, carrier
driezijdig trilateraal
driezijdig geslepen glas prisma
drift aandrift, afdrijving, begeerte, drang, dlied, haast, hartstocht, haast, hartstocht, heftig, hitte, instinct, jacht, kudde, neiging, onbesuisd, ongeduld, opvliegend, opwinding, passie, razernij, toorn, troep, verve, vurig, woede
driftig cholerisch, gramstorig, haastig, hartstochtelijk, heetgebakerdheethoofdig, heftig, hitsig, ijverig, jachtig, kregelig, nijdig, onbeheerst, onbesuisd, onstuimig, opgewonden opvliegend, prikkelbaar, rabiaat, vurig, woedend
driftig maken - opinden
driftig (muz.) tocoso
driftig worden opstuiven
driftkop - heethoofd
driftsneeuw dwarrelsneeuw, jachtsneeuw
drijfhout - vlothout
drijfijzer drevel
drijfjacht hetze, jachtpartijklopjacht, razzia
drijfkracht energie, motor
drijfkracht voortbrengende machine energie, motor
drijflichaam - ponton
drijfnat doorweekt, kletsnat
drijfnet drijfwant
drijfrad turbine
drijftil krag(ge), ladde, rietzodde,
drijftonnetje breel
drijfveer aanleiding, beweegreden, grond, motief, oorzaak, prikkel, reden, ressort, roersel, stimulans
drijfwiel vliegwiel
drijfzand loopzand, welzand
drijven aanjagen, brengen, opjagen, stuwen, vlotten, zwemmen
drijvend eilandje drijftil, krag, ladde, rietzodde
drijvend hotel botel
drijvend naderen aandrijven, aanspoelen
drijvend zeewier sargasso
drijvende houten palen - vlot
drijvende kracht bezieler, motor, promotor
drijvende organismen in zeewater plankton
drijvende schotsen drijfijs
drijvende watervaren azolla
drijver - doordrijver, drevel, dweper, fanaticus, opjager, ponton, sas, streber, zethamer
drijver om te vissen - dobber
dril boorijzer, dressuur, drilboor, lil, vleesnat
drilboor - fiedel
drilbout schroefbout
drillen africhten, beven, boren, dresseren, schudden, trillen
driller - africhter, exercitiemeester
drilmeester africhter, instructeur
dringen drommen, drukken, duwen, nopen, pressen, wellen
dringend acuut, broodnodig, expresse, haastig, nodig, noodzakelijk, pressant, spoed, spoedeisend, urgent
dringend (muz) prestamente
dringend nodig - hoognodig
dringend verzoek bede, instantie, smeekbede
dringende behoefte - nood
dringende maanbrief - brandbrief
dringende mensenmenigte drom, gedrang, massa
dringende noodzaak urgentie
dringende oproep tot hulp noodsein
drinkbaar vocht drank
drinkbak kroes, kom, mok
drinkbakje kom, kopje, mok, nap
drinkbeker bak, bokaal, berkenmeier, kelk, kom, kop, kroes, mok, nap
drinkbeker, groot - hanap
drinkebroer drankorgel, kroegloper, nathals, slampamper, zuiper
drinken borrelen, innemen, laven, pimpelen, pinten, pooien, slobberen, slurpen, zuipen, zwelgen
drinken geven drenken, laven
drinker alcoholist, brasser, dronkaard, pimpelaar, pinter, slemper, zuiper
drinkfles - bidon
drinkgelag braspartij, gelag, orgie, slemperij, zwelgpartij
drinkgeld fooi, tip
drinkgelegenheid bar, café, kroeg, restauratie, salon, staminee, taveerne, theehuis
drinkgerei beker, bokaal, glas, kelk, kom, kop(je), kroes, mok, nap, pint, pul, ro(e)mer
drinkkolk voor vee dobbe
drinkkom - nap
drinkkroes drinkbeker
drinkplaats wed
drinkpartij drinkgelag
drinkschaal nap, tazza
drinktrog drinkbak
droef bedrukt, droevig, mismoedig, mistroostig, neerslachtig, smartelijk, somber, tragisch, treurig, triest, verdrietig,
droefenis bedroeving, droefheidleed, treurigheid, verdriet
droefgeestig bedroefd, droef, melancholiek, mistroostig, morose, naargeestig, neerslachtig, pessimistisch, somber, treurig, zwaarmoedig
droefgeestige muziek elegie, nocturne, requiem, treurmars
droefheid affectie, berouw, leed, ongeluk, pijn, rouw, smart, treurigheid, verdriet
droes bezinksel, demon, duivel, nikker, Satan, paardenziekte, zaksel
droesem bezinksel, dik, drab, droes, grondsop, heffe, moer, residu, zaksel
droevig aangedaan, bedroefd, droef, ellendig, erbarmelijk, mistroostig, naar(geestig), somber, tragisch, triest, (muz) triste, treurig, verdrietig
droevige gebeurtennis catastrofe, ongeluk, ongeval, ramp
droevige muziek elegie, mineur
droevige toestand - behuiling
droevigheid - treurigheid
droevig zijn - treuren
drogbeeld fata morgana, schijn
droge droogkomiekdroogstoppel, oever, zandbank
droge aarde mul, pulver, rul
droge biscuit - cracker
droge grasvlakte llano, pampa, steppe, poesta
droge halmen stro
droge kleurstof - pastel
droge korte hoest kuch
droge koude wind mistral
droge landstreek - woestijn
droge rivierbedding dalbodem, wadi
droge ronde biscuit - Mariakaakje
droge sloot greppel
droge turfstof molm
droge wijn - sec
droge wind om de Middellandse Zee Sirocco, khamsin
drogredenaar sofist
drogredenen sofisme
drogen afwissen, droogmaken, eesten
drogende olie - hennepolie, lijnolie, oiticicaolie, papaverolie, perillaolie, saffloerolie, sojaolie, zonnebloemolie
droger - centrifuge
drogist - apotheker
drogisterij, symbool van de - gaper
drollenvanger - pofbroek
drom hoop, massa, menigte, mensenmassameute, zwerm
dromedaris mehari
dromen mijmeren, peinzen, slapen, suffen, verbeelden
dromer binnendijk, fantast, druiloor, slaper, sufferd
dromerig lodderig, slaperig, sloom, suf, verstrooid
dromerig muziekstuk rêverie
dromerij begoocheling, hersenschim, mijmering, rêveri
drommel drevel, duivel
drommels - deksels, verduiveld, zeer
drommen - dringen
dronk slok, teug, toost
dronkaard alcoholist, drinkebroer, drankorgel, nathals, zatlap, zuiper, zuiplap
dronkelap dronkaard, zuiper, zuiplap
dronkemanspraat gelal
dronkemanswaanzin delirium
dronken aangeschoten, beneveld, beschonken, bezopen, buis, laveloos, lazarus, lorum, onbekwaam, starnakel, teut, tipsy, zat
dronken vrouw bacchante
dronkenschap beschonkenheid, bezopenheid, roes, zatheid
droog dor, dry, flegmatiek, saai, sec, vervelend, vochtvrij, waterarm, waterloos
droogbloeier - herfsttijloos
droogdoek handdoek, theedoek
droogdraad - waslijn
droog en afgezaagd - saai
droog en bros spreu
droog en dor aride, schraal
droog en verlept - verdord
droog gras hooi
droog hoesten - kuchen
drooginrichting ast, eest, oven, wasdroger
droogkap - haardroger
droog koekje biscuit, biskwie
droogkomiek - droge
drooglap - zeemlap
drooglat strijk
droogleggen bemalen, droogmaken
drooglijn waslijn
droogmaken (af)drogen, bemalen, droogleggen
droogmakerij polder
droogmalen droogleggen, ontwateren
droogmolen - wasmolen
droog rijstveld ladang
droog (van wijn) sec
drooginrichting ast, eest
droogleggen draineren, droogmaken, droogmalen
drooglegger van Schermer en Beemster Leeghwater
drooglijn waslijn
droogmaken - drogen, inpolderen, leegmalen
droogmakerij polder, Schermer, Beemster, Wormer, Purmer, Haarlemmermeer
droogmiddel siccatief
droogoven ast eest, stoof
droogplaats ast, eest, oven
droogplaats voor mout eest
droogplaats veer tabak schuur, zweethuis
droog ijstveld - ladang
droogschuur - logie
droogstaande gust
droogstempel reliëfstempel
droogstof - siccatief
droogstoof - ast
droogte - dorheid
droogtrommel - wasdroger
droogvallend land wad
droogvloer ast, deel, eest
droogwater soda
droogweg onaandoenlijk
droogweide - bleek
droogworden - dorren
droogzolder eest
droom hersenschim, ideaal, illusie, visioen, waan
droombeeld chimaera, fantasie, fantoom, hersenschim, ideaal, illusie, schim, toverbeeld, utopie, visioen, waan
droomtoestand schemertoestand, trance
droop - wrang
drop snoep
drop druppel(tje), spat, traan
dropje griot, katje
droppen druppelen, lekken, parachuteren
drossaard baljuw, drost
drossen deserteren, weglopen
drost baljuw, drossaard, hofmeester, schout
drudebvoet - pentagram
drug dope, hasj, narcoticum, stuff
druif - zonderling
druil - kostwinner
druilen - sluimeren, soezen, suffen, talmen, zeuren
druilerig buiig, lusteloos, miezerig, neerslachtig, regenachtig, slaperig, slof
druiloor brombeerdromer slaper, suffer, zeur
druipbad douche
druipen afvloeien, druppe(le)n, lekken, zijpen
druipend doornat, lekkend
druiper - gonorroe
druipnat doornat, doorweekt, druipoog, kletsnat, leepoog, verregend
druipneus - snotneus
druipoog - leepoog
druipsteen leksteen, pistolet, stalactiet, stalagmiet
druipsteenkegel stalactiet, stalagmiet
druivelaar wijnstok
druivenbloed druivensap, wijn
druivenbloem torkruid
druivenboom struik, wijnstok
druivengod - Bacches, Dionysos
druivenras - Coltman, Frankenthaler, Muscat, Royal
druivensteen - botry(olie)t
druivensap - agrest, most, racemus
druivensuiker dextrose, glucose
druiventros - krap
druiventrossen dunnen krenten
druiventuin - wijngaard
druk aandrang, bazig, bedrijvig, beweeglijk, bezet, bezig, drang, dwang, editie, levendig, luidruchtig, oplaag, oplage, onledig, pressie, roerig, rumoerig, rusteloos, spanning, uitgave, wild, woelig
druk aan het werk bezig
druk (van lucht) atmosfeer
druk babbelen kakelen, ratelen
druk doende bezig
drukdoenerij branie, kapsones
drukke beweging - rep
druk gepraat gerel, roezemoes
druk met behulp van cilinders rotatiedruk
druk met behulp van fotografie offset
druk praten kakelen, kletsen, oreren, ratelen
druk uitoefenen pressen
druk uitoefening pressie
druk voor blinden braille
druk zwammen dazen
drukfout drukfeil, erratum, misstelling, zetfout
drukfouten, lijst van - errata
drukken aandringen, aansporen, aanzetten, dringen, duwen, klemmen, knellen, nijpenonera, persen, spannen
drukken van landkaarten typometrie
drukkend afmattend, benauwd, broeierig, gespannen, hinderlijk, klemmend, knellend, kwellend, laks, loom, onereus
drukkend dooreen mengen - kneden
drukkend heet broeierig, zwoel
drukkend warm bedompt, benauwd, zwoel
drukkend wrijven - schuren
drukkende dienstbaarheid zonder staatsrechterlijke of burgerlijke rechten slavernij
drukkende lasten onera
drukker boekdrukker, graficus, offsetdrukker, plaatdrukker, textieldrukker, typograaf, zelfdrukker
drukkersfeest - Koppermaandag
drukkersgeslacht Blaeuw, Elsevier, Plantijn
druk kind - robbedoes
drukking presse
drukking van de dampkring atmosfeer, atm.
drukletter atlas, baskerville, bembo, bodoni, canon, cheops, corvinus, egmond, falstaff, futura, garamond, gill, libra, lutetia, memphis, mercator, nobel, plantijn romein, romulus, times, univers
drukletter, oude - bastarda
drukmachine drukpers, pers
drukmeter barometer, manometer
drukpers degelpers, drukmachinerotatiepers
drukplaat - stereotype
drukprocédé - diepdruk, hoogdruk, offsetdruk, vlakdruk, zeefdruk
drukregelaar - reduceerventiel
drukstempel - cliche
drukte ambras, beweging, bombarie, branie, deining, gedoe, gedrang, getier, gewoel, heibel, heisa, herrie kabaal, kapsones, keet, koet, lawaai, leven, omslag, onthaal, onrust, ophef, opwinding, poerem, poeha, poespas, praats, soesa, spats, stampei, stennis, tamtam,tumult, vertier, volte
druktechniek diepdruk, hoogdruk, offset, rotatie, steendruk, zeefdruk
drukte maken herrieschoppen, protsen, razen, tieren
druktemaker banjer, bram, branie(schopper), kwast, lefgozer, lefschopper, opschepper, patser, praatjesmaker, raasbol
drukte om niets - gedoe, poeha
drukte op straat verkeer
drukteschopper levenmaker
druk uitoefenen aanzetten, pressen, prikkelen
drukuitoefening pressie
druk van een boek editie, oplage, uitgave
druk van kwik - milibar
drukverband - kompres
drukversiering vignet
drukvorm cliché, matrijs, stiep, stype
drukwerk biljet, folder. formulier, imprimé, prospectus
drum benzineblik, trom, (jazz)trommel
drummen dringen, drommen, duwen, trommelen
drumband slagwerkorkest
drummer dromer, piekeraar, slagwerker, steunbeer, trommelaar
drumstel trommelstel
drum voor olie - olievat
druppel drop, drup, parel, spat, spetter, traan
druppelen druipen, lekken, regenen, spatten
druppelen van bladeren guttatie
druppel oogvocht - traan
druppels (recepten) gtt.
druppelsgewijs nat houden - bedruppelen
druppels, neervallen - afdruipen, afdruppelen
druppeltje vet op vloeistof oog
drups vruchtenzuurtjes
dry droog, sec
dryade boomnimf, bosnimf
dualisme tweeheidsleer
dubbel binair, duplo, duplex, paarsgewijs, tweemaal, tweevoudig
dubbel (Lat) bi, (Eng) twin
dubbel (muz.) doppio
dubbelbol - biconvex
dubbelboot - catamaran
dubbeldagen - Kerstmis, Pasen, Pinksteren,
dubbel exemplaar afschrift, doorslag, doublet, duplicaat, duplo, kopie
dubbel huwelijk biandrie, bigamie
dubbel laag water - agger
dubbel tweetallig - biconjugaat
dubbel zien diplopie
dubbele damschijf - dam
dubbele fiets tandem
dubbele kamer suite
dubbele kegel - diabolo
dubbele kijker binocle, binoculair
dubbele knoop - strik
dubbele mastworp - hielingsteek
dubbele muur - spouwmuur
dubbele piaster dubloen
dubbele punt colon
dubbele rij turf - aanstort
dubbele schaakzet - rokade
dubbele schijf dam
dubbele standaard - bimetallisme
dubbele verrekijker jumelles
dubbele uitdrukking - pleonasme
dubbele zet rochado
dubbelbol van lenzen biconvex
dubbelganger double, evenbeeld
dubbelhartig geveinsd, vals, verradelijk
dubbelheid - dualisme, tweevoudigheid
dubbelhol van lenzen biconcaaf
dubbelklank ui, ai, ei. oi, tweeklank
dubbelkoolzure soda - natriumbicarbonaat
dubbelkoolzuurzout - bicarnbonade
dubbelpotig - bipolair
dubbelstuk - dubloen
dubbeltalig - bilinguaal
dubbelwaardig - ambivalent, binominaal
dubbel wigvormig kristal - bisfenoid
dubbelzout - aluin, aluminium, kalium, sulfaat
dubbeltje beisje
dubbeltaligheid bilinguïsme
dubbelvorm doublet
dubbelwaardig ambivalent
dubbelwaardigheid ambivalentie
dubbelwandige flacon thermosfles
dubbelweefsel - tetra
dubbelzang - duet
dubbelzinnigheid ambigu, amphibool, equivogue, tweeledigheid, woordspelling
dubbelzout aluin, aluminium, carbonaat, kaliumsulfaat,
dubben aarzelen, mijmeren, piekeren, soezen twijfelen, weifelen,
dubieus onzeker, twijfelachtig
dubio tweestrijd, twijfel
ducdalf -meerstoel
duchten schromen, rezen
duchtig danig, doortastend, energiek, erg, funk, geducht, grondig, kloek, krachtig, stevig, terdege, zeer
duel tweegevecht, tweekamp, tweestrijd
duet dubbelzang, tweezang
duf bedompt, bekrompen, benauwd, beneveld, dompig, muf, onfris, lusteloos, saai, schimmelachtig, sloom,vochtig, vuns(ig)
duffel jas, winterjas
dufheid - dorheid, saaiheid, sufheid
duidelijk apart, apert, beslist, blijkbaar, doorzichtig, evident, glashelder, helder, kennelijk, klaar, onmisbaar, sprekend, tastbaar, uitdrukkelijk, verstaanbaarzichtbaar, zonneklaar
duidelijk en helder - zuiver
duidelijkheid - evidentie, helderheid, klaarheid, klaarte, ondubbelzinnigheid
duidelijk maken beduiden, toelichten, tonen, uitleggen, verklaren, wijsmaken
duidelijk omschrijven definiëren, bepalen, vaststellen
duidelijk spreken articuleren
duidelijk waarneembaar - merkbaar, zichtbaar
duidelijk zichtbaar helder, open(lijk)
duidelijke gelijkenis evenbeeld
duiden aanwijzen, uitleggen, verklaren, zinspelen
duidt grens aan - R.G.
duidt een heilige aan - Sint, St.
duidt een voorwaarde aan - als, indien, zo
duif doffer, duiver, draaier, hoornkapucijn, kropduif, non, pagadet, pauwstaart, smient, tortel, tuimelaar
duif met kuifje - kapduif
duikboot onderzeeër
duikelen buitelen, rollen, tuimelen
duikeling salto, tuimeling
duiker alk, dodo, dompelaar, fuut, kikvorsman, pinguïn, rioolkolk, zeekoet, zinker
duikereend bolder, lom
duikergerei snorkel
duikerpak scafander, skafander
duikvogel eend, fuut, dodaars
duikziekte - caissonziekte
duim duimelot, har, inch, muurhaak
duimafdruk vingerafdruk
duimeling duimelot, haakring
duimelot duimeling
duimendraaien lanterfanter, luieren, lummelen, nietsdoen, niksen
duimspijker punaise
duimstok maatstok, meetlat
duim van een hengsel - har, her, herre
duin aardhoogte, nol, hoogte, zandbergzandheuvel
duinbes - wegedoorn
duinen - zeewering
duinensoort - barchanen, barkhanen, dwarsduinen, kamduinen, lengteduinen, paraboolduinen, sikkelduin, streepduinen
duin in de Sahara - seif
duingras - helm
duinpan - duinvallei
duinputter - sneeuwgors
duinreep - kweek
duimsoort barchaam, dwarsduin, lengteduin, sikkelduin, paraboolduin
duinvallei del, duinpan
duist - kaf, scholm, vossenstaart
duister abstruus, donker, geheim(zinnig), ingewikkeld, nebuleus, obscuur, onbegrijpelijk, onduidelijk, schemerig, sinister, somber, stikdonkerzwart
duister deel van een etmaal avond, nacht
duister en verward geheel labyrint
duister geheel - labyrint
duistere taal bargoens, jargon, koeterwaals
duistere zaak enigma, mysterie, raadsel, vraag
duisterling - domper, obscurant
duisternis - bijgeloof, donkerte, nacht, obscuriteit, schemering
duister probleem - raadsel
duit cent, geld, munt
duitblad - centeblad, kikkerbeet, kikkerkruid
duiten geld, pegulanten, pingping
duitendief geldwolf, gierigaard
duitenpletterij - geldmakerij
Duits acteur Moissi
Duits betaalmiddel D.M., R.M., mark, pfenning
Duits automerk Audi, BMW, DKW, Goggo, MercedesBenz, NSU, Opel, Porsche, Volkswagen
Duitse componist
3 Egk
4 Ahle, Bach, Berg
5 Haydn, Lehar, Liszt, Reger, Weill
6 Brahms, Händel, Mozart, Schütz
7 Strauss
8 Schubert, Schumann
9 Beethoven,
10 Mendelssohn
Duits dichter Goethe, Heine, Schiller
Duits eiland -
5 Juist, Rügen
6 Borkum, Mellum
7 Baltrum, Fehmarn
8 Bornholm, Langeoog
9 Norderney
10 Spiekeroog, Wangerooge
Duits filosoof Kant, Schopenhauer
Duits gebergte Harz, Eifel, Taunus, Hunsbrück, Odenwald, Spessart
Duits Industriegebied Ruhrgebied
Duits kaartspel skat
Duits koningshuis Habsburg, Hohenzollern
Duits lansier - Ulaan
Duits lidwoord das, der, die, eine, ein
Duits schilder Cranach, Dürer, Holbein, Klee, Klimt, Leibl, Marc, Menzel, Thoma
Duits vorstendom Palts
Duits wijsgeer - Fink, Hegel
Duits wiskundige Euler, Gauss
Duits zilverstuk - Thaler
Duitse architectenschool - Bauhaus
Duitse auteur -
4 Boie, Böll, Brod, Eich, Lenz, Mann
5 Busch, Grass, Heine, Hesse, Kafka, Rilke, Weiss
6 Andres, Bernus, Brecht, Frisch, George, Goethe, Mörike,
Werfe
7 Athaus, Lessing, Plevier, Richter
8 Schiller
Duitse badplaats Ems, llmenau, Travemünde
Duitse champagne sekt
Duitse dans in driekwart maat allemande
Duitse geheime politie - gestapo
Duitse grensplaats - Elten
Duitse havenstad Bremen, Cuxhaven, Emden, Ems, Kiel, Hamburg
Duitse hoofdstad Berlijn
Duitse huzaar ulaan
Duitse Industriestad Essen, Duisburg, Solingen
Duitse jaarbeurs - messe
Duitse kanselier (W.) Brandt, Adenauer, Kiesinger
Duitse kleuterschool - Kindergarten
Duitse munt - Groschen, Heller, Mark
Duitse N.V. A.G.
Duitse politieke partij - CDU, CSU, FDP, KPD, NPD, SED, SPD
Duitse rivier zie rivier in Duitsland
Duitse schilder - Direr
Duitse staat -
3 BRD, DDR
5 Baden
6 Bremen, Hessen
7 Beieren, Hamburg
8 Saarland
11 Neder-Saksen, Würtenberg
12 Rijnland-Paltz
15 Sleeswijk-Holstein
17 Noordrijn-Westfalen
Duitse stad door de Romeinen gesticht - Aken
Duitse universiteitsstad -
4 Bonn, Jena, Kiel
5 Halle,
6 Berlijn, Bochum, Keulen,
7 Dresden, Hamburg, Konstanz, Leipzig, Marburg,
München, Münster, Rostock,
8 Dortmund, Freuburg,
9 Frankfort, Göttingen, Tübbingen
10 Greifswald, Heidelberg, Neurenberg, Regensburg,
Saarbrücken,
Duitse wijn Moezel, Rijnwijn
Duitse zilveren munt, oude - Taler
Duitser Beier, Boche, Germaan, Hes, mof, Pruis, Sakser
Duitsland - Germanië
Duitsland, stad in -
3 Ems, Ulm
4 Aken, Bonn, Diez, Gera, Jena, Kiel
5 Hagen, Herne, Kleef, Mainz, Neuss, Tabar, Trier, Worms
6 Berlijn, Bochum, Bremen, Erfurt, Kassel, Keulen, Lübeck,
Minden
7 Bamberg, Bottrop, Dresden, Hamburg, Koblenz, Krefeld,
Leipzig, Mulheim, München, Münster, Postdam, Rostock
8 Augsburg, Brunswijk, Dortmund, Duisburg, Freiburg,
Hannover, Mannheim, Solingen, Würtzburg
9 Bieleveld, Darmstadt, Flensburg, Frankfurt, Göttingen,
Karlsruhe, Offenbach, Oldenburg, Osnabrück, Remscheid,
Stuttgart, Wiesbaden, Wuppertal
10 Baden-Baden, Dusseldorf, Heidelberg, Leverkusen,
Neurenberg, Oberhausen, Regensburg, Salzgitter
11 Bremerhaven, Saarbrücken, Wanne-Eickel
12 Ludwigshafen
13 Gelsenkirchen, Wilhelmshaven
14 Recklingshausen
15 Münchengladbach
duiveboon - tuinboon
duivekater kerstbrood
duivenkervel aardrook
duivel asmodee, beëlzebub, beëlzebul, belial, boze, demo(o)n, droes, ikker, Lucifer mefisto, satan
duivelaanbidder - Jezidi
duivelarij afgoderij, arglistig, demonisch, diabolisch, exorcisme, gezanik, gezeur, hels, last, woedend,
duivelbanner - belezer, bezweerder
duivelbanning exorcisme
duivelin - helleveeg
duivels arglistig, boos, deksels, demonisch, diabolisch, hels, satanisch, vervloekt, woedend
duivelsbeet - smeerwortel
duivelsboon - smeerwortel
duivelsdienaar satanskind
duivelsdozijn - dertien
duivelsgeweld - spektakel
duivelskers heggenrank
duivelsklauw - berenklauw, valeriaan
duivelskunst hekserij magie, tovenarij, toverkunst
duivelskunstenaar tovenaar
duivels mens demon, satan
duivelsnaaigaren - warkruid
duivelsrog - zeeduivel
duivelsstok - lisdodde
duivelstoejager - schabul
duivelvis hozebek, hazenmond, zeeduivel
duivengeluid kirren, koeren
duivenhok til
duivenhouder duivenmelker
duivenras
6 tortel
7 bosduif, carneau, kipduif, kropper, nonduif, nonneke
8 hagenaar, houtduif, kropduif, krulduif, lachduif, postduif,
rotsduif, papegaaiduif, tandduif, kropduif, trekduif, valkenet,
wratduif
9 grondduif, holenduif, kraagduif, kroonduif, kruidduif,
manenduif, meeuwduif, raadsheer, steenduif, treurduif,
tuimelaar,
10 muskaatduif, pauwstaart, vluchtduif, waaierduif
11 trommelduif
13 cardolinaduif
duivenslag - knip
duiventil duivenhok
duivenverblijfplaats til
duiver doffer
duizelen dooreen draaien
duizelig deuzig, draaierig, onwel, zweverig
duizelig worden doezelen, dutten, zwijmelen
duizeling draaiing, draaierigheid
duizelingwekkend - enorm
duizelkruid - wolverlei
duizend (Fran.) mille
duizend (Tu) - bin
duizend duizend - miljoen
duizend elektrische eenheden kW
duizendgraan - breukkruid, dwergvlas
duizend gram - kilo
duizendguldenkruid - aardgal. Santorie
duizend jaar millennium, miliade
duizend liter k.l., ton
duizend meter kilometer
duizend miljoen - miljard
duizendpoten - Chilopoda
duizend stère kilostère
duizendtal - chiliade
duizend volt k.v.
duizend watt k.w.
duizendpotig insekt duizendpoot, scolopander, veelpoot
duizendjarige periode chiliade, millennium
duizendste deel van een gram milligram
duizendste deel van een meter millimeter
Dulcinea beminde, geliefde (van Don Quichot)
dukdalf meerstoel, meerpaal
dul - boos
duldbaar draaglijk, tolerabel
duldeloos - ondraaglijk
dulden accepteren, dragen, gedogen, lijden, doorstaan, ondergaan, toelaten, toestaan, tolereren, velen, verdragen, verduren
duldzaam verdraagzaam
dullen lisdodde
dump depot
dumpen - neerwerpen
dun doorschijnend, iel, luchtig, mager, min, schraal, schriel, slank, smal, ijl
dun baksel wafel
dun beslag temper
dun (bij dranken) - waterig
dun bindgaren raffia
dun blad gesteente - lei
dun blad hout fineer
dun blad metaal folie, lamelle, lamel
dun blad tin staniol, staniool
dun buigzaam hout spaan
dun en schel - schril
dun en schriel smal
dun en slank - rank
dun en slap neerhangend iets sliert
dun en vlak - plat
dundoek banier, driekleur, spandoek, vlag
dun doorzichtig weefsel - organdie
dun gebak ouwel
dun gepaneerd vlees schnitsel
dun geplet metaal - blik
dun gesleten plek in weefsel glee
dungesneden vis of vlees - filet
dun gestold laagje op een vloeistof vliesje
dun gezaaid - schaars
dun huidje vlies
dunk - denkbeeld, gedachte, idee, mening, oordeel, opinie
dun katoenen weefsel - mul
dunken geloven
dun koord - snoer
dun kwastje penseel
dun laagje hout - fineer
dun mesje lancet
dun metaal - blik
dun metalen pennetje stift
dun metalen plaatje - lamel, lamelle
dun opgerold wafeltje oblie, oublie
dun pannekoekje flensje
dun plaatje lamel
dun plaatje aan vissenhuid schub
dun plaatstaal stort, blik
dun plakje aardappel - chips
dun plat gebak ouwel, wafel
dun plat stuk snee, snede
dun schijfje flenter
dun staafje potlood stift
dun stuk hout - lat, spaan
dun takje rijs, roe, roede, teen, wijg
dun touw lijn
dun touw om slag te spannen talreep
dun uitgeslagen metaal folie, foelie
dun van klei gebakken steen - tegel
dun weefsel gaas, organdie
dun bladig gesteente lei
dundoek banier, driedoek, vlag
dunk denkbeeld, idee, oordeel, opinie, zienswijze
dunne balk ellen, treef
dunne draad garen
dunne gesleten plek glee
dunne grashalm - spriet
dunne houtreep spaander
dunne ijskorst op de weg ijzel
dunne laag olieverf - frottis
dunne lange hoofddoek - sluier
dunne lap vlees biefstuk osselap, runderlap
dunne lat rachel, tengel
dunnen schaven
dunne overjas demi
dunne plank lat, plint
dunne reep strook
dunne rietsoort pitriet
dunner worden afslanken, vermageren
dunne schijf - plaat, plak
dunne schroefboor - fret
dunne slijtplek glee, ril
dunne spijker nagel
dunne steen - tegel
dunne stof gaas, hair, lustre, mohair, tule
dunne stok staak
dunne strohalm strootje
dunne taille wespentaille
dunne tak twijg
dunne twijg rank, teen
dunne van klei gebakken steen tegel
dunne wandelstok badine
dunne wandsteen tegel
dunne weefselplek sleet
dunne zode schol
duo combinatie, koppel, paar, span, stel, tweetal, tweezit, twee, twin
dupe bedrogene, benadeelde
duperen - misleiden
duplex dubbel, tweevoudig
duplicaat afschrift, doordruk, doorslag, kopie
dupliceren - kopieren
duplo tweevoud
dur (muz.) majeur
durabel blijvend, duurzaam
dure delfstof goud
dure geurstof - parfum
duren aanhouden, blijven, voortbestaan, voortgaan
durend - blijvend, permanent
durende vijandschap vete
durf bluf, branie, bravoure, heldenmoed, kloekheid, lef, moed, stoutheid, waagstuk
durfal branie, lefgozer, lefmaker, waaghals, wager
durfniet lafaard, lafbek
durven riskeren, verstouten, wagen
dus aldus, alzo bijgevolg, daarom, derhalve, des, ergo, ita, uiteraard, zo
dusdanig dergelijk, dermate, zodanig, zulk
duster huisgewaad, ochtendjas
dutje hazenslaapje, siësta, slaapje, sluimering, tukje, uiltje
dutten slapen, sluimeren, soezen, suffen
dutter slaer, sluimeraar
duümviraat tweemanschap
duur expensief, kostbaar, onvoordelig, periode, prijzig, termijn,tijd
duurder worden oplopen
duur en prijzig peperig
duur glaswerk kristal
duur kleed pers
duur soort bont nerts
duur soort kwarts - onyx
duur van dag en nacht etmaal
duur van eb en vloed getij, tij
duur van een cursus semester, trimester
duur van tijd - poos
duurzaam bestendig, blijvend, consistent, degelijk, hecht, houdbaar, kostbaar, permanent, solide, stabiel, sterk, stevig
duurzaam maken consolideren
duurzaam en sterk - stevig
duurzaamheid consolidatie, sterkte
duurzaam kalkgesteente - marmer
duvelen - kwellen
duw opduvel, opstopper, por, stomp, stoot, zet
duwen dringen, drukken, persen
duwtje - tikje
dwaalgeest ketter
dwaalleer heresie, heterodoxie, ketterij
dwaalster planeet
dwaaltuin - doolhof, labyrinth
dwaalzin - verbinding
dwaas absurd, bespottelijk, bezeten, bezopen, clown, daas, dol, dom, gek, geschift, grillig, idioot, inept, krankzinnig, kwibus, mal, malloot, mesjogge, nar, onverstandig, onwijs, onzinnig, paljas, pias, potsierlijk, raar, rare, redeloos, suf, uitzinnig, waanzinnig, wonderlijk, zot
dwaas gepraat gekkenpraat, geklets, kletspraat, nonsens, onzin
dwaasheid apekool, gekheid, kletskoek, kolder, larie, malligheid, onverstandonzin, waanzin, zotheid
dwaas mens malloot
dwaas verhaal aardigheid, grol, kolder
dwaasheid absurditeit, allotria, (apen)kool, gekheid, gekkigheid, idiotie, idioterie, kiets (koek), larie, malligheid, onzin
dwalen dolen, falen, fout gaan, ronddolen, vergissen, waren, zwalken, zwerven
dwaling abuis, afwijking, doleantie, error, ketterij, misgreep, misser, misstap, paralogie, vergissing, waan
dwang druk, geweld, juk, moet, nood, noodzaak, pressie, terreur, tucht
dwangarbeid (ind) krakal
dwangarbeid in Siberië katorga
dwanggedachte ideefixe, obsessie, waandenkbeeld
dwanggezag - despotisme, tirannie
dwangmaatregel - sanctie
dwangmiddel sanctie
dwangsom - astreinte
dwang van onstandigheden - noodzaak
dwangvoorstelling obsessie
dwarrelen draaien, fladderen, kolken, zweven
dwarrelsneeuw driftsneeuw
dwars balorig, eigenzinnig, haaks, halsstarrig, koppig, loodrecht, ongezeglijk, onhandelbaar, overhoeks, recalcitrant, scheef, stijfhoofdig, transversaal, weerbarstig
dwarsbalk bint, faas, gording, korteling, kruisarm, ligger,moerbalk, pui, raveling
dwarsbalk in steiger korteling
dwarsbalk op wapenschild - faas
dwarsbenige kraakbeenvis rog
dwarsbekvis (doorn)haai, rog, zeevos
dwarsbeuk van een kerk transept
dwarsboom - sluithaak
dwarsbomen belemmeren, benadelen, doorkruisen, hinderen, tegenwerken
dwarsbijl - dissel
dwarsdraad - inslag
dwarsdrijven tegenwerken, tegenspreken
dwarsdrijverij obstructie
dwarsfluit - fijfel
dwarsgang zijgang
dwarsheid - koppigheid
dwarshout gording, kalf, ra, schei, schemel, spant
dwarshout van een schip ra, spant
dwarsklamp zaling
dwarskop - bobbekop, bullebak, dikkop
dwarskijker - spion, verklikker, zeurpiet
dwarslat - schei
dwarslat in ladder sport
dwarsligger biels, biel, rebel, slipper, stijfkop
dwarslijn sneu, travers
dwarslopen - doorkruisen, traverseren
dwarsmast - ra
dwars op de nerf (van hout) kops
dwarspand van een kerk - transept
dwarsregel in een kozijn - kalf
dwarsscheepse bank in een boot - docht, doft
dwarssnede vertonend - kops
dwarsstang travers
dwarsstuk - keep
dwarsstuk op kop van heipaal kesp
dwarsverbinding travers (traverse)
dwarswal travers, (traverse)
dwarsvleugel van een kruiskerk transept
dwarswegen zijpaden
dwarszitten hinderen, plagen, sarren, treiteren
dwaze gewoonte manie
dwaze man kwibus, malle, mallerd, malloot
dwaze praat apekool, dazen, gekheid, kolder, zottenpraat, zotten klap
dwaze streek - domheid
dwaze vertoning klucht, komedie
dwaze verzotheid - rage
dweepachtig romanesk
dweepziek fanatiek
dweepziek Engels patriot - jingo
zweepziek ijveraar - zeloot
dweepzucht fanatisme, geestdrijverij
dweil dronkaard, dronkelap, dronkeman, sloerie, straatmeid, voetveeg, zwabber
dweilen - boemelen
dweper drijver, fanaticus, fanatiekeling, geestdrijver
dwerg aardgeest, aardmannetje, gnoom, kabouter, kobold, lilliputter, pygmee, trol, uk
dwergbuffel anoba
dwerggras draadhalm
dwerggroei - cretinisme, nanisme, nanosomia
dwerggroei met snelle veroudering - progeria
dwerghaan - krielhaan
dwerghert - kantijl
dwerghoen krielhoen, krielkip
dwergkokospalm - syagrus
dwergstaat Andorra, Liechtenstein
dwergvalk - merliet
dwingeland autocraat, despoot, despotisme, dictator, onderdrukker, tiran dwingelandij tirannie
dwingen aanzetten, drammen, forceren, noodzaken, nopen, pressen
dwingend compusief, gebiedend, noodzakelijk, nopend, urgent
dwingend verlangen eisen
dwingwrig huilen - jengelen
dynamiek bewogenheid, gedrevenheid, kracht, stuwkracht, vaart
dynamiet nitroglycerine, springstof
dynamisch levendig, veerkrachtig,
dynamo electromotor, generator
dynast heerser, vorst
dynastie vorstenhuis
dyne krachtseenheid, dn.
dysenterie darmontsteking, bloeddiarree
E
Eagle (Eng.) adelaar, goudmunt
earl (Eng.) graaf
eb laagwater, l.w., ebbe, getij, tij
ebbe - getijde
ebben achteruitgaan, aflopen, afnemen, teruglopen, terugvloeien, wegvloeien
ebdeur - sluisdeur
eb en vloed tij, getijde, getij
eboniet caoutchouc
ecarté kaartspel
ecarteren vermijden, verwijderen
ecce (Lat.) zie
ecclesiastes prediker (het bijbel boek)
echec fiasco, mislukking, nederlaag, schaak, tegenslag
echo nagalm, naklank, weergalm, weerklank
echoapparaat - sonar
echokelder galmkelder
echt authentiek, bestaand, geheid, heerlijk, heus, huwelijk, inderdaad, legitiem, officieel, onvervalst, oprecht, origineel, raszuiver, realistisch, reëel, trouwpartij, verbintenis, waarachtig, waar(lijk), werkelijk, wettig, wezemlijk, zeker, zuiver
echte zanger fitis, kardinaal, karekiet, kneu, kwikstaart, liervogel spotvogel, tapuit, tjiftjaf
echtbreker - overspelige
echtbreuk ontrouw, overspel, slippertje
echtelijk conjugaal, huiselijk, huwelijks
echteloos ongehuwd, vrijgezel
echten trouwen, wettigen
echter alevel, desondanks, doch, edoch, evenwel, maar, niettemin, nochtans, toch
echte Fries - stamfries
echtgareel - huwelijksband
echtgebeurd historisch, waar
echtgenoot bruidegom, e(e)ga, ga(de), gemaal, getrouwde, levensgezel, man, partner, wederhelft
echtgenote eega, ga, gade, gemalin, getrouwde, vrouw, wederhelft, wijf
echtgenote van zie: vrouw van ...
echtheid authenticiteit, onvervalstheid, oprechtheid, ongeveinsdheid, waarheid
echtheidsonderzoek verificatie, controle
echtheidsverklaring - legitimatie
echtkoets bruidsbed, huwelijksbed
echt Nederlands beroep - matroos
echtscheiding ontrouw, overspel
echtscheidingplaats in VS. Reno
echtverbintenis echt, huwelijk
echtvereniging agnitie, bruiloft, huwelijk
echtverklaring agnitie, legalisatie
éclat opzien, glans, luister
eclatant inslaand, klinkend, opzienbarend, schitterend
eclips ondergang, verduistering
eclipseren verdonkeren, verduisteren, verdwijnen
ecliptica - aardbaan, zonneweg
economie staathuishoudkunde, zuinigheid
economisch spaarzaam, zuinig
Economische commissie voor Afrika - ESA
Economische commissie voor Europa - ECE
Economische commissie voor Latijns Amerika - ECLA
Economische commissie der VN - ECA, ECAF, ECE, ECLA
Economische en Sociale raad der VN - Ecosoc
economische onafhankelijkheid autarkie
economisch driespan - benelux
ecrin juwelenkistje
ecru crèmekleurig, ongebleekt, roomgeel, ruw, touwkleurig
Ecuador deel van - Costa, Oriënte, Sierra
Ecuador, provincie van -
4 Loja, Napo
5 Canar
6 Azuaya, Carchie, Guayas, Manabi
7 Bolivar, Pastaza
8 Cotapaxi, Inbabura
9 Pichincha
10 Chimborazo, Esmaraldas, Tungarahua
Ecuador, provinciehoofdstad in -
4 Loja Puyo, Tena
5 Macas, Quito
6 Ambato, Cuenza, Ibarra, Tulcan, Zamora
7 Azoguez, Machale
8 Babohoyo, Guaranda, Riobamba
9 Guayaquil, Latacunga
10 Esmeraldas, Portoviejo
Ecuadoriaanse munt centavo, sucre
eczeem (huid)uitslag
eczeem bij paarden - mok, rasp
Edda, onderdeel van de - Grottasongr, Havamal, Hyndlujod, Rigsthula, Voluspa
edder uier
edel - adelijk, doorluchtig, eel, edelwaardig, goed, grootmoedighoogstaand, nobel, ridderlijk,statig, verheven, voornaam
edelaardig edelmoedig, grootmoedignobel
edelachtbare - e.a.
edeldame - douairière
edel dier eland, hert, paard, ros
edelaardig grootmoedig, nobel
edele aanzienlijke, adelijke, edelman, ridder,
edele aard - adel
edelen - aanzienlijken, adelijken, adelstand
edele vogel arend, valk
edelgas argon, helium, krypton, neon, xenon
edelgesteente diamant, smaragd
edelgesteente in een vingerring - bag
edelgranaat - almandien
edelgraniet - almandin
edelheid adel, uitmuntendheid, voortreffelijkheid
edeling edele
edelknaap - hofjonker, page
edellieden - adelstand
edelman aristocraat, baron, bruggraaf, edele, edeling, graaf, hertog, hildalgo (Sp.), jonkheer, markies, pair, prins, ridder, vicomte
edelman te paard - ridder
edelmarter boommarter
edelmetaal goud, platina, zilver
edelmetaal (Fr) or
edelmoedig edel, edelaardig, genereus, groothartig, grootmoedig, gul, lankmoedigmild, menslievend, nobel, onbekrompen, vrijmoedig
edelmoedigheid adel, generositeit, goedertierenheid, mildheid, noblesse
edelsmid zilver-, goudsmid
edelsmid, beroemde - begeer, Bulle, Celini, Faberge, Lalique, Lebrun, Lutma, Mores, Vianen
edelsmidwerktuig - bouwel, burijn, steke
edelstenen
3 git
4 brik, daai, erts, jade, kies, onyx, zand
5 agaat, amber, bagge, beril, beril, camee, gemma, gneis, grind,
grint, magma, opaal, parel, pumex, robijn, rubis, silex
6 adamas, akmiet, albast, amaril, arduin, asbest, aug iet,
bariet, basalt, bazalt, bismut, carbon, eoliet, gagaat,
gravel, jaspis, juweel, kareel, katoog ,koraal, kwarts, marmer, orion, plasma, prasem, pyriet, sardis, spinal, topaas,
ulviet, zarbat
7 adamant, adulaar, almagra, aluniet, ametist, amirant,
aniniet, apatiet, asteria, bauxiet, camaieu, carneol,
carrara, citrien, diabaas, diamant, dioriet, girasol,
glimmer, grafiet, granaat ,graniet, granito, grauwak,
graveel, greskei ,hyacint, hyaliet, jadeïet, kalktuf,
koralijn, kristal, krijttuf, leuciet, mangaan, nefriet,
neoliet, oxaliet, perelle, peridot, pikriet, porfier,
pycniet, saffier, sinopel, smaragd, uroliet, wolfram,
ijssteen, zeoliet, zirkoon
8 aeroliet, alboliet, alfenide, allagiet, almandin, amethist,
baccarat, basaniet, bdellium, beresiet, boraciet,
braggiet, briljant, brillant, cabochon, carneool,
ceratiet, chamotte, chloriet, cornalijn, corneool,
datoliet, dendriet, diopsiet, dioptaas, doleriet,
dolomiet, electron ,esmeraud, essoniet, eterniet,
euforiet, gadsteel, galsteen, graniver, haarkies,
hamatiet, isjoliet, karneool, kornelijn, lateriet,
lavaglas, lazuriet, leisteen, leksteen, majolica,
megaliet, melaniet, nomoliet, pagodiet, peperine,
rijnsteen, sanidien, saponiet, sardonix, seleniet,
sideriet, silicium, spongiet, steatiet, trachiet, tufsteen,
turkoois, zeeagaat, zeeberil
9 amazoniet, antraciet, aquamarijn, aromaliet, baikeliet,
barnsteen, belemniet, bengaliet, cacheloog, calcidoon,
carbonium, chalcedon, dinasteen, dragoniet, drakoniet,
edelopaal, flintglas, galactiet, gangsteen, garneriet,
glassteen, goudsteen, granuliet, hardsteen, hessoniet,
inktsteen, kalksteen, karbonkel, kattegoud, kuitsteen,
kwartsiet, maansteen, malachiet, melksteen, meteoriet,
naltroilet niersteen, paapsteen, psaroliet, puimsteen,
rhodoniet, roodsteen, speksteen, steenvlas, steenzout,
stersteen, tandsteen, theraliet, toermalijn, tungsteen,
vuursteen, waalsteen, wratsteen, ijselsteen, ijzersteen,
zandsteen, zeepsteen, zeilsteen
10 aluinsteen, anthraciet, antimonium, asicteriet,
automaliet, azuursteen, band jaspis, basaltglas,
beeldsteen, blaassteen, blauwsteen, bloedsteen,
bronsinter, bruinspaat, bruinsteen, chrisoliet,
chrisoliet, dianasteen, druipsteen, gadoliniet,
heliotroop, helsesteen, hoornsteen, karsteniet,
klinksteen, luchtsteen, marcassiet, nevelsteen,
nikkelkies, paarlopaal palagonlet, paragoniet,
pepersteen, rooskwarts, smaragdiet, spiesglans,
stalactiet, stalagmiet, stangsteen, topasoliet,
sponssteen, waterspaat, zonnesteen
11 bergkristal, bloedkoraal, chrysoberyl chrysopraas
edelsteen in ring bag, bagge
edelsteenkunde gemmologie
edelsteen met ingesneden figuur - gemma, intaglio
edelvalk - vogel
edelvrouw barones, douarière, freule, gravin, groothertogin, hertogin, jonkvrouw, markiezin, prinses
eden eldorado, lusthof, lustoordparadijs
Ederna - Adrianopel
edict besluit; bevelschrift, kennisgevingplakkaat, verdrag, verordening
edik azijn, eek
editeren publiceren, uitgeven
editie druk, oplage, uitgave,
edoch echter, evenwel, maar
Edom Ezau
educatie opvoeding, scholing
educatief opvoedend
eed belofte, bezwering, gelofte, verklaring
eedbreuk - meineed
eedgenoot bondgenoot, samenzweerder
eedverbond compromis, eedgenootschap
eega echtgenote, echtgenoot, ga, gade, gemaal, gemalin, getrouwde, levensgezel, man, vrouw , wederhelft
eek azijn, edik, eik, eikenschors, looistof, run
eekhoorn eekkatte, eker, pluimstaart
eekhoornmarmot tamias
eekhoornsoort - alpenmarmot, klapperrat, soeslik, ziesel
eel ale, bier
eelt callas, huidverharding, weer, zwil
eeltachtige uitwas likdoorn, wrat
eenakter - toneelspel
eeltachtige verharding wrat
eeltpotige - alpaca, dromedaris, guanaco, kameel, lama, vicugna
een andere mening - oneens
een andere vorm geven deformeren omvormen, reformeren, vervormen
een appel en een ei - weinig
een bad nemen - baden
een bedevaart doen - dienen
een beetje deels, enigermate, enigszins, iet, iets, ietwat, luttel, pietsje, wat, weinig
een beetje dronken aangeschoten, tipsy
een beetje scheel loens
een bepaalde richting uit achteruit, linksaf, rechtdoor, rechtsaf
eenbes - dolwortel, panskruid, wolfsbes
een besluit nemen - beslissen
een bestelling bezorgen afloeveren
een boek openen opslaan
een boel - veel
een bultige kameel - dromedaris
eencellige - radiolarie, schaaldier(tje)
eencelligen -
5 algae, algen
6 wieren
7 ciliate
8 protozoa, sporozoa
9 bacteriën, protisten , rhizopoda, sardonica
10 flagellata, schizophyta, slijmzwammen
12 mastigophoia
13 sporendiertjes, wortelpotigen, zweepdiertjes
17 afgietseldiertjes
eencellig diertje - amoebe, zeevonk
eencellig organisme - bacil, bacterie
eend - bergeend, brilduiker, domoor, goele, klappereend, krakeend, krust, oeverzegge, roepertje, roodkop, stommeling, taling, woerd
eend, kleine - taling
eendachtig - dom
eendachtige vogel - eend, gans, meerkoet, zwaan
één dag durend efemeer
eendagsvlieg - efemeried, haft, oeveraas
een dag voor heden - gisteren
eendekker - monoplaan
eendekroos - eendemoes, lemma, puirek
eendekroos achtigen - lemnaceeëen
eendelig werkpak - overall
eendendoder - visarend
eendengeluid kwaken, snateren
eendenkooihouder - kooiker
eendensoort -
6 smient, taling ijseend
7 casarca, nijlgans, zaagbek, zee-eend
8 Balieend, bergeend, booteend, duikeend, huiseend,
kromeend, kuifeend, nonnetje, slobeend
9 Andesgans, dwerggans, eidereend, krooneend,
kwakertje, pronkeend, pijlstaart, tafeleend
10 brilduiker, Pekingeend, Rouaaneend, toppereend,
witoogeend
11 hoendergans, Orinocogans
12 wintertaling
16 stekelstaarteend
eender dito, egaal evenzo, gelijk, hetzelfde, idem, ongeweizigd, onveranderd
een der Antillen Aruba, Bonaire, Cuba, Curaçao, Jamaica, Saba
een der Apostelen Andreas, Filippus, Jacobus, Johannes, Judas, Nathanaël, Petrus, Simon, Thomas
een der Azoren Fayal
een der Bahamas Acklin, Cat, Watling
een der Balearen Ibiza, Mallorca, Minorca
een der Banda eilanden Al
een der Canarische eilanden Palma, Hierro
een der Cycladen Delos, Milos, Naxos, Paros, Thira
een der Deense eilanden Bornholm, Funen, Mön, Samsö, Lolland,
een der eilanden van de Dodekanesos Leros, Jaros
een der Fidzji eilanden Ngau
een der Filippijnen Luzon, Mindoro, Mindanao
een der Furiën Megara
een der Gorgonen Euryale, Madusa, Stheno
een der grote Antillen Cuba, Jamaica
een der Hebriden Barra, Lewis, Ulst
een der kegelsneden - ellips
een der lonische eilanden Korfoe, Zante
een der Japanse eilanden Hokkaido, Hondo, Kioesjoe, Sjikokoe
een der kleine Antillen Aruba, Bonaire, Curaçao
een der Koerillen ltoeroen, Oeroep
een der Lakkadiven Amini, Kalpeni
een der Liparische eilanden Alicudi, Salina, Stromboli
een der Lofoten Andöy, Langö
een der Molukken Ambon, Buru, Ceram, Halmahera
een der muzen Calliope Clio, Erato, Euterpe, Melpomene, Polyhymnia, Terpsichore, Thalia, Urania
een der nieuwe Hebriden Epi, Tana
een der Nornen Oerd, Skoeld, Verandi
een der Oostzeeeilanden Bornholm, Gotland, Öland, Sarema
een der Orkaden Hoy, Sanday
een der Parcen Atropos, Clotho, Lachesis
een der Pityusen Formentera, Ibiza
een der Rioekioe eilanden Okinawa
een der Salomon eilanden Boeka, Malaita
een der Shetlandeilanden Foula, Unst, Yell
een der Sporaden Chios, Kos, Samos
een der stichters van Rome Remus, Romulus
een der Tanimbareilanden Larat
een der twaalf kleine profeten Amos, Hosea, Jona, Micha, Nahum, Obadja
een der Waddeneilanden Ameland, Rottum, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel, Vlieland
een der Walkyren Brunhilde
een der wetboeken B.W., W.v.S.
een der zinnen gehoor, gevoel, gezicht, reuk, smaak, tast
een deurvlak - paneel
een diepe afkeer voelen - walgen
een door grenzen bepaalde plaats ruimte
een door hoge bergen ingesloten dal dal, ketel
een door land omsloten water meer, plas, poel, ven
een dosis bepalen - doseren
een duik nemen - duiken
een duistere zaak - raadsel
een dutje doen - dutten
een einde nemen ophouden, stoppen
een en ander enig, e.e.a.
een elk ieder(een)
een enkele - eentje
een enkele keer eens, eenmaal
een enkele maal eens, soms, weleens
een fase hebbend eenfasig
een ferme indruk makend kranig, stoer
een flinke man kerel, vent
een gat maken boren, graven
een gedaante geven formeren, vormen
een geheel vormend aaneen, samen
een geloofsbelijdenis aanhangend belijdend, confessioneel, kerkelijk
een geluid geven - klateren
een gemeenschappelijk middelpunt hebbend - concentrisch
een gesprek aanknopen aanpappen
een gesprek voeren - converseren
een geur waarnemen - ruiken
een geweldige jager Nimrod
een halm - lintgras
een hecht geheel eenheid
een heel volk treffend nationaal
eenheid gelijkheid, harmonie, unie, uniformiteit unit, vereniging
een heildronk uitbrengen - toosten
een hekel hebben aan - haten
een heleboel massa
een hele Piet held, kei
een hoeveelheid bepalen - doseren
een hoeveelheid werk taak
een huis zetten - bouwen
een ieder elk, elkeen, ieder, iedereen
een in het kaartspel aas
een inzinking hebben - instorten
een kamp betrekken kamperen
één keer eenmaal, eens,, ereis, weleens
een keus maken (uit)kiezen
een klap geven - slaan
een klein bedrag prikjesnars
een klein beetje flinter, iets, pietsie, snufje, vleugje
een klein gedicht distichon, limmerik, rijmpje, versje
een klin gedichtje rijmpje, versje
een kleinigheid - akkevietje, bagatel, krats, schijntje, snars
een knal geven knallen
een knoop leggen - knopen
een koning van Israël David, Salomon, Saul
een kristal monokristal
een lyrische dichtsoort elegie, ode
een maal aanrichten dekken
een maaltijd gebruiken lunchen
een massa veel
een meevaller hebben boffen
een mes aanzetten scherpen, slijpen
een met achttien nullen triljoen
een met negen nullen biljoen
èèn met twaalf nullen biljoen
èèn met zes nullen miljoen
een moment even, ogenblik, tel
een mooi praatje smoes, uitvlucht, verzinsel
een naad losmaken tornen
een naam geven benoemen, betitelen,dopen, noemen,
een mooie jongen Adonis
een norm voorschrijvend - normatief
een nors man Nabal, nurks
een nummer trekken loten
een of ander iemand
een ogenblik even, eventjes, minuut, moment, tel
een omweg maken - omlopen
een oog betreffende monoculair
een oordeel vellen (be)oordelen
een opdracht herroepen algelasten, intrekken
een ovatie geven klappen
een pakkerd geven - kussen
een plantenleven leiden vegeteren
een pleidooi houden - pleiten
een poosje amerij, even
een prooi zoeken - azen
een regel woorden - zin
een slag om de arm houden voorzichtig
een slag slaan gissen, reden
een sloot volstorten dempen
een snufje - snuifje
een stel kleren kostuum, pak
een stuk of wat paar
een teugje drinken - nippen
een tochtje maken toeren
een van de veda's Atharva, Rig, Sama, Yajur
een van zin eenparig
een vent van niets - flut
een vereiste nodig
een veter strikken - knopen
een waan hebben - wanen
en warme maaltijd gebruiken dineren
een weg banen - doordringen
een weinig beetje, enigzins, even, iet, iets, ietwat, lichtelijk, snars, zier
een weinig loom -lomig
een weinig nat vochtig
een weinig scheel loens
een weinig tijd even, moment, tel
een weinig voos - voosachtig
een weinig warm lauw
een wenk geven - wenken
een worden integreren
een worm emelt
een zekere ene, iemand
een zet geven - duwen
eencellig dier foraminifeer, infusiediertje, pantoffeldiertje, radiolarie, trypanosoom, zeevonk
eencellig organisme bacil, bacterie
eend goeie, goeleken, smient, taling, woerd
eendagsvliegen efemeriden
eendekker monoplane
eendracht concordia, eensgezindheid, harmonie, samenwerking unitas, unie
eendrachtig eenparig, eensgezind, harmonieus, unaniem
eendvogel - krak(eend)
een enkele keer - eenmaal, eens
eenheid element, gelijkheid, harmonie, monade, unie, unitas, uniteit
eenheid van absolute druk - ata
eenheid van arbeid erg, energie
eenheid van arbeidsvermogen - h.p., p.k., paardekracht
eenheid van belichtingssterkte - lux
eenheid van capaciteit Farad
eenheid van diamantgewicht - karaat, krt
eenheid van dopoolmoment - debye
eenheid van druk atm(osfeer), bar, dyne, pascal, piëeze, torr
eenheid van elektrisch potentieel - volt
eenheid van elektrische arbeid joule, kWh., kilowattuur
eenheid van elektrische capaciteit farad
eenheid van elektrische lading - coulomb
eenheid van elektrische spanning volt
eenheid van elektrische stroomsterkte ampère, amp., bit
eenheid van elektrisch vermogen Watt
eenheid van elektrische veldmeter - voltmeter
eenheid van elektrische weerstand ohm
eenheid van energie Btu, cal(orie), erg,, h.p, p.k., (Eng)
eenheid van filmgevoeligheid Din, Asa
eenheid van frequentie Hz., Hertz
eenheid van gas spanning atm., atmosfeer
eenheid van geluid decibel, db., foon
eenheid van gewicht gram, kilo, ons, pond, ton
eenheid van goudgehalte karaat
eenheid van helderheid van lichtbron stilb
eenheid van kracht dune, dn., Kgf, Newton, pdl, poundal
eenheid van lengte angstrom, ft, inch, lichtjaar, meter, mile, mijl, yard
eenheid van lichtsterkte candela, kaars, lumen
eenheid van lichtstroom lumen
eenheid van luchtdruk atmosfeer,milibaar
eenheid van luminatie - blondel
eenheid van maat cm, el, elle, km, meter, mm
eenheid van magnetische flux - voltsec.
eenheid van magnetische veldsterkte gauss
eenheid van meten van lichtsterkte kaars, candela
eenheid van massa - gamma, karaat, kilogram, kg, lb, sh.t.n., ton
eenheid van oppervlakte - acre, are
eenheid van oppervlakte in de atoomfysica - barn
eenheid van overerving - gen
eenheid van snelheid - kmh, knoop
eenheid van spanning of druk atmosfeer, atm. bar, volt
eenheid van stroom - ampère
eenheid van temperatuur graad
eenheid van transmissiesnelheid - baud, bit
eenheid van tijd - sec,
eenheid van verlichtingssterkte blondel, lux
eenheid van vermogen hp, p.k., watt
eenheid van volume - barrel, gallon, liter, stère, UKgal, USgal, wisse
eenheid van warmte gramcalorie
eenheid van weerstand - Ohm
eenheid van wezen identiteit
eenheid van zelfinductie henry
eenheidstaal A.B.N., Esperanto, Ido, koinè
eenheidstaal in Afrika Haussa, Suohili, Swahili
eenheidstaal in de Middeleeuwen Latijn
eenheidstaal in India Engels, Hindi
eenheidstaal in Indonesië Bahasa, Maleis
eenheidstaal in Z. Amerika Papiamento
eenhoevig zoogdier ezel, okapi, paard, rendier, ros, zebra
eenhoofdig monarchaal
eenhoorn narwal, neushoorn, rinoceros, unicum
eenhoornvis narwal
eenjarig - annaal
eenjarig dier - enter
eenjarig gewas boekweit
eenjarig groenvoeder gewas - serradella
eenjarig (huis)dier enter
eenjarig kalf hokkeling, pink
eenjarig plantje erica, hennep, kroos, veronica
eenjarige planten - annuellen
eenjarig rund - hokkeling, pink
eenjarige stier - pinkstier
eenjarig vrouwelijk rund - hokkeling
eenkennig bleu, schuw, timide, verlegen
eenklank - monuftong, unisono
eenkleurig effen, egaal, monochroom, uni
eenlettergrepig woord monosyllabe
eenling alleenstaande, eenzaat, enkeling, individu, mens, persoon
eenlopig - ongehuwd, vrijgezel
eenmaal eens, ereis, ooit, toen, vroeger
eenmaal daags, op recepten - s.d.d.
eenmaal de baan voor een racer ronde
eenmaster botter
eenmiddelpuntig concentrisch
eenoog cycloop
eenoogkreeft - cyslops
eenoor sul
eenparig eendrachtig, eensgezind, eenstemmig, gelijk gelijkmatig, gestadig, matig, unaniem
eenpersoonsroeiboot sculler, skif
eenpolige magneet - monopool
eens akkoord, eendrachtig, eenmaal, ereis, eris, indertijd, ooit, toen, vroeger, weleens
eens zo veel dubbel, dubbelop
eensgezind eendrachtig, eenparig, harmonisch, saamhorig, solidair, unaniem, uniteit
eensgezindheid concordia, eendracht, eenheid, harmonie, unanimiteit, unaniem, uniteit
eensklaps bruusk, ineens, opeens, pardoes, onverhoeds, onverwachts, plotsklaps, plotseling
eenslachtig - diklien
eensluidend gelijkluidend
eensnarig muziekinstrument monochord(ium)
eenspannig wagentje cabriole, gig,
eens te meer andermaal, alweer, nogmaals, opnieuw, wederom
eenstemmig consonant, eendrachtig, eenparig, eensgezind, unaniem, unisono
eenstemmig (muz) unisona
eenstemmig gezang monodie
eenstemmig muziekstuk - aria, solo
eenstemmige kerkgezangen gregoriaans
eentonig eenzelvig, monotoon, saai, vervelend
eentonige opsomming litanie
eentonige manier van opzeggen dreunen
eentonige melodie - dreun
eentonige versmaat dreun
eentonigheid - monotonie
eenvoetig vers monometer
eenvormig gelijkvormig, uniform
eenvormig maken uniformeren
eenvoud argeloosheid, bescheidenheid, naïviteit, natuurlijk, ongekunsteldheid, simpelheid, simpliciteit, onnozelheid, oprechtheid
eenvoudig armoedig, bescheiden, gemoedelijk, gering, gewoon, gewoonweg, karig, kortweg, makkelijk, matig, naïef, natuurlijk, ongekunsteld, onnozel, onopgesmukt, oprecht, plat, primitief, simpel, sober
eenvoudig (rnuz) rustic(and)o
eenvoudig gebouw barak
eenvoudig gedicht rijm
eenvoudig hotel herberg, logement
eenvoudig huisje hut, krot, stulp
eenvoudig hulpmiddeltje ezelsbrug (getje)
eenvoudig instrument om de hoogte der zon te meten - zering
eenvoudige hanglamp - pendel
eenvoudige herberg estaminet
eenvoudige tijdmeter zonnewijzer
eenvoudige zangwijze - dun
eenvoudigste element waterstof
eenvoudigste koolwaterstof methaan
eenvoudigste oxide water
eenwaardig monovalent, uniform
eenwerf - eenmaal, eens
eenworden - integreren
eenwording integratie
eenzaadlobbig lelie, monocotyl
eenzaadlobbige plant abaca, agave ajuin, aloë, ananas, aronskelk, asperge, bamboe, banaan, bios, canna, clivia, crocus, dravik, ezelskop, gember, gerst, gladiool, haver, kroos, lelie, lis, look, maïs, narcis, palm, pandaan, pijlkruid, prol, riet, rogge, rus, rust, saffraan, suikerriet, tarwe, weegbree, zeegras, zegge
eenzaam afgelegen, afgezonderd, alleen, doods, enkel, geïsoleerd, isolaat, onbezocht, ongehuwd, solitair, verlaten
eenzaam gelegen afgelegen, geïsoleerd
eenzaamheid isolement, verlatenheid
eenzelfde dergelijk
eenzelvig afgezonderd, bekrompen, gelijk, gesloten, ingekeerd, introvert, partijdig, stil, stug, unilateraal
eenzelvig mens - eenling
eenzinnigheid - univociteit
eenzijdig - bekrompen, partijdig, unilateraal
eenzijdig bedrukt papier piano
eer aanzien, achting, aleer, alvorens, burgerlijkeerzaam, egards, ere, faam, glorie, hulde, lof, naam, praal, prestige, regard, roem, voor, voordat, vroeger, waardig, zedelijk
eer aandoen - eren
eerbaar bescheiden, braaf, decent, fatsoenlijk, goed, kies, kuis, modest, not, preuts, rein, solide, zedelijk, zedig
eerbaarheid fatsoen, kuisheid, zedigheid
eerbetoon aanbidding, defilé, eer, egards, groet, hormat, hulde, hildiging, verering
eerbewijs - aubade, defilé, eerbetoon, egard, groet, hulde, knieval, respect, serenade, verering, waardering
eerbied achting, bewondering, egard, hoogachting, ontzag, respect, reverentie, verering, vrees
eerbied afdwingend eerbiedwaardig
eerbied jegens overledenen piëteit
eerbied voor zichzelf zelfrespect
eerbiedig respectvol, waardig
eerbiedigen ontzien, respecteren , sparen
eerbiedige nagedachtenis - piëteit
eerbiediging ontzag, respect, eerbiedsbetuiging egard eerbiedwaardig achtbaar, respectabel, venerabel
eerdaags dra, eerlang, binnenkort, spoedig, weldra
eerdat alvorens, voordat
eerder liever, eer, eerst, eertijds, liever, tevoren, veeleer, voorheen, vroeger, vroegtijdig
eerder in de tijd verleden, voorheer, vroeger
eerdief - lasteraar
eergevoel ponteneur, trots, zelfrespect
eergierigheid ambitie, eerzuchtig
eerherstel rehabilitatie
eer ik het vergeet - apropos
eerkrenking belediging, kwetsing
eerlang aanstonds, binnenkort, dra, eerdaags, ras, spoedig, weldra, welhaast
eerlijk betrouwbaar, echt, fair, gemeend, gepast, goed, loyaal, oprecht, openhartig, rechtschapen, rechtvaardig, ronduit, waar(achtig)
eerlijkheid deugd, trouw, probiteit, rechtschapenheid, waarheid
eerloos gemeen, gewetenloos, ignobel, infaam, karakterloos, laag, laaghartig, onedel, oneervol, schandelijk, snood, veil
eerloosheid infamie, laagheid, schanddaad
eermetaal medaille, onderscheiding, ridderorde
eer of achting aanzien
eer of lof - glorie
eerroof aanranding, achtyerklap, diffamatie, smaad, laster
eerrovend schandelijk
eerrover - aanrander
eershalve h.c., honorair
eerst aanvankelijk, eerder, primair, primo, vooraan, vooraf, voordat, vooreerst, vroeger
eerste alfa, prima, primus, princeps,vooraf, voorste
eerste aanzet - opmaat
eerstdaags binnenkort, ras, weldra
eerste aardperiode van het secundaire tijdperk - tiras
eerste afdruk druk, drukproef, proef, proefdruk
eerste afschrift grosse
eerste begin - inzet, kiem, opmaat
eerste beginselen - initia, rudiment
eerste beginselen betreffende elementair
eerste bericht primeur
eerste bewoner der Filippijnen Negrito
eerste bewoner van Amerika Indiaan
eerste bidstond prime
eerste bijbelboek Gen(esis)
eerste bod op een veiling - inzet
eerste dag van de maand (Lat) calendae
eerste deel van breviergebed - metten
eerste deel van een mis - prefatie
eerste deel van een rivier - bovenloop
eerste der bisschoppen Paus
eerste distillatieproduct - voorloop
eerste gebruik - primeur
eerste grasboter - schaapjesboter
eerste grondwet magna charta
eerste haar van jonge dieren nesthaar
eerste hogepriester Aäron
eerste hulp bij ongelukken - ehbo
eerste Indiëvaarder Houtman, Linschoten
eerste industriestad in Japan Osaka
eerste jaargetijde - lente
eerste jaars - groen, noviet
Eerste Kamer Senaat
Eerste Kamer, Deense Landsting
Eerste Kamerlid senator
eerste keer - p.v.
eerste kelner - ober
eerste koemelk na kalven biest
eerste koning der joden Saul
eerste koning van Nederland Willem
eerste korte etappe - proloog
eerste letter Griekse alfabet alfa, alpha
eerste letter Hebreeuwse alfabet aleph, alef
eerste letter van iemands verschillende namen initiaal
eerste lettergreep van een volgende bladzijde custode, custos
eersteling - primeur
eerste maandag na Driekoningen koppermaandag
eerste mens Adam
eerste mens, oude-Noorse - Ask
eerste melk na het kalven - biest, colostrum
eerste mens primaat
eerste minister kanselier, premier
eerste minister van sultan - vizier
eerste model - prototype
eerste naamval nominatief
eerste noot van da toonladder C, do, ut,
eerste onderwerp - apropos
eerste openbaarmaking van nieuws primeur
eerste optreden - debuut
eerste opvoering première
eerste post op de rekening van een advocaat - retenue
eerste predikatie entreerede
eerste prijs - goud
eerste prijs-behaler op school - primus
eersterangs - beste, exelent
eerste redevoering maidenspeech
eerste reis van schip maidentrip
eerste ruimtevaarder Gagarin
eerste slag bij ennis - service
eerste slachtoffer van een broedermoord Abel
eerste staatsdienaar minister
eerste staatsmacht na de bevrijding m.g.
eerste stadium van groei in een eicel - blastula
eerste stoot die een beweging meedeelt - impuls, initiatief
eerste taken van dierenriem Ram
eerste thema van fuga dux
eerste toneelspeelster - primadonna
eerste type - prototype
eerste verdieping - belètage
eerste verweerschrift repliek
eerste vijf bijbelboeken Pentateuch
eerste vlieger Icarus
eerste voorstelling première
eerste vrouw Eva
eerste vrucht - eersteling
eerste werk van schrijver debuut
eerste zangeres aan een opera primadonna
eerste zondag na Pasen quasimodo
eerstejaars groen, noviet
eerstgeborene eersteling, Kaïn, oudste, primogenitus
eerstgeboorterecht primogenituur
eerstgeboren zoon van Jakob Edom, Ezau, Jacob
eerstgenoemde e.g.
eerstkomende - aanstaand, a.s., e.k.
eerstvolgende a.s., e.k., e.v.
eertijds aleer, olim, verleden, voorheen, vroeger, weleer
eertijds bekend schaker Aljechim, Capablanca, Euwe, Morpgy, Olland, Reti
eertijds justitieambtenaar - baljuw
eertijds Oosterse vorst - Mogol
eervergeten eerloos, verdorven
eervergetenheid - eerloosheid, gewetenloosheid, laagheid, schaamteloosheid
eervol eerlijk, honorabel, loffelijk, lofwaardig, roemvol
eerwaarde r.d., r.p.
eerwaarde grijsaard aartsvader, nestor
Eerwaarde Heer R.D.
Eerwaarde Vader R.P.
eerwaardig - achtbaar
eerwaardig ambt R. M.
eerzaam achtbaar, braaf, deugdzaam, duf,eerbaar fatsoenlijk, goed, lust, netjes, verlangen, ijver
eerzucht ambitie, aspiratie, verlangen, ijver
eerzuchtig ambitieus, eergierig
eerzuchtig mens - intrigant, streber, strever
eest ast, droogoven, oven
eesten drogen
eet trek, honger
eetbaar gaar, rijp
eetbare knol aardappel, biet, kroot, pieper, raap, radijs, rammenas
eetbare hartschelp kokhaan, kokkel
eetbare kweekplant - asperge
eetbare paddestoel aardbuil, berkenboleet, brons champignon, cantharel, distelpleutotus, dooierzwam, eekhoorntjesbrood, gele ridderzwam, gele stekelzwam, gepeperde melkzwam, geschubde inktzwam, goudgele koraalzwam, grote paarse ridderzwam, koraalzwam, hanakam, honingzwam, hoorn van overvloed, inktzwam, keizerszwam, morielje, nevelzwam, paarlamaniet, parasolzam, ridderzwam, ruwe groene Russula, truffel, weide-champignon, weidekringzwam
eetbare plant - venkel
eetbare schijnvrucht kwee
eetbare slak alikruik, caracole, karakol
eetbare stengel asperge, kaarde
eetbare wortel aardwortrel, biet, gember, pee, peen, schorsoneer
eetbare zeeslak alikruik
eetbare zwam cantharel, champignon, eekhoorntjesbrood, eikhaas, morille
eetgelegenheid bistro, brasserie, cafetaria, eethuis, gaarkeuken, kantine, mensa, restaurant, restauratie, snackbar
eetgelegenheid voor militairen mess
eetgelegenheid voor studenten mensa
eetgerei bestek, bord, couvert, fruitmesje, kom, kop, lepel, mes, pan, schaal, servet, servies(goed), soeplepel, vork
eetgerei veer militairen - messtin, mesting
eethuis automatiek, bistro, cafetaria, ordinairs, restaurant, spijshuis
eetketeltje gamel
eetklaar maken bakken, koken
eetklaar maken met stoom - stomen
eetklaar maken op een grill - grillen
eetkraam warong
eetlust appetijt, eet, graagheidhonger, lust, trek, zin
eetlustgebrek anorexie
eetlust, onverzadigbare - acorie
eetlust opwekkend middel - amara, aperitief, bitter, gentiaan, kalmoes, specerij
eetpartij eterij
eetpauze schaft(tijd)
eetregel - dieet
eetschema dieet, regiem
eettafel dis
eetvertrek eetzaal
eetvoorschrift - dieet
eetwaar eten, kost, voeding, voedsel
eetwolf - gulzigaard, slokop, veelvraat
eetzaal cenakel, grillroom, lunchroom, mess, refectorium, refter, restauratie, restaurant
eetzaal in klooster refter
eetzaal op een schip messroom
eetzak broodzak, knapzak
eeuw era, periode, tijdperk
eeuwfeest centenarium
eeuwig aanhoudend, altijd(durend), altoos, eindeloos, immer, levenslang, oneindig, onsterfelijk, steeds, tijdloos, voorgoed
eeuwigdurend - altijddurend
eeuwige stad Rome
eeuwigheid aeoon, eindeloosheid, eon, hiernamaals
efemeris - dagboek, journaal
effect aandeel(bewijs), gevolg, indruk, invloed, pandbrief, resultaat, uitwerking, waardepapier
effectief doelmatig, doeltreffend, raak, werkelijk, wezenlijk
effen - egaal, eventjes, gelijk(matig), glad, onbewogen, ongerimpeld, plat, plooiloos, uitgestreken, vlak
effenen - aplaneren, banen, egaliseren, gelijkmaken, gladmaken, slechten, vlakken
effenheid - gladheid, vlakte
effening - gelijkmaking
effen streek land - vlakte
effentjes - eventjes
effer - avegaar
afficiteit - doelmatig, doeltreffend
egaal - eender, effen, emerlei, gelijk, gelijkmatig, glad, plat, plooiloos, vlak
egalisatie - vereffening
egalisator - gelijkmaker
egaliseren - (ver)effenen, gelijkmakenvlakmaken
egard - achting, beleefdheid, eerbied, ontzag, respect, voorkomendheid
Egeïsche Zee, eilandengroep in de - Cycladen, Sporaden
egel arbeidsrol, kaardrol
egel, soort - spitsrat
egelantier - bottelroos, rozelaar
egelgras - beenbreek
egelskop - duiker, sparganium
egelvis koglvis
egelworm - leverbot
egelwormziekte - distomatose
egger - landbewerker
eggerig - stroef
ego - ik
egoïsme - baatzucht, zelfzucht
egotripper - egoist
Egypte, oude naam voor - Kemat, Kemi
Egypte, oude Arabische naam voor - Misr
Egypte, oude Hebreeuwse naam voor - Masor, Mitsraim
Egypte, oude oud Perzische naam voor -Moedraja
Egyptisch beeldschrift - hiëroglief
Egyptisch dodenverblijf - amente, amenti
Egyptisch grafmonument - mastaba, mastebe, pyramide, piramide
Egyptisch schiereiland - Sinaï
Egyptisch zeilvaartuig - faloek
Egyptische Bedoeïnenstam - Ababda, Bisjarin
Egyptische berg - Galala, Sinai
Egyptische christenen - Kopten
Egyptische dodengod - Osiris, Serapis
Egyptische farao -
3 Aha, Eje
4 Pepi, Teti
5 Antef, Horus, Menes, Necho, Wadji, Oenas
6 Amasis, Amosis, Apriës, Cheops, Djoser, Narmer, Ramses,
Sethos
7 hefren, Merenré, Sahoeré, Sanacht, Sjabaka, Sjesonk,
Snofroe
8 Achnaton, Haremheb, Oeserkaf, Setnekat
9 Amenemhet, Amenhotep, Merenptah, Montemhet,
Mycerinus, Sesostris
10 Thoetmoses, Thoetmosis
11 Mentoehotep, ToetankAmon
12 Psammetichus
Egyptische godheid -
2 Ra, Re
3 Bes, Geb
4 Amon, Apep; Apis, Apof, Aton, Hapi, Isis, Nioe, Noet, Ptah,
Seth, Thot
5 Ammon, Atoem, Chons, Horus, Nioet
6 Anubis, Hathor, Neftys, Osiris
7 Chonosoe
Egyptische godin - Bast(et), Isis, Sachmet, Sechmet
Egyptische grafheuvel - pyramide
Egyptische grafkelder - mastaba
Egyptische graftempel - serdab
Egyptische havenstad - Port Said, Suez
Egyptische heerser - Farao
Egyptische heiligenplant - lotus
Egyptische hoofdstad - Caïro, Kairo
Egyptische koning - Farao, Foroek, Pharao
Ramses
Egyptische landbouwer - fellah
Egyptische legeraanvoerder - Sirdar
Egyptische maangod - Chons
Egyptische munt - piaster, pond
Egyptische mythische slang - Apep, Apofis
Egyptische oase - Baharijeh, Siwa
Egyptische onderkoning - Jozef, khedive
Egyptische oogziekte - trachoom
Egyptische politicus - Naguib, Nasser, Sadat
Egyptische reigergod - Bennoe
Egyptische rivier - Nijl
Egyptische ruitersoldaat - mamm(m)eluk
Egyptische rijksgod - Horus, Re
Egyptische slager - belloh
Egyptische soldaat van de ruitermilitie - mammaluk
Egyptische staatsman - Naguib, Nasser, Sadat
Egyptische stad - Alexandrië, Aswan, Edfoe, Esneh, Idfoe, Isna, Kairo, Mansoera, PortSaid, Suez, Tanta
Egyptische stier - apis
Egyptische taal - Arabisch, Koptisch
Egyptische urn - canope
Egyptische vijgeboom - sycomoor
Egyptische vogel - ibis, nijlgans
Egyptische volkszanger - antari
Egyptische waterlelie - lotus
Egyptische wind - khamsin
Egyptische zonnegod - Ammon, Aton, Atum, Chepre, Osiris, Ra, Re
Egyptische zonnestad - Heliopolis, ioenoe, On
Egyptische zuidenwind - chamsin
ei - kern, kiem, oorsprong, ovum
ei, deel van een dooier, dop, (ei)wit, kiemschijf, schaal, vlies
eiafscheiding - ovulatie
eiber - ooievaar, uiver
eiberbek - moeraslis, naaldekerver
eidebaar - eiber, ooievaar, uiver
eierboompje - sneeuwbes
eidooier - eigeel
eierdop - dop, schaal
eierengerecht - omelet, roerei, spiegelei
eierkoek - eiergebak
eierkolen - briketten
eierkunde - oölogie
eierkundige - oöloog
eierleggend - ovipaar
eierlevendbarend - ovovivipaar
eierlijst - echinus
eiermengsel struif
eierpannenkoek - omelet
eierplant - aubergine
eierschaal - dop
eiersteen - kuitsteen, oöliet
eierstok - ovarium
eierveiling - eiermijn
eiervreter - keeltandslang
eigeel - dooier
eigen aangeboren, aanverwant, allodiaal, amikaal, (bloed)verwant, gemeenzaam, gewend, intiem, persoonlijk, privé, vertrouw(d)elijk
eigenaar baas, bezitter, gelande, houder, ingeland
eigenaar van een stuk land - (aan)gelande
eigenaar van onroerend goed - geërfde
eigenaar van onroerend goed In polder of
waterschap - ingeland
eigenaardig - bijzonder, curieus, merkwaardig, ongewoon, opmerkelijk, raar, vreemd, wonderlijk, zonderling, zonderling
eigenaardig persoon - type
eigenaar van een plantage planter
eigenaar worden - koper
eigen baas vrij
eigenbaat - eigenbelang, zelfzucht
eigenbelang - egoïstme,eigenbaat
eigenbelang zoeker - egoïst
eigenbezit igendom, goed
eigendom - bezit, bezitting, domein, dominium, have, octrooi, vermogen
eigendomsdelict - diefstal, ontvreemding, verduistering
eigendom zijn - toebehoren
eigendunk - arrogantie, eigengereid, eigenwaan, hoogmoed, trots, verwaandheid
eigendunkelijk - arbitrair
eigenen - toeeigenen
eigen erfgoed - allodium
eigenhandig geschreven - handtekening, naamtekening, olografisch, paraaf, parafering, signatuur
eigenhandig schrift - autogram
eigenlijk - echt, feitelijk, reëel, waar(lijk), welbeschouwdwezenlijk
eigenlijke waarde merite
eigenlof - autoritair
eigenmachtig - autocratisch, autoritair, dictetoriaal, willekeurig
eigenmachtig persoon - autocraat
eigen risico - franchisme
eigen rijtuig - equipage
eigenschap - aard, gave, hoedanigheid, karaktertrek, kenmerk, trek
eigenschap bij roken inhaleren, trekken
eigenschap van een berustend mens - gelaten
eigenschap van kippen - leg
eigenschap van rubber - rek
eigenschap van voedsel - voedzaam
eigenste dezelfde
eigentijds - contemporain, modern
eigen vrij erfgoed - allodium
eigenwaan - arrogantie, eigendunk, hoogmoed, trots
eigenwaarde - zelfrespect
eigenwijs - betweterig, curieus, eigenaardig, halsstarrig, hardleers, koppig, ongehoorzaam, ongezeglijk,ontoegeeflijk, pedant, waanwijs
eigenwijsheid - koppigheid
eigenwijs iemand - betweter
eigen woning - thuis
eigenzinnig balsturig, dwars, grillig, halsstarrig, koppig, nukkig, obstinat, ongezeglijk,onhandelbaar ruw, weerspannig, wild
eigenzinnigheid gril, koppigheid, luim
eigenzinnig mens - stuijfkop
eigenzucht egoisme
eik - eek
eikel - aker
eikelontsteking - balanitis
eikenbast eek, rinde
eikenhakhout akkermaalshout, kreupelhout
eikenhout van schors ontdoen eken
eiken paal perkoen
eiken schiller eker
eiken schillen eken
eikenschors eek, run
eiker - eikel
eilaas ach, eilaci, helaas
eiland - eil, ile, insula
eilandenrijk - Japan
eiland, in samenstellingen - oog
eiland bekend door zijn aardappelen - Malta
eiland bekend uit de geschiedenis Elba, Corsica, St. Helena, NovaZembla
eiland bekend uit de geschiedenis van Napoleon - Corsica, Elba
eiland bij Afrika Ascension, Azoren, Bourbon, Brava, Comoros, Dezerte, Djerba, Fogo, Fuertaventura, Gomara, Grande, Hierro, Lanzarote, Madagas©kar, Madeira, Maio, Malagasië., Mauritius, Palms, Pemba, Reünion, Sal, Seychelles, St. Helena, Socotra, Tenerife, Zanzibar
eiland bij Alaska Adak, Afognak Amchitka, Atka, Attu, Kiska, Kodiak, Nunivak, Pribilov, Riska, Tanaka, Unimak
eiland bij Alexandrië Pharus
eiland bij China Hainan, Formosa
eiland bij Boedapest - Csepel
eiland bij Denemarken Aerö, Alsen, Amager, Bornholm, Falster, Funen, Lolland, Mön, Samsö, Seeland
eiland bij Duitsland Borkum, Helgoland, Norderney, Rugen
eiland bij Engeland Alderney, Anglasey, Coli, Eddystone, Eigg, Farne, Guernsey, Ierland, Jersey, Lundy, Man, Rhum, Sark, Scilly, Shetland, Tiree, Walny, Wight
eiland bij Estland Oesel, Sarema
eiland bij Finland Aaland
eiland bij Frankrijk Glénans Groix, Guernsey Jersey, Noirmoutier, Oléron, Ré Yeu,
eiland bij Friesland Ameland, Griend, Schiermonnikoog Terschelling, Vlieland
eiland bij Groningen Borkum, Rottum, Rottumeroog, Rottumerplaat
eiland bij Halmahera Kajoa, Ternate
eiland bij Italië Corsica, Elba, Malta
eiland bij Japan Decima
eiland bij Kreta Gaudos
eiland bij Malta Cozumel Gozo,
eiland bij NieuwGuinea Aru, Ega, Aeli, Japen
eiland bij NoordHolland Texel, Tessel
eiland bij Schotland Arran, Barra, Burray, Bute, Canna, Coll, Colonsay Eday, Eigg, Hoy, Islay, Jura, Lewis, Muck, Mull, Rhum, Rousay, Sanday, Shapinsay, Staffa, Stronsay, Tiree, Westray
eiland bij Sicilië Alicudi, Egadi, Filicudi, Levanzo, Lipari, Marettimo, Panarea, Salina, Stromboli, Ustica, Vulcano
eiland bij Sumatra Nias
eiland bij Timor Alor, Roti, Wetar
eiland bij Venetië Lido
eiland bij Zweden Öland, Gotland
eiland der Azoren Fayal
eiland der Bahama 's Acklin, Cat, Watling
eiland der Balearen Cabrera, Conejera, Dragonera Formentera, Ibiza, Mallorca, Menorca
eiland der Cycladen Antiparos, Delos, Folegandros, Herakleia, Karos, Kimolos, Los, Milos, Naxos, Paros, Rineia, Thira
eiland der Filippijnen Catanduanes, Cebu, Luzon, Leyte, Mindoro, Mindanao, Negros, Panay, Samar
eiland der Grote Antillen Cuba, Hispaniola Jamaica,
eiland der Hebriden Barra, Lewis, Ulst
eiland der Koerillen ltoeroep, Oeroep
eiland der Lakkadiven Amini, Kalpeni
eiland der Lofoten Andö, Langö
eiland der Molukken Ambon, Batjan, Buru, Ceram, Halmahera, Obi, Morotai
eiland der Nieuwe Hebriden Epi, Tana
eiland der Orkaden Burray, Hoy, Sanday, Stronsay
eiland der Pityusen Formentera, Ibiza
eiland der Sporaden Chios, Kos, Samos
eiland in de Adriatische Zee Bratsj Hwar, Bua, Eso, Lagosta, Lastrovo, Mijet, Wis,
eiland in de Aegeïschezee - Amorgos, Cycladen, Dodecanese, Mutilene, Nicaria, Rhodos, Santorin, Sporaden
eiland in de Atlantische Oceaan Ascension, Fuertaventura, Gomera, Hierro, Lanzarote, Madeira, Palma, Tenerife ,IJsland
eiland in de Barentszee Kolgoejef, NovaZembla
eiland in de Caribische Zee Aruba, Blanquilla, Bonaire, Cuba, Curaçao, Hispaniola, Jamaica, Margarita, Mona, Saba, Saona,
eiland in de Charente Réi
eiland in de Chinese Zee Formosa, Liehtao, Penghoe
eiland in de golf van Venetië Lido
eiland in de Egeïsche zee - Chios, Delos, Lemnos, Lesbos
eiland in de Griekse Archipel Antikythira, Dia, Elafonisos Kreta, Kythira, Parapola
eiland in de Ierse Zee Man, Lambay
eiland in de Indische Oceaan Ceylon, Kokoseiland Madagaskar, Pemba, Sokotra, Zanzibar
eiland in de lonische Zee Kefallinia, Korfu, Levkas, Paxos, Strotades, Zante, Zakynthos
eiland in de Middellandse Zee Capri, Corsica, Cyprus, Elba, Kandia, Lipari, Kreta, Malta, Mallorca, Sardinië, Sicilië
eiland in de Nijl Bije, Philae
eiland in de Oostzee Bornholm, Chioema, Gotland, Oland, Önd, Osel, Rügen, Sarema, Scheer
eiland in de Rode Zee Kamaran, Perim
eiland in de Stille Oceaan Bikini, Eniwatok, Guam, Hawai, Kauai, Kusaie, Lanai, Majuro, Majura, Marakei, Maui Mangareva, Mani, Molokai, Mili, Nauru, Oahu, Paaseiland, Palmyra, Pinaki, Rimatara, Tahiti, Tarawa, Wake
eiland in de straat Bab el Mandeb Perim
eiland in de straat van Korea Quolpart
eiland in de straat van Makassar Tarakan
eiland in de Waddenzee Griend (zie ook één der Waddeneilanden
eiland in de zee van Ochotsk Sachalin
eiland in het hoge noorden IJsland
eiland in het Kattegat Anholt, Laesö
eiland in Europa Eire, Erin, Ierland
eiland in Indonesië Ai, Ambon, Babar, Bali, Banka, Batjan, Batoe, Billiton, Borneo, Buru, Celebes, Ceram, Flores, Halmahera, Irian, Java, Lombok, Madura, Ngawi, Nias, Obi, Onrust, Roti, Seram, Sewu,, Sula, Sumba, Sumatra, Sumbawa, Tidore, Timor
Eiland in Insulinde - Ambon, Bali, Banka, Borneo, Celebes, Java, Lombok, Madoera, Roti, Sumatra,
Ternata, Timor
eiland in Japan Decima, Hondo Hokkaido, Kioesjoe, Kosilma Okoesjiri, Osjima, Sjikokoe, Sado,
eiland in WestIndië Aruba, Bonaire, Curaçao Saba
eiland in ZuidHolland Tiengemeten
eiland ten oosten van de Molukken Goeam
eiland van de Dodekanesos Leros
eiland van de Filippijnen Bohol, Burias, Catanduanes, Cebu, Dinagat, Leyte, Luzon, Masbate, Mindoro, Mindanao, Negros, Panay, Samar, Tablas
eiland van de grote Antillen Cuba, Haïti, Jamaica, Portorico
eiland voor de Engelse kust Man, Lundy, Tresco, Wight
eiland voor New-York - Ellis eiland
eilandengroep - Archipel
eilandengroep Antillen, Azoren, Balearen, Bermuden Cycladen, Dodekanesos, Faer Oer, Far Or, Filippijnen, Gezelschapseilanden, Hawaï, Hebriden, Japan, Molukken, Orkaden, Sporaden
Eilandengroep aan de westkust van Borneo - Karimata
eilandengroep bij Borneo Karimata
eilandengroep bij Indonesië Aroe
Eilandengroep bij Iran - Aroe, Ega
eilandengroep bij NieuwGuinea Aroe, Aru, Ega, Kai, Mapia
eilandengroep bij de Noorse kust Lofoten
eilandengroep bij Japan Koerilen
eilandengroep bij Schotland Hebriden, Orkaden, Shetland
eilandengroep in de Aegeïsche Zee Cycladen, Sporaden
eilandengroep in de Atlantische Oceaan Azoren, Bahama, Bermuda, Faeröer,
eilandengroep in de Grote Oceaan Galapagos, Hawai, Hawaii, Micronesië, Molanesie, Polynesië
eilandengroep in de Indische Oceaan Amiranten, Andamanen, Comoren, Indonesië, Lakkadiven, Malediven, Nicobaren, Seychellen
eilandengroep in de Middellandse Zee Balearen, Cycladen, Pityusen, Sporaden
eilandengroep in de Noordelijke ijszee Spitsbergen
eilandengroep in de Stille Oceaan zie Grote Oceaan
eilandengroep ten oosten van Borneo Sula
eilanden, eender grootste
4 Cuba, Java
5 Honda, Lusan
6 Borneo
7 Celebes, Sumatra
8 Sulawesi
10 Baffinland, Kalimantan, Madagaskar
11 Nieuw-Guinea
12 New-Foundland, Nieuw-Zeeland
13 Ellesmereland
15 Groot-Brittannië
eilandenrijk Archipel, Insulinde, Japan
eileider -oviduct, tuba
eileiderontsteking - salpingitis
eiloof klimop
eind afloop, besluit, doel, oogmerk, slot, staart
eind dik touw waarmee men iemand afstraft laars
eind hout lat, stok
eind katoen lont
eind touw dreumel, gei, koord, reep, tul
eindbestemming doel
einddoel - bestemming
einde afloop, besluit, exitus, finale, inish, omega, slot, staart, uiterste, uitkomst, uitslag, uitgang, voleinding
einde van de affaire - afloop
einde van de dag avond
einde van de nacht ochtend, ochtendstond
einde van de oorlog vrede, wapenstilstand
einde van een gebed amen
einde van een rede - slotwoord
einde van een reis aankomst, bestemming
einde van een spier - pees
eind van een touw - tamp
einde van een triller - climax
einde van een tros of van een touw van het staande want tamp
einde van een vliegtocht landing
einde van het leven - dood
eindelijk enfin, tenslotte
eindelings hout kopshout
eindeloos eeuwig, heerlijk, mateloos, oeverloos, onafzienbaar, onbegrensd, onmeetbaar, oneindig
eindeloosheid - infiniteit, oneindigheid
eindeloze dorre vlakte poesta, steppe, toendra
eindeloze redevoering filibuster
einden aflopen, besluiten
einder horizon, kim
eind hout - lat, stok
eindig - beperkt, vergankelijk
eindigen einden, ophouden, sluiten, stoppen, uitscheiden, voltooien
eindigheid finaliteit, vergankelijkheid
eindje end, peukje, rest, stompje, stukje, tamp, tip
eindje lijn met een kous erin reier
eindje touw dreumel
eind katoen - lont
eindletter slotletter
eindpaal - doel, finish
eindpunt - doel, finish, limiet, rostrum, streep
eindsnede van het brood - timp
eindstadium telofase
eindstreep finish
eindstrijd finale, slotwedstrijd
eind touw - dreumel, gei, koord, reep, tamp, tui
einduitkomst som, slotsom
eindwedstrijd finale
eindweegs ver
eins hengsel
einze - hengsel
Eire Erin, Ierland
eirond ellips, ovaal
eis aanspraak, claim, conditie, pretentie, verlangen, vordering, voorwaarde, vraag, wens
eisen bedingen, claimen, requireren, vergen, verlangen, vorderen, wensen, willen
eiser dager, impretrant, klager, maner, pretendent, reclamant, rekwitant
eiser in een burgerlijk geding - actor
eitje neet
eitjes van kikkers - dril, rit
eivol bomvol, boordevol, propvol, smoorvol, stikvol, tjokvol
eivormig eirond, ellips, ovaal
eivormige gele vrucht - citroen
eivormige kromme ellips
eiwit albumine, albuminoide, DNA, globuline, prolamine, proteïne, RNA
eiwit achtige stof protoplasma
eiwit achtige stof in het bloed - globine
eiwit in spierweefsel - actine
eiwit in urine - albuminurie
eiwitpreparaat gelatine
eiwitstof albumine, legumine, proteine
eiwitstof in peulvruchten aleuron, legumine
eiwit vergingen albuminaten
eken - ontschorsen
ekster aakster, babbelkous
eksteroog clavus, likdoorn
elaeagnacee - duindoorn, olijfwilg, zilverwilg
elan aandrift, aanloop, animo, bezieldheid, bezieling, energie, enthousiasme, geestdrift, geestkracht, gloed, ijver, opwelling, stuwkracht, verve, vuur
eland - rendier
eland soort - moose
elasticiteit rek, rekbaarheid, rekband, spankracht, veerkracht
elastiek caoutchouc, gummi, rekband, rekker, rubber
elastisch rekbaar, veerkrachtig,verend
elastisch broekje - stepin
elastische stof - lustre
elateriet aardpek, asfalt
elaterometer elasticiteitsmeter
elatineachtige - elatinaceeen
elder melkklier, uier
elders absent, afwezigweg
elders aanwezig zijn geweest alibi
elders poten - verpoten
eldorado dorado, eden, paradijs
electie keus, keuze, keur, verkiezing
elector keurvorst, kiezer
electoraat kiezers(volk)
elefantiasis - filariasis
élégance - gratie
elegant aanvallig, bevallig, chic, gracieus, levendig, sierlijk, smaakvol, zwierig
elegantie bevalligheid, chic, gratie, sierlijkheid, zwier
elegie klaaglied, klaagzang, treurdicht, treurzang
elegisch klagend, klagelijk, weemoedig
electra - stroom
elektriciteit electrastroom
elektriciteitsdraad snoer
electrisch betalen - chippen
elektrisch geladen deeltje anion, ion
electrisch mengtoestel - mixer
elektrisch muziekinstrument - trautonium
elektrisch orgaan bevattend dier sidderaal
elektrisch seintoestel telegraaf
electrisch steekcontact - stekker
elektrisch verschijnsel elmsvuur, elmusvuur
elektrische cel accu
elektrische centrale krachtstation
elektrische eenheid ampère, coulomb, KW, ohm, volt, Watt
elektrische geleiding kabel, snoer
elektrische haardroger föhn
elektrische lading van een atoombom - kernlading
elektrische schakelinrichting - relais
elektrische spanning volt, voltage
elektrische stoel electrocutor
elektrocutie terdoodbrenging
elektrode anode, kathode, lasmetaal
elektromagnetische triller zoemer
electromonteur - electricien
elektromotorische kracht E. M. K.
elektron - barnsteen
elektronenbuis binode, tetrode, triode,
elektronenstraalindicator - afstemoog, radioöog
elektronisch brein computer
electronisch tekenapparaat - plotter
electronische portemonnee - chipknip
elektrotechnisch ingenieur e.i.
elementen
3 tin
4 boor, goud, ijzer kwik, lood, neon, zink
5 atoom, argon, broom, fluor, koper, uraan, xenon
6 arseen, barium, bismut, borium, cerium, cesium, chloor,
chroom, erbium, fosfor, helium, indium, ionium, jodium,
kalium, kobalt, nikkel, osnium, radium, seleen, titaan, zilver, zwavel
7 cadmium, calcium, gallium, hafnium, holmium, iridium,
krypton, lantaan, lithium, mangaan, natrium, niobium, platina,
rhenium, rhodium, tantaal, telluur, terbium, thorium, thulium,
uranium, yttrium, zirkoon
8 actinium, europium, koolstof, lanthaan, lutetium, polonium,
rubidium, samarium, scandium, selenium, silicium, stikstof,
thalium, titanium, vanadium, wolfraam, zuurstof
9 alumunium, arsenicum, beryllium, germanium, magnesium,
molibdeen, neodymium, palladium, plutonium, ruthenium strontium,
tantalium, tellurium, waterstof, ytterbium, zirkonium
10 antimonium, dysprosium, gadolinium, kwikzilver,
wolframium
element met radioactieve eigenschappen radium, uranium
elementair bestanddeel van organisme cel, vezel
elementair deeltje baryon, elektron, foton, lepton, meson, negaton, neutron, nucleus, proton
elementair deeltje met twee neutronen bineutron elementair leerboek - abecedarium
elementair stofdeeltje atoom, proton
elevatie hoogte, opheffing, verheffing
elevator - elevatorium, graansilo (Amer.), graanzuiger, zandzuiger
élève leerling, pupil, scholier
eleveren opheffen, ophogen ,verheffen
elfenkoning Oberon
elfenkoningin Titania
elf - natuurgeest
elfenbankje - zwam
elft engerling, fint, kwatworm,
elfrank - bitterzoet
elfsteden, een der Friese - Bolsward, Dokkum, Franeker, Harlingen, Hindelopen,Leeuwarden, Sneek, Sloten, Stavoren, Workum, Ijlst
elftal ploeg, team
elfurenbloem vogelmelk
elger aalgeer, aalijzer, aalschaar, aalsteker, aalvork
elgjeshout - bitterzoet
elideren uitlaten, uitstoten
eliminatie afstoting, verwijdering, wegwerking
elimineren doden, uitschakelen, verwijderen, wegwerken
elite beste, bloem, garde, kader, keur, keurbende, keurgroep, keurkorps, kern, puik, selectie
elitegroep keurbende, keurkorps
elixer aftreksel, angostura, bitter, extract
elk eenieder, elkeen, ieder, iedereen, iegelijk
elk deel van een boekwerk tom, tomus
elk der getallen van een reeks behoren term
elk jaar annueel, jaarlijks
elk mens allen, ieder(een), elkeen
elk uur een lepel o.h.c.
elk wat wils quodlibet
elkaar elkander, malkander, mekaar, onderling, wederkerig
elkaar beschermen - dekken
elkaar naderend convergent
elkander elkaar, mekaar
elke dag dagelijks
elke doortocht belettend ondoordringbaar
elke keer - telkens
elke maand maandelijks, mensueel
elke week wekelijks
elkeen allen allemaal, ieder, iedereen, elk,
elleboogsbeen - ellepijp
ellende armoede, deernis, gevaar, jammer, kommer, merode, misère, narigheid, nood, nooddruft, ongelijk, onheil, ontbering, penarie, ramp, rampspoed, wanhoop
ellendeling beroerling, ellendige, fielt, schurk, secreet
ellendig akelig, (arm)etierig, armzalig, bar, beroerd, deerlijk, eng, erbarmelijk, lam(lendig), miserabel, misselijk, naar, noodlottig, onaangenaam, onaanzienlijk, ongelukkig, onguur, ontdaan, rampzalig, slecht, treurig
ellendig verblijf hok, hut, kot, krot
ellendig vertrek - kot
ellendige woning krot
ellenstok maatstok, meetlat
ellepijp - tuba
ellerling - elrits
ellips eirond, eivorm, ovaal
elliptisch eirond, ovaal
elocutie spreektrant, welbespraaktheid
eloge lofrede, lofschrift, lof(spraak)
elp elpenbeen, ivoor, tandbeen
elpen - ivoren
elpenbeen olifantstand, ivoor
els priem
El Salvadoriaanse munt centavo, Colón
El Salvador, rivier in - Rio Lempa
El Salvador, vulkaan in - Izalco
elsbessenboom haagappelboom
elvenschot - ischias, jicht
elver glasaaltje
elycium hemel, paradijs
Elzasser wijn - Muscat, Riesling, Silvaner
elzenbus - havik
email brandverf, glazuur, smalt, tandglazuur
emaillak - enamel
emailleerprocédé - champlevé, cloisonné
emailleren - glazuren
emanciperen ontheffen, vrijmaken, vrijstellen
emballage blik, doos, kanaster, knaster, kist, krat, mand, vat, verpakking
emballeren inpakken, verpakken
embargo beslag
embarkeren - inschepen
embleem insigne, logo, onderscheidingsteken, speldje, symbool, vignet, zinnebeeld
embleem op dokters auto - esculaap
emblema blazoen, devies, kenspreuk, leuze, motto
embouchure - aanmonding
embrasure muuropening, schietgat
embryo - kiem
emelt hamel, larve, made, muggenlarve
emerald smaragd
emeritaat ambtsrust
emeritus em, emer.
emersie uittreding
emigrant landverhuizer, uitgewekene
emigreren - uitwijken
eminent best, buitengewoon, byzonder, edel, excellent, illuster, uitmuntend, uitnemend, uitstekend, voortreffelijk
eminentie em.
emissie straling, uitgave, uitgifte, uitstorting, uitzending
emitteren - uitstralen
emmer aker, amiraal, kit, puts
emmeren zaniken, zeuren
emmertje - aker, kit
emmer van zeildoek - amiraal
emmes - fijn, leuk, prettig
emoe casuaris, kasuaris, loopvogel, struisvogel
Emol es
emotie aandoening, belevenis, beroering, bewogenheid, gevoel, ontroering
emotieloos - hard, koud, ongevoelig
emotivol fel, hevig, vurig
emotioneel aandoenlijk, bewogen, ontroerend
empirie ervaring
emplooi ambt, baan, betrekking, bezigheid, dienst, job, occupatie, officie, werk
employé arbeider, beambte, bediende, betrekking, klerk, werknemer
employé van een radiostation omroeper
exploreren aanwenden, gebruiken
empt - mier
emulatie naijver, wedijver
en benevens, bovendien, plus, tevens
en (Eng.) and, (Fr.) et
en andere e.a., meer
en avant voorwaarts
en dergelijke e.d., soortgelijk
en enige andere e.e.a.
en meer andere e.m.a.
en meer van die soort e.d.
en omstreken e.o.
en soortgelijke e.d.
en wel e.w.
enakskind kolos, reus, titan
encadreren inlijsten, omlijsten, omsluiten
enclave - tussengebied
enclitisch voor der er
enclitisch voor hij ie
encyclopedie - naslagwerk
Encyclopedist - Buffon, Diderot, Rousseau, Turgot, Voltaire
eind afloop, besluit, eind, slot
end afloop, besluit
endeldarm - rectum
endeldarmspiegel - rectoscoop
endeling - nazwerm
endemie - volksziekte
endemisch - inheems
enden - eindigen
en de rest - (fr,etc.
en dergelijke - e.d.
endogamie inteelt
ene iemand, zekere
energie aandrift, arbeid, daadkracht, drijfkracht, fut, geestdrift, geest(kracht), inspanning, kiem, levenslust, lust, nadruk, pit, vermogen, veerkracht, vuur, werkkracht, werklustwil
energiebron (aard)gas, atoom, benzine, kolen, olie, stroom, waterkracht
energiebron der toekomst atoom(kern)
energiek ferm, flink, kernachtig, kloek, kordaat, krachtig, kras, kwiek, levendig, levenslustig, ondernemend, pittig, rap, snedig, sterk, stevig, straf, vitaal, volhardend, vurig, wilskrachtig
energieloos - mat, moe, moede
energumeen - bezetene, woes
enfant cherie - lieveling
enfant terrible - flapuit
enerhande - dezelfde, hetzelfde, gelijksoortig
enerlei identiek
enerveren afmatten, ontzenuwen
enerverend afmattend, opwindend, sensationeel, spannend, vermoeiend
enfin eindelijk, kortom, welnu
eng akelig, affreus, bar, bekrompen, belabberd, benauwd, benepen, benard, benauwd, enk, griezelig, krap, lam, naar, nauw(sluitend), onguur
engagement verbintenis, verloving
engel angelos, angelus, bode, cherub, geest, gezant, hartendief, hemelgeest, lieveling, serafijn
engel Cherubijn, Gabriël, Michaël, Rafaël, Seraf, Serafijn, Uriël
engelachtig angeliek
Engeland Albion, Brittannië, UK
engelbewaarder - beschermengel
engelenbak - schellinkje
engelenleer - angelologie
Engels Brits
Engels admiraal uit de 17e eeuw Drake, Blake, Monk, Nelson
Engels automerk A.C., AstonMartin, Bentley, Bristol, Daimler, Hillman, Humber, Jaguar, BMC, MG, Morgan, Morris, Riley, Rolls Royce, Rover, Singer, Triumph, Wolseley
Engels bier ale, eel, stout
Engels café pub
Engels chauvinist - jingo
Engels dialect - Anglisch
Engels dominion Canada
Engels drinklied - glee
Engels eiland Anglesey, Guernsey, Hebriden, Jersey, Lewis, Man, Mull, Orkaden, Scilly, Shetlands, Skeye, Wight
Engels gewicht - dram, grain, ounce, pound, scrupel, stone
Engelsgezind - anglofiel
Engels graafschap - Cornwall, Devon, Essex, Kent, Lancashire, Shire, Suffolk, Surrey, Sussex, Yorkshire
Engels grafmonument - dolmen
Engels gras - armeria
Engels handelsgewicht - cwt
Engels huurrijtuig - cab
EngelsIndische matroos laskaar
Engels kamgaren - moreen
Engels komponist Clarke, Elgar, Britten, Ireland, Purcell
Engels koningshuis Lancaster, Plantagenet, Stuart, Tudor, Hannover, Windsor
Engels koninklijk verblijf Windsor
Engels kroos - kerspruim
Engels landhuisje cottage
Engelsman - brit
Engels muntstuk - shilling
Engels orkestleider Silvester
Engels parlement - Lagerhuis
Engels rood - colcotar, oxiderood
Engels rijknechtje groom
Engels rijtuig cab, hansom
Engels staatsman Attlee, Baldwin, Bevin, Chamberlain, Churchill, Cromwell, Disraëli, Eden, Gladstone, Grey, Heath, Home, Kitchener , Peel, Pitt, Wilson
Engels stadje Eton, Oxford
Engels telwoord - eleven, one, seventeen, two
Engels toetsinstrument - virbunaal
Engels veldheer Kitchener, Montgomery, Marlborough, Wellington,
Engels voegwoord and, if, or,
Engels volksliedje - carol
Engels vorstengeslacht in de 18e eeuw Tudor
Engels wetsontwerp - bill
Engels zilver pleet
Engelse academische titel D.C.L., D.P.H., B.A., B.D., D.D., M.A., M.B., LI.D., Ph.D.
Engelse adellijke titel baronet, Dame ,duke, earl, lord, pair, prince, sir
Engelse admiraal Blake, Drake, Monk, Nelson
Engelse advocaat - barrister, solicitor
Engelse appel aagt
Engelse architect -
3 Fry
4 Adam, Kent, Wren
5 Dance,
6 Coates, Gibbes, Gibbet, Morris
7 Matthew
8 Campbell
Engelse auteur -
3 Fry
4 More, Pope, Shaw, Snow
5 Auden, Barns, Blake, Byron, Defoe, Eliot, Keats, Lewis,
Scott, Swift, Wells, Wilde, Woolf, Yeats
6 Austen, Brontë, Conrad, Dryden, Kelly, Milton, Morris,
Pinter, Thomas
7 Beckett, Dickens, Murdoch, Osborne, Shelley
8 Browning, Tennyson
9 Priestley Thackeray
10 Galsworthy
11 Shakespear
Engelse autobus - trolly
Engelse baai - firth
Engelse badplaats Margate, Brighton, Bournemouth, Eastbourne
Engelse beeldhouwer Bird, Flaxman, Moore
Engelse biersoort - ale, stout
Engelse chauvinist - jingo
Engelse componist -
3 Bax
4 Arne, Bate, Blow, Bull, Byrd
5 Boyce, Elgar, Holst
6 Delius, Morley, Walton
7 Britten, Dowland, Purcell
8 Sullivan
9 Dunstable
Engelse conservatief Tory
Engelse county -
4 Kent
5 Devon, Essex
6 Dorset, Durham, London, Surrey, Sussex
7 Norfolk, Rutland, Suffolk
8 Cheshire, Cornwall, Somerset
9 Gerkshire, Hampshire, Wiltshire, Yorkshire
10 Cumberland, Derbyshire, Huntingdon, Lancashire,
Shropshire
11 Oxfordshire
12 Bedfordshire, Lincolnshire, Warwickshire, Westmoreland
13 Herefordshire, Hertfordshire, Sfaffordshire
14 Cambridgeshire, Leicestershire, Nordhumberland,
Worcestershire
15 Buckinghamshire, Gloucestershir, Nottinghamshire
16 Northamptonshire
Engelse dame - lady
Engelse dans - jig, reel
Engelse deurwaarder - bailiff
Engelse dialect - Anglisch
Engelse dichter Donne, Elliot, Keats, Shelley
Engelse dieptemaat fathom
Engelse drank - whip
Engelse duim inch
Engelse econoom Law, Locke, Malthus, Mill, Ricardo, Smith, Steuart, Webb
Engelse edelman baronet, peer, pair
Engelse fabrieksstad Leeds, Liverpool, Manchester, Sheffield
Engelse geestelijke dean, father, reverend
Engelse geschiedkundige Toynbee
Engelse gewichtsmaat lb., oz., dram, ounce, pound, quarter, stone
Engelse gouden munt - angel
Engelse graad - B.A.
Engelse graaf earl
Engelse graafschap - country, zie verder Engelse Country
Engelse handelsmaat - cran
Engelse handelsterm limited, ltd
Engelse haven
3 Ayr, Rye
4 Hul
5 Dover
6 London
7 Bristol, Cardiff, Harwich, Margate
8 Kingston, Plymouth, Southend, Weymouth
9 Fishguard, Liverpool, Tynemouth
10 Folkestone, Portsmouth
11 Southampton
Engelse herdershond - bobtail
Engelse herenboer yeoman
Engelse hofridder - pair, peer
Engelse hoofdstad - Londen, London
Engelse hoorn althobo, bugel
Engelse industristad - Leeds, Liverpool, Manchester, Oldham, Sheffield
Engelse inhoudsmaat barrel, bushel, gallon
Engelse jenever gin
Engelse kleine Antillen Nevis
Engelse knaap - boyEngelse Kolonie - Gibraltar, Hongkong
Engelse kostschool Eton
Engelse kroonappel aagt
Engelse kubieke voet - cuft
Engelse lengtemaat - chain, fathom, foot, furlonginch, inch, line, mile, pole, yard
Engelse liberaal Whig
Engelse literatuur, kenner van de - anglist
Engelse luchtmacht R.A.F.
Engelse maat aume, bushel, duim, foot, gallon, inch, mile, ounce, pinte, pole, pound, stone, yard
Engelse mevrouw - lady
Engelse munt crown, florin, fourpensce, guinea, guinje, halfcrown, pence, penny, pond (pound), Sh. (shilling) sixpence, sovereign, threepence, twopence
Engelse natuurkundige - Dalton
Engelse N.V. Ltd.
Engelse omroeporganisatie (afk.) B.B.C. (British Broadcasting Corporation)
Engelse ontdekkingsreiziger Cook, Drake, Hudson, Raleigh, Ross
Engelse oppervlaktemaat acre, hide
Engelse paardensportplaats - Ascot, Epson, Ipswich
Engelse politieagent bobby, copper
Engelse premier Attlee, Chamberlain, Churchill,
Douglas Home, Eden, Heath, Macmillan, Wilson
Engelse publieke school - Eton, Rugby, Harrow, Sandhurst
Engelse raaigras - lolium
Engelse regering Downingstreet, Whitehall
Engelse renbaan Ascot, lpswich, Epsom
Engelse ridderorde kousenband, KG
Engelse rijknecht groom
Engelse rivier
1 Ain, Cam, Dee, Esk, Exe, Nen, Taf, Taw, Ure, Usk, Wye,
Yeo
4 Arun, Avon, Buse, Dane, Dart, Dove, Dyfi, Eden, Glen, Hull,
Idle, Lark, Nene, Nidd, Ouse, Tees, Tern, Test, Tone, Towy,
Tyne, Wear, Yare
5 Beult, Clwyd, Colne, Cothi, Fowey, Neath, Stour, Taifi,
Tamar, Trent
6 Calder, Coquet, Riggle, Rother, Thames, Wharfe, Witham
7 Derwent, Irthing, Waveney, Welland
Engelse schilder
1 Cox,
2 Bird, Nash
5 Acher, Bacon, Blake, Brown, Jones, Kitai, Lewis
6 Girtin, Turner
7 HGentryogarth, Philips
8 Hilliard, Reynolds
9 Constable, Nicholson
10 Sutherland
11 Gainsborough
Engelse socialistische partij Labour
Engelse soldaten tommies, (tommy)
Engelse soldaat in de boerenoorlog - rooinek
Engelse staatsman Balfour, Chamberlain, Churchill, Cromwell, Disraëli, Gladstone, Wilson
Engelse staatsobligaties consols
Engelse stad -
3 Ely, Rye
4 Eton, Hull, York
5 Corby, Derby, Dover, Epson, Leeds, Lewes, Truro
6 Boston, Dundee, Durham, Exeter, Kendal, London,
Oakham, Oxford
7 Bedford, Bristol, Cardiff, Chester, Glasgow, Grimsby,
Ipswich, Norwich, Preston, Reading, Taunton, Warwick,
Windsor
8 Aberdeen, Beverley, Brighton, Carlisle, Coventry,
Falmouth, Hereford, Hertford, Plymouth, Sleaford,
Stafford
9 Aylesbury, Blackpool, Cambridge, Guildford, Inverness,
Leicester, Liverpool, Maidstone, Newcastle, Sheffield,
Wakefield, Worcester
10 Birmingham, Chelmsford, Chichester, Dorchester,
Edinburgh, Gloucester, Huntingdon, Manchester,
Nottingham, Portsmouth, Shrewbury, Southampton,
Trowbridge
11 Northampton
13 Northallerton
Engelse stalknecht - groom
Engelse sterke drank gin
Engelse stuiver penny
Engelse taxi cab
Engelse titel baron, baronet, duchess, duke ,earl, esquire, king, knight, lady, lord, marquis, mylord, noble, pair, peer,
queen, sir, sire, viscount
Engelse toneelschrijver - Fry
Engelse universiteitsstad Cambridge, Oxford,
Nottingham, Eton
Engelse veenlandschap - fen, moor
Engelse vlaktemaat - acre
Engelse voorname stand gentry
Engelse wijsgeer Hobbes, Locke Russell, Spencer, Whitehead,
Engelse wiskundige Bole, Cayley, Clifford, Newton, Whitehead
Engelse zanger - crooner
Engelse zangeres - lady-crooner
Engelse zeerover Drake, morgan
Engelse ziekte rachitis
Engelse zwaardlelie erezwaard, gladiolus
engelwortel - angelica
engeltje cherub, cherubijn
engelzoet - eikvaren
engen - vernauwen
eng en benauwd -
eng en klein smal
engerd draak, griezel, mispunt, naarling, spook
engerling elft, emelt, kwatworm, larve, made
enggeestig bekrompen, benepen, enghartig
enghartig bekrompen, benepen, enggeestig, laf
eng netjes perfect, precies
en-groshandel - grossierderij
engte bergpascol, krapte, nauwte, pas, smalte, versmalling, zeestraat
enig aardig, alleen, doddig, heerlijk, knus, kostelijk, leuk, lief, lollig, merkiwaardig, ongeevenaard, onvergetelijk, prachtig, uniek, uitzonderlijk
enig in zijn soort unicum
enig persoon - uniek
enig tijdverschil - wijl
eniglijk - alleen, slechts, uitsluitend
enige enkele, paar, sommige
enige stukken geschut batterij
enige tijd poos
enigermate enigszins, ietwat
enigma mysterie, puzzel, raadsel
enigszins enigermate iets, ietwat, lichtelijk, tamelijk, wat
enigzins bedorven muf, onfris
enigszins breed larghetto, largetto
enigzins dof - mattig
enigszins koud koel
enigzins mat - lomig
enigszins scheel loens
enigszins snel allegretto
enigszins statig (muz) largetto
enigzins verkleind - beperkt
enigszins vochtig en koud klam
enigszins warm lauw
enigszins zuurachtig rins
enk akker(grond), bouwland, es, eng,
enkel alleen, eenvoudig, eenzaam, louter, maar, mono, slechts, solitair, solo, voetgewricht zuiver
enkel en alleen exclusief, uitsluitend
enkele enige, paar, sommige, weinige
enkele bijeen behorende voorwerpen set, stel
enkele hoofdstukken capita (selecta)
enkele klinker monoftong
enkele maal - soms
enkele stukken geschut batterij
enkele wissel sola
enkele zwanen bij elkaar zwanendrift
enkelen enigen, sommigen, weinigen
enkeling eenling, eenzaam, individu
enkelknollen - malleolus
enkelspel singel, solo
enkelvoud simplex, singularis
enkelvoudig katoen tule
enkelvoudig woord simplicia
enkelvoudige echt - monogamie
enkelvoudige klank toon
enkelvoudige stof element
en niet - noch
en of - stellig, ongetwijfeld, zeker
en omstreken - e. o.
en ook alsmede, tevens
enorm bovenmatig, fantastischgeweldig, grandioos, groot, groots, immens, kolossaal, massaal, ongekend, ontzaglijk, prachtig, reusachtig, uitzinnig, vervaarlijk
enorm goed - super
enormiteit bêtise, blunder, domheid, flater, stommiteit
enorm van afmeting groots
enorm van omvang - groot
enquête getuigenverhoor, onderzoek, steekproef
enquêtebureau Nipo
enquêtes houden - enquêteren, onderzoeken
enroleren aanwerven
ensemble gezelschap, muziekstuk, samenspel
ensemble van acht personen octet
ensemble van drie personen trio
ensemble van twee personen duo
ensemble van vier personen kwartet
ensemble van vijf personen kwintet, quintet
ensemble van zes personen sextet
ensemble van zeven personen septet
ent boomscheut, loot, lot, rijs, spruit, stek, tak, teen, twijg, uitloper
entameren aanbreken, aansnijden
enten copuleren, griffelen, kroonenten, oculeren, spleetenten, stekken, veredelen
entente akkoord, bestand, overeenkomst, schikking, verdrag, vergelijk
enter kalf, veulen
enteren aanhaken, aanhouden, aanklampen
entergerei enterbijl, enterhaak
entering abordage
ebtertainer - artiest
enthousiasme animo, bezieldheid, bezieling, elan, geestdrift, ijver, vervoering, vuur
enthousiast - vurig
enthousiast bewonderaar fan
enthousiast voorstander - ijveraar
enting oculatie
ent of loot scheut
entmethode - Copuleren, driehoeksenten, kroonenten,
oculeren, zoogenten
entomologie - insectenkunde
entourage omgeving
entree binnenkomst, deur, ingang, intrede, introductie, toegang, voorgerecht, voorspel, voorspijs
entreebiljet kaart
entreegelden recette
entrepot entr., opslagplaats, pakhuis
entresol - insteekkamer
entrijs - griffel
entstof - sera, serum, vaccin
enveloppe - brief, couvert, omhulsel, omslag
envers - keerzijde
en volgende - e. v.
en wel - namelijk
enzovoort - enz., etcetera
enzym - ferment, giststof
enzym uit de maag, gebruikt bij het kaasbereiden - leb
Eos Aurora
epaulet nestel, schouderbelegsel, tres
epicurist gastronoom, gourmand, lekkerbek
epidemie plaag, volksziekte
epidemische ziekte - past
epidermis opperhuid
Epifanie Driekoningen, Dertienavond
epigoon navolger
epigram opschrift, puntdicht
epigrammatisch gedicht - priamel
epilatie - ontharing
epilepsie, soort - petit-mal
epileren - ontharen
epiloog narede, naspel, slotrede, slotwoord
epineus lastig, netelig
episch dichtstuk ballade, epos, romance
episch lyrische compositie oratorium
episch lyrische gedicht - ballade, epos, heldendicht, romance
episcopaat bisdom
episcopus bisschop
episch-dramatische compositie - oratorium, passion
episode periode, tijdperk
episode in het studentenleven groentijd
episode in opera - recitatief
epistel (zend)brief
epode slotstrofe, slotvers
epos Epopee, gedicht, heldendicht, illias, liliade, Odyssee
eppe juffrouwmerk, peterselie, selderij, selderie
Equador, hoofdstad van - Quito
equatie gelijkmaking, verevening, vergelijking
equator evenaar, evennachtslijn, linie
equilibrist - jongleur, koorddanser
equipage uitrusting, materiaal, reistoerusting
equipe groep, ploeg, team
equisetacee - heermoes, holpijp, lidrus, paardenstaart, schaafstro
er daar
er goed uitzien ogen
er is eens, een keer, ooit
er vandoor gaan drossen
era eeuw, periode, tijdperk, tijdvak
eraan geven opgeven
eraan voegen aanhangen
eraf - losgeraakt
erbarmelijk armzalig, jammerlijk, droevig, ellendig, gebrekkig, jammerlijk, lamentabel, ongelukkigrampzalig, treurig, zielig
erbarmen deernis, genade, gene, mededogen, medelijden ontferming, vergeving, vergiffenis,
erbarming genade, medelijden, piëta
erbij aanwezig, alsnog, gesnapt
erbium Er.
er boverop genezen, hersteld
erdoor jagen - verbrassen
ere eer, lof, prijs, roem
ereambt - digniteit, waardigheid
ereboog arc, erepoort, praalboog
eredegen erewapen, sierwapen
eredienst cultus, kerkdienst
ere gedenkpenning medaille
ere gedenkteken standbeeld
eredicht - lofdicht, ode
ereis eenmaal, eens, eris
ereketen - ereketting
erekruis - grootkruis
eremetaal brons, medaille, ridderkruis, ridderorde
eremiet - kluizenaar
eren achten, eerbewijzen, hoogachten, loven, prijzen, respecteren, roemen
erenaam van personen titel
erenaam voor stamvader aartsvader
erenaam voor universiteit alma mater
erepalm - palmtak
eren en loven prijzen
erepalm palmtak, zegeteken
erepenning - medaille
ereplaats erezetel
erepoort boog
ereprijs - veronica
ereschot - salvo, saluut
ereteken insigne, krans, lint, (lauwer)krans, medaille, orde, onderscheiding, rozet, speld, trofee, zegeteken
eretitel - erenaam, predikaat
eretitel in Spanje en Italië don
eretitel van een staatsdienaar en een aanzienlijk persoon in Turkije efendi
erewacht - garde
erewapen - eredegen
erewoord belofte, parool
erewijn - dronk, feestdronk
erezetel ereplaats, troon
erf domein, dries, gebied, grond, heem, heim, hof, terrein, territorium, werf, zone
erfdeel legaat, versterf, versterving
erfdienstbaarheid servituut
erfelijk aangeboren, hereditair, vererfbaar
erfelijke factor gen
erfelijkheid herediteit
erfelijkheidsbeeld - genotype
erfelijkheidsdrager gen
erfelijkheidsleer genetica , genetiek
erfenis boedel, erflating, hereditair, legaat, nalatenschap
vererving
erfenis, door een - krijgen - beërven, erven
erfenis geven - legateren, nalaten
erfenis krijgen erven
erfgenaam erve, legator, oir
erfgift - legaat
erfgoed allodium, familiebezit
erfheer erfman, leenman, vazal
erflater legator, testateur
erflating - erfenis
erfmaking legaat
erf met bloemen tuin
erfoom - suikeroom
erfopvolging - successie
erfopvolgingsrecht der jongeren minoraat
erfpachtsom - canon
erfprins - kroonprins
erfscheider rooimeester
erfstelling legaat
erfstuk familiebezit
erftante - suikertante
erfvolk - Israël
erg afschuwelijk, bar, bedenkelijk, beduidend, beroerd, boos, cru, danig, deerlijk, ernstig, fel, geducht, grenzeloos, gruwelijk, hevig, honds, hopeloos, intens, schandalig, schandelijk, schrikbarend, slim, sterk, tel, verregaand, vreselijk, zeer
erg boor - hels
erg dom indom, oerdom, oliedom, stom
erg druk met mensen eivol
erg dun middel wespentaille
erg duur kostbaar
erg en danig - zeer
ergeren - ontstemmen, prikkelen
erg gauw snel, spoedig
erg gesteld gebrand
erg gierig vrekkig
erg goed prima, puik, uitnemend
erg hard werken zwoegen
erg hebben in bemerken
erg hevig - fel
erg klein minimaal, minuscuul
erg knap geleerd, geniaal
erg kwaad duvels, duivels, laaiend, woedend
erg lekker heerlijk, smakelijk
erg mager benig
erg mooi beeldig, prachtig, schitterend
erg netjes nauwkeurig
erg onwetend oerdom, oerstom, oliedom, stom
erg slank mager, panlat
erg slordig ontoonbaar
erg veel - legio
erg vies - smerig
erge tegenvaller klap, slag, sof
ergens aangaan aanlanden, belanden
ergens anders elders
ergens mee eens zijn voorstemmen
ergens over inzitten tobber
ergens plaatsen deponaren, neerleggen
ergens tegen gekant afkerig
ergens tegen leunen
ergens terechtkomen (aan)belanden
ergeren grieven, hinderen, kwetsen, ontstemmen, prikkelen
ergerlijk aanstotelijk, bedroevend, genant, hemeltergendhinderlijk, odieus, schandalig, stuitend,
ergernis aanstoot, irritatie, ontstemming, prikkeling, schandaal, spijt
ergernis gevend aanstotelijk, irritant
ergernis verwekken shockeren
ergernis wekkend irritant, stuitend
ergo aldus, alzo, bijgevolg, derhalve, des, dies, dus
er goed uitzien ogen, welgedaan
ergste - uiterste
erica boomheide, dopheide, struikheide
ericaceae - abortus, azalea, bosbes, calluna, dopheide, erica, rododendron, vaccinium, veenbes, vossenbes
er iemand in laten lopen bedotten, neppen
Erin Eire, Ierland
er in begrepen - impliciet
erinyen furiën
erinyen een der - Alecto
erisappel - twistappel
erkend aanvaard, bevoegd, gediplomeerd, gewaardeerd, officieel, onbetwist, wettig,
erkennen - accepteren, bekennen, huldigen, inzien, passen, recognosceren, toegeven, toestemmen
erkenning agnitie, bekentenis, bevestiging, recognitie, waardering
erkenning van een gepleegde handeling bekentenis
erkentelijk dankbaar, verplicht
erkentelijkheid dank, dankbaarheid, erkentenis
erkentenis besef, dank
erker aanbouw, arkel, dakkapel, hoekbalkon, uitbouw
er komen - treden
ermee zittend opgescheept
erna achter, nadien
ernaast mis, nevens
ernaast schieten afzwaaier, mis
er niet aankomen afblijven
er niet voor na, tegen
ernst belang, bezinning, bezonnenheid, inkeer, menens, oprechtheid, werkelijkheid
ernstig bar, bezonnen, danig, erg, gemeend, gevaarlijk, heveg, ongewoon, oprecht, serieus, stemmig, streng, waardig, zorgvuldig, zwaar
ernstig misdrijf - halsmisdaad
ernstig (muz.) grave, serioso
ernstig vergrijp halsmisdaad
ernstig verzoek gebed
ernstig wijden aan verdiepen
ernstige ingewandsstoornis darmbreuk
ernstige situatie - crisis
ernstige ziekte kanker, lepra
er omheen - rondom
er omheen draaien aarzelen, twijfelen
er onderdoorgaan bezwijken
er opaankomen spannen
erop aansluitend daarna
erop staan aandringen
erop toezien behoeden, waken
Eros Amor, Cupido
eroscentrum bordeel, sexclub
erosie afknaging, afslijting, uitholling, verwering
erosiedal canon, canyon kloof
erosief agens ijs, water
erotiek seksualiteit, sex
erotisch geschrift - eroticum
erpel woerd
erraticum zwerfsteen
erratum abuis, drukfout, feil, fout, vergissing
erreur dwaling, vergissing
ersatz surrogaat
ertegen anti, gekant
ertegen grenzend aangelegen, belendend
ertoedoen - uitmaken
erts delfstof
erts - aluminium, goud, lood, nikkel, uraan, ijzer, zilver, zink
ertsafval - slak
ertsgang ader
ertsgeaver - mineur
ertslaag ader
ertsonderzoek docimasie
ertszuivering - lotie
eruditie geleerdheid
eruit zetten verdrijven, verwijderen
eruptie uitbarsting
eruptiegesteente as, lava, tufsteen
ervandoor heen, weg, zoek
ervandoor gaan drossen, pleite, vluchten, weggaan, weglopen
ervan uitgaan geloven, stellen, vertrouwen
ervaren abel, bedreven, bekwaam, beleven, bevinden, capabel, deskundig, doorkneed, gehard, geoefend, geroutineerd, horen, knap, kundig, levenswijs, meemaken, ondervinden, proeven, vernemen, wijs
ervarenheid kennis, kundigheid, routine
ervaren leidsman mentor
ervaren persoon expert, rot, vakman
ervaren zeeman zeebonk, zeerob
ervarenheid - bedrevenheid ,bekwaamheid, kennis
ervaring avontuur, bedrevenheid, belevenis, beleving, empirie, experiëntie, ondervinding, routine
ervaringsleer empirisme, empirie
erve erfgenaam, heem
ervoor houden - aannemen, menen, veronderstellen
er weven - zijn
erwt kapucijner, keker, raasdonder, schokker
erwtenpeul - sluim
erwtensoep snert
erwtensoort - arvense, doperwt, dopper, kapucijner, peul, sativum, schokker, spliterwt
erwtenteller schraper, vrek, zeur
erwtpikkertje - grasmus
es akker, bouwland, eng, enk, veld
escapade slippertje, uitstapje
escorte begeleiding, geleide
escorteren begeleiden
escosijnse steen arduin, hardsteen
esdoorn aak, acer, ahorn
esdoornmachtigen - aceraceeën
eskader smaldeel, vlooteenheid
Eskimo Groenlander, Inoek, Kalalek
eskimoboot kajak, oemiak
eskimohond husky
eskimohut iglo
eskimoland Groenland
Eskimopriester, Sjamanitische - angekok
eskimovaartuig kajak
Eskimo´s godin der - Sedwo
Eskimo´s jachtbuit der - Kariboe, Walrus, walvis, ijsbeer, zeerob
Eskimo´s magische kracht bij de - sila
Eskimo´s medicijnman der - Angakok
eslook - sjalot
esmerald smaragd
esp peppel, populier, ratelaar
espenboom ratelaar
Esperanto - kunsttaal
Esperanto, samensteller van het - Zamenof
esplanade exercitieplein, plein, voorplein, vlakte, wandelplein
espressobar - koffiebar
esprit geest, genie, pit, vernuft
esquire esq.
essaai - karaat, onderzoek, toets
essaai gewicht karaat
ersaaieerkunst - docimasie
essay artikel, opstel, proeve, stuk, verhandeling
essayeur keurmeester, toetser
esseling - alver
essence aftreksel, aroma
essence uit iriswortel iron
essentie hoofdzaak, kern ,wezen
essentieel elementair, wezenlijk, zakelijk
estafette ijlbode, koerier, renbode, wedloop, wisselloop
estate landgoed, state
Estisch epos - Kalevipoëg
Estische auteur - Gailit, Kotta, Mälk, Raud, Rummo, Semper, Suits
Estische dichteres - Koidula, Under
Estische hoofdstad - Tallinn
Estische rivier - Ema, Narva, Parnu, Pjarnoe
Estische stad - Dorpat, Narva, Tallinn, Tartoe
Estische universiteitsstad Dorpat
Estland, eiland behorende bij - Dago, Hiiumaa, Moon, Muhumaa, Osel, Saaremaa, Vormsi
estrade houtgraniet, optred, uitstek
estrade in synagoge - alomemor, biona
estrik plavuis, vloertegel
etablissement café, herberg, hotel, nederzetting, stichting, vestiging
etage verdieping, woonlaag
etagegang - galerij
etagère pronkkastje
etagewoning appartement, flat, maisonnette
etalage pronkkast, toonkast, uitstalkast, uitstalling, vitrine
etaleren uitstallen
etalageverzorger etaleur
etaleren uitstallen
etalon - proefgewicht
etang hof, lagune, strandmeer, zoutmoor
etappe dagafstand, dagmars, mars, rit, traject
et cetera etc., enzovoort, enz.
eten bikken, bikkesement,dineren, hap, kliek, kluiven, knauwen, kost, maal, maaltijd, nuttigen, schaftn, smikkelen, spijs, voeder, voeding, voedsel, voer
etenbereider kok
etenbereidster keukenprinses, kokkin
eten geven voeren
eten met een lepel lepelen
eten van paddestoelen mycofagie
eten van rauw vlees omofagie
etensbakje - gamel
etensbord teljoor
etenskast provisiekast, schapraai, spinde
etensketel gamel
etenskunst - gastronomie
etensrest kliek, kliekje, prak
etensresten tafelafval
etenstrek eetlust
etenswaar in peulen erwten
etenswaar van meel brood
etenswaren
2 ei, ijs
3 brij, kip, lof, mie, pap, sla, vla
4 bami, cake, gort, kaak, koek, moes, meel, rats, rijst, sate, soep,
spijs, timp,zult
5 puree, rosti, todti, vlaai, wafel, worst
6 augurk, frites, gehakt, koekje, kroket, omelet, ragout, salade,
salami, saucijs
7 beignet, biscuit, cracker, erwtjes, flensjes, goulash, grutten,
hutspot, kaviaar, kotelet, loempia, pudding, ravioli, reebout,
rollade, rolmops, slaatje, slavink, tapioka, wijnsoep, yochurt
8 beschuit, biefstuk, biersoep, bloempap, boterham, bouillon,
bracceli, broodpap, eiersoepfrikandel, froufrou, gadogado,
klapstuk, kroepoek, lamsbout, macaroni, preisoep, ratjetoe,
rijstebrij, rijstepap, sagosoep, sandwich, stamppot, uiensoep
9 appelmoes, aubergine, balkenbrij, biscuitje, bitterbal, ,
entrecote, gortenbrij, gortepap, griesmeel, kruudmoes,
leverkaas, mayonaise, nogataart, ossentong, pindakaas,
spaghetti
10 beschuitje, blindevink, cacaoboter, cornflakes, erwtensoep,
fricandeau, huzarensla, kalfsvlees, lunchworst, minestrone,
nasigorang, pannenkoek, piccalilly, poffertjes, roggebrood,
vermecelli
11 schapenbout
etentje - maal
eter gast, logé, tafelgast
eterij maaltijd, spijs
eters bezoek, bezoekers
eter van lekkernijen snoeper
eterniet asbestcementlei
etgras etgroen, etgroede, nagras
etgroen - nagras, nasnede
ether - dampkring, hemel(ruim), luchtruim
etherische olie amandelolie, anijsolie, bergamotolie, cederhoutolie, citroenolie, citronellaolie, dennenaaldenolie, eucalyptusolie, kajapoetolie, kaneelolie, kruidnagelolie, lavendelolie, lemongrasolie, neroliolie, pommeransolie, rozenolie, sandelhoutolie, sassefrasolie, thijmolie, valeriaan, wintergroenolie, ylang-ylang-olie
ethica zedenleer
Ethiopië Abessinië
Ethiopiër Agau, Amhar, Galla, Sjankala, Sjono, Somali, Tigré
Ethiopisch kerkelijk leider - aboena
Ethiopisch meer - Abaimeer, Stefaniemeer, Tanameer, Zwaimeer
Ethiopische bevolkingsgroep - Afar, Amhara, Danakli, Falasja, Galla, Oromo, Sjankalla, Somali
Ethiopische bisschop aboena
Ethiopische munt besa, cent, dollar
Ethiopische oude taal - Ge´ez
Ethiopische provincie - Eritrea, Harar, Ogadin, Tigre, Wollo
Ethiopische rivier - Abai, Atbara, Awasj, Baro
Ethiopische stad - Adwa, Asmara, Dessye, Diredawa, Gondar, Harar
ethisch moreel, zedelijk, zedenkundig
ethylalcohol - ethanol
ethylchloride - chloorethaan
ethyleen - etheen
ethyleenimime - aziridine
ethyn - acetyleen
etiket adreskaartbriefje, label, plakker
etmaal dag
etnologie volkenkunde
Etrusken, god(in) der - Fufluns, Menria, Sethlanes, Turms, Uni
Etrusken, hoofdgod der - Tinia
Etrusken, kolonie der - Bologna, Milaan
Etrusken, stad der - Caere, Populonia, Tarquinia, Vetulonia, Vulci
Etruskische priester-koning - lucimoon
ets afdruk, gravure, prent, wandversiering
etsdruk - envelage
etsen graveren, griffen
etser artiest, graveerder,graveur
ettelijke enige, enkele, meerdere, menige, vele, verscheidene, verschillende
etter mispunt, naarling, pus, wondvocht
etterachtig - pyïde
etterbuil - steenpuist
etteren - ulcereren, zaniken, zweren
etterend - purulent
etterende wond - zweer
ettergezwel abces, zweer
etterende ontsteking aan de vingers fijt
etterling - naarling
ettervergiftiging - pyaemie
ettervormend - pyogeen
ettervorming - impetigo
etude oefening
etui foedraal, hoes, huis, hulsel, koker, omhulsel, omslag, schede, tas, zakdoosje
etui voor naaigerei - menagère
Etzel - Attila
eubiotiek - levenskunst
eucalyptol - cineool
Eudisten, stichter van de congregatie der - Eudes
eufemistisch verbloemend, verschonend, verzachtend
Eufraat - Firat, Frat
Eufraat, varende schepen op de - kelleks
eumeniden - Alecto, Megaera, Tisifone, wraakgodinnen
eunjer geest, heks, magiër, spook, tovenaar
Eurazische taal - Ainoes, Giljaaks, Japans, Koreaans
Eurodaalder - ecu
Europa avondland
Europaan
3 Est, Fin, Ier, Lap, Let, Rus
4 Balt, Bask, Belg, Brit, Deen, Kelt, Noor, Pool, Serf, Waal
5 Fries, Griek, Schot, Zweed
6 Kroaat, Tsjech
7 Bulgaar, Duitser, Hongaar, Roemeen, Servier, Slowaak,
Vlaming,, Zwitser
8 Albanees, Fransman, IJslander, Italiaan, Litouwer, Monagask,
9 Andorrees, Cretenzer, Engelsman, Hollander, Portugees,
Spanjaard
10 Macedoniër, Joegoslaaf,
11 Nederlander, Oostenrijker, Luxenburger
12 Scandinaviër
15 Liechtensteiner
Europeaan, oude - Galliër,Kelt, Romein, Viking
Europees automerk Audi, B.M.W., Citroën, Daf, Fiat, Lancia, Mercedes, M.G., Morris, Opel, Peugeot, Renault, Saab, Simca, Skoda, Volvo, Trabant Triumf, V.W.
Europees gebergte -
4 Harz, Jura
5 Alpen, Eifel, Oeral
6 Taunus
7 Sierra, Vogezen
8 Ardennen, Karpaten, Karpaten, Kaukasus
9 Apennijnen , Pyreneeën
10 Dolomieten
14 Pindus gebergte
19 Cantabrisch gebergte
Europees Groothertogdom - Luxenburg
Europees koninkrijk
6 België, Zweden
7 Holland,
8 Engeland
9 Nederland
10 Denemarken, Noorwegen
Europees land
4 Eire, Erin
5 Polen, Wales
6 België, Italië, Monaco, Spanje, Zweden
7 Albanië, Andorra, Estland, Finland ,Ierland, Letland,
Rusland
8 Bulgarije, Engeland, Frankrijk, Hongarije, Litouwen, Portugal,
Roemenië
9 Duitsland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk,
Schotland
10 Brittannië, Denemarken
11 Griekenland, Joegoslavië
13 Liechtenstein
15 Tsjecho-Slowakije
Europees landje Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino
Europees Meer, grootste - Ladogameer
Europees orgaan EEG, Euratom, EKSG, WEU
Europees prinsdom Liechtenstein, Monaco
Europees schiereiland Calabrië, Iberië, Istrië, Italië, Jutland, Kassandra, Kola, Krim, Normandië, Peloponnesus, Scandinavië, Sithonia
Europese berg - Elbroes, Jamantau, Maladetta, Mt.Blanc, Olympus
Europese betalingsunie - EBU
Europese bizon wisent
Europese Defensie gemeenschap - EDG
Europese Economische Gemeenschap EEG, Euromarkt
Europese Economische Samenwerking, - Organisatie voor - OEES
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie - Euratom
Europese Gemeenschap voor kolen en staal - EGKS
Europese havenstad Alicante, Amsterdam, Antwerpen, Archangelsk, Bergen, Bilbao, Bordeaux, Bremen, Brest, Gdansk, Genua, Gotenburg, Hamburg, Hammerfest, Helsinki, Kiel, Kopenhagen, Londen, Lqbeck, Malaga, Malmö, Marseille, Nantes, Odessa, Oslo, Reval, Rotterdam, Saloniki, Triest, Tromsö, Vlissingen
Europese hoofdstad
4 Oslo, Rome
5 Parijs, Praag, Sofia, Vaduz, Wenen
6 Athene, Berlijn, Dublin, Londen, Madrid, Monaco, Moskou,
Tirana
7 Andorra, Brussel, Valetta
8 Belgrado, Helsinki, Lissabon, Warschau
9 Amsterdam, Boedapest, Boekarest, Luxemburg, Reijkjavik,
San Marino, Stockholm
10 Kopenhagen
Europese Kaap - Noordkaap
Europese Monetaire overeenkomst - EMO
Europese organisatie EEG, EVA, EGKS, Euratom,
Euromarkt
Europese organisatievoor ruimtevaart - ELDO, ESRO
Europese rivier
2 Po
3 Don, Oka, Arno, Rijn
4 Duro, Ebro, Elbe, Kama, Maas, Saar, Taag
5 Desna, Dnepr, Donau, Dvina, Loire, Memel, Oeral,
Rohne, Seine, Wolga
6 Dnestr, Donets, Glommen, Theems, Theiss
7 Garohne, Schelde
8 Petsjora, Weichsel
Europese staat -
4 U.S.S.R.
5 Malta, Polen
6 België, Italië, Monaco, Turkije, IJsland, Zweden
7 Albanië, Andorra, Estland, Finland, Ierland, Letland,
Litouwen, Rusland
8 Bulgarije, Engeland, Frankrijk, Hongarije, Portugal,
Roemenië
9 Duitsland, Gibraltar, Luxemburg, Noorwegen,
Oostenrijk, San Marino, Schotland
10 Denemarken
11 Griekenland, Joegoslavië, Zwitserland
12 Vaticaanstad
13 Liechtenstein
15 Tsjecho-Slowakije
Europese taal
4 Iers, Laps, Fins, Mari
5 Deens, Duits, Frans, Fries, Noors, Pools, Turks, Waals, Welsh
6 Abchaz, Engels, Grieks, Spaans, Zweeds
7 Armeens, Bretons, Estisch, Kalmijks, Kirgies,
Litouws, Vlaams, Wogoels, IJslands
8 Albanees, Altaisch, Baskisch, Bulgaars, Gaelisch,
Hongaars, Lettisch, Roemeens, Russisch, Servisch,
Sloveens, Wotjaaks
9 Georgisch, Italiaans, Karelisch, Kroatisch, Oostjaaks,
Portugees, Samojeeds
10 Nederlands, Tsjechisch
11 Mordwinisch
Europese Vrijhandelsassociatie EVA, EFTA
Europese vulkaan Etna, Stromboli, Vesuvius
Europese wijk van Istanboel Pera
Europium Eu
euvel fout, gebrek, kwaad, kwaal, mankement, misstand, ondeugd, ziekte
eva boezelaar, schort
evacuatie ontruiming
evacueren - ontruimen
evaluatie koersberekening
evangelie Mattheus, Markus, Johannes, Lukas
evangeliedienaar dominee, missionaris, predikant
evangelieprediker apostel, missionaris, zendeling
evangelieprediker Bonifatius, Ludger, Servatius, Willebrord
evangelieverkondiger zendeling
evangelisatie bekering (tot het evangelie)
evangeliesator dominee, missionaris, prediker, zendeling
evangelische raden armoede, gehoorzaamheid, (discipline) zuiverheid, (celibaat)
evangelist prediker, voorganger
evangelisten Johannes, Lukas, (Lucas), Marcus (Markus), Mattheüs, Thomas
evaporatie uitwaseming, verdamping
evasie ontsnapping, ontwijking, uitvlucht, voorwendsel
even deelbaar, gelijk, kiet, kort(stondig), moment(je), nauw(elljks), ogenblik(kelijk), poosje, tel, zo
even (roulette) pair
even aanlopen - aanwippen
even aantal paar
even lang durend isochroon
evenaar equator, evennachtslijn, linie
evenals alsmede, alsook, benevens, eveneens, evenzo, gelijk, ook, tevens, zoals, zomede
evenaren gelijken, opwegen
even binnenwippen aangaan, bezoeken
eveneens almede, almee, alsmede, evenals, evenzeer, idem, insgelijk, ook, tevens, zowel
evenement feit, gebeurtenis, gusar, onheil, voorval
evengoed evenzeer
evenhoevigen - Pecora
evenhoevig zoogdier - alpaca, antiloop, bok, buffel, dromedaris, gazelle, geit, gems, giraf, gnoe, hert, kameel, lama, nijlpaard, os, rendier, rund, schaap, steenbok, varken
evening-dress - avondtoilet, gala, rok
even in getal - paar
evenknie - partuur
evenmatig evenredig, gelijkmatig, harmonisch, proportioneel
evenmatig deel van schaalverdeling graad, minuut
evenmens medemens, naaste
evenmin - zomin
evennaaste medemens
evennachtslijn evenaar, equator, linie
evenen - vlakmaken
evenredig aequaal, navenant, proportioneel
evenredig aandeel rata, rato, quotum
evenredig deel als cijns - tiend
evenredige vertegenwoordiging E.V.
evenredigheid gelijkheid, proportie, proportionaliteit, rate, rato
eventjes - amper, effentjes, kort, ogenblikje, ternauwernood
eventualiteit gebeurlijkheid, kans, mogelijkheid
eventueel desnoods, ev., gebeurlijk, mogelijk, potentieel, voorkomend
evenveel gelijk
evenwel alevel, desondanksdoch, echter, maar, niettemin, nochtans
evenwicht balans, equilibrium, stabiliteit, schaal, wip
evenwicht betreffend - statisch
evenwichtig gelijkmatig, harmonieus, rustig, stabiel
evenwichtigheid stabiliteit
evenwichtskunstenaar - jongleur
evenwichtsleer - stabilometrie, statica
evenwijdig parallel
evenzeer aldus, alsmee, alzo, eveneens, evengoed, ook, tevens, zowel
evenzo alzo, eender, desgelijks, dito, evenals, gelijk, id., idem, item, it., netzo, ook
ever varken, zwijn
evident apert, duidelijk, klaarblijkelijk, logisch, zonneklaar
evidentie duidelijkheid, onomstotelijk
evocatie oproeping
evocatief - suggestief
evoceren oproepen
evolueren - zwenken
evolutie groei, ontwikkeling, wending, zwenking
ex gewezen, uit, voorbij, voormalig
ex aequo gelijkelijk
ex eiland - Marken, Schokland, Urk, Wieringen
ex keizerin Soraya
ex koning Boris, Faroek, Michael, Peter, Umberto
ex koningin van Spanje Ena
exact correct, juist, nauwgezet, nauwkeurig, precies, stipt
exaltatie geestvervoering, opgewondenheid, overspanning
examen ondervraging, onderzoek, proef, test
examencommissie - jury
examen missen afgaan, bakken, stralen, zakken
examinandus kandidaat
executeren uitvoeren
executie - voltrekking, uitvoering
executiemiddel - galg, guillotine, vuurpeloton
exegese - Bijbelverklaring, uitlegkunde
exegetisch uitlegkundig, uitleggend
excellent eminent, patent, prima, uitnemend. uitmuntend. uitstekend, voortreffelijk
excellentie Exc., Minister
exelleren - uitblinken, uitmunten
exemplaar druk, ex., stuk
exemplaren ex.
excentriek buitenissig, grillig, ongewoon, raar, vreemd, zonderling
exceptie uitzondering
excerpt uittreksel
exces buitensporigheid, uitspatting
exchange wissel, handelsbeurs
excitatie - opwindin
exclamatie uitroep
exclusie chic, excl., uitsluiting, wering
exclusief afgesloten, apart, bijzonder, chic, elitair, kliekgeest, ongemeen, uitsluitend
excommunicatie ban
excretie afscheiding, uitscheiding
excursie reis, uitstapje
excuseer me pardon
excuus smoes, uitvlucht, verweer, voorwendsel
executeren voltrekken
ex-eiland - Marken, Schokland, Urk
exemplaar - afdruk
exerceren oefenen
exercitie oefening
exercitieplein esplanade
exercitieterm halt, mars, rechtsomke
exercitieplaein - esplanade
exhalatie - uitwaseming
exil verbanning
existeren bestaan ,(er)zijn
exit uitgang, uitweg
exhortatie - aanmaning, opwekking
ex-koningin - Ena
exodus uittocht
exorbitant buitensporig
exostosis - osteoma
exotisch uitheems
exotische danseres - Bajadère
expander trekveer
expansie - uitzetting
expediteur vervoerder, verzender
expeditie krijgstocht, verzending
expeditie van de Oost-Indische Compagnie - hongitocht
experiment probeersel, proef, proefneming
expert deskundige, ingeweide, kenner, specialist, zaakkundige
expiratie uitademing
expireren uitademen
explicatie uitleg, verklaring
exploderen detoneren, klappen, knallen, ontploffen, ploffen, uitbarsten
exploitatie - uitbarsting
explosie dreun, klap, knal, ontploffing, uitbarsting
explosieve stof - zie springstof
export uitvoer
exportatie - uitzetting
exporteren uitvoeren
exposé - openlegging, overzicht, uiteenzetting
exposeren showen, tentoonstellen
expositie show, ontvouwing, tentoonstelling
expositieruimte - stand
expres moedwillig, opzettelijk, sneltrein
ex-president van Amerika - Adams, Arthur, Buchanan, Buren van, Cleveland, Coolidge, Eisenhower, Fillmone, Garfield, Grant, Harding, Harrison, Hayes, Hoover, Jackson, Jefferson, Johnson, Kennedy, Lincoln, Madison, McKinley, Nixon, Pierce, Raylor, Rooseveld, Taft, Truman, Washington, Wilson
expresse ijlbode, boodschapper
expressetrein T.E.E.
expressie uitdrukking
expressief (muz.) espressivo
expressionistische schilder Cézanne, Gauguin, Klee, Kandinsky, Kokoschka , Marc, Munch
expulsie - uitdrijving, uitzetting, verjaging
extase opgetogenheid, verrukking, vreugde
exterieur buitenkant, uiterlijk, uitwendig
extern uitwendiguitwonend
extra bijkomend, bijzonder, buitengewoon, ongemeen, plus, supra, toe, uitermate
extra arbeid overwerk
extra dividend bonus
extra heet gloeiend
extra heet gemaakte vlam steekvlam
extra heffing bijslag, toeslag
extra loon bonus, gratificatie, premie, toelage
extra nummer toegift
extra partij barrage
extra prijs premie
extra speelkaart - joker
extra uitkering bonus, gratificatie, meevaller, tantième, toelage, toeslag
extra werk - overwerk
extraatje bonus, douceur, fooi, meevaller
extract afkooksel, aftreksel, eli, xer extr., uittreksel
extract van mout - wort
extract van pepermuntolie menthol
extraheren - uittrekken
extreem bovenmatig, mateloos, uiterst
extremist - radicaal
extremiteit ledemaat, uiteinde, uiterste
extrusie - uitdrijving, uitpersing
Ezau Edom
ezel domkop, domoor, grauw, langoor, lomperd, muildier, onager, sufferd, sukkel, uilskuiken
ezelachtig - debiel, dom, onnozel, stom, stompzinnig
ezelachtig dier zebra
ezeldrijver in Spanje - arriero
ezelgiraffe okapi
ezelsbrug hulpmiddel
ezelsgeluid balken
ezelskop - domkop
ezelskopachtigen - sparganiaceeën
ezelskruid - kattendoorn
ezelsmelk - engbloem
ezelsoor kreuk, vouw, smeerwortel
ezelsvel perkament , trommelvel
ezelsveulen domoor, stommeling
F
fa - muzieknoot
faal gebrek, fout, misslag, vergissing
faam bekendheid, beroemdheid, eer, glorie, naam, roem, renommee, reputatie, roep, vermaardheid
faas balk, dwarsbalk
fabel kletspraat, leugen, mythe, sage, verdichtsel, verzinsel
fabelachtig fabuleus, ongelooflijk, ongeloofwaardig, onwaarschijnlijk, wonderlijk
fabelachtig dier basilisk, cherub, chimaera, draak, eenhoorn, griffioen, kentaur, minotaurus, phoenix, rokvogel, rok, sfinx, sirene, unicorn,
fabelachtig land - eldorado
fabelachtige rijke koning Croesus
fabelachtige vogel feniks, rok, rokvogel
fabelachtige vogel (Ind.) garoeda
fabelachtig wezen - centaur, chimaera, engel, fee, feniks, griffioen, heks, kabouter, kobolt, leviathan, meermin, minataurus, phoenix, reus, sirene, zeeslang
fabelbundel Esopet
fabeldichter Aesopus, Cats, Esopus, Gellert, Gleim, Krylov, La Fontaine, Lessing, Vroman
fabeldichter , Nederlandse Bilderdijk, Cats, Poirters, Vondel
fabeldier - draak, eenhoorn
fabeldwerg aardmannetje, kabouter, pigmee, pygmee
fabelland Lilliput
fabelleer godenleer, mythe, mythologie
fabeltje - sprookje
fabelverzameling Esopet
fabricage aanmaak, vervaardiging
fabricatie - productie
fabriceren - bewerken, maken, vervaardigen
fabriceren van bier - brouwen
fabriceren van drank - stoken
fabriceren van melkproducten zuivelbereiding
fabriek van bierbereiding brouwerij
fabriek van geestrijke dranken likeurstokerij
fabriek van olie olieslagerij
fabriek voor stroom centrale
fabriek voor suiker raffinaderij
fabriek van textielwaren weverij
fabriek voor bereiding van kernenergie reactor, kernreactor
fabriek waar gedistilleerd wordt stokerij
fabriek waar melk wordt bereid melkfabriek zuivelfabriek
fabriek waar olie uit zaden wordt geperst olieslagerij
fabrieksdracht overal
fabriekskostuum confectie
fabrieksmeisje arbeidster
fabrieksstad in België Gent, Luik
fabrieksstad in Duitsland Dortmund, Duisburg, Dusseldorf, Essen, Keulen, Oberhausen
fabrieksstad in Engeland Leeds, Liverpool, Manchester, Sheffield
fabrieksstad in Frankrijk Briey, Lille, Nancy,
fabrieksstad in Michigan Detroit
fabrieksstad in USA. Chicago, Cincinnati, Detroit
fabriekswerker arbeider
fabriekswezen industrie, nijverheid
fabrikaat maaksel, makelij, product
fabrikant industrieel, maker, ondernemer, producent
fabrikant waar olie uit zaden wordt geperst - olieslagerij
fabulant babbelaar, sprookjesverteller
fabuleus fabelachtig, ongelooflijk, wonderlijk
façade voorgevel
face (aan)gezicht, smoel, tronie, voorzijde,
facet aanblik, aspekt, aspect, kant, slijpvlak
facie aangezicht, gelaat, gezicht, ponem, porem, tronie
faciel gemakkelijk, inschikkelijk
faciliteit gemak, inschikkelijkheid, tegemoetkoming
facimilé-uitgave - reprint
facta - daden, feiten, gebeurtenissen
facteur bode, postbode
factisch - feitelijk
factor element, oorzaak
factuur nota, rekening
faculteit eigenschap, kwaliteit, vermogen zie ook: academische faculteit
fade - flauw, slap, zouteloos
faecaliën - beer
fagacee - beuk, eik, fagus, guércus
fagot - basson
Fahrenheit F
Faiaken, woonplaats der - Scheria
failliet bankroet, overdekop
failliet gaan, het - deconfiture, failleren
failliet man bankroetier
faillissement bankroet
faillicement, strafbaar - bankbreuk
fair behoorlijk, betamelijk, betrouwbaar, billijk, eerlijk, fatsoenlijk, integer, juist, keurig, loyaal, net, oprecht, passend, rechtschapen, schappelijk, sportief
fait - daad, feit
fake - bedrog
fakkel flambouw, toorts
fakkeldistel cactus, nopal
fakkeldrager toortsdrager
faktor - deel, element, omstandigheid
faktuur - rekening
falanx kootje (van vinger of teen), slagorde, schare
falen afgaan, dwalen, feilen, haperen, mislukken, missen, ontbreken, tekortschieten
faliekant fout, mis, verkeerd
Falklandeilanden, hoofdstad van de - Staley
Falklandeilanden, ontdekker van de - Davis
fallus - penis
falsaris knoeier, oplichter
falset fausset, kopstem
falsificatie vervalsing
falsiteit - onoprechtheid, vervalsing
fameus befaamd, beroemd, kolossaal, uitermate, uitstekend;vermaard
familiaar gemeenzaam, ongedwongen, vertrouwelijk
familiariteit - gemeenzaamheid, vertrouwelijkheid, vrijpostigheid
familie bloedverwanten, geslacht, gezin, huisgezin, huishouden, sibbe, stam, verwanten,
familie van gifmengers Borgia
familiebegunstiging nepotisme
familiebetrekking - bloedverwantschap
familiebezit - erfgoed, erfstuk
familiegroep clan, gezin
BROER VAN
Aäron - Mozes
Abinadab - Jonathan, Malkisua
Abraham - Nahor
Absalom - Amnon
Achaios - loon
Agamemnon - Menelaüs
Ahazia - Joram
Artemis - Apollo
Asaël - Joab
Baruch - Seraja
Cambyses - Smerdis
Cham - Jafeth, Sem
Cepheus - Phineus
Danaüs - Aegyptus
David - Samma, Nethaneël
Efraïm - Manasse
Elihoref - Ahia
Eliséba - Nahesson
Gallio - Seneca
Gelo - Hiero
Germanicus - Claudius
Goliath - Lachmi
Hector - Aesacus
Jacobus - Johannes
Jacobus de Kleine - Joses, Jozef
Jafeth - Cham, Sem
Jakob - Esau
Jerahmeël - Ram
Joab - Abisaï, Asaël
Joahaz - Mattanja
Johannes - Jacobus
Jonathan - Abinadab, Malkisua
Joram - Ahazia
Judas de Makkabeeër - Eleazar
Jakob - Edom
Kaleb - Othniël
Lachmi - Goliath
Lysimachus - Menelaüs
Malilsua - Abinadab, Jonathan
Manasse - Efraïm
Maria en Martha - Lazarus
Mattanja - Joahaz
Medea - Absyrtus
Menelaüs - Agamemnon, Lysimachus
Mirjam - Aäron, Mozes
Mozes - Aäron
Nehor -Abraham
Nehemia - Hanani
Nethaneël - David
Numitor - Amulius
Othniël - Kaleb
Peleg - Joktan
Peleus - Telamon
Perez - Zera
Rebekka - Laban
Sem - Cham, Jafeth
Seneca - Gallio
Thanatos - Hypnos
Zera - Perez
Zeruja - David
DOCHTER VAN
Absalom - Maächa, Tamar
Achab en Izebel - Athalia
Achelous - Callirhoë
Acrisius - Danaë
Adonis - Beroë
Aeetes - Medea
Aeneas - Llia
Aeolus - Alcyone, Canace, Melanippe
Agamemnon - Electra, Ifigeneia
Agaue - Cadmus, Kadmos
Agenor - Europa
Agrippa - Agrippina
Aeolus - Alkyone
Alcinous - Nausikaa
Aleos - Auge
Alkaios - Anaxo
Althames - Helle
Amphion - Labda
Antolykos - Anticlea
Ares - Harmonia, Peuthesilea
Aristobulus - Herodias
Asopus - Aegina
Astyages - Mandane
Atheense - Philomela
Atlas - Alcyone, Asterope, Electra, Kalypso, Maia, Merope,
Bethuël - Rebekka
Bollerophon - Laodamia
Cadmus - Agaue, Ino, Semele
Caesar - Julia
Cecrops - Aglaurus, Pandrosus
Cepheus - Andromeda
Ceres - Kore, Persephone
Chiron - Ocyrhoe
Chryses - Chryseis
Cinyras - Myrrha
Cronos - Demeter
Cronus - Hera, Hestia
Cyrus - Atossa
David - Tamar
Demeter - Cora , Proserpine
Daedalion - Chione
Dryops - Dryope
Ellam - Bathseba
Elnathan - Nehusta
Epimetheus en Pandora - Pyrrha
Erechtheus - Orithyia, Procis
Eris - Ate
Ethbaäl - Izebel
Europe - Amyone
Erysichton - Mestra
Haran - Milka
Hasdrubal - Sophonisba
Helios - Heliaden
Helius - Circe, Pasiphae
Herodias - Salomé
Herodes Agrippa I - Bernice, Drusilla
Hippodamas - Perimele
Hyperion - Eos
lanus - Caneus
lardanus - Omphale
lasus - Atalante
Icarius - Penelope
Inachus, 1o
Iphis - Euadne
Ismaël - Mahalath
Jakob en Lea - Dina
Jeremia - Hamutal
Jerimoth - Mahalath
Jethro - Zippora
Job - Jemima, Kerenhappuch, Kezia
Jochebed - Mirjam
Jupiter - Minerva
Kadmos - Agaue, Ino
Kaleb - Achsa
Katreus - Aerepe
Kerkyon - Alope
Kranaos - Atthis
Laban - Lea, Rachel
Lamech - Naäma
Latinus - Lavinia
Laomedon - Hesione
Lea - Dina
Leto - Artemis
Ligdus - iphis
Lycaon - Callisto
Lycomedes - Deidamia
Menelaus, - Hormlone
Metabus - Camilla
Miletus - Syblis
Mimitor - Rhea Silvia
Minos - Ariadne, Phaedra
Mohammed - Fatoma
Nereus - Amphitrite, Galatea, Thetis
Nycteus - Antiope
Oceanus - Hyaden (mv.), Pleione
Oedipus - Antigone
Oeneus - Deianira
Oeranos - Basileia
Orchamus - Leucothoë
Oxathres - Amastris
Oxyartes - Rhoxane
Pasiphaë - Ariadne
Pellas - Peliaden
Peneus - Daphne
Periboia - Aura
Phorcys - Gorgonen
Pittheus - Aithra
Polibos - Alkinoë
Priamus - Cassandra, Creusa, llione, Laodice, Polyxena
Ptolemaeus VI Philometer - Cleopatra
Rhea - Hera
Salmoneus - Tyro
Salomo - Tafath
Saturnus - Juno
Saul - Merab, Michal
Scipi - Comelia
Servius - Tullia
Tantalus - Niobe
Thestius - Leda
Thoas - Hypsipyle
Tiresias - Manto
Tyndereus - Clytaem(n)estra
Uranus - Thea, Tethys
Uriel - Michaja
Zerubbabel - Selomith
Zeus - Artemis, Astiraea, Ate, Athena, Dike, Hebe, Helena, Horae, Musae, Pallas, Persephone
MAN VAN
Abigail - David, Nabal
Abital - David
Ada - Lamech
Anat - Baal
Athalia - Joram
Bathseba - David, Uria
Dobora - Lappidoth
Drusilla - Felix
Elisabeth - Zacharias
Erifyle - Amfiaraos
Hanna - Elkanz
Hulda, de profetes - Sallum
Jerusa - Uzzia
Jochebed - Amram
Johanna - Chuzas
Joseba - Jojada
Klytaimnestra - Agamemnon
Mahalath - Esau, Rehabeam
Maria - Jozef
Merab - Adriël
Michal - David, Palti
Milka - Nahor
Naomi - Elimelech
Oholibama - Esau
Peninna - Elkana
Priscilla - Aquila
Rebekka - Isaäk
Ruth - Machlon
Salomé - Philippus
Sapphira - Ananias
Suzanne - Jojakim
ZiIIa - Lamech
Zippora - Mozes
MOEDER VAN
Abel - Eva
Abia van Juda - Michaja
Abisaï - Zeruja
Adonia - Haggith
Alkmene - Anaxo
Amasa - Abigail
Amfion - Antiope
Amnon - Antinoam
Andromeda - Cassiopea
Ariadne - Pasiphaë
Asaël - Zeruja
Astyanax - Andromache
Ate - Eris
Benjamin - Rachel
Bethuël - Milka
Dan - Bilha
Eliëzer - Zippora
Elimelech - Naomi
Gad - Zilpa
Gerson - Zippora
Herodes Agrlppa I - Berenice
Ifigeneia - Klytaimnestra
Ismaël - Hoger
Issaschar - Lea
Jabal - Ada
Joab - Zeruja
Joahaz - Hamutal
Joas van Juda - Zibja
Johannes de Doper - Elisabeth
Jojachin - Nehusta
Jotham - Jerusa
Jozef - Rachel
Jubal - Ada
Juda - Lea
Kileab - Abigail
Levi - Lea
Machlon - Naomi
Marcus - Maria
Mattanja - Hamutal
Meleager - Althaea
Mohammed - Amina
Mozes - Jochebed
Nattali - Bilha
Oedipus - locaste
Pentheus - Agaue
Perez - Tamar
Rehabeam - Naäma
Romulus en Remus - llia
Ruben - Lea
Salomé - Herodias
Samuël - Hanna
Sefatja - Abital
Simeon - Lea
Tebah - Reüma
Timotheüs - Eunice
Zebulon - Lea
Zerah - Tamar
Zethos - Antiope
VADER VAN
Aäron - Amram
Abas - Lynceus
Abel - Adam
Abia - Jerobeam, Rehabeam
Abihu - Aäron
Abinadab - Isaï, Saul
Abira - Eliab, Hiël
Abner - Ner
Abraham - Terah
Absalom - David
Absyrtus - Aeëtes
Acastus - Pelias
Achab - Omri
Achis - Maoch
Achsa - Kaleb
Acrisius - Abas
Aeacus - Zeus
Aegaeon - Kronus
Aeneas - Auchises
Aerope - Katreus
Agamemnon - Atreus
Agaue - Kadmos
Aeolus - Hippotes
Ahasveros - Darius
Ahazia - Achab
Ahikam - Safan
Ahimaäz - Zadok
Aigeus - Pandion
Àigina - Asopus
Alcmaeon - Amphiaraus
Alkinoë - Polybos
Alkyone - Aeolus
Amasa - Jether
Amfion - Zeus
Amminadab - Ram
Amnon - David
Amphictyon - Deucalion
Amphitryon - Alcaeus
Androgeos - Minos
Anna, de profetes - Phanuël
Antlilochus - Nestor
Antipater - Jason
Aram - Sem
Arcas - Zeus
Ardonis - Cinyras
Ares - Zeus
Ariadne - Minos
Arpachsad - Sem
Asa - Abia
Asnath - Potifera
Assurbanipal - Esarhaddon
Astyages - Cyaxares
Astyanax - Hector
Ate - Zeus
Atlas - lapetus
Azaria - Amazia
Azarja - Oded
Baësa - Ahia
Barak - Abinoam
Baruch - Neria
Bathseba - Eliam
Belsazar - Nabonid
Benaja - Jojada
Benhadad 111- Hazaël
Benjamin - Jakob
Bethuël - Nahor
Boaz - Salmon
Cacus -Vulcanus
Cadmus - Agenoz
Calchas - Thestor
Caligula - Germanicus
Cambysus 11 - Cyrus
Capaneus - Hipponoüs
Cassander - Antipater
Cephalos - Hermes
Cham - Noach
Chiljon - Elimelech
Cimon - Miltiades
Cinyras - Apollo
Clisthenes - Megacles
Commodus - Marcus
Creon - Menoecoeus
Cyrus 11 - Cambyses
Daedalus - Hesperus
Dan - Jakob
Danaus - Belus
Dardanus - Zeus
Darius I - Hystaspes
David - Isaï
Demophon - Thecus
Deucalion - Prometheus
Domitianus - Vespasianus
Efraïm - Jozef
Efron - Zohar
Ela -Baësa, Kaleb
Eleazar - Aäron
Elhanan - Dodo, Jaïr
Eliab - Isaï
Eliëzer - Mozes
Elihoref - Sisa
Elisa - Safat
Eljasaf - Rehuël
Epimetheus - lapetus
Erechtheus - Hephaestus
Esarhaddon - Sanherib
Esau - Isaäk
Esbaäl - Saul
Euander - Hermes
EvilMerodach - Nebukadnezar
Gad - Jakob
Gamaliël - Pedazur
Gedalja - Ahikam
Gemarja - Safan
Genubath - Hadad
Germanicus - Drusus
Gersom - Mozes
Gerson - Levi
Giganten - Gaea
Gilead - Machir
Gomer - Jafeth
Hades - Cronus
Haemon - Creon
Hannibal - Hamilcar
Haran - Terah
Hassahja - Kemuël
Heber - Selah
Hector - Andromache
Hellus - Hyperion
Hephaestus - Zeus
Hermes - Zeus
Herodes Agrippa I - Aristobulus
Herodes de Grote - Antipater
Hezron - Perez, Ruben
Hippias - Pisistratus
Hippolytes - Theseus
Hizkia - Achan
Hobab - Jethro
Hofni - Eli
Hosea - Ela
Hyperion - Uranus
lason - Aeson
Icarus - Daedalus
Ifigeneia - Agamemnon
Ilium - Tros
Inachus - Oceanus
Ion - Xuthus
Iphides - Amphitryon
Ismaël - Abraham, Nethanja
Ithamar - Aäron
Itys - Tereus
Jaäsiël - Abner
Jaäzanja - Safan
Jabal - Lamech
Jacobus - Alpheüs, Zebedeus
Jacobus de jongere - Alpheüs
Jaël - Pedaja
Jafia - David
Jaïr - Manasse
Jakob - Isaäk
Jason - Aeson
Jefta - Gilead.
Jehu - Hanani, Nimsi
Jemima - Job
Jeremia - Hilkia
Jerimoth - David
Jerobeam I - Nebat
Jesaja - Amoz
Jesua - Jozadak
Jetur - Ismaël
Jisvi - Saul
Jithream - David
Joahaz - Jehu, Joram, Josia
Joas - Ahazia
Joël - Pethuël
Johannes - Zebedeüs
Jojachim - Jojakim
Jojakim - Josia
Jenadab - Rechab
Jonathan - Saul
Joram - Toi
Jesafat - Asa
Josia - Amon
Jotham - Gideon, Uzzia
Jozua - Nun
Jubal - Lamech
Judas Iskariot - Simon
Judas Makkabaeus - Mattathias
Kaleb - Jefunne
Kehath - Levi
Kemuël - Nahor
Kenan - Enos
Kerenhappuch - Job
Kileab - David
Kimham - Barzillai
Kis - Abiël
Laban - Bethuël
Laertes - Arcisius
Laïtus - Labdacus
Lamech - Methusaël
Laocoon - Antenor
Laomedon - lIus
Lea - Laban
Levi, de tollenaar - Alpheüs
Lot - Haran
Macareus - Helius
Machaoon - Asclepius
Machir - Manasse
Machlon - Elimelech
Mahalath - Ismaël, Jerimoth
Manasse - Hizkia, Jozef
Mattathias - Johannes
Medea - Aeetes
Mefiboseth - Jonathan, Saul
Meleager - Oeneus
Melicertes - Ino
Memnon - Eoos
Merab - Saul
Methusalah - Henoch
Michaja - Uriël
Michel - Saul
Milka - Haran
Minos - Zeus
Mirjam - Amram
Mordechai - Jaïr
Mozes - Amram
Naäma - Lamech
Nadab - Aäron
Naftali - Jakob
Nahath - Rehuël
Nahor - Terah
Narcissus - Cephisus
Nebukadnezar - Nabopolassar
Nehusta - Elnathan
Neria - Machseja
Nero - Agrippina
Nestor - Neleus
Nethaneël - Isaï
Nicanor - Patroklus
Nisus - Pandion
Numenius - Antiochus
Oceanus - Uranus
Odysseus - Laërtes
Oidipus - Laïus
On - Peleth
Opheltes - Lycurgus
Orestes - Agamemnon
Orpheus - Oleager
Palamedes - Nauplius
Pallas - Euander
Palti - Laïs
Pan - Hermes
Pandarus - Lycaon
Parthenopaeus - Atalante
Pashur - Malkia
Pedaja - Jojachin, Paros
Pekah - Remalia
Pekahia - Menahem
Peleus - Aeacus
Pelides - Peleus
Pelops - Tantalus
Periander - Cypselus
Pericles - Xanthippus
Periphetes - Hephaestus
Perses - Perseus
Perseus - Zeus
Pethahja - Mesezabeël
Petrus - Johannes, Jona
Phaethon - Helius
Pharnaces - Mithradates
Phrixus - Athamas
Pieus - Saturnus
Pinehas - Eleazar, Eli
Pisistratus - Nestor
Plato - Ariston
Polydorus - Cadmus
Polyphemus - Oedipus
Poseidon - Agenoor, Cronus
Prometheus - lapetus
Pua - Issaschar
Pyrrhus - Achilles
Rachel - Laban
Rebekka - Bethuël
Samma - Age
Samuël - Elkana
Sarpedon - Zeus
Saul - Kis
Seba - Kusch
Sefatja - David
Segub - Hiël
Selah - Arpachsad
Sem - Noach
Semaja - Delaja
Seth - Adam
Sichem - Hemor
Simson - Manoach
Sobab - David
Sobi - Nahas
Sopater - Pyrrhus
Sthenelus - Capaneus
Tafath - Salomo
Tantalus - Zeus
Tebah - Nahor
Telemachus - Odysseus
Telephus - Heracles
Teman - Elifaz
Thaumes - Pontus
Theseus - Aegeus
Thota - Pua
Timotheus - Conon
Tithonus - Laomedon
Tola - Issaschar
TubalKain - Lamech
Tumus - Daunus
Tydeus - Oineus
Ulysses - Laertes
Uz - Aram, Nahor
Uzza - Abinadab
Uzzië - Kehath
Xerxes - Darius
Zacharia - Iddo
Zadok - Ahitub
Zebulon - Jakob
Zedekia - Josia
Zelafead - Hefer
Zephyrus - Astraeus
Zerubbabel - Pedaja
Zetes - Boreas
Zethos - Zeus
Zippora - Jethro
VROUW VAN
Abraham - Hagar, Ketura, Sara(i)
Achab - Izebel
Adrlël - Merab
Agamemnon - Klytaimnestra
Ananias - Sapphira
Aquila - Prisc(iII)a
Athamas - Ino
Baäl - Anat, Astarte
BenAbinadab - Tafath
Bragi - Idun
David - Abigail, Abital, Ahinoam, Bathseba, Haggith, Michal
Deukalion - Pyrrha
Elimelech - Naomi
Elkana - Hanna, Peninna
Esau - Ma, Mahalath, Oholibama
Felix - Drusilla
Hades - Persephone
Hosea - Gomer
Isaäk - Rebekka
Jakob - Bilha, Lea, Rachel
Joram van Juda - Athalia
Jozef - Asnath
Jojakim - Nehusta, Suzanna
Lamech - Ada, Zilla
Lappidoth - Dobora
Loki - Sigyn
Machlon - Ruth
Minos - Pasiphaë
Mozes - Zippora
Nabal - Abigail
Nahor - Milka, Reüma
Palti - Michal
Philémon - Apphia
Rehabeam - Mahalath
Sallum - Hulda
Salomo - Naäma
Saul - Ahinoam
Socrates - Xanthippe
Tereus - Aedon
Tobias - Hanna
Tyndareas - Leda
Ulysses - Penelope
Uria - Bathseba
Uzzia - Jerusa
Zacharias - Elisabeth
Zebedeus - Salomé
Zeus - Hera, Leto
ZOON VAN
Aäron - Abihum, Eleazar,
Ithamar - Nadab
Abas - Acrisius
Abia - Asa
Abiël - Kis
Abinadab - Eleazar, Uzza
Abinoam - Barak
Abner - Jaäsiël
Abraham - Isaäk, Ismaël
Achab - Ahazia, Joram
Achaz - Hizkia
Achilles - Pyrrhus
Achitofel - Eliam
Ada - Jabal, Jubal
Adam en Eva - Abel, Kaïn, Seth
Adlai - Safat
Aeacus - Peleus
Aeëtes - Absyrtus
Aegeus - Aegides, Theseus
Aeneas - Ascanius, lulus
Aeolus - Aeolides, Salmoneus, Sisyphus
Aeson - Jason
Agamemnon - Orestes
Agaue - Pentheus
Age - Samma
Agenor - Cadmus
Agrippina - Nero
Ahia - Baësa
Ahikam - Gedalja
Ahitub - Zadok
Alexander Balas - Antiochus
Alpheüs - Jacobus
Amazia - Azaria
Amatheon - Bias
Amminadab - Nahesson
Amon - Josia
Amoz - Jesaja
Amphiaraus - Alcmaeon
Amphitryon - Iphicles
Anath - Samgar
Auchises - Aeneas
Antenor - Laocoon
Antiochus - Numenius
Antiope - Amfion, Zeus
Antipater - Cassander
Aphareus - Idas
Apollo - Anius, Cinyras
Aram - Uz
Arcisius - Laertes
Ares - Tereus, Thestius
Ariston - Plato
Arpachsad - Selah
Asa - Josafat
Asclepius - Machaoon
Astraeus - Zephyrus
Atalante - Parthenopaeus
Athamas - Phrixus
Atreus - Agamemnon, Menelaus, Plisthenes
Baësa - Els
Barzillai - Kimham
Belus - Aegyptus, Danaus
Benjamin - Rafa
Bethuël - Laban
Bor - Odin, Ve, Vili
Boreas - Zetes
Buri en Bestla - Bor, Bur
Cadmus - Polydorus
Cambysus I - Cyrus
Capaneus - Sthenelus
Cephisus - Narcissus
Cidyppe - Biton, Cleobis
Cinyras - Adonis
Conon - Timotheus
Creon - Haemon
Creusa - Ion
Cronus - Hades, Poseidon
Cyaxares - Artyages
Cypselus - Periander
Cyrus 11 - Cambyses
Daedalus - Icarus
Darius - Xerxes
Darius I en Atossa - Ahasveros
Daunus - Turnus
David - Absalom, Adonia, Amnon, Daniël, Jafia, Jerimoth, Jithream, Kileab, Nathan, Sammua, Sefatja, Sobab
Deucalion - Amphictyon, Hellen
Dodo - Elhanan
Drusus - Germanicus
Ela - Hosea
Eleazar - Pinehas
El - Hofni, Pinehas
Eliab - Abiram
Elifaz - Teman
Elimelech en Naomi - Chiljon, Machlon
EIiseba - Abihu
Enos - Kenan
Eoos - Memnon
Erebus - Aither
Esarhaddon - Assurbanipal
Esau en Basmath - Rehuël
Euander - Pallas
Gaea - Antaios, Gigant, Titys
Gemalja - Michaja
Germanicus - Caligula
Gideon - Abimelek, Jotham
Gilead - Jefta
Hadad - Genubath
Hadoram - Joktan
Hamilcar - Hannibal
Hamutal - Joahaz, Mattanja
Hanani - Jehu
Haran - Lot
Hazaël - Benhadad
Heber - Joktan
Hector - Astyanax
Hefer - Zelafead
Hekabe - Antifus
Helius - Macareus, Phaethon
Hemor - Sichem
Henoch - Methusalah
Hephaestus - Erechtheus, Periphetes
Heracles - Hyllus, Telephus
Hermes - Cephalos, Daphrus, Euander, Pan
Herodes de Grote - Archelaüs, Aristobulus
Hesperus - Ceyx, Daedalus
Hezron - Ram
Hiël - Abiram, Segub
Hilkia - Jeremia
Hipponoüs - Capaneus
Hippotes - Aeolus
Hizkia - Manasse
Hyperion - Helius, Titan
Hystaspes - Darius
Lapetus - Atlas, Epimetheus, Prometheus
Iddo - Zacharia
lIus - Laomedon
Immer - Paschur
Ino - Melicertes
Inti en Mamaquilla - Illapa
1zaäk - Jakob
1sai - Abinadab, David, Eliab, Nethaneël, Samma
Ismaël - Jetur
Issaschar - Pua, Tola
Izaak en Rebekka - Ezau, Jakob
Jaäre Oregim, Elhanan
Jafeth - Gomer
Jaïr - Elhanan
Jacob en Bilha - Dan, Naftali
Jakob en Lea - Juda(s), Ruben, Simeon, Zebulon
Jakob en Rachel - Benjamin, Jozef
Jakob en Zilpa - Aser, Gad
Jason - Antipater
Jefunner - Kaleb
Jehu - Joahaz
Jerobeam I - Abia, Nadab
Jerubbaäl Gideon - Abimelech
Jesua - Jojakim
Jether - Amasa
Joahaz - Joas
Johannes Hyrcanus - Jannai
Jojachim - Pedaja
Jojada - Benaja
Jojakim - Jojachin
Joktan - Jobab, Hadoram
Jonathan - Mefiboseth
Joram - Joahaz .
Josafat - Joram
Josia - Joahaz, Jojakim, Zedekia
Josia van Juda - Sallum
Jozadak - Jesua
Jozef - Efraïm, Manasse
Judas de Galileeër - Jacobus, Simon
Kaleb - Ela
Kehath - Uzziël
Kemuël - Hassahja
Kis - Saul
Kleopas - Simeon
Kodros - Androkles
Kretheus - Aiaon
Kronos - Aegaeon
Kusch - Seba
Labdacus - Laius
Laërtes - Odysseus
Laïs - Palti
Laïus - Oedipus
Lamech en Ada - Jabal, Jubal,
Tubal Kaïn
Laomedon - Tithonus
Levi - Gerson, Kehath
Lot - Amnon
Lycaon - Pandarus
Lycurgus - Opheltes
Lyriceus - Abas
Machir - Gilead
Machseja - Neria
Manasse - Jaïr, Machir
Manes - Atys
Manoah - Simson
Maoch - Achis
Marcus - Commodus
Megacies - Clisthenes
Menahem - Pekahia
Menoecoeus - Creon
Mesezabeël - Pethahja
Methusaël - Lamech
Michaja - Abia
Micipsa - Adherbal
Miltiades - Cimon
Minos - Androgeos
Mithradates - Pharnaces
Mozes en Zippora - Eliëzer, Gersom
Nabonid - Belsazar
Nabopolassar - Nebukadnezar
Nahas - Sobi
Nahor - Kemuël, Tebah, Uz
Nahor en Milka - Bethuël
Nauplius - Palamedes
Nebat - Jerobeam
Neleus - Nestor
Ner - Abner
Neria - Baruch, Seraja
Nestor - Antlilochus, Pisistratus
Nethanja - Ismaël
Nimsi - Jehu
Noach - Cham, Jafeth, Sem
Nun - Jozua
Nyx - Aither
Oceanus - Inachus
Oded - Azarja
Odin - Hodur, Wali
Odysseus - Ausoon, Telemachus
Oeager - Orpheus
Oedipus - Polyphemus
Oeneus - Meleager
Oicles - Amphiaraus
Oineus - Tydeus
Omri - Achab
Onias 11 - Simon
Pandion - Aigeus, Nisus
Paros - Pedaja
Pashur - Nethaneël
Patroklus - Nicanor
Pedaja - Jaël, Zerubbabel
Pedazur - Gamaliël
Peleth - On
Peleus - Pelides
Pellas - Acastus
Pelops - Alcathous, Atreus, Thyestes
Perez - Hezron
Perseus - Alcaeus, Perses
Pethuël - Joël
Philémon en Apphia - Archippus
Pinehas - Ikabod
Pisistratus - Hippias
Pontus - Thaumas
Poseidon - Agenor, Amycus, Antaeus, Belos, Cercyon, Eumolpus, Nauplius, Neleurs, Pelias, Triton
Priamus - Aesacus, Antifus, Deiphobus, Hector, Helenus, Paris
Prometheus - Deucalion
Pua - Thola
Pyrrhus - Sopater
Rachel - Benjamin, Jozef
Rehabeam - Abia, Semarja
Rehabeam en Maächa - Selomith
Rehuël - Nahath, Samma
Remalia - Pekah
Ruben - Hezron
Safan - Ahikam, Gemarja, Jaäzanja
Salmon - Boaz
Salomo en Naäma - Rehabeam
Sanherib - Esarhaddon, Sarezer Saturnus - Pieus
Saul - Abinadab, Esbaäl, Jisri, Jonathan, Malkisua, Mefiboseth
Seleucus IV Philopator - Demetrius
Sem - Aram, Arpachsad
Semaja - Delaja
Septimius - Severus, Caracalla
Simon de Makkabeeër - Johannes, Hyrcanus
Simon van Cyrene - Alexander, Rufus
Sirach - Jezus
Sisa - Elihozef
Sthenelus - Eurystheus
Strophius - Pylades
Tamar - Perez, Zerah
Tantalus - Pelops
Taunus - Latinus
Telamon - Alax
Telephus - Cyparissus
Terah - Abraham, Haran, Nahor
Tereus - Itys
Thecus - Demophoon
Theiodamas - Hylas
Theseus - Hippolytes
Thestor - Calchas
Thyestes - Aegisthus
TiglathPileser111 - Salmanasser
Timosthenes - Theagenes
Toi - Joram
Toü van Hamath - Hadoram
Tros - Ganymedes, Ilium
Tydeus - Didmeder
Uranus - Hyperion. Oceanus
Uzzia - Jotham
Vespasianus - Domitianus
Vulcanus - Cacus
Wodan - Thor
Xanthippus - Pericles
Xuthus - Ion
Zadok - Ahimaäz
Zebedeüs - Jacobus, Johannes
Zeruja - Abisaï, Asaël, Joab
Zeus - Aeacus, Amfion, Arcas, Ares. Dardanus, Endymion, Epaphus, Hephaestus, Hermes, lacchus, Minos, Perseus, Pirithous, Rhadamanthus, Sarpedon, Tantalus, Zethos
Zibja - Joas
Zohar - Efron
ZUSTER VAN
Aäron - Mirjam
Agaue - Semele
Antigone - Ismene
David - Abigail, Zeruja
Hippolyte - Antilope
Laban - Rebekka
Lazarus - Maria, Martha
Lea - Rachel
Levi - Dina
Maria - Martha
Martha - Maria
Mozes - Mirjam
Nahesson - Eliséba
Ohola - Oholiba
Oholiba - Ohola
Pygmalion - Dido
Rachel - Lea
Ruben - Dina
Semele - Agaue
Tryphéna - Tryphosa
Tryphosa - Tryphéna
TubalKaïn - Naäma
Zebulon - Dina
familiebezit erfgoed, erfstuk, majoraat
familie der halfapen - lori
familieembleem wapen
familiegroep clan, gezin
familie in een huis - huisgezin
familielid bloedverwant, broeder, broer, dochter, grootmoeder, grootvader, kind, kleindochter, kleinkind, kleinzoon, ma(ma), man, moe(der), moeke, neef, nicht, oma, opa, opoe, pa(pa), schoonbroer, schoonmama, schoonmoeder, schoonvader, schoonzoon, tante, va(der), zoon, zus(ter), zwager
familieregering - aligarchie
familiestam - clan
familieteken wapen
famulus - amanuensis, dienaar
fan aanbidder, aanhanger, aanmoediger, bewonderaar, liefhebber, luchtververser, suporter, ventilator, waaier
fanaal kunstlicht, scheepslichtseinlicht, vuurbaken
fanaticus dweper, geestdrijver, zeloot
fanatiek bezeten, dol, dweepziek, ijverig
fanatiekeling dweper, fanaat
fanatisme dweepzucht, zelotisme
fancy fair bazaar
fanfare harmonie
fanfare instrument bastuba, cornet, hoorn, saxofoon, schuiftrompet, trombone, trompet, tuba
fanfare op de jachthoorns - hal(l)ali
fandangovariatie - granadine, malaguena, murciana, rondena
fanfaron - opschepper, pocher, prater
fantaseren bazelen, bedenken, liegen, verbeelden, verzinnen, ijlen
fantasie bedenksel, droombeeld, hersenschim, improvisatie, verbeelding
fantasieletter - smoretletter
fantasie op een volkswijsje rapsodie
fantasieën bedenksels
fantask grillig
fantast dagdromer, dromer, grotesk, huichelaar, ideaal, leugenaar,
fantastisch enorm, geweldig, groots, grotesk, ongelooflijk, uitstekend, wonderlijk
fantoom droombeeld, geest, schim, spook
farao, vader van de - Re
faraorat - civetkat
farce grap, klucht
farceren - vullen
farceur grappenmaker
farizeeër, een van de - Ostaro, Sando, stromo, Sydero, Vago
farm boerderij, hoeve, state, veeboerderij
farmaceut apotheker
farmer boer
faro - mengbier
Faroër, stad op de - Thorshavn
Faroër, volksvertegenwoordiging op de - lagting
fascinatie betovering
fascistenleider - Mussolini
fase maanstand, stadium, stand, schijngestalte, trap
fat adonis, dandy, heertje, kwast, modegek, modejonker, modepop, saletjonker
fataal dodelijk, funest, noodlottig, onzalig, rampzalig, rampspoedig, ruïneus, verderfelijk
fatallworden - nekken
fataliteit - noodlot, ongelijk, onheil, ramp
fata morgana drogbeeld, droombeeld, goochelbeeld, illusie, luchtspiegeling, utopie, visioen
fatigeren - afmatten, uitputten, vermoeien
fatsen spijbelen
fatserig poenig
fatsoen betamelijk, decentie, eer, gemanierdheid, manieren, model, moraal, stijl, voorkomen, vorm, waardigheid
fatsoeneerder bewerker, vormer
fatsoeneren - bijwerken, modelleren
fatsoenlijk behoorlijk, braaf, burgerlijk, decent, degelijk, eerbaar, eerzaam, fair, gemanierd, gepast, goed, hebbelijk, keurig, kies, kuis, net(jes), ordentelijk, preuts, passend, schappelijk, vormelijk, welgemanierd, welvoeglijk
fatterig kwasterig
fatum bestemming, lot, noodlot
faun bosgod, sater, satyr, veldgod
fauna dierenrijk, dierenwereld
fauteuil armstoel, leuningstoel, leunstoel, slaapstoel, stoel,
faveur - (be)gunst(iging), gunstbewijs
faveurtje - buitenkansje
favorabel voordelig, gunstig
favoriet bemind, geliefkoosd, gunsteling, idool, lieveling, pupil
fazantachtige vogel - patrijs
fazantenhaan kok, woerhaan
fazantenhen - woerhen
fazantensoort - argusfazant, bosfazant, diamantfazant, goudfazant, koningsfazant, monal, saterhoen, tragopan, zilverfazant
fabriel - koortsig
februari sprokkelmaand
faecaliën - beer
federatie bond, liga, verbond
fedum leen
fee tovernimf, tovergodin
feeënland uit Arthursage Avalon
feeërie sprookjestoneel
feeëriek betoverend, sprookjesachtig, toverachtig
feeks dragonder, driedekker, furie, harpij, heks, helleveeg kol, kreng, prij, tang, serpent, spin, tang, wijf, Xantippe
feeling gevoel
feest festiviteit, festijn, (Spaans) fiësta, fuif, hoogtij, party, viering
feestartikel fluit, lampion, masker, roltong, slinger, toeter, serpentine, vlag
feestavond gala, soirée
feestdagen - fasti
feestdag der ambachtslieden (voorheen) koppermaandag
feestdag, christelijke - Epifanie, heiligendag, Hemelvaart, Kerstmis, nieuwjaar, Pasen, Pinksteren, Sacramentsdag
feestdans - polonaise
feestdiner banket, diner, dis, feestmaal, gastmaal
feestdos gala, jacquet, robe, rok, smoking
feestdrank sekt, champagne, wijn
feestdronk toast, toost, heildronk
feestelijk - opgewekt, plechtig, vrolijk
feestelijk gebeuren geboorte, bruiloft, verjaardag, verloving
feestelijkheid slemppartij
feestelijk iets gedenken vieren
feestelijk kleden - dossen
feestelijk onthaal huldiging, tractatie
feestelijk onthalen tracteren, fêteren
feestelijk ontvangen inhalen
feestelijk ronddansen - hossen
feestelijk versieren met rijen vlaggen pavoiseren
feestelijke gelegenheid instuif, jubileum, trouwen,, verjaardag, verloving
feestelijke herdenking - jubileum,lustrum, viering
feestelijke kleding dos, gala
feestelijke verlichting illuminatie, lampions, vetpotjes
feestelijke wapenschouw parade
feesten fuiven, huldigen
feestgever - traktant
feestgewaad balkostuum, gala
feestje fuif, partijtje
feestmaal - banket, diner, dis, festijn, maaltijd
feestmaal (Indon,) slametan
feestnacht der heksen heksensabbath, walpurgisnacht
feestneus fuifnummer
feestpapier - serpentine
feestrede - panegyriek
feestruimte balzaal, danszaal
feestspel - stoelendans
feesttenue gala, rok, smoking
feest ter ere van Bacchus bacchanaal, orgie
feest van de Germanen op de kortste dag joelfeest
feest van een huwelijk bruiloft, trouwfeest
feestvarken - jubilaris
feestverlichting - illuminatie, lampion
feestvieren feesten, fuiven
feestvierder feestganger, gast
Fehmarn, plaats op - Borg
feil abuis, defect, erratum, faal, fout, gebrek, misser, misslag, tekortkoming, vergissing
feilbaar - onvolmaakt, zondig
feilen - falen, mistasten, tekortschieten
feilloos - juist, zuiver
feit evenement, daad, daadwerkelijk, evenement, factum, gebeurtenis, geval, handeling, voorval
feitel - slabbetje
feitelijk daadwerkelijk, de facto, eigenlijk, inderdaad, letterlijk, reëel, sic, vrijwel, waarlijk, welbeschouwd, werkelijk, wezenlijk, zakelijk
feiten - data
feitelijkheden realia
feitenkennis realia
fel blinkend, bloedig, danig, erg, fervent, flink, gebeten, hanig, heftig, hel, hevig, hooglopend, intens, kittig, kwiek, levendig, nijdig, opvliegend, pinnig, pittig, scherp, sterk, onstuimig, verbeten, verwoed, virulent, vinnig, vurig
fel en giftig - venijnig
felheid hevigheid, krasheid, vinnigheid
fel kijkend - hel
fel naar iets streven najagen
fel paard arabier
fel pijn doen - snerpen
fel plagen negeren, sarren, tarten, tergen
felle straal bliksem(schicht)
felicitatie gelukwens, heilwens
feliciteren - gelukwensen
fellow gezel, genoot, makker
fellowtraveller medereiziger, meeloper, metgezel
felonie leenbreuk, ontrouw
felrode bloem - papaver
femel hennep, huichelaar, kwezel
femel (aar) begijn, devoot, kwezel(aar), schijnheilige,
femelaar - kwezel, pezewever, zeurkous
femelen - beuzelen, fluisteren, huichelen, kwezelen, smoezen, zaniken
femelkont - zanik
femelkous teut, treuzel, zeur
feminien vrouwelijk, fem.
feministe - blauwkous
Fenicische godheid - Anat, Asjera, Baäl, Dagon, El, Esjmoen, Gad, Resjef, Tinnit
Fenicische godin van de maan Astarte
Fenicische stad - Akko, Arvad, Beiroet, Byblus, Sidon, Tyrus
fenomeen genie, verschijnsel
fenomenaal groots, weergaloos
fenylmethylether - anisool
feodalisme leenstelsel, leenroerigheid
ferm boud, dapper, doortastend, fier, fiks, flink, kloek, kordaat, kranig, moedig, onversaagd, onverschrokken, onvervaard, standvastig, stavast, sterk, stevig, stoer, stoutmoedig, streng, trots
ferment enzym, giststof, leb, pepsine, trypsine, trypsase
fermium fm
ferm van karakter - stavast
ferrum fe
ferryboot pont, veerboot, veer(pont)
fertiel vruchtbaar
fervent fel, geestdriftig, hevig, vurig, ijverig
festijn feest, feestmaal, feestmaaltijd
festival muziekfeest, volksfeest
festiviteit - viering
festoen bloemenkrans, feston, guirlande
fêteren vieren, onthalen
fetisj amulet, talisman
feuilleton vervolgverhaal
feuilleton met plaatjes - strip, tekenstrip
feut aankomeling, eerstejaars, groen, noviet
fiaal - pinakel
fiacre aapje, huurkoets
fiaker huurrijtuig
fiale - pinakel
fiasco echec, flop, mislukking, sof
fiat akkoord, goedkeuring, instemming, oké, toestemming, verlof
fiber borgmoer, katoenvezel
fiche - speelmerkje
fictief denkbeeldig, verdicht
ficus - vijgenboom
fideel gemoedelijk, gezellig, joviaal, leuk, loyaal, lustig, opgeruimd, prettig, tof, trouw, trouwhartig, vrolijk
fiedel - viool
fides - geloof, trouw
fiducie - geloof, vertrouwen
Fidzji-eilanden, berg op de - Victoria
Fidzji-eilanden, bewoners der - Melanesiërs
Fidzji-eilanden, een van de - Koro, Taveuni, Vanua-Levu, Viti-Levu
Fidzji-eilanden, hoofdstad der - Soewa
Fidzji-eilanden, ontdekker der - Tasman
Fidzji-eilanden, vliegveld op de - Nandi
fiedel viool
fiedelaar violist, strijker
fiedelen strijken, krassen, zagen
fielt bandiet, doerak, gladakker, onverlaat, patser, ploert, poen, schavuit, schelm, schoft, schurk, valsaard
fier dapper, ferm, flink, groots, hoogmoedig, hooghartig, hoogmoedig, hovaardig, kloek, moedig, onvervaard, overmoedig, overzedig, parmant(ig), prat, preuts, statig, stoer, trots, vrijmoedig, zelfbewust
fier en trots parmantig
fier en vrij - frank
fierheid trots(heid)
fieselemie gelaat, gezicht, tronie
fiets bicyclette, rijwiel, tandem, tweewieler, velo
fietsband - pneu
fietsen karren, pedaleren, peddelen, wielrijden
fietsenbergplaats stalling
fietser peddelaar, wielrijder
fiets met hulpmotor bromfiets, brommer, snorfiets
fietsonderdeel band, bel, ketting, lamp, rem, slot, spaak, stuur, trapper, velg, wiel
fietspad rijwielpad
fietsraam frame
fietstas sacoche
fietstaxi betjah
fiets voor twee personen - tandem
figaro barbier, scheerbaas
figurant bijfiguur, stomme
figuren uit het kerstverhaal Engelen, Herders, Jezus, Jozef, Koningen, Maria, Wijzen
figurendans ballet, cadrille, cotillon
figureren afbeelden, uitbeelden
figuur afbeelding, cirkel, ellips, fig., gedaante, gestalte, hoek, karakter, lichaam, ovaal, postuur, ruit, taille, vierhoek, voorstelling, vorm
figuurdans - ballet
figuur uit camera obscura Keesje, Kegge, Nurks, Stastok
figuur uit Dickens Micawber, Nelly, Oliver, Pickwick
figuur uit dierenverhalen Bruintje, Isegrim, Nobel, Reinaerd
figuur uit Shakespeare Brutus, Caesar, Desdemona, Hamlet, Jago, Julia, Lear Macbeth, Macduff, Oberon, Ophelia, Othello, Portia, Puck, Richard, Romeo, Shylock, Titania,
figuur uit de fabels Reintje
figuur uit de Franse revolutie Danton, Marat, Robespierre
figuur uit de gelaarsde kat Carabas
figuur uit de Griekse mythologie Apollo, Bacchus, Charon, Eos, Hera, Leda, Zeus
figuur uit de Ilias Achilles, Ajax, Diomedes, Hector, Helena, Patroklus, Priamus
figuur uit de Lehengrin Elsa
figuur uit de Max Havelaar Droogstoppel
figuur uit de sage van de Hellespont Hero, Leander
figuur uit de tachtigjarige oorlog Adolf, Alva, Bergen, Ogmond, Hoorne, Jan, Leicester, Lodewijk, Lumey, Maurits, Montigny, Oldebarnevelt, Parma, Philip, Requesens, Spinola, Willem
figuur uit de Zauberflöte Betty, Caspers
figuur uit het boek Esther Haman
figuur uit het boek Genesis Abel, Adam, Eva, Kain,
figuur uit het kaartspel aas, boer, harten, heer, klaver, nel, ruiten, schoppen,vrouw
figuur uit het stierengevecht matador, picador
figuur uit het werk van Goethe Egmond, Faust, Gretchen, Mefistofeles, Werther
figuur uit het werk van Jules Verne Nemo, Fogg, Passepartout
figuur uit het werk van Karl May Winnetou
figuur van drie noten triool
figuurlijk metafoor, verdrachtelijk, oneigenlijk
figuurlijk waar men in zijn schik is - knolentuin
figuurlijke plaats van herkomst bron
figuurlijke plaats waar men in zijn schik is
knollentuin
figuurlijke uitdrukking metafoor, troop
figuur of taille - leest
figuurraadsel - rebus
figuurzaag fineerzaag, spanzaagje
fijn aangenaam, behaaglijk, beschaafd, betrouwbaar, broos, degelijk, delicaat, fideel, frele, geschikt, gevoelig, gezellig, goed, heerlijk jofel, kies, lekker, leuk, lustig, mieters, prachtig, prettig, puik, reuze, smakelijk, subtiel, teer, tof, uitsteken, verrukkelijkvoortreffelijk, vroom
fijn aardewerk faïence, plateel, posselein
fijn baksel gebak
fijn (barg.) emmes, jofel, tot
fijn beleid takt
fijn bewerkt geciseleerd, besneden
fijn boomwol knoop
fijn borduurgaas stramien
fijn broodje deuvekater, duvekater
fijn draadwerk filigrein
fijn drijfijs kis
fijn eikenhout - wagenshot
fijn en best puik
fijn en helder zuiver
fijn en slank rank
fijn en zacht doek batist
fijn gaas - lamfer
fijn garen weefsel tule
fijn gebak taart, vlaai
fijn gebakje moorkop, roomsoes, taartje, wafel
fijn gehakt vlees - galantine
fijn gehakte groente haksel, moes
fijn gekookte vruchten - moes
fijn gekorven tabak shag
fijn gemalen eikeschors - run
fijn gemalen schelpen - grit
fijn gemalen tufsteen - tras
fijn geslepen glas kristal
fijn gesneden eikenschors - run
fijn gestampt eten - prak, puree
fijn gevederte dons
fijn gevoel takt, beleid
fijn geweven stof - floers, sluier
fijn glaswerk - kristal
fijn goud stofgoud
fijn goud-en zilverwerk filigraan
fijn gras gazon
fijn gruis - poeder
fijn handborduurwerk broderie
fijn helder wit marmer - albast
fijn huidmondje van plantenblad stoma
fijn in zijn soort prima
fijn kalfsleder - boxcalf
fijn kant van zijde blonde
fijn koolstof roet
fijn lijnwaad batist
fijn linnen - byssus
fijn maïsmeel - maizena
fijn maken malen, pletten, verpulveren, vijzelen
fijn Marokkaans leer saffiaan
fijn meel bloem
fijn naaien - stippelen
fijn opengewerkt weefsel kant
fijn perkament abortief, velijn
fijn poeder - meel, pulver
fijn spinsel zijde
fijn trekje finesse, subtiliteit
fijn van gehoor - gehorig
fijn van smaak heerlijk, lekker
fijn weefsel kant, rag, tissue, tule
fijn zakdoekje pochet
fijn zijden weefsel - chiffon
fijne aardmest - mot
fijne bespotting persiflage
fijne biefstuk - haas
fijne bijzonderheid detail, finesse
fijne drank cognac, champagne, nectar
fijne eetwaren comestibles
fijne geestigheid - esprit
fijne geur aroma
fijne kam netenkam
fijne kant - frivolité
fijne kookkunst - gastronomie
fijne kunstgeep - finesse
fijne leersoort marokijn, nappa, suède
fijne lichte geur aroma
fijne massa stof
fijne molm - mul
fijne naald kantnaald
fijne neus flair
fijne polijstaarde tripel
fijne regen motregen , stofregen
fijne scherts - humor
fijne sigaar Havanna
fijne slijpsteen wetsteen
fijne snuiftabak makuba
fijne soort asbest amiant
fijne spot ironie, persiflage
fijne steentjes - grind
fijne stof kant, neteldoek, poeder, poeier, pulver, tule, zijde
fijne tabak - shag
fijne veren dons
fijne verf lak
fijne vijl - zoetvijl
fijne vis forel, zalm
fijne wollenstof - tibet
fijne zijden kant - blonde
fijner maken veredelen
fijngehakt stro haksel
fijngehakt veevoer kort, mais
fijngehakt vlees galatine, tartaar
fijngekookte vruchten moes
fijngemaakt gemalen, geplet, gestampt, verpulverd
fijngemaakte aardappels prak, puree
fijngemaakt eten prak, puree
fijngemalen eikenbas looi
fijngemalen graan gries, meel
fijngevoelig kies
fijngewreven voedsel puree
fijnheid broosheld, finesse, politoersubtiliteit
fijnigheid - kneep, list
fijnkorrelig graniet porfier
fijnkorrelig sneeuw - firn
fijnmaken malen, kraken,pletten, raspen, schaven, slijpen, verpulveren, vijzelen
fijnmaken met een mes snijden
fijnmaken van aardappelen - prakken
fijnmaken van eten stampen
fijnmaken van groente hakken, snijden
fijnmalen - verbrokkelen
fijnproever - epicurist, gastronoom, gourmand, kenner, lekkerbek
fijnraspen tot snuif - raperen
fijnslijpen - savonneren
fijnsnijden kerven, versplinteren
fijnste grier - donst
fijnste in zijn soort prima
fijnste soort schildpad karet
fijnste veren - dons
fijnste van het meel bloem
fijnste veren dons
fijnstoten - stampen
fijntjes - aardig, keurig, netjes, schoontjes, slim, suptiel
fijnwrijven malen, poederen
fijt omloop, panaritium, paronchia, zweer, zwering
fik brand, vuur
fikken branden, vlammen
fikkie - vuurtje
fiks behoorlijk, fel, ferm, flink, funk, gezond, kloek, krachtig, potig, standvastig, stevig, vlug
fiksen - klaarspelen
filament helmdraad
filantroop mensenvriend
filantropisch liefdadig, weldadig
file rij, queue, stoet
filet netwerk
filiaal agentschap, bijkantoor, bijwinkel, dependance, depot(winkel)
filiaalbank bijbank, succursale
filiaalhouder - agent, factoor
filigraan draadwerk, goud, zilverdraadwerk
filigram watermerk
Filippinostam - Bicol, Vicol
Filippijnen, bewoners van de - Aëta, Apayo, Filippino, Masbate, Mindanao, Mindoro, Palawan
Filippijnen, een van de - Basilan, Bohol, Burias, Cebu, Jolo, Leyte, Luzon, Masbate, Mindanao, Mindoro, Negros, Palavan, Panay, Samar, Tablas
Filippijnen, hoofdstad van de - Manilla
Filippijnen, oorspronkelijke bewoners van de - Negritos
Filippijnen, provincie van de - Capiz
Filippijnen, stad op de - Aparri, Bacalod, Basilan, Boac
Cebu, Davao, Llo-ilo, Luzon, Manilla, Mindanao, Rizal,
Zamboanga
Filippijnen, taal van de - Bikol, Cebuano, Llokano,
Pampango, Pangasinam, Tagalog
Filippijnen, vulkaan op de - Apo
Filippijnentrog - Mindanaotrog
Filippijnse afgod - Dagon
film rolprent, vlies
filmacteur filmspeler
filmapparaat camera, filmtoestel
filmbeeld - shot
filmberoemdheid diva, star. ster
filmcamera - filmtoestel
filmdoek - projectiedoek, projectiescherm
filmdraaier operateur
filmen - opnemen
filmer cineast, filmmaker
filmer in Italië Felline, (de) Sica
filmer in Nederland Fernhout, Haanstra, Rademaker
filmer in Zweden Bergman
filmgrootheid diva, ster
filmheldin diva
filmhuis - bioscoop
filmkeuring censuur
filmkunst - cinematografie
filmkunstenaar cineast , filmer, regisseur
filmleider regisseur
filmliga cineclub
filmmaniak filmfan
filmmanuscript draaiboek
filmmedewerker acteur, cameraman, decorbouwer, producer, regisseur
filmmedewerkster - actrice
filmondernemer producer
filmonderneming M.G.M., R.K.O., Rank
filmopname - shot
filmprijs Oscar
filmprojectie cinerama, cinemascope
filmpubliek - bioscoopbezoek
filmregisseur - cineast
filmsamenstelling - montage
filmscenario draaiboek
filmscherm - beelddoekfilmspeler - acteur, actrice, filmster
filmtheater bios(coop), cineac, cinema
filmtoestel - camera, projector
filmvertoning - bioscoopvoorstelling, cinemavoorstelling
filomeel nachtegaal
filorel - floretzijde
filosofie bedoeling, beschouwing, leer, opvatting,
filosofie, onderdeel der - kosmologie, vmetafysica,
psychologie, zijnleer
filosofisch stelsel fenomenologie, kantianisme,
nihilisme, personalisme, platonisme, rationalisme
filosoof denker, wijsgeer, Emerson, Kant, Plato
filosoof, klassieke -
4 Zeno
5 Philo, Plato
6 Seneca, Thales
7 Gorgias, Phyrron
8 Epikurus, Plotinus, Sokrates
9 Epiktetus, Panaitios, Xenofanes
10 Anaxagoras, Anaximenes, Chrysippus, Demokritus,
Empedokles, Heraklitus, Parmenides, Protagoras
11 Aristoteles, Poseidonius
12 anaximandros
filosoof, middeleeuws -
5 Bacon, Böhme, Bruno, Dante
6 Ficino, Ockham, Scotus, Suarez
7 Abélard, Eckhart, Erasmus, Scottus
8 Averroës, Boéthuis
9 Lombardus, Montaigne
10 Augustinus, Maimonides
11 Bonaventura
12 Macchiavelli
filosoof, modern -
4 Hume, Kant, Marx, Mill, Vico
5 Bayle, Comte, Dewey, Hegel, Locke, Wolff
6 Fichte, Herder, Hobbes, Klages, Krause, Newton,
Pascal, Satre, Turgot
7 Diderot, Geulinx, Jaspers, Herbart, Leibniz,
Novalis, Spinoza
8 Berkeley, Gassendi, Rousswau, Voltaire
9 Deswcartes, Heidegger, Nietzsche, Schelling
10 Maledranch
11 Kierkegaard, Montesquieu, Shaftesbury
12 Schoppenhauer
14 Schleiermacher
filosofische richting - epicurisme, existentialisme,
idealisme, patristiek, scholastiek, stoa
filter - vergiet, zeef, zift, zijg, zuiveraar
filterdoek - klens
filtering schifting, zifting, zeving
filter van fijn gaas - zeef
filtreerdoek doorzijgdoek
filtreren coleren, doorsijpelen, doorzijgen, klenzen, zeven, zijgen, zuiveren
filtrum - minnedrank
finaal algeheel, definitief, geheel, helemaal, totaal, uiteindelijk, volkomen
finale einde, eindstrijd, eindwedstrijd, slot, slotstuk
financiëel - geldelijk
financiële instelling bank, postbank, spaarkas
financiële kern giro
financiële straf boete, geldboete, pene
financiële term aandeel, accept, agio, adi, beurs, coupon, credit, debet, dis-agio, disconto, dividend, effect, interest, kapitaal, koers, lening, obligatie, obligo, rente, scrip, talon, tape, uso, wissel
financiële transactie betaling, lening
financiën geld(middelen), geldwezen
financier bankier, belegger, geldschieter, lener
fineer beleghout, opleghout, plakhout, plakkage
fineerzaag - figuurzaag
finesse bijzonderheid, detail
fingeren verdichten, verzinnen, voorwenden
fini gedaan, uit
finish aankomst, afwerking, einde, eindpunt, eindstreep, eindlijn, meet, slot
Finistère, hoofdplaats van - Quimper
finito afgelopen, geeindigd, uit
Finland Suorni
Fins bad sauna, stoombad
Fins epos - Kalevala
Fins heldendicht Kalewala
Fins heteluchtbad sauna
Fins meer Enare, Insoimeer, Kenele, Kerni Näsi, Oulumeer, Sairnameer
Fins muziekinstrument - kantele
Fins-Oergrische taal -
4 Fins
7 Estisch, Ostjaks, Wogoels, Wotjaks
8 Hongaars, Laplands, Lijflands, Zyriaans
9 Mordwiens, Samojeeds
14 Tsjerremissch
Fins parlement - Eduskunta
Finse beeldhouwer - Cainberg, Leppänen, Mantynen,
Tapper
Finse berg - Tunturi, Haltiotunturi
Finse componist Pacius, Roika, Sibelius
Finse haven Abu, Helsinki, Kokkola, Kotka, Tornio,
Turku, Vasa
Finse hoofdstad Helsinki
Finse luchtvaartmaatschappij - Finn-air, Kar-air
Finse munt finmark, rnarkka, penni
Finse politicus Kekkonen, Oulo, Pori, Espoo
Finse provincie Hämi, Kemi, Kuopio, Lappi
Mikkeli, Wasa
Finse rivier - Lijoki, Kymioki, Oulujoki, Tenojoki,
Vuoksi
Finse rotseilandjes voor de kust - Skären
Finse schilder - Brenner, Edelfelt, Enckell. Finnberg,
Kallela, Lehtinen, Melanen, Myntt, Vanni
Finse schrijver Aho, Canth, Järnefelt, Haarla, Jotuni,
Kallas, Kiwi, Leino, Pekkanen, Sillanpää, Talvio, Walrati
Finse stad
3 Abo, Eno
5 Lahti, Turku, Vaasa
6 Kuopio
7 Tampéra
8 Helsinki
Finse taal Oegrisch
Finse waterval - Pyhäkoshi
fint elft list, schijnbeweging, schijnstoot
fiool flacon, flesje, pinakel
fiorituur roller, triller
firma bedrijf, fa., handelsnaam, N.V. ,onderneming, vennootschap, zaak
firmament gewelf, hemel, hemelgewelf, sterrenhemel, uitspansel, zwerk
firmant compagnon, co, deelgenoot, maat, medevennoot, ondernemer, vennoot
firnbekken - firnveld, kaar, navitenis
Firuzabad - Ghur
fiscus belasting, schatkiet, staatskas
fissuur barst, scheur, spleet
fistel - pijpzweer
fit dartel, fris, gezond, levenslustig, monter, onvermoeid, opgewekt, priem, uitgerust
fitnesscentrum - sportschool
fitsel zweer
fitting - lamphouder
fixeerzout - hypo
fjord baai, haf, inham
flabberen - fladderen, flapperen, klapperen, wapperen
flacon ampul, fiool, fles, karaf, odeurflesje, sierfles
flaconneur flessentrekker
fladderen dwarrelen, flabberen, flapperen, vliegen, wapperen
flagel - zweephaar
flagellant geselaar
flagellatie geseling
flagrant overduidelijk, tastbaar, zonneklaar
flair gevatheid, handigheid, slag, vaardigheid, zwier
flakkeren van vlammen laaien
flambard - flaphoed
flambé gevlamd
flamberen beriepen, roosten, zengen
flambouw fakkel, toorts
flamenco-variatie - alegrias, bulerias, farucca, soleares,
zambra, zapateado
flamingant Vlaamsgezinde
flanelletje - hemd
flaneren drentelen, lopen, rondelenteren, slenteren, wandelen
flaneur slenteraar, wandelaar
flank kant, vleugel, zij(de)
flankeur tirailleur vleugelman,
flansen neersmijten, werpen
flap klapdeksel, kwast, lel, schop, slag
flaphoed flambard
flapje bankbiljet
flapkan drinkkan
flaporen - zeiloren
flappen klappen, slaan
flapper bakvis, fladder, flapkan, ganzenvanger, klapzoen
flapperen flabberen, fladderen, wapperen
flapuit kletskop, kletskous
flard flenter, flodder, lap, pompel, rafel, reep, slenter, slet, slons, snipper, tod, vod
flard stof - lap
flat appartement, container, etage, woning,
flatbouw - hoogbouw
flater bévue, blunder, bok, enormiteit, figuur, fout,
misgreep, miskleun,misslag, stommiteit, vergissing
flatteus flatterend, vleiend
flatulentie - meteorismus
flauw afgezaagd, bleek, futloos, geesteloos, kinderachtig, krachteloos, laf, mat, melig, misselijk, nietszeggend, onaardig, ongezouten, plat, slap, smakeloos, twijfelachtig, verwaterd, vaag, wee, zouteloos, zouteloos, zwak
Flauwe kost - liflafjes
flauw geluid kik
flauw schijnsel glimp
flauwekul - apekool, gezwets, kiete, kletskoek, kletspraat, larie(koek), nonsens, onzin, shit, wartaal
flauw en slapjes zwakjes
flauwe praat kletspraat, liflafje, onzin, rut
flauwerd - labbekak, lafbek, melkmuil
flauwe wind - briesje, labberkoelte
flauw gebogen balk - krommer
flauwgrappig - melig, zouteloos
flauwhartig blode, lafhartig, moedeloos, wee
flauw keelgeluid kik
flauw of zwak - vaagjes
flauw praatje smoesje
flauw praten - kletsen
flauw schijnsel - glimp
flauwte bezwijming, collaps, onmacht, onvermogen, slapte, toeval, zwijm
flauwtjes - zwakjes
flauwvallen bezwijmen
flebotomus - Leishmaniosis
fleer klap, slag, straatmeid
flegma - kalmte, onverstoorbaarheid
flegmatiek bedaard, (dood)leuk, droog, kalm, koel,
lakoniek, rustig,
flegmatische tekens - Kreeft, Schorpioen, Vissen
flemen aanhalen, flikflooien, mooipraten, pluimstrijken, strooplikken, vleien
flemer flikflooier, mooiprater, pluimstrijker, strooplikker, vleier
flens kraag, oorveeg, pannekoekje, radkrans, randkraag
flensje pannenkoekje, vadde
flenter fard, lap, reep
flep - hoofpdoek
fleren - lanterfanten, rondslenteren
fles fiool, flacon, karaf, kolf, stoop, urinaal
flesafsluiting dop, fliptop, kroonkurk, kurk, mandfles, prop, stop, top
fles om iets warm te houden thermosfles
flesje ampul, fiool, flacon
flesje voor bewaring van zekere vloeistoffen ampul
fles, grote dikbuikige - dame-jeanne, demijohn
flesje wijn van een vijfde liter kalkoen (tje)
flessen afzetten, neppen, oplichten
flessengeld statiegeld, staangeld
flessenhals - bottle-neck, knelpunt
flessentrekker bedrieger, nepper, oplichter, zwendelaar
flessentrekkerij - zwendel
flesvormig hout - kegel
flessen vullen tappen
flets betrokken, bleek, bloedeloos, dof, dol, dor, mat, ongezond, ontkleurd, pips, vaal, verlept, verschoten, witjes
flets en mager ijl, iel, teer
flets en verdroogd - verlept
fleur bloei, blos, kleur, verkleurd, vrolijkheid
fleuret schermdegen, vignet
fleurig bloeiend, fris, gezond, luchtig, opgewekt, pittig, plezierig, tierig, vrolijk, welig
flexibel - buigzaam, lenig, veranderlijk
flexuur - buiging, kromming
flier violier
flierefluiter losbol, luiaard, nietsnut
flik - chocolaatje
flikflooien flemen, kruipen, strelen, vleien
flikflooier flemer, pluimstrijker
flikflooierij - vleierij
flikken - lappen, verstellen
flikkeren flonkeren, glanzen, gloren, pinken, stralen, tintelen, vlammen
flikkering fonkeling, glimp, schittering, tinteling
flink adret, best, boud, danig, dapper, dartel, degelijk, doortastend, duchtig, energiek, erg, fel, ferm, fier, fiks, fors, geducht, gezond, grondig, hups, kloek, koen, kordaat, krachtig, kranig, kras, kwiek, levendig, mans, moedig, opgewekt, pittig, potig, rap, solide, standvastig, sterk, stevig, stoer, terdege, tof, vast, vief, vurig, welgebouwd
flink duur prijzig
flink en lang rijzig
flink en leuk - aardig
flink en sterk fier, fors, potig, stoer
flink gevorderd ver
flink knorrig nors, stuurs
flink mens held, kerel, vent
flink uit de kluiten gewassen potig
flink van postuur fors, groot, kloek, kloekbebouwd
flink voorkomen - postuur
flink voor zijn leeftijd - kras
flink werken aanpakken, aanpoten, sjouwen
flinkheid braafheid, dapperheid, fermiteit, koenheid, kranigheid, krasheid, moedigheidsterkte, stoerheid
flinkweg kordaat
flinke knaap
flinke hap - mondvol
flinke man held, kerel, vent
flinke slok - scheut
flinke vent - bram
flinke vrouw kenau
flint veldkei, vuursteen
flintertjes flentertje, sneetje (dun)
flip mislukkig
flipperkast - trekkast
flirt hofmakerij, vrijerij
flirten - sjansen
flistertje flentertje, dun sneetje
flits glimp, pijl, schicht, straal, weerlicht
flitsen tjoepen
flobert - geweer
flodder flard, patroon, slons, veenbagger
flodderig - slordig
flodderen lobberen, lubberen
floers rouwsluier, sluier, waas
flok - wollegras
flokken - klapwieken
flonkeren flikkeren, glanzen, glimmen, pinkelen, schitteren, stralen, tintelen
flonkering - glans
floodlight spreidlicht
flop tegenvaller
flop of debacle fiasco
floppen mislukken
floppy - diskette
flora plantenwereld
Florentijns dichter Dante
Florentijns paleis Uffizi, Pitti
Florentijnse familie Medici
Florentijnse munt florijn
floreren bloeien, gedijen, pronken, tieren
floret - schermdegen
Florida, badplaats in - Beach, Miami, Palm
Florida, eilandengroep bij - Bahama´s
Florida, haven in - Fermandina, Jacksonville, Pensacola, Tampa
Florida, hoofdstad van - Tallahassa
florijn goudmunt, gulden, f., fl.
florissant bloeiend, prachtig
florist - bloemist
flous smoesje, uitvlucht
flouw snippennet
fluim kwal, kwalster, mispunt, rochel, speeksel
fluimen opgeven kwalsteren
fluisteren femelen, mompelen, prevelen, veziken
fluit blokfluit, dwarsfluit, ocarina, piccolo, veldfluit, wijnglas
fluiteend smeent, smient
fluiten pijpen, loeien, schuifelen, sijfelen
fluiten gaan - vluchten
fluithaas - pika
fluitketel - waterketel
fluitklep - molla
fluit, kleine - flageolet
fluit met negen teengaten ocarina
fluitspeler - pijper
fluitist - fluitspeler
fluitje piccolo
fluks dadelijk, gezwind, haastig, meteen, rap, ras, snel, terstond, vlug, zoeven, (zo)juist
fluor f.
fluoriet - vloeispaat
flus daareven, straks
flut onbenullig, onbetekenend
fluweel chiffon, paan, sameet, velours
fluweel met zeer lang haar fulp
flueelachtige stof - pluche
fluweelachtig trijp - moquette
fluweelachtig weefsel - Alaska-flueel
fluweelbedekking trijp
fluweelgras - hazenstaart
fluweelkoord chenille
fluweelsoort - cordelet, felp, fulp, paan, sameet, velours
fluweeltjes - afrikanen
fluweelzwarte granaatsoort melaniet
fluwelen damesmutsje - toque
fluwijn (steen)marter, kussensloop
fnuiken beknotten, kortwieken, verijdelen
fnuikend verderfelijk
fobie afkeer, afschuw, angst, vrees
focus brandpunt, haard
foedraal doos, etui, hoes, holster, huls, kas, koker, (mes)schede, tas
foef (Ind.) akal, handigheid, kneep, kunst, list, loopje, streek, stunt, truc, uitvlucht
foelie bladmetaal, macis, muskaat, zilverpapier
Foenicische god Astarte, Baäl, Bel, Bendis, Dagon, Moloch, Opis, Tanit, Usoes
Foenicische koning - Hiram
Foenicische stad - Arvad, Beiroet, Byblos, Djebail, Sidon, Tripoli, Tyrus
foerage leeftocht, voeder, voedsel, voorraad
foeragemeester - foerier
foerageren - bevoorraden, voederen, voeren
foet - feut, groen, noviet
foeteren knorren, mopperen, razen, schelden, treiteren, uitvaren, vloeken
foetor - stank
foetsie verdwenen, weg, zoek
foetus - groen, noviet
foezel - schrobnet
fok bril, kluiver, (ra)zeil, teelt
fokken kweken, telen
fokker kweker
fokker van vee - veeboer
fokmethode - kruising, teelt
foks - fuchsia
fok van een schip - zeil
folder brochure, drukwerk, pamflet, prospectus, reclsmebladvouwblad
folklore volkskunde, volkswetenschap
folterbank pijnbank
folteren kwellen, martelen, pijnigen
foltering kwelling, marteling, pijniging, tortuur
foltertuig gala, gesel, knoet, kruis, martelpaal, plei, palei, polei, pijnbank, rad, zweep
folie - bladmetaal
folter pijnbank
folteraar beul, kweller, martelaar, pijniger
folteren kwellen, martelen, mishandelen, plagen, pijnigen, teisteren
foltering kwelling, marteling, pijniging, radbraken
foltertuig gesel, pijnbank, zweep
fond achtergrond, belegging, grond, kapitaal
fonds - kapitaal
fondsenmarkt - effectenbeurs
foneem klankteken
fonkelen glanzen, gloeien, schitteren, scintilleren,
fonkelend parelend, sprankelen, stralen, tintelen
fonkeling flikkering, schittering, tinteling, twinkeling
fonkelnieuw (spik)splinternieuw
fontanel - bregma
fontein - bron, wel, springbron
fonteinkruidachtigen - potamogetonaceeën
fooi aalmoes, baksjis, beloning, douceur, drinkgeld, geschenk, gift, tip, tipgeld, verval, steekpenning
fooi geven tippen
fooi voor dienstboden verval
fooienpot tronk
fop speen
fopbericht in de krant - canard
foppen bedotten, beetnemen, misleiden, neppen, verlakken, verschalken
fopper - kullebroer
fopperij bedriegerij, bedrog, canard, kullage
fopspeen tutter, zuigspeen
force - geweld, kracht
force majeur nooddwang, overmacht
forceps verlostang
forceren doordrijven, dwingen, verbreken
foreest bos, woud
forellensoort - bleekforel, regenboogforel, schotje, schotzalm, zeeforel
formaat afmeting, grootte, inhoud, kaliber, kwarto, maat, octavo, vorm
formaat (boek) duodecimo, kwarto, octavo
formaat van 11 bij 16 cm - kabinetformaat
formateur samensteller, vormer
formatie - echelon, linie, oerband, schepping, vorming
formatie uit het primaire tijdperk - perm
formeel juridisch, plechtig, vormelijk
Formentera, heuvel op - Mola
formeren opstellen, samenstellen, scheppen, uitmaken, vormen
formering - vorming
formidabel enorm, geducht, geweldig, groots, vreselijk
Formosa Taiwan
formule voor europium Eu.
formule voor goud au.
formule voor selenium Se.
formule voor tin sn
formuleren - verwoorden
formuleren in een bepaling - clausuleren
formulering redactie
formulier biljet, invulbiljet, lijst
fornuis keukenkachel, kookkachel
fors flink, groot, hevig, kloek, krachtig, sterk, stevig, struis, zwaar
fors gebouwd man atleet, reus
forse Amerikaanse kip wyandotte
forse beweging - swing
forse dikkerd - kamerolifant
forsen flink stoer
forsie - geweld
fort bastion, bolwerk, bunker, burcht, citadel, sterkte, vesting
forte (muz.) luid, sterk
fortificatie - versterking, vestingwerk
fortuin bof, buitenkansje, fatum, geluk, geval, kapitaal, lot, mazzel, noodlot, rijkdom, schat, tref, voorspoed, vermogen, weelde
Fortuin - Fortuna
fortuinlijk - gelukkig, voorspoedig
fortuintje - buitenkansje, gelukje, meevaller, tref
fortuinzoeker avonturier, gelukzoeker, profiteur
forum markt, panel, plein, vergadering, verzameling
fosfaat - kunstmest
fosforigzuur, zout van - fosfiet
fossiel afdruk, ammoniet, overblijfsel, versteend
fossiel dier ammokiet, brontosaurus dinosaurus, mastodont
fossiel hout kienhout
fossiele aardhars barnsteen, hars, kopal, retiniet
fossiele hars - barnsteen, kopal,
fossiele keileem tilliet
fossiele paraffine aardwas, ozokeriet
fossiele vis - pteraspis
fossielenkenner paleontoloog
fossielenkennis paleontologie
foto afbeelding, afdruk, beeltenis, kiek(je), opname, plaat(je), portret, prent, print, shot
fotoalbum fotoboek
fotoapparaat - camera
foto op glas dia, diapositief
fotogeen - lichtgevend
fotograferen kieken, knippen
fotograferen van hemellichamen astrofotografie
fotografie op glas verrotypie
fotografie op ijzer ferrotypie
fotografie op wasdoek - panorypie
fotografisch materiaal - camera, geelfilter, lichtmeter, rolfilm
fotografische drukplaat cliché
fotografische vloeistof - ontwikkelaar
fototoestel camera
fouilleren - doorzoeken
foule - menigte, volkshoop
fourneren leveren, verschaffen
fournisseur leverancier
fout abuis, bêtise, blunder, bok, errata, erratum, euvel, faal, feil, flater, gebrek, lapsus, leemte, mis(ser), misslag, misstap, onjuist(heid), overtredingvergissing, verkeerd
fout begaan - vergissen
fouten signaleren - detecteren
foute waarneming - illusie
fout gaan - stuklopen
fouten/van.... ontdaan gecorrigeerd, verbeterd
foutief fout, mis, onjuist, vrkeerd
foutloos correct, goed, juist, onberispelijk, perfect
foyer koffiekamer, lobby, voorhal, wandelzaal
fra broeder, frate(r)
fraai aardig, abel, fijn, geestig, knap, mooi, netjes, prachtig, proper, riant, schoon, sierlijk, welgevormd
fraai gebouw kasteel, paleis
fraaie kleding dos, gala, tenue
fraaie letteren - belletrie
fraaie rode verfstof eosine
fraaie stof kamelot
fraaie witte bloem lelie
fractie deel, partij
fractuur barst, beenbreuk, breuk
fragiel breekbaar, bro(o)s, teer, zwak
fragment brok (stuk), deel, gedeelte, part, passage, perikoop, stuk
fragmentarisch broksgewijs
frak - herenjas, rok
frambozentong - roodvonk
frame bouw, constructie, draagraam, geraamte, fietsraam, kader, montuur, omlijsting, raamwerk
franciscaanse kloosteroverste - gardiaan
franciscaner - minnebroeder, Minoriet
franco kosteloos, portvrij, (vracht)vrij. fr.
franco aan boord leveren - boordvrij
franco aan wal f.a.g.
francofiel - fransgezind, gallofiel
franje beuzelpraat, boordsel, garnering, kwast, opsiering
franjeaap - guereza, mbega
frank fier, open (hartig), onbeschroomd, onomwonden, rondborstig, vlot, vrij, vrijmoedig
Franken, nationale wapen der - francisca
Frankrijk (afk.) R.F., Gallia, Gallië
Frankrijk, hoofdstad van - Paris, Parijs
Frans-Afrikaanse cavalerist - Spahi
Frans-Afrikaanse infanterist - Turco, Zouaaf
Frans architect
3 Gau, Lod
5 Ballu, Duban, Ragon
6 Eiffel, Garnier, Lassus, Lebrun, Lescot, Lurcat, Perret, Prouvé
7 Blondel, Delorme, Gabriel, Guimard, Mansart, Maymont
8 Soufflot
9 Corbusier
Frans astronoom - Lyot
Frans auteur -
4 Anet, Fort, Gide, Hugo, Labé, Loti, Sand, Zola
5 Arcos, Camus, Carco, Dabit, Genet, Gracq, Green,
Jarry, Scève, Simon
6 Allain, Allais, Balzac, Barres, Becket, Daudet,
France, Sammes, Moreas, Pagnol, Pascal, Racine,
Samain, Sartre, Valery
7 Bourget, Claudel, Duhamel, Gautier, Lonwsco,
Malraux, Mauriac, Molière, Rimbaud, Rolland,
Romains, Roussin
8 Bernanos, Malherbe, Mallarmé, Rabelais, Rousseau, Stendhal,
Verlaine, Voltaire
9 Corneille, Lamartine
10 Baudelaire
13 Chataubriand
Frans automerk - Citroën, Renault
Frans bacterioloog Pasteur
Frans beeldhouwer Rodin, Mailol
Frans bevelhebber Foch, Joifre, Pétain
Frans blijspeldichter Corneillo, Molière, Racine
Frans broedje - croissamt
Frans cafetaria bistro
Frans componist -
3 Huë,
4 Beck, Indy, Lalo
5 Alain, Alkan, Bizet, Dukas, Fauré
6 Blavet, Boulez, Daquin, Gounod, Lecorq,
Rameau
7 Berlioz, Debussy, Milhaud, Poulenc, Roussel
8 Arcadelt, Couperin, Goudimel, Honegger,
Janequin, Leolinus, Massanet, Messiaen
9 Causteaux, Dutilleux, Offenbach, Perotinus
Frans departement
3 Ain, Lot, Var
4 Aube, Aude, Cher, Euze, Gard, Gers, Jura,
Nord, Oise, Orne, Tarn
5 Aisne, Corse, Doubs, Drôme, Indre, lsère, Loire,
Marne, Meuse, Seine, Somme, Yonne
6 Allier, Ariège, Cantal, Creuse, Landes, Loiret,
Lozére, Manche, Nièvre, Sarthe, Savoie,
Vendée, Vienne, Vosges
7 Ardèche, Averyon, Bas-Rhin, Belfort, Caspers,
Corrèze, Côte-d´Or, Essonne, Gironde, Herault,
Mayenne, Moselle
8 Ardennes, Calvados, Charente, Dordogne, Haut- Rhin,
Morbihan, Val-d´Oise, Vaucluse, Yvelines
9 Finistère, Puy-de-Dôme
10 Deux-Sèvres, Eure-et Loir, Haute-Loire, Haute- Marne
Haute-Saône, Loir-et-Cher
11 BassesAlpes, CotesduNord, LotetGaronne,
HautesAlpes, HauteSavoie, HauteVienne, PasdeCalais
12 HauteGaronne, HautsdeSeine, IndreetLoire,
SaôneetLoire, SeineetMarne, SeineSt.Denis
13 lIIeetVilaine, SeineMaritime, TarnetGaronne
14 AlpesMaritimes, Basses Pyrénées, BouchesduRhône,
HautesPyrénées
15 LoireAtantique
16 MeurtheetMoselle, CharenteMaritime
18 PyrénéesOrientales
Franse departementale hoofdstad -
3 Gap, Pau
4 Agen, Albi, Auch, Caen, Dyon, Evry, Foix,
Laon, Lyon, Metz, Nice, St.-Lo
5 Arras, BIois, Digne, Laval, Mâcon, Melum,
Mende, Nancy, Nimes, Niort, Paris, Rodez,
Rouen, Rijsel, Tours
6 Amiens, Angers, Annecy, Cohors, Colmar,
Epinal, Evreux, Guéret, Nantes, Nevers, Privas,
Tarbes, Troyes, Rennes, Vannes, Vesoul
7 Ajaccio, Alençon, Auxerre, Avignon, Belfort,
Bobigny, Bourges, Crétreil, Limoges, Moulins,
Orléans, Quimper, Valence
8 Aurillac, BarleDuc, Beauvais, Besançon,
Bordeaux, Chambéry, Chartres, Chaumont,
Grenoble, Mézières, Nanterre, Pontoise
9 Angoulême, Marseille, Montauban, Perigueux,
Perpignan, St.Etienne
10 Carcassone, Draguignan, Strasbourg, Versailles
11 Montpellier
12 Chateauroux, MontdeMarsau
13 BourgenBresse, LonsIaSaurnier
15 ChalonssurMarne, ClermontFerrand
Frans dialect - patois
Frans dierenarts en Immunoloog - Ramon
Frans district arrondissement, departement, kanton
Frans dorp - Eze.
Frans eiland - Aix, Belielle, Chausey, Corsica,
Croisie, Oléron, Quessant, Ré, Riou, Yeu
Frans filmacteur Gabin
Frans filosoof - sartre
Frans fluitist Rampal
Frans frontsoldaat poilu
Frans gebergte - Cevennes, Vogezen
Frans gewest departement
Fransgezinde Belg - franskiljon
Fransgezinde Vlaming - leliaard
Frans Guyana, hoofdstad van - Cayenne
Frans Guyana, ontdekker van - Columbus, Pinzon, Raleigh
Frans Guyana, rivier in - Approuague, Maroni, Oyapoc, Sinnamary
Frans kaartspel - Baccarat, bezique
Frans kerstlied Noël
Frans koningshuis Bourbon, Capet, Orléans, Valois
Frans letterkundige Taine
Frans lidwoord la, le, les, un, une
Frans medicusastroloog Nostradamus
Frans museum - Louvre
Frans natuurkundige Ampère, Curie, Coulomb, Lavoisier, Reaumur
Frans operettecomponist Offenbach
Frans overzees departement - Guadeloupe, Guyana, Martinique, Réunion
Frans persoonlijk voornaamwoord il, je, tu, ils, elle, elles, nous, vous
Frans Polynesië, hoofdstad van - Papeete
Frans Polynesië, een der eilanden van - Huahine, Moorea, Raivavae, Rapa, Rimatara, Ruruti, Tehaa, Tubuai
Frans politicus - Briand, Colbert, Danton, De Gaulle, Marat, Mazarin, Maribeau, Richelieu, Robespierre
Frans porselein Sèvres
Frans president Fauré, Coty, Pompidou
Frans protestant Hugenoot
Frans republikein Girondijn, Jacobijn
Frans revolutionair Danton, Marat, Robespierre
Frans scheikundige Pasteur
Frans schiereiland - Bretagne, Cotentin, Vendée
Frans schilder David, Degas, Greuze, Manet, Monet, Picasso, Vernet, Watteau, Renoir, Bouch, Cézanne, Daumier, Gauguin, Lautrec, Matisse, Rouault, Dufy, Corot, Léger, Caspers
Frans schrijfster Colette, Sand, Sagan
Frans schrijver Balzac, Becket, Camus, Duhamel, Dumas, Flaubert, France, Gide, Goncourt, Hugo, Loti, Mauriac, Maurois, Molière, Proust, Racine, Rimbaud, Rolland, Rousseau, Stendhal, Racine, Sartre, Valery, Verne, Voltaire, Zola
Frans somaliland, bewoners van - Afar, Issa´s
Frans somaliland, hoofdstad van - D(z)jibouti
Frans soldaat poilu
Frans sprekende Belg Waal
Frans symbool Marianne
Frans tafeltje - etagere
Frans telwoord
2 un
3 dix, six
4 cent, cinq, deux, huit, neuf, onze, sept
5 douze, mille, trois, quatro vingt
6 quatre, quinze, treize
8 quatorze
Frans vennootschap s.a.
Frans voegwoord et, mais, ni, ou, si
Frans volkslied - Marseillaise
Frans wiskundige Poincaré
Franse alleenstaande bouwschuur - mas
Franse baai - calanque
Franse bacterioloog - Pasteur
Franse badplaats Biarritz, Cannes, Deauville, Menton Nice, Nue, Pau, Sète
Franse beeldhouwer -
4 Rude
5 Biard, César, Dalou, Pajou, Pilon, Lurcat, Perret,
Prouvé
6 Goujou, Houdon, Mercié, Prieur, Stahly
7 Condier, Coustou Delahay, Despiau, Fremiet,
Maillol, Meunier, Nicolas, Pigalle, Ricjier
8 Carpeaux, Guillain, Sarrazin, Tremblay
Franse berg - Donon, Pelat, Pelvoux
Franse blauwbaard Landru
Franse brandewijn - cognac
Franse brouwerij brasseriefranse buldog - bulletje
Franse burgemeester maire
Franse buurtschap - Brou
Franse chansonnier Aznavour, Brassens, Brel, Chevalier
Franse chirurg - Anel
Franse componist Adam, Berlioz, Bizet, Gounod, Lully, Massenet, Ravel, Rameau
Franse daalder - ecu
Franse dans badinerie, bourrée, carmagnole, farandole, gavotte, gigue, menuet, passepied, quadrille, rondeau, sarabande, tourdion
Franse dans in tweekwartsmaat - gavotte
Franse departementale hoofdstad -
3 Gap, Pau
4 Agen, Albi, Auch, Caen, Dyon, Evry, Foix, Laon, Lyon, Metz,
Nice, St.-Lo
5 Arras, BIois, Digne, Laval, Mâcon, Melum,
Mende, Nancy, Nimes, Niort, Paris, Rodez,
Rouen, Rijsel, Tours
6 Amiens, Angers, Annecy, Cahors, Colmar,
Epinal, Evreux, Guéret, Nantes, Nevers, Privas,
Tarbes, Troyes, Rennes, Vannes, Vesoul
7 Ajaccio, Alençon, Auxerre, Avignon, Belfort, Bobigny,
Bourges, Créteil, Limoges, Moulins, Orléans, Quimper,
Valence
8 Aurillac, BarIeDuc, Beauvais, Besançon,
Bordeaux, Chambéry, Chartres, Chaumont,
Grenoble, Mézières, Nanterre, Pontoise
9 Angoulême, Marseille, Montauban, Perigueux,
Perpignan, St.Etienne
10 Carcassone, Draguignan: Strasbourg, Versailles
11 Montpellier
12 Chateauroux, MontdeMarsau
13 BourgenBresse, LonsIaSaurnier
15 ChâlonssurMarne, ClermontFerrand
Franse dialect - Patois
Franse dichter - Char, Fabre
Franse dynastie - Capet
Franse figuurdans cotillon
Franse geestelijke abbé
Franse geleerde uit de 19e eeuw - Pasteur, Taine
Franse gemeente - Acq
Franse grondbelasting - taille
Franse havenstad Bordeau, Brest, Calvi, Duinkerken, Le Havre, Marseille, Nantes, Rouaan, Toulon
Franse hoeve - bastide
Franse infanterist in Noord-Afrika - zoeaaf, zouaaf
Franse inhoudsmaat - aime, broc, feuillette, piece, queue, tonneau
Franse kaap aan de kanaalkust - Antifer
Franse kaassoort Boursin, Brie, Camembert, Célérikaas, Chèvres, gervais, gruère, roquefort
Franse keizer - Louis, Napoleon
Franse kledingontwerper - couturier
Franse klaver luzerne
Franse kolonie - Comoren, Guadeloupe, Guyana, Martinique, Miquelon, Réunion
Franse koningsnaam Charles, Henri, Lodewijk, Louis, Philippe
Franse koninklijke standaard onflamme
Franse kroningsstad Reims
Franse kroonprins(es) - Dauphin(e)
Franse landstreek - Beauce, Berry
Franse lelie - francisca
Franse likeur bénédictine, cointreau, ricard
Franse likeurwijn - peneau
Franse literatuurhistoricus Taine
Franse luchtvaartmaatschappij - Air France,
Air-Inter
Franse maat mètre, toise
Franse matrozendans matelotte
Franse meubelstijl - régence
Franse militaire academie St. Cyr
Franse munt franc, blanc, centime, dizaine, ecu,
livre, napoleon, sol, sou
Franse museum - Louvre
Franse N.V. - S.A.
Franse oorlogshaven Toulon, Cherbourg
Franse partij tijdens revolutie Jakobijnen, Girondijnen
Franse porseleinplaats - Lomoges
Franse protestant in de 16e en 17e Eeuw Hugenoot
Franse rechtbank assise
Franse republiek - Marianne
Franse revolutionaire menigte - sans-culottes
Franse revolutionaire partij - Girondijnen, Jacobijnen
Franse revolutionair in de 18e eeuw - Danton, Marat
Franse rijksvaan orifamme
Franse rivier
2 Aa
3 Ain, Don, Lay, Loy, Lot, Orb, Tet, Var, Yll, Yon
4 Agly, Aire, Anon, Arve, Aube, Aude, Aune, Cher,
Cure, Drac, Epte, Gard, Gers, Guil, Hers, Isle, Loir,
Loue, Odet, Oise, Orja, Orné, Save, Sere, Tech,
Vire
5 Adour, Agout, Aisne, Ancre, Aulne, Buech, Clain,
Doubs, Douze, Dropt, Indre, Isere, Loire, Madon,
Marne, Meuse, Neste, Ognon, Oudon, Ourca,
Rance, Rhone, Saone, Savre, Seine, Sevre, Somme,
Suzan, Vanne, Viaur, Yonne
6 Allier, Anglin, Argens, Ariege, Auines, Authie,
Blavet, Bleone, Bresle, Bruche, Canche, Chiers,
Creuse, Dionne, Jabron, Saison, Sambre, Sarthe,
Scheer, Scorff, Sendre, Sioule, Tardes, Vendee,
Verdon, Vezere, Vienne
7 Celunne, Durance, Garonne, Gimonne, Gironde,
Gourbie, Mayenne, Moselle, Truyere, Vilzine
8 Alloncon, Auvezere, Boulogne, Boutonne,
Charente, Couesnon, Dordogne, Gartempe,
Herault, Vidourie
Franse scheikundige - Pasteur
Franse schilder -
4 Agar, Alix, Bloc, Dufy, Gris, Gros, Lami
5 Corot, Degas, David, Leger, Manet, Monet
6 Bonnat, Braque, Buffet, Clouet, Cousin, Damien,
Derain, Estere, Gérard, Greuze, Guérin, Ingres,
Lehman, Serpan, Renoir, Vernet
7 Bazaine, Boucher, Cézanne, Chardin, Courbet,
Couture, Fouquet, Lorrain, Matisse, Picabra,
Picasso, Poussin, Watteau
8 Fautrier, Flandrin, Fréminet, Pissaro
9 Delacroix, Géricault
Franse schuimwijn - Ay
Franse spreektaal - seilaise
Franse stad -
3 Dax
4 Dole, Lens
5 Arles, Brest, Douai, Lille, Reims, Sedan
6 Cannes, Menton, Monaco, Rennes, Toulon
7 Etienne, Lorient
8 Mulhouse
9 Dunkerque
10 Marseille, Thionville
12 Valenciennes
Zie ook Franse departementale hoofdstad
Franse straatjongen gamin
Franse streek - Beaujolais, Bigorre, Blayais, Bourgondië
Franse tapijtenplaats - Aubusson
Franse tekenaar - Doré
Franse theoloog - Allix, Favre
Franse vechtsport - savate
Franse veiligheidsdienst - DST
Franse veldheer - Foch
Franse vissershaven - Bayonne, Boulogne, Dieppe
Franse vlag tricolore
Franse vlaktemaat - acre, arpent
Franse volksdans - gavotte
Franse voorstad - banlieu
Franse vrouwenmoordenaar - Landru
Franse wijn - Beaujolais, Bordeaux, Bourgogne, Champagne, Hermitage, Languedoc, Medoc, paillet, Pinard, Pomerol, Rôhnewijn, saumur
Franse zeehaven - Bordeaux, Brest, Duinkerken, Le Havre, Marseille, Nantes, Toulon
Fransgezinde francofiel
Fransgezinde Vlaming franskiljon
frappant markant, opvallend, sprekend, treffend
frapperen - opvallen, raken, treffen
frase uitspraak, spreekwijs, volzin, zin
fraseur praatjesmaker
frater fra, (klooster)broeder, lekenbroeder, ordebroeder,
frats aanstellerij, bui, caprice, gril, grimas, kunst, kuur, nuk
frats of bui - kuur
fraude bedriegerij, bedrog, geknoei, malversatie, nepperij, ontduiking, oplichterij, oplichting, smokkelarij, valsheid, zwendel
fraude plegen - frauderen
frauderen - bedriegen, oplichten, smokkelen, zwendelen
fraudeur - zwendelaar
frauduleuze handeling malversatie
freak zonderling
fregat - volschip
frêle breekbaar, broos, fijn, fragiel, iel, mager, te(d)er, tenger
frenetiek bezeten, dol, furieus, razend
frequent frekwent, herhaaldelijk, vaak, veelvuldig
frequentie menigvuldigheid
frequentiemodulatie FM
fret boor, bunzing, schroefboor
fretboor krukboor, schroefboor
fretkast fossa
freule jonkvrouw
fricandeau - kalfsvlees
Friché - wrijving
frictie - schuring, wrijving
friemelen - peuteren, prutsen, triefelen
Fries dorp zie: dorp in Friesland
Fries eiland - Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Vlieland
Fries evenement Elfstedentocht
Fries heldendichter - Bernlef
Fries herenhuis stins
Fries landgoed state
Fries meer - Bergummermeer, Fluessen, Heegermeer, Leijen, Morra, Nannewied, Pikmeer, Slotermeer, Sneekermeer, Tjeukemeer
Fries voor grootmoeder - beppe
Fries voor grootvader - pake
Fries voor moeder mem
Fries voor vader heit
Friese adelijke woning - stins
Friese auteur - Brolsma, Brouwer, Dijkstra, Folkertsma, Halbertsma, Japiks, Jonkman, Kalma, Lenige, Riemersma, Schurer, Tamminga, Troelstra, Wadman
Friese buurtschap - hammerke, hamrik, hemrik
Friese gemeente -
10 Haskerland, Heerenveen
11 Dantumadeel, Ferweradeel, Gaasterland,
Lemsterland, Wonseradeel
12 Baarderadeel, Doniawerstal, Kollummerland,
Utingeradeel
13 Achtkarspelen, Franekeradeel, Idaarderadeel,
Menaldumadeel
14 Smallingerland
15 Hennaarderadeel, Leeuwarderadeel,
Oostdongeradeel, Westdongereadeel
16 Oostellingwerf, Tietjerksteradeel, Weststellingwerf
Friese hofstede state, stins
Friese hoofdstad - Leeuwarden, Ljouwert
Friese jongensnaam Abe, Anne, Sietze, Sjoerd, Tiemen, Oege, Onno, Wijtze
Friese kast - Keeft, Kevie
Friese kleileemwand - klift
Friese koning - Buba, Radboud
Friese moeder - mem
Friese rivier - Boorn(e), Linde, Tjonger
Friese schoutambacht - grieten
Friese sport - kaatsen
Friese stad - Bolsward, Dokkum, Franeker, Harlingen, Hindelopen, Leeuwarden, Sneek, Sloten, Stavoren, Workum, IJlst
Friese vader - heit
Friese streek Bildt, Greidhoek, Gaasterland, Zevenwouden
Friese vlaktemaat - pondemaat
Friese vluchtheuvel terp
Friese voornaam Abe, Age, Bouke, Gerben, Jelle, Oege, Onno, Okke, Sjoerd, Sietske, Sietze Sjouke, Wietze, Wijtze
Friese woning - stins
Friesland, apostel van - Bonifatius, Wilfrid, Willebrord
Friesland, water in - Boorn(e), Ee, Luts, Tjonger
friet - patat
frigidaire - diepvries, koelkast, ijskast
frik - leraar, onderwijzer, schoolmeester
frikkerig - benepen, kleingeestig, schoolmeesterachtig
fris bloeiend, fit, fleurig, gezond, helder, jeugdig, jong, kil, koel, koud, levenslustig, luchtig, nieuwopen, onbedorven, opgewekt, pril, verkwikkend, vers, vitaal, zuiver frisdrank cola, limonade, ranja
friseur - barbier, coiffeur, haarsnijder, kapper
friseuse - coiffeuse, kapster
frisheid helderheid, jeugd, kilte, koelte
fris zuur rins
friseertang krultang
frisjes kil, koel, koud
frisse groente komkommer, sla, salade
frisse wind bries, koeltje
fris snoepgoed - ijsje
frisuur - kapsel
frit glazuur
frites patat
frituren bakken
frituurpan friteuse
fritvlieg - korenvlieg
frivoliteit lichtzinnigheid, mondaniteit, wereldsheid, wuftheid
frivool lichtzinnig, mondain, werelds, wuft, wulps
fröbelen - knutselen
frommel - dot, kreukel, prop
frommelen frunniken, kreukelen
fronderen mokken
frondeur - opposant
frons plooi, rimpel
fronsel plooi, rimpel
front gevechtslinie, slagorde, voorkant, voorvlak, voorzijde
frontje - halfhemdje
frotteren - inwrijven
fronton timpaan
frontsoldaat (Frans) poilu
froufrou - biscuit
fructose - laevulose
frugaal karig, schraal, sober
fruit
3 bes, vijg
4 kers, ooft, peer
5 appel, braam, druif, morel, pruim
6 banaan, meloen, perzik, tomaat
7 amandel, citroen, walnoot
8 abrikoos, framboos, kruisbes, kweepeer, mandarijn
9 hazelnoot
10 grapefruit, rozenbottel
11 sinaasappel
fruiten bakken
fruitmand ben, hoenderik
fruitenier wesp
fruit oogsten - plukken
fruitprodukt appelmoes, gelei, jam, marmelade, moes
fruitvlieg Drosophila
frul - nietigheid
frunnik - los, peuter, prul
frunniken frommelen, frutselen, peuteren
frutje beetje, kleinigheid
frutselaar knoeier, prutser
frutselen frunniken, knoeien
Frygië, koning van - Gordius, Midas
Frygiërs, god van de - Attis, Atys
frijnen - boucharderen
ftisis - t.b.c., tering
Fuegiërs - Alakaloef, Chono, Yaghan
fuga, korte - fughetta
fuif - feest, partij
fuifnummer bamser, boemelaar, doordraaier, feestneus, lolmaker, losbol, lichtmis, nachtbraker, roué, verkwister
fuif of partij - instuif
fuik aalkorf, kubbe, kulo, net, sero, visnet
fuik, deel van - inkeling, keel, kub
fuiven feesten, feestvieren, ruien
fulguriet - dondersteen
fulminaat - knalkwik, kwikzout
fulmineren foeteren, razen, schelden, tieren, uitvaren
fumaria - duivekervel
fumarioidee - duivenkervel, helmbloem, holwortel
fumigatie - beroking
functie ambt, baan, dienst, hoedanigheid, lob, post, taak, werkkring
functionaris - beambte
fundament basis, fundering, grondmuur, grondslag, grondvest, onderbouw, pijler
fundamenteel grondig
fundatie fundering, voetstuk
funderen baseren, gronden, grondvesten, stichten, vesten
fundering basement, basis, fundament, fundatie, grondslag, onderbouw
Funen - Fyn
funest fataal, heilloos, noodlottig, onzalig, rampspoedig, rampzalig, verderfelijk, verwoestend
fungerend fg, dienstdoend
fungibel - vervangbaar
fungus paddestoel, schimmel, zwam
furie feeks, heks, helleveeg, prij, razernij, serpent, tang, toorn, woede, wraakgodin
furiën Alecto, Erinyen, Megaera, Megera, Tisiphone
furieus dol, razend, toornig, uitzinnig, woedend, woest
furore bijval, opgang
furunkel bloedvin, steenpuist
fuselier infanterist
fuseren samengaan, samensmelten, samenvallen
fusie gieting: (ineen)smelting, samengang
fust barrel, bierton, ton, vat, verpakking
fut aandrift, animo, daadkracht, energie, kracht, moed, pit, puf, spirit, sterkte, trek, vuur, werkkracht, werklust
futiel armzalig, nietig
futiliteit beuzeling, kleinigheid, nietigheid, onbelangrijkheid
futloos flauw, inert, krachteloos, lamlendig, lusteloos, slap, sloom, wee, willos, zwak
futloos mens beuzelaar, slappeling
futselaar beuzelaar, knoeier
futselen - friemelen
fuut - aalduiker, dodaars, duiker, duikvogel, hagelzakje, kroonduiker, zandreiger
Fyn, hoofdstad van - Odense
Fyn, stad op - Assens, Bogense, Faborg, Kerteminde, Middelfart, Nyborg, Svendborg
fysica natuurkunde
fysicus natuurkundige
fysiek lichamenlijk, lijfelijk
Fysiocraten, grondlegger van - Quesnay
fysiologische bewegingsleer - kinesie, kinesiologie
fysiologisch ras - biotype
fysionomie gelaat, uiterlijk, voorkomen
fysiotherapeut masseur
G
ga echtgenoot, echtgenote, gade, gemaal, gemalin, man, verdwijn, vrouw
gaaf foutloos, geheel, goed, (ge)heel, gezond, intact, maagdelijk ongerept, ongeschonden, onverlet, perfect, rein, volledig, volmaakt, zuiver
gaafheid - ongeschondenheid, volledigheid
gaai doelvogel, meerkol, mikvogel, spotvogel
gaal galle, glee, onstuimig, ruw, slijtplek
gaan lopen, marcheren, verdwijnen, vertrekken, voortbewegen, vooruitkomen
gaan begrijpen - dagen
gaan bewonen betrekken, intekken
gaand indringend
gaande - bezig
gaanderij galerij, tribune, zuilengang
gaandeweg allengs, altermet, langzaamaan, langzamerhand
gaan langs passeren
gaan liggen bedaren, luwen
gaan naar begeven, bezoeken
gaan wandelen kuieren, lopen
gaan zien - bezoeken
gaap geeuw
gaapbeen - tongbeen
gaapstok - luiaard, sufferd
gaar afgemat, bereid, beu, eetbaar, gekookt, gestoofd; moe, vermoeid
gaar maken braden, garen, koken
gaard hof, hortus, lusthof, park, tuin
gaarde - tuin, hof, hortus, lusthof, park
gaardenier hovenier, tuinman, tuinier
gaarder ontvanger, rentmeester
gar en korstig maken - braden
gaarkeuken - ganeum, ordinaris, spijshuis
gaar maken braden, koken
gaarne alstublieftbegerig, bereidwillig, graag, gretig
gaarne lerend leergierig, weetgierig
gaarne willen doen - bereid
gaarte gaarheid
gaas - vlechtwerk
gaasachtig weefsel grenadine, tule
gaasdoek - kamerdoek
gaasstrook tampon
Gaasterland, kunstvorm in - klif
gaat aan de kost vooraf baat
gaat aan het scheren vooraf inzepen
gaat heen - voort
gaatje perforatie
gaatje in de huid - potie
gaatjesdragers - foraminiferen, krijtdiertjes
gaatjeskaas rijzer
gaatjes maken - perforeren
gaatjeszwam - buiszwam
gaat niet door veto
gabaar - lichter, modderschuit, praam
gabber kameraad, deelgenootkerel, kornuit, maat, makker, deelgenoot, vent
gabbertaal - dieventaal
Gabon, bevolkingsgroep in - Bakalai, Bakota, Bateke, Mpangwe, Oeroengoe
Gabon, hoofdstad van - Libreville
Gabon, inwoner van - Gaboener, Gabonees
Gabon, rivier in - Ogowe
gade eega, echtgenoot, echtgenote, gemaal, gemalin, levensgezel, man, vrouw, wederhelft
gade van Aegir Ran, Rana
gade van Amphion Niobe
gade van Baäl Astarte
gade van Balder Nanna, Idoena
gade van Claudius Agrippina, Messalina
gade van Freyr Gerda
gade van Hector Andromache
gade van Hercules Deianira
gade van Jupiter Juno
gade van Menelaos Helena
gade van Orfeus Eurydice
gade van Osiris Isis
gade van Othello Desdemona
gade van Peleus Tethis
gade van Poseidon Amphitrite
gade van Saturnus Rhea
gade van Tyndareos Leda
gade van Uranus Gaea
gade van Zeus Hera
gadeloos - ongeëvenaard, onschatbaar, weergaloos
gederen - verzamelen
gadeslaan aanschouwen, bekijken, bemerken, beschouwen, bespeuren, bespieden, observeren, opmerken, waarnemen
gading belangstelling, genoegen, lust, zin
gadolinium gd
gaffel drietand, riek, stramp, vork
gaffelanker tuinanker
gaffelantilope - pronghorn
gaffelhert - gaffeler
faffelkruid - boelmansvorken
gaffelsteng gipskruid
gaffel voor hooi - hooivork
gaffelvormige splitsring bifurcatie
gaffelvormige stutpaal mik
gaffelvormige tak - stramp
gaffelzeil - achterschoenerzeil, bezaan, brikzeil, grootbarkzeil, voorbarkzeil, voorschoenerzeil
gaga - rijstveld
gagaat - git
gage bezoldiging, honorarium, inkomen loon, salaris, scheepsloon, soldij, traktement, verdienste, wedde
gagea - geelster
gagel kreupelhout, luiskruid, mirt, pos, posse, possem tandvlees, verhemelte, vlooienkruid
gagement - soldij
gaggelen - kwaken, snateren
gage of salaris - loon
gajes geboefte, gepeupel, janhagel, rapalje, schuim, tuig, uitvaagsel, volk
gal bitterheidflegma, kwal
gala avondkleding, feestdos, feestgewaad, feesttenue, hofbalhoffeest, plechtgewaad, statie, staatsiekleding
galabal - hofbal
galachtig - gemelijk, gramstorig, knorrig, somber
galactiet melkjaspis, melksteen
galakoets statiekoets
galakostuum rok, smoking, statiegewaad
galant aanstaande, amant, beleefd, heus, hoffelijk, hoofs, minnaar, ridderlijk, voorkomend, vrijer
galante man charmeur, cavalier
galante wereld demimonde
galanterie hoffelijkheid, liefdesavontuur, snuisterij, urbaniteit
galantheid - Courtoisie
Galapagos-eilanden, een van de - Albermarle, Baltra, Chatam, Fernandina, Isabela
galapak - staatsiekleding
galappel - galnoot
galblaasontsteking - Cholecystitis
galei galjoot, roeischip, roeivaartuigtrireem
galei met vier rijen roeiers boven elkaar - quadrireem
galei uit de vijftiende eeuw - galeas, galias
galei vormig schip - brigantijn
galeniet - loodglans
galerij etagegang, gaanderij, loggia, mijngang, omloop, tribune, veranda, zuilengang
galerij aan een huis - veranda
galerij in kerk doxaal, kraak, oksaal
galerij om een gebouw omgang, omloop
galettezijde - galettame
galgangontsteking - cholangitis
galg bretel, draagband, grendel, ophanging
galgenaas boosdoener, rakker, schurk
galgenbrok deugniet, rakker, rekel, schelm
galgenmaal - afscheidsetentje
galgroen - bilivordine
galkruid - genadekruid
galle gaal
galletje - broodje
gallig - brommerig, vitterig
Gallische god - Borvo
Gallische priester - Druïde
Gallisch volk - Carnuten, Insubriërs
gallium ga
galm geluid, klank, naklank, resonantie, toon, (klank)weerkaatsing
galmbord klankbord
galmei kalamijn
galmeisteen - kalamijnsteen
galmen luiden, resoneren, schallen, schreeuwen, weerklinken
galmgat - bomgat
galnoot galappel
galon - belegsel, goudboordsel, passement, trens, versiersel
galop canter, dans, gang, ren, springloop
galopperen - rennen
galsteenziekte - cholelitihiasis
galstoornis - acholurie
galvaniseren - electriseren, opwekken, prikkelen
galvormend diertje - aaltje, galmug, galwesp, mijt, vaderdiertje
galzucht melancholie
galzuur cholzuur
gamba - knieviool
Gambia, bevolkingsgroep in - Foelbe, Joles, Mandingo, Sarahoelis, Wolof
Gambia, hoofdstad van - Banjul, Bathurst
Gambia, munteenheid in - dalasy
Gambiereilanden, een van de - Mangareva
Gambiereilanden, hoofdstad van de Rikitea
gamel eetketel, etensblik, keteltje
Gamélan, citer in de - tjelempang
Gamélan, compositie van de - gending, tembang
Gamélan, gongslag in de - gong-ageng
Gamélan, instrument van de -
4 alus, gade
5 ketuk, luang, rebab, saron
6 bonang, gender, kempul, kenong, ketjer, peking, sindèn,
suling, tjaruk
7 gambang, gending, kendang, renteng
8 gerongan, ketipung, ketjiter, klendang
9 gong-ageng, tjlempung
10 tjelempang
Gamélan, kernmelodie van de - balungan
Gamélan, leidend instrument van de - gending, klendang
Gamélan, toonschaal van de - pelog, slendra
Gamélanspeler - nyaga
gamma scala, toonladder
gammavlinder - pistooltje
gammel lusteloos, oud, vervallen, wrak, ziekelijk
gander ganzerik, gent
gang allure, beloop, galop, kanaal, loop, loopgraaf, pace, proces, rit, schacht, snelheid, spoed, stap, tocht, tred, tunnel, vaart, verloop
gang (lopen) corridor, galop, loop, stap, tred
gang (leiding) buis, doorloop, kanaal, riool, tunnel, weg
gangbaar algemeen, courant, gebruikelijk, geldig, gewild, gewoon
gangbaarheid geldigheid, koers
gangbare dracht - mode
gangboord halfdek, waring
ganglion peesknoop, zenuwknoop
ganglioom gezwel (van zenuwcellen)
gangmaken - pacen
gangmaker animator, motor, pacemaker, promotor, propagandist, ijveraar, propagandiststimulator, stuwer
gangmaker bij wielrennen stayer
gang of draf loop
gang of pas trede
gang of snelheid vaart, tempo
gang onder de grond - tunnel
gangreen koudvuur, versterf
gangspil aardwind, kaapstander, windas
gangster bandiet, bendeleider, bendelid, misdadiger
gangtapijt loper
gangtrap - opgang
gang van een mol mollengang, rit
gang van een paard draf, galop, tel, trot
gang van paarden - draf
gang van zaken beloop, toedracht, verloop
gangwiel vliegwiel
gangwissel - transmissie
gannef - dief, schelm
gans domoor, gander, ganzerik, ganzenkieken, geheel, gent, helemaal, totaal, volkomen, volledig, volstrekt
gans die Niels Holgerson droeg Akka
gansachtige vogel brandgans, rotgans
ganzebloem margriet
ganzenbloem, gele - goudsbloem
ganzenboer tolker
ganzegat - broekje
ganzenjager tolker
ganzensoort - brandgans, kolgans, ne-ne, rietgans, rotgans, sneeuwgans
ganzenvanger - flapper
ganzenvet - smout
ganzekruid muur, scheefkruid
ganzerik gander, gent, mannetjesgans, zilverschoon
ganzentong - herderstasje
gapen geeuwen
gapende wond jaap
gaper geeuwer, moriaan
gaperig geeuwerig, slaperig, suf
gaperschelp - mya
gaping barst, bres, gat, hiaat, holte, interval, kloof, lacune, leegte, leemte, opening, scheur
gappen afpakken, dieven, graaien, jatten, kapen, ontvreemden, pikken, roven, stelen, wegpakken,
gapper dief, rover, steler
gaps handvol
garage autostalling, box
garanderen beloven, verzekeren, waarborgen
garant borg, waarborg
garant staan garanderen, waarborgen
garantie borg, borgstelling, borgtocht, onderpand, verzekering, vrijwaring, waarborg, zekerheid
garantiebedrag waarborgsom
garant staan borg, garanderen, waarborgen
garçon - kelner, ober
gard roe, roede, stok
garde elite, erewacht, kluster, keurbende, keurtroep, kluster, lijfwacht, stoottroep, wacht
gardenier - tuinier
garderobe kleding, kleerkast, kleerkamer, kleren, uitzet, vestiaire
gardist - dtrijder
gareel band, breidel, dwang, greel, halsgordel, halsjuk, juk, lemoen, pressie, trektuig, tuig
garen bijeen, draad, lezen, sparen, verzamelen
garen, grondstof voor - jute, katoen, wol
garenfabriek - spinnerij
garenklos spindel, haspel, winde
garenklosje cops, spoel, spindel
garensoort - breigaren, filamentgaren, jaspé, Kamgaren, naaigaren, rayongaren, strijkgaren, tapijtgaren, vezelgaren, weefgaren
garenspil spoel
garenweefsel - tule
garenwiel spoelwiel
garenwinder haspel
garf garve, (koren)schoof
garibaldihoed - bolhoed
garnaal (lnd.) oedang
garnaalsoort - steurgarnaal, steurkrab
garnalennet - saaien
garneerknoop sierknoop
garneersel agrement, belegsel, boordsel, oplegsel, opmaak, versierselzoom
garneersuiker poedersuiker
garneren omzomen, opmaken, versieren, uitmonsteren
garnering franje, versiering, versiersel
garnering van bloemen corsage
garnering van draden franje, tres
garnier grenier
garnituur belegsel, keuze, set, sortiment, stel
garnizoen - legerplaats
garstig galsterig, gortig, misselijk, vinnig, rans, ranzig, walgelijk
garstigheid - gortigheid
garve garf, schoof
gas - aardgas, argon, brandstof, edelgas, helium, neon, koolzuur, lichtgas, lucht, ozon, radon, stikstof, waterstof. zuurstof
gas in buislampen neon
gas met scherpe giftige geur chloor
gasbrander komfoor, bunsenbrander, pit
gasexplosie gasontploffing
gashouder gastank, gazometer
gasketel gasreservoir
gasklep smoorklop
gaskool retortegrafiet
gaslucht gasreuk
gasmengsel butaan, propaan
gaspeldoorn - doornstruik, ginster, steekbrem
gasolie - dieselolie
gasoline benzine
gasontploffing - gasexplosie
gasreuk gaslucht
gassoort aardgas, acetyleen, butagas, propaangas
gasstel - kooktoestel
gast bezoeker, eter, gezel, logé, invité visite, genodigde, slaper, snaak, snuiter, tafelgenoot, vreemde
gastank - gashouder
gasten bezoek(ers), visite
gastenlokker runner
gastenpater hospitarius
gastheer hospes, traktant
gasthuis hofje, hospitaal, ziekenhuis
gasthof - logement
gastmaal banket, diner, feestdiner, regaal
gast of lege - meeeter
gastplant epifyt
gastriloog buikspreker
gastritis maagontsteking
gastrologie gastronomie
gastronoom gourmand, lekkerbek, smulpaap
gastvrij gul, herbergzaam
gastvrijheid hospitaliteit
gasverdichter condensor, compressor
gasvormig element argon, helium, krypton, neon, waterstof, xenon
gaswet, opsteller van - Avogadro, Boyle, Dalton
gat bijt, bres, diepte, doorbraak, dorp, gaping, gehucht, kuil, leegte, leemte, lek, negorij, opening, put, uithoek, uitholling, uitweg, wak, zitvlak
gat in de muur - bres
gat in een kous knol
gat in een weg del
gat in het ijs bijt, wak
gatenbak - vergiettest
gaten in ijzer slaan ponsen
gaten maken boren, hakken
gatenplant - Monstera
gatenplateel vergiet
gatenteil vergiet
gauw aanstonds, alras, binnenkort, dra, ijlings, meteen, rap, ras, schielijk, snel, spoedig, vlug, vort, weldra, ijlings
gauwdief - deugniet, guit, schelm, schurk, snaak
gauw te breken breekbaar
gauw verslijtend - sleets
gauwerd - sluwaard
gauw kwaad driftig, opvliegend
gauwheid behendigheid, slimheid, vlugheid
gauwigheid inderhaast
gave aalmoes, aanbieding, aanleg, begaafdheid, bijdrage, cadeau, donatie, dotatie, eigenschap, genie, geschenk, charisma, gift, offer, present, schenking, talent, vermogen
gave aan arme aalmoes, gift
gave aan de goden offer
gave van het woord elokwentie, welsprekendheld
gaviaal snavelkrokodil
ga weg verdwijn
gazelle - antilope
gazellensoort - gerenuk, impala, springbok
gazen scherm hor
gazen vrouwenmuts - cornet, kornet
gazen weefsel tule
gazet courant, dagblad, krant, nieuwsblad
gazeuse - limonade
gazon grasveld, perk
gazongewas - gras
Gdansk, oude naam van - Danzig
geaardheid - complexie, natuur
geabonneerde - abonnee
geaccepteerd aangenomen, aanvaard
geacht aanzienlijk, gezien
geaderd aderig
geaderd gesteente - marmer
geadopteerd aangenomen
geadviseerd aangeraden, geraden
geaffecteerd aanstellerig, gekunsteld, gemaakt, gezocht
geagiteerd onrustig, opgewonden, zenuwachtig
geaggregeerd toegevoegd
gealiëneerd waanzinnig
gealimenteerde armlastige, bedeelde
geallieerden bondgenoten
gealtereerd ontroerd
geanimeerd levendig, opgewekt, vrolijk
geankerd ga
geaspireerd aangeblazen
geassumeerd toegevoegd
geassureerd verzekerd
geavanceerd bevorderd, gevorderd, nieuwst, vooruitstrevend
gebaand gedeelte grond weg, pad
gebaar beweging, geste, gesticulatie, manuaal, minne, wenk
gebaarmaking - mimiek
gebabbel gekal, gekakel, gekeuvel, geklets, gepraat, getater, gezeur, kletspraat, praats
gebak allumet, baksel, banket, beignet, biscuit, bolus, cake, eierkoek, evenveeltje, kantoek, koek, lekkernij, moorkop, oliebol, polonaise, roero, roomsoes, soes, speculaas, sprits, taaitaai, taart, taartje, tompoes, tulband, vla, wafel
gebak uit amandelen en suiker noga
gebak in bladerdeeg - banket, rissole
gebakken aardappelen frites, patat
gebakken aardewerk keramiek
gebakken bouwsteen - brik
gebakken ei omelet, spiegelei
gebakken ei met brood en vleeswaren uitsmijter
gebakken karamel ulevel
gabakken kransje - koekje
gebakken steen baksteen, kareel, klinker, tegel, tichelsteen
gebakken vloertegel estrik, plavuis
gebalde hand vuist
gebalder - geraas
gebalk ia
gebalsemd stoffelijk overschot mummie
gebaren gesticuleren
gebaren maken gesticuleren
gebarenkunde pantomimiek
gebarenkunst mimiek
gebarenspel gesticulatie, mime, mimiek, pantomime
gebarenspelers - mimen
gebarentaal - mimiek
gebarentaci mimiek
gebarsten gebroken, rap, stuk
gebaseerd gegrond
gebazel geklets, gewauwel, gezeur, gezanik, prietpraat, wartaal
gebbe ruitwagen, slaghaam
gebed angelus, avemarij bede, paternoster, smeekbede, smeking, vesper
gebedel - geschooi
gebeden, vroege metten
gebedenboek breviarium, brevier, kerkboek, rubicella
gebedenhuisje - bidkapel
gebedenkamer - bidcel
gebedsmantel - tallieth
gebedsriemen tefillin
gebed opzeggen bidden, danken
gebedsruimte - kapel
gebed van de Moslim - Namaz
gebeente beenderen, bot, geraamte, graat, karkas, knook, rib, skelet, wervel
gebeier gebengel, geklep, gelui
gebelgd boos, gebeten, gepikeerdkwaad, ontstemd, toornig, verbolgen, verstoord
gebenedijing - heiliging, wijding, zegening
gebergte Alpen, Andes, Apennijnen, Eifel, Himalaya, Harz, Ida, Karpaten - Kaukasus, Libanon, Oeral
gebergte in Afrika Adamawa, Atlas, Bongo, Mitumba
gebergte in Amerika Andes, Alleghenies Apalachen
gebergte in Arabië Sinaï
gebergte in Azië Altai, Himalaya, Karakorum, Libanon
gebergte in Duitsland. Eifel, Harz,Taunus, Hunsrük, Zevengebergte
gebergte in Europa Alpen, Ardennen, Apennijnen, Balkan, Dolomieten, Eifel, Grampian, Harz, Hunsruck, Jura, Karpaten, Karst, Kaukasus, Oeral, Parnon, Pindus, Pyreneeën, Taygetos, Taunus, Vogezen
gebergte in Griekenland Pindus
gebergte in Italië Apennijnen
gebergte in middenAzië Pamir
gebergte in middenEuropa Alpen, Karpaten, Sudeten, Tatra
gebergte in Rusland Oeral, Kaukasus
gebergte in Spanje Sierra
gebergte in Turkije Taurus
gebergte in de Sahara - Ahagger, Hogar
gebergte in de Sudeten Tatra
gebergte in het middenOosten Libanon
gebergte in Zuid-Amerika - Andes
gebergte op Kreta Ida
gebergtebeschrijver orograaf
gebergtebeschrijving orografie
gebergte-etage - alpiene-etage, coliene-etage,
montane-etagenivale-etage, subalpiene-etage
gebergtekunde - orognosie, orologie
gebergtevorming orogenese, plooiing
gebeten boos, fel, gebelgd, kwaad, nijdig, toornig, verbitterd, verbolgen, vergramd, verstoord, woedend
gebeuk - gebons, gestoot
gebeurd afgelopen, gedaan, voorbij
gebeuren overkomen, voorkomen, wedervaren
gebeurlijk eventueel, ev., mogelijk
gebeurlijkheid mogelijkheid
gebeurtenis belevenis, evenement, feit, gebeuren, geval, tefereel, voorval
gebeurtenissen daden, feiten
gebied - district, domein, erf, gewest, gezag, grondgebied, kreits, land, landschap, macht, rayon, regio, ressort, rijk, staat, streek, terrein, territorium, veld, zone
gebied begroeid met rietplanten gors, rietland
gebied dat onder de ban staat - banaat
gebied in Midden-Oosten - Afghanistan, Arabië, Armenië, Egypte, Irak, Iran, Israël, Jordanië, Koeweit, Libanon, Turkije
gebied in Oceanië Samoa
gebied in oorspronkelijke staat reservaat
gebied in ZuidAfrika Natal
gebied met gelijke invoerrechten tolgebied
gebied met bepaalde flora - bioom
gebied met bepaalde flora en fauna - bioom
gebied met een oppervlakte gelijk aan een zesde van al het vaste land - U.S.S.R
gebied of streek zone
gebied om grote stad banlieue
gebied op de grens. van Brabant en Limburg Peel
gebied op Sumatra Deli
gebied van een baron - baronie
gebied van een Markies markizaat, marktgraafschap
gebied van een Meier meierij
gebied van een Temeie areaal
gebieden bevelen, bevelvoeren, commanderen, gelasten, heersen, noemen, offeren, opdragen, ordenen (toe)wijden, verplichten, vorderen
gebiedend dwingend, imperieus, noodzakelijk
gebiedende wijs imperatief
gebieder bevelhebber, gezaghebber, heer, heerser, hoofd, koning, leider, leidsman, machthebber, meester, vorst, imperator
gebiedsdeel staatsgebied
gebijt geknabbel
gebimbam beieren, gebeier, klokgelui
gebint balkwerk, dakspant, spant, dakstoel
gebit dentuur, mondstuk
gebit, deel van het - hoektand, kies, maalkies, snijtand, tand
gebit en leidsel toom
gebitverzorger - tandarts
geblaas - gepoch, gesnoef
gebladerte groen, lommer, loof, lover
gebladerte van eiken eikenloof
geblakerd verbrand
geblèr - gehuil
geblesseerd bezeerd, gekwetst, geraakt, getroffen, gewond
geblokkeerd - afgesloten, ingesloten, omsingeld, vast
gebluf gesnoef, gepoch
gebocheld bultig
gebocheld iemand bochel, bultenaar
gebochelde krates
gebod bevel, last, opdracht, order, regel, voorschrift, verordening, wet
gebod drink, eet, ga, kom, sta, weg
gebod voor militairen commando, dienstbevel
geboefte gajes, gebroed, gespuis, geteisem, schoft, schorem, schuim, triefel, tuig
geboeid geketend
gebogen gekromd, gewelfd, krom, rond
gebogenbalk - krommer
gebogen been rib
gebogen blaashoorn bugel, kornet, piston
gebogen handvat - hengsel
gebogen dolkmes rentjong
gebogen draadje - kram
gebogen hoorn bugel, kornet, piston
gebogen houding - gebukt
gebogen lijn curve, haal, kromme, krul, parabool, spiraal
gebogen neus arendsneus
gebogen priem - els
gebogen stuk hout van een scheepsromp ribbe, spant, rib
gebogen vlak van kegel mantel
gebogen werpknots boemerang
gebogen zoldering - gewelf
gebogen zwaard sabel
gebonden (muz.) legato
gebonden afhankelijk, bezet, onvrij, vast
gebondenheid - gehechtheid
gebons geklop, gebeuk, gestoot
geboomte boomgewas, bos, foreest, Loo, woud
geboorte afkomst, afstamming, baring, bevalling, komaf, rang, stand, wording
geboortebeperking - anticonceptie
geboortecijfer nataliteit, nativiteit
geboortedag verjaardag
geboorteland - vaderland
geboorte voorafgaand prénataal
geboorteplaats van Abraham Ur
geboorteplaats van Adenauer Keulen
geboorteplaats van Alexander Pella
geboorteplaats van Andersen Odense
geboorteplaats van Apollo Delos
geboorteplaats van Aristoteles Stagira
geboorteplaats van Aurelius en Artemis Rome
geboorteplaats van Bach Eisenach
geboorteplaats van Baden Powell London
geboorteplaats van Beethoven Bonn
geboorteplaats van Boeddha Kapilavestoe
geboorteplaats van Brahms Hamburg
geboorteplaats van Brederode Amsterdam
geboorteplaats van Caspers Lahaye
geboorteplaats van Chroetsjow Kalinowka
geboorteplaats van Columbus Genua
geboorteplaats van Goethe Frankfurt
geboorteplaats van Van Gogh Zundert
geboorteplaats van Haydn Rohrau
geboorteplaats van Heine Keulen
geboorteplaats van Jezus Bethlehem
geboorteplaats van Mendelssohn Hamburg
geboorteplaats van Mohammed Mekka
geboorteplaats van Mozart Salzburg
geboorteplaats van Napoleon Ajaccio
geboorteplaats van Piet Heyn Delfshaven
geboorteplaats van Rembrandt Leiden
geboorteplaats van Rossini Pesaro
geboorteplaats van Samuel Rama
geboorteplaats van schepen - dok, scheepswerf
geboorteplaats van Schubert Lichtenthal
geboorteplaats van Timmermans Lier
geboorteplaats van Tsjaikowski Wotkingk
geboorteplaats van Vondel Keulen
geboorteplaats van Wagner Leipzig
geboorteplaats van Willem de Zwijger Dillenburg
geboortesteen agaat, amethist, beryl, diamant, granaat, jaspis, opaal, robijn, saffier, sardonyx, smaragd, topaas, turkoois
geboortestreek vaderland
geboortig afkomstig
geborduurde rand - feston
geborduurde zware zijden stof brocaat, brokaat
geboren ontstaan, voortgekomen
geborene kind, kroost, telg
geborgen beschutveilig, zeker
geborneerd - bekrompen, kleingeestig, kortzichtig
gebouw barak, bouwwerk, dom, fabriek, huis, kantoor, kasteel, kathedraal, kazerne, kerk, loods, opstal, perceeltoren, toren, woning
gebouw met ketels - ketelhuis
gebouw in Amsterdam RAI, Beurs. Paleis, C.S., Munt
gebouw voor besmettelijke ziekte - barak
gebouw in Granada Alhambra
gebouw in Leningrad Hermitage
gebouw in Londen Tower
gebouw in Madrid Prado, Escoriaal
gebouw in Moskou Kremlin
gebouw in Parijs Eifeltoren, Elysée, Louvre, Odeon, Sorbonne
gebouw in Rome Pantheon, Colosseum
gebouw in Rotterdam Euromast
gebouw in Toledo Alcazar, Alhambra
gebouw in Washington Capitool
gebouw van volksvertegenwoordiging parlement
gebouw voor boeken bibliotheek
gebouw voor dressuur circus
gebouw voor kunst museum, theater, odeon
gebouw voor kunstwedstrijden odeon
gebouw voor officiële weging - waag
gebouw voor paardrijden manége
gebouw veer quarantaine barak
gebouw voor sport stadion, sporthal
gebouw voor toneelvoorstellingen theater, schouwburg
gebouw voor vee - stal
gebouw voor wedstrijden op kunstgebied - Odeon
gebouw waar van overheidswege goederen gewogen worden - waag
gebraad kotelet, wildbraad
gebrabbel - wartaal
gebraden ribstuk kotelet, karbonade
gebral geklets, gesnoef, gezwets
gebrand gips pleister
gebrand linnen tondel, tonder
gebrande gerst - mout
gebrande klei - chamotte
gebrande suiker buisman, karamel, koffiestroop
gebreid damesjasje - cardigan
gebreide visfuik kub
gebrek armoede, behoefte, defect, deficientie, derving, euvel, faal, fout, gemis, kommer, krapte, krimp, kwaal, leemte, manco, mangel, mankement, nood, nooddruft, ondeugd, ontbering, schaarste, tekort(koming)
gebrek aan eetlust - anorecie
gebrek aan goede wil onwil
gebrek aan moed - lafheid
gebrek aan ondervinding aporie
gebrek aan regen droogte
gebrek aan ruimte plaatsgebrek
gebrek aan vitamine C scheurbuik, scorbuut
gebrek aan wind - blak
gebrekkelijk gebrekkig
gebrekkig defectief, gehandicapt, halfbakken, hulpbehoevend, hulpeloos, invalide, mank, misdeeld, mismaakt, ondeugdelijk, onvolkomen, onvolledig, primitief, slecht, stuntelig, zwak
gebrekkige - invalide
gebrekkig lopen strompelen, hompelen, mank
gebrekkig praten - brabbelen, stotteren
gebrocheerde stof - broché
gebroddel knoeiwerk
gebroed - broeisel, geboefte, gespuis
gebroederlijk - samen
gebroeders Gebr.
gebroken defect, kapot, stuk
gebroken eens gegeven woord woordbreuk
gebreken gerst gries
gebroken getal breuk
gebroken glas scherven
gebroken graan gries, grut
gebroken iemand geslagene
gebroken plaats - breuk
gebroken praten haspelen, stamelen, stotteren
gebroken taal kromtaal
gebroken steen puin, steenslag
gebroken waar - brekage
gebrom gegrom, gemopper, gesnor
gebruik adat, besteding, geplogenheid, gewoonte, mos(mores), manier, regel, traditie, usance, zede, zwang
gebruik in kerk ceremonie
gebruik in kleding mode
gebruik van listen trucage
gebruik van zinnebeelden allegorie, allegorisme
gebruikelijk gangbaar, gewoon, habitueel, in, normaal, normaliter, traditioneelo, usueel
gebruiken - aanwenden, consumeren, bezigen, benutten, cons eten, hanteren, innemen, mores, nemen, nuttigen, toepassen, verorberen
gebruiker consument
gebruiker van rookwaren roker, smoker
gebruikmaken van twee draden - bifilair
gebruiksgoed kleding, machine
gebruiksvoorwerp mes
gebruikt benut
gebruikt bij het melken melkemmer
gebruikt de bakker bakvorm, bloem, boter, deeg, gist, meel, suiker
gebruikt de boer eg, karn, ploeg
gebruikt de goudsmid - ank
gebruikt de hengelaar aas, dobber, hengel, werpmolen
gebuikt de kunstschilder ezel, kwast, mes, palet, penseel,
gebruikt de naaister garen, naaimachine, naald, rijggaren, spelden
gebruikt de schilder kwast, ladder, lijnolie, olie, plamuur, roller, stopverf, terpentine, verf
gebruikt de schoenmaker els, ijzergaren, leer, leest, schoensmeer
gebruikt de timmerman - hamer
gebruikt de turner bok, brug, mat, rek, rekstok, ringen, toestel, wandrek
gebruikte Hugo de Groot om te ontsnappen - kist
gebruik van meer woorden dan nodig - pleonasme
gebruind - tanig
gebuikt - corpulent, dik, lijvig
gebukt gebogen, gekromd, voorover
geburen - buren, buurlieden, buurlui
geburin - buurvrouw
gecacheteerd vergezeld
gecamoufleerd - verkapt
gecastreerd paard - ruin
gecastreerd rund - os
gecastreerd schaap - hamel, weer
gecastreerd varken barg, borg
gecastreerde bok hamel
gecastreerde haan - kapoen
gecastreerde harembewaker eunuch
gecastreerde kip - kapoen, poularde
gecharmeerd bekoord, gevleid
geciviliseerd beschaafd
gecombineerd samen, verenigd
gecommitteerde gevolmachtigde, lasthebber
gecompliceerd ingewikkeld
geconcentreerd gebundeld, sterk
geconcentreerde lichtstraal laser
gecondenseerd neergeslagen, ingedikt, verdicht
gecondenseerde damp - dauw
geconfijte schil van een citroen sukade
geconfijte vruchten - confitures
geconfijte wortelstok van een Ind. Plant gember, sucade
geconfirmeerd bevestigd
geconjugeerd toegevoegd
geconserveerd ingeblikt, verduurzaamd
geconsferneerd - onthutst, ontsteld, verbaasd
geconsterneerd onthutst, ontsteld, verbaasd
gecontinueerd vervolgd, voortgezet
gecostumeerd feest maskerade
gecultiveerd beschaafd, ontwikkeld, verfijnd, verzorgd
gedaagde - gedagvaarde
gedaan afgehandeld, afgelopen, gebeurd, geëindigd, gereed, klaar, uit, verhandeld, verricht, voorbij
gedaan en laten g.l.
gedaan geven - ontslaan
gedaante figuur, geest, gestalte, lichaam, postuur, schijn, schim, spook, voorkomen, vorm
gedaante geven formeren, maniëren, vormen
gedaante onder wit laken - spook
gedaanteverandering metamorfose, transfiguratie, transformatie
gedaantevorming anamorfose
gedaas geleuter, rimram, zotteklap
gedachte beschouwing, denkbeeld, dunk, gepeins, gevoelen, idee, inval, mening, nadenken, notie, oordeel, overlegging, overweging, plan, vermoeden, oetstoots, vvoornemen, zienswijze
gedachteloos achteloos, onberaden, onbezonnen, onbewust, onnadenkend, suf
gedachteloos gebruik sleur
gedachteloos zijn - suffen
gedachtenbeeld - droombeeld, fantasie, hersenschim
gedachten in slaap droom
gedachtenis aandenken, commemoratie, herdenking, herinnering, souvenir
gedachtelezen clairvoyance, telepathie
gedachtelezer telepaat
gedachteloop gedachtegang
gedachtestelsel - gnostiek
gedachtewisseling debat, discussie, dispuut
gedagtekend geschrift - cognossement, connossement
gedarmte ingewanden
gedagvaarde - gedaagde
gedateerd d.d., van
gedaver gedender, gedreun, lawaai
gedecideerd beslist, ferm, flink, vastbesloten
gedecimeerd uitgedund
gedecolleteerd gedurfd, gewaagd
gedecoreerd geridderd
gedeeld gesplitst
gedeeld door - deling
gedeeld door twee - gehalveerd
gedeelte afdeling, brok, deel, fragment, helft, kwart, paragraaf, part, partij, segment, stuk, viertel
gedeelte der kleurenleer epoptica
gedeelte van de mis canon
gedeelte van de Spaanse hoogvlakte Morena
gedeelte van een aandeel certificaat
gedeelte van een boek - paragraaf
gedeelte van het aangezicht - kin, lip, mond, neus, oog(lid), wang, wenkbrauw, wimper
gedeelte van premie dat men terugkrijgt bij verval van verzekering restorno
gedeelte van.... zie deel van
gedeeltelijk deels, demi, half, kwart, onvolkomen, onvolledig, partiaal, partieel, semi
gedeeltelijk van bewegingen beroofd lam, verlamd
gedeeltelijke breuk barst, knak, knik, scheur
gedeeltelijke verduistering van de maan (maan)eclips
gedeeltelijke vergoeding tegemoetkoming
gedegen beproefd, degelijk, doordacht, ontaard, onvermengd, zuiver
gedegenheid degelijkheid
gedekt - bevruchtbeschut
gedekte staatsschuld - consola
gedekte tafel dis
gedelegeerde afgevaardigde, gevolmachtigde
gedelgd worden - delging
gedempt dof, mat, onderdrukt, wazig, zacht
gedender gedaver,
gedenkboek - memorandum
gedenken - vieren
gedenknaald obelisk
gedenkpenning kroonmunt, medaille, medalje
gedenkplaat plaquette
gedenkschriften memoires
gedenksteen - gedenkteken
gedenkteken cenotaaf, gedenksteen, memoriaal, monument, naald, obelisk, steen
gedenkuitgave album
gedenkwaardig memorabel
gedenkwaardigheden - memorabilia
gedenkzuil obelisk
gedeporteerde - banneling
gedeputeerd afgevaardigd
gedeputeerde afgevaardigde
Gedeputeerde Staten G.S
gedetermineerd vastgelegd
gedetineerd gevangen
gedetineerde gevangene
gedicht ballade, cantate, dicht(stuk), epos, kwatrijn, lied, ode, rijm, sonnet, strofe, vers, zang
gedicht, eenvoudig - rijm
gedicht van Gorter Mei, Pan
gedichtenboek - bundel
gedichtencyclus van Perk Mathilde
gedichtenverzameling bundel
gedichtje rijmpje, versje
gedienstig bereidwillig, coulant, dienstwillig, hulpvaardig, inschikkelijk, voorkomend
gedienstige dienares, dienstbode, dienster, dienstmeisje, huishoudster, meid
gedienstigheid - behulpzaamheid, dienstvaardigheid, dienstwilligheid
gedierte - dierage
gedijen aarden, floreren, groeien, tieren, sarden, wassen
geding - geschil, procedure, proces, rechtszaak, zaak
geding voeren procederen
geding voerend procederend
geding voerende partij litigant
gedissel gekibbel, gestribbel
gedistileerde steenkool cokes
gedistingeerd - deftig
gedoe bedoeling, bedrijf, drukte, geduvel, gezanik, last, leven, nering, omhaal, omslag, opschudding, soesa, toestand
gedoente - drukte
gedogen dulden, toelaten, toestaan, uithouden, verdragen, verduren, vergunnen
gedol gestoei
gedoofd uit
gedorste halmen stro
gedraaf draven, gehol, geren, geloop
gedraaide vorm - torsie
gedraal - getalm
gedrag conduite, handelwijze, houding, levenswijze, optreden, stijl, wandel
gedragen sostenuto, statig
gedragen (muz.) portando
gedragen als een kind - kinds
gedragen tempo (muz.) sostenuto
gedraging gewoonte, houding, manier
gedragingen - handelswijze
gedragsleer - enthologie
gedragslijn code, fatsoen, grondregel, houding, instructie, mode, moraal, norm, regel, zede
gedragspatroon handelingen, manieren, optreden
gedragspsychologie behaviorisme
gedragsregel fatsoen, mode,moraal, norm, zede
gedrang drukte, gewoel, menigte, volte
gedrenkt in vloeistof nat
gedresseerd afgericht, beleerd, gedrild, geoefend, getemd
gedreun bons, bons
gedreven gebosseleerd, bezield, gehaast
gedrild - afgericht
gedrocht draak, gnoom, misbaksel, monster, ondier, spook, wanschepsel
gedrochtelijk mismaakt, misvormd, monstrueus, monsterachtig, wanschapen, wanstaltig
gedrochtelijk wezen - monster
gedrocht op Kreta - Minotaurus
gedrongen compact, klein, kort
gedrongen van postuur - kort
gedroogd bisonvlees - pemmekan, pemmikan
gedroogd gras hooi
gedroogd vlees van de kokosnoot copra
gedroogd zeewier - agar-agar
gedroogde bladeren verzameling herbarium
gedroogde bloemstengels saffraan
gedroogde druiven krenten, rozijnen
gedroogde gerstekiemen - mout
gedroogde halmen stro
gedroogde kabeljauw klipvis, leug, stokvis
gedroogde melksappen en hars van de bolletrieboom balata
gedroogde palmbladeren kadjang
gedroogde pruim - pruimedant, prunel
gedroogde vis bokking, stokvis
gedroogde vogelmest guano
gedroogde vruchten - tuttifrutti
gedroogde zoden van veenachtige heidegrond schadde
gedroom gesuf
gedorste halmen - stro
gedruis gerommel, herrie, keet, lawaai, leven, opschudding, rumoer, tumult
gedrukt bedrukt, neerslachtig, sip, somber
gedrukt bericht bulletin
gedrukt boek - kapitalon
gedrukt geschrift - pamflet
gedrukte plaat ets, litho, prent
geducht behoorlijk, bijzonder, danig, deerlijk, degelijk, flink, gevreesd, geweldig, grondig, hevig, intens, kloek, ontzaglijk, respectabel, schromelijk, sinister, terdege, vervaarlijk, vreselijk, zeer
geduld berusting,gelatenheid, kalmte, lankmoedigheid, lijdzaamheid, patiëntie rust, volharding
geduldspelletje - patience
geduld vergende bezigheid wachten
geduldig bedaard, duldzaam, gedwee, gelaten, kalm, lankmoedig, lijdelijk, lijdzaam, onderworpen, rustig, toegevend, wee
geduldwerk legkaart, peuterwerk, puzzel
gedupeerd bedrogen, beetgenomen, gefopt
gedupeerde benadeelde, bedrogene, slachtoffer,
geduren standhouden, voortduren
gedurende over, staande, tijdens
gedurende de dag daags, overdag
gedurende korte tijd even
gedurfd driest, ferm, gewaagd, koen, moedig, overmoedig, stout, vermetel
gedurfd modern - hip
gedurig aanhoudend, aldoor, almaar, constant, dikwijls, gestaag, gestadig, herhaald, onophoudelijk, permanent, riskant, staag, steeds, telkens, vaak, vermetel, voortdurend
geduvel gedoe, gelazer, gezanik, herrie
gedwaal gedool
gedwee berustend, buigzaam, dienstwillig, docie, geduldig, gehoorzaam, gelaten, gewillig, gezeglijk, handelbaar, handzaam, mak, makkelijk, meegaand, onderdanig, onderworpen, slaafs, tam, volgzaam, zoet
gedweeheid handzaamheid, makheid, onderdanigheid, onderworpenheid, slaafsheid, tamheid, volgzaam(heid)
gedweep - geestdrijverij
gedwongen - gekunsteld, gemaakt, genoodzaakt, gezocht, kunstmatig, node, onnatuurlijk, onwillig stijf, verplicht
gedwongen afzondering celstraf, quarantaine
gedwongen keuze alternatief
gedwongen verblijf van schepen of goederen quarantaine
gedwongen worden moeten, verplicht
gedwongen zijn moeten
geëerd - geacht
geëindigd afgelopen, basta, fini, over, uit
geef acht attentie, opgelet
geefachtig gul, mild
geel geluw
geel aardhars - retiniet
geel worden gelen, vergeeld
geelachtig paard bleekvos
geelachtig wit - izabel
geelachtig wit stenen goed faience, roomgoed
geelachtige delfstof zwavel
geelachtige faience roomgoed
geelborstje - spotvogel
geelbruinig tanig
geelgors - haverkneu
geelhars gummi
geelhout fisethout, fustiekhout
geelkop - zeearend
geelkoper double, latoen, messing, tombak
geelkruid reseda, wouw
geel-oranje kleurstof - carotine
geelrode verfstof orleaan
geelster - Gagea
geeltje - dukaat, geld, goudstuk
Geelvinkbaai, eiland in de - Japèn, Noemfoor, Schouteneiland
geelwit isabel, izabel
geelwitte hars - sandrak
geelwortel kurkuma
geelijzersteen - goethiet
geelzucht cholomie, geling, icterus
geëmigreerde Chinees - sing(h)ke, ke
geen niemand, niets
geen aangename vrouw feeks, prij, tang, Xantippe
geen aardse goederen bezittend - arm, berooid
geen adem meer krijgen - stikken
geen anderen navolgend oorspronkelijk, origineel
geen deskundige leek
geen eigendom - leen
geen enkel ding - niets
geen enkel mens niemand
geen enkele uitgezonderd alle, allen, elk, elkeen, ieder, iedereen
geen enkele zaak niets
geen geld meer platzak, rut
geen geluid doorlatend geluiddicht
geen geluk pech, strop, tegenvaller
geen gevoel - pijnloos
geen gezag erkennend anarchist
geen god erkennend atheïst
geen hand uitsteken luieren, toekijken
geen kennis bezitten - dom, ignorant, onwetend
geen knappe kop domoor, ezel, knuppel
geen koper kijker
geen korte lange
geen krimp geven - volharden
geen kunst kitsch
geen melk gevend - gust
geen mens niemand
geen notie nemen negeren
geen nut opleverend braak, nutteloos,onnut
geen overdaad - eenvoud
geen overheid erkennend persoon anarchist provo
geen spaan - niets
geen succes - echec, pech, strop
geenszins - allesbehalve
geen tijd hebbend bezet, druk
geen uitstel kunnende lijden dringend, gewenst, hoognodig, urgent
geen uitzondering alle, allemaal, allen, alles, elk, elke, leder, elkeen, iedereen, iedere
geen vakman leek, dilettant
geen van beiden - niemand
geen vocht bevattend droog, dor, uitgedroogd
geen vruchten dragend gust
geen vuile - schone
geen werkelijkheid droom, fantasie, verbeelding
geen zedelijke verantwoordelijkheid kennende gewetenloos
geen zeeman landrot
geen zin hebben lusteloos, passen
geëngageerd betrokken, verloofd
geer kiel, strook
geërfde - ingeland
geërgerd - geraakt
geest animo, brein, demon, duivel, elf, energie, engel, esprit, fantoom, gedaante, genie, humor, pit, satan, schim, sfeer, schim, spirit, spook, vernuft, verschijning, wezen,
ziel
geest van azijn aceton
geest van salmiak ammonia
geest van wijn spiritus
geest van zout zoutzuur
geestachtig - kernachtig
geestdrift aandrift, animo, bezieling, elan, energie, enthousiasme, lust, spirit, trek, verve, vuur, ijver, zin
geestdriftig enthousiast, bezield
geestdriftig (muz.) spirituoso
geestdriftig slotwoord - peroratie
geestdrijver dweper, fanaticus, zeloot
geestdrijverij - dweepzucht
geesteloos - flauw, insipide
geestelijk clericaal, godsdienstig, klerikaal, mentaal, onstoffelijk, psychisch, spiritueel, onstoffelijk
geestelijk adviseur moderator
geestelijk en wereldlijk hoofd van de Boeddhisten in Tibet - Dalai Lama
geestelijk gewaad habijt, pij
geestelijk hoofd in Arabië imam, iman
geestelijk hoofd in Atjeh imeum
geestelijk leider van een klooster - overste, proost
geestelijk lied gezang, hymne, koraal, psalm
geestelijk overwicht - invloed
geestelijk plaatsvervanger vicaris
geestelijk verzorger dominee, priester, provisor
geestelijk volmaakt - heilig
geestelijk wezen engel
geestelijke abbé, abt, acoliet, bisschop, broeder, clericus, curé, deken, diaken, dominee, ds, em., eminentie, frater, imam, kanunnik, kapelaan, kardinaal, monnik, non, ordebroeder, pastoor, pater, paus, pope, prelaat, prior, predikant, priester, rabbi, rabbijn, reverend, vicaris, voorganger
geestelijke (vr.) abdis, non, zuster
geestelijke die de leiding heeft van een klooster overste
geestelijke die de mis opdraagt celebrant
geestelijke die preekt dominee, predikheer
geestelijke herleving opwekking, reveil
geestelijke hoogwaardigheidsbekleder bisschop, kardinaal, paus, prelaat, prior, vicaris
geestelijke in het leger aalmoezenier, veldprediker
geestelijke leraar - herder
geestelijke liefde platonisme
geestelijke orde congregatie
geestelijke raadgever - moderator, proost
geestelijke ridderorde Johannieter. Tempelier
geestelijke schakering modaliteit
geestelijke stroming sekte
geestelijke titel dominee, ds., eminentie, em., monseigneur mgr.
geestelijke vereniging orde
geestelijke zuster - non
geestelijken van domkerk kapittel
geestelijkheid clerus, spiritualiteit
geesteloos - flau
geesten elfen, spoken, genieën
geestenbanner bezweerder, exorcist
geestengeloof bijgeloof, spiritisme
geestenleer - spiritisme
geestenoproeper medium, psychosant
geestenuitbanning exorcisme
geestenuur - middernacht
geestenverering animisme
geesten verschijning fantasmagorie
geestesgesteldheid mentaliteit, stemming
geesteshouding denkwijze,mentaliteit
geestesziek dwaas, gek, krankzinnig
geesteszieke idioot, krankzinnige, psychopaat
geestesziekte - neurose, psychose, schizofrenie, waanzin
geestesziekte in de tropen tropenkolder
geestgrond afgraven - afgeesten
geestig adrem, fraai, gevat grappig, leuk, komisch, kostelijk, luimig, moppig, pittig, snedig, spits, spiritueel, zinrijk
geestig en leuk - aardig
geestig gezegde - bon-mot, kwinkslag
geestige kritiek - boutade
geestige tekening cartoon, spotprent
geestige uitval boutade
geestige woordspeling calembour
geestige zet inval, saillie
geestigheid aardigheid, esprit, grappigheid, humor, mop
geestkracht elan, energie, pit, spirit, wil, wilskracht
geestkrachtig - energiek, wilskrachtig
geestkracht tonend ferm, kloek, moed
geestrijk spiritueel, spiritueus, vernuftig
geestrijk vocht alcohol
geestrijke drank arak, cognac, jenever, rum, wodka, wijn
geestrijkheid spiritualiteit, vernuft, vernuftigheid
geestverrukking exaltatie, extase, geestvervoering, trance
geestverschijning fantoom, schim, spook
geestvervoering extase, trance, verrukking
geestverwant - congeniaal
geeuw gaap
geeuwen gapen
geeuwer gaper
geeuwerig - gaperig
geëxalteerd overdreven, overspannen
gefantaseerd verhaal fabel, legends, mythe, parabel, sage, sprookje
gefeliciteerd proviciat
gefemel - geteem
gefigureerd versierd
gefingeerd verdicht, verzonnen
Gefjon, schepping van - Sjaellond
gefleem geflikflooi, gevlei
geflonker schittering
gefopt - verschalkt
geforceerd gedwongen, gemaakt, gewild, onnatuurlijk
geforceerde kopstem falset
geforceerde opening bres
gefortuneerd rijk, vermogend
gefortuneerd iemand rijkaard, miljardair, miljonair
gefrankeerd tot aan de plaats van bestemming PB
gefundeerd gegrond, stellig
gegaan heen, vertrokken, weg
gegadigde belanghebbende, dinger, kandidaat, reflectant, sollicitant
gegarandeerd stellig, zeker
gegarandeerd minimumloon garantieloon
gegeneerd gehinderd, timide, verlegen
gegeneerdheid gêne, verlegenheid
gegeten kunnende worden - eetbaar, gaar, rijp
gegeven dat, dosis, geschonken, hoeveelheid, onderwerp, thema
gegeven hoeveelheid - dosis
gegevens - data, feiten
gegevens omtrent de persoon personalia
gegil gekrijs, geschreeuwlawaai
gegist druivensap - wijn
gegist melkgerecht yoghurt
gegist vruchtensap cider
gegiste drank cider
gegiste drank in Guinee - bili
geglaceerde amandel - dragee
geglansd leer glacé
geglazuurd aardewerk gleiswerk, majolica
gegoed bemiddeld, binnen, gezeten, rijk, vermogend, welgesteld, welvarend
gegolfd geplooid, gewaterd
gegolfd streepje boven letter tilde
gegolfde lijn tremblé
gegoten asfalt mastiek
gegraasde boter - grasboter
gegraveerde prent ets
gegraven gat put, kuil
gegraven graf - groeve
gegraven water doorvaart, gracht, kanaal, sloot
gegraven waterkom - vijver
gegrepen gepakt
gegriefd beledigd, verbitterd, wrevelig
gegroefd gecanneleerd
gegroet adé, adi adieu, adio, ave, bonjour, dag, houdoe, salve, saluut, tabé, vaarwel
gegrom gebrom, geknor
gegrond degelijk, deugdelijk, gefundeerd,geldig, juist
gegrond zijn op - stoelen
gehaaid bijdehand, geslepen, gewiekst, handig, slim, uitgekookt
gehaaide vrouw - haaibaai, heibei
gehaakt kleedje antimakassar
gehaast gedreven, gejaagd, gepresseerd, haastig, jachtig, koortsachtig, naarstig
gehakkel gestamel, gestotter
gehakketak geharrewar, gekibbel, onenigheid, ruzie
gehakt vlees met
gehaktbal frikadel
gehakte biefstuk - tartaar
gehakte opening in het ijs bijt
gehalmd gewas - gras
gehalte allooi, hoedanigheid, inhoud, kaliber, kwaliteit, legering, niveau, peil, percentage, waarde
gehaltebepaling bij munten essaai
gehalte betreffend - kwalitatief
gehalte eenheid van goud allooi, karaat
gehalte teken keurmerk
gehalveerd - gedeeld
gehamerd (muz.) martellato
gehandicapt belemmerd, gebrekkig, gehinderd, verminkt
gehandicapte - invalide
gehannes geknoei, gemier, gepeuter
gehard gestaald, spartaans
geharrewar gekibbel, geruzie, gesol, verwarring
gehaspel gebrabbel, geharrewar, geknoei, gekrakeel, gekijf, gemorrel, getwist
gehavend aangeslagenbeschadigd, ontredderd
gehecht gebonden, trouw, vast, verknocht
gehechtheid -
gehecht zijn hangen aan
gehechtheid gebondenheid, trouw, verknochtheid, vriendschap
geheel alles, compleet, finaal, gaaf, gans, heel, helemaal, integraal, ongeschonden, rond, som, totaal, volkomen, volledig, volmaakt, volslagen, volstrkt, voltallig
geheel bedekt met - vol
geheeld - beter
geheel der inzetten bij weddenschappen pool
geheel der liefdegevoelens erotiek
geheel der menselijke kennis - wetenschap
geheel de uwe t.a.t., t.a.v., t.t
geheel en al absoluut, compleet, finaal, gans, helemaal, letterlijk, radicaal, totaal, totaliter, volkomen
geheel en al instemmen beamen
geheel goed - gaaf
geheel gevuld vol
geheel nazien reviseren
geheel onderworpen - slaafs
geheel overgegeven verslaafd
geheel stuk - kapot
geheel van bouwlanden enk
geheel van gedragsregels protocol
geheel van de verwanten sibbe
geheel van streek ontdaan , ontsteld
geheel van woorden - tekst
geheel verbruikt leeg, op, uitgeput
geheel verbruikt worden opgaan
geheel verwoestend vernietigend
geheel volk betreffende nationaal
geheel voltooien - voleinden
geheel vormend aaneen
geheel vullen - volmaken
geheelonthouder afschaffer
geheid absoluut, onwrikbaar, vast, zeker
geheiligd gewijd, sacraal
geheim discreet, duister, heimelijk, mysterie, secreet,
geheim agent spion, stille
geheim betreffende landszaken staatsgeheim
geheim bordeel - knip
geheim geneesmiddel arcanum
geheim genootschap Camorra, Carbonair, Fenians, Illuminaten, K.K.K, Kikoejoe, Maffia, Maumau, Rozenkruisers, Tempelieren, Vrijmetselaars, Waldenzen
geheim genootschap, Iers - Fenians
geheim genootschap Italiaans Camorra, Carbonari, Maffia
geheim genootschap van misdadigers in Napels camorra
geheim genootschap, Macedonisch - Komitadsji
geheim genootschap, Melanesisch - Sukwe
geheim genootschap, Oost-Afrikaans - Mau-Mau
geheim genootschap, West-Afrikaans - Bundo, Poro
geheim pad - sluippad
geheim verbond complot, kongsi
geheimbewaarder vertrouweling
geheime akte contrelettre
geheime bode emissario, spion, verkenner, verspieder
geheime leer - Kabbala
geheime politie Gestapo. Gepeoe
geheime staatspolitie B.V.B., C.I.A. ,G.P.O.U., Ocra, Ovra, S.S., PIDE, Gestapo
geheime vijandschap - rancunegeheimen arcana
geheimbouden verbergon, verzwijgen
geheimhouding - discretie, secretesse
geheimleer kabbala, mystiek
geheimenis - arcanum
geheimschrift code, cryptografie, rune
geheimschrijver secretaris
geheimtaal argot, bargoens, boeventaal, dieventaal, jargon
geheim verbond - complot
geheimzinnig duister, mystiek mysterieus, raadselachtig, vreemd
gehele ommekeer revolutie, omwenteling, verandering
gehele verandering ommekeer
gehele verkoop - omzet
gehemelte palatum, raak, verhemelte, velum
gehemelteletter - palataal
Gehenna hel, hellepoel
Geheten - genaamd
geheugen gedachtenis, heugenis, memorie, mneme
geheugenis gedachtenis, geheugen, herinnering
geheugenleer memoniek
geheugenloos - vergeetachtig
geheugensteun agenda, ezelsbrug
geheugenstoornis - paramnesie
geheugenverlies amnesie
geheugenzwakte mnemasthenie
gehinderd belemmerd, gegeneerd, gehandicapt
gehol - gedraaf
gehoor aandacht, auditorium, publiek, weerklank
gehoor, door- kenbaar - acustich, akoestisch, akustich
gehoor, het- betreffende - auditief
gehoorapparaat audiofoon, otofoon
gehoorbeentje aanbeeld, hamer, stijgbeugel, zadel
gehoorcurve audiogram
gehoorgestoord doof
gehoor geven - volgen
gehoorkunde audiologie
gehoormeter akoe(sti)mester
gehooronderzoek - auscultatie
gehooronderzoeken - ausculteren
gehoororganen oren
gehoorverlening audiëntie
gehoorzaal auditorium, aula
gehoorzaam braaf, beleefd, gedwee, gezeglijk, onderdanig, oppassend, suf, volgzaam, willig, zoet
gehoorzaamheid discipline, subordinatie, obediëntie, tucht
gehoorzamen - luisteren, naleven, obediéren, volgen,
gehouden verbonden, verplicht
gehucht buurtschap, dorp, gat, negorij, plek, uithoek, vlek
gehucht bij Steenwijk - Eze
gehucht (Eng.) hamlet
gehuicheld onoprecht
gehuil gebler, gejank, misbaar
gehuisvest wonend
gehumeurd geluimd, gemutst, gestemd
gehuurde sluipmoordenaar bravo, pistolero
gehuurde sjouwer koelie, kruier
gehuwd getrouwd
gehuwde - getrouwde
gehuwd paar echtelieden, echtpaar
gei takel, scheepstouw, touw
geijkte uitdrukking cliche, gezegde, spreekwoord, zegswijze
geil dartel, heet, host, vet, weelderig, wellustig, wulps
geiman kraandrijver
geïmiteerd nagedaan, nagemaakt, onecht
geïmporteerd ingevoerd
gein aardigheid, gekheid, grap, humor, leukheid, lol, oele, plezier, pret, scherts, snakerij
geinig amusant, grappig, leuk, lollig
geinmaker clown, lolbroek, pleziermaker
geintje aardigheidje, grapje, lolletje
geiser springbron
geisoleerd afgesloten, apart
geit - bok, met(te), sik
geitantilope - gems, kambing-oetan. sneeuwgeit
geit, soort van - markhoorn, sakin, steenbok, thar, toer
geitenbok - sik
geitenbaard - sik
geitenbond chevrette
geitengeluid - mekkeren
geitenhaar - mohair
geitenkaas - chevron
geitenleer - chevreau, corduaan
geitensoort - alpensteenbok, bezoargeit, huisgeit,
geitenziekte - aamt
gejaagd doldriest, gehaast, haastig, jachtig, koortsachtig, nerveus, ongeduldig, onrustig, zenuwachtig
gejaagdheid - onrust, spoed
gejammer lamentatie, misbaar
gejank gehuil
gejen geterg
gejoel getier, geroep, rumoer
gejuich - cheer, hoera
gek - absurd, bespottelijk, bezeten, crazy, daas, dwaas, geschift, getikt, idioot, knots, koddig, krankzinnig, kwast, kwibus, lijperd, maf, mal, malloot, mesjokke, ongewoon - onwijs, onzinnig, raar, vreemd, waanzinnig, zot
gekakel babbelarij, gebabbel, gekwebbel, gekwetter
gekanaliseerd riviertje in Friesland - Ee
gekanker basvetting
gekant ertegen
gekanteld omgevallen
gekarteld - ingekeept
gekend - bekend, openbaar, publiek
gekend wordende - bekend
gekeperd linnen weefsel - dril
gekeperde stof kamelot, oriëntaal, serge
gekeperd weefsel - dril, pilo,serge
gekeperd weefsel van strijkwol en katoen napolitaine
gekerm - gesteun
geketend - geboeid, gekluisterd, vastgeklonken
gekheid aardigheid, aperij, boert,dwaasheid, frats, grap, grol, gein, kolder, leut, lol,malligheidoele, onzin, scherts, sottise, zotheid, zotternij
gekheid maken dollen, schertsen
gekibbel bisbilles, gehakketak, geharrewar, kijvage
gekietel gekriebel
gekijf drukte, getier, krakeel, lawaai, ruzie, tweedracht, twist
gekkemanswerk dwaasheid
gekkenpraat larie, nonsens
gekken - boerten, schertsen
gekkengetal - elf
gekkenpraat larie, nonsens, onzin, zotteklap
gekkerd malle, malloot
gekke vent dwaas, kwibus, malloot
gekko hagedis, reptiel, tokeh
geklaag gelamenteer, misbaar
gekladder geknoei
geklap - applaus
gekleed - deftig, zondags
geklemd beknel
geklep - gebeier
geklets beuzel, gebabbel, gebazel, gebral, gekwebbel, geleuter, gepraat, gewauwel, gezeur, gezwam, larie, onzin, praterij
gekleurd - getint
gekleurde kwast - troetel
gekleurde plaat - prent
gekleurd weefsel batik
geklieder geknoei
geklier - gezeur
geklonterde melk ruiting
geklop gebons
geklopt touwwerk pluis
geklots aanslag
gekluisterd geketend
geklungel - geknoei
geklutste eieren - struif, roerei
gek mens dwaas, malle, malloot
gekneed mengsel - deeg
geknoei - bedrog, fraude, geklungel, gemodder, gemors,
gepruts, gezanik, zwendel
geknor gegrom
gekocht aangeschaft, overgenomen
gekochte voorraad - inslag
gekonkel mikmak, intrige, konkelarij, kuiperij
gekooktemeelkost troet
gekookt - gaar, gezoden
gekookt fruit gelei
gekookt mengsel van lijnolie, pijpaarde en loodwit - plamuur
gekookt sap van vruchten - gelei
gekookt vruchtensap - rob
gekookte rijst - nasi
gekostumeerd verkleed
gekostumeerd feest - maskerade
gekozene - elect, uitverkorene
gekraak lawaai
gekraak laten horen kraken
gekrab gekriebel
gekrengt beledigd, gepikeerd, verdrietig
gekreukt verfrommeld
gekreun - gekerm, gesteun, gejammer
gekriebel - gekietel, gekrab, gestreel, jeuk
gekriewel - krevel
gekrioel gewemel, gewoel
gekristalliseerde suiker kandij
gekroesd weefsel crepe
gekromd gebukt
gekroond hoofd vorst
gekruid - pikant
gekruide drank - kandeel
gekruid broodje - bestel
gekruid nat saus
gekruiste vis muil
gekrulde zuring - koeleek
gekscheerder - grappenmaker
gekscheren - boerten, dollen, jokken, railleren, schertsen
gekscherend - lachenderwijs
gekskolf - marot, zotskolf
gekte - waanzin
gekunsteld - gemaakt, gezocht, kostbaar, onecht, onnatuurlijk, onnatuurlijk, precieus, vals
gekunsteldheid affectatie
gekwaak - gekwek
gekwartierd - ecartelé
gekwebbel - geklets
gekwek - gekwaak
gekwetst - beledigd, geblesseerd, geraakt, gewond, verstoord
gekwetste - gewonde
gekwetter - gekakel, gesnap, gesnater
gekwezel gefemel
gelaafd - verkwikt
gelaagd gesteente - gneis
gelaagdheid - stratificatie
gelaat - (aan)gezicht, aanschijn, bakkes, facie, mine, ponem, smoel, snoek, snoet, snuit, toet, tronie
gelaat van een dier - bek, snoet, snuit
gelaatkunde - fysiognomie, proposologie
gelaatkundige fysionomist
gelaatsafdruk - masker
gelaatskleur - bleek, blos, teint, teint
gelaatspoeder blanketsel, rouge
gelaatsschildering - grime, portret
gelaatsuitdrukking - mime, mimiek
gelaatsversiering - baard, bakkebaard, knevel, snor, sik
gelach - geschater, hilariteit, vrolijkhid
geladen affectief
geladen admosfeer - spanning
geladen atoom - ion
gelag - braspartij, lot, orgie, vertering
gelaghouder - herbergier, kastelein, kroegbaas, waard
gelachkamer - beierd
gelamenteer - gejammer, geklaag, geweeklaag
gelande - landeigenaar
gelang mate
gelast - verbonden
gelasten aanzeggen, bevelen, commanderengebieden, opdragen, opgeven, ordonneren, verordenen
gelaster kwaadsprekerij
gelastigde - agent
gelaten - berustend, geduldig, gedwee, geresigneerd, getroost, lijdzaam, onderworpen, passief, rustig, stoicijns
gelatenheid - bedaardheid, berusting, geduld, kalmte, lijdzaamheid, passiviteit, resignatie
gelatine beenderlijm, lil
gelauwerd - bekroond, versierd
gelazer - geduvel
geld betaalmiddel, financiën, kapitaal kas, munt, pingping, poen, poet, spie, ruilmiddel, vermogen,
geldafperser afzetter, chanteur
geldafpersing chantage, knevelarij
geldbakje van straatmuzikant - mans
geldbedrag som
geldbeheerder bankier
geldbergplaats beurs, buidel, kluis, safe
geldbeurs knip, portemonnee
geldbriefje - boljet
geldbuidel - beurs, portemonnee
geld bulten omloop stellen -demonetiseren
geldelijk financieel
geldelijke ondersteuning donatie, subsidie, toelage
geldduivel - mammoon
geldelijke ondersteuning - subsidie, toelage
geldelijke straf - boete, poene
geldelijk vermogen - fortuin
geldelijke verplichting - obligo
geldelijk voordeel gewin, winst
gelden - kosten, (mee)tellen
Gelderland, deel van - Achterhoek, Betuwe,
Bommelerwaard, Liemers, Lijmers, Montferland, Veluwe
Gelderse beek - Berkel, Slinge(rbeek)
Gelderse gemeente -
3 Ede, Epe
4 Eist, Tiel, Wehl
5 Bergh, Didam, Gendt, Hedel, Neede, Vuren, Wamel,
Wisch
6 Aalten, Arnhem, Bemmel, Brakel, Druten, Elburg,
Ermelo, Hattem, Heerde, Lochem, Maurik, Nijkerk,
Putten, Renkum, Rheden, Rossum, Voorst, Vorden,
Wijchen
7 Angerlo, Borculo, Brummen, Echteld, Gorssel,
Groenlo, Haatten, Hengelo, Heteren, Huissen, Lienden,
Nijmegen, Zutphen
8 Doesburg, Eibergen, Ubbergen, Zevenaar
9 Apeldoorn, Barneveld, Culemborg, Dinxperlo,
Dodewaard, Groesbeek, Harderwijk, Maasdriel,
Millingen, Oldebroek, Pannerden
10 Doetinchem, Gendringen, Wageningen,
Winterswijk, Zaltbommel
11 Westervoort
12 Geldermalsen, Heerewaarden, Scherpenzeel
13 HummeloKeppel, Lichtenvoorde
Gelderse hoofdstad - Arnhem
Gelderse plaats -
4 Ewijk, Ulft, Velp
5 Driel, Eefde, Uddel
6 Dieren, Ruurlo
7 Barchem, Dreumel, Leeuwen, Vaassen
8 Nunspeet
Gelders vliegveld - Terlet, Teuge
geldgier hebzucht
gelddaren - sparen
geldgod - Mammon, Plutus
geldhandel - bankbedrijf
geldhandelaar - bankier, financier
geldheffing - belasting
geld huishouding - maatschappij
geldig aannemelijk, deugdelijk, gangbaargegrond, juist, valabel, wettig
geldigverklaring - validatie
geld inbrengen - deposito, inleggen
geld in kas baar, cash, contanten
geld inleggen lappen, zetten
geld innen opsteken
geld instelling - bank
geldinzameling collecte
geldkast kluis
geldkistje cassette
geldknip - beugel
geldkoning - financier
geldlade - kassa
geldlening met schip als onderpand - bodemerij
geldmiddelen - financiën, kapitaal
geldnemer lener
geldnood - penarie
geldomloop circulatie
geld ontvangen beuren, incasseren, innen
geldontwaarding - devaluatie, inflatie
geld ophalen - incasseren
geld opmaken - interen, uitgeven, verteren
geld opsparen potten
geld opzij leggen sparen
geld overmaken gireren, remitteren
geldschaaltje - muntwaag
geldschieter - actionair, actionist, belegger, financier, lener
geld slaan - munten
geldsom - bedrag, kapitaal
geldsom die betaald moet worden somma, waarde
geldspeler gokker, speculant
geld steken in aandelen speculeren
geldstelsel - valuta
geldstraf bekeuring, boete, pene, poene
geldstuk cent, daalder, dubbeltje, duit, euro, gulden, knaak, munt, oortje, penning, pop, riks, schelling, sou
geldstuk (fr) - sou
geldtas beurs, buidel
geldswaarde bedrag, valuta
geldwaarde (Eng.) - P.,St.
geldswaardig papier aandeel, bankbiljet, betaalcheque, cheque, effect, fonds, obligatie, stuk, wissel
geldtransactie koop
geld voor het stallen - stalgeld
geldvoorraad kas
geld weggeven - doneren, schenken
geldwezen - financiën
geldwisselaar agioteur
geldwolf gierigaard, gortenteller
geldzak - beurs, buidel
geldzending remise
geldzuchtige - goudduivel
gele aardsoort oker
gele bladkleurstof xantofyl
gele ganzebloem - strobloem
gele granaat topasoliet
gele harsachtige kleurstof - morine
gele kleurstof in meekrap - xanthine
gele koorts, overbrenger van het virus - Aëdes
gele licht brandbare stof zwavel
gele loofvogel lopertje
gele narcis paaslelie
gele paardebloem - hengel
gele plantenkleurstoffen - flavonen
gele plomp kruik
Gele rivier - Hwang(h)o
Gele zee - Hwang-hai
gele vaseline met terpentijn - kloosterbalsem
geleden afgelopen, her, passé, voorbij
gelederen - kring
geleding gelid, lidsegment
geleed apocyt(isch), gearticuleerd, samengesteld
geleed dier insect, krab, kreeft, spin
geleedpotige - arthropoda
geleedpotig dier duizendpoot, insekt, krab, kever, kreeft, spin, tor
geleend geld lening
geleend goed - leen
geleerd bekwaam, deskundig, erudiet, geletterd, knap, kundig, onderlegd, onderwezen, prifessoraal, savant, wijs
geleerde - professor
geleerde Hindo - Pandit
geleerde uit Rotterdam afkomstig Erasmus
geleerde vrouw blauwkous, savante
geleerdheid eruditie, kennis, kundigheid, wijsheid
gelegen - gesitueerd
gelegen komend opportuun, welkom
gelegen zijn aan belenden
gelegenheid aanleiding, kans, mogelijkheid, occasie, stade
gelegenheid geven - aflaten
gelegenheid tot overnachten herberg, hotel, jeugdherberg, logies, motel
gelegenheid tot verblijf logies
gelegenheidskleding avondtoillet, gala, jacquet, rok, smoking
gelegenheidskoopje occasion
gelegenheidskostuum rok, smoking
gele granaat - topasoliet
gelei jam, lil, vruchtenmoes
geleiachtig afval dril, lil
geleiachtige benzine napalm
geleiachtige massa - dril
geleiachtige stof gel, gelatine
geleiboom - leider
geleidebuis van leer of zeildoek mamiering
geleide bescherming, escorte, gids
geleide economie dirigisme
geleidebiljet ceel, cedel, permit
geleidebuis van leer - mamiering
geleidelijk allengs, geordend, geregeld, getemporiseerd, langzaam, langzaamaan, ordelijk, regelmatig, rustig
geleidelijk zich ontwikkelen - evolueren
geleidelijke ontwikkeling evolutie, groei
geleiden begeleiden, escorteren, flankeren, leiden, vergezellen, voeren
geleider cicerone, conductor, gids, loods
geleider chaperon, cipier
geleider van olifant kornak
geleider van pakpaard - batman
geleider van toeristen gids, cicerone
geleidster van een jonge dame chaperonne
geleigeest - beschermengel
gelest gestild
geletterd - erudiet, geleerd, knap, kundig, wijs
geletterde lettré, literator
geletterdheid - alfabetisme, eruditie
geleuter geduvel, geklets gemier, gepeuter, gezanik, gezeur, gezwam, kletspraat, mallepraat
geleverd door een koe - melk, zuivel
geleverd door een olifant - ivoor
geleverd door een schaap - wol
geleverd door het land - graan, voedsel
gelid - file, geleding, geslacht, rij, ris
geliefd begeerd, bemind, dierbaar, getapt, favoriet, geliefkoosd, gezien, lief, populair
geliefde aanbedene, amant, belle, beminde, favoriet, liefje, maitresse, minnaar, minnares, uitverkorene, vlam
geliefde van Abelard Heloïse
geliefde van geliefde van Aeneas Lavinia
geliefde van Alexander de Grote Thaïs
geliefde van Antonius Cleopatra
geliefde van Bob Daphne
geliefde van Cupido Psyche
geliefde van Dante Beatrice
geliefde van Daphnis Chloë
geliefde van Heloïse Abelard
geliefde van Isolde Tristan
geliefde van Jacques Perk Mathilde
geliefde van Jupiter Latona
geliefde van Julius Caesar Cleopatra
geliefde van Pericles Aspasia
geliefde van Petrarca Laura
geliefde van Pyramus Thisbe
geliefde van Romeo Julia
geliefde van Rougeleaa Bettina
geliefde van Theseus Ariadne
geliefde van Tristan Isolde
geliefde van Zeus Aegina, Antiope, Demeter, Dione, lo, Leto, Loda, Maera, Maia, Metis Semele, Themis,
geliefhebber amateurisme, dilettantisme
geliefkoos gevlei
geliefkoosd bemind, geliefd
geliefkoosd onderwerp stokpaardje
gelieven - behagengoedvinden, willen
gelig - vergeeld
gelijk conform, eender, eenparig, eenzelvig, effen, egaal, enerlei, equaal, evenals, evenveel, evenzo, glad, hetzelfde, identiek, onbeslist, ongewijzigd, onveranderd, parallel, pari, plat, rechtstreeks, uniform, vlak, zoals
gelijk kiet (quitte), onbeslist
gelijk intussen, ondertussen, onderwijl, simultaan, tegelijk
gelijk aan - evenals, identiek, synoniem
gelijk aan minimale waarde à pari
gelijk blijven bijbenen
gelijk doen - meteen
gelijk en cilindervormig rolrond
gelijk en gelijkvormig - congruent
gelijk gekleed uniform
gelijk in uiterlijk uniform, evenbeeld
gelijk op samsam
gelijk spel onbeslist, remise
gelijk van vorm isomorf
gelijke collega. evenknie genoot, gezel, maat
gelijke betekenis hebbend synoniem
gelijke kleding uniform, tenue
gelijken evenaren, pares, stroken
gelijkenis beeld, evenbeeld, model, overeenkomst, parabel, vergelijking
gelijkerwijze evenals, evenzo, zoals
gelijkgeaard eendrachtig, homogeen
gelijkgeaardheid eendrachtigheid, homogeniteit
gelijkgerechtigheid - pariteit
gelijkgezind eensgezind, unaniem, verwant
gelijkheid eenheid, identiteit, overeenkomst, pariteit, uniformiteit
gelijkin aantal - even
gelijkheid in afmeting isometrie
gelijk in uiterlijk - evenbeeld
gelijkheid van klank - isofonie, rijm
gelijkheid van klinker assonantie
gelijkheid voor voortplantingscellen isogamie
gelijkhoekig isogonisch, isogoon
gelijkkleurig egaal
gelijkklinken - stemmen
gelijkklinkend homofoon
gelijklijkend eender, overeen
gelijkluidend eensluidend, homoloog, overeenkomend
gelijkluidend doch met verschillende betekenis - homoniem
gelijkmaken assimileren, effenen, egaliseren, nivelleren, vlakmaken
gelijkmaker egalisator
gelijkmaking assimilatie, effening, egalisatie, nivellering, vereffening
gelijkmatig eenparig, effen, egaal, evenwichtig, gelijkmoedig, glad, vlak, vloeiend
gelijkmatige algemene loonsverhoging loonrondo
gelijkmatigheid egaliteit, enerleiglad, vlak
gelijkmiddelpuntig concentrisch
gelijkmoedig geduldig, kalm, onverstoorbaar, stoïcijns,
gelijknamig gelijkluidend, homoloog
gelijkslachtig homogeen
gelijkstaan met - evenaren
gelijksoortig soortgelijk
gelijkstelling - emancipatie
gelijktijdig contemporain, contemporair, gelijk, simultaan, tegelijkertijd, tevens
gelijktijdig optreden van verschijnselen synchronisme
gelijktijdig optreden van verschillende maatsoorten polymetriek
gelijktijdig rijp zijn - homogaam
gelijk van vorm - isomorf
gelijkvleugelig insekt bladluis, cicade, kermes, luis, platluis, termiet, wandluis
gelijkvloers begane beneden, grond, parterre
gelijkvloerse verdieping - parterre
gelijkvormig eenvormig, conform, congruent, isomorf, uniform
gelijkvormigheid conformiteit, conformisme, uniformiteit
gelijkwaardig adequaat, equivalent, identiek
gelijkwaardig zijn pariteit
gelijkwaardige equivalent, evenknie
gelijnd gelinieerd
gelimiteerd begrensd
gelinieerd - gelijnd
geling - geelzucht, icterus
gelinieerd belijnd
gelofelijk aannemelijk
gelofte belofte, bezwering, eed, getuigenis, votum
geloften vota
geloftesteen votiefsteen
gelogen - onwaar
geloken dicht, toe
geloof confessie, blijk, fiducie, gezindte, godsdienst, leer, mening, overtuiging, religie, vertrouwen
geloof aan één God monotheïsme
geloof aan mirakelen wondergeloof
geloof aan onmiddellijk van de Godheid uitgaande openbaringen supernaturalisme
geloof dat geen geloof mogelijk is agnosticisme, scepsis
geloof in de toekomst chiliasme, optimisme
geloof in duizendjarig rijk chiliasme
geloof in geen God atheïsme
geloof in geesten spiritisme, bijgeloof
geloof in meer dan een God polytheïsme
geloof in mirakelen - wondergeloof
geloof in wetenschap sciëntisme
geloof verlaten afvallen
geloofbaar aannemelijk, croyabel
gelooflijk - aannemelijk
geloofsafval apostasie
geloofsafvallige apostaat, ketter, renegaat
geloofsartikel - dogma
geloofsbelijdenis confessio, credo
geloofsbelijdenis aanhangend - confessioneel
geloofsbrief - accreditief
geloofsbrieven credentialen
geloofsgemeenschap gemeente, sekte
geloofsgetuige - martelaar, martelares
geloofsleer catechismus, dogmatiek, religie
geloofsleerling catechumeen , catechumenaat
geloofsonderricht catechisatie
geloofsonderzoek - inquisitie
geloofsonderzoeker - inquisiteur
geloofspartij - sekte
geloofspunt dogma
geloofsrechtbank inquisitie
geloofsrechter inquisiteur
geloofsregel - canon
geloofsverdediger apologeet
geloofsverdediging apologie
geloofsverdeler scheurmaker
geloofsverdeling scheuring, schisma
geloofsverklaring - belijdenis
geloofsverkondiger - apostel, missioonaris, prediker, zendeling
geloofsverkondiging - predikatie, prediking, preek, sermoen
geloofsverzaker afvallige, ketter, mam(m)elijk, renegaat
geloofsverzaking - apostasie
geloofwaardig authentiek, aannemelijk, betrouwbaar, controleerbaar, plausibel, waarachtig
gelooide huid bazaan, leer, leder
gelooid schapenvel - bezaan
geloop gedraaf, geren, lopen
geloven - aannemen, denken, dunken,menen, oordelen, vertrouwen
gelovig - godsdienstig, religieus, vroom
gelp - tierig
Gelre Gelderland
geltharing hommer
gelui gebeier
geluid beng, bons, gerucht, gil, herrie, kabaal, kik, klank, klap, klop, klots, knal, kreet, lawaai, muziek, rumoer, stem, tik, toon
geluid bij onweer - donder
geluid om aandacht te trekken pst
geluid van baby blèren, kraaien
geluid van bazuin schallen, toeten
geluid van beer brommen, grommen
geluid van bij gonzen, zoemen
geluid van blaren geritsel, ritselen
geluid van brekend glas gerinkel, rinkelen
geluid van buffel blazen, bulken, snuiven
geluid van duiven gekir, gekoer, kirren, koeren
geluid van eenden - snateren
geluid van everzwijn knorren
geluid van ezel ia, balken, gebalk
geluid van gans gak
geluid van gewonde kermen, kreunen, steunen
geluid van golven geklots, klotsen
geluid van grote trompet bazuingeschal
geluid van hart bonzen, slaan
geluid van hert brommen, reutelen, schreeuwen
geluid van hommel blozen, brommen, hommelen
geluid van hond, jakhals, hyena bassen, blaffen, grommen, janken, keffen
geluid van houtvuur knetteren, suizen
geluid van huiskrekel krekelen, krieken
geluid van jonge vogel piepen
geluid van kat blazen, gespin, m(i)auwen, ronken, spinnen
geluid van kikker kwaken, kwekken, rikkikken
geluid van kippen - kakelen
geluid van klok slaan, tikken
geluid van koe bulken, loeien
geluid van konijn piepen
geluid van krekel kriepen, piepen, ritselen, (t)sjirpen, zingen
geluid van krokodil jammeren
geluid van leeuw briesen, briezen, brullen, grollen
geluid van meikever gonzen, ronken, zoemen
geluid van mug dommelen, gonzen, zingen
geluid van muis knagen, piepen, ritselen
geluid van olifant beren, trompetten
geluid van paard briesen, hinniken, proesten, snuiven
geluid van poes - spinnen
geluid van ratelslang ratelen
geluid van rinoceros beren
geluid van schaap, geit blaten, blèren, mekk(er)en
geluid van slang biezen, bissen, sissen, ratelen, sijfelen
geluid van slot klik
geluid van stier brullen, knorren
geluid van tijger brullen, knorren
geluid van uil gekras, krassen
geluid van vallend voorwerp bons, dreun, klap, plons
geluid van vallende druppel pats, pets
geluid van varken knorren
geluid van vlammen geknetter, geloei, knetteren, loeien
geluid van vleermuis piepen
geluid van vliegen gonzen, ronken
geluid van vogel zingen
geluid van vos blaffen, janken, keffen
geluid van vuurwerk knallen, knetteren, ploffen
geluid van water kabbelen, klotsen, murmelen ruisen
geluid van wind blazen, bulderen, fluiten, gieren, loeien, ruisen, suizen, zoeven
geluid van wolf huilen
geluid van zwijn gieren, knorren, knuffen, snorken
geluid waarnemen horen
geluidbreker demper, geluiddemper
geluiddemper geluidbreker, sordino, sourdine
geluidkunde akoestiek
geluidkundig akoestisch
geluidloos onhoorbaar, stil
geluidloosheid - stilte
geluid makend insekt krekel
geluid makend voorwerp rommelpot
geluid voortbrengend geluidgevend
geluidwerend maken isoleren
geluidwerend materiaal - isolatie
geluidsband- tape
geluidsleer acustica, akoestiek
geluidsmaat decibel
geluidsoverbrenging telefoon
geluidsregistratie - opname
geluidsversterker megafoon
geluidswagen - omroepwagen
geluidsweerkaatsing echo, galm
geluimd gehumeurd, gestemd
geluk bof, buitenkansje, fortuin, heil, mazzel, meevaller, secces, tref, veine, voorspoed, welzaart, welzijn, zaligheid
geluk hebben boffen, treffen
geluk aanbrengend voorwerp amulet, mascotte, talisman, totem
geluk ermee proficiat
geluk hebben boffen, sloffen, treffen
gelukje bof, fortuin, kans, meevaller, toeval, tref, treffer, veine
gelukken - beteren
gelukkig blij, fortuinlijk, gezegend, happy, tevreden, voorspoedig, zalig
gelukkig toeval bof, fortuin, kans, mazzel, meevaller, tref, treffer
geluksgodin Fortuna
gelukspoppetje mascotte, nénette
geluksspel hazard,kansspel loterij
geluksvogel boffer, bofkont
gelukt geslaagd
gelukwens felicitatie, heilwens
gelukwensen - complimenteren, feliciteren
gelukzalige hemeling
gelukzoeker avonturier
geluw geel, geelachtig
gemaakt aanstellerig, afgemeten, geaffecteerd, gedwongen, gehuicheld, gekunsteld, gespeeld, gezocht, geveinsd, onecht, onnatuurlijk, vervaardigd, voorgewend
gemaakte bloemen kunstbloemen
gemaakt deftig - parmantig
gemaaktheid aanstellerij, affectatie, gekunsteldheid
gemaal echtgenoot, e(e)ga, ga(de), man, molen, pomp
gemaal van Frigga Odin
gemaal van Tethys Okeanos
gemachtigd - bevoegd
gemachtigde afgevaardigde, bevoegde, gedelegeerde, lasthebber, mandataris, zaakgelastigde
gemagnetiseerde schijf - floppydisk
gemak bedaardheid, bestekamer, comfort, gerief(lijk), kalmte, komfort, privaat, rust, stilletjes, toilet, wc
gemak (Fr) - aise
gemakkelijk behaaglijk, comfortabel, eenvoudig, faciel, gerieflijk, gesmeerd, grif, handzaam, kalm, licht, rustig, simpel, vlot
gemakkelijk baantje sinecure
gemakkelijk breekbaar broos, bros, teer
gemakkelijk glijdend glad, glibberig
gemakkelijk te begrijpen bevattelijk
gemakkelijke stoel club, fauteuil, leunstoel, sta-op stoel
gemakzuchtig laks, lui, (ge)makkelijk
gemalen biefstuk - tartaar
gemalen eikenschors run
gemalen graan meel
gemalen koren - tarwemeel, gerstemeel
gemalen polijstaarde tripelpoeder
gemalen rode, dakpannen - gravel
gemalen schelpen grit
gemalen tabak - snuif
gemalen tufsteen tras
gemalen vlees - gehakt
gemalin echtgenote, eega, gade,, vrouw
gemalin van ... zie gade van
gemanierd - welopgevoed
gemanierde vrouw dame
gemanierdheid beleefdheid, fatsoen, manieren
gemankeerd - mislukt
gemar - gedraal, getalm
gemarkeerd (muz.) marcato
gemartel gepijnig
gemaskerd bedekt, vermomd, verborgen
gemaskerd bal maskerade, redoute
gemaskerd feest - maskerade
gemarmerd glas marbriet
gemaskerd bal bal masqué, maskerade, redoute
gematigd (muz.) adagio, andante, moderato
gematigd bedaard, bezadigd, getemperdkalm, maathoudend, moderaat, tamelijk, verzacht
gematigdheid matiging, moderatie
gemeen abject, achterbaks, algemeen, arglistig, gedrieglijk, doorsnee, doortrapt, eniepig, gangbaar, gewoon heimelijk, ignobel, infaam, kwaadwillig, laag, laaghartig, min, minderwaardig, obsceen, onedel, oneerlijk, onguur, onoprecht, ploertig, slecht, smerig, snood, unfair, vals, veil, venijnig, vuig, vulgair, wreed, zedeloos
gemeen mens bedrieger, doerak, fielt, gemenerik, loeder, ploert, schoft, schurk, valsaard, wreedaard, zwendelaar
gemeend bedoeld, eerlijk, ernstig, oprecht, serieus
gemeendheid - ernst
gemeenheid kwaad, laaghartigheid, laagheid, valsheid, vuigheid, vuilheid
gemeen lachen - grijnszen
gemeenlijk doorgaans, gewoonlijk, meestal, normaal
gemeenplaats alledaags
gemeenschap - betrekking, civitas, communiteit, contact, convent, maatschappij, omgang, samenleving, verbinding, verkeer, verstandhouding, volk
gemeenschappelijk collectief, communaal, overeenkomstig, samen, tezamen, verwant
gemeenschappelijk bezit - communiteit
gemeenschappelijk bouwland es, enk, eng
gemeenschappelijk gedachtenismaal agape
gemeenschappelijk weiland groenland, made, meent, mient
gemeenschappelijk zingen samenzang
gemeenschappelijke grond - meent, mient
gemeenschappelijke markt E.E.G., Euromarkt
gemeenschappelijke slaapzaal dortoir
gemeenschappelijke tafel bij de marine - gamelle
gemeenschappelijke weide - meent
gemeenschappelijke werkzaamheid coördinatie, samenwerking
gemeen sujet - doerak
gemeente burgerij, dorp, plaats, stad,
gemeente aan de rand van een grote stad randgemeente, voorstad
gemeente bestuur gemeenteraad, stadsraad,
gemeente in Belgisch Limburg Bocholt, Eksel
gemeente in de Achterhoek Aalten, Groenlo
gemeente in de provincie Antwerpen Meerle
gemeente in Drenthe Dalen, Emmen, Norg
gemeente in Gelderland Didam, Ede, Elst, Epe, Neede
gemeente in Groningen Eenrum, Warfum
gemeente in Limburg Elsloo, Haelen, Weert
gemeente in NoordBrabant Asten, Bladel, Erp, Gemert, Goirle, Megen
gemeente in NoordHolland Bloemendaal, Edam
gemeente in provincie Luik - Ans
gemeente in Utrecht Baarn, Soest, Zeist
gemeente in ZuidHolland Arkel, Puttershoek, Strijen, Vianen
gemeentehuis mairie, raadhuis, stadhuis,
gemeentelijk municipaal, stedelijk,
gemeentelijk register BS
gemeentelijke geneeskundige dienst G.G.D.
gemeentepils leidingwater
gemeenteweide meent
gemeentezang koraal
gemeen volk gajes, geboefte, gebroed, gespuis, schorem, tuig
gemeenzaam amicaal, eigen, familiaar, gemoedelijk, vertrouwelijk
gemeenzaam woord voor plezier gein, leut, lol
gemeenzame aanduiding van een familielid pipa
gemeier gezanik, gezeur
gemêleerd gemengd, gemixt, grijzend
gemelijk aalwaardig, alwallig, knorrig, landerig, lomig, misnoegd, narrig, nurks, wrevelig
gemelijk mens brompot, kniesoor, kwel, nijdas, nurk, sar
gemelijkheid landerigheid
gemelijk zijn huilen, narren, plagen, sarren
gemene kerel - aterling, doerak, fielt, loeder, ploert, pooier, schurk, smeerlao, smiecht
gemenebest republica
Gemene best, deel van het Britse -
5 Ghana, India, Kenya, Malta, Nauru, Sabah
6 Canada, India, Cyprus, Gambia, Guyana, Malawi,
Malaya, Nguana, Tobago, Uganda, Zambia
7 Jemaica, Lesotho, Nigeria, Sarawak
8 Barbados, Botswana, Malaysia, Trinidad, Zanzibar
9 Australië, Mauritius, Singapore, West-Samoa
10 Tanganyika
12 Nieuw-Zeeland
gemenerik fielt, onterik, snoodaard, valsaard, valserik, vuilak
gemene streek gemenigheid
gemene vent fielt, poen, schurk
gemene vrouw - furie, helleveeg, karonje, sloerie
gemene weide - meent
gemengd aangelengd, bont, dooreen, gemeleerd, onzuiver, verdund
gemengd eten kliek, prak, stamppot
gemengd ras - halfbloed
gemengd veevoer haksel, kortvoer
gemengde drank - cocktail
gemengde hoeveelheid melange, mengsel
gemengde meststof compost
gemengde orgelstem tertiaan
gemengde pijptabak - mixture
gemenigheid gemeenheid
gemerkt aangezien, naardien, wijl
gemeste gesneden haan kapoen
gemeste hoen - poularde
gemetseld rookkanaal schoorsteen
gemetselde oeverkant beer, kaai, kade, wal
gemetselde voet van een vloerbalk stiep
gemeubileerd gem.
gemiddeld alledaags circa, dooreengenomen, doorsnee, gewoon, normaal
gemiddeld inkomen - modaal
gemiddelde moyenne
gemiddelde vaart kruissnelheid
gemiddelde weersgesteldheid - klimaat
gemier geknoei, geleuter, gepeuter, gepruts, gewriemel, gezanik, gezeur
gemieter geduvel, gemier, gezanik
gemijmer pepeins
gemini tweelingen
gemis armoe, behoefte, defect, derving, gebrek, krimp, lacune, leegte, leemte, manco, nood, ontbering, tekort(koming), verlies
gemis aan het nodige gebrek, kommer
gemixt dooreen, gemêleerd, gemengd
gemixt meel beslag, deeg
gemixte soorten melange
gemme - camee
gemodder gebagger, gebroddel, geknoei, gepruts, geschipper, getob
gemodelleerd - modele
gemoed binnenste, boezem, inborst, drift, gestemd, gevoeligheid, gezind, innerlijk, stemming
gemoedelijk bezadigd, familiair, fideel, gemeenzaam, gezapig, gezellig, goedhartig, goedmoedig, handelbaarlos, vlot, vriendelijk, zachtaardig
gemoedereerd doodleuk, kalmweg, vanzelfsprekend
gemoedsaandoening emotie, ontroering
gemoedsaard inborst, karakter, temperament
gemoedsbeweging emotie
gemoedsgesteldheid bui,ernst, humeur, luim, stemming, vrolijkheid
gemoedsrust - zielenrust
gemoedsstemming dispositie, droefheid, ernst, humeur, instelling, melancholie, vrolijk
gemok bouderie
gemopper gebrom
gemor gebrom, gemompel, gezanik
gemors - geknoei
gemotoriseerde kraan dragline
gems berggeit, klipgeit, steengeit
gemsachtige - gocel, kambing-oetan, sneeuwgeit
gemsbok - passan
gemsbuffel anoa
gemskleurig chamois
gemul gruis
gemunt geslagen
gemunt geld specie
gemurmel gemompel, geprevel
gemutst gehumeurd, geluimd
gemzenleer chamois, kamoes
genaakbaar benaderbaar, toelaatbaar
genaakbaar - toegankelijk
genaamd alias, geheten, getiteld
genade - amnestie, barmhartigheid, clementie, deernis, erbarmen, gena, goedertierenheid, gratie, gunst(bewijs), medelijden, pardon, vergeving, vergiflenis
genadegave - charisma
genadekruid - galkruid
genadeloos onbarmhartig, onverbiddelijk, wreed
genademiddel prediking, sacrament
genadeoord bedevaartplaats
genadereis bedevaart
genade schenken pardonneren, vergeven
genadeslag nekschot
genadeslag geven afmaken, doden, neerslaannekken
genadig barmhartig, clement, goedertieren, goed(gunstig), mild, vergevingsgezind
genaken naderen, naken
genan genant, genante, naamgenoot
genant beschamend, ergerlijk, hinderlijk, lastig
gendarme agent, marechaussee, rijkswacht, veldwachter
gene die, gindse
gêne schaamte, schroom, verlegenheid
genealogie geslachtskennis, geslachtsrekenkunde, stamboom
genealoog stamboomkundige
geneesbaar - curabel, heelbaar
geneesheer arts, chirurg, dermatoloog, dokter, esculaap, internist, medicus, specialist
geneesheer der goden Meichior, Paenan
geneesheer van zielezieken psychiater
geneeskrachtig kruid - gentiaan, kamille, lavendel, papaver, salie, standelkruid, valeriaan, valkruid
geneeskrachtige bron bij Jeruzalem Bethesda
geneeskrachtige drank salep
geneeskrachtige modder fango
geneeskrachtige planten -
2 ui
3 eik, els, hop, tijm
4 brem, munt, noot, wilg
5 alant,alsem, gouwe, haver, komijn, kweek, salep, salie, vlier,
6 alruin, bijvoet, bosbes, distel, dragon, heemst, kervel, klaver,
tijloos, toorts, venkel
7 bosrank, camelia, daslook, ereprijs, kalmoes, kwendel,
kamille, malrove, melisse, papaver, selderij, wederik
8 berglook, cichorei, gamander, gentiaan, hoefblad, knoflook,
lavendel, valkruid, vossebes, weegbree, zeealsem
9 beekpunge, doodkruid, dovenetel, fenegriek, haagwinde,
hertshooi, hondsdraf, koriander, lepelblad, maankruid,
pepermunt, sleedoorn, valeriaan, vogelkers, wolverlei,
zandzegge
10 belladonna, bilzekruid, bitterzoet, brandnetel, doornappel,
hartgespan, heggenrank, jeneverbes, kattedoorn, kruiskruid,
ogentroost, wolfsklauw
11 duivekervel, duivelsbeet, genadekruid, guichelheil,
laurierkers, nachtschade, ridderspoor, varkensgras
12 haasjeskruid, herderstasje, herfsttijloos, honingklaver,
kamperfoelie, penningkruid, peperboompje
13 vrouwenmantel, waterdrieblad
geneeskunde heelkunst, medicijnen, therapie
geneeskunde, richting in de - anatomie, bacteriologie, chemotherapie, cytopathologie, diagnostiek, geriatrie, gerontologie, neurologie, oogheelkunde, pediatrie, psychiatrie, virologie
geneeskunde van de spraakorganen toniatrie
geneeskundig - medisch
geneeskundige arts, dokter, geneesheer, medicus, m.d. therapeut
geneeskundige, beroemd - Boerhaave, Galenus, Harvey, Koch, Paracelsus, Pasteur, Vesalius, Virchow
geneeskundige inrichting hospitaal, kliniek, ziekenhuis
geneeskunst geneeskunde, therapie
geneesleer therapie
geneesmethode kuur, lavement, massage, operatie, remedie, therapie
geneesmiddel anti bioticum, artsenij, aspirine, capsule, dragee, drankje, kamille, kervel, kinabast, kinine, kruid, lavement, medicament, medicijn, penicilline, pil, poeder, remedie, salep, serum, tablet, therapie, zetpil
geneesmiddel (lnd.) obat
geneesmiddel tegen alle kwalen panacee
geneesmiddel tegen giftige beet triakel
geneesmiddel regen malaria - araleën
geneesmiddelen sera
geneesmiddelenbriefje - recept
geneesmiddelenleer acognosie
geneesmiddelen, natuurlijke - drogerijen
geneesmiddelenwinkel apotheek
geneesproces kuur, remedie
geneeswijze allopathie, homeopathie, kuur, therapie
genegen bereid, geneigd, gereed, gewillig, therapie, toegedaan, (wel)gezind, welwillend
genegenheid affectie, drift, liefde, lust, min, neiging, trek, tendens, vriendschap, wil
genegenheid opwekkend innemend
genegen iets te doen - bereid
geneigd bereid, genegen, gereed, gezind, gezond, neigend, willig
geneigdheid aandrift, neiging, tendens, wil
geneigd tot veel babbelen - babbelachtig, praatgraag
geneigd tot verzet - opstandig, rebels
generaal algemeen gen., veldheer
generaalsbewind - junta
generale staf GS
generaliseen - veralgemenen
generalisatie algemeen making
Generaliteitslanden, een der - Brabant, Limburg, Opper-Gelderland, Vlaanderen
generatie geslacht, voortplanting
generatief geslachtelijk
generatiewisseling - metagenesis
generator dynamo
generen hinderen, schamen
genereren telen, verwekken
genereus edel, edelmoedig, goedertieren, grootmoedig, mild, onbekrompen
generositeit - edelmoedigheid
genese ontstaan, wording
genesis ontstaan
genet paard, rijpaard
genetica erfelijkheidsleer
geneugte genieting, genoegen, genot, vermaak, vreugde, wellust
genezen beter(en), gezond, helen, herstellen, opgeknapt, verhelpen
genezen beter, cureren, hersteld, heel
genezend curatief
genezing herstel(ling), regeneratie, reconvalescentie, recuperatie
geniaal begaafd, briljant, knap, talentvol, talorijk, uitzonderlijk, vernuftig
geniaal mens - genie
genialiteit vernuft, vindingrijkheid
genie aanleg, esprit, fenomeen, gave
genie-officier - genist
geniesoldaat genist, mineur, pontonnier
geniep - geheim, heimelijk, stiekem, verborgen
geniepig achterbaks, boosaardig, gemeen, gluiperig, heimelijk, insidieus, slinks, sluw, steels, stiekem, vals
genieten ontvangen, snoepen
genieten wederverkopers - rabat
genieting geneugte, genot, genucht, leut, vreugde
genist - geniesoldaat
genius beschermengel, beschermgeest, geleigeest
genocide rassenmoord, soortmoord
genodigde gast, gevraagde, introducé, invité
genoeg afdoende, afgedaan, afgemeten, basta, halt, plenty, stop, toereikend, voldoende, zat, zeer
genoegdoening boete, eerherstel, excuus, revanche, satisfactie, vendetta, wraak
genoegdoening voor verloren wedstrijd revanche
genoegen behagen, bevrediging, gading, geneugte, genot, gerief, lol, leut, liefhebberij, lust, plezier, pret, schik, tevredenheid, verlustiging, vermaak, voldoening, vreugde, welbehagen, welgevallen, wellust, zin
genoeg en uit basta
genoeg gekookt gaar
genoeg hebben rondkomen
genoeg hebben van - balen
genoeglijk aangenaam, aardig, amusant, bekoorlijk, charmant, gezellig, knus, leuk, plezierig, prettig, vriendelijk, vrolijk
genoeglijke bezigheid hobby
genoeglijke stemming - schik
genoegzaam krachtig, nagenoeg, overtuigend, toereikend, voldoende
genoemd gemeld, vermeld
genoot compagnon, doelgenoot, gelijke, gezel, kameraad, makker, metgezel, vennoot
genootschap bent, bond, broederschapclub, compagnie, maatschappij, orde, organisatie, sekte, sociëteit, unie, (ver)bond, vereniging
genoodzaakt - verplicht
genot bezit, blijdschap, geneugte, genieting, genoegen, gerief, lust, plezier, pret, smaak, verrukking, vreugde, welbehagen, wellust, zaligheid
genot achteraf beleven nagenieten
genotartikel - tabak
genoteerd aangetekend, gen., opgeschreven
genotleer hedonisme
genotloos - blase
genotmiddel
2 ijs
3 wijn
4 hasj, thee
5 cacao, drank, opium, snoep, snuif, tabak
6 bonbon, koffie, sigaar
7 alcohol, cocaïne, sigaret, snoepje, specerij
8 hasjiesj, nicotine
genotrijk - aangenaam
genotziek hedonistisch, wellustig, wulps, zinnelijk
genotzucht - epicurisme
genre allooi, manier, ras, slag, smaak, soort, stijl, trant, wijze
genst heidebrem
genster - vonk
gent gander, gans, ganzerik
Gent, gilde huis in - St. Jorishof, Toreke
Gent, monument in - Belfort, Gravensteen, Lakenhalle, Mammelokker, Prinsenhof, Rabat
Gent, oude gevangenis in - Mammelokker
Gent, oude haven van Graslei
gentiaan alpenplant
gentiaanachtigen Gentianaceeën
gentianacee - bittering, duizendguldenkruid
gentleman edelman, heer, seigneur
genuanceerd van klank klankrijk, melodieus
Genuees Columbus
genuïen aangeboren, echt
genuïteit echtheid
genurk gebrom, gekijf, geknor
genus geslacht, soort
geoccupeerd bezet, bezig
geodeet landmeter
geodesie landmeetkunde
geoefend afgericht, bedreven, ervaren, geroutineerd, geschoold, getraind
geoefend in de cijferkunst rekenkundig
geoefend op de jacht bejaagd
geofaag aardeter
geogenie aardwording
geograaf aardrijkskundige
geografie aardrijkskunde
geografisch aardrijkskundig
geografische aanduiding N.B., O.L., W.L., Z.B.
geografische breedte latitude
geografische breedtecirkel parallel
geografische lengte longitude
geografische lengtecirkel meridiaan
geografische ligging topografie
geografische mijl g.m.
geografische naam toponiem
geografische naamkunde toponymie
geografische plaatsbepaling - breedtegraad, lengtegraad
geografische tekening (land)kaart
geologie aardkunde
geologisch aardkundig
geologisch proces - abrasie, erosie, sedimentatie, verwering
geologisch tijdperk Algonkium, Alluvium, Cambrium, Carboon, Devoon, Diluvium, Jura, Kambrium, Krijt, Mioceen, Neozoïcum, Oligoceen, Perm, Pleistoceen, Plioceen, Quartair (Holoceen), Secondair, Tertiair (Eoceen),Trias, IJsperiode, Ijstijd
geologisch tijdperk, huidig - quartair
geologische formatie eoceen, krijt, trias
geologische hulpwetenschap mineralogie, petrologie, sedimentologie, stratigrafie,
geologisch verschijnsel - boudinage
geoloog - aardkundige
geometrie meetkunde
geometrisch meetkundig
geometrische verhouding cosecans, cosinus, cotangens, secans, sinus, tangens
geomorfologie landschapkunde
geomorfologische eenheid landschap
geoorloofd gepermitteerd,oorbaar, toegelaten, toegestaan, toelaatbaar
geopend openstaand
geordend - geregeld
geordende lijst index, rooster, tabel
geordende overeenkomst schikking
geordende zeemacht marine, vloot
Georgië, hoofdstad van - Tbilisi
Georgië, oorspronkelijke bewoners van - Colchii, Iberii
Georgië, rivier in - Rion
Georgië, stad in - Batoemi, Koetaisi, Tsiatoera
Georgië, steppe in - Karajas, Sjiraki
geoutilleerd uitgerust
geoxideerd roestig
gepaard - gehuwd
gepaardhoevige ezel, koe, varken
gepakt gegrepen
gepantserde legerafdeling pantserdivisie
gepapt dicht gordijnweefsel lancaster
gepard jachtluipaard
gepareld parelvormig
geparenteerd verwant (schapt)
gepassioneerd hartstochtelijk
gepast adequaat, behoorlijk, betamelijk, bruikbaar, eerlijk, fatsoenlijk, geschikt, gevoeglijk, juist, keurig, net, oirbaar, oorbaar, passend, schikkelijk, sortabel, voegzaam
gepast betalen - passen
gepastheid betamelijkheid, keurigheid, netheid, oorbaarheid, voegzaamheid
gepeild geraaid
gepeilde diepte loding
gepeins denkbeeld, denken, gedachte, gemijmer
gepekeld - gezouten
gepelde gerst gort
gepelde rijst beras, bras, nasi
gepen geschrijf
gepensioneerd rustend
gepensioneerde - oudgediende
gepeperd bijtend, hartig, heet, pikant, sterk, stekelig
geperforeerd doorboord
gepermitteerd geoorloofd, toegestaan, veroorloofd
geperst hout - triplex
geperste haarstof vilt
geperst hout triplex
geperst kolengruis - briket
gepetrifieerd versteend
gepeupel canaille, gajes, gemeen, gepeupel, gespuis, grauw, heffe, janhagel, plebs, rapaille, schorem, schorriemorrie, schuim, tuig
gepeuter geknoei, geleuter, gemier
gepieker getob
gepiept gedaan, klaar
gepijnig - gemartel
gepikeerd beledigd, boos, gebelgd, gekrenkt, geraakt, kwaad, ontstemd
gepikeerdheid - geraaktheid
geplaag gesar, geterg, getreiter
geplaatst ondergebracht, neergezet
geplaveide weg straat
gepleegde handeling - daad
geplekt bont
geplet koper - latoen
geplet en vertind dun metaal blik
geploeter gesjouw, getob, gezwoeg
geplogenheid - gebruik, gewoonte
geplooid gegolfd, plisse
geplooid oplegsel ruche
geplooide bef jabot
geplooide dameshalskraag frees
geplooide huid leer, leder
geplooide kraag lob, lub
geplooide leren zak balg
geplooide muts - kaper
geplooide zoom falbala
geplukt kaal
gepoch bluf, gesnoef, gezwets, grootspraak, opschepperij, snoeverij
gepofte mais - popcorn
gepolitoerd gepolijst
geposeerd aanstellerig, bedaard, bezadigd, gemaakt
gepraal gepronk, pralerij, pronkerij
gepraat gebabbel, geklets, gesnap, praterij
geprepareerd waspapier stencil
geprepareerde huid leder, leer
geprezen geroemd, gevierd, gezegend
gepriegel gepeuter
geprikkeld boos, geraakt, humeurig, kregel, kriebelig, nerveus, nijdig, opgewonden, opvliegendwrevelig
gepromoveerd persoon doctor, dr
gepronk gepraal, pralerij
geprotesteerd (handel) geweigerd
gepruil bouderie, gemok
gepruts geknoei, gemier, gemodder
gepruttel gemopper, gemor
geps gaps
gepuf grootspraak
gepunt puntig, scherp, spits
gepunte stok - prikkel
gepurperd purperkleurig
geraaid gepeild
geraakt aangedaan, aangeschoten, aangeslagen, beledigd, boos, gebelgd, geblesseerd, geergerd. gekwetst, gepikeerd, getroffen, gewond, raak, verstoord
geraaktheid boosheid, ergernis, gekwetstheid, gepikeerdheid, touche, verstoordheid
geraamte beenderen, gebeente, bot, bouw, constructie, frame, graat, karkas, knook, rib, scharminkel, schema, skelet, wervel
geraamte van het hoofd bekkeneel, doodshoofd, schedel
geraamte van hout - latwerk
geraas drukte, gebalder, gerucht, gesnor, getier, heibel, herrie, kabaal, keet, lawaai, leven, opschudding, rumoer, tumult
geraas en getier - stampei
geraaskal gebral, gezwets
geradbraakt afgemat, doodmoe, doodop, kapot, uitgeput,
geraden aangeraden, dienstig, geadviseerd, raadzaam, wenselijk
gerafelde naad torn
geraffineerd doorkneed, doortrapt, gezuiverd, listig, sluw, verfijnd
geraffineerde houding raffinement
geraffineerde vouwvamp
gerak gerei, gerief
geraken komen, terechtkomen
gerammel - geratel
geranium - ooievaarsbek, pelargonium
gérant beheerder, zaakeider, zetbaas
geraspte snuiftabak rapé
geratel gerammel, lawaai
gerecht billijk, correct, hot, juist, rechtbank, raad, rechtvaardig, vierschaar, wettig
gerecht
3 pap, vla
4 moes, saté, soep, spijs
5 haché, purée, salmi, snert
6 fondue, muesli, omelet, pastei, ragout, reerug, salade, salami
7 beignet, compote, hutspot, pudding, reebout, schotel,
soubise, soufflé, vissoep, zalmsla
8 biefstuk, bouillon, flensjes, fleurons, niertjes, rissoles,
rijstebrij, rijstepap, stamppot, tournedo, uiensoep,
vispastei, zuurkool
9 hamburger, haringsla, pasteitje, uitsmijter
10 croquetten, erwtensoep, huzarensla, linzensoep, watergruwel
11 aardappelen, groentesoep, hors d´oeuvre, kalfsoester,
pannekoeken, plumpudding, trommelkoek, vogelnestje
12 jachtschotel
13 wentelteefjes
gerecht van fijn gekookte groente moes
gerecht van fijn vlees en deeg pastei
gerechtelijk justieel, justitieel, rechtelijk
gerechtelijk ambtenaar - officier
gerechtelijk bevel injunctie
gerechtelijk toewijzen - addiceren
gerechtelijk vooronderzoek - perquisitie
gerechtelijk vooronderzoek in militaire strafzaken - informatiën
gerechtelijke aanmaning sommatie
gerechtelijke actie procedure
gerechtelijke bekrachtiging homologatie
gerechtelijke bekrachtiging van een akkoord hornologatie
gerechtelijke beslaglegging sequestratie
gerechtelijke ontzegeling - resignatie
gerechtelijke uitspraak oordeel, vonnis
gerechtig - billijkerwijs, rechtvaardig
gerechtigd bevoegd, competent
gerechtigheid recht,rechtvaardigheid
gerechtsbode deurwaarder
gerechtsdienaar agent, beul, diender
gerechtshof rechtbank
gerechtshof in Drenthe tot eind 18e eeuw etstoel
gerechtshof in Oud-Athene - Areopagus
gerechtskosten - vacatiekosten
gerechtsoefening - rechtspleging
gerechtsplaats bij Jeruzalem Golgotha
gerechtsplaats in Athene - Areopagus
gerechtsplaats in Twente Dingspelberg
gerechtsschrijver griffier
gerechtszaak (Ind.) perkara, proces
gerechtvaardigd billijk, gegrond, juist, terecht
gerecht van verschillende groenten jardinière
gerecht met uien en vlees hachee
gered behouden, bevrijd, ongedeerd, safe, veilig, verlost
geredelijk bereidwillig, gemakkelijk, graag, grif, licht, pront
gereed af, afgewerkt, bereid, contant, grif, klaar, paraat, ready, ree, slagvaardigvaardig, volbracht, voltooid
gereedgemaakt afgewerkt, bereid, klaar
gereed maken klaarmaken, prepareren
gereedschap - alaan, aks, beitel, bij, boor, drevel, drijver els, gerei, graveerijzer, hak, hamer, instrument, kaarde, mes, nijptang, spaan, tang, tuig, vijl, werktuig, zaag, zie ook werktuigen
gereformeerde - Calvinist, Doleerder
gereed tot handelen bereid, paraat, vaardig
gereed uit te trekken beweegbaar, marsvaardig, mobiel
gereedschap gerei, tuig
gereedschap om emmers te dragen juk
gereedschap om oven mee uit te krabben loet
gereedschap om te vegen stoffer, veger
gereedschap om zeis te scherpen strekel
gereedschap van tekenaar winkelhaak
gereedschap van timmerman hamer, schaaf
gereedschap voor de tuin hark
gereedschap voor de tuin hark
gereed zijn bereid, klaar
gereformeerd hervormd
gereformeerd geloof calvinisme
geregeld altijd, behoorlijk, dagelijks, dikwijls, doorgaans, geordend, meestal, ordelijk, regelmatig, regulair,steeds, steevast, telkens, vaak, vast
geregeld bezighouden oefenen
geregeld volgen - nalopen
geregelde toestand - orde, regel, regelmaat
geregelde volgorde beurt
gerei gereedschap, tuig
gerekend worden tot behoren
gerekt lang, langdradig, tenuto, uitvoerig, wijdlopend
gerekte vorm hebbend langwerpig
geremd belemmerd
geren gedraaf, geloop, rennnen
gerenommeerd bekend, beroemd, vermaard
gerenommeerdheid vermaardheid
gereserveerd besproken, terughoudend
geresigneerd gelaten
geresolveerd kordaat, resoluut
gerezen gedeelte van de aardkost - horst
gergel glee
geriatrie ouderdomszorg
geribbeld geribd
geribd brood wegge
geribde stof - rips
gericht op de ander altruïstisch
gericht op zichzelf egocentrisch
gerief accommodatie, comfort, gemak, genoegen, genot, gerei, nut, plezier, voordeel
gerieflijk comfortabel, gemakkelijk, genoeglijk
geriefelijkheid gemak
gerieven bedienen
gerij wagen
gerimpeld geplooid, schrompelig
gering armzalig, bescheiden, iel, karig, klein, laag, luttel, matig, min, miniem, nietig, onaanzienlijk, onbeduidend, pover, schaars, schril, weinig
gering bezit armoe, armoede
geringe hoeveelheid beetje, greintje, iets, ietwat, luttel, schijntje, wat
geringe warmtegraad bezittend koud, lauw
geringer kleiner, minder , zwakker
geringheid nietigheid
gering in aantal - weinig
geringschatten minachten
geringschattend - dedaigneus, schamper
geringschatting dedaindepreciatie, minachting
geringst minst
geringste kleinste, minste
gering van kracht slap, zwak
gering verschil - miniem
Germaan Bataaf, Batavier, Teutoon Saks
Germaans godengeslacht Asen, Wanen
Germaans feest - midwinterfeest, joelfeest
Germaans heidens winterfeest joelfeest
Germaans letterteken rune
Germaans volk Denen, Duitsers, Engelsen, Nederlanders, Noren, Zweden
Germaans volk in ZuidDuitsland Alamannen
Germaanse aarde Midgard
Germaanse afgod - Irmin
Germaanse bewaakster van onderwereld Hel(a)
Germaanse boze geest - belewitte, Holda, Pertha
Germaanse goden - Asen
Germaanse Godheid Aegir, Balder, Bragi, Donar, Forseti,
Freyr, Geirrod, Hermod, Hoenir, Ing, Kvasir, Loki, Lodur, Lytir, Magni, Niord, Od, Odin, Skold, Thor, Tiw(az), Tyr, Vali, Vé,Vidar, Vili, Wodan
Germaanse godin Edda, Erna, Freya, Frigg, Frigga,
Geijon, Gerd, Hel, Hela, Iduna, Laga, Manna, Ran, Rana, Sif
Germaanse godin van de eeuwige jeugd - Iduna
Germaanse godin van de lente - Ostara
Germaanse godin van de onderwereld - Hela
Germaanse godin van de zee - Ran
Germaanse heldenfiguur - Hilde
Germaanse hemel Asgaard, Walhalla
Germaanse koning Odoaker
Germaanse korte speer - framer
Germaanse landstreek - Gou(w)
Germaanse lotgodinnen Nornen, Skuld Urd,Werdandi,
Germaanse luchtgeest - sylfe
Germaanse natuurgeesten alven, elfen
Germaanse oergod - Tuisto
Germaanse onderwereld Niftheim, Helheim
Germaanse oppergod Odin, Wodan
Germaanse reus - Berserik
Germaanse sagen Edda
Germaanse sagenfiguur - Beowulf, Emenarik, Gudrun
Germaanse schikgodinnen Norne
Germaanse taal Deens, Duits, Engels, Fries, Gotisch, IJslands, Nederlands, Noors, IJslands, Zweeds
Germaanse tweelinggoden - Alcis
Germaanse volksstam - Cherusken, Fosi, Gauten
Germaanse wereld Midgaard
Germaanse zeegod Aegir, Eiger
Germaanse zeegodin Ran, Rana
germanium ge
geminatie broeien, ontkieming
germineren ontkiemen, ontspruiten
geroddel praarje
geroemd geprezen, gevierd
geroep geschreeuw
geroerd aangedaan, getroffen, ontroerd
geronnen gestold, gestremd
gerookte aal paling
gerookte haring bokking
gerookte vis bokking, paling
gerookt spek bacon
gerookt visje - sprot
geroosterd brood toast, toost, tosti
geroosterd vlees saté
geroutineerd bedreven, geoefend, doorkneed, ervaren, geoefend, vaardig
gerst, gepelde - gort
gerstenat ale, aal, bier, pils
gerucht geraas, mare, nieuws, opzien, praatje, rel, roddel, tijding
geruchtmakend - fameus, opvallend
geruime tijd durende lang, langdurig
geruis lawaai
geruisloos onhoorbaar
geruite stof - tartaan
gerust bedaard, kalm, rustig, tevreden, vredig, zeker
gerustheid onbekommerd, onbezorgdheid, zorgeloosheid
geruststellen rassureren
geruststellend rassurant
geruwde dekendtof molton
gerwe - duizendblad
gesar geplaag, geterg, getreiter
geschakeerd - genuanceerd
geschal geschetter
geschapen - aangeboren
geschapen wezen schepsel
geschat globaal
geschater - gelach
gescheiden - apart, uiteen, los, seperaat
gescheiden van elkaar vaneen
gescheld - geschimp
geschenk aardigheid, cadeau, fooi, gave, gift, gratificatie, persent, surprise, xenie
geschetter geschal, gesnater
gescheurd beschadigdkapot, stuk, vernield
gescheurde lap - flard
geschiedboeken annalen
geschieden gebeuren, voorvallen
geschiedenis - gebeurtenis, historie, storietoedracht, verhaal, voorval
geschiedenisverhaal - kroniek
geschiedkundig - historisch
geschiedkundig tijdperk - Middeleeuwen
geschiedkundige - historicus
geschiedkundige wereldbeschouwing - historisme
geschiedschrijver - analist, historicus, historiograag
geschiedschrijving - historiografie
geschiedzang - historielied
geschift - dwaas, dol, gek, gestoord, getikt
geschikt - aangenaam, bekwaam, betrouwbaar, braaf, bruikbaar, capabel, convenabel, dienstig, fijn, gepast, goed, handzaam, jofel, oorbaar, opportuun, passend, sortabel, reeel
geschiktheid - aanleg, bekwaamheid, bruikbaarheid, handigheid, opportuniteit, talent
geschikt maken tot - predisponeren
geschikt voor bebouwing - bouwrijp
geschikt voor consumptie - consumabel, eetbaar
geschikt zijn - dienen
geschil afkeer, afschuw, geding, geschil, kijf, kwestie, onenigheid, onmin, pleit, probleem, redetwist, ruzie, strijd, tweedracht, twist, vete, woorden
geschilpunt kwestie, (Ind.) perkara, ruzie, twist
geschimp gesmaal
geschokt aangedaan, onpasselijk, overstuur
geschimmeld schimmelkleurig
geschonden - beschadigd, gekwetst, kapot, ongaaf
geschonken - gegeven
geschonken door d.d.
geschooi bedelarij, gebedel
geschoold bekwaam, geoefend, getraind, opgeleid
geschoren schapenvel ploot
geschrapt afgevoerd, schoongemaakt
geschreeuw gegil, geroep, misbaar
geschreeuwde leuze yell, slogan
geschreven - schriftelijk
geschreven stuk brief, document, epistel, manuscript, oorkonde, tekst
geschrift bijbel, boek, handschrift, koran, opstel, pamflet, scriptie, tekst, werk
geschrijf gepen
geschroeid worden - roosteren
geschrokken onthutst, opgeschrikt, verschrikt
geschubd - ecaillé
geschulpte zoom falbala
geschut artillerie, bas, bazooka, houwitser, kanon, kartouw, mitrailleur, mortier, vuurmond
geschutbedding - remas
geschutkelder - kazemat
geschutlaag op schip batterij
geschut, middeleeuws - ballist
geschut, Romeins - ballista
geschutserie batterij
geschuttoren op een oorlogsschip barbette
geschuurd rotan - manou
gesel karwats, knoet, kwispel, plaag, ramp, roe, roede, tuchtroede, zweep
gesel Gods Attila
geselaar - flagellant
geselbroeder flagellant
geselecteerd - uitgelezen
geselen hekelen, kastijden, lijfstraf
geseling flagellatie
geselmonnik flagellant, geselbroeder, ranselaar
geselwerktuig - knoet, zweep
gesepareerd afzonderlijk, gescheiden
geserreerd beknopt, gedrongen, kort
gesigneerd getekend
gesitueerd - gelegen
gesjochten desolaat, gefopt, geruïneerd
gesjouw - geploeter
geslaaf getob
geslaagd gelukt, succesvol
geslaagde voor examen abituriënt
geslacht afstamming, familie, generatie, genus, huis, kunne, linie, lijn, ras, sekse, stam, tak
geslachtloos aseksueel
geslachtelijk - generatief, seksueel, sexueel
geslachtsbastaard - bigenerisch
geslachtsboom geslachtslijst, geslachtsregister, pedigree, stamboom
geslachtscellen - gameten
geslachtsdeel - genitalie, penis, schaamdeel, scrotum
geslachtsdrift - libido
geslachtsgemeenschap bijslaap, coïtus, paring
geslachtsklieren - gonaden
geslachtskoel frigide
geslachtskoelheid frigiditeit
geslachtskunde genealogie
geslachtskundige genealoog
geslachtsleven seksualiteit
geslachtslijst genealogie, geslachtsregister, pedigree, stamboom
geslachtsnaam achternaam, familienaam
geslachtsregister genealogie, geslachtslijst, pedigree, stamboom
geslachtsrekenkunde - genealogie
geslacht van kuikens bepaler sekser
geslacht van paddestoelen boleet
geslachtsverkeer - coïtus
geslachtswisseling generatiewisseling, metagenesis
geslachtsziekte - lues
geslagen teken van een munt klop
gesleep - gezeul
geslemp gebras
geslepen aangezet, betjoegd, betjoecht, betjoekt, doortrapt, gahaaid, goochem, link, listig, loos, scherp, slim, sluw, uitgekookt
geslepen diamant - briljant
geslepen glas - bril, kristal, lens, oculair
geslepen glas van bril - lens
geslepen glee bril, objectief lens, oculair
geslepenheid - list
geslepen kerel boef, rat
geslepen persoon - slimmerik
geslepen scherp van beitel faas
geslepen vlak van edelsteen facet
geslepenheid list, sluwheid
gesleten plek in weefsel glee, sleet
gesleufd sulcaat
gesloof - gewurm
gesloten dicht, geheimzinnig, geloken, introvert, toe, verboden, zwijgzaam
gesloten dicht, toe, verboden, zwijgzaam
gesloten aanval - charge
geloten auto limousine, sedan
gesloten baan - circuit
gesloten boek geheim, mysterie, raadsel
gesloten glazen veranda loggia
gesloten groep - corps
gesloten hand knuist, vuist
gesloten hoekbalkon erker
gesloten huurrijtuig vigilante
gesloten kring cirkel, clan, kaste, kongsie, korps
gesloten kromme lijn - cirkelkring
gesloten luxe auto waarin de bestuurdersplaats van de passagiersruimte gescheiden is limousine
gesloten stand kaste
gesloten tijd - spertijd
gesloten van aard introvert
gesloten veranda loggia
gesloten vistijd schoontijd
gesloten voor anderen besloten
gesloten waranda serre
gesmaal geschimp
gesmeerd gemakkelijk, vlot, voorspoedig
gesmokkel smokkelarij
gesmolten asfalt - mastiek
gesmolten gesteente lava, magma
gesmolten vet reuzel
gesmolten witte suiker kokanje, kokinje
gesmoord onderdrukt
gesmoord lachen - giechelen
gesnap achterklap, gebabbel, gekwebbel, gepraat, getater, lasterpraat
gesnapt begrepen,betrapt
gesnater geschetter, gekwetter
gesneden gecastreerd, gecoupeerd, gesteriliseerd, ontmand
gesneden druksteen litho
gesneden edelsteen camée, gemma, gemme
gesneden eikenschors run
gesneden haan kapoen
gesneden hengst ruin
gesneden ram hamel, weer
gesneden stenen gemmen, glypten
gesneden stier os
gesneden tabak - shag
gesneden varken - schram
gesneden vlees - poulet
gesnedene eunuch, ontmande
gesnoef gebluf, gebral, gepoch, gezwets, opschepperij, pocherij
gesnor gebrom, geraas, gesnoef, gezwets
gesol geharrewar
gesorteerde koekjes - allerhande
gesp agrafe, beugel, riemsluiting, ringbeugel, sluiting, spang
gesphaak span, agrafe
gespan koppel, paar, span
gespannen drukkend, glad, heftig, nerveus, onrustig, star, stijf, strak, verbeten
gespannenheid spanning, tensie
gespeeld - gemaakt
gespekt rijk, welvoorzien
gespen aangorden, vastmaken
gesphaak - agrafe, spang
gespierd gestaald, krachtig, musculeus, pezig, potig, sterk,
gespierd mens atleet
gespitste mond toet
gespleten gesplitst, schizofreen, vaneen
gespleten bovenlip hazenlip
gespleten van geest schizofreen
gesplitst - gedeeld
gesponnen draad garen, koord, touw
gesponnen vezels draad
gespreid - wijd
gesprek bespreking, colloquium, conferentie, conversatie, dialoog, discussie, discours, kout, onderhoud, overleg, praatje, redenering, ronde-tafelconferentie
gesprek aanknopen - aanpappen
gesproken parlando
gesproken brief fonopost, lezing
gesproken inleiding proloog
gesproken nawoord epiloog
gesproken voordracht causerie, college, lezing, oratie, praatje, rede, speech, toast, toespraak
gesproken woord causerie, lezing, toespraak
gespuis crapule, gajus, geboefte, gebroed, gepeupel, grauw, janhagel, Jan Rap, ontuig, rapalje, tuig, uitschot
gest - bezinksel
gestaag aanhoudend, aldoor, constant, gestadig, steeds, voortdurend
gestaald - atletischgehard, gespierd
gestaarte aap - javaan
gestadig aanhoudend, aldoor, altoos, constant, (ge)staag, onophoudelijk, regelmatig, steeds, staag, voortdurend
gestadig aanvallen bestoken
gestadiglijk gestadig, voortdurend
gestalte figuur, gedaante, leest, postuur, statuur, tailevorm
gestalte der maan e.k., l.k., n.m., v.m.
gestalte geven scheppen, vormen
gestamel gestotter
gestand doen - nakomen
geste gebaar, handgebaar
gesteente amaril, apliet, arduin, basalt, breccie, diabaas, diamant, diatomiet, dolomiet, eoliet, gabbro, gneis, graniet, granofier, granuliet, kalk, kalksteen, kwarts, kwartsiet, lei, marmer, opaal, posfier, purpersteen, radiolariet, ryoliet, tufsteen
gesteente - grafsteen, grafzerk, tombe
gesteente dat oplosingsverschijnselen vertoont dolomiet, kalksteen
gesteente door afzetting in water ontstaan sediment
gesteente door stolling ontstaan bazalt, graniet, porfier
gesteente gevormd door planten of dieren - bioliet
gesteente waarin erts voorkomt moedergesteente
gesteentekunde lithologie, petrologie
gestel aard, bouw, constitutie, geaardheid, inborst, karakter, natuur, raamwerk, samenstel
gesteld aangenomen , verondersteld
gesteldheid aard, circumstantie, complexie, conditie, état, houding, instelling, mentaliteit, omstandigheid, situatie, staat, stand, stemming, emperament, toestand
gesteldheid van de lucht weer, klimaat
gestemd gehumeurd, geluimd
gestemdheid - ernst, gemoed, luim, sfeer, stemming
gestempeld plat stuk metaal munt, penning, plaquette
gestempelde metalen plaat munt, plaquette, penning
gesteriliseerd onvruchtbaar, steriel
gesterkt - getroost
gesternte - sterrenbeeld, uitspansel
gesteun gekerm, gekreun
gesteven front van overhemd plastron
gesticht gesterkt, getroost, instelling, instituut, inrichting stichting, tevreden, tuchthuis,
gestichtsbewoner provenier
gesticulatie gebarenspel
gesticuleren gebaren
gestie ambtsuitoefening, beheer, daad, verrichting, werkzaamheid
gestild bedaard, geblust, gelest
gestoei gedartel, gedol
gestoelte katheder, kerkbank, zetel, zitbank
gestoffeerd - bekleed
gestoffeerde rustbank divan, sofa
gestold dierlijk vet ongel
gestold lijmachtig vocht gom
gestold sap gelei
gestold vet smout
gestold vleesnat dril, gelei, lil
gestolde suiker op een stokje lolly
gestolen buit - poet
gestolen goed kopen helen
gestoofde uien met vlees hachee
gestoomde koffie cappuccino
gestoord getikt, geschift
gestoorde spijsvertering indigestie
gestoot gebons
gestort bedrag - storting
gestorven dood, ontslapen, overleden, wijlen
gestorvene dode, overledene
gestorvene zonder testament intestaat
gestotter - gestamel
gestrand schip - wrak
gestrande goederen wrakgoed
gestreel - gekriebel
gestreept gearceerd
gestreept zijn - striatie
gestreepte ezel zebra
gestrekt lang, uitgerekt
gestremd - prollig
gestremde melk runsel, wrongel
gestreng hard, onverbiddelijk, rigoureus, scherp, straf, streng, strong
gestrengheid ernst, onverbiddelijkheid, strengheid
gestudeerde vrouw blauwkous, dra, savante
gesuf gedroom, gepeins
gesuikerde ooftmoes jam,marmelade
gesuikerde warme wijn negus
gesyncopeerde muziek ragtime
getailleerd - nauwsluitend
getakte horens gewei
getal aantal, cijfer, hoeveelheid, nummer, tal
getal, onmeetbaar - pi
getal tussen nul en een breuk, fractie
getallen in volgorde opnoemen tellen
getallenleer - cijferkunst, rekenkunde
getalm gedraal, getreuzel
getalmerk cijfer, no, nr
getalsmatig - nummeriek
getalvers - jaardicht
getalvorm - breuk
getand muurwerk kanteel
getand werktuig greep, hark, riek, vork
getand wiel kamrad, rad, tandrad, tandwiel
getande muurrand kanteel
getande uitwas van vogels - kam
getapt geliefd, populair
getater gebabbel, gesnap
geteem gezemel, gezeur
geteerd dekkleed presenning
geteerd garen tot bekleding der kabels lording
geteisem falderappes, schorrie morrie, schuim, uitschot, uitvaagsel
getekend gesigneerd, gevlekt
getekend plan - schets
getekend verhaal strip
getekende mop cartoon
getemd bedwongen, gedresseerd, handelbaar, mak, koest, tam
getemde jachtvogel hagerd
getemperd gedempt, gematigd, matig, (ver)zacht, verzwakt
geterg gejen, geplaag, gesar, getreiter
getest beproefd, onderzocht, probaat
geteut getalm getreuzel
getier drukte, gejoel, gekijf, geraas, heibel, kabaal, lawaai, leven, misbaar, rumoer, ruzie
getier en geraas - stampei
getij eb, tij, vloed
getijdenboek van priester brevier
getikt dwaas, getroebleerd, gek, geschift, gestoord, idioot, onwijs
getimmerde steiger stellage
getint - gekleurd
getintel geflonker
getiteld genaamd
getob gemodder, geploeter, gezwoeg, moeite, zorg
getogen grootgebracht, opgegroeid, opgevoed
getokkeld (muz.) pizzicato
getorst gedraaid, gewrongen
getouw gareel, weefgetouw
getraind - geoefend
getralied hok kooi
getraliede voederbak - ruif
getreiter gejen, geplaag, gesar, geterg, pesterij
getreuzel getalm, geteut
getroffen aangedaan, aangeschoten, bewogen, geraakt, geroerd, gewond, ontroerd, raak, touche
getroffene geblesseerde, gewonde, slachtoffer
getrokken koperdraad rekdraad
getrokken lijn - streep
getrokken door paard met bellen - ar
getrokken streep haal
getrokken voertuig ar, koets, slee, sleep, slede, wagen
getrokken wissel traite
getroost gelaten, gesterkt
getrouw gehecht, loyaal, nauwgezet, stipt, trouw
getrouwd - gehuwd
getrouwden - echtgenoot, echtgenote, eega, gehuwden, man, vrouw
getrouwe aanhanger, dienaar, satelliet, trawant, volgeling
getrouwelijk nauwgezet, nauwkeurig, stipt
getrouwheid - betrouwbaarheid, loyaliteit, nauwkeurigheid
getto - jodenwijk
getuige deponent, get.
getuige bij duel secondant
getuigen - verklaren
getuigende van goedheid gastvrij, goedgeefs
getuigende van weinig nadenken ondoordacht
getuigenis attest, bewijs, belofte, brevet, diploma, eed, gelofte, getuigschrift, kenmerk, oorkonde, referentie, testimonium, verklaring
getuigschrift akte, attest, attestatie, brevet, certificaat, diploma, einddiploma, oorkonde, referentie, testimonium
getweeën - samen, tezamen
getwijnd garen sajet
getwist stribbeling, geruzie
getij - eb, vloed
getijdenboek - brevier
getijverschijnsel - agger, naspui
geul diep(te), gleuf, goot, greppel, groef, kanaal, kil, ril, sleuf, vaargeul, vore, wetering
geul in het strand slenk
geul of slootje - greppel
geul voor afvoer afvoerkanaal, riool
geur aroma, aroom, boeket, lucht, odeur, parfum, reuk
geurballetje kamfer
geuren opscheppen, pronken, rieken, ruiken, snoeven
geurig aromatisch, odorant, welriekend
geurig gewas - lavendel
geurig zaad anijs, komijn
geurige bolbloem narcis
geurige citrusvrucht mandarijn
geurige drank mokka, thee
geurige kruiden foelie, kaneel, lavendel, rosemarijn, specerij, thijm, vanille
geurige plant kamperfoelie, lavendel, reseda
geurige tabaksoort manilla
geurigheid aroma,
geurmaker bluffer, branieschopper, opschepper, poen, pocher, snoever, opsnijder
geurstof parfum
geurstof leverend oosters gewas nardus
geurstof uit kruidnagelen eugenol
geurtje luchje
geurwater parfum
geurzakje - sachet
geus - calvinist, protestant, vaan
geuzenleider - Lumey
geuzenlied Wilhelmus
gevaar - bedreiging, ellende, nood, onheil, onraad, perikel, risico
gevaar lopen dreigen
gevaar voor schade risico
gevaar voor voertuigen slippen
gevaarlijk bedenkelijk, gewaagd, hachelijk, kritiek, link, netelig, onveilig, periculeus, riskant, roekeloos, verraderlijk, zorgelijk
gevaarlijk dier adder, kaaiman, krokodil, leeuw, panterpoema, roofdier, schorpioen, slang, tijger
gevaarlijk en leep link
gevaarlijke kans risico
gevaarlijke oogziekte staar
gevaarlijke plek in het ijs wak
gevaarlijke plek op zee mui
gevaarlijke prestatie stunt, waagstuk
gevaarlijke sprong salto
gevaarlijke stunt waagstuk
gevaarlijke vis haai
gevaarlijk kruipend dier slang
gevaarlijk spul gif
gevaarloos veilig
gevaar lopen dreigen, riskeren
gevaarte bakbeest, kolos
gevaccineerd ingeënt
gevader doopvader, peet, peetoom, peter
geval akkevietje, casus, feit, gebeurtenis, gesteltenis, lot, omstandigheid, toeval, voorval, zaak
geval in nood noodgeval, noodzaak
gevallen gebeuren
gevallen engel Belial, demoon, duivel, Lucifer, Satan
gevalletje akkevietje, karweitje, klusje
gevang cel, bajes, nor, petoet
gevangen captif, gedetineerd, onvrij
gevangenbewaarder cipier
gevangene arrestant
gevangenis bagno, bajes, bak, bonenhotel, cachot, cel, gevang, kast, kerker, lik, nor, pensionaat, petoet, tuchthuis
gevangenis (Frans) bagno
gevangenishok - cel
gevangenis in Madrid - Carabanchel
gevangenis in U. S. A. Sing Sing
gevangeniskamer pistole
gevangenis ondergronds - kerker
gevangenis, oude - rasphuis
gevangenisstraf cellulair
gevangenisstraf vervangend subsidiair
gevangenis te Gent rasphuis
gevangenis voor galeislaven - bagno
gevangennemen arresteren, inrekenen, opbrengen, pakken
gevangenneming arrestatie, hechtenis, inrekening
gevangenschap celstraf, detentie, opsluiting
gevangenwagen arrestantenwagen, boevenwagen
gevangenzetten detineren
gevangenzetting - gijzeling
gevarieerd afwisselend, gemêleerd, verschillend, wisselend
gevarieerde voorraad assortiment
gevat adrem, bijdehand, geestig, gewiekst,handig, intelligent, pienter, raak, schrander, slagvaardig, slim, snedig, spits
gevatheid flair, snedigheld, slagvaardigheid, slimheid
gevecht botsing, duel, handgemeen, kamp, krijg, slag, strijd, treffen, worsteling
gevecht op grote schaal treffen
gevechtseenheid - divisie
gevechtsformatie slagorde
gevechtsklaar - mobiel
gevechtslinie front, frontlijn
gevechtsplaats front, slagveld
gevechtstas pukkel, ransel
gevechtsvliegtuig fighter, jager, Mig, Mirage, Phantom, Starfighter
gevecht tussen twee legers - veldslag
gevechtswagen tank
gevederd dier vogel
gevederte dons, pluimage
geveins - veinzerij
geveinsd gehuicheld, gluiperig, hypocriet, huichelachtig, onoprecht, vals, voorgewend
geveinsd mens - valsaard
geveinsde huichelaar
geveinsde flauwte katzwijm
geveinsdheid - huichelarij
gevel facade, neus, pui, voorkant, voormuur
geveldriehoek timpaan, tympaan
gevelornament - makelaar, oelebord
gevelsoort - halsgevel, lijstgevel, puntgevel, trapgevel
gevelsteen - puisteen
geveltoerist glazenwasser, inbreker
geven aanbieden, aanreiken, afstaan, bijdragen, betalen, leveren, overhandigen, schenken, toebrengen, toedienen, trakteren, uitgeven, verschaffen, verstrekken
geven om talen
gevensgezind - goedgeefs, mild
gever donor, schenker
geverfde stof doek, linnen
geverfd tafereel - schilderij
gevergeerd gestreept
geverseerd bedreven, behendig
gever van bloed - donor
gevest greep, wapenhandvat
gevestigd onveranderlijk, vast, vaststaand, woonachtig
gevestigd zijn wonen, zetelen
gevierd geprezen, geroemd, populair
gevierd man held, lion, vedette
gevierde zangeres diva
gevlamd flambe, moiré, gewaterd
gevlamd ijzer - moor
gevlamd weefsel chiné
gevlei gefleem, geliefkoos
gevlekt besmet, bont, gespikkeld, getekend, veelkleurig
gevlekt van kleur - bont
gevlekte koe bonte
gevlekte tijger - luipaard
gevlerkt gevleugeld
gevleugeld paard Pegasus
gevleugelde termiet (witte mier) larong
gevlochten band snoer
gevlochten bloemenring krans
gevlochten draad gaas, koord, prikkeldraad, snoer
gevlochten haar vlecht
gevlochten haarbos - streng
gevlochten samenstel netwerk
gevlochten snoer koord
gevlochten visfuik kub
gevlogen verdwenen, vertrokken, weg
gevoegd bij annex, adjunct
gevoeglijk betamelijk, gepast
gevoeglijkheid betamelijkheid, gepastheid
gevoegzaam dienstig, inschikkelijk
gevoel aanraking, begrip, besef, emotie, gemoed, gewaarwording, honger, intuïtie, moeheid, pijn, sentiment, stemming, tact, tast(zin), waarneming, wellust
gevoel (of tastzin) betreffende haptisch
gevoel van afkeer antipathie, haat, hekel, walg(ing), weerzin
gevoel van bewondering eerbied
gevoel van eenheid - saamhorigheidsgevoel
gevoel van eerbied piëteit, verering, vroomheid
gevoel van eigenwaarde - egotisme
gevoel van genegenheid sympathie
gevoel van welbehagen euforie, geluk
gevoel voor wijze van optreden tact
gevoelen beseffen, gemoedsbeweging, mening, oordeel, opinie
gevoelig aandoenlijk, dierbaar, innig, kies, kwetsbaar, netelig, pijnlijk, sensibel, sentimenteel, te(d)er, vatbaar, week
gevoelig raken met de voet trap, trappen
gevoelig samendrukken knijpen
gevoelig verlies - aderlating
gevoelig verslaan inmaken ,schoppen, slaan, stompen
gevoeligheid aandoenlijkheid, geraaktheid, prikkelbaarheid, sensibiliteit, tederheid,
gevoeligheid voor bepaalde stof allergie
gevoelloos apatisch, flegmatiek, frigide, harteloos, levenloosonaandoenlijk, torpide, verdoofd
gevoelloosheid anesthesie, frigiditeit, hardvochtigheid, harteloosheid, lethargie onaandoenlijkheid
gevoelloos mens wreedaard
gevoel van afkeer haat, hekel, walging, weerzin
gevoelvol innig, teder
gevolleerd dof, gedempt, omfloerst, wazig
gevolg aanhang, effect, karavaan, konsekwentie, nasleep, oorzaak, partij, resultaat, sleep, staart,stoet, uitkomst, uitslag, uitvloeisel, uitwerking
gevolgen nagaan - nadenken
gevolg van aantijging smet
gevolg van hard werken eelt, vermoeidheid
gevolg van overtreding berouw, boete
gevolg van vuur as, roet, rook
gevolgaanduidend consecutief
gevolgtrekking besluit, conclusie, slotsom
gevolmachtigd - accreditief
gevolmachtigd minister plenipotentiaris
gevolmachtigde consul, gezant, lasthebber, legaat, mandataris, resident
gevolmachtigde van een regering - consul, gezant, legaat, resident
gevolmachtigde van een vereniging penningmeester, secretaris, voorzitter
gevonden aangetroffen, ontdekt, terecht
gevonden kind vondeling
gevorderd - ver
gevorkte tak - strampel
gevormd ontstaan, ontwikkeld, volgroeid
gevouwen bedrukt vel papier katern
gevouwen doek - kompres
gevraagd begeerd, gewild, gewenst, gezocht, vereist
gevreesd geducht
gevrijwaard - beschut
gevulcaniseerde rubber - eboniet, gummi, rubber
gevuld bezet, corpulent, dik, gefarceerd, gevleesd, gezet, mollig, rond, vol
gevuld gebak pastei
gevuld gevogelte - opor (Ind.)
gevuld maar slap - voos
gevuld pannekoekje loempia
gewaad dos, habijt, japon, jurk, kleding(stuk), kleed, ornaat, overkleed, robe, tenue, toga, tooi
gewaagd - bevreemdend, dubbelzinnig, gedurfd, gevaarlijk, hachelijk, pikant, riskant, roekeloos, stout
gewaagdheid pikanterie
gewaand ingebeeld, illusoir, pseudo, vermeend
gewaarmerkt stuk akte
gewaarworden bemerken, beseffen, bespeuren, ervaren, gevoelen, horen, inzien, merken, ontdekken, proeven, ruiken, vermenen, voelen, zien
gewaarwording aandoening, emotie, gevoel, prikkel, sensatie
gewag melding , uiting, vermelding
gewag maken - vermelden
gewagen aanroeren, melden
gewalst vloerijzer bandijzer
gewand hijsblok, katrolblok
gewapend beton cementijzer
gewapend dienaar - staffier
gewapend geleide convooi, escorte
gewapend ijzerdraad - pinnekesdraad, prikkeldraad
gewapende bende horde, rot
gewapende macht leger, politie
gewapende ruiter ulaan
gewapende schutter klovenier
gewas aloë, boom, gerst, graan, gras, haver, heester, hei, klaver, knol, koren, mais, plant, riet, rogge, spelt, struik, tarwe, vlas, zie verder bloemen en bomen
gewas in Middellandse Zee gebied alkan(n)a
gewas. op de droge grond hei, heide
gewas verzorgen wieden
gewaterd gegolfd, gevlamd, moiré
gewaterde zijden stof tabijn
gewatteerde kap theemuts
gewauwel gebazel, geklets, gezeur, prietpraat, wartaal
geweeklaag gejammer, gelamenteer, gewen, gejeremieer
geween - misbaar
geweer bren, garrand, gun, karabijn, mauser, sten(gun), uzi, vuurwapen
geweerbandelier geweerriem
geweer met korte loop karabijn
geweer met lange loop eendenroer
geweerdolk bajonet
geweerhaan trekker
geweerkogel patroon
geweerkorrels - hagel
geweer, oud - (haak)bus
geweerrek ratelier
geweerriem kordon
geweest voorbij, voormalig
gewei hertehorens
geweidragend dier edelhort, eland, hert, ree, rendier
geweld dwang, hevigheid, kabaal, keet, kracht, lawaai, leven, macht, onstuimigheid, rumoer, tirannie
gewelddadig agressief, bruut, hevig, ruw, violent
gewelddadige aanmatiging ingreep
geweldenaar dwingeland, kei, overheerser, reus. tiran
geweldig enorm, fantastiesch, formidabel, geducht, grandioos, groot, groots, heftig, hevig, immens, kolossaal, krachtig, machtig, massaal, moorddadig, ontzaglijk, reusachtig, reuze, sterk, vervaarlijk, zeer
geweldig en groot - massaal
geweldig jager Nimrod, Orion
geweldig van omvang - groot
geweldige bijval furore
geweldige stroom - vloed
geweldloosheid - pacifisme
geweldmaker herrieschopper, levenmaker, rumoermaker,
geweldpleger terrorist
geweldpleging moord, terreur
gewelf - arcade, boog, firmament, uitspansel, verwulf
gewelfconstructie van hout kapgewelf
gewelfd been - rig
gewelfde doorgang arcade, boog, poort
gewelfde zoldering - boog
gewelf, soort - arcade, kloostergewelf, kruisgewelf, ribgewelf, stergewelf, tonggewelf, waaiergewelf
gewelfvlak in een kerk - travee
gewemel gekrioel, gemier, gewoel,
gewend aangepast, eigen, gewoon, vertrouwd
gewend aan gewoon
gewennen aanpassen, aarden, acclimatiseren
gewenning - acclimatisatie
gewenst begeerd, gevraagd, goed, in votis, nodig, verlangd, wenselijk
gewervelde dieren vertebraten
gewervelde dieren, soort van de - amfibieën, reptielen, vissen, vogels, zoogdieren
gewest district, gebied, landstreek, streek, gouw, kanton, oord, provincie, regio,
gewestelijk dialectisch, provinciaal, regionaal
gewestelijke taal dialect, tongval
geweten binnenste, consciëntie, gewissen
gewetenloos eerloos, onterend
gewetensangst wroeging
gewetensbezwaar scrupule
gewetensknaging onderzoek, wroeging
gewetenskwestie gewetenszaak
gewetensonderzoek - inquisitie
gewetensvol consciëntieus, scrupuleus
gewettigd gerechtvaardigd, oké, ok., toegestaan
geweven band lint
geweven borduursel tres
geweven hechting - stiksel
geweven katoen sanel
geweven stof doek, laken, linnen, lint, madras, orleans, weefsel, zijde
geweven tapijt kelim
geweven wandtapijt gobelin
geweven wollen stof - tweed
gewezen ex, oud, vroeger, voormalig
gewicht
2 cg, dg, gr, hg., kg, mg
3 ons, ton
4 gram, kilo, last, lood, pond
5 grein, pikol
6 belang, karaat, waarde
7 zwaarte
8 decagram, decigram, hectogram, kilogram, milligram
9 centenaar, hectogram
gewicht - belang , kaliber, steen, waarde, zwaarte
gewicht, eenheid van - newton
gewicht der verpakking tarra
gewicht en munt in China tael
gewicht in Indonesië, China en Japan kati
gewicht controleren ijken, nameten, nawegen
gewicht van de inhoud netto
gewicht van de inhoud plus de verpakking brute
gewicht van een stof vergeleken bij water s.g
gewicht van 40 Russische ponden pud
gewicht van verpakking - tarra
gewicht voor edelgesteente mark
gewichtig aanzienlijk, belangrijk, important, relevant, voornaam, waardevol, zwaar
gewichtig feit evenement, gebeurtenis
gewichtige gebeurtenis voor een vorst - kroning
gewichtige uitspraak orakel
gewichtje - grein
gewichtsaftrek - tarra
gewichtseenheid gram, grein, karaat, kt.
gewichtseenheid voor edelstenen - caraat, karaat
gewichtsklasse (boksen) bantam, midden, vlieg, welter, zwaar
gewichtskorting tarra
gewichtsmaat van diamanten en parels karaat
gewichtsmerk ijk
gewiekst bijdehand, doortrapt, goochem, gehaaid, gevat, glad, goochem, handig, kien, leep, link, pienter, slim, sluw, uitgekookt, uitgerekend, uitgeslapen
gewiekstheid - sluwheid
gewiekst persoon - goochemerd, handigerd, linkmichiel, slimmerd, slimmerik
gewiggel gewik
gewijd geheiligd, gezegend, heilig, plechtig, sacraal
gewijd lied hymne, psalm
gewijd water wijwater
gewijde gave offer
gewijde handeling ritus, sacrament
gewijde zalfolie chrisma
gewijde zang - canticum
gewijsde beslissing, vonnis
gewijzigd veranderd
gewijzigde speelwijze variant, variatie
gewild begeerd, bemind, gangbaar, geforceerd, gemaakt, gevraagd, gezocht
gewillig bereid, gaarne, gedwee, graag, gehoorzaam, genegen, gezeglijk, goedwillig, graag, inschikkelijk, tam, volgzaam, willig
gewilligheid bereidheid, gedweeheid, volgzaamheid, willigheid
gewin aanwinst, baat, belang, inkomen, opbrengst, profijt, voordeel, winst
gewinnen erlangen, krijgen, telen, verwekken, verwerven, winnen
gewis beslist, betrouwbaar ,ongetwijfeld, pertinent, stellig, vast, waar, waarlijk, werkelijk, wis, zeker
gewoel drukte, gedrang, gekrioel, gewemel, leven, onrust
gewond aangeschoten, geblesseerd, gekwetst, geraakt, getroffen
gewonde gekwetste, slachtoffer
gewonden verpleegster - zuster
gewonden verpleger broeder
gewone gang - sleur
gewoon algemeen, alledaags, banaal, eenvoudig, gangbaar, gebruikelijk, gemeen, gemiddeld, gewend, gewoonweg, normaal ongekunsteld, ordinair, plat, regelmatig, sober
gewoon hoogleraar - ordinariaat
gewoon lettertype romein
gewoon zijn plegen
gewoonheid alledaagsheid, platheid
gewoonlijk anders, dikwijls, doorgaans, gemeenlijk, habitueel, meest, meestal, normaal, normaliter, vaak, veelal
gewoon maken gewennen, wennen
gewoonte aanwensel, adat, ethiek, gebruik, manie(r), mode, mos, regel, sleur, traditie, usance, zede, zwang
gewoonte der moraal - zede
gewoonte hebben plegen
gewoont gang - sleur
gewoontegebruiken mores
gewoonte in het maatschappelijk leven - gebruik
gewoontemisdadiger recidivist
gewoonterecht adat
gewoontjes alledaags, middelmatig, ordinair
gewoonweg ronduit
gewoon worden - wennen
gewricht elleboog, enkel, era, gelid, heup, kaak, knie, lid,
pols, schouder, vinger
gewricht aan de voet - enkel
gewricht aan het been - knie
gewrichtsaandoening reuma(tiek), jicht, omalgie, voetbalknie
gewrichtsdeel - band, kapsel, kom, kop
gewrichtsknobbel - kneukel
gewrichtsslijm - synovia
gewrichtsontsteking artritis
gewrichtspijn arthralgie, reuma
gewrichtssoort - amfiartrose, draaigewricht, kogelgewricht, preudartrose, scharniergewricht, schuifgewricht, schijngewricht
gewrichtsstijfheid- ankylose
gewrichtsverstijving - ankylose
gewrongen - obstruus
gewrongen vorm torsie
gewurm gesloof, getob
gezaagd stuk hout plank, lat
gezag autoriteit, beheer, bewind, commando, heerschappij, invloed, macht, overheid, overwicht, regering, respect
gezag uitoefenen besturen, heersen, regelen, regeren
gezag hebbend autoritair, toonaangevend
gezag hebbend woord bevel, commando, gebod, opdracht
gezaghebber gezagdrager, bestuursambtenaar
gezagsdrager autoriteit, gezaghebber
gezagsgebied ressort
gezag uitoefenen besturen, heersen, leiden, regeren
gezagvoerder admiraal, commandant, commodore, generaal, kapitein, schipper
gezakt afgewezen, gestraald
gezakte op de K. M. A. asymptoot
gezamenlijk altegader, altezamen, saam, samen, tegaar, tegader, tezamen, vereend, verenigd
gezamenlijk schot - salvo
gezamenlijk werk - coöperatie
gezamenlijk werk van een kunstenaar oeuvre
gezamenlijke apparaten apparatuur
gezamenlijke bedienden personeel
gezamenlijke beenderen - geraamte
gezamenlijke bloedverwanten familie, magen, maagschap
gezamenlijke burgers - burgerij
gezamenlijke dagbladen - pers
gezamenlijke edellieden adel, adelstand
gezamenlijke hoeveelheid alles
gezamenlijke inzet - pot
gezamenlijke leiders van een vereniging bestuur
gezamenlijke ministers kabinet, regering
gezamenlijke musici orkest
gezamenlijke personen uit een gemeenschappelijke
stamvader ontsproten familie, geslacht, sibbe, stam
gezamenlijke redacteuren van een blad redactie
gezamenlijke spieren spierstelsel
gezamenlijke toetsen klavier, tastateur
gezamenlijke vee veestapel
gezang air, aria, cantate, canto, duet, lied, psalm, vers
gezangenboek der R. K. Liturgie antifonarium, cantatorium
gezanik gedoe, geduvel, geknoei, geleuter gemier, gemor, geteem, gezemel, gezeur
gezant afgevaardigde, ambassadeur, attaché, bode, diplomaat, gedeputeerde, legaat, nuntius
gezant van de paus nuntius
gezantschap ambassade, legatie
gezapig bedaard, bezadigd, gemoedelijk, goedig, kalm, rustig
gezapig man goedzak, goeierd
gezapigheid bezadigdheid
gezegde aforisme, leus, leuze, praedicaat, predikaat, spreekwoord, spreuk, uitdrukking, uiting, uitlating, zegswijze
gezegelde oorkonde - bul
gezegend gebenedijd, geloofd, gelukkig, geprezen, gewijd, zegenrijk
gezegend brood - eulogie
gezeglijk gedwee, gehoorzaam, gewillig, inschikkelijk, onderworpen, verbiedelijk, volgzaam
gezel (be)geleider, chaperon, collega, compagnon, consort, gast, gelijke, genoot, handwerksman, jonkman, kameraad, knecht, kornuit, kwant, leerling, maat, makker, medestander, metgezel, reisgenoot, snuiter, vent, vriend
gezellig aangenaam, aardig, behaaglijk, conversabel, enig, fijn, gemoedelijk, genoeglijk, intiem, knus, leuk, lief, lustig, onderhoudend, plezierig, prettig, sociaal, tof
gezellig breedvoerig praten bomen
gezellig druk geanimeerd
gezellig en leuk aardig
gezellig gesprek - conversatie
gezellig prater causeur, keuvelaar
gezellig samenzijn onderons (je)
gezellig thuis huiselijk
gezellig verkeer - omgang
gezellige bijeenkomst - kransje
gezelligheid behaaglijkheid, gemoedelijkheid, knusheid
gezelligheidscentrum bar, café, club, kroeg, sociëteit, soos
gezelschap club, compagnie, corps, ensemble, groep, kring, samenzijn, soos, team, troep, vereniging
gezelschapsdans -
4 beat, jive, wals
5 bebob, galop, gigue, mambo, polka, rumba, samba,
swing, tango, twist
6 boston, branle, menuet, pavane, shimmy
7 calypso, foxtrot, gavotte, mazurka, morisca, musette,
onestep, ragtine, slowfox, twostep
8 cakewalk, chaconne, cotillon, machiche, rigaudon
9 allemande, cha-cha-cha, jitterbug, passepied, quadrille,
quickstep, sarabande
10 bassedanse, charleston
gezelschapsdans, 18e-eeuwse - quadrille
gezelschap kunstenaars bent gezelschap
kunstenaars uit de 17e eeuw Muiderkring
gezelschapsspel bingo, bridge, canasta, dammen, dobbelen, domino, ganzenbord, halma, hazard, kaarten, kienen, lotto, monopoly, pokeren, roulette, schaken, scrabble, sjoelen, skat, triktrak
gezelschapszaal salet, salon
gezemel geteem, gezanik, gezeur, semmel
gezet corpulent, dik, geregeld, gevuld, log, regelmatig,, vastgesteld, vet, zwaargebouwd, zwaar(lijvig)
gezeten binnen, gegoed, in bonus, rijk, welgesteld, zittend
gezet en zwaar corpulent, log, vlezig
gezetheid corpulentie, dikte, embonpoint
gezette man dikkerd, dikzak, vetzak
gezeul - gesleep
gezeur gebabbel, gedoe, geklets, geleuter, gemier, geteem, gewauwel, gezanik, gezemel
gezicht aanblik, aangezicht, aanzien, aspect, bakkes, blik, facie(s), fado, gelaat, panorama, smoel, snoet, snufferd, snuit, toet, tronie, uitzicht, visioen
gezicht (Barg.)ponem, porem
gezicht op iets aanblik, blik, kijk, panorama, uitzicht, vue,
gezichtkunde optica, optiek
gezichtkundig optisch
gezichtkundige opticien
gezichtsas - oogas
gezichtsbedrog pseudopsie,visioen,
gezichtseinder einder, horizont, horizon, kim
gezichtskring sfeer
gezichtsleer optiek
gezichtslijn - collimatielijn
gezichtsmeter - optometer
gezichtsorgaan oog
gezichtsorgaan van geleedpotigen facetoog
gezichtspijpen - figuranten
gezichtspunt aspect, oogpunt, standpunt
gezichtssluier voile
gezichtsvermogen - zien
gezichtszwakte - athopie
gezien bemind, geacht, populair
gezin familie, huishouden, huishouding
gezind bereid, (toe)genegen, geneigd
gezindheid denkwijze, geloofsovertuiging, geneigdheid, gevoelen, mentaliteit, neiging, stemming
gezindte kerk, kerkgenootschap, sekte
gezind zijn neigen
gezinslid - huisgenoot
gezocht abstruus, gekunsteld, gemaakt, gewild, verzonnen
gezoden gekookt
gezond behouden, deugdelijk, fleurig, fit, flink, fris, gaaf, genezen, heilzaam, hersteld, kloek, levenslustig, stevig, tierig, valide, welgedaan, welvarend
gezond maken genezen, helen, saneren
gezond verstand rede
gezonde kleur - rood
gezondene bode, gezant
gezondheid proost, sanitas, santé, welzijn
gezondheid betreffende sanitair, hygiënisch
gezondheidsdienst G.G.D.
gezondheidsinrichting bio, herstellingsoord, sanatorium
gezondheidsleer hygiëne, macrobiotiek
gezondheidstoestand salubriteit
gezondheidswens proost, prosit, sante
gezond maken - helen, genezen, saneren
gezond making herstelling, sanering
gezond verstand - rede
gezongen (muz.) cantate
gezongen gedicht - lied
gezouten gekruid, gepekeld, kras, pikant
gezouten kabeljauw zoutevis
gezouten spek bacon
gezouten steurkuit kaviaar
gezouten varkenskluifjes bors
gezouten vlees - pekelvlees
gezouten water pekel
gezuiverd gedestilleerd, geraffineerd, rein, schoon
gezuiverd asfalt van Trinidad goudron
gezuiverde olie petroleum
gezuiverde talk stearine
gezusters gez.
gezwam blabla, geklets, geleuter, gezwets,
gezwatel gegons, geruis
gezwel abces, adenoma, blastoom, buil, bult, cyste, glioom, kanker, neoplasma, poliep, puist, tumor, wrat, zwelling
gezwel aan koeienpoot - egelsvoet, mokpoot
gezwel aan pootgewricht galspat
gezwel, goedaardig - fibroom
gezwel op bladen, planten gal
gezwets flauwekul, gebral, gepoch, gezwam, grootspraak
gezwind cito, fluks, rap, ras, snel, spoedig, (muz~)presto, vaardig, vlot, vlug
gezwindheid rapiditeit, snelheid, spoed
gezwoeg getob, geploeter, geürm, gewurm
gezwollen bombast(isch), dik, hoogdravend, opgeblazen, opgezet, retorisch, uitgedijd,
gezwollen taal bombast
gezwollenheid pathos, hoogdravendheid
gezworen gelofte beëdigd, eed
gezworen vijand aardsvijand deoodsvijand
Ghanese bevolkingsgroep - Akan, Ewe, Mosi
Ghanese boom - boabab
Ghanese haven - Takoradi
Ghanese hoofdstad - Accra
Ghanese munt penny, pond
Ghanese politicus - Nkroemah
Ghanese rivier - Bia, Volta
Ghanese stad - Koforidua, Kumasi, Legon, Obuasi, Sekendi, Takoradi, Tamale, Wijnneba
Ghanese taal - Akan, Fanti, Ga, Twi
gibbonsoort - imbou, lar, oewa, siamang, wau-wau
gibbus - bochel
gids baken, begeleider, cicerone, geleider, guide, leider, leidraad, leidsman, leidster, leidsvrouw, loods, mentor, raadsman, reisleider, rondleider, voorganger, wegwijzer
gids langs de weg - baken
gids te water loods
giechelen giebelen
giek gig, sloep
gier aal, aalt, beestendrek, condor, drek, ier, mestvocht, gil
gieren fluiten, giechelen, gillen, joelen, schaterlachen, schreeuwen
gierig begerig, gretig, hebberig, hebzuchtig, inhalig, karig, krenterig, parcimonieus, schraperig, schriel, vrekkig, zuinig
gierigaard duitendief, erwtenteller, geldwolf, gortenteller, harpagon, knar, krent, potter, schraper, schriep, vrek
gierigheid erwtentellerij, geldzucht, hebzucht, krenterigheid, parcimonia, schrielheid, vrekkigheid
giering gierslag, zwenking
gierkabel dwarskabel, gierketting
giersoort aasgier, condor, koningsgier, lammergier, monniksgier
gierst dari, durha, koren, millet, millies, milo, sorghum, mil
giertij gierstroom, springtij
gierzwaluw salangaan, scheer
gietbui plensbui, stortregen
gieteling geus, merel
gietemmer - gieter
gieten bevochtigen, plenzen, regenen, schenken, sproeien, stromen, uitschenken
gieter sproeier, gietemmer
gietijzer goteling
gietkegel trechter
gietmodel - vorm
gietvorm mal, matrijs, model
gif gift, laster, roddel, venijn, vergift
gifgas mosterdgas
gif in tabak - nicotine
gifplant bilzekruid
gifslang adder, cobra, naga
gifstof die in het bijzonder het zenuwweefsel aantast neurotoxine
gift aalmoes, bijdrage, cadeau, donatie, gave, geschenk, legaat, liefdegave, offer, schenking, venijn
gift aan arme aalmoes
giftig boos, hatelijk, nijdig, sarcastisch, scherp, venijnig
giftig en fel veninig
giftig gas - kolendamp
giftige opmerking hatelijkheid, sneer, steek
giftige paddestoel amaniet, braakrussula, panteramaniet satansboleet, vliegenzwam
giftige plant - monnikskap, nachtschade
giftige slang - adder
giftige stof arcenicum, blauwzuur, ricine
gig cabriolet, disselwagen, giek
gigant kolos, reus
gigantisch groots, reusachtig, titanisch
gigantisme - reuzengroei
gijl biergist, schuim
gijn hijstouw, scheepstouw, takel
gijzeling arrest, terreurdaad
gil kreet, roep, schreeuw, uitroep
Gilbert-and- Ellice-eilanden, deel van de - Ellice-eilanden, Gilbert-eilanden, Line-eilanden, Phoenix-eilanden
Gilbert-and- Ellice-eilanden, een van de - Aranuka, Birnie, Canton, Christmas-island, Enderbury, Fanning, Gardner, Hull, Maraki, Marawa, Monouti, Ocean-island, Phoenix, Sydney, Tamana, Tarawa
gilde ambachtsvereniging, broederschap, corporatie, genootschap, hanze, vakgenoten
gildebode gildeknecht
gildebroeder - collega, vakgenoot
gildedeken overman
gildeheilige patroon
gildehoofd deken
gildekleed lijkkleed
gildeproef meesterstuk
Gilgamesj-epos, figuur uit het - Agga, Enkidoe, Gilgamesj, Isjtar, Oetnapisjtim
gilet vest
gillen krijsen, schreeuwen
gillend schreeuwend
gillen van het lachen brullen, gieren
ginder - daar
ginds daar, ginder
gindse gene
ginst heidebrem
gips - witkalk
gipskalk - pleister, stuc
gipskruid bruidssluier, gypsophila
gipsmarmer albast
gipsmeel - pleister
gipspleister stuc
gipsy gitano, zigeuner (in)
giraffe, familielid van de - ocapie, okapie
girerern overmaken, overschrijven, storten
girering - storting
giro betaaldienstoverdracht, overschrijving
gis bijdehand,handig, pienter, raming, schatting , scherpzinnig, slim, uitgeslapen
gispen afkeuren, geselen, hekelen, laken, verwijten
gisping verwijt
gissen onderstellen, raden, ramen, rooien, schatten, vermoeden
gissing conjectuur, hypothese, raming, rooi
gist bakmiddel, desem, droesem, grondsop
gistbestanddeel - bios
gisten broeien, fermenteren, opbruisen, schuimen
gisting fermentatie, gijl, zymose
gistmiddel desem, ferment, zuurdeeg
giststof enzym, ferment, leb
gistzwam kaam, kaamsel, kaan
git agaat, agaatsteen, bergwas, kraal, zwart
gitaarachtig instrument banjo, mandoline, ukelele
gitaarspeler gitarist
gitana waarzegster, zigeunerin
gitano - zigeuner
gitarist gitaarspeler
gitarist, beroemd Segovia
gitsteen agaat
gitzwart - pikzwart
glaasje borrel, neut
gaasje sterke drank borrel
glacé - handschoen
glaciale accumulatievorm drumlin, keileem, morene
glaciale erosie exaratie
glaciale erosievorm bultrots,trogdal
glaciale nis cirque, kaar
glaciale tijd Günz, ijstijd, Mindel, Pleistoceen, Riss, Wüim
glaciatie ijstijd, vergletsjering
glad effen, egaal, gelijk(matig), gespannen, glibberig, haarloos, ongekreukt, ongerimpeld, plat, plooiloos, pluis, slim, sluw, smeu, uitgestreken, vlak, vlot, vlug
gladaf - gladweg, rondweg
glad afhangend sluik
gladakker - field, leperd, schurk
glad dier aal, paling, slang, pier, worm
glad katoenfluweel (In het bijzonder voor werkkleding) manchester
glad maken effenen, egaliseren, glanzen, planeren, poetsen, polijsten, schaven, schuren, strijken, vijlen
gladakker fielt, knol, leperd, schurk, smeerlap
gladde band slick
bladden - polijsten
gladde onbewogen oppervlakte waterspiegel
gladharig hondje dwergpincher, teckel
gladde satijnen stof atlas
gladde stijve stof taf
glad en vlak - strak
gladheid politoer
glad maken effenen, egaliseren, mangelen, polijsten, raspen, strijken
gladmaken met rasp - vijlen
glad neerhangend - sluik
gladiator (Rom.) kampvechter, laquearius, murmillo, retiarius, zwaardvechter
glad tricot jersey
gladuit - ronduit
gladweg - ronduit, totaal, volstrekt
glamour glans, glitter
glans blink, brille, fonkering, glamour, glimp, glinster, gloed, gloor, glorie, helderheid, luister, numbus, politoer, praal, pracht, roem, schijnsel, schittering, (uit)straling
glans en glorie - luister
glans van genoegen glunder
glans verliezen tanen
glanshout - likhout, wrijfhout
glanskool antraciet
glanslak vernis
glansloos dof
glansmachine kalander
glansmiddel lak, politoer, vernis, was
glansperiode bloeitijd
glanspers - mangel
glanspunt - clou
glansrijk glorieus, luisterrijk, prachtig, roemrijk, schitterend
glansschub vis huso, sterlet, steur
glansverf lak
glansvogel jacamar
glanszijde - satijn
glanzen blinken, flikkeren, flonkeren, glimmen, gloren, satineren, schitteren, stralen, tintelen,vlammen
glanzend blinkend, briljant
glanzend maken poetsen, polijsten
glanzen van laken - appreteren
glanzend maken van garen lustreren
glanzend schijnen glimmen, gloren
glanzend wrijven boenen
glanzende zijde satijn
glanzig blinkend
glanzing tinteling, twinkeling
glas fluit, kelk, pint, roemer, romer, ruit
glas bier pint, tapje
glas jenever borrel, oorlam
glas koude koffie met cognac mazagran
glas licht bier - pilsje
glas met ijs, vruchtjes en slagroom sorbet
glas sterke drank borrel, neut
glas zonder voet tumbler
glasaal - lintaal
glasaaltje etver
glasaardedeksel - aludel
glasachtig email, glazig, hyalien, vitreus
glasachtig korund - pachee
glasachtig mineraal hyaliet, mica
glasachtige massa - glazuur
glasblazerswerktuig - bolstok
glasdruk hyalografie
glasgarnaal - steurkrab
glasgordijn vitrage
glashard - zakelijk
glashelder doorzichtig, duidelijk, klaar, zonneklaar
glasinstrument verrofoon
glas jenever - borrel, schrapmannetje
glasklok - stolp
glas koffie met suiker - mazagran
glasopaal hyaliet
glaspapier cellofaan
glasplaat ruit
glasruit - vensterruit
glasschilder glazenier
glassoort stras
glassteen hyaliet
glauberzout natriumsulfaat
glazen bak schaal
glazen blad plaat, ruit
glazen bolletje knikker, kraal, stuiter
glazen buisje pipet
glazen chemische buis buret
glazen deksel - stolp
glazen kap op een dak bovenlicht, daklicht, lantaarn
glazen kast - vitrine
glazen klok stolp
glazen knikker - kraal, stuiter
glazen korf met platte bodem erlenmeijer
glazen kweekhuis - kas
glazenmaker libelle
glazenmakers beitel - loodmes
glazen omhulsel fles
glazen proefbuisje pipet
glazen uitbouw erker
glazen vat flas
glazen veranda - serre
glazen verpakkingsmiddel fles
glazen visbakje - kom
glazen voorwerp fles, glas, pot, vaas
glazen uitstalkast vitrine
glazen vullen - tappen
glazen zuigbuisje pipet
glazenier - glasschilder
glazenier, Nederlandse - Boermeester, Campendonk, Colette, Eyck, Hofman, Nicolas, Prikker, Toorop, Weyand
glazig - glasachtig
glazuren gleizen, verglazen
glazuur email, tandemail, verglaassel
glee gaal, gergel, gleuf, kroos, sleet, slijtplek
glei - dekriet
gleis pottenbakkersklei
gletsjer ijsveld, ijsrivier
gletsjer afsmelting ablatie
gletsjerbanden ogiven
gletsjerbreuk ijsval
gletsjerkunde glaciologie
gletsjerpuin eindmorene, middenmorene, morene, zijmorene
gletsjerrand - morene
gletsjerspleet crevasse ,
gletsjer, smeltwater van de - gletsjermelk
gleuf geul, glee, greppel, groef, groeve, inkeping, insnijding, keep, kerf, kier, reet, richel, rits, sleuf, sponning, spleet, split, uitholling, vore, wetering
gleuf van een schuifraam - sponning
glibberig - glad, schampig, slibberig, slijmerig, vetachtig
glibberig dier aal, kikker, paling, pier, slak, slang, worm
glibberig persoon gladjanus
slibberige vis - paling
glijbaan roetsjbaan, sullebaan
glijden afzakken, glissen, roetsjen, schuiven, schuren, slippen, sullen
glijden door de lucht - zweven
glijdend (muz~) glissando
glijdende sneeuw - lawine
glijder spirant
glijdop glijspijker
glijvliegen - zweven
glijvliegtuig zweetvliegtuig
glij-ijzer loper, schaats
glijvoertuig slee, slede
glimlach grijns
glimlachen - smuilen
glimmen blinken, flonkeren, glanzen, gloeien, gloren, schitterenspiegelen, stralen, vunzen
glimmend kunstaas blinker
glimmend maken - poetsen
glimmer kattengoud, mica
glimmer of kachelglas - mica
glimmersoort - biotiet
glimp flikkering, glans, gloed, schijn(sel), sprank(je), vleug, vonk
glimworm - lichtkever
glimworm, mannetje van de - vuurvliegjes
glinster glans, sprank, schittering, vonk
glinsteren blinken, schitteren, tintelen, twinkelen
glinsteren van de ogen - gloriën
glinsterend - blinkend
glinsterend aardewerk gleiwerk
glinsterend zwart gitzwart
glinstering glans, schittering, tintel(ing)
glint heining, latwerk
glioomsoort - astrocytoom, ependynoom, glioblastoma, medulloblastoom, multiforme, oligodendroglioom
glip kerving, kier, reet, scheur, snede, spleet, split
glippen - uitglijden
glippertje escapade, slippertje, uitstapje
glissen - glijden
glissando (muz.) glijdend
glit loodoxide
glitter glamour, schittering
globaal afgerond, doorsnee, gemiddeld, geschat, ongeveer, ruwweg
globe - aardbol, bol, wereldbol
globebloem - trollius
gloed bezieling, blink, elan, geestdrift, glans, glimp, gloor, hitte, kracht, reflectie, schittering, verve, vlam, vuur(glans), warmte
gloednieuw fonkelnieuw
gloed ontberend kil
gloeien blaken, blinken, branden, fonkelen, glimmen, gloren, schitteren, schijnen, uitstralen, vlammen
gloeiend ardente, blakend, heet, heftig, verhit, vlammend, vurig
gloeiend deeltje - vonk
gloeiende kolom gas vlam
gloeiende massa lava
gloeispaan hamerslag
gloeiworm - lichtkever
glooien afhellen, aflopen
glooiend - schuin
glooiing beloop, berm, helling, talud, verloop
gloor - glans, gloed, schijnsel
glop glans, gloed, schijnsel
gloren blinken, dagen, flikkeren, glanzen, glimmen, krieken, schitteren, stralen
glorie aanzien, aureool, eer, ere, faam, glans, hulde, lof, luister, nimbus, praal, pracht, roem
gloriëren pralen, roemen
gloriekroon erekroon
glorierijk heerlijk, roemrijk, verheerlijkt
glorieus glansrijk, luisterrijk, roemrijk, trots
glorificatie verheerlijking
gloriool stralenkrans
glossé glos, kanttekening
glottis stemspleet
Gloucester, oorspronkelijke naam van - Glevun
glucocol - lijmzoet
glucose dextrose, druivensuiker
glucogeenstapelziekte thesaurismus
glui - dekriet
gluipen loeren
gluiperd huichelaar, leperd, stiekemerd, valsaard
gluiperig achterbaks, geveinsd, hypocriet, huichelachtig, onecht, stiekum, vals
gluiperig kijken - loeren
glunder blakend, glanzig, helder, opgewekt, tevreden, vrolijk
glunderen stralen
glunderend blij
gluren koekeloeren, loeren, spieden, turen
glutaeus - bilspier
glutine beenderlijm
glutineus lijmerig
gluurder bespieder, kijker, loerder, spieder, voyeur
gluurster - loerster
glijboot hydroplaan
gniffelen gnuiven, grinneken
gnoe antiloop
gnome - zedenleer
gnoom aardgeest, aardmannetje, berggeest, dwerg, kabouter
gnosis inzicht, kennis
gnuiven - gniffelen
goal doelpunt, treffer
goalie - keeper
goalkeeper doelverdediger, keeper
goallat doellat
goalpaal doelpaal
gobelin wandkleed, wandtapijt
God Aangeroepene, Opperwezen, Schepper
God (Lat.) deus, Jahweh, Jehova
God alleen zij eer s.d.g.
God der Indianen - Noncomala
God met bokkenpoten Pan, sater
God met twee gezichten - Janus
God van de akkers Conus, Faunus, Vervactor
God van de Babyloniërs Baäl
God van de begeerte Pathos
God van de bescherming van de staat Polias
God van de besmetting Sterculius
God van de bevrijding van zorgen Aequitas, Lydios
God van de bijbel Elohim, Jehova, JHWH
God van de bliksem Jupiter
God van de bloedige dood Ker
God van de dapperheid Vitrus
God van de dichtkunst Apollo,Braga, Bragi
God van de dieven Hermes
God van de donder Donar, Jupiter, Thor
God van de dood Anubus, Caeculus, Mors, Thanatus Uller
God van de dood Ind. Myth. - Jama
God van de droom Morpheus
God van de duisternis (Gr.) Ahriman, Erebus, Zoroaster
God van de eed en trouw War
God van de eeuwigheid Aeternitas
God van de geboorte Pelumnus
God van de geneeskunde Aesculaplus, Esculaap
God van de geploegde akkers Obarator
God van de grenzen Terminus
God van de handel Hermes, Mercurius
God van de haven. Portunus
God van de hekeling en spot Momus
God van de herders Ruminus
God van de herfst Vertumnus
God van de Hindoes Brahma, Indra
God van de honger Fames
God van de hoop Spes
God van de Indianen Manitou, Noncomala
God van de jaargetijden Freyer
God van de jonggehuwde mannen Subigus
God van de kinderen Fascines
God van de koophandel Hermes, Mercurius
God van de landbouw Saturnus
God van de liefde Amor, Cupido, Eros
God van de muzen Apollo
God van de noordenwind Boreas
God van de noordoostenwind Kaikias
God van de onderwereld Dis, Oreus, Pluto,
God van de onoverwinnelijkheid Invictus
God van de oorlog, wijsheid en kracht Ares, Mars, Tyr
God van de oostenwind Eurus, Vuturnus
God van de overwinning Victor
God van de regen Pluvius
God van de rijkdom - Plutus, Xanthos
God van de rivieren Asopus, Enipeus, Peneus, Rhesos, Xanthos
God van de scheiding van ziel en lichaam Viduus
God van de scherts Liber, Locus
God van de schone kunsten Apollo
God van de schrik Pavor, Phobos
God van de slaap Hypnos ,Morfeus
God van de slaven Portunus
God van de spot Momus
God van de steden Promachos
God van de stilzwijgendheid Horos, Widar
God van de storm Njord, Typhon
God van de stroom Inachos, Tiburtus
God van de trouw Fides, Var
God van de tuinbouw Priapus
God van de tijd Janus
God van de uitvindingen Hermes
God van de veeteelt Pales, Priapus
God van de veiligheid Securitas
God van de velden Picus
God van de vernietiging Loki
God van de wateren Neptunus, Njord, Poseidon
God van de wederliefde - Anteros
God van de welvaart van de staat Salus
God van de westenwind Zephyrus, Zephuros
God van de wind Aeolus
God van de wijn Bacchus, Dionysos
God van de woede Furor
God van de wouden Picus
God van de zang, snarenspel en schone kunsten - Apollo
God van de zee Aegir, Egir, Glaucus, Neptunus, Njord, Ocoanos, Poseidon
God van de zuidenwind Africus Auster, Notus,
God van de zuidoostenwind Eurus
God van de zuidwestenwind Libs
God van het begin en einde Janus
God van het bestraffen van misdaden Ultor
God van het bos - Sater
God van het dodenrijk Hades, Pluto
God van het eggen Occator
God van het huwelijk - Hymen
God van het kwaad Ahriman
God van het metaal bewerken Vulcanus
God van het onweer Hadad
God van het spreken Fabulius
God van het uitrusten tijdens de tocht Qulies
God van het vee Faunus
God van het veld - Sater
God van het vuur Hephaistos, Vulcanus
goddelijk heerlijk, hemels, schoon, verheven, verrukkelijk, zalig
goddeloos gruwelijk, heilloos, misdadig, ongodsdienstig, onheilig, schandelijk, slecht, zedeloos, zondig
goddeloosheid Atheïsme, inpieteit, boosheid ongodsdienstigheid, verdorvenheid
goddeloos mens - atheïst
goddeloze atheïst, ongelovige
goddelijke openbaring - orakel
goddelijkheid - diviniteit
Gode allen zij de eer - S. D. G.
Gode zij dank dg
Gode zij de hoogste 1of L. P.O.
Gode zij lof Ld.
Gode zij lof en het volk heil L.D.S.P.
goden asen, penaten
godendienst - afgodsdienst
godendrank nectar
godenleer fabelleer, mythologie
godenspijs - ambrosia, ambrozijn
godenverhaal - mythe
godgeleerdheid theologie
godenverblijf Asga(a)rd, Helicon, Hemel, Olympus, Parnassus, Walhalla
godgeklaagd ergerlijk, schandelijk
godgeleerd theologiach
godgeleerde theoloog
godgeleerdheid theologie
Godgewijd - heilig
Godgewijde vrouw - begijn, non
Godgezind - godsdienstig, vroom
Godheid - Aegir, Apollo, Amor, Ares, Ate, Eos, Eolus, Eros, Donar, Loki, Odin, Frigga, Ra, Ran, Saturnus, Wodan
Godheid Opperwezen
Godheid (Hebreeuws) Ja(h)we
Godheid - demon
Godheid met bokspoten Pan, Sater
Godheid van de Hindoes Brahma
Godheid van de Indiërs - Indra
godin Ate, Artemis, Astarte. Aurora, Bellona, Ceres, Demeter, Diana, Eris, Flora, Fortuna, Gea, Gerda, Hera, Hestia, Iduna Irene, Iris, Isis, Laga, Nemesis, Ran, Venus, Vesta
Godin van de aarde Gea
Godin van de akkers Dea
Godin van de Amazonen Otrera
Godin van de angst Angerona
Godin van de armoede Penia
Godin van de bestrijding van kwaden Angitia
Godin van de blindheid Orbona
Godin van de bloemen Flora, Ohioris
Godin van de bronnen en rivieren Najade
Godin van de dag Homers
Godin van de dageraad Eos, Aurora, Themis
Godin van de dapperheid Minerva
Godin van de duistere nacht Leto
Godin van de eendracht Concordia
Godin van de eeuwige jeugd Hebe, Iduna, Juventa
Godin van de gemakkelijke geboorte Numeria
Godin van de genezing Panakeis
Godin van de gerechtigheid Astrea, Justitia, Themis
Godin van de gezondheid Hygiea
Godin van de groeikracht Marcia
Godin van de herlevende natuur Ostara
Godin van de hulp op woelige zee Leukothea
Godin van de jacht Artemis, Diana
Godin van de jeugd Hobo
Godin van de kinderen Cunia
Godin van de krijgshaft Indra
Godin van de kuisheid Pudicitia
Godin van de lagere rang - nimf
Godin van de landbouw Ceres, Demeter
Godin van de lastdieren Epona
Godin van de lente Flora, Ostara
Godin van de liefde Aphrodite, Venus
Godin van de lieflijkheid Bettina
Godin van de maan Astarte, Luna, Selene
Godin van de muzen Melete, Mneme
Godin van de natuurkracht lris
Godin van de onderwereld - Cora, Hela, Persefone
Godin van de onsterfelijkheid Ida
Godin van de oorlog - Bellona
Godin van de opwekking der liefde Stimula
Godin van de overreding Suada
Godin van de overvloed Abundantia, Consivia
Godin van de overwinning Nike. Victoria
Godin van de paarden Epona, Hippia
Godin van de plantengroei Chloris, Flora
Godin van de razernij Lyssa
Godin van de regenboog Iris
Godin van de rijstcultuur - (Dewi) Sri
Godin van de rust Hesychia
Godin van de scheepvaart Nehalennia
Godin van de schoonheid Gerda
Godin van de spinsters Berchta
Godin van de Syriërs Astarte
Godin van de toorn Ira
Godin van de toverij Hecate
Godin van de trouw Fides
Godin van de tuin en het ooft Pomona
Godin van de tweedracht Eris
Godin van de twist Eris
Godin van de tijdwisseling Dike, Eirene, Eunomia
Godin van de verblinding Apate,Ate
Godin van de vergetelheid Lethe
Godin van de vermoeidheid Fessonia
Godin van de verzoening Virplace
Godin van de vindingrijkheid Minerva
Godin van de vrede Forsete, Irene
Godin van de vreugde Laetitia
Godin van de vrijheid Feronia
Godin van de vruchtbaarheid Nerthus , Rhenia
Godin van de wellust Volupia
Godin van de wieg Cunina
Godin van de wijsheid Athene, Minerva
Godin van de wolken Nephele
Godin van de wraak Ate, Nemesis
Godin van de wrekende gerechtigheid - Nemesis
Godin van de zee Ino, Ran, Rana
Godin van de zogende moeders Edulia
Godin van de zorg Cura
Godin van het bedrog Apate
Godin van het beginnende jaar Anna
Godin van het berouw Metameleia
Godin van het geheugen Mnomosyne
Godin van het geluk Fortuna
Godin van het gerucht Faam, Fama, Pheme
Godin van het graan Ceres ,Demeter
Godin van het huiselijk geluk Vesta
Godin van het huwelijk - Hera, Holda, Holle, Juno
Godin van het lot Fortuna
Godin van het medelijden Misericordia
Godin van het noodlot Moïra
Godin van het ongelijk Cassandra
Godin van het onheil Ate
Godin van het recht Astraea, Themis
Godin van het schaakspel Caïssa
Godin van het vuur - Megera, Vesta
Godin van het zinnelijk genot Libentia, Vulgivaga
Godin van tuin en erf Pomona
Godinnen van de jaargetijden - horen
Godlof l. d.
godloochenaar atheïst, ongelovige
godloochening atheïsme
godsakker - begraafplaats, kerkhof
godsbode - engel
godsdienst animisme, boeddhisme, christendom, confucianisme, cultus, dynamisme, geloof, hindoeïsme, islam, jodendom, leer, NH, P.G., religie, ritus, R.K., shintoïsme, taoïsme
godsdienst Islam, N.H., R. K., P.G.,
godsdienst in VoorIndië Brahmanisme
godsdienstig devoot, geestelijk, gelovig, religieus, vroom
godsdienstig feest der Turken balram
godsdienstig gebouw abdij, kapel, kerk, klooster, synagoge, tempel
godsdienstig gebruik besnijdenis, rite
godsdienstig gezang motet
godsdienstig lied - psalm
godsdienstig offermaal (Arab.) sedekah
godsdienstig vragenboek catechismus
godsdienstige gebruiken - ritus
godsdienstige groep kaste, kerk, sekte
godsdienstige - vrome
godsdienstige handeling bidden, cultus, gebed, liturgie, magie, rite, ritueel, ritus
godsdienstige groep - sekte
godsdienstige herleving Réveil
godsdienstige leerrede preek, predikatie, sermoen
godsdienstige overdenking meditatie
godsdienstige richting confessie, gezindte, kerk, sekte
godsdienstige scheiding schisma
godsdienstige sekte uit de middeleeuwen Atbigenzen, Waldenzen
godsdienstige toespraak allocutie, predikatie, preek, sermoen
godsdienstijver geloofsijver
godsdienstleraar dominee, geestelijke, pastoor, predikant, priester, rabbi, rabbijn, rebbe
godsdienstloos - neutraal
godsdienstoefening adventsdienst, dienst, (Isr.) seider, mis,
godsdienstonderwijs catechese, catechisatie, lering
godsdienstonderwijzer - (Ind.) goeroe
godsdienstplechtigheid eredienst, liturgie
godsdienstschool van de Islam madrasah
godsdienstzaak geloofszaak
godsdienstzin godsdienstigheid
godsgebouw godshuis, kerk, tempel, liefdadigheidsgesticht
godsgericht orakel, ordale
godsgetuige martelaar
Godsgezant apostel, engel, profeet
godshuis armenhuis, basiliek, bedehuis , dom, kathedraal, kerk, tempel
godslastering blasfemie, vloek
godslasterlijk - blasfemisch, liederlijk
Godsman apostel, Godsgezant, heilige, profeet
godsoordeel (middeleeuwen) vuurproef, waterproef
godsoordeel - ordale
Godsregering theocratie
godsspraak Epifanie, openbaring, orakel, profetie
godsstad - Jeruzalem
godsverzaking - godloochening
godsvloek - Kainsteken
godsvrucht devotie, godsvrees, godvrezendheid, vroomheid
godvergeten - goddeloos, gruwelijk, snood
godverloochenaar - afvallige, geloofsverzaker
godvrezend - gelovig, godvruchtig, religieus, vroom
godvruchtig devoot, pieus, vroom
godvruchtige oefening novene
godzalig godvruchtig, vroom
goed bagage, behoorlijk, bekwaam, bene, best, betamelijk, beter, betrouwbaar, billijk, braaf, bruikbaar, bezit, degelijk, deugdelijk, deugdzaam, edel, eerbaar, eerlijk, eerzaam, eminent, flink, fair, fijn, gaaf, genadig, geschikt, gewenst, gezond, gunstig, have, heerlijk, heilzaam, juist, kleding, koopwaar, leuk, nobel, oprecht, passend, puik, recht, rechtschapen, schitterend, textiel, tof, uitstekend, voortreffelijk, wel
goed bezit, goederen, have
goed (Barg.) emmes
goed garderobe, kleding, kleren
goed algemeen gebruik gewoonte, mos, zede
goed bedacht bekeken
goed begrijpen beseffen, snappen, vatten
goed bekend eigen, vertrouwd
goed beklant druk
goed doordacht weloverwogen
goed door elkaar gemengd b.m.
goed er uit zien ogen
goed gekookt gaar
goed gelegen welgelegen
goed geslepen - scherp
goed gewicht ggw
goed gezouten hartig, pittig
goed groeiende welig
goed helpen - weldoen
goed helpend afdoend, beproefd, deugdelijk, probaat
goed hoorbaar luid, overluid
goed ingelicht geïnformeerd, welingelicht
goed kunnende koken g. k. k.
goed nadenken - bezinnen
goed op de hoogte welingelicht
goed oplettend opmerkzaam
goed oppassen deugen
goed oppassend braaf
goed passend - aangegoten
goed redenaar Brugman, Cicero, Guldenmond
goed schoon keurig, net, proper
goed schot treffer
goed snijdend scherp
goed spreker orator, redenaar
goed staan kleden
goed stevig sterk
goed te lezen duidelijk, leesbaar
goed verneembaar hardop, luid
goed verstaanbaar helder, duidelijk
goed verzorgd netjes
goed voor kleding - stof
goed waarneembaar hoorbaar, verstaanbaar, zichtbaar
goed waarvan iemand het vruchtgebruik bezit loon
goed zo bravo
goedaardig benigne, braaf, goedhartig, goedig, goedmoedig, ongevaarlijk, vriendelijk
goedaardig gezwel - angioma, angioom
goedaardige hond - lobbes
goedaardige spot ironie
goedbloed - goedzak, lobbes, sukkel, sul
goeddoen - weldoen
goeddunken believen, welbehagen
goede afloop - welslagen
goede bekendheid faam, naam, reputatie, roep
goede daad weldaad
goede eigenschap deugd
goede geest engel, Ormazd, patroon
goede gezindheid - gundtig
goede grond teelaarde
goede grond voor bloembollen geest
goede hoedanigheid merite
goede hoop kans
goede kennis amice
goede kwaliteit tof
goede luim - humor
goede manieren bon ton, fatsoen
goede mannen arbiters, scheidsrechters
goede naam faam, reputatie
goede naam in geldzaken - krediet
goede talenkenner polyglot, tolk
goede trouw eerlijkheid, integriteit, probaatheid, rechtschapenheid
goede uitslag succes
goede verstandhouding harmonie
goedang (End.) pakhuis, provisiekamer
goedbloed goedzak, lobbes, sukkel, sul
goeddoen weldoen
goedendag adé, adi, aju, bonjour, daag, dag, hallo, knots, vaarwel
goedendag - knots
goedendag zeggen groeten
goed en fijn puk
goed en fraai mooi
goed en grondig terdege
goed en terecht juist
goed en zuiver - rein
Goedereede, plaats op - Ouddorp, Stellendam
goederen artikelen, bezit, bezittingen, gerei, have, huisraad, koopwaar, spullen, stoffen, waar, waren
goederen boven op een schip deklast
goederen opslaan bergen, opbergen
goederen opslagplaats depot, loods, pakhuis, veem
goederenverkeer- handel
goedertieren barmhartig, clement, genadig, genereus, goedgunstig, lankmoedig, mild, welgezind, welwillend, zachtmoedig
goedertierenheid genade, gratie
goedgebouwd welgevormd, krachtig
goedgeefs gul, mild, milddadig, royaal, scheutig, vrijgevig
goedgeefsheid gulheid, milddadigheid, mildheid, royaliteit
goedgehumeurd opgeruimd, opgewekt, vrolijk
goedgekeurd toegestaan
goedgekleed - pront
goedgelovig lichtgelovig, naïef, onnozel, orthodox
goedgemutst opgewekt, vrolijk
goedgevig gul, royaal, vrijgevig
goedgevormd - mooi, schoon
goedgezind weldenkend, welnemend, welwillend
goedgunstig genegen, minzaam, welwillend
goedhartig braaf, gemoedelijk, goedaardig, goedig, gul, vriendelijk, zachtaardig
goedhartige, domme man - sukkel, sul
goedhartigheid bonhomie, braafheid, jovialiteit welwillendheid
goedheid braafheid, deugd, gunst, rechtschapenheid
goedheilig man sint, sinterklaas, sintnicolaas
goedig bezadigd, gezapig, goedaardig, goedhartig, goedmoedig, zachtaardig, inschikkelijk, kalm, lankmoedig, liefderijk, sullig, toegeeflijk, vriendelijkheid
goedig mens - sul
goedige en domme man sukkel, sul, goeierd
goedje kleren, meubels, spul
goedkeuren accepteren, beamen, billijken, gouteren, gunnen, instemmen, inwilligen, ratificeren, sanctioneren, toelaten, toestaan, toestemmen
goedkeurend instemmend, toestemmend
goed- of afkeurende uitspraak - oordeel
goedkeuring approbatie, bekrachtiging, bijval, fiat, homologatie, instemming, ratificatie, sanctie, toestemming, waardering
goedkeuringsstem - suffrage
goedkoop billijk, bon-marché, plat, voordelig
goedkoopboekje - pocket
goedkope mutsekant langet
goedkope schouwburgrang - engelenbak, schellinkje
goedkope rang engelenbak, schellinkje
goedmaken bestrijden, dekken, goedpraten, herstellen, verbeteren, vergoeden
goedmaking vergoeding
goedmoedig goedaardig, gemoedelijk, goedig, onergdenkend, trouwhartig, welwillend
goedmoedigheid bonhomie, gemoedelijkheid, goedigheid, jovialiteit
goedreiniger bleker
goedrond openhartig, oprecht, rondborstig
goedschiks behoorlijk, betamelijk, gewillig
goedsmoeds bedaard, opgeruimd, opgewekt, welgemoed
goedspreken waarborgen
goedvinden goedkeuren, toelaten, toestaan, toestemmen, welbehagen
goedwillig dienstvaardig. gewillig
goedzak goedbloed, goeierd, lobbes, sul
goeierd goedbloed, goedzak, lobbes, sukkel, sul
Goël Heiland, losser, Verlosser, wreker,
goelijk goedaardig, lief, vriendelijk
goeman arbiter, bemiddelaar, commissaris, scheidsrechter
goendoe - anakhré
goeni gonje, jute
goenoeng (Ind.) berg, bergland
goesting lust, smaak, trek, zin
goffer dikkerd, dikzak
gok kans, pari, risico, schatting, waagstuk, weddenschap
gokhuis - casino
gokken riskeren, schatten, speculeren, wagen, wedden
gokker ibbelaar, dspeculant, speler
gokmachine - trekkast
gokspel dobbelspel, hazard, kaarten, loterij, lotto, poker, roulette, saturnus, totalisator, toto
golf baai, baar, gulp, guts, inham, roller, zeeboezem, zwalp
golfbaan - links
golfbeweging trilling, triller, deining, branding, omslaan
golfbreker dam, hoofd, pier, strandhoofd, strekdam
golfbroek - plus-fours
golflijn tremblé
golfslag - deining, rolling
golfspel, term uit het - bogey, brassy, bunker, caddy, club, course, drive, eagle, green, handicap, hole, iron, link, mashie, putter, spoon, stick, stroke, tee
golfstok brassy, club
golfterm green, hole, par, putt, putter, stick, tee,
golfterrein course, golflinks, greens, links
Goliath - reus
golven deinen, gulpen, plooien, stromen,zwalpen
golvende lok haar - krul
golving deining, fluctuatie, ondulatie, plooi, schommeling, undulatie
gom - gum,kit, kit, lijm, plak, plaksel, stuf, vlakgom
gomachtige stof lak
gomboom eucalyptus, sapium
gomelastiek caoutchouc, gummi, rubber, stuf
gomhars amoniakgom, bdellium, duivelsdrek, guttegom, mirre, opium, wierook
gomlak schellak
gommen kleven, lijmen, (op)plakken, rederen, stuffen, uitvegen
gondel cabine, schuitje
gondelier gondelroeier
gondellied barcarolle
gondelroeier gondelier, gondeliere
gondelschipper - gondelier
gondelstad Venetië
gondelwedstrijd regatta
gonfalon - banier
gong klankbekken
gong bij drumstel - bekken
goniometrie hookmeetkunde
goniometrische term cosecans, cosinus, cotangens, secans, sinus, tangens
gonje jute, zakkengoed
gonzen brommen, malen, zeuren, zoemen
gonzend brommend, malend,snorrend
gonzer - snorrepot
goochelaar - illusionist, kunstenmaker, prestidigitateur
goochelen - toveren
goochelkunst magie, toverij
goochelnummer - act
goochem arg, behendig, betjoegd, bijdehand, geslepen, gevat, gewiekst, handig, leep, link, listig, pienter, slim, sluw, schrander, spitsvondig, uitgekookt, uitgerekend, uitgeslapen
goocheme jongen linkmichel, linkmichiel, slimmerik
goochemerd leperd, slimmerd
gooi duw, slag, smeet, worp
gooien keilen, kogelen, slingeren, smakken, smijten, werpen
gooien of smijten kwakken
gooier smijter, werper
Gooilander Gooier
Goois dorp Blaricum, Bussum, Hilversum Huizen, Laren, Naarden
goor bedorven, grauw, groezelig, modderig, morsig, ongewassen, onfris, smerig, smoezelig, vaal, vies, vuil
goot afvoerbuis, afvoerkanaal , dakrand, geul, greppel, pijp, regenafvoer, rioolbuis
gootgat afgietsel, spoelwater
gootnat - spoelwater
gootpijp afvoerbuis
goot in de rundveestal - groep, grup
gootsteen aanrecht, lavet
gootvormig, groef op een zuil cannelure
gordel band, buikriem, ceintuur, draagband, krans, kring, lasso,lijfband, riem, singel, sjerp, snoer
gordel (Jap.) - obi
gordelbeurs - beugeltas
gordeldier - armadil, armadillo, pantserdiertatoe
gordelriem - (degen)koppel
gordelroos - zoster
gordel van bloemen krans
gordel van een trekdier - gareel
gordel van sterren melkweg
gordel van zijde of andere stof sjerp
gordel zonder sluiting stepin
gordelroos huidontsteking
gordelvormig sneeuwgebied sneeuwgordel
gordijn courtine, doek, (Fr) rideau, store, vitrage, voorhang, voorhangsel
gordijn van gaas klamboe, muskietennet
gordijnband of koord embrasse
gordijnpreek bedsermoen
gordijnroede rail
gordijnstof - tarlatan
gordijnstok roe, roede
gordijnwieltje runner
gording balk, bint, dwarsbalk, dwarshout, rib, spant, spier
gore lucht - stank
gorgel hals, keel, strottenhoofd
gorgelen - spoelen
Gorgonen Medusa, Euryale, Stheno
Gorgonen, vader van de - Phorcys
gorgonisch ijzingwekkend
gorig - onzindelijk, smerig
gorilla - lijfwacht
gorilla mensaap, pongo
gors aanslibbing, kardoes, kwelder, nes, schor, zandplaat
gorsachtige vogel cirigors, ortolaan, rietgors
gortig bont, garstig, grof, smerig, vinnig, vuil
gortenbrij - gortenpap
gortenteller duitendief, erwtenteller, geldwolf, gierigsard, knar, krent, vrek
gortenpap gortebrij
gorter - pelmolenaar
Gorter, werk van - Mei, Pan
gorterij pelmolen
gortgerecht watergruwel
gortig garstig, grof, ongans, smerig, vuil
gortrijst - emer
gortworst - beuling
goteling geus, gietijzer
Gotisch siermotief hogel
Gotische letter fractuur
Gotische lettersoort blak
Gotische spitsboog ogief
Gotische stijl - ogivaalstijl, spitsbogenstijl
Goto Eilanden, een der - Foekoesjima
goud Au, Aurum
goud (Fr.) or
goudarend steenarend
goudboordsel galon, tres
gouddraad cantille
goudduivel geldzucht
goudemail - cloisonné
gouden boordsel - galon, tres
gouden dollarstuk eagle
gouden kalf mammon
gouden pond sterling sovereign
gouden munt dukaat, eagle, florlijn
gouden ring van Odin Draupnir
gouden vaatwerk (R.K.) monstrans
goudenregen linzeboom
goudforel - bergmeerforel
goudgehalte van munten allooi
goudgewicht - karaat
goudgulden Ggld.
goudhaantje elzenhaantje, goudsbloemvogel
goudhaas - acouchi, agoeti, paka
goudkleurig dorré, verguld
goudklomp - pepite
Goudland Eldorado, Ofir
goudmaken - alchemie, alchimi, alchimisterij
goudmaker alchemist, alchimist
goudmakreel dorade
goudmerel gouw, wielewaal
goudmunt - albertijn, dukaat, eagle, florijn, goudgulden, napoleon, nobel
goud of zilverboordsel - tres
goudpluvier diek, wilster
goudrenonkel boterbloem
goudsbloem calendula
goudschuim goudglit
goedsmid juwelier
goudstaaf baar
goudsteen - chrysoliet
goudstuk van 10 dollar eagle
goudtoets - essaai
goudvis - dorade
goudvogel wielewaal
goudwolf - jakhals
goudwortel gouwe, vrek, jakhals
goudzoeker alchimist, avonturier, (Am.) digger, fortuinzoeker
goudzwavel - antimoonsulfide
gougnotte - lesbienne
gouvernante duenna (Sp), huisonderwijzeres landvoogdes
gouvernement bestuur, provincie, regering
gouverneur bestuurder, landvoogd, nabob
GouverneurGeneraal - G.G., onderkoning
GouverneurGeneraal (Ned. Gesch.) Alting, Both, Brouwer, Carpentier, Coen, Daendels, Fock, Heutz, ldenburg, Loudon, Maetsuyker, Mossel, Pahud, Rochussen, Valckenier, Wiese
gouw gewest, goudmerel, landstreek, pad, provincie, sloot, streek, water, weg, watering, wielewaal
gouwe goudwortel, schelkruid, speenkruid
gozer kerel, vent
graad hoogte, mate, orde rang, stadium, titel, trap, waardigheid
graad van een breedtecirkel lengtegraad
graaf earl, edelman, landsheer
graafijzer - houweel
graafmachine dragline, excavateur, Jan-Allemachtig
graaf met bepaalde titel paltsgraaf
Graaf van Holland Aernout, Dirk, Floris, Jan, Willem
Graafschap - landschap
Graafschap in Engeland Essex, Kent, Leicester, York, Norfolk, Sussex
Graafschap in de middeleeuwen Bentheim, Brabant,
Graafster delfster, spitster
Graaf van Monte Christo Dantes
Graaf van Vlaanderen Arnuif, Boudewijn, Clito, Guido(guy), Robert, Robrecht, Clito, Dampierre
Gelre, Holland , Zutphen
graafwerk delfwerk, drondwerk, spitwerk
graafwerktuig
3 spa
5 schop, spade
6 grader, grijper
7 houweel, scraper
8 dragline, hefschop
9 bulldozer, graafwiel, hooglepel
10 excavateur
graafwesp bijenwolf, harkwesp, keverdoder, rupsendoder, spinnendoder
graag begerig, gaarne, gewillig, gretig, grif, gulzig, happig, hongerig, tuk
graagheid begeerte, eetlust
graag spelende - speels
graagte appetijt, begeerte, gretigheid, honger, lust, trek, zin
graag thuis zijn huiselijk
graaien gappen, grabbelen, grissen, ratsen, struinen, wegkapen
graal - schaal
graan gerst, haver, koren, maïs, rijst, rogge, tarwe
graanafval kaf, stro
graanbeurs - korenbeurs
graanbewerker molenaar
graanhulzen zemelen
graankorrel graantje, grein
graanelevator - graanzuiger
graanmarkt - korenbeurs
graanpakhuis silo
graanschuur korenschuur
graansilo - graanpakhuis
graansoort boekweit, gerat, gerst, gierst, haver, koren, maïs, rogge, rijst, spelt, tarwe, weit
graantje korrel, borrel
graantjespikker drinkebroer, nathals
graantrechter treem, tremel
graan uit de halm halen dorsen
graan voor nasigorang - rijst
graanworm korenbijter, korenbout
graanzeef harp
graanziekte - dwergroest, kalfjesbruin, kroonroest, meeldauw, moederkoren, oogvlekkenziekte, sneeuwschimmel, steenbrand, stuifbrand
graanzolder pezel, pijzel
graanzuiger elevator
graasde boter - grasboter
graasvlakte - weiland
graat beentje, gebeente, geraamte
graatachtig gratig, kraakbenig, week
grabbelen - graaien
grabbelton tombola
gracelijk aanvallig, bevallig, gracieus, sierlijk
gracht kanaal, kade, singel, vaarwater, veste
gracht in Amsterdam Egelantiersgracht, Elandsgracht,
Herengracht, Keizersgracht, Prinsengracht, Rozengracht, Singel
gracht om de stad singel
gracieus bekoorlijk, bevallig, elegant, gracelijk, hoffelijk, innemend, lieflijk, sierlijk
graderen - frijnen
gradueel trapsgewijs, opklimmend
graf grafkuil, groeve, kuil, mausoleum, pyramide, rustplaats, tombe
graf der farao´s piramide
graf van zwerfkeien hunebed
grafdelver doodgraver
grafelijk verzoek om geld bede
grafgebouw mausoleum
grafheuvel terp, tumulus
graficus - zie schilders, drukker, grafici, letterzetter, tekenaars, zetter
grafiek diagram, prentkunst
grafisch product boek, druk, drukwerk, ets
grafisch teken - cedille
grafisch vakman drukker, zetter
grafische afdruk ets, litho
grafische voorstelling curve, diagram, grafiek, schema
grafische voorstelling van aardbevingen seismogram
grafische voorstelling van hartslag cardiogram
grafiet - potlood
grafkelder crypte, crypt
graflied dirge
grafmonument pyramide, tomge
grafmonument in Bretagne en Engeland dolmen
grafnaald - obelisk
grafologie - handschriftkunde
grafschrift epitaaf, epitatis, epitafium, R.l.P.
grafsteen epitafium, grafmonument, tombe, zerk
grafteken - mastaba, piramide, sarcofaag, steen, stele, stoepa, tomge
graftempel in Peru huaca
graftombe mausoleum, praalgraf
grafvaas urn
graf van grote stenen - hunnebed
gragzerk - tombe
grafzuil obelisk, stele
gram beu, boos, kwaad, toornig, verbolgen, verstoord
gram - eenheid van gewicht, gr.
grammaire spraakkunst
grammatica grammaire, spraakkunst, syntaxis, taalkunde
gramaticaal - grammatisch
grammaticale term achtervoegsel, affix, bijwoord, bijzin, casus, enkelvoud, foneem, meervoud, naamval, naamwoord, nomen, persoon, prefix, pronomen, suffix, telwoord, tijd, tussenwerpsel, verbuiging, voegwoord, voornaamwoord, voorvoegsel, voorzetsel, werkwoord, wijs, woord, zin
grammatische figuur apocope, syncope
grammofoon draaitafel, fonograaf, pathefoon, platenspeler, pick-up
grammofoonplaat L.P., E.P.,plaat, schijf, single
grammofoonplatenautomaat - jukebox
gramschap boosheid, toorn, verstoordheid, woede, wrevel
gramstorig boos, grimmig, korzelig, kregel, kwaad, nijdig, toornig
granaat edelsteen, kartets, obus, patroon, projectiel
granaatkartets - schrapnel
granaatsteen melaniet
grande - rijksgrote
grandioos enorm, geweldig, groots, heerlijk, magistraal, monumentaal, prachtig, schitterend, weids
granen maaien - oogsten
graniet hardsteen, natuursteenporfier
granietkiezel macadam
granietputje kociolki, oricango
granito - kunststeen
granietribbel tafoni
granietsoort Poptrfier, Rapakivi
granietvariatie dioriet, porfier
granuleus korrelig
grap aardigheid, anekdote, bak, farce, geestigheid, gein, jolie, grol, jen, joke, klucht, kwinkslag, leut, mop, narrenpots, paskwil, poets, scherts, snakerij, streek, ui
grapefruit - pompelmoes
grapjas bouffon, clown, grappenmaker, hansworst, harlekijn, komiek, leukerd, lolbroek, malloot, nar, paljas, pleziermaker, potsemaker, schalk
grapje aardigheidje,geintje, lolletje
grapjes maken dollen, mallen
grappenmaker clown, farceur, geinig, grapjas, guit, hansworst, komiek, kwant, leukerd, lolbroek, luimig, malloot, nar, olijkerd, paljas, pias, pirewiet, potser, scaramouche, schalk, snaak
grappig aardig, amusant, boertig, dwaas, geestig, geinig, guitig, humoristisch, idioot, jofel, kluchtig, koddig, komisch, lachwekkend, leuk, leutig, luimig, mal, moppig, olijk, potsig, schalks, schelms, snaaks, uiig, vermakelijk, vrolijk
grappig (muz.) scherzando
grappig deuntje - mopje
grappig verhaal anekdote, boerde
grappigheid boert, geestigheid, gein, luim, snakerij
gras - alang-alang
grasachtig onkruid duist
gras afeten door koeien grazen
grasbewerking - maaien
grasbloem - aartje, madelief, spicula
gras dat na het maaien opschiet etgras,, etgroen, nagras
grasgewas pitrus,zegge
grasgewas aan de oever bies, riet
grasgans rietgans
grasgewas zegge
grasgrond veld, wei(de)
grashalm raai, spriet
grasjonker - groenvink
grasknarper kwartelkoning
gras korten - maaien
graskramp kopziekte, krampziekte
grasland - anger, beemd, dries, greide, groenland, made, mars, meent, meers, wei, weiland, weide, wel
grasland aan water beemd
grasland (drassig) dries
grasland (maaiveld) made
grasland tot akkerland maken - scheuren
grasland (gemeensch.) meent, mient
grasland (Vlaams) mars, meers
graslook bieslook
grasmaaier - hannekemaaier
grasmaand april
grasmachine maaie
grasmat - voerbalveld
grasmus braamfluiter, fitis, erwtenpikker, koewachter, tjiftjaf, tuinfluiter, zwartkop
graspeen graswortel
grasperk gazon
graspieper akkerleeuwerik, veldleeuwerik
grasplant allangalang, bamboe, dravik, gerst, gierst, haver, helm, maïs, riet, rijst, rogge, sorgho, suikerriet, tarwe, kweek, spelt, spits, vossenstaart
graspol aardkluit, plag
graspreek hagepreek
grassoort
3 oot, pee, poa, zea
4 aira, alfa, bent, bunt, coix, helm, mais, raai, riet, rijst,
teff
5 avena, briza, dolik, dravik, dreps, duist, emmer, evene, gerst, halfa, haver, kweek, oryza, rogge, sereh, smeel,
smele, spart, spelt, tarwe, zegge
6 bamboe, bromus, dravik, fiorin, gierst, holcus, lolium,
melica, milium, phleum, secala, sparte, witbol
7 bambusa, festuca, hordeum, kamgras, kropaar, lagurus,
molinia, panicum, pijlriet, sekgras, slofhak, sorghum
8 agrostis, alfagras, bentgras, buntgras, dactylis, duinriet,
eenkoorn, glyceria, hanepoot, hardgras, hooigeur,
imperata, liesgras, paspalum, phalaris, piekgras, pilzegge,
raaigras, reukgras, rietgras, rijstgras, sesleria, slikgras,
slijkgras, spartina, timothee, trilgras, triciticum, vlotgras
9 agropyton, ammophila, beemdgras, blauwgras,
cynosurus, cypergras, doddegras, elytrigia, emerkoorn,
mannagras, nevelgras, pampagras, panikgras, parelgras,
roegneria, saccharum, schijngras, slijkzegge, tarwegras,
tweekoorn, vedergras, vlasdolk, zwenkgras
10 alangalang, alopecurus, cortadoria, cymbopogon,
fioringras, gierstgras, hazenstaart, jobstranen, kruipertje,
liefdegras, oplismenus, paardegras, pampasgras,
pennisetum, phragmites, prachtriet, pseudosasa,
schapegras, scherpgras, slangegras, steppegras,
straatgras, struisgras, struisriet, suikerriet
11 anthoxantum, arundinaria, citroengras, deschampsia,
espartogras, kanariegras, kanariezaad, kweldergras,
muizengerst, negergierst, parelgierst, pluimgierst,
puccinellia, schaduwgras, scherpkruid, spartelgras
12 corynephorus, olifantsgras, stenotaphrum, timotheegras
13 arrhenatherum, calamogrostis, pijpestrootje,
rietzwenkgras, vossenstaart, zanddoddegras
14 beemdlangbloem, hondstarwegras
15 borstelveergras
grassoort in Spanje esparto, halfagras
grassoort in weilanden raaigras
grasspier grasspriet
grasstengel halm, smeel
grassteppe llano, pampa, poesta, savannah
grassteppe in Hongarije poesta
grasstuk plag, pol, zode
grastapijt graskleed, grasmat, grasveld
grastetanie graskramp, kopziekte
grasveld bleek, gazon, wei(de)
grasvlakte pampa, poesta, prairie, savanne, steppe, wei(land)
grasvlakte in Brazilië campo
grasvlakte in Ecuador paramos
grasvlakte in NoordAmerika prairie
grasvlakte in ZuidAmerika Llano, pampa
grasvlakte met groepjes bomen savanne
graszode groes, plag, pol
gratias dankzegging
gratie bevalligheid, charme, elegantie, genade, goedgunstigheid, goedertierenheid, gunst, kwijtschelding, zwier
Gratiën Aglaja, Euphrosyne, Thalia
gratieus zie: gracieus
gratificatie bonus, geschenk, premie, tantieme, toelage
gratig - graatachtig
gratis cadeau, kosteloos, pro deo, p.d., te geef, vrij
gratuit (Fr.) ongegrond, ongemotiveerd, onverplicht
grauw donkergrijs, gemeen, gepeupel, gespuis, goor, grijs, groezelig, janhagel, plebs, schuim, snauw, tuig, vaal
vaalwit, vaalzwart
grauw gesteente amaril
grauwe erwt kapucijner, keker, raasdonder
grauwe peulerwt - keker
grauwe peulvrucht capucijner
grauwe rotssteen - basalt
grauwe staar - cataract
grauwe zusters - Klarissen
grauwbruin dofbruin, vaalbruin
grauwen snauwen
grauwgeel kaki
grauwtje ezel, grauwschildering
grauwvink - ringmus
gravamen (Lat.) bezwaar, zwarigheid
grave (muz) ernstig, plechtig
graveel blaassteen, niersteen
graveerder etser, graveur, plaatsnijder
graveernaald burijn, ponsoen
graveersel - prent
graveerstift graveernaald
graveerwerk - niëllo
graven delven, spitten
graver grondwerker, delver , mineur, sappeur, spitter
graveren etsen, griffen, kerven, krassen
graveur etser, graceerder, plaatsnijder
graviditeit zwangerschap
gravin edelvrouw, landsvrouw
gravimeter aërometer, zwaartemeter
gravinnenkruid - hertshoornweegbree, varkenskers
Gravin (Eng.) Countess
Gravin (Fr.) comtesse
Gravin van Holland Ada, Jacoba, Margaretha
gravitatie aantrekkingskracht, zwaartekracht
graviteit deftigheid, plechtstatigheid
gravure ets, koperdruk, plaat, prent, zegelstempel
grawitz-tumor - hypermefroma
grazen weiden
grazig grasrijk
grazioso (muz) bevallig, liefelijk, zacht
grebbe greppel, sloot, vore
greel gareel, halsjuk
Greenwichtijd G.T.
greep gevest, grip, handigheid, handvat, handvol, heft, hengsel, houvast, knop, kruk, mestvork, oor, steel, stool, vaardigheid
greep van een degen gevest
greid grasland, weiland
greidboer - veehouder
greidgrond - wei(land)
greidplaats boerenplaats
grein beetje, gewichtje, korrel, korrel, schijntje, zier
greinachtig - greinig. korrelachtig, korrelig
greineren korrelen
greinig korrelig
greintje ziertje
grellen - visafval
grenadier infanterist, keursoldaat, soldaat
grenadine - vruchtenlimonade
grendel klink, knip, slot, schuif, schuifbout, sluitijzer
grendelen - sluiten
grenier garnier
grenenboom - den, pijnboom
grens afbakening, afpaling, afscheiding, einde, eindpunt, kant, kust, limiet, lijn, maat, rand, scheiding, scheidslijn, uiterste
grensbeambte commies, douane, douanier, grenswacht,
grensboom maal, slagboom
grenscontrole douane, douanedienst, grenswacht
grensdocument paspoort, visum
grensganger grensarbeider
grensgebied tussen twee flora´s biochore
grendgeld - tol
grensgewest grensstreek, mark
grenskantoor - douanepost
grensland mark, randgebied
grenslijn grenslinie, limiet, omtrek, rading, schreef, zijde
grenslinie grenslijn
grens met douane - grenspost
grensoppervlak - horisfeer
grenspaal cippus, landpaal, scheipaal
grenspolitie - douane
grensrivier van Europa en Azië Oeral
grensrivier van Italië en Gallië Rubicon
grensscheiding demarcatielijn, demarkatie, laak, wetering
grenssloot laak
grensteken boom, paal, steen
grensstreek grensgebied
grens van heesters - heg
grenswaarde lim., limiet
grenswacht douanier, kommies
grenswachter - commies, douanebeambte
grenzeloos bar, eindeloos, erg, mateloos, oeverloos, onbegrensd, onbeperkt, geul, , onmetelijk, ontzettend
grenzen - belanden, naderen, palen
grenzen aan palen
grenzend - aangelegen
greppel aardgeul, geul, goot, grep, groef, groeve, slootje, voor, vore, watergang
greppel in het hoogveen raai
greppelrus - mothaar, paddengras
gres kiezelzandsteen
gresbuis rioolbuis
gretig begerig, belust, gaarne, graag, grif, gulzig, happig, hongerig, schrokkerig, tuk
gretig verlangen azen, smachten
gretigheid aviditeit, begeerte, begerigheid, graagte, gulzigheid
gribus achterbuurt, bouwval, keet
griebels fratsen, grimassen, kunsten, rillingen
grief belediging, bezwaar, ergernis, klacht, krenking, kwelling, leed, smart, verdriet
Grieken (bij Humerus) Danaërs
Griekenland Hellas
Grieks Helleens
Grieks achtervoegsel algie, archie, fiel fobie, geen, grafie, iatrie, kratie, logie, loog,, manie, pathie
Grieks alfabet alpha, bèta, chi, delta, epsilon, èta gamma,, jota, kappa, lambda, mu, nu, omega, omikron, phi, psi, rho, thèta, xi, sigma, tau, upsilon, zeta
Grieks bestuurder geront, archont
Grieks beeldhouwer Doidalses, Eubolides, Eufranoz, Feidias, Leochares, Lysippos, Myron, Praxiteles, Skopas, Timotheos
Grieks blaasinstrument aulos, kithara panfluit, schalmei, subs, syrinx
Grieks blijspeldichter - Aristofanes, Eupolis, Kratinos, Menander
Grieks bovenkleed - Chitoon
Grieks bruiloftslied - Epihalamion
Grieks Concertgebouw Odeon
Grieks danslied - hyposchema
Grieks dialect - Aiolisch, Archaisch, Attisch, Boiotisch, Dorisch, Eleisch, Ionisch, Koinê, Lesbisch
Grieks dichter Anacreon, Homerus, Pindarus ,Sappho
Grieks district - nomos
Grieks eiland
3 Ios, Kea, Kos
4 Nios, Oxia, Simi
5 Chios, Delos, Hydra, Korfu, Kreta, Milos, Laros, Lesbos,
axos, Samos, Syros, Thera, Tinos, Vidos, Zante
6 Aegina, Amorgo, Andros, Euboia, Fleves, Ikaria, Ithaca,
Ithaki, Kastos, Korfoe, Lesbos, Lesvos, Leukas, imnos,
Megalo, Patmos, Piperi, Schiza, Skyros, Thasos, hodos,
Valexa, yioura
7 Arkoudi, Athokos, Kalamos, Kerkyra, Kythira, ythnos,
Pelagos, Petalas, Spetsai
8 Serirhos, Skiathos
9 Alonnisos, Antimilos, Antipaxos, Falkonera, Patroklos,
Periatera, Psasthoura, Sapientza, Skaopelos, Velopoula,
Zakynthos
10 Elafonisos, Kefallina, Samothrake, Skantzoura,
Skyropoula
Grieks fabeldichter Esopus
Grieks fabeldier - griffioen
Grieks feest in de oudheid - Apat(o)uria, Ch(l)oia
Grieks geneesheer Galenas, Hippocrates
Grieks gebergte Athos
Grieks gerechtshof Areopagus
Grieks geschiedschrijver - Eforos, Herodotus, Thoukydides, Xenofon
Grieks grensland - Albanië, Bulgarije, Joegoslavië, Turkije
Grieks heilig dier - stier
Grieks heldendicht epos, Ilias, Proteus, Poseidon
Grieks infanterist - peltast
Grieks kapmantel - Birrus
Grieks kledingstuk - chiton, chlamys, Himation, peplos, petasos
Grieks landschap Arcadia, Attica, Beotië, Elis, Epirus, Thessalie
Grieks lied ter ere van Apollo - paian
Grieks lied ter ere van Doinysos - dithyrambe
Grieks loflied - enkomion, epinokos
Grieks mannenvertrek - androon
Grieks muziekinstrument - aulos, hydraulis, kithara, lyra, syrinx
Grieks onderklees - chiton
Grieks schiereiland - Chalkidike, Pelion, Peloponnesos
Grieks schilder - Apelles, Apollodoros, Eufranor, Mikon, Nikias, Parrasios, Pausias, Polygnotos, Protogenes, Zeuxis
Grieks snaarinstrument kithara, lier, lyra
Grieks soldaat hopliet, peltast
Grieks spreekgestoelte - ambo, bema
Grieks treurdicht - threnos
Grieks treurspeldichter Aeschylus, Casperius,Thespis, Sophocles, Euripides
Grieks veldheer Epaminondas, Miltiades, Themistocles
Grieks voorvoegsel akro, amfi, an, ana, anti, apo archeo, auto, baro, biblio, bio, chrono, crypto, demo, di, dia, en, epi, fono, foto, geo, helio, hemi, hexa, holo, homo, hydro, hypo, iso, kata, kilo, kosmo, kyno, leuko, litho, makro, meso, meta, mikro, mono, necro, neo, neuro, ochlo, on, ortho, paleo, pan, para, patho, penta, peri, petro, poly, proto, pyro, steno, syn,
tele, theo, thoxi, zoö
Grieks voorzetsel - epi
Grieks wiskundige - Eudoxis
Grieks wollen vrouwenkleed - peplos
Grieks zinnebeeld van de vruchtbaarheid - fallos
Griekse aanvoerder voor Troje - Agamemnon
Griekse berg - Athos
Griekse berg aan Apollo en de Muzen gewijd - Helikon, Parnas(sus)
Griekse beroepszanger - aoidos
Griekse bevolkingsgroep - Joerochen, Wlachen
Griekse bode der goden - Iris
Griekse bouwstijl - Dorisch, Korintisch, Lonisch,
Griekse bruidschat - proika
Griekse bijbelvertaling - septuaginta
Griekse dichter(es) - Alkaios, Alkman, Anaxillas,
Archilochos, Batoon, Hesiodos, Hipponax, Homeros, Korinna, Pindaros, Sapfo, Simonides, Theognis, Tyrtaios
Griekse dictator Hipparchus, Hipplas, Metaxas, Pattakos, Papadopoulos
Griekse eilandengroep Dodekanesos, Milo
Griekse fabeldichter - Esopus
Griekse geldswaarde talent
Griekse geschiedschrijver Herodotus
Griekse gezelschapsdame - hetaere
Griekse God Apollo, Ares, Artemis, Ate, Athene, Bia, Dionysos, Eros, Gaea, Hades, Hebe, Hera, Pan, Poseidon, Tyche, Zeus
Griekse God van het dodenrijk - Hades
Griekse godin Artemis, Ate, Athene, Demeter, Eris, Hebe, Hera, Irene, Iris, Tethys
Griekse godin van de dageraad - Eos
Griekse halfgod Herakles, Heros, Hercules, Prometheus
Griekse halfgoden - heroën
Griekse harp magadis
Griekse haven - Patras, Pireüs, Saloniki, Volos
Griekse held van Troje Achilles, Ajax, Patroclos
Griekse heraut - Stentor
Griekse hoofdstad - Athene
Griekse koning over het eiland Erythia met drie lichamen (myth.) Geryon
Griekse koningin der goden - Hera
Griekse koorleider - choreeg
Griekse krijgsgod - Ares
Griekse krijgsman uit Thebe Epaminondaa
Griekse laars - kothurn
Griekse lengtemaat palmos, piki, stadie
Griekse letter -
2 fi, mu, nu, pi, ro, xi
3 chi, eta, ksi, phi, psi, rho, tau
4 alfa, beta, iota, jota, zeta
5 alpha, delta, gamma, kappa, laba, omega, sigma, theta
6 lambda
7 epsilon, omikron, upsilon
Griekse lier kithara, phorminx
Griekse lierdichter Arion, Orpheus, Pindarus
Griekse maat, oude - choes, kotyle
Griekse mantel pallium
Griekse markt agora
Griekse munt drachme, lepton, obool, stater
Griekse muntwaarde talent
Griekse mythologische vorst - Ceyx
Griekse naam voor Amer Eros
Griekse naam voor Ceres Demeter
Griekse naam voor Diana Artemis
Griekse naam voor Hercules Heracles, Herakles
Griekse naam voor Juno Hera
Griekse naam voor Jupiter Zeus
Griekse naam voor Mars Ares
Griekse naam voor Mercurius Hermes
Griekse naam veer Minerva Athene
Griekse naam voor Neptunus Poseidon
Griekse naam voor Pluto Hades
Griekse naam voor Venus Aphrodite
Griekse nimf - Calypso
Griekse omgangstaal - koinè
Griekse onheilsgodin en godin van de blinde drift Ate
Griekse oorlogsgod Ares
Griekse oppergod Zeus
Griekse orakelplaats Delphi
Griekse pasmunt obool
Griekse patrijs - steenhoen
Griekse politieke club - hetaerie
Griekse raad - boule
Griekse redenaar Aft(h)onos, Aichinis, Antifon, Demosthenes, Hyperides, Isokrates, Lysias
Griekse rivier -
4 Aoos, Arta
5 Axios, Euros, Ladon
6 Evinos, Kourou, Louros, Mornos, Nestos, Pinios, Pirros
7 Acheron, Aggitis, Enipeus, Euratas, Strymon, Thyamis
8 Acheloos, Aliakmon, Alpheios, Filiouri, Gallikos,
Selinous
11 Kalamntari, Monglenitsa
Griekse schilder Apelles, Zeuxis
Griekse stad Aigai, Argos, Arta, Athene, Bolos, Chalkis, Chios, Drama, Edessa, Enos, Kalamai, Korinthe, Nauplia, Patrai, Pyrgos, Saloniki, Serrai, Sparta, Thebe, Thessalinica, Veria, Xanthi
Griekse stad met orakel - Delphi, Dodone
Griekse stad-staat in de oudheid - Athene, Sparta, Thebe Griekse tiran - Hippias, Kyselos, Peisistratos, Periander,
Polykrates
Griekse tragediedichter - Aischylos, Euripides, Sofokles
Griekse vaas amfoor, amfora
Griekse vaasvorm - kylix
Griekse vampier - lamia
Griekse veldheer Miltiades, Themistocles
Griekse vertaling van het O.T. septuaginta
Griekse vilten muts - 0pilas
Griekse wachter filax
Griekse waterkruik - hydria
Griekse waterslang - hydra
Griekse wijsgeer Aristoteles, Epicurus, Plato, Pythagoras, Socrates, Thales, Solon, Zeno
Griekse wijsgerige school - Eleaten
Griekse witte wijn Samos
Griekse woonkamer megaron
Griekse zanger rapsode
Griekse zeegod Poseidon, Proteus, Triton
Griekse zeenimf Galatea
Griekse zoete wijn - samos
Griekse zonnegod - Helios
grien - huilebalk
griend hoephout, rijshout, rijswaard, waard
griendhout hoephout, rijshout, teen
griendland hoepland
grienebalk huilebalk
grienen huilen, jammeren, janken, pruilen
griep influenza
griepen pesten, treiteren, zeuren
gries kiezelzand, meisje, gruis, snol
griesmeelproduct - macaroni, spaghetti, vermecelli
griet grutto, meisje
grietensoort - scharretong, schurftvis, tarbot
grietenij schoutambacht
grietje bakvis, topzeil
grieven beledigen, ergeren, hinderen, krenken, kwellen, kwetsen, plagen, pijnigen, steken, treffen, (ver)wonden
grievend beledigend, bitter, bijtend, grof, krenkend, kwetsend, pijnlijk, sarcastisch, scherp, stekend,
grievende belediging hoon, smaad
grieze meisje, snol
griezel afkeer, engerd, gruizel gruwel, kriezel
griezelen gruwen, huiveren, rillen, ijzen
griezelfilm horrorfilm, thriller
griezelig eng, grillig, huiverig, huiveringwekkend, ijzig, koud, macaber, onguur, sinister
griezelig mens engerd
griezelverhaal spookverhaal, thriller
grif begerig, gaarne, glad, graag, graveernaald, gretig, vaardig, vlot(weg), vlug, volmondig
griffel entlot, entrijs, entrijchlorophyls, grift, stift
griffelen - enten
griffen etsen, graveren, inkrassen
griffioen fabeldier, griffion, grijpvogel, lammergier, leeuwarend, smous
grif kanaal, vaart, watergang
grifnesje entmesje
grifweg - moeiteloos, vlot
grein knorrepot
grijnen - grienen
grijns glimlach, grimas
grijnslach spotlach
grijnzaard grommer, knorrepot
grijnzen grinniken, huilen, lachen,
grijnzend sardonisch, spotlachend
grijnzend lachen grinniken
grijpachtig - begerig
grijpbaar - bereikbaar, tastbaar
grijpen (aan)pakken, beetpakken, krijgen, nemen, pakken, snappen, vangen, vatten
grijpen naar reiken
grijper - vanger
grijper (grondgraafmachine) excavateur
grijprtje - pakkertje
grijpvogel griffioen, krakeend, lammergier
grijs aloud, bar, donkerwit, grauw, groezelig, lichtblauw, overoud, oud, schier, vaal
grijsaard - bejaarde, nestor, oude
grijsachtig geel beige
grijsachtig metaal - kobalt
grijsbont grauwgevlekt
grijs en bejaard - oud
grijsgrauw vaalgrauw
grijsgroene kleur reseda, zegroen
grijsheid - ouderdom
grijskruid - knoflookkruid, kruiskruid
grijs of flets - vaal
grijs worden poliose
grijze ijnkorrelige zandsteen - molasse
grijze kleur asgrauw grauw,
gril bevlieging, bui, caprice, frats, inval, kuur, luim, nuk, rilling, opwelling, willekeur
grill - braadrooster
grillen - griezelen, huiveren, rillen
grilleren braden, roosteren
grillerig - grillig, huiverig, nukkig, rillerig
grillig balsturig, barok, bizar, buitensporig, capricieus, (muz.) capriccio, eigenzinnig, exentriek, grotesk, huiverig, humeurig, korzelig, lastig, luimig, moeilijk, netelig, nukkig, onbestendig, ongedurig, ongestadig, onregelmatig, onstabiel, onvoorzien, ruw, veranderlijk, wonderlijk, willekeurig, wispelturig, wisselvallig, wispelturig, wuft, zonderling
grillig behandelen gesol, sollen
grillig van stijl barok, bizar, grotesk, rococo
grillig van vorm - grotesk
grilligheid bizarrerie, kuur, luimigheid, nuk, nukkigheid, wisselvalligheid
grilling huivering, rilling
gril of frats - kuur
grilziek - lastig, nukkig
grim grimmigheid, onvriendelijk, toorn, woede
grimas frats, gezicht, grijns, kuur
grimassen geveinsdheid, kunstenmakerij, onoprechtheid
grimbek - knorrepot
grime opmaak
grimeersel - schmink
grimeren opmaken, sminken
grimeur - toneelkapper
grimmig boos, nors, onguur, onvriendelijk, toornig, (muz.) torso, verbitterd, verbolgen, verhard, verontwaardigd, vertoornd, woedend, vreeswekkend, wrevelig
grimmigheid boosheid, norsheid, toorn, verbolgenheid, woede, wreveligheid
grind (grint) kiezel, rolstenen, steengruis
grind-en zandrug - oos
grindhoop in wegbermen - kits
grindewal dolfijn
grindzand - gus
grinniken gniffelen, grijnzen, lachen, meesmuilen
griotje dropje
grip - houvast
grissen graaien, jatten, pakken, weggrijpen, wegroven
grit grutto
groef geul, gleuf, greppel, inoeping, inkerving, kerf, kloof, kuil, plooi, put, reef, ril, rimpel, rits, sleuf, sloot, uitholling, voeg, voor, vore
groef in de huid - rimpel
groef in een zuil cannelure
groefbidder aanspreker
groeftaster pick-up
groei aanwas, evolutie, ontwikkeling, tier, toeneming, toename, uitbouw, uitbreiding, uitspruitsel, was(dom)
groeien aangrijpen, aanwassen, aanzwellen, dijen, gedijen, opkomen, opschieten, ontwikkelen, tieren, toenemen, wassen
groeihormoon somatotropine
groeiloos onvruchtbaar
groeimiddel gier, mest, kunstmest
groeimiddel toedienen bemesten, gieren
groeistadium embryonaal
groeistoffen - auxinen
groeizaam fertiel, vet, voedzaam, vruchtbaar, welig, wulps
groen (wapenkunde) sinopel
groen foet, nieuweling, noviet, onervaren, onrijp, pril, vers
Groen (Herald.) - sinopel
groenaarde - seladoniet
groenachtig blauw - pauwblauw
groenbedrijf groenboerderij, veehouderij
groenblijvende heester - taxus
groenblindheid deuteranopsie
groenboer veehouder, groentekweker, warmoezenier
groene edelsteen beril , smaragd
groene eiland - Ierland
groene haring panharing
groene heester hulst, taxus
groene lipbloemige plant rozemarijn
groene naaldboom - lariks
groene sierplant oleander
groene staar glaucoma
groene tafel - biljart
groene zijde linkerzijde
groene zuidvrucht - kiwi
groenheid frisheid, linksheid, onervarenheid, wrangheid
Groenland, bergtop op - nunatak
Groenland, hoofdstad van - Godthab
Groenland, ontdekker van - Gunnbjörn
Groenland, stad op - Etah, Ivigtut, Umanak,
Groenlander Eskimo
Groenlands vaartuig kajak
groenling groenvink, kneu, knuit
groensel - uitspruitsel
groensteen dioriet
groente
2 ui
3 lof, sla
4 biet, boon, erwt, knol, kool, look, moes, peen, peul, prei,
raap
5 kroot, linze, radijs, taugé, ijssla,
6 augurk, dunsel, kervel, molsla, salade, sjalot, snijsla,
sperge, tomaat, witlof, wortel, zuring
7 andijvie, asperges, bindsla, doperwt, kardoen, kropsla,
paprika, pluksla, ramenas, selderij, slaboon, snijbiet,
snijboon, snijkool, snijmoes, veldsla, warmoes
8 artisjok, botersla, brocceli, koolraap, koolrabi, rabarber,
rammenas, spinazie, rodekool, selderie, slabonen,
snijbonen, spekboon, spinazie, spruitje, sterkers,
stoofsla, tuinboon, zuurkool
9 aubergine, bloemkool, cantharel, doperwten, flageolet,
kapucijner, komkommer, moeskruid, pastenaak,
patiëntia, postelein, pronkboon, raapsteel, radijskool,
spitskool, spruitjes, wittekool
10 boerenkool, champignon, groenekool, capucijners,
peterselie, raapstelen, savoyekool, spruitkool,
suikermais, winterbiet, winterpeen
11 bladselderij, knolselderij, savooiekool, schorseneer,
sperzieboon, topinamboer
12 bleekselderij, schorseneren, slierasperge, winterwortel
14 prinsessenboon
15 herfstknolletje
groenteboer - groenteman
groente en vleesextract maggi
groentekweker berkoos, tuinder, warmoezenier
groentesoep julienne, potage
groentetuin moestuin
groente voor de soep selderie
greentijd novitiaat
groentje fout, nieuweling, noviet
groenvink - groenling
groenvoedergewas serradella
groenwerk - vendure
groep afdeling, club, complex, fondament, gezelschap, klasse, kliek, koor, kring, kudde, partij, ploeg, reeks, stel, team, troep, verzameling
groepen samenscholen
groeperen - rangschikken
groep agenten - politie
groep bijeen wonende dieren kolonie
groep bij elkaar behorende voorwerpen set, stel
groep bijen zwerm
groep cijfers achter de komma van een logaritme mantisse
groep coureurs - renstal
groep deskundigen braintrust, forum
groep dichters omstreeks 1950 experimentelen
groep duiven vlucht
groep eilanden archipel, eilandengroep
groep ganzen koppel
groep hemellichamen melkweg, spiraalnevel
groep herten roedel
groep honden meute
groep kippen toom
groep klanken woord
groep kunstenaars bent, generatie, kring, school
groep kunstenaars uit de 17e eeuw Muiderkring
groep. leerlingen klas, school
groep met opdracht comité, commissie
groep muzikanten korps, orkest
groep samenlevende personen commune
groep samenwerkers - ploeg, team
groep schapen kudde
groep schrijvers aan het eind der 19e. eeuw Tachtigers
groep spelers group, elftal, equipe, team
groep sporters - team
groep sterren stelsel, sterrenbeeld
groep uitgelezenen elite
groep van drie trias
groep van drie noten triool
groep van verfstoffen - eosine
groep van vier noten quartole
groep van vijf noten quintool
groep verwante families van planten en dieren orde
groep verwante geslachten familie
groep verwante ordes klasse
groep verwante soorten genus, geslacht
groep verwante variëteiten soort, species
groep verwanten familie, geslacht
groep vissen school
groep woorden - woordgroep, zin
groep zangers koor
groep zwanen bij elkaar zwanendrift
groepstaal - argot, bargoens, slang
groes - dries
groet adé, adie, adieu, aju(us), ave, begroeting, beleefdheidsbetuiging, bonjour, dag, eerbetoon, eerbewijs, gedag, glimlach, goedendag, hallo, handdruk, knik, morgrn, nik, salu(u)t, salve, tabé, vaarwel, welkom, zwaai
groeten aanslaan, gedag zeggen, knikken, nijgen, salueren, wuiven
groeten bij aankomst begroeten, verwelkomen
groeten bij afscheid uitzwaaien, vaarwelzeggen
groeten met de hand - zwaaien
groeten door een militair salueren
groet tijdens carnaval - alaaf
groeve gleuf, graf, greppel, kuil, sponning, vore
groeven - graveren, ingriffen
groezelig beduimeld, bestoven, goor, grijs, grauw, morsig, onfris, onzindelijk, smoezelig, vaal, vuil
groezig dof, goor, grijs, morsig, onfris, smoezelig, vaal, vuilgrauw
grof boers, bruusk, brutaal, cru, dik, gortig, groot, hard, honds, log, lomp, onbehouwen, onbeschoft, ongemanierd,
onverbloemd, ordinair, ploertig, plomp, ruig, ruw, schromelijk, zwaar
grof aardewerk - diggel
grof bedrog boerenbedrog
grof been - schonk
grof behaard ruig, ruwharig
grof boezeroengoed nassau
grof en boers - lomp
grof gebouwd bonkig, krachtig, plompstevig, zwaar
grof geschut kanon, houwitser, overmacht
grofheid - bruuskheid, forsheid, kloekheid, lompheid, ruwheid, onbeschaafdheid, onbeschoftheid, platheid, platitude, plompheid
grof hennepweefsel canvas
grof kolensoort cokes
grofkorrelig gesteente - notiet
grofkorrelige sneeuw firn
grof laken want
grof lijnwaad drol
grof linnen - jute
grof mens lomperd, plomperd
grof puin - brik
grofschilder huisschilder, verver
grof stuk brood homp
grof stuk geschut - houwitser, kanon
grofte - dikte, zwaarte
grof vuil - afval
grof weefsel canvas, jutestramien, tweed
grofweg - onnauwkeurig
grof wild - hert, moeflon, ree, zwijn
grofzinnelijk dierlijk
grog - kwast
grol aardigheid, boert, gekheid, grap, gril, mop, poets, ui
grollen grommen, knorren, morren, pruttelen
grollen maken schertsen
grollenmaker - clown, grapjas, grappenmaker, humorist, komiek, lolbroek, moppentapper, pias
grollig - grappig, snaaks
grombaard oudgediende, veteraan
grommen brommen, knorren, pruttelen,
grommig gemelijk, knorrig
grompot brompot, grol, knorrepot, nurks
grond aarde, akker, basis, beweegreden, bodem, drijfveer, erf, erve, fond, fundament, land, motief, oorzaak, raison, reden, veld, vloer
grond aanwinnen - inpolderen
grond bij een huis erf
grond die erts bevat ader
grond langs de zee strand
grond om boerderij erf, erve
grond ophogen aanaarden
grond tot behandelen reden
grond tussen dijk en rivier oeverwal, uiterwaard
grond van weinig waarde onland
grond voor vermoeden indicium
grondaanwinning inpoldering, kolonisatie
grondbalk kesp
grondbedrag basisbedrag
grondbeeld model, prototype
grondbedekking kleed, loper, tapijt
grondbeginsel dogma, element, fundament, kiem, principe, richtsnoer, stelregel
grondbeginsel betreffend elementair, fundamenteel, principieel
grondbeschrijving kadaster
grondbeschrijvend kadastraal
grondbewerking eggen, gieren, mesten, ploegen
grondbezit eigendom
grondbezitter landheer
grondbezitter van een polder - ingeland
grondbezit van vazal leen
grondbezitting - landerijen
grondboor puls
grondconstructie - postulaat
grondel - dikkopje
gronddenkbeeld grondgedachte
grondduiker- sifon
grondeenheid monade
grondeigendom grondbezit
grondeigendom van de staat domein
grondeigenschap - axioma
grondeloos bodemloos, ongegrond, onpeilbaar
gronden baseren, funderen, grondverven, grondvesten, stichten, vesten
grond en goed - terdege
gronden op - baseren
gronderig - troebel
grondgebied areaal, erf, land, rechtsgebied, rijk, staat, streek, terrein, territoir, territorium, tuin
grondgebruiker boer
grondgedachte basis, beginsel, principe, thema
grondgetal - zestig
grondhoek basishoek
grondhoogte terp
grondhuur - erfpacht
grondig afdoend, danig, degelijk, deugdelijk, diep, diepgaand, flink, fundamenteel, gedegen, geducht, indringend, ingrijpend, innig, radicaal, solide, stevig, terdege, troebel, uitentreuren, weldoordacht
grondig grondlegging, stichting
gronding - grondlegging
grondlaag fundament, onderlaag, precoat, residu, substraat
grondlaag met grondwater kwelm
grond langs de weg berm
grond langs de zee - strand
grondlasten grondbelasting
grondleen - bordelagium
grondlegger oprichter, stichter
grondlegger van de bacteriologie Pasteur
grondlegger van de biochemie Liebig
grondlegger van de elektriciteitsleer Maxwell
grondlegger van de psychoanalyse Fraud
grondlegger van de spectroscopie Huggins
grondlegger van het Esperanto Zamennof
grondlegging - gronding
grondlijn (wisk.) basis
grondlijn fundament, grondslag, grondvlak
grondlijster pitta
grondmist - nevel
grondnoot aardnoot, apenoot, katjang, olienoot, pinda
grondnotenolie - arachisolie
grondpand - hypotheek
grondpein - kweek(gras)
grondplan grondtekening, ontwerp, plattegrond
grondplant - lilmos
grondprobleem kernprobleem
grondregel axioma, basis, beginsel, norm, principe, programma, statuut, stelregel
grondregister - kadaster
grondrente - cijnsrecht
grondschaaf - horletoet
grondschuiver - bulldozer
grondslag axioma, basis, beginsel, fundament, fundering, grondvest, handvest
grondslag leggen baseren, funderen, grondvesten
grondslag van een dijk zaat, zate
grondslag van muntstelsel standaard
grondsoort geest, grint, hei, hoogveen, kalk, keileem, klei, laagveen, leem, löss, mergel, moer, molm, oer, tuinaarde, veen, zand, zandsteen, zavel, zeeklei
grondsop bezinksel, drab, droesem, heffe, moer, residu, zetsel
grondsteen fundamant, hoeksteen
grondstelling axioma, postulaat, principe, stelregel
grondstof element, erts, materiaal, materie, specie, stoffage
grondstof van asfalt - bitumen
grondstof voor aluminium bauxiet
grondstof voor beton - cement
grondstof voor bier gerst, gist, hop, mout
grondstof voor brood beslag, bloem, deeg, gist, graan, koren, meel
grondstof voor brouwerij hop, mout
grondstof voor buskruit houtskool, salpeter, zwavel
grondstof voor linnen - vlas
grondstof voor metaalbereiding - erts
grondstof voor pap melk
grondstof voor papier cellulose, hout, lompen
grondstof voor pannekoeken beslag
grondstof voor pottenbakkers gleis, klei, leem
grondstof voor superfosfaat - calciumfosfaat, fosforiet
grondstof voor tennisbaan gravel
grondstof voor textiel garen, katoen
grondstof voor touw hennep, sisal, vlas
grondstof voor macaroni, vermicelli etc. - hardgries
grondstof voor zeepbereiding loog
grondstuk voetstuk
grondtaal begintaal, Germaans, Gotisch, Grieks, Latijn, oertaal grondtekening - plattegrond
grondtekst - origineel
grondtoon a, do, prime, tonica, ut
grondtrek - hoofdlijn
grond tussen dijk en rivier - uiterwaard
grond verbetering melioratie
grondvernis slijplak
grondverven - gronden
grondverwering erosie
grondverzetmachine bulldozer
grondvest basis, fundament, grondslag, principe
grondvesten baseren, funderen, gronden, stichten
grondvester - grondlegger, stichter
grondvester van da U.S.S.R. Lenin
grondvlak basis, bodem, bodemvlak, steunvlak, vloer
grond voor tuinbouw - teelaarde
grondvorm model, type, voorbeeld, vorm
grondwaarheid axioma
grondwals - aardrol
grondwater kwelwater, welwater, zakwater
grondwater betreffende freatisch
grondweefsel van planten parenchym
grondwerker - graver
grondwet constitutie
grondwettelijk constitutioneel, grondwettig
grondwoord stamwoord
grondzee stortzee
grondzuil steunpilaar
Gronings bier kluin
Gronings eiland Rottum, Rottumeroog, Rottumerplaat
Gronings gebouw Martinitoren
Gronings gewest Fivelingo, Hogeland, Hunzingo, Oldambt, Reiderland, Westerkwartier, Westerwolde
Gronings hoog dorp wierd(e)
Gronings vliegveld Eelde
Gronings water - Boterdiep, Damsterdiep, Reitdiep
Groningse edelen (middeleeuwen) - redger
Groningse haven - Delfzijl, Zoutkamp
Groningse munt (17e eeuw) - flebbe
Groningse plaats -
4 Leek
5 Bedum, Haren, Marum, Ulrum
6 Beerta, Winsum
7 Delfzijl, Veendam, Warffum
8 Hoogkerk, Midwolda, Scheemda, Zoutkamp
9 Groningen, Grijpskerk, Hoogezand, Loppersum,
Muntendam, Onstwedde, Sappemeer, Uithuizen, Zuidhoorn
10 Appingedam, Grootegast, Noordwolde, Slochteren,
Vlagtwedde, Wildervank, Winschoten
11 Roodeschool, Stadskanaal
12 Bellingwolde, Musselkanaal, Nieuweschans
Groningse streek - Duurswold, Fivelingo, Goorecht,
Hunsingo, Oldambt, Westerkwartier, Westerwolde
groom livreibediende, rijknecht, stalknecht
groot aanmerkelijk, aanzienlijk, belangrijk, breed, enorm, fiks, geweldig, groots, kloek, kolossaal, lang, machtig, macro, mega, omvangrijk, ruim, uitgebreid, uitgestrekt, volwassen, voornaam, voortreffelijk, uitgebreid, uitgestrekt, uitstekend, wijd
groot aantal boel, massa, menigte, hoop, legio, veel, verzameling
groot applaus - ovatie
groot bedrag miljoen, kapitaal, ton
groot bezit gezondheid, rijkdom, schat
groot bierglas - pul
groot bioloog - Darwin, Carell, Mendel
groot boek - foliant
groot brengen opfokken, opkweken, opvoeden
Groot-Brittanië Engeland, Schotland
groot dichter Dante, Goethe, Homerus, Shakespeare
groot dik boek pil, foliant
groot dik stuk - homp
groot diner banket
groot drinkglas - bokaal
groot drukletter regaal
groot eiland Eire, Erin, Groenland ,Ierland
groot en breed ruim
groot en gerekt lang
groot en ruim breed
groot en sterk flink, stevig, stoer
groot en stevig fors, lijvig
groot en zwaar grof, groot, lomp, lijvig
groot en zwaar persoon - gofferd
groot exemplaar kanjer, knots
groot feest gala, partij
groot figuur held, reus
groot formaat papier folio
groot gat in een kous - knol
groot gebergte Alpen, Andes, Oeral
groot gebouw burcht, dom, flat, hal, kasteel, kathedraal, kerk, schouwburg, stadion, theater, toren, wolkenkrabber
groot gebouw in Amsterdam R.A.l.
groot gebouw voor sport stadion
groot gebrek - gemis
groot geoloog Lamarck
groot getal legio, menigte, veel
groot geval gevaarte
groot gevecht - veldslag
groot gasveld weide
groot glas bel, kelk
groot hert eland, rendier
groot huis kasteel, slot, villa
groot in aantal legio, talrijk
groot inlands hert - edelhert
groot jager Nimrod
groot kapitaal fortuin
groot kussen - peluw
groot land - Australië, V. S., U. S. A., China, India, Rusland
groot lichaam - kolos
groot logement hotel
groot nlokaal - zaal
groot maken - verheffen
groot man uit de geschiedenis Alexander, Caesar, Erasmus, Hannibal, Napoleon
groot mens enak, genie, held, kei, reus
groot muziekfeest - festival
groot natuurkundige Einstein, Newton
groot ongeluk catastrofe, onheil, ramp
groot onheil calamiteit, catastrofe, ramp
groot opgezet - ambitieus
groot opzien sensatie
groot papierformaat folio
groot plat stuk hout - plaat
groot plein esplanade
groot pretpark - lunapark
groot projectiel raket, torpedo
groot schaakmeester Aljechin, Bogoljubov, Botwinnik, Bronstein, Capablanca, Euwe, Fischer, Lasker, Morphy, Petrosian, Smislov, Spasski, Steinitz, Tal
groot scheikundige Laplace, Oparin
groot schietwapen kanon
groot soort augurk komkommer
groot soort hagedis - krokodil
groot soort letter hoofdletter, kanon, kapitaal, regaal
groot soort walvis ork, orka
grootsoort sportterrein - stadion
groot sterrenkundige Kepler, Tycho
groot strijkinstrument bas, contrabas
groot stuk bonk, brok, homp, klomp, klont, mop
groot stuk boter klont
groot stuk vis moot
groot treknet - wade
groot uitvinder Edison, Marconi
groot vaartuig prauw
groot vee - runderen
groot verlies debâcle, ramp, slag
groot vertrek aula, hal, zaal
groot vinvoetig dier - walrus
groot visnet schrobnet, wade, zegen
groot volkscentrum - stad
groot voorstellen opsnijden, opscheppen, overdrijven
groot voorwerp gevaartejoekel, kanjer
groot vuur brand
groot warenhuis - bazaar
groot water meer, oceaan, zee
groot waterdier narwal, nijlpaard, walrus, walvis
groot wezen reus
groot wijnglas roemer, romer
groot wijnvat toelast
groot winkelbedrijf supermarkt, warenhuis
groot wiskundige Boole, Euclides, Euler, Frege, Gauss
groot worden groeien
groot zeedier walrus, walvis
groot zeezoogdier orka, walvis
groot zeilschip fregat, galjoen
groot zoogdier - neushoorn
groot, zwaar boek turf
grootdoener dikdoener, opschepper, pocher
groot grondbezitter - bojaar
groothandelaar grossier
groot hans bluffer, pocher
groothartig - edelmoedig, grootmoedig
groothartigheid - edelmoedigheid, grootmoedigheid, hoogheid
grootheidswaan - megalomanie
groothertogdom - Luxemburg
grootbrengen opkweken, opvoeden
grootgebracht getogen, opgevoed
groothandelaar grossier
groothartig edel, edelmoediglankmoedig
groothartigheid edelmoedigheid, hoogheid grootmoedigheid
grootheid adel, hoogheid, luister
grootheidswaanzin megalomanie
groothertogdom Luxemburg
grootje grootmoeder , oma, opoe
grootkanselier opperzegelbewaarder
grootkruis erekruis, ridderteken
grootmaken verheerlijken, verheffen
grootmoeder beppe, besje, bestemoer grootje, oma, opoe
grootmoedig aardig, edel(moedig), genereus, nobel, onbaatzuchtig, onzelfzuchtig
grootmoedigheid edelmoedigheid, noblesse
grootmogol - Lenk, Timoer
grootouder oma, opa, opoe
grootpoothoender - hamerhoen, maleo
groots edel, enorm, fier, grandioos, heerlijk, hooghartig, immens, indrukwekkend, (muz.), kolossaal, luisterrijk, machtig, maëstuoso, magistraal, massaal, meesterlijk, monumentaal, ontzaglijk, prachtig, roemrijk,reusachtig, ruim, schitterend, trots, verheven, weids
grootscheeps - weids
groots van afmetingen enorm, gigantisch, kolossaal,
monumentaal
grootse prestatie topprestatie
grootsheid indrukwekkendheid, pracht, verwaandheid, fierheid, trots, hoogmoed
grootspraak blague, bluf, bombarie, branie, lef, ophef, opschepperij, overdrijving, pocherij, poeha, praal, snoeverij, vertoon, poeha, poeha
grootsprakig snoevend, zwetsend
grootspreekster pochster, snoefster
grootspreken bluffen, overdrijven, pochen, snoeven
grootspreker bluffer, opschepper, opsnijder, overdrijven, pocher, praalhans, snoever, windbuil, zwetsen
grootsprekerij renommage, snoeftaal
grootst gewichtigstmeest, uiterstvoornaamst
grootste deel leeuwendeel
grootste diamant - Culliman
grootste diersoort bruinvis, olifant, potvis, walvis
grootste eiland der Antillen Cuba
grootste gedeelte - grotendeels
grootste gemene deler G.G.D.
grootste hoeveelheid - maximaal
grootste hoogte culminatie, top, zenith
grootste klier - lever
grootste klok in klokkentoren bourdon
grootste rivier van Afrika Nijl
grootste rivier van Europa Wolga
grootste rivier van Java Solo
grootste rivier van Rusland Wolga
grootste rivier van ZuidAmerika Amazone
grootste schiereiland van Noord Amerika Labrador
grootste soort hert eland
grootste stad van Nebraska Omaha
grootste strijkinstrument (contra)bas
grootste vaart topsnelheid
grootte afmeting, breedte, formaat, getal, inhoud, kaliber, lengte, maat, omvang, sterkte, volume
grootte bepalen - meten
groottemeter megameter
grootvader opa, grootpapa
grootvader van Abraham Nahor
grootvader van David Obed
grootvader van Kanaän Noach, Noë
grootvader van Salomo Isaï
grootvee runderen
grootzeil van de achterste mast van een viermastbark - Jigger
gros aantal, meerderheid, meesten, merendeel, tal
grosse - agschrift
grossierderij groothandel
grosso mode (afk.) gr .m. , ruwweg
grot hol, holte, spelonk, uitholling
grot in Noord-Spanje Altamira
grote aal - lebaal
grote aanvangsletter hoofdletter, initiaal
grote aap baviaan, gorilla,, mandril, orang-oetang
grote adelaar koningsarend
grote afkeer haat, hekel, walging
grote afstand verte
grote auto camion (Belg.), slee, truck
grote auto voor verhuizingen verhuiswagen, tapissière
grote beginletter hoofdletter, initiaal
grote Beer - Hellewagen
grote Beer , een van de sterren van de - Alcor, Alioth, Benetnach, Dubhe, Megrez, Merak, Mizar, Phecda
grote beker bokaal, roemer
grote beroemdheid - superster
grote bijl aks
grote bijval furore
grote binnenplaats plein
grote blauwepruim - pruimedant
grote boerderij farm
grote boor avegaar, egger, effer
grote borst - boezem
grote boterbloem egelkolen
grote braadpan kastrol, kasserol
grote brede schop schoep
grote broeikas - serre
grote deurnis portaal
grote dichter - Dante, Goethe
grote dolk - kortelas
grote domheid blunder, enormiteit, flater, stommiteit
grote domoor - uil
grote draagmand bagge
grote drinkbeker bokaal, kelk
grote drukletter kapitaal, regaal, sabon
grote eetkamer - eetzaal
grote Europese rivier Don, Donau, Rijn, Wolga
grote figuur reus
grote fles - bottel
grote gehoorzaal aula, auditorium
grote geldsom - kapitaal
grote gemeente stad
grote gier uit de Andes condor
grote golf roller
grote grasvlakte campo, llano, pampa, poesta, prairie, steppe, toendra
grote groep hoefdieren - kudde
grote groep insecten - zwerm
grote groep mensen - drom, massa, menigte
grote groep wielrenners peloton
grote hagedis - varaan
grote halsdoek labaar
grote hamer moker, slegel, slegge
grote hoeveelheid boel, berg, bom, drom, hoop, legio, massa, menigte, overvloed, smak, stapel, stortvloed, tal, veel, wolk, zee
grote hoeveelheid geld fortuin, kapitaal, schat
grote hoeveelheid hooi hooiberg, hooimijt
grote hoeveelheid mensen menigte, schare
grote hoeveelheid schepen vloot
grote hoeveelheid vissen school
grote hoeveelheid zand berg
grote hofstede havezaat, havezate
Grote Hond, een van de sterren van de - Hondsster, Sirius
grote hoop - gros
grote houten hamer slag, slegge, slei
grote houten zeilboot - klipper
grote huizenmassa - blok, flatgebouw, huurkazerne
grote kamer salon, zaal
grote kan kit
grote katuil - ransuil
grote kerk basiliek, dom, kathedraal
grote knikker bonket, stuiter
grote knol koolraap, rammenas
grote kogel met ontplofbare lading - bom, raket
grote kuip bad, tobbe
grote kwint dominant
grote landmassa continent, vasteland
grote lange vis zaagbaars
grote lepel sleef
grote lettersoort kanon, kapitaal, regaal
grote loods hangar
grote loopvogel struisvogel
grote man kolos, reus
grote massa drom(men), hoop, horde, massa, menigte, meute, troep
grote meneer - banjer, banjerheer
grote menigte bande, boel, drom, heleboel, hoop, leger, massa, troep, vleet, zee, zwerm
grote menigte krijgsvolk leger, legioen
grote menigte sterren starrenbeeld
grote menigte vogels zwerm
grote meteoor bolide
grote mier brek
grote mislukking catastrofe, debacle
grote modderkruiper meerpoet, donderaal
grote moedige vogel adelaar, havik, valk
grote mogendheid China, Rusland, USA, USSR, VS. Engeland, Frankrijk, Italië, Duitsland, Japan
grote motorsloep barkas
grote muziekuitvoering - taptoe
grote naaldboom - ceder
grote oceaan, eiland in de -
3 Yap
4 Wake
5 Baker, Efate, Flink, Goeam
6 Anatom, Bikini, Jaluit, Jarvis, Kadvak, Malden, Ponape,
Saipan, Tahiti
7 Baranof, Fanning, Howland, Matador, Norfolk, Palmyra
8 Eniwetok, Johnston, Pitcairn, Wrangell
9 Guadelupe
10 Paaseiland, Tongalaboe
grote oceaan, eilandengroep in de -
7 Fidzji´s, Midways
8 Aleoeten, Hebriden, Koerilen, ,Marianen, Sporaden
9 Carolinen, Galapagos, Louisiaden, Melanesië,
Polynesië,
Rioe-Kioes, Tokelaoes
10 Filippijnen, Micronesië, Toeametoes
16 Bismarck-archipel
grote oceaan, trog in de -
7 Yaptrog
9 Bonintrog, Japantrog, Palautrog, Tongatrog
10 Mexcotrog
11 Atacamatrog, Kermadetrog,
12 Acapulcotrog, Aloetentrog, Koerillentrog,
Marianentrog, Rioekioetrog
16 Bougainvilletrog
grote onderneming concern, kartel, trust
grote opeenhoping - aandrang
grote ontplofbare kogel dumdum, granaat, bom
grote opgang furore
grote overdekte ruimte hal
grote personenauto stationcar
grote piano - vleugel
grote plaats metropool, stad
grote platte boot aak
grote platte mand - wan
grote puts - amiraal
grote ramp catastrofe
grote reistas - koffer
grote rivier Amazone, Don, Donau, Ganges, Indus, Maas, Mekong, Nijl, Mississippi Rijn, Taag, Tsjaad, Waal, Wolga,
Zambezi
grote rivier in Afrika Kongo, Niger, Nijl, Senegal
grote rivier in Amerika Amazone, Mississippi
grote rivier in Azië Ganges, Indus, Hoangho, Jangtsekiang, Lena, Mekong, Ob
grote rivier in Duitsland Elbe, Oder, Rijn, Wezer
grote rivier in Engeland Theems
grote rivier in Frankrijk Garonne, Loire, Rhône, Seine
grote rivier in Italië Po, Tiber
grote rivier in Nederland Maas, Rijn, Waal
grote rivier in Rusland Wolga
grote roeiboot aak, barkas, pinas, sloep
grote ronde cake tulband
grote ronde vrucht pompoer
grote roofvogel adelaar, condor
grote sardien pelser
grote schare mensen - menigte
grote schep ballaster, bats
grote sinaasappel Jaffa
grote sjaal - omslag
grote slachting hecatombe
grote slee ar, arre
grote sloep barkas
grote smidshamer voorhamer
grote spijker draadnageltaats
grote stad in Afrika Alexandrië, Caïro
grote stad in Amerika Boston, Chicago, NewYork, Washington
grote stad in Australië Melbourne, Sydney
grote stad in Azië Bombay, Calcutta, Peking
grote stad in België Antwerpen, Brussel
grote stad in Duitsland Aken, Berlijn, Dortmund, Essen, Frankfurt, Hamburg,, Hannover, Keulen, München, Wupperthal
grote stad in Engeland Birmingham, Leeds, Londen, Manchester, Sheffield, Southampton
grote stad in Italië Genua, Milaan, Napels, Rome, Venetië
grote stad in Nederland Amsterdam, Rotterdam, 'sGravenhage
grote stad in Oostenrijk Wenen
grote stad in Rusland Leningrad, Moskou
grote stad in Spanje Barcelona, Madrid
grote steen kei
grote steenmassa klip, rots
grote stoep bordes, trottoir
grote tas karbies
grote terts majeur
grote teug - gulp
grote tobbe - balie
grote toeloop run, rush
grote troep - karavaan
grote trom in een Moskee - bedoek
grote tuin hof, park, paviljoen
grote tuin in stad - park
grote verkeersweg autobaan, rijksweg, snelweg, verkeersader
grote verwondering - verbazing
grote verzameling huizen stad
grote verzameling sterren sterrenhemel
grote viervoeter kameel, olifant
grote vijgenboom waringin
grote vis kanjer, tarbot
grote vlerkpauw karakor, korekore
grote vlieg - brems, bremze, horzel
grote vloot armada
grote vogelkooi - voliere
grote vrucht ananas, kalebas, kokosnoot, meloen, pornpoen, suikermeloen
grote waadvogel flamingo
grote warmte hitte
grote waskuip tobbe
grote waterbak - tank
grote waterplas op de heide slat, ven
grote watervlakte zee
grote weide meers
grote wereldzee - oceaan
grote werkplaats fabriek
grote wesp - horzel
grote wezel hermelijn
grote wielerronde - toer
grote winkelzaak bazaar, bazar, magazijn, supermarkt
grote woede razernij
grote woestijn sahara
grote zaak supermarkt, warenhuis
grote zaal aula, hal
grote zak van grof linnen baal
grote zandvlakte woestijn
grote zee oceaan
grote zeebewoner - walvis
grote zeef teems
grote zeef voor graan harp
grote zeekreeft langoest
grote zeevis goudmakreel, ork
grote zeevogel - albatros
grote zilveren munt knaak, rijksdaalder, riks
grote zure kers (rode) griotte
grote zwaardwalvis ork
grote zware hamer - moker
grote zware persoon - dikzak, goffer, gofferd
grote zwemvogel - pelikaan
grotelijk - erg, hevig, zeer
grotendeels - voornamelijk
groter meerder
groter worden - groeien
grotesk barok, bizar, fantastisch, grillig, potsierlijk, raar, vreemd, vreemdsoortig, wonderlijk, zonderling
grotonderzoek - speleologie
grotonderzoeker speleoloog
grotsalamander olm
grotwerk van schepen - rocaille
grove ruwe
grove den - green, pijnboom
grove doek - dweil
grove fout blunder, bok, flater
grove geweven stof - jute
grove kerel bonk, knoet
grove laster - smaad
grove lat raster
grove schoen - barrel
grove stof jute, tweed
grove straatsteen - kassei
grove tarwe spelt
grove vijl basterd vijl, rasp
grove wollen stof aba, pilo, trijp, tweed, stamijn
grovelijk erg, schromelijk, zwaar
grovigheid - lompheid, ruwheid
gruis brokje, gries, korreltje, mortel stukje, poeder, puin, serpeling, zandje
gruit - gagel
gruizel griezel, scherf
grut gort, gruis, kinderen, kleingoed, kriel, ontuig, uitschot
grutboer - grutter
grutten - gorst, griesmeel
grutter grutmolenaar, kruidenier
grutterswinkel - grutterij
grutto griet, grit, marel
gruwbaar afschrikwekkend, afgrijselijk, ontzettend, vreselijk
gruwel afgrijzen, afkeer, afschuw, atrisiteit, hekel, horreur, huivering, tegenzin, weerzin walging, wanbedrijf
gruwelijk afgrijselijk, afschuwwekkend, ontzettend, vreselijk
gruwen griezelen, huiveren, ijzen, walgen
gruwzaam afschuwwekkend, afschuwelijk, verschrikkelijk
Guadalcanal, hoofdstad van - Honiara
Guam, hoofdstad van - Agana
Guatemala, berg in - Agua, Fuego, Tajumalco
Guatemala, bevolkingsgroep in - Ladino´s
Guatemala, luchtvaart mij. van - Avizteca
Guatemala, munt van centavo, quetzal
Guatemala, oorspronkelijke bewoner van - Maya
Guatemala, politicus in - Armas, Barrios, Cabrera, Carrera, Fuentos
Guatemala, stad in - Coban. Guatemala, Quetzaltenango, Zacapa
Guatemala, vulkaan in - Tacana, Tajamulco
gueridon (Fr.) siertafeltje
guichel gekheid, goochelarij, grimas, oog bedrog, toverij, toverwerk
guichet (Fr.) deurraampje, loket
guide (Fr.) geleide, gids, vleugelman, wegwijzer
guillotine valbijl
Guinee, bevolkingsgroep in - Foelbe, Kossi, Malinké, Soussou
Guinee, drank in - bili
Guinee, hoofdstad van - Conakry
Guinee, munteenheid in - Cauri, sily
Guinee, politicus in - Touré
Guinee, schiereiland van - Kaloem
Guinee, stad in - Dalaba, Kankan, Hindia, Mamoe
Guinees biggetje cavia, marmot
guirlande - bloemslinger, festoen
guit bengel, clown, deugniet, grappenmaker, kwant, kwant, leperd, nar, olijkerd, pagadder, platje, rakker, schalk, schavuit, schelm, slimmerd, snaak, vlegel
guitachtig schalkachtig, schelmachtig
guitig grappig, boertig, koddig , luimig, olijk, onschuldig, schalks, schelms, snaaks
guitigheid - ondeugd
guitstuk guitenstreek, jongensstreek
gul cordiaal, gastvrij, goedgeefs, goedhartig, hartelijk, joviaal, kwistig, liefdadig, mild, onbekrompen, rijkelijk, royaal, vrijgevig, warm
gulden florijn, fl., pegel, pegulant, piek, pietermanpop
guldenteken fl.
gulden maand - maart
gulden mysterie - Maria-boodschap
gulhartig gastvrij, hartelijk, joviaal, oprecht, openhartig
gulhartigheid gastvrijheid, mildheid, vrijgevigheid
gulheid kwistigheid
gul in het onthalen gastvrij
gulp broeksplitgolf, plens, slok, zwalp
gulpen - golven, gutsen, slokken, stromen, zwelgen
gulp in broek - split
gulzand stuifzand, welzand
gulzig begerig, graag, gretig, inhalig, onmatig, overdadig, schrokkerig, vraatzuchtig
gulp - sluiting, split, straal, stroom
gulp water zwalp
gulpen golven, gutsen, zwelgen
gulzigaard hebberd, schrok, schrokop, slokkerd, slokop, veelvraat, vraat, vreter, zwelgerd
gulzig eten buffelen, schranzen, slokken, vreten
gulzige eetster vreetster
gulzige eter slokker, schranzer, slokop, vraat, vreter
gulzigheid - vraatzucht
gum gom, stuf, vlakgom
gummi caoutchouc, elastiek, gom, rubber
gummiartikelen perservativa
gummidop op zuigfles - speen
gummidruk - offsetdruk
gimmimelksap van een sapotilleboom - chicle
gummistok knuppel, wapenstok
gunnen laten, toestaan, toewijzen, verlenen
gunst affectie, benefice, benevolente, genegenheid, genade, goedheid, gratie, pre, voordeel, voorkeur, voorrecht
gunsteling favoriet, lieveling, troetelkind
gunstgodin - Eumenide, wraakgodin
gunstenjager naloper, strooplikker
gunstig batig, bevorderlijk, dienstig, genadig, innemend, nuttig, optimaal, positief, voordelig, voorspoedig, welgezind
gunstig en fraai - mooi
gunstig gezind genegen, toegedaan, welwillend
gunstig gezind zijn - aanlachten, toelachen
gunstig toeval geluk
gunstig verlopen - meevallen
gunstige bekendheid faam, naam, roem, roep
gunstige aanbeveling recommandatie
gunstige eigenschappen voordelen
gunstige indruk maken ogen
gunstige toestand - gelegenheid
gunstigst optimaal
gunstrijk - goedgunstig
gure noordwestenwind mistral
gust blut, droogstaand, leeg, lens, mager, onbevrucht, schraal, vaar,
guts plens, golf, holbeitel, steekbeitel, zwalp
gutsen gooien, gulpen, neerstromen, plenzen, regenen
gutta - druppel
guttapercha balata, gummi, rubber
guur akelig, bar, kil, koud, naar, onaangenaam, ongenadig, schraal, snijdend, winderig, wreed
guur en droog schraal
guurte kilte
guur weer - herfstweer
Guyana, berg in - Roraima
Guyana, hoofdstad van - Georgetown
Guyana, rivier in - Berbice, Coeyouni, Demarara, Essequibo, Mazerorni
gymnaste - turnster
Gymnastiek - turnen
gymnastiek toestel bok, brug, halter, ladder, paard, rek, rekstok, ringen, trampoline, trapeze, wandrek
gymnastiekwerktuig halter, klimtouw
gy.nastische oefeningen - turnen
gyneacecum - harem
gynaecoloog vrouwenarts
Györ - Raab
gyratie draaiing
gyromantie waarzeggerij
H
haag heg, heining, omheining
haagberk - zilverberk
haagbezie - braam
haagbloem winde
haagbos doornstruik, struikgewas
haagboterbloem - speenkruid
haagdoorn meidoorn
haageik steeneik
haagloper spijbelaar
haagmus - bastaardnachtegaal
Haags romanschrijver Couperus,
Haagse meester - Allebé, Artz, Bisschop, Blommera, Bosboom, Gabriel, Israëls, Jongkind, Maris, Mauve, Mesdag, Neuhuys, Poggenbeek, Roelofs
haagspel rederijkersfeest
haagstruik - liguster
haagvors boomkikvors
haai bijdehand, roofvis, schrokop
haaiachtige - aalhaai, doornhaai, hamerhaai, haringhaai, hondshaai, isuridae, neushaai, reuzehaai, ruwehaai, sphyrnidaeste, gostoma, triakidae, voshaai, zaaghaai, zebrahaai
haaibaaj kenau, manwijf
haaiensoort - alopias
haaienvel segrijn
haaiig - pinnig
haailuis - remoza
haairog - spitsmuil
haak agrafe, angel, gesp, klauwier, kram, sluitbeugel, spang, zandplaat
haak aan een roer - roerhaak
haak met drie omgebogen tanden krauwel
haak met ring - palter
haak met veer musketon
haakfiguur - accolade
haakje - haakpen, krasje, schrapje
haakjes insluitingsteken
haaknaald haakpen
haak of hang kram
haakring - duimeling
haaks dwars, rechthoekig
haaksleutel loper, slothaak
haakspijker klauwier
haaksteek losse, vaste
haaks zetten zweien
haak ter bevestiging - gesp
haakvormig voorwerp klauw
haakwal spit, strandhaak
haal dor, droog, kras, lijn, overtoom, pennenstreek, ruk, streep trek, uithaal
haalbaar bereikbaar, uitvoerbaar
haal met de tong lik
haal of kras streep
haal over de huid krab
haaltje - trekje
haam achter schenkel, gareel, halsjuk, knieboog, trektuig, voorschoft
haan cantecleer, hoender, mannetjeskip
haan, gecastreerde - kapoen
haan van een geweer - trekker
haantje de voorste belhamel
haantje op de toren - weerhaan
haar dos, heidegrond, lanugo, manen, pels, pruik, vacht
haar afsnijden scheren
haar borstelen kappen
haar kammen - kappen
haar onder de neus moustache, snor
haar op de opperhuid van planten trichoom
haar van dieren manen, pels, wol
haar van een haas rool
haar van een paard manen
haar van een schaap wol
haarband - anadeem
haarbos dot, knot, krul, kuif, lok, vlecht
haarbos bij paarden - manen
haarbosje aan de onderlip sik
haarbosje voor het oor tochtlat
haarbos met vlecht streng
haarbos op voorhoofd - kuif
haarbundel krul, lok
haard broeinest, centrum, convector, kachel, schouw, stookplaats, vuurbron, vuurplaats
haarddeel haardkuil
haardijzer pook, rakel, vuurijzer
haardos baard, bakkebaard, pruik, sik, snor, toupet
haardos aan kin baard
haardos onder de neus snor
haardot - knoedel
haardracht kapsel, krul, pony, pruik, tres, vlecht, wrong
haardroog apparaat droogkap, föhn
haarfijn precies
haargroei lok, sik, baard
haardstede - stookplaats, vuurplaats, woonplaats
haarfijn minutieus, nauwkeurig, precies, procleus
haargolven onduleren
haargolving ondulatie
haargras - aira
haargroei baard, beharing, lok, sik, snor
haarkleur asblond, blond, bruin, donkerblond, grijs, platina, rood, ros, rossig, wit, zwart
haarkleuring spoeling
haarkloven harrewarren, muggenziften, uitpluizen, vitten
haarklover muggenzifter, sofist, vitter
haarkloverij beuzelarij, byzantinisme, casuïstiek, chicane, muggenzifterij, sofisme
haarknipmachine tondeuse
haarknipper - coiffeur, kapper
haarknoedel chignon, knoet, wrong
haarkrans bij een konijn - rozet
haarkrul boekel, lok
haarkruller - krultang
haarkuif aigrette
haarkunstenaar - stylist
Haarlemmerhout, van hem staat een beeld in de - Hildebrand
Haarlems voetbalelftal Edo
Haarlemse meester - Berkheijde, Bouts, Brouwer, Claez, Codde, Duck, Dusart, Freck, Hals, Heda, Leyster, Palamedesz, Pot, Ruysdael
haarlint strik
haarlok - haarkrul
haarloos - glad, kaal, onbehaard
haarmiddel - brillantine, haarlak, pommade
haarmos - vedermos
haarmuts berenmuts
haarolie brillantine
haar onder de neus knevel, snor
haaropmaken - kappen
haarpijn kater
haarplakmiddel brillantine
haarplukken harrewarren, twisten
haarrook heidedamp, veendamp
haarsieraad diadeem
haarsnijden - knippen
haarsnijder barbier, coiffeur, friseur, kapper, scheerbaas
haarsnijmachine tondeuse
haarsnit - coupe
haarsnoer haarband, tres, vlecht, wrong
haarspeld - schuifspeld
haarstreng tres, vlecht, wrong
haarstuk postische, pruik
haarstukje - touoet
haartangetje pincet
haartje - pluisje
haartooi - coiffure, kapsel
haartrimmen scheren
haaruitval alopecia, kaalheid, psilosis, rui
haar van sommige dieren - manen, wol
haarvat capillair
haar verliezen - kalen
haarversiering diadeem, spang
haarversteviging hairspray
haarverzorger coiffeur, kapper
haarvlecht klis, streng, tres, wrong
haarvogel - buulbuul
haarwasmiddel shampoo
haarwassen shamponeren
haarwater lotion
haarwerker posticheur, pruikenmaker
haarworm draadworm, huidziekte, trichine
haarwrong chignon, dot, knoedel, knot, kondee, streng, toet
haarzalf pommade
haarzeef - teems
haas langoor, lendestuk, moer, rammelaar, voedster
haasje dupe
haassoort - fluithaas, moer, pika, rammelaar, voedster
Haas, ster uit het sterrenbeeld de - Arneb
haast bijkans, bijna, gezwindheid, ongeduld, schier, spoed, spoedig, weldra
haasten - draven, jachten, jagen, opdrijven, opschieten, rennen, reppen, snellen, spoeden, voortmaken
haast hebbend gejaagd, gehaast, gepresseerd
haast maken opschieten, reppen
haastig driftig, dringend, gehaast, ijlings, jachtig, opvliegend, overijld, rap, schielijk, snel, spoedeisend, vlot, voorbarig, vlug, weldra
haastig (muz) precipitando, presto, tosto
haastig aanbrengen flansen
haastige beet snak
haastig en vlug snel, vlot
haastig hapje - snack
haastigheid - drift, haast, overijling
haastig wegkomen ritsen
haast of spoed - ijl
haasvreter - angsthaas, bangerik, bloodaard, wezel
haat afgrijzen, afgunst, afkeer, afschuwhekel, nijd, odium, pik, rancune, vete, vijandschap, walg, wrok
haatcampagne - hetze
haatdragend onverzoenlijk, rancuneus, vijandig, wrokkig
haatgevoel rancune
haat opwekkend - hatelijk
haatster - vijandin
habiel bedreven bekwaam, vaardig
habijt gewaad, kleed, monnikskleed, opperkleed, ordekleed, pij, toga,
habiliteit bedrevenheid, bekwaamheid, handelingsbevoegdheid, vaardigheid
habitué klant, kroeglopen, stamgast
habitueel aangewend, gemeenzaam, gewoonlijk
habitus gedaante, gedrag, houding, manieren
Habsburgse huis, lid van het - Albrecht, Ferdinant, Frederik, Karel, Leopold, Maria, Maximiliaan, Rudolf
hach waagstuk
hachee - vleesgerecht
hachelijk benard, benauwd, delicaat, epineus, gevaarlijk, gewaagd, kritiek, lastig, moeilijk, netelig, ongewis, penibel, precair, pijnlijk, veeg
hachelijke kans gevaar, risico
hachelijke onderneming waagstuk, risico
hachelijke situatie dreiging, gevaar, nood, risico
hachelijke toestand gevaar, nood, penarie, perikel
hachje jantje lichaam, leven, matroos, waaghals
haciëda - farm
Hades Dis, onderwereld, Orcus
haemomanie - bloedroes, bloedwaan
haf baai, fjord, inham, kreek, kustmeer, strandmeer
hafachtig zoutmeer etang
hafnium hf
haft eendagsvlieg, oeveraas
hagedisachtige
4 teju, worm
5 agame, gekko, skink,
6 agamen, iguana, tokkeh, sauria, varaan, waraan
7 lacerta, leguaan, tjitjak
8 basilisk, daggekko, kameleon
9 hazelworm, heloderma
10 dinosaurus, steengekko
11 gilamonster, muurhagedis
12 brontosaurus, franjevinger, komodovaraan,
ruïnehagedis
13 ijzerslangetje, gigantosaurus
hagedis der oude wereld agame
hagel ijskorrel
hagelwit - spierwit
Haiman, hoofdstad van Hoihow
hairstylist - kapper
Haïti, eiland behorende tot - Tortuga
Haïti, eiland waarop - is gelegen - Hispaniola
Haïti, hoofdstad van - Port-au-Prince
Haïti, munteenheid op - gourde
Haïti, rivier op - Artibonite
Haïti, stad op - Gonaives, Jacmel, Jeremie, Port-au- Prince, Port-de-Paix, Saint-Marc
Haïti, zeldzaam zoogdier, voorkomend op - agouta
Haitiche munt gourde
hak afgunst, bijlslag, haat, hiel, houw(eel), kerf, nijd, pikhouweel, slag, snede, wrok
hakbaar oogstbaar
hakbeitel hakguts
hakbijl (a)aks
hakbos - eikelhakhout, kreupelhout
haken haperen, naaldvak, naaldwerken, reikhalzen, smachten, snakken, strikken, talen, vasthechten, verlangen
hakenkruis swastika
haker gierzwaluw
hakerig - lastig, netelig
hakgereedschap bijl
hakhout - schaarhoutstrubben
hakkebord cimbaal, fries, zimbalon
hakkelaar stamelaar, stotteraar
hakkelen haperen, inkepen, insnijden, stamelen,stotteren
hakken delen, fijnmaken, rooien, houwen, kappen, sabelen, slaan, vellen, vitten
hakkenei telganger, damespaard
hakkepoffer motorbootje
hakketakken krakelen, vitten
hakken van eenzijdige groeven, in natuursteen - frijnen
hakmes heep, hiep, kapmes, (Mal. Parang), wiedmes
haksel - kort
hakselmachine - hakselaar
hakwerktuig aks, bijl, kapmes
hal portaal, portiek, vestibule
halen afhalen, apporteren, bereiken, ontbieden, ophalen, trekken, verkrijgen, verschaffen
half deels, demi, gedeeltelijk, medio, semi
half (muz) mezzo
halfaap -
4 lori, maki vari
5 indri, katta, lemur, potto
6 adapis, aye-aye, galago, ooraap, sifaka, vosaap
7 katmaki, koekang, oormaki, toepaja, wolmaki
8 babaketo, beermaki, busbagy, muismaki
9 spookdier
10 angwantibo, kobaltmaki, spookaapje, vingerdier
13 boomspitsmuis
half ambtelijk officieus, onofficieel, semi-officieel
half dozijn zes
half vrouw, half vis sirene, zeemeermin
half wol, half katoen satinet
halfagras - espartogras
halfbakken gebrekig, halfgaar, halfslachtig, stumperig
halfbloed cabocio, creool, grikna, halfkaste, indo, kee, kleurling, mesties, mulat, sinjo, zambo
halfbloed van Chinees - maliko
halfbloed van blanke en zwarte - mulat
halfbolvormig. overwelving van een gebouw koepel
halfbroer - stiefbroer
halfcirkelvormige boog in Romaanse stijl rondboog
halfdek gangboord
halfdonker schemer(ing )
halfdoorlaatbaar semipermeabel
halfdoorschijnend marmer - albast
halfdoorzichtig glas opaline
halfdrogende olie raapolie
halfdronken - beschonken, tipsy
halfduister - schemer
halfedelsteen agaat, amethist, chalcedoon, jaspis, onyx, opaal, topaas
halfedelgesteente agaat, amethist, chalcrdon, granaat, jaspis, kwarts, nalijn, onyx, opaal, turkois Zie ook edelgesteente
halfezel dzjiggetai, ghor-khar, kiang, koelan, onager
halfgaar gek, halfzachtuitgeput
halfgekamd wollen garen sajet
halfgod - Heracles, Heros, Prometheus, sater
halfgoden der Gothen - anses
halfgoud semilor, similor, tornbak
halfhemdje frontje)
halfhoevige - cacia, mara
halfhoge kolbak talpa
halfjaar semester
halfjaarlijkse wind moesson, passaat
halfjarig - semestraal, semestrieel
halfjarige stier - pinkbul
halfjonker page
halfhatoen - satinet
halfmaan e.k, l.k, raagbol
half mens, half paard - centaur
half mens, half stier - minotaurus
half mens, half vis - zeemeermin
halfrond hemisfeer
halfrond snijmes sikkel
halfrondvormig ovaal
halfrijm - assonantie, klinkerrijm
half slapen dommelen, dutten, soezen
halfschaduw penumbra
halfslaap doezel, dommel
halfslachtig weifelend, halfhartig
halfslachtigheid onzekerheld, weifeling
half stuk deel, helft
halftime - pauze, rust
halftint - nuance, schakering, tussentint
halfvasten Laetare
halfvette melk - halvamel
halfverheven - bas-reliëf
halfvlak hemiëder
halfvleugeligen - luizen, wantsen
halfvloeibaar kooksel brij, gelei, pudding, pap, vla
halfvloeibare stof stroop
halfvolwassen - aankomend
halfvrije horige, laat, lijfeigenen, slaaf, slavin
halfwarm lauw
halfwas leerling, melkmuil, puber
halfwas knecht op steenhoven - schabul
halfweg halverwege
halfwijs - kinds
halfwind dwarswind
halfwollen stof flanel
halfwollen stofsoort - molton
halfzacht dwaas, halfgaar, mallotig
halfzijde - floret
halfzijde stof satijn, satinet
halfzijdige verlamming - hemiplegi
half zingend, halfsprekend recitando, recitatief
halfzoete Spaanse wijs xeres(wijn), sherry
halfzuster - stiefzuster
halide -
6 haliet
7 boleïet, kalomel, sylviet
8 cryoliet, fluoriet, rinneïet
9 atacamiet
10 carnalliet, ralstoniet
11 cerargyniet
12 tachyhydriet, terlinguaïet
halleluja - hallal, lofkreet, lofzang
halletoren belford
hallo aanroep, goedendag, uitroep
hallucinatie zinsbegoocheling
halm - aar, korenaar, spriet, stengel
halmen van gedorst koren stro
halo maankring, zonnekring
halogeen - broom, chloor, fluor, jodium
haloragacee - myriophyllum, vederkruid
hals cervix, domkop, goedbloed,gorgel, keel, kluns, kraag, nek, onnozele, stakker, stumper, sufferd, sukkel, sul
halsband - halsriem
hals, deel van de - keel, nek, strottenhoofd
hals over kop abrupt, acuut, ineens, onverwacht, opeens, pardoes, plots, plotseling, subiet
halsbandzwijn - pekari
halsbedekking boa, boord, col, das, kraag, shawl, sjaal
halsheugel voor vee kelf, kennef
halsbont boa, vos
halsboord col, kol, kraag
halsbrekende sprong salto
halsdas - bouffante
halsdoek bef, das, fichu , labaar, shawl, sjaal, stola
halsdoek in driekantige vorm fichu
halsdoekje - tissu
halsgezwel krop, struma
halsgordel breidel, gareel, greel
halshout voor vee klaaf
halsijzer boei, pang
halsjuk gareel, haam
halsketting collier, snoer
halskraag boord, col, lub
halskwab kossem, wam
halskwab van runderen kossem
halslap - bef
halsoverkop acuut, ineens, onverwacht, pardoes, plots, plotseling
halsrecht terechtstelling
halsrechter beul
halsrechtplaats schavot
halsriem halsband, halster
halsriem voor paarden halster
halssieraad - karlant, parelsnoer
halsslap bef
halssnoer collier, karkant, ketting
halsstarrig bekrompen, eigenzinnig, wars, hardnekkig, hoofdig, koppig, obstinaat, onbuigzaam, stroef, stug, stijfhoofdig, vasthoudend
halsstarrigheid koppigheid
halsstarrig mens - stijfkop
halsstraf doodstraf
halster halsriem, hoofdriem, hoofdstel, paardentuig
halswervel atlas, draaier
halt genoeg, ho, hu, sta, stop, stopteken, werda
halte abri, stopplaats, wachtlokaaltje
halteplaats station, stopplaats
halter handstaaf, hefgewicht
halt houden remmen, stoppen
hal van een huis - portaal
halve aardbol halfrond, hemisfeer
halve bikini - monokini
halve boog - hemicyclus
halve cent - detje
halve cirkel - halrond
halve delen helften
halve eindstrijd - demifinale
halve gare onnozele, onwijze
halve gek jool
halve kilo - pond
halve koets coupé
halve maan e.k., l.k.
halve maansbeen - oslunatum
halve maanvormig bolwerk ravelijn
halve maanvormig snijmes sikkel
halvern - delen
halve toonafstand chroma
halverwege halfweg, medio, midden
halzerig - onnozel, stumperig
ham achterbout, bacon, bil, dij, hesp, schink
hamamelidacee - amberboom, hamamelis, toverhazelaar
hamamelis toverhazelaar
Hamarsfeest purimfeest
Hamei slagboom, sluitboom
hameibrug - wipbrug
hamel emelt, muggenlare, schaap, veram
hamer beuker, marteel, moker, sleg, slegel, slegge, slei, vuist
hamer van Thor Mjollnir
hamer voor kolfspel - kliek
hameren slaan , spijkeren, timmeren
hamertje in een piano tangent
hamster - korenwolf
hamsteren - inslaan
hamsterhaas -pika
hand jat,knuist
hand, deel van de - duim, erwtebeen, kootje, maanbeen, muis, palm, pink, vinger
hand in bepaalde vorm houdend knuist, vuist
hand van een anker wem
handbeugel - boei
handbeweging - gebaar, manueel
handboei - bracelet, kluister, knevel
handboeien paternoster
handboek dagboek, leidraad, manuaal, naslagwerk, vademecum, zakboek
handboek voor de eredienst agenda, liturgie, rituaal
handboord manchet
handbril lorgnon
handdoek droogdoek
handdynamo - knijpkat
handel business, greep, handvat, hefboom, koopwaar, kramerij, kruk, negotie, nering, (Eng.) omzet, trade, transactie, verkoop, zaken, zwengel
handel (Barg.) - massematten
handel betreffende - mercantiel
handel en wandel - gedrag
handel in aandelen - actiehandel
handel in geestelijke goederen simonie
handel met ongeoorloofde winst woekerhandel
handelaar businessman, dealer, handelsman, koopman, kramer, markkt(koopman), negotiant, opkoper, venter verkoper, winkelier, zakenman
handelaar aan huis - venter
handelaar in antiek antiquair
handelaar in bier - bottelaar, bottelier
handelaar in bloemen bloemist
handelaar in edelstenen, goud en zilver juwelier
handelaar in geslacht gevogelte poelier
handelaar in gevogelte poelier
handelaar in huizen - makelaar
handelaar in linnen en wollen stoffen manufacturier
handelaar in oude boeken antiquaar
handelaar in runderen - veekoper
handelaar in tweedehands goed - uitdrager
handelbaar billijk, gedwee, gemoedelijk, getemd, gewillig, inschikkelijk, mak, makkelijk, rechtvaardig, redelijk, rustig, tam, verstandig,
handeldrijven negotiëren
handelen ageren, optreden, verkopen, volgen,
handelen naar voorbeeld navolgen, navolging
handelend - actief
handelend optreden ageren
handelend persoon subject
handel en wandel gedrag, leven
handeling act, actie, feit, daad, gedrag, operatie, proces, verrichting, verslag, werking, zaak
handeling in schaakspel zetten, slaan
handeling op een boerderij - bemesten, dorsen, eggen, hooien, karnen, maaien, melken, mesten, oogsten, opladen ploegen, zaaien
handelingen akta acta
handel in lompen - voddenhandel
handelwijze gedrag, gedraging(en)
handelsagent facteur, factoor
handelsartikelen handel, koopwaar
handelsbetrekking relatie
handelsbeurs exchange
handelsbevoegd - habiel
handelsbevoegdheid habiliteit
handelscentrum - beurs
handelscombinatie b.v.,c.v.,fa, firma, n.v., trust, vennootschap
handelscrisis baisse, depressie, krach
handelsexpositie beurs, show
handelsfirma handelshuis
handelsgebouw beurs
handelsgebruik usance, usantie
handelsgeest handelsaanleg
handelsgenoot - associé
handelsgewas koolzaad, vlas
handelsgewicht netto, rabat, tarra
handelsgewicht op Java pikol, pikoel
handels god Hermes, Mercurius
handelsgoederen handel, waren
handelshuis firma, kantoor, verzendhuis, zaak
handelskantoor - factorij
handelsmachtiging licentie, octrooi
handelsman handelaarkoopman, venter, zakenman
handelsmonopolie alleenverkooprecht
handelsmonopolie van de staat regie
handelsnaam firma
handelsnaam voor cocosvezels - coir
handelsnaijver mededinging, concurrentie
handelsonderneming cie, concern, cooperatie, fa., firma, maatschappij, N.V. , zaak
handelspapier accept, ceel, cheque, cognossement, promesse, wissel
handels pas ferman
handelsplaats beurs, markt
handelsreiziger agent, vertegenwoordiger
handelsscheepvaart koopvaardij
handelsstad - koopsrad
handelsterm aval, baisse, b.r.o. bruto, credit, debet, factuur, franco, f.o.b., gedaan, hausse, koop, korting, laten, loco, netto, n.t.o., petto, rabat, reductie, tarra, toonder, trust
handelstrein karavaan
handelsvaartuig - kraak
handelsverdrag traktaat
handelsverkeer - commercie
handelsvertegenwoordiger agent, agentuur, dealer, handelsreiziger
handelsvloot koopvaardijvloot
handelsvoorwaarde op beurs - beurscondities
handelsvoorwerp artikel, goed, waar
handelsvorm b.v.,firma, holding, n.v.
handelswaar koopwaar
handelszaak b.v. Comp.., firma, N.V., ondernemer, zaak
handeltje - deal
handelwijzen - gedraging, manipulatie
handenarbeid huisvlijt, slöjd
handentaal chirologie
handen verheffen opsteken
handenverzorgster - manicure
handgebaar geste, manuaal
handgeklap applaus, ovatie
handgeld jatmoos, steekpenning
handgemeen gevecht, handtastelijkheid, slaags
handgeweven tapijt kelim
handgewricht - pols
handgreep behendigheid, beugel, greep, handigheid, handvat, heft, hengsel, klink, knop, kruk, kunstgreep, manipulatie, oor, steel,
handgreep van een degen gevest
handhaven persisteren, uithouden, verdedigen, volharden, volhouden, voorstaan
handhaver van de wet politie, wetsdienaar
handhaving instandhouding
handicap belemmering, hindernis, hinderpaal, rem
handicappen benadelen, belemmeren, hinderen
handig adrem, bedreven, behendig, bekwaam, diplomatiek, gehaaid, gevat, gewiekst, goochem, handzaam, handvaardig, kien, kunstig, listig, pienter, schrander, slim, snedig, tactisch, vaardig, vlug, uitgekookt, uitgerekend
handig en geslepen - listig
handige verrichting foef, kunstgreep, truc
handigheid bedrevenheid, behendigheid, flair, foef, hanteerbaarheld, kneep, kunst, tact, truc, vaardigheld
handigheidje - foefje
handig werken - manipuleren
handijzer breekijzer, handboei
handjicht chiragra, handeuvel
handkar handwagen
handklavier - manuaal
handkoffer karbies
handlamp zaklantaarn
handlanger confrère, consort, heler, helper, medeplichtige, mededader, satelliet, trawant
handleiding compendium, gids, handboek, leerboek, leidrand, toets, vademecum
handlijnkunde - chiromantie
handlijnwaarzeggerij chiromantie
handlood peillood
handmaaier sikkel, zeis
handmitrailleur sten(gun)
handmolen kweern
handomdraai ommezien, wip
handoplegging inzegening, wijding
handpalm muis
handpenning godspenning, handgeld
handpersplaat degel
handpersraam frisket
handregenscherm - paraplu
handreiker - compère
handschermpje waaier
handschoen glacé
handschoen zonder vingers mitaine, mof, want
handschoenenleer nappa
handschrift autograaf, codex, geschrift, hs, kopij, manuscript, ms.
handschriften hss,mss
handschrift van de schrijver zelf autograaf
handschrift voor de drukker kopij, manuscript
handschriftkunde codicologie, grafologie, paleografie
handschriftkundige codicoloog, grafoloog, paleograaf
hand. off (Eng) afblijven
handspraak vingertaal, windboom
handtas karbies, reticule
handtastelijk handgemeen, vechtend
handtekening autogram, paraaf, signatuur
handtekening plaatsen - signeren
handtrommel - tamboerijn, tamtam
handvaardig bekwaam, handig
hand van een anker - wem
handvat beugel, draagbeugel, gesp, gevest, greep. handel, handgreep, hengsel, heft, klink, knop, kruk, manette, oor, steel
handvatsel heft, oor, steel
handvat aan een deur klink
handvat aan een geweer - kolf
handvat aan een hark steel
handvat aan een kan oor
handvat aan een tas beugel, greep
handvat van een degen gevest
handvat van een sabel sabelgevest
handvat van een zwaard greep
handveger - stoffer
handverzorger manicurist, chiropodist
handverzorging manicure, chiropodie
handverzorgster - manicure
handvest charter, grondslag, keur, oorkonde, pact, privilege, stuk
handvleugelig zoogdier vleermuis
handvol gaps, greep, haffel, plok, pluk, toef
handvol haren - haarbos
handvuurwapen geweer, karabijn, pistool, revolver, sten
handwagen - handkar
handwarmer mof
handweefstof gordijnstof
handweefwerk Ind.) - ikat
handwerk ambacht, bedrijf, beroep, metier, stiel, vak
handwerken borduren breien, haken, knippen, knopen, mazen, merken, naaien, punnikenrijgen, stoppen
handwerkmand - naaimand
handwerksgezel - knecht
handwerksman ambachtsman, gezel, werkman Zie ook ambten en beroepen
handwerktechniek - filet, frivolité
handwerkster - arbeidster, naaister
handwerk vrouwelijk - appliceren, borduren, breien, frivolité, haken, kantklossen, knippen, macramé, naaien, patchwork
handwijzer wegwijzer
handzaam gedwee, gemakkelijk, geschikt, gunstig, handelbaar, handig, nuttig. praktisch, volgzaam
handzaamheid - gedweeheid
handzegel signet
hanenbalk dakbalk, dakgebint, daksteun
hanengekraai kukeleku
hanengeluid gekraai, kraaien
hanenkam cantharel, dooierzwam
hanenpoot - schoorpaal
hang kram, neiging, rek, trek, verlangen, visokerij
hangar loods
hangbroek - dauwel, druil
hangebast - galgenbrok, hangop
hangend - onbeslist
hangende gedurende, onafgedaan, onbeslist, tijdens
hang- en sluitwerk - dagschoot, fits, grendel, hengsel, knop, kruk, paumelle, scharnier, slot, taatspot
hangel vuurijzer
hangen treuzelen
hangende luchter - luster
hanger bandelotte, medaillon
hanger van edelstenen - pendeloque
hangerig druilig, lamlendig, lusteloos
hangkamer insteek
hanglamp pendel
hanglip pruillip
hangman - beul
hangnestvogel troepiaal
hang of haak - kram
hangsieraad - breloque
hangt men gordijnen aan op - roe
Han-hai - Gobi
hanig fel, geil, kijfachtig, vinnig, wulps
hank kolk, kreek, plas
hansop kinderpyama, nachtgewaad, nachtkledingpiama,
hansworst clown, grappenmaker, harlekijn, nar, paljas, pias, pierrot, polichinel, potsenmaker, scaramouche
hansworst van het Franse toneel - Pierrot
hanteren aanwenden, behandelen, beoefenen, bezigen, gebruiken, verplaatsen, uitoefenen
Hanzestad -
5 Memel, Reval, Stolp, Wisby
6 Berlijn, Bremen, Brugge, Danzig, Kammin, Kampen,
Keulen, Krakau, Kyritz, Londen, Lübeck, Windau,
Zwolle
7 Breslau, Hamburg, Kolberg, Munster, Rostok, Stettin
8 Brunswijk, Deventer, Dortmund, Duisburg, Hanover,
Prenziau,
Warchau
9 Amsterdam, Antwerpen, Dordrecht, Enkhuizen, Frankfort
10 Braunsberg
11 Maagdenburg
13 Koningsbergen
hap beet, bete, kliekje, knauw, mondvol, snak, snap, stuk
haper scheurtje, winkelhaak
haperen dralen, falen, haken, hakkelen, hokken, horten, mankeren, ontbreken, schorten, steken, stokken, vastzitten
haperend stoterig
hapje bijgerecht, mondjevol, snack
happen bijten, snakken
happig begerig, belust, graag, gragig, gretig, tuk, verlangend
happy blij, gelukkig
har duim, knier, scharnier
harakiri zelfmoord
hard cru, emotieloos, fel genadeloos, geplaveid, hardvochtig, harteloos, hevig, krachtig, luid, moeilijk, sterk, onbarmhartig, onbewogen, onbuigzaam, ongenadig, ongevoelig, onzacht, rigide, smartelijk, snel, sneu, snood, straf, streng, stijf, stug, verhard, wreed
hard (muz) forte, fortissimo
hard arbeiden ezelen
harddraver loper
harddraverij drafsport
harddraverskar sulky
harddrug - lsd
hard en niet vloeiend stotend
hard en star - streng
hard gebakken steen - klinker
hard geloop gedraaf, geren
hard geluid bons, detonatie, klap, knal, ontploffing
hard gesteente agaat, amaril, arduin, basalt, diamant, dioriet graniet, marmer rots, silex
hard glanzend staal chroom
hard gooien kegelen, kogelen
hard groen gesteente dioriet
hard hollen racen
hard ijzer - staal
hard klinkend luid
hard lachen schateren
hard leren blokken, sloven, zwoegen
hard lopen draven, hollen, rennen snellen, spurten
hard maken harden
hard metaal korund, staal, stelliet widia, wolfram
hard niezen proesten
hard, nors man (bijb.) Nabal
hard omhulsel korst
hard regenen gieten, hozen, plenzen
hard rijden races, pezen, rennen, rossen, sprinten, spurten, vliegen
hard schot - spetter
hard schreeuwen blèren, gillen, krijsen
hard slaan beuken, dreunen, meppen, mokeren, stompen
hard stoten - rammen
hard studeren blokken, ploeteren, vossen, zweten, zwoegen
hard trappen raggen
hard trappen op de vloer stampen
hard vallen - smakken
hard vet ongel, talg, talk
hard voorwerp kei, steen
hard vulkanisch gesteente basalt
hard waaien - stormen
hard werken beulen, blokken, ezelen, pezen, ploeteren, sappelen, slaven, sloven,stompen, zwoegen
hard werkende vrouw - sloof
hard woord grauw, snauw
hard worden van vet stollen
hard zoenen smakken
hard zwart gesteente - graniet
harde beet knauw
harde blauwgrijze steensoort - arduin, bazalt
harde buitenkent bast, bolster, korst, schil
harde delfstof git, kolen, steenkool, erts
harde droge oppervlakte korst
harde duw opstopper, por, stomp
harde handbezem boender
harde houtplek knoest
harde kalksteen arduin
harde klap dreun, mep, poeierram, stomp, stoot
harde koolstengel stronk
harde kreet gil
harde kunsthars bakeliet
harde kus - smakker
harde loop ren, draf, geren
harde muurbedekking granol
harde neerslag - stortregen
harde oppervlak korst, schil
harde pees zeen
harde plek in hout knoest, kwast
harde plof smak
harde popmuziek rock
harde regen gietbui, hoosbuistortbui, wolkbreuk
harde roep - gil
harde rubber eboniet
harde schil - bast
harde slaapplaats brits, krib
harde slag dreun, klap, pets, plof
harde slag op hoge bal - smash
harde smeer talk
harde steensoort bazalt, silex, vuursteen
harde stengel van kool stronk
harde stof eboniet, diamant, staal, ijzer
harde stomp - pug
harde val smak, plot
harde veldsport - rugby
harde werkelijkheid realiteit
harde werker ploeteraarstomper, zwoeger
harde wind orkaan, storm
harde woorden grauwen, snauwen
harde zwarte stof eboniet, git
harden fineren, hardmaken, oefenen, stalen, trainen, uithouden, verduren, volhouden
harden van ijzer - stalen
hardhandig ruw, wreed
hardheid rigueur, strengheid
hardheid van de grond door vorst hal
hardhoofdig bot, koppig, stuthoofdig
hardhorend doof, ongezeglijk
hardhorendheid, seniele - presbyacusis
hardhorig doof
hardhuidig - ongevoelig
hardleers bot, dom, eigenwijs, koppig
hardlijvigheid constipatie, obstipatie, verstopping
hardlopen draven, hollen, racen, rennen, sjezen, snellen, spurten
hardloper atleet, renbode, renner,sneller, sprinter, spurter
hardloper, schoenen van een - spikes
hardnekkig bokkig, eigenwijs, halsstarrig, koppig, obstinaat, onbuigzaam, onverzettelijk, star, stug, stuurs, volhoudend, weerbarstig
hardnekkig zwijgen mutisme, stomheid
hard, nors man - Nabal
hardop luid, luide, luidop, overluid
hardop en hel - luid
hardrijder renner, sprinter, stayer, wielrenner
hardsteen arduin, graniet
hardvochtig gevoelloos, meedogenloos, onaandoenlijk, ongenadig, ongevoelig, ruw, streng, wreed, wreedachtig
hardvochtigheid wreedheid, ongevoeligheid
hardvochtig mens - wreedaard
Hare Doorluchtige Hoogheld S. A. E.
Hare Hoogheid H.H., SA.
Hare Keizerlijke Hoogheld S.A.l.
Hare Koninklijke Hoogheid H.K.H.
Hare Majesteit H.M., S.M.
harem - serail
harembewaker eunuch
haremwachter - eunuch
haremslavin odalisk (e)
haren haardos, scherpen, verharen
haren uittrekken - epileren
haren zeef teems
harig behaard, borstelig, draderig, ongeschoren, onstuimig, ruig, ruw
harige gal op rozelaar - bedeg(u)argal
harig oppervlak - ruigte
harig sieraad bij mannen baard, bakkebaard, sik, snor
haringachtige ansjovis, elft, fint, houting, maraena, meerforel, meivis, sardine, spiering, sprot, vlagzalm, zalm
haring zeebanket, zeevis
haringachtig visje sardine, sprot
haringbuis kwee
haring, conserveren van - kaken
haring, gerookte of gestoomde - bokking
haringingewand gel
haringmaat - kantje
haring met augurk - rolmops
haringnet vleet
haringolie haringtraan
haringpen speet
haringtraan haringolie
haringvaart - nering
haringvaatje - kantje
haringvis clupea
hark raak, rakel, reek, riek, rijf
harken reken, rijven
harkerig houterig, stijf
hark met beugel - rijf
harlekijn clown, grapjas, hansworst, nar, paljas, pias, pierrot, potsenmaker
harmel hermelijn
harmonica accordeon, trekorgel
harmonie eendracht, eenheid, samenklank, samenspel
harmonieleer harmoniek
harmoniëren klikken, overeenstemmen, samenklinken, stroken
harmonieus overeenstemmend, welluidend
harmonisch evenredig, overeenstemmend, welluidend
harmonisch bijeengeschaarde figuren groep
harmonium huisorgel, kamerorgel
harnas anime, kuras, pantser, rusting, wapenrusting
harnas, Grieks - Thorax
harnas, leren - lorica
harnas, onderdeel van een - kinstuk, knieplaat, okselschijf, salerde, schelp
harnas rijgen collecteren
harp - graanzeef
harp door de wind bespeeld eolusharp
harpij feeks, heks, kol, prij
Harpij - Aello, Kelaino, Oikypete, Podarge
harpist - harpspeler
harpoen aalschaar, lens, spies, spiets, werpspies
harpoenier - walvisjager
harpspeler David, harpist
harre - scharnier
harrewarren kibbelen, krakelen, ruziën, steggelen, twisten
hars amber, barnsteen, kopal, mirre, resine, resiniet
harsachtig - bitumineus, harsig, resineus
harsachtige stof lak
harsalcohol resinol
harsoplossing - balsem
harssoort amber, ambriet, benzoë, brandhars, damar, duivedrek, hireine, kopal, mastiek, mirre nardus, pijnhars, sandarak, storax
harsspiritus pinoline
harst - lendestuk
hars voor strijkstok colofonium
harszalf - balsem
harszure metaalverbinding - resinaat
hart city, cor, binnenste, innerlijk, kern, merg, middelpunt, pit
hartaanval apoplexie, attaque, beroerte, hartaandoening, hartinfarct, infarct
hartbrekend deerniswaardig, treffend
hartdefect acardie
hartebeest - antilope, kama, kongoni, konzi, lelwel, tora
harteblad - zaadlob
hartendief engel, lieveling, schat
hartegel - zandbal, zeeklit
hartelap - gunsteling, lieveling
hartelijk aardig, amicaal, cordiaal, diep dierbaar, gevoelig, gul, innig, lief, ongeveinsd, opbeurend, openhartig, oprecht, spontaan, teder, vriendelijk, warmhartig, welgemeend, warm, zacht
hartelijk onthaal - warm
hartelijk ontvangst - onthaal
hartelijkheid cordialiteit, innigheid, warmte
harteloos gevoelloos, hard, hardvochtig, koud, ongevoelig, onmeedogend, wreed
harteloosheid gevoelloosheid, koudheid, onverschilligheld
hartendief engel, lieveling, schat
hartenklop pulsatie
hartenleed hartzeer
hartenwens - ideaal
hartgrondig innig, oprecht
hartig flink, gepeperd, gezouten, krachtig, kruidig, pittig, stevig, zout
hartroerend aandoenlijk, treffend
hartige versiering - borrelgarnituur, fondu
hartkamer ventrikel
hartklep aortaklep
hartklepontsteking - endocarditis
hartklopping - palpitatie
hartknaging - wroeging
hartkramp - stenocardie
hartkwaal - endocarditis
hartlast - bombarie, drukte
hartontsteking - endocarditis
hartpunctie - cardiocentese
hartroerend aandoenlijk, treffend
hartsamentrekking systole
hartschelp, eetbare - kokkel
hartslagmeter cardiograaf
hartspecialist cardioloog
hartspierontsteking myocarditis
hartstikke gek knetter
hartstikke leuk - gaaf
hartstimulator - pacemaker
hartstocht affect, begeerte, bezieling, drang, drift, lustpassie, minnevuur, onstuimigheid, passie, vuur
hartstochtelijk (muz) appassionato
hartstochtelijk ardent, bezield, driftig, geestdriftig, gepassioneerd, heftig, hevig, innig, onstuimig, passionato, pathetisch, verwoed, vurig, warmbloedig, ijverig
hartstochtelijke liefhebber van muziek melomaan
hartstochtelijkheid bezieling, passie, pathos, patos, vurigheid
hartvergroting - hypertrofie
hartverheffend - edel
hartverscheurend jammerlijk, navrant, ontzettend, smartelijk
hartversterking borrel, bemoediging, oorlam
hartvlies - endocardium
hartvormig sieraad medaillon
hartzakje - pericardium
hartzeer droefheid, grief, hartenleedkwel, leed, smart, verdriet, zielenpijn
Harzgebergte, een der toppen in het - Andreasberg, Auerberg, Brocken
Harzgebergte, plaats in het - Blankenburg, Goslar, Ilsenburg, Thale
hasj - stuff
Hasmonieën - Makkabeeën
haspel draadklos, garenwinder, sukkel, tourniquet, windas, winder, wuit
haspelaar knoeier, tobber
haspelarij gekibbel, moeite
haspelen - stuntelen
haspelwerk gebroddel, getob, gewurm, knoeiwerk
hassebassen - harrewarren, kibbelen, zaniken, zeuren
hatelijk boosaardig, cynisch, giftig, nijdig, odieus, onhebbelijk, sarcastisch, schamper, scherp, stekelig, verfoeilijk, vijandig
hatelijk iets odiosum (odiosa)
hatelijke campagne hetze
hatelijke opmerking insinuatie, sneer, steek
hartelijkheden odiosa
hatelijkheid sneer
hatelijk persoon nijdas, nurk
haten verafschuwen, verfoeien
hausse koersstijging, prijsstijging, rage
haussier beursspeculant, speculant
hautain arrogant, hooghartig
hautbois hobo, schalmei
have bezit, bezitting, eigendom, goed, goederen, possessie
have en goed - bezit
haveloos arm, armoedig, berooid, kaal, onooglijk, onverzorgd, schamel, schunnig, shabby, sjofel, slons, slordig, vellig, vervallen, verwaarloosd, verwilderd
haveloos bezit - armoe(de)
haveloos persoon schooier, slodder
haveloze vent - badraaf
haveloze vrouw slons
haven losplaats, wijkplaats
haven aan de Adriatische zee - Fiuma, Pola, Rimini, Triëst
haven aan de Atlantische Oceaan Dakar, Lissabon
haven aan de Egeïsche zee - Enos
haven aan de Middellandse Zee Genua, Marseille, Ostia, Port Said
haven aan de Noordzee Antwerpen, Londen, Rotterdam, Vlissingen
haven aan de Oostzee Gdansk, Kiel, Leningrad, Riga, Rostock, Tallin, Wismar
haven aan de Rode Zee Djeddah, Sue,
haven aan de Zwarte Zee Odessa
haven in Afrika Algiers, Dakar, Oran, Rabat, Suez, Tanger
haven in Arabië Aden
haven in België Antwerpen, Gent
haven in Brazilië - Bahia, Belem, Natal, Para, Pelotas, Rio, Santos
haven in Chili - Arica, Lota, Tome
haven in China Amoy, Macao, Kanton, Nanking, Ningpo
haven in Deli - Belawan
haven in Duitsland Bremen, Cuxhaven, Emden, Hamburg, Kiel
haven in Engeland Bristol, Dover, Harwich, Hull, Liverpool, Londen, Southampton
haven in Frankrijk Bordeaux, Brest, Calais, Dieppe, Le Havre, Marseille, Straatsburg, Toulon
haven in Irak Basra
haven in de Levant - echelle
haven in Marokko Rabat
haven in Mexico Sisal
haven in Nederland Amsterdam, Delfzijl, Rotterdam, Vlissingen
haven in Nigeria Lagos
haven in Noorwegen Bergen, Oslo, Stavanger, Trondheim
haven in Scandinavië - Bergen, Gotenburg, Hammerfest, Malmö, Oslo, Stavanger
haven in OostFriesland Emden
haven in Verre Oosten - Hongkong, Macao, Singapore
haven in Yucaytan - Sisal
haven op Sumatra Sabang
havenarbeider bootwerker, dokwerker, lader, losser, stuwadoor, stuwer
havendam hoofd, pier
havendam in Italië molo
havendam in zee hoofd, pier
havenen beschadigen, ontredderen, toetakelen
havengeld ankerage, liggeld
havenhoofd pier, waterdam
havenmuur - wal
havenstoomboot tender
havenwerker - bootwerker
havenwerktuig bok, elevator, kraan
haver aat, avena, oot
haverdop haverkaf
havergort - grutten
haverklap beuzeling, kleinigheid
haverzak meuzel
havezaat - hoeve
havezate ridderhofstede
havik patrijsvogel
havikskruid - hieracium
haviksnest - horst
haviksoort - sperwer
Hawaï-eilanden, een der - Hawaï, Kaholawan, Kauai, Lanai, Maui, Molokai, Niihai, Oahu
Hawaï-eilanden, hoofdstad der - Honoloeloe
Hawaï-eilanden, vulkaan op de - Haleakala, Kilaea, Mauna-Kea, Mauna-Loa
hazard geluk, gok, kans, toeval
hazardeus gewaagd, hachelijk, onzeker
hazardspel dobbelen, dobbelspel, kansspel, poker, roulette
hazegrauw - schemerig
hazelaar - lambertsnoot
hazalip - cheiloschisis
hazelnoot struik hazelaar
hazelworm blindslang
hazelwortel - mansoor
hazenbrood - tulgras, veldbies
hazendistel melkdistel
hazengras - duizendblad
hazengrauw schemerig
hazenhart - bangerd
hazenleger polk
hazenoog - lagofthalmus
hazenoor doorwas
hazenpad vlucht
hazenslaap dutje, tik
hazenspoor - prent
hazenverblijf leger
hazenpootje - trifolium
hazenprent hanenspoor, spoor
hazenslaapje - dutje, tukje
hazenwortel mansoor
hazewind - whippet
headline kopregel, krantenkop
heat manche, race, serie
hebbelijk behoorlijk, beleefd, fatsoenlijk,
hebbelijkheid aanwensel, gewoonte, manie, tic
hebben begeren, bevatten, bezitten, dulden, eisen, gevoelen, houden, mogen, inhouden, ondervinden, toestaan, vertrouwen, wensen
hebben van aandeel in iets participatie
hebberd gulzigaard
hebberig begerig, gierig, hebzuchtig, inhalig, vrekkig
hebbig - bits
Hebe Juventus
hebernakel winterknop
Hebreeën - Israëlieten
Hebreeuws Hebr., Ivriet
Hebreeuws dialect Aramees
Hebreeuws muziekteken sela
Hebreeuwse bibliotheek in Amsterdam Rosenthaliana
Hebreeuwse inhoudsmaat - bath
Hebreeuwse lengtemaat - ammah
Hebreeuwse letter -
2 he, pe
3 bet, jod, kaf, kof, mem, sin, taw, tet, waw
4 ajin, alef, chet, noen, resj, sjim
5 dalet, gimel, lamed, tsada, zajin
6 samech
Hebreeuwse munt - sikkel
Hebreeuwse vechter - dajan
Hebreeuwse voorganger - chazan, chazen
Hebriden, een van de -
4 Iona, Jura, Kuck, Skye
5 Barra, Islay
6 Pabbay
7 Eriskay, Oronsay, Rockall, Sandray, Shiants
8 Berneray, Colonsay, Mingulay, Vatersay
9 Benbecula, treshnish
Hebriden, taal der - Gaelisch
hebzucht begerigheid, gierigheid, hebberigheid, inhaligheid, vrekkigheid
hebzuchtig begeriggierig, hebberig, inhalig, vrekkig
hebzuchtig mens geldwolf
hebzuchtig of gierig - vrekkig
hebzuchtige vraat, vrek
hebzuchtige vrouw - vamp
hecatombe bloedbad, slachting
hecht aaneengesloten, compact, degelijk, dicht, duurzaam, greep, onverbrekelijk, pal, solide, stevig, vast
hechten aandrukken, aanhaken, bevestigen, kleven, krammen, lassen, lijmen, nieten, plakken, rijgen, trouwen, vastmaken
hecht en sterk - stevig
hecht geheel eenheid
hechten met nagels - klinken
hechtenis arrest, bewaring, celstraf, detentie, opsluiting, straf, vrijheidsstraf
hechtheid compactheid, consistentie, dichtheid, duurzaamheid, stevigheid, soliditeit, stevigheid, vastheid
hechtlat - spalk
hechtmiddel gom, kram, lijm, nagel, niet, plak (sel), schroef, soldeersel, speld, spijker
hechtnagel kram
hechtpennetje niet (je)
hechtplant - klimop
hechtpleister leukoplast
hecht samenhangend geheel - eenheid
hechtspijkertje punaise
hechtijzer - punteerijzer
hectare bunder, ha.
hectogram hg. , ons
hectoliter hl. , mud
hectometer hm.
hede hennepafval, vlasafval
heden dato, momenteel, nou, nu, tegenwoordig, thans, vandaag
hedenavond vanavond
hedendaags contemporain, huidig, modern, recent, tegenwoordig, thans
hedendaags nieuws - actueel
hedenmiddag vanmiddag
hedenmorgen vanmorgen
hedennacht vannacht
Hedera helix - klimop
hederik - (knop)herik, krodde
hee hennepafval, vlasafval
heef gebbe, zuurdeeg
heefsel - zuurdeeg
heeft het gegraveerd - sculpsit
heeft het gemaakt - fecit
heeft het geschilderd - pinxit
heeft het geschreven - scripsit
heeft het getekend - dilineavit
heeft het ontworpen - invenit
heeft het uitgegeven edidit
heek - srokvis
heel compleet, effen, erg, gaaf, geheel, groot, intact, onbeschadigd, ongebroken, ongedeerd, ongerept, ongeschonden, volkomen, volledig, zeer
heel begaafd geniaal, intelligent
heel dun fijn, fragiel, ragfijn
heel flink kranig
heel gauw meteen, snel, subietvlug
heel goed best, uitnemend
heel goed doen presteren
heel goed gedaan prestatie
heel groot enorm
heel hard regenen plenzen, stromen
heel klein nietig
heel klein stukje kriezel, piezel, snipper, splinter
heel mooi beeldig, fraai
heel onbeleefd bot, grof, lomp, onbehouwen
heel onverwachts komen - inwaaien
heel oud stokoud, vergrijsd
heel sterk - oersterk
heel streng rigoureus
heel veel boel, hoop, massa, menigte, talloos
heel wat - boel, hoop, massa, menigte
heel wat keren dikwijls, vaak
heel weinig pietsie, schijntje
heelal al, kosmos, oneindigheidschepping, universum
heelal, het- betreffend - kosmisch, universeel
heelalbeschrijving kosmografie
heelbaar geneeslijk, herstelbaar
heelbeen - holosteum
heelhuids behouden, ongedeerd, onverlet
heelkunde chirurgie
heelkundig chirurgisch
heelkundig instrument - snepper
heelkundige arts, chirurg, dokter
heelkundige ingreep - operatie
heelkundige bewerking massage
heelkunst - geneeskunde
heelmeester chirurg (ijn), wondheler
heelmiddel - pleister
heem erf, erve, heim, hof, huis
heemdeur staldeur
heemhond hofhond
heemraadschap polder, waterschap
Heemskinderen Adelaert, Reinout, Ritsaert, Writsaert
heemst althaea
heemstede - boerderij
heemstwortel, afkooksel van de - althaeastroop
heen gegaan, regge, verdwenen, vertrokken, voorbij, weg, zeebies
heendragen - wegdragen
heen en terug retour, vice versa, v.v.
heen en weer retour, v.v.
heen en weer bewegen rammelen, schommelenwiebelen
heen en weer gegooi gesol
heen en weer lopen ijsberen
heen en weer reizen pendelen
heen en weer trekken - sollen
heen en weer trekkend ambulant, nomadisch
heengaan afscheid, opduvelen, sterven, verdwijnen, verscheiden, vertrekken, weggaan, weglopen
heentrekken wegreizen, wegtrekken
heen vliegen wegsnellen, wegvliegen
heep (snoei)mes
heer aga, caballero, gebieder, gentleman, hr, koning, leger, lord, man, manspersoon, meester, menigte, monsieur, signor, sir, sahib, senor, toean, vorst
heer (Eng.) - Gentleman, Lord, Sir
heer (Fr.) - monsieur, seigneur
heer (Kaartspel - Koning
heer (Sp.) caballero, senor, signor
heer (Turks) - aga
heerbaan hoofdverbindingsweg
heerd - haard
heerlijk aangenaam, briljant, brillant, delicaat, denderend, enig, excellent, fijn, glorieus, goddelijk, grandioos, groots, hemels, ideaal, jofel, koninklijk, kostelijk, lekker, luisterrijk, magnifiek, meesterlijk, mieters, mooi,plezierig, prachtig, prettig, reuze, roemrijk, schitterend, schoon, smakelijk, super, uniek, verrukkelijk, voortreffelijk, zalig
heerlijk en fraai mooi
heerlijk smakend exquis, delicieus
heerlijk verblijf Eden, Eldorado, Dorado, hemel, paradijs
heerlijkheid aanzien, glans, glorie, grootsheid, lekkers, luister, pracht, schittering, verhevenheid, zaligheid
heerlijkheid bij Breda Baarle
heerlijkheidsrechten regalia
heerlijk maal festijn
heerlijk smakend lekker, verrukkelijk
heermoes - robol
heeroom pastoor
heerschaar leger, legerschaar, legioen, legerbende, menigte, oorlogsmacht
heerschap - manspersoon
heerschappij autoriteit, beheer, bestuur, directie, gebied, gezag, macht, regering, regiment, rijk
heerschappij der ambtenaren - bureaucratie, burokratie
heerschappij van vreemdelingen - heterarchie, xenocratie
heerschappij voeren besturen, heersen, regeren
heersen besturen, domineren, gebieden, regeren
heersend algemeen
heersende besmettelijke ziekte epidemie
heersende volksziekte endemie
heerser - archont, despoot, dictator, farao, gebieder, geront, imperator, inca, keizer, koning, landsheer, machthebber, monarch, perator, regeerder, tiran, tsaar, vorst
heerser uit de historie Alva, Attila, Barbarossa, Caesar, Carlemagne, Hannibal, Hitler, Mussolini, Napoleon, Nero, Stalin
heerser over Egypte Farao, Pharao
heerser over Rusland tsaar
heersersblik adelaarsblik
heersersstaf - Scepter
heerszuchtig - tiraniek
heerszuchtig iemand despoot, dwingeland, pasja, potentaat, tiran
heerszuchtig persoon - dragonder
heertje dandy, fat, jonker, saletjonker
heervaart krijgstocht
hees klankloos, rauw, schor
heesheid - afonie
heester berberis, bosbes, braamstruik, brem, egelantier, eiloof, gagel, genst, ginst, gewas, jeneverstruik, kamperfoelie, klimop, kruisbes, lavendel, liguster, magnolia, mirte, plant, rozelaar, sering, slee, struik, taxis, struikroos, veil
heesterachtig gewas bamboe, ginst
heesterachtige naaldboom - taxus
heester met bessen - klapbes, kruisbes
heestertje lavendel
heet brandend, gepeperd, gloeiend, heet, hevig, hitsig, kokend, verhit, warm, ziedend,
heet(Mal.) - pedis
heetgebakerd driftig, kortaangebonden, ongeduldig, opvliegend
heetheid - hitte, warmte
heethoofd driftkop
heethoofdig driftig, onbezonnen, onstuimig, opvliegend, voortvaardig, vurig
heethoofdigheid drift
heet maken verhitten, warmen
heetwaterbad - caldarium
heetwatertoestel boiler, geiser
heet zeepsop - broei
Hefaistos - Vulcanus
hef bezinksel, droesem, grondsop, heffe, uitvaagsel
hefboom domp, handel, hevel, koevoet, machtarm, zwengel
hefboom voor voetbediening pedaal
hefbrug autolift, ophaalbrug
heffe - bezinksel, droesem, gepeupel, gist, grauw, grondsop, schuim
heffen beuren, hijsen, innen, opbeuren, opleggen, oplichten, optillen, retribueren
heffing accijns, (in)vordering, inning, leges, recognitie, retributie
heffing van belastingen - aanslag
heffing voor schepen - bakengeld
hefgewicht halter
hefhaak platine
hefijzer - koevoet
hefnerkaars hk.
hefnet kruisnet, totebel
hefschroefvliegtuig helikopter
heft greep, handvat
heftang - elevatorium
heftig cholerisch, driftig, fel, furioso(muz.), gespannen, geweldig, hevig, hooglopend, onstuimig, scherp, verbeten, verbitterd, virulent, vurig, wild
heftige beroering - oproer
heftig branden laaien, loeien
heftig dispuut polemiek
heftig gebarend gesticulerend
heftig prediker - Boanerges
heftig verlangen haken, smachten, snakken
heftig begeren hunkeren, snakken
heftige democraat - Jacobijn
heftige drang rage
heftige gemoedsbeweging affect, emotie
heftige neiging drift, woede
heftige strafrede filippica
heftige uitbarsting paroxisme
heftige uiting - drift
heftige vervolging pogrom
heftiger maken - tergen
heftruck hefwagen
hefwagen bok, katrol, kraan, lier, takel
hefwerktuig autocrick, bok, dommekracht, haspel, her, hijstoestel, katrol, kelderwind, koevoet, kraan, lier, lift, takel, vijzel
hefwerktuig voor autos - krik
heg afheining, afscheiding, afschutting, afsluiting, haag, heining, omheining, omtuining, scheiding, tuinhaag
hegemonie heerschappij, overwicht
heggenmus bastaardnachtegaal
heggenrank bryonia, clematis, duivelskers, haagwinde, wingerd
hei heide, heiblok, plant, stamper
heiaal - hazelworm, ringslang
heibel drukte, geraas, getier, herrie, kabaal, keet, kijf, lawaai, leven, rel, rumoer, ruzie, soesa, tumult, tweedracht
heibelen kijven, razen, schelden, tieren
heiboer - heikneuter
heideachtigen - ericaceeën
heideachtige plant alpenroos, azalea, bergroos, dopheide, erica rododendron
heidebezem - schrobber
heidebloem erica
heidebrem genst, ginst
heidekruid erica
heidemeer ven
heiden gojiem, humanist, ongelovige, onchristen, paganist
heidenapostel Paulus, zendeling
heidenbode - zendeling
heidendom afgodendienst, paganisme
heidens afgodisch, paganistisch, profaan, verschrikkelijk
heidens heiligdom - afgodstempel
heideplantje - calluna, dopheide, erica
heidepluis lok
heidesoort - erica
heidevogel fazant, korhoen, patrijs
heidezode heideplag, tors
heihaan - korhoen
heiig dampig, dijzig, mistig, nevelig, onhelder, wazig
heikneuter boer, kneu, pummel
heil ave, baat, geluk, groet, hosanna, leve, nut, redding, salus, saluut, toeverlaat, troost, verlossing, voordeel, voorspoed, welzijn, welvaart, wens, zaligheid, zegen
heil (Ind.) slamat
Heiland bevrijder, Messias, redder, verlosser, verzoener, Zaligmaker
heilbede - zegenwens
heildronk feestdronk, toost
heil de lezer ls (lectori salutem)
heilig gewijd, Godgewijd, sacraal, sacrosanct, sanctus, taboe, verheven, zalig
Heilig Avondmaal H.A.
heilig boek bijbel, koran, mormon, talmoed, thora (chr),
veda (s)
heiligboek der Joden - thora
heilig boek der oude Perzen - Zend-Avesta
heilig boek van de gemeenschap der sikhs - adi-granth, granth-sahib
heilig boek van het hindoeïsme - bhagavadgita, upanishad, veda
heilig boek van de islam - Koran
heilig boek van de joden - Talmoed, Talmud
heilig boek van het parsisme - Avesta
heilig dier apis, kat, koe, krokodil, lam, rund, scarabee, stier
heilig dier (Chr.) - lam
heilig dier der Egyptenaren apis, ibis, kat, krokodil, scarabee, stier
heiligdom - altaar, kerk, moskee, relekwie, reliek, tabernakel, tempel
heiligdom in Mekka - Kaba, Kaäba
heilig gebouw - kerk
heilig graf kramat
heilig handelen Liturgie, ritueel, ritus, sacrament
heilig jaar - jubeljaar
heilig land Israël, Kanaän, Palestina
heilig putje - sacrarium
heilig reukwerk wierook
heilig verklaarde bisschop - Ignatius
heilig verklaren canoniseren
heilig voorwerp - altaar, amulet, ark, fetisj, kaäba, reliquie, sacrament,talisman, totem
heilig voorwerp der Indianen totem
heilig voorwerp der Israëlieten ark
heilig voorwerp der Mohammedanen kaäba
heilig woud van Zeus - altis
heiligdom altaar, kerk, relikwie, sanctuarium, tempel
heiligdom in Mekka Kaäba, Kaba
heilige sant, sint, st, zalige
heilige - Barbara
heilige banier van St. Denis - Oriflamme
heilige bloem der Boeddhisten lotus
heilige brilslang naga
heilige gave - offer
heilige maagd Maria
heilige plaats Bethlehem, Jeruzalem, Mekka, Nazareth, Rome
heilige rivier Ganges, Indus
Heilige Roomse rijk H.R.R.
heilige schrift - H. S., Bijbel
heilige schrift der Mohammedanen Koran
heilige stad Bethlehem, Jeruzalem, Lourdes, Mekka, Nazareth, Rome, Utah
heilige stier der Egyptenaren apis
heilige stad der Boeddhisten Pali
heilige stoel - Vaticaan
heilige taal der Boeddhisten - pali, sanskriet
heilige tempel - pagode
heilige tor scarabee
Heilige Vader - paus
heilige vogel Ibis, garoeda
heilige voorwerpen - sacra´s
heilige vrouw - Afra, Agnes, Alena
heiligen - sacraceren, sancteren, sanctifi(c)eren, wijden, zalven
heiligenbeeld Icoon , Ikoon
heiligenbeen kruisbeen
heiligenbeschrijving hagiografe
heiligenleven hagiografie
heiligelevensbeschrijver hagiograaf
heiligenprentje bidprentje, santje
heiliging - sanctificatie
heiligschennend - profaan
heiligschennis blasfemie, ontering, ontheiliging, profanatie, sacrilegie, simonie, vloek
heiligheid - gewijdheid, zondeloosheid, godvruchtigheid
heiligverklaring canonisatie
heilloos desastreus, ellendig, fataal, funest, goddeloos, noodlottig, ongelukkig, onzalig, rampspoedig, rampzalig, slecht, snood, verderfelijk
heilsleer - evangelie
Heilsleger (afk.) SA
heilsmiddel sacrament
heilstaat dorado, Utopia
heilwens ave, cheers, dronk, felicitatie, gelukwens, love, proost, prosit, saluut, santé, santjes, skol, toast, zegenwens
heilwensen uitbrengen - drinken, gelukwensen, feliciteren, klinken, toasten, toosten
heilzaam geschikt, gezond, goed, verkwikkend, weldadig
heim erf, heem
heimelijk achterbaks, bedekt, clandestien, duister, geheim, gemeen, geniep, illegaal, onderhands, onopgemerkt, oogluikend, steels, steelsgewijze stiekem, stilletjes, tersluiks, verborgen, verholen, verkapt, verstolen
heimelijk beluisteren - afluisteren
heimelijk kijken gluren, loeren, spieden
heimelijk praten smoezen
heimelijk voorbereiden bekokstoven
heimelijke indringer insluiper, sluiper
heimelijk waarnemer - spion
heimwee nostalgie
heinde dichtbij
heining afbakening, afrastering, afscheiding, afsluiting, afzetting, glint, balustradehaag, hamei, heg, hek,latwerk, schutsel, schutting
heining van struiken - haag
heinsel slootruigte
heipaal - pilotis
heir armee, leger, legerschaar, menigte, strijdmacht, troepenmacht
heisa drukte, herrie, kabaal, omhaal, omslag
heisteren ploeteren, rommelen, klimmen, klauteren, stoeien
heitje kwartje
heitoestel - stoomhei
hek afbakening, afrastering, afscheiding, afsluiting, afzetting, balustrade, barriere, glint, haag, hamel, heg, hekraam, latwerk, omheining, scheiding, schutting, traliewerk, wagenkrat
hek met punten van onderen, dat wordt neergelaten - hamel
Hekabe - Hercuba
Hekabe, nakomeling van - Deifobos, Hektor, Helenos, Kassandra, Paris, Polyxena
hekel afkeer, afschuw, antipathie, aversie, gruwel, haat, nijd, rancune, tegenzin, weerzin, wrok
hekel vlaskam
hekelaar gisper, momus
hekelachtig hekelig, vitterig
hekeldicht satire, schimpdicht
hekeldichter - satiricus
hekelen doorhalen, geselen, gispen, ioniseren, parodiëren, repelen, steken
hekelend - stekelig
hekelig bits, scherp, vinnig, vitterig
hekeling afranseling, satire, gisping
hekel of afschuw - walging
heknagel - drieling
heks eunjer, feeks, harpij, helleveeg, kol, prij, spin, tang, toverkol, tovenares
heksen - toveren
heksenattribuut bezem, kat
heksendans - wolfsklauw, heksenkrans
heksenfeestnacht Walpurgisnacht
heksengerei bezem, kat
heksenketel baaierd, chaos
heksenkunst - toverij
heksenmast - reeden
heksenmeester duivelskunstenaar, tovenaar
heksenproef waterproef
heksentoer hekserij, karwei
heksenvervoermiddel bezem
heksenwaan heksengeloof
heksenwerk karwei, toverij
hekserij - toverij
hekwerk afschiding, balie, balustrade, omheining, railling, raster, reling, staket
hekwerk voor een brug - hamei
hekwieler - raderboot
hel blinkend, fel, hard, klinkend, luid, scherp, schel, scherp, schitterend, schol, venijnig, verblindend, verdoemenis
hel dodenrijk, gehenna, Hades, inferno, kwelling, Nilfheim, onderwereld, orcus, Tartarus
helaas ach, och, eilaas, eilaci, jammer, spijtig, zonde
held dappereheros, hoofdpersoon
held uit drama van Shakespeare Hamlet, Romeo
heldendicht aeneide, aeneis, edda, epopee, epos, lliade, Ilias, Odyssee, Ilias
heldendicht, Grieks - Ikade, llias, Odyssee
heldendicht der Hindoes - Mahabharata, Narak
heldendicht, oud-Engels - Beowulf
heldendicht, oud-Indisch - Mahabharata
heldendicht, Romeins - Aeneïde, Aeneis
heldendicht van Humerus Ilias, Odyssee
heldendicht van Voltaire - Henriade
heldendichter Homerus, Vergilius, Virgilius
heldendom - heroïsme
heldenepos heldendicht
heldenmoed durf, heroïsme
helder begrijpelijk, blank, brandschoon, duidelijk, fris, glad, glanzend, klaar, klankvol, licht, net, onbewolktpienter, proper, rein, schel, scherpzinnig, schoon, sereen, smetteloos, sonoor, stralend, verlicht, vlekkeloos, wakker, zindelijk, zonneklaar, zuiver
helder blauw lazuur
helder doen worden bleken
helder en kalm sereen
helder en klaar apert
helder en zuiver rein
helder klinken - klateren
helder klikkend hel, sonoor, zuiver
helder klikkend (It.) sfogato
helder van geluid schel
helder verlicht - stralend
helder worden klaren, opklaren
heldere bouillon consommé
heldere geluiden geven - kletteren
helderheid duidelijkheid, frisheid, glans, klaarheid, klaarte, klankvolheid, licht, magnitude, properheid, reinheid, schoonheid, sereniteit, sonoriteit, volheid, zindelijkheid, zuiverheid,
helderrood scharlaken
helderste planeet Jupiter
helderste ster Sirius, Wega
helderwit - blank
helderziende clair-voyante, paragnost, psychoscopist, telepaat, ziener
helderziendheid clair-voyantce, paragnosie, proskopie, telepat(h)ie, telethesie,
heldhaftig boud, dapper, ferm, heroïsch, koen, kloek, moedig, onversaagd, stoer
heldhaftigheid dapperheid, heldenmoed, kloekheid, moed, onversaagdheid
held uit Troje Hector, Aeneas
held voor Troje - Achilles, Ajax, Diodemes, Patroklos
heleboel massa, menigte, hoop, veel
helegaar geheel, helemaal
heleline - alantkamfer
helemaal alles, finaal, gans, geheel, helegaar, integraal, radiaal, totaal, volkomen, volledig, volstrekt
helemaal gevuld vol
helemaal niets geeneens
helemaal niks niets, niemendal, noppes
helen beteren, boeten, genezen, herstellen, repareren, verbergen, verhelpen, verzwijgen
hel en blinkend fel
hel en hoorbaar - luid
hele Piet - kei
heler snees, opkoper
hele verandering omkeer, ommekeer
helft gedeelte, half, meta, semi
Helgoland, eilandje bij - Düne
helhond Cerberus
Helicon - Zagora
Helicon, hoogste top van de - Palaiovuna
helikopter - wentelwiek
heling genezing, verberging
Heliopolis Baälbek
helium he , zonnegas
helix - schroef, spiraal
Hellas Griekenland
hellebaard houwwapen, lans, steekwapen
hellehond Cerberus
Helleen - Griek
hellen aflopen, glooien, neigen, overhangen, plongeren
hellend scheef, schuin
hellend vlak berg, dijk, duin, opritstoep, talud
hellende weg afrit, oprit
hellerivier - Styx
helleschipper - Charon
Hellespont Dardanellen
helleveeg feeks, furie, harpij, heks, karonje, kenau, kol, kreng, prij
hellevorst duivel, satan
hellewicht booswicht, verdoemde
hellig boos, hels, kwaad, nindig, toornig, vurig, wild, woedend, woest
helling afgang, afloop, beloop, glooiing, inclinatie, schuinte, steilte, stoep, talud, werf
helling langs spoorweg talud
helling onder aan een borg piedmont
helling tussen twee vlakke terreingedeelten steilrand, steilwand
helling van een dijk - beloop, glooing
hellingmeter clinometer
hellos zon
helloscoop zonnekijker
hellotropine - piperonal
hellozoa zonnedieren, serpent, virago, Xantippe
helm duingras, duinplant
helmbindsel connectief
helmbloem copydalis, monnikskp
helmdraad filament, zandzegge
helmen galmen, weerklinken
helmgat galmgat
helmhok theca
helmkleed - lambrequin
helmklep vizier
helmknop anthere
helmkruid scorpgularia
helm, lichte - barbute
helm, soort - armet, bassinet, bekkeneel, hondsgurgel, isenhut, morion, noormannenhelm, salade, spangenhelm
helmstok inspit, roerpen, stuurstok
helmtop - timber
heloot onderdrukte, slaaf
helpen assisteren, baten, bedienen, bijdragen, , bijspringen, bijstaan, dienen, meewerken, ondersteunen, opereren, redden, secunderen, steunen, tegemoetkomen, verlichten, verplegen, verzorgen, weldoen
helpen bij metselen opperen
helpen bij nood - redden
helper assistent, handlanger, hulp, knecht, (ind.) kornet, maat, medestander, medewerker, redder, secondant, trawant
helper in lab. - amanuensis
helper in de nood redder
helper in een laboratorium amanuensis
helper uit de nood redder
helper van draaiorgelman manser
helper van een schout - rakker
helper van een spinner - oploper
helpers aanhang
helpster assistente, dienstbode, dienster, hulp
helpster bij een diner - dienster, serveerster
hels afschuwelijk, duivels, demonisch, diabolisch, hellig, infernaal, kwaad, oorverdovend, razend, satanisch, slecht, verschrikkelijk, vreselijk, woedend, woest
hels lawaai kabaal, pandemonium
hels wijf feeks
helse furie Megera
helse geest Belial
helse machine tijdbom
helse steen lapis, zilvernitraat
Helsingfors - Helsinki
Helvetië Zwitserland
hematiet bloedsteen, roodijzersteen
hemd - baadje, chemise, onderkleed, shirt
hemd (Mal) baadje
hemdachtig kleed van de Arabieren - gandoera
hemdsboord - bef
hemdsbroek - combinaison
hemel azuur, dampkring, ether, gewelf, firmament, hemelruim, lucht, paradijs, trans, uitspansel zwerk
hemel Asga(a)rd, paradijs, walhalla
hemelbestormer Titanen
hemelbewoner engel, God
hemelbode engel, Godsgezant
hemelbol hemelglobe, hemellichaam, sfeer, ster
hemelboog - gewelf
hemelboom - ailanthus
hemelbrood manna
hemelburger gezaligde, zalige
hemeldak firmament, uitspansel
hemeldauw - regen
hemelen - overlijden, sterven
hemelgeest cherubijn, engel, serafijn, seraf
hemelgewelf azuur, firmament, hemel, koepel, uitspansel,
zwerk
hemelgod - Anoe, Dyanspitar, Jupiter, Sjanti, Zeus
hemelheir engelenscharen
hemelhof - eden, paradijs
hemeling engel, gelukzalige, hemeltelg, zalige
hemelkenner astronoom
hemelkoningin - Juno, Maria
hemellichaam aarde, Jupiter, komeet, maan, Mars, Mercurius, meteoor, planeet, planetoïde, satelietSaturnus, ster, Venus, zon
hemelruim hemel, kosmos, luchtruim
hemels bovenaards, celest, goddelijk, heerlijk, onaards, prachtig, verrukkelijk, zalig
hemelblauw - azuur, lazuur
hemels brood - hostie, manna
hemelsfeer - kreits
hemelsgezind godvruchtig, heilig, vroom
hemels rijk China
hemels rijk, zoon van het - Chinees
hemelsteen meteoor, meteoriet
hemelstreek luchtstreek, noord, oost, sfeer, streek, west, windstreek, zuid,
hemels wezen cherubijn,engel, fee, seraf, serafijn
hemeltergend ergerlijk, goddeloos , weerzinwekkend
hemeltoorts - zon
Hemelvaartsdag, gebruik op - dauwtrappen, dauwtreden, hemelvaren
hemelverschijnsel komeet meteoor
hemelvuur bliksem, weerlicht
hemelwater - neerslag, regen
hemiëder - halfvlak
hemidor regen (bui)
hemofilie bloederziekte
hemorroïden - aambeien
hen - hoen, hoender, kip, kloek
hendel hefboom(pje), manette
Henegouwen, arrondissement in - Aat, Ath, Bergen, Charleroi, Doornik, Moeskroen, Mons, Mouscron, Soigniesm Thuin, Tournai, Zinnik
Henegouwen, mijngebied in - Borinage
hengel beugel, greep, handvat, lee, scharnier, vistuig
hengelaar visser
hengelaarsuitrusting aas, dobber, haak, hengel, leefnet, lijn, molen, schepnet, snoer
hengelaarsvis - hozemond, zeeduivel
hengelen - vissen
hengelsnoer sim
hengelsport - vissen
hengelstok hengelroede
hengeltouw - staartlijn
hengeltrommeltje reel
hengsel - beugel, draagbeugel, greep, handgreep, handvat, oor, scharnier
hengselmand ben, kabas, korf
hengst - vaderpaard
hengst, gesneden ruin
hengstebron Hippocrene
hengsten beuken, slaan
hengstig paarzuchtig, ritsig, tochtig, wellustig
henker beul, scherprechter, satan
henna kleurmiddel, verfplant
hennep cannabis, gelling, kemp, zaailing
hennepafval hede, hee
hennepbraak blouwel, rete, reep, repel, reet, rete
hennepbraken blouwelen
hennepnetel dauwnetel
hennepplant - sisal
hennepvink - kneutje
hennepworteleinde - blees
hens hands (Eng.), handen
her geleden, herexamen, hier, hierheen, opnieuw, overal, sedert
Hera Juno
herademen bijkomen
Herakleïden, stamland der - Peloponnesus
Herakles - Hercules herademing oplichting
heraldiek wapenkunde
heraldiek stuk - herautstuk
heraldiek wapen blazoen
heraldische figuur - bemmel, geer
heraldische bijfiguur - berensteel, lambel, palesteel
heraldisch teken lelie
heraldisch wapen - schild
heraldische kleur email (rood, groen, blauw, purper en zwart), goud (geel), keel (rood), lazuur (blauw),sabel (zwart), sinopel (groen), zilver (wit)
heraldische penning - besant, bezant
heraldische term balk, kwartier, tenant
heraut aankondiger, bekendmaker
heraut van wapenen - wapenkoning
heraut voor Troje stentor
herba h., kruid
herbarium plantenverzameling
herbarist - kruidenkenner
herberg bierhuis, café, doening, drankhuis, estaminet, hotel, kroeg, logement, osteria, staminee, tapperij, taveerne, taverne, uitspanning
herberg (It.) osteria
herbergen - huisvesten, onderbrengen opnemen
herbergier gelaghouder, kastelein, kroegbaas, tapper, waard
herbergierster kasteleines, waardin
herbergierszoon die koning werd - Murat
herbergklant kroegloper
herbergzaam bewoonbaar, gastvrij
herbivoor planteneter, vegetariër
herboriseren - botaniseren
herborist kruidenzoeker, plantenverzamelaar
herbouw - wederopbouw
herbouwen reconstrueren, verbouwen
herbouwing reconstructie
Hercules - Herakles
herculeskever - dynastes
herculeswerk reuzenwerk
herculisch gespierd
Hercuul - atleet, kermisworstelaar
herdenken gedenken, herinneren, memoreren, vieren
herdenking gedachtenis, viering
herdenking van de geboortedag verjaardag
herder bewaker, herdershond, hoeder, kuddehoeder, oppasser, pastor, pastoor, predikant, priester, schaper, scheper, senn, veehoeder, waker
herder die de Trojanen bedroog Simon
herder in de Alpen Senn
herder in Pfrygië Atys
herderin bergère, predikante
herderlijk arcadisch, bucolisch, idyllisch, landelijk, pastoraal
herderlijke brief mandement
herderlijk schrijven - encycliek, mandement
herderschop mak
herdersdicht bebergerie, ecloge pastorale
herdersfluit Panfluit, rietpijp, schalmei, veldfluit
herders god Pan
herdershond soort - eloga, ecloge
4 puli, pumi
5 corgi
6 briand, collie, kuvasz
7 bobtail, bouvier, sheltie
8 hovawart, komondor
9 beauceron, Mechelaar
10 rottweiler, sennenhund
11 schapendoes
12 Groenendaler
herders hut in de Alpen Sennhut
herderskout - eloga, ecloge
herdersleven - idylle
herderslied bergerette, pastorale
herdersroman arcadia
herdersspel arcadia, pastorale
herdersspin - hooiwagen
herderstasje - capsella, tasjeskruid
herdersvolk - Nomaden
herdoop wederdoop
hereditair erfelijk
herediteit - erfelijkheid
heremiet anachoreet, asceet, eenzaat, kluizenaar, solitair
her en der alom, altijd, overal
her en derwaarts zwerven dolen
heren hh.
herenboon - sperzieboon
herendienst corvee
hernhuis - villa
herenhuis in Friesland state, stins
hereniging reünie, samenvoeging, verzoening ,weerzien
herenjas frak, jacquet
herenjasje - colbert
herenkamerjas chambercloak
herenkapper barbier, coiffeur, figaro, stylist
herenkledingstuk anklet, boord, bretel, colbert, costuum, das, frak, jasje, jekker, jopper, kamerjas, kostuum, ochtendjas, overhemd, overjas, pantalon, pullover, sjamberloek, smoking, sok, vest
herenknecht - butlerlakei
herenmantel - raglan
herenoverjas demi, ulster
herenpaard luxepaard
herenrijwiel herenfiets
herensok anklet
heresiarch aartsketter
heresie dwaalleer, ketterij
herfst najaar, seizoen
herfstbloem amarant, aster, biggekruid, chrysant, herfsttijloos
herfstdag - najaarsdag
herfstgetijde - najaar
herfstig herfstachtig
herfstmaand september
herfstmijt - trombiculidae
herfstmis najaarsmis, najaarsmarkt
herfstraap zandraap
herfstroos stamroos, stokroos
herfsttijloos - colchicum
herfstweer guur, mistig, winderig
hergeven teruggeven
herhaald gedurig, nogmaals telkens, wederom
herhaalde versregel refrein
herhaaldelijk almaar, dikwijls, menigmaal, steeds, telkens, vaak, veelvuldig
herhaalde wedstrijd - barrage
herhalen bis, bisseren, encore, herzeggen, itereren, nogmaals, opnieuw, overdoen, recapituleren, repeteren, reproduceren
herhalend iteratief
herhalende decimaal repetent
herhaling bis, da capo, echo, hervatting, ïteratie, recidive, reditie, reiteratie, repetitie, reprise, suminatie, tautologie
herhaling van misdrijf - recidive
herhaling van een toon echo
herhaling van versregels - refrein
herhalingsthema refrein, ritornel
herhalingswerkwoord frequentatief
her inenten revaccineren
herinneren gedenken, herdenken, heugen, memoreren, terugdenken
herinnering aandenken, aanmaning, anamnese, gedachtenis, geheugen, heugenis, memorie, rappel, reminiscentie, souvenir, voorstelling
herinneringsbord gedenkbord
herinneringsgeschenk - souvenier
herinneringsmedaille gedenkpenning
herinneringsvermogen geheugen
herik boerenkers, onkruid
herkansing - barrage
herkauwer antilope, beisa, bok, bizon, buffel, damhert, dromedaris, eland, gazelle, geit, gems, giraf(fe), gnoe, hert, hinde, kameel, karbauw, kemel, koe, koedoe, lam, lama, moeflon, muskusos, oeros, okapi, ooi, os, ram, ree, reebok reegeit, rund, stier, schaap, yak, wisent, zeboe
herkauwersmaag - pens
herkauwer voor teling fokstier
herkenbaar kennelijk
herkenningsmelodie - tune
herkenningspapier identiteitsbewijs, legitimatiebewijs, persoonsbewijs
herkenningsteken badge, embleem, insigne, logo, vignet
herkenningswoord parool, sjibbolet, wachtwoord
herkomst afkomst, afstamming, bron, gewoonte, oorsprong, origine
herkomstig van - uit
herleefd redivivus
herleiden reduceren
herleiding reductie
herleven - opleven
herleving opleving, renaissance, reveil
herleving van kunst en wetenschappen - renaissance
hermafrodiet interseks, tweeslachtig
hermelijn harmel
hermelijnachtig dier - mink
hermeneutiek bijbeluitlegging, exegese, schriftverklaring
Hermes - Mercurius
Hermes, beeld van - Herme
hermetisch gesloten - potdicht
hermetisch luchtdicht
hermitage kluizenaarshut
hermoes - akkerpaardestaart
hermopolis , Asjmienein
hernemen terugnemen
hernhutter - zandgebakje
hernia - breuk
hernieuwde aanval - recidief, recidive
hernieuwen renoveren, vernieuwen
hernieuwig - renovatie
heroïne - dracetylmorfine
heroïsch dapper, heldhaftig
heroïsme - heldenmoed, heldhaftigheid
heropleiden - omscholen
heros Castor, halfgod; held, Heracles, Hercules, Pollux, Theseus
herrie bonje, drukte, gedruis, geduvel, geraas, heibel, heisa, kabaal, keet, krakeel, lawaai, krakeel, leven, onmin, opschudding, pan, rumoer, ruzie, spats, spektakel, stampei, tumult, twist,
herrie maken - krakelen, ruziën, twisten
herriemaker - lawaaischopperlevenmaker
herrijzen herleven, oprijzen
herrijzenis - herstel, opstanding
herroepbaar - revocabel
herroepen intrekken, terugnemen
herroeping - retractatie, revocatie, terugneming
herschatting - hertaxatie
herscheppen - recreëren, veranderen, verjongen
herschepping - gedaanteverwisseling, metamorfose
hersenaanhangsel - hypofyse, pijnappelklier
hersenbeeld hersenschim, waanbeeld
hersenblaasworm - bolworm
hersenbloeding - attaque, beroerte
hersenbreuk - cefalocele
hersenen brein, denkraam, geest, rede, verstand
hersenen, deel der - achterhoofdskwab, epifyse, hersenbalk, hersenbrug, hersenschors, hersenstam, hersenvlies, hypofyse, slaapkwab, ventrikel, voorhoofdskwab
hersengezwel - glioom, tumor
hersenklier hypofyse, pijnappelklier
hersenloos - dom, leeghoofdigstom, zin(ne)loos
hersenmantel - pallium
hersenontsteking encefalitis, meningitis
hersenpan bekkeneel, schedel
hersenproduct - bedenksel, uitdenksel
hersens brein, verstand
hersenschim droombeeld, fantasie, fantasmagoriefantoom, illusie, luchtkasteel, spook(beeld), utopie, visioen, waan(beeld)
hersenschimmig denkbeeldig, ingebeeld, imaginair, onwezenlijk
hersenspinsel gedachtenweefsel
hersentumor hersengezwel
hersenverweking - encefalomalacie
hersenvlies - arachnoïden, leptomeninx, pachymeninx
hersenvliesontsteking encefalitis, meningitis
hersenwerk denkarbeid, denkwerk, onderzoek
herstel analeptie, beterschap, correctie, genezing, opleving, rectificatie, recuperatie, redres, rehabilitatie, renovatie, reparatie, restauratie, verbetering, wederoprichting
herstelbaar - reparabel
herstelboekerij - storno
herstel van een fout in handelsboeken - ritorno
herstel van eer genoegdoening, rehabilitatie, satisfactie
hersteld beter, genezen, gerestaureerd, vernieuwd
hersteld in vroegere staat gerehabiliteerd
herstellen beteren, bijwerken, boeten, corrigeren,genezen, helen, herzien, maken opknappen, oplappen, reconstrueren, rehabiliteren, renoveren, repareren, renoveren, repareren, restaureren, restitueren, stoppen, verbeteren, verhelpen, vernieuwen, verstellen
herstellen na ziekte aansterken
herstellen van kleding - lappen
herstellend beterend, genezend, opknappend, reconvalescent
hersteller boeter, lapper, maker, restaurateur, reparateur
hersteller van beschadigde kunstwerken - restaurateur
hersteller van rijwielen fietsenmaker
hersteller van visnetten nettenboeter
herstelling boete, genezing, opheffing, ordening, renovatie, reparatie, restauratie, rehabilitatie, reparatie, tenietdoening, vernieuwing
herstellingsoord kliniek, rusthuis, sanatorium
herstelling van eer - rehabilitatie
herstelplaats dok, garage, remise
herstelplaats garage, gasthuis, kliniek, remise, rusthuis, sanatorium, uitdeukerij, ziekenhuis
herstelplaats voor autos garage, plaatwerkerij
herstelplaats voor schepen dok, werf
herstelwerk reparatiewerk, restauratiewerk
herstelwerkplaats atelier
hert antilope, damhert, edelhert, eland, gazelle, gnoe, hinde, kalf, ree, reebok, rendier, spitser
hert (Eng,) - deer
hert, driejarig - zesender
hert, eenjarig - spieshert
hert, tweejarig - gaffelhert
hert, vrouwelijk - hinde
hertachtig dier -
3 elk, ree
4 gnoe, milu
5 eland, moose
6 cervus, heumul, kidang, poedoe, reebok, sambar, wapiti
7 damhert, gazelle, kariboe, muntjak, reegeit, rendier,
takhert
8 antilope, axishert, blafhert, deikahert,edelhert, kuifhert,
lierhert, waterree
9 barasinga, paardhert, waterhert, zwijnhert
10 davidshert, muskusdier, pampashert, sambahert
12 virginiahert
15 aristoteleshert
hertaxatie herschatting
hertenkalf (vr.) - smaldier
hertenleer daim
hertengroep roedel, sprong
hertenhorens - gewei
hertenpaard - gnoe
hertensoort uit KleinAzië damhert
'sHertogenbosch in carnavalstijd Oeteldonk
hertog - doge, duke, dux
hertogin - duchesse
hertog uit de historie Alva
hertshooi - hypericum
hertshoornvaren - platycerium
hertstong - adderwortel, tongvaren
hertzwijn - babiroessa
hertz Hz.
heruitzenden - relayeren
hervertoning reprise
herverzekeren - reassureren
hervinden terugkrijgen,terugvinden
hervormd Esperanto Ido
hervormen herzien, reformeren, reorganiseren, verbeteren, wijzigen
hervormer Calvijn, Hus, Luther, reformateur, reformator, vernieuwer, Savonarola, Zwingli
hervorming metamorfose, reform, reformatie, transformatie, verandering
heruitzending relais
herwaardering - revaluatie
herwissel restorno
herzeggen - herhalen, repeteren
herzien bewerken, herstellen, hervormen, overdoen, revideren, veranderen, verbeteren, wijzigen
herziening redres, revisie, verbetering ,wijziging
hes blouse, kiel
hesp bil, dij, ham
Hesperus - avondster, Venus
hesseling - kopvoorn, serpeling
Hessen, hoofdstad van - Wiesbaden
hessoniet kaneelsteel
het aanbieden aanbod, aanbieding
het aanbrengen aandragen, berichten
het aanwezig zijn elders alibi
het aardse slijk geld
het abc - alfabet
het bed uit op, opgestaan
het bestaan billijken - erkennen
het beste bloem, elite, keur
het bewaren - opslaan
het boze oog malocchio
het doel bereiken aankomen, arriveren, komen
het doodgaan sterfte, sterven
het door ondervinding geleerde ervaring
het eerst arriverend a.s., e.k.
het eerste primair, primeur
het elders zijn' geweest alibi
het erbij laten zitten afweten, opgeven
het ervan nemen genieten, profiteren
het erven - erving
het ervoor houden aannemen, menen
het ervoor nemen menen
het evenwicht betreffende statisch
het fijne - essentie, finesse
het ga U goed bene vale, B.V.
het gebruiken van de handen manueel
het geseponeerd worden sepot
het gewicht bepalen wegen
het geziene bericht, mening, raad
het groter worden groei
het haar kapsel
het hazenpad kiezen vluchten
het hoofd bieden - volharden
het hoogste summum, top, toppunt
het inkuilen ensilage
het in omloop brengen uitgifte
het inwendige - intern
het is tijd - h. e.
het jong zijn jeugd, jeugdig
het kiezen keus, keuze
het laagst gelegen onderste
het lef hebben - durven
het leven betreffend zotisch
het luchtledige vacuum
het middelste centrum, medium
het midden zoeken centreren
het omgekeerde tegendeel
het oosten levant, orient
het opgeven afstellen
het raken der biljartballen carambole
het ruime sop zee
het schrijven schrift
het spijt mij pardon
het spreken gesprek
het streven aspiratie
het telen van gewassen kweek, teelt
het teveel overmaat
het toegegooide pakken vangen
het vaste land wal
het verdelen in fasen faseren
het verstand gebruiken - denken
het verst van het midden gelegen gedeelte uiteinde
het werk neerleggen staken
het worde afgedrukt - imprimatur
het worde gemengd misc.
het worde herhaald iter.
het worde ingelast f. i.
het wreken wraak
het zedelijke gedrag - moraal
het zien - zicht
het zit in dit - hierin
het zij zo amen, soit
hete bliksem appelprol
hete damp stoom
hete drank -groc
hete droge wind chamsin, harmattan, khamsin, samoem, sirocco
hete luchtbad - sauna
hete luchtstreek tropen
hete springbron geiser
hete toespijs bij nasi - sambal
hete waterdamp - stoom, wasem
hete wind op Westafrikaanse kust harmattan
hete woestijnwind chamsin, ghibil, samoen, samoem
heten betitelen, bevelen, gebieden, gelasten, kwalificeren, noemen, verklaren
hetere - courtisane
heterogeen ongelijksoortig, verschillend
heterogeniteit - ongelijksoortigheid
heterodox onrechtzinnig
heterodoxie onrechtzinnigheid
hetgeen - datgene
hetgeen gewoonlijk geschied regel
hetgeen men verdienst inkomen, loon
hetgeen iets maakt tot wat ik ben - wezen
hetgeen ik getuig q.a. (quod attestor) q.t (quod testor)
hetgeen voorhanden is voorraad
hetman - aanvoerder
Hettitische godheid - Arinna
hetwelk - dat, hetgeen, wat
hetwelk betekent q.e. (quod est)
hetze - drijfjacht, ophitsing
hetzelfde dito, eender, evenzo, gelijk, id(em), identiek, ongewijzigd
hetzelfde aantal evenveel
hetzelfde 'tempo (muz.) istesso
heug - lust, zin
heugen - herinneren
heugenis aandenken, gedachtenis, geheugen, herinnering, memorie, reminiscentie
heuglijk blij, gedenkwaardig, onvergetelijk, opgewekt, verblijdend, verheugend
heul baat, bijstand, heil, hulp, slaapbol, toevlucht, troost
heulen collaboreren, samenspannen
heulsap amfioen, opium
heup - coxa
heup, uitholling in de - acetabulum, azijnnapje
heupbeenderen - darmbeen, schaambeen, zitbeen
heupgewrichtenontsteking - coxitis
heupgordel - draagband
heupjicht ischias, coxagra
heupontwrichting - heupluxatie
heus beleefd, echt, gegarandeerd, kuis, oprecht, trouwhartig, vriendelijk, waar, waarachtig, waarlijk, wel, werkelijk, wezenlijk
heusheid beleefdheid, compliment, hoffelijkheid, vriendelijkheid
heuvel belt, berg(je), duin, hil, hoogte, lee, nol, terp, verhevenheid, verhoging, wierd(e)
heuvel in Rome Kapitool, Palatinus, Quirinaal, Viminale
heuvel te Jeruzalem Sion
heuvelachtig geaccidenteerd, golvend, oneffen
heuvelland in Frankrijk Langres
heuvelrij heuvelkling, kling , rug
heuvelrug in Drenthe - Hondsrug
heuvels, stad der zeven - Rome
heuveltje nol, terp, wierde
heuvel tussen twee ijsmassa´s - karne
hevel hefboom, koevoet, overtapbuissifon
hevelen overtappen
hevelfles - sifon
hevig acuut, beduidend, danig, duchtig, erg, ernstig, fel, fervent, fiks, geducht, gewldadiggeweldig, hard, heftig, hooglopend, intens, krachtig, lastig, ongenadig, onstuimig, overmatig, scherp, schromelijk, sterk, uitbundig, verregaand, verwoed, vinnig, vreselijk, vurig, wild, zeer, zwaar
hevig afkammen - afkraken
hevig beven - sidderen
hevig kloppen bonzen
hevig kwellen martelen
hevig razen woeden
hevig rillen - bibberen
hevig schreien gieren, snikken
hevig stoten botsen
hevig verlangen azen, begeren, dorsten, haken, hunkeren, popelen, reikhalzen, smachten, snakken
hevige afkeer afgrijzen, haat
hevige angst paniek
hevige botsing conflict
hevige buikpijn koliek
hevige emotie shock
hevige korte wervelwind wind(hoos)
hevige kramp - stuip
hevige noordoostenwind in Rusland buran
hevige orkaan tornado
hevige regenbui wolkbreuk
hevige schrik - paniek
hevige schudding schok
hevige storm blizzard, cycloon, orkaan, tornado, tyfoon, wervelstorm
hevige trilling aardbeving, aardschok
hevige wervelwind cycloon, tornado, tyfoon, (wind)hoos
hevige wind storm
hevige windhoos - tornado
hevige wind in Rusland - boeran
hevige wind in Zuid-Amerika - pampero
hevige woede - razernij
heviger erger
hevigheid felheid, geweld, intensiteit, kracht, sterkte
hexaanzuur - captonzuur
hexachloorbenzeen - gammexaan
hexacorallia - actinaria, antipatharia, ceriantharia, doornkoralen, madreporaria, rifkoralen, zeeanemonen, zoantharia
hexaëder kubus, zesvlak
hexagonaal zeshoekig
hexagoon zeshoek
hexamethyleentetramine - urotropine
hexameter zesmaat (van gedichten)
hexaniet, bestanddeel van - aluminium, hexyl, trotyl
hexogeen - RDX
hexoronzuur - ascorbinezuur
hiaat gaping, gebrek, gemis, lacune, leegte, leemte, opening
hibernatie winterslaap
hibernia - wintervlinder
hidalgo (Sp.) edelman
hidrotica (Gr.) zweetmiddelen
hiel hak
hielbeen calcaneus, koot
hield men vroeger kleine kinderen mee zoet - dot, speen
hielen (bijbels) verzenen
hielenlikken vleien
hielenlikker - vleier
hielstuk in een schoen konfoort, konterfo(o)rt, konterfoor(t)
hieltje van een ham hasp, hesp
hieltouw spiertouw
hiel van de voet hak
hiel van een kous - hak
hiep hakmes, heep, kapmes
hier alhier, her
hier (fr.) - ici
hier (lat.) - hic
hierbenevens - bij, met, naast
hier en boven - bovendien, ook, tevens
hier en daar ergens, plaatselijk, verspreid
hierheen - her(waarts)
hier ligt begraven hj. (hic jacet)., h.j.s.(hic jacet sepultus) h.s. (hic situs)
hierna later, nogmaals
hiëroglief - anch
hiëroglifisch - onleesbaar, raadselachtig
hier noch daar nergens
hier op aarde - beneden
hier te land. h.tl.
hierbij hieraan, eraan
hiernamaals dodenrijk, hemel, Nirwana, Walhalla
hiëroglief beeldschriftteken, raadselachtig
hiervoor - a. h.
hieuwen inhalen, opwinden
hij die geeft gever
hij die meedoet deelnemer
hij die ontvangt ontvanger, penningmeester
hij die schrijft secretaris
hij die sterker is dan een beer - Ursinus
hij heeft het gemaakt fec. (fecit)
hij heeft het gezien Vt. (vidit)
hij heeft het ontworpen mv. (invenit)
hij heeft het zelf gemaakt it (ipse fecit)
hij is dienend - dienstig
hij is overleden ob. (obilt)
hij ruste in vrede R.I.P. (requiesca(n)t in pace)
hijgen zuchten
hijgen naar adem snakken
hijger - telefoongek
hijgerig kortademig
hijsbalk - dovejut
hijsblok gewand, karvielkatrol, takel
hijsbok kraan
hijsen drinken, heffen, ophalen, opsteken, optakelen, omhoogtrekken, optrekken, sjorren, takelen
hijskamertje lift
hijslijn touw, kabel
hijstalie - wipper
hijstoestel dektalie, derdehand, kraan, lier, lift, takel, talie
hijstoestel op schip davit
hijstoestel voor personen - lift
hijstouw bras, trijs, gijn
hijswerktuig bok, elevator, her, katrol, kraan, lier, lift, takel, talie
hik nik, nok, snik, singultus
hikkend schreien snikken
hil hoogte, terp, vluchtheuvel
hilariteit gelach, vrolijkheid
hilt - zoldertje
Himalaya, top in de - Annapurna, Api, Badrinath, Chumalhari, Dhaulagiri, Gosainthan, Kanchenjuga, Kulhakengri, Makula, Nunkun
Himas, koning der Kabaka
hinde - hert, ree
hinder belemmering, last, letsel, moeilijkheid, molest, nadeel, ongemak, ongerief, overlast, plaag, schade, storing, trubbel, valstrik, verdriet
hinderen afleiden, belemmeren, beletten, bemoeilijken, derailleren, deren, dwarszitten, generen, grieven, irriteren, lastigvallen, ophouden, plagen, remmen, storen, tegengaan, tegenwerkentergen, verstoren
hinderlaag val, valstrik
hinderlijk ergerlijk, gênant, irritant, irriterend, lastig, opdringerig, storend
hinderlijk dier mug, wesp
hinderlijk persoon bemoeial, être, lastpost
hindering belemmering, storing
hinderlaag strik, val
hinderlijk belemmerend, ergerlijk, genant, lastig, onvrij, schadelijk, storend, vervelend
hinderlijk zijn kwellen, plagen, storen
hinderlijke onderbreking - storing
hindernis belemmering, beletsel, lokkade, bembarras, handicap, hinderpaal, obstakel, verhindering
hinderpaal, horde, incident, klip, obstakel, rem, stoornis
hindernis in de ruitersport - oxer
hindernisrace - hordenloop
hinderniswedstrijd - cyclecros
hinderpaal belemmering, beletsel, hindernis, horde, impediment, obstakel
Hindischriftsoort - devanagari
Hinditaal - Bihari, Rajasthani, Urdi
Hindoeasceet - sadhoe
Hindoesekte Sikhs
Hindoes, eerbiedwaardige personen bij de - guru
Hindoes Heilig boek Veda
Hindoese God Agni, Asoeras, Avatar, Boeddha, Brahma, Cri, Deva, Doerga, Ganesja, Indra, Kama, Koebera, Krisjna, Manoe, Rama, Sarasvati, Sjiwa, Skanda, Soerja, Trimoerti, Varuna, Varoena, Visjnoe, Visjnoe, Yama, Wisjnoe,
Hindoeïsme - Brahmanisme
Hindoeïsme, begrip uit het - bhakti, brahman, dharma, isvarna, marga, sjiva, visjnoe, yoga
Hindoeïsme, god van het vuur in het - Agni,
Hindoepriester pandit, Brahmaan
Hindoese geleerde - pandit
Hindoese heldenfiguur Krisjna, Rama
Hindoese oorlogsgod Skanda
Hindoese zonnegod Soerja
Hindoestan - Voor-Indië
Hindoestaans kluizenaar fakir
hinken strompelen
hinkend kreupel, mank
hinkelbaan - hinkperk
hink(e)poot manke
hinkjambe - choliambus
hint aanwijzing, raad, seintje, tip, vingerwijzing, waarschuwing, wenk
Hiob Job
hip blits, modern, snol
hippocastanacee - aesculus, paardenkastanje, paria
hippodroom paardenspel, piste, renbaan
histologie weefselleer
historicus geschiedkundige
historie geschiedenis, verhaal, verleden, vertelling, voorval
historieschrijver analist, geschiedschrijver, historiograaf
historie van de beschaving - cultuurgeschiedenis
historiografie geschiedschrijving
historisch echt, gebeurd, verleden, waar, werkelijk
historisch graf mausoleum, piramide, tombe
historisch verhaal - legende
historische figuur Alva, Augustus, Erasmus, Napoleon
historische figuur uit de Franse revolutie Danton, Fouché, Marat, Robespierre
historische figuur uit de 80 jarige oorlog Albertus, Alva, Anjou, Filips, Huygens, Isabella, Lumey, Tromp, Leicester, Maurits, Oldenbarnevelt, Parma, Willem
histirische soldaat - musketier
hit dienstmeisje, ked, kedde, ket, kid, paard, pony, schlager, succes, succesnummer, topper, treffer
hitje - dienstbode, kedde, kid, neg, pony
hitsen aandrijven, aanvuren, aanzetten, opruien, opstoken,opzwepen
hitsig driftig, heet, krols, loops, paarlustig, vurig, wulps
hitte drift, gloed, vuur, warmte
hitte afstralen gloeien
hitte bestendig - onbrandbaar
ho halt, stop
hobbel bobbel, knobbel, oneffenheid, ongelijkheid
hobbelen wiegelen
hobbelig bultig, oneffen, ongelijk, rul, ruw
hobbelstoel schommelstoel
hobo, soort -
4 kuan
5 gaita, zurna
6 rhaita, zoerna
7 gallega, pibcorn, piffera
8 bombarde, hautbois, schalmei, slompret, tarompet,
tontarde
9 hitsjirki
10 charoemela
hobby bezigheid, liefhebberij, stokpaardje
hockeystick - slaghout
hockeyterm - bully, goal, stick
hoc loco hier, h.l.
hoed bolhoed, dop, flambard, garibaldi, hoofddeksel, kiep, mijter, sombrero, steek, stetson
hoed met brede rand sombrero
hoedanigheid aard, eigenschap, functie, gehalte, gesteldheid, kwaliteit, macht, soort, staat, stand, waarde, waardigheid
hoedanigheid bepalen meten
hoede behoedzaamheid, bescherming, bewaking, bewaring, protectie, steun, toezicht, voorspraak, waakzaamheid, wacht, zorg
hoeden beschermen, beveiligen, bewaken, bewaren, protegeren, rondgaan, verzekeren, wachten, waken, zorgen, waken
hoedenmakersboog - slagboog
hoedenmaakster modiste
hoedenstof - vilt
hoedenstro - bakoe, batu
hoeder beschermer, bewaker, herder,leidsman, oppasser, pastor, schepper, waker
hoedje - bonnet
hoedversiersel kokarde
hoef hoornschoen, poot
hoef (van een hert, ree etc.) schaal
hoefdier antilope, banteng, bizon, bok, buffel, eland, ezel, ever, gazelle, geit, gems, giraffe, gnoe, hert, kameel, koe, koedoe, lama, muildier, muilezel, neushoorn, nijlpaard, oeros, okapi, os, paard, ree, rinoceros, rund, sapi, schaap, stier, tapir, tarpan, varken, wisent, yak, zeboe, zebra, zeug, zwijn
hoefdieren - ungulata
hoefdierensoort evenhoevigen, onevenhoevigen
hoefijzerpunt kalkoen
hoefijzers beslag
hoefijzers aanbrengen beslaan
hoefijzervormig bevestigingsmiddel kram
hoefmes - veegmes
hoefschoen - solea
hoefslag kavel
hoefsmid - paardensmid
hoefsmidsmes renet
hoefsmisvijl - rasp
hoefstal - travalje
hoefziekte - bokhoef, klem, knolhoef, nageltred, plathoef, rotstraal, steengal, volhoef
hoek angel, corner, haak, honk, kaap, oksel, oord, streek, winkel
hoekbalkon - erker
hoek door twee delen van een plaat gevormd - oksel
hoek van een lijn met haar horizontale projectie elevatie
hoekdeellijn bissectrice, bissectrix
hoeker transportschip, vissersschip
hoekerbuis kwee
hoekig angulair, ongemakkelijk; puntig, scherp, stijf, vierkant
hoekje - plekje
hoeklijn - diagonaal
hoekmaat graad, minuut, seconde
hoekmeetinstrument equerre
hoekmeetinstrument met magneetnaald boussole
hoekmeetkunde goniometrie
hoekmeter astrolabium, boussole equerre, goniometer, sextant, theodoliet
hoekpijler ante
hoekpilaster ante
hoekpuntslijn diagonaal
hoekschop corner
hoeksteen - steunpilaar
hoektafeltje stommeknecht
hoektand oogtand
hoekvatter - zwei
hoelok - gibbon
hoempa straatmuzikant
hoen hen, kip, kloek, patrijs, pel
hoender hen, leghorn, pel
hoenderachtige vogel ancone,auerhaan, auerhoen, bankivahoen, barnevelder, brahma, congopauw, diamantfazant, dorking, faverolle, fazant, goudfazant, hamerhoen hazelhoen, kalkoen, kochin, kwartel, koningsfazant, korhoen, kraaikop, kuifhoen kuifkwartel, leghorn, maleo, orpington, patrijs, parelhoen, pauw, patrijsleghorn, sneeuwhoen, uilebaard, welsummer, wyandotte, zilverfazant
hoenderbeet lamium, murik, muur
hoenderhof - neerhof
hoenderhok ren
hoenderkoet anioema
hoenderkorf - kippenmand
hoenderpark hoenderfokkerij
hoenderpest vogelcholera, vogelpest
hoenderras pel
hoenders pluimvee
hoenderslaapplaats - roest
hoendersoort barnevelder, cochin, kriel, pel
hoenderstok roest
hoenderverkoper - poelier
hoendervogel - fazant, frankolijn, hokkop, kalkoen, kip, kwartel, panier, patrijs
hoenderziekte leukose, snot
hoepel band
hoepelaar reper
hoepeldans - hoelahoep
hoepelolie - copaivabalsem
hoepelrok crinoline, farthingale, verdugo, vertugardin
hoepeltje kip
hoephout griendhout, rijshout, wilgenhout
hoepland griendland
hoer lichtekooi, prostituee
hoera hoezee
hoera (Jap.) banzai
hoerageroep cheer, gejoel, gejuich
hoerhuis - bordeel
hoes bedovertrek, cover, etui, foedraal, huls, koker, omhulsel, overtrek, sluif, tas
hoest - verkoudheid
hoestaanval hoestbui
hoestballetje - dropje,hoestpastille,
hoestbonbon jujube
hoestbui hoestaanval
hoesten kuchen, tussis
hoetelaar - beuzelaar, broddelaar, treuzelaar, twijfelaar
hoeve boerderij, farm, hacienda, havezaat, hofstede, landgoed, state, stee, zate
hoeve in Mexico - hacienda
hoeve of landhuis in de Provence - bastide
hoeveelheid
3 iet, mud, ons, tal, ton, vim
4 baal, berg, boel, deel, gros, hoop, iets, kilo, knot, maat,
mate, paar, riem, unit
5 anker, dosis, dozijn, getal, massa, mille, partij, plens,
snees
6 aantal, portie
7 aandeel, kwantum, menigte, tiental
8 rantsoen
9 grootheid
10 kwantiteit
hoeveelheid bepalen doseren
hoeveelheid breiwol - knot
hoeveelheid die ontbreekt gebrek, manco, tekort
hoeveelheid, die over is overschot, rest
hoeveelheid eten portie
hoeveelheid haring - kantje
hoeveelheid kolen mud
hoeveelheid koopwaar partij, zending
hoeveelheid medicijn dosis
hoeveelheid Noors hout - ellen
hoeveelheid papier boek, riem,vel
hoeveelheid tabak om duizend sigaren te dekken - dekkracht
hoeveelheid van een geneesmiddel dosis
hoeveelheid vlas - root
hoeveelheid vloeistof - gulp guts, puts, straal
hoeveelheid vocht - plens
hoeveelheid voedsel portie, rantsoen
hoeveelheid water gulp, puts, straal
hoeveelheid werk karwei, taak
hoeven - behoren, dienen, moeten
hoevenaar - agrariër, boer, bouwman, landman
hoewel al, alhoewel, hoezeer, ofschoon, schoon
hoezee oi, hoera, leve
hoezeer alhoewel, zoals
hof cour, eden, erf, gaard(e), hoeve, koer; lustoord, pachthoeve, paradijs privaat, rechtbank, siertuin, tuin, voorplein
hofambtenaar - dignitaris
hofbal gala, galabal
hofcabaal - intrigue, kuiperij
hofbediende lakei
hofdame - eredame
hofdignitaris waardigheidsbekleder
hofedelman - paladijn
hoffeest gala(bal), tuinfeest
hoffelijk attent, beleefd, beschaafd, civiel, complimenteus, fijngemanierd, galant, gracieus, hoofs, trouwhartig, urbaan, voorkomend, welgemanierd, wellevend
hoffelijkheid beleefdheid, courtoisie, galanterie, hoofsheid, politesse, urbaniteit, wellevendheid
hofhond - heemhond
hofhouding cour
hofhouding, opzichter over de - hofmeier
hofjonker page
hofkliek camarilla
hofmakerij flirt
hofmeester bottelier, drost, intendant, purser, steward
hofmeester aan boord van een schip purser steward,
hofmeesteres - stewardess
hofmeier der Merovingers - majordomus, pepijn
hofnar - bouffon
hofridder - pair
hofstad Den Haag, 's Gravenhage, residentie
hofstede boerderij, hoeve, state, stee, zate
hofstee - boerderij
hofstoet gevolg
hof van Eden - paradijs
hofzanger - braamsluiper, citroentje, fitis, geelbuikje, spotvogel, tuinfluiter
hoge adel - nobility
hoge adellijke titel pair
hoge afkomst adel
hoge begaafdheid genie, intelligentie, talent
hoge belastingen belastingdruk
hoge berg alp, top
hoge berg in Europa - Elbroes, Jungfrau, Matterhorn, Mont-Blanc
hoge doeleinden idealen
hoge duintop blinkert, hil, kopje
hogedrukgebied - anticycloon
hoge dunk van zichzelf eigenwaan
hoge geboorte adel
hoge geestelijke prelaat
hoge golf - roller
hoge hoed kachelpijp
hoge hoed met veren klak
hoge kaart - troef
hoge kale duintop blekker, blinkerd
hoge koersen hausse
hoge, laag in atmosfeer exosfeer ionosfeer, ozonosfeer, stratosfeer
hoge laars lieslaars, stevel, stiefel
hoge landpunt kaap
hoge leeftijd bejaard, oud, ouderdom
hoge lichaamstenperatuur - koorts
hoge loofboom - populier
hoge luchtlaag - stratosfeer
hoge mannenstem falset, tenor
hoge militaire rang generaal, kapitein, luitenant, officier
hoge paal - mast
hoge prijzen boom, duurte
Hoge Raad H.R.
hoge raad der joden Sanhedrin
hoge rente woeker
hoge rug bochel, bult
hoge ruiterlaars - rijlaars
hoge schoen bottine, laars
hoge staande boord vadermoorder
hoge stand - adel
hoge stem falset, sopraan, tenor
hoge stoep bordes
hoge titel hoogheid
hoge vierkante zuil - obelisk
hoge visserslaars hoos
hoge vrouwenstem mezzo, sopraan
hoge zangstem kopstem, sopraan
hoge zetel troon
hoge zuil - obelisk
hoger boven, super, supra, superieur
hoger beroep appel(latie)
hoger beroep in, gaan - appelleren
hoger dan a ais, bes
hoger den C cis, des
hoger dan d dis, es
hoger dan f fis, ges
hoger dan g as, gis
hoger dan de huizen - flat, toren
hoger gelegen bouwland - enk
hogerhand, van overheidswege
hoger personeel kader, staf
hoger worden groeien, rijzen, wassen
hogere meerdere
hogere aardbodem - heuvel
hogere burgerschool - HBS
hogere in rang - meerdere, superieur
hogere luchtlaag - stratosfeer
Hogerhuis lid lord, peer
Hoger Onderwijs - H. O., Universiteit
hoger personeel - kader, staf
hogestand - ereplaats, rechterzijde
hogere officier - admiraal, generaal, luit5enant, majoor,
Hogere Technische school - H. T. S.
hogepriester Aaron, Eli, Kajafas, patriarch, Samuel
hogeschool academie, universiteit
hogeschool in Delf T.H.
hogeschool in Rotterdam E.H.
Hoggar - Agahar
hok berging, bergplaats, cel, kooi, kot, nor, ren, schuilplaats, schuurtje, stal, vak
hokje cabine, vakje
hokken greineren, haperen, samenleven, samenwonen, stokken, stuiten
hok of keet barak
hok voor dieren kooi, stal
hol concaaf, grot, ijdel, ledig, leeg, loos, nietszeggend, ongevuld, polk, spelonk
hol grot, schuilplaats, spelonk
hol dekseltje van een flas - dop
hol der ontucht bordeel
hol en leeg ijdel, loos
hol gebogen zolderwerk gewelf
hol geslepen concaaf
hol gezegde banaliteit, cliché, frase
hol in een berg grot
hol maken - uithollen
hol metalen voorwerp bel, klok, vat
hol schepje - schulp
holbeitel guts
holbewoner troglodiet
holbol - periscopisch
holbuik - gulzigaard, veelvraat
holderdeholder halsoverkop overhoop
holenkunde speleologie
holenkundige speleoloog
holenvis - amblyopsis
hol gebogen zolderwerk - gewelf
Holland, graaf van - Albrecht, Arnolf, Dirk, Filips, Floris, Gerulf, Fan, Karel, Willem
Hollander - Nederlander
Hollander (Ind.) - blanda
Hollandse munt - cent, dubbeltje, gulden, knaak, kwartjeriks, rijksdaalder, stuiver, vijfje
holle beitel guts
holle binnenkant - holte
holle bodem van een fles ziel
holle frase tirade
holle gezegden frasen
holle gietvorm matrijs
hollelijst - talaan
holle praat frasen
holle retoriek - bombast, frase
holle ruimte holteleegte
holle spiegel reverbere
holle spier hart
holletje - kuiltje
holle uitdrukking frase
holle vorm - matrijs
Holle, vrouw - Holda
holle weg kloof, ravijn
holle woordenstroom - bombast
hol gebogen zolderwerk - gewelf
holheid - ledigheid
holhoornig dier - antilope, geit, gems, rund, schaap
hollen draven, hardlopen, lopen, racen, rennen, snellen, ijlen, vliegen
holligheid buts, deuk
holmium ho
holoceen - alluvium
holpijp equisetum, pijpheermoes
holrond concaaf
holronde overkapping - boog
holsblok klomp
holspaat - chiastholiet, kruissteen
holster foedraal, koker, pistoolkoker, wapenhouder
holte caviteit, gaping, gleuf, grot, nis, kas, kuiltje, leegte, spelonk, spleet
holte boven de kuit wade
holte in de kaak tandholte
holte in de schedel - oogkas
holte in gegoten ijzer gal
holte in kies caviteit
holte in muur - nis
holte onder de arm oksel
holte onder de knie wade
holte van een tand tandkas
holte van het oog kas
holtedier bezaantje, buiskwal, gorgelpijp, koraal, kwal, poliep, spons, zeeanemoon, zeerasp, zeespriet
holtedieren - coelenterata
holvormig concaaf
hom bef, jabot
home tehuis, thuis
home country - Berkshire, Buckinghamshire, Essex, Hertfordshire, Kent, Surrey
home rule zelfbestuur
homerisch bovenmenselijk, gigantisch onbedaarlijk, schaterend
homileet kanselredenaar
homille kanselrede, leerrede
hommel dar, klaplopermannetjesbij
hommeles bonje, herrie, mis, ruzie
hommer geltharing, hummer, mannetjesvis, zeekreeft,
homo mens, homoseksueel
homofiel - homoseksueel
homo novus parvenu
homogeen gelijkslachtig, gelijksoortig, verwant
homogeen verloden - loodbranden
homolie - kanselrede, leerrede
homologeren bekrachtigen, goedkeuren
homoloog gelijkluidend, gelijknamig, overeenstemmend
homonymie gelijkluidendheid
homoptera - bladluis, cicade, motluis, schildluis
homo sapiens mens
homoseksueel homo, homofiel, poot
homoseksuele man nicht
homoseksuele vroew - lesbienne
homothetisch - gelijkvormig
homp bokaal, brok, knoest, scheg, stuk
homp brood pil, keg, kèchie, kegje, klomp, stik
hompel - kreupele
hompelen hinken, strompelen
hom van vis melk, melte, milt
homvis - hommer
hondachtige
3 dog, fik, reu, vos
4 brak, does, kees, mops, taks, teef, wolf
5 adjak, boxer, dhole, dingo, dino, poedel, rekel
6 buldog, collie, coyote, fennek, herder, lobbes, poedel,
setter
7 blaffer, boshond, bouvier, dashond, griffon, jakhals,
pincher, poolvos, spaniel, terriër
8 Bernhard, chow-chow, hazewind, Warrigal, Windhond, Maltezer, Pekinees
9 alpenhond, hyenahond, lepelhond, manenwolf
10 foxterriër, marterhond, patrijshond, viervoeter, woestijnvos
11 Falklandvos, wasbeerhond
14 newfoundlander
hond van Odymus Argos
hond van Orion Sirius
hondalarm geblaf
hondenbewaarplaats asiel
honden geluid blaf, geblaf, waf, woef
hondenhok kennel
hondenjong puppy
hondenkapper - trimmer
hondenkenner kynoloog
hondenras.
3 dog, fox
4 brak, does, foks, kees, mops, puck, puli, taks, wonk
5 boxer, cargi, dingo, husky, kelpy, laiki, smous, stabij
6 barbet, barzoi, basset, beagie, biard, bichon, buldog, collie,
herder, hunter, huskie, kelpie, levier, loboor, poedel, setter, sloegi, spaniël, teckle, teckel
7 afghaan, airdale, babiche, basenja, bobtail, borgnet, bouvier,
bulhond, dasbrak,dashond, griffon, harrier, koehond, mastiff,
pincher, pointer, scheper, sheltie, sloughi, smousje, spaniel,
terriër, whippet
8 aardhond, chowchow, elkhound, foxhound, hazewind,
heemhond, keeshond, labrador, mopshond, pekinees,
poolhond, samo jeed, spinjoen, takshond, warrigal, windhond
9 bandrekel, beauceron, bloedhond, bolognees, chihuahua,
dalmatier, deerhound, doberman, dwergkees, gladakker,
greyhound, hyenanond, jachthond, pariahond, retriever,
schnauzer, sledehond, spitshond, stabyhoun, steenbrak,
wolfshond
10 bul-terriër, eskimohond, foxterrier, leonberger, patrijshond,
poedelhond, rottweiler, schapendoes, schipperke, schnautzer,
sennenhund
11 Appenzeller, dwergpoedel, herdershond, kamponghond,
kroespoedel, kwartelhond, leuwhondje, prairiehond,
schapendoes, scheepshond, schippertje, Sint-Bernhard,
wachtelhond
12 bernhardshond, dwergpincher, gordonsetter, maltezerhond,
welshterrier
13 cocker-spaniel, juffershondje, poedel-pointer, schippershond,
vlinderhondje
14 newfoundlander
hondenrenbaan - kynodroom
hondenriem - leis(t)
hondenvel schavuit, schelm
hondenverblijf asiel, hok, kennel
honderd - centiem
honderd are ha
honderd centen gulden
honderdduizend gulden - ton
honderd gram - hg, ons
honderdgulden biljet - meier
honderd jaar eeuw, seculem
honderd kilo centenaar
honderd man centurio
honderd procent geheel, totaal, volledig
honderd vier en veertig - gros
honderd vierkante meter are
honderdduizend ton
honderdjarig seculair
honderdjarig feest - eeuwfeest
honderdogige Argus
honderdste deel centi, percent, procent
honderdste gedeelte van een ons - gram
honderdtal vim
honderdtallig centesimaal
honderdvoud hecto
honds bar, brutaal, cru, erg, grof, lomp, onbeschoft, ruw
hondsaap baviaan
hondsboom vogelkers, vuilboom
hondsbossen smele, bentgras
hondsdolheid lyssa, rabiës
hondsdraf - aardveil, glechoma
hondshaaien - scyliorhinidae
hondskopaap - baviaan
hondsmelk kattendoorn
hondsoor slimkarbeel
hondspeterselie eppe
hondsribbe weegbree
homdsrozelaar wilde rozenstruik
hondenrozespoos bedeguar
hondsster Sirius
hondsvot (figuurlijk) schurk
Hondurassiche munt lempira
Hondurassiche hoofdstad - Tegucigalpa
Hondurassiche mestiezen - ladinos
honen affronteren, beledigen, bespotten, smaden, smalen, sneren, schimpen, uitschelden
honend beledigend, kwetsend, schamper, smadend, vernederend
honend spreken smaden, smalen, sneren
honende grijnslach - sneer, snier
honende opmerking sneer
honende scherts ironie, spot
Hongaar Magyar, Magyaar
Hongaars gerecht goulash, goelasj
Hongaars meer Balaton, Plattensee
Hongaars vleesgereht - goulash
Hongaarse componist Lehar, List, Bartok, Heller, Kalman, Kéler, Kodály, Seiber, Szervánszky
Hongaarse dans czardas, tjardas, verbunkos
Hongaarse dichter - Ady
Hongaarse graafschap - Komitat
Hongaarse grassteppe poesta
Hongaarse hoofdstad - Boedapest
Hongaarse huzarenhoofddeksel - kalpa
Hongaarse infanterist - haiduk
Hongaarse jeugdorganisatie KISZ
Hongaarse munt filler, forint, pengö
Hongaarse musicus - Barok, Erkel, Kodály, List
Hongaarse piano - zongaro
Hongaarse provincie Békes, Bihar, N6grad, Pest, Sopron Tolna, Vas
Hongaarse rivier - Duna, Tisza
Hongaarse rode peper paprika
Hongaarse ruiter lovas
Hongaarse schrijver - Agai, Dery
Hongaarse soldaat honvéd
Hongaarse stad Ajka, Baja, Bekes, Boedapest, Debrecen, Györ, Miskolc Pécs,
Hongaarse uitroep éljen
Hongaarse voornaam Arpád, Gabi, György, János, Jenö, József, Lájos, Lászió, Sándor, Tibor
Hongaarse wapenknecht - pandoer
Hongaarse wijn tokayer
Hongaarse zwijnenhoeder konda
Hongarije Magyar
honger appetijt, begeerte, eetlust, lust, smaak, trek, zin
hongerig - begerig, graag, gretig, inhalig, ondervoed, schrokkerigverlangend
hongerlijder - armoedzaaier, stakker
hongerloon bloedgeld
hongersnood - gebrek
hongerwespen - evaniidae
Hongkong, hoofdstad van - Victoria
Hongkongse munt dollar
honing bijen product, honig
honingaanwijzer - indicator
honingazijn oxymel
honingbij apis, ieme, imme, imk
honingbloem bijen blad
honingcel raat
honingdas - ratel
honingdrank hydromel, mede, mee
honinggras witbol
honinggroefje honingbakje
honingheide dopheide
honingklaver - melilotus
honingkleuren - nectariën
honingklier - nektarie
honingschijf honingklier, honingraat
honingsteen - melliet
honingvogels nectarinidae
honingzoet - vleiend
honingzuiger - tui
honingzuigers - meliphagidae
honingzwam - armillariella
honk hoek, home, huis, meet, schuilplaats, thuis
honkbal - base ball
honnepon liefje schatje, snoes,
honneponnig allerliefst, honnigsnoezig,
honnet beleefd, fatsoenlijk, net
honorair lid - erelid
honneurdagen honordagen, respijtdagen
honneurs eerbewijzen
honnig allerliefst, snoeperig, snoezig
honorabel eervol
honorarium beloning, bezoldiging, gage, loon, salaris, wedde
honorarium voor dokter sostrum
honoreren accepteren, betalen
honoris causa - eershalve
Honsjoe - Hondo
hoofd aanlegplaatsaanvoerder, baas, bol, captain, caput(Lat.), chef, chief, deken, gezicht, golfbreker, havendam, kop, leider, meester, opschrift, overman, overste, schedel, taats, test, tete(fr.)
hoofd van een afdeling baas, chef
hoofd van een bewaarschool matres
hoofd van een departement minister
hoofd van een Frans departement prefect
hoofd van een gezin vader
hoofd van een gilde deken
hoofd van een groep arbeiders ploegbaas, voorman
hoofd van een klooster abt, abdis, gardiaan, prior
hoofd van een moskee imam
hoofd van een onderwijsinstelling directeur, rector
hoofd van een school bovenmeester, directeur, rector, schoolhoofd
hoofd van een stam hoofdman, opperhoofd, sheik
hoofd van een vrouwenklooster dis, priorin
hoofdader - aorta, slagader
hoofdafdeling van een universiteit faculteit
hoofdader aorta, slagader
hoofdagent - brigadier
hoofdambtenaar referendaris
hoofdarbeider - intellectueel
hoofdartikel leader
hoofdband bandeau, diadeem
hoofdbedekking alpino, baret, doek, haar, hoed, kalot, kap, muts, pet, pruik, toupet, zie ook hoofddeksel
hoofdbedrijf in het Westland tuinbouw
hoofdbeginsel - principe
hoofdbescherming helm, strohoed, valhelm, zuidwester
hoofdbescherming van een racer valhelm, valkap
hoofdbestanddeel van olie elaïne
hoofdbestanddeel van pepermunt - menthol
hoofdbestanddeel van vetten stearine
hoofdbestuurder overste
hoofdbestuurder van Venetië doge
hoofdbewerking van het rekenen - aftrekken, delen, optellen, vermenigvuldigen
hoofdboek - grootboek, journaal, rekening-courant
hoofdboor - trepaneerboor
hoofdburcht in Oud Rome - Kapitool
hoofddeel van een toneelstuk akte, bedrijf
hoofddeksel
3 cap, dop, fez, hul, kap, pet
4 doek, flep, helm, hoed, huif, kepi, kiep, kipa, klak, koof,
muts, toot, tuit
5 agaal, baret, derby, gibus, kales, kalot, kaper, kapje, kepie,
kroon, mijter, pruik, sjako, steek, talpa, tiara, toepa, toque,
toupet
6 alpino, bolero, bonnet, capote, capuce, claque, gassie, helmet,
ijsmuts, kalpak, keuvel, kolbak, kornet, morion, panama,
poffer, sjapka, skipet, talpak, toppie, turban
7 badmuts, biretta, bolhoed, chechia, drietip, kalotje, kapoets,
kaproen, kapuits, kastoor, matelot, mopmuts, reispet,
soemada, solidee, tipmuts, tulband, valhelm, zeilpet, zotskap
8 baigneux, capaline, capuchon, cilinder, deukhoed, flambard,
flaphoed, fontange, helmhoed, hogehoed, klaphoed, klapmuts,
koksmuts, mantilla, pachlevi, pelsmuts, punthoed, puntmuts,
regenkap, reismuts, sjakopet, sombrero,sportpet, strohoed,
tarboesj, tuinhoed, tuithoed, veldmuts, vilthoed
9 alpenhoed, berenmuts, bivakmuts, dienstpet, driekroon,
garibaldi, hoofddoek, jagerspet, nachtmuts, regenhoed,
slaapmuts, stormhoed, vlieghelm, zomerhoed, zonnehoed
10 cowboyhoed, duikerhelm, jagershoed, jagersmuts,
monnikskap, panamahoed, pinnenmuts, strandhoed,
tropenhelm, uniformpet, zuidwester
hoofddeksel van de sint - mijter
hoofddeksel van een huzaar talpa
hoofddeksel van rechtsers en professoren baret
hoofddeksel, vrouwelijk - guimpe, hennin
hoofddekseltje - mutsje
hoofdeloos - dom, zinloos
hoofdelijk - correaal
hoofdelijkheid - solidariteit
hoofdengel Gabriël, seraf
hoofd der afdeling baas, chef, leider
hoofddoek falie
hoofdengel aartsengel, seraf, serafijn
hoofdfacet van een diamant - bezeel
hoofdfiguur uit een dierenepos - Reinaert, Reintje
hoofdgedachte - thema
hoofdgedachte van een muziekstuk gegeven, thema
hoofdgeld ( Arab. ) - djija
hoofdgestel tafelment
hoofdgetal een
hoofdhuid scalp
hoofdig achterlijk, eigenzinnig, halsstarrigkoppig
hoofdingang - portaal
hoofdje - kopje, opschrift
hoofdkaas preskop, zult
hoofdkantoor centrale
hoofdkap - capuchon
hoofdkerk van een bisdom - dom, kathedraal
hoofdkussen oorkussen, peluw
hoofdkwartier pretorium
hoofdletter initiaal, kapitaal, majuskel
hoofdluis - pietje
hoofdman aanvoerder, centurio, deken, gids, hopman, kapitein, leider, opperhoofd, opperste
hoofdman der Kazakken hetman
hoofdman op Java wedono, wedana
hoofdman over tien - decaan, decanus
hoofdman van een Romeinse legereenheid centurio, decurio
hoofdmatras peluw
hoofdmelodie obligaat
hoofdofficier admiraal, commandeur, generaal, kolonel, majoor, overste
hoofdopzichter - beheerder
hoofdpersoon - antagonist, held, protagonist
hoofdpijn kopzeer
hoofdpijn, schele koppijn, migraine
hoofdpijp van orgel prestant
hoofdpersoon held
heefdplaats hoofdstad
hoofdpost centrale, hoofdkantoor
hoofdpunt essentie, kern, spil
hoofdrichting - frontaal, sagitaal, transversaal
hoofdriem - halster
hoofdroos schin, seborrhoea
hoofdschout - baljuw
hoofdsieraad diadeem, kroon, oorbel, oorijzer, strik, tiara
hoofdslagader aorta
hoofdsluier van Spaanse dames mantille, mantilla
hoofdsom kapitaal
hoofdstad in Oman Maskate
hoofdstad van Afghanistan Kaboel
hoofdstad van Alabama - Montgomerie
hoofdstad van Alaska Juneau
hoofdstad van Albanië Tirana
hoofdstad van Algerije Algiers
hoofdstad van Angola Luanda
hoofdstad van voormalig Annam Hué
hoofdstad van Argentinië BuenosAires
hoofdstad van Armenië Jerivan
hoofdstad van Assyrië Ninivé
hoofdstad van Australië Canberra
hoofdstad van Azerbeidjan Bakoe
hoofdstad van Bahamas - Zassau
hoofdstad van Banglades - Dacca
hoofdstad van Barbados Bridgetown
hoofdstad van Beiern Munchen
hoofdstad van België - Brussel
hoofdstad van Bengalen - Dacca
hoofdstad van Bermuda eilanden -Hamilton
hoofdstad van Bhutan Punakha
hoofdstad van Birma Rangoon
hoofdstad van Boeotië Thebe
hoofdstad van Boeroendi. Boejoemboera
hoofdstad van Bolivia La Paz
hoofdstad van Bosnië Serajevo
hoofdstad van Botswana Mafeking
hoofdstad van Brazilië Rio
hoofdstad van Brits Guyana - Georgetown
hoofdstad van Bulgarije Sofia
hoofdstad van Burundi Usumbura
hoofdstad van Cambodja Pnompenh
hoofdstad van Canada Ottawa
hoofdstad van Ceylon Colombo
hoofdstad van Chili Santiago
China Peking
hoofdstad van Columbia Bogota
hoofdstad van Costa Rica San José
hoofdstad van Cuba Havanna
hoofdstad van Cyprus Nicosia
hoofdstad van Denemarken Kopenhagen
hoofdstad van Duitsland Berlijn
hoofdstad van Ecuador Quito
hoofdstad van Egypte Caïro
hoofdstad van EI Salvador - San Salvador
hoofdstad van Engeland - Londen
hoofdstad van Estland Tallin
Ethiopië Addis Abbeba
hoofdstad van Falkland eilanden - Port Stanley
hoofdstad van Filippijnen - Manilla
hoofdstad van Finland Helsinki
hoofdstad van Formosa Taipei
hoofdstad van Frankrijk Parijs
hoofdstad van Gabon Libreville
hoofdstad van Ghana - Accra
hoofdstad van Gambia Bathurst
hoofdstad van Georgia Atlanta
hoofdstad van Ghana Accra
hoofdstad van Griekenland Athene
hoofdstad van Groenland Godthaab
hoofdstad van Groot-Brittannië.-Londen
hoofdstad van Guatemala - Guatemala
hoofdstad van Guinee Conakry
hoofdstad van Hai'ti - Port du Prince
hoofdstad van Honduras Tegucigalpa
hoofdstad van Hongarije Boedapest
hoofdstad van India Delhi
hoofdstad van Indonesië Djakarta
hoofdstad van Ierland Dublin
hoofdstad van IJsland Reykjavik
hoofdstad van Irak Bagdad
hoofdstad van Iran Teheran
hoofdstad van Israël Jeruzalem
hoofdstad van Italië Rome
hoofdstad van Ivoorkust Abidjan
hoofdstad van Jamaica Kingston
hoofdstad van Japan Tokio
hoofdstad van Jemen Sanaa
hoofdstad van Joegoslavië Belgrado, Beograd
hoofdstad van Jordanië Amman
hoofdstad van Kalimantan - Bafldjarmasin
hoofdstad van Kameroen Yaoundé
hoofdstad van Kasjmir en Jammu Srinagar
hoofdstad van Katar Doha
hoofdstad van Kenia Nairobi
hoofdstad van Koeweit - Koeweit
hoofdstad van Kongo (voormalig Belgisch) Kinsjasa (Kinshasa)
hoofdstad van Kongo (voormalig Frans) Brazzaville
hoofdstad van Korea Seoel
hoofdstad van Laos Vientiane
hoofdstad van Letland - Riga
hoofdstad van Libanon Beiroet
hoofdstad van Liberia Monrovia
hoofdstad van Libië Tripoli
hoofdstad van Liechtenstein -Vaduz
hoofdstad van Litouwen Wilna
hoofdstad van Luxemburg Luxemburg
hoofdstad van Malediven - Male
hoofdstad van Malagassië Tananarive
hoofdstad van Malakka - Malakka
hoofdstad van Malawi Zomba
hoofdstad van Maleisië Kuala Lumpur
hoofdstad van Mali Bamako
hoofdstad van Malta La Valetta
hoofdstad van Marokko Fez, Tetuan
hoofdstad van Mauretanië Nouakchott
hoofdstad van Mexico Mexico
hoofdstad van Monaco - Monaco
hoofdstad van Mongolië - Oelanbator
hoofdstad van Montenegro - Titograd
hoofdstad van Muskat en Oman Muskat
hoofdstad van Namibi - Windhoek
hoofdstad van Nederland Amsterdam
hoofdstad van Nederlandse Antillen - Willemstad
hoofdstad van Nepal Katmandu
hoofdstad van Nicaragua Managua
hoofdstad van NieuwZeeland Wellington
hoofdstad van Niger Niamey
hoofdstad van Nigeria Lagos
hoofdstad van NoordIerland Belfast
hoofdstad van NoordKorea Pjongjang
hoofdstad van NoordVietnam Hanoi
hoofdstad van Noorwegen Oslo
hoofdstad van Oostenrijk Wenen
hoofdstad van OpperVolta Ouagadougou
hoofdstad van Pakistan Karachi, Rawalpindi
hoofdstad van Panama - Panama
hoofdstad van Paraguay Asuncion
hoofdstad van Peru Lima
hoofdstad van Perzië Teheran
hoofdstad van Polen Warschau
hoofdstad van Puetto Rico - San Juan
hoofdstad van Portugal Lissabon
hoofdstad van Portugees Guinee Bissao
hoofdstad van PortugeesTimor Dilly
hoofdstad van Rhodesia Salisbury
hoofdstad van Roemenië Boekarest
hoofdstad van Ruanda Kigali
hoofdstad van Rusland Moskou
hoofdstad van San Merino - San Marino
hoofdstad van Saoedi Arabië Er, Riaad / Mekka
hoofdstad van Serawak Kuching
hoofdstad van Senegal Dakar
hoofdstad van Sierra Leone Freetown
hoofdstad van Sikkim Gangtok
hoofdstad van Soedan Khartoem
hoofdstad van Somalië Mogadiscio
hoofdstad van Spanje Madrid
hoofdstad van Suriname Paramaribo
hoofdstad van Syrië Damascus
hoofdstad van TaiWan Taipei
hoofdstad van Tanzania DaresSalaam
hoofdstad van Thailand Bangkok
hoofdstad van Tibet Lhasa
hoofdstad van TsjechoSlowakije Praag
hoofdstad van Togo Lome
hoofdstad van Trucial Oman Dubai
hoofdstad van Tunesië Tunis
hoofdstad van Turkije Ankara
hoofdstad van UbanglShari Bangui
hoofdstad van Uganda Entebbe
hoofdstad van Uruguay Montevideo
hoofdstad van Venezuela Caracas
hoofdstad van Vietnam Hanoi (nrd.) Saigon (zd.)
hoofdstad van WestDuitsland Berlijn
hoofdstad van Wight Newport
hoofdstad van Zambia Lusaka
hoofdstad van ZuidKorea Seoel
hoofdstad van ZuidVietnam Saigon
hoofdstad van Zweden Stockholm
hoofdstad van Zwitserland Bern
hoofdstad van de Bahamaeilanden Nassau
hoofdstad van de Bahreineilanden Manama
hoofdstad van de Bermudaeilanden Hamilton
hoofdstad van de Falklandeilanden Stanley
hoofdstad van de Filippijnen Manilla
hoofdstad van de Hawaïeilanden Honolulu
hoofdstad van de Kaapverdische eilanden Praia
hoofdstad van de Libanon Beiroet
hoofdstad van de Nederlandse Antillen Willemstad
hoofdstad van de Seychellen Victoria
hoofdstad van de Soedan Khartum Chartoem
hoofdstad van de SovjetUnie Moskou
hoofdstad van de Unie van ZuidAfrika Pretoria
hoofdstad van de Verdragskust Dubai
hoofdstad van de Verenigde Arabische Republiek Kaïro
de Verenigde Staten Washington
hoofdstel halster
hoofdsteun - kussen
hoofdstuk afdeling, caput, cap, chap, chapiter, kapittel, paragraaf
hoofdstuk in de Koran Ssura(h)
hoofdtak van een gewei stang
hoofdtelwoord hoofdgetal
hoofdtooi diadeem, kroon, strik, tiara
hoofdtooisel - kapsel
hoofdtoon grondtoon
hoofdtrainer - coach
hoofdtroef in kaartspel matador
hoofd van een afdeling - baas, chef, voorman
hoofd van een bedrijf baas, chef
hoofd van een bewaarschool - matres
hoofd van de brandweer - brandweercomandant
hoofd van een departement - minister
hoofd van een gezin - vader
hoofd van een gilde - deken
hoofd van een grietenij - grietman
hoofd van een groep arbeiders - ploegbaas
hoofd van de huisknechten butler
hoofd van de keuken - chefkok
hoofd van een klooster - abt, gardiaanoverste, prior
hoofd van een moskee imam
hoofd van een nonnenklooster - abdes, abdis, priores, priorin
hoofd van een onderwijsinstelling - rector
hoofd van een reisgezelschap - gids(e), reisleider(ster)
hoofd van een school - directeur, rector
hoofd van een stam sheik
hoofdvlees zult
hoofdwapen van het leger - artillerie
hoofdwerk hersenwerk
hoofdworm bolworm
hoofdzaak belangrijksteessentie, kern, wezen
hoofdzakelijk grotendeels, meest, overwegend, vooral, voornamelijk
hoofdzeer - favus
hoofdzonde gierigheid, gramschap, gulzigheid, haat, hebzucht, hoogmoed, hovaardigheid, luiheid, nijd, onkuisheid, onmatigheid, traagheid
hoofs beleefd, galant, hoffelijk, vormelijk, wellevend
hoog verheven
hoog aan de wind - krap
hoog aanzien achting, eer, ere
hoog achten - considereren, eren, vereren
hoog achting - eerbied, verering
hoog adelijke titel pair
hoogbedaagd bejaard
hoog begaafd - geniaal
hoog bejaard - oud, stokoud
hoog bejaarde - grijsaard
hoog bestuurslichaam directie, patlement, senaat
hoog bevel ferman, firman
hoogborstig trots, verwaand
hoog bouwwerk dom, flat, kathedraal, toren, torenflat, wolkenkrabber
hoog boven iets uitsteken - torenen
hoog conjunctuur - boom
hoog doel ideaal
hoogdravend - bombast, gezwollen, pompeus, retorisch
hoogdruk - boekdruk, reliëfdruk
hoog en smal slank
hoog gaande bal lob
hooggeleerde hoogleraar prof, professor,
hoog gelegen afvoerkanaal dakgoot
hooggelegen akker - es
hoog geleden bouwland - eng, enk
hoog gelegen droge zandgrond geest
hooggelegen plaats trans
hoog geluid piepen
hooggeplaatst voornaam
hooggeroemd fameus
hooggewaardeerd best, prima, puik
hoog gras met bloempluim - riet
hoog in prijs duur, kostbaar prijzig
hoog land enk
hoog nest van een roofvogel horst
hoog opgeven - pochen
hoog schoeisel kaplaars, laars, stevel, stiefel, lieslaars
hoog spel - risico
hoog water vloed
hoog woord praats, praatjes
hoogachten eren, vereren
hoogachting aanzien, eerbied, respect, verering
hoog adellijke titel pair
hoogbedaagd bejaard
hoogblond goudblond
hoogborstig trots, verwaand
hoogbouw flatbouw, toren, torenflat
hoogdravend (muz.) pomposo
hoogdravend bombastisch, pompeus retorisch,
hoogfrequent h.f.
hooggaand hevig, hooglopend
hooggeleerde hoogleraar, prof, professor
hooggelegen afvoerkanaal dakgoot
hooggelegen bouwland enk
hooggelegen droge zandgrond geest
hooggelegen korenveld - korenes
hooggelegen punt in een waard donk
hooggelegen rijstveld - gaga
hooggelegen stuk land - krocht
hooggelegen zandgrond gaast, geest
hooggezind hooghartig
hooghartig arrogant, fier, groots, hautain, kloek, laatdunkend, trots, verwaand
hooghartigheid - fierheid
hooghartige houding air, kapsones
hoogheid aanzien, heerlijkheid
hoogheemraadschap in Holland Delfland, Rijnland, Schieland
hoogheemraadschap, voorzitter van een - dijkgraaf
hoogheidsrecht - regaal
hoogheilig sacrosanct
hoogkoor priesterkoor
hoogkijker - vieroog, zeepaap
hoogland plateau
hoogland in Afrika karo
hoogland in CentraalAzië Pamir, Tibet
Hooglander - schot
hooglands schaap - merino
hoogleraar docent, professor, prof., hoogl.
hoogleraarschap leerstoel, professoraat
Hooglied hymne
Hooglied van Salomo Cantica
hooglijk zeer
hooglopend fel, heftig, hevig, overmoed
hoogmoed eigendunk, eigenwaan, hovaardij, hybris, trots
hoogmoedig arrogant, eigenwaan, fier, houtain, hovaardij, hybris, laatdunkendheid, minachtend, opgeblazenheid, prat, pratheid, trots, verwaand
hoogmoedige houding adeltrots
hoogmogendheden, Hunne - Staten
hoognodig dringend, noodzakelijk, urgent
hoogoven, afval van de - slakken
hoogrode kleur inkarnaat
hoogrood - bloedrood
hoogschatten achten, respecteren, waarderen
hoogst hevig, optimaalsupreem, uitermate, uiterst, zeer,
hoogstaand - edel, integer, nobel, verheven
hoogstapwlaar - vorkheftruck
hoogst begaafd geniaal
hoogst begaafd mens - genie
hoogst begaafde genie
hoogst begaafde aardbewoner mens
hoogst gunstig - optimaal
hoogst beminnelijk adorabel
hoogst in aantal - allermeest
hoogstaand chique edel, integer, verheven
hoogstens - maximaal
hoogste climax, record, summum, top,(punt)
hoogste berg in Afrika - Kilimandzjaro
hoogste berg in Australië - Kossiuzko
hoogste berg in Azië - Everest
hoogste berg in Europa - elbroes
hoogste berg in Noord-Amerika - McKinly
hoogste berg in Zuid-Amerika - Aconcagua
hoogste berg op Ceylon - Adamspiek
hoogste bestuur in Carthago sufeet
hoogste deel piek, top
hoogste gerechtshof in het oude Athene Areopagus
hoogste graad van woede - paroxisme
hoogste in rang - baas, chef, directeur, leider, patroon
hoogste macht - oppermacht
hoogste mannenstem tenor
hoogste militaire rang admiraal, generaal, (veld)maarschalk
hoogste officiersrang bij de land-en luchtmacht - generaal
hoogste officiersrang bij de marine admiraal
hoogste onderofficiersranf adjudant
hoogste prestatie - record
hoogste punt kruin, nok, top
hoogste punt in Afrika Kilimandzjaro
hoogste punt in Amerika Aconcagua
hoogste punt in Australië Koscluszko
hoogste punt in Azië Everest
hoogste punt in Europa Elbruz (Elbroes)
hoogste rand van een dak nok
hoogste punt van een berg- top
hoogste punt van een huis - nok
hoogste register van een zangstem falset, kopstem
hoogste score - topscore
hoogste snaar op viool chanterelle
hoogste speelkaart troefaas
hoogste staatsdienar - minister
hoogste stem sopraan
hoogste ten - hoogstens, maximaal
hoogste troef in het quadrillespel - matador, spadille
hoogste vorstentitel - keizer
hoogste vrouwenstem sopraan
hoogste vulkaan in Europa Etna
hoogste wat bereikt is maximale, record
hoogte alp, altitudo, belt, berg, duin, heuvel, hil, kluft, kopje, niveau, nol, plateau, terp, verheffing, verhevenheid
hoogte bezet net struikgewas - horst
hoogte in heide - haar
hoogte in prijs duurte
hoogtemerk pegel, peil
hoogtemeter altimeter, clinometer, hypsometer
hoogtemeter in de sterrenkunde sextant
hoogtemeting hypsometrie
hoogtepeil A.P., N.A.P.
hoogtepunt acme, climax, top, zenith
hoogtepunt van een vertaling climax
hoogtepunt van een ziektetoestand acme
hoogte tussen twee voren ril
hoogte van aarde - heuvel
hoogte van water - peil
hoogtevrees akrofobie
hoogtij feestdag, vloed
hoogverraad landverraad
hoogvlakte dekan, plateau
hoogvlakte in Centraal Azië - Pamir
hoogvlakte in Turkije Ararat
hoogwaardig verheven
hoogwaardige benzine - super
hoogwaardigheidsbekleder - hofdignitaris, prelaat
hoogwaardigheidsbekleder, religieuze - pontifex
hoogwaardigheidsbekleder in Servië ban
hoog water vloed, volzee
hoog woord - praats
hoogzaal oxaal
hooi - langvoer
hooiafval ort
hooibk - ruif
hooiberg barg, mijt, rook
hooiboom - ponder, ponter
hooihark rijf
hooihoop opper, rook, schelf, schoof
hooiland hooislag, made
hooimaand juli
hooimijt opper
hooiraam - berrie
hooirek ruiter
hooiruimte dilt
hooischelf - klamp, mijt, tas
hooistapel kets, opper, rook, schelf
hooivork gaffel, opsteker, reek, riek
hooiwagen - bastaardspin
hooizolder bolkerd, delte, dilt
hoon affront, belediging, bespotting, gesmaal, insult, schimp, smaad, spot
hoonlach sneer
hoop optimisme, (Lat) spes, toeverlaat, uitzicht, verwachting
hoop belt, berg, boel, bult, massa, menigte, mijt, schare, slomp, tas, stapel, troep
hoop grond ophoping
hoop hebben hopen
hoop hooi opper, rook, schelf
hoopje drek keutel
hoop rommel - afvalhoo
hoop van 10.000 stuks turf stobbe
hoopvol rooskleurig, veelbelovend
hoopvol teken morgenrood
hoop vuil - belt
hoor luister
hoorder - luisteraar
hoor eens à propos
hoorapparaat hoortoestel, otofoon
hoorbaar hardop, luid, luidop, verneembaar, verstaanbaar, waarneembaar
hoorbaar ademhalen hijgen, piepen, snurken
hoorbaar drinken - lebberen, slurpen
hoorbaar en hel luid
hoorbaar schuimen borrelen, bruisen
hoorbaar slapen - snurken
hoorbaar zuigen lurken
hoorbaar zuipen - slurpen
hoorbuis otofoonstethoscoop, statoscoop
hoorn autoclaxon, kornet, toeter, trompet
hoornaanbeeld speerkaak
hoornachtig verhard eeltig, hoef
hoornachtige stof balein, keratine
hoornachtige verdikking der huid eelt, eksteroog, likdoorn
hoornblad - ceratophyllum
hoornbladachtigen - ceratophyllaceeën
hoornblazer hoornist
hoornblende - ampibole, oeralliet
hoornblendeschalie - amfibolet
hoornbloem - cerastium
hoorndol - gek, razend
hoorndrager cocu
hoornkiezel - chert
hoornklaver - trigonella
hoorn met kleppen - ventielhoorn
hoornpapaver - glaucium
hoornschoen - hoef
hoornsignaal fanfare
hoornstof keratine
hoornstruisvogel - casuaris
hoornvlies - cornea, parchen
hoornvliesontsteking keratitis
hoorn van een auto claxon, toeter
hoornvee - rundvee
hoorspel klankbeeld, luisterspel
hoort bij het schaakspel bord, dame, kasteel, koning, loper, paard, pion, toren
hoort bij een zeem spons
hoos laars, visserslaars, wervelwind, windstoot
hop - aanslibbing
hopbitter - lupuline
hopeahout - merawan
hopeloos beroerd, desperaat, reddeloos, slecht, wanhopig
hopen opstapelen, verlangen, verwachten, wensen
hopje - ulevel
hopklaver - medicago
hopman - hoofdman, kapitein
hopper baggerschuit, vultrechter
hopperzuiger zandzuiger
hor gaasdeur, muggenraam, scherm, snorrebot
hora h., uur
horde bende, hindernis, kudde, massa, obstakel, schare, troep
Horeb Sinaï
horecabedrijf - bar, bistro, bodega, café, cafetaria, herberg, hotel, kroeg, motel, restaurant
horecaberoep barkeeper, barman, gerant, hotelier, kelner
horen aanhoren, behoren, bemerken, betamen, luisteren, opmerken, opletten, passen, serveerster, vernemen, verstaan, waarnemen
horens van een rendier - gewei
horentje van hardhorende otofoon
horen van doven liplezen
horen zeggen opvangen
horig afhankelijk, onvrij
horige laat, lijfeigene, onwijs, slaaf
horige boer laat
horigheid - afhankelijkheid, onvrijheid
horizon einder, kim, verschiet
horizontaal liggend, plat, vlak, waterpas
horizontaal vlak - niveau
horizontale balk in gebint hanenbalk
horizontale band op wapenschild balk
horizontale houding - liggend
horizontale strook aan zeil reef
horizontale windas lier
hork hommel, wesp
horlepijp - schalmei
horloge remontoir, uurwerk
horloge met een bolronde vorm savonet
horlogezakje - binnenbeursje
hormoon - ACTH, ADH
hormoon door de alvleesklier afgescheiden - glucagon, insuline
hormoon door de bijnieren afgescheiden - adreline
hormoon door de darm afgescheiden - secretine
hormoon door de eierstok afgescheiden - progesteron
hormoon door de hypofyse afgescheiden - oxytocine, intermedine, prolactine, vasopressine
hormoon door de placenta afgescheiden - gonadotropinwn, progesteron
hormoon door de schildklier afgescheiden - parathormoon, thyoxine
hormoon door de testis afgescheiden - testosteron
hornpipe - horlepijp
horoscooptrekker - sterrenwichelaar
horribel afgrijselijk, gruwelijk, ontzettend
horror - afschuw, schrik
horrorfilm - griezelfilm
hors marsbank, zandplaat
hors d´oeuvre - bijwerk, toegift, voorgerecht
horsmakreel marsbanker , poer
horst - vogelnest
hort - duw, schok, stoot
horten botsen, haperen, schokken, stoten
hortend schokkend, stroef
hortensia - hydrangea
hortus gaard, hof, tuin
hor voor ramen - inzetraam
horzel brems, bremze hoornaarrunderdaas
hosanna - heil
hospes gastheer, herbergier, kostbaas, ploert, waard
hospita gastvrouw, kostjuffrouw
hospitaal armhuis, gasthuis, kliniek ,lazaret, ziekenhuis
hospitaalridders - Johannieters, Lazarieten
hospitaalsoldaat hospik
hostess - stewardess
hostie oblaat, ouwel
hostiel - vijandig
hostiehouder - pyxis
hostiekelk ciborie, ciborium
hostiel vijandig
hostieschotel pateen
hot draagkorf, rechts, rugkorf
hotel herberg, logement
hotelbeheerder - gerant
hotelcafe - bar
hoteldief - hotelrat
hotelhal lounge, receptie
hotelhouder - hotelier
hotelier hotelhouder
hotel in de woestijn - karavanserail
hoteljongen liftboypiccolo
hotten haperen, hokken, schiften, stremmen
houdbaar draaglijk, duurzaam
houden handhaven, hebben, verduren
houden van liefhebben, mogen
houder - beheerder, bestuurder, bezitter, eigenaar, ondernemer, rechthebbende
houder - reservoir, tank
houderschap detentie
houdertje - dispenser
houder van geldswaardig papier toner, toonder
houder van verkopingen auctionaris
houder voor banden en platen - cassette
houding air, allure, attitude, gedrag, gesteldheid, habitus, pose, positie, postuur, stand
houding of pose stand
houding van ruiter - zit
houding wijzigen aanpassen
houdt schip vast anker
house-boat - woonark, woonschip
House of Commons - Lagerhuis
Hous of Lords - Hogerhuis
hout xyleen
hout dat vergaan is molm
hout met fineerlaag - blindhout
hout impregneren - beitsen
hout onder de schors spint
hout voor pijp bruyère
houtachtig gewas boom, heester, struik
houtafval krul, spaan, spaanders, zaagsel
houtazijn - azijnzuur
houtbederf molm
hout behandelen - beitsen, boren, hakken, schaven, schilderen, schuren zagen
houtbewerker meubelmaker, schrijnwerker, timmerman
houtboor - avegaar
houtboorder - boorschelp, paalworm
houtbijen - xylocopidae
houtcement scifarien
houtdraad nerf
houtduif - bosduif
houten afscheiding - beschot
houten bak kist, krat, nap, tobbe
houten bankje - schamel
houten beenverlenging stelt
houten bekleedsel beschot, lambrisering, schot
houten bevloering laminaat, plankier
houten blaasinstrument blokfluit, fagot, flageolet, fluit, hobo, klarinet, schalmei
houten blad bord
houten blok - aambeeldsblok
houten blokhut - chalet, shack
houten dakpan sirap
houten dansvloer plankier
houten dwarsbalk - bint
houten gebouw barak, hok, keet, kot, loods, schuur
houten hack mik
houten halsjuk haam
houten hamer moker, slegge, sleg, slei, slegel
houten hekwerk glint
houten hok - schuur
houten hooihark rijf
houten hoorn bassethoorn
houten huis chalet
houten juk haam
houten keet - schuur
houten keukenlepel - sleef
houten klepper ratel
houten knots knuppel
houten koffer - kist
houten kom nap
houten kuip tobbe
houten lepel - spaan
houten loods barak, keet
houten loopstok stelt
houten mantel - katheder
houten moker sleg, slegge, slegel
houten muziekinstrument fluit, flageolet, fagot, hobo, klarinet, ocarina, schalmei
houten nagel pen, pin, plug
houten paaltje - piket
houten pen plug, spie, stift
houten pilaar paal
houten pin - deuvel
houten pin in vat zwik
houten pollepel sleef
houten post - paal
houten pop ledenpop
houten raam rek
houten raamwerk kozijn
houten ronde bak tob, tobbe
houten scheiding - schot
houten schep schepel, spaan
houten schepje - leuter
houten schoen klomp
houten schot - scherm
houten schutting glint
houten spade lep
houten spijker - peg
houten staaf paal, steel, stok
houten staak - paal
houten stang - barre
houten steel stok
houten stellage bok, rek, steiger
houten stok met voetsteun stelt
houten stok met ijzeren kam of vork eiger, riek, vork
houten stop - tapoen
houten tobbe falie, kuip
houten tussenwand - schot
houten vaatje - but
houten vat aad, kuip, ton
houten verdedigingsmuur - palank
houten verhoging stellage
houten verpakking kist
houten vloer parket, vlonder
houten voetmodel - leest
houten wandbekleding lambrisering
houten werktuig van metselaars en teenbakkers - plaan
houten wasbak kuip, tobb
houten werpspies - assagaai
houten ziekenloods - barak
houterig gedwongen, harkerig, onbeholpen, onhandig, star, stram, stijf
houterig persoon hark
houterig stijf meisje - tut
houtgedeelte der vaatbundels - xyleen
houtgeest - methylalcohol, methanol
hout gladmaken schaven, schuren
houtgraniet - spoelcement, xyloliet
houtgraveur - xylograaf
houtjetouwtje jas duffelcoat, montycoat
houting - adelvis
houtkleurend middel beits
houtlijn nerf
houtluis meluw, mijt
houtmaat tult, vim
houtmaat, oude - riemduim
houtpap pulp
houtplaat - triplex
houtrolletje klos
houtschaafsel - krul
houtskool amer, arengcarbo
houtskoolrooster - barbecue
houtsneeprent - xylografie
houtsnijden - graveren
houtsnijder - xyiograaf
houtsoort
3 ako, apo, dao, oro, sao
4 aloë, buks, fuma, lara, pine, podo, sibo, sipo, tali, teak
5 abura, afara, azobé, balsa, bossé, cedar, ceder, coula,
danta, djati, ebben, eiken, elzen, espen, essen, freijo,
iepen, iroko, jarra, lauan, limba, locus, noten, oboto, opepe,
oleko, vala, ovoga, ozigo, ramin, rauli, tenen, vuren,
wengé
6 abachi, acajou, alerce, aligna, baboen, bamboe, bassam,
berken, beuken,coigue, corail, dennen, esyris, grenen, ilomba,
imbula, jarrah, kabbes, kapoer, kersen, kotibé, krappa, kussam,
kwariem, lariks, lerken, lorken, linden, makoré, meibau,
obeche, peroba, poenak, redwood, sapeli, takien
7 afzelia, avodoré, benauas, billinga, buften, doussie,
esdoorn, hickory, kambala, kusambi, mahonie, meranti,
pakoeli, pokhout, edwood, robinia, thingan, triplex, wacapou,
without, zebrano, zingana
8 aderhout, adjoceba, aloehoet, amarante, bongossi, bukshout,
campêeche, canthium, flokhout, hardhout, kastanje, olijfhout,
palmhout, roodhout, rozehout, santalum, sawohout, talkhout,
teakhout,
9 ahornhout, angéligue, appelhout, atlashout, balsahout,
bangkirai, calembour, cederhout, djatihout, ebbenhout,
eikenhout, elzenhout, espenhout, essenhout, exocarpus,
jacaranda, jarrahout, keroewing, kopiehout, kuvazingo,
lindehout, multiplex, naaldhout, noerhout, notenhout,
olmenhout, perenhout, quebracho, satijnhout, awoehout,
stinkhout, vlierhout, vurenhout, zebrahout
10 acaciahout, acajouhout, afrormosia, basralocs, berkenhout,
beukenhout, coromandel, dennenhout, grenenhout, grenadille,
guajakhout, kamferhout, katoenhout, kersenhout, leptomeria,
lorkenhout, meubelhout, olijvenhout, peppelhout, purperhart,
sandelhout, sappanhout, spaanplaat, ilgenhout
11 amaranthout, citroenhout, esdoornhout, mahoniehout,
meubelplaat, moerbeihout, palissander, pijnboomhout,
plataanhout, pruimenhout, rhodiumhout, sparrenhout
12 adelaarshout, braziliëhout, kastanjehout, potloodceder,
weichselhout
13 cipressenhout, miekoeloengoe
houtstapel - mijt
houtstof cellulose, molm
houtverbinding liplas
houtvester - boswachter
houtvezelplaat board
hout voor beenbreuk - spalk
houtweefsel - paranchyn
houtwerker meubelmaker,schrijnwerker, timmerman
houtwerkplaats zagerij
houtwesp - sirex
houtworm - meker, memel
houtzaagmolen paltrok
houtzeep panamabast
houtziekte - olm
houtzwam - uilelever
houvast balkhaak, greep, grip, steun
houw dissel, hak, kalkkloet, klap, slag, wond
houwdegen ijzervreter, sarras, vechtjas
houweel bik, graafijzer, hak, pik
houwen - bedillen, hakken, harrewarren , kappen, sabelen, slaan, splijten, vellen, vitten, uithakken
houwer kapmes, viskaar, zwaard
houwwapen - sabel, schiavona, zwaard
hovaardig fier, hautain, hoogmoedig, ingebeeld, prat, trots
hovaardij - hoogmoed, trots
hoveling kamerheer, kamerling, kamenier, vleier
hovenier tuinbaas, tuinier, tuinman
hovenierhof - groentetuin, moestuin
hovenierskunst - tuinbouwkunde
hoveniersmes - snoeimes
hovenierstuin - groentetuin, moestuin
howea - kentia
hozebek - zeeduivel
hozen - besproeien, leegmaken, natgooien, uitscheppen
Hudsonbaailamd - Alberta, Saskatchewan
Hufter kaffer, pummel
hui wei
huichelaar farizeeër, gluiper(d), hypocriet , veinzer
huichelachtig bedrieglijk, gehuicheld, geveinsd, hypocriet, schijnheilig, vals
huichelarij veinzerij
huichelen femelen, veinzen, voorwenden
huid balg, bast, pels, vacht, vel, vlies
huidaandoening - dermatose
huidarts dermatoloog
huidbedekking dons, haar, haren, pels, schub, vacht, veren
huidblaas blaar
huidgezwel buil, puist
huidige dag - vandaag
huidigen dage, ten nu, thans
huidbloeding - suffisio
huidbloedingen purpura
huidje - velletje
huidkanker - lupus
huidkleur - teint
huidkloven - rhagades
huidknobbel wrat
huidlaag - lederhuid, opperhuid
huid mt wol - vacht
huidmondjes der planten stoma(ta)
huidontsteking belroos, dermatitis, gordelroos, wondroos
huidontsteking aan paardenbenen mok
huidontsteking, oppervlakkige - eczeem
huidopening porie
huidpest - bubonenpest
huidplooi bij runderen - kossem, wam
huidschending pok
huidskleur teint
huidsmeer talg, talk
huidsmeerkliertje - talgklier
huidstreep striem
huidtekening tatoeage
huidtepeltje - papil
huiduitslag acne, eczeem, exentheem , mazelen, schimmel, wrat
huiduitwas - bult, wrat
huiduitwaseming - transpiratie, zweet
huid van aardappel schil
huid van een dier - pels
huid van een jong kalf - zuiger
huid van varken zwoerd
huidverdikking - eelt, elefantiasis
huidverzorgingsmiddelen - cosmetica
huidvet - talg
huidvlekje gremel, moedervlek, sproet
huidwaterzucht - anasarca
huidziekte acne, belroos, dauwworm, dermatitis, eczeem, framboesia, favus, gordelroos, herpes, impetigo, lepra, lupus, (netel)roos, ploon, pellagra, rap, schimmel, schurft, uitslag, vetpuist, xeroderma
huidziektekundige dermatoloog
huidziekteleer dermatologie
huidzwelling buil, bult, puist, steenpuist
huif kap, knikker, netmaag,
huifkar kapkar, wijtewagen
huik - hu(r)ik
huilebalk grimbek, huichelaar, kwezel, zeurpiet
huilen bleren, bulken, grienen, janken, krijten, loeien, pruilen, schreeuwen, schreien, simmen, snikken, wenen
huilerig larmoyant, narrig
huilerig kind drein
huilerig klagen dreinen, zeuren
huis boerderij, bungalowclan, etui, familie, flat, foedraal, geslacht, heem, helm, honk, kardoes, koker, omhulsel, onderdak, pand, perceel, verblijf, villa, woning
huisarts dokter
huisbakken alledaags, banaal, bekrompen, benepen, duf, gewoon
huisbedekking atap, dak, kap
huisbediende butler, boy, domestiek, lakei
huisbewaarder claviger, concierge, custos, huismeester, portier
huisblad - vislijn
huisbrandstof - aardgas
huisbuffel - karbouw
huis des Heren - kerk, pagode, tempel
huisdier bok, cavia, ezel, geit, hamster, hond, kanarie, kat, kater, kip, koe, konijn, marmot, paard, papegaaiparkiet, poes, reu, teef, vee
huisdier aan de Noordpool rendier
huisdieren vee
huisdokter - huisarts
huiselijk familiair, gezellig, intiem, knus, ongedwongen
huiselijk feestje - onderonsje
huiselijk spel dammen, halma, kaarten, monopolie schaken, scrabble, tafelbiljarten,
huisgeest kabouter, kobalt
huisgenoot - medebewoner
huisgewaad duster, kamerjas, kimono, negligé, peignoir, sjamberloek
huisgezin familie, huishouden
huisgoden laren, lares, penaten
huishoen - kip
huishoudelijk menacieus, ordelijk, zuinig
huishoudelijk voorwerp bezem, bloempot, emmer, frituurpan, fruitschaal, koelkast, koffiepot, kookplaat, kop, lepel, pan, spoelbak, schrobber, soeplepel, spons, stoffer, stofzuiger, theemuts, theepot, tobbe, veger, wasautomaat, wasdroger, zeem
huishoudelijke kleding eva, schort
huishoudelijke mannelijke bediende - butler
huishouden familie, gezin, menage, tekeergaan
huishouding familieleven, gezin, menagerie
huishoudkunde economie
huishoudster - menegère, njahi
huis in Friesland state, stins
huisjapon - duster
huisjasje - coin-de-feu, dolman
huisje op rijstveld goeboeg, gubuk
huisje van de bril - koker
huisje voor krantenverkoop kiosk
huisjesslak caracole, karakol
huisjesslakken - helicadae
huisjuffrouw - hospita
huiskamer woonkamer, woonvertrek
huisknecht butler, domestik
huislook - donderbladsempervivum
huis met buskruit kardoes
huis met veel gezinnen ark, huurkazerne
huismeester concierge
huis of onderkomen - verblijf
huisonderwijzer gouverneur
huisonderwijzeres gouvernante
huisorgel harmonium, serafine
huisraad
3 bed, hor, mat, pot
4 bank, bord, club, kast, kist, kree, kruk, lamp, poef, rasp, sofa,
spit, spot, vaas, vork, wieg, zeil
5 brits, deken, gril, kleed, kruik, laken, lepel, loper, mixer,
sloop, spaan, sprei, stoel, store, tafel, tapijt, zetel
6 abacus, buffet, bureau, canape, dekbed, gordijn, ijskast,
ijstang, kachel, karpet, kavete, krukje, kussen, meubel, rasper,
rideau, schrijn, spinde, vorket
7 bakoven, balatum, dekbed, bedstee, bergere, bossing, couvert,
crapaud, deurmat, eetvork, eierrek, etagere, fornuis, gangmat,
gasstel, gobelin, hakbord, hangmat, kabinet, kapstok, kleedje,
latefel legkast, ligbank, markies, raamhor, reisbed, rolluik,
rooster, rustbed, samowar, schabel, schamel, servies, spiegel,
strobed, strozak, theepot, tinwerk, touwmat, trekpot, trumeau,
vergiet, vitrage, vloermat, vuurpan, warmpan, zitbank,
zoutpot, zoutvat, zwabber
8 aanrecht, armstoel, armzetel, azijnfles, bankstel, bedkruik,
bedstede, bedsteen, bedtafel, boterpot, broodmes, causeuse,
dekkleed, dienblad, doorslag, dormeuse, dressoir, eetlepel,
eettafel, eierkast, etensbel, fautuil, geldkist, goudkast,
gummimat, hangkast, hanglamp, hangwieg, hoekbank,
jaloezie, kamerpot, kaptafel, klapbank, kleerbak, koelkast,
kokosmat, kolenkit, kurkzeil, ladekast, ledikant, leeslamp,
linoleum, luxaflex, muurkast, ottomane, paplepel, peperbus,
pijpenrek, placemat, pollepel, potlepel, praalbed, roltafel,
rustbank, slaapbed, slalepel, spijskast, steekpan, taboeret,
tafelbel, tafelmes, theeblad, theeboel, theegoed, theemuts,
theezeef, tuinbank, valtafel, vederbed, vislepel, visplaat,
visspaan, vleesmes, vloermat, voetbank, voetveeg, voltaire,
voorhang, wandbank, zuurstel
9 barkastje, barmeubel, beddenpan, beddenzak, bedscherm,
bedwarmer, behangsel, biezenmat, bordenrek, braadijzer,
braadoven, braadspit, brochette, broodkast, clubstoel,
dekservet, draaispit, eetstokje, etenskast, fruitmand, fruitstel,
gangloper, gebakstel, hoekstoel, hoeslaken, kermisbed,
keukenmat, keukenmes, klapstoel, klaptefel, klapzetel,
kleerkast, kleerkist, koekepan, kookketel, kopjesrek,
krukstoel, lancaster, leunstoel, melkkoker, merglepel,
meubilair, moeslepel, muggennet, oblieijzer, opklapbed,
overdeken, oversprei, peperdoos, pronkkast, rolgordijn,
ruststoel, salonkast, sauslepel, schiderij, slaapstee, snelkoker,
soeplepel, speetijzer, stilletje, stroopmes, tafeldoek, fafelgoed,
tafelvork, rheebeurs, theeketel, theestoof, theetafel, tinnegoed,
tinnekast, traploper, trektafel, tuintafel, turftapijt, twijfelaar,
valgordijn, vlachtmat, vleesvork, voetenzak, vouwschut,
vouwtafel, vrieskist, wafelijzer, wandtapijt, zitkussen
10 beddengoed, beddenkast, boekenkast, boterlepel, bouilloire,
bovenlaken, draaistoel, eetservies, eierwekker, flessenrek,
frituurpan, gasconfort, gasfornuis, glasgordijn, glazenkast,
gonjeloper, gratenbord, hoekbuffet, ijslepeltje, kamerstoel,
kannenbank, kapspiegel, keukengoed, keukenkast,
keukenklok, koffieblad, kokoskleed, kolenschop, kruidenrek,
kussenbank, likeurstel, linnenkast, melkkoeler, menuhouder,
nachtstoel, nachttafel, onderdeken, onderlaken, ontbijtgoed,
ontbijtstel, overgordijn, plantenbak, pottenkast, pronkzetel,
prullenbak, punchlepel, rietgordijn, salontafel, schenkblad,
schenkbord, scheplepel, schotelrek, schrijfkast, secretaire,
serrestoel, servetband, servetring, slaaplaken, slaapmatje,
slaapstede, snijmachine, stofzuiger, stromatras, suikerrasp,
suikertang, taartschep, tafelkleed, tafellaken, tafelloper,
tafelschel, theemeubel, theewarmer, tochtdeken, trekgordijn,
vensterhor, vingerglas, viscouvert, voetenbank, voorsnijmes,
vouwscherm, vuilnisbak, windscherm, zilverkast, zilverwerk,
zonneblind
11 aspergetang, bamboestoel, beddendeken, beddenlaken,
beddensprei, broodspinde, eierklopper, etagerekist,
haardscherm, handspiegel, hoekspiegel, kamerscherm,
kapokkussen, kapokmatras, keukengerei, keukenstoel,
keukentafel, kinderstoel, kleerhanger, kleerkoffer, klontjespot,
koffiegerei, koffiemolen, koffietafel, kussensloop, kussenstoel,
lappendeken, lepeldoosje, lepelvaasje, leuningbank,
nachtkastje, notenkraker, ontbijttafel, penanttafel, plafonniere,
prullenkast, prullenkist, roljaloezie, schemerlamp, schenkketel,
schouwkleed, schrijftafel, schuiftafel, schuimlepel,
schuimspaan, serremeubel, snelkookpan, spiegelkast,
steekbekken, strooplepel, tafelzilver, theelichtje, theeservies,
tochtgordijn, tochtscherm, toilettafel, verenkussen,
vliegenkast, voetkleedje, voorsnijvork, waterkussen,
wiegelstoel, wiegendeken, wiegenkleed, zonnescherm
12 beddenkussen, beddenlinnen, bordenwarmer, braadrooster,
brandspiegel, broodrooster, cilinderkast, dessertlepel,
dientafeltje, eierlepeltje, etageretafel, familietafel,
groentelepel, harmonicabed, hoektafeltje, insteektafel,
kanapeetafel, keukengerief, klontjestang, kralengordijn,
kruidenrekje, kurklinoleum, leuningstoel, muggengordijn,
muskietennet, nachtspiegel, ophaalgordijn, portemanteau,
provisiekast, rooktafeltje, salonspiegel, schuifgordijn,
serveerwagen, springmatras, stommeknecht, tafelschuier,
tafelservies, theelepeltje, tracheermes, tweezitsbank,
uittrektafel, vingerdoekje, zoutlepeltje, zoutstrooier
huisstofmijt - dermatophagoides
huis van bewaring gevang, gevangenis, zie: gevangenis
huis van ontucht bordeel
huistelefoon intercom
huis van bewaring - gevangenis
huisvesten herbergen, inkwartieren, onderbrengen, wonen
huisvesting inkwartiering, inwoning, onderdak, onderkomen, verblijf, woning
huisvlijt handenarbeid
huisvogeltje kanarie, papagaai, parkiet
huisvrouw - echtgenote, eega
huisvuil afval, vuilnis
huiszwam - serpula
huiver vrees
huiveren aarzelen, beven, griezelen, rillen, sidderen, terugdeinzen, trillen, vrezen
huiverig aarzelend, angstig, bevend, bibberachtig, grillig, kil, koud, luguber, vreselijk,
huivering - aarzeling, gruwel, riI, rilling
huiveringwekkend - angstig, akelig, eng, griezelig, guur, luguber, ijselijk, ijzig, ijzingwekkend, macaber, naar, sinister, spookachtig, vreselijk
huizen leven, logeren, verblijven, wonen
huizenverkoper makelaar
hul - neepjesmuts
hulde aubade, eer(betoon), ovatie, serenade, verering
huldebetoon aubade, huldiging, ovatie
huldeblijk ovatie
hulde of roem - glorie
huldemuziek in de avond - serenade
huidigen (ver)eren, erkennen
huldiging eerbetoon, huldebetoon, verering
hulk - magazijnschip
hullen - wikkelen
hulp assistentie, baat, bediende, bijstand, dienstbode, dienster, help(st)er, heul, medewerking, ondersteuning, rechterhand, redding, soelaas, steun, toeverlaat, toevlucht, uitkomst, verlichting
hulp bij arbeid assistent, helper, knecht
hulp bij rekenen computer, telmachine, telraam
hulp geven assisteren, bijstaan, helpen, redden, steunen
hulp in de huishouding dienstbode
hulp in de keuken bijkok
hulp in de winkel - bediende
hulp in nood redder, redding
hulp van de stoker tremmer
hulp van een ridder jonker, page, schildknaap
hulpbatterij accumulator
hulpbehoevend arm(lastig), gebrekkig, invalide
hulpbetaalmiddel fiche
hulpbron ressource
hulpeloos - weerloos
hulpeloosheid - abandon, aporie
hulphoogleraar lector
hulpje bijloper, dienaar
hulpje bij golfspel caddie
hulpknecht in laboratorium amanuensis, laborant
hulpkoetsier - palfrenier
hulpmiddel ezelsbrug , instrument, medium, remedie, werktuig
hulpmiddel bij het betalen bank, giro
hulpmiddel bij het graveren etswas
hulpmiddel bij het kijken binocle, bril, kijker, lens, loep
hulpmiddel bij het rekenen computer, kassa, rekenmachine, rekentabel, telraam
hulpmiddel bij het stemmen stemvork
hulpmiddel bij radioontvangst antenne, versterker
hulpmiddel bij reizen - landkaart
hulpmiddel om te onthouden ezelsbrug
hulpmiddel voor muzieknotatie notenbalk
hulpprediker vicaris
hulppriester coadjutor, kapelaan
hulproep noodkreet, s.o.s.
hulpschaalverdeling - nonius
hulpstelling lemma, lemux
hulpstoker - tremmer
hulptaal Esperanto, Ido, volapuk
hulpvaardig bereidwillig, gedienstig, voorkomend
hulpvaardige bejegening tegemoetkoming
hulpvaardigheid gedienstigheid
hulp van de kok koksmaat
hulp vragen - roepen
hulpwerkwoord - hebben, kunnen, laten, moeten mogen, schijnen, willen worden, zullen, zijn
hulpzeil - fok
hulp zoeken - recurreren
huls foedraal, koker, omhulling
hulsel bekleding, etui, koker, omkleding, zaadhuisje
hulst - ilex
hulst achtigen - aquifoliaceeen
hulzeboom - hulst
hulzebos - hulst
humaan menselijk, menslievend, welwillend
humanist ongelovige
humaniteit menselijkheid, menslievendheid
humbug bedrog, bluf, boerenbedrog, larie, onzin
humeraal - amikt
humeur bui, luim, stemming, temperament, vlaag
humeurig - grillig, knorrig, ontstemd, opvliegend
humeurig mens kniesoor, neetoor, nurks
humeurige uitval boutade
humiliteit - nederigheid
hummel dreumes, kind, kleuter, uk
hummer hommer, zeekreeft
humor boert, geest, geestigheid, gein, luim, scherts, vrolijkheid
humoren bloed, gal, slijm
humorist conferencier, grollenmaker
humoristich - geestig
humoristische tekening cartoon
humorloos - afgezaagd
humus aardmolm, bladaarde, molmgrond, teelaarde
humusame verbindingen - humaten
Hunnenkoning - Attila, Bleda, Roea
hunebed dolmen
hunker - verslaving
hunkeren begeren, dorsten, smachten, talen, verlangen, versmachten
huns inziens - h. i.
huppelen dansen, dartelen, springen
huppelwater - genever, jenever
hups aardig, beleefd, dartel, flink, innemend, monter, net, opgewekt
huren pachten
hurk - knorrepot
hurricane cycloon
husky eskomohond, poolhond
hut cabine, hik, kabaan, kajuit, kluis, kot, schuilplaatsschuur, stulp, woning
hutspot mengelmoes, stamppot, warwinkel
huttentut - camelina, deder
hut van een schip - kajuit
huur lease, pacht, woonlasten
huurauto taxi
huurcontract huurceel
huurder pachter
huurder bij huurstakingen - maffer
huurgrond in M. E. leen
huurkoop - afbetaling
huurling - loondienaar, mercenair
huurrijtuig aapje
huursoldaat lan(d)sknecht, soldenier, waardgelder
huur van land - pacht
huwbaar - nubiel, volwassen
huwelijk echt, echtverbintenis, echtverbond, echtvereniging, trouwerij, matrimonium, trouwerij, verbintenis
huwelijk beneden stand - mesalliance
huwelijk met een vrouw uit de eigen stam endogamie
huwelijk met een vrouw uit een vreemde stam exogamie
huwelijksaankondiging - anonce, ban
huwelijksafkeer misogamie
huwelijksduivel Asmodee
huwelijksfeest - bruiloft
huwelijksfeest in de Bartholomeusnacht - bloedbruiloft
huwelijksgemeenschap connubium
huwelijkskandidaat - partij
huwelijksleven - matrimoniumhuwelijksmakelaarster - koppelaarster, koppelares
huwelijks god Hymen
huwelijkspand kind, ring
huwelijkspartner eega
huwelijksverbintenis - partij
huwelijksverstoorder asmodee
huwelijksvoltrekking - bruiloft
huwen paren, trouwen
huzaar cavaleriesoldaat, cavalerist, tanksoldaat
huzarenbuis met tressen - attila, dolman
huzarenhoofddeksel kolbak, talpa, talpak
huzarenstukje stunt, waagstuk
huzarenwambuis - dolman
hyacint - nageltak
hyaliet glassteen, lavaglas
hybride bastaard, halfslachtig, kruising, vals
hydrocharitacee - elodea, kikkerbeet, krabbescheer, stratiotes
hydrafyt - waterplant
hydrolasen - enzymen
hydrophyliacee - bosliefje, nemophila, phacelia
hydroxide - base
hydroxydicarbonzuur - appelzuur
hyena jakhals, strandwolf
hyena-achtig dier - aardwolf, strandwolf
hygiëne gezondheidsleer, zindelijkheid
hymne lofdicht, loflied, ode, zang
hymmendichter - hymnicus
hyper - zeer
hyperbolisch overdreven, overdrijvend
hypericaceen -guttiferen
hypnose - trance, zenuwslaap
hypnoticum slaapmiddel
hypnotische toestand trance
hypnotiseren biologeren, mesmeriseren
hypochondrie droefgeestigheid, zwaarmoedigheid
hypocriet huichelaar, schijnheilige, schijnvroom
hypotheek bezit, hyp, kusting
hypotheekhouder - hypothecaris
hypothese theorie, (ver)onderstelling
hypothetisch onzeker, (ver)onderstellend
hypsometrie hoogtemeting
hysterisch zenuwziek
I
ibbel - misselijk, naar
Iberië Georgië, Spanje
Iberisch gebergte Pyreneeën
Iberisch randgebergte, top in het - Moncayo
Iberisch schiereiland Spanje, Portugal
Ibidem aldaar, ib, ibid
ibis Nijlreiger
Ibiza, berg op - Atalayassa
Ibiza, eilandje behorende bij - Conejera, Tagomayo
Icel - Mersina
ichneumon - faraorat, spoorrat, spoorwezel
ichthyocol - vislijm
ichtyologie viskunde, vissenkunde
ichtyosaurus vishagedis
iconoclast beeldenstormer
iconografie beeldbeschrijving
iconologie beeldenleer
icoon afbeelding, beeld, heiligenbeeld, iko(o)n
icterus geelzucht
ictus stoot
Idaho, hoofdstad van - Boise
ideaal doel, droombeeld, fantastisch, foutloos, gaaf, hartewens, heerlijk, idool, illusie, modelbeeld, perfect, plan, utopie, verrukkelijk, volmaakt, wensdroom
ideaal land Utopia
idealen doeleinden
idee bedenksel, begrip, benul, besef, concept, denkbeeld, dunk, gedachte, ingeving, inval, inzicht, mening, notie, ontwerp, plan, suggestie, verstand, waan, zienswijze
ideëel denkbeeldig
ideeënleer - ideologie
ideefIxe dwangvoorstellingmonomanie
idem almee, Id. dezelfde, dito, eender, eveneens, evenzo, gelijk, hetzelfde, netzo,
Idenburgrivier - Taritatu
identiek eender, gelijk(waardig), hetzelfde,
identificatie vereenzelviging
identiteit - eenheid, gelijkheid
identiteitsbewijs pas, paspoort
ideografisch schrift - beeldschrift
ideogram begripteken
ideologie - leer
ideomorf - automorf
idioom dialect, taaleigen, tongval
idioot absurd, achterlijk, bespottelijk, bezeten, bezopen, dol, dwaas, gek, getikt, knots, krankzinnig, maf, mal, malloot, onnozel, onzinnig, stapelgek, stompzinnig, stupide, waanzinnig, zot, zwakzinnig
idiootje mongooltje
idioterie dwaasheid, malligheid, nonsens, onzinnigheld, stompzinnigheid
idiotie stompzinnigheid,
Ido wereldtaal
idolaat afgodisch, verliefd, verzot, weg
idolatrie aanbidding, afgodendienst, afgoderij, eerbetoon, verering
idool aasngebedene, afgod, afgodsbeeld, favoriet
Idumea - Edom
idylle pastorale, sprookje
idyllisch bekoorlijk, herderlijk, lieflijk, vreedzaam
ieder allemaal, alleman, allen, elk, elkeen, iedereen, iegelijk
ieder de helft delen, fiftyfifty
iedere dag daags
iedere dag terugkerend - alledaags
iedereen allehens, allen, allemaal, alleman, elk(een), ieder
iedereen bekend openbaar, publiek, publiek geheim
iedere keer aanhoudend, herhaaldelijk, telkens
iegelijk ieder, elk
iedere keer weer aldoor, steeds
iedere week wekelijks
iegelijk - elk
iel bleek, broos, dun, doorschijnend, frêle, gering, ijl, klein, luchtig, luttel, mager, min, nietig, schriel, teer, tenger
iel en nauw - smal
iemand individu, mens, persoon
iemand begrijpen aanvoelen
iemand besmetten - aansteken
iemand de les lezen berispen, kapittelen, vermanen,
iemand die aan alcohol is verslaafd alcoholicus, alcoholist
iemand die aan morfine is verslaafd morfinist
iemand die aan opium is verslaafd opiumschuiver
iemand die aandelen plaatst voor nieuwe N.V. promotor
iemand die aanspraak maakt - pretendent
iemand die afgestudeerd is alum nus
iemand die afkerig is van werk leegloper, luiaard, luilak, luiwammes, nietsnut
iemand die alleen op instrumenten vliegt blindvliegen
iemand die alleen plantaardig voedsel eet vegetariër
iemand die alleen speelt solist(e)
iemand die alleen waarde hecht aan het geestelijke - idealist
iemand die alleen waarde hecht aan het stoffelijke materialist
iemand die alles van de beste zijde beziet optimist
iemand die alles weet weetal
iemand die als maar praat filibuster
iemand die als twee druppels water op een ander lijkt dubbelganger
iemand die altijd tegenspreekt betweter, tegenspeker
iemand die anderen onder hypnose brengt hypnotiseur
iemand die bedelt - bedelaar
iemand die bedrieglijk te werk gaat bedrieger, falsaris, fraudeur, knoeier, zwendelaar
iemand die blij de radio hoort omroeper
iemand die bij een kerk hoort koster
iemand die bijen houdt - imker
iemand die bij zijn leven al zijn bezittingen aan een klooster schenkt donaat
iemand die blauw bloed heeft edele
iemand die boemelt - boemelaar
iemand die de colleges aan een universiteit volgt - student
iemand die dieren opzet - preparateur, taxidermist
iemand die doof is - dove
iemand die door eigenstudie is gevormd - autodidact
iemand die door moed uitblinkt held
iemand die door streling geneest magnetiseur
iemand die dubbel gehuwd is bigamist
iemand die een ambt bekleed - ambtenaar
iemand die een ander afperst chanteur
iemand die een ander arglistig bedreigt belager
iemand die een ambt of post bekleedt ambtenaar, functionaris
iemand die een ander helpt - mededader, medeplichtige, handlanger
iemand die een bepaald spel speelt speler, schaker, kegelaar
iemand die een boot voortbeweegt roeier, peddelaar, kanovaarder
iemand die een debat voert debater
'iemand die een examen aflegt examinandus
iemand die een functie bekleedt functionaris
iemand die een gebod overtreedt zondaar
iemand die een geschil graag toespitst scherpslijper
iemand die een girorekening heeft girant
iemand die een herberg bezoekt gast
iemand die een last draagt - drager
iemand die een. loket bedient loketbeambte, lokettist(e)
iemand die een optie heeft optant
iemand die een studiebeurs heeft bursaal
iemand die een verzoekschrift indient suppliant
iemand die een ziekte voorwendt simulant
iemand die eindexamen heeft gedaan abituriënt
iemand die eist - eiser
iemand die erg hard is spartaan
iemand die ergens van af weet - adept
iemand die ergens zeer in bedreven is - virtuoos
iemand die er is - arrivé
iemand die ergens van afwet adept, ingewijde
iemand die er zwart uitzet roetmop, smeerpoets
iemand die examenstof repeteert repetitor
iemand die gaat promoveren promovendus
iemand die gelooft aan contact met geesten spiritist
iemand die grondwerk voor verschansingen verricht schanswerker
iemand die hard werkt ploeteraar, slover
iemand die heldendaden verricht in een zeeoorlog zeeheld
iemand die het gunstig inziet optimist
iemand die het somber inziet pessimist
iemand die huizen afbreekt sloper
iemand die het werk uit protest neerlegt - staker
iemand die iets aanbied presentator
iemand die iets kent - kenner
iemand die in Indonesië rijk is geworden nabob
iemand die in leen geeft - lener
iemand die in loondienst is werknemer
iemand die je helpt assistent, hulp(je)
iemand die kegelt - kegelaar
iemand die klanten verwerft acquisiteur
iemand die kleding draagt van het andere geslacht transvestiet
iemand die land huurt pachter
iemand die lastert roddelaar
iemand die leeft van aalmoezen bedelaar
iemand die leeft van weldadigheid arme, bedelaar
iemand die lijdt aan vallende ziekte epilepticus
iemand die machines in elkaar zet monteur
iemand die mank is kreupele, manke
iemand die mensen wekt - porder
iemand die met geld geld heeft verdiend bankier, woekeraar
iemand die monteert monteur
iemand die morst - morser
iemand die naar herzieningen streeft revisionist
iemand die net zo heet naamgenoot
iemand die niet pienter is domoor, ezel, sufferd
iemand die niets uitvoert nietsnut, luiaard, luierik, luiwammes, rentenier
iemand die onderwijs geeft docent, leraar, meester, onderwijzer
iemand die onrust brengt onruststoker
iemand die op jacht gaat jager
iemand die opkoopt handelaar, opkoper
iemand die pianos op toon brengt stemmer
iemand die plannen maakt plannenmaker
iemand die polemieken schrijft polemicus
iemand die rode letters aanbrengt in codex rubricator
iemand die samenwerkt mat de vijand collaborant, collaborateur, verrader
iemand die schepen uitrust reder
iemand die slecht spreekt stamelaar, stotteraar
iemand die speelt speler
iemand die steeds giechelt / grinnikt - ginnegapper
iemand die steelt dief, kleptomaan, rover
iemand die stemt - stemmer
iemand die tanks schoonmaakt classificeerder
iemand die tijdelijk ergens verblijf houdt gast, logé
iemand die tijdens de operatie voor de verdoving zorgt anesthesist, narcotiseur
iemand die tot bisschop is gekozen en nog niet is gewijd elect
iemand die traag van begrip is domme, domoor, ezel, sufferd
iemand die van de stun moet leven - steuntrekker
iemand die van de weldadigheid moet leven - clochard, bedelaar
iemand die van een oud pak een nieuw maakt keerder
iemand die van vrouwelijke sekse is dame, deern, meisje, vrouw
iemand die van weldadigheid leeft bedelaar
iemand die van zijn geld leeft rentenier
iemand die van zijn hart geen moordkuil maakt flapuit
iemand die van zoetigheid houdt snoeper
iemand die veel in cafés vertoeft habitué, kelner, kroegloper, ober, stamgast,
iemand die veel talen spreekt polyglot
iemand die veel met geld omgaat kassier
iemand die veel te kort komt arme, stakker, behoeftige
iemand die verstand van iets heeft deskundige, expert, kenner, specialist
iemand die visnetten maakt nettenboeter
iemand die vlas hekelt repelaar
iemand die voor gentleman wil doorgaan snob
iemand die vragen stelt in het parlement interpellant
iemand die vrome levenswandel houdt asceet
iemand die weddenschappen afsluit - bookmaker
iemand die zeden bekritiseert zedenmeester
iemand die zich in de onthouding oefent asceet
iemand die zich richt op de werkelijkheid realist
iemand die zich verbeeldt veel te weten wijsneus
iemand die ziekte voorwendt - simulant
iemand die zijn beloften niet nakomt woordbreker
iemand die zijn doctoraal examen heeft gedaan drs., doctorandus
iemand die zijn doel heeft bereikt arrivé
iemand die zijn geloof verloochent renegaat
iemand die zijn kennis alleen aan de ervaring ontleent empirist, empiricus
iemand die zijn kennis door zelfstudie heeft verkregen autodidact
iemand die zijn werk uit protest neerlegt staker
iemand die zijn zonden opbiecht biechteling, boeteling, penitent
iemand die zorgt voor aangespoelde goederen strandvonder, strandvoogd
iemand die zwerft dolaard, nomade, zwerver
iemand een tik geven aantikken
iemand eren - huldigen
iemand met blauwbloed - edele
iemand met bochel bultenaar
iemand met dezelfde naam genan, naamgenoot
iemand met een zeer harde stem - stentor
iemand met fijne smaak epicurist
iemand met gekruld haar kroeskop, krukkekop
iemand met gemengd bloed creool, halfbloed, kleurling, mulat
iemand met verstand - kenner
iemand met werkelijkheidszin realist
iemand iets misgunnen benijden
iemand koud maken - doden
iemand leren kennen kennismaken
iemand om wie men lacht risée
iemand op een hoge uitkijkpost torenwachter
iemands leven bedreigen - belagen
iemands partij kiezen - bijvallen, steunen
iemand onder invloed - dronkaard, zuiplap
iemand oneer aandoen blameren
iemand uit de Indische Archipel Alfoer, Ambonees, Ajjeher, Balinees, Batakker, Boeginees, Maleier, Niasser, Soendanees, Toradja
iemand uit Wales Davy, Taffy
iemand van adel baron, barones, edel(e)man, freule, graaf, gravin, hertog, jonker, jonkheer, markies, prins, ridder, vorst
iemand van de vrouwelijke sekse dame, doom, juf, juffrouw, meid, meisje, mokkel, vrouw
iemand van grote macht mogol
iemand van hoge geboorte edele, edeling, edelman
iemand van invloed - magistraat
iemand van zeer vrome en strenge levenswandel - asceet
iemand zonder pigment albino
iemand zonder werkelijkheidszin idealist, irealist
ieme bij, honingbij, imme
iemker bijenboer, bijenhouder, imker
iep olm, ulmus
iepachtigen - ulmaceeën
Ier Paddy
Ierland Eire, Erin, Hibernia
Ierland, berg in - Connemara, Errigal, Nephin
Ierland, deel van - Ulster
Iers dichter-geleerde - fili
Iers eiland - Achill, Clark, Clear, Mullet
Iers graafschap - zie Ierse provincie
Iers geschrift - Leinster
iers meer - Conn
Iers moeras - bog
Iers ondergronds leger - IRA
Iers parlement Dail
Iers-Amerikaanse terreurbeweging - Fenians
Ierse dans - reel
Ierse harp - clarsach
Ierse havenstad - Cobh
Ierse held - Conn
Ierse huurkoetsier - jarvey
Ierse hoofdstad - Dublin
Ierse koetsier van een karretje met twee banken jarvey
Ierse munt pond
Ierse nationale beweging - Sinn-Fein
Ierse provincie -
4 Cork, Mayo
5 Cavan, Clare, Kerry, Louyh, Meith, Sigo
6 Carlow, Dublin, Galway, Offaly, Ulster
7 Donegal, Kildare, Munster, Wexford, Wicklow
8 Connacht, Kilkenny, Laoighis, Leinster, Limerick,
Longford, Monaghan
9 Roscommon, Tipperary, Waterfood, Westmeath
Ierse rivier - Bann, Bayne, Barrow, Blackwater, Boyne, Corrib, Erne, Foyle, Lee, Moy, Shannon, Ree, Slanay
Ierse sport - hurling
Ierse stad Antrim, Athy, Belfast, Cobh, Cork, Dublin, Galway, Limerick, Ulster
Ierse vrijheidsbeweging - ira
Ierse wal bullfinch
iet beetje, kleinigheid, lichtelijk,wat
iets beetje, enigszins, iet, snufje, wat, weinig
iets aanpraten aansmeren
iets aanschaffen aankoop
iets aantrekken aandoen
iets afslaan afwijzen, weigeren
iets dat groot is - kanjer, kolos, kokkerd
iets dat iemand raakt belang
iets dat lang en dun is sliert, staak, talhout
iets dat onbetamelijk is onbehoorlijk, onoorbaar, onfatsoenlijk, ontoelaatbaar
iets dat rond is bal, bol, kogel, wiel
iets doorgronden - kennen
iets door het lot laten beslissen loten
iets drievoudigs trilogie, trio, trits
iets enigs in zijn soort - knoest, reus, unicum
iets ervaren ondervinden, weten
iets goeds - deugd
iets groots - bommerd, kanjer, kolos
iets groots in zijn soort knoest, reus
ietsje beetje, tikkeltje
iets mollen breken, slopen
iets ondervinden beleven, ervaren, meemaken
iets openmaken aanbreken
iets ouds repareren oplappen
iets pakken grijpen
iets plaatsen - zetten
iets prettigs weldaad, genoegen
iets scheel loens
iets slordig afmaken knoeien
iets bter hand stellen aanbieden, geven, presenteren
iets te warm voor de tijd van het jaar broeierig, zoel, zwoel
iets tijdelijk afstaan (uit)lenen
iets vangen grijpen
iets van zeer grote afmetingen kanjer, kolos, reus
iets verrichten doen, plegen
iets verzoeken noden, vragen
iets waaraan alles ten offer moet worden gebracht moloch
iets wagen aandurven, gokken
iets wat de veiligheid bedreigt gevaar, onraad
iets wat zeer mooi is beeld, beeldig
curiosum
iets weigeren - afwijzen
iets zeggen - spreken
iets zonder belang bagatel
iets zonder waarde kitsch, lor, prul, vod
ietwat beetje, enigermate, enigszins, iets, lichtelijk, wat, weinig
iezegrim brompot, knorrepot, nurks, wolf
ifte klimop
iglo ijshut, sneeuwhut
ignobel gemeen, laag, laaghartig, onedel, onwaardig, vals
ignorant dom, onwetend, onkundig
ignoreren ontkennen
igrec ypsilon
ijdel behaagziek, hoogmoedig, koket, ledig, louter, praalziek, pronkzuchtig, onnut, prat, tevergeefs, vergankelijk, vergeefs, vruchteloos, zinloos
ijdele gedachte dagdroom, illusie, waan
ijdelheid pronkzucht
ijdeltuit - pral
ijf taxus, ijverboom
ijk - keur, merk(teken), standaard, waarmerk
ijken waarmerken
ijker ambtenaar, keurder, keurmeester
ijkgereedschap ijkpen
ijkgewicht standaardgewicht
ijking keuring
ijkmaat etalon
ijkmeester ijker
ijkteken ijkmerk
ijl doorschijnend , dun, haast, iel, leeg, luchtig, mager, schraal, slank, spoed, verdund, vluchtig
ijlbode estafette, expresse, koerier, loper, renbode
ijlbot heilbot
ijlen dazen, fantaseren, haasten, hollen, razen, rennen, snellen, spoeden, zwammen
ijlend achtervolgen - narennen
ijlhoofd dolleman, onbesuisde
ijlhoofdig dom, verwardwuft
ijle stof gas, lucht
ijle vloeistof ether
ijlen haasten, reppen, rennen, snellen
ijlheid dunheid, losheid
ijlig - haastig
ijlings gauw, gehaast, haastig, inderhaast, overhaast(ig), rad, rap, ras, snel, spoorslags, vlug, vlot
ijsbaan schoonhouder baanveger
ijsbreker beer
ijscoman - ijscoventer
ijsdrank sorbet
ijsduiker lom
ijselijk affreus, afgrijselijk, afschuwelijk, afstotend, akelig, lelijk, ongehoord, ontzettend, schromelijk, terribel, verschrikkelijk
ijselijk wezen - monster
ijsemmertje koeler
ijsgerecht - sorbet
ijsheilige Bonifacius, Mammertius, Pancratius, Servatius
ijsheuvel toros
ijshut - iglo
ijsje hoorntje, ijsco, wafel
ijskap ijsdek
ijskar ijswagen
ijskast koeling, koelkast
ijskegel pegel
ijskoud - brutaal, glaciaal, onaangedaan, onverstoorbaar
IJslands literair werk Edda
IJslandse fontein gletsjer
IJslandse munt aurar, kronen
Ijslandse proza - edda
IJslandse vulkaan Askja, Hekia
ijsmeeuw mallemuk, ijsstormvogel
ijsproduct pegel
ijsregen - ijzel
ijsstoel ar, prikslee
ijstap - ijskegel
ijstijd Günz, Pleistoceen, Mindel, Riss, Saale, Weichsel, Würm
ijsvlakte gletsjer
ijsvogel (Griekse mythologie) Alcyon, Alcyoon, Halcyon
ijsvos poolvos
ijswater - smeltwater
ijver aandrift, ambitie, animo, bedrijvigheid, eerzucht, elan, enthousiasme entrain, geestdrift, naarstig, toewijding, vlijt, vuur, werklust, zin
ijveraar propagandist, strijder, zeloteur
ijveren bevorderen, streven
ijverig ambitieus, arbeidzaam, bedrijvig, driftig, gestaag, leergierig, naarstig, noest, nijver, onverdroten, toegewijd, vlijtig, vurig, wakker, werkzaam
ijverzucht afgunst, jaloezie
ijverzuchtig afgunstig, jaloers
ijzerbijter iezegrim
ijzel ijsregen, rijp
ijzelen rijpen
ijzen griezelen, gruwen
ijzer erts, fe, ferrum, metaal, staal
ijzer aantrekkend magnetisch
ijzer aantrekkend voorwerp magneet
ijzerafval schroot, scraps
ijzerbewerker smid
ijzerdraad metaaldraad, staaldeaad
ijzeren bak - tank
ijzeren bekleding harnas, maliënkolder, pantser
ijzeren beugel met veer kiem
ijzeren blok met voetstuk - aanbeeld
ijzeren bout klink, rong
ijzeren drievoet treeft, tripode
ijzeren hefboom - koevoet
ijzeren kan voor dieren roskam
ijzeren knie plaatknie
ijzeren lange nagel pin
ijzeren mondstuk van paard bit
ijzeren nagel pin, rong
ijzeren pen spie, pin, taats
ijzeren punt - prikkel
ijzeren reservoir blik, bus, tank
ijzeren ringetje malle
ijzeren scherm rondom een kachel kachelmantel
ijzeren staaf pen, rail, stang , tralie
ijzeren staander rong
ijzeren vat drum, ton
ijzeren vishaak - hoek
ijzeren wapenrusting harnas, kuras
ijzeren werktuig hamer, vijl, tang, zaag
ijzeren wolkam - kaarde
ijzergroeve ijzermijn
ijzerhoudend oerachtig
ijzerhoudend pigment heem
ijzerhoudende grond oer
ijzerkuid verbena
ijzermijn - ijzergroeve
ijzeroxide roest
ijzersmelterij hoogoven
ijzersterk - oersterk
ijzervitriool ferrosulfaat, ijzersulfaat
ijzervreter sabreur, vechtjas, vechtersbaas
ijzerweg - spoorweg
ijzig afschuwelijk, angstwekkend, griezelijk, gruwelijk, kil, koud, luguber, ijselijk, ijskoud
ijzingwekkend afgrijselijk, luguber, griezelig, huiveringwekkend
Iconoclasten, tegenstanders van de - Iconodulen
ik (Lat.) ego
ik ben gekomen veni
ik geloof credo
ik groet je adieu, hadie
ik-gevoelig egocentrisch
ik heb gevonden eureka
ik heb gezien vidi
ik heb gezegd disci
ik heb ontvangen accept
ik heb overwonnen vici
ik verbied veto
Ikaria, berg op - Melissa
ikheid - individualiteit
ikker demon, droes, duivel, nekker nikker, satan
ikzucht egoïsme, zelfzucht
illade epopee, epos, heldendicht
Ilium Troje
illegaal clandestien, heimelijk, onrechtmatig, onwettelijk, onwettig, verboden
illegale bewoner kraker
illegale taxi - snorder
illegaliteit ondergrondse, onwettelijkheid, verzet
illegitiem ongerecht onwettig,
illiciet ongeoorloofd, verboden
Illinois, hoofdstad van - Springfield
illinium il., promethium
illuminatie verlichting
illuminatiemiddel lamp, kaars, teerton
illumineerglas vetpotje
illusie begoocheling, droom, droombeeld, geloof, schijnbeeldutopie, waan(beeld), waan
illusies, zonder - ontgoocheld
illusionist goochelaar
illusoir denkbeeldig
illuster beroemd, briljant, doorluchtig, edel, eminent, heerlijk, prachtig, schitterend, voortreffelijk, uitstekend
illustratie afbeelding, figuur, kenschetsing, plaat, prent, tekening, verluchting verduidelijking, voorbeeld
illustrator - tekenaar
illustreren aantonen, tekenen, tonen, verluchten
illericum, deel van - Dacië, Dalmatië, Macedonië, Noricum, Pannonië, Thracië
Illyrië, deel van - Albanië, Bosnië, Dalmatië, Herzegowina, Montenegro
iloaïet - lievriet
imaginair denkbeeldig,
imaginatie verbeelding, verbeeldingskracht
imago beeld, status
imam, eerste discipel van - bab
imam, twaalfde - mahdi
imbeciel dom, oerdom, oliedom, onnozel, stom, stommeling, stompzinnig, wezenloos, zwakzinnig
imidazool - glyoxaline
imipramine - tofranil
imitatie antiek, naaperij, nabootsing, namaak(sel), navolging, novantiek
imitatie edeleteen doublet, stras
imitator na-aper, nabootser
imiteren naapen, nabootsen, nadoen, namaken, navolgen
imker bijenhouder, bijker, iemker, ymker
immanent aanklevend, inwonend, verbonden, verknocht
immaterieel geestelijk, onstoffelijk
immaturiteit onrijpheid
imme bij, honingbij
immeditaat onmiddellijk, rechtstreeks
immenkorf bijenkorf
immens enorm, geweldig, groots, oneindig, onmeetbaar, onmetelijk, ontzaglijk, reusachtig,
inmensurabel onmeetbaar
immer aanhoudend, almaar, altijd, altoos, blijvend, eeuwig, semper, steeds, voortdurend, voorgoed
immermeer - ooit
immers althans, toch, tenminste, trouwens, want
immersie indompeling, onderdompeling
immigrant inkomeling, landverhuizer, tramp
immigreren - intrekken
imminent dreigend, naderend, nakend
immobilisme - onbeweeglijkheid, onwrikbaarheid
immoreel onzedelijk, slecht
immortellen - droogbloemen
immuniteit onvatbaarheid
immuun onschendbaar, onvatbaar
impair oneven
impala - rooibok
impasse - moeilijkheid, slop
impediëren - belemmeren, verhinderen, verwarren
impediment - beletsel, hinderpaal
impensen onkosten
imperatief bevelend, gebiedend, gelastend
imp - ga, halt, loop, sta, stop
imperator gebieder, heerser, i, imp. keizer
imperfect gebrekkig, onvolmaakt
imperfectie onvolkomenheid, gebrek
imperiaal bagagerek
imperium keizerrijk, wereldrijk
impermeabel ondoordringbaar, ondoorlaatbaar, waterdicht
impertinent brutaal, onbehoorlijk, onbeschaamd,
impliceren bevatten, inhouden, meebrengen, omsluiten, vervatten
impliciet inbegrepen, middellijk
impopulair - onbemind
import invoer
important - belangrijk, gewichtig
importeren invoeren
importeur - invoerder
importuun - lastig
imposant indrukwekkend, groot
imprecatie - bezwering, verwensing, vloek
impressario - manager, ondernemer
impressie indruk, schets
imprimatur impr.
improbiteit - goddeloosheid, oneerlijkheid, slechtheid
improductief - onvruchtbaar, schraal
improvisatie cadans, fantasie, rede, voordracht
impugnatie - aantasting, aanvechting, bestrijding, weerstreving
impuls aandrift, beweeggrond, drang, gril, neiging, opwekking, opwelling, prikkel, stoot, stroomstoot, vlaag
impuur onzuiver, troebel
in binnen, intra
in aanmerking nemen - regarderen
in aantocht - onderweg
in aantocht zijn naderen, onderweg
in aabzien tel
in achtingzijn meetellen
in actie komen handelen, reageren
in allerijl holderdebolder
in ar rijden - arren
in azijn en kruiden inmaken - marineren
in bedwang houden - bedwingen, coërcitie
in beginsel aanwezig rudimentair
in behandeling aanhangig
in bewaring gegeven geld - disposito
in bewaring geven consigneren, deponeren
in bezit nemen - occupatie, verovering
in bijzonderheden gedetailleerd
in casu ingeval, i.c.
in citeren aanvuren, aanzetten, opruien, prikkelen
in conditie
in dat geval dan
in de breedte - overdwars
in de buurt nabijgelegen, omtrent, ongeveer, omstreeks, rond, nabij, vlakbij
in de eerste plaats allereerst, bovenal, vooraan, vooral
in de derde plaats komend tertiar
in de gedachte - mentaal
in de geest mentaal
in de geest levende voorstelling idee
in de grond gegraven gang met borstwering loopgraaf
in de grond levend zoogdier mol
in de grond zetten planten, poten
in de hoogste mate extreem, meest, uiterst,
in de huid intracutaan
in de juiste mate afgepast
in de knoei - klem, wanhopig
in de lengte - overlangs
in de loop van de tijd mettertijd
in de lopende maand c.m. (currente mense)
in de mond oraal
in de naam van God l.N.D. (In nomine Dei)
in de naam van Jezus I.N.I. (In nomine Jesu)
in de nabije toekomt binnenkort, eerlang, straks
in de nabijheid dichtbij
in de narigheid zijn lijden
in de olie dronken, teut, zat
in de open lucht buiten
in de plaats stellen substitueren, vervangen
in de plaats van in loco
in de puntjes - keurig, perfect, volmaakt
in de put verdrietig
in de rats zitten knijpen
in de rechte tijdmaat - a tempo
in de regel dikwijls, doorgaans, gewoonlijk, meest, meestal, normaal, vaak, veelal
in de rimboe achteraf, afgelegen, ver
in de rondte gaan - rondgaan
in de stad e.v. alhier
in de strijd omkomen - sneuvelen
in de toekomst - dan, eens, later, ooit, straks, voortaan
in de tuin werken tuinen, tuinieren
in de volle lengte languit
in de war confuus, geschokt, overstuur
in de war raken - ontstellen, verwarren
in de war maken ontstellen, verwarren
in de weer zijn vlijtig
in de weg staan hinderen
in de wolken opgetogen
in de wolken zijn - vrolijk
in de zin van a la, sensu
in delen doen indelen, ontleden
in delen scheiden indelen, verdelen
in der haast gereed gemaakt impromptu
in dezelfde plaats alhier
in dezelfde tijd simultaan, tegelijk
in deze tijd als, huidig, nu, ook, tegenwoordig, samen, simultaan, tegelijk, thans
in deze tijd geldend vigerend
in deze zin h.s.
in die mate derwijze, zodanig zozeer
in die tijd - toen
in dienst - actief
in dienst nemen - aanwerven
in diepe slaap leggen ronken
in dier voege dermate, derwijze, zodanig, zozeer,
in dit geval in casu l.c.
in dit jaar h.a. (hoc anno)
in dit teken i.h.s.
in drie soorten drieërlei
in drievoud triplo
in dubio zijn - weifelen
in een ader geschiedend intraveneus
in een ar rijden arren
in een gelid scharen rijen
in een hoekje - stilletjes
in een klap ineens, tegelijk
in een lijst zetten - intabuleren, inlijsten, omranden
in een ogenblik mum, tel
in een opwelling impulsief
in een passende verhouding - evenredig
in een stok verborgen wapen steekdegen, stekade
in een tent verblijven - kamperen
in een wip even, meteen, zo
in eerste aanleg primordiaal
in eigen handen - a. m. p., zelf
in eigen persoon persoonlijk, zelf
in elkaar ineen
in elkaar gevouwen vellen katern
in elkaar gezet hecht
in elkaar slaan - aftuigen
in elkaar zetten monteren
in elk geval absoluut, beslist, ingetwijfeldpertinent, sowieso, stellig,
in Engeland iemand die op kamers woont lodger
in erge mate hevig,, sterk, zeer
in ergere zin - s.st.
in ernst serieus
in ernst bedoeld menens
in evenwicht houden balanceren
in feite eigenlijk
in functieactief
in gebreke nalatig, schuldig
in gebruik bezet, in usu
in gebruik van in usu
in gebruik geven lenen, uitlenen
in gebruik nemen openen
in geen plaats - nergens
in geheime zitting l. g. z.
in gelijke mate - evenzeer
in gelijkmatige verhouding - evenredig
in genen dele geenszins
in geringe mate beetje, iets, klein, luttel, weinig
in getallen uitgedrukt numeriek
in getallen uitgedrukte gegevens - statistiek
in geval - als, indien
in geval van - c. q.
in gevecht slaags
in goede conditie fit
in goede doen in bonis, rijk
in goede staat - prima, puik
in grondverf zetten menieën
in grote massa neervallen regenen
in grote pracht luxueus, weelderig
in grotere hoeveelheid meer
in haast opgeworpen verschansing barricade, rideau
in het afgelopen jaar a.p.
in het aangehaalde werk op. cit., o.c.
in het algemeen i.h.a., doorgaans, meestal
in het begin aanvankelijk, eerst
in het bijzonder inzonderheid, vooral
in het buitenland buitenslands
in het gebied der ongelovige - i.p.i.
in gebreke - nalatig
in gebreke(Lat.) - i.m.
in gebruik - bezet
in gebruik afstaan - lenen, uitlenen
in het gegeven geval c.q. (casu quo)
in het geheel - a.s.
in het geheel niets niemendal, niks, nihil
in het geheim clandestien, crypto, heimelijk, latent, ondershands, privatim, rosa, stiekem, sub, tersluiks, verborgen, tersluiks, verholen, verstolen
in het gelid stellen - aantreden
in het gemoed treffen ontroeren
in het geniep - stiekem
in het genoemde jaar d. a.
in het gras weiden - grazen
in het geval dat c.q., casu quo
in het heilige jaar - a.s.
in het hoogste gedeelte - bovenin
in het jaar anno, a. o.
in het jaar des Heren Anno Domini, a.d.
in het jaar der wereld anno mundi, a.m.
in het jaar voor Christus geboorte a. a. C.
in het klein - miniatuur
in het komende jaar a.f. (anno futuro
in het kort - summier
in het lopende jaar a.c. (anno currente)
in het middelpunt centraal
in het midden centraal, halverwege, medio, misogaam
in het midden brengen - opperen
in het midden gelegen centraal
in het nauw - klem
in het nauw gebracht benard
in het onderhavige geval c.q. (casu quo)
in het ongerede onklaar
in het oog lopend duidelijk, evident, opvallend
in het oog vallend frappant, markant, opvallend, treffend
in het openbaar - openlijk, publiek
in het slop - wanhopig
in het vaderland (Lat.) - i.p.
in het verleden eertijds, vroeger, weleer
in het verleden noch in de toekomst nimmer, nooit
in het vervolg later, naderhand, voortaan
in het volgende jaar a.f. (anno futuro)
in het vuur verguld zilver vermeil
in het water plonzen - duiken
in het wilde weg lukraak, zomaar
in hevigheid afnemen luwen
in hoge mate danig, erg, hevig, hooglijk, zeer
in hoge mate gelukkig zalig
in hoge mate stevig sterk
in hogere mate meer, sterk
in hoedanigheid van qua
in hope - in spe
in huis binnen(shuis), thuis
in huis gebleven - thuis
in ieder geval - per see, zeker
in Indonesië geboren Chinees baba
in je eentje uppie
in je woning - thuis
in kegelvorm geperste klomp - brood
in kleine stukken verdelen verhakken, versnipperen, versplinteren
in klinker gelijk zijn - assoneren
in koor dansen reien
in koortstoestand praten ijlen
in korte tijd dra, spoedig
in kracht afnemend (muz.) decrescendo, decr.
in kracht toenemend (muz.) crescendo, cresc.
In laatste instantie - uiteindelijk
in leeftijd gevorderden ouderen
in letters of cijfers uitgedrukte waarde formule
in leven zijnde - levend
in liggende positie - gelegen, horizontaal
in lijnen uitbeelden tekenen
in lood zetten loden
in margine i.m., marginaal
in massa massaal
in mindering - aftrek
in omgekeerde richting achterstevoren, averechts,
in omgekeerde volgorde - andersom, retro
in omloop courant, gangbaar
in omloop zijn rouleren
in omvang afnemen slinken, vermageren
in omvang toenemen opzwellen, groeien
in onderhavig geval l.c.
in ondertrouw gaan aantekenen
in ontredderde toestand desolaat
in ontvangst nemen incasseren, innen, ontvangen
in ontwikkeling embryonaal, evoluerend
in ontwikkeling achtergebleven rudimentair
in onze dagen heden, nuthans
in opdracht van namens
in opgesloten - inpliciet
in opspraak brengen - compromitteren
in optima forma volkomen
in orde af, afgesproken, fiat, gereed, gewettigd, goed, i.o., juist, kits, klaar, legitiem, oké, o.k., okido, terecht, toegestaan
in orde brengen beredderen, gereedmaken, klaarmaken, regelen
in overvloed genoeg, zat
in parenthesi terloops
in persoon e.p., en personne
in plaats van namens, vanwege, wegens, i.p.v.
in plaats van het zegel l.s.
in plooien schikken - draperen
in poedervorm melig, pulverachtig
in puin slaan - afbreken
in rang verhoogd bevorderd,gepromoveerd
in rang verlaagd gedegradeerd
in rang verlagen degraderen
in reepjes snijden kerven
in rijen feestelijk dansen - hossen
in rubrieken splitsen specialiseren
in ruil voor - tegen
in ruime mate overvloedig
in samenwerking gezamenlijk
in scène zetten - ensceneren
in schijn - pseudo
in sieraden gebruikt mineraal maansteen
in snippers snijden - snipperen
in spe. toekomstig
in staat bekwaam, geschikt, goed
in staat te betalen solvent
in staat tot capabel, kunnende
in staat tot betalen - solvabel
in staat van wording l.s.n.
in staat zijn - kunnen
in stand houden behouden, conserverenhandhaven
in stand houder - steunpilaar, stut
in sterke afnemend (muz.) diluendo, diminuendo
in stijlvorm brengen - stileren
in stilte - geheim, ongemerkt
in strijd met anti, contra, strijdigtegen
in strijd met de rede irrationeel
in stukken kapot
in stukken delen - scheuren
in suspenso hangende
in teerlingvorm kubus
in tegengestelde richting - andersomtegenin
in tegengestelde stand omgekeerd
in tegenspraak - strijdig
in het geheim steels
in te grote mate - overtollig
in tijdnood verkerend gehaast, haastig
in toom houden beheersen, beteugelen
in toorn ontstoken toornig
in touw - bezig
in trek begeerd, getapt, gewild, gezien, gezocht, veelgevraagd
in trek zijn getapt, gewild, gezien
in tweeën doormidden, gehalveerd, middendoor
in tweeën gevouwen vel papier folio
in twee gelijke stukken verdelen halveren
in twee vormen voorkomend dimorf
in tweevoud - duplo
in verband met i.v.m.
in verhouding evenredig
in 1296 vermoorde graaf Floris
in vaten doen fusten, tonnen
in veiligheid - gered
in vertrouwen sub rosa
in verval - decadent
in verwachting pregnant, zwanger
in verzet komen - opsteken
in vieren gedeeld (herald.) ecarelé
in voice - i.v.
in volgorde resp. (respectievelijk)
in volkomen gezondheid - blakend
in volle vergadering - in pleno
in volle zee buitengaat
in voorkomend geval eventueel, evt., gebeurlijk
in voorraad reserve, voorhanden, voorradig
in vorm gegoten metaal - afgietsel
in vrede i.p. (in pace)
in vrijheid stellen - loslaten
in vroeger tijden eertijds olim, ooit, weleer, voorheen
in vuur en vlam staan - branden
in vuur verguld zilver vermeil
in waarde gelijk zijn - opwegen
in water dompelen dopen
in water zwevende organisme nekton, plankton
in weerwil van (des)ondanks
in welk geval c.q. (casu quo)
in wezen samenvallend identiek
in wezen zijn - bestaan
in wijde plooien schikken draperen
in wilde vaart naderen aanstormen
in woede geraken opsteken
in woede razen - tieren
in zee liggende ondiepte plaat, strandwal, zandbank
in zee uitstekend gebergte kaap
in zee uitstekende dam pier, wandelhoofd
in zee uitstekende landpunt landtong, tong
in zee uitstekende landpunt tussen twee riviermonden plei
in zekere mate nogal
in zekere toestand komen - geraken
in zich opnemen inademen, inhaleren
in zichzelf gekeerd - eenzelvig
in zijn geheel en bloc, integraal
in zijn huis thuis
in zijn sas tevreden
in zijn sas zijn vrolijk
in zijn schik ingenomen
in zijn uppie afgezonderd, alleen, eenzaam
in zijn vaart belemmeren remmen, stuiten, vertragen
in zijn vuistje lachen gnuiven, gniffelen, ginnegappen
in zo hoge graad - dermate
in ZuidAmerika voorkomende vogel agami. kolibrie
in zwang - levend
inachtneming betrachting, nakoming, observantie, opvolging, waarneming
inademen inhaleren
inademing inhalatie
Inanna - Esjtar, Isjtar
inattentie - achteloosheid, onoplettendheid
inauguratie intrede, inwijding
inauguratierede oratie
inbaar - invorderbaar
inbeelding hersenschim, imaginatie, trotsheid, verbeelding, verwaandheid, waan
inbegrepen impliciet, inclusief, incluis, incl., meegeteld
inbeslagneming beslaglegging, confiscatie, saisie
inbeuren - ontvangen
inbezitneming occupatie
inblikken conserveren
inbinden bedwingeninnemen, matigen
inboedel - ameublement, boel, huisraad, inventaris, meubelementmeubels, meubilair
inboeken - registreren
inboorling inlander, inheemse, inwoner, kreool, landzaat, naturel-
inboorling van Afrika Bantoe, Bosjesman, Hottentot, Kaffer, Zoeloe, neger, pygmee
inboorling van Arabië Arabier
inboorling van Groenland Eskimo
inboorling van de Filippijnen Negrito
inboorling van NieuwZeeland Maori
inboorling van WestIrian Papoea
inboorling van ZuidAfrika Naturel
inborst aard, geaardheid, gemoed, gestel, innerlijk, karakter, natuur
inbraak diefstal, kraak
inbreken - kraken
inbreker dief, geveltoeristindringer, insluiper, kraker, rover
inbreng inleg, bijdrage
inbrenging aandeel, immissie
inbreuk aanranding, overtreding, schending, schennis
inbreuk op rechten van een verkoper retract
in bruikleen afstaan lenen
incapabel onbekwaam, ongeschikt
incarnatie menswording, vleeswording
incarnatie van Vishnoe Rama
incasseerder - inner, kassier
incasseren innen, ontvangen
incasso kassiersloon
incident gebeurtenis, geval, hindernis, rel, stoornis, voorval
incidenteel bijkomstig, casueel, occasioneel, terloops, toevallig
incisie insnijding, snede
incisief - bijtend, scherp, snijdend
inclinatie geneigdheid, helling, verbuiging
includeren insluiten, bevatten
incluis - inclusief
inclusief inbegrepen, incluis, incl., meegerekend
incompetent onbekwaam, onbevoegd
incompleet onvolledig
incorrect - gebrekkig, onbehoorlijk, onjuist, onnauwkeurig
incunabel wiegendruk
incurabel ongeneeslijk, onheelbaar
indachtigmaking - herinnering
indagen dagvaarden
indaging - dagvaarding
indammen - bedijken
indecent aanstotelijk, onbetamelijk, onzedelijk onwelvoeglijk
indecisie - besluiteloosheid, onbeslistheid
indelen - classificeren, klasseren, rangschikken
indeling classificatie, verdeling, partitie
indeling bij teamsport - opstelling
indeling van de lessen rooster
indenken begrijpen, voorstellen
inderdaad (Ind.) betoel, echt, metterdaad, ongetwijfeld, toch, waarachtig, waarlijk, warempel, werkelijk, wezenlijk, zeker, zowaar,
inderhaast haastig, ijlings, terloops, tussendoor
indertijd destijds, eens, toen, voorheen, vroeger, weleer
indeuken - blutsen
indeuking bluts, holligheid, put
index bladwijzer, inhoudsopgave, klapper, lijst, naamlijst, register, wijsvinger
India Bharat
India, berg in - Abu
India, deelstaat in - Assam, Bihar,Gujarat,Haryana,
Jammoe, Kasjmir, Kerala, Madras, Maharasjtra, Mysore, Nagaland, Orissa, Punjab, Rajasthan
India, epos van - Mahabharata
India, eretitel in - begam, begum
India, gebergteketen in - Ghats
India, gebied in - Doab
India, hoofdstad van - Delhi
India, munt in - Paisa, rupee
India, officiële schrift van - danagari
India, officiële taal van - Hindi
India, parlement van - Lok, Sabha
India, politicus in - Gandhi, Nehroe, Sjastri
India, protectoraat van - Sikkim
India, provincie van -
5 Assam, Bihar, Delhi
6 Kerala, Mysore, Orissa, Punjab
7 Gujarat, Haryana, Manipur, Tripura, Mizoram
8 Nagaland
9 Meghalaya, Rajasthan
10 Chandigarh
11 Maharashtra, Pondicherry
India, provinciehoofdstad in -
4 Aijal, Ziro
5 Patna, Simba
6 Bhopal, Bombay, Inphal, Jaipur, Kohima, Madras,
Panjim
7 Lucknow
8 Agartala, Calcutta, Shilong, Silvasa, Srinagar
9 Ahnadabat, Bangalore, Hyderabad, Kavaratti
10 Chandigarh, Trivandrum
11 Bhubaneswar, Pondicherry
India, rivier in - Beas, Bhima, Bias, Brahmapoetra,
Domadar, Ganges, Godavari, Gogra, Jumma, Histwa,
Mahanaci, Narbada, Yamuna
India, staat in Noord - Bihar
India, stad in - Bharata, Bhils, Nagas
India, stand in - brahmanen, ksatriyas, parias, sjudras, vaisyas
India, taal, gesproken in - Asamees, Bengali, Gujarati, Hindi, Kannada, Kasjmiri, Malayalam, Marathi, Oerdoe, Oriya, Punjabi, Rajasthai, Tamil, Telegu
India, weefsel uit - adatis
Indiaan apache, Roodhuid, zwartvoet
Indiaans dorp pueblo
Indiaans hoofdman uit Mexico Kazike
Indiaans opperhoofd cacique, chief, sachem
Indiaans symbool totem
Indiaans voedsel - pemmikan, Yuca
Indiaans wapen - boetoe, bola, tomahawk
Indiaans werptouw bola
Indiaanse - squaw
Indiaanse bijl tomahawk
Indiaanse boer - peon
Indiaanse godheid - Manitou
Indiaanse knots - boetoe
Indiaanse kreet ugh
Indiaanse nederzetting pueblo
Indiaanse schoen - mocassin
Indiaanse slee tobogan
Indiaanse stamhoofd - sachem
Indiaanse strijdbijl tomahawk
Indiaanse taal - Algonkin, Athabaskisch, Caddo, Chinook, Hokan-Sioux, Irokees, Keres, Muskogee, Pemutisah, Salish, Shoshome, Tanoa
Indiaanse tent tipi, wigwam
Indiaanse vredespijp - calumet, kalumet
Indiaanse vrouw squaw
Indiaas zie: Indisch
Indiana, hoofdstad van - Indianapolis
Indianen hut wigwam
Indianenschoen - mocassin
Indianenstam -
3 Ona, Oto, Uru, Ute, Yuk
4 Chol, Cora, Cree, Crow, Cuna, Hare, Hopi, Inca, Kato, Kusc,
Maya, Mono, Pima, Pomo, Tupi, Yuma, Zumi
5 Alsea, Campa, Chono, Creek, Haïida, Nahua, Kiowa,
Maidu, Modoc, Otomi, Pipil, Sioux, Supai, Turok,
Wappo, Wiyot, Xingu, Yaqui
6 Ahtena, Atsina, Aymara, Beaver, Bororo, Cayuse,
Dakota, Dogrib, Eskimo, Jivaro, Lengwa, Micmac,
Nahane, Navajo, Nayaho, Nootka, Ojibwa, Osagen,
Papago, Pawnee, Pueblo, Slavey, Tungas, Queché,
Warran, Wintum, Yakima
7 Apachen, Azteken, Bakairi, Beothuk, Chibcha,
Chinook, Choctaw, Guarani, Huichhol, Huronen,
Khotana, Kutehin, Naskapi, Natehez, Navahos,
Ojibwam, Puelehe, Shawnee, Tahltan, Takelma,
Tlingit, Walapai
8 Abiponen, Aigonkin, Alaealaf, Algonkin, Arowaken, Botocudo, Caraïben, Caquetio, Carriers, Cherokee, Cheyenne, Chuckchi, Delaware, Irokezen, Kwakiutl, Louehoux, Malecite, Mixteken, Misquito, Muskogee, Sekanais, Seminole, Shoshone, Shoshwap, Tarasken, Tolteken, Tsimhian
9 Araueanen, Ashluslay, Bfackfoot, Chickasaw,
Chimakuan, Chipewyan, Comanchen, Kalapooia,
Mesealèro, Mohikanen, Saulteaux, Seminolen,
Tehuelehe, Tonowaken, Tupinambe, Zapoteken
10 Bellabella, Chimmesayan, Chiriguano, Montaignes,
Moskekowug, Plainseree, Swampycree, Tarahumara
11 Zwartvoeten
12 Patagoniërs, Plainsojibwa, Yellowknives
13 Carlboueaters
Indianenstamhoofd in Amerika - cacique
Indianenvoedsel pemmikaan
Indiase tokkelluit sitar
Indiase vorstin - rani
indicator aanwijzer
Indië Indonesië, Insulinde
indien als,(Eng.) If, bijgeval, ingeval, mits, tenzij, wanneer, zo
indien nodig te vervangen door subs(idair)
indienen aanbieden, inleveren, presenteren, voorleggen
indiener van een request adressant
indiener van een verzoek schrift adressant, suppliant
indiening inlevering, offerte, presentatie, voorlegging
indienne sits
indifferent lauw, ongevoelig, onverschillig,
indigent arm, behoeftig, nooddruftig
indignatie misnoegen, verontwaardiging
indigo - donkerblauw
indigobloem amorpha
indigoplant anyl
indijken - droogmaken, inpolderen
indirect middellijk, zijdelings
indirecte belastingen accijns
Indisch arbeider koelie
Indisch asceet - yogi
Indisch bestuursambtenaar resident
Indisch bloempje melati
Indisch boek van de liefde - kamasutra
Indisch bouwwerk stoepa
Indisch districthoofd - resident, wedana
Indisch dorp desa, kampong
Indisch edelman raden
Indisch eiland Amboina, Bali, Banka, Billiton, Boeroe Borneo, Celebos Ceram, Flores, Java, Lombok, Madoera Nias, Soemba, Soembawa, Sumatra, Ternate, Timor
Indisch geel - pioeri
Indisch gerecht ba(h)mi, nas(s)i(gorang), roedjak
Indisch gewicht almene, candy, kati, kendi, pikol
Indisch graangewas rijst
Indisch grootvorst maharadja
Indisch hert - muntjak
Indisch kapmes - golok
Indisch kledingstuk badjoe, sari, arong
Indisch koninkrijk - Andhra
Indisch koord - tali
Indisch lang baadje - kabaai, kabaja
Indisch levenselixer - amrita
Indisch magisch offer - pribihan
Indisch matje - tikar
Indisch matroos - laskaar, laskur
Indisch muziekinstrument ankloeng, anklong, gender, rebab, soeling
Indisch mythologisch wezen - Garuda
Indisch opzichter mandoer
Indisch orkest gamelan
Indisch paleis kraton
Indisch raadslid - edeleer
Indisch rijstveld sawah, sawa
Indisch rijtuig deleman, sado
Indisch rood - almagra
Indisch rund karbouw , sapi
Indisch schaker tan
Indisch schepenemmertje - gajoeng
Indisch schoonheidsmiddel - bedak
Indisch schrijver - Bana
Indisch slaginstrument kendang
Indisch snaarinstrument dilruba, esraj, sarangi, sarod, sitar, tamburi, vms, vina
Indisch toneel stamboel
Indisch touw sero, tali
Indisch tovermiddel - Goenagoena
Indisch visnet - sero
Indisch vlas jute
Indisch voedsel rijst, maniok
Indisch voertuig korakora, ossekar, sado
Indisch vorst mogol mochol, nizam, radja
Indisch vorstenverblijf - puri
Indisch vrouwenkleed - sari
Indisch wapen klewang, kris
Indische antilope - sasin
Indische arbeider - koelie
Indische archipel, behoort tot de - Filippijnen, Indonesië, Nieuw Zeeland, Irian
Indische asceet yogi
Indische bard - alvar
Indische boom alkanna, djati, lontar, waringin
Indische boomsoort djati, doerian, sapan, waringin
Indische dadel tamarinde
Indische dakbedekking - atap
Indische dans - nrtya
Indische danseres bajadère
Indische demon - Bhoeta
Indische dodengod - Jama
Indische draagdoek - slendang
Indische draaglast pikol
Indische draagstoel tandoe
Indische edelman - raden
Indische eenheidsstaat Hindi
Indische eretitel mahatma
Indische geleerdentitel sjastri, pandit
Indische geluksgodin - Lakshmi, Shri
Indische geneeskundige - doekoen
Indische gitaar krontjong
Indische godheid Ardjoena, Boeddha Deva, Devi, Ganapati, Ganesja, Indra, Vishnoe
Indische godin - Aditi
Indische god van de liefde Kama
Indische groet - slamat
Indische haardracht - kondée
Indische hanenklopbaan wantilan
Indische heer - toean
Indische hennep gonje, hasj(isj), jute
Indische houtskool baseng
Indische huismeid - baboe
Indische instrumentale muziek - vadya
Indische kaste van sprookjesvertellers - bhat
Indische keizer - akbar
Indische kindermeid baboe
Indische klipzwaluw - salangaan
Indische koe sapi
Indische koning Asoka
Indische krokodil gaviaal
Indische lagere ambtenaar - mantri(e)
Indische lagere godheid - Gandharva
Indische landbouwer - tani
Indische leer - bhakti
Indische lengtemaat cubit
Indische ligmat tikar
Indische maat paal
Indische mand - krandjang
Indische markt passar
Indische matrozen laskaren
Indische munt paisa, roepia, rupee, sen
Indische muziek - gita, sangita, vadya
Indische mystiek - yoga
Indische mythologie - Ragveda
Indische Oceaan, eiland in de - Ambre, Anjouan, Madagascar
Indische palmsoort lontar
Indische plant rotan, rottan
Indische ploegbaas - mandoer
Indische prinses rani
Indische rivier kali
Indische rijksdaalder - ringgit
Indische schouderdoek slendang
Indische sierplant aloë
Indische soldaat g(h)urka
Indische spook - preta
Indische staat Assam, Bihar, Dardistani, Goedzjaraat, Harasjitra, Kerala, Madras, Maisoer, Orissa, Pendsjaab, Radsjastan
Indische taal Assami, Bengali, Gujaratti, Hindi, Kacchi, Kashmiri, Marathi, Nepali, Oriya, Pali, Pashtu, Punjabi, Sindhi, Tamil, Urdu, Vedi
Indische tempel pura, vali
Indische tempeltrom - padmasana
Indische titel Adipati, belhar, Mahatma, Pandit, r.m.
Indische toneelvorm - bhana
Indische trommel - tabla
Indische universele liefde - ahimsa
Indische vastendag - hartal
Indische vijgenboom waringin
Indische visfuik sero
Indische vismeelkoek - kroepoek
Indische vocale muziek - gita
Indische vogel beo
Indische volksleider - Gandhi
Indische vorst - maharadja, mogol, radja
Indische vrucht doekoe, doerian, manga, mango, nangka, papaja, zuurzak, doerian, zuurzak
Indische weduwe sutti
Indische wijn tari
Indische winkel toko, warong
Indiscreet onbescheiden
indispensabel onmisbaar
indisponeren vertoornen
indisponibel onbeschikbaar
indium in.
individu eenling, enkeling, figuur, iemand, kerel, man, mens, persoon, sujet,
individuatie verbijzondering
individueel afzonderlijk, persoonlijk
indo creool, halfbloed, kleuring, mulat
Indo-China, deel van - Cambodja, Laos, Vietnam
Indo-Chinese taal - Birmees, Burmaans, Chinees, Dioi, Karen, Khamti, Lao, Li, Shan, Siamees, Thai, Tibetaans
Indoen - inslaan
indociel onhandelbaar
Indo-europese taal -
4 Iers, Lets, Pali, Saka
5 Brits, Deens, Duits, Frans, Fries, Hindi, Noors, Pools
6 Engels, Grieks, Iraans, Spaans, Zweeds
7 Albaans, Armeens, Bengali, Bretons, Faeroes,
Gotisch, Indisch, LitouwsLydisch, Lykisch, Pahlavi,
IJslands
8 Afghaans, Bulgaars, Gaelisch, Gallisch, Germaans,
Italisch, Keltisch, Kornisch, Perzisch, Prakrits,
Roemeens, Saksisch, Sanskriet, Slavisch, Slowaaks,
Sloweens, Sogdisch, Toehaars, Wallisch
9 Avestisch, Catalaans, Frankisch, Italiaans, Koerdisch,
Oekraïens, Portugees, Singalees
10 Anatolisch, Hettitisch, Nederlands, Sardinisch,
Tsjechisch
11 Dalmatiaans, Reto-romaans, Wit-Russisch
12 Servo-Kroaaks
Indo-europese volkeren groep - Germanen
IndoGermaan Ariër, Kelt
IndoGermaanse stam Kelten
Indo-Germaanse nomadenstam - Alanen
Indo-Iraanse taal - Afghaans, Hindoestani, Indisch, Iraans, Pali, Penjabi, Prakrits, Sanskriet
indolent apathisch, inert, laks, loom, lui, lusteloos, onverschillig, passief, sloom, traag, vadsig
Indolylazijnzuur - heteroauxine
indommelen insluimeren, slapen, wegzakken
indompeling bad, doop, immersie
Indonesië Indië, Insulinde
Indonesië bevolkingsgroep in Ambonezen, Atjeeërs, Bajao, Balinezen, Batak(ker)s, Buginezen, Dajahs, Dajaks, Javanen, Madurezen, Makasaren, Maleiers, Menadonezen, Minangkabauers, Papoea´s, Sundanezen, Toradja´s
Indonesië/ in...geboren Chinees baba
Indonesisch zie ook bij: Indisch
Indonesisch bloempje melati
Indonesisch bouland - tegal
Indonesië , deel van
3 Adi, Moa, Obi
4 Alos, Bali, Buru, Java, Muna, Nias, Sawu, Siau
5 Ambon, Buton, Damar, Djawa, Irian, Manuk, Rotti,
Seram, Sumba, Timur, Wetar
6 Banggi, Banka, Bawean, Borneo, Butang, Flores,
Gorong, Lombok, Madura, Maluku, Misool, Rakata,
Sipora, Tidore, Waigeo
7 Celebes, Enggano, Morotai, Salajar, Serasam, Siberut,
Singkep, Sumatra, Sumbawa, Tambora, Termate
8 Beliting, Billiton, Djailolo, Molukken, Saumlaki,
Sulawesi, Sumatera
9 Halmahera
10 Kalimantan
Indonesië, hoofdstad van - Jakarta
Indonesisch dorp des(s)a, kampong
Indonesisch dorpshoofd - Loerah, Petinggi
Indonesisch eiland zie eiland in Indonesië
Indonesisch geestelijk leraar goeroe
Indonesisch gerecht - bami, nasi
Indonesisch gewicht - amat, pikol
Indonesisch handwerk batik, ikat
Indonesisch hert muntjak
Indonesisch hoofd panglima
Indonesisch instrument ankloeng, gender, rebab soeling
Indonesisch jakje - baadje
Indonesisch katoenweefsel - Basta
Indonesisch kindermeisje baboe
Indonesisch kledingstuk sarong
Indonesisch leger TNI
Indonesisch ligmatje tikar
Indonesisch meisje - nonnie
Indonesisch muziekinstrument
4 toda
5 kledi, lamba, mbeka, rebab
6 bangsi, gambus, gender, kasapi, merwas, rabana, robeka
7 djungga, foi-mere, kendang, serunai, sinrili, soeling
8 ankloeng,genggong, késo-késo
12 gesong-kesong
Indonesisch open huis - balé
Indonesisch orkest gamelan
Indonesisch palmriet - rotan
Indonesisch regentschap - Blitar, Bogor
Indonesisch rijstveld sawah sawa
Indonesisch rund - buffel, karbouw, sapi
Indonesisch scheepje - caracor
Indonesisch soldaat in dienst van de Japanners tijdens de bezetting heibo
Indonesisch staatsman Hatta, Sjahrir, Soekarno
Indonesisch taxi-fiets - betjah
Indonesisch touw tali
Indonesisch vaartuig - prauw
Indonesisch voertuig sado
Indonesisch vorstenverblijf - kraton
Indonesisch wachthuis gardoe
Indonesisch wapen kris
Indonesische adellijke titel Adipati
Indonesische akker ladong
Indonesische ambtenaar - pati
Indonesische arbeider - koelie
Indonesische badkamer mandiekamer
Indonesische bergland goenoeng
Indonesische bloem - melatie
Indonesische boomsoort djati doerian, sapan, waringin
Indonesische dichter Anwar
Indonesische dorpsbuurt - kampong
Indonesische draaglast pikol
Indonesische drank - arak, brem
Indonesische edelman raden
Indonesische eetkraam - warong
Indonesische eilandengroep - Batu
Indonesische feestmaaltijd slametan
Indonesische. fuik ink, sero
Indonesische heer toean
Indonesische jongere broer of zuster - ade(e)
Indonesische naam voor jenever pait, split
Indonesische koe sapi
Indonesische landbouwer tani
Indonesische landmaat - bouw, patok
Indonesische leermeester - goeroe
Indonesische ligmat tikar
Indonesische maat bahoe, paal
Indonesische markt passar, pasar
Indonesische munt - gobang, roepia(h)
Indonesische nachthagedis - gekko
Indonesische nachtlampje pelita
Indonesische neushoorn badak
Indonesische omslagdoek - sarong
Indonesische open winkel warong
Indonesische oppervlakte maat - bahu, bouw
Indonesische opzichter mandoer
Indonesische palm aren, lontar
Indonesische palmwijn toeak
Indonesische plant - bamboe
Indonesische rijksgrote panglima
Indonesische rijst nasi
Indonesische rivier air, ajer, Brantas, kali, Solo
Indonesische sierplant - aloë
Indonesische stad -
4 Palu
5 Ambon, Medan
6 Djambi, Malang, Manado, Padang
7 Bandung, Kendari, Kuppong, Makasar, Mataran
8 Bengkulu, Denpasar, Djakarta, Semarang, Surabaja
9 Pakanbaru, Palembang, Pontianak, Samarinda,
Surakarta
10 Balikpapan
11 Djokjakarta
12 Bandjermasin
Indonesische tafelbediende - spen
Indonesische talen Atjehs, Balisch, Bataks, Javaans, Madurees, Maleis, soundaas
Indonesische titel voor vrouwelijke vorstelijke personen op Java en Madoera ratoe
Indonesische vesting - benteng
Indonesische vorst - ratoe
Indonesische vulkaan - Batur, Gede(h)
Indonesische winkel toko
Indonesische zalf boreh
indoorsport - zaalsport
indopen dippen, instippen, scheppen, soppen
indoping bad, dompeling, immersie
indriachtige - avahi, babakoto, sifaka, wolmaki
in drievoud - triplo
indrijven - beitelen, griffen, inslaan, instuwen
indrillen - instampen
indringen - binnendringen, indrijven, infiltreren
indringend afdoend, diep(gaand), grondig, nadrukkelijk, penetrant
indringer inbrekerinfiltrant, intrigant, kuiper, sluiper, spion
indringerig turen - loeren
indruk impressie, merk, moet, prent. schets, striem, spoor, teken
indruk in gewichten merk
indrukking - deuk
indruk maken imponeren
indruk makend eerwaardig, pakkend, waardig
indruksel - deuk, moet, spoor
indruk, onder bekommerd
indruk van een wiel - spoor
indrukwekkend aangrijpend, groots, imposant, machtig, monumentaal, ontzaglijk, roerend, statig, treffend
indruppeling - instillatie
inductie gevolgtrekking
inductieklos - bobine
induffelen - inbakeren, inpakken
indulgentie - aflaat
indulgestie aflaat, toegevendheid, verschoning
indult - dispensatie, respijt, uitstel
industrie fabriek, fabriekswezen, nijverheid
industrieel fabrikant
industriegebied Bot-Lekgebied , Mijnstreek, Roergebied, Zaanstreek
industrieel grootbedrijf - fabriek
industrieschool technicum
industriestad - fabrieksstad
Industriestad in Engeland Leeds, Liverpool Manchester, Oldham, Sheffield
industriestad in Nederland Amsterdam, Eindhoven, Enschede, Hengelo, Krommenie, Rotterdam, Tilburg, Zaandam
indutten inslapen, soezen
induw deuk
ineen dichter, in elkaar, samen, tezamen, vereend
ineendraaiing torsie
ineendrukken - verfrommelen
ineengedrongen beknopt, kort
in een klap - ineens
ineenlopende kamers suite
ineens abrupt, eensklaps, onverwachts, opeens, pardoes, plots(eling), plotsklaps, subiet, terstond,
ineen smelting eenmaking, unificatie
ineenstorten - neervallen
ineenstorting afbrokkeling, collaps, debacle, krach
ineenstorting van koersen krach, slump
ineen voeging inlas
ineenzakken - bezwijmen, flauwvallen
ineenzetten - construeren, samenstellen
ineen zetting montage
inegaal oneffen, ongelijk, veranderlijk
inenten vaccineren
inenting inoculatie, spuit, vaccinatie
inentingsbriefje - vaccinbewijs
inentstof koepokstof, serum, vaccin
inept absurd, dwaas, ongerijmd, zot
ineptie - zotheid
inert apathisch, futloos, indolent, laks, langzaam, loom, lui, sloom, traag, willoos
inertie apathie indolentie, laksheid, loomheid, luiheid, sloomheid, traagheid
inetsen - graveren
infaam aanstotelijk, abject, eerloos, ergerlijk, gemeen, laag, laaghartig, laf, schandalig, schandelijk, snood, vuil
infamie eerloosheid
infanterie inf. ,voetvolk
infanterist zandhaas
infantiel flauw, kinderachtig, kinderlijk
infantilisme onvolwassenheid
infarct - hartaanval
infect - aangestoken, afschuwelijk, besmet
infecteren - besmetten
infectie aansteking, besmetting, ontsteking, sepsis
infectieziekte
3 bof, tbc
4 pest
5 droes, griep, lepra, tyfus
6 angina, pokken
7 cholera, druiper, malaria, mazelen, sjanker
8 difterie, Kala-azar, miltvuur, nekkramp, roodvonk, trachoom
9 influenza, kinkhoest, paratyfus, vlektyfus
10 dysenterie, erysipelas, trichinose,
11 malta-koorts, slaapziekte, tuberculose, waterpokken
12 hondsdolheid,
15 pappatacikoorts,
16 kinderverlamming, papegaaienziekte
17 amoebedysenterie
infereren - afleiden, besluiten
inferieur minderwaardig, ondergeschikt, slecht
infernaal duivels, hels
inferno - hel
infesteren - verpesten
infideel - ontrouw, trouweloos
infiltratie - indringing
inflecteren - (ver)buigen
inflexie - afwijking, buiging
inflexibel - hardnekkig, onbuigzaam
infiltrant binnendringer, indringer
influenza griep
influisteren inblazen, souffleren, voorzeggen
informaliteit - ambtsvergrijp, onvormelijkheid
informant - zegsman
informatie bericht, boodschap, gegeven, inlichting, mededeling, melding, navraag, nieuws, onderricht, onderzoek, tipvoorlichting
informatiebureau V.V.V., A.N.V.V., A.N.W.B., K.N.A.C.
informatiecentrum - documentatiedienst
informatiedienst inzake lectuur l.D.l.L, prisma
informatie-eenheid in computer - bit
informeel officieus, onvormelijk, voorlopig, vrijblijvend
informeren navragen, inlichten, vragen
infra - beneden
infunctietreding - ambtsaanvaarding
infusie aftreksel, infuus
infusiediertje monade
infusoriënaarde kiezelgoer
ingaan aanvangen, beginnen, betreden, binnengaan, intreden
ingang aanvang, begin, deur, entree, kek, intrede, monding, opening, poort, toegang
ingebeeld arrogant, denkbeeldighersenschimmig, kwasterig, minachtend, nuffig, pedant, verwaand
ingebeeld meisje nuf
ingeboren aangeboren, ingeschapen, inheemsnatuurlijk
ingteboen aard - natuur
ingebruiknemen openen
ingeburgerd - aanvaard
ingedeelde afstand etappe
ingedijkt land koog, polder
ingedijkte kwelder zeepolder
ingedikt gecondenseerd
ingedikt vleesnat - gelei
ingedikt vruchtensap - gelei, siroop
ingedroogd sap als looistof kino
ingehouden beheerst, verbeten
ingehouden (muz.) retenuto
ingehouden winst reserve
ingekankerd hecht, ingeworteld, onuitroeibaar
ingekeept - gekarteld
ingekeerd - devoot, indachtig, vroom
ingekwartierd soldaat garnisair
ingelast - ingevoegd
ingelegd geld inlaag, inleg, inzet, pot, bank
ingelegd parelsnoer intaglio
ingelegd zuur, Maleis - atjar
ingemaakt gemarineerd, ingezouten
ingemaakte vruchten confituren
ingenaaid ing.
ingenieur - ing., ir., technicus, technoloog
ingenieus scherpzinnig, vernuftig, vindingrijk
ingenomen bekoord, blij, gesteld, tevreden, verwaand
ingenomenheid met zichzelf eigenliefde
ingenomen met - blij, tevreden, ongekunsteld
ingenomen plaats - positie
ingénu argeloos, naïef
ingepekelde kabeljauw - moluwe
ingeroest vastzettend
ingeschapen aangeboren, natuurlijk
ingeschapen aandrift instinct
ingeschoven krantenbericht entrefilet
ingeslagen gedeelte inslag
ingesleten gewoonte - sleur
ingesloten bijgaand, incl., incluis, inclusief, omsingeld, p.c.
ingesloten land delta
ingesloten landstreek - waard
ingesloten ruimte van een Romeinse woning atrium
ingesloten stuk land enclave
ingeslotene - incluse, recluse
ingespannen aandacht ademloos
ingespannen denken hoofdbrekens, piekeren
ingespannenheid moeite
ingetogen abstinent, bedaard, bescheiden, bezadigd, heus, kalm, kuis, matig, modest, nederig, preuts, sober, stemmig, zedig
ingetogenheid modestie, bescheidenheid
ingeval als, gesteld, indien, mits, wanneer
ingeven inblazen, inspireren, toedienen
ingeving aanblazing, idee, inspiratie, inspraak, inval, vonk, voorgevoel
ingevoegd ingelast
ingevoerd - geimporteerd
ingevolge door, mits, n.a.v., volgens, wegens
ingevolge ener gelofte gestichte kerk votiefkerk
ingevouwen strook inslag
ingevroren product - diepvries
ingewand darm, gal, lever, long, luchtpijp, maag, milt, nier, pens, slokdarm, strottenhoofd
ingewanden - entera, intenstine, viscera
ingewand van een haring gel
ingewand van een vis beuling, grom
ingewandskramp koliek
ingewandswormen entozoen, helminthen, lintworm
ingeweven plooien - plisse
ingewijde adept, expert, insider, orgiast
ingewikkeld complex, duister, lastig, moeilijk, netelig, verward
ingewikkeld maken - compliceren
ingewikkelde samenhang - verband
ingezameld geld collecte
ingezetene bewoner, burger, inwoner, poorter
ingezet stuk - las
ingezonken - diepliggend, hol
ingezouten ingemaakt
ingezouten kool zuurkool
ingezouten voedsel inmaak
ingooi - inworp
ingot - baar
ingrediënt bestanddeel, element
ingrediënt der rijsttafel kroepoek, lombok, sambal, saté, trasi
ingreep inbreuk
ingriffen graveren
ingrijpen - optreden
ingrijpend doordringend, drastisch
ingroeven ingraveren
inhaaltalie achtertalie
inhaalwedstrijd - poursuite
inhabiliteit onbekwaamheld
inhaerent - aanklevend, samengaand
inhalatie inademing
inhalen binnenhalen, inpalmen, intrekken, introduceren, ontvangen, oplopen, passeren, winnen, zwichten
inhalen van het anker - hieuwen
inhaleren inademen
inhalig begerig, deun, gierig, gulzig, hebberig, hebzuchtig, schraperig, schrokkig, vrekkig
inhalige - vrek
inhalige vent hapshaar
ijhaligheid - hebzucht
inham baai, boezem, cala, estuarium, etang, fjord, haf, kreek, lagune, nis, zeeboezem
inham aan de kust hop
inham achter landtong - haf
inham der Noordzee Lauwerszee
inham in een muur - nis
inham in de Oostzeekust - fö(h)rde
inham in een rotsachtige kust fjord
inham met getijdenwerking estuarium
inhamvan een zee - baai
inham van de zee gescheiden door een schoorwal lagune
inhechtenisneming arrestatie, gevangenneming
inheemsen - inboorlingen
inheems aborigineel, autochtoon, endemisch, inlands
inheems bestuursambtenaar - wedana
inheems districthoofd - demang
inheems dokter djawa
inheems geneeskundige - doekoen
inheems opzichter mandoer
inheems volksleger T.R.l.
inheems zoogdier - dingo
inheemse dagloner koelie
inheemse eend taling
inheemse gebruiken adat
inheemse zangvogel - paap
inheemse ziekte endemie
inheemse zwemvogel - gans
inhiberen stuiten, verbieden, verhinderen
inhoud begrip, betekenis, bevatting, boring, capaciteit, formaat, grootte, index, maat, overzicht, register, ruimte, substantie, teneur, volume
inhoud van een bijenkorf raten
inhoud van een geschrift - teneur
inhoud van een gezwel etter, pus
inhoud van een lichaam vol., volume
inhoud van een thermometer kwik
inhoud van het ruim van een schip - bulk
inhoud uitdrukkend kubiek
inhouden afremmen, bedwingen, behelzen, beteugelen, betomen, bevatten, impliceren, korten, omsluiten, omvatten, reserveren, vervatten
inhoudend retenuto, ritardando
inhoudsmaat
3 aam, kan, kop, mud, ton, vat, zak
4 fles, hoed, last, pint
5 anker, liter, mudde, roede, schat, spint, stêre, stoop, tobbe,
vadem
6 achtel, barrel, bushel, gallon, kojang, legger, maatje, mengel,
meuken, pintje, sester, tierce
7 quarter, schepel, steekan, viertel
8 kinnetje, okshoofd
9 decaliter, decastere, deciliter, roggelast
10 bordelaise, centiliter, hectoliter, scheepston, vingerhoed
11 registerton, scheepslast
inhoudsmaat (Indisch) gantang, kati, pikol
inhoudsmaat voor droge waren mud, spint
inhoudsmaat voor wijn anker, legger
inhoudsopgave index, overzicht, register
inhoud van spuitbussen - aerosol
inhoudsvermogen capaciteit
inhuldiging inauguratie, initiatie, inwijding
inhumaan gevoelloos, onmenslievend, onwelwillend, wreed
inhumatie begrafenis, teraardebestelling
inimitabel onnavolgbaar
initiaal beginletter, (voor)letter, kapitaal
initialen van een internationale organisatie V.N., O.A.E., OAS., U.N.O., N.A.T.O., N.A.V.O., S.E.A.T.O., Z.O.A.V.O.
initialen van een omroep K.R.O., V.P.R.O., A.V.R.O., V.A.R.A., l.K.O.N., I.K.O.R., N.C.R.V., T.R.O.S., E.O.
initialen van een politieke partij B.P., A.R.P., C.H.U., C.P.N., G.P.V., K.V.P., P.S.P., S.G.P., V.V.D., P.v.d.A.
Initialen van een scheepvaartmaatschappij H.A.L, K.P.M., S.M.N., K.N.S.M.
initialen van een sportvereniging
K.N.V.B., K.N.A.U., K.N.A.C., A.N.W.B., K.N.S.B.
initialen van een vervoersmaatschappij N.S., K.LM., A.T.O., N.B.M., N.Z.H.T.M., V.A.D.
initiatie inwijding
initatief - aanpak
initiëren inleiden, inwijden
injecteren - inspuiten
injectie inspuiting, prik, shot, spuitje, vaccinatie
injectiestof sera, serum, koepok, vaccin
injector inspuitpistool
injurie belediging, hoon, mishandeling, schade
ink inkol (soort net)
Inkacultuur - Chavin, Chimu, Mochica, Tiahuanaco
Inkagod - Inti
Inkaheerser - Atahulpa, Capaq, Huascar, Huyana, Pachacuti, Yupangui
Inkaheiligdom - huaca
inkarnaat vleeskleur
Inks, drinkbeker van de - kero
Inkas, gouverneur der - tucricuc
Inkas, maangodin van de - Mamaquila
Inkas , taal der - Quechua
inkeep inkerving
inkeer berouw, bezinning, inversie, spijt
inkepen groeven, insnijden, kartelen, kerven
inkeping cannelure, gergel, groef, kartel, kartelingkerf, snede, snee
inkeping in een ton - gergel, kroos
inkerkering opsluiting
inkerven insnijden, kartelen, insnijden
inkerving groef, kartel, snee
inklinken slinken, krimpen
inklinkende grondsoort veen
inkoling - carbonificatie
inkomen bezoldiging, binnenkomengage, gewin, honorarium, loon, revenuen, salaris, verdienste, wedde
inkomst binnenkomst, intrede, intree
inkomsten aan entreegelden - recette
inkomsten van geestelijke prebende
inkopen aanschaffen, inslaan
inkorten couperen, innmen
inkorten van bloemen snoeien
inkorten van een staart - couperen
inkorting - verkorting
inkrassen graveren, griffe(le)n, raderen, ritsen
inkrassing rits
inkrimpen afnemen, beperken, slinken, verkorten
inktappel galnoot
inktgrondstof gal(noot), ijzerhout
inktkussentje - tampon
inktkussentje om een drukvorm van inkt te voorzien tampon
inktmop klad, vlek
inktsoort bister
inktsteen atramentsteen
inktvis achtarm, argonauta, decapoda, koppotige, kraak, lolige, nautilus, octopoda, octopus, poliep, sepia, sepiola, spirula, toverlamp, zeekat
inktvlek - klad, mop
inktzwarte mist - smog
inkuilen - conserveren, ensileren, putten
inkuiling van veevoeder ensilage
inkwartieren biljeteren, huisvesten, legeren
inkwartiering huisvesting
inlaagdijk slaper
inlaat opening, ventiel
inlage inbrenginleg, inslag, inzet
inlander inboorling, inheemse, naturel
inlands inheems
inlands bestuursambtenaar - wedono
inlands dagloner - koeli, tani
inlands dansmeisje ronggeng
inlands dorp dessa, kampong, kraal, negerij, negorij
inlands godsdienstonderwijzer - goeroe
inlands medicijn - obat
inlands winkeltje warong, toko, waroeng
inlands zangvogeltje - boompieper
inlandse artsenij obat
inlandse dakbedekking atap
inlandse gemeente - desa
inlandse huisbediende boy
inlandse hulptroepen barisan
inlandse infanterist in het Franse leger in NoordAfrika turco
inlandse landbouwer tani
inlandse markt - pasar, passar
inlandse medicijn obat
inlandse oorlogsvloot - hongi
inlandse open winkel - waroeng, warong
inlandse ploegbaas - mandoer
inlandse prins - pangeran(g)
inlandse soldaat in Oost-Afrika askaro
inlandse tuinjongen - kebon
inlandse vesting (ind.) benteng
inlandse vorst radja
inlandse woningen kampong
inlassen invoegentussenvoegen, tussenzetten
inlassing Insertie, interpolatie,invoeging, parenthese
inlaten - binnenlaten
inleg deposito, inbreng, inlage, inleg, inslag, inzet, pot, plooi, speelgeld, vulsel, zoom
inlegblad van tafel allonge
inleggeld bank, mise, pot
inleggen conserveren, inmaken, pekelen, zulten
inlegger - spaarder
inlegkunst in hout - intarsia
inlegsel inseraat, insertie
inlegstof azijn
inleg van geld inzet, pot
inleg van kleding - zoom
inlegvel bijbladinlage
inlegwerk mozaïek
inleiden - introduceren
inleidend - preliminair
inleidend onderwijs propedeuse
inleidend werk stage
inleidende opmerkingen - prolegomena
inleidende rede preambul
inleider- aankondiger, referent
inleiding aanloop, begin, entrada, intro(ductie), ouverture, preambule, prelude, proloog, voorbericht, voordracht, voorspel, voorwoord
inleiding in de wetenschap isagoge, logica, propedeuse
inleiding tot een muziekstuk ouverture, prelude, preludium, voorspel
inleveren indienen
inlevering - indiening
inlichting bericht, informatie, mededeling, opheldering, tip, verklaring
inlichting van een ingeweide hint, seintje, tip
inlichtingendienst B.V.D., C.I.A., F.B.I.
inlichting van een ingewijde - tip
inlopen - binnenvloeien, krimpen
inlossen - vrijkopen
inlijsten encadreren, omkaderen, zetten
inlijsting - kader, montuur
inlijven annexeren, bezetten, incorporeren, usurperen
inlijving - bezetting, incorporatie, usurpatie
inluiden - aankondigen
inmaak weck
inmaaksel - confituren
inmaakvrucht augurk
inmaken - conserveren, inleggen, konfijten, pekelen, steriliseren, zulten
inmaken in azijn en kruiden marineren
inmaken van groente - wecken
inmenging bemoeiing, ingreep, interferentie, tussenkomst
inmiddels alreeds, intussen, middelerwijl, ondertussen, onderwijl
innaaien - brocheren
innagelen - vastspijkeren
inname verovering
innemen bekleden, bemachtigen, bezetten, doorslikken, drinken, gebruiken, inbinden, inpalmen, laden, opdrinken, ophalen, verkorten, veroveren
innemend aanminnig, aantrekkelijk, bekoorlijk, bevallig, charmant, gracieus, gunstig, hups, lief, lief(e)lijk, lieftallig, vriendelijk
innemendheid - charme, lieftallighid, vriendelijkheid
innemer - veroveraar
inneming inname, verovering
beuren, incasseren, opstrijken
innen beuren, incaseren, invorderen, ontvangen, opstrijken
innen van een vordering disponeren
inner - incasseerder
innerlijk aard, binnenste, gemoed, immanent, inborst, interieur, intrinsiek, inwendig, intern, karakter, kern, natuur, psyche, wezen
innerlijk aanwezig maar nu niet werkzaam - virtueel
innerlijk besef van goed en kwaad geweten
innerlijk oordeel geweten, smaak
innerlijk zelfvertrouwen moreel
innerlijke aandrift drang, impuls, roeping
innerlijke aansporing - aandrang
innerlijke drang drift
innerlijke geaardheid inborst, karakter
innerlijke gesteldheid - gemoed
innerlijke kracht intensiteit
innerlijke strijd tweestrijd
innerlijke waarde - gehalte
innerlijke zelfwaarneming - introspectie
innesteling - nidatie
innig amoroso, devoot, diep, dierbaar, gevoelig, hartelijk, intiem, intens, liefdevol, teder, teer, vurig, warm, zacht
innig berouw contritie, wroeging
innig en sterk intens
innigheid - hartelijkheid intimiteit
innig verenigen verbinden
innig vertrouwen - geloof
innig zijn innigheid
innige verering devotie
innige vermenging van fijne vloeistofdeeltjes emulsie
inning collectie, heffing, incassering, incasso, invordering, inzameling, ontvangst, perceptie, slagbeurt
inning van gelden - insasso
innocent argeloos, naïef, onnozel, onschadelijk, onschuldig
Ino - Leukothea
Inowroclaw - Hohensalza
innovatie nieuwigheid
inoculeren inenten, vaccineren
inopportuun ongelegen
inpakken - annexeren, bergen, bezetten, emballeren, inlijven, inwikkelen, ophoepelen, weggaan
inpalmen binnenhalen, inhalen, innemen, paaien, veroveren
inpassen - invoegen
inpekelen inzouten, inmaken, zouten
inperken beknotten, bekorten, beperken
inperkingen bakenen
inpersen impregneren, stouwen
inpikken naasten, nemen, pakken, stelen,
inplanten inpoten
inplooien van de zeilen reven
inpoeieren bepoederen, inwrijven
inpolderen bedijken
inpoten inplanten
inprangen inpersen, inklemmen, inwringen
inprenten aanpraten, benadrukken, verzekeren, wijsmaken
inproppen - induwen
inquisiteur geloofsrechter, kettermeester
inquisitie geloofsgericht, kettergericht, onderzoek
inrekenen - arresteren
inreven inhalen, reven
inrichten arrangeen, installeren, ordenen, organiseren, regelen, schikken
inrichter - installateur, stoffeerder
inrichter van woning stoffeerder
inrichting constructie, etablissement, gesticht, instelling, instituut, interieur; organisatie, stichting, tehuis
inrichting als herstellingsoord sanatorium
inrichting om graan te malen maalderij, molen
inrichting om motor op gang te brengen starter
inrichting om stoffen te drogen ast, centrifuge, eest, droogstof, exsiccator
inrichting om stoffen te vernietigen destructor
inrichting om te drogen - eest
inrichting om vee te slachten abattoir
inrichting voor besmettelijke ziekten quarantaine
inrichting voor daklozen asiel
inrichting voor geesteszieken gesticht
inrichting voor middelbaar onderwijs Gymnasium, H.B.S., Lyceum, H.A.V.O.
inrichting voor opslag van goederen dépôt
inrichting voor zieken - hospitaal, sanatorium, ziekenhuis
inrichting voor zonnebaden solarium
inrij - oprijlaan
inrijgen insnoeren
inrit inrij, oprijlaan, oprit, toegang
inroepen verzoeken, vragen
inrollen - wikkelen
inruil - (ex)change
inruilen inwisselen, uitwisselen
inrukken afmascheren, vertrekken, weggaan
inschakelen aanzetten, inzetten, tussenvoegen
inschenken ingieten
inschepen embarkeren
inscherping inprenting
in schijn - pseudo
inschikkelijk accommodabel, convenient, coulant, gepast, gewillig, handelbaar, meegaand, passend, plooibaar, soepel, toegevend, welwillend
inschikkelijk zijn - couleren
inschikken toegeven
inscriberen - aantekenen, boeken, inschrijven, intekenen, opdragen, optekenen, toewijden
inschrift inscriptie
inschrijden binnentreden
inschrijfboek - klapper, register
inschrijven aantekenen, boeken, inscriberen, noteren, optekenen, registreren
inschrijver abonnee
inschrijven in hypothekenboek - ingrosseren
inschrijver op een periodiek abonnee
inschrijving aanbesteding, boeking, immatriculatie, notering, registratie
inschrijvingsboek klapper, register
inschrokken verorberen
inschuifbare wand - vouwwand
inscriptie - inschrift, opschrift
insecten
2 bij
3 bie, dar, dol, emt, mot, mug, non, pop, rus, rijp, tor, vlo
4 apis, brek, daas, elft, empe, haft, hork, hurk, ieme, imme, luis,
maai, maan, made, mier, neet, page, rups, spin, teek, wesp
5 aphis, argus, atlas, brems, emelt, hamel, imago, kapel, kever,
kobbe, kriek, laron, libel, meluw, mosbij, osmia, pater, pepel,
rajap, salda, sater, sfinx, sirex, spook, vlieg, wants, witje,
wolbij
6 aardbij, aastor, adalia, agonum, apollo, boktor, bombyx,
brenze, cicade, gaasje, galmug, hommel, horzel, houtbij,
juffer, rabbe, krekel, larong, lasius, looier, mantis, mulder,
muurbij, neefje, psocus, ridder, ruiter, thyssa, thrips, trekbij,
tuinbij, walang, wasmot, werkbij, woudbij, zandbij, zeevlo,
zijworm
7 aardbok, aardtor, aardvlo, aurelia, beeruil, bladvlo, bonttor,
bosmier, brommer, dansmug, dopluis, eenworm, formica,
galwesp, heempje, heimpje, hoprups, houttor, huisbok,
kaasmijt, kloptor, kniptor, koolmot, kooluil, meelmijt,
meelmot, meeltor, muskiet, nonrups, oorworm, pauwoog,
pelsmot, piepauw, plakker, roestje, rombout, spanner, spektor,
termiet, pestvlo, plakker, rauwmug, rombout, schirus, spinner,
stamuil, stijfkop, termiet, uienmot, voonmol, visluis, vlinder,
wasluis, wegmier, wolluis, zakspin, zandtor, zandvlo, zeespin,
zingmug
8 aardluis, aardmier, aardrups, aardspin, aaskever, aasvlieg,
admiraal, anofeles, aphidius, aphodius, atalanta, bladluis,
bedwants, beerrups, bladluis, bladwesp, blauwtje, blindaas,
boekluis, boekworm, bokkever, boomluis, boommier,
brakwesp, dagkapel, dagvlieg, dolkwesp, galvlieg, gammauil,
glimworm, goudwesp, graanmot, grasrups, groentje, harlekijn,
hoornaar, hoorntje, houtluis, houtmier, houtrups, huisspin,
kalander, kleermot, koevlieg, koolrups, kopertor, korenmot,
langbeen, langpoot, lichtmot, lintworm, meelworm, meikever,
metselbij, molkever, netwants, oeveraas, palpares, panvogel,
perentak, pissebed,platluis, rattevlo, rietluis, ringrups, ritnaald,
roofmier, scarabee, slakrups, snuitmot, snuittor, spanrups,
spekdief, steekmug, stofluis, symphyla, symphyta, tapijtmot,
tijgertor, trekmier, vedermot, veenmier, veldmier, viltluis,
wandluis, watertor, watervlo,weegluis, weeskind, werkmier,
wolkever, wolvlieg, zaagwesp, zandwesp, zijderups,
zijdeworm, zuurworm
9 akkerwesp, azijnvlieg, bastkever, bladkever, bloedluis,
boomkever, boomwants, boorkeer, bromkever, bromvlieg,
bronswesp, butterfly, daasvlieg, drekkever, drekvlieg,
druifluis, duinkever, eikenblad, engerling, fritvlieg, gaasvlieg,
glimkever, goudvlieg, graafwesp, halmvlieg, heikrekel, hondenvlo, hooibeest, hooiwagen, houtkever, ichneumon,
jachtspin, juffertje, julikever, junikever, juweeltor, kaasvlieg,
kakkerlak, kameeltje, keverluis, kleerluis, klopkever,
knoopmier, knopkever, koolwitje, kruisspin, landmeter,
loopkever, luisvlieg, meelkever, mensenvlo, mestkever,
muskusbok, oliekever, papiermot, papaverbij, pijlstaart,
plantluis, polyergus, pruimenmot, pijlstaart, rattenvlo,
regendaas, roofvlieg, sabelmier, schietmot, schildmot,
schildvlo, schubmier, slijkvlieg, sluipwesp, slijkvlieg,
spekkever, spinvlieg, spitswesp, springtor, stalvlieg,
stegomyia, suikermot, tarantulla, tuinkever, vachtluis,
vogelspin, vuurkever, vuurvlieg, waternimf, waterspin,
weidemier, wespvlieg, wilgenmug, wintermug, zaagvlieg,
zandkever, zandloper, zandoogje, zilvermot, zwemkever
10 aardhommel, aardkrekel, appelwants, atlaskever, bakkerstor,
bladroller, bladsnijder, boekenluis, boekenworm, citroentje,
cochenille, dagpauwoog, doodgraver, draaikever, eendenluis,
fruitenier, fruitvlieg, graankever, grashopper, grashupper,
hondenluis, hondsvlieg, hongerwesp, hooiwipper, huiskrekel,
huismoeder, kamervlieg, kluizenaar, korenvlieg, lichtkever,
livreirups, maaghorzel, malariamug, metselwesp, motvlinder, nonvlinder, oeverloper, ossndoder, paardenmug, pannenkoek,
parelvlieg, pistooltje, pruimepage, regenbrems, regenvlieg,
reuzenmier, ringelrups, roumantel, runderdaas, schapeluis,
schildluis, schorpioen, schrijvertje, schurftmijt, sluipkever,
sluipvlieg, snuitkever, snuitvlieg, spinselmot, springspin,
sprinkhaan, staafwants, steekvlieg, steenloper, stippelmot,
strandgast, suikergast, tapijtkever, vedervlieg, veldkrekel,
vleesvlieg, waterkever, waterloper, waterwants, zandgraver,
zilverwesp, zonnekever, zweefvlieg
11 agaatuiltje, amazonemier, behangersbij, bietenvlieg,
bladvlinder, borstelrups, donsvlinder, duizendpoot,
erwtenkever, glazenmaker, bletsjervlo, goudhaantje,
hooibeestje, hooivlinder, katoenkever, kokerjuffer,
koningspage, koolvlinder, koolzaadmug, langpootmug,
lupinevlieg, maskervlieg, mierenleeuw, miljoenpoot,
paardenluis, paardenwesp, palmbladvlo, pareljuffer,
pillenkever, poppenrover, populierbok, prachtkever,
prestwichia, rozenboktor, rozenvreter, schildkever,
schildwants, schorskever, schrijvertje, schuimvlieg,
scolopender, slankjuffer, springkever, steenhommel,
strontvlieg, vierbandb ok, vuurvliegje, vuurvlinder,
wapendrager, waterjuffer, wespvlinder, wijngaardmot,
wortelvlieg, zandvliegje, zijdevlinder, zilverkever, zilvervisje
12 aardappelvlo, appelboorder, aspergevlieg, atlasvlinder,
avondpauwoog, bananenvlieg, berkensteker, dennenboktor,
eendagsvlieg, elzenhaantje, franjestaart, goliathkever,
graanklander, koekoekswesp, korenkniptor, leliehaantje,
letterzetter, nachtpauwoog, nachtvlinder, paardehorzel,
paardenvlieg, penseelkever, pistoolkever, popelspinner,
rozengalwesp, runderhorzel, satijnvlinder, schallebijter,
scharrebijter, schoenlapper, springstaart, vliegendoder,
wilgenboktor, wrattenbijter, zomervlinder, zwaluwstaart
13 bidsprinkhaan, pruimevlinder, slakkenvreter
14 kelderpissebed, roofsprinkhaan
15 schorpioenvlieg
insect dat met ander in grote menigte samenleeft bij, dar, mier
insect met schilderachtige vleugels kever, tor
lnsektenbeschrijver entomograaf
insektenbeschrijving entomografie
lnsektenbouwwerk raat, mierenhoop
insectendeel - abdomen, dekschild, elythra, farynx, segment, thorax, trachee
insektendodende stof insecticide; flit, D.D.T.
insecten ei neet
insectenetend zoogdiertje egel, mol
insectenetend vogeltje - draaihals
insectenetende plant aldrovanda, darlingtonia, dionaea, drosera, drosophyllum, nepent(hes), pinguicula, sarracenia, utricularia, zonnedauw
insecteneter
3 mol
4 egel
6 agouta, tenrek
7 almiqui, bosmuis, desmans, goudmol, stermol, veenmol
8 bergmuis, kameleon
9 dwergmuis, solenodon, spitsmuis, vleermuis, watermuis
10 gordeldier, houthakker, miereneter
11 borstelegel, slurfhondje, sterneusmol,
12 bosspitsmuis
13 veldspitsmuis
14 otterspitsmuis, waterspitsmuis
15 springspitsmuis
insecteneters - insectivora
insectenfase cocon, larve, made
insectengedaante cocon, emelt, larve, made, nimf, pop
insectenhuisje - insectarium
insectenkunde entomologie
insectenkundige entomoloog
insectenlarve emelt, engerling, made, nimf
insectenpoeder D.D.T.
insectenproduct was
insectenvorm cocon, larve, made
insectenwapen angel
insectenetende plant nepent
insecticide - bhc, bidrein, carbaryl, ddt, ddvp, dieldrin, dnoc, endrin, fosdrin, lindaan, malathion, parathion, vapona
insectivoor insecteneter
insectologie - entomologie
insectoloog insectenkenner
insect op het hoofd - hoofdluis
inseminatie bevruchting
inseparabel onafscheidelijk
inseraat bijlage, naschrift
insertie - invoeging
insgelijks almee, eveneens, evenzo, idem, id., item, it, ook
insider ingewilde
insidieus arglistig, geniepig, verraderlijk
insigne badge, draagspeld, embleem, ereteken, kenteken, onderscheidingsteken, teken, toesoeling, verdachtmaking
insinuatie aantijging, suggestie, toespeling, verdachtmaking
insinueren suggereren
insipide flauw, geesteloos
inslaan hamsteren, inkopen, kopen,
inslaan bij tennis serveren
inslag- inweefsel, karaktertrek, zoom
inslager bladslager
inslaggaren - werpgaren
inslagspoel weversschietspoel
inslapen indutten, insluimeren, overlijden; sterven
inslikken - verzwijgen
insluimeren - wegdutten
lnsluipsel(taal) barbarisme
insluithaard beleg
insluiten omgeven, omringen, omsingelen
insluiting beleg, belegering, blokkade, omsingeling
insmeren invetten
insmeren met olie olien
insmeren met zalf - zalf
insnede caesuur, cesuur
insnoeren - inrijgen
insnijden - besnoeien, graveren, inkorten, kepen, kerven
insnijding aansnee, gleuf, kartel, keep, kerf, sectie, snede, snee, spilt, rits, snede
insnijding door een rivier erosie, kloof (vorming)
insnijding in de kust fjord
insolent brutaal, grof, lomp, onbeschaamd
insociabel - ongezellig, onverdraagzaamonverenigbaar
insolvabel - insolvent
inspan disselboom, lamoen
inspannen streven, toerusten, tuigen
inspanning arbeid, energie, moeite, streven
inspecteren bezichtigen, controleren, keuren, monsteren, nakijken, schouwen, toezien
inspecteur controleur, keurmeesteropzichter, opziener,
inspecteursambt - inspectoraat
inspectie controle, keuring, monstering, onderzoek, schouw, wapenschouw
inspiratie aanblazingbezieling, inademing, inblazing, ingeving, inspraak, inval, prikkel
inspireren aanblazenaanzetten, bezielen, enthousiasmeren, inblazen, inboezemen, ingeven, prikkelen
inspit roerpen, helmstok
inspraak drang, ingeving, inspiratie, inval, medezeggenschap, prikkel
inspringen - helpen
inspringend gedeelte inham
inspuiten - injecteren, injiciëren
inspuiting injectie, prik, spuitje
inspuittoestel - injector
instaan garanderen, responderen, waarborgen
instabiel labiel, onbestendig, onvast, wankel
installateur - monteur
installatie benoeming, bevestiging, uitrusting
installeren aanbrengenbevestigen, inaugureren, inrichten, inwijden, opnemen
instampen - inproppen
in standhouder pilaar, steun, steunpilaar, stut, zuil
instandhouding - handhaving
instantelijk dringend, nadrukkelijk, onverwijld, terstond
instantie aandrang, aanleg, afdeling, bureau, college, orgaan, verzoek
instantie, in eerste - aanvankelijk, oorspronkelijk
instantie, in laatste - tenslotte, uiteindelijk
instappen - instijgen
instapschoen flat, loafer
instauratie hernieuwing, herstelling ,wederoprichting
insteek - kielspit
insteekblad inlegblad, inschuifblad
insteekkamer entresol, hangkamer
insteekijzer - koevoetreevoet
instellen beginnen, inspannen, institueren, invoeren, oprichten, ordineren, stichten
insteller - oprichter
instelling gesticht, inrichting, instituut, lichaam, organisatie, regeling, stichting, tehuis, verordening
instelling in de oorlog gaarkeuken
instelling van de A.N.W.B. wegenwacht
instelling voor opinieonderzoek NIPO
instemmen beamen, bijvallen, goedkeuren, toestemmen
instemmend willig
instemmen met - beamen
instemming adhesie, applaus, beaming, bijval, goedkeuring, toestemming, waardering
instigatie aandrijving, prikkel, ophitsing
instijgen instappen
instillatie indruppeling
instinct aandrift, bezieling, impuls, intuïtie, (natuur) drift
instinctief aangeboren, instinctmatig, onberedeneerd, onbewust, onwillekeurig, vanzelf
instippen indopen
institueren instellen, oprichten, stichten
instituteur kostschoolhouder
instituut genootschap, gesticht, instelling
instituut voor algemene ontwikkeling volksuniversiteit
instorten - neervallen
instorting - collaps
instortingskrater caldeira
instortingstrechter in kalkgesteente doline
instroomopening - ostium
instructeur drilmeester, exercitiemeester, leermeester, leraar oefenmeester
instructie aanwijzing, consigne, dienstorder, gedragslijn, les, onderrichting, onderwijs, order, regel, reglement, richtsnoer, verordening, voorschrift
instructie van strafzaken - vooronderzoek
instructief - leerrijk, leerzaam
instructie voertuig - lesauto
instrueren - doceren, leren, oefenen, onderrichten
instrument apparaat, orgaan, toestel, werktuig
instrument dat het tempemtuurverloop toont thermograaf
instrument in duikboot - periskoop
instrument om aardbevingen te registreren seismograaf
instrument om bordpapier te snijden kartonschaar
instrument om de belichtingstijd vast te stellen actinofotometer, belichtingsmeter
instrument om de diepte te meten bathometer
instrument om de gewichtsvermindering bij drogen te bepalen xerometer
instrument om de helling van aardlagen te meten clinometer
instrument om de lengte van een willekeurige lijn te meten curvimeter
instrument om de sterkte van de reukzin te meten olfactometer
instrument om de windsnelheid te meten anemometer
instrument om dunne laagjes te snijden microtoom
instrument om een richting in het terrein te bepalen kompas
instrument om hoeken te meten boussole, clinometer, equerre, gradenboog, sextant, theodoliet
instrument om in de maag te kijken gastroscoop
instrument om luchtfoto's te bekijken stereoscoop
instrument om op zee de hoogte van de zon te meten sextant, zeering
instrument om snelheid van een schip te meten log
instrument om woordblinde kinderen beter te leren lezen tachistoscoop
instrument van het gamelanorkest ankloeng, bonang, kendang rebab, soeling(an)
instrument voor blaasonderzoek - cystoscoop
instrument voor het afmeten van vloeistoffen buret
instrument voor het bepalen van de schedelafmeting cefalometer
instrument voor het bepalen van de zwaartekracht - gravimeter
instrument voor bet meten van de spanning van gassen manometer
instrument voor punctie stilet
instrument voor violist strijkstok
instrumentaal muziekstuk concert, sonate, symfonie
instrumentaal slot naspel
instrumentaire getuigen - vormgetuigen
instrumentale partij obligaat
instrumentarium apparatuur, gereedschap(skist)
instrumenten - instrumentarium
instrumentenbord dashboard
instrumentist muziekspeler, muzikant
instuderen leren
instuif fuif, party, receptie,
instuiven binnenstormen
instulping deuk, moet,
insubordinatie ongehoorzaamheid, sabotage, verzet
insuffisant onvoldoende
insuikeren konfijten
insulair rijk - eilandenrijk
insulinde - Oost-Indië, Indonesië
insultatie belediging, hoon
insult, apoplectisch - beroerte
insurgent oproerling, opstandeling
insurrectie oproer, opstand
intabuleren omranden
intact gaaf, heel, onaangeroerd, onbeschadigd, ongeeerd ongerept, ongeschonden, onverkort, onverlet
inteelt endogamie
integendeel - daarentegen
integer braaf, hoogstaand, onkreukbaar, onomkoopbaar, onschendbaar, rechtschapen
integraal geheel, helemaal, volledig, voltallig
integriteit ongeschondenheid, onkreukbaarheid, onomkoopbaarheid, rechtschapenheid
integument bekleedsel, foedraal, omhulsel
intekenaar - abonnee
intekening - subscriptie
intellect logos, rede, vernuft, verstand
intellect - verstand
intellectueel denker
intellectuelen intelligentsia
intelligent knap, slim, gevat, snedig, schrander , verstandig
intelligentie denkvermogengeest, schranderheid, slimheid, vernuft, verstand
intelligentieproef denksport, hersengymnastiek, kwis, quiz, test,
intelligentiequotiënt I.Q.
Intelligibel - begrijpelijk, klaar, verstaanbaar
Intendant - hofmeester
intenderen bedoelen, beogen
intens erg, diep, fel, heftig, hevig, innig, krachtig, levendig, sterk, terdege, vurig
intens gemeen - doortrapt
intens genoegen genot
intensheid - intensiteit
intensief diep, krachtig, vol
intensiteit - intensie
intens lief aanbiddelijk
intens smerig - goor
intentie bedoeling, oogmerk, opzet, plan, voornemen
inter gedurende, onder, terwijl, tussen
intercessie - bemiddeling, tussenkomst, voorspraak
intercity - sneltrein
interdict ban, schorsing, verbod
interessant boeiend, belangwekkend
interesse aandachtanimo, belang(stelling)
interessant - belanghebbende, belangstellende, gegadigde
interest intrest, opbrengst, rente
interest opbrengend - rentegevend
interest op wissels supporto
interestbewijs coupon
interferentie - inmenging, tussenkomst
interieur binnenhuis, binnenste, innerlijk, inrichting, inwendige, meubilering
interrieurverzorgster huishoudster, werkster
interim tussentijd, voorlopig, waarnemend
interjectie tussenwerpsel
interlock hemd, ondergoed
interlocutoir - interlocutie, tussenvonnis
interludium - intermezzo, tussenspel
intermediëren bemiddelen
intermezzo incident, tussenspel
intermissie - nalaten, tussentijd, uitblijven
intern binnen, innerlijk, inwendig, inwonend
internaat kostschool
internationaal int., mondiaal
internationaal gezagsorgaan - U.N.O., V.N.
nationaal handelsverdrag E.E.G., E.V.A., E.F.T.A., G.A.T.T.
internationaal orgaan F.A.O., Unesco, Unicef
internationaal padvinderskamp jamboree
internationaal verdedigingspact N.A.T.O., NA.V.O. S.E.A.T.O., Z.O.A.V.O., Warschaupact
internationale bank voor herstel en ontwikkeling - Wereldbank
internationale criminele politie - Interpol
internationale handelsovereenkomst l.T.O.
Internationale meteorologische organisatie l.M.O.
internationale organisatie V.N., U.N.O., Unesco
internationale organisatie voor burgerluchtvaart
internationale overeenkomst uitleveringstraktaat
internationale politie - interpol
internationale taal Ido, Esperanto
internationale trein T.E.E.
internationale vergadering assemblee
internationale wedstrijd - olympiade
interne - kostleerling
interne organisatie infrastructuur
internist - arts
interpretatie opvatting, uitlegging, verklaring
interpreteren opvatten, uitleggen verklaren, vertolken
interpunctieteken punt, komma, leesteken, aanhalingsteken
interrumperen onderbreken
interruptie onderbreking, stoornis, storing
intersectie doorsnee, doorsnijding, kruising, snij(dings)punt
interval deciem, decime, gaping, klanktrap, kwart, kwint, none, octaaf, prime, seconde, secunde, septime, sext, sprong, terts, tussenpoos, tussenruimte
interval van een halve toon chroma
interval van 9 tonen none
interveniëren bemiddelen
interventie - tussenkomst
interview vraaggesprek
interviewer reporter, verslaggever
in t geheim - steels
intiem eigen, gezellig, huiselijk, innig, knus, nauw, teder, vertrouwd, vertrouwelijk
intijds tijdig, bijtijds, vroeg
intimidatie - ontmoediging, vreesaanjaging
intimiteit - innigheid, vertrouwelijkheid
intolerabel - onuitstaanbaar, onverdraaglijk
intolerant hard, onverdraagzaam
intomen afhouden, bedwingen, beteugelen, breidelen, matigen
intonatie stembuiging
intoneren stemmen
int. padvinderskamp - jamboree
int. televisie organisatie - eurovisie
intra binnen, onder, tussen
intraden - staatsinkomsten
intransigent onverzoenlijk
intransitief intr., onovergankelijk
intrede aanvang, binnenkomst, debuut, entree, initiatie, inkomst, intocht, introïtus, komst
intreden betreden, binnengaan, ingaan
intree binnenkomst, entree, ingang, inkomst, intrede
intreezang introïtus
intrek verblijf
intrekbare nagel - klauw
intrekken binnengaan, cancelen, royeren, terugnemen,
intrekking van bevel revocatie
intrek nemen - logeren
intrest intr., interest, rente
intricaat ingewikkeld, moeilijk, netelig, verward
intrigant - arglistig, coknoeier, knoeier, konkelaar, kuiper, opstoker, stoker, streber
intrige complot, gekonkel, geknoei, kabaal, konkelarij kuiperij, plot, verwikkeling
intrige van film plot
intrigeren complotteren, konkelen, kuipen, samenzweren
intrinsiek immanent, innerlijk, wezenlijk
intro - inleiding
introduceren binnenleiden, invoeren, uitnodigen, voorstellen
introductie aanbeveling, inleiding, kruiwagen, ouverture, toegang,
intrusief gesteente batholiet, dyke, gang, laccoliet, sill
intubatie - tubage
intuïtie feeling, gevoel, instinkt
intussen echter, inmiddels, middelerwijl, nochtans, ondertussen, ondanks, onderwijl, terwijl, tussentijds
intijds tijdig
in tweeën doormidden, middendoor
inula - donkerkruid, ulant
inundatie overstroming, verdrinking
invaart ingang, monding
inval gedachte, gril, idee, ingeving, inspiratie, invasie, inventie, ontwerp, overval, saillie trouvaille, vondst
invalide blind, doof, gebrekkig, gehandicapte, kreupel, mank, ongeldig, verminkt
invallen - neerstorten
invaller plaatsvervanger
invaren - binnenvaren
invasie - inval, raid, strooptocht
invasievogel - barmsijs, kruisbek, notenkraker, pestvogel, steppehoen
invectief - scheldwoord, schimpwoord, smaadwoord
inventaris - boedel(beschrijving), inboedel
inventie - uitvinding
inversie omkering
invers omgekeerd, tegengesteld
investigatie - nasporing, navorsing, onderzoek
invetten oliën, smeren
invisibel onzichtbaar
invitatie uitnodiging
invité gast, genodigde
inviteren noden, uitnodigen, verzoeken
invloed betekenis, effect, gezag, influentie, (in)werking, macht, nut, overwicht, prestige, uitwerking, waarde, zin
invloedrijk - machtig
invloedrijk persoon bons, magnaat, pineut
invocatie aanroeping, afsmeking, inroeping
invoegen inlassen, inpassen
invoeging inlassing, insertie
invoer van koopwaren import
invoeren importeren, introduceren
invoerhandelaar importeur
invoer van gegevens - input
invorderbaar executoir, inbaar
invorderen - innen
invordering inning
invretend bijtend, corrosief
invulbiljet formulier
invullingsstaat tabel
inwaarts binnenwaarts
inwaarts gekeerd introvert
inwendig innerlijk, intern
inwendige - binnenste, essentie, interieur, kern, merg, pit,
inwendig leeg hol
inwendig lichaamsdeel maag, nier, orgaan, hart, long, lever, milt, darm, galblaas, gal
inwendig onderzoek - introspectie
inwendig orgaan blaas, hart, hersenen, long, lever, klier, lever, maag, milt, nier, waterblaas
inwendige binnenste, hart, interieur, kern, merg,
inwendige mens versterken eten. voeden
inwendige werking - drift
inwendige zending - evangelisatie
inwerking invloed, nut
inwijden inaugureren, inhuldigen, initiëren, inleiden, installeren, inzegenen, ontgroenen
inwijding inauguratie
inwijding bij volwassenen initiatie
inwijdingsfeest der Joden Chanoeka
inwikkelen - inpakken
inwilligen goedkeuren, toegeven, toelaten, toestaan, toestemmen
inwilligend concessief
inwinnen - verwennen
inwisselbaar converteerbaar, convertibel
inwisselen ruilen
inwisseling ruil
inwonend immanent intern
inwonende commensaal, kamerbewoner
inwoner burger, inboorling, ingezetene, ziel
inwoner des lands - burger
inwoner van..... zie ook: bewoner van
inwoner van Alaska - Aleut, Eskimo, Tingit
inwoner van Algerijë Algerijn, Arabier, Berber
inwoner van Amsterdam Mokumer
inwoner van Andorra - Andoraan
inwoner van Beieren Beier
inwoner van België Vlaming,Waal
inwoner van Bengalen Bengalees
inwoner van Birma Birmaan
inwoner van Bologna Bolognezer
inwoner van Bretagne Breton
inwoner van Brussel Brusselaar
inwoner van Bulgarije Bulgaar, Tataar, Slaaf
inwoner van Ceylon Ceylonees, Singalees, Toda, Vedda
inwoner van Cyprus Cyprioot
inwoner van Damascus Damascener
inwoner van Edam Edammer
inwoner van Friesland - fries
inwoner van Genua Genuees
inwoner van Gouda - Gouwenaar
inwoner van 's Gravenhage Hagenaar, Hagenees
inwoner van Groenland Eskimo
inwoner van Guatemala Guatemalaan
inwoner van 'sHertogenbosch Bossenaar
inwoner van Joegoslavië Serf, Kroaat, Sloveen, Macedoniër
inwoner van Kreta Kretenzer
inwoner van Lombok Bodha, Sasak
inwoner van Madrid Madrileen
inwoner van Majorca Majorcaan
inwoner van Mexico Mexicaan
inwoner van Milaan Milanees
inwoner van Monaco Monegask
inwoner van Moskou Moskoviet
inwoner van Noordpoolland - Eskimo
inwoner van OostPolynesië Maori
inwoner van Portugal Portugees
inwoner van Rome Romein
inwoner van Spanje Bask, Catalaan, Spanjaard, Andalusiër
inwoner van Tirol Tiroler
inwoner van Venezuela Venezolaan
inwoner van een der Baltische Staten Balt, Est, Let, Litouwer
inwoner van het oude Amerika indiaan
inwoner van het oude Griekenland Helleen
inwoner van het oude Rome Romein
inwoner van het westelijk deel der Pyreneeën Bask
inwoning intrek
inwoonster des lands - burgeres
inwoonster van Parijs Parisienne
inworp ingooi
inwrijven inpoeieren, insmeren
inzage visie
inzake aangaande, betreffende, i.z., nopens, omtrent, wegens
inzakken - verzakken
inzamelaar collectant
inzamelen collecteren, oogsten, ophalen, sparen, vergaren
inzameling collecte, kollekte
inzameling van gelden collecte
inzameling van vruchten oogst, pluk
inzegenen - celebreren, inwijden
inzenden - opsturen
inzender tentoonstelling - exposant
inzet aanhef, begin, bod, gok, ijver, inlage, inleg, inleggeld, mise, openingsbod, pot, remise, speelgeld, toewijding
inzet bij spel poule
inzetraam hor
inzet van geld - inleg
inzicht begrip, benul, beschouwing, besef, blik, idee, kijk, licht, mening, notie, omvatting, oordeel, verstand, visie
inzien begrijpen, doorzien, erkennen, mening, opvatting, prudentie, snappen, vatten, verstaan, weten, zienswijze
inzinking baisse, dal, depressie, dijkval, laagte
inzinking tussen hoogvlakten canon, canyon, dal, ravijn
inzinking van de bodem bekken, depressie, slenk
inzinking van de bodem in kalksteengebied polje, uvala, doline
inzonderheid bijzonder, vooral
inzouten - pekelen
inzuigen absorberen, opslurpen
inzuiging absorptie
ionium io.
ionidium - hybanthus
Ionië, heiligdom in - Panioniom
Ionië, stad in - Coazomenae, Colophon, Efeze, Milete, Phocaea, Priene, Smyrna
Ionische eilanden, een der - Antipaxos, Cefalona, Cephalonia, Corfu, Ithaca, Ithyaki, Kefallinia, Korfoe, Kerkyra, Levkas, Poxas, Zakynthos, Zante
Ionosfeer, laag in de - F-laag
Iowa, hoofdstad van - Des Moines
ipecaeuanhawortel - braakwortel
ipheion - brodiaea, triteleia
ipso facto - feitelijk
ipso jure - vanzelf
Iraakse havenstad Basra
Iraakse hoofdstad Bagdad
Iraakse luchthaven Bagdad, Basra, Kirkoek, Mosoel
Iraakse luchtvaartmaatschappij I.A.
Iraakse munt dinar, dirhem, dollar, piaster
Iraakse provincie
4 Liwa
5 Anbar, Babil, Basra, Erbil, Wasit
6 Bagdad, Dhigar, Diyala, Naynawa
7 Kerbela, Kiskoek, Naynawa
9 Oadisiyah
12 Soelaimaniya
Iraakse provinciehoofdstad
4 Koet
5 Amara, Basra, Erbil
6 Bagdad, Diyala, Mosoel, Ramadi
7 Kerbela, Kirkoek
8 Diwaniya, Nasiriya
12 Soelaimaniya
Irak, bevolkingsgroep in - Koerden
Irak, hoofdstad van - Bagdad
Irak, rivier in - Eufraat, Tigris
Iraanse hoofdstad Teheran
Iraanse keizer shah, sjah
Iraanse keizerin Farah
Iraanse munt dinar, rial
Iraanse prinsentitel - misra
Iraanse roesdrank - haoma, hauma
Iran Perzië
Irian - Guinea
Irian Barat, eiland bij - Biak, Japen
Irian Barat, plaats op - Fak-Fak
iris bergkristal, lisbloem
iridaceae - acidanthera, crocosmia, crocos, fresia, gladiolus, iris, ixia, lis, monbretia, moraea, tijgerbloem
iridium lis. iris, lis(bloem), regenboog(vlies)
irisachtige bloem lis, krokus
Irokezen, opperhoofd der - Haiawatha
Irokezen, stam der - Cayuga, Mohawk, Oneinda, Onondaga, Seneca
Irokezen, taal der - Cherokee, Erie, Huron
ironie spot
irreëel onwerkelijk, onwezenlijk
iridium - ir.
irrigatie bevloeiing
irrigeren bevloeien, bewateren
irritant ergerlijk, hinderlijk, lastig, prikkelend, tergend, vervelend,
irritatie ergernis, ontstemming, prikkeling
irriteren ergeren, hinderen, prikkelen
irriterend ergerlijk, hinderlijk, lastig
irriterend voor de zintuigen schel, scherp
irvingiaceae - desbordesia, irvingia, klainedoxa
Isaïas - Jesaja
Isboseth - Isjbaäl
ischias heupjicht
Isjtar - Inanna
Iskenderoen - Alexandrette
Islam - Mohammedanisme
Islam, niet-gelovige in de - kafir
islamiet mohammedaan, moslem, moslim, muzelman
Islamitisch - zie ook Mohammedaans
Islamitisch deest - Muharram
islamitisch feest na de vasten Beiram
Islamitisch gebed - salat
Islamitisch plichtgebed - salab
Islamitische armenzorg - sakat
Islamitische bedevaart - hadj
Islamitische bedevaartganger - hadji
Islamitische broederschap - tarika
Islamitische gebedsdienst - chatma
Islamitische gebedsnis - mihrab
Islamitische gebedsoproep - azan
Islamitische gebedsrichting - gibla, kibla
Islamitische geloofsbelijdenis - sjahada
Islamitische gewoonte - soenna
Islamitische godsdienstoefening - salat
Islamitische groet - sala(a)m, salem
Islamitische heilige oorlog - djihad
Islamitische heilige schrift - koran
Islamitische heilige wet - sjaria
islamitische monnik derwisj
Islamitische moskee - masdjid
Islamitische mystieken soefis
Islamitische mystieke orde - tarika
Islamitische plichtenleer - fikh
Islamitische schriftgeleerde - moealla, oelema
Islamitische profeet Mohammed
Islamitische tekstuitleg - kiyas
Islamitische titel - bab
Islamitische traditie - hadith
Islamitische vasten - sawm
Islamitische wetskennis - fakih
Ismaëliet - Arabier
Ismaliten, sekte behorende tot de - Assassijnen, Hodsjas, Karmaten
Ismene - Hymenocallis
Isnardiz - Ludwigia
isoëtacae - biesvaren, isoëtes, stulites
isolatie afsluiting, afzondering, quarantaine
isolatiemateriaal asbest, bengoliet, eboniet,
isolatiemateriaal uit mica en schellak micaniet
isolatiemateriaal voor radioonderdelen ameniet
isolement afzondering
isoleren afzonderen
isolerend materiaal - eboniet
isomeer van glucose - galactose
isomeer van wijnsteenzuur - druivenzuur
isonitrosoverbinding - oxine
is op de kermis te zien rarekiek
isoropylbenzeen - cumeen
isotherm harden - bainitreren
Israël Jakob, Palestina
Israël, deel van - Galilea, Negev
Israël, hoofdstad van - Jeruzalem
Israël, koning van -
3 Ela
4 Basa, Jehu, Joas, Omri, Saul
5 Achab, David, Hosea, Joram, Nadab, Zimri
6 Pekach, Sallum, Salomo
7 Achazja, Joachaz, Zekarja
8 Jerobeem, Menachem, Pekachja, Zacharia
Israël, landbouwnederzetting in - kibboets
Israël, rivier in - Jordaan, Kis(j)on
Israël, stad in - Eilat, Haifa, Jaffa, Jeruzalem, Lod, Lydda
Israël, stam in - Aser, Benjamin, Dan, Gad, Issaschar, Jozef, Juda, Levi, Naftali, Ruben
Israël, volksvertegenwoordiging van - knesset
Israëliet Arabier, jood
Israëlisch collectief dorp kibboets
Israëlisch feest - (C)Hanuka
Israëlisch heilig boek - kitab
Israëlisch ondergronds leger - Hagana
Israëlisch parlement knesset, knesseth
Israëlische generaal Dayan, Herzog, Rabin
Israëlische haven - Eilat, Haifa
Israëlische inhoudsmaat - efa
Israëlische kerk synagoge
Israëlische luchthaven Lydda (Lod)
Israëlische luchtvaartmaatschappij Elal
Israëlische maat dunam
Israëlische munt agorot, pond, prutah
Israëlische naam Abraham Eli, Levi, Moos, Mozes, Ruben, Sam, Samuel
Israëlische parlement - knesset, knesseth
Israëlische politieke beweging - Zionisme
Israëlische schilders Ardon Guttman, Janco, Mokady, Rubin, Zaritski,
Israëlische schrijvers Gilbao, Guri, Meged, Shamiz, Yishar
Israëlische taal Hebreeuws, Ivriet, Iwrieth Jiddisch, Ladino
Israëli(ti)sche kerkvoogd parnas
Istanboel - Byzantium, Konstantinopel
Istanboel voorstad van - Galata, Skoetari, Usküdar
Istanboel wijk der Europeanen in - Pera
Italiaan Napolitaan, Romein, sard
Italiaans aardewerk uit de 15e eeuw majolica
Italiaans adellijk geslacht Medici, Orsini
Italiaans automerk Ferrar,i Fiat, Lancia
Italiaans baksel - pizza
Italiaans beeldhouwer -
5 Manzu, Rosso
6 Canova, Marini, Pisano, Rocchi
7 Bernini, Bugatti,Cellini, Martini, Messina, Quercia,
Raffael, Ruggeri
8 Boulogne, Bramante, Calandra, Ghiberti, Pericolo
9 Donatello, Romanelli, Sansovino
10 Bandinelli, Buonarotti, Marochetti
12 Brunelleschi, Michelangelo
Italiaans bergland Apennijnen
Italiaans componist -
4 Nono
5 Asola, Berio, Verdi
6 Artusi, Borghi
7 Bellini, Bernadi, Corelli, Landini, Puccini, Rossini,
Tartini, Vivaldi
8 Mascagni, Paganini, Petrassi, Pizzetti
9 Carissimi, Donizetti, Malipiero, Pergolesi, Scarlatti
10 Bocherini, Monteverdi, Sammartini
11 Frescobaldi
12 Dallapiccola
Italiaans danslied villanella
Italiaans eiland in de Middellandse Zee Capri, Caprera, Elba, Lido, Sardinië, Sicilië
Italiaans geheim genootschap - carbonari
Italiaans gerecht macaroni, pizza, polenta, ravioli, risotto, spaghetti
Italiaans geslacht , Borgia, Este
Italiaans heerser doge
Italiaans kaartspel - bod(spel)
Italiaans landschap - Abruzzi, Basilicate, Calabria, Campania, Lazio, Liguria, Lombardia, Marche, Molise, Piemonte, Puglia, Sardegna, Sicilia, Toscane, Umbria, Veneto
Italiaans letterkundige -
4 Arzo, Caro, Levi, Vico
5 Belli, Bembo, Berni, Berto, Betti, Casti, Dante, Gozzi,
Monti, Negri, Prati, Pulci, Tasso, Verga
6 Alvaro, Bracco, Fabbri, Gianni, Marino,Parini, Vasari
7 Alberti, Allegri, Arentino, Ariosto, Bernari, Boiardo,
Cellini, Collona, Fiscolo, Goldoni, Guarini, Lentini,
Manzoni, Moravia, Moretti, Pascoli, Pellico, Pistolia
8 Bandello, Carducci, Compagni, Petrarca, Pugliese,
Sordello, Trissino
9 Boccaccio, Fogazzaro, Poliziano, Sacchetti,
Sannazaro
10 Angiolieri, Buonarotti, Cavalcanti, Guinizelli,
Pirandello
12 Castiglione, Machiavelli
italiaans meelproduct - spaghetti
Italiaans meer Como, Garda, Lugano, Maggiore
Italiaans meerstemmig lied - frottola
Italiaans natuurkundige - Marconi, Volta
Italiaans restaurant - pizzeria trattoria
Italiaans volk Etrusken
Italiaans volkslied ritornel, tarantella
Italiaans vorstengeslacht Este
Italiaans wijndistrict - Apulië, Barletta, Campania, Emilia, Falerno, Lambrusco, Moscato, Piemonte, Sicilië
Italiaanse Alpen - Dolemieten
Italiaanse architect -
3 Gio
4 Fuga, Rava, Zevi
5 Larco, Nervi, Ponti
6 Fifini, Frette, Trucco
7 Alberti, Barozzi, Bernini, Cronaca, Galilei, Guarino,
Juvarra, Pollini, Rafael, Valdier
8 Bramante, Montuori, Palladio, Perruzzi, Terragni
9 Borromini, Catalogni, Sansovino
10 Michelozzo, Rossellino
12 Brunelleschi, Michelangelo
Italiaanse badplaats Alassio, Chiaveri, Como, Imperia, Lido, Merano, Rapallo, Rimini, San RemoSavona, Sestri
Italiaanse beeldhouwer Donatello, Marinie, Michelangelo
Italiaanse burgemeester podesta
Italiaanse componist uit de Baroktijd Albinoni, Manfredini, Marcello, Scarlatti, Torelli, Veracini, Vinci Vivaldi,
Italiaanse componist uit de moderne tijd Dallapiccola, Nono,
Italiaanse componist uit de renaissance Cavalli, Frescobaldi, Monteverdi, podesta
Italiaanse componist uit de romantiek Bellini, Boito, Donizetti, Mascagni, Puccini, Verdi
Italiaanse dame - signora
Italiaanse dans pavane, forlano, saltarello, tarantella
Italiaanse oude dans - calata
Italiaanse dichter Ariosto, Dante, Petrarca, Tasso
Italiaanse filmster Loren
Italiaanse filosoof - Acri
Italiaanse fluittheoreticus Gariboldi
Italiaanse gendarme carabinieri
Italiaanse geheime staatspolitie ovra
Italiaanse groet - ciao
Italiaanse heer signore
Italiaanse herberg osteria
Italiaanse hertog doge
Italiaanse hoofdstad - Roma, Roma
Italiaanse jongeheer - signorino
Italiaanse juffrouw signorina
Italiaanse klokkentoren - campanile
Italiaanse landstreek Apulië, Calabrië, Campania, Catania, Cremona, Emilia, Ferrara, Liguria, Lombardije, Lucca, Mantua, Parma, Perugia, Siena, Toscane, Trente, Umbria
Italiaanse munt centesimo, lire
Italiaanse natuurkundige Marconi, Volta
Italiaanse opvoedkundige Montessori
Italiaanse pap polenta
Italiaanse partijleider Nenni
Italiaanse provincie Benevento, Catania, Cremona, Enna, Ferrara, Lucca, Mantria, Parma, Perugia, Regusa, Siena, Verona
Italiaanse provincie hoofdstad
4 Asti, Bari, Como, Enna, Pisa, Roma, Rome
5 Aosta, Cuneo, Forli, Genua, Lecce, Lucca, Massa,
Nuoro, Padua, Parma, Pavia, Rieti, Siena, Terni,
Turijn, Udine
6 Ancona, Arezzo, Chieti, Foggia, Genova, Latina,
Matera, Mantua, Milaan, Milano, Modena, Napels,
Napoli, Novara, Padovo, Pesaro, Ragusa, Reggjo,
Rovigo, Savona, Terano, Trente, Trento, Torino,
Triest, Varese, Verona
7 Belluno, Bergamo, Bologna, Bolzano, Brescia,
Caserta, Catania, Cosenra, Cremona, Ferrara, Firenze,
Gorizia, Imperia, lsernia, l'Aguila, Livorno, Mantova,
Messina, Palermo, Perugia, Pescara, Pistoia, Potenra,
Ravenna, ,Salerno, Sassari, Sondrio, Tarente, Tarento,
Trapani, Treviso, Trieste, Venetië, Venezia, Vicenza,
Viterbo
8 Avellino, Brindisi, Cagliari, Florence, Grosseto,
Macerata, Piscenza, Siracusa
9 Agrigento, Benevento, Catanzaro, Frosinose,
Pordenone
10 Campobasso
11 Alessandria
13 Caltanisetta
Italiaanse rivier -
2 Po
3 Aso, Era, Lao
4 Adda, Agno, Agri, Alli, Arno, Asso, Ceno, Dora, Eisa,
Enza, Fino, Nera, Noce, Nure, Orba, Orco, Orte, Reno,
Sele, Taro, Tavo, Toce
5 Adige, Belbo, Bruna, Corno, Esaro, Esino, Farfa,
Ferro, Fioio, Fiora, Idice, Lorda, Maira, Marta, Melfa,
Mella, Merse, Oglio, OIona, Orciz, Parma,Piave, Plave ,
Ronco, Sacco, Sarca, Sauro, Savio, Seria, Sesia, Siere,
Sinni, Sisto, Tenna, Tiber, Torres, Ufita
6 Agogna, Alento, Allaro, Amatto, Aniene, Arrone, Astion,
Atella, Aterno, Avisio, Brembo, Brenta, Calore, Cavone,
Cecina, Cesano, Chiani, Chiese, Cornia, Foglia, Isonzo,
Lamone, Locone, Maduna, Melito, Mincio, Mucone,
Musone,
Ofanto, Olpeta, Panaro, Pecora, Rapido, Sangro, Tacina,
Tanaro, Tesino, Tevere, Ticino, Tronto, Turano, Velino,
Venosa, Vomano
7 Albegne, Amaseno, Biferno, Bormida, Bradano,
Busento, Cellina, Cervaro, Chienti, Chisone, Dragone,
Etevivo, Follone., Fortore, Gravina, Livenza, Metauro,
Mignoni, Montone, Nestore, Ombrone, Pellice,
Pescara, Platano, Potenza, Secchia, Serchio,
Tammaro, Titerno, Torbido, Tordino, Trebbia,
Trionto, Varaita, Vitravo, Vulgano
8 Ancinale, Calaggio, Mingardo, Sarmento, Signello,
Staffora, Teverone, Tusciano, Volturno .
9 Amendolea, Argentino, Candelaro, Fiumenica,
Marecchia, Raganello, Selinello, Trasubbie
10 Abatemarco, Basentello, Garigliano, Laurenzana
11 Tagliamento
Italiaanse rovers - briganti
Italiaanse schalmei - calandrone
Italiaanse schilder -
4 Afro, Feti, Rosa
5 Aglio, Burri, Carra, Dolci, Tozzi
6 Allori, Cigoli, Giotto, Gu, ardi, Vasari
7 Barocci, Bellini, Cimabuc, Da VinciGozzoli, Morandi,
Raffael, Saltian, Tiepolo, Titiaan, Uccello
8 Anastano, Angelico, Campigli, Magnelli, Mantegna,
Masaccio, Severini, Veronese
9 Cavallini, Correggio, Donatello
10 Botticelli, Caravaggio, Cerrachini, Tintoretto
11 Ghirlandaio
12 Michelangelo, Parmigianino
Italiaanse schrijver Annunzio Boccaccio, Caspeno Croce, Dante, Lampedusa, Malaparte, Moravio, Petrarca
Italiaanse stad -
3 Bra
4 Atri, Como, Este, Fano, Gela, Pola, Rome
5 Adria, Anzio, Cantu, Capua, Combo, Fondi, Genua, Prato
6 Anagni, Andria, Milaan, Rimini, Salerno, Spezia, Urbio
7 Cassino
8 Camerino, Florence
italiaanse soep minestra, minestrone
Italiaanse stad aan de Adriatische Zee - Ancona, Brindisi, Rimini, Venetië
Italiaanse stad aan een gelijknamig meer - Como
Italiaanse tiran - Borgia
Italiaanse volksdans geheten naar de stad Tarente - tarantella
Italiaanse vrijheidsheld - Garibaldi
Italiaanse vrijstaande klokkentoren - campanile
Italiaanse wijn Aleatico, Bardolino, Barola, Campari Chianti, Martini, Gragnano, Lambrusco, Moscato, Moscatello, Valpolicella, Zibiblo
Italiaanse vrouw donna, signora
Italiaanse witte wijn - Caluso, Falerner
Italiaanse wijn - Este, Chianti, Barolo, Martini,
Italiaanse worst - salami
Italië, schiereiland van - Calabrië, Otranio, Latijn, Marrucijns, Oskisch, Paelignisch, Sabellisch, Umbrisch, Vestljns, Volkisch
Italische talen, een der - Faliskisch
Italmenen - Kambsjadalen
7 Capraji, Gorgone, Pianose, Sicilië, Vulcano
8 Sardinië
9 Stromboli
Italië, gebergte in Apennijnen
Italië, eiland behorende bij -
4 Elba
5 Capri
6 Giflio, Ischia, Lipari, Ustica
item desgelijks, dezelfde, evenzo, insgelijks, it, post
Ithome - Vurkano
ivoor elp, elpenbeen
Ivoorkust, bevolkingsgroep in - Kroe, Senoefoe
Ivoorkust, hoofdstad van - Abidjan
Ivoorkust, rivier in - Bandama, Cavally, Comoë, Sassandra
Ivoorkust, stad in - Bauake, Daloa, Dalva
ivoornoot - phytelephas
ivoorsurrogaat eburine
ivoren - elpen
Iwriet Hebreeuws
ixodas - teek
Izabel(le) geelbruin
izegrim brombeer, brompot, knorrepot, nurks, wolf
J
jaagbout - drevelbout
jaaglijn - treil
jaagpad - tragel
jaagschuit - trekschuit
jaap - kerf, messnede, snee, snede, snede, snijwond, wond,
jaar - annus
jaar, astronomisch - zonnejaar
jaar dat een zifting duurt - zittingsjaar
jaarbedrag - annuïteit, aflossing
jaarbeurs - fair, messe
Jaarbeursstad - Bazel, Brussel, Frankfort, Keulen, Leipzig, Londen, Lyon, Parijs, Utrecht, Zürich
jaarboek - almanak, annalen, annarium, kroniek
jaarboeken - analen
jaarboekenschrijver - analist, kroniekschrijver
jaarboekje - agenda
jaardeel - maand
jaardicht - chronogram, jaartalvers, tijdvers
jaarfeest - anniversarium, verjaardag
jaargang - jg., jrg.
jaargeld - pensioen, wedde
jaargetijde - herfst, lente, moesson, najaar, seizoen, voorjaar, winter, zomer
jaar honderd - eeuw
jaarinkomen - wedde
jaarlijks - annueel
jaarlijkse aanvulling van paarden - remonte
aarlijkse aflossing som plus rente - annuïteit
jaarlijkse erfpachtsom - canon
jaarlijkse feestdag - bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, Kerstmis, Koninginnedag, nieuwjaar, Pasen, Pinksteren
jaarlijkse keuring - schouw, ijk
jaarlijkse opbrengst - annona
jaarlijkse overzichten - annalen, balans, jaarboek, jaarverslag, staat
jaarlijkse uitkering of afbetaling - annuïteit
jaarlijkse verdienste - inkomen
jaarlijkse zonnebaan aan de hemel - ecliptica
jaarling - enter
jaarloon - traktement, wedde
jaarmarkt - foire, foor, kermis, Messe, mes, mis
jaaroverzicht - annalan, balans, jaarverslag, staat,
jaarrente - annuïteit
jaarringmeting - dendrometrie
jaarschrift - chronogram
jaartallenlijst - tijdtafel
jaartalvers - chronogram
jaartelling - aera, anno, eeuw, era, tijdrekening
jaarwedde - pensioen, toelage, traktement
jaarwijzer - kalender
jaarzang - nieuwjaarsdicht
jabot - bef, hom
jacaranda copaia goebaja
jacht - weispel
jachten - haasten
jachtenduivel - Sint-Janskruid
jachtexpeditie - safari
jacht op groot wild - safari
jachtgebied revier
jachtgeweer - buks
jachtgodin - Artemis, Diana, Uller
jachthond -
4 brak
6 barzoi, basset, beagle, hunter, poedel, setter, teckel, viszia
7 afghaan, canische, dasbrak, dashond, griffon, laufhund,
pincher, pointer, shoughi, spaniël, terriër, whippet
8 aardhond, drijfhond, foxhound, pronkrug, staander
windhond
9 bloedhond, dalmatier, deerhound, greyhound, retriever,
stabyhound, steenbrak
10 patrijshond, weimaraner, wetterhound,
11 kwartelhond, wachtelhund
12 heidewachtel
13 cockerspaniel,
jachthoorn - waldhoorn
jachtig - driftig, gehaast, gejaagd, haastig
jachtinstrument - buks, geweer, harpoen, hengel, hoorn, klem, net, roer, strik, val
jachtinstrument met pijl - boog
jachtliefhebber - Nimrod
jachtluipaard - cheetah, gepard
jachtmes - hartsvanger
jachtmuziek caccia
jacht op groot wild - safari
jacht op wild - stroperij
jachtoppasser koddebeier
jacht op zekere dieren - vossenjacht
jachtopziener - koddebeier, wildschut
jachtpartij - drijfjacht, slipjacht
jachts - loops
jachtspoor - drag, slip
jachtstoet - meute
jachtvermaak - weidspel, weispel
jachtvliegtuig - jager
jachtwapen - harpoen, geweer
jachtwild duif, eend, ever, fazant, haas, hert, konijn, patrijs, ree, zwijn
jacket - boekomslag
Jacob, het huis - Israël
Jacobsganger - kreupele, manke
jacobsladder op baggermolen - nona
Jacobijnen, lid der - Barnave, Condorcet, Desmoulins, Mirabeau, Robespierres
jade - chlorommelaniet, jadeiët, nefriet
Jaffa - Jafo
jagen - drijven, haasten, jachten, opdrijven, snellen, vervolgen, voortsnellen
jagen op najagen
jagen zonder akte - stropen
jager - Nimrod, Orion, weidman, weideman
jagershoed - chasseur
jagersmes - weidmes
jagersroep - tiro, hallali
jagerstas - weitas
jagersverblijf - jachthuis, jachtslot, jachthut
jaguar - panter
jajem - jandoedel, jen, klare, jenever
jak buffel
jakhals vrek
Jakobijnenleiders tijdens de Franse revolutie - Danton, Robespierre
jacobsladder - noria
Jakoetrie, bevolkingsgroep in-Jakoeten - Joekarigen, Lamoeten, Toengoezen , Tsjoekstjen
jaloers - afgunstig, naijverig, ijverzuchtig
jaloersheid - afgunst, jaloezie, nijd, ijverzucht, naijver
jaloezie - afgunst, broodniojd, kif, kift, minnenijd, naijver, nijd, store, wangunst, zonwering, zonnescherm
jaloezie - zonneblind
jaloezie uit liefde - minnenijd
jam - confiture, gelei, marmelade
jamaicaanse muziek - ska
Jamaica hoofdstad van - Kingston
Jamaicapeper - piment
jambische zesvoet - alexandrijn
jammer - eilacie, helaas, klacht, kommer, leed, rampspoed, sneu, spijtig, verdriet, zonde
jammeraar - klager
jammerdaad - gruweldaad
jammerdal - tranendal
jammeren - jeremierenklagen, krijsen, treuren, weeklagen
jammerend - huilerig, larmoyant, weeklagend
jammerkast - draaiorgel
jammerklacht jeremiade, weeklacht
jammerlied - treurzang
jammerlijk bedroevend, deerniswekkend, deerlijk, deplorabel, ellendig, erbarmelijk, hartbrekend, helaas, rampzalig, smartelijk, zielig
jammerlijke toestand - ellende
jammernis ellende
jammerrijk - hel, vagevuur
jammer vinden - beteuren
Jan - matroos
Jämtland, berg in - Helagsfjall
Jämtland, hoofdstad van - Ostersund
Jan Allemachtig - excavaateur
janboel anarchie, bende, chaos, keet, rommel, troep, verwarring, zootje
Jan Boezeroen - arbeider, dagloner, werkman
Jan Compagnie - O.I.C.
Jan de Rijmer - pruldichter
Jan de Wasser - pantoffelheld
Jan, een rechte - opsnijder, snoever
Jan en Alleman - (een)ieder, elk(een), iedereen
jandoedel - jajem, jenever
jangat - sukkel
janhagel - crapule, gajes, gepeupel, gespuis, plebs, rapalje tuig
Jan Kalebas - grootdoener, onbenul, opsnijder
janken - galpen, grienen, huilen, krijten, schreien
jankerig - dreinend, drenzend
Jan Klaassen - Hansworst, polichinel, potsenmaker
Janklaassen - guignol, kasperl, punch
Janmaat - jantje, marinier, matroos
janoom - lommerd, pandjesbaas
Jan Ongeluk - ongeluksvogel, pechvogel
Jan Papperlepap - nietsnut, slapperd
Jan Potage - hansworst
Jan Rapen zijn maat - canaille, gepeupel, gespuis, grauw, iedereen, janhagel, plebs
Jan Salie - slappeling, slijmerd
Janskruid, Sint - Hypericum
jantje - matroos, marinier, janmaat
Jan van Gent - bazaangans, rotspelikaan
Jan Vlegel - lomperd
Jan Weetal - neuswijze, eigenwijze
januari - louwmaand
Japan - Nippon
Japanner - Jap
Japans aardewerk - iwaibe
Japans auteur - Ihara
Japans automerk - Datsun, Honda, Mazda, Toyota
Japans beeldje - haniwa
Japans bordspel - go
Japans bovenkleed - kimono
Japans dansmeisje - geisha, geisja
Japans district - koeni
Japans doosje - inro
Japans edelman - daimio
Japans eiland -
3 Iki, Oki
4 Goto, Izoe, Sado, Taka, Tori, Tsoe
5 Amami, Awaji, Hondo, Yakoe
6 Hirado, Osoemi, Reboen, Tanega
7 Honsjoe, Risjiri, Tokoeno
8 Awasjima, Hokkaido, Kioesjoe, Sjikokoe,
Soemisoe
9 Aogasjima, Okoesjiri, Tobisjima, Torisjima,
Tsoesjima
10 Hatsjidsjo
Japans feodaal heer - daimio
Japans gedicht - renga
Japans gewaad - kimono
Japans gewicht - kan, kin, momme
Japanskarretje - riksja
Japans keizer - mikado, tenno
Japans landgoed - sjoen
Japans lettergreepschrift - hiragana
Japans meer - Biwa
Japans muziekinstrument - biwa, gakoeso, koto, o-dadaiko, samisen, taiko, tsoezoemi
Japans nationale religie - sjintoisme
Japans oorspronkelijke bewoners - Ainoe
Japans regent - sessjo, sjikken
Japans rekenbord - soroban
Japans rijtuig - riksja (riksha)
Japans schilderij - kakenmono
Japans schrijver - foehito
Japans spel - go, gobang, mikado
Japans tokkelinstrument - biwa, koto
Japans toneelstuk - sewamono
Japans tweewielig rijtuig - riksha
Japans veldheer - sjogoen
Japans voertuig riksja
Japans zegeldoosje - inro
Japans zelfmoordzwaard - wakizasji
Japans zelfverdedigingssysteem - karate
Japanse adel - koege
Japanse arbeiders - be
Japanse aristocratie - oeje
Japanse bergtop - Jari
Japanse beroepsdanseres - geisha
Japanse bloemsierkunst - ikebana
Japanse bouwstijl - kara-yo, tenjikoe, wa-yo
Japanse ceder - cryptomeria
Japanse dichtvorm - haikoe
Japanse drank - sake, saki
Japanse edelman - daimio
Japanse geest - Oni
Japanse geheime politie - kempei, kimpai, kernpetai
Japanse geluksgod - Daikoku
Japanse geschiedkundige periode - Heian, Kamakoera, Meiji, Nara
Japanse goden - Amida, Amateras, Atago, Djin, Elbiss, Izanagui, Izanami, Kami, Yebiss
Japanse godin - inari
Japanse godsdienst - shinto, shintoisme
Japanse gordel - obi
Japanse grafheuvel - Kofoen
Japanse grootgrondbezitter - daimio
Japanse havenstad - Kobe, Osaka. Yokohama, Hirosjima
Japanse heldenfiguur - Benkei
Japanse hoofdstad - Tokio
Japanse industriestad - Osaka
Japanse kanselier - Kampakoe
Japanse kast - chigaidana
Japanse Keizer -
4 Koko, Oeda, Saga, Toba
5 Daigo, Enjoe, Gosai, Jozei, Kazan, Kogon, Komei,
Komio, Konim, Konoe, Nidjo, Ninko, Seiwa, Sjoko,
Sjowa, Soeko
6 Go-Oeda, GoSaga, GoToba, Heidjo, Kammoe,
Koboen, Meidji, Miodjo, Mommoe, Nimmio, Reigen,
Reizei, Sandjo, Sjidjo, Sjomoe, Taisjo, Temmoe, Tentji,
Tjokei
7 Antoeko, Djoenna, GoDaigo, GoEnjoe, GoJozei,
GoKogon, GoKomio, GoNidjo, Itjidjo, Kokatoe,
Tjoekio
8 Djoennin, Foesjimi, GoReizel, GoSandjo, Hanazono,
Horikawa, Kamejama, Kotokoe, Momozomo,
Montokoe, Ogimatje, Rokoedjo, Soetoko, Soezako
9 GoItjidjo, Moerakami, Sjirakawa, Takakoero
10 Djoentoko, GoFoesjimi, GoHanazone, GoHorikawa,
GoKamejama, GoKomatsoe, GoMizoeno'o,
GöMomozono, GoSoezakoe, Nakamikodo .
11 GoMoerakami, GoSjirakawa, Higasjijama
12 Sakoeramatji
13 GoFoekakoesa, GoKasjiwabara, GoSakoeramatji,
Tsjoetjimikado
14 GoTsoejimikado
Japanse keizerin -
5 Djito, Koken
6 Gensjo, Saimio
8 Sjotokoe
Japanse keizerlijke residentie - dairi
Japanse keizerstitel - mikado, tenno, tensji
Japanse klasse van paria's - eta
Japanse krijger - samoerai
Japanse leenheer - daimyo
Japanse lengtemaat - ken
Japanse luit - biwa
Japanse militaire gouverneur - sjoego
Japanse militaire landadel - boesji
Japanse munt - sen, yen
Japanse muzieksoort - gagakoe
Japanse nationale religie - Sjintoisme
Japanse oorspronkelijke bewoners - Ainoe
Japanse pagodenspits - Sorin
Japanse papiervouwkunst - origami
Japanse parelduikster - ama
Japanse ridderstand - samoerai
Japanse prefectuur - ken
Japanse priester - dairo
Japanse rijstdrank - sake, saki
Japanse rivier - kiso
Japanse roos - camelia (Japonica)
Japanse schuifdeuren - foesoema, sjoji
Japanse sjogoen -
5 Keiki
6 lenari, lesada, Joriié
7 leharoe, lejasoe, lejisji, lemotji, lesjige, lenobi
8 Hidetada, lemitsoe, Letsoena, Joritomo,
Josjiaki, Senetomo
9 Hisa=akira, letsoegoe, Josjihasa, josjihide,
Josjihisa, jisjihisa, Josjimasa, Josjinori,
Josjitane, Korejasoe, Moenetaka, Morikoeni,
Takaoedji
10 Joritsoene, Josjiakira, Josjiharoe, Josjikazoe,
Josjimoene, Josjimotji, Josjiteroe, Josjizoemi
11 Joritsoegoe, Josjikatsoe, Josjimitsoe,
Tsoenajosji
Japanse slaven - jatsoeko
Japanse snaar- of tokkelinstrument - kotobiwa
Japanse snuisterij - Japannerie
Japanse sport - judo, karate
Japanse stad -
3 Ise
4 Aioi, Arao, Kobe, Mito, Oita, Saga, Tsoe
5 Akita, Gifoe, Kiobe, Kioto, Koere, Osaka, Otsoe, Sakai,
Tjiba, Tokio
6 Akasji, Annaka, Aomori, Kiryoe, Kotsji, Nagano,
Nagoja, Oerawa, Otaroe, Sasebo, Sendai, Toyama
7 Atsoeta, Himedji, Morioka, Mororan, Nagaoka, Sapporo
8 Hakodate, Hirosaki, Jamagata, Kawazawa, Koesjiro,
Maebasji, Yokohama
9 Asahiwaga, Hirosjima, Koemamoto, Yokosoeka
10 Hamamatsoe, Hatsjinoke
11 Foekoesjima
12 Oetsoenomiya
Japanse tempelhal - haiden
Japanse theekeramiek oribe
Japanse titel - mikado
Japanse vechtsport - judo, jiujitsu, karate, kendo
Japanse vloerbedekking - tatami
Japanse voorouders kami
Japanse vrouwengordel - obi
Japanse vulkaan -
3 Aso
6 Fuyama, Ontake
7 Foedsji
8 Tatejama
9 Foedjisun
11 Wasjigataka
12 Foedji-no-jama
13 Norikoeratake
Japanse wandversiering - kakemono
Japanse zelfmoord - harakiri, seppoekoe
Japan, bewoners van - Biakkers, Noemforen, Wandamen, windesi
japen - snijden
japneuzerij - clericalisme
japon - gewaad, jurk, kleed, robe, toillet
japonlijf taille
japon met bijpassende mantel - complet
japon uit de 18e eeuw - sak
japonstof everglaze, jersey, katoen, tricot, zijde
japonstof met nopjes. (pareltjes.) - perletta
jargon - bargoens, brabbeltaal, koeterwaals, vaktaal
jarig gelukkig
jarige - feestvarken
jarretelle - kousophouder, sokophouder
jas - tegenvaller, teleurstelling, troefboer
jas demi, frak, jekker, jopper, lammycoat, overjas, winterjas
jas, broek en vast - pak, kostuum, costuum
jasje baadje, colbert
jasmijn - jasminum, melati, philadelphus
jasmijnparfum, kunstmatig jasmine
jasomslag lapel, revers
jaspissoort - heliotroop
jassen - schillen
jassenbewaarplaats - vestiaire
jassenboom - klerenstandaard
jatmoos - dief, handgeld, stelerzwendelaar
jatten dieven, gappen, grissen, ontvreemden pikken, roven, snaaien, stelen, wegpakken
jatter dief, jatmoosrover, steler
Java - Djawa
Java, deel van - Bantam
Java, eiland bij - Bali, Kraketau, Madura, Menjawak, Penaitan, Rakata
Java, berg op - Diëng
Java, rivier op - Brantas, Solo, Tjitarum
Java, streek op - Depok
Javaan uit de bergen - goenoenger
Javaans bestuursambtenaar - wedono, wedana
Javaans bloempje - melati
Javaans boeddhistisch kunstwerk - Borobudor, Kalasan, Mendut
Javaans dienstmeisje - tandak
Javaans dorp - desa, dessa, kampong
Javaans dorpshoofd - loera
Javaans edelman - mas, raden
Javaans historisch werk - badad
Javaans hofdichter - pudjangga
Javaans muziekinstrument - bonang, gambang, gambus
Javaans orkest - gamelan, gamalan, gamlan
Javaans poppenspel - wajang
Javaans regentschap - Bogor
Javaans rijk uit de oudheid - Mataram, Modjopahit
Javaans volksman - kromo
Javaans vorst - dalkaliem
Javaans vorstenverblijf - kraton
Javaans wachthuis gardoe
Javaanse adelijke titel - raden
Javaanse afstandsmaat - paal
Javaanse beroepsdanseres - taledek
Javaanse bestuursambtenaar wedana, wedono
Javaanse boer - kromo, tani
Javaanse buffelkar - pedati
Javaanse cultuurgeschriften - babad
Javaanse dans - tandak
Javaanse danseres - taledek
Javaanse dolk golok, kris
Ja vaanse dynastie - Radjasa
Javaanse edelman - mas, raden
Javaanse gemeenschap - pesantren
Javaanse huisvogel die praten kan - beo
Javaanse koning kertanagaru
Javaanse landmaat - jonk
Javaanse langzame dans - tandak
Javaanse prins - raden
Javaanse rivier - kali
Javaanse roversbende - kampak, kampok, ketjoe
Javaanse soldaat - kromo
Javaanse stad - Bandung, Djakarta, Djokjakarta, Solo, Surabaja
Javaanse titel - agung, mas, pangeran, raden, ratoe
Javaanse trom - kendang
Javaanse versmaat - matjapat, tengahan
Javaanse. vorst - Anggrok, dalem
Javaanse vroedvrouw - doekoen
Javaanse vulkaan -
4 Gedé, Lawu
5 Garut, Kelut, Raung, Salak, Wilis
6 Guntur, Marapi, Semeru, Slamat
7 Baluran, Bandung, SondoroTjiamis
8 Pulasari, Tjiandur
11 Tasikmalaja
Javaanse woning van aanzienlijke - dalem
javelijn - assegaai, lans, schicht, werpschicht
jawel wezenlijk,
jazzensemble - band, combo
Jazzmusicus - Armstrong, Ellington,Henderson, Ory,Monk
jazzsoort - be-bop, blue(s), rag(time)
jazzstijl - blus
jazzstuk - blues, boogie, rag-time, stomp
jazzvorm - bebop, blues, cool, dixi, eastcoast, hot, swing
Jean Potage hansworst
jeans spijkerbroek
jeep legerauto, terreinwagen
jegens - tegenover, t.a.v.
Jehova - Jahwe
Jehova's getuigen, stichter van - Russell
Jekaterinenburg - Sverdlowsk
jekker - bonker, jopper, overjas, zeemansjas
Jemen, haven van - Hodeidah
Jamen, hoofdstad van - Sanaa
Jemen, landbouwgewas verbouwd in - gaät
Jemen, munteenheid in - boegsja, bogasj, halala, rial
Jemen, stad in - Tacez
Jemgum - Jemingen
Jenan - Foesji
jenever - borrel, jajem, klare, neut, oorlam, snaps
jeneverbes - dambezie, juniperus, wakel
jeneverfabriek - branderij, distileerderij, stokerij
jeneverstoker brander, korenbrander
jeneverstruik - wakel
jengelen - drenzen, dreinen, zaniken, zeuren
jennen - nogeren pesten, plagen, sarren,
jent - abel, bevallig, fraai, sierlijk
je opmaken opdirken, optutten
je rikketik - hart
jeremiade - jammerklacht, klaaglied, lamentatie, weeklacht
jeremiëren - jammeren, weeklagen
Jeruzalem - Sion
Jesaja - Isaias
Jesse - Isaï
jetvliegtuig - straalvliegtuig
jeu fleur, geurigheid, jus, kleurigheid, luister, opschik, opsmuk, vleesnat
jeu de mots - woordspeling
jeugd - frisheid, jonkheid, juventas, kindsheid
jeugdcentrum - clubhuis
jeugdherberg - J.H.
jeugdig - fleurig, fris, jong, juveniel, kruidigpril, pril, vroeg
jeugdig ambtenaar - surnumerair
jeugdig persoon - tiener
jeugdige clericus leviet
jeugdlid pupil
jeuïg - pittig
jeuk - kriebel
jeuken - kriebelen, kriewelen, mieren, schobben
jeukende uitslag netelroos
jeukerig - kriebelig
jeukziekte - ergotisme
jeuzelen - klagen, zaniken, zeuren
jezebel - Izebel
Jezuiët - S.J.
Jezuïetenorde - S.J.
Jezuïetenpoeder - kininepoeder
Jezus Christus, Heiland, I.H.S., Verlosser
Jezus Christus - J.O.
Jezus de Heiland der mensen - l.H.S.
Jezus van Nazareth, Koning der Joden - l.N.R.l.
jicht - (hand)chiragra, omagra, podagra, pootje (schouder)omagra, (heup)podagra
jichtig - stram, stroef
jicht in de schouderstreek - omagra
jichtzalf - opodeldoc
jihlava - Lglan
jij - (Fr.) tu, toi, (Eng.) you
jingle - tune
job ambt, baan, baantje, betrekking, emplooi, karwei
Job - Hiob
Job, zo arm als - straatarm
Job,zo vroom als - invroom
jobber - knoeier, speculant, sjacheraar
jobsbode - ongeluksbode
jobstijding ongelukstijding
joch jongetje
jochie broekeman, jongetje
jockey - pikeur, rijknech
Jodenchristenen - Ebionieten
Jodenduits - Jiddisch
Jodenfeest - pascha
jodengenoot - proseliet
Jodenhaat - anti-semitisme
Jodenhater - antisemiet
Jodenkerk - synagoge
Jodenkers - physalis
Jodenmoord - pogrom
Jodenpaasbrood - matse
Jodenpriester - rabbi, rebbe
Jodenvrees - judofobie
Jodenwijk - getto, ghetto
Jodenwijk in Amsterdam - Uilenburg, Vlooienburg
jodium toevoegen - joderen
Jodoigne - Geldenaken
Joegoslavië, berg in - Durmitor, Komovi, Peristeri, Triglav
Joegoslavië, deel van - Bosnië, Hercegovina, Istrië, Kroatië, MacedoniëMontenegro, Servië, Slovanië, Slovenië, Syrmië
Joegoslavië, rivier in - Bosna,Crna, Drava, Drina, Kupa, Morava, Sava, Tara, Timok,Tisza, Una, Vardar, Vrbas
Joegoslavië, stad in - Agram, Bitola, Brod, Ljubljana, Mostar, Nes, Ohrid, Pula, Rijeka, Sarajevo, Skopje, Split, Zagreb
Joegoslavisch eiland - Castovo, Brac, Cres, Hvar, Korcula, Krk,Lastovo, Milet, Ores Pag, Rab, Vis
Joegoslavisch muziekinstrument - gusle
Joegoslavisch vliegveld - Zagreb, Belgrado
Joegoslavische auteur - Andric, Kos
Joegoslavische hoofdstad - Belgrado, Beograd
Joegoslavische koning - Peter, Alexander
Joegoslavische munt - dinar, para
Joegoslavische president - Tito
Joegoslavische republiek - Bosnië. Kroatië, Macedonië, Montenegro, Servië. Slovenië
joekel - knaap
joelen - gieren, huilen, schreeuwen, tieren
Joelfeest - Midwinterfeest
jofel - fijn, geschikt, grappig, heerlijk, keurig, leuk, plezant, plezierig, prettig, sympathiek, tof
joffer juffrouw
jogger - renner
Johannes - Joh.
Johannesbloem - margriet
Johannesbroodboom - ceratonia
Johannesridder - Johannieter
John Bull - Engeland
jok - grap, kortswijl, leugen, scherts
joke - bak, grapje, kwinkslag, mopje, scherts
joker kwant, nar, paljas, potsemaker
jokkebrok - leugenaar
jokken liegen,
Jokko - Chimpansé
Jökull - gletsjer
jolig - (muz.) giocoso
jolig - blij, dartel, leutig, prettig, uitgelaten, vrolijk
jolig en blij vrolijk
joligheid - dartelheid
jolijt - lol, plezier, pret, vreugde, vrolijkheid
jonassen - sollen
jong fris, jeugdig, nieuw, pril, vers, vroeg
jong boompje ent, loot, stekje
jong dier - big, enter, kalf, kuiken, lam, larve, pup, vaars, veulen, welp
jong dier dat kunstmatig wordt grootgebracht leplam
jong en pril - jeugdig
jong familielid - kleinkind, neefje, nichtje
jong gesneden stier - bul, os,
jonggezel - vrijgezel
jong herkauwend dier - lam, kalf
jong kind baby, dreumes, peuter
jong konijn lampreei
jong koppel - paartje
jongleerder - equilibrist, evenwichtskunstenaar, jongleur - equilibrist
jongleren - equilibreren
jongleerder - equilibrist, evenwichtskunstenaar, jongleur
jong meisje - bakvis, deern(tje), grietje, meid, mokkel, puber, tiener, wicht
jong mens knaap, puber
jong paard - veulen
jong plantje - stek
jong roofdier - welp
jong rund - dikbil, kalf, pink, var, vaars
jong schaap - lam
jong soldaat - rekruut
jong varken - big , keutje, schram, spalling
jong zoogdier big, kalf, lam
jonge aal - glasaal
jonge beoefenaar aspirant, leerling
jonge dame juffer, juffrouw, minette
jonge dochter - deern
jonge edelman - jonker
jonge eend - poel
jonge elft plas
jonge hoen - kuiken
jonge hond - pup, puppy
jonge jaren - jeugd
jonge kabeljauw dors, gal
jonge kale nestvogel - nesteling
jonge kip - kuiken, pul
jonge kleine haring - zeebliek
jonge knul - knaap
jonge koe enter, kalf, kuis, vaars
jonge groene kokosnoot liplap
jonge leerling pupil
jonge leeuw - welp
jonge man - joch, jongeling, jongen, knaap, puber
jonge matroos - jongmaat, zeuntje
jonge militair - cadet, filler, rekruut
jonge muilezel - mulat
jonge ooi - ooilam
jonge padvinder - welp
jonge plantage - aanplant
jonge planten die bij het dunnen uitgetrokken zijn - dunsel
jonge soldaat recratos
jonge Spaansw dame - senorita
jonge spiering - pin
jonge stier - va(a)r
jonge tak - ent, loot, lot, scheut, spruit, stek, poot
jonge vent - knul
jonge verrader - klikspaan
jonge vink die in augustus of september gevangen is - takkeling
jonge vis als aas - gruw
jonge vogel kuiken, nesteling
jonge vogel, die terstond het nest verlaat - nestvlieder
jonge vogel, die volwassen het nest verlaat - nestblijver, nestzitter
jonge vrouw - meid, meisje, deern, mokkel, wicht, bakvis
jonge wijn - most
jongeling - adolescent, jongen, jonkman, knaap, puber, tiener
jongelingsjaren - adolescentie, puberteit
jonge lui - jeugd
jongen - bengel, blaag, boy, gozer, joch(ie), knaap, leerling, moeren, ventje
jongen die voor 't eerst ter communie gaat - eerstecommuniant
jongen krijgen - baren, worp, werpen
jongen op zee varensgezel
jongensblouse hes
jongenskiel - blouse
jongensspeelgoed bal, hoepel, klepper, knikker, mecano, tol, trein, vlieger
jongen ter wereld brengen baren, werpen
jongen werpen onen
jonggezel - vrijgezel
jongensnaam -
2 Ab, Ad, Co, Ed, Gé, Jo, Ko, Ot,
3 Aad, Abe, Age, Ale, Ard, Bas, Ben, Bob, Cas, Cor, Dik,
Edo, Eef, Fop, Gas ,Ger, Gijs, Guy, Han, Har, Ibo, Ido,
Ivo, Jan, Jef, Jim,Job, Joe, Jos, Jur, Kas, Leo, Lex, Loe,
Lou, Luc, Lax, Max, Nic, Nol, Obe, Pim, pol, Rex, Rik,
Rijk, Rob, Ron, Roy, Sam, Sem,Ted, Tim, Tom, Ton,
Tijl, Udo, Wil, Wim, Yme, Yvo
4 Aart Abel Adam, Aize, Alan Aldo Alec Alex, Andy,
Anne, Anno, Arie, Arno Auke,Axel, Bart Bert, Bram,
Carl, Cees ,Ciel, Cock, Coen, Cuno, Daaf, Daan, Dave,
Derk, Dick, Dirk, Dolf, Duco, Durk, Edd,o Eddy, Eggo,
Eise, Eppe, Eppo, Eric, Erik, Faas, Flip Fons, Fred,
Gabe, Gert, Goos, Guus, Hans, Harm, Haro, Hayo, Hein,
Henk, Hugo, Huib, Huub, Huug, Iddo, Igor, Isak, Iwan,
Izak, Jaak, Jaap, Jack, Jean, Jeen, Joep, John, Joop, Juul,
Kars, Kees, Koen, Koos, Krijn, Kuno, Kurt, Lars, Leen,
Leon, Lode, Loek, Luuk, Mark, Mees, Miel, Muus,
Nick, Nico, Nlek, Noud, Oono, Olaf, Olof, Onno, Otto,
Paul, Pauw, Peer, Phil, Pier, Piet, Rein, Remy, René,
Rens, Riek, Rien, Roel, Rolf, Rudi, Ruud, Sake, Saul,
Sent, Seth, Seye, Siem, Siep, Sjef, Stan, Stef, Stijn,
Suwe, Tabe, Taco, Take, Teun, Theo, Thijs, Toby, oon, Tijl,
Ubbo, Ulbe, Ulbo, Vlek, Ward ,Wart, Wibo, Wies, Wout,
Wybe, Yves
5 Abram, dolf, Adrie, Alard, Almar, André, Anton,
Arend, Arian, Arien, Arjan, Arjen, Arold, Barry, Bauke,
Beert, Benno, Bernd, Boele, Boris, Bouwe, Broer,
Bruno, Cario, Chiel, Chris, Coert, Cyril, David, Denis,
Dorus, Douwe, Dries, Eddie, Edgar, Edser, Edwin,
Eelke, Eelco, Eelko, Elias, Elmar, Emiel, Emile, Ernst,
Erwin, Eugen, Evert, Ewald, Ewout, Falco, Fedde,
Feike, Feits, Felix, Ferdi, Filip, Floor, Fokke, Fokko,
Foleo, Foppe, Frank, Frans, Fedde, Freek, Friso, Frits,
Fulco, Garmt, Gavin, Geert, Geurt, Gosse, Gouke, Guido,
Guurt, Halbo, Hanno, Harry, Hauke, Hedde, Heino, Henny,
Henri, Herre, Hidde, Hildo, Jacco, Jakob, Janus, Jarig, Japik,
Jelle, Jerry, Johan, Joost, Joris, Jouke, Jozef, Jules, Karel,
Klaas, Kobus, Koert, Louis, Lucas, Manus ,Marco, Mario,
Melle, Menno Mozes, Namle, Nanne, Nelis, Niels, Oscar,
Otmar, Perry, Peter, Pleun, Ralph, Remco, Rinus, Ritse,
Robin, Roger, Rudie, Ruurd, Sacco, Seerp, Senne, Serge,
Sibbe, Siebe, Sierk, Siger, Simon, Sjaak, Sjerk, Sjors, Staas ,
Swier, Symen, Teddy, Timon, Tlnus ,Titus,Tjerk, Tymen,
Ubald, Ulrik, Waldo, Watse, Wlard, Wlebe, Wlgle, Ybert, Zeger, Zwier
6 Albert, Aldert, Alfons, Altrad, Alfred, Allerd, Antoon,
Arjaan, Arnold, Arnaud, Arthur, Barend, Bennie,
Berend, Bertus, Camiel, Caspar, Casper, Charly,
Conrad, Cyriel, Dagmar, Daniël ,Dennis, Dieuwe,
Donaid, Eduard, Eelker, Egbert, Eibert, Edmund,
Eduard, Elbert, Ernest, Eugène, Fabian, Fabuis, Ferrie,
Floris, Freerk, Freddy, Frerik, George, Gerard, Gerben,
Gerrit, Gilles, Godert, Govert, Hannes, Haraid, Harmen,
Harold, Harrie, Helmar, Hennie, Herman, Hessel,
Hielco, Hilmar, Hubert, Ingmar, Jappie, Jasper, Jeroen,
Jurjen, Justus, Krelis, Lauris, Lieven, Lothar, Lucien,
Lucius, Ludger, Lidmer, Manuel, Marcel, Marcus,
Marius, Marnix, Martin, Martijn, Michel, Norman,
Oliver, Paulus, Petrus, Philip, Pierre, Pieter, Renger,
Robert, Roelof, Roemer, Rogier, Roland, Romain,
Romke, Ronaid, Ronnie, Rudolf, Rupert, Rutger,
Samuel, Sander, Sibold, Sibert, Sietse, Silvan, Sjoerd,
Sjouke, Stefan, Steven, Suwert, Teddie, Thomas,
Tjeerd, Tobias, Victor, Volmer, Walter, Warner,
Werner, Wessel, Widmar, Wieger, Wietse, Wilmer,
Wolter, Wouter, Wijnand, Xavier
7 Aldert, Abraham, Adriaan, Alexander, Amadeus,
Andreas, Andries, Bastien, Bernard, Carolus, Casimir,
Carsten, Charles, Clemens, Dimitry, Egwinus ,Emanuel,
Etienne, Everard, Fernand, Florian, Folkert, Fulbert,
Gabriël, Gerhard, Gerlach, Gerland, Gertjan, Gerrits,
Govaart, Gozewijn, Gregory, Gustaaf, Gijsbert,
Hendrik, Huibert, Jacques, Jacobus, Jurjaan, Jurrien,
Lambert, Laurens, Lennart, Leonard, Leopold, Lindert,
Lodewijk, Maarten, Manfred, Marcius, Marinus,
Martien, Matthijs, Maurice, Maurits, Michael, Michiel,
Norbert, Olivier, Patrick, Radboud, Raimond, Reinder,
Reinier, Richard, Robbert, Roderik, Roeland, Roelant,
Serguis, Servaas, Siewert, Silvain, Steffen, Stoffel,
Sybrand ,Thetman, Vincent, Volkert, Wichert, Wilbert,
Wilfred, Ysbrand
8 Albertus, Albrecht, Aloysius, Arnoldus, Bastiaan,
Benjamin ,Bernhard, Boudewijn, Constant, Cornelis,
Dagobert, Diederik, Dingeman, FIlIppus, François,
Frederik, Gerardus, Gerbrand, Godfried, Hubertus,
Johannes, Jonathan, Jurriaan, Koenraad, Leendert,
Manfried, Martinus, Matthias, Mattheus, Matthieu,
Meindert, Nicolaas, Reinboud, Reindert, Reinhard ,
Rieuwerd, Robertus, Sieuwert, Silvester, Stefanus,
Theodoor, Waldemar, Winfried, Wladimir, Ysbertus
9 Alexander, Anthonius, Christiaan, Ferdinand,
Hendricus, Lambertus, Lambrecht, Marcellus,
Nicodemus, Philippus, Silvester, Theodorus, Theofilus,
Wilhelmus, Zacharias
10 Apollonius, Augustinus, Bonlfaclus, Christlaan,
Franciscul, Hieronymus, Hildebrand, Sebastiaan,
Willibrord
11 Christoffe,l Maximiliaan
12 Bartholomeus
jongensnaam (Fries) - Melle, Jelle
jongensspeelgoed - bal, auto, mecano, lego, trein
jongensspeelgoed van twee houtjes - kleppers
jongere - discipel, junior, jr., minor
jongere broer of zuster - ade
jongeren jeugd
jonger in leeftijd jongere
jongetje joch, jochie, knaap
jongleur tuimelaar
jongleurskunsten vertonen jongleren
jongste - benjamin
jongste aardvorming - alluvium
jongste bediende - loopjongen
jongste kind - Benjamin, hekkensluiter
jongste matroos - zeuntje
jongste periode van het Tertiair Piloceen
jongste zoon - benjamis
jongste zoon van Gideon - Jotham
jongstleden - j.l., afgelopen
Jonische feesten - apatoeria
jonkheer - jhr., jonker
jonkheid - jeugd
jonkman - jongeling
jonkvrouwe - edelvrouwfreule, jkvw.
Jood - Israëliet
Jood, in schijn tot Christendom bekeerd - maraan
Joods blaasinstrument - sjofar
Joods brood - chamets, matse
Joods embleem - Davidster
Joods feest - Chanoeka,Jom-Kipoer, Pascha,Pesach, Poerim, Sjawoeot
Joods geestelijke rabbi, rabbijn, rebbe
Joods Hellig boek - talmoed, torach, tohra, tora
Joods huwelijksdocument - ketoeba
Joods inwijdingsfeest - chanoekah
Joods kerkmeester - parnas
Joods paasbrood - matse, matze
Joods ritueel voedsel - koosjer, kousjer
Joods volk - Israëlieten
Joodse besnijder - mohel
Joodse bibliotheek in Amsterdam - Rosenthaliana
Joodse bloedwreker - goël
Joodse dodenklacht - hesped
Joodse erefunctie - gabbai
Joodse eretitel - chower
Joodse gebedsmantel - talliet
Joodse gebedsriem - tefilliem
Joodse geheimleer - kabbala, kaballa
Joodse gemeente - kille
Joodse godsdienstleraar - rabbi, rabbijn, rebbe
Joodse handwijzer - jad
Joodse heilige schrift - talmoed, tenach
Joodse hoge raad - Sanhedrin
Joodse hoorn sjofar
Joodse koster - rebbe
Joodse lofzang - hallel
Joodse moeder - memme
Joodse priester - rabbi, rebbe, rabbijn
Joodse rustdag - sabbat(h)
Joodse sagefiguur - Golem
Joodse sekte - chassidim
Joodse wetsrol - tora, thora, talmoed
jool - feest, gein, pret, plezier, vermaak
joon - baken , boei, breel
jopper jas, jekker, overjas,
Jordaanse munt - dinar, fil
Jordaanse `rivier - Jarmoek
Jordanië, bergstreek in - Edom, Gilead, Moab
Jordanië, hoofdstad van - Amman
Jordanië, stad in - Akaba,Dajeraj, Petra
Jordanië, streek in - Basan
Jouïssance - genieting, genot, vruchtgebruik
joule - j.
journaal - dagboek, kroniek, logboek, register
journalist nieuwsjager, reporter, verslaggever
joviaal - gul, gulhartig, hartelijk, vrijgevig
jovialiteit - bonhomie, goedhartigheid
jouwen schimpen
joviaal blijgeestig, fideel, gul, opgeruimd
jubbulpore - Jabalpur
jubee - oksaal
jubel - juichkreet
jubelen - juichen
jubeljaar - jubilé
jubelkreet der Bacchanten - evoë
jubelzang - hymne, ode, dithyrambe, paean
jubilaris - feestvarken
jubileum vieren - jubileren
Juda, koning van -
3 Asa
4 Abia, Amon, Joas
5 Achaz, Joram, Josia, Jotam, Uzzia
6 Anasja, Atalja, Azarja, Hizkia, Sallum, Salomo, Sidkia
7 Achazja, Joachaz, Jojakim, Josafat, Manasse, Sedekia
9 Rechabeam
Judas - kwelgeeest, valsaard, verrader
judasboom - cersis
judasoor - auricularium
judaspenning - lunaria
judassen - kwellen,pesten, plagen, treiteren
judicatuur - berechting, rechtspraak
judiceren - beslissen, oordelen,vonnissen
judicieus - oordeelkundig, verstandig
judicium - oordeel, vonnis
judo beoefenaar - judoka
judograad - dan
judo jas - kimono
judo leerling - kioe
judo meester - dan
judogordel - obi
judojas - kimono
judoschool - dojo
judotitel - dan
juf lerares, onderwijzeres
juffer - begijn, libel, straatstamper, waterjuffer, waternimf
juffrouw - dame, joffer, jongedochter, juffer, (Spaans) señorita, (Engels ) miss
juffrouw op school larares
juffrouw voor de kassa - caisiere
juglandandacea - bitternoot, carya, juglans, okkernoot, pterocaarya, vleugelnoot
juglans regia - walnoot
juichen - jubelen
juichende uitroep - hoera, hoezee
juichkreet - jubel
juin - ui
juist - behoorlijk, betamelijk, correct, daareven, exact, fair, goed, inderdaad, krek, letterlijk, nauwkeurig, naulettend, net, passend, precies, scherp, stipt, strikt, terecht, waar, zeker, zonet
juister - nader
juist gewicht - netto
juist van oordeel - oordeelkundig
juiste bepaling - definitie
juiste denkwijze - logica
juiste gewicht na aftrek van de tarra - netto
juiste omschrijving - definitie
juiste gerechtelijke beslissing - bien-jugé
juiste toon kiezen - stemmen
juistheid correctheid, precisie, echtheid zuiverheid
juist zijn kloppen
juist zo - net
juk draaghout, dwang, gareel, haam, pressie
jukbeen - wangbeen
jukboom - haagbeuk, wielboom
jukdragend dienstbaar
juk van hout - haam
juli - hooimaand
Julische alpen, top in de - Tiglav
jumbo - olifant
jumper trui(tje), damestrui
juncace - biezenkop, juncus, (pit)rus, veldbies
jungle oerbos, oerwoud, rimboe, wildernis
junglemes - panga
juni - zomermaand
junior - jongere, jr., minor, benjamin
Jura-etage uit het - Aalénien, Bajocien, Bathonien, Callovien, Dogger ,Lias, Malm, Hettangien, Kimmeridgien, Oxfordien, Plensbachien, Portlandien, Sinemurin, Toareien
Jupiter, maan van - Callistro, Europa, Ganymedes, lo
Juisters geliefde - Latona
junk schuiver, spuiter, verslaafde
junktie - vereniging, verbinding
juniperus - jeneverbes
Juno - Hera, Juga, Uxia, Moneta
Jupiter - Zeus, Stator, Victor, Kronion
Jura, tijdvak uit het - Dogger, Lias, Malm
jureren - beoordelen
jurist advocaat, mr., meester, raadsman, wetgeleerde
jurk - robe, japon, gewaad, kleed
jury - panel
jurylid gezworene, keurmeester
jury, lid van een - juré
juruken - Göcebe
jus saus, vleesnat
justitie - prinsemarij
justitieel - gerechtelijk
jut - zomerpeer
jute - goenie, gonje, zakkengoed
jutezak - baal
Jutland, stad in - Alborg, Arhus, Esjberg, Fredericia, Frederikshaven, HerningHorsens, Kolding, Randers, Viborg
jutter stranddief, strandrover, wakker
juut diender, politieagentsmeris, klabbak, tuut, agent, kip
juveniele as - magmaglasas
juweel - bijouterie, briljant, diamant, edelsteen, kleinood, parel, ring, sieraad
jueelbewerker - juwelier
juwelenkistje - ecrin, schrijn
juwelier - bijoutier
jij (Du.) - du
jij (Fr.) - toi, tu
K
ka haaibaai, kaai, kauw, kade,kenau, steiger, waterkant
kaag - polder
kaai aanlegplaats, gier, ka(de), losplaats, rede, ree, perron, waterkant
kaaiman alligator, boeaja, kelderfles, krokodil
kaaimansnoeken - lepisosteidae
kaailoper - baliekluiver, straatslijper
kaairidder - bootwerker
kaak kieuw, kinnebak, koekje, schandpaal, wang
kaakafwijking - hazenlip, wolfsmond
kaakbeen - kevel
kaakbevestiging - amfistylie, autosylie, hyostylie
kaakje kiscuit, biskwie
kaakklier - oorspeekselklier
kaakkramp - mondklem, trismus
kaaklozen - agnatha, prikken, rondbekken
kaakslag - muilpeer
kaakspier kauwspier
kaak van een vis - kieuw
kaak zonder tanden kevel
kaal armelijk, armetierig, armoedig, armzalig, bekaaid, blut, geplukt, haarloos, haveloos, karig, naakt, onbedekt onbegroeid, onbehaard, onbekleed, pover, schamel, schraal, schriel, sober, uitgedroogd, zuinig
kaal en glad vlak
kaal gemaakt - geplukt
kaalheid - alopecia, armoede, geldeloosheid, haarloosheid, naaktheid, onbedektheid
kaal hoofd - kletskop
kaalkin melkmuil
kaalkruid - schubwortel
kaal schapenvel ploot
kaalte - kaalheid, onbegroeidheid
kaaltjes armoedig, onbegoeid
kaal worden - kalende
kaam griet, kaamsel, kaan, kim, reuzel, schimmel, vlies
kaamsel schimmel
kaan buitenkansje, uitgebakken spek
kaantje reuzel
kaap belvedàre, klip, roof, rots, rotspunt, voorgebergte, zeeroof, zilvermeeuw
kaap (Lt.) - Capo
kaap aan zuidpunt van VoorIndië Comorin
kaap bij Australië - Howe
kaap in Amerika Hoorn
kaap in Andalusië Nao
kaap in Griekenland Athos
kaap in Iberië Finisterre, Gibraltar
kaap in India Comorin
kaap in Scandinavië Noordkaap, Skagen
kaap in Zuid Amerika - Hoorn
kaap onder Spanje Gibraltar
Kaapprovincie, hoofdstad van de - Kaapstad
Kaapse eland elandantilopek
Kaapse ezel zebra
kaapstander aardwind ,gangspil, windas
Kaapstroom - Agulhasstroom
kaapvaart commissievaartkaperij
Kaapverdische eilanden, een der - Branco, Brava, Fogo, Maio, Razo, Rei, Rombo, Sal, Santiago
Kaapverdische eilanden, haven van de - Praia
Kaapverdische eilanden, hoofdstad van de - Praia
kaar bak, ben, beun, bun, korf, kuipmand, viskaar
kaard - rib
kaarde - wolkam
kaardeachtigen - dipsacaceeën
kaardebol - dipsacus
kaarden - r(o)uwen
kaars bougie, k., lisdoddetoorts
kaarsdrager blaker, kandelaar, kandelaber, lantaarn
kaars, materiaal waaruit wordt gemaakt - Bijenwas, parafine, spermaceti, stearina
kaars voor een armkandelaar - girandole
kaarsenbestanddeel - aardwas, ozokruit, stearine
kaarsendover domper
kaarsenhouder blaker, kandelaar, kandelaber
kaarsenpit lemmer
kaarsenstandaard blaker
kaarsrecht rechtop, lijnrecht
kaars van vet - vetkaars
kaart aas, blad, carte, karton, nel, plattegrond, troef,
kaart in het quadrillespel spadille
kaartenboek album, atlas
kaarter - kaartspeler
kaartfiguur aas, boer, harten, heer, klaver, koning(in), ruiten, schoppen, vrouw
kaartje biljet, entreebewijs, biljet, reisbiljet, plaatsbewijs, ticket, toegangsbewijs
kaartjes knipper - conducteur
kaartjesverkoper - bure(au)list
kaartkleur harten, klaver, ruiten, schoppen, rood en zwart
kaartleggen - cartonancie
kaartlegster waarzegster
kaartspel
3 jas
4 faro, pees, scat, skat
5 bingo, farao, omber, piket, poker, rummy, samba, skaat,
tarok, whist
6 banken, boston, bridge, casino, comete, écarté, hombre,
jassen, kraken, liegen, misere, nappen, pesten, ramsen, rikken,
toepen, toppen
7 bézique, bluffen, canasta, fretten, hokspel, jasspel, jokeren,
kleuren, mariage, pandoer, tjoepen, zwikken
8 baccarat, bassette, blufspel, commerce, kruisjas, lanterlu,
patience, petoeten, rangeren, smousjas, solitair, trenteun
9 blufpoker, duizenden, herenspel, imperiaal, lanskenet,
quadrille, sjacheren, vingtetun
10 koopmannen, kwartetten, mitsmatsen, trenteetun
11 beziquespel, commersspel, hartenjagen, kruisjassen,
memoriespel, miezemauzen, schutjassen, smousjassen
12 klaverjassen, koopmannetje, miezemaus(z)en, zwartepieten
13 eenendertigen
14 contractbridge, eenentwintigen
kaartspelen kaarten
kaartspel voor kinderen - kwartet
kaartsysteem cartotheek, kartotheek, register
kaarttekenaar - cartograaf
kaarttekens legenda
kaartterm
2 up
3 aas, bod, jas, nat, nel, pas, pit, pot, top
4 bank, boer, club, coup, dame,down, hand, heer, kien, maat,
mars, pico, punt, roem, sans, slag, slem, solo, spel, stok, tien,
trek, west, zuid
5 atout, basta, casco, delen, derde, drive, dummy, gasco, gever,
inzet,joker, kleur, kraak, noord, partij, reeks, roven, score,
slaan, talon, tarok, tempo, trick, troef, vrouw, winst
6 bieden, blinde, boston, double, harten,hokken, hombre, invité,
klaver, koning, koppel, kraken, lummel, manche, miserre,
passen, ponto, redbod, robber, roemen, roemer, rondje, ruiten,
snijden, staart, stille, wassen
7 afnemen, arbiter, bieding, bijkaart, codille, doublet, fladder,
honneur, kruisen, kwartet, manille, mariage, matador,
meleren, pandoer, partner, renonce, septiem, septine, troeven,
verlies, winnaar, zwabber
8 bekennen, bijspelen, contract, couperen, downslag, klaveren, lummelen, overslag, paskaart, redouble, schoppen, schudden,
spadille, tailleur, toe(u)rnooi, topscore, uitkomen, verzaken,
voorhand, vrijkaart
9 aftroeven, arbitrage, doubleen, driekaart, favoriete, grootslam,
introeven, klaveraas, kleinslam, miezemaus, nakaarten,
overgeven, roemkaart, sansatout, singleton, speelwijze,
troefboer, vierkant
10 arbitreren, bankhouder, doorleggen, onderkopen, overbieden,
renonceren, rondpassen, troefkaart, troefkleur, zwartepiet
kaasgebrek - pok
kaasglas - stolp
kaashoed - bolhoed
kaasjeskruid - maluwemalva
kaaskleurstof olean
kaaskruiden - komijn
kaasmassa - wrongel
kaas met grote scheuren knijper
kaasmijt memel
kaassnijder - opschepper
kaas van afgeroomde melk - loereman
kaas van hul weikaas
kaassoort -
4 bleu, brie
5 herve
6 chèvre, Friese, glarus, Goudse, Leidse, volvet
7 angelot, chedder, chester, dagkaas , daneblu, demi-sel,
Edammer, Gruyère, hervese, kernhem, meikaas,
munster, rodamur, stilton
8 bleufort, cheshire, hooikaas, roomkaas, tilsiter
9 broodkaas, camenbert, komijnkaas, kruidkaas,
limburgse, maroilles, nagelkaas, neuchâtel, provolone,
reblochon, Roquefort, Zwitserse
10 boerenkaas, gorgonzola, kanterkaas, komijnekaas,
mazzarella, parmigiano, schabziger
11 parmesaanse, petit-suisse
kaassoort, Deense - daneblu
kaassoort, Engelse - chedder, cheshire, chester, derby, stilton
kaassoort, Franse - Brie, Camembert, cantal, gervais, roquefort
kaassoort, Italiaanse - bel-paese, fontina, grana, Parmesaanse, gorgonzola
kaassoort, Zwitserse - emmentaler, Gruère, schabziger
kaasstof caseïne, wrongel
kaasstof in melk - caseïne
kaasstremsel leb(be), runsel
kaastobbe - stremvat
kaas van taptemelk weikaas
kaats klap, slag
kaatsbaan tra
kaatscentrum Franeker
kaatsen opstuiten, terugveren
kaatsnet raket
kaatspartij - partuur
kaatsplankje palet
kabaal bombariedrukte, geraas, getier, herrie, lawaai, leven, omhaal, omslag, rumoer, stampei, tumult
kabaalschopper - druktemaker, ruziemaker
kabaan hut, hokje, loofhut
kabaja kabaai
kabas armkorf, reismandje
kabbelen klateren, klotsen
kabel draad, streng, touw, tros
kabelbaan zeilbaan, zweefbaan
kabelbericht telegram
kabelgast - matroos
kabeljauw - beenvis, beugvis, heek, klipvisleng, tros
Kabeljauwen, tegenstanders van de - Hoeken
kabeljauw, gezouten - labberdaan
kabeljauwachtige - dwergbolk, heek, kabeljauw, koolvis, kwabaal, leng, meun, pollak, schelvis, steenbolk, vorskwab, wijting
kabeljauwvisser dogger
kabelspoorbaan - funiculaire
kabanes kast, keet, krot
kabinet kast, kunstzaal, pronkkast, regering, studeerkamer, werkvertrek
kabinet, Spaans - papelera, vargueno
kabinetmaker - schrijnwerker
kabinetorgel - orchestrion
kabinetskever - muzeumkever
kabinetstuk pronkstuk
kabinetsvakantie reces
kabinetwerker meubelmake,r schrijnwerker
kabiren - kabeiroi
kabouter aardgeest, aardmannetje, dwerg, gnoom, huisgeest, kobolt, padvinder, trol, ulk, uk, ukkie
kabouterverblijf haagte
kabuis - kopkool, kropkool, sluitkool
kachel convector, dronken, fornuis, haard, kooktoestel, oven, stoof, vergasser
kachelen kuieren, wandelen
kachelglans potlood, zwartsel
kachelglans of glimmer mica
kachelpook - ratel
kadans ritme
kadaster grondbeschrijving
kadaver aas, dode, kreng, lijk
kade aanlegplaats, ka, kaai, kant, laadwal, losplaats, oever, steiger, wal
kader afdeling, bestek, frame, lijst, kern, omlijsting, rand, plan, rand, speelvak
kadet bolletje, broodje
kadet bij de marine adelborst
kadetje bolletje
kadi rechter
kadijk - tragel
kadraai parlevinker, scheepszoetelaar
kadul - gezel, kameraad
kaduuk beschadigd, bouwvallig, caduc, gebrekkig, kapot, oud, stuk, versleten
Kaenozoïcum, periode uit het - kwartair, tertiair
kaf afval, bolster, duist, rommel
kaf van uitgedorste vlasbollen bolkaf
kaffer boer, hufter, lomperd, stommerd, vlegel, Zoeloe
kafferdorp kraal
kafferkoren doerra, kapitorie, koffertorie, sorghum
kafferpokken alaas, alastrim
kafir ongelovige
kafje - blees
kaft jacket, omkleedselomslag
kajuit achteronder, cabine hut, roef
kak aanstellerij, bluf, drek, poep, praats
kakebeen - kinnebak
kakel kletskous, kletsmeier, kletsmajoor
kakelaar babbelaar, kwebbel, opsnijder, praatjesmaker, ruziemaker, snoever
kakelen kabbelen, kletsen, kwekken, praten, ratelen, rellen, snateren, snebben
kaken kokhalzen, walgen
kakhuis - gemak, sekreet, stilletje, W.C.
kaki - grauwgeel
kaki-appel - diospyros
kakkerlak - albinobakkerstor
kakkerij - brani, buikloop, diarree, drukte
kakmaker - druktemaker, pocher
kakschool - bewaarschool, kleuterschool
kale zie kaal
kala-azar - leishmaniosis
kalach - Kalchoë, Nimrod
kalamijn - galmei, zinkerts
kalander korenbijter, glansmachinekorenworm, stofglanzer
kalandersteen - glaassteen
kaldoe(Ind.) - bouillon, vleesnat
kalefakker - duivelstoejager, handlanger
kale streep in laken gaal, galle
kalebas cucerbita, pompoen, pronkappel
kalebasachtige plant komkommer
kalefateren breeuwen, dichten, opknappen, oplappen, prutsen
kale duinheuvel kling
kale duintop - blinkerd
kale jonker - cirsium
kalen - aftakelen, aftuigen, onttakelen
kalender almanak, bedelderwisj, dagwijzer
kalenderopsteller - computist
kales caleche,karos koets, rijtuig, vigilante
kale streep in laken - gaal, galle
kale vlakte - woestijn
kalf drachtig, dwarshout, vaars
kalf van een jaar enter
kalfaten opknappen, oplappen, prutsen
kalfskruid - bitterzoet
kalfsmuil - tuinleeuwenbek
kalfspoot - aronskelk, splijthoef
kalfssnuit - leeuwenbek
kalfsvoet - aronskelk
kalfziekte moerziekte
kali kunstmest, loogkruid, meststof
kaliber afmeting, boring, diameter, doorsnede, formaat, gehalte, gewicht, grootte, middellijn, omvang, slag, soort, wijdte, zwaarte
kaliber van een cilinder - boring
kalief van Bagdad -
5 alTai
6 alAmin, alHadi, alKaim, alRadi
7 alKadir, alKahir, alMahdi, alNasir, alZahir
8 alMamoen, alRasjid, alWathik
9 alMansoer, alMoetazz
10 alMoehtadi, alMoektadi, alMoektafl, alMoestadi,
alMoestain, alMoetadid, alMoetamid, alMoetasim,
alMoettaki
11 alMoektadir, alMoentasir, alMoestakfi, alMoestasim
12 alMoestansir, alMoestazhir
13 alMoestandjid, alMoestarsjid, alMoetawakkil
kalief van Cordoba -
6 Hisjam
7 alHakam
8 Abdallah, Mohammed
10 alMoendhir, alMoertada
12 alMoestazhir
kalief van Damascus
5 Jazid
6 Hisjam, Marwan
7 alWalid, Ibrahim, Moeawya
9 Soelaiman
kalief van Egypte -
6 alAdid, alAmir, alAziz, alFaiz
7 alHafiz, alHakim, alZafir, alZahir
8 alMoeizz
10 alMoestali
12 alMoestansir
kalief van Medina -
3 Ali
4 Omar
5 Osman
kaliefenambt kalifaat
kaliefenrikj - kalifaat
kaliefentitel Oman
kalfaat Cordova
kaliglas - hardglas
kaliglimmer - muscoviet
kalligrafie pennenkunst, schoonschrijfkunst
Kalimantan - Borneo
Kalimantan , oorspronkelijke bewoner van - Daja(k)
kalimeststof - kaïniet, kalizout, patentkali
Kalinin - Tverj
Kalininggrad - Koningsbergen
kalis armoedzaaier, bedelaar, schooier, stakker, stumper, vagebond, zwerver
kalisalpeter - kaliumnitraat
kalium alkalimetaal, k., potas, potassim
kaliumcarbonaat - potas
kaliumchloride - zoutzuur
kaliumcyanide - cyaankalium
kaliumferricyanide - roodbloedloogzout
kaliumhydroxide - kali
kaliumnitraat kalisalpeter, salpeter, salpeterzuur
kaliumrhodanide - KCNS
kaliveldspaat - kaliumsilicaat, orthoklaas
kalk calcium, krijt, kunstmestmetselspecie, mortel, pleister, stuc, witsel
kalk met zand cement, mortel,specie
kalk, koolzure - calciumcarbonaat
kalk, ongebluste - CaO
kalfachtig gruis graveel
kalkachtige delfstof krijt, mergel
kalkafzetting, in een ketel ketelsteen
kalkbak metselbak, mouw
kalken - witten
kalkgebergte Helvetiden, karst
kalkgesteente - nummuliet, mummuliticum, muntsteen
kalkmeststof - cartonslib, kalikiezelkalk, kalkmergel, landbouwpoederkalk, magnesiakalkmergel, marmer magnesiakiezelkalk, magnesiapoederkalk, schuimaarde
kalkmengsel - pleister
kalk met zand - mortel, specie
kalknaad voeg
kalkplant - bergdravik, driedistel, engbloem, wondklaver
kalkschepper - troffel
kalksinter - kalktuf, travertijn
kalksoort - calx
kalkspaat calciet
kalksteen - ooliet
kalkstikstof - calciumcyaanamide
kalkstok kloet
kalktuf kalksinter
kalle kraai
kallen praten, redeneren
kalm bedaard, bedachtzaambezadigd, flegmatiek, geduldig, gerust, gezapig, goedig, ingetogen, koel, koelbloedig, lakoniek ongestoord, placide, rustig, sereen, stil, tam, vast, voorzichtig, vredig, vreedzaam, zacht
kalm en beraden - nuchter
kalm en helder sereen
kalm en koel - nuchter
kalm en lieflijk vredig
kalm en ongestoord vredig
kalm en rustig - stil
kalme berusting geduld, stoïcisme
kalme gemoedstoestand - berusting, geduld
kalmeren - bedaren, luwen, matigen, sussen, troosten
kalmerend sedatief
kalmerend middel - bromide, broom,injectie, kinine, librium sedativum, sigaret, tablet, valeriaan, valium
kalmer worden bekoelen, luwen
kalmoes - zwanenbrood
kalmoesolie, bestanddeel van - eugenol
kalmpjes bedaard, onberoerd, onbewogen, ongestoord, onverschillig, rustig
kalmte bedaardheid, bezinning, flegma, geduld, gelatenheid, gemak, rust, stilte, vrede
kalmte en rust - gemak
Kalmuks epos - Djangaride
kalmweg doodleuk, gemoedereerd
kalot bolkap, muts, pruik
Kalvarie - Golgotha
kalven - baren, braken, overgeven
kalverachtig dartel, kinderachtig, onnozel, speels
kalverknieën - X-benen
kalverkramp bloei, brul, bulk, lal
kalveroog - madelief
kalverziekte - bloei, brul, bulk, colibacillose, lal, polyarthritis
kalvijn - rammelappel,
kam bergrug, graat,
Kama - Mara
Kama, vrouw van - Rati
kamblad - weverskam
kamduiker - kuifeend
kameel alpaca, dromedaris, guanaco, kemel, lama
kameelgeit - lama
kameelhaar - mohair
kameelhalsvliegen - rhaphidides
kameelharen stof camel
kameelkleurig - camel
kameelruiter meharist
kameelschaap - lama
kameleon - anolis, calotes, chamacleo, hagedis
kamen - beschimmelen
kamenier kamerjuffer
kamenier in harem odalisk
kamenierster - kamermeisje
kamer afdeling, appartementlokaliteit, ruimte, salon, suite, oda (Turks), vertrek, woonruimtezaal
kamer met planten serre
kameraad amice, boezemvrienddeelgenoot, gabber, genoot, gezel, kornuit, lotgenoot, maat, makker, metgezel, vriend, vrind
kameraadschap - cameraderie, vriendschap
kameralistiek cameralisme
kamerbediende - bode
kamercloset - stilletje, w.c.
kamerden - araucaria
kamerdienaar lakei, lijfbediende, valet
kamerdoek batist
kamerfiets - hometrainer
kamergemak - stilletje
kamerheer kamerling
kamerheer van de Paus camerlengo
kamerjapon - housecoat
kamerjas chamberloek, kimono, negligé, peignoir, sjamberloek
kamerjongen - huisbediende, huisknecht
kamerjuffrouw kamenier, soubrette
kamerkruid - moerasspiraea
kaderlid afgevaardigde, parlementariër, senator
kamerling - eunuch
kamermeisje binnenmeisje, kamenierster
kamermeisje in een harem odalisk, odaliske
kamer met planten - serre
kamermuil - pantoffel
Kameroen, berg in - Etinde, Fako
Kameroen, bevolkingsgroep in - Bamiliké, Bamoen, Bassa, Doeala, Foelbe, Hauss's, Mpangwe, Pahouin
Kameroen, hoofdstad van - Yaoende
Kameroen, oorspronkelijke bewoners van - Pygmeeën
Kameroen, plaats in - Edea
Kameroen, rivier in - Cross, Moengo
kamerorgel - harmonium
kamerplanten aronskelk, aspedistra, azalea, balsemien, begonia, bougainvillea, bromelia, bruidsbloem, cactus, cineraria, clivia, coleus, cyclaam, ficus, fuchsia, geranium, hertshoornvaren, hibiscus, hortensia, kerstroos, lobelia,primula, sanseferia, vetplant, vingerplant
kamerpot - nachtspiegel, po, stilletje
kamerrot - boekenwurm, kamergeleerde
kamerscherm kamerschut, paravent, tochtscherm
kamerspeler - acrobaat, toneelspeler
kamerstoel - kakdoos, stilletje
kamertemperatuur, op laten komen - chambreren
kamerterm amendement, interpellatie, reces, repliek, M.v.A., V.V.
kamertje cel, hokje, kabinet
kamer van Koophandel - K. v. K.
kamertje voor passagiers - hut
kamerverhuurder hospes, kostbaas, ploert
kamerverhuurster hospita
kamervogel kanarie, parkiet, piet
kamervoorstel motie
kamferballetje - mottenbal
kamferboom - dryobalanops
kamgaren gabardine, popeline
kamgaren weefsel - moreen
kamgier condor
kamhagedis leguaan , veraan
kamhout - schegbord
kammen harken, ontwarren, uitkammen
kamig - schimmel(acht)ig
kamizool - borstrok, onderlijfje
kamkever - schallebijter
kamlijster - kransvogel
kamneus - hoefijzerneus
kamoes gemzenleer
kam op strijkinstrument - ponticello
kamp bivak, camping, gevecht, krijg, legering, legerplaats, oorlog, race, slag, strijd, toernooi, tweekamp, wedstrijd, wijk, worsteling
kampaan - kapiteel, klokvaas
kampeerauto caravan
kampeerder recreant, trekker
kampeergerei bestek, grondzeil, haring, kroes, luchtbed, mok, primus, shelter, slaapzak, tent, watertank
kampeerkaart - kampkaart
kampeermiddel tent
kampeertent - shelter
kampeerterrein camping
kampeerverblijf caravan, tent camping
kampeerwagen camper, caravan, karavaan
kampement bivak, kazerne, legerplaats
kampen ageren, strijden, vechten, wedijveren, worstelen
kampen of twisten - strijden
kamper - kampioen, strijder, vechter, verdediger, worstelaar
kamperen legeren
kamperfoelie balroos, geitenklaver, lonisera, sneeuwbes, vlier
kampioen kampvechter, overwinnaar, priemus, recordhouder, titelhouder, uitblinker, voorvechter, winnaar
kampkaart kampeerkaart
kamponderkomen- tent
kampong dessagehucht, negorij
kampplaats arena, bivak, camping, piste, ring, stadion,, strijdperk
kamprechter - arbiter, scheidsman
kampspel - toernooi
kampvechter gladiator, kampioen, strijder, verdediger
kamrad tandrat, tandwiel
kamspier - schammbeenspier
Kamtsjatka, bewoners van - Aleoeten, Itelmenen, Korjaken
Kamtsjatka, hoofdstad van - Petropavlovsk
kam van een snaarinstrument scagnello
kamvorming - pectinaat
kamwiel kamwiel, tandrad
kan kit, kruik, liter, pint, pul, stoop, tul, vaatwerk
kan niet onmogelijk
kan of kop - liter
kan voor waswater lampetkan
kanaal buis, delft, diep, dilve, doorvaart, gracht, grift, maar, pijp, trekvaart, vaart, waterweg, wetering
Kanaaleilanden, een van de - Alderney, Breechou, Guernsey, Herm, Jersey, Jethou, Lithou, Sark
Kanaanitische- Fenicische godin - Anat
kanaal geschikt voor scheepvaart waterweg
kanaal in Nederland Beatrixkanaal, Damsterdiep, Dedemsvaart, Drechtkanaal, Eemskanaal, Enservaart, Halomavaart, Heerensloot, Heimanswetering, Hoendiep, Julianakanaal, Kolonelsdiep, Kuindervaart, Lemstervaart, Markkanaal, Merwedekanaal, Noordervaart, Noordzeekanaal, Passageule, Reitdiep, Ringvaart,
Schonebekerdiep, Stadskanaal, Twentekanaal, Urkervaart,
Valleikanaal, Vlaardingervaart, Winschoterdiep, Wilhelminakanaal
kanaal zonder sluizen niveaukanaal
kanaalpeil k.p.
kanalje - gepeupel, janhagel
Kananga-olie - ylang-ylang-olie
Kanarees - Kannada
kanarie piet(je)
kanariekruid - kruiskruid
kanarieorgeltje - serinette
Kanarische eilanden, een der - Algeranza, Ferro, Fuerteventura, Gomera, Grasiosa, Hierro, Lanzarote, Palma, Tenerife
Kanarische eilanden, oorspronkelijke bewoners van Guanchen
Kandeel - kruidenwijn
kandelaar blaker, girandole, kaarsdrager, kandelaber, luchter,
kandelaber armluchter, kroonkandelaar
kandidaat cand., candidatus, dinger, examinandus, gegadigde, sollicitant
kandidaatpredikant proponent
kandidaatsexamen kantjes
kandidatenlijst nominatie
kandiet kaoliniet
kandij (suiker)klontje
kaneel-aldehyde - fenyl-propenal
kaneelappek - annona
kaneelbast - pijpkaneel
kaneelkleurig - bruin
Kaneelolie, Chinese - Kassia-olie
kaneelsteen - hessoniet
kaneelwijn bruidstranen, hipocras
kanefas canvas
kangoeroe buideldier, buidelmuis, pademelon, springhaas, walaby, walaroe
kangoeroerat - potoroe
kanis beun, ben, kaar, kubbe, vissersmandje, viskorf
kanjer bom, knoert, kokkerd, kolos, loei
kankeraar mopperaar
kankerbloem - akkerwinde, dotterbloem, duizendblad,klaproos, paardenbloem, waterlelie, weegbree
kankeren mopperen
kankergezwel carcinoom
kankerroos - klaproos
kankervrees carcinofobie
kan met een tuit - schenkkan
kanneberg - veenbes
kanneboenders - kaardebol, lisdodden
kannetje pul,
kannekenskruid - nepent
kannewassers - kaardebol, lisdodden, schaafstro
kannibaal antropofaag, menseneter, wilde,
woesteling, wreedaard
kannibalisme - antropofagie, menseneterij
kano kajak
kanoet - strandloper
kanon canon, kettingzang, regel, stuk, wet,
kanon - geschut, vuurmond
kanon, gegoten - goteling
kanon, inwendige van een - ziel
kanon, licht - falconet
kanon, onderstel van een - affuit
kanon, ouderwets - coluvrijn, kulverijn
kanonbank - barbete
kanonikes - stiftsjuffer
kanonisatie - heiligverklaring
kanonmondstuk tromp
kanonnade - beschieting
kanonneren - beschieten, bombarderen
kanonnier - artillerist
kanonnierplantje - donderplantje
kanonskogelboom bertholletia
kanonvuur beschieting, bombardement
kans gelegenheid, geval, gok, hazard, mogelijkheid, toeval, wisselvalligheid
kansbriefje lot
Kansas, hoofdstad van Topeka
kansel ambo, katheder, preekstoel
kanselrede homilie, preek, predikatie
kanselredenaar homileet, prediker
kans of gok waag
kans op onheil - gevaar
kansspel bingo, farao, geluksspelhazard, kaarten, loterij, lotto, poker, roulette, toto, trio, waagspel
kant boord, buitenrand, facet, flank, oever, rand, strook, vlak, zoom, zijde
kant aan water - kade
kant, soort - blonde, guipure
kantbeschikking - apostil
kant van de pagina kantlijn, marge
kant van de deur post, stijl
kant van de weg berm, talud
kant van de zaak aspect
kanteel - tinne, trans
kantelen kapseizen kenteren, kiepen, omrollen, omslaan, omvallen, uitkepen, uittanden, wentelen
kantelig onvast, wankel
kanteloep knobbelmeloen, wratmeloen
kanten pelerine - berthe
kanten plooisel jabot
kanthaak - kenterhaak
kanthalf linksachter, rechtsachter
kantig gebeente graat
kantine clubgebouw, koffiekamer, mess, schaftlokaal
kantinepersoneel - messbedienden
kantlijn - marge, ribbe
kantje randje, vaatje
kantjeboord nippertje
kantje haring - vaatje
kantjil dwerghert
kant langs water oever
kantlijn - marge
kantmaakster speldenwerkster
kanton provincie, rechtsgebied
kanton in Zwitserland Zie Zwitsers kanton
kantonnier wegwerker
kantoor agentschap, bureel, bureau , comtoir, factorij, nederzetting, schrijfkamer, werkkamer, werkplaats, werkvertrek
kantoor van vertegenwoordigers van een handelmaatschappij in vreemde landen factorij
kantoor voor ambachtswerkzaamheden bureau
kantoorbediende boekhouder, commies, correspondent, kantoorklerk, klerk, loper, pennenlikkerschrijver
kantoorbehoeften ballpoint, cahier, inkt, kasboek, ordner, paperclip, papier, pen, vulpen, potlood
kantoorjas stofjas
kantoormachine boekhoudmachine, computer, duplicator, nietmachine, perforator, printer, puntensluiper,
schrijfmachine, telex, telmachine, typemachine
kantoormeubel bureau, kantoorstoel
kantoorschrijver klerk
kantoor van een agent agentuur
kantschrift commentaar, glos
kantstrook souche
kantstijl van een ladder - schalier
kanttekening annotatie, apostille, commentaar, glosse, opmerking, renvooi, voetnoot
kant van de weg berm, talud, wegberm
kant van de zaak - aspect
kantverbetering renvooi
kantwerk naaldwerk
kantwerk maken kanten
kan voor waswater - lampet
kantzuil prisma
kanunnik domheer, kapittelheer, koorheer
kaolien porseleinaarde
kaoliniet kandiel
kap bedekking, capuce, capuchon, dak, hoofddeksel, muts, overdekking,
kap, deel van een - aanloper, blokkeel, daktengel, makelaar, muurplaat,nokgording, panlat, sloop, spant(been), trekplaat
kapdoos - toiletdoos
kap, gewatteerd - theemuts
kap op schoorsteen gek
kap van kloosterlingen - kovel
kapel bedehuisje, cupel, dagvlinder, kerk(je), muziekkorps, vlinder
kapelaan - onderpastoor
kapelaanswoning kapelanie, kapelanij
kapelmeester dirigent
kapelruimte onder een kerk crypt, krocht
kapen buitmaken, gappen, naasten, pikken, roven, snaaien, stelen, wegnemen, wegpakken
kaper boekanier, muts, piraat, (zee)rover, zeeschuimer
kaperbrief - commissiebrief
kaperschip raider
kaper van vroeger - noorman
kapgebint dakgebint, kapspant, spant
kaphamer bilhamer
kapitaal bezit, fonds, fortuin, geld, hoofdletter, hoofdsom, rijkdom, som, vermogen
kapitaal beleggen - investeen
kapitaalkrachtig rijk, opulent, vermogend, welgesteld
kapitaalopbrengst dividend, interest, rente, winst
kapitale beginletter unciaal
kapitalist plutocraat, rijkaard
kapiteelvorm acanthuskapiteel,bladkapiteel, blokkapiteel, Dorisch, Gotisch, lonisch, kelkkapiteel, knopkapiteel, kussenkapiteel Romaans, teerlingkapiteel, volutenkapiteel
kapitein aanvoerder, bevelhebber, gezagvoerder, hoofdman, hopman, kapt., officier, ouwe, schipper
kapitein de cavalerie ritmeester
kapitein ter zee - waterkop
kapitorie - boekomslag, kaft
kapittel afdeling, chapiter, caput, hoofdstuk, onderwerp
kapittelen berispen, bestraffen, onderhouden
kapittelheer - domheer, kanunnik
kapje broodkorst, circoflexe, kalotje, kipa
kapkar - huifkar, tentwagen
kapmantel huik
kapmeeuw kokmeeuw, lachmeeuw
kapmes bijl, hakmes, heep, hiep, houmes, machette
kapoen deugniet, guit, mesthaan, schavuit
kapoets - monnikskap
kapok boomwol, zaadpluis
kap op hoofd muts
kap op paardenkar huif
kapot afgemat, beschadigd, caducdefect, defect, doodop, gebroken, geschonden, kaduk, onbruikbaar, ondeugdelijk, onklaar, ontdaan, rappig, stuk, vaneen, verslagen
kapotgaan bezwijken, breken, stukgaan
kapotje - condoom, voorbehoedsmiddel
kapot maken mollen, nekken
kappen afhakken, borstelen, hakken, houwen, kammen, omhakken, omzagen, stoppen, vellen
kapper barbier, coiffeur, figaro, friseur, haarknipper, haarsnijdetr, haarstyler, scheerbaas
kapperkool - kabuiskool
kappersgerei borstel, droogkap, fohn, kam, kwast, schaar, scheermes, spiegel, tondeuse
kapperszaak - kapsalon
kaproen bijenkap, visagière
kaproen, deel van een - guleron, lamfer
kapsalon kapperszaak
kapseizen kantelen, omslaan, omvallen
kapsel coiffure, hoofdtooisel, permanent
kapselband beursband
kapsellancet - cystioom
kapsel, soort - allongepruik, chignon, korumbos,
lampadion, paardestaart, pony, pijpekrul, rouleau, toupet, vlecht, wrong
kapsies maken tegenstribbelen
kapsnede - valkerf
kapsones - drukte, ophef, spatsies
kapspant dakgebint, dakstoel, kapgebint
kapstander mutsenbol
kapster coiffeuse, friseuse
kapstok kleerhanger, sta(a)nder
kaptafel - toillettafel
kapucijn - O. M. C.
Kapucijnen, behorende tot de - OFM
kapucijners - raasdonders
kap van een mantel - kovel
kap van een scoorsteen - gek
kap van kloosterlingen - keuvel, kovel
kapvenster dakvenster
kapwerk van een dak dakstoel, gebint, spant
kapwerktuig -bijl
kapzaag toffelzaag
kar fiets, rijtuig, voertuig, wagen
karaat (afk.) kt, essaai, kar., goudgehalte
karabies koffertje, mand, tas
karabijn geweer
karabijnfoedraal - holster
karakal - woestijnlynx
Karakalpakië, bewoners van - Karakalpaken, Kazachen, Oezbeken
Karakalpakië, hoofdstad van - Noekoes
karaf fles, flacon, sierfles, tafelfles, waterkan
karakiet - acrocephalus
karakol - wijngaardslak
karakter aanleg, aard, figuur, geaardheid, inborst, kenmerk, letter, letterteken, natuur, ras, gestel
karakterbepaling uit handschrift - grafologie
karaktereigenschap - kenmerk, trek
karakteriseren kenmerken, kenschetsen, schetsen
karakteristiek - kenmerkend, tekenend, schetsend, typerend, typisch
karakterkunde karakterologie
karakterloos - alledaags, banaal, conventioneel, eerloos, laag, min, slap, week
karaktertrek aanleg, aard, eigenschap, inslag, kenmerk, beschrijving, schets
karakterkunde karakterologie
karateren - alliëren , legeren
karamel toffee, ulevel
karateterm - karateka, kihon
karavaan gevolg, handelstrein, sleep, stoet, troep
karbeel balksleutel, kraagsteen
karbies handkoffer, handtas, klepmand, mand, reismandje, tas , valies,
karbolzuur fenol, phenol
karbonade cotelet, ribstuk, varkensrib
karbonkel kanteloep, meloen, negenoog, puist, robijn
karbonkelneus drand, kneus, jeneverneus
karbouw bizon, buffel
kardinaal kerkvoogkerkvorst, prelaat
kardinaal-infant - Ferdinant
kardinaalsbloem - purperbloem
kardinaalsmuts - euonymus
kardinaalstitel eminentie, em., z.e
kardoes gors, kwelder, nes, schor
kareel tichelsteen
karekiet - rietvink
karet kret, rubber(boom), zeeschildpad
karhengst lomperik
kariatide pilaster, schraagbeeld, zuilbeeld
kariatiden - boötiden
karig armzalig, bekrompen, eenvoudig, frugaal, gering, gierig, krap, krenterig, mager(tjes), matig, minetjesongaarne, pover, schaars, schamel, schraal, schriel, sober, weinig, zuinig
karigheid - armoedigheid, schrielheid, zuinigheid
karikatuur kartoon, spotbeeld, spotprent
Karinthië - Kärnten
Karinthië hoofdstad van - Klagenfurt-
Karinthië, rivier in - Drau
karkant collier, halssnoer, snoer
karkas frame, gebeente, geraamte, gestel, lichaam, rif, skelet
karkiet - rietvink
Karl-Marx-Stadt - Chemnitz
karmeliet o.c.
Karmil - huttentut
karmozijn karmijn, purperverf, , wijnrood
karmozijnrood - purper
karnvat boterton
karnemelkgerecht hangop
karnen boteren
karner - botermaker
karonje feeks, helleveeg, prij, serpent
karoot - kroot, peen
karos kales, koets, reiswagen, vigilante
Karpaten, top in de - Djumbiz, Fageras, Gerlachovka, Gierlach, Goverla, Halicz, Lrivan, Rysy, Tatra
karper
4 barm, blei, meun, ruis, tink
5 alver, bliek, danio, gront, gruis, labeo, sneep, vetje,
voorn, winde, zeelt
6 barbus, brasem, dorade, elrits, giebel, harder, mesvis,
witvis
7 barbeel, grondel, kolblei, puntius, rasbora, weeraal
9 goedbaars, hesseling, ruisvoorn
10 karperzalm
11 bittervoorn
13 modderzalm
karperachtige zeevis - wimber
karperkoning - spiegelkarper
karperzalm - caribo, piranha, rio, spatzalm, tetra
karpet tapijt, vloerkleed
karreboom dissel
karrelen ineenlopen, korrelen, schiften
karreman - venter, voerman, vuilnisman
karren rijden, fietsen
kartel cannelure, inkeping, insnijding, keep, kerf, overeenkomst, snee, snede, trust
kartelblad pedicularis
karreboom dissel
karrenvracht wagenvol
kart skelter
kartelen - greineren, inkepen, kerven
kartelig - gekarteld, geschift
kartelrand (postzegel) dentelure
kartels aanbrengen - kerven
kartets - granaat
kartodroom - scelterbaan
karton board, bordpapier
karton-steendruk - papyrografie
kartuizers, stichter der Bruno
karviel - hijsblok
karwats gesel, knoet, rijzweep, zweep
karwei arbeid, corvee, job, klus, opdracht, slachtafval, taak, toer, werk
karweitje akkefietje, klusje, toetast
karwij - komijn, wedzaad
karwijlikeur kummel
karwij-olie - kummel
karwijzaadolie - carvon
kas bergplaats, betaalplaats, broeibak, contanten, cash, doos, geld, geldvoorraad, kweekplaats, serre
kasba citadel, vesting
kasgeld contanten
kashouder kassier
kashoudster - caissiere
Kasische taal - Elamitisch, Hettitisch, Lydisch, Lykisch, Mittannisch, Soemerisch
Kasjgar - Sjoefoe
Kasjmir, volk in - Balti
Kasjmir en Jammu, hoofdstad van - Jammu, Srinagar
Kasjoebisch - Lechisch
kaskenade - beweging, drukte, gasconnade, ophef
Kaspische zee, eiland in de Artem
kassa betaalplaats
kassei - straatsteen
kassian ocharm
kassier incasseerderkashouder, ontvanger, rendant
kassiersloon incasso
kast berging, gevangenis
kastanje - castanea
kastanjeachtie - hippo-castanaceeën
kastanjebruin - roodbruin
kastanje, omhulsel van de - cupula
kaste groep, jati, klasse, stand
kaste, lid van een - brahmaan, ksatriya, sjoedrah, vaisya
kasteel burcht, burg, citadel, slot, sterkte, toren, vesting
kasteel zie burcht, kasteel enz.
kasteelheer baron, burchtheer, heer, kastelein, slotheer
kasteel in Friesland - stins
kastegoed saldo
kastekort deficit
kastelein burchtheer, gelaghouder, herbergier, kasteelheer, kroegbaas, slotheer, waard
kasteloze - paria
kastelijntje - gedachtenstreepje
kasterolie - castorolie, wonderolie
kastijden geselen, martelen, mortificeren, pijnigen, ranselen, slaan, straffen, tuchtigen
kastijding bestraffing, slaag, tuchtiging
kast met deuren kabinet
kastmeubel - buffet, credens, credenzone, dressoir
kastoor beverhaar, bevervilt
kastplant schap
kastvakje loket
kast van het oog - oogholte
kastype - serre, warenhuis
kasuaris emoe
kat angora, boskat, cavalier, civetkat, dakhaas, kater, minneke, minette, mauwerik poes, boskat, civetkat, cyperse, genetkat, ichneumon, siamees, muskuskat
kataas - kattenvoer
katabolisme - dissimilatie
katachtig - felien, lenig, zals, vinnig
katachtig dier
3 kat, los
4 lynx
5 felis, irbis, leeuw, poema, tijger
6 bobkat, gepard, jaguar, manoel, margay, ocelot, panter, serval
7 caracal, cheetah, goudkat, huiskat, luiaard
8 acinonyx, dwergkat, luipaard, neofelis, panthara
9 bergleeuw
11 nevelpanter, woestijnlynx
12 jagoearoendi, zwartvoetkat
13 jachtluipaard
14 sneeuwluipaard
katafalk baar, berrie, praalbed, schraag
katalysator van chemische reacties - enzym,ferment
katapult - mangneel
Katar, hoofdstad van - Doha, Dohe
katastrofe ramp
katbeer panda
katei'e golfbreker, krib, strandhoofd
katerlicht - schemerduister
Kathai - China
katharsis loutering, reiniging
katheder kansel, leerstoel, spreekgestoelte
kathedraal basiliek, dom, kerk
kathode elektrode
katholiek algemeen, rooms
katholiek geestelijke abdis, abt, bisschop, deken, kanunnik, kapelaan, kardinaal, non, overste, pastoor, paus, prelaat, priester
katholiek geestelijke (Fr.) abbé
katholiek opleidingsinstituut seminarie
katholieke feestdag Aswoensdag, Driekoningen, Hemelvaart, Kerstmis, Mariaboodschap, Mariageboorte, Pasen, Pinksteren, Vastenavond
Katholieke Radio Omroep K.R.O.
Katholieke Volkspartij K.V.P.
katje - dropje
katjesdragend gewas berk, els, gagel, hazelaar, wilg
katoen calico(t), boomwol, kapas, textiel
katoen afkoken - beuken, kierkoken
katoenbatist - percal
katoendiefje paradijsraaf
katoenenkiel - hes
katoenen molton - bevertien
katoenen schortendoek - warp
katoenen stof of weefsel
4 aida, pilo, sits
5 denim, jeans, pilou, piqué
6 flammé, madras
7 calidot, epinglé, evalist, nanking
8 everlast, organdie, tarlatan, tobralco
9 bevertien, velveteen
10 andrinopel, manchester
11 everlasting
katoenen vulling - bombast
katoenen weefsel met zijde pope
katoen in een olielamp kous, pit
katoenfluweel manchester, ribfluweel, velveteen
katoenklos - spindel
katoensoort - makko
katoenspinnerij-machine - baalbreker
katoenvouwer line, rectometer
katoenweefsel - piqué
katpardel - panterkat
katrol blok, hijsblok, palei, takel, talie
katrolblok gewand
kattebelletje (vouw)briefjes
katten - afkammen
kattendoorn duindoorn, gaspeldoorn, stalkruid, stekelbrem
kattengeluid blazen, mauwenmiauwen, spinnen
kattengoud glimmer, mica
kattenhout - kraakwilg
kattenkroeg melksalon
kattenkruid neppe, nepeta, nippe, valeriaan
kattenkwaad baldadigheid, deugnieterij, guiterij, kwajongensstreek, schelmerij
katenmaartje hitje
kattensoort angora, cyperse, pers, siamees
kattenvoer - kataas
katteoog - chrysoberil, kwarts
katteras - Siamees, Cyperse, Pers
katterig - misselijk
kattestaart - lythrum
kattestaartachtigen - lythraceeën
kattig bits, pinnig, snibbig, vals, vinnig
kattigheid vinnigheid
kattig meisje - snib
katuil kerkuil, ransuil, torenuil
katzwijm flauwte
kaugek - zeezwaluw
Kauh-sioeng - Takao
Kaukasisch snaarinstrument tar
Kaukasische berg Elbroez
Kaukasische mantel - boerka
Kaukasische mousserende melkwijn kefir
Kaukasische stam koerden
Kaukasische taal Abchazisch, Adyghe, Armeens, Avaars, Azerbeidzjaans, Dargwa, Georgisch,Ingoesj, Kabardijns, Lak, Lezgisch, Tabasaraans, Tsjerkessisch, Tsjetsjeens
Kaukasus, pas in de - Kloechor, MamisonNachar, Soenami
Kaukasus, schiereiland in de - Apsjeron, Taman
Kaukasus, top in de - Alagöz, AragatsArarat, Dyych-Taoe, Elbroes, Fisjt, Kasbek, Kosjtan-Taoe, Oeilpata, Sjichara
Kaunas - Kovno
Kaustische alkali - KOH,NaOH
kaustobioliet - antraciet, bruinkool, steenkool
kautle borgtocht
kauw dole, ka, kraai, kerkkraai, torenkraai
kauwen kweernen, wauwelen
kauwgebit - drenkgebit, watertoom
kauwoerde kalebas
kauproces - masticatie
Kavalla - Neapolis
kavalerie ruiterij
kavel deel, uk, grondstkieuw, perceel, stuk
kavelboom schalm
kavelen verdelen
kaveling - perceel, stuk, verdeling
kabelingen maken - verkavelen
kaviaar - steurkuit
kaviaarleverancier steur
Kazachstan, bevolking van - Kazachen
Kazachstan, hoofdstad van - Alma Ata
kazak boezeroen
kazemat bed, bunker, legerveste, schuilkelder
kazerne kampement, legerkamp
kazernebrood kuch
kazuaris emoe kasuaris,
ked hit, ket, kid, pony
keel gorgel, hals, larynx, rood, stem, strot
keelaanoening - hoest
keel in de heraldiek rood
keelbeweging slikken
keelgeluid hoest, kuch, rochel, schraap
keelgezwel - krop
keelholte farynx
keelholteontsteking - faryngitis
keelklank gutturaal
keelknobbel - adamsappel
keelkruid - liguster
keelletter gutturaal
keelontsteking angina, kroep
keelontsteking bij paarden worg
keelput - halskuiltje
keelspiegel laryngoscoop
keelziekte angina, difterie
keen barst, kerf, kiem, kloof, reet, scheur, spleet, stok
keep insnijding, gleuf, kartel(ing), kerf, schram, schreef, snee
keeper doelman, doelverdediger, goalie
keer beurt, draai, eens, kans, kentering, maal, omkeer, ommekeer, torn, verandering, wending, wenteling, werf, zwenk,
keerdam schut, stuwdam
keerdicht refrein, retrograde, rondeel
keerkringen kreeftskeerkring, noorderkeerkring, steenbokskeerkring, zuiderkeerkring
keerkringslanden tropen
keerkringsvogel faeton, phaëthon
keer op keer telkens, voortdurend
keerpunt crisis, toppunt, wending
keerrijm - refrein
keersluis rabot, stuw
keert maken - omkeren, teruggaan
keervers antifoon, refrein, retrogade, rondeel
keerwerk - stuw
keerzijde avers, ommezijde, revers, schaduwzijde, tegenzijde
keerzijde van penning revers
keerzijde van wissel dorso
kees - wolfshond
keeshond fik, spits
keeshondachtige - chowchow, huskie, poolhond, samojeed, schipperke, spits
keest geest, kiem, merg, pit
keet barak, beestenstal, bende, drukte, heibel, herrie, hut janboel, kabaal, kabanes, lawaai, leven, lol, loods, rommel, rotzooi, rumoer, schuur, spektakel, troep, tumult, wanorde, warboel, zooi
keet of bende zooi
keet of chaos bende
keet of hok barak
keet of rumoer - stampei
Kefallinia, berg op - Ainos
Kefallinia, stad op - Argostoli
keffen blaffen, kijven, snappen
keg boterham, peg, pin, spie, wig
kegel conus, ijspegel
kegeldragende boom den
kegeldragende plant conifeer
kegelaar kegelspeler
kegelen - omvallen
kegelen, Amerikaans - bowling
kegelkoning negenman
kegelschelp - rolschelp, toot
kegelsnede cirkel, ellips, hyperbool, parabool
kegelspeler - kegelaar
kegelvormig - conisch, taps
kegelvormig flesje - omplet
kegelvormig onderdeel van uurwerk snek
kegelvormig toelopend conisch, konisch, taps
kegge pin, spie
kei bolleboos, geweldenaar, klinker, rolsteen, steen, straatsteen, uitblinker, zwerfsteen
keiaarde - kiezelaarde, kiezelzuur
keihard steenhard, versteend
keihard schot knaller, knoert
kei keg, spie, wig
keik - herik, kiek, radijs
keil keg(ge), wig
keilen - gooien, smijten, werpen
keiltje - borrel
keisteen straatsteen, vlint, vuursteen, zwerfsteen, keizand, grint
keizer Augustus, caesar, Caligulaempereur,heerser, imperator, kaiser, loper, negus, Nero, sjah, tsaar, (czaar)
keizer en koning I. R.
keizer van Ethiopië Haile (Selassie)
keizer van Japan Hirohito
keizer van Rome Augustus, Caesar, Caligula Nero, Tiberius, Titus, Trajanus
keizerin van Hongarije Gisela
keizerlijk bevelschrift oekaze, ukase
keizerlijk decreet (Turks) irade
keizerrijk imperium, empire
keizerrijk in AchterIndië Annam
keizerrijk in Azië Iran (Perzië), Thailand (Siam)
keizersalade - dragon
keizershuis Habsburg, Hohenzoilern
keizerskaars - verbascum
keizerstitel in Ethiopië negus
keizerstitel in Japan mikado
keizerstitel in Rusland tsaar
keker cecer, schreeuwer
kelderen vergaan, ondergaan, slinken, verongelukken, zinken
kelderkoorts - drankzucht
kelderkoud kil, klam
keldermeester bottelier, cllarius
keldermot pissebed
kelderverdieping souterrain
kelderwinde dommekracht
kelen - afmaken, doden, slachten, vermoorden
kelim - tapijt
kelk beker, bokaal, calyx, glas, graal, offerbeker, ro(e)mer, wijnglas
kelkblad - sepaal
kelkgras - handjesgras, henjegras
kelner ober, garcon, waiter
kelk of beker bokaal
kellner bediende, cafebediende, garcon, ober, serveerder
kelp wier, zeewier
Kelten - Galli
Keltisch volk - Bituriges
Keltische begraafplaats - cairn
Keltische dichter/zanger bard
Keltische gevechtswagen - essed
Keltische godheid
3 Ler, Lug
4 Bodb, Gwyn, Leir, Llen, Llyr
5 Artio, Epona, Macha, Pwyll
6 Andata, Brigit,Dagdae, Gobban, Ogmios
7 Belenus, Goibniz, Gwydion, Morrigu, Taranis
8 Massanan
9 Smertrios
Keltische oorlogsgod - Britovius
Keltische priester druïde
Keltische taal Bretons, Brits, Cornisch, Gaelic, Gaelisch, Iers, Kymrich, Manx, Welsh
Keltische zanger - bard
Kemal Pasja - Ataturk
kemel bok, kameel
kemp hennepklaver
kemphaan - twistzoeker
kempvis - betta
kenau haaibaai, helleveg, ka, tang
kenbaar - bekend, blijkbaar, gekend, merkelijk, onderkend
kenen kiemen, ontspruiten
kengetal - netnummer
Kenia, bevolkingsgroep in - Balaya's,Kamba's, Kikoejoe, Loeo
Kenia, hoofdstad van - Nairobi
Kenia, rivier in - Iana, Sabaki
kenleer - gnoseologie, noëtiek
kenmerk cachet, eigenschap, feature, getuigenis, karakter, kenteken, merkteken, stempel, trek, zegel
kenmerk van verlegenheid blos, schaamrood
kenmerken karakteriseren, kenschetsen, stempelen, typeren
kenmerkend typerend, typisch
kenmerkende geur aroma
kennel - hondenhok
kennelijk apert, bekend, blijkbaar, duidelijk, herkenbaar, klaarblijkelijk, onderkenbaar, onmiskenbaar
kennen achten, beheersen, beseffen, weten,
kenner connaisseur, deskundige, fijnproever, vakman
kenner der kerkgebruiken ritualist
kenner van beesten - dierenkenner
kenner van delfstoffen mineraloog
kenner van dieren - bioloog
kenner van fossielen paleontoloog
kenner van gerechten gastronoom
kenner van godsdienstwetenschappen - theoloog
kenner van handschriften codiocoloog, paleograaf
kenner van honden kynoloog
kenner van muziek musicoloog, muzikant
kenner van Romaanse talen romanist
kenner van slangen ofioloog
kenner van talen - talenkenner
kenner van vissen ichtyoloog
kenner van vogels ornitholoog
kenner van wijnsoorten - wijnkenner
kenner van zwammen mycoloog
kenner van de Arabische taal arabist
kenner van de Chinese taal sinoloog
kenner van de Germaanse talen germanist
kenner van de keuken fijnproever gastronoom, gourmand, gourmet
kenner van de Latijnse taal latinist
kenner van de maatschappij socioloog
kenner van de middeleeuwen mediëvist
kenner van de muziek musicoloog
kenner van de oude Griekse taal en cultuur graecist, graecus, hellenist, humanist
kenner van de oude geschriften - paleograaf
kenner van de oudste handschriften papyroloog
kenner van de oudste talen classicus
kenner van de politieke wetenschappen politicoloog
kenner van de Romaanse talen romanist
kenner van de taal - linquïst
kenner van het Chinees sinoloog
kenner van het Engels anglist
kenner van het Frans romanist
kenner van het Fries frisicus
kenner van het Grieks graecus, graecist
kenner van het Hebreeuws hebraïcus
kenner van het Nederlands neerlandicus
kenner van het Sanskriet sanskritist
kenner van het Spaans hispanist, hispanoloog
kennis begaafdheid, bekende, besef, bewustzijn, connectie, ervarenheid, kunde, relatie, verhouding, verkering, vriend, weten, wetenschap, wijsheid,
kennis bezittend - weetal
kennis der kerkvaders patrologie
kennis der landen landkunde
kennis der lichaamscellen cytologie
kennis der medicijnen acognosie
kennis der vergiften toxicologie
kennis der ziekten pathologie
kennis van boeken - bibliognosie
kennis van God theognosie
kennis van oude zeden folklore
kennis van postwezen - filatelie
kennis van spectrumfoto's spectrografie
kennis van vogels ornithologie
kennis van vruchten ooftkunde, pomologie
kennis van de Chinese taal - sinologie
kennis van de Engelse taal - anglistiek
kennis van de Germaanse talen germanistiek
kennis van de Nederlandse taal - Neerlandistiek
kennisgeven van - aankondigen, denonceren
kennis van het paard hippiatrie
kennisgeving aangifte, aankondiging, advies, anonce, bericht, boodschap, circulaire, communicatie, convocatie, convocaat, edict, mededeling, publicatie, tijding, verwittiging
kennis hebben - weten
kennisleer - epistemologie
kenschetsen karakteriseren, kenmerken, typeren
kenschetsend - tekenend
kenspreuk adagium, aforisme blazoen, devies, emblema, leus, leuze, motto, zinspreuk
Kent, badplaats in - Deal, Margate, Ramsgate
Kent, hoofdstad van - Maidstone
Kentaur - Cheiron, Folos
kenteken attribuut, kenmerk, merk(teken), insigne, stempel, stigma, zie autokenteken
kentekenplaat nummerbord, nummerplaat
kenteren kantelen, keren, omrollen, omslaan, overladen, veranderen
kenterhaak kanthaak, balkhaak
kentering keer, omkeer, ommekeer, verandering
kenvermogen - verstand
keper balk, bint, paal, spant, stof
keperstof paramat
kepie sjakopet, uniformpet
Kerala, deel van - Cochin, Madras, Travancore
Kerala, hoofdstad van - Trivandrum
keramiek aardewerk
keramisch produkt aardewerk, faience, gres, majolica, pot, porselein, steengoed, vaas
kerargyriet - hoornzilver
keratine - hoornstof
kerel bink, boom, figuur, gabber, gozer,knul, man, individu, mens, orang(Ind.), persoon, sujet, vent
kereltje mannetje, uk, ventje, priemel
keren afwenden, afweren, draaien,pareren, reinigen, vegen, wenden, zwenken
kerf ceen, gleuf, groef, inkeping, insnee, insnijding, kartel, keen, keep, kloof, snede, snee
kerfbijl snit
kering wending, wenteling
kerk basiliek, bedehuis, dom, ecclesia, gemeente, gezindte, Godshuis, kapel, kathedraal, moskee, secte, synagoge, tempel
kerk in Istanboel Aya Sophia
kerk met verhoogd middenschip basiliek
kerk met verhoogd middenschip zonder vensters pseudobasiliek
kerkbaljuw suisse
kerkbanier kerkvaan
kerkbestuur kerkenraad, (kerk)voogdij
kerkbestuurder kerkrentmeester, ouderling
kerkbewaarder koster
kerkbezoek - kerkgang
kerkbibliotheek librije
kerkbode - gemeenteblad, predikbeurtenblad
kerkboek gebedenboek, psalmboek
kerkdeel - abside, toren
kerkdief kerkrover
kerkdienst dienst, liturgie, lof, mis, vespers
kerkdienst met een bepaald doel bidstond(e), dankstond(e)
kerkdorp gemeente, kerkgemeente, kerspel, parochie
kerkekamer - consistorie, sacrestie
kerkelijk belijdend, confessioneel
kerkelijk dienaar - acoliet
kerkelijk district bisdom, classis, diocees, ring
kerkelijk gebod - vasten
kerkelijk gebruik cultus, doop, rite, ritueel, ritus, liturgie,
eredienst
kerkelijk gerechtshof Rota
kerkelijk gewaad albe, kazuifel, parament, toga
kerkelijk gewest (Ind.) - statie
kerkelijk griffier - actuaris
kerkelijk hoogwaardigheidsbekleder - kardinaal, prelaat
kerkelijk lied gezang, psalm
kerkelijk toezicht - censuur
kerkelijk vaan - oriflamme
kerkelijk vonnis - ban, banvloek
kerkelijk zangstuk cantate, gezang, koraal, motet, psalm
kerkelijke armenzorg caritas, diakonie
kerkelijke banvloek anathema
kerkelijke ceremonie - ritus
kerkelijke feesten, kennis van de - heortologie
kerkelijke gemeente - kerspel, parochie, wijkgemeente
kerkelijke gewadenkennis paramentiek
kerkelijke handeling bidden, doop, zingen
kerkelijke inkomsten - annaten
kerkelijke kalender - heortologium
kerkelijke ommegang processie
kerkelijke oproeping - indictie
kerkelijke plechtigheid belijdenis, doop
kerkelijke rechtbank - inquisitie, rota
kerkelijke straf ban, excommunicatie, interdict
kerkelijke vergunning dispensatie
kerkelijke vervloeking - anathema
kerkelijke voorschriften riten
kerkelijke vrijstelling dispensatie
kerkelijke wet canon
kerkenraad kerkbestuur
kerkenraadslid diaken, dominee, ouderling,pastoor
kerker cachot, cel, gevangenis, kelder, lik, nor
kerkeraadskamer consistorie
kerkgang - kerkbezoek
kerkgebouw basiliek, dom, godshuis, kathedraal, kapel, kerk, moskee, pagode, synagoge, tempel
kerkgebruiken riten, ritus
kerkgenootschap - cleresie, cleresij
kerkgezang gezang, hymne, koraal, motet, psalm, requiem
kerkheer - collator, prelaat
kerkhervormer Calvijn, Huss, Luther, Zwingli
kerkhervorming reformatie
kerkhof begraafplaats, dodenakker
kerkje kapel
kerkkauw - ka
kerkklokjes in Haarlem damiaatjes
kerkkoor - cantorij
kerkleraar dominee, pastor, predikant
kerklied - gezang, hymne psalm
kerkluiklok sampaan
kerkmuziek - meserere
kerkorde kerkwet
kerkplechtigheid belijdenis, bevestiging, doop
kerkprovincie bisdom, classis
kerks godsdienstig, kerkelijk, religleus, vroom
kerkscheuring schisma
kerkschrift textura
kerkslavisch - oudbulgaars
kerksplitsing afscheiding, doleantie
kerkuil katuil, torenuil
kerkvaan gonfalon, kerkbanier, kerkvlag
kerkvader pater, paus, Ambrosius, Anselmus, Augustinus, Basilius, Gregorius, Hiëronymus
kerkvaders patres
kerkvaders, kennis van de - patrologie
kerkvaders, afkomstig van de - patristisch
kerkvergadering concilie, synode
kerkvlag kerkbanier, kerkvaan
kerkvoogd bisschop, kardinaal, kerkvorst, paus, prelaat
kerkvorst aartsbisschop, kardinaal, Paus
kerkwachter suisse
kerkwet kerkorde
Kerkyra - Kprfoe
Kerkzwaluw - gier, steenzwaluw
Kermadec-eilanden, een van de - Raoul
kermen klagen, kreunen, steunen, weeklagen
kermis bissing, foor, jaarmarkt, lunapark
kermisachtige markt -braderie
kermisattractie achtbaan, botsauto, cakewalk, carrousel, draaimolen, mallemolen, poffertjeskraam, rutsch, schiettent, waarzegster, zweefmolen
kermisbed noodbed, veldbed
kermiseettent - pofertjeskraam
kermisgebak oliebol, oublie, poffertjes, wafel
kermisgerecht paling, poffertjes
kermispop pronkster
kermisrutsbaan achtbaan, tobogan
kermistent brak, kraam, rarekiek
kern beginsel, binnenste, centrum, elite, essentie, hart, hoofdpunt, hoofdzaak, inwendige, keest, keur, kiem, merg, middelste, nudeuspit, pit, ziel
kern van een partij kader
kernachtig bondig, krachtig, lakoniek, lapidair, pittig, pregnant, sententieus, snedig
kernachtig gezegde aforisme, motto, parool, sententie, spreuk
kernbijter - appelvink
kernbom atoomborn, Hbom
kerndeeltje neutron, proton
kerndeling - amitose
kernenergie atoomenergie, atoomkracht
kernfysicus - atoomgeleerde
kernhout - karrel
kernlichaampje nucleolus
kernlis - chromosoom
kernooft - appel, kers, peer, pruim
kernreactor - atoomzuil
kernreactor in Nederland Petten
kernschede - endodermis
kernspreuk - adagium, aforisme, sentenie
kern van been - merg
kernwapen atoombom, Hbom, waterstofborn
kernwetenschap - atomistiek
kers - akkerkers, bitterkerscerise, kriek, meikers, morel, prunus, tuinkers, waterkers
kersenbijter - appelvink, dikbek, kersenvink
kersenboom - kriekelaar
kersenlikeur kirsch, maraskijn
kersengom - cerasine
kersenkleurig - cerise
kersenpikkertje - tuinfluiter
kersensoort - bigaro, kriek
kerspel kerkdorp, kerkgemeente, parochie
kersrood cerise
kerst kerstfeest,
kerstboom den, spar
kerstboomversiering bal, engelenhaar, kaarsjes, piek, slinger
kerstbrood duivekater, stol
kerstenen bekeren, beschaven, dopen, verchristelijken
kerstening - christianisatie
kerstevangelie kerstverhaal
kerstgeschenk - kerstgave
kerstlied carol, leis, noël
Kerstmis (Frans) noël
kerstroos - euphorbia, helleborus
kerstster eophorbia
kerstster (kamerplant) poinsettia
kerstverhaal kerstevangelie
kerstversiering kerstboom, mistletoe, sparrentak
kerven doorhakken, doorsnijdenhakken, insnijden, inkepen, kappen, kartelen
kerving spleet
kesp buikstuk, draagbalk, dwarslegger, slikhout
ket hit, ked, kid, pony
ketel aker, dal, gamel, vat
ketelaar naeter
ketelbink - varensgast
ketelboeter ketellapper
keteldal kluse
ketelhaak beugel
ketelhuis machinekamer, stookruimte
ketellapper ketelboeter, koperslager
ketellappers werktuig - bordeerhamer
ketelpak overall
keteltje gamel
keteltrom pauk, timpaan
keteltrommelslager - paukenist, pauker
ketelvormig dal - dalketel
ketelvormige inzinking in gesteenten maar, mare
keten boei, ketting, kluister, reeks, rij, schakeling , serie, snoer
keten van bodems catena
keten van militairen - cordon
ketenen boeien, vastbinden, vastklinken vrijdenker
ketjap sojasaus
keton-alcoholen - ketonen
kets (hooi)opper
ketsen afstuiten, afschampen, afspringen, kletteren, weigeren
ketter afvallige, bogger, geloofsverzaker, ongelovigevrijdenker
ketteren razen, schelden, tieren, uitvaren, vloeken
ketterhemd sanbenito
ketterij dwaalleer, dwaling, heresie
ketters eucheten, heterodox, massalianen, onrechtzinnig
ketting boel, collierketen, kluister, snoer, streng
kettingbrug ophaalbrug
kettingdraad schering
kettingfluweel - velvet
kettingganger dwangarbeider
kettinghond rekel, waakhond
kettinglijn - catenaria
kettingloze fiets acatène
ketting met emmers noria
kettingraadje in een uurwerk snek
kettingring schakel, schalm
kettingstraf - dwangarbeid
kettingtricot - milsnsise
kettingwinkel filiaalbedrijf
ketting zonder einde noria, rozenkrans, paternoster
kettingzang canon, kanon
keu biljartstok, big, rij, stok, varken, zwijn
keuen - biljarten
keuken cuisine, komguis
keukenbediende - vatenwasser
keuken betreffende culinair
keukenboter - margarine
keukendoekje aanvattertje, pannenlap
keukengerei
3 kan, mes, pan, pot, rek
4 blik, bord, oven, rasp teil, vork, zeef
5 emmer, garde, grill, ketel, lepel, mixer, tobbe
6 hakmes, opener, sachaal, treef
7 bakoven, fornuis, gasstel, klopper, klutser, schotel, vergiet
8 braadpan, koekepan, pollepel, snijplank, steelpan
9 beslagkom, braadslee, keukenrol, koekenpan, melkkooer,
pannenlap, soeplepel, vleesvork
10 blikopener, afdruiprek, deegroller, eierwekker, fluitketel, weegschaal
11 citroenpers, dunschiller, gehaktmolen, koffiemolen,
roomklopper, schuimspaan, snelkookpan
12 afwasmachine, matteklopper, pannekoekmes
14 vaatwasmachine
keukenhulp - keukenmeid
keukenkachel fornuis
keukenkleding - schort
keukenkluster - garde
Keukenkruid -
2 ui
3 tijm
4 anijs, prei
5 amoon, dille, karwij, komijn, lavas, salie, sesam
6 amomum, borago, dragon, foelie, hyssop, kaneel, kerrie,
kervel, mierik, sjalot, venkel
7 kamille, mosterd, oregano, selderij, snijlook, wijnruit
8 bieslook, bernagie, knoflook, maanzaad, majoraan,
tuinkers
9 basilicum, bonekruid, komijnzaad, koriander, marjolein,
pepermunt, pimpernel, rozemarijn
10 kattekruid, kruidnagel, kruizemunt, peterselie
11 nootmuskaat
12 citroenkruid, scharenkruid
13 mirikswortel
14 citroenmelisse
keukenlepel - pollepel
keukenmeester kok
keukenmeid dienstbode, keukenhulp
keukenpiet - pottenkijker
keukenschel - wildemanskruid
keukentje - pentry
keukenzout cloornatrium, jozo, natriumcloride, nezo, steenzout
keule bonenkruid
Keulen - domstad
keur bloem, elite, essaai, electie, handvest, indruk, keuze, merk, oorkonde, puik, r.k. selectie, stempel, stempelmerk, top, verordening, ijk
keurbende elite, falanx, garde, keurkorps, legioen, puik, stoottroep
keurder beoordelaar, controleur, (fijn)proever, ijker, kijker, taxateur
keuren beoordelen, beproeven, controleren, essaieren, inspecteren, monsteren, onderzoeken, proeven, roemen, schatten, schouwen, taxeren, testen, toetsen
keuren van eten proeven
keurgroep - elite
keurig behoorlijk, beleefd, betamelijk, chic, correct, fair, fatsoenlijk, gepast, jofel, korrekt, mooi, net, netjes, onberispelijk, oppassend, ordelijk, passend, perfect, proper, rein, schoon, smaakvol, subliem, verzorgd, volmaakt, voorbeeldig
keurig en ontwikkeld beschaafd
keurig en schoon rein
keurigheid gepastheid
keur in artikelen - merk
keuring beoordeling, ijking, inspectie, onderzoek, oordeel, schouwing,
keuring van ambtenaren, instantie voor de - gezondheidscommissie
keurkorps elite, elitekorps, garde, keurbende
keurmeester (dijken) schouwer
keurmeester (gewichten) controleur, ijker , inspecteur
keurmeester (goud en zilver) essaieur, essayeur
keurmeester (in het algemeen) controleur, criticus, inspecteur, jurylid
keurmerk - ijkteken, stempel
keurregiment garde
keurs korset, lijfje, rijglijf
keurslijf bedwang, dwangbuis, korset
keursoldaat - grenadier
keursoldaat der vroegere Egyptische sultans mammeluk
keurstempel ponsoen
keurteken - stempel, waarborgteken
keurtroep bloem, elite, garde, keurbende, stoottroep
keurvorst - elector, rijkvorst
keus elite, keuze, mogelijkheidoptie, selectie, sortering, voorliefde, uitverkiezing, voorkeur, voorliefde, uitverkiezing
keus van kleding smaak
keus van onaangename zaken dilemma
keutelaar draler, talmer
keuvelaar - babbelaar
keuvelen babbelen, kletsen, kouten, praten, spreken
keuze alternatief, electie, keur, keus, optie, selectie, sortering, variatie, verkiezing, verscheidenheld, voorkeur
keuze boven het ander voorkeur
keuze doen, een - opteren
keuze uit gedichten anthologie
kevel - kaalbeen
kevelen mummelen
kever aastor, boktor, duinkever, domkop, domoor, glimworm, goudhaan, kalander, kniptor, meeltor, achtvlinder, scarabee, scharrebijter, spektor, stekworm, tor, watertor, zandkever,
keveren - maffen
kever met zeer lange sprieten boktor
Khoisamiden - Bosjesmannen, Hottentotten
kibbelen bekvechten, harrewarren, herriën, kibbelen, kiften, kijven, krakelen, ruziën, strijden, strubbelen, twisten, vitten
kibbelpartij dispuut, geharrewar, heibel, ruzie
kidang muntjak
kidde hit
kidnap ontvoering
kidnappen - ontvoeren
kidnapper - kinderrover, mensenrover, ontvoerder
kidnapping kinderroof, ontvoering
kiek foto, opname, plaat, prent
kiekdoos - kijkdoos
kieken fotograferen, knippen
kiekendief - schor
kiekje - foto, opname
kiekkast - rarekiek
kiel blouse, bodembalk, borzeroen, buis, hes, mots, motse
kielen kielhalen
kielman - dagloner, kruier, sjouwer, witkiel
kielwater zog
kielzog - spoor
kiem aanleg, beginsel, bron, cel, embryo, keen, keest, kern, microbe, pit, spruit, treedsel, uitloper, zaad
kiemblaas(je) - blastula
kiemcel - eicel, geslachtscel, ovum, spore
kiemdrager - suspensor
kiemen - kenen, ontkiemen, ontbotten, ontspruiten, uitlopen
kiem in een ei treedsel, hanentree
kiem van granen - keest
kiemkorrel - spore
kiemmaand germinal
kiemschijf - blastoderm
kiemstof - blasteem
kiemvlies - hymenium
kiem van graan keest
kiemvrij steriel, ontsmet
kiemwortel radicula
kien alert, bijdehand, gewiekst, gis, pienter, slagvaardig, slim, uitgekookt, uitgeslapen, wakker
kienspel bingo, lotto
kiep korf, hengselmand, mars
kiepen kantelen, omslaan
kieperen gooien, omslaan, tuimelen, vallen
kier reet, spleet, voeg
kier of spleet - naad
kies bescheiden, delicaat, discreet, eerbaar, fatsoenlijk, fijn (gevoelig), gepast, keurig, maaltand, net, netelig, oorbaar, preuts, teer, zwak, zedig
kies molenaar
kiesgebied kiesdistrict
kiesgerechtigde - stemmer
kiesheid betamelijkheid, ingetogenheid, keurigheid, takt, welvoeglijkheid
kiesheid vereisend - delicaat, discreet
kieskauwer - langtand
kieskeurig nauwlettend, veeleisend, vies
kieskring - district
kiesstelsel e.v.
kiet, ongeslist
kietelen - kriebelen
kieuwdeksel - branchiostegiet
kieuwslak -
4 wulk
5 kauri
6 zeeoor
7 slipper, zeehaas
8 aliktuuk, penhoren, sterslak
9 fuikhoren, tijgerslak, wadslakje
10 kegelhoren, moerasslak, purperslak, tepelhoren
11 schaalhoren, vleugelslak
12 cassisschelp, tritonshoren, zeenaaktslak
13 bisschopsmuts, pelikaansvoet
kieuw van een vis - kaak
kievit kieft
kievitsbloem - fritillaria, pinksterbloem
kiezel gres, grind, grint, kruimel, kwarts, silicium
kiezelaardeverbinding - silicide
kiezelachtig gesteente - hoornsteen, kiezelgoer, kiezelsintel
kiezelalgen - diatomeeën
kiezelgoer - bergmeel, diatomeeënaarde, infusoriënaarde
kiezellei - lydiet
kiezels - grind
kiezelsteen agaat, biggel, grint, keitje, kwarsiet, kwarts, zandsteen
kiezelwoestijn serir
kiezelwand gries, grind, grint
kiezelwier - diatomee
kiezelzandsteen - gres
kiezelzuur mineaal silicaat
kiezelzuur zout - silicaat
kiezen opteren, selecteren, uitzoeken
kiezen en tanden gebit
kiezen van regering - stemmen
kiezer electorstemgerechtigde
kiezer van een telefoon - kiesschijf
kiezerskorps electoraat
kiezersvolk electoraat
kift afgunst, herrie, jaloezie, nijd, ruzie
kiften herriën, kibbelden, kijven, krakelen, ruziën, twisten,
kijf geschil, heibel, jaloezie, nijd, onenigheid, ruzie, twist
kijfachtige vrouw - haaibaai, ka
kijfzieke vrouw feeks, heibei, helleveeg, ka, katrijn
kijfzuchtig - snauwachtig
kijk inzicht, visie, zienswijze
kijken blikken, loeren, ogen, staren, turen, zien, waarnemen
kijken naar aanzien, bekijken
kijker aanschouwer, gluurder, loerder, oogglas, toeschouwer, verrekijker
kijkers publiek, toeschouwers
kijkglas kijker, lens, loep, lunet, oculair, vergrootglas
kijkgraag - nieuwsgierig
kijkkast kijkdoos, monitor, rarekiek
kijk of begrip - inzicht
kijkspel diorama, kaleidoscoop, panorama, show, opera, operette, rarekiek, revue
kijkspleet op een instrument diopter, vizier
kijktoestel - televisie
kijktoren - belverdere, kaap, wachttoren
keivage - gekibbel
kijven bekken, bekvechten, harrewarren, herriën, kibbelen,
kiften, krakelen, ruziën, schelden, twisten, vechten,
kikken reppen
kikker kikvors , rana
kikkerbeet - duitblad, hydrocharis
kikkerbil - puibil
kikkereitjes dril, rit, kikkerrit
kikkerlarve dikkop, klabotskop
kikkervisje dikkop, donderkopje
kikvors kikker, pui, vors, work
kikvorsachtigen -
3 pad
5 padde
6 hylida, kikker, ranida
7 kikvors
8 klauwpad
9 heikikker
11 boomkikvors, brulkikvors, knoflookpad, microhylida,
rhacophorus, tlmatobius, vuurbuikpad
12 buidelkikker
15 vroedmeesterpad
kikvorsman - duiker
kikvorsgezwel - ranula
kil doods, fris, guur, ijzig, kalm, koel, koud, onhartelijk, onverwarmd, rivierbed, stroombed, wetering,
Kilipico Nano
killen doden, vermoorden
killer - moordenaar
kilocalorie - kcal.
kilogram kg
kilogrammeter kgm
kilohertz khz
kiloliter stére, wisse
kilometer km
kiloton - mrgaton
kilovolt kv
kilovolt ampère kva
kilowatt kw
kilowattuur kwh
kilte frisheid, guurte, koelte, kou, koude
kim einder, horizon, kaam, kaamsel, kaan, kant, rand, schimmel
kimono judojas, kamerjas, negligé, ochtendjas, peignoir
kimonogordel - obi, sjitajime
kinbaardje - sik
kind afstammeling, aver, baby, blaag, dochter, dreumes, jongen, kleuter, koter, meisje, nageslacht, nakomeling, nazaat, oir, oor, peuter, spruit, telg, uk, wicht, zaad, zoon
kind (Barg.) koter,
kind met teveel praatjes - blaag
kind dat steeds huilt huilebalk
kind van blanke enIindiaan cabocio, cafuso, mesties
kind van blanke en Javaanse - liplap
kind van blanke en Mesties - fustie
kind van europeaan en Inlandse - sinjo
kind van Gaucho en Indiaanse - chino
kind van mannelijk geslacht - zoon
kind van mulat en mesties tercerone
kind van mulat en mulattin - caso
kind van neger en mulattin - griffio
kind van neger en indiaanse - zambo
kind van zambo en negerin - mango
kind zonder ouders wees
kinderachtig beuzelachtig, flauw, infantiel, laf, pueriel
kinderarts - pediater
kinderbewaarplaats crèche
kinderdagverbljf - creche
kinderdoek luier
kinderen grut, kroost, nazaten
kinderen grootbrengen - opvoeden
kinderen van Odin Asen
kindergeneeskunde pediatrie
kindergroet da, tata, dada
kinderhand knuistje
kinderhoofdje straatkei
kinderjuffrouw baboe, bonne, gouvernante, nurse
kinderkleding hansop, luier, trappelzak
kinderkunde pedalogie
kinderledikantje - bedje
kinderlijk argeloos, eenvoudig, infantiel, kinds, naïef, onbedorven, onbevangen, onvolwassen
kindermeid baboe, baker, nurse,
kindermeisje - bonne
kindermeisje(Ind.) - baboe
kinderoppasser babysitter
kinderroof kidnapping
kinderschrik - boeman, bullebak, krulleboes, walhond
kinderspeelgoed autoped, bal, bikkel, bromtol, diabolo, hoepel, jojo, knikker, pop, rammelaar, schommel, teddybeer, step, stuiter, toeter, tol, vlieger, wip
kinderspeelplaats speeltuin, zandbak
kinderspel aftellen, ballen, bikkelen, blindeman, blokkendoos, bokspringen, bouwdoos, buten, diabolo, haasje-over, hinkelen, hinken, hoepelen, honken, jellen, jonassen, kiekeboe, kienen, knikkeren, koten, krijgertje, legkaart, lotto,overlopertje, puzzel, schommelen, steltlopen, steppen, tikkertje, tollen, wippen, vliegeren, zakdoekje-leggen
kindertrompetje - toeter
kinderuitroep ta, da
kinderverblijf - box,crèche, loophek, zandbak
kinderverlamming polio(myelitis)
kindervermaak poppenkast, spelen
kinderverzorgster baker, nurse
kindervoorwerp dot, speen
kinderziekte - bof, difterie, kinkhoest, kroep, mazelen, pokken, roodvonk
kinderzitplaats kinderstoel
kindje - baby
kindoekje - barbette
kinds halfwijs, kinderlijk, naief, onnozel, seniel, suf
kindsheid begin, dementie, jeugd, onnozelheid, seniliteit, sufheid
kind zonder ouders - wees
kinine, morfine en nicotine - alkaloïden
kinine, dervaat van - euchinine
kink bocht, draai, kronkel, slag, stomp
kinkel boer, botterik, loebas, lomperd, pummel, vlegel, vlerk
kinkhoest - pertussis
klinkhoorn - wulk, zeehoorn
kinnebak kaak, kin, onderkaak
kino looistof
kinstoot - uppercut
Kioesjoe, haven op - Jawata, Modji, Nagasaki
kiosk - paviljoen
kioskbedrijf A.K.O., bruna, l.L.A.
kip barnevelder, hen, hoen(der), kloek, leghen, pel, poulet, wijandot
kipkar kipwagen, lorrie, stortkar
kip met kuikens kloek
kiplekker kerngezond
kippeneigenschap leg , rui
kippengeluid kakelen, tokken
kippenhok hoenderhok, polder, ren
kippenloop ren
kippenluis - dermanyssus
kippenprodukt ei
kippenras - pel
kippenrustplaats nest, roest
kippensoort Barneveider, kriel, leghorn, pel wyandot,
kippenstal roest
kippenstok roest
kippenverblijf hok, ren
kippenvoer graan, grit, mais, tarwe
kippenziekte - coccidiosis, dikte, pip, pokken, pullorum, snot, t.b.c., tuberculose, verlammingsziekte
kippig bijziend, kortzichtigmyoop
kipwagen kipkar, stortkar
Kirgizië, hoofdstad van - Froenze
Kirov - Vjatka
kirren koeren, korren
kissen - aanhitsen
kist bak, doos, koffer, krat, vat, vliegtuig
kistje voor geld - cassette
kist van latwerk - krat
kist voot bagage - koffer
kist voor relieken schrijn
kit aker, bak, emmer, gom, kan, kolenemmer, kroeg, kuf, lijm, vat
Kitara Nyoro
kits grindhoop, plezier
kitsbok bokkalf
kitch leonisch, prullaria
kitsen braken, ketsen, keilen, kiskassen, overgeven, spugen
kittelaar - clitoris
kittelen kietelen, kriebelen, prikkelen, strelen
kitteling - prikkel
kittelorig driftig, kregel(ig), kriegel, lastig, levendig, lichtgeraakt, ongeduldig, ongemakkelijk, vurig
kitten plakken
kitter - lijmer
kittig alert, energiek, fel, flink, kras, kwiek, levendig, pittig, rap, vief, vinnig, vurig
kit voor kolen kolenemmer
kiwi - snipstruis
klaaggeschrei - gejammer, weeklacht
klaaglied elegie, jeremiade, klaagdicht, klaagzang, lamentatie, treurlied, treurzang
klaagliederen van Jeremia echa
klaaglijk gieren - huilen
klaagschrift bezwaarschrift, doleantie, pamflet, schotschrift, smeekschrift
klaagzang - elegie
klaagzang (muz.) lamento
klaar af, afgelopen, afgemaakt, afgerond, bereid, bevredigd, blijkbaar, duidelijk, gedaan, gereed, gezwind, (glas)helder, klankrijk, licht, onvermengd, paraat, puur, ready, ree, reisvaardig, schoon, stralend, uit, vaardig, verstaanbaar, voltooid, ziezo, zuiver
klaarblijkelijk apert, evident, duidelijk, glashelder, notoir, onweerlegbaar
klaar en helder - apert
klaargemaakt middel preparaat
klaarheid duidelijkheid, helderheid, klaarte, zuiverheid
klaarkrijgen - redden
klaarlicht helder(licht)
klaarmaken aangorden, bereiden, gereedmaken, opleiden, prepareren, preparatie, regelen, toebereiden, toebereiding, voltooien, voorbereiden, voorbereiding
klaar met iets gereed
klaar of gereed bereid
klaarspelen fiksen,
klaarte duidelijkheid, helderheid, klaarheid
Klaas Vaak zandman
klabak agent, bink, diender, juut, politieagentsmeris, tuut
klacht ach, beklag, bezwaar, grief, och, reclamatie, reclame, smet, spat, vlek
klacht indienen - klagen
klad inktvlek, laster, mop, piek, plakkaat, smet, spat, spet, veeg, vlek, inktmop, klodder, klont, ontwerp
kladboek - memoriel, werkboek
kladden knoeien, morsen, slonzen, smeren, vlekken
kladder klodder, kluit, knoeier, prulschilder, vlek
kladderaar - knoeier
kladderig - morsig, slordig, vuil
klagen grieven, jammeren, kermen, kreunen, mopperen, reclameren, steunen, tobben, treuren, zaniken, zeuren, zuchten
klagend elegisch, kermend, klagenlijk, klagerig, lacrimoso, treurend
klagend (muz.) dolendo, lamentoso, sospirando
klager eiser, implorant, jammeraar, kwerulant, mopperaar, reclamant
Klaipeda (Litauwen) - Memel
klagerig elegisch, klagend
klak gibus, inktmop, klodder, muts, pet, spat, tongbeweging, vlek
klakkebus proppenschieter
klakkelings eensklaps, lukraak, plots, onverwachts, onvoorziens, plotseling
klakkeloos blindelings, lukraak, ongemotiveerd, onnadenkend, onverwachts, onvoorziens, stomweg, voetstoots, willekeurig, zomaar, zorgeloos
klakker klepper, wentelteefje
klam bezweet, kil, kelderkoud, klef, kleverig, koud, nat, vochtig
klamboe muskietennet
klamheid - vochtigheid
klamp bindhout, bindlat, bindlegstuk, blok, haak, hooischelf, klauw, klos, lat, mijt, pal, pin, schelf, stapel, verbindingsstuk
klamp om een rad vast te zetten pal
klampen bevestigen, vastpakken
klamp hooi schelf
klamp hout stapel
klamp op schepen kikker
klandestien bedekt, heimelijk, illegaal, stiekem, tersluiks, verborgen, verholen, verstolen
klandestiene taxichauffeur snorder
klandizie cliëntele, klanten, nering, winkelnering
klank echo, galm, geluid, stem, toon
klankbeeld - reportage
klankbekken cimbaal, gong
klankdemper - sordino, sourdine
klanken vormen - spreken
klankfilm geluidsfilm
klankgehalte timbre
klankherhaling echo, rijm, weerklank
klankkleur timbre
klankladder toonladder
klankleer akoestiek, fonetiek
klankmaat cadans, ritme
klankmeting echometrie
klanknabootsend woord onomatopee
klanknabootsing bam, bim, bom, bonsdzjeng, floep, hee, imitatie, koekoek krak, oehoe, oempa, onomatopee, paf, pang, pief, ping, plens, plof, poef, roetsj, tak, tik, tiktak, waf
klankrijk - krachtig
klankteken accent, foneem, letter
klanktint - timbre
klanktrap interval, none
klankverschuiving ablaut
klankvol sonoor
klankweerkaatsing echo, galm
klankwijziging van klinkers - umlaut
klankwisseling - ablant
klant abonneeafnemer, cliënt, koper
klanten - volk
klantenkring clientèle
klantenwerver acquisiteur
klantenwerving acquisitie
klap bons, dreun, ecplosiegepraat, klapper, klep, knal, labberdoedas, lel, mep, oorvijg, opdoffer, opduvel, oplawaai, pats, pets, slag, smak, stoot, tegenvaller, tik, uithaal, val, verlies
klap achtrf - nastoot
klapbes kruisbes, sneeuwbes
klapbrug ophaalbrug
klapbus klakkebus, proppenschieter
klapcilinderhoed gibus
klapdeksel - flap
klapekster babbelkous, klauwier
klaphoed - gibus
klaphoutje klepper
klapje - tikje
klaplopen bedelen, bietsen, parasiteren, profiteren, schuimen, smarotsen, tafelschuimen, uitvreten
klaploper bietser, nietsnut, pannenlikker, parasiet, profiteur, schuimer, tafelschuimer, talie, uitvreter
klapmuts kletskous
klapnet slagnet
klap op het or - oorveeg
klappei - babbelaarster, klatskous, kwaadspreekster, kwebbel, lameer
klappen - barsten, exploderen, klikken, ontploffen, praten, slaag, snateren
klappend geluid maken klapperen
klappende zoen - pakkerd, smak, smok
klappen geven - slaan
klapper custode, cocos, dictaat, index, inschrijfboek, kelapa, kokospalm, legger, map, palmboom, register, syllabes, voetzoeker, zaakregister, zevenklapper
klapperboom kokospalm
klappereend - bakelman
klapperen klepperen
klapperhoutje - klepper
klapperkruid - dragon
klappermannetje - braamsluiper
klappermolen vogelverschrikker
klakkernoot - kokosnoot
klapperrat badjing, adelaarsteen
klaproos kol, kollebloem, korenroos, papaver
klapstaart goudrenet
klapstuk hoogtevrees
klap van vuurwerk - knal
klapvleugelvliegtuig - ornithoptère
klapzoen pakkerd, smak, smok
klare borrel, jajem, jan, jandoede, jenever
klaren afdoen, herstellen, ophelderen, opknappen, redden, regelen, verlichten
klarigheid - gereedheid, helderheid
klaring - regeling
klaroen trompet
klas afdeling, klaslokaal
klasse afdeling, categorie, groep, hoedanigheid, kaste, kl., kwaliteit, leerjaar, orde, rang, rubriek, soort, stand
klassement indeling, ranglijst, rangschikking
klasse of stand - rang
klasseren - indelen, rangscgikken
klasse van roofdieren - apen, mensen, primaten, walvissen
klassiek antiek, uitstekend, voorbeeldig, voortreffelijk
klassieke componisten Bach, Beethoven, Brahms, Bruch, Chopin, Grieg, Haydn, Mendelsohn, Mozart, Vivaldi, Wagner
klassieke God Amor, Jupiter, Venus, Zeus
klassieke schrijvers Balzac, Beets, Brederode, Corneille, Euripides, Goethe, Hooft, Huygens, Lessing, Molière, Racine, Schiller, Shakespeare, Stendhal, Vondel
klater klad, rammelaar
klaterpeppel - ratelaar
Klausenburg Cluj
klauter klim
klauteren klimmen
klauterpaal - klimmast
klauw poot, tuinkark
klauwen krabben, stelen, wegnemen
klauwer - breeuwhamer
klauwier haak, klapekster; rank, spijker
klauwieren - laniidae
klauwijzer koevoet
klauwkikker - xenopus
clavecombel, soort - cembalospinet
klaver esparcette, kemp, lucerne, luzerne, serradella
klaverzuring oxalis
klaverzuurachtigen - oxalis
klavier clavecimbel, clavichord, hand, orgel, piano, toetsenbord, vleugel
klavierpennetje - tangent
kledder morspot, slet, vuilpoets
kledderen knoeien
kledderig modderig, vies
klederdracht kostuum
kleden bedekken
klederdracht - kledij
kledij dos, dracht, gewaad, kleding, kleren, kostuum, pak, uniform
kleding dos, dracht, garderobe,gewaad, goed, kledij, kleren, kostuum, pak, plunje, tenue, textiel, toilet
kleding aan doen kleden
kledingbergplaats garderobe, vestiaire
kleding bij officiële gelegenheid gala, jacquet, rok, smoking
kledinghanger haak, kapstok, knaapje
kledingkleur jeans, kaki
kledingstukken -
2 bh, pij
3 bef, boa, col, das, eva, fez, hes, hul, jak, jas, lijf, lob, lub, lijf,
mof, pak, pet, pon, rok, sok
4 alba, albe, beha, buis, busc, cape, coat, demi, flep, frak, galg,
haik, hemd, hoed, hoos, huif, huik, jurk, kain, kepi, kiel, klit, klet, kous, lars, lats, lint, muts, paan, riem, robe, sari, slab, slip, toga, toog, trui, vest, want
5 amict, atour, babbe, baret, bloes, boord, bride, broek, bunda, caban, cappa, falie, fichu, frees, gilet, habijt, jabot, japon, kapot, karos, kazak, keurs, kleed, kraag , kreel, kuras, lijfje,
lubbe, luier, motse, nylon, palla, panty, parka, pyama, shawl,
shirt, short, sjaal, sjako, stola, stool, strik, tissu, wagge
6 abolla, alpino, anklet, anorak, atilla, baadje, badjas,
badjoe, badpak, binini, blazer, blouse, boerka, bolero,
bonker, bonnet, bretel, caraco, casula, chiton, corset,
dolman, domino, duffel, duster, flanel, gewaad, gordel, harnas,
jacket, jekker, jersey, jopper, jumper, kabaai, kabaja, kaftan,
keuvel, kimono, kolder, koppel, korset, kravat, labaar, livrei,
mantel, ornaat, overal, panama, panier, peplos, poffer,
poncho, puttee, pyjama, raglan, rijglijf, samaar, sarong, schort,
schulk, shorts, skipak, skisok, slabbe,slipje, sluier, sortie,
stepin, talaar, tartan, toilet, tshirt, topper, tunica, tuniek,
ulster, wammes
7 almutia, amazone, apenrok, aumusse, badmuts, baljurk,
blempje, blouson, bontjas, brarobe, calotte, casaque, chemise,
chlamys, colbert, coltrui, complet, costuum, cravate, dophoed,
foulard, halsdas, handmof, huisjas, jacquet, kalotje, kaskien,
keursje, klokrok, koorkap, kostuum, legging, mailot, manchet,
manipel, matinee, mishend, mitaine, mitella, morslap, neglige,
oliejas, overall, overjas, paenula, paletot,pallium, paltrok,
pellies, petasos, polsmof, rijbroek, rokvest, rotonde, saroeng,
singlet, slipjas, smoking, soutane, spencer, stofjas, swagger,
sweater, tabberd, tallith, tanktop, toetoep, twinset, uniform,
vestrok, wambuis, werkjas, windjak, zwempak
8 almaviva, babydoll, badbroek, beremuts, bluejean, boernoes,
bontcape, borstrok, broekpak, broekrok, camisole, capuchon,
cardigan, chaperon, chasseur, ceintuur, corselet, cotillon,
damesjak, doopjurk, flambard, flaphoed, gandoura, gummijas,
halfhemd, halsdoek, havelock, herendas, herenjas, jarretel,
kamerjas, kamizool, kapotjas, keurslijf, koorhemd, kraagjas,
mantille, miskleed, morsdoek, morsjurk, motorjas, motorpak,
mouwvest, nachtpon, onderrok, overhemd, overjurk, palatine,
pantalon, peignoir, pelerine, pijekker, plooirok, plusfour,
pluviale, pofbroek, pullover, regenjas, regenpak, rokbroek,
skibroek, slengang, slipover, slobkous, sluitjas, sombrero,
strohoed, stropdas, swingrok, tabbaard, truivest, wapenrok,
werkkiel, windjack, zeiltrui, zomerjas, zwemvest
9 alpinopet, avondjurk, berenmuts, bleujeans, boezelaar,
boezeroen, bouffante, brassière, colombine, crinoline,
dalmatiek, gabardine, halsboord, halskraag, hoepelrok,
hoofddoek, huisjapon, huisjasje, kapmantel, kapothoed,
klepbroek, kniebroek, kraaghemd, kuitbroek, manteljas,
mantelpak, nachthemd, nachtmuts, nylonkous, onderjurk,
overjurk, overkleed, pardessus, parricoat, petticote, plustour,
polonaise, scafander, slaapmuts, slobbroek, sportkous,
strapless, trouwjurk, werkbroek, winterjas, zwembroek
10 alpinemuts, atjehjasje, avondjapon, baaivanger, boerenkiel,
bolkvanger, bontmantel, bovenbroek, chemisette, damesjakje,
demisaisson, directoire, handschoen, jarretelle, kantoorjas,
kruipbroek, lendenband, mackintosh, nachtjapon, ochtendjas,
omslagdoek, onderbroek, onderkleed, opperkleed, overgooier,
pandjesjas, stofmantel, trenchcoat, trouwjapon, voorschoot, zelfbinder
11 battledress, bruidsjapon, bruidskleed, bustehouder,
combination, damesmantel, hoofddeksel, onderblouse,
pelerinejas, regenmantel, sambalbroek, schansloper,
sjamberloek, sokophouder, spijkerbroek, zwemkostuum
12 chambercloak, chesterfield, cocktailjurk, dinnerjacket,
kousophouder, malienkolder, ochtendjapon, ruitermantel,
schouderdoek, tainingspak, wintermantel, zelfstrikker
13 knickerbocker, overhemdbloes
14 pelerinemantel, schoudermantel
kleding van ambtsdrager ornaat ,toga, toog
kleding van bediende livrei
kleding van geestelijke toga, toog, pij, habijt
kleding van militair dress, tenue, tuniek, uniform
kledingstuk van Eskimo - anorak
kleding waarin men zwemt bikini, monokini, slip, zwembroek, zwempak
kledingstuk, Egyptisch - kalasiris
kledingstuk, der Grieken - chiton, chlaina, chlamys, himation, paplos
kledingstuk der Grieken en Romeinen - palla, toga, tunica
kledingstuk (Ind.) kabaai, kabaja, sarong, slendang
kledingstuk der meden - kandys
kledingstuk in Schotland - kilt
kledingstuk voor babys luier, trappelzak
kledingstuk voor een soldaat - kepi, tuniek
kledingstuk voor jonge personen - luier
kledingstuk van Eskimo anorak (windjak met capuchon)
kleding voor kinderen - babykleren, kinderkleren
kledij - dos, kostuum, rijkleed
kleed bedekking, dek, deken, gewaad, habijt, japon, jurk, karpet, mat, overtrek, plaid, robe, sprei, tapijt, tenue, wade
sprei, tapijt,tenue, wade
kleed van een geestelijke habijt, kovel, pij
kleedhokje - cabine
kleedje antimakassar, mat
kleedje in de badkamer badmat
kleed in de gang - loper
kleedje op stoelleuning antimakassar
kleedje van kloosterling habijt, keuvel, kovel, pij
kleedkamer garderobe
kleed op bed dekel, laken, sprei
kleed voor de deur - mat
kleedwijze mode, stijl
kleefband - tape
kleefgrond - vollersaarde
kleefkracht - adhesie
kleefkruid klit, tongel, walstro
kleefmiddel gom, gluton, hars, kit, lijm, plakmeel, plak(sel), pleister, stijfsel ,velpon
kleefpleister plakker, leukoplast
kleefstof dextrine, gluton, gom, kit, lijm, plakmeel
kleefstrook pleister
kleems klef, kleverig
kleerbewaarplaats garderobe, vestiaire
kleerhanger haakje, kapstok, knaapje, stander
kleerkast garderobe
kleermaakster - tailleuse
kleermaker coupeur, snijder, tailleur, tailor
kleerstandaard knaapje
klef klam, kleverig, lijmerig, nat, taai, tets
klef en neit hard - week
kleiaarde - kaolien, oker
kleiachtig gesteente - kaolien, kleischiefer, leem
keiachtig stuk bouwland kleiakker
klei bevattend kleiig
kleiduiven schieten skeet
kleiheuvel terp, wierde
klei met zand zavel
kleimineraal anauxiet, dickiet, gibsiet, glauconiet, halloysiet, hectoriet, illiet, kandiet, kaoliniet, nacriet, sanconiet, saponiet, smectiet, montmoriloniet, vermiculiet
klein beknopt, bekrompen, gedrongen, gering, iel, kort, laag, luttel, matig, min, miniem, miezerig, nietig, oligo, onaanzienlijk, onbeduidend, peuterig, popperig, poppig, smal
klein aambeeldje tas
klein aantal enige, weinig
klein afgeslagen stuk flinter
klein afluisterapparaat - bug
klein anker dreg
kleinAzië Anatolië, Perzië,Turkije
Klein-Azië, oorspronkelijke bewoner van - Ciliciër, Kariër, Lyciër, Pisidiër, Proto-chattiër
klein balletje pil
klein bed kinderbedje, ledikantje
klein bedrag fooi, habbekrats, prik
klein beetje enigzins, greintje, habbekrats, iets, ietwat, krats, snuifje, wat, weinig, ziertje
klein bierglas - deukje
klein blijk bewijsje
klein bootje - nap
klein bolletje pi1
klein briefje babbel, babbeltje, biljet, kattebel
klein broodje bol, kadet, puntje, trimp
klein brokje steen - bruizel
klein bros meelgebakje - koekje
klein burgerlijk bekrompen
klein cafe - tapperij
klein concert concertino
klein damesbroekje - slipje
klein deeltje atoom, elektron, foton, fractie, iets, ion, korrel, molecuul, partikel, partje, proton, splinter, stukje
klein deurtje in grote - klinket, loket
klein diertje - vogelijn
klein dorp gat, gehucht, negorij, nest, vlek
klein drijvend tonnetje breel, joon
klein duwtje - stootje
klein Europees land - Andorra, Liechtenstein, San Marino
klein gebed ave(marij), schietgebed
klein gebakje koekje, petitfour
klein gewicht gram, grein
klein goed grut, kriel
klein graafdiertje mol
klein handvat - oortje
klein helder meer ven
klein hert ree
klein heuveltje duin, butte, hil
klein houten vaartuig - kano
klein huisje hut, stulp
klein huisorgel met registers serafine
klein karweitje klus, klusje, toetast
klein kind baby, dreumes, dwerg, hummel, kleuter, liliputter, peuter, puk, uk, ukkepuk, wicht, wurm
klein knaagdier muis
klein konijn - pooltj
klein koopvaardijschip galjas
klein krijgen temmen
klein kuilnet - aatje
klein land in Europa Andorra, Liechtenstein, Luxemburg, Monaco, Nederland, San Marino
klein liedje canzonetta
klein maar fors gebouwd gedrongen
klein maatje - micron
klein mannetje aardmannetje, dreutel, dwerg, kabouter, lilliputter, neutel
klein meelgebakje - koekje
klein meer lagune, plas, ven
klein mens baby, deumes, dwerg, kind, kriel, lilliputter, neutel, uk, peuter
klein metaaldeeltje spaan, splinter
klein model makette, maquette
klein molentje als windwijzer bij een grote molen staartmolen
klein muziekgezelschap band, combo, duo, kwartet, kwintet, trio
klein muziekstuk - bagatelle, étude
klein onderdeel - detail
klein oorlogsschip fregat, korvet
klein orgel - positief, serafine
klein orkest band, kapel, kamerorkest
klein orkestje - strijkje
klein oud vrouwtje besje, neut
klein paardje hit, ket, kid, pony,
klein persoon dwerg, kleuter , uk
klein paard hit, ked, kedde, ket, kid, kidder, pony
klin pakje pakket
klein persoon dwerg, puk
klein plantje mos, alg
klei plat vaartuig polster, vlet, vlot
klein projektiel kogel, granaat
klein raampje loket
klei rond broodje - bol
klein roofdier das
klein rond tuinhuis koepel
klein schaap lam
klein schietwapen - pistool
klein schilderstuk miniatuur
klein schip bootje, notendop, scheepje
klein siertorentje minaret, pinakel
klein slaapje dutje, uiltje
klein slokje nipje, teugje
klein soort aal - kataal
klein soort dagvlinder page
klein soort haan - krielhaan
klein soort kreeft garnaal
klein soort paard hit, kid, pony
klein soort schar krit
klein soort steur sterlet
klein Spaans vartuig - patas
klein staatje aan de Spaanse grens Andorra
klein steekwapen - dolk
klein strandmeer étang, lagune
klein stromend water beek, vliet
klein stukje beetje, brok, kriezel, moot, splinter
klein stukje loopgraaf nest
klein stukje papier - snipper
klein teugje nip
klein touw taliereep
klein tuinhuis koepel, priëel
klein uitje - sjalot
klein vaartuig bootje, jol, kajak, kano, patas, praam, punter, roeiboot, sloep, vlet, zeilboot Zie ook schepen en vaartuigen
klein van breedte - nauw
klein van stuk kort, nietig
klein ventje petieter
klein verblijf - optrek
klein vertrek alkoof, cel, kabinet, optrek
klein visje pos, sardinesprot
klein vissersvaartuig blazer
klein vlaggetje aan boegspriet - geus
klein vlak dak plat
klein vlindertje mot, uiltje
klein voetstuk - sokkel
klein voorwerp neut, stukje
klein vorstendom in Europa Monaco, Liechtenstein
klein vuurapen pistool, revolver
klein werpanker - dreg
klein zangspel operette
klein zeeschip - brik
klein zeil op achtersteven van een schip - druil
klein zeilschip - pinas
klein zeilvaartuig - jol
klein zetwerk smout
klein zwembroekje - tanga
kleine aal kataal
kleine aantekening - notitie
kleine aap ion, javaanaap, kapucijneraapje, leeuwaapje, lori, magot, maki, oeistiti, penseelaapje, resusaap
kleine aardappel - drieling, kriel, poter
kleine aarden wal of verschansing rideau
kleine afdeling soldaten peloton, rot, sectie
kleine afgelegen plaats negorij, gat, gehucht
kleine afstand dichtbij, kort
kleine ahorn aak
kleine aria ariëtte
kleine baai inham, kreek, wik
kleine baarsvis pos
kleine badkuip - lavet
kleine bedrijvige vrouw hittepetit
kleine bijzonderheid detail, finesse
kleine bikinie - minikini
kleine boer keuter, keuterboer
kleine boerenwoning - stulp
kleine boomhagedis basilisk
kleine boor fret
kleine breuk barst, scheur
kleine bron spreng
kleine brutale jongen snotaap
kleine buiging - knik
kleine canapé - sofa
kleine citroen, zoet van smaak limmetje
kleine dagvlinder page
kleine depressie - storing
kleine deur in poort - klinket, loket
kleine dief gapper, kruimeldief
kleine dikke zuil - dok
kleine dog mops, puk
kleine dolk stiletto
kleine draaghemel - umbrella
kleine drukletter ter grootte van 6 punten nonparel
kleine duif tortel
kleine dunne aal - kataal
kleine eend krakeend, taling
kleine eenheden ionen
kleine eg reek
kleine ensemble combo
kleine esdoom aak
kleine fluit piccolo
kleine fuut dodaars
kleine galei met 16 of 20 riemen galjoot
kleine gemeente dorp, gehucht
kleine gewichtshoeveelheid centigram, decigram, gram, grein, lood, miligram, ons
kleine gier - aasgier
kleine golf - baai, baar
kleine gracht sloot
kleine grendel knip
kleine groep musici band, ensemble, kwartet, kwintet, octet, septet, sextet, trio
kleine groep uitgelezenen clique, coteriw, elite, keurbende
kleine haan krielhaan
kleine handtrom - tamboerijn
kleine harp sambuca
kleine haven kom
kleine hen krielhen
kleine herberg - kroeg
kleine hersenen cerebellum
kleine heuvel - butte
kleine hoeveelheid bagatel, beetje, dosis, gram, grein, iet, iets, kluts, krats,kruimel, lik, pietsie, pits, schijntje, snars, snufje, wat, zier
kleine huidopening - porie
kleine inham kreek
kleine Instrumentale compositie romance
kleine jongen bambino, broekeman, kereltje, knaap, ventje,
kleine kabeljauw gul
kloeine kajuit - roef
kleine kamer alkoof, cel, salet
kleine kap kalotje, mutsje
kleine kapel, rk oratorium
kleine kinderen grut
kleine kip - krielkip
kleine klimvogel - blauwe, boomklever, brabandertje, specht, spechtmees
kleine kogel - posy
kleine komkommer augurk
kleine kreeft garnaal
kleine legerauto - jeep
kleine lettersoort brevier, parel
kleine list foefje, slenter
kleine lopende hond briquet
kleine mantel - jak
kleine militaire stelling nest
kleine modewinkel boetiek
kleine neger negrito
kleine Noordzeevis puf
kleine ontwateringsluis - verlaat
kleine opening barst, gaatje, kier, reet, porie, scheur
kleine ossenboer keuter
kleine oude vrouw besje, neutje
kleine padinder welp
kleine pepernoot - kriek
kleine plaats dorp, gehucht, negorij, vlek
kleine planeet asteroïde, planatoïde
kleine plantjes kroos
kleine plas - ven
kleine platvis - schar
kleine polder kaag, koog
kleine profeet uit het O.T. Amos, Jona, Micha, Nahum
kleine pruim kroos
kleine punt stipje
kliene racewagen scelter
kleine reis trip
kleine rnotaekening -
kleine republiek in Europa Andorra
kleine rivier beek, kreek, vliet
kleine rivierkrib - rits
kleine roerdomp wouwaapje
kleine ronde pruim kroosje
kleine ronde vlek punt, stip
kleine rozijn zonder pit krent
kleine ruimte cel, kabinet
kleine samenhangende massa vlok
kleine samenleving dorp
kleine scharretjes - krit
kleine schelvis molenaar
kleine schol keu, schar
kleine schram - krabbel
kleine schroefboor fret
kleine schutsluis verlaat
kleine sierlijke plantjes mos
kleine sieraad - snuisterij
kleine sigaar cigarillo, sigretto
kleine sinaasappel - mandarijn
kleine slanke vogel - kwikstaart
kleine slanke zuil - colonnet
kleine sloep jol, roeiboot
kleine slok nip, teug
kleine sloot - greppel
kleine sluis sas, verlaat
kleine Soendaellanden Bali
kleine som geld krats
kleine sonate sonatine
kleine soort haan krielhaan
kleine spanzaag - figuurzaag
kleine speculatie gok
kleine stad plaats
kleine stap - pasje
kleine steen - kiezel
kleine steen onder een stijl - neut
kleine stenen zuil - cippus
kleine steur sterlet
kleine stukjes van iets gruis, poeder
kleine stukjes papier snippers
kleine tang pincet
kleine terts mineur
kleine teug - nip
kleine ton bree, joon
kleine toom trens
kleine trap muizetrap \
kleine trommel - tamboeret, tamboerijn
kleine twist - bisbilles
kleine ui rocambole, sjalot, zilverui
kleine veldschans - lunet, redoute
kleine versiering - pompon
kleine vesting citadel
kleine villa - chalet
kleine vis katvis, pos, spiering, stekelbaars, voorn, witvis
Zie ook vissen.
kleine visotter afkomstig uit Noord Amerika - nerts
kleine vissoort pos, spiering, stekelbaarsvoorn, witvis
kleine vlag op de boegspriet geus
kleine vochtmaat - mudje
kleine vogel uit Australië honingzuiger
kleine vogel uit ZuidAmerika kolibrie
kleine watermolen staartmolen, standaardmolen
kleine waterval cascade
kleine wereld microcosmos
kleine windhond - whippet
kleine windmolen - tjasker
kleine wilde eend krakeend, krast, roepertje
kleine winkel boetiek
kleine woning huisje, optrek
kleine wortel - alruin
kleine zalm - schot
kleine zeeboezem baai
kleine zeediertjes radiolariën, straaldiertjes
kleine zeis pik, sikkel, zicht
kleine zeis met breed handvat zicht
kleine zonde peccadille, pekelzonde
kleine zuil - cippus, colonnet
kleinachten - geringschatten, minachten
kleinburger filister
kleinburgerlijk armhartig, bekrompen, bourgeois, enghartig, kortzichtig, zielig
kleinburgerlijkheid bekrompenheid, filisterij
kleindenkend - benepen
kleindochter van David Ada
kleindochter van Herodes de Grote Herodias
klein en tenger pieterig
kleiner geringer, minder
kleineren miskennen, ontgroenen
kleiner maken verminderen
kleiner worden van stof - krimpen
kleingeestig - bekrompen, benepen, klein, kleinzielig, krenterig, min, pietluttig, schriel, smal
kleingeestig bedillen - vitten
kleingeestig bekrompen mens - krent, pietlut, zeurkous, zeurpiet
kleingeestig boekbeoordelaar - letterzifter
kleingeestig mens krent, kruidenier, pietlut
kleingeestige kritiek - vitterij
kleingeestige vitter haarklover, muggenzifter
kleingeld - cent, moos, munt, pasmunt, wisselgeld, zakgeld
kleingeld voor lopende zaken - zakgeld
kleingoed grut, kriel
klein graafdier mol
kleinhandel detail, slijterij
kleinhandelaar - detaillist, winkelier
kleinhandelaar op het water parlevinker
kleinhandelsprijs - detailprijs
kleinhartig angstig, bang, bevreesd, kleinmoedig, laf, lafhartig
kleinigheidje akkefietje, bagatel, beetje, beuzeling, frutje, habbekrats, iet, krats, niemendal, nietigheid, peulenschil, wissewasje
kleinkunst cabaret, revue, variété
kleinkunstartiest cabaretier
kleinmaken - breken
kleinmoedig bang, bekrompen, benepen, laf, minnetjes, pusillaniem, verlegen
kleinmoedig man - armhart
kleinood bijou, diamant, juweel, kostbaaheid,parel, sieraad
klijnsnijden - stuksnijden
kleinste bodemdeeltje klei
kleinste gemene veelvoud k.g.v.
kleinste hoeveelheid minimum
kleinste provincie van de Unie van Zuid-Afrika - Natal
kleinste stofdeeltje atoom
kleinste vertrek toilet, W.C.
kleinste vinger - pink
kleinste waarde minimum
kleinsteeds bekrompen, burgerlijk, provinciaal
kleintje uk, baby
kleintjes - laf
kleinvee - geiten, schapen, varkens
kleinzerig - hiep, overgevoelig
kleinzielig bekrompen, benepen, burgerlijk, kleingeestig
kleinzoon van Adam Enos
kleinzoon van Ezau Amalek
kleinzoon van Hillel Gamaliël
kleinzoon van Noach Aram
kleinzoon van Ruth en Boaz Isai
Cleio - Clio
kleisoort - almagra, knik
klem aandrang, beknelling, druk, knel, knijper, nadruk, pressie, val, voetangel
klemhaak pranger, ringtang
klem van een windmolen vang
klemmen knellen, knijpen, prangen
klemmend afdoend, drukkend, knellendsterk
klmmend houtj voor de was - knijper
klemming knel, prang
klemtoon accent, nadruk
klem van een windmolen vang
klem zitten vast
klens filtreerdoek, zijgdoek
klep afsluiter, bek, deksel, klap, lid, mond, plaat, sluiting, sluitstuk
klepbrug - basculebrug, ophaalbrug
klepel bengel, tong
klepmand karbies, korf
klep of deksel luik
kleppel knuppel
kleppen babbelen, beieren, kwekken, tampen
kleppen van klokken beieren, gebeier
klepper babbelkous, draver, klap, rammelaar, ratel
klepperen ratelen
klepperman - nachtwacht, nachtwaker, ratelman
kleptomaan dief
klep van een kist deksel
klep van een openhaard aanjager
kleren kledij, kleding
kleren aandoen - aankleden
klerenbergplaats garderobe, vestiaire
klerenhanger kapstok, knaap, knaapje
klerenkast garderobe
klerenstaander knaap
klerenstandaard - kapstok
klerikaal geestelijk
klerk bediende, commies, pennenlikker, schrijver
kles haarvlecht
klessebessen babbelen, keuvelen, kouten
klets geleuter, gerucht, klap, kletspraat, larie, lariekoek, mallepraat, nonsens, onzin, pats, pets, praatje, quatsch, smoes
kletsen babbelen, bazelen, bomen, dazen, kakelen, keuvelen, kouten, kwebbelen, kwekken, lullen, oreren, praten, raaskallen, razen, roddelen, spreken, smoezen, vertellen, wauwelen, zaniken, zeggen, zeuren, zwammen, zwetsen,
kletsende slag klets, pats, pets
kletsende slag pats, pets
kletser babbelaar, kwebbelaar, tater, veelprater, wauwel
kletskoek flauwekul, gebabbel, geklets, kletspraat, larie, lulkoek, nonsens, onzin, praatjes, wartaal
kletskous babbel(aar), flappei, klapmuts, flapuit, kakel, klappei, kletsmeier, kletstante, kwebbel, kwek, lasteraar, praatal, praatjesmaker, prater, ratel, wauwel, zwetser
kletsmajoor kakel, leuter(aar)
kletsmeier leuteraar
kletsnat doornat, doorwaternat, drijfnat, kledder
klets op het oor - oorveeg
kletspraat achterklap, beuzelpraat, borrelpraat, fabel, geleuter, gewauwel, kletskoek, larie, leuter, mythe, onzin, praat, zwets
kletstante kletskous
kletteren ketsen, klateren, knetteren
kleumen blauwbekken
kleur amarant, azuur, beige, blauw, blos, bruin, cerise, chroma, colombine, crème, eigeel, fraise, tint, teint, geel, geeloker, grijs, groen, indigo, isabel, kaki, karmijn, karmozijn, keel, khaki, kobalt, koboltblauw, koralijn, lazuur, lila, mauve, mosgroen, oker, olijf, oranje, paars, purper, resida, purper, rood, ros , roze, sabel, sepia, sienna, sinopel, smaragd, taupe, terra, tint, ultramarijn, vermiljoen, violet, wit, zwart
kleur (wapenk.) goud (geel), keel (rood), lazuur (blauw), sabel (zwart), sinopel (groen), zilver (wit)
kleur bekennen erkennen, toegeen
kleur van de boete paars
kleur van de haat geel
kleur van de hoop groen
kleur van de huid blank, donker, wit, zwart
kleur van dehuid na zonnen - bruin
kleur van de liefde rood
kleur van de maagdelijkheid wit
kleur van de trouw blauw
kleur van de rouw zwart
kleur van het gezicht teint
kleuraanpassend dier kameleon
kleuraanpassing mimicry
kleurafwisseling nuance
kleurecht kleurhoudend
kleuren blozen, tinten
kleurenbeeld spectrum
kleurenblindheid chromopsie, daltonisme, deuteranopie, dyschromatopsie, monochromasie, protanopie, tritanopie
kleurendruk chromotypie, oleografie, typie
kleurenfilmsysteem technicolor
kleurenfotografie heliochromie
kleurengamma spectrum
kleurenreeks gamma
kleurenschifting - dispersie, spectrum
kleurentoon koloriet, tint
kleuren van schilderij - koloriet
kleurgeving koloriet.
kleurgevoelinheid - fotochromasie
kleurgrondstof aniline, lak, verf
kleurhoudend batik, kleurecht
kleurig bont, vrolijk
kleurigheid jeu, luister, opschik
kleur Ind. weefsel - batik
kleurkrijt keurstift, pastel
kleurling creool, halfbloed, Indo, mesties, moor, mulat, mustie, naturel, neger, roodhuid
kleurlinge - negerin
kleurloos achromatisch, bleek, duf, grauw, karakterloos, neutraal, saai, vaal
kleurloos gas - argon, cyaan, butaan, ethaan, ethileen
kleurloos zout salmiak
kleurloze vloeistof - aniline, water
kleurmenging koloriet
kleur menselijke huid - bleek, carnaat, teint
kleurmiddel aniline, beits, email, geelsel, henna, kleursel, lak, lakmoes, laksel, loodwit, menie, saffraan, verf, vernis, witsel, zwartsel,
kleurnuance sepia, tint
kleur op wangen blos
kleurpotlood - verfstift
kleurrijk bont
kleurschakering coloriet, koloriet, tint
kleurschifting dispersie, spectrum
kleurschikking schakering, tint
kleursel beits, kleurstof
kleurspeling nuance, schakering, tint
kleurstift krijtje, pastel
kleurstof - alkannine, aniline, beits, eosine, geelsel, indigo, karmijn, lakmoes, meekrap, menie, oker, omber, orseille, pastel, pigment, saffraan, taan, verf, vermiljoen, vernis, waterverf
kleurstof in de huid pigment
kleurstof in rode wijn - purpriet
kleurstof uit aardsoort oker, omber, sien(n)a, terra
kleurstof voor de vervaardiging van indiennes alapin
kleurstof voor hout - beits
kleur van de regenboog - blauw, geel, groen, indigo, oranje, rood, violet
kleur van het gelaat - teint, tint
kleurveranderend dier - kamelion
kleuter baby, dreumes, hummel, keutel, kind, kleintje, peuter, puk, uk, wurm
kleuterschool - bewaarschool, Fröbelschool
kleuterspeelgoed - rammelaar
kleven aanbakken, gommen, hechten, lijmen, plakken
kleverig klam, klef, lijmerig, plakkerig, tets
kleverig broodsmeersel siroop, sptoop
kleverig plantensap hars
kleverig speeksel slijm
kleverige stof gom, hars, kit, lijm, pek, pik, plaksel, slijm, stijfel, siroop, stroop, teer
kleverige plantensap - hars
kleverige vloeistof lijm
klewang hakmes, sabel
klieder - morskont
kliederen broddelen, kladden, klodderen, knoeien, modderen, morsen,
kliek club, coterie, etensrest, groep, kluit, kring, overschotje, prak, rest, staartje
kliekje hapje, klusje, overschotje, prakje
klier bijnier, epifyse, glandula; gonade, hypofyse, lever, mispunt, naarling, schildklier, thymus, zanik, zwezerik
klier tussen mond en keelholte amandel
klierachtig glanduleus, scrofuleus
klier bij het oog traanklier
klieren pesten, zaniken, zeuren
kliergezwel adenoma
klierig mens - mispunt
klierontsteking - adenitis
kliertje papil(la)
klier van een mannetjesvis - hom
klierziekte scrofulose
kliester (bloem)bol, lijster
kliet - scholekster
klieven divideren, doorhakken, kloven, scheiden, splijten, splitsen
klif steilte
klik roerhaak
klikken aanbrengen, klappen, verraden
klikspaan aanbrenger, verklikker, verrader
klim klauter, steilte
klimaat - luchtstreek, weer
klimaatgordel (sub)tropen, noordpool, zuidpool
klimaatkamer - fytotron
klimaatkunde klimatologie
klimaatkundige klimatoloog
klimaatsindeling Köppen, Thorntwaite
klimaatstation in België Ukkel
klimaattype bergklimaat, gematigd, landklimaat, moessonklimaat, polair, steppe-klimaat, tropisch, warm-gematigd, vastelandsklimaat, woestijnklimaat, zeeklimaat
klimbuideldier - koala, koeskoes, koesoe
klimkers - kanariekers, tropeulum
klimmen betreden, klauteren, omhooggaan, rijzen, steigeren, stijgen
klimmende peperplant in Zuidoost-Azië betel
klimmen in een touw touwklimmen
klimmiddel lader, leer, trap
klimop - boom, eiloof (Eng.), ifte, ivy, klimmerkruid, veil
klimopachtigen - araliaceeën
klimplant - boomveil, clematis, eiloof, ifte, hop, klimmerkruid, klimop, liaan, veil, wingerd
klimstaf (myth.) thyrsus
klimstok voor bonen bonenstaak, staak
klimtoestel ladder, leer, trap
klimtol - jojo
klimvis klautervis, klimbaars
klimvogel boomklever, boomkruiper, hop, ijsvogel, jako, kaketoe, koekoek, lachvogel, parkiet, papegaai, specht
klimwerktuig ladder, leer, trap, trapleer
kling bajonet, heuvel, lemmet, zwaard,
klingel - bel, belletje, schel, schelletje
klingelen - beieren, bellen
klingmaker zwaardveger
kliniek hositaal, verpleeghuis, ziekenhuis
klink bout, deurknop, grendel, handvat, handgreep, inklinking, knop, kruk, sluitijzer, valijzer
klinkbout bout, klinknagel, nagel, overval
klinkdicht sonnet
klinken dreunen, galmen,hechten, luiden, nieten, toasten
klinkend - helsonoor
klinkende munt specie
klinkende slag klets, pats, pets, tets
klinker assonant; baksteen, kei, mop, (straat)steen, vocaal
klinker die onvoldoende is gebakken - blekerd
klinkerrijm - assonantie
klinkerveranderung umlaut
klinkerweg - straat
klinkhamer schelijzer
klinket deurraampje, sluipdeurtjevaldeurtje
klinkklaar puur, rein, zuiver
klinknagel neet, niet, spijker, tivet
klinknageltje klinkbout, neet, niet
klip beletsel, hindernis, kaap, koraal, rif, rots, scheer
klipdas (ZuidAfrikaans zoogdier) procavia
klipdassen - hyracoidae
klipgeit gems, steengeit,
klipper - driemaster
klipvis - chaetodon
klipzout - steenzout
klipzwaluw gierzwaluw, salangaan
klis arctium, dot, klit, knoop, winkelschuld
klissen - kleefkruid
klisteer - clysma, darmspoeling, lavement
klit dod, knoop
klits knikker
klitten kleven, vasthechten
klitworten - arctium
kloakadier vogelbekdier
klodde los, vod
klodder kladder, klak, klompje, klont, plakkaat, spat, vlek
klodderen kliederen, smeren
kloek dapper, energiek, ferm, fier, fiks, flink, fors, geducht, gezond, hen, kip, klokhen, koen, kordaat, kranig, manhaftig, moedig, onversaagd, sterk, stevig, stoer, stoutmoedig, waker
kloek en flink wakker
kloek en kranig kordaat
kloek en sterk fors
kloekheid dapperheid, durf, kordaatheid, lef, moedigheid
kloek persoon kerel, man
kloen bos, kluwen, knot, lomperd, lumel
kloen wol - kluwen
kloet kalkstok, klamp, klomp, klos, lomperd, polsstok, stok
klojo kluns, slungel, sufferd, sukkel
klok bel, horloge, koekoek, pendule, stolp, uurwerk, wekker
klok, deel van een - bengel, klepel, wijzer
klok die geluid wordt als de beurs aanvangt beursbengel
klok in Londen Big Ben
klok van luchtpomp recipiënt
klokbloem akelei, alpenklokjepetunia
klokdiertje afgietseldiertje
klokgelui gebeier, klinkklank
klokhen broedkip, kloek
klokhuis kreus
klokje angelus, bengel
klokjesachtigen - campanulaceeën .
klokjesachtige plant - rapunzel
klokjesbloem campanula
klokken timen
klokkend spoelen - gorgelen
klokkengieter Hemony
klokkenist beiaardier
klokkenspel beiaard(concert), carillon
klokkentoren belfortcampanile
klokkentouw zeel
klokvan glas - stolp
klokvormig neteldier kwal
klokzeel - klokkentouw
klomp blok, brok, holsblok, homp, klont, kluit, stuk
klomp grond - kluit
klomp planten pol, zode
klomp vlees homp, kwab
klompenmaker - kloefmaker
klompenschool armenschool
klompje klodder, klonter
klompvis maanvis
klompvoet - horlevoet
klont blokje, bonk, brok, homp, klodder, klomp, kluit, klonter
klonter klont, klodder
klonteren schiften, stremmen, verdikken
klonters vormen klonteren
klontje brokje
klontjes suiker - kandij
kloof afgrond, afstand, barst, breuk, canon, canyon, gaping, groef, keen, kerf, ravijn, reet, rotsdal, scheur, snee, spleet, verwijdering
klooflip hazenlip
kloofsel diamant
klooi sufferd
klooien klunzen, lummelen
klooier stuntel, zeur
klooster abdij, convent, konvent, priorij, sticht
kloosterbibliotheek boekerij, librije
kloosterbinnenplaats, zuilengang om de - claustrum
kloosterbinnenplaats pandhof
kloosterbroeder fra, frater, monnik
kloostercongregatie -
2 AA. CM, CP, FC,PA, SM, SS
3 FMS, FSC, FSG, MSC, OMI, SCI, SMM, SSS,SVD
4 CSSp, CSSR, SSCC
8 Maristen
10 Lazaristen, Salesianen
11 Marianisten
12 Montfortianen, Passionisten
13 Salvatorianen
14 Redemptoristen
15 Assumptionisten
kloostercour pandhof
kloostereetzaal refter
kloostergang - claustrum
kloostergeestelijke zie: kloosterling
kloostergehoorzaal auditorium
kloostergelofte, iemand die de - heeft afgelegd - profes
kloostergenootschap - Barnabieten
kloostergewaad habijt, pij
kloosterhoofd abt, abdis, overste, prior, priores
kloosterkerk domkerk, munster
kloosterkind - oblaat
kloosterkleed habijt, pij
kloostrleven - monastiek
kloosterling abt, asceet, Augustijner, Benedictijn, Bernardijn, broeder, celestijn, Cistercliëner, Dominicaan, Franciscaan, frater, Jezuïet, Karmeliet, Karthuizer, Minderbroeder, monnik, Norbertijn, observant, pater, priester, regulier, Trappist,
kloosterlinge abdis, benedictines, bernardijne, non, noviet, zuster
kloosterlijk - claustraal
kloostermaagd - non
klooster met en abt - abdij
kloostermoeder abdis, moeder overste, overste, priores
kloosterorde
2 OP, SJ
3 OCD,CR, OFM, OSA, OSB, OSC, OSM, SOC
5 OCram, OCart
6 OFMCap, OPraem
8 Jesuaten
9 Clarissen, Jezuïeten, Kapucijnen, Servieten, Ursulinen
10 Augusijnen, Kartuizers, Kruisheren, Trappisten
11 Casperianen Dominicanen, Karmelieten, Witte Paters
12 Benedictijnen, Conventuelen, Franciscanen,
Montfortanen, Witte Zusters,
14 Cistercienzers, Minderbroeders
15 Delfsche Zusters
kloosteroverste abt, abdis, gardiaan, prior
kloosteroverste, vrouwelijk - abdis, priores
kloosterpand klooster, kruisgang
kloosterproeftijd postulaat
kloosterraad kapittel
kloosterschrijfzaal scriptorium
kloosterslaapzaal dormitorium, dormter, dormtoir
kloostervader - abt, prior
kloostervergadering - convent
kloostervertrek boekerij, cel, dormter, refter
kloostervoogd abdis, abt, overste, prior, priores
kloosterzuster lekenzuster, non
kloot aarbol, bol, kogel, (teel)bal
klop begijn, bons, dreun, slag, tik
klopboor - muurboor
klopgeestenrij spiritisme
klophout - dresseerplank
klopjacht drijfjachtrazzia
klopje tik(je)
klopkever doodkloppertje, kloptor
klop op de deur bons, bonzen
kloppartij vechtpartij
kloppen afranselen, beuken, bonken, hameren, klutsen, overeenkomen, overwinnen, palpiteren, percuteren, pulseren, rijmen, slaan, tikken, uitkomen, verslaan
kloppen van eiern klutsen
kloppen van het hart - pulseren
klopper - drijver, porder
klopper of garde klutser
kloptor klopkever
klopvogel spech
klos bal, beugel, bobijn, bobine, spindel, spoel
klos met twee uitsteeksels klamp
klot klomp, turf
klotsen botsen, kabbelen
kloven barsten, klieven, splijten, splitsen
klovenier (boog)schutter, busschieter
klown - clown, dwaas, grapjas, guit, kwant, nar, olijkerd, pias, snaak, zot, zie ook: clown
klub vereniging, zie ook: club
klucht aardigheid, blijspel, boerde, burleske,clute, esbattement, farce, grap, klute, komedie, pots, sotternie, vertoning, zotternij
kluchtig aardig, boertig, burlesk, grappig, koddig, komiek, komisch, lachwekkend, leuk, potsierlijk, snaaks, zonderling, zot
kluchtig verhaal - boerde
kluchtige nabootsing van iets parodie
kluchtspel sotternie, burleske
kluif beentje, been, bot, karwei, klauw
kluifje - beentje
kluis brandkast, cel, ermitage, geldkast, loket, safe
kluisgat - ankergat
kluister band, boei, keten
kluisteren - binden
kluit aardklont, brok, homp, kloet, klomp, klont, stuk
kluitden polmast
kluit planten - pol
kluiven afbijten, afknagen, knagen
kluivend zuigen - sabbelen
kluiver fok, kluiffok, stagzeil, zeil
kluizenaar anachoreet, asceet, eenzaat, eremiet, heremiet, maraboet (moh.), nonvlinder
kluizenaarschap, Hindoes - asjran
kluizenaarshut hermitage, kluis
kluizenaarskrab kokerluit
kluizenaarster die zich heeft laten inmuren recluse
kluizenaarskreeft (h)eremietkreeft
kluizenaarswoning cel, ermitage, hermitage, kluis
klungel domoor, ezel, kluns, lapzwans, oen, stumperd, slungel, sukkel
klungelen broddelen, knoeien, prutsen, rondhangen, slungelen, stumperen, sukkelen, treuzelen, verbeuzelen
kluns klojo, klungel, oen, knoeier, stuntel, sufferd, sukkel,
klunzen klooien, stumperen, stuntelen
klunzig knullig, krukkig, onhanig, stuntelig
klusje groepje, karweitje, kliekje, overschot, prutserijtje, prutswerkje, schnabbeltje, troepje, werkje
kluster - boel, keten
klutsen - kloppen, slaan
klutser klopper, mixer
kluut kluitvogel, sabelbek
kluwen bal, bol, bos, kloen, knoedel, knot, wrong
kluwen wol - knot
klysma - lavement
kmeson - kaon
knaagbuideldier - wombat
knaagdier
3 rat
4 fret, haas, mara, muis, paka
5 bever, bisam, cavia, konijn
6 agoeti, dakrat, kamrat, marmot, molrat, zakrat
7 bosmuis, hamster, lamprei, lemming, neusrat, relmuis,
renmuis, woelrat,
8 aardmuis, civetkat, eekhoorn, pacarama, veldmuis, waterrat,
woelmuis
9 eikelmuis, hazelmuis, muskusrat, slaapmuis, wortelrat
10 chinchilla, klapperrat, sneeuwhaas, springhaas,
wangzakrat, woestijnrat
11 goudhamster
12 aardeekhoorn, stekelvarken
knaagdierenfamilies eekhoorns, hazen, muizen, ratten knaagdierenziekte tularaemie
knaak - rijksdaalder
knaap beuker, efebe, jongen, jongeling, kleerhanger, knoert, vent
knaapje jongetje, kind, klerenhanger, klerenstaander
knaapjeskruid standelkruid
knabbelen knagen, knibbelen
knagen - knabbelen
knak barst, breuk, scheur
knakken breken, knikken, verwoesten, zwikken
knakkend geluid krak
knakker kerel, vent
knakworst - Frankforter
knal explosie, klap, ontploffing , plof, slag
knaldemper knalpot
knalgasbacterie - Hydrogenomonas
knallen dichtslaan, exploderen, paffen, ploffen, schieten, slaan
knallend geluid voortbrengen exploderen, knetteren, ontploffen, ploffen
knalpot demper, uitlaat
knal van een vuurwapen - paf
knap abel, bedreven, begaafd, bekwaam, bevallig, engsluitend, ervaren, flink, fraai, geleerd, geniaal, goed, intelligent, kranig, kundig, mooi, nauw, netjes, onderlegd, onderwezen, schoon, schrander, snedig, verstandig, vlug, welgesteld, welgevormd, wijs
knapenliefde - pederastie
knapenschender - pederast
knapheid - geleerdheid, netheid, vaardigheid
knap iemand bolleboos
knapjes flink, krap, netjes, proper, vlug, zeer
knap meisje schone, spetter
knappe jongen - adonis, spetter
knappe kop geleerde, genie, kei
knappen breken, barsten, knetteren, splijten, springen
knappend krokant
knappend breken - afknappen
knapperend knetterend
knapperig - bros
knap redenaar - Cicero
knapzak eetzak, ransel, stikzak
knar boomtronk, gierigaard, gortenteller, hoofd, kluif, kop, kraakbeen, krent, schonk, (s)tronk, vrek
knarpen knarsen, knerpen
knarsend krakend
knauw beet, beschadiging, hap, knak
knauwen - bijten
knecht bediende, bode, dienaar, gezel, handwerksgezel, helper, hulp, krijgsknecht, lakei, slaaf
knechtelijk - onderworpen, slaafs
knechten knevelen, onderdrukken, onderwerpen, vastbinden, verslaven.
knechts - slaafs
knechtschap - dienstbaarheid, slavernij
kneden boetseren, drukken, knijpen, masseren, wringen
kneden bij masseren petrissage
kneedbaar - buigzaam, handelbaar
kneedbaar materiaal deeg, klei, pasta
kneedbaarheid buigzaamheid, handelbaarheid, plasticiteit
kneedbak trog
kneedtrog - moel
kneep duw, foef, gleuf, greep, handigheid, indruk, kunst, kunstgreep, list,moeilijkheid, neep, plooi, trick, truc, vouw, zet
knekel been, bot, doodsbeen, kneutel, knook, os
knekelhuis ossuarium
knekelman (de) dood, geraamte, skelet
knekerig - armzalig, bekrompen, gering, vrekkig
knel beknelling, klem, moeilijkheidprang ,val, verlegenheid
knellen benauwen, drukken, klemmen, knijpen, kwellen, nijpen
knellend benauwd drukkend, klemmend, nauw, nijpend
knelling - benauwing
knelpunt bottleneck
knetter - gek, métier
knetteren knapperen, knisteren, mopperen
kneuteren - brommen, kniezen, knorren
knettergek dwaas, onzinnig, stapelgek
kneuterig - behaaglijk, gezellig, knus
kneuzen benadelen, beschadigen, indeuken, kwetsen
kneuzing bluts, buil, confusie, contussie, deuk, kwetsing, kwetsuur, letsel, verstuiking
knevel handboeisnor, snorbaard
knevelaar geldafperser, knijper, uitzuiger, woekeraar
knevelarij - afpersing
knevelen binden, boeien, knechten, knijpen, onderdrukken, onderwerpen, vastbinden, verslaven
knevelen van een paard - pramen
knibbelaar ruziemaker, vrek
knibbelachtig - ruziemakerig, vitterig
knibbelen afdingen, haarkloven, knabbelen, krakelen, twisten
knibbelziek - twistziek, vitterig
knie genu
kniebeschermer knielap
knieblessure - meniscus
knieboog van een paard haam, ham, schenkel, voorschoft
kniebroek culotte, knickerbocker,plusfour
knieholte wade
kniekuil - ham
kniejicht gonagra
kniekraakbeen - meniscus
knielap kniebeschermer
knielbank bidbank, bidstoel
knielbankje schabel
knielen buigen, bukken, neerbuigen
knieling voetval
kniepantalon - plusfour
knieontsteking - gonitis
knier deurhengselhar, her, scharnier
kniertje cunera
knieschijf meniscus, patella
kniesoor iezegrim, izegrim, pessimist, piekeraar, zeur
kniesorig gemelijk
knietje - voetbalknie
knieval - buiging
knievedel gamba, cello
knievers - extempore
knieviool - cello, gamba, violoncel
kniezen brommen, mokken, piekeren
kniezer - pruttelaar
kniezerig gemelijk, kniezend, zeurderig
kniezerig mens grijn, kniesoor, neetoor, pessimist
knijp angst, engte, kroeg, verlegenheid,
knijpbril - lorgnet, monocle, pince-nez
knijpdokter - masseur
knijpen klemmen, kneep, knellen, nijp, pinceren, pinsen, samendrukken
knijpend bewerken - kneden
knijper clip, klem, klip, kneep, knevelaar, knipvrek, spie, wasspeld
knijperig gierig, inhalig, kleinzielig, vrekkig
knijpkat handdynamo
knik bocht, breuk, buiging, knak, nijging, nik
knik in de weg - bocht
knikken breken, (door)buigen, groeten, knakken,nikken, toestemmen
knikker - alikas, bal, hoofd, jabroer, stuiter
knikkeren kegelen
knikkerputje - loch
knip beursgrendel, beugel, deurgrendel, duivenslag, geldbuidel, gesp, klem, portemonnee, schuif(bout), slot, sluitbeugel, val, zakbeurs
knipbeugel klem, praam
knipbeugel op deur schuif
knipgereedschap - schaar
knipkaart - abonnementskaart
knipmachine - tondeuse
knipmes stiletto, zakmes
knipmessen buigen
knipmuts - neepjesmuts
knipmutsje goudpapaver
knip of schuif - grendel
knipoog lonk, wenkje
knippatroon - model
knippen couperen, haarsnijden, snoeien, trimmen
knippen van hond trimmen
knipperbol voetgangersbaken
knipperlicht clignoteur
kniptor - elater, springtor
kniptor, larve van de - ritnaald
kniptorren - elateridae
kniptorrensoort elater
knirpen knarsen, knierpen
knisperen kraken
knob - brilduiker
knobbel b obbel, bobbel, buil, bult, gezwel, knoest, uitwas, verdikking, knornoest, tumor, uitwas, verhevenheid
knobelen dobbelen, gokken
knobbelig noestig
knobbelmelaatsheid - elefantiasis
knockout neergeslagen, uitgeteld
knodde - knoest
knoedel deegbal, dot, kluwen, knoet, knot, meelbal, wrong
knoedel haar knot
knoedel wol - kluwen
knoei angst, benauwdheid, bezorgdheid, verlegenheid
knoeiboel bedrog, geknoei, knoeiwerk, rommel, troep, zwendel
knoeien aanmodderen, beunhazen, kladden, kledderen, kliederen,modderen, morsen, oplichten, prutsen, rommelen, schutteren, sjoemelen, stuntelen, triefelen, zwendelen
knoeier bedrieger, beunhaas, bink, broddelaar, charlatan, dilettant, falsaris, fraudeur, jobber, klungel, kluns, kruk, kwakzalver, lomperd, morser, morskont, oplichter, prutser, zwendelaar
knoeierig slecht, slordig
knoeierij bedrog, geknoei, kuiperij, list, malversatie
knoeipot knoeier
knoeiwerk lapwerk
knoerpen knarpen, knarsen
knoerst uitwas
knoert knaap, kanjer
knoest homp, knodde
knoest in hout kwast, noest, war
knoet bundel, gesel, haarknoedel, karwats, stok, zweep
knoet in het haar - haarwrong
knoflookworst salami
knok knook
knokig benig, sterk
knokkelkoorts - dengue
knokken bakkeleien, matten, slaan, vechten
knokker - vechter
knolamaniet, giftige stof in de - falline
knokploeg K.P.
knol, eetbare aardappel, aardpeer, biet, kroot, raap, ramenas, wortel
knolgewas aardappel, aardbrood, biet, knolraap, koolraap, peen, raap, radijs, rammenas, selderij, venkel
knolletje - radijs
knolradijs rammenas
knolvormig spruitje - teentje
knook been, bot, gebeente, graat, knekel, knuist, rib, wervel
knoop klit, nop, steek, strik, vloek
knoopdrop katjes(drop)
knoopgras - varkensgras
knoopje bouton, strikje
knoopjes verwijderen - noppen
knoopkruid santorie
knooppunt centrum, kruising, kruispunt
knoopwerk filigraanwerk, net
knoot - knotwilg
knop greep, handgreep, kruk, klink
knop aan horloge remontoir
knop aan een polstok - kloet
knop van schakelaar bouton
knopen strikken, vastbinden
knopje op een priktol non
knopkruid galinsoga
knoppen - uitbotten
knop van een deur kruk
knop voor het oor - oorbel
knor kraakbeen, nihillist
knorhaan - poon, roodbaard, zeehaan, zeedonderpad
knoros - yak
knorren brommen, foeteren, grommen, mopperen, pruttelen, snurken, sputteren
knorrepot brombeer, brompot, grol, grompot, hurk, nijdas, nurk, Izegrim, mopperaar, nurks, pruttelaar, zeur
knorrig boos, brommerig, gemelijk, humeurig, kregel, misnoegd, mopperig, narrig, nurks, onaangenaam, ontstemd, pruttelig, wrevelig
knorrig mens brombeer, brompot, chagrijn, iezegrim, knorrepot, nork, nurks
knorrig mompelen - morren
knot bol, (haar)bos, haarwrong, kluwen, kloen, dot
knoteren - mopperen, pruttelen
knots bobbel, boetoe, dwaas, idioot, knuppel, slaghout, stapelgek, (wapen)stok
knots met ijzeren punten - goedendag, morgenster
knotsdrager Hercules
knotten inkorten, kortwieken, verminderen
knotwilg knoot
knot wol kluwen, streng
knudde droevig, geknoei, pet, prutswerk, waardeloos
knuist hand, knook, vuist
knuistje - kinderhand
knuffeldier troeteldier, teddybeertje
knuffelen frunniken, liefkozen, troetelen, vrijen
knuit - groenling
knul bink, gozer, kerel, loeres, lomperd, lummel, man, snuiter, sufferd, sukkel, sul, vent, vrijer
knullig lummelig, onnozel
knullig gedoe - gestuntel
knuppel gummistok, knoet, knop, knots, pummel, roer, slaghout, stok, talhout, uilskuiken
knuppelen slaan
knurft - stommeling
knus aardig, behaaglijk, gemoedelijk, genoeglijk, gezellig, huiselijk, intiem, lief, prettig
knus en aardig lief
kuntselaar prutser
knutselen dokteren, fabriceren, maken, prutsen, sleutelen
koala buidelbeertje
kobalt Co
kobaltbloem - erytriet
kobalterts - saffloek
kobaltglas smalt
kobaltkalk saffloer
kobaltkies kobaltmangaanerts
kobbe spinnenkop, zilvermeeuw
kobold aardmannetje, berggeest, dwerg, kabouter, huisgeest, kwelgeest, trol
kodak handcamera
kodde knots, knuppel, stok
koddebeier boswachter, jachtopziener, veldwachter
koddig aardig, boertig, burlesk, dwaas, grappig, guitig humoristisch, komisch, kluchtig, olijk, oubollig, snaaks
koddige nabootsing parodie
koddig gezegde - frats
koe blaar, blaarkop, bonte, kalfkoe, kipkoe, kween, lakenvelder, manskoe, pink, rund, vaars
koe-antilope - blesbok, bontebok, dikdik, gnoe, hartebeest, klipspringer, oribi, sassaby, witstaartgnoe
koe-antilopen - alcelaphinae, neotragini
koeboer veehouder, veedrijver
koe, jonge - vaars
koe, die nog maar een keer gekalfd heeft - schotter, schotvaars
koedokter veearts, veterinair
koeienaanhangsel uier
koeiengeluid bulken, geloei, loeien
koeienketting - rampel
koeienmaag bladmaag, boekmaag, lebmaag, netmaag, pens
koeienstal boes, koes
koeientouw koezeel
koeienziekte - aant
koeioneren bedillen, kwellen, negeren, sarren, treiteren
koek baksel, gebak, ontbijtkoek, veekoek
koekalf kalf, kui, wijfjeskalf
koekang lori
koekeloer sul
koekeloeren gluren, kraaien, spieden
koeken - aanbakken
koekje biscuit, bokkepoot, botersprits, cake, eierkoek, heiligmaker, kaakje, krakeling, kransje, makaron, makron, mop, pol, rondo, speculaasje, sprits, sucadekoek, taai-taai
koekebak - pannekoek
koek en zoopje - ijstent, kraampje
koekje met suiker en meel - makaron, makron
koekoek cuculus, zolderlicht
koekoeksbloem - lychnis, melandrium
koekoeksbij - nomada
koekoekshommel - psihyrus
koeksoort zie: koekje
koektrommel biscuitblik
koekvulling - spijs
koel bedaard, flegmatiek, frigide, fris, gematigdkil, klam, lauw, luchtig, nuchter, onaandoenlijk, onbewogen, ongevoelig, onhartelijk, onvriendelijk, zakelijk
koelak (Rus.) - boer
koelan - dzjiggetai
koelbak condensor, koeler, lestrog
koelbloedig - bedaard, (dood)kalm, koudbloedig, onaangedaan, onbewogen, onverschillig, onverschrokken
koelbloedigheid kalmte, sangfroid
koelbox - koeler
koele drank sorbet
koelen lessen, natten, stillen
koel en helder - fris
koele onbevangenheid nuchterheid
koeler ijsboks, koelinstallatie, koelbak, kouder, radiator, ijsemmertje
koeler in autos - radiator
koelheid bedaardheid, beheerstheid, frisheid, koudheid, onverschilligheid, onhartelijkheid, onaandoenlijkheid
koelie loonslaaf, sjouwer
koeling - frigidaire, ijskast
koelinstallatie diepvries
koelkast frigidaire, ijskast, vrieskast
koelmachine - ijskast
koelte bries, frisheid, kou, windje, zucht
koeltje briesje, windje
koeltjes - nuchter, onbewogen, onhartelijk
koeltoestel - radiator
koelweg koudweg, onverschillig
koel zakelijk - nuchter
koemaag leb, pens
koemestvocht gier, aalt
koempel mijnwerker
koen boud, dapper, driest, ferm, flink, gedurfd, kloek, kordaat, kranig, (man)moedig, onbedeesd, onbevreesd, onversaagd, onvervaard, stoer, stout(moedig), strijdbaar, vermetel, vrijmoedig
koenheid dapperheid, flinkheid, moed, moedigheid, onversaagdheid, stoutheid, vermetelheid
koe of os - rund
koepeen - mangelwortel
koepel dakruiter, (Frans) dôme, hemelgewelf, overkapping, stoomdom, tuinhuisje
koepel boven een kerk kruiskoepel
koeplet strofe, vers
koepokstof - variola
koeras blaar, blaarkoe, Hollander, lakenvelder
koeren kirren, koekeloeren
koerier besteller, bode, boodschapper, estafette, ijlbode, loper, ordenans, overbrenger, postbode, renbode
koerierster klopje
Koerillen, een van de - Itoeroep, Koenasjir, Oeroep, Onekatan, Simoesjir, Sjoemsjoe
Korillen, vulkaan op de - Tjatja
koers cours, gangbaarheid, hoogte, notering, omloop, richting, (reis)route, vaart, vaarweg, valuta, wedren, weg, wielerronde
koersabel - gangbaar
koersauto raceauto
koersberekening evaluatie
koersdaling baisse, slump
koersen begroten, ramen, schatten, stevenen, richten
koersleggen - stevenen
koerslijst - notering
koersfluctuatie koersschommeling
koersopgave notering
koersspeculant baissier, haussier
koersstijging avance, hausse, koersavans
koers van uitgifte emissiekoers
koersverandering deviatie
koersverlaging baisse, koersdaling
koersverschil (dis)agio, ecart
koersverschil tussen vaste en premieaffaires ecart
koers zetten - stevenen
koesoort blaar, bontkop, lakenvelder
koest getemd, rustig, stil
koestal met verdiepingen - koetel
koesteren onderhouden, opkweken, verplegen, vertroetelen, verwarmen, verzorgen, voeden
koeterwaals brabbelig, brabbeltaal, kromtaal, onverstaanbaar, vreemd
koets kales, karos, landauer, rijtuig, vigilante
koetsbediende - palfrenier
koetshuis - garage, remise
koetsier menner, snorder, voerman, wagenmenner
koetsiersbank - bok
koetsiertje borreltje, cognacje
koetsje - krakeling
koetswerk carrosserie
koevoet breekijzer, handspaak, hefboom, hefijzer, hevel
koewachtertje grasmus
Koeweitse munt anna, dinar, rupee
koezeel koetouw
koffer bed, kist, reistas, valies
kofferdrager - kruier
kofferetiket adreskaartje, label
koffertje kar(a)bies, valies
koffer voor op reis - bagage
koffie koffiemaaltijd, leut, mokka, troost
koffiebezinksel dik, drab
koffiebitter cafeïne
koffieblad dienblad, schenkblad, serveerblad
koffieboer koffieplanter
koffiedik draf, dras, prut
koffiedrinker (koffie)leut
koffiehuis café, konditorei
koffiekamer foyer, restauratie
koffieketel konkel
koffiekleurig - bruin
koffieland Brazilië
koffiemaaltijd lunch
koffiemeisje bedienster
koffie met cognac poester
koffiepot pruttelaar
koffiepraatjes houden - konkelen
koffierat civetkat, moesang
koffiestroop buisman
koffiesoort - espresso
koffiesurrogaat cichorei, civetkat, koffiestroop, nescafé, peekoffie
koffietuin koffieplantage
koffie uit Arabië - mokka
kogel bal, kloot, knikker, patroon, projectiel, voetbal
kogelbaan parabool
kogeldistel - echinops
kogelen gooien, schieten, smijten
kogelgewricht artrodie
kogelklep - balklep
kogelkussen kogellager
kogelkwal - pleurobrachia
kogelpen - ballpoint, balpen
kogelpuntpen balpen, ballpoint, kogelpen
kogelvanger zandheuvel
kogelvorm - bolvorm, rond
kogelvormig lichaam bal, bol, rond
kogelvrij ondoordringbaar
kogge koopvaardijschipt
kohier belastingregister
kok - etenbereider, spijzenbereider
kok fazantenhaan
kokanjesland luilekkerland
kokarde - hoofdversiersel, lintje, rozet
kok bij de marine - kanenpieper
koken pruttelen, zieden
kokend gloeiend, heet, ziedend
koker buis, cilinder, etui, foedraal, hoes, holster, huls, las, mof, omhulsel, rol, pijp, schacht, schede, tube
koker bij vuurmond - laadkoker
koker onder een dam duiker
koker van bont mof
koker voor het inlaten van water duiker
kokertje van zacht metaal tube
kokervormige doorgang - tunnel
kokerworm - stekaas
koket behaagziek, ijdel, nuffig, pronkziek
koketteren behagen, bekoren
koketterie behaagzucht
kokhaan kokkel
kokhalzen kaken, walgen
kokkel - kokhaan
kokkerd kanjer
kokkie keukenmeid, kokkin
kokmeeuw kapmeeuw, lachmeeuw
kokon van een vlinder pop
kokos klapper
kokosnotenvlees copra, kopra
kokospalm klapperboom
kokosvet - klapperolie, kokosolie, palmine
kokosvlees - copra, kopra
kokrodua - afrormosia
koksgast koksjongen
koksmaat koksjongen, varensgast
kol bles, boord, feeks, halsboord, halskraagheks, helleveeg, keel, klaproos, kollebloem, prij, tang, tovenares, toverkol
Kolariërs, taal van de - Mundari
kolbak talpa(k)
kolder absurditeit, dwaasheid, gekheid, hersenziekte, onzin, paardezlekte, waanzin
kolderachtig dwaas, nonsensicaal, onzinnig
koldermolen kollergang
kolderiek lachwekkend, onzinnig
kolderig - dol
kolen brandslof, steenkolen
kolenaak - kolenschip
kolen afvalhoop stortberg
Kolen en Staalgemeenschap K.S.G.
kolenbergplaats - bunker
kolenboer kolenhandelaar
kolenbrandersstapel - meiler
kolendamp koolmonoxide
kolenemmer kolenvat, kit
kolengruis, gewassen - edelslik
kolenkalksteen arduin
kolenkit - kolenemmer
kolenmijn in Belië - Flenu
kolenmijn in Nederland Beatrix, Domaniale, Maurits
kolennood - kolenschaarse
kolenruim (schip) bunker
kolensjouwer tremmer
kolenslik schlamn
kolensoort antraciet, briket, bruinkool, cokes, eierkool
kolenvat kit
kolenwagen tender
kolf bloeiwijze, fles, geweereinde, retort; slaghout
kolfbaan maliebaan
kolfbal - maliebal
kolfglas retort
kolfhamer malie
kolfhout - slaghout
kolibri honingvogel
koliek buikkramp, darmkramp
kolk afgrond,draaikolk maalstroom, neer, plas, poel, put, sas, rioolput, schutsluis - spui, vijver, waai, waterdiepte, waterput, wel, wiel, wieling
kolken draaien, neren, wervelen, wielen
kollebloem klaproos, kolle
kollega confrater, konfrater
kollege raad
kollekte inzameling
kollektie verzameling
kollergang - koldermolen
kolom pilaar, pilaster, pijler, zuil
kolommendiagram - histogram
kolonel - hoofdofficier
kolonie nederzetting, volksplanting, zwerm
kolonie in Israël kibboets
kolonie van pioniers - kibboets
kolonie van Portugal Angola, Mozambique, Timor
kolonist volksplanter
kolonist (Eng.) - settler
kolos bakbeest, enakskindgevaarte, gigant, kanjer, reus
kolossaal enorm, geweldig, gigantisch, groot, groots, reusachtig, ruim
kolossus bakbeest, gevaarte, reus
kolpitis - vaginitis
kolsem - tegenkiel, zachthout
kolvenier schutter, klovenier
kom bak, beker, centrum, dorpscentrum, kop, mok, nap, pint, schaal, stadskern, vijver
koma - lichtkrans
komaan alla, hup, sa, vooruit
kom van een dorp centrum
kom zonder oor mok
komaf afkomst, afstamming, boom, geboorte
kombof - hokje, schuurtje
kombuis - scheepskeuken
komediant aansteller, acteur, toneelspeler, veinzer
komedie aanstellerijblijspel, klucht, schouwburg, toneelspel
komediespeler komediant, toneelspeler, veinzaard
komen arriveren, geraken, naderen, naken, verschijnen
komend aanstaand, toekomstig, volgend
komend jaar a. f.
komende aanstaande, toekomende, volgende
komeet haarster, staartster
komeet - Biela, Daniel, Donati, Encke, Halley,Morehouse, Whipple
kometennaam Donati, Halley, Morehouse
kometenstaart koma
kometenkop koma
komend a.s., e.k., aanstaand, toekomstig, volgend
komfoor gasbrander, stoof
komgrond - poel
komfort gemak .
komfortabel gemakkelijk, gerieflijk
komiek boertig, clown, grapjas, grappenmaker, grappig, grollenmaker, kluchtig, koddig, leuk, leukerd, nar, oubollig, pleziermaker, raar, vreemd, zonderling
komijn karwij, kummel
komijnlikeur kummel
komisch butlesk, geinig, grappig, humoristisch, leuk, koddig, kluchtig, lachwekkend, snaaks, uiig
komisch intermezzo - paso
komisch verhaal boerde, humoreske, klucht
komisch (muz.) buffo
komkommerachtigen - cucurbiaceeën
komkommerachtige plant augurk, kalebas, kolowint, komkommer, meloen, pompoen
komma apostrof, decimaalteken, leesteken
kommapunt leesteken
kommando bevel, ga, sta
kommel aardkluit, sneep
kommer angst, armoe, armoede, bezorgdheid, ellende, gebrek, jammer, kwelling, leed, nood(zorg), onrust, ontbering, smart, verdriet, zorg
kommerlijk armelijk, ellendig behoeftig,, bekommerd, gebrekkig, zorgelijk
kommernis bekommerdheid, zorg
kommer of pijn leed, verdriet
kommervol armelijk, armzalig, zorgvol
kommetje - kopje
kommiesbrood kuch, soldatenbrood
kommunikatiemiddel braille, brief, krant, pers, radar, radio, telefoon, t.v., taal, telegraaf
Kommunistisch informatiebureau - Kominform
Kommunistisch verbond van de jeugd - Komsomol
Kommunistische internationale Komintern
Kompaan - trawant
kompas boussole, richtsnoer, windroos
kompasrichting windstreek
kompasroos windroos
kompasschijf windroos
kompasstreek windstreek, noorden, oosten, westen, zuiden
kompastrommel kompashuis
kompel - mijnwerker
komplement aanvulling
kompliment - aanbeveling, pluim
komplot combine, samenspanning, samenzwering
komst advent, intrede, nadering
komt na vorst dooi
kom van een dorp - centrum
komt van een stadsgemeente (Ind.) kota, kotta
komijn - cuminum, kummel
komijnolie, bestanddeel van - cymeen
komvormige laagte in duin pan, duinpan
kom zonder oor - mok
konceptie bevatting, plan
kond doen - bekendmaken, verkondigen
konden - bekendmaken, verkondigen
kondschap bericht, bescheid, informatie, inlichting
konfijten - insuikeren
konfrater collega, kollega
kongeraal meeraal, zeeaal
Kongo, hoofdstad van - Brazzaville, Kinshasa
Kongo, koning der - ntotila
Kongo, stam behorende tot de - Mbata, Mpangu, Soendi, Solongo, Vili, Woyo
Kong-tse - Confusius
konijn keun, (Frans) lapin, lamprei, lampreel, langoor, rabbie, trui, voedster
konijnenblad - weegbree
konijnenhol ketel
konijnenkruid melkdistel
konijnenmest - wentel
konijn, mannetje - ram, rammelaar
konijnenziekte myxomatosis
koning gebieder, heer(ser), kaart, landsheer, majesteit, monarch, regeerder, rex, schaakstuk, staatshoofd, vorst
koning - rex
koning (Eg.) farao
Koningkeizer Karel, R.I.
Koningstadhouder Willem, William
Koning van Albanië - Zog
koning van Argos - Abas
koning van Asturië Tavila, Alfonso
koning van Babylonië Nabuchodonosor, (Nebukadnezar)
koning van Bazan Og
koning van Cyprus - Pygmalion
koning van Edom - Hadad
koning van Egypte Farao
koning van Elis - Augias
koning van Epeiros - Alketas
koning van Frygië Midas
koning van Elis Augias
koning van oud-Peru - inca, inka
koning van OudPerzië Darius
koning van India - Belhar
koning van Israël Achab, David, Jerobeam, Omri, Salomo, Samuel, Saul, Zimri
koning van Jeruzalem - Almarik, Amalrik
koning van Judea Herodes
koning van Kolchis - Aeëtes
koning van Korinthe -Polybus
koning van Kreta Idomeneus, Minos
koning van Mycene Agamemnon
koning van loolkos - Pelias
koning van Lydië Croesus
koning van oud-Perzië Cyrus, Darius, Xerxes
koning van Pherae - Admetus
koning van Phrygië - Midas, Tantalus
koning van Roemenië Michaël
koning van Sparta Leonidas
koning van Thebe Amphion, Kreon, Oedipus
koning van Troje PalamedesPriamus
koning van de Amelekieten - Apag
koning van de Assyriërs - Asenapper, Belus, Pul, Sargon
koning van de elfen Oberon
koning van de Franken Clovis
koning van de Goten Alarik
koning van de Hunnen Attila
koning van de Nederlanden Lodewijk, Willem
koning van de poon - mul
koning van de Visigoten - Eurik
koning van de WestGoten Alarik
koning van het land der blinden Eenoog
koningin heerseres, landsmoeder, landsvrouwe, regina, reine, vorstin
koningin der aarde pers
koningin der elfen Oberon, Titania
koningin der goden Hera, Juno
koningin der onderwereld - Proserpina
koningin der Wessex Ine
koninginnekruid - leverkruid
Koninginnepage - zwaluwstaart
Koningin-regentes - Emma
Kiningin van Assyrië - Semiramis
koningin van Egypte Cleopatra
koningin van Engeland Elisabeth, Victoria
koningin van Thebe Niobe
koningin van de Amazonen (myth.)- Hippolyte
koning met ezelsoren - midas
koningsappel aagt, reinet, renet
Koningsbergen - Kaliningrad
koningsblauw smalt
koningsdag Driekoningen (dag), Epifanie
koningsgeel operment, zwavelarseen
koningsgezinde monarchist, royalist
koningsgezindheid royalisme
koningsgier condor
koningshuis dynastie, kasteel, paleis
koningshuis betreffende dynastiek
koningsjager jachtopziener, veldwachter,
koningskaars aronsstaf, nachtkaars
koningskind dauphin, prins, prinses
koningskleur oranje, purper
koningsmantel - talaar
koningspalm - rooystonea
koningspruim reineclaude
koningsslang anaconda, boa
koningssloep - statiesloep
koningsstaf scepter, skepter
Koning-stadhouder, naam van - Willem
koningstitel inca, farao
koningstitel in Oeganda - kabaka
koningsvaren - osmunda
koningsvazal - pair
koningsvis - goudmakreel
koningszeer geelzucht, krop, zweren, heerlijk, regaal, royaal, vorstelijk, waardig
koningklijk heerlijk, royaal, waardig
koninklijk besluit K.B.
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut K.N.M.I.
koninklijk verblijf kasteel, paleis, slot
koninklijk koninklijk bond of vereniging in België - KACG, KBA, KBGB, KBKB, KABVB, KBWB
koninklijke bond of vereniging in Nederland - KIT, KNAC, KNAU, KNGV, KNKB, KNSB, KNUB, KNVB, KNZB
Koninklijk hoofddekdsel - kroon
Koninklijk hoofdtooisel diadeem, kroon
Koninklijke Bibliotheek K.B.
koninklijke hoofdtooi diadeem, kroon
Koninklijke Hoogheid A.R.
koninklijke landmacht K.L
koninklijke luchtmacht - K.Lu.
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij K.L.M.
Koninklijke Majesteit - R.M.
Koninklijke Marine K.M., (Eng.) R.N.
Koninklijke Militaire Academie KMA
Koninklijke Nederlandse Schaakbond K.N.S.B.
Koninklijke Nederlandse Schaatsbond K.N.S.B.
Koninklijke Nederlandse Voetbalbond K.N.V.B.
Koninklijke woning - paleis
Koninkrijk monarchie, vorstendom
Koninkrijk in Afrika Marokko
koninkrijk monarchie, vorstendom
koninkrijk - Arabië, België, Denemarken, Engeland, Nederland, Noorwegen, Zweden
Koninkrijk in Azië Arabië, Cambodja, Jordanië, Nepal
koninkrijk in Europa België, Denemarken, Nederland, Noorwegen, Engeland, Zweden
koninkrijk in de Hymalaya Nepal
koninkrijk in Mesopotamië Irak
koninkrijk van Alexander de Grote Macedonië
konisch kegelvormig, taps
konkel draai, slag
konkelaar intrigant, kuiper, knoeier, stoker
konkelarij gekonkel, intrige
konkelen bekokstoven, intrigeren, kuipen, kwaadspreken
konklusie slotsom
konstant voortdurend
Konstandin opel - Istanboel
konstruktie zie: constructie
kontant cash
kontanten - kas
kontant geld specie
kontante middelen kas
konterfeiten afbeelden, uitschilderen
konterfeitsel afbeelding, beeltenis, portret
kontramerk sortie
kontroleren nakijken
konvent klooster
konvooi bedekking, begeleiding, karavaan, krijgsgeleide
konvooier - galeischip
kooi bed, hangmat, hok, hut, keet, keg, kevie, legerstede, muit, ren, schuur, stal, vogelhuis, voliere, wig
kooien - insluiten, opsluiten
kooigoed beddegoed
kooiker - eendenvanger
kookboek culinariumkeukenboek, receptenboek
kookfornuis keukenfornuis
kookgas aardgas, steenkolengas,
kookgerei braadslee, friteuse, frituurpan, pan, ketel, koekenpan, pressure - cooker, vergiet
kookkachel fornuis
kookkeuken - kombuis
kookkolf retort
kookkunst gastronomie
kookmachine kooktoestel
kooknat - sop
kookpan - pressure-cooker
kookplaats keuken, kombuis
kooksel brij, pap, saus, vla
kookster - keukenmeid
kooktoestel braadslee, fornuis, gasstel, kachel, komfoor, plaat, primus
kool koolraap, raapkool, rode kool
koolachtig gesteente asfalt, antraciet, bruinkool, steenkool, turf
koolbaars - pos
koolbakkerij - fopperij, snakerij
kool bevattende geologische formatie carboon
kooldruk pigmentdruk
koolduif bosduif, houtduif
koolhof - moestuin
koolhydraat gom, suiker, zetmeel
koolmonoxyde kolendamp, CO
kool poeder noriet, norit
koolpreparaat - Nori(e)t
koolprodukt carbol, creoline, teer
koolraap - knolraap
koolsoort bloemkool, boerenkool, broccelie, koolraap, koolrabi, raap, raapkool, rabi, rodekool, savooi(ekool,) sluitkool, spruitjes, spruitkool
koolstof carboneum, carboon, grafiet, roet, c.
kool(stof)dioxide - koolzuurgas
koolstofdisulfide zwavelkoolstof
koolstofpoeder - norit
koolstof met metaal - carbid
koolteer carbol, creoline
koolverkoper fopper, grapjas
koolwaterstof - alkyl, alkyn, benzeen, butijn
koolwaterstof, aromatische - areen
koolwaterstofgas butaan, ethaan
koolwaterstofgesteente - gagaat, git
koolwaterstofverbinding antraceen
koolzaad - oliezaad
koolzure ammoniak - ammoniumcarbonaat
koolzuur bevattende bronwater - selterswater, spuitwater
koolzuurgas - kooldioxyde
koolzuurgas in drank prik
koolzuurhoudend - gazeus
koolzuurhoudende drank - sodawater
koolzuurzout - carbonaat
koolzuurzout van lood loodcarbonaat, loodkarbonaat
koon wang
koop aankoop, kaveling, transactie
koopakte contract
koopacte van schip - bijlbrief
koopbrief koopakte
koopdag - boelgoed, vendutie
koopgraag kooplustig, koopziek
koopje - buienkans, occasion, voordeeltje
kooplust animo, interesse, vraag
koopman grossier, handelaar, kramer, leurder, negotiant, opkoper, standwerker, venter, zakenman
koopman in lompen lorrenboer, voddenman
koopman in oud ijzer tagrijn
koopmansbeurs handelsbeurs
koopmansboek dagboek, handelsboek, journaal, memoriaal, register
koopmanschap handel, negotie
koopmansgoederen handel, koopwaar, negotie,waar, waren
koopmansstad handelsplaats, handelsstad
Koopmansvereniging - Hanza, Hanze
koopprijs - aankoopsom
koopster - afneemster
koopvaardij handelsscheepvaart
koopvaardijschip brik, fregat, hoogaars, klipper, kog, kogge, kotter, schoener, schokker, tjalk
koopvaardijschip met drie masten bark, fregat, gaffelschoener, klipper, schoener, schoenerbark
koopvaardijvloot handelsvloot
koopverkeer handel
koopwaar goederen, handel, handelswaar, negotie, spul, waar
koopwaar aanbieden - venten
koopziekte oniomanie
koor rei, zanggroep
koorafsluiting - septum
koord koordfluweel, lont, sim, snaar, snoer, tali, strop, touw, veter
koord om brieven aan te rijgen - lias
koord om te ontsteken lont
koord van een leidsel leidselkoord
koordachtige streep - ribbel
koordans - rei(dans)
koorddanser acrobaat, aquilibrist
koordmanchester corduroy
koordvormig weefsel galon
koorgalerij oksaal
koorgebed - officie
koorgewaad misgewaad
koorgezang koraal, mis, motet, rei, requiem
koorheer domheer, kanunnik
koorhemd albe, rochet, superplie
koorkap cappa, koormantel, pluviale
koorknaap akoliet, misdienaar
koorkoster kerke knecht ,sacristein
koorleider dirigent
koorlied ter ere van Apoloon - paean, paien
koormantel - kovel
koornis abside, absis
koorplaats voor kerkgangers - doksaal
koorts bibberatie, hartstochttemperatuurverhoging
koortsachtig gehaast, gejaagd, heftig, onrustig
koortsdromen hebben ijlen
koortsig gejaagd, koortsachtig
koortskruid - alsem, drieblad, kalmoeswortel
koortsmeter temperatuurmeter, thermometer
koorts opnemen - temperaturen
koortsuitslag herpes
koortsvrij afebriel
koortswerend - antipyretich, febrifugaal
koortswerend middel acetanilide, antifibrine, antiperiticum, antipyrine, aspirine, kina, kinine, lactophenine, penicilline, phenacetine
koorvrouw - kanunnikes
koorzang koraal, mis, motet, psalm, rei, requiem
koorzanger korist
koortsziekte malaria
koosnaampje dot, lief, lieverd, schat, troetelnaampje
kootbeentje bikkel, hielbeen
kop beker, caput, hoofd, kan, knar, liter, top, verstand
kop van een komeet - koma
kopal barnsteen, harssoort
kopen - aanschaffen, afnemen, inslaan, overnemen, verkrijgen
kopen en verkopen handel, negotie, nering
Kopenhagen , amusementspark in Tivoli
kopen op crediet - poffen
koper aanschaffer, abonnee, afnemer, cliënt, consument, klant, koopman, mineraal
koper (scheik.) Cu., cuprum
koperbus helicon
koperdiepdruk rotogravure
koperdraad - metaaldraad
koperen emmer aker
koperen bekken - gong
koperen blaasinstrument - althoorn, bariton, bazuin, bombardon, bugel, hoorn, horen, klaroen, kornet, piston, saxofoon, schuiftrompet, trompet, trombone, tuba, waldhoorn
koperen muziekinstrument - baroxyton, trompet, tuba, waldhoren
koperen of bronzen voorwerp - als
koperen ploert zon
kopererts koperglazuur, koperkies
kopergeld - rodeloop
koperglans - chalkosien
kopergraveerkunst - chalcografie
kopergravure chalcograaf, koperdruk
kopergroen koperroest
koperkever boorkever
koperkies - chalkopyrie
koperlazuur - kopererts
koperlegering brons, messing
kopersmaragd dioptaas
koper met tin brons
koper of klant - afnemer
koper op crediet - pofklant
koperslager bankwerker, ketellapper
kopersulfaat kopervitriool
kopertijd - aeneolithicum, chalkolithicum
koper van gestolen goed - heler
kopervitriool - calcitarin
koperwiel - noorman
koperworm - ritnaald
koper-zinkarsenaat - barthiet
kopie afdruk, afschrift, doordruk, doorslag, duplicaat, minuut, replica, reproductie
kopieertoestel - hectograaf, printer, stencilmachine
kopiëren dupliceren, namaken, natekenen, overschrijving
kopiist nabootser, naschrijver, overschrijver
kopij afdruk
kopje drinknap, heuvel, hoofdje, kom
kopje duikelen buitelen
kopje kofie - tas
kopklepper - kopklepmotor
koplijst entête
kop of hoofd - kanis
koppel (draag)riem, duo, kudde, leis, paar, span, stel, team, toom, tweetal, vlucht
koppelaarster - alcahuete, huwelijksmakelaarster
koppelen aaneensluiten, aaneenschakelen, bijreenvoegen, combineren, embrayeren, paren, samenbinden, samenvoegenverbinden, verenigen
koppel herten roedel
koppel honden meute
koppel schapen - kudde
koppelletter - ligament
koppeling kluts, paring, verbinding, vereniging
koppel of paar - span
koppelriem voor jachthonden - leis
koppelstuk koppeling, mof, nippel, verbindingsstuk
koppelteken divisiestreepje, verbindingsteken
koppelvers - distichon, koppeldicht
koppelwerkwoord blijken, blijven, dunken, heten, lijken, schijnen, voorkomen, worden, zijn
koppelwoord copula
koppensnellen - skalpjacht
koppensneller - Daja(k)
koppensnellersmes mandan
koppensnellerszwaard mandau
koppig bokkig, dwars, eigenwijs, eigenzinnig, halsstarrig, hardleers, hardnekkig, hoofdig, obstinaat onhandelbaar, ontoegeeflijk, onwillig, stijfhoofdig, stuurs, warrig, weerbarstig
koppigheid dwarsheid, eigenwijsheid, eigenzinnigheid, hoofdigheid onhandelbaarheid, onwilligheid,
stijfhoofdigheid, stijfkoppigheid, weerbarstigheid
koppig mens dikkop, stijfkop
koppijn hoofdpijn, migraine
koppotig weekdier achtarm, ammoniet, bolemniet, inktvis, nautilus, octopus, zeekat
koprol buiteling
kops - loodrecht
kopschurft bij schapen - moelrui
kopschuw bang, bevreesd, nerveus, schichtig, wantrouwend
kopstation - beginstation, eindstation
kopstem falset
kopstoot - masse
kopstuk hoofd, hoofdman, kapiteel, koppigaard, koppige, leider, mondstuk, vooraanstaande
kop van een bosgod - saterkop
kop van een draaibank - center
kopvoorn hesseling, meun, zeegrondel,
kopwerk hoofdarbeid, verstandswerk
kopij handschrift
kopzeer - hoofdpijn
kopziekte - grastetanie
kopzorg - bekommering
kor net, oesternet, schrobnet, sleepnet
koraal kerkgezang, koorgezang, psalm, gezang
koraalbank rif
koraaldiertjes - anthozoa
koraaleiland atol
koraalhout kornel, kornoelje, koraal
koraalkleurig - rood
korstmos - heikorst, koralijn
koraalmos koralijn
koraalmuziek kerkmuziek
koraalpolyp koraaldiertje
koraalrif koraalbank
koraalverstening koraliet
koraalzwam knotszwam (clavaria)
Koran, eerste hoofdstuk van de - fatiha
Koran, hoofdstuk van de - soera
Koran, vers uit de - aja
Koranschool - langgar
korbeel balksleutel, kraagsteen, zwing
kordaat dapper, doortastend, energiek, ferm, flink, hartelijk, kloek, koen, kranig, moedig, oprecht, resoluut, rond, onversaagd, onverschrokken, stoer, vlug, wakker
kordaatheid dapperheid, kloekheid ,onversaagdheid
kordeller - franciscaner, kloosterling, minderbroeder
kordon afzettinh, band, geweerriem, keten
Korè - Persefone
Koreaanse liederen - changga, hyangga, sijo
Koreaanse munt hwan, won
Koreaanse vechtsport - taekwondo
koren boekweit, gerst, graan, haver, maïs, rogge, tarwe
korenaar halm
korenaarverband zwachteling
korenakker - korenveld
korenbeurs graanbeurs
korenbijter - kalander
korenbloem centaurea, klaproos, roggebloem
korenbloem, rode - klaproos
korenbijter kalander, klander
korenbrand zwamziekte
korenbrander jeneverstoker
korendistel akkervederdistel
korenes - korenveld
korenfactor - graanmakelaar
korengras - kweek
korengras, zandig - zandhaver
korenharp - tochtmaker
korenheul klaproos
korenhoop - mijt, schelf
korenkaf je blees
korenland graanakker
korenmaat (Eng.) bushel, halster, mud, schepel
korenmot, zwarte - klander
korenomhulsel - blees, kaf
korenopper - schelf
korenpakhuis silo
korenroos bolderik, klaproos, papaver
korenschoof garf
korenschrijver ortolaan
korenschuur graanschuur
korensteen molensteen
korentor kalander, klander
korenveld korenakker, korenes
korenvink - ortolaan
korenvlieg fritvlieg
korenvogel bosrietzanger
korenwet graanwet
korenwolf graanhandelaar, hamster
korenworm klander
korenzeef trijzel, wan
Kores - Cyrus
korf (Eng.) basket, ben, bun, hengselmand, kaar, klepmnd, knaster, mand, mars, paander, seroen
korfdrager - marsdrager, marskramer, vleier
korffles denijohn, mandfles
Korfoe - Kerkyra
Korfoe, een der eilanden behorende tot het district - Antipaxos, Ithaka, Kalamos, Leukas, Paxos
korf in de mast kraaiennest
korf of ben - mand
korf voor verzending van tropische produkten kanaster, knaster, krendjang
korfvoor vis kaar
korfwagen - mandewagen
korhoen - berkhoen, korhaan, korhen, moerhoen
korfvormig visnet - fuik
koriander - coriandrum
korianderolie, bestanddeel van - koriandrol, limalool, pineen
koriskruid akkerzenegroen
korist - zanger
Koritza - Korcë
kormoran - aalscholver, waterraaf
kormalijn, rode variëteit van - karmeool
kornak olifantsoppasser
kornet aspirant officier, blaashoorn, hoorn, ruiterbende, vaandrig
kornoelje - cornus
kornoeljeachtigen - cornaceeën
kornuit gabber, genoot, gezel, kameraad, maat, makker, vriend
korporaal bij een bereden wapen brigadier
korps legerafdeling
korpulent dik, gezet
korpulentie gezetheid, zwaarlijvigheid
korpus lichaam
korrekt keurig
korrel kruimel, graantje, grein, pit, ziertje, zaadpit,
korrelachtig granuleus, greinachtig
korrelen granuleren, greineren
korrelgrootte betreffend granulair
korrelig granuleus, greinig, kruimelig, los, mul,
korrelig gesteente - graniet
korrelig, sneeuwijs firn
korrelige bruine of grauwe graniet soort porfier
koreling granulatie
korreltje greintje, zaadje
korreltje brood kruimel
korren - kirren
korretouw - korlijn
korrigeren berispen, bestraffen, herstellen, nakijken, verbeteren
korset keurslijf, rijglijf
korsetje stepin
korsetstaafje - balein
korst bast. bolster, buitenlaag, schil
korstige boterham - kapje
korst van de aarde lithosfeer
korst van een wond raf, roof
korstmos evernia, rendiermos
korstmossen - lichenes
kort afval, begrensd, beknopt, beperkt, bondig, even, gedrongen, klein, laconiek, mini, summier
kort aangebonden afgemeten, bruusk, driftig, heetgebakerd, kortaf, opvliegend
kortademig - aamborstig, astmatisch, dampig
kortaf - bits, bondig, bot, bruusk, kortweg, korzelig, laconiek, ronduit
kort afgebroken - abrupt
kort afgebroken geluid kets, kik
kort afsnijden scheren
kort begrip - compendium, excerpt, resumé, uittreksel
kort bezoek aanloop
kortbuikige fles pul
kort dagbericht - bulletin
kort dagbladartikel asterisk, cursiefje, entrefilet, rubriek
kort damesjasje bolero, topper
kort dik mens - kriel
kort, dik persoon pad, propje
kort droog geluid - knak
kort durende regenbui gietbui, plensbui, stortbui
kort durende stemming bevlieging, bui, drift, gril
kort eindje stompje
kort en beknopt bondig
kort en beslist botweg
kort en bondig botaf, beknopt
kort en dik bulletje
kort en droog hoesten kuchen
kort en krachtig bondig, lakoniek
kort gedicht rondeel, puntdicht
kort geding voor de president van de arrondissementsrechtbank réferé
kort behakt stro - haksel
kort geleden juist, net, onlangs, pas, recent
kort geweer - buks
kort hekeldicht epigram
kort humoristisch gedicht - humoresque
kort innig gedicht madrigaal
kort jasje buis, jack
kort levend insect - eendagsvlieg
kort lyrisch gedicht - canzone
kort maar krachtig lapidair
kort meerstemmig kerkelijk zangstuk motet
kort moment even, flits, ogenblik, tel
kort officieel stuk bulletin
kort ogenblik amerij, even, eventjes, moment, mum, tel, oogwenk
kort overzicht - abrégé, aperçu, epitome, excerpt, geferaat, résumé, uittreksel
kort prozaverhaal novelle
kort reisje trip
kort samengevat - beknopt
kort samenvattend resumerend, summier
kort spits stootwapen - dagge,dolk
kort stenen pijpje neuswarmertje
kort stukje eindje
kort toneelstuk klucht, sketch
kort uitstapje - minitrip
kort uitstel respijt
kort uniformjasje - tuniek
kort van duur even, kortstondig
kort van haar - kortharig
kort van stof - beknopt
kort vergaderingsverslag notulen
kort verhaal novelle
kort verhalend gedicht ballade
kort vertelsel - apoloog
kort wandelingetje ommetje
kortademig aamborstig, astmatisch
kortademigheid aamborstigheid
kortaf bondig, bruusk, lakoniek
korte afstand nabijheid, vlakbij
korte aria inzonderheid als slot van een recitatief cavatine
korte badkuip lavet
korte basaltzuil kopsteen
korte beweging hort, schok, stoot
korte blik lonk
korte brede roeispaan pagaai
korte brede sabel - klewang
korte broek culotte, kuitbroek, pants
korte damesmantel - topper
korte degen dag(ge), dolk, ponjaard
korte dikke man poen
korte dikke stok - knuppel
korte dolk dagge, stilet, stiletto
korte dracht - mini
korte droge hoest kuch
korte eindsprint spurt
korte filmopname - shot
korte golf k.g., breker
korte harde regen bui
korte hengel mets
korte herenjas bonker, jekker
korte herensok - anclet
korte herhaling recapitulatie
korte hevige bui stortbui
korte hevige pijn - scheut
korte hevige windvlaag rukwind
korte hevige windvlaag met stortregen travaat
korte inhoud abrégé, compendium, excerpt, extract, resumé, uittreksel
korte jas jekker, tuniek
korte kous sok
korte lans javelijn
korte lichtwerkingen - tinkelen
korte maand - februari
korte mansoverjas paletot
korte mantel paletot
korte mededeling - memo
korte mis missa
korte muziekonderbreking - tussenspel
korte naam voor chr. feestdagen Paas, Pinkster, Kerst
korte nota memo
korte ondertekening paraaf
korte opgave - overzicht
korte overjas bonker, jack, jekker, paletot, windjack
korte poos amerij, even, minuut, seconde, tel
korte regen bui
korte ren sprint, spurt
korte rijzing van zeewater agger
korte ronde vijl - rattenstaart
korte sabel lat
korte samenvatting abrégé, compendium, referaat, résumé
korte slag bij boksen hoek
korte spurt sprint
korte staking prikactie
korte stootbeweging duw
korte tabakspijp - stommel
korte tijd even, moment, mum, ogenblik, oogwenk, poos, seconde, tel, wijl
korte tijdsruimte even, moment, ogenblik, tel
korte tussenzang - graduale
korte uniformjas tuniek
korte verhandeling artikel, essay
korte verklaring motie
korte visfuik - kub
korte vuurmond mortier
korte wandeling ommetje, rondje
korte warme overjas - bonker
korte weergave van de inhoud excerpt, resumé, samenvatting,
korte wijsheid adagium, aforisme, maxime
korte zeemansjas - jekker
korte zinspreuk - gnome, sententie
kortelings binnenkortdaarnet, dra, net, onlangs, pas, recent, onlangs, weldra
korten aftrekken, besnoeien, inhouden, kortwieken, minderen
korter dichterbij, nader
korter maken bekorten, inkorten
kortgeleden juist, kortelingslaatst, net, onlangs, pas, recent, zoeven, zojuist, zonet
kortheid - beknoptheid
korting aftrek, bonus, disconto, minderingrabat, rafactie, reductie, remissie, tarra
korting op de prijs - rabat
korting op het gewicht tarra
korting op wissel - disconto
korting voor vervroegde betaling disconto
korting voor wederverkopers rabat
kortjan - matrozenmes, zakmes
Kortrijk - Coutrai
kortom enfin
kortschaaf gerfschaaf, handschaaf
kortschedelig brachysephaal
kortschrift steno, stenografie
kortswchrijver stenograaf
kortst - naast
kortstaarten angliseren, couperen
kortste - naaste
kortsteel - brachypodium
kortste weg tussen twee punten afstand, hemelsbreed
kortstondig efemeer, even, kort, tijdelijk, vluchtig
kortstondige rijzing van het zee water bij eb agger
kortstondigheid even, moment
kortstotend - staccato
kortweg - bepaald, botweg, breviter, eenvoudig, kortaf
kortswijl badinage, boert, grap, joke, scherts
kortwieken fnuiken, knottenkorten, vleugellam maken
kortswijlen boerten, schertsen
kortswijlig grappig, vrolijk
kortteken paraaf
kortvoer erwten, graan, haksel, haver
kortweg eenvoudig, kortaf
kortwieken belemmeren, beperken, inperken
kortzichtig bekrompen, bijziende, dom, myoop, stijf
kortzichtigheid bijziendheid myopie
kortzichtig zijn - overdrijven
korzelig brommerig, driftig, gemelijk, geprikkeld gramstorig, humeurig, kortaf, kregel, kriegel, lastig, lichtgeraakt, narrig, ontstemd, opvliegend, prikkelbaar, tips
korzeligheid kregeligheid, ontstemdheid
kosmetisch artikel lotion, rouge
kosmonaut - astronaut, Gagarin
kosmopoliet - wereldburger, wereldreiziger
kosmopolitisme wereldburgerschap
kosmos al, heelal, hemelruim, universum, wereld (al)
kost eten, levensonderhoud, menage, spijs, spijze, voeding, voedsel
kostbaar dier, duur, duurzaam, kostelijk, prachtig, precieus, prijzig, waardevol
kostbaar bezit juweel, kleinood, parel, schat
kostbaar bont mink
kostbaar gesteente jade, lazuur, nefriet
kostbaarheden - preciosa
kostbaarheid - diamant, kleinood, parel, preciosum, schat
kostbaar hoofdsieraad diadeem
kostbaar iets schat
kostbar lijfsieraad - juweel
kostbaar onstoffelijk goed eer
kostbaar reukwerk amber
kostbaar tapijt - pers
kostbaar voorwerp kleinood, pronkstuk
kostbaar weefsel - kamelot
kostbaarheden preciosa
kostbaarheid kleinood, parel, preciosum, schat
kostbaas hospes
kostbare diepe schaal graal
kostbare degen eredegen
kostbare delfstof uranium
kostbare harssoort mastiek
kostbare hoofdbedekking tiaar, tiara
kostbare siersteen - saffier
kostbare steen diamant, edelsteen
kostbare stof brokaat, edelgesteente, elp, diamant goud, ivoor, paramat, platina, uranium, zilver
kostbare verzameling schat
kostbare voorhoofdsband - diadeem
kostbare zware stof kamelot
kostelijk enig, fijn, geestig, geweldig, heerlijk, kostbaar, lekker, mooi, overheerlijk, prachtig, schitterend, uniek, voortreffelijk
kosteloos cadeau, franco, gratis, toegift, vrij
kosten gelden, leges, tering, uitgaven
kosten voor koper k.k.
kostenberekening begroting, declaratie
kosten van levensonderhoud tering
koster - blaker, custos, kerkbewaarder, opzichter
koster van een synagoge - sjammes
kosteres kerkbewaarster, kostersvrouw
kosterswoning kosterij
kostganger commensaal, pensionair
kostgast kostganger
kostgeld - pension
kosthuis pension
kosthuishoudster hospita
kostjuffrouw hospita
kostleerling - pensionair, pupil
kostkruid boerenwormkruid
kostprijsberekening calculatie
kostschool alumnaat, college, instituut, internaat, pensionaat
kostschoolhouder - instituteur
kostuum completdracht, kleding, kloffiepak, tenue
kostuumnaaister costumière
kostuumpop mannequin
kostvrouw hospita
kostwinner broodwinner
kostwinning baan, beroep, broodwinning, nering, stiel
kot berghok, gat, gevangenis, hok, hut, kooi, krot, nor, opening, stal, schuurtje, verblijfplaats (voor dieren)
kotelet ribstuk, ribbestuk
koten bikkelen
koter kind
koteren wroeten
kots - braaksel
kotsen - braken, overgeven, spugen
kou kilte, koelte
koubekken blauwbekken
koud dood, emotieloos, flauw, frigide fris, guur, harteloos, ijzig, kil, koel, liefdeloos, onbewogen, ongevoelig, onverschillig, rillerig, zouteloos
koudbewerking hameren, persen, trekken, walsen
koud dessert - ijs
koud en vochtig kil, klam
koud gerecht - slaatje, sla, salade
koudbewerking hameren, persen, trekken, walsen
koudbloed koudbloedpaard
koudbloedig koelbloedig
koude kilte
koude drank chocomel, fosco, frisdrank, tweedrank, ijswater
koude drank met ijs sorbet
koude drukte bombarie, kapsones, omslag, poeha
koude klimaatsperiode ijstijd
koude lekkernij - ijs
koude noordwestenwind. in Frankrijk mistral
koude pampawind - pampero
Koudepool - Oimekon, Werchojansk
koude pudding chipolata, diplomaatpudding
koude sneeuwstorm blizzard
koude streek pool(streek),Siberië
koudetherapie - Kryotherapie
koude valwind bora
koude wind mistral, pampero, papero
koudheid indifferentie, koelheid, onverschilligheid
koudjes onverschillig
koud maken kelen, vermoorden, wurgen
koudmakend - cryogeen
koudslachter - vilder
koud vleesgerecht - filet, paté
koud vlees met dril - galantine
koudvuur afsterving, gangreen, sphacelus
koudvuur in de beenderen - osteogangreen
koudweg - koel, onaangedaan
kous anklet, katoen, kledingstuk, lampenkatoen, pit
kousenband elastiek
kousenbroekje maillot, panty
kous of anklet sok
kousophouder - jaretel
kout conversatie, gebabbel, gepraat
kouten babbelen, converseren, keuvelen, kletsen, praten, spreken, zeggen
kouter ploegmes, ploegijzer
kouw vogelkooi
kouwe drukte - kapsones
kouwelijk kleums
kozakkendorp stanitsa
kozakkeneenheid sotnia
kozakkenhoofdman ataman, hetman , Jermak
kozakkenmantel boerka
kozakkenzweep knoet
kozen aaien, liefkozen, strelen, strijken, vleien, vrijen
kozen of aaien strelen, strijken
kozijn omlijsting, raamwerk, venster
Kozhikode - Calicut
kraag bef, boord, col, hals, keel
kraagbeer - koema
kraagmanteltje - pelerine
kraaglijster beflijster
kraagomslag van een jas - lapel
kraagsteen karbeel, korbeel
kraagstuk zinkstuk
kraag van een koorknaap bef
kraai aanspreker, corvus, doodbidder, ka, kauw, raaf, roek
kraaiachtige vogel - ekster, gaai, kauw, kitta, kraai, notekraker, raaf, roef
kraaien uitroepen, uitschreeuwen
kraaiennest uitkijkpost
kraaien van hanen - kukelen
kraaiheide - empetrum
kraaivogels - corvidae
kraak bezetting, inbraak
kraakbeen cartilago, chondros, hyaline, knar, knor
kraakbeenachtig - cartilagineus
kraakbeengezwel chondroom
kraakbeenlijm chondrine
kraakbeenschijf in knie meniscus
kraakbenige vis - rog
kraakbenige vissen chimaerae, chondrichtyes
elasmobranchii, haaiachtigen, holocephali, roggen
kraakbenige zeevis haai
kraakhelder - brandschoon
kraakijs bomijs
kraak of diefstal - inbraak
kraakschoon brandschoon, kraakzindelijk, zindelijk
kraal git, kafferdorp
kraam stalletje, tent, kermistent, kinderbed, marktent, winkeltent
kraambed puerperium
kraambezoek - kraamvisite
kraamdrank kandeel
kraamhulp - baker
kraampje stalletje
kraamverzorgster - baker
kraamvisite - kraambezoek
kraamvrouw moeder
kraamvrouwendrank kandeel
kraam waar men friet bakt - frituur
kraan afsluiter, bolleboos, hijstuig, kei, tap,uitblinker
kraanauto takelwagen
kraanboor centerboor, cirkelboor
kraandrijver kraanbestuurder, kraanmachinist
kraanhals - reigersbek
kraankind sjouwer
kraan met grijper - dragline
kraanoog braaknoot, oogjesgoed
kraantjelek tapperij
kraanvalk secretarisvogel
kraanvogel - grus, kroonreiger
kraanzomer nazomer
krab haal, krabbel, kras, krauw, schram, spinkrab
krabbel aantekening, notitie
krabbelen klauwen, krabben
krabben brachyura, krabbelen, krauwen, rooien
krabber krabijzer, schrabijzer, schrapper
krabbescheer - stratiotes
krabsel - schraapsel
krabvogel auerhaan, fazant, haan, hen, hoen, kapoen, kalkoen, korhoen, kieken, kip, kriel, kuiken, kwakkel, kwartel, mesthoen, patrijs, pauw, veldhoen
krach bankbreuk, debacle, ineenstorting
kracht bloei, energie, force, fut, geweld, macht, nadruk, pit, potentie, spirit, sterkte, vermogen, (lat.) vis, werking, werknemer,
krachtaanduiding - p.k., (Eng.) h.p.
kracht bijzetten stevigen, versterken
krachtbron motor, turbine
krachtdadigheid - geweld
krachteenheid dyne, dn., pk.
krachteloos flauw, futloos, lam, mat, slap, sloom, uitgeput, week, zwak
krachteloosheid afgemat, asthenie, futloosheid, slapheid, slapte, versleten, week(heid), zwakte, zwakheid
krachteloze - lamme
krachtenleer dynamica
krachtens ingevolge, vanwege, volgens
krachtensbeginsel - principieel
krachtens gelofte e.v. (ex voto)
krachtgeven - bemoedigen, opjutten, sterken, stijven
krachtgevend - versterkend
krachtig degelijk, deugdelijk, duchtig, energiek, fiks, flink, fors, gespierd, geweldig, hard, hevig, intens, intensief, kernachtig, kloek, kordaat, kras, machtig, moedig, nadrukkelijk, pezig, pittig, potig, robuust, sterk, stevig, stoer, straf, stringent, taai, terdege, valide, vast, vitaal, vurig
krachtig (muz.) energico, vigoroso
krachtig aaien poetsen, wrijven
krachtig aftreksel essence
krachtig buigzaam taai
krachtig doorzetten aanbinden, volhouden
krachtig en flink fors
krachtig en sterk robuust
krachtig gebouwd - gespierd
krachtig handelend energiek
krachtig ingrijpend drastisch
krachtig streven ijveren
krachtig van groei welig
krachtig volhoudend taai, volhardend
krachtig uitademen - blazen
krachtige hulp steun
krachtige luchtstroom - wind
krachtige ontwikkeling bloei
krachtige spijs bonen, erwten, spek
krachtige stoot por, schop, trap
krachtiger - sterker
krachtiger maken stalen, sterken
krachtmachine motor, turbine
krachtmens atleet
krachtmeter dynamometer
krachtpatser bodybuilder, oermens
krachtseenheid dn., pk.
kractsinspanning moeite, nooddwang, toer, torn
krachtsport boksen, gewichtsheffen, judo, karate, kogelstoten, simo, touwtrekken, worstelen
krachtsportwerktuig halter
krachtstation centrale
krachtterm uitroep, vloek
krag drijftil, rietzodde
krakeel gekijf, geschreeuw, herrie, kijf, onenigheid, onmin, ruzie, twist
krakelen bekvechten, harrewarren, kibbelen, kiften, kijven, ruziën, twisten
krakeling koekje; nachtvlinder
kraken bezetten, breken, fijnmaken, inbreken, knarsen, openbreken, piepen, verdrukken
krakend knarsend
krakend geluid (ge)krak, gekraak
krakende stem kraakstem
kraken van huizen inbreken
kraken van papier knisperen
krakepit sukkelaar
kraker inbreker, succesnummer
krakkemikkig oud, versleten, oud
kralen insnoeren - rijgen
kram agrafe, kaak, garde, hecht, niet, spang
kram om water te putten puthaak
kramer handelaar, koopman, venter, verkoper
krammen hechten, nieten, vastmaken
krammetje neet, niet
kramp hik, koliek, spasme, spierpijn, stuip, tetanus
kramp van het middenrif hik
krampachtig fanatiek, spasme, spasmodisch, spastisch, stijf, vergeten, verkrampt
krampachtig huilen - snikken
krampachtige samentrekking spasme
krampachtige spiersamentrekking hik, kramp, stuip
krampachtigheid bij dieren hanetred
kramp in de buik - koliek
kramprog - sidderrog
krampvuur - bontvuur
kramsvogel kamlijster, tjaklijster, veldlijster
kranig dapper, ferm, flink, kloek, knap, koen
kranig en kloek - kordaat
kranigheid branie, dapperheid, flinkheid,moedigheid, onversaagdheid
kranig persoon - branieschopper
krank lijdend, ongesteld, ziek, zwak
kranke zieke, lijder(es)
krankheid - kwaal, ongesteldheid, ziekte, zwakheid
krankzinnig absurd, bespottelijk, dol, driest, dwaas, geestesziek, gek, gestoord, idioot, mal, mesjoche, waanzinnig, warhoofdig, zot
krankzinnigheid dementie, dwaasheid, gekheid, gestoordheid, dilheid, idioterie, onzinnigheid, razernij, zotheid, zinsverbijstering
krans aureool, bloemenring, gordel, kring, kroon, ring
kransbloem - akkerboterbloem, margriet
kransen - lauweren
kransje côterie, kliek
kranskruid marjolein
krans ter ere - erekrans
kransnaad - voorhoofdsnaad
kransuil kerkuil
krans van bladeren - rozet
kranswieren - chara
krant blad, courant, dagblad, gazet, journaal, nieuwsblad, orgaan, periodiek, persorgaan
krant (z.n.) - gazet
krantenartikel - asterisk, bericht, commentaar,
krantenbedrijf pers
krantenhuisje - kiosk
krantenkop headline
krantenleiding redactie, red.
krantenman journalist
krantenhuisje kiosk
krantenjongen - camelot
krantenleiding - hoofdredactie, red., redactie
krantenrubriek - rubriek
krantenverkoper ako
krantenwereld pers
krantenwezen - dagbladpers
krantenzuil kolom
krap amper, bekrompen, benard, eng, karig, nauw, nauwelijks, nauwsluitend, schaars, ternauwernood
krap en eng - nauw
krapjes armoedig, benauwd, eng
krapte gebrek, engte, nauwte, schaarste
kraprood - alizarini
kras buitengewoon, fel, flink, haal, krachtig, kwiek, ongehoord, schrap, sterk, stevig, streep, taai, vitaal
kras en kwiek - vief
krasheid felheid, flinkheid, gestrengheid, kracht, scherpte, sterkte
kras of haal krab
krassen graveren, griffen,
krat bak, kist, lattenkist, skeleton
krater bocca, mengvatvulkaanopening
krater met water - kratermeer
krater van grote afmeting calde(i)ra
krateropening met trechtervorm calde(i) ra
kraterpijp van een vulkaan - diatribe
kratertje bocca, kawah
krats bagatel, habbekrats, kleinigheid
kratswol wolafval, vlokwol, slagwol
krauw - krab, schram
krauwen krabben, krabbelen, kriebelen, kriewelen, schrammen, schuren
krauw of kras - krab
krediet lening, schuld, tegoed, pof, vertrouwen
kredietinstelling bank
krediet verschaffen - accrediteren
kreeft cancer, hommer, langoesr(ine)
kreeftachtig diertje watervlo, pissebed, garnaal, zeepok kreeftcocktail lobster
kreeftdicht retrogade
kreeftengang - cancricato
kreeftengang maken achteruitboeren, achteruitgaan, terugkrabbelen
kreeftenkleur - rood
kreeftenschaar - knijper
kreeftensoort - anomura, cambanus
kreeftskeerkring noorderkeerkring
kreeft zonder scharen - langoest
kreek beek, rivier, spreng
kreen - schrikkerig, schuw
kreet cri, gil, yell, riedel, schreeuw, slagzin, (uit)roep
kreet van pijn au, ai
kreet van smart - smartkreet
kreet van vreugde ha, hoera, hoi
kregel boos, driftig, gemelijk, geprikkeld, gramstorig, kittelorig, knorrig, korzelig, kribbig kriegel, kwaad, lichtgeraakt, misnoegd, nijdig, ontstemd, pittig, prikkelbaar, weerbarstig, wrevelig
kregelig driftig, korzelig
kreits - kring
krek even, juist, net, precies
krekel boor, eimke, heempje, ieme, krieik(ske), veenmol, wielboor
krekels - grylidae
kremser wit loodwit
kreng aas, etre, feeks, helleveeg, kadaver, lijk, prij, serpent, tang
krengtor - aastor, doodgraver
krenken aanranden, affronteren, beledigen, benadelen, beschadigen, beledigen, benadelen, grieven, kwetsen, pijnigen, pikeren, plagen, steken, vernederen
krenkend beledigend, grievend, bitter, bijtend, scherp, kwetsend
krenking afbreuk, affront, grief, benadeling, belediging, mortificatiestoornis, vernedering
krent gierigaard, gortenteller, knar, pietlut, vrek
krentenbol - stoet
krentenboompje alpenbes, junibes
krentenbrood duivekater, kramik, mik
krentenbroodje - deuvekater
krentenkakker - gierigaard, vrek
krententeller - gierigaard
krentenweger gierigaard, kruidenier, vrek
krenterig afgemeten, bekrompen, gierig, karig, kleingeestig, kleinzielig, schriel, zuinig
krenterigheid - gierigheid
krepel invalide, kreupel, mank
kret karet, zeeschildpad
Kreta, bergtop op - Ida, Theodoro, Theodorus
Kreta, hoofdstad van - Chania, Kanez
Kreta, stad op - Irakilon
Kretensisch boogschutter - Alkoon
krets huidziekte, krab, schram, schurft
kreuk beschadiging, ezelsoor, frommel, frons, fronsel, knak, knauw, kreukel, neep, plooi, rimpel, vouw
kreukel alikruik, frommel, krukel, prooi
kreukelaar - beunhaas, prutser, scharrelaar
kreukels wrakken
kreukels maken - frommelen
kreuken beschadigen, frommelen, knakken, rimpelen
kreuk in de huid - rimpel
kreunen gekerm, kermen, klagen, steunen, zaniken
kreunend klagen - kermen
kreupel ellendig, gebrekkig, invalide, krepel, mank
kreupelbos - schaarbos
kreupelhout gagel, strubben
krevel - gekriewel
krib bed, kribbe, ledikant, leger, legerstede, nest, rivierdam, sponde, voederbak, wieg
kribbe bed, rijsdam
kribben harrewarren, krakelen, ruziën, tegenstribbelen, twisten
kribbenbijter klopper, nijdas
kribbig korzelig, kregel, lichtgeraakt, narrig, nuffig, prikkelbaar, twistziek, wrevelig
kribbig meisje katje
kribbige vrouw kat
kriebel jeuk, prikkeling
kriebelen jeuken, kietelen, krabbelen
kriebelig geprikkeld, jeukerig, tureluurs
kriebelziekte ergotisme
kriegel gramstorig, korzelig, kregel, kribbig, misnoegd, wrevelig
kriek kers,krekel
kriekelaar - kersenboom
krieken aanbreken, dageraad, gloren, morgenstond
kriel dartel, grut, kind, kip, kleingoed, uitschot, uk, ukkie
krielen krioelen, wemelen
krielhaan dwerghaan
krielkip - krik
krieuwelen - dooreenkrioelen , jeuken, kriebelen
krijg gevecht, kamp, oorlog, slag, strijd
krijgen bekampen, bekomen, erlangen, gewinnen, grijpen, opdoen, strijden, ontvangen, verwerven
krijger combattant, krijgsman, milicien, militair, soldaat, strijder, vechter
krijgertje nalopertje, tikje, tikkie, vangertje
krijgsbanier oorlogsvlag, vaandel
krijgsbehoefte ammunitie
krijgsbouwkunst genie
krijgsgehuil - oorlogskreet
krijgsgevangenkamp - stalag
krijgsgewoel mêlée
krijgsgezang der Germanen - barditus
krijgsgezant heraut
krijgsgezel - spitsbroeder, wapenbroeder
krijgsgezind - oorlogszuchtig
krijgsgod Ares, Janus, Mars
krijgsgodin Ballona, Minerva, Walkure
krijgshaftig dapper, martiaal, militant, strijdlustig, strijdvaardig
krijgshaftigheid dapperheid, krijgslustigheid, martialiteit
krijgshandel - oorlogsbedrijf, oorlogvoering
krijgsheir - leger
krijgsknecht - militairsoldaat
krijgskunde strategie
krijgkundig - strategisch
krijgskundige - strateeg, tacticus
krijgskundige term beleg, front, omsingeling
krijgsmacht armee, divisie, heer, heir, leger, legerkorps, militie, troepen, troepenmacht, weermacht
krijgsmakker slapie, strijdgenoot, wapenbroeder
krijgsman krijger, marinier, militair, soldaat, strijder
krijgsman uit vroeger tijd dragonder, musketier, ruiter
krijgsoefening exercitie
krijgsoperatie uitvoeren - opereren
krijgsoverste paladijn, veldheer
krijgsraad rechtbank, vergadering
krijgsschool - H.K.S.,
krijgstocht heervaart, raid, veldtocht
krijgstoneel - slagveld
krijgstrompet bij de oude Egyptenaren meleket
krijgstucht discipline
krijgstuchtgelijke straf berisping, licht, streng, verzwaard
krijgsvaandel van het Romeinse leger labarum
krijgsverrichting krijgsbedrijf, oorlogshandeling, operatie
krijgsvolk leger, legertros, militairen, soldaten
krijgswezen militie
krijgszang strijdlied
krijs - schreeuw
krijsen bleren, gillen, jammeren, knarsen, krijten, razen, schreeuwen, snerpen
krijt arena, kalk, strijdperk
krijt, etage uit het - albien, aptien barremien,campanien, cenomanien, coniacien, hauterivien, maastrichtien, santonien, senonien, turonien, valanginien
krijten gieren, huilen, krijsen, roepen, schreien, schreeuwen, wenen, witten
krijtdiertjes - foraminiferen
krijtend schreeuwend
krijtkleur - bleek, wit
krijtrotsen op Wihgt - Needles
krijtwit doodsbleek, lijkwit
krik brandewijn, dommekracht, jenever, wintertaling
krikkemik bok
krikkemikkig - kaduuk, onsolide, onvast
Krim, badplaats op de - Jalta
Krim, hoofdstad van de - Simferopol
krimp afname, armoede, gebrek, gemis, nood tekort,
krimpen achteruitkrabbelen, afnemen, krommen, samentrekken, schrompelen, slinken, teruglopen (van de wind), toegeven, verminderen
krimpen van de wind - inkrimpen
krimpvrij maken van stoffen sanforiseren
kring cirkel, cyclus, district, gebied, gezelschap, groep, krans, milieu, rayon, rondte, stand, vereniging, zone
kring om de zon en maan halo
kring van paddestoelen heksenkring
kringetje cirkelgang, ootje,rondje,
kringetjes spugen - baliekluiven, lanterfanten
kringloop circulatie, cirkelgang, cyclus, periode, proces, rondgang, recycling
kringvormig circulair, orbiculair, ovaal, rond
kringvormig voorwerp - rad, ring, wiel
krinkelen kronkelen, krullen
krioelen krielen, ritselen,wemelen
krip - rouwfloers
Krisjna, geliefde van Radha
Kristal - kwarts
kristalkunde kristallografie
kristallijn gesteente bazalt, graniet, porfier, syeniet
kristallose - saccharine
kristalversterker transistor
kristalvormig kristallijn
kristalziener - scryer
krit schar
kritiek aanmerking, afkeuring, bedenkelijk, benard, beoordeling, epineus, ernstig, gevaarlijk, hachelijk, netelig, oordeel, opmerking, precair, recensie, zorgelijk, zorgwekkend
kritiekloos domweg
kritische beschouwing - commentaar
kritische uiteenzetting commentaar
kritiseren bedillen, beoordelen, recenseren
Kroatië, hoofdstad van Zagreb
Krodde - hederik
kroeg bar, bierhuis, café, doening, drankhuis, dranklokaal, estaminet, fut, herberg, kit, osteria, sociëteit, soos, staminee, taphuis, tapperij, taveerne
kroegbaas gelaghouder, kastelein, herbergier, waard
kroeghouder herbergier, kroegbaas, tapper, waard
kroegloper boemelaar,drinkebroer, habitué, stamgast
kroep difterie, kruis
kroepoek, grondstof voor - ikan, kerbo, melindjo, oedang
kroes beker, drinkbak, brinkbeker, gekruld, kom, kruik, mok, nap, pint, pot, vat
kroesharige bewoner van Melanesië - papoea
kroesharige hond poedel
kroeskarper giebel, steenkarper
kroeskop krullenkop
kroezen - krullen
kroezig gekruld, krullerig
krokodil alligator, boeaja, gaviaal, kaaiman
krokodillendoder ichneumon
krokodillensoort - alligator, brilkrokodil, gangesgaviaal, kaaiman, lijstkrokodil, nijlkrokodil
krols hitsig, loops, paarlustig, paarzuchtig
krom gebogen, gebrekkig, onrechtvaardig, scheef, slecht, verdraaid
krombaangeschut houwitser, mortier
krombeen - o-been
krom gebeente rib
kromhals - retort
kromhout knie, steven
kromme curve
kromme blaashoorn kornet
kromme dolk of kort zwaard jatagan
kromme lijn boog, curve, spiraal
kromme lijn die zich om een middelpunt slingert spiraal
kromme nagel krauwel
kromme sabel - klewang
kromme Turkse dolksabel jatagan
kromme vrucht - banaan
krommen buigen, kronkelen
kromming bocht, boog, buiging, curve, flexuur, krinkel, kromonocline, kronkel
krommingsbeweging van plantendelen - nastie
kromtaal koeterwaals, potjeslatijn
kromte kromheid
kronen bekransen, belonen, eren, prijzen
kroniek annalen, annuarium, blad, dagboek, jaarboek, journaal, tijdsrelaas, tijdschrift, periodiek, verhaal, verslag
kroniek van een Jaar annalen ,
kroningsstad der Duitse keizers Trier
kroningsstad der Franse Koningen Reims
kroningsstad der Nederlandse vorsten en vorstinnen Amsterdam
kronkel bocht, draai, kink, kromming
kronkelberg omloopberg
kronkeldarm - ileum
kronkelen draaien, krinkelen, krommen
kronkelende laan slingerlaan
kronkelige stengel rank
kronkellijn meander
kronkelpad slingerpad
kroon bloemkroon corona, diadeem, heerschappij, krans, kruin, luister, lichtkroon, munt, regering, tiaar, tiara, top, voortreffelijkheid
kroon der pausen tiara
kroonappel aagt
kroonblad petaal
kroonbladloze plant abeel, berk, betel, beuk, biet, boekweit, brandnetel, cassave, duindoorn, eik, els, esp, gagel, hazelaar, hennep, hop, iep, kamfer, kaneel, kastanje, kattenstaart, knotwilg, laurier, melde, muskaat, notenboom, olijf, wilg, olm, peper, plataan, populier, postelein, rabarber, spinazie, treurwilg, vijgenboom, vogellijm, wilg, wolfsmelk, zuring,
kroonduif - goüra
kroonduiker fuut
kroonjaar feest jaar
kroonkandelaar armluchter
kroonkolonie gemenebest
kroonkraan kroonreiger
kroonkurk - flessendop
kroonlijst - corniche, kornis
kroonluchter kandelaber kroonlamp, lichtkroon
kroonprins (Frans) dauphin
kroonprinses dauphine
kroon ranonkel akkerboterbloem, kransbloem
kroonreiger - kroonkraan
kroonslagader kransslagader
kroonvogel kroonduif, kroonfazant, kroonkraan
kroos eendekroos, gergel, glee, lemma, linze, moeras, moeraslinze, veenbes, waterlelie, waterlinze
kroosje - pruim
kroost afkomst, afstammelingen, kinderen, mansoir, nageslacht, nakomelingen, oir, zaad
kroot beetwortel, biet, pee, peen
krop andijviestruik, hals, halsgezwel, sla, struma, voormaag
kropaar - dactylis
kropduif - kropper
kropgans pelikaan
kropgezwel struma, wen
kropkool buiskool
kropmens - cretin
kropooievaar maraboe, marabout
kroppen doorzetten, mesten, samenpakken, verduren, voederen
kropper - kropduif
kroppig bitter, haatdragend, wrang, wrokkig
krotter - beunhaas
kruiden dille, foelie, kamille, komijn, laurier, nootmuskaat, peper, saffraan, salep, sesam, specerij, thijm, vanille, venkel
zie ook keukenkruid
kruidenboek - herbarium
kruidendokter - kwakzalver
kruidendrank - thee
kruidenier grutter, krentenweger, winkelier
kruidenier op het water - parlevinker
kruidenierswinkel grutterij, komenij
kruiden leer rizologie
kruidensuiker - conserf
kruidenthee tisane
kruidentuin - plantentuin
kruldenverkoper drogist
kruidenwijn kandeel, hippocras
kruidenzoeker - herborist
kruiderij anijs, foelie, kaneel, komijn, kruidnagel, laurier, lavas, mosterd, muskaat, nootmuskaat, tijm, zie ook keukenkruid
kruidig - geurig pittig
kruidige geur aroma, bouquet, boeket
kruidkaas - komijnekaas, nagelkaas
kruidkunde - botanie
kruidkundige - botanicus
kruidmoes - groenmoes, kruudjemous, melkmoes
kruidnagelolie, bestanddeel van - eugenol
kruidnoot pepernoot
kruidworteldrank - salep
kruien opstapelen (ijs), vervoeren, verslepen
kruier kofferdrager, pakjesdrager, sjouwer, witkiel
kruihaspel - molenwindas
kruik amfora, bedwarmer, fles, kan, kubbe, pul, tul, urn, vaas
kruikje-roer-me-niet mimosa
kruikje voor as - urn
kruik, geglazuurde, van aardewerk - baardman
kruim - pit, verstand
kruimel beetje, gremel, korrel, stukje, ziertje
kruimelaar - gierigaard, prutser
kruimelarij gierigheid
kruimelen afbrokkelen, brokkelen, peuteren, prutsén
kruimig - bloemig, jeuig, korrelig
kruin bladeren, boomtop, bovendeel, gebladerte, hoofd, kroon, schedel, top
kruinoot - nootmuskaat, pepernoot
kruinpunt - schedelpunt
kruinschering tonsuur
kruintje van een appel navel
kruipen sluipen
kruipend - slaafs
kruipende dieren
3 boa, olm, pad
4 kret, naga, naja, pier, pipa, slak, worm
5 adder, agame, cobra, gekko, karet, skink, slang, tokeh
6 boeaja, heiaal, kawaan, kikker, molog, python, varaan
7 axolotl, everdas, everdis, gaviaal, hagedis, kaaiman, leguaan,
platkop, reptiel, saurier, serpent, tjitjak, vuurpad, zandboa
8 anaconda, basilisk, kameleon, krokodil, matamata, netslang,
pijladder, pofadder, takslang, zeeslang
9 aardslang, alligator, blindworm, boomslang, brilslang,
groenling, hazelworm, hoedslang, iguanodon, lansslang,
ringelaar, ringslang, schildpad, wormslang, zandadder
10 bergduivel, blindslangboomkikker, dinosaurus, hoornslang,
kamhagedis, ratelslang, salamander, tapijtslang, tijgerslang,
wateradder, waterslang, zeehagedis
11 bloedzuiger, boomhagedis, boomkikvors, duinhagedis,
gilamonster
kruipelings - heimelijk, steelsgewijs
kruipende tarwe kweek
kruiper - ogendienaar
kruiperig deemoedig, onderdanig, serviel, slaafs, vleiend
kruiperig doen - slijmen
kruiperig persoon hielenlikker, kruiper, ogendienaar, onderkruiper, slaaf, slijmerd, strooplikker, vleier
kruiperige verering byzantinisme
kruiperij ogendienst, onderdanig, serviel, slaafsheid, vleierij
kruiplank badding, richter
kruipplant maagdenpalm
kruis crux, leed, lendenstreek, lijden, muntteken, muziekteken ordeteken, plaag, ramp, stuit, wederwaardigheid
kruisarm dwarsbalk
kruis in de vorm van een letter T Antonius, St. Antoniuskruis
kruis voor onbewaakte overweg Andreaskruis
kruisafdoening kruisafneming
kruisbeeld crucifix
kruisbeen heiligbeen
kruisbekken - loxia
Kruisberg Calvarieberg , Golgotha
kruisbes klapbes, stekelbes, whitesmith
kruisbestuving - allogamie
kruisbeuk transept, dwarsbeuk
kruisbladig gewas radijs
kruisbloemigen cruciferen
kruisbloemige plant akkerkool, bloemkool, boerenkers, cricufeer, dodder, herderstasje, herik, huttentut, judaspenning, kapper, knolraap, kool, koolzaad,mosterd, pinkstrerbloem, raap, raapkool, radijs, raket, ramenas, rodekool, sterkers, veldkersviolier, waterkers, wede, zeeraket
kruisbloemige woestijnplant jerichoroos
kruisboog armborst
kruisboog van een gewelf - ogief
kruisbramzeil - grietje
kruisbroeder kruisheer
kruisdistel eryngium, zeedistel
kruisen - traverseren
kruiser oorlogsschip
kruisgetuige - martelaar, martelares
kruisgezant - apostel, zendeling
kruising knooppunt, kruispunt
kruising tussen ezel en merrie - muildier, muilpaard
kruising tussen leeuw en tijger - liger, tigeon
kruising van wegen driesprong, knooppunt, viersprong kruisjesdag Aswoensdag
kruisingsproduct hybride
kruisklamp - belegstuk
kruiskruid - senecio
kruismast bazaanmast
kruismes - dolk
kruisnet - hefnet, ophaalnet, totebel
kruisopschrift INRI
kruispunt kruising, voersprong
kruisrad draaikruis, tourniquet
kruisschip - kruiser
kruisstaf van de paus ferula
kruisstelling chiasme
kruistocht bedevaart, kruisvaart
kruisvaan - labarum
kruisvaart kruistocht
kruisvormig kruiselings
kruiswant - bazaanswant
kruisweegss - kruiselings
kruisweg - statie
kruiswoordraadsel - cryptogram, doorloper, kruiswoordpuzzel, puzzel
kruitdoop vuurdoop
kruitkoker - kardoes
kruitmengsel sas
kruitwagen - caisson
kruiven - kroezen, krullen
kruiwagen kordewagen, kruikar, relatie
kruk deurknop, drievoet, greep, handel, handgreep, klink, knop, knuppel, schabel, schamel, sukkel, taboeret, zwengel
kruk aan deur klink
krukboor avegaar, fretboor
krukel alikruik, kreukel
krukje - stoeltje
krukkast carter
krukken - stuntelen
krukkig gebrekkig, knoeierig, onbekwaam, onhandig, stumperig, stuntelig, sukkelachtig, sukkelend, ziekelijk
krul afschaafsel, gril, haarbos, kronkel, kuur, lok, nuk, pennentrek, schaafsel
krulfloers crèpe
krul haar - lok
krulhond poedel, spaan
krulijzer friseertang
krulkop - kroeskop, krullekop
krullen - kroezen
krullenbol kroezelbol
krullerige stijl - rococo
krullige wollen stof ratiné, ratijn
krullijn spiraal
krulspeld roller
krultang - haarkruller
kryoliet ijssteen
krypt - krocht, spelonk
krypton - kr., edelgas
ksi-deeltje cascadedeeltje
kub fuik, visfuik
kubbe - aalkorf, fuik
kubiekecentimeter - cc., ccm.
kubieke meter stère
kubus - hexaëder, teerling, zesvlak
kubusvormig dropje - griotje
kuch commiesbrood, hoest
kuchen hoesten
kudde aantal, drift, horde, koppel, massa, menigte, roedel, schaar, troep, zwerm
kuddedier - massamens
kuddedieren vee
kudde herten roedel
kuddehoeder herder
kudde hoedster herderin
kui - koekalf
kuier ommetje, wandeling
kuieren - lopen, slenteren, stappen, wandelen
kuiering - loopje, wandeling, slentering
kuif haarbos, haardos toef,
kuifaap meerkat
kuifarend ruigpoothavik
kuifachtige tooi van edelstenen aigrette
kuifbal volant
kuifeend kamduiker
kuif van een haan - hanenkam
kuiken broed, domoor, kieken, pul
kuikenvlees - poult
kuil del, diepte, gat, groeve, holte, kolk, put, silo, uitholling, visnet
kuilen - inleggen, inmaken
Kuilenburg - Culemborg
kuil in de weg del, put
kuilnet - treil
kuil van wilde zwijnen ketel
kuiltje bij golven hole
kuilvoer - mais
Kuinder - Tjonger
kuip badkuip, bak, balie, kaar, teil, tob, tobbe, teil, ton, vat
kuipen bedriegen, intrigeren, knoeien, konkelen, stoken
kuiper konkelaar, tonnenmaker
kuiperij bedrog, gekonkel, geknoei, intrige, konkelarij, list
kuiphout - klaphout, vathout
kuipplant - maagdenpalm
kuip voor de bereiding van boter karn
kuis bescheiden, eerbaar, ingetogen, net(jes), preuts, proper, rein, zedelijk, zedig, zuiver
kuise vrouw - Lucretia, Suzanne
kuisen louteren, ontsmetten, reinigen, schoonmaken, zuiveren
kuiser - schoonmaker
kuisheid - castimonia, eerbaarheid, reinheid, zedigheid
kuisheidgordel venusband
kuise vrouw - maagd
kuising abrasio
kuit - roge
kuitbeen fibula
kuitbroek plusfour
kuitschieten paaien, scharen
kuitsteen eiersteen, oöliet
kuit van de steur kaviaar
kukeleku - hanengekraai
kukelen kraaien, vallen
kultuur beschaving, teelt
kultuurgewas soja
kummel - karwij, komijn
kummelolie, bestanddeel van - carvon, limoneen
kunde bekwaamheid, kennis, weten
kundig bedreven, bekend, bekwaam, capabel, deskundig, ervaren(heid), geleerd, knap, onderlegd, ontwikkeld, vaardigheid, wetende
kundigheid bedrevenheid, bekwaamheid, ervarenheid, geleerdheid, kennis, talent, vermogen
kunne geslacht, sekse
kunnen - vermogen, weten
kunnende bestaan levensvatbaar
kunnende weerstaan bestand
kunnen hebben verdragen, velen
kunnen plaatsen - begrijpen
kunst foef, frats, handigheid, kneep, truc, vaardigheid
kunst (Lat) ars, (Fr.) art
kunstaas - spinner
kunstarm of been - prothese
kunstbalein - balaniet
kunst om door opplakking van figuren op glaswerk porselein te imiteren potichomanie
kunst om gezond en gelukkig te leven en ziekten te voorkomen eubiotiek
kunst van het plaatsnijden graveerkunst
kunst van het waarzeggen mantiek
kunstbeoefenaar uit liefhebberij amateur, dilettant
kunstbeoordelaar kunstcriticus
kunstbeschermer - maecenas
kunstboter margarine
kunstdiamant stras
kunstdicht - romance
kunsteloos - eenvoudig, naïef
kunstenaar acteur, artist, artiest, auteur, beeldhouwer, bohémien, componist, danser, dichter, etser, filmer, fotograaf, graveur, literator musicus, pianist, poëet, schilder, schrijver, violist, virtuoos, zanger
kunstenaar van zekere richting realist
kunstenares artieste, diva, schilderes, zangeres
kunstenboek - goochelboek
kunstenmaker acrobaat, goochelaar, kermisgast, saltimbanque
kunstenmakerij aanstellerij, grimas
kunstgebit prothese
kunstgesteente eterniet
kunstgevoelige estheet, esteet
kunstgoud doublé, oreid
kunstgreep akal, foef(je), greep, kneep, list, manipulatie, toer, truc
kunsthaar pruik
kunsthaarstuk - toupet
kunsthars bakeliet
kunsthoorn - caseïneplastic
kunstig - bedreven, handig
kunstige dans ballet
kunstige sprong salto
kunstig samengesteld werktuig - machine
kunstig vaatwerk vaas
kunstig vlechten knopen
kunstje toer, truc
kunstkabinet - museum
kunstledemaat prothese
kunstleer - boekbindersleer, lederdoek, skai, wasdoek
kunstlichaamsdeel prothese
kunstlicht - baak
kunstlichtpapier - bromide, clorobromide
kunstmaan gemini, satelliet, spoetnik, telstar
kunstmateriaal plastic
kunstmatig artificieel, gedwongen, mechanisch, nagemaakt, onnatuurlijk, synthetisch
kunstmatig element americium(Am), curium(Cm), einsteirlium, fermium(Fm), mendelevium(Me) neptunium(Np), plutonium(Pu)
kunstmatige afwatering drainage
kunstmatig bevloeide vlakte vega
kunstmatig gekiemd graan - mout
kunstmatig gesteente - eterniet
kunstmatig leidingkanaal - aquaduct
kunstmatige bevloeiing irrigatie
kunstmatige bron fontein
kunstmatige etterwonde fistel
kunstmatige hoofdbedekking haarstukje, pruik, toupet
kunstmatige inseminatie k.i.
kunstmatige mens homunculus, robot
kunstmatige nier - kunstnier
kunstmatige slaap hypnose
kunstmatige springbron fontein
kunstmatige taal Esperanto, Ido, novial, occidental Volapuk
kunstmatige verdoving narcose
kunstmatige visteelt piscicultuur
kunstmatige warmtebron kachel,oven, centrale verwarming
kunstmatige waterkering sluis
kunstmatige zon - hoogtezon
kunstmens homunculus, robot
kunstmest fosfaat, fosforzuur, kali, kalk, salpetersuperintendent
kunstmiddel handigheid, truc
kunstneus rinoplastiek
kunstprodukt beeld, compositie, ets, gedicht, roman, schilderij
kunstrechter - criticus
kunstrichting dadaïsme, expressionisme, futurisme, impressionisme, naturalisme, realisme, surrealisme, zero
kunstrijder voltigeur
kunstrijdster - amazone
kunstschildergereedschap - ezel, palet, penseel
kunstschilderskwastje - penseel
kunststeen granito
kunststijl barok, classicisme, empire, gotiek, kubisme, maniërisme, rococo, romantiek
kunststof plastic
kunststuk - foefje, list, meesterstuk, stunt, toer
kunsttaal code, Esperanto, Ido, Volapük
kunstvaardig artistiek, virtuoos
kunstvaardigheid - bravour
kunst van waarzeggen - mantiek
kunstverwoester - vandaal
kunstvezel acryldralon, nylon, orlon, perlon, terlenke
kunstvliegen - stunten
kunstvlieger stunter, stuntvlieger
kunstvlucht stunt
kunstvoorwerp beeld, ets, gravure, schilderij, urn, vaas
kunstwaterwerk fontein, vijver
kunstwereldtaal - esperanto
kunstwerk aquarel, beeld, collage, compositie, creatie, drama, ets, gedicht, roman, schilderij
kunstwol alpaca
kunstzaal kabinet, museum
kunstzijde rayon, travise
kunstzilver - argentaan
kunstzin smaak
kunstzinnig artistiek
kunziet - spodumeen
kuras borstpantser, harnas
kurassier cavalerist, manwijf, ulaan
kuren genezen, fratsen
kurk afsluiter, stop, spon
kurkarbeider - bekker
kurkcambium - fellogeen
kurkdroog vochtvrij
kurkensnijder riemer, ronder
kurkhout flokhout
kurkjebreien - punniken
kurkstof - suberine
kurktapijt linoleum
kurk van fles - sto
kurk van hengel sim
kurkweefsel - felleem
kurkzuur - suberinezuur
kus pakkerd, smok, zoen
kus voor het slapen gaan nachtkus, nachtzoen
kussen peluw, zoenen
kussenblok - lager
kussenovertrek sloop, fluwijn
kussensloop fluwijn, kussenovertrek
kussentje tampon
kussntje van snoep - ulevel
kust grens, lijwal, oever, rand, strand , wallekant, zoom
kust van KlelnAzië Levant
kusteilandjes voor Noorwegen scheren
kuster - coaster, kustvaarder
kustgebied duinen, strand
kusting hypotheek
kustinsnijding - geleding, ria
kustland - litoraal
kustlicht - baken, fanaal, farus, vuurtoren
kustmeer etang, haf, lagune
kust onder de wind - lijwal
kustplaats in Gelderland Harderwijk
kuststrook - strand
kustvaarder coaster, kuster, smak, snauw, zie ook schepen en vaartuigen
kustvaart - cabotage
kust van Klein-Azië - levant
kustvorm cara, fjord, liman
kustwater - etang
kuur aanstellerij, behandeling, bui, caprice, frats, geneeswijze, grap, gril, luim, nuk, remedie streek, therapie
kwaad arg, bezeten, boos, boosheid, chagrijnigerg, euvel, gebelgd, gebeten, laaiend, lelijk, nijdig, schadelijk, slecht, snood, toornig, vals, verbolgen, verdorven, verkeerd, woest, woedend, zondig
kwaadaardig boosaardig, gevaarlijk, maligne, nijdig, schadelijk, slecht, venijnig, verderfelijk, virulent
kwaadaardig gezwel sarcoom
kwaadaardigheid - maligniteit
kwaadaardig roofdiertje fret
kwaadaardig wijf feks
kwaadaardige vrouw feeks, kreng, prij
kwaad bejegenen - benadelen, dreigen
kwaad doen deren
kwaaddenkend - achterdochtig, argwanend
kwaaddenkendheid - argwaan
kwaaddoener - zondaar
kwaadgezind vijandig
kwaadheid toorn, woede
kwaad maken - stangen
kwaadsappig - kwaadbloedig
kwaadschiks nolens
kwaadspreekster klappei
kwaadspreken achterklappen, kletsen, konkelen, lasteren, opstoken, roddelen
kwaadsprekend laatziek
kwaadspreken over - belasteren
kwaadspreker lasteraar, oorblazer, roddelaar
kwaadsprekerij achterklap, eerroof, geroddel, laster, roddel, smaad
kwaad te weeg brengen berokkenen
kwaad toewensen - verwensen
kwaad vermoeden argwaan, verdenking
kwaadwillig boosaardig, gemeen, kwaadaardig, weerspannig
kwaadwillige beschuldiging aantijging.
kwaad worden - opwinden
kwaal aandoening, euvel, gebrek, jicht, misstand, ongemak, spit, ziekte
kwab Iel, lob, medusa, puitaal, zaadlob
kwabaal aalkwab, aalpad, puitaal
kwade dank ondank
kwade dunk - achterdocht
kwade geest A(h)riman, demon, duivel
kwade kans gevaar, risico
kwade luim balorigheid
kwade naam - miskrediet
kwade reuk stank
kwade roep diskrediet
kwade tijd crisis, depressie, ontij
kwade tijding Jobspost
kwade toestand - gevaar
kwade trouw arglist, dolus, malafide, opzet, verraad
kwadraat vierkant, carré
kwadrant cirkelsector, graadboog, hoekmeter, hoogtemeter
kwajongen apenkop, beersem, belhamel, bengel, blaag, deugniet, guit, lummel, ondeugd, rakker, rebel, rekel, schalk, schelm, snaak, snotjongen, snotneus, straatjongen, vlegel, vlerk, wijsneus
kwak palmwijn, slap, sukkel
kwaken kwekken, snateren
kwaker - schreeuwer
kwakkel kwartel, kwek
kwakkelen sukkelen
kwakken gooien, neersmijten, ploffen, smijten
kwakzalver bedrieger, beunhaas, charlatan, kakadoris, knoeier, oplichter, wonderdokter
kwakzalversmiddel lapzalf
kwal engerd, fluim, mispunt
kwalificatie eigenschapstoekenning, kenschetsing, proefwedstrijd
kwalificeren - kenschetsen
kwalijk - bezwaarlijk, gebrekkig, min, moeilijk, onbehoorlijk, onwel, onvolkomen, slecjt, waardeloos
kwalijke lucht stank
kwalijk nemen euvelduiden, misduiden
kwalijk riekend garstig
kwalijk ruiken - stinken
kwaliteit aard, deugdelijkheid, functie, gehalte, hoedanigheid, klasse, rang, soort, staat, waardigheid
kwaliteit van grond en opstand - boniteit
kwalm damp, nevel, rook, walm
Kwangtsjou - Kanton
kwallen cnidaria
kwalster - fluim
kwalsteren - kwijlen
kwanselen pronselen, tuisen, tuitelen
kwansuis alsof, quasi, schijnbaar, zgn, zogenaamd
kwant clown gast, gezel, grapjas, grappenmaker, guit, klown,kwibus, jongeman, nar, olijkerd, pias, schalk, sinjeur, sijs, snaak, snuiter
kwantiteit bedrag, grootte, hoeveelheid
kwantum - aantal, dosis, hoeveelheid, part, portie
kwar - knoest
kwark hangop, wittekaaswrongel
kwart kwartier, verrel, vierde, vierel, vierendeel
kwartaal trimester
kwartel kwakkel, veldhoen, wachtel
kwartelkoning - griet, spriet
kwartet viertal
kwartgulden - kwartje
kwartier buurt, oord, stadsdeel, stadswijk, streek, wijk
kwartileren vierendelen
kwartje heitje, (Ind.) stalie
kwartjesplant - judaspenning
kwarts kiezel, kristal
kwartshoudend gesteente agaat, kwartsiet, zandsteen
kwartsporfier - ryoliet
kwartsvariëteit - prasem
kwasie alsof
kwasieantiek novantiek
kwast fat, flap, gek, knoest, kwibus, mallerd, malloot, pedant, penseel, snuiter, troetel, verfborstel, verkwister, zot
kwast aan een sabel dragon
kwasten en smeren - verven
kwasterig fatterig, ingebeeld, kakkineus, pedant, verwaand, zelfingenomen, zot
kwastig ijverig, knoesterig, knoestig, noesterig, vlijtig
kwast in hout (k)noest, kwar, war
kwastje penseel
kwast of zot kwibus
kwast op uniform troetel
kwab - kletskous
kwebbel babbel, kakelaar, kalle, klappei, kletskop
kwebbelaar kletser, ratel, tatelaar, taterbek
kwebbelen kletsen, ratelen, snateren, tateren
kwebbel of bek - mond
kwee haringbuis, hoekerbuis
kweedoren zuurbes
kweek aanplant, agropyron, cultuur, fok, jongen, tarwegras, teelt, verbouw
kweekbak kas
kweekgras paan, palet
kweekplaats broeikas, broeinest, kas, serre
kweekplaats van oesters - oesterbank
kweekplant asperge
kweekplantje van rijst bibit
kweekruimte - broeibakkas, serre, warenhuis
kweekschool voor priesters seminarie
kweernen klauwen
kwek kletskop, kletskous
kwekeling cadet, pupil
kweken aanwakkeren, fokken, grootbrengen, opfokken, opleiden, opvoeden, teelt, telen, verbouwen, verwekken, verzorgen
kweken van bollen - bloembollencultuur
kweker bloemist, fokker, planter, teler, tuinder, tuinman, verbouwer
kwekerij bloemisterij, tuincentrum
kweking aanplant
kweking van groenten en vruchten teelt
kweking van zuivere bacteriën reincultuur
kwekken kakelen, kleppen, kletsen, kwaken
kwel hartzer, smart, verdriet
kwelder gors, kardoes, nes, schor
kwelen zingen
kwelgeest judas, kweller, loeder, plaaggeest, sar, treiter
kwellage - kwelling, verdriet
kwellen folteren, grieven, judassen, kwetsen, martelen, negeren, pesten, pijnigen, plagen, sarren, tanen, teisteren, tergen, treiteren
kwellend drukkend, nijpend, tergend
kweller folteraar, kwelgeest, pestkop, pijniger, sadist, sar
kwelling foltering, grief, hartzeer, last, marteling, moeite, obsessie, pijn, plaag, temptatie, torment, verdriet, verzoeking, zorg
kwelwater - grondwater
kwelzucht sadisme
kwelzuchtig persoon - sadist
kwerulant ruziezoeker, twistziek
kwestie affaire, geschil, geschilpunt, onderwerp, onenigheid, opgaaf, probleem, ruzie, story, strijdvraag, twijfel, twist, verwikkeling, vraagpunt, vraag(stuk), zaak
kwestie (Ind.) - perkara
kwestie waarbij niet het verstand maar het hart spreekt gevoelszaak
kwets - pruim
kwetsbaar bro(o)s, fragiel, gevoelig, teer, zwak
kwetsbaarheid broosheid, brosheid, fragiliteit, gevoeligheid, overgevoeligheid, sensibiliteit, teerheid
kwetsbare deel van Achilles - hiel
kwetsbare plek achilles, hiel
kwetsen beledigen, beschadigen, bezeren, blesseren, blutsen, deren, ergeren, grieven, kneuzen, krenken, kwellen, ontheiligen, ontwijden, pijnigen, schaden, schenden, smaden, tergen, toucheren, uitschelden, vernielen, verwonden, wonden
kwetsend aanstotelijk, beledigend, bitter, bijtend, grievend, honend, krenkend, scherp, smadelijk
kwetsing - belediging, beschadiging, kneuzing, krenking, kwetsuur
kwetsuur blessure, bluts, breuk, kneuzing, letsel, snede, snee, trauma, verwonding, wond(e)
kwetteren babbelen, keuvelen, schateren, tateren
kwezel dibbe, femel, huilebalk, suffer, sul, zeurpiet
kwezelachtig bigot, femelig
kwezelachtigheid - pruderie
kwezelarij bigotterie
kwezelen - femelen
kwezelig bigot, devoot
kwibus dwaas, gast, gek, kwant, kwast, pias, potmus, snaak, snuiter, zot
kwiek aardig, energiek, fel, flink, kittig, kras, kwik, levendig, opgewekt, pittig, rap, snel, tierig, vief, vinnig, vlot, vlug, vrolijk, vurig, wakker
kwiekheid levendigheid, zwierigheid
kwijl mondvocht, speeksel, spuug, zever
kwijldoekje - slabbe, slab
kwijlen zeveren
kwijnen pratten, sukkelen, treuren, (weg)teren, verflauwen, verwelken, verzwakken
kwijnend armetierig, smachtend
kwijt - los, ontheven, spoorloosverloren, vrij, weg,zoek
kwijtbrief - kwitantie
kwijten - betalen, kwijtschelden, ontheffen, vergeven, voldoen
kwijtgeraakt - verloren
kwijting afdoening, decharge, kwitantie voldoening
kwijtraken lozen, missen, spuien, verliezen, verspelen
kwijtschelden absolveren, ontheffen, remitteren, vergeven kwijtschelding abolitie, absolutie, aflaat, remise, vergeving
kwijtschelding van schuld abolitie, absolutie, vergeving, vergiffenis
kwijtschelding van straf amnestie, gratie, pardon
kwijt zijn missen, vermissen
kwik hg, beuzeling, levendig, zief
kwikchloride - kalomel, mercurichloride, sublimaat
kwikfulminaat - knalkwik
kwikkolom kwikzuil
kwiklegering - emalgaan
kwikmedit - kwartel
kwikstaart akkermannetje, motacilla, wipstaart je
kwikstof amalgaam
kwikvergiftiging - mercurialisme
kwikzilver hg
kwinkeleren fluiten, kneuterenzingen
kwinkslag bonmot, grap, joke, mop, scherts, ui
kwintaal centenaar
kwintappel - kolokwint
kwintessens fijnste, kern, keur
kwispel - gesel, kwast
kwispelen - geselen
kwistig gul, mild, overvloedig, rijkelijk, royaal
kwistigheid - gulheid, royaliteit, vrijgevigheid
kwitantie acquit, kwijtbrief, kwijting, kwijtschrift
kwiteren - voldoen
kyfose bochel
Kymrische taal - Welsh
kynologie hondenkennis
kynoloog hondenkenner
L
la bergplaats, bergruimte, lade, schuifbak
laadboom giek, kraan, losarm
laadbord - pallet
laadbrief carga, cognossement, connossement
laadbrug - transporteur
laadkist - container
laadpaal laadmast
laadplaats kade, steiger, wal
laadplaats van schepen kade, lastage, wal
laadruim van een baggermachine hopper
laadstation - platvorm
laadstreep - Plimsollmerk
laadtak - container
laadvermogen draagkracht
laag arglistig, diep, eerloos, etage, gemeen, gering, ignobel, karakterloos, klein, laaghartig, laf, min, minderwaardig, nietig, onedel, schunnig, smerig, vals, veil, verachtelijk, vuig, vuil, vulgair, zwak
laag bankje - schemel
laag bij de grond banaal, infaam, laag, min, ordinair, platvloers, triviaal, vulgair
laag - (Eng,) low
laag bouwsel - loods
laag deel van een land dat bij hoog water onderloopt dil
laag gebouw barak, loods
laag gelegen - diep
laag gelegen land met wilgenhout goor, griend
laag getij eb
laag hangende wolken nevel, damp, mist
laaghartig eerloos, gemeen, infaam, min, onedel, slecht
laaghartigheid gemeenheid
laaghartig mens doerak
laagheid gemeenheid
laag houten vat kuip, tobbe
laag ijs ijskorst
laag in prijs - goedkoop
laag kreupelhout gagel
laag liggend land dil, oogwaard, laagland, polder, waard
laagliggend land met wilgen - griend
laag of gemen persoon - loeder
laag ontwikkeld dier - oerdier
laag op oud zink etc. patina
laag paneermeel - panade
laag schoven op de dorsvloer leg
laag van de dampkring ionosfeer, ozonosfeer, stratosfeer, troposfeer
laag verf paté
laag voor laag - laagsgewijs
laag uitgesneden hals - decolleté
laag uitspringend plafond - kalf
laag water eb, I.w.
laag werkwagentje op rails - lorrie
laag water - eb
laag water, dubbel agger
laagwielig voertuig - sleperskar
laag wolken - stratus
laagconjunctuur depressie, crisis
laaggelegen drassig gebied - broek
laaggroeiend gewas - heester
laaghartig eerloos, gemeen, ignobel, infaam, laag, min, onedel, schandelijk, slecht, veil
laagheid abjectie
laagland dal, vallei
laagliggend land dil,griend, laagland, polder, uiterwaard, waard
laagstaand - minderwaardig, slecht
laagstbetaalde - minima
laagste del, onderste
laagste adellijke titel baronet
laagste bas - brombas
laagste bassnaar - bourdon
laagste deel ondereind
laagste deel van een huis - kelder
laagste Engelse academische graad B.A.
laagste punt aan de hemelbol nadir
laagste punt in Afrika Quattara
laagste punt in Amerika Death Valley
laagste punt in Australië Lake Eyre
laagste punt in Azië Dode Zee
laagste punt in Europa - Kaspische Zee
laagste punt ter wereld Dode Zee
laagste toon grondtoon
laagte dal, diepte, duinpan, inzinking, vallei
laagte in duinen del, pan
laagte tussen twee bergen dal, pas, vallei
laag van atmosfeer niveau
laag vliegen strietsen
laai vuurtong
laaien branden, vlammen
laaiend kwaad, woedend, vlammend
laak afkeuring, beek, blaam, poel, sloot, wetering
laakbaar afkeurenswaardig, berispelijk, blamabel
laakbare daad streek
laakziek bedilzuchtig, kwaadsprekend, vitlustig
laakzucht - vitlust
laan allee, avenue, boulevard, dreef, lei, straat, weg
laan met bomen beplant allee, dreef
laan van weg naar woning dreef, oprij, oprijlaan
laan voor voetgangers wandelpad, wandelweg
laar dorpsplein, tra
laars bottine, hoos, schoen, stapperstevel
laarzenknecht schoenhoorn, schoenlepel
laat horige, ontijdig, spa, vertraagd
laatbloeier aster, chrysant
laatdunkend aanmatigend, arrogant, hautain, hoogmoedig, pedanterie, trots, verwaand
laatdunkendheid aanmatiging, arrogantie, hooghartigheid, pedanterie, verwaandheid
laatijzer - laatmes, lancet, vlijm
Iaatkerk laatmis
laatmes laatijzer, lancet, vlijm
laatrijpe kers - kriek
laatst jongst, kortgeleden, kortelings, laatstelijk, lest, onlangs, pas, recent
laatste achterste, besluit, einde, lest, slof, uiterste
laatste aanmaning - renovatie
laatste baken uiterton
laatste dag van de maand ultimo
laatste deel van de nacht -nanach
laatste dingen, leer van de - eschatologie
laatste eis, bij onderhandelingen ultimatum
laatste gedicht van een dichter zwanenzang
laatste koning van Albanië Zog
laatste koning van Rome Tarquinius
laatste kwartier - l.k.
laatste laag verf - afdekverf
laatste letter van het Griekse alfabet omega
laatste middel - ultiratio
laatste periode van de steentijd - neolithicum
laatste proef (eind)examen
laatste rapport - eindverslag
laatste redmiddel - plechtanker
laatste rapport eindverslag
laatste regel - slotregel
laatste rustplaats graf, groeve, tombe
laatste sacramenten aan een zieke in gevaar van sterven toegediend viaticum
laatste stuk end, eind, finish, peuk, slot, sluitstuk, stompje, uiteinde
laatste stukje stompje
laatste stuk sigaar - peuk
laatste snede van klaver etgroen, nasnede
laatste test op school - eindexamen
laatste toevluchtsoord reduit
laatste ton op weg naar open zee uiterton
laatste uitkomende van een broedsel kakkernestje
laatste van de maand - ultimo
laatste van een groep - hekkensluiter, lantaarndrager
laatste vier weken voor Kerstmis - advent
laatste voorwaarde - ultimatum
laatste voorschrift slotbepaling
laatste voorstel - ultimatum
laatste wagen in een wielerwedstrijd - bezemwagen
laatste weken voor Aswoensdag voorvasten
laatste weken voor Kerst - advent
laatste weken voor Pasen vasten
laatste wil - testament
laatst geboren jong - kakkernestje
laatstgenoemde deze, Ig.
laatstleden jl., ll., jongste, jongstleden, laatst, kortelings, onlangs, pas, recent
laatstmaal onlangs
laatstverlopen laatstleden
laatstgenoemde - l.g.
laattijdig tardief
laatstelijk - recentelijk
laatijzer - laatmes, lancet, snap, vlijm
laatvlijm laatmes, lancet, snapper
Labans dochter - Lea, Rachel
labbeien babbelen ,klappen, snappen
labbekak flauwerik, sul, sufferd
labbekakken kletsen, kwaadspreken
labberdaan - zoutevis
laberkoelte - windje
labberlot - kruiper, stumper
label adreskaartje, etiket, kaartje, kofferetiket
labeurpaard ploegpaard, landbouwpaard
labiaal lipklank, lipletter
labiaat -
4 munt, raai, thijm
5 ajuga, polei, salie
6 btunel, hyssop, lamium, menthanepeta, ocimum, salvia,
thymus
7 andoorn, ballota, ballote, betonie, lycopus, malrove,
melissa, melisse, monarda, stachys
8 bergamot, gamander, glechoma, hysoppus, lavendel,
prunella, satureja
9 akkermunt, dovenetel, drakenkop, galeopsis, gildkruit,
hertsmunthondsdrar, lavendula, marjolein, pepermunt,
watermunt, wolfspootijzerkruid, zenegroen
10 bonenkruid, draaibloem, hartgespan
11 bazielkruid, borstelkrans, hoenderbeet, kattenkruid
labiel onstabiel, onstandvastig, onvast, wisselvallig, wankel
laborant analist, scheikundige, witjas
laboratorium lab, proefstation, werkplaats
laboratoriumbuisje pipet
laboratorium instrument kolf, microscoop, retort
laboreren lijden, sukkelen
laborieus arbeidzaam, bedrijvig
labroïden lipvissen
labyrint doolhof, dwaaltuin,
lacet rijgsnoer, rijgveter
lachduif tortel
lachebek giechel
lachen giecgelen, glimlachen, grijnzen, grinneken, proesten, schateren, stralen
lachenderwijs gekscherend, spottend
lachgas stikstofoxydule
lachje lonk
lachlust wekkend - komisch
lachmeeuw kapmeeuw, kokmeeuw
lachspiegel - toverspiegel
lachwekkend grappig, kolderiek, komisch, potsierlijk, ridicuul
lachwekkend persoon risee
lachwekkend zonderling - grotesk
lachwekkende aangelegenheid - giller
lachwekkende verkleding travestie
laconiek bondig, doodkalm, kort(af), nuchter, rustig
lactometer melkmeter
lactose melksuiker
lacune hiaat, holte, gaping, leegte, leemte, weglating
ladde drijftil, klomp, krag, sliert
ladder leer, toonschaal, trap
ladderstijl schalier
laddersport - tree, trede
laddertje - leertje
laddertrede sport
Iade - schuifbak
ladekast chiffonnière, commode
ladelichter dief, rover
Iaden belastenbevrachten, innemen, vullen
Iaden (scheppen) stuwen
lader bevrachter, cargadoor, stuwadoor
lading ballast, last, vracht, vulling, wagenvracht
lading stuwen trimmen
lading of vracht last
ladingsbrief - vrachtbrief
ladingsfactuur carga
lading stuwen tremmen
lading van een schip - laST
Ladronen Marianen
lady dame, mevrouw
ladykiller Don Juan, vrouwenjager
laederen - benadelen, schaden
laf blo(de), bang, bedeesd, beschroomd, beu, flauw, enghartig, flauw, infaam, kleinhartig, kleintjes, lafhartig, melig, ongezouten, slap, smakeloos, vreesachtig, zoetsappig, zouteloos, zwoel
lafaard bangerd, bangerik, bloodaard, durfniet, haas, lafbek, melkmuil, wezel
lafbek bangerik, bloodaard, flauwerd, durfniet, lafaard,
lafenis leniging, verfrissing, verkwikking
laf en min laag
laffe daad - lafheid
lafhartig bang(elijk), beschroomd, blode, blohartig, flauw, flauwhartig, sullig, vreesachtig
lafhartig iemand - lafaard
lafheid bloheid, weekheid
lage bloeddruk - hypotensie
lage diersoort - spons
lagedrukgebied - drukminimum
lage grond in het rivierkleigebied komgrond
lage hartstocht minnedrift
lage herenschoen moliere
lage houten wagen kor
lage inkomens - minima
lage kamer insteek
lage kandelaar blaker
lage kant blaker, lij
lage koersen baisse
lage luchtdruk - depressie
lage mannenstem bas
lage muur schrans, stichel
lage rivierstand - l.r.
lage schoenen molières
lage slootkant del
lage sofa zonder leuning ottomane
lage temperatuur fris, kou(de), vorst
lage vleierij ogendienst
lage vrouwenstem alt
lage waterstand eb
lage zijde van een zeilend schip lij
lagenbeschrijving stratigrafie
lager beneden, bier, draagpot, inferieur, kussenblok, legerkamp
lager dan onder
lager dan b bes
lagerbier lager
lagere deel van een land dil
lagere - mindere
lagere overheid - gemeente, provincie, waterschap
lagere plant alg, mos, wier
lagermaken - verlagen
lagune haf, strandmeer
lagune langs de Franse kust etang
laguneachtige riviermonding liman
Laibach - Ljubliana
lak glansverf, verf, vernis, zegellak, zegelstof
lakboom - rhus
lakei bediende, livreiknecht
Lake District, meer in het - Thirlmere, Ullswater, Windermere
laken afkeuren, berispen, blameren, gispen, misprijzen, wade
lakenbereider drapenier, volder, voller, wolkrasser
lakenreder - drapenier
Lakenpoets, een der - Coleridge, Southey, Wordsworth
lakens en dekens dek
Lake Superior - Bovenmeer
laker - afkeurder
lakken bedriegen, moffelen, schilderen, vernissen
laking - afkeuring
Lakkadiven, een der - Minicoy
lakmerk zegel
lakmoes verfstof
Lakonië, bewoners van - heloten, peioiken
Lakonië, centrum van - Sparta
lakoniek kalm
lakooi violier
lakris zoethout
laks inert, langzaam, log, nalatig, slof, sloom, traag
laksheid - onverschilligheid, slofheid
lakwerk zegel
lam akelig, bar, beroerd, bewegingloos, eng, ellendig,
geparalyseerd, jong dier, krachteloos, naar, onguur, slap, vervelend
lama schaapkameel
lama, kleine - alpaca
lama, soort - goeanaco, vicoenja
lamantijn - manati, zeekoe
lambel - barensteel
lambrizering beschot
lambrizering onder een raam - kniebeschotje
lameer babbelaarster, klappei
Lam Gods - A.D.
lamel lamet
lamentatie elegie jeremiade, klaaglied, weeklacht
lamento - klaagzang
lamentoso - klagend
lamfer rouwsluier
lamgat - luiaard
lamlendig futloos, hangerig, lui, naar, slap, traag, wee, zwak
lammekezoet - bokking
lammeling lamstraal
lammelot - luiaard
lammenadig - akelig, beroerd, ellendig, vervelend
lammergang - telgang
lammergier griffioen
lammerstaart timotheegras
lammycoat - bontjas
lamoen berrie, burrie, dissel(boom), inspan
lamp kous, kroon, licht(bol), luchter, pit
lamp die ultraviolette stralen uit straalt hoogtezon
lampenkousje lampenpit, lemmet
lampenpit lampenkousjelemmet, wiek
lampet oliekan, waskom, waterkan
lampetkan waskan, waterkom
lamphouder fitting
lampion jodenkers, lantaarn
lampionplant - physalis
lampje (Indisch) pelita
lamp of luchter - kroon
lampoot luiaard, luilak
lamprei negenoog, prik, windel
lampschijnsel licht
lamp van en fiet - koplamo
lamp voor raapolie lante
lamp voor reclame - neon
lampzwart - olieroet
lamsoren - limonium, zeeaster, zulte
lamstraal beroerling, lammeling, secreet
lamsvel - lamshuid
lamsvlees - amnoin
lamswolimitatie agnella
lanceerinrichting raletbasis
lanceren afvuren, slingeren, verbreiden, werpen
lancet laatijzer, laatmes , laatvlijm, vlijm
lancetvisje - amphioxus
land aarde, akker, grond(gebied), koninkrijk, mogendheid, natie, oord, rijk, staat; streek, veld
land aan de Amazone Brazilië
land aan de Middellandse Zee Albanië, Algerije, Egypte, Frankrijk, Griekenland, Israël, Italië, Libanon, Libië, Marokko, Spanje, Tunesië ,Turkije
land aan de Nijl Egypte, Soedan
land aan de oostkust van Sumatra Deli
land aan de Rh6ne Frankrijk Zwitserland
land aan de Rijn Duitsland, Nederland, Zwitserland
landaanwinning drooglegging, inpoldering, polder
landaard - volkskarakter
landarbeider boerenknecht, dagloner
land behorende tot de Gemenebest Dominion
landbezitter grondeigenaar
landbewerking bemesten, eggen, oogsten, planten, ploegen, poten, spitten, zaaien
land bij een boerderij heerd
land bij riviermond - delta
landbouw agricultuur, akkerbouw
landbouwbedrijf - boerderij
landbouw betreffend - agrarisch
landbouwcooperatie in Israël - kibboets
landbouwer agrariër, akkerman, boer, farmer, landman
landbouwer (Ar.) fellah
landbouwersvrouw boerin
landbouwgereedschap combine, dorsvlegel, eg(ge), frees, hak, hark, hooivork, ploeg, reek, riek, rijf, schop, sikkel, spa, tractor, trekker, vork, zeis
landbouwgrond akker, es, eng, enk, veld
landbouwhogeschool - L.H.S.
landbouwkunde agronomie
landbouwkundig - agrarisch
landbouwkundig ingenieur (afk.) ti.
landbouwkundige agroloog, agronoom
landbouwkundige aardrijkskunde agrogeologie
landbouwmachine combine, tractor
landbouwmotorvoertuig - tractor
landbouwproduct aardappel, biet, gerst, graan, haver, kool(zaad), koren, mais, peen, rogge, suikerbiet, tarwe, vlas, wortel
landbouwwerktuig bats, dorsvlegel, eg, egge, gaffel, greep, hark, ploeg, reek, riek, schop, sikkel, spa, tractor, vlegel, vork, wan, zeis
landbouwwerktuig tegen onkruid extirpator
land dat boven zee is uitgekomen kustterras
land dat bij hoge vloed overstroomt gors, kwelder, schor
land dat bij vloed overstroomt plaat, wad
land dat door water is ingesloten eiland
land der Edomieten Idumea
land der meren Finland, Suomi
land der oudheid Assyrië, Athene, China, Egypte,
Mesopotamië, Perzië, Sparta
land der verdoemden gehenna
land door water ingesloten eiland
landdrost - baljuw
landelijk agrarisch, rustiek, nationaal
landelijk gebied platteland
landen dalen, neerkomen
landenstrijd oorlog
landerig futloos, gemelig, melig, mierig, ontstemd, zeurderig
land in Afrika Algerije, Angola, Benin, Botswana, Burundi, Dahomey, Egypte, Eritrea, Ethiopië, Gabon, Gambia, Ghana, Guinee, Ivoorkust, Kameroen, Kenia, Kongo, Lesoto, Liberia, Libië, Malagasië, Malawi, Mali, Marokko, Mauretanië, Mozambique, Namibië, Nigeria, Rhodesia, Ruanda, Sebegal, Sierraleone, Soedan, Somalië, Swaziland, Tanzania, Togo, Tsjaad, Tunesië, Uganda, Zaire, Zambia, Zimbabwe, ZuidAfrika
land in Amerika -
land in Arabië Aden, Egypte, Ethiopië, Jemen, Oman, Soedan, Saoedi-Arabië
land in Azië Afghanistan, Arabië, Azerbeidzjan, Birma, Cambodja, Cylon, China, Filipijnen, Georgië, India, Indonesië, Irak, Iran, Israël, Japan, Kazachstan, Kirgizië, Laos, Maleisië, Mongolië, Nepal, Oezbekistan, Pakistan, Syrië, Tadzjikistan, Thailand, Taiwan, Tibet, Turkije, Turkmenistan, Viëtman
land in Europa Albanië, België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Engeland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, JoegoslaviëKroatië, Letland, Litouwen, Luxenburg, Macedonië, Montenegro, Nederland, Noorwegen, Oekraine, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, Schotland, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Zweden, Zwitserland
land in Griekenland Arcadië, Ells, Epirus, Thessalië
land in MiddenAmerika Canada, Costarica, Cuba, Elsalvador, Guatemala, Haïti, Honduras, Jamaica, Mexico, Nicaragua, Panama, Salvador
Land in Midden-Oosten Irak, Iran, Jemen, Katar, Libië, Oman,
land in NoordAmerika Alaska, Canada.
land in OostAzië Annam, Bahrein, Birma, Cambodja, Egypte, Israël, Kuweit, Laos, Libanon, Jordanie, Maleysië, Sudan, Syrië, Thailand, Vietnam
land in zee eiland
land in zee uitstekend kaap, schiereiland
land in ZuidAfrika Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië, Natal, Swaziland, Transvaal
land in ZuidAmerika Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Ecuador, Guyana, Paraguay, Peru, Suriname, Uruguay, Venezuela
land in de oudheid Assyrië, Babylonië, Juda, Medië, Phoenicië
land in de Peloponnesus Arcadië, Elis
land, ingesloten door armen van riviermonding delta
land langs de zee - kust
land met riet begroeid rietland
land om boerderij erf
land omringd door water eiland
land tussen dijken polder
land tussen riviermondingen delta
land uit de oudheid Assyrië, Babylonië, Carthago, Egypte, Kreta, Medië, Pergamum, Phoenicië
land van belofte Dorado, Eldorado Kanaän, Utopia,
land van de duizend meren Finland, Suomi
land van de Inca's Peru
land van de Nijl Egypte
land van geboorte moederland, vaderland, (Lat.) patria
landdag - vergadering
landdrost - baljuw
landeigenaar gelande, ingeland
landeigenaar in polder ingeland
landelijk agrarisch, agrest, campêtre, ruraal, rustiek
landelijk (muz.) rustic(and)o
landelijk gebied campagne, platteland
landelijk gedicht - idylle
landelijk liedje - villanelle
landelijk gelegen herenhuis landhuis, villa
landelijke plaats dorp
landen dalen, neerkomen
landengte istmus, nes
landengte in Griekenland Isthmus
landengte op Malakka Kra
landerig futloos, gemelijk, ontstemd, verveeld, vervelend
landerijen - akkers, kavels, weiden
landgedicht veldzang
landgemeente - kerspel
landgenoot compatriot, landsman
landgoed domein, estate, hoeve, state, werf, zate
landhoofd strekdam, pier
landhuis borg, buiten, buitenplaats, bungalow, pendoppo, state, villa, zate
landhuisje cottage
landhuis van één verdieping - bungalow
landhuur pacht
landing - debarkatie, ontscheping
landingsplaats embarcadère, haven, hoofd, pier, steiger, vliegbasis, vliegveld
landingsplaats van Noach Ararat
landjebloem - madeliefje
landjonker landedelman
landjuweel rederijkersfeest
landkaartenboek - atlas
landkaartkunde kartografie
landkaartkundige kartograaf
landkaarttekenaar - cartograaf
landkost boerenspijs
landleven buitenleven
landloopster - zwerfster
landlopen dolen, schooienzwerven
landloper bedelaar, bedelman, dalver, guit, hobo, pruis, tramp, scharluin, schelm, scharluin, scherluin, schooier, schuimer, vagebond, zwerver
landmaat acre, are, bunder, ca, gemet, ha, hectare, morgen, roe(de)
landmaat in Indonesië bouw
landmaat in Zeeland gemet, met
landmacht leger
landman agrariër, akkerman, boer, buitenman, dorpeling
landmassa - vasteland
landbouwer - ploeger
landmeetkunde geodesie
landmeetkundige geodeet
landmeetinstrument teodoliet
landmeter geodeet, spanner
landmetersstok baak
land of grond - aarde
land of staat - rijk
landontginning - exploitatie
landouw dreef, laan, streek, veld
landpaal grenspaal, limietpaal
landpunt kaap
landrechter - baljuw
landrook veenrook
landrover - terreinwagen
landsadvocaat raadpensionaris
landsafdeling - provincie
landsambt staatsambt
landsbestuur - regering
landschap bioom, gouw, gebied, gewest, oord, polder, streek
landschap aan de oostkust van Sumatra Deli
landschap in de Peloponnesus Arcadië, Elis
landschap in Griekenland Arcadië, Boeotia, Elis, Epirus, Thessalië
landschap in Hellas Attica
landschap van Midden van Italië waarvan de 30 steden een verbond vormden Latium
landschapsbeschrijving chorografie landschapsontwikkeling geomorfologie
landscheiding grens
landsgewoonte gebruik, zede
landsgrens rijksgrens, staatsgrens
landsheer gebieder, koning, soeverein, vorst
landsheerlijk - vorstelijk
landskind - vageborene
landsknecht - soldaat
landsman - landgenoot
landsmoeder koningin
landstreek contrei, gebied, gewest, gouw, oord, streek
landstreek bij Andesgebergte Patagonië
landstreek in Azië Mandsjoerije, Mesopotamië, Mongolië, Tibet, Turkestan
landstreek in Brabant Langstraat, Peel
landstreek in Gelderland Achterhoek, Betuwe, Graafschap, Lijmers ,Veluwe
landstreek in Groningen Oldambt
landstreek in Nederland Achterhoek, Betuwe, Gooi, Kennemerland, Peel, Streek, Twente, Veluwe, Westland
landstreek in Overijssel Salland, Twente
landstrook - grens
landstrook langs de zee kust, strand
landsverdediger militair, soldaat
landsverdediging - defensie
landsverordening edict
landsvorst - souverein
landsvrouwe gravin, koningin, vorstin
landtong nes, uitham, uithoek, schiereiland
land tussen dijken polder
land tussen riviermonden - delta
land van belofte - eldorado, Kanaän, paradijs, utopia
land van duizend meren - Finland, Suomi,
land van de Incas - Peru
land van oorsprong - bakermat, vaderland
landvast meertouw, tros,
landverhuizer emigrant, migrant, uitwijkeling
landverhuizing emigratie, migratie
landverrad - hoogverraad
landvolk - boeren
landvoogd Alva, ban, gouverneurParma, podesta, pretor, Requeens, satraap, sirdar, stadhouder
landvoogdes - gouvernante
landvoogdij - ban
landvoogd over Palestina Pilatus
land vruchtbaarmaken - mesten
landwantsen - geocoridae
landweer - defensie, verdediging
landweg dreef, menne
landzaat - inboorling
landziek heimwee, landerig, misnoegd, nostalgie, wrevelig
landziekte - epidemie
lanen - dreven
lang dun, gerekt, groot, langdradig, langdurig, macro, maxi, rijzig, slank, uitgestrekt
lang aangehouden gerekt
lang aanhangsel bij vele lagere dieren tentakel
lang beddenkussen - peluw
lang dik hout balk, lat, paal, staak, stengel, tok,
lang dun hout lat, staak, stok
lang dun mens lat, slungel, staak,
lang dun penseel sleper
lang dun voorwerp els, naald, priem
lang en dun slank
lang en flink - rijzig
lang en mager bonenstaak
lang en recht slank
lang en smal dun, rank, rijzig, slank
lang en smal stuk hout lat
lang en smal tapijt - loper
lang en zeer smal vertrek pijpenlade, pijpenla
lang ergens blijven - plakken
lang gelegen hebbend belegen
lang gewaad samaar
lang halssnoer - bajadere
lang jachtmes hartsvanger
lang kleed stola, talaar
lang kruisgewelf xystus
lang mager houterig persoon bonenstaak, lat, slungel, staak
lang maken - strekken
lang niet allen enkelen, weinigen
lang niet slecht behoorlijk, fatsoenlijk, redelijk
lang oosters gewaad - talaar
lang opperkleed stola
lang overgordijn - mystere
lang overkleed kazak
lang pandige herenrok - frak
lang priestergewaad talaar
lang rond hout aan een mast ra
lang smal landhoofd pier
lang smal tapijt loper
lang smal vaartuig galei, kano
lang staand haringnet vleet
lang statiekleed van vorsten Tataar
lang stuk hol ijzer buis
lang stuk hout balk, lat, paal
lang stuk ijzer rail, staaf, stang
lang van duur - slepend
lang verhaal relaas, verslag
lang verslag relaas
lang vervlogen - grijs
lang vrouwen kleed (hist) samaar
langademig vervelend
pangarmaap - gibbon
langbeen ooievaar, steekmug
langdradig gerekt, omslachtig, uitgesponnen, vervelend, wijdlopig
langdurig chronisch, lang, langgerektslepend, steeds
langdurig gepraat gemeiergezeur
langdurig vragen melken, zaniken, zeuren
langdurige onderhandeling palaver
langdurige ziekte kwaal
lange afhangende jas kuitendekker
lange bandstrook - stool
lange brede sjaal stola
lange brede weg boulevard
lange groek - pantalon
lange damesblouse kazak, tuniek
lange degen - rapier
lange deurstijl impost
lange dikke overjas pool, ulster
lange dracht maxi
lange dunne paal spier
lange dunne stok lat, staak
lange eentonige opsomming litanie
lange en brede straat avenue, boulevard
lange gedichtenuithaal - tirade
lange grote peer luit
lange herenwinterjas ulster
lange jongen - slungel
lange kabeljauw leng
lange kapmantel huik
lange ligstoel - luierstoel
lange lijn om kabeljauw te vangen beug, kol
lange mantel - almaviva
lange mantel met kap - huik
lange nekharen - manen
lange opsomming enumeratie, litanie, waslijst
lange overjas kazak
lange paal mast
lange pop lijs
lange puntige boot - gondel
lange puntige degen rapier
lange rechte spade - boor
lange reeks file, litanie, rij, ris, sleep, sliert
lange reeks autos file
lange reeks gebeden litanie
lange rij file, keu, ris, rits, sleep, sliert
lange sabel huzarensabel, sarras, sleepsabel
lange schop ruifel
lange sjaal stola
lange slee - bob
lange sliert ris
lange sluier (Ar.) haïk
lange slungel lijs
lange smalle sloep - giek
lange smalle vaan wimpel
lange smalle zijden strook lint
lange snuit slurf
lange spijker - sluiper
lange springstok pols, polsstok
lange staak sliet
lange stoet kolonne
lange stok rekke, rijs, staak, stelt
lange stok van vogelaar rekke
lange strook reep
lange tijd langdurig, poos
lange tijd achtereen langdurig
lange uithaal van woorden tirade
lange uitweiding preambule
lange vislijn beug, kol
lange wandeling - tippel
lange wijde mantel almaviva, samaar
lange winterjas ulster
lange zijde van een metselsteen strek
lange zwarte mantel - domino
Langeland, plaats op het Deense eiland - Rudkobing
langer maken lengen, rekken, verlengen
langen aangeven, aanreiken, halen, krijgen, nemen, toesteken
langer duren uitlopen
langer laten duren rekken
langer maken langen, lengen, rekken, verlengen
langer worden groeien, langen, lengen, rekken, wassen
langer, wijder worden rekken
langere route - omweg
langet mutsenkant
langgerekt gerekt, slepend, traag, uitgerekt
langgerekte blaar - blein
langharige borstel - raagbol, ragebol
langharige hond bernhardhond, bouvier, briard, collie, pekinees, poedel, setter, spaniel, teckel,
langhoofdig - dolichocefaal
Langobardische koning - Alduin
langoest - kreeft
langoor dwaas, ezel, haas, konijn
langoureus kwijnend
langpandige herenjas frak
langpoot hooiwagen
langpootmuggen - tipulidae
langs bezijden, opzij, over, terzijde, via, voorbij
langs boven over
langsheen - voorbij
langschedelig dolichocefaal
langshelling standhoek
langs of naast terzijde
langstaartig kruipsier - hagedis
langspeelplaat l.p.
langste gletsjer van IJsland Vatnajökull
langste gletsjer van NoordAmerika Kenai
langste gletsjer van Noorwegen Jostedalsbreen
langstelig gewas - rabarber
langste rivier Amazone
langste rivier van Afrika Nijl
langste rivier van Australië Murray
langste rivier van Azië Jangtse (kiang)
langste rivier van Europa Wolga
langste rivier van NoordAmerika Mississippi
langtand - kieskauwer, lekkerbek
langverbeid langverwacht
langvoer - stro
langwijlig - langdradig, vervelend, wijdlopig
langwerpig bedkussen peluw
langwerpig broodje kadetje puntje, timp
langwerpig - oblong
langwerpig gesloten kromme lijn. ellips
langwerpig rechthoekig oblong
langwerpig rond ellips, ovaal
langwerpig stuk brandstof - briket
langwerpig vierkant oblong
langwerpig zandgebakje - kano
langwerpig zwaar stuk hout paal
langwerpige kraal git
langwerpige smalle opening kier, reet, sleng, sleuf, spleet
langwerpige strook reep
langwerpige strook stof band
langzaam inert, laks, log, lijzig, saai, slepend, sloom, stroef, temerigtraag
langzaam (muz.) adagio, andante, largo, lento
langzaam afdruipen - sijbelen
langzaam afnemend - perdendo
langzaam doen gaan (af)remmen, vertragen
langzaam en langdurig chronisch
langzaam lopen - slenteren
langzaam voortgaand dier schildpad, slak, worm
langzaamaan allengs, gaandeweg, geleidelijk, gestaag,
langzamerhand, stapvoets, traag
langzame foxtrot blues, slowfox
langzamer - gestaag, gestadig, retenuto, ritenuto, trager
langzamer wordend rall., rallentando
langzamerhand allengs, gaandeweg, geleidelijk, gestadig, lieverlede, temet, zoetjesaan
landzame rustige muziek - andante
lanital melkwol
lankmoedig geduldig, groothartig, toegevend, tolerant
lanoline - wolvet
lans assegaai, harpoen, hellebaard, piek, speer, spies
lansdrager lansier
lansier lansruiter, ulaan
lansknecht - kopliet
lansmesje lancet, entmes
lansruiter lansier, ulaan
lansspel - toernooi
lansvaantje banderol, pennoen , wimpel
lantaarn lampion, luchter
lantaarnpaal lichtmast, reverbère
lantaarnplaatje dia
lantaarnvissen myctophoidei
lante raapolielamp
lanteren - leeglopen
lanterfant doeniet, leegloper, luiaard, nietsnut, slungel, straatslijper
lanterfanter - baliekluiver, doeniet, ledigganger, leegloper, lijntrekker, luiaard, luilak, nietsnut, slampamper, straatslijper
lanthaan - La.
lanugo - nesthaar, wolhaar
Laos, berg in - Phoe-Bia
Laos, bevolkingsgroep in - Akha, Ho, Jao, Kha-kho, Lao, Miao, Meo, Thai
Laos, hoofdstad van - Vientiane
Laos, munteenheid in - kip
Laos, rivier in - Mekong
Lap - Sa(b)me, Sapme
lap doek, flard, flenter, klap, lor, reep, tod, vod, zeil
lap bij wielrennen baanronde
lapel kraagomslag
lap grond terrein, veld
lap stof coupon
lap weefsel - coupon
lapje lor, tod, vod
lapje leer blek
lapje stof - staal
lapje varkensvlees met been - krabbetje
lapidair schrift - steenschrift
lapis infernalis - zilvernitraat
lapis lazuli - lazuursteen
Lapithen, een der - Flegyas, lxion, Kameus
Lapithen, vorst der - Peiritjoös
lapjes - manufacturen
Lapland, berg in - Abisko
laplander - ijsgors
Laplands - Samisch
lappen boeten, flikken, herstellen, klaarspelen, opknappen, reinigen, repareren, verstellen, volbrengen, zemen
Lappendichter - Gutthorn, Larsen, Saban
Lappenmelodie - joiku, juogol
lapper hersteller, schoenmaker, versteller
lappershuisje - schoenlapperspothuis
lapsus abuis, erratum, fout, vergissing
lapwerk knoeiwerk, prutswerk, verstelwerk
lapzwans klungelkluns, luilak
larderen - doorspekken
lar gibbon
larie apekool, beuzel(ing), dwaasheid, flauwekul, (ge)klets, kletskoek, kletspraat, mallepraat, nonsens, onzin, wartaal, zotteklap
lariekoek flauwekul, klets, nonsens, onzin, zotteklap
larie of onzin - lulkoek
lariks lork, lorkeboom
larmoyant huilerig, klagend
Larsa - Senkereh
larve emelt, engerling, hamel, imago, larf, made, mijt, pop, ritnaald, rups
larve van de horzel - dauwworm
larve van de kniptor ritnaald, ritworm
larve van de langpootmug emelt
larve van de meikever engerling
larve van schaaldieren nauplius
larve van de schietmot - kokerjuffer
larve van de vlinder rups
larve van sommige insecten - maai, made
las - tussenstuk, verbinding, voeg
lascief dartel, frivool, wellustig, wulps
lasix fursemide
lasmetaal electrode, lasdraad, soldeer
lasnagel - spijker
lassen aaneensmelten, aaneenvoegen, hechten, verbinden, voegen
lasser felzer
lasso band, bola, riem, vangtouw, werpkoord, werpstrik, werptouw
last belasting, bevel, druk, gedoe, gewicht, hinder, lading, moeilijkheid, modes, moeite, molest, omslag , ongemak, ongerief, onlust, opdracht, order, overlast, plaag, oesa, staak, verplichting, voorschrift, vracht, zorg, zwaarte
lastage laadplaats, losplaats, werf
lastbrief bevelschrift, mandaat, volmacht
lastdier drommedarisezel, kameel, kemel, knol, lama, muildier, muilezel, olifant, onager, paard, pakezel
lastdier in het oosten dromedaris, kameel, kemel
lastdier met bult - kameel
lastdrager - sjouwer
lasten bevelen, bezwaren, onera, passiva
lastenhijser dragline, katrol, lier
laster aantijging,achterklap, blaam, eerroof, kwaadsprekerij, roddel, smaad, venijn
lasteraar eerrover, kletskous, kwaadspreker, roddelaar
lastercampagne hetze
lasteren kletsen, kwaadspreken, roddelen
lasterend - venijnig
lastering - lak, roddel, smaad
lasterlijk honend
lasterlijk beledigen beschimpen, uitschelden
lastermond - kwaadspreker
lasterpraat achterklap, kwaadsprekerij, roddel
lastgever committent, mandator, principaal, rekwirant
lastgeving commissie, bevel, cedel, ceel, opdracht, order
lasthebber afgevaardigde, agent, gecommitteerde, trustee
lastig bedenkelijk, belemmerend, bezwaarlijk, difficiel, drukkend, epineus, genanthinderlijk, hachelijk, hinderlijk, importuum, ingewikkeld, irriterend, kribbig, mierig, moeilijk, naar, narrig, netelig, nukkig, onaangenaam, ondeugend, ongelegen, ongemakkelijk, ongerieflijk, onereus, ongemakkelijk, penibel, rot, stout, veeleisend, vervelend, zeurend
lastig insect bij, luis, mug, vlieg, vlo, wesp
lastig kind blaag, kwakongenlastpost, ondeugd, plaag, snotneus
lastig meisje nest, serpent
lastig onkruid hermoes, kattenstaartnetel, weegbree
lastig vallen hinderen, molesteren, plagen, storen
lastig bij het viseten graat
lastig werk corvee, sjouw, toer
lastig zijn hinderen, plagen
lastige bakvis nest
lastige keuze dilemma
lastige nauwte - bottleneck
lastige taak wespennest
last of lading - vracht
lastpak lastpost, muskiet
lastschip aak, bak
laststeun rong
last ter verzwaring - ballast
lat liniaal, plank, stok, tengel
lat van hekwerk tengel
lat waarop hoenders slapen roest, stok
latafel commode
late vrucht spadeling
latei draagbalk, draagstuk, toog
laten afstaan, opgeven, stoppen
laten aflopen aflaten
laten afzakken aflaten
laten begaan - betijen
laten blijken beseffen, getuigen, tonen, uiten
laten blijven aanhouden
laten circuleren rondzenden
laten doorzijgen filteren, filtreren
laten drinken drenken, laven
laten gaan loslaten, vrijlaten
laten gelden aanwenden, tellen
laten houden schenken
laten komen bestellen, ontbieden
laten lopen lozen
laten schieten afzien, laslaoen, vieren
laten staan - achterlaten
laten varen afzien, opgeven
laten vloeien gieten
laten zakken - neerlaten
laten zien aantonen, etaleren, tonen, showen, weergeven
latent onzichtbaar, rustend, sluimerend, verborgen, verholen
later achteraf, daarna, erna, mettertijd, naderhand, nadien, ooit, post(erieur), straks, toekomstig, vervolgens
later bezorgen naleveren
later worden - uitlopen
later geven nageven
later te gebeuren toekomst
lateraal zijdelings
late vrucht - spadeling
latex melksap
Lathams loophoen - boskalkoen
Latijns-Amerikaan - zie Zuid-Amerikaans
Latijns schrijver scribent
Latijns voorvoegsel ab, ad, agri ambi, ante, anti, aqua, astro, bi, co, con, contra, cum, de, ex, intra, inter, lacto, loco, mille, multi, per, pre, pro, re, retro, semi, sub, super, trans, tri, semi, ultra
Latijns voorzetsel ab, cum, ex, in
Latijns woord voor bad balneum
Latijns woord voor boven supra
Latijns woord voor doos scatuia
Latijns woord voor drank potio
Latijns woord voor droog siccus
Latijns woord voor gesloten clausus
Latijns woord voor gewicht pondus
Latijns woord voor gropt magnus
Latijns woord voor heet - fervida
Latijns woord voor koud frigida
Latijns woord voor lijm gelatina
Latijns woord voor nacht noctem
Latijns woord voor nauwkeurig exacte
Latijns woord voor onmiddellijk continuo, statim
Latijns woord voor oog oculus
Latijns woord voor oplossing solutio
Latijns woord voor spiritus Spiritus
Latijns woord voor spoedig cito
Latijns woord voor stroop sirupus
Latijns woord voor uur hora
Latijns woord voor vloeibaar liquidus
Latijns woord voor vloeistof liquor
Latijns woord voor voortdurend continue
Latijns woord voor vorm forma
Latijns woord voor water aqua
Latijns woord voor wijn vinum
Latijns woord voor zwaar ponderosus
Latijnse Bijbelvertaling Itala, Vulgaat, Vulgata
Latijnse groet vale
Latijnse naam voor berk betuia
Latijnse naam voor beuk fagus
Latijnse naam voor den pinus
Latijnse naam voor elk quercus
Latijnse naam voor els alnus
Latijnse naam voor esdoorn acer
Latijnse naam voor hulst ilex
Latijnse naam voor linde tilia
Latijnse naam voor olm ulmus
Latijnse naam voor spar picea
Latijnse naam voor wilg salix
Latijnse school gymnasium
Latijnse zegswijze - latinisme
Lathyrus pronkerwt
lating bloedaftapping
lat met opstap - stelt
Iatoen geelkoper, messing
latoenkoper - bladkoper
latrine privaat, plee, toilet
lattenkist - krat verpakking
latuw - sla
lat waarop hoenders slapen - roest, stok
latwerk glind, glint, heining, hek, raster, rek, spalier, staketsel
latwerk voor heiningen glint
latwerk voor leibomen - spalier
lauracee - laurier, laurus
laurier - laurus
laurierachtige boom kamfer, kaneel, laurier, muskaat laurierroos oleander
Laus Deo - L.D.
lauw drukkend, halfwarm, kalm, koel, laks, traag, zacht, zoel
lauwe Laodiceeër
lauweren - kransen, loven, prijzen, verheerlijken
lauwerkrans lofkrans, zegekrans
lauwertak - erepalm
lauwe wind zoelte
lava magma
lava uitstoting eruptie
laveloos (stom)dronken, starnakel, zat
lavement darmspoeling, klysma
laven lessen, sterken, troosten, verfrissen, verkwikken
lavendel lavandula, spijk
laveren kruisen, opzeilen, schipperenwassen, zwalken
lavet wasbak, waskuipzitbad
lawaai drukte, gedaver, gegil, gekijf, gekraak, geraas, geratel, geschreeuw, getier, geweld, heibel, herrie, kabaal, keet, leven, misbaar, ophef, opschudding, rumoer, ruzie, spektakel, stampei, tamtam, tumult
lawaai maken bonken, dreunen, piepen, ratelen, razen, rommelen, schreeuwen, tieren, toeteren
lawaai makend voorwerp beiaard, drum, hoorn, klepper, ratel, sirene, toeter, trom
lawaaierig luidruchtig, rumoerig
lawaai instrument , sirene, toeter
lawaai maker drukteschopper, herriemaker, keetschopper, raasbol
lawaaiwerktuig - ratel, sirene, toeter
laweit kabaal, lawaai
lawine stortvloed
laxatief purgerend
laxeermiddel - agar-agar, bitterzout, glauberzout, inanna, jalappewortel, tamarinde, wonderolie
laxeermiddelen laxantia
lay-out van een krant - opmaak
lazaret veldhospitaal, ziekenhuis
lazerij - leprozenhuis, melaatsheid
lazarus aangeschoten, beschonken, (stom)dronken
lazeren gooien, smijten, vallen, zaniken, zeuren
lazuur hemelsblauw
lease - verhuur
Lea's vader Laban
leb enzym, maag, runsel, stremsel
lebaal paling
lebberen slobberen, zuigen
lebbig - bits, zuur
lebferment - pegnine, rennine
Le Corbusier - Jeaneret
lector docent, leraar, leerkracht
lectori salutem L.S.
lectrice - voorlezeres
lectuur - boek, brochure, dagblad, krant, pamflet, tijdschrift, weekblad
ledemaat arm, been, gewricht, pols, teen, vinger
ledemaat van een dier - poot
ledeman ledenpop, leeman, marionet
ledematen armen, benen, extremiteiten, tenen, vingers
leden van het gezin - familie
leden van hofpersoneel hofdames, kamerheren
ledenpop androïde, leeman, marionet
leder - leer
Ieder uit Noord Afrika marokijn
lederbok - looier
lederboom ptelea
lederdoek - kunstleer
lederhuid - corium
lederen borststuk bij het schermen plastron
lederen halsriem halster
lederen harnas - wanbuis
lederen lap zeem(leer), zemenlap
lederen voorschoot schootsvel
ledersoort kalfsleer, marokijn, nappa, rundleer, slangenleer, segrijn, suède
ledig braak, hol, ijdel, ijl, leeg, lens, loos, onbezet, ongevuld, ontruimd, quitte, vacant, vrij
ledigen leegmaken, legen, ruimen, uitdrinken, uitgieten
ledig en vrij - onbezet
ledige ruimte holte, leegte, vacuüm
lediggang luieren, luiheidnietsdoen
ledigheid holheidlediggang, luiheid, nietsdoen, ijdelheid, otium, rust
lediging van brievenbus lichting
ledig, zonder vocht lens, uitgedroogd
ledikant alkoof, bed(stee), krib, kubbe, legerstede, slaapste(d)e, sponde, twijfelaar
lee hengsel, lende scharnier, watering
leed droefenis, droefheid, grief, hartzeer, jammer, kommer, letsel, pijn, schade, smart, verdriet, wee, zeer
leedaanzegger aanspreker, doodbidder, huilebalk, kraai
leed doen deren, kwetsen, raken
leed hebben - spijten
leedgevoel - (be)rauw, smart
leedvermaak (Duits) Schadenfreude
leedwezen berouw, pijn, spijt, verdriet
leefgemeenschap commune, woongroep
leefklimaat - milieu
leefregel dieet, regiem, regime
leefregel of dieet - kuur
leeft van diefstal dief, heler, rover
leeftijd ouderdom,(Fr., Eng.) age
leeftijdsgroep - pubers, tieners, twens
leeftocht eten, proviand, rantsoen, spijs, victualiën, voorraad, voeding, voedsel
leefwijze - dieet
leeg blanco, gust, hol, ijl, ledig, lens, loos, onbedrukt, onbelast, onbezet, ongeladen, ongevuld, ontruimd, open, uitgeput, vacant, verlaten, voos, vrij
leegdrinken legen, ledigen
leeg en hol loos
leeg en vrij onbezet
leeggieten - legen, ledigen, uitgooien
leegheid - leegte
leeg maken hozen, ledigen, legen, lenzen, lossen
leeghoofd domkop, kwast, onbenul; windbuil
leeghoofdig dom, hersenloos
leeglopen - lanteren
leegloper baliekluiver, dagdief, doeniet, lanterfanter, ledigganger, lanterfant, lijntrekker, luiaard, luilak, nietsnut, slampamper, straatslijper,
leegloperij dagdieverij, lediggang, luiheid
leegmaken hozen, ledigen, legen, lenzen, lozen, ontdoen, (ont)ruimen
leegmalen - droogmaken, inpolderen
leg omhulsel dop
leeg praatje smoesje
leegroven plunderen
leegscheppen hozen, uithozen
leegte gaping, gat, gemis, hiaat, holte, lacune, leegheid, leemte, vacuüm
leegte zonder vocht lens
leek beunhaas, knoeier, onbevoegde, ondeskundigeoningewijde, outsider
leem grondsoort, klei, kleem
leem met grote stenen grondmorene, keileem
leemachtige grondsoort löss
leeman ledenman, ledenpop, marionet
leembestanddeel lutum, silt, stof
leemkuil leemgroeve, leemput
leemte fout, gat, gaping, gebrek, gemis, hiaat, lacune, leegte, mankement, tekort(koming)
leen feodum, leengoed, verlei
leenbank lommerd
leenbedrag lening, leensom
leenbreuk felonie
leeneed hulde
leenheer - leenvorst
leenhouder - leenman, vazal
leenman vazal
leenroerigheid feodaliteit
leenspreukig allegorisch, metaforisch, zinspreukig
leenstelsel feodalisme, feodaliteit, feudalisme
leenstelsel betreffende feodaal
leep berekend, betjoegd, bijdehand, doortraptgehaaid, geslepen, gis, goochem, kien, link, listig, loos, slim, sluw, uitgekookt, uitgerekend, uitgeslapen
leep en listig link
leepoog druipoog, traanoog
leer buffel, doctrine, dogma, geloof, glacé, ideologie, ladder, Ieder, lering, les, nappa, regime, religie, saffiaan, stelregel, stelsel, theorie, trap, trapje, - zeem
leerbewerker - lapper, looier, taander, touwer
leerboek leidraad, studieboek
leer dat ervaring de enige bron van kennis is empirisme
leer der kerk - evangelie
leer der oorlogvoering - krijgskunst, strategie
leer der rasverbetering eugenese, eugenetiek
leer der ritmen - ritmiek
leer uit Noord Afrika marokijn
leer van de aangeboren begrippen - innatisme, inneïsme
leer van de aardbeving seismologie
leer van de afstamming genealogie, darwinisme
leer van de bacteriën - bacteriologie
leer van de beenderen - osteologie
leer van de bepaalde energie - elektriciteitsleer
leer van de beschrijving der beenderen osteologie
leer van de betekenis van woorden semantiek
leer van de betekenisverandering van woorden semasiologie
leer van de beweging dynamica, kinetica
leer van de beweging en druk van luchtsoorten pneumatiek
leer van de bewegingen der hemellichamen kosmografie
leer van de bladmossen - bryologie
leer van bloed-en lymfevaten - angiologie
leer van de bloedverwantschap - afstammingstheorie
leer van de bodemontwikkeling pedologie
leer van de bouw van de aardkorst geologie
leer van de bouw van het heelal kosmologie
leer van de breking der lichtstralen dioptrica
leer van de delfstoffen - mineralogie
leer van de denkwetten logica
leer van de eilanden nosologie
leer van de erfelijkheid genetica, eugenetiek
leer van de ervaring empirie, empirisme
leer van de evenwicht - statica
leer van de geneesmiddelen - farmacologie
leer van de geslachtswapens heraldiek
leer van de getallen rekenkunde
leer van de geuren osmologie
leer van de gevechtsvoering - tactiek
leer van de grondregels theorie
leer van de huidziekten dermatologie
leer van de ideeën ideologie
leer van de insekten entomologie
leer van de kanselwelsprekendheid homiletiek
leer van de kerk - catechismus
leer van de kerkelijke feesten - heortologie
leer van de kinderziekten - pediatrie
leer van de kleuren - chromatiek
leer van de krachten - dynamica
leer van de kristallen en hun vorming - kristalkunde, kristallografie
leer van de laatste dingen - eschatologie
leer van de leerwijze methode, methodiek
leer van de levenloze dingen - abiologie, anorgologie
leer van de levensverschijnselen - biologie, zoölogie
leer van de levenswetten - bionomie
leer van de luchtbeweging pneumatiek
leer van de luchtgesteldheid en weergesteldheid klimaatleer, klimatologie
leer van de maatschappij sociologie
leer van de maatsoorten ritmiek
leer van de methoden - methodiek, methodologie
leer van de meting in de ruimte - stereometrie
leer van de meting van vaste lichamen - stereometrie
leer van de misdaad - criminologie
leer van de misvormingen in flora en fauna terutologie
leer van de munten - numismatiek
leer van de onderaardse lichamen nerterologie
leer van de oorlogvoering - strategie, tactiek
leer van de oorzaken - (a)etiologie
leer van de oorzaken van ziekten - aetiologie
leer van de opbouw van elementen - atoomtheorie
leer van de overerving - gêneanomie
leer van de paddenstoelen - mycologie
leer van de plichten en deugden - moraal
leer van de relaties van mensen en groepen sociologie
leer van de ritmen ritmiek
leer van de schepping - kosmogenie
leer van de schoonheid esthetica
leer van de spieren myologie
leer van de spraakklanken fonetiek, fenologie
leer van de staatshuishouding economie
leer van de straalbreking - perioptrica
leer van de stuifmeelkorrels palynologie
leer van de tanden - odontologie
leer van de tragedie tragiek
leer van de toekomst futurologie
leer van de vaktermen terminologie
leer van de verbouw - versleer
leer van de verschijnselen in de dampkring meteorologie
leer van de verschijnselen van het licht optica
leer van de versieringen ornamentiek
leer van de versmaat metriek
leer van de vogels ornithologie
leer van de vorm - morfologie
leer van de waterkracht hydraulica
leer van de welsprekendheid redekunde, retorica, retoriek
leer van de werkelijkheid realisme
leer van de wetmatigheid van het leven bionomie
leer van de woordbetekenis semantiek
leer van de woordschikking syntaxis
leer van de woordvervoeging grammatica
leer van de zenuwziekten neurologie
leer van de ziekteverschijnselen - pat(h)ologie
leer van de ziektesymptomen - diagnostiek
leer van de ziel psychologie
leer van de zinnebeelden symboliek
leer van de zinsbouw syntaxis .
leer van de zonden hamartologie
leer van de zwammen mycologie!
leer van het behoud en de omzetting van het arbeidsvermogen energetica, energetiek
leer van het beheer van boekerijen - bibliotheconomie
leer van het dieet diëtetiek
leer van het dierlijk gedrag - enthologie
leer van het drama - dramatiek
leer van het evenwicht statica, statiek
leer van het geheimschrift - cryptologie
leer van het geluid akoestiek
leer van het heldendicht epiek
leer van het heelal - kosmologie
leer van het juiste stemgeluid fonetiek
leer van het leven fysiologie
leer van het lichaam - somatologie
leer van het licht - optica
leer van het menselijk lichaam somatologie
leer van het onderwijs didactiek
leer van het ontstaan der ziekten - pat(h)olegie
leer van het ontstaan van het aardoppervlak geomorfologie
leer van het ontstaan van het heelal kosmogonie
leer van het ontstaan van ziekten nosogonie
leer van het perspectief doorzichtkunde
leer van het seksuele leven - seksuologie
leer van het staatsbestuur staatkunde
leer van het treurspel tragiek
leer van het verband tussen plant en dier en hun omgeving oecologie
leer van het waterleven - hydrobiologie
leer van het zijn ontologie
leer van lamsvel - nappa
leer van maatsoorten metriek
leer van maten en gewichten - metrologie
leer van Mohammed Islam
leer der slangen ofiologie
leer der sterren - astrologie
leer der vloeistoffen hydraulica
leerbewerking looien
leerboek handboek, leidraad, studieboek
leerdichter - didacticus
leerfabel - apoloog
leergang cursus, methode
laargang volgen studeren
leergierig dociel, ijverig, leergraag, studieus, vlijtig, weetgierig, weetgraag
leergraag studieus
leerhoofd - bolleboos
leerjaar klas
leerkamer - leskamer
leerkracht docent(e), juffrouw, lector, lera(a)res, leermeester, meester, onderwijzer
leerling aanhanger, adelborst, adept, aspirant, beginneling, cadet, cursist, discipel, élève, gezel,halfwas, pupil, scholier, student, studiosus, volgeling,
leerling-matroos op een vissersschip - afhouder
leerling-officier - adelborst, cadet, vaandrig
leerling van Boeddha Ananda
leerling van de Koran - santri
leerling van een bepaalde school adelborst, cadet
leerling' van militaire school adelborst, cadet
leerling van Zeno stoïcijn
leerlooien - runnen
leermeester docent, goeroe (guru), instructeur, leraar, leerkracht, magister, onderwijzer, tutor, voorganger
leermester van Alexander de Grote - Aristoteles
leermeester van Aristoteles - Plato
leermeester van Frege - Lotze
leermeester van Heidegger - Husserl
leermeester van Husserl - Brentano
leermeester van Plato - socrates
leermiddel atlas, boek, bord, globe, kaart, landkaart, leesplank, liniaal, passer
leermiddelen lesmateriaal, schoolbehoeften
leer of trap - ladder
leerplan methode, onderwijsprogram
leerrede oratie, predicatie, preek
leerregel - principe
leerrijk nuttig, opvoedend
leersoort chagrijn, kalfsleer, marokijn, nappa, rundleer, saffiaan, segrijn, slangenleer, suède
leerstellig doctrinair, dogmatisch, theorama
leerstelling doctrine, dogma, geloofspunt, theorema
leerstoel hoogleraarschap, katheder, lectoraat, preekstoel, professoraat
leerstof van examen doornemen - repeteren
leerstoornis op taalgebied leeszwakte, woordblindheid
leerstuk dogma, geloofsartikel, theorie
leertijd stage
leertje - trapje
leertouwer - looier
leervak op school aardrijkskunde, algebra, biologie, boekhouden, cijferen, Duits, economieEngels, Frans, fysica, geschiedenis, godsdienst, Grieks, Latijn, lezen, meetkunde, natuurkunde, Nederlands, rekenen, scheikunde, schrijven, taal, tekenen, wiskunde,
leerwijze - methode
leerzaam didactisch, dociel, instructief, nuttig, onderwijzend, pragmatisch
leesbaar ontcijferbaar
leesbaar schrift, voor allen - pasigrafie
leesblindheid - alexie
leesboek novelle, roman
leesboekerij uitleenbibliotheek
leesclub - lezerskring
leesglas loep, loupe, vergrootglas
leeshonger leeswoede
leeskamer bibliotheek
leeslint leeswijzer
leesportefeuille lectuurmap, leesmap
leesstof lectuur, lektuur, literatuur
leest gedaante, gestalte, middel, model, schoenvorm, taille, vorm
leesteken aanhalingsteken, accent, apostrof, beletselteken, deelteken, dubbelpunt, komma, koppelteken, punt, puntkomma, trema, uitroepteken, vraagteken
leest of middel taille
leest of snit model
leeswijzer bladwijzer, boekenlegger, leeslint
leeswoede - leeshonger
leeszaal bibliotheek, boekerij, leeskamer
leeszwakheid - dyslexie
leeuw Leo, lion, liebaard
Leeuwardens poortje Popta
Leeuwardense toren Oldehove
leeuwarend - griffioen
leeuwenbek - antirrhinum, ereprijs, gamander, helmkruid, kartelblad, kruid, maskerbloem, motten, muskus, ogentroost, toorts, vingerhoedskruid
leeuwenbekkrachtiger - scrophularinceën
leeuwengezicht - leontiasis
leeuwenjong welp
leeuwentand leontodon
leeuwen temmer dompteur
leeuwerik - graspieper
leeuweriken alandidae
lef branie, couragebranie, durf, kloekheidmoed, ophef, spats
lefdoekje pochette
lefgozer druktemaker, opschepper
lefhebber - druktemaker, opsnijder
lefmaker durfal
lefschopper - opsnijder
legaal legitiem, rechtmatig, wettelijk, wettig
legaat bezet, boedel, diplomaat, donatie, erfdeel, erfenis, erfmaking, gezant, gift, nalatenschap, schenking
legalisatie - wettiging
legater erflater
legateren nalaten
legatie gezantschap
lege ruimte leemte, vacuum
legen ledigen, uitdrinken
legendarisch befaamd
legendarisch goudland Ofir
legendarische koning Arthur
legendarische koning van Vlaanderen Gambrinus
legendarische schaal graal
legendarische tovenaar Merlijn
legendarische vorst Gambrinus
legende mirakel, mythe, overlevering, randschrift, sage, sprookje, (volks)verhaal
leger armee, bed, bivak, heer, heir, kamp, krib, krijgsvolk, landmacht, ligplaats, luchtmacht, menigte, militie, strijdmacht, troepen, weermacht
legeraanvoerder bevelhebber, generaal
legeraanvoerder van Alexander de Grote - Clitus, Kleitos
legeraanvoerder van David Uria
legerafdeling afdeling, bataljon, brigade, compagnie, divisie, eenheid, eskadron, formatie, genie, G.S., korps, peloton, regiment, sectie
legerafdeling der eerste Franse Republiek - legioen
legerafdeling der Romeinen legioen
legerauto jeep
legerbende - heerschaar
legerbevelhebber in Egypte sirdar
leger des heils (Eng.) s.a., L.d.H.
legereenheid - korps
legeren kamperen, legateren
leger in de open lucht - bivak
legering alliage, alligatie, alliage, allooi, alpaca, alumel, amalgama, lega
legering met kwik amalgaam
legering om metalen te verbinden soldeer
legering van koper en tin brons.
legering van koper en zink - bathmetaal, messing
legering van koper, zink en nikkel - argentaan
legering van lood en tin soldeer
legering van metaal en kwik - amalgaam
legering van zink en lood bathmetaal
legerkamp bivak, kazerne, lager
legerkantine mess
legerknecht - soldaat
legerkost kuch, rats, soldatenspijs
legerleiding operbevel, staf
legermacht armee, krijgsmacht
legeroefening manoeuvre
legeronderdeel bataljon, batterij, cavalerie, compagnie, divisie, eskader, genie, infanterie, korps, landmacht, legerkorps, luchtmacht, marine, peloton, regiment, squadron
legeropleidingsschool C.O.A.K., K.M.A., R.S.I., S.R.O.A., S.R.O.I., S.R.O.MA
legeropstelling - colonne
legerplaats bivak, garnizoen, kamp, kampement, kazerne
legerplaats in openlucht - bivak
legerpolitie M.P.
legerpredikant - veldprediker
legerpriester aalmoezenier
legerschaar heir, legoen, rot
legerschool K.M.A., K.M.S.
legerstede bed, brits, kooi, krib, ledikant, sponde, wieg
legerstelsel Filter, Ondas
legertent - paviljoen
legerterm balen, filler, hap, hospik, organiek, stomp
legertrein tros
legerveste - bunker, kazemat, kazerne
legervoertuig tank
legervoorraad magazijn - dump
leges heffing, kosten, rechten, schrijfkosten
lege tijd - otium
leggen - aanbrengen, plaatsen, stellen, vloeren
leggen van de nadruk accentueren
legger draagbalk, register, vloerbalk
legger in roosterwerk kesp
legger onder rails - biels
leggoed pootgoed
legio ontelbaar, talloos, talrijk, veel, volop
legioen cohorte, heerschaar, keurbende, menigte
legionair - soldaat
legislatief wetgevend
legist jurist, wetkundige
legisterlj wettendienst
legitiem echt, legaal, rechtmatig, wetmatig, wettig, wettelijk legitimatiebewijs pas, paspoort
legitimatiekaart persoonsbewijs
legkaart - legpuzzel
legplank - schap
legnest voor kippen valnest
leguaan - anoles, basilisk, bergduivel, padhagedis
leguanen - iguanidae
leguninosen - monosaceeën
lei gesteente, leisteen
leiband gareel, leis, teugel, toom
leiband voor paarden - leidsel
leiboom espalier
leiden (aan)voeren, besturen, brengen, dirigeren, meenemen, mennen, regeren, voeren
Leiden L.B., Lakenstad, sleutelstad
leiden van een orkest dirigeren
leider aanvoerder, baas, bestuurder, bevelhebber, chef, chief, dirigent, directeur, duce, gids, hoofd(man), manager, opperhoofd, voorman
leider der erediensten - liturg
leider van de Contraremonstranten Gomarus
leider van een debatingclub moderator
leider van een hotel gerant
leider van een olifant kornak
leider van een orkest dirigent
leider van toneel - regisseur
leider van een verkooporganisatie salesmanager
leidfossiel gidsfossiel
leiding aanvoering, bestuur, beheer, bestel, bevelvoering, bewind, directie, koker, kopstuk, regering, regie, regime
leiding van een orkest - directie
leiding voor gas gasbuis
leidinggevende persoon baas, chef, directeur, manager, opperhoofd
leidmotief grondthema
leidraad gids, handboek, handleiding, leerboek, norm, regulatief, richtsnoervademecum
Leids blauw - kobaltblauw
Leids gebouw Gravensteen, Lakenhal
Leidse studentensociëteit Minerva
Leidse kaas - komijnekaas
leidsel gareel, halster, leiband, leis(el), teugel(s)
leidsel en bit toom
leidsman geleider, gids, hoeder, leider, mentor, voorman
leidster gids, leidsvrouw, poolster
leikleurig schalieblauw
leien schrijfstift - griffel
leireep leidsel, teugel, toom
leiriem - halster
leis kerstlied, leiband, lijn, Noël
leisel koppel, riem
leishmaniose - kala-azar
leisteen - schiefer
leisteengebergte Eifel
leizeel leidsel, leisel
lek bres, gat, opening, poreus, reet, scheur, wan
lekdoek filtreerdoek, doorzijgdoek
lekenbroeder convers, frater
lekenmanier - ondeskundigheid
lekenzuster begijn
lekkage wan
lekken doorlaten, druipen, druppelen, sijbelen,
lekker aangenaam, behaaglijk, belust, delicaat, heerlijk, kostelijk, plezierig, prettig, smakelijk, verrukkelijk, zalig
lekker baksel - banket
lekkerbek epicurist, fijnproever, gastrofiel, gastronoom, gourmand, gourmet, lucullus, proever, smuller, smulpaap
lekkerbekken smullen, watertanden
lekker eten - smullen
lekkernij
2 ijs
3 jam
4 cake, drop, koek, noga, soes
5 gebak, hapje, lolly, patat, snack, snoep, taart
6 banaan, banket, bonbon, gombal, oester, sukade, toffee,
ulevel
7 chocola, fondant, karamel, kaviaar,moorkop, rumboon,
snoepje, taartje, truffel, ijstaart, zuurtje
8 eierkoek, roomsoes, pepermunt, schuimpje, slagroom,
speculaas
9 chocolade, marsepein, negerzoen, snoepgoed, speculaas
10 borstplaat, kattentong, suikergoed
11 delicatesse,heerlijkheid
12 versnapering
15 garnalenbroodje
lekker ruiken geuren
lekkers drop, gelei, noga, snoep, suikergoed
lekker sla[pen - soezen
lekkertand lekkerbek
lekkertje lieveling, schat, snoepje
lekker van smaak fijn, heerlijk
lekker vinden lusten, smaken
leksteen druipsteen, stalactiet
lekvrij - potdicht
lel dreun, klap, mep, oorvijg, pats, pets, slag, tik
lelie aloë, asperge, drakenpalm, gloriosa, keizerskroon, look, prei, salomonszegel, vuurpijl, yucca
lelieachtigen - liliaceeën
lelieachtig bolgewas ui, knoflook
lelieachtig gewas agave, aloë
lelieachtig tuinbouwgewas asperge
lelieachtige plant - agave, aloe, salomonszegel
lelienarcis - sneeuwklokje
lelietje van dalen dalkruid
lelijk affreus, afgrijselijk, afschuwelijk, afstotend, afzichtelijk, akelig, ijselijk, min, mismaakt, onesthetischonfraai, onooglijk, slecht, stuitend, wanstaltig
lelijk dier monster, mormel
lelijk geel haar peenhaar
lelijk gezicht grimas, tronie
lelijk mens aap, duivel, dwerg, monster, mormel, sater
lelijk schepsel - mormel
lelijk woord knoop, verwensing, vloek
lelijke aap mandril
lelijkerd beroerling, monster, mormel, naarling
lelijkheid gemeenheid, laagheid
lellebel del; sloerie, slons, viezerik
lelletje in de keel huig
lel of klap slag
lel om de oren - oorvijg
lelvogel - huia, kokako
lemma devies, leus, lijfspreuk, motto, trefwoord, zinspreuk
lemmet kaarsenpit, kling, lemmer
lemnacee - bultkroos, eendenkroos, lemma, spirodela, wolffia
lemoen citroen, dissel, disselboom, lamoen
lemurachtige - maki
lende flank, lee, lies, onderrug
lendenbiefstuk - entrecote
lendebloed bulk, lal
lendendoek paan
lendendoekje - pantje
lendeschot spit
lende spierpijn - spit
lendespit - lumbago
lendenstuk haas, harst, lumme
lenen borgen, geven, verschaffen, voorschieten
lener financier, geldnemer, geldschieter
leng kabeljauw
lengen uittrekken, verdunnen
lengsel verlengsel, verlengstuk
lengte 1., afstand, grootte, longitude, longitudó
lengte bepalen meten
lengte tussen twee punten afstand, lijn
lengte van beide armen vaam, vadem
lengte van de onderarm - el
lengtecirkel meridiaan
lengtedraden van weefsels schering
lengtemaat cm, cicero, dam, dm, decameter, decimeter, dm, duim, dijkroede, el, Foot, hm, hand, hectometer, inch, km, kilometer, knoop, kogge, landmijl, megameter, meter, mm, mm, micron, millimeter, mijl, mijn, paal, Pm, roede, rod, spanne, m, vaam, vadem, voet, werst, yard, zeemijl
lengtemaat in Indonesië paal
lengtemaat in Rusland werst
lengtemaat op zee - mijl
lengtemeting - longimetrie
lengtetouw hijstouw
lenig acrobatisch, buigzaam, flexibel, meegaand,meegevend, rank, slank, soepel
lenigen troosten, verlichten, verzachten
leniger verzachter
lenige sport turnen
lenigheid souplesse, veerkracht
leniging van smart soelaas, troost
Lenin (pseudoniem) Oeljanow
Lening krediet, leenbedrag
Lening voor een huis - hypotheek
lens gust, harpoen, kijkglas, ledig, leeg, loep, loupe, meniscus, objectief, oculair, oogglas, pen, spie, vergrootglas
lensfout - aberratie
lenskapsel lensbeursje
lens of kijkglas - loep
lensvorm concaaf, convex
lensvormig - lenticulair
lenszak sleepzak
lente jeugd, voorjaar
lentebloem anemoon, krokus, madeliefje, narcis, primula, sneeuwklokje, tulp
lentebode zwaluw
lenteboter grasboter
lentedag - meidag
lenteklokje - leucojum
lentemaand - maart
lenteren dralen, talmen, treuzelen
lenteschuim koekoeksspeeksel
lentespog kikkerspog
lenteteken - ram, stier, tweelingen
lentezaaitijd dricht
lentezang - maggiolata
lenticel kurkporie, lensvorming, oogwratje
lenticulair lensvormig
lentibulariacee - blaasjeskruid, pinguicula, utricularia
leontopodium - edelweiss
lento (muz.) langzaam
lenzen leegmaken
lenzen en prismas optiek
lenzenstel bril
leonisch kitsch, onecht
lep schop, spa
Lepanto - Naupaktos
lepel hazenoor, kunstaasspaan
lepelaar herderstasje, ooievaar
lepelbek - slobeend
lepelblad cochlearia, herderstasje, mierik
lepeldiefje - herdersasje
lepelgans lepelaar
lepelkruid lepelblad
lepelreiger - lepelaar
lepelslang - brilslang
borden, lepels, messen, vorken - bestek, eetgerei
lepel, scherpe curette
lepelspijs pap, pudding, soep, vla
lepeltje - schepje
leperd bedrieger, gewiekste, gladakker, gluiperd, goochemerd, guit, linkerd, schalk, schelm, slimmerd
leplam - potlammetje
lepra lazerij, melaatsheid
lepreus melaats(e)
leraar docent, frik, goeroe, instructeur, lector, leerkracht, meester, mentor, onderwijzer, predikant
leraar in de klassieke talen aan een gymnasium preceptor
leraar in de Nederlandse taal en letteren neerlandicus
leraar in welsprekendheid - retor
leraren - doceren, onderrichten, onderwijzen, prediken
lerares docente, leerkracht, onderwijzeres
Ieren aanleren, africhten, blokken, doceren, instuderen, instrueren, lesgeven, onderrichten, onderwijzen, prediken, studeren, vossen
Ieren band koppel, riem
leren gordel - riem
Ieren halsgordel gareel
leren halsjuk - haam
Ieren harnas kolder
Leren koppel - riem
Ieren lap zeem(leder)
Ieren riem koppel
leren riem van een wasmachine drijfriem
leren schoen met schacht - laars
leren schrijven van brieven correspondentieonderwijs
laren zak voor harmonica - balg
leren zweep karwats
lerend didactisch, onderwijzend
lering catechisatie, les, moraal, onderricht, onderwijs, onderwijzing
lerk - lariks, lork, lorkenboom
les instructie, leer, lering, onderricht, onderwijs, raadgeving, studie, vermaning, voorbeeld
les van een professor college
lesbak van een smederij koelbak, lestrog
lesbisch homosecsueel
lesgeven lessen, onderwijzen
les in lezen leesles
leskamer leerkamer, studeerkamer
leslokaal - klas
leslokaal voor judo dojo
les nemen - lessen
Lesotho, Bevolking van - Basotho
Lesotho, hoofdstad van - Maseroe
Lesotho, taal gesproken in Sesotho
lesprogramma - lesrooster
lesschema lesrooster, rooster
lessen blussen, boeten, stillen
lessenaar desk, lezenaar, schrijftael
lessen van dorst - grinken
lest laatst
lestijd cursus, leergang, school
lestrog - lesbak
les van hoogleraar college
leswagen lesauto
letaal dodelijk
Letland, haven in - Lipaja, Ventspils
Letland, hoofdstad van - Riga
Letland, rivier in - Daoegava, Dvina, Gaoeja, Lieloepe
Letland, stad in - Daoegavpils, Jelgava, Joermala, Liepaja, Rezekne
Letland, volksstam in - Koeren, Liven
letsel blessure, kneuzing, kwetsuur, mankement, snede, verwonding, wond
letten - benadelen, deren, verhinderen
letten op zorgen
Lets Lettisch
letsel kwetsuur, trauma, verwonding, wond
letsel toebrengen deren, kwetsen, verwonden wonden,
letterteken
letter schriftteken
letteren letterkunde
letterdieverij plagiaat
letter met omlaag uitstekende lus staartletter
letter van het Griekse alfabet alfa, bèta, chi, delta, epsilon, èta, gamma, jota, kappa, iota, lambda, mu, nu, omega omikron, phi, pi, ps, sigma, thèta, tho, tau, ypsilon, xi, zèta
letterdief plagiaris, plagiator
letterdieverij - plagiaat
letterformaat - korps
lettergreep syllabe
lettergreepraadsel charade, logogrief
lettergrootte letterkorps
letterheld anagram
letterkast - letterbak
letterkeer anagram, metathesis,
letterkrans lofdicht
letterkunde bellettrie, literatuur, woordkunst
letterkundig literair
letterkundig werk boek, drama, epos, essay, gedicht, krant, novelle, roman, tijdschriftverhaal
letterkundig werk van gemengde inhoud mengselwerk
letterkundige auteur, criticus, dichter, literator, novellist, poëet, romancier, schrijver
letterlap letterdoek
letterlievende club of vereniging rederijkerskamer
letterlijk feitelijk, getrouw, inderdaad, juist, nauwgezet, nauwkeurig, precies, stipt, strikt, woordelijk
letterlijke herhaling aanhaling, citaat, echo
lettermaat corpspica, punt
lettermodel sjabloon
letteromzetting metathesis
letter onder de letter c cedille
letteropsomming - alfabet
letterornament monogram
letter, op - ordenen alfabetiseren
letterpuzzel - woerdzoeker
letterraadsel anagram, cryptogram, logogrief
letterreeks alfabet
letterrekening - algebra
letterrijm alliteratie, stafrijm
letters boven Christusbeeld I.N.RI.
letters in liturgie IHS, INRI
letters noemen spellen
lettersnijder - graveur
lettersoort cursief, galjaard, garamond, helvetica, kapitaal, mediaan, nonparel, onderkast, parel, romein
letterspel - scrabble
letterstof letterspecie
letterteken - cedille
letters van Grieks alphabet - alfa, bèta, gamma, delta, epsilon, zeta, eta, thera, iota, kappa, lambda, theta, iota,
da, mu, nu, xi, omicron, pi, rho, sigma, tau, upsilon, phi, chi, psi, omega
letter type Aldine, antiek, Baskerville, bembo, bodoni, caslow, cursief, folio, futura, Garamond, gotisch, Helvetica, lectura, Libra, lutetium, mediaeval, Mercator, perpetual, roman, romein, Romulus, Spartan, times, uniciaal, univers
lettervers acrostichon
letterverspringing anagram, metathesis
letter waarmee men drukt - drukletter
letterzetter graficus, typograaf
letterzettergerei tenakel, zethaak
let wel nota bene, n.b., tw. , sic
leugen bedriegerij, bedrog, beuzel, fabel, jok(ken), onwaarheid, verdichtsel, verzinsel
leugen (Eng.) - lie
leugenaar - bedrieger, fantast, jokkebrok, misleider
leugenachtig bedrieglijk, liegend, oneerlijk, onwaar, vals
leugenachtige kwaadsprekerij laster
leugenontdekker - liedetector
leuk aangenaam, aardig, bekoorlijk, enig, fijn, flegmatiek, geestig, geinig, gezellig, grappig, knus, laconiek, lief, link, lollig, mieters, moppig, olijk, prettig, tof, vermakelijk, vrolijk
leuk persoon humorist, komiek, snaak
leuke jongen guit, schalk, snaak
leuk en aardig prettig
leuk en fraai mooi, prachtig
leukerd clown, grapjas, grappenmaker, komiek, lolbroek, snaak
leukheid geestigheid, gein, gezelligheid, grap, leut, lol, pret, vermaak
leukocyt, soort - granulocyt, lymfocyt, monocyt
leuk ontdeugend guitig
leuk persoon humorist, komiek, leukerd, snaak
leuk verhaal mop
leukweg - laconiek
leunen - rusten, schragen, steunen
leuning armsteun, balie, balustrade, borstweringreling, steun, stut
leuning op balkon balustrade
leuning op schip reling
leunstoel bergère, crapaud, fauteuil, voltaire
leur kleinigheid, lokaas, lomp, lor, prul, vod
leurachtig nietig, onbeduidend, ijdel
leurder kramer, marskramer, venter
leuren venten
leus devies, gezegde, kernspreuk, lemma, leuze, motto, parool, spreuk, strijdkreet, wachtwoord, zinspreuk
leut gein, gekheid, genoegen, koffie, lol, plezier, pret, scherts, schik, vermaak, vrolijkheid
leuter kletsmajoor
leuteraar babbelaar, draler, kletser, kletsmajoor, talmer, zeurkous
leuteren babbelen, dazen, dralen, kletsen, razen, talmen, zaniken, zeuren, zwetsen
leuterpraat klets
leuterig - besluiteloos, talmend, zanikerig
leuterkous - babbelaar, zanik
leutig aangenaam, grappig, jolig, leuk, parool, prettig, plezierig, slogan, vermakelijk
leuze blazoen, devies, emblema, gezegde, kenspreuk, leus, motto, yell, wachtwoord
Levant Morgenland, oosten, Oriënt
leven bestaan, drukte, gedoe, geraas, getier, geweld, herrie, kabaal, lawaai, poeha, rumoer, spektakel, vertier, wonen, zijn
levend bestaand
levendbarende zeevis - aalkwab
levend wezen dier, mens, organisme, plant
levende have vee
levende steentjes - lithops
levendig alert, bedrijvig, beweeglijk, bezield, dartel, druk, energiek, flink, geanimeerd, intens, kittig, krachtig, kras, kwiek, lustig, monter, rumoerig, snel, tierig, vief, vitaal, vlug, vrolijk, zwierig
levendig (muz.) allegro, animato, animoso, presto, vivace,
levendig tempo - entrain
levendigheid animo, beweeglijkheid, brio, drukte, opgewektheid, temperament, tierigheid, vertier, vuur
levendig kind druktemaker, robbedoes
levendig of vief kwiek,
levendig vernuft esprit, geest
levend wezen - dier, mens
levenloos dood(s), futloos, gevoelloos, maf, mat, saai, zielloos
levenmaker drukteschopper, herriemaker
levensavond ouderdom
levensbaan levensweg
levensbeginsel - cel, kiem
levensbehoefte eten, kleding, voedsel
levensbenodigdheid - dekking, kleding, voedsel
levensbeschouwing atheïsme, deïsme, filosofie, idealisme
levensbeschrijver biograaf
levensbeschrijver van heiligen hagiograaf
levensbeschrijving biografie
levensbeschrijving door persoon zelf autobiografie
levensbeschrijving van heilige hagiografie
levensbeschrijving van pas overledene - necrologie
levensboom thuja
levensconditie levensvoorwaarde
levensdraad levensduur, levensloop
levensfilosofie - biosofie
levensfunctie ademen
levensgedrag levenswandel
levensgeest (Ind.) - prana
levensgegevenheid lot
levensgemeenschap - commune, groep, samenleving
levensgenieter - Bourgondiër
levensgevaarlijk dodelijk
levensgezel eega, echtgenoot, gade
levenshouding gedragslijn
levenskracht vitaliteit
levenskrachtig tierig, vitaal
levenskring - milieu
levenskunst eubiotiek
levenslang - eeuwig
levensleer biologie, biotiek
levenslied - smartlap
levensloop carrière, curriculum, levensdraad, lot
levenslucht adem, asem, zuurstof
leenslucht innemen ademen, inademen
levenslust blijheid, energie, opgewektheid, vrolijkheid
levenslustig blij, dartel, energiek, fit, flink, fris, gezond, kras, opgewekt, tierig, vief, vitaal, vrolijk, zonnig
levensmagnetisme mesmerisme
levensmiddelen comestibles, eetwaren, proviand, voedsel, voedingsmiddelen
levensmoe levenszat
levensmorgen jeugd
levensonderhoud alimentatie, eten, kost, voer, voeder, voeding, voedsel, werk
levensonlust spleen
levenspad levensweg
levensperiode bij rijping - puberteit
levensregel - devies, maxime
levenssap - bloed, gal, sap
levensschets portret
levensverhaal historie, story
levensverrichtingenleer fysiologie
levensvocht in organische lichamen bloed, gal, sap
levensvreugde levenslust
levensweg - loopbaan
levenswijs - ervaren
levenswijze discipline, gedrag, regiem, regime, regel, tucht
levenszat levensmoe
levenwekkend animerend, bezielend
levenwekkende kracht adem, bezieling
lever - hepar
leverancier bakker, groenteboer, kruidenier, melkboer, slager, olieman, producent, zandman
leverancier van eetbare vogelnestjes - salangaan
leverantie - bezorging, levering
leverbaar fungibel
leverbot - zuigworm
leverbotziekte distomatose, fasiolasis, organs
leveren afleveren, bezorgen, fourneren, klaarsperen, overgeven, produceren, verschaffen, voorzien
levering aflevering, bezorging, leverantie, produktie
leveringslijst - factuur
leverkruid - agronomie, boeltjeskruid, eupatorium, koninginnekruid
levermossen - hepaticae
leverontsteking - hepatitis
leverpastei patée
leverstok lavas
levertraan - visolie
levert duurzaam hout eik
levert een olifant elp, elpenbeen, ivoor
levert gevaar voor de vis net
levervlek - chloasma
levervocht gal
leverworm leverbot
leverworst - loert
leverziekte distamatose, galsteenkoliek, geelzucht, serum, hepatitis
levier stuurknuppel
lewisiet strijdgas
lex wet
lexicograaf woordenboekschrijver
lexicon encyclopedie, naslagwerk, woordenboek
lezen doornemen, melen, inzamelen, opnemen, schiften, schoonmaken, uitzoeken, vergaderen, vergaren, verzamelen, zamelen
lezenaar katheder, lessenaar, standaard
lezer abonnee
lezerskring boekenclub, leesclub, leesmuseum
lezing causerie, redactie, rede, tekst, versie, voordracht
liaan slingerplant
liaan, inlandse - bosrank, clematis, hedera, kamperfoelie, klimop, lenicera
Liafwin - Lebuinus
liaison verbintenis, verhouding
lias brievensnoer, rijgsnoer, veter
Libanese munt piaster, pond
Libanon, bergtop in - Sinnen, Hermon
Libanon, dal in - Beka
Libanon, hoofdstad van - Beiroet, Beytouth
Libanon, oorspronkelijke bewoners van - F(o)eneciërs
Libanon, rivier in - Asi, Leontes, Litani, Orontes
Libanon, stad in - Baalbek, Saida, Tripoli, Zahlé
libatie drankoffer, plengoffer
libel anax, glazenwasser, juffertje, pamflet, schotschrift smaadschriftwaterjuffer, waternimf
liber ongedwongen, vrij
liberaal mild, onbekrompen, onbevooroordeeld, royaal vrijgevig, vrijzinnig
liberaal (Eng.) whig, vrijheidlievend
liberaal staatsman - Thorbecke
liberale partij F.D.P., V.V.D.
liberatie - bevrijding, verlossing
Liberiaanse munt - dollar
Liberia, berg in - Nimba
Liberia, hoofdstad van - Monrovia
Liberia, kaap in - Mesurado, Palmas
Liberia, munt in dollar
Liberia, rivier in - Cavally, Cestos, Gbeya, Lofa, Mano, Morro
Liberia, stam in - Gbandi, Gio, Gissi, Grebo,Kpelle, Kroe, Mandingo, Mende
liberteit vrijheid
libertijn losbol, vrijdenker, vrijgeest
libido geslachtsdrift, levensdrift
Libië, hoofdstad van - Tripoli
Libië, oase in - Fezzan, Koefra
Libië, rassengroep in - Brak, Dzjofra, Koefra, Moerzoek, Sebna
Libië, stad in - Beida, Benghazi, Tripoli
Libië, zoutwater in - sebkha
Iibra balans, weegschaal
librarius bibliothecaris
libretto tekst, tekstboek
librije kloosterbibliotheek
licentiaat lic.
licentie losbandigheid, patent, vergunning, verlof
Iicentieus dartel, ongebonden
lichaam bast, body, corpus, figuur, gedaante, hagje, instelling, karkas, korps, lijf, object, orgaan, organisme, romp, voorwerp
lichaam met grootste inhoud bij kleinste oppervlak bol
lichaamsbedekking - kleding, kleren
lichaamsbeweging dans, fietsen, gym(nastiek), joggen, lopen, sport, training, trimmen, turnen, wandelen, zwemmen
lichaamsbouw gestalte, postuur
lichaamsbouwtype - biotype, constitutietype,
lichaamsdelen - ook medische termen en spieren
2 dij
3 arm, bil, bot, kin, lip, nek, oog, oor, rib, rug
4 aars, ader, anus, band, been, buik, darm, dens, duim,
haar, hals, hand, hart, heup, hiel, huid, huig, Iris, kaak,
keel, kies, knie, kuit, lens, lies, long ,merg, milt, mond,
neus, nier, pees, pink, pols, tand, teen, tong, tuba , ulna,
vene, voet, wang, zool
5 aorta, atlas, blaas, bloed, bijbal, cutis, derma, eikel,
enkel, femur, gebit, hamer, hoofd, hymen, klier, labia,
lende, lever, mamma, nagel, navel, oksel, penis, pupil,
rhino, sinus ,slaap, spier, talus, tibia, vulva, zenuw
6 adnexa, balzak, bekken, biceps, boezem, bijnier, cardia,
coecum, cornea, discus, dijbeen, facies, falanx, fallus,
farynx, fascie, fauces, fibula, gelaat, gonade, larynx,
molaar, mucinen, myocyt, nervus, neuron, oogbol,
oogkas, ooglid, oorlel, ovarie, pelvis, pleura, pulsus,
pyelum, radius, retina, schede, sclera, skelet, stapes,
thorax, thymus, tonsil, ureter, uterus, vagina, wervel,
wimper
7 abdomen, amandel, arterie, bilnaad, choanen, dentine,
draaier, dijspier, ellepijp, epifyse, fibrine, galgang,
gezicht, glottis, humerus, jejunem, jukbeen, jukboog,
longlob, longtop, lymfvat, mamilla, medulla, mergcel,
monocyt, neuriet, neusgat, neusrug, ooghaar, palatum,
patelIa, periost, pisbuis, portier, pulmone, pylorus,
sanguis, scapula, schedel, scrotum, snijtand, sternum,
symfyse, tandkas, teelbal, trachea, triceps, vulvula,
weefsel, zaadbal, zintuig, zitbeen, zitvlak
8 aambeeld, aderklep, aderwand, appendix, beenmerg,
bloedvat, borstkas, bovenarm, bovenlip, bronchie,
buikwand, cerebrum, clitoris, darmbeen, darmvlok,
duodenum, eierstok, eileider, elleboog, epitheel,
follikel, frenulum, galblaas, geraamte, gewricht,
glutaeus, halsader, hartklep, hersenen, heupbeen,
hielbeen, hoektand, hypofyse, ingewand, kaakbeen,
kinzenuw, kniepees, kuitbeen, leucocyt, liesband,
ligament, longader, longkwab, luchtpijp, maagwand,
maanbeen, nekspier netvlies ,neusbeen, neusgang,
nierader, nierkwab, onderarm, oogappel, oogspier,
oogzenuw, pancreas, perineum, platysma, polsband,
prostaat, rotsbeen, rugspier, schouder, slagader,
slokdarm, stemband ,tandbeen, tandhals ,tandmerg,
tepelhof, tongbeen, tongpunt, tongriem, traanzak,
vertebra, voetzool, voorhuid, wandbeen, zaadbuis,
zeefbeen, zaagspier, zogklier
9 adervlies, aortaklep, beenvlies, bindvlies, borstbeen,
borstwand, bovenbeen, bovenkaak, buigspier, buikholte,
huidspier, buikvlies, calcaneus, capillair, clavicula,
cremaster, darmpapil, diafragma, endeldarm, endotheel,
enkelband, epidermis, erwtenbeen ,galkanaal, gehemelte,
haematine, halsspier, hartkamer, hartspier, hartvlies,
hartzakje, hartzenuw, hoofdhaar, hoofdhuid, huidpapil,
huidspier, huidzenuw, kittelaar, knieschijf, kraakbeen,
labyrlnth, leverader, leverkwab, liesplooi, longhilus,
longpoort, longvezel, longvlies, lymfklier, maagspier,
mandibula, melkklier, middenoor, middenrif, nagelriem,
neusholte, neusspier, onderbeen, onderbuik, onderkaak,
oogwinper, oorschelp, poortader, reukzenuw,
ruggemerg, schaamlip, slaapbeen, slaapkwab, slijnklier,
slljnvlies, spaakbeen, stuitbeen, talgklier, tandemail,
tandkroon, tandvlees, tongzenuw, traanbeen, traanbuis,
urinebuis, utriculus, vaatvlies, vingertop, voorhoofd,
wiggebeen
10 ocetabulum, adamsappel, baarmoeder, bekkenwand,
blaasspier, bloedserum, borstholte, borstklier, borstspier,
borstvlies, borltlonuw, botweefsel, buikorgaan,
buikstreek, bijniermerg ,darmkanaal, deltaspier,
eosinofiel, epididymis, epiglottis, erythrocyt, granulocyt,
halswerve,l handbuiger, handwortel, heiligbeen,
hersenbalk, hersenstam, hoornvlies, intestinum,
keelklepje, kringspier, lieskanaal, liesstreek, longwortel,
maagingang, maagstreek, mergschede, metacarpus,
metatarsus, middelhand, middelvoet, middenhand,
middenkwab, middenvoet, neusschelp, neuswortel,
nierbekken, okselklier, oortrompet ,peesschede,
peritoneum, ribbenboog, ruggegraat, schaambeen,
schedeldak, schedewand, scheenbeen, scholspier,
slaapspier, sluitspier, sprongbeen, staartbeen,
stemspleet, strekspler, stijgbeuge,l tandwortel,
teenkootje, thrombocyt, tongwortel, traanklier,
urineblaas, voetwörtel ,zweetklier
11 achterhoofd, armgewricht, beenweefsel, bindweefsel,
bloedplasma, borstwervel, cerebellium, dacryocyste,
diëncefalon, endometrium, epicondylus ,epigastrium,
apistrofeus, hersenkamer, hersenmassa, hersenvlies,
hersenvocht, hersenzenuw, huidartorie, keelamandel,
lendewervel ,longblaasje, maag portier, maaguitgang,
mitraalklep, nagelwortel, navelstreek, navelstreng,
neusamandel, neusvleugel, paradentium, ruggewervel,
schedelbeen, schildklier, schoudertop, slaapstreek,
slakkenhuis, sleutelbeen, strotklepje, sympathicus,
tandglazuur, urinekanaal, urineleider, vaatstelsel,
vleugelbeen, voetbeentje, wortelvlies, zwellichaam
12 achillespees, alvleesklier, bloedplaatje, bovenarmbeen,
buikingewand, buikslagader, buikvlieszak,
bijnierschors, haemoglobine, halsslagader,
hersenschors, heupgewricht, huidbloedvat,
jukbeenspier, kaakgewricht, kniegewricht,
koekoeksbeen, leverhaarvat, longslagader,
maagdenvlies, netvliespunt, onderarmbeen,
oogbindvlies, oogslijnvlies, peridontium, polsgewricht,
polsslagader, promontorium, ribkraakbeen,
schedelbasis ,schouderblad, slagaderwand,teengewricht,
teerlingbeen, trommelvlies, vingerkootje, voetgewricht,
wervelkanaal, zenuwstelsel
13 baarmoederkap, borstingewand, borstslagader,
bovenarmspier, bovenlipspier ,bijschildklier,
darmslijmvlies, driehoeksbeen, drielingzenuw,
elleboogzenuw, gehemeltebeen, gehemelteboog,
gehoorbeentje, geslachtsdeel, hersencentrum,
hersenschedel, hersenweefsel, hoofdslagader,
huidcapillair, huidtalgklier, knieschijfband,
leverslagader, maagslijmvlies, mondslijmvlies,
neuskraakbeen, oorsmeerklier, pijnappelklier,
schouderspier, slaapslagader, speekselklier,
strottenhoofd, tongpuntklier, verstandskies
14 baarmoedermond, baarmoederwand, bekkeningewand,
bloedkleurstof, bloedvloeistof, bovenbeenzenuw,
driehoekszenuw, gehemelteplooi, geslachtsklier,
halvemaansbeen, ingewandsspier, longborstvlies,
maagdarmkanaal, middenhersenen, mondsluitspier,
oogholtespleet, regenboogvlies, ruggenmergzenuw,
spaakbeenzenuw, speekselwratje, spronggewricht,
tussenhersenen, voorhoofdsbeen, voorhoofdskwab,
wervelslagader
15 bloedlichaampje, evenwichtszenuw, geslachtsorgaan,
lymfvaatstelsel, monnikskapspier, neuskeelamandel,
neustraankanaal, neustussenschot, ondertongszenuw,
ruggemergsvlies, ruggemergsvocht, schildkraakbeen,
slagaderstelsel, voorhoofdsspier
16 achterhoofdsbeen, bovenarmslagader, doornuitsteeksel,
evenwichtsorgaan, kleermakersspier, lipspeekselklier,
poortaderstelsel, slakkenhuiszenuw, voorstanderklier
17 bovenbeenslagader, elleboogsgewricht,
handwortelbeentje, werveluitsteeksel
18 ademhalingscefltrum, middenhandsbeentje,
middenvoetsbeentje
19 baarmoederslijmvlies, ravenbekuitsteeksel
22 elleboogspiergewricht
24 hersenruggemergvloeistof
25 borstbeensleutelbeenspier
29 borstbeen
lichaamsdeel afzetting - amputatie
lichaamsdeel van een dier bek, gewei, hoorn, kam, kieuw, klauw, kop, poot, slurf, snavel, snoet, staart, uier, vleugel
lichaamsdeel in de mond tong
lichaamsdeel van een koe - uier
lichaamsdeel van een olifant slurf
lichaamsdeel van een vogel pen, snavel, staart, stuit, vleugel
lichaamsdeel van een zekere herkauwer bult
lichaamsgeaardheid gestel
lichaamsgebrek - mankement
lichaamsgedaante gestalte
lichaamsgestalte figuur, postuur
lichaamsholte oksel, wade
lichaamsinhoud volume
lichaamskracht fut, energie
lichaamslengte - statuur
lichaamsoefening gymnastiek, sport, training
lichaamsolie - huidsmeer
lichaamsorgaan blaas, gal, hart, lever, long, maag, milt, nier lichaamsslagader aorta
lichaamssmart pijn
lichaamsstand - pose
lichaamsstraf lijfstraf
lichaamstemperatuur koorts
lichaamsverslapping atonie, inzinking, zwakte
lichaamsverzorging - hygiëne
lichaamsvocht bloed, gal, lymfe, slijm, urine, zweet
lichaamsvocht afscheiden zweten
lichaamsvorm - figuur
lichaamsvrucht embryo, foetus
lichaamszwakte atonie, onmacht, slapte
lichamelijk corporeel, fysiek, somatisch, vleselijk
lichamelijk lijden pijn, smart
lichamelijk onderzoeken fouilleren
lichamelijk welzijn - gezondheid
lichamelijke inhoud van iets volume
lichamelijke liefde erotiek
lichamelijke oefening gymnastiek, sport
licht bliksem, dakopening, gauw, gezichts, helder, inzicht, lamp, luchtig, makkelijk, openbaarheid, schijnsel, sein, vermogen, vlot, vlug
licht (muz.) leggiero
licht aan de kust vuurbaak
licht aanraken - beroeren
lichtbaken - Brandaris, vuurtoren
lichtbakken - stoven
lichtbeeld - dia
licht beschonken - aangeschoten
licht bier lager, pils
licht blauw bleu
lichtbol lamp
lichtbolletje gloeilamp
licht bootje - kano
licht brandbare stof zwavel
licht breekbaar broos, bros, fragiel, teer
licht brokkelend bros
licht brokkeltje kruimeltje
licht bruin terra
licht dempen - dimmen
licht dronken aangeschoten, tipsy
licht en glanzend blank
licht gebouw loods
licht gekeperde stof serge
licht geluid gefluister, geruis, gesis, gesuis
licht geroerd emotioneel
licht geweer flobert
licht Indisch rijtuigje sado
licht kloppen tikken
licht meisje hippie, hoer
licht omvallend topzwaar
licht ontbrandbare stof tondel
licht ontgloeibare stof tintel
licht ontroerd - emotioneel
licht ontvlambaar driftig
licht ontvlambaar mengsel gas, kruit
licht ontvlambare delfstof zwavel
licht oorlogsschip brigantijn, korvet
licht paars lila
licht peillood handlood
licht ploffen floep
licht roeivaartuig jol, kajak,kano skif
licht porus weefsel kurk
licht rijtuig brik, panier, sjees
licht rijtuigje sado
licht rood - rossig
licht Russisch rijtuig - kibitka
licht schiftend kartelig
licht slaan tikken
licht slaapje dutje
licht slapen sluimeren, soezen
licht steekje - prikje
licht te bedriegen goedgelovig, naïef, onnozel
licht te ontroeren emotioneel
licht terugkaatsen spiegelen
licht treffen aanraken, tikken
licht uitzenden - stralen
licht vaartuig jol, sloep, tartaan
licht verpakkingsvoorwerp doos
licht vuurwapen geweer, bren(gun), pistool, revolver, sten(gun)
licht weefsel - pop(e)lin(e)
licht windje bries
licht worden - dagen
licht wrijven kietelen
licht ziek - ongesteld
lichtband lichtkrant
lichtbeeld dia
lichtbreking refractie
lichtbron baken, kaars, lamp, maan, ster, zon
lichtbruin rood terra, terracotta
lichtbundel straal
lichtbundelend spiegelvlak reflector
lichtdrager kandelaar, luchter, luster, lucifer
lichtdroevig aangedaan - weemoedig
lichtdruk - fototypie
lichteenheid - kaars, lambert, lumen, l.m.,
lichtengel seraf
lichte aanraking - tikje
lichte avondmantel sortie
lichte bedwelming roes
lichte beschadiging kras
lichte briessnuiver
lichte bromfiets - solex
lichte cavalerist dragonder
lichte damesmantel - sortie
lichte eenmaster kotter
lichte geur aroma
lichte golving plooi, rimpel
lichte herenoverjas - demi
lichte hoofdbuiging nik
lichte insnijdingen maken - krassen
lichte klap tik
lichte kleur creme, wit
lichte koek cake
lichte korte slag - tikje
lichte mist nevel
lichte motorfiets derny
lichte mouwloze damesmantel sortie
lichte rilling huivering
lichte ruiter dragonder, kozak
lichte Russische ruiter kozak
lichte schijn zweem
lichte slaap hazenslaap, roes, sluimering
lichte sigarenkleur amarillo
lichte slag pets, tik(je)
lichte sloep jol
lichte Spaanse wijn sherry
lichte steek prik
lichte vlaag vleugje
lichte wind - bries
lichte wollen stof - flanel
lichte wond schram
lichteenheid kaars, lumen, lux
lichtekooi hoer, prostituee, snol, straatmeid
lichtelijk enigszins, gemakkelijk, iet (wat),moeiteloos
lichtelijk dronken - aangeschoten
lichten blinken, bliksemen, gloren, ledigen, opheffen, optillen, rekruteren, schitteren, tillen
lichten bij onweer bliksemen
lichten branden - schijnen
lichtend lumineus
lichtende band aan de hemel melkweg
lichtende kring om zon of maan halo
lichter heklantaarn, kandelaar, luchter, sandeel
lichterik - venster
lichter van tint dan anders verbleekt
lichtgas onder sterke druk persgas
lichtgebraden rundvlees biefstuk, rosfief
lichtgeel - blond
Iichtgekeperde stof serge
lichtgekleurde zijachtige stof foulard
lichtgelovig argeloos, goedgelovig, naïef, onnozel
lichtgeraakt grillig, kittelorig, korzelig, kregel, moeilijk, netelig, overgevoelig, pointilleus, prikkelbaar, tips
lichtgeraaktheid kittelorigheid, prikkelbaarheid
lichtgevend fosforiserend
lichtgevende stof radium, fluor
lichtgewicht bantam,veder, vlieg
lichtglans schijn
lichtgrauw vaal, bleek
lichtgroene kleur seladon
lichthartig zorgeloos
lichtheid - gemakkelijkheid, luchtigheidopgewektheid, vlugheid
lichtjes dronken - roezig
lichthout glimhout
lichting aanwerving,, contingent, jaargang, lediging, levee, oproeping
lichtkever gloeiworm
lichtkleurig bier blonde, pils
lichtkleurige sigaar amarillo
lichtkoepel - lantaarn
lichtkracht lichtsterkte
lichtkrans aureool, coma, nimbus
lichtkrans om de zon - corona
lichtkring aureool, halo, imbus, stralenkrans
lichtkring om komeet koma
lichtkring om zon of maan halo
lichtkroon kandelaar, lamp, luchter, luster
lichtkuur lichtbad
lichtmatroos - janmaat
lichtmeter fotometer, lucimeter
lichtmis boemelaar, losbol, pierewaaier, zwierbol
lichtmot nachtvlinder
lichtpaal - lichtmast
lichtpaars lila
lichtprojectiel lichtkogel
lichtquant - foton, photon
lichtraket vuurpijl
lichtreflector kattenoog
lichtrode wijn - rose
lichtschuw dier mol, vleermuis
lichtschuwheid fotofobie
lichtsein signaal
lichtsignalen geven - stakelen
lichtstad Parijs, Eindhoven
lichtste kleur wit
lichtsterktemeter radiometer
lichtstroom,eenheid van - lumen
lichttoren vuurtoren
lichtuitstraling fluorescentie
lichtvaardig luchthartig, onberaden, onbezonnen, ondoordacht, werelds,
lichtverschijnselen leer optica
lichtwerper - projector, reflector
lichtzijde zonkant
lichtzijden papier - crepe
lichtzinnig frivool, los(bandig), luchthartignalatig, onbekookt, onbesuisd, ondoordacht, onnadenkend, roekeloos, wuft, zorgeloos
lichtzinnig persoon lichtmis, losbol, zedeloze
lichtzinnige vrouw courtisane, mallootslons
lichtzure appel aagtappel
lichtzure melkspijs yochurt
lid apocyt, deel(genoot), deksel, dop, geleding, klep, lidmaat
lid van de bemanning (schip) donkeyman, machinist, matroos, roerganger, stoker, steward, stuurman
lid van de bemanning (vliegtuig) mecanicien, piloot
lid van de Eerste Kamer senator
lid van de Finse vrouwelijke hulp troepen lotta
lid van de hoogste kaste der Hindoes Brahmaan
lid van de Jezuïetenorde S.J.
lid van de kerkenraad diaken, ouderling, predikant, scriba
lid van de Koninklijke Academie F.R.S.
lid van de lage adel in Portugal fidalgo
lid van de onderwereld gangster
lid van de raad der Ouden in Sparta geront
lid van de rechtbank rechter
lid van de Staten Generaal kamerlid, parlementariër, senator
lid van de Tweede Kamer afgevaardigde, parlementariër volksvertegenwoordiger
lid van de voormalige Raad van in Indië edeleer
lid van een genootschap of sociëteit - sociëtair
lid van een geheim genootschap in Ierland Fenian, ira
lid van een bepaalde kerk - anglicaan
lid van een godsdienstige secte kwaker, mormoon
lid van een handelszaak - firmant
lid van een kiescollege kiesman
lid van een middeleeuwse orde Augustijn, Benedictijn, Dominicaan, Franciscaan, Johannieter, Karthuizer, Kruisheer, Tempelier
lid van een orkest bassist, drummer, fluitist, hoboïst, klarinettist, slagwerker, violist
lid van een rederijkerskamer kamerist
lid van een regerende klasse - aristocraat
lid van een senaat senator
lid van een vrije kloosterorde begijn
lid van een wetswinkel alinea
lid van een zanggroep koorlid, korist
lid van een zangkoor - zanger
lid van het Engelse Hogerhuis pair, peer
lid van het Franse schrikbewind Danton, Marat, Robespierre
lid van rondtrekkend volk zigeuner
lid van verdienste erelid
lid van de zanggroep korist(e)
lidhauw lidpeul
lidgras - kweek
lidmaat aannemeling; arm, been lid, medelid
lidrus - robol
lidwoord artikel; de, een, het
lidwoord (Duits) das, der, die, ein, eine, einem, einen, einer, eines
lidwoord (Engels) the, an
Iidwoord (Frans) le, la, un, une
Lid worden - abonneren
Liebaard leeuw
Liebaert - Klauwaert
Liechtensteinse hoofdstad - Vaduz
Liechtensteinse munt franc
lied aria, ballade, barcarolle, chanson, gedicht, gezang, hit, melodie, ode, psalm, chlager, song, vers, zang(stuk)
lied of muziekstuk voor meerdere personen duet, duo,
kwartet, kwintet, octet, septer, sextet, trio
lied om op te dansen - danslied
lied zonder woorden melodie, wijs
lieden lui, mensen, personen
liederboek psalter, zangboek
liederlijk losbandig, ploertachtig, slordig, zedeloos
liedje deun, versje, wijsje
liedje van verlangen talmen
liedjesschrijver - verzenmaker
liedjeszanger cabaretier, chansonnier, crooner,
liedslot naspel
lied ter ere van Apollo - paean
lief aangenaam, aanminnig , aardig, aimabel, bekoorlijk, bemind, bevallig, dierbaar, doddig, enig, geliefd, hartelijk, innemend, knus, leuk, lief(e)lijk, prettig, schattig, snoezig, teder, vriendelijk, zoet
lief aankijken - lonken
lief kind dot, engel, liefje, schat, schattebout ,zoeterd
lief meisje dot, schat, snoes
liefdadig gul, vrijgevig, weldadig, weldoende
liefdadige vrouw Dorcas
liefdadigheid charitas, charitatief
liefdadigheidsverkoop bazar, fancyfair
leifdadigheidsvoorstelling - benefiet
liefde affectie, genegenheid, min, passie, vlam, zwak
liefdedaad weldaad
liefdegave aalmoes
liefdegift aalmoes, prove
liefdegodin Aphrodite, Venus
liefdegodjes - amourettes
liefdegras eragrostis
liefde koesteren - beminnen
liefdeloos gevoelloos, kil, koud, onbarmhartig, onhartelijk
liefdemaaltijd van de eerste Christenen agape
liefderijk hartelijk, teder, vriendelijk, weldadig, welwillend
liefdesaffaire - romance
liefdesappel tomaat
liefdesavontuur - romance
liefdesbrief minnebrief
liefdesgenot - erotiek
liefdesgeschiedenis minnarij
liefdesgod - Amor, Cupido, Eros
liefdesgodin - venus
liefdespoëzie minnedicht
liefdesrust - vree
liefdessuiker selan
liefdesverbintenis huwelijk, liaison, verloving
liefdesverhouding huwelijk, minnarij, verloving
liefdesverklaring - aanzoek
liefde tot de medemens - caritas, naastenliefde
liefdevol innig, teder
liefdevolle gedachtenis piëteit
liefdezuster diacones
liefdoend aanhalig
liefdoenerij pluimstrijkerij, vleierij
liefelijk - aanvallig, affabielle,riant, suave, sympathiek, zacht
liefelijk (muz.) aanminnig, amabile, amoroso, dolce, teder
liefelijk gelegen riant
liefelijke plak in een onaangename omgeving - oase
liefelijkheid - bekoorlijk
liefelijk oord Dorado, Eden, paradijs
liefelijk oord in onaangename omgeving oase
liefhebben be(minnen), minnekozen
liefhebber amateur, dilettant, fan, gegadigdeminnaar
liefhebber van boeken bibliofiel
liefhebber van duivensport - duivenmelker
liefhebber van edelstenen - lapidarist
liefhebber van Engeland anglofiel
liefhebber van Frankrijk francofiel
liefhebber van grammofoonplaten discofiel
liefhebber van lekker eten gastronoom
liefhebber van vogels - vogelaar
liefhebberij animo, bezigheid, hobby, lust, lezier, vermaak
liefhebberij in een kunst dilettantisme
liefheid hartelijkheid, vriendelijkheid
liefje geliefde, minnares, schat(je), snoes, troel, troetel
liefje van Harlekijn - Colombine
liefkind dot, engel, liefje, schat, schattebout
liefkozen aaien, aanhalen, cajoleren, caresseren, knuffelen, kozen, strelen, strijken, troetelen
liefkozing aai, aanhaling, kneepje, kus, lik, streling, zoen
liefkozing van een dier lik, kopje
liefkruid - madeliefje
lieflijk aanminnig, aardig, bekoorlijk, gracieus, leuk, lodderig, minnelijk, pril, riant, strelend, teder, zacht
lieflijk (muz.) amabile, amoroso, dolce
lieflijk gelegen riant
lieflijkheid - zachtheid
lieflijk oord Eden, Elysium, oase, paradijs
lieflijk zacht teder
lieflijk zingen - kwelen
lief meisje - deern(tje), dot, schat, snoes
liefste - beminde
lieftallig aanbiddelijk,aangenaam, aanvallig, bekoorlijk, bevallig, innemend, snoezig
liegbeest jokkebrok, leugenaar,
liegen beetnemen, fantaseren, huichelen, jokken
liegend kwaadspreken - lasteren
lier draaiorgel, kaapstander, luit, takel, winch, windas
Lier - Lyra
lierantilope - blesbok, bontebok, sassaly, topi
liereman - orgeldraaier, rijmer
lierdichter uit Griekenland - Pindarus
lierdichtkunst lyriek
lierdraaier lierenman
lierenman orgeldraaier, rijmer, straatmuzikant
lieren samenvoegen, verbinden
lierstaart liervogel
liervis pitvis, schelvisduivel, zeelier
liervogel lierstaat, menura
lies huid(plooi), vlotgras
liesgras glyceria
lieve - beminde
lieveling aangebedene, beminde, engel, favoriet, gunsteling, hartendief, lieverd, oogappel, pupil, schat, troetelkind
lieveling van Venus Adonis, Mars
lievelingspaard van Alexander de Grote Bucephalus, Bucefaal, Bucefalus
lieven - beminnen
liever eerder, veeleer, weleer
lieverd beminde, lieveling, schat, snoes, troetel
liever hebben verkiezen
lieverlede - allengs
liezenvet reuzel
lift hijskamer
liftbediende liftboy, liftjongen
liften biappen, meerijden
lifter - meerijder
piccolo liftboy
liftkoker liftschacht
liga (ver)bond, federatie, unie
ligato gebonden, legato
ligbank canape, couch, divan, sofa
liggeld ionhaven havengeld
liggen - legeren
liggend gelegenhorizontaal
liggend kruis van twee even lange balken andreaskruis
liggen woelen tobben
ligger draagbalk, dwarsbalk
ligging positie, situatie, slaapplaats, stand, strekking
ligmat tikar
ligniet - bruinkool
ligplaats bed, ledikant, leger, divan, dok, haven, kooi, krib, kribbe, ka(de), re(d)e
ligplaats nemen ankeren, meren
ligplaats op schepen - kooi
ligplaats voor schepen - dok, haven, ka(de), re(d)e, opper, steiger, zelling
ligstoel chaiselongue, dormeuse
ligt aan de vaarweg naar Indonesië Perim, Suez
ligt op Sumatra Atjeh, Deli
lij - luwte
lijdelijk duldend, duldzaam, geduldig, passief
lijdelijkheid - passivisme, passiviteit
lijdelijkheid, toestand van - berusting, passiviteit
lijden afzien, boeten, doorstaan, dragen, duren, dulden, gedogen, ondergaan, passie, uithouden, velen, verdragen, verduren
lijdend krank, onderworpen, ongezond, passief
lijdend aan - behebt
leidend voorwerp object
lijdende - ziek
lijdende vorm van werkwoord - passivum
lijdensgeschiedenis passie
lijdensstroom - Acheron
lijdensweg martelgang
lijder martelaar, patiënt, stumper, zieke
lijder aan een psychose - psichoot
Lydië, koning van - Gyges
lijdzaam berustend, geduldig, gelaten, berustend, gelaten, passief, stoïsch
lijdzaamheid geduld, gelatenheidl
lijf body, corpus, lichaam, romp, tors
lijfband - gordel
lijfbediende van een vorst - kamerbediende
lijfeigene horige, linten, onvrije, slaaf
lijfeigenschap - horigheid, slavernij
lijfgoed ondergoed, onderkleren
lijfje jakje, keurs
lijfje van inheemse vrouwen - kabaai, kabaja
lijfknecht bediende, lakei,staffier, valet
Lijflanders Liven
lijflinnen ondergoed
lijf of lichaam - romp
lijfrente - pensie, pensdioen
lijfsbehoud - overleving, redding
lijfsdwang - gijzeling
Iijfserven erfgenamen, kinderen
lijfspreuk devies, lemma, leus, leuze, motto, parool
lijfstraf - bastonade, geseling, kielhalen, wipping
lijfstraffelijk p(o)enaal
lijftocht foerage, leeftocht, proviand
lijfwacht garde, staffeur
lijk kadaver, dode, kadaver, kreng
lijkbidder - aanspreker, kraai
lijkbus urne, urn
lijkdienst requiem, uitvaart
lijken aanstaan, bevallen, passen, schijnen
lijkenalkaloïde - ptomaïne
lijkenhuisje morgue, mortuarium
lijken op - ogen
lijkenvergif - ptomaïne
lijkenvet - adipocire
lijkfeest - begrafenismaal
lijkkist sarcophaag
lijkklacht rouwbeklag
lijkkleed pelder, wade
lijkopening autopsie, (dis)sectie, nekropsie, obductie
lijkoven crematorium
lijkroof - reeroof
lijkschouwen - obduceren
lijkschouwer (Eng.) coroner
lijkschouwing autopsie, obductie
lijksogen rifgaten, zuigergaten
lijkstaatsie lijkkoets
lijkt nergens op enig , uniek
lijkurn asbus
lijkvaas - urn
lijkverbranding crematie
lijkwit doodsbleek, krijtwit
lijkwit worden - verbleken
lijm gluton, gom, kit, plak, plaksel
lijmachtig vocht gom, kleefstof
lijmen gommen, hechten, kleven, plakken
lijmer - kitter
lijmerig klef, langzaam, plakkerig, temerig, traag
lijmknecht lijmtang, sergeant
lijmstof kit
lijmtang - sergeant
lijn haal, linea, linie, regel, snoer, streep, touw, trek, weg
lijn als stroom in Klein Azië meander
lijnbaan - touwslagerij
lijn bij paardendressuur longe
lijn die een hoek door midden deelt bisectrix,
bissectrice, deellijn
lijn die plaatsen met dezelfde tijd verbindt isochroon
lijn die plaatsen met een zeker taal verschijnsel begrenst - isoglosse
lijn die plaatsen met gelijke diepte verbindt isobaat
lijn die plaatsen met gelijke gemiddelde temperatuur verbindt isotherm
lijn die plaatsen met gelijke hoogte verbindt contour, hoogtelijn, isohypse
lijn die plaatsen met gelijke lucht druk verbindt isobaar
lijnen afvallen, liniëren, strepen, vermageren
lijnen trekken - linieren
lijnen voor muziekschrift notenbalk
lijn in de hand - handgroef
lijn in een cirkel diameter, koorde, middellijn, radiaal, straal
lijnkoek oliekoek, veekoek
lijn op een voetbalveld doellijn, kantlijn, middencirkel, middenlijn, zijlijn
lijn op weerkaart - isobaar
lijnrecht - absoluut, diamentraal, kaarsrecht, rechtstreeksvilkomen, vlak, volstrekt
lijntje filet, streepje
lijntrekken dagdieven, talmen, treuzelen
lijntrekker dagdief, drukker, lanterfanter, luiaard, luilak, malenger, talmer
lijn tussen twee punten afstand
lijn van ineen gewerkte draden koord, touw
lijstenmaker encadreur
lijn voor het aas - aaslijn
lijn waaraan men een paard in een cirkel laat lopen - longe
lijn waardoor een vlak wordt ingesloten omtrek
lijn waar twee vlakken elkaar begrenzen ribbe
lijn welke vorm en gedaante bepaalt omtrek
lijn op een kaart die de plaatsen verenigt waarop de afwijking van de kompasnaald gelijk is isogoon
lijntekenen machinetekenen
lijnvormig lineair
lijnwaad batist, linnen
lijnzaad oliezaad
lijp gek, gevaarlijk, mal, onnozel, riskant
lijperd gek, plakker, zot
lijs slof, slungel, sukkel, treuzelaar
lijst borderel, catalogus, cedel, ceel, formulier, index, kader, kanon, kozijn, legger, ogief, ojief, omlijsting, raam, rand, reeks, register, rol, rooster, serie, staat, tabel, talaan
lijst der kandidaten nominatie, voordracht
lijst met getallen tabel
lijst van aan te brengen verbeteringen corrigenda
lijst van aanwezige voorwerpen inventaris
lijst van activiteiten programma
lijst van afgestorvene - necrologie
lijst van boeken catalogus
lijst van dossiers borderel
lijst van drukfouten errata
lijst van gebruikte boeken - bibliografie
lijst van geleverde goederen factuur
lijst van kandidaten nominatie, voordracht
lijst van kwitanties borderel
lijst vol muziekstukken repertoire
lijst van namen register, tabel
lijst van onderwerpen agenda
lijst van planeten - planetarium
lijst van prijswinnaars - pelmares
lijst van schepelingen rol
lijst van stukken - repertoir
lijst van te betalen posten - betaalrol
lijst van toe te voegen opmerkingen addenda
lijst van toevoegingen addenda
lijst van toneelstukken repertoire
lijst van uit te voeren nummers repertoire
lijst van verboden boeken index
lijst van vergissingen errata
lijst van vooraanstaande personen Who's who
lijst van voorwerpen catalogus, inventaris
lijst van weddenschappen totalisator
lijst van werkzaamheden - rooster
lijst van wissels borderel
lijster koperwiek, merel
lijsterachtige -
5 merel
6 cochoa, paapje, sialia, tapuit
9 beflijster, boslijster, kamlijster, koperwiek, roodborst
10 blauwborst, canglijster,damalijster, goudlijster,
kramsvogel, nachtegaal, roodstaart, rotslijster,
veldjakker
11 dayallijster, shamalijster
15 roodborstlijster, roodborsttapuit, wipstaartlijster
lijsterbes sorbe
lijsterbessenboom - sorbe, sorbus
lijster met vlekken op de vleugels - koperwiek
lijvig dik, gebruikt, gezet, corpulent, log, omvangrijk, plomp, vet, zwaar
lijzig dor, langzaam, saai, taai, temerig, vervelend, zalvend, zeurderig
lijzig spreken temen
lijzigheid - sufheid
lik bajes, bak, gevangenis, kerker, nor, petoet
likdoorn - clavus, eksteroog
likeur absint, anisette, benedictine, brandy, chartreuse, cointreau, curaçao, elixir, kummel, menthe, pernot, persico, ricard, rum, voorburg
likeur uit karweizaad gestookt - kummel
likeur met anijs anisette
likeur met pepermunt menthe, munt
likkebaard - smulpaap
likkebaarden watertanden
likkebroer pimpelaar
likken drinken, sabbelen, vleien
likkepot mooiprater, vleier
likker pluimstrijker; proever, vleier
liksteen - zoutsteen
1i1 dril, gelei, jus, vleesnat
lila (licht)paars(rood)
lillen stuiptrekken
lillende gelei dril
liliacee -
2 ui
4 juin, tulp
5 ajuin, gagea, lelie, paris
6 allium, eenbes, scilla, siepel, sjalot, tulipa
7 asperge, daslook, hyacint, vuurpijl
8 berglook, bieslook, colchium, daglelie, dalkruid,
eremurus, galtonia, geelster, knoflook, moeslook
9 asparagus, beenbreek, graslelie, hondstand, kraailook,
vogelmerk
10 anthericum, morgenster, narthecium, sneeuwroem
12 droogbloeier, herfsttijloos, kievitsbloem
lilliputter dwerg, kereltje
Limburg, hoofdstad van Belgisch - Hasselt
Limburg, stad in Belgisch - Bree, Genk, Lommel, Sint-Truden, Tongeren,
Limburg, hoofdstad van Nederlands - Maastricht
Limburg, rivier in - Geul, Gulp, Jeker, Maas, Molenbeek, Roer, Swalm
Limburg, stad in Nederlands - Geleen, Heerlen, Kerkrade, Maastricht, Roermond, Sittard, Vaals, Venlo, Venray, Weert
Limburgs dorp zie: dorp in Limburg
Limburgs gebak - vlaai
Limburgse kaas - rommedoe
Limburgse klei löss
Limburgse lekkernij vlaai
limiet begrenzing, beperking, eindpunt, grens, uiterste
Iimited Ltd, Lim.; N.V.
limerick rijmpje, versje
limiteren - beperken
limoen citroen
limoenkruid citroenkruid, lamsoor, schaapsoor, strandkruid
limonade cassis, grenadine, frisdrank, prik, ranja, siroop
limonadesiroop ranja
limonadesoort cola, gazeuse, sinas
limoniet moerasijzer
limpide doorzichtig, helder
linacee - linum, lijnzaad, radiola, vlas
Iinament pluksel
lindeachtigen tilliaceeën
lindert - haas
lineair - lijnvormig
lineaire deeltjesversneller - linac
Iinea recta direkt, rechtstreeks
lineamenten gelaatstrekken, handlijnen
lingerie damesondergoed, linnengoed, nachtkleding, textiel
linguïst taalgeleerde
liniaal carlet, kerfstok, (meet)lat, meetlat, regel, regelet, rij,
Iiniaalvormig houtje tenakel
linie equator, evenaar, evennachtslijn, formatie, lijn, regel, rij, slagorde, streep, trek
liniëren lijnen, strepen
liniment smeersel
link betjoegd, bijdehand, doortrapt, geslepen, gevaarlijk gevat, gewiekst, goochem, leep, listig, pienter, riskant,
schakel, slim, sluw
linken bedriegen
link en listig leep
linkerd bedrieger, slimmerik
linkerzijde - bakboord
linkerzijde van grootboek debet
links onbedreven, onbehendig, onbeholpen, ongeoefend, onhandig, radicaal, stuntelig, vrijzinnig
linksachter kanthalf
links en rechts alom, overal
linkse paard in een tweespan van paarden bijdehands
linkse politieke partij C.P.N., D66, P.v.d.A., P.P.A., P.S.P.
linksheid - gaucherie, lompheid
linnaeus L
linnen lijnwaad
linnengoed - lakens, lingerie, slopen, textiel
linnengoed merken - letteren
linnen kap op wagen huif
linnenschoen met touwzool - espadrille
linnen vrouwenmuts snor
linnen weefsel buckram, dril, laken
linnengoed lingerie
linoleum - kurktapijt
lint agrement, band, boordsel, haarstrik, ordetekenstrook
lint met veel foto's film, smalfilm
lint of koordvormig weefsel galon
lintaal glasaal
lintje bandje, decoratie, ereteken, ridderorde
lintspeler taperecorder
lint ter versiering galon, trens
lintvis - baars
lintvissen - lampridiformes
lintvormig weefsel - galon
lintworm cestoda, taenia
lintworm, larve van een - haakworm
linzeboom blazenstruik, goudenregen
lion leeuw, salonheld
lionne - salonheldin
Liparische eilanden, een van de - Alicudi, FilicudiLipari, Panaria, Salina, Stromboli, Vulcano
lipbloemig heestertje adoorn, lavendel
lipbloemige labiaten, zie labiaat
lipbloemige plant - andoorn, dovenetel, hondsraf, kruizenmunt, lavendel, malrove, marjolein, munt, orego, salie, senegroen, thijm
lipklank labiaal
lipletter labiaal
lipoom vetgezwel
lippen - labia
lipstick makeup, lippenstift
lipvissen - labroïden
liquidadeur vereffenaar
liquidatie afrekening, afwikkeling, opheffing, vereffening
liquide vloeibaar
lis iris, lus, strikje, tres, waterlelie
lis aan het knoopsgat tres
lisachtige crocus, gladiool, saffraan, yarn
lisachtigen - iridaceeën
lisbloem irias, iris
lisdodde(n) domp, typha(ceeën)
lisje trens
lispelen fluisteren, miezelen, ruisen, slissen, smiespelen, zwatelen
Lissabon - Lisboa
list foef(je), kneep, kuiperij, misleiding, part, pots, raffinement, slimheid, sluwheid, streek, strik, treek, truc, valstrik, zet
listig arg, bedrieglijk, behendig, betjoegd, doortrapt, gehaaid, geslepen, handig, intrigant, leep, loos, schrander, slim, slinks sluw, tactisch, uitgekiend, uitgeslapen
listige bedoeling arglist
listig en leep - link
listigheid kneep
listige Griek Sinon
listige streek reinardie, slimmigheid
listigheid foefje, gekonkel, kneep, kuiperij, raffinement, sluwheid, trucje
listig iemand - slimmerik, vos
listig persoon sluwerd
list of foefje - kneep
Iiten halfvrijen, horigen
liter kan, kop
literair - letterkundig
literair genre drama, dramatiek, didactiek, epiek, epos, essay, hymne, lyriek, novelle, ode, poëzie, proza, roman
literair tijdschrift Barbarber, Gids, Libertinage, Maatstaf, Podium,Raster, Tirade,
literator auteur, dichter, letterkundige, poëet, romancier, schrijver
literatuur belletrie, letteren, letterkunde
lithium Li
litteken cicaltrix, moet, navel, neep, striem, wondteken
lithografie - steendruk
litholatrie - steencultus
Litouwen, hoofdstad van - Vilnjoes, Wilna
Litouwen, rivier in - Nemunas, Njemen
Litouwen, stad in - Kaunas, Klajpeda
Litouws volkslied - daina
liturgisch gebed benedictie, prefatie
liturgisch kerkgezang - koraal
liturgisch kledingstuk - albe, amict,cingel, cotta, dalmatiek, kazuifel, koormantel, parament(en), stool, superplie, toga, tuniek
liturgische schoudermantel - fano
liturgische waaier flabellum
live direct, rechtstreeks
Livinus Lebuïnus
Livoe, hoofdstad van - Boekavoe
livreiknecht lakei, groom, palfrenier
Ljubljana - Laibch
Loasacee - brandwinde, cajophora, loasa, mentzelia
lob boogbal, kraag, kwab, manchet, zaadlob
lobbedei - dwaas, sul
lobberen lubberen, slobberen, waggelen
lobberig - dik
lobbes goedbloed, goedzak, kalf, sufferd, sukkel, sul
lobeliacee - centropogon, laurentia, lobelia
lobby congsie, factie, foyer, kliek, lounge, vestibule, voorhal
lobbig royaal, ruim, wijd
loboor - hangoor, lobbes, lomperd
loborig - dom, onhandig, onnozel
localisatie plaatsbepaling
localiteit kamer, plaatsruimte, ruimte, vertrek, zaal
locatie afbakening, plaatsing
loch - knikkerputje
loco - plaatsvervangend, t.p.
locoburgemeester L.B.
locosecretarls L.S.
locutie uitdrukking, spreekwijze
Lod - Lydda
lodderig dromerig, moe, slaperig, suffig
lodderim - reukwater
loden meten, peilen, verzegelen
loden korrels hagel
loderein - Koninginnewater
loding peiling
loebas - lomperd
loeder deugniet, doerak, gemenerik, kreng, kwelgeestschoft, serpent, smeerlap
loef windzijde
loefbalk maststut
loei klap, opstopper
loeien blaren, blaten, bulderen, bulken, fluiten, gieren, huilen, roepen, schreeuwen
loeien van herten in de bronstijd - bur(re)len
loeiend vurig
loeier - kanjer
loens scheel, onbetrouwbaar, oneerlijk, vals
loep loupe, kijkglas, lens, vergrootglas
loepzuiver - gaaf
loer botterik, lomperd, poets, schurk, streek, truc, zeperd, zet
loerder gluurder, kijker
loeren azen, gluren, neuzen, spieden
loeris lomperd
loert leverworst
loet ovenijzer, ovenkrabber, pook
loeven pieken, sturen
loewak - koffierat, moesang
lof aanzien, achting, eer, ere, glorie, hulde, roem
lof aandoen - vleien
lof aan God (afk.) . LD. (Laus Deo)
lofdicht hymne, ode
lof en eer glorie, roem
loffelijk - eervol, lofwaardig, prijzenswaardig, verdienstelijk
loffelijke bijvoeging predikaat
lofkrans lauwerkrans
lofkreet - halleluja
loflied dithyrambe, gezang, ode, psalm
loflied ter ere van Apollo - paean
Lofoten, hoof, lauwerkransdstad van - Svolvaer
lofprijzing - doxologie, laudatie
lofrede éloge, lofspraak
lofredenaar laudator, panegyrist
lofschrift - eloge
lofspraak éloge, lofrede
loftuiting éloge, lofspraak
lofwaardig eervol,
lofwerk festoen
lofzang gloria, hallel, hymne, magnificat, ode, psalm
lofzang van Maria - Magnificat
log dik, gezet, laks, langzaam, lomp, plomp, slepend, sloom, traag, vadsig, zwaar(lijvig)
logaritme log
logboek - register, (schuts)journaal
logé(e) gast, eter, (mee)eter, slaper, visite
loge vrijmetselarij
logeergast slaper
logeergelegenhid - logement
logement gasthof, herberg, hotel, motel, pension
log en dik - lijvig
logenstraffing dementi
log en traag - lomp
logeren gast, huisvesten, overnachten, toeven, verblijven
loggia afdak, balkon, galerij, veranda
logglas - zandloper
logheid plompheid, zwaarte
logica denkleer
logie - droogschuur
logies - logementnachtverblijf, onderdak
logisch - consequent, konsekwent, rationeel, uiteraard
logisch spreken redeneren
logo beeldmerk, embleem
logogrief charade
logopedist - spraakleraar
logos denkvermogen, rede, verstand, woord
log, soort - patentlog, sallog
lokaal cafe, kamer, klas, kroeg, lokaliteit, plaatselijk, vertrek, zaal
lokaal van alcoholvrije dranken melksalon
lokaal voor leerlingen - klas
lokaal waar men drank kan krijgen bar, bodega café, gelagkamer, kroeg, proeflokaal
lokaal waar men het bestelde aan de toonbank gebruikt bar
lokaas aas, lokspijs
lokaliteit - kamer, lokaal, plaats, ruimte, vertrek, zaal
lokduif - brasser
lokeend roepeend, staleend
loket bureau, deurraampje, doorgeefluikkassa, kastvakje, kluis, raam, schuifraam, slabbe, vak
loketdeurtje klinket
lokfluitje - pieper
lokken bekoren, opwekken, overhalen, verleiden
lokkende blik lonk
lokkertje blikvanger, trekker
lokkig - aanlokkend
lokmiddel aas
lok neervallend haar - sliert
lokroep kies, kos, kuus, poespoes, pst, tuut
lokroep voor eenden - poele
lokspijs aas, lokaas
lokvink baanloper, roervink
lokvogel - lokeend
lol aardigheid, amusement, gein, genoegen, grap, leut, plezier, pret, schik, vreugde
lolbroek geinmaker, grapjas, leukerd, schalk
lolletje aardigheidjegeintje, grapje, pleziertje
lollig amusant, enig, geinig, grappig, leuk, plezierig, prettig, vermakelijk, vrolijk
lolmaker fuifjas, lolbroek, pretmaker
lol of plezier vermaak
loltrappen - keten
lom dorsvis, duikereend, ijsduiker, bijt(gat), zeeduiker
lomig gemelijk
lommel lor, vod
lommer bladeren, bladerdek, gebladerte, loof, lover, schaduw
lommerd leenbank, lombard, pandjeshuis
lommerhuisje prieel
lommerig bladerrijk, schaduwrijk
lommerrijke weg allee, dreef, laan
lomp boers, dam, flard, grof, Iel, log, lor onbehouwen, onbeleefd, onbeschaafd, onbeschoft, ongelikt, ongemanierd, onhandig, onopgevoed, plomp, ruw, tod, vod, zwaar
lompe kerel hork, rund
lompe vlegel - vlerk
lomp persoon kinkel, lummel, lomperd, rund, vlegel
lomp ruw blok bonk
lomp vrouwmens trien
lompen vodden, lorren
lompengaarder , voddenraper
lomperd bink, boer, botterik, ezel, knoet, haspel, hork, kaffer, kinkel, knul, loeras, loer, loeras, lomperik, lummel, pummel, schapenkop, stommerd, vlegel, vlerk
lompheid - onbeholpenheid, onbeschoftheid, onhandigheid, ruwheid
Londenaar - cockney
Londens beroemd gebouw Tower, Big Ben
Londens dialekt cockney
Londens boroughs -
5 Brent
6 Barnet, Bexley, Camden, Eaeling, Harrow, Merton,
Newham, Sutton
7 Barking, Bramley, Croydon, Enfiefd, Hackney,
Lambeth
8 haringey, Havering, Hounslow, Kingston, Lewisham,
Richmond
9 Greenwich, Islington, RedbridgeSouthwark
10 Hillingdon, Wandsworth
11 Hammersmith, Westminster
Londens plein Piccadilly(circus)
Londens station Fenchurch, Liverpool
Londense binnenstad City
Londense taxi - cab
Londense wijk Chelsea, MayfairSoho, Westend, City,
Ionen belonen, betalen, straffen, vergelden, vergoeden
lonend batig, dankbaar, rendabel, winstgevend
longaandoening - bronchitis
longblaasje - alveolus
longbloeding - haemoptoë
longen - pulmones
longimetrie lengtemeting
longjacht, veroorzaker van - etgras
longknobbel tuberkel
longkruid - pulmonaria
longontsteking pneumonie
longpijp - luchtpijp
longsamendrukking pneumothorax
longslakken - pulmonata
longsteen - pneumoliet
longtering - tuberculose
longvis barra, baramoenda, slijkvis
longvissen - dipnoi
longziekte bronchitis, silicose, t.b.(c), tering
lonk blik, knipoog, lachje
lonken blikken, flirten
loo bos, woud
loochenen dementeren, desavouren, negeren, ontkennen, tegenspreken, verzaken
loochenend - ontkennend
loochening diffesie, dementi, negatie, ontkenning, tegenspraak, verzaking,
lood plumbum, Pb
lood, stuk - plombe
loodacetaat loodsuiker
loodachtig metaal thallium
loodarsenosulfide - boulangeriet, plumosiet
loodfoelie bladlood
lood gebruikt als zegel - plombe
loodgeel - massicot
loodgieter - fitter
loodgift - PbO
loodglans galeniet
loodkruid - plumbago, sodaplant
loodlijn apothema, hoogtelijn, normaal, perpendiculair
loodmetaal - soldeersel
Loodnadel - smeltprop
loodoxyde glit
loodpreparaat loodglit, menie
loodrecht haaks, kops, stijl, perpendiculair, rechtop, rechtstandig, vertikaal
loodrechte stand geven - perpendiculariseren
loodrechte wand steilwand
loods gebouw, barak, bestuurder, gids, geleider, hangar, keet, leidsman, piloot, schuur
loodsboot - loodskotter
loodsen leiden, manoeuvreren
loodsje boet
loodsman gods
loods of keet barak
loods voor vliegtuigen - hanger
loodsuiker loodacetaat
loodsulfide - galeniet
loodvergiftiging saturnisme
loodwit loodacetaat, schelpwit
loodwitpoeder kremserwit
loodzegel plombe
loof bladeren, gebladerte, groen, linde, lommer, lover, moe
loofboom abeel, acacia, berk, beuk, eik, els, (es)doorn, esp, hazelaar, iep, kastanje, linde, olm, plataan, wilg
loofhut priëel, tabernakel
Loofhuttenfeest - Soekot
loofplant - korstmos, wier, zwam
looft den Heer Halleluja
loog alkali, base
loogkruid - alkali, salsola
loogzout alkali, natron, potas, soda
looi run
looier leerbewerker, lederbok
looiersboom In Zuid Europa sumak
looimiddel aluin, babool, eek, run, sumach, taminne, valonea
looistof catechu, tannine, eek, kino, run
looistruik sumak
looizuur tannine
look alium, bieslook, knoflook, prei, sjalot, ui
loom apathisch, indolent, inert, laks, langzaam, lui, lusteloos, mat, moe, saai, slaperig, slepend, sloom, traag, vadsig, vermoeid, werkschuw, zwoel, zoel
loomheid - slaperigheid
loon beloning, bezoldiging, daggeld, gage, honorarium, inkomen, maandgeld, salaris, soldij, traktement, verdienste, vergoeding, wedde, weekgeld
loonarbeider - werkman
looncontract CAO.
Loon wat men verdiend - salaris
loon geven bezoldigen, vergelden, uitbetalen
loon geven voor belonen
loonlijst salarislijst
loon of salaris inkomen
loon per uur uurloon
loonschaal - barema
loonslaaf arbeider, dagloner, koelie
loonsverhoging opslag
loontrekkend bezoldigd
loontrekker employé, werknemer
loon van een soldaat - soldij
loop draf, gang, geren, omgang, ren, stap tra, tred, vlucht, voortgang, wandeling
loopbaan carrière, levensweg
loopbrug passerel
loop der gebeurtenissen - lot
loopfiets draisine
loopgraaf gang, greppel, groeve, rit, sappe
loopgraaf van een mol - rit
loophek box, tuin
loopijzer vuurhaak
loopje foefje, kunstgreep, ommetje, wandeling
loopjongen - bijloper
loopjongen in hotels chasseur
loopkever aardtor
loopkwartet - turnix
loopmare krant, vlugschrift
loopneus snotneus
loop of pas tred
looppad stoep, trottoir
looppad door een moeras zuwe
looppas - draf
loopplank valreep, loopgang
loops bronstig, hitsig, krols, paarzuchtig, ritsig, tochtig
loopstok stelt, kruk, wandelstok
loopt door riool gootwater
loop van een paard - draf
loopvarken schram
loopveranda op flat galerij
loopvlak - zool
loopvogel emoe, kasuaris, kievit, kip, kiwi, nandoe, ral, snip, struis(vogel)
loopwedstrijd - marathon
loor - verloren
loos bedrieglijk, gemeen, hol, laaghartig, ledig, leeg,
onecht, schalks, slim, sluw, snugger, vals
loos bericht canard
loosbuis - riool
loosheid - slimheid, sluwheid
loospijp afvoerbuis, riool
loot boomscheut, ent, grippel, lot, poot, rank, rijs, scheut, spriet, spruit, stek, tak, teen, telg, twijg, uitloper
lopen benen, draven, flaneren, gaan, hollen, ijsberen, marcheren, rennen, schrijden, slenteren, snellen, steifelen, stromen, tippelen, treden, vloeien, vluchten, voortbewegen, wandelen, zwerven
lopend gerucht - mare
lopend touw geitouw, gei, gording
lopend van noord naar zuid meridionaal
lopen voor je conditie joggen, trainen
loper bode, draver, haaksleutel, ijlbode, koerier, raadsheer, renner, slothaak, tapijt, voetganger, wandelaar, zwerver
loper of mat kleed
loper van een slot - sleutel
lor flard, Iel, leur, lomp, lopje, onding, prul, tod, vod
loranthacee - maretak, mistel, viscum, vogellijm
lorder smokkelaar
lorgnet knijpbril, knijper
lorgnet voor dames face à main
lorgnon monocle, oogglas
lori - argwantibo, beermaki, koekang, potto
lork lariks
lorkeboom lariks, lier
lorkehars terpentijn
lorre papegaai
lorregoed prullegoed
lorren bedriegen, vodden
lorrenboer voddenman
lorrendraaien - bedriegen, sluikhandelen
lorrenkraam rommelkraam
lorrenman opkoper, voddenraper
lorrewerk knoeiwerk
lorrie kipkar, draisine
lorrig nietswaardig, prullig, voddig,
lors slons
los lynx
los afgesheiden, afzonderlijk, apart, beweeglijk, bewegelijk, gescheiden, ijl, incoherent, losbandig, mobiel, mul, ongebonden, onsamenhangend, onvast, onverpakt, onzeker, quitte, roerend, rul, uiteen, uitverkocht, vrij(staand)
los blad in een boek ter verbetering inlegvel
los bruggetje vonder
los eind van een touw tamp
los en onvast wankel
los gedeelte brok, suk
los geweven linnen - trielje
los houten bruggetje vonder, vondel, vlonder .
los schot van een zoldering luik
los van banden vrij
los van elkaar apart, uiteen
los van gedrag abandon
los van huls extern, zelfstandig
los van manieren vlot, vrij
los van ouders zelfstandig
los van (de) wereld hemels, mystiek, ontheven
los van zede lichtzinnig, onzedig, vlot
los weefsel neteldoek
los werkman schavak, kaailoper
losange (In de wapenkunde) ruit
losarm - laadboom
losbandig amoreel, bacchanalisch, bandeloos,buitensporig, frivool, liederlijk, lichtzinnig , luchtig, ongebonden, ongeregeld, redeloos, woest, zedeloos
losbandigheid buitensporigheid, licentie, loszinnigheid, ongebondenheid, ongeregeldheid, uitspatting, zedeloosheid,
losbol boemelaar, deugniet, doordraaier, lichtmis, patser, pierewaaier, rabauw, raveel, zwierbol
losbladig - polypetaal
losbranding van vuurwapenen salvo, stormvuur
losbreken - uitbreken
losdrijvende mijn strooimijn
losgaan - loswerken
losgegane steken - torn
losgelaten naad torn, tarn
losgeld afkoopgeld, vrijkoopsom
losgeraakt - eraf
losgeraakte draad rafel
losgeweven voddig
loshangend slap
losjes luchtig, nonchalant, onvast, slap
loskade - losplaats
loskorrelig - mul, rul
losinj - Lussino
losjes - lichtzinnig, (v)luchtig
loskroonbladige
4 anijs, boon, eppe, erwt, kers, kool kwee, muur, peen, peer,
raap, roos, soja, vlas, wouw
5 ahorn, appel, braam, cacao, dille, druif, linde, lotus, mirte,
pioen, pruim, radijs, wikke
6 aalbes, acacia, akelei, azalea, cactus, jasmijn, klaver,
klimop, kervel, karwij, lupine, mimosa, mispel ,pensee,
perzik, reseda, venkel
7 aardbei, amandel, anemoon, begonia, camelia, citroen,
esdoorn , fuchsia, mahonia, ramenas, spurrie, violier,
wortelt
8 abrikoos, anjelier, clematis, geranium, kastanje, klaproos,
magnolia, mandarijn, mangrove, selderie, viooltje
9 bloemkool, hortensia, pimpernel, tamarinde,
10 boterbloem, eucalyptus, peterselie, pompelmoes,
reigersbek, waterlelie
11 goudenregen, sinaasappel
12 duizendschoon, judaspenning
loslaten afwerpen, schieten, vieren
loslaten van draden rafelen, tornen
loslippig flapuit, kwebbel, praatziek
losmaken afscheiden, bevrijden, ontbinden, ontketenen, ontkoppelenslaken
losmaken uit het gareel uitspannen
losplaats haven, ka, kade, kaai, pier, station, steiger, wal
losprijs afkoopsom, rantsoen, vrijkoopgeld
losrente - obligatie, schuldbrief
losse belegstrook - pat
losse brug vondel, vonder
losse draad rafel
losse houten vloer - vlonger
losse laarsschacht beenkap
losse mouw mof
losse naad - torn
losse overtrek - foedraal, hoes
losse plank aan een bedstee sponde, laan
losse planken onder lading - garniet, grenier
losse planker vloer beun
losse trap ladder, leer
losse veenstof - darg, derrie, molm,
losse vloer garnier, vondel, vlonder
losse vloer onder lading van een schip grenier, garnier
lossen - afschieten, ontladen, uitladen, verlichten
losspil - windas
lostoestel elevator
losweg nonchalant
loswerken losgaan
loswoelen hakken, schrepelen
loszinnig dartel, onberaden,ondoordacht, wulps
lot aandeel, bestemming, destinatie, ent, fatum, fortuin, levensloop, loot, noodlot, prijskans, scheut, stek, spruit, teengewas
lot zonder prijs niet
lotenverkoper - collecteur
loterij geluksspel, kansspel, verloting
loterij (drie nummers) terne
loterij zonder nieten - tombola
loterijbriefje lot
loterijspel bingo, kansspel, kienen, lotto, tombola
lotgenoot kameraad, makker, soortgenoot
lotgeval avontuur, belevenis, voorval
lotgevallen - fata
lotgodinnen Nornen, Parcen
Lotharingen, inwoners van - Lorreinen
loting uitloting, verloting
lotion haarwater, reukwater .
lotsbedeling noodlot
lotsbepaling karma
lotspraak orakel
lotsvoorspelling - horescoop
lotto kienspel, toto
lotto spelen kienen
lotus - waterlelie
lotus, roze - padma
lotusbloem - dadelpruim
lotusboom - diospyros
lotwichelaar waarzegger
lot zonder prijs - niet
louche gemeen, onbetrouwbaar, onguur, verdacht
Louisiaden , een der - Misima, Rossel, Tagoela
lounge foyer, hotelhal, koffiekamer, lobby
louter alleen, enkel, maar, onvermengd, puur, rein, sereen, slechts, uitsluitend, zuiver
louteraar - affineur, zuiveraar
louteren kuisen, reinigen, zuiveren
louter en alleen - enkel
loutering vagevuur, zuivering
loutre otterbont
Louth, hoofdstad van - Dundalk
louwmaand januari
loven eren, prijzen, roemen, verheerlijken, waarderen, zegenen
lovend waarderend
loven en eren - prijzen
lover blad, bladeren, gebladerte, loof, lommer, kruin
lovertje glitter, paillet(te)
loyaal eerlijk, fidel, getrouw, oprecht, rondborstig, trouw
Loyaliteitseilanden, een der - Lifou, Maré, Ouvea
loze schelm spitsboef
lozen afvoeren, afwateren, leegmaken, spuien, uitwerpen, wegspoelen, wegzenden
lozn van water afwateren
lozing - verwijdering
lub (hals)kraag, plooisel
lubben castreren, ontmannen, snijden, strikken, vangen
lubberen - lobberen
lubricatie smering
lubricator smeermiddel
Lucas Luc.
lucht adem, aëra aroma, asem, atmosfeer, damp, geur, koel, losjes, luchtig, odeur, pneuma, reuk, stank
luchtalarm bomaanval, bombardement
luchtaanzuiger - blaasbalg
lucht, met, in contact brengen - aëratie
lucht, inslikken van - aerofagie
lucht scheppen ademen
lucht verversen ventileren
luchtaanjager aanblaaspijp, ventilator
luchtafweergeschut luchtdoelartillerie
luchtballon - aerostaat
luchtband - pneu
luchtbandonderdeel ventiel
luchtbel blaas, ballon
luchtbel van waterpas libel
luchtbeweging remous, wind
luchtbol ballon
luchtborst - pneumathorax
luchtbranding remous
luchtbrug airlift
luchtbuks - windbuks
luchtcel longblaasje
luchtdicht hermetisch
luchtdichtheidsmeter dasymeter
luchtdraaikolk remous
luchtdruk atmosfeer, atm. , pressie
luchtdrukmeter - barometer
luchtdrukverval gradiënt
luchten uiten, uitlaten, ventileren
luchter girandole, kandelaar, kandelaber, lamp, lantaarn, lichtkroon
luchter met armen luster
luchter of lamp kroon
luchtgat - trekgat
luchtgeest ariel, sylfide, sylfe
luchtgesteldheid klimaat, weer, weder
luchtgezwel - emphyseem
luchtgrondwapen - ASM
luchthartig levenslustig, lichtzinnig, opgeruimd, opgewekt, zorgeloos
luchthaven - vliegveld
luchtig doorschijnend, dun, fris, iel, ijl, koel, licht, los, onbezorgd, open, oppervlakkig, vlot, wuft, zorgeloos
luchtig bouwsel priëel, tent
luchtig en licht - etherisch
luchtig gebak cake, oblie, schuim soes, wafel
luchtig schoeisel - badschoen, sandaal, slipper, strandschoen
luchtig sop - schuim
luchtig verblijf tent
luchtig weefsel gaas, tule
luchtige japonstof - barege
luchtige scherts badinage
luchtigheid beweeglijkheid, frisheid, lichtheid, onbezorgdheid, opgewektheid, oppervlakkigheid, vlugheid
luchtinfanterist para, parachutist
luchting ventilatie
luchtinlaat klep
luchtinlaat van fietsband - vrtiel
luchtje geur, koelte, reuk, windje
luchtkasteel dagdroom, droombeeld, hersenschim, illusie, visioen, utopie,
luchtklep ventiel, windklep
luchtklok remous
luchtkoker - ontluchter
luchtkussenvoertuig hoverkraft
luchtkuur - aerotherapie
luchtlaag atmosfeer, stratosfeer, troposfeer
luchtledig vacuüm
luchtledige ruimte vacuüm
luchtlijn - vliegroute
luchtmacht K.Lu., RAF.
luchtmachteenheid eskader
luchtmachtvrouwenafdeling - Luva
luchtmeter aërometer
lucht om te leven adem, asem
luchtpenseel - aerograaf
luchtpijp bronchie, bronchus, trachea, trachee
luchtpijpaandoening bronchitis
luchtpijpje voor onderwater - snorkel
luchtpost airmail
luchtpostbrief - aerogram
luchtpijpsnede tracheotomie
luchtreis ballonvaartvliegreis, vliegtocht, vlucht
luchtreiziger - vliegtuigpassagier
luchtruim dampkring, ether
luchtschip aerostaat, zeppelin
luchtschip, klein - blimp
luchtschipper aëronaut, piloot
luchtschroef propeller
luchtsoort arctisch, equatoriaal, polair, tropisch
luchtspiegeling - fata-morgana
luchtsprong bokkensprongcapriool
luchtsteen aëroliet, meteoor, meteoriet
luchtstreek aardgordel, zone
luchtstrijdkrachten L.S.K.
luchtstroming - wind
luchtstroom bries, storm, tocht, wind
luchtstroom die daalt subsidentie
luchtstroom die stijgt thermiek
luchtstroom in de tropen moesson, passaat
luchttrekker ventilator
luchtvarder piloot, vliegenier
luchtvaart aviatiek, vliegverkeer
luchtvaartkunde aëronautiek
luchtvaartmaatschappij
2 AF
3 AEA, AFC, ALI, ANA, AOA, ASA, BAL, BEA, CMA,
CSA, DDL, EAA, GIA, INA, KLM, PAA, SAA SAS, TWA
4 Aero, BOAC, BSAA, BWIA, ELAL
5 Delta, PANAM
6 Sabena, United
7 Avenska, Avianca, Branif, Eastern, Quantas
8 Aeroflot, Alitalia, American
9 Lufthansa, Martinair, Northwest, Schreiner
luchtvaartuig ballon, helikopter, jet, luchtschip, satelliet, vliegtuig, zeppelin, straaljager, ruimteschip
luchtverkeersmiddel - luchtballon, vliegtuig,
luchtverschijnsel meteoor, noorderlicht
luchtversperring kabelballon
luchtverversen - ventileren
luchtververser ventilator
luchtverversing ventilatie
luchtvochtigheidsmeter hygrometer
luchtvormige stof gas
luchtwapen luchtvloot
luchtwortelboom - rizofoor
luchtzuiger aspirateur
luchtzuiverheidsmeter eudiometer
lucide doorzichtig, helder, klaar, stralend
lucifer vlam houtje
Lucifer Venus, Morgenster
lucimeter lichtmeter
lucratief voordelig, winstgevend
lucullisch weelderig, overdadig
ludiek speels
ludificatie bespotting, fopperij
Lugdunum Batavorum Lakenstad, Leiden
luguber akelig, huiveringwekkend, naargeestig, onguur, sinister, somber
lui gemakzuchtig, inert, laks, lieden, log, loom, mensen, personen, traag, vadsig, volk, werkschuw
lui mens aai, baliekluiver, dagdief, doeniet, lampoot, lanterfanter, ledigganger, leegloper, luiwammes
lijntrekker, luiaard, luilak, oenan
luiaard aai, dagdief, doeniet, lanterfant, leegloper, lijntrekker, luilak, niksnut
luid duidelijk, hard, hardop, hoorbaar, luide, luidop, oorverdovend, rumoerig
luid en hoorbaar hardop
lui en langzaam laks
lui en slaperig - loom
luid en vrolijk zijn juichen, lachen
luid geluid dreun, gil, klap, knal, kreet, slag, schreeuw
luid geschreeuw getier
luid huilen - janken
luid jammerend kermend
luid klinken - galmen
luid klinkende trompet bazuin, klaroen
luid weerklinken schallen
luide schreeuw gil, kreet
luide stem stentorstem
luide stem, met - luidkeels
luide volle klank galm
luiden beieren, galmen, klepelen, klinken, schellen,
luiden - lieden, mensen
luidens volgens
luidkeels gaan lachen schateren
luidkeels roepen galmen
luidop duidelijk, hoorbaar
luidruchtig druk, geraas, lawaaierig, rumoerig, uitgelaten
luidruchtig plezier gein, leut, lol
luidruchtig feest - jool, orgie
luidspreker speaker
luidsprekerkastje - box
luie lichtzinnige vrouw fleer
luier kinderdoek, luur, windel
luieren dagdieven, lummelen, nietsdoen, niksen, slabakken
luierik aai, ai, luiaard, luiwammes, doeniet
luiers luren
luif afdak, klep, luifel
luifel afdak, hoedrand, klep, luif, neus, overstek
luiheid - indolentie, ledigheid
Luik, arrondissement van - Borgworm, Hoei, Luik, Verviers
Luik, landschap in - Condroz
luik blind, paneel, schot, valdeur
luik van een kelder - deksel
luiken - dichtdoen, sluiten
luiksteun merkel
luilak dagdief, doeniet, lampoot, lanterfant(er), lapzwans, leegloper, lijntrekker, luiaard, luiwammes, slampamper
luilekkerland Eldorado, kokanje
luim bui; boert, caprice, gein, gril, humeur, kuur, nuk, scherts, snakerij, stemming, vlaag
luimen loeren, soezen
luimer - slaper
luimig boertig, geestig, grappig, grillig, guitig, koddig, kribbig, olijk, snaaks, vrolijk
luimig geschreven vertelling - humoreske
luimig (muz.) scherzando, scherzo
lui persoon - lampoot, lanterfanter
luiphoed huilebalk, sombrero
luiskruid gagel, moeraskartelblad, pos, possem, post, wrangwortel
luipaard panter
luis platje, wants
luister aanzien, eer, glans, glorie, nimbus, opzien, praal, pracht, relief, roem, schittering, staatsie, vertoon, weelde
luister hoor
luisteraar - toehoorder
luisteraars - auditorium, gehoor
luisteren - horen
luisteren naar aanhoren, beluisteren, horen
luisterinstrument seismofoon
luisterrijk weids, eclatant, groots, glorieus, heerlijk, opzienbarend, roemrijk, schitterend
luisterrijke partij gala
luisterspel - hoorspel
luisvliegen - hippoboscidae
luit citer, kithara, theorbe
luitachtig instrument - tuorba, orfarion, theorbe
luit, eensnarige - chanterel
luitenant lt., luit
luiwagen - bezem
luiwammes luiaard, nietsnut
luizeëi neet
luizemarkt - lompenmarkt, voddenmarkt
luizenkam - stofkam
luizig - armoedig, armzalig, geweldig, kaal, min, reusachtig
lukken gelukken, slagen
lukraak blindelings, klakkeloos, zomaar
lumbago - spit
lumen - lm
lumineus heerlijk, helder, lichtend, prachtig
lummel bengel, knul, kwajongen, lobbes, lomperd, pummel, rekel, schlemiel, sufferd, vlegel, vlerk
lummelachtig - knullig, suf
lummelen lanterfanten, luieren, nietsdoen
lump lomp; slijmvis
Luna - Selene
lunapark - kermis
lunatiek grillig, lichtzinnig, maanziek
lunchpakket twaalfuurtje
lunchroom eetzaal, noenzaal, restaurant
lunderaar - talmer
luns spie
lupineziekte lupinose
lupuline - hopmeel
lupus wolf
lurk lut, slungel, speen, zuigdot
lurken slorpen, zuigen
lurken van - afsabbelen
lurp beurs, overrijp
lus lis, strik, strop, toom, trens
lus als knoopsgat op tres - brandenbourg
Lusitania - Portugal
lusje oogje, strikje, trens
lus of knoop strik
lussen - strikken
lust aandrift, ambitie, animo, appetijt, begeerte, bezieling, dispositie, dorst,drift, fut, gading, geestdrift, geneigdheid, genoegen, genot, hartstocht, libido, liefhebberij, meug, neiging, plezier, pret, puf, trek, verlangen, vreugde, welbehagen, zin
lustbos park
lust tot kopen animo, kooplust
lusteloos apat(h)isch, duf, futloos, gammel, hangerig, indolent, inert, landerig, loom, melig, neerslachtig, onlustig, onverschillig, traag, vadsig, verdrietig, verveeld, willoos, zwak
lusteloosheid apathie, apatie, indolentie, melig
lusteloos mens apathicus, suffer, druiloor
lusten begeren, believen
luster kroon(kandelaar), lichtkroon, luchter
lustergaren - lustre
lusthof dorado, Eden, Eldorado, Elysee, gaarde, hemel, lustoord, oase, paradijs
lusthuis - buitenhuis, buitenplaats, villa
lustig blij, dartel, fideel, fijn, flink, geestig, geneigd, levendig, leuk, opgeruimd, opgewekt, prettig, vitaal, vrolijk
lustoord buitenverblijf, Eden, hemel, lusthof, paradijs
lusvlucht - looping
Luta, haven in - Talièn
Luta, marinebasis in - Loesjoen
lutecium - Lu
luteren - dichtsmeren
Lutetia - Parijs
luttel beetje, gering, iel, klein, min, nietig, weinig
Luthers - luth.
luttel - gering, klein, weinig
luur - kinderdoek, luier
luw beschut, lauw, stil, windvrij, windstil, zacht, zwoel, zoel
luw zoel, windvrij
luwen afnemen, bedaren, kalmeren
luwte - beschutting, schaduwkant, zoelte
lux Ix, licht
luxe overdaad, rijkdom, overdaad, overvloed, weelde
luxeaardewerk servies
luxeautobus tourincar
luxeboot jacht
luxebord - sierbord
luxebrood brioghe, deuvekater, krentenbrood, stol, tulband
luxe eetgerei servies
luxefles karaf
luxe hoeve state
luxe versiersel sieraad
luxe vertrek - salon
Luxenburg, arrondissement van de Belgische provincie - Aarlen, Bastenaken, Neufchateau, Vitron
Luxenburg, dialect gesproken in het groothertogdom - Letzeburgs
luxenburg, groothertog van - Jan
Luxenburg, hoofdstad van de Belgischr provincie - Aarlen
Luxemburgs landschap Gutland, Oesling
Luxemburgse munt franc
Luxenburg, plaats in het groothertogdom - Clerf, Dikirch, Esch, Remich, Wiltz
Luxenburg, rivier in Alzette
luxueus weelderig
Luxurieus - ontuchtig, wellustig
Luzern, berg in het Zwitserse kanton - Pilatus, Rigi, Rothorn
Luzerne - alfalfa
Luzon, hoofdstad van - Manilla
Luzon, rivier op - Cagayan
Luzon, schiereiland van - Bataan
Lyciërs - Lukki, Tramilen
Lucische godin - Leto
lymfklierontsteking bubo
lynchen - molestreren
lynstrenol - lyndiol
lynx karakal, los
lyriek - lierdicht
lyrisch dichtgenre elegie, epode ode
lyrisch dromerig muziekstuk - nocturne
lyrisch gedicht elegie, epode, hymne, lied, ode , sonnet
lyrisch lofdicht - ode
lyrisch minnedicht madrigaa
lyrische dichtkunst - epiek
lyrisme bombast, gezwollenheid
lysergidezuurdiëthyhamide - LSD
lysis ontbinding
lythracee - cuphea, kattestaart, lythrum, peplis, waterpostelein
M
ma mamma, mem, moe, moer, moeder, moeke
maag balg, bloedverwant, familie, pensstomachus, vertriculus
maag, deel van de - corpus, fundus
maag der herkauwende dieren boekmaag, leb, pens
maag van grote vissen rob
maag van en koe boekmaag, leb, netmaag, pens
maag van grote vissen - rob
maagaandoening gastritis
maagbeweging - peristaltiek
maagbitter elixer
maagbrij chijl, chijmcardia
maagcatarre - gastritis
maagd dienstbode, meid, meisje, virgo, vrouw
maagd, heilige - Maria
maagd uit Mohammedaans paradijs hoeri
maagdelijk blank, gaaf, intact, kuis, rein, puur, onbevlekt, ongebruiktongerept, virginaal, zuiver
maagdelijkheid onbevlektheid, ongereptheid, reinheid, zuiverheid
maagdenvlies hymen
maagdepalm - vinca
maagdepalmachtigen - apocynaceeën
maagdom - ongereptheid
maagelixer maagbitter
maagenzym leb
maagferment pepsine
maagfistel - gastrostomie
maagingang - cardia
maagkijker cystoscoop
maagkramp - cardialgie
maagmond - cardia, ingang
maagontsteking gastritis
maagpap chymus,
maagpijn gastralgie, stomalgie
maagportier pylorus
maagportier, kramp van de - pylorospasmus
maagsap pepsine, maagvocht
maagschap - (bloed)verwantschap, familie(betrekking)
maagslijmvliesontsteking - gastritis
maagstoornis - gastricisme, gastritis
maagspiegeling - gastroscopie
maagingang portier
maagversterkend - stomachiek
maagverwijding - gastrectasie
maagverzwakking - gastroptose
maagzuur - pyrosis
maagzweer ulcus
maai made, worm
maaien afsnijden, neerhalen, oogsten
maaien van graan - oogsten
maaier - oogster
maaiers gereedschap combine, pik, sikkel, strekei, zeis
maaiig - wormstekig
maaimes sikkel, zeis
maaiveld hooiveld, made
maaksel bouw, constructie, fabrikaat, fatsoen, gedaante, inrichting, opbouw, produkt
maal diner, eten, keer, lunch, middagmaal, noenmaal, ontbijt, souper, werf
maalbak bij papierbereiding hollander
maalderij molen, mouterij
maalgeld maal recht
maaIinrichting molen
maalman markgenoot
maalpers - molen
maalpeil M.P.
maalpink - pinkvaars
maalrecht maalgeld
maalriet suikerriet
maalsamenstelling menu
maalschap mark
maalstroom draaikolk, kolk, maling, neer
maalsteen molensteen, wrijfsteen
maalstroom kolk, draaikolk, neer, wieling
maaltand kies, molaar
maaitijd acondeten, diner, eten, feestmal, lunch, maal, middagmaal, noenmaal, ontbijt, souper
maaltijd (Fr) - déjeuner, repas
maaltijd gebruiken dineren, eten, koffiedrinken, lunchen, tafelen, ontbijten
maaitijdsamenstelling menu
maalwerktuig molen
maan luna, satelliet
maan die niet te zien is n.m.
maanbeschrijver selenograaf
maanbeschrijving selenografie
maanbloem - klaproos
maanblusser - Mechelaar
maan, schijngestalte van de - e.k, l.k., n.m., v.m.
maand (afk.) jan., febr., mrt., apr., mei, jun., jul., aug., sep.(t), okt., nov., dec.
maand (Nederlandse benaming) louwmaand, sprokkelmaand, grasmaand, bloeimaand, lentemaand, zomermaand, hooimaand, oogstmaand, herfstmaand, wijnmaand, slachtmaand, wintermaand
maand van de Franse kalender Vendémaire (wijnmaand), Brumaire (nevelmaand), Frimaire (rijpmaand), Nivose (sneeuwmaand), Pluviose (regen maand), Ventose (windmaand), Germinal (spruitmaand), (kiem maand), Florèal (bloeimaand), Messidor (oogstmaand), Thermidor (warmtemaand),Fructidor (vruchtmaand)
maand van de grote vasten ramadan
maandagziekte - myoglobinemie
maandblad periodiek, tijdschrift
maandelijks tijdschrift maandblad, monthley
maandloon (maand)salaris
maandsoldij - wedding
maandstonden - menstruatie
maaneclips maansverduistering
maanfase a.m., v.m.
maangestalte e.k:, l.k., n.m., v.m.,fase
maangodin Artemis, Cynthia, Diana, Luna, Selene
maankering maanloop
maankop papaver, slaapkruit
maankrater - Cauchy
maankruid - Judaspenning
maanloop maankering, maansverwisseling
maanloos donker, duister
maanmaand - lunatie
maanomlooptijd lunatie
maanstand fase, e.k., v.m., l.k., n.m.
maansteen adulaar, seleniet, veldspaat
maansverduistering - eclips
maanvaren - botrychium
maansvereffening evectie
maansverwisseling maanloop, maankering
maantje Iunula, sikkel
maanvis klompvis
maanwijzer epacta
maanziek lunatiek, wispelturig
maanziekte - lunaticus
maar alleen, bezwaar, (e)doch, echter, evenwel, gerucht, louter, mare, nadeel , nogal, slechts, toch, tijding .
maar een keer eenmaal, eenmalig, eens
maar net amper, krap
maarschalk (hist.) opperstalmeester
maart lentemaand
maartse zaaitijd dricht
maas oogje, steek
Maas en Waal, omsloten gebied door - Bommelerwaard
maashagedis mosasaurus
maas in een netwerk malie
maat aam, afmeting, amice, anker, are, afmeting, bonk, bunder, cadans, deelgenoot, duim, el, formaat, gabber, gars, gezel, genoot, grootte, gros, handlanger, helper, inhoud, juk, kameraad, kan, knoop, kornuit, kop, kwantum, liter, maatje, makker, matroos, medewerker, medestander, metgezel, morgen, mud, mijl, omvang, partner, pint, ploeggenoot, pond, pot, pind, riem, roe, span, speelgenootstère, ton, trawant, vaam, vadem, vat, voet, vriend, zeemijl
maatbuis - buret
maat controleren nameten
maateenheid (Eng.) - gauge
maat in houthandel tult
maat in scheepvaart knoop, last, mijl, ton,
maat in de typografie - augustijn, cicero
maat in de wijnhandel anker
maat of hoeveelheid taks, portie
maat of makker - vriend
maat van 30 hl. roggelast
maat van 1 hl. mud
maat van projektiel kaliber
maat voor Bordeaux-wijn - bordelaise
maatgevend normatief
maatgever - dirigent, orkestmeester
maatglas van kwart liter kapper
maathoudend gematigd, matig
maatje deciliter, dcl, dl.
maatjespeer bergamotpeer
maatkleding - confectie
maatlat liniaal, el
maatmeter metronoom
maatregel beschikking, besluit, ordening, stap, voorziening, wet
maatregelen - mesures
maatregel ter vergelding boete, straf, wraak
maatschappelijk sociaal
maatschappelijk herstellen - reclasseren
maatschappelijk stelsel communisme, democratie kapitalisme, socialisme
maatschappelijke aanpassing of her aanpassing van strafrechtelijk veroordeelden reclassering
maatschappelijke instelling corporatie, genootschap, lichaam, schap
maatschappelijke kring klasse, staat, stand
maatschappelijke positie - status
maatschappelijke stand adel, burgerij, kaste
maatschappelijke werkkring ambt, baan, beroep, metier, stiel
maatschappij communiteit, convent, gemeenschap, mij, samenleving, societas, wereld
maatschappijbeschrijver sociograaf
maatschappijbeschrijving sociografie
maatschappijkunde sociologie
maatschappijkundige socioloog
maatschappijleer - sociologie
maatslaan tacteren
maatslag battuta, beat
maatstaf canon, criterium, modules, norm, peil, richtsnoer, schaal, standaard
maatstok duimstok, ellenmaat, roe
maatval cadans, metrum, ritme
maatverhouding euritmie, proportie
maatverhouding van snaren - mensuur
maat voor brillen - dioptrie
maat voor de inhoud van zeeschepen - registerton
macaber eng, erg, griezelig, luguber,
maatwerk vervangend confectie, fabrieksgoed
Macaose munt avo, pataca
macereren afmatten, doortrekken, kwellen, weken
machete - junglemes
machinaal automatisch, mechanisch, werktuiglijk
machinaal gebreide stof - tricot
machinaal snelschrift - tachotypie
machinaal verwijderen van zaadjes uit katoen - engzeneren
machinatie kuiperij
machine apparaat, automaat, locomotief, motor, toestel, werktuig
machine om kleren te maken naaimachine
machinearbeider constructeur, frezer, machinist, monteur machinebankwerker draaier, frezer, kotteraar, schaver
machinedeel lager, pal, rad, tandrad, vliegwiel
machine die stroom opwekt - generator
machinegeweer mitrailleur
machine ineenzetter monteur
machine in bierbrouwerij - eest, koeling, wortketel, vulmachine, kiemtrommel
machine in drukkerij offsetpers, snijmachine, zetmachine
machine in papierfabriek - hollander
machine in textielfabriek - spinmachine, weefgetouw
machinemens kunstmens, robot
machinepistool sten(gun), uzi
machines - materieel
machineschrijven tikken, typen
machineschrijver typist
machine stikster naaister
machinist bestuurder
macho - bink
macht autoriteit, bedwang, geweld, gezag, heerschappij, invloed, kracht, leger, mogendheid, ontzag, overwicht, potentie, staat, sterkte, troepenmenigte, vermogen
macht van de staat over het volk staatsgezag
machteloos armzalig, krachteloos, onmachtig, slap, weerloos, zwak
machteloosheid onmacht, onvermogen, zwakte
machtgelijk isodynamisch
machtgever lastgever, principaal
machthebber despoot dictator, dinast, gebieder, gevolmachtigde, heerser, hoofdman, landvoogd, leider, mandataris, podesta, potentaat, sheik
machtig aanzienlijk, geweldig, groot(s), imposant, invloedrijk, krachtig, sterk, talrijk, vermogend, zeer, zwaar
machtig persoon bons, dictator, magnaat, mogol
machtigen autoriseren, mandateren
machtigheid dikte
machtiging licentie, mandaat, vergunning, verlof, volmacht
machtig zijn - beheersen
machtsaanwijzer exponent
machtsbetoon parade
machtsbevoegdheid gezag, regering
machtsmisbruik - geweld
machtspreuk dooddoener, machtwoord
machtssfeer bereik, domein
machtswellust tirannie
machtswellusteling dictator, tiran
machtwoord machtspreuk
maçon vrijmetselaar
macro - groot, lang
maculatuur misdruk
Madagaskar, bevolkingsgroep op - Betsileo, Betsimisaraka, Merina
Madagaskar, berg op - Andrinita, Ankaratra, Tsaratanana
Madagaskar, hoofdstad van - Tananarive
Madagaskar, rivier op - Mananara, Mangoro
Madagaskar, stad op - Fianarantsoa, Majunga, Tamatare
Madagaskar, volk op - Hova
Madagaskarkoekoek - coua
madame dame, mad., mevrouw
made aardworm, emelt, engerling, hamel, imago, larve, maai, weide
madeliefje bellis, korsouw, meizoentje
madamoiselle - juffer, mamsel, Madonna, Maria, OLV
madrigaal - herderslied
maestro meester
maf gek, idioot, laf, kwartje, mal, mat, saai, slaap, vadsig
maffen pitten, slapen, snurken
maffer slaper, snurker, onderkruiper, werkwillige
mafkees dwaas, gek, idioot, oen, slaapkop
magaal magge, puitaal
magazijn arsenaal, baza(a)r, bewaarplaats, depot, loods, pakhuis, silo, stapelhuis, tuighuis, winkel
magazine periodiek, tijdschrift
magen familie
mager armzalig, dor, dun, iel, karig, onvruchtbaar, pover, schamel, schraal, schriel, slank, smal, ondervoed
mager en kaal schriel
mager en lang tenger
mager en schriel smal
mager en slank - rank
mager persoon bonenstaak, lat, scharminkel, schraalhans, spiering, spillebeen, spillepoot, vel over been
mager spek - bacon
mager stuk vlees - braai, fricando
mager water - ondiep
mager zonder vlees benig, schonkig
magertjes iel, karig, kommerlijk, nietig, pover, schraaltjes, sober
magge - magaal, puitaal
maggi - vleesextract
maggieplant - lavas, levisticum
magie tovenarij, toverkunst, toverij
magie bedrijven - toveren
magiër droomuitlegger, eunjer, magu, sterrenwichelaar, tovenaar, wonderdoener
magisch betoverend
magische getallenleer - tarot
magister leermeester, docent, novicenmeester
magistraal grandioos, groots, meesterlijk, monumentaal, weids
magistraat bestuurder, overheid, quaestor, rechter, regent, regering, stadsregering
magistraat' van het oude Venetië doge.
magistratuur overheid, regering
magma lava
magnaat kapitalist, rijksgrote
magneet zeilsteen
magneetband tape, pyrrotien
magneetschijfje - floppydisk
magneetijzererts - magnetiet
magnesia magnesiumoxyde, talkaarde
magnesium mg.
magnesium en calciumcarbonaat dolomiet
magnesiumcalciumsilicaat - berghout
magnesiumoxyde - bitteraarde,magnesia, talkaarde
magnesiumsilicaat - talk
magnesiumspaat - magnesiet
magnetiet magneetijzererts
magnetische kracht - aantrekkingskracht
magnetiseren - bezielen
magnetisme, dierlijk - mesmerisme
magnifiek geweldig, grandioos, heerlijk, luisterrijk, prachtig, schitterend
magnolia tulpenboom
magnoliacee - loriodendron, magnolia
Magyar - Hongaar
mahjongterm chow, kong, pung
mahokboom mahonieboom
mahonieboom mahokboom
mahoniehout acajou
mail briefpost, post(stukken), zeepost
mailstoel - dekstoel
maintenee bijzit, concubine
mainteneren handhaven
maïs mielie, milee
maisonette etagewoning
maisvlokken - cornflakes
maître dhotel hofmeester, ober
maîtresse bijzit, geliefde, meesteres
maîtresse van Frans Il Portiers
maîtresse van Hendrik IV d'Estrées, d'Entragues
maitresse van Lodewljk XIV Dubarry, (de) Fontag nes,
(de) Maintenon, (de) Montespan,(de la) Valière,
maitresse van Lodewljk XV (de) Mailly, (de) Pompadour
maïzena maïsmeel
majem - water
majesteit heerlijkheid, koning, luister, maesta, opperhoogheid, pracht, Sire, verhevenheid, waardigheid
majesteitsschennis - lese-majeste
majestueus - maestoso, verheven
majeur dur
major grotere, oudste, senior, sr.
majoriteit meerderheid, meerderjarigheid
majuskul hoofdletter
mak gedwee, getemd, handelbaar, humaan, tam, volgzaam, zachtaardig
makaron koekje, makron, wrong
makeup crème, lippenstift, lipstick, lotion, mascara, nagellak, opmaak, opmaaksel, poeder, rouge, schmink, verf, zeep
makelaar koppelaar, tussenhandelaar
makelaarsboekje carnet
makelaar in wedrennen - bookmaker
makelaarschap - makelaardij, makelarij
makelaarsloon courtage, makelloon , provisie
makelij - constructie, maaksel
maken creeren, fabriceren, herstellen, knutselen, ontwerpen plaatsen, produceren, repareren, samenstellen, scheppen, smeden, uitvoeren, verrichter, verstellen, vervaardigen, voortbrengen, vormen, wrochten
maken tot - verwerken
maker auteur, bouwer, constructeur, fabrikant, hersteller, ontwerper, producent, samensteller, schepper, verrichter, versteller, vervaardiger
maker van het eerste zakuurwerk Henlein
maker van huizen - bouwer
make-up - opmaken, poeieren, rouge, schminken, verven
makkelijk eenvoudig, gedwee, gemakkelijk, gemakzuchtig, geriefelijk, handelbaar, licht, practisch, simpel
makkelijk baantje sinecure
makkelijk breekbaar - bros
makkelijk te begrijpen duidelijk, eenvoudig, helder, klaar, logisch, simpel
makker amice, compagnon, gabber, genoot, gezel, kameraad, kornuit, lotgenoot, maat, metgezel, speelgenoot, vriend
makker (Barg.) - gabber
making legaat
mak maken dresseren, temmen
makreel pooier, , souteneur
makreelachtig visje - hors, loodsmannetje
makron koekje, makaron, wrong
mal absurd, bespottelijk, crazy, dol, dwaas, gek, grappig, idioot, kaliber, mesjoche, model, ongewoon, onwijs, onzinnig, patroon, raar, sjabloon, voorbeeld, vorm, vreemd, zot
mal aanwensel - tic
mal mens idioot, malloot
mal wicht malloot
malachiet - kopergroen
malafide kwaadwillig, louche, onbetrouwbaar
malaga - morgenwijn
malaise depressie, narigheid, regressie, slapte
malaria moeraskoorts, paludisme, tropenkoorts
malariamug anofeles, muskiet
malariaparasiet - plasmodium
Malawi, bevolkingsgroep van - Ngoni, Nkonde, Nyanja
Malawi, hoofdstad van - Zomba
Malaya, bewoner van het binnenland van - Sakai
Malaya, deelstaat van - Djohore, Kedah, Kelantan, Malakka, Pahang, PenangPerak, Perlis, Selangor, Trengganu
Malaya, hoofdstad van - Kuala Lumpur
malaxeur deegmachine, kneedmachine
malcontent misnoegd, ontevreden
Maleier - Alfoer, Batak, Buginees, Daja, Georgetown, Igorot, Ipoh, Kangar, Malakka, Toradja
Maleis dorpshoofd - kapalla
Maleis epos - Mahabharata, Ramayana
Maleis gordijn klamboe
Maleis heer - toean
Maleis schiereiland Malakka
Maleis touw - tali
Maleise beer - broeang
Maleise dakbedekking atap
Maleise dolk - kris
Maleise maand agoestoes, djoeli, djoeni, pebroewari
Maleise markt pasar
Maleise munt dollar
Maleise rijst - padie
Maleise rijstdrank arak
Maleise titel sultan
Maleise weekdag djoemahat, kemis, minggoe, rebo, salasa, saptoe, senen
Maleisië, deel van - Malaya, Sabah, Serawak
Maleisië, vroeger deel van - Singapore
Maleisische munt dollar
malen afbeelden, draaien; fijnmaken, mijmeren, schilderen, tekenen, wentelen, woelen, zaniken, zeuren
malende - geschift
maler - molenaar, schilder
malheur gebrek, ongeluk(je), ongeval, pech
Mali, hoofdstad van - Bamako
Mali, stad in - Kayes, Nopti, Segou,Sikasso
malicieus - boosaardig, guitig, moedwillig, verraderlijk
malie kolfhamer, maas, opening, ringetje, vetergat
maliebaan- kolfbaan
maliehuis - herberg
maliënkolder - pantserhemd
maligne oedeem - gasgangreen
maling lak, maalstroom, mijmering, onrus, veilingt
malingen lijntrekker, simulant
malinger - lijntrekker, simulant
Malinke - Mandinke
Malinke, rijk der - Malirijk
Malinke, stad der - Tomboektoe
malkaar - elkaar, elkander
malkander elkaar,mekaar
malkruid - bilzenkruid
malle trens, oogje
malle dwaas, gek, gekkerd, grappenmaker, nar, idioot
malle streek capriool, escapade, grol, kwinkslag,
malleabel - hamerbaar, rekbaar, smeedbaar
mallejan - hellewagen, oets
mallemolen draaimolen, carrousel,
mallen grappen, schertsen, stoeien
mallepraat aperij, geleuter, klets(koek), larie, nonsens, onzin, poespas
mallerd dwaas, gek, malloot
malleus - droes
malligheid dwaasheid, gekheid, idioterie, oele, zotternij .
malloot dwaas, gek, gekkerd, grapjas, idioot, kwast, mallerd, paljas, pias, zot
Mallorca, hoofdstad van - Palma
Malorka, stad op Arta
mallotig - gek, waanwijs, zot,
mal mens - idioot, malloot
mal of vorm - model
malpighische lichaampjes in de nier - glomeruli
mals mollig, sappig, vers, week, zacht
mals en vol sap sappig
mals en zacht - week
malt - mout
Malta Milete
Maltakoorts - brucellose
maltentig nauwgezet, zindelijk
maltose moutsuiker
Maluku - Molukken
Maluku, een der - Ambon, Buru, Halmahera, Seram
malva - dessertblad, kaasjeskruid
malvacee - abutilon, althaea, gossypium, hibiscus, lavatera, malope, malva, sida, urena
malve - kaasjeskruid, malva
malveachtigen - malvaceeën
malversatie knoeierij, verduistering
malvezij - malmsey, malvasia, malvoisie
malwicht - malloot
mam - moeder, uier, (vrouwen)borst
mama ma, mem, moe, moer, moes, mams, mamma, moeke, mammie, moeder
mammoetboom - sequoiadendron
mams zié: mama
mannekenskruid - kamperfoelie
man bink, echtgenoot, eega, gade, gemaal, heer, individu, kerel, meneer, mens, manspersoon, partner, pief, persoon, vent
man aan het roer stuurman
menagement beheer, beleid, bestuur, directie, leiding
managen besturen, fiksen, leiden
mannetjes - kamperfoelie
man die briefjes uitdeelt billeteur
man die geleidt - geleider
man die kosten mag dragen sijmen
man die om aalmoes vraagt - bedelaar
man die scheepswerk verricht matroos
man die teert op zijn vermogen rentenier
man die vilt - vilder
man en vrouw echtelieden, echtpaar
man ervaren in het bereiden van spijzen kok
man met gezag autoriteit, gezagsdrager
Man, katteras op - Manx-kat
Man, wetgevende vergadering van - tynwald
man met werkelijkheidszin - realist
man van - zie familiebetrekkingen
man uit bepaalde Mongoolse volksstam tartaar
man uit een stuk kerel, vent
man van adel baron, edeling, edelman, graaf, hertog, jonkheer, markies, prins, ridder
man van de wetenschap geleerde, wetenschapper, wetenschapsman
man van grote afmetingen enak, goliat, kolos, reus
man van hoge geboorte edeling, edelman, prins
man van wie de vrouw is gestorven weduwnaar
manager administrateur, beheerder, bestuurder, chef, directeur, impressario, leider
managerziekte - hypertensie
Manavadharnasjastra, volgens overlevering samensteller van - Manoe
manbaar huwbaar, rijp, viriel,volwassen
manche heat, serie
manchester corduroy, ribflueel
manchet boord, boordsel, handboord, lob, lub, ring, schuimrand
manco gebrek, gemis, tekort(koming)
mand bak, balie, ben, bun, kalebas, k(a)naster, karbies, korf, paander, tobbe, wan
mand op vissersboot - bramak
mand van bamboe waarin suiker verzonden wordt krandjang
mandaat lastbrief, machtiging, mand, volmacht
mandaatgebied van Engeland tot 1948 Palestina
mandaatsysteem - trusteeship
mandataris gevolmachtigde
mandefles demijohn
mandement vermaning
mandenwagentje - bendie
Mandestam - Gbande, Kpelle, Tonna
mandewagen jardinière, keilewagen, kinderwagen, panier
Mandeeërs - Soebba
mandje ponder, slof
mandoer (Ind.) meesterknecht, opzichter, ploegbaas
mandoline, primitieve - mandola
mandragora - alruin
mandril baviaan, bosduivel
mand van bamboe krandjang
mand voor tabak - seroen
manege piste, rijschool
manen aandringen, aanmanen, aansporen, nekharen, nopen , opwekken, sporen, waarschuwen
manenrob - zeeleeuw
man en vrouw - echtelieden, echtpaar, gehuwden, stel
maner aandringereiser
manette handvat, hendel
mangaan mn
mangaanarseniaat - armangiet
mangaanblende - alabandiet
mangaanoxyde bruinsteen
mangat - tankopening
mangel afwezigheid, amandel, fout, gebrek,ontstentenis, strijkmachine, wringer
mangeld weergeld
mangelen gladmaken, ontbreken, persen, wringen,
mangoest - mungo
mangroveboom - api-api
manhaftig allure, dapper, fasson, gebruik, kloek, modus, moedig, moedig, manmoedig, mannelijk, strijdbaar, trant, zede
manhaftigheid - dapperheid
maniak bezetene, dwaas, fanaat, gek
maniakaal - dwaas
manie bezetenheid, furor, gewoonte, hartstocht, rage, verzotheid, voorliefde, waanzin
manier aard, allure, gebruik, genre, gewoonte, methode, modus, stijl, trant, voege, vorm, wijze, wijs
manier, op bepaalde - amfitheatersgewijs, droppelsgewijs, lachenderwijs, perceelsgewijs, percentsgewijs, schertsendergewijs, schroefsgewijs, schubsgewijs, slaagsgewijs, spiraalsgewijs, staaksgewijs, steelsgewijs, stoetsgewijs, straalsgewijs, stuksgewijs, toevalligerwijs, troepsgewijs, verhalenderwijs, volgenderwijs, vragenderwijs, zigzagsgewijs
manier van arbeiden methode, werkwijze
manier van doen allure, gedrag(ing), handelen, handelswijze, optreden, stijl,
manier van eten eetgewoonte
manier van gedragen stijl
manier van handelen gedrag, optreden
manier van lachen grijnzen, schateren
manier van lopen draf, gang, galop, stap, telgang, stappen, tred(en)
manier van onderwijs methode
manier van optreden allure, gedraging, houding, trant
manier van praten babbelen, kletsen, spreken,
manier van schilderen peinture
manier van schrijven stijl
manier van toepassing - applicatie
manier van verkopen veilen
manier van werken methode, stijl, werkwijze
manier van zeggen - spreken
manier van zeilen laveren
manier van zingen jodelen
manier waarop men leeft - leefwijze
manieren fatsoen, gedrag, gemanierdheid, mores
maniertje - kunstgreep, truc
manifest bekendmaking, betoog , oorkonde, verklaring
manifestant betoger
manifestatie betoging, demonstratie, happening, vertoning, verschijning, voorstelling
manikot broodwortel, cassave, maniok
manillahennep abaca
maniok broodwortel, cassave, manihot
manioksap - cabiou
manipulatie - beinvloeding, handgreep
mank gebrekkig, invalide, kre(u)pel
mankement defect, euvel, fout, gebrek, gemis, letsel, pech, storing, tegenslagtekort, verwonding
mankeren haperen, missen, ontbreken, schelen, tekortschieten
mankerend afwezig, ontbrekend
mank gaan - hinken
mankpoot kreupele
manlui - manvolk
manmoedig dapper, kloek, koen, manhaftig, strijdbaar
manna - hemelbrood
mannagras - glyceria
mannasuiker - manniet
mannejas - frak
mannelijk dapper, flink, kloek, krachtig, masculinum, moedig, potent, strijdbaar, viriel
mannelijk dier beer, bok, dar, enter, gent, haan, hengst, kater, os, ram, rammelaar, rekel, repelaar, reu, stier, tarsel woerd
mannelijk hert reebok
mannelijk huisdier kater, reu
mannelijk insekt dar
mannelijk kind - zoon
mannelijk lid van een koor - bariton, bas, tenor, zanger
mannelijk paard - hengst
mannelijk persoon heer, jongen, kerel, knaap, knul, man, mhr., mijnheer, (It.) signor, vent
mannelijk rund bul, os, stier
mannelijk rijm - eindrijm
mannelijk sieraad baard, sik, snor
mannelijk van zeevrouw meerman
mannelijk zaad - sperma
mannelijk zoogdier beer, bok, enter, hengst, kater, ram, reu, stier
mannelijk zwijn - keiler
mannelijke duif doffer
mannelijke haas rammelaar
mannelijke heilige - sint
mannelijke hennep - femel
mannelijke hormonen androgenen
mannelijke huisbediende butler
mannelijke olifant - bul
mannelijke plant van de hennep gelling
mannelijke vis - hom
mannelijke vogel - tersel
mannelijke zangstem bariton, bas, falset, tenor
mannelijkheid viriliteit
mannen - aankunnen
mannenhaat misandrie
mannenkraambed (bij Indianen) couvade
mannenliefde - androfilie
mannenmuts - kaproen
mannenstem bariton ,bas, tenor
mannenverleidster - vamp
mannequin mandemie
mannetje baasje, kereltje, ventje
mannetjesbij dar, hommel
mannetjesbunzing ram, rammelaar
mannetjesdier beer, bok, enter, hengst, kater, ram(melaar), reu, stier
mannetjeseend erpel, woerd
mannetjesduif doffer
mannetjeseend erpel, woerd
mannetjesgans gander, ganzerik , gent
mannetjesgeit bok, geitebok
mannetjeshaas rammelaar
mannetjesharing - geltharing, hommer
mannetjeshoender - haan
mannetjeshond rekel, reu
mannetjes kat kater
mannetjeskip - haan
mannetjeskonijn ram(melaar)
mannetjesmarter ram(melaar)
mannetjesnoot - muskaatnoot
mannetjespaard hengst, ruin
mannetjespaard, gesneden - ruin
mannetjesparkiet - man
mannetjesputter bataaf, kerel, reus, vent
mannetjes roofvogel tarsel
mannetjesschaap ram
mannetjessnoek jager
mannetjessperwer - musket
mannetjesvalk taleke, tersel
mannetjesvaren - dryopteris
mannetjesvarken beer
mannetjesvis hom(mer)
mannetjesvogel erpel, gander, gent, haan, tarsel, tersel, woerd
mannetjesvos reu, rekel, rinkel
mannetjeswezel ram(melaar)
mannetjeswolf rekel
manoeuvre bestuur, intrige, list, oefening, wending
manoeuvreren draaien, keren, loodsen
man of kerel knul
manometer drukmeter, stoommeter
mans flink; geldbakje, sterk
mansarde zolderkamer
mansbloed - harnaskruid, St-Janskruid
mansbroeder - zwager
manschappen hens, schepelingen, soldaten
mansfelder - mannetjesputter, manwijf
Mansjoerije, deel van - Heiloengtjiang, Ktim,Liauning
manslag doodslag, moord
mansoir - afstammeling
mansoor - asarum, hazelwortel
manspersoon heer, kerel, man, meneer, heerschap vent,
mantel almaviva, boerka, jas, cape, overjas, overkleed, raglan
mantelaap - baviaan
mantelanjer - tunica
mantel der Arabieren boernoes
mantel die over een badkostuum wordt gedragen badmantel, strandmantel
manteldieren - appendicularia, ascidiacea, larvacea, salpen, thaliacea, zakpijpen
manteldoek - poncho
mantel gedragen door Griekse vrouwen in de oudheid peplos
mantelkap - kovel
mantel, lange - huik
mantelaap baviaan
mantelkap capuchon, kovel
mantelkostuum complet, mantelpak
mantelpakje - dameskostuum
manteltje mantille, pelerine
manteline kapmantel
mantelstof - eskimo, flaus
mantelvormig priesterkleed kooraaf, koorkap
mantel zondr ceintuur - swagger
mantel zonder mouwen - falie
mantille manteltje, pelerine
mantrie - opzichter
manuaal handboek, handklavier, klavier, toetsenrij,
journaal, register
manueel handvaardig
manufacturen - ellengoed
manufactuurzaak - ellenwinkel, lapjeswinkel
manuscript - handschrift
Manusje-van-alles factotum, knutselaar
manuscript uit de middeleeuwen codex
manquette schaal(model)
maquileren opmaken, schminken
man van adel - aristocraatbaron, edeling, edelman, graaf, hertog, jonkheer, markies, prins, ridder
man van grote afmetingen - beer, kolos, reus, tiran
man van de wetenschap - geleerde, wetenschapper, wetenschapsman
man van wie de ehtgenote overleden is - weduwnaar
manwijf haaibaaikenau, virago
manziek andromaan, nymfomaan
map brieventas,bundel, dossier, klapper, omslag, ordner, portefeuille
map met papierklem - ordner
maraboe boa, ooievaar
maraboet kluizenaar, krop(ooievaar)
marasquin - kersenlikeur
Marathen Mahratten
marbel - knikker
Marburg - Maribor
marcassiet - kattengoud, vuursteen, zwavelkies
marchanderen bieden, dingen, handelen, pingelen, rommelen
marchandise handel, koopwaar
marcheren - gaan, lopen, vorderen, vooruitkomen
Marconi's uitvinding - radio
marconist (radio)telegrafist, seiner
Marcus Marc.
mare bekendmaking, bericht, boodschap, gerucht, maar, mededeling, melding, nachtmerrie, nieuws, tijding, verhaal
marechaussee - gendarme
marel grutto
maren kirren
maretak mistel, mistletoe, vogellijm
margariet - kalkglimmer, madeliefje
marge - kantlijn, limiet, rand, ruimte, speelruimtespeling, strook, verschil
marlage huwelijk
marge kantlijn, limiet, rand, ruimte, speling, strook, verschil
marginale aantekeningen - kanttekeningen, marginaliën
margriet ganzebloem, krentenbrood
Mariabeeld madonna, piëta
mariadistel - silybum
Mariakerk - O.L.V.-kerk
Marianen, district der - Rota, Saipan
Marianen, een der - Guam
Marianen, hoofdstad van de - Siam
Marianen, ontdekker der - Magelhaens
Marianen, oorspronkelijke bewoners der - Chamorro, Ladronen
Mariaschoen - venusschoen, vrouweschoen
Maribor - Marburg
Marienburg - Malbork
marihuana - hasj(isj), hennep
marihuanaplant - hennep
marihuanapreparaten pot
marihuana roken - blowen
marine donkerblauw, vloot, zeeleger, zeemacht, zeewezen
marineeenheid eskader, smaldeel, vloot
marinekadet adelborst, leerling
marineonderofficier bootsman, konstabel
marinerang - admiraal, commandeur, schout-bij-nacht
marineschip duikboot, fregat, kruiser, slagschip
marineterm voor douchen - mandiën
Marine Vrouwen afdeling - Marva
marinier jantje, krijgsman, militair, zeesoldaat
marionet bamboche, pop, ledepop, le(d)eman, stroman toneelpop, trekpop
marionettenspel popenspel, ronzebons
Maristen, stichter der - Colin
Maritza - Marica
Maritza, oude naam van de - Hebros
mark dm.,gemeente, grensland, hemmerk, hemrik, maalschap, mk.
markant bijzonder, frappant, kenmerkend, treffend, opmerkelijk, sprekend
Marken, hoogte op - werf
Marken, werf op - Havenbuurt, Kerkbuurt, Kets, Wittewerf
markeren aanduiden, aangeven, afbakenen, merken, stempelen, tellen
markering - aanduiding
marketentster zoetelaar(ster)
Marketentster, mannelijke markententer
marketing - afzetbeleid
markeur - merker, oppasser, teller
markgraaf markies
markies luifel, zonnescherm
markies markgraaf
markizaat markgraafschap
markizin - marktgravin
markje - speelpenning
markotten - marcotteren
markt afzetgebied, brink, dorpsplein, forum, handel, pasar, plein
markt afzetgebied, handel
markt in Indonesië pasar, passar
markt voor oude kleren lorrenmarkt, voddenmarkt
markt voor snijbloemen en vaste planten - bloemenmarkt
marktgebouw waag
marktgeld staangeld
markthandelaar kramer, standwerker
marktkoopman kramer
marktkraam shob, stal(letje), stand, tent, uitstraling
marktplaats - plein
marktplaats in Tanger - sokko
marktplaats voor textiel lakenhal
marktplein - bazar
marktplein in het oude Rome Forum
marktplein (Grieks) agora
marktplein in het oude Rome - Forum
marktprijs koers
marktstal - kraam
markttentje kraam, shob
markttoespraak - boximent
marktverkoper standwerker
Marlborough, hoofdstad van Blenheim
Marlpriem - taarts
marmel marbel, knikker
marmelade jam
marmer - kalksteen
marmerader vlam
marmerbeenziekte - hyperostose, osteopetrosis
marmeren knikker alicas
marmerklurig verven - marmeren
marmersoort albast, campam, carrara, fleuri, griotte, portoz, stalacito
marmot - mormeldier
marmot in Noord-Europa - lemming
Marne-et-Loire, hoofdstad van het departement - Angers
marode roverij, stroperij
marokijn geitenleer, saffiaan
Marokkaan Arabier, Berber, Moor
Marokkaans gerecht koeskoes
Marokkaans leer mocarin, marokijn
Marokkaans tuchthuis presidio
Marokkaanse ambtenaar - amel
Marokkaanse grensplaats - Oudja
Marokkaanse munt dirham, franc
Marokkaanse stad Agadir, Casablanca, Fez, Rabat Marokkaanse vorst Hassan
Marokkaanse zandwind - sahel
Marokko, hoofdstad van - Rabat
Marokko, kaap in - Rhiz
Marokko, rechter in - caid
Marokko, rivier in - Beht, Beth
Marokko, stad in - Awli, Azroe,Casa-Blanca, Fez, Kenitra, Marrakesj, Meknes, Oudja, Rabat, Safi, Tanger, Taza, Tetuan
Marokijnleer - saffiaan
marot manie, narrenstok, stokpaardje, zotskolf
Marquesas eilanden, een der - Hivaoa, Nukahiva
Marquesas eilanden, hoofdstad der Atuona
marren - wachten
Mars Ares
mars korf, muziekstuk, tocht, rugkorf, trektocht, voettocht, voorwaarts
marsdrager straatkoopman, venter
Marseille, oude naam van - Massilia
marskramer - leurder, venter
Marshalleilanden, een der - Bikini, Eniowetok, Kwajalein
maeselia - crenata, klaverblaadje
marsepein amandelspijs
marsileacee - pilaren
marskramer leurder, venter
Marsmaan - Deimos
marstempo marcia
marsvaardig mobiel, verplaatsbaar
marsvaardige afdeling troepen patrouille, piket
mars van een kramer - bloedgetuige, lijder, martelar
marteel disselhamer, hamer
martelaar belijder, bloedgetuige, lijder, tobber,
martelaarsboek martyrologium, memorboek
martelarij foltering, knoeierij, tobberij
martelen afbeulen, geselen, folteren, kwellen, pijnigen, pijn doen
martelgang - lijdensweg
marteling geseling, foltering , kwelling, pijniging, pijn doen, radbrakentortuur
martelgang lijdensweg
marterachtigen - mustelidae
marterachtig dier
3 das, ram, unk
4 fret, mink
5 aonyx, nerts, otter, ratel, sabel, skunk, tayra, wezel
6 grison, marter
7 bunzing, fluweel, ictonyx, teledoe, zorilla
8 galictis, hermelijn, stinkdas, visotter, zeeotter
9 honingdas, sabeldier, stinkdier, veelvraat
10 boommarter, edelmarter
11 poecilictis, poecilogale, reuzenotter, sabelmarter,
steenmarter
marterachtig, familie der - dassen, marters, otters, ratels, skunks
marterachtig roofdier das, otter
martiaal krijgshaftig
martiniet - asbertcement
Martinique, hoofdstad van - fort-de-France
martyniacee - gemshoren
Marwar - Jodpfur
marxisme communisme
Maryland, hoofdstad van - Anapolis
marxistisch begrip meerwaarde, proletariaat
marxistisch filosoof Engels, Lenin
mascotte amulet, fetisj, gelukspop, scapulier
masculinum m., mannelijk, masc.
Maskarenen, een der - Mauritius, Réunion, Rodrigues
masker dekmantel, mascara, mom, mombakkes, passepartout, vermomming
maskeraap - mormon
maskerade - vermomming
maskeradespeler (Ind.) - tikar, topeng
maskeren bedekken, verbergen, verbloemen, verhullen, vermommen
massa berg, boel, bulk, drom, heleboel, hoeveelheid, hoop, horde, kudde, menigte, stapel, verzameling, vleetzee, zwerm
massa ongeordende dingen rataplan
massaal enorm, geweldig, groot, groots, samenhangend
massaal vertrek uittocht
Massachusetts, hoofdstad van - Boston
massacre bloedbad, slachting
massage effleurage, pétrissage, spierwrijving, tapotage
massage, soort - effleurage, frictioneren, petrissage, tapotage, tapotement, trissage, vibreren, wrijven
massa mensen drom, schare
massa water eceaan,zee
massa waterdamp wolk
massé kopstoot
masseren kneden, wrijven
massief berggroep, gebergte, hecht, kolos, sterk, stevig, vast, vol, zwaar
massief worteldeel - knol
massificatie massavorming
mast dennenboom, kleedgeld, pijnboom, vlaggenstok, varkensvoer
mast die voor op een schip staat voormast
mast neerleggen reggen
Mastabelenland - Rhodesia
mastbok mastkraan
mastboom - den, paal, pijnboom
mastdeel ra
master of sclence M.SC.
mastiek kitlijm
mastiff - dog
mastkorf kraaienest
mastkraan mastbok
mastukkruid - borstelkrans, kattenkruid
masturbatie onanie, zelfbevlekking
masturberen onaneren
maststut loefbalk
masttouw - rarak
mastwachter - marsgast
mat apat(h)isch, dof, flets, glansloos, krachteloos, loom, moe, moede, neerslachtig, uitgeput, vermoeid
mat karpet, kleed, tapijt, voetveeg
mat (Mal.) tikar
matador espada, stierendoder
matbleke huid - albino
match wedstrijd
mate hoeveelheid, maat, paraguaythee
mateloos bovenmatig, buitensporig, eindeloos, enorm, extravagant, extreem, kolossaal, oneindig, onmatig, waanzinnig
matelot matroos, strohoedje
mat en flets vaal
mat en moe - loom
materiaal bouwstof, gegevens, gereedschap grondstof, instrumentarium
materiaal van papiervezels - fiber
materiaal voor beeldhouwwerk brons, gips, klei
materiaal voor de zetter kopij
materiaal voor het maken van af gietsel gips
Materialisten - Demokritos, Diderot, Epikouros, Gassendi, Holbach, Leukippos, Lucretius
materie grondstof, onderwerp, stof, zaak
materieel lichamelijk, stoffelijk, wezenlijk, zakelijk
materieel peil levensstandaard
mathaak - pik
matheid - vermoeidheid
mathematica - wiskunde
mathematisch wiskundig
mathematische logica - logistiek
mathesis wiskunde
matig abstinent, beperkt, bescheiden, eenvoudig, gering, ingetogen, karig, matelijk, modest, redelijk, schraal, sober, spaarzaam, tamelijk, zozo
matig (muz.) moderato, mod.
matig koud fris, koel
matig warm lauw
matigen afremmen, beperken, beteugelen, intomen, lenigen, inbinden, minderen, mitigeren, modereren, temperen, mitigeren, verminderen, verzachten
matiging cahibitatie, continentie, mitigatie, mitigatie, moderatie, tempering, verzachting
matigheid - soberheid
matinee middagvoorstelling, ochtendjapon
matineus vroeg
matje (Ind.) tikar
mat maken matteren
mat of bleek pips
mat of loper kleed
matrak - wapenstok
matras beddenzak, onderbed, onderlaag
matrasvulling dons, kapok, stro, veren, zeegras
matrijs drukvorm, gietvorm, mal, master, matrix, ponsoen, snijijzer
matrimoniaal - echtelijk
matrimonium huwelijk, huwelijksleven
matrix - matrijs
matroos janmaat, jan(tje), kabelgast, varensgezel, matroosje, scheepsgezel, scheepsmaat, schepeling, varensgezel, zeegast, zeeman, zeesoldaat, zeuntje
matrozenbuli baadje
matrozendeken kombaars
matrozenhoed matelot
matrozenkraag braniekraag
matrozenmes kortjan
matrozenverblijf logies
matrozen werven - ronselen
mats mal, slag, stom
matschudding afval, kaf, lawaai, veegsel
matse - paasbrood
matse, bepaalde afikoman
matsen bevoordelen
matten knokken, matteren, vechten
mattenbies - scizpus
mattenmaker - matter
Mattheüs Matth., Levi
maturatie rijpwording
maturiteit rijpheid, volwassenheid
Maui, hoofdstad van - Lahaina
Maui, vulkaan op - Haleakala
Mauritius, hoofdstad van - Port Louis
Mauritius, ontdekker van - Mascarenhas
mausoleum grafteken, graftombe, praalgraf, tempelgraf
mauwen miauwen
mauwerik kat
maxi - lang
maximaal max., hoogstens
maxime grondstelling, stelregel
maximum grootste, hoogste, meeste
Mayo - Munigheo
Mayo, berg in - Muilrea, Nephin
Mayo, haven in - Westport
Mayo, havenstad van - Castlebar
Mayo, meer in - Carra, Conn, Mask
Mayo, rivier in - Moy
mazelen - morbilli
mazen herstellen, stoppen
mazzel geluk, tref, veine, voordeel, winst
mazzelaar - geluksvogel
meander bocht, kronkel
meandermeer hoefijzermeer, oxbowlake
meandrisch gekromd, kronkelend
Meath - Midhe
Meath, hoofdsad van - Trim
Meath, moeras in - Loughhail
Meath, rivier in - Blackwater, Boyne
mecanicien werktuigkundige
mechanica, onderdeel van de - dynamica,kinematica, statica
mechanisch kunstmatig, machinaal, werktuiglijk
mechanisch gedreven vaartuig motorboot, stoomboot
mechanisch mens robot
mechanisch muziekinstrument draaiorgel, speeldoos, pianola
mechanisch schrijven typen
mechanisch voortgedreven voertuig automobiel, bromfiets, motor, trekker
mechanische trap - roltrap
mechanisme drijfwerk, mechaniek, werktuig
Mechitaristen, stichter van de orde der - Manug, Mechitar
Mecklenburg, district van - Neubrandenburg, Rostock, Schwerin
meconium - darmpek, kinderpek
medaille besdant, draagpenning, eremetaal, erepenning, gedenkpenning, ordeteken, penning, plak, trofee,
medaillon - hanger
mede eveneens, honingdrank, insgelijks, mee, met, ook, tevens
medeambtenaar ambtgenoot
medebepalend deel - factor
medebroeder - ambtgenoot, collega, evenmens, naaste
mededader complice, handlanger, heler, satelliet, trawant
mededeelzaam - expansief, extravert, spraakzaam
mededelen aanzeggen, afkondigen, bekendmaken, berichten , kennisgeven, spreken, verhalen, vertellen, verwittigen, zeggen
mededeling advertentie, anonce, bericht, communicatie, hint, informatie, inlichting, kennisgeving, mare, telegram, tip, uiting, vermelding, verslag, verwittiging
mededeling in geheimschrift - cryptogram
mededingen concureren, wedijveren
mededinger concurrent, medeminnaar, medestrever, rivaal
mededinging concurrentie, competitie, rivaliteit
mededogen barmhartigheid, deernis, erbarmen, erbarming, medeleven, medelijden
medeeigenaar firmant, partner, vennoot
medefirmant compagnon, vennoot
medegeven - schenken
medegevoel meeleven, sympathie
medehelper - medewerker
medeklinker consonant
medeklinker, soort - affricaat, dentaal, fricatief, gutturaal, labiaal, nasaal, occlusief, spirant, velaar
medel - windhalm
medeleerling klasgenoot, schoolkameraad
medeleven deelneming, troost
medelevend begaan
medelid clubgenoot, compagnon, lidmaat
medelijden compassie, deernis, erbarmen, erbarming, mededogen, medeleven, misericordia
medemens evenmens, naaste
medeminnaar mededinger, medevrijer, rivaal
medeoorzaak - factor
mede ondertekenen contrasigneren
medeplichtige complice, handlanger, heler, medereiziger, reisgezel, reisgenoot, trawant
medeplichtigheid - compliciteit
medereiziger - medepassagier, metgezel, reisgenoot, reisgezel
medeschepsel - naaste, natuurgenoot
medescholier - maat
medeschuldig - medeplichtig
me(d)eslapen - verleiden
medespeler partner
medestander aanhanger, geestverwant, gezel, helper, maat, partijgenoot, trawant
medestanders - consortn
medestreven - concurreren, mededingen
medestrijden - medekampen, meevechten
medestrijder commilito, strijdmakker, wapenbroeder
medestudenten commilitones
medevennoot - firmant
medevrijer medeminnaar, rivaal
medewerken helpen, assisteren, bijdragen, collaboreren samenwerken
medewerken met de vijand collaboreren
medewerker arbeider, assistent, adjutor, collaborateur, collaborator, collega, compagnon, employé, genoot, helper, hulp, rechterhand, werkkracht
medewerker aan een blad redacteur
medewerkers staf
medewerking assistentie, collaboratie, deelname, hulp
medeweten voorkennis
medezeggenschap stem, inspraak, invloed
mediateur arbiter, bemiddelaar, scheidsman, scheidsrechter
mediatie bemiddeling
mediatief bemiddelend
medicament drankje, geneesmiddel, medicijn, pil, poeder
medicijn ampul, drankje, geneesmiddel, kina, kinine, kruid, medicament, middel, pil, poeder, remedie, serum, tablet
medicijn (Ind.) obat
medicijnballetje - pil
medicijn tegen alle kwalen panacee
medicijnflesje fiool
medicijnkastje - huisapotheek
medicijnman - tovenaar
medicijnmeester - arts, geneesheer, dokter
medicinaal - geneeskrachtig, genezend
medicinaal gewicht - drachme, grein, once
medicijnen gebruiken - dokteren, medicineren
medicijnenwinkel - apotheek
medicus arts, chirurg, dokter, geneesheer, heelmeester
Medië, koning van - Cyaxares
Medië, stad in - Aspandana, BagistanaEkbatana, Phraaspa, Rhagae
medio halverwege, midden, half
mediocre middelmatig
mediocriteit middelmatigheid
medisch geneeskundig
medisch instrument
4 kolf
5 ampul, drain, sonde
6 canule, lancet, serule
7 curette, scalpel, trepaan
8 brancard, catheter, couveuse, otoscoop
9 borstkolf, cystitoom, draagbaar, hoogtezon, irrigator,
maagsonde, microtoon, perimeter, pessarium, seperator,
tonisator, tonometer
10 colposcoop, cystoscoop, haemometer, microscoop,
neusdouche, oogspiegel, oorspiegel, rectoscoop,
rhinoscoopspleetlamp, verlostang
11 drukmanchet, endoscoop, gastroscoop, keelspiegel,
neusspiegel, sideroscoop, stethoscoop, thermometer
12 laryngoscoop, urethroscoop,
13 draadextensie, narcosemasker, ofthalmometer
15 narcose-apparaat
medisch specialist - radioloog
medische ingreep aderlating, amputatie, operatie
medische termen -
3 bol, ECG, EEG, fijt, gal, hik, pil, pus, tbc, tic
4 acne, acth, aura, bort, bubo, coma, jeuk, krop, noma, pest,
roos, spit, veno, wond, wrat
5 abces, amimi, ampul, apnoë, breuk, colpo, cyste, dieet
droes, enzym, etter, hernia, hoest, ileus, jicht, kramp, kroep,
lepra, lupus, manie, myoom, papel, polio, spruw, staar,
stulp, tumor, tyfus, ulcus, virus, zweer
6 abasie, abulie, adnexa, afasie, afonie, ainhum, alexie,
amusie, angina, anitis ,anomie, anurie, ataxie, atonie,
auxine, braken ,cancer, canule, caries, clonus, clysma,
cutaan, eczeem, faeces, febris, fistel, ftisis, fuligo, gebrek,
gehoor, geling, gevoel, gezwel, herpes, kanker, koliek,
koorts, kyfose, lichem, lipoom, loaIoa, lochia, miosis,
mycose, myopie, niezen, obenen, oedeem, parese, pokken,
ptosis, pukkel, pyurie, rabies, ranula, recept, reflex,
rheuma, saliva, sanies, sereus, struma, stupor, tering,
toxine, trauma, vaccin, xbenen, zetpil
7 abortus, abrasie, acholie, achylie, acidose, adenoom,
adontie, agnosie, agrafie, alethie, amnesie, anergie,
angioma, anopsie, anosmie, apathie, aplasie, apofyse,
apraxie, arrosie, ascitis, astasie, autisme, buikpijn, catarrh,
caverne, cholera, colitis, compres, cortine, coxitis, druiper,
dyspnoe, dysuria, ectomie, embolie, emetica, endemie,
excisie, febriel, ferment, fibroon, fimosis ,flauwte, galbult,
gangosa, gliomen, goendoe, hakvoet, hoesten, hydrops,
hygiëne, hygroma, icterus, incisie, infarct, infusie,
ischias, lipurie, lordose, lumbago, lymfoom, maagpijn,
malaria, malleus, massage, milaria, mutitas, mycloom,
narcose, necrose neuroom, neurose, osteoma ,ostitis,
otalgie, podraga, prurigo, rectaal, rosacea, roseola, ruptuur,
sarcoma, scabies, seceren, sjanker, syfilis, systole, tetanie,
tetanus, uitslag, uraemie, vertigo
8 aambeien, adermine, agastrie, agnatie, alastrim, alopecie,
amaurose, anabolie, anacusie, anamnese, anatomie,
ankylose, anodinie, anomalie, anorexie, artefact, arthrose,
aspermie, asthenie, autopsie, azoturie, beriberi, beroerte,
bloeding, bloedvin, borstpijn, buikloop, cachexie, cataract,
colpitis, commotio, contusie, coxalgie, cystitis, dauwworm,
delirium, dementie, diabetes, diagnose, diarrhee, diastase,
diastole, diathese, difterie, digestie, diplopie, doofheid,
dystonie, epidemie, erythema, excretie, excudaat, flebitis,
flegmone, fraktuur, furunkel, galsteen, ganglion, gangreen,
glaucoma, hazenlip, hazenoog, hoofdpijn, inanitie, infectie,
injectie, insuline, keratose, klisteer, kneuzing, lavement,
leewater, lipaemie, litteken, marasmus, mastitis, melanose,
metritis, migraine, miltvuur, miskraam, myelitis, myositis,
nekkramp, occlusie, operatie, palpatie, pandemie, paralyse,
placenta, platvoet, porfyrie, prothese, pruritus, pulpitis,
purulent, pyelltus, pyretlca, rachitis, rhlnltls ,roodvonk, sèlerose, silicose, spatader, stenosis, strontj,e sudamina,
symptoom, tenesmus, teratoom, therapie ,toxaemie,
trachoom, urologie, vetzucht, wondroos, xanthoom
9 allolatie, amputatie, anacrotie, analgesie, anarthrie,
aneurysme, anodontie, antigenen, aortalgie, apoplexie,
areflexie, argyrosis, arhtritis, athethose, autofonie,
bacillose, basofobie, bevalling, blindheid, bloeddruk,
bromismus, corclnoom, cotomnese, covernoom, chollitis,
cheilosis, chirurgie, chlorosls, cholerine, chondroom,
congoatle, convulsie, decubltus , dermatose, dyspepsie,
dystrofie, echolalie, eclampsie, enteritis, entropion,
epilepsie, exanthema, excavatio, excitatie, ganglioma,
gastritis, geelzucht, geriatrie, glossitis, granuloma,
haematoom, haemolyse, haemoptoë, hoofdzeer, hordeolum,
influenza, inhalatie, ischaemie, kaakkramp, karbonkel,
keratitis, ketonurie, kinkhoest, klauwhand, klauwvoet,
klompvoet, kraambeen, leukaemie, maagzweer, melanurie,
meningitis, metabolie, metastase, mydriasis, myogelose,
netelroos, neuralgie, neurolyse, niersteen, nystagmus,
obstetrie, ofthalmie, panplegie, pertussis ,pleuritis,
proctitis, psoriasis, pyodermie, ruminatie, salivatlie,
serologie, simulatie, singultus, stoelgang, trichosis,
urticaria, vlektyfus
10 ademhaling, aderlating ,adipositas, aetiologie ,aftakeling,
agorafobie, aleppobuil, allopathie, anagylaxie, anastomose,
antisepsis, antitoxine, antrotonie, arthralgie, bacillurie,
bathofobie, bergziekte, berylliose, besmetting ,blauwzucht,
bleekzucht, blefaritus, bloedgroep, bloedzweer, bronchitis,
chalicosis, colpotomie, cretinisme, cylindroma, dactylitis,
dermatitis, dysenterie, ecchymosis, echokinese, enucleatio,
rysipelas, faryngitis, fibrositis, framboesia, frenologie,
gastralgie, gonorrhoea, gordelroos, haematurie, haemofolie,
hebefrenie, histologie, hooikoorts, hydrofobie,
hyperaemie, hypertonie, immuniteit, intertrigo, leucotomie,
lobectomie, marmerbeen, meningitis, meningioom,
neurologie, nymfomanie, obstipatie ,ontlasting ,ontsteking,
papillitis, para plegie, pathologie, peritonitis, presbyopie,
psittacose, rheumatiek, rhinolalie, scheurbuik, seborrhoea,
steenpuist, stomatitis, vaccinatie, varicellae, verkalking,
waterhoofd, waterzucht, wondkoorts, zonnesteek
11 achloropsie, acromegalie, acupunctuur, albuminurie,
amenorrhoea, anaerobiose, anaesthesie, ananastasie,
antibiotica ,arthrodesis, auscultatie, azoöspermie,
bevruchting, bezetenheid, bijziendheid', chiropraxie,
cholangitis ,dyshidrosis, embryologie, encefalitis,
enofthalmus, enteroptose, epithelioma, erfelijkheid,
exarcerbatie, frigiditeit, haemangioma, hartinfarct,
hemianopsie, hemicefalie, heuplucatie, hyperthymie,
hypertrofie, intoxicatie, keizersnede, klierkoorts,
kraamkoorts, leukoplakie, mastoiditis, paedotropie,
paradentose, parthogenese, pneumolysis, salpingitis,
saturnismus, slaapziekte, tuberculose, verloskunde,
verstopping, waterpokken, weefselleer, zuurbrand
12 actinomycose, agenitalisme, agglutinatie, angiospasmus,
appendicitis, auripunctuur, bacteriaemie, bloedarmoede,
bloedsomloop, bromatologie, calcificatie, cysticercus,
darmspoeling, doofstomheid, duizeligheid, elefantiasis,
endocarditis, gerontologie, hameotologle, haemorrhagle,
hartklopping ,homoepathie, hondsdolheid, hongeroedeem,
hyperthermie, lagofthalmus, laryngologie, laxeermiddel,
neusbloeding, osteomalacie, parametritis, pericarditis,
presbyacusis, suikerziekte, verziendheid
13 appendectomie, cheirospasmus, claustrofilie ,claustrofobie,
cryptorchisme, laryngoscopie, slaapwandelen, stofwisseling
14 aderverkalking, agranulocytose, bronchostenose,
calcaneusspoor, cholelithiasis, efflorescentie,
hardhorendheid, laryngospasmus, leverbotziekte,
longontsteking, lumbaalpunctie
16 kleurenblindheid
17 aankloppersziekte, bloedvergiftiging, electrocardiogram
18 aangezichtsligging
19 electroencefalogram
20 hersenvliesontsteking
meditatie bespiegeling, bezinning, overdenking, overpeinzing
meditatiemiddel - mandala
mediteren bezinnen, overdenken, overpeinzen, peinzen
medium hulpmiddel, pers, radio, televisie
mee - honingdrank
meedelen bekendmaken, berichten, verhalen, vertellen, verwittigen
meedoen deelnemen, meespelen, participeren
meedogend barmhartig, medelijdend
meedogenloos barbaars, genadeloos, hard, onmeedogend, wreed
meeeter demodex, gast, klaploper, logé(e), vetpuistje
mee-eters comedonen
meegaan vergezellen
meegaan met - instemmen
meegaand - aardig, bereidwillig, inschikkelijk, lenig, plooibaar, soepel, tam, toegeeflijk, toegevend, volgzaam, zachtmoedig
meegaand werken bijdraaien
meegerekend worden tellen
meegeteld inbegrepen
meegeven doorbuigen, preteren
meegevend lenig, soepel
meeklinken resoneren
meekrab - verfplant
meel bloem, poeder, tapioca
meelappeltje juipje
meelbal knoedel
meelbal met vleesstukjes en groente knödel
meelbedrijf malerij
meelboom - sagoplant
meeldraad (Lat) stamen
meelgerecht ketelkoek, roerom
meelgras - medel, mele, metel
meelkost brij, meelspijs, pap
meelijwekkend zielig
meelkost meelspijs
meelopen - vleugen
meeloper - opportunist
meelopertje - buitenkansje
meelprodukt bami, bloem, casave, macaroni, sago, spaghetti
meelraai - witbol, zorggras
meelsoort bakmeel, bloed(meel), boekweitemeel, grasmeel, houtmeel, maizena, roggemeel, sago, tarwemeel, tapioca, vismeel, zaagmeel
meelspijs brij, mellieelkost, pap, roerom, vermec
meemaken beleven, doormaken, doorstaan, ervaren, ondervinden, overkomen
meenemen meepakken, meevoeren
meenemer - carrier
meenschaar meent
meent - dorpsweide
meeprater - jabroer, jaknikker, vleier
meer - plus, vaker, veeleer, verder
meer binnenwater, binnenzee, plas, plus, poel, vaker, ven, waterplas, watervlakte
meer (Eng.) lake, (It.) lago, (Fr.)lac, (D.) See
meer achter een dam stuwmeer
meer achter een schoorwal étang, haf, lagune
meer dan genoeg beu, moe, overvloedig, ruimschoots, volop, zat
meer dan meer meest
meerderen - toenemen
meer in Afrika Aboya, Albert, Edward, Kivu Melawi, Rudolf, Stefanie, Tsjaad, Victoria,Volta
meer in Amerika - Erie, Huron, Michigan, Ontario
meer in Australië Amadeus, Austin, Barlee, Carnegie, Carey, Cowan, Disoppointment, Dundas, Eyre, Frome, Gairdner, Harris, Minigwal, Moore, Torres, Woods,
meer in Azië Aral, Baikal, Balchasj, Boden, Boechfarma, Chanka, Hoengste, Hilmend, Ladoga, Léman, Niris, Onega
meer in Bolivia Titacaca
meer in Canada - Como, Cree, Gras, Louise, Ontario, Seul, Teslin
meer in Europa Boden, Genève, Ladoga, Léman, Onega
meer in Finland Enare, Hauki, Kemi, Oulu, Pielis, Saimaa
meer in Hongarije Balatan, Plattensee
meer in Italië Como, Garda, Lagomaggiore
meer in NoordAmerika Amadjuak, Athabasca, Bovenmeer, Dubawt, Erie, Huron, Manitoba Mestassini, Michigan, Nettilling, Ontario, Winnipeg
meer in Rusland Ladoga, Onega
meer in U.S.A. - Erie, Huron, Michigan, Ontario,
meer in Zweden Ivo, Mälaren, Väner(n), Väter(n)
meer in Zwitserland Bodensee, Léman
meer in het bijzonder juist, precies
meer naar beneden dieper, lager
meer of min zelfstandig deel van een verhaal episode
meer van deze e.a.
meeraal kongeraal, zeeaal
meerafzetting gyttja, sapropelium
meerbladeren - waterrozen
meercellige dieren - metazoa
meerder aanzienlijker, groter, verhevener
meerdere chef, hogere, superieur
meerderen - toenemen
meerderen (zeil) - bijzetten
meerdere macht overwicht
meerderheid gezag, majoriteit, overmacht, overwicht meerderjarig - mondig, volwassen, zelfstandig
meerderjarigheid majoriteit, mondigheid, zelfstandigheid
meerderjarigheidsverklaring emancipatie, handlichting
meerdistel zeekruisdistel
meerekenen - tellen
meergevorderd hoger
meerijden liften, vergezellen
meerijder bijrijder, lifter
meer in bijzonderheden nader
meerkamp tienkamp, triatlon, vijfkamp
meerkat - makako
meerkatten suricatta
meerkoet meerkol, ral, roetaard
meerkol gaai, meerkoet, roetaard
meerling tweeling, drieling, vierling enz.
meermaals dikwijls, vaak, veelvuldig
meerman - triton
meermin sirene, zeevrouw
meernimf najade
meerpaal ducdalf, dukdalf, meerstoel
meerpoet donderaal, modderkruiper
meerradijs - mierikwortel
meerschuim serpentijn, sepieoliet
meerslachtig - heterogeen
meerstemmig polyfoon
meerstemmigheid - polyfonie
meerstemmig muziekstuk - duet, motet, octet, sextet, trio
meerstemmig vokale kompositie koorwerk, motet
meerstemmig zangstuk motet
meerstoel ducdalf, dukdalf, meerpaal
meertje plas, poel, ven, vijver
meertje in Brabant ven
meertouw - kabel, tros, vanglijn
Meerut Mirat
meerval visduivel, wentelaar
meervallen - siluroidea
meer van deze - en anderen , e.a.
meervoud pluralis, m.v., pl .
meervoudig - pluraal
meervoudige riviermond delta
meervoudigheid pluraliteit
meervoudsuirgang - en, eren, ers, s
meerwaarde overwaarde
meerwaardig - plurivalent, polivalent
meerwortel - tormentil
meerzinnigheid - equivasiteit
mees baardmannetje, glans kop, koolmees, kuifmees, matkop, pimpelmees
meeslepen ezalteren, meesleuren
meeslepend adembenemend, boeiend
meesmuilen glimlachen
meespelen - meedoen
meest gewichtigst, gewoonlijk, groots, hoofdzakelijk, meestal, uiterst, voornaamst
meest afgelegene verste
meest geschikt aangewezen
meestal dikwijls, doorgaans, gemeenlijk, gewoonlijk, geregeld, gewoonlijk, meestentijds, vaak, veelal
meestentijds dikwijls, doorgaans, gemeenlijk, geregeld, gewoonlijk, geregeld, meestal, vaak, veelal
meester baas, docent, frik, gebieder, heer, hoofd, jurist, leerkracht, leraar, mr., maestro, onderwijzer, patroon
meester (muz.) - maestro, virtuoos
meester (negertaal - Massa
meester in beide rechten d.j.u.
meester in de kunst maestro, virtuoze
meester in de rechten advocaatjurist, Mr.
meester in de vrije kunsten - m.a.l.
meester in het schermen prevot
meesterachtig - magistraal
meesteres bazin,cheffin, gebiedster, patrones, vrouwe
meesteres in de kunst - virtuoze
meesterhand, met - bekwaam, (des)kundig, knap
meesterknecht onderbaas, voorman
meesterlijk grandioos, groots, heerlijk, magistraal, roemrijk, uitmuntend, uitstekend, virtuoos, voortreffelijk
meesterrib - grootspant
meesterschap vakmanschp, virtuositeit
meesterstuk gildenproef, kunstwerk
meesterwerk - kunststuk
meesterzanger Caruso, Sachs
meest nabijgelegen - aangrenzend, adjacent, naastgelegen
meest geschikt aangewezen
meest nabijgelegen - aangrenzend
meet beginlijn, beginpunt, merk, start, streep
meetapparaat - megger
meetbaar - me(n)surabel, rationeel
meetbaarheid - mensurabiliteit
meetbare eigenschap vaststellen biometrie
meetellen gelden, meerekenen
meetgereedschap accumeter, balans, bascule, duimstok, hoekmaat, ijlmeter, liniaal, maatstok, meetkan, meetlat, peilglas, rei, rekenlat, roede, sonde, tijdmeter, waterpas, weegbrug
meeting - bijeenkomst, samenkomstvergadering
meetinstrument barograaf, duimstok, ellenmaat, geigerteller, hygrometer, liniaal, meetband, meetlat, meetlint, peilstok, radiosonde, rei, sextant, thermometer
meetkunde algebra, geometrie, planimetrie, stereometrie, wiskunde
meetkunde in de ruimte stereometrie
meetkundig figuur cirkel, cirkelsector, cirklsegmentdriehoek, ellips, grafiek, hyperbool, lijn, negenpuntscirkel, parabool, parallellogram, pyramide, rechthoek, ruit, sector, trapezium, twaalfhoek, veelhoek, vierhoek, vierkant, vlakstuk
meetkundig getal pi
meetkundig lichaam bol, cilinder, kegel, kubus, octaëder, prisma, pyramide, tetraëder
meetkundige lijn bissectrice, buitenbissectrice, koorde, kromme, middellijn, middelloodlijn, middenparallel, omtrek, parabool, parallel, straal
meetkundige term
3 lijn, som
4 been, boog, hoek, punt, ruit, term
5 basis, bewijs, sinus, stomp
6 axioma, klasse, koorde, lengte, omtrek, rechte, scherp, snijlijn,
straal
vector
7 cosinus, deellijn, lijnstuk, loodlijn, raaklijn, rotatie, seconde, snijpunt, tangens, vlieger
8 diameter, gestelde, hoekpunt, homoloog, inversie, kwadraat, parallel, raakpunt, stelling, theorema
9 basishoek, diagonaal, evenwijdig, grootheid, hoogtelijn,
loodrecht, middellijn, nevenkoek, postulaat, projectie
10 binnenhoek, buitenhoek, compliment, gelijkbenig,
gelijkzijdig, hypothenusa, overstaand, spiegeling, supplement, transitief, verhouding
zwaartelijn,
11 bissectrice, congruentie, onderstelde, orthogonaal,
symmetrisch
12 asymmetrisch
stomp, term,
meetkundig voorwerp - bol, kegel, kubus, parallelogram, prisma,
meetlat duimstok, liniaal, meetstok, rei
meetlint - rolmaat
meetlood schietlood
meet of start - begin
meetraadje boogmeter
meetrekken - slepen
meetrillen resoneren
meetrilling resonantie
meetring - kaliber
meetschijf astrolabium
meetstok duimstok, maatlat, meetlat, peilstok
meettafel planchet
meeuw albatros, kobbe, stern, stormvogel, visdief
meeuwen - laridae
meevaller bof, buitenkans, extraatje, fortuin, geluk, tref(fer), voordeel
meevoeren meeslepen
meevragen - uitnodigen
meewarig deelnemend, medelijdend
meewerken assisteren, helpen
meeworm - ritnaald
mefisto duivel, satan, verleider
mega - groot
megacalorie Mcal
megadyne Mdn
megahertz M.Hz.
megaliet cistvaen, cromlech, dolmen, menhir, reuzensteen
megalomanie grootheidswaanzin
megera furie
Megiddo Armageddon
Megilla - wetsrol
mei bloeimaand
mei maken - verhuizen
meid deern, dienstbode, dienstmeid, griet, hit, (dienst)maagd, meisje, mokkel, troel, werkster
meidag - lentedag
meidans - lentedans
meidoorn crataegus, hagendoorn
meid voor zwaar werk - slobbe
meier baljuw; honderdje, huurboer, opzichter, pachter, rentmeester, schout, zetboer
meierbloem - walstro
meieren bazelen, kletsen, zaniken, zeuren, zwammen
meikever melolontha, ronkel, ronjer
meiler - hoop, stapel
meimus (Barg.) dood
meineed - eedbreuk
meisje aanstaande, daghit, deern(e), geliefde, juffrouw, kalle, maagd, meid, mokkel, (Ind.) nonna, verloofde, wicht
meisje dat gaat trouwen bruid
meisje dat morst morsebel, morstkont
meisje, dat voor t eerst ter communie gaat - eerstecommuniante
meisje op een atelier modinette, midinette
meisje van lichte zeden - deerne
meisje van plezier - hoer, snol
meisjeskleding beha, blouse, hemdje, jurk, panty, rok, shirt, slipje
meisjesnamen -
2 An, Co, Ge, Jo, Ko, To,
3 Aaf, Aat, Aal, Ada, Ali, Amy, Ank, Ans, Ati , Bab, Bea, Bep,
Cis, Con, Cor, Dit, Dol, Eet Els, Era, Eva, Fia, Fie, Gre, Ida,
len, let, Ina, Ine, let, Jel, Jon, Jos, Joy, Lea, Let, Lia, Lot, Mar,
Mea, Mee, Meg, Mia, Nan, Nel, Oda, Ode, Pam, Pat, Pia, Pop,
Ria, Rie, San, Sis, Til, Wil, Zus
4 Aagt, Adri, Afke, Akke, Alie, Anja, Anna, Anne, Anke, Asta,
Atje, Babs, Bela, Bebs, Bert, Bets, Cara, Care, Cato, Ciel,
Coby, Cora ,Dara, Dien, Diet, Dina, Door, Dora, Edna, Eisa,
Elia, Elly, Elma, Eisa, Else, Emma, Emmy, Erma, Erna, Fien,
Fina, Gabi, Gaby, Gera, Gien, Gina, Elsa, Haya, IIse, Imka,
Ines, Inez, Inge, Iris, Irma, Jaan, Jane, Joke, José, Koba, Leen,
Lena, Leni, Leny, Leta, Lida, Lien, Lies, Lisa, Lita, Loek,
Loes, Lora, Lous, Luce, Lucy, Maja, Marij, Mary, Maud,
Maya, Meta, Miek, Mien, Miep, Mies, Mily, Mimi, Mira, Mona, Mijke, Nans, Neel, Nina, Nine, Nini, Nita, Nora, Olga, Phil, Puck, Rens, Reni, Rhea, Riek, Riet, Rina, Rine, Rita,
Roos, Rosa, Rose, Ruth, Saar, Sara, Sien, Suus, Suze, Thea,
Tina, Tine, Tony, Toos, Trea, Trui, Trix, Ulla, Vera, Vers,
Vivi, Wies, Zita
5 Aafje, Aafke, Aagje, Adele, Adria, Adrie, Agaat, Aggie,
Agnes, Aimée, Alice, Alida, Anita, Ankie, Annie, Antje,
Astra, Aukje, Beata, Bella, Berta, Bepke, Betje, Betty, Carla,
Caria, Carry, Celia, Ciska, Cissy, Ciara, Clara, Conny, Corry,
Debby, Delia, Diana, Dinie, Dolly Doris, Edlth, Eefje, Eline,
Elise, Ellen, Ellie, Emily, Emmie, Erica, Erika, Ester, Ethel,
Fanny, Femke, Fenna, Flora, Frida, Gemma, Gerda, Gitta,
Gonda, Grace, Greet, Greta, Griet, Gusta, Hanna, Hedda,
Helga, Hella, Helma, Herma, Harta, Hetty, Hilde, Hilda, letje,
Ilona ,Ineke, Irene, Janet, Janna, Jeane, Jenny, Jessy, Jetty,
Jikke, Josje Joyce, Julia, Karen, Karin, Katja, Kltty ,Laura,
Leida , Leide, Lenie, Letta, Liane, Lidia, Lilly, Linda, Lindy,
Lioba, Liora, Lotje, Lotte, Lucia, Lydia, Lydie, Mabel,
Madzy, Magda, Mandy, Manon, Marga, Margo, Maria, Marja,
Marjo, Marri, Matty, Merel, Meris, Mieke, Milly, Molly,
Nadia, Nancy, Nanda, Nanna, Nella, Nelly, Norma ,Paola,
Paula, Petra, Pluis, Polly, Reina, Renée, Rikje, Roeli, Rijkje,
Sacha, Sally, Selma, Siska, Sofia, Sofie, Sonia, Sonja, Stans,
Susan, Tanja, Tanny, Thera, Tinie, Tilly, Titia, Trees, Trudy,
Truus, Vicky, Viola, Wanda, Wenda, Wendy, Wieke, Wilma,
Xenia, Ymkje
6 Aaltje, Adelia, Agatha, Ageeth, Agneta, Aleida, Aletta,
Alwina, Amalia, Amanda, Amabel, Amalia, Amélie, Andrea,
Angèle, Anneke,, Ariane, Arieta, Astrid, Baukje, Benita,
Bertha, Bessie, Betsie, Bettie, Bianca, Birgit, Bonnie, Boukje,
Brecht, Bregje, Carmen, Cecile, Cintha, Cirina, Claire, Clarie,
Connie, Corine, Corrie, Cuzeta, Daphne, Debora, Diekie,
Dineke, Edwina, Elvira, Esther, Evelyn, Fatima, Feliee,
Fennie, Fietje, Fonnie, Frieda, Geesje, Gerrie, Gertie, Gesina,
Gisela, Gisèle, Gloria, Gonnie, Gratia, Guusje, Hannie,
Hansje, Helena, Hélène, Hennie, Hester, lIonka, Ingrid,
Isabel, Isebel, Ivette, Jackie, Jacoba, Jannie, Jantina, Jeanne,
Jennie, Jettie, Jolanda, Joosj,e Josine, Jozina, Josine, Judith,
Klaske, Koosje, Laurie, Lennie, Lettie, Leonie, Lieset, Liesje,
Lillan, Loekie, Louisa, Louise, Lucile, Maaike, Maggie,
Marcia, Margot, Marika, Marian, Marina, Marion, Marjan,
Marjon, Marita, Martha, Martie, Martje, Marijke, Minnie,
Mirian, Mirjam, Mollie, Monica, Muriel, Nadine, Nannie,
Nellie, Nettie, Nickie, Nienke, Niesje, Odette, Odilia, Olivia,
Pamela, Prisca, Rachel, Regina, Remkje, Renata, Rensje,
Rietje, Renata, Renate, Roelie, Roosje, Rosina, Sabine,
Salomé, Sandra, Sarina, Saskia, Sheila, Sigrid, Slivia,
Simone, Sophia, Sophie, Stella, Sylvia, Sytske, Tineke,
Tonnie, Truida, Ursula, Vivian, Wendie, Willie, Winnie,
Yvette, Yvonne
7 Adeline, Adriane, Alberta, Alfreda, Aloysia, Angelie,
Annemie, Annette, Anselma, Ariette, Armande, Armgard,
Augusta, Babette, Barbara, Beatrix, Beatrijs, Bettina,
Bregina, Candida, Catrien, Cecilia, Chrisje, Christa,
Clasina, Claudet, Claudia ,Colette, Corinne, Cynthia,
Cyrlara, Cyrilie, Desirée, Dolores, Doortje, Driemke,
Elsbelh, Eugeni, Eveline, Fransje, Froukje, Geertje,
Gerdien, Gerdina, Greetje, Grietje, Hanneke, Harriet,
Hermien, Hermine, Irmgard, Jacoba, Janneke, Jansje,
Jessica, Johanna, Jolanda, Josetta, Juliana, Juultje, Kaatje,
Katinka, Katrien, Klaasje, Klaaske, Kniertje, Lauinia,
Leonora, Lieveke, Lonneke, Maartje, Madelon, Marieke,
Marleen, Mariska, Marlene, Marlies, Martina, Martine,
Maureen, Meintje, Melanie, Mildred, Miranda, Monique,
Nanette, Natalia, Neeltje, Ninette, Noortje, Paulien,
Petrina, Rebecca, Reineke, Renskje, Roberta, Rosalia,
Rosilda, Rosilie, Roeltje, Sibylla, Sientje, Sietske, Sjoukje,
Susanne, Susette, Suzanna, Tanneke, Theresa ,Tjitske,
Welmoed ,Willeke
8 Adeleida, Adelheid, Adelinde, Adelmoed, Adrienne,
Annelies, Anneluus, Annemien, Anthonia, Breektje,
Brigitte, Carolien, Caroline, Carolins ,Charline, Christel,
Claartje, Clarissa, Claudina, Claudine, Comelia, Danielle,
Dorothea, Eleonora, Everdine, Floortje, Forence, Francien,
Francine, Gerlinde, Gertrude, Gwendola, Hendrika,
Hendrina, Ingeborg, Isabella, Jannigje, Josefien, Josefine,
Juliette, Klaartje, Laetitia, Leonarda, Leontien, Liesbeth,
Lucienne, Lucretia, Machteld, MarcelIa, Margaard,
Margreet, Margriet, Marinne, Marielle, Mariette, Marijntje,
Mathilde, Mechteld, Mireille, Nathalie, Nicolina, Patricia,
Paulette, Pleuntje, Ploontje, Roedolfje, Roselina, Rosmarijn,
Serafine, Stefanie, Theodora, Theresia, Veronica ,Victoria,
Violetta ,Virginie, Willemijn, Zwaantje
9 Adelberta, Albertina, Aldegonda, Alexandra, Alfonsina,
Angélique, Annemarie, Annemieke, Apollonia, Catharina,
Célestine, Charlotte, Christien, Christina, Claudette,
Cleopatra, Clothilde, Constance, Diewertje, Dominique,
Elisabeth, Francisca, Françoise, Gabrielle, Geneviève,
Georgette, Geraldine, Godelinde, Henriette, Hildegard,
Jasparina, Jasperine, Josephine, Madelinde, Madeleine,
Mariandel, Marjolein, Nicolette, Priscilla, Rosalinde,
Rosemarie, Valentine, Winnifred
10 Antoinette, Bernadette, Clementien, Dieuwertje,
Engelberta, Frédérique, Geertruida ,Godefriade,
Hildegonde, Jacqueline, Margaretha, Martientje,
PetronelIa, Phillippine, Wendelmoed, Wilhelmine,
Wilhelmina
meisjespop - lijs
meisjesuitdrukking dol, enig, mieters
meitijd - lente, voorjaar
meivis - elft
meivuur - blissie
meiworm - oliekever
meizoentje - madeliefje
mejuffrouw mademoiselle, mej.
mekaar - elkander, malkaar
Mekkaganger Hadji
mekkeren blaten
melaats - lepreus
melaatse leproos, Lazarus
melaatsheid lepra
melancholicus - hypochonder
melancholie hypochondrie, weemoed, zwaarmoedigheid
melancholiek weemoedig, zwaarmoedig, zwartgallig
melancholisch droefgeestig, zwartgallig, zwaarmoedig
melancholische muziek elegie, nocturne
Melanezië, deel van - Irian
melange mengeling, mengsel
melanoom, goedaardig - moedervlek
melanzaam - aubergine
melasse (suiker)stroop
melde - atriplex
meldeachtige plant beet, biet,(wortel) kroot, ganzenvoet, spinazie, zeekraal
melden aangeven, aandienen, aankondigen, bekendmaken, berichten, gewagen, opgeven, rapporteren
melder aanbrenger, rapporteur
melding bericht, boodschap, gewag, mare, mentie, rapport, uiting
melding maken van - gewagen
mêlee krijgsgewoel, strijdgewoel
mêleren - mengen
melet arenvis
melig afgezaagd, flauw, laf, landerig, lusteloos, slap, vervelend
melioratie grondverbetering
melis buik, (brood)suiker, zak
melk (Lat.)lac
melkachtige verbinding - emulsie
melk die geklonterd is ruiting
melk die gestremd is wrongel
melk van kalfkoe/eerste. . . biest
melkachtig, troebel - emulsie
melkachtig witte edelsteen opaal
melkbaard vlasbaard
melkboer melkman, melkslijter
melkdrank anijsmelk, karnemelk, milkshake, salie, slemp
melkemmer puts
melken uitbaten, zeuren
melker - schraper
melkgerecht - pap, yoghurt, vla
melkgerei - emmer, zeef
melkklier - uier
melkleverancier - geit, koe, schaap
melkman melkboer, melkverkoper
melkmuil flauwerd, halfwas, puber
melk na kaasbereiding hui
melk na het kalveren biest
melkontromer - separator
melkproduct - boter, hangop, kaas, kwark, melkpoeder, room, yoghurt, zuivel
melkproducten - zuive
melksap van rubberboom - latex
melkschaap - ooi
melksoort - biest, karnemelk
melkspijs kwark, pap, pudding, vla, yoghurt
melksuiker - gelactose, lactose
melktobbe lijst, roomvat
melkverkoper - melkboer, melkman, slijter
melkvet - room
melkwijn der Tartaren - kefir
melkwitte opaal cacholong
melkwitte steen - opaal
melkwol - lanital
melkzeef - teems
melodie - deun, tune, zangwijs
melodieus - welluidend, zangerig, zoetklinkend
melodrama - draak, teneelstuk
meloen kanteloep
melote honingklaver
meltbak - moutbak
meluw molm, murw, mijt, houtluis, rijp, week
membraam huidje,vliesje
memel houtworm
memme - moeder
memelig - vermolmd
memento mori - m.m.
memmen - leuteren
memoires - gedenkschriften
memorandum - memo, nota, zakboekje
memoriaal - zakboek
memorie geheugen, herinnering
memoriseren - onthouden
men leze leg.
men ondertekene sign.
menage huishouding, kost, voeding
menageren (zicht) - matigen
menagerie beestenspel, huishoudster
menageus huishoudelijk, spaarzaam
Mende, geheim genoodschap van de - Benda, Poro, Sande
mendelen - kruisen
mendicant bedelbroeder, bedelmonnik
mendoet - Tjandi
Mendoza - Cuyo
menen aannemen, achten, bedoelen, denken, geloven, oordelen, verbeelden, vermoeden, vinden, wanen
menens ernst, serieus
menestreel - dichterzanger, minnezanger
mengdrank - punch
mengel - liter
mengelen mengen, ondereenbrengen
mengeling melange, mengsel, mixture
mengelingen - gewoel, mengsel, miscellanea, misc.
mengelklomp chaos
mengelmoes allegaartje, amalgaam, hutspot, mengsel, poespas, potpoirri, quodlibet, ratjetoe, rommelzo, samenraapsel, wirwar
mengelwerk melange, varia
mengen doorroeren, mêleren, mixen, roeren, shaken
menger mixer
menging - alligatie
mengkoren masteluin
mengmachine klutser, mixer
mengmest compost
mengmetaal - brons
mengsel allegaartje, emulsie, kruising, melange, mengeling, mengelmoes, mix(ture), ratjetoe, samenraapsel
mengsel dat verhardt beton
mengsel om te bakken deeg, beslag
mengsel ontstaan bij verhitting van suiker karamel
mengsel van aarde en water blubber, modder, slijk
mangsel van azijn en water - oxycraat
mengsel van carbonaten dolomiet
mengsel van cement, kalk, kiezel en zand beton, bitumen
mengsel van dranken cocktail
mengsel van gassen lucht
mengsel van grafiet en leem potlood
mengsels van half tarwe en half rogge mastelain
mengsel van koolzure kalk en klei mergel
mengsel van kiezel, cement en zand beton
mengsel van klei en kalk leem
mengsel van klei en silt zavel
mengsel van koper en zink - penstik
mengsel van lijnolie en hars vernis
mengsel van meel - deeg
mengsel van meel en melk beslag
mengsel van mout en water - beslag
mengsel van salpeter, zwavel en houtskool kruit
mengsel van snoepjes melange
mengsel van tabakssoorten melange, mixture
mengsel van tarwe en rogge - masteluin
mengsel van tin, bismut en kwikzilver - musiefzilver
mengsel van twee dranken split, tweedrank
mengsel van vet, lijnolie en gele hars harpuis
mengsel van water en azijn oxycraat
mengsel van whisky met spuitwater - split
mengsel van zand en klei leem
mengsel van zoutzuur en salpeter zuur koningswater
mengsel van zwavel met tin musiefgoud
mengvat - krater
menie - grondverf, minium
menig veel, verscheidene
menige ettelijke, verscheidene
menigmaal dikwijls, herhaaldelijk, vaak
menigte drom, heir, hoop, kudde, leger, massa, meute, myriade, schare, volk
menigte met dezelfde geloofsbegrippen sekte
menigte soldaten troep
menigte vissen - school
menigvoud - veelsoortig, velerlei
menigvuldig dikwijls, frequent, herhaaldelijk, overvloedig, talrijk vaak, veelal, velerlei
menigvuldigheid frequentie, frekwentie, multipliciteit, overvloed, talrijkheid
menigwerf - dikwijls
mening denkwijze, dunk, gedachten, gevoelen, ide, oogmerk, oordeel, opinie, opvatting, plan, standpunt, visie, zienswijze
mening geven oordelen
meningsuiting bewering, oordeel, stem
meningsverschil conflict, geschil, onenigheid, tweedracht, twist
meniscusletsel - voetbalknie
menist - doopsgezinde, mennoniet
mennen besturen, leiden
menner koetsier, voerman
mennist - Doopsgezinde, Mennoniet
mennoniet menist, doopsgezinde
Menorca, hoofdstad van - Mahon
mens aardbewoner, dame, heer, homo,iemand, individu, kerel, kind, jongen, man, meisje, persoon, schepsel, sterveling, vent, vrouw, wereldburger, wezen, wijf
mens (Ind.) - orang
mens (Maleis) orang
mens als middelpunt nemend antropocentrisch
mens dat alles goed vindt goedzak, lobbes, sul
mens uit de prehistorie - oermens, Neanderthaler, Paranthropus, Australopithecus
menswording - incarnatie
mens zonder ruggengraat - slappeling
mensaap antropoïde, baviaan, chimpanse, gorilla, orang-oetan, pongo
mensachtig antropoïde
mensapen antropomorfen , pongidae
mensdom - aardrijk
menselijk humaan, sociaal
menselijk denken humanisme
menselijk geluid stem
menselijkheid humaniteit, mededogen, redelijkheid, zachtheid
mensen lieden, lui, men, personen, volk
menselijk wezen - persoon
mensen die een bepaald gebrek hebben - stotteraar
mensen die een kas houden kassier, penningmeester
mensen die reddingen verrichten redders
mensen van een bepaalde kring leden
mensen van een bepaalde rang edelen
mensenetend - kanibaals
menseneter antropofaag, kannibaal
mensengeslacht generatie, mensdom, ras
mensengroep kaste, klasse, ras, stand
mensenhaat misantropie
mensenhater Alceste, misantroop, Timon
mensenjacht razzia
mensenmassa drom, gewoel,legioenmenigte,
mensenmenigte massa, volk
mensenminnaar - filantroop
mensenras - Europiden, Mongoliden, Negriden, Negrito=s, Polynesiërs, Weddas
mensenrover kidnapper
mensenschuw - misantropisch
mensenvrees antropofobie
mensenvriend filantroop
mensenwereld maatschappij, samenleving
mens in vroegere tijd - oermens
menskunde antropologie
menskundige antropoloog
menslievend barmhartig, filantropisch, humaan, humanitair
menslievende daad - weldaad
menslievendheid filantropie, humaniteit
mensmoordende paddestoel - amaniet
menspaard centaur, kentaur
mensstier minotaurus
mensverering - androlatrie
mensuur (tijd) maat, (studenten) duel
mensvormig antropomorf
menswording antropogenese, incarnatie
mens zonder pigmentkleurstof albino
mens zonder ruggengraad slappeling
mentaal geestelijk, psychisch
mentaliteit denkwijze
Mentawai-eilanden, een der - Pagai, Siberut, Sipora
mentie gewag, melding
mentioneren vermelden
mentor begeleidergids, leraar, leidsman, raadgever, raadsman
menyanthacee - watergentiaan, waterklaver
menu spijskaart
mep dreun, klap, lel, oorvijg, oplawaai, pats, pets, por, slag, stoot, tik, uithaal
mep om de oren - oorvijg
meppen beuken, ranselen, slaan, stompen, uithalen
meprise dwaling, misvatting, vergissing
mepyramme - antallergan, pyranisamine
mercaptanen - thiolen
merci - bedankt
Mercurius - Hermes
mercurochroom kinderjodium
merel (zwarte) lijster
meren aanleggen, ankeren, vastleggen
meren betreffende lacustrien, limnisch
merendeel - gros
merenland Finland, Suomi
meretrix - hoer
merg binnenste, keest, kern, kracht, pit
merg van een palmboom sago
mergel slijk, tufkrijt
mergpijp been
mergstraal - spiegeldraad
Mergui-archipel, bewoner van de - Soeleng
meridiaan lengtecirkel, middagcirkel, middaglijn
meridiaantekens - miren
meridionaal zuidelijk
merites verdienste(lijkheid)
merk aanduiding, baken, impressie, indruk, kenteken, keur, moet, naam, peil, striem, stempel, teken, ijk, zegel
merkbaar - tastbaar, voelbaar, waarneembaar
merkelijk - aanmerkelijk, aanzienlijk, blijkbaar, gewichtig, kenbaar, kennelijk
merk in meetkan pegel
merk in papier watermerk
merk of indruk - moet
merk op goud keur
merk op een munt - klop
merk voor hoogtestanden peil
merk voor vaarwater boei, baak
merk waar men beginnen moet meet
merken aankruisen, bespeuren, coderen, gadeslaan, ontdekken, gewaarworden, markeren, voelen, waarnemen
merkstempel - klopper
merkteken afdruk, baken, kenteken, peil, stigma, ton, ijk, zegel
merkteken op paspoort - visum
merkwaardig belangrijk, bijzonder, casueel, curieus, eigen(aardig), enig, notabel, opmerkelijk, raar, uniek, wonderlijk, zonderling
merkwaardige gebeurtenis - evenement
merkwaardigheid curiositeit
merklijn dwergvalk, kabelmerksteenvalk
merlijn - myrddhin
merodach - Mardock
Meroë - Bakarawiga
merode armoede, ellende
Merovingen, een der - Clodio, Clovis
Mersin - Içel
mes broodmes, kapmes, keukenmes, kortjan, nijf, pennemes, ploegmes, scalpel, scheermes, snoeimes, stilet(to), tempermes, zakmes
mescaline - peyotl
mes om te kappen - kapmes, snoeimes
mes om verf te mengen, te roeren, fijn te wrijven etc. tempermes
mes voor afstrijken van drukinkt rakel
mesjoche dol, dwaas, gek, idioot, krankzinnig, mal, zot
meskant neg(ge), snee, snede
Mesopotamië Irak, tweestromenland
Mesopotamië , stad in het oude Adab
mess eetzaal, legerkantine
mess bij de marine longroom
Messenië, hoofdstad van - Kalamata
messchede foedraal
messen, lepels, vorken - bestek, tafelzilver
messestad Leipzig
Messias Heiland, Verlosser
messieurs - M.M.
messing geelkoper, Iatoen
messnede jaap
messroom - eetzaal
mest aal(t), boer, compost, derrie, drek, faecaliën, faeces, gier, groeistof, guano, poep, stront
mestaarde - compost
mestbewoner - finicool
mesteter - coprofaag
mest, gedroogde. . . (Eng.Ind.) obla
mesthaan kapoen
mesthoop belt, vaalt
mesties halfbloed, kleurling
mestkeer - geotrupes, scarabee
mestkever - bromvlieg, scarabee
mestkruiwagen kret
mesto treurig
mest op het land brengen - mesten
meststof compost, kali, kalk, kunstmestsalpeter
meststof, organische - in Latijns Amerika - Guano, Huano
meststof van zeevogels guano
mestvaalt - belt
mestvarken - babi, schotteling, zwijn
mestvocht aal, aalt, gier, ier
mestvork gaffel, greep, reek, riek, varkensvlees
met con, cum, door, mee , per
met aandacht aandachtig, attent
met aanslag bedekt - beslagen
met aantekeningen c.n. (cum notis)
met aarde vullen aanaarden
met aderen - geaderd
met aftrek - m.a.
met andere woorden anders gezegd, m.a.w.
met anderen gaan meegaan
met as bedekt beast, bestoven
met baar geld - contant
met behoud van de eer s.h. (salvo honore)
met beide lippen - bilabiaal
met beitel wegnemen uitbeitelen
met beleid tactisch, tactvol
met bepaalde vloeistof bestrijken teren, verven
met bestemming (scheepv.) m.b.
met betaald antwoord r.p.
met betrekking tot m.b.t.
met betrekking tot de maan lunair
met betrekking tot de tucht disciplinair
met bijlagen c.a. (cum annexis)
met bloed gepaard bloedig
met bont gevoerde overjas pels
met dank m.d., p.r.
met dat al ondertussen
met de benen van elkaar - wijdbeens
met de Franse slag oppervlakkig
met de grond gelijk maken raseren, slechten, slopen
met de grootste spoed - ijlings
met de hand geweven tapijt kelim
met de kosten - c.e.
met de mond - oraal
met de stem vocaal
met de tanden vermalen kauwen
met de tong strelen - likken
met dezelfde betekenis synoniem
met dobbelstenen gooien dobbelen, knobelen
met dubbele tong spreken - lallen
met dunne plekken galig
met eelt - eelterig
met een doek reinigen boenen, vegen
met een eed bevestigen bezweren, zweren
met een gordel vastmaken gorden
met een kant omgeven omkanten
met een peilstok peilen roeien
met een slede rijden - arren
met eigen hand - m.p.
met elkaar getweeën, samen, tezamen
met elkaar in verband brengen combineren
met elkaar overeenstemmend evenredig, gelijk
met fouten gebrekkig ,foutief, onjuist, verkeerd
met fras begroeid duin - nol
met gas gevuld omhulsel ballon , gasfles
met gebruik van m.g.v.
met geklopt ei bestrijken en fijngewreven beschuit of geroosterd brood bestrooien paneren
met geld overhalen - omkopen
met gelukwensen m.g., p.f., proficiat
met genoegen gaarne, graag
met geringschatting spreken smalen
met geweld doorzetten forceren
met Gods genade b.c.D.
met Gods wil D.V.
met goed bevrachten Iaden
met goede bedoelingen bestwil
met graagte - gretig
met grote aandacht - nauwlettend
met gras begroeid duin nol
met grint bedekken - begrinden, begrinding
met grote aandacht aandachtig, nauwlettend
met hartstocht (muz.) appassionata
met.humor geestig
met hun allen e.t.q.
met hypotheek bezwaren onderzetten
met iemand eens zijn - instemmen
met inbegrip van incluis, inclusief, incl.
met ingang van m.i.v., per
met kennis van zaken cognitief, oordeelkundig
met kiel bestrijken lemen
met kleine gaatjes poreus
met klem nadrukkelijk
met kogels gevulde bus kartets
met kracht slaan - zwiepen
met kwaad opzet - expres(selijk)
met laagje bedekken - enroberen
met letset gekwetst, gewond
met lof c.1. (cum laude)
met loog behandelen logen, uitlogen
met lust - e.a.
met meer reden - a fortiori
met mijn eigen hand - m.m.p.
met moeite krap,moeizaam, nauw, nauwelijks, ternauwernood
met naald en draad bewerkte verbinding naad
met nadruk beklemtoond, nadrukkelijk, pregnant
met name m.n.
met nummers voorzien nummeren
met of tevens - mede
met onbekende bestemming m.o.b.
met onderbrekingen discontinu, gebroken
met oorlogstuig gooien bombarderen
met openingen in het patroon van jurken of blouses ajour
met open mond - verbluft
met opzet bewust, expres, opzettelijk, willens
met overleg tactisch, tactvol
met overtuiging en toewijding ernstig
met pek insmeren pekken, teren
met pennen maken - breien
met plezier graag, gaarne
met poriën poreus
met recht - terecht
met rechtmatige trots fier
met redenen omkleden - motiveren
met reden begaafd wezen - mens
met roest overdekt roestig
met rouwbeklag m.r.
met ruitjes motief - quadrille
met scheuren reten, retig
met schuin beloop - sneeps
met schuine letters drukken cursiveren
met smaak tot zich nemen genieten, savoureren, smullen
met smeer bedekt - vettig
met sneeuw bedekt besneeuwd
met snel verloop acuut
met spek doorrijgen larderen
met spoed cito, dadelijk, fluks, haastig, inderhaast, ijlings, per expresse, p.e., rap, snel
met spoed (Lat.) cito
met stelligheid beslist
met stoom bereide koffie - expresso
met suiker gekookte vruchten compote
met te geringe ruimte eng
met teer bestrijken teren
met tegengestelde betekenis antoniem
met tegenzin afkeer, contrecoeur, node, ongaarne
met tin overtrokken - vertind
met toenemende sterkte crescendo
met traansmaak tranig
met twanende, waterige ogen - leep
met twee brandpunten - bifocaal
met uitgebreide kennis geleerd
attent
met veel geluid - klankrijk
met veel gevoel (muz.) affettuoso
met veel kleine gaatjes poreus
met veel omhaal omslachtig
met veel spoed ijlings
met vele gaatjes - poreus
met vereiste kennis uitgerust onderlegd
met verlof gezegd - s.v., s.v.v.
met versieringen figuraal
met verstand begaafd - verstandig
met verstand van zaken - oordeelkundig
met vet insmeren - smouten
met vlaggen versieren pavoiseren
met vlugge pasjes lopen - trippelen
met volledige overtuiging - ernstig, serieus
met volledige titel - p.t.
met voorbedachte rade opzettelijk
met vracht vullen - laden
met vuur (muz.) con brio
met watten voeren watteren
met weinig vet - mager
met wijd open ogen kijken staren, starogen
met zeepwater reinigen sopeen
met zorg nauwkeurig
met zorg ontwikkelen aankweken
met zeer veel kennis geleerd
met zwaar geluid in het water vallen plonzen, plompen
met zwart behangen kamer aula, rouwkamer
met zwier zwierig
meta - half, metaldehyde
metaal
3 tin
4 blik, gero, goud, ijzer, kong, kwik, lood, zink
5 brons, konel, koper, monel, pamor, oreid, pleet, ruolz, staal,
uraan, widia
6 alpaca, alumel, barium, bismut, cerium, chroom, double,
galmei, indium, ionium, kalium, kobalt, latoen, nikkel,
nobium, osmium, radium, renium, rodium, rubium, titaan,
tombak, zilver
7 benares, bergtin, bismuth, bladtin, cadmium, calcium, gallium,
hafnium, iridium, kalamijn, lantaan, lithium, mangaan,
messing, natrium, niobium, pakfong, peauter, pinsbek, platina,
rhenium, rhodium, semilor, similor, staniol, soldeer, taeniet,
thorium, thulium, tinijzer, uranium, wolfram
8 alfinide, antimoon, coheniet, electron, europium, gietijzer,
halfgoud, hardijzer, illinium, lanthaan, limoniet, lutetium,
malachiet melaniet, polonium, polyxeen, rubidium, samarium,
scandium, spiauter, stelliet, thallium, theelood,tinbrons,
titanium, vanadium, wolfra(a)m, zinkerts, zinklood, zirkonium
9 aluminium, argentaan, arsenicum, berillium, cerussiet,
geelkoper, germanium, gietstaal, goudbrons, keizertin,
kopererts, limabrons, loodspaat, magnalium, magnesium,
malachiet, manganine, molybdeen, palladium, platiniet,
plutonium, potassium, prolonium, roodkoper, ruthenium,
smeedijzer, snelstaal, stanniool, strontium, talmigoud,
tantalium, tellurium, witmetaal, ytterbium, zirkonium
10 antimonium, bathmetaal, kladzilver, downmetaal, dysprosium,
gadolinium, koperbrons, kwikzilver, lanthanium, nikkelijzer,
osmiridium, similigoud, siserskiet, smeedstaal, wolframium,
11 broomzilver, carborundum, deltametaal, fosforbrons,
konelmetaal, latoenkoper, mangaanijzer, moissanniet,
monelmetaal, nieuwzilver, nikkelbrons, nikkelstaal,
spiegelijzer, widiametaal, woodsmetaal, zilverbrons,
zilverstaal
12 albionmetaal, diamantbrons, diamantstaal, duraluminium,
geschutbrons, mangaanbrons, nikkelzilver, spiegelbrons,
wolframstaal
13 plantiniridium, schreibersiet
metaal (Fr.) argent, fer, or
metaal sterk aantastend gas chloor
metaalachtig metalliek
metaalafval - schroot
metaalarbeider draaier, frezer, plaatwerker, pletter
metaalbarometer aneroïde
metaalbederf roest
metaalbedrijf ijzergieterij
metaalbewerken smeden
metaalbewerker boorder, draaier, frezer, gieter, koperslager, kotteraar, lasser, nageltikker, schaver, slijper, smid, walser, zetter,
metaalbewerking - afschijven, boren, ciseleren, draaien, felsen, frezen, gieten, kotteren, lassen, persen, rozetteren, schaven, slijpen, smedn, vijlen, walsen, zagen, zetten
metaaldraad gloeidraad, ijzerdraad, koperdraad
metaalerts bauxiet, blende
metaalgravering niëllo
metaal houdende aarde erts, oer
metaalkleuren - metallochromie
metaalkoning - regulus
metaallegering alliage, alpaca, blende, brons, messing, osram
metaalmengsel alliage, argentaan, legering
metaalmengsel uit koper en tin brons
metaaloxyde roest
metaalpletten - planeren
metaal poedervormig thorium
metaalrest - slak
metaalscheider - affineur, louteraar
metaalscheikunde metallochomie
metaalslak - sintel
metaal uit eerste groep van het persysteem - alkalimetaal
metaalverbinding alpaca, alliage, amalgaan, blende, legering
metaalversieren - damasceren
metaalversiersel - filigraan
metaal vloeibaar - kwik(zilver)
metaalvoeg las
metaal voor goten - zink
metaalvorming metallisatie
metaalzaag - ijzerzaag
metaan mijngas, moerasgas
metabolisme stofwisseling
metaforisch figuurlijk, overdrachtelijk
metafysisch bovennatuurlijk, bovenzinnelijk
metagenesis generatiewisseling
metaldehyde - meta
metalen bak teil
metalen band ring
metalen bekken gong
metalen draad snaar
metalen draadstaaf bout, tapeind
metalen gesp - spang
metalen haakje clip, kram, niet
metalen holle staaf buis, leiding
metalen hoofddeksel - helm
metalen klemmetje - agraaf, broekveer, paperclip,
metalen kokertje tube
metalen kolenvat - kit
metalen mengsel voor het verbinden van metaaloppervlakken soldeer
metalen mondstuk bit
metalen pennetje stift, speld, niet, nietje, spijker
metalen plaatje lamel
metalen plaatje voor geluid rinkel
metalen priempje - speld
metalen punt taats
metalen reservoir tank
metalen ringetje malie
metalen samensmelten legeren
metalen slagbekken gong
metalen sluiting - gesp
metalen sluiting op boek klamp
metalen spang - agraaf, agrave
metalen spijl staaf, stang, tralie
metalen staaf baar, roe, roede, stang
metalen stift pen, pin
metalen vat emmer, kit, teil
metalen verbinden lassen
metalen verbindingsstuk mof, nippel
metalen voorwerp bedekt met edelmetaal pleet
metalen wasbak - teil
metalen zuiveren - metalliseren
metalliek metaalachtig
metalline pakkingstof
metallisatie metaalvorming
metalloïde fosfor, granuliet, haligeen, kiezel, koolstof, kwartsiet, stokstof, talkschist, zwavel
metamorf gesteente amaril, fylliet, gneis, kwartsiet, lei(steen), marmer, schist
metamorfose gedaanteverandering ,herschepping
Metapontum Metaponto
metatarsus - middenvoet
meteen aanstonds, accuut, dadelijk, direkt, gauw, (te)gelijk, omgaand, onmiddellijk, onverwijld, prompt, rechtstreeks, regelrecht, spoorslags, staandevoet, tegelijk(ertijd), temee, temet, terstond, tillico, tevens, zo
meteen als - zodra
meten - afpalen, bepalen, afpassen
meten van diepte peilen
meteoor - hemelsteen
meteoorsteen - uranoliet
meteoriet meteoor(steen)
meteorisme - flatulentie
meteoristisch nikkelijzer - plessiet
meteorologie weerkunde
meteorologisch station KNMI, de Bilt, Ukkel
meteorologisch verschijnsel bliksem, hagel, mist, nevel, onweer, regen, sneeuw, storm, ijzel
meteoroloog weerkundige, weervoorspeller
meteoorsteen aëroliet, meteorieturanoliet
meter doopmoeder, peettante
meterlens - dioptrie
meter van hartslag cardiometer
meter voor gasdruk - manometer
meterton m.t.
metgezel begeleider, (Fr.) copain, compagnon, genoot, gezel, kameraad, maat, makker, medereiziger, reisgenoot, satelliet
metgezel van Aeneas - Achates
metgezel van dArtagnan - Aramis, Athos, Porthos
metgezel van Bacchus - Silenus
metgezel van Dionysus Silenus
metgezel van Don Quichot Sancho Pancha
methaan aardgas, moerasgas, mijngas
methylalcohol - methanol
methode leerboek, leerplan, manier, procédé, stelregel, systeem, taktiek, trant, werkwijze
methode van het schaakspel gambiet
methode van het tellen talstelsel
methode van landmeting basismethode
mthodisch - ordelijk
methodiek stelsel, systeem
methodistenleider - Wesley
methylcarbonamide - aceetamide
methyleen - metheen
methylmorfine - codeïne
methyloranje - helianthine
methyl-thio-uracil - postrumyl
metier ambt, baan, bedrijf, beroep, handwerk, stiel, vak
metoi - photol, pictol
met opzet - expres
metro ondergrondse
metrometer maatmeter, metronoom
metronoom maatmeter, metrometer
metronoom van Mälzel M.M.
metropoliet aartsbisschop, aboena
metropoliet in de Grieks exarch, Orthodoxekerk
metropolis wereldstad; Londen, Parijs, Tokio
metropool - wereldstad
metroscoop baarmoederspiegel
metrum maat, versmaat
metselaar metser
metselaars, beunhaas onder pannestrijke
metselaarsgereedschap rei, speciekuip, touw, troffel, voegspijker
metselaarshulp - opperman
metselbak kalkbak, kuip
metselgerei hei, heiblok, juffer, kesp lood, moker, paslood, ram, sabel, schraag, steiger, troffel, trog, truweel
metselslak - sintel
metselspecie cement, mortel, tras
metselton - kuip
metselwerk - metselarij
metselwerk onder de grond fondement, fundament
metterdaad inderdaad, werkelijk
metterhaast - dra, spoedig
mettertijd allengs, eerlang, gaandeweg, later, naderhand, ooit
meu moei, tante
meubel bank, buffet, bed, divan, kast, kruk, stoel,
meubel om op te rusten divan, sofa, bank
meubelbekledingsstof trijp
meubelen ameublement, meubilair, huisraad
meubelmaker - ebenist, menuisier, schrijnwerker
meubelovertrek - hoes
meubel pluche velours
meubels - huisraad
meubelstof - epinglé, gobelin, kalamint
meubelstuk armstoel - bank, bed, bergmeubel, buffet, bureau, buro, canapé, crapaud, divan, dressoir, etagère, fauteuil, kast, kist, kruk, ledikant, opklapbed, opklaptafel, pouf, poef, ruststoel, schrijn, secretaire, sofa, stoel, tabouret, tafel, theemeubel
meubelstijl Biedemeier
meubelverf beits
meubel voor werkkamer - bureau
meubilair boedel, huisraad, inboedel, meubelen
meug - begeerte, lust, trek, tuk, zin
meum berenwortel
meun kopvoorn, zeelt, zeegrondel
meuren pitten, slapen, stinken
meute bende, drom, jachthonden, jachtstoet, troep
mevrouw mad., madam, mevr., mme., mrs.
mevrouw (Eng.) - mrs, madam
mevrouw (Sp.) - senora
Mexicaanse drank anejo, mesca, tequila
Mexicaanse ezeldrijver arriero
Mexicaanse god van de wind - Eecatl
Mexicaanse hoed sombrero
Mexicaanse hond (radio) genereren
Mexicaanse Indianen cultuur azteken, tolteken
Mexicaanse jongen muchacho
Mexicaanse kaap - Catoche
Mexicaanse maissoep atole
Mexicaanse munt peso
Mexicaanse ruiter charro
Mexicaanse salamander axolote
Mexicaanse strohut choza
Mexicaanse veedrijver vaquero
Mexicaanse wapen, oud - atlati
Mexicaanse winkel tienda
Mexicaanse zoete peper - pimento
Mexico, haven in - tampico
Mexico, munt in - centavo, peso
Mexico, rivier in - Balsas
Mexico, stad in - Chihuahua, Culiacan, Duranga, Leon, Merida, Monterrey, Puebla, Tampira, Torreon, Veracruz
Mexico, vulkaan in - Popocatepl
mezen - paridae
mezensoort - baardmees, glanskop, koolmees, kuifmees, matkop, pimpilmees, staartmees
mezzo tinto - halfschaduw, middenkleur
Miao-tse - Meko
mica biotiet, glimmer, kattengoud, muskoviet
micasoort - alurgiet
Michel Duitsland
Michigan, hoofdstad van - Lansing
Michigan, stad in - Jackson, Kalamazoo
Michoacan, hoofdstad van - Morelia
micro - klein
microbe bacil, bacterie
microbe bestrijder antibioticum
microcefaal kleinschedelig
micron mu.
microorganisme bacil
middag a.m., (na)noen
middagcirkel meridiaan
middagdrank - thee
middagdutje siësta, slaapje
middageten dineren
middaglijn - meridiaan
middagmaal diner, maaltijd, noenmaal, lunch,
middagslaapje dutje, siësta, tuk
middagvoorstelling matinee
middel leest, medium, remedie taille
middelaar - tolk, vredestichter
middel om gedachten te uiten taal
middel om iets te ontcijferen sleutel
middel om iets uit te drukken taal
middel om naar boven te komen ladder, leer, lift, trap
middel om verf snel te laten drogen - siccatief
middel om vuur te maken aansteker, lucifer, tondel, tondeldoos, vuurstenen, zwavelstok,
middel tegen alle kwalen panacee
middel tegen dorst drank
middel tegen gehoorziekten optica
middel tegen infectieziekten injectie, penicilline, serum, vaccin
middel tegen kiespijn - odontine
middel tegen koorts kinine, kina
middel tegen malaria kinine
middel tegen pijn aspirine, morfine
middel tegen platvoeten steunzolen
middel tegen vermoeidheid rust, slaap
middel tegen verveling ontspanning, televisie, vermaak
middel ter aansporing - zweepslag
middel tot wedden pool, totalisator, toto
middel van bestaan beroep; jacht, landbouw, veeteelt, industrie, visserij
middel van gemeenschap en verkeer - brief, communicatiemiddel, telefoon
middelaar bemiddelaar, scheidsman ,tolk, vredestichter
middelbaar - gemiddeld, middelmatig
middelobaar inkomen - modaal
middelbaar onderwijs M.O.
middelbaar technische school M.T.S.
middelbare leeftijd m.1.
middelbare rivierstand M.R.
middeldrempel - kozijnkalf
middeleeuws achterlijk, mediëval , primitief
middeleeuws belegeringswerktuig kat, stormladder, stormram
middeleeuws beoefenaar der welsprekendheid rederijker
middeleeuws berijmd verhaal legende, sproke
middeleeuws edelman baanderheer, burggraaf, graaf, hertog, markies, ridder
middeleeuwse fabelbundel esopet
middeleeuws grondbezit vroon, vroonland
middeleeuws kanon - bombarde
middeleeuws kledingstuk paltrok
middeleeuws kluchtspel boerde, clute, sotternie
middeleeuws koopvaardijschip kog, kogge, kof
middeleeuws landvoogd ruwaard
middeleeuws Latijns gedicht - facetus
middeleeuws lied - carol, cantio, leis
middeleeuws muziekinstrument - crwth
middeleeuws spel - koten
middeleeuws stadsbewoner - poorter
middeleeuws strafwerktuig blok, galg, gard, mutsaard, pijnbank, rad, spitsroede
middeleeuws strijkinstrument luit, vedel
middeleeuws vaartuig kog(ge)
middeleeuws tovenaar uit de Arthur (Artur)cyclus Merlijn
middeleeuws verhaal legende, mirakel
middeleeuws wapen blijde, goedendag, handboog, hellebaard, katapult, kruisboog, lans, morgenster, piek, spies, strijdbijl, strijdknots, werpbijl, zwaard
middeleeuws wijsgeer - augustinus, Thomas
middeleeuws zanger - minstreel
middeleeuws zijden weefsel - sameet
middeleeuws zwervend student of geestelijke vagant
middeleeuwse bouwstijl Gotisch, Romaans
middeleeuwse broeders lollarden, ziekenverplegers
middeleeuwse fabelverzameling esopet
middeleeuwse filosofie scholastiek
middeleeuwse halfvrije laat, horige
middeleeuwse klucht in verzen boerde
middeleeuwse landvoogd ruwaard
middeleeuwse leenman vazal
middeleeuwse luit lier, testudo
middeleeuwse munt denarius, duit, obool, penning, pond, schelling, sou
middeleeuwse rechtskundige in Friesland - Asega
middeleeuwse reiskoffer - bahut
middeleeuwse Scandinaviër Viking, Noorman
middeleeuwse schrijver Bernlef, Everaert Hadewych, Maerlant, Ruusbroec, Stoke, Veldeke
middeleeuwse stadsbewoner poorter
middeleeuwse toren belfort
middeleeuwse veroveraar Attilla, Gotfried, Rollo
middeleeuwse wachttoren - belfort
middeleeuwse wijsgeer Albertus, Augustinus, Bacon, Thomas,
middelen eigendom, geld, vermogen
middelen om de spijsvertering te bevorderen - digestiva
middelerwijl intussen, inmiddels
Middeleuropese tijd - M.E.T.
middelgroot mediaan
middelijk - indirect
middellijn as, diameter, doorsnee
middellijn van geschut of kogel kaliber
middelmatig gewoon, mediocre, tamelijk
middelmatigheid mediocriteit, alle daagsheid
middelnederlands - diets
middel om brand te blussen - brandblusser, schuimblusser, water
middelpunt brandpunt, centrum, haard, hart, kern, middelste, midden, roos
middelpuntvliedend centrifugaal
middelpuntzoekend centripetaal
middels door, d.m.v., per
middelste - middelpunt
middelste geul in de mond van de Westerschelde Deurlo
middel tegen alle kwalen panacee
middel tegen gifbeten - triakel
middel tegen koorts - aspirine, kinine
middel tegen malaria kinine
middel tegen suikerziekte - insuline
middel van bestaan - beroep, handel, industrie, inkomen, landbouw, nering, veeteelt, visserij
middeltocht - centrum
Middelzee - Boorndiep
midden centrum, halverwege, medio, medium,
MiddenAmerika, berg in - Tacana, Tajumulco
MiddenAmerika, kanaal door - Panamakanaal
MiddenAmerikaanse republiek - Cuba, Guatemala, Honduras, Panama
MiddenAmerikaanse staat Costarica, Cuba, Guatemala, Haïti,Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Salvador
MiddenOosten Levant
MiddenAmerikaans volkslied - calypso
Middenaziatische nomaden Hunnen
middendoor snijden - halveren
Middenfrankische rijk, eerste koning van het - Lotharius
middengedeelte van een circus arena, piste
middengedeelte van een kerk hoofdbeuk, middenschip, schip
midenin kern, tussen
middenrif diafragma
middestander - bakker, drogist, kleermaker, kruidenier, schilder, slager, winkelier
middenste centrum, kern, middelpunt, roos, wit
Middensteentijd - Mesolithicm
middenstof medium
middenstuk lijf, romp
middenstuk van een wiel - naaf
middenspeler halfback, halfspeler, midhalf
middenstuk van een spant - vrang
middenvoet metatarsus
middenvoor - centrumspits
middenwal - courtine
middenweg compromis
Middlesex, hoofdstad van - Westminster
midgetgolf - minigolf
midinette costumière, modinette, naaister
Midi-wijnen, centrum van de - Béziers, Mompellier
Midlothaian - Edinburgshire
Midlothaian, hoofdstad van - Edinburgh
Midlothaian, rivier in - Esk
midscheeps op het bovendek tussen grote en fokkemast - barring
Midway-islands, ontdekker van de - Brooks
midwinterfeest joelfeest, Kerstmis
mie - vermecelli
mieden - maden, maten, meden, meien
mielie maïs
mier emt, empe, empt, termiet
mieren formicidae, jeuken, peuteren, prutsen, wriemelen, zaniken, zemelen, zeuren
mierenegels - tachyglossidae
miereneter aardvarken, ai, egel, luiaard, mol, tapir
miereneter, boomwonende - tamandoea
miereneter, grote - yurumi
miereneters - myrmecophagidae
mierenjager draaihals
mierenpis mierenzuur
mierenzuur - methaanzuur
mierig landerig, lastig
miering - krabbescheer
mierik lepelblad, peperwortel
miers - scherp
mierwespen mutillidae
mieteren duvelen, lazeren, vallen, zaniken, zeuren
mieters fijn, heerlijk
miezel motregen, stofregen
miezelen - motregenen
miezerig armetierig, bedrukt, druilerig, klein, nietig, regenachtig, schraal, triest(ig)
mignon - lieveling
migraine hoofdpijn, koppijn
migrant trekker
migreren - trekken, verhuizen
mij best akkoord, goed, oke
mijden ontlopen, ontwijken, ontzien, schuwen, sparen
mijlpaal m.p.
mijmeraar - peinzer, sufferd
mijmeren dromen, dubben, peinzen, piekeren, soezen, suffen
mijmerij dromerij, droom, gepeins, rêverie
mijmerend dromerig, peinzend, pensief
mijn markt, veilinghal
mijnen ondergraven, ontgraven
mijnen, opbrengst der - steenkool
mijn rekening m.c. (mio conto)
mijngang galerij
mijngas grison, grauwvuur, methaan
mijngraver mineur
mijnheer heer, meneer, mh, mister, monsieur, señor, sinjeur, signor, sir, toean
mijningang schacht
mijnlamp daviaan
mijnprodukt erts, kool, steenkool
mijnput schacht
mijnschacht, vertikale - opbraak
mijnwerker kompel, mineur, schansgraver
mijnwerkerskwaal nystagme
mijnwerkerslamp daviaan
mijnwerper - loopgraafmortier
mijnwormziekte - ancylostomiasis
mijnziekte - kooloxydevergiftiging
mijt hooiberg, hoop, opper, rook, schelf, stapel, tas, teek
mijt, schadelijke - spint, teek
mijten - acarina
mijtenkunde - acarologie
mijter mitra, punthoed
mijterdrager bisschop
mijterslak bisschopsmuts
mijterstad bisschopsstad
mik bloem, brood, stutpaal
mikken aanleggen, doelen, munten, ramen, richten, werpen
mikmak geknoei, gekonkel, mankement, onenigheid, richtpuntrommel, troep, warboel
mikpunt buut, doel, doelwit, oogmerk, roos, wit
mikpunt van algemene spot risée
mikron mu.
Mikronesië, deel van - Carolinen, marianen
Mikronesische taal - Chamoro, Ebon, Guamees, Ponape, Sonsoral, Tobi, Tuk
Mikuloc - Nikolsburg
mil gierst
milaan milvus, wouw
Milanees gebouw Scala
mild edelmoedig, genadig, goedgeefs, groot, gul, heilzaam, kwistig, liberaal, reaal, royaal, ruim, rijkelijk, teder, verkwikend, vrijgevig, weldadig, welwillend, zacht(aardig) , (Ind.) manis
milddadig gul, royaal,vrijgevig, weldoende
mildheid goedgeefsheid, goedhartig, gul, milddadigheid royaal, toegeeflijkheid, vrijgevig, zachtheid
milddadigheid - munificentie
miliaria - sudamina
milieu kring, leefklimaat, omgeving
milieuleer oecologie
milinda - Menandros
militair zie: militaire rang
militair manhaftig, militant
militair bevel commando, halt, mars, order, sta, vuur
militair commando halt, mars, rechtsomkeert, werda
militair gerechtshof - krijgshof
militair hoofddeksel baret, helm, kepie, muts, pet, sjako, talpa
militair in Noord-Afrika - legionair
militair kamp bivak, leger
militair kameelruiter - meharist
militair onderscheidingsteken balk, chevron, knoop, ster, streep
militair salaris soldij
militair schouwspel parade
militair straflokaal provoost
militair te paard cavalerist, dragonder, huzaar
militair tromgeroffel - chamade
militair veldhospitaal lazaret
militair voertuig carrier, (centurion) A.M.X., eentonner, drietonner, jeep, tank
militair zakboekje - livret
militaire aanval bestorming, stormloop
militaire afdeling bataljon, compagnie, divisie, eskader, groep, korps, peloton, regiment, sectie
militaire bekendmaking dagorder
militaire bepakking pukkel, ransel
militaire boodschapper koerier, ordonnans
militaire dienst - dienstplicht
militaire dicipline - krijgstucht
militaire eenheid bataljon, batterij, compagnie, divisie, korps, patrouille, peloton, regiment, sectie, squadron, troep,
militaire expeditie heenvaart, raid
militaire formatie vendel
militaire geest militarisme
militaire geestelijke aalmoezenier, veldprediker
militaire gevangenis petoet
miliraire groet - saluut
militaire insluiting van een stad. beleg
militaire inval - raid
militaire kantine longroom, mess
militaire kleding uniform, wapenrok
militaire kwast als sieraad - troetel
militaire kwekeling kadet
militaire leerling adelborst, kadet
militaire lijn linie, front
militaire macht leger, militie
militaire macht gelicht uit de bevolking militie
militaire muziek mars, taptoe
militairen onderdak geven - inkwartieren, legeren
militaire oefening manoeuvre
militaire opleidingsschool K.MA
militaire politie marechaussee, MP
militaire rang adjudant, admiraal, adm, gardejager, generaal, gen, grenadier, hoofdofficier, huzaar, kanonnier, kapitein, kpt, kolonel, kol, kornet, korporaal, kpl, luitenant, It, elt, maarschalk, majoor, maj, onderofficier,o.o., opperofficier, overste, ritmeester, soldaat, sld, sergeant, vaandrig, wachtmeester
militaire school, voormalig - instructiebataljon
militaire standplaats garnizoen, legering
militaire straf-en tuchtwetten - krijgsartikelen
militaire strafzaak - informatie
militaire verkenningsgroep patrouille
militaire versterking - kazemat
militaire vrouwenafdeling Milva
militaire wegloper - deserteur
Militaire Willemsorde - MWO
militairen onderdak geven inkwartieren, legeren
militant aanvallend, agressief, krijgshaftig, strijdbaar, strijdlustig, strijdvaardig,
militie krijgsmacht, krijgswezen, weermacht
millair gerstekorrelachtig
milium gierstgras
millibar mbar
miljard - billion
miljardste deel nano
miljoenenstad - metropool
miljoenenvisje - guppy
miljoenpoten - diplopoda
miljoenton megaton
miljonair rijkaard
milkshake - melkdrank
mille - duizend
milleriet - haarkies, nikkelkies, NiS
milligram m.g.
milliliter m.1.
millimeter mm
militariseren - drillen
Milos, hoofdstad van - Plaka
milt liën, melde, splen
milt, ontbreken van de - aliënie
milter hommer, mannetjesvis
miltkruid - muurvaren
miltvuur anthrax, negenoog
mimbar kansel (in een moskee)
mime gebaar, gebarenspel
mimeren - nabootsen
mimicry camouflage
mimiek - gebarentaal
mimosa - kruikje-roer-me-niet
mimosacee - acacia, kruikje-roer-me-niet, mimosa
mimulus - muskusplantje
min arglistig, gemeen, gering, iel, inferieur, karakterloos, klein, laag, liefde, laaghartig, luizig, minderwaardig, minne, minus, munus, nietig, onedel, onfatsoenlijk, pieterig, schandelijk, slecht, vals, verachtelijk, voedster, vuig, weinig, ziekelijk, zoogmoeder, zoogster, zwak
minachten - versmaden
minachtend ingebeeldpedant, schamper, verwaand
minachting - dédain, geringschatting
minaret - moskeetoren
minaret, gebedsroeper op - muezzin
Mindanao, bewoners van - Moros, Visayas
Mindanao, hoofdstad van - Davao
Mindanao, vulkaan op - Apo
min of meer enigszins, p.m.
min of meer kroesharig kroezelig, krullend
min volk geboefte, gespuis, geteisem, schorem, schorriemorrie, tuig, uitvaagsel
minder geringer, kleiner, minus, onvolwaardig
minder aangename slaapplaats brits
minder dan één geen, half
minder dan heet - warm
minder dan iets niets, nihil, niks
minder dan weinig niets, niks
minder dichtmaken - dunnen
minder gunstig bekend obscuur
minder heet warm
minder in rang lager, mindere
minder kan niet niets, nul
minder maken inkrimpen
minder mooie behandeling streek
minder vleiende naam voor politieagent juut, kip, klabak, smeris, tuut
minder welriekend vocht aalt, beer, gier, riool
minder worden afnemen, interen, krimpen, luwen, tanen, verminderen
minder worden in omvang - slinken
minderbroeder conventueel, franciscaan, kapucijn, kordelier, O.F.M.
mindere lagere, minor, ondergeschikte
minderen afnemen, korten, matigen, slinken, temperen
minderheid infeririteit, minoriteit
mindering afname, aftrek, korting, vermindering
mindering op betaling korting
minderjarig onmondig, onvolwassen
minderjarig pleegkind - pupil
minderjarig voogdijkind pupil
minderwaardig abject, gemeen, inferieur, laag, laaghartig, min; negatief, schunnig, tweederangs, vals, vuig, verachtelijk, vuil
minderwaardig fruit kroet
minderwaardig goed - rommel
minderwaardig mens - slechtaard
minderwaardig ooft - kroet
minderwaardigheidscomplex mineo
min en laag gemeen
min en laf laag
mineraal aardpek, delfstof, titaan
mineraalhars - asfalt
mineraalleer chroomleer
mineraalsoort - albiet
mineraalwater selters, spuitwater
mineraalwaterbron in Spa Poukon
mineraalvijl amarilvijl
mineraalzuur - Hcl, salpeterzuur, zoutzuur, zwavelzuur
minerale was - aardwas
mineralen delfstof; erts,
4 gips, jade, mica, talk
5 agaat, beril, hauyn, koper, spaat
6 acmiet, albiet, arseen, asfalt, augiet, bariet, blende, ceriet,
galmei, haliet, humiet, iIIiet, kwarts, pyriet, pyroop, topaas,
zilver, zwavel
7 adamiet, amesiet, amficol, apatiet, axiniet, azuriet, borniet,
chusiet, epidoot, euklaas, fassiet, fengiet, gahniet, glaskop,
glimmer, granaat, helvien, ilvaiet, juddiet, kaïniet, kalomel,
kandiet, kerniet, leoniet, leuciet, orthiet, smaragd, supriet,
sylviet, sylvien
8 aardolie, albaniet, amethyst, antimoon, autuniet, calamiet,
carneool, chloriet, chromiet, cinnaber, crossiet, cryoliet,
cubuniet, datoliet, diopsiet, distheen, dolomiet, elektrum,
enargiet, epsomiet, erytriet, fayaliet, fenakiet, fluoriet,
galeniet, gibbsiet, goethiet, hematiet, idokraas, ilmeniet,
jarosiet, krokoïet, lazuliet, lazuriet, lievriet, pyroxeen,
sericiet, smectiet, stibniet, titaniet, tijgeroog
9 almandiet, andradiet, antleriet, aragoniet, argentiet,
barnsteen, bismutien, bismutiet, carnotiet, celestiet,
cerussiet, chabasiet, cocciniet, couperiet, corduriet,
covellien, diagoliet, dichroiet, enstatiet, erythrien, escheriet,
ferberiet, formaniet, geikiliet, germaniet, glaresiet,
haematiet, hercyniet, hessoniet, kaoliniet, kieseriet,
kobaltiet, koperkies, lawsoniet, linnaeiet, malachiet,
mikrolien, ozokoriet, rubelliet, sfalariet, steenkool,
toermalijn, uraniniet, uvaroniet, witheriet
10 anthraciet, antigoriet, antimoniet, argyrodiet, arseenkies,
arsenollet, carnalliet, caladomiet, chonodriet, chrysoliet,
chrysopaes, chrysotiet, clintoniet, coelestiet, forsteriet,
garnietiet, grossulaar, hausmaniet, huebneriet, jamesoniet,
krenneriet, lepidoliet, mirabiliet, vloeispaat
11 chalcantiet, colemantiet, fergusoniet, kaneelsteen,
langbeiniet, pyromorfiet, vermiculiet
12 arsenopyriet, aurichalciet, chaleopyriet, atrontianiet
13 koliveldspaat, lepidokrodiet
mineralogie delfstofkunde
mineraloog - delfstofkundige
mineren ondermijnen
minerval schoolgeld
minestrone - groentesoep
mineur erstgraver, geniesoldaat, mijngraver, schansgraver, somber
Mingreliers - Katzariai
meniaturist - miniator
miniatuurstad bij Den Haag Madurodam
miniem gering, klein, minuscuul, onaanzienlijk
minigolf midgetgolf
minimaal miniem, minst, minstens
minimum minste
Mininen, orde der OFM, vrijerij
miniseren bezuinigen, verlagen, verminderen
minister bewindsman, excellentie, raadsheer, staatsman
minister van een sultan - vizier
minister van het uitvoerend bewind van de Bataafse Republiek - agent
minister vervangend staatssecretaris
ministerie departement, dept., kabinet
ministerpresident premier
ministrant misdienaar
mini voetbal zaalvoetbal
mik - hermelijn
minnaar aanbidder, amant, amateur, beau, bewonderaar, galant, geliefde, liefhebber, vrijer, vereerder, Casanova; Romeo,
minnaar van Aida Radames
minnaar van Cleopatra Antonius, Caesar
minnaar van Clytemnestra Aegisthus
minnaar van Cybele - Attis
minnaar van Dido Aeneas
minnaar van Juliet Romeo
minnaar van Lybele Attis
minnaar van Thysbe Pyramus
minnaares geliefde, liefje
minnarij amourette, flirt, vrijage
minnarijtje - amourette, flirt
minnebrief - billet-doux
minnedrank afrodisiacum, filtrum
minnegod Amor, Cupido, Eros
minnegodin Venus, Afrodite
minnegodjes - amouretten, eroten
minnekozen aanhalen, aanvallig, beminnelijk, lieflijk, liefhebben, vrijen
minnelied - erotica
minnelijk bekoorlijk, lieflijk, lieftallig
minnelijke schikking compromis, dading, vergelijk
minnen - liefhebben, vrijen
minnenijd jaloersheid, jaloezie
minneschicht Amorspijl
Minnesota, havenstad in - Duluth
Minnesota, hoofdstad van - St. Paul
Minnesota, rivier in - Mississippi
Minnesota, stad in - Minneapolis, Rochester
minnetjes dun, gemeen, iel, karig, kleinmoedig, schraal, schriel, slecht, ziek, zwak(jes)
minnevuur - liefdegloed
minnezanger bard, minstreel, speelman, troubadour, trouvère
minneziekte - liefdekwaal
min of meer enigermate, enigszins, ietwat, ongeveer, plusminus
minor determinent, jonger, junior, kleiner
Minorca, hoofdstad van - Mahon
Minoriet - Franciscaner
minotaurus stiermens
minst geringst, minimaal
minste geringste, minimum
minstens - minimaal
minstreel bard, minnestreel, minnezanger, rapsode, speelman, troubadour, zanger
minus aftrek, deficit, min(der), tekort
minute, a la - terstond
minutieus nauwgezet, nauwkeurig, precies
minuut afschrift, klad, kopie,momnt, ogenblik
minvermogend - arm
min volk - tuig, schorem, geboefte, gespuis, geteisem, uitvagsel
Minyers, hoofdstad der - Orchomenos
minzaam beminnelijk, eenvoudig, innemend, prevenant, voorkomend, vriendelijk, welwillend
minziek erotomaan
mio conto (mijn rekening) m.c.
mirabel kroosje, pruim
mirabiliet - glauberzout
mirabilis - nachtschone
miraculeus verbazingwekkend, wonderbaar, wonderbaarlijk, wonderdoende
mirador - belvedère
mirakel wonder(baarlijks)
mirakels vervloekt
mirre gomhars, reukwerk
mirte gagel, Myrtus
mirtestruik - mirt
mis abusief, falikant, fout(ief), mislukt, er( naast), kerkdienst, offerande, onjuist, onwaar, verkeerd
mis (Lat.) missa, offerande, officium,
misantroop mensenhater, Timon
misantropie mensenhaat
misbaar bombarie, gehuil, gejammer, geklaag, geschreeuw, getier, geween, kábaal, lawaai, spektakel
misbaksel gedrocht, mispunt, monster, ploert, wanprodukt
misbakken mmislukt, mismaakt
misboek kerkboek, missaal
misbruik maken van abuseren, misleiden
misbruik van kracht geweld
misdaad aanslag, attentaat, crime, delict, doodslag, manslag, misdrijf, moord, overval, vergrijp, wandaad
misdaadkundige criminoloog
misdadig crimineel, schuldig, slecht, snood, wreed
misdadige handeling aanranding, aanslag, beroving, diefstal, doodslag, inbraak, moord, oplichting, overval, piraat, pooier
misdadiger afperser, bandiet, boef, booswicht, crimineel, delinquent, delinkwent, dief, gangster, inbreker, moordenaar, piraat, pooier, rover, schavuit, schenner, schurk, inbreker
misdadiger bij herhaling recidivist
misdadigersbende gang
misdadigheid criminaliteit
misdeel canon
misdeeld arm, brhoeftig, gebrekkig, gehandicapt, invalide
misdienaar akoliet, acoliet, koorknaap, ministrant
misdoen beledigen, misdrijven, overtreden, zondigen
misdracht misgeboorte, miskraam
misdrijf delict, idoodslag, inbraak, misdaad, moord
misdrijf begaan moorden, schennen, stelen
misdruk maculatuur
mise inleggeld, inzet, pot
mise-en-scene - scenerie
miserabel akelig, armzalig, beroerd, ellendig, lamlendig
misère ellende, merode, narigheid, nood, rampspoed, sores, treurigheid
misgaan - stuklopen
misgeboorte gedrocht
misgelden boeten, ontgelden
misgeld voor het lezen van een mis met een bepaalde intentie supendium
misgeschoten - naast
misgreep abuis, bok, dwaling, flater, fout, ontsporing, vergissing
misgrijpen - mistasten
misgunnen benijden, ontzeggen
mishagen misnoegen, onbehagen, ontevredenheid
mishandelen aftuigen, folteren, mal, traiteren, martelen, pijnigen, radbraken, toetakelen
mishemd albe
miskennen kleineren, verloochenen
miskleed albe, kazuifel
miskleun blunder, flater, zeper
miskraam abortus, misdracht, misje
misleid bedrogen
misleiden abuseren, afzetten, bedotten, bedriegen, duperen, foppen, neppen, oplichten, verblinden, verschalken
misleidend bedrieglijk, onoprecht, pseudo,
misleider bedrieger, demagoog, leugenaar, oplichter, zwendelaar
misleiding bedrog, geknoei, vervalsing, zwendel
mislopen dwalen, misgaan, verdwalen
mislukkeling misbaksel, rate
mislukken afgaan, falen, floppen, misgaan, stranden, stuklopen, tekortschieten
mislukking afgang, debacle, echec, fiasco, flop, misser, raté, sof, schipbreuk, strop, tegenslag
mislukt fout, mis, verkeerd
mislukt genie - mislukkeling
mislukt schot misser, poedel
mislukte biljartstoot bok, klos, poedel, stinkerd
mislukte oogst - misgewas
mismaakt gebrekkig, lelijk, misbaksel, misvormd, monsterlijk, wanstaltig
mismaaktheid - wanstaltigheid
mismaken ontsieren
mismanagement - wanbeheer
mismoedig depressief, down, droef, mistroostig, moedeloos, neerslachtig, pessimistisch, sip, somber, terneergeslagen, treurig, verdrietig, zwaarmoedig
misnoegd boos, chagrijnig, gemelijk, knorrig, kregel, malcontent, ontevreden, sip, toornig, wrevelig
misnoegen indignatie, mishagen, ongenoegen, ontevredenheid, verontwaardiging, wrevel
misoffer sacrificie, sakrificie
mis of fout - onjuist
mispas - fout, onhandigheid, vergissing
mispelboom mispelaar
misplaatst - onterecht
misprijzen afkeuren, laken
mispunt beroerling, draak, engerd, ellendeling, etre, etter, klier, kwal, misbaksel, naarling, ongeluk, spook
misrekenen falen, vergissen
misrekening - tegenvaller, teleurstelling, vergissing, zeper
missa mis
miss - juffrouw
missaal kerkboek, misboek
misschien allicht, bijgeval, denkelijk, mogelijk, soms, toevallig, vermoedelijk, waarschijnlijk, wellicht
misschot misser, poedel
misselijk ellendig, flauw, ibbel, katerig, kwalijk, naar, onaangenaam, ongesteld, onpasselijk, wee
misselijkheid - nausea
missen derven, kwijtraken, mankeren, mislukken, ontberen, ontgaan, poedlen, verliezen
misser abuis, afgang, fiasco, fout, misslag, poedel
missie bedoeling, opdracht, prediking, zending
missiepriester - Lazarist
missiestandplaats - statie
missiewetenschap missiologie
missing fout, misslag, vergissing
missiologie - missiewetenschap
missionaris evangelist, zendeling, zielenherder
missionariussen van de Heilige Familie - M.S.F.
missionarisvisje - guppy
missionariussen van het heilig Hart - M.S.C.
missionariussen van Scheut - C.I.C,M,
Mississippi, hoofdstad van - Jacjson
missive dienstbrief, schrijven
misslag abuis, bevue, bok, dwaling, feil, flater, fout, lapsus, misser, vergissing, verzuim, zonde
Missouri, hoofdstad van - Jeffersoncity
missprong van een paard - escapade
misstand dwaling, euvel, fout gebrek, kwaal, overtreding, uitwas, vergissing, vergrijp, verkeerdheid, wantoestand
misstap delict, dwaling, fout, overtreding, vergrijp
misstapje peccadille
misstoot - poedel
mist damp, dauw, doon, nevel, stoom, waas, walm, wasem
mistasten - falen, feilen, misgrijpenmisthoorn - sirene
mistelstruik - mare(n)tak(ken), mistletoe
mistejn dampen, nevelen
mister mijnheer
misthoorn - sirene
mistig dampig, heiig, nevelig, vaag , wazig
mistletoe maretak, mistel, vogellijm
mistral - valwind
mistress Mrs.
mistroostig - melancholiek, mismoedig, neerslachtig, troosteloos, wanhopig, zwaarmoedig
mistroostigheid weemoed, zwaarmoedigheid
mistrouwig - achterdochtig, wantrouwend
misvatting abuis, vergissing, wanbegrip
misverstand abuis, dqaalbrgrip, mal-à-propos, malentendu, onenigheid, twist, vergissing
misvormd mismaakt, verdraaid
misvormd mens - Crates, Krates
misvormde krates, Thersites
misvormde voet - horrelvoet, klompvoet
misvormen beschadigen, kwetsen, onteren, schenden, vervormen
misvorming afwijking, deformatie, wanstaltigheid
misvormingen, kennis van - orthopedie
misworp misser, poedel
miswijzing van magneetnaald - declinatie
mitella draagdoek
mitigatie - verzachting
mitose celdeling
mitra - mijter
mitrailleur - machinegeweer
mitrailleur, met schieten - mitrailleren
mits als, behoudens, indien, ingeval, ingevolge, wanneer, wegens, zo, (Eng.) if
mitsdien daardoor, daarom
mitsgaders benevens, ook
mix mengeling
mixen mengen, roeren, vermengen
mixer klutser, menger, mengmachine, roomklopper
mixje - mengsel
mixtum allegaartje, allerlei, mengsel
mixtuur vermenging
mobiel beweegbaar, beweeglijk, los, marsvaardig
mobiel verklaren - mobiliseren
mobiliteit - beweeglijkheid
mobilofoon - walkie-talkie
mocasin pantoffel
modaal - middelmatig
modder aarde, bagger, blubber, derrie, drek, prut, slib, slik, slijk, vuil,
modderaar - baggerman
modderachtig slijkerig
modderachtige brij - derrie
modderbrandnetel - moerasandoorn
modderen baggeren, kliederen, knoeien, ploeteren, schipperen
moddergat in een weg - slenk
moddergeus - baggerman
modderig bevuild, blubberig, goor, slijkerig, vuil
moddergat slenk
modderkruipers aalpieper, cobitidae, donderaal, gieraal, meerpoet
modderkwaad ganzevoet
modderman baggerman
moddermolen- baggermolen
modderplas - poel
modderstroom (Ind.) lahar
modder uit de sloot bagger
moddervulkaan - slijkbron
mode gebruik, gewoonte, smaak, trend, zede, zwang
modebewust modieus
modefat - saletjonker
modegek beau, dandy, fat, kwast, modejonker, pronker
modegril - mini
modejonker zie: modegek
modekoning Balmain, Dior
model coupe, exempel, fatsoen, ideaal, leest, mal, mannequin, maquette, ontwerp, paradigma, pasvorm, patroon, sjablonr, snit, staal, toonbeeld, type, voorbeeld, vorm
model in het klein mal
modelkleding - uniform
modelleren boetseren, fatsoeneren, onrwerpen, vormen
modelleur modelmaker, vormer
model, verkleind , van een kunstwerk bozzetto
modelmaker modelleur
model of snit pasvorm
model staan - poseren
modelvorm - chablone
modelleur modelmaker
modelmaker modelleur, modiste
modelwoord paradigma
modemaakster - modiste
modeontwerp - creatie
modeontwerper - couturier
modepop dandy, fat(je), kwast, nuf
moderaat gematigd
moderateur bestuurder, leider, moderateurlamp
moderatie matiging
modern blits, eigentijds, hedendaags, hip, in, nieuw, nieuwerwets, vlot, vrijzinnig
modern communicatiemiddel computer, radio, satelliet, telex, T.V.,
modern componist Boulez, Dallapiccola, Nono, Orff
modern gekleed - modieus
modern hemellichaam telstar
moderniseren - opknappen
modern navigatiemiddel radar
modern pepmiddel - xtc
modern politiek begrip NAT.O., NAV.O., V.E.,
modern vervoermiddel auto, helikopter, jeep, jet, raket, straaljager, vliegtuig
moderne kunststof dralon, kunstvezel nylon, orlon, plastic
moderne kunststroming expressionisme, dadaïsme futurisme, surrealisme, zero
moderne legerstede opklapbed
moderne taal - Duits, Frans, Engels
moderne uitdrukking voor "buitengewoon" knal, blitz
moderne uitvinding atoombom, radar, raketvliegtuig, straalmotor
moderne vezelstof dralon, fiber, nylon, orlon, terlenka
moderne volkenbond U.N.O.
moderne winkel supermarkt
moderne Zuidamerikaanse dans - rumba
modest bescheiden, biedermeier, eetbaar, empire, gotisch, ingetogen, matig, nederig, sober, zakelijk, zedig
modestijl antiek, biedermeier, empire, gotisch, rococo, zakelijk
modeverschijnsel trend
modewinkel - boetiek
modewoord - paradigma
modezot - fat
modieus chic, elegant
modificatie verandering, wijziging
modificatie van kalk krijt, marmer
modificatie van kleisteen fylliet, lei
modificatie van zandsteen kwartsiet
modificatie van zuurstof ozon
modificeren moderniseren, veranderen
modillon console
modinette costumière, naaister, midinette
modiste - modemaakster
modulatie stembuiging
modulatietoestel modem
modules - muntmaat
modus last, manier; toonladder,verplichting, wijze
modus, (taalk.) - conjunctief, imperatief, indicatief
modus procedendi - procesorde
modus vivendi - compromis schikking,
moe afgemat, afgetobd, afkerig, beu, dof, mat, moede, slap, suf, uitgeput, vermoeid, zat
moed bravour, courage, dapperheid, durf, fut, geestkracht, koenheid, lef, lust, puf, sterkte
moed benemen ontmoedigen
moede afgemat, afgetobd, uitgeput
moedeloos dof, down, mismoedig, neerslachtig, ontmoedigd, triest, versaagd, vertwijfeld
moedeloos worden - versagen
moedeloosheid defaitisme, verslagenheid
moeder ma, mam(ma), mams, moe, moer, mam, (Jiddisch) mem(me), (Lat.) mater, (Fries) mem , moeke
moeder (vreemde taal) mater, mem, mère, mor, mother, Mutter
moeder van Abel Eva
moeder van Achilles Thetis
moeder van Aeneas Aphrodite
moeder van Amphlon Antiope
moeder van Amphitrite Doris
moeder van Aphrodite Dione
moeder van Apollo Leto(na)
moeder van Ares Hera
moeder van Balder Frigga
moeder van biggen zeug
moeder van Cassandra Hecabe, Hecuba
moeder van Castor en Pollux Leda
moeder van Ceres Rhea
moeder van Clytemnestra Leda
moeder van Diana Latona
moeder van Dionysus Semele
moeder van Don Juan Inez
moeder van Elektra Clytemnestra
moeder van Europa Harmonia
moeder van Ezau Rebekka
moeder van Hebe Hera
moeder van Hector Hecuba
moeder van Helena Leda
moeder van Hellus Theia
moeder van Helle Nephele
moeder van Hephaestus Hera
moeder van Hera Rhea
moeder van Ismaël Hagar
moeder van Izaäk Sarai
moeder van Jakob Rebekka
moeder van Johannes de Doper Elisabeth
moeder van Jupiter Rhea
moeder van Kaïn en Abel Eva
moeder van kuikens kloek, hen
moeder van Nero Agrippina
moeder van Oedipus Jocaste
moeder van Paris Hecabe
moeder van Polyxena Hecabe, Hecuba
moeder van Pollux Leda
moeder van Salomo Bathseba
moeder van Samuel Hanna
moeder van Telemachus Penelope
moeder van Uranus - Gea
moeder van Xerxes Atossa
moeder van Zeus Rhea
moeder van de giganten Gea, Gaia
moeder van de goden - Rhea
moeder van de muzen Mnemosyne
moeder van de Nereïden Doris
moeder van de Oceaniden Tethys
moederbij - koningin
moederbinding - Oedipuscomplex
moederheerschappij matriarchaat
moederkoek placenta
moederkonijn moer
moederkruid mater
moederlijf schoot
moederloos zeehondje - huiler
moederloze - (half)wees
moedermaatschappij - holding
moedermelk zog
moedernaakt poedelnaakt, spiernaakt
moederoverste in een klooster abdes, mater, priores
moederrecht - matriarchaat
moedersbroeder - oom
moederschoot baarmoeder
moeders moeder - grootmooe(der), oma, omoe, opoe
moedersnede keizersnede
moederspraak - moedertaal
moederstad metropool
moeders vader - grootva(der), opa
moeders zuster tante, moei, mui
moedertasjes tasjeskruid
moeder van kuikens hen, kloek
moeder van Maria Anna
moedervarken - zeug
moedervlekken maal, naevus
moed hebben - durven
moedig boud, branie, dapper, driest, ferm, fier, flink, heldhaftig, kloek, koen, kordaat, kranig, manhaftig, mannelijk, onbevreesd, onversaagd, onvervaart, sterk, trots
moedigheid dapper, koen
moed inspreken bemoedigen
moed verliezen - inzinken
moedig wijf Brunhilde, Kenau
moedwil opzet, willekeur
moedwillig baldadig, bewust, expres ,opzettelijk
moedwillige beschadiging sabotage
moe en futloos slap
moe en mat - loom
moei mui, tante
moeien - betrekken, mengen
moeilijk brdenkelijk, benard, bezwaarlijk, delicaat, drukkend, grillig, ingewikkeld, lastig, netelig, onereus, ongemakkelijk, onhandelbaarpenibel, stug, vervelend, zwaar
moeilijk beweegbaar stijf, stram
moeilijk breekbaar taai
moeilijk buigzaam taai
moeilijk leesbaar vaag
moeilijk lopend kreupel, mank, strompelend
moeilijk oplosbaar - ingewikkeld
moeilijk te begrijpen gecompliceerd, ingewikkeld, ondoorzichtig
moeilijk te begrijpen vraagstuk probleem
moeilijk te bevredigen kieskeurig, onverzadigbaar
moeilijk te bewerken knoestig, weerbarstig
moeilijk parket - verlegenheid
moeilijk probleem crux, dilemma
moeilijk werk heksentoer, karwei, klus, opgave, toer
moeilijke keuze alternatief, probleem
moeilijke keuze tussen twee dingen - dilemma
moeilijke opgave puzzel, raadsel, toer
moeilijke positie dilemma, impasse
moeilijke toestand impasse, perikel
moeilijkheden - sores
moeilijkheid bezwaar, hinder, kneep, knel, last, moeite, perikel, probleem, strubbeling, verdriet, zorg, zwarigheid
moeilijkheid waaruit men zich niet weet te redden - impasse
moeilijk zijn - lastig
moeite gedoe, getob, inspanning, last, naloop, omslag, poging, soesa, trubbel, verdriet, werk, zorg
moeite hebben tobben
moeite de... waard lonend
moeite die men aanwendt tot een bepaald doel poging
moeiteloos gemakkelijk, soepel
moeiteloosheid gemak
moeite of hinder - last
moeitevol lastig, onereus, penibel
moeizaam stroef
moeizaam dragen sjouwen
moeizaam hannesen - stuntelen
moeizaam werk arbeid, elaboraat, karwei, tobberij, toer
Moekden - Fengtien, Sjenjang, Saraï
moeke moeder
moel kneedtrog
moelje - havenhoofd
moer aflegger, bezinksel, bijenkoningin, drab(be), droesem, grondsop, hef, moeder(konijn), moerasgrond, run, veengrond, veenslik
moeraal lomp, puitaal
moeras broek, donk, dras, peel, poel, rawa(h), somp, ven, waterland, zomp
moerasachtig - dras
moerasachtige kuststreek in Frankrijk Les Landes
moerasachtige kuststreek in Italië Maremmen
moerasbever beverrat, nutria
moerasbies waterbies
moerasgas met(h)aan
moerasgrond dras, moer, rietland
moerasgrond in IJsland - fenn
moerasijzer limoniet
moeraskoorts malaria, paludisme
moerasland dras, moer
moerasliefje waterbies
moeraslinze - kroos
moerasmeertje poel, ven
moerasmees zwartkopmees
moerasnachtegaal rietlijster
moeraspaardenstaart ruigbol
moeraspalm moerasrozemarijn, nipa
moerasplant andoorn, dod(de)lis, egelskop, robol, lis, nipa, slangewortel, wederik, zwanebloem
moerasraket winterkers
moerassig dras, drassig, moerig, slijkerig, sompig, week,
moerassig land broek, dolage, laak,
moerassig land in NoordBrabant en Limburg Peel
moerassig water poel, ven
moerasslak kieuwslak, viviparus
moerasspirea olmkruid
moerasblad waterbei
moerasvogel eiber, lepelaar, rak, ral, roerdomp, reiger, uiver, wouwaapje
moerasijzer - limoniet
moerasijzererts - ijzeroer
moerbalk dwarsbalk
moerbeest moerhaas
moerbei moerbes, morus
moerbijachtigen - moraceeën
moerbes moerbei, moerbezie
moerbint moerbalk
moeren afbrokkelen, foeteren, jongen, morrelen, peuteren, slopen, stukmaken, uitvenen, vernielen
moeren haas wijfjeshaas
moerenkonijn wijfjeskonijn
moergracht moddergracht
moerig slijkerig, venig
moernagel kruidnagel
moerstuk onderstuk
moervos wijfjesvos
moes bezinksel, boerenmoes, brij, etenswaar, groente, mengeling, moeder, puree
moesang - koffierat
moesgroente bladgroente, moeskruid, rabarber
moeskruid groente, warmoes
moesplant eppe, rabarber, selderij
moesson mausim, regentijd
moessonwind, oostelijke - broeboe
moestuin groentetuin
moet afdruk, dwang, indruk, indruksel, instulping, litteken, merk, plek, prent, spoor, striem, vlek
moet betaald worden voor maten en gewichten ijkgeld
moet een student zich aan onder werpen examen, groentijd, ontgroening , tentamen
moet geschrapt worden del., deleatur
moeten behoren, behoeven, believen, dwingen, noodzaken
moethond zeelt
moet van zweepslag - striem
Moezel - Mozel(le)
moezerij - groentetuin
moezel doedelzak
mof handwarmer, koker, sok, veldmuis
moffelen emailleren, lakken, wegkapen
moffellak vuurlak
mogelijk denkbaar, denkelijk, doenlijk, eventueel, misschien, wellicht, uitvoerbaar, waarschijnlijk
mogelijk zijn kunnen, bestaan
mogelijke gebeurtenis of geval - eventualiteit
mogelijkerwijs doenlijk, eventualiter, eventueel, misschien, mogelijk, wellicht
mogelijkheid alternatief, eventualiteit, gebeurlijkheid, kans, keus, keuze, speekruimte, vooruitzicht
mogelijkheid om te kiezen alternatief, keus, keuze
mogelijk zijn bestaan, gaan
mogen believen, toestaan, velen
mogendheid land, macht, natie, staat, volk
mohair angorawol, geitenhaar
Mohammedaan Arabier, Islamiet, Ismaëliet, Moslem, Moslim, Muzelman
Mohammedaan op Lombok Sasak
Mohammedaans - zie ook Islamitisch
Mohammedaans afroepen van biduren muezin, muezzin, moëddzin
Mohammedaans bedehuis mesigit, missigit, moskee
Mohammedaans bedehuis te Mekka Kaäba
Mohammedaans bedelmonnik fakir, derwisj
Mohammedaans bewoner van Lombok Sasak
Mohammedaans bijbelboek Koran
Mohammedaans feest Belram, Bairam, Ramadan
Mohammedaans gebed - salat
Mohammedaans geestelijke Imam
Mohammedaans geleerde moefti, molla
Mohammedaans geloof Islam
Mohammedaans geschrift Koran
Mohammedaans heiligdom Kaäba
Mohammedaans kluizenaar maraboet, maraboe, marabout, santon
Mohammedaans offermaal sedekah
Mohammedaans operhoofd - iman
Mohammedaans pelgrim Mekkaganger
Mohammedaans pelgrimsoord Mekka
Mohammedaans priester derwisj, fakir, imam, kadi, kalief, maraboet, moefti
Mohammedaans rechter kadi
Mohammedaans rechts en wetgeleerde moefti, ulema
Mohammedaans schrift en rechtsgeleerde Oelema, Oelama
Mohammedaans theoloog Alim
Mohammedaans voorwerp vanverering Kaäba
Mohammedaans vorst kalief, sultan
Mohammedaans vorstengeslacht - Abbadiden
Mohammedaans vrouwenverblijf harem
Mohammedaans wetgeleerde Alim
Mohammedaanse bedelmonnik - fakir
Mohammedaanse bescherming - aman
Mohammedaanse bewoner van Lombok Sasak
Mohammedaanse bijbel Koran
Mohammedaanse echtscheiding - fasj
Mohammedaanse engel des doods Azraël
Mohammedaanse gebedsoproep - azan
Mohammedaanse geestelijke leider - ayatola
Mohammedaanse geleerde - aalim, oelama
Mohammedaanse gewoonte - adat, oerf
Mohammedaanse god Allah
Mohammedaanse godsdienst - islam
Mohammedaanse godstroom - arsj, koersi
Mohammedaanse heerser - sultan
Mohammedaanse heilige overleving - hadith
Mohammedaanse heilige stad Mekka
Mohammedaanse heilige wet - sjar(ia)
Mohammedaanse kerk moskee
Mohammedaanse leefregels soenna
Mohammedaanse leerling van een Koranschool santri
Mohammedaanse maagd - hoeri
Mohammedaanse Messias - Mahndi
Mohammedaanse monnik derwisch, derwisj, fakir
Mohammedaanse naam Ali
Mohammedaanse pelgrim - had(s)ji
Mohammedaanse pelgrimstocht hadj
Mohammedaanse priester imam
Mohammedaanse rechter - kadi
Mohammedaanse tempel moskee
Mohammedaanse tempeldienaar - moëddzin
Mohammedaanse tiendenbelasting - asjoer
Mohammedaanse titel imam, iman, kalief, moefti, molla, sheik, sjeik
Mohammedaanse vastenmaand (lnd.) poeasa, ramadan
Mohammedaanse verlosser Mahdi
Mohammedaanse vorstentitel sheik, kalif
Mohammedanen in Noord Afrika Moren
Mohammedanisme - Islam
mohole - kokrodua
moiré gewaterd, gevlamd
Moiren schikgodinnen
Moiren, een der - Atropos, Clotho, Lachesis
mok beker, kom, kroes, nap,
moker breekhamer, slagel, (vuist)hamer
mokeren - beuken
mokflueel - trijp
mokka mokkakoffie
mokkel deern, meid, meisje
mokken bouderen, knorren. mopperen, morren, pruilen
Mokum - Amsterdam
mol insekteneter, verlagingsteken
molen bovenkruier, gemaal, maalderij, malerij, onderkruier, paltrok, tjasker, windmolen, wipmolen
Moldava - Moldau, Vltava
Moldavië, hoofdstad van - Kisjinov
Moldavieten - Tektieten
molecule, deel van een - atoom
molenaar maler, meikever, mulder
molenaartje - braamsluiper
molenas stander
molen, deel van een - baard, steen, wiek
molenijzer - anille, rijn
moleninrichting malerij, maalderij
molenklem - vang
molen klepper klapspaan, ratel
molenkolk molenboezem
molenpeil m.
molenpranger molenrem, molenvang
molenradas pestel
molenrem vang
molenroede pestel, stamper
molensteen maalsteen
molensteen, bovenste - loper
molensteenhouwer - biller
molensteen, onderste - ligger
molensteen, voorzien van groeven - billen
molensteen met drijfwerk - maalstoel
molentocht hoofdsloot
molentrechter treem, tremel
molentremel korenharp
molenvis klompvis, maanvis
molenvliegtuig autogiro, gyrolane
molest beschadiging, hinder, last, overlast, schade
molestatie hinder, overlast
molesteren bedreigen, hinderen, plagen
molet kartelijzer, loper, wrijfsteen
molik klappermolen, popans, stroman
molkever aaskever
molkleurig - taupe
molla - mullah
mollen stukmaken, vernielen
mollen - talpidae
mollengang pijp, rit
mollenknip mollenvel
molenkruid doornappel
mollenrit loopgraaf, pijp
mollig dik, gevuld, mals, poezelig, rond, vlezig, week, zacht
molligheid - doddig
molm baggergrond, houtstof, meluw, turfaarde
molmen vergaan, verteren
molmgrond humus, teelaarde, tuinaarde
molmuizen - bathyergoidea
moloch afgod, hagedis
molotovcocktail flasbom
molsalade - paardeblorm
molshopen effenen blotenslechten
molto - veel, zeer
molton - monnikenbaai
Molukken - Maluku
Molukken, een van de - Ambon, Boeroe, Ceram, Halmaherea, Obi, Soela, Ternate,Tidore
Molukse oorlogsvloot - hongi
molybdeen mo.
Molybdeenzeren, zouten van - molybdaten
molybdenium - Mo.
mom dekmantel, masker, mombakkes, voorwendsel
momaanzicht - masker
mombakkes masker, momaangezicht
moment even, ogenblik, oogwenk, sekonde, tel, tijdstip
momenteel - momentaan
momenteel heden, nu, tegenwoordig, thans
momentopname instantané, kiek, snapshot
momkleren - maskeradekleren
mommelen fluisterengonzen, murmelen, prevelen, pruttelen
mommespel maskerade, vermomming
momus bespotter, hekelaar
monade eenheid
monarch alleenheerser, heerser, keizer, koning, vorst
monarchaal - eenhoofdig
monarchie alleenheerschappij, keizerrijk, koninkrijk
Monastir - Bitola
monarchist in Frankrijk camelot
mond babbel, bek, klep, kwebbel, moel, muil, neb, smoel, ratel, smoel, snater, snavel, snoet, snuit, tater, toegang, toet, waffel, wauwel
mondarts dentist, tandarts
mondbehoefte - eetwaar
mond/de. .. betreffend oraal
mond opensperren gapen
mondain wereldgezind, werelds, ijdel
mondaniteit wereldsgezindheid, ijdelheid
mondarts dentist, stomatoloog
mondbehoeften eetwaar,eetwaren, levensmiddelen, proviand, voedsel
monddeel - gebit, gehemelte, lip, tanden, tong, tongriem, velum, verhemelte
monddoek servet
mondeling oraal, verbaal
mondeling behandelen - verbaliseren
mondelinge onderhandeling bespreking
mondeling onderhoud abouchement, audiëntie, bespreking, dabat, gesprek, interview
mondeling onderwijzen doceren
mondeling onderzoek enquête, examen, interview
mondeling proces - verbaal
mondeling voordragen - declameren
mondelinge voordracht causerie, lezing, oratie
monden aanstaan, behagen; bevallen, smaken
mondharmonica - mondorgel
mondhygiëne - cariëspreventie
mondig meerderjarig, volwassen, zelfstandig
mondigheid - majoriteit, majorenniteit
mondig verklaren - emanciperen
monding - embouchure, ingang, invaart, mond, opening
monding van een rivier delta, embouchure, estuarium
mondje beetje, hapje, slokje
mondjesmaat iets, schraal, weinig
mondjevol beetje, hapje
mondkorst - victualiën
mondkost eten, levensmiddelen, proviand, voedsel
mondkruid - liguster
mond opensperren - gapen
mond snoeren - muilkorven
mondspiegel stomatoscoop
mondspoelen - gorgelen
mondspoeling gorgeldrank, mondwater, spoeldrank
mondstuk bit, camule, mof, plug, riet, stop,
mondstuk aan orgelpijpen labiaal
mondstuk van een blaasinstrument embouchure
mondstuk van een kanon - embouchure, tromp
mondstuk van een lepel - hapeind
mondstuk van een pijp - steel
mondstuk voor paarden bit
monduitslag bij zuigelingen spruw
mond van een dier - bek
mond van een oven ovengat
mond van een vulkaan - krater
mondvocht kwijl, speeksel, spog, sptutum, spuw, spuwsel, spuug
mondvol bete, hap
mondvoorraad kost, proviand , victualie, voedsel
mondwater odol, speeksel
mondziekte caries, paradentose, spruw, sprouw
moneren - vermanen
Mongola, hoofdstad van - Lisala
Mongolen, geestelijk leider der - choetoektoe
Mongoliden, groep der - Eskimiden, Indianiden, Palemongoloïden, Siberiden, Siniden, Toengiden
Mongolië, hoofdstad van - Hoehehot
Mongolië, rivier in - Dsapsjoen, Kobdo,Tess
Mongolische munt mongo, toegrik
mongool tartaar; debiel
Mongools dialect - Ordos
Mongools ruitervolk - Hunnen
Mongools volk - Karen
Mongoolse rassen Chinezen, Eskimo's, Indianen, Japanners, Kalmukken, Tibetanen
Mongoolse munt - toeghrik
Mongoolse taal - Kalmuks
Mongoolse volksrepubliek - Mongolië
Mongoolse volksrepubliek, hoofdstad van de - Olan, Bator
Mongoolse volksstam - kalmukken
Mongoolse vorst Mogol
moniteur raadgever, vermaner
monitor beeldscherm, kijkkast
monkelen meesmuilen
monken - mesmuilen
Monmouth, bestuurszetel in - Newport
monnik augustijner, basiliaan, benedictijner, capucijner, carmeliet, celestijner, franciscaan, karmeliet, kloosterling, trappist
monnik die gasten ontvangt - hospitarius
monnik die handschriften vervaardigt kopiist, miniator, miniaturist, rubricator
monnik in Tibet bhikhoe, gelong, lama
monnikenbaai molton
monnikendom - monarchisme
monnikenrepubliek, Griekse Athos
monnikenverblijf klooster
monnikenwerk - geduldwerk
monnikskap aconitum, kovel
monnikskleed habijt, pij
monnik worden - intreden
mono alleen, enkel
monochord muziekinstrument
monochromasie kleurenblindheid
monochroom eenkleurig
monocle knijpbril, lorgnon, oogglas
monoliet - menhir, obelisk
monoloog alleenspraak
monoplaan eendekker
monopolie alleen handel, alleenrecht
monosacchariden - monosen
monotome levensgang - sleur
monotonie eentonigheid, eenvormigheid
monotoon eentonig, saai, vervelend
monotropa stofzaad
monsieur heer
monster bakbeest, barbaar, demon, draak, gedrocht, levoathan, misbaksel, monstrum, ondier, onmens, proef(stuk), staal, voorbeld, wreedaard, wangedrocht
monster (Ind.) - matjam
monsterachtig afschuwelijk, afzichtelijk, gedrochtelijk, lelijk, mismaakt, monstrueus
monsterachtig waterdier - Leviathan
monsterblad - staalkaart
monsteren bekijken, beschouwen, demonstreren, inspecteren, keuren, onderzoeken, recognoseren
monstering - inspectie, revue
monstering van troepen parade, inspectie
monster, half stier, half mens bucentaur
monsterkamer - toonkamer
monsterkop als waterspuwer - gargouille
monsterlijk afgrijselijk, afschuwelijk, gedrochtelijk, monstrueus
monstervogel - Haryen
monster op Kreta - minotaurus
monstrueus gedrochtelijk, mismaakt, monsterachtig
monstrum gedrocht, misbaksel, wanschepsel
montage - assemblage
montagebouw prefab, systeembouw
montage vakman - monteur
Montana, hoofdstad van - Helena
Montanisme, stichter van het - Montanus
montbretia - crocosmia
monter aardig, blij, fit, hups, levendig, opgeruimd, opgewekt, verkwikt, vrolijk, wakker
monteren ineenzetten, opmaken , samenstellen
Montferland, heuvel in - Elterberg, Hettenheuvel
Montserrat, hoofdstad van Plymouth
montuur frame
montuur met glas - bril
monument gedenkteken, gedenkzuil, standbeeld
monumentaal grandioos, groots, imponerend, indrukwekkend, magistraal, weids
mooi aangenaam, aardig, beeldig, behaaglijk, bekoorlijk, bevallig, dienstig, fijn, fraai, grappig, gunstig, jofel, kostelijk, keurig, knap, leuk, prachtig, schitterend, schoon, sierlijk, vermakelijk, welgevormd
mooi aankleden uitdossen, versieren
mooi buitenverblijf villa
mooi dorp in Utrecht Baarn
mooi flesje fiool
mooi grasveld gazon
mooi maken opsieren, opsmukken, optuigen, sieren, verfraaien, versieren
mooi meisje beauty, spetter, stoot, stuk
mooi praatje smoes
mooi resultaat succes
mooi resultaat bij het bridgen slam, slem
mooi resultaat met een boek bestseller
mooi resultaat met een plaat .hit, schlager, top
mooi resultaat met een snelheid record
mooi samenklinkend harmonisch
mooi uitzicht bellevue, panorama
mooie auto slee
mooie dingen - moois
mooie indruk maken ogen
mooie jongen Adonis
mooi em fraai gelegen riant
moeie rode kleur - koraal
mooie vrouw Aphrodite, beauté ,schoonheid, Venus
mooiheid - opschik, schoonheid, versiering
mooipraten adoniseren, f{l)emen, pluim, strijken, vleien
mooiprater flemer, flikflooierlikkepot, pluimstrijker, vleier
moois - fraais
moor Mauretaniër, neger, zwarte
Moor, tothet christendom bekeerde Spaanse - Morisco
moord bloedbad, doodslag, keling, manslag, misdaad, misdrijf, slachting
moordaanslag - attentaat
moorden - doden
moorddadig bloedig, geweldig, prachtig
moordenaar doder, doodslager, killer, misdadiger, wurger,
moordenaar van Abel Kaïn
moordenaar van Chlone Artemis
moordenaar van Clytaemnestra Orestes
moordenaar van John F. Kennedy Oswald
moordenaar van koning Ela Simri
moordenaar van Willem van Oranje Gerards
moordend fel, funest, slopend, uitputtend
moorderij bloedbad, massacre, slachting
moordlust bloeddorst
moordpartij bloedbad, slachting
moordpoging - aanslag
moordpriem dolk, ponjaard
moordtuig dolk, geweer, mes, pistool, revolver, stiletto
moordziek bloeddorstig
moordzucht androfonomanie
moordzuchtige razernij amok
moorkop negerzoen, slagroomsoes
Moors gebouw in Spanje Alhambra
Moors kasteel alcazar
Moorse vrouw Morin
moot deel, gedeelte, part, plak, schijf, snede, stuk
mop aardigheid, anecdote, bak, brok, deuntje, geestigheid, grap, grol, inktvlek, jen, joke, koekje, kwinkslag, leut, liedje, lomperd, poets, scherts, stuk, sufferd, sukkel, wijsje
mop of homp - brok
moppentapper - humorist
moppentrommel effectentrommel, geldkistje, koekjestrommel
mopperaar brombeer, brompot, knorrepot, izegrim, klager, nurks
mopperen brommen, foeteren, klagen, knorren, mokken, morren, pruilen, razen
mopperig - knorrig
moppig aardig, geestig, grappig, leuk, vermakelijk
mopsneus - stompneus
moquant - schertsend, spottend
mora vertraging, verzuim
moraal ethiek, pointe, strekking, tendens, zedenleer, zedenles
moraalfilosofie ethiek, zedenleer, zedenles
moraalloos - amoreel
moracee - artocarpus, broodboom, ficus, moerbei, morus, vijgeboom
moraliserend verhaal fabel
moraliteit Elckerlyc, zedelijkheid, zinnespel
morava - March, Margus
Moravië Mahren, Morava
Moravische broeders Hernhutters
Moravische stad Bino, Elgin, Olomouc
Morbeus luguber, ziekelijk
morbide ziekelijk
morbiditeit ziekelijkheid, ziektecijfer
Morbihan, hoofdstad van - Vannes
morbleu drommels, verduiveld
mordant bijtend, schamper, scherp
Morwinische republiek, hoofdstad van de - Saransk
more modder
moreel eerzaam, ethisch, zedelijk
moreel besef - inzicht
morel griote, kers
morele druk drang, pressie
Morele Herbewapening, centrum van de - Caux
Morele Herbewapening, stichter van de Buchman
morele kracht sterkte
moren ploegen, ploeteren
morendo (muz.) wegstervend
morene (door het ijs gemodelleerd) - drumlin
morene (onder het ijs afgezet) grondmorene, keileem
Morenland Mauritanië
mores gebruiken, manieren, zeden
mores leren afstraffen, terechtzetten
moreske versiering
morfine, uit, verkregen na acetyleren - heroïne
morfine, uit, verkregen na methyleren - codeïne
morfologie vormleer
morfologische eenheid landschap
morfologische facies eolisch, fluviatiel, glaciaal, karst, lacustrien, limnisch, marien, vulkanisch
morgen a.m., dageraad, ochtend, ochtendkrieken, ochtendstond, vlaktemaat, voornoen
morgeneditie ochtendblad
morgendrankje - aperitief
morgengebeden metten
morgengewaad - neglige
morgengodin Aurora
morgen kim oosterkim
morgenland Levant, oosten, oriënt
morgenlicht dageraad
morgenlied alba
morgennevel - dauw
morgenrood Aurora, dageraad, Eos, morgenstond
morgensignaal reveille
morgensignaal - reveille
morgenster lichtdrager, Lucifer, Venus
morgenster (pl.k.) - tragopon
morgenstond Aurora, dageraad, Eos, krieken, ochtend, Venus
morgenvoorstelling matinee
morgenwijn malaga
morgenzang aubade
morgue lijkenhuisje
Moriaan - Moor
morille paddestoel
morin - negerin
morion bergkristal, helm, stormhoed
mormel lelijkerd, ondier, zeur
mormeldier marmot
mormon - maskeraap .
Mormonenboek Mormon
Mormonenstaat Utah
Mormonenstad SaltLakecity, Utah
Moro, adelstand bij de dato
morose - droefgeestig
Morotai, berg op - Sabatai
morrelen peuteren, roeren, wroeten
morren bouderen, brommen, klagen, mokken, mopperen, murmureren, pruilen, pruttelen
morrend mopperen kankeren
morrig bavet, knorrig, ontevreden, slab(betje), verdrietig, viezerd, vuilak
morsdoekje feitel, servet, slab
morse seintaal
morsebel slons, vuilak, morsepot, slordervos
morsen - kladden, kliederen, knoeien
morseschrift tekenschrift (telegraaf)
morsepot knoeier, morsebel, slons, smeerpoets, viezerd, vuilak
morsetoestel - telegraaf
morsig onzindelijk, smerig, slonzig, vies, vuil
morsige vrouw slons
morskont klieder, knoeier
Morsö, stad op Nykjöbing
morspot - kledder
mortaliteit sterfte, sterftecijfer, sterfelijkheid
mortel cement, gruis, kalk, specie, tras
mortelen verbruizen
mortel/met. .. bestrijken rapen
mortelig korrelig, kruimelig
mortier geschut; vijzel, vuurmond
mortifiant beschamend, krenkend, vernederend
mortificatie boetedoening, doding, kastijding, krenking, versterving
mortuarium - necroloog
morula - moerbei
morzel brok, kruimel, stuk
mosachtig - mossig
mosbeertje - tardigrada
mosdiertjes - bryozoa, polyzoa
moser - knoeier
moskee bedehuis, tempel, missigit
moskeebeambte imam, muezzin
moskeedienaar - moëddzin
moskee, kansel in een - minbar
moskee, nes in een - Mihrab
moskee te Mekka - Kaäba
moskeetoren minaret
moskeetrom - bedoeg
Moskou, beroemd gebouw in - Krem(lin)
Moskovisch glas - glimmer, mica
moskundige bryoloog
Moslim Islamiet, Mohammedaan , muzelman
Moslims schriftgeleerde Ulama, Oelama, Oelema, ulema
Moslims geestelijk rechtsgeleerde moefti
mosmeel - lichenine
Mossbass, haven van - Sjtsjerbakow
mossel oester, paalworm, strandgaper
mosselachtig dier - boormossel, nonnetje, paalworm, zaagje
mosseldiertje - stylonichia
mosselnet kor
mossen - bryofyta, bryohyta
mossig bemost, mosachtig
mosso (muz.) levendig
mossoort andreaea, barbula, bekermos, bladmos, gaffeltandmos, haarmos, korstmos, levermos, ramalina, rendiermos, slaapmos, sterrenmos, veenmos, witbosmos
Most - Brüx
mossteppe (In Rusland) toendra
mosterd - sinapis
mosterdgas gifgas
mosterdpleister trekpleister
mostredzuur - piccalily
mot klap, onenigheid, ruzie, slag, twist, turfmolm, zeug
motel autohotel, logement
MoTi -Micius
motie grond, verklaring, voorstel
motief aanleiding, argument, beweeggrond ,beweegreden, drijfveer, figuur, grond, onderwerp, oorzaak, reden, thema
motiveren staven, verklaren
motluizen - aleurodidae
motmuggen pcychodidae
motor aandrijver, krachtbron, machine
motorboot barkas
motorbrandstof benzine, diesel, gas
motorbril stofbril
motorcross terreinrit
motorfiets brommer, tweewieler
motorfiets met bak - zijspan
motorisch bewegend
motorisch gestoord spastisch
motorloos vliegtuig zweefvliegtuig
motorpech panne
motorraces tt.
motorrenner courier
motorrijder weggebruiker
motorrijtuig auto(bus), brommer, motorfiets, personenauto, scooter, taxi, touringcar, vrachtwagen
motorrijtuig voor het voorttrekken tractor, trekker
motorschip m.s.
motorsport speedway, trial
motorwedstrijd - motorrace
motregen miezel, stofregen
motregenen miezeren, stofregenen
motsen - couperen, knotten
motten - tineidae
mottensoort - aegeria, alucita
mottig misselijk, mistig, nevelachtig, onhelder, pokdalig, vochtig, vuil
motto blazoen, devies, emblema, kernspreuk, lemma, leus, leuze, parool, zinspreuk
moulage - afgietsel
moulinetgaren mouliné
moulure sierband, sierlijst
mountainbike - rijwiel
Mount Everest, overwinnaar van de - Hillary, Tensing
mouseline, fijn katoenen jaconnet
mousseren - opbruisen
mousserende wijn champagne
moustache knevel, snor
moutbereider melter, mouter
mouter overrijp
mouterij - maalderij
moutextract wort
moutoven ast, eest
moutsuiker maltose
mouvement beweging, verkeersdrukte
mouwloos vest - spencer
mouwopening armgat
mouwvorm - raglan
mouwtje - manchet
moveren bewegen, voorstellen
moyenne gemiddelde
Mozabieten, schriftgeleerde bij de - tolba
mozaiek inlegwerk
Mozambique, haven in - Beira, Lourenço, Marques
Mozambique, rivier in - Limpopo, Zambesi
Mozes' broeder Aäron
Mozes' moeder Jochebed
Mozes' schoonvader Jethro
Mozes' vader Amram
Mozes' vrouw Zippora
Mozes' zoon Gersom, Eliëzer
Mozes' zuster Mirjam
mud bunzing, hl
mudvol afgeladen, eivol, stampvol
muf bedompt, duf, onfris, saai, vervelend, vochtig, vuns, vunzig
muffeldier - moefon
mug anofeles, hooiwagen, langpoot, muskiet.
muggenfase emelt, hamel, made, weerschaap
muggenlarve emelt, hamel
muggen - nematocera
Muggenmeer - Myvatin
muggenorchis - gymadenia
muggenkruid - waterpeper
muggenraam hor
muggenzifter haarklover, vitter
muiken broeien, smeulen
muil babbel, bek, mond, pantoffel, smoel, slof, waffel
muildier ezel
muil of bek - mond
muil of pantoffel - slof
muilpeer dreun, kaakslagklap, oorvijg, pets, slag, stomp
muiltje - babouche, pantoffel, pompoesje
muis aardappel, handpalm, knaagdier, moedervlekspier
muisachtig buideldier wombat
muisachtig knaagdier beverrat, hamster, lemming, muskusrat, rat, veldmuis
muisdoorn - gagel, hulst
muisgrijs - taupe
muisvogel - colli(dae)
muit - vogelkooi
muiteling muiter, oproerling, rebel
muiten rebelleren, vervellen
muiten, aan het ....slaan - mutineren
muiter aanstoker, oproerling, opstandeling, rebel
muiterij insubordinatie, oproer, rebellie, revolte, verzet
muitziek oproerig
muizen - murinae
muizenhol rel
muizenis zwarigheid
muizenoor - havikskruid
muizenstaart myosurus
muizenval - knip
muizenvalk - buizerd
muizenvanger buizerd, egel, kat, poes, uil, valk
mul diep, korrelig, los, molm, poederig, pulverig, rul, rekgat, turfmolm
mulat creool, halfbloed, indo, kleurling, naturel
mulder - molenaar
Mull, hoofdstad op Tobermory
mullen sollen,stoeien, zeuren
mullig los
multinational concern
mum ogenblik, seconde
mummelen - mompelen
Muna, hoofdstad op Raha
mundaan - wereldlijk
municipaal gemeentelijk, stedelijk
municipaliteit gemeente, gemeentebestuur, gemeentehuis
munitie schietvoorraad
munstef - domkerk, klooster
munster domkerk, kloosterkerk
Munster - Mumhu
Munster, hoofdstad van - Cashel
munten
Amerika
Argentinië: peso, 100 centavos
Bolivia: boliviano, 100 centavos,
Brazilië: cruzeiro, 100 centavos
Brits WestIndië: dollar, 100 cent
Canada: dollar, 100 cent
Chili: peso, 100 centavos
Colombia: peso, 100 centavos
Costa Rica: col6n, 100 centimos
Cuba: peso, 100 centavos
Dominicaanse Republiek: peso, 100 centavos
Ecuador: sucre, 100 centavos
Guatemala: quetzal, 100 centavos
Haïti: gourde, 100 centimes
Honduras: lempira, 100 centavos
Mexico: peso, 100 centavos
Nederlandse Antillen: AntilI. gulden, 100 cent
Nicaragua: c6rdoba, 100 centavos panamá: bal boa, 100 centéslmos
Paraguay: guarani, 100 centimos
Peru: sol, 100 centavos
EI Salvador: col6n, 100 centavos
Suriname: Surinaamse gulden, 100 cent
Uruguay: peso, 100 centésimos
Venezuela: bolivar, 100 centimos
Verenigde Staten: dollar, 100 cent
Afrika
Egypte: pond, 100 piasters:o 1000 millièmes
Ethiopië: dollar, 100 cent
Ghana (Goudkust): pond, 20 shilling = 240 pence
Liberia: dollar, 100 cent
Libië: pond, 100 piasters = 1000 millièmes
Marokko: franc, 100 centimes
Rhodesia: pond, 20 shilling =' 240 pence
Soedan: Egyptisch pond, 100 piasters = 1000 millièmes
Unie van ZuidAfrika: pond, 20 shilling = 240 pence Azli
Afghanistan: afghani, 100 puls Birma: kyat, 100 pyas Cambodja: riel, 100 sen
Ceylon: rupee, 100 cent
China (volksrepubliek): yen min piao, 10 chiao = 100 fen
China (nationalistisch): Yuan of Taiwandollar, 100 cents
Filippijnen: peso, 100 centavo's
Hongkong: dollar, 100 cent India: rupee, 100 naya paise
Indonesië: rupiah, 100 sen
Irak: dinar, 5 rials = 20 dirham = 10oofils
Israël: pond, 1000 pruta
Japan: yen, 100 sen = 1000 rin Jordanië: dinar, 1000 fils
Korea: hwan, 100 cheun
Libanon: pond, 100 piaster
Laos: kip, 100 at
Mongolië: tugh, rik, 100 mongo
Pakistan: rupee, 16 annas = 192 pies
Perzië (Iran): rial, 100 dinar
SaoediArabië: rial, 22 qurush
Syrië: pond, 100 piaster
Tibet: sang, 6 trangkaz
Thailand (Siam): baht, 100 satang
Vietnam (Zuid): piaster, 100 centimes
Europa
Albanië: lek, 100 quintar
België: frank, 100 centimes
Bulgarije: lev, 100 stotinki
Denemarken: kroon, 100 "re
Duitsland : mark, 100 Pfennig
Finland: Finse mark, 100 penni
Frankrijk: frank, 100 centimes
Griekenland: drachme, 100 lepta
Hongarije: forint, 100 filler
Ierland: pond, 20 shilling = 240 pence
Italië: lire, 100 centisimi
Joegoslavië: dinar, 100 para
Liechtenstein: franc, 100 Rappen
Luxemburg: franc, 100 centimes
Nederland: gulden, 100 cent
Noorwegen: kroon, 100 øre
Oostenrijk: Schllling,100Groschen
Polen: zloty, 100 groszy
Portugal: escudo, 100 centavos
Roemenië: leu, 100 bani
Spanje: peseta, 100 centimos
Tsjechoslowakije: kroon, 100 heller
Turkije: pond of lira, 100 piaster
U.S.S.R.: roebel, 1ÖO kopeken'
Verenigd Koninkrijk: pond sterling, 20 shilling = 240 pence
IJsland: kroon, 100 aurar
Zweden: kroon, 100 öre
Zwitserland: franc, 100 centimes of 100 Rappen
Australisch Gemenebest: pond, 20 shilling = 240 pence NieuwZeeland: pond, 20 shilling = 240 pence
(de) munt bétreffende monetair
munteenheid - valuta
munten - doelen, mikken
munt in de bijbel (Joods) bekah, gera(h), maneh, kikkar, sikkel
munt in de bijbel (Romeins) as, denarius, quadron
munt in de bijbel (Grieics) drachme, talent
munt en papiergeld chartaal
munt. en penningkunde numismatiek
muntenbeschrijving numismatiek
muntenverzamelaar numismaticus
muntjak (Ind.) hert
muntjaks - muntiacinae
muntkoers valuta
muntmaat modul, modulus
muntmeester - waardijn
muntmerk - klop
muntsanering geldsanering
muntslag stempel
muntstandaard muntvoet
muntstelsel/het. .. betreffend monetair
muntstuk plak
muntvoet geldstandaard
muntwaag geldschaaltje
muntwaarde - essaai
muntzijde - beeldenaar
muraalboog schildboog
muraalzuil - schalk
murene - moeraal
murmelen mompelen, prevelen, ruisen
murmureren - kankeren, morren
murw afgestompt, buigzaam, mals, sentimenteel, week, zacht
mus huismus, grasmus, heggenmus
musacee - banaan
musachtige mus, sijs, vink
musculeus gespierd
musette doedelzak, officiersransel, schalmei
museum kunstzaal, toonzaal
museum in Amsterdam Rembrandthuis, Rijksmuseum, Schoolmuseum, Veiligheidsmuseum
museum in Den Haag Mauritshuis
museum in Leningrad Hermitage
museum in Londen - Tate (Galiery)
museum in Madrid Prado
museum in Parijs Louvre
museum in Rotterdam Boymans
museum van schilderijen pinacotheek
musical - zangspel
musichall variétéschouwburg
musici - orkest
musicienne - toonkunstenares
musicus accordeonist, blazer, bassist, cellist, drummer, fagottist, fluitist, harpist, hoboïst, klarinettist, muzikant, organist, paukenist, pianist, slagwerker, speelman, strijker, trompettist, xylofonist, violist
musiefwerk - mozaïekwerk
muskaathout slangenhout
muskaatwijn lunel
musket vuurroer
muskettier schutter, soldaat
muskiet steekmug
muskietennet klamboe
muskoviet - kaliglimmer, mica
muskus - bisam
muskusdier - ondatra
muskusdieren - mochinae
muskuskat civetkat
muskusplantje - mimulus
muskusrat, bont van de - bisam
muskuszaad - abelmos
mussenarend sperwer
mussenverschrikker vogelverschrikker
mustang prairiepaard
mustant comaronn
mustie - kleurling
mutabel onbestendig, veranderlijk
mutabiliteit onbestendigheid, veranderlijkheid
mutatie verandering, variatie, verwisseling, wijziging
muteren veranderen, wijzigen
mutilatie verminking
muts alpino, bonnet, fez, kalot, kaproen, langet, pet
musterd - takkenbos
mutsje alpino, bonnet, fez, kalot
mutslintje - kokarde
muts met klep klak, pet
mutsplooi - neep
muts voor vrouwen kaper
mutsekant langet
mutsstrikje kokarde
mutualiteit wederkerigheid
mutueel wederzijds
muur gevel, metselwerk, wand
muur (pl.k.) - stellaria
muur in Jeruzalem klaagmuur
muur tot borsthoogte opgetrokken borstwering
muurachtigen - caryphyllaceeën
muurachtige plant bolderik, silene
muurbedekking behang, hout, kurk
muurbreker stormram
muurdam - penant
muurgedeelte dat uitgemetseld is liseen
muurgrafplaat epitaaf
muurhaak anker
muurhagedis gekko, tjitjak, toke
muurholte nis
muur in Jeruzalem - klaagmuur
muurkalk pleister
muurkant langs venster negge
muurkast in de kerk armarium
muur langs water - wal
muurlijst plint
muurloper - boomkruiper
muurpeper vetkruid
muurpijler - ante
muurpilaster ante
muurplant - klimop, vuurdoorn, wingerd
muurpijler - beer, pilaster, stut
muurrekje - etagere
muurschildering fresco
muurstijl tussen twee vensters - penant, trumeau
muurvak penent
muurvaren - asplenium
muurvarken pissebed
muurvast - onwrikbaar
muurvlak tussen twee vensters trumeau
muurzout salpeter
muurzwaluw torenzwaluw
muze Calliopen, Erato, Euterpe, Clio, Kalliope, Kleio,Melpomene, PoIyhymnia, terpsichore, Thalia, Urania,
zanggodin
muze van het blijspel Thaleia (Thalia)
muze van de dans Terpsichore
muze van de epische poëzie Kalliope
muze van de geschiedenis Kleio (Clio)
muze van de hymnen Polyhymnia
muze van de lyrische poëzie Euterpe
muze van de lofzang Polyhymnia
muze van de reidansen - Terpsichore
muze van de sterrenkunde Oerania (Urania) ,
muze van het epos - Calliope, Clio
muze van het heldendicht Calliope, Kalliope
muze van het kluchtspel - Thalia
muze van het minnedicht Erato
muze van het treurspel Melpomene
muzelman Turk, Islamiet, Moslim
Muzen - Piëriden
muzenalmanak jaarboekje
muzenberg - Helicon, Parnassus, Pindus
muzentempel Odeon
muzenzoon dichter, poëet, student
muziek klank, melodie, flinkheid, muz, toonkunst
muziekbandje - tape
muziek in driekwartsmaat wals
muziek in tweekwartsmaat galop, gavotte
muziek met veel herhaling rondo
muziekaanbidder melomaan
muziekacademie - conservatorium
muziekbeoefenaar zie: musicus
muziekblijspel operette
muziekboek - notenboek
muziekdoos speeldoos
muziekdrama opera
muziekfeest festival
muziekgek melomaan
muziekgeleerde musicoloog
muziekgezelschap band, combo, ensemble, fanfare, harmonie, jazzband, kapel, koor, korps, kwartet, kwintet,sextet, octet, orkest, septet, trio, zangkoor, zangvereniging
muziekharmonika - musette
muziekhulde aubade, serenade
muziek in driekwartsmaat - wals
muziekinstrument
3 bas, bel,cel
4 alus, biwa, drum, gadé gong, harp, hobo, koto, kuan , lier, lira,
luit, pauk, trom, tuba, zobo
5 aulos, banjo, benta, bongo, bugel, buccin, cello, citer, conga,
crwth, fagot, fijfer ,fluit, gaita, gamba, gusla, hoorn, kakko,
kazoo, keres, ketuk, luang, orgel, piano, ratel, rebab, saron, sitar, slang, tibia, tromp, vedel, viola, viool, zurna
6 basson, bazuin, bekken, bendir, beugel, bonang, bratse,
buccin, cimbel, cister ,claves, cornet, doedel, dombra, fiedel,
fonola, gender, gitaar, goesli, kempul, kenong, ketjer, kornet,
lirone, mignon, moezel, pauken, peking, pieper, piston,
pommer, quinte, rhaita ,sinden, sirene, spinet, suling, syrinx,
tamtam, teorbe, tjaruk, toeter, tomtom, trombo, zakpijp,
zoerna
7 althobo,anklong, bagpipe, bandola, bariton, basluit, bastuba,
beiaard, bekkens, bourdon, celesta, cembala, chrotta, cimbaal,
clarino, clavier, fluitje, fonicon, forminx, gallega, gambang,
gamelan, gendang, guitaar, helicon, jeukebox, kamanak,
kendang, klaroen, klavier, klepper, klingel, mandola,
marimba, musette, ocarine, ocarino, organum, piccolo,
phonola, pianino, pionino, pianola, pibcorn, piccolo, piffera,
psalter, quinton, renteng, rietpijp, ruispijp, samisen, serpent,
sistrum, soeling, tamboer, timpaan, trombal, trommel,
trompet, ukelele, vihuela, violine, vleugel
8 aërofoon, althoorn, altviool, bamboula, bandoera, bashoorn,
basviool, bekfluit, blaaspijp, bombarde, cabrette, carillon,
cimbalon, cinellen, clarsach, eufonium, gamelang, gerongan,
handtrom, harplier, harpluit, haunedda, hautbois,horlepijp,
ketipung, ketjiter, klarinet, klendang, klontong, mirliton,
mondharp, mondtrom, panfluit, pijporgel, pochetta, pochette,
saxhoorn, saxofoon, schalmei, serafine, slagwerk, slempret,
tarompet, timpanon, tongtong, tontarde, triangel, trombone,
windharp, xylofoon, zakviool
9 accordeon, angkloeng, balalaika, baroxyton, blokfluit,
bombardon, campanile, castagnet, contrabas, cornemuse,
doedelzak, draailier, eolusharp, flageolet, gemshoorn,
hakkebord, harmonica, harmonium, hitsjirki, huisorgel,
kerkorgel, keteltrom, klephoorn, knievedel, knieviool,
klephoorn, kromhoorn, krontjong, mandoline, moezelzak,
mondorgel, monochord, pansfluit, pierement, polycord,
portatief, posthoorn, rietfluit, rinkelbom, rinkelbel, roerfluit,
rommelpot, saxophoon, serinette, soelingan, sousafoon,
speeldoos, tamboerijn, tenortuba, tjlempung, trekorgel,
veldfluit, vibrafoon, violoncel, waldhoorn
10 aeolusharp, alpenhoorn,bastrompet, blaashoorn, choroemala,
clavichord, concertina, draaiorgel, dwarsfluit, grammofoon,
harpcither, heckelfoon, hoornbugel, jachthoorn, kamerorgel,
kwartfluit, kwintfagot, muziekdoos, orkestrion, panfluitje,
pedaalharp, pentachord, pianoforte, psalterion, psalterium,
roffeltrom, ruitertrom, spitsfluit, strijkciter, tafelpiano,
tenorhoorn, tjelempang, toverfluit, waterrorgel
11 altsaxofoon, babyvleugel, baritonhobo, basklarinet,
bassethoorn, boerenfluit, clavecimbel, contrafagot,
handtrommel, harpsichord, jazztrompet, klacecimbel,
klokkenspel, kofferorgel, staartpiano, straatorgel, tenorbazuin,
violoncello
12 bollentoeter, castagnetten, clavichordum, clavicymbaal,
hamerclavier, hammondorgel, herdersfluit, mondorgeltje,
monochordium, nagelklavier, piccolofluit, salonvleugel,
sarrusophoon, schellenboom, stradivarius, tafelklavier,
veldschalmei, ventielhoorn, vleugelpiano
13 bioscooporgrl, glasharmonica, handharmonica,
klavechordium, mondharmonica, pedaalvleugel,
schuiftrompet, tenorsaxofoon, tenortrombone, trekharmonica
14 concertvleugel, driekwartviool, orgelharmonium,
schuiftrombone, ventieltrompet
muziekinstrument zie muziekinstrumenten
muziekinstrument (Ind.) angkloen, gamelan gender, krontjong, rebab, soeling
muziekinstrument tevens meubel clavecimbel, clavecin, harmonium, .klavier, orgel, piano, vleugel
muziekkomedie musical, operette
muziekkorps band, kapel
muziekleer musicologie, toonkunst
muziek maken musiceren, spelen
muziekmaker - muzikant
muziekmachine jukebox
muzieknoot as, bes, ces, cis, des, dis, es, fis, ges, do, re, mi, fa, sol, la, si, gis, aïs, fes, bis, ut
muziekoefening étude
muzekopleiding conservatorium, muzieklyceum, muziekschool
muziekpapier notenpapier
muziekplaatje - single
muziekschrift notenbalk
muziekschrijver - componist
muzieksleutel toonsleutel
muziekstijl uit Noord-Amerika - jazz
muziekstuk aria, barcarolle, bolero, cantate, concert, duet, duo, elegie, ensemble, étude, fanfare, fuga, gavotte, kwartet, kwintet, mars, mazurka, madrigaal, menuet, motet, nocturne, nonet, octet, ouverture, partituur, polka, prelude, polonaise, rapsodie, romance, rondo, sarabande, septet, serenade, sextet, sonate, sonatine, suite, symfonie, tarantella, toccata, trio, valse, wals
muziekstuk in danstempo bolero, gavotte, mazurka, polka, polonaise, sarabande, tarantella, valse, wals
muziekstuk van Ravel - Bolero
muziekstuk voor acht verschillende partijen - octet, ottetto
muziekstuk voor orkest concert(o), ouverture, suite, symfonie
muziekstuk voor plano étude, sonate, gavotte, mazurka, nocturne, polka, polonaise, romance, sarabande, sonatine, valse, wals, tarantella
muziekstuk voor acht instrumenten octet, ottetto
muziekstuk voor drie instrumenten trio
muziekstuk voor drie stemmen terzet
muziekstuk voor solo en orkest - concerto
muziekstuk voor toetsinstrumenten - toccata
muziekstuk voor twee instrumenten duo
muziekstuk voor twee stemmen duet
muziekstuk voor vier instrumenten kwartet.
muziekstuk voor vijf instrumenten kwintet
muziekstuk voor zes instrumenten sextet
muziekstuk voor zeven instrumenten septet
muziekteken fermate, kruis, mol, noot, rust, sela, sleutel segno muziekteken in de psalmen sela(h)
muziekteken balk, fermate, kruis, mol, noten, rust, segno, sela, sleutel
muziektempel odeon
muziektempo adagio, agitato, allegro, allegretto, andante, impetuoso, largo, legato, lento, moderato, impetuoso, presto, rallentando, ritenuto
muziektermen
3 alt, dur, piu
4 aria, brio, coda, duet, fuga, jazz, none, poco
5 assai, blues, canon, dolce, etude, forte, frase, galop, gamba,
grave, largo, lento, mesto, mezzo, molto, mosso, motet, octet,
opera, piano, prime, rondo, scala, segno, sordo, tempo, tenor,
terts, thema, tutti
6 adagio, arioso, brioso, cantor, celere, chiave, dacapo, decime,
fiacco, finale, legato, majeur, menuet, mideur, octaaf, opmaat,
orkest, pavane, presto, pronto, rubato, septet, sextet, solist,
sonata, sonate, tenuto, terzet, thesis, timbre, tonica, triool,
triste, vivace
7 agitato, allegro, amabile, amoroso, andante, animato, ardente,
arietta, atonaal, bariton, battuta, calando, cantate, canzone,
caprice, discant, dolendo, fanfare, fermate, forzato, furioso,
gamelan, gavotte, giocoso, lamento, manuaal, marcato,
mazurka, melodie, monodie, morendo, musette, partita,
passage, pesante, pomposo, portato, prelude, retical, requiem,
ripresa, romance, scherzo, seotime, septool, solfege, sopraan,
sordino, syncope, toccato, tremolo, unisono, vibrato
8 arpeggio, berceuse, bitonaal, bombarde, burletta, cantando,
cavatine, chaconne, continuo, decomole, delicato, doloroso,
ensemble, esaltato, generoso, grazioso, interval, libretto,
madrigal, maestoso, marcando, moderato, nocturne, obligato,
operette, paslando, portando, rapsodie, register, rigoroso,
ritenuto, serenade, sforzato, sonatine, sourdine, stacato,
stemvork, symfonie, tardando, tomoroso, vibreren, vigoroso,
violente
9 adagietto, andantino, barcarole, cantabile, cantilene, capriccio,
crescendo, dissonant, extempore, flageolet, glissando,
grandioso, grondtoon, imbroglio, impetuoso, lacrimoso,
lamentoso, larghetto, metronoom, modulatie, monotonie,
oratorium, ouverture, parafrase, partituur, pastorale, pizzicato,
ponderoso, preludium, pressanto, religioso, sforzando,
slentando, smorzando, sostenuto
10 allegretto,bravissimo, coloratuur, deliberato, diminuendo,
expressivo, fortissimo, gondoliera, intermezzo, klaviatuur,
passionato, pianissimo, recitativo, repertoir, resonantie,
ritardando, rondinetto, scherzando, sospirando, strepitoso,
tremolando, tumultuoso
muziekuitvoering auditie, concert, recital
muziekuitvoering in huis kamermuziek, grammofoonplatenconcert
muziek voor Hongaarsedans galop
muziekvorstelling opera, operette, uitvoering
muziekvorm, instrumentale - canon, canzona, capriccio, chaconne, concert, divertimento, fantasia, fantasie, fuga, invention, ouverture, passacaglia, preludium, ricercare, suite, symponie, toccata
muziekvorm, vocale - aria, cacia, chanson, koraal, lied, madrigaal, mis, motet(us), opera, oratorium, passie, recitatief
muziekwerk opus
muziekwetenschap musicologie
muziekwoede melomanie
muziekzetting arrangement, bewerking
muzikaal drama opera, oratorium
muzikaal episch dramatisch werk oratorium
muzikaal stemgeluid - zingen
muzikaal toneelstuk musical, opera, operette, zangspel
muzikaal werkstuk - opus
muzikaal wonderkind Mozart
muzikale compositie
4 aria, duet, fuga, mars, wals
5 étude, motet, polka, rondo, suite
6 bolero, elegie, marche, menuet, sonate
7 cantate, gavotte, mazurka, prélude, romance
8 cavatine, nocturne, potpouri, rapsodie, serenade, sonatine,
symphonie
9 barcarole, madrigaal, overture, pastorale, polonaise,
rhapsodie, sarabande
10 tarantella
muzikale figuur kwartool, quintool, sextool, triool
muzikale hand klavier
muzikale hoofdgedachte thema
muzikale hulde aubade, serenade
muzikale interpunctie - fasering
muzikale toonafstand kwart, kwint, none, octaaf, secunde, terts, septime,, sext
muzikale versiering - agrement
muzikale volzin - periode
muzikant zie: musicus
muzisch kunstgevoelig
myalgie spierpijn
myastenle.(myasthenie) spierzwakte
mycelium zwamvlok
mycovieten fungie
myoop - kippig
myopie bijziendheid, kortzichtigheid
myria tinduizendvoud
myriade tienduizendtal
mysterie enigma, raadsel, verborgenheid
mysterieus - duister
mystiek geheim(zinnig), verborgen
mythe fabel, godenverhaal, kletspraatlegende, sage
mythisch zie:mythologisch
mythische vogel feniks, phoenix
mythologie fabelwereld, godenleer, mythenleer
mythologisch bewaker met 100 ogen Argus
mythologisch dier Hydra, Pegasus, Cerberus
mythologisch dier met veel koppen Hydra
mythologisch land Atlantis
mythologisch monster Charybdis, Hydra, minotaurus, weerwolf
mythologisch paard Pegasus, Sleipnir
mythologisch schip Argo
mythologisch wezen alf, centauer, draak, eenhoorn, elf, engel, fee, griffioen, halfgod, heros, muze, nimf, reus, trol
mythologische figuur
2 Ra,
3 Ate, Gea, Hel, Ida, Ino, Ion, Nux, Nyx, Ops, Pan, Ran, Sol,
Tyr
4 Abas, Acis, Ajax, Amor, Apis, Ares, Argo, Asen, Auge, Baäl,
Bias, Ceyx, Clio, Dido, Dike, Echo, Enyo, Eris, Eros, Fama,
Faun, Gaea, Gaia, Hebe, Hera,Hero, Hyas, Idas, Iole, Iris, Isis,
Itys, Juno, Lara, Leda, Leto, Leus, Loki, Luna, Maia, Mars,
Mors, Muze, Nike, Nimf, Nixe, Odin, Rhea, Thor, Tros, Tyro,
Zeus
5 Aedon, Aegir, Aeson, Ageve, Ammon, Anius, Arcas, Argos,
Argus, Arion, Arius, Athos, Atlas, Attis, Braga, Bragi, Cacus,
Ceres, Chloë, Circe, Creon, Damon, Danae, Diana, Dione,
Donar, Doris, Eolus, Epeus, Erato, Fides, Flora, Freya, Gerda,
Gorgo, Gyges, Hades, Hagen, Helle, Heros, Hodur, Horae,
Horus, Hugin, Hylas, Hymen, Iduna, Iphis, Irene, Irmis, Iulus,
Ixion, Janus, Jason, Labda, Lamia, Lason, Lethe, Liber, Libya,
Linus, Magog, Manto, Maron, Medea, Metis, Midas, Minos,
Moira, Momus, Musae, Niobe, Njord, Orcus, Orion, Paean,
Pales, Paris, Picus, Pluto, Remus, Sater, Satyr, Sinon, Suade,
Thaïs, Thebe, Titan, Tyche, Venus, Veste, Widar, Wodan,
Zetes
6 Admete, Adonis, Aeacus, Aeetes, Aegeus, Aeneas, Aeolus,
Agenor, Aglaia, Alecto, Apollo, Athena, Athene, Atossa,
Atreus, Augias, Aurora, Balder, Battus, oreas, Byblis,
Cadmus, Camens, Castor, Charon, Chione, Clotho, Clytia,
Cronus, Cupido, Cybele, Daphne, Egeria, Erinna, Euadne,
Europa, Faunus, Geryon, Haemon, Hecabe, Hecate, Hector,
Helena, Helios, Helius, Hellen, Hermes, Hestia, Icarus, Ilione, Iolaus, Ismene, Latona, Lichas, Lucina, Lyaeus, Lycaon,
Mavors, Medusa, Menthe, Mestra, Mopsus, Myrrha, Neleus,
Nereus, Nessus, Nestor, Oberon, Oeneus, Oenone, Osiris,
Pallas, Peleus, Pelias, Pelops, Perses, Phoebe, Plutus, Pollux,
Pomona, Pontus, Procne, Pythia, Rhesus, Sciron, Selene,
Semele, Stator, Tereus, Tethys, Teuser, Thalia, Themis,
Thetis, Triton, Trivia, Tydeus, Ulixes, Urania, Uranus
7 Achates, Admetus, Aesacus, Agathon, Alcaeus, Alcides,
Alcmene, Alcyone, AthaeaAmphion, Antaeus, Antilope,
Arachne, Ariadne, Artemis, Astarte, Asteria, Atropos,
Bacchus, Bellona, Briseis, Bromios, Busiris, Calchas, Calipso,
Camanae, Cepheus, Chloris, Cleobis, Coronis, Cydippe,
Daphnis, Demeter, Electra, Elpenor, Erigone, Euterpe,
Fortuna, Galenus, Glaucus, Gorgias, Helenus, Hesione,
Hippias, Hypatia, Iapetus, Icarius, Inachus, IocasteJuturna,
Laertes,us, , Laodice, Latinus, Lavinia, Leander, Lynceus,
Machaon, Megaera, Melissa, Melitta, Minerva, Misenus,
Mithras, Musaeus, Nemesis, Nephele, Nerthus, Numitor,
Oceanus, Ocyrhoe, Oedipus, Omphale, Orestes, Orpheus,
Panacea, Pandora, Pelides, Perseus, Phaedra, Phineus,
Phoebus, Phrixus, Pleione, Pluvius, Prianus, Priapus, Procris,
Proteus, Pylades, Pyramus, Pyrrhus, Romules, Sirapis,
Silenus, Stentor, Telamon, Thaumas, Theseus, ThestorTroilus,
Ulysses, Victrix, Zagreus
8 Achilles, Acontius, Acrisius, Adrastus, Aglaurus, Agraulus,
Alcestis, Alcinous, Alcmaeon, Amalthea, Antigone, Antinous,
Apsyrtus, Arethusa, Ascanius, Astyanax, Atalante, Calliope,
Callisto, Cambyses, Cassiope, Cephalus, cerberus, Cercopes,
Cynosura, Daedalus, Damocles, Dardanus, Deianira,
Deiphobe, Diomedes, Dionysus, Endymion, Eumolpus,
Euryales, Euryclea, Eurydice, gradivus, Harmonia, Heracles,
Hercules, Hermione, Hersillia, Hesperia, Hesperus, Hyperion,
Ilithyia, Iphicles, Justitia, Labdacus, Lachesis, Laodamia,
Laomedon, Libertas, libitina, Lycurgus, Macareus, Melampus,
Meleager, Menelaus, Meriones, Morpgeus, Nauplius,
Nausicaa, Neptunus, Odyseus, Oenomaus, Oopheltes,
Palaemon, Pandarus, Pelasgus, Penelope, Pentheus, Perimele,
Poseidon, Quirinus, Salmacis, Sarpedon, Saturnus, Silvanus,
SisyphusTantalus, Telephus, Terminus, Thanatos, Thespius,
Thestius, ThyestesTiresias, Victoria, Volcanus, Vulcanus
9 Aegisthus, Agamemnon, Alexander, Amphitryo, Anaxarete,
Andromeda, Androgeos, Aphrodite, Aristaeus, Asclepius,
Autolycus, Automedon, Callirhoe, Candaules, Cassandra,
Cassiopea, Concordia, Daedalion, Deiphobus, Demodocus,
Deucalion, Ephialtes, Epictetus, Felicitas, Galanthis,
Ganymedes, Hasdrubal, Hippolyte, Hypsipyle, Idomeneus,
Leucoppus, Leucothoe, Lycomedes, Melanippe, Melpomene,
Menoeceus, Mercurius, Mnemosyne, Narcissus, Palamedes,
Palinurus, Pandrosus, PantroclusPhantasus, Philomela,
Polydorus, Polynices, Pygmalion, Salmoneus, Smintheus,
Telegonus, Thersites, Tisiphone, Tynrareus, Vulgivaga
10 Amphiaraus, Andromache, Antilochus, Coriolanus,
Cyparissus,Empedocles, Epimetheus, Erechtheus, Galanthias,
Galinthias, Heliodorus, Hephaestus, Hippodamea, Hippolytus,
Hippomedon, Hippomenes, Hyacinthus, Magnamater,
Melicartus, Nehalennia, Persephone, Polyphemus, Procrustes,
Prometheus, Telemachus
11 Aesculapius, Aristodemus, Bellerophon, Hypermestra,
Terpsichore, Triptolemus
mythologische held Hercules
mythologische hellehond Cerberus
mythologische koning Tantalus
mythologische koning van Frygle Midas
mythologische koningin Semiramis
mythologische onderwereld Tartarus, Hades
mythologische plaats der Goden Olympus
mythologische reus cycloop
mythologische ring Draupnir
mythologische speer Gungnir
mythologische stad - Troje
mythologische toegang tot de onderwereld - avernus
mythologische tovenares Medea
mythologische vogel Feniks, griffioen, phoenix, stymphalide
mythologische vrouw Pandora
mythologische wachter met 100 ogen - Argus
mythologische wolf weerwolf
N
na - achter, bij, dichtbij, volgend
na aan het hart - geliefd, dierbaar
na afloop achteraf, nadat
na afloop praten - napraten
na aftrek van de kosten - netto
na bepaalde tijd - later
na de dood - postuum
na de geboorte - postnataal
na één jaar - p.a. (postannum)
na gewone tijd - laat
na twaalf uur - n.m., (Eng.) p.m.
na verloop van - na(dat)
na verloop van tijd - daarna, later
naad hechting, kier, las, reet, scheiding, torn, voeg
naad in rok - spleet
naaf - aad, as, aspunt, spil
naaidopje - vingerhoed
naaien handwerken, hechten, naaldwerken, verstellen
naaigereedschap - draad, garen, garnituur, haak, naald, oog, schaar , speld, speldenkussen, stopnaald, vingerhoed
naaigerei centimetergaren, haak(je), knoop(je) naald, rijggaren, schaar, speld, stopnaald, vingerhoed
naaimand - handwerkmand
naaister - costumière, coupeuse, grisette, handwerkster, mestikster, midinette, modinette
naaister in confectie-atelier - modinette
naaister in een Parijs atelier midinette
naaiwerk - verstelwerk
naakt adamskostuum, bloot, kaal, onbedekt, onbegroeid, onbehaard, ontbloot, ongekleed, ontkleed
naaktbloeier - herfsttijloos
naaktbloemig - nudiflorus
naaktcultuur - nudisme
naaktheid - adamskostuum, nuditeit, paradijskostuum
naaktkieuwige weekdieren - eoliden
naaktlopen - streaken
naaktloper - adamiet, naturist, nudist
naaktloperij - nudisme
naaktstudie - naaktschilderij
naaktvarens - polypdiaceën
naaktzadig - gymnosperm
naaktzadigen - coniferen, ceder, cypres, den, gymnospermen, jeneverstruik, lork, mastboom, pijn(boom), spar, taxis, varen .
naald - gedenkteken, gedenkzuil, obelisk, priem, speld, spits, stift, wijzer, zuil
naaldaar - setaria
naald van een balans - evenaar
naaldboom - conifeer, ceder, cypres, den, ijf, jeneverstruik, lariks, lork, mastboom, pijn(boom), spar, taxus, varen
naaldbomenwoud in Siberië taïga
naaldbos - dennenbos
naaldenkervel scandix
naaldgaatje oog(je)
naaldkunst - borduurkunst, borduurwerk
naald of priem - als
naaldsteek - acupunctuur
naàldtekening - ets, gravure
naaldvak borduren, breien, haken, naaien
naald van een balans evenaar
naald van een klok - wijzer
naaldvissen - syngmathidae, zeenaalden, zeepaardjes
naaldvormig - pyramidaal
naaldvormige steen monoliet, obelisk
naaldwerken - borduren, breien, haken, naaien
naam - aanduiding, bekendheid, benaming, beroemdheid, eer, faam, nomen, renommee, reputatie, publiciteit, roep, roem, titel, van
naam aanduiden - noemen
naam , Arab. Ali, Omar
naam, naar de - nominaal
naaldwoud ,Siberië) - taiga
naam in Openbaring genoemd - Magog
naam, naar de - nominaal.
naam geven - noemen, heten
naamgeving benaming, doop
naam in openbaring genoemd - Magog
naam van Amerikaans president Coolidge, Eisenhower, Johnson, Kennedy, Lincoln, Nixon, Obama, Rooseveld, Truman,
Washington, Wilson
naam van Amerikaanse volkszangeres - Baez
naam van apostelen - Andreas, Bartholomeüs, Filippus, Jacobus, Johannes, Lucas, Mattheüs, Nathanaël, Paulus, Petrus, Simon, Thomas, Thaddeüs
naam van Arabisch vorst - AIi, Omar
naam van bekende diamant - Kohinoor, Cullinan, Excelsior, Orlow, Grootmogel, Regent, Sancy, Florentijner, Wittelsbach, Shah, Paragon
naam van diamanten die meer dan 100 karaat wegen paragon
naam van een bekende dierentuin - Artis, Blijdorp, Burgers, Ouwehand
naam van belasting - grondbelasting, inkomstenbelasting, loonbelasting, successierechten
naam van Belgische toneelspeler - Sion
naam van Ceres - Demeter
naam van de eerste letter van het Griekse alfabet - alpha
naam van dertien pausen - Leo
naam van de keizer van Duitsland - Wilhelm, Otto, Karel, Ferdinand, Frederik, Sigismund
naam van de Keizer van Ethiopië - Negus
naam van de laatste letter van het Griekse alfabet - Omega
naam van de Messias - Immanuel
naam van een bioscoop - City, Odeon, Apollo, Tuschinski
naam van een boek - titel
naam van een Boheems geestelijke - Hus
naam van een bos - 1o, 1oo, woud
naam van een dagblad - A.D., Handelsblad, Parool, Trouw, Waarheid, Telegraaf, Volkskrant,
naam van een diamant - kohinoor
naam van een Engels koningshuis - Tudor, Stuart, Windsor, Hannover
naam van een Franse koning - Henri, Louis, François, Charles
naam van een gebouw in Amsterdam - Beurs, Munt, Paleis, Rai, Rijksmuseum, Westertoren
naam van een gebouw in Leiden - Lakenhal
naam van een gebouw in Madrid - Prado
naam van een gebouw in Milaan - Scala
naam van een gebouw in Rotterdam - Doelen, Euromast
naam van een gebouw in Utrecht - Domtoren, Jaarbeursgebouw
naam van een gewrichtsziekte - leewater
naam van een graaf - Dirk, Filips, Floris, Jan, Karel, Willem
naam van een gravin - Ada, Amalia, Jacoba, Margaretha
naam van een heldendicht - Aeneis, Beowulf, Edda, Ilias, Odyssee
naam van een hoogte - berg, donk, gaast, geest, hil, terp, top, vluchtheuvel,wierd, woerd
naam van een kalief - Ali, Omar, Haroen
naam van een kerkhervormer - Calvijn, Luther, Hus, Wiclif, Zwingli,
naam van een kleine stroom - Aa, Ee
naam van een Mexicaanse minister- Casperios
naam van een museum in Amsterdam - Rijksmuseum, Tropenmuseum
naam van een museum in Den Haag - Mauritshuis, Mesdag
naam van een museum in Leningrad - Hermitage
naam van een museum in Londen - Tate
naam van een museum in Rotterdam - Boymans
naam van een museum in Utrecht Brandweermuseum, spoorwegmuseum
naam van een planeet - Aarde, Mars, Mercurius, Neptunus, Jupiter, Pluto, Saturnus, Uranus, Venus
naam van een opera - Aida, Carmen, Faust, Fidelio, Manon, Tosca, Othello, Oberon, Zauberflöte
naam van een papagaai - lorre
naam van een reusachtig dier - Behemot(h)
naam van een Romeins keizer - Antonius, Augustus, Claudius, Galigula, Hadrianus, Nero, Severus, Titus, Tiberius, Trajanus
naam van een schildersfamilie - Maris, Toorop, Israëls, Breughel
naam van een Spartaanse koning - Leonidas
naam van een Spartaanse koningin - Agis
naam van een ster - Acharnach, Alcor, Aldebaran, Algol, Altair, Antares, Arcturus, Betelgeuze, Capella, Castor, Deneb, Denebola, Fomalhout, Gemma, Mira, Mizar, Pollux, Poolster, Procyon, Regulus, Rigel, Sirius, Spica, Unuk, Wega,
naam van een sterrenbeeld - Andromeda, Wagen, Orion, Waterman, Weegschaal, Steenbok, Schutter, Ram, Tweelingen, Pegasus, Cassiopeia, Adelaar (of Arend), Draak, Boötes (of Berenhoeder), Zwaan, Dolfijn, Hercules, Jachthonden, Kreeft, Leeuw, Perseus, Lier, Maagd, Schorpioen, Stier, Vissen, Wagenman, Zuidervis, Zevengesternte, Waterman, Walvis, Melkweg, Plejaden
naam van een Thebaans koning - Oedipus
naam van een volk in de oudheid - Assyriërs, Azteken, Babyloniërs, Etrusken, Foeniciërs Inca's, Meden, Perzen
naam van een Zweeds koningshuis - Wasa, Bernadotte
naam van Engeland - Albion
naam van Engelse koning - Hendrik, Richard, George, Henry, Karel
naam van Engelse koningin - Mary, Elizabeth, Victoria
naam van film - thriller, western
naam van Frankrijk - Marianne
naam van geheime bond in Sicilië - Maffia
naam van Indische eilandengroep - Banda
naam van keizer van Ethiopië - Negus
naam van meerdere rivieren - Aa, Ee
naam van museum in München - Pinakothek
naam van oud-Egyptische stad - Busiris .
naam van Pausen - Alexander, Benedictus, Bonifacius, Celestinus, Clemens, Gregorius, Innocentius, Johannes, Leo, Paulus, Pius, Stephanus, Sixtus, Urbanus
naam van 5 Spartaanse overheidspersonen die toezicht moesten uitoefenen op de naleving van de wetten - eforen
naam van tijdschriften - magazine
naam van zeer oude stad - Ur
naam voor de stoffen met vitaminewerking - ergon
naam voor een bos - loo
naam voor een fiets - kar
naam voor een losstaand stuk rietland - bod
naam voor een ontginning - rade, rode
naam voor een rustoord - Elim
naam voor een stekelige heester - braam, berberis
naam voor Noach - Noë
naam voor oud-Turkse waardigheid.- Beg, Beij
naam voor oud-Zweedse waardigheid - Cöspërs
naamboek - onomasticon
naambord - naamplaat
naambord boven een winkel - uithangbord
naamcijfer - monogram
naamdag - verjaardag
naamdicht - acrostichon
naamgenoot - genan, genant, genante
naamgever aan een werelddeel - Amerigo
naamgeving - benoeming, denominatie, doop,
naamgeving volgens vaste regels - nomenclatuur
naamindeling - nomenclatum
naamkunde - onomastiek
naamlijst - index, kohier, nomenclatuur, onomasticon, register, rol, tabel
naamlijst op een schip - monsterrol
naamloos - anoniem, ongetekend, n.n.
naamloosheid - anonimiteit
naamloze vennootschap - N.V., (Eng.) Ltd, (Frans) SA, (Duits) AG.
naamplaat - naambord
naamregister - nomenclatuur
naamroof - laster
naamrovend - lasterlijk
naamsoverdracht - metonymie
naamsverandering - autonomasia
naamtekening - handtekening, signatuur, ondertekening
naamval - ablatief, accusatief, casus; datief, genitief, nominatief, vocatief
naamval, 1e nominatief
naam verandering - omdopen
naamvers - acrostichon
naamwisseling antonomasia, metonymie
naamwoord - nomen
naamwoordelijk - nominaal
naamwoordelijk deel van het gezegde - predikaatsnomen
na-apen - imiteren, nabootsen, nadoen, navolgen
na-aperij - imitatie, nabootsing, navolging
naar - luidens, volgens
naar affreus, akelig, bar, belabberd, benauwd, beroerd, doods, droevig, ellendig, eng, guur, lamlendig, lastig, misselijk, onaangenaam, onbehaaglijk, onfris, onpasselijk, onprettig, onwel, rot, slechtvervelend, somber, treurig, triest(ig), vervelend, volgens, walgelijk, wee, ziekelijk
naar aanleiding van - n.a.v., ingevolge, tengevolge
naar achteren achteruit, terug
naar adem snakken - hijgen
naar alle kanten - rondom, overal
naar bed gaan rusten, slapen
naar behoren - correct, goed, juist, netjes, terdege, terecht, voldoende
naar believen - desgewenst
naar beneden gaan - (af)dalen, dalen, neer, neergaan, omlaag, teneer, zakken
naar beneden glijden - afglijden
naar billijkheid - e,a.e.b.
naar binnen erin
naar binnen gaan - ingaan
naar binnen gericht - introvert
naar boven - omhoog, op(waarts)
naar boven gaan - klimmen, rijzen, stijgen,
naar boven klauteren - klimmen
naar boven toelopend - taps
naar buiten eruit
naar buiten doen - luchten
naar buiten gericht - extrovert
naar de kant - opzij
naar de letter - letterlijk, scrupuleus
naar de moeder genoemd metronymisch
naar de regel gebruikelijk, gewoon
naar de regelen der kunst - s.a.
naar de vijand overlopen - deserteren
naar de vorm - formeel
naar de waarheid - eerlijk, oprecht
naar deze plaats - hierheen
naardien aangezien, omdat, vermits
naar die plaats daarheen
naar en ziekelijk - akelig
naar evenredigheid - navenant, proportioneel, rata, rato
naargeestig akelig, bekommerd, droevig, luguber, somber, treurig
naar gelang - naarmate, navenant, overeenkomstig
naar genoegen tevreden, voldaan
naar goeddunken - ad lib.
naar goedvinden - ad libitum
naarheid - akeligheid, ellende
naar het genoemde toe - erheen
naar het getal numerair
naar het hoogste - climax
naar het midden toe - mediaal
naar het nummer - numeriek
naar het punt van uitgang - terug
naar hun mening - n.h,m.
naar ik meen - m.i.
naarling beroerling, engerd, etre, etter, klier, lelijkerd, loeres, mispunt, secreet, spook
naar mate van - naargelang
naar meisje - nest
naar mens - naarling
naar mijn bescheiden mening - n.m.b.m.
naar mijn mening - n.m.m.
naar mijn mening - m.i.
naar omhoog (Lat).- sursum, hemelwaarts, omhoog, stijgen
naar omlaag - neder, neer, terneer
naar onze mening - o.i.
naar raad luisteren horen
naar schepsel engerd, etre, naarling
naar twee kanten - bilateraal
naar verhouding - betrekkelijk, relatief, evenredig, proportioneel naar waarheid - eerlijk, oprecht
naar wij menen - o.i.
naardien - omdat, naar, aangezien, daar
naargeestig - akelig, beklemmend, bekommerd, hypochonder, somber, treurig, zwaargeestig,
naargeestigheid - hypochondrie
naargelang - naarmate, navenant, overeenkomstig
naarheid - akeligheid, afgrijselijkheid, ellende
naar het getal - numerair
naar het punt van uitgang - terug
naarling - aterling, être, engerd, etter, etterling, klier, loeres, mispunt, spook
naarmate - naargelang, volgens
naar omlaag - neder
naarstig actief, arbeidzaam, diligent, gehaast, laboreus, nijver, werkzaam, noest, ijverig, vlijtig, vlug
naarstigheid - vlijt, ijver
naar te hopen is hopenlijk
naar twee kanten - bilateraal
naar twee kanten gericht - polair
naar verhouding - advenant, betrekkelijkevenredig, relatief
naar verhouding gelijk evenredig
naar voen brengen - lanceren
naar waarheid - eerlijk, oprecht
naar wat waarheen
naar wens goed, wel
naar wezen etre
naar zich toehalen - trekken
naast afzijdig, benevens, bezijden, dichtbij, dichtst, intiemst, kortst, mis, nabij, neven, nevens
naastbestaande - bloedverwant, familielid
naast de deur - vlakbij
naast elkaar op dezelfde lijn plaatsen - juxtaponeren
naaste buur, evennaaste, evenmens, geloofsgenoot, medemens, volksgenoot
naaste bloedverwanten van moederszijde - cognaten, spillemagen
naaste bloedverwanten van vaders zijde - agnaten
naast elkaar op dezelfde lijn plaatsing juxtapositie
naast elkaar schikken vlijen
naast of langs - terzijde
naaste medewerkers - staf
naasten - annexeren, inpikken, toe-eigenen
naastenliefde - caritas
naaste omgeving - heem, omtrek
naaste omgeving van Amsterdam - Amstelland
naaste omgeving van Arnhem - Veluwe(zoom)
naaste omgeving van Breda - Baronie
naaste omgeving van Groningen - Ommelanden
naaste omgeving van Hilversum - Gooi(land)
naaste omgeving van Parijs - Banlieu
naaste omgeving van 's-Hertogenbosch - Meierij
naaste omgeving van Zutphen - Graafschap
naasten - annexeren, toe-eigenen
naastenliefde - agapé, caritas, mensenliefde
naast gelegen aangrenzend, belendend
naast wonende - buur (man), vrouw
naatje pet, waardeloos
nabauwen - herhalen
na bepaalde tijd - later
naber - buur
nabericht - naschrift, postscriptum, P.S.
nabestaande - bloedverwant, familielid, maag
nabetrachting - epiloog, meditatie, nabeschouwing, overdenking
Nabloes - Nabelus, Sichem
nabij - naast, dichtbij, ongeveer, omtrent
nabijgelegen - aangrenzend
nabijheid buurt, dichtbijzijn, nabuurschap,omgeving, omtrek, proximiteit
nabijliggend - dichtbij
nablaffen - naschreeuwen, nalopen
nablijven overblijven, schoolblijven
nablikken - naoben
nabloeien - epigonisme
nabloeier - epigoon
nabob - onderkoning, gouverneur
nabootsen - imiteren, na-apen, nadoen, navolgen, namaken, pasticheren, reproduceren, simuleren
nabootsen van een toestand - simulatie
nabootsend woord - onomatopee
nabootser - imitator
nabootsing - afbeelding, beeld, conterfeitsel, facticiteit, imitatie, konterfeitsel, mimesis, na-aperij, navolging, parodie, reproductie, simulatie
nabootsing der aarde - georama, globe
nabootsing, luchtige - parodie
nabootsing van klank in woord - onomatopee
nabootsing van mens of dier in hout, metaal enz. - beeld
naboth - stijfkop
naburig - aangrenzend, aanliggend, belendend, contigu, dichtbij, naastgelegen, nabijgelegen, omliggend
nabuur - buur, buurman
nabuurschap nabijheid
nabijheid proximiteit
nacht - (Lat) nox
nacht met volle maan - maannacht
nacht van 30 april op 1 mei - Walpurgisnacht
nachtblindheid - hemeralopie
nachtbraker doorzakker, fuifnummer
nachtclub - bar, dancing, disco, floorshow,
nachtdier - vleermuis, uil
nachtduivel - incubus
nachtmerrie nachtegaal - filomeel
nachtegaal rietzanger - snor
nachtelijk - duister, donker
nachtelijk feestmaal - reveillon
nachtevening - aequinocition
nachtgeest - spook
nachtgewaad - babydoll, hansop, nachthemd, nachtjapon, negligé, pon, py(j)ama, slaapmuts
nachtgezicht - nachtvisioen,
nachthagedis - gekko
nachthuis - nachtcafé, speelhuis
nachthuisje - kompaskast
nachtkleding - hansop, pon, pyama, pyjama, nachthemd
nachtkwartier - logies
nachtlamp - nachtlicht
nachtlampje - pelita
nachtleger - bed, bivak, brits, sponde, nachtverblijf
nachtleger van soldaten - bivak
nachtleger van vliegend wild - roest
nachtloper - lichtmis
nachtmaal - avondmaal, H.A.
nachtmannetje - duivel, geest, spook
nachtmerrie - alf, angstdroom, bietebauw, cauchemar, incubus, kwelgeest, maar
nachtmuts - slaapmuts
nachtmuziek - serenade, nocturne
nachtorchis - platanthera
nachtpauwoog - saturnia
nachtpermissie (mil.) - nachtverlof
nachtronde patrouille
nachtroofdier - jakhals
nachtroofvogel - uil
nachtrust - slaap
nachtschade - aardappel, solanum
nachtschade-achtige plant - aardappel, bilzenkruid, doornappel, dolkruid, petunia, tabak, tomaat, wolfskers
nachtschaden - solanaceeën
nachtspiegel - po, pot
nachtstuk - nocturne
nachtstudie - lucubratie
nachtteken - Kreeft, Maagd, schorpioen, Steenbok, Stier, Vissen
nachtuil - nachtvlinder, stommerik, nachtwaker
nacht van 30 April op 1 Mei Walpurgisnacht
nachtverblijf bed, logement, logies, hotel, motel, herberg, slaapkamer
nachtverblijf van een leger - bivak, kampement, kwartier
nachtverblijf verlenen - huisvesten, herbergen
nachtvliegtuig - moonliner
nachtvlinder - chilo, clix, kol, lichtmot, pistooltjeplusia, rietuil, roesje
nachtvlinders - heterocera
nachtvogel - geitenmelker, kerkuil, nachtzwaluw, oehoe, ransuil, uil
nachtwacht - klepperman
nachtwake bij een dode - vigilie
nachtwerk - lucubratie
nachtwerker - rioolruimer, ruimer, sekreetruimer
nachtzwaluw - caprimulgus, geitenmelker, ratelaar
nacijferen - uitrekenen, nagaan
nadagen herfst
nadat - daarna
nadat de stad Rome gesticht is - P.R.C.
na de dood - postuum
nadeel - afbreuk, bezwaar, maar, scha(de), strop, verlies
nadelig - ongunstig , onvoordelig, schadelijk
nadelig resultaat - verlies
nadelig saldo - deficit
nademaal - aangezien, daar, naardien, omdat, vermits
nadenken bezinnen, nagaan, peinzen, piekeren, overdenken, overwegen, verzinnen
nadenkend pensief, peinzend, mijmerend
naden van een schip dichtslaan - kalamaaien
nadenkend pensief
nadenken over overwegen
naden lossnijden - tornen
nader - dichterbij, korter, nauwkeuriger
nader beding clausule
naderbij - dichterbij
nader overeenkomen - naregelen
naderbij komen - naderen, naken, genaken
nadere omstandigheid - bijzonderheid, eigenaardigheid, toevalligheid
naderen aankomen, (ge)naken, komen
naderend dreigend
nadernd onheil gevaar, onheil
naderen met grote stappen - aanbenen
naderhand achteraf, daarna, later, mettertijd
nadering - aankomst, aantocht, advent, applaus, komst
nadezen - hierna, later
nadien achteraf, daarna, erna, later, naderhand, sedertdien, vervolgens
na die tijd - nadat
nadir voetpunt
na dit leven - hiernamaals
nadoen - imiteren, naäpen, nabootsen, navolgen
nadoenerij - navolging, naäperij
nadruk - aandrang, accent, emfase, klem, klemtoon, kracht, reprint
nadruk (muz.) - thesis
nadruk leggen - accentueren, beklemtonen
nadrukkelijk - instantelijk, krachtig, pertinent, stellig
nadrukkelijk (muz.) - marcato
nadrukkelijke verklaring - belofte, eed, gelofte
nadrukken reprinten
nadrukleggen - accentueren
na-eter - ketelaar
nafta - petroleumether
naftanon, derivaat van - nafteenzuur
naga - brilslang, cobra, naja
nagaan - behartigen, bepeinzen, bespieden, bewaken, checken, controleren, inspecteren, nazien, onderzoeken; overwegen, volgen, wikken
nagalmen - weerklinken
nagalm - echo, resonantie, weerklank
nagapen - nastaren
nageboorte - moederkoek, placenta
nageboorte van een merrie - haal
nageboortenleer - deuteroiogie
nagebootst - nagemaakt
nagebootst antiek - novantiek
nagebootst kippenei - nestei
nagedachte - overweging
nagedachtenis - aandenken, herinnering, memoriam, memorie, necrologie
nagedachtenis (ter) - in memoriam
nagekomen - gestand
nagel bout, klinkbout, naald, onyx, pen, pin, spijker, stift, unguis
nagelaandoening - leukonychie, onychrogryphosis, paronychie
nagelaten indruk moet, spoor
nagelbloem - anjelier, bolderik, giroffel
nagelborstel - polissoir
nagelen vastspijkeren
nagelijzer - doorslag
nagelkaas - komijnenkaas
nagelkleurmiddel - henna
nagelkruid - egelkruid, geum, penningkruid, wederik
nagelpijn - onychia
nagelsmid - spijkermaker
nagelsteen - onyx, nagellak - hyacint
nageltak - hyacint
nagelvast aardvast, spijkervast
nagelvoor hout - spijker
nagelziekte - onychoses
nagemaakt geimiteerd, imitatie, kunstmatig, nagebootst, onecht, postiche, pseudo, vals
nagenoeg - bijkans, bijna, omstreeks, ongeveer, schier, temee, temet, zo goed als, vrijwel
nagerecht - blanc-manger, dessert, fruit, gebak, kaas, koffie, hangop, koffie, kwark, pap, pudding, rabarber, sorbet, taart, toespijs, toetje, vla, ijs, vruchten
nageslacht - afstammeling, dochter, kind, nakomeling, oir, oor, telg, zoon, nazaat, na(kroost), zaad
nagewas nateelt
na gewone tijd - laat
nagras - etgras, etgroede, etgroen, nasnede, toemaat
nahouden - nageven, verwijten
naïef - argeloos, eenvoudig, goedgelovig, kinderlijk, natuurlijk, onbedorven, ongekunsteld, onnozel, onschuldig, onrijp, simpel, trouwhartig
naïef meisje - ingénue
naijlen - narennen
naijver - afgunst, animositeit, emulatie, jaloersheid, jaloezie, kif, nijd, wangunst, wedijver
naijverig afgunstig,
naïveteit - argeloosheid, eenvoud, openhartigheid, onnozelheid, onschuld, onschuldigheid
naja - brilslang, cobra, naga
najaar - herfst
na een jaar - p.a.
najaarsdag herfstdag
najaarsmarkt herfstmarkt
najaarsmis - herfstmis
najaarsschoonmaak - uithaal
najaarsstorm - herfststorm, novemberstorm
najaarstint - herfsttint, najaarskleur
najade- bronnimf, nimf, waternimf
najadacee - nimfkruid
najagen - achtervolgen, nazitten, streven, vervolgen
najool - napret
najouwen naroepen, naschreeuwen, uitjouwen
nakaarten - napraten
naken - naderen, genaken
nakend - bloot, genakend, naakt, naderend, ongekleed
nakie adamscostuum, blootje
nakijken - controleren, corrigeren, inspecteren, kontroleren, korrigeren, naogen, nastaren, nazien
naklank - echo, galm, nagalm, nawerking, resonantie, weerklank
naklinken resoneren
naklinkend geluid echo, nagalm, weerklank
nakomeling - afstammeling, aver, descendant, dochter, kind, nageslacht, naneef, nanicht, nazaat, oir, spruit, telg, zaad, zoon
nakomelingen - kroost
nakomeling van Ezau (Edom) - Edomiet
nakomeling van Ismail - Ismaëliet
nakomeling van Israël - Israëliet
nakomeling van Levi - Leviet
nakomeling van Napoleon - Napoleoniden
nakomeling van Noach - Hamiet, Semiet
nakomelingschap - nageslacht, (na)kroost, oir, posteriteit, zaad
nakomen - houden, naleven, vervullen, volbrengen, volgen
nakomer - spadeling
nakoming - naleving
nakroost - afstammeling, aver, nageslacht, nakomelingschap, nazaat, oir, telg
nakijken - herzien, nazien, onderzoeken, overzien
nalaten - achterlaten, legateren, verzuimen
nalatenschap - boedel, erfenis, legaat, versterf
nalatenschap/deel van... - erfdeel, kindsdeel
nalatenschap krijgen - erven
nalatig - achteloos, ingebreke, laks, lichtzinnig, nonchalant, onachtzaam, schuldig, sloffig, slordig, traag, zorgeloos
nalatigheid - achteloosheid, negligentie, nonchalance, omissie, onachtzaamheid, slordigheid, verzuim, zorgeloosheid
naleven - nakomen, houden, opvolgen, respecteren, voortbestaan, voortleven
naleving - inachtneming, observatie
nalezen - herlezen, overlezen, uitzoeken
naloop moeite, zorg
nalopen - achternalopen, behartigen, controleren, nakomen, volgen
naloper - gunstbejager, vleier, vereerder
nalopertje - krijgertje
namaak - imitatie, nabootsing, nep, pseudo, surrogaat, vals
namaak glacé - nappa
namaakgoud - doublé, semilor, similor, talmigoud
namaakivoor - eburine
namaakjuweel - stras
namaakschilderij - oleografie
namaaksel - imitatie
namaakzilver alpaca
namaals hierna, later
namaken - copiëren, imiteren, kopiëren, nabootsen
namaking - imitatie
namaz - salât
namelijk - n.l., (Lat.) sc, tw., immers, want
nameloos - erg, groot, onnoemelijk, onzegbaar, sterk
namenkunde - onomastiek, onomatologie
namens - vanwege
namiddag - achternoen, nanoen, n.m., p.m.
namiddagdiensten - vespers
namiddagslaapje - siësta
nandoe - rhea
naneef - achterneef, telg, nakomeling, nazaat
nanicht - achternicht
nanisme - nanosomie
nanoen - namiddag
naogen nakijken, nastaren, nazien, volgen
Naomi, schoondochter van - Orpa, Ruth
nap - bak, bakje, beker, drinkschaal, kom, kroes, mok, napje, schaal
Napels, armenwoningen in - bassi
Napelse ziekte - syfilis
Napelsgeel - loodantimonaat
napijn nawee
napje - bekertje
napjesdrager - berk, beuk, eik, els, hazelaar, kastanje
napjesdragenden - cupuliferen, fagaceeën
napluizen navorsen, onderzoeken, snuffelen
napluizer - snuffelaar
Napolitaans bedelaar - lazzarone
Napolitaans geheim genootschap - camorra
Napolitaanse dans - tarantella
nappa - ledersoort, nappaleder
naprater nakaarter, nazegger
napret - najool
nar - clown, dwaas, geinmaker, gek, grapjas, grappenmaker, guit, hansworst, harlekijn, joker, klown, komiek, kwant, lolbroek, olijkerd, paljas, pias, pierrot, potsenmaker, snaak, zot
narcis - jonquille, paasbloem
narcis achtige plant - agave, amaryllis, amarylidaceeën, clivia, sneeuwklokje
narcoanalyse - hersenspoeling
narcose - bedwelming, verdoving, anesthesie
narcoseleer anesthesiologie
narcosemiddel - ether
narcoticum - alcohol, cocaïne, drug, hennep, mescaline, morfine, nicotine, opium, stuff
narcotische drank - kawa
narcotine - narcosine, opian, opianine
narcotiseren verdoven
narcotiseur - anesthesist
narede - epiloog, nawoord, slotrede, slotwoord, sluitrede
narekenen chechen, controleren
narennen nalopen
nare vent - lammeling
nargileh - waterpijp
narigheid - akeligheid, ellende, knudde, last, malaise, misère, naarheid, nood, sores, trammelant, trubbel, verdriet
narren pesten, plagen, sarren, treiteren
narrenattributen - kei, marot, zotskolf
narrenbisschop - ezelpaus
narrenmuts - zotskap
narrenpots - boert, gekkernij, grap
narrenstaf marot, zotskolf
narrenstok - marot
narrerij - dwaasheid, gekheid, gril
narrig - bits, drenzerig, gemelijk, gram, huilerig, knorrig, lastig, verdrietig
narijden nazitten, vervolgen
naroepen - najouwen
narwal walvis
nasaal - neusklank
naschafter ketelaar
naschilderen imiteren, kopieren
naschreeuwen - nablaffen
naschrift - n.s., nabericht, postscriptum, p.s.
naschrijven - overschrijven, kopiëren, spieken
naseizoen - herfst
nasi - rijst, padi
naslaan - nakijken
naslagwerk boek, encyclopedie, flora, handboek, lexicon, Oosthoek, Standaard E., vademecum, woordenboek, W.P., E.N.S.I.E.,
nasleep - stoet, gevolg, effekt, uitvloeisel
nasnede - etgroen, nagras, toemaat
nasnuffelen nagaan, opsporen, onderzoeken
naspel - coda, epiloog, gevolg, postludium, staartje
naspeuren nagaan, nasporen, peilen, recherche, uitzoeken
naspeurlijk doorgrondelijk
naspijs - dessert
nasporen - onderzoeken, speuren, volgen, uitzoeken
nasporing - onderzoek, investigatie, navorsing
naspui agger, mui
nastaren nagapen, nakijken, naogen
nasteek - nastoot, riposte
nastoot riposte
nasturen - nazenden
nat doordrenktdoorweekt, dras{sig), klam, sap, vloeibaar, vloeistof, vocht(ig)
nateelt naseizoen
natekenen uittekenen, overtrekken
natgieten - begoeten
nat grasland dries
nathals drinkebroer
natheid - vochtigheid
nat maken - bevochtigen, sproeien
nataliteit - geboortecijfer
naterkruid - adderkruid
natertong - speerkruid, addertong
nathals - dronkelap, drinkebroer
natie - gebied, land, mogendheid, rijk, staat, volk, volksstam
natief - geboortig, ongekleurd, onveranderd
nationaal - nat., landelijk
Nationaal Indonesisch leger - T.N.I.
Nationale industrie - volksnijverheid
nationaal lied - hymne, volkslied
nationaal park - reservaat
nationaal park in Canada - Algonkin
nationaal park in de Verenigde Staten - Josemite, Yellowstone
nationaal park in Nederland - Veluwezoom, Hoge Veluwe
nationaal park in Zuid-Afrika - Kruger-Wildpark
nationaal socialist - bruinhemd
Nationaal Socialistische Beweging - N.S.B.
nationaal spel der Japanners - go
nationaal symbool - koningshuis, vlag
nationaal teken voor Nederlandse vliegtuigen - PH
nationaal voedsel in Italië - spaghetti
nationale drank in Peru - pisco
nationale drank van Frankrijk - wijn
nationale hymne - volkslied
nationale hymne van België - Brabançonne
nationale hymne van Frankrijk - Marseillaise
nationale hymne van Nederland - Wilhelmus
nationale schuld - staatsschuld
nationale sport der Basken - pelote
nationaliteitsbewijs - pas{poort), toeristenkaart
nationaliteitsbewijs van een koopvaardijschipper zeepas
natkou kil
natmaken (be)sproeien, bevochtigendrenken, sprenkelen
Natoena-eilanden, een der - Boengoeran, Padjang
natrekken - achterna reizen, checken, controlerennaspelen
natrekking - accessio
natrekpapier - calqueerpapier
nat rijstveld - sawa
natrium - na.
natriumcarbonaat - soda
natriumchloride - keukenzout, steenzout, zout
natriumhydroxide - natron{loog)
natriumnitraat - salpeter, chilisalpeter
natriumsilicaat - waterglas
natriumsulfaat - glauberzout
natriumtetraboraat - borax
natriumveldspaat - albiet
natriumzout - borax
matonaluminiumsilicaat - natroliet
natriumzout van citroenzuur - natriumcitraat
natron - soda, natriet
natronsalpeter - natriumnitraat, chilisalpeter
natronveldspaat - orthoklaas
natte moeson - regentijd
natte omslag - kompres
natte vuiligheid - smurrie
natte waar - bier, melk, olie, wijn
natte, weke aarde - dras
natten - natmaken, bevochtigen
nattig - dras{sig), klam, klef, vochtig
nattig, bij brood - klef
nattigheid - vocht, vloeistof
nattig koed kil
nat tot op het bod kletsnat
nat uit vruchten - sap
natura artis magistra - NAM., Artis
naturalibus, in - (moeder)nacht
naturel - inlander, inboorling, kleurling, mulat, onvermengdpuur
naturist naaktloper, nudist
natuur - aanleg, aard, geaardheid, gestel, groeikracht, inborst, innerlijk, instinct, karakter, temperament, wezen
natuurbad - Boekelo, Lido
natuurbeginsel - (Chin.) yin, yang, (Grieks) element
natuurbos woud
natuurboter - roomboter
natuurdrift - instinct
natuurfilosofie - kosmologie
natuurgas aardgas
natuurgebied - reservaat
natuurgeest - alf, elf, fee, kabouter, trol
natuurgeneeskunde - fysiatrie
natuurgenoot evenmens, medemens
natuurgetrouwe weergave eerlijk, facsimilé, levensecht, realistisch, werkelijk
natuurkenner bioloog
natuurkennis - biologie
natuurkracht - hysiocratie
natuurkunde - fysica
natuurkunde term - p.k. s.g., uitzettingscoëfficiënt, veerkracht, zwaartekracht
natuurkundige - fysicus
natuurkundige - Ampère, Archimedes, Bohr, Celsius, Einstein, Fahrenheit, Heisenberg, Huygens, Lorentz, Newton, Oppenheimer, Pascal, Planck, Réaumur, Torricelli, Volta, Zernike
natuurkundige begrippen - arbeid, gewicht, impuls, impulsie, krachtstoot, massa, moment, s.g., snelheid, versnelling, zwaarte
natuurkundige methode - afkoelingsmethode, bevriezingsmethode
natuurleer - fysiologie
natuurlijk - aangeboren, begrijpelijk, eenvoudig, gezond, ongekunsteld, vanzelfsprekend, verklaarbaar, zeker
natuurlijk bekleedsel - huid, pels, vacht
natuurlijk bos - woud
natuurlijk getal - een, twee, enz.
natuurlijk vermogen om te groeien - groeikracht
natuurlijk waterbekken - baai, golf, meer, oceaan, zee
natuurlijk waterbekken door land ingesloten - meer, ven, plas, poel
natuurlijke begaafdheid - gave, talent
natuurlijke depressie - pol je, uvala, bekken, doline, krater
natuurlijke geaardheid - gestel
natuurlijke depressie in China Toerfan
natuurlijke gelaatskleur - blos
natuurlijke geschiktheid - aanleg, geaardheid, gestel
natuurlijke historie - aardkunde, delfstofkunde, dierkunde, plantkunde
natuurlijke kleur hebbend - naturel
natuurlijke kloof - canon, ravijn, canyon
natuurlijke krul - naturel
natuurlijke logaritme - ln.
natuurlijke meststof - compost, humus
natuurlijke omgeving - habitaat
natuurlijke openhartigheid - naïviteit
natuurlijke reactie - reflex
natuurlijke toestand/In. . . zijn - rustiek, landelijk
natuurlijke verheffing - berg, heuvel, gebergte
natuurlijke vlotheid - flair, ongedwongenheid
natuurlijke warmtebron - zon
natuurlijkheid - eenvoud, ongedwongenheid, ongekunsteldheid, ingenuïteit
natuurmens - natuurliefhebber
natuurmonument - reservaat; zie ook nationaal park
natuurmonument in Drente - Brandeveen, Uffelterveen Wapserveld,
natuurmonument in Friesland - Rengersmiede
natuurmonument in Gelderland - Hengstdal, Loohuis, Veluwezoom
natuurmonument in Groningen - Metbroek, Westerbroek, Weenderbosch
natuurmonument in Limburg - Genhoes, Mookerheide
natuurmonument in Noord-Brabant - Kampina
natuurmonument in Noord-Holland - IJdoorn, Slufter, Gooilust, Naardermeer, Corversbosch, Spanderswoud
natuurmonument in Overijssel - Wieden, Friezenberg, Buurserzand
natuurmonument in Utrecht - Botshol, Soesterveen
natuurmonument in Zuid-Holland - Merrevliet, Vlietlanden
natuuronderzoeker - botanicus, bioloog, chemicus, fysicus, geomorfoloog, pedoloog, zoöloog
natuurreservaat - natuurmonument
natuursteensoort - basalt, graniet, kalksinter, kalksteen, kwartsiet, lei(steen), marmer, mergel, travertin, travertijn tufsteen, zandsteen
natuur van de mensen - aard
natuurverschijnsel - aardbeving, aardschok, aardverschuiving, avondrood, bliksem, damp, dauw, donder, dooi, eb, eclips, golf, hagel, halo, ijs, ijsregen, ijzel, jachtsneeuw lawine, licht, maanlicht, meteoor, mist, morgenrood, motregen, nacht, nevel, noorderlicht, onweer, regen, regenboog, rijm, rijp, schaduw, sneeuw, sneeuwjacht, sneeuwstorm, storm, straalbreking, vloed, vorst, wind, wolk
natuurvolken - primitieven
natuurvorser natuuronderzoeker
natuurwetenschappen - realia
natijd - herfst, najaar, naseizoen
na twaalf uur - n.m.
na twaalf uur (Eng.) - p.m.
Naupaktos - Lepanto
nausea - braakneiging, misselijkheid
nautiek - scheepswezen, zeevaartkunde
nauw - benard, benepen, eng, intiem, juist, knellend, krap, nauwelijks; net, nijpend, precies, smal, streng, strikt, zee-engte, zeestraat
nauw begrensd - bekrompen,beperkt, eng
nauw dal - canon, canyon, kloof, ravijn
nauw verbonden - compact, een, innig, inherent, samenhangend
nauw aansluitende broek + kousen - panty, maillot
nauwe doorgang bergpas, engte, kloof, pas, slop, spleet,steeg, zeeëngte
nauwe doorgang tussen zandbanken priel, vaargeul
nauwe opening - kier, reet, spleet, split
nauwe opening in de huid - porie
nauwe straat - impasse, slop, steeg
nauwe verwantschap - affiniteit
nauwe vriendschap - affiniteit, liefde
nauwe weg - defilé, pad
nauwe zeestraat - zeeengte
nauwelijks - amper, juist, krap, nauw, net, node, pas, scrupuleus, ternauwernood
nauw en eng smal
nauwgezet - accuraat, consciëntieus, exact, getrouw, letterlijk, nauwkeurig, nauwlettend, netjes, precies, punctueel, secuur, strikt, stipt, streng, volkomen, zorgvuldig
nauwgezetheid - acribie, precisie, scrupulositeit, striktheid
nauwgezetheid bij taalkundig werk - acribie
nauwkeurig - aandachtig, accuraat, correct, exact, juist, nauwgezet, nauwlettend, net, precies, prompt, secuur, stipt, strikt, volkomen, zorgvuldig
nauwkeurig afmeten - afpassen
nauwkeurig bepalen - vaststellen, definiëren
nauwkeurig gezet - kaarsrecht
nauwkeurig lopend uurwerk - chronometer
nauwkeurig omschrijven - definiëren
nauwkeurig onderzoek - analyse
nauwkeurig onderzoeken - analyseren .
nauwkeurige beschrijving van een werk - bestek, rapport
nauwkeurige omschrijving - definitie
nauwkeuriger beter, juister
nauwkeurigheid - acribie, akribie, securiteit, stiptheid
nauwlettend aandachtig, exact, juist, krek, nauwgezet, opmerkzaam, precies, secuur, strikt, stipt, waakzaam,
nauwsluitend - eng, getailleerd, krap, strak
nauwsluitend bovenlijf - jak
nauwsluitend damesmantelpak - tailleur
nauw straatje slop, steeg
nauwte - angst, benauwdheid, bergengte, engte, krapte, zee-engte;
nauwtjes - schriel
nauw verbonden - compact, een, inherent, innig, samenhangend
nauw verwant - adherent
Navarino - Pylos
navel - umbilicus
navelontsteking - ompfalitis
navelpunt - ombiliek, umbilicaalpunt
navelstreng - funiculus
navelzaad - kleefkruid
navelzwijn - pekari
navenant - evenredig, overeenkomstig, proportioneel,
na verloop van - nadat
na verloop van zekere tijd dan, later, nadat, nadien
navet - treinreis; weversspoel, schietspoel
navigatie - besturing, scheepvaart, stuurmanskunst, zeevaart
navigatiemiddel - backton, dieplood, kompas, radar, roer, sextant, telerant
navigeren - sturen
navolgen - imiteren, na-apen, nabootsen, nadoen, vervolgen, nazetten
navolgend hierna
navolgenswaardig - voorbeeldig
navolger - epigoon, imitator, volgeling
navolging - imitatie, nabootsing, na-aperij
navorsen napluizen, navragen, onderzoeken, uitvinden
navorser - onderzoeker, uitvinder
navorsing - exploitatie, nasporing, onderzoek, research
navraag - informatie, onderhoud
navrant bedroevend, hartverscheurend, pijnlijk, schrijnend
navy marine, zeemacht
nawee napijn
nawerking - effect
nawoord epiloog, narede, slotrede, slotwoord
nawuiven - uitzwaaien
Nayarit, haven van - San Blas
Nayarit, hoofdstad van - Tepik
nazaat afstammeling, aver, kind, nakomeling, oir, telg
nazang - epode, refrein
Nazarener - Jezus, Christus
nazaten oir
nazeggen herhalen, napraten
nazenden - nasturen
nazileer - nazisme
Nazireeër - Samuel, Simson
nazien - controleren, corrigeren, doornemen, herstellen, inspecteren, nagaan, nakijken, naogen, onderzoeken, overkijken, revideren
nazitten achtervolgen, nagaan, najagen
nazoeken navorsen
nazomer herfst
nazwaaien - uitwuiven
neb - bek, mond, snater, snavel, snebbel, vogelbek
nebaal nebbeling
nebbeling aal, nebaal
Nebraska, hoofdstad van - Lincoln
Nebraska, Indianenstam die oorspronkelijk woonde in - Cheyennes, Omaha, Pawnee, Ponca
nebuleus - mistig, nevelig
necessaire - étui, (reis)tas, reiskistje, toilettas
necrologie - levensgeschiedenis
nacrologium obituarium
necropolis - begraafplaats, dodenstad, kerkhof
necropsie - autopsie, lijkopening
nectar - ambrosia, godendrank
nectariën - honingklieren
neder afwaarts, neer(waarts), omlaag, terneer
nederig - bescheiden, deemoedig, gering, ingetogen, kuis, modest, onaanzienlijk, onderdanig, ootmoedig, serviel, slaafs, sober
nederige onderworpenheid - deemoed, slaafsheid; serviliteit nederige woning - hut, stulp
nederigheid - bescheidenheid, deemoed, deemoedigheid, onderdanigheid, onderworpenheid, ootmoed, serviliteit, soberheid
nederig huis hut, kot, krot
nederig vragen - smeken
nederlaag - defaite, ondergang, onderspit, verlies
nederlaag - depot, magazijn
Nederland - Holland, Ned., NL, Kikkerland
Nederlander - Achterhoeker, Brabander, Drent, Fries, Gelderlander, Groninger, Hollander, Limburger, Noordhollander, Twentenaar, Utrechter, Zeeuw, zuidhollander
Nederlands - Hollands
Nederlands architect - Bakema, Berlage, Dudok, Oud, Rietveld, Staal
Nederlands automerk - DAF., daf
Nederlands beeldhouwer - Altrop
Nederlands eiland - Ameland, Griend, Rottum, Rottumeroog, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel, Tiengemeten, Vlieland
Nederlands eiland, voormalig - Beveland, Duiveland, Marken, Schokland, Schouwen, Tholen, Urk, Walcheren, Wieringen
Nederlands eiland in West-Indië - Saba, Aruba, Bonaire, Curaçao
Nederlands etser - Allard
Nederlands Hervormd - N.H.
Nederlands Instituut voor documentatie en registratuur - N.I.D.E.A.
Nederlands Instituut voor opinie onderzoek - Nipo
Nederlands kasteel - Loevestein, Muiderslot, Twickel, Biljoen
Nederlands schrijver - Beets, Bordewijk, Bredero, Bomans, Bruyn, Coolen, Claus, Couperus, Cremer, Dekker, Douwes, Emants, Falkland, Heijermans, Helman, Hermans, Hildebrand, Huet, Klikspaan, Last, van Lennep, Martin, Mens, Mulisch, Multatuli, Naeff, Oltmans, Raes, Robbers, Staring Streuvels, Timmermans, Vestdijk, van het Reve, Vinkenoog, Walschap, Zernike
Nederlands schrijfster - Blaman, Boudier, Corsari, Deken, Gijsen, Haasse, Hadewijch, Naeff, Peypers, Philips, Smeding, Toussaint, Wolff
Nederlands toneelspeler - Bouwmeester, Brusse, Croiset, Diels, Dikkers, Flink, Hoddes, Hermus, Huf, Kaart, Laseur, Lutz, Molenberg, Oster, Punt, Remmelts Richters, Royaards, Schmitz, Steenbergen, Tiemeijer, Verkade
Nederlands verbond van vakverenigingen - N.V.V., CNV
Nederlands volkslied - Wilhelmus
Nederlands voormalig eiland - Urk, Marken, Beveland, Walcheren, Wieringen
Nederlands waddeneiland Ameland, Rottum, Rottemmeroog, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel, Vlieland,
Nederlandse admiraal - Doorman, Evertsen, Hein, Heemskerk, Houtman, De Ruyter, Tromp, Zoutman
Nederlandse Antillen, een der - Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba
Nederlandse Antillen, hoofdstad der - Willemstad
Nederlandse badplaats - Bergen, Cadzand, Domburg, Egmond, Katwijk, Kamperduin, Noordwijk, Renesse, Rockanje, Scheveningen, Wijk, Zandvoort, Zoutelande
Nederlandse beeldhouwer - Altorf, Andriessen, Damsté, Dupuis, Krop, Raedecker, Doosenburg, Zijl
Nederlandse cabaretier - Cox, Doderer, Elsink, Gaikema, Gratema, Halsema, Herfst, Hermans, Hugas, lbo, Janssen, Jongewaard, Kan, Manders, Mol, Muyselaar, Shaffy, Sonneveld, Walden,
Nederlandse cabaretière - Bloemendaal, Blok, Huurdeman, Stuart, Vonk,
Nederlandse Christelijke Radio Vereniging - N.C.R.V.
Nederlandse componist - Andriessen, Badings, Diepenbroek, Dopper, Dresden, Hellendaal, Henkemans, Landré, Lassus, Mengelberg, Monnickendam, Obrecht, Paap, Pijper, Schat, Snep, Steenhuis, Sweelinck, Verhulst, Schat, Vermeulen, Viotta, Voormolen, Wagenaar, Zweers
Nederlandse dichter - Aafjes, Achterberg, Andreus, Beets, Bilderdijk, Bloem, Bredero, Boutens, Cats, Gazelle, Genestet, Gorter, Helmars, Hooft, Huygens, Kloos, Lucebert, Marsman, Nyhoff, Paaltjens, Perk, Potgieter, Staring, Tollens, Verwey, Vondel, Vroman
Nederlandse dieptemaat - vadem
Nederlandse dirigent - Mengelberg, Van Beinum, Haitink
Nederlandse geleerde - Erasmus, Donders, Lorenz, Enthoven, Zernike, Gnoes
Nederlandse grensplaats - Bocholtz, Bourtange Clinge, Denekamp, Dinxperlo, Eede, Eysden, Gendringen, Glanerbrug, Groesbeek, 's-Heerenberg, Koningsbosch, Megchelen, Netterden, Nispen, Overdinkel, Rekken, Siebengewald, Spijk, Vaals,
Nederlandse luchtvaartmaatschappij - KLM., N.LM., Martinair, Schreiner
Nederlandse militaire politie mareschaussee
Nederlandse munt cent, dubbeltje, gulden, rijksdaalder, kwartje, stuiver, vijfje
Nederlandse mystieke schrijver - Herp
Nederlandse ontdekkingsreiziger - Barentz, van Diemen, Heemskerk, Houtman, Lemaire, Tasman
Nederlandse pedagoog - Cele, Ligthart
Nederlandse pianist - Andriessen, Hengeveld, Henkemans
Nederlandse politicus - Beel, Biesheuvel, Colijn, Drees, Gerbrandy, Hogendorp, Kuyper, Lohman, Marchant, Nieuwenhuis, Nolens, Oldenbarneveldt, Oud, Romme, Schaepman Schimmelpenninck, Talma, Tilanus, Thorbecke, Troelstra, Wibaut, Wijnkoop, Thorbecke, Visser, De Witt
Nederlandse politieke partij - zie: politieke partij in Nederland
Nederlandse Protestanten Bond - N.P.B.
Nederlandse Provincie - Drenthe, Flevoland, Friesland, Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland, Zuid-Holland
Nederlandse provinciehoofdstad - Almere, Arnhem, Assen, ´s-Gravenhage, Groningen, Haarlem, ´s-Hertogenbosch, Leeuwarden, Maastricht, Utrecht, Vlissingen, Zwolle
Nederlandse rivier zie: rivier in Nederland
Nederlandse schaatsenrijder - Bols, Broekman, Eden, Huiskes, Verheyen, Verkerk, Schenk,
Nederlandse schaatsenrijdster Kaiser, Keulen-Deelstra, Schut,
Nederlandse schilder - Altink, Antum, Apol, Appel, Bol, Bosboom, Breitner, Breughel, Dou, Engelman, Gorter, Hals, Hobbema, Israëls, Jutte, Koch, Lavresse, Lucebert, Maris, Mauve, Mesdag, Metsu, Mondriaan, Ostade, Potter, Rembrandt, Ruysdael, Steen, Teniers, Toorop, Veldhoen, Vermeer, Vos, Weissenbruch, Wijnberg, Willink, Witsen, Wouwerman
Nederlandse schilder van het boerenleven - Breughel, Dou, Ostade, Teniers
Nederlandse sopraan - Brouwensteyn, Deutekom, Driessen,Horna, Noordewier, Vincent
Nederlandse Spoorwegen - N.S.
Nederlandse staatsman - Beel, Drees, Kuyper, Nolens,
Oldenbarneveldt, Oud,Romme, Schaepman, Schimmelpenninck, Talma, Troelstra, De Wit,
Nederlandse streek - zie: streek in Nederland
Nederlandse Televisie Stichting - N.O.S.
Nederlandse toneelschrijver - Heijermans, Claus, Vondel
Nederlandse toneelspeelster - Wasserman, Vogel, Andersen, Janssens
Nederlandse vereniging - AJ.C.. C.O.C., AM.V.J., A.N.J.V., AV.V.L.. C.J.M.V., KN.V.B., N.C.R.V., N.V.V.R., K.N.S.B.
Nederlandse vervoermaatschappij - N.L.M., N.B.M., N.S., N.Z.H.V.M. O.A.D., - VAD.,
Nederlandse violist - Krebbers, Olof
Nederlandse vlag - driekleur
Nederlandse werkelijke schuld - N.W.S.
Nederlandse wielrenner - Post, Janssen, Eden, Schulte, Moeskops, Pellenaars, Pijnen burg, Wagtmans, Zoetemelk
Nederlandse wielrijdersbond - N.W.B.
Nederlandse zeeheld - Doorman, Evertsen, Hein, Kortenair, de Ruyter, Tromp, de With, Zoutman
Neder-Saksen, hoofdstad van Hannover
nederwaarts gaan - zakken
nederwerping - voetval, prosternatie, knieval
nederzetting - dorp, kolonie, stad
nederzetting (Hebr.) - kibboets
nederzetting in het buitenland - factorij, kolonie
nederzetting in Indië - dessa
nee - ontkenning, negatie, neen
neef broedersking, kozijn, oomskind, oomzegger
neef en schoonzoon van Mohammed - Ali
neef van Abraham - Lot
neef van Kain - Enos
neef van Mohammed - Ali
neef van Sem - Kanaän
neem (op recepten) - R., recipe
neem aan - hier, stel
neem me niet kalijk pardon, sorry
neen - ontkenning, nee
neep - indruk, kneep, kreuk, nadeel, schade, rimpel, plooi, vouw
neepjesmuts - hul, kornet
neer afwaarts, dorsvloer, draaikolk, ere, kolk, maalstroom, neder, omlaag, ras, terneer, terneer, weinig, wiel, wieling
neerbuigen - knielen
neerbuigend genadig
neerdrukken deprimeren
neergaan afzakken, dalen, omlaaggaan
neergang daling, decadentie, val, verval
neergeslagen - knockout
neergezet - geplaatst
neergooien afwerpen, neersmijten
neerhakken - doden, neersabelen
neerhalen afkammen, slopen, strijken
neerhangend sluik, verleppend, verwelkend
neerhangende druipsteenkegel - stalactiet
neerhangende oorschelp - hangoor
neerhangende plooi lob
neerhof hoenderhof
neerkijken - afzien
neerkomen - dalen, landen, vallen, zakken
neerkomen van vliegtuigen - landen, landing
neerkomen van sneeuw - sneeuwen
neerkwakken pletteren
neerlaten - zwichten
neerleggen - beëindigen, deponeren, plaatsen, vlijen
neerpennen - neerschrijven
neerplassen - plensen
neerschieten fusilleren, neerleggen, neerpaffen, neerknallen
neerslaan bezinken, omslaan, onderdrukken, vellen, vloeren
neerslachtig - bedroeft, bedrukt, down, droef, depressief, gedeprimeerd, lusteloos, mat, mismoedig, mistroostigmoedeloos, naargeestig, sip, treurig, triest, verdrietig, zwaarmoedig
neerslag aanslag, dauw, hagel, hemelwater, herinnering, ijsnaalden, ijzel, motregen, nawerking, precipitaat, regen, residu, rijp, sedimentsneeuw, vocht,
neerslag bij het maatslaan (muz.) - thesis
neerslag in vaste vorm - rijp, hagel, sneeuw
neerslag op schilderij - bleuté
neerslag van vlokken - gel
neerslag van ijzel rijp
neersmijten flanzen, kwakken, neergooien, pletteren
neerstorten (neer)vallen
neervleien - leggen
neerwaarts - neder, omlaag
neerwerpen dumpen, lozen, storten, strooienomvergooien
neerzetten opstellen, plaatsen
neerzien op - verachten
neet armoedzaaier, krammetje, klinknagel, luizenei
neetoor - brompot, nijdas, nurk
nee zeggen weigeren
nefast - verderfelijk
nefelien - elaeoliet, nevelsteen, smaragd
neffens bovendien,mis, nevens
nefralgie nierkoliek
nefriet bittersteen, niersteen
neftritis - nierontsteking
neg - zelfkant
negatie - loochening, nee(n), ontkenning
negatief - ontkennend
negatief geladen atoom - kation
negatief geladen elektrisch deeltje - anion
negatieve elektrode - kathode
negatieve kant - min
negatieve pool - kathode
negen als speelkaart - nel
negendaagse gebedsoefening - novene
negende maand van het Mohammedaanse jaar - Ramadan
negende teken van de dierenriem - (boog)schutter
negende toon - none
negende uur - noen
negende zondag voor Pasen - Septuagesima
negendoder - klapekster
negenentwintig februari - schrikkeldag
negenkoppige waterslang hydra
negenmaal - negenwerf
negenoog - antrax, carbunculum, karbonkel, lamprei, muggenzifter, prik, puist
negental - enneade
neger - Afrikaan, kaffer, kleurling, Moor, Moriaan, naturel, zwarte
negerdorp - kraal, lokasie
negerdynastie - Askia
negeren koeioneren, mishandelen, ontkennen, pesten, sarren
treiteren
negergierst kafferkoren
negerij - gehucht
negerin morin, zwarte
neger in Afrika - bantoe
negerknecht - boy
negerkoren - doerra
negerlied blues
negermuziek - soul
negeropzichter (W.I.) - bastiaan
negerrepubliek - Liberia, Niger, Tanzania
negerschip - slavenhaler
negerstam in West-Afrika - Agni, Ewe, Akan, Binl, Kroe, Lobi, Brepo, Grebo, Mende, Mossi, Kagoro, Soesoe
negertaal -
3 Edo, Fik, Fon, Ibo, San, Vai
4 Akan, Amba, Anji, Bali, Baya, Bobo,Gbin, Kroe, Mina, Ngan,
Peul, Tsji, Wolf
5 Banda, Bissa, Fanti, Gerze, Mende, Mossi, Noepe, Sanjo,
Serer, Tinne, Voete, Zande
6 Baoele, Boessa, Bolewa, Goerma, Mandja, Soesoe
7 Banziri, Kambari, Kasselle, Senoefo, Songhai
8 Joeroeba, Koelango, Koeroema, Mandingo
9 Sarakolle
negertrommel - tamtam
negervolk -
3 Ibo,
4 Agni,
5 Aloer, Aoeloe, Galla, Loeri,
6 Amba(te), Amhara, Aoesji, Avikam, Ibibio, Omamba
7 Adiokoe
negervriend - negrofiel
negerij - dorpje, kampong
negerzoen - moorkop
negerzweet - koffie
negge meskant, zelfkant
neggen - naaien
neggertje - pasband
negligé - chamberloek, kamerjas, kimono, ochtendjas, peignoir,
sjamberloek
négligent nalatig, slordig
negligentie - veronachtzaming
negligeren - veronachtzamen, verwaarlozen, verzuimen
negorij gehucht, kampong, oord, uithoek
negotiant - handelaar, koopman
negotie - handel, koopwaar, kramerij, nering, waar
Negride - Bantoe, Bosjesman, Ethiopiër, Hottentot, Niloot, Pygmeeër
Negro spiritualzanger - Hayes, Robeson, Burleigh
Negro spiritualzangeres - Jackson, Anderson
negus - keizer
neien - grijnzen
neigen buigen, (over)hellen, neder(buigen)
neiging aanleg, aandrift, begeerte, drang, drift, geneigdheid, hang, impuls, lust, trend, tendens, trek, opwelling
neiging tot brandstichting - pyranie
nek - hals
Neisse - Nisa
nekharen van dieren - manen
nekken - doden, knauwen, vernielen
nekker - duivel
nekkramp - meningitis
nekschot - genadeslag
nekslag - genadeslag
nel - troefkaart (negen)
nematode - aarsmade, mijnworm, spoelworm
nemen - aanvaarden, beetpakken, grijpen, inpikken, nuttigen, pakken, vatten, veroveren
nemen van proeven - experimenteren
neo - nieuw
neo-Brahmanisme - Hindoeïsme
neodymium - nd
neofiet - nieuwbekeerde, nieuwgedoopte
Neogeen, deel van het - Mioceen, Piloceen
neon ne, reclamelicht
neoplatonisme, grondlegger van het Sakkas
nep afzetterij, bedriegerij, bedrog, namaak, onecht, oplichterij, surrogat, vals
Nepal, bergtop in - Kantsjindsjanga, Himalaya
Nepal, bevolkingsgroep in - Gurang, Gurkha´s, Magar, Newars
Nepal, deel van - Tarai
Nepal, historisch boek van - Vamsavali
Nepal, taal van de bewoners van - Nepali
Nepalees soldaat - ghurka
Nepalese bouwmeester - Aniko
Nepalese drager - sherpa
Nepalese hoofdstad - Katmandoe
Nepalese munt - rupee
nepent kannekenskruid
nep of bedrog - zwendel
neppe - nippe, kattekruid
neppen afzetten, bedotten, bedriegen, beetnemen, flessen, foppen, knoeien, oplichten, vervalsen
nepper afzetter, bedrieger, zwendelaar
nepperij - fraude
neptunium - np.
Neptunus - Poseidon
neptunusbeker - reuzenspons
neptunusvork - drietand
Nereïde - Galatea, zeemeermin, zeenimf
nerf - aar, bladader, zenuw
nergens - nievers
Nergensland Utopia
nering - bedrijf, handel, klandizie, kleinhandel, kostwinning, negotie, vertierwinkel, zaak
neringdoende - kleinhandelaar, winkelier
neringhuis - ambachtshuis, gildehuis
nerts pelswerk, visotter
nerve - zenuw
nerven - greineren
nerveus gejaagd, geprikkeld, gespannen, gevoelig, kopschuw, onrustig, zenuwachtig
nerveuze opwinding agitatie, nervositeit
Nerviërs, hoofdstad der - bagacum, Bavay
nervig - generfd
nervositeit - zenuwachtigheid
nervus rerum - geld
nes - aanslibbing, dwaas, gors, kardoes, kwelder, landtong, onnozel, schor
nest - afkomst, bed, broedplaats, broedsel, horst, leger, nuf, polk, toom, warwinkel, worp
nest van een haas - leger
nest van een roofvogel - horst
nest van wilde konijnen - leger
nestblijver - nestzitter
nestvlieder - eend, hoender, kip, meeuw, patrijs
nestel - malie, rijgsnoer, veter
nestelbeslag - malie
nestelen - paren, vestigen
nestelgat - vetergat
nesteling - alver, veter
nestelnaald - lias
nesterig - nuffig, ondeugend, vervelend
nesterij - bagatel, beuzelarij, beuzeling, larie, wissewas
nesthaar - dons
nesthond - pup
nestig - kribbig, luimig, nietig, nuffig, onbetekenend, wrevelig,
nestor - grijsaard, oudste
nestorpapegaai - kea
nestparasiet - koekoek
nestvlieder - eend, hoender, kip, meeuw, patrijs
net - accuraat, beschaafd, correct, eerbaar, even, fatsoenlijk, fuik, helder, juist, keurig, kor, kortgeleden, krek, kuis, nauwkeurig, netjes, onlangs, oppassend, precies, proper, punctueel, schoon, web, wellevend, zopas, zorgvuldig
net - fuik, korre, kubbe, kuil, visgerei, weefsel, web, zegen, zoeven
net precies - daarnet, zoëven, zojuist
net, soort - balfuik, trommel
nestor - grijsaard, oudste
net van aderen - lacis
net zo evenzo, idem, item, krek
net zoals - eender, eveneens, gelijk
netel - onkruid
netelachtigen - urticalceeën
netelachtige plant - brandnetel, gelling, harrel, hennep, hop, kemp, pelhennep, rameh, zaailing
neteldier - bezaantje, inktvis, kwal, poliep
neteldoek - weefselnesterij - bagatel, beuzelarij, kleinigheid
neteldier - kwal, poliep, zeeanemoon
neteldoek - mousseline, weefsel
netelen prikken -
netelig bedenkelijk, benauwd, benard, delicaat, epineus, gevaarlijk, gevoelig, grillig, hachelijk, hinderlijk, korzelig, lastig, moeilijk, penibel, precair, stekelig, veeg
netelig vraagstuk - dilemma
netelige toestand impasse, penarie, perikel
netelige zaak - wespennest
neteligheid - vinnigheid, moeilijkheid, korzeligheid
neteloor knorrepot
netelplant - ramee
netelroos - galbulten, urticaria
net en eerbaar kies
net en fraai - proper
netenkam neetoor
net gebeurd pas, recent, zojuist
netheid - accuratesse, gepastheid, keurigheid, ordelijkheid, zindelijkheid
netjes - aardig, accuraat, behoorlijk, beleefd, braaf, chic, clean, correct, eerbaar, fatsoenlijk, fraai, keurig, knap, ordelijk, proper, regelmatig, rein, sierlijk, verzorgd, zindelijk
netleuver - strop
netmaag - koeienmaag, muts
net niet raak - rakelings
netnummer - kengetal
nette man - heer
nette vrouw dame
netten bewerker taander
netto - nt, rein, schoon, zuiver
netvleugeligen - neuroptera
netvleugelig insekt - doornrups, elzenvlieg, gaasvlieg, haft, libel, mierenleeuw, waterjuffer
netvlies - retina
netvliesontsteking - retinitis
netvorming - reticulair
netwerk filet, patroon, raster
netwerk van bloedvaten of zenuwen - plexus
netwerk van lijnen - raster
net zo dito, evenzo, gelijk, idem, identiek
net zo erg als een dief - heler
net zo lang als een seconde - tel
neuralgie - zenuwpijn
neurasthenie - zenuwzwakte
neuriën - zingen
neurologie - zenuwkunde
neuroloog - zenuwarts
neurose - zenuwziekte
neurotisch - zenuwziek
neus - gevel, gok, punt, reukorgaan, rhino, scheg, snotkoker, snufferd, snuit, zintuig
neus, rode - couperose
neusbeer - koati
neusbloeding veroorzakend hypertensie
neusdoek zakdoek
neushoorn - badak, r(h)inoceros
neushoornvlies - naseus
neushoornvogel - bucterotida, hoornsnavel, jaarvogel
neusje (het) - beste, fijnste, kleinste, lekkerste
neusje (van een appel) - navel
neusklank - nasaal
neusklinker - nasaal
neusknijper - knijpbril, lorgnet, praam, prang(er)
neuslap - zakdoek
neusslijmvliesontsteking - rinitis
neusspiegeltje - rinoscoop
neusspraak - rinolalie
neus van een schip boeg
neus van een schoen - teenstuk
neusverkoudheid - coryza
neusvis - sneep
neusvocht - snot
neuswijs - betweterig, eigenwijs, scherpzinnig, slim, verwaand, waanwijs, wijsneuzig
neut afzakkertje, borrel, glaasje, oorlam, snaps
neut, in de - dronken
neutel - dreutel, mannetje
neutelen - talmen
neutelig - gemelijk, korzelig, zeurig
neutraal - afzijdig, kleurloos, ongebonden, onpartijdig, vrij
neutraliteit - onzijdigheid
neutrum - onzijdig
neuzelend - nasaal
neuzen - kijken, loeren, rondloeren, snuffelen, speuren, zoeken
nevel - damp, dauw, mist, nevelvlek, rook, sluier, smook, smoor, spiraalnevel, stoom, waas, wasem
nevelachtig - bewolkt, dampig, mistig, mottig, nevelig, vaag, wazig
nevelapparaat nevelaar
nevelbank - mistbank
nevelig - dampig, heiig, mistig, mottig, nebuleus, vaag, wasemig, wazig,
neveling - nevel
nevelmaand - november
nevelmassa die de kern van een komeet aan alle zijden omgeeft coma
nevelsluier - waas
nevelsteen - nefeline
neven - naast, neffens
nevens - behalve, (er)naast, neven
nevenschikkend voegwoord - en, maar, of
nevenschikking van woorden van dezelfde of tegengestelde betekenis - parataxis
nevensluiting shunt
nevenvestiging - filiaal
new Hampshire, hoofdstad van - Concord
New Jersey, hoofdstad van - Trenton
New Mexico, hoofdstad van - Santa Fe
newton - n.
Niam-niam - Azande
Nibelungen, vorst der - Hagen, Högni
Nibelungenlied, held uit het - Siegfriet
Nicaragua, berg in - Momotombo, Ometeoe, Viejo
Nicaraguaanse stad - Leon, Managua
Nicaraguaanse munt - centavo, cordoba
Nice - Nizza
nicht broederskind, homoseksueel, kozijn, oomshind, oomzegger
Nicobaren, een der - Camotra, Katsjal, Nunkauri
Nicobaren, palmsoort op de - nidaton, orania, rimifon
Nicolaas - Nico, Niek
nicotine - tabakgif
niemand - geen, nemo
niemand uitgesloten - allen
niemand uitgezonderd - allen, allemaal, elk, elkeen, ieder, iedereen
niemendal - niets, nihil, niks, noppes
nieren - renes
nieren betreffende - renaal
niergruis - graveelzand
nierkoliek - nefralgie
nierpijn - nefralgie
nierontsteking - nefritis
niersteen - graveel
niervergiftiging uremie
niervocht - urine
nierziekte - nefrose, nefritis, nefralgie
nieskruid - helleborus
nieskruid, groen - wrangwortel
nieskruid, zwart - kerstroos
nieswortel - veratrum
niet - (klink)nagel, neet, pen, pennetje
niet aan anderen - eigen
niet aan belasting onderworpen - belastingvrij, onbelastbaar
niet aan denken vergeten
niet aan een - los
niet aan één stuk door - onderbroken
niet aangedaan - onbewogen
niet aangenaam - lastig, onbehaaglijk, vervelend
niet aangenaam klinkend - onharmonisch, onwelluidend
niet aangenaam om naar te luisteren - gejeremieer, geleuter, gewauwel, gezeur, gelul, kletskoek
niet aangeraakt - onaangeraakt, onaangeroerd, onberoerd
niet aangeroerd intact
niet aangevallen - onbestreden
niet aanhouden uittrekken
niet aankomen afblijven
niet aannemen afwijzen, bedanken, weigeren
niet aanraken - afblijven
niet aanstaan mishagen, weigeren
niet aantasten - ontzien
niet aanvaarden - weigeren
niet aanwezig - absent, afwezig, foetsie, heen, uit, verdwenen, weg
niet abstract - concreet
niet actief - b.d., emeritus, indolent, inert, laks, lui, passief, traag,
niet af onaf, onvoltooid
niet afgemaakt onvoltooid
niet aflatend - continu
niet afschaffen - handhaven
niet aftreden - aanblijven
niet algemeen bijzonder, buitengewoon, ongewoon, opmerkelijk, particulier, speciaal, vreemd, zonderling
niet alledaags - byzonder, ongemeen, ongewoon
niet alles - deel(s), gedeeltelijk, iets, parttieel
niet altijd - soms
niet-amateur - beroeps, prof(essional), semi-prof
niet ambtelijk - onofficieel, privaat
niet amusant eentonig, saai
niet anders - hetzelfde
niet authentiek - apocrief, onecht
niet balsturig - gezeglijk
niet bang - moedig
niet barbaars - beschaafd, menselijk
niet barmhartig - genadeloos, wreed
niet bedaard - opvliegend, wild
niet bedeesd - brutaal ,vrijpostig
niet bedekt - bloot, openlijk
niet bedorven bruikbaar, eetbaar, vers
niet bedreven onervaren, onhandig
niet bedroefd - opgewekt, vrolijk
niet begerig - tevreden
niet begrens- onbeperkt, uitgebreid, uitvoerig
niet begroeid - dor, bloot, kaal, naakt
niet bekend onbekend, vreemd
niet bekend gemaakt - geheim
niet bekrompen - breed, open, ruim
niet bekwaam - incompetent
niet beladen - leeg, ontlast
niet bemind - gehaat, impopulair
niet beoogd onbedoeld, ongewild
niet bepaalde hoeveelheid van iets - deel, part
niet beroeps - amateur, dienstplichtig, dilettant, reserve
niet beschaafd onbeschoft, onnet
niet bescheiden - brutaal, indiscreet, opdringerig, vrijpostig
niet beschikbaar indisponibel
niet beschonken - nuchter
niet beschreven - blanco, wit
niet beslist onbeslist
niet best knudde, slecht
niet bestaand - irreëel, onwerkelijk
niet bestand tegen warmte thermolabiel
niet betaald onafgelost, schuldig
niet betrouwbaar louche
niet bevestigd los, onzeker
niet bevloeid bouwland voor de droge rijstbouw (Ind.) - ladang
niet bevoegd incompetent
niet bevreesd dapper, koen, onvervaard
niet bewust onbewust, wezenloos
niet bezadigd jong, mal
niet bezet vrij
niet billijk - onredelijk
niet bindend - informeel, vrijblijvend
niet binnen - buiten
niet binnendoor - achter langs ,buitenom
niet binnen om buitenom
niet blank - gekleurd
niet blijvend - tijdelijk, voorbijgaand
niet bot - scherp
niet boven - beneden, onder
niet breed smal
niet buigzaam - stram
niet buiten - binnen, in
niet buitenom - binnendoor
niet chaotisch - geordend
niet charmant - onaantrekkelijk
niet-christen - heiden, Islamiet, jood, Mohammedaan,
ongelovige
niet chronisch - acuut
niet comme-il-faut - onbehoorlijk, onfatsoenlijk, ongepast
niet compact - los
niet concreet - abstract
niet conform - afwijkend
niet conservatief - progressief, vooruitstrevend
niet contra - voor, pro
niet-corpslid - boender, knor
niet daarginds - hier
niet dadelijk later, straks
niet dapper laf
niet de eerste - laatste
niet deelbaar - priem
niet deelbaar door twee - oneven, on
niet degelijk onsolide
niet de kortste weg omweg
niet de rechter - linker
niet deskundig - incompetent, leek
nietdeskundige leek
niet deugen - rammelen
niet de ware gedaante - mom
niet deze - andere, die, gene
niet deze plaats - daar, ginder, ginds
niet dezelfde - ander(e)
niet dezelfde plaats - anders, elders, ergens
niet dicht - aan, lek, luchtig, ontsloten, open
niet dichtbij - afgelegen, ver(af, verwijderd
niet die - deze
niet dienstplichtig - beroeps, reserve, vrijwillig.
niet dienstplichtige - vrijwilliger
niet dierlijk mineraal, plantaardig
niet dik - dun, iel, ijl, mager, slank, tenger
niet dikwijls - soms
niet direct - indirect, later, straks
niet doeltreffend - ineffectief
niet doen - afzien, (na)laten
niet dof - blinkend, helder
niet dom - geleerdgewiekst, gehaaid, knap, leep, slim
niet donker licht
niet doordacht - loszinnig
niet doorgaan - ophouden, stoppen, vervallen
niet doorlopen - stilstaan
niet doorwaadbaar - diep
niet drachtig - gust, vaar
niet dronken - nuchter
niet droog klamk, nat, vochtig
niet druk - bedaard, flauw, kalm, rustig
niet druk kind lichtjas, onak
niet dubbel - enkel
niet dun - corpulent, dik, gebonden, gezet, mollig, vet
niet duur - goedkoop, voordelig
niet dwalend doelgericht, feilloos
niet echt imitatie, nep, surrogaat, vals
niet economisch - inefficiënt
niet een - geen, gene, niemand
niet een uitgezonderd - allemaal, allen, elk, ieder(een)
niet eens - meermalen, vaker, oneens
niet been uitgezonderd allen, allemaal, elk, ieder(een),
niet eenvoudig - gecompliceerd
niet eenzaam afgelegen - dichtbij
niet eerlijk - gemeen, onecht, oneerlijk, slinks, unfair, vals
niet eervol deshonerabel
niet eetbaar - giftig
niet effen - geplooid, inegaal, oneffen, ruw
niet egaal - hobbelig, oneffen, ongelijk, ruw
niet eigenaardig - gewoon
niet energiek - gemakzuchtig, slap
niet eng - ruim
niet enkel dubbel
niet erbuiten erin
niet erg veel weinig
niet erg warm - lauw
niet erkend als echt - apocrief
niet erkend bijbelboek apocrief
niet erkennen van de wet - anomie
niet erkenning (bij wedstrijden) diskwalificatie
niet erkentelijk - ondanlbaar
niet ernstig bedoelde hofmakerij - flirt
niet ernstig mens - spotter, spotvogel
niet ervaren nieuw, onbedreven, onhandig
niet ervaren mens - beginneling
niet ervaren werkman - ongeschoolde
niet eten - vasten
niet even - langdurig, oneven, on
niet evenwichtig - labiel, wankel
niet exact onnauwkeurig
niet fair oneerlijk, onnet
niet fatsoenlijk - onbehoorlijk, onbeschoft
niet flauw geestig, pittig, snedig
niet flexibel - onbuigzaam
niet fraai - lelijk
niet fris - bedompt, duf, flets, muf, rot, vaal, verlept
niet gaaf bedorven, beschadigd, vervallen, wrak
niet gangbaar - incourant
niet geaccepteerd geweigerd
niet gebogen plat, recht
niet gebonden los, neutraal, vrij
niet gecompliceerd eenvoudig, simpel
niet gedaan wat men doen moest - nalatig
niet geestelijke leek
niet geestig flauw, laf
niet geheel - deels, gedeeltelijk, partieel
niet geheel verstandig - halfwijs
niet geheel waterdicht - lek(kend), poreus
niet geheel zuivere smaak - bijsmaak
niet geheim - bekend, openbaar, publiek
niet gejaagd - bedaard, gerust, kalm, rustig
niet gekleed - bloot, naakt
niet gekookt - rauw
niet geladen deeltje atoomkern neutron
niet geldig nietig
niet geleed - ongeleed
niet geleidend - isolerend
niet-geleider isolator
niet gelijk afwijkend, oneffen, ongelijk, verdeeld
niet gelijkvormig - anders, incongruent
niet gemist kunnen worden - nodig, noodzakelijk, onmisbaar
niet genoeg gekookt - ongaar
niet genoemd anoniem
niet geoorloofd - verboden
niet geraakt - mis
niet gerechtvaardigd - ongegrond, onterecht
niet gering duchtig, krachtig, stevig
niet geroerd onaangedaan
niet geschaad - ongedeerd
niet gesloten - open, toegankelijk, openhartig, mededeelzaam
niet gesloten zijn - openstaan
niet gespannen - slap, ontspannen, rustig
niet gesteld op mensen - eenzelvig, schuw
niet gesteld op veel mensen - eenkennig, eenzelvig
niet getekend - anoniem
niet getroffen onaangedaan, ernaast, gemist, mis
niet geveinsd - realistisch
niet gevouwen bedrukt vel - plano
niet gevuld - hol, ijdel, ledig, leeg
niet gevulde ruimte - leegte, vacuüm
niet gewijde rooms-katholieke prelaat - elect
niet gewild - incourant, impopulair, ongewenst
niet gewilde ruzie - misverstand
niet gezien - impopulair
niet glad - bobbelig, oneffen, ruw, stroef
niet blad verlopen - stroef
niet glanzend - dof, mat, troebel
niet glinsterend - mat
niet goed fout, onwel, slecht, verrot
niet goed doorbakken - klef, ongaar tets
niet goed droog klam, nat, vochtig
niet goed gaar - kleems, klef
niet goed snik gek, lijp
niet goed wijs achterlijk, dom, gek, geschift, halfgaar
niet graag node, ongaarne, onwillig
niet graag gewild ongewenst
niet grappig - onaardig
niet grof - fijn
niet groot - gering, klein, minuscuul, nietig, onaanzienlijk
niet gunnen misgunnen
niet haaks - scheef
niet haastig - rustig, bedaard, kalm
niet hard - langzaam, murw, week, zacht
niet hartig - flauw
niet hebben - gebrek, gemis, ontbering
niet heel gebroken, kapot, stuk
niet helder mat, dof, drab, goor, onrein, troebel vies, vuil
niet helder van kleur - flets, goor
niet helder van stem - hees
niet helderwit - gelig, goor
niet helemaal bekant, bijna, deels, gedeeltelijk, haast, partieel
niet hetzelfde - anders, ongelijk
niet hier - daar, der, elders, ginder, ginds
niet hoger gelijk
niet hol gevuld, massief
niet hoog laag
niet hoog in prijs - goedkoop
niet hoogstaand banaal, platvloers
niet horend - doof
niet iedereen - enigen, enkelen, weinigen
nietig armzalig, futiel, gering, iel, klein, luimig, luizig, luttel, mager, min, mizerig, nul, onaanzienlijk, onbeduidend, ongeldig, popperig, prullig, waardeloos
nietigheid - bagatel, beuzeling, lor, nulliteit, onbeduidendheid, prul, vergankelijkheid, wissewasje
niet "In" ongewild, ongezocht
niet in dichtvorm proza
niet in geld - natura
niet in het geheim openlijk
niet in het middelpunt gelegen excentrisch
niet in huis buiten
niet is orde geschokt, onpasselijk, overstuur
niet in rechte stand scheef
niet in staat te horen doof
niet in staat te zien blind
niet in staat tot - onmachtig
niet in trek - impopulair
niet in werkelijke dienst - non-aktief
niet inbegrepen - exclusief
niet ingeslapen - wakker
niet ingevuld - blanco
niet-ingewijde - buitenstaander, leek
niet ingewikkeld - eenvoudig
niet ingezet - aangeknipt
niet inwonend - extern
niet-Israëliet - goj, gojim
niet jong meer - bedaagd, bejaard, oud
niet-Jood - goj, gojim
niet juist fout(ief), incorrect
niet kalm ongedurig, onrustig, woelig
niet kapot - gaaf, heel, intact
niet kerkelijk - profaan
niet kerkelijk aangelegd - neutraal
niet kernachtig - slap
niet kinderachtig - grootmoedig, ruimdenkend, volwassen
niet klaar onaf
niet kleingeestig onbekrompen
niet komen afzeggen, uitblijven, wegblijven
niet kort lang
niet krachtig slap, zwak
niet krenterig coulant
niet krom - recht
niet kunnende afwachten - ongeduldig
niet kunnende betalen - insolvabel, insolvent
niet kunnende gebeuren - onmogelijk
niet kunnende horen - doof
niet kunnende zien - blind
niet kunnende zwijgen - loslippig
niet kwaad aardig, vriendelijk
niet kwaadaardige pokken ziekte - alastrim
niet laag - eerlijk, hoog
niet landelijk dorps, regionaal, stads, stedelijk, steeds
niet lang - even, kort(stondig), moment
niet lang geleden kortelings, onlangs, pas
niet langer geldig zijn - verlopen, vervallen
niet lange tijd moment
niet langzaam rad, rap, ras, kwiek, snel
niet leerzaam - indociel
niet legaal - illigaal, illegetiem, onwettelijk
niet lek dicht
niet lekker onbehaaglijk, onsmakelijk, vies, wee
niet lenig - stijf, houterig, stram
niet letterlijk - figuurlijk
niet levend - dood, gestorven, overleden, wijlen
niet levendig - flauw, mat, saai, slaperig, slepend, traag, vervelend
niet licht - donker, ongemakkelijk, zwaar
niet licht te ontroeren onaandoenlijk
niet liggend - staand
niet logisch - grillig, inkonsekwent, irrationeel, ongerijmd, willekeurig
niet loslaten vasthouden
niet lui arbeidzaam, ijverig, vlijtig
niet mager - corpulent, dik, gezet, vet
niet makkelijk - moeilijk
niet matig - royaal, verkwistend
niet matroos - baar
niet mededeelzaam - gesloten, stil, zwijgzaam
niet meegaand - streng
niet meegevend - hard, onbuigbaar
niet meer bevroren ontdooid
niet meer dan dat slechts
niet meer doen nalaten
niet meer geldig - verlopen
niet meer hier daar, elders, heen, vertrokken, weg
niet meer in de mode - ouderwets
niet meer in functie - b.d., em, ex
niet meer levend - dood
niet meermalen - eenmalig, eens, ereis
niet meer met iets inlaten onttrekken
niet meer te gebruiken - versleten
niet meer te koop - uitverkocht
niet meer wetend - bijster, radeloos
niet meer willen afzien, bedanken
niet meer ziek - beter
niet-metaal metalloïde
niet met wat - zonder
niet-militaire dienst - burgerdienst
niet-mis raak
niet modern klassiek
niet moe - fit
niet moedig angstig, bang, enghartig, laf(hartig)
niet-Mohammedaan - giaur, kafir (scheldnamen)
niet moeilijk - eenvoudig, makkelijk
niet mooi afschuwelijk, lelijk
niet moreel - immoreel
niet muzikaal - amuzikaal
niet naakt gekleed
niet nakomen afzien, nalaten
niet na te gaan - oncontroleerbaar
niet na te volgen - nimitabel, onnavolgbaar
niet nader genoemd persoon - kwidam
niet nakomen - verzuimen
niet naleven - verzaken
niet nauw - breed, ruim, wijd
niet nauwgezet - rommelig, slordig
niet nederig - hautain, hooghartig, trots
niet neerslachtig - blij, levenslustig, opgewekt, vrolijk
niet netjes - incorrect, indecent, onbehoorlijk, onfatsoenlijk, rommelig, slordig, vies, vuil
niet nieuw - gebruikt, oud, tweedehands
niet nodig genoeg, luxe, misbaar, onnodig, overbodig, voorzien
niet nu - eens, eerder, eerlang, later, ooit, straks
niet officieel - officieus, informeel
niet omstandig beknopt
niet onbemiddeld - vermogend
niet onderling allenig
niet onderwezen - ongeleerd
niet ongeoefend - getraind, paraat
niet ontploft projectiel - blindganger
niet onwettig - legaal
niet oorlogvoerend - non-belligerent
niet op deze manier - anders
niet op deze plaats - elders, ergens, ergens-anders
niet op deze wijze - anders
niet op dit ogenblik - later, straks
niet open - dicht, gesloten, toe
niet openbaar - besloten, geheim, intiem, particulier, privaat, privé
niet openbaren - verhelen
niet openhartig - gesloten
niet openlijk - bedekt, geheim, heimelijk, tersluiks, verborgen
niet opgeloste zaak raadsel, probleem
niet opgeruimd zuur
niet opgeven volhouden
niet opgewekt hangerig, loom
niet ophouden - doorgaan
niet oplettend - onattent
niet oppervlakkig - diepzinnig, serieus
niet oprecht - oneerlijk, vals
niet op tijd laat, vroeg
niet opzichtig - bescheiden, ingetogen, stemmig
niet ordelijk - rommelig
niet oud - jong, nieuw, vers
niet overdreven gematigd, matig
niet over een nacht ijs gaan voorzichtig
niet overhaast - bedachtzaam
niet parkeren - N.P.
niet pittig ontspannen, slap
niet plezierig akelig, naar, onaangenaam, onprettig, vervelend
niet pluis gevaalijk, link, riskant
niet positief - negatief
niet prettig - akelig, naar, onaangenaam, onprettig, vervelend
niet principieel los, lauw, rechtgeaard
niet privé - openbaar, publiek
niet productief inactief, werkeloos
niet progressief conservatief
niet proper onnet, vies, vuil
niet publiek - besloten, particulier, privé
niet puntig bot, stomp
niet raak - ernaast, mis(ser), naast
niet raken - missen
niet recht - gebogen, gekromd, krom, scheef, schuin
niet rechts links
niet rechtsom - linksom
niet rechtstreeks dadelijk, getrapt, indirect, via, zijdelings
niet rechtvaardig - onbillijk, onrechtvaardig
niet-rijder - loper, wandelaar
niet rijmend - blank, rijmloos
niet rimpelig glad
niet roerig rustig stil
niet romantisch - prozaïsch
niet samengesteld - eenvoudig, enkel, enkelvoudig, simpel
niet scheef - recht
niet scherp - bot, ongeslepen, stomp
niet scherp omlijnd - flauw, vaag
niet schikkende - ongelegen
niet schoon onfris, onrein, smerig, vies, vuil
niet schuin - recht
niet serieus - frivool
niet serieuze affaire - amourette
niet slagen - bakken, falen, fiasco, mislukken, stralen, zakken
niet slap strak
niet slapend - wakker
niet slecht - gaat wel, goed, redelijk, tamelijk
niet slim - dom, stom
niet sluiten openlaten
niet schuldig meer - kiet
niet snel - langzaam, traag
niet snugger dom, stom
niet somber - blij, opgewekt, vrolijk
niet soortzuiver - bastaard, hybried
niet sprekend - stom
niet sterk - slap, teer, week, zwak
niet stevig - insolide, labiel
niet stoffelijk - geestelijk, spiritueel
niet strak - slap
niet straks - nu, nou
niet stroef - effen, egaal, glad, vlak
niet strijdende militair - non-combattant
niet stuk - gaaf, heel, intact
niet subjectief - objectief
niet taai mals
niet te bedwingen ontembaar, tomeloos
niet te begrijpen - abracadabra, onbegrijpelijk, ondoorgrondelijk
niet te geloven - ongelooflijk
niet tegen - pro, voor
niettegenstaande - echter, hoewel, nochtans, ofschoon, ongeacht, ondanks, toch, trots
niettegenstaande dat - desondanks, ofschoon, ondanks, toch
niet tegenwoordig absent, afwezig
niet te goeder trouw - oneerlijk, vals
niettemin - alevel, algelijk, desondanks, echter, evenwel, intussen, nochtans, toch
niet te missen - nodig, noodzakelijk, onmisbaar
niet te noemen - anoniem, naamloos, nameloos
niet te redden reddeloos
niet te temmen - ontembaar
niet terughoudend - gul
niet terzake - irrelevant
niet te scheiden - innig, inseparabel, onlosmakelijk
niet te stuiten tomeloos
niet te tellen ontelbaar, talloos
niet te temmen ontembaar
niet te vermijden noodzakelijk
niet te veroveren onneembaar
niet thuis uit, weg
niet telkens veranderend bestendig, duurzaam, stabiel
niet tevreden onbevredigd, onvoldaan
niet toegankelik afgesloten, dicht, toe
niet toegestaan taboe, verboden
niet toegevend - streng
niet toereikend - onvoldoende
niet toestaan afwijzen, onthouden, verbieden, weigeren
niet tot scherts geneigd - ernstig, serieus
niet tot schipperen bereid halsstarrig, vasthoudend
niet treffen missen
niet treffend mis, naast
niet troebel - helder, klaar, zuiver
niet twee maal eenmalig, eens
niet twijfelachtig - zeker, indubitabel
niet uitgebreid - onbeduidend
niet uitheems - inheems, nationaal
niet uitputtend - oppervlakkig
niet uitscheldend - onophoudelijk
niet uitslaande brand - binnenbrand
niet uitvoerig - beknopt, bondig, kort, lapide, summier
niet uitwaaiende lamp - stormlamp
niet uitwendig - innerlijk, interieur, inwendig,
niet uitwonend - intern
niet uniek - algemeen, veelvuldig
niet vaak - eenmaal, eens, ooit, soms, zelden
niet-vakman - leek
niet vallend onder - exempt
niet van belang - irrelevant, onbelangrijk
niet van energie getuigend - loom, slap
niet van hetzelfde gevoelen - oneens
niet van mij - Uw, zijn, haar, jouw
niet van ophouden weten doordouwen, doorgaan
niet van pas - ongelegen
niet van zijn beginsel afwijkend - beginselvast, principieel, standvastig
niet vast - inconstant, los, onafhankelijk, onbestendig, ongewis, onzeker, rul, veranderlijk, vrij, wankel
niet vast bepaald - onzeker
niet vaster losser
niet vasthouden loslaten
niet vast op de benen wankel
niet vast staan - wankelen
niet vatbaar voor infecties - immuun
niet veel - iet(s), luttel, onbeduidend, wat, weinig
niet veel doen lummelen, luieren
niet veel voorkomend - schaars
niet ver - dichtbij, nabij, vlakbij
niet veraf nabij
niet verboden geoorloofd, toegestaan
niet verdeeld - een
niet verdeeld zijn eenheid
niet verder dan tot
niet verder gaan stoppen, verijlen
niet vereist overbodig, overtollig
niet vergeten - gedenken
niet vergezeld - alleen
niet verheven - alledaags, prozaïsch
niet verkoopbaar incourant
niet verlegen koen, onbedeesd, stoutmoedig
niet vermengd - puur, rein, zuiver
niet verminderd - onverminderd
niet verplicht - facultatief, vrijwillig
niet vers - belegen, oud, oudbakken
niet verschijnen verzuimen
niet vervolgen - seponeren
niet vervulde betrekking - vacature
niet verwacht onvermoed, onverwachts, verrassend
niet ver weg vlakbij
niet verzorgd slordig
niet vet dun, iel, mager
niet vitaal - bloedeloos, lamlendig, lusteloos, slap, indolent
niet vlijtig lui
niet vloeibaar dik
niet vlot stroef
niet vlug langzaam, traag
niet vochtig - droog
niet voldoen - nonbetaling, wanbetaling
niet voldoende - in suffisant
niet volgroeid onrijp, onvolwassen
niet volledig incompleet, onvolkomen
niet volstrekt - betrekkelijk, relatief
niet voltallig gedeeltelijk, incompleet, onaf
niet voltooid - onaf
niet voor achter(af), anti, na, neutraal, tegen
niet voor de grap - ernstig, serieus
niet voor en niet tegen neutraal
niet voorgoed - tijdelijk
niet voor iedereen - exclusief
niet voortbrengend improductief
niet voorzien geval toeval
niet vragen - passen
niet vreemd - bekend, gewend, gewoon, normaal
niet vrij gebonden
niet vrijstaand - steunend
niet vrijstaande pilaar - pilaster
niet vrijwillig gedwongen, node, ongaarne, onwillig
niet vrijzinnig - illiberaal
niet vroeg laat
niet vroeger later, nu, toekomstig
niet vrolijk pruims, zuur
niet vruchtbaar steriel
niet vuil - schoon
niet vurig - ongeïnteresseerd
niet voordelig - duur, prijzig, kostbaar
niet voortbrengend - improduktief
niet voortmaken - lijntrekken, talmen, treuzelen
niet voor iedereen - exclusief
niet voor de waarheid uitkomen - draaien
niet waakzaam dromerig, slaperig
niet waar nietes, onwaar
niet waarderen - miskennen
niet waardig persoon klungel
niet wakker zijn - gedroom, gesuf, slaap
niet warm - koud
niet waterdicht - doorlatend, lek, poreus
niet week - hard
niet wegdoen houden
niet weggaan thuisblijven
niet weggeven - hoeden
niet weinig - veel, heel wat
niet welgemanierd - onbeschaafd, onbeschoft
niet wel gevoelend - onwel
niet welkom onaangenaam, ongenood
niet welwillend - ongunstig
niet wereldwijs - ingénu
niet werkelijk - fictief, ideeel, irreëel,onwaar, wezenloos
niet werken luieren, verletten
niet werkend - defekt, inert, kapot, lui; onklaar, werkeloos
niet weten ignoreren
niet wetend - onbewust
niet wettelijk - illegaal, illegitiem
niet wezenlijk - onecht
niet wijd nauw, smal
niet wijd zittend - krap
niet wijs - dom, idioot, mal, onverstandig, stom
niet wild - tam
niet wisselvallig - bestendig
niet wraakzuchtig - vergevensgezind
niet ijzerhoudend - non-ferro
niet zacht hard
niet zachtzinnig - streng
niet zeeman landrot
niet zeker onvast, wisselvallig
niet zichtbaar latent, verborgen
niet ziek gezond
niet zinken - drijven
niet zo - anders
niet zoet - dry, hartig, zuur
niet zout flauw
niet zo veel minder
niet zuiver loens, oneerlijk, vals
niet zwaar - licht
nieten - hechten, haken, klinken, krammen, bevestigen, vastmaken, samenklinken
nietig - iel, gering, luttel, klein, miniem, futiel, onbeduidend, nietswaardig, vergankelijk, onaanzienlijk
nietigheid lor, prul, wissewasje
nietig verklaren van een vonnis - casseren
nietigverklaring annihilatie, anulering
nietje krammetje
nietje of haakje kram
nietmachine nietapparaat, nieter
niets - niemendal, nihil, niks, nul, snars, zero
nietsdoen dagdieven, lanterfanten, lediggang, luieren, luilakken, niksen, werkeloosheid
nietsdoener - doeniet, leegloper, lijntrekker, luiaard
niets in de Boeddhistische godsdienst - nirwana, nirvana
niets kwaads vermoedende argeloos, onschuldig
niets meer bezittend blut, rut
niets meer kunnend - onmachtig
niets uitgesloten - al, allen, alles
niets uitgezonderd - alles, totaal
nietsdoen - lediggang
nietsnut baliekluiver, doeniet, lanterfanter, leegloper, luiaard, luilak, luiwammes, slampamper, straatslijper
niets vermoedend argeloos
niets waardig - gemeen, min, slecht
nietszeggend - flauw, hol, leeg, onbeduidend
nietszeggende uitspraak - bombast, clichéfrase, laag, miserabel
nietszeggende zin - frase, cliché, leuze
niettegenstaande - ongeacht, ofschoon',
niettegenstaande dat - desalniettemin, echter, nochtans, ofschoon, toch, trots, hoewel, ondanks
niettemin - alevel, desondanks, echter, eveneens, intussen, nochtans, toch
nieuw actueel, fris, jong, modern, neo, novum, onervaren, ongebruikt, recent
Nieuw Amsterdams Peil - NAP.
nieuwbakken - vers
nieuw bedenksel - uitvinding
nieuw bekeerde - neofiet, proseliet
nieuweling aankomeling, beginner, boar, debutant, groentje, junior, neofiet, novice, noviet
nieuwgevormd woord - neologisme
Nieuw-Guinea - Irian
Nieuw-Guinea, eilandje bij - Biak, Komoran, Noemfoor, Salawati, Waigeo
Nieuw-Guinea, rivier op - Digul
nieuw hulpmiddel bij navigatie - radar
nieuw ontgonnen - novaal
nieuw soldaat - rekruut
nieuw soort gas - neon
nieuwvorming - neologisme
nieuwe dans - raspa, rumba, samba, twist ,
nieuwe maan - n.m.
nieuwe matroos - baar
nieuwe naam voor Abessinië - Ethiopië
nieuwe naam voor Basutoland - Lesoto
nieuwe naam voor Bechuanaland - Botswana
nieuwe naam voor de Goudkust - Ghana
nieuwe naam voor Madagascar - Malagasië
nieuwe naam voor Nieuw-Guinea - Irian
nieuwe naam voor Noord-Rhodesië - Zambia
nieuwe naam voor Nyassaland - Malawi
nieuwe naam voord Perzië - Iran
nieuwe naam voor Siam - Thailand
nieuwe naam voor Tanganyika en Zanzibar - Tanzania
Nieuwe Hebriden, een der - Ambryn, Api, Arba, Erromanga, Maiwo, Malekula, Santo, Tanna, Vate
nieuwe oplaag - herdruk
nieuwe regel - alinea
nieuwe rekening - n.r.
nieuwe rijke parvenu
nieuwe soldaat - rekruut
nieuwe soort mutant
nieuwe ster - nova
nieuwe stijl - n. s.
Nieuwe Testament - N.T.
Nieuwe variëteit - conquest
nieuwe vinding ontdekking, radar, straalmotor
nieuwe volkenbond - U.N.O., VN.,
nieuwe wereld - Amerika
nieuwe wereldtaal - ido
nieuwe wijn - most
nieuwe zegswijze - neologisme
nieuweling - debutant, noviet; groen
nieuweling (op zee) - baar
nieuwerwets - eigentijds, modern, modieus
Nieuw-Guinea - Irian
nieuwigheid - innovatie, nieuwmodisch, nieuwtje, noviteit, nouveauté, novum, snufje, vondst
nieuwigheid (taal) - neologisme
nieuwjaar (Islam.) - Muharram
nieuws actualiteit, mare, tijding, bericht, gerucht, informatie, journaal,
nieuwsbericht - bulletin, krantenbericht, radionieuws, televisienieuws
nieuwsblad - courant, dagblad, gazet, journaal, krant, weekblad
nieuwsblad AD, N.A.C., Handelsblad, Parool, Telegraaf, Volkskrant, Trouw, Waarheid
nieuwsbureau - Aneta. AN.P., HavasReuter, TASS, UPI, Ceteka
nieuwsfilm - journaal
nieuwsgaarder journalist
nieuwsgierig benieuwd, weetgraag
nieuwsgierig aanstaren - aangapen
nieuwsgierige - indringer, pottenkijker, weetgierige
nieuwsgierige vrouw - Aagje
nieuwsgierigheid wekken benieuwen
nieuwsjager journalist, reporter
nieuwsopsteller - redacteur
nieuwtje novum, primeur
nieuwvormen - scheppen
nieuwvorming - neologisme
nieuw woord - neologisme
Nieuw-Zeeland, stad in - Auckland, Cristchurch, Wellington
Nieuw-Zeelandse munt - pond
nieuwzilver - alpaca, argentaan, argental, argentine, argyroliet, christoffelmetaal, electrum, nikkelkoper, packfong
Nieuw-Zuid-Wales, hoofdstad van Sydney
niezen - proesten
Nigeriaanse houtsoort - apa
Nigeriaanse munt - pond
Nigeria, hoofdstad van - Lagos
Nigeria, oud rijk in - Bornu, Kano, Nupe, Sura
Nigeria, stad in - Ibadan, Ife, Jos, Kano, Lagos, Ogbomosko
nigromantie - toverij, zwartekunst
nihil - nil, niks, niemendal, niets, nul, zero
nihilist - knor
nijd aandrift, afgunst, afkeer, boorheid, haat, jaloezie, kift, naijver, neetoor, vete, vijandschap, walg, woede
nijdas brombeer, brompot, bullebijter, iezegrim, knorrepot, kwel, neteloor, nurks, sar, treiteraar
nijdassen - kwellen, plagen, sarren, treiteren
nijdasserig - gemelijk, hatelijk, nijdig, treiterachtig
nijdig aangebrand, afgunstig, bits, boos, driftig, fel, gebelgd, gebeten, giftig, hatelijk, kregel, kwaad, toornig, verbolgen, verstoord, vinnig, vurig, woedend
nijdigheid vijandelijkheid
nijf - mes
nijg - zeer
nijgen - buigen, (k)nikken
nylongaren - bifil
nylonkous en -broekje - panty, maillot
nymf - dryade, hamadryade, najade, nereïde, okeanide, oreade
Nijl, bronrivier van de - Kagera
nijlpaard - behemoth, hippopotamus, rivierpaard
nijlkwastvinsnoek - bichir
nijlreiger - ibis
nijlsnoek - mormyrida, tapirvis
nijlstad - Caïro, Khartoem, Assoean
nijlvogel - ibis
Nijmegen, oude naam van - Noviomagus
nijnagel - stroopnagel, nijdigaard
nijpen - benauwen, drukken, knijpen, knellen, kwellen, snerpen
nijpend - nauw, knellend, kwellend, smartelijk, pijnlijk
nijpend gebrek - penarie
nijper - tang
nijptang knijptang
nijten - dwarsdrijven
nijver - actief, arbeidzaam, bedrijvig, bezig, druk, naarstig, noest, vlijtig, ijverig, werkzaam
nijveraar - industrieel
nijver dier - bij, ieme, mier
nijver mens - werker, zwoeger
nijverheid - arbeidzaamheid, fabriekswezen, ijver, industrie
nijverheidsonderwijs - n.o.
nijverheidsschool - I.t.s., u.t.s., h.t.s.
nijverig - arbeidszaam
nik - buiging; groet, knik, nijging
nikethamide - coramine
nikkel - ni
nikkel-aluminiumlegering - alumel
nikkelerts - garneriet, magneetkies
nikkelijzer - nife
nikkelkies - messinggeel, milleriet
nikkelkoper - argentaan, nieuwzilver
nikkellegering - alcapa, alumel, argentaan, calido, constantaan, elinvar, iconel, monelmetaa,l nichroom, nieuwzilver, nikkeline, packfong, permalloy, platiniet, rhometaal, thermoperm
nikkelijzeraccu - edisonaccu
nikken knikken, nijgen
nikker - demon, droes, duivel, ikker, satan
niks knudde, niemendal, niets, nihil, nil, noppes, nul
niksen lanterfanten, luieren
niksnut baliekluiver, lapzwans, leegloper, luiaard, slampamper
nil - niets, nihil, nul
Nilotenvolk - Dinka, Nuer, Sjilloek
nimbus - glans, lichtkrans, luister, regenwolk; stralenkroon
nimf - sirene
nimf die Apollo ontvluchte - Boline
nimf die Zeus op Kreta met geitenmelk grootbracht - Amalthea
nimfen die Dionysus grootbrachten - Hyaden
nimmer(meer) nooit
nimmerzat - ibis
nimrod - weideman, jager
Niobe der Natiën - Rome
niobium - nb., columbium
nip - punt, stip, teug
nipa moeraspalm, palmboom
nipje slokje, teugje
nippe - neppe, kattekruid
nippel verbindingspen, smeerpunt
nippen - borrelen
nippertje, op het - net, ternauwernood
Nippon - Japan
nis - aedicula, muurholte, uitholling
nis waaruit gletsjerwater komt - kaar
Nisan - Abib
nisbus - schoorsteenbus, kachelbus
nisvormige uitbouw aan de oostgevel van een kerk - koornis
nitrillen - cyaniden
nitrocellulose - pyroxyline, schietkatoen
nitrogelatine - springgelatine
nitrogenium - n., stikstof
niveau gehalte, hoogte, peil, plan, standing, terras, waterpas
niveau van water - peil
niveauverandering van de zeespiegel - ingressie, overstroming, regressie, transgressie
niveauverlaging van een rivier - in snijding
niveauverschil - hoogteverschil
niveauvlak - waterpasvlak
nivelleerwerktuig - flesjeswaterpas
nivelleren -egaliseren, gelijkmaken, vervlakken, vlakmaken
nivellering - vervlakking
nivose - sneeuwmaand
Noach - Noë, Noah
Noachs zoon - Sem, Cham; Japhet
nobel - edel, edelmoedig, edelaardig, goed, hoogstaand, rechtschapen, statig, schoon, weldoend
nobele handeling - weldaad
Nobelprijswinnaar, Belgische - Beernaert, Bordet, Heymans, Maeterlinck
Nobelprijswinnaars -
V = Vredesprijs N = Natuurkunde
L = Letterkunde S = Scheikunde
G = Geneeskunde en E = Economie
F = Fysiologie
3 Dam(G), Lee (N)
4 Bohr (G), Bohr (N), Böll (L), Bom (N), Buch (L), Cori (G),
Dale (G), Gide (L), Hahn (S), Hess (G), Hess (N), Hill(G),
Huil (V), Katz (G), King (V), Koch (G), Kuhn (S), Lamb (N),
Mann (L), Mott (N), Mott (V), Neel (N), Pire (V), Rabi (N),
Root (V), Ross (G), Rous (G), Ryle (N), Shaw (L),Tamm
5 Adler (S), Agnon (L), Alven (N), Arber (G), Arrow (E),
Asser (V), Aston (S), Bajer (V), Balch (V), Bassow (N),
Begin (V), Bethe (N), Bloch (G), Bloch (N), Bosch (S),
Bothe (N), Bovet (G), Bragg (N), Braun (N), Camus (L),
Chain (G), Crick (G), Curie (N), Dalen (N), Debye (S), Diels
(S), Dirac (N), Dorsey (G), Eliot (L), Esaki (N), Fermi (N),
Flory (S), Frank (N), Fried (V), Gabor (N), Gobat (V),
Godoy (L), Golgi (G), Haber (S), Hench (G), Hertz (N),
Hesse (L), Heyse (L), Hicks (E), Jacob (G), Korgh (G),
Krebs (G), Kusch (N) Lamas (V), Lange (V), Léger (L),
Lewis (L), Libby (S), (N), Todd (S), Urey (S), Wald (G),
Wien(N), Ying (N), Loewi (G), Lwoff (G), Lijnen (G),
Meade (E), Minot (G), Moniz (G), Monod (G), Natta (S),
Oehoa (G), Ohlin (E), Passy (V), Pauli (N), Pregl (S),
Ramon (N), Sachs (L), Sadat , (V), Segre (N), Simon (E),
Soddy (S),Stark (N), Stern (N), Tatum (G), Temin (G),
Vleck (N), White (L), Yalow (G), Yeats (L)
6 Addams (V), Andric (L), Angell (V), Barany (G), Barkla (N),
Becket (L), Bellow (L), Boenin (L), Bordet (G), Brandt (V),
Briand (V), Bunche (V), Butler (V), Calvin (S), Carrel (G),
Claude (G), Cremer (V), Domagk (G), Dunant (V),
Eccles (G), Enders (G), Eucken (L), Eykman (G), Finsen (G), Fisher (S), Florey (G), France (L,) Franck (N), Frisch (E),
Frisch (G), Gasset (G,) Glaser (N), Granit (G), Hamsun (L),
Harden (S), Hevesy (S), Hewish (N), Huxley (G), Jensen (L),
Jensen (N), Joliot (5), Karrer (5), Kocher (G), Kossel (G),
Landau (N), Leloir (5), Lenard (N), Lorenz (G), Moneta (V), Muller (G), Murphy (G), Myrdal (E), Nernst (5), Neruda (L),
o 'Neill(L), Pavlov (G), Perrin (N), Perutz (5), Planck (N),
Porter (G), Porter (5), Powell (N), Prelog (5), Quidde (V,)
Ramsay (5), Richet (G,) Sanger (5), Sartre (L), Singer (L),
Sumner (5), Townes (N), Undset (L), Walton (N),
Watson (G), Weller (G), Wigner (N), Wilson (N), Wilson (V)
7 Axelrod (G), Banting (G), Bardien (N), Bergius (5),
Bergson (L), Buchner (5, Buisson (V), Burnett (G),
Compton (N), Deledda (L), Edelman (G), Ehrlich (G),
Feynman (N), Fibiger(G), Fischer (5), Fleming (G),
Glauque (S), Haworth (S), Haymans (G), Hodgkin (G),
Hopkins (G), Houssay (G), Huggins (G,) Jimenez (L),
Joekawa (N), Johnson (L), Jouhaux (V), Kastier (N),
Kellogg (V), Kendell(G), Kendrew (S), Kipling (L),
Kuznets (E) Laveran (G), Laxness (L), Lipmann (G),
Lorentz (N), Luthuli (V), Macleod (G), Marconi (N),
Mauriac (L), Medanar (G), Mistral (L), Moisson (S),
Mommsen (L), Montale (L), Nathans (G), Nicolle (G),
Ostwald (S), Pauling (S), Pauling (V), Pearson (V),
Penzias (N), PureelI (N), Renault (V), Reymont (L),
Richter (N), Robbins (G), Rolland (L), Röntgen (N),
RusselI (L), Ruzicka (S), Schally (G), Seaborg (S),
Seferis (L), Siaever (N), Spemann (G), Stanley (S,)
Sheiler (G), Thomson (N), Waksman (G), Wallaeh (S),
Warburg (G), Whlpple (G), Wieland (S), WiJking (G),
Windaus (S), Zernike (N), Ziegier (S)
8 Aleayaga (L), Anderson (N), Appleton (N), Asturias (L),
Bjornson (L), Blaekett (N), Blumberg (G), Borlaugh (V),
Branting (V), Brattain (N), Bridgman (N), Cardueei (L),
Chadwick (N,) Corrigan (V), Cournand (G), Davisson (N),
Delbeeeo (G,) Ducommun (V), Einstein (N), Erlanger (G),
Faulkner (L,) Forssman (G), Friedman (E), Gajdusek (G),
Grignard (S,) Hartline (G), Herzberg (S), Kapitska (N),
Koopmans (E), Kornberg (G), Lagerlöf (L), Langmuir (S),
Laurenee (N), Leontief (E), Lippmann (N), Lipseomb (S),
Marshall (V), MeMilian (S), Meyerhof (G), Millikan (N),
Mitehell (S), Mulliken (S), Northrop (S), Rayleigh (N),
Rlchards (G), Rlchorda (5), Roblnaon (5), Sabotler (5),
Sacharov (V), Semjonov (5), Shockley (N), Siegbahn (N),
Svedberg (5), Theorell (G), Tiselius (5), Tomonaga (N),
Virtanen (5), Williams (V), Woodward (5)
9 Arnoldsen (V), Arrhenius (5), Baltimore (L), Becquerel (N),
Beernaert (V), Benavente (L), Bourgeois (V), Butenandt (5),
Churchill (L), Cockcroft (N), Cornforth (5), Echegaray (L),
Einthoven (G), Gjellerup (L), Guillaume (N), Guillemin (G),
Hauptmann (L), Heisenberg (N), Hemingway (L),
Henderson (V), Heyrowski (5), Josephson (N), Karlfeldt (L),
Kissinger (V), Lederberg (G), Martenson (L), Michelson (N),
Mossbauer (N), Mottelson (N), Pasternak (L), Pripogine (5,)
Prochorov (N,) Quasimodo (L), Rainwater (N),
Samuelson (E), Sjolochov (L), Söderblom (V), Steinbeck (L), Tinbergen (E), TInbergen (G), Wllkinson (S,) Zsigmondy (S)
Alelxandre (L), Chamberlin (N), Gullstrand (G),
Hofstadter(N), Lagerkvist (L), Pirandello (L), Reichstein (G),
Richardson (N), Rutherford (S), Schuringer(N),
Schwietzer (V), Staudinger (S), Stresemann (V),
Sutherland (G), Tsjerenkow (N), Chamberlain (V,)
Galsworthy (L), Hinshelwood (S), Landsteiner (G),
Maeterlinck (L), Pontoppidan (L), Schrödinger (N),
Sherrington (G), Sienkiewicz (L), WiIIstätter (S)
12 Kantorovitsj (E), Solzjenitsin (L)
13 Hammerskjoeld (V)
nobiliteit - adel, adeldom, ridderschap
noblesse - adeldom, adelstand
noch - (Frans) ni.
nochtans - alevel, allevel, echter, evenwel, niettemin, toch,
noctambule - slaapwandelaar
nocturne - nachtstuk
node - amper, gedwongen, nauwelijks, ongaarne, onwillig, overbodig, pas
nodeloos nutteloos, onnodig, tevergeefs, vergeefs
nodeloze herhaling - tautologie
noden - inviteren, uitnodigen, verzoeken, vragen
nodig - dringend, gewenst, noodwendig, noodzakelijk, onmisbaar, onontbeerlijkvereist
nodig bij elektrische geleiding - stekker, kontakt
nodig bij soep - lepel
nodig bij zuivelbereiding - karn, karnton
nodig om vis te bakken - olie
nodig voor uitrusting van schip - tuig, tuigage
nodig voedsel - gerak, nooddruft
nodigen - inviteren, noden, verzoeken
nodiger - verzoeker
nodiger ter begrafenis - aanspreken, doodbidder, kraai
nodiging - invitatie, verzoek
Noë - Noach, Noah
noemen - aanduiden, bevelen, betitelen, heten, vermelden, zeggen
noemenswaard belangrijk, bijzonder, vermeldenswaard
noen - middag
noenmaal - lunch
noenslaap - namiddagslaapje
noenzaal - lunchroom, melksalon
noes - schuin
noest - arbeidzaam, kwast, naarstig, nijver, ijver, ijverig, vlijtig
noestig knoestig, vlijtig
noest in hout - kwast
noesterig - knoestig, kwastig
nog - alsnog, andermaal, bovendien, buitendien, daarenboven, meer, ook, opnieuw, tevens, verder, voortdurend, voorts
nogal - behoorlijk, danig, redelijk, tamelijk, vrij, zozo
nogal koel fris(jes)
nogal veel menig
nogal zwak - zozo
nog eenmaal - encore
nog eens - ancora(muz.), alweer, andermaal, bis, nogmaals, opnieuw, wederom, weer
nog eens beschouwen - herzien
nog eens lezen herlezen, overlezen
nog flink en krachtig - kras, vitaal
nog in natuurstaat - maagdelijk, ongerept, woest
nogmaals - andermaal, bis, encore, herhelen, nogeens, weer
nog maar net amper, pas
nog minder dan nul - negatief
nog minder dan weinig - niets
nog niet bewezen - n.l. (non liquet)
nog niet gewijde bisschop - elect
nog niet tot volle wasdom gekomen - onrijp, onvolwassen
nog onrijpe druiven agrest
nog onzeker onbeslist
nog te betalen geldsom - schuld
nog te vorderen - tegoed
nog voorhanden aanwezig, over(ig), voorradig
nog weten - herinneren
nok - dakrand, hik, snik, top, uitsteeksel, vorst
nokbint - nokbalk
nokken - afnokken, ophouden, snikken, stoppen
nokkeval - piekeval
nokpan - vorstpan
nokplaat - nokbalk
nol - bult, duin, heuvel, hoogte, rijshoofd, strandhoofd, zandberg, zandheuvel
noli me tangere - kruidje-roer-me-niet
nomaden - bedoeïenen, Hunnen, zigeuners, zwervers
nomaden in de Arabische woestijn - Bedoeïenen, Chaldeeën
nomadisch ruitervolk - Hunnen
nom de plume - pseudoniem, schuilnaam
nomen - naamwoord
nomenclatuur - naamgeving, naamlijst, naamregister
nomen nesclo - n.n
nominaal - naamwoordelijk, à pari.
nominale waarde - pari
nominatie - benoeming
nomineren - benoemen
nommer - nummer, nr, getal
non - religieuze, soeur, zuster
non-usus - ongebruik
nona - slaapziekte
nonchalance - nalatigheid, onverschilligheid, veronachtzaming
nonchalant - achteloos, losjes, nalatig, onachtzaam, slordig
non-conformist - dissenter
none - toonafstand, toontrap
non-figuratief abstract
nonkel - oom
nonnenfortje - schuimpje
nonnemees - moerasmees
nonsens - brabbeltaal, geraaskal, klets(koek), kul, larie(koek), lulkoek, mallepraat, onzin, quatsch, raaskallerij, wartaal, zotteklap
nonsensicaal onzinnig
non worden - intreden
nood - armoe, behoefte, dwang, ellende, gebrek, gemis, gevaar, kommer, krimp, misère, narigheid, onraad, penarie, zorg
noodbed kermisbed, stretcher
noodbrug - hulpbrug
nooddruft - armoe, behoefte, ellende, gebrek, kommer, narigheid, penarie,
nooddruftig - arm, behoeftig, berooid, calamiteus, ellendig, hulpbehoevend
noodgebouw barak, loods
noodgedwongen node, ongaarne
noodgeschrei - noodkreten
nood Gods Pietà
noodhaven - vluchthaven
noodhelper - Achatius, Aegidius, Barbara, Catharine, Christophorus, Cyriacus, Dionysius, Erasmus, Eustachius, Georgius, Margaretha, Pataleon, Vitus
noodkeus - alternatief
noodklok - alarmklok, brandklok, stormknop
noodkreet - alarm, angstkreet, help
noodkreten - noodgeschrei
noodlijdend - arm, behoeftig, gebrekkig, noodlottig
noodlot - ananke, beschikking, bestemming, destinatie, fataliteit, fatum, destinatie, kwaad, lot, moire, ongeluk, onheil
noodlotsleer - fatalisme
noodlottig - catastrofaal, desastreus, dodelijk, droevig, ellendig, fataal, fnuikend, funest, heilloos, nefast, ongelukkig, rampspoedig, rampzalig, tragisch, triest, verderfelijk
noodlottigheid fataliteit
noodmast - jurriemast
noodsein - alarm, mayday, s.o.s.
noodsignaal - alarm
noodslaapplaats - kermisbed
noodtalie - grondtalie
nooduitgang - vluchtweg
noodvoorraad - reserve
noodweer - cycloon, onweer, orkaan, sneeuwstorm, storm, tornado
noodwendig - nodig, noodzakelijk, onvermijdelijk
noodzaken behoeften, doemen dwingen, nopen
noodzakelijk broodnodig, dwingend, nodig, noodwendig, onontbeerlijk, onmisbaar, urgent, vereist, verplicht
noodzakelijkheid dwang, moet
noodzakelijk iets - vereiste
noodzakelijk levensonderhoud - nooddruft
noodzakelijkerwijs - onafwendbaar, onontkoombaar, onvermijdelijk
noodzakelijkheid - neccessiteit, noodzaak, urgentie
noodzaken - dwingen, moeten, nopen, pressen, verplichten
noodzakend - dwingend
nooit - nimmer(meer)
nooit falend - onfeilbaar
nooit ophoudend - eindeloos
Noordafrikaan - Algerijn, Moor, Berber, Egyptenaar, Libiër, Marokkaan, Tunesiër
Noordafrikaans land - Algerije, Egypte, Libië, Marokko, Tunesië
Noordafrikaanse stad - Agadir, Algiers, Alexandria, Bizertïro, Caïro, Casablanca, Constantine, Derna, Fez, Meknès, Oran, Rabat, Safi, Sfax, SolloemSousse, Tanger, Tobroek, Tunis, Tripoli
Noord-Amerikaan - Yankee
Noord-Amerikaans land - V.S., U.S.A., Alaska, Canada, Mexico,
Noord-Amerikaans meer - Bovenmeer, Erie, Huron, Michigan, Ontario
Noord-Amerikaans schiereiland - Alaska, Californië, Florida, Labrador
Noord-Amerikaans zoogdier - bizon
Noord Amerikaanse goudmunt - eagle
Noord-Amerikaanse herkauwer - bizon
Noord-Afrikaanse stam - Berbers, Kabylen
Noord-Amerikaanse trapper - vallenzetter
Noord-Atlantische Verdrags Organisatie - N.A.V.O., NATO., OTAN
Noord-Brabantse gemeente - Asten, Bladel, Boxtel, Breda, Deurne, Dongen, Eindhoven, Gemert, Goirle, Helmond, Hilvarenbeek, Made, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Roosendaal, Someren, Sterksel, Tilburg, Uden, Valkenswaard, Waalwijk
Noord -Brabantse rivier - AA, Dieze, Dintel, Dommel, Donge, Gender Maas, Mark
Noord -Brabantse stad - Breda, Eindhoven, Geertruidenberg, Helmond, Tilburg,
Noord -Brabantse streek - Baronie, Kempen, Meierij, Peel
Noord -Bevelands dorp - Kats, Kortgene, Colijnsplaat, Wissekerke, Kamperland
Noord-Carolina, hoofdstad van - Releigh
Noord-Dakota, hoofdstad van - Bismarck
noordelijk - arctisch, boreaal, noords, septentrionaal
noordelijk deel van Groningen - Hogeland
noordelijk deel van Groot-Brittannië - Schotland
noordelijk deel van Ierland - Ulster
noordelijk deel van Scandinavië - Lapland
noordelijk gebied van Israël - Galilea
noordelijke provincie van Chili - Tarapaca
noordelijke zee - Poolzee, IJszee
noorden - n., noord
noordenwind - Boreas, horsmakreel, tramontane , n. b.
Noorderbreedte - n. b.
noorderkroonster - Gemma
noorderlicht - poollicht
Noordeuropeaan - Eskimo, Est, Fin, Lap, Let, Noor, Samojeed, IJslander, Zweed
noordewind - boreas
Noord-Friese eilanden een der - Anrum, Föhr, Halligen, Helgoland, Nordstrand, Pellworm, Sylt
Noord-Holland - N.H.
Noord-Holland, deel van - Amstelland, Beemster, Gooi, Haarlemmermeer, Kennemerland, Purmer, Schermer, Waterland, Westfriesland, Wieringermeer, IJpolders
Noord -Hollands dorp - zie: dorp in Noord-Holland
Noord -Hollands eiland - Texel, (Tessel), Marken, Pampus
Noord -Hollandse gemeente - Aalsmeer, Alkmaar, Amsterdam, Blaricum, Bloemendaal, Bussum, Diemen, Edam, Enkhuizen, Haarlem, Heemstede, Hilversum, Hoorn, Huizen, Laren, Monnikendam, Muiden, Naarden, Opmeer, Purmerend, Schagen, Volendam, Waarland, Weesp, Wormerveer, Zaandam, Zandvoort
Noord -Hollandse neepjesmuts - hul
Noord -Hollandse polder - Beemster, Haarlemmermeer, Purmer, Schermer, Wieringermeer, Wieringerwaard, Wormer ,IJpolder
Noord -Hollandse streek - Gooi, Kennemerland, Koegras, Streek, Wieringen, West-Friesland, Zijpe
Noord -Hollands water - Amstel, Drecht, Langereis, Noordzeekanaal, IJ, Zaan
Noord-Ierland - Ulster
Noord-Ierland, hoofdstad van - Belfast
noordkant - noordzijde
noordkaper - botskop, butskop
noordkers - morel
noordnoordoosten - N.N.O,
noordnoordwesten - N.N.W.
noordoosten - N.O.
Noordpoolbewoner - Eskimo
Noordpoolgebied - Arctis
Noordpoolgebied, deel van het - Baffenland, Banksland, Ellesmereland, Groenland, Spitsbergen
Noordpoolreis - expeditie
Noordpoolreiziger - Armundsen, Byrd, Hall, Kane, Nansen, Nobile, Peary
Noordsijs - barmsijsje
Noordster - poolster"
noordwesten - N.W.
Noordzee, ondiepte in de - Doggersbank
Noordzeevis - haring, knorhaan, meun, pollak, poon, wijting
Noorman - Viking, Wareg
Noors auteur - Bojer, Boo, Brun, Hoel, Ibsen, Lie
Noors blaasinstrument - lure
Noors componist - Grieg
Noors district - Telemark, Troms, Opland
Noors elfenhuis - Alfheim
Noors hout van bepaalde afmeting - ellens
Noors overzees gebiedsdeel - Bereneiland, Spitsbergen
Noors parlement - Storting
Noorse boze geest - trol
Noorse dans - halling
Noorse dichter - Bjerke, Bragi
Noorse goden - Aegir, Ase, Balder, Braga, Donar, Loki, Njord, Odin, Thor
Noorse bergvlakte - fjeld
Noorse God - Aegir, Balder, Braga, Bragi, Freyr, Loki, Njord, Odin, Thor, Vidar, Wodan
Noorse godheid - Asen
Noorse Inham - fjord
Noorse jongensnaam - Arne, Lars, Roald
Noorse koning - Haakon
Noorse meisjesnaam - Berit, Inger, Kari, Kirsti, Lisbeth, Sigfrid
Noorse munt - krone, kroon, öre
Noorse mythen in dichtvorm - Edala, Edda
Noorse naam - Haakon, Inge, Olof
Noorse naam voor Donar - Thor
Noorse ontdekkingsreiziger - Amundsen
Noorse rivier - Alte, Alten, Glamma, Glommer, Munkelv, Namsen, Tana
Noorse sagenepos - Edda
Noorse schelvis - roodbaars
Noorse schrijver - Ibsen
Noorse strijder - Viking
Noorse voornaam - Inge, Olaf
Noorse vorstin - Asa
Noorse woeste bergvlakte - fjeld
Noorwegen - Norge
Noorwegen, berg in - Gausta, Glittertind, Snöhetta
Noorwegen, eilandengroep voor de kust van - Lofoten, Vesteralen
Noorwegen, inham in de kust van - Fjord
Noorwegen, stad in - Aas, Arendal, Bergen, Drammen, Hamar, Hammerfest, Haugesund, Kristiansand, Molde, Namsos, Narvik, Oslo, Skien, Stavanger, Trondheim, Tromso
noot - aardnoot, pinda, walnoot
noot (muz.) - do, re, mi, fa, sol, la, si, ut
noot - aantekening, annotatie
nootgewricht - enartrose
nootmuskaat - pala
nootmuskaatfoelie - macis
nootmuskaatolie - bandazeep
nop - knoop, pluis, stipn
nopal - cactus
nopen aandringen, aansporen, aanzetten, dwingen, pressen, manen, noodzaken, opwekken, prikkelen, steke
nopend dwingend
nopens - aangaande, betreffend, inzake, omtrent, wegens
noppen - uitpluizen
noppes nemendal, niets, niks
noppig - genopt, oneffen, ongelijk
noptangetje - nopijzer
nor - bajes, bak, cachot, cel, gevangenis, gevang, kot, lik, petoet
Norbertijnen - Premonstratenzer, Witheren
Norfolk, hoofdstad van - Norwich
Norfolk, rivier in - Ouse, Yare, Waveney
noria - jakobsladder
nork - brompot, knorpot, nurk
norm - criterium, gedragslijn, grondregel, leidraad, maatstaf, regel, richtlijn, richtsnoer, schaal, standaard, zede
normaal - alledaags, doorsnee, gebruikelijk, gemiddeld, gewoon(lijk), regelmatig
normaal (meetkundig) - loodlijn
normaal gezichtsvermogen - emmetropie
Normaal hoogwater - N.H.W.
Normaal laagwater - N.L.W.
normaal profiel - n.p.
normaal waterpeil - NAP.
normaalgewicht - standaardgewicht
normaalhoogte - letterhoogte
normaliseren - kanaliseren, regelen
normaliter - doorgaans, gewoonlijk
Normandië, deel van - Auge, Alençon, Bessin, Bocage, Bray, Caen, Lévin, Marches, Ouche
Normandië, haven in - Rouen
Normandisch departement - Calvados, Orne, Manche, Eure
Normandische,eilanden - Alderney, Guernsey, Jersey, Kanaaleilanden, Sark,
normatief - maatgevend
normloosheid - anomie
nornen, een der - Atropos, Clotho, Lachesis, Parcen, Oerd, Skoeld, Skuld, Urd, Verdandi, Werdanti
nor of cel - bajes
nors - bars, bits, bokkig, boos, bruusk, grimmig, koppig, nurks, onvriendelijk, snibbig, stuurs, stug. Zuur
nors gezicht pruil
nors man - Nabal, nurks
norse grimmige vent - boeman
norse vent strank
norsheid - grimmigheid
Northampton, rivier in - Avon, Cherwell, Nene, Ouse, Welland
Northumberland, rivier in - Tyne, Tweed
Nosairiërs - Alawieten
nosocomium - ziekenhuis, hospitaal
nosologie - ziekteleer
nostalgie - heimwee, verlangen
Nostratisch - Japhetietisch
nota bon, factuur, rekening, verslag
nota bene - let wel, n. b.
notabel - aanzienlijk, belangrijk, voornaam, verheven, vooraanstaand
notariaat notarispraktijk
notarispraktijk - notariaat
notatie - notering
notenboom - juglans, notelaar, okkernoot, walnoot
notenboek - muziekboek
notendop - notenschil
notengroepen - accoord, nonen
notenpapier - muziekpapier
notenschil - notenbolster, notendop, pel
notenschrift - notatie
notensleutel - clavis
noteren - aantekenen, boeken, opschrijven, optekenen
notering koers, notatie, prijsbepaling
notie - begrip, benul, besef, denkbeeld, dunk, idee, verstand
notie hebben van - begrijpen, vermoeden
notificeren - aankondigen, bekendmaken
notitie - aantekening, krabbel
notitie maken - aantekenen, noteren, opschrijven
notitieboekje - carnet, agenda, aantekenboekje
notoir - bekend, duidelijk, evident, klaarblijkelijk, openbaar, publiek
notulen - aantekeningen
nou - heden, nu, thans, vandaag
nouveauté - nieuwigheid, nieuwtje
novatie - vernieuwing
novelle - prozaverhaal
november - slachtmaand, nov.
noviet - eerstejaars, foet(us), groen, nieuweling
noviteit - nieuwigheid
novitiaat - groentijd
novitius - noviet
novum nieuwtje, nouveauté
nu - heden, momenteel, onmiddelijk, tegenwoordig, thans, vandaag
nuance van een kleur onderscheid, schakering, tint
nuanceren - schakeren, tinten
Nubiërs - Barabra
nu eenmaal - nademaal
nuchter - bekwaam, beraden, bezadigd, helder, kalm, koel, realistisch, redelijk, reeel, sober, zakelijk
nuchter mens - realist
nuchterheid - matigheid, soberheid, zakelijkheid
nucieus - kern, nucleon
nucleaire energie kernenergie
nucleaire wapens atoomwapens, kernwapens
nu dan - welaan, welnu
nudisme naaktloperij, naturisme
nudist - naaktloper, naturist, zonaanbidder
nuditeit - naaktheid
nu eenmaal - nadermaal
nu en dan - bijwijlen, soms, somtijds, temet
nuf aanstelster, modepop
nuffig bits, ingebeeld, koket, luimig, nesterig, preuts, tutterig
nuffig meisje - nest
nuk bevlieging, bui, caprice, frats, gril, kuur, luim, vlaag
nukkig - eigenzinnig, grillig, lastig, luimig, wispelturig
nuk of frats - kuur
nul - nihil, niets, nil, zero
nulbol puntbol
nul koma nul - niets
nulleider - middenleider
nulliteit - nietigheid, ongeldigheid, onnozele
nulpunt - zéro
nummer - no., nr., cijfer, getal
numereren - nummeren, tellen
numeriek - opgewassen, paritair
numerieke waarde - getalwaarde
numero - no., nr., nummer
Numidische rotsvesting - Cirta
numismaticus - muntkenner
nummer cijfer, getal, no, nr, numero, numerus
nummerbord kenteken, nummerplaat
nummer een eers(t)e, kampioen, primus, winnaar
nummeren van bladzijden paginatuur, pagineren, paginering
nummer 100 - bestekamer, gemak, plee, toilet,W.C.
nummering van de werken van Bach - WBV
nummering van de werken van Mozart - K.V.
nummering van de werken van Schubert - Deutsch
nummering van de werken van Vivaldi - Fanna, Pincherle nummermachine - pagineermachine
nummerplaat nummerbord
nummerslot cijferslot
nummer trekken - loten
nummervlinder - admiraalvlinder, cijferkapel, schoenlapper
nummuliet - muntsteen
nun - pijpkan, tuitpot, zuigpijpje
nu niet - later, straks
nu niet en straks ook niet nooit, nimmer
nu nog - alsnog
nuntius - bode, gezant
nurk - brompot, neetoor, nijdas, zeurkous
nurks - brombeer, brompot, grompot, hatelijk, iezegrim, kniesoor, knorrepot, mopperaar; neetoor, nijdas, nors
nurse baker, bonne, kinderjuffrouw, kindermeisje, verpleegster
nut - baat, betekenis, belang, gewin, heil, opbrengst, profijt, utiliteit, voordeel, waarde, zin,
nutatie - hemelpoolverplaatsing
nut hebbend - voorspoedig
nutria - moerasbeverpels
nutritief - voedend, voedzaam
nutteloos - braak, doelloos, nodeloos, onbruikbaar, onnodig, onnut, overbodig, slecht, vruchteloos, waardeloos, ijdel, zinloos
nutteloos gewas onkruid
nutteloos geworden - afgedankt, uitgediend
nutteloos kruid onkruid
nutteloos verbruiken - verdoen
nutteloze lading - ballast
nutteloze omhaal - rompslomp
nutteloze sier vertoon
nutten - baten
nuttig batig, bruikbaar, dienstbaar, dienstig, doelmatig, doeltreffend, leerzaam, praktisch, raadzaam, voordelig
nuttig effekt - rendement, baat
nuttig effekt opleveren - renderen, baten
nuttig gebruik - utilisatie
nuttig huisdier - geit, koe, paard, schaap
nuttig insekt - bij, honingbij, imme, ieme
nuttige delfstof erts, konen, mineraal
nuttige huisdieren - koeien, schapen, vee
nuttige maar onaangename stof - compost, mest
nuttige wenk - tip
nuttigen - consumeren, eten, gebruiken, opeten, verorberen
nuttigen van voedsel - eten
nuttigheid beogend - nut, utilitair
nuttigheidsgraad - werkingsgraad
nuttigheidstheorie - utilitarisme
nuttiging gebruik, priestercommunie
nuttig zijn bruikbaardienen,
N.V. - naamloze vennootschap, (Fr.) s.a., (Duits) a.g.
Nyctaginacee - bougainvilliea, mirabillis, wonderbloem
Nylonkous en broekje panty
Nylonproduct - enkalon
nymfomaan - erotomaan, manziek
O
oase - rustpunt
oase in Algerije - Touat
oase in de Sinaï-woestijn - Elim
oase in Egypte - Siwah, Charga, Dechle, Farafra
oase in Niger - Bilma, Kaouar
oase in Libië - Koefra
oasestad in Centraal-Azië - Chami
obat - medicijn, artsenij
obductie - lijkschouwing
obediëntie - gehoorzaamheid, dienstplicht (in kloosters)
obediëren - gehoorzamen
obelisk - grafzuil, (spits)zuil, pronknaald
ober bediende, kelner
oberin - kelnerin
Oberon elfenkoning
obi - kimonogordel
objekt - onderwerp, voorwerp
objekteren - tegenwerpen
objektie - bezwaar, tegenspraa, tegenwerping
objektief - lens, onbevooroordeeld, onbevangen;
oblaat - hostie
obligaat - verplicht, voorgeschreven
obligatie - obI.
obligeant - verplichtend, dienstvaardig, beleefd
obligeren - noodzaken
obligo - verplichting; borgstelling, garantie
obliteratie - doorhaling, vernietiging
obsceen - gemeen, goor, onzedig, onzedelijk, ontuchtig, vies, vuil, vis, oneerbaar, onzedelijk, schunnig
obscurant - duisterling, domper
obscuur - donker, duister, louche, onbekend
obsederen - in beslag nemen
observatie - bespieding, waarneming
observatiepost - waarnemingsplaats
observatorium - sterrenwacht
observeren - bekijken, beschouwen, bespieden; gadeslaan, waarnemen
obsessie - dwangvoorstelling, kwelling
obsignatie - verzegeling
obsoleet - verouderd
obstakel - barrière, belemmering, hinderpaal, versperring
obstakels - barricade
obstetrie - verloskunde
obstinaat - eigenzinnig, halsstarrig, hardnekkig, koppig
obstipatie - hardlijvigheid, verstopping
obstructie - afsluiting, dwarsdrijverij
obus - granaat, projectiel
occasie - gelegenheid
occasion - bargain, koopje
occasioneel - incidenteel, toevallig
occident - avondland,westen
occidentaal - westelijk
occlusie - afsluiting
occult - geheim, verborgen
occulte handeling - tafeldans
occultisme - parapsychologie
occupatie - bezigheid, emplooi
oceaan - wereldzee, zee, waterplas
oceaanleer - oceanografie
oceaanvlieger - Lindbergh
oceaanvogel - albatros
oceanenkunde - oceanografie
oceanische eilandengroep - Melanesië, Micronesië,Polynesië
oceanograaf - Agassiz, Cook, Hjort, Maury, Ross, Scoresby
ocelot - tijgerkat
och - ach, charme, helaas, wee,
och kom - gekheid, oele
ochtend - v.m., (Eng.) a.m. , dageraad, morgen(stond)
ochtendblad - AD, Telegraaf, Trouw, Vaderland, Volkskrant
ochtendgewaad duster, kimono, negligé, ochtendjas
ochtendgloren dageraad, morgenstond
ochtendgodsdienst - morgenbede
ochtendhulde - aubade
ochtendjas duster, ochtendgewaad, peignoir
ochtendkleed kimono
ochtendkrieken - dageraad
ocbtendmaal - ontbijt
ochtendnevel - dauw
ochtendsignaal - reveille
ochtendzang - aubade
octaaf interval, octava, toonafstand
octaaf plus terts - decime
octaaffluit - piccolo
octogonaal - achthoekig
octogoon - achthoek
octopus - inktvis, poliep, sepia
octrooi - patent, handelsmachtiging
octrooibrief - handvest
oculatie - enting
oculist - oogarts, oogheelkundige
odaliske - concubine, dienares, slavin
ode - gedicht, hymne, jubelzang, lofdicht, loflied, lofzang, vers, zang
odeon - muziektempel
odeur - geur, lucht, parfum, reuk(water)
odeurflesje - flacon
odieus - hatelijk
Odins paard - Sielpnir
odium - haat, vijandschap
odol mondwater
odontalgie - tandpijn
odorant - reukstof
Oclysaeus' vader - Laertes
Odysaeus' vrouw - Penetope
Odysseus' zoon - Telemachos
oedeem - waterzucht, zucht, zwelling
oefenaar - trainer
oefenen - bekwamen, betrachten, harden, stalen, studeren, trainen
oefenhout voor ballet - barre
oefening - (muz.) etude, test, thema
oefening in onderwijs studie
oefenles van studenten - practicum
oefenmeester - africhter, coach, instructeur, trainer, leermeester
oefen- of proeftijd - stage
oefenpatroon Marga
oefenstuk - etude
oefentijd proeftijd, stage
oefenvertalIng - thema
Oeganda's hoofdstad - Entebbe
Oegrische taal - Fins, Hongaars
oehoe arenduil, ooruil, ransuil
Oeralische taal - Fins, Hongaars, Laps, Samojeds
oekaze bevelschrift
oele gein, gekheid, malligheid
oeloe visuil
oen domoor, mafkees, stommeling, sukkel, sul
oenig onbenullig, sullig
oeraliet - hoornblende
oerbevolking op Ceylon - Dravida
oerbewoner van Japan Aino
oerbos jungle, oerwoud
oerdier - dinosaurus, brontosaurus
oerdieren - protozoa
Oerdoe - Hindostani\
oerdom - imbeciel, oliedom, stom, uilig
oergeschiedenis - prehistorie
oergesteente - magma, bazelt, graniet, lava
oerhagedis - brontosaurus, dinosaurus, gigantosaurus
oerlaag - oerbank, koffiebank
oermens - Neanderthaler
oeros - aueros
oeroud - aftands, overoud, stokoud
oeroude stad - Assur, Ninive, Ur
oerpaard - eohippus
oersegment somiet
oersterk - ijzersterk
oerstof - celstof, protoplasma
oertaal - grondtaal
oertijd - prehistorie
oervogel - archaeopterix
oerwapen - knots
oerwoud bushbush, jungle, oerbos, rimboe. wildernis
oerwoud in Zuid-Amerika - selva
oester - kwalster
oester net - kor
oestron - folliculine, menformon
oets - mallejan
oeuvre - werk
oever - boord, kaai, ka(de), kant, kust, rand, rivierkant, wal(kant), waterkant, zij, zijde
oeveraas- eendagsvlieg
oeverbekleding - beslag
oeverdam - ka(de), kaai
oevergewas - bies, lies, papyrus, riet
oeverkant - kade, wal
oeverloos grenzeloos, onbegrensd
oeververbinding brug, ferry, pont, tunnel, veer
of dergelijke - o.d.
Ofenpest - Boedapest
off side - buitenspel
offensie belediging
offensief - aanvallend
offer - gave, gift, offerande
offeraar doneur, gever
offerande - offer
offerbeker - kelk
offerbrood - hostie
offerbus blok
offeren afstaan, dokken, geven, prijsgeven, sacrificeren, schenken
offerplaats - altaar, outer
offerplechtigheid - offerande
offertafel - altaar, outer
offerte - aanbieding, aanbod, bod, prijsopgave, voorstel
offervaardig - gul, mild, royaal, vrijgevig, weldadig
office - suikerwerkerij
officie - ambt, post, werkkring
officieel - echt, erkend; vormelijk, wettig
officieel bericht - bulletin, communiqu6
officieel gastmaal - banket
officieel gehoor audiëntie
officieel grensstuk pas
officieel regeringsorgaan - staatsblad
officieel schrijven - missive
officieel stuk - acte, bul, codicil, diploma, exploot, oorkonde, pas, paspoort, testament, trouwboekje
officieel toegelaten erkend
officiële aanvang van de bouw - eerstesteenlegging
officiële bekendmaking - communiqué, bulletin
officiële gehoorverlening - audiëntie
officiële herdenking feest
officiële in gebruikstelling opeing, tewaterlating
officiele kleding ambtsgewaad
officiele ontvangst - receptie
officiële plechtigheid - herdenking
officiele verklaring - certificaat
officier - admiraal, bevelhebber, generaal, kapitein, kolonel, luitenant, majoor, overste, ritmeester
officier bij cavalerie - ritmeester
officier van gezondheid - regimentsarts
officier van justitie in de middel eeuwen - drost
officierseetzaal en -dagverblijf op schepen, - messroom
officiersjas - boernoes
officierskantine op schepen - mess, longroom
officieus - zijdelings
officium - ambt, dienst, plicht, officie
offreren - aanbieden, schenken, overhandigen
ofiet - serpentijn
offset vlakdruk
offside - buitenspel
ofiet - slangensteen
ofschoon - al, alhoewel, hoewel, schoon
oftewel - alias
ogelijn - oogje, oogappel
ogen blikken, doelen, mikken,
ogen/hulp voor de - bril, lens, loep
ogenblik - even, moment, mum, ommezien, oogwenk, poos, sekonde, tel, tijdstip
ogenblik van gebeuren - tijdstip
ogenblikje - amerij, even(tjes), moment, tel
ogenblikkelijk - dadelijk, direct, meteen, momentaan,
onmiddellijk, subiet, terstond, momenteel
ogenblik van rust - pauze
ogendienaar - kruiper, vleier
ogenhulp bril, lens, loep
ogenschijnlijk blijkbaar, schijnbaar
ogenschouw parade
ogentaal - blik
ogief puntboog, spitsboog
oir - afkomst, aver, kroost, nageslacht, nazaat, telg, zaad, afstammeling, nakomelingschap
okay - o.k.. boed
oké akkoord, okido, uitstekend
oker - limoniet, hematiet, berggeel
okerachtige verfstof sienna
okido akkoord, oke
okkernoot - notenboom, telnootwalnoot
oksaal - koor
oksel armholte, hoek
oktober - wijnmaand
oleander - laurierroos
oleaster - olijfboom
oleïne - olievet
olie - petroleum, smeer, traan, vet
olie uit vlaszaad - lijnolie
olieachtig - tranig, vet, vettig
olieachtige stof uit fossiele vissen - ichtyol
olieachtige vloeistof - balsem, creosoot
olieachtige vrucht - olijf
oliebak van een lamp - peer
olieblauw zwavelkoper
oliebol rekruut
olieboot tanker
oliecarter - oliezinkbak
oliedom - aartsdom, indom, oerdom, olieslim, uilig
oliedom persoon - domoor, ezel, uilskuiken
oliefabriek - olieslagerij
oliegroen - chromaatgroen
oliehef - oliedroesem
oliehoudend gewas sesam
oliejas regenjas
oliekan met tuit - lampet
oliekannetje - kit
olie kever - meiworm
oliekoek - lijnkoek, raapkoek
oliemaatschappij - Shell, Fina, Total, Caltex, Chevron, Esso, Avia, B.P.
olienoot - aardnoot, pinda
olieopslagplaats - olietank
olieperser - olieslager
olierijke vrucht - aardnoot, olijf, pinda, talkbes,
olieslagerij - oliefabriek
oliesoort - gasolie, lijnolie, muntolie, notenolie, olijfolie, raapolie, rozenolie, slaolie, smeerolie, stookolie
oliesuiker - anijssuiker, glycerine
olie uit vlasdraad - lijnolie
olie uit zekere vrucht bergamotolie
olievat - drum
olieverdamper - carburator
olieverfdruk - oleografie
olieverkitsel oliemastiek
olieverkoper - olieman
olievetstof - oleïne
olievogel Guarcharo
oliezaad koolzaad, lijnzaad, sesam
oliezinkbak - oliecarter
oliezoet glycerine
olifant dikhuid, jumbo
olifantsben - ivoor
olifantsleider - kornak
olifantssnuit - slurf, tromp
olifantsziekte - elefantiasis
olifantenoppasser - kornak
oligo -klein, weinig
ollgochronisch - kortstondig, vluchtig
oligofrenie - achterlijkheid, zwakzinnigheid
oligotroof veen - hoogveen, sphagnum
olijfboom - oleaster
olijfachtige plant - es, liguster, olijf, sering
olijfolie - magdenolie
olijk - boertig, grappig, guitig, koddig, leuk, luimig, slim, snaaks, guitig
olijke kwant - guit
olijkerd clown, grapjas, grappenmakerguit, klown, kwant, nar, pias, slimmerd, snaak
olIjvenboomgaard - olijfhof'
olim - eertijds, voorheen, voormaals, vroeger, weleer
olm - iep, ulmus
olomouc - Olmütz
Olympisch comité - O.C.
om teneinde, voorbij, wegens, zoals
om aalmoes te vragen - bedelen
om afscheid te nemen - o.a.t.n., p.p.c.
om bazuinen rondvertellen
om de onderkant - onderom
om deze reden - hierom
om die reden - daarom, deswege, vandaar
om een voorbeeld te noemen - b.v., bijv., e.c., e.g.
om en nabij - circa, omstreeks, ongeveer, omtrent
om en om - beurtelings, afwisselend
om hebben dragen
om het even gelijk, eender
om het middel binden - aangorden
om kort te gaan - afijn, enfin
om niet - cadeau, gratis, present
om reden dat - omdat
om te bedanken - p.r. ,
om te beginnen - (voor)eerst
om van te smullen - gebak, heerlijk, taart, zalig;
om welke reden - waarom
oma - grootmama, grootmoeder, omoe, opoe
omarmen omhelzen omhelzen, omstrengelen, pakken
omarming - omhelzing
omber bergbruin, umbra
ombervogel hamerkop
ombeurten afwisselend, beurtelings
ombiliek navelpunt
ombinden - omgorden
omboorden - omzomen
ombrelle - parasol
ombrengen - doden, uitroeien, vermoorden
ombrometer - regenmeter
ombudsman - gemachtigde
omdat - aangezien, daar, naardien, nademaal, nu, vermits, want, wijl
omdelven omgraven, omspitten
omdijkt land - polder, waard, woerd
omdoen aangorden, omspittenomslaan
omdoening - drukte, omslag,
omdolen dwalen, rond(zwerven), waren
omdopen - herdopen
omdraai - keer, wending
omdraaien - draaien, keren, wenden
omduikelen omrollen, omvallen
Ome Jan - lommerd, lombard, pandjeshuis
omega - einde
omelet eierpannenkoek, struif
omen - (voor)teken
omgaand meteen, onmiddelijk
omgaan mt - hanteren
omgang - kontakt, omwenteling, optocht, processie, ronde, rondgang, stoet, verkeer, verkering, wending
omgang hebben -verkeren
omgang van een toren - trans
omgangsmiddel - taal
omgangstaal - spreektaal
omgangstaal in Suriname - Negerengels, Papiamento
omgangsvormen - etiquette, manieren, protocol
omgebogen bord ter zijde van een ploeg - rister, riester omgebogen buis - hevel
omgebogen metalen rand - flens
omgebogen stuk ijzer - pook
omgedraaid - andersom, omgekeerd,verwisseld
omgekeerd - andersom, averechts, daarentegen (d.e.t.), invers, invert, omgedraaid, overhoop
omgekeerd beeld - negatief
omgekeerd eivormig obovaal
omgekocht - corrupt
omgekrulde hoek van bladzijde - ezelsoor
omgeslágen deel van een kledingstuk -omslag, opslag
jaspand lapel, revers
omgeslagen jasrand - revers
omgeslagen rand - lapel, omslag
omgeven omhuld, omringen, omsingelen
omgeving buurt, contreidecor, dreven, entourage, milieu, nabijheid, omstrekenomtrek, sfeer
omgezoomde kant - zoom
omgleten - overgieten
omgooien kieperen, omkegelen, omslaan, omsmijten, omverwerpen
omgorden - ombinden
omgrenzen - afbakenen
omhaal gedoening, drukte, gedoe, heisa, omslag, omweg, ophef, poeha, rompslomp, soesa
omhakken - kappen, kloven, omkappen, vellen
omheen - langs
omheind gedeelte van boerderij - erf
omheinde ruimte erf, hof, kraal, tuin
omheinen - afschutten
omheining - afrastering, afscheiding, haag, heg, hek, palissade, schutting
omhelzen - omarmen, omvatten
omhelzing accolade, omarming
omhoog - opwaards, sursum
omhoog beuren opheffen, oplichten, op(tillen)
omhoog brengen - opsteken
omhoog doen van een mouw - opstropen
omhoog gaan - klimmen, rijzen, stijgen, steigeren, verheffen
omhoog halen ophalen
omhoog kijken - opzien
omhoog komen - vooruitkomen, opklimmen
omhoog sturen - oplaten
omhooggaand terreingedeelte - klim, helling, bergwand
omhooggaande luchtstroom - thermiek, convectie
omhooggaande plooi in 'gesteente of aardlaag anticlinaal
omhooggooien opwerpen
omhoogheffen opsteken, tillen
omhoogtrekken hijsen
omhoogwerken klimmen
omhoogwerpen opwerpen
omhoogwippen - springen
omhouwen kappen, omhakken, vellen
omhuiven omhullen
omhuld bekleed, omgeven
omhullen bedekken, omgeven, wikkelen
omhulling huis, kapsel, omhulsel, omkleedsel, omwindsel,verpakking
omhulsel - bolster, capsule, dop, envelop, etui, foedraal, hoes, huls, kaft, kap, kardoes, kas, koker, map, omkleedsel, pel, schil, tube, verpakking
omhulsel van een boek kaft, kapitorie, omslag
omhulsel van een schaaldier - schelp
omhulsel van graanvruchten - kaf
omhulsel van mes - schee, schede
omhulsel van rupsen - cocon
omhulsel van vruchten pel, schil
omineus - onheilspellend
omissie - nalatigheid, verzuim, weglating
omitteren overslaan, vergeten
omkaderen omlijnen, inlijsten
omkantelen - kiepen
omkappen - omhakken, vellen
omkeer - inkeer, ommekeer, peripetie, revolutie, verandering, wending
omkeerbaar - reversibel
omkegelen - omgooien, omverwerpen
omkeren - draaien, kantelen, keren, omdraaien, teruggaan, wenden, wentelen
omkering draai, inversie, kentering, ommekeer, wending, wenteling
omkieperen omgooien
omkijken omzien, terugkijken
omkleden bedekken, verkleden
omkleding drapering , omkleedsel
omkleedsel hoes, kaft, omhulsel, overtrek, sloop, tijk
omklemmen - omvatten
omkluisteren omklemmen
omkomen creperen, sneuvelen, sterven, stikken, vergaan
omkoopbaar corrupt, veil
omkoopsom smeergeld
omkukelen - omvallen
omlaag beneden, benee, neder, neer(waarts), terneer, zakken
omlaag gaan af(dalen), neergaan, zakken
omlaag ploffen neerstorten, vallen
omladen overladen
omlegeren insluiten, omsingelen
omleggen stulpen
omliggend - naburig , omgeving
omliggend land omtrek
omlijnen afbakenen, begrenzen, omkaderen
omlijning afbakening, kader
omlijsten - omkadeen
omlijsting encadrement, kader, lijst, raam, rand
omlijsting van een bril montuur
omlijsting van een prent passe-partout
omlijsting van een raam of deur entoblement, kozijn
omlijsting van een schilderij lijst, kader
omloop circulatie, criterium, fijt, galerij, koers, kringloop, overloop, ronde, rondgang, roulatietrans, wandeling
omloopdijk ringdijk
omlooptijd van de maan lunatie
ommanteling versterkingsgordel
ommegang gaanderij, ronde, rondgang
ommekant keerzijde
ommekeer draai, inkeer, kentering, omkering, ommezwaai, revolutie,verandering, wending, wenteling
ommetje kuier, loopje, omweg, wandeling
ommezien handomdraai, ogenblik, oogwenk
ommezijde keerzijde
ommezwaai ommekeer, wenteling
omnibus autobus, boemeltrein, stoptrin
om niet - P.D. prodeo
omnipotent almachtig, alvermogend
omnivoor alleseter
omoe grootmoeder
ompraten bekeren, bewerken, overhalen, overreden
omranding lijst
omreden omdat
omrekenen reduceren
omringen insluiten, omgeven, omsingelen
omroepen aankondigen, bekendmakenuitzenden
omroepvereniging avro, e.o., kro, ikor, ncrv, nos, sbs, tros, vara, veronica, vpro,
omroeper bellenman
omroepinstallatie - radio
omroepwagen geluidswagen
omroeren mengen, mixen
omrollen kantelen, omduikelen, omrollen, tuimelen
omruilen omwisselen, ruil, verruilen, verwisselen
omruiling - changement, omruil, ruil, verwisseling
omscholen - heropleiden
omschrift van een munt legende, randschrift
omschrijven aanduiden, aaangeven, uitduiden
omschrijving bepaling, aanduiding, definitie
omschrijving van bouwwerk bestek
omsingeld ingesloten
omsingelen belegeren, insluiten, omlegeren, omringen
omsingeling beleg(ering), insluiting
omslaan kantelen, kapseizen, kenteren, keren, kiepen, ombuigen, omdoen, omrollen, omvouwen
omslaan van een schip kapseizen
omslaan van het achterste zeil gijpen
omslachtig - langdradig
omslachtige drukte rompslomp
omslachtigheid omhaal
omslag band, couvert, doek, drukte, enveloppe, etui, kaft, lust, map, moeite, naloop,omhaal, soesa
omslag met documenten - actetas
lapel, revers
omslag van jas lapel, revers
omslagboor - zwengelboor
omslagdoekje sjaaltje, tissu
omslager omroeper
omslagvel van boeken jacket
omsloten ruimte - stal
omsluiten inhouden, bevatten, omringen, omvangen, impliceren
omsluitend bouwsel - ombouw
omsmeden hersmeden, raffineren
omsmijten omgooien, omvergooien, om(ver)werpen
omspaden omspitten, omwerken, omgraven
omspannen omvatten
omspitten - omdelven
omstander ooggetuige, toeschouwer
omstanders publiek
omstandig ampel, breed(voerig), uitgebreid, wijdlopig
omstandigheden milieu
omstandigheid factor, feit, gelegenheid, geval, kwestie, situatie, toestand
omstandigheid waarvan de werkelijkheid vaststaat feit
omstandig spreken - uitweiden
omstreeks circa, nagenoeg, ongeveer, omtrent, plusminus, rond
omstreken buurt, omgeving, entourage, omtrek
omstreken van grote stad banlieue
omstrengelen - omarmen
om te bedanken - P.R.
omtocht optocht, omgang
omtrek boord, buitenlijn, buurt, contour, grenslijn, lijn, nabijheid, omgeving, rondte, rand
omtrek die bij de hand is (hand)bereik
omtreklijn - contour
omtrent aangaande, betreffende, circa, inzake, nabij, nopens,omstreeks, ongeveer, plusminus, rondom, zowat
omturnen - veranderen
omvaamd omspannen
omvallen kantelen, kapseizen, kieperen, omduikelen, omkukelen, omslaan
omvang afmeting - bereik, bestek, betekenis, dikte, grootte, omtrek, ruimte
omvangen - omvatten
omvang van acht tonen octaaf
omvang van menselijke stem diapason
omvangrijk breed, dik, groot, lijvig, ruim, uitgebreid, uitgestrekt, vet, volumineus
omvat het noordelijk gedeelte van Syrië Aleppo
omvatten begrijpen, bestaan, bevatten, behelzen, includeren, inhouden, omhelzen, omklemmen, omsluiten, omspannen
omver andersom, ondersteboven, onderuit, overhoop,
omvergooien kantelen, omgooien, omsmijtenvloeren, verijdelen
omverhalen afbreken, slopen, vernieuwen, verwoesten
omverwerpen omgooien, omkegelen, omslaan
omverwerpend subversief
omvlochten drankfles mattekeesje
omvormen reformeren, transvormen
omvouwen - omslaan
om wat - waarom
omweg - detour, omhaal, ommetje
omwenden draaien, keren, omkeren
omwentelen rollen, omdraaien, omkeren
omwenteling draaiing, ommekeer, ommezwaai, opstand, revolutie, rotatie, toer, tour
omwentelingsgezind revolutionair
omwentelingslichaam rotor
omwerken spitten, verzetten
omwerpen omgooien, omsmijten
omwikkelen inrollen, omhullen
omwille van wegens
omwinden - wikkelen
omwindsel omhulsel, bedekking
omwisselen ruilen, inruilen, omruilen, verruilen
omwisseling ruil
omwisseling van geld - change
omwoelen omwerken, dooreen woelen
omwoelen van grond eggen, ploegen, spitten
omwoners buren
omzagen kappen
omzagen van bomen - vellen
omzeilen ontlopen,ontwijken, vermijden
omzendbrief circulaire, rondschrijven
omzet afname, afzet, debiet, handel, slijterij, verkoop
omzetting - inversie
omzetting van klanken metathesis
omzetting van voedingsstoffen assimilatie
omzichtig bedachtzaam, behoedzaam
omzichtigheid beleid, tact
omzien - omkijken
omzoming rand, boord
omzwaai breedvoerigheid, omhaal, omslag
omzwachtelen verbinden
omzwalken omdolen, omzwerven
omzwerven (om)dolen, (om)dwalen
onaandoenlijk frigide, koel, koud, ongevoelig
onaandoenlijkheid - flegma
onaangedaan - ongeroerd, ijskoud
onaangenaam akelig, bar, ellendig, eng, guur,hinderlijk, knorrig, lastig, misselijk, naar, nurks, onbehaaglijk, ongepast, onplezierig, onprettig, onsmakelijk, pijnlijk, vervelend, zuur
onaangenaam geluid gekras, gepiep, krassen
onaangenaam gevoel angst, jeuk, krieuwel, kriebel, onlust, pijn
onaangenaam gezicht - tronie
onaangenaam hard rauw, ruw
onaangenaam koud guur, kil
onaangenaam maken bederven, vergallen, verpesten
onaangenaam persoon akeling, engerd, etre, kniesoor, naarling, nurks
onaangenaam ruiken - stinken
onaangenaam weer noodweer
onaangenaam werkje akkefietje, corvee
onaangenaam zoet mierzoet
onaangename bejegening - terging
onaangename discussie twistgesprek
onaangename ervaring - flop
onaangename gelaatsuitdrukking - grijns
onaangename geur stank
onaangename gewaarwording angst, kiespijn, maagpijn, onbehagen, pijn,
onaangename natte koude kilheid, kilte
onaangename onderbreking storing
onaangename reuk stank, luchtje
onaangename taak akkefietje
onaangename tijding jobstijding
onaangename verblijfplaats bak, cel, gevang(enis), hel, lik, nor, petoet
onaangename vertrekking van het gelaat grijns
onaangename vrouw kreng, feeks, tang
onaangepast asociaal
onaangeraakt gaaf, heel, intact, maagdelijk, ongerept
onaangeroerd ongerept, intact
onaangetast - ongerept
onaangevochten - onbetwist
onaangezien niettegenstaande
onaannemelijk ongeloofwaardig, verwerpelijk
onaanraakbaar taboe, heilig
onaantastbaar heilig, taboe
onaantrekkelijk lelijk, onbekoorlijk
onaanvechtbaar evangelie
onaanzienlijk gering, klein, miniem, nederig, nietig, onooglijk, ootmoedig
onaanzienlijk dorp negorij, gat, gehucht
onaardig bars, bits, koel, nors, onbeleefd, onvriendelijk
onaards - hemels
onachtzaam achteloos, nonchalant, nalatig, onattent, onoplettend, slordig, zorgeloos
onachtzaamheid achteloosheid, onoplettendheid onafgebroken aanhoudend, contenu, steeds, voortdurend
onaf niet klaar, onvoltooid
onafgebroken aanhoudend, continu, gestaag, steeds, voortdurend
onafgebroken naar één punt kijken staren
onafgemaakt onaf, onafgewerkt, onvoltooid
onafgewerkt onvoltooid, ruw
onafhankelijk autonoom, independent, vrij, zelfstandig,
onafhankelijkheid autonomie, vrijheid, zelfbestuur, zelfstandigheid
onafscheidbaar onafscheidelijk
onafscheidelijk inseparabel
onafscheidelijk verbonden adherent, innig
onafwendbaar onontkoombaar, inevitabel, noodzakelijk, onvermijdelijk
onafwendbaarg bevolg - noodzaak
onafwendbare macht noodlot
onafzienbaar eindeloos
onalledaags bijzonder, bizonder, buitengewoon
onappetijtelijk onsmakelijk, vies
onattent onachtzaam, onoplettend
onbaatzuchtig altruïstisch, belangeloos, caritas, edelmoedig
filantropie, naastenliefde
onbaatzuchtigheid altruïsme,filantropie
onbarmhartig barbaas, genadeloos, hard, koud, liefdeloos, meedogenloos, ongevoelig, wreed
onbarmhartig mens tiran, wreedaard
onbebouwd braak, leeg, wild, woest
onbebouwd gebied plein, vlakte, woestijn
onbebouwde grond om huis - werf
onbebouwde ruimte in een stad - plein
onbebouwde vlakte steppe, woestijn
onbedaarlijk hevig, onstuimig
onbedaarlijk lachen schateren
onbedacht onberaden, onnadenkend, voorbarig
onbedachtzaam onbekookt, onbesuisd, onbezonnen, roekeloos, voorbarig
onbedeesd koen, onbeschroomd
onbedekt bloot, kaal, naakt, ontbloot, openlijk
onbedorven fris, gaaf, ingénu, naïef, onschuldig, rein, vers
onbedreven links, onbekwaam, onervaren, onhandig
onbedreven persoon klungel, kruk, stuntel
onbedrieglijk oprecht
onbedrukt blanco, leeg, wit
onbeducht dapper, onbevreesd
onbeduidend alledaags, banaal, dom,eenvoudig, futiel, gering, hol, ijdel, irrelevant, klein, nietig, onbelangrijk, onbetekenend, onnozel, onooglijk, tenger
onbeduidend dichtwerk - gerijmel
onbeduidend gebabbel - klets
onbeduidend geval futiliteit, kleinigheid, nietigheid, nulliteit
onbeduidend iets prul, vod
onbeduidend persoon lor, nietsnut, nul, prul,
onbeduidende plaats negorij, gehucht
onbeduidende zaak beuzeling, nesterij, wissewas onbeduidendheid nietigheidnulliteit
onbedwingbaar ontembaar, tomeloos
onbedwongen ongetemd, wild, woest
onbegaan onbetreden
onbegonnen - onmogelijk
onbegrensd eindeloos, grenzeloos, oeverloos, onbeperkt, ongelimiteerd, onmetelijk, uitgestrekt
onbegrijpelijk duister, diepzinnig, mysterieus, ondoorgrondelijk, onduidelijk, onnaspeurbaar, raadselachtig, verward, vreemd, wonderbaar
onbegrijpelijke zaak mysterie
onbegroeid kaal
onbehaaglijk naar, onaangenaam, onprettig, vervelend
onbehaaglijk gevoel kou, onrust, onvrede, schuld
onbehaard haarloos, kaal, naakt
onbehagen - onlust
onbeheerst driftig, onbesuisd, onstuimigwild
onbehendig links, onhandig
onbehoedzaam onbezonnen, onvoorzichtig
onbeholpen houterig, links, onhandig, primitief, stumperig, stuntelig
onbeholpen persoon klaas, lomperd, lummel, stuntel, sukkel, sul
onbeholpen prutsen modderen
onbeholpen ventje nozem
onbeolpen werken prutsen, stumperen, stuntelen, tobben
onbehoorlijk aanstotelijk, brutaal, impertinent, onbeleefd, onbeschaafd, onbeschaamd, onbetaamd, onfatsoenlijk, ongepast, onhebbelijk, onkies, onnet, onoorbaar, ontoelaatbaar,
onbehoorlijk gedrag brutaliteit
onbehoorlijke tijd ontijd
onbehouwen boers, bot, cru, grof, lomp, onbesuisd, ongemanierd, plomp, ruw
onbejaard minderjarig, onmondig
onbekeerd onverbeterd
onbekend anoniem, n.n.,obscuur ongewoon, vreemd,
onbekend in Nederland berg, gletsjer, lawine
onbekend met - onkundig
onbekende anonymus, n.n., vreemde
onbekende grootheid in de wiskunde x, y, z
onbekleed kaal
onbeklemd - opgeruimd
onbeklemtoond deel van een maat opmaat
onbeklemtoonde lettergreep thesis
onbekommerd gerust, onbezorgd, opgeruimd, zorgeloos
onbekookt ondoordacht, onstuimig, onzinnig, oppervlakkig
onbekoorlijk lelijk, onbevallig,
onbekrompen edelmoedig, gul, liberaal, overvloedig, royaal, ruim, vrijgevig,
onbekwaam aangeschoten, beschonken, dronken, incapabel, krukkig, onbedreven, ongeschikt, onbekwaam persoon beunhaas, dronkelap, knoeier, prutser
onbekwaam mens knoeier, prutser
onbekwaam tot werken invalide
onbeladen onbelast
onbelangrijk onbeduidend, onbetekenend
onbelangrijk gesprek praatje
onbelangrijk mens leeghoofd, nietsnut, nonvaleur, onbenul
onbelangrijk persoon - leeghoofd, nul
onbelast loeeg, ledig, onbeladen, vrij
onbeleefd boers, bot, brutaal, grof, impertinent, lomp, plomp, onaardig, onbehoorlijk, onbeschaafd, onbeschoft, ongemanierd, onheus, onhoffelijk, onopgevoed, onvriendelijk, vlegelachtig
onbeleefdheid onwellevendheid
onbeleefd mens lomperd, nonvaleur
onbelemmerd ongedwongen, ongehinderd, ongeremd, open, vlot, vrij(uit)
onbemerkt - ongezien
onbemiddeld arm, ongegoed, onvermogend
onbemind impopulair
onbeneveld helder, onbewolkt
onbenul dommerik, leeghoofd, stumper
onbenullig bot, dom, maf, onbeduidend, onnozel, stom, stumperig, sullig, vadsig
onbenullig iets bagatel, futiliteit
onbenullige jongen - slungel
onbenullige zaak futiliteit
onbepaald onbeperkt, onzeker, vaag, willekeurig
onbepaald gezaghebber dictator
onbepaald hoofdtelwoord alle(s), elkeen, enig, enkele, geen, ieder(een), iets, menig, (n)iemand, niets, sommige, weinige
onbepaald persoon iemand
onbepaald rangtelwoord laatste, middelste, zoveelste
onbepaald voornaàmwoord alles, elk(een), enig(e), geen, hetgeen, ieder(een), (n)iemand, iets, men, sommige
onbepaald telwoord enige, ettelijke, evenveel, meer, meest, menig, veel, weinig,
onbepaalde hoeveelheid aantal, enkele, iets, menig, partij, tal, weinig, zoveel
onbepaalde plaats ergens
onbepaalde tijd eens, ooit
onbepaalde volmacht m.s.c.
onbepaalde wijs infinitief
onbepaaldheid onbeperktheid, onbegrensdheid; onzekerheid, vaagheid
onbeperkt grenzeloos, ongelimiteerd, vrij, onbelemmerd,onbepaald, onmetelijk, onbegrensd, lichtzinnig
onbeperkt heerser dictator
onbeperktheid absolutisme
onberaden lichtzinnig, loszinnig,onbedacht, onbekookt, onbezonnen, ondoordacht, roekeloos, vermetel
onberaden koen - vermetel
onberedeneerbaar irrationeel
onberedeneerde gewoonte sleur
onbereid - ongenegen
onberekenbaar grillig, ongestadig, onvast, wisselvallig
onberijmd rijmloos
onberispelijk af, correct, foutloos, keurig, net, volmaakt, zuiver
onberoepbaar doof stokdoof
onberoerd onaangenaam, ijskoud, onbewogen
onbeschaafd barbaars, boers, bot, cru, lomp, onbeleefd, oneffen, ongemanierd, ongepolijst, onnet, plat, ruw, wild, woest, zedeloos,
onbeschaafde barbaar, wilde
onbeschaafdheid botheid
onbeschaafd persoon barbaar, fieft, proleet, wreedaard
onbeschaamd brutaal, cru, gewetenloos, insolent, impertinent, lomp, onbehoorlijk
onbeschaamdheid impudentie
onbeschadigd gaaf, heel, intact, ongedeerd
onbescheid overmoed, driestheid, vermetelheid, onbescheidenheid
onbescheiden brutaal, indiscreet, insolent, ongepast, onwellevend, vrijpostig
onbescheidenheid brutaliteit, indiscretie, ongepastheid, onwellevendheid, onwelvoeglijkheid
onbeschermd onbeschut, vogelvrij, weerloos
onbeschoft brutaal, grof, honds, inhalig, insolent, lomp, onbeleefd, onfatsoenlijk, ongelikt, ongemanierd
onbeschoftheid - brutaliteit
onbeschoft persoon domoor, kinkel, lomperd, prol, vlegel
onbeschreven blanco, blank
onbeschroomd frank, onbedeesd, vlot, vrij, vrijmoedig
onbeschrijfelijk onzegbaar, nameloos, vreselijk, zeer
onbeschroomd astrant, brutaal, frank, koen, onbedeesd, onbevangen, schromelijk, vlot, vrij(moedig), vrijpostig
onbeschut onbeschermd
onbesefbaar ondoorgrondelijk
onbeslagen onvoorbereid
onbeslist gelijk, kiet, open, quitte, remise, twijfelachtig
onbesliste wedstrijd draw, remise, gelijkspel
onbesmet onbevlekt, onbezoedeld, vlekkeloos, zuiver
onbespied geheim, verborgen
onbespreekbaar - taboe
onbesproken onberispelijk
onbestand wisselvalligheid, onbestendigheid
onbestelbaar poststuk rebut
onbestelbare brief - rebut, rebuut
onbestemd onbepaald, onzeker, vaag
onbestendig buiig, grillig, ongestadig, onvast, regenachtig, variabel, veranderlijk, vergankelijk, wankel(baar), wispelturig, wisselvallig, wuft
onbestreden onbetwist
onbestuurbaar - stuurloos
onbesuisd dol(zinnig), driest, driftig, ijlheefdig, lichtzinnig, onbeheersd, onbekookt, onnadenkend, onstuimig, roekeloos, ruw, teugelloos, wild, woest, teugelloos, tomeloos, uitzinnig
onbesuisd slaan - houwen
onbetaalbaar duur, kostelijk
onbetaald - onvoldaan
onbetamelijk aanstotelijk, onbehoorlijk, oneerbaar, onfatsoenlijk, ongepast, onoorbaar, onvertogen, onvoegzaam, onwel(voeglijk)
onbetekenend iel, luimig, onbeduidend, onbelangrijk, simpel
onbetekenend mens nonvaleur, nul,
onbeteugeld bandeloosteugelloos, woest
onbetoogbaar onbewijsbaar
onbetreden zandplaat drijfzand
onbetrouwbaar bedrieglijk, gemeen, loens, vals, tendentieus, louche
onbetrouwbaar persoon bedrieger, leugenaar
onbetwijfelbaar indubitabel
onbetwist erkend, onbestreden, uitgemaakt, vaststaand
onbetwistbaar ongetwijfeld, onloochenbaar, ontegenzeglijk, zonneklaar
onbevaarbare stroom bergbeek, stortbeek
onbevallig lelijk, onbekoorlijk
onbevangen onbeschroomd, ongedwongen, onpartijdig, vrij(moedig )
onbevaren matroos baar
onbevattelijk dom, ingewikkeld, onbegrijpelijk, traag
onbevlekt blank, onbesmet, onbezoedeld, ongerept, ongeschonden, rein, schoon, smetteloos, vlekkeloos, zuiver
onbevloeid rijstland ladang, tegal(an)
onbevoegd incompetent, irridenta
onbevoegd arts kwakzalver
onbevooroordeeld onpartijdig
onbevredigd ontevreden, onvoldaan, teleurgesteld
onbevredigend onvoldaanteleurstellend
onbevreesd dapper, driest, gerust, koen, moedig, onbeducht, onversaagd, onvervaard, stout(moedig)
onbevroren gedeelte in ijsvlakte - bijt, wak
onbevrucht - gust
onbeweegbaar onverzettelijk, onwrikbaar, stijf
onbeweeglijk immobiel, lam, onbewogen, onwrikbaar, pal, roerloos, star, stijf, stil, stokstijf, strak, stram, vast,
onbeweeglijk kijken staren
onbeweeglijkheid immobiliteit, roerloosheid, starheid, stijfheid,
onbewerkt braak, ruw
onbewerktuigd anorganisch
onbewezen. gedachte theorie
onbewezen grondstelling axioma
onbewezen stelling hypothese
onbewijsbaar onbetoogbaar
onbewimpeld cru, eerlijk, onverbloemd, onverholen, open(hartig), rechtstreeks, rechtuit, rondweg, ronduit, ruiterlijk
onbewogen effen, hard, kalm, koelbloedig, koud, onaangedaan, onberoerd, onverschillig, onverzettelijk, pal, roerloos, rustig, star, stil, strak, uitgestreken, vast
onbewolkt helder, sereen, vrolijk
onbewoonbaar huis krot
onbewoond leeg(staand ), uitgestorvenverlaten, woest
onbewust onwetend, onbekend
onbewuste neiging - drift
onbezegeld onbekrachtigd, onbevestigd
onbezet ledig, leeg, leegstaand, onvervuld, openstaande, vacant, vrij
onbezield dof, levenloos
onbezocht eenzaam
onbezoedeld onbesmet, onbevlekt, rein, vlekkeloos, zuiver,
onbezonnen astrant, blindelings, dol, driest, impulsief, lichtvaardig, onberaden, onberedeneerd, onnadenkend, onvoorzichtig, overmoedig, roekeloos, vermetel, voorbarig
onbezonnen jongeling - wulp
onbezorgd gerust, luchtig, onbekommerd, onbesteld, opgeruimd, zorgeloos
onbezweken volhardend, standvastig
onbillijk onredelijk, onrechtmatig, onschappelijk, onwelwillend
onboetvaardig verstokt
onbrandbaar - vuurvast
onbrandbare stof asbest
onbruikbaar kapot, nutteloos, ongeschikt, onhandzaam, onnuttig
onbruikbaar drukwerk misdruk
onbruikbaar maken bederven, beschadigen, demonteren, stukmaken, vernielen, vernietigenverwoesten
onbruikbaar overblijfsel wrak
onbuigbaar star, stijf
onbuigbaar rededeel partikel
onbuigzaam hard, hardnekkig, koppig, onverzettelijk, star, stijf, stram, stug, weerbarstig
onbuigzaamheid stijfhei, stramheid, stugheid
onchristen - heiden
oncomfortabel hinderlijk, ongemakkelijk
ondaad gruweldaad, misdaad, overtreding, wandaad
ondankbaarheid ondank
ondanks ongeacht, trots
ondanks dat - niettemin
ondeelbaar bestanddeel van stof of geest atoom, eenheid, monade
ondeelbaar getal priemgetal
ondegelijk onsolide, oppervlakkig, prutsig, wuft
onder adjunct, basaal, beneden, parterre, sub, vice
onder andere o.a.
onder andere naam alias, incognito, pseudoniem
onder de rubriek s.r.
onder dwang gedwongen
onder het ijs subglaciaal
onder het nodige voorbehoud r.r.
onder het (dat) woord s.v.
onder hofrecht horig
onder ons internos, entre nous
onder voorwaarde dat mits
onder woorden brengen formuleren
onderaan beneden
onderaards bomvrij gewelf - kazemat
onderaards gewelf bunker, kazemat
onderaards graf catacombe
onderaards hol krocht, spelonk, grot
onderaards hol in een gevangenis - oubliëtte
onderaards plantendeel wortel
onderaardse gang grot, spelonk, tunnel
onderaardse gevangenis - oubliëtte
onderaardse grafkamer catacombe
onderaardse kapel crypt, crypte
onderaardse plaats - mijn
onderaardse plantenstengel bol, knol, wortel
onderaardse ruimte grot, hol, krocht, spelonk
onderaardse spelonk - crypt, krocht
onderaardse trein weg metro, underground, subway
onderaardse verzamelbak voor water cisterne
onderaardse weg tunnel
onder andere - o.a, ondermeer
onderarm voorarm
onderbaas ploegbaas
onderbalk van een kozijn - dorpel
onderbed beddezak, matras
onderbeen kuit, scheenbeen
onderbeul beulsknecht
onderbouw van een brug landhoofd, pijler
onderbouw van een huis fundament, fundering
onderbreken ophouden, storen
onderbreker - schakelaar
onderbreking interruptie, storing
onderbreking van vergadering schorsing
onderbrengen huisvesten, indelen
onderbroekje slip(je)
onderbuik abdomen
onderbuikskramp - koliek
onderbuur benedenbuur
onder cultuur folklore
onderdaags - onlangs
onderdaan burger, dienaar, ingezetene, subject, sujet,
onderdak asiel, huis, intrek, logies, onderkomen, verblijf, woning
onderdak bij burgers - inkwartiering, logies
onderdak verlenen huisvesten, herbergen
onder dak zijn - wonen
onderdanig deemoedig, dienstwillig, gedwee, gehoorzaam, kruiperig, nederig, ootmoedig, slaafs
onder dat woord - s.v
onderdeel afdeling, artikel, detail, passage, tak,
onderdeel mariniers - corps
onderdeel der scheikunde stereo-chemie
onderdeel van... zie o.ok: deel van...
onderdeel van agenda onderwerp, punt
onderdeel van atletiek hoogspringen, kogelstoten, marathon, sprint, verspringen
onderdeel van auto accelerator, accu, carrosserie, claxon, dashboard, kap, motor, portier, radiator, rem, stuur, versnelling, wiel, wisser, uitlaat
onderdeel van de marine m.s.d., orthopedie, M.S.D.
onderdeel van de staat gemeente, provincie
onderdeel van de tijd dag, decennium, etmaal, jaar, kwartaal, kwartier, lustrum, maand, minuut, seconde, seizoen, semester, tel, trimester, uur, week
onderdeel van een afdeling (biologie) klasse
onderdeel van een bakkerij oven
onderdeel van een balans mes
onderdeel van een bed matras, ombouw, spiraal
onderdeel van een begroting post, staat
onderdeel van een camera diafragma, filter, lens, objectief, sluiter, statief, zoeker
onderdeel van een drukpers arm, cilinder, degel, inktbak, inktrol, looplijsten, swingarm, vocht rol
onderdeel van een familie (biologie) geslacht
onderdeel van een fiets achterlicht, bagagedrager, band, bel, frame, handvat, ketting, kettingkast, naaf, pedaal, rem, spaak, spatbord, stang, stuur, trapper, velg, versnelling, voorvork, zade
onderdeel van een film - scene
onderdeel van een fles buik, hals, ziel
onderdeel van een gebit tand, kies
onderdeel van een gerecht saus
onderdeel van een geweer grendel, haan, kolf, korrel, loop, magazijn, trekker, tromp, vizier
onderdeel van een geschrift blad
onderdeel van een hijswerktuig - katrol, takel
onderdeel van een horloge anker, glas, kast, veer, wijzer
onderdeel van een huis badkamer, dak, douche, erker, fundering, gang, gevel, hal, kamer, keuken, kozijn, muur, raam, schoorsteen, spant, toilet, venster, vliering, vloer
onderdeel van een kabinet (meubelstuk) buik, kuif
onderdeel van een kachel asla, brander, pijp, rooster, smoorklep, tank
onderdeel van een kerkdienst collecte, gebed, mis, preek, zingen
onderdeel van een ketting slot, schakel, schalm, kraal
onderdeel van een klasse (biologie) orde
onderdeel van een klok gewicht, klepel, onrust, rad, slinger, snek, snelrad, uurwerk, wijzer
onderdeel van een kristalontvanger detector
onderdeel van een lamp ballon, fitting, glas, peer
onderdeel van een leesles - leesbeurt
onderdeel van een leger genie, infanterie, landmacht, luchtmacht, marine
onderdeel van een mast - ra
onderdeel van een menu gang
onderdeel van een mes heft, lemmet
onderdeel .van een molen kap, rad, steen, tremel, vang, wiek
onderdeel van een motor bougie, brandstofpomp, carburateur, cilinder, filter, klep, krukas, magneet, nokkenas, rotor, starter, verstuiver, zuiger
onderdeel van een naaimachine - spoel
onderdeel van een orde (biologie) - familie
onderdeel van een overhemd - boord, manchet
onderdeel van een piano klavier, klep, pedaal, snaar, toets
onderdeel van een pomp gek, mik
onderdeel van een provincie arr.
onderdeel van een radiotoestel - detector
onderdeel van een rekening post
onderdeel van een rijexamen - keren
onderdeel van een schilderij doek, lijst, linnen
onderdeel van een schip brug, dek, kajuit, kiel, mast, ra, roer, ruim, schroef, stuurhut
onderdeel van een schoen hak, neus, veter, zool
onderdeel van een staat gemeente, provincie
onderdeel van een soort (biologie) - ras, variëteit
onderdeel van een stoel kussen, leuning, poot, zitting,
onderdeel van een tafel blad, poot
onderdeel van een tang bek
onderdeel van een tas hengsel, beugel
onderdeel van een telefoon bel, haak, hoorn, kiesschijf
onderdeel van een televisietoestel - beeldbuis
onderdeel van een tennisracket - snaar
onderdeel van een theepot oor, tuit
onderdeel van een toneelstuk akte, scene, bedrijf
onderdeel van een trein locomotief, wagon
onderdeel van een uurwerk anker, gewicht, glas, kalot, lid, ketting, onrust, slinger, slagwerk, snek, veer, wijzer, wijzerplaat
onderdeel van een uurwerk met onrust echappement
onderdeel van een vacht - haar
onderdeel van een vinger kootje, nagel, top
onderdeel van een vis graat, hom, kuit, vin
onderdeel van een vliegtuig aileron, cockpit, landingsgestel, motor, staart, stuurknuppel, vleugel,
onderdeel van een voertuig as, carrosserie, chassis, cilinder, krukas, lager, motor, rem, stuur, zuiger
onderdeel van een voet enkel, hak, hiel, teen, wreef
onderdeel van een wasinrichting - blekerij
onderdeel van een weefgetouw - plei
onderdeel van een wet artikel, art.
onderdeel van een wetsartikel sub, ter
onderdeel van een wiel as, band, naaf, spaak, velg
onderdeel van een woord letter, lettergreep, syllabe
onderdeel van een zuigfles speen
onderdekken toedekken
onder de wind lijwaarts
onderdoen bezwijken, zwichten
onderdompeling bad, doop, immersie
onderdoorgang aquqduct, tunnel, viaduct
onderdruk depressie, vacuum
onderdrukken afpersen, bedwingen, dempen, knevelen, neerslaan, smoren, tiraniseren, uitzuigen, vertreden
onderdrukker bedwinger, bezetter, despoot, dwingeland, overheerser, tiran
onderdrukking oppressie, repressie, terreur, tirannie,
onderdrukt gedempt, gesmoord
onderdrukt lachen giegelen, ginnegappen, gniffelen, gnuiven, grinneken
onderduikadres schuiladres
onderduiken - verschuilen
onderdwarsstuk van een deurkozijn drempel
onder ede verklaren bevestigen, zweren
ondereen gemiddeld, doorsnee
onder een andere naam incognito
onder eigen naam autoniem
onder elkaar - samen
ondergaan beleven, dompelen, doorstaan, dulden, lijden, ondervinden, tenietgaan, verdragenverduren, zinken
ondergaan van smart lijden
ondergang afgang, debâcle, eclips, nederlaag, val, verderf
ondergang der goden godenschemering
onder geen beding - nooit
onder gelijke omstandigheden - C.P.
ondergeschikt afhankelijk, dienstbaar, inferieur, minder, onderworpen, secondair, subaltern
ondergeschikte dienaar, knecht, mindere, onderhorigesubaltern
ondergeschikte zaak - bijzaak
ondergeschiktheid subordinatie
ondergevel pui
ondergewaardeerd - onderschat
ondergod der zee Nereus
ondergoed beha, hemd, lingerie, slipje,
ondergraven ondermijnen, verzwakken
ondergravende werking ondermijning
ondergrond basis, bodem
ondergrond van het borduren stramien
ondergronds heimelijk, illegaal, metro, onderaards, subway
ondergronds afvoerkanaal cloaca, riool
ondergronds gewelf - kerker
ondergrondse metro, subway, underground
ondergrondse gang tunnel
ondergrondse gevangenis kerker, oubliëtte
ondergrondse in Stockholm Tunnelbana
ondergrondse ruimte kelder
ondergrondse schuilplaats bunker
ondergrondse spoorweg metro, subway, underground
ondergrondse verbinding tunnel
ondergrondse werkplaats - mijn
ondergrondse woning souterrain, sousterrain
ondergrondsgelegen woorverblijf - souterrain
onderhand intussen
onderhandelaar bemiddelaar, diplomaat
onderhandelen - bemiddelen
onderhandeling bespreking negotiatie, overleg
onder het nodige voorbehoud - r.r.
onder het woord - s.v.
onderhoogbootsman bootmansmaat
onderhoor verhoor
onderhorig afhankelijk, ondergeschikt, onderworpen
onderhorige slaaf
onderhoud gesprek, verzorging, voeding
onderhoud voedsel, verzorging, kost, voeding
onderhoud uit barmhartigheid genadebrood
onderhouden kapittelen, opkweken, verzorgen, voeden,
onderhoudend aangenaam, amusant, boeiend, gezellig, vermakelijk
onderhouden grasperk - gazon
onderhouder verzorger; in standhouder
onderhuids subcutaan
onderhuidse vetlaag spek
onderhuidse vochtophoping oedeem
onderhuis souterain
onderin beneden
onderkaak - kinnebak
onderkaak van insecten mandibel
onderkant basis, bodem, grond, onderzijde, vloer
onderkant van een schip - kiel
onderkerk crypt, krocht
onderkeuken kelderkeuken
onderklasse der tweezaadlobbige planten sympetalen, choripetalen
onderkleding beha, borstrok, broekje, hemd, kamizool, slip(je), panty, korset
onderkleed bij Romeinen tunica
onderknie (in de scheepsbouw) - scheg
onderkoeling overafkoeling
onderkomen hotel, intrek, herberg, huis(vesting), kazemat, motel, onderdak, ren, woning
onderkoning landvoogd, Nabob, stadhouder
onderkoning van Egypte - kedive
onderkrop bij koelen kossem
onderkruier paltrok
onderkruiper beunhaas, onderblijfsel, ventje
onder kussen peluw, peul
onderlaag grondlaag, substraat
onderlaag in een bedstee - laning
onderlaag ter versterking van kleding belegstuk
onderlaag van takkenbossen - staling
onderlegd bekwaam, deskundig, geleerd, knap, kundig, ontwikkeld, toegerust
onderlicht onderraam
onderlijf abdomen
onderlijnen - onderstrepen
onderling elkaar, saam, samen, wederkerig, wederzijds
onderling niet afwijkend gelijk
onderling verband samenhang, structuur
onderlinge afhankelijkheid interde pendentie
onderlinge betrekking correlatie
Onderlinge Levensverzekering van Eigen Hulp
OLVEH
onderlinge strijdigheid - tegenstrijd
onderlinge wedijver animositeit
onderlopen bevloeien, overstromen
onderluitenant - adjudant
ondermaans aards
onder meer o.m., zoals
ondermelk taptemelk
ondermelker sopper
ondermijnen bederven, mineren, ondergraven, verzwakken
onderminister staatssecretaris
ondermuts flep
ondernemen aangaan, aanvaarden, beproeven, uitvoeren, wagen
ondernemend - energiek
ondernemer impressario, leider, firmant, fabrikant, organisatorpatroon, zakenman
ondernemer op kunstgebied impresario
ondernemer van publieke verkopingen auctionaris
onderneming bedrijf, concern, expeditie, firma, N.V., plan, toeleg, trust, zaak
onderneming tot het opslaan en bewaren van goederen veem
ondernemingsgeest initiatief
ondernemingsraad bedrijfsraad
ondernemingsvorm co., compagnie, concern, firma, fa, maatschap, N.V., trust
ondernemingszin initiatief
onderofficier adjudant, korporaal o.o.,, opper, sergeant, , s.m., wachtmeester
onderofficier bij de administratie - s.m.a.
onderofficier bij de bereden wapens opperwachtmeester
onderofficier bij de marine bootsman, konstabel , schipper
onderofficieren kader, o.o.
onder ogen zien trotseren
onder ons - vertrouwelijk
onderpand borg(som), cautie, garantie, handgeld, waarborg
onderpastoor - kapelaan
onderricht college, instructielering, les, onderwijs
onderricht in het besturen van een auto rijles
onderricht in het geloof catechese
onderrichten doceren, instrueren, leren, lesgeven, onderwijzen
onderrichtend - leerrijk
onderrichtgever instructeur, docent, leraar, meester, onderwijzer
onderricht voor aanstaande moeders - moedercursus
onderrok jupon, petticoat
onderschatten bagatelliseren
onderscheid differentie, oordeel, verschil
onderscheiden decoreren, kenmerken, ontwaren, uitmunten, verschillen, zien
onderscheiden persoon erelid
onderscheidend kenbaar
onderscheiding distinctie, eerbied, eermetaal, egard, erepalm, ereteken, medaille, orde, penning, prijs, ridderorde
onderscheidingsteken attribuut, decoratie, distinctief, embleem, ereteken, insigne, lauwerkrans, lintje, medaille, medalje, merk, merkteken, orde, rozet
onderscheidingsteken van hoge officier balk, galon .
onderscheidingsvermogen inzicht, oordeel
onderscheppen - tegenhouden
onderschrijven goedkeuren; ondertekenen
ondershands - heimelijk
onderspit nederlaag
onderspit delven afleggen, verliezen
onderstand bijstand, hulp, ruggensteun, steun
onderste benedenste, laagste
ondersteboven - omver, onderuit, onthutst, overhoop
onderste deel bodem
onderste deel van de rug - stuitje
onderste deel van een berg voet
onderste deel van een huis kelder, fundament, sou(s)terrain, fundering
onderste deel van een strijkstok waarmee de snaren gespannen worden slof
onderste deel van een wervelkolom heiligbeen
onderste molensteen waarover de loper rondwentelt legger
onderste punt - voetpunt
onderste rondhout van een mast - onderra
onderste tabaksbladen voddengoed
onderste verdieping van een gebouw - beletage
ondersteboven omver, overhoop
ondersteek po, slof
onderstel van een auto chassis
onderstel van een kanon affuit
ondersteld aangenomen
onderstellen aannemen, gissen
onderstelling aanname, gis, gissing, hypothese
ondersteunen assisteren, bijstaan, dragen, helpen, scoren, stutten, weldoen
ondersteuner - sponsor
ondersteuning bedeling, bijstand, hulp, kolom, onderdak, pijler, pilaar, staander, steun, stut, subsidie, zuil
ondersteuningsgeld subsidie, toelege
onderstoppen onderdekken, toedekken
onderstrepen acentueren, beklemtonen, benadrukken, onderlijnen
onderstuk - souterain
onderstuk van een stijl neut
onderstutten schoren, steunen
ondertekenen paraferen, signeren
ondertekening autogram, handtekening, onderschrift, signatuur
ondertitel deeltitel, voogdij
onder toezicht voogdij
ondertoon - zweem
ondertrouwen aantekenen
ondertussen intussen, inmiddels, onderwijl, terwijl, tussentijds
onderuit omver, plat, verliezen
onderuitgaan afgaan, vallen, uitglijden
onderuithalen tackelen, vloeren
ondervangen stutten
onderverdelen sorteren, splitsen
onderverdoving - pijnloos
ondervinden beleven, ervaren, meemaken, ondergaanvernemen
ondervinding belevenis, ervaring, gebeurtenis, voorval
ondervloeien - overstromen, onderlopen
ondervoed hongerig, mager, zwak
onder voorbehoud - o.v.
onder voorwaarde dat - mits, tenzij
onder voorwensel bedekken - bemantelen
ondervragen interviewen, uithoren, verhoren
ondervrager bij een intelligentiespel quizmaster
ondervraging examen, interpellatie, verhoor
onderwaterboot - duikboot
onderwaterapperaat snorkel
onderwaterkabine bathyscaaf
onderwaterloping dijkdoorbraak, overstroming onderwaterprojectiel torpedo
onderwatervaartuig duikboot, onderzeeboot, onderzeeër
onderwaterzetting inundatie, inundering
onderweg bezoeken aandoen
onderweg stilhouden aanleggen, pauzeren, stoppen
onderwereld Acheron, Hades, hel; dodenrijk, erebus, Orcus, schimmenrijk, penose, tartarus
onderwereld figuur - crimineel
onderwerp chapiter, gegeven, motief, object, punt, stof, subject, thema, zaak
onderwerp van behandeling tekst
onderwerp van lachlust - risee
onderwerp van een muziekstuk - thema
onderwerp van gesprek chapiter, object, propoost, punt, thema, topic
onderwerp van vele chansons - amour
onderwerpen knechten, knevelen, overmeesteren, zwichten
onderwerping discipline, dwang, overgave, overmeestering, submissie, tiranie, tucht
onderwezen geleerd, knap, wijs
onderwicht manco
onderwijl inmiddels, intussen, ondertussen
onderwijs instructie, leer(stof), lering, les, onderrichtopleiding, studie
onderwijs l.o. (M)ULO, VMO, MAVO, HAVO, MVO, MO, VWO, HO NO, BLO
onderwijs en ontwikkelingsinstelling V. U..
onderwijsautoriteit inspecteur
onderwijsgebouw - school
onderwijs genieten leren, studeren
onderwijsinstelling academie, atheneum, school, instituut, lyceum, gymnasium, hogeschool, kweekschool, HBS, MMS, LTS, UTS, MTS, HTS, TH, seminarie, toneelschool, universiteit
onderwijskracht docent, gouvernante, gouverneur, hoogleraar, juf, juffrouw, lector, leraar, leermeester, lerares, meester, onderwijzer, onderwijzeres, professor, schooljuffrouw, schoolmeester
onderwijskundig p(a)pedagogisch, didactisch
onderwijskunst didactiek
onderwijsmethode didactiek
onderwijsprogramma leerplan
onderwijssysteem in taal globaalmethode, lezen
onderwijs voor rijbewijs - rijles
onderwijzen aanleren doceren, instrueren, leren, lesgeven, onderrichten
onderwijzend leerzaam, lerend
onderwijzer docent, frik, leerkracht, leermeester, leraar, meester, opvoeder, paedagoog, pedant
onderwijzeres docente, juf, leerkracht, lerares,
onderwijzing - lering
onderworpen afhankelijk, deemoedig, gedwee, geknecht, gelaten, horig,nederig, lijdend, onderdanig, ootmoedig, slaafs
onderworpene - slaaf
onderworpenheid deemoed, deemoedigheid, gedweeheid, lijdzaamheid, ootmoed, slaafsheid
onderzaat onderdaan
onderzeeër duikboot, onderzeeboot, Uboot
onderzees leven nekton, vissen, plankton
onderzeese rug drempel
onderzetter - tafelmatje
onderzetting hypotheek, waarborg
onderzijde benedenkamtonderkant
onderzocht beproefd, getest
onderzoek enquête, essaai, examen, expertise, inspectie, keuring, nakijken, naspeuring, proef(neming), speurwerk, test toets(ing), verhoor, visitatie
onderzoek naar de aanwezigheid van delfstof exploratie
onderzoek naar kennis examen, repetitie, test
onderzoek naar rasverbetering eugenese
onderzoek naar smaak - proeven
onderzoek van het gehalte van goud of zilver essaai
onderzoeken beproeven, keuren, nagaan, nasnuffelen, nasporen, peilen, polsen, proberen, testen, toetsen , visiteren, vorsen
onderzoekend kijken - spieden
onderzoeker analist, detective, geleerde, informateur, rekwirent, revisor, speurder, vorser
onderzoeking exploratie
onderzoekingstocht expeditie
onderzocht getest
ondeskundige beunhaas, dilettant, kwakzalver, leek
ondeugd apenkop, belhamel, bengel, gebrek, kattenkwaad, kwajongen, mankement, nietsnut, rakker, rekel, schalk, schelm, slechtheid, snaak, tekortkoming, verdorvenheid,
ondeugdelijk defect, gebrekkig, kapot, onsolide, rot, slecht, waardeloos
ondeugdelijke waar rommel
ondeugend brutaal, lastig, ongezeglijk, plaagziek, schalks, snaaks, stout
ondeugende bakvis meisje, nest
ondeugende jongen belhamel, bengel, dugniet, kwajongen, rekel, snotaap, snotneus, vlegel
ondeugende vrouw - feeks
ondicht proza; lek
ondichterlijk alledaags,prozaïsch, a poëtisch,
ondienstig nutteloos, onnut
ondiepe plas zoel
ondiepe ronde kom - bekken
ondiepe smalle sloot greppel
ondiepe snijwond - schram
ondiepte drempel, wad
ondiepte in de Noordzee Doggersbank
ondiepte in het IJsselmeer Pampus, Vrouwenzand
ondiepte in het water drempel, wad
ondiepte in zee - rif
ondiep water - grep, greppel, poel, sloot, ven, vliet
ondier draak, gedrocht, monster, mormel
onding lor, prul
ondoelmatig ongeschikt
ondoenlijk onmogelijk, onuitvoerbaar
ondoordacht loszinnig, onbekookt, onberaden, onbezonnen, onvoorzichtig
ondoordringbaar bos brousse, jungle, oerwoud, rimboe
ondoorgrondelijk duister, moeilijk
ondoorlatend impermeabel, ondoordringbaar
ondoorschijnend adiafaan, opaak
ondoorstaanbaar overweldigend
ondoorzichtig dof - mat
ondraaglijk onuitstaanbaar
ondubbelzinnig duidelijk, helder, klaar
onduidelijk binnensmonds, duister, onbegrijpelijk, troebel, twijfelachtig, vaag, wazig
onduidelijk spreken mompelen, mummelen
ondulatie golving, haargolving
onduldbaar intolerabel, ondraaglijk, onuitstaanbaar
onduleren golven
onecht na(gemaakt), gluipeig, nep, loos, nagemaakt, onnatuurlijk, onwaar, pseudo, vals
onecht fluweel - velvet
onechte bittere amandelolie nitro-benzol
oneconomisch onvoordelig
onedel eerloos, gemeen, ignobel, laag, laaghartig, min, vals
oneensgezindheid - discordantie
oneer belediging, blamage, schande, schandvleksmaad
oneerbaar obsceen, onbetamelijk, ontuchtig, onwelvoeglijk, onzedelijk, onzedig
oneerlijk achterbaks, bedrieglijk, gemeen, leugenachtig loos, louche, onoprecht, onwaar, slecht, slinks, unfair, vals
oneerlijkheid bedrog, deloyaliteit, valsheid
oneerlijk persoon - dief
oneetbaar bedorven, onverteerbaar
oneetbaar vet talk
oneffen hobbelig, inegaal, noppig, ongebaand, ongelijk, ribbelig, ruig, ruw
oneffenheid bobbel, bult, hobbel, nop, ribbel
oneffen ijs rulijs
oneffen rand braam
oneigen kind - stiefkind
oneigenlijk figuurlijk, overdrachtelijk
oneigenlijke figuurlijke uitdrukking - troop, trope
oneindig altoosduirend, buitensporig, grenzeloos, eeuwig, eindeloos, immens, mateloos, onmetelijk, ontelbaar
oneindig (muz.) In finito
oneindig groot - onmetelijk
oneindige ruimte heelal
oneindigheid eeuwigheid, heelal, immensiteit
onelastisch stijf, stug
onenig oneens, tweedrachtig
onenigheid brouille, conflict, different, geschil, gekrakeel, kijf, mot, ongenoegen, onmin, onvrede, oorlog, strubbeling, ruzie, trammelant, tweedracht, tweespalt, twist, verdeeldheid, verschil, vete, wijving
onera bezwaren, lasten
onereren belasten, bezwaren.
onereus bezwarend, drukkend, lastig, moeilijk, moeitevol
onergdenkend argeloos
onerkentelijkhid - ondank
onervaren nieuw, onbedreven, ongeoefend, onkundig, onnozel, onschuldig, groen, vers
onervarenheid - groenheid
onervaren jongeman melkmuil
onervaren mens beginneling, groentje, melkmuil
onervaren soldaat filler, recruut
onervaren zeeman baar
oneven hobbelig, onpaar
oneven (roulette) impair
onevenhoevig dier ezel, paard, tapir
onevenredigheid in afmetingen ametrie
onevenwichtig - labiel
onfatsoenlijk lomp, onbehoorlijk, onbeschoft, oneerbaar , onkies, onoorbaar, ontoelaatbaar, onopgevoed
onfeilbaar onmiskenbaar, onvermijdelijk
onfortuinlijk ongelukkig
onfraai - lelijk
onfris bedompt, duf, goor, groezelig, muf, naar, onhygienisch, stinkend, smoezelig, vervelend
ongaaf beschadigd, geschonden, gewond, stuk,
ongaar rauw.
ongaarne afkerig, node, noodgedwongen, onwillig, tegenzin
ongans gortig, ongezond, onwel, ziekelijk
ongastvrij onherbergzaam, onveilig
ongeacht niettegenstaande, ondanks
ongeanimeerd lusteloos, sloom
ongebaand onbegaanbaar
ongebakken - rauw
ongebakken brood deeg
ongebezigd ongebruikt
ongebleekt ecru, ruw
ongebleekt linnen - canvas
ongeblust watervrij; brandend
ongebogen recht, strak, stram, ongezeglijk
ongebonden dartel, los, losbandig, neutraal, tuchteloosvrij, wulps, zedeloos
ongebondenheid - vrijheid
ongebonden soep bouillonconsommé
ongebonden stijl proza
ongebondenheid losbandigheid, losgeslagenheid
ongeboren vrucht embryo, foetus
ongebreideld teugelloos, tomeloos
ongebroken gaaf, heel, intact
ongebruikelijk abnormaal, afwijkend, ongewoon
ongebruikt braak, maagdelijk, nieuw, vers
ongebruikte
ongebruikte postzegel - postfris
ongebuild tarwemeel krop
ongeciviliseerd onbeschaafd, onfatsoenlijk, wild
ongecompliceerd eenvoudig, simpel,
ongecultiveerd onbeschaafd, wild, woest
ongecompliceerde muziek punk
ongedaan maken - tenietdoen
ongedacht onverwacht
ongedagtekend - ongedateerd
ongedateerd ongedagtekend
ongedeerd gaaf, gered, heel, intact, ongeschonden, onverlet, safe, veilig
ongedesemd brood matse
ongedierte gespuis; insekten, insecten, parasieten
ongediciplineerd ongeregeld, tuchteloos
ongeduld drift, onrust, spanning
ongeduldig gejaagd, ongedurig, onrustig, rusteloos
ongeduldig maken ergeren, irriteren, prikkelen
ongeduldig wachten popelen
ongedurig grillig, rusteloos, wispelturig
ongedurig heen en weer lopen ijsberen
ongedurigheid onrust, rusteloosheid
ongedwee weerbarstig
ongedwongen frank, los, onbeklemd, onbevangen, spontaan, vlot, vrij
ongedwongen feest - party
ongedwongen opwelling spontaniteit
ongeëvenaard enig, uniek, uitstekend, weergaloos,
ongefundeerd ongegrond
ongegeneerd onbekommerd, ongemanierd, ruw, schaamteloos
ongegeneerdheid - grofheid, lompheid, ongemanierdheid, ruwheid, schaamteloosheid, ongepastheid
ongegist bier wort
ongegist sap - aalbessensap
ongegist druivensap most
ongegiste wijn most
ongegoed - arm
ongegrendeld open
ongegrond onbillijk, ongefundeerd, onrechtmatigonredelijk
ongegronde gedachte waanidee
ongegronde mening droombeeld, waan
ongehavend onbeschadigd
ongehinderd onbelemmerd, vrij(elijk)
ongehoord akelig, afschuwelijk, afstotend, eigenwijs, ijselijk, kras, lelijk, ongepast, ongezeglijk, raar, rebels, verregaand, vreemd, zonderling
ongehoorzaam eigenwijs, rebels, ongezeglijk, onhandelbaar, recalcitrant, weerspannig
ongehoorzaamheid in het leger - insubordinatie
ongehuwd alleenstaand, celibaat, echteloos, eenzaam, ongetrouwd, vrijgezel
ongehuwd samenleven - hokken
ongehuwd man vrijgezel, o.m.
ongehuwde agamist, vrijgezel
ongehuwde staat agamie, celibaat
ongehuwde toestand agamie, celibaat
ongehuwde vrouw begijn, juffrouw, vrijster, o.v., spinster
ongekend enorm, nieuw, uniek
ongekleed bloot, naakt
ongekleurd blank, natief, naturel
ongekookt rauw
ongekookte rijst - beras, bras
ongekookte stijfsel amidon
ongekrenkt ongedeerd, ongeschonden
ongekreukt effen, glad
ongekuist ruw, plat, obsceen
ongekunsteld eenvoudig, gewoon, ingénu, los, naïef, natuurlijk, ongedwongen, ongeveinsd, sober, spontaan, vrij
ongekunsteld meisje ingénue
ongekunsteldheid eenvoud, naïviteit, soberheid
ongekweld ongeplaagd
ongel reuzel, smeer, talk
ongelaagd gesteente graniet, porfier
ongelaagdheid homogeniteit
ongeladen leeg
ongeldig nietig, vals, verlopen, onwettig
ongeldig verklaren amortiseren
ongeldig worden verlopen
ongeleerd dom, ongeletterd
ongelegen lastig, importuun, ongeschikt, onpas, ongunstig
ongelegen komen storen
ongelegen ogenblik - ontijd
ongeletterd - dom, ongeleerd
ongeletterd mens analfabeet, domoor
ongeletterde - barbaar
ongelijk hobbelig, inegaal, noppig, oneffen, onrecht, ruig, rul, ruw, veranderlijk, verschillend
ongelijk krijgen verliezen
ongelijkmatig inegaal, onevenrdig
ongelijk stuk brok
ongelijk van humeur labiel, luimig
ongelijke breedte/van... verdreven
ongelijksoortig anders, heterogeen
ongelijksoortigheid heterogeniteit
ongelijkvleugelig insekt wants, waterloper
ongelijnd - ongelinieerd
ongelikt ongepolijst, onbeschaafd, onbeschoft, (p)lomp, ruw
ongelimiteerd onbegrensd, onbeperkt
ongelinieerd - ongelijnd
ongelkaars smeerkaars
ongelofelijk buitengewoon, onaannemelijk
ongelogen stellig, waar, zeker
ongelooflijk fantastisch, verbluffend
ongelouterd ongezuiverd
ongelovig - heidens
ongelovige (Arab.) agnosticus, heiden, kafir, kaffer, ketter
ongeluk aanrijding, accident, botsing, malheur, mispunt, noodlot, ongeval, onheil, pech, ramp, tegenspoed, verderf
ongelukkig deerlijk, ellendig, erbarmelijk, heilloos, misere, noodlottig, rampspoedig, rampzalig
ongelukkig lopen kreupel, strompelen
ongelukkig lot noodlot
ongelukkig mens - ellendige
ongeluksbericht jobstijding
ongeluksdag vrijdag
ongeluksdier kraai, raaf
ongeluksgetal dertien
ongeluksgodin Ate
ongeluksprofetes Cassanära
ongelukstijding - jobstijding
ongeluksvogel pechvogel
ongemaakt echt, oprecht, ongeveinsd
ongemak gebrek, hinder, kwaal, (over) last, ongerief
ongemakkelijk hinderlijk, lastig, moeilijk, ongeriefelijk, stroef, vervelend
ongemakken strapatsen
ongemak veroorzaken belemmeren, kwellen
ongemanierd bot, grof, lomp, onbehouwen, onbeleefd, onbeschaamd, ongeschoft, ongegeneerd, onhebbelijk, onopgevoed, onwelwillend, ploertig, ruw
ongemanierd mens lomperd, proleet
ongemanierde lomperd - kinkel
ongemanierdheid grofheid, lompheid, onbehouwenheid, onhebbelijkheid, ruwheid, schaamteloosheid
ongemanierd lachen ginnegappen
ongemanierd mens - hufter
ongemeen apart, buitengewoon, exclusief, extra, ongewoon, uitermate, zeer, zonderling
ongemeend gehuicheld
ongemerkt sluiks, slinks, heimelijk, stiekem, stilletjes
ongemoeid ongehinderd, ongestoord
ongemotiveerd - klakkeloos
ongemotiveerde vrees fobie
ongenaakbaar hoogmoedig, ontoegankelijk, trots
ongenade ongunst, toorn
ongenadig erg, guur, hard, hardvochtig, hevig, onbarmhartig, ruw, ruw, wreed, zeer
ongeneeslijk incurabel, onheelbaar
ongenegen onbereid, ongezind
ongeneigd tot beweging apat(h)isch, indolent, loom, lusteloos, passief, sloom
ongeneigd tot werken lui, inert
ongenietbaar humeurig
ongenoegen kift, misnoegen, onenigheid, ontevredenheid, ruzie, strubbelig, twist
ongenoeglijk onplezierig, vervelend
ongenoeglijk verblijf - cel
ongenoegzaam onvoldoende, ontoereikend
ongenoemde n.n.
ongeoefend links, onervaren
ongeoefend soldaat big, filler, recruut
ongeoorloofd verboden
ongeopend dicht, gesloten toe
ongeordend chaotisch, ongeregeld
ongeordende boel chaos, rommel
ongeordende dingen rataplan
ongeordendheid chaos, warboel
ongepaardhoevig dier - tapir
ongepast onaangenaam, onbehoorlijk, onbetamelijk, onfatsoenlijk, ongehoord, onvertogen, onvoegzaam
ongepast nieuwsgierig onbescheiden
ongepelde vrucht kraakamandel
ongepeperd kras, ongezouten
ongepermiteerd onbehoorlijk
ongepolijst - ruw
ongerechtigheid gebrek, vuiltje
ongerechtvaardigd onbillijk, ongegrond, onjuist
ongeredderd slordig, ongeordend
ongerede - onklaar
ongereed onklaar
ongeregeld bijwijlen, chaotisch, grillig, losbandig, onordelijk, onregelmatig, ordeloos, verward, wanordelijk
ongeregelde bijkomstige baten - emolumenten
ongeregelde troep bende, horde
ongeregeldheden opstootje
ongeremd spontaan, uitbundig
ongerept gaaf, heel, intact, rein, maagdelijk,onaangeroerd, ongeschonden, puur, rein, sereen
ongerepte vrouw maagd
ongeret en uiver - rein
ongerief hinder, last, ongemak
ongerieflijk hinderlijk, lastig
ongerijmd absurd, dwaas, idioot, inept, zot
ongerijmdheid absurditeit, dwaasheid, ineptie
ongerijmde uitspraak paradox
ongerijpte kaas kwark
ongerimpeld effen, glad, rimpelloos
ongeroepen onverwachts, plotseling
ongeroerd - onaangedaan
ongerooide boomstomp nol
ongerust angstig, bang, bekommerd, bezorgd, onrustig
ongerustheid onrust, zorg
ongerust maken - bezighouden
ongeschaafd ruw
ongescheiden - aaneen
ongeschikt afgekeurd, onbekwaam, onbruikbaar, ondoelmatig, ongeleden, onpas
ongeschikt bevonden - afgekeurd
ongeschikt ogenblik ontijdig
ongeschikt voor bacteriën steriel
ongeschilderd - blank
ongeschoeid barrevoetsblootsvoets
ongeschoeid geestelijke karmeliet
ongeschokt onwankelbaar, vast
ongeschonden gaaf , heel, intact, rein, ongedeerd, ongevlekt, perfect, virginaal, zuiver
ongeschoolde arbeider loswerkman
ongeschoren harig, stoppelig
ongeschreven recht adat, gewoonterecht
ongeslachtelijke of geslachtelijke voortplantingscel bij eencellige dieren spore
ongesloten open, toegankelijk
ongespannen slap
ongestadig buiig, grillig, huiverig, onberekenbaar, onbestendig, ongedurig, veranderlijk, wispelturig
ongestadig zijn walen, wankelen, weifelen
ongesteld misselijk, onwel, ziek, zwak
ongesteldheid euvel, indispositie, kwaal
ongesteldheid na een drinkgelag - kater
ongestoord rustig, sereen, vredig
ongestoord kalm sereen
ongestraft straffeloos
ongetekend anoniem, naamloos, ongesigneerd
ongetemd onbedwongen, ontembaar, ruw, teugelloos, tomeloos, wild, woest
ongetrouwd ongehuwd, vrijgezel
ongetwijfeld absoluut, beslist, gewis, pertinent, positief, stellig, waarlijk, wis, zeker
ongetwijnd ongetweernd
ongevaarlijk goedaardig, veilig
ongeval accident, malheur, ongeluk, panne, ramp
ongeval met een auto panne
ongevallig onaangenaam
ongeveer bijkans, bijna, circa, ca., globaal, nagenoeg, omstreeks, omtrent, ong., plusminus, p.m., zowat
ongeveinsd eerlijk, ongemaakt, oprecht
ongeverfd - blank
ongevoeglijk onbehoorlijk, onbetamelijk, smerig, vies
ongevoelig gevoelloos, hard(vochtig), koel, koud, onaangedaan, ruw, steenhard, wreed
ongevoelig persoon ijskonijn
ongevoelig voor genot - blase
ongevulcaniseerde rubber caoutchouc
ongevuld hol, ledig, leeg
ongevulde plaats leegte
ongewapend - weerloos
ongewassen brutaal, goor, lomp, smerig, vuil
ongewenst ongewild, storend
ongewenst gat lek, wak
ongewenste gast inbreker
ongewenste onderbreking storing
ongewenste opening bres, breuk, lek
ongewenste vouw kreuk, kreukel
ongewerveld dier kwal, pier, rups, slak, worm
ongewijd profaan, werelds
ongewijzigd eender, gelijk, hetzelfde, onveranderd
ongewild - ongewenst
ongewis onvast, onzeker, vaag, wankel
ongewoon abnormaal, afwijkend, excentriek, bijzonder, eigenaardig, gek, onwennig, raar, vreemd, zeldzaam, zonderling
ongewoon begaafd geniaal
ongewoon beroep duiker
ongezegd gezwegen
ongezeglijk dwars,eigenzinnig, eigenwijs, grillig, koppig, ongehoorzaam, rebels, ruw, stout, wild, weerbarstig
ongezellig onbehaaglijk, onhuiselijk, saai, vervelend
ongezien - onopgemerkt
ongezond bleek, lijdend, schadelijk, ziek, ziekelijk, zwak
ongezond bleek - flets
ongezonde uitdamping van rottende stoften miamasma
ongezouten cru, flauw, laf, openhartig, ruw
ongezuiverd ruw
ongezuiverde petroleum bronolie
ongezuurd brood matse
ongodist atheïst, godloochenaar
ongodsdienstig mens heiden
ongunst ongenade, wangunst
ongunstig bezwarend, ongelegen, schadelijk, slecht, verkeerd
ongunstig bekend obscuur
ongunstig gepraat opspraak
ongunstig gezicht tronie
ongunstig persoon boef, fielt, sujet
ongunstige kanten nadelen
ongunstige toestand - impasse
ongure man boef, vent
onguur afschuwelijk, akelig, bar, doortrapt, eng, ellendig, erg, gemeen, griezelig, grimmig, lam, louche, luguber, naar, ruw, sinister, slecht, verdacht
onguur gezicht tronie
onguur persoon - boefkerel, sujet
onhandelbaar dwars, eigenzinnig, koppig, moeilijk, obstinaat, onbehendig, onbedreven, onbeholpen, onhandzaam, onmogelijk, onwillig, recalcitrant, schutterig, weerbarstig, weerspannig
onhandig houterig, klunzig, krukkig, links, lomp, onbeholpen, primitief, stumperig, stuntelig
onhandig bezig zijn - stuntelen
onhandig gedoe gehaspel, gestuntel, gesukkel
onhandig lang mens slamier
onhandig mens hark, kruk, lomperd, stoethaspel, stommerd, stuntel
onhandig werken - stuntelen
onhandige jongen lummel
onhandige vroeuw modde
onhandzaam - onhandig
onhartelijk kil, koel, onvriendelijk
onhebbelijk brutaal, hatelijk, lomp, onbehoorlijk, onvriendelijk, onwellevend, vervelend
onhebbelijk gezegde hatelijkheid
onhebbelijkheid brutaliteit
onheelbaar ongeneeslijk
onheil bedreiging, bezoeking, catastrofe, ellende, fataliteit, gevaar, noodlot, ongeluk, onraad, plaag, ramp(spoed), tegenslag, tegenspoedwee
onheilig goddeloos, laag, ongewijd, onrein, profaan
onheilsbode uit de Bijbel Uria
onheilsdier raaf
onheisgodin Ate
onheilsmogelijkheid gevaar
onheilspellend donker, dreigend, omineus, sinister
onhelder heiig, mottig, onduidelijk, troebel, verward, wazig
onherbergzaam bar, ongastvrij, verlaten, woest
onherroepelijk derfinitief, vaststaand
onherstelbaar irreperabelreddeloos, versleten
onheus onbeleefd, oneerlijk, onvriendelijk, onwelwillend
onhoffelijk onbeleefd, onheus
onhoorbaar geruisloos, stil
onhuiselijk ongezellig
onhygiënisch onfrisvies, vuil
oningevuld - blanco
oningewijde leek
onintelligent debiel, dom
oninteressant onbelangrijk, onbeduidend
onjuist abusief, averechts, fout(ief), incorrect, mis, onnauwkeurig, onwaar, onzuiver, vals, verkeerd
onjuist begrip droombeeld, waan, wanbegrip
onjuiste voorstelling waanbeeld, waan(idee)
onjuistheid fout, leugen
onk oneven
onkans pech, tegenslag
onkel nonkel, oom
onkies cru, gebrekkig, indiskreet, onbehoorlijk, onfatsoenlijk, onfijn, onvertogen, onzedelijk, onzedig, tactloos
onklaar onaf, defect, kapot, onduidelijk, stuk, troebel
onklaar maken - vernielen
onklaar zijn panne, stuk
onkosten/onverwachte. .. schadepost
onkreukbaar betrouwbaar, onomkoopbaar, rechtschapen, strikt
onkreukbaarheid integriteit
onkruid aardangel, (brand)netel, distel, herderstasje, herik, hondstong, krodde, kweek, ladde, melde, netel, paardebloem, weegbree, zuring
onkruid verwijderen - wieden
onkuis onrein, ontuchtig, onzedig, schunnig, vies
onkuisheid ontucht
onkunde agnosie, ignorantie, onwetendheid
onkundig ignorant, onervaren , onwetend
onlangs kortelings, kortgeleden, laatst, laatstleden, 1.1., net, (onder)laatst, pas, recent(elijk)
onlangs gebeurd recent
onledig arbeidend, bezet, bezig, doende, druk
onleesbaar schrift - gekrabbel
onlichamelijk geestelijk
onlijdelijk ondraaglijk, onduldbaar
onlogisch - krom
onloochenbaar flagrant; onwraakbaar
onlust last, onbehagen, rel, twist, woeling
onlustig landerig, lusteloos
onmacht bezwijming, flauwte, impotentie, lam, onvermogen, zwakte
onmachtig impotent, lam, machteloos, weerloos
onmachtig om te betalen insolvabel, insolvent
onmatig buitensporig, extravagant, gulzig, mateloos, overdadig, propperig
onmatigheid overdaad
onmededeelzaam gesloten, hard, hartelooswreed, zwijgzaam
onmeedogend meedogenloos, wreed
onmeedogende toorn ongenade
onmeetbaar getal pi, oneindig
onmens aterling, barbaar, beest, beul, monster, Nero, ondier, onverlaat, sadist, snoodaard, wreedaard
onmenselijk barbaars, beestachtig, dierlijk, onmeedogend, wreed
onmenselijke daad - wandaad
onmenslievend inhumaan
onmerkbaar - steels
onmetelijk - gigantisch, grenseloos, immens, onbegrensd, oneindig
onmetelijk groot - grenzeloos
onmetelijk rijk schatrijk
onmetelijkheid gigantisch, grenzeloosheid, immensiteit, oneindigheid
onmiddellijk accuut, dadelijk, direkt, illico, meteen, onverwijld, prompt, rechtstreekssubiet, te mee, terstond
onmiddellijk begrip intuïtie
onmiddellijk vereffenbaar liquide
onmin conflict, geschil, heibel, herrie, krakeel, onenigheid, onvrede, ruzie, tweedracht, twist, vete
onmisbaar nodig, onontbeerlijk, vereist
onmiskenbaar apert, duidelijk, evident, flagrant, kennelijk, merkbaar, onloochenbaar, uitgesproken
onmoed moedeloosheid, ruzie
onmogelijk onbegonnen, ontdoenlijk, uitgesloten
onmogelijk maken beletten, verhinderen, voorkomen
onmogelijk mens - piechem
onmondig minderjarig, onvolwassen
onna ver (af)
onnadenkend klakkeloos, lichtzinnig, onbedacht, onbesuisd, onbezonnen, roekeloos
onnaspeurbaar onbegrijpelijk
onnatuurlijk gelunsteld, gemaakt, kunstmatig, onecht, pervers, stijf
onnatuurlijk klein mens dwerg, lilliputter
onnauwkeurig grofweg, incorrect, onzuiver, ruwweg, slordig, vaag
onnavolgbaar - inmitabel
onnet onbeschaafd, onvertogen, onzindelijk, schuin, slordig, unfair, vuil, wanordelijk
onnodig overbodig, nodeloos, overtollig, nutteloos, vruchteloos
onnodige drukte omhaal, omslag, poeha
onnodig uitgeven - verdoen
onnoemelijk bijzonder, zeer
onnozel abderitisch, achterlijk, bete, daas, dazig, dom, dwaas, eenvoudig, gek, goedgelovig, groen, idioot, imbeciel, kinds, knullig, naïef, onbeduidend, onbenullig, onervaren, onwijs, raar, simpel, stom, stumperig, sullig, zwakzinnig
onnozel mens bloed, domoor, hals, loeres, sufferd, stumperd, sukkel, sul
onnozele bloed hals
onnozele hals abderiet
onnozele jongen - jorden
onnozelheid bêtise, domheid, naïviteit, onschuld
onnozel kind wurm
onnozel meisje - doetje
onnut braak, nutteloos, overbodig
onnutte resten afval
onnuttig nutteloos, onbruikbaar
onnuttig uitgeven verdoen
onofficieel - informeel
onomastiek naamkunde
onomatopee klanknabootsing
bam, bang, bim, boem, bong, bonkklets, koekoek, pats, pets, tik, tak
onomkoopbaar integer, onkreukbaar
onomstootbaar onwrikbaar
onomstotelijk apodictisch, evident, onwrikbaar, vast
onomstotelijke waarheid axioma
onomstreden - onbetwist
onomwonden eerlijk, frank, gladweg, onverbloemd, open, openlijk, ronduit, vrij
ononderbroken aaneen, aldoor, continu, voortduren
onondertekend ongesigneerd
onontbeerlijk nodig, noodzakelijk, onmisbaar
onontbeerlijke voedingsstof eiwit, koolhydraat, mineraal, vitamine, water
onontgonnen braak, woest
onontwarbaar kluwen klit
onontwikkeld - dom
onontwikkeld insect emelt, larve, pop
onontwikkeld lichaamsdeel rudiment
onooglijk afzichtelijk, haveloos, lelijk, onopvallend, slordig
onoorbaar onbehoorlijk, onbetamelijk, onfatsoenlijk, ontoelaatbaar
omopgeloste kwestie raadsel, vraag
onopgemerkt ongezien, onopvallend, steels
onopgeruimd rommelig
onopgesmunkt afkerig, armoedigkarig, sober
onopgevoed lomp, onbehouwen, onbeleefd, onbeschaamd, onfatsoenlijk, ongemanierd, ruw
onophoudelijk aanhoudend, almaar, altijd, continu, gedurig, gestadig, steeds, voortdurend
onoplettend achteloos, onachtzaam
onoplettendheid nonchalance
onopmerkzaam onachtzaam, onoplettend
onoprecht gemeen, huichelachtig, leugenachtig, oneerlijk, onwaar, vals, veinzend
onoprecht man Janus, valsaard
onopvallend bescheiden, discreet, onbeduidend, onopgemerkt,
onopvallend maken camoufleren
onopzettelijk onwillekeurig, toevallig
onordelijk bandeloos, chaotisch, onregelmatig, rommelig, rumoerig, slordig, wanordelijk, woeloig, woest
onordelijkheid chaos, rommel, wanorde
onorthodox - liberaal
onovergankelijk intransitief
onoverlegd onoverdacht, onberaden
onovertrefbaar uitstekend
onovertroffen top, uitstekend, weergaloos,
onovertroffen in sport kampioen
onovertroffen persoon held, kampioen
onoverwinnelijke vloot armada
onoverzichtelijk onduidelijk, rommelig
onoverzienbaar uitgestrekt, onafzienbaar
onpaar oneven, onparig
onparighoevige neushoorn, tapir
onpartijdig afzijdig, impartiaal, neutraal, onbevangen, onvooringenomen, oprecht,
onpas ongelegen, ongeschikt
onpasselijk geschokt, misselijk, naar, onwel, wagenziek, zeeziek
onpeilbaar grondeloos
onpersoonlijk - vlak
onplezierig lusteloos, onaangenaam, onbehagelijk, ongenoeglijk, onprettig
onprettig naar, onaangenaam, onbehaaglijk, onplezierig
onprettig gevolg van een fuifje kater
onprettige bijkomstigheid achteraf - nawee
onraad gevaar, nood, onheil
onraadzaam ongeraden
onrecht onbillijkheid, ongelijk
onrechtmatig illegaal, ongegrond, onwettig
onrechtmatig verkrijgen jatten, kapen, pikken, roven, stelen
onrechtmatige begunstiging van familieleden nepotisme
onrechtmatige behandeling - willekeur
onrechtstreeks indirect
onrechtvaardig onbillijk, oneerlijk, onredelijk
onredbaar - reddeloos
onredelijk onbillijk, ongegrond, onschappelijk, onverstandig, redeloos
onredelijkheid - onverstand
onredzaam onbeholpen
onregelmatig barok, grillig, hortend, irregulier, ongeregeld, ordeloos, stotend, wanordelijk
onregelmatigheid abnormaliteit, afwijking, anomalie, fraude, hapering, hinder, misvorming, stoornis
onrein besmet(telijk), smerig, onheilig, onkuis, onzindelijk, onzuiver, smerig, treife, vies, vuil
onreine paria
onrein van zeden - onkuis
onridderlijk onhoffelijk
onrijm proza
onrijp groen, infantiel, naïef, onbezonnen, onontwikkeld, onvoldragen, pril
onroerend onverplaatsbaar, vast
onroerend goed gebouw, huis, landgoed, pand, perceel, villa
onrust agitatie, angst, beroering, beweging, deining, drukte, gejaagdheid, ongeduld, seditie, spanning, tumult
onrustbarend - zorgwekkend
onrustig angstig, gejaagd, gespannen, nerveus, ongedurig, ongerust, opgewonden, roerig, woelig, zenuwachtig, zorgwekkend
onrustig bewegen wankelen
onrustig kind woelwater
onrustigmaken verontrusten
onrustig rond lopen banjeren, biezen, ijsberen
onrustig zijn - woelen
onruststoker agitator, oproerkraaier, rebel, oproerling, opruier
onrust verwekken agiteren, opruien, opstoken
ons hectogram
ons (Lat.) nos
ons aller stammoeder Eva
ons aller woonplaats aarde
onsamenhangend draaloos, incoherent, los, rul, verward
onsamenhangende taal wartaal
onschadelijk onnadelig,
onschappelijk onbillijk, onredelijk
onschatbaar onwaardeerbaar
onscheidbaar innig
onschendbaar immuun, integer
onscherp bot, mistig, nevelig, onduidelijk, stomp, troebel, vaag, wazig
onschoon lelijk, vuil
onschuld argeloosheid, naïviteit, onnozelheid
onschuldig argeloos, ingénue, innocent, naïef, onbedorven, rein, schuldeloos
onserieus mens losbol
onsierlijk onelegant, plomp
onsmakelijk goor, onaangenaam, vies, walgelijk, weerzinwekkend
onsolide krakkemikkig, ondeugdelijk, onsterk, onvast
onspoed ongeluk, tegenspoed
onsportief - unfair
onstabiel grillig, labiel, onbestendig, wankelbaar
onstandvastig grillig, labiel, veranderlijk, wankelbaar, weifelend, wispelturig, wisselvallig
onsterfelijk eeuwig, onvergankelijk
ontsterfelijke strobloem - immortelle
onsterfelijkheid athanasie
onsterk onsolide, zwak
onstevig onvast, zwak
onstoffelijk abstract, astraal, geestelijk, immaterieel
onstoffelijk deel van de mens geest, ziel,
onstoffelijk werktuig orgaan
onstuimig boos, buiig, driftig, druk, fel, furieus, furioso, heftig, (muz.) impetuoso, kwaad, onbesuisd, ruig, rumoerig, ruw, stormig, verbolgen, virulent, wild, woest
onstuimige drift - woede
onstuimige golf breker
onstuimige golven branding, brekers
onstuimige windvlaag met stortregen - travaat
onstuimigheid geweld, hartstochtelijkheid, wildheid, woestheid
onstuimig kind - wildebras
onsympatiek antipatiek
onsympathiek persoon kwal
onsystematisch - wanordelijk
ontaard decadent, pervers, slecht, verbasterd, verdorven, zeer
ontaarde dégénéré, aterling
ontaarden degenereren, verbasteren, verzwakken
ontaarding degeneratie, verbastering
ontaard mens aterling, onmens, onverlaat, snoodaard
ontastbaar - abstract
ontastbare stof ether, gas, lucht, neongas
ontbeerlijk - overbodig
ontberen derven, missen
ontbering derving, gebrek, gemis, kommer
ontbieding oproep
ontbijt dejeuner, maaltijd, ochtendmaal
ontbijtservies opzetje
ontbijtspek - bacon
ontbinden bederven, bevrijden, losmaken, opheffen, rotten, scheiden, vergaan
ontbinding bederf, opheffing, rotting, vertering
ontbladerd - kaal
ontbloot naakt, onbedekt
ontbloten onthullen, strippen, uitkleden
ontbloting denudatie
ontboezemen slaken, uiten
ontboezeming uiting, uitspraak
ontbolsteren bevrijden, losmaken, opheffen
ontbost terrein heide, ontginning, plantage
ontbranden aangaan, afgaan, losbarsten, ontvlammen
ontbreken mankeren, missen, schelen, schorten
ontbreken van kleur kleurloos,zwart,
ontbreken van licht donker
ontbrekend deficiënt
ontbrekend gedeelte manco, tekort
ontbrekend geld deficit
ontcijferbaar leesbaar, oplosbaar
ontcijferen - oplossen
ontdaan aangedaan, ontsteld, ontzet, overstuur, verschrikt, verslagen, verwezen
ontdaan van sappen droog, voos
ontdekken bemerken, bespeuren, gewaarworden, onthullen, ontwaren, (uit)vinden, waarnemen, zien
ontdekker - zie ook uitvinder van
ontdekker der toonkunst - amfion
ontdekker van Amerika Columbus
ontdekker van Australië Tasman
ontdekker van bloedsomloop Harvey
ontdekker van China Polo
ontdekker van haringkaken Beukelsz
ontdekker van ozon Schönbein
ontdekker van tuberkelbacil Koch
ontdekker van wet van de zwaarte kracht Newton
ontdekker van wet van het licht - Huijgens
ontdekker van X stralen Röntgen
ontdekker van zuurstof Drebbel
ontdekking vinding
ontdekt - gevonden
ontdoen leegmaken, pellen, schillen
ontdoen van lading ontladen
ontdoen van schil pellen, schillen
ontdooid ijs (ijs)water
ontdooid water ijswater
ontdooien smelten
ontduiken ontkomen, ontwijkenonttrekken, ontvluchten
ontduiking fraude
onteerder schender, verkrachter
ontegenzeglijk zonneklaar
onteigenen - ontnemen
ontelbaar legio, oneindig, talloos
ontembaar onbedwingbaar, wilt, woest
onterecht misplaats, onverdiend
onteren aanranden, beledigen, schenden, schofferen
onterend smadelijk
onterik gemenerik, smeerlap, viezerik, vuilak
onterven uitsluiten
ontevreden brommerig, chagrijnig, malcontent, misnoegd, onbevredigd, onvoldaan, onvergenoegd, vitterig,
ontevreden mens brompot, nijdas, nurks
ontevredenheid misnoegen, ongenoegen
ontevredenheidsbetuiging berisping
ontfermen - erbarmen
ontferming barmhartigheid, genade
ontfutselen afsnoepenescamoteren, ontnemen, rollen, wegnemen
ontfutseling escamotage
ontgaan missen, ontglippen, ontkomen, ontsnappen; ontwijken, vergeten, vermijden
ontgelden bekopen, bezuren, boeten
ontginnen bebouwen, exploiteren
ontginning exploitatie
ontginning in een bos plantage, rade, rode
ontginning in een moerasgebied - veenkolonie
ontginningsstelsel - claim
ontglippen ontgaan, ontkomen, ontsnappen
ontgonnen land - rode
ontgoochelen afknappen, teleurstellen
ontgoocheling desillusie, ontnuchtering, teleurstelling
ontgrate vis filet
ontgraven opgraven, uitgraven
ontgrendelen ontsluiten, openen
ontgrendeling opening, ontsluiting, opensluiting
ontgroenen kleineren, ontbolsteren
onthaal ontvangst, receptie, traktatie, traktement, vergasting
onthalen ontvangen, trakteren, vergasten
onthalzen onthoofden, guillotineren
onthand gehandicapt, gehinderd, ontriefd
ontharden - verzachten
ontharen epileren, scheren
ontharing epilatie
onthechten losmaken
onthechting versterving
ontheemde d.p., stateloze, vluchteling
ontheffen kwijten, kwijtscheldenontslaan, verlossen, vrijstellen
ontheffing décharge, dispensatie, ontlasting, ontslag, verlichting, vrijdom, vrijstelling
ontheiligen kwetsen, misvormen, ontwijden, schenden
ontheiliging profanatie, schennis
ontheisteren vernielen, verwoesten
onthoofden guillotineren, onthalzen
onthoofdingswerktuig guillotine, valbijl, zwaard
onthouden vasten, memoreren, ontzeggen
onthouding abstinentie, ontzegging, vasten
onthouding van eten - vasten
onthullen verklaren, ontdekken, ontmaskerenontsluieren
onthulling openbaring, revelatie
onthutsen ontstellen, schokken
onthutst bedremmeld, beteuterd, ontredderd, ontsteld, ontzet, paf, perplex, verbaard, verbijsterd, verbluft, verlegen, verschrikt, verlegen, verslagen, versteld
ontiegelijk geweldig, reuze
ontijdig laat
ontijdig bevallen - aborteren
ontkennen loochenen, negeren, tegenspreken
ontkennend afwijzend, loochenend, negatief
ontkennend antwoord nee, neen
ontkennend bijwoord nergens, niet, nimmer, nauwelijks, nooit
ontkennend telwoord geen, nul
ontkennend voegwoord doch, noch
ontkennend voornaamwoord niemand, niets
ontkennend voorvoegsel in, on, a, im, non
ontkenner van elk gezag - anarchist
ontkenning geen, loochening, nee, neen, negatie, niemand, niet, nooit, tegenspraak,
ontkenning (Duits) nein, nicht
ontkenning (Eng.) no, not
ontkenning (Fr.) ne, non, rien
ontketenen bevrijden, losmaken
ontkiemde en weer gedroogde gerst mout
ontkiemen kenen, kiemen, ontluiken, ontspruiten, opkomen, uitlopen
ontkleden uitkleden
ontkleed bloot, naakt
ontkleurd bleek, flets, vaal, verkleurd, verschoten
ontkleuren bleken, verbleken
ontknopen afloop, losknopen, ontraadselen, ontwarren, oplossen
ontknoping afloop, clou, epiloog, pointe,
ontknoping van een drama peripetie
ontknoppen ontspruiten
ontkomen ontduiken, ontglippen, ontlopen, ontsnappen
ontkoppelen losmaken scheiden
ontkracht uitgemergeld
ontkrachten ontwrichten
ontkurken - ontstoppen
ontlaatkleur aanloopkleur
ontladen afladen, lossen, verlichten
ontlasten bevrijden, ontheffen, verlichten
ontlastend bewijs alibi
ontlasting afgang, ontheffing, stoelgang, verlichting
ontlaten van staal temperen
ontleden analyseren, seceren
ontleding afbraakanalyse
ontleding in bestanddelen - analyse
ontleding van het licht door een glazen prisma spectrum ontleedkunde anatomie
ontleedkundige anatoom
ontleedmes scalpel
ontleend overgenomen
ontlenen overnemen
ontlening - overname
ontlopen mijden, omzeilen, ontvlieden, ontwijken, schelen, verschillen
ontluchter - luchtkoker
ontluiken van bloemen ontkiemen, ontsluiten, openen, opengaan
ontmande harembewaker eunuch
ontmantelen demonteren, doppen, leeghalen, ontwapenen, pellen, schillen, slechten
ontmanteling - demontage
ontmaskerd doorzien, doorschouwd
ontmaskeren doorzien, onthullen
ontmenst ontaard, onbarmhartig, onmenselijk, wreed
ontmoedigd aangeslagen, down, gedeprimeerd, mismoedig, moedeloos, verslagen, wanhopig
ontmoedigen - demoraliseren, deprimeren
ontmoedigend deprimerend
ontmoediging - demoralisatie, moedeloosheid
ontmoeten aantreffen, rencontreren, samenkomen, tegenkomen, treffen
ontmoeting gevecht, ren-dezvous, rencontre, treffen, vergadering
ontmoetingsplaats - trefpunt
ontnemen afkapen, afnemen, afpakken, onteigenen, ontfutselen, roven, stelen, wegnemen
ontoegankelijk dicht, gesloten, toe
ontoegeeflijk eigenwijs, koppig, stijfhoofdig
ontnuchtering ontgoocheling
ontoelaatbaar onduldbaar, ongeoorloofd, onoorbaar
ontoereikend onvoldoende
ontoerekenbaar - gek, grillig, krankzinnig
ontoeschietelijk stug
ontong lastertong
ontoombaar onbedwingbaar, ongebreideld, teugelloos, vies, vuil, woest
ontplofbaar - explosief
ontplofbaar mengsel kruit
ontplofbare stof buskruit, carbid, dynamietkruit
ontploffen afgaan, exploderen, detoneren, klappen, knallen
ontploffing detonatie, explosie, knal, plof
ontploffingsmateriaal - buskruit, dynamiet, mrliniet, trotyl,
ontplooien gladstrijken, ontrollen, ontvouwen, openvouwen
ontpopt diertje insekt, vlinder
ontraadselen onthullen, ontsluieren, oplossen, uitpuzzelen, verklaren
ontraden afraden
ontrafelen - ontwarren
ontredderd gehavend, onthutst, reddeloos, troosteloos, verslagen, wanhopig
ontredderen havenen, verstoren
ontreddering chaos, getroffenheid, verwarring, verslagenheid, wanorde
ontreinigen bevlekken, bevuilen
ontriefd onthand
ontroerd aangedaan, aandoenlijk, bewogen, getroffen, emotioneel, ontsteld
ontroeren aangrijpen, ontstellen, raken, treffen
ontroerend aandoenlijk, emotioneel treffend
ontroering aandoening , alteratie, beweging, deernisemotie
ontrollen - ontplooien
ontromingsmachine melkcentrifuge
ontroostbaar desolaat, troosteloos, wanhopig
ontrouw afvallig, echtbreuk, felonie, leenbreuk, trouweloos
ontrouw plegen - verraden
ontrouw van leenman felonie
ontrouw worden afzweren
ontrouw zijn afvallig
ontroven bestelen
ontruimd leeg, ledig, verlaten
ontruimen - evacueren
ontruiming evacuatie
ontschepen debarkeren
ontscheping debarkatie
ontschorsen pellen, schillen
ontschorsen van eiken - eken
ontschorste plek op een boom bles
ontsieren mismaken, schenden
ontsiering smet, vlek
ontsiering van het gezicht pok, pukkel, puist
ontslaan afdanken, bedanken, ontheffen, opzeggen, vrijgeven, wegdoen, wegjagen
ontslag afscheid, congé, demissie, ontheffingremotie
ontslag genomen hebbend demissionair
ontslagbewijs uit de krijgsdienst - paspoort
ontslagen ontheven, vrij
ontslapen dood, gestorven, overlijden, sterven
ontsloten open
ontsluieren - ontdoen
ontsluiering onthulling, revalatie
ontsluiten blootleggen, ontgrendelen, opendoen, openen, openmaken
ontsluiting - opening
ontsmet aseptisch, bacterievrijsteriel
ontsmetten desinfecteren, kuisen
ontsmetting desinfectie
ontsmettingsmiddel acepsis, alcohol, carbol, creoline, fenol, jodium, lysol
ontsmettingstoestel desinfectieoven
ontsnappen ontglippen, ontkomen, slippen, uitbreken, vluchten, wegkomen, weglopen
ontsnapping evasie, ontwijking, uitbraak, (uit)vlucht
ontsnapte vluchteling
ontspannen recreeren, relaxen, rustig, slap, verpozen
ontspannen liggen - rusten
ontspanning afleiding, amusement, recreatie, rust, spel, sport, tijdverdrijf, vermaak, verpozing, verslapping, vertier, verzet
ontspringen kenen,
ontsporen - derailleren
ontsporing deraillement, misgreep, misstap, vergissing
ontspruiten afstammen, kenen, kiemen, ontkiemen, ontstaan
ontstaan geboren, genese, genesis, groeien, ontspruiten, ontwikkelen, vorming, wording
ontstaat na hevige botsing ravage
ontsteken aansteken, infecteren, ontbranden, ontvlammen, opwekken,
ontsteking brand, infectie, inflammatie, ontvlamming, zweer
ontsteking aan de toppen der vingers fijt, panaritium
ontsteking bij schapen rotkreupel
ontsteking van de blindedarm - apendicitis
ontsteking van de hersenen encefalitis
ontsteking van hersenvlies - meningitis
ontsteking van de huid brand, dermatitis
ontsteking van melkklieren - mastitis
ontsteking van de nieren nefritis
ontsteking van de oren otitis
ontsteking van slagaderen - angitis, arteritis
ontsteking van de zenuwen neuritis
ontsteking van het borstvlies - pleuris
ontsteking van het darmslijmvlies - enteritis
ontsteking van het hersenvlies meningitis
ontsteking van het ruggenmerg - myelitis
ontsteking van het slijmvlies der luchtwegen bronchitis, catarre
ontsteking van het strottenhoofd laryngitis
ontstekingswerktuig aansteker
ontsteld ontdaan, onthutst, ontroerd, ontzet, perplex, verbijsterd, verschrikt
ontstelen afgappen, beroven, ontnemen
ontstellen onthutsen, ontroeren, ontzetten
ontsteltenis alarm, alternatoe, angst, beroering, consternatie, opschudding, ontzetting, paniek, schrik, verwarring, vrees
ontstemd boos, boosheid, ergernis, gebelgd, gepikeurd, humeurig, knorrig, korzelig, kregel, misnoegd, nijdig, verstoord, kregel, kwaad, toom, vals, verdrietig, wrevel
ontstemmen aansporen, ergeren, prikkelen
ontstemming - boosheid, ergernis, misnoegenwrevel
ontstentenis afwezigheid, alarm, alter
ontstoken branderig
ontstoppen - ontkurken
onttakelen aftuigen, demonteren,ontmantelen
onttrekken afscheiden, ontduiken, verbergen, verhullen
onttrokken aan exemt
onttronen - verdringen
ontucht onkuisheid
ontuchthuis - bordeel
ontucht plegen boeleren
ontuchtig onkuis, onzedelijk, zedeloos
ontuchtige vrouw hoer, prostituée, slet, snol, sloerie, temeier
ontuig afval, gespuis, onkruid, tuig, uitschot
ontvallen ontglippen, verliezen
ontvangdraad antenne
ontvangen aannemen, bekomen, beuren, incasseren, inhalen, krijgen, onthalen, trekken, verkrijgen, verwerven
ontvangen van geld beuren, innen
ontvangen van klappen incasseren
ontvangen van een nalatenschap erven
ontvangen worden - overkomen
ontvangenis conceptie
ontvanger gaarder, kassier, radiotoestel, rentmeester, schuldeiser
ontvanger van pachten - rentmeester
ontvangkamer salet, salon
ontvangspriet - antenne
ontvangst instuif, onthaal, partij, party, receptie, recette
ontvangstbewijs bon, nota, reçu
ontvangstdag jour
ontvangsten recette
ontvangtafel - balie
ontvangtoestel fax, radio, telefoon, televisie, telex
ontvangststation - radio
ontvangstzaal - salon
ontvangstzaaltje salet
ontvankelijk geldig, gevoelig, receptief, vatbaar
ontvankelijk maken predisponeren
ontvankelijkheid receptiviteit
ontvaren verstrijken
ontveld - rauw
ontvellen schaven, schuren, villen
ontvelling schaafwond
ontvlambaar explosief, hartstochtelijk, heet, heetgebakerd, opgezweept, verhit
ontvlammen ontbranden, ontsteken, veinzen
ontvlekken reiniger, schoonmaken
ontvlekkingsmiddel tetra, tri
ontvlieden ontvluchten, ontwijken
ontvloeien ontspringen
ontvlokken dispergeren
ontvluchte vrouw vluchtelinge
ontvluchten deserteren
ontvluchting ontsnapping
ontvoerder kaper, kidnapper, rover, schaker
ontvoerder van kinderen kidnapper, schaker
ontvoerder van meisje schaker
ontvoering kidnapping, roof, schaking
ontvolkt - uitgestorven
ontvonken ontbranden, ontvlammen
ontvouwen ontplooien, toelichten, uitleggen, verklaren
ontvreemden gappen, jatten, pikken, roven, stelen, wegnemen
ontvreemding - bespeuren, diefstal, opmerken, zien
ontwaarding (geld) inflatie
ontwaken - bijkomen
ontwapenen stillen
ontwaren bespeuren, opmerken, zien
ontwarren bevrijden, losmaken, ontknopenophelderen, oplossen
ontwarring oplossing, ontknoping
ontwateren draineren
ontwellen ontvloeien, ontspringen
ontwennen afleren, afwennen
ontwerp bestek, concept, creatie, dessin, idee, inval, model, patroon, plan, project, schema, schets, tracé, voorstel
ontwerp op papier tekening
ontwerpen bedenken, reeren, maken, modelleren, plannen, schetsen, smeden, tekenen, uitdenkenvormen
ontwerper architekt, planner, stylistvormer
ontwerper van balletten choreograaf
ontwerper van gebouwen architekt
ontwerper van kleding couturier, modekoning
ontwerper van steden planoloog, stedenbouwkundige
ontwerp tekening - schets
ontwijden kwetsen, ontheiligen, schenden
ontwijken afdwalen, mijden, omzeilen, ontduikenontgaan, ontlopen, schuwen, vermijden
ontwijkend elusief, evasief
ontwijking evasie, ontsnapping
ontwikkeld beschaafd, gevormd, kundig, onderlegd, sterk, volwassen, welgevormd
ontwikkeld insekt imago
ontwikkelde fotografische plaat - negatief
ontwikkelde zoogdieren apen
ontwikkelen aanrijpen, beschaven, evolueren, groeien, kweken, ontstaan, rijpen, uitwerkenvormen
ontwikkeling beschaving, eruditie, evolutie, groei, vorming, wasdom
ontwikkeling van een gebergte - orogenese
ontwikkeling van een levend wezen - ontogenese
ontwikkeling van het landschap - morfogenese
ontwikkelingsfase bij insekt cocon, larve, pop
ontwikkelingsgang proces
ontwikkelingsleer embryologie
ontwikkelingsleer bij de mens - jeugd, kindsheid, puberteit, adolescentie, juventas, ouderdom
ontwikkelingslijn - trend
ontwikkelingsstadium - fase
ontwikkelingstrap fase
ontwrichten ontkrachten, verlammen, verrekken
ontwrichting dislocatie, verlamming
ontwringen afpersen
ontzag achting, eerbied, egard, respect, schroom
ontzag afdwingend ontzag hebben, bewonderen, respecteren
ontzag inboezemen - imponeren
ontzaglijk enorm, immens, geweldig, groots, ontzettend, verheven
ontzaglijke plasregen hoos, wolkbreuk
ontzagwekkend geducht, ontzaglijk
ontzegd verboden
ontzeggen betwisten, onthouden, verbieden, weigeren
ontzegging onthouding, verbod, weigering
ontzenuwen dementeren, verslappen, verzwakken, weerleggen
ontzet bevrijd, bevrijding, ontdaan, onthutst, ontsteld, verlost, verbijsterd, verlossing, verschriktverslagen
ontzetten bevrijden, ontstellen, verbijsteren, verwijderen
ontzettend afgrijselijk, gruwelijk, vreselijk, verbijsterend,
ontzettend groot indrukwekkend,kolossaal, reusachtig
ontzetting angst, schrik, verbijstering, ontsteltenis
ontzetting uit ambt amotie, ontslag
ontzield dood
ontzien duchten, mijden, respecteren, sparen, vrezen
ontzind dol, dwaas, gek, idioot, mal, razend
onuitgesproken stil, verborgen
onuitputtelijk eindeloos
onuitputtelijk geduld - engelengeduld
onuitroeibare ziekte endemie
onuitsprekelijk naamloos, overstelpend
onuitsprekelijk groot onnoemlijk
onuitstaanbaar ergerlijk, naar, ondraaglijk, onduidelijk, onmogelijk, odieus, onduldbaar, vervelend
onuitstaanbaar iemand misbaksel, naarling
onuitwisbare schandvlek brandmerk
onuitvoerbaar ondoenbaar, ondoenlijk, onmogelijk,
onvast buiig, immuun, labiel, los(jes), onbestendig, ongewis, onsolide, onstevig, veranderlijk, wankel, wankelbaar, wankelmoedig, week, weifel(end)
onvast en los wankel
onvast staan wankelen
onvast zijn onzeker,
onvatbaar immuun, ongevoelig
onvarbaarheid - immuniteit
onvatbaar maken immuniseren
onvatbaar voor ziekten immuun, resistent,
onvatbaarheid immuniteit
onveilig gevaarlijk,
onveranderd bestendig, eender, gelijk, hetzelfde, idem, identiek, naief, ongewijzigd, stabiel
onveranderd houden - stabiliseren
onveranderlijk bestendig, constant, duurzaam, fixé, invariabel, stabiel, standvastig, vast(staand)
onveranderlijk maken stabiliseren
onverantwoord gevaarlijk, ongegrond, roekeloos
onverbasterd (ras)zuiver, puur
onverbeterlijk halsstarrig, onherstelbaar
onverbeterlijke misdadiger recidivist
onverbiddelijk genadeloos, onvermurwbaar, streng
onverbloemd cru, onomwonden, onverholen, realistisch, scherp
onverbloemd erotisch priapisch
onverbloemd weergeven van de werkelijkheid realiteit, realisme
onverbrekelijk - hecht
onverbuigbaar indeclinabel
onverdacht authentiek
onverdeeld gezamenlijk, samen, volmaakt, volledig
onverdiend onterecht, tenonrechte
onverdorven rein, zuiver
onverdraagbaar onuitstaanbaar
onverdraaglijk hinderlijk, onaangenaam, onuitstaanbaar
onverdraagzaam intolerant
onverdragzaamheid intolerantie
onverdroten onverstoorbaar, ijverig, stug, volhardend
onverduisterd fel, hel, licht
onverdund - puur
onverenigbaar incompatibel, strijdig
onverenigbaarheid incompatibiliteit, inkompatibiliteit
onvergankelijk eeuwig, onsterfelijk, onverwoestbaar, voorgoed
onvergelijkelijk enig, excellent, uitnemend
onvergenoegd ontevreden
onvergetelijk enig, heuglijk, uitmuntend, uniek
onverharde weg pad, zandweg
onverhinderd onbelemmerd, onverlet, vrij
onverhoeds bruusk, eensklaps, ineens, opeens, onverhoopt, onverwacht, pardoes, plots, plotseling
onverholen frank, ogenblik, onverbloemd, oprecht, rondborstig, ronduit, vrij
onverhoedse aanval overval, raid
onverhoopt onverhoeds
onverhuld bloot, naakt
onverklaarbaar duister, mysterieus
onverkoopbaar goed - rebuut
onverkort geheel, intact, integraal, (al)geheel, volledig
onverkwikkelijk ellendig, naar, vervelend
onverlaat aterling, bandiet, boosdoener, booswicht, bruut, deugniet, fielt, onmens, ploert, rover, schavuit, schurk, snoodaard
onverlet intact, ongedeerd
onverlicht donker, somber
onvermeld laten - weglaten
onvermengd gedegen, klaar, louter, puur, rein, zuiver
onvermengdheid echtheid, zuiverheid, onvervalstheid
onvermijdelijk beslist, onfeilbaar, onontkoombaar,zeker
onvermijdelijkheid - noodzaak
onvermijdelijk gevolg consequentie
onvermoeibaar krachtig, nijverig, sterk
onvermoeid - fit
onvermoeid bezig - rusteloos
onvermogen armoe, impotentie, onmacht, zwakte
onvermogen om de gedachten schriftelijk uit te drukken agrafie
onvermogen om het waargenomene te herkennen agnosie
onvermogen om normaal te lopen - abasie
onvermogen om zich iets te herinneren geheugenverlies
onvermogen om zich uit te drukken in taal aphasie
onvermogen tot schrijven - agrafie
onvermogen tot spreken - afasie
onvermogend arm, onbemiddeld
onvermogend om te betalen insolvent, insolvabel
onvermurwbaar steenhard
onverpakt los
onverpakte lading bulkgoed
onverplaatsbaar - onroerend
onverplicht vrijwillig
onverplichte goedheid gunst
onversaagd beslist, boud, dapper, ferm, flink, kloek, koen, kordaat, moedig, onvervaard, vermetel
onversaagdheid dapperheid, kordaatheidkranigheid
onverschillig achteloos, apat(h)isch, harteloos, koel, laconiek, lauw, neutraal, nonchalant, onbewogen,ongevoelig
onverschillig welke enigerlei
onverschilligheid apathie, nalatigheid, nonchalance, slordigheid, achteloosheid
onverschrokken branie, dapper, ferm, flink, koen, kordaat, moedig, resoluut, stoutmoedig
onverschrokkenheid bluf, drift, durf, lef, moed(igheid)
onverslijtbaar duurzaam, stevig
onversneden onvermengd, puur, zuiver
onverstaanbaar spreken fluisteren, mompelen, mummelen, murmelen
onverstand domheid, dwaasheid
onverstandig absurd, dom, dwaas, onredelijk, onwijs, redeloos, stom, stupide
onverstandig mens dwaas, gek
onverstandige zucht tot iets bevlieging, manie
onverstoorbaar bedaard, evenwichtig, flegmatiek, kalm, lakoniek, stoïcijns, vast
onverstoorbaar persoon stoïcijn
onverstoorbaarheid flegma, kalmte, ataraxie
onverstoord kalm, rustig
onverteerbaar oneetbaar
onvertogen indecent, onbetamelijk, onfatsoenlijk, ongepast, onnet, ruw
onvertrouwd onbekend, onervaren, vreemd
onvervaard boud, dapper, ferm, fier, kloek, koen, moedig, onbevreesd, onversaagd, stoer
onvervalst echt, puur, louter, onvermengd, origineel, waar, zuiver
onvervalstheid echtheid, genuïteit, zuiverheid
onvervreemdbaar - eigen
onvervuld leeg, ledig, teniet
onvervulde vacature - vacant
onverwacht abrupt, halsoverkopineens, ongedacht, onverhoeds, onverhoopt, onvoorzien, plots, plotseling, opeens, pardoes, plotsklaps
onverwachte komst - inval
onverwacht gebeuren toeval
onverwacht komen aanvallen, betrappen, verrassen
onverwachts - abrupt, eensklaps, ineens, opeens, pasdoes, plots, plotseling, plotsklaps, schielijk
onverwacht treffen betrappen
onverwarmd kil, koud
onverwijld aanstonds, dadelijk, direct, illico,meteen, onmiddellijk, snel, temee, temet, terstond
onverwoestbaar hecht, stevig
onverzettelijk eigenzinnig, halstarrig, hartnekkig, koppig, onbewogen, onbuigzaam, onwrikbaar, standvastig, stok(stijf), stijfhoofdig, stug, weerbarstig
onverzettelijk iemand eigenwijs, stijfhoofd, stijfkop
onverzoenlijk - geslagen, haatdragend, intransigent
onverzorgd haveloos, slordig, vervallen, verwaarloosd
onvindbaar latent, spoorloos, weg, zoek
onvóegzaam onbetamelijk, ongepast, wanvoeglijk
onvoldaan onbetaald, onbevredigend, ontevreden
onvoldoende inadequaat, ontoereikend, slecht
onvoldoende gekookt - ongaar
onvoldoende reparatie lapwerk
onvoldragen onrijp
onvoldragen vrucht foetus
onvolgroeid - onvolwassen
onvolkomen gebrekkig, incompleet,, kwalijk, onvolledig, slecht, verkeerd
onvolkomenheid gebrek
onvolledig gebrekkig, incompleet, lacuneus, onvolkomen
onvolmaakt gebrekkig, onvoltooid
onvolmaaktheid gebrek
onvoltallig incompleet, onvolkomen, onvolledig
onvoltooid onaf, onvolmaakt
onvoltooid tegenwoordige tijd o.t.t., praesens
onvoltooid verleden tijd imperfectum, o.v.t., praeteritum
onvolwaardig minder, misdeeld
onvolwassen kinderlijk, onmondig, onvolgroeid, puberaal,
onvolwassen meisje bakvis
onvolwassene puber
onvoorbereid spontaan, e.t.
onvoorbereid musiceren improviseren
onvoorbereid praatje - improvisatie
onvoorbereide toespraak of speech - improvisatie
onvoordelig duur, nadelig
onvoorwaardelijk absoluut
onvoorzichtig achteloos, onachtzaam, onberaden, onbezonnen, onbezorgd, ondoordacht, onoplettend, roekeloos, vermetel
onvoorzien onverhoeds, onverwacht, opeens, plots(eling), toeval, toevallig
onvoorzien geluk - fortuin
onvrede onenigheid, onmin, oorlog, ruzie, tweedracht, twist, vete
onvriendelijk bars, bits, bot, bruusk, grimmig, koel, lomp, nors, ónaardig, onbeleefd, ongezellig, onhartelijk, onhebbelijk, onheus, onplezierig, scherp, sikkeneurig, stroef, stug, stuurs, toornig
onvriendelijkheid - stuursheid
onvriendelijk mens bok, chagrijn, neetoor, nijdas, nurks, zuurpruim
onvriendschappelijke verhouding - onenigheid, onmin, ruzie
onvrij afhankelijk, gebonden, hinderlijk, horig, onderworpen
onvrije slaaf, horige, lijfeigene
onvrije vrouw - slavin
onvrijwillig gedwongen, verplicht
onvruchtbaar dor, infertielsteriel, vergeefs
onvruchtbaar gebied - duinen, hei, steppe, toendra, woestijn, zand
onvruchtbaarheid dorheid, droogte, schraalte, steriliteit
onvruchtbaar maken steriliseren
onvruchtbaarmaking - sterilisatie
onvruchtbare bruine kiel knik, knikklei
onwaar gefingeerd, gelogen, leugenachtig, onecht, oneerlijk, onjuist, onoprecht, vals, verkeerd
onwaarachtig onecht
onwaardig ignobel, onbrtamelijk, oneervol, verachtelijk
onwaarheid bedrog, jok, kletspraat, leugen, sprookje, valsheid, waanzin
onwaarheid spreken jokken, liegen
onwaarneembaar - onmerkbaar
onwaarschijnlijk betwijfelbaar, fabelachtig, fabuleus, inplausibel, ondenkbaar, vreemd, waanzinnig
onwaarschijnlijk verhaal fabel, sprookje
onwankelbaar onbeweeglijk, onwrikbaar, stabiel, vast
onweer bliksem, donder(bui), noodweer
onweerhoudbaar dol, driest, onstuitbaar
onweerlegbaar apodictisch, bewezen
onweerlegbaar aangetoond bewezen
onweersbeestje donderkopje
onweersbui - donderbui
onwel naar, ongans, ongesteld, onpasselijk, pips, slapjes, wee, ziek
onwelgevallig onaangenaam, ongewenst
onwellevend onbeleefd, onhebbelijk, onopgevoed
onwellevendheid - brutaliteit
onwelluidende klanken kakofonie
onwelriekend stinkend
onwelriekende geur stank
onwelriekende maar zeer nuttige substantie mest
onwelvoeglijk indecent, oneerbaar, onfatsoenlijk, ongemanierd ongepast,
onwelwillend onbillijk, onhebbelijk, onheus
onwennig onervaren, ongewoon, onhandig, schutterig, verlegen, vreemd
onweren donderen
onwerkelijk irreëel, onwezenlijk
onwerkelijkheid droom
onwerkzaam lui, uitwerkingloos, inert, traag, indolent
onwetend dom, ignorant, onkundig, stom
onwetend dom, ignorant, leek, onbewust, onkundig
onwetendheid onkunde
onwetend iemand domoor, leek
onwettig illegaal, illegitiem, ongeoorloofd, onrechtmatig, strafbaar, wederrechtelijk, zwart
onwettig geneesheer kwakzalver
onwettige winst woeker
onwezenlijk irreeel, onwerkelijk
onwijs dom, daas, dwaas, gek, getikt, immens, mal, onverstandig, warhoofd
onwil tegenzin, verzet, weerstand, weerwil
onwillekeurig - onbewust
onwillekeurig bewegen ademen, reflex, tic
onwillig balorig, bokkig, dwars, gedwongen, koppig, node, ongaarne, onhandelbaar, stug, weerspannig
onwilligheid koppigheid
onwraakbaar onafwijsbaar, onomstotelijk, pal, rotsvast, star, vast
onwrikbaar bestendig, onomstotelijk, pal, rotsvast, star, vast
onyx nagelsteen
onzacht hard, ruw, heftig
onzacht hard, stug
onzakelijk gepraat geleuter, gezwam, gezwets,
onzalig - fataal, funest, heilloos, rampspoedig
onze rekening n. c.
onze vlag driekleur
onze voornaamste melkgever koe
onze woonplaats aarde
onzedelijk aanstotelijk, immoreel, los, oneerbaar, onkuis, tuchteloos
onzedig oneerbaar, onkies, onkuis
onzegbaar onuitsprekelijk
onzeker onbetrouwbaar, onvast, vaag, waggelend, wankel, weifelend, wisselend, wisselvallig
onzekerheid onvastheid, twijfel(achtigheid), onbetrouwbaarheid
onzeker persoon twijfelaar
onzeker zijn aarzelen, twijfelen
onzelfstandig afhankelijk
onzelfstandige werkkring loondienst
onzelfzuchtig edelmoedig, grootmoedig, menslievend
onze planeet - aarde
onzes inziens o.i.
onzichtbaar of verborgen invisibel, latent
onzichtbaar - invisibel, verborgen, verdekt
onzichtbaar worden van een hemellichaam door een ander immersie
onzichtbaar maken blinderen, camoufleren
onzichtbaarmaking camouflage, mimicry
onzijdig onz., neutrum, neutraal
onzijdig woord neutrum
onzijdigheid neutraliteit
onzin apekool, bazel, dwasheid, flauwekul, gekheid, gekkigheid, kletskoek, kolder, larie, lulkoek, mallepraat, nonsens, quatsch, rim-ram, shit, stupiditeit, waanzin, wartaal, zotteklap
onzin praten bazelen, zwammen
onzindelijk goor, morsig, onnet, onrein, slordig, smerig, vies, vuil,
onzindelijk mens slons, smeerlap, smeerpoets, vuilak
onzinnig absurd, belachelijk, dol, dom, dwaas, gek, idioot, maf, mal, stupide, zot
onzinnig gepraat geleuter, geraaskal
onzinnigheid idioterie
onzin praten bazelen, dazen, zwammen
onzondig - onschuldig
onzuiver bruto, gemengd, onrein, troebel, vals, vuil
onzuiver gewicht - bruto
onzuiver zingen detoneren
ooft fruit, vruchten
ooftboom perelaar
ooftkorf - fruitmand
ooftkunde karpologie, pomologie
ooftkundige pomoloog
oog blik, gezicht, kijk, zicht
oog hebben ogen
oog in het. . . vallend markant
oog in touw lus
oog van touwwerk langs een zeil leuver
oogafwijking loens, scheel, staar
oogappel aangebedene, beminde, dierbaarste, iris, lieveling, ogelijn, oogbol, pupil, schat, troetelkind
oogarts oculist
oogbindvlies - conjuctiva
oogbindvliesontsteking conjunctivis
oogbout met draaibare schalm - wartel
oogdeel hoornvlies, iris, lens, netvlies, pupil, retina
oogdeksel ooglid
oogdruppel - traan
oog gebrek loens, scheel, staar
ooggetuige - reporter, verslaggever
ooggetuigenverslag reportage
oogglas lens, lunet, monocle, oculair,
oogglas van microscoop oculair
ooggroet - knipoog
ooghaar wimper, pinker
ooghebben - ogen
oogheelkunde oftalmologie
oogholte kas
oogje knipoogje, lusje, maas, malie, ogelijn, trens
oogje in een schoen malie
oog in een touuw lus, trens
oogje van garen - trens
oogje van schoen - malie
oogkas oogholte
oogklep van een paard lunet
ooglap oogklep
ooglid oogdeksel
ooglijk aangenaam, toonbaar
oogluikend heimelijk
oogluikend toestaan gedogen
oogmake-up eyeliner, mascara
oogmerk bedoeling, doel, doeleinde, intentie, mikpunt, opzet, voornemen
oognetvliesontsteking dictyïtis
oogopslag blik, lonk
oogpinker - ooghaar
oogpunt beoordeling, gezichtspunt, standpunt, uitgangspunt
oogspecialist - oogarts
oogst gewas, opbrengst, pluk
oogsten binnenhalen, maaien, rooien, verwerven, verzamelen
oogsten van fruit plukken
oogster maaier, plukker, roier
oogstlied - vinata
oogstmaand augustus
oogtand hoektand
oog van touwwerk - leuver
oogverblindend klaterend, luisterrijk, schitterend
oogvocht traan
oog vormig lint lis
oog vormig snoer lis, lus
oogwenk ogenblik, moment, ommezien, tel
oogwit doel
oogwratje lenticel, strontje
oogziekte glaucoom, hemeralopie, houw, staar, trachoma,
ooi schaap
ooievaar eiber, ibis, kwak, langbeen, lepelaar, maraboe, reiger, roerdomp, uiver
ooievaarachtige moerasvogel ibis, lepelaar, maraboe, reiger, roerdomp
ooievaarachtige vogel - adjudant
ooievaar (Afr.) maraboe
ooievaarsbeen - stelt
ooievaarsbek geranium
ooievaarsbloem - lis
ooievaarsnest eibernest
ooit eens, later
ook alsmede, bovendien, daarenboven, evenals, eveneens, evenzo, evengoed, nog, tevens, toch
ook niet evenmin
ook of met - mede
ook zo evenzo, net zo, evenals
oöliet kuitsteen, eiersteen
oölogie eierkunde
oom onkel, nonkel
ooms kind neef, nicht
oom van Jakob Laban
oomzegger neef, nicht
oomzeggerskind - achterneef
oomzegster nicht
oor handgreep, handvat, hengsel
oor (deel) lel, schelp
oor (jagerstaal) lepel
oorarts otoloog
oorbaar betamelijk, billijk, dienstig, geoorloofd, gepast, kies, netjes, nuttig, voegzaam, voordelig, welvoeglijk
oorbel klips, knop, oorhanger
oorblazer kwaadspreker, opruier
oorblazerij kwaadsprekerij
oord gewest, negorij, plaats, streek
oord (afgelegen) negorij
oord der verdoemden gehenna, hel, onderwereld
oord van verschrikking hel
oordeel advies, doem, dunk, gevoelen, inzicht, mening, opinie, opvatting, rede, verstand, visie, vonnis, zienswijze
oordeelsdag - doemdag
oordelen achten, beslissen, dunken, geloven, keuren, menen, rechtspreken, vonnissen
oorhanger oorbel, oorknop, oorliët, orliët, pendant
oorheelkunde otiatrie
oorklep oorlap
oorknop oorbel, oorhanger
oorkonde acte, bewijs, brevet, bul, charter, diploma, document, getuigenis, handvest, manifest, verklaring, zegel
oorkondeboek charter, charta
oorkundige otoloog
oorkussen hoofdkussen
oorlam borrel
oorlapje lel
oorlof vergunning, verlof
oorlog botsing, gevecht, krijg, onenigheid, onvrede, strijd, slag, vete, vijandschap
oorlog betreffende polemologisch
oorlogsbodem duikboot, fregat, korvet, kruiser, mijnenlegger, mijnenveger, onderzeeboot, onderzeeër, oorlogsschip, slagschip, torpedoboot, torpedojager, vliegdek (moeder)schip
oorlogsdaad enteren
oorlogsgas mosterdgas, niesgas, strijdgas
oorlogsgezind - krijgszuchtig
oorlogsgod Ares, Janus, Mars
oorlogskreet leus, slagzin, slogan, strijdleus
oorlogskunde polemologie
oorlogsmacht heerschaar, legermacht
oorlogsmatroos - marinier
oorlogsschip uit de 17e eeuw pinas
oorlogsterm spervuur
oorlogsterrein - slagveld
oorlogstuig artillerie, atoombom, bazoeka, bom, bren, flak, geschut, geweer, granaat, jager, kanon, karabijn, kernwapen, materiaal, mitraileur, mortier, munitie, sten(gun), tank, raket, wapen
oorlogsvaan strijdbanier
oorlogsvaartuig aviso
oorlogsvloot - armada
oorlogsvrijwilliger o.v.w.
oorlogswinst o.w.
oorlogszuchtig - strijdlustig
oorlogvoerend belligerent, strijdend
oorontsteking loopoor, otitis
oorpijn otalgie
oorsieraad oorknop, oorring
oorsmout oorsmeer
oorspiegel otoscoop, otoskoop
oorsprong afkomst, bakermat, begin(sel), bron, herkomst, komaf, ontstaan, origine, spreng, wel
oorspronkelijk aanvankelijk, outhentiek, autochtoon, echt, eerst, inheems, nieuw, origineel, primair, wel
oorspronkelijk model prototype
oorspronkelijk model van ovaal ei
oorspronkelijk vernuft genie
oorspronkelijk wild rund - oeros
oorspronkelijke bevolking of bewoners autochtonen
oorspronkelijke bewoner van Amerika Indiaan
oorspronkelijke bewoner van India - Drawida
oorspronkelijke bewoner van Peru - Inca
oorspronkelijke bewoner van de Filippijnen Negrito
oorspronkelijke taal oertaal
oorsteen otoliet
oorsuizing oorgeruis
oortrechter oorspiegel
ooruil arenduil, oehoe, ransuil
oorvijg Iel, klap, klets, oorveeg, oplawaai, opstopper, optater, pats
oorveeg zie: oorvijg
oorverdovend luid
oorversiersel oorring
oorvijg klap, lel, mep
oorzaak aanleiding, agens, bron, drijfveer, gevolg, grond, motief, reden, schuld
oorzakelijk causaal
oorzakelijkheid - clausaliteit
Oostaziatisch gewicht taël
Oostaziatische munt sen
Oost-Duitse stad Halle, Leipzig
OostDuitsland D.D.R.
oostelijk - orientaal
oostelijk deel van de Middellandse Zee levant
oostelijkste punt van Italië Otranto
Oosten levant, morgenland, oriënt
Oostenrijk Austria
Oostenrijkse bergtop Arlberg, Brenner, Pfänder, Zug,. Eisenhut, Dachstein, Zitterklapfer
Oostenrijkse Jongensnaam Buldur, Manfred
Oostenrijkse munt groschen, heller, schilling
Oostenrijkse rivier zie: rivier in Oostenrijk
Oostenrijkse schrijver Musil, Zweig
Oostenrijkse tenor Dermota
oosterlengte 0.1.
oosterling Arabier, Aziaat, Brahmaan, Chinees, Filippino, Hindoe, Indiër, Japanner, Javaan, Koreaan, Maleier, Pakistaan, Semiet, Siamees
oosters boek Koran
oosters eiland - Bali, Timor, Java, Borneo, Flores, Lombok, Alor, Babar, Wetar, Sumba, Madura, Nias, Natuna
oosters geleerde magiër, mahatma
oosters gerecht nasi, bami
oosters heerser aga,mogol, raden, radja, sha, sultan
oosters hoofddeksel tiara tulband
oosters kledingstuk - sarong
oosters kleed boernoes, kaftan
oosters land Iran, Irak, Japan, China, India, Jemen, Nepal, Birma, Vietnam, Pakistan, Indonesië, Thailand, Cambodja,
Korea, Mantsjoerijè, Arabië, Bengalen
Oosters mes - kris
oosters muziekinstrument keteltrom
oosters orkest - gamelan
oosters paardenras Arabier
oosters rechter kadi
oosters rijdier drommedaris, ezel, kameel
oosters slaginstrument tamtam
oosters spel go
oosters tapijt kelim, namase, pers
oosters tovenaar fakir
oosters voertuig grobak, riksja, sado
oosters vorst grootmogol, mogol, satraap
oosters vorstenkleed talaar
oosters wapen kris
oosters weefsel kelim
oosterse aanspreektitel sahib
oosterse bedevaartplaats Medina, Mekka
oosterse duif - pagadet
oosterse godsdienst Boeddhisme, Hindoeïsme, Islam, Shintoïsme
oosterse heerser - radja
oosterse herberg bazaar, bazar, kan, karavansera
oosterse jongensnaam Omar
oosterse kerk - synagoge
oosterse markt bazaar, bazar
oosterse naam Ali, Mohammed
oosterse rechter kadi
oosterse slaginstrumenten - gamelan
oosterse staat Irak
oosterse stof kamelot, kelim
oosterse taal - Maleis, Perzisch, Semitis
oosterse titel aga, imam, emier, emir, imam, kankan, khan, mas, sjeik, sultan
oosterse tolk dragoman, drogman
oosterse toren minaret
oosterse vechtsport judo, karate
oosterse vorst sultan
oosterse waterlelie - lotus
oosterse windhond saluki
Oost-Indische Compagnie - O.I.C.
Oost-Indiesch gerecht bami, nasi
Oostkust van de Middellandse Zee - Levant
Oostzeehaven Danzig, Gdansk, Kiel, Leningrad, Lübeck, Memel, Riga, Rostock, Tallin
oostzuidoost O.Z.O., E.S.E.
oot - haver
ootje kringetje, maling
ootmoed bescheidenheid, deemoed, modestie, nederigheid
ootmoedig bescheiden, deemoedig, ingetogen, modest, nederig, onaanzienlijk, onderdanig, onderworpen
ootmoedig verzoek smeekbede
ootmoedig vragen smeken
op afgedraaid, afgeleefd, afgemat, gebroken, kapot, leeg, moe, uitgeput, versleten
op adem komen bijkomen, kalmeren, uitblazen, uitpuffen, uitrusten
op afstand afgelegen, ver, veraf, verwijderd
op afstand gelegen - ver
op alle plaatsen alom, overal
op baars gelijkende vis mul
op barnsteen gelijkende hars kopal
op bepaalde plek elders, ergens
op bepaalde tijd te verrichten taak - beurt
op bepaalde wijze ondertekenen paraferen
op betalen aandringen - manen
op bevel - o.l., p.o,
op boom gehechte tak - ent
op Borneo levende aap neusaap
op dat moment toen, dan
op dat ogenblik alsdan, dan
op dat tijdstip dan, toen
op dat woord i.v., in voce
op de aangehaalde plaats I.c., t.a.p:
op de achterzijde indorso, verso
op de been zijn staan
op de bon zetten bekeuren, verbaliseren
op de bovenzijde - bovenop
op de eerste plaats eerst, primo
op de eerste rij - vooraan
op de eerste zijde van een blad - recto
op de geschikte tijd opportuun
op de gewone plaats en tijd h.l.q.c.
op de golven dansen deinen
op de grond komen landen, neerkomen
op de hals halen - aanhalen
op de hoogte bekend, bijdehand, ingelicht, vertrouwd
op de hoogte zijnd ingelicht, ingewijd, bekend
op de juiste manier - terecht
op de juiste tijd tijdig
op de keerzijde verso
op de kop tikken vinden
op de laatste dag - ultimo
op de lange baan schuiven uitstellen
op de lat kopen - poffen
op de manier van volgens, à la
op de manier van het platteland - boers, dorps
op de markt brengen introduceren
op de mouw spelden voorliegen, wijsmaken
op de penning zuinig, krenterig, vrekkig
op de proef stellen beproeven, proberen, testen
op de rede berustend rationeel
op de sterren betrekking hebbend - astraal astrologisch, astronomisch
op de vermelde dag dato
op de viool spelen fiedelen
op de voeten rusten - staan
op de voorgrond tredend - relevant
op de wijze van à la, als
op de wind varen zeilen
op de wip gaan - wipperen
op de zeebodem levende diersoort - spons
op den duur eens, mettertijd, ooit
op deze dag heden, vandaag
op deze manier zo
op deze plaats hier, hinc
op deze tijd nu, nunc, dan
op deze plaats - hier
op deze wijze zo, aldus
op dezelfde bladzij ibidem
op dezelfde tijd - tegelijk
op dezelfde wijze aldus, als, dito, eender, eveneens, evenzeer, evenzo, evenals, idem, item
op die manier aldus, dusdanig, zodoende, zo
op die plaats aldaar, daar, (Lat.) ibi
op die tijd alsdan, dan, toen
op die wijze aldus, zo, zodanig
op dit moment heden, momenteel, nu, thans
op dit ogenblik nu, heden, thans
op domme wijze - domweg
op edele wijze edelaardig
op een andere manier aliter, anders
op een andere plaats elders
op en andere wijze - anders
op een bepaalde plaats ergens
op een bepaalde tijd ooit, eens
op een droogvloer drogen eesten
op een geschikt ogenblik gelegen
op een goed ogenblik gelegen
op een keer eens, ereis, eris
op een lagere plaats omlaag
op neem lagere plaats gelegen beneden
op een lijn brengen afstemmen, uitlijnen
op een nieuwe regel pagina
op een vergevorderd uur - laat
op eigen gezag eigenmachtig
op eigen voordeel uit baatzoekend, baatzuchtig, hebberig, inhalig
op elkaar opeen
op elkaar gelijkend overeengekomen, eender, overeenkomend
op elkaar zetten stapelen
op elkander opeen, evereen
op elke plaats overal
op en moe bekaf
op en neer gaan wippen
op en neer gaan op de golven - deinen
op geen enkele plaats nergens
op geen enkele wijze - generlei
op geregelde tijd terugkerend periodiek
op goed geluk bonnefooi, lukraak
op grote afstand ver(af), verte
op grote afstand van de grond - hoog
op het einde in fine
op het gebied der wetenschap betrekking hebbend geleerd
op het juiste ogenblik opportuun
ophet laatst eindelijk, tenslotte
op het kantje net, nipt
op het land buiten
op het moment heden, nu, thans
op het ogenblik heden, nu, thans, vandaag
op het spel zetten riskeren, wagen
op heterdaad flagrant
op hetzelfde lijkend eender, overeen
op iets ingaan happen, reageren
op karige wijze schaars
op komst zijn dreigen, onderweg
op korte afstand - vlakbij
op korte termijn binnenkort, weldra
op krediet kopen poffen
op kunnen tegen - aankunnen
op last o.I.
op lastgeving van p.p.
op leeftijd bejaard, oud
op luidruchtige wijze druk, rumoerig
op orde brengen regelen, redderen, rangschikken
op pad - uit
op palen rustend bladerdak ajoupa
op prijs stellen - waarderen
op punt van uitbarsten geladen
op redelijke gronden - rationeel
op regelmatige tijden terugkerend - periodiek
op reis - onderweg
op room gelijkend romig
op rozen zitten gebeiteld
op staande voet direct, meteen, onmiddelijk, subiet
op slot dicht, toe, gesloten
op te lossen vraagstukken opgaven
op tijd afgemikt, intijds, prompt, tijdig
op uw gezondheid proost, santé-
op vaste tijden regelmatig, verbreid
op vele plaatsen passim
op verschillende plaatsen passin
op visite vragen - nodigen
op voet van gelijkheid collegiaal, paritair
op voet van oorlog brengen - mobiliseren
op voorwaarde dat mits, tenzij
op wacht staan posten
op water wiegelen - deinen
op weg teweeg
op weg gaan aanvangen, beginnen, starten
op welke tijd - wanneer
op welke wijze hoe
op zekere keer eens
op zekere plaats ergens
op zeker tijdstip - eens, ooit, toen
op zichzelf afgezonderd, alleen, apart, eenzelvig, solitair, zelfstandig
op zichzelf bestaand autonoom, integraal
op zichzelf gericht egocentrisch
op zijn gemak behaaglijk, rustig
op zijn hoede waakzaam
op zijn hoogst - hoogstens
op zijn minst minstens, tenminste
op zijn teentjes getrapt aangebrand, geïrriteerd, ontstemd, gepikeerd
op zwart zaad blut, rut
opa grootpapa, grootvader
opaal asteria
opank damesschoen
opbellen telefoneren -
opbergboek map, register, ordner, klapper
opbergen bewaren, opruimen, opslaan, stallen, wegbergen, wegleggen, wegsluiten, wegzetten
opbergloods - pakhuis
opbergmap dossier, ordner, stofmap
opbergplaats kabinet, kast, kist, la(de), magazijn
opbeuren bemoedigèn, heffen, opkikkeren, opmonteren, opnemen, optillen, troosten
opbeurend hartelijk
opbeuring bemoediging, troost
opbiechten bekennen
opblazen - overdrijven
opbloei renaissance
opbod opbieden
opbollen uitpuilen, zwellen
opbonjouren vertrekken, weggaan
opborrelen opkomen, (op)wellen
opborrelende lucht - bel
opbouw bouw, constructie, montage, synthese, uitbreiding
opbouw van een schip dek (huis), sloependek, promenadedek opbouwend constructief, stichtelijk
opbreken verhuizen, verplaatsen, weghalen
opbrengen betalen, braken, opleveren, arresteren
opbrengst baten, debiet, gewin, interest, oogst, productie, profijt, recette, rendement, rente, resultaat, verdienste, winst
opbrengst van akker oogst
opbrengst van belegde gelden - rente
opbrengst van bouwland oogst
opbrengst van fabriek produktie
opbrengst van het land (ZuidNed.) - hote
opbrengst van kapitaal rente
opbrengst van wedstrijd prijs
opbruisen mousseren, opstuiven, schuimen
opbruisend driftig, opvliegend, petulant
opcenten in België opcentiemen
opdagen opdoemen, verschijnen
opdat - teneinde
opdelven opgraven
opdelving opgraving
opdichten verzinnen
opdienen serveren
opdienen van eten - opdissen
opdirken opmaken, opschikken, optuigen, optutten, tooien, versieren
opdissen opdienen, serveren, vertellen
opdoeken afschaffen, stoppen, opheffen, wegwezen
opdoemen opdagen
opdoen kopen, krijgen, vergaren
opdoend voorkomend
opdoffer dreur, klap, poeier
opdonder klap, oplaaai, opstopper, slag, vuistslag
opdossen - tooien
opdracht aanbesteding, bestelling, bevel, commando, consigne, corvée, gebod, karwei, last(geving), missie, opgave, order, plicht, taak, verplichting, werk
opdracht (van geschrift) dedicatie
opdracht geven gebieden, gelasten
opdrachtgever lastgever, mandant
opdracht herroepen afgelasten, aflasten, annuleren
opdrachtgever lastgever
opdrachtig opgezet, opgezwollen
opdragen aanbesteden, bevelen, gebieden, gelasten, verordenen
opdrijven jagen
opdrinken innemen, uitdrinken
opdrogend middel siccatief, sikkatief
opduikelen opsnorren, opsporen
opduvel duw, klap, stoot, opdonder, oplawaai, opstopper, optater, stomp
opduvelen heengaan, weggaan
opeen compact, dicht
opeenhopen optassen, stapelen
opeenhoping hoop, stapel, tas
opeenhoping van afval vuilnisbelt
opeenhoping van mijnsteen stortberg
opeens abrupt, acuut, eensklaps, ineens, onverhoeds, onverwachts, onvoorzien, pardoes, plots (ellng), subiet,
opeenstapeling (stijlfiguur) epizeuxis
opeenvolgend - cumulatief
opeenvolging keten, lijst, rangorde, reeks, rij, serie, volgorde
opeenvolging van perioden historie
opeenvolging van tijdstippen duur, periode, tijdsduur
opeenvolging van tonen toonladder
opeisen vorderen, requireren
opeising - vordering
open frank, fris, ledig, luchtig, onbelemmerd, onomwonden, ontsloten, ronduit, ruim, toegankelijk, vacant, vrij
open aanbouw aan een huis waranda
open binnenplaats koer
open draagvat emmer
open en bloot openbaar
open galerij - portiek
open galerij van een inlandse woning pendop(p)o
open goot grep, greppel
open hemelglobe sfeer
open land veld
open luxe auto cabriolet
open pantoffel - slipper
open paviljoen - pendoppo
open plaats leemte, ruimte, vacature
open plaats in het bos laar, tra
open plein in een dorp brink, laar
open plek in een bos loo
open plek in het ijs - bijt, wak
open pronkkastje etagère
open rijtuig brik, buggy, calèche, landauer, phaeton, victoria
open roeiboot - dory
open ruimte heide, plein, polder, veld
open ruimte in een gebouw - vide
open ruimte in een stad plein
openschoeisel - sandaal
open springen - kenen
open strook in het bos - laar, tra
open stuk grond - terrein, veld
open terras - patio
open theater amfitheater
open tweewielig wagentje riksja
open tweewielige disselwagen gig
open uitbouw balkon
open uitstalruimte - etalage, vitrine
open vaartuig - punter
open vat emmer
open vismand - kriel
open wagentje gig
open wak in ijs - bijt
open wandelgang in een tuin pergola
open weefsel gaas
open zomerschoen opank, sandaal
openbaar algemeen, bekend, notoir, openlijk, publiekelijk, toegankelijk
openbaar ambtenaar deurwaarder, notaris, rechter
openbaar debat teach in
openbaar gebouw - postkantoorstation
openbaar maken publiceren
openbaar vervoermiddel autobus, boot, bus, tram, trein, pont, schip, veerpont, vliegtuig
openbaarheid publiciteit
openbaar maken afkondegen, publiceren, uitbrengen
openbaar making publicatie
openbaar vervoer auto(bus), metro, omnibus, overzetveer, pont, tram, trein, veerpont, vliegtuig
openbaar worden - uitlekken
openbare actie campagne
openbare bijeenkomst meeting
openbare eredienst cultus
openbare functie ambt, notaris, rechter,
openbare gerechtsplaats forum
openbare instelling bank, dienst, ministerie
openbare les oratie
openbare mening opinie
openbare raadsman ombudsman
openbare redetwist - debat
openbare samenkomst meeting
openbare school staatsschool, gemeenteschool
openbare schuldbelijdenis confiteor
openbare tuin park, plantsoen
openbare verkeersruimte plein
openbare verkoping auctie, veiling, vendu (tie)
openbare wandelplaats park, plantsoen
openbare weg - straat
openbare werken - O.W.
openbaren onthullen, uiten, reveleren, verkondigen
openbaring bekendmaking, Epifanie, onthulling, publicatie, revelatie, uiting, verschijning
openbaringen van Mohammed Koran
openbaringsboek Bijbel, Koran
openbersten - springen
openbreken kraken, forceren
opendoen ontsluiten, openen, openmaken
openen inwijden, onrgrendelen, ontluiken, ontsluiten, opendoen, openmaken, uitklappen
openen en sluiten sperren
opengaan - ontluiken
opengesneden visbuik - wam
opengevallen betrekking - vacature
opengewerkt ajour
opengewerkt gordijn vitrage
opengewerkt weefsel ajour, kant
openhartig eerlijk, frank, hartelijk, onbewimpeld, onverholen, open, oprecht, rond(uit), rondweg, ruiterlijk, rondborstig, trouwhartig, vrij, welgemeend
openhartigheid - oprechtheid
opening begin, bijt, bres, breuk, doorbraak, gaping, gat, hiaat, inlaat, kier, krater, lek, mond, monding, naad, ontslouiting, reet, scheur, spleet, split, toegang, tussenruimte, uitgang, uitlaat, wak
opening achter in de mond keelgat
opening géschoten in de muur - bres
opening in de boeg kluisgat
opening in de huid - porie
opening in een ketel - mangat
opening in een kledingstuk split
opening in een netwerk maas
opening in een omheining hek, poort
opening in een ouderwets kanon - zundgat
opening in een stoomketel mangat
opening in een vestingmuur - bres
opening in het ijs bijt, wak
opening in het menselijk lichaam - apertuur
opening op vulkaan - bocca
opening van (o.a. testament) apertuur
opening van biervat spongat
opening van iets mond
opening van opera ouverture
openingsrit - proloog
openingsstuk - intrada
openingszet, waarbij een pion wordt aangeboden gambiet
openlijk aanschouwelijk, onbedekt, onomwonden, onverholen, openbaar, publiek, rechtstreeksrondweg, zichtbaar,
openlijk bekendmaken uitroepen, afkondigen, proclameren
openlijk eerbetoon aubatie, ovatie, serenade
openlijk uitkomen voor iets getuigen, belijden
openlijke belediging affront, smaad
openlijke hulde applauseerbetoon
openlijk uitkomen voor iets belijden, getuigen
openluchtmaaltijd picknick
openmaken aanbreken, ontsluiten openen, opslaan
openslaan uitklappen
opensnijden - slachten
openspreiden uitvouwen
openstaand geopend, leeg
openstaande ledig, leeg, onbezet, vacant
opera kijkspel, zangspel
opera Aïda, Alceste, Arabella, Artarserse, Bacchus, (La) Bohème, Caid, Capriccio, Carmen, Cenerentola, (Le) Cid, Daphne, Djamileh, Don Carlos, Don Pasquale, Elektra, Euryanthe, Falstaff, Faust, Favorita, Fedora, Fidelio, (die) Fledermaus, (der) FreischützGötterdämmerung, Don Giovanni, Gloriana, (de) Grimes, Guillaume Teil, Hamlet, Herbergprinses, Herodiade, Idomeneo, Iris, Jenufa, Julien, ((die) Königskinder, (La) Lakmé, Libuse, (de) Liefdesdrank, Lohengrin, L'ombre, Louise, Lulu, Macbeth, Madame SansGêne, Manon, Marina, Martha, (die) Meistersinger, Mignon, Nabucco, Norrna, Oberon, Orfeo, Othello, Paljas, (de) Parelvissers, Parsifal, Pelléas et Melisande, Peter Porgy end Bess, Rheingold, Rienzi, Rigoletto, (der) Rosenkavalier, Salome, Samson et Delila, (der) Schauspieldirektor, Semiramide, Serse (Xerxes), Siegfried, Tancred, Tanhaüser, Tiefland, Til Eulenspiegel, Titus, Tosca, (La) Traviata, Tristan und Isolde, Trovatore, Turandot, Undine, Má Vlast, (der) Waffenschmied, (die) Walküre, Werther, (die) Zauberflöte, (der) Zigeunerbaron, Zilda
operafiguur faust, figaro
operakijker jumelle
operalied aria
operatekst - libretto
operateur - chirurg, filmdraaier
opera van d'Albert Tiefland
opera van Beethoven Fidelio
opera van Belini Norrna, (11) Pirata, (La) Somnabule
opera van Berg Lulu, Wozzeck
opera van Bizet Carmen, (De) Parelvissers
opera van Blockx (De) Herbergprinses .
opera van Britten Peter Grimes, Gloriana, Midsummernightsdream
opera van Charpentier Louise, Julien
opera van Debussy Pelléas et
Melisande opera van Dellbes Lakmé
opera van Donizetti (De) liefdesdrank, (La) Favorita, Don Pasquale
opera van Egk Columbus
opera van Flotow Martha, Rübezahl, Zilda, L'ombre
opera van Gershwin Porgy end Bess
opera van Giordano (Madame) SansGêne, Tedora
opera van Gluck Alceste, Artarserse, Orfeo
opera van Gounod Faust, Mireille
opera van Händel Serse, Xerxes
opera van Hindemith Cardillac
opera van Humperdinck (die) Königskinder
opera van Janacek Jenufa
opera van Leoncavallo Paljas
opera van Lortzing Undine, (der) Waffenschmied, (der) Wildschütz
opera van Mascagni Cavalleria Rusticana
opera van Massenet Manon, Hérodiade, (Le) Cid, Bacchus, Werther
opera van Mozart Idomeneo, (die) Zauberflöte, Don Giovanni, Titus, (der) Schauspieldirektor, Figaro's Hochzeit
opera van Orf Antigone
opera van Pfltzner Palestrina
opera van Puccini Tosca, (la) Bohème, Turandot
opera van Rossini Teil, Cenerentola, Tancred, Othello, Semiramide
opera van SaintSaëns Samson et Delila
opera van Smetana Libuse, Ma , Vlast
opera van Strauss Daphne, Salome, Elektra, Arabella, (Die) Fledermaus, (der) Zigeunerbaron
opera van Thomas Mignon
opera van Verdi Aïda, Othello, Macbeth, Nabucco, Falstaff, (la) Traviata, Rigoletto, (11) Trovatore
opera van Wagner Rienzi, (die) Walküre Parsifal, Lohengrin, Tannhäuser, Götterdämmerung, Rheingold, (die) Meistersinger, Siegfried
opera van Weber Oberon, Euryanthe, (der) Freischütz
operacomponist Egk, Berg, om, Gluck, Verdi, Weber, Gounod, Mozart, Wagner, Puccini, Rossini, d'Albert, Beethoven, Bellini, Bizèt, Blockx, Britten, Charpentier, Debussy, Delibes, Donizetti, Flotow, Tsjalkowski
opeten nuttigen, verorberen, verteren
opeter verkwister
opfleuren opleven, opvrolijken
opfokken aankweken, grootbrengen, mesten, telen, opjutten
opfrissen - verkwikken
opgaaf som, kwestie, taak, vraagstuk, vermeldin
opgaan betreden, opkomen, rijzen, stijgen
opgaan in vlammen - verbranden
opgang bloei, furore, opkomst, succes, trap, voorspoed, wasdom
opgang (mode) furore, opkomst
opgaren oppotten, sparen, vergaren, verzamelen
opgave aangifte, declaratie, kwestie, oefening, opdracht, probleem, raadsel, reken(som), taak, vraagstuk
opgeblazen dik, gezwol1en, hoogmoedig, opgezet, overtrokken, pafferig, verwaand
opgedirkt opgedost, opzichtig
opgedragen werk taak, plicht
operatie handeling, transactie, onderneming, verrichting
operatekst libretto
operatie aan de schedel trepanatie
operatieboor trepaan
operatiemes bistouri, lancet, scalpel
operatievrees ergasiofobie
opereren helpen
operette kijkspel, zangspel
operettecomponist Lehar, Fall, Dinck, Lalo, Adam, Leoncavallo, Lortzing, Mascagni, Massenet, Moessorgski, Nicolai, Offenbach, SaintSaëns, Smetena, Thomas, Suppé, Strauss, Zeiler, Nicolai, Gershwin, Giordano, HumperOffenbach
opeten nuttigen, opmaken, verbruiken, verteren, verorberen, verstouwen, verzwelgen
opeter verkwister
opgegeven werk pensum
opgehoogd opgespoten
opgehoopt zand duin
opgehoogde dijk berm
opgeknapt - beter
opgekropt onderdrukt, verbeten, verduwd
opgekropte haat wrok
opgeld agio
opgelegd werk taak
opgeleid geschoold
opgelopen opgezwollen
opgelucht blij, verlicht, vrolijk
opgeptikt - opgedost
opgerold vlees rollade
opgerold wafeltje oublie
opgerold zonnescherm - kree
opgerolde haring - rolmops
opgeruimd blij, blijgeestig, blijmoedig, joviaal, lustig, monter, netjes, onbekommerd, onbezorgd, opgewekt, ordelijk, schoon, vrolijk, welgemoed
opgeruimd en netjes proper, schoon
opgeruimdheid blijdschap, vroloijkheid
opgescheept met - wanhopig
opgeschikt getooid, gesierd
opgeschoten jongen lummel, nozem, slungel
opgesierd opgesmukt, verbloemd
opgespaard geld spaarcenten
opgestoven fijn materiaal löss
opgestoven zand duin, dekzand
opgetogen blij(moedig), gelukkig, opgewekt, verheugd, verrukt
opgetogenheid extase, elatie, vervoering
opgetooid - versierd
opgeven aanmelden, aanreiken, brakrn, gelasten, laten, melden, prijsgeven, roemen, stoppen, verliezen
opgeven van een renner - afstappen
opgevoed getogen, grootgebracht, welgemanierd
opgewassen tegen bestand, capabel
opgewekt aardig, blij, blijde, feestelijk, kwiek, levendig, (levens)lustig, monter, opgètogen, verblijd, verheugd, vrolijk, wakker, zonnig
opgewekt (muz.) vivace, allegretto
opgewekt druk levendig, spontaan
opgewekt en aardig - hups
opgewekt en blij - blijmoedig
opgewekte geest zin, lust, animo
opgewekte stemming - fleur
opgewektheid animo, blijheid, fleur, levendigheid , vrolijkheid.
opgewekt vermaak - blijspel
opgewonden (muz.) concitato, driftig, onrustig, uitbundig, uitgelaten, zenuwachtig, verhit
opgewonden toestand extase
opgewonden wol - kluwen
opgewondenheid exaltatie, overspanning, geestdriftigheid
opgeworpen aardhoogte stelle, terp, wierd
opgeworpen hoogte als vluchtplaats voor het vee stelle
opgeworpen heuvel in Friesland - terp
opgeworpen heuvel in Groningen - wierd(e)
opgeworpen heuvel in Zeeland - vliedberg
opgezet bol, pafferig, gezwollen, opgeblazen
opgezwollen - hoogdravend
opgooi bij wedstrijd toss
opgooien - tossen
opgraven blootleggen, delven
opgroeien opschieten
opgroeiend - aankomend
ophaalbrug hefbrug, klap(brug), klepbrug
ophaalgordijn tegen de zon markies, store
ophaal in een kous - ladder
ophaalnet kruisnet, totebel, visnet
ophakkerig winderig, blufferig, uitdagend
ophalen afhalen, binnenhalen, hijsen, meenemen, openhalen, ophelderen, opfrissen, opklaren, opsnuiven, optrekken, omhooghalen, opzuigen, opfrissen, takelen, verbeteren, verwerven, verwonden, vooruitgaan
ophaler inzamelaar, dopbeitel
ophangen - opknopen
ophef bombarie, drukte, grootspraak, kapsones, lawaai, lef, omhaal, poeha, praats, soesa, spats, stennis, tamtam, tumult
opheffen afschaffen, beuren, lichten, ontbinden, opnemen, tillen, vijzelen
opheffing elevatie, ontbinding
opheffing van een verbod remissie
ophef maken pralen, opklaren, toelichten
ophelderen klaren, ontwarren
ophelderende omschrijving - parafrase
opheldering explicatie, ontwarring, toelichting, uitleg(ging), verklaring
ophijsen - takelen
ophemelen prijzen, roemen
ophitsen aanvuren, aanzetten, opjagen, opruien, opstoken,
ophitser aanzetter, opruier, opstoker
ophitsing hetze, instigatie, opruiïng
ophoepelen inpakken, weggaan
ophogen eleveren, verhogen
ophogen van grond aanaarden
ophogen van grond onder water - dempen
ophopen aangroeien, aanwassen, optassen, (op)stapelen
ophopend cumulatief
ophoping accumulatie, opeenhoping, stapel, tas
ophouden belemmeren, (be)eindigen, (af)nokken, onderbeken, opfokken, opkweken, pozen, retarderen, stagneren, staken, stilhouden, stoppen, tegenhouden, verblijven, vertragen, uitscheiden
ophouden te bestaan - vergaan
opinie dunk, gevoelen, mening, oordeel, opvatting, visie
opinieonderzoek enquête Nipo
opinieonderzoeksbureau - Nipo
opium amfioen, heulsap, slaapgom
opium bevattend geneesmiddel - opiaat
opium om te roken madat
opium roken schuiven
opiumpreparaat laudanum
opiumwaanzin amok
opjagen drijven, ophitsen, opjutten, opschrikken, opzetten, opzwepen, prikkelen
opjutten aanvuren, opjagen, opstoken, opzetten
opkalefateren herstellen, opknappen
opkijken verwonderen
opkijken naar - bewonderen
opkikkeren opbeuren, opfleuren, opmonteren, opvrolijken
opkikkertje borrel, drankje
opklapbaar bed opklapbed, veldbed
opklapbare stoel ligstoel
opklappen - opslaan
opklaren ophelderen, oplichten, toelichten
opklimmen - stijgen
opklimmend gradueel, progressief, trapsgewijs
opklimmende reeks climax
opklimming gradatie
opklimming in rang - promotie
opkloppen kruisen, laveren
opklossren van garen - spoelen
opknabbelen verorberen
opknappen herstellen, oplappen, politoeren, reinigen, renoveren, repareren, restaureren, verbeteren, verstellen
opknopen ophangen
opkoken wellen
opkomeling parvenu
opkomen ontkiemen, opgroeien, rijzen, stijgen, verschijnen, vooruitkomen
opkomend - verrijzend
opkomende gedachte gril, idee, inval
opkomst opgang, vooruitgang
opkomst van de zon dageraad
opkopen afnemen, snezen
opkoper heler, koopman, lorrenman, voddenman
opkoper van gestolen goed heler
opkrassen weggaan
opkrikken vijzelen
opkweken grootbrengen, koesteren, onderhouden, opfokken
opkweking van dieren aanfok
oplaag druk, oplage, editie
oplaag van een boek druk, editie
opladingsverschijnsel bij accu´s - polarisatie
oplage aantal, druk, editie, oplaag
oplappen herstellen, kalefateren, opknappen, repareren, verstellen
oplawaai dreun, duw, klap, mep, oorveeg, opdonder, opduvel, oplababbel, opstopper, poeier, slag, stoot, watjekouw
opleggen - verplichten
oplegger trailer
opleghout fineer
oplegsel fineer, tres, ornament, versiering, versiersel
oplegwerk placage
opleiden aankweken, beleren, kweken, leren, onderrichten, vormen
opleiden en africhten aanbrengen, bijbrengen
opleiding onderwijs, scholing, studie, training, vorming,
opleidingsinrichting school, instituut, internaat, seminarie
opleidingsschool kweekschool
opleidingstijd stage
opletten (aan)horen, bemerken, luisteren, opmerkzaam, oppassen, toezien, waarnemen, wachthouden, waken
oplettend aandachtig, alert, attent, opmerkzaam, waaks, waakzaam, zorgvuldig
oplettende zorg aandacht, acht, attentie
oplettendheid aandacht, attentie
opleven herleven, herstel, opfleuren
opleveren opbrengen, produceren, renderen, voortbrengen
opleving bloei, herleving, herstel, renaissance
oplezen declameren, voordragen
oplichten afzetten, bedriegen, beetnemen, beuren, flessen, frauduleren, knoeien, liegen, misleiden, neppen, (op)heffen, opklaren, opnemen, (op)tillen, zwendelen
oplichtende ster - nova
oplichter aflegger, afzetter, bedrieger, dief, flessentrekker, fraudeur, knoeier, kwartjesvinder, misleider, tiller, zakkenroller, zwendelaar
oplichterij afzetterij, bedrog, fraude, nep, zwendel
oplichting bedrog, fraude, nep, zwendel
oploeven inkrimpen
oploop aanloop, opschudding, opstoot, rel, toeloop, tumult, volkswoede
oplopend driftig, vurig, opvliegend
oplopend terrein helling
oplopende vlakte terras
oplopendheid drift, opvliegendheid,
oplopen van water stijgen
oplosbaar berekenbaar, ontcijferbaar
oplosbaar eiwit albumine
oplosmiddel aceton, alcohol, benzinebenzol, tetra, tri
oplosmiddel voor vetten tetra, tri
oplossen achterhalen, ontbinden, ontcijferen, ontknopen, ontraadselen, ontwarren, raden, resolveren, uitpraten, uitwerken, verdwijnen, vergaan,
oplossen in het absolute nirwana
oplossend ontbindend, scheidend
oplossing antwoord, beslissing, ontknoping, sleutel, solutie, uitkomst, uitslag, uitweg
oplossing van soda en potas loog
opluchten opfrissen
opluchting - verademing
opmaak garnering, grime, layout, makeup, ontwerp, schets, schmink, sier, versiering
opmaakmiddelen - cosmetica
opmaken berekenen, blanketten, doordraaien, garneren, grimeren, monteren, opeten, opstellen, samenstellen, tooien, uitrekenen, vaststellen, verboemelen, verbrassen, verbruiken, verdoen, verkwisten, versieren, verteren
opmaker doordraaier, verkwister
opmerkelijk eigenaardig, merkwaardig, opvallend, vreemd, zonderling
opmerkelijkheid - cuiositeit
opmerken aanmerken, bemerken, bespeuren, constateren, gadeslaan, ontwaren, signaleren, waarnemen, zien
opmerkenswaardig opmerkelijk, zonderling
opmerking aandacht, aanmerking, kritiek, noot, uitlating, uiting
opmerkzaam aandachtig, attent, nauwlettend, oplettend, waaks, waakzaam
opmerkzaamheid aandacht
opmeten opnemen
opmonteren opbeuren, opvrolijken, opwekken, troosten
opname film, foto, kiekje, plaatsing, registratie
opname apparaat ampex, telex, telefax
opname dichtbij closeup
opnametechniek van grammofoonplaten mono, stereo
opneemapparaat dictafoon, recorder
opneemdoek dweil, vaatdoek, wrijfdoek
opnemen absorberen, adopteren, bekijken, bepalen, bloeien, dragen, opbeuren, opbreken, oplichten, opmeten, optillen, opvatten, opvegen, toelaten, vooruitgaan, waarnemen, wegnemen
opnemen als staatsburger naturaliseren
opneming assimilatie, incorporatie, inlijving, naturalisatie, opmeting, opname
opneming van voedingstoffen assimilatie
opnieuw andermaal, bis, alsweder, alweer, weer, wederom, weerom, (muz.) dinuovo
opnieuw hetzelfde doen herhalen, overdoen
opnieuw overwegen herzien
opnieuw zeggen herhalen, repeteren
opoe oma, grootje, grootmoeder, grootmama
opofferen afstaan, prijdgeven
oponthoud panne, pech, stilstand, storing, stremming, tijdverlies, vertraging
oppakken opnemen, optillen, rapen
oppas babysit, bewaking, wiegenwacht
oppassen opletten, toezien, uitkijken, verplegen, verzorgen, waken
oppassend braaf, deugdzaam, eerlijk, keurig, net, waakzaam
oppassen voor - waken
oppasser bewaker, cipier, herder, hoeder, ordonnans, portier, suppoost, verpleger, verzorger, waker
oppasser van olifant kornak
oppasser van schapen herder
oppasser van wol leveranciers herder
opper schelf, (hooi)mijt, rook, hoop, stapel, tas, opperwachtmeester opperabt aartsabt, archimandriet
opperarmbeen humerus
opperarmspier biceps
opperbest allerbest, patent, prima, puik, uitmuntend, uitstekend
opperbevel leidinggever, oppergezag
opperbevelhebber admiraal, generaal
oppercommando staf
opperdieren primaten
opperduivel Beëlzebub, Satan
opperen aanvoeren, opwerpen, voorstellen
oppergezag suprematie
oppergod Alfadur, Allah, Alvader, Jupiter, Odin, Wodan,
Zeus
oppergod der zee Neptunus,Poseidon
opperheer God, soeverein
opperheerschappij hegemonie
opperherder Christus, God
opperhoofd aanvoerder, chief, leider, overste, stamhoofd,
opperhoofd (Indianen) sachem
opperhuid epidermis
opperkleed bovenkleed, dalmatiek, habijt, kaftan, toga
opperkleed van monnik pij
opperleiding directie, bestuur, toezicht
opperlijn van het dak nok
oppermacht God, oppergezag
oppermacht van vijf vorsten pentarchie
oppermachtig soeverein
opperman aandrager, voorman
opperofficier admiraal, generaal, maarschalk, schout bij nacht
opper of hoop - mijt
opperpriester dalai, paus, patriarch
opperst hoogst, bovenst, supreem, voornaamst
opperstalmeester maarschalk
opperste laag van het bekleedsel van uit of inwendige organen (niet van de huid) epitheel
oppertoezicht supervisie
oppervlakkig banaal, los, ondiep, terloops,vlak
oppervlakkig verbranden - schroeien
oppervlakkige kennis galantisme
oppervlakte areaal, gebied, terrein, opp.
oppervlakte der aarde - grond
oppervlaktemaat are, bunder, ha, hectare, morgen, roe oppervlaktewisseling golving
opperwachtmeester opper
Opperwezen God(heid)
opplakbriefje etiket
opplakken gommen, lijmen
opploegen omploegen, ontginnen
oppoetsen politoeren
oppoken op(porren), rakelen
opponent bestrijder, frondeur, tegenpartij, tegenspreker, tegenstander
opponeren bestrijden
opporren aanzetten
opportuun doelmatig
opposant - tegenstander
oppositie tegenstand, verzet
oppotten opgaren, sparen,
oppressie benauwing, druk, onderdrukking
opprikken (op)spelden
opraapsel verzinsel
oprakelen harken, (op)poken
oprapen - oppakken
oprecht betrouwbaar, echt, eerlijk, fair, gemeend, goed, heus, innig, onpartijdig, openhartig, rechtschapen, ronduit, ruiterlijk, serieus, waar, wezenlijk, zuiver
oprechtheid eerlijkheid, rechtschapenheid
oprecht iemand - Nathanaël
oprekken uitrekken
oprichten bouwen, instellen, openen, opsteken, stichten, vestigen
oprichter bouwer, insteller, stichter
oprij oprit, oprijlaan
oprijg reep
oprijlaan inrit, inrij, oprit, rijweg, toegangsweg
oprijzen opkomen, opstaan, zwellen
oprispen boeren
oprisping boer, ructus
oprit oprij, oprijlaan, stoep, toegangsweg
oprit van een dijk kluft, oprij, stoep
oproep aansporing, convocatie, ontbieding, rekwisitie, uitnodiging
oproepen aanschrijven, dagvaarden, vorderen, uitdagen
oproepkracht - noodhulp
oproeping evocatie
oproeping tot de oorlog door de leenheer ban
oproepinstallatie microfoon, telefoon
oproer beroering, muiterij, onlust (en), opstand, opstootje, rel, revolte, revolutie, seditie, tumult, verzet, volkswoede
oproerig muitend, muitziek, opstandig, rebels, woelziek
oproerkraaier raddraaier, rebel
oproerling agitator, djahat, insusgent, muiter, rebel
oproer maken muiten, rebelleren, revolteren
oproer maker muiteling, opruier, rebel
oproeruitlokker provocateur , rebel
oprolbaar zonnescherm jaloezie, kree, store
oprolbare duimstok rolmaat
op rolletjes goed, gladjes, soepel
opruien ophitsen, opstoken, prikkelen
opruier aanstoker, aanzetter, agitator, onruststoker, ophitser,oproermaker, raddraaier, stoker
opruiing - ophitsing
opruimen afschaffen, opbergen, redderen, schoonmaken, verwijderen, wegdoen
opruiming ordening, uitverkoop, zuivering
opscheppen bluffen, geurmaken, grootspreken, opdissen, ophemelen, opsnijden, pochen, pralen, snoeven
opschepper bluffer, branie, braniemaker, druktemaker, geurder, grootspreker, leugenaar, opsnijder, pocher, poen, praalhans, praler, snob, snoever, uitslover
opschepperij bluf, gepoch, gesnoef, grootspraak, pocherij, poeha, praal, snoeverij
opschieten vlotten, vorderen
opschik kleinood, luister, opsmuk, praal, pracht, pronk, sier, sieraad, sieraden, smuk, tooi, versiering, weelde
opschikken dossen, optooien, versieren, opschuiven, uitmonsteren
opschorten opgorden, uitstellen, verdagen, verschuiven,
opkorten
opschortend suspensief
opschorting uitstel, verschuiving
opschorting van betaling surséance
opschrift epigraaf, epigram, epitaaf, hoofd, inscriptie, rubriek, titel
opschrift in een krantenartikel kop
opschrift op enveloppen adres
opschrift op het kruis i.n.r.i.
opschrift op steen grafschrift
opschrift op stenen in Rome - S.P.O.R.
opschrift van de Russische Andreasorde S.A.P.R. opschrijfboekje agenda, blocnote
opschrijven boekstaven, noteren, notuleren
opschudding amok, alarm, gedoe, geraas, herrie, lawaai, ontsteltenis, oploop, rel, rep, sensatie, tumult,
opschudding verwekkend ontstellend, sensationeel, alarmerend, beroerend
opschuiven verdagen, opschorten, uitstellen
opsieren decoreren, dossen, optooien, ornamenteren, tooien, verfraaien
opsiering - franje
opsiersel decoratie, dos, franje, opsmuk, ornament, sieraad, tierlantijn, tooi, versiersel
opslaan - stockeren
opslag blik, lapel, revers; loonsverhoging
opsleg (muz.) arsis
opslagbewijs van een veem cedel, ceel
opslag bij tennis service
opslagcapaciteit geheugen
opslaglijst - ceel
opslagplaats bergruimte, boet, depot, dump, entrepot, keet, kelder, loods, magazijn, opslag, pakhuis, reservoir, schob, silo, stapelplaats, tank, veem, zolder
opslagplaats voor granen (graan) silo
opslagplaats van ongebruikte leger goederen dump
opslagplaats voor olie - tank
opslokken verslinden, verzwelgen
opslokker gulzigaard, slokop
opslorpen absorberen, inzuigen
opslorping absorptie, opslurping, resorptie
opsluiten - afzonderen
opsluiting detentie, hechtenis, reclusie
opsluiting in gevangenis - arrest
opsluitplaats cachot, cel, gevang, gevangenis, lik, nor
opsmeren invetten
opsmikkelen eten, smullen
opsmuk dos, opschik, praal, pracht, sier, tooi, tooisel
opsmukken tooien, uitdossen, versieren
opsnijden bluffen, grootspreken, opensnijden, opscheppen, pochen, pralen, snoeven, voorsnijden,
opsnijder bluffer, branie, dikdoener, geurmakèr, opschepper, pocher, poen, snoever
opsnorren nazoeken, opduikelen
opsolferen aansmeren, opdringen, wijsmaken
opsommen enumereren, tellen,
opsomming cedel, ceel, lijst, programma
opsparen bewaren, vergaren, verzamelen
opspelden - opprikken
opspelen razen, tieren, uitspelen, uitvaren
opsporen achterhalen, nasporen, opzoeken
opsporingsambtenaar rechercheur
opsporingsapparaat voor onderzeeërs asdic .
opsporingsdienst recherche
opspraak afkeuring
opspringen - opstuiten
opspringend vochtdeeltje spat, spet, spetter,
opstaan (op)rijzen, rebelleren
opstaand deel vsan een meubel - stijl
opstaand touw op een schip - stander
opstaand voorhaar kuif
opstaande balk of pilaa - stander
opstaande pen in een roeiboot - dol, roeipen,
opstaande pilaar stander
opstaande rand boeisel, flens, kim
opstaande randkraag aan buizen - flens
opstaande scheepswand boord
opstal gebpuw, perceel
opstand - muiterij, oproer, protest, rel, rebellie, revolte, revolutie, verzet, volksverzet
opstandelijk - rebels
opstandeling muiter, oproerling, rebel
opstandig oproerig, rebels, weerspannig
opstandigheid rebellie, verzet, weerspannigheid
opstanding resurrectie, verrijzenis
opstap bordes, stoep, treeplank
opstapelen ophopen, tassen, vergaren
opstapeling hoop, stapel, tas
opstapje trede, tree
opstappen aftreden, uittreden, verdwijnen, vertrekken, weggaan
opstel artikel, betoog, essay, ontwerp, schets, stijloeening, verhandeling
opstel in een krant artikel
opstellen formeren, neerzetten, parkeren, redigeren, schikken, uitstallen, vormen
opstellen in de openlucht parkeren
opsteller redacteur, schrijver, ontwerper,
opstelling positie, redactie, slagorde
opstelling van soldaten - colonne
opstelraad red., redactie
opstoken aanzetten, instigeren, ophitsen, opjutten, opruien, opzetten, verbruiken
opstoker kuiper, intrigant, ophitser, opruier, raddraaier, stoker
opstoot oploop, uppercut
opstootje - oploop, oproer, rel
opstopper duw, klap, stomp, stoot, oorveeg
opstoter knol, duivelstoejager
opstrijken - innen
opstrijkmes spatel, paletmes
opstuiten kaatsen, ospringen, veren
opstuiven opvliegen
opstuivend opvliegend
opsturen inzenden, verzenden, zenden
optakelen hijsen, opdirken, optooien, optuigen
optassen ophopen, stapelen
optater oorveeg, opduvel
optatief wensend
optekenen aantekenen, noteren, registreren
optellen - rekenen
optelling som, auditie
optelteken plus
opteren kiezen, verteren
optie keuze, keus, voorkeur
optiek optica, visie
optillen beuren, heffen, lichten, opnemen, oppakken
optimaal gunstig, hoogst, sterkst, uiterst
optimaten aanzienlijken, patriciërs
optisch bedrog irradiatie
optisch Instrument bril, kijker, lens, loep, lorgnet, loupe, microscoop, octant, optiek, perescoop, prisma, sextant, stereoscoop, telelens, telescoop, verrekijker
optisch seintoestel seintoren, semafoor
optisch verschijnsel regenboog,
optocht - bloemencorso, defile, feeststoet, mgang, optocht, parade, processie, sleep, stoet tocht,
optocht van ruiters cavalcade
optooien opsieren, verfraaien, versieren
optrapje stoep
optred estrade, opstap, podium, trede
optrede - opstap
optred van een troon estrade
optreden ageren, handelen
optrek hut, woning
optrekken accellereren, hijsen
optrommelen - bijeenroepen
optuigen opdirken, takelen, tomen, zadelen
opulent gegoed, (steen)rijk
opus op, (muziek)werk,
opvallen bemerken, frapperen, speuren, treffen, uitblinken
opvallend frappant, markant, treffend, opmerkelijk, opzichtig
opvangdraad antenne
opvarend opvliegend
opvatten - beginnen,beramen, opnemen, oprapen, tillen
opvatting denkbeeld, inzicht, mening, oordeel, standpunt, theorie, zienswijze
opvegen - opnemen
opvijzelen opkrikken
opvissen dreggen
opvliegen - opstuiven
opvliegend agressief, driftig, geprikkeld, gramstorig, heetgebakerd, humeurig, korzelig, ontstemd, oplopend, opstuivend, toornig
opvlucht van een vogel essor
opvoeden grootbrengenkweken, vormen
opvoeder ouder, onderwijzer
opvoeding educatie, vorming
opvoedkunde pedagogie (k)
opvoedkundige pedagoog
opvoeren - vertonen
opvoering voorstelling, vertoning
opvolgen betrachten, nakomn, naleven
opvolgend - respectievelijk, successievelijk
opvolger van de profeet kalif, kalief
opvolgers van Alexander de Grote - diodochen, Antiochus, Demitrius, Perdiccas, Ptolemaeus, Poliocretes Pyrrhus, Seleuces
opvolging successie
opvolgster van Vasti in de gunst van Xerxes Esther
opvorderen (op)eisen
opvordering tot de strijd uitdaging
opvouwbaar plooibaar, buigbaar
opvouwbaar bed veldbed, luchtbed, kermisbed, stretcher
opvouwbaar huisje tent
opvouwbaar reclameboekje folder
opvouwbare knijpbril - lorgnet
opvreter doodeter, parasiet, uitzuiger,verslinder
opvrolijken opbeuren, opkikkeren, opmonteren
opvullen volstoppen, opzetten, plomberen
opvullen van holte van tanden of kiezen plomberen
opwaaien opvliegen
opwarts omhoog
opwaarts gaan stijgen, opleiden
opwaarts gerichte druipsteenkegel - stalagmiet
opwachting bezoek
opwegen tegen evenaren, lonen
opwekken aanmanen, aanmoedigen, aansporen, aanzetten, animeren, manen, , opmonteren, opruien, prikkelen, stimuleren
opwekkend - verkwikkend
opwekkend bevel - adhortatief
opwekkend middel dope, LSD, marihuana, sassafras, stimulans, tonicum
opwekkend muziekstuk fanfare, reveille
opwekking aansporing, bemoediging, impuls, prikkel, stimulans, verkwikking
opwellen opborrelen
opwellend water bron, wel
opwelling aandrift, bevlieging, bui, drang, gril, impuls, neiging, vlaag, vleug
opwerken - verhogen
opwerpen braken, omhoogwerpen, opperen, proponeren, uitwerpen, voorslaan, voorstellen
opwerping bezwaar, maar, tegenwerping
opwikkelen - oprollen
opwinden hieuwen, spannen, verheffen
opwindend enerverend, sensationeel, spannend,
opwinding agitatie, beroering, drift, sensatie, spanning
opzadelen belasten, opdringen
opzamelen bijeenbrengen, sparen, verzamelen
opzeggen afdanken, afzeggen, beeindigen, declameren, ontslaan, reciteren, voordragen
opzeilen laveren
opzenden - toesturen, versturen
opzet bedoeling, beraming, intentie, moedwil, oogmerk, plan, schema, toeleg, voornemen
opzettelijk bedacht, bewust, moedwillig, expres, voorbedacht
opzettelijk vertoon ostentatief
opzetten beramen, opjagen, opstoken
opzetten van dieren prepareren
opzetter van dieren preparateur, taxidermist
opzicht - aanzien, achting, aspect, leiding, toezicht
opzichter baas, chef, inspecteur, koster, meier
opzichter in de kerk koster
opzichter (Ind.) mandoer, mantri, mantrie, tandil
opzichtig bont, druk, opvallend
opzichtigheid glitter
opzichtig uniform - apenpak
opzichtprojector epidiascoop
opzichzelfstaand alleenstaand, apart, bizonder, bijzonder, los, onafhankelijk
opzien aanzien, glans, sensatie, verbazing, verwondering
opzienbarend eclatant, sensationeel, verbazingwekkend
opzienbarende gebeurtenis evenement, sensatie, stunt
opziener - inspecteur, opzichter
opzien naar bewonderen
opzij bezijden, langs
opzij gaan sparen, uitwijken, zwichten
opzij leggen afzonderen, bewaren, reserveren, verleggen
opzij streven evenaren
opzij van - naast
opzoeken apporteren, bezoeken, naslaan, oprapen, opsporen
opzoeten gladvijlen
opzuigen - resorberen
opzwellen rijen, opzetten, rijzen, verdikken
opzwelling van de huid blaar
opzwepen aanmoedigen, aanzetten, hitsen, opjagen
ora bid
ora et labora bid en werk
ora pro nobis O.P.N.
oraal mondeling
oraal anticonceptiemiddel pil
orakel godsspraak, openbaring, vraagbaak
orakelachtig geheimzinnig, raadselachtig
orakelen profeteren voorspellen
orakelplaats Amfiaros, Delfi, Dodone
orang (Ind.) - mens
oranjeappel sinaasappel
oranjegezinde orangist
oranje lijster koperwiek, schatlijster
OranjeNassauorde O.N.O.
oranjerie broeikas, kas, serre, tuinhuisje, wintertuin
oratie betoog, gebed, toespraak, rede, redevoering
orator redenaar, redevoerder, retor, spreker
oratorium bidvertrek muziekdrama
oratorium van Bach Weihnachtsoratorium
oratorium van Händel Jephtha, Joshua, Messiah
oratorium van Haydn (die) Jahreszeiten, (die) Schöpfung
oratorium van Mendelssohn Elias, Paulus
Orcadische eilanden Hou, Sanday
orchis standelkruid
orcus Hades, Tartarus
ordale - godsoordeel
orde discipline, klasse, norm, rang, reeks, regel, regelmaat, schikking, stand, toestand, tucht
orde graad, onderscheiding rang, trap
orde der augustijnen O.E.S.A.
orde der benedictijnen O.S.B.
orde der dominicanen O.P.
orde der karmelieten O.C.
orde der kapucijnen O.M.C.
orde der minderbroeders D.F.M.
orde der predikheren O.P.
ordeband van zijde sjerp
ordebewaarder agent, politie, suppoost
ordebroeder geestelijke, fra(ter)
ordedienst - O.D.
ordesgeestelijke benedictijn, dominicaan, franciscaan, kloosterling, kruisheer, monnik, norbertijn, pater, trappist, jezuïet, mariaan, montfortaan, willemijn
ordelijk clean, geordend, geregeld, keurig, net, netjes, opgeruimd, ordentelijk, regelmatig, solide, systematisch
ordelijkheid - netheid
ordeloos ongeregeld, onregelmatig, slorig, tuchteloos, verward, wanordelijk,
ordeloosheid bende, chaos, wanorde
ordeloze boel bende, chaos, rommel, troep
ordeloze rommel - jamboel
ordenen inrichten, organiseren, rangschikken, regelen, saneren, schikken
ordening herstelling, inrichting, maatregel, opruiming, planning, regeling, sanering, schikking, zuivering
ordentelijk billijk, fatsoenlijk, ordelijk, redelijk, wellevend
ordepriester pater, zie ook: ordegeestelijke
order bepaling, bestelling, bevel, commando, dienst, gebod, instructie, lastgeving, opdracht
orders geven - bevelen
ordeteken decoratie, kruis, lint, medaille, sjerp,
ordezuster non, klaris, kloosterlinge
ordinair algemeen, alledaags, banaal, gemeen, gewoon, grof, plat, vulgair
ordinantie regeling, instelling, verordening, ontwerp, plan ordinaris gewoon, gebruikelijk
ordinatie wijding
ordineren instellen, wijden
ordner dossier, map
ordonnans bewaker, boodschapper, koerier, oppasser, waker
ordonnantie - bevel, inrichting, orde, ordening, regeling, voorschrift
ordonneren bevelen, gelasten
oreade bergnimf
oreïd kunstgoud
orego marjolein
oremus bid
operen betogen, kletsen
orgaan blad, hart, instrument, klier, lever, long, maag, milt, nier, oog, oor, partijkrant, werktuig
orgaan bij de lever - milt
orgaan dat zich samen kan trekken - spier
orgaan in de borstkas hart, long
orgaan in de buik lever, maag, milt, nier
orgaan van een vis kieuw
organisatie bond, genootschapordening, regeling
organisatie der Verenigde Naties - U.N.O.
organisatie van het radiowezen - omroepbestel, radiobestel
organisator ondernemer, programmeur, regelaar
organisch oplosmiddel - solvent
organische mengmest compost
organische stof - purine
organische verbinding amine, ester, koolhydraat, ureum
organiseren inrichten, kapen, ordenen, regelen, wegnemen
organisme dier, lichaam, samenstel, structuur, wezen
organist orgelspeler, musicus, muzikant
organogeen gesteente kalk, veen, steenkool, bruinkool
orgeade amandelpers
orgel klavier, pierement
orgelbespeler organist
orgeldraaier - liereman
orgelregister pedaal, positief, regaal
orgelpunt fermate
orgelspeler - organist
orgiast ingewijde, adept
orgie bacchanaal, braspartij, gelag, drinkgelag, slemperij
oriënt levant, morgenland, oosten
origine afkomst, bron, oorsprong, wel
origineel anders, authentiek, echt, onvervalst, oorspronkelijk
origineel iemand snaak, type
origineel van een boek - manuscript
origineel van notariële akte minuut
orka zwaardwalvis
orkaan cycloon, storm, tornado
orkest band, muziekgroep
orkestinstrument althoorn, bas, bekken, blokfluitdrum, klarinet, orgel, piano, saxofoon, triangel, tromel, trmpet, viool, xylofoon
orkest met houten en koperen blaasinstrumenten harmonie
orkest met koperen blaasinstrumenten fanfare
orkestje combo, band
orkestleider dirigent
orkeststuk - ouverture
orkestwerk concert, symfonie
orleaan anatto
ornaat ambtsgewaad, ambtstooi, plechtgewaad
ornament sieraad, oplegsel, tierlantijn, versiering
ornamentatie versiering
ornamentiek versieringskunst
orneren sieren, versieren,
ornithologie vogelkunde
ornithografie vogelbeschrijving
ornitholoog vogelkenner
orogenese gebergtevorming
orognosie gebergtekunde
orthodox dogmatisch, fijn, precies, rechtzinnig, steil
orthodox mens - fijne
os bul, domoor
oscar - filmprijs
oscillatie slingering, trilling
oscilleren schommelen, slingeren, trillen
osmaan Turk
osmium os.
ossenbreker kattedoorn
ossendoder prachtkever, stinkwesp
ossendrijver Boötes
ossenkar sado
ossenkneu staartmees
ossenoog kamille, margriet
ossuarium knekelhuis
ostensief pralend, pronkend, vertoonbaar, zonneklaar
ostensorium monstrans
ostentatie bluf, grootspraak, praalzucht, pralerij
osteoïd beenachtig, benig
osteria (It.) herberg, logement
otium rust, ledigheid
otofoon - hoorbuis
otoscoop oorspiegel
otter domoor, viseter
otteren ploeteren, tobben
ottomaans Osmaans, Turks
oubollig boertig, dwaas, koddig, komiek, zonderling
oud afgeleefd, antiek, bedaagd, bejaard, belegen, grijs,
oud afgewerkt paard knol
oud afweermiddel - schild
oud apothekersgewicht scrupel, skrupel
oudAziaten Meden
oud beproefd soldaat veteraan
oud beroep baker
oud bevaren matroos paai
oud cafe herberg
oud en versleten - aftands
oud en vervallen gammel, wrak
oud en zwak - afgeleefd
oud Egyptisch grafteken mastaba
oud Egyptische zonnegod Ra
oud Egyptische godin van de hemel Hathor
oud Europees volk - Galliërs, Germanen, Gothen, Kelten, Noormannen, Vikingen
oud Fries kasteel stins
oud gebruik traditie, mos
oud geldstuk cent, daalder, tientje
oud gewicht lood
oud Griekse cultuur Hellenisme
oud Griekse grafzuil - stele
oud Griekse munt mina, obool, talent, drachme
oud Griekse stijl Ionisch, Dorisch, Korinthisch
oud handschrift codex
oud Hollands meubelstuk - kabinet
oud Hollandse munt stoter
oud huisraad - rommel
oud Iers alfabet ogam
oud IJslandse letterkunde Edda
oud Indische godheid Boeddha, Brahma, Deva, Ganesha, Indra, Kama, Krishma, Kubera, Mara, Shiva, Vajoe, Vishnoe, Yama
oud Italiaanse liedvorm strambotto
oud Javaanse taal kawi
oud jongensspel - koten
oud Joodse spreuken en leefregels - talmoed, talmud
oud kaartspel tarok
oud kasteel Brederode, Loevestein, Nyenrode, Muiderslot
oud Keltische priestèr druïde
oud kinderspel hoepelen
oud klavier cembalo
oud krijgsman - grijskop
oud kunstvoorwerp antiquiteit
oud maar waardevol antiek
oud man - grijsaard
oud medicinaal gewicht drachme
oud meubelstuk kabinet
oud model klavier cembalo, clavecimbalo
oud muntstuk , halve cent, reaal
oud muziekinstrument spinet
oud Noors hofdichter skald
oud Noors prozawerk edda
oud onderkoning van Korea Ito
oud oorlogsschip - galei
oud paard guil, knol
oud Perzische taal zend
oud Perzische vorst sjah
oud pistool pistolet
oud roeivaartuig - galei
oud Romeins boven kleed toga
oud Romeins onderkleed tunica
oud schietwapen - musket
oud schip - fregat, galei, galjoen, kogge, korvet
oud schriftteken rune, hiëroglief
oud schrijfbureau - kabinet
oud snaren instrument luit, vedel
oud soldaat veteraan
oud Spaans oorlogsschip - galjoen
oud Spaans zilveren geldstuk mat
oud stadje in NoordHolland Edam, Hoorn, Medemblik
oud stootwapen dagge, hellebaard, lans, ponjaard
oud straftuig - plak
oud testamentische figuur zie: bijbelse figuur
oud tuchtigingsmiddel karwats, plak, roe
oud type schip fregat, galei, kogge, galjoen, korvet
oud verdedigingsmiddel - schild
oud vervoermiddel diligence, postkoets, trekschuit
oud voertuig tuf, vihikel
oud volk - Hunnen, Kelten
oud volk in Mexico Azteken
oud volk in Peru Inca's
oud vrouwtje bes, neut
oud wapen blijde, boog, goedendag, knots, lans, musket, speer, zwaard
oud wapen met pijl - boog
oud werptuig katapult
oud zeilschip kof
oud zetterswerktuig - tenakel
oud Zuiderzeestadje Hoorn, Medemblik, Edam, Stavoren
oude bejaarde
oude auto oldtimer, rammelkast, vehikel
oude belasting tiende
oude Belgische rekenmunt - belga
oude bijbelse stad Ur
oude bijbelvertaling - Itala
oude boomstronk knar
oude Chinese munt tael
oude doek lor, vod
oude drukpers degel
oude Duitse munt teler
oude Egyptische koning - Farao
oude Engelse munt gienje, guinje, shilling
oude Europeaan Avaar, Aleman, Gallier, Germaan, Gooth, Kelt, Noorman, Viking
oude fiets - rammelkar
oude Franse munt écu, livre, napoleon
oude Friese maat tolse
oude Friese munt ducaat, écu, livre, napoleon
oude geldswaarde talent
oude Germaanse schrifttekens runen
oude gouden munt dukaat, reaal
oude Griekse held - Hercules
oude Griekse munt drachme, mina, mine, obool, talent
oude Griekse volksstam Aeoliërs
oude Hebreeuwse munt - sikkel
oude heer grootvader, opa
oude Hollandse munt cent, dubbeltje, gulden, kwartje, rijksdaalder, stuiver
oude inhoudsmaat kan, kop, mud, pint, spint, vat,
oude Joodse munt zilverling
oude kerel bink
oude koperen munt - duit
oude kroon écu
oude kunst antiek
oude landmaat bunder, roe(de)
oude lap lomp, lor, slet, tod, vod
oude lappen lorren, vodden
oude Latijnse bijbelvertaling itala, vulgata, vulgaat
oude Latijnse naam voor Parijs Lutetia
oude lengte eenheid duim, el,morgen, roe
oude lijfstraf radbraken, vierendelen
oude maat bunder, duim, el, kan, kop, lood, maatje, mud, oortje, roe, roede, stoter, streep, thaler, vat, vingerhoed, wisse
oude man baas, sint
oude mensen - bejaarden
oude munt cent, daalder, duit, dukaat, florijn, halvegulden, kluit, mat, ort, penning, piaster, pietje, pond, reaal, rijder, schelling, sikkel, sou, stater, stoter, talent, taler, thaler, tientje, zilverling
oude naam voor Bogor Buitenzorg
oude naam voor bos Loo
oude naam voor Bretagne en Normandië Armorica
oude naam voor cm duim
oude naam voor een deel van Europa Hellas
oude naam voor DJawa Java
oude naam voor DJakarta Batavia
oude naam voor Engeland Anglia
oude naam voor Frankrijk Gallië
oude naam voor Gelderland Gelre
oude naam voor Ghana - Goudkust
oude naam voor Griekenland Hellas
oude naam voor Ierland Eire, Erin
oude naam voor Indonesië N.O.I., Indië
oude naam voor Jogjakarta Mataram
oude naam voor een kasteel burcht, huls, steen
oude naam voor Lesoto Basutoland
oude naam voor Malagassiër Madagaskar
oude naam voor Malawi Nyassaland
oude naam voor muzieknoot ut
oude naam voor Overijssel Oversticht
oude naam voor Parijs Lutetia
oude naam voor slager beenhouwer
oude naam voor Spanje Iberië
oude naam voor Thailand Siam
oude naam voor Utrecht Sticht
oude naam voor wetering lee.
oude naam voor Zwitserland Helvetië
oude Noorse verhalen - saga
oude ridderhofstede havezaat, havezate
oude scheepsmaat last
oude schoolbehoefte gard, griffel, Iei, plak
oude Spaanse inhoudsmaat arroba
oude Spaanse munt dubloem,
oude Spaanse gouden munt mat, reaal
oude sport kolven
oude spullen - antiek
oude stad - Nineve, Sodom, Ur
oude stad aan de Bosporus Chalcedon
oude stad in Italië Rome, Adria
oude stad in KleinAzië Ilium, Milete, Sardes, Troje,
oude stad aan de Po Adria
oude stijl - o.s.
oude stofmaat el
oude taaie man - knar
oude taal Gitisch, Grieks, Keltisch, Latijn, Saksish, Sanskriet, Tochaars
oude testament O.T.
oude verbond O.V.
oude versleten man - pee
oude vertelling legende, sage, sproke
oude vlaktemaat gemet, morgen, roe
oude vochtmaat aam, anker, kan, kop, mengel, okshoofd, pint, vat, viertel
oude volksdichter bard, skald
oude volksgebruiken folklore
oude vreemde goudmunt - eagle
oude vrouw bes, neut, opoe
oude waterloop in ZuidHolland - Aar
oude waterloop tussen Lienden en Kesteren Lee
oude wieg - kribbe
oude wijn maat aam, anker
oude wijsgeer Solon, Plato, Socrates
oude zeeman paai
oude zilveren munt - dukaton
oudbakken oud, vervelend, saai
ouder aver, ma, moe, moeder, pa, va, vader, verzorger
ouderdom leeftijd, (Eng.) age, levensavond, senior
ouderdomsgeneeskunde geriatrie
ouderdomskwaal (ader)verkalking
ouderdomsstaar cataract
ouderdomsuitkering A. O.W.
ouderdomszorg geriatrie, gerontologie
ouderdomszwakte seniliteit
oudere senior, sr.
oudejaarsavond - silvester
ouderling kerkeraadslid, presbyter,
ouderloze vondeling, wees
ouders en kinderen - gezin
ouderwets aftands, antiek, gedateerd, oudbakken, verouderd, versleten
ouderwets bed alkoof, bedstede
ouderwets bergmeubel - latafel
ouderwets beroep baker
ouderwets geweer musket, snaphaan, voorlader
ouderwets kanon valkenet, falconet
ouderwets kledingstuk buis, hes, hoepelrok, keurs, mof, sak
ouderwets luchtschip zeppelin
ouderwets meubelstuk - latafel
ouderwets muziekinstrument clave cimbel, clavecin, lier, luit, klavier
ouderwets rijtuig - sjees
ouderwets schip fregat, galei, galjoen, kogge, korvet
ouderwets veldkanon - valkenet
ouderwets wapen degen, dolk, goedendag, hellebaard, klewang, knots, lans, musket, piek, ponjaard, sabel,spies, strijdbijl, strijdhamer, zwaard
ouderwets zeilschip - galjoen
ouderwetse aandrijfmachine stoommachine
ouderwetse bril lorgnet, neusknijper
ouderwetse dans charleston, menuet, polka, step, vileta, wals. ouderwetse drank kandeel, slemp
ouderwetse gezellige bijeenkomst - salet
ouderwetse grote paraplu besteedster
ouderwetse Japon sak
ouderwetse mand - karbies
ouderwetse olielamp baklamp, quinquet
ouderwetse piano clavecimbel, klavier, clavichord
ouderwetse postwagen diligence
ouderwetse regenjas - mackintosh
ouderwetse rok crinoline, hoepelrok
ouderwetse slaapgelegenheid - alkoof
ouderwetse vrouwenmuts hul
ouder worden verjaren, vergrijzen
oudgediende veteraan
oudgerechtshof in Drenthe - etstoel
oudgermaans schriftteken - rune
oudheidkunde archeologie, palaeontologie
oudheidkundige archeoloog, palaeontoloog
oudste deken, nestor, senior, sr.
oudste deel van de Indische letterkunde veda
oudste der Goden Uranus
oudste Griekse koning voor Troje - Nestor
oudste heilige Hindoeboeken Veda
oudste lettertekens der Germanen - runen
oudste tijd oertijd
oudste tijdperk van de Jura Lias
oudste tijdperk van het Holoceen - Preboreaal .
oudste tijdperk van het Kwartair - Pleistoceen
oudste tijdperk van het Mesozoïcum - Trias
oudste tijdperk van het paleozoïcum Cambrium
oudste tijdperk van het Tertiair Eoceen, Paleoceen
oudste universiteit van België Leuven
oudste universiteit van Nederland - Leiden
oudste vorm van handel ruilhandel
oudste zoon van Noach Sem
oudbakken afgezaagd, ouderwets
oudere - senior
out af
outaar - altaar
outcast paria, verworpeling, uitgestotene
outer altaar
outfit uitrusting
outillage uitrusting
outilleren uitrusten
output uitdraai, opbrengst, productie, uitvoer,
outreren overdrijven
outrering overdrijving
outsider buitenstaander, leek, outsast
ouverture inleiding, opening, prelude, suite, voorspel
ouwe baas, chef, patroon, kapitein
ouwehoeren zaniken
ouwel oblaat
ouwelijk meisje - meut
ovaal eirond, eivorm(ig), ellips, eliptisch, kringvormig
ovaal zitbadje - bidet
ovale bak of vat aad
ovale draagmand - paander
ovale kegelsnede ellips
ovale metalen bak teil
ovatie applaus, handgeklap, huldeblijk, toejuiching
oven ast, eest
oven van vuurvaste steen of metaal - moffel
oven waarin koper gereinigd wordt - gaaroven
ovenbakkertje fitis
ovenhuis bakkeet
ovenijzer - loet
ovenkrabber loet, rakelijzer, vuurhaak
ovenplank schotel, schietplank
ovenschop paal
ovenverzorger - ovenist
over aangaande, betreffende, boven, langs, via
over (voorvoegsel) trans
over de hekel halen hekelen
over één kant omvallen kantelen
over een poosje later, straks
over een tijdje dadelijk, later,straks
over en weer beurtelings,wederzijds
over twee dagen - overmorgen
overaardig alleraardigst
overal allerwegen, alom
overal gelijk egaal, effen, glad
overall - werkpak
overal vertellen rondbrieven
overbeschaving - raffinement
overblijfsel afval, as, overschot, relict, relikwie, rest(ant) , residu, rudiment, ruïne, saldo, sediment, wrak
overblijfsel bij verbranding as
overblijfsel van auto wrak
overblijfsel van bouwwerk bouwval, . puin(hoop), ruïne
overblijfsel van heilige reliek, relikwie
overblijfsel van een schip casco, wrak
overblijfsels - resten
overblijven logeren, overschieten, resten, resteren
overbluffen afbluffen, overdonderen
overbodig ijdel, nodeloos, nutteloos, onnodig, onnut, overdreven, overtollig
overbodige lading ballast
overbodige versiering franje
overboekt - overvol
overbrengen overbrieven, transporteren, verklappen, vervoeren
overbrengen naar een andere toonsoort transponeren
overbrenger bode, drager, koerier, tolk, verklikker, verrader overbrenger van berichten koerier
overbrenger van de ene taal in de andere tolk
overbrenging transport, transmissie, transfer
overbrieven overbrengen, verklikken
overcompleet overtollig, overvloed, teveel, weelde
overdaad luxe, onmatigheid, overlading, overvloed, verkwisting, weelde
overdacht - beraden
overdadig buitensporig, gulzig, luxueus, onmatig, overmatig, overtollig, teveel, verkwistend, weelderig
overdadig drinken zuipen
overdadig eten brassen, bunkeren, schransen, vreten, zwelgen
overdadig lang - ellenlang
overdag daags, op de dag
over de grond trekken slepen
over de hekel halen hekelen
over een poosje later
over en uit voorbij
over en weer - wederzijds
over een tijdje dadelijk, straks
over korte tijd straks, temee, weldra, strakjes
overdekken bedekken, bekleden, overkappen
overdekking dak, huif, kap
overdekt met roest roestig
overdekte bergplaats voor hooi - barg
overdekte booggang pergola
overdekte galerij bazaar, loggia, veranda
overdekte gang corridor
overdekte lange gang galerij
overdekte marktplaats hal, pasar
overdekte wielerbaan velodrome
overdekte winkelstraat passage
overdenken beraden, bepeinzen, bespiegelen, bewonderen, bezinnen, mediteren, overdenken, overpeinzenoverwegen
overdenking beschouwing, bespiegeling, contemplatie, meditatie
overdoen herhalen, herzien
overdonderen intimideren, overbluffen
overdondering intimidatie
overdracht boodschap, cessie, delegatie, opdracht, order, overgave, transfer, transport
overdrachtelijk figuurlijk, metaforisch
overdragen afgeven, betalen, brengen, cederen, overgeven, transfereren, verklikken
overdrager - cesent
overdreven bovenmatig, buitensporig, exorbitant, extravagant, exceptioneel, hyperbolisch, overbodig, sterk, te, ultra
overdreven bewonderen - dwepen
overdreven compliment strijkage
overdreven drukte ophef
overdreven eerbaar - preuts
overdreven gevoelig sentimenteel
overdreven klagerig aandoenlijk, huilerig
overdreven lust manie, rage
overdreven muziekliefde melomanie
overdreven neiging manie
overdreven opschik pronk, sier
overdreven overheidsbemoeiing dirigisme
overdreven streng rigide, scherp, stijf, strak
overdreven liefde - manie
overdreven vaderlandsliefde chauvinisme
overdreven vereren dwepen
overdreven voorliefde manie
overdreven vroom persoon begijn, devoot, kwezel
overdreven zelfingenomenheid - egoïsme
overdreven zucht tot iets begeerte, hartstocht, manie
overdrijven aandikken, chargeren, exageren, overtrekken, voorbijdrijven
overdrijving hyperbool
overdrukpapier carbon
overduidelijk tastbaar, zonneklaar
overdwars transvers
overeen gelijk, opeen, over
overeengekomen afgesproken
overeenkomen afspreken, kloppen, stroken, voegen
overeenkomende - verwant
overeenkomend met analoog, identiek, overeenstemmend, strokend
overeenkomst afspraak, akkoord, beding, bestand, compromis, contract, conventie, deal, entente, fiat, gelijkenis, gelijkheid, harmonie, identiteit, kartel, pact, regeling, schikking, traktaat, verdrag, vergelijk
overeenkomstig analoog, conform, eender, gelijk, identiek, ook, soortgelijk, (ver)volgens
overeenkomstig de waarheid waar
overeenkomst of akkoord verdrag
overeenkomst van wedden weddenschap
overeenkomst vertonen met - lijken
overeenstemmen gelijken, kloppen, rijmen
overeenstemmend analoog; conform, congruent, eensdenkend, eensluidend, gelijk, gelijkluidend, gelijkvormend, harmonisch, homoloog, identiek, strokend
overeenstemming accoord, gelijkenis, harmonie, identiteit, vergelijk
overeind rechtop, staand (e)
overeind gaan opstaan, rijzen
overeind komen - opkomen, opstaan
overeind staand rechtop
overeind zetten - oprichten
overgaan ophouden, overlopen, verdwijnen, voorbijgaan
overgaan tot vorst - vriezen
overgaan van de ene toonsoort in de andere moduleren
overgang mutatie, metamorfose, modulatie,mutatie, transitie, transformatie, verandering, verplaatsing, wissel(ing)
overgangsleeftijd bij de vrouw climacterium
overgankelijk transitief
overgave berusting, capitulatie, onderwerping, overdracht, resignatie, toewijding
overgave van het een tegen het ander ruil, uitwisseling
overgebleven rest, restant, resterend, over (ig)
overgebleven deel rest, zie: overblijfsel
overgebleven gedeelte - restant
overgebleven lap stof coupon
overgebleven stuk eind
overgebracht bericht - telegram
overgedragen afgeleverd
overgehaald bekeerd
overgeleverd volksverhaal legende, mythe, sage
overgenomen gekocht, ontleend
overgeven braken, capituleren, kotsen, opgeven, overdragen, overhandigen, overleveren, overreiken, spugen, spuwen, toevertrouwen, vomeren,
overgevoelig allergisch
overgevoeligheid voor bepaalde stoffen allergie
overgevoeligheid voor spijzen treef
overgoed - bovenkleren
overgroeide booggang - pergola
overhaal pont, pontveer, veer
overhaast haastig, ijlings, overijld, prematuur, voorbarig,
overhalen bekeren, bepraten, bewegen, bewerken, lokken, ompraten, overreden, paaien, verlokken
overhalen tot andere mening bekeren, ompraten
overhand overwicht
overhand krijgen overstemmen, winnen
overhandigen aanbieden, aanreiken, (af)geven, aanbieden, overgeven
overhands naaien - neggen
overhangen hellen, overhellen
overheer opperheer, meester
overheerlijk delicieus, kostelijk, zalig
overheersen beheersen, domineren, primeren
overheersend dominant, sterk, tiranniek
overheerser bezetter, despoot, dictator, machthebber, tiran,
dominatie, bestuur, knechting, tirannie
overheid autoriteitbestuur, gezag, magistraat, regering, staat
overheidsbedrijf P.T.T., Staatsmijnen
overheidsbetrekking ambt, magistraat, positie
overheidsinstelling BVD, GEB, GGD, SER, SR
overheidspersoon autoriteit, burgemeesterkamerlid, magistraat, minister, premier, staatssecretaris, wethouder
overheidspersoon in 't oude Friesland grietman, olderman overhellen neigen, overhangen
overhellen tot iets - neigen
overhelling neiging, slagzij, sympathie
overhemd boezeroen, kiel, shirt
overhoeks - diagonaal
overhoop dooreen, doorelkaar, omver, verward
overhoop halen - rommelen
overhouden bewaren, sparen, uitzuinigen
overig andere, overgebleven, resterend
overige - andere
overigens bovendien, ook, trouwens, verder, voorts
overijld haastig, onbezonnen, overhaast
Overijssel - Oversticht
Overijssels dorp zie: dorp in Overijssel
Overijssels water Bolksbeek, Dedemsvaart, Dinkel, Keteldiep, Loolee, Reest, Regge, Schipbeek, Twenthekanaal, IJssel, Vecht, Zwartewater
Overijsselse heuvel Alpenberg, Haarlerberg,Herikerberg, Holterberg, Lemelerberg, Tankenberg
Overijsselse stad Almelo, Dedemsvaart, Delden, Deventer, Enschede, Genemuiden, Goor, Hengelo, Kampen, Oldenzaal, Olst, Ootmarsum, Steenwijk, Zwolle
Overijsselse streek Kop, Salland, Twente
overjarig achterstallig
overjas bonker, coat, jekker, jopper, mantel, monticoat, winterjas
overkant overzijde
overkijken nazien
overkleed paltrok
overkluizen overwelven
overkomen aangrijpen, gebeuren, meemaken, overhebben, vervullen, wedervaren
overkruis kruiselings
overlangs - longitudinaal
overlappen inhalen, samenvallen,
overlast last, leed, hinder, molest, plaag
overleden dood, gestorven, ob, ontslapen, wijlen
overledene dode, gestorvene
overleg beleid, beraad, zorg
overleg met opdrachtgever ruggespraak
overleggen beraadslagen, tonen
overlevering adat, legende, sage, traditie
overlijden sterven, doodgaan
overloop portaal
overlopen van soldaten deserteren
overloper afvallige, deserteur, renegaat, verrader
overluid duidelijk, hardop, hoorbaar
overmaat overdaad, teveel, weelde
overmacht meerderheid, superioriteit
overmaken betalen, gireren, sturen, toezenden
overmaker van geld - remitant
overmaking van geld remise, storting, transfer
overman aanvoerder, bevelhebber, buurman, deken, gildehoofd, hoofd, leider, partner
overmannen overweldigen
overmatig buitensporig, exorbitant, extravagant, hevig, overdadig, teveel
overmatig bezet propvol
overmatig drinken - slempen
overmatig goed super
overmatig warm - heet
overmatige domheid enormiteit
overmatige warmte - hite
overmeesteren onderwerpen
overmits aangezien,daar, naardien, nademaal, omdat
overmoed driestheid, gewelddadigheid, hoogmoed, laatdunkendheid, roekeloosheid, trotsheid, vermetelheid, verwaandheid
overmoedig aanmatigend, brutaal, driest, hoogmoedig, laatdunkend, roekeloos, trots, vermetel, uitbundig
overmouw morsmouw
overnachten logeren, slapen, verblijven
overname koop, ontlening
overnemen kopen, pakken, ontvangen
overnemen uit ontlenen, ontvangen
overnieuw alweer, nogmaals
overnoeming metonymia
overoud aloud, stokoud
overpeinzen nadenken, overdenken, overwegen
overpeinzing meditatie, terugblik
overplaatsen ter veredeling enten
overplaatsing mutatie, verandering
overplanting transplantatie
overreden bepraten, bewegen, bezweren, ompraten, overhalen, overtuigen
overreiken (aan)geven, aanreiken
overrijp beurs, melig, rot
overrompeld verrast
overrompelen aanvallen, betrappen, overvallen, verbazen, verrassen
overrompeling overval, verrassing
overschaduwen overtreffen
overschieten overblijven, resteren
overschieten de kaarten talon
overschort - sloof
overschot kliek, klusje, reserve, residu, rest(ant), saldo, surplus, tamp, teveel
overschotje eindje, kliekje, klusje, restje, staartje
overschot van maaitijd etensrest, kruimels, kliek
overschotten - resten
overschrijven gireren, kopiëren
overschrijving afschrift, giro, kopie
overseinen berichten, telegraferen
overslaan omitteren, passeren, voorbijgaan, weglaten
overslaande sluiting klep
overslag berekening, raming, salto
overslag van een voorwerp klep
overspanning boog
overspel boelage, echtbreuk, minnarij
overspeler echtbreker
overspelige man boel
overspelige vrouw boelin, minnares
overstapje pasje
overstappen verwisselen
overste aanvoerder, abdis, abt, bestuurder, commandant, deken, gardiaan, hoofd, opperhoofd, prior
overste in klooster abt, gardiaan, prior
overste in het leger luitenantkolonel, It., kol., officier
oversteek afdak
oversteekplaats - zebrapad
overstek oversteeksel
overstek aan voorgevel - luifel
overstekend dak afdak
overstekende dakrand zonder goot ozing
overstelpen bedelven, overladen
overstelpend overladen, overvloedig, weelderig
overstromen onderlopen, ondervloeien
overstroming watersnood
overstuur ontdaan, verward
overtapbuis hevel
overtappen - hevelen
overtellen hertellen, natellen
overtocht passage
overtollig onnodig, overbodig, overcompleet, overdadig, overmatig
overtoom sleephelling
overtreden schenden, verbreken
overtreder van een gebod zondaar
overtreding delict, fout, inbreuk, misstap, schending, vergrijp
overtreding van goddelijke wet zonde
overtreffen - uitmunten
overtreffende trap superlatief
overtrek hoes, kleed, kussensloop, sloop, tijk
overtrek van beddengoed sloop
overtrekken bedekken, bekleden, natekenen, opblazen
overtrekpapier calqueerpapier
overtrekstof tijk, trijp
overtuigd doordrongen, overreed, positief, stellig, vast, verzekerd, zeker
overtuigen verklaren, uitleggen
overtuigend - genoegzaam
overtuiging aandrang, convictie, geloof, zekerheid
overvaart veer, overtocht
overval aanslag, aanval, klinkbout, raid, razzia
overvallen aanranden, aanvallen, belagen, verrassen, overrompelen
overvaller aanrander, rover
overvaren aanvaren, rammen
oververmoeid uitgeput, overspannen
oververzadigd - beu, blasé
overvleugelen domineren
overvlieger hoogvlieger ,vliegtuig, vogel
overvloed boel, hoop, lading, luxe, overdaad, planty, weelde, welvaart
overvloedig ampel, copieus, kopieus, plenty, royaal, ruim, rijk, rijkelijk, ruimschoots, volop, weelderig
overvloedig (maaitijd) copieus
overvloedige neerslag gutsen, regenen
overvol ofgeladen, bomvol, overladen, eivol, stampvol, tjokvol
overweg kruising, spoorwegovergang
overwegen aanzien, beramen, berekenen, delibereren, overdenken, overpeinzen, wikken
overweging argument, beraad, beweegreden, gedachte, grond, grond, overleg
overweg kunnen - opschieten
overweldigen bemachtigen, overheersen, verpletteren
overweldigend - meeslepend
overweldiger Alexander, Atilla, Caesar, Cortez, Cyrus, Hitler, Napoleon, Pizarro, usurpator
overweldiging usurpatie, verovering
overwelfde altaar nis apsis
overwelfde deur portiek
overwelfde uitbouw absis, abside, apsis
overwelfsel boog, gewelf, kap, koepel, verwulf .
overwinnaar macht, prestige, victor
overwicht aanzien, doorslag, gezag, hegermonie, invloed, macht, meerderheid, prestige
overwinnaar bedwinger, kampioen, triomfator
verwinnaar bij Marathon - Miltiades
overwinnaar van de draak Joris
overwinnares victrix
overwinnen bedwingen, slaan, triomferen, verslaan,zegepralen, zegevieren
overwinning triomf, victorie, winst, zege, zegepraal
overwoekeren verstikken, overgroeien
overwogen - bedacht (zaam), bezonnen, serieus
overwonnen - verslagen
overwonnen worden nederlaag , verliezen
overzees gebiedsdeel kolonie, rijksdeel
overzetboot pont, veer
overzetplaats pont, veer
overzetpont gierpont
overzetten - vertalen
overzetter veerman, vertaler
overzicht inhoud, programma, samenvatting, schema, schets, staat, tableau, uittreksel, verkorting
overzichtelijk - duidelijk
overzichtelijke figuur diagram
overzichtelijke lijst index, tabel
overzien nagaan, nakijken
overzij keren - kantelen
oxydatie roest
oxydatie laag op oud brons patina
oxyde roest
oxyderen - aanslaan, roesten
oxyderend gas - ozon, zuurstof
oxyderende vloeistof - waterstofperoxyde
oxyde van aluminium boehmiet, diaspoor, gybbsiet, hydrargilliet
oxyde van calcium aragoniet,calciet
oxyde van ijzer goethiet, hematiet.
oxyde van lood - menie
oxyde van magnesium - bruciet
oxyde van silicium - kiezel, kwarts
oxyde van titaan - anataas, rutiel
oxygenium - zuurstof
oxygoon - scherphoekig, spitshoekig
oxymel - honingazijn
oxymeter - zuurstofmeter
ozokeriet - aardwas
P
pa papa, va, vader
pa (Engels) dad, daddy
pa of ma ouder
paadje weggetje
paaien - harpuizn, inpalmen, overhalen, paren, schieten, tevredenstellen, vieren, zoethouden
paaitijd - paartijd
paal balk, bint, boomstam, keper, sliet, spant, staak
paalhoofd - golfbreker
paal met voettreden - stelt
paalschans palissaden, verschnsing
paaltje - piket
paal tussen twee paarden - latierboom
paal voor stamsymbool - totempaal
paalwerk - hek, omheining, palissade, staket (sel), steiger
paalworm - scheepsworm
paan fluweel, kweekgras, schaamrok
paander broodkorf, korf, mand
paanderpontboog - tudorboog
paap - spekdam
paapje - barmsijsje, bremraap
paaps roomsgezind
paar duo, enige, enkele, koppel, span, set, stel(letje), twee(tal), tweetal, twin, weinige
paard bink, bit, bles, brandvos, draver, equus, genet, goudvos, hakkenei, hengst, hit, izabel, kavalje, ked, ket, kid, knol, merrie, moor, mustang, pegasus, pony, rossinant, roodvos, ros, ruin, schimmel, telganger, veulen, vos
paardachtigen - equidae
paardachtig zoogdier - asinus, (berg)zebra, dolichohippus, equus, ezel, heions, hippotigris, koelan, onager, paardezel, quagga, tarpan, zebra
paardantilope - blauwbok
paardantilopen hippotraginae
paard dat hard draaft draver
paard de riem aandoen - halsteren
paard en rijtuig gerij
paard en wagen - equipage, gerij
paard in Amerika - mustang
paard klein - neg, ponny
paard van Achilles Xanthus
paard van Alexander de Grote - Bucefalus
paard van de Heemskinderen - Beiaart
paard van Don Quichot Rossinant
paard van Odin Sleipnir
paard van Perseus Pegasus
paard van Wodan (Odin) Sleipnir
paard of hond met afgesneden staart of oren - mots
paardebit trens
paardebloem molsla, molsalade, plimbol
paardeboon - tuinboon
paardenafrichter pikeur
paardenbloem taraxacum
paardenbox stal
paardendeken sjabrak, schabrak
paardendokter dierenarts, veearts
paardendrinkplaats wed
paarden en koeien - vee
paardenfokkerij stoeterij
paarden geluid briesen
paardengordel buikriem, singel
paardengras witbol
paardenhaar roshaar
paardenhaar als vulsel - crim
paardenhorzel - hoornaar, wesp
paardenkastanje - aesculus
paardenknecht stalknecht groom, rijknecht
paardenkenner - hippoloog
paardenkennis hippiatrie
paardenkracht p. k.
paardenlijn - teugel
paardenommegang - ruiterprocessie
paarden op, betrekking hebbend hoppisch
paardenplaats - paddock
paardenras - Hackney, Orlov, Shetander, Shire,
paardenrenbaan hippodroom
paardenrennen harddraverij
paardenriem teugel
paardenslee ar
paardensmid hoefsmid
paardensoldaat - huzaar
paardenspel circus, hippodroom
paardenspoor - hoefslag
paardensport drafsport, draverij, polo, rensport, ruitersport
paardenstaart haardracht, hermoes, robol
paardenstaartachtigen - esquisetales, esquisetineeën
paardenstal box
paardenstok zweep
paardentoom leidsel, teugel
paardentuig bit, halster, leidsel, teugel
paardenverblijf box, stal
paarden verwisselplaats relais
paardenvlees - hortsik
paardenvlieg - brems, daas
paardenvoer brokken, haver, hooi, knolraap, mais
paardenvolk cavalerie
paardenwedren - harddraveij, omnium
paardenwedren zonder berijders - corsa, corso
paardenziekte bolspat, bos, cornage, droes, hazehak, kolder, mok, mondklem, rotstraal, spat, straalzweer
paardenziekte in Afrika nagawa
paardezel - onager
paardhert - sambar
paardkastanje - aesculus
paardje genet, hit, kedde, ket, pony,
paardmens - centaur, kentaur
paardrift bronst
paardrijder ruiter
paardrijdster amazone
paardsbloemen - zwartkoren
paardtandmais - tend
paarlemoer, heldergekleurd - paelboot
paarlemoerkleurig nacaraat
paarlemoermossel meerslak
paarlustig hengstighitsig, krols, loops, wulps
paars lila, pensée, purper, violet
paarsachtig blauw pensée, kobalt
paarsachtige kleur lila, mauve, violet
paars bloeiende schorreplant lamsoor
paarsgewijze binair, dubbel
paarse verfstof - dodekop
paarsige verfstof lakmoes
paarskleurig - violet
paarsrode verfstof purper
paarsrood - lila, mauve, purper, violet
paartijd balts, bronsttijd
paartje - stelletje
paasbloem - (trompet)narcis
paasbrood matse
paaseiland - Henua, Teapi, Waihoe
paasfiguur ei, haas, kip
paaslelie - trompetnarcis
paassymbool ei, paashaas
pace (sport) - gang, snelheid, vaart
pacen (sport) gangmaken
pacemaker gangmaker, stimulator
pacen gangmaken, stimuleren
pacer - telganger
pachometer diktemeter
pacht - huur, overeenkomst
pachtboer - pachter
pachtboerderij - bruikweer
pachten - huren
pachter huurder, meier, pachtboer, zetboer
pachterij boerenbedrijf, pachthoeve
pachthoeve neerhof
pachyderm dikhuidige, lomp, ongevoelig
pacificeren vredestichten
pacifist Russell
pact accoord, afspraak, entente, handvest, overeenkomst, tractaat, verbond, verdrag
pad baan, steeg, steg, straat, tra, weg
pad voor wild wissel
paddel peddel, riem, roeispaan, pagaai
padden - bufonidae
paddenbrood - padde(n)stoel
paddenhaai - zeeëngel
paddenkruid - maanvaren
paddensoort - bufo
paddestoel - aardappelboleet, aardappelbovist, aardbuil, aardster, aardtong, agaricus, amaniet, amanita, amarillaria, ascomyceet, berkenboleet, berkenzwam, biefstukzwam, boleet, boletus, bovist, cantarel, champignon, collybia, coprinus, dennenmoorder, dooierzwam, eekhoorntjesbrood, eikhaas, elfenbank, elfenschermpje, fomes, fopzwam, geaster, geastrum, geweizwam, hanekam, honingzwam, hydnum, hypholoma, inktzwam, judasoor, kastanjeboleet, keizerzwam, kingzwam, knolamaniet, knolzwam, knoopzwam, knotszwam, krulzoom, laccaria, lactarius, lepotes, lycoperdon, meelkop, melkzwam, mellea, molenaar, morieltje, morille, nevelzwam, oorlepelzwam, otidea, paralamaniet, parasolzwam, parelstuifzwam, pelota, pholiota, polyporus, pythium, regenboogzwam, reuzenbovist, rhizina, ridderzwam, ringboleet, roethoedje, russula, satansboleet, sneeuwzwam, spoelzwam, spoelvoet, stekelzwam, stereum, stinkzwam, stuifzwam, trechterzwam, truffel, varkensoortje, vliegezwam, vuurzwam, weidekringzwam, zakjeszwam, zwavelkop, zwavelkopje, zwam
paddestoelengift muscarine
paddestoelen leer mycologie
paddestoelenplek heksenkring
paddy - Ier
padjakker - deugniet, field, rekel
pad langs het water - jaagpad, trekpad
padoek - corail
Padus - Po
padvinder (boy)scout, verkenner, voortrekker, welp, zeeverkenner,
padvinderij - scouting
padvindersbijeenkomst jamboree, koempoelan
padvinderskamp jamboree
padvindersleider - hopman
padvinders leidster akela
padvindertje welp
pad waaropmen rijdt - rijbaan
paedagoog - leraar, onderwijzer
paf - benauwd, klap, onthutst, opgeblaze, n, opgezet, perplex, slag, sprakeloos, verbijsterd, verbluft, versteld
paffen knallen, poefen, roken, schieten
paffer - sigaret
pafferig - blasé, bol, dik, lusteloos, loom, opgeblazen, opgezet
pafferik revolver, vuurwapen
pafzak dikkerd
pagaai paddel, peddel, roeispaan, riem, schepriem
pagadder - rekel
paganisme heidendom
paganist heiden
paganistisch heidens, onchristelijk
page bruidsjonker, dagvlinder, dienaar, edelknaap, hofjonker, schildknaap, wapenknecht
pagehaar kalot
pages angstig, bang
pagina blad, bladzij (de), pag.
pagineren nummeren
pagne - champagne
pagode afgodsbeeld, stupa, tempel
pagoscoop - gygrometer
pajoeng, knop van een - pentol
pajoeng, stok van een - garan
paillegeel strogeel
paillette lovertje, strootje
pair - edelmab
pais vrede, vree
pak bos, bundel, gespuis, last, pakket, ris, vracht, tros
pak kostuum, dracht
pakaan handvat, hengsel, leuning
pakdier ezel, paard
pakdoek - luier
pakezel lastdier
pakhuis barak, bergplaats, entrepot, loods, magazijn, opslagplaats, pakzolder, stapelplaats, veem
pakhuis voor graan silo
Pakistaanse hasj - paak
Pakistaanse munt - pais(a), rupee
Pakistan, deel van - Pundjap
Pakistan, hoofdstad van - Rawalpindi
Pakistan, officiële taal in - Bengali, Urdu
Pakistan, rivier in - Jhelum
Pakistan, vlieghavn in - Karachi
Pakistaner Pakistani
pakje - pakket
pakje kleren bundel, bunsel
pakjesdrager kruier, sjouwerman, witkiel
pakkage bagage. reisgoed
pakken begrijpen, betrappen, boeien, bijeenvoegen, gevangennemen, grijpen, grissen, inpikken, knuffelen, nemen, omarmen, pikken, stelen, toeeigenen, vangen, vastgrijpen, wegnemen
pakkend - treffend
pakker - embaleur
pakkerd - kus, zoen
pakket bundel, krat, pak
pakketje bundeltje
pakkist - krat
pakkoopman - marskramer
paklinnen pakdoek
pakruimte in schip ruim
pak ransel afranseling, afstraffing, priegel, rammel, slaag
pak slaag - aframmeling, bastonnade, billekoek, borsteling, priegel, ransel
pal - bestendig, hecht, juist, klamp, onbeweeglijk, onwrikbaar, precies, totsvast, schrap, stevig, standvastig, star, strak, stram, stijf, vast, vlakbij
pal pen, stift
paladijn krijgsoverste, veldheer, voorvechter
paladijn van Karel de Grote - Roeland
Palaeogeen - Nummuliticum
Palaeogeen, deel van het - Eoceen, Oligoceen
Palaeotypen - incunabelen, wiegedrukken
Palaeozoïcum, deel van het - Cambrium, Carboon, Devoon, Ordovicium, Perm, Siluur
Palaeozoïcum, diersort uit het - graftoliet, trilobiet
palankijn draagstoel
palatine - pels
Palau-eilanden, een der - Angaur, Babelthuap
palaver - bespreking, onderhandeling
paleerder - versierder
palei katrol, foltertuig
paleis - koningshuis
paleis in Apeldoorn Loo
paleis in Den Haag - Noordeinde
paleis in Florence Medici, Pandolfini, Pitti, Rucellai, Strozzi, Uffizi, Vecchio
paleis in Frankrijk Elysée, Louvre, Tuilerieën
paleis in Italië Pitti, Quirinaal, Uffizi,
paleis in Madrid Escorial
paleis in Moskou Kremlin
paleis in Parijs Louvre, Elysée
paleis in Rome Lateraan, Quirinaal, Vatikaan
paleis in Spanje Alcazar, Alhambra, Escorial ,
paleis in Venetië Dogenpaleis, Vendramin
paleis op de Balkan - Konak
paleis van Bey van Tunis - Bardo
paleis van de Paus Vaticaan
paleis van een sultan - serail
paleis van een Turkse vorst (sultan) serail
paleisbanket amandelgebak
paleisbediende - lakei
palen - belenden, grenzen
palen in de grond slaan heien
paleo arctisch gebied Europa, Eurazië, NoordAfrika
paleo-Aziatisch volk - Gilyaten
paleodoxie oudgelovigheid
paleogene periode (geologie) Eoceen, Oligoceen, Paleoceen paleograaf Mabillon, Traube
paleografie oud schriftkunde
paleologie oudheidkunde
paleontologische term (gids)fossiel
paleontologische wetenschap paleobotanie, paleozoölogie
paleotypen incunabelen, wiegendrukken
paleologische periode (geologie) - Devoon, Siluur, Carboon, Cambrium, Ordovicium, Perm,
palering - tooi, versiering
Palestina Israël, Kanaän
Palestijnse kunststad - Dor
palet kaatsplankje, verfbord
paletmes - tempermes
paletot damesmantel
palfrenier rijknecht, bij koetsier, koetsbediende
palier - bordes
palindroom - Anna, dood, lepel, maar (raam), maan (naam), neger (regen), naad (Daan), Otto, staan (naast),
paling - (leb)aal
paling van 1 kilo lebaal
palingenese wedergeboorte
palingfuik van wilgetenen - welie
palingijzer aalschaar
palingkorf aalvuik
palingnet - aalfuik
palingpen speet
palingplank - damplank
palingsteker - aalgeer
palingtrek - descente, montée
palingventer - aalboer
palingvis - aal, anguilla, conger, kongeraal, moeraal, muraena
palingvissen - apodes
palingzeilen - elgeren
palissade - estacade, omheining, palank
palissaderen afsluiten, omheinen, versterken
paljas clown, dwaas, grapjas, grappenmaker, hansworst, harlekijn, joker, malloot, nar, pias, pierrot, potsenmaker, strobed, strozak
palladium pd
Pallas Minarva
pallas ruitersabel
pallet laadbord
palm - areka, aren, nipa, scheelea
palmbladeren atap
palm als teken van de overwinning - zegepalm
palm der tropische gewesten - aren
palmboom aren, areka, betel, buks, klapper, lontar, nipa
palmboompje - buksboom
palmengeslacht rotan
palmine kokosvet, plantenboter
palmkool - palmiet
palmmeel sago
Palmpaas Palmzondag
palmriet - bamboe, rotan
palmrolmarter - paradoxurinae
palmsap - toddy
palmsoort - areka, aren(palm), dadelpalm, kokospalm, lontar, nipa, oliepalm, sabal, sagopalm, scheelea
palmtak erepalm, overwinningsteken
palmvezelstof - agel
palmwijn - arak, kwak, saguweer, toddy, toeak, toewak
Palmyra Tadmor
palmzaad - ivoriet
pal of stram - star
palpabel - tastbaar, voelbaar, zonneklaar
palpipatie aderslag, hartklopping, polsslag
palster pelgrimsstaf
palt stuk
paltrok houtzaagmolen, onderkruier
paltsgraafschap - palatinaat
palurk - proleet, prolurk
pamali - taboe
pamflet brochure, folder, klaagschrift, libel, paskwil, schótschrift, smaadschrift, strooibiljet, vlugschrift
pamfletschrijver - libellist, pamflettist
pamflettist pamfletschrijver, libellist
pamir, rivier in - Pandsj
pampahaas mara
pampagras cortaderia
pampastruis - nandoe
pampaswind pampero
pampus - kieljacht
pan aker, bende, chaos, herrie, keet, paniek, rommel, troep, warboel
panache helmbos, pluimbos, vederbos
Panama, provincie van - Chiriqui, Coclé, Colon, Darien, Herrera, Panama, Veraquas
Panama, provinciale hoofdstad in - Chitré, Colon, David, Penonome, Santiago
Panamese munt balboa
Panappel - braadappel
panaritium fijt
panas - pandjeshuis
panboor - trepaneerboor
pancarte - plakkaat, plakschrift
pancreas alvleesklier, buikspeekselklier
pand borg, huis, leen, onderpand, perceel waarborg, woning, zekerheid
panda bamboebeer, katbeer
pandbeslag panding
Pandàva - Arjuna, Bhima, Nakula, Sahadeva, Yudhisthira
pa ndbeslag - panding
pandbezitter hypotheekhouder
pandbrief - obligatie
pandeling schuldslaaf
pandemonium lawaai, verwarring
pandgenot - antichresis
pandhouder pander
pandhuis lommerd
pandhuishouder lombard
panding - pandbeslag
pandjeshuis bank van lening, lombard, lommerd, omejan, pandhuis, panas
pandjesjas - billentikker, jacquet, slipjas, zwaluwstaart
pandoer wildebras
paneel beschot, deurvlak, luik, schakelbord, schot
paneelzager - dief, inbreker
panel - forum
panen - kweek
panfluit syrinx
paniek ontsteltenis, radeloosheid, schrik, warboel
paniekachtige bestorming run
paniekerige rel - amok
panier hoepelrok
panisch angstig
panische schrik - paniek
panharing - alvertje
panicum - guineagras, pluim(gierst)
panikgras - gierst, vingergras
panikkoorn - hanepoot
panlikker - klaploper, tafelschuimer
panlijster - spreeuw
panne autopech, ongeval, oponthoud, pech, schade, storing, tegenslag
pannekoekje flensje
pannekoekje (Russ.) - blini
pannelikker klaploper, tafelschuimer, vleier
panorama bellevue, uitzicht, vergezicht
padschop - bats
pansfluit syrinx, rietfluit, herdersfluit
pantalon broek
panter jaguar, luipaard
panterachtig dier luipaard, pardel
panterslang python
pantje - lendendoekje
pantoffel - huisschoen, mocassin, muil, slof
pantoffelheld bangerd, lafaard
pantoffelhout - krispel, kurk
pantoffelhoutboom - kurkeik
pantograaf tekenaap
pantometer - hoekmeter
pantomime gebarenspel
pantser borstkuras, harnas, kuras, maliënkolder
pantserafweergeschut PAG.
pantserbekleding harnas
pantserdier - gordeldier
pantseren - blinderen, versterken
pantserhagedis - krokodil, zonosaura
pantserhart - pericarditis
pantserhemd maliënkolder
pantsering van een oorlogsschip barbette
pantservoertuig - tank
pantserwagen tank
panty - stepin
panurgisch doortrapt, schelms
pap - bouillon, brij, pudding, pulp, vla, voedsel
papa pa, va, vader, pappie
papachtige massa - pulp
papaver - heul, klaproos, maankop, slaapbol
papaveracee - corydalis, duivekervel, fumaria, glaucium, helmbloem, heulbol, holwortel, klaproos, maankop, ogenklaar, papaver, slaapbol
papaverachtige bloem - gouwe
apaverachtige plant heul, gouwe, klaproos, slaapbol, maankop
papaverachtigen - papaveraceeën
papaverfamilie - papaveraceae
papaverolie - maanolie
papaverzuur - morfine
papegaai
amazone, ara, arakonga, arare, beo, borstelpapegaai,
coco, jaka, kaka, kakepo, kaketoe, karakiri, kea, lori, lorre,
nestorpapegaai, parkiet, roodneklori, kakatoe, rosé kaketoe, rosella, schubbenlori, spechtpapegaai, uilpapegaai
papegaai in NieuwZeeland kea
papegaaien - napraten, psitaci
papegaaiennaam lorre
papegaaienziekte - ornithose, psittacosis
papegaaisoort - kaketoe, lori
papegaaivissen scaridae
paperassen - papieren
paperclip papierklemmetje
papeterie papierhandel
papierbak - prullenbal
papierboom - papyrus
papier dat goed bewáard moet worden polis
papier met waterlijntjes - vergé
papier om doorslagen te maken - carbon
papier van waarde bon, cheque, coupon, effect, reçu, wissel
papier voor aantekeningen klad
papier, zeer dun - pelure
papieren paperassen
papieren omslag - kaft
papieren band wikkel
papieren belastingbandje banderol
papieren geld - biljet
papieren huls met buskruit kardoes
papieren lantaarn - lampion
papierformaat adelaar, atlas, carr¿, bijkorf, colombia, colombier, duodecimo, folio, imperiaal, kroon, kwarto, mediaan, oblon,octaaf, octavo, oct, olifants, post, royaal, schrijf
papierformaat in België atlas, cavalier, Colombo, Jezus, propatria, raisin
papiergeld - assignaat, bankbiljet, tientje
papierhandel - papeterie
papierklem - paperclip
papiermaat baal, folio, riem
papiermand prullenbak, snippermand
papierplant - papyrus
papier van waarde - cheque, coupon, effect, wissel
papierriet - papyrus
papiersnijder snijbeen, vouwbeen, vouwmes
papiersnippers confetti
papier voor versiering - crepe
papierwaren papetrie, papeterie, paperassen
papierwinkel papeterie
papilachtig - papillair
papildragend - papilleus
papillionacee - aardakker, aardnoot, bezemkruid, boon,
capucijner, christusdoorn, cicer, cytisus, erwt, galaga, genista, geweiboom, glycine, goudenregen, hazepootje, heggewikke, hokjespeul, honingklaver, hopklaver, indigobloem, judasboom, kattendoorn, keker, klacer, kroonkruid, laburnum, lathyrustuinboon, lens, linze, lotus, lupine, luzerne, malboon, ononis, pisum vicia, pronkboon, pronker, rolklaver, rubinia, sarradelle, sophora, trifolium, ulex rem, vogelwikke, wikke, zoethout
papillair gezwel - papilloma
papiniaanse pot - autoklaaf
papisme pausdom, pausgezindheid
papkerel zwakkeling
Papoea-eilanden, een der - Missoöl, Salawati, Waigeo
pappa vader
Pappataci-koorts - sandfly-fever
pappel - populier
pappel, witte - heemst
papperig - brijachtig, pappig, week, zwak
pappert zuiplap
pappig penterig
paps vader
papsel stijfsel
papyrus papierplant, papierriet
papzak - dikkerd
para bij, gedurende, langs, naast, parachutist, tegenover, voorbij
paraaminosalicylzuur PAS ,
paraaf handtekening , krul, pennentrek
paraat bereid, dadelijk, gereed, klaar, ree, strijdvaardig vaardig, vlug, waakzaam
parabel fabel, gelijkenis, leugen, vergelijking
parabolische kegel - parabool
paraboloïde, elliptische - helmvlak
paraboloïde hyperbolische zadelvlak
parabool - kogelbaan
parachute valscherm
parachuteren - droppen
parachutespringer - para(chutist), valschermjager
paracyaan - CN
parade defile, pronk, praal, schouw, troepenschouw, vertoon wapenschouw
paradebed praalbed
paradekleed staatsiekleed
parademaker geurmaker, opschepper, praalhans, pronker
paradepaard - glansnummer, pronkstuk
paraderen opscheppen, pralen, pronken
paradigma modelwoord, voorbeeld
paradigmatisch voorbeeldig
paradijs - Aaloe, Eden, eldorado, hemel, lusthof, lustoord, Utopia
paradijsappel - ethrog, tomaat
paradijsdeur lijkportaal
paradijsfiguur Adam, Eva
paradijshout aloë
paradijskostuum - bloot, naakt
paradijsnoot - sapucaja
paradijsraaf - katoendief,
paradijsrivier Pison, Gihon, Tigris, Eufraat
paradijsvogel- wimpeldrager
paradijsvogels - paadiseidae
paradox wonderspreuk
paradoxaal - gezocht, vreemd, wonderspreukig
paraferen - ondertekenen
parafinnen - alkanen
parafonie - bijtoon
paragnose helderziendheid, gedachten lezen
paragnost - helderziende
paragnostisch verschijnsl - gedachtenlezen, helderziendheid
paragraaf hoofdstuk, onderdeel, par.
Paraguay, departement in - Acuncion, Anambay, Boqueron, Caaguazu, Caazapa, Central, Concepcion, Guaira, Itapua, Misiones, Neembuco, Olimpo, Paraguari
Paraguay, departementale hoofdstad van Asuncion, Caacupé, Concepcion, Encarnacion, Gaazapa Hernandariu, Ipacarai, Olimpo, Paraguari, Pilar, Villarrica
Paraguay, munt in - Guaranti
Parahelium - asterium
parallax verschilzicht
parallel evenwijdig, evenzijdig, gelijklopend overeenkomende, overeenkomstig, vergelijkbaar
parallellepipedum blok
parallelogram, rechthoukig - rechthoek
paralysie - beroerte, verlamming
paralyseren ontzenuwen, verlammen
parament - albe, amiet, corporale, kazuifel, palla
Parana, hoofdstad van - Curitiba
paranimf bruidsjonker
parapet borstwering
paraplu plu, regenscherm, spuit
paraplu, ouderwetse - besteedster
parasiet - aaltje, horzel, klaploper, luis, mijt, neet, profiteur, teek, teke, uitvreter, woekerplant, worm, zwam
parasiet, drager van een - gastheer, waardplant
parasitaire kleine draadworm bietenaaltje
parasitisme - klaploperij
parasol zonnescherm
parasolmier - visitemier
parasolzwam - lepiota
paravent tochtscherm, kamerschut, windschut
Parcen, een der (schikgodinnen) - Clotho, Lachesis, Atropos
parcours circuit, piste, ronde, traject, wedstrijdbaan
pardel - luipaard
pardelkat - ocelot
pardoes halsoverkop, ineens, onverwachts, onvoorziens, opeens, plots, plotseling, zomaar
pardon gena, genade, kwijtschelding, sorry, vergeving, vergiffenis
pardonabel vergeeflijk, verschoonbaar
parel dauwdruppel, glinsterend, juweel, kleinood, petillant, sieraad, tintelend, zweetdruppel
parelend avo, bijenkorf, carré, folio, fonkelend, glinsterend, kroon, kwarto, oblong, petillant, post, tintelend
parelmoer achtig nacré, nacriet
parelduikster ama
parelend fonkelend, tintelend
parelgras malica
parelhoen - poelepetaat
parelhoenders - numidae
parelspaat - ankerriet
parelzaad - lithospernum
paren - bijeenvoegenhuwen, koppelen, verenigen
parentage - familie, verwantschap
pareren afhouden, afschermen, afwenden, afweren, keen, opsmukken, schitteren, sieren, terugkaatsen, tooien
parfum geur, odeur, reuk, reukstof
par hasard toevallig
pari - gelijk, gok, weddenschap
paria onreine, outcast, uitgestotene, verworpeling, verstoteling
Parijs rood - ijzermenie
Parijse straatrover - apache
Parijse universiteit - Sorbonne
paring copulatie, koppeling
paringsdrift - bronst
pariskruid - eenbes
pariteit gelijkheid, gelijkgerechtigheid
park lgaard(e)ustbos, plantsoen, siertuin, tuin, warande
parka - windjak
park bij Wenen Prater
parkeergarage parking, stalling
parkeerhoes autopyjama
parkeerplaats P., parkeerhaven
parkeertegel fietsblok
parkeerwacht autobewaker
parkeren stallen, opstellen
Parket - O.M.
parkhuisje paviljoen
park in Afrika Krugerpark
park in Amsterdam vondelpark, Oosterpark,
park in Den Haag Zuiderpark
park in Madrid Prado
park in Parijs Tuilerieën
park in Wenen - prater
parlement S.G., kamer, volksvertegenwoordiging
parlement van Bulgarije Sobranje
parlement van Denemarken Folketing, Folkething
parlement van Duitsland - Bundestag
parlement van Finland Eduskunta, Rijksdag
parlement van Ierland Dail
parlement van Israël Knesset
parlement van Man - Tynwald
parlement van Nederland Staten Generaal
parlement van Noorwegen Storting, Storthing
parlement van OostDuitsland - Volkskammer
parlement van Oostenrijk - Herrenhaus
parlement van Polen - Zejm
parlement van Spanje Cortes
parlement van de Verenigde Staten Congres
parlement van Zwitserland Bundesversammlung
parlementsgebouw in Brussel Walstraat
parlementsgebouw in Den Haag - Binnenhof
parlementsvacantie reces
parmant deftig, statig, trots
parmantig adret, deftig, fier, moedig, prat, statig, trots, zelfbewust
parmantigheid fierheid, statigheid
parochie kerkgemeente, gemeente, kerkdorp, karspel,
kerspel
parodie bespotting
paroditische opera - buffa
parool belofte, devies, erewoord, herkenningswoord, leuze, lijfspreuk, motto, wachtwoord
Paros, stad op - Nausa, Parikia
parrel - pagaai
Parry-eilanden, een der - Bathurst, Borden, Cornwallis, Melville
Parsis, taal der - Gujatari
part aandeel, brok, deel, derde, fragment, gedeelte, helft, moot, portie, quantum, stuk, vierde (enz.)
part bedrog, gril, list, poets, streek
parten - (ver)delen
parterre beneden, benedenverdieping, gelijkvloers, onder, schouwburgrang
partiaal partijdig
pasticipatie belang, deelneming
participant - deelhebber
participatiestelsel winstdeling
particulier - afzonderlijk, familiair, privé, privaat
particuliere onderwijzer(es) - Gouvernant(e)
particuliere vlootbezitter Onassis
partieel - gedeeltelijk
partikel bijwoord, deeltje, voegwoord, voorzetsel
partime - deeltijd
partitie - indeling, verdeling
partizaan guerrillastrijder, helleveeg
partizanenstrijd guerrilla, verzet
partje - stukje
partner dansgenoot, deelgenoot, genoot, maat, man, vrouw, wederhelft medespeler,
partner van Ot Sien
partner van Pim Mien
partner van Snip Snap
partij aan(deel), gedeelte, feest, fractie, fuif, groep, hoeveelheid, lading, verenigig, vracht
partijblok in vertegenwoordiging - fractie
partijdig afhankelijk, eenzijdig, partiaal, vooringenomen
partijdigheid - eenzijdigheid, partialiteit, vooringenomenheid
partijganger partizaan
partijkrant - orgaan
partijleider - bons, bonze
partij in een rechtsgeding beklaagde, eiser, eiseres, gedaagde
partijschap - partijdigheid, tweedracht, verdeeldheid
part of moot schijf
part vis - moot
party - instuif, ontvangst
Parvati - Durga, Kali
parvenu - opkomeling, prol, snob
Parijs modehuis Dior, Balmain, Patou
Parijs museum in - Louvre
Parijs rood ijzermenie
Parijse universiteit Sorbonne
Parijse voorstad - Antony, Argenteuil, Asnières, Aubervilliers, Aul-sous-Bois, Bagneux, Bagnolet, Clicy, Créteil, Bondy, Colombes, Courbevoie, Drancy, Ivry, Meudon, Montrouge, Nanterre, Pantin, Puteaux, Sartrouville, Saint-Denis, Sarcelles, Sèvres, Suresnes, Versailles, Villejuif, Viscennes
Parijse wijk Bourse, Elysee, Gobelins, Louvre, Luxenbourg, Menilmontant, Montmartre, Opéra, Observatoire, Panthéon, Popincour,Reuily, Temple,
pas bergengte, bergpad, doorgang, doortocht, engte, juist, kortgeleden, laatst(leden), nauwelijks, net, onlangs, paspoort, passage, recent, reisdocument, schrede, stap, tred (e), voetstap, vrijbrief, waterpas, zojuist, zoëven, zojuist, zonet
pas gebeurd even, net, onlangs, recent, zoëven, zojuist
pas geleden kortelings, onlangs, recent
pas gemaakt nieuw
pas gewijde neofiet, nieuwbekeerde
pas gewijde priester neomist
pas ontdtaan - nieuw
pas soldaat recruut, rekruut, big
pas student - feut
pas voorgevallen - recent
Pasen - Pascha, Pesaah
pasar (Ind.) markt, marktplaats
pasbedacht - nieuw
pasganger hakkenei, telganger
pasgang van een paard tel(gang)
pasgebakken - vers
pasgeborene - baby, boorling, boreling, zuigeling
pasgebrand - brandvers
pasgehuwde - nupturiënt(e)
pas gekocht nieuw
pasgetrouwde vrouw - bruid
pas gewijd priester neomist
pas, hooggelegen berg col
pashokje - paskamer
Pasja, gebied van een pasjalik
pasje - stapje
paskwil grap, pamflet, parodie, pasquinade schotschrift, smaadschrift, spotternij, vlugschrift
paskwillig - belachelijk, gek, mal, vreemd
paslood - schietlood
pasmunt kleingeld, wisselgeld
paspoort - identiteitsbewijs, reisdocument, reispas, vrijgeleide
paspoort van een schip zee pas
paspop - mannequin
pasquinade libel, paskwil, schotschrift, smaadschrift
passaat - valwind
passabel - draaglijk
passage doorgang, doorvaart, overtocht, pas, poort, tunnel, weg
passagebureau - reisbureau
passagegeld - vervoerloon, vracht
passage in een toneelstuk - claus(e)
passagier - forens, reiziger, slechtvalk
passagier die niet betaalt lifter, verstekeling
passagieren - uitgaan
passant reiziger, terloops, voorbijganger
(en) passant terloops
passeerbaar passabel
passeerplaatje - centrumpunt
passelijk redelijk, tamelijk
passement - boordsel, galon
passement van goud- of zilverdraad - bisette
passement van wol - galon
passementerie - boordsel, passement
passen - (aan)meten, behoren, betamen, convenieren, horen, letten, meten, overeenstemmen, quadreren, schikken, voegen
passen bij harmoniëren, overeenstemmen
passen op bewaken
passend behoorlijk, convenabel, behoorlijk, betamelijk, fair, gegoten, gelegen, geschikt, juist, keurig, netoegzaam, treffend
passenteller - pedometer, podometer
passe-partout - loper, lijst
passeren afwijzen, doorgeven, geschieden, inhalen, overslaan, transet, voorbijgaan, voorvallen
passe-temps - tijdverdrijf
passie drift, hartstocht, lijden, verliefdheid
passiebloem - passiflora
passieboek - passionarium
passief berustend, decadent, gelaten, inactief, lijdelijk, lijdzaam, inactief, lijdend, lijdens, tekort
passifloracee - passiebloem
passiva - lasten, schulden
passieve natuurbeginsel (Chinees) - yin
passiewerktuig - doornenkroon, gesel, hamer, ladder, lans, nijptang, speer
Passionisten-congregatie - C.P.
pasta balsem, creme, eeg, smeersel, zalf
pasteitje kroket, pate
pastel kleurkrijt, kleurstift, tekenstift, weda
pastelinkt - waterinkt
pastella - podometer
pastelschilder - pastellist
pasten afgietsels
pastille - tablet
pastoor biechtvader, herder, priester, zeemeeuw, zielenherder
pastoor van een kathedraal plebaan
pastoorschap - pastoraat
pastoorshemd melkvel
pastor herder, hoeder, predikant
pastoraal herderlijk
pastoraat - pastoorschap, domineeschap, predikantschap
pastorale herdersspel, herderslied
pastoralla pastoriegoederen, pastoorszaken, predikantszaken
pastij paté
pas voorgevallen - recent
pasvorm - coupe, model, snit
pat schaakterm, remise
Patagoniërs - Chuelche, Tehuelche, Thoneca
Patagonische eilanden, een der - Chatham, Navarino, Staten-eiland, Vuurland
patat aardappel, frites,
patee leverpastei, wildpastei
patent akte, eminent, evident, excellent, gezond, klaar, licentie, machtig, octrooi, opperbest, prima, probaat, puik, uitmuntend, uitstekend, vergunning, voortreffelijk
patent geven - patenteren
patenthout - houtdeeg
pater geestelijke, kloosterling, ordegeestelijke, padre, priester, vader
pater familias huisvader
paternalisme bevoogding
paternoster handboeien, rozenkrans,
paternosterboom zedrak
pathetisch - patetico
pathologie ziektekunde, ziektenleer
pathos bezieling, (gemoeds )aandoening, gezwollenheid, hartstocht, hoogdravendheid, vuur
patiënt - lijder, zieke
patiëntie geduld
patio binnenplaats, binnenhof
patissier - banketbakker
patjakker - deugniet, fielt, schurk, schelm, smeerlap
patois - dialect, volkstaal
patres, ad-gaan overlijden
patria vaderland
patriarch aartsvader, stamvader
patrijs stempel, veldhoen
patrijshond pointer, setter
patrijspoort kajuitsraampje, scheepsraam
patrijsvalk - havik
patriot vaderlander
patriottisch vaderlands
patronaat - bescherming
patrones beschermvrouwe
patrones van de gehuwde vrouw - Anna
patroon - baas, beschermer, beschermheer, beschermheilige, bevorderaar, chef, dessin, granaat, kogel, koker, mal, meester, model, ondernemer, ontwerp, projectiel, schema, staal, stramien, tekening, voorbeeld, verdediger, vorm, schutsheilige, werkgever
patroon in stof - dessin
patroon van het bisdom Haarlem - Bavo
patroonschap - patronaat
patroontas - giberne
patrouille verkenning, wachtronde
patrouIlletocht ronde
patrijs, soort - frankolijn, roelroel
patrijshond - setter
patrjspoort - spion
patrijsvalk - havik
pats bons, dreun, klap, kletslel, mep, pets, slag, tik
patsen - gooien, smijten
patser - dikdoener, doordraaier, druktemaker, losbol, opschepper, ploert, poen, prol, pooier, smeerlap, schoft, schurk, souteneur, smeerlap
patijnen patineren
pats op het oor - oorveeg
pauk keteltrom, (ruitr)trom, trommel,
pauken - keteltrommen, timpani
paukslager - paukenist, pauker
pauper arme, behoeftige, bezitloze, sloeber, zwerver
pauper worden - pauperiseren
paus P., kerkvader, kerkvoogd, kerkvorst, papa, pontifex
pausdom papisme
pauselijk - papaal, pontificaal
pauselijk gezant (inter)nuntius
pauselijk hof curie
pauselijk leerstuk encycliek
pauselijk paleis Lateraan, Vaticaan
pauselijk schrijven - breve, encycliek, motuproprio,
pauselijk verblijf Vaticaan
pauselijk verbod interdict, interdictie
pauselijk vrijwilliger zouaaf, zoeaaf
pauselijke brief bul
pauselijke driekroon tiaar, tiara
pauselijke gezant Nuntius, Internuntius
pauselijke inkomsten - annaten
pauselijke kroon - tiara
pauselijke kruisstaf - ferula
pauselijke onderscheiding - Christusorde, Gregoriusorde, Piusorde, Silvesterorde
pauselijke rechtbank - rota
pauselijke regering - apostolaat, curie
pauselijke schatmeester camerlengo
pauselijke soldaat - zouaaf
pauselijke staat Vaticaan
pauselijke staf ferula
pauselijke stoel cathedra
pauselijke vertegenwoordiger - internuntius
pauselijke waardigheid pontificaat, opperpriesterschap
pauselijke zendbrief - encycliek
pausennaam Adeodaus, Adrianus, Agatho, Agapitus, Albertus, Alexander, Anastasius, Anavletus, Anicetus, Anterus, Benedictus, Bonifatius, Cajus, Callistus, Celestinus, Clemens, Conon, Coeletinus, Constantius, Cornelius, Christiphorus, Damasus, Deusdedit, Dianysius, Dioscorus, Donus, Eleutherius, Eugenius, Eulalius, Eusebius, Eutychianus, Evaristus, Fabianus, Felix, Formosus, Gelasius, Gregorius, Hadrianus, Hilarius, Hippolytus, Hormisdas, Honorius, Hyginus, Innocentius, Julius, Johannes, lando, Laurentius, Leo, Libarius, Linus, Luius, Marcellinus, Marcellus, Marcus, Martinus, Melchiades, Nicolaus, Novatianus, Paschalis, Paulus, Pelagius, Petrus, Philippus, Pius, Pontianus, Romanus, Sabinianus, Sergius, Severinus, Silverius, Silvester, Simplicius, Siricius, Sisinnius, Sixtus, Soter, Stephanus, Symmachus, Telesphorus, Theodorik, Theodorus, Urbanus, Ursinus, Valentinus, Victor, Vigilius, Vitalianus, Zacharius,
Zephyrinus, Zosimus
pausgezinde papist
pausgezindheid - papisme
paustitel - primaat
paus zijn - pontificaat
pauw horzel, siervogel
pauweweefsel - pauwoog
pauwgans - rotgans
pauze entracte, intermezzo, onderbreking, rust, rustpoos, rusttijd, schoft, tacet (muz.), verpozing
pauzeren onderbreken, pozen, rusten
pauzeren om te eten - schaften
pauzeteken sela(h)
pavane dans
paviljoen bijgebouw, buitencafe, kiosk, lusthuis, parkhuisje
pax vrede
pech panne, storing, mankement, oponthoud, storing, strop, tegenslag, tegenspoed, tegenvaller
pech aan schepen - averij
pech met een auto - panne
pechvogel ongeluksvogel, schlemiel
pecunia geld
pecuniair financieel, geldelijk
ped step
pedaal hefboom, trapper, voetklavier
pedagogie - opvoedkunde
pedagogisch - opvoedkndig
pedagogisch vormen opleiden
pedagoog docent, leraar, onderwijzer, opvoeder
pedagogie opvoedkunde, opvoedingskunst
pedagogisch opvoedkundig
pedagoog opvoedkundige, opvoeder
pedagoog Pestalozzi, Montessorie, Fröbel, Rousseau, Ligthart, Comenius, Decroly
pedant arrogant, ingebeeld, laatdunkend, misachtend, onderwijzer, schoolvos, verwaand, waanwijs
pedanterie verwaandheid, waanwijsheid, schoolvosserij
peddel riem, roeispaan, pagaai, paddel
peddelaar fietser, roeier, wielrijder
peddelen - fietsen
peddelen in een vaartuig kanoën
pedel bediende, bode, stafdrager
pediater kinderarts
pedicure voetverzorger, voetverzorging
pedigree - stamboom
pedologie bodemkunde
pee biet, wortel
peen biet, kroot, wortel
peenloof wortelgroen
peer fruit, hoofd, vader
pees gierigaard, snaar, snoer, spiereinde, vrek, zeen, zenuw
peesknoop ganglion
peet doopgetuige, peter, meter, peetoom, peetvader, tante,
peetoom peet, peter
peettante meter
peg keg, pen, pin, spie, wig
pegel gulden, hoogtemerk, ijskegel
pegelaar gierihaard, vrek
pegulanten duiten
peiger - kapot
peignoir chamberloek, gewaad, huis, kamerjas, kimono, negligé, ochtendjas, sjamberloek
peil gehalte, graad, hoogte(merk), maatstaf, merk, niveau, po, waterstand
peilen afdiepen, doorgronden, loden, meten naspeuren, onderzoeken, raaien, sonderen
peilen op de rivier raaien
peiling - loding
peilinstallatie radar
peilinstrument radar, sonar
peillat - peilstok
peillood dieplood, handlood, sonde
peilmerk in maatkan pegel
peilstift sonde
peilstok meetstok, polsstok, roeistok
peil van positie graad
peil van water - hoogte
peinzen broeden, denken, dromen, mediteren, mijmeren, nadenken, piekeren, prakkiseren, suffen, zinnen
peinzend mijmerend, nadenkend, pensief
peinzer denker, filosoof
peisteren - weiden
pek asfalt, pik, teer
pekel brem, brijn, zoutwater
pekelachtig - zilt,zoutachtig
pekelen inzouten, inmaken, inleggen, zouten
pekelwater - brijn
pel bast, bolster, dop, huid, schaal, schil(fer), vlies
pelagische fauna - diepzeedieren
pelargonium - geranium
pelder baarkleed, lijkkleed, lijkwaad
pêlemêle - dooreen, fotoraam, mengelmoes, overhoop, warboel
pelen - ontharen, pellen
pelerine kraagmantel, schoudermanteltje
pelgrim bedevaartganger, passagiersvalk
pelgrim die naar Mekka is geweest - Hadji, Hadzji
pelgrimage bedevaart
pelgrimsgewaad paltrok
pelgrimsoord bedevaartsoord; zie aldaar
pelgrimsrok paltrok
pelgrimsstaf palster
pelgrimstocht bedevaart, pelgrimage, Hadj
pelikaan kropgans, tandartstang
pelikaanachtige vogel aalscholver, schollevaar
pelita - nachtlampje
pellen doppen, schillen
peller pelmolenaar
pelmolenaar gorter, grutter, peller
pelleterie bontwerk, bontwinkel, pelswerk
pelleterie peluw bolster, kussen
Peloponnesus Morea
peloton - troep
pels bontjas, dierenhuid, vacht
pels van de moerasbever - nutria
pelsdier bever, bisam(rat), karakoel, konijn, mink, nerts, otter, zilvervos
pelsjager trapper, wildstroper
pelsjas bontjas
pelsrob - zeebeer
pelsvreters - mallophaga
pelswerk bont
pelterij bontwerk, pelleterie
peluw - bolster, kussen, hoofdkussen, hoofdmatras
pelvimeter - bekkenpasse
pen balpen, bout, breinaald, ganzenpen, knijper, nagel, pin, pal, schacht, slagveer, spie speet, staaf, stift, veder, vederschacht, veer, vulpen
pen met palingen speet
pen om spil vast te zetten pal
pen tegen wagen rad lens, luns
pen voor tekenen van notenbalken - rastraal
penale wetten - strafwetten
penaliteit - straf (bepaling), strafbaarheid, strafwetgeving
penalty strafschop
penant muurdam, muurvak, muurvlakte, steunpilaar
penanttafeltje console
penarie angst, behoefte, benauwdheid, ellende, gebrek, geldnood, geldverlegenheid, nood, perikel, rats, trammelant
Penaten huisgoden
pendant oorhanger, tegenhanger
pendel - hanglamp
pendelen - forenzen
pendule pronkklok, slingeruurwerk
pene boete, straf
Penelope's gemaal Odysseus
penetrant doordringend, indringend, scherp
penetreren - doordringen, doorgronden, doortrekken, drenken, uitvorsen
penhoren - torenslak
penibel hachelijk, lastig, moeilijk, netelig, pijnlijk, smartelijk
penis - fallus, roede
penitent boeteling, biechteling
penitentie boete, straf, bezoeking
pennen - schrijven
pennenaam - pseudoniem, schuilnaam
pennenkunst kalligrafie, schoonschrijfkunst
pennenlikker klerk
pennennaam - pseudoniem
pennenstreek haal, lus
pennenstrijd - controverse, polemiek, twistgeschrijf
pennentrek krul, paraaf
pennenwisser inktlap
penner - schrijver
pennetje stift
pennenvrucht boek, geschrift, opstel, roman
pennetje met kop speld
pennevoerder - secretaris
penning besant, geldstuk, medaille, munt, muntstuk
penning met twee koppen of busten - bajoire
penningkenner - numismaticus
penningkunde numismatiek
penningmeester afschuimer, fiscus, kwestor, questor, thesaurier
pennist - schrijver
pen om een spil vast te zetten - pal
penningplaat plak, plaket
pens koeienmaag
pensee paars, viooltje
penseel - kwast
penseelaapjes - oeistiti
penseelschrijver letterschilder
penseelstreek toets
penselen - schilderen
Pennsylvanië, gebergte in - Alleghanies
Pennsylvanië, hoofdstad van - Harrisburg
penny d., pence'
pennyweight - d.w.t.
penopening - glip
penose onderwereld
pens - buik, koeienmaag, lichaam, rumen
penseel - kwast
penseelaapjes - oeistitie
penselen - schilderen
pensief mijmerend, nadenkend, peinzend
pensioen ambtsrust, jaargeld, uitkering, wedde
pensioen geven - pensionneren
pensioen uitkering A.O.W.
pension - kostgeld, kostuis, logement
pensionaat - gevangenis, kostschool
pensiongeld - kostgld
pensjager stroper
pensum strafwerk, taak
penszak dikbuik, vreetzak
pentaëder vijfvlak (regelmatig)
pentagonaal vijfhoekig
pentagoon vijfhoek
pentastoma tongvorm, linguatita
Pentateuch Exodus, Numeri, Genesis, Leviticus, Deuteronomium
pentatlon - vijfkamp
penter talie
penterig - pappig
penterschouw - polster
pentosaan - mannen, xylan
pentose ribose, xylose
penvoerder secreataris
penwortel - hartwortel
pep - branie, lef, pit, vuur
pepel - vlinder
peper, bestanddeel van - chavicine, piperi(di)ne
peperboom - garoeboon
peperboompje- daphne
peperhuisje - puntzak
pepermunt menthol
peperen - kruiden
pepereter - toekan
peperig - duur, prijzig
peper in azijn ingemaakt - peperoni
Peperkust Liberia
pepermuntlikeur - menthe
Pepermuntolie menthol
pepernoot - kruidnoot
peperplant - betel
pepersoort piment, pimento
peperstruik - kava
pepervogel - toekan
pepervreter - kirima, toekan, toko
pepervuur - springvuur
peperwortel lepelblad, mieriks(wortel)
pepite goudklomp
pepmiddelen amfetamine, cocaïne, dexedrine, heroïne, pervitine
peppel - abeel, esp, populier, ratelaar
pepsine maagferment
per bij door, in, met, middels, via
per abuis abusievelijk
per accident toevallig
per acquit betaald, voldaan
per adres p.a.
per cassa contant
per dag daags, dagelijks
per duizend promille
per expresse spoed, p.e.
per giro betalen gireren, storten
per honderd procent, percent
per jaar annuel, jaarlijks
per maand maandelijks, mensueel
per omgaande p.o.
per persoon p.p.
per schip reizen - varen
per se beslist, stellig, noodzakelijk
per spoor reizen - sporen
per stuk ad., p. st., à
per telefoon spreken telefoneren
per telegraaf berichten seinen, telegraferen
per toeval toevallig, accidenteel
per tren reizen - sporn
per week wekelijks
perceel deel, kavel, kaveling, pand, stuk
percent pct., procent
percentage edele metalen in alliages - allooi
percentage van de rente rentevoet, rentestandaard percentsgewijs
honorarium royalty
perceptie inning, ontvangst
percoleren - filteren
percussie slag, stoot, botsing
percussiedopje slaghoedje
pereboom pirus
perelaar - perenboom
peremptoir afdoend, beslissend, vernietigend
perenboom parelaar
perenras - Bergamot, Beurré, Catillac, Charneux, Conference, Durondeau, Hardy, Legipont, Lucas, Wijnpeer
perfect af, corrsct, foutloos, gaaf, geheel, keurig, ongeschondnl volkomen, volmaakt, uitmuntend, uitnemend, uitstekend
perfectum perf.
perfektie volmaaktheid, voortreffelijkheid
perfide trouweloos, vals, verraderlijk
perfide Albion Engeland
perforatie doorboring, gaatje (s)
perforatielijn - rillijn
perforeren doorboren
pergola booggang, draaghemel, prieel
periculeus gevaarlijk, hachelijk
periculum - gevaar
periculum in mora p.i.m.
periderm kurkweefsel
peridoot - chrysoliet, olivijn
periferie buitenkant, cirkelomtrek, omgeving
perforeren - doorboren
periglaciaal bodemverschijnsel solifluctie
perigoon bloemdek
perikel - avontuur, gevaar, moeilijkheid, nood, penarie, probleem, risico, wederwaardigheid
periklaas - MgO
perikoop - deel
perineum - bilnaad
periode - cijfergroep, cyclus, duur, eeuw, era, fase, kringloop, passage, stadium, termijn, tijd, tijdkring, tijdperk, tijdruimte, tijdvak
periode periode (geologisch) kwartair, mesozoïcum, paleozoïcum, tertiair
periode (historisch) bronstijd, m.e., ijzertijd, oudheid, renaissance, steentijd, verlichting
periode ter bepaling van Pasen - epacta
periode van drie maanden kwartaal,trimester
periode van duizend jaar millennium, chiliade
periode van honderd jaar eeuw, era
periode van tien dagen decade
periode van tien jaar decennium
periode van vier jaar Olympiade
periode van vijf jaar lustrum
periode van zes maanden halfjaar, semester
periode waarin men onderweg is - rijtijd
periodiek blad, dagblad, krant, maandblad, magazijn, regelmatig, tijdschrift, weekblad
periodieke onthouding p.o.
periodieke regentijd moesson
periodieke terugkeer periodiciteit
periodieke uitkering - dividend
periodieke vaste bijdrage - contributie
periodieke zwenking van de aarde - mutatie
perioeci omwoners
periost beenvlies
perpetie verandering, omkeer
periscopisch holbol
periskoopvis - anablebs
peristaltisch wormvormig
peristyle zuilengang
peritoneum buikvlies
perk bed, begrenzing, bloembed, bloemvak, border, gazon, grasveld, rabat, tuinvak,
perkamentrol die weer leesbaar is gemaakt - palimpsest
perkamentsoort fransijn
perkloos onbegrensd
perkoen - dennenpaal
permanent - almaar, blijvend, duurzaam, immer, steeds, vaststaand, voortdurend
permanent bevroren grond permafrost
permanente commissie p.c.
permanntgeel - bariumchromaat
permanentgroen - chroomgroen
permeabel doordringbaar, doorlatend
permis vergunning, verlof
Permische periode - Dyas Perm
permissie toelating, toestemming, vergunning, verlening, verlof
permit geleidebiljet, toegangsbewijs, verlofbiljet permitatie - familie, relatie, vergunning
permitteren - toestaan, vergunnen, veroorloven
permutatie verandering, verplaatsing, verwisseling
Pernambuco, haven van - Tamandare
Pernambuco, hoofdstad van - Recife
pernicieus nadelig, schadelijk, verderfelijk
peroratie slotrede, slotwoord
perpetueel aanhoudend, altijddurend, bestendig, onafgebroken, onophoudelijk
perplex onthutst, ontsteld, paf, verbaasd, verbluft, verbijsterd, versteld, verlegen, verward
perplexiteit - bedrempeldheid, ontsteltenis, onzekerheid, verbijstering, verlegenheid
perron plankier, platvorm
pers drukmachine, drukpers, journalisten, mangel, media, medium, perzik, stok, roede, sapmachine, schrijvers, staak, stang
persbreidel - censuur
persbureau - ADN, AFP, Aneta, A.N.P.,ANS(A), AP(A), ATS-SDA, Belga, CNA, CP, DPA, EPE, EXTEL, DYODO, MTI, NCNA, nieuwsagentschap, NTB, Reuter, TANJUG, TASS, UP(I), U.P.I.
persen - dringen, drukken, duwen, mangelen, nopen, prangen, samendrukken
persecuteren vervolgen
persende mengen kneden
perser - steenvormer
persevereren volharden, volhouden
persgesprek interview
persianer astrakan
persiflage - karikatuur
perskaart verslaggeverskaart
persman journalist, redacteur, verslaggever
persmuskiet - dagbladschrijver, journalist, reporter
personage persoon, figuur
personeel werknemers
personeel aantrekke werven
personeelsblad orgaan
personen lui, lieden, mensen
personen van adel edelen
personificatie persoonsverbeelding
personificatie van de dood - Hein
personificatie van de onschuld - maagd
personificatie van een toorn - Ira
personificatie van Engeland - Bull
personificatie van Zwitserland Helvetia
persoon eenzaat, enkeling, figuur, heer, iemand, individu, kerel, man, mens, personage, speler, spreker, subject, sujet, vrouw
persoon aan wiens order een wissel gesteld is nemer
persoon, als, voorstellen - personifiëren
persoon die deel uitmaakt van een vereniging lid
persoon die een gedachtewisseling voert debater
persoon die nergens voor deugt - nietsnut, niksnut
persoon die schiet - schutter
persoon die verzorgd schrijft stilist
persoon die voor het eerst optreedt debutant
persoon om wie men lacht risee
persoon tot wie een aanbod is gericht oblaat
persoon uit de adelstand aristocraat, aristocrate, baron, barones, freule graaf, gravin, hertog, hertogin, jonkheer, jonker, jonkvrouwe, markies, markiezin, prins, prinses, ridder, vicomte
persoon van geringe afkomst proleet, nobody
persoon zonder pigmentkleur albino
persoonlijk - eigen, individueel, particulier, privé, subjectief, zelf
persoonlijk overwicht - autoriteit
persoonlijk voornaamwoord - ego, ge, gij, haar, hem, hen, het, hun, hij, ik, je, jou, jullie, jij, me, mij, ons, we, wij, ze, zij,
persoonlijk voornaamwoord (Duits)- dich, dir, du, er, euch, ich, ihm, Ihn, ihnen, jhr, mich, mir, sie, uns, wir
persoonlijk voornaamwoord (Engels) he, her, him, me, she, them, they, us, we, you
persoonlijk voornaamwoord (Frans) elle, elles, il, ils, je, la, le, leur, me, mol, nous, te, toi, toi, tu, vous
persoonlijke bijzonderheden personalia
persoonlijkheid karakter
persoon of schepsel mens
persoonsaanduiding - naam
persoonssbeschrijving signalement
persoonsbewijs identiteitsbewijs, legitimatie, pas
persoonsgelijkheid eenzelvigheid, identiteit
persoonsnaamkunde antroponymie
persoonsregister - naamlijst
persoonsverbeelding - personificatie
persorgaan dagblad, krant, maandblad, magazine, tijdschrift, weekblad
persorganen - media
perspectief doorzicht, toekomst, toekomstmogelijkheid, uitzicht, vergezicht, verschiet
perspomp - compressor
persuaderen overhalen, overreden, overtuigen
pert gril, kuur
perte pert, (prijs)verlies
pertig nukkig, vlug
pertinent - afdoend, beslist, nadrukkelijk, nauwkeurig, stellig, stipt
Peru, bergtop in - Huascaran
Peru, departement van
3 Ica
4 Lima, Puno
5 Cuzco, Jumin, Pasco, Piura, Tacna
6 Ancash, Callao, Loreto, Tumbes
7 Huanuco
8 Amazonas, Apurimac, Arequipa, Ayacucho, Moquegua
9 Cajamarc
10 Lambayeque
12 Huancavelica
Peru, departementale hoofdstad in -
3 Ica
4 Lima, Puno
5 Cozco, Piura, Tacna
6 Callao, Huaraz, Tumbes
7 Abancay, Huanuco, Iquitos
8 Arequipa, Ayacucho, Chiclayo, Huancayo, Moquegua,
Trujillo
9 Cajamarca, Moyobamba
11 Chachapoyas
12 Huancavelica
Peru, munt in - sol
Peru, rivier in - Maranor, Santa, Ucayali
perunage - peruun
Peruviaans schaap - paco
Peruviaans stinkdier - zorrillo
Peruviaans vogelprodukt - guano
Peruaanse haven - Ancon
Peruviaanse munteenheid - sol
Peruviaanse plaats - Areguipa, Callao, Lima
Peruviaanse vorst - inca, inka
pervers onnatuurlijk, rot, slecht, tegennatuurlijk,verdorven
perverse geslachtslust - masochisme, sadisme
perversiteit - verdorvenheid
Perzië Iran
perzik - merkaton
perzik, niet veredelde - purk
perziksoort - pavie
Perzisch drama - taziye
Perzisch epos - Chamsa, Sjahname
Perzisch handgeknoopt tapijt - senné, senneh
Perzisch Indisch dichter - Faizi
Perzisch landvoogd - satraap
Perzisch staatshoofd sjah
Perzisch tapijt - kirman
Perzisch weefsel - kelim
Perzische berg - Elbroes, Zagros
Perzische bevelhebber - sirdar
Perzische bouwmeester - Fahrad
Perzische dichter - Ansari, Anvari, Attam
Perzische dichtvorm - ghasel(e), rubai
Perzische gedichtenverzameling - Chamsa
Perzische god - Amsjaspands, A(h)riman, daiva, Darvandis, Dive, Honover, Ized, Mithra, Ormuzd, Peri, Zervane
Perzische godin van de liefde - Ana(h)ita, Anaïtis
Perzische heerser -
4 Omar, Sefi, Sjah
5 Abake, Abbas, Ahmad, al-Tai, Arses,Baydu, Cyrus, Jazed, Kobad, Peroz, Roech
6 al-Amin, al-Hadi, al-Kaim, al-Radi, Asjraf, Bahram, Balasj,
Darius, Firoez, Ghazam, Haroen, Hisjam, Ismail, Jamsap,
Marwan, Narsch, Orodes, Osroës, Xerxes
7 al-Kair, al-Kahir, al-Moeti, al-Nasir, al-Walid, al-Zahir,
Arghoen, Hoesein, Ibrahim, Mahmoed, Pacous, Tahmasp,
Vonones
8 al-Mamoen, al-Rasjid, al-Wakhik, Ardasjir, Cambyses,
Chosroës, Cinnamus, Gaykhatu, Gotarzes, Hoelagoe, Phraates,
Seleucus, Vardanes
9 Alexander, al-Mansoer, al-Moetazz, Antiochus, Artabanus,
Demetrius, Hormisdas, Jezdegerd, Moesawijah, Oldjaitoe,
Soelaiman, Vologases
10 Al-Moehtadi, al-Moektadi, al-Moektafi, al-Moestadi, al-
Moestain, al-Moestadid, al-Moestasim, al-Moettaki,
Artaxerxes, Phraataces, Sinatruces
11 Al-Moektadir, al-Moentasir, al-Moestakfi, al-Moestasim,
Mithradatis
12 Adnoer-Narseh, al- Moestansir, al-Moestazhir,
13 Al-Moestarsjid
14 Al-Moestandjid, al-Moettawakkil, Parthamaspates
Perzische hoofdstad - Teheran
Perzische inhoudsmaat - artaba
Perzische keizer - Sjah.
Perzische keizer - Cyrus, Cambyses, Darius, Ardasjiz, Sapor, Kobad, Chrosroës, Jezdegerd, Caspyor
Perzische keizerin - Farah, Soraya
Perzische landvoogd - satraap
Perzische lijfwacht - trawant
Perzische munt - abas, dareik, rial, toman
Perzische oude lengtemaat - parasang
Perzische oude taal - Pehlevi
Perzische paliszaal - iwan
Perzische provinciale gouverneur - satraap
Perzische provincie - Fars, Isfahan, Khoezistan, Khorassan, Kirmansjahan, Koerdistan, Mazandaran
Perzische schriftvariant - talik
Perzische stad - Choi
Perzische vorst - sjah
Perzische vorstenzetel - pauwentroon
Perzische zijde - ablaue, ardassine
Perzische zonnegod - Mitras, Mithras
Pesach - Pasen
pesante (muz.) - slepend, zwaarwichtig
Pescadores, een der - Peng-hoe
pessem - kweek
pessimist - kniesoor, zwartkijker
pessimistisch - zwartgallig
pest - epidemie, pestilentie
pest, door gezwollen lymfeklier - buboon
pestel - molenroede, stamper
pesten jennen, judassen, kliern, kwellen, narren, negeren, plagen, sarren, tarten, treiteren
pesterij - gesar, getreiter
pesthuis - lazaret
pestkop kweller, plaaggeest, sar, treiter(aar)
pestman - lijkendrager
pestvogel - bombycillidae, zijdestaart
pestziekte - epidemie, pestilentie
pet - begrip, hoofddeksel, inzicht, knudde, nietswaardig, verstand
peter doopvader, peetoom
peterselie - eppe
pethidine dolantine
petieterig klein, pietluttig
petileren - blinken, fonkelen, paarlen,parelen, schitteren
petitie - adres, rekwest, request, smeekbede, smeekschrift, verzoek
petitum - conclusie
petoet - bajes, bak, cachot, cel, gevang (enis), lik, nor,
petroleum - aardolie, gasoline, kerosine, nafta, olie, peterolie, petrolie, peut,
petroleumaandelen - olies
petroleumauto - tankwagen
petroleumbrander - primus
petroleumether ether, nafta,
petroleumschip - tanker
pets - klap, Iel, mep, pats, slag, tik
petsen - klappen, slaan
petticoat - onderrok
petto (In) - bewaren, tegoed
pet zonder klep - pots
peukel - baardje, bobbel, puistje
peukje - eindje, stompje
peul - schil
peulerwt - keker
peulvrucht - boon, (dop)erwt, flageolet, kapucijner, keker, linze, lupine, slaboon, snijboon, tuinboon, wikke
peun klap, mep, stoot
peur wormentros
peuren peuteren, roeren, wroeten
peurkwast - lamprei, prik
peut - klap, opdoffer, opstopper, stomp, stoot
peut benzine, petroleum, terpentine
peuter baby, dreumes, kind, uk(kepuk)
peuteraar - muggenzifter
peuteren - beuzelen, friemelen, frunniken knoeien, mieren, mullen, peuren, poken, pulken, punniken, wroeten
peuterig - kriebelig, klein, popperig, prutserig
peuzel treuzelaar
peuzelen eten, happen, knabbelen, snaaien
pezel graanzolder
pezen hardrijden, zwoegen
pezerik - bullenpees
pezig - taai, tendineus, vezelig
p.f. - m.g.
phantasie - verbeelding
phenol - cabolzuur
Philippijnen, een der - Mindanoa
Phlippijnse inwoner - Filippino
Philippijnse munt - peso
Phoenicische zonnegod - Bel
Phoenix-eilandn, een der - Canton, Enderbury
phosphorus - p., fosfor
Phrygische godin - Cybele
Phytolaccacee - karmozijnbes
piama - nachtkleding, pyama
pianist musicus, muzikant, pianospeler
piano, soort - clavecimbel, clavichord, klavier, pianola, vleugel
pianocompositie - sonate, toccata
pianohamertje - tangent
pianokrukje - taboeret
pianola fonola
pianospeler - pianist
pianostemmer - accordeur
pianostuk met orkestbegeleiding - pianoconcert
plinostuk voor vier handen - quatremains
pianowerk - sonate, sonatine, toccata
Piaristen - S.P.
pias - clown, dwaas, grapjas, grappenmaker, grullenmaker, guit, hansworst, harlekijn, klown, kwant, kwibus, alloot, nar, olijkerd, paljas, pierrot, potsenmaker, rare, snaak, zot
piassava - palmyra
piassig - gek, kluchtig
piazza (It.) - plein, marktplein, straat
Picardië, stad in - Abbeville, Aniens
Picareske roman schelmenroman
piccolo fluit, liftjongen
pick-up - grammofoon, pathefoon, platenspeler, vrachtauto,
picobello - uitstekend
picturaal - schilderachtig
piedestal - voetstuk, pedestal
pief kerel, man
piek bergtop, gulden, lans, prik, punt, speer, spies, spits, steek, top, uitschieter
pieken - prikken, steken
piekenier spiesdragen
piekenval - dirk, gaffeltoptouw, nokkeval
piekeraar stakker, tobber
piekeren denken, dubben, kniezen, mijmeren, nadenken, peinzen, prakkeseren, puzzelen, suffen, tobben
piekgras - liesgras
piekuur - spits
piekijzer - geus, gieteling
pielepoot - ooievaar
pienter - bijdehand, gevat, gewiekst, gis, glad, goochem, helder, intelligent, kien, link, scherpzinnigschrander, slim, sluw, snugger, spits, uitgerekend, uitgeslapen, vernuftig, verstandig
piepend geluid - gepiep
pieper - aardappel, anthus, lokfluitje, muis, patroon, verklikker verrader
pier - (aard)worm, havendam, havenhoofd, losplaats, moelje, strekdam, wandelhoofd, regen(worm), wurm,
piere - kot, val, huis; vogelknip
pierement - draaiorgel
pierenbakje - patroontas
pierenverschrikkertje - borreltje
pierewaaien - bambocheen, boemelen, stappen
pierewaaier - boemelaar, doordraaier, fuifnummer, losbol, zwierbol
pierewiet grappenmaker
pierig wormstekig
pioerrot clown, hansworst, nar, pias
piet kanarievogel
pieterig klein, min, peuterig, tenger
piëteit - verering, vroomheid
pieterig - klein, min, tenger
pietervissen - trachinidae
piëtisterij - femelarij
pietlut krent, krentenweger
pietluttigheid - angstvalligheid, kleingeestigheid, kleinzieligheid, krenterigheid, scrupulositeit
pietsie - iets, priegeltje, snufje
pietsje beetje, kleinigheid
pieus - godvruchtig, vroom
piezel - beetje
pigment - kleurstof
pigmentgezwel - melanoom
pigmentloze - albino, witteling
pij - habijt, monnikskleedopperkleed, overkleed
pijjekker wambuis, zeemansjas
pijl - flits, schicht, wegwijzer
pijldraak - draakvis
pijler - drager, kolom, (steun)pilaar, stut, zuil
pijlkruid - sagittaria
pijlschans - flêche
pijlsteen - belemniet
pijlwichelarij - belomantie
pijlwortel - arrownoot
pijn droefheid, leed(wezen), lijden, smart, verdriet, wee, zeer, zielensmart
pijn achteraf - napijn
pijn doen - bezeren
pijn hebben - lijden
pijn in de beenderen - astealgie
pijn in de gewrichten - jicht, omalgie, reumatiek
pijn in de hartstreek - angina pectoris, hartbeklemming, stenocardie
pijn in de heup - heupjicht, ischias
pijn in de lendenspieren - spit
pijn in de lever - hepatalgie, hepatitis
pijn in de milt - splenalgie
pijn in de schouderstreek - omalgie
pijn in een gewricht - jicht, onalgie
pijn in het heupgewricht - coxalgie, coxodyni
pijnappel - denappel
pijnappelklier - epifyse, hypofyse
pijnbank folterbank, tortuur
pijnbankje fattul
pijnboom - ceder, cipres, den, lariks, lork, mast, spar
pijnen kwellen, persen
pijngevoeligheid - algesie
pijnigen - folteren, grieven, kastijden, kwellen, kwetsen, martelen, mishandelen, tormenteren, steken, teisteren, verwonden-
pijniger - folteraar, kweller
pijniging - kwelling, marteling, tortuur
pijnlijk gevoelig, hachelijk, lastig, moeilijk, netelig, nijpend, onaangenaam, penibel, schrijnend, smartelijk
pijnlijk aangedaan gegriefd, gekwetst
pijnlijk drukken knellen
pijnlijk en scherp - stekend
pijnlijk gevolg - nawee
pijnlijk ongemak hoofdpijn, kiespijn, spit
pijnlijk voorval - scène
pijnlijke gewaarwording scheut
pijn of kommer - leed
pijn ondervinden - lijden
pijnlijke samentrekking - kramp, spasme, stuip
pijnlijke zwelling - bof, buil, bult
pijnstillend - kalmerend, pijnbedarend, pijnverzachtend, sedatief
pijnstillend middel analgeticum, aspirine, calmans, fenacetine, morfine, opium, palliatiefsaridon, sedatief
pijn, verdwenen - analgesie
pijp - ader, buis, cilinder, fluit, koker, leiding, orgelpijp, riool, roer, schacht, tuit,
pijp om vuur aan te blazen - balg, blaas
pijp uit Zuid-Holland - gouwenaar
pijp van een ketel - tuit
pijpen fluiten
pijpengaal kruiwagen
pijpenla - slurf
pijpenwroeter kloker, pijpuithaler
pijper - fluitspeler
pijphout - bruyère
pijpje buisje
pijpje kinabast snitsel
pijpkan - nun
pijp om vuur aan te blazen - blaasbalg
pijpsoort - doorroker, bruyère, gouwenaar
pijptabak - mixture
pijpuithaler pijpenpeuter
pijpverbinding koppel, mof, nippel
pijpzwart - roet
pijpzweer fistel
pijzel - graanzolder
pik deukje, droefheid, haat, houweel, steek, verdriet, wrok,
pikant - bits, gekruid, gepeperd, gewaagd, hartig, jaloers, prikkelend, scherp, schuin, vinnig
pikante dans - striptease
pikante saus - ketchup, Worcester
pikante saus bij nasi - soja
pikbroek - matroos, zeeman
pikdonker aardedonker, stikdonker
pikeren - boeien, doornaaien, krenken, prikkelen, steken, stikken
piket brandwacht, paaltje
pikeur - paardenafrichter, rijmeester, Jockey,vrouwenjager
pikhouweel - bikkl, hak, pik
pikkel been, stip(pel)
pikkelen hinken
pikken afjatten, gappen, kapen, ontvreemdenpakken, roven, stelen, toeeigenen, wegkapen, wegnemen, wegpakken
pikker rover, steler, zakkenroller
pikketanisje - afzakkertje
pikrinezuur, zout van pikraat
pikzwart - gitzwart
pil - dragee
pilaar - kolom, paal, penant, pijler, pilaster, stijl, stut, zuil
pilaar in de gedaante van een man - atlant
pilaar in de vorm van een vrouw - kariatide
pilaarbijter - schijnheilige
pilaarheilige - styliet
pilaarhoofd - kapiteel
pilaartafeltje console
pilaster kolom, pilaar, zuil
pilatusvisje - pitvis
pileermachine - wrijfwals
pillendraaier - apotheker. scarabaeus
pillenzaad, tot- bewerken - pilleren
piloot - aviateur, luchtvaarder, vliegenier, vlieger
pilvarenachtigen marsileaceën
piment - jamaicapeper
pimpelaar - drinker, drinkebroer, zuiplap
pimpelmees - blauwmees
pimpernel - bevernel, guichelheil
pimpernelroos - duinroos
pimpernoot - pistache
pimpernootachtigen - stapgyleaceeën
pin - bout, drevel, keg, klamp, nagel, pen, prang, punt, spie, spijker, staaf, stift,
pinacee -
3 pijn
4 arve, lork, mast, spar
5 abies, ceder, larix, picea, pins, tsuga,
6 cedrus
7 bergpijn, douglas
8 kamerden
9 zilverden
pinakel - fiaal, siertorentje
pinang - areka(palm), betel
pince-nez - knijpbril, lorgnet
pincet - tangetje
pinda - aardnoot, apenoot (je). olienoot (je)
pinegel stekelvarken
pingel strafschop
pingelaar beknibbelaar, dribbelaar
pingelen afdingen, dribbelen, marchanderen
pingping duiten, geld
pingpong - tafeltennis
pinguins spfenisci
pink bokje, oogwenk
pinkelen - flonkeren, tintelen, turen, schitteren, twinkelen
pinken flikkeren, knipperen
pinkers - oogharen, wimpers
pinkops - katoenafval, poetskatoen
Pinksteren - sinxen
pinksteranjelier - grasanjer
pinksterbloem - veldkers
pinkstergebruik - kallenmooi
pinksterlummel - luilak
pinksternakel - pastinaak
pinksterroos pioen
pinnetje staafje
pinnig bazig, fel, haaiig, schriel, zuinig
pinnig of stekelig venijnig
pinot - wijnstok
pint - beker, bierglas, glas, kan, kelk, kom, kroes, nap, pul
pinten drinken
pinter - drinker
pioenroos paeonia, pinksterroos
pion - schaakstuk
pionier - baanbreker, schansgraver, voortrekker
pionieroos pioen
pios pikhouweel
piot - hoofdluis
pippeling goudappel
pipet - zuigbuisje
pips - betrokken, bleek, bleu, flets, lusteloos, mat, onwel, wit(jes), ziekelijk
piraat - bandiet, boekanier, kaper, misdadiger, zee(rover), zeeschuimer
piraatje - sigaret
piraidale spits van een pinakel kapel
piramide - grafmonument
piramide, kleine - piramidion
piranha - serrasalmo
piratenzender - etherpiraat
piraterij - zeeroverij
pisafdrijvend - diuretisch
pisang bacove, banaan
pisangteelt - bacovencoltuur
pisbuis - urethra
pisbak - urinoir
pisces - vissen
pissebed - isopodum, keldermot, roesje
pissen - urineren, wateren
pissoir - urinoir
pistache - pimpernoot, knalbonbon
piste - arena, baan, circuit, hippodroom, menage, parcours, racebaan, renbaan, skibaan, wielerbaan
pistolet tekenmal
piston knalpatroon, ventiel
pistool - Browning, Luger. F.N.
pistool blaffer, browning, revolver
pistool van Volta - knalgaspistool
pistoolfoedraal - holster
pit binnenste, energie esprit, fut, gasbrander, geest, geestkracht, humor, kern, kiem, korrel, kracht, kuiltje, merg, spirit, vlammetje, zaadkorreltje
pit van appelen en steenvruchten - keest
pit van groter vruchten steen
pit van lamp kous
pitoor roerdomp, wouwaapje
pitriet - rotanstengel
pits nijp, kneep
pitsen prikken
pitstang - nijptang
pitte - agave, aloë, pita
pitten dutten, inkuilen, maften, meuren, putten, slapen
pittig - aantrekkelijk, aardig, energiek, geestig, flink, kernachtig, krachtig, lief, sententieus, snedig
pittig en geurig - kruidig
pittoresk schilderachtig
pit van een lamp kous, wiek
piu allegro - sneller
piu forte - krachtiger, sterker
piu moto - opgewekter, vlugger
piu stretto - haastiger, korter, sneller
plaag bezoeking, gesel, hinder,kastijding, kwelling, last, onheil, overlast, pest(kop), ramp, straf, ziekte
plaag der mensheid oorlog, ziekte
plaaggeest - demon, duivel, jenner, judas, kwelgeest, kwelduivel pestkop, sar, treiter(aar)
plaagziek ontdeugend, sarrig
plaan - strijkbout
plaat blad, ets, gravure, ondiepte, prent, zee
plaat in een boek of tijdschrift illustratie
plaat in steendruk litho, steengravure
plaat van een handpers degel
plaat van vezelstof hardboard
plaatje afdruk, dia, foto, prentje
plaatje aan een tamboerijn - rinkel
plaatje aan vissenhuid schub
plaatje metaal lamel (le)
plaatje schieten fotograferen, kieken
plaatjesverhaal beeldroman, strip
plaatjeszwam amaniet
plaatkieuwigen - schelpdieren
plaatletterdruk stereotypie
plaats buurtschap, gebied, gehucht, gemeente, dorp, oord, plein, plek, positie, ruimte, stad, ste(d)e,streek, vlek
plaats aan de Aa (N.Br.) Berlicum Dinther, Donk, Erp, Heeswijk, Someren, Veghel
plaats aan de Adriatische Zee Ancona, Bari, Brindisi, Dubrovnik, Durrès.Toronto, Rimini, Split, Triest, Venetië
plaats aan de afgedamde Maas - Aalburg, Andel, Speijk, Veen
plaats aan de Amazone Manaus, Marajo Obidos, Tabatinga
plaats aan de Amer Geertruidenberg, Raamsdonkveer
plaats aan de Amoer Aigoen, Bikin, Chabarowsk, Nachoda
plaats aan de Arabische Zee Alappi Bombay, Calicut, Karachi, Mangaluru, Murbal, Surat
plaats aan de Arno Florence, Pisa
plaats aan de Brahmaputra Dacca, Sadiyna
plaats aan de Cumberland Nashville
plaats aan de Dedemsvaart Ane, Balkbrug, Dedemsvaart, .Den Hulst, Hasselt
plaats aan de Dnjepr - Chersen, Dnjepropetrowsk, Kiev, Krementsjoeg
plaats aan de Dnjestr - Mogilef, Odessa
plaats aan de Don Rostow
plaats aan de Donau - Bazias, Belgrado, Boedapest, Braila, Bratislawa, Calafat, Cernavado, Corabia, Esztergom, Galatsi, Giargla, Ismall, Gioergioe, Krems, Linz, Lom, Negotin, Orsjova, Passau, Prachowo, Regensburg, Roesse, Silistra, Tjerdavoda, Ulm, Wenen, Widin
plaats aan de Donetz Bjelgorod, Charkof, Kramatorsk, Loegansk
plaats aan de Douro - Aranda, Lamego, Porto, Sera, Zamore
plaats aan de Dwina - Archangelsk, Kotlas
plaats aan de Ebro - Caspe, Logrono, Tortosa, Tudea, Zaragoza
plaats aan de Elbe Decin, Dresden, Hamburg, Lodemenca, Magdeburg, Praag, Wittenberge, Wittenberg
plaats aan de Eufraat - Hille, Hit, Nasiria
plaats aan de Ganges - Benares, Kanpur
plaats aan de Garonne Agen, Bordeaux, Marmande, Toulouse
plaats aan de Giuba Chisimajo
plaats aan de Guandalquivir Cordoba, La Palma, Montoro, Palos, Sevilla
plaats aan de Hoangho Paotou, Tsinam
plaats aan de Hollandse IJssel - Capelle, Gouda, Gouderak, Haastrecht, Hekendorp, Krimpen, Montfoort, Nieuwerkerk, Ouderkerk, Oudewater, Snelrewaard, IJsselstein, Willeskop
plaats aan de Hogeveensevaart - Hoogeveen, Meppel, Nieuweroord, Zwinderen
plaats aan de Hudson Albany
plaats aan de IJssel Brummen, Deventer, Dieren, Doesburg, Giesbeek, Kampen, Olst, Spoolde, Voorst, Wijhe, Windeshelm, IJsselmuiden, Wijhe, Zutphen
plaats aan de Indus - Karachi, Sukkur
plaats aan de Inn - Innsbruck, Kufstein, Landeck
plaats aan de Jangtsekiang - Nanking, Sjasi, Wan, Woehan
plaats aan de Jenissel - Doedinka, Krasnojarsk
plaats aan de Kaspische Zee Bakoe
plaats aan de Lek - Ameide, Ammerstol, Krimpen, Lekkerkerk, Vianen, Vreeswijk
plaats aan de Lena Sangar, Jakoetsk
plaats aan de Limpopo Guija
plaats aan de Loire - Angers, Blois, Nantes, Orlèans, Tours,
plaats aan de Maas Eisden, Grave, Luik, Maasbracht, Maastricht, Mook, Ravenstein, Roermond, Sedan, Stevensweert, Tegelen, Venlo, Verdun
plaats aan de Mackenzie Wrigley
plaats aan de Magdalena - Barranquilla, Neiva
plaats aan de Main - Frankfort, Würtzburg
plaats aan de Marne Nesle
plaats aan de Middellandse Zee - Alexandrië, Algiers, Alicante, Almeria, Ancona, Antibes, Barcelona, Beiroet, Benghazi, Bizerte, Bone Brindisi, Cannes, Cartagena, Catania, Ceuta Dubrovnik, Durrès, Genua, Gaeta, Haïfa, Livorno, Malaga, Marseille, Messina, Monaco, Napels, Nice, Oran, Orbetello, Ostila, Palermo, Port Saïd, Savona, Salerno, Siracusa, Split, Rimini, Tobroek, Toronto, Toulon, Trapani, Triest, Tripoli, Tripoli (Af.), Tunis, Valencia, Venetië
plaats aan de Missouri Omaha
plaats aan de Moezel Metz, Thionville, Trier
plaats aan de Moldau Praag.
plaats aan de Murray Bourke, Darling, Wentworth
plaats aan de Niers Goch
plaats aan de Niger Bamako, Niamey, Tombouctou
plaats aan de Nijl Assoean, Berber, Kairo, Khartoem Kodok
plaats aan de NJemen Kaunas, Sowjetsk
plaats aan de Noordzee Aberdeen, Bergen Berwick, Cuxhaven, Dover, Bremerhaven, Duinkerken, Dundee, Emden, Esbjerg, Folkestone, Grimsby, Harwich, Huil, Katwijk, Lowestoft, Margate, Noordwijk, Ostende, Ramsgate, Scarborough, Scheveningen, Stavanger, Sunderland, Wilhelmshafen, IJmuiden, Zandvoort
plaats aan de Ob Barnaul, Narym, Nowosibirsk
plaats aan de Oder - Frankfurt, Stettin, Wroclaw
plaats aan de Oeral - Goerjew, Oeralsk
plaats aan de Ohio - Pittsburgh
plaats aan de Oostzee Gävle, Gdansk, Gdynia, Haparanda, Härnösand, Helsinki, Kalingrad, Karlskrona, Kiel, Leningrad, Lulea, Malmö, Memel, Riga, Stockholm, Sundsvall, Talin, Turku, Umea, Vaasa, Wiborg
plaats aan de Oranjerivier Hopetown, Upingtown
plaats aan de Orinoco Tucupita
plaats aan de Paraguay Asuncion
plaats aan de Parana Posadas
plaats aan de Po Cremona, Piacenza, Turijn
plaats aan de Rhône Arles, Avignon, Genève, Lausanne, Lyon, Martigny, Orange, Valence, Vienne
plaats aan de Rijn - Arnhem, Bazel, Bingen, Bonn, Bregenz, Chur, Duisburg, Dusseldorf, Emmerik,Keulen, Koblenz, Lobith, Ludwigshaven, Mainz, Mannheim, Martigny, Oosterbeek, Rhenen, Schaffhausen, Straatsburg, Wageningen
plaats aan de Rode Zee Aden, Djeddah, Suez
plaats aan de Rovuma - Mtwara
plaats aan de Seine - Corbeil, Melun, Parijs, Rouen
plaats aan de Senegal Bakel, Kaédi, Kayes
plaats aan de Stille Oceaan - Seattle
plaats aan de Syr Darja - Nowokazalinsk, Tasjkent
plaats aan de Taag - Abrantes, Toledo
plaats aan de Theems Eton, Londen, Oxford, Reading
plaats aan de Theiss Szeged, Szolnok, Tokaj
plaats aan de Tigris Amara, Bagdad, Mosoel
plaats aan de Uruguay - Concordia, Salto
plaats aan de Vecht Ane, Breukelen, Dalfsen, Gramsbergen, Hardenberg, Loenen, Maarsen, Muiden, Nigtevecht, Ommen, Utrecht, Weesp
plaats aan de Weichsel Krakow, Tezew, Torun, Warschau
plaats aan de Wezer Bremen, Minden, Nienburg, Verden
plaats aan de Wolga Astrakan, Engels, Gorki, Kazan, Koejbisjew, Saratow, Wolgograd
plaats aan de Zambezi Sena, Tete, Zumbo
plaats aan de Zwarte Zee Batoemi, Odessa, Poti, Sebastopol
plaats aan het AmsterdamRijnkanaal Amsterdam, Maarsen, Tiel, Utrecht
plaats aan het ApeldoornDierenskanaal Apeldoorn, Dieren, Eerbeek, Soeren
plaats aan het Gardameer Riva
plaats aan het IJsselmeer Andijk, Den Oever, Elburg, Enkhuizen, Harderwijk, Harlingen, Hindelopen, Hoorn, Huizen, Lelystad, Lemmer, Makkum, Marken, Medemblik, Monnikendam, Muiden, Muiderberg, Spakenburg, Stavoren, Urk, Volendam, Warder
plaats aan het Julianakanaal - Bunde, Elsloo, Maasbracht, Maastricht, Stein, Wessem
plaats aan het Markermeer - LelystadMarken, Volendam, Warder
plaats aan het Twentekanaal Almelo, Ampsen, Enschede, Hengelo, Lochem, Weldam, Zutphen
plaats aan het Wilhelminakanaal - Dongen, Breugel, Lieshout, Oirschot, Oosterhout, Son, Tilburg
plaats bekend door glasblazerijen - Leerdam
plaats bekend door plassen - De Kaag, Loosdrecht, Reeuwijk, Sneek, Vinkeveen
plaats bekend door slag van Napoleon Arcole, Asperen, Austerlitz, Jena, Ulm, Wagram, Waterloo
plaats bepalen lokaliseren, oriënteren
plaats bepaling - locatie
plaatsbewijs - kaartje
plaats beroemd om zeeslag in de Middenlandse zee Lepanto
plaats bekend om zijn paardenrennen in Engeland - Ascot, Derby, Epsom,
plaatsbeschrijving - topografie
plaats bij Alkmaar Heiloo, Oudorp
plaats bij Amsterdam Amstelveen, Diemen
plaats bij Arnhem Elten
plaats bij Breda Chaam, Etten, Leur
plaats bij Bussum Naarden
plaats bij Delft Delfgaauw
plaats bij Den Haag Loosduinen, Rijswijk, Voorburg
plaats bij Gorkum Arkel
plaats bij Gramsbergen Ane
plaats bij Haarlem Heemstede, Aerdenhout, Bloemendaal, Overveen, Spaarndam
plaats bij Hilversum 'sGraveland, Laren
plaats bij Horst America
plaats bij Jeruzalem Bethlehem
plaats bij Lausanne Ouchy
plaats bij Leiden Leiderdorp, Oegstgeest, Rijnsburg
plaats bij Lissat - Estoril
plaats bij Los Angeles Pasadena
plaats bij Marum - Nuis
plaats bij Nijmegen Beek, Groesbeek, Lent
plaats bij Parijs Sevres, St. Germain, St. Denis, Versailles,
plaats bij Rome Ostia
plaats bij Rotterdam - Barendrecht, Capelle, Hoogvliet, Kethel, Rhoon, Schiedam
plaats bij Soestdijk Baarn
plaats bij Triëst Udine
plaats bij Utrecht Bilthoven, Bunnik, Jutphaas, Vechten, Vleuten, Zeist, Zuylen,
plaats bij Venlo Tegelen
plaats bij Wageningen - Ede
plaats bij Zwolle Hattem, Ottersum, Westenholte
plaats boven handgewricht pols
plaats bij de monding van de Rhône Arles
plaats bij de Ned.Duitse grens - Aalten, Bellingwolde, Denekamp, Elten, Groesbeek, Vaals, Vlodrop
plaatselijk - lokaal
plaatselijk heersende ziekte endemie
plaatselijke taal dialect
plaatselijke wedstrijd derby
plaatselijke zwelling bobbel, buil, bult, gezwel, puist, kukkel, zweer
plaats en regentschap op Java - Tegal
plaats in Afghanistan Herat, Kaboel, Kabul, Kandahar
plaats in Afrika Algiers, Caïro, Dakar, Durban, Fairbanks, Fes, Kaapstad, Lagos, Oran, Pretoria, Tanger
plaats in Alaska Anchorage, Barrow, Circle, College, Cordova, Douglas, Fairbanks, Juneau, Nome, Seward, Tanana, Teller, Valdez
plaats in Albanië
3 Lin
4 Fier, Klos, Lesh
5 Berat, Dukat, Fier, Klos, Korce, Krajë, Kruje, Kukes, Vlonë,
Vorre
6 Burrel, Dukat, Durrës, Kavaje, Korcë, Permet, Tirana
7 Elbasan, Shkoder, Sarande
8 Konispol, Tepelene,
9 Progradec
11 Gjinokaster,
plaats in Algerije Adrar, Algiers, Annaba, Batna, Béchar, Bidon, Bone, Biskra, Constantine, Djanet, Djelfa, Edjeleh, Ghardaia, Igli, Konstantina, Oran, Reggane, Saida, Skikda, Tamanrasset, Timimoun, T
indouf, Tlemcen, Touggourt
plaats in Amerika
4 Elko, Enid, Erie, Gary, Lima, Reno, Rome, Waco
5 Akron, Alton, Boise, Butte, Dover, Gargo, Flint, Logan,
Macon, Miami, Minot, Ogden, Omaha, Provo, Salem, Tampa,
Tulsa, Utica
6 Albany, Austin, Bangor, Biloxi, Bisbee, Camden, Canton,
Casper, Boston, Dallas, Dayton, Denver, Duluth, Durham,
Elpaso, Eugene, Fresno, Helena, Joliet, Joplin, Laredo,
Lawton, Lorain, Mobile, Monroe, Nawark, Odessa, Oxnard,
PeoriaPierre, Pueblo, Racine, Salina, Tacoma, Temple,
Toledo, Topeka, Tucson, Winona
7 Abilene, Alamosa, Ashland, Astoria, Atlanta, Augusta,
Baycity, Boulder, Bristol, Buffalo, Chicago, Concord,
Daytona, Decatur, Detroit, Dubuque, Durango, Emporia,
Everett, Gadsden, Greeley, Hibbing, Houston, Jackson,
Kenosha, Lajunta, Lansing, Lincoln, Lubbock, Madison,
Medford, Memphis, Meriden, Milford, Newport, Newyork,
Norfolk, Norwalk, Norwich, Oakland, Olympia, Orlando,
Ottumwa Paducah, Parsons, Phoenix, Raleigh, Reading,
Redbank, Roanoke, Roswell, Sanjose, Santafe, Seattle,
Saginaw, Shawnee, Shelton, Spokane,Trenton, Warwick,
Wichita, Winsted
8 Aberdeen,Amarillo, Anaconda, Appleton, Beaumont,
Berkeley, Billings, Bismarck, Carlsbad, Cheyenne, Columbia,
Columbus, Cranston, Danville, Escanaba, Freeport, Gilette,
Glendale, Goodland, Greenbay, Hannibal, Hartford, Lakeland,
Lasvegas, Lewiston, Meridian, Millburn, Missoula, Monterey,
Muskegon, Muskogee, Newhaven, Oakridge, Pasadena,
Paterson, Portland, PrescotRichland, Richmond, Rockford,
Rokport, Sandiego, Sarasota, Savannah, Scranton, Sheridan,
Stamford, Sterling, Stockton, Superior, Syracuse, Trinidad,
Waterloo, Wertserly
9 Allentown, Asheville, Baltimore, Belligham, Charlotte,
Cleveland, Covington, Davenport, Desmoines, Flagstaff,
Fortdodge, Fortmyers, Fortsmith, Fortwayne, Fortworth,
Frankfort, Galveston, Kalamazoo, Knoxville, Lascruces,
Lexington, Longbeach, Losalamos, Lynchburg, Manhattan,
Masoncity, Milescity, Milwaukee, Nashville, Palmbeach,
Pensacola, Pinebluff, Pocatello, Rapidcity, Richfield,
Ridgewood, Riverside, Rochester, Sandpoint, Sheboygan,
Sintlouis, Siouxcity, Southbend, Texarcana, Texarkana,
Twinfalls, Vicksburg, waterbury
10 Alexandria, Batonrouge, Birmingham, Bridgeport, Burlington,
Carsoncity, CharlestoneCincinati, Cumberland, Evansville,
GrandforksGreatfalls, Greensboro, Greenville, Hagerstown,
Harrisburg, HotspringsHuntington, Huntsville, Hutchinson,
Idahofalls, Jerseycity, Kansascity, Littlerock, Losangeles,
Louisville, Manchester, Middletown, Montgomery,
Montpelier, Morristown, Newbritain, Neworleans,
Panamacity, Pittsburgh, Plainfield, Portarthur, Providence,
Sacramento, Sanantonio, Shreveport, Siouxfalls, Terrehaute,
Torrington, Tuscaloosa, Wallawalla, Wilmington,
Youngstown
11 Albuquer, Bakerfield, Blytheville, Brownsville, Catonsville,
Cedarrapids, Chattanooga, Fortcollins, Gainesville,
Grandisland, Hattiesburg, Johnsoncity, Lakecharles,
Minneapolis, Northplatte, Parkersburg, Rocksprings,
Scottsbluff, Springfield, Tallahassee, Wallingford,
Westminster
12 Apalachicola, Arkans ascity, Atlanticcity, Fayetteville,
Independence, Indianapolis, Jacksonville, Niagarafalls,
Oklahomacity, Saltlakecity, Sanfrancisco, Santabarbara,
Wichitafalls
plaats in Anatolië Adana
plaats in Angola Benguela, Cuima, Dondo, Huambo, Kuito, Lobito, Luachimo, Luanda, Lubango, Luena, Malange, Matala, Namibe, Nzeto, Saurimo, Sumbe, Tombua, Uige
plaats in Arabië Aden, ArRiaad, Medina, Mekka
plaats in Argentinië Azaul, Azul, Buenosaires, Catamarca, Concordia, Cordoba, Corrientes, Deseado, Formosa, Jujuy, Laplata, Mendoza, Necochea, Olavarria, Parana, Rawson, Resistencia, Rosario, Salta, Sanjuan, Sanluis, Sarmiento, Tandil, Viedma
plaats in Armenië Jerevan, Kirowakan, Leniakan
plaats in Aruba Balashi, Druif, Noord, Oranjestad, Paradera, Savanet
plaats in Attica - Eleusis
plaats in Australië
4 Sale,
5 Bowen, Dalby, Derby, Dubbo, Eucla, Laura, Moree, Moura,
Perth, Weipa
6 Albany, Birdum, Bourke, Broome, Ceduna, Darwin, Onslow,
Penong, Sidney, Wiluna, Winton, Zeehan
7 Augusta, Bunbury, Croydon, Dampier, Dongara, Emerald,
Forrest, Geelong, Grafton, Leonora, Lismore, Menzies,
Mildura, Northam, Preston, Walgett
8 Adelaide, Armidale, Ballarat, Brisbane, Canberra, Clermont,
Cooktown, Forsayth, Kingston, Laverton, Narrogin, Portland,
Roeborne, Wallaroo
9 Busselton, Carnarvon, Fremantle, Geraldton, Gladstone,
Herberton, Katherina, Kununurra, Melbourne, Newcastle,
Nhulumbuy, Normanton, ToowoombaWentworth
10 Bairnsdale, Coolgardie, Kalgoorlie, Townsville, Wollongong
11 Rockhampton, Warrmambool
plaats in Azrbeidzjan Bakoe, Kirowabad, Sjeki, Sjemacha,
Soemgait, Stepanakert
plaats in Beieren Augsburg, Bamberg, Coburg, Forchheim, Frickenhausen, Karlstadt, Kelheim, München, Neurenberg, Nürnberg, Regensburg, Rothenburg, Steingaden,
plaats in België
2 As, Lo
3 Aat, Ans, Ath, Coo, Han, Mol, Spa
4 Amay, Asse, Baal, Boom, Bree, Doel, Donk, Dour,Geel,
Genk, Gent, Hoei, Lier, Lint, Luik, Meer, Mons, Niel, Nimy,
Olen, Paal, Perk, Reet, Vise, Zele
5 Aalst, Athus, Balen, Bevel, Bomal, Ciney, Damme, Dison,
Diest, Dison, Eeklo, Essen, Eupen, Gilly, Habay, Halen,
Halle,
Hamme, Heist, Heron, Ieper, Jumet, Kallo, Komen, Lauwe,
Lillo, Menen, Namen, Nijvel, Olmen, Quevy, Retie, Rotem,
Ronse, Sugny, Temse, Theux, Thuin, Tielt, Ukkel, Wavre,
Wezet, Yvoir
6 Aarlen, Beerse, Bergen, Bilzen, Binche, Blaton, Boekel,
Brecht, Brugge, Brussel, Chenee, Chimay, Couvin, Deinze, Deurne, Dinant, Duffel, Durbuy, Eisden, Ekeren, Elsene,
Esneux, Hamont, Izegem, Knokke, Lessen, Leuven, Lommel,
Marche, Ninove, Ougree, Perwijs, Poppel, Staden, Tienen,
Veurne, Virton, Wasmes, Wervik, Wolrijk, Wortel, Zinnik,
Zolder
7 Andenne, Ardooie, Antoing, Avennes, Berchem, Berlaar,
Bertrix, Beveren, Bocholt, Bredene, Brussel, Comines,
DePanne, Doornik, Edingen, Evergem, Essimay, Fleutus,
Gedinne, Halenzy, Hannuit, Hasselt, Hechtel, Herstal,
Heusden, Hoboken, Jemeppe, Kinrooi, Kontich, Kortrijk,
Lanaken,Laroche, Lebbeke, Limburg, Lokeren, Maaseik,
Malmedy, Marchin, Meeuwen, Merksem, Mortsel, Oedelem,
Petegem, Quenast, Schoten, Seraing, Torhout, Tremelo,
Waregem, Waterlo, Wijnegem, Zelzate
8 Aarschot, Arendonk, Assenede, Aywaille, Auvelais, Bastogne,
Beaumont, Bembloux, Beringen, Borgloon, Borgworm,
Bouillon, Bressoux, Bullange, Chatelet, Chievres, Floreffe,
Gembloux, Hoelaart, Jemappes, Kapellen, Kessel-Lo,
Klabbeek, Ledeberg, Lessines, Loenhout, Maldegem,
Marbehan, Mechelen, Merchtem, Messancy, Moresnet,
Neerpelt, Nivelles, Oostende, Overijsse, Overpelt, Paliseul,
Peruweiz, Stavelot, Tervuren, Tongeren, Turnhout, Verviers,
Vielsalm, Walcourt, Waterlo, Westerlo, Wevelgem,
Zaventem, Zomergem, Zonhoven, Zottegem, Zwevegem
9 Antwerpen, Beauraing, Charleroi, Florennes, Harelbeke,
Herentals, Kalmthout, Karlstadt, Libramont, Merelbeke,
Pepinster, Rochefor, Vilvoorde, Zandvliet, Zeebrugge
10 Anderlecht, Bastenaken, Geldenaken, Herbeumont,
Houffalize, Nieuwpoort, Oudenaarde, Passendale,
Rupelmonde, Willebroek, Zwijndrecht
11 Dendermonde, Eigenbrakel, Florenville, Mariembourg,
Neufchateau, Remouchamps, Tessenderlo
12 Leopoldsbrug, Maasmechelen
plaats in Bengalen Barisal, Calcutta, Dacca, Madras, Rangoon
plaats in Bhutan Punakha
plaats in Birma Bassein, Bhamo, Henzada, Katha, Mandalay, Mogok, Prome, Myingyan, Rangoon, Pegu,
plaats in Boeotië Thebe
plaats in Bolivia - Cochabamba, La Paz, Oruro, Potosi, Riberalta, Santacruz, Sucre, Tarija, Trinidad, Uwun
Plaats in Bosnië-Herzegovina Banjaluka, Bihac, Gorazde, Mostar, Sarajevo, Srebrenica, Tuzla, Zvornik,
plaats in Botswana Francistown, Gaborone, Lobatse, Mafeking, Maum, Molepolole, Serowe
plaats in Brazilië Aracaju, Bahiea, Belem, Blumenau, Branganza, Brasilia, Campinas, Campos, Caratinga, Caravelas, Ceara, Cuiaba, Curitiba, Dourados, Forteleza, Ilhus, Lajes, Londrina, Macape, Maceio, Manaus, Maringa, Natel, Olinda, Para, Pelotas, Pernambuco, Petropolis, QuixadaRecife, Rio, Salvador, Santarem, Santos, Vitoria
plaats in Bulgarije - Asenowgrad, Boergas, Burgas, Haskovo, Jambol, Krdzjali, Lom, Lovec, Lovetsj, Nesebar, Pernik, Pleiten, Pleven, Plovdiv, Razgrad, Sofia, Sumen, Tolbuhin, Varna, Vidin, VracaVratsa
plaats in Burundi Uujumbura
plaats in Cambodja Battambang, Kampot, PhnomPenh
plaats in Canada Calgary, Churchil, Cuppermene, Dawson, Edmonton, Halifax, Hamilton, Inuvik, Labrador, Montreal, Moosonee, Ottawa, Quebec, Regina, Saskatoon, Toronto, Vancouver, Victoria, Whitehorse, Windsor, Winnipeg, Yellowknife
plaats in Chili Antofagasta, Arita, Calama, Caldera, Chillan, Clarencia, Concepcion, Corral, Lota, Osorno, Rancagua, Santiago, Talca, Talcahuano, Taltal, Temuco, Tocopilla, Valdivia,Valparaiso
plaats in China Ansham, Boatou, Canton, Changchun, Chengdu, Fushun, Fushou, Haikou, Hanghou, Harbin, Hohhot, Honkong, Jilin, Jinan, Kanton, Kunming, Lanzhou, Lhasa, Liuzhou, Luda, Macau, Moetantjiang, Nanchang, Nanjing, Nanking, Nanning, Peking, Tianjing, Tientsin, Sjanghai, Suzhou, Tangshan, Tsjingtao, Xining, Yinchuan, Woehan, Wuhan,
plaats in Colombia Barranquilla, Bogota, Bucaramanga, Buenaventura, Barranquilla, Cali, Cartagena, Cucuta, Ibague, Manizales, Medellin, Monteria, Neiva, Pasto, Popayon, Santamarta, Tumaco
plaats in Denemarken - Aarhus, Alborg, Arhus, Esbjerg, Fredericia, Grena, Hanstholm, Helsingör, Hobro, Holstebro, Horsens, Koge, Kolding, Kopenhagen, Korsör, Lemvig, Naestved, Nyborg, Nykobing, 0dense, Randers, Ribe, Ringkobing, Roskilde, Skagen, Skive, Svendborg, Tonder, Vejle, Viborg,
plaats in Drente
3 Ane, Een, Ees, Elp, Erm, Yde,
4 Anlo, Eext, Elim, Gees, Lhee, Loon, Norg
5 Anloo, Annen, Ansen, Assen, Bunne, Dalen, Eelde, Emmen,
Erica, Exloo, Peelo, Peize, Pesse, Roden, Rolde, Sleen, Spier,
Vries, Wapse
6 Aalden, Balloo, Beilen, Buinen, Borger, Diever, Echten,
Gieten, Grollo, Meppel, Nietap, Odoorn, Oranje, Ruinen,
Smilde, Taarlo, Velthe, Wijster, Zeegse
7 Anderen, Drouwen, Ekehaar, Grollo, Havelte, Langelo,
Nijeveen, Orvelte, Uffelte,Vledder, Wachtum, Zweeloo
8 Alteveer, Donderen, Eursinge, Gasselte, Gasteren, Koekange,
Leggelo, Mantinge, Midlaren, Tinaarlo, Westdorp, Wittelte
9 Bronneger, Bruntinge, Coevorden, Dwingeloo, Hoogeveen,
Hooghalen, Laaghalen, Roswinkel, Schipborg, Schoonloo,
Veeningen, Werdinge, Zuidbarge, Zuidlaren, Zuidwolde,
Zwiggelte, Zwinderen
10 Buinerveen, Dieverbrug, Eexterveeen, Gieterveen,
Nieuwlande, Noordsleen, Oranjedorp, Roderwopde,
Ruinerwold, Schoonoord, Tiendeveen, Veenhuizen,
Wapserveen, Westerbork, Zwartemeer
11 Collendoorn, Eelderwolde, Fluitenberg, Klazinaveen,
Nieuweroord, Oosterbroek, Paterswolde, Schoonebeek,
Westervelde
12 Havetterbrug, Hoogersmilde, Kloosterveen, Odoornerveen
plaats in Duitsland
3 Ems, Ulm
4 Aken, Bonn, Gera, Jena, Kiel, Lahr, Leer, Lohr, Prum
5 Duren, Emden, Essen, Fulda, Furth, Hagen, Halle, Heide,
Kleve, Mainz, Mayen, Peine, Regen, Diesa, Soest, Stade,
Trier, Varel, Wesel, Worms
6 Aurich, Bochum, Bremen, Coburg, Dessau, Erfurt, Greven,
Gronau, Kassel, Keulen, Lingen, Lubeck, Pankow, Passau,
Rostok, Siegen, Weimar, Wismar, Witten
7 Bocholt, Bottrop, Dresden, Emmerik, Hamburg, Koblenz,
Krefeld, Leipzig, Munchen, Munster, Postdam, Rostock
8 Augsburg, Cuxhaven, Dortmund, Duisburg, Freiburg,
Hannover, Luneburg, Mannheim, Nordhorn, Solingen,
Wurzburg
9 Bieleveld, Frankfort, Heilbronn, Karlsruhe, Offenbach,
Oldenburg, Osnabruck, Rudesheim, Stuttgart, Wiesbaden,
Wolfsburg, Wuppertal
10 Dillenburg, Dusseldorf, Heidelberg, Hildesheim,
Leverkussen, Neurenberg, Oberhausen, Regensburg,
Salzgitter, Travemunde, Wittenberg
11 Bremerhaven, Maagdenburg, Saarbrucken
12 Ludwigshafen, Wolfenbuttel
plaats in Duitsland aan de Donau - Ulm
plaats in Duitsland aan de Elbe - Dresden, Hamburg, Kuxhaven, Maagdenburg
plaats in Duitsland aan de Rijn - Bacharach, Bingen, Bonn, Duisburb, Düsseldorfmmerik, Keulen, Konlenz, Mainz, Mannheim, Wezel, Worms,
plaats in Ecuador Ambato, Arnbato, Cuenca, Esmeraldes, Guayaquil, Loja, Machala, Portoviejo, Quito, Riobamba
plaats in een rij - nummer, numero
plaats in Egypte Alexandrië, Aswan, Assoean, Asyut, Bahariya, Belbes, Belkas, Benha, Caïro, Charga, Dachla, Damiette, Desoeg, Farafra, Gizeh Idfina, 1smailia, Isna, Luksor, Mansoera, Sjwa, Siwa, Suez, Tanta, Zifta
Plaats in El Salvador Launion, Ajacutla, Santaana, Sansalvador
plaats in Engeland
3 Ely
4 Bath, Eton, Hove, Hull, York
5 Cowes, Crewe, Derby, Dover, Epson, Fowey, Goole, Leeds,
Luton, Neath, Poole, Selby, Truro
6 Bolton, Boston, Dudley, Durham, Exeter, Kendal, Londen,
Oxford, Torbay
7 Bedford, Belfast, Bristol, Cardiff, Chattam, Chester, Grimsby,
Halifax, Harwich, Ipswich, Lincoln, Margate,Newport,
Norwich, Preston, Reading, Rhondda, Swansea, Swindon,
Telford, Walsall, Windsor
8 Basildon, Bradford, Brighton, Coventry, Grantham, Hastings,
Hereford, Pembroke, Penzance, Plymouth, Solihull, Stratford,
Thurrock
9 Blackpool, Cambridge, Gateshead, Greenwich, Lancaster,
Leicester, Liverpool, Mansfield, Newcastle, Rotherham,
Salisbury, Sheerness, Sheffield, Stockport, Woceester
10 Barnstaple, Birkenhead, Birmingham, Bornemouth,
Cantenbury, Cheltenham, Colchester, Darlington, Folkestone,
Manchester, Nottingham, Portsmouth, Sunderland, Warrington
11 Northamton, Southampton
12 Chesterfield, Huddersfield
plaats in Epirus - Dodona
plaats in Engeland, bekend door paardenrennen Ascot,
Derby, Epsom.
plaats in Eritrea Akordat, Alghena, Asmara, Keren, Massawa, Teseney
plaats in Estland Paldiski, Pjarnoe, Rakwere, Talinn,Tartoe, Walga
plaats in Ethiopië Addisabeba, Aksum, Ankobar, Asmara, Assab, Dessie, Dilla, Gambela, Giniz, Gondar, Gore, Harar, Jimma, Kassala, Keren, Makalla, Massawa, Massoea, Negelli
plaats in Filipijnen Aparri, Bacolod, Baguio, Basilan, Batangas, Butuan, Cagayan, Calbayog, Cebu, Cotabato, Dagupan, Davao, Iloilo, Laoag, Legaspi, Lucena, Manila, Surigao,Tarlac, Zamboanga
plaats in Finland Abo, Emomtekio, Espoo, Forssa, Hamina, Hanko, Helsinki, Imatra, Inari, Ivalo, Joensuu, Kajaani, Karsamaki, Kasko, Kelloselka, Kemi, Kemijarvi, Kokola, Kolari, Kouvola, Kuopia, Lieksa, Mikkeli, Muonio, Nurmes, Oulu, Pierarsaari, Pori, Porkkala, Porvoo, Raahe, Rauma, Rovaniemi, Salo, Savonlinna, Seinajoki, Sodankyla, Taivalkoski, Tornio, Turku, Vaasa,
plaats in Flevoland Almeren, Bant, Creil, Dronten, Emmeloord, Ens, Espel, Lelystad, Nagele, Rutten, Urk, Zeewolde,
plaats in Frankrijk
3 Dax, Gap, Pau
4 Agde, Agen, Albi, Caen, Dijon, Dole, Laon, Lens, Lyon,
Metz, Nice, Sens, Sète
5 Arles, Arras, Blois, Brest, Digne, Douai, Lille, Macon,
Mende, Nimes, Niort, Parijs, Reims, Rijssel, Rodez, Rouen,
Sedan, Tours, Tulle
6 Amiens, Angers, Cahorst, Calais, Cannes, Chalon, Dieppe,
Elbeuf, Epinal, Menton, Nantes, Nevers, Rennes, Roanne,
Saumur, Tarbes, Toulon, Troyes, Verdun, Vienne
7 Antibes, Auxerre, Avignon, Belford, Beziers, Bourges,
Châlons, Corbeil, Le Havre, Limoges, Lorient, Lourdes,
Moulins, Orléans, Roubaix, Valence
8 Bergerac, Becancon, Biarritz, Bordeaux, Chartres, Grenoble,
Libourne, Marmande, Mulhouse, Narbonne, Poitiers,
Tarascon, Toulouse
9 Angouleme, Marseille, Perpignan, Rochefort
10 Duinkerke, Versailles
11 Chateauroux, Mompeliers
13 Fontainebleau,
plaats in Friesland
3 Nes, Rijs
4 Arum, Balk, Boer, Heeg, Ijlst, Ried, Rien, Wier, Wons
5 Anjum, Baard, Beers, Boxum, Broek, Burum, Gaast, Garijp,
Grouw, Haule, Joure, Nijega, Peins, Piaam, Raard, Sneek,
Tijnje, Warga, Warnst
6 Akkrum, Bergum, Deinum, Dokkum, Echten, Elsloo, Hallum,
Idaard, Irnsum, Kollum, Koudum, Lemmer, Lollum, Makkum,
Marrum, Midlum, Oudega, Sloten, Stiens, Wierum, Winsum,
Wirdum, Workum, Zurich
7 Beetgum, Driesum, Dronrijp, Ferwerd, Hemelen, Holwerd,
Kubaard, Marssum, Oenkerk, Oostrum, Opeinde, Oudkerk,
Rauwerd, Sonnega , Tacozijl, Ureterp, Vinkega, Wartena,
Wolvega, Wommels
8 Berlicum, Birdaard, Bolzwart, Damwoude, Drachten,
Eesterga, Franeker, Gorredijk, Hommerts, Langweer,
Makkinga, Menaldum, Oldeboorn, Oudwoude, Roodkerk,
Stavoren,
Ternaard, Tietjerk, Wiewerd, Woudsend
9 Appelscha, Bakhuizen, Bakkeveen, Engwierum, Fochteloo,
Harlingen, Haulerwijk, Oldeboorn, OldehaskeOlterterp,
Oosterend, Sexbierum, Steggerda, Surhuizen, Terwispel,
Tjerkwerd, Tzummarum, Witmarsum
10 Akkerwoude, Buitenpost,Eernewoude, Haastrecht,
Hardegarijp, Heerenveen, IJsbrechtum, Langezwaag,
Leeuwarden, Munnekezijl, Noordwolde, Oostermeer,
Oranjewoud, Oudemirdum, Oudeschoot, Quatrebras,
Veenwouden
11 Allingawier, Boelenslaan, Donkerbroek, Hindeloopen,
Houtigehage, Murmerwoude, Oldeberkoop, Oosterwolde,
Oppenhuizen, Westergeest
12 Augustinusga, Echtenerbrug, Kollummerpomp, Lippenhuizen,
Nieuweschoot, Oostermahorn, Oosterwierum, Osingahuizen,
Poppingawier, Roordahuizen, Scherpenzeel, Schuilenburh,
Siegerswoude, Snakkerburen, Veenklooster
plaats in Gabon Lambarene, Libreville
plaats in Gambia Bathurst
plaats in Gelderland
3 Ede, Epe
4 Alem, Asch, Beek, Deil, Eekt, Elst, Emst, Epse, Ewijk, Holk,
Lent, Loil, Oene, Spijk, Tiel, Tuil, Ulft, Velp, Wehl, Wilp
5 Aalst, Aerdt, Almen, Beesd, Buren, Deest, Didam, Driel,
Eefde, Elden, Etten, Gendt, Halle, Hedel, Horst, Joppe, Laren,
Meddo, Neede, Ratum, Rumpt, Stroe, Teuge, Uddel, Varik,
Vuren, Wamel, Weurt, Wezep
6 Aalten, Alphen, Arnhem, Azewijn, Bemmel, Brakel, Dieren,
Drempt, Drumpt, Druten, Duiven, Elburg, Enspijt, Ermelo,
Grieth, Haarlo, Hattem, Heerde, Hernen, Heumen, Heurne,
Kilder, Kotten, Lobith, Lochem, Loenen, Malden, Maurik,
Nijkerk, Ochten, Opijnen, Putten, Rekken, Renkum, Ressen,
Rheden, Rijswijk, Rossum, Ruurlo, Tonsel, Tricht, Twello,
Voorst, Vorden, Wijchen, Zeddam, Zelhem, Zetten, Zoelen
7 Alverna, Andelst, Angeren, Angerlo, Barchem, Beltrum,
Borculo, Bruchem, Brummen, Dreumel, Echteld, Eerbeek,
Ellecom, Elspeet, Erichem, Gameren, Gietelo, Gorssel,
Groenlo, Haaften, Heelsum, Hellouw, Hengelo, Herveld,
Heteren, Hierden, Horssen, Huissen, Hummelo, Kootwijk,
Leeuwen, Lienden, Meteren, Niersen, Niftrik, Nijmegen,
Ommeren, Otterlo, Stokkum, Terborg, Vaassen, Valburg,
Veessen, Wekerom, Zutphen
8 Atforst, Bennekom, Doesburg, Ederveen, Eibergen, Frankrijk,
Garderen, Giesbeek, Groessen, Harskamp, Herwijnen,
Hurwenen, Kekerdom, Kesteren, Leuvenum, Lievelde,
Lunteren, Niewaal, Nunspeet, Ophemert, Silvolde, Sinderen,
Terwolde, Tongeren, Ubbergen, Ugchelen, Wichmond,
Wolfheze, Zevenaar, Zieuwent, Zoelmond
9 Apeldoorn, Appeltern, Babberich, Barneveld, Batenburg,
Bergharen, Beuningen, Beusichem, Culenborg, Dinxperlo,
Dodewaard, Doornspijk, Doorwerth, Gaanderen, Geesteren,
Gelselaar, Groesbeek, Haalderen, Harderwijk, , Harreveld,
Heveadorp, Hulshorst, Ijzendoorn, Kerkdriel, Megchelen,
Millingen, NeerboschNetterden, Nieuwdorp, Oldebroek,
Opheusden, Pannerden, Rozendaal, Staverden, Terschuur,
Velddriel, Wadenoijen, Wapenveld, Warnsveld,
Zuilichemorst,
10 Amerzoden, Beekbergen, Bredevoort, Bronk, Buurmalsen,
Doetinchem, Gendringen, Hoenderlo, Hoevelaken,
Klarenbeek, Laagkeppel, Leuvenheim, Maasbommel,
Oostendorp, Oosterbeek, Overasselt, Ravenswaaij,
Rhiendern, Steenderen, Varseveld, Vierhouten, Wageningen,
Westendorp, Winterswijk, Zaltbommel
11 Doornenberg, Nederasselt, Nederhemert, Ommerenveld,
Oosterwolde, Voorthuizen, Waardenburg, Westervoort,
Zevenhuizen
12 Geldermalsen, Scherpenzeel
plaats in Gelderland en NoordBrabant Aalst
plaats in Gelderland, NoordHolland en NoordBrabant Laren
Plaats in Georgië Batoemi, Koetaisi, Porti, Roestawi, Tbilisi
plaats in Ghana Accra, Bolgatanga, Capecoast, Kumasi, Sekondi, Tema, Tamale
plaats in Griekenland Argos, Arta, Athene, Chios, Delphi, Drama, Enez, Flotina, Kalabaka, Katerini, Kavala, Kilkis, Komotini, Korinthe, Kozan, Lamia, Lindos, Metsovon, Marathon, MetsovPatras, Pilos, Piraeus, Rodos, Serrai, Sparti, Tanagra, Thebe, Thessaloniki, Tropolis, Veroia, Xanthi
plaats in Groenland - Godthab, Ivigtut
plaats in Groningen
4 Faan, Leek, Nuis, Spijk
5 Adorp, Baflo, Bedum, Haren, Leens, Marum, Ulrum, Wedde
6 Aduard, Beerta, Bierum, Blijham, Eenrum, Ezinge, Hellum,
Hemmen, Kolham, Meeden, Mussel, Opende, Rottum,
Stedum, Winsem
7 Delfzijl, Farmsum, Glimmen, Kantens, Niebert, Obergum,
Sauwerd, Tolbert, Veendam, Warffum
8 Alteveer, Bareveld, Drieborg, Feerwerd, Hoogkerk, Huizinge,
Kornhorn, Kruisweg, Miswolde, Oldehove, Oldekerk,
Oomsbergm, Scheemda, Stendam, Stroobos, Visvliet,
Zoutkamp, Zuidhorn
9 Appelscha, Borgsweer, Boertange, Bronsveen, Engelbert,
Ganzendijk, Grijpskerk, Groningen, Harkstede, Holwierde,
Hoogezand, Houwerzijl, Kommerzijl, Lauwerszijl,
Loppersum, Lutjegast, Muntendam, Niewolde, Noordhorn,
Onstwedde, Oosteinde, Oudeschip, Pieterzijl, Sappemeer,
Sellingen, Termunten, Uithuizen, Westerle, Winneweer,
Woltersum, Zandeweer, Zuidbroek, Zuidwolde
10 Appingedam, Grootegast, Hornhuizen, Kropswolde,
Lettelbert, Lucaswolde, Meedhuizen, Middelstum,
Noordbroek, Noordlaren, Noordwolde, Oudepekela,
Oudeschans, Overschild, Sidderburen, Slochteren, Tinalingen,
Uiterburen, Veelerveen, Vierhuizen, Vlagtwedde,
Wedderveer, Wildervank, Winschoten, Woldendorp
11 Garmerwolde, Garelsweer, Garsthuizen, Heiligerlee,
Onderdendam, Oostereinde, Roodeschool, Schildwolde,
Stadskanaal, Vriescheloo, Wagenborgen, Waterhuizen,
Wedderheide, Westeremden, Zevenhuizen, Zuidwending
12 Bellingwolde, Boerenstreek, Finsterwolde, Mensingeweer,
Musselkanaal, Sebaldeburen, Termuntenzijl, Vierverlaten
plaats in GrootBrittannië zie plaats in Engeland / Schotland / Wales
plaats in Guatemala Caban, Flores , Guatamala,
plaats in Guinee - Conakry, Kankan, Kouroussa, Labe, Mamou
Plaats in Guyana Bartica, Georgetown, Linden, Morawhanna
Plaats in Hawaï Hilo, Honolulu, Kailua,
plaats in Honduras - Tegucipalqa, Trujillo
Plaats in Hongarije Boudapest, Debrecen, Eger, Gyor, Kaposvar, Mako, Miskolc, Szentes, Pecs, Soprom, Szeged, Tokaj, Vac
plaats in Ierland
4 Birr,Bhray, Cobh, Cork, Trim
5 Cavan, Ennis, Sligo
6 Arklow, Bantry, Carlow, Dingle, Dublin, Galway, Mallow,
Tralee
7 Athlone, Billina, Carrick, Clonmel, Donegal, Dundlak,
Kenmare, Shannon, Wexford, Wicklow
8 Drogheda, Kilkenny, Limerick, Longford, Rosslare, Westport
9 Castlebar, Dungarvan, Killarney, Killybegs, Mullingar,
Tipperary, Waterford
10 Ballinasloe, Letterkenny
plaats in India Agra, Anmadabad, Benares, Bengaluru, Bhavnagar, Bhopal, Bombay, Calcutta, Cochin, Coimbatur, Delhi, Gaya, Haiderabad, Houra, Hubbali, Indur, Jaipur, Jodhpur, Kahima, Kanpur, Kolar, Laknau, Madras, Madurai, Nagpur, Negapatam, NewDelhi, Patna, Puna, Raipur, Salem, Suret, Travandrum
plaats in Indonesië Bandoeng, Bogor, Djakarta, Makasar, Medan, Padang, Palembang Raba, Semarang,
plaats in Irak Abadan, Amara, Anah, Basra, Bagdad, Hille, Irbil, Kerbela, Kiskuk, Mosul, Mosoel, Nedjef, Samarra, Tikrit
plaats in Iran Ahwaz, Arak, Ardebil, Basra, Dizful, Jezd, Hamadan, Isfahan, Karaj, Kaswin, Kerman, Koem, Kum, Mahabad, Mesjed, Resjt, Sjiraz, Tebrez, Teheran, Urmia, Zanjan
plaats in Israël Afula, Ai, Ajalon, Akko, Arad, Asjdod, Beersjewa, Berseba, Bethlehem, Caecarea, Cholon, Dimona, Dothan, Eilat, Endor, Geba, Gibeon, Gomorra, Haifa, Hebron, Herzlija, Horma, Jaffa, Jafo, Jericho, Jeruzalem, Jotvata, Karmel, Kapernaum, Lod, Magdala, Maon, Metulla, Naharija, Nain, Nazareth, Netanja, Ofra, Oron, Ramla, Revivim, Salem, Samaria, Sedom, Sichem, Sodorm, Telaviv, Tiberias, Timna, Tsefat
plaats in Italië
4 Bari, Como, Enna, Pisa, Rome
5 Adria, Capua, Forli, Genua, Lecco, Lucca, Massa, Monza,
Ostia, Padua, Parma, Pavia, Prato, Siena, Terni, Turijn, Udine
6 Ancona, Arezzo, Assisi, Biella, Foggia, Latina, Mantua,
Matera, Milaan, Modena, Napels, Novara, Ragusa, Reggio,
Rimini, Rovigo, Savona, Spezia, Teramo, Trento, Triëst,
Verona
7 Alassio, Bergamo, Bologna, Bolzano, Brescia, Catania,
Cosenza, Firenzo, Imperia, Livorno, Marsala, Messina,
Palermo Perugia, Potenza, Rapallo, Ravenna, Salermo,
Sassari, Spoleto, Tarente, Termini, Trapani, Venetië, Vicenza,
Viterbo
8 Brindisi, Cagliari, Florence, Grosseto, Piacenza, Syracuse
9 Benebento, Catanzaro, Gallipoli, Portofina, Viareggio
plaats in Ivoorkust - Abidjan, Bouaké, Daloa, Korhoge, Sassandra,
plaats in Japan
4 Kobe, Naha
5 Kyoto, Osaka, Otaru, Tokio
6 Aomori, Nagoya, Nemuro, Sendal
7 Fukuoka, Muroran, Niigata, Sapporo
8 Hakodate, Kanazawa, Nagasaki, Wakkanai, Yokohama,
Hirosjima, Kagosjima, KitaKiusju
11 Sjimonoseki
plaats in Jemen Aden, Ahwar, Habban, Habarut, Hodeida, Ibb, Makalla, Maydi, Mokka, Rida, Sadah, Sana, Sayhut, Taiz
plaats in Joegoslavië Belgrado, Bied, Brod, Dubrovnik, Knin, Ljubljana, Nisj, Novisad, Pec, Sabac, Sarajevo, Senta, Sisak, Siumo, Skopje, Sombor, Split, Titograd, Zadar, Zagreb
plaats in Jordanië Akaba, Amman, Bair, Irbid, Jeruzalem, Maan, Madaba, Ramtha, Zarka,
Plaats in Kameroen Douala, Edea, Foumban, Garoua, Kribi, Kumba, Lomie, Maroua, Yaounde
plaats in Katar Doha
plaats in Kazachstan Almaata, Dzjamboel, Goerjew, Karaganda, Koestanaj, Oeralsk, Pawlodar, Roedny, Temirtaoe
Plaats in Kenia Eldoret, Kilifi, Kisuma, Kitale, Lamu, Malindi, Mombasa, Nairobi, Nakuru, Nanyuki, Tiwi
plaats in Kirgizië Bisjkek, Osj
plaats in Kongo (voormalig Belgisch) Kamina, Kindu, Kinsjasa, Stanleystad
plaats in Kongo (voormalig Frans) - Brazzaville
plaats in Korea zie: plaats in Noord/ZuidKorea
plaats in Kashmir Srinagar
plaats in Kroatië Osijek, Porec, Rijeka, Sisak, Split, Vukovar, Zadar, Zagreb
plaats in Laos Vientiane
plaats in Letland Daugawpils, Jelgawa, Liepaja, Rezekne, Riga, Walmiera, Wentspils
plaats in Libanon Baalbek, Batrun, Beiroet, Damour, Halba, Haris, Nabatija, Nakoura, Sidon, Tripoli, Tyrus, Zagharta, Zahle
plaats in Liberia Buchanan, Greenville, Harper, Monrovia
plaats in Libië Audjila, Benghazi, Derna, Ghadames, Ghat, Katrun, Misurata, Murzuk, Sebha, Sokna, Tobroek, Tripoli, Zelten, Zuare
plaats in Limburg
3 Ool, Wijk
4 Amby, Beek, Berg, Born, Cuyk, Echt, Eind, Epen, Geul, Heel,
Heer, Horn, Huls, Laak, Lomm, Mook, Neer, Nuth, Puth,
Well
5 Arcen, Bunde, Horst, Linne, Meers, Meijel, Mheer, Ospel,
Sibbe, Stein, Swier, Thorn, Vaals, Venlo, Vijlen, Weert,
Wijlre
6 Asselt, Baarlo, Baexem, Beesel, Bergen, Egchel, Eijsden,
Elsloo, Geleen, Gennep, Geule, Gulpen, Haelen, Helden,
Herten, Heugem, Holset, Holtum, Hulsen, Hunsel, Jabeek,
Kakert, Kessel, Leunen, Lottum, Lutten, Meerlo, Melich,
Nunhem, Reuver, Roggel, Rolduc, Rothem, Urmond, Velden,
Venray, Veulen, Wessem, Wittem
7 Aalbeek, America, Banholt, Belfeld, Beringe, Blerick,
Boekend, Boukoel, Buchten, Etsberg, Geverik, Grathem,
Heerlen, Houthem, Itteren, Klimmen, Kunrade, Leeuwen,
Lemiers, Leveroij, Meersen, Meterik, Obbicht, Oostrum,
Panheel, Sevenum, Sittard, Swalmen, Tegelen, Tienray,
Vlodorp, Wanssum
8 Afferden, Bobbeldijk, Bocholtz, Brunssum, Buggenum,
Dieteren, Hegelsom, Hulsberg, Kerkrade, Maasbree,
Maasniel, Mechelen, Meersen, Megelsum, Milsbeek,
Montfort, Neerbeek, Neerkant, Noorbeek, Oirsbeek,
Ottersum, Rijckholt, Roermond, Schimmen, Slenaken,
Spaubeek, Susteren, TreebeekTudderen, Vaesrade, Wolfhaag
9 Borgharen, Geijsteren, Gronsveld, Kessleik, Limbricht,
Lutterade, Margraten, Melderslo, Molenhoek, Neeritter,
Nieuwstad, Nijswiller, Overbroek, Panningen, Papenbeek,
Roosteren, Schandelo, Schimmert, Schinveld, Smeermaas,
StamproyTungelroy
10 Biggelrade, Guttecoven, Heyhuysen, Hoensbroek, Ijsselstein,
Ittervoort, Koningsbos, Kronenberg, Maasbracht, Maastricht,
Vederweert, Posterholt, Reijmerstok, Schaesberg, Simpelveld,
Swartbroek,
Ubachsberg, Ulenstraten, Valkenburg, Voerendaal
11 Bleijerheide, Broekhuizen, Eijgelshoven, Grevenbicht,
Herkenbosch, Marienwaard, Terwinselen
12 Griendsveen, Grubbenvorst, Heerlerheide, Lindenheuvel,
Nieuwenhagen, Siebengewald, Stevensweert
plaats in Litauen Kaunas, Klaipeda, Memel, Oekmerge, Panewezjis, Sjauliai, Vilnius, Wilna
plaats in Lombardije Lodi
plaats in Luxemburg Bettembourg, Clervaux, Diekirch, Differdange, Dudelange, Ettelbruck, Grevenmacher, Larochette, Luxemburg, Mersch, Petange, Redange, Remich, Sanem, Vianden, Wasserbillig, Wiltz,Wormeldange
plaats in Macedonië Debar,Prilep, Scalpje, Skopje Stip, Veles
plaats in Madagascar - Antsirabe, Antsiranana, Faradofay, Farafangana, Mahajanga, Morondava, Toamasina, Toliara,
plaats in Malagasië Tamatave, Tananarive, Toliara, Tulear
plaats in Malawi Zomba
plaats in Maleisië Bertam, Bintulu, Chukai, Georgetown, Ipoh, Kampar, Kapit, Kelang, Keluang, Kuala, Kualalumpur, Kuantan, Kuching, Kudat, Lumpur, Lundu, Malaka, Mersing, Mukah, Niah, Pekan, Penang, Pinang, Raub, Sandakan, Saratok, Semporna, Seremban, Taiping, Tambisan, Tawau, Tuaran, Weston,
plaats in Mali Araouane, Bafoulabe, Bamako, Bamba, Gao, Koulikoro, Kayes, Mopti, Nioro, Segou, Sikasso, Taoudenni, Tomboucton
plaats in Marokko Agadir, Asilah, Casablanca, Dujda, Fes, Larache, Marrakech, Meknes, Rabat, Safi, Sale, Tanger, Tata, Tetouan, Zagora
plaats in Mauretanië Akjoujt, Atar, Fderik, Kaedi, Nem, Nouakchott, Tidjikja, Zouerat,
plaats in Mexico Acapulco, Campeche, Cananea, Chihuahua, Daxaca, Durango, Ensenada, Guadalajara, Guasave, Hermosillo, Julapa, Leon, Manzanillo, Mazetlan, Merida, Mexicali, Mexico, Monclova, Monterrey, Morelia, Nogales, Orizaba, Pachuca, Puebla, Saltillo, Sinaba, Tampico, Tepic, Tijuana, Torreon, Tuluka, Veracruz, Villahermosa,
plaats in Moldavië Beltsy, Chisinau, Tiraspol
plaats in Mongolië Altai, Chowd, Darchan, Erdenet, Tsetserleg, Tsjojbalsan, Ulaanbaatar
plaats in Mozambique Angoche, Beira, Chinde, Ibo, Inhambane, Manica, Maputo, Metangula, Nacala, Nampula, Pemba, Tete, Zumbo
plaats in Namibië Grootfontein, Keetmanshoop, Luderitz, Otavi, Rietfontein, Swakopmuno, Tsumeb, Windhoek
plaats in Nepal Batgoon, Katmandu, Palan
plaats in Nevada Reno
plaats in Nicaragua Bluff, Bluefields, Corinto, Granada, Greytown, Leon, Managua , Matagalpa
Plaats in Nieuw-Guinea Agats, Aitape, Daru, Lae, Madang, Merauke, Sorong, Wau, Wewak
plaats in NieuwZeeland Auckland, Christchurch, Dunedin, Gisborne, Hamilton, Hastings, Hokitika, Invercargill, Maukau, Napuer, Nelson, Nemplymouth, Oamaru, Roxburgh, Russell, Tauranga, Timaru, Wanganui, Wellington, Westport, Whangarei
plaats in Niger - Agades, Arlit, Bilma, Diffa, Maradi, Nguigmi, Niamey, Say, Tahoua, Toummo, Zinder
plaats in Nigeria Abuja, Bida, Bonny, Bauchi, Calabar, Enugu, Forcados, Ibadan, Illorin, Jos, Kaduna, Kano, Katsina, Kukawa, Lagos, Lokoja, Maiduguri, Makurdi, Nguru, Ogbomosho, Oshogbo, Owirri, Sokoto, Yola, Zaria
plaats in NoordAfrika Derna, Stax
plaats in NoordBrabant
3 Erp, Oss, Son
4 Alem, Beek, Best, Donk, Gorp, Hank, Haps, Lith, Mill, Oijen, Reek, Riel, Uden, Veen, Wouw
5 Aalst, Aarle, Andel, Asten, Bakel, Bavel, Beers, Breda, Budel,
Chaam, Dorst, Eerde, Empel, Gilze, Grave, Hedel, Heeze,
Heide, Herpt, Horst, Megen, Oerle, Oploo, Putte, Reijen,
Schijf, Vught, Zegge
6 Alphen, Berkel, Bladen, Boekel, Boxtel, Brakel, Deurne,
Dongen, Drunen, Duizel, Dussen, Eersel, Eethen, Esbeek,
Everse, Galder, Gassel, Geffen, Gemert, Gerwen, Goirle,
Haaren, Handel, Hapert, Heerle, Heesch, Herpen, Heuvel,
Hoeven, Hulsel, Hulten, Kessel, Leende, Lierop, Mensel,
Mierlo, Nijnsel, Nispen, Nuland, Olland, Reusel, Schaft,
Schaijk, Veghel, Vessem, Vianen, Vlijmen, Volkel, Waalre,
Wanroij, Waspik
7 Almkerk, Bergeijk, Berghem, Boekend, Boxmeer, Diessen,
Dinther, Elshout, Engelen, Enschot, Fijnaart, Geldrop,
Gemonde, Heeswijk, Heikant, Helmond, Heusden, Keldonk,
Knegsel, Liempde,Liessel, Meeuwen, Moerdijk, Oeffelt,
Oordeel, Rucphen, Sambeek, Someren, Stratum, Tilburg,
Waalwijk, Woensel, Zundert
8 Achtmaal, Afferden, Berlicum, Boerdonk, Casteren,
Dommelen, Escharen, Genderen, Ginneken, Helvoirt,
Holthees, Klundert, Langeweg, Lieshout, Lithovem,
Maashees, Macharen, Milheeze, Neerbeek, Netersel, Oirschot,
Opwetten, Overloon, Rosmalen, Schijndel, Sleeuwijk,
Sprundel, Stensel, Stiphout, Strijbeek, Udenhout, Ulicoten,
Vlierden, Weebosch, Wernhout, Zeilberg, Zondveld
9 Achterdijk, Cromvoirt, Dintelsas, Drimmelen, Drongelen,
Eindhoven, Elsendorp, Halsteren, Hoogeloon, Huijbergen,
Klutsdorp, Kruisland, Ledeacker, Loosbroek, Maarheze,
Mariahout, Nabbengat, Oisterwijk, Oudemolen, Raamsdonk,
Rijkevoort, Rijsbergen, Spoordonk, Terheijden, Ulvenhout,
Veldhoven, Wagenberg, Werkendam
10 Broekhoven, Dinteloord, Groeningen, Helenaveen,
Kruivezand, Langenboom, Mariaheide, Middelrod,
Moergestel, Molenschot, Nieuwendijk, Nieuwvliet,
Nistelrode, Oosterhout, Oudenbosch, Overlangel, Ravenstein,
Roosendaal, Soerendonk, Stuivezand, Teteringen, Vierbannen,
Willemstad, Woudrichem
11 Hedikhuizen, Hoogerheide, Kaatsheuvel, Lagezwaluwe,
Lepelstraat, Luijksgestel, Middelbeers, Moerstraten,
Nederwetten, Nieuwemolen, Noordschans, Oostelbeers,
Ossendrecht, Princenhage, Prinsenbeek, Stampersgat,
Steenbergen, Westerhoven, Woensdrecht, Zevenbergen
12 Herwaarden, Hilvarenbeek, Hogezwaluwe, Valkenswaard,
Vorstenbosch
14 'sHertogenbosch
15 Geertruidenberg
plaats in NoordHolland
3 Hem, Ilp
4 Edam, Jisp
5 Andijk, Beets, Broek, Graft, Groet, Hoorn, Laren, Obdam,
Twisk, Ursem, Weesp, Zwaag
6 Bakkum, Bussum, Diemen, Egmond, Heiloo, Huizen,
Koedijk, Kwadijk, Kwakel, Limmen, Muiden, Opmeer,
Osdorp, Oudorp, Petten, Purmer, Sloten, Stroet, Velzen,
Warder, Winkel, Wognum, Wormer
7 Abbenes, Alkmaar, Blokker, Craailo, Haarlem, Halfweg,
Hauwert, Hembrug, Ijmuiden, Koegras, Kolhorn, Midwoud,
Naarden, Schagen, Schoorl, Stolpen, Wijdenes, Wogmeer,
Zaandam, Zaandijk
8 Aagtdorp, Abbekerk, Ankeveen, Avenhorn, Bentveld,
Berkhout, Beverwijk, Blaricum,Breezand, Driehuis,
Hoogwoud, Ilpendam, Katwoude, Langedijk, Middelie,
Onderdijk, Oostwoud, Oostzaan, Oterleek, Oudendijk,
Overveen, Ransdorp, Rinnegom, Ruigoord, Spierdijk,
Uitgeest, Uithoorn, Valkkoog, Volendam, Westwoud,
Westzaan, Zaanstad, Zijdewind, Zwaagdijk
9 Aardswoud, Akersloot, Amsterdam, Bovenkerk, Castricum,
Dirkshorn, Durgerdam, Enkhuizen, Heemskerk, Heemstede,
Hensbroek, Hilversum,Holysloot, Hoofddorp, Kerkbuurt,
Krommenie, Landsmeer, Medemblik, Oosteinde, Opperdoes,
Ouderkerk, Oudesluis, Purmerend, Santpoort, Slootdorp,
Spaarndam, Spanbroek, Vijfhuizen, Watergang, Wieringen,
Wijkaanzee, Zandvoort, Zanegeest
10 Aardenhout, Amstelveen, Assendelft, Bennebroek,
Burgerbrug, Burgerveen, Heemskerk, Huisduinen,
Kamperduin, Kortenhoef, Krabbendam, Lutjebroek,
Middenmeer, Muiderberg, Nibbixwoud, Nieuwpoort,
Noordeinde, Oosterland, Oosterleek, Oosthuizen, Oudkarspel,
Purmerland, Scharwoude, Schoorldam, Westerland,
Wijdewormer, Wormerveer, Zandwerven, Zunderdorp,
Zwanenburg
11 Bloemendaal, Callandsoog, Duinenbosch, Grootebroek, ,
Grosthuizen, Hoogkarspel, Julianadorp, Kudelstaart,
Lisserbroek, Lutjewinkel, Monnikendam, Schagerbrug,
Sijbekarspel, Sintmaarten, Sintpancras, Spaanwoude,
Tuitjenhorn, Vogelenzang, Wervershoof, Westerklief,
Zuiderwoude
12 Badhoevedorp, Binnenwijzend, Bovenkarspel, Duivendrecht,
Schermerhorn, Vrouwenakker, Warmenhuizen
plaats in Noordoost polder Creil, Ens, Espel, Kraggenburg, Luttelgeest, Marknesse, Nagele, Rutten, Tollebeek, Urk
plaats in NoordIerland Armagh, Ballymena, Bangor, Belfast, Coleraine, Downpatrick, Enniskillen, Larne, Newry, Londonderry, Omagh, portadown, Portrush, Strabane
plaats in NoordKorea Chongjin, Hungnam, Najin, Pyongyang, Sinuiju, Wonsen
plaats in NoordVietnam Haiphong, Hanoi
plaats in Noorwegen -
2 Mo
4 Alta, Bodo, Moss, Odda, Oslo, Rana, Voss
5 Ardal, Flora, Grong, Hamar, Molde, Risor, Roros, Skien
6 Bergen, Dombas, Gjovik, Horten, Karsto, Myrdal, Namsos,
Narvik, Roldal, Storen, Tromso
7 Alesund, Arendal, Farsond, Harstad, Kragero, Lonsdal,
Mosjoen, Sandnes
8 Egersund, Hoyanger, Karasjok, Levanger, Mongstad,
Svolvaer, Tonsberg
9 Andelsnes, Haugesund, Leikanger, Stavanger, Steinkjer,
Trondheim
10 Hammerfest, Kautokeino
11 Flekkefjord, Konsvinger, Lilehammer
12 Frederikstad, Kristiansand, Kristiansund
plaats in Normandië - Caen, Cherbourg, Dauville, Rouaan,
plaats in Oezbekistan Boechara, Chiwa, Fergana, Koengrad, Kokand, Karsji, Noekoes, Oergentsj, Samarkand, Tasjkent,
Plaats in Oman Adam, Duqm, Fasad, Hajmah, Khaluf, Maskate, Matrah, Murbat, Raysut, Salalah, Suhar, Sur, Thamarit
plaats in OostNederland Ommen, Ruurlo
plaats in OostVlaanderen Melle
plaats in Oostenlijk-Flevoland - Dronten, Lelystad
plaats in Oostenrijk Amstetten, Baden, Badgastein, Dornbirn, Eisenstadt, Feldkirch, Gmunden, Bregenz, Bruck, Graz, Gstaad, Hallein, Innsbruck, Kapfenberg, Kaprun, Kitzbuhel, Klagenfurt, Knittelfeld, Krems, Kufstein, Landeck, Leibnits, Lienz, Linz, Mariazell, Melk, Modling, Salzburg, Spittal, Steyr, Stockerau, Tulln, Villach, Wels, Wenen, Zeel, Zistersdorf
plaats in Overijssel
3 Ane, Tuk
4 Goor, Olst, Wijhe, Zalk
5 Borne, Eerde, Enter, Ommen, Rande, Vasse
6 Aadorp, Almelo, Baarle, Beckum, Beerze, Brucht, Buurse,
Daarle, Delden, Haarle, Haerst, Heino, Herfte, Holten,
Hulzen, Kampen, Kuinre, Lemele, Losser, Raalte, Reutum,
Rheeze, Rijssen, Rossum, Wesepe, Wilsum, Zwolle
7 Baalder, Bathmen, Blokzijl, Boekelo, Dalfsen, Eesveen,
Geerdijk, Hasselt, Hengelo, Lattrop, Markelo, Paasloo,
Radewijk, Rouveen, Schellen Sibculo, Spoolde, Wierden
8 Albergen, Avereest, Balkbrug, Boerhaar, Borsbeek,
Denekamp, Deventer, Diffelen, Enschede, Ittersum, Lonneker,
Nijverdal, Ossenzijl, Steenwijk, Weerselo, Witharen,
Zandberg, Zenderen, Zuidveen
9 Broekland, Geesteren, Giethoorn, Grafhorst, Hoonhorst,
Kalenberg, Kerkbuurt, LankhorstOldemarkt, Oldenzaal,
Ootmarsum, Oudleusen, Rechteren, Slagharen, Staphorst,
Tubbergen, Vilsteren
10 Blankenham, Diepenheim, Diepenveen, Genemuiden,
Glanerbrug, Hardenberg, Kallenkote, Luttenberg, Marienberg,
Marienheem, Oosterholt, Overdinkel, Ruitenveen, Schalkhaar,
Vollenhove, Vroomshoop, Windesheim, Zwartsluis
Bergentheim, Daarlerveen, Dedemsvaart, Gramsbergen,
Hellendoorn, Kloosterdijk, Haaksbergen, Lemelerveld,
Mastenbroek, Mekkelhorst, Rheezerveen, Vinkenburt,
Vriezenveen, Willemsoord
12 Kloosterhaar, Wannepperveen,
plaats in Pakistan Bela, Dacca, Faisalabad, Haiderabad, Islamadad, Lahore, Karachi, Multan, Quetta, Rawalpindi,
plaats in Palestina zie: plaats in Israël
Plaats in Panama Bocasdeltoro, Colon, David, Panama,
plaats in Paraguay Asuncion, Concepcion, Villarrica
plaats in Peru - Arequipa, Cajamarca, Callao, Chiclayo, Chimbote, Chorrillos, Cuzco, Huancayo, Huaraz, Ica, Iquito, Lima, Mollendo, Pimentel, Paita, Pascamayo, Pisco, Piura, Pucallpa, Tacna, Talara, Trujillo,
plaats in Perzië Abadan, Jezd, Koem, Teheran
plaats in Phocis - Delpgi, Elatea
plaats in Polen Allenstein, Augustow, Beuthem, Bialystok, Braunsberg, Breslau, Brieg, Chelm, Chorzow, Danzig, Elbing, Gdansk, Gleiwitz, Goldap, Kalisz, Katowice, Kielce, Krakow, Krosno, Liegnitz, Lodz, Lyck, Lublin, Oppeln, Otwock, Poznan, Radom, Rybnik, Sanok, Stargard, Stettin, Sosnowiec, Suwalki, Tarnow, Tichy, Warschau, Wilna, Wodzislaw, Wroclaw, Zabrze, Zwiebodzin
plaats in Portugal Abrantes, Almada, Aveiro, Barreiro, Beja, Braga,Braganca, Cascais, Chaves, Coimbra, Estoril, Estremoz, Evora, Faro, Fatima, Guimaraes, Guarda, Lagos, Lamego, Leiria, Lissabon, Mafra, Mertola, Moura, Olhao, 0porto, Ovar, Peniche, Pinhel, Portalegre, Portimao, Porto, Sagres, Serpa, Setubal, Sines, Sintra, Tavira, Tomar,
plaats in Portugees Guinee Bissao, Bolama
plaats in Portugees Timor Dilly
plaats in Povlakte Reggio
plaats in Pyreneeën Luz
plaats in Rijnland Bonn, Dahlem, Godesberg, Mainz, Rees, Remagen, Spiers
plaats in Rhodesië Bulawayo, QueQue, Salisbury
plaats in Roemenië Arad, Bacau, Boekarest, Braila, Brasov, Buzau, Calafat, Cimpina, Cluj, Constanta, Corobia, Craiova, Boekarest, Braila, Brasov, Galati, Iasi, Magalia, Oradea, Pitesti, Resita, Sibiu, Siluma, Timisoara, Zalau,
plaats in Rusland
4 Bijsk, Kiev, Omsk, Orsk, Perm
5 Gomel, Gorki, Jalta, Kansk, Kazan, Kirow, Minsk, Orjol,
Penza, Pskow, Serow, Tomsk
6 Abakan, Belowo, Bratsk, Koersk, Moskou, Rostow, Samara,
Tsjita
7 Brjansk, Charkow, Koergan, Magadan, Norilsk, Odessa,
Podolsk, Saratow, Tjoemen, Wologda
8 Jakoetsk, Nachodka, Smolensk, Soerdoet, Workoeta,
Waronesj
9 Astrachan, Krasnodar, Leningrad, Moermansk, Orenboerg
10 Chabarowsk, Koejbysjew, Swerdlowsk
11 Archangelsk, Nowosibirsk, Wladiwostok
12 Tsjeljabinsk
Plaats in SaoediArabië Abha, ArRiaadh, Badenah, Bijsk, Dammaan, Djedda, Djubail, Duba, Hail, Hamdah, Haradh, Hofuf, Janbo, Jizan, Jubbah, Kiyat, Medina, Mekka, Raftha, Riad, Rumah, Sabya, Sjakra, Tayma, Zalim
plaats in Schotland Aberdeen, Arbroath, Ardrossan, Ayr, Banff, Cromarty, Cupar, Dumbarton, Dumfries, Dunbar, Dundee, Dunfermline, Edinburgh, Elgin, Falkirk, Forfar, Glascow, Hamilton, Helmsdale, Inveraray, Inverness, Keith, Klimarnock, Lanark, Leith, Mallaig, Montrose, Oban, Paisley, Peebles, Perth, Portree, Peterhead, Prestwick, Stonehaven, Stranraer, Tain, Thurso, Tobermory, Ullapool, Wick
plaats in Senegal Bakel, Dakar, Kaolack, Thies
plaats in Seram Amahai, Bula, Piru, Wahai
plaats in Siberië Jakoetsk, Nowosibirsk Omsk, Tomsk,
plaats in Sierra Leone Freetown
plaats in Sikkim Gangtok
plaats in Slovenië Celje, Koper, Kranj, Ljubljana, Maribor
plaats in Slowalije Bratislava, Komarno, Kosice, Lucenec, Nitra, Piestany, Poprad, Presov, Trencin, Trmava, Zilina, Zvolen,
plaats in Somalië Bardera, Berbera, Bosaso, Burao, Chisimaio, Dante, Eil, Gallacaio, Giamama, Hafun, Hargeisa, Merca, Mogadishu, Obbia, Zeila
plaats in Spanje
4 Baza, Gijon, Irun, Leon, Lugo, Mora, Vich, Vigo
5 Avila, Baena, Bejar, Cadiz, Caspe, Eibar, Elche, Lerma,
Navia, Nules, Osuna, Palos, Ribas, Tineo
6 Alcala, Bilbao, Burgos, Cangas, Huelga, Lebrija, Jerez,
Lerida, Madrid, Malaga, Merida, Murcia, Oviedo, Toledo,
Utrera
7 Alcazar, Almeria, Badajoz, Cordoba, Granada, Reinosa,
Sevilla, Tarrasa, Vitoria
8 Albacette, Alicante, Badalona, Marbella, Pamplona, Sabadel,
Valencia, Villalba, Zaregoza
9 Barcelona, Cartagena, Salamanca, Santander, Tarragona
10 Hospitalet, Valladolid,
plaats in Sri Lanka Baddulla, Chilaw, Colombo, Galle, Jafna, Kandy, Kotte, Mannar, Matale, Negombo, Puttalam, Tangalla, Trincomalee
plaats in Sudan Atbara, Berber, Dongola, Gedaref, Juba, Karima, Khartoem, Kodok, Malakal, Merowe, Mongalla, Nimule, Nyala, Omdurman, Portsudan, Sennar, Suakin, Wau
plaats in Suriname
6 Albina, Galibi, Moengo
7 Boskamp, Paranam, Tamarin, Totness, Zanderij
8 Benzdorp, Brokopondo, Brownsweg, Friendship, Groningen,
Herminadorp, Kwakoegron, Lelydorp, Onverwacht,
Paramaribo, Paubasoe, Tamanredjo, Wageningen, Waterloo,
plaats in Syrië Aleppo, Banias, Damascus, Duma, Hama, Homs, Latakia, Manbij, Tartus,
plaats in Tanzania DaresSalaam, Kilwa, Lamu, Lindi, Zanzibar
plaats in Thailand - Bangkok, Chantaburi, Korat, Lampang, Oebon, Pattani, Phitsanulok, Phuket, Songkhla, Ubon,
plaats in Taiwan Kaohsiung, Taichung, Tainan, Taipei,
plaats in Tanzania Arusha, Bukoba, Daressalaam, Dodoma, Karema, Kigoma, Kilwa, Lindi, Mbeya, Mikindani, Mpanda, Musoma, Mwanza, Mwaya, Tabora, Tanga, Zanzibar
plaats in theater loge, parterre, stalles
plaats in Tibet Lhasa
plaats in Togo Lome
plaats in Tsjaad Abeche, Barda, Doba, Massenya, Mongo, Moundou, Ndjamena, Sarh,
plaats in Tsjecho-Slowakije Beroun, Bratislawa, Brno, Gheb, Gottwaldow, Jablonec, Kladno, Libereo, Melnik, Pisek, Pizen, Praag, Tabor, Zatec
plaats in Tunesië Bizerte, Djezba, Gabes, Kairouan, Monastir, Soussa, Sfax, Tunis
plaats in Turkije Adana, Ankara, Antalaya, Bursa, DenizliEdirne, Elazig, Erzurum, Gaziantep, Izmir, Istanbul, Izmih, Kayseri, Kirikkale, Konya, Maras, Mersin, Samsun, Sivas, Tarsus, Trabson, Urfa, Uskudar
plaats in Ubangi Shari Bangui, Barbari, Ouadda
plaats in Uganda Arua, Entebbe, Gulu, Jinja, Kabale, Kampala, Kasese, Lira, Masindi, Mibale, Mubende, Soroti
plaats in Uruguay Colonia, Minas, Montevideo, Paysandu, Rivera, Salto
plaats in Utrecht
4 Odijk
5 Baarn, Doorn, Lopik, Maarn, Soest, Zeist
6 Bunnik, Eemnes, Houten, Loenen, Mijnden, Oukoop, Rhenen
Wilnis, Zulen
7 Abcoude, Heeswijk, Kamerik, Leersum, Leusden, Spengen,
Utrecht, Vleuten, Zegveld
8 Benschop, Harmelen, Jutphaas, Maarssen, Mijdrecht,
Soestdijk, Uithoorn, Vreeland, Vreeswijk
9 Amerongen, Bilthoven, Breukelen, Jaarsveld, Kockengen,
Montfoort,Nieuwland, Oudewater, Polsbroek, Portengen,
Renswoude, Rijsenburg, Schalkwijk, Tienhoven, Vinkeveen,
Waverveen, Werkhoven, Westbroek, Willeskop
10 Amersfoort, Loosdrecht
plaats in Venezuela Barinas, Barquisimeto, Bascelona, Cabimas, Caracas, Coro, Cumana, Maracaibo, Maracay, Maturin, Merida, Sancrisobal, Valencia, Valera,
plaats in Vietnam Chamramh, Cantho, Dalat, Danang, Dienbien, Hanoi, Haiphong, Hue, Laocai, Namdinh, Nhatrang, Rachgia, Saigon, Vinh,
plaats in Vlaanderen Brugge, Gent, Heist, Ieperen, Izegem, Knokke, Leper, Nieuwpoort, Oostende, Tielt, Zeebrugge
plaats in Wales Aberfan, Aberystwyth, Cardiff, Holthead, Milford, Newport
plaats in WestDuitsland Bonn, Bremen, Dortmund, Duisburg, Düsseldorf, Emden, Ems, Essen, Frankfort, Freiburg, Hamburg, Hannover, Kassei, Keulen,Kiel, Koblenz, Krefeld, Mains, Mannheim, München, Münster, Neurenberg, Solingen, Ulm Warms
plaats in Württemberg Aaien
plaats in Yorkshire Leeds
plaats in Zaïre Aketi, Bandudu, Bangala, Bukama, Buta, Ilebo, Isiro, Kabalo, Kabinda, Kamina, Kananga, Kasongo, Kikwit, Kilo, Kindu, Kinshasa, Kolwezi, Kongolo, Lisala, Luebo, Lukasi, Lusambo, Manono, Matadi, Moba, Mobayi, Moto, Mungbere, Tenke
plaats in Zambia Chipata, Kabwe, Kalomo, Kasama, Katabe, Livingstone, Lusaka, Mbala, Ndola,
plaats in Zeeland
4 Axel, Bath, Eede, Goes, Hoek, Kats, Knol, Paal, Zijpe
5 Burgh, Hulst , Nisse, Sluis, Veere, Vlake,6 Clinge, Gawege, Groede, Heille, Klinge, Othene, Schore, Tholen, Waarde,
7 Absdale, Cadzand, Dishoek, Domburg, Gapinge, Kapelle,
Renesse, Rilland, Ritthem, lerseke
8 Baalhoek, Borsele, Breskens, Elkerzee, Ellemeet, Geersdijk,
IJzendijke, Koewacht, Kortgene, Kuitaard, Lewedorp,
Oostburg, Overslag, Ovezande, Sluiskil, Zaamslag, Zandberg
9 Biervliet, Brigdamme, Bruinisse, Dreischor, Driewegen,
Haamstede, Hansweert, Hengstdijk, Kerkwerve, Kloetinge,
Nieuwland, Oostkerke, Ossinisse, Oudelande, Ouwerkerk,
Terneuzen, Westdorpe, Zierikzee
10 Aagtekerke, Aardenburg, Arnemuiden, Biezelinge,
Biggekerke, Burghsluis, Gorrishoek, Grijpskerke, Hoofdplaat,
Kamperland, Kattendijke, Koudekerke, Kruiningen,
Lamswaarde, Meliskerke, Middelburg, Nieuwnamen,
Nieuwvliet, Noordgouwe, Noordwelle, Oosterland,
Perkpolder, Philippine, Poortvliet, Reuzenhoek, Schoondijke,
Stavenissen, Vlissingen, Walsoorden, Wemeldinge,
Wissekerke, Zonnemaire, Zoutelande
11 Colijnsplaat, Krabbendijke, Kwadendamme, Maartensdijk,
Nieuwerkerk, Oostkapelle, Scharendijke, Serooskerke,
Westkapelle,
12 Ellewoudsdijk, Heinkenszand, Scherpenisse, Schuddebeurs,
Wolfaartsdijk
13 Brouwershaven
plaats in Zimbabwe Bulawayo, Gweru, Harare, Hwang, Kwekwe, Masvingo, Mutare
plaats in Zuid-Afrika Bloemfontein, Durban, Eastlonon, Grootfontein, Johannesburg, Kaapstad, Keetmanshoop, Kimberley, Messina, Mosselbaai, Oudtshoorn, Pietersburg, Portnolloth, Pretoria, Vrijburg, Welkom, Worcester
plaats in ZuidAmerika zie: ook bij de afzonderlijke staten) Caracas, Concepcion, Bogota, Brasilia, Lima, Quito, Rio, Rosario, Santiago, Valparaiso
plaats in ZuidHolland
4 Gaag, Kaag, Spijk
5 Arkel, Delft, Gouda, Lisse, Rhoon, Sluis, Tinte, Vlist
6 Alphen, Ameide, Berkel, Bolnes, Gorkum, Katwijk,Kethel,
Leiden, Pernis, Rijswijk, Strijen, Tempel, Vianen
7 Asperen, Boskoop, Brielle, Giesen, Heikant, Kijkduin,
Leerdam, Lexmond, Maasdam, Monster, Ouddorp, Papekop,
Poeldijk, Reeuwijk, Rijsoord, Solkwijk, Warmond, Woerden,
Zanddijk, Zinkweg
8 Bleiswijk, Blesdijke, Brandwijk, Delfgauw, Duindicht,
Heukelum, Hillegom, Hoornaar, Maasland, Meerkerk,
Mookhoek, Naaldwijk, N, oordwijk, Nootdorp, Ottoland,
Piershil, Pijnacker, Rietveld, Rijnsburg, Rockanje, Rodenrijs,
Schiedam, Schuring, Sluipwijk, Stompwijk, Voorburg,
Voorhout, Westmaas, Wilsveen, Zuidland
9 Amerstol, Bovenkerk, Dirksland, Dordrecht, Dubbeldam,
Geervliet, Gorinchem, Goudriaan, Hekendorp, Herkingen,
Hoogvliet, Kinderdijk, Klaaswaal, Korteraar, Kralingen,
Langeraar, Leerbroek, Leimuiden, Maaldrift, Maassluis,
Melissant, Nieuwkoop, Nieuwveen, Oudewater, Overschie,
Papenveer, Rotterdam, Rozenburg, Smitshoek, Tienhoven,
Westerlee, Woubrugge
10 Abbenbroek, Benthuizen, Bodegraven, Everdingen,
Giessendam, Goedereede, Goudswaard, Haastrecht,
Heinenoord, Hekelingen, Ijsselmonde, Leiderdorp,
Lekkerkerk, Loosdinen, Middelkoop, Moordrecht,
Nieuwpoort, Noordeinde, Noordeloos, Numansdorp,
Oegstgeest, Oostvoorne, Oudenhoorn, Poortugaal,
Ridderkerk, Sassenheim, Sliedrecht, Sommelsdijk,
Spijkenisse, Stellendam, Streefkerk, Valkenburg, Wieldrecht,
Wijngaarden, Zevenhoven, Zwammerdam, Zwartewaal,
Zwijndrecht
11 Achterbroek, Barendrecht, Benedenberg, Benedenkerk,
Bergambacht, Berkenwoude, Driebruggen, Hardinxveld,
Hazerswoude, Heerjansdam, Middelsluis, Moerkapelle,
Papendrecht, Puttershoek,Rijpwetering, Schelluinen,
Schenkeldijk, Schipluiden, Schoonhoven, Slikkerveer,
Steenplaats, Vlaardingen, Voorschoten, Wardinxveen,
Willemsdorp, Zevenhuizen, Zoeterwoude
12 Alblasserdam, Cillaarshoek, Honselerdijk, Leidsendam,
Middelharnis, Nieuwenhoorn, Scheveningen
plaats in ZuidKorea Inchon, Kwangju, Mokpo, Pusan, Seoel, Taegoe
plaats in ZuidVietnam Dalat, Danang, Hue, Saigon
plaats in Zweden
4 Ange, Lund, Mora, Umea,
5 Boden, Boras, Ebeky, Falun, Gävle, Lulea, Malmö, Pitea,
Växjö, Ystad
6 Abisko, Kalmar, Kiruna, Laholm, Orebro
7 Boliden, Bolnas, Leksand, Ljusdal, Sorsele, Strömma,
Unnaryd, Uppsala
8 Arjeplog, Forsmark, Göteborg, Halmstad, Haverdal,
Huddinge, Kramfors, Lycksele, Nykoping, Stensele, Storlien,
Vasteras
9 Näsbypark, Djursholm, Harnosand, Huskvarna, Jongkoping,
Linkoping, Sandviken, Stockholm, Sundsvall, Vastervik,
10 Hudiksvall, Malmberget, Norrköping, Wilhelmina
11 Helsingborg
12 Kristianstad, Ornsköldsvik,
plaats in Zwitserland
3 Bex, Elm, Wil, Zug
4 Arth, Biel, Bern, Brig, Chur, Leuk, Sion, Thun, Vals
5 Aarau, Arosa, Baden, Basel, Brugg, Davos, Olten, Ragaz,
Spiez, Vevey
6 Airolo, Ascona, Briëns, Genève, Glarus, Gossau, Gstaat,
Kriëns, Kublis, Lugano, Luzern, Zürich
7 Althof, Brunnen, Locarno, Sargans, Zermatt,
8 Freiburg, Lausanne, Montreux, Vallorbe, Willisau
9 Appenzeil, Collenbey, Kussnacht, Meiringen, Neuchâtel,
Solothum
10 Bellinzona, Frauenfeld, Interlaken, Winterhur
11 Beromunster, Steffisburg
12 Schaffhausen
plaats in de Achterhoek - Aalten, Borculo, Doetinchem, Eibergen, Groenlo, Lichtenvoorde, Ruurlo, Vorden, Winterswijk, Zelhem
plaats in de Betuwe Beesd, Culemborg, Driel, Elst, Geldermalsen, Kesteren, Lent, Lienden, Ochten, Opheusden, Tiel
plaats in de bijbel Babel, Bethanië, Bethel, Bethlehem, Berseba, Emmaus, Hebron, Jericho, Jeruzalem, Mamré, Nazareth, Samaria, Silo, Tirza, Ur
plaats in de Insulinde - Bandjermasin
plaats in de Langstraat Capelle, Raamsdonk(sveer), Spreng, Waalwijk, Waspik
plaats in de Lijmers Angerlo, Didam, Duiven, Wehl Zevenaar
Plaats in de Noordoostpolder - Emmeloord, Ens, Urk, Vollenhove
plaats in de Peel Griendtsveen, Helenaveen, Neerkant, Odiliapeel
plaats in de Sovjet Astrakan, Bakoe, Charkow, Gomel, Gorki, Jalta, Kazan, Kiew, Kirow, Leningrad, Minsk, Moskou, Odessa, Omsk, Riga, Rostow, Samara, Tbilisi, Unie, Wolgograd
plaats in de Streek Blokker, Grootebroek, Westwoud
plaats in de Verenigde Staten Albany, Atlanta, Austin,
Baltimore, Berkeley, Boston, Buffalo, Chicago, Cincinnati, Cleveland, Denver, Detroit, Houston, Madison, Miami, Milwaukee, Nashville, NewOrleans, NewYork, Philadelphia Pittsburgh, Reno, Richmond, Tulsa, Washington
plaats in de Zaanstreek Koog, Krommenie, Westzaan, Wormerveer, Zaandam, Zaandijk
plaats in een rij nummer
plaats in een schouwburg baignoire balkon, engelenbak, galerij, loge, parket, parterre, schellinkje, stalles, zaal
plaats in het Gooi Blaricum, Bussum, 'sGraveland, Hilversum, Huizen, Laren, Naarden
plaats in het Moezelgebied - Metz
plaats in het Roergebied - Dortmund, Duisburg, Düsseldorf, Esse, Oberhausen
plaats innemen van een ander invallen
plaats met geneeskundige baden - Ems
plaats met veel kwekerijen - Aalsmeer, Boskoop
plaatsnaam - toponiem
plaats om te rusten bed, divan
plaats op Ameland Ballum, Buren, Hollum, Nes
plaats in Bali Buleleng, Dempasar, Grokgak, Negara, Singaraja
plaats op Barbados Bridgetown
Plaats op Bonaire Antriol, Barcadera, Kralendijk, Montagne, NikibokoRincon, Wanapa
plaats op Borneo Balikpapan, Bandjermasin, Batuputih, Bontang, Brunei, Buntuk, Ketapang, Malinau, Martapura, Palon, Pontianak, Samarinda, Sampit, Sandai, Sangau, Sukaraja, Tarakan
plaats op Celebes Baubau, Bitung, Donggala, Gorontalo, Kendari, Kolaka, Kuandang, Makasar, Labota, Majene, Makale, Manado, Mekassar, Menado, Paleleh, Palopo, Palu, Parepare, Poso, Sabang, Tolitoli, Tomini, Tondano
plaats op Ceylon - Colombo, Kandy
plaats op Corsica Ajaccio, Bastia, Bonifacio, Calvi, Corte, lle, Rosse
plaats op Cuba Bayamo, Camaguey, Cardenas, Cienfuegos, Guatanamo, Havanna, Holguin, Manzanillo, Matanzas, Nuevitas, Palmira, Santiago, Trinidad
plaats op Curaçao Barber, Brievengat, Bullenbaai, Julianadorp, Montanja, Nieuwpoort, Savonet, Soto, Westpunt, Willemstad
plaats op Cyprus Famagusta , Limasol, Nicosia, Nicosia
plaats op Elba Rio
plaats op Flores Ende, Labuhanbadjo, Maumere, Ruteng
plaats op Formosa - Kiloeng, Tainan, Taipeh
plaats op Goeree en Overflakkee - Achthuizen, Dirksland, Goedereede, Herkingen, Melissant, Middelharnis, Ooltgensplaat, Oud dorp, Sommelsdijk, Stellendam,
plaats op Groenland - Angmagssalik, Etah, Godthab, Ivigtut, Jakobshavn, Sondre, Strömford, Thule
plaats op Haïti Barahona, Gonaives, Jacmel, Port au Prince, Santiago
plaats op IJsselmonde Barendrecht, Heenvliedt, Heerjansdam, Hoogvliet, Pernis, Poortugaal, Rhoon, Ridderkerk, Slikkerveer, Rijsoord Zwijndrecht
plaats op Jamaica Kingston
plaats op Java Ambawara, Bandjar, Bandoeng, Blitar, Blora, Bogor, Cilacap, Cirebon, Djakarta, Garoet, Gresik, Jogja, Kediri, Kertosono, Labuhau, Madiun, Magelang, Malang, Pekalonga, Semarang, Serang, Sukabumi, Surabaja, Situbondo, Surakarta, Tasikmalaya, Tegal, Tuban, Yokyakarta,
laats op Kreta Candia, Chania, Kanea, Rethimnon, Sfakia, Sitia, Timbakion
plaats op Lombok Mataram, Praya, Silungblanak
plaats op Madagaskar zie: plaats in Malagasië
plaats op Malta Valletta
plaats op NoordBeveland Colijnsplaat, Kortgene, Kats, Kamperland, Wissenkerke
plaats op Rozenburg Rozenburg, Blankenburg
plaats op Sardinië - Alghero, Cagliari, Iglesias, Nuoro, Oristano, Sassari, Terranova, Tortali
plaats op Schiermonnikoog Oosterburen
laats op Schokland Ens
plaats op Schouwen en Duiveland - Brouwershaven, Bruinisse, Burgh, Dreischor, Elkerzee, Haamstede, Kerkwerve, Nieuwerkerk, Noordgouwe, Noordwelle, Oosterland, Ouwerkerk, Renesse, Serooskerke, Zierikzee, Zonnemaire
plaats op Sicilië Agrigento, Alia, Messina, Palermo, Syracuse, Ucata,
plaats op Sumatra Belawan, Bergkalis, Binjai, Buatan, Bukittinggi, Djambi, Dumai, Jambi, Kotaradja, Lahat, Langsa, Medan, Mengala, Minas, Natal, Padang, Pakanbaru, Palembang, Rengat, Sekayu, Siantar, Sibolgo, Sigli, Telukbetung
Toboali,
Plaats op Sumba Baing, Waingapu
Plaats op Sumbawa Raba, Sumbawa
plaats op Terschelling - Hoorn, Midsland, Oosterend, W. Terschelling
plaats op Texel Den Burg, Den Hoorn, De Cocksdorp, De Koog, Het Horntje, Oosterend, Oudeschild
plaats op Tholen Maartensdijk, Poortvliet, Scherpenisse, Stavenisse, Tholen
plaats op Timor Dili, Kupang, Tutuala, Kefamananu,
plaats op Voorne en Putten Abbekerk, Brielle, Geervliet, Hekelingen, Hellevoetsluis, Kruiningergors, Oostvoorne Oudenhoven, Rockanje, Spijkenisse, Zuidland, Zwartewaal
plaats op Walcheren Aagtekerke, Arnemuiden Biggekerke, Domburg, Grijpskerke, Koudekerke, Meliskerke, Middelburg, Nieuwland, Oostkapelle, Ritthen, Serooskerke, Veere, Vlissingen, Vrouwenpolder, Westkapelle, Zoutelande
plaats op Wight Cowes, Ventnor
plaats op ZuidBeveland Baarland, Bath, Biezelinge, Borsele, Driewegen, Ellewoutsdijk, Goes, 'sGravenpolder, Hansweert, Heinkenszand, Hoedekenskerke, lerseke, Kapelle, Kattendijke, Kloetinge, Krabbendijke, Kruiningen, Nieuwdorp, Nisse, Overzande, Oudelande, Rilland, Wemeldinge, Wilhelminadorp, Wolphaartsdijk
plaats op de Bahamaeilanden - Nassau
plaats op de Bahreineilanden Manama, Magelang, Pasuruan, Pekalongan, Porwokerto, Purkakarta, Rembang, Semarang, Situbondo, Soerabaja, Solo, Tegal, Tjilatjap, Tjirebon
plaats op de Balearen Arta, Ibiza, Inca, Makou, Manacor, Palma
plaats op de Bermudaeilanden - Hamilton
plaats op de Falklandeilanden - Stanley
plaats op. de Filippijnen Batanga Laoag, Manilla,
plaats op de Hawaïeilanden Honolulu
plaats op de Kaapverdische eilanden Praia
plaats op de Keyeilanden Elat
plaats op de Nederlandse Antillen - Kralendijk, Oranjestad, Willemstad
plaats op de Seychellen Victoria
plaats op de Shetland eilanden - Unst
plaats op de Veluwe Ede, Elspeet, Emst, Epe, Ermelo, Garderen, Harskamp, Hoenderloo, Kootwijk, Lunteren, Otterlo, Putten, Soeren, Speulde, Staverden, Stroe, Vaassen, Wekerom, Wezep
plaats tussen Gouda en Utrecht - Woerden
plaats tussen Moskou en Kiev - Orjol
plaats van afslag in golfspel tee
plaats van bezwering Endor
plaats van herkomst bron
plaats van in en verkoop markt, mijn, veiling
plaats van lijkverbranding - crematorium
plaats van oorsprong bakermat
plaats van verschrikking hel
plaats van vestiging domicilie, residentie, zetel
plaats van wedrennen renbaan
plaats van de passiespelen - Tegelen
plaats van het zegel - l.s.
plaats voor bouwwerk emplacement
plaats voor cafe terraseemarkt
plaats voor dierenhandel - v
plaats voor eeuwige straf hel
plaats voor houtbewerking zagerij
plaats voor rust bed, divan
plaats voor skispringen - skischans, springschans
plaats voor vlasbewerking root
plaats voor wielrijden stadion, velodroom, wielerbaan
plaats voor wielrijders fietspad, rijwielpad
plaats waar aardgas gevonden wordt Slochteren
plaats waar bekend zout vandaan komt Boekelo, Ems
plaats waar de bal valt kaats
plaats waar de musici zitten orkest, orkestbak, podium
plaats waar de zee bij ruw weer stil is slaak
plaats waar een wacht is uitgezet - post, wachtpost
plaats waar gekookt wordt keuken
plaats waar geslacht wordt abattoir
plaats waar geslapen wordt slaapkamer
plaats waar gestookt wordt haard, kache,l oven,
plaats waar gewerkt wordt door een kunstenaar atelier
plaats waar iets ophoudt einde, eind, finish, slot
plaats waar men binnenrijdt inrit
plaats waar men schaatst ijsbaan
plaats waar passiespelen worden gehouden - Oberammergau, Tegelen
plaats waar slag is geleverd Arnhem, Austerlitz, Bastogne (Bastenaken), Brest, Heiligerlee, Leipzig, Marne, Mook, Soissons, Waterloo
plaats waar sterren een groep vormen sterrenbeeld
plaats waar vee wordt verhandeld - paardenmarkt, veemarkt
plaats waar water uittreedt bron
plaats waar water verdwijnt grot, hol, ponor
plaats waar zwakke kinderen heen gaan kolonie
plaats waar vlas wordt bewerkt - reute,root, roterij
plaats waarin zich lichamen bevinden ruimte
plaats waarnaar Haarlemse klokken genoemd zijn Damiate
plaats zonder water - droogte, woestijn
plaatsaanduiding allerwegen, daar, elders, er, ergens, ginder, ginds, hier, nergens, overal
plaatselijk lokaal
plaatselijk heersende ziekte endemie
plaatselijk verharde huid eelt
plaatselijke spreekwijze accent, dialect, tongval
plaatsen aanbrengen, aanstellenbeleggen, deponeren, installeren, neerleggen, neerzetten, onderbrengen, passen, posteren, stellen, toevoegen, verkopen, zetten
plaatsgebrek - ruimtegebrek
plaatsgrijpen gebeuren
plaatsing aanstelling, opname
plaats in schouwburg engelenbak, gaanderij, loge, stalles, zaal
plaats in theater - loge
plaatskaart - entreebewijs, ticket, toegangsbewijs
plaatsmaken ruimen
plaats met veel inwoners - stad
plaatsnaamkunde toponymie
plaatsnijden graveren
plaats of regio oord
plaats o vlees te roken wieme
plaats van lijkverbranding crematorium
plaats van uitstroming kraan, sluis, tap, uitlaat
plaats van verering kerk, moskee, tempel
plaats van vertrek meet, startlijn, startpunt
plaats van wedrennen - renbaan
plaats vervangen - remplaceren, waarnemen
plaatsvervangend. .. loco, vice, waarnemend
plaatsvervangend burgemeester - loco burgemeester, L.B.
plaatsvervangend landvoogd gouverneur, ruwaard, stadhouder
plaatsvervangend president LP.
plaatsvervangend secretaris L.S.
plaatsvervangend toneelspeler doublure
plaatsvervanger opvolger, remplacant, remplaçant, regent, stadhouder, vicaris, waarnemer
plaatsvervanger van Mohammed - Kalief'
plaatsvervanger van staatshoofd - gouverneur, regent, stadhouder
plaats waar Aäron begraven is - Hor
plaats waar de zee bij onrustig weer kalm is - slaak
plaats waar energie wordt opgewekt - centrale, electriciteitscentrale, kernreactor, ketelhuis
plaats waar gestookt wordt - haard
plaats waar stroment water van een hoogte valt - waterval
plaats waar vuil van een schip samenloopt - durk
plaats zonder water woestijn, droogte
plaatsaanduiding daar, elders, er, ergens, allerwegen, hier, ginder, ginds, overal
plaatsbepaling oriëntatie; in, te, op
plaatselijk lokaal
plaatselijk heersende ziekte endemie
plaatselijk verharde huid eelt
plaatselijke spreekwijze accent, dialect, tongval
plaatsen beleggen, verkopen, neerleggen, onderbrengen
plaatsgrijpen gebeuren
plaatskaart toegangsbewijs, entreebewijs
plaatsnaamkunde toponymie
plaats vervangen waarnemen, remplaceren
plaatsvervangend vice, loco, waarnemend ,
plaatsvervangend burgemeester - loco burgemeester, l.b.
plaatsvervangend landvoogd gouverneur, stadhouder
plaatsvervangend president L.P.
plaatsvervangend secretaris L.S.
plaatsvervangend toneelspeler doublure
plaatsvervanger opvolger, regent, remplaçant, stadhouder, vicaris, waarnemer
plaatsvervanger van Mohammed - Kalief'
plaatsvervanger van staatshoofd - gouverneur, regent, stadhouder
placide kalm, rustig
plafond zoldering
plag pol, zode
plagarius letterdief
plagen dwarszitten, hinderen, jennen, judassen, kwellen, narren, negeren, pesten, sarren, tarten, tergen, tinsen, treiteren
plagend tergend
plager sar, treiter(aar)
plagerig - schalks
plagiaat letterdieverij
plaid dek, kleed, reisdeken, sprei, tartan
plak medaille, moot, pastille, schijf, snede, snee, stok, strafwerktuig, (hist.) tablet, tandaanslag
plakadres etiket
plakband - tape
plakboek album
plakbrief pancarte
plakbriefje etiket
plak chocolade reep, tablet
plak vis moot
plak vis zonder graat - filet
plaket penning, plak
plakhout fineer, opleghout
plakkaat aanplakbiljet, affiche, bevelschrift, edict, klad, klodder, kennisgeving
plakkage - fineer
plakken bevestigen, fineren, hechten, kleven, klitten, lijmen, kitten, vasthechten, vastmaken
plakken brood maken snijden
plakker - stukadoor
plakkerig kleverig, pikkerig
plakkertje - etiket
plakmiddel collall, gluton, gom, kit, kleefstof, lijm, solutie, stijfsel, velpon
plakplaatje - sticker
plakpleister hechtpleister, plakker
plaksel gluton, gom, kit, lijm, plak, solutie, velpon
plan aanleg, bestek, concept, doelstelling, hoogte, idee, intentie, niveau, ontwerp, opzet, ordening, plattegrond, project, schema, schets, strategie, toeleg, voornemen, voorstel
plan de campagne veldtochtsplan
plan maken ontwerpen
plan van zetwerk layout
planchet borstplankje, meettafeltje
planeet aarde, dwaalster, Ceres, Hermes, Jupiter, Maan, Mars, Mercurius, Neptunus, Pluto, Saturnus, Uranus, Venus
planeetkijker telescoop
planeetlezer astroloog, astrologe, waarzegger, waarzegster
planeetmeter - planetolabium
planetoïde asteroïde
planeren - gladmaken
planetoïde, derde - Jupiter
planimetrie meetkunde
plank lat, deel
plankbrug- vlonder
plankenbeschot - lambrizering, planket(sel)
plankenhuis doodskist
plankenloods plankenvloer, plankenbeschot
plankenvloer - planket, plankier
plankenvrees plankenkoorts
plankenwand schot, schutting
plankerig - plat, stijf
planket plankenvloer, veldtafeltje
plankier plankenvloer, trottoir
plankier bij halte perron
plank in de kast - schap
plankje sport
plankje om iets bijeen te houden spalk
plankzeilen windsurfen
plankzeiler surfer
plannen beramen, ontwerpen
plant gewas, struik
plant aan de waterkant lis, rus, smeerwortel
plant als sieraad sierplant
plant die aan de waterkant groeit - lis, rus, smeerwirtel
plant die de bruidskrans levert - mirte
plant die op mesthopen groeit - mestplant
plant die in een rotsspleet groeit - chasmofyt
plant die verbouwd wordt om de in de wortel bevattende kleurstof - mee(krap)
plant met aarde pol
plant met bittere blaren alsem
plant met bittere wortel alant
plant met roodachtig blad mansoor
plant met stekels roos, doorn, distel
plant met sterk smakende zaden - anijs, komijn
plant met weerstand tegen droogte xerofyt
plant uit Afrika aloë
plant voor bruidskrans mirte
plant voor groenbemesting lupine
plant voor ,kleurstof mee, meekrap
plantaanachtige - plantaanceeën
plantaardappel - planter, pootaardappel, poter
plantaardig voedsel groente, fruit, brood, aardappel
plantaardige eiwitten - glutelinen
plantaardige geelrode verfstof - orleaan
plantaardige verfstof orleaan
plantage aanplantpark,
plantagenet, lid van ht huis -
3 Jan
4 Anne, Joan, John
5 Adele, Edward, Fulco, Henry, Roger
6 Arthur, Edmund, Eduard, George, Lionel, Robert, Thomas,
Willem
7 Blanche,Filippa, Hendrik, Richard,
8 Eleonora, Geoffry, Godfried, Humphry, Mathilde, Philippa,
Stefanus
10 Margarethap
plantaginacee - littorella, plantao, weegbree
plantdier - zoöfiet
planteermachine - stelmachine
plantein - weegbree
planteboter - palmine
plante-ivoor - tagua
planteleurstoffen gele - flavonen
plantendeel blaar, blad, bloem, doorn, kelk, kroon, meeldraad, stamper, steel, stempel, vruchtbeginsel, wortel
planten gewas, groen, inpoten, poten, telen
plantenaardrijkskunde fytogeografie
plantenalbum herbarium
planten anatomie - fytotomie
plantenboter palmine
plantenbus - boraniseertrommel
plantendeel - blad, bloem, doorn kelk, kroon, meeldraad, stamper, steel, stengel, vezel, wortel
planteneiwit in tarwe aleuronaat
planten en bloemen - flora
plantenetend dier fructivoor, herbivoor
planteneter herbivoor, vegetariër
planten -
3 alg, hop, lis, mos, sla, tijm
4 aren, brem, eppe, gras, helm, klis, mirt, munt, muur, palm,
prei, vlas, wede
5 betel, ficus, Karwij, kroos, kweek, latuw, netel, rotan, veren,
wikke
6 acacia, bamboe, bijvoet, dophei, dragon, dravik, etgras,
hennep, jasmijn, klimop, lupine, mierik, molsa, spirea
7 aardbei, akoniet, amarant, deutsia, esparto, fuchsia, gelling,
kalmoes, lamsoor, luzerne, maankop, mansoor, meekrap,
primula, ricinus, spurrie, vetblad, vuurpijl, wijnstok, zeegras
8 aardakker, afrikaan, artisjok, bekermos, bentgras, berberis,
bergania, bevernel, bieslook, bremraap, clematis, conifeer,
dolkruid, dopheide, eikvaren, ezelsoor, ganzerik, gardenia,
geelster, gentiaan, geranium, hanenkam, heelbeen, heermoes,
hoefblad, kamvaren, koolzaad, korensla, lavendel, liguster,
lintgras, lisdodde, magnolia, melkeppe, parelmos, pijlkruid,
poelruit, raaigras, rapunsel, siererwt, spergula, tamarisk,
torkruid, trilgras, trollius, tuinkers, vedermos, verfbrem,
vetkruid, vogellijm, vossebes, weegbree, zuurling
9 beredruif, beukvaren, boksbaard, centaurie, coreopsis,
dovenetel, edelweiss, forsythia, geitenoog, helmbloem,
helmkruid, kerstroos, kerstster, knarkruid, knopherek,
kolokwint, koriander, kornoelje, kruipbrem, lepelblad,
maanvaren, mannagras, marjolein, muizeoor, parelgras,
peperkers, pepermunt, pluimriet, rolklaver, stalkruid,
struikhei, tripmadam, tuinmelde, uiversbek, venushaar,
vlotvaren, vogelmelk, vuurdoorn, watermuur, waterpest,
wegdistel, wegedoorn, zenegroen, zevenblad, zwenkgras
10 aarddistel, akkerwinde, belladonna, berenklauw, bergdravik,
boerenkers, bonenkruid, bosandoorn, boswalstroom,
boswederik, brandnetel, druifkruid, gaffeltand, hondskruid,
hondsnetel, kaardenbol, kattekruid, kikkerbeet, knoopkruid,
moeraskers, naaldvaren, nagelkruid, ogentroost, paddestoel,
patrijsveer, peterselie, priemkruid, pronkwinde, reigersbek,
rendirmos, scherpgras, schildzaad, schubvaren, slangelook,
speenkruid, spekwortel, springzaad, steenbreek, streepzaad,
suikerriet, torenkruid, tulpenboom, vederkruid, veldzuring,
vroegeling, waternavel, waterpeper, watergunge, wolfsklauw
11 akkerdistel, akkerdravik, akkerklaver, bingelkruid, bitterkruid,
blarenplant, boompapaver, borstelbies, dollekervel,
doorndistel, dwergcactus, geiteklaver, genadekruid,
katoenplant, kruiswistel, leeuwentand, mariadistel,
moederkruid, moederplant, moerasvaren, nachtschade,
papierplant, poederkwast, puntwederik, rubberplant,
schubwortel, sikkelkruid, slangekruid, smeerwortel,
sneeuwheide, speerdistel, stekelvaren, strandmelde,
struikheide, struisvaren, vederdistel, vingerplant,
voederwikke, winterbroen, wonderkruid, wrangwortel,
zeeweegbree
12 citroenkruid, doornenkroon, hemelsleutel, herderstasje,
herfstsering, kaasjeskruid, klapperkruid, nestbromelia,
papurusplant, penningkruid, rozenkransje, schapezuring,
scharrekruid, staartcactus, stekelcactus, vaantjesboom,
zandblauwtje, zilverschoon
13 archilleskruid, donderplantje, garnalenplant, lucifersplant,
paardenstaart, rozenvetkruid, tuinbalsemien, tuinwolfsmelk,
voorjaarsbrem
14 augurkenstruik, pantoffelplant, vogelnestvaren, zilverganzerik
15 hertshoornvaren, hondspeterselie, muurhavikskruid,
scharlakendoorn, waterscheerling, wortelloofvaren,
zuidenwindlelie
plantenfamilie der wieren - algen
plantengeslacht arabis, gagel, klit, look, mimosa, nigilleorego, ribes, ruit, tabak, tijm, zuring
plantengeografie - geobotanie
plantengeografisch gebied - Antarctis, Australis, Capensis, Holarctis, Neotropis, Palaeotropis
plantengroei vegetatie
plantenhuis (broei)bak, kas, oranjerie, serre
plantenkasstof - legumine
plantenkast - schap
plantenkenner - botanicus, botanist
plantenkunde - botanie
plantenleven - vegetatie
plantenmeel cassave
plantenresten - humus
plantenrijk -flora
plantenrijk, hoofdgroep uit het algen, cormophyta, spermatophyta, tallophyta, wieren
plantenslaap - nyctinasie
plantensoc iologie - vegetatiekunde
plantensoort der palmen sabal
plantensproeier - gieter
plantenstekel doorn, doren
plantentuin hortus
plantentuin te Buitenzorg (Ind.) kebon
plantenverzamelen - botaniseren, herboriseren
plantenverzameling - herbarium, hortus
plantenverzorger - gardenier, hovenier, tuinier, tuinman
plantenvezel - jute, katoen, sisal
plantenvocht - sap
plantenvoedsel compost, mest
plantenwereld flora
plantenziekte aal (ziekte), krul, roest, spint
plntenziekte door schimmels veroorzaakt - aardappelziekte, brandzwam, honingzwam, iepenziekte, meeldauw, roestzwam, zwam
plantenziekteleer fytopathologie
planter kweker, poter, teler, verbouwer
planteresten - humus
planthof - planterij
plantje kroos, mos, stek
plantkunde botanie, botanica, fytologie
plantkundige - botanicus, botanist
plant met aarde - pol
plant met bittere blaren alsem
plant met stekels - cactus
plant uit Zuid-Amerika - aardappel, tabak, tomaat
planton wachtpost
plantontleding fytoanatomie
plantsoen gazon, park, perk, wandelpark
plan voor weg - trace
plas fint, kolk, lagune, meertje, meer, poel, ven, vijver, zee
plasregen plensbui, stortbui
plassen urineren, wateren
plastics isomeren
plasticiteit aanschouwelijkheid, kneedbaarheid, smijdigheid
plastiek - beeldwerk
plastisch - aanschouwelijkheid
plat alledaags. ``banaal, dialect, dun, eenvoudig, effen, egaal, flauw, gelijk, geslepen, gewoon, glad, horizontaal, ondiep, ordinair, triviaal, vlak, vuil, vulgair, week
plataf - kortweg, ronduit, vlakaf
plat beschuitje rotje
plat dak terras
plat en egaal - vlak
plat Engels cockney
plat hoofddeksel pet
plat hout plank, lat
plat maken pletten
plat open zeilbootje - lark
plat ovaal vat aad
plat rond voorwerp schijf
plat schip kaan
plat stuk schijf
plat vaartuig kaag, pont
plat vlechtwerk hor
plataf ronduit, vlakaf, kortweg
platbol platconvex
platboomd vaartuig aak, bijlander, blazer, bok, bons, botter, bijlander, kaag, pleit, praam, schouw, smak, tjotter, vlet, vlot, Westlander
platboomde vissersschuit - bons, knots, pluit(er), pluut, smak
plat drukken - vermorzelen
plateau bedienblad, hoogvlakte, mesa, (presenteer)blad, tafelberg, schenkblad, theeblad
plateel aardewerk, faience, majolica, pul, schaal, schotel, vaas
plateelgoed aardewerk
platenaars - meekrap
platenatlas album
platenspeler draaitafel, grammofoon, pathefoon, pickup, wisselaar
platenverzamelaar discofiel
platenverzameling album, atlas, discotheek, verzameling
platerescostyl - platereske
platform balkon, booreiland, bordes, perron, terras, plateau, trambalkon, verhoging
platform in gebouw podium
platform in schouwburg toneel
platform in tram balkon
platvorm, verhoogd - in een synagoge - almemmor, bima
platform voor gebouw bordes
platheid boersheid, grofheid, platitude, trivialiteit
plathol - planconcaaf
platina Pt.
platinasulfide - coöperiet
plating walbeschoeing
platje guit, schelm
platmaken - pletten
platslaan pletten, vergruizen
platsnavel todie
platstaart - zeeslang
platteerwerk - pleet
platte biezen mand kalebas
platte handkoffer - attachecase
platte heuvel, door het ijs gevormd drumlin
platte houten lepel spaan
platte koek flap, wafel
platte koker voor mes schede
platte muts - baret
plate schop bats, schoef
platte schotel plateel
platte schuit - praam
platte steen estrik, tegel
platte taal Bargoens, dieventaal, slang
platte taal van het land boers, patois
platte turf baggelaar
platte zak tas
plattegrond (land)kaart, map, plan
plattegrondbepaling ichnografie
platteland campagne
plattelander boer, boertje, buitenmens, dorpeling
plattelands - agrarisch, dorps, landelijk, provinciaal, ruraal
plattelandsgemeente dorp
platuit - ronduit, rondweg
platvink portemonnee, portefeuille
platvis - (aal)bot, griet, heilbot, raapbot, rog, schar, schol, tarbot, tong
platvissen - herosomata
platvloers - banaal, ordinair, triviaal, vulgair
platvoeten maaivoeten, strijkijzers
platwalsen - pletten
platweg - platuit, ronduit, rondweg
platwormen - plathelminthes
platzak arm, berooid, blut, rut
platzand - perzikkruid
plausibel - aannemelijk, geloofwaardig
plausibiliteit aannemelijkheid, waarschijnlijkheid
plavei - straatsteen, vloersteen, vloertegel
plaveien bestraten, betegelen, bevloeren
plaveier - straatmaker
plaveisel bestrating, bevloering, straatstenen
plaveisteen straatsteen
plavuis - estrik, vloersteen, vloertegel
playbacken mimen, naapen
playboy - fuifnummer, nietsnut, versierder
plebejer onbeschaafde, onadellijke
plebejisch onbeschaafd, plat, vulgair
plebisciet volksstemming, referendum
plebs falderappes, gepeupel, grauw, janhagel, massa, rapalje, schorremorrie, schuim, soepie
plecht scheepsdek, voorsteven
plechtgewaad - ornaat, statiekleed, toga
plechtig ceremonieel, deftig, formeel, gewijd, officieel, statig, verheven, waardig
plechtig bevestigen - inaugureren, inhuldigen, inwijden
plechtig gewaad - gala, ornaat, toga, smoking
plechtig gezang - koraal
plechtig godsdienstig gewaad pontificaal
plechtig langzaam - statig
plechtig openen inwijden
plechtigheid ceremonie, wijding
plechtigheid in parlement troonrede
plechtige bedegang processie
plechtige belofte eed, gelofte
plechtige dracht gala, ornaat
plechtige ingebruikneming inwijding
plechtige inkomst intree, intrede, entree
plechtige kleding - gala, ornaat, rok, smoking, toga
plechtige lofzang - hymne
plechtige optocht - processie
plechtige toezegging eed, gelofte
plechtige verklaring eed, gelofte
plechtigheid - ceremonie, doop, solemniteit, staatsie, statie, wijding
plechtstatigheid graviteit, deftigheid
plee bestekamer, doos, gemak, latrine, retirade, toilet, watercloset, w.c.
pleegkind pupil
pleegzuster - nurse
pleeruimer beersteker
pleet double
plegen begaan, doen, uiten, uitwerken
plegen van overspel - echtbreuk
pleger bedrijver, dader, delinquent
Pleiaden, een der - Pleione
pleidooi betoog, pleit(rede)
plein agora, brink, dries, plaats, piazza, plaza
plein in Alkmaar Kaasmarkt
plein in Amsterdam Dam, Frederiksplein, Mercatorplein, Munt, Rembrandtsplein, Surinameplein
plein in Den Haag Binnenhof, Buitenhof, Toernooiveld
plein in dorp brink, laar
plein in Maastricht Vrijthof
plein in Utrecht Neude, Vreeburg
plein in vele plaatsen Stationsplein
plein met kramen - markt
plein-pouvoir - volmacht
pleinvrees agorafobie
pleister gips, gipsmeel, hechtpleister, kalkmengsel, muurkalk, specie, stuc, verzachting, vergoeding
pleisteraar stukadoor
pleisteren aanleggen, bestrijken, stukadoren
pleisterkalk - gaas, gips, stuc
pleisterplaats - halte,motel, relais, standplaats, station
pleisterplaats (Duitsland) Rasthof
pleisterplaats in woestijn oase
pleisterspecie - stuc
pleisterwerker - stucadoor
pleistoceen diluvium, plistoceen
pleistocene ijstijd Günz, Mindel, Riss, Würm, Saaie, Weichsel
pleit apologie, defensie, geding, geschil, pleidooi, proces, rechtsgeding, rechtsstrijd
pleitbezorger advocaat, procureur
pleite gegaan, kwijt, platzak, vertrokken, vlucht, weg
pleite gaan - vluchten
pleiten procederen, verdedigen
pleiter - advocaat, verdediger
pleitgeding - geschil, pleidooi, rechtszaak
pleitrede pleidooi
pleitzak dossier
plek gehucht, klad, oord, plaats, punt, stee, vlek
plekje - hoek
plekker stukadoor
plek of regio oord
plek of striem - moet
plempen aanvullen, dempen, plenzen, plonzen, storten
plenair volledig, voltallig
plengen - storten, uitgieten, vergieten, verzachten
plengoffer libatie
pleno-in - plenair
plens golf, guts, scheut
plensbui gietbui, plasregen, stortbui
plensen - gieten, gutden, stromen
plenty genoeg, overvloed, overvloedig, veel, volop
plenzen gieten, gutsen, plempen, regenen, slagregenen, uitstorten
pletbaar smeedbaar
pletrol wel, wals
pletsen uitgieten
pletten platmaken, platslaan, slaan, uitpersen, uitsmeden, vergruizen, verbrijzelen, walsen
pletter wals
pletteren - neersmijten
pletwerktuig mangel
pleura borstvlies
pleuren leggen, plaatsen, smijten
pleureuse - lamfer, rouwband
pleuritis borstvliesontsteking
pleviervogel goudsnip, griet, grutto, houtsnip, kemphaan, kievit, kluut, snip, scholekster, strandloper, tureluur, watersnip, wulp
plezant aangenaam, jofel
plezier aardigheid, amusement, behagen, gein, genoegen, genot, jolijt, jool, leut, lol, lust, pret, schik, vermaak, vreugd(e), vrolijkheid
plezier achteraf napret
plezieren - verblijden
plezier in het op jacht gaan - jachtgenot, jachtvermaak
plezier vooraf voorpret
plezierig aangenaam, aardig, amusant, fleurig, genoeglijk, gezellig, heerlijk, jofel, lollig, prettig, vermakelijk
plezierjacht boeier
pleziermaker cabaretier, clown, geinmaker, grapjas, grappenmaker, lolbroek, pretmaker, komiek
plezier of lol vermaak
plezier of pret - vreugde
plezierpapier accommodatiewissel
plezierreisje excursie, uitstapje
plezierreiziger toerist
pleziertje lolletje, pretje
pleziervaart spelevaart
pleziervaartuig - boeier, jacht, zeilboot
pleziervoertuig janplezier
plezierwerk hobby
plezometer - drukkingsmeter
plicht opdracht, taak, verplichting
plichtenleer - deontologie, ethiek
plichtig - verschuldigd
plichtpleging - beleefdheidsbetuiging, ceremonie, compliment, egard, hoffelijkheid
plimsolimerk laadstreep
plint muurlijst, richel, vloerlijstvoetlijst
pliotron triode
plissé geplooid, plooisel
plisseren plooien
plissoir - nagelborstel
plod - dronkaard, luiaard, slet, vod
plodde dronkaard, luiaard, slet
ploeg afdeling, eg(ge), elftal, equipe, groep, koppel, messing, ploegschaaf, team, troupe, voetbalteam
ploegbaas - kras, mandoer, onderbaas, opzichter, voorman, werkmeester
loegbaas (Ind.) tandol
ploegblad - schaar
ploeg, deel van een - rister
ploeg van ministers kabinet, ministerie
ploeg van voetballers elftal
ploegen akkeren, bevaren, doorklieven, groeven, moren, omwoelen, zwoegen
ploeger landman
ploeggenoot maat
ploegleider - voorman
ploegmes kouter
ploegschaar - scharre
ploegschaarnavel - schaarbek
ploegsnee voor, vore
ploeg spelers - team
ploegstaart stuurstang
ploegijzer - kouter
ploert barrel, fielt, hufter, onverlaat, patser, poen, pooier, schavuit, schoft, schurk, schelm, sujet
ploertachtig alledaags, bekrompen, gemeen, kleinburgerlijk, laag, liederlijk, ruw, verlopen
ploerterij - lichtmisserij
ploertig bot, gemeen, grof, laag, liederig, lomp, onbeschaamd, ongemanierd, ruw, schofterig
ploertin - hospita
ploeteraar zwoeger
ploeteren - baggeren, modderen, moren, otteren, plassen, sloven, tobben, wroeten, wurmen, zwoegen
plof bons, dreun, explosie, klap, knal, smak, stoot, val.
ploffen exploderen, knallen, kwakken
ploffer explosief, klapper, schietwapen, ontploffingsgeluid
plofkland - explosie, occlusief
plok bosje, handvol, plukje, ruit, toef
plokgeld strijkgeld
plombe - zegellood
plomberen - verzegelen, vullen
plomp bot(weg), dik, grof, log, lomp, lummelachtig, onbehouwen, onbeleefd, onbeschaafd, ongelikt, ontsierlijk, plons, ruw, vormloos, waterboterbloem, zwaar,
plompaard lomperd
plomp dier neushoorn, nijlpaard, olifant
plompe meid trien
plompen springen
plomp gebouwd rund - buffel
plompheid - grofheid, logheid
plomp persoon - bobberd
plompverloren abrupt, botweg, pardoes, onverhoeds, onverwachts, plotseling
plonsstok - kloet, pols
plonzen plempen,n, spattespetteren
plooi - antiform, golving, groef, inleg, kneep, kreuk, lies, neep, reef, ribbel, rimpel, vouw
plooi van zeil - reef, rif
plooi in het strottenhoofd - stemband
plooibaar buigzaam, flexibel, gewillig, lenig, meegaande, opvouwbaar, soepel, willig
plooibaarheid - souplesse
plooibare verbinding tussen delen van een portefeuille slak
plooidal aardplooi, trog, synclinale, terreinplooi
plooien buigen, golven, kreuken, pliseren, regelen, rimpelen, schikken, schipperen, vouwen
plooier - schipperaar
plooiing - anticlinale, antiform
plooi in de huid rimpel
plooi in het gezicht - frons
plooiing in gesteente - flexuur
plooiloos - effen, egaal, glad
plooi of neep kneep
plooi of vouw - ribel
plooisel lob, lub, plissé
plooisel van een kraag lob, lub
plooivleugeligen - vespidae
plooiijzer fristeertang
plot knoop, plan
plots abrupt, accuut, eensklaps,halsoverkop, inens, onverhoeds, onverwachts, onvoorzien, opeens, pardoes, plotseling
plotseling abrupt, acuut, eensklaps, halsoverkop, ineens, opeens, onverwacht, pardoes, plots, schielijk, snel, subiet, subito
plotseling (muz.) subito
plotseling beginnend - acuut
plotseling binnenkomen inval
plotseling idee inval
plotseling lachen proesten
plotseling omkeren omslaan
plotseling ophouden afnokken, stoppen
plotseling opkomend acuut
plotseling opkomende gedachte - inval
plotseling sterk geluld gil, kreet, schreeuw
plotseling verlangen opwelling, drift
plotseling verschijnende ster nova
plotselinge aandoening aanval, attaque (attak)
plotselinge algemene schrik ontsteltenis paniek, shock, verwarring
plotselinge angst paniek, schrik
plotselinge bevlieging - rage
plotselinge beweging ruk, schok, stoot
plotselinge koersdaling slump
plotselinge ommekeer - ontknoping, peripetie, wending,
plotselinge overval - inval, raid, razzia
plotselinge radeloze angst - paniek
plotselinge schrik - ontsteltenis, paniek, shock, verwarring
plotselinge trek ruk .
plotselinge verheffing van de wind zeng
plotselinge vrees - schrik
plotselinge ziekteaandoening aanval, attaque, beroerte
plotsklaps eensklaps, ineens, onverwachts, plotseling
plotter tekenmachine
plot van een verhaal intrige
pluche fluweel, veloers
pluche beer - pandabeer
pluche, namaak - pluchette
plug bout, mond, pin, stekker, stop, stuk, wig
pluim aigrette, compliment, dons, kwast, plumeaustaart, toef, veer, veder
pluimage gevederte, veren
pluimbal vederbal, volant
pluimbalspel - badminton, raketspel
pluimbol - paardebloem
pluimborstel - plumeau
pluimen - plukken
pluimenbos - panache
pluimgierst - millet
pluimgras - halm, helm
pluimig - donzig
pluimpjesbal badminton, shuttle
pluimpje compliment, loftuiting, plumula
pluimstaart - eekhoorn
pluimstaartaap - saki
pluimstrijken flemen, flikflooien, slijmen, strooplikken, vleien
pluimstrijker flemer, flikklooier, kruiper, slijmjurk, vleier
pluimstrijkerij liefdoenerij, vleierij
pluimvee eend, haan, hen, hoen, hoender, kloek, kalkoen, kip
pluimveeprodukt ei
pluimveeziekte - cocsidiosa, pseudo-vogelpest, pip, pullorum, snot
pluis - fatsoenlijk, haartje, nop, onbedorven, pluche, rafel, rein, veilig, vers, vezel(tje), vlok, vlokje, zedig
pluisje nop, vlokje
pluisjuweel - paan, pluche, trijp
pluis op wollen stof nop
pluister - pluis, vezel, vlok
pluit roeischuit
pluiter roeischuit, zeiljacht
pluizen navorsen, peuteren, uitrafelen
pluizig - oneffen, ruw
pluizig haar - dons
pluk bos(je), dot, handvol, oogst, toef
pluk de dag - carpe diem
plukharen bakkelien, kibbelen, ravotten, stoeien, twisten, vechten,
plukje haar lok
plukken beroven, bestelen, oogsten, pluizen, pulken, roppen
plukker oogster
pluksel - rafeling
plumaketel - akeleiruit
plumbaginacee - armeria, lamsoor, limoenkruid, limonium, schapenoor
plumbago - loodkruid
plumbum pb., lood
plumeau vederborstel
plunderaar dief, marodeur, rover
plunderen beroven, maroderen, rampokken, ravageren, roven, stelen, stropen, uitkleden
plunderen en roven - rampokken
plundering - beroving, diefstal, roof, spoliatie,
plundering door soldaten furie, marode, stroperij
plundertocht raid rooftocht
plunderziek roofzuchtig
plunje - garderobe, kleding, kloffie
plunjer - zuiger
pluralis meervoud, pl.
pluralis majestatis majesteitsmeervoud
pluraliteit meervoudigheid
pluriform veelvormig
pluriformiteit veelvormigheid
plus daarbij, en, meer, optelteken, positief, (wisk.) vermeerderd met
plus de buurt er omheen e.o
plusfour pofbroek, kniepantalon
plusminus circa, ca., omstreeks, omtrent, ongeveer, p.m.
plusminus 145 l - aam
pluspool anode
plutocraat rijkaard
plutonisch gesteente sill, laccoliet
plutonium Pu
pluviale koorkap
pluvier - goudpluvier, regenvogel, wilster
pluvierachtige griel, kemphaan, kievit, kluut, renvogel, scholekster, scholekster
pluviervogel - kluut
pluviometer regenmeter
pluviose regenmaand
pneu - luchtband
pneuma adem, geest, lucht
pneumatiek - aeromechanica
pneumatisch muziekinstrument fonola
po nachtspiegel, ondersteek
pochel licham, rug
pochen bluffen, bogen, bracheren, grootspreken, opscheppen, pralen, pronken, snoeven
pocher blaaskaak, bluffer, branie, dikdoener, geurmaker, grootspreker, opschepper, opsnijder, pochhans, poen, praler, snoever, zwetser
pocheren - koken
pocherij blufferij, gesnoef, grootspraak, opschepperij, praal, rodomontade, snoeverij
pochet lefdoekje, zakdoekje
pochhans - branie, fanfaron, grootspreker, pocher, poen, praler, , scheeuwer, snoever, zwetser
pocketboek zakuitgave
poco p., iets
poco à poco - allengskens, langzamerhand
podagra pootje, voetlicht
podesta ban, landvoogd, machthebber, satraap, stadhouder
podium - almemmor, ambo, boa, bima, buhne, platvorm, olankier, platvorm, toneel
podogra - jicht
podsol - schierzand
podsolhorizont - koffielaag, loodzand, oerbank, schierzand
poedel blunder, does, doeshond, misgooi, misschot, misworp, wentelaar
poedelen baden, blunderen, missen, wassen
poedelhond does, poedel
poedelnaakt moedernaakt, ontkleed, spiernaakt
poeder gruis, medicament, meel, poeier, pulver
poederachtig mul, rul
poederchocolade cacao
poederen fijnwrijven
poederkwastje - donsje
poedersuiker - basterd, farinesuiker, melis
poeder van puin - gruis
poedervormig metaal thorium
poeiem - gedicht, vers
poëet bard, dichter, kunstenaar, rijmer, verzenmaker, zanger
poef zitkussen
poefen paffen, schieten
poeha bombarie, drukte, grootspraak, leven, omhaal, omslag, ophef, rumoer, spats, vertoon
poehaan - kraan, voorman
poehamaker bluffer, ranie, drukteschopper, opschepper
poeier dreun, opdoffer, oplawaai, pulver, stomp
poeieren - fijnwrijven
poel draskolk, kolk, laak, meer(tje), moeras, plas, ven, vijver, waterplas, wetering
poelen - baden, zwemmen
poelepetaat - parelhoen
poelet - soepvlees
poelgras rietgras
poelie pully, riemschijf, snaarschijf
Poloe Pinang, stad op - Georgetown, Penang
Poeloe Weh, stad op - Sabang
poelslak - limnaea
poelsnip capella, watersnip
poelvis - smeerling
poema - zilvermeeuw
poen bluffer, branie, dikdoener, geld, geurmaker, opschepper, opsnijder, patser, ploert, pocher, praler, proleet, snoever, snot
poen geld, moos
poene boete, straf
poenen slaan
poenerig patserig
poenig fatserig, poenerig, praalziek
poenig mispunt kwal
poepuil - steenuil
poer hors, morsbanker, peur, vistuig, wormentros
poerga - boeran
poerlood - peur
poes - kat(er), dakhaas
poesje - pouse-café
poes met papieren - raskat
poespas drukte, knoeitaal, mengelmoes, onzin, rommel, rompslomp, soesa,
poesta steppe, grassteppe
poestig - opvliegend
poet buit, geld, hoop, massa
poëtisch dichterlijk
poëtische naam voor Ierland Eire, Erin
poets bak, grap, grol, joke, klucht, list, mop, pots, streek, truc
poetsen boenen, reinigen, schoonmaken, wrijven
poetser - schoonmaker
poetskatoen dot, pinkops
poetslap dot
poetsmiddel - cleaner, glans, was
poetsmiddel voor aanrecht staalfix
poetsmiddel voor hout teakolie
poetsmiddel voor kachels kachelglans
poetsmiddel voor tanden tandpasta
poets of streek list, loer
poetsproduct - smeer
poezelig mollig, poezel
poezelige vrouw - mokkel
poezengeluid - spinnen
poëzie dichtkunst, gedichten, verzen
poezig - lief(tallig), zacht
pof bol, gezwollen, klap, knal, krediet, opgezet, windstoot
pofadder cobra
pofbroek - plusfour
poffen- borgen, duwen, kloppen
poffer voetzoeker
poffertje bollebuisje, brodertje,
poffertjeskraam - bakkeet
pofmais - popcorn
pofspel - trictrac
pogen beproeven, proberen, streven, trachten
pogen te bereiken haken, rekken streven
poging experiment, moeite, proef, moeite, probeersel, streven
poging tot dichten gerijmel, rijmelarij
poging tot koop bod
poging tot moord aanslag
pogrom jodenvervolging, verwoesting
poids gewicht, overwicht
point punt
point d'orgue orgelpunt
pointe clou, gedachte, geestigheid, moraal, strekking, tendens, woordspeling
pointer - patrijshond
pointeren aanstippen, aantekenen, richten, verifiëren, wagen, zetten
pok blaar, bult, puist, pukkel, puistje, zweer(tje)
pokdalig mottig
poken oprakelen, porren, stoken
poker dobbelspel, kansspel
pokeren - gokken
pokerterm bluf, carré, pair, poker
pokkel bult, lichaam, rug
pokken - variola
pokkenbriefje vaccinatiebewijs
pol - aardkluit, heuveltop, hoogte, koekje, plag, vrouwenjager, zode
polaire hoedanigheid - polariteit
polder - mee, waterschap
poldergast - grondwerker
polder in IJsselmeer Flevoland, Markerwaard, Noordoostpolder, Wieringermeerpolder
polder in NoordHolland Beemster, Purmer, Schermer, IJpolder, Wormer
polder in ZuidHolland Alexander, Babbers, Delfland
ploderbestuur - heemraad, waterschap
polderboer - ingeland
poldergast - grondwerker, polderwerker
polderinspectie schouw
polderjongen dijkwerker, schuier
polderkoorts - malaria, moeraskoorts
polderlasten polderbelasting
polei - katrol
polemiek - pennestrijd
polemisch - strijdend, twistend
polemoniacee - cobaea, collomea, gilia, phlox, polemonium, vlambloem
poleren - polieren, polijsten
policinel - hansworst
poliep - abces, gezwel, inktvis, neteldier, octopus, sepia, tumor, vleesboom, zwelling
poliepen hydroidea
poliet beschaafd
polijstbare gipssoort - albast
polijstaarde tripel
polijstbare gipssoort albast
polijsten beschaven, bruineren, gladmaken, politoeren, schuren, slijpen, veredelen, verfijnen, zoeten
polijststeen amaril
polio kinderverlamming, poliomyelitis
polis - akte
polisseur - polijster
politesse - hoffelijkheid, welgemanierdheid
politica staatsvrouw
politicus - staatsman
politie - hermandad, ordedienstprinsenmarij
politie te water rivierpolitie
politie van het leger M. P.
politieafdeling - brigade
politieagent bink, diender, juut, kip, klabak, rus, smeris, tuut, veldwachter, wijkagent
politiebeambte - agent, diender, rechercheur
politiedienst recherche
politiehond - speurhond
politiehoofd - brigadier, commissaris, inspecteur
politiehoofd in Amerika sheriff
politiek staatkundig
politiek, kennis van de - politologie
politiek onbetrouwbaar inciviek
politiek strijder - plopper
politiek systeem - actualisme
politiek van staatkundige en economische expansie imperialisme
politieke daad, bepaalde - verkiezingsmanoevre
politieke groepering partij
politieke kleur, van bepaalde - communistisch, laberaal, sociaaldemocratisch, socialistisch
politieke partij in Duitsland C.D.U., F.D.P., S.P.D.
politieke partij in Engeland Conservatieve, Labour, Liberalen
politieke partij in Nederland A.R.P, C.D.A., C.P.N., C.H.U., G.P.V., Broen-links, K.V.P., P.v.d A, P.S.P., P.V.V.S.G.P., V.V.D., D '66, D. S. '70, Boerenpartij, P.P.R., S.P.
politieke rechercheafdeling P.R.A.
politieke richting liberaal, links, rechts
politieman agent
politiesoldaat - gendarme
politiespion verklikker
politievoertuig overvalwagen, patrouillewagen
politionele drijfjacht razzia
politoer - beschaafdheid, fijnheid, gladheid, glans
politoeren opknappen, oppoetsen, polijsten
polk hol, nest
polka dans
polkabrok - ulevel
pollen stuifmeel
pollenanalyse palynologie
pollenklompje pollinium
pollepel sleef, roerspaan
polmast kluitden
polohemd shirt, sporthemd
polonaise - feestdans
polonium po. Radium-F
pols springstok
polsen benaderen, onderzoeken, peilen, toetsen, uithoren, vragen
polsslag - pulsatie, pulsus
polsstok kloet, springstok
polster penterschouw
polszak - puls
polyamide - nyon
polychroom - bont, kleurrijk, veelkleurig
polyeder veelvlak
polyfagie vraatziekte
polyfoon - meerstemmig, veelstemmig
polygalacee - vleugeltjesbloem
polygamie veelwijverij
polygonaal polygoon, veelhoekig
polygonacee - adderwortel, boekweit, bruidsluier, duizendknoop, fagopyrum, jezusgras, krodde, perzikkruid, polygonum, rabarber, rheum, roodbeen, rumex, varkensgras, veenwortel, waterpeper, zuring, zwaluwtong
Polynesië, bewoners van - Kanaken
Polynesië, eiland behorend tot - Alofi, Christmas, Fanning, Fotuna, Manahiki, Marquesas, Niuafu, Niue, Palmya, Phoenix, Rapa, Tahiti, Tokelau, Uea
Polypodiacee - adelaarsvaren, eikvaren
polyptiek veelluik
polytechnische school - polytechnicum
polytheïsme afgoderij, heidendom, veelgoderij, veelgodendom
polijstbaar gipssoort - albast
polijsten - politoeren, poppen, schuren
polijstrood - dodekop
pomander - amberappel
pommerroos jambosa
pommes frites - patat
pomp - aanjager, cilinder, zuiger
pomparm zwengel
pompbuis daal
pompel - kolk
pompelmoes grapefruit
pompen van het hart systole
pompeus deftig, dikdoenerig, hoogdravend, luisterrijk, prachtig, zwierig
pompier brandweerman, spuitgast
pompinstallatie gemaal
pompoen kalebas, pronkappel
pompon - bolkwast
pomposo (muz.) - deftig, statig
pompput - jaknikker
pompstation gemaal, tankstation
pon nachtgewaad, nachtjapon, nachtkleed
ponceau klaprozerood
poncho - manteldoek
pond Ib., pd.
ponder mandje, unster
ponderen - wegen
pondgaarder - korenmakelaar
pond sterling L., P. St.
ponem facie, gezicht, tronie
poneren stellen, voordragen
ponjaard - dag(ge), dolk, moordpriem
ponk spaarpot
pons - drevel
ponsen doorslaan, drevelen, stansen
ponsoen graveernaald, patrijs
ponstypist - ponser
ponstypiste - pondeuse
ponswerk stamswerk
pont - overzetboot, veer, vlet
pontbrug - pontklep
ponteneur eer, eergevoel
pontifex P., opperpriester
pontificaal bisschoppelijk, opperpriesterlijk, pauselijk, plechtgewaad, pronkgewaad, staatsiegewaad
pontiflex, maximus paus
ponton brugdrager, brugschuit, drijver, schipbrug
pontveer overhaal, veerboot
pontwachter - veerman, veerschipper
pont hit, ket
pooien - drinken, zuipen, zwelgen
pooier patser, ploert, souteneur, uitsmijter
pook dolk, haardijzer, porijzer, rakel, vuurijzer
pookijzer rakel
Pool aspunt, Polak
poolbeer - ijsbeer
pool, de betreffende - polair
poolgebied Antarctis, Antarctica, Arctis
poolhond husky
poolkap - ijskap
poolkring poolcirkel
poollichaampje - polocyt
poollicht - noorderlicht, zuiderlicht
poolmeter kwadrant
poolreiziger Amundsen, Bellingshausen,Bering, Byrd, Davis, Hansen, Hudson, Nobile, Peary, Ross, Scott, Shackleton, Wilkins
Pools componist Paderewski
Pools dorpshoofd starost
Poolse berg - Tatry
Poolse bok - doedelzak
Poolse dans - krakiowak, mazurka, polonaise
Poolse dichter - Lec
Poolse havenstad Dazig, Elblag, Gdansk, Gdynia, Kolobrzeg, Szcessin
Poolse hoofdstad - Warszawa
Poolse jongensnaam Stanislov
Poolse Jood - Pol(a)k
Poolse koning -
3 Jan
6 Istvan
7 Hendrik, Jadwiga, Lodewijk, Michael, Meeszko
8 Augustus, Boleslaw
9 Alexander, Kazimierz, Sigismund, Stanislaw, Wladyslaw
Poolse Kozakkenhoofdman hetman
Poolse munt - groszy, zloty
Poolse parlement Zejm
Poolse pianist Askenase, Paderewski, Rubinstein
Poolse plaats - Bialystok, Gdansk, Gdynia, Katavice, Krakau, Krakow, Lotz, Lublin, Ostraa, Poznan, Wroclaw, Warschau
Poolse president -
5 Ochab
6 Bierut
8 Moscicki, Zawadski
9 Jablonski, Pisuldskiwi
10 Narutowicz, Paderewski, Spychalski
11 Raczkiewicz
12 Cyrankiewicz
13 Wojciechowski
Poolse rivier - Biala, Bobr, Bug, Notac, Odra, San, Warta, Wisla
poolshoogte nemen onderzoeken
poolshoogtemeter astrolabium
poolster gids, noordstèr, polaris, toeverlaat, tramontane
poolstreekbewoner Alaskiër, Aleut, Eskimo, Groenlander, Lap, Laplander, Ijslander
poolvos - ijsvos
Poolzee IJszee
poon - knorhaan, roodbaard, trigla
poor - prei
poort (Arab.) bab, boog, deur, doorgang, geschutspoort, ingang, passage, patrijspoort, toegang, tunnel,, uitgang
poorter burger, dorpeling, ingezetene, stedeling
poortjesvolk - armelui
poortwachter conciërge, portier
poos duur, ogenblik, periode, tijd(je), wijl
poosje - amerij(tje), even, ogenblik, tijdje,
poot ent, loot, spruit, stek
poot hoef, klauw
pootaardappel kriel, legger, planter, poter
pootgoed pootvis, pootaardappelen, pootoesters
pootje podagra, voetjicht
pootogigen schildkreeften
poot van een roofdier klauw
pootvis - gruw
pop - baby, cocon, dot, gulden, kindje, marionet, prop, speelgoed, trekpop
popcorn - pofmais
pop uit poppenspel marionet
popel populier
popelen beven, bewegen, ritselen, ruisen
popfeest popfestival
popmuziekstijl funk, punk
poppel - atelaar
poppenkast - poesjenellen, ronzebons
poppenkastfiguur - Jan Klaassen, Katrijn, Pierlala
poppenkastspeler in Nederland - Baardmans, Bosrna, Bulthuis, Kooman
poppenspel marionettentheater, wajang
poppentheater in Antwerpen Poesjenellenkelder
popperig klein, nietig, petieterig, peuterig
poppig klein, nietig
pop uit poppenspel - marionet
populair geliefd, gevierd
populair lied hit, tophit
populair tijdschrift magazine
populair vervoermiddel fiets
populair wijsje schlager, tophit
populaire artieste - vedette
populaire benaming voor geld - daalder, duppie, geeltje, joetje, knaak, meier, pop, riks, spie
populaire benaming voor gezicht - facie, smoel, snoet, snuit, toet, tronie
populaire muziek - pop
populatie bevolking
populier abeel, asp, beefesp, belboom, esp, peppel, popel, ratelaar, ratelabeel, ratelpopulier, trilpopulier
populier, witte abeel
pop van een vlinder - larve
por duw, mep, puist, steek, stoot, wrat, zet
porder klopper, pook, wekker
porem aan(gezicht), ponem, tronie
poreus - doordringbaar, doorlaatbaar, lek, permeabel, sponsachtig
poreusheid - porositeit
poreus vulkanisch gesteente - lava, puinsteen
poreus weefsel kurk
poreuze lava - scroria
porfier graniet, purpersteen
porie gaatje, huidopening, opening, spleet
porijzer pook, ratel
pork hummel, kleuter, uk
porken peuteren, possen
pornografie schund, vuilschrijverij
porren aansporen, duwen,poken, rakelen, steken, stompen, stoten, wekken
porositeit poreusheid
pors - gagel
porseleinaarde kaolien
porseleinbloempje - steenbreek
porselein, grondstof voor - cornishtone, kaolien, kwarts, pigmentiet, veldspaat
porseleinhoen moerasral
porseleinhorenslak - cypraea
porseleinslak katje
porseleinstad - Limoges, Meissen, Sèvres
porseleintjes menistenzusjes
port bestelbon, briefkosten, porto, portwijn, strafport, vrachtgeld
portaal bordes, deurnis, hal, hoofdingang, nis, overloop, vestibule
portaal voor buitendeur - portiek
portatief draagbaar
porte-crayon - tekenpen
portee belang, betekenis, draagwijdte, omvang, strekking
portefeuille beurs, brieventas, etui, koker, map
portelen - borrelen, bruisen, koken, pruttelen, schuimen
portemonnee beurs, geldbuidel, geldtas
porticus zuilengang, boven gang
portie aandeel, actie, deel, dosis, effect, gedeelte, hoeveelheid, kavel, kwantum, part, rantsoenstuk, (Eng.)share
portiek hal, voorhal, voorportaal, zuilengang
portier autodeur, claviger, conciërge, deurwachter, oppasser, poortwachter, pylorus, wachter
portière deurvoorhang, gordijn
portiershokje loge
porto bestelbon, briefkosten, briefvracht, vrachtgoed, zegelkosten
portobetaalmiddel antwoordcoupon
portofoon mobilofoon, walkietalkie
porto franco - vrijhaven
portret afbeelding, beeld, beeltenis, beschrijving, foto, konterfeitsel, schets, uitbeelding
portretschilder - portrettist
portretteren beschrijven, uitbeelden
portvrij - franco
Portugal - Lusitania
Portugees danslied fado
Portugees district -
4 Beja, Faro
5 Braga, Evora, Porto, Viseu, Horta
6 Aveiro, Guarda, Leiria, Lisboa
7 Coimbra, Funchal, Setubal
8 Braganca, Santarem
10 Portalegra
Portugees vissersvaartuig - Calao
Portugees zeilschip - caravela
Portugese bezitting in Azië Timor
Portugese dichteres - Alorna
Portugese edelman fidalgo
Portugese eilanden Azoren
Portugese en Spaanse Joden sefardim
Portugese havenstad Lissabon, Oporto, Porto, Setubal
Portugese havenstad in Afrika Baire
Portugese hoofdstad - Lisboa, Lissabon
Portugese inhoudsmaat - almude, alqueira
Portugese kolonie in China - Macao
Portugese koning(in) -
5 Johan, Jozef, Karel, Maria
6 Eduard, Miguel, Sancho
7 Emanuel, Hendrik, Lodewijk
8 Alfonsus
9 Dionisius, Ferdinant
10 Sebastiaan
Portugese kroniekschrijver - Lopes
Portugese landstreek - Beira
Portugese munt escudo, fanga, moio, reis, rs
Portugese president - Braga, Gomes
Portugese rekenmunt milreis
Portugese rivier - Douro, Ebro, Guadiana, Minho, Taag, Tejo
Portugese stad - Almada, Braga, Coimbra, Elvas, Evora, Faro, Lagos, Lisboa, Lissabo, Oporto, Setubal
Portugese synagoge esnoga
Portugese titel voor adellijke dame - donna
Portugese voormalige kolonie - Angola, Mozambique
Portugese wijnsoort - aquilar, made(i)ra, port
Portulacee - claitonia, montia, postlein
portuur tegenpartij
portvrij - franco, ongefrankeerd
pos baarsvisje, zeedonderpad
pose - aanstellerij, air, houding, stand
Poseidon Neptunus
poseren - modelstaan
poseur aansteller
positie aanzien, betrekking, houding, ambt, baan, houding, ligging, opstelling, plaats, post, rang, situatie, staat, stand(ing), stelling, toestand, zwangerschap
positief - bepaald, gunstig, overtuigd, stellig, uitgesproken, vast, werkelijk, wezenlijk, zeker
positief beeld op onderlaag dia
positief elektrisch atoom anode
positief electron van de atoomkern - positron
positief geladen atoom anion
positief geladen ion - kation
positief geladen waterstofatoom proton
positief idee - ideaal
positieoorlog stellingoorlog
positieve elektrode anode
positieve ideeën ideaal
positieve kans fortuin, geluk, mazzel
positieve niveauverandering transgressie, zeespiegelrijzing
positieve pool anode
positieven bewustzijn
posse gagel, post, pos, possem
possederen bezitten
possem gagel, Myrica, pors
possessie bezit, bezitting, have
posibiliteit - mogelijkheid
post ambt, baan, betrekking, functie, mail, officie, paal, positie, postiljon,raamstijl, schildwacht, standplaats, taak, wachter, werkkring
Post, de betreffende - postaal
postament pedestal, piëdestal, sokkel, voetstuk
postbode besteller, koerier, postiljon, postbezorger
postbus box, brievenbus
poste restante p.r.
postelein protulak
postelein achtigen - postulacaceeën
posten wachthouden
poster affiche
posteren - aanstellen
posterieur later, volgend
posteriteit nakomelingschap
postglossator - commentator
posthorenslak planorbis
posthuis - wachthuisje
postiche - nagemaakt, vals
posticheur haarwerker
postiljon koerier, postknecht, postrijder
postille predikboek
postkoets - diligence
postludium naspel
postmerk stempel
post of baan betrekking
postpakje - pakket
postrijder postbodepostiljon
postscriptum naschrift, ps., nabericht
poststukken - mail
postulaat axioma, stelling, proeftijd
postulant kandidaat, nieuweling
postuleren vooropstellen
postuur bouw, figuur, gedaante, gestalte, houding, lichaamsbouw, stand
postvaartuig - mailboot
postwagen diligence, mailcoach, postrijtuig
postzak brievenbaal
postzegel frankeerzegel
postzegelkunde - filatelie
postzegelkundige filatelist
postzegeltang pincet
postzegelterm eerstedagenvelop, tanding
postzegelverzamelaar filatelist
postzegelverzamelwoede - filatelie
postzegel voor goed doel - kinderzegel, weldadigheidszegel
pot glas, inleg(geld), inzet, kroes, marihuana, mise, nachtspiegel, pint, speelgeld, stuff, vaas
potaarde potgrond
potas kaliumcarbonaat
potassium - kalium
potator - drinkebroer, drinker, dronkaard
potbloem anjelier
pot de chambre - po
potdicht gesloten, lekvrij
potdoof - stokdoof
poten planten, inpoten, stekken
potent - mannelijk
potentaat (alleen)heerser, dictator, machthebber, tiran, vorst
potentie kracht, macht, machtsexponent, vermogen
poter aardappel
potgrond potaarde
pothaak hengsel, heugel
pothoed - bolhoed
potig - fiks, flink, gespierd, krachtig, moedig, sterk, stevig, stoer
potig wijf - Brunhilde, Kenau
potje spel(letje), partij
potje in een stoof test, vuurtest
potloden zwartmaken
potlammetje leblam
potlood grafiet, zwartsel, kachelglans
potloodpunt - stift
potpourri allegaartjemedley
potroos - pioenroos
pots grap, joke, klucht, poets, streek
potsachtig aardig, grappig
potsenmaker clown, grapjas, hansworst, joker, klown, nar, paljas, pias, snaak, tuimelaar
potsierlijk dwaas, gek, grotesk, kluchtig, lachwekkend, raar
potsig grappig
potten - sparen
pottenkijker keukenpiet, snuffelaarspion
pottenbakkersaarde gleis, klei
pottenbakkersklei gleis, terracotta
pottenbakkerskunst ceramiek, keramiek
potter gierigaard, schraper
potvis cachelot, tandwalvis
poule - inzet
poulet kip, kuiken, soepvlees
pover armoedig, armzalig, berooid, gering, karig, magertjes, noodruftig, schamel, schraal, sober, mager
povertjes karig, mager
pozen ophouden, pauzeren, rusten, verwijlen
potsachtig - aardig, grappig
potsenmaker - clown, grappenmaker, hansworst, pias
potsierlijk - grotesk, scurriel
pottenbakkersaarde - gleis
pottenbakkerskunst - keramiek
potvis - cachelot
por acquit - voldaan
pousse-café - poesje
pover - arm(zalig), berooid, schamel, schraal
Praag - Praha
praaien aanklampen
praal bluf, eer, luister, opschik, opsmuk, pocherij, poeha, pompa, pracht, pronk(zucht) schittering, sier, statie, vertoon, weelde, zege, zwier
praalbed pronkbed, katafalk
praalboog ereboog
praal en eer roem
praal en glorie - luister
praalgraf cenotaaf, mausoleum, tombe
praalhans - branie, opsnijder, opschepper, pocher, poen, snoever
praaltros - guirlande
praalwagen pronkwagen
praalziek - ijdel, ostentatief, poenig, prachtlievend
praalziek mens - ijdertuit
praalzucht - bluf, hoovaardij, ostentatie, vertoon
praalzuchtig prachtlievend
praam - bol, gabaar, gabare, klem, knevel, neusklem, pranger, zolderschuit
praat - gebabbel
praatal babbelaar(ster), kletskous
praatgraag - praatlustig
praatje geroddel, gerucht, gesprek, klets, laster, mare, prevelement, smoes, verzinsel
praatjes achterklap, gerucht, kletskoek, laster, palaver, prevelement, roddel, verzinsel
praatjes maken bluffen, opscheppen, snoeven
praatjesmaker bluffer, branie, druktemaker, kakelaar, kletskous, opschepper, snoever
praatlustig praatgraag, pratatief, spraakzaam,
praats aanmatiging, babbel(tjes), drukte, kapsones, ophef, pretentie, spats
praatvaar - babbelaar
praatvogel ara, beo, lorre, papegaai, parkiet
praatziek babbelachtig, loslippig
praatziekte logomanie
pracht glans, glorie, luister, magnificentie, opschik, opsmuk, pompa, praal, pronk, schittering, schoonheid, sier, tooi, vertoon, weelde
pracht en praal - vertoon
prachtig beeldig, briljànt, daverend, denderend, enig, enorm, florisant, fraai, grandioos, groots, heerlijk, hemels, kostbaar, kostelijk, luisterrijk, magnifiek, mooi, moorddadig, pompeus, schitterend, schoon, splendide, superbe voortreffelijk, weelderig, weids
prachtige auto - slee
prachtig feestmaal banket
prachtig werk - prestatie
prachtkever buprestida, ossendoder
prachtlievend ijdel, praalziek
practicabel - doenlijk, mogelijk, uitvoerbaar
praefectus praef, prefect, stadhouder
Praemonstratenser - Norbertijn
praesens - o.t.t.
praeses - president, voorzitter
preteritum o.v.i., imperfectum
prahoe (Ind.) prauw
prairie - pampa
prairiepaard mustang
prairiewolf coyote
prak etensrest, kliekje, kliek
prakje kliekje
prakken - fijnmaken
prakkeseren nadenken, overwegen, peinzen, piekeren, uitdenken, vigileren
praktijk - daad, gebruik, gewoonte, kliëntele
praktijkperiode - stage
praktijk uitoefenen praktiseren
praktisch bijna, efficiënt, makkelijk, nagenoeg, nuttig, zakelijk
praktische wijsbegeerte etiek
praktiseren oefenen
pral - pocher, snoever, opsnijder, opschepper
pralen bluffen, bogen, geuren, gloreren, opscheppen, opsnijden, paraderen, pochen, prijken, pronken, schitteren, snoeven, stralen
pralend pronkerig, sierlijk, statieus
praler bluffer, branie, geurmaker, opschepper, opsnijder, pocher, poen, snoever
pralerij gepraal, bluf, vertoon
praline bonbon
pramen aandringen, aanzetten, drukken, knellen
prang - band, boei, klemming, knel, knijper, kwelling, neusklem
prangen - dringen, drukken, knellen
pranger klemhaak, molenklem, neusknijper, praam, schandpaal
prangijzer - praam
praseodymium pr.
prat deftig, fier, hoogmoedig, hovaardig, ijdel, parmantig, trots
praten babbelen, bomen, converseren, kakelen, keuvelen, kletsen, kouten, lullen, prevelen, redeneren, spreken, talen, vertellen, zeggen
pratend (muz.) parlando
pratende vogel ara, beo, kraai, lorre, papegaai, parkiet
prater babbelaar, flapuit, kletskous, redenaar, spreker, tater, wauwel
praterij - geklets, gepraat
praterig - spraakzaam
prat gaan bogen
prauw - korakora
pre voorkeur
preambule inleiding, preludium
precair bedenkelijk, hachelijk, netelig, onzeker, veeg
precautie - voorzichtigheid, voorzorg
precedent besluit, voorafgaande
precies accuraat, bepaald, even, exact, haarfijn, juist, krek, nauw(gezet0, nauwkeurig, nauwlettend, net(jes), promp, punctueel, stipt, strikt, zorgvuldig
preciesheid - accuratesse, acribie
precies op tijd - klokslag
precieus geaffecteerd, gekunsteld
preciosa kostbaarheden, juwelen
preciseren omlijnen, verduidelijken, verhelderen
precisie acribie, juistheid, nauwkeurigheid
precisiemeter acribometer
preconisatie aanprijzing
predestinatie voorbeschikking
predikatie preek, sermoen
predikaat (taalk. gezegde), eretitel
predikant dominee, ds, herder, leraar, pastoor, v.d.m., voorganger, zielenherder
predikante da., domina .
predikantswoning - pastorie
predikantszaken - pastoralia
predikatie - kanselrede, leerrede, preek
predikatie in kesttijd - adventspreek
prediken leren, preken, spreken, verkondigen
prediker dominee, Ecclesiastes, evangelist, pred., Salomo, verkondiger
predikheer dominicaan, O.P.
predikheren - dominicanen
prediking - evangelisatie, homilie, missie, preek,
prediking en sacrament - genademiddel
predikkunde homiletiek
predikstoel - kansel, katheder
predilectie vooringenomenheid, voorkeur
pree betaaldag, voorkeur
preek kanselrede, leerrede, predikatie, prediking, sermoen, toespraak, vermaning
preekachtig prekerig
preekheer - meikever
preekstoel - ambo, kansel, katheder, leerstoel
prefatie voorbericht, voorrede
preferabel verkieslijk
preferent bevoorrecht pr(e)f.,
prefereren - verkiezen
prefix voorvoegsel
pregnant (geneesk.) zwanger
prehistorie archeologie, voorgeschiedenis
prehistorisch dier brontosaurus, dinosaurus, mammoet
prehistorisch graf hunebed, koepelgraf
prehistorisch mens - Neanderthalermens, oermens
prehistorisch volk Indogermanen, Kelten
prehistorische hagedis - plesiosaurus
prehistorische periode - bronstijd, mesolithicum, neolithicum, paleolithicum, steentijd, ijzertijd
prei poor
prei of ui - look
prejudicie - afbreuk, nadeel, schade, vooroordeel
preken betogen, kletsen, verkondigen, vermanen, zedenmeesteren
preker redenaar
prekerig - preekachtig
prelaat (aarts)bisschop, abt, kardinaal, kerkvoogd, prior
preliminair inleidend, voorafgaand
prelude inleiding, preambule, voorspel
preludium aanhef, begin, voorspel
prematuur ontijdig, voorbarig, vroegtijdig
premie bonus, beloning, geschenk, gratificatie, prijs, toelage, toeslag
premieartikel - premium
premier eerste, minister president, staatsman
premonstratenzen norbertijnen
prengel lomperd, vlegel
prengelaar gierigaard
prent afbeelding, afdruk, beeltenis, estampe, ets, foto, gravure, illustratie, linoleumsnede, plaat, print, spoor
prentachtig - prenterig
prentbriefkaart ansicht
prenterig afgemeten, gemaakt, nuffig, preuts, stijf
prent in steendruk litho
prentje - plaatje
prentje van Roemer Visser zinnepop
prentkunst grafiek
prepareren gereedmaken, klaarmaken, toebereiden, voorbereiden
prepositie voorzetsel
preprint voordruk
preraffaëlieten, een der - Hunt, Millais, Rosetti, Ruskin
prerogatief voorrecht
present aanwezig, cadeau, gave, gift, geschenk, tegenwoordig
presentabel - toonbaar
presentatie aanbieding, voorstelling
presenteerblad schenkblad, dienblad
presenteren aanbieden, (ver)tonen, schenken, voorstellen
presentie aanwezigheid
presentje geschenk, cadeau
preservatie - behoeding
preservatief condoom, voorbehoedend
preserveren - beveiligen
president praeses, preses, pres., staatshoofd, staatsman, voorzitter, voorz.
presidente - voorzitster
president van Chili Allende
president van de Verenigde Staten - Adams, Carter, Coolidge, Eisenhower, Grant, Hoover, Ike, Jackson, Jefferson, Johnson, Kennedy, Lincoln, Monroe, Nixon, O Bahma, Pierce, polk, Reagan, Roosevelt, Taft, Truman, Tyler, Washington, Wilson
president van Duitsland Heinemann
president van Egypte Sadat
president van Frankrijk Pompidou
president van Indonesië Soeharto, Soekarno
president van Tunesië. Bourguiba
presidia vesting, garnizoen, strafkolonie
preskop - hoofdkaas
pressant dringend, spoedeisendurgent
pressen dwingen, noodzaken, nopen
presseren - aandrijven
pressie (aan)drang, druk, drukking, dwang, juk
prestatie daad, kunnen, verrichting, wapenfeit
prestatielijst - rapport
presteren doen, verrichten
prestige aanzien, eer, invloed, overwicht, reputatie
presto - cito, gezwind, ras, snel
presumeren vermoeden; veronderstellen
presumtie - gissing, verdenking, vermoeden, veronderstelling
pret amusement, gein, genoegen, jolijt, jool, leukheid, leut, lol, plezier, schik, vermaak, vertier, vreugd(e), vrolijkheid
pretbederver spelbreker
pretendent - eiser, minnaar
pretenderen beweren, voorgeven, voorwenden
pretentie aanmatiging, aanspraak, eigenwaan, eis, vordering, waan
pretentieus aanmatigend, verwaand
preteren meegeven
pretje aardigheidje
pretmaker lolmaker, pleziermaker
pret of plezier vreugde
pretor - landvoogd
prettig aangenaam, aardig, bekoorlijk, bevallig, degelijk, fideel, genoeglijk, gezellig, fijn, heerlijk, jolig, lekker, leuk, lirf, lollig, lustig, plezierig, tof
prettig en lief - knus
prettig in de omgang sociabel
prettig weer zonnig
preukelen peuteren, porren
preutelen mompelen, mopperen, morren, prevelen, pruttelen
preuts eerbaar, fier, ingetogen, kuis, over(zedig), zuiver
preuts meisje - nuf
preuts persoon - prude
prevelement praatje, rede
prevelen fluisteren, kletsen, mopelen, murmelen, praten
prevenant - minzaam
preventie voorkoming, voorzorg
prieel - berceau, gloriette, loofhut, pergola, tuinhuis(je), zomerhuisje
priiëelvormige aanbouw pergola
priegelen - peuteren
priegeltje iets, pietsie
priel (vaar)geul
priem - aal, breinaald, breipen, els, pik, stift,
priembalk balanspriem
priemel kereltje, ventje
priemen doorboren, doorsteken, prikken
priemkruid - subularia, verfbrem
priem of els prikpen
priem of naald - els
priemstaart - aarsmade
priemvormig subulaat
priemvormig orgaan doorn, stekel
priemvormig voorwerp naald, speld
pries - snuifje
priester biechtvader, bisschop, bonze, brahmaan, deken, druïde, goeroe, kapelaan, leviet, magiër, officiaal, pastoor, pater, plebaan, pontifex, pope,prelaat, presbyter, sjinto
priester belast met bewaking van de tempel Leviet
priester der Griekse kerk pope
priester der Kelten druïde
priester die net gewijd is - neomist
priester-arbeider abbé
priesterband - stool
priesteres van Demeter - Lambe
priesteres van het orakel te Delphi - Pythia
priestergewaad albe, habijt, pij, soutane, talaar, toog
priestergordel singel
priesterheerschappij - hiërarchie, hiërocratie,
priesterhuis - convict
priesterkalot solidee
priesterkleed - albe, amikt, habijt, humeraal, koorkap, pij, soutane, talaar, toga, toog
priesterkoor - presbyterium, sanctuarium
priesterkruin tonsuur
priesterlijk - hyëratisch, sacerdotaal
priesterlijk opperkleed stola
priesterlijk parament stool
priestermuts - bonnet, kalot, solidee
priesterregering theocratie
priesterschap - hyërarchie
priesterschool - semenarie
priesterstand clerus, geestelijkheid
piester van de Griekse kerk in Rusland - pope
priester van Silo - Eli
prietpraat kletspraat
prij - aas, feeks, furie, harpij, heks, kol, kreng, serpent, tang
prijkel - perikel
prijken paraderen, pralen, pronken, vertonen
prijs bedrag, bekroning, beloning, buit, eer(bewijs), ere, kosten, lof, premie, tarief, waarde
prijsbepaler taxateur
prijsbepaling tarief
prijscourant prospectus
prijscyndicaat - kartel
prijs en vracht - cf.
prijs voor bruikleen huur
prijsdaling baisse
prijselijk loffelijk
prijsgeven afstaan, (op)offeren
prijskaartje bonnetje
prijskamp strijd, wedstrijd
prijskans - gok, lot
prijslijk loffelijk, lofwaardig
prijslijst tarief, lijst
prijsopgave offerte
prijspeil - prijsniveau
prijsverhoging opslag, toeslag
prijsverlies - perte
prijzen achten, eren, keuren, kronen, lauweren, loven, ophemelen, roemen, schatten, taxeren, waarderen
prijzend - waarderend
prijzenswaardig loffelijk, respectabel
prijzer roemer, schatter
prijzig duur, peperig
prik - frisdrank, injectie, inspuiting, lamprei, negenoog, punctie, steek, windel
prikje spotprijs
prikkebeen spillebeen
prikkel aandrang, aandrift, aansporing, aantrekkingskracht, beroering, drijfveer, impuls, opwekking, prik, prikkeling, sensatie, stekel, stimulans, tinteling
prikkel van koude tintel
prikkelbaar driftig, geïrriteerd, irretabel, korzelig, kregel, kribbig, lichtgeraakt, wrevelig .
prikkelbaar mens neetoor
prikkelbaarheid irritabiliteit, kregeligheid
prikkeldraad pinnekensdraad, stekeldraad
prikkelen aansporen, aanwakkeren, aanzetten, ergeren, exciteren, irriteren, kittelen, kriebelen, nopen, ontstemmen, opjagen, opwekken, pikeren, sarren, steken, stimuleren, tergen, tintelen, verhitten
prikkelend - irritant, pikant, tintelend, verhittend
prikkelend plagen - tarten
prikkeling - ergernis, impuls, irritatie, kriebel,opwekking, stimulans, tintel(ing), ergernis, aanstoot
prikkellectuur erotica, pornografie, schund
prikkel van koude - tintel, tinteling
prikken beledigen, puncteren, steken, tintelen
prikkend - stekend
prikkendief - ooievaar
prikketoot - prikkorf
prikneusje - bernagie, bolderik
prikpen priem
prikplant cactus
prikslee - ijsslee
prikvis rondbek
prikwater - spuitwater
pril fris, groen, jeugdig, jong, nieuw, onrijp, vroeg
pril en jong jeugdig
prim leep, slim
prima bekoorlijk, best, degelijk, excellent, lieflijk, opperbest, patent, prachtig, probaat, puik, steengoed, tiptop, uitmuntend, uitnemend, uitstekend, voorbeeldig
primadonna vedette, ster
prima en fijn puik
prima in orde - tiptop
primair (aller)eerst, eerstens, voornaamste
primaire kleur blauw, geel, rood
primeren bekronen, overheersen, voorgaan
primeur - eersteling, nieuwtje, scoop
primitief - eenvoudig, gebrekkig, onbeholpen
primitief vaartuig vlot
primitief vuurwapen donderbus, snaphaan
primitief wapen boog, bij, goedendag, knots, knuppel, lans, pijl, speer, spies
primitieve boot - korjaal
primitieven natuurvolken
primitieve woning - hut
primo (aller)eerst, eerstens
primogenituur eerstgeboorterecht
primordiaal fundamenteel, grondig, oorspronkelijk
primula sleutelbloem, zevenster
primulacee - aurikel, beveroor, cyclamen, dwergbloem, guichelheil, hottania, melkkruid, penningkruid, sleutlbloem, waterpunge, wederik, zevenster
primus - eerste
Prince Edward Island, hoofdstad van - Charlottetown
principaal - baas, chef, committent, lastgever, prestant, superieur, volmachtgever
principe beginsel, grondregel, stelrgel, uitgangspunt
principe van oorzakelijkheid causaliteitsbeginsel
prins koningszoon, vorst
prins in Abessinië ras
prinsdom vorstendom
prinsemarij justitie, politie
prinsentitel in Perzië mirza
prinserij - justitie
prinses Beatrix, Christina, edelvrouw, Irene, Margriet, Marijke
prinses van Kolchis - Medea
princss van Kreta - Ariadne
prinsesseboon - slaboon
prinsgemaal Bernhard, Claus, consort
prinsheerlijk - brutaalweg, vrijmoedig,
prins in Abesinië ras
print afdruk, prent, uitdraai
printen uitdraaien
print-out - uitdraai
prior - abt, overste,prelaat
prioriteit voorrang
priorschap prioraat
prise snuifje
prismabeeld - spectrum
privaat gemak, hof, latrine, particulier, privé, retirade, toilet, wc
privaatcollege - privatissmium
privaat in de openlucht latrine
privaatles - priveles
privaatput - beerput
privé eigen, particulier, persoonlijk, privaat
privé-les privaatles
privé-leven - privacy
privilege - voorrang, voorrecht
pro voor
probaat afdoend, beproefd, deugdelijk, getest, patent, prima, puik, uitstekend
probabel - waarschijnlijk
probeersel experiment, poging, proef
proberen beproeven, onderzoeken, pogen, proeven, testen, toetsen, trachten, wagen
probiteit eerlijkheid, integriteit, rechtschapenheid
probleem geschil, kwestie, moeilijkheid, opgave, puzzel, som, strijdvraagvraagstuk, werkstuk
problematisch betwistbaar, onopgelost, onzeker, twijfelachtig
procédé - behandeling, methode, werkwijze
procederen - handelen
procédé van lichtdrukgravure koperdiepdruk
procedure geding, proces(voering)
percentsgewijze korting op wissels - disconto
proces geding, pleit, procedure, rechtsgeding, rechtszaak, verloop, zaak
processtukken - dingtalen
proces verbaal bon, bekeuring, rapport
procespartij eiser, gedaagde
processie omgang, optocht, stoet
processievaandel labarum
proclamatie afkondiging
proclameren - afkondigen, bekentmaken
proconsul - stadhouder
procreatie - teling, voortplanting
procureur proc., pleitbezorger
procureur-crimineel - generaal-auditor
procureurgeneraal p.g.
pro deo p.d., gratis, kosteloos
producent fabrikant, leverancier, maker, ondernemer
produceren - aanmaken, afleveren, leveren, opleveren, vervaardigen
product gevolg, goed, maaksel, resultaat, uitkomst, voortbrengsel, waar
product bij alcoholfabricage foezel
product bij suikerbereiding diksap
product uit Delft aardewerk, Delfts blauw, gist, porselein, slaolie
product uit Gouda kaarsen, stroopwafels
product uit Leiden laken
product uit ruwe petroleum en koolteer - nafta
product van bladvezels sisal
product van de bijnieren adrenaline
product van de kip ei
product van de lever gal
product van de olifant ivoor
product van een potvis - amber
product van moeizame geestelijke arbeid elaboraat
product van schildklier hormoon
product van twee of meer factoren - macht
productie aanmaak, fabricatie, levering, output
productief - voordelig, voortbrengend, vruchtbaar , winstgevend
productiemethode - procede
produktiefmaking ontginning
productiviteit - leg, winstgevendheid
product van appels - appelmoes
proef - bewijs, blijk, examen, experiment, monster, onderzoek, probatie, probeersel, staal, tentamen, test, toets(ing)
proefexamen - tentamen
proefexemplaar van boek dummy
proefgewicht etalon
proefhoudend degelijk, deugdelijk
proeflapje - staal
proeflokaal tapperij
proefmonster - staal
proefneming experiment, test
proefondervindelijk experimenteel
proefschrift dissertatie, these
proefstation laboratorium
proefstuk monster, staal
proeftijd - noviciaat, oefentijd, proefperiode, stage
proeftijd voor studie stage
proefvlieger - testpiloot
proefwerk repetitie
proesten lachen, niezen, snuiven
proeve - specimen
proeven - doorzien, ervaren, goûteren, inzien, kennen, keuren,
onderzoeken, proberen, smaken, toetsen
proever - lekkerbek
prof professor, hoogleraar, beroepsspeler
profaan - ongewijd, vulgair, werelds, wereldlijk
profanatie - heiligschennis, ontheiliging, schennis
profaneren - ontheiligen, ontwijden
profeet Godsgezant, voorspeller, waarzegger, ziener
profeet (bijbel) Amos, Daniël, Elia, Eliza, Ezechiël, Habakuk, Habbai, Hosea, Jeremia, Jesaja, Joël, Jona, Jonas, Micha, Nahum, Obadja, Samuel, Zacharia, Zefanja
professie ambt, beroep, betrekking, vak
professor geleerde, hoogleraar, prof
professoraal - geleerd
professoraat hoogleraarsambt
profeteren aankondigen, orakelen, verkondigen, voorspellen
profetes Anna, Debora, Hulda, Mirjam, Sibille, zieneres
profetisch voorzeggend
proficiat geluk(gewenst), mazzel, p.f.
profiel zijaanzicht
profiel(tekening) - silhouet
profiel van de grond bodem
profieltekening - silhouet
profijt baat, belang, gewin, nut, vopbrengst, voordeel, winst
profijtelijk voordelig, winstgevend
profijtig - zuinig
profijt opleveren renten
profijt trekken - benutten
profitabel - voordelig, winstgevend
profiteren uitbuiten, voordeel hebben
profiteur uitbuiter, klaploper, zakkenvuller
profusie overdaad, overvloed, verkwisting
profylactisch voorbehoedend
prognosticum voorspelling, voorteken
program overzicht, verklaring.
programma - ontwerp, opsomming, overzicht, repertoir, uitzending, verklaring
programmablad van een omroepvereniging omroepgids, radiobode
programmatuur - software
progressie vooruitgang
progressief modern, vooruitschrijdend, vooruitstrevend voortschrijdend
projekt - ontwerp, plan, schets, voornemen, voorstel
projecteren - ontwerpen
projectieapparaat toverlantaarn
projectiel atoombom, bom, granaat, kartets, kogel, obus,
patroon, raket, torpedo, vuurpijl
projektielantaarn epidiascoop, sciopticon, toverkijker
projektiel bewegingsleer ballistiek
projektieplaatje dia(positief)
projectiescherm - filmdoek
projectietoestel episkoop
projector filmtoestel
prol - brij
proleet - bluffer, filister, p(a)lurk, filister, knor, poen, prol
proliferatie (geneesk.) - voortplanting, woekering
prolifiek vruchtbaar
prollig dik, knorrig
prolongatie - verlenging
prolongeren verlengen
proloog inleiding, voorrede, voorwoord
prolurk proleet
promenade dreef, wandellaan, wandeling, wandelweg
promenadedek - wandeldek
promenade langs de zee boulevard
promeneren - wandelen
prominent - uitblinkend, uitstekend, vooraanstaand
promissie belofte, toezegging
promoten pushen, stimuleren
promotie bevordering, opklimming
promotor bevorderaar, gangmaker, organisator
promoveren - bevorderen
prompt direkt, juist, meteen, nauwkeurig, onmiddellijk, precies, snel, stipt, vlot, vlug, vaardig
promulgatie afkondiging, uitvaardiging
prondel - prullen
pronk bluf, luister, opschik, parade, praal, pracht, schitering, sier, staatsie, statie, tooi, vertoon, zwier
pronkappel kalebas, pompoen
pronkbed - praalbed
pronken floreren, bluffen, bogen, geuren, paraderen, pralen, pochen, pralen, prijken, schitteren, snoeven, stralen
pronkepink - praalhans
pronker adonis, dandy, modegek, parademaker, praler
pronkerig ijdel, pralend, opgeschikt
pronkerij gepraal, sieraad, tooisel
pronkerwt siererwt
pronkje beeldje, potje
pronkkamer - salet, salon
pronkkastje etagère, etalage, uitstalkast
pronkklok - pendule
pronknaald obelisk
pronktafeltje etagère
pronkwagen - praalwagen
pronkwijf - blauwkous, savante
pronkziek ijdel, koket
pronkzieke vrouw - ijdeltuit
pronkzucht ijdelheid, praal
pronkzuchtige - ijdele
pronomen voornaamwoord
pronselaar knoeier, prutser
pronselen knoeien, kwanselen, prutsen, ruilen
pront correct, dot, goedgekleed, knap, monter, mooi, naukeurig, netjes, parmantig, precies, rap, ree, snel, stipt, trots, vlot, vlug
prooi aas, buit, roof, roofgoed, slachtoffer
prooi zoeken azen, jagen
prooizoeker jager
proost cheers, gezondheid, prosit, santé, santjes, skol
proosten - toasten
prop bal, frommel, papierbal, plug, spon, stop
propaancarbonzuur - boterzuur
propaantriol - glycerol
prop watten tampon
propaedeutisch examen - propjes
propaganda reclame, winactie
propaganda betoging, demonstratie, manifestatie, optocht
propagandablaadje - affiche, folder
propaganda maken - propageren
propagandamiddel spandoek
propagandaoptocht - betoging
propagandist gangmaker, ijveraar
propagandist voor het koningschap in Frankrijk kamelot
propageren verspreiden
propanon - aceton
propedeutisch (examen) prop, propjes
propeller - luchtschroef
proper helder, keurig, kuis, net(jes), rein, schoon, zindelijk, zindelijk, zuiver
properheid - helderheid
prophylactisch - preventief
prop onder schoenen - nop
proportie afmeting, verhouding
proportioneel - evenredig, navenant
propos a - terzake
propositie - proefpreek, voorslag, voorstel
proppenschieter - drinkebroer, geweer, klapbus
proprio motu - vrijwillig
propvol bomvol,eivol, stampvol
prop watten tampon
prorogeren - verdagen
proseliet bekeerling, (nieuw)bekeerde, renegaat
prosit gezondheid, proost
prosodie metriek
prospect verschiet, uitzicht
prospectus prijscourant
prossen keuvelen, knoeien, morsen, villen
prosser - knoeier
prostituée - hoer, lichtekooi, slet
prostitutie - hoererij, ontucht, veilheid
protactinium pao
proteacee - zilverboom
protectie bescherming, hoede, steun
protector - beschermer
protégé beschermeling
proteïne eiwitstof
protest bezwaar, opstand, tegenspraak, verzet, verweer, voorbehoud, weerstand
protestants pr., prot.
protestants bestuurscollege van een classis moderamen
protestants feestdag - Dankdag, Hemelvaartsdag, Kerstmis, Kerstfeest, Palmzondag, Pasen, Pinksteren
protestants geestelijke - dominee, predikant
protestants lied - gezang, psalm
protestantse hervormer Calvijn, Luther, Zwingli
protestantse organisatie eenheid - classis
protestantse politieke partij AR.(P.), C.H.U., S.G.P. CDA
protest op wissels p.
protesteren tegenspartelen, tegenstribbelen, verzetten
prothese kunstarm, kunstbeen, kunstgebit
proton atoomkern
protozoaire ziekte - hepatica, surra, texaskoorts
protser dikdoener, opschepper
protserig blufferig, dikdoenerig, opschepperij
protsig - opschepperig
prouveren bewijzen
prove liefdegave
provenu voordeel, winst
Provençaalse dans waarbij een keten gevormd wordt farandole
Provençaalse taal - Pimousin
provenu - bedrag, opbrengst
proverbiaal - spreekwoordelijk
proviand eten, leeftocht, mondvoorraad, voedsel, voorraad
provianderen - ravitaileren
proviandering ravitaillering
proviandmeester bottelier
provinciale hoofdplaats Arnhem, Assen, Groningen, Haarlem, Leeuwarden, Maastricht, Middelburg, 'sGravenhage, ´
s- Hertogenbosch, Utrecht, Zwolle
provinciaal bekrompen, burgerlijk, doods, duf, plattelands saai
provincie - gewest, gouw, kanton
provincie in België Antwerpen, Brabant, Henegouwen, Limburg, Luik, Luxemburg, Namen, Vlaanderen
provincie in Brazilië Bahia
provincie in Canada Alberta
provincie in Ecuador Oro
provincie in Nederland Drente, Flevoland, Friesland, Gelderland, Groningen, Limburg, NoordBrabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland, ZuidHolland
provincie in ZuidAfrika Natal
provincie in ZuidSlavië Bosnië, Kroatië, Slovenië
provincie in Zweden Lan
provincieplaats - dorp, stad
provisie commissie, courtage, voorraad
provisiekamer op een schip pantry
provisiekamer (Ind.) - spen(kast)
provisiekast - broodkast, etenskast, spinde, schapraai
provisioneel - voorlopig
provisorisch voorlopig
provo aanstichter, betoger
provoceren uitdagen, uitlokken
provocerend povocant
proza - romanstijl
prozaïsch - alledaags, nuchter
prozaïsch mens - nuchterling
prozaverhaal novelle, roman
prude - preuts
pudentie - beleid, inzicht, oordeel
pruderie - preutsheid
pruik - haardos, kalot, kunsthaar, naturel, postiche, toupet
pruikenmaker - haarwerker
pruikenstijl - rococostijl
pruikerig - bekrompen, duf, ouderwets
pruik met lange krullen allongepruik
pruikje toupet
pruilen - bouderen, grienen, huilen, mokken, mopperen, morren, schreien, zeuren
prullen mokken, bouderen, monken
pruim kees, kroosje, kwets, mirabel, prunus
pruimensoort - czar, kwets, mirabel, pruimedant, tonneboer
pruimenziekte - loodglans, moniliarot
pruimkleurig prune, roodpaars
pruimtabak kees, pruimpje
pruis - landloper
Pruisen Borussia
Pruisisch zuur blauwzuur
Pruisen, koning van
4 Otto
5 Johan
6 George, Wenzel
7 Hendrik, Joachim, Lodewijk, Wilhelm
8 Albrecht, Frederik, Koenraad, Waldemar
9 Sigismund
prul kleinigheid, lap, lapje, lor, onding, snuisterij, tod, tondel, tonder, vod
pruldichter - poetaster, rijmelaar
prulgoed voddengoed
prullen kletsen, talmen
prullenbak afvalbak, papiermand, snippermand
prullenboel rommel
prullenmand snipperbak
prullerig ondegelijk, smakeloos
prullerij rommel, rotzooi
prulletje lapje, snuisterij
prullig - nietig, voddig, waardeloos
prulschilder kladder, kladschilder
prulwerk - knoeiwerk
prut bagger, blubber, drek, koffiedik, modder, rommel, slijk, slik, vuil
prutselen knutselen
prutsen aanmodderen, dokteren, klungelen, knoeien, mieren, morsen
prutser beunhaas, broddelaar, knoeier, knutswelaar
prutserig knoeierig, ondegelijk, peuterig, teuterig
prutswerk knudde, lapwerk
pruttelaar - grien, grijn, knorrepot, mopperaar
pruttelen grommen, koken, mopperen, morren, murmureren, sudderen
pruttelig brommerig, knorrig
prutter baggerman, spreeuw
psalm - kerklied, loflied, ps.
psalm 50 - meserere
psalmboek psalter
psalmdichter psalmist
psalmen, boek der - psalter(ion), psalterium
psalmgezang psalmodie
psalter liedboek, psalmboek
psalterium van Maria - rozenkrans
pseudo bedrieglijk, gewaand, onecht, vals
pseudo antiek novantiek
pseudoniem name, pen, pennennaam, pseud, schuilnaam
pseudoniem van Beets Hildebrand
pseudoniem van Douwes Dekker - Multatuli
pseudoniem van H. SchönfeldWichers Belcampo
pseudoniem van H. v. d. Kallen - Havank
pseudoniem van J. H. F. Gronloh - Nescio
pseudoniem van W. Oeljanov Lenin
psittacosis - pappagaaienziekte
psyche - ziel
psychiater zenuwarts
psychisch geestelijk, mentaal
psycho-analyse, vader van de - Freud
psychologie - zielkunde, zieleleer
psychologie van het lichamelijk gedrag - behaviourisme
psychose zielsziekte
pub cafe, drankhuis, dranklokaal, herberg
puber halfwas, jongeling, jongeman, melkmuil
puberteitsjaren jongensjaren, vlegeljaren
publicatie - bekendmaking
publiceren - afkondigen, bekendmaken, openbaarmaken, uitgeven
publicatietoestemming evulgetur
publiciteit bekendheid, naam, openbaarheid, propaganda, reclame
publiek auditorium, bekend, bezoekers, gehoor, gehoorzaal, omstanders, openbaar, openlijk, toeschouwer, volk
publieke aanprijzing reclame
publieke gebeurtenid evenement
publieke lokaliteit - cafe
publieke mening concensus
publike vermakelijkheid bioscoop, circus, dancing, disco, feest, sport
publieke vrouw hoer, prostituee
publiek gebouw bibliotheek, casino, kerk, museum, postkantoor, station, tempel
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie P.B.O.
pudding custard, toetje, vla
pudiek - eerbaar, kuis
pueriel kinderachtig, kinderlijk
Puerto Rico, hoofdstad van - San Juan
puf animo, lust, trek
puffen blazen, roken
pufferig benauwd
pugilist bokser, vuistvechter
pui bordes, buitenmuur, gevel, ondergevel, stoep, voorgevel, voormuur
puibil kikkerbil
puik best, bloem, elite, fijn, goed, heerlijk, keur, opperbest, patent, prima, probaat, voortreffelijk, uitgelezen, uitbemend, uitstekend
puikop kikkervisje, dikkop
puilen - bollen, uitsteken, zwellen
puim - klap, opstopper, slag
puin afbraak, afval, bik, bouwval, rommel, ruïne, steenafval, steenslag
puinen - zuiveren
puinhoop bende, bouwval, chaos,karbonkel, ravage, rommel, rotzooi, ruïne, steenberg, troep
puinsteengruis bims
pui of muur wand
puirek - eendekroos
puist blaar, bult, gezwel, karbonkel, negenoog, pok, pukkel, pustula, zweer, zwelling
puisteen - gevelsteen
puistje pukkel, zweertje
puistjes op huid acne
puit geldbeurs, kikker, kikvors, trommel, visnet
puitaal aalkwebbe, aalpuit, kwebaal, magaal, meun
puk dreumus, kleuter
pukkel - bobbel, pok, puist, ransel, rugzak, soldatentas, zweer
pul bier(kan), kruik, kuiken, nap, pint, tul, urn, vaaskuiken
pul bier - pint
pulken peuteren, plukken, punniken, trekken
pulley - poelie
pulover puli, trui
pul of pot - vaas
pulp houtpap, melasse, veevoer
pulp van suikerriet ampas
puls polszak
pulsatie - plosslag
pulsen - kloppen, slaan
pulseren klappen, kloppen, slaan
pulver buskruit, poeder, poeier, stof
pulverig mul, rul
pummel heikneuter, hufter, kinkel, knuppel, lomperd, lummel, onfatsoen, pummel, rekel, vlegel
punch pit
punctie - prik
punctualiteit - stiptheid
punctueel nauwgezet, nauwkeurig, precies, stipt
punctuur prik, punctie
pungel bundel, zak
pungelaar smokkelaar
punniken handwerken, peuteren, pulken
Punisch Carthaags
Punjab, hoofdstad van - Chandigarth
punt nip, stip, plek, plaats, punctum, spits, timp, tittel, top, zaak
punt aan uitspansel nadir, zenith
punt in cricketspel run
punt in zonnestelsel nadir, zenith
punt van behandeling kwestie object, onderwerp, thema, zaak
punt van een rekening post
punt van waar men uitgaat begin, uitgangspunt, beginpunt
puntbaardje - Napoleon, sik
puntbrood timp
puntdicht epigram, sneldicht
puntdraad pinnekensdraad, prikkeldraad, rasterdraad
punteloos - morné, stomp
puntelijk accuraat, keurig, netjes, precies, stipt
punten scherpen
puntenaantal - score
puntenlijst cijferlijst, rapport
puntenopeenvolging lijn
punter - grundel
punterdorp - Giethoorn
punteren stippelen, varen
punthameren - bosseren, boucharderen
punthoed mijter, steek
puntig gepunt, netjes, scherp(zinnig), snedig, spits
puntig afsnijden - geren
puntig baardje napoleon
puntig (Fr) aigu
puntig broodje kadet
puntig deel slip, split, stip
puntigheid beknoptheid, raakheid, scherpte
puntig houten paaltje piket
puntig ijzer - drevel
puntig instrument priem
puntig krentenbroodje - amanda
puntig omgebogen ijzer pook
puntig plantendeel doorn, doren, stekel
puntig scherp voorwerp - naald
puntig uiteinde spits
puntig uitsteeksel - doorn, doren, stekel, tand
puntig voorwerp - els, lans, naald, nagel, pen, piek, pin, priem, punaise, pijl, speer, speld, spies, spijker, stift
puntige haak - kram
puntige spits spon
puntige staaf spit
pintige top - spits
puntige uitwas distel, doorn, spriet, stekel
puntje - stip, tip
punt op de i zetten - betittelen
puntoog - ocel
puntje op snavel eitand
punt van behandeling item, kwestie, object, onderwerp, thema, zaak
punt vanwaar men uitgaat - begin, beginpunt, meet
uitgangspunt
puntzak peperhuisje
pupil élève, favoriet, kwekeling, leerling, lieveling, oogappel, pleegkind
pupilverwijdend mydriatisch
puppy - hondenjong
punt van behandeling - kwestie, object, thema, zaak
oogappel, pleegkind
puree brij, narigheid, stamppot
puree van vruchten - moes
puren - zuigen
purgatorium vagevuur
purgeermiddel cascara, laxatief, magnesia, purgans, purge, seneblad, zetpil
purgeren laxeren
purgerend - (buik)zuiverend, laxatief
purificatie reiniging, zuivering
purimfeest Hamansfeest
purist taalzuiveraar
purper - donkerrood, karmozijn, paars, paarsrood
purperhart - paardenvleesbout
purperhout - amarant(hout)
purperhoutboom - palissander(hout)
purperkleur amarant
purperkleurig gesteente - porfier
purperkorrels - kermes
purperslak - purpura
purpersteen porfier
purperverf - karmozijn
purperverkoopster - Lydia
purperzuur - murexide
pur sang - raspaard, volbloed
pus etter, wondvocht
pussen etteren
pustel - puist
put diepte, gat, kuil, schacht, uitholling, wel
put zonder bodem zinkput
putemmer aker, puls, puts, schepemmer
putje kuiltje, uitholling
putoor - roerdomp
putplant - freatofyt
puts aker, kruik, melkemmer, putemmer, schepemmer, scheepsemmer
putsch coup, staatsgreep
puttee beenwindsel
putten inkuilen, scheppen
puttenzuiger rioolwagen, kolkenzuiger
putter distelvink, drinkebroer, golfstok, tukker, zuiper
puur (klink)klaar, louter, maagdelijk, naturel, ongerept, onverdund, onvermengd, onvervalst, rein, zuiver
puzzel cryptogram, denkertje, doorloper, enigma, kruiswoord, kryptogram, probleem, raadsel, rebus, sudoku, vraagstuk, woordzoeker
puzzelen piekeren
pyama - nachtgewaad
pygmee - Akka, Bamboeti, dwerg
pygmee buiten Afrika - negrito
pygmoïde negers negrillen
pyloon - boortoren
Pyreneën, rivier (ontsprongen) in de
3 Têt
4 Agly, Aspe, Aude, Nive, Tech
5 Adour, Neste, Segre
6 Aragon, Ariège
7 Gallego, Gaonne, Noguera
8 Bidassoa
Pyreneën, top in de - Aneto, Anie, Bilaitous, Vignemale
pyriet zwavelkies
pyrolacee - montropa, pyrola, stofzand, wintergroen, zonderblad
pyromaan brandstichter
pyrometer vuurmeter
pyrotechnicus vuurwerkmaker
pyroxeen - aumiet, euliet, fassaiet, jadeïet, kunziet, trifaan
Q
qua als, zodanig
quadras - kwarto
quadreren - overeenkomen, passen, schikken
quadri - vier, viervoud
quadriga vierspan
quadrille - omberspel
quadrivium aritmetica, atronomie, geometrie, muziek
quadrupel - viervoudig
quaestor - penningmeester, thesaurier
quaker - Kwaker
quakers, stichter van de - Fox
quantité - kwantiteit
quantum aantal, bedrag, dosis, getal hoeveelheid, maat
quarantaine - afzondering
quasi - a,h,w., alsmede, alsof, kwansuis, nagenoeg, schijnbaar, vrijwel, zogenaamd
quassia - kwassie
quatre-main - vierhandig
quatsch (ge)klets(praat), nonsene, onzin, wartaal
quatuor kwartet
queeste - speurtocht
Queen Charlotte Islands, een der - Graham, Moresby
Queensland, hoofdstad van - Brisbane
Queenslandkoorts - q-koorts
Quercus - eik
querulant ruziemaker, ruziezoeker, twistzieke, twistzoeker
queue - biljartstok, file, optocht, reeks, rij, staartvlecht, staat, stoet
qullaja zeepboom
qualajaschors panamabast
quickstep stepdans
quidam - zonderling
quintaal - centenaar
quintakkoord - drieklank
quintessens fijnste, kern, keur
quiteren - kwijten, verlaten
quieto kalm, rustig
quilt - dekbed
quitte gelijk, los, remise, vrij
qui-vive hoede, waaks, waakzaamheid
quiz kwis, vraag-en antwoordspel
quodlibet allerlei, mengelmoes
quod erat demonstrandum q.e.d.
quodlibet - alleagaartje, allerlei, mengelmoes
quotatie aanhaling
quoteren verdelen
quotering - prijsbepaling
quotum - aandeel
R
ra - dwarshout, rondhout
raad aanbeveling, advies, bijstand, college, kollege, oplossing, steun, tip, voorlichtingvroedschap, wenk
raad eens rara
raad geven - aanraden
raad met B. en W. college, gemeentebestuur
Raad van Arbeid RvA
Raad van State - R.v.S.
raadgeven iets niet te doen ontraden
raadgever adviseur, consulent, mentor, moderator advies
raadgeving aanbeveling
raadhuis gemeentehuis, stadhuis
raadje in een uurwerk snek
raadje in horloge onrust
raad inwinnen beraden, consulteren
raadpensionaris landsadvocaat
raadplegen beraadslagenconsulteren, overleggen
raadpleging consult, consultatie, overleg
raadsbesluit - decreet
raadsel charade, enigma, mysterie, opgave, puzzel, rebus
raadselachtig duister, geheimzinnig, ingewikkeld, mysterieus, mystiek, orakel, vreemd
raadselachtig mens sfinx
raadselachtige uitspraak orakel
raadselachtige uitspraken doen - orakelen
raadselachtige vrouw - profetes
raadselspreuk rebus
raadsheer adviseur, advokaat, advocaat, loper, minister, raad,
raadsheer in schaakspel loper
raadslag beraadslaging, plan, overleg
raadslid in Sparta - geront
raadsman adviseur, advocaat, gids, jurist, mentor, patroon
raadszaal in klooster kapittel
raad van beroerten bloedraad
raad vragen - consulteren
raadzaam aanbevelenswaardig ,dienstig, geraden, nuttig, verstandig, welberaden, wenselijk
raafachtige vogel ekster,kauw, kraai, meerkol, raaf, roek
raag - spinrag
raagbol halfmaan
raaghoofd ragebol, spinnenweb
raai hennepnetel, richttingslijn
raaien peilen
raaigras dolik, veldhaver
raak doeltreffendgeraakt, getroffen, rakelijzer, snedig, spits, touche, treffend,
raak antwoorden riposteren
raak geschoten - getroffen
raak schot treffer
raakgooien treffen
raaklijn tangent
raam aanloop, frame, kader, lijst, omlijsting, raming, ruit, venster(glas)
raam met ruit venster
raamafsluiting blinde, gordijn, jaloezie, jalouzie, luik, rolluik
raambedekking vitrage
raambiljet affiche
raamhanger scharnier
raamijzers traliewerk
raamluik blind
raam of omlijsting kader
raampje - patrijspoort
raampje in deur loket
raamscherm hor
raamsluiting harpje, knip
raamstijl post
rraamversiering gordijn, vitrage
raamvormig halsjuk - haam
raamwerk frame; kozijn, lijst, rooster, schema
raamzaag beugelzaag, spanzaag
raan kluut
raap biet, knol, valfruit, wortelknol
raapappel - rapeling
raapkalk pleisterkalk
raap of biet - knol
raapolielamp lante
raapzaad aveelzaad
raar apart, bijzonder, dwaas, eigenaardig, exentriek, gek, grotesk, mal, merkwaardig, ongehoord, ongewoon, onnozel, potsierlijk, schots, vreemd, zeldzaam, zonderling, zot
raar aanwensel tic
raar doen - aanstellen
raasbol druktemaker, lawaaischopper, levenmaker, schreeuwer
raasdonder erwt, kapucijner
raaskallen bazelen, beuzelen, ijlen, kletsen, leuteren, razen, revelen, tieren, zwammen, zwetsen
raaskallerij larie, nonsens, onzin, wartaal
rabat aftrek, korting, tarra
rabauw galgenaas, losbol, schelm, schooier, schurk, vagebond, landloper, woesteling
rabbelen - raffelen
rabbelkous kletskous
rabbeltaal nonsens, wartaal
rabbi rebbe, rabijn, rabbijn
rabdomant roedeloper
rabiaat dol, doldriftig, woedend
rabies hondsdolheid
rabot keersluis
race kamp, relly, ren, wedloop, wedren, wedstrijd
raceauto bolide, koersauto
racebaan circuit, piste
raceciscuit baan
racefiets racer
racefietsband tuub
race met skelters - karting
racen hardlopen, hollen, rennen, snellen, spoeden, ielrennen
racer renner
raceronde - baan
races in Assen T.T.
raceterrein circuit
racewagen bolide
racewagentje skelter
rachel lat, tengel
rachelen bespijkeren
rachen schimpen
racisme - rassenhaat
racket kaatsnet, slagnet
rad vaardig, wagenwiel
rad rap, snel, vlot, vlug
raddraaier aansteker, aanstichter, belhamel, deugniet, opruier, rebel, schavuit
radeergom stuf, vlakgom
radeloos desperaat, verbijsterd, vertwijfeldwanhopig
radeloosheid paniekwanhoop
raden gissen, schatten
rad en vlug - vlot
raderbaar berrie, draagbaar
raderboot - hekwieler
raderen gommen, uitwissen, wegkrabben
radheid snelheid, vaart, vlugheid
radiaal hoekmaat, straalboog, straalhoek, straalsgewijs
radiatie straling, straalwerping, uitstraling
radijs/wilde keik
radiator - koelbak, verwarming
radicaal afdoend, grondig
radieus - stralend
radioactief element polonium, plutonium, radium, thorium, uraan, uranium
radioactief gas radon
radiobedrijf omroep
radiobelasting luistergeld
radiobericht nieuws
radiobestel - omroep
radiodistributie draadomroep
radiografische beeldtelegrafie - televisie
radiogram röntgenfoto
radiolamp diode
radioluisterspel hoorspel
radiomast antenne
radiomedewerker omroeper
radioomroep (Ned.) KRO, VARA, AVRO, EO, NCRV, IKON, RVU, Veronica
radioomroep (buitenland) BBC, ABC, AFN, BRT, CBS, NBC, NDR, RTF, RTl
radio-ontvanger - tuner
radiopost luisterpost
radiopraatje causerie
radiostation zender
radiotelefoon - mobilofoon
radiotelegrafist marconist
radiotoren zendmast
radio-uitzending omroep
radium Ra
radius r., straal
radix wortel
radje in uurwerk snek, snekrad
radkrans flens, velling
radlijn cycloïde
rad met schoepen turbine
rad of rap - vlug
Radon Rn
rad van een kar - wiel
radvenster roosvenster
rafel sliert, weefseldraad
rafelen pluizen
rafelige strook flard
rafeling pluksel
rafels voor de sier franje
raffelen babbelen, rammelen
raffinage zuivering
raffinement geraffineerdheid, sluwheidverfijndheid, verfijning
raffineren verfijnen, zuiveren
rafter - rachel
rag spinnenweb, web,weefsel
rage bevlieging, dolheid, drang, manie, mode, razernij, woede
ragebol raaghoofd
ragen reinigen, schoonmaken
raggen ravotten, stoeien
ragout - hutspot
ragout van gebraden gevogelte - salmi
rag van een spin spinsel
raid invasie, overval, razzia, rooftocht, strooptocht
raider - kaperschip
rail gordijnroede, richel, spoorlijn, spoorstaaf
railing hekwerk, leuning
railleren gekscheren, schertsen, spotten, strijkmes,
rails - spoor
raison grond, oorzaak
raisonnabel redelijk
rake - hark
rakel haardijzer, kachelpook, koteraar, pook(ijzer)
rakelen harken, (op)poken,porren
rakelijzer loet, ovenkrabber, pook, raak
rakelings - scheerlings
raken aanroeren, aanschieten, betreffen, ontroeren, toucheren, treffen
raket vuurpijl
rakken reinigen, schoonmaken
rakker belhamel, bengel, blaag, boefje, brak, deugniet, galgenaas, galgenbrok, guit, kwajongen, ondeugd, rekel, schelm, snaak, vlegel, vlerk
rakkeren reinigen, schoonmaken
rakkerig ontdeugend, stout
ral meerkoet, waterhoen
rallen - snappen
rallentando rail., langzamer
rally autorit, sterrit
ram aries, schaap, stormpaal, stormram
ramadan vastenmaand
rambler - zwerver
ramen begroten, gissen, mikken, schatten, taxeren
ramen lappen zemen
raming begroting, gissing, gis, schatting, taxatie, overslag, rooi
rammei stormram
rammeien beuken, bonken,rammen, stoten
rammel afstraffing, gons, ransel, slaag
rammelaar haas, klatr, kletsmajoor, ratel, repelaar
rammelen babbelen, beuken, denderen, kwekken, raffelen, ranselen, ratelen, slaan
rammel geven - afrossen
rammelassen dooreenwerpe
rammeling afranseling
rammelkar askar
rammelkast - piano
rammen aanrijden, aanvaren, beuken, botsen, overvaren, rammelen, stoten
rammen van een auto botsen
ram of ooi - schaap
ramp bezoeking, catastrofe, ellende, fataliteit, ongeluk, onheil, plaag, slag, tegenspoed
rampaard scheepsaffuit
rampassen (Ind.) gappen, grissen, roven, snaaien
rampel stalketting
rampeneren beschadigen, vernielen
rampen meebrengend onzalig, rampzalig
rampspoed calamiteit, catastrofe, cataclysme, ellende, onheil, tegenslag, tegenspoed
rampspoedig desastreus, ellendig, fataal, funest, noodlottig, ongelukkig, onheilig, onzalig, rampzalig
rampzalig desastreus, ellendig, erbarmelijk, fataal, funest, jammerlijk, noodlottig, ongelukkig, rampspoedig, vreselijk, zielig
rampzalige toestand ellende
ranch boerderij, veehoeve
rancho - veeboerderij
rancune bitterheid, haat(gevoel), vijandschap, wraak, wrok
rancuneus haatdragend
rand boord, grens, kader, kant, kim, lijst, omlijsting, omtrek, richel, ring, tinne, zij(de), zijkant, zoom
randenstikster stolpster
randinkerving kartel
randje grens, kant, strookje
rand met insnijding karteling
rand om bloembed - border
rand, omgeven met een / encadreren, inlijsten, omranden, omlijsten
rand om schilderij kader, lijst
rand om spiegel biseau
rand van boekomslag flap
rand van een vat - kim
randinkerving kartel
randkraag flens
randschrift van munt legende
randversiering - meader
rang aanzien, eer, graad, klasse, orde, positie, reeks, staat, status, stand, trap, volgorde
rang bij de marine admiraal, I.t.z.
rang bij de padvinders akela, hopman, vaandrig, verkenner, welp
rang in het leger adjudant, gen.,generaal, huzaar, kanonnier, kapitein, kolonel, kol, kornet, korporaal, kpl, kpt, It, luitenant, maj, majoor, opper, overste, ritmeester, sgt, sergeant, sld, smr, soldaat, vaandrig, wachtmeester
rang in maatschappij positie
rang in schouwburg balkon, gaanderij, loge, parket, parterre, schellinkje, stalles, zaal
rangeerterrein emplacement
rangeren ordenen, schikken
ranggetallen ordinalia
rang klasse kaste
ranglijst klassement
rang of eer aanzien
rang of positie stand
rang of regel - orde
rangorde reeks, hiërarchie, opeenvolging, schikking, volgorde
rangorde van dienstjaren anciënniteit ,
rangschikken coördineren, indelen, klasseren, ordenen
rangschikking classificatie, coördinatie, klassement, ordening, schematisering
rangteken - streep
rangtelwoord eerste, tweede,. derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste, negende, tiende, enz.
rangverhoging bevordering, promotie
rank fijn, gracieus, lenig, mager, schraal, slank, stengel, soepel, teer, tenger, twijg, uitloper
rank en smal - tenger
ranke porseleinen kopjes lijzen
ranonkelachtige plant akelei, akoniet, anemoon, boterbloem, clematis, dotterbloem, kerstroos, monnikskap, nieswortel, pioen, pioenroos, ridderspoor, speenkruid
rans garstig, ranzig, rins, sterk
ransel gevechtstas, klappen, knapzak, priegel, pukkel, rammel, rugtas, rugzak, slaag
ranselen afbeuken, kastijden, meppen, rossen, slaan, zwepen
ranstijd bronsttijd, paartijd
ransuil katuil, oehoe, ooruil, schuifuil, torenuil
rantsoen aandeel, afkoopsom, deel, portie, losgeld, losprijs,
rantsoeneren - beperken
rantsoenering verdeling
rantsoen sterke drank bij de marine oorlam
ranzig garstig, rans
ranzig worden goren
raout soiree
rap fel, flink, gauw, gezwind, haastig, kwiek, levendig, pienter, rad, ras, snel, spoedig, vlot, vlug
rapalje gajes, gepeupel, gespuis, janhagel, plebs, schorem, tuig, uitvaagsel, volk,vulgus
rapé snuiftabak
rapen oppakken, vergaren
rap en vlug snel, vlot
raperen fijnraspen
rapiditeit snelheid, vlugheid
rapier degen, puntdegen, sabel, zwaard
rappel terugroeping
rappelen kletsen, praten, rammelen
rappelleren herinneren
rappig schurftig, slordig, versleten
rapplement berisping, standje
rapport beoordeling, bericht, cijferlijst, melding, puntenlijst, referaat, relaas, verslag
rapporteren berichten, melden, refereren, verslaan
rapporteur graadboog, melder, verslaggever
raps flink, kwiek, vief
rapsode bard, minstreel, troubadour
rarak - masttouw
rare dwaas, malle, snijboon, snoeshaan, vreemde
raregast - kwant, malle
rare karaktertrek rarigheid
rare kerel knakker, pisang
rarekiek kijkkast, kijkspel
rare kwibus gek
rare streek grap, list, poets, pots
rare vent kwibus, pief
rariteit apartheid, curiositeit, zeldzaamheid
ras aanstonds, algauw, alras, binnenkort, cito, dra, eerlang, eerstdaags, gauw, genre, geslacht, gezwind, haastig, kolk, neer, schielijk, slag, snel, soort, spoedig, vlug, weldra, wiel, wieling
raseren ontmantelen, cheren
ras of snel - rap
rasp rijf, raspel, schaaf, vijl
raspaard volbloed
raspel rasp, vijl
raspen afvijlen, fijnmaken, gladmaken, harken, vijlen
rasphuis gevangenis
rasphuisvader cipier
raspig ruw
rassenhaat - racisme
rassenmoord genocide
rassureren geruststellen
rasteel ruif
rastel bastion
raster afrasteringhekwerk, latwerk, lijnennetwerk, netwerk, traliewerk, vlechtwerk,
rastercliché autotypie
rasterdiepdruk rotogravure
rasterdraad ijzerdraad, prikkeldraad, pinnekensdraad, puntdraad, schrikdraad
rasterwerk rooster
rasvee stamboekvee
raszuiver echt
rat armoedzaaier, knaagdier
rataffia likeur
rataplan bende, rommel, troep
ratatouille groentenmix
raté - mislukkeling
ratel babbelaar, klep, klepper, kletskop, patrijs, rammelaar
ratelaar esp, peppel
ratelen babbelen, kakelen, klepperen, kwebbelen
ratelijzer - posijzer
ratelkous babbelkous
ratelman klepperman
ratel of bek - mond
ratelpopulier esp, klaterpeppel, peppel, ratelaar, rilpopulier
rateren - verknoeien
ratificeren bekrachtigen, ondertekenen
ratiné ratijn, winterstof
ratio begrip, beweegreden, denkvermogen, rede, verstand
rationeel berekenbaar, meetbaar redelijk, erstandelijk,verstandig
rationeel juist logisch
ratjetoe mengelmoes, ratatouille, rats, rommel, stamppot
ratoe (Ind.) vorstin
rats angst, benauwdheid, ratjetoe, schrik, soldatenkost, stamppot, verlegenheid, vrees
ratsen gappen, stelen
rattengif - arsenicum
rattenkruit arsenicum
rauw cru, grof, hard, ongaar, onbeschaafd, ongekookt, ontveld, ruw, schor, woest, wreed
rauwkostgerecht van granen muesli
rauw van stem hees, schor
rauzen - gappen
ravage puinhoop, ruïne, schade, vernieling, verwoesting
ravageren plunderen, verwoesten
raveel losbol, raveling
ravenaas galgenbrok, kreng
ravijn afgrond, bergkloof, canyon, canon, kloof
ravissant betoverend, meeslepend
ravitailleren bevoorraden, provianderen
ravotten dollen, raggen, robben, stoeien, vechten
rayon afdeling, afzetgebied, ambtsgebied, kring, (afzet)gebied, kring, kunstzijde, territorium, werkgebied, werkkring, werkterrein, wijk
rayonbestuur wijkraad
razelen bibberen, rillen
razen briesen, bulderen, foeteren, heibelen, kletsn, knorren, mopperen, opspelen, raaskallen, schelden, schreeuwen, tekeergaan, tieren, uitvaren, woeden
razend dol, furieus, hels, hoorndol, tierend, uitzinnig, waanzinnig, wild, woedend, woest
razend (muz.) furioso
razende vrouw furie
razend of woedend - ziedend
razernij amok, dolheid, drift, furie, rage, toorn, woede
razernij van runderen en schapen - kolder
razzia drijfjacht, inval, klopjacht, overval, raid
reactie reflex, respons, tegenslag, terugslag, terugwerking
reactionair tegenstrever
ready gereed, klaar
reageren - antwoorden
realiseren beseffen, uitvoeren, verwezenlijken
realisme werkelijkheidszin
realistisch echt, nuchter, onverbloemd, reeel, waar, werkelijk
realiteit feit, werkelijkheid
rebbe rabbi, rabbijn
rebbelen kwebbelen, praten
rebbes - woeker
rebel kajongen, muiteling, muiter, onruststoker, oproerkraaier, oproerling, opstandeling, raddraaier
rebelleren muiten, opstaan, verzetten
rebellie muiterij, oproer, opstand
rebel op schepen - muiter
rebels balsturig, ongehoorzaam, oproerig, opstandelijk, opstandig, ongezeglijk, weerspannig, wild, woest,
reboisatie herbebossing
rebus beeldraadsel, denkertje, puzzel, raadsel
rebutant - afstotend
rebuut (in de handel) uitschot
recalcitrant dwars, koppig, onhandelbaar, onwillig
recensent beoordelaar, censor, criticus
recensie kritiek
recent actueel, jong, kortelings, laatst, nieuw, onlangs
recentelijk laatst, onlangs
recent gebeurd - pas
recepis reçu
recept geneesmiddel, medicijn, voorschrift
recepteren - voorschrijven
receptie instuif, onthaal, ontvangst
receptief ontvankelijk
receptionist - portier
reces vakantie, verlof
recessie teruggang, terugslag
recette entreegelden, kas, ontvangst, opbrengst
recherche - onderzoek
rechercheur agent, detective, douane, rus, stille, speurder
recht aanspraak, betamelijk, bevoegdheid, billijk, goed, heffing, juist, ongebogen, passend, privilege, redelijk
rechtaan - rechttoe
recht afhangend sluik
recht van een oorlogvoerende om op neutrale schepen beslag te leggen angarie
recht om te eisen aanspraak
recht om verzoek in te dienen - petitierecht
recht stuk van een vaart rak
recht tussen burgers in de staat - publiekrecht
recht van medebestuur medezeggenschap
recht van overgave - abandon
recht van voorkeur optie
rechtaan direct, regelrecht
rechtbank aanrecht, balie, hof, tribunaal, vierschaar
rechtbankterm parket, raadkamer, rol
rechte dunne stam - sliet
rechte lijn rechte, rooi
rechte lijn in een cirkel koorde
rechtelijk wettig, juridisch
rechten leges
rechten inbegrepen r.i.
rechtens de jure
rechter kadi, loopplank, magistraat
rechter bladzijde A.o., T.o.
rechterhand assistenthulp, medewerker, toeverlaat
rechter in Arabië kadi, kaïd
rechter in schoonheidstwist Paris
rechter in Drenthe - ette
rechter in oude Athene - efeet
rechter in Spanje alcalde
rechter zijrivier van de Maas Niers
rechterlijk ambtenaar drost
rechterlijk bevel injunctie
rechterlijk college over burgerlijke rechtszaken in oud Athene efeten
rechtelijke ambtenaar - magistraat
rechterlijke beslissing arrest, oordeel, uitspraak, vonnis
rechterlijke macht - balie, justitie
rechterlijke uitspraak oordeel, sententie, uitspraak, vonnis
rechte strook van een vaart - rak
rechte versieringslijn bies
rechtgeaard betrouwbar, eerlijk, rechtschapen
rechthoek ort(h)ogoon, vierkant
rechthoekig haaks, loodrecht, ort(h)ogonaal
rechthoekig bedrukt stuk karton - kaart
rechthoekig oester net kor, korre
rechthoekig plat vlak - paneel
rechthoekig prisma balk
rechthoekig raam voor oestervangst kor, korre
rechtlijnig lineair
rechtmaken - rechten
rechtmatig billijk, legaal, legitiem, terecht, wettig
rechtmatig toekomend - competent
recht om te vorderen aanspraak
rechtop geperpendiculariseerd, kaarsrecht, loodrecht, overeind, rechtstandig, staand(e), steil, stram, verticaal
recht op schadevergoeding - regres
rechtop zijn staan
rechts behoudend, conservatief, hot
rechtsachter kanthalf
rechtsadviseur advocaat, raadsmanjurist
rechtschapen betrouwbaar, braaf, deugdzaam, eerlijk, fair, integer, nobel, oprecht, rechtgeaard
rechtschapenheid braafheid, deugdzaamheid, eerlijkheid, integriteit
rechtscollege van de H. Stoel Rota
rechtserkenning recognitie
rechtsgebied arrondissement, arr., domein, kanton, ressort, territoir
rechtsgebied en rechtsmacht jurisdictie
rechtsgebied in Drenthe - dingspel
rechtsgebied van een krijgsraad - auditie
rechtsgebouw gerechtshof
rechtsgeding pleit, procedure, proces, rechtszaak, strafzaak, zaak
rechtsgeldig - authentiek, deugdelijk, legitiem, wettig
rechtsgeleerde advocaat, ictus, jurist, rechter
rechtsgeleerdheid jurisprudentie, juristerij
rechtshandel proces
rechtskundig - juridisch
rechtskundige advocaat, jurist, rechter
rechtskundige term aanklager, à charge, à décharge, alibi, arrest, bekentenis, beklaagde, beroep, boete, eed, eiser, gedaagde, geding, getuige, gevangenneming, hechtenis, meineed, pleidooi, pleit, pleiter, precedent, preventief, proces, raadkamer, raadsman, recidive, recidivist, rekwisitoor, repliek, rol, subsidiair, uitspraak, verdachte, verstek, vonnis, voorarrest voorwaardelijk, vrijspraak
rechtsopvatting van de rechterlijke macht jurisprudentie
rechtspraak jurisdictie, jurisprudentie
rechtspreken oordelen, vonnissen
rechtspreken over - berechten
rechtsprekend lichaam gerecht, hof, rechtbank
rechtstandig loodrecht, rechtop
rechtstandige biljartstoot - masse
rechtstitel rechtsgrond
rechtstreeks direct, gelijk, lijnrecht, meteen, onmiddellijk, openlijk, rechttoe, regelrecht, spoedig
rechtsstaat - democratie
rechtsstrijd geding, pleit, (Ind.) perkara, proces
recht stuk van een vaart - rak
rechtsverdediger syndicus
rechtsvordering aanklacht, eis
rechtsvraag rechtskwestie
rechtswetenschap rechtsgeleerdheid
rechtswezen - justitie
rechtszaak affaire, geding, proces, rechtsgeding
rechttoe rechtaan, regelrecht, rechtstreeks
rechtuit onbewimpeld, oprecht, ronduit
rechtuit lopend water rak, kanaal, vaart
rechtvaardig betrouwbaarbillijk, juist, eerlijk, onpartijdig
rechtvaardigen billijken, wettigen
rechtvaardigheid billijkheid, eerlijkheid
recht van voorkeur optie
recht van voorrang - preferentie
rechtvleugelig insekt heimpje, kakkerlak, krekel, libel, oorworm, sprinkhaan, veenmol, wandelende tak, wrattenbijter
rechtvleugelige krekel, libel
rechtwandig steil
recht water - rak
rechtzetten rectificeren, verbeteren
rechtzinnig openhartig, orthodox, precies, steil
rechtzinnigheid orthodoxie
recipe r., neem
reciprociteit wederkerigheid
reciprok wederkerig, wederzijds
recital optreden, uitvoering
reciteren opzeggen, voordragen
reclamant eiser, klager
reclamatie bezwaarschrift, klacht
reclame aanprijzing, advertentie, bezwaar, klacht, propaganda, winactie
reclamebeeld spot(je)
reclameblad folder
reclamebord aanplakbord
reclamedrukwerk folder
reclamefilmpje - spot
reclamelicht neon
reclameloper sandwichman
reclame maken - adverteren
reclamemiddel advertentie, affiche, biljet, folder, tv-spot
reclame omroep S.T.E.R.
reclameren terugeisen, terugvorderen
reclamezuil aanplakzuil
reclusie - opsluiting
recognitie heffing
recommandatie aanbeveling
reconstructie herbouwing, herstel, wederopbouwing
reconstrueren - herbouwen
reconvalescent herstellende
record - topprestatie
recorder bangopnemer
recordhouder kampioen
recordmeter stopwatch
recreant kampeerder, toerist
recreatie amusement, ontspanning, uitspanning, vacantie, vermaak, verpozing, verzet
recreëren - verpozen
rectificatie herstel(ling), verbetering
rectificeren herstellen, verbeteren,
rector bestuurderdirecteur, spreker
rector magnificus AR.
reçu afgiftebewijs, bagagebiljet, bon, cedel, ceel, ontvangbewijs
recul terugstoot (bij vuurwapens)
redacteur opinievormer
redactie onherstelbaar, beleid, lezing, opstelraad, red., tekst
reddeloos hopeloos, ontredderd, verloren, wanhopig
redden behouden, helpen, klaren, verlossen
reddend - zaligmakend
redder bevrijder, Heiland, helper, (Gr.) soter, verlosser, verzoener, zaligmaker
redderen opruimen, regelen, schikken, schoonmaken
redding behoud, bevrijding, heil, hulp, soelaas, toeverlaat, uitkomst, uitweg, verlossing
reddingsapparaat boei, boot, broek, dreg, reddingshaak, wipper, zwemgordel, zwemvest
reddingsboot - sloep
reddingsgordel boei
reddingsmiddel boei, dinghy, dreg, zwemgordel, zwemvest
reddingsvest - zwemvest
rede
rede ankerplaats, betoog, buitenhaven, denkvermogen, intellect, logos, oratie, prevelement, ratio, speech, toespraak, verstand, vertoog, woord
rededeel partikel
redekavelen bomen, disputeren, redeneren, redetwisten
redekaveling betoog, debat, dispuut
redekunde retorica
redekundig logisch, retorisch
redekundige figuur litotes
redekunstenaar - orator
redekunstig - logisch, oratorisch
redeleer denkleer, kennisleer, logica
redelijk aardig, behoorlijk, betamelijk, billijk, handelbaar, juist, matig, nogal, nuchter, passelijk, rationeel, recht(vaardig), schappelijk, schikkelijk, tamelijk, terecht, tamelijk, verstandelijk, verstandig, vrijgoed, zozo
redeloos dwaas, idioot, losbandig, ongerijmd, onredelijk, onzinnig, stom, verdwaasd, uitzinnig, zinloos
redeloos gedierte vee
redemptorist lig(u)orist
reden aanleiding, argument, beweeggrond, drijfveer, grond, motief, oorzaak, raison
reden toerusten
reden tot bemoediging troostgrond
redenaar orator, retor, prater, preker, redevoerder, spreker, woordvoerder
redenatie betoog, redenering
redeneerkunde dialectiek, logica
redeneren beraadslagen, betogen, oreren, praten, preken, redekavelen, spreken
redenering betoog, betoogtrant, bewijsvoering, gedachtegang, gesprek, oratie, redenatie
redengevend causaal, oorzakelijk
reder - bevrachter
rederij K.H.L., KN.S.M., HAL., RL., S.M., Lloyd
rederijk woordenrijk, welsprekend
rederijker retrozijn
rederijkersfeest landjuweel
rederijkersgedicht refrein, retrogade, rondeel
rederijkerskomedie esbattement
redestrijd geschil, redetwist
redetwist debat, discussie, dispuut, disputatie, geschil, redestrijd, twistgesprek, woordenstrijd
redetwisten debatteren, redekavelen
redevoerder orator, redenaar, spreker
redevoering betoog, gesprek, oratie, rede(natie), speech, toespraak
redevoering van Demosthenes tegen Philippus van Macedonië filippica
redewisseling - gesprek
redigeren opstellen, stellen
redivivus herleefd, verrezen
redmiddel uitkomst .
redoutabel geducht, vreselijk
redres herstel, vergoeding
reduceren beperken, herleiden, omrekenen, terugbrengen, terugvoeren, verminderen
reductie aftrek, beperking, korting, rabat, tarra, vermindering
redupliceren verdubbelen
redzeil vangzeil
ree ankerplaats, bereid, buitenhaven, eland, gereed, greppel, hert, hinde, kade, klaar, mollengang, paraat, tuchtiging, vaardig
reebank vlakschaafbank
reebout - wildbraad
reeds al, alre(d)e, bereids
reeds lange tijd alleng, steeds
reeds vermeld - genoemd
reëducatie heropvoeding
reëel bestaand, echt, feitelijk, heus, nuchter, realistisch, waar, werkelijk, wezenlijk, zakelijk, zeker
reef groef, groeve, plooi, rif, strook
reegeit - rekke
reehaak zwei
reeheid vaardigheid, vlotheid, vlugheid
reek hark, hooivork, mestvork
reeks aaneenschakeling, aantal, catagorie, cyclus, groep, keten, menigte, opeenvolging, orde, rij, ris, rist, rits, scala, serie, sliert, stoet, volgorde
reeks aanroepingen litanie
reeks boeken cyclus, serie, trilogie
reeks films
reeks getallen opnoemen tellen, serie
reeks gedichten bundel, cyclus, krans
reeks getrokken vaartuigen sleep
reeks kralen - collier, snoer
reeks noten op een lettergreep melisme
reeks sommetjes tafel
reeks spoorwagons trein
reeks van 3 boeken trilogie
reeks van 3 toneelstukken - trilogie
reeks van wedstrijden competitie, toernooi
reeks woorden regel, zin
reekscijfer nummer
reel mager, rank, richel, rijzig, slank, spoorstaaf, vismolen, werpmolen
reep flard, flenter, lap, strook, strip
reep chocolade tablet
reep mager spek - rengel
reep van leer riem
reepje snipper
reepje oranjeschil snippel, snipper
reepje papier snipper,strook
reepmaker touwslager
reepnet zegen
reeschaaf - reischaaf
reet hennepbraak, keen, kier, kloof, naad, opening, scheur, spleet, voeg
reet of kier naad, scheur
reeuw doodsschuim, doodszweet
reevoet - insteekijzer
refectorium refter
referaat rapport, verslag
referee arbiter, scheidsrechter
referendum volksstemming, volksraadpleging
referent inleider, rapporteur, verslaggever
referentie attest, brevet, getuigenis, informatietestimonium,
refereren berichten, verslaan, verwijzen
referte - verwijzing
reflectant gegadigde
reflecteren weerkaatsen
reflectie gloed, weerschijn, weerkaatsing
reflector spiegeltelescoop
reflex reactie, terugkaatsing, weerschijn
reflexief wederkerend
reflexief pronomen zich
reflexief voornaamwoord je, me, mij, ons, zich
reform hervorming, verbetering
reformateur hervormer
reformator - hervormer
reformeren hervormen, herzien, omvormen
refractair weerspannig
refractie breking
refrein keerdicht, keervers, ritornel
refter - refectorium
refugium toevluchtsoord
refuteren weerleggen
refuus weigering
regaal boekenkast, boekenplank, rattenkruid, register, rek
regaleren onthalen, trakteren, vergasten
regard oplettendheid
regarderen aangaan, aanzien, betreffen
regatta roeiwedstrijd, zeilwedstrijd
regeerder bestuurder, bewindsman, heerser, koning, president, vorst
regel alinea, canon, gebod, gebruik, gedragslijn, gewoonte, instructie, lijn, linie, maatstaf, mos,norm, orde, reglement, richel, richtlijn, richtsnoer, schrijflijn, sleur, streep, usance, voorschrift, verordening, wet
regelaar fikser, organisator, regulator
regelbaar verstelbaar
regelen arrangeren, bedisselen, bepalen, besturen, inrichten, klaarmaken, klaren, ordenen, organiseren, plaatsen, redderen, ritselen, rommelen, schikken, stellen, versieren, voegen
regelet liniaal, meetlat
regeling afstelling, akkoord, arrangement, bepaling, bestel, maatregel, ordening, organisatie, regulatie, schikking, verordening, voorziening, wet
regelmaat orde, ritme
regelmaat in afwisseling ritme, metrum, maat
regelmatig geregeld, gestadig, gewoon, normaal, ordelijk, periodiek, regulair, ritmisch, steeds
regelmatig afwisselende beweging - ritme
regelmatig terugkerend periodiek
regelmatig terugkerende zin of regel refrein
regelmatig twaalfvlak dodecaëder
regelmatig viervlak tetraëder
regelmatig voorkomend frequent,
regelmatig zesvlak hexaëder, kubus
regelmatige afwisseling maat, ritme, rhythme
regelmatige beweging ritme
regelmatige schikking - rangorde
regelmatige wind moeson, passaat
regelmatigheid orde, periodiciteit, symmetrie
regelneef bediller
regel of tucht - orde
regelrecht direct, gladweg, meteen, pal, rechtstreeks, ronduit, rondweg
regels - code
regen bui, hemelwater, neerslag
regenachtig buiig, druilerig, miezerig, nat, onbestendig
regenafvoer dakgoot, goot, regenpijp, riool
regenbad - douche
regenbak cisterne, waterton
regenboogvlies iris
regenbui plensbui, wolkbreuk
regendruppel spat
regenen druppelen, gieten, gutsen, hozen, kletteren, plenzen, stromen
regen en donder onweer
regen van fijne asdeeltjes - asregen
regengod Pluvius
regenhoed zuidwester
regenjas mackintos, overjas, trenchcoat
regenjas van vissers - oliejas
regenloze periode droogte
regenmeter hyetometer,ombrometer
regenput cisterne
regenscherm paraplu, plu, spuit
regent beheerder, bestuurder, bewindhebber, bewindsman, plaatsvervanger
regentes - bestuurster
regentes voor Prinses Wilhelmina - Emma
regentijd (Ind.) moesson
regentschap op Java Lebak
regentschap aan de Javazee Tegal
regentuiter wulp
regenval - neerslag
regenvlaag bui
regenwaterafvoer - riool
regenwolk nimbus
regenworm aardworm, dauwpierpier
regeren bedwingen, besturen, heersen, leiden
regerende macht bestuur, bewind
regeren over - heersen
regering beheer, bestuur, bewind, gezag, kabinet, kamer, landsbestuur, leiding, ministerie, overheid, regime
regering door elite autocratie
regering door het volk democratie
regering door priesters theocratie
regering door vorst monarchie
regering door weinigen oligarchie
regering van aanzienlijken - aristocratie
regering van Frankrijk van 1795 tot 1799 Directoire
regering van God theocratie
regering van het volk - democratie
regering van rijken plutocratie
regering van twaalf - dodecarchie
regering van velen polyarchie
regering van vermogende - timocratie
regering van weinigen - oligarchie
regering van zeven vorsten - heptarchie
regering voor het afdoen van de lopende zaken zakenkabinet, zakenministerie
regering van voornamen - oligarchie
regeringloosheid anarchie, wanorde
regeringsbesluit decreet
regeringsbureau ministerie
regeringshoofd in Venetië doge
regeringsleider premier, president, kanselier
regeringslichaam ministerie, senaat, kamer
regeringslijst - rol
regeringsloosheid - anarchie
regeringsorgaan kabinet, kamer, ministerie, senaat
regeringspersoon kamerlid, minister, president, senator,
regeringspersonen in Sparta eforen
regeringsreglement r.r.
regeringsstelsel democratie, dictatuur, regiem
regeringsvertegenwoordiger ambassadeur, consul, diplomaatgezant
regie beheer, (spel)leiding
regieschema - draaiboek
regime beleid, bestel, bestuur, bewind, dieet, leefregel, leer, leiding, regeringsstelsel, staatsbestel, stelsel
regiment rgt, reg., bestuur, heerschappij
regiment infanterie r. i.
regina (Lat.) koningin
regio gebied, gewest, streek
regionaal gewestelijk, streeksgewijs
regionale taal dialect, streektaal
regionen gebieden, streken
regio of plaats - oord
regisseur spelleider
register catalogus, cedel, ceel, dagboek, index, inschrijfboek, journaal, klapper, kohier, legger, lijst, logboek, naamlijst, regaal, repertorium, rol, staat, tabel, tableau, toetsenbord
register van orgel regaal
registerknop manubrium
registratie aantekening, boeking
registreren aantekenen, inschrijven, optekenen, waarnemen
reglement ordinantie, regeling, statuut, verordening, voorschrift, wet
reglementeren ordenen
reglet meetstok
regres - verhaalrecht
regressie daling, teruggang, terugval
regula reg., regel
regulair geregeld, regelmatig
regularisatie ordening, regeling, vereffening
regulariseren ordenen, regelen, schikken
regulatief leidraad, richtsnoer
regulator - regelaar
reguleren regelen, schikken
rehabilitatie eerherstel
rei dans, koor, meetlat,
reidans koordans, rondedans, volksdans
reigerachtige vogel flamingo, ibis, kraan, kraanvogel, lepelaar, ooievaar, roerdomp, uiver,
reiken aanbieden, aangeven, overhandigen, pakken, strekken, uitstrekken
reikhalzen begeren, smachten, snakken, verlangen
reilen - varen
rein blank, brandschoon, eerbaar, gezuiverd, helder, keurig, kuis, louter, maagdelijk, netjes, onbedorven, onbevlekt, onbesmet, ongerept, ongeschonden, proper, schoon, sereen, smetteloos, vlekkeloos, zedig, zindelijk, zuiver
reinardie - slimheid
reïncarnatie wedergeboorte, wedervleeswording
reinet renet
reinheid helderheid, kuisheid, zindelijkheid
reinheidsleer hygiëne
reinigen aanvegen, afvegen , afwassen, boenen, keren, kuisen, lappen, louteren, ontsmetten, onrvlekken, poetsen, purgeren, ragen, schoonmaken, schrobben, soppen, spoelen, stoffen, vagen, vegen, wassen, wissen, zemen, zuiveren
reinigen met sop soppen
reiniger - schoonmaker
reiniging loutering, schoonmaak, zuivering
reinigingsgerei bezem, blik, boender, borstel, dweil, lola, luiwagen, ragebol, rolveger, spons, stofdoek, stoffer, stofzuiger, veger, washandje, zeem
reinigingsmiddel ammonia, ata, loog, soda, shampo, tetra, vim, water, zeem, zeep
reinigingsmiddel voor meubelen - boenwas
reinigingsplaats bad
rein van zeden - kuis
reis excursie, rit, tocht, toer, trip, uitstapje
reis naar een heilige plaats bedevaart, pelgrimage
reis naar huis thuisreis
reis van huis uitreis, afreis
reisartikel koffer, ransel, valies
reisbenodigdheid beautycase, koffer, nécessaire, ransel, reistas, rugzak, tas, valies
reisbiljet kaartje, ticket,
reisboek baedeker, cicerone, gids, itinerarium
reisbus - touringcar
reischaaf - reeschaaf
reisdeken plaid
reisdocument - pas, paspoort
reisdoel - bestemming
reisétui nécessaire
reisgeld teergeld, viaticam
reisgelegenheid auto, boot, brommer, bus, ezel, fiets, metro, motorfiets, paard, rijwiel, schip, snorfiets, tandem, taxi, tram, trein, vliegtuig
reisgelegenheid in de V. S. Greyhound
reisgelegenheid in de woestijn karavaan
reisgelegenheid in het heelal raket, ruimteschip
reisgelegenheid ondergronds - metro
reisgenoot gezel, medereiziger, metgezel, tochtgenoot
reisgids baedeker, reisboek, spoorboekje .
reisgoed bagage
reisgoederen pakkage
reisherinnering souvenir
reisje tocht, toertje, trip, uitje, uitstapje
reiskoets berline, karos
reiskoffer valies
reisleider courier, gids
reismandje - karbies
reis naar een heilige plaats - bedevaart, pelgrimage
reispas permit, paspoort, visum
reispenning teergeld, reisgeld, viaticum
reisplan - route
reisroute koers, richting, weg
reissport toerisme
reistas bagagetas, valies
reisvaardig startklaar
reisvergunning visum
reisverslag journaal
reiswagen autocar, camper, caravan, touringcar
reisweg route, vaarweg
reiswijzer itinerarium, reisgids
reiszak eistas, valies
reïteratie herhaling
reizen toeren, trekken, zwerven
reizen per auto toeren
reizen per trein - sporen
reizen voor genoegen toeren, toerisme
reizend geestelijke of student in de M.E. - vagant
reizend koopman kramer, marskramer,
reizend roneelspeler - histrio, joculator
reizend zanger bard, jongleur, minstreel, rapsode, troubadour
reiziger agent, passagier, passant, pelgrim, toerist, trekken, lifter
reiziger per autobus - buspassagier
rek elasticiteit, gestel, latwerk, stellage, stelling, veerkracht
rek voor optasten van hooi ruiter
rekbaar elastisch, veerkrachtig
rekbaar materiaal elastiek, gummi, rubber
rekbaarheid ductiliteit, elasticiteit, rek, veerkracht
rekband elastiek
rekbare stof elastiek, gummi, rubber, stretch
rekel belhamel, bengel, blaag, deugniet, galgenbrok, kwajongen, ondeugd, rakker, reu, snaak, snotaap, vlegel, vlerk
reken harken, rijven
rekenaar cijferaarteller
rekenautomaat calculator, computer, telmachine
rekenbord abacus
rekenen aftrekken, cijferen, delen, tellen, optellen
rekenen op - hopen
Rekenhof in België Rekenkamer
rekening bon, conto, factuur, kosten, nota
rekening of bon - nota
rekening courant r. c.
rekening vereffenen of afsluiten - betalen, salderen
rekeninghouder rendant
rekeningoverschot excedent
rekenkunde algebra, aritmetica, boekhouden, cijferkunst, getallenleer
rekenkundig getal deeltal, deler, product, quotiënt
rekenkundig symbool min, plus
rekenkundig teken deelteken, maalteken, minteken, plusteken
rekenkundige - accountant
rekenkundige bewerking aftrekken, delen, kwadrateren, machtsverheffen, optellen, vermenigvuldigen, worteltrekken
rekenkundige operatie aftrekken, delen, machtsverheffen, optellen, vermenigvuldigen, worteltrekken
rekenkundige opgave aftrekking, breuk, deelsom, deling, optelling, som
rekenkundige reeks - tafel
rekenkundige term breuk, decimaal, deler, G.G.D., K.G.V., maal, min, noemer, quotiënt, repetent, rest, som, verschil
rekenkunst met staafjes rabdologie
rekenlat rekenliniaal
rekenmachine calculator, computer, telmachine
rekenmiddel - telraam
rekenmunt in Algiers karube
rekenmunt in België frank
rekenmunt in Duitsland mark
rekenmunt in Frankrijk franc
rekenmunt in Noorwegen krone, kroon
rekenmunt in Portugal milreis
rekenmunt in Spanje reaal
rekenmunt in Zweden kroon
rekenopgave aftreksom, breuk, deling, optelsom, som, worteltrekking
rekenplichtig comptabel
rekenplichtig beheer regie
rekenplichtige accountant, comptabele, rendant
rekenplichtigheid comptabiliteit
rekenschap verantwoording
rekenschuif rekenliniaal
rekensom opgave, vraagstuk
rekenteken maal, keer, min, plus
rekenwerktuig computertelraam
rekest smeekschrift, verzoekschrift
rekhout sliet
rekke - reegeit
rekkelijk inschikkelijk, lenig, meegaand, meegevend, soepel, toegevend, tolerant
rekken reiken, tijdwinnen, traineren, uitstellen
rekken van lont (textiel)doubleren
rekruteren van troepen - lichten, ronselen, werven
rekrutering - lichtig
rekstok trapeze
rek van stokken voor hooi - ruiter
rekwirant eiser, lastgever
rekwirent onderzoeker
rekwisitie eis, oproep, vordering
rel actie, beroering, heibel, onlust, oploop, oproer, opschudding, opstand, opstootje, provocatie, straatruzievolkswoede,
relaas betoog, historie, rapport, reportage, verhaal, verslag
relais pleisterplaats
relapsus (Lat.) terugval
relatant rapporteur
relateren berichten, vermelden, vertellen
relatie bekende, betrekking, connectie, kennis, minnaarverband, verhouding
relatief betrekkelijk
relatie of samenhang verband
relax ontspanning
relaxen ontspannen, rusten, uitrusten
relaxatie ontspanning; verzachting
relevant gewichtig
relevatie bevrijding, ontheffing
releveren - ontslaan
relief bergland, contrast, heuvelland, ongelijkheid, plooiing, verhevenheid
relief gesneden steen - camee
reliëfkaart globe
reliefkast - schrijn
reliëfschrift - braille
reliek relikwie
reliekkast schrijn
reliekschrijn fiertel
religie geloof, godsdienst, leer
religieus gelovig, godsdienstig, vroom
religieus centrum van de Islam - Mekka
religieus centrum van het christendom Jeruzalem, Rome
religieus lied - gezang, psalm
religieuze abdis, non, zuster
religieuze afbeelding icoon, ikoon, piëta
religieuze groep geloof, gezindte, godsdienst, kerk, sekte
religieuze handeling bidden, biechten, dopen, knielen, zegenen
religieuze toespraak allocutie, preek, sermoen
religloso gewijd, godsdienstig
relikwie reliek
relikwieënkastje fiertel, schrijn
reling hekwerk, lambrisering, leuning, verschansing
rellen babbelen, kakelen, praten, spreken
relletje oploopje, opstootje
relmuis zevenslaper
rel of tumult - oproer
rem belemmering, belet(sel), handycap, hindernis, vertrager, vertraging, weerstand
remdeel remschoen
remedie geneesmiddel, medicijn, middel
remediëren genezen
rementen - ravotten
remise gelijk, koetshuis, onbeslist, overmaking, tramstalling, wagenloods
remissie afslag, korting, vermindering
remitteren aflate
remlicht stoplichtn
remmel - knuppel
remmen belemmeren, beletten, stoppen, vertragen
remmend vertragend
remming belemmering, tegenwerking
remonstrant Arminius
remonstrantie protest, tegenbetoog
remotie ontslag
removeren - wegruimen
remplaçant dubbel ,vervanger
remplaceren vervangen
remscherm parachute
remschoen - slof
remuneratie beloning, vergelding
ren galop, gang, geren, hoenderhok , hok, kippenloop, kooi, loop
renaissance wedergeboorte
renbaan circuit, hippodroom, parcours, piste, velodroom
renbaan voor paarden hippodroom
renbode estafette, koerier, ijlbode
rencontre ontmoeting
rendabel winstgevend
rendant - tentmeester
rendement nutsfactor, opbrengst, rente, resultaat, winst
renderen opbrengen, opleveren
renderend - winstgevend
rendier eland, hert, kariboe, ree
renegaat afvallige, apostolaat, bekeerling, geloofsverzaker
renet hoefmes, hoornmes, reinet
renforcé madapolam (stof)
reng - zwaluwtong
rennen draven, galopperen, hardlopen, hollen, lopen, racen, snellen, spoeden, spurten
renner coureur, draver, hardloper, hardrijder, loper, spurter,
reneweren - ruineren
renommee naam, roem, vermaardheid
rennemmist opschepper
renonce - afkeer
renovatie hernieuwingherstel, vernieuwing
renoveren hernieuwen, herstellen, opknappen, restaureren, vernieuwen
renpaard draver, volbloed
rens - zurig
renseignement aanwijzing, inlichting
rensport draverij, paardensport
rente divident, interest, kroos, opbrengst, rendement, uitkering
rentebewijs - coupon
rentenier - rijkaard
rente opleverend rendabel
rentestand rentestandaard, rentevoet
rentjong (Ind.) dolkmes
rentmeester beheerderintendant, meier. ontvanger, rendant, trezorier
rentree herintrede, terugkeer
renumeratie terugbetaling
renunciatie verwerping
ren van een paard galop
ren van paarden - race
renvooi kanttekening, verwijzing
reorganisatie hervorming, ordening
reorganiseren hervormen, veranderen
rep opschudding, verwarring
reparabel herstelbaar
reparateur hersteller, monteur
reparatie - herstelling
repareren boeten, herstellen, maken, oplappen, verstellen
repareren van kleding lapen
reparteren - verdelen
repel hennepbraak, stalpaalstrook, vlaskam
repelaar rammelaar
repelen - tekeergaan
repen vlees in ZuidAfrika biltong
repercussie - reactie, terugstoot, vergelding, weerkaatsing
repertoire programma
repertorium klapper, register, syllabus, zaakregister
repeteren - herhalen
repetitie herhaling, proefwerk
replica afdruk, afgietselkopie
repliek antwoord, weerwoord
reportage klankbeeld, relaas, verslag
reporter berichtgever, interviewer, journalist, nieuwsjager, ooggetuige, verslaggever
reppen aanroeren, haasten, spoeden
represaille vergelding, weerwraak
representant vertegenwoordiger
repressie beteugeling, onderdrukking
reprimande berisping
reprise herhaling, hervertoning,
reprobatie afkeuring, verwerping
reproduceren herhalen
reproductie - afdruk
reptiel adder, agama, anaconda, alligator, boa, brilslang, cobra,
gekko, hagedis, hazelworm, iguana, kaaiman, kameleon, krokodil, leguaan, panter, python, ringslang, schildpad, serpent, schildpad, slang, tokke
republiek gemenebest, rep.
republiek in Amerika Brazilië, Cuba, Mexico, Panama, Venezuela, V. S.
republiek in Azië China, Finland, India, Indonesië, Jemen, Pakistan
republiek in Europa Bulgarije Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, IJsland, Italië, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, Zwitserland
republiek in MiddenAmerika Cuba, Guatemala, Haïti, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama
republiek in OostEuropa Bulgarije, Hongarije, O.Duitsland, Polen, Roemenië, Tsjecho-Slowakije
republiek in ZuidAmerika Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Columbia, Ecuador, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela
repuls afwijzing
reputatie bekendheid, eer, faam, naam, prestigeroem, roep
rescontreren afrekenen, vereffenen, verrekenen, weerleggen
research onderzoek, speurwerk
researchinrichting laboratorium
reseda geelkrijt, grijsgroen
reserve noodvoorraad, surplus, terughouding, voorbehoud, voorraad
reservekapitaal fonds
reserveonderdeel - vervangstuk
reserveren bedingen, voorbehouden
reservoir bekken, bewaarplaats, gashouder, tank, vergaarbak
resident bestuurder
residentie hoofdplaats, verblijf, woonplaats
resideren wonenzetelen
residu bezinksel, neerslag, overblijfsel, overschot, rest
resignatie gelatenheid, overgave
resistent - bestand
resistentie verzet, weerstand
resoluut geresolveerd, onverschrokken, ronduit, vastberaden, vastbesloten
resonantie echo, nagalm, weerkaatsing
resoneren galmen, meeklinken, meetrillen, naklinken, weergalmen
resorberen opslorpen, opzuigen
respect aanzien, achting, bewondering, eerbied, egards, ontzag, waardering
respectabel aanzienlijk, achtenswaardig, eerbiedwaardig, geducht, groot,
respecteren achten, eerbiedigen, eren, honoreren, hoogschatten, naleven, ontzien,
respectievelijk achtereenvolgens, onderscheidenlijk
respectvol eerbiedig
respijt uitstel
respiratie ademhaling
respireren ademhalen
respons antwoord, weerklank, weerwerk
responsabel aansprakelijk
responsie reachtie, verdediging, weerklank
ressort ambtsgebied
rest kliek, overblijfsel, overschot, residu, restant, saldo, surplus, verschil
restant overblijfsel, saldo, overschot,
rest na distillatie van teer pek
rest van eten kliek
restaurant bistro, eethuis
restaurantbediende kelner, kok, ober
restaurateur - hersteller
restauratie eetzaal, herstel, koffiekamer
restaureren bijwerken, herstellen, opknappen, renoveren
restbedrag saldo
resten overblijven, overschieten
resteren overblijven, overschieten
resterend overig, overblijvend
restitueren herstellen, terugbetalen, teruggaaf, teruggeven
restitutie terugbetaling, teruggave, vergoeding
restje eindje, restant, tamp
restje drank kwak
restje eten kliek, prak
restrictie beperking, voorbehoud
resultaat afloop, bereikte, effect, gevolg, opbrengst, uitkomst, uitslag, uitwerking
resultante r., einduitkomst, kracht
resulteren volgen, voortvloeien
resumé extract, samenvatting, uittreksel
resurrectie verrijzenis, opstanding
retabel altaarblad
retarderen vertragen
rete hennepbraak, root
retenuto (muz.) ingehouden, langzamer
retor orator, redenaar, spreker
retorica redekunde
retoriek bombast, klinkklank
retorisch breedsprakig
retort kolf, kolfglas, helm, kromhals
retoucheren opwerken, opfrissen
retour terug, terugkeer, terugreis, terugzending
retourhandel ruilhandel
retourneren terugsturen, terugzenden
retraite aftocht, afzondering, rustplaats, wijkplaats
retributie - heffing
retribueren teruggeven, vergoeden
retro - rugwaarts
reu mannetjeshond, mannetjesvos, rekel
reuk aroma, boeket, bijluchtje, geur, lucht, odeur, parfum, snuf, stank, zintuig
reuk afgeven geuren, stinken
reukflesje - vaporisateur, vaporisator
reukhars benzoë
reukhout weichselhout
reukhoutboom garoe
reuk inademen ruiken
reukje - snufje
reukleer osmologie
reukloos gas aardgas, butaangas, koolzuur
reukloze harssoort - kopal
reukorgaan neus
reukstof in flesje - parfum
reukstof uit viooltjes iron
reuk verspreiden rieken, ruiken
reukwater lotion, odeur, parfum, lodderein
reukwerk bisam, lodderein, mirre, muskus, nardus, wierook
reukzakje - sachet
reukzinmeter olfactometer
reumatische aandoening spit
reünie bijeenkomst, hereniging
reus enak, enakskind, gigant, Goliath, kolos, kolossus, titan
reus der Filistijnen Goliath
reus met één oog cycloop
reusachtig enorm, geweldig, groots, immens, kolossaal, reuze, titanisch
reusachtig beeld kolos, kolossus
reusachtig dier - behemoth
reusachtig gevaarte kolos
reusachtig figuur gigant, titan
reusachtig voorwerp gevaarte
reusachtige figuur gigant, Goliath, titan
reusachtig groot gigantisch
reut bende, boel, rommel, rotzooi, troep
reutel ratelaar, rochel, spaan
reutelen raammelen, rochelen, zaniken, zeuren, zwetsen
reutemeteut - rommel
reuter zeef
reuze buitengewoon, fijn, geweldig, heerlijk, ontiegelijk, reusachtig, uitermate
reuzel bladvet, kaan, ongel, smout, varkensvetvet
reuzenbed hunebed
reuzenbeeld kolos, kolossus
reuzenboom sequoia
reuzengier - condor
reuzengraf hunebed
reuzenhagedis leguaan, megalosaurus, varaan
reuzenkind enak
reuzenolifant mammoet
reuzenpaard - beiaard
reuzenrog manta, zeeduivel
reuzensalamander - diplocaulus
reuzenslang anaconda, boa, python
reuzenstad metropool, wereldstad
reuzensteen megaliet .
reuzenvogel moa, kiuri, aepyornls
revanche vergelding, wraak
revanche nemen terugslaan
revancheren wrelen
revanchewedstrijd- return
reveil - opleving
reveille bij de marine overal
revelen bazelen, raaskallen
reveleren openbaren
reven - zwichten
reverie (dag)dromerij, droom, mijmerij
revers jasomslag, keerzijde
revideren herzien, nazien
revier district, gebied, jachtgebiedterrein,
revisie correctie, herziening, nazien,
revolte muiterij,opstand, oproer, rebellie, volksverzet
revolutie omkeer, ommekeer, ommezwaai, omwenteling, oproer, opstand, volksverzet
revolutionair comité junta
revolver blaffer
revolverheld desperado, bunman
revue monstering, show, schouw, toneelspel
rex koning
rhenium re
Rhodesische munt pond, penny
rhodium rh
riant bekoorlijk, fraai, lieflijk, innemend, lieflijk, mooi, ruim, verrukkelijk, welgelegen
rib borstbeen, bot, ertspijler, gebeente, knook, spant, weegbree
ribbe spant, zijde
ribbeblad weegbree
ribbel plooi, verhoging, vouw
ribbeltjesgoed rips
ribben van een schip spanten
ribcord - ribfluweel
ribfluweel corduroy, manchester, ribcord,
ribstuk karbonade, kotelet
richel boord, kant, lat, plint, rail, rand
richten aanpassen, koersen, mikken, sturen
richter bestuurder, deel, korter, plank, rechter, regeerder
richter van Israël Eli, Gideon, Simson
richtig juist, kort, veilig, zuiver
richting gezindheid, koers, neiging, raai, reis(route), streek, strekking, stroming, weg
richtingaanwijzer baken, clignoteur, kompas, pijl
richting-en afstandsbepaling - radar
richting in de beeldende kunst kubisme
richting in de kunst expressionisme, futurisme, impressionisme, kubisme, naturalisme, realisme, romantiek, symbolisme, surrealisme
richting in de muziek - beat
richting in de staatkunde conservatisme, liberalisme, socialisme
richting in de wijsbegeerte - realisme
richting in het menselijk denken - aristostelisme, constructivisme, empirisme, platonisme, rationalisme, stoïcisme
richting van bouwwerken rooilijn
richting van breedte dwarste
richting van het haar vleug
richting van projectiel kogelbaan, vuurbaan, vuurlijn
richting van weefsel vleug
richting waarin gebouwen en huizen worden geplaatst rooilijn
richtingaanduiding achteruit, links, rechts, rechtuit, terug
richtingbepaling per radio radar
richtinggevend directief
richtingsbord wegwijzer
richtingslichaampje polocyt
richtingslijn alignement, norm, raai, regel, rooilijn, voorschrift
richtingwijzer baken, kompas, pijl, radar, vuurbaak
richtingzoeker radiopeiler
richtlat regel, rij
richtlijn advies, norm, raai, regel, rooi, voorschrift
richtlijn voor gebouwen rooilijn
richtmiddel vizier
richtprijs - adviesprijs
richtpunt doel, mikpunt
richtschroef stelschroef
richtsnoer canon, kompas, leidraad, maatstaf, model, norm, instructie, regel, regulatief, stelregel, voorbeeld, voorschrift
richttoestel vizier
richtvlag Jalon, Jaloppe
ricinuskoek voederkoek
ricinusolie wonderolie
ricocheren terugspringen
ridder edele, edelman, paladijn, ruiter, strijder
ridder uit de Nibelungen Lohengrin
ridder van de droeve figuur Don Quichotte
ridder ven de kousenband KG.
ridderhofstede in OostNederland - havezaat
ridderkruis eremetaal
ridderkus - consolamentum
ridderlijk edel, eerlijk, galant, hoffelijk, ruiterlijk
ridderlijke held paladijn, poeet
ridderorde eermetaal, lintje, medalje, onderscheiding,
ridderorde van Nederland - M.W.O.
ridderorde van Siam - Olifantsorde
ridderroman Ferguut, Walewein
ridderschap nobiliteit
ridderslag - accolade
ridderspel joeste, steekspel, toernooi
ridderspoor (plantk.) delfinium, delphinium .
ridderteken groot(kruis), lint, orde, ster
ridder te paard - ruiter
riddervaantje pennoen
ridderwoning burcht, kasteel, slot, state, stins,
rideau verschansing
ridicuul belachelijk, lachwekkend
riedel - loopje
riek gaffel, greep, hooivork, mestvork
rieken geuren, ruiken, stinken
riem band, ceintuur, gordel, koppel, lasso, leidsel, leis, pagaai, peddel, roeispaan
riem om het middel gordel, koppel
riem om te roeien peddel, roeiriem
riemschijf - poelie
riemschoen (Indianen) mocassin
riemsluiting - gesp
riem voor jagershonden leis(t)
riem voor paarden halster, hoofdstel, leidsel, teugel
riemworm ligula
riet pitriet, rotan
rietachtig gewas rotan
rietdekker dakdekker
rietdekkerstouw - roop
rietdak walm
rieten korf kanaster, reismand
rieten mand kanaster, knaster, krandjang
rieten pijp roer
rieten pop mandemie
rieten stok rietstaf
rieten tabakskorf - kanaster
rietfluit misliton, ruispijp, schalmei
rietfluitje mirliton
rietgans grasgans, wink
rietgewas papyrus, papyrus
rietgors - rietmus
rietgras (Mal.) alangalang, smele, zegge
riethoen waterhoentje, zegge
rietje strohalm, zuigbuisje
rietlijster - karekiet
rietkolf lisdodde
rietmus - rietgors
rietpijp herdersfluit,roer, schalmei
rietpluim blees
rietsoort canna
rietsuiker sucrose
rietuil nachtvlinder
rietveld - tietland
rietvogel karekiet, karkiet
rietvis - wimpelaal
rietvoorn roetvoorn, ruis
rietvoren ruisvoren
rietzanger snor
rietzodde drijftil, krag
rif bank, karkas, klip, koraalbank, reef, rots, skelet
rift kier, naad, scheur, splet
rigide - scherp
rigoroso (muz.) streng
rigoureus grondig, drastisch
rigueur - hardheid
rij file, gelid, keten, liniaal, linie, rang, reeks, serie, richtlat, rist, rits, slier(t), stoet, trein, volgorde
rij autos file
rij gebouwen keten
rij graanschoven - tijl
rij kanonnen op een schip laag
rij mensen rits, stoet
rij militairen - gelid
rij opeenvolgende getallen reeks
rij soldaten gelid
rij verdedigingswerken linie
rijbaan manege, pad, parcours, piste, weg
rijbuis ruitervest
rijden autobesturen, gerij, karren, schaatsen, toeren, tuffen, voortbewegen
rijden met kruiwagen - kruien
rijdende artillerie r.a.
rijder coureur, fietser, jockey, pikeur, voerman
rijder te paard - ruiter
rijder vab paardenrennen - jocky
rijdier ezel, genet, paard, ros
rijf hark
rijfelaar dobbelaar
rijfelen dobbelen
rijgbolletje - kraal
rijgdraad (ZuidNederland) driegdraad
rijgen hechten, naaien, snoeren, vastmaken
rijghoutje voor vis speet
rijglaars - bottine
rijglijf keurs, korset
rijgsnoer lias, nestel, veter
rijgveter lacet
rij-instructeur rijleraar
rijk bemiddeld, gebied, gefortuneerdgegoed, gelukkig, imperium, land, natie,overvloedig, regering, staat, vermogend, weelderig, welgesteld, welig, welvarend
rijk aan betekenis pregnant
rijk aan ondervinding ervaring
rijk bedeeld - talentvol
rijk in Azië China, India, Japan
rijk persoon met veel macht - magnaat
rijk van Foelbenegers Gando
rijkaard Croesus,Nabob, kapitalist, miljonair, rentmeester
rijkdom fortuin, kapitaal, luxe, pracht, schat, vermogen, weelde,
rijke domkop Mldas
rijke erfoom suikeroom
rijke keuze - keur
rijke koning van Lydië Cresus, Croesus
rijke losbol roué
rijke man Nabob
rijke schoonheid - pracht
rijke sortering keur, keus, keuze
rijkelijk abondant, copieus, gul, kostelijk, kwistig, mild, ruim, overvloedig, royaal, ruimtelijk, ruimschoots, veel, welig
rijkelijk bedeeld - ruim
rijknecht groom, jockey, palfrenier
rijk of natie - staat
rijks hogere burgerschool R.H.B.S.
rijksambtenaar commies, consult
rijksambtenaar der accijnzen verificateur
rijksarbeidsbureau R. A. B.
rijksdaalder achterwiel, knaak, riks
rijksgebouwendienst R.G.D.
rijksgrens r.g., landsgrens
rijksgrond r.g.
rijksgrote in Hongarije en Polen - grande, magnaat
rijksinkoopbureau R I. B.
rijksinrichting R.I.
rijksinstelling PTT, BVD, RVD
rijkskweekschool R.K.S.
rijksnormaallessen R N.L.
rijksnormaalschool R N.S.
rijksopvoedingsgesticht R.O.G.
rijksstaf - scepter
Rijkstelegraaf r.t.
rijksuniversiteit RU.
rijksvaan (Frans) oriflamme
rijksverzekeringsinspectie R.V.I.
rijksverzekeringsbank R.V.B.
rijksvoorlichtingsdienst R V.D.
rijksvorst keurvorst
rijkswacht gendarmerie
rijkswachter - gendarme
rijkswaterstaat RW.
rijksweg autobaan, R. W.
rijkszuivelschool R Z. S.
rijm dauw, rijp
rijmeester - pikeur
rijmelaar pruldichter, versifex
rijmen dichten
rijmer dichter, liereman, poeet, verzenmaker
rijmloos onberijmd
rijmpje gedichtjelimerik, vers
rijmsoort beginrijm, binnenrijm,dubbelrijm, eindrijm
rijngebergte Eifel
rijnrots Lorelei
rijn molrnijzer
rijnaak rijnschip
rijns - zurig
rijnschip aak, rijnaak
rijp eetbaar, meluw, rijm, volgroeid, volwassen
rijpaard genet, ros
rijpaardentuig zadel
rijpelijk aandachtig, ernstig, zorgvuldig
rijpen ijzelen, ontwikkelen, volgroeien
rijpingsjaren puberteit
rijp of nevel dauw
rijp worden - rijpen
rijs - boomtak, ent, teen, stek, takje, twijg
rijsberm - tuinwerk
rijsbundel roe
rijschool manege
rijsdam kribbe
rijshoofd nol
rijshout griend
rijsje teen, twijg
rijsmiddel gist
rijspoor trek, wagenspoor
rijst padi(e), nas(s)i
rijst met kokosmelk gekookt liplap
rijstbrandewijn arak, sake, saki
rijstdrank arak, sake, saki
rijstebrij - rijstepap
rijstgerecht nasi, padi, risotto
rijstmesje aniani
rijstmeelpoeder als blanketsel gebruikt bedak
rijstschuur (Ind.) lombong
rijstveld gaga, hoema, sawah
rijstvogel glatik
rijswaard griendgrond
rijt - watering
rijten ritsen, scheuren, splijten, vaneenrukken
rijtent hippedroom
rijtijdenregister - tachoschijf
rijtocht rit, toer
rijtuig aapje, barouchet, berline, brik, brougham, buggy, cab, calèche, coach, deleman, diligence, kar, dogdosados, droschke, faëton, fiarcre, fiaker, hansom, janplezier, kales, karikel, kar, karos, kibitka, koets, landauer, mylord, panier, phaeton, riskja, sado, sjees, sulky, tarantass, telega, tilbury, tonneau, troika, veerwagen, victoria, vigilante, vis à vis
rijtuig in Indonesië deleman, sado
rijtuigje gig, sado
rijtuigje op twee wielen fiets, riksha, riksja, sado
rijtuigverhuurder stalhouder
rijven harken, raspen
wijweg - rijbaan
rijwiel fiets, tweewieler, (velo)cipede
rijwielhersteller fietsenmaker, reparateur
rijwielonderdeel achterlicht, bagagedrag fiwtspader, band, bel, dynamo, frame, ketting, ketting(kast), koplamp, naaf, rem, riem, spaak, stuur, trapper, velg, versnelling, zadel
rijwielpad fietspad
rijzen klimmen, omhooggaan, opkomen, oplopen, zwellen, stijgen, verheffen
rijzen en dalen van water eb en vloed, getij, golven
rijzen van brood gisten
rijzen van de zon - opgaan
rijzig lang, slank
rijzig en groot - lang
rijzing van zeewater bij eb agger
rijzweep karwats
rijzweepje badine
riks knaak, rijksdaalder
ril geul, groef, groeve, huivering, mollengang, rilling, schuw, vore, waterloop, vreesachtig, wetering
rillen beven, bibberen, griezelen, huiveren, sidderen, trillen,
rillerig beverig, bibberachtig, huiverig, trillerig
rillijn perforatielijn, vouwlijn
rilling beving, bibberatie, huivering, ril, siddering, trilling
rimboe bushbush, jungle, oerwoud, verlatenheid, wildernis
rimboe in Australië scrub
rimpel frons, groef, kraaienpoot, kreuk, plooi, vouw
rimpelen kreuken, plooien, schrompelen
rimpelig gegroefd
rimpel in het gezicht frons
rimpelloos glad, ongerimpeld
rimram bombast, gedaas, onzin
ring beugel, boord, cirkel,classis, corona, cirkel, distrikt, kampplaats, krans, kring, rand, strijdperk, worstelperk
ring om een vat hoepel
ring van bloemen krans
ring voor water of luchtdichte afsluiting manchet
ringbaan circuit
ringbeugel gesp
ringduif houtduif
ringelen bellenringeloren - beteugelen
ringetje in schoen malie
ringetje van metaal malie
ringkreeft keldermot, pissebed
ringmerel beflijster
ring om de maan halo
ring om een vat - hoepel
ringpantser maliënkolder
ringtang klemhaak
ringvalk wouw
ringvinger ringeling
ring vor bokssport - boksarena
ringvormig koraaleiland atol
rinkelbom tamboerijn
rinkelen bellen
rinket sluisdeurtje, valdeurtje
rinnen - stremmen
rinoceros neushoorn
rins rans, ranzig, sterk, zurig, zuur
Rioekloeeilanden Idlsjlna, Mijako, Urlomoto
riolering - afwatering
riool afvoer, afvoerbuis, buis, goot, loos(pijp), straatgoot, waterafvoer
rioolbuis goot
rioolkolk duiker
rioolpijp buis
rioolput kolk
rioolwagen kolkenzuiger
riposte nasteek, nastoot
rippen openrijten
ris bundel, bos, gelid, pak, reeks, rij, serie, sliert, tros,
risee - spotfiguur
risico gevaar, gok,perikel, waagstuk
risicoloos safe, zeker
riskant gedurfd, gevaarlijk, gewaagd, link
riskante onderneming waagstuk
riskeren avonturendurven, gokken, wagen
rispen afstropen, repelen
rist bundel, rij, sliert, tros, vlasbundel
rit gang, kikkerdril, loopgraaf, mollengang, reisje, tochtje, toer, trip, uitstapje
rite ritueel
ritje toertje, uitstapje
ritme cadans, maat, metrum
ritmisch bewegen dansen
ritmische beweging dans
ritornel herhalingsthema, refrein, thema
rits gelid, ging, gleuf, groef, inkras, insnijding, reeks, rij, ris, scheur, sliert, sluiting, treksluiting
ritselen popelen, regelen, rommelen, ruisen
ritsen inkerven, rijten
ritsig bokkig, hengstig, loops, wellustig
rits in broek - split
rituaal agenda
ritueel - rite
ritus ceremonie .
rivaal concurrent, koncurrent, mededinger, medeminnaar, tegenpartij, tegenstander
rivale medeminnares
rivaliseren mededingen
rivaliteit mededingingijverzucht, wedijver
rivier beek, kali, rio, stroom, vaarwater, vliet, waterstroom
rivier (vreemde taal) aa, älv, elf, folyó, irmah, kali, kawa, rio, wadi
rivier der onderwereld Lethe, stix
rivier die ons land binnenstroomt - Maas, Rijn, Roer
rivier in Afghanistan Arghandab, Farrah, Hari, Harut, Helmand, Kabul, Kunduz, Lora, Murghab, Tarnak
rivier in Afrika Atbara, Benue, Chari, Galana, Gambia, Kongo, Kwango, Kwilu, Limpopo, Lulua, Niger, Nijl, Oranjerivier, Sanga, Senegal, Sobat, Tana, Uele, Vaal, Zambezi
rivier in Alaska Colville, Copper, Koyukuk, Kuskokwim, Noatak, Nowitna, Porcupine, Susitna, Tanana, Yukon
rivier in Albanië oll, DevDrin, Erzen, Kiri, Mati, Osumi, Seman, Shkumbi, Uraka, Valbone, Vijosë
rivier in Amerika Amazone, Arkansas, Chico, Colorado, Hudson, Missouri, Mississippi, Ohio, Orinoco, Parana, Pecos, Snake
rivier in Angola Cassai, Chicapa, Cuando, Cuanza, Cubango, Cuito, Cunago, Cunene, Loge, Longa, Luando, Luanguinga, Lucala, Luiana, Okavango, Ucua, Zadi, Zambezi
rivier in Argentinië Atuel, Bermejo, Chico, Chubut, Colorado, Corrientes, Cuarto, Deceado, Diamante, Dulce, Limay, Mayo, Negro, Paraguay, Parano, Pilcomayo, Saladillo, Salado, Segunda, Teka, Tercero, Tueco, Tunuyan,
rivier in Argonne Aire
rivier in Australië Ashburton, Barcoo, Barwon, Bogan, Bulloo, Burdekin, Burnett, Cascoyne, Coleman, Condamine, Culgoa, Daly, Darling, Degrey, Diamantina, Finke, Fitzroy, Flinders, Fortescue, Georgina, Gilbert, Hamilton, Hay, Lachlan, Leichhardt, Lyndon, Mitchell, Murchison, Murray, Murrumbidgee, Nicholson, Ord, Palmer, Paroo, Roper, Sturt, Thomson, Victoria, Warburton,
rivier in Azië Amoer, Aras, Brahmaputra, Eufraat, Ganges, Hoangho, Indus, Jana, Jangtsekiang, Jenissei, Katun, Lena, Maja, Mekong, Ob, Selenga, Tamar, Tigris
rivier in België Ambleve, Demer, Dender, Dijle, Dommel, Durme, Escaut, Gete, Gileppe, Haine, Herk, Hermeton, Hoyoux, Jeker, Leie, Lesse, Lomme, Maas, Mandel, Mark, Mehaignem Nete, Ourthe, Rupel, Sambre, Schelde, Semois, Senne, Sure, Ton, Viroin, Warche, Yzer, Zenne
rivier in Berlijn Spree
rivier in Betuwe Linge,
rivier in Birma Chindwin, Irrawaddy, Kaladan, Lemro, Namtu, Salween, Sittang
rivier in Bohemen Eger, Elbe, Moldau
rivier in Bolivia Abuna, Beni, Benicito, Guapore, Madidi, Mamore, Medrededios, Miguel, Isiboro, Parapeti, Paraqua, Pilcomayo, Riogrande, Rionegro, Sammiguel, Sanmartin, Yacuma, Yata
rivier in Bologna Reno
rivier in Bosnië-Herzegovina Bosna, Lim, Neretva, Sana, Sava, Tara, Una
rivier in Brazilië Amazone, Araquaia, Arinos, Balsas, Branco, Capim, Claro, Iriri, Jamancim, Japura, Jari, Jurua, Madeira, Mortos, Negro, Parana, Paranaiba, Paranaparana, Pardo, Parniba, Paru, Pelotas, Purus, Riogrande, Saofrancisco, Sono, Tarauaca, Tiete, Trombetas, Vaupes, Xingu
rivier in Brits-Guyana - Barama, Barima, Berbice, Demerara, Illiwa, Mazaruni, Repununi, New, Potaro
rivier in Bulgarije Arda, Donau, Isker, Jantra, Lom, Maritsa
Stroema,
rivier in Calabrië Crati, Neto
rivier in Cambodja Kong, Mekong, San, Sen, Srepok
rivier in Canada
Albany, Assiniboine, Athabasca, Attawapiskat, Back, Columbia, Churchill, Coppermine, Firth, Fraser, Grave, George, Hay, Hayes,
Keele, Koksoak, Kaniapiskau, Klondike, Leaf, Lewes, Liard, Mackenzie, Mistassibi, Moose, Moisie, Nelson, Nottaway, Peace, Peel, Pelly, Porcupine Redbeer, Ross, Romaine, Rupert, Saquenay
Skeena, Snake, Saskatchewan, Stikine, Winisk
Rivier in Chili Bindee, Biobio, Bueno, Cisnes, Huasco, Imperial, Jorquera, Limari, Loa, Maipo, Mataquito, Nuble, Palena, Rapel, Tolten
rivier in China Dihang, Hoangho, Hwangho, Jangtsekiang, Kichoe, Orchon, Pak, Peiho, Pekian, Shu, Sikian, Sungari, Sutley, Tess, Weiho, Yarkand
rivier in Colombia Ajaju, Ariari, Ariporo, Atrato, Catatumba, Cauca, Guavabero, Inirida, Magdalena, Mira, Nechi, Sinu, Tomo, Uva, Vaupes, Vichada, Yari
rivier in de Kaukasus Terek
rivier in de Krim Alma
rivier in Denemarken Arnaa, Brede, Gera, Gudena, Konge, Lillea, Linderborg, Skive, Skjern, Stora, Susa, Varde
rivier in Duitsland
3 Ahr, Alz, Elz, Ems, Enz, Ilm, Inn, Ion, Nab, Rijn
4 Bode, Dill, Eder, Eems, Elbe, Elde, Erft, Gunz, Hase, Isar,
Iser, Kyll, Lahn, Lech, Leda, Luhe, Main, Naab, Nahe, Oder,
Ohre, Oste, Prum, Roer, Rott, Ruhr, Saar, Sieg, Urft, Vils,
Wurm
5 Aller, Amper, Donau, Eider, Fulda, Havel, Helme, Hunte,
Iller, Jagst, Jetse, Leine, Lenne, Lippe, Mulde, Nidda, Nuthe,
Peene, Regen, Saale, Spree, Trave, Werra, Weser, Wiese,
Wumme
6 Alster, Diemel, Elster, Kocher, Moezel, Neckar, Neisse,
Sazava, Tauber, Wupper
7 Altmuhl, Emscher, Regnitz, Unstrut, Wertach, Wornitz
rivier in Ecuador Aguarico, Bobonaza, Coca, Napo, Zamura,
Pastaza
Rivier in Egypte - Nijl
rivier in Engeland Aire, Arun, Avon, Bure, Cam, Colne, Dane, Dart, Dee, Derwent, Don, Dove, Eden, Exe, Frome, Humber, Kennet, Medway, Mersey, Nene, Ouse, Ray, Ribble, Severn, Stour, Tamar, Taw, Tees, Teme, Test, Thame, Thames, Theems, Trent, Tweed, Usk, Welland, Wharfe, Wey, Witham, Wye
rivier in Estland Ema, Parnu
rivier in Ethiopië Abbai, Angereb, Awash, Balas, Dawa, Dorya, Gilo, Mena, Omo, Shebele, Webbe
rivier in Europa Aar, Dnjepr, Dnjestr, Don Donau, Douro,, Ebro, Elbe, Maas, Loire, Marne, Po, Rhône, Saône, Seine, Taag, Theems, Wolga, Weger
rivier in Finland Kemi, Kumo, Ounas, Ulea
rivier in Frankrijk
3 Ain, Arc, Lay, Lot, Luy, Orb, Tet, Var, Yon
4 Arve, Asse, Aube, Aude, Cere, Sher, Cure, Dore, Drac, Epte,
Eure, Gard, Gers, Isle, Loir, Loue, Odet, Oise, Orne, Oust,
Save, Tarn, Tech, Vair, Vire
5 Adour, Agout, Aisne, Aulne, Baise, Buech, Clain, Doubs,
Douze, Drome, Endre, Indre, Isère, Leyre, Loire, Madon,
Maine, Marne, Ognon, Oudon, Pique, Rance, Rhône, Salat,
Saône, Seine, Sevre, Somme, Vanne, Vesle, Yonne
6 Allier, Argens, Ariege, Authie, Blavet, Bresle, Chanche,
Creuse, Dronne, Gimone, Huisne, Jabron, Midour, Sarthe,
Seille, Serein, Seudre, Thouet, Vendee, Verdon, Vezere,
Vienne
7 Ardeche, Correze, Dourbie, Durance, Garonne, Herault,
Meurthe, Midouze, Valiane
8 Armancon, Auvezere, Boulogne, Boutonne, Charente,
Dordogne, Gartempe, Lanterne, Romanche, Vidourle
9 Chassezac
rivier in Frankrijk, België en Nederland Maas
rivier in Gabon Ivindo, Ogobe, Sebe
rivier in Ghana Afram, Oti, Pra,Tano, Volta
rivier in Griekenland Akheloos, Alpheios, Arakhthos, Axios, Eurotas, Evinos, Evros, Evrotos, Ladhon, Mesta, Mornos, Oinios, Peneios, Punios, Salambrios, Sperkhios, Wardar
rivier in Guatemala Montagua,
Rivier in Guinee Niger, Bafing
rivier in Hongarije Bodrog, Donau, Drava, Kapos, Koros, Raab, Sajo, Theiss, Tisza
rivier in Iberië Taag
rivier in Ierland Ban,Barrow, Blackwater, Boyne Lee, Nore, Shannon, Slaney, Suck, Suir
rivier in India Banas, Betwa, Bhima, Bramani, Brahmaputra, Chambal, Cauvery, Ganges, Gendak, Godavari, Gogra, Jumna, Kistna, Luni, Mahanadi, Mahi, Musi, Narbada, Sudnej, Sukri, Tapti, Wardha
rivier in Indonesië Batang, Brantas, Musi, Negara, Serajoe, Solo
rivier in Irak Diyala, Eufraat,Tigris
rivier in Iran Atrek, Bampoer, Karoen, Koem, Mand, Rapch, Sja
rivier in Israël Gerar, Hyion, Jarkon, Jordaan, Kishon, Malik, Paran, Sarida, Soreq, Zin
rivier in Italië
2 Po
3 Aso
4 Adda, Agno, Agri, Anio, Anza, Arno, Ceno, Elsa, Enza, Fino,
Liri, Nera, Neto, Noce, Nure, Orte, Reka, Reno, Sele, Taro,
Tavo, Toce
5 Adige, Amato, Belbo, Corno, Crati, Esaro, Esino, Ferro, Fiora,
Idice, Lorda, Maira, Marta, Melfa, Mella, Oglio, Olona,
Parma, Piave, Ronco, Sacco, Salso, Savio, Serio, Sesia, Sieve,
Sinni, Sisto, Stura, Tarfa, Tenna, Tiber, Ufita
6 Agogna, Alento, Aniene, Arrone, Aterno, Brenta, Calore,
Cesano, Chiese, Fronto, Lamone, Lacone, Meduna, Melito,
Mincio, Musone, Ofanto, Panaro, Rapido, Sengro, Simeto,
Tacina, Tanaro, Tevere, Ticino, Triolo, Tronto, Turano,
Velino, Venosa, Vomano
7 Amaseno, Astrico, Basento, Biferno, Bormida, Bradano,
Cervaro, Chienta, Dragone, Follone, Fortore, Laterza,
Metauro, Nestore, Ombrone, Pescara, Platini, Potenza,
Rubicon, Tordino, Trebbia, Triorto, Voiture
8 Calaggio, Mingardo, Sarmento, Staffora, Volturno,
9 Amendolea, Candelaro, Tuscianio
11 Tagliamento
rivier in Joegoslavië Donau, Drava, Drina, Lim, Morava, Nisava, Oena, Sava, Tamis, Tara, Timok
rivier in Kameroen Bek, Benoue, Bouma, Dja, Faro, Lom, Mbam, Nyong, Sanaga, Shari, Vina
rivier in Kaukasus Terek
rivier in Kenia Athi, Galana, Kerio, Sabaki, Tana, Turkwell
rivier in Kongo Aruwimi, Bomu, Congo, Cuango, Ebola, Elila, Gaju, Ikelemba, Itura, Kasai, Kibali, Kwa, Kwango, Kwilu, Lindi, Lokolo, Lomami, Lopari, Lowa, Lualaba, Lubolash, Lulonga, Lulua, Luvua, Osolowa, Oubargui, Rubi, Salonga, Sankuru, Tshuapa, Ubangi, Uele, Ulindi, Wamba
rivier in Kroatië Donau, Drava, Kupa, Sava,
rivier in Laos Khong, Ma, Mekong, Ou
rivier in Letland Abava, Daugava, Dwina, Gauja, Salaca, Venta
rivier in Litauen Nemoenas, Neris, Pregel, Pregolja, Rusne
rivier in Luxemburg Alzette, Attert, Clerf, Clerve, Our, Sauer, Semois, Sure
rivier in Madagascar Mangoky, Mangoro, Mania, Maningory, Onilahy, Sofia,
rivier in Maleisië Johore, Kelantan, Pahang, Perak
rivier in Mali Bagoe, Bakoy, Bani, Banifing, Baoule, Niger
rivier in Marokko Dra, Moulouya, Rbia, Sebou, Tensift
rivier in Mexico Ameca, Mayo, Presidio, Salado, Santiago, Sonora, Tamesi, Verde, Yagui
rivier in Mongolië Chodasin, Iderin, Keroelen, Onon, Orchon, Selenga, Tola
rivier in Moravië Oder
rivier in Mozambique Lucharingo, Lugenda, Lurio, Maputo, Messalo, Save, Zambezie
rivier in Nederland
Drenthe Hunze, Reest
Friesland - Boorna, Boorn, Ee, Grouw, Linde, Scharster, Tjonger
Gelderland Berkel, Dorterbeek, Grift, Grebbe, IJssel, Linge, Maas, Nederrijn, Rijn, Schipbeek, Slinge, Slingebeek, Waal
Limburg Bosbeek, Geleen, Geul, Gulp, Itterbeek, Jeker, Leubeek, Maas, Molenbeek, Neer, Niers, Roer, Swalm, Ur
NoordBrabant Aa, Amer, Beerze, Dieze, Dintel, Dommel, Donge, Eendracht, Maas, Mark, Raam, Reusel, Roodevaart, Run, Tongelreep, Weerijs, Zoom
NoordHolland Amstel, Drecht, Gaasp, Hoofdvaart, Liede, Ringvaart, Spaarne, Vecht, Zaan
Overijssel Buurserbeek, Dedemsvaart, Dinkel, Ganzendiep, IJssel, Loolee, Oelerbeek, Reest, Regge, Vecht, Schipbeek
Utrecht Angstel, Drecht, Eem, Gein, Grebbe, Grift, Lek, Rijn, Vecht
Zeeland Hont, Keeten, Schelde, Sloe, Zandkreek, Zijpe
ZuidHolland Aar, Drecht, Gouwe, Haringvliet, Hollandsdiep, Lek, Maas, Merwede, Noord, Ouderijn, Rijn, Rotte, Schie, Spui, Waal, Zijl
Rivier in Nieuw-Guinea Aparima, Awatere, Carence, Catlins, Biri, Omba, Rangitaiki, Senu, Tami, Tor, Vaikato, Vaitaki, Vanbanui, Wama
Rivier in Nigeria Benue, Gongola, Hadejia, Vross, Kaduna, Kebbi, Mada, Niger, Ogun, Rima, Temba,
Rivier in Noord-Amerika Arkansas, Brazos, Canadian, Colorado, Columbia, Missouri, Mississippi, Northplatte, Ohio, Pecos, Redriver, Snake, Riogrande, Southplatte, Tennessee, Yagui, Yellowstone
rivier in NoordItalië Adige, Brenta, Po
rivier in NoordRusland Onega
rivier in Noorwegen Alta, Begna, Gaula, Glomma, Glommen, Grona, Laagen, Lora, Lougen, Mandals, Nea, Nid, Otra, Rauma, Reise, Simoa, Sjoa, Tana, Vinstra
rivier in OostAzië Amoer
rivier in onderwereld Lethe, stix
rivier in OostEuropa Memel, Newa, Onega, Wolga
rivier in OostPruisen Pregel
rivier in OostSiberië Lena
rivier in Oostenrijk Drau, Donau, Enns, Gail, Gurk, Ill, Inn, Isar, Kamp, Krems, Lavant, Lech, Leitha, Lil, Mur, Murz, Naarn, Piesting, Pinka, Raab, Salsa, Salzach, Sau, Steyr, Traun, Ybbs, Ziller
rivier in Pakistan Bado, Beji, Brahmaputra, Dasht, Hab, Hingol, Indus, Nal, Nara, Porali, Zhob
rivier in Paraguay Acaray, Apa, Confuso, Hondo, Monday, Paraguay, Parana, Salgado
rivier in Polen Bobr, Boeg, Brda, Bug, Bzura, Dunajec, Narew, Neisse, Ner, Netze, Nida, Nisa, Nogat, Notec, Odra, Pilica, Pregel, Prosna, Prosnica, Raba, Rega, San, Warta, Weichsel, Wisla, Wistoka
rivier in Portugal Cavado, Dao, Douro, Guadiana, Lima, Minno, Mira, Mondego, Sado, Taag, Tejo, Temega, Tua, Xarrama, Vouga, Zezere,
rivier in Roemenië Arges, Bistritsa, Donau, Jalomitsa, Jioel, Maros, Moldawa, Olt, Siret, Somesjoel
rivier in Rusland Aldan, Amoer, Anadyr, Desna, Dnjepr, Dnjestr, Don, Duna, Dwina, Emba, Jenissei, Kolwa, Lowat, Newa, Ob, Oeral, Oka, Onega, Taz, Kama, Kolyma, Lena, Oesa, Terek, Tobol, Wasjka, Witim, Wolchow, Wolga
rivier in Schotland Annan, Avon, Ayr, Beauty, Brora, Carron, Clyde, Cree, Dee, Deveron, Don, Doon, Earn, Farrar, Findhorn, Forth, Garry, Glen, Isla, Ken, Liddel, Lochy, Naver, Nith, Oykell, Orrin, Spey, Tay, Teviot, Thurso, Tummel, Tweed
rivier in Senegal Faleme, Sehegal
rivier in Siberië Jenissei, Lena, Ob
rivier in Slovenië Drava, Sava, Soca
rivier in Sloakije Hornad, Hron, Ipel, Morava, Ondava, Poprad, Vahrivier in Somalië Darror, Juba, Nogal,
rivier in Spanje
3 Cea, Rio, Rus, Sil, Ter
4 Baza, Cabe, Deva, Ebro, Erro, Esla, Ibor, Mesa, Mino, Muga,
Mula, Orda, Saja, Seco, Taag, Tajo
5 Adaja, Almer, Antas, Anzur, Cabra, Cares, Casin, Cinca,
Cinea, Cenil, Douro, Gallo, Genil, Henar, Jalon, Jucar, Limia,
Magro, Nalon, Navia, Odiel, Salor, Segre, Sella, Tinto, Torio,
Turia, Turia, Urbel, Zujar
6 Alagon, Aragon, Ardila, Estana, Fardes, Grande, Huerva,
Jarama, Jiloca, Martin, Piedra, Salado, Segura, Serpis, Tajuna,
Tietar, Torcon, Tormes
7 Alogodor, Almonte, Cabriel, Carrion, Esteras, Gallego,
Henares, Jabalon, Manzano, Onsella, Zancara, Zapaton
8 Alberche, Almazora, Arlanzon, Colomera, Corbones,
Guadiana, Pescados, Valdavia
9 Riansares, Sangonera
12 Guadalquivir
rivier in Sudan Azum, Akobo, Atbara, Boro, Dinder, Jebel, Jur, Maridi Naam, Nijl, Pibor, Pongo, Rahad, Sobat, Sopo, Sue, Zjari
rivier in Suriname Coppename, Corantijn, Lucie, Marowijne, Nickerie, Saramacca, Suriname, Tapanahoni
rivier in Syrië Eufraat, Khaboer
rivier in Tanzania Bubu, Kilombero, Manonga, Mara, Matandu, Nikonga, Njombe, Pangani, Sibiti, Ugalla
rivier in Thailand Chi, Menam, Mun, Nan, Pasak, Phong, Ping, Wang, Yom
rivier in Tibet Indus
rivier in Togo Kara, Mono
rivier in Tsjecho-Slowakije Berounka, Dyje, Eger, Elbe, Hron, Isar, Jihlava, Labe, Moldau, Morava, Oder, Otava, Svratka, Wah
rivier in Turkije Aras, Firat, Kelkit, Meander, Murat,
rivier in Utrecht en ZuidHolland - Lek
rivier in Venezuela Apure, Arauca, Biara, Brazo, Capanaparo, Caroni, Caura, Icabaru, Ipiri, Meta, Orinoco, Padamo, Portuguesa, Siapa, Sipapo, Suapure, Suata, Ventuari
rivier in Vietnam Ca, Cau, Dung, Mekong
rivier in VoorIndië Ganges, Indus
rivier in Vorarlberg lil, Lutz
rivier in WestAfrika Niger
rivier in Zambia Dongwe, Kabomba, Kafure, Kalomo, Luangwa, Luena, Lueti, Lunga, Njoko, Zambezi
rivier on ZuidAfrika Hartbees, Harts, Oranje, Sondags, Tina, Vaal
rivier in ZuidAmerika Amazone, Orinoco, Parana
rivier in ZuidRusland Koeban, Terek
rivier in Zweden Angerman, Dal, Indals, Klar, Lainio, Ljusne, Lule, Muonio, Pite, Kalix, Skellefte, Totne, Windel,
rivier in Zwitserland Aa, Aar, Aare, Albula, Areusa, Birs, Borgne, Brenno, Broye, Dranse, Emme, Inn, Julia, Kander, Limmat, Linth, Maggia, Mera, Moesa, Muota, Navizence, Orbe, Plessur, Reuss, Rhône, Rijn, Saane, Sarine, Sihl, Simme, Suhre, Talent, Temina, Thiele, Thur, Ticino, Toss, Wigger,
rivier op Borneo Arut, Baleh, Barito, Iwan, Kahajan, Kupuas, Landak, Mahakam, Mendawai, Murui, Negare, Pawan, Pinoh, Telen, Tubu
rivier op Celebes Awo, Bongka, Kalaena, Lindu, Moros, Paguot, Palu, Poso, Puna, Sadang, Sol
rivier op Corsica Golo, Gravone, Taravo
rivier op de Filipijnen Agusan, Cagayan, Magat
rivier op Japan Abe, Agano, Aka, Ara, Go, Gokase, Gono, Iwaki, Kano, Kino, Kiso, Mogami, Naka, Oerjoe, Otopoeke, Sendai, Shinano, Tesjio, Tone
rivier op Java Baru, Bedadung, Beet, Bekasi, Brantas, Dengkeng, Djali, Idjo, Krasak, Laki, Lekso, Lesti, Lusi, Manuk, Opak, Panas, Rambut, Seraju, Sokan, Solo, Tarum, Tjimanuk, Tjitarum, Tjomal, Welang, Widas, Wulan,
rivier op Sardinië Flumendosa, Tirso,
rivier op Sumatra Anei, Asaham, Batang, Gadis, Hari, Inderagiri, Kamparkiri, Kampat, Kateman, Kumu, Mandau, Moesi, Musi, Ogan, Rawas, Rokan, Siak, Simpang, Tabir, Tembesi, Tulangbawang, Wojla
rivierafzetting (rivier)klei, grind, zand
rivierarm tak
rivierbed kil, wade
rivierbedding in woestijn wadi
rivierbewoner - aal
rivierbodem bedding, dal, bodem
rivierdam - krib
rivierdijk - bandijk
riviereinde monding
riviergod Peneus, stroomgad
rivierkant oever, wal
riviermonding delta, estuarium, liman, zeegat,
rivierpaard hippopotamus, nijlpaard
rivierpolder waard
rivierrand - oever
rivierroofvis meerval
rivierschip aak
riviertje aa, beek, beekje, ee, kreek, sloot, spreng, vliet
riviertje bij Meppel Reest
riviertje door Hamburg Alster
riviertje met stuwdam in Duitsland - Eder
rivier verbeteren kanaliseren, normaliseren rivierverzakkingspunt ponor
riviervis baars, brasem, forel, grondel, meerval, snoek, zalm
rob dogge, vismaag, vruchtenmoes, walrus, zeehond, zeerob
robbedoezen ravotten, stoeien
robben ravotten, stoeien
robbenbont sealskin
robber - dief
robbertje - partij
robbeslag robbevangst
robe gewaad, japon, jurk, kleed, nachtjapon, tabbaard, tabberd, toga
robijn karbonkel
robijnzwavel realgar
robot kunstmens, machinemens
robuust krachtig, sterk, stevig, stoer
rochel fluim, reutel
rochelen reutelen
rochelend keelgeluid reutel, gereutel
rochelende ademhaling reuteling
rochet - koorhemd
roddel achterklap, gerucht, laster
roddelaar kwaadspreker, lasteraar
roddelaarster kletskop
roddelen kletsen, kwaadspreken, lasteren
roddelpraat - laster
rode beetwortel biet, kroot
rode biet - kroot
rode Bordeaux Médoc
rode drankneus bitterneus
rode edelsteen - robijn
rode en paarse verfstof dodekop
rode glaskop bloedsteen
rode klei - akmagra, karmozijn
rode kleur van gezicht blos
rode kleurstof alizarine, brasiline, coraline, cossine eosine, fuchsine, menie, purper, purpriet
rodelbaan rolbaan
rode levensvloeistof bloed
rode loop - kopergeld
rode muts met kwastjes - fez
rode okeraarde almagra
rode robijn karbonkel
rode schmink rouge
rode steenvrucht - kers
rode verfstof eosine, garancine, vermiljoen
rode vloeistof bloed
rode vrucht - tomaat
rode wijn tinto, whist
Rode Zee Schelfzee
rododendron achtige alpenroosje
rodomontade snoeverij
roe gesel, gordijnlat, rijsbundelroede, staaf, stang, stok,
roebol lidrus, heermoes
roede gard, gesel, roe, staaf, staf, stang, stok
roedel kudde, troep
roedeloper rabdomant
roef kajuit, scheepshut
roefelen porren, peuteren
roef van en schip - kajuit
roeibaan bij Amsterdam Bosbaan
roeibank doft, docht
roeiboot giek, gondel, kano, skiff, sloep, vlet, wherry
roeien rooien, slaan, stelen, peddelen, trekken, zwaaien
roeier boeg, gondelier, peddelaar, pinas, sculler, skiffeur, slag
roeier in Venetië - gondelier
roeiklamp dol
roeipeddel - riem
roeipen dol, steun,
roeiriem paddel, pagaai, peddel, spaan,
roeischip galei, gondel, kano, sloep
roeischuit pluiter
roeisloep, lange smalle - giek
roeispaan pagaai, paddel, peddel, roei(riem)
roeistok - peilstok
roeivaartuig galei, giek, gondel, kano, skiff
roeivereniging Aegir, Argo, Laga, Nereus, Njord, Skadi, Triton
roeiwedstrijd regatta, varsity
roekeloos baldadig, driest, driftig, gevaarlijk, lichtzinig, onberaden, onbesuisd, onbezonnen, onnadenkend, onvoorzichtig, overmoedig, vermetel, voorbarig, wild, woest
roekeloos iemand waaghals
roekeloze daad stunt, waagstuk
roem aanzien, beroemdheid, eer, ere, faam, glans, glorie, lof, luister, naam, praal, renommee, reputatie
Roemeens gebergte Karpaten, Transsylvanië
Roemeens district judet
Roemeens judet Bihor
Roemeens volkslied doina
Roemeens vorstengeslacht van Albanië - Ghika
Roemeense dichter Blaga
Roemeense koning Carol, Ferdinant, Michael
Roemeense munt ban, bani, lei, leu (lev)
Roemeense plaats Arad, Boekarest, Braila, Cluj, Galati, Varna
Roemeense pruimendrank tuica
Roemeense stad Arad, Auïd, Becau, Boekarest, Brad, Braila, Bcuresti, Deva, Lasi, Lugoj, Oradea, Poloiesti, Timisoara
Roemeense vlakte Moldauvlakte, Walachije
roemen achten, bluffen, bogen, eren, grootsprekenloven, ophemelen, prijzen, verheerlijken
Roemenië, deel van Balta
Roemenië, gebergte in Banaat
Roemenië, haven in Braila, Constanta, iGalati
Roemenië, hoofdstad van Boekarest, Bucurest
Roemenië, landstreek in - Dacië
Roemenië, rivier in
3 Jiu, Olt
4 Bega, Jioe, Reut
5 Argos, Bicaz, Buzau, Donau, Korös, Maros, Oltoe, Samos,
Siret, Somes, Timis, Vedea
6 Aloeta, Crasna, Proeth
8 Silistra
9 Bistritsa, Jalomitsa
roemer bluffer, (wijn)glas, kelk, opsnijder, prijzer, romer
roemloos - oneervol
roemrijk beroemd, doorluchtig, glorieus, groots, meesterlijk, trots, vermaard, weids
roemrijke gedachtenis g .m,
roemrucht beroemd, vermaard
roemvol eervol, glorieus
roep faam, gil, kreet, naam, reputatie, roem, schreeuw, uitroep
roep van schildwacht halt, sta, werda
roepeend lokeend
roepen bulken, krijten, schreeuwen
roepen van duiven - kirren
roeper afslager, keel, krakeend, schreeuwer, spreektrompet, strot
roeping aandrang, aandrift, bestemming, neiging, vervulling
roep van schapen bleren
roer geweer, knuppel, lokvogel, pijp, stuurrad
roerdeel klik
roerdomp brulvogel, butoor, domphoorn, domphoren, domphoek, pitoor, putoor, reidomp
roeren bewegen, draaien, mengen, mixen, morrelen, woelen
roerend aandoenlijk, aangrijpend, beweegbaar, los, treffend, ontroerend, vervoerbaar
roerend goed boedel
roerganger - stuurman
roerig beweeglijk, druk, levendig, onrustig, rumoerig, rusteloos, wanordelijk, woelig
roering beweging, opschudding
roerklamp zogklamp
roerloos bewebingloos, immobiel, kalm, lam, onbeweeglijk, onbewogen, standvastig, star, stijf, stil, stuurloos, vast
roerom - meelpap
roerpen helmstok, inspit
roersel beweeggrond, beweegreden, drijfveer
roerspaan knoedelmajoor, pollepel, roerstok
roerspil roeras
roer van een schip - stuur
roervink (fig.) belhamel, lokvink, opruier
roes bedwelming, verdoving, zwijmel
roesje - uiltje
roest hoenderstok, kippenstok, metaaloxyde, oxidati
roesten rusten, slapen, slijten, vergaan, oxideren
roestig geoxideerd, verroest
roestje keldermot, piossebed
roestwerend middel menie, tectyl
roet aanslag, koolstof, pijpzwart, rookzwart, zwartsel
roetaard gaai, meerkol
roetachtige mist smog
roet afgeven roeten
roethaan - stoker
roetvoorn rietvoorn
roezemoes drukte, rumoer, verwarring, warboel
roffel berisping, knoeier,schaaf, trommelslag
roffelen kakelen, slaan, rabbelen, ranselen, trommelen
roffelig ongeschaafd, ruw, slordig
roge kuit
roggebloem korenbloem, mik
roggebrood - pompernikkel
rok galakostuum, habijt, kilt, pandjesjas,
roken dampen, puffen, smoken, smoren, stomen, walmen
roker smoker
rokerig - smokerig
rokersgerei aansteker, asbak , lucifer, rookstel, sigarendoos, tabakspot
rokjas frak
roklengte maxi, midi, mini
rol catalogus, cilinder, koker, lijst, naamlijst, register, tabel, tableau
rolbaan - rodelbaan
rol spelen acteren, veinzen
rol tabak voor snuif karot
rilf - rollaag
rolgordijn store
rolkraag col
rollade vleesrol
rollebollen buitelen
rollen buitelen, duikelen, ontfutselen, pikken, stelen, wentelen
roller baar, boemelaar, breker, golf
rolletje geldstukken in papier karot, knapper
rolletje shag sigaret
rolling deining, tuimeling
rolluik blind(e), vensterluik
rol of tabel - lijst
rol paard affuit
rolprent film
rolroer - aileron
rolrond handvat dol
rolrond hol voorwerp buis, koker, pijp
rolrond voorwerp bal, koker
rolschaar tondeuse
rolschaats - sleeler
rolschaatsbaan rink
rolschaatsplank - skateboard
rolsteen kei
roltrek cycloïde
rol vervullen - optreden
rol voorzegger souffleur
rolvormige doos koker
rolvormig pasteitje - kroket
Romaans Rom.
Romaanse taal Catalaans, Frans, Italiaans, Portugees, Povençaals, Reto-Romaans, Roemeens, Sardisch, Spaans
roman boek, novelle, prozaverhaal, verhaal
roman van Zola Nana
romance ballade, verhaal
romancier auteur, romanschrijver
romanfiguur van Jules Verne Nemo
Romanov, lid van het huis
4 Anna, Igor, Ivan, Kyra, Oleg, Olga,Paul, Vera
5 Boris, Cyril, Irene, Maria, Peter, Roman, Sofia, Xenia
6 Alexei, Alexis, Dmitri, Fjodor, George, Helena, Marina,
Nikita
7 Andreas, Gabriël, Michael, Nadejda, Sergius, Tatiana, Vassily
8 Nathalia, Nicolaas, Theodoor, Vladimir, Vsevolot
9 Alexander, Alexandra, Anastasia, Catharina, Elisabeth,
Rostislaw
10 Constantijn
11 Vjatsjislav
romanschrijver Aardweg, Balzac, Böll, Bordewijk, Bromfield, Bulthuis, Camus, Claus, Cremer, Dickens, Elsschot, Fabricius, Faulkner, Flaubert, Galsworthy, Gide, Grass, Gijsen, Heeroma, Hemingway, Hermans, Hertog, Kelk, Kipling, Koolhaas, Lagerlöf, Lampo, Last, Laxness, Mann, Maupassant, Mauriac, Mens, Mulisch, Orwell, Pasternak, Poe, Raes, Sartre, Steinbeck, Timmermans, Undset, Vestdijk, Walschap, Wilde, Zola, Zwilg
Romanschrijfsters Buck, Blaman, Colette, Corsari, Ferguson, Murdoch, Lagerlöf, Sagan, Sand
romboïdaal ruitvormig
rombus ruit, toverrad
Romein Italiaan
Romein van aanzien patriciër
Romeins adellijk geslacht Orsini, Borgla
Romeins ambtenaar consul, praetor, tribuun
Romeins badinrichting - thermen
Romeins bouwwerk Colosseum, Pantheon
Romeins dichter Catullus, Horatius, Ovidius, Vergilius
Romeins driemanschap Crassus, Caesar, Pompejus (Pompelus)
Romeins functionaris consul, praetor, tribuun
Romeins grensgod Terminus
Romeins hoofdkwartier - pretorium
Romeins huis buiten de stad - villa
Romeins keizer Antonius, Atho, Augustus, Caligula, Claudius,
Domitianus, Flavius, Galla, Hadrianus, Nero, Nerva, Severus, Tiberius, Titus, Trajanus, Valens, Vespasianus
Romeins keizerrijk RI, IR
Romeins kledingstuk abolla, casula, dalmatiek, lacerna, paenula, palla, pileus, sagum, stola, tunica
Romeins landbouwfeest - Raganalia
Romein -Latijns schrijvers - Apuleius
Romeins onderkleed - tunica
Romeins persoon Brutus, Caesar, Cato, Cicero, Cinna,
Drusus, Lucullus, Maecenas, Pompejus, Seneca, Varus
Romeins plein forum
Romeins priester - augur, pontifex
Romeins puntdichter - Martialis
Romeins schrijver Cicero, Horatius, . Nepos, Livius, Tacitis, Ovidius, Seneca .
Romeins staatsman Cato, Cinna, Caesar, Brutus
Romeins stadion circus, Colosseum
Romeins veldheer Agrippa, Caesar, Pompejus, Scipio, Sulla,
Romeins wagenmenner - auriga
Romeinse balans unster
Romeinse bijl - bipennis
Romeinse bijlbundeldrager lictor
Romeinse bijnaam - agnomen
Romeinse boze geesten larvae, lemures
Romeinse consul
3 Mus
4 Cato, Libo, Maso, Nero, Pera, Piso
5 Ahala, Asina, ButeoCarbo, Catus, Celer, Cerco, Cinna; Cotta, Dives, Falto, Felix, Fusus, Galba, GalusGetha, Helva,Julus, Labeo, Ligus, Matho, Mento, Nepos, Nerva, Pansa, Papus, Philo, Rufus, Stolo,Sulla, Tucca, Varus, Venno, VenoxVuldo
6 Arvina, Bestia, Blasio, Brutus,Buldus, Caecus, Gaepio,Caesar,
Galvus, Canina, Capito, Caudex, Centho, Cicero, Corvus,
Cossus, Cursor, Curvus, Denter, Dorsus, Drusus, Flavus,
Florus, Gallus, Gurges, Laenas, Longus, Marius, Merula,
Nasica, Noctua, Opimus, Paetus, Pennus, Picens, Piktor,
Pollus, Russus, Scaeva, Scipio, Sophus, Strabo, Thalma, Tuscus
7 Agrippa, Albinus, Atticus, Blaesus, Calenus, Catulus,
Claudius, Crassus, Duilius, Fidenas, Fimbria, Flaccus,
Geminus, Glabrio, Laelius, Lanatus, Lepidus, Licinus,
Maenius, Maximus, Merenda, Orestes, Pacilus, Paullus,
Peparna, Peticus, Potitus, Priscus, Pulcher, Ravilla, Regulus,
Rutilus, Sabinus, Scapula, Serapio, Siccius, Sicilus, Violens,
Visolus, Vitulus, Volusus
8 Aemilius, Ambustus, Antonius, Auruncus, Barbatus, Calvinus, Camillus, Cathegus, Caudinus, Clepsina, Corculum, Cornutus, Decianus, Dentatus, Fundulus, Graechus, Hispalus, Hypsaeus, Leavinus, Lentulus, Luscinus, Mamercus, Mancinus,
Manilius, Megellus, Messalla, Metellus, Mucianus, Nobilior,
Octavius, Pompeius, Privinus, Proculus, Purpureo, Saverrio,
Scaevola, Serranus, Sicinius, Spinther, Spurinus, Structus,
Tappulus, Tremulas, Tubertus, Turrinus, Uritinus
9 Aquilinus, Asvaticus, Atratinus, AugurinusCaedicius, Caiatinus, Camerinus, Caprarius, CicurinusDolabella, Flaminius, Fulvianus, Lucretius, Macerinus, Marellus,
Paulullus, Phillipus, Poplicola, Privermus, Pulvillus, Quinctius, Rullianus, Salinator, Tamphilus, Torquatus,
Tricostus, Tuditanus, Vaticanus, Vibulanus
10 Balliaricus, Censorinus, Centumalus, Cerretanus, Collatinus, Delmaticus, Diadematus,Esquilinus, Fontinalus, Imperiosus, Mamercinus, Medullinus, Mugillanus, Paterculus, Rullianus, Verrucosus, Vicellinus
11 Ahenobarbus, Capitolinus, Cincinnatus, Coruncanius,
Flaccinator, Patercullus, Quinctilius, Regillensus
12 Aventinensis, Maluginensis, Praetexatus, Tricipitinus
13 Corinisetanus
14 Caeliomotanus, Ingrigilensis
Romeinse dichter Ennitus,Horatitus, Ovidius, Vergilius
Romeinse dictator
4 Pera
5 Ahala, Felix, Julius, Philo, Rufus
6 Arvina, Brutus, Caecus, Caesar, Corvus, Cossus, Cursor,
Fidenas, Longus
7 Barbula, Crassus, Maenius, Maximus, Peticus, Rufinus,
Rutilus,Visolus
8 Carmillus, Lentulus, Mamercus, tubertus, Valerius
9 Atratinus, Caiatanus, Crispinus, Privernas, Rullianud, Torquatus
10 Hortensius, Mamercinus, Verrucosus
11 Capitolinus, Cincinnatus, Regillensis
13 Inregillensis
Romeinse geschiedschrijver Livius, Nepos, Plutarchus, Polybius, Suetonius, Tacitus
Romeinse god van de handel - Mercurius
Romeinse god van de oorlog Cupido, Janus, Mars
Romeinse goden van de liefde - Amor, Cupido
Romeinse godin - minerva
Romeinse godin van de dageraad - Aurora
Romeinse godin van de huiselijke haard Vesta
Romeinse godin van tuin en ooft - Pomona
Romeinse grafkelder columbarium
Romeinse haven Ostia
Romeinse huisgenoten laren, lares
Romeinse huisgoden Laren, Penaten
Romeinse keizer
4 Geta, Nero, Otho, Pius
5 Carus, Galba, Nerva, Titus
6 Avitus, Decius, Gallus, Julius, Libius, Magnus, Peobus,
Probus, Valens
7 Carinus, Chlorus, Clodius, Flavius, Olybius, Romulus,
Severus, Tacitus
8 Antonius, Augustus, Balbinus, Caligula, Claudius,
Commodus, Constans, Galerius, Galienus, Homorius,
Johannes, Jovianus, Julianus, Licinius, Macrinus, Pertinax,
Tiberius, Trajanus, Trapanus, Vitelius
9 Alexander, Anthemius, Caracalla, Florianus, Gallienus,
Clycerius, Gordianus, Gratianus, Hadrianus, Imperator,
Maxentius, Petronius, Philippus
10 Aemillianus, Augustinus, Aurelianus, Constantijn, Donitianus,
Magnentius, Majorianus, Maximianus, Numerianus,
Pescennius, Theodosius, Valerianus, Vespasianus
11 Constantinus, Trebonianus,
12 Diocletianus, Heliogabalus
13 Valentinianus
Romeinse kleine vestingstad - oppidum .
Romeinse koning en stichter van Rome Romulus Romeinse krijgsgod Mars
Romeinse landvoogd praetor, pretor
Romeinse legeraanvoerder Antonius, Caesar, Caracalla, Gordianus, Pompejus, Sulla, Varus, Vespasianus, Valerianus
Romeinse legerafdeling - centurie, cohorte, legioen, manipel, praesidium,
Romeinse legerplaats castra, castella
Romeinse liefdes godin Venus
Romeinse lijfwacht praetoriaan
Romeinse mantel toga
Romeinse munt as, aureus, denarius, quadrans, sesterius
Romeinse naam voor Aphrodite - Venus
Romeinse naam voor Ares Mars
Romeinse naam voor Artemis Diana
Romeinse naam voor Athene Minerva
Romeinse naam voor Demeter Ceres
Romeinse naam voor Eros Amor
Romeinse naam voor Frankrijk - Gallië
Romeinse naam voor Hades Pluto
Romeinse naam voor Hermes Mercurius
Romeinse naam voor Leiden Bavatorum, L.B.,Lugdunum
Romeinse naam voor Nijmegen - Noviomagus
Romeinse naam voor Portugal Lusitanië
Romeinse naam voor Poseidon - Neptunus,
Romeinse oorlogsgod Janus, Mars
Romeinse oppergod Jupiter
Romeinse renwagen met twee paarden bigae
Romeinse rijk I.R., R.I.
Romeinse stad - opidum
Romeinse stadhouder praetor, pretor
Romeinse vaas amfoor, amfora
Romeinse vergaderzaal curia
Romeinse volk P.R.
Romeinse voorname - patriciër
Romeinse wagen met vier wielen - rheda
Romeinse zilvermunt denarius
romer roemer, kelk, (wijn)glas
rommel afbraak, afval, beestenboel, bende, boel, chaos, hoetel, janboel, kaf, keet, mikmak, pan, poespas, rataplan, rotzooi, prut, puin, puinhoop, rataplan, reut, rotzooi, santenkraam, tinnef, troep, tuig, uitschot, wanorde, warboel, warwinkel, zooi
rommelen knoeien, regelen, ritselen, scharrelen, snuffelen, zoeken
rommelig chaotisch, onordelijk, wanordelijk
rommelpot foekepot
rommeltje bende, boeltje, chaostroep, jamboel,soepzootje, zootje
rommelzolder - vliering
romp lichaam, lijf, tors, torso
romp van een beeld - torso
romp van een paard - koffer
romp van een schip casco
rompslomp beslommering, chaos, drukte, omhaal, poespas, soesa, warboel
rompvormig torsaal
rond afgesloten, bol, bolvormig, cilindrisch, cirkelvormig, gebogen, gevuld, kringvormigmollig, omstreeks, ongeveer, openhartig, plusminus, ruiterlijk, sluitend, voltooid
rond baksel met krenten oliebol
rond broodje pol
rond chocolaadje - flikje
rond dak koepel
rond dameshoedje toque
rond en dik vlezig
rond en vol gevuld, mollig
rond gebak appelbeignet, bolus, taart, vlaai
rond gebouw rotonde
rond gezwel cyste
rond metaal medaille
rond papieren voorwerp - prop
rond schild beukelaar, rondas
rond snijmes sikkel
rond soort dak - koepel
rond tafereel panorama
rond teken nul, punt, stip
rond tuinhuis koepel
rond verkeersplein - rotonde
rond voorwerp bal, bol, kluwen, kogel, rad, ring, rol, rondeel, wiel
rond wafeltje oblie
rond zitkussen - poef
rondas beukelaar, schild
rond bewegen draaien, keren, roteren, wenden, wentelen,
rondborstig eerlijk, frank, open, openhartig, oprecht, ronduit, vrij
rondborstigheid oprechtheid, openhartigheid, royaliteit
rond bouwwerk rotonde
rondbrieven vertellen
ronddelen distribueren, tracteren, uitdelen,
ronddolen dolen, dwalen, spoken, zwalkenzwerven
ronddraaien cirkelen, keren, roteren, toeren, wentelen, wervelen
ronddraaiend apparaat rotator
ronddraaiend deel rotor, anker
ronddraaiend water neer, kolk
ronddraaiende oven rotator
ronddraaiende wind cycloon, tornado, wervelwind, windhoos
ronddwalen dolen, dwalen, waren,zwalken, zwerven
ronde beurt, circuit, cirkel, kring, omloop, ommegang, ontrek, parcours, patrouille, rondgang, toer
ronde (bij race) circuit
ronde bak tob, tobbe
ronde bundel bos
ronde hal rotonde
ronde ijzeren koker - pijp
ronde kei - kinderhoofd
ronde knop als teken van ridderorde rozet
ronde koker - buis
ronde korf paander
ronde lijn cirkel
ronde overkapping koepel
ronde poort boog
ronde rand - kring
onde steen rolsteen
ronde stok roe
ronde strooien hoed - matelot
ronde toren rondeel
ronde uitbouw - koepel
ronde vijl rattenstaart
ronde vis aal, paling
ronde zuil kolom, pilaar
rondeau rondeel, rondo
rondedans polonaise, rei, reidans, wals
ronder - kurkensnijder
rondgaan dwalen, uitdelen
rondgang kerkcollecte, kringloop, omgang, omloop, ronde, toer
rondgooien strooien
rondhangen - vendelen
rondhout ra
ronding boog,welving
ronding aan bruggen en schepen zeeg
rondje toertje, traktatie
rondkijken neuzen, zoeken
rondkop puritein
rondkopdolfijn - grindewal
rondleider gids
rondleiding bezichtiging
rondloeren kijken, neuzen
rondlopen - zwerven
rondlopende galerij omloop
rondneuzen zoeken
rondo danslied
rondom omtrent, overal
rondom ingesloten dal keteldal
rondoor bos olifant
rondreis toer, tournee
rondreizen toeren, trekken
rondrijden toeren
rondrijzend ambulant
rondrit omloop, tour
rondschrijven circulaire
rondslenteren - flaneren
rondte - kreits, kring
rondtrekken - zwerven
rondtrekkend koopman venter, (mars kramer
rondtrekkend toneelspeler cabotin
rondtrekkend volk nomaden, zigeuners
rondtrekkend zanger bard, minstreel, rapsode, troubadour
ronduit botaf, eerlijk, gladweg, open, regelrecht, resoluut
rondvertellen ombazuinen
rondvliegen - spatten
rondweg - circuit, frank, eerlijk, gladaf, ruiterlijk, onbewimpeld, openhartig, openlijk, regelrecht, openhartig, vierkant
rondwaren omdwalen , spoken
rondwentelen draaien rollen
rondwindende lijn - spiraal
rondzang rei
rondzien rondkijker
rondzwalken - rondzwerven
rondzwerven dolen, dwalen
rondzwervend student of geestelijke in middeleeuwen vagant
rondzwervend volk nomaden, zigeuners
rondzwervende herders nomaden
rondzwervende herders in Noord Rusland Samojeden
rondzwervende zanger - bard
rondzwerver zwalker
rong lassteun, staaf, staander
ronkel - meikever
ronken snorken, snurken
ronselaar sjacheraar, werver
ronselen rekruteren, werven
ronzebons poppenkast, marionettenspel
rood (wapenkunde) keel
rood bloedlichaampje erytrociet, erytrocyt
rood edelgesteente robijn
rood vocht uit een wond - bloed
rood wangenkleursel rouge
rood wondvocht - bloed
rood worden blozen
roodaarde - huisrood
roodachtig ros, rossig
roodachtig metaal bismut
roodachtige blauwe verfstof - lakmoes
roodachtige verfstof taan
roodbaard knorhaan, poon, roodborstje, zeehaan
roodblauwe verfstof lakmoes
roodbruin kastanje, ros
roodbruine limonade grenadinegezwollen - branderig
rood
roodharige rode, rooie
roodhuid Indiaan
roodkelige zee duiker lom
roodvonk rodehand
roodwit worteltje - radijs
roof diefstal, ontvoering, plundering, prooi, spoliatie, wondkorst
roofdier (carnivoor) alligator, baribal, beer, bunzing, cheetah, civetkat, coyote, das, dingo, dolfijn, fennek, fret, genet, genetta, haai, hermelijn, hond, hyena, jaguar, jakhals, kaaiman, kat, koningstijger, kraagbeer, krokodil, leeuw, loewak, los, lynx, luipaard, leeuw, mangoeste, marter, nerts, otter, panter, poema, poolvos, rob, skunk, tijger, veelvraat, vos, walrus, wasbeer, wezel, wolf, ijsbeer, zeehond
roofdierenverblijf hol, leger
roofdiertje fret, hermelijn, wezel
roofgierig roofziek
roofgierigheid roofzucht
roofgoed buit
roofkarper alver
roofmeeuw jager
roofpoot klauw
rooftocht raid, plundertocht, rooftocht
roofvis baars, haai, meerval, snoek
roofvogel arend, buizerd, condor, ekster, gier, havik, kieiendief, sperwer, uil, valk, wouw,
roofvogelnest - horst
roofziek - roofgierig
roofzuchtige papegaai - kea
rooi regel, streep, richtlijn
rooien delven, gissen, klaarspelen, ogsten, stelen, uitgraven
rooier dief, stroper
rooimeester - erfscheider
rook damp, hooistapelsmook, stoom, walm,
rook afgeven - dampen
rookartikel pijp, shag, sigaar, sigaret, tabak,
rookgang rookgat, rookkanaal, schoorsteen
rookgordijn rookscherm
rookkamer - foyer
rookleider - kachelpijp
rookplaats - wieme
rooktabak baai
rook uitblazen - dampen
rookzwart - roet
room - melkvet
roomboter - natuurboter
room en eiwitgerecht mousse
roomgebak - roomtaart
roomgeel - ecru
roomkleurig - creme
roomklopper garde, mixer
rooms katholiek, romeins
roomsgezind - paaps
r.k. feestdag allerzielen, pasen, pinksteren, kerst
r.k.geestelijke abt, bisschop, deken, kapelaan, kardinaal, pastoor, paus, prefect, prior
roomtaart - roomgebak
roomvat - melktobbe
roos doel, doelwit, middelpuntmiddenste, mikpunt
roosachtige heester slee, sleedoorn
roosachtige plant aardbei, agrimonie, braam, egelantier, framboos,leeuwenklauw, nagelkruid, pimpernel, roos, spirea, vijfvingerkruid, zilverschoon
roosbeen elefantiasis
rooskleurig rose, veelbelovend
roosnageltje klinknageltje
roosten - flamberen
rooster braadijzer, lesschema, lijst, raamwerk, rasterwerk, schema, tabel, tralie, werkschema
roosteren braden, grilleren, schroeien
rooster of register lijst, tabel
roosterpan - brochette
roosvormig sieraad roset, rozet
rootplaats voor hennep - reute
ropaard rolpaard, scheepsaffuit
ropen - uittrekken
ros paard, rood, roodbruin, rossig,strijdpaard, viervoeter
rosacee
4 geum, kers, kwee, peer, roos, rosa, slee
5 appel, bram, malus, morel, pruim, pyrus, rubus
6 aronia, elsbes, kerria, mispel, perzik, prumus, sorbus
7 aardbei, amandel, meelbes, radulae, spiraea
8 abrikoos, fragaria, framboos, ganzerik, meidoorn, mespilus,
sleedoorn, sorbaria
9 agrimonia, lijsterbes, pimpernelvuurdoorn
10 egelantier, nagelkruid
12 zilverschoon
rosachtig rossig
ros als rijdier - rijpaard
rosarium rozenkwekerij, rozenkrans, rozentuin
rosbaar draagstoel
roskam hekeling, paardenkam
rossen afrossen, ranselen, roskammen
rossig rosachtig
rot afschuwelijk,bedorven, bende, naar, pervers, rij, slecht, troep, vermolmd, verrot, vervelend,
rotan (palm)riet
rotanstok - rotting
rotan zonder schil pitriet
rotatie draaiing, omwenteling, wending,
rotatiepers - drukpers
roteren draaien, ronddraaien, wentelen
rotgans aalscholver
rotje voetzoeker
rotor anker, schoepenrad, schoepenwiel
rots blankvoorn, kaap, klip, steen, steenklomp, steenmassa, steun, toeverlaat
rots aan de Rijn Drachenfels, Lorelei
rots in zee rif
rotsachtig rotsig
rotsbank rif
rotsbes lavendelheide
rotsdal canon, canyon, kloof
rotsduif - steenduif
rotseiland voor kust (Skand.)- scheer
rotsgruis puin
rotsig rotsachtig, stenig
rotsklooster Athos
rotskruiper muurloper
rotspunt kaap
rotsspelonk - grot, hol
rotstraal ellendeling, lamstraal, paardenziekte
rotstreek - luizenstreek
rotsvast onwrikbaar, pal, stevig
rotsvesting Gibraltar
rotswoestijn hamada
rotszuil monoliet, naald, obelisk
rotte meekrap
rotte plek in fruit - stek
rotten bederven, vergaan, verrotten, ontbinden
rottend dier aas, kreng
rottend lijk kreng
Rotterdamse Tramweg Mij. R.T.M.
rottig bedorven,
rotting badine, bederf, ontbinding, rotan, stok
rottingolie rotanolie, (stok)slaag
rotvis kwabaal, puitaal,
rotzak beroerling, smeerlap
rotzooi bende, keet, prullerij, puinhoop, reut, rommel, shit, troep, uitschot, wanorde, zooi, zwijn(d)erij
rouge smink
roulatie circulatie, omloop
roulette - gokspel, hazardspel, kansspel, waagspel
route koers, reisweg, richting, weg, vaarweg
routine bedrevenheid, ervarenheid, ervaring, sleur, vaardigheid, vlugheid
rouw droefheid, ruw, smart, treurigheid, treurnis, verdriet
rouwband pleureuse
rouwbeklag condoleance, p.c.
rouwdienst - uitvaart
rouwen - treuren
rouwfloers krip, sluier
rouwig bedroefd, treurig
rouwkleur geel, lichtbruin, violet, wit, zwart
rouwmis requiem
rouwsluier floers, krip, lamfer
roven dieven, gappen, jatten, kapen, ontnemen, pikken, ontvreemden, plunderen, rampassen, schuimen, stelen, weghalen
rover bandiet, dief, gapper, inbreker, jatter, kaper, ladelichter, misdadiger, ontvoerder, overvaller, pikker, piraat, plunderaar, schavuit, schurk, steler
roverij diefstal, marode
royaal goedgeefs, gul, kwistig, liberaal,mild, onbekrompen, rijkelijk, ruim(schoots), vorstelijk, vrijgevig, weldadig
royalisme koningsgezindheid
royalist camelot, koningsgezinde
royalistisch koningsgezind
royalty aandeel
royement schrapping
royeren doorhalen, schrappen
roze bleekrood, lichtrood
roze gloed op gezicht - blos
rozelaar egelantier, rozenboom , rozenstruik,
rozenboktor - muskusbok
rozenboom rozelaar
rozelaurier oleander
rozenkrans bidsnoer, paternoster, rosarium
rozenstruik - rozelaar
rozentuin rosarium
rozet haarkrans, kokarde,sierknoop
rozijnenbrood - kramiek
rubber balata, elastiek, gummi, guttaperchalatex, para
rubberboom hevea, (Ind.) karet
rubberdraad lastex
rubbersoort balata, para
rubidium Rb
rubriek afdeling, categorie, groep, klasse, titel,
ruchtbaar bekend, wereldkundig
ruchtbaar worden - uitlekken
ruchtbaarheid bekendheid, openbaarheid
ruchtig - rumoerig
ruditeit lompheid, onbeschaafdheid, ruwheid
rug rik
rugdeel van een paard kruis
ruggelen twijfelen, weifelen
ruggelings achterover, achterstevoren, achteruit
ruggengraat fut, karakter, pit, spina, wervelkolom
ruggengraatsverkromming kyfose, lordose, scoliose
ruggenmergaandoening myelitis
ruggenmergstering tabes
ruggensteun hulp, onderstand
rugkorf hot, kamis, korf, mars
rugmand korf
rugstuk lende
rugt - onkruid
rugwaarts achteruit, retro, terug
rugwaarts gedicht kreeftdicht
rugwand achterwand
rugzak pukkel, ransel
rugzijde achterkant, dorso
rugzijde van penning revers
rui (haar)uitval, tooiverlies, verlies
ruien verharen, vervellen, ververen
ruif rasteel, ruifel, voederrek
ruif voor hooi - hooibak
ruif voor paarden - rasteel
ruifel ruif
ruig behaard, begroeid, borstelig, harig, oneffen, ruw, stekrlig, woest
ruig behaard - harig
ruig bont astrakan
ruige rand braam
ruigharige hond - terrier
ruigschaaf roffelschaaf
ruiken geuren, rieken
ruiker bloembos, bloemstuk, bloemtuil, boeket, bosje, tuil
ruil chance, transactie, verruiling, verwisseling, wissel
ruilen - wisselen
ruilmiddel geld
ruim breed, dik, groot, groots, kolossaal, lobbig, mild, omvangrijk, overvloedig, rijkelijk, royaal, weids, wijd
ruim bedeeld - rijk
ruim dames kleed sak
ruim en groot breed
ruim en gul - mild
ruim en vrolijk riant
ruim genomen globaal
ruim sop zeewater
ruim van omvang - groot
ruim vertrek hal, lokaal, zaal
ruim voorhanden - overvloedig
ruim voorzien gesorteerd
ruimdenkend liberaal
ruime mantel - cape
ruime plek plein
ruime voorzaal - hal
ruimtelijk overvloedig, rijkelijk, veel
ruimen ledigen, leegmaken, schoonmaken
ruimer nachtwerker
ruimhartig - royaal
ruimschoots mild, overvloedig, rijkelijk, royaal
ruimte afstand, armslag, bestek, gebied, heelal, inhoud, lokaal, marge, omvang, plaats, spatie, speling, vertrek, wijdte
ruimte binnen de sluisdeuren kolk
ruimte in bebouwde kom park, plein
ruimte in een woning - kamer
ruimte in muur holte, nis
ruimte in Romeins huis atrium
ruimte in schip - ruim
ruimte in trappenhuis portaal
ruimte naast de letters marge
ruimte op bovengang portaal
ruimte tussen de letters spatie
ruimte tussen de letters openlaten - spatiëren
ruimte tussen huis en straat bordes,stoep
ruimte tussen twee plaatsen afstand
ruimte tussen twee planken kier, reet, spleet
ruimte voor de straatdeur portiek
ruimte voor onderzoek laboratorium, lab.
ruimte voor vee kraal, stal, weide
ruimtegebrek plaatsgebrek
ruimtelijk driedimensionaal, stereo
ruimtelijk klinkend - stereo
ruimtelijke weergave - stereo
ruimtemeter stàre
ruimtemodel stereogram
ruimteschip raket, ruimteveer
ruimtevaarder (astronaut) kosmonaut, Carpenter, Gagarin, Glenn, Nicolajev, Popovitsj, Schirra, Shephard, Titov, Mc.Divitt, White
ruimtevaart astronautiek
ruimteveer - shuttle
ruimtevrees agorafobie
ruin hengst, paard
ruïne ondergang, verderf, verwoesting
ruïne puin, puinhoop, bouwval
ruinen castreren
ruineren - bederven
ruïneus fataal, nadelig, verderfelijk
ruis rietvoorn
ruisen ritselen, suizen, zoemen, zoeven, zwatelen
ruispijp rietfluit, schalmei
ruit glas, raam, rombus, venster
ruiter cavalerist, dragonder, hooirek, meikever, paardrijder, ridder, rijdèr, ulaan
ruiter met lans lansier
ruiter op wacht vedette
ruiterafdeling eskadron
ruiterbende kornet
ruiterfeest - concours, jumping
ruitergevecht joeste, ruiterij, toernooi
ruiterij cavalerie, spahi
ruiterkleding - rijbroek
ruiterlaars stevel
ruiterlansier ulaan
ruiterlijk eerlijk, onomwonden, openhartig, oprecht, ronduit, sportief
ruiteroptocht cavalcade
ruiterpet - cap
ruitersabel pallas, sarras
ruitersoldaat huzaar, kurassier, ulaan
ruitersport paardensport
ruitertje - meikevertje
ruitertrom pauk
ruitervest - rijbuis
ruiterwacht vedette
ruiterzitting - zadel
ruitvormig rhomboïdaal, romboïdaal
ruitvormig mineraal spaat
ruitwagen gebbe
ruizig bronstig, lastig, moeilijk, tochtig
ruk haal, schok, stoot, trek, windvlaag
rukken trekken
rukvlaag rukwind
rul meikever
rul hobbelig, los, mul, pulverig
rum met heet water grog
rumboon chocoladeboon, suikerboon
rumineren herkauwen
rumoer alarm, drukte, gejoel, geraas, getier, herrie, kabaal, lawaai, leven, ophef, opschudding, poeha, stampei, tumult
rumoerig druk, lawaaierig, levendig, luidruchtig, onstuimig, roerig, wanordelijk, wild, woelig
rumoermaker levenmaker
rumoer om niets drukte, poeha
run bestorming, eek, looistof, ren, spurt, stormloop, toeloop
rund bizon, buffel, domoor, ezel, herkauwer, karbouw, koe, os, pink, schaap, stier, vaars, wisent
runderbiefstuk - entrecote
runderen vee
rundervet - ongel
rundervlieg daas, horzel,
runderziekte kalfziekte, likzucht, miltvuur, tongblaar, trommelzucht, tuberculose, veepest
rund met vetbult - zeeboe
rundvee hoornvee
rund voor de slacht - mestkoe
rune hiëroglief
runnen exploiteren, rennen, stremmen,
runner dekknecht, gastenlokker, zeeman, varensgast
runsel leb, stremsel
rups masker, rijp, vlinderlarve
rupsband (voertuigen) chenille, rupsketting
rupsendoder graafwesp, koekoek, sluipwesp
rupseneter koekoek
rupsketting rupsband
rupsvormige fluweelzijde chenille
ruptuur breking, breuk, onenigheid, onmin, vredebreuk,
ruraal landelijk
Rus Kozak, Tartaar
rus agent, bloembles, kozak, plag, politieagent, rechercheur, speurder, stille, veldbies, zode
rush stormloop
Rusland U.S.S.R., SovjetUnie
Russisch boerenarbeider - moejik
Russisch gebergte Kaukasus, Oeral
Russisch, geheime politie Gepoe
Russisch gewicht pud
Russisch grootvorst - Iwan, Peter
Russisch heerser tsaar
Russisch keizerlijk bevelschrift - oekase, ukase
Russisch koningshuis Romanov
Russisch monnik - starets
Russisch muziekinstrument balalaika, balaleika
Russisch paleis - kremlin
Russisch parlement doema
Russisch rijtuig droschke, kibitka, kibitke
Russisch rijtuig met drie paarden - trojka
Russisch schiereiland Kola
Russisch snaarinstrument balalaika
Russisch staatsman Lenin, Stalin
Russisch theeketeltje samovar, samowar
Russisch tokkelinstrument - balalaika
Russisch voertuig telega, trojka
Russisch vorst Iwan
Russisch wagenvoerder - jamstsjik
Russische afstandsmaat werst
Russische boer moejik
Russische boerenwoning isba
Russische brandewijn wodka
Russische communist bolsjewiek
Russische componist Borodien, Balakirew, Cui, Glazoenow, Moussorgsky, Prokowjew, Rachmaninov, Sjostakowitsch, Tsjaikowsky
Russische dans gopak
Russische distel - loogkruid
Russische dorpsgemeenschap mir
Russische drank - koemis, kwast, samogon, wodka
Russische grasvlakte steppe, toendra
Russische grensrivier Oeral
Russische grootgrondbezitter bojaar
Russische grootvorst Iwan, Peter
Russische herenboer koelak
Russische jenever vodka, wodka
Russische jongensnaam Alexander, Anatoli, Fjodor, Nikolai, Oleg, Sergej, Valeri, Vladimir, Viktor, Wassilei
Russische keizerstitel tsaar
Russische kinderjuffrouw njanja
Russische kunstmaan - spoetnik
Russische meisjesnaam Alevtina, Anna, Galinka, Katja, Lasma, Olga, Tamara
Russische mijl werst
Russische munt kopeke, roebel,
Russische naam voor een bodem - podzol, tsjernozom
Russische plaats zie: plaats in de SovjetUnie
Russische priester - pope
Russische rivier
2 Aa, Ob
3 Don, Ema, lli, Ket, Oka, Tas
4 aleg, alma, Bija, Boeg, Duna, Emba, llek, Jana, Kama, Kara,
Lena, Msta, Newa, Oefa, Rion, Swir, Waga
5 Amoer, Desna, Dwina, Irgis, Koera, Kolwa, Lowat, Mezen,
Oeral, Oessa, Oezen, Onega, Soera, Soswa, Terek,Tobol,
Tsjoe, Witim, Wolga
6 Alazan, Angara, Amedyr, Dnjepr, Dnestr, Ingoed, Irtysj,
Katoen, Keltma, Kolekma, Olenek, Pinega, Pripet, Samara,
Knoper, Koeban, Kolyma, Mologa, Moskwa, Njemen,
Olekma, Olenek, Pinega, Pripet, Samara, Sjilka, Wasjka,
Wilija, Wjatka
7 Bjelaja, Daugawa, Dojets, Kljazma, Manytsj, Sary-soe,
Selenga, Selenga, Tolloma, Twartsa, Wisjera
8 Berezina, Jenissei, Khatanga, Petsjora, Pjastina, Sjisjkit,
Soekhowa, Syr-darja,Tsjekswa, Welikaja, Wetloega
9 Amoe-darja,Indigirka, Wytsjegda
10 Boegtarma, Toegoenska
11 Tsjoesowaja
Russische ruiter kozak
Russische schrijver Dostojewsky,Gogol, Gorki, Pasternak, Tolstoi, Toergenew, Tsjechof
Russische staatsman Lenin, Stalin
Russische stad Orel, Moskou
Russische steppe toendra
Russische stormwind boeran
Russische volksdans - trepak
Russische volksvertegenwoordiging voor de revolutie Doema
Russische vorstennaam Alexei, Alexander, Boris, Iwan, Peter, Nicolaas
Russische zandwoestijn koem
Russische zelfstandige boer in het oude Rusland koelak
Russische zweep knoet
rust gemak, kalmte, ontspanning, pauze, slaap, stilstand, stilte, vrijaf, vrede
rust in een vers caesuur, cesuur
rustbank canapé, divan, sofa, ottomane, slaapbank
rustdag sabbat, zondag
rusteloos druk, gejaagd, ongeduldig, ongedurig, roerig
rusteloze woelwater
rusten pauzeren, relaxen, roesten, uitblazen
rustend emeritus, em, b.d. latent
rustend predikant emeritus, em.
rust en kalmte geduld, gemak
rusten op leunen, steunen, stoelen
rusten op bed slapen
rust en vrede - stilte
rusticiteit boersheid, onbeschaafdheid
rustiek boers, landelijk, onbeschaafd, ruw
rustig (muz.) comodo, sostenuto
rustig bedaard, geduldig, gerust, gezapig, kalm, koest, lakoniek, mak, ontspannen, placide, stil, tam, vredig, vreedzaam
rustig doorgaand gestadig
rustig en tevreden vreedzaam, vredig
rustig eten tafelen
rustig iemand stille
rustig rondlopen - darren
rustig wandelen flaneren, kuieren, slenteren
rustige draf - looppas
rusting harnas; overloop
rustoord (bijbel) Elim
rustplaats bed, divan, ledikant, leger, retraite, slaapbank, sponde
rustplaats voor vogels roest, stok
rustpoos pauze, reces, vacantie
rustpunt in psalm sela (h)
rustpunt na dagmars etappe
rusteken (muz.) fermate, pauze, sela
rusttijd nacht, pauze, vakantie
rust tussen de bedrijven - pauze
rustverstoorder klepper,onruststoker, ratel, spelbreker
rut blut, platzak
Ruthenium - Ru
ruw bars, botweg, bruut, cru, grof, hardhandig, harig, lomp, onbewerkt, oneffen, ongezuiverd, ongezouten, ruig, rauw, woest, wreed
ruw behaard ruig
ruw blok bonk, klomp
ruw en driest wild
ruw en hobbelig oneven, ongelijk
ruw en mat - stroef
ruw en ongebleekt ecru
ruw en ongebleekt linnen canvas
ruw en uitgelaten baldadig
ruw hard - ongenadig
ruw mens barbaar, bruut, lomperd, woesteling
ruw Noors hout ellen
ruw slepen - sleuren
ruw stuk bonk, brok, knoest
ruw vruchtomhulsel bolster
ruw wild mens - woesteling
ruwaan rouwdouw
ruwaard landvoogd
ruwbast lomperd
ruwbladige plant heliotroop, longkruid, vergeet-mij-niet
ruwe aanraking botsing, por, stomp, stoot
ruwe aantekening krabbel
ruwe berekening raming
ruwe brokken gruis
ruwe kerel - lomperd
ruwe opium (Mal.) amfioen
ruwe rockmuziek - punk
ruwe steen massa rots
ruwe stof frotté
ruwe vent - rabauw
ruwharig ruig
ruwharige herdershond - bouvier
ruwheid hardhandigheid, hardvochtigheid, hobbeligheid, hommeles, oneffenheid, onenigheid, ongevoeligheid, stroefheid
ruwig oneffen
ruw leder suede
ruwweg globaal, onnauwkeurig
ruzie amok, bonje, conflict, gekijf, geschil, heibel, herrie, kijf, krakeel, kwestie, mot, onenigheid, onmin, onvrede, (Ind.) perkara, strijd, tweedracht, twist, vete
ruzie maken bekvechten, kiften, kijven, twisten, vechten,
ruzie (pop.) mot
ruzie makend twistend, kijvend
ruziemaker stoker, vechtjas
ruziezoeker kwerulant
S
sa komaan, welaan
saai dor, droog, duf, eentonig, lijzig, maf, ongezellig, sloom, smakeloos, taai, traag, vervelend
saai kamelot, serge
saaien garnalennet
saaiheid - dufheid
saai mens droogpruim, droogstoppel
saam bijeen, getweeen, onderling
saamgeknepen hand - vuist
saamhelmig - synanthee
saamhorig eendrachtig, eensgezind, solidair, verbonden
saamhorigheidsgevoel - solidariteit
Saarlandse plaats Saarbrücken, Saarlouis
sabaeisme sterrendienst
sabbat zaterdag
sabbatsvierder - sabbattariër
sabbelen likken, zuigen
sabberaar - koevoet
sabberen - babbelen, kladden, kletsen, knoeien
sabel - bazelaar, degen, rapier, sarras, zwart
sabel, deel van een - gevest, kling
sabelantilope - spiesbok
sabelbek - kluut
sabelbont zibeline
sabeldolfljn orca, orka, zwaardwalvis
sabelen hakken, houwen, slaan
sabelkoker sche(d)e
sabelkwast dragon, troetel, trottel
sabelschermen sabreren
sabotage terreurdaad
saboteur vernieler, tegenwerker
sabreur - vechtjas
saccharomyceet - (bier)gist
saccharose - sucrose
sacerdotaal priesterlijk
Sachalin, berg in - Nevelsk
sacherijn ellende, narigheid,neetoor, verdriet
sacherijnig boos, kwaad, zeurderig
sachet reukzakje
sacoche - zadeltas
sacraal gewijd, heilig
sacrament avondmaal, biecht, doop(sel), eucharisti, huwelijk, oliesel, priesterschap, vormsel
sacrament aan het altaar, heilig - eucharistie
sacramentariër - Gnapheus, Hoen, Smit
sacramentsprocesie - bronk
sacreren heiligen, wijden, zalven
sacrificeren - offeren
sacrificie (mis)offer, opoffering
sacrilege heiligschennis
sacristie kerkekamer
sacristiemeester koster
sacrosanct heilig, onschendbaar
sadisme kwellust, kwelzucht, wreedheid
sadist kweller, onmens, wreedaard
sadistisch - wreed
sado ossenkar, rijtuig
Sadrag - Hananja
safari karavaanstocht, jachtexpeditie
safe behouden, beschermd, betrouwbaar, brandkast, deposit, kluis, veilig, zeker
safe of brandkast kluis
saffel - slap
saffiaan - geitenleer, marokijn
saffiaantje sigaar, sigaret
saffie sigaret
saffier hemelsblauw
saffraan - oranjegeel
saffraan,valse - saffloer
saffraanachtig - saffranig
saffraankleurig geel
saga-verteller - sagnamadr
sage legende, mythe, overlevering, verhaal
sage - Faust, Gudrun, Nibelungen
sagenboek edda
sagenverzameling edda
saggerijnig boos, lastig, zeurderig
saginamos - vetmur
saginiet - crispiet
sagitta - zeepijl
Sagittarius (Boog)schutter
sago bindmeel, palm(merg)meel
sagoientje zijdeaapje
Sahara, bergmassief in de - Air, Ajjir
Sahara, deel van de - Adzar, Borma, Borkoe
Saint-Lucia, hoofdstad van - Castries
Saint-Vincent, hoofdstad van - Kingstown
saillant vooruitspringend, vooruitstekend
saillie boutade, uitval
Saipan, hoofdstad van Garapan
sajet breigaren, stopgaren, stopwol
sajetgaren - b(o)rat, brat, stopwol
sakkeren - foeteren, vloeken
Saksen, hertog(in) of koning(in) van -
4 Anna, Luis, Otto
5 Anton, Boris, Bruno, Frans, Johan, Karel, Maria, Petro
6 August, Carlos, Edward, Eilia, Ernest, George, Herman,
Magnus, Manuel, Orduif, Simeon, Willem
7 Charles, Gebhard, Hendrik, Leopold, Liudolf, Maurits
8 Albrecht, Augustus, Bernhard, Frederik, Gertrude, Mathilde
9 Ferdinant, Lotharius, Swanhilde, Wulfhilde
10 Christiaan
11 Maximiliaan
Saksische boerenhoeve loshoes
Saksische leider - Aelle
Saksische weide of dorpsplein - anger, Brink
salade latuw, sla, slaatje
salamander - axolotl, olm, sirenida, urodela, vuurgeest
salamanderwol - amiant
salanganen - collocalia
salariëren bezoldigen
salaris bezoldiging, gage, honorarium, loon, soldij, traktement, verdienste,wedde, werkloon
salarislijst loonlijst
salaris of gage loon
salaris of loon - inkomen
salarisvermeerdering - opslag, loonsverhoging
salat, hij die de-aankondigt - moeezzin
salat, houding bij de - raka, sudjud
saldo kastegoed, overschot, rest(bedrag), resultaat, uitkomst
salet - ontvangkamer, onrvangst, salon
saletje - zijkamer
saletjonker dandy, fat, lion, modejonker
salicacee - abeel, espe, populier, salix, teenhout, wilg, witblad, witboom
salicoside - salicin
Salicylalcohol - saligenine, saligenol
salie - salvia
salie, Jeruzalemse - kaarskruid
salie, wilde - hennepnetel
salificatie zoutvorming
saline - zoutmijn
salivatie - ptyalisme, polysiatie, speekselvloed
salmi - wildragout
salmiakpastille dropje
salomonslelie - lelienarcis
salomonszegel - dalkruid, mot, polygonatum
salon ontvangkamer, pronkkamer, salet, zaal
salonheld lion
salonheldin - lione
salonkastje bonheur
saloon - dranklokaal
salpen - thaliacee
salpeter - kaliumnitraat
salpeterbloemen - muursalpeter, muurzout
salpeterigzuur zout - nitriet
salpetervorming - nitrificatie
salpeterzout - nitraat
saltimbanque kunstenmaker
salto buiteling, duikeling, sprong
salto mortale dodensprong
salubriteit gezondheidstoestand
salueren begroeten, groeten
salus S., heil, welzijn
salutatie begroeting
saluut begroetinggegroet, groet, heil, vaarwel
salva (salvo) behoudens,voorbehouden
Salvador, munt in El - solon
Salvation Army S.A., Heilsleger
salve - gegroet, heil
salvia - salie
salvinia - vlotvaren
Salzburg, bergland in - Salzkammergut
Salzburg, rivier in Enns, Mur, Salzach
samaar tabbaard, vrouwenkleed
samarium - Sa, Sm.
sambar - rusa
sambucus - vlier
sameet - flueel
samen aaneen, allebei, beide, beidjes, bijeen, gezamenlijk, ineen, onderling, tegader, tegelijk, tezamen,vereend,
samenbinden hechten, koppelen
samenbrengen bijeenroepen, verenen, verenigen
samenbundelen concentreren
samenbundeling concentratie
samendoen - bijeenvoegen, samensmelten, verenigen
samendrommen - scholen
samendrukbaar compressibel
samendrukken knijpen, persen
samendrukking compressie
samengaan van bedrijven - fuseren
samengaand - inhaerent
samengaren opzamelen
samengebonden bundel rijzen gard, roe, roede
samengebonden graanhalmen garf, garven
samengeknepen bal prop
samengeknepen hand vuist
samengepakt - compact
samengeperst dichtgeklonken
samengesmolten afval slak
samengesteld complex,gecompliceerd, geleed, gestructureerd, ingewikkeld, meervoudig, synthetisch
samengesteldbloemige plant aardwortel, afrikaan, alant, alsem, andijvie, artisjok, aster, zulte, bertram, chrysant, cichorei, composieten, dahlia, distel, edelweiss, ganzebloem, havikskruid, kamille, klis, knoopkruid, korenbloem, kruiskruid, madeliefje, okersouw, paardebloem, roerkruid, schorseneer, sla, wormkruid, zinnia, zonnebloem
samengestelde ether ester
samengesteldheid ingewikkeldheid, veelledigheid
samengetrokken bijwoord - eel,weer
samengevat beknopt, kort, summier
samengewarde massa klit
samengroeisel concrement
samenhang - cohesie, context, continuiteit, draad, structuur, verband
samenhang verliezen losgaan
samenhangend adherent, coherent, consistent, dichtheid, solide, verwant
samenhangend geheel eenheid
samenhangend stuk gras zode, pol
samenklank akkord, harmonie
samenkleven agglutineren
samenkleving agglutinatie
samenklinken nieten
samenklontering agglutinatie, conglomeraat, koek
samenklontering van steden agglomeratie,conurbatie
samenkomen - ontmoeten
samenkomst conferentie, congres, meeting, toeloop, vergadering
samenleving communiteit, convent, dorp, gemeenschap, konvent, maatschappij
samenleving (biol.) symbiose
samen lezen bijeen zamelen
samenloop ineenlopen, parallellisme
samenlopen stromen
samenmengen vermengen
samen met - benevens
samenpakking agglomeraat, opeenhoping, verdichting
samenpersen comprimeren
samenpersing compressie
samenraapsel allegaartje, divers, mengelmoes, mengsel, mixture, ratjetoe, troep, varia, zooitje
samenroepen - alarmeren
samenscholen - groeperen
samensmelten van metalen legeren
samensmelting fusie, holding, legeringtrust
samenspannen heulen, samenzweren
samenspanning combine, complot, komplot
samenspel ensemble, harmonie
samenspelen - combineren
samenspraak conversatie, dialoog, discussie
samenstel stelsel, systeem
samenstel van balken - gebint
samenstel van afvoerbuizen riolering
samenstel van delen gestel
samenstel van getakte horens - gewei
samenstellen assembleren, bouwen, componeren, construeren consulteren, formeren, maken, monteren, verbinden, vervaardigen, vormen,
samenstellend deel component, element
samenstellende factoren - elementen
samensteller van een kabinet formateur
samensteller van een muziekstuk - componist
samensteller van het kortschrift - Groote, Pont
samenstelling - compositie, compositum, constructie, formatie, structuur
samenstelling van gelijksoortige maatschappijen trust
samenstemmen harmoniëren
samenstemming harmonie
samenhechten - verenigen
samenhopen - opstapelen
samenklank - harmonie
samenkleving - agglutinatie
samenklinken - harmoniëren
samenklontering - conglomeraat
samenkomen - vergaderen
samenkomst - convent, vergadering
samenkomst (van gelieven) - rendez-vous
samenkomst (van staatslieden) - conferentie, congres
samenlading - groupage
samenleving - commune, communiteit, dorp, gemeenschap, maatschappij
samenloop - concurnus
samenloop van omstandigheden - coïncidentie
samenlopen - klonteren, stollen, stremmen,
samenpakking - agglomeraat
samenpersen - comprimeren
samenroepen - convoceren
samenroeping - convocatie
samenscholing - oploop
samensmelten - alliëren
samenspanning - complot
samenspel - ensemble
samenspraak - colloquium, dialoog
samenspreking - bespreking, gesprek, overleg
samenstel - stelsel, systeem
samenstel van accus accumulatoren, batterij
samenstel van lijnen - liniatuur
samentelling optelling
samentrekken van stof - krimpen
samentrekkend middel aluin
samentrekking concentratie, conjunctie, contractie, kramp, stuip
samentrekking van edel eel
samentrekking van spieren kramp, stuip
samentrekking van twee stoften osram
samenvallen coïncideren,overlappen
samenvatting excerpt, overzicht, recapitulatie, resumé, som
samenvattingsteken accolade
samenvloeien integreren
samenvoegen aanhechten, combineren, koppelen, lieren, verbinden,verenigen
samenvoeging agglomeratie, combinatie, hereniging, naad, vereniging
samenvoeging van te en den ten
samenwerken medewerken
samenwerken van renners - combine
samenwerking coöperatie,eendracht
samenzijn - vergaderen
samenzwering combine, complot, komplot
sammelaar leuteraar, talmer, teut
sanatorium herstellingsoord
sanctie bekrachtiging, dwang(middel), goedkeuring
sanctificatie heiliging, heiligspreking
sanctioneren goedkeuren, bekrachtigen
sanctuarium heiligdom
sanctus s., heilig(e)
saneren zuiveren, ordenen
sanering ordening, zuivering, gezondmaking
sandaal - opank
sandaal met hak - sandalet
sandaal met touwzool spadrille
sandwich boterham, tosti
Sandwich-eilanden - Hawaii
saneren - gezondmaken, ordenen, zuiveren
sanering - gezondmaking, herstel, opruiming, ordening, zuivering
sanforiseren - stuiken
sangen - paars
Sangihe-eilanden, een der - Sangihe, Siaoe, Tagoelandan
sanguinisch driftig, volbloedig, vurig
sanguinivoor - hematofaag
sanikel breukkruid
sanitaire inrichting bad(kamer), bidet, douchecel, lavet, wastafel, W.C.
sanitas gezondheid
San Sebastian - Izurum
Sansevieria - slangentong, zwaardtong
Sans gêne ongedwongen, vrij
Sanskrit, kenner van het - Sanskritist
Sanskrit, met het,verwante taal - Zends
sant - heilige, sint, st.
Santa Catarina, hoofdstad van - Florianopolis
Santalacee - bergvlas, thessium
santé gezondheid, heil, proost, skol
santjes - proost
santin heilige
Säntis-gebergte, top in het - Altmann, Girenspitz, Ohrlikopf, Säntis
SaoediArabie, hoofdstad van - Riaad
SaoediArabie, provincie van - Asir
SaoediArabische munt - girsh, riyal
SaoediArabische stad - Damman, Djidda, Mekka
Saône-et-Loire, hoofdstad van het departement - Macon
sap levensvocht, nat, saus, vocht, vruchtennat
sapanhout - verfhout
sapgroenboom - wegedoorn
saphout - lijsterbes
sap in het lichaam lymfe
sap laten vloeien - tappen
saploos uitgedroogd, voos
sapmachine - pers
sapodilla - sawoe
saponiet zeepsteen
sapotacee die gutta-percha levert - payena
sapotilboom - Sawo(e)
sappe loopgraaf
sappelaar - zwoeger
sappelen ploeteren, zwoegen
sappe(r)degroentje - herfstbergamot
sapperen - ondergraven, ondermijnen
sappig mals, smeuïg, welig
sappig en zacht - mals
sappige vrucht ananas, bes, citroen, druif, kers, mandarijn, meloen, peer, perzik, pruim, sinaasappel, tomaat
sappige zomerpeer jut
saprijk succulent
saprogeel - gyttia
sar kwelgeest, kweller, pestkop, plaaggeest, plager
Saraceen - Moor
Saraceenskruid - helmbloem, pijpbloem
sarcasme cynisme, spot
sarcastisch - cynisch
sardien - pelser, pilchard
sardientje - sprot
Sardinië, rivier op - Tirso
Sardiniër - Sard
sardis bloedsteen, carneool
sardonisch boosaardig, duivels, grijnzend, satanisch, spottend
sardijn - sprot
sarepta - Sarfath
Sargossa-zee - Krooszee, Wierzee
Sarong, deel van een badan
sar of kwelgeest - treiter
sarras (ruiter)sabel
sarren dwarszitten, jennen, kwellen, narren, negeren, pesten, plagen, prikkelen, tanen, tarten, tergen, treiteren, uitdagen
sarrend plaagziek, tergend, uitdagend
sarrig - plaagziek, trgend
sarring - gesar, terging
sas pret, schik, schutsluissluis, sluiskolk, spui, verlaat
sasmeester sluiswachter
sassen plassen, schutten
sassenier sluiswachter
sasser - sluiswachter
Sarkatchewan, hoofdstad van - Regina
satan Belial, demo(o)n, droes, duivel, Lucifer, (n)ikker, verleider, verzoeker
satanisch - demonisch, diabolisch, duivels, hels, sardonisch
satans - demonisch, duivels, vervloekt, verwenst,
satelliet begeleider, bijplaneet, handlanger, kunstmaan, maan, trawant, wachter
satelliet van de aarde - maan
satelliet van Mars - Deimos, Phobos,
satelliet van Saturnus - Dione, Enceladus, Hyperion, Japetus, Minas, Phoebe, Rhea, Tathys, Titan
sater atyr,bosgod, faun, halfgod
satijn glanszijde, atlas
satijnachtige stof satinet
satinella voeringstof
satineren gladmaken, glanzen
satinet - satijnweefsel
satirdrama - Cycloop, Ichneutai
satire hekeldicht, hekeling, schimpdicht, spotdicht
satirisch - hekelig, spottend
satirisch artikeltje - speldeprik
satiricus hekeldichter
satiriek hekelend, spotachtig
satisfactie genoegdoening, voldoening
sattig dampig, heiig
satraap ban, heerser, landvoogd, podesta, stadhouder,
saturatie verzadiging
saucijs braadworst
Sauerland, rivier in - Lenne
saufconduit vrijgeleidebrief
saumon - zalmkleurig
sauna badhuis, heteluchtbad, stoombad
saus jus, sap, vla, roux, vleesnat
sauslook sjalot
sautoir ketting, St. Andrieskruis
sauvegarde vrijgeleide
sauveren behouden, redden
savanne - grasvlakte
savant geleerd
savante blauwkous, pronkwijf
savoir-vivre - levenskunst
savonet zeepbal
Savoye, hoofdstad van - Chambéry
Savoye, lid van het huis
4 Bona, Otto
5 Eugen, Frans, Karel, Maria
6 Aimone, Bianca, Filips, Thomas, Victor
7 Amadeus, Emanuel, Humbert, Jolanda, Lodewijk, Mafalda,
Umberto
8 Adalbert, Emmanuel, Eugenius, Filibert, Giovanna, Isabella
9 Clothilde, Ferdinant, Francesca, Pgilibert
10 Margaretha
Sawa - rijstveld
Sawoboon - breiappel, sapodilla
saxofoon sax
sax-hoorn - bugel
saxifragacee - aalbes, astilbe, deutzia, goudveil, jasmijn, klapbes, kruisbes, moederplant, parnassia, ribes, tellima
saxofoon, uitvinder van de - Sax
scabiës schurft
scabreus - gewaagd, obsceen, onwelvoeglijk, schuin, welvoeglijk
scafander duikerpak, reddinggordel, zwemgordel
scala gamma, rangorde, reeks, toonladder
scalp hoofdhuid
scalpel - ontleedmes
Scandinaviër Deen, Lap, Noor, Ijslander, Zweed
Scandinavische dichter Skald
Scandinavische hoofdstad - Helsinki, Kopenhagen, Oslo, Stockholm
Scandinavische jongensnaam - Brengt, Haakon, Lars, Lennart, Olaf, Olie, Sven
Scandinavische munt kroon, kr, öre
Scandinavische taal Deens, Fins, IJslands, Noors, Zweeds,
scandium sc
scannen aftasten, afzoeken
scanner - aftaster
Scaramouche - hansworst
scarlatina roodvonk
scenario draaiboek, speelboek
scenarioschrijver - scenarist
scène ruzie, toneel, voorval
scepsis scepticisme, twijfel(zucht)
scepter - heerschappij, koningsstaf, oppergezag, rijksstaf
scepticisme - skepsis
scepticus ywijfelaareel, strop
scha nad
schaaf rasp, roffel
schaafafval - schaafsel
schaafbank - vlakbank
schaafkrullen - schavelingen
schaafmes van leerlooiers slichtmes
schaafsel van hout - krul
schaafwond - abrasie, krab, ontvelling, schram
schaakfiguur - dame, kasteel, koning(in), loper, paard, pion, raadsheer, toren
schaakgrootmeester Aljechin, Botwinnik, Donner, Euwe, Fischer, Flohr, Hort, Ivkov, Kéres, Korchnoi, Larsen, Lasker, Najdorf, Pachman, Petrosian, Postisch, Reshevsky, Reti, Smislow, Spasski, Tal
schaakhandelIng slaan, zetten, rocheren
schaak spelen - schaken
schaakstuk dame, kasteel, koning(in), loper, paard, pion, raadsheer, toren
schaakterm gambiet, mat, offer, pat, remise, rochade, rokade, rocheren, schaak, slaan, zet
schaaktoren - bemmel
schaaktijd - kamerdag
schaakzetten - vastzetten
schaal bak, coupe, criterium, drageoir, (eier)dop, graal, kom, maatstaf, norm, pel, plateel, scala, schotel, verhouding
schaaldier garnaal, hummer, kieuwpoot, krab, kreeft, langoest, mossel, oester, pissebed, schelpvis, snel, steekmossel, strandkrab, visluis, watervlo, wolkrab, zeegarnaal, zeekrab, zeekreeft,
schaaldieren - conchyliën, crustaceeën
schaaldier/roeisprietig eenoog
schaalgeld - waaggeld
schaalheer collectant
schaalmodel - maquette
schaalrechten - accijnzen
schaaltje - capella
schaalvrucht - kastanje, noot
schaamachtig bedeesd, verlegen
schaamheuvel - venusberg
schaamkleed lendendoek, paan
schaamlid - teeldeel
schamrok der negers lendedoek, paan
schaamte gêne, schroom
schaamteblos - schaamrood
schaamtegevoel - pudeur
schaamtegevoel wekkend gênant
schaamteloos - ongegeneerd
chaamvoeg symfysis
schaap - argalishaap, Crossbred, hamel, merino, moeflon, ooi, ovis, ram, Shropshire, South-Down, var, Wensleydale
schaap aan het hoofd van een kudde - belhamel
schaapachtig - bête, dom, onnozel
schaaperwtjes - veldlathyrus, vogelwikke
schaapherder - schaper, scheper
schaapjes op het droge hebbend - binnen
schaapkameel lama
schaapsdravik - schapngras
schaapshoofd - domoor, lomperd
schaar aalgeer, kouter, kudde, meent, menigte, ploegblad, schor, verzameling
schaarbaar kapbaar
schaarbos kreupelhout
schaarden kerven
schaarhout hakhout, schalmhout
schaarlijster - kramsvogel, veldlijster
schaarpoot - chelipede
schaars - betuin, gering, karig, krap, spaarzaam,weinig, zelden, zeldzaam
schaarsheid - gebrek, karigheid, tekort
schaarsnede knip
schaarste gebrek, tekort, zeldzaamheid
schaarweide - mark, meent
schaats - doorloper, Noor, scheuvel
schaatsdomein - ijsbaan
schaatsen ijzers, scheuvels, schaverdijnen
schaatsenrijden hardrijden, scheuvelen, schoonrijden
schaatsenrijder - schaatser
schabberig - armoedig, kaal, versleten
schabbernak - cavalje, kwajongen, rakker
schabel knielbankje, voetbankje, strafbankje
schabullig - armoedig, haveloos, kal
schacht gang, grappenmaker, kam, koker, mijningang, put, pijp, staak, spier, staaf, stang, steng, stok
schachthalm - paardestaart
schadde - veenzode
schade afbreuk, averij, molest, nadeel, panne, pech, scha, strop, tegenslag, verlies
schade aan auto - deuk
schade aan schip - averij, molest
schade berokkenen benadelen, duperen,
schade doen - benadelen, beschadigen, deren
schadelijk - nadelig, ongezond, onnut, onvoordelig
schadelijkheid - nadeel
schadelijk insekt - bietevlieg, graanvlieg, koolvlieg, luis, meeltor, mot, teek, uienvlieg, wesp
schadelijk knaagdier rat
schadelijke bladluis bloedluis
schadelijke daad - streek
schadelijke vliegensoort fritvlieg, halmvlieg, rozenvlieg
schadeloosstellen indemniseren, vergoeden
schadeloosstelling bonificatie, compensatie, indemnisatie, indemniteit, smartegeld, vergoeding, verhaal
schaden aanranden, benadelen, deren, kwetsen
schadeopnemer expert
schadepost strop
schade toebrengen - benadelen
schadevergoeding - indemniteit, schadeloosstelling, smartegeld, verhaal
schaduw lommer, scheem, schim
schaduwachtig - schimmig, vaag
schaduwbeeld schim, silhouet
schaduwen bespieden, arceren, volgen
schaduwgestalte schim
schaduwkant keerzijde, luwte
schaduwpalm gebang
schaduwportret - silhouet
schaduwproef - skiascopie
schaduwvogel - hamerkop
schaduwwolk cumulonimbus,stapelwolk
schaduwzoekend - ombrofiel
schaduwzijde keerzijde, luwte, nadeel
schaffelen slenteren, sloffen, sukkelen
schaffen - bezoegen, opdissen, verlenen, verstrekken
schaft - pauze, rust
schaften eten, pauzeren, rusten
schaftlokaal kantine
schafttijd - etenstijd, schoft
schakel band, kettingrig, schalm, school
schakelaar aanzetknop, onderbreker
schakelbord - paneel
schakeling verbinding
schaken ontvoeren, roven
schaker van Helena Paris
schakering kleurschikking, nuance, tint, variëteit
schaking - ontvoering
schakering van kleuren bont
schaker van Helena - Paris
schako - chakot
schalleachtig gesteente fylliet, kleisteen, lei
schalie lei
schalieachtig gesteente kleisteen, lei
schalier kantstijl
schalk - bengel, grapjas, grappenmaker, guit, leperd, lolbroek, ondeugd, schelm, snaak, strop,Uilenspiegel
schalkheid - plaaglust
schalks grappig, guitig, loos, ontdeugend, plagend, plagerig, schelms
schallebijter kamkever
schallen galmen, luiden
schalm kettingring, schakel, sluiting
schalmei herdersfluit, rietpijp, veldpijp
schalmen - sjappen
schalmhout schaarhout, hakhout
scham - veneilandje
schamel arm, armelijk, armoedig, armzalig, behoeftig, driepoot, haveloos, kaal, karig, mager, pover, schraal, schriel
schamel bezit armoedje, boeltje
schamele woning hut, krot, plaggenhut, stulp
schamelheid - armoede
schamen generen
schamp beschimping, schimpscheut, spot
schampavie spelen - vluchten
schampen afglijden, afstuiten, slippen
schamper honend, minachtend, smadend, smalend
schamperen - sneren
schampere opmerking sneer
schampere woorden hoon, spot
schampig - glad, glibberig
schandaal aanstoot, ergernis
schandaleus aanstotelijk, schandalig, schandelijk, ergerlijk
schandalig aanstotelijk, abject, ergerlijk, infaam, sc(h)andaleus
schandband - kruistitel
schande blaam, blamage, oneer, smaad, smet, vlek
schande aandoen blameren, verlagen
schande, te, maken onteren
schandelijk abject, eerloos, erg(erlijk), gemeen, honteus, infaam, laaghartig, min, onterend, smerig, snood, zedeloos
standhout - kruis
schandpaal kaak, pranger
schandteken - brandmerk
schandvlek - smet, oneer
schandvlekken bezoedelen, onteren
schans bastion, bolwerk, halfdek, kade, lunet, stadswal, versterking, vesting, wal
schansgraver mineur, sappeur
schans in de vorm van een halve maan ravelijn
schanskorf - gabion
schap leg(plank)
schapenaard - volgzaam(heid)
schapenbloem - madelief(je)
schapengeluid - blaten
schapenhaar wol
schapenkaas - Rocquefort
schapen met zeer fijne wol merinos
schapenscheerder - ploter
schapensoort - argali, heideschaap, karakoel, moeflon, merino, txelaar, tzigaia, urial
schapenvacht waarvan wol verwijderd is ploot
schapenvet lanoline
schapenvellen scheren ploten
schapenvlees - hamelvlees
schapenwei dries
schapenwolkjes - cirro-cumulus, cumulo, cirrus
schapenzalf lanoline
schapenziekte aamt, blauwtong, blein, botgal, bradsot, draaiziekte, klauwzeer, leverbotziekte, pootzeer, schapenteek, trommelziekte
schapepootmouw - gigotmouw, hammouw
schapevacht zonder wol ploot
schap in kast - kastplank
schappelijk billijk, eerlijk, fair, fatsoenlijk,matig, netjes, open, redelijk, schikkelijk, tamelijk
schapraai - spinde
schar krit, platvis
schare horde, massa, menigte
scharen ordenen, rangschikken
scharenslijper scharensliep
scharlakenkleur bloedrood, hoogrood
scharlin - schalk, schavuit
scharluip - griel
scharminkel geraamte, magere, ribbenkast, spektakel, wanorde, zielepoot
scharnier cardo, har, harre, hengsel, her, herre, knier, lee, spil
scharnier van een hengsel har(re)
scharre ploegschaar
scharrel vrijer, ratelaar
scharrelaar kreukelaar
scharrelen rommelen, verkeren, vrijen
scharrelvogels coraciae
scharren graaien, grissen, krabben
schart schram
schartel - ratelaar
schat dot, fortuin, hartendief, lieveling, rijkdom, snoes, troetel, vermogen
schat (Fr.) - trésor
schatbewaarder penningmeester, thesaurier
schateren brullen, kwetteren, lachen, proesten
schaterlachen schateren, uitproesten
schatkamer - aerarium, rijkskas, tresoor, trezorie
schatkist fiscus, staatskas, thesaurie
schatlijster - koperwiek
schatmeester thesaurier
schatplichtig - cijnsbaar, contribuabel
schattebout liefje, lieveling
schatten - aanslaan, begroten, bepalen, beramen, evalueren, gissen, gokken, prijzen, raden, ramen, rekenen, stellen, taxeren, waarderen
schatter prijzer, taxateur, waardeerder
schattig aardig, beeldig, innemend, lief(tallig), snoezig
schatting begroting, belasting, cijns, gis, gok, heffing, mening, raming, taxatie, tribuut, waardering
Schaumburg-Lippe, hoofdstad van Bückeburg
schauw schaduw
schavelen opschuiven
schaven - afschrappen, effenen, gladmaken, vlakken, zoeten
schavotkleurig vaalrood
schaver bankwerker
schavot stellage, stelling
schavuit bandiet, bengel, bink, boef, boosdoener, deugniet, fielt, galgebrok, guit, hellebrok, (Ind.) katjang, misdadiger, onverlaat, ploert, raddraaier, rover, schelm, schobbejak, schurk, snaak, snoodaard
schede foedraal, koker, omhulsel, vagina
schedel bekkeneel, cranium, (doods)kop doodshoofd
Schedelberg Calvarieberg, Golgotha
schedelbeschouwing cranioscopie
schedelboor trepaan
schedel, deel van de - achterhoofdswiggebeen, bovenkaak, hersenpan, jukbeen, mondholte, neusbeen, neusholte, onderkaak, oogkas, ploegschaarbeen, slaapbeen, traanbeen, verhemeltebeen, voorhoofdsbeen, wandbeen, zeefbeen
schedelhuid scalp
schedelinhoud - hersens
schedelkapje - kalot, keppeltje, kipa, pileolus
schedelleer craniologie, frenologie,
schedellichten - trepanatie
schedelloos visje lancet
schedelmeter cefalometer
schedelmeting craniometrie
schedeloperatie - trepanatie
schedeloperatie instrument craniotoom, trepaan
schedelplaats Golgotha, Calvarieberg
schedelpunt kruinpunt
scheef aflopend, hellend, krom, onzuiver, oplopend, schuin, vals, vertrokken
scheefbloem - iberis
scheefheid - asymmetrie
scheefkelk arabis
scheefliggend - dwars
scheel loens
scheeliet tungsteen
scheem schaduw
schelvet - darmvet, plukvet
scheel zien heteroforie, loensen, strabisme, strabismus
scheenbeen tibia
scheepsadministrateur - purser
scheepsaffuit - rolpaard
scheepsbalk - steng
scheepsbeitel - kaaf
scheepsbemanning crew, equipage
scheepsbeplanking - boeisel
scheepsbeschuit kaak, zeekaak
scheepsbevrachter cargadoor, stuwadoor
scheepsbewijs - bijlbrief
scheepsbezitter reder
scheepsboek journaal
scheepsboek bij de marine - devies
scheepsbouw bras, gei, kabel, stag, takelage, toppenant tros, tui, tuig, val, want
scheepsbouwproefstation - proefdok, sleeptank
scheepsdagboek - journaal, logboek
scheepsdeel anker, bak, berghout, boeg(beeld), brug, campagne, davit, dek, huid, kajuit, kasteel, kiel, kombuis, kraaiennest, mast, plecht, ra, roer, ruim, schegbeeld, spant, steven, vooronder, zeeg
scheepsdek dek, plecht, promenade
scheepsdokter chirurgijn
scheepsdweil - zwabber
scheepseigenaar reder, uitruster
scheepsemmer puts
scheepsexploitant reder, scheepseigenaar, uitruster
scheepsgeleide - convooi
scheepsgeleider loods
scheepsgeraamte casco, inhoud
scheepsgerei mast, tui, zeil
scheepsgezagvoerder - kapitein
scheepsgezel - matroos, varensgezel
scheepsgids - loods
scheepsherstelplaats dok, kade, helling, werf
scheepshut - cabine, kooi
scheepsinstrument kompas, radar
scheepsjongen ketelbinkie, putger, zeun(tje)
scheepsjournaal dagboek, logboek
scheepskabel tui
scheepskamer - kajuit
scheepskamer voor officieren - longroom
scheepskeuken kombuis
scheepskist - zeemanskist
scheepskoopman - tagrijn
scheepsladder touwladder
scheepslader stuwadoor
scheepslading carga, vracht
scheepsleuning - reling
scheepslicht fanaal
scheepslichter - kameel
scheepslier winch
scheepsloon - gage
scheepsmaat ton, tonnage, nt.
scheepsmaat matroos
scheepsmakelaar - cargadoor
scheepsmatras bultzak
scheepsneus steven
scheepsondernemer reder, scheepsexploitant uitruster
scheepsonderneming - rederij
scheepsonderofficier schieman
scheepspapier - manifest, metbrief, monsterrol, zeebrief
scheepspassagier opvarende
scheepspersoneel bemanning
scheepsraam patrijspoort
scheepsreis vaart
scheepsroer - stuur
scheepsromp casco
scheepsruim voorin vooronder
scheepsruimte tonnage
scheepsschade - averij
scheepsschoonmaker classificeerder
scheepsstrijd - naumachie
scheepsstut - apostel
scheepstakel gei, lier, talie
scheepsterm bakboord, bestek, giro, kabel, kombuis, kompas, laveren, loevert, log, peilen, peiling, ra, reling, roerganger, sextant, stuurboord, want
scheepstimmerbedrijf werf
scheepstimmerwerf helling, scheepswerf
scheepstocht - cruise
scheepstouw - bras, gei, gijn, kabel, leng, stag, toppenant, tros, tui, val
scheepstrap valreep
scheepstros - kabel
scheepstuig laadboom, ra, takelage, want
scheepstype - coaster
scheepsuitruster reder
scheepsuitrusting - apparel
scheepsverblijf hut, kajuit, kombuis, kooi, lounge, roef, vooronder
scheepsvloer dek
scheepsvolk - bemanning, zeelieden, zeelui
scheepswacht - hondenwacht, dagwacht, platvoet
scheepswand - boord
scheepswant - takelage
scheepswending - boegslag
scheepswerf - kielkade
scheepswerkplaats werf
scheepswerktuig - handspaak, windboom
scheepswezen - nautiek
scheepswrak casco
scheepszoetelaar - kadraai, parlevinker
scheepszwabber dweiil, kog
scheepvaart koopvaardij, navigatie, rederij
scheepvaartbedrijf rederij
scheepvaart betreffend nautisch
scheepvaartmisdrijf muiterij, zeeroof
scheepvaartondernemer reder, uitruster
scheepvaartondememing rederij
scheepvaart, tak van - binnenvaart, carbotage, kustvaart, lijnvaart, trampvaart
scheepvaarttermen
2 ra
3 aap, bak, dek, fok, gei, hak, hek, mik, rol
4 bark, brem, brik, brug, geus, kiel, klik, last, luik, rara, roer,
ruim, want, zeeg
5 anker, bilge, boord, davit, ralijk, scheg, sloep, staag, steng,
tjalk, vrang
6 beting, bezaan, bonnet, bramra, fregat, gaffel, girder, gusset,
hommer, kompas kotter, leuver, logger, plecht, rahout, ralijst,
ratuig, razeil, reling, steven, tanker, zaling
7 aapzeil, brassen, breefok, conster, dekhuis, deklast, dokkiel,
fokkenra, klamaai, kluiver, kraaien, krabber, lastlijn, pardoen,
perdoen, railing, reehout, roerpen, roerpot, schegge, snijzeil,
spardek, stagfok, tentdek, valreep, vissing, vulling
8 bagijnera,bakboord, brambras, bramstag, bramwant, bramzeil,
broeking, brughuis, diepgang, journaal, kampanje, koftjalk,
laadboom, laadruim, mastdoft, raveling, schoener, sjorring,
slederak, spanblok, stagzeil, volschip, vrijboord, windboom
9 begijnzeil, boeganker, boegbeeld, bootshaak, bramsteng,
drifthoek, fokkemast, grootzeil, handspaak, kokerkiel,
kruismast, kruiszeil, lummelpot, marssteng, mastkloot,
maststoel, ondermast, rakkeslee, schavotje, stampstok,
stokanker, tunnelwel, wulfspoor
10 ankerkluis, barkentine, boegspriet, druilsmast, gaffelzeil,
kruissteng, paternoster, piekleuver, schegbeeld, schuurgang,
shelterdek, stakelvuur, stengestag, stengewant, stuurboord,
trunkschip, vingerling
11 bezaansboom, brikkentine, broodwinner, deplacement,
kluiverboom, patrijspoort, roosterbaar, schaamplaat,
schoverzeil, spankerboom, stagzeilval, stakellicht,
stroomanker, turretschip, vrachtschip
12 bovenkruisra, grietjesteng, kuildekschip, onderkruisra,
Plimsoll-merk, schoenerbark, schoenerbrik, schoenerzeil
13 bezaansgaffel, torendekschip, voorbramsteng, voormarssteng
14 bovenbramsteng, bovengrietjera, gaffelschoener,
grootbramsteng, grootmarssteng, kofferdekschip,
ondergrietjera, schotsmannetje
15 drie-eiland-schip, aheltordakschip, topzeillschoener,
voorbovenbramra, vooronderbramra
16 grootbovenbramra, grootonderbramra, voorbovenmarsera,
voorondermarsera
17 bovengrietjesteng, grootbovenmarsera, grootondermarsera
gaftopzeilschoener
scheepvaartwezen nautiek
scheer - gierzwaluw
scheerapparaat - shaver
scheerbaas baardschrapper, barbier, coiffeur, figaro, kapper, schrapper, styler
scheerbalk - hanebalk
scheerbenodigdheden aftershave, aluin, crème, kwast, mesje, preshave, scheercrème, scheerkwast, scheermes, scheerspiegel, zeep
scheerbliek brasem
scheerder - barbier
scheergebint kapspant
scheergerei - aftershave, aluin, crème, kwast, mesje, preshave, scheercrème, scheerkwast, scheermes, scheerspiegel, zeep
scheerhout aanbinder
scheerlijn tui,
scheerling - hondpeterselie, kervel, pijpkruid, waterscheerling
scheersalon kapperszaak
scheersteen aluin
scgeerzolder - vliering
scheg homp, klamp, wig,
schegbeeld - boegbeeld
schegbord - kamhout
scheiden afbreken, afzonderen, doorhakken, heengaan, klieven, losgaan, ontbinden, ontkoppelen, schiften , schisma, selecteren, separatie, splitsen, uiteengaan, verbreken, verdelen, vertrekken
scheiden uit het leven - doodgaan, sterven
scheiding - afreis, afscheid, afzondering, grens, haag, heg , separatie, schot, schutting, splitsing, trouwbreuk, verbreking, vertrek
scheiding in delen verdeling
scheiding in kleding - naad
scheiding tussen landen - grens
scheiding van grondsoorten granulairanalyse
schiding van metalen - loutering
scheiding van stoffen door een membraan dialyse
scheiding van tuinen - haag
scheidingslijn afbakening, grens, rading
scheidingswand, niet benige - diafragma
scheidsman arbiter, scheidsrechter
scheidsmuur beletsel, hinderpaal, tussenmuur
scheidsrechter arbiter, goeman, referee, scheidsman, umpire,wedstrijdleider
scheidsrechteren fluiten
scheidsrechterlijk - arbitraal, arbitrair, compromissaal
scheikunde chemie
scheikunde van de aardbodem - geochemie
scheikunde van het leven biochemie
scheikundig - chemisch
scheikundig element zie: elementen
scheikundig gebeuren reactie
scheikundige analist, chemicus, chemieker, laborant
scheikundige reactie bevorderend - katalysator
scheikundige term agens, base, gel, loog, neerslag, reagens, verbinding, zuur
scheikundige verbinding base, disomeer, ester, ether, hydroxide,oxyde, zout, zuur,
scheikundige werking reactie
scheil mesenterium
scheilijn grenslijn
scheilvet darmvet
scheipaal grenspaal
scheiwater - salpeterzuur
scheiweg - kruisweg
scheizer - steengaver
schel - bel, fel, hel, helder, oogvlies, schil
schelden - beledigen, foeteren, honen, knorren, kijven, razen, schimpen, tieren, uitkafferen, uitvaren, vloeken
scheldnaam spotnaam
scheldnaam voor een agent - klabak
scheldnaam voor een Duitser böche,mof
scheldnaam voor een Nederlander - Hollander, kaaskop
scheldnaam voor een Spanjaard maraan
scheldpartij - tirade
scheldwoord invectief
scheleend - brilduiker, brileend
schele hoofdpijn migraine
schelen - afwijken, haperen, mankeren, ontbreken, schorten, verschillen
schelf bies, hooistapel, hoop, klamp, korenhoop, mijt, opper, riet, stapel, tas
Schelfzee Rietzee
schelklinkende trompet - klaroen
scheikruid gouwe
schellak gomlak
schelle kreet gil, krijs
schellen bellen, luiden
schelletje - klingel
schellinkje - engelenbak
schelm bengel, boef, booswicht, gannef, guit, kwajongen, leperd, ondeugd, picaro, rakker, schalk, schavuit, schobbejak, spitsboef, snaak, vagebond
schelmerij bedriegerij, euveldaad, schurkerij, schurkenstreek
schelmpje - boefje
schelms - grappig, guitig, schalks, schurkachtig
schelmstuk euveldaad, schelmerij
schelp - schaal
schelpaarde kalkmergel
schelpdier eendenmossel, kokhaan, kokkel, mossel, oester, slak, ulk
schelpdieren - conchifera, conchyliën
schelpkreeften - ostracada
schelpengruis grit
schelpenvorm - harp, kasket, klipkousnaals, rol, stormhoed, toot, trompet
schelpgrind crag, krag
schelpsoort - ammon
schelpvis kreeft, mossel, oester
scheluw scheef, scheel, verwrongen
schelven - tassen
schelvis kabeljauw, leng, rondvis, stokvis, wijting
schelvisachtige - anacanthinus, gul, keek, kabeljauw, koolvis, kwabaal, leng, lom, meun, pollak, schelvis, steenbolk, stokvis, vorskwab, wijting
schelvisduivel potvis
schelvisfilet - lekkerbekje
schelijzer - klinkhamer
schema concept, ontwerp, opzet, overzicht, patroon, plan, rooster, schets
schema van een film draaiboek, scenario
schema van verbuiging paradigma
schematisch - summier
schematische voorstelling - diagram
schemel dwarshout, voetbankje
schemer - halfduister, tweeduuster
schemerachtig - vaag
schemerdonker - halfduister, schemerig
schemerig duister, halfdonker, hazengrauw, vaag
schenden - belasteren, beledigen, beschadigen, kwetsen, misvormen, onteren, ontheiligen, ontsieren, ontwijden, overtreden, toetakelen, verbreken, verkrachten, vernielen
schender - onteerder
schendig - afzichtelijk, eerrovend, lasterlijk, schandelijk, schendend, vernielend
schending - beschadiging, inbreuk, verminking
schending van eenbelofte - woordbreuk
schending van trouw verraad
schendtaal - lasterpraat, lastertaal
schendtong eerrover, kwaadspreker, lasteraar
schenkbank buffet, tapkast
schenkbuisje tuit
schenkel - dij(been), onderbeen, schink
schenken aanbieden, afstaan, doneren, doteren, geven, gieten, kwijtschelden, offeren, offreren, presenteren, slijten, tappen, trakteren, verleden, weggeven, wijden
schenker donateur, donator, donor, gever, tapper, vereerder
schenkgerei fles, kan, karaf, theepot
schenking aalmoes, cadeau, donatie, dotatie, gave, gift, kado, legaat, present
schenkinrichting. tuit
schenkkamer bar, buffetkamer
schenkkannetje ampul
schenkmond kraan, pijp, tuit
schenkster der goden - Hebe
schenktafel - buffet
schenkvat kit
schennis aanranding, inbreuk, ontheiliging, ontwijding, overtreding, schending
schennis van trouw verraad
schep bats, schop, spade
schepel dl, graanschopmaatvat
schepeling - bootsgezel, bootsmaat, bootsman, ketelbinkiematroos, olieman, schipper, stoker, zeeman
schepelingen - baksvolk, équipage
schepemmertje aker, gajoeng, puts
schepen - wethouder
schepen en vaartuigen - m.s., s.s.
3 aak, ark, bok,bol, bom, jol, keg, kog, kof, m.t.b
4 bark, bons, boot, brik, cano, duck, giel, hulk, jonk, kaag, kaan,
kano, kiel, kits, kwak, lark, pink, pont, poon, smak, snik, snip,
somp, veer, vlet, vlot, wade, yawl
5 aviso, bette, eiker, galei, jachtkajuit, kogge, otter, patas, pinas,
pluit, pluut, praam, prauw, scheg, skiff, spits, sloep, tjalk,
ramp
6 barkas, baulea, beuger, bireem, blazer, boeier, botter, drakar,
fregat, galjas, gondel, karaak, korvet, kotter, logger, palaja,
pampus, ponton, punter, rijnaak, sampan, schouw, schuit,
sleper, snekar, snekke, stomer, tanker, wherry
7 aalpoon, baardze, brander, clipper, coaster, dromone,
duwboot, galjoen, galjoot, karveel, klipper, korjaal, kruiser,
lichter, pamfiel, padjala, pluiter, raschip, sharpie, smekja,
spanker, tartaan, tjotter, trawler, treiler, trireem, woonark
8 aaltjalk, bijlander, duikboot, gierpont, hoogaars, kofschip,
korftjalk, mailboot, orembaai, praamaak, raceboot, roeiboot,
samoreus, schoener, schokker, sleepaak, spitsbek, tankboot,
veerpont, vlieboot, volschip, zeilboot, zeilkano
9 barkentijn, boeieraak, boorschip, brigantijn, dekschuit,
gaffelaar, hekwieler, kieljacht, koelschip, loodsboot,
motorboot, paketboot, patjalang, radarboot, slagschip,
sleepboot, slijkpraam, smakschip, speedboot, stevenaak,
stoomboot, tambangan, tankschip, zeilschip
10 cargoschip, clipperton, draakjacht, fluitschip, motorschip,
mijnenveger, onderzeeër, pakketboot, pantjalang, pentjalang,
poonschuit, praamschip, quadrireem, spankuiler, snipschuit,
speeljacht, trekschuit
11 aanvalsboot, adviesjacht, baggerschip, binnenschip,
kabellegger, kustvaarder, mijnenlegger, onderlosser,
panneschuit, reddingboot, scholschuit, slagkruiser,
sloeplogger, steekschuit, voldekschip, vrachtschip
12 kuildekschip, modderschuit, pantserschip, reactorschip,
reddingsboot, schoenerbark, schoenerbrik, spardekschip,
spiegelschip, tentdekschip, turbineschip, zolderschuit
13 pantserfregat, schutdekschip, walvisvaarder
14 containerschip, gladdekschip, pantserkruiser, passagierschip,
raderstoomboot, regenboogjacht
15 pantserdekschip, schaduwdekschip, shelterdekschip
scheper herder, hoeder, schaper
schepje voor suiker - lepeltje
scheplepel - puls
scheplicht bovenlicht, koekoek, vallicht
schepnet - boshaam, dregge, gebbe, oeverhaam
scheppen creeren, formeren, maken, opdoen, opnemen, opstellen, putten, smeden, teweegbrengen, veroorzaken, voortbrengen, vormen, wrochten
scheppend kunstenaar auteur, beeldhouwer, choreograaf, componist, dichter, etser, houtsnijder, illustrator, poëet, pottenbakker, schilder, schrijver, tekenaar, toneelschrijver
schepper herder, hoeder, maker, pagaai, schepkaas
schepper god demiurg
schepping creatie, formatie, heelal, kosmos, opus, werk
scheppingsboek Genesis
schepping in zeven dagen - hexameron
schepriem - pagaai, peddel
schepsel creatuur, dier, etre, etter, mens, nuf, sterveling, wezen
schepseldienst afgoderij
schepsel of wezen - mens
schepvat hoosvat, put
schepwagen gebbe
scheren ontharen, ordenen, spannen, trimmen
scherf - diggel, las, stuk
scherfje gruizel
schering - kettingdraad
scherm afschutting, beschutting, coulisse, umbrella, doek
scherm van rijshout rits
schermbloemige anijs, berenklauw, bevernel, dille, eppe, karwij, kervel, komijn, koriander, peen, peterselie, pijpkruid, scheerling, selderie, torkruid, venkel, wortel
schermbloemigen - bifora, umbelliferen
schermdak luifel
schermen beschutten, strijden
schermdegen fleuret, floret
schermen, rang in het - meester, prevot
schermlist fint
schermoefening assaut
scherm tegen de zon - parasol
schermterm nastoot, pareren, riposteren
scherm van rijshout - rits
schermwapen degen, fleuret, floret, sabel
scherp - acuut, bijtend, bits, bitter, cassant, cru, fel, fijn, gepunt, gestreng, diftig, grievend, hatelijk, heftig, hel, krenkend, kwetsend, onverbloemd, onvriendelijk, penetranr, pikant, puntig, rigide, schrander, snar, snedig, snijdend, spits, stekelig, straf, streng, subtiel, venijnig, vinnig, wrang, wreed, zerp, zuur
scherp afkeuren laken, hekelen
scherp deeltje hout splinter
scherp doorhalen metten
scherp en pijnlijk - stekend
scherp geluid gil, klap, knal, kreet
schrp grievend - bitter
scherp kijken gluren, loeren, ogen, spieden, turen,
scherp maken slijpen, wetten
scherp mesje vlijm
scherp omlijnd duidelijk, helder
scherp riekend gas ammoniak
scherp smakend gortig,rans, ranzig,
scherp staan - schrap
scherp toekijken - gluren, loeren, ogen, turen
scherp toelopend conisch, geer, piek, spits
scherp uitkomend schel
scherp van smaak bitter, miers
scherp van smaak (Mal.) - pedis
scherp voorwerp - beitel, bijl, degen, els, kling, lans, mes, naald, pen, piek, pijl, pen, pin, priem, speer, speld, spies, zaag
scherp zuur eggig, rans, rins
scherp zwaard kling
scherpe berisping uitbrander
scherpe blik adelaarsblik
scherpe bocht haarpin, knik
scherpe kant - haar
scherpe kant van mes neg, negge, snee, snede
scherpe kant van steen of hout - neg, negge
scherpe kromme nagel klauw
scherpe punt spits
scherpe spade - stik
scherpe uitval tirade
scherpen aanzetten, haren, punten, slijpen, spitsen,punten, wetten
scherpen, de geest - oefenen
scherpen, een molensteen - billen
scherpen, een potlood - (aan)punten, slijpen
scherpen, een zeis - haren
scherpheid - scherpte
scherphoekig - oxygoon
scherpkruid - asperugo
scherprechter beul, hangman
scherpriekend gas ammoniak
scherpschutter (Eng.) sniper
scherpschutter in het Italiaanse leger - bersaglieri
scherpslijper letterknecht
scherpte - krasheid
scherpzinnig gis, helder, ingenieus, intelligent, listig, pienter, puntig, schrander, slim, spits, subtiel, vernuftig
scherpzinnigheid - perspicaciteit
scherts aanstellerij, aardigheid, badinage, boert, buffa, gein, gekheid, grap, humor, joke, kortswijl, leut, luim, oele, raillerie, spot(ternij)
schertsen boerten, ekscheren, railleren, spotten
schertsend - moquant
schertsend (muz.) scherzando
schertsend muziekstuk scherzo
scherven afbrokkelen, kerven, schilferen
schervengericht ostracisme
schets aanleg, concept, model, ontwerp, overzicht, plan,
project, schema, tekening, tracé
schetsen - tekenen, ontwerpen, uitbeelden
schetser - tekenaar
schetsmatig schematisch
schetsontwerp - plan
schetterig luidruchtig
scheuchzeriacee - zoutgras
scheur barst, bres, breuk, glip, kloof, opening, reet, spleet, kier
scheurbuik scorbuut
scheuren barsten, beschadigen, splijten, (van een)rijten, ritsen, omploegen
scheuring afscheiding, tweedracht, tweespalt, schisma, verdeeldheid
scheuring makend schismatiek
scheuringmaker - raskolnik, schismaticus
scheurtje - barst
scheurtje in nagel haper
scheut ent, loot, lot, poot, stek, spier, spruit, stek
scheuteling big, schram, varkentje
scheutig bereidwillig, goedgeefs, gul, onbekrompen, opgeschoten, royaal, rijzig, vrijgevig
scheut of loot stek
scheut vocht plons
schuvel - schaats
schevelbeen schiefel
scheuvelen schaatsen
scheve zijde - geer
schibbetje - splinter
schicht bliksemflits, pijl, straal, zonnestraal
schichtig bang, haastig, schielijk, schrikachtig, schuchter, schuw, vreesachtig
sch ie keg, spie, wig
schiefer leisteen
schiefer, zwarte - ampeliet
schielijk gauw, haastig, onverwachts, onverwijld, plotseling, ras, schichtig, snel, vlug
schielijk spreken rabbelen
schier bijkans, bijna, bijster, grauw, grijs, haast, helder, nagenoeg, temet
schiereiland peninsula, landtong
schiereiland bij Canada - Gaspe
schiereiland Iberië - Istrië, Kola, Korea
schiereiland in Azië Korea, Sinaï
schiereiland in Europa Iberië
schiereiland in de Adriatische Zee - Istra, Istrië
schiereiland in het Gardameer Sirmione
schiergans rietgans
schiervlakte peneplain
schierzand bleekzand, loodzand
schietbaan doelen
schietbenodigdheden munitie
schietbevel - vuur
schietbus klapbus, proppenschieter
schietdoel - roos
schieten knallen, paffen, poefen, vuren
schieten, geld - lenen, voorschieten
schieten, laten - loslaten, vieren
schieter blaffer, paffer
schietgat dat van boven open is - embrasure
schiethoog - tiro
schietkatoen - nitrocellulose
schietlood - loodlijn, paslood
schiet met pijlen - Amor
schietmotten - trochoptera
schietpatroon kogel
schietprojectielen - munitie
schietschijf doel, doelwit, roos
schietspoel - schieter
schietstoel - navet
schiettoestel zie: schiettuig
schiettuig boog, flobert, geweer, houwitser, kanon, karabijn, mitrailleur, mortier, musket, pistool, revolver
schietvereniging schutterij
schietvogel - sperwer
schietvoorraad ammunitie, munitie
schietwapen bazooka, blaffer, boog, geweer, harpoen, jachtgeweer, houwitser, kanon, karabijn, katapult, mitrailleur, mortier, musket, pistool, revolver, sten
schietwapen met pijl - boog
schiften afzonderen, scheiden, selecteren, sorteren, uitzoeken, zeven
schijf damsteen, moot, part, plak, snede, stuk
schijfkwallen - scyphozoa
schijfraket - erucastrum
schijftol gyroscoop
schijf vis filetmoot
schijfvormig - platrond
schijn aanzien, air, alsof, dkmantel, glans, kwasi, mine, pseudo, quasi , schim, voorkomen, waas,
schijnas - sympodium
schijnbaar alsof, loos, pseudo, quasi
schijnbaar bekeerde Moor of Jood - maraan
schijnbaar levensloze toestand - abiose, schijndood
schijnbare tegenstrijdigheid paradox
schijnbeeld - hersenschim
schijnbekering - morisk
schijndood - abiose, asfysie, asfyxie
schijnen glanzen, gloeien, lichten, lijken, schitteren, stralen, verlichten
schijngestalte van de maan fase, EK, LK, NM, VM
schijngevecht spiegelgevecht
schijngoud doublé, semilor, similor
schijngrond voorwendsel, spitsvondigheid
schijnheilig - bigot, femelachtig, hypocriet, uitgestreken
schijnheilige - hypocriet, huichelaar, kwezel, tartuffe
schijnheiligheid - bigotterie, hypoctrisie
schijnkrans verticillaster
schijnmengsel emulsie
schijnoorlog manoeuvres
schijnrat - koeroero
schijnreden drogreden, sofisme, voorwendsel
schijnsel glans, glimp, gloor, licht, straling, zweem
schijnsel van een lamp - licht
schijnspurrie - spergularia
schijnstoot fint
schijnstrijdig paradoxaal
schijnstrijdigheid - paradoxie
schijntje halfhemdje, zier
schijnverpopping pseudonimfose
schijnvertoon bluf
schijnvol - voos
schijnvroom - hypocriet, onoprecht, schijnheilig
schijnvrucht aardbei, ananas, botte, kalebas, moerbei, rozebottel vijg
schijnvrucht van een roos - bottel
schijnweerstand reactantie
schijnwerper spot, zoeklicht
schijnwetenschap filosofaster, filosofist, galantisme
scheitebroek - lafaard
schik genoegen, leut, lol, pret, plezier, sas, tevredenheid, vreugd(e)
schikgodin Atropos, Clotho, Lachesis, norne
schikgodinnen Ate, Atropos, Clotho, Lachesis, Moiren, Nornen, Parcen
schikkelijk billijk, fatsoenlijk, gepast, redelijk, schappelijk, tamelijk
schikken aanpassen, arrangeren, beredderen, berusten, bijleggen, conveniëren, draperen, inrichten, opstellen, ordenen, ordening, ordonneren, overeenkomenpassen, plooien, quadreren, rangeren, rangschikken, redderen, regelen, transmissie, vereffenen, vleien, voegen
schikken in plooien - draperen
schikking akkoord, arangement, bestand, billijk, compromis, dading, maatregel, orde, ordening, overeenkomst, rangorde, regeling, structuur, tamelijk, vergelijk
schil bast, bolster, dop, doppel, huid, korst, omhulsel, pel, schors, vel, vlies
schil, geconfeit-van onrijpe ctrus - sukade
schild aegis, aigis, beukelaar, écu, pavese, rondas, waenbord
schilddrager page, schildknaap, tenant
schild in wapen ecusson
schild met Medusahoofd Aegis
schildboog - muraalboog
schilder verver
schilders, tekenaars, graficie
3 Apt, Arp, Art, Bol, Dix, Ket, Loo, Mor, Roy, Vos, Wit
4 Agar, Alix, Apol, Asam, Aved, Bega, Bril, Cuyp, Dail, Doe,
Dufy, Dijck, Eyck, Fuhr, Gaul, Goes, Gogh, Goya, Gran, Gris,
Gros, Hals, Heda, Klee, Koch, Leck, Lega, Lens, Leys, Miss,
Maes, Marc, Menn, Mi Fu, Miro,Moll, Nash, Neer, Paul, Pilo, Post, Reni, Rode, Roos, Rops, Rosa, Rose, Smet, Toma, Tosi,
Uhde, Yuan, Zick
5 Abels, Acket, Amiet, Antum, Appel, Artan, Bakst, Bauer,
Behan, Belot, Bosch, Caron, Carrà, Carus, Cione, Cleve,
Coene, Corot, Cossa, Craig, Daddi, David, Degas, Dolci,
Dossi, Dürer, Eishi, Ensor, Ernst, Ewout, Fetti, Foppa, Frank,
FugerDaddi, Goyen, Graff, Greco, Grund, Hagen, Hayes,
Heine, Helst, Hofer, Hooch, Huber, Kalff, Ketel, Klimt,
Knaus, Kniep, Koami, Korin, Kraus, Kubin, Léger, Leibl,
Libri, Lippi, Lotto, Luini, Macke, Manet, Manzu, Maris,
Mauve, Memmi, Mengs, Metsu, Mikon, Minne, Monet,
Moore, Mu-hsi, Munch, Nolde, Oeser, Orley, Ovens, Paola,
Peter, Pesne, Pforr, Pozzo, Preda, Redon, Rudin, Rosso,
Runge, Sanyo, Sarto, Soest, Steen, Stuck, Thoma, Udine,
Velde, Vinci, Vouet, Werff, Witte, Yosai
6 Abbate, Aberli, Albani, Alard, Allers, Altink, Amasis,
Amman, Amstel, Andlau, Arniko, Aujame, Basser, Batoni,
Behmer, Berghe, Bihzad, Bocion, Brandt, Braqu8e, Buncho,
Callot, Campen, Canale, Cantré, Chabot, Ciardi, Claesz,
Clouet, Cochin, Cosino, Denner, DerIN, Dillis, Dongen,
Dubois, Diccio, Duerer, Dughet, Flinck, Floris, Friesz, Füsli,
Geiami, Gérard, Gillot, Giotto, Greuze, Guardi, Guérin,
Heckel, Hesdin, Hetsch, Hodler, Hoitsu, Hollar, Holzer, Hsu
Pen, Hummel, Ingres, Jettel, Klenze, Kobell, Koetsu, Koller,
Kwazan, Latour, Lebrun, Le Nain, Leyden, Longhi, Lurçat,
Luyken, Majano, Makart, Mander, Marées, Marini, Masson,
Mataré, Ma Yuan, Mensel, Merian, Masdag, Metsijs, Mieris,
Millet, Minden, Moreau, Morris, Müller, Nikias, Ni Tsan,
Nittis, Ostade, Pacher, Piloty, Piombo, Potter, Rafaël, Renoir,
Rethel, Ribera, Rivera, Rohden, Rohlfs, Romamo, Romney,
Roslin, Rubens, Rublov, Ruysch, Schick, Schuch, Schütz,
Scorel, Sebald, Sesshu, Sesson, Seurat, Signac, Singer, Sironi,
strack, Suardi, Tanguy, Tessai, Thiele, Toorop, Traini,
Troger, Troost, Turner, Vasari, Wagner, Walser, Werner,
Weyden, Wiertz, Wilson, Witsen, Wu Chen
7 Aertsen, Alberti, Algardi, dAngers, Ansingh, Apelles,
Aretino, Baldung, Berlach, Barocci, Bellini, Berchem,
Bermejo, Beyeren, Blechem, Böcklin, Boldini, Bonnard,
Bosboom, Brouwer, Buchser, Capelle, Cellini, Cézanne,
Chagall, Chardin, Chaudet, Chirico, Chirzan, Choshu,
Cimabue, Corinth, Cortona, Courbet, Cranach, Daumier,
Delvaux, Desprez, Eckmann, Erbslöh, Eretria, Exekias,
FattoriFerrari, Firenze, Flaxman, Fouquet, Froment, Führich,
Gallait, Gallego, Gauguin, Gavarni, Gessner, Gleizes,
Gorivar, Gozzoli, Günther, Hackert, Hamburg, Hartung,
Hobbema, Hogarth, Hokusai, Holbein, Hsu Ling, Hung-jen,
Hynckes, I Fu chiu, Israëls, Janssen, Kanoldt, Klengel, Klitias,
Kneller, Knoller, Koninck, Labisse, Lancret, Lan Uing,
Larsson, Laurana, Lautree, Lesueur, Levizki, Leyster, Liotard,
Li Tai-po, Lochner, Lorrain, Maillol, Malouel, Manyoki,
Marmion, Marquet, Martini, Matejko, Matisse, Memling,
Messina, Munier, Mignard, Millias, Morandi, Morelli,
Moretto, Morland, Moulins, Murillo, Neuhuys, Nicilas,
Olbrich, Orcagna, Ouwater, Pecheco, Pannini, Percier,
Pereyns, Permeke, Peruzzi, Pevsner, Picasso, Pisarro,
Poussin, Preller, Prudhon, Richter, Rouault, Russolo,
Schadow, Scheits, Schmidt, schind, Seekatz, Seghers,
ShihChi Shumman, Sickert, Singier, Slevogt, Solario, Soutine,
Stevens, Stimmer, Strozzi, Taraval, Teniers, Tiepolo, Titiaan,
Töpffer, Trübner, Tuscher, Ucello, Utamaro, Utrillo, Voutier,
Vecchio, Vermeer, Verster, Wang Hui, Wang Wei, Wappers,
Watteau, Werkman, Wiegers, Willink, Wouters
8 Ambergen, Antropov, Beckmann, Blondeel, Boccioni,
Bramante, Breitner, Bronzino, Brueghel, Buchholz, Campigli,
CamperauxCarracci, Carriera, Carstens, Casorati, Castagno,
Ceballos, Christus, Courtois, Crivelli, Delaunay, Desnoyer,
Dietrich, Edlinger, Eeckhout, Fabriano, Favretto, Figueroa,
Flandrin, Fléalle, Frédéric, Gebhardt, Geertgen, Giordano, Giovanni, Girardet, Goltzius, Gossaert, Gromaire, Guercino,
Hemessen, Hoffmann, Hsia Kuei, Jongkind, Jordaens,
Kaulbach, Keishoki, Kerinckx, Kersting, Kirchner, Kiyonaga,
Kiyonobu, Koekkoek, Kollwitz, Kruseman, Krumbach,
Kunisada, Lairesse, Lepautre, Lossenko, Magnasco, Magritte,
Manfredi, Mantegna, Masaccio, Masolino, Matthieu, Michetti,
Montagna, Monorobu, Motonobu, Overbeck, Perugino,
Pieneman, Piranesi, Pissarro, Poccetti, Poliakof, Pontormo,
Purmann, Rai Sanyo, Rehnault, Reinhart, Reynolds, Richters,
Rosselli, Rossetti, Rottmann, Rousseau, Rugendas, Ruysdael,
Sandrart, Saraceni, Scheffer, Severini, Sluyters, Soulages,
Spitzweg, Spranger, Terborch, Veronese, Vivarine, Vlaminck,
Vuillard, Wamdmann, Wang Chen, Wang Meng, Whistler,
Willmann, Wuchters, Wu Tao-tse, Ziesenis, Zurbaran
9 Achenbach, Altdorfer, Beardsley, Bourdelle, Burgkmair,
Cammerano, Canaletto, Carpaccio, Cavallino, Charonton,
Chavannes, Coninxloo, Constable, Corbusier, Comelius,
Correggio, Delacroix, Desmarées, Elsheimer, Epektetes,
Fabritius, Feininger, Feuerbach, Fragonard, Francesca,
Franquart, Friedrich, Fromentin, Géricault, Giorgione,
Gonçalves, Grünewald, Hennequin, Hiroshige, Hohenfort,
Jawlensky, Kandinsky, Kao Ch'i-p'ei, Kauffmann, Kokorinov,
Kokoschka, Ku K'ai-chih, Kung Hsein, Kuniyoshi, Leistikow,
Lhermitte, Lisiewska, Lissitzky, Malevitsj, Manessier,
Metzinger, Mondriaan, Multscher, Pechstein, Pisanello,
Portinari, Raedecker, Rembrandt, Robertson, Rochussen,
Rodchenko, Rodriquez, Saenredam, Saftleven, Santomaso,
Schindler, Schlemmer, Schönfeld, Segantine, Tischbein,
Uffenbach, Velasques, Velázquez, Veneziano, Verhaghen,
Wouwerman
10 Aldegrever, Bartholomé, Bellechose, Boltraffio, Borgognone,
Botticelli, Broederlam, Champaigne, Chang Ch'eng,
Chassériau, Coebergher, Dietterlin, Euphronios, Euthymides,
Fauconnier, Fragiacomo, Giacometti, Heemskerck,
Hegenbarth, Hildebrand, Lautensack, Liebermann,
Li Lung-mien, Lorenzetti, Modigliani, Parrhasios, Philoxenos,
Pollaiuoli, Polygnotos, Schelfhout, Schongauer, Shen Nan-
p'in, Signorelli, Sutherland, Tintoretto, Verrocchio,
Vorsterman
11 Apollinalre, Braeckeleer, Brusselmans, Castiglione,
Chodawiecki, Derkinderen, Gentileschi, Ghirlandajo,
Hirschvogel, Konijnenburg, Maddox-Brown, Maulpertsch,
Meistermann, P'an Kung-shou, Primaticcio, Roland Holst,
Schäufelein, Strzeminski, Unkoku Togan, Vigée-Lebrun,
Wang Yuan-ch'I
12 Caroldsfelds, Gainsborough, Michelangelo, Pinturicchio,
Rottenhammer, Rijsselberghe, Thom Prikker, Valckenborch,
Weissenbruch
13 Singer Sargent
15 Igarashi Shinsai, Modersohn-Becker, Rembrandt van Rijn, Schmidt-Rottluff, Toulouse-Lautrec, Yokoyama- Taikwin
16 Teniers de Jongere
18 Hennequin van Brugge
19 Duccio di Buoninsegna, Geertgen tot Sint Jans
schilderachtig pittoresk
schilderdoek - linnen
schilderen kalken, penselen, verven, wachten
schilderen van letters lettertrekken
schilderes - kunstenares
schilderfamilie - Brueghel, Maris
schildergerei borstel, doek, ezel, linnen, palet, penseel, raam, tempermes, terpentijn, verf
schilderhuis wachthuis
schilderkwastje - penseel
schilderij doek, schilderstuk, stilleven, tableau, tafereel, tafreel
schilderij in woorden tafereel
schilderijenkabinet pinakoteek
schilderijen tentoonstellen exposeren
schilderijen tentoonstelling - expositie
schilderijenverzameling kabinet, museum, pinacotheek
schilderijenverzameling te Leningrad Hermitage
schilderijenverzameling te Madrid - Prado.
schilderijenverzameling te München Pinacotheek
schilderkunst pictura
schilderplankje palet
schildersattribuut doek, ezel, kwast, lijnolie, linnen, mes, palet, penceel, plamuur, tempermes, verf(kwast)
schilderskwast borstel, penseel
schilderslinnen doek
schildersmes - tempermes
schildersplankje - palet
schilderspraat bastiet
schilderstuk - stilleven
schilderstuk in natte kalk fresco
schilderstuk op hout paneel
schildertechniek tempèra
schilderwerk boven schoorsteenmantel - boezemstuk
schilderwerk met grijze en bruine tinten grisaille
schilderwerkplaats - atelier
schildhoek - vrijkanton
schildhouder tenànt
schildklierstoornis cretinisme, myxoedeem, struma
schildknaap page, schilddrager, wapendrager
schildluis - coccida, kommaschildluis,
schildpad chelonia, drieklauw, halswender, karet, langnek
schildpadden - testunidata
schildpadreiger - nachtraaf
schildreiger - kwak
schildstof - chitine
schildvarken - gordeldier
schildvleugelig insekt kalander, kever, meeltor, meikever, tor
schildvlo - eenoog
schildwacht planton, post, wachtpost
schildwacht te paard vedette
schilfer pel, stuk, vel
schilferen - bladderen
schilfers op het hoofd roos, schim
schilkouter stroopschaar,voorschaar
schillen doppen, jassen, ontmantelen, ontschorsen, pellen
schilletje pel, vel(letje),vlies
schil van een noot dop
schil van erwten - peul
schim droombeeld, fantoom, geest, spook, schaduw(beeld), visioen
schimmel kaam, kaamsel, kaan, kim
schimmelachtig - duf
schimmel in korenaren moederkoren
schimmelig kamig, muf
schimmels Fungi
schimmelplantje in azijn azijnmoer
schimmelvlies kaam
schimmlziekte - schurft
schimmenrijk Hades, Tartarus
schimmenspel - schaduwspel
schimmig mistig, vaagoon, spot
schimp - h
schimpdicht hekeldicht, satire
schimpen afgeven, honen, jouwen, rachen, schelden, smalen, spotten
schimpnaam scheldnaam, spotnaam
schimpscheut schamp, sneer, toespeling, verwijt
schinde boombast, schors
schink ham, schenkel
schip aak, bark, bodm, boot, botter, brigantijn, galei, galjoen, kaag, kogge, karveel, klipper, kogge, korvet, kotter, logger, m.s., oceaanreus, onderzeeer, pink, prauw, schoener, schuit, snauw, s.s, stomer, tanker, tjalk, trireem, vaartuig, zeilboot, zeiljacht
schip aanklampen - enteren
schip als huis ark, woonark
schip als opslagplaats hulk
schip dat olie vervoert tanker, tankschip
schip der Argonauten Argo
schip der woestijn kameel
schip met dezelfde koers bijligger
schip van de wilde vaart tramp
schip van Noach ark
schip vastleggen aanleggen, ankeren, meren
schip voor olievervoer tankschip, tanker
schip voor visvangst - botter
schipbreuk ondergang
schipbreuk lijden stranden, vergaan
schipbrug ponton
schipper vletter
schipperaar plooier
schipperen modderen, knoeien
schippersboom kloet
schippersbroek - mots, motse
schippersdweil zwabber
schippersknoop - mastworp
schipperslied barcarolle
schisma afscheiding, scheuring, tweespalt, verdeeldheid
schit koeiendrek
schitteren blinken, brilleren, fonkelen, glanzen, glimmen, glinsteren, gloren, lichten, pralen, stralen, schijnen, uitblinken, vlammen
schitterend blinkend, briljant, eclatant, geniaal, glansrijk, grandioos, groots, heerlijk, hel, mooi, prachtig, stralend, subliem, voortreffelijk, uitstekend
schitterend feest gala(bal)
schitterend slottoneel apotheose
schitterende ster in het zuiden - Orion
schittering blinker, brille, fonkeling, geflonker, glans, glinster, glitter, luister, praal, pracht, pronk, straling,
schittering van de zon - zonneglans, zonnestraling
schizofreen gespleten, krankzinnig
schlager song, succeslied, tophit
schlemiel ongeluksvogel, pechvogel, sloeber, slungel, stakker,
schmink grimeersel, make-up, opmaak
schminken blanketten, grimeren
schnabbel bijverdienste, klus
schnaps borrel, jenever
schob kraan, wagenhuis
schobbe schooier, sloddervos, slons
schobbejak bengel, schavuit, schelm, schoft, schurk, schooier
schobben jeuken, krabben, krauwen, schuren
schobberd schobbejak, schoft, schooier, schurk
schobbetje dubbeltje
schobbig haveloos, schubbig
schoeisel
4 blok, flat, hiep, hoos, muil, pump,slof, trip
5 broos, kloef, kloet, kloon, laars, opank, slets, spike
6 dokker, kistje, loafer, schoen, slofje, stevel, toffel, treter
7 bottine, galoche, moliere, muiltje, rijlaars, sandaal, slipper, stapper, stoefel
8 escarpin, poulaine
9 babouches, badschoen, balschoen, bloklaars, bontlaars,
brodequin, gymschoen, instapper, kamermuil, lakschoen,
lieslaars, manslaars, pampoesje, pantoffel, rijgschoen,
skischoen
10 bergschoen, blokschoen, dameslaars, dansschoen, espadrille,
gespschoen, klomplaars, motorlaars, overschoen, puntschoen,
regenlaars, rijgbottine, tootschoen, trimschoen, tuitschoen,
veldschoen, werkschoen, zeilschoen
11 baggerlaars, damesschoen, gummischoen, herenschoen,
klompschoen, rubberlaars, ruiterlaars, schoenklomp,
sportschoen, veterschoen, winterlaars, zomerschoen
12 balletschoen, kinderschoen, snavelschoen, sneeuwschoen,
spijkerschoen, strandschoen, tennisschoen, visserslaars,
wandelschoen, winterschoen
13 cricketschoen, huispantoffel, jongensschoen, voetbalschoen
14 kraagpantoffel
schoeisel van hout klepper, klomp
schoeisel van Indiaan mocassin
schoeisel zonder veters sloffen, slippers, laarzen, klompen, kleppers, pantoffels
schoelje fielt, schoft, schuimer, schurk, sloeber, sujet
schoenband - veter
schoendeel hak, neus, zool
schoenhersteller lapper, schoenmaker
schoenlepel schoenhoorn, laarzenknecht
schoenmaker - lapper, pik, schoenlapper
schoenmakersgaren spinaal
schoenmakersgerei borstel, els, hamer, leest, mes, naald, priem, rasp, spinaal
schoenmakersriem - spanriem
schoenmakersstoeltje - driestal, drievoet
schoenoogje malie
schoenpoetsmiddel - schoensmeer
schoenvetergaatje malie
schoen voor adleten - spike
schoenvorm leest, model
schoepenrad rotor, turbine, waaier
schoer - schouder
schoerhaai zeeëngel
schof lade
schoffel luierman, schrepel
schoftelaar damhert, eland
schoffie schooiertje, straatjongen
schoft fielt, ploert, bruut, rust, schavuit, schobbejak, schurk, vlegel, rusttijd, schooie, sujet
schoftachtig gemeen, vlegelachtig, schurkachtig
schofterig schoftachtig, gemeen, schuw
schok bons, botsing, dreun, ruk, shock, stoot, stroomstoot
schokbreker buffer, bumper, demper, stootbalk
schokkend hortend, roerend, shocking, treffend
schokker erwt, gierigaard
schoktoestand - shock
schol ondiep, platvis, zode, schraal
scholekster - kliet
scholen opleiden, onderrichten
scholier leerling, pupil
scholing opleiding, training, vorming
schollevaar aalscholver
schommel bijs, dikzak, touter, wipper
schommelbedje - wieg
schommelen bengelen, bungelen, slingeren, waggelen, wiegen, zwaaien
schommelend - onvast
schommeling fluctuatie
schommeling tussen uitersten amplitudo.
schone jongeling Adonis, Ganymedes
schone letteren bellettrie
schone verleidster sirene, Lorelei
schone vrouw Helena
schone zaken moois, fraais
schonen zuiveren
schonk bot, (dij)been, heup, schouder
schonkig benig, mager
schoof bundel, garf, garve
schooier bedelaar, kalis, landloper, rabout
school (Lat.) schola
school voor Joods godsdienstonderwijs jesjiva
schooien bedelen
schooier bedelaar, landloper, schoft, schobbejak, schurk
schooieren bedelen,
schoolafdeling klas
schoolbehoefte agenda, bank, boek, bord, gom, gum, griffel, gum, krijt, liniaal, lei, passer, pen, potlood, schrift, spons, stuf
schoolgeld - minerval
schooljaar cursusjaar
schooljuffrouw docente, lerares
schoolkamer - lokaal
schoolmeester docent, frik, leraar, onderwijzer
schoolmeesteren bedillen
schoolopziener inspecteur
schoolschrift cahier
schoolvak aardrijkskunde, algebra, biologie, boekhouden, economie, fysica, geschiedenis, lezen, meetkunde, muziek, rekenen, schrijven, taal, tekenen, wiskunde, zingen
schoolverzuimen platlopen, spijbelen
schoolvoorbeeld - prototype
schoolvos frik, meester
schoon behaaglijk, behoorlijk, slean, fraai, goedgevormd, heerlijk, helder, keurig, klaar, knap, lieflijk, mooi, net, nobel, onbevlekt, opgeruimd, prachtig, proper, rein, smetteloos, vlekkeloos, zindelijk, zuiver
schoon aan de haak - zuiver
schoonbroer zwager
schoon en helder zuiver
schoon en zuiver - rein
schoongemaakt gezuiverd, ontsmet
schoonheid beauté, élégance, gratie, helderheid
schoonheidsdienaar estheet, esteet
schoonheidsgevoel smaak
schoonheidsleer esthetica
schoonheidsmiddelen cosmetica, crème, haarlak, lipstick, lotion, mascara, masker, poeder, rouge
schoonheidszin smaak
schoonmaak reiniging, zuivering
schoonmaakgerei bezem, boender, borstel, blik, boender, dweil, emmer, plumeau, ragebol, spons, stofdoek, stofzuiger, wisser, zeem
schoonmaakmiddel soda, vim, was, zeep
schoonmaakster schrogster, werkster
schoonmaken boenen, borstelen, dweilen, kuisen, poetsen, ragen, reinigen, ruimen, schrobben, schuieren, stoffen, vegen, wassen, wissen, zuiveren, zwabberen
schoonmaker kuiser, poetser, reiniger
schoonprater flikflooier, vleier
schoonschrift kalligrafie
schoonschrijver kalligraaf
schoontjes fijntjes, liefelijk, netjes, vleiend
schoon toekomstbeeld - droom
schoonvader van Jacob - Laban
schoonvader van Penelope Laërtes
schoonwrijen - boenen
schoonzuster snaar
schoor schraag, schrap, stempel, steun(balk), stut,
schoorbalk steun, stut
schoorpijler schraagbeer, contrefort
schoorsteenkanaal - rookgat
schoorsteenkap gek
schoorsteenmantel schouw
schoorsteenveger roetmop, zwatjan
schoorsteenzwart roet
schoorstuk buitensteunder, noodstuk, karbeel, steunknie
schoorvoetend aarzelend, ongaarne, weifelend
schoorwal - draagzuil, pijler, steunpilaar
schoorwal (Eng.) spit
schoorzuil steunpilaar, draagzuil, pijler
schoot baarmoeder, ent, ketting, loot, moederlijf, scheut, steek, touw, uitspruitsel
schootgaan - vluchten
schootlijn richtlijn, schot, vuurlijn
schootsvel van vrijmetselaars tablier
schootseld - bereik
schop bats, ballaster, flap, graaf, hak, lep, spa, spade, schep, stamp, trap
schop met de voet - trap
schoppen stampen, trappen
schoppenaas in omber of quadrille spel spadille
schor gors, hees, kardoes, kwelder, nes, plaat, rauw
schorem - armoede, rgeboefte, apalje, schorriemorrie, tuig, uitschot, uitvaagsel
schoren ondersteunen, stempelen, steunen, stutten
schorfte warkruid
schorre gors, vloerzerk
schorriemorrie getisem, rapalje, schorem, tuig
schors bast, boombarst, buitenlaag, eek, run, schil
schors afhalen eken
schorsen opheffen, uitstellen, verschuiven
schorsing in een ambt suspensie
schorskever dennenscheerder
schort boezelaar, eva, lendendoek, voorschoot, schorteldoek
schorteldoek voorschoot, schort
schorten haperen, hinderen, mankeren, ontbreken, verschuiven
schortje - tablier
Schot Sandy
schot beschoeisel, luik, paneel, schotzalm, schutsel, schutting, vaart, vooruitgang, zeeforel
schotel ankersleutel, bakje, bord, eten, gerecht, gang, menu, plateel, schaal, spijs
schotel om van te eten bord
schotelrek etagere, richel
schotel van het avondmaal graal
schotel voor gebruik tijdens de mis - pateen
schoteltje in R. K. eredienst pateen
schotelrek etagère, hang, richel
Schots bankier uit de 18e eeuw - Law
Schots grondbezitter laird
Schots kledingstuk - kilt
Schots muziekinstrument doedelzak
schots kluchtig, mal, raar,
schots en scheef kriskras
Schotse dans ecossaie, reel
Schotse drank whisky
Schotse herdershond collie
Schotse rivier Dee, Forth, Spey,Tay, Thurso
Schotse rok kilt
Schotse ruitstof - tartan
Schotse stam clan
Schotse stof tartan
Schotse volksdichter Bums
schotschrift pamflet, paskwil
schouder schoer, schoft
schouderband bandelier, stola, stool
schouderbedekking aan uniformen - passant
schouderbelegsel epaulet
schouderblad scapula, scapulier
schouderdoek slendang, stola
schouderdoek van priester gedragen tijdens de mis amict
schouderholte oksel
schouderjicht omagra
schouderkleed - scapula, scapulier
schouderklopje - lofuiting
schouderkwasten op uniformen - fouragère
schoudermantel cape, kappa
schoudermantel van bisschoppen en domheren mozetta
schouderreuma omagra
schouderstuk - pat
schouderversiering epaulet
schoudervracht (Ind.) pikol, pikoei
schout baljuw, drost, meien
schouw haard, inspectie, ronkies, revue, schoorsteen, schunnig, schuin, sjofel, stookplaats, woest
schouwburg komedie, theater
schouwburg in Milaan Scala
schouburgjuffrouw - ouvreuse
schouwburgplaats balkon, gaanderij, loge, parket, parterre, stalles, schellinkje
schouwen beoordelen, bezien, inspecteren, keuren
schouwer - ziener
schouwing inspectie, keuring
schouwkamer toonzaal
schoueman - veerman
schouwspel blijspel, komedie, revue, spektakel, taf(e) reel, toneel, tragedie, treurspel, vertoon
schouwspel in theater revue
schoven graan op het veld garf, lee
schraag amper, nauwelijks, schoor, schuins, stelling, steun, stut
schraagjes krapjes
schraagpijler muurstut, steunbeer
schraal armzalig, dor, droog, dun, gust, guur, iel, kaal, karig, mager, matig, mondjesmaat, pover, rank, schriel, schamel, slank, sober
schraalheid magerheid, armelijkheid, dorheid, ruwheid
schraaltjes armoedig, dun, ijl, karig, magertjes, schamel
schraapzuchtig gierig, inhalig, vrekkig
schragen steunen, stutten
schraging bijstand, hulp, ondersteuning
schrale kost - gust
schram keep, krab, kras, schaafwond, varken, wond
schrander bijdehand, gevat, gewiekst, glad, handig, helder, intelligent, knap, listig, pienter, scherp, slim, sluw, snedig, snood, snugger, pienter, scherpzinnig, spitsvondig, verstandig
schrander persoon slimmerd
schrank - schraag
schransen buffelen, bunkeren, vreten
schrap doorhaling, kavel, krab, kras, pal, reef, schreef, scherp, schoor, schram, stevig, streep, vast
schraper erwtenteller, gierigaard, krabijzer, melker, potter, vrek
schraperig gierig, inhalig, schraapzuchtig
schrapijzer krabber
schrap of kras - streep
schrappen doorhalen, royeren
schrapper krabber, schraapijzer
schrapping - royement
schrede pas, stap, tred(e)
schredenteller hodometer, pedometer
schreef beginstreep, doorhaling, doelstreep, grenslijn, kras, schrap, streep
schreeuw cri, gil, kreet, krijs, roep, uitroep
schreeuwen brullen, bulderen,galmen, gieren, gillen, huilen, krijsen, razen, roepen, schreien, tekeergaan, tieren
schreeuwend criant, gillend, razend, tierend, vloekend
schreeuwend geluid kreet
schreeuwer pochhans, raasbol, roeper, snoever, stentor
schreeuwerig - druk
schreeuwlelijk brulaap
schreeuwvogel kolibrie, neusvogel, salangaan
schreien hullen, janken, krijten, pruilen, schreeuwen, snikken, wenen
schrepel luierman, schoffel, wiedhaak
schrepelen loswielen, wieden
schreur kleermaker
schriek krekel, waterral
schriel dun, gierig, iel, karig, krenterig, mager, minnetjes, pinnig, schamel, schraal, smal, zuinig
schriel en mager smal
schrielheid gierigheid
schrift bijbel, cahier, schrijfmanier
schriftelijk - geschreven
schriftelijk bescheid - rescript
schriftelijk bevel ferman, firman
schriftelijk bewijsstuk akte, bescheid, bon, cedel, ceel, doploma, document, oorkonde
schriftelijk contract correspondentie
schriftelijk onderricht cursus
schriftelijk stuk akte, brief
schriftelijk verslag nota, notulen, rapport, reces
schriftelijk verzoek request, rekest, smeekschrift
schriftelijke aanwijzing nota
schriftelijke getuigenis oorkonde
schriftelijke lastgeving cedel, ceel
schriftelijke mededeling nota
schriftelijke overeenkomst contract
schriftelijke studie - cursus
schriftelijke verbintenis revers
schriftelijke verhandeling acta
schriftelijke verklarig - attest
schrifterts sylvaniet
schriftgeleerde farizeeër, wetgeleerde
schriftkenner schriftgeleerde
schriftkunde grafologie, paleografie
schriftkundige grafoloog, paleograaf
schriftlezing bijbellezing
schriftstuk akte, copy
schriftteken grafeem, karakter, letter, rune
schriftteken (Chinees) karakter
schriftteken (Germaans) rune
schriftuur akte, geschrift
schriftverklaring exegese
schrijdend (muz.) andante
schrijfblok cahier
schrijfboek blocnote, cahier, schrift
schrijfgerei balpen, balpunt, griffel, inkt, inktkoker, inktpot, inktpotlood, krijt, pen, potlood, vulpen, veder, viltstift, vulpen
schrijfkast - secretaire
schrijfkosten leges
schrijfkramp grafospasmus
schrijflijn regel
schrijfloon leges
schrijfmachine tikmachine, typewriter
schrijfmanier - schrijftrant
schrijfmateriaal bord, papier, perkament
schrijfmeubel - secretaire
schrijfonvermogen agrafie
schrijfportefeuille schrijfmap
schrijfschrift - cahier
schrijfster Selinko, Minco
schrijfstift griffel, krijt, pen, potlood
schrijftafel bureau, lessenaar, secretaire
schrijftrant stijl
schrijfvlak lessenaar
schrijfvloeistof inkt
schrijfwijze - spelling
schrijn fiertel, relikwieënkastje
schrijnen - snerpen
schrijnend deerlijk, grievend, navrant, pijnlijk, smartelijk
schrijnwerker in ebbenhout ebbenist, meubelmaker
schrijven noteren, pennen
schrijver auteur, commies, klerk, literator, opsteller, penner, pennist, romancier, scribent, secretaris, zie verder: romanschrijver en Nederlands schrijver
schrijver van Alice in Wonderland - Carroll
schrijver van alleen op de wereld - Hector Malot
schrijver van Camera Obscura Beets, HiIdebrand
schrijver van cowboyboeken Nowee
schrijver van detectives Beuving, Chartris, Christie, Conan, DoyleDurbridge, Flemming, Gardner, Havank, Hofdorp,Ivans, Mons, Poe, Simenon, Visser
schrijver van de drie Musketiers - Dumas
schrijver van doktersroman Cronin
schrijver van een Christmas Carol - Dickens
schrijver van een woordenboek - lexicograaf
schrijver van Faust Goethe
schrijver van griezelverhalen Poe
schrijver van Gullivers reizen Swift
schrijver van Hamlet Shakespeare
schrijver van Indianenboeken Cooper, May, Nowee
schrijver van Jongensboeken Kieviet
schrijver van Mathildecyclus Perk
schrijver van Max Havelaar Multatuli
schrijver van Paradise Lost - Miloton
schrijver van Robinson Crusoë Defoe
schrijver van sprookjes Andersen, Bomans, Grimm, Hauff
schrijver van verzoekschrift adressant
schrijverij geschrijf, gekrabbel
schrik alteratie, angst, horror, ontsteltenis, ontzetting, paniek, rats, vrees
schrik aanjagen alarmeren, verontrusten
schrikaanjagend intimidatie
schrikaanjagende godheid Pan
schrikaanjaging intimidatie, ontmoediging
schrikachtig bang(elijk), kopschuw, schichtig, schrikkerig
schrikbarend ijselijk, vreselijk, verschrikkelijk, vervaarlijk
schrikbewind terreur
schrikdier gedrocht, monster
schrikdraad - rasterdraad
schrikgodin erinys
schrikhagedis dinosaurus
schrikkelijk bedenkelijk, geducht, ijselijk, verschrikkelijk
schrikkerig schrikachtig
schrikstelling noodvloer, valsteiger
schrikwekkend akelig, geducht, gemeen, ijselijk, luguber, onguur, sinister, vreselijk
schrikwekkend schild Aegis
schril angstig, gejaagd, gering, weinig
schril geluid geven snerpen
schro blad, reep
schrobben boenen, reinigen, schoonmaken, wrijven, zwabberen
schrobber heibezem, luiwagen
schrobbering berisping, uitbrander
schrobnet foezel, kor, korre, wade
chrobwant schrobnetten
schrobzaag stootzaag
schroef bout, dolfijnsprong, propeller, vijs
schroefboor fret
schroeflijn spiraal
schroefpomp tonmolen
schroefrad wormwiel
schroefsleutel - bahco
schroefvormig rad met schoepen - turbine
schroeien afbranden, blakeren, snoeien, zengen
schroeven draaien, vastmaken
schrok gulzigaard, slokop, vreetzak, vreter
schrokachtig vraatzuchtig, vrekkig
schroken schroeien, zengen
schrokerig armzalig, geschroeid, min, nietig, verschrompeld
schrokker - vreter
schrokkerd gulzigaard, slokop
schrokkerig begerig, gretig, gulzig, hongeriginhalig,
schrokkerij gulzigheid
schrokkig gulzig, inhalig, onbeschoft, schots, vraatzuchtig, vrekkig
schrollen schimpen, smalen
schromelijk angstwekkend, bedenkelijk, erg, geducht, ijselijk, vreselijk, zeer
schromeloos onbeschroomd
schromeloosheid onbeschroomdheid
schromen aarzelen, dralen, duchten, ontzien, vrezen
schrompelen krimpen, rimpelen
schrompelig gerimpeld, rimpelig
schronselen wroeten
schrooi honger, trek
schroom aarzeling, angst(valligheid), bedeesdheid, gêne, ontzag, schaamte, schrik,vrees
schroomachtig angstvallig, bedeesd
schroomvallig bedeesd, bedremmeld, beschroomd, bleu, schuchter, sip, timide, verlegen
schroot afval, ijzerafval, metaalafval, rafter
schrootboom schrootladder
schrot kriel, schroot
schubbig geschilferd, geschubd
schubje - schilfer
schubvleugelig insect nimf, rups, vlinder
schuchter bang, bedeesd, bedremmeld, beschroomd, bevangen, bleu, blo, blode, schroomvallig, schuw, sip, timide, verlegen
schudbeker shaker
schudden beven, daveren, shaken, sidderen, trillen
schudding - beving
schudkorf wan
schuier borstel, luiwagen, stoffer, veger
schuieren borstelen, vegen
schuierhout borstelblok
schuif afsluiting, grendel, hevel, knip
schuif in een sluisdeur rinket
schuifbak la, Iade
schuifbout grendel, knip, schuif
schuifelachtig sluipend, gluipend
schuifhout kloosterhout, zandstrook
schuifijzer of slot grendel
schuifkar bakfiets, handkar, kruiwagen
schuifraam loket
schuifspeld haarspeld
schuiftrap - schuifladder
schuiftrompet trombone
schuifuil ransuil
schuifvenster - schuifraam
schuifvizier laddervizier
schuifwand - vouwwand
schuil spruw; verborgen, verscholen, weg
schuilevinkje - verstoppertje
schuilgaan verbergen
schuilhouden verbergen, verstoppen
schuilkelder bunker
schuilnaam pseudoniem
schuilnaam van... zie: pseudoniem van...
schuilplaats abri, afdak, bunker, hok, honk, hut, kelder, kooi, stek, toevlucht
schuim broes, bruis, gajes, gepeupel, gespuis, grauw, heffe, plebs, rapalje, tuig, uitschot, uitvaagsel
schuimachtige spijs - creme
schuimbeestje - koekoeksspog, paddespog
schuimbekken razen, tieren, zieden
schuimeendje - zomertaling
schuim op bier gijl, kaam, kraag
schuimen bruisen, gisten, klaplopen, mousseren, roven, woelen, schuimer klaploper, landloperschoelje, zeerover
schuimgebakje baiser
schuimkanon - brandblusser
schuimkraag op bier manchet
schuimkruid - veldkers
schuimloper - tafelschuimer
schuimpje - nonnefortje
schuimschiding - flotatie
schuimsel - uitschot
schuin aflopend, cursief, gemeen, glooiend, hellend, onkies, oplopend, pikant, scabreus, scheef
schuin aflopen geren, hellen
schuin aflopend - hellend
schuinbewerkte kant bilgoen
schuin gedrukt - cursief
schuin geslepen rand biseau
schuin kijken - loensen
schuin latwerk als voederrek ruif
schuin naar voren stekend - prognaat
schuin schrift - cursief
schuin toelopend geer, gerend, taps
schuine baan geer
schuine balk spant
schuine kant van beitel keg, neg(ge)
schuine letter cursief
schuine pen spie
schuine schrijftafel lessenaar
schuine stootnaad - verstek
schuine strook geer
schuine zijde van een rechthoekige driehoek hypotenusa
schuins schraag
schuinsmarcheerder boemelaar, losbol
schuin staan - hellen
schuinstaand boekenplankje lezenaar
schuinte helling
schuinte van aardwerken helling, talud
schuin toelopend - taps
schuit ark, boot, praam, schip
schuitbek lepelbek, reiger
schuitig wild, woelig
schuitjevaren spelevaren
schuiven betalen, dokken, glijden, roken, slippen, verplaatsen, voortduwen
schuiven van grond creep, solifluctie
schuivende ijsheuvel toros
schuivende ijsmassa gletsjer
schuiver junk, landloper, misstap, schooier, slipper, val
schuld achterstand, culpa, dalles, debet, krediet, zonde
schuld aan de bank debet
schuld aflossen - betalen
schuldbekentenis promesse
schuldbelijden - biechten
schuldbelijdenis biecht, confessie, confiteor
schuldbesef berouw, spijt, wroeging
schuldbewijs - pandbrief
schuldbrief - obligatie, promesse
schulddelging amortisatie
schuldeiser crediteur, ontvanger
schulden - passiva
schuldenaar beslagene, debiteur, zondaar
schulden maken - beren
schuldenregister - kerfstok
schuldig aansprakelijk, credit, debet, nalatig, verplicht
schuldige bedrijver, dader, delinquent, nalatige, verdachte, zondaar
schuld maken beloven, lenen
schuldoverdracht delegatie
schuldslaaf pandeling
schuld vereffenen betalen
schuldvergelijking compensatie, verrekening
schuldvergiffenis genade
schuldvernieuwing novatie
schuldvordering - inschuld, pretentie
schulpboor - schulper, vervolgboor
schulplijn - conchoïde
schulpvormige geborduurde rand - feston
schulpvormige uitsparing in muur - nis
schun schavuit, schooier
schund prikkellectuur
schunnerd schooier, zwerver
schunnig armoedig, armzalig, gemeen, haveloos, laag, obsceen, onfatsoenlijk, onkuis, schuin, smerig, vies, vuil, vunzig
schuren gladmaken, glijden, krauwen, polijsten, schrobben, wrijven
schurft psoriasis, scabiës
schurftig rrappig, uidig, schunnig, smerig, zerig
schurftkop - roek
schurftkruid - knautia
schurk aterling, bandiet, bedrieger, boef, boosdoener, booswicht, doerak, ellendeling, fielt, galgeaas, galgebrok, gladakker, loebas, loer, loeres, lomperd, misdadiger, onverlaat, patser, ploert, rover, schavuit, schelm, schobbejak, schoft, schooier, snoodaard, spitsboef, vagebond, verkwister
schurk (Fr.) filou
schurkachtig gemeen, laag, misdadig, schelms
schurken hurken, ineen, krabben, schuren, wrijven
schurkenstreek - dievenstreek
schurkerij bedrog, oplichting, schelmstuk
schut beer, boswachter, kamerscherm, keerdam, koddebeier, paal, schandaal, scherm, stuw
schudblaadje van aren - kaf
schutblad bractea, dekblad
schutboog gordelboog
schutbos schermbos
schutdek - shelter
schutdekschip - shelterdekschip
schutdeur sluisdeur
schutkamer schutkolk
schutkleur dekkleur, mimicry
schutkolk - sluis
schutoverloop scheepsplecht
schutplank sluisplank, vloedplank
schutsbrief - handvest, leenbrief, octrooi, privilege
schutsel bescherming, heg, hek, heining, paravent, schot, schutting
schutsengel genius
schutsheer - beschermer, beschermheer
schutsheilige patrones, patroon
schutsheilige der dokters Lucas
schutsheilige der jagers St. Hubertus
schutsheilige der kooplieden Martinius
schutsheilige der kruisvaarders Joris
schutsheilige der padvinders Joris
schutsheilige der schilders Lucas
schutsheilige der schoenmakers - Antonius
schutsheilige der smeden - Elois
schutsheilige der tandartsen Apollonia
schutsheilige der timmerlieden Jozef
schutsheilige van Amsterdam Nicolaas
schutsheilige van Ierland Patrick
schutsluis kolk, sas, spui, verlaat
schutspatroon beschermheilige
schutsvrouw beschermheilige, patrones
schutten afsluiten, afwenden, afweren, beletten, beschermen, insluiten, keren, opsluiten, sluizen, stuiten, tegengaan, tegenhouden,verhoeden
schutter klovenier, musketier, schieter
schutter Sagittarius
schutteren knoeien, stuntelen
schutter op wild - jager
schutters, oefenplaats voor de doelen, schietbaan
schuttersvis - toxotes
schutterig onbeholpen, onhandig
schutting afbakening, afrastering, afsluiting, beschot, (om)heining, hek, planket, scheiding, schot, schutsel, stakt
schuur barak, berging, boede, boet, hok, hut, keet, kot, loods, silo, stal
schuurbiezen - schaafstro
schuurborstel - draaischuier
schuurdoek - schuurlinnen
schuurpaal wrijfpaal
schuurpapier, zeer fijn - botnul
schuurpoeder amaril, vim
schuursteen puimsteen
schuurtje boet, hok, keet, kot, stal
schuur voor graan - silo
schuw angstig, bang, beangst, bedeesd, beschroomd, bevreesd, ril, schichtig, schuchter, verlegen, vrees
schuwen - mijden
schuwheid - schichtigheid, schuchterheid
schuw en slank dier - ree
schuw dier fret, hert, ree, wezel
schuwen mijden, ontwijken, vermijden, vrezen
schuw roofdiertje wezel
schwadronneren opsnijden, snoeven, pochen, uitsloven
schwung gang , kracht, vaart
scilicet sc., namelijk
Scilla-eilanden - Sorling
Scilly-eilanden, een der - Annet, Bryher, Gugh, Samson, St-Agnes, St-Martins, St-Marys, Tresco
scintillatie flikkering, fonkeling, schittering
scopolamine - hyoscinum
scorbuut scheurbuik
score stand, uitslag
scoren doelpunt maken
scorpio schorpioen
scout padvinder, verkenner
scouting padvinderij
screenen - onderzoeken
sculpsit sc., sculps
scriba secretaris
scriban schrijfkabinet
scrip - bewijsstuk,
scripsit scr.
script manuscript, tekst
scriptorium schrijfvertrek
scrofelkruid helmkruid
scriphulariacee -
6 hengel
7 ereprijs, linaria, mimulus, nemesia
8 gratiola, ratelaar, veronica
9 aronsstaf, beekpunge, digitalis, helmkruid, limosella,
slijkgroen, stalkaars, verbascum
10 kartelblad, leeuwenbek, ogentroost
11 genadekruid, maskerbloem, mottenkruid, schubwortel
12 koningskaars
16 vingerhoedskruid
scrupuleus angstvallig, gewetensvol
scrutineren onderzoeken, uitvorsen, nasporen
scrutinium - onderzoek, stemmenverzameling
Seatslands, een der Amerikaanse - Cumberland, Edisto, James, Ossabaw
sculptuur - beldhouwwerk
seance zitting
Seba, gastheer van de koningin van Salomo
sec dry, droog, puur,
secans sec., snijlijn
seceren opensnijden, ontleden
secondant helper
seconde even, moment, mum, ogenblik, tel
seconderen bijstaan, helpen
secreet ellendeling, geheim, kreng, lamstraal, mispunt, naarling
secretaire bureau, schrijfkast
secretarie van de Provinciale Staten griffie
secretarie van een rechtbank griffie
secretaris - abactis, geheim, schrijver, scriba
secretarisvogel - slangenvreter
sectarische bijeenkomst - conventokel
sectie afdeling, insnijding, lijkopening, onderdeel, operatie
sectie verrichten - seceren
sector afdeling, zone
seculair - honderdjarig, wereldlijk
secundair (geol.) Mesozoïcum
secundaire periode Jura, Krijt, Trias
secuur nauwgezet, nauwkeurig, nauwlettend, stellig, stipt, vast, wis, zeker
sederen - kalmeren
sedert anno, gedurende, her, sinds, vanaf
sedert de 17e eeuw uitgestorven vogel dodo
sedertdien - sinds
sedes zetel, woonplaats
sediment afzetting(sgesteente), bezinksel, neerslag
sediment van organische oorsprong - bioliet
sedimental klei, leem,
sedimentair gesteente - grind, klei, leem, zand, zavel
sedimentatie afzetting
sedimentgesteente arkose, bauxiet
seductie verleiding .
seduisant verleidelijk, verlokkelijk
sedum vetkruid
seef - bier
seffens aanstonds, dadelijk
segment - geleding, metameer
segmentering - metamerie
segregatie afscheiding, afzondering, ontmenging
segregeren afscheiden, afzonderen
seibel bedrog, zwendel
seibelaar knoeier, reut, zanik, zeur
seibelen knoeien, teuten
seigneur - heer
sein - hint, signaal, teken, wenk
sein op trommel roffel
seinen - berichten, telegraferen, wenken
seiner marconist, signalist, telegrafist
Seine-et-Marne, hoofdstad van het departement -Melum
Seine-et-Oise, hoofdstad van het departement -Versailles
Seine-Maritime, vissersplaats in het departement - Dieppe, Fécamp, Rouen
seingever starter
seinlicht fanaal, vuurbaken
seinpost semafoor
seinschip adviesjacht
seinsleutel - morsesleutel
seinspiegel heliograaf
seintaal code, morse
seintje hint, raad, tip, wenk
seintoestel heliograaf, seinlamp, semafoor, telegraaf, telex,
seintoren semafoor
seinvlag - geus, pitsjaar, wimpel
sein voor vertrek - startsein
seizen - beleggen, vastbinden, vastsjorren
seizoen getij(de), herfst, jaargetijde, lente, moesson, najaar, passaat, voorjaar, winter, zomer
seizoenopruiming - uitverkoop
seizoenstalwoning - boe, boo
séjour - verblijf
sekreet - bestekamer, gemak
seks - erotiek
sekse geslacht, kunne, sexe,
sekslokstof feromoon
seksualitiet erotiek, sex
seksuele onthouding - continentie
seksuele opwinding afrodisie
sekt - champagne
sekte - aanhang, gezindte, geloofspartij
sektegeest sectarisme, sektarisme
sekuur - nauwgezet, nauwlettend, stellig, stipt, zeker, zorg
sela pauzeteken, rustteken
seladon zeegroen
selderij - apium, eppe
select uitgekozen, uitgelezen, uitgezocht, uitverkoren
selecte groep elite
selecteren scheiden, schiften, uitzoeken
selectie elite, keur, keuze,uitkiezing
selectief uitkiezend
Selene maan(godin)
seleniet maansteen
selenium se., seleen
selenografie maanbeschrijving
selenotypie - chaostypie
selfmade man autodidact
selve - salie
selve, wilde - wilgenroosj
Sem, afstammeling van - Arabier, Israëliet, Semiet
Semasiologie - semantiek
semester halfjaar
semestraal halfjarig
semestrieel halfjaarlijks
semi - half
Semitische godheid - El
Semitische talen Arabisch, Aramees, Assyrisch, Babylonisch, Ethyopisch, Ethiopisch, Fenitisch, Hebreeuws, Punisch, Syrisch
Semitische talen, kenner der - Semitist
Semitische talen, wetenschap der semitistiek
semmel geteem, gezanik, gezemel
semmelen - brommen, dralen, mopperen, talmen, temen, treuzelen, zeuren
Semnonen Alamannen
semper - steeds
senaat s., senatus
senaat, lid van de - senator
senaatsbesluit - senatus-consult
senang lekker
senatus - senaat
Senegal, deel van - Cap-Vert, Casamanca, Diourbel, Fleuve, Sine-Saloum, Thiës
Senegal, eilandje behorende bij - Gorëe
Segal, hoofdstaf van - Dakar
Senegal, stad in - Diourbal, Kaolack, Saint-Louis, Siguinchor, Tambacounda, Thiës
seneplant cassia
senestruik - senne
seniel afgeleefd, afgetakeldaftands, kinds
seniele aftakeling ouderdomszwakte
senior oudere, sr., oudste
sennhut berghut, herdershut
senor - mijnheer
sensatie gevoel, gewaarwording, ontsteltenis, opschudding, opwinding, opzien
sensationeel enerverend, opzienbarend, opwindend, spannend
sensibel aandoenlijk, gevoelig, voelbaar, waarneembaar
sensualisme - zinnelijkheid
sensueel wellustig, zinnelijk
sent gording, lijst
sententie - kernspreuk, uitspraak, vonnis, zedespreuk
sententieus bondig, leerrijk, pittig
sentiment gevoel
sentimenteel (over)gevoelig
separaat afgescheiden, afzonderlijk, apart, gescheiden, gesepareerd
separatie afscheiding, scheiding
separeren afzonderen, scheiden
sepia inktvis, octopus, poliep
sepositie - sepot
seppoekoe - harakiri
sepsis rotting
september herfstmaand
septicaemie - sepsis
septictank rottingsbak
septine - leidtoon
septum koorafsluiting
sepulcrum - graf
sequeel aanhangsel, gevolg, toebehoren
sequens kerkgezang, seq:, volgend(e)
sera bloed water
seraf(ijn) engel
Seram, bewoner van - Alfoer
Serawak, hoofdstad van - Kuching
sereen helder, kalm, louter, ongerept, onbewolkt,ongesoordpuur, rein, zuiver
serenade muziekhulde, muziekhulde, zanghulde
sereniteit helderheid, kalmte
sergeant lijmklem, lijmknecht, O.O-rang
sergen alpaca
Sergipe, hoofdstad van - Acuraju
serie cyclus, opeenvolging, reeks, rij, ris, scala, schakel
serieus bezonnen, ernstig, gemeend, oprecht, saai
serieus bedoelen menen
seriewerk - trilogisch
serigrafie - zeefdruk
sering - syringa
seriositeit - ernst, serieusheid
sermoen betoog, predicatie, predikatie, preek, toespraak, vermaning
seroen - emballagemat
seroet - seroetoe, sigaar
serpeling - gruis
serpent adder, feeks, furie, helleveeg, karonje, kreng, prij, slang, tang
serpentijnsteen - ofriet
serpentine slangenlijn
serpentisch - boos, kwaadaardig
serpentig boosaardig
serpentijn ofiet
serre broeihuis, (broei)kas, kweekplaats, orangerie, plantenhuis, tuinkamer, veranda
serum (bloed)wei, entstof, injectiestof
serum tegen difterie - tan
serum tegen slangengif antivenine
serumleer serologie
serval - boskat, tijgerkat
serve opslag
serveerblad theeblad
serveerder - kellner
serveerjuffrouw - serveerster, serveuze
serveren aanbieden, opdienen, opdissen, bedienen
servet monddoek,morsdoekje, vingerdoek
service dienst(betoon), opslag
Servië, hoofdstad van - Beograd
serviel kruiperig, nederig, onderdanig, slaafs
serviesgoed aardewerk
Servisch ruiter - huzaar
Servische sandaal - opank(a)
Servietenorde S.B.M.V.
Servilisme slaafsheid, kuiperij, laagheid
Servisch ruiter huzaar
serviteur buiging, dienaar
Servius S.
sesam - oliezaad
sessie bijeenkomst, zitting
set garnituur, filmdecor, garnituurstel
seter - ringvuur, tater
set tafeltjes mini
settelen - vestigen
setter patrijshond
seuteren - sudderen
seuterig mager, schriel, slap
sevenboom - juniperus
sévère - ernstig, (ge)streng
sekse geslacht, kunne
seksualiteit erotiek, geslachtelijkheid, geslachtsdrift, sex
seksueel geslachtelijk, erotisch
secsueel prikkelend - sexy
Seychellen, een der Maké, Praslin
Seychellen, hoofdstad van Victoria
sex seksualiteit
sexclub eroscentrum
sexhuis bordeel
sextet - zestal
sextus s.
sfaleriet - ZnS, blende
sfeer bol, dampkring, hemelstreek, omgeving, stemming
sfeerloos - kil, koel, koud
sferisch bolvormig
sfinx - ker
sforzando aanzwellend, sfz.
sfragistiek zegelkunde
shabby havelooskaal, sjofel
shaken mengen, schudden
shaker - schudbeker
share aandeel, actie, effect, portie
shawl - das, sjaal
shelter kampeertent, tentje
Sheppey, hoofdplaats op - Sheermess
Sheppey, eiland bij - Mainland, Umst, Yell
Sheppey, hoofdstad van - Lerwick
Shilling, deel van een - pence
shirt blouse, boezeroen, (over)hemd, sporthemd
shirtje polohemd
shit onzin, rotzooi
shock zenuwschok
shockerend schokkend
shop winkel
shorts strandbroek
shot foto, injectie
show expositie, kijkspel, revue, tentoonstelling, uitstalling; vertoning
showbink opschepper, praler
showen exposeren, tonen, vertonen
showroom toonkamer, toonzaal
Shropshire, hoofdstad van - Shrewsbury
Siam Thailand
Siamese lengtemaat sen
Siamese munt bath, satang
sibbe clan, familie, geslacht, stam
sibbekunde - genealogie
Siberische bevolkingsgroep - Ainoes, Jakoeten, Korjaken, Ostiaken, Samojeden, Toengoezen, Tsjoetsen
Siberische steenbok sakin
Siberische toverpriester - sjamaan
Siberisch vaartuig - baidarka
sibille - Albuna, profetes, verkondigster waarzegster
siccatief - boorzuur, harszuur
Sichem - Nabloes
Sicilië, berg op - Etna
Sicilië, hoofdstad van - Palermo
Sicilië, kaap op - Faro
Sicilië, oudste inwoners van - Sicani, Siculi
sidderaal - gymnotus
sidderen beven, bibberen, huiveren, rillen, schudden, trillen
siddergras - trilgras
siddering beving, huivering, ril, rilling, trilling
siderroggen - tropedinidae
sideriet - ijzerspaat
Sidon - Saida
sidotblende - ZnS
siepel ui
siepelen - sijpelen
siepenhout - lijsterbes
sier luister, onthaal, opsmuk, praal, pracht, pronk, sieraad, tooi
sieraad -
3 bag, git
4 ring, smuk, tooi
5 bijou, camée, parel, snoer, spang, zegel
6 broche, franje, hanger, juweel, kralen, oorbel
7 armband, diadeem, diamant, emerald, ketting, oorknop,
opschik, smaragd
8 kleinood, oorhanger, ornament, paramant
9 edelsteen, halssnoer, medaillon, oorhanger, zegelring
11 ferronnière
sieraad aan een halsketting - hanger
sieraad van de bruid - bruidsbouquet, bruidskrans, bruidssluier
sieraad van een haan hanenkam, kam
sieraad van de man baard, bakkebaard, knevel, snor
sieraad voor de hals halssnoer
sieraad voor het oor oorbel
sierband moulure
sierbes - ribes
sierdek - sprei
sierdeken - bedsprei
sierduif - pagadet, raadsheer, valkenet
sieren tooien, orneren, pareren, verfraaien, versieren
siererwt - pronkerwt
sierfles flacon, karaf
siergordel ceintuur, riem
siergras - parelgras, pijlgras, trilgras
sierhaaksluiting - agraaf
sierheester hortensia, jasmijn, ribes, sering
sierknoop - rozet
sierknop - bouton
sierkunst ornamentiek
sierkwast - troetel
sierletter - initiaal
sierlijk bevallig, elegant, fraai, gracieus, netjes, welgevallig, welgevormd
sierlijk damesvertrek boudoir
sierlijk en chic zwierig
sierlijk en fraai - mooi
sierlijk flesje fiool, flacon, karaf
sierlijk kleden - dossen
sierlijk omlijst vlak met opschrift cartouche
sierlijk opdoffen tooien
sierlijk steekwapen - kris
sierlijk vaatwerk vaas
sierlijke fles flacon, karaf
sierlijke herkauwer antilope, ree
sierlijke kist schrijn
sierlijkheid elegantie, zwierigheid
sierlijst - moulure
sierlijstje - regula
sierplanten agave, aloë, akelei, akant, amaryllis, anthurium, aronskelk, azalea, begonia, bitterblad, bladbegonia, bougainvillea, bromelia, bruidsbloem, canna, calla, cineraria, clivia, cyclame, christusdoorn, clivia, croton, dopheide, erica, ficus, fuchsia, flox, garnalenplant, casperdoorn, gatenplant, gloxinia, geranium, hibiscus, hortensia, ixora, kerstster, kerstroos,lobelia, nestvaren, oleander, pantoffelplant, passiebloem, poinsettia, primula, pteris, ranonkel, rhododendron, rosientje, rubberplant, sinningia, vaderplant, venusschoentje, vingerplant, wasbloem
sierplantje afrikaantje
Sierra Leone, hoofdstad van - Freetown
Sierra Leone, munteenheid van - leone
Sierra Nevada, top in de - Mulhacen
sierschaal jardinière
siersel Citellus, pronk
sierspeld - broche, clip, fibula
siersteen agaat, camée, opaal
sierstruik jasmijn, ribes, sering
siertafeltje gueridon
sierteelt - bloem(boll)enteelt, boomteelt
siertorentjes in gotiek fiaal, fiale, pinakel
siertuin (bloemen)tuin, hof, park
siervogel - pauw
siervrucht kalebas
sierwapen eredegen
siësta dutje, middagslaapje, tukje
siffleren uitfluiten
sifon grondduiker, hevelfles, spuitfles, straatkolk
sigaar bolknak, havanna, stengel , stinkstok, strootje
sigaar (Ind.) - seroetoe
sigaar (Z.Afr.) - Seroet
sigaar, lange dunne - panatella
sigaar na het eten after-dinner
sigaarroker sigarist
sigaartje cigarillo, sigretto, strootje
sigaarvormig projectiel torpedo
sigaren van banderol voorzien ringen
sigaret saffie, sjekkie, strootje
sigarettenpapier vloe, vloeitje
sightseeing bezichtiging, toerisme
sigillum (Lat.) zegel
signaal alarm, bel, hoorn, sein, sirene, teken, toeter, wenk
signaal voor alarm alarm, sirene
signaal voor onraad alarm, sirene
signaal voor opstaan reveille
signaal voor overgave chamade
signaal voor slapen gaan taptoe
signaal voor verzamelen hallali, railly
signaalhoorn bugel, claxon, trompet
signaalinstrument bel, claxon, fluit, gong, ratel, sirene, toeter
signaalmast - semafoor
signalement beschrijving
signaleren opmerken, zien
signatuur autogram, bedoeling, handtekening, paraaf, strekking, teken
signeren ondertekenen, tekenen
signet cachet, zegelring, zegelstempel
signor S., heer
signum s., merk, segno, teken
signum exclamandi uitroepteken
signum interrogandi vraagteken
sijfelen fluiten, schuifelen, sissen
sijpelen af(druipen), druppelen, lekken, siepelen, zijgen
sijs - kwant
sik baard, haardos, kinbaard, mouche, geit
sikhs, heilig boek der - Adi Granth
sikkel - zicht
sikkelduim - barchaan
sikkelkruid - falcaria
sikkelvormig snoeimes heep
sikkeneurig gemelijk, onvriendelijk, vitziek
sikkepitje greintje, pietsie, snars, weinig, zier
sikker beschonken, draaierig, dronken, duizelig, teut
Sikkim, bevolkingsgroep in - Bhots, Leptsjas
Sikkim, hoofdstad van - Gangtok
sileen woudgeest
silentium stilte
silenus - satyr
silex vuursteen
silhouet schaduwbeeld
silicaat -
5 beriel
6 kwarts, olivijn, topaas
7 biotiet, epidoot, zeoliet
8 calamien, distheen, hefelien, sodaliet
9 benitoïet, enstatiet, muscoviet, scapoliet, tourmalijn, tremoliet,
veldspaat, vesuviaan
10 apofyliet
11 hoornblende
cilicaatsmelt - magma
silicium si., kiezel
siliciumdioxyde kwarts, kiezelzuur
siliciumoxyde - SiO
silidon scheikruid
silo kuil, magazijn, pakhuis, schuur
sil vous plait a.u.b., s.v.p.
sim aap, dobber, hengelsnoer, koord, kurk, snoer, veter .
simaroubacee - hemelboom
similigravure - autotypie
similor - halfgoud, spinsbek
simmen - jengelen, schreien
simpel argeloos, eenvoudig, makkelijk, mal, naïef, onbetekenend, onnozel
simpele melodie deun, wijs(je)
simpelheid eenvoud
simpel wijsje deun, melodie
simpen - jengelen
simplex enkelvoud, singularis
simpliciteit eenvoud, ongekunsteldheid,oprechtheid,
simulacre malenger, schijnbeeld, schijnvertoning
simulant huichelaar, voorwender
simuleren voorgeven, voorwenden, veinzen
simultaan gelijktijdig, tegelijkertijd
sinaasappel - appelsien
sinaasappellimonade - ranja
Sinaï Horeb
Sinaïgebergte, top van het - Moesa
Sinaloa, hoofdstad van - Culiacan
sinds anno, sedert, vanaf
sinds jaar en dag - allang
sinds onheugelijke tijden - a.e.
singel draagband, draagriem, enkeling, gordel, gracht
singelen enkelspel
singletje - plaatje
singularis enkelvoud, sing., simplex
singulier eigenaardig, enkel, gek, merkwaardig, vreemd, zonderling
sinister donker,duister, geducht, griezelig, snood, somber, vreselijk,
sinjeur - heer, kwant, persoon
sinjoor antwerpenaar
Sinjorenstad Antwerpen
Sinopelkleur - (smaragd)groen
sint heilig(e), (It.) san, (Port.) sao
Sint-Andrieskruis - schoorbalk, stut
Sint-Antonieskruid - helmkruid
Sint-Antoniusvuur - gordelroos
sintel sinter, slak
sinterklaas - suikeroom
sinterklaasgeschenk letter
sinterklaasje speculaasje
sinterklaaskoek - speculaas
sinterklaaslekkernij amandelkoek, banket(letter), banketstaaf, borstplaat, boterletter, chocoladeletter, marsepein, pepernoten, speculaas
sinterklaaspop vrijer
Sint Helena, hoofdstad van - Jamestown
sinus holte, instulping
Sion Jeruzalem
sioniet uitverkorene, zionist
Siouxstam - Dakota, Santee, Yanktown
sip - bedeesd, bedremmeld, bedrukt, beteuterd, bleu, benepen, beschroomd, beteuterd, mismoedig, misnoegd, neerslachtig, timide, treurig, verlegen, verslagen
sippig beteuterd, verlegen
sirene alarm, meermin, misthoorn, verleidster, zee(nimf)
sirih betel
Sirius - Hondsster
sisal agavevezel, bladvezel
sissen sijfelen, snerken
sissen in de oren - suizen
sissererwt keker
sitologie voedingsleer
situatie gesteldheid, ligging, omstandigheid, positie, staat, stand, toestand
sjaal das, halsdoek, omslagdoek, stola
sjablone mal, modelvorm
sjabrak paardendekkleed, zadelkleed
sjacheraar ronselaar, snees
sjacheren pingelen
sjako muts, soldatenpet, uniformpet
sjalot - eslook, ui
sjamberloek chamberloek, kamerjas, kimono, negligé
sjansen flirten
Sjansi, hoofdstad van - Tai-juan
Sjantoeng, hoofdstad van - Tsinan
sjappietouwer baliekluiver
sjar berisping, standje, uitbrander
sjeik geleerde, leraar
Sjeikdom aan de Perzische golf - Doebai
Sjensi, hoofdstad van - Sian
sjerp band, draagband, écharpe, gordel, ordeband
sjerp aan vlaggenstok wimpel
sjezen hardlopen, zakken
sjiek - chick, deftig, elegant
sjintoïsme, begrip in het - ikigami, kami(dama), onura, tennô
sjoelbak schuifbak
sjoemelen - knoeien
sjofel - armelijk, arm(oedig), behoeftig, haveloos, kaal, karig, nooddruftig, pover, schamel
sjokken - sukkelen
sjortouw - talie(reep)
sjouw - karwei
sjorren hijsen, slepen, trekken, vastbinden, vastmaken
sjouwelen kletsen, wauwelen
sjouwen dragen, tillen, torsen, zwoegen, zeulen
sjouwer koelie, lastdeager, zakkendrager, zoeger
sjouwerman mantelmeeuw
sjouwer met koffer kruier
skald - zanger
Skandinavische kopermunt ore
Skandinavische dwerg - Andvai
Skandinavische god - Baldr, Odin, Thor
Skandinavische goden - Asen, Wanen
Skandinavische mythologische figuur - Bor, Bur
Skandinavische oerreus - Ymir
skapoliet werneriet
scating rolschaatsen
skeeler - rolschaats
skelet gebeente, geraamte, karkas, ribbe(n)kast, rif
skelet, deel van het -
3 rib
4 heup, hiel, kaak,knie, pols
5 atlas, enkel
6 dijbeen, kootje, wervel
7 draaier, ellepijp, jukbeen, schouder, symfyse, zitbeen
8 darmbeen, elleboog, heupbeen, hielbeen, kuitbeen, neusbeen,
teenkoot, wandbeen
9 borstbeen, bovenkaak, dijbeenkop, knieschijf, rugwervel,
slaapbeen, spaakbeen
10 halswervel, heiligbeen, schaambeen, scheenbeen, staartbeen,
vingerkoot
11 ledewervel, sleutelbeen
12 opperarmbeen, schouderblad
14 andortelbeen, voetwortelbeen, voorhoofdsbeen
15 middenhandsbeen, middelvoetsbeen
16 achterhoofdsbeen
skelter - go-cart, racewagentje, trapauto
scelterwedstrijd karting
sketch act
skibaan piste
kiff roeiboot
skiffeur - roeier
skilopen - skiën
skinken - scincidae
skiwedstrijd afdaling, slalom
Skumagin Islands, een der Unga
skunk - bunzing, stinkdier, stinkhagedis, ulk
Skye, hoofdplaats van - Portree
Skyscraper - wolkenkrabber
Skyten, koning der - Ateas
skyscraper wolkenkrabber
sla salade, lactuca latuw, kropsla, veldsla
slaaf horige, heloot, lijfeigene, onderhorige
slaafs byzantijns, gedwee, kruiperig, nederig, onderdanig, onderworpen, serviel, serviliter
slaafse kruiperij byzantinisme
slaafse vrouw - slavin
slaafsheid gedweeheid, servilisme
slaag kastijding, klappen, rammel, ransel, ros, tuchtiging, zwingel
slaag geven aframmelen, (af)rossen, kastijden, meppen, slaan
slaag geven met karwats - geselen
slaan afdrogen, afrossen, beuken, hakken, hameren, houwen, kastijden, lellen, meppen, petsenranselen, ranselen, treffen
slaan met een hamer hameren
slaan mt een sabel - sabelen
slaap bedrust, nachtrustrust, tukkie
slaapbank brits, rustbed, rustbed
slaapbeeld - droom
slaapbol dial, dormitief, heul, hypnoticum, maankop, opiaat, opial, papaver, slaapkruid
slaapdronken - bedwelmd
slaapdronkenheid - somnalentia
slaapgast - logé
slaapgod Morpheus
slaap hebben gapen
slaap hebbende slaperig
slaapjak - bedjasje
slaapje dut, dutje, siësta, sluimer, tuk, tukje, uiltje
slaapkamertje chambret(te)
slaapkoets - bedste(d)e
slaapkop domkop, mafkous, suffer(d)
slaapkruid maankop, opium,slaapbol
slaaplelie - goudwortel
slaapliedje berceuse, wiegeliedje
slaapmatje (Mal.) tikar
slaapmiddel barbital, cloralose, dormitief, evipan, hypnoticum, narcoticum, opiaat, sonoril, soporatief, veronal
slaapmuis - bosslaper, myoxida, relmuis, zevenslaper
slaapmuts machtmuts
slaapmutsje - borreltjegoudpapaver
slaapplaats alkoof, bed, bedstede, brits, divan, hangmat, kooi, krib, ledikant, leger, legerstede, sponde, veldbed, wieg
slaapplaats op een schip kooi
slaapplaats voor baby wieg
slaapplaats voor honden - mand
slaapplaats voor kippen roest, stok
slaapstede - peluw, peul
slaapstoel dormeuse, fauteuil
slaapvertrek - alkoof
slaapverwekkend - somnifoor, soporatief, soporeus
slaapverwekkend middel narcotine, opium
slaapwagen - slaaprijtuig
slaapwandelaar - maanzieke, noctambule, somnabule
slaapwandelaar(ster) noctambule
slaapwandelen - noctambulisme, slaapwekkend, somnambulisme
opiumpreparaat laudanum
slaapzaal chambree, dormitorium, dormter, dormtoir
slaapzak - trappelzak
slaapziekte - nona, trypanosomiasis
slaapziekteverwekker - tse-tse-vlieg
slaapzucht lethargie, somnolentie
slaapzuchtig lethargisch
slab bavet, bef, eva, feitel, morsdoekje, slabbe
slabakken afnemen, luieren, verminderen
slabben drinken, leppen, morsen, slobberen
slabbetje morsdoekje
slab van advocaat - bavet
slachten afmaken, doden, kelen, opensnijden
slachter beenhouwer, doder, slager, vleeshouwer
slachthuis abattoir
slachting bloedbad, hecatombe, massacre
slachtmaand november
slachtoffer aangevallene, dupe, offerdier
slachtoffer van Achilles - Hector
slachtoffer van een broedermoord - Abel
slag bons, dreun, gevecht, houw, kamp, klap, klop, knal, lel, mep, muilper, oplawaai, opstopper, pats, percussie, pets, smak, tegenvaller, tik, uithaal, zwieper
slag allooi, genre, soort
slag gevecht, strijd
slag bij tennis drive, lob, service, smash
slagader aorta, arterie, bloedvat
slagaderlijke bloeding - arteriola
slagaderontsteking arteritis
slagbalspel honkbal, kaatsen, tennis
slagbekken gong
slagboom bareel, barrière, belemmering, hamei, hamel, hek
slagen ge(lukken), tieren
slagen in het tennisspel drive, lob, smash, volley
slager - beenhouwer, slachter, vleeshouwer
slagerij - vleeshouwerij
slagersgerei - gehaktmolen, hakmes, mes, snijmachine
slaghout barrière, bat, klepper, knots, knuppel
slaginstrument -
4 drum, gong, pauk, trom
5 bongo, conga, drums, guiro, hi-hat, ratel, schel, zweep
6 bekken, claves, koebel, pauken, tamtam
7 celesta, kendang, maracas, marimba, triangel, trommel,
8 buisklok, roertrom, timbales, tong-tong, triangel, xylofoon
9 castagnet, plaatklok, tamboerijn, tamboerin, woodblock,
xylophoon, xylorimba
13 spleettrommel,
14 hamerklokkenspel
slaginstrument van de gamelan - kendang
slag leveren - vechten
slagnet gabaar, gabare,klapnet, valnet
slagnet van gespannen snaren - racket
slagnet in ronde beugel racket
slag of duw stoot
slag of strijd kamp
slag op de deur - bons
slagorde - falanx, gelid, linie
slagpen - remex
slagregen - plensbui
slagregenen plenzen, stortregenen
slagroomsoes - moorkop
slagschip force, oorlogsschip
slagtand van een wld zwijn - houwer
slagvaardig adrem, bereid, gereed, gevat, kien, snedig
slagveer pen
slagveld - strijdtoneel
slagvenster buitenblind
slagvloot - oorlogsvloot
slagwapen hellebaard, knots, klewang, knuppel, morgenster, sabel, strijdbijl, strijdhamer, strijdkolf, zwaard
slag-stootwapen - hellebaard
slagwater - kielzog
slagwerk in jazzband drum, drumo
slagwerker drummer, paukenist, tamboer, trommelaar
slagwerktuig aks, bijl, hamer, marteel, moker, roe, roede
slagzee - stortzee
slagzin devies, leuze, motto, reclameleus, slogan, spreuk
slak afval, sintel
slaksoort -
4 arim, toot, wulk
5 balea, doris, kauri, limax, murex
6 aeolis, triton, zeeoor
7 angariz, karakol, muiltje, patella, purpuraslipper, trochus,
zeehars
8 alikruik, caracole, poelslak
9 agaatslak, fuikhoorn, klinkhoorn, reuzenoor, varkentje
10 obliehoren
11 stekelhoren
13 bisschopsmuts, pelikaansvoet
slaken losmaken, lozen, ontboezemen, uiten
slakken - gastropoda
slakkengang - langzaam, traag
slaklijn - linaçon
slakprik - Lancetvisje
slakvormig spiraalvormig
slamat heil
slamier - slungel
slampampen brassen, leeglopen, zwieren
slampamper drinkebroer; leegloper, luilak, nietsnut, zuiper
slampamperij brasserij; leegloperij, lijntrekkerij
slang - argot, jargon, serpens, serpent
slangsoort -
3 boa
4 naga, naja
5 adder, cobra, mamba
6 python, vipera
7 serpent, zandboa
8 anaconda, anakonda, bothrops, gifslang, pofadder, ringhals,
waterboa, zeeslang
9 brilslang, netpython, ringadder, ringslang, rubberboa,
spuwslangworgslang, wormslang
10 eiervreter, ratelslang
11 afgodsslang, hondskopboa, modderslang, ringelslang,
tijgerpython, uraeusslang
12 hagedisslang, koningscobra, lampropeltis
13 groefkopadder, ijzerslangetje
14 kousebandslang
slang met vele koppen hydra
slangearend - bacha
slangemarmer - ofiet
slangenhout, Surinaams - hoeboeballie, snekihoedo
slangenkruid dragon, echium
slangenloop - onduline
slangenmens contorsionist
slangeslijm zwadder
slangestaartlijn ofiuride
slangesteen - ofiet
slangetong - lasteraar
slangewortel - calla
slangster - amphiura, ophiotrix, ophiura
slangvormige vis - aal, paling
slank dun, ijl, lenig, rijzig, rank, reel, riel, rilde, schraal, tenger
slankaap hoelman
slank en dun mager
slank en fijn rank,
slanke ronde toren bij een moskee - minaret
slanke steel rank
slanke toren minaret
slaolie - spijsolie
slap - buigzaam, flauw, karakterloos, krachteloos, laf, lam, lamlendig, loom, loshangend, machteloos, melig, moe, ontspannen, plooibaar, sloom, voos, wee, week, zacht, zwak
slap aftreksel dat weinig werkzame stof bevat tisane
slapeloosheid - agrypnia, asomnia, asomnie, insomnie
slapen doezelen, dommelen, dromen, dutten, knikkebollen, maffen, overnachten, pitten, rusten, sluimeren, soezen, suffen, uitrusten
slap en flauwtjes zwakjes
slap en klef week
slap en sloom - futloos
slaper binnendijk, dromer, gast, loge, logeergast, maffer, sluimeraar, snurker, suffer(d), waterdam
slaperig dromerig, lodderig, loom, sluimerig, soezig, suf
slaperig en lui - loom
slaperigheid dromerigheid, lodderigheid, loomheid, loomte, soezerigheid, somnolentie
slapheid laksheid, voosheid, weekheid, zachtheid
slapie - kamergenoot
slapjanus lummel, slappeling, sul
slapjes losjes, zwak(jes)
slaplendig lamlendig
slappe koffie flut
slappeling huichelaar
slapper worden - ontspannen
slapte crisis, flauwte, krachteloosheid, malaise, zachtheid
slaraak slegge, slei
slasoort - bietsla, botersla, kropsla, pluksla, snijsla, ijssla
slat modder, slijk, veenbagger
slatten baggeren, uitdiepen
slatting - bagger
Slaven - Abodriten, Bulgaren, Kasjoeben, Kroaten, Oekraïners, Polen, Russen, Ruthenen, Serven, Slovenen, Slowaken, Sorben, Tsjechen, Veleten, Wenden, Witrussen
slaven - zwoegen
slavengevangenis - bagno
Slaven, kenner der - slavist
slavernij - dienstbaarheid, onvrijheid
slavin in harem odalisk
Slacisch volkslied - dumka
Slavische god - Dabog, Peroen, Stribog
Slavische munt dinar
Slavische taal Bulgaars, Kasjoebisch, Kroatisch, Macedonisch, Oekraïens, Polabisch, Pools, Russisch, Servisch, Servokroatisch, Slowaaks, Sloweens, Sorbisch, Tsjechisch, Wendisch, Witrussisch
Slavische zomerschoen opank
slecht amoreel, arg, bedorven, belabberd, beroerd, boos, corrupt, doortrapt, effen, ellendig, erg, gemeen, glad, hels, hopeloos, immoreel, kwaad(aardig), laag(hartig), min, misdadig, naar, ondeugdelijk, oneerlijk, ongunstig, onguur, ontaard, onvoldoende, pervers, rot, schadelijk, snood, verderfelijk, verdorven, verkeerd, waardeloos, zedeloos, zwak
slechtaard snoodaard
slecht bedeeld - booswicht, schurk, misdeeld
slecht en vals gemeen
slecht fruit - kroet
slecht gehumeurd chagrijnig, lamlendig, landerig
slecht gezind - kwalijkgezind
slecht mens doerak, ellendeling, ploert, pooier, schavuit, schoft, schurk, snoodaard
slecht raadsman Achitofel, Achitophel
slecht soort tabak - pluksen
slecht vioolspelen krassen, zagen
slecht volk gajes
slecht voorzien - misdeeld
slechte aanschaf miskoop
slechte broodsuiker - melis
slechte eigenschap - sadisme
slechte gewoonte aanwensel, fout
slechte jenever foezel
slechte koffie pardaf
slechte koopwaar - tinnef
slechte kunst kitsch
slechte piano - rammel
slechte plek in weefsel glee, sleet
slechte smaak - wansmaak
slechte spijsvertering dyspepsie
slechte tijd - crisis
slechte vrouw slet, snol, temeier
slechte waar bocht, rommel, rotzooi
slechte wijn - leur
slechte woning hut, kot, krot
slechten afbreken, effenen, egaliseren, ontmantelen, slopen
slechter - minder
slechtheid arg, boosheid, immoraliteit, kwaad, ondeugd, verdorvenheid
slechthorend doof
slechthorend iemand - dove
slechts alleen, eniglijk,enkel, louter, maar
slechts één etmaal durend eendaags
slechtweg - eenvoudig
sle(d)e ar, arre, bob, prikslee, tobogan
sleden arren
sledesport - rodelen
slee sleedoorn
slee bot, stomp, stroef, wrang
sleeboom - sleien, trekkebek
slede zie: slee
sleedoorn kwets
sleef - (pol)lepel
slee met prikkers - prikslee
sleep aanhang, gevolg, karavaan, optocht, staart, stoet, trein
sleepanker dreg
sleepboot sleper, traeiler
sleepgraver - drafline
sleephelling overtoom
sleepkabl - strang
sleeplijn dragline
sleepnet kor, tiras, trawl, treil, wade
sleepruim slei
sleepschip - aak
sleepschop - graafmachineschraper
sleeptouw, op - nemen - meeslepen
sleeptouw, op - houden - paaien
sleepvoeten - sloffen
sleepzak kuil
sleerijden arren
sleeschuit - ijsboot
Sleeswijk-Holstein, hoofdstad van - Kiel
Sleeswijk-Holstein, zeepolders in - marschen
sleet glee, slijtsel
sleetje rijden - arren
sleets slordig, versleten, verslijtend, wrak
sleeuw loom
slef pantoffel
sleffer pantoffel, slipper
sleg hamer
slegel - staak
slegge hamer, slei
slemp brasserij, koffie, smulpartij
slempen brassen, smullen, zuipen, zwelgen
slemper brasser, smuller
slemperij braspartij, brasserij, gelag, orgie, smullerij, smulpaperij, zuippartij, zwelgerij
slempmaal - orgie
slenk - geul, greppel, plas,sleuf, slootje
slenter flard, list, streek, uitvlucht
slenteraar flaneur, straatslijper
slenteren - flaneren, sloffen
slentergang - sleur
slepen sleuren, trekken, zeulen
slepen van een schip door middel van sloepen boegseren
slepend chronisch, langzaam, log, loom, lijmerig, ijzig, pesante, traag
slepend (muz.) lento
slepend houden - traineren, rekken
slepend lopen sjokken, sloffen
slepend, zwaar pesante
sleper koetsier, penseel, sleepboot, vervoerder
sleperswagen camion
sleping helling
sleping (muz.) loopje, triller
slet del, flard, lap, prostituee, slons, snol, veenbagger, vod
slet of del sloerie
slets muil, pantoffel
sletsen - sloffen
slettig haveloos
sleuf geul, gleuf, groef, kerf, slenk, uitholling, voor, vore
sleur gebruik, gewoonte, routine, slender, usance
sleuren slepen, togen, sollen
sleutel clavis, lips, loper, oplossing, tandel
sleutelaar - knutselaar
sleutel op notenbalk chiave
sleutelbeen - clavicula
sleutelblad - baard
sleutelbloem - primula
sleutel bloemige aurikel, cyclamen, guichelheil, melkkruid, penningkruid, primula, waterviolier, wederik
sleuteldeel - baard, pijp
sleutelen - knutselen
sleutelstad Leiden, L.B.
sleuven kerven
slib bagger, bezinksel, blubber, schor, slijk, slik
slibachtig modderig, slijkerig
slibber blubber, slijk
slibberen - slippen
slibberig glad, glibberig
sliglaag, bovenste in de Wadden - blets
slichten afgraven, gelijkmaken, gladmaken, slechten
slidderen - (uit)glijden
slieren glijden, slepen, sleuren, slingeren
sliert reeks, ris, rist, rij, slier
sliet paal, rekhout
slijk bagger, blubber, drek, modder, prut, slib(ber), slik, vuil
slijkachtig modderig
slijkgeus - contra-remonstrant
slijkgras - spartina
slijkgroen - limosella
slijkig - modderachtig
slijkspringer - springgrondel
slijkstroom lahar, ribine
slijk uit sloot slat
slijkvis - smeerling
slijkvulkaan - maccaluba, sals
slijm mucus, spuwsel
slijmbal - slijmerd
slijmbeursontsteking - bursitis
slijmdeel fluim
slijmdiertje amoebe
slijmen pluimstrijken, strooplikken
slijmerig glibberig, kruiperig, onderdanig, week
slijmerige klei slemp
slijmerig vocht kwijl, snot
slijmjurk pluimstrijker, vleier
slijmvis - botervis, magge, puitaal, zeewolf
slijmvliesontsteking (neus)-katar, spruw
slijmvlok fluim
slijmzwam - myxomycrtum, runbloem
slijpbewerking - honen
slijpen aanzetten, fijnmaken, polijsten, scherpen, spitsen, wetten
slijplak grondvernis
slijpmiddel abrasiet, diamantin, slijpplank, slijpsteen, strekel, wetstaal, wetsteen
slijppoeder amaril, slijpsel, smergel
slijpsel slijppoeder
slijpsteen amaril, wetsteen
slijpvlak - facet
slijpvorm van een diamant - baguette
slijtachtig sleets
slijtage afslijting, aftakeling, sleet, slijting
slijten afdragen, doorbrengen, roesten, scenken, verkopen
slijter debitant, verkoper
slijterij drankwinkel, saloon, wijnhandel
slijting - slijtage, vlasoogst
slijtplek gaal, glee
slik bagger, modder, prut, slib, slijk
slik, begroeide - schor
slikhout - kesp, kesje
slikken accepteren, baggeren, golzen, slokken, tolereren, verkroppen
slikker - veelvraat
slikmus - oeverloper
sliknat doornat, druipnat
slikop -veelvrat
slikopruimer - veegmachine
slim afgericht, arg, behendig, berekend, betjoegd, bijdehand, diplomatiek, doortrapt, gehaaid, gemeen, geslepen, gevat, glad, gewiekst, gis, goochem, handig, intelligent, leep, link, listig, loos, olijk, pienter, scherpzinnig, schrander, sluw, snedig, snugger, spits(vondig), uitgekook, uitgerekend, uitgeslapen, vindingrijk, wakker
slim, (volksterm) - link
slim bedenksel fint, list
slim beest dolfijn, vos
slim en sluw leep, link
slim en uitgeslapen - kien
slimheid list, sluwheidstreek, treek, truc
slimme streek - advocatenstreek, advocaterij, list, treek
slimme viervoeter poedel, vos
slimme vondst list
slimme zet treek
slim mens - vos
slimmerd goochemerd, guit, leperd, olijkerd, slimmerik
slimmerik goochemerd, linkerd
slimmigheid foef, list, slimheid, truc
slinger draai, guirlande, pret, zwaai, zwengel,
slingeraap - ateles
slinger, bepaald soort - compensatieslinger
slingerdans - cramignon
slinger van bloemen festoen
slingeren bengelen, bungelen, gooien, rondzwerven, schommelen, slieren, zwaaien, zwieren
slingerende rivierloop meander
slingeren rond een evenwichtstoestand - libratie
slingering oscillatie
slingerklok pendule
slingerkiel - komkiel
slingerlamp hanglamp
slingermachine - centrifuge
slingerplant betel, boon, hop, kamperfoelie, liaan, liane, sirih, winde, wingerd
slingerplant in Azië betel
slingerproefnemer Toucault
slingerstok werpstok
slingertrap wenteltrap
slingeuurwerk cartel, pendule
slinger van loof - guirlande
slingerverband - funda
slingerwerktuig katapult
slingerwijdte amplitudo
slinken inkrimpen, kelderen, minderen, verminderen
slinks achterbaks, arglistig, bedrieglijk, bedrieglijk, doortrapt, geniepig, oneerlijk, ongemerkt, stiekem, stiekum, sluw, tersluiks, vals
slinkse streek - afleidingsmanoeuvre
slinksheid bedriegerij
slip insnijding, onderbroekje, spleet, split,
slip of the pen verschrijving
slip of the tongue verspreking
slipjacht - vossenjacht
slipjas pandjesjas
slipje onderbroekje
slipje of zwembroek tanga
slip-over - truivest
slippen - doorslaan, ontsnappen, schampen, schuiven, uit(glijden), wegglijden
slipper muiltje, pantoffel
slippertje escapade, uitstapje
slissen lispelen
slobbe- slobeend, vaatdoek, voorschot
slobber koffie, slib, slons, varkensvoer, veevoer
slobberen drinken, lebberen,morsen
slobberig - slap, slordig, vuil
slobbig kwabberig, slap, slordig
slobkous get, gette, jet, spat, wagge
slochter vaargeul
slodder - slet
slodderachtig duf, muf, slordig, vies, vochtig
sloeber schoelje, slokop, smeerlap, stakker, sukkel, vlegel
sloef - voorschoot
sloep barkas, giek, pinas, roeiboot
sloepenstang - davit
sloep van een oorlogsschip labberlot
sloerie del, dweil, slet, slons
sloester - bolster
slof briket, danswijze, dof, druilerig, laks, lauw, lijs, muil, nalatig, pantoffel, traag, treuzelaar, uitgesleten, voetwarmer
sloffen slepen
sloffig achteloos, druilerig, laks, lui, nalatig, traag
slofje broodje, pampoesje
slof of schoen - muil
slogan leuze, slagzin
slöjd handenarbeid
slok borrel, dronk, slurp, teug
sloka, soort - anustubh
slokachtig - gulzig
slokdarm oesofagus
slokje - nipje
slokken gulpen, slikken, zwelgen
slokkerd gulzigaard
slok op eetwolf, gilzigaardschrok,sloeber, veelvraat, vreetzak,
slok op een borrel veel
slome sukkel
slomp buitenkansje, wisselvallig
slonde afgrond
slonk doortrapt, loos, slim
slons del, flard, lellebel, slet, slodder(vos), sloerie, Kea, Keja, totebel
slonsachtig slordig
slonzen - kladden
slonzig - haveloos, slordig
slonsachtige vrouw - del
sloof boezelaar; dekbalk,overschort, stakker, tobber, voorschoot
sloom dromerig, duf, futloos, inert, krachteloos, langzaam, laks, lui, lijzig, ongeanimeerd, saai, slap, suf, traag, vervelend
sloom en traag laks
sloomheid - sufheid
sloop afbraak, omkleedsel, overtrek
sloopbeitel breekijzer
sloot afwatering, delf, gouw, grebbe, greppel, laak, riviertje, stroompje, vliet, watergang, wetering
slootdier kikker
slootgraver delver
slootje greppel, slenk
slootmus - rietgors
slootplank vlonder, vonder
slootriet dakriet, dekriet
slop armenbuurt, glop, impasse, keerweer, steeg, straatje, vaargeul
slopen afbreken, amoveren, moeren, neerhalen, omverhalen, ondermijnen, rampeneren, slechten, stukslaan, uitputten, vernielen, verpesten, verteren, wegbreken, verwijderen
sloper - afbreker
sloperswerkplaats - sloop, sloperij
sloping - vernietiging
slordevos dant, morsebel, sloddervos, slons, totebel
slordig - achteloos, armoegig, haveloos, knoeierig, liederlijk, nalatig, negligent, nonchalant, onachtzaam, onnauwkeurig, onnet, onooglijk, onordelijk, onverzorgd, ordeloos, rappig, roffelig, ruw, sleets, slobberig, slonsachtig, slonzig, todderig, vervallen, wanordelijk
slordig schrift gekrabbel
slordige vrouw del, flodder, kladdeboter, morsebel, sloddervos, sloerie, slons, sloor, totebel
slordigheid onachtzaamheid, haveloosheid,onnetheid
slordig iemand sloddervos
slordig wijf totebel, morsebel
slorp opslurping
slorpen - lurken
slot afloop, afsluiting, besluit, deursluiting, eindcijfer, einde, end, finale, finisch, grendel, grond, knip, reden, saldo, sluiting, toestand, uiteinde, uitkomst, uitslag, vesting, zin
slot - zie ook, burchten, kastelen, vestingen
slot bij Amerongen Zuylensteijn
slot bij Arnhem Rosendael
slot bij Bemmel Doornenburg
slot bij Boxtel Stapelen
slot bij Breda Wolfslaar
slot bij Breukelen Nijenrode
slot bij Deil Bulgersteijn
slot bij Delden 't Wickel
slot bij De Steeg Middachten
slot bij Doetinchem Slangenburg
slot bij Gorkum Loevestein
slot bij Haarzuilen De Haar
slot bij 'sHeerenberg Bergh
slot bij Heino Nijenhuis
slot bij Lage Vuurse Drakensteyn
slot bij Loosdrecht Sijpesteijn
slot bij Muiden Muiderslot
slot bij Otterlo St. Hubertus
slot bij Renkum Doorwerth
slot bij Santpoort Brederode (ruïne)
slot bij Tegelen Holtmühle
slot bij Tiel Soelen
slot bij Vaassen Cannenburgh
slot bij Vorden Wildenborch, Hackfort, Onstein
slot bij Wijk bij Duurstede De Kieftenkamp
slot of burcht kasteel
slot of einde afloop
slot of kasteel burcht
slot van een lied naspel
slot van een muziekstuk - coda, finale
slot van gebed amen
slotbewoner - kasteelheer, kastelein
slotconclusie eindoordeel
sloteffect apotheose
slotenmaker smid
slotgedeelte finale
slothaak - loper
slotheer - burchtheer, drost, kasteelheer, kastelein, slotvoogd
slotklinker - eindklinker
slotletter eindletter
slotopener loper, sleutel
slotplaat kram
slotplein binnenplaats, binnenplein, voorplein
slotrede epiloog, narede, nawoord, peroratie
slotsom besluit, conclusie, eindgevolg, einduitkomst, konklusie, uitkomst
slotstuk apotheose, finale
slottoneel apotheose
slot van een lied naspel
slot van een gebed amen
slot van miziekstuk - finale
slotvers districhon, epode,slotzang
slotvonnis einduitspraak, eindvonnis
slotvoogd drost, kastelein, slotheer
slotwedstrijd - eindstrijd
slotwoord amen, epiloog, narede
slotzang eindzang
slotzuster - non
sloven beulen, ploeteren, tobben, wurmen, zwoegen
Slovenië, hoofdstad van - Ljubljana
Slovenië, rivier in - Drava, Sava, Soca
Slowakije, hoofdstad van - Bratislava
sluier - floers, lamfer, mantilla, rouwfloers, voile, waas, wa, wade, wijl, wijle
sluier of overkleed van een Arabische vrouw haik
sluiereffect fäding
sluieruil - kerkuil, torenuil
sluif foedraal, gleuf, groef, huls, kluut, vingerling
sluik - heimelijk, plataf hangend, gladaf, (neer)hangend, ongemerkt, verholen
sluiken smokkelen, verklikken
sluiker - smokkelaar
sluikgoed - contrabande, smokkelwaar
sluikhandel smokkel, smokkelarij
sluim erwtenpeul
sluimen gappen, loeren
sluimer - slaapje
sluimeren dutten, doezelen, dommelen, slapen
sluimerend latent
sluimerig dommelend, slaperig
sluimering - dutje, slaapje, tukje
sluimerrol slaapkussen
sluipdeurtje achterdeurtje, klinket, vestingpoort je, uitvlucht, winket
sluipend voortbewegen kruipen, tijgeren
sluiper indringer
sluiphaven - vooronder
sluipkever - meeltor
sluipmoordenaar bravo, doder, sniper
sluipmoordenaar bravo (It.)
sluipschutter - moordenaar
sluipswijze - tersluiks
sluip, ter - verholen
sluipveest - kousevoeter
sluipvliegen - tachinidae
sluis duiker, kolk, schutkolk, sas, spui, verlaat, zijl
sluis, deel van en - achterkar, broekbalk
sluisdeur ebdeur, schutdeur, vloeddeur
sluisdeurtje rinket
sluiskamer - schutkolk
sluiskolk sas
sluispoortje - sas
sluistocht vaarsloot
sluis voor schepen - doorvaart
sluiswachter - sasmeester, sasser, sessenier
sluit alles in - al, geheel
sluit alles uit niets
sluit niets uit alles
sluitband hoepel
sluitbeugel haak, knip
sluitboom hamei, klink, overval
sluitboom aan poort klink
sluitbout overval
sluitdeel van een fles kurk
sluitdeksel - klep
sluiten aangaan, be(ëindigen), dichtdoen, dichten, dichtgaan, dichtmaken, dichten, eindigen, grendelen, luiken, passen, toedoen
sluiten de ramen af - ruiten
sluithaak aan boek krap
sluitijzer grendel, klink
sluiting deksel, drukker, gesp, grendel, haak, hangslot, klep, klink, knip, knoop, luik, opheffing, rits, schalm, slot
sluiting van brandkast letterslot
sluiting van een broek gulp, rits
sluiting van een jas knoop, rits
sluiting van een kist - deksel
sluiting van een riem - gesp
sluitrede epiloog, narede, redenering, syllogisme
sluitrede, valse - sofise
sluitregel - refrein, slotrijm
sluitschalm - harp
sluitspeld veiligheidsspeld
sluitspier - sfincter
sluitstaaf van een raam espagnolet, spanjolet
sluitsteen sluitstuk
sluitsteen van een metsellaag - klesoor, klezoor
sluitstuk bouterolle, sluitsteen
sluitteken - punt
sluittoestel - grendel
sluitijzer - grendel, klink
sluizen schutten
slump - koersdaling
slungel bonenstaak, klungel, lange, lijs, lurk, schlemiel, slamier
slungelig - lijzig
slurf pijpenla, snuit, tromp
slurfdier - Manmoet, olifant, proboscodeum
slurfdragende - slurfdieren
slurp slok, teug
slurpen drinken, zuipen
sluw achterbaks, arg, arglistig, betjoegd, doortrapt, geniepig, geraffineerd, geslepen, gevat, gewiekst, glad, goochem, leep, link, listig, loos, pienter, schrander, slim, slinks, snugger, uitgekookt, uitgeslapen
sluw en slim leep en link
sluw meisje heks
sluw mens leperd, rat, vos
sluwe handeling - streek
sluwe kamerdienaar - figaro
sluwe kerel rat, vos
sluwe streek - list, reinardie, treek
sluwe trek kneep
sluwe vondst list
sluwheid doortraptheid, finesse, geslepenheid, gewiekstheid, list, listigheid, loosheid, raffinement, reinardie, slimheid, slimmigheid, uitgeslapenheid
sluw iemand leperd, rat, vos
smaad affront, bejegening, belediging, bespotting, eerroof, hoon, laster(ing), oneer, schande, sneer, spot
smaad tegen beter weten in laster
smaadschrift libel, pamflet, schotschrift
smaak aroma, eetlust, geest, genot, genre, goesting, goût, keus, kunstzin, lust, meug, mode, neiging, schoonheidsgevoel, trant, trek, voorkeur, welbehagen
smaakje bijsmaak, toevoegsel
smaakknoppen, samenstel van - papil
smaakorgaan papil, tong
smaakstof essence, kruiden, specerij
smaakt best lekker
smaakvol chic, elegant, geestig, keurig, mooi
smacht, op de - lopen - klaplopen
smachten begeren, dorsten, haken, hunkeren, reikhalzen, smoren, snakken, vergaan, verlangen, wegkwijnen, (ver)zuchten
smachtend begerig, dorstig, kwijnend, verlangend
smadelijk beledigend, honend, kwetsend, onterend, vernederend
smadelijk bejegenen - beschimpen
smadelijke bejegening belediging, hoon
smaden beledigen, beschimpen, honen, kwetsen, smalen, verachten, vernederen
smadend beledigend, honend, schamper
smak bons, buiteling, dreun, klap(zoen), plof, slag, val
smakelijk aangenaam, aantrekkelijk, begeerlijk, fijn, heerlijk, lekker, perfect, smeuïg, zalig
smakeloos banaal, boers, flauw, laf, lelijk, ordinair, saai,
vervelend
smakeloosheid lafheid, onsmakelijk, vies
smaken - bevallen, nuttigen, proeven
smakken dreunen, gooien, kwakken, smekken, smijten
smakkerd kus, zoen
smakwater - slagzee
smal bekrompen, benepen, dun, eng, fijn, gering, iel, klein, mager(tjes), nauw, onaanzienlijk, schriel, tenger
smal bloembed - border, rabat
smal boordsel - bies
smal bruggetje - steg, vonder
smaldeel - eskader, onderdeel
smaldelen - onderverdelen, splitsen
smal diep water geul
smaldoek - vlag
smalen beschimpen, honen, smaden, schimpen
smalend schamper
smal en klein nauw
smal en kort - klein
smal en puntig - spichtig, spits
smal en recht rank, slank
smal en slank mager
smal en tenger - rank
smal gewelf boog
smalhart lancetvis
smal koord voor schoenen - veter
smal linnen smaldoek
smal paadje - hazenpad
smal slootje grep, grup
smal stilstaand water kreek
smal straatje slob, steeg
smal stromend water beek
smal stuk hout lat
smal stuk ijzer strip
smalstuk land - repel
smal stuk leer riem
smal stuk papier reep
smal stuk textiel band, lint
smal water beek, grep, kreek, sloot, wetering
smal stuk weefsel lint
smal uiteinde kapje, spits, tip
smal visnet zegen
smal water kreek, sloot, wetering
smal waterloopje beekje, greppel, kreek, sprank, spreng
smal weefsel - lint
smal weggetje pad, steg
smal zeilschip klipper
smalle band lint
smalle brug vlonder, vonder
smalle diepte geul, grebbe, greppel, voor
smalle doorgang engte, gangpad, pad
smalle dunne lat richtel
smalle gang steeg
smalle hoge voetbrug vonder
smalle inham - kreek
smalle landverbinding istmus, landengte
smalle lange lap - reep
smalle lat tengel
smalle loopbrug - passerelle
smalle onderzeese rug rif
smalle ondiepte - klip, rif
smalle ondiepte langs het strand - zandbank
smalle opening kier, reet, richel, sleuf, spleet
smalle opstaande rand richel
smalle plank lat, plint, rachel, rachter, tengel
smalle rand of lijst richel
smalle reep stof bies
smalle schop spade
smalle sloep - giek
smalle sloot grep, grebbe, grup
smalle stof lint
smalle straat pad, steeg, slop
smalle strook reep, repel, rib, strip
smalle strook land tussen twee vastelanden landengte
smalle strook leer riem
smalle strook papier reep
smalle strook weefsel - lint
smalle stroom beek
smalle vaan wimpel
smalle vaargeul kreek
smalle verbinding tussen twee vastelanden - landengte
smalle verhoging ribbel
smalle voetweg - pad
smalle voor greppel
smalle weg - pad, ste(e)g, straatje
smalle weg over een berg col, pas, zadel
smalletjes mager, schraal(tjes), sober,
smalneuzige aap baviaan, chimpansee, gibbon, gorilla, hondsaap, mandril, meerkat, mensaap, orang oetang, slapstaart
smalt kobaltglas
smalte - engte
smaragd esmerald, esmeraud
smaragdkleur - groen
smarotsen - klaplopen, schransen, smullen
smart droefheid, grief, kommer, kwel, hartzeer, leed, pijn, rouw, verdriet, wee, zielenleed
smartegeld schadeloosstelling
smartelijk bitter, droef, jammerlijk, navrant, nijpend, penibel, pijnlijk, schrijnend, treurig, triest, verdrietig
smartelijk (muz.) dolorosa , doloroso
smartelijk gevoel gemis
smartelijk gevolg nawee
smartelijke ervaring - grief
smartelijke gewaarwording pijn
smart hebben lijden
smartig - ontvelt, open
smartlap levenslied
smart of rouw leed
smart voelen - rouwen
smeden aaneenwellen, bedenken, beramen, maken, ontwerpen, scheppen, uitdenken, vervaardigen, verzinnen, vormen
smederij - smidse
smedig buigzaam, kneedbaar, lenig, plooibaar, smeedbaar, smeu, smijdig, zacht
smeedbaar pletbaar, snedig
smeedbak smidskoelbak
smeedblok aambeeld
smeeg mager, schraal
smeegruis kolengruis, smeekolen
smeekbede petitie, smeekgebed, smeking
smeekgebed - smeekbede
smeeklied - litanie
smeekschrift klaagschrift, petitie, request
smeent - fluiteend
smeer angel, crème, kaarsvet, olie, ongel, pommade, reuzel, slaag, talg, talk, veeg, vet
smeerblad - dotterbloem, vetblad
smeerboel beestenstal, rommel, troep, zwijnenstal
smeergeld - omkoopsom
smeerkalk pleisterkalk
smeerkanis doerak, viezerik
smeerkruid bremraap, smeerwortel
smeerkwast, met de - lopen - pluimstrijken, vlijen
smeerlap patser, slioeber, smiecht, viezerik, vlegel, vuilik
smeerlapperij liederlijkheid, patjakker, smerigheid, verkwister, viespeuk, viezerd, vuil(ig)heid
smeerling poelvis, (rivier)grondel, slijkvis, weervis
smeermiddel - glyserol, silicon, smeersel
smeerpijp smeerpoets, vuilik
smeerpoets taddik, viespeuk, vuilik
smeerpunt - nippel
smeersel balsem, crème, linement, pasta, smeermiddel, smering, strijksel, talkzalf
smeersel op brood beleg, boter, jam, kaas, leverworst, margarine, marmelade, pasta, pindakaas, smeerkaas, smout
smeervloeistof olie
smeerwortel - hemelsleutel, symphytum
smeet klap, slag, worp
smeken bidden, soebatten, suppliëren
smekend verzoek bede, gebed
smekend vragen - bedelen
smekend woord bede
smeking aanroep, gebed, smeekbede
smelleken - dwergvalk, smerlijn
smele - deschampsia
smelt magma, zandaal, zandspiering
smelten dooien, vergaan, verkwijnen
smelten van sneeuw en ijs dooi
smeltend vervlietend, week
smelteig - sentimnteel, week
smeltglas email
smeltpatroon - zekering
smeltwaterafzetting esker, kame, oos
smeltziekte - smeul
smeren balsemen, invetten, kladden, klodderen, knoeien, oliën, strijken, vleien, weggaan, weglopen, zalven
smergel amaril
smergeltang - amarilhout
smerig beroerd, boos, ellendig, gemeen, goor, laag, morsig, olieachtig, oneerlijk, onfatsoenlijk, onnet, onrein, schandelijk, schunnig, vals, vettig, vies, vuig, vulgair, vuns, vuil, vunzig, weerzinwekkend
smerig en grof gortig
smerige reuk stank
smering - smeersel
smeris agent, bink, diender, juut, klabak, politieagent, tuut
smet blaam, blamage, klacht, klad, ontsiering, schande, schandvlek, smeur, spat, vlek, vuil
smets - flauw, lag
smetstof virus
smetteloos blank, helder, kuis, onbevlekt, rein, schoon, vlekkeloos, zuiver
smetten bemorsen, bevlekken, smoezelen, vuilmaken
smetten,van de huid - intertrugo
smeuig - lekker, lenig, smakelijk, snijdig
smeulen blakeren, broeien, veinzen, vunzen
smeur feil, gebrek, smet
smeuren bemorsen, bevlekken, bezoedelen
smid - ijzerbewerker
smidse smederij
smidsgereedschap - aambeeld, blag, hamer, koel(bak), tang
smidshaard eest, ast
smidshamer - voorhamer
smidsterm - aanstuiten, stuiken
smidswinkel - smidse
smiecht smeerlap, viezerik, vuilak
smieg handig, lenig, smijdig
smient fluiteend
smiezen smullen, schransen
smijdig lenig, smeu, smeuig, smieg
smijt klap, smak, worp
smijten gooien, keilen, kelderen, kwakken, lazeren, pleuren, schieten, smakken, trappen, werpen
smijter - gooier
smijtfilm slapstick
smikkelaar - smulpaap
smikkelen eten, smullen, snoepen
smodde morsschort, slab, slabbetje,
smoddervis - zeelt
smoel aangezicht, babbel, bakkes, bek, facie, gelaat, gezicht, grimas, mond, muil, porem, tetter, toet, waffel
smoelwerk - aangezicht
smoes aardigheid, grap, klets, praatje, uitvlucht, vertelsel, verzinsel, voorwendsel
smoesje pratje, trucje, uitvlucht
smoezelen - smetten
smoezelig beduimeld, goor, grauw, groezelig, onfris, smerig, vettig, vies, vuil
smoezen femelen, kletsen, soebatten
smoezig groezelig, smotzig
smog mist, nevel
smok - (klap)zoen
smoken dampen, roken, walmen
smoker roker
smokerig rokerig
smoking avondkostuum, galakostuum, herenjas
smokkel - sluikerij, sluikhandel
smokkelaar lorder, pungelaarsluiker
smokkelarij sluikhandelsmokkel
smokkelen bedriegen, frauderen, ontduiken, sluiken, spieken, wegmoffelen
smokkeltje - spiekbriefje
smokkelwaar - contrabande, sluikgoed
smokken - dampen, kussen, walmen, zoenen
smook damp, mist, nevel, rook, walm
smoor damp, nevel, rook, walm
smoorheet - snikheet
smoorklep - choke
smoorvol eivol, stampvol, tjokvol
smoren dampen, dempen, doven, onderdrukken, roken, smachten, uitdoven, (ver)stikken, walmen, wurgen
smorig dampig, nevelig
smörrebröd - smorgas
smorzando (muz.) wegstervend
smots dweil, slet
smotzig - groezelig, smerig, smoezelig, vuil
smousen - bedriegen, sjacheren
smouserij bedrog
smout - reuzel
smout(ter)ig - vettig
smuiger - bedrieger, gluiper
smuik mist, nevel
smuilen - glimlachen
smuk opschik, sier(aad), tooi
smukken sieren, tooien, versieren
smul - brasserij
smulbroer gastrofiel, gastronoom, gourmand, lekkerbek, likkebaard, smikkelaar, smulpaap
smullen lekkerbekken, slempen, smiezen, smikkelen, snoepen
smuller brasser, drinker,lekkerbek, slemper
smullerij gastronomie
smulpaap zie: smulbroer
smulpartij brasserij, slemppartij
smurrie bagger, drek, modder, vuil
Smyrna - Izmir
Smyrna, inwoner van - Smyrnioot
snaai voordeel, winst
snaaien kapen, pikken, rampassensnoepen, snuffelen, stelen, wegkapen, wegnemen, wegroven
snaak bengel, clown, deugniet, gast, gezel, grapjas, grappenmaker, guit, klown, kwant, kwajongen, kwibus, leukerd, nar, olijkerd, ondeugd, potsemaker, rakker, rekel, schalk, schavuit, schelm, snuiter, vent
snaaks boertig, grappig, guitig, kluchtig, koddig, komisch, luimig, olijk, ondeugend, spotachtig
snaakshoofd - kabouter
snaar draad, meisje, pees, schoonzuster
snaarderij - prulleboel, rommel
snaarinstrument -
3 bas, cel
4 harp, lier, luit
5 banjo, benta, cello, citer, gamba, piano, viool
6 dombra, gitaar, spinet
7 bandola, cembalo, chrotta, mandola, pianola, vleugel
8 bandoera
9 balalaika, contrabas, mandoline, violoncel
10 clavichord
11 klavecimbel
12 clavichordum
snaarinstrument, Antilliaans - benta
snaarinstrument met klavier - piono(la)
snaarschijf poelie
snabbel bek, mond, bijverdienste
snabbelen snateren, tateren
snack hap, snap, snik, zucht
snackbar cafetaria, snelbuffet
snak - beet, hap, snap, snik, zucht
snakerig boertig, komiek, komisch
snakerij boert, gein, luim
snakken begeren, haken, happen, reikhalzen, smachten, verlangen
snap - hap, laatvlijm, lancet, snak, snik
snaper - naaldvis, sneper, zeepaardje
snaphaan geweer
snappen arresteren, babbelen, begrijpen, betrappen, bevatten, doo0rzien, grijpen, happen, inzien, pakken, praten, vatten, vertellen voelen
snapper - babbelaar
snaps borrel, jenever, oorlam, snevel, sterkedrank
snaps of borrel - neut
snapshot kiekje, momentopname
snar bits, scherp, stekelig, taai, venijnig
snarenophouder bij viool kam
snarenspanner schroef
snarenspeeltuig - Banjo, citer, gitaar, harp, lier, mandoline
snarig - geestig, snedig
snarren bluffen, kijven, pochen
snars jota, sikkepit
snater babbel, bek, klepper, kwebbel, mond, neb, snavel, snuit, tater, waffel
snateraar - babbelaar
snaterachtig babbelachtig
snaterbek - babbelkous
snatereend - krakeend
snateren babbelen, kakelen, kletsen, kwaken, kwebbelen, snabbelen, tateren
snauw grauw, uitval
snauwachtig bits, boos, kijfzuchtig
snauwen bekken, bijten, grauwen,
snauwerig - bits, boos, kijfachttig, nors
snavel bek, neus, neb(be), snater, sneb, snuit, vogelbek, waffel
snavelbies - rhynchospora
snaveldier vogelbekdier
snavelkrokodil gaviaal
snavelvormig - rostraal
sneb - bek, snavel, waffel
snebben - kakelen
snebbig snibbig, vinnig
snede coupe, inkeping, insnijding, jaap, kartel, kerf, kwetsuur, letsel, plak, schijf, snee snijwond, snit, vorm, wond(e)
snede brood - boterham
snede gras zwad
snedegelijk isotomisch
snede van een boek bespikkelen jasperen
snede van een mes - meskant
snedig adrem, alert, geestig, gevat, gewiekst, handig, kernachtig, puntig, raak, repartie, scherp(zinnig), schrander, slagvaardig, slim, scherpzinnig, vlug, vaardig, vlug, zinrijk
snedig antwoord repartie, riposte
snedigheid gevatheid, schranderheid
snee inkeping, inkerving, insnijdingjaap, kerf, kloof, meskant, (snij)wond, spleet, verwonding, wond
sneep kommel, neusvis, steenmeeuw
sneer hatelijkheid, hoonlach, kwinkslag, scherts
snees bedrieger, heler
sneetje flistertje, wondje
sneetje brood met ei - uitsmijter
sneeuw blankheid, grijsheid
sneeuw, overjarige - fi(e)rn
sneeuwbal - viburnum
sneeuwbank - sastrugie
sneeuwhoen - lagopus
sneeuwhut van een Eskimo iglo
sneeuwijs firn
sneeuwjacht blizzard
sneeuwkleed lijkwade
sneeuwklokje - galanthus
sneeuwlaag, bevroren - harst
sneeuwmaand - nivose
sneeuwman sneeuwpop
sneeuwpanter - irbis
sneeuwputter sneeuwgors
sneeuwschaats ski
sneeuwschoen ski
sneeuwsport - skiën, sleeën
sneeuwstorm barber, blizzard, sneeuwjacht
sneeuwstorm in Rusland - boeran, burran
sneeuwstorting lawine, sneeuwval
sneeuwvogel pestvogel, sneeuwgors
snel aldra, allegro, alras, cito, dadelijk, dra, fluks, gauw, gehaast, gezwind, haastig, ijlings, kwiek, levendig, overijld, prestó, prompt, pront, rad, rap, ras, schielijk, spoedig, spoorslags, subiet, vliegensvlug, vlot, vlug, weldra
snel (muz.) allegro, presto
snel bewegen scheren, schieten
snel draaien tollen
snel kwaad driftig, opvliegend
snel loopje gangetje, sprintjevaartje
snel lopen aan(benen), draven, hollen, racen, rennen, snellen, sprinten
snel oorlogsvaartuig - korvet
snel ontploffend brisant
snel praten ratelen
snel verbreidende ziekte epidemie
snel verslijtend sleets
snel voorbijgaan vliegen
snel voortdrijven aanjagen, aanzetten
snel zeilende één master - kotter
snel zeilende tweemaster - brigantijn
snel zeilende driemaster klipper
snel zeilschip brigantijn, feloek, karveel, klipper
snelbakoven - magnetron
snelbinder bagageriem
snelblusser schuimblusapparaat
snelboot motortorpedoboot
snelbuffet cafetaria, snackbar
sneldicht epigram, puntdicht
snelheid gang, gezwindheid, haast, pace, radheid, rapiditeit, spoed, tempo, vaart, vitesse, vlugheid
snelheid van de wind windsnelheid
snelheidsmaat knoop
snelheidsmaniak kilometervreter, snelheidsduivel
snelheidsmeter spedometer, tachograaf, tachometer
snelheidsmeter van schip log
snelheidswedstrijd race, sprint
snelheid van lopen draf, gang(etje), ren, spurt
snelkookpan drukpan, hogedrukpan, pressurecooker
snelle aanval raid
snelle afwisseling van twee tonen - triller
snelle beweging bij het schermen uitval
snelle dans foxtrot, wals
snelle draai pirouette
snelle draf galop, race, ren, run, sprint
snelle gang draf, galop, ren, run, vaart
snelle greep snap
snelle hap greep, snap
snelle korte ren - sprint
snelle loop draf, galop, looppas, race, ren, sprint
snelle overval inval, raid
snelle ren - draf, race, sprint, spurt
snelle rilling - huivering
snelle toonwisselingen triller
snelle vlucht hazenpad
snelle voortgang haast, spoed
snelle wending pirouette, volte
snellen benen, lopen, draven, haasten, hardlopen, hollen, ijlen, jagen, racen, rennen, vspoeden, liegen, spurten, vliegen
sneller dan het geluid - hypersoon, supersonisch, supersoon
snelloop - sprint
snelschrift brachygrafie, steno(grafie)
snelschrijven stenograferen
snelschrijver - stenograaf, tachygraaf
sneltrein expres, intercity, sprinter, T.E.E., Rheingold
snelvarend zeilschip in Middellandse zee - feloek
snelverkeersweg autobaan, autostrada
snelvurend kanon - pompom
snelvuurwapen mitrailleur
snelwandelen aanbenen
snelweg autobaan, autoweg
snelzeilend schip klipper
sneren honen, schamperen, spotten
snerken knetteren, schroeien, sissen
snerpen branden, krijsen, schrijnen, snijden, striemen
snerpend - snijdend
snert - erwtensoep, rot, waardeloos
sneu hard, jammer, spijtig, teleurstellend, teleurgesteld,
sneukelen - snoepen
sneuvelen omkomen, sneven, sterven
snevel jenever
sneven omkomen sneuvelen, sterven
snezen helen, kapen, ophopen, wegnemen
snibbig bits, kattig, kwaad, nors, stekelig, vinnig
snibbige vrouw of meisje snibbe
snibbigheid vinnigheid
sniffen huilen
snijbiet - beetwortel
snijboon aparte, rare, zonderling
snijden couperen, fijnmakenkerven, lubben, snerpen, zagen
snijdend scherp, snerpend
snijden van miniatuurvoorstellingen - glyptiek
snijder - coupeur, kleermaker
snijdervogel - prinia, tjitji
snijgereedschap - mes
snijkamer ontleedzaal
snijkant van mes - neg(ge)
snijpunt kruispunt.
snijpunt van zes wegen zes sprong
snijriem - roeispaan
snijtand voortand
snijvlak - doorsnede
snijvlak van een stuk vlees - aansnit
snijwerktuig lancet, mes
snijwond jaap, snede, snee
snijzaal - ontleedzaal
snik hik
snikheet smoorheet
snikken huilen, schreien, snotteren, wenen
snip borrel, griet, grutto, insnijding, keep, kemphaan, kievit, kluit, knor, snede, wulp
snipachtige vogel - (steppenvorkstaart), griet, grutto, kluit, kluut, plevier, pluvier, wulp
snippeling - snipper
snippennet flouw
snipper flard, ietsje, reep(je), stuk
snipperbak prullenmand
snipperdag baaldag, vakantiedag, verlofdag, vrijedag,
snipstruis kiwi
snipwerk beuzelwerk
snirsen snerken
snit coupe, fatsoen, leest, model, snede, taille, vorm
snit of coupe - pasvorm
snob opschepper, parvenu
snode daad euveldaad
snoeftaal grootsprekerij, opschepperij, pocherij
snoeien afsnijden, inkorten, snoepen, wegknippen
snoeigoed - snoepgoed
snoeimaand februari, maart
snoeimes heep, hiep, sikkel
snoeischaar tuinschaar, snoeitang
snoeisel afval, slum
snoeitang papegaaisbek, papegaaienbek
snoeitijd snoeimaanden
snoek geep
snoekachtige zeevis - geep
snoekbaars - sander, zander
snoekenblad pijlkruid, waterlelie
snoekvis - esox, hondsvis, tandkarper, umbra
snoep bonbon, chocolade, drop, hopje, lekkerij, lekkers, toffee, ulevel, versnapering
snoepballetje - zuurtje
snoepen genieten, sabbelen, smikkelen, smullen
snoeperig aardig, beeldig, lief, schattig
snoeperij - lekkers, noga, nougat, zoetigheid
snoepeter - snoeper
snoepgoed bonbon, cake, chocolade, drop, gebak, hopje, karamel, koek(je), lekkernij, lekkers, lolly, noga, nougat, pepermunt, speculaas, suikergoed, toffee, ulevel, versnapering, zuurstok, zuurtje
snoeplustig snoepachtig, snoepzuchtig
snoer band, collier, draad, karkant, keten, ketting, koord, lias, lis, lus, lijn, reeks, sim, tali, touw, veter
snoer om papieren aan te rijgen - lias
snoer van hengel sim
snoer van brieven lias
snoeren strengelen, vastmaken
snoertje - nestel
snoerwormen - nemertinae
snoerzool sandaal
snoes dot, schat, liefje, lieverd, troel
snoeshaan - gezicht, mond, opschepper, rare, snoeter, snuit, toet, zonderling
snoet - facie, gelaat, gezicht, mond, snuit, toet
snoeven bluffen, brallen, geuren, grootspreken, opscheppen, opsnijden, pochen, pralen, pronken, zwetsen
snoever branie, blaaskaak, blagueur, bluffer, branie, dikdoener, geurmaker, grootspreker, kakelaar, opschepper, opsnijder, poen, pocher, praler, praalhans, praatjesmaker, schreeuwer, zwetser
snoeverij bluf, bravade, gepoch, grootspraak, opschepperij, opsnijderij, pocherij, rodomontade
snoezig aardig, allerliefst, beeldig, doddig, lief, lieftallig, schattig, snoeperig
snokken - snikken
snol hoer, lichtekooi, prostituée, slet, straatmeid, temeier
snollen snuffelen
snood arglistig, boos, boosaardig, erloos, gemeen, hard, ijfaam, kwaad, misdadig, schrandersinister, slecht, verdorven, zondig
snood verleider Mefisto
snoodaard boef, boosdoener, booswicht, gemenerik, onmens, onverlaat, schurk, schavuit, valsaard
snoodheid boosheid, slechtheid
snor knevel, moustache, neushaar, snorbaard
snorder koetsier, kramer, taxi, venter
snorfiets bromfiets, brommer
snorkel luchtpijpje, snuiver
snorken ronken, pochen, bluffen, grootspreken, snoeven, snurken
snorker pocher, snoever, zwetser
snorkerig pochend, poenig, opscheppend
snorkerij bravade, snoeverij
snorren betrappen, brommen, gonzen, pakken, ronken, snappen, speuren, spinnen, suizen, zoeken
snorrepijperij - prul(laria)
snot kippenzikte, neusvocht, snotziekte
snotaap - belhamel, rekel, snotjongen, snotneus
snotblok - boomkont
snotjongen - bengel, kwajongen
snotlap - zakdoek
snotneus blaag, bengel, druipneus, kwajongen, rekel, snaak, snotaap, snotjongen, vlegelnikken
notteren - huilen, schreien, s
snuf - geur, lucht, reuk, snuiftabak, trant
snuffelaar - pottenkijker
snuffelen neuzen, onderzoeken, rommelen, speuren, struinen, zoeken
snuffert gelaat, gezicht, neus
snufje iets, modeartikel, nieuwigheid, pietsie, pietsje, reukje
snugger bevattelijk, bij, bijdehand, levendig, pienter, schrander, slim, sluw, vlug, wakker
snuif - rapé
snuifje beetje, pries, prise
snuiftabak macuba, rapé
snuisterij bibelot,galanterie, prul,
snuit aangezicht, bek, facie, gelaat, gezicht, mond, neus, slurf, snoet, vlasafval
snuitaap - makaak, maki(bi), mangoe
snuit van olifant slurf, tromp
snuitdier mastodont, olifant, slurfdier
snuitdoek - zakdoek
snuiter gast, gezel, knul, kwant, kwast, kwibus, snoeshaan, vent, vogel, zonderling
snuitkever - bladroller
snuitkevers - curculionidae
snuitmot - crambus
snuiven - snuffe(le)n
snuivend brullen - briesen
snuiver junk, snorkel, stookhok
snuiving tocht, trek
snurken maffen, knorren, snorken, ronken
snurker maffer, ronker, slaper, snuiter
snurrevaad - zegen
so easy knijpbril
sobbelen strompelen, struikelen
sober arm, armoedig, bescheiden, eenvoudig, gewoon, ingetogen, karig, magertjes, matig, modest, nederig, ongekunsteld, onopgesmukt, schraal, schriel, spaarzaam, streng,
soberheid eenvoud,matigheid, nederihheid
sociaal maatschappelijk
Sociaal Economische Raad S.E.R.
Sociaal Democratische Arbeiders Partij S.D.A.P.
Sociaal economische Instelling - S.E.R.
Sociaal-revolutionairen, voorlopers van de narodniki
sosiale kring - millieu
sociale raad, voorloper van de - armenraad
sociale wetenschap - economie, sociografie, sociologie
Socialistische Federatieve Sowjet Republiek S.F.S.R., U.S.S.R.
Socialistischekleur - rood
Societatis Jesu S.J., jezuïet(en orde)
Société Anonyme SA, N.V.
Société anonyme Belge d'exploitation de la navigation aerienne - Sabena
sociëteit club, genootschap, gezelschap, soos
sociëteit van een studentencorps - N.I.A., PHRM, Minerva, Phoenix
socotra, hoofdstad van - Tamrida
soda natriumcarbonaat, natron
sodium - natrium
sodomiet - bogger
soebatten smeken, smoezen, vleien, vragen, zaniken
soelaas hulp, solaas, steun, troost, uitkomst, verlichting, vertroosting
Soedanese heerser - almani
Soedanees volk - Fulbe
Soedantaal - zie negertaal
Soefi-orde - tarika
Soefisme, lid van het - derwisj
Soela-eilanden, een der - Mangole, Soelabesi, Taliaboe
Soenda-eilandern, een der - Alor, Bali, Borneo, Celebes, Flores, Java, Lombok, Omba(a)i, Sumatra, Timor
soep potage, snert
soepbeen - mergpijp
soep, heldere - consommé
soepel buigzaam, flexibel, inschikkelijk, lenig, meegaand, meegevend, plastisch, plooibaar, toegevend, wendbaar
soepelheid plooibaarheid, meegaandheid, buigzaamheid, flexibiliteit, souplesse
soepel leer - saffiaan
soepgroente - brunoise, eppe, selderie, selderij
soepie - pleps
soepkom terrine
soepvlees bouilli, poulet
soepzootje mengelmoes, rommeltje, vleesafval
Soer Tyrus
soes dommel, dromer
soesa beslommering, drukte, last, moeite, omslag, ophef, poespas, rompslomp, spats, poespas,
soeverein onafhankelijk, oppermachtig, verheven, vorst
soevereine staat mogendheid
soevereiniteit heerschappij
soezen doezelen, druilen, dutten, mijmeren, slapn, suffen, uilen
soezerig dommelig, slaperig, suf, sufferig
sof afgang, fiasco, knudde, mislukking, slecht, strop, tegenslag, tegenvaller
sofa canapé, divan, ligbank, ottomane, rustbank
sofiekruid - fiekruid, vuurkruid
sofisme drogreden
sofisterij drogredenering, spitsvondigheid
sofistisch spitsvondig
soft rustig, zacht
sojakaas - tahoe, tofie
sojasaus - ketjap
soigneur verzorger
soigneus zorgvuldig
soiree avondpartij, raout
sojasaus ketjap
soja uit peulvrucht - ketjap
sok anklet, kous, mof, sukkel, valkenzak
sokkel postament, voetstuk, zuilvoet
sokophouder jarretel
sok voor heren anklets
solaas - verlichting
solanacee - aardappel, atopa, belladonna, bilzenkruid, bitterzoet, boksdoorn, dolappel, elfdrank, lycium, nicandra, petunia, physalis, solanum, tabak, tomaat, wolfskers
solanales - tubifloren
solarium zonnebad
soldaat - big, bombardier, cavallerist, dienstplichtige, grenadier, infanterist, kanonnier, krijger, krijgsknecht, krijgsman, legionair, marinier, milicien, militair, muskettier, piot, planton, poilu, recruut, rekruut, strijder, tirailleur, tommy,
soldaat, als van een - soldatesk
soldaat der eerste klasse éénpitter
soldaat die zijn opleiding beëindigd heeft filler
soldaatkoerier planton
soldaat onder Cromwell rondhoofd
soldaat te paard cavalerist, huzaar, kurassier, ulaan,
soldaat te voet - infanterist
soldaat van de lichting - milicien
soldaat van de paus zoeaaf
soldaat van een nieuwe lichting - recruut
soldaat zijn dienen
soldanella alpenklokje
soldaten krijgsvolk
soldatenbrood kuch
soldateneetgerei - mesting
soldatenkleding - tenue, tuniek, uniform
soldatenkost bonen, kuch, menage, rats
soldatenloon soldij, wedde
soldatenmuts baret, kepie, sjako
soldatenpak uniform
soldatenpet - sjako
soldaten raad sowjet
soldatenrugzak ransel
soldatenschoen kist(je)
soldatentas ransel, pukkel
soldatentent - legertent
soldatenverblijf chambree, bivak, bunker, kamp, kazemat, kazerne, legering, tent
soldatenvolk soldateska
soldaten werven - ronselen
soldatenwerver ronselaar
soldatesk militair, krijgshaftig
soldeer lasmetaal
soldeermateriaal - tin
soldeerwater - lorum
soldeerzout - amoniumzinkchloride
soldenier huursoldaat
soldij bezoldiging, gage, loon, salaris, soldatenloon, traktement, werkloon, zakgeld
solemneel plechtig
solfège solmisatie
solfer - lucifer, sulfer, zwavel
solidariteit saamhorigheid
solide betrouwbaar, degelijk, deugdelijk, duurzaam, eerlijk, flink, hecht, kredietwaardig, massief, ordelijk, sterk, stevig, vast
sollidee bonnet
soliditeit stevigheid, vastheid
sollissitant - dinger, kandidaat
solideetje bonnet, priestermuts
solideren - bevestigen
soliditeit betrouwbaarheid, degelijkheid, hechtheid, ordelijkheid, stevigheid
solist solozanger
soliste - zangeres
solistenvoordracht recital
solitair afgezonderd, eenzaam, enkel, kluizenaar, vrijgezel
sollen jonassen, plagen, slepen, sleuren, trekken
sollicitant dinger, kandidaat
solliciteren aanzoeken, dingen
solo alleen(zang), enkel, enkelspel
solospeler solist
solozang aria
solozanger - solist(e)
solstitium keerpunt, zonnestilstand, zonnewende
solutie oplossing, plakmiddel
solveren - afdoen, oplossen, vereffenen
Solomonseilanden, een der - Bauro, Boeka, Bougainville, Choiseul, Guadalcanal, Makira, Malaita, Ysabel
Solomonseilanden, hoofdplaats van de - Honiara
Solos-eilanden, een der - Adonara, Lomblen, Solor
som bedrag, einduitkomst, geldbedrag, opgave, optelling, somma, totaal, uitkomst, vraagstuk
Somalische hoofdstad Djibouti
somatisch lichamelijk
somber akelig, armoedig, bedrukt, betrokken, doods, donker, droefgeestig, droevig, duister, luguber, mesto, mineur, mismoedig, morose, naar(geestig), pessimistisch, sinister, tragisch, treurig, triest, zwaarmoedig, zwartgallig
somber (muz.) mesto, maesose
somber en stil doods
somberheid - naargeestigheid, somberte
somber stemmen - deprimeren
somma bedrag, geldsom, prijs, totaal
sommatie aanmaning, bevel, dagvaarding, eis, exploot, opvordering
sommeren aanmanen, eisen, optellen
sommetjes tafel(s)
sommige enige, enkele
somnambule helderziende, slaapwandelaarster
somp moeras
sompig drassig, moerassig
somptueus - kostbaar
soms altemet, bijgeval, bijwijlen, eventueel, misschien, temet, toevallig, weleens, wellicht, zelden
somtijds altemet, bijgeval, bijwijlen, soms, weleens,
somtueus weelderig
somwijlen - soms
Son Altesse Royale SAR., H.K.H., Z.K.H.
Sonant - vokaal
sonate, deel van een - adagio, allegro, andante, menuet, rondo, scherzo
sonate, kleine - sonatine
sonate van L. van Beethoven - Frühling, Hammerklavier, Mondschein, Pathétigue, Sturm, Waldstein
sonde collector, peillood, peilstift, specillum
sondeelballon sonde
sonderen peilen, polsen, uithoren
song - lied
sonnet klinkdicht
sonnet, deel van een - kwatrijn, terzine
sonnettendichter - Dante, Goethe, Heine, Keats, Kloos, Perk, Milton, Rike, Shakespeare, Shelley
sonometer - klankmeter
sonoor helderklinkend, welluidend
Sonora, hoofdstad van - Hermosillo
Sonora, rivier in - Asuncion, Mayo, Vaqui
soort aard, allooi, categorie, familie, genre, genus, geslacht, kaliber, klasse, kwaliteit, pluimage,ras, slag, specie, trant, type, variëteit
soort aal - kataal, kongeraal, meeraal, nebbeling
soort aanhangwagen - tender
soort aanslag roet
soort aap baviaan, gorilla, lori, mandril, mantelbaviaan, meerkat, mensaap, slingeraap
soort aardappel bintje, eigenheimer, doré, malta, poter
soort aarde grondsoort, klei, leem, veen, zand
soort aardewerk faience, plateel, pot
soort aardhars ozokeriet, retiniet
soort aardolie - nafta
soort accoord drieklank
soort afrastering heining, hek, omheining
soort afvalbak biobak papierbak, plastickbak
soort agave - oloë
soort akker stoppelveld
soort alvertje - moertje
soort anijslikeur - pastis
soort anker dreg
soort antilope blauwbok, bongo, gazelle, gnoe
soort appel aagt, bellefleur, cox, granny, jonathan, kalvijn, reinet, renet, sterappel
soort appelwijn beverage
soort artikelen - galanterieen
soort asbest aardvlas, amiant
soort assurantie - levensverzekering, molestverzekering
soort auto bestelauto, dieplader, hofauto, jeep, huisvuilauto, landrover, personenauto, praalwagen, raceauto, sedan, sportwagen, stationcar, tankauto, trouwauto, veeauto, verhuiswagen, vrachtauto, zandauto, ziekenauto
soort baars lipvis, pos, stekelbaars, soort
Bacchanaal orgie
soort bacterie bacil, coccus, spiril, spirocheet
soort baksteen - ijsselsteen
soort bakvis nest, nuf, tiener
soort balk bint
soort balkon - platvorm
soort ballet toverballet
soort balsem - creme
soort balspel basketbal, biljart, grondbal, handbal, hockey, honkbal, katsen, korfbal, rugby, softbal, tennis, voetbal, volleybal, zaalvoetbal, zitvoetbal
soort banaan bacove
soort bankier emittent
soort barnsteen gagaat
soort bazuin trombone
soort bed ledikant
soort bediende butler, kelner, huisknecht, ober, portier
soort beer buidelbeer, grizzly, kraagbeer, neusbeer, panda, poolbeer, ijsbeer, wasbeer
soort beitel fermoor, guts
soort bel - zoemer
soort belasting accijns, b.t.w., l.b., i.b., personele belasting, precario, vermogensbelasting,
soort bemiddelaar koppelaar, makelaar
soort benzine super, tetra
soort bergplaats diepvries, doos, kast, kist, koelcel, lade
soort beschermeling protégé
soort betimmering - bekuiping
soort bewusteloosheid coma
soort bezem - luiwagen
soort bier alant, ale, bockbier, donker, eel, faro, lager, pils, pilsener, porter, seef, stout, trappist
soort bij dar
soort bijl aks, houweel,
soort blei brasem
soort bloedlichaampje lymfocyt
soort bloeiwijze aar, bijscherm, pluim, scherm, tros, tuil, waaier
soort bloemkool - brocceli
soort bloemstuk boeket, bos, corsage, krans, ruiker, toef
soort blouse hes kiel
soort boei belboei, brulboei, lichtboei, markeerboei, reddingsboei, ton
soort boek - roman
soort boeket bosje, ruiker, toef, tuil
sort bolgroente - ui
soort bolwerk ravelijn
soort bonbon - praline
soort bont bisam, chinchilla, lam, mink, nerts, persianer, sabel, sealskin, seal
soort boom abeel, acacia, ahorn, berk, beuk, ceder, cypres, den, eik, els, es, esdoorn, iep, hazelaar, lariks, larix, linde, olm, olijf, palm, pel, pep, peppel, plataan, popel, spar, sperzieboon, waringin, wilg
soort boon bruineboon, koffieboon, paardeboon, peul, pronkboon, slaboon, snijboon, soja, pronker, spercieboon, tuinboon, witteboon
soort boor avegaar, fret, grondboor, houtboor, ijzerboor, widia
soort boord kol
soort bord etensbord, schoolbord, sierbord, verkeersbord, wandbord
soort Bordeaux Médoc
soort borstel ragebol, schuier
soort bos dennenbos, eikenbos, sparrenbos
soort bosbes veenbes
soort bot kol
soort bouw baksteencanstructie
soort bouwstijl - gotiek
soort bowlen kegelen
soort brandewijn arak, cognac, guldenwater, mescal, wodka
soort brandstof aardgas, aardolie, benzine, butagas, cokes, diesel, gas, kolen, kool, olie, steenkool
soort brem gaspeldoorn
soort brief adres
soort bril lorgnet, lorgnon
soort broeibak eenruiter
soort broeikas warenhuis
soort bromfiets mobylette, solex
soort brood - amandelbrood, boekweitbrood, bolletje, bruinbrood, cadet, duivekater, kadet, krentenbol, krentenbrood, kummelbrood, maanzaadbrood, melkbrood, mik, puntje, roggebrood, stokbrood, stol, sukadebrood, tarwebrood, vogelbrood, wegge, witbrood, zuurbrood
soort brug - basculebrug, viaduct
soort bruinvis - tuimelaar
soort buideldier - kangoeroe, koeskoes, wombat
soort buidelrat - opossum
soort buis ampul, reageerbuis, pijp
soort buldog bokser
soort bunzing fret
soort café bar, bodega, kroeg, tapperij,wijnhuis
soort casuaris emoe
soort cement mortel, tras
soort cervelaatworst - salami
soort christenen arianen, baptisten, calvinisten, katholieken, kopten, lutheranen, methodisten, orthodoxen, protestanten, puriteinen, vrijzinnigen, zwinglianen, AK, PG
soort club bent, soos,vereniging
soort concern trust
soort crime pasta
soort croquet garnalencroquet hamcroquet, kaascroquet, kalfsvleescroquet, kipcroquet, vleescroquet, viscroquet
soort dagvlinder page, koolwitje
soort dak atapdak, autodak, pannendak, platdak, rietdak, strodak, tentdak
soort dak van auto linnenkap, roldak, schuifdak
soort dakpan bovenpan, broekstuk, gevelpan, gevelplaat, hoekkeperpan, hoekkepervorst, kilpan, muldenpan, nokvorst, onderpan, stormpan, vleugelpan
soort dal canon, canyon, del, duinpan, dwarsdal, keteldal, kloof, lengtedal, vallei
soort dam keerdam
soort damesschoen - pump
soort damestasje reticule
soort damspel checkers
soort dans foxtrot, rock, rumba, samba, slowfox, tango, twist, wals
soort dansmuziek blues, menuet, rumba, tango, wals
soort danspas coupé, kuitenflikker
soort Deens bier Tuborg
soort deken kombaars, plaid, sprei
soort deur poort
soort dichter - epicus
soort dierlijk vet ongel, reuzel
soort dijk - dam
soort diploma akte,brevet, getuigschrift, oorkonde
soort distel kardoen
soort doek stola
soort doghond - puck
soort dokter anest(h)esist, chirurg, dermatoloog, gynaecoloog, hartspecialist, huidarts, huisarts, internist, knijpdokter, longspecialist, narcotiseur, neuroloog, oogarts, oorarts, psychiater, specialist, stomatoloog, tandartsosteopaat, uroloog, vrouwenarts
soort dolfijn butskop
soort dolk ponjaard, stilet, stiletto
soort dommekracht krik
soort doornappel - metel
soort dovenetel hoenderbeet
soort drank sec
soort dreg anker
soort drop - salmiak
soort dropje griot, katje
soort druk blinddruk, boekdruk, diepdruk, drang, offset, vlakdruk
soort drukletter bembo, cursiefletter, garamond, garmond, mediaeval, nonparel, smoutletter
soort drukpers degel
soort duif doffer, kapduif, kappertje, kipduif, kleurduif, kropper, lachduif, meeuwduif, pagadet, pauwenstaart, postduif, raadsheer, reuzenduif, sierduif, structuurduif, tortel, trommelduif, tuimelaar, vleesduif, woudduif, wratduif
soort dynamiet nitroliet
soort edelsteen agaat, amethist, aquamarijn, beril, beryl, diamant, gem, gemme, granaat, robijn, smaragd, toermalijn, topaas
soort eend bergeend, brilduiker, duikereend, klappereend, kuifeend, lokeend, smient, taling, zeeeend
soort eethuis - bistro
soort enting - oculatie
soort erts bauxiet, uraan, uranium
soort erwt keker, linze, schokker
soort ets gravure
soort examen tentamen, test
soort ezel koelanzebra
soort expeditiebedrijf verzenddienst
soort fiets brommer, snelbrommer, tandem, vélo, vouwfiets
soort film documentaire, speelfilm, spionagefilm, thriller, western
soort fles fiool, flacon, karaf, kruik
soort fluit blokfluit, dwarsfluit, panfluit
soort fluweel chiffon, corduroy, floers, fulp, kaffa, koordfluweel, manchester, paan, ribfluweel, velours
soort fuut dodaars
soort gaard bongerd, boomgaard, wijngaard
soort gans akkergans, kolgans, lamfer, rietgans
soort ganzebloem margriet
soort ganzebord uilenbord
soort ganzenvoet - melde
soort garage remise
soort galerij loggia
soort gans akkergans, brandgans, kolgans, rietgans, sneeuwgans
soort ganzebord uilebord
soort garen mouline, sajet
soort gas butaan, helium, methaan, ozon, propaan, traangas
soort gastoestel comfoor, primus
soort gebak beignet, bolus, cake, eierkoek, koek, oliebol, rissole, roerom, roomsoes, schuim, soes, sprits, taart, tompoes, vlaai
soort gebouw bank, bunker, flat, flatgebouw, hangar, huis, kantoor, keet, kerk, loods, magazijn, schuur, sporthal, stadion, stal, station, toren
soort gedicht ballade, epigram, epos, hymne,ode, puntdicht, rondeau, rondeel, sonnet
soort geel beige, citroengeel
soort geestelijke acoliet, akoliet
soort geestesziekte echolalie, paranoia, parafrenie, schizofrenie
soort geit angorageit, klipgeit, steenbok
soort gekeperde stof dril
soort gelei dril, jam
soort geluid plonzen, tikken
soort gemeenschap commune, sekte,
soort gems chamois
soort gerst - gort
soort gesloten auto cabriolet, sedan
soort gevangenis concentratiekamp, nor, rasphuis, spinhuis
soort gevel halsgevel, klokgevel, trapgevel
soort gewas alkanna, gras
soort geweer buks, eendenroer, flobert, garand, karabijn, mauser, maxim, musket,winchster
soort gewelfboog paander, tudorboog
soort gibbon - lar
soort gids geleider, leidraad, wegwijzer
soort gier aasgier, condor, kondor, monniksgier
soort gips albast
soort gitaar banjo, krontjong, mandoline, ukelele
soort glad fluweel velvet
soort glas marbriet
soort glazuur email
soort golfstok - putter
soort gom damar
soort gomhars mirre, wierook
soort gondel - punter
soort gong tamtam
soort gordijn store
soort goudvis goudbaars
soort graf hunebed
soort grammofoonplaat I.p., single
soort granaatsteen melaniet
soort gras alangalang, bitrus, dravik, duist, esperto, kanariegras, kweek, raaigras, riet, rus, zegge
soort grasmus braamsluiper, tuinfluiter .
soort grauwe erwt keker
soort gravure litho
soort grendel knip, schuif
soort grenenhout oregon, rift
soort griep Honkonggriep, Maogriep
soort groente andijvie, artisjok, bieten, bloemkool, boerenkool, bonen, brockrly, doperwten, erwten, kapucijner, kool(raap), kropsla, peen, postelein, peulen, prei, raapstelen, rabarber, rodekool, schorseneren, selderij, sla(boon, snijboon, spinazie, spruiten, venkel, witlof, wortelen, zuring, zuurkool
soort groet adé, adieu. avé, dag, hallo,sjaloom, tabé, vaarwel
soort grond - keileem, klei, leem, löss, tuinaarde, veen, zand, zavel
soort grote luit theorbe
soort grote meloen pompoen
soort gummi - rubber
soort haakje ter verbinding van twee of meer regels accolade
soort haarcrème - gel
soort haargroei baard, knevel, snor, tochtlat
soort haarzalf - gel
soort hagedis agame, gekko, kameleon, leguaan
soort halfaap maki
soort hamer bankhamer, bolhamer, breeuwhamer, kalfaathamer, klauwhamer, marteel, moker, penhamer, sleg, slei, voorhamer, vuist
soort handschoen glacé, mitaine, want
soort handtas - karbies
soort handtekening paraaf, signatuur
soort handvat greep, knop, oor
soort hark hooikark, roefel
soort harnas kuras, maliënkolder
soort harp boogharp, dubbele pedaalharp, haakharp, hoekharp, pedaalharp, raamharp, windharp
soort hars amber, barnsteen, damar, duivendrek, kopal, resine
soort haver aat, oot
soort heester brem, cydonia, forsythia, genst, haag, heg, liguster, sering, sneeuwbal, spireae, weigelia
soort hengel werphengel
soort hennep abaca, femel, sisal
soort hernia - spit
soort hert antilope, edelhert, eland, hinde, ree(bok)(geit), rendier
soort herdershond collie
soort heuvel duin, molshoop, terp, wierde
soort hoen Barnevelder, kalkoen, krielkip, korhoen, leghorn, pel, sneeuwhoen
soort hol grot, spelonk
soort hond bastaard, bobtail, bokser, bouvier, brak, collie, dashond, dingo, does, dog, fox, herder, jachthond, kees, mops, pekinees, pincher, pointer, puck, setter, spaniël, staander, taks, terriër, waakhond
soort hondachtige coyote, dingo, poolvos, steppehond, vos, wolf
soort honkbalspel baseball
soort hoofddeksel baret, bonnet, hoed, kalot, kaper, kapoetsmuts, muts, pet, steek
soort hoogte berg, duin, heuvel, kopje, nol, terp, top
soort hoorn zinke
soort hotel - motel
soort hout balsa, berken, beuken, ceder, dennen, djati, ebben, eiken, essen, grenen, mahonie, noten, palissander, teak, vuren, wenge, wortelnoten
soort houten bal maasbal
soort houtworm doodskloppertje
soort houweel pik
soort huis apartement, bungalow, eengezinswoning, flat, iglo, koker, krot, meanderwoning, pijpenla, villa, wigwam
soort huisknecht butler
soort humor gein
soort huurauto - taxi
soort illusie waan, droom
soort Indisch rund karbouw, zeeboe
soort inktvis - octopus
soort instrument kopsnepper, snepper
soort jachthond - airedaleterrier, beagle, bloedhond, brak, cockerspaniël, dashond, foxhond, otterhound, pointer, stabyhound, setter, taks
soort jas duffel
soort jasje - blazer
soort jasmijn melati
soort jazz dixieland
soort jazzmuziek beat
soort jury forum, panel
soort kaakje - koekje
soort kaartspel - baccarat, bridge, canasta, jokeren, klaverjassen, patience, pandoeren, pesten, piket, poker, skaat, skat, whist, zwikken,
soort kaas boerenkaas, Camembert, Edammer, geitenkaas, Goudse, graskaas, Gruyère, komijnekaas, Leidse, marollenkaas, nagelkaas, Roquefort, Volvet, Zwitserse
soort kabeljauw gul, leng
soort kachel buiskachel, fornuis, gas, haard, potkachel, stoof
soort kalfsvlees fricandeau, kalfsborst, kalfsgehakt, kalfshersenen, kalfskotelet, kalfslever, kalfsnierstuk, kalfsoester, kalfsrollade, kalfsoester, kalfsschenkel, kalfstong, kalfszwezerik
soort kalk gips
soort kalkoen pauw
soortkalksteen - dolomiet
soort kameel dromedaris, lama,
soort kamenier eunuch, odalisk, valet,
soort kamenierster odalisk
soort kano kajak, prauw
soort kanon achtponder, houwitser, mortier, orgelgeschut
soort kant alençon, argentaan, blonde, burano, chantilly, duchesse, honiton (devon), kloskantargentella, naaldkant, organza, reticella
soort kapstok stander
soort kar - kipkar
soort karper alver, alvenaar, ruis
soort kat angora, boskat, civet, siamees
soort katoen diemit, sanel
soort kebelspel - bowling
soort kerk domkerk, kapel, kathedraal, kruiskerk, moskee, tempel
soort kerkzang gregoriaans, psalm
soort kermis - lunapark
soort kers bitterkers, cerise, kriek, meikers, mirabel, morel, tuinkers
soort kersenlikeur kirsch, marasquin
soort kever aastor, (bok)tor, boortor, coloradokever, kniptor, scarabee, watertor
soort kikvors (boom)kikker, pad, staartkikker
soort kindermeisje nurse
soort kip Barnevelder, kriel, leghorn, wyandotte
soort kipkar dumper
soort kit - lijm
soort klant gast
soort klap mep, nekslag, tik
soort klaproos papaver
soort klavier - spinet
soort kleding livrei
soort klei - mergel
soort. kleine dagvlinder page
soort kleine dog mops
soort kleine zeis pik, sikkel
soort klok - pendule
soort klokkentoren campanile
soort knaagdier bever, cavia, haas, konijn, marmot, muis, rat,
soort knol aardappel, biet, raap, ui
soort koe blaarkop, hokkeling, lakenvelder, pink,roodbont, zwartbont
soort koek - bolus, kantkoek, knuppelkoek, snijkoek, snipperkoek, speculaas, taaitaai, peperkoek
soort koekje bitterkoekje, bokkenpoot (je), boterbiesje, evenveeltje, kaneel, kaakje, kattentong, kletskop, koekje, krakeling, kransje, mop, sptitskoek, zandkoekje
soort koets kales, karos, landauer, tilbury
soort koffie hag, mokka
soort kogel huzaarboon
soort komkommer augurk
soort kool bloemkool, boerenkool, brackeli, chinesekool, groenekool, rodekool, savooinkool, spitskool, wittekool, zuurkool
soort koopcontract indent
soort koord - touw
soort koordfluweel manchester, ribfluweel
soort koper - brons
soort korenworm kalander
soort korstmos bekermos
soort korting rabat
soort kraai - roek
soort kramp hik
soort kramp in spieren - stuip
soort krant advertentieblad, avondblad, dagblad, ochtendblad, weekblad
soort krentenbrood deuvekater
soort kreupelhout scrub
soort krijgen erven
soort krijt crayon
soort kristalwerk baccarat
soort krokodil alligator, gaviaal, kaaiman, rabat,
soort kruid bieslook, dille, dragon, foelie, kervel, kruizenmunt, laurier, pepermunt, peterselie, salie, selderij, sesam, thijm, venkel
soort kruisjassen - schutjassen
soort kruisnet totebel
soort kruiswoordraadsel doorloper
soort kunstleer skai
soort kunstmest kalium, stikstof
soort kunsttaal esperanto, Ido
soort kurk - kroonkurk
soort kussen peluw, poef
soort kwal medusa
soort kwarts agaat, amethist, chalcedoon, jaspis, kornalijn, onyx
soort kwast troetel
soort kwikstaart - pieperl
soort laan allee
soort laars stevel
soort label etiket
soort lach grijns
soort ladekast - kabinet
soort lamp kroon, looplamp, luchter, mistlamp, pechlamp, schemerlamp, schijnwerper, stallantaarn, zoeklicht
soort landhuis bungalow
soort lasso bola
soort leer gemsleer, kalfsleer, nappa, runderleder, segrijn, slangenleer, suède, varkensleer, vetleer
soort lepel boterspaan, pollepel, schep, schuimspaan, spaan
soort leren handschoen - glace
soort letterschrift rent jong (Ind.)
soort libel rombout; waterjuffer
soort lichaamsvocht gal
soort licht natriumlicht, neon
soort licht bier pils, pilsener
soort liederen gezangen, psalmen
soort 1ift roltrap
soort lijster koperwiek, kransvogel, merel, zanglijster
soort lijzeil - giek
soort likeur absint, advocaat, anijs, anisette, benedictine, brandy, chartreuse, cointreau, curaçao, drambuie, elixer, kardinaal, kirsch, kummel, maraskijn, pastis, pernod, persico, ratafia, tafia
soort lilliputter dwerg
soort limonade cola, gazeuse, grenadine, prik, ranja
soort lindeboom - krimlinde
soort linnen lijnwaad
soort look - prei
soort loon bezoldiging, gage, honorarium, inkomen, salaris, soldij, verdienste, wedde
soort loop looppas, pasgang, telgang
soort loopgraaf sappe .
soort looppad tegelpad
soort loterij grabbelton, tombola
soort lotto - bingo
soort luiklok campaan
soort luit teorbe, theorbe
soort macaronie - spaghetti
soort makreel - albikoor
soort mand bun, kaar, karbies
soort mandoline balalaika, pandora, ukelele
soort mangel kalander, linnenpers
soort mantel jas
soort marjolijn - orego
soort marmer albast, antico, brecciato, cipollino,levanto, stalattito, statuario, turchino, violetto
soort marter - otter
soort mascotte amulet, fetich
soort meel sago, tapioca
soort meeuw drieteenmeeuw, dwergmeeuw, jager, kapmeeuw, kokmeeuw, mantelmeeuw, stern, stormmeeuw, zilvermeeuw
soort melk biest
soort meloen kanteloep
soort mes dolk, (kap)mes, pennenmes, scalpel, slag stiletto
soort mijt teek
soort militair - marinier
soort molen baggermolen, binnenkruier, bovenkruier, draaimolen, gehaktmolen, koffiemolen, korenmolen, onderkruier, paltrokmolen, standerdmolen, tjasker, tredmolen, wipwatermolen, watermolen, zeefmolen
soort mos bekermos, beukemos, bladmos, bronmos, duinsterretje, halvemaanmos, lettermos, levermos, purpersteeltje, rendiermos, steenmos, sterremos, veenmos, watervorkje
soort motorfiets - scooter
soort mousseline jaconnet
soort mouwinzet raglan
soort mug anopheles, emelt, galmug, haarmug, hamel, hooiwagen, langpoot, malariamug, motmug, muskiet, steekmug, zingmug
soort muis woelmuis
soort musketzaad - dragee
soort muts alpino,baret, fez, kaper, kapoets, tulband
soort muziek - blues
soort naald obelisk, haaknaald, naainaald, rijgnaald
soort naaldboom blauwspar, ceder, cypres, den, jeneverbes, lariks, lork, pijnboom, spar, taxus, ijf
soort nachtegaal - zwartkopje
soort nachtschade petunia, tabak
soort naslagwerk encyclopedie, handboek, telefoonboek, vademecum, woordenboek
soort natriumzout borax, keukenzout
soort neerslag - stofregen
soort net - flouw, foezel, fuik, haarnet, ink, kor, leefnet, stroomnet, vangnet, visnet, vlindernet
soort niveau plateau, terras
soort noot walnoot
soort odeur - parfum
soort onderpand handgeld
soort onderwijs g.lo., m.o., u.l.o., m.u.l.o, v.w.o., lts., h.ts., th., h.a.v.o., m.a.v.o., basis, l,a.v.o., m.m.s., h.e.a.o., l.e.a.o.
soort ongemak napijn, pijn
soort onkruid aardangel, boterbloem, herderstasje, hondstong, klaproos, korenbloem, nachtschade, netel, weegbree
soort olifant manmoet
soort onderpand - handgeld
soort ontspanning spel
soort ontsteking abces
soort openhaard - schouw
soort opening inlaat, uitlaat
soort opgeworpen heuvel terp, vliedberg, wierd(e)
soort organisatie orde
soort otter nerts, visotter
soort overeenkomst afspraak, c.a.o.
soort overhemd bloes, blouse, boezeroen, kiel, shirt
soort overleg ruggespraak
soort overloop trapportaal
soort overste deken
soort overtreding schending, vergrijp
soort paard Arabier, Belg, boulongnees, clydesdaler, Fries, Hongaar, Jutlander, oberländer, ponny, percheron, pinzgauer, schimmel, Sleeswijker, Suffolker, volbloed
soort paardestaart - heermoes
soort pachter meier
soort paddestoel champignon, boleet, kantarel, truffel, zwam
soort paling - lebaal
soort palm areka, aren, bananeboom, betel, lontar, nipa, sabal
soort palmriet rotan
soort pan - steelpan
soort pantoffel muil, slof
soort pap pudding vla
soort papegaai ara,geel kop, kaketoe, kea, lori
soort papier - karton
soort passer bekpasser, dansmeester, ellipspasser, hartpasser, krompasser, lijnpasser, orleonpasser, reductiepasser, staafpasser, steekpasser, verdeelpasser
soort peer - bergamot , meelpeer
soort peignoir - duster
soort pen balpen, veer, veder
soort penseel - sleper
soort perkament fransijn
soort pers citroenpers, citruspers, drukpers, fruitpers, offsetpers,
soort peulvrucht doperwt, erwt, kapucijner, linz, sperzieboon, snijboon
soort pijnboom zie: soort naaldboom
soort pijptabak portorico, varinas
soort plaag gesel
soort plakpers - lijmpers
soort plan voorstel
soort plank duig, schrootje
soort plant alruin, gentiaan, neppe, resrda, waterplant
soort ploeg team
soort poeder talk
soort poëet bard, dichter, minstreel, rapsode, skald, troubadour
soort pokken alastrim
soort pompoen kalebas
soort pony shetlander
soort poon mul
soort pottenbakkersklei gleis
soort praatje smoesje
soort prent ets, gravure
soort proef - aanvullingsexamen, accountantsexamen,
admissieëxamen, akte-examen, apothekersexamen, onderwijzersexamen
soort pruim reineclaude
soort pudding custard, vla
soort puist pok
soort purperverf - karmozijn
soort puts - amiraal
soort puzzel cryptogram, doorloper, kruiswoordraadsel, rebus, woordzoeker
soort raaigras - dolik
soort raam bovenlicht, schuifraam, tuimelraam
soort ragout - pate
soort rat kelderrat
soort rechter kadi
soort reden oorzaak
soort reiskoets - berline
soort rem blokrem, handrem, schijfrem, terugtraprem, trommelrem, velgrem
soort restaurant - bistro
soort riet pitriet, rotan
soort rijm beginrijm, binnenrijm, dubbelrijm, eindrijm, stafrijm
soort rijtuig barouchet, kales, karos, koets, landauer, vigilante
soort riviermonding delta, estuarium, liman
soort roeiboot gondel
soort roofmeeuw jager
soort room - creme
soort rover boekanier, dief, kaper, plunderaar
soort rubber balata, caoutchouc, gomelastiek, gummi, para
soort rum taf(f)ia
soort rundvlees chateaubriand, contrefilet, entrecote, gomelastiek, ossenhaas, para, ribstuk, rollade, rosbief, staartstuk, tournedos
soort rups livreirups, ringelrups
soort sabel rebus
soort sajet - borat
soort sandaal opank
soort schaaf - roffel
soort schaakspel simultaan
soort schaal graal
soort schaap merino, hamel
soort schaats doorloper, krul, Noor, rondrijder,
soort schans ravelijn
soort schar krit
soort schelvis koolvis, wijting
soort schep spade, bats
soort schepnet dreg, dregge,
soort schildluis kermes
soort schoeisel klomp, laars, muil, schoen, slof,
soort school Atheneum, gymnasium, HAVO, H.T.S.L.T.S., lyceum, L.O.M., MAVO, M.M.S.
soort schop spa(de)
soort schors eek
soort schort eva, voorschoot
soort schut beer, kamerscherm, keerdam, scherm, stuw
soort schuimende wijn champagne
soort schuurpapier - glaspapier
soort serre orangerie, oranjerie
soort signaal alarm
soort sikkel snit
soort slang - rolslang
soort slee ar, arre, bakslee, bob, prikslee, tobogan
soort sleutel loper
soort sloep - vlet
soort sluis schutsluis, sas, spui,
soort s1uisdeur ebdeur
soort sluiting deksel, knoop, rits, strik
soort smalneusaap - meerkat
soort smidstang krombeen
soort snip - wulp
soort snoeimes heep
soort snoepje caramel, dropje, hopje, lolly, pastille, toffee, zuurtje
soort snoer - touw
soort snuiftabak rapé
soort soep aspergesoep, champignonsoep, erwtensoep, (snert), goulashsoep, groentesoep, haaienvinnensoep, kerrysoep, kippensoep, linzensoep, ossenstaartsoep, potage, preisoep, schildpadsoep, tomatensoep, uiensoep, vermicellisoep
soort spade bats, brak, schop
soort speelgoed autoped
soort spek - bacon
soort spel bikkelen, bridge, damspel, dobbelen, ganzenbord, kaartspel, lotto, poker, schaakspel scrabble, whist
soort spel spelen ballen, dammen, hoepelen, kaarten,kegelen, knikkeren, schaken, tollen
soort spencer - slipover
soort spijker (draad)nagel, taats
soort spook klopgeest
soort sport atletiek, basketbal, judo, hockey, honkbal, kaatsen roeien, skiën, tennissen, tienkamp, voetbal, watersport, wielrennen, zwemmen
soort spraak A.B., A.B.N.,dialect, dialekt, plat
soort springstof T.N.T., trotyl
soort sprong duik, salto
soort stem alt, bariton, bas, sopraan, tenor
soort steelzucht kleptomanie
soort steen aluin, amaril, amber, arduin, asbest, basalt, dioriet, eterniet, grafiet, graniet, grind, kiezel, kwarts, lei, marmer, mop, porfier, puimsteen, wolfram
soort steenkool antraciet, cokes, eierkolen
soort steenpuist negenoog
soort stekker - plug
soort steppeplant yuca
soort sterkedrank likeur
soort steur sterlet
soort stijl barok, gotiek
soort stof cheviot, cretonne, damast, dril, flanel, fluweel, kamgaren, katoen, laken, linnen, nylon, pilo, ratiné, rips, sanel, satijn, satinet, sits, taf, tarlatan, tibel, tule, tweed,vilt, wol, zijde
soort stop - spon
soort stopverf plamuur
soort strijd slag
soort struisgras - haar
soort struisvogel emoe, moa, nandoe
soort suiker basterd, kandij, melis
soort suikergoed fondant
soort taartje - moorkop
soort tabak baai, pruimtabak, rapé, rooktabak, shag, snuif(tabak)
soort tafel bijzettafel, latafel, uittrektafel
soort takel - talie
soort takshond basset
soort tapijt axminster, pers
soort tarwe spelt
soort tas karbies
soort teckel basset
soort teek - luis
soort tekening bestek
soort telegram brieftelegram, gelukstelegram, perstelegram
soort tempel kerk, moskee
soort temperament cholerisch, flegmatisch, melancholisch, sanguinisch
soort temperatuur hitte, kou
soort tent circustent, ijstent, kampeertent, kermistent, marktkraam,
soort terriër airedale, fox, welsh,
soort textiel keper
soort ton baken
soort toneelstuk drama, klucht, komedie, tragedie, tragikomedie
soort tor meeltor
soort touw gei, koord, lijn
soort trainer coach
soort trechter tremel
soort trekschuit snik
soort trekvogel hop, zwaluw ooievaar, reiger,
soort trofee beker, krans, palmtak
soort trom bedoek, loera, pauk, tamboerijn, tar
soort trompet bazuin, klaroen, schuiftrompet, trombone, ventieltrompet
soort tropische bodem lateriet
soort tropische ooievaar - maraboe
soort tropisch gras alang-alang, bamboe
soort trui pulover, sweater
soort tuin hortus, rosarium
soort tuinboon - pieter
soort turf baggelaar
soort ui ajuin, eslook, sjalot
soort uil bosuil, katuil, kerkuil, oehoe, stenuil, visuil
soort uiting protest
soort uitslag brand, eczeem, zonnebrand
soort ulevel - polkabrok
soort uurwerk horloge, pendule, wekker
soort vaartuig punter
soort vaatwerk bord, kan, pot, schotel
soort valk boomvalk,slechtvalk, torenvalk
soort van pruik naturelletje
soort van wit bier - mol
soort varen addervaren, adelaarsvaren, arendsvaren, boomvaren, bosvaren, eikvaren, kamvaren, koningsvaren, moerasvaren, muurvaren, pluimvaren, schubvaren, struisvaren, venusvaren
soort varken - ever
soort varkensvlees varkensfilet, varkenshaas, varkenskotelet, várkensnierstuk, varkensrollade
soort vat aker
soort veiligheidsslot lipsslot, yaleslot
soort venster dakraam, oculus
soort verband doekverband, drukverband, gaas, kinverband, mitella, rustverband, schildpadverband, slingerverband, windsel, zwachtel
soort verbod taboe, veto
soort verdrag edict
soort vereniging club, stichting, verbond
soort verf grondverf, lak, menie, vernis
soort vergadering congres
soort vergunning jachtakte
soort verhaal sage, sprookje
soort verklaring eed
soort verlichting brabder, electricitei, gaslamp, neon, t.l.
soort verlies nadeel, strop
soort vermaak kaarten
soort verpakking buil,doos, krat, kist, zak
soort vers alexandrijn, limerick
soort verzekering brand, diefstal, levens, ongevallen, transport-, ziekteverzekering, W.A.
soort vet kaarsvet, margarine, niervet, ongel, reuzel, rundvet,
soort vijgenboom waringin
soort vijver - bassin
soort vilt kastoor
soort vilten hoed huilebalk
soort vink keep, kneu, putter, roodmus
soort viool amati, cremona, stradivarius
soort vis - meun
soort visfuik kub, puikel
soort visnet flouw, korre, treil
soort vis aal, baars, blei, bot, brasem, elft, forel, grondel, haai, karper, leng, makreel, paling, pos, rog, sardine, snoek, spiering, steur, tong, voorn, zalm, zeelt
soort visnet kruis, trawl, vleet, zegen
soort vitrageweefsel - allover
soort vleermuis - bladneus, kalong
soort vlees - karbonade, rollade
soort vleeswaren ham, lever, rookvlees, rosbief
soort vlieg aasvlieg, brems, brommer, daas, fritvlieg , galvlieg, goudvlieg, horzel, paardenhorzel, schapenhorzel, slijkvlieg, tsetse,
vleesvlieg
soort vliegtuig eendekker, helikopter, straaljager, zweefvliegtuig
soort vlinder aurora, non, pepel, spinner
soort voedsel aardappelcroquet
soort vloeistof olie, water
soort voetstuk sokkel, statief,
soort vogelbekdier - mierenegel
soort vogelmaag voormaag
soort voorbeeld precedent
soort voorstelling matinée, première
soort vorst inca, keizer, maharadja, mogol, radja, sjeik, sultan, tsaar
soort vos - moervos
soort vrachtbrief ladingsbrief
soort vrachtschip eiker, rijnaak
soort vrouwenbeeld orante
soort vrouwenklomp - trip
soort vrouwenmuts cornet, kaper, toot
soort vrucht doosvrucht, hauw, kokervrucht, meikers, peul, steenvrucht
soort vuurwerk - rotje
soort walvis bruinvis, dolfijn, ork, potvis
soort warme wijn negus
soort warmtemeter - badthermometer, differentieelthermometer
soort wassen spoelen, stoelen
soort waterdichte stof loden
soort waterlelie - plomp
soort waterplant dotterbloem, najade, nimfkruid, plomp, riet, waterlook, watereppe
soort watertor duikelaar
soort wedstrijd draverij, match, race,toernooi
soort weefsel dril, kelim, keper, mohair, molton, organdie,rips, tobralco, toile, tule
soort weg allee, laan, straat
soort weg bedekking asfalt, macadam
soort werkplaats atelier, kantoor
soort wezel hermelijn, marter
soort whistspel - bridge
soort wig keg, kegge, spie
soort wijn beaujolais, bordeaux, bourgogne, champagne, cider, likeur, made(i)ra, médoc, muskaat, port, raaps, rosé, samos, sec, sekt, sherry
soort wijnglas fluit, ro(e)mer
soort winkel bazar, bazaar, supermarkt
soort wild schaap - moeflon
soort wild varken bandzwijn
soort wilg katwilg, knotwilg
soort woelrat molmuis
soort wol - sajet
soort wollen stof aba
soort worm kalander, made, pier, regenworm, ringworm
soort worstelgreep - nelson
soort wortel biet, kroot, pee(n)
soort woudezel - onager
soort xylofoon marimba
soort zak buidel
soort zalf balsem, creme, gelei, lanoline
soort zang hymne, ode
soort zangvogel braamsluiper, duinpieper, fitis, goudhaantje, grasmus, kardinaal, karekiet, kneu, kwikstaart, leeuwerik, nachtegaal, rietlijster, rietzanger, roodborstje, tapuit, tjiftjaf, tuinfluiter, winterkoninkje
soort zeef filter
soort zeekoe lamantijn
soort zeep toiletzeep, traanzeep
soort zeeslak alikruik
soort zeewier kelp
soort zeil bram, fok, jager, linoleum, marmoleum, vlieger
soort zeilschip B.M., boeier, botter, brigantijn, draak, jol, klipper, olympiajol, pampus, stern, tjotter, valk, vlieger
soort zeis zicht
soort zijde vlos
soort zijden stof - brokaat
soort zelfmoord harakiri
soort zelfverdediging judo, karate,
soort zetmeel tapioca
soort zeventiende eeuws boek elzevier
soort ziekte beriberi, jicht, kanker, reuma, staar
soort zijden stof - brokaat
soort zilver gero, plate, zilvium
soort zout aluin, kali, nitraat, nitriet
soort zwam bovist, elfenbank, moederkoren
soort zware zijden stof brokaat
soort zweep gezel
soort zwemeend - roestgans
soort zwemslag crowl, borstcrowl, rugcrawl, schoolslag, trawl, vlinderslag
soort zwijn ever, muskuszwijn
soortgelijk dergelijk, zulk
soortgelijken consorten
soortelijk - specifiek
soortelijk gewicht s.g.
soortelijk gewichtmeter - balling
soortvorming - speciatie
soos clubgebouw, clubhuis, sociëteit, vereniging
sop kooknat, schuim, waswater; zeepwater
soporatief slaapmiddel, slaapverwekkend, vervelend
soppen indopen, dopen, reinigen
sopper - misstap
sopperig modderig, slobberig, week, zacht
sopraan kinderstem, vrouwenstem
sorbe - lijsterbes
Sorben Wenden
Sorbet - ijsdrank
Sorbisch dichter - Seiler
Sordino demper
sores misere, zorgen
sorry pardon
sortabel gepast
sorteerder - uitzoeker
sorteermachine - trieur
sorteren schiften, uitlezen, uitzoeken
sortering assortiment, keuze, soort, variatie, verscheidenheid
sortie contramerk, damesmantel
sortiment keuze, sortering
S.O.S. alarm, hulpgeroep, noodsein
soterisch reddend, zaligmakend
sotternie clute, esbattement, klucht
sottise - zotternij
sortie - uitval
soter redder, verlosser, Zaligmaker
sotternie - clute, klucht
sottise - dwaasheid, zotheid
sou stuiver
souche talon
souffleren influisteren, voorzeggen
souffleur voorzegger
souffreren - dulden, lijden
souper avondmaal, avondeten , maaltijd
souplesse buigzaamheid, lenigheid, plooibaarheid
sourdine - sordino
sousmain onderlegger, vloeimap
soutane toog
souteneur - bikker, patser, pooier
souter psalm, psalter
souterrain kelderverdieping
Southampton, hoofdstad van het graafschap - Winchester
soutien (Fr.) baleintje, ondersteuning, steun
souvenir aandenken, herinnering
souverein machtig, zelfstandig
SowjetRepublieken - Armenië, Azerbeidsjan, Estland, Georgië, Kazachstan, Kirgizistan, Letland, Litauen, Moldavië, Oekraïne,
Oezbekistan, Tadzjikistan, Toerkmenistan, WitRusland
SowjetRussische munt roebel
SowjetUnie SSSR, USSR, (Russ.)CCCP, RSFSR, Rusland
Sowjet-Unie, staatshoofd van de - Brezjnev, Kalimin, Lenin, Mikojan, Podgorny, Sjvernik, Vorosjilov
Sowjet-Unie, stad in de - zie stad in Rusland
spa ballaster, bats, laat, lep, schop, spade
spaak boom, spijl, stoelsport, stok, verbindingsspijl (in wiel),
spaakbeen radius
spaan lepel, borrel, houtafval, reutel, spatel, roeiriem
spaander houtreep, koppeling, krul, splinter
spaanders van hout mot
Spaans bruin - amber
Spaans edelman don, hidalgo
Spaans eiland - Ferro, Formentera, Ibiza, Lanzarote, Mallorca, Palma, Tenerife
Spaans gebergte - Pyreneeën, Sierra
Spaans geel - auripigment
Spaans gedicht - cancion
Spaans gerecht - paella
Spaans goudstuk - Pistolet
Spaans gras esparto
Spaans heer senor
Spaans hout - ijf
Spaans kerklied - vilancico
Spaans koopvaardijschip - galjoen
Spaans krijt kleermakerskrijt
Spaans landvoogd Alva
Spaans leder - corduaan, marokijnleer
Spaans liedje - tonatilla
Spaans Marialied cantica
Spaans mes - machete
Spaans oorlogsschip galjoen
Spaans openluchttheater - corral
Spaans opperhoofd - cod
Spaans paard genet
Spaans paleis - alcazar
Spaans riet rotan, rotting
Spaans rijpaard genet
Spaans schaap merino
Spaans schiereiland - Iberië
Spaans schilder - Baco, Dali, Goya, Miro, Murillo, Picasso, Ribalta, Ribera, Velasques, Zurbaran
Spaans schrijver - Aub, Bayo, Boscan, Caldoron, Cela, Cervantes, Diego, Galdos, Ibanez, Isla, Jimenez, Larra, Losca, Manuel, Peman, Ruiz, Salinas, Quevedo
Spaans spek - meloen
Spaans staatshoofd - caudillo
Spaans toeristen hotel parador
Spaans tuinbouwgebied - huerta
Spaans veldheer Alva
Spaans veroveraar van Amerika - conquistador
Spaans vierregelig gedicht - copla
Spaanse aak - esdoorn
Spaanse aanspreektitel senor
Spaanse aanvoerder - caudillo
Spaanse beeldhouwer - Cano, Montanes, Zarcillo
Spaanse belasting - alcabella
Spaanse bergketen - Cadi
Spaanse bevolkingsbroep - Basken, Catalanen, Gallegos
Spaanse boer - peon
Spaanse burgemeester alcalde
Spaanse componist Albeniz, Espa, Granadas, Mompou, Nin, Turina
Spaanse dans - auresku, bolera, bolero, espagnola, espatadanza, fanda(n)go, flamengo, isa, jota, muineira, paduana, pasacalle, pasodoble, pavane, sarabande, sardana, sequidilla, sevillanas, tango, taranto, zapateado, zortzico
Spaanse dichter - Barral
Spaanse dolk - cachetero
Spaanse drank - sangria
Spaanse edelman - caballero, don, grande, hidalgo
Spaanse edelvrouw grande
Spaanse eenakter - sainette
Spaanse eenzame herberg - venta
Spaanse exkoningin Ena
Spaanse geheime raad - camarilla
Spaanse gezelschapsdame duena
Spaanse gezelschapsdans - duenna
Spaanse handklepper castagnetten
Spaanse havenplaats - Adra, Barcelona, Cadiz, Corûna, Santander, Valencia
Spaanse heer caballerosenor
Spaanse hoed - bolero, sombrero
Spaanse hoeve haciënda
Spaanse hofdame - duenna
Spaanse hofkliek camarilla
Spaanse krijgsheld Cid
Spaanse herberg posada, venta
Spaanse hoofdman - caudillo
Spaanse hoogvlakte - meseta
Spaanse huurlingen - almogavaren
Spaanse inhoudsmaat - almude, ar(r)oba, cantara
Spaanse juffrouw - senorita
Spaanse koning(in) -
5 Johan, Jozef, Karel, Maria, Peter
6 Favola, Filips, Fruela, Ordono, Pelayo, Ramiro, Sancho,
Urraca
7 Alfonso, Amadeus, Bermudo, Hendrik, Jacobus, Johanna,
Lodewijk
8 Isabella, Martinus
9 Ferdinant, Francisco
10 Petronella
Spaanse koningstitel - camarilla
Spaanse landherberg - venta
Spaanse landstreek Andalusië, Aragon, Asturië, Baskenland,
Castilië, Catalonië, Estramadura, Galicië, Granada, Kastilië, Leon, Murcia, Navarra, Valencia
Spaanse leider caudillo
Spaanse meisjesnaam Inez
Spaanse melksalon copacabana
Spaanse meneer - senor
Spaanse mevrouw - senora
Spaanse munt duro, mat, patakon, peseta, peso, reaalspaanse pasmunt - centime
Spaanse operette - zarzuela
Spaanse peper - chillies, lombok, paprika, peperoni
Spaanse pokken - sufilis
Spaanse politieke leider - caudillo
Spaanse politieke partij Falange
Spaanse, Portugese en Zuidoosteuropese joden - sefarden,
sefardim
Spaanse prins infant
Spaanse prinses infante
Spaanse provincie
4 Leon
5 Alave, Avila, Cadiz, Soria
6 Bilbao, Burgos, Cuenca, GeronaHuelva, Huesca, Lerida,
Madrid, Malaga, Murcia, Orense, Oviedo, Teruel, Toledo,
Zamore
7 Almeria, Badajoz, Caceras, Cordoba, Granada, Logrono,
Navarra, Segovia, Sevilla, Victoria, Vizcaya
8 Albacete, Alicante, Balearen, Palencia, Pamplona, Valencia,
Zaragoza
9 Barcelona, Castellon, Guipuzcoa, Salamanca, Santander,
Tarragona
10 Pontevedra, Valladolid
11 Guadalajara
Spaanse raadgevende vergadering - consulta
Spaanse ridder caballero
Spaanse rivier Douro, Duero, Ebro, Esla, Guadalquivir, Jacur, Jarama, Segura, Taag
Spaanse schapen merinos
Spaanse schout - alcalde
Spaanse senaat en volksvertegenwoordiging - cortes
Spaanse sjalot - romcambole
Spaanse sluier mantilla
Spaanse stad
3 Rio
4 Baza,Coin, Elda, lugo, Rute, Vigo,
5 Berga, Cabra, Cadiz, Cleza, Ecija, Gijon
6 Alosno, Alpera, Bermeo, Bilbao, Madrid, Malaga, Murcia,
Oviedo, Toledo, Utrera
7 Almaden, Almaghro, Almansa, Almeria, Almonte, Andujar,
Badajar, Cordoba, Granada, Linares, Tortosa
8 Alicante, Pamplona, Valencia, Zaragoza
9 Barcelona, Cartagena, Santander
10 Valladolid
Spaanse streek - Baztan
Spaanse takeling - hondsend
Spaanse tarwe - mais
Spaanse titel don, donna, grande, zie Spaanse edelman
Spaanse toneelmuziek - zarzuela
Spaanse troonopvolger - principe
Spaanse uitroep - olé
Spaanse veeboer - llanero
Spaanse veroveraar - conquistador
Spaanse vloot armada
Spaanse volksdans - bolero, zapateado
Spaanse vuurpot - brasero
Spaanse wand - kanerscherm, tochtscherm
Spaanse wijn malaga, sangria, sherry, tinto, xeres
Spaanse witte wijn - manzanilla
Spaanse zang en dans flamenco
Spaanse zeilboot - galjoen, karveel
Spaanse zilvermunt - mat
spaargeld magot, spaarcenten .
spaarinstelling spaarbank, R.P.S.
spaarpot magot, ponk, varken
spaarzaam behoedzaam, economisch, karig, matig, schaars, sober, sporadisch, terughoudend, zelden, zuinig
spaarzaamheid - zuinigheid
spaarzamelijk - zelden
spaat bevattend - spatig
spaatijzersteen - sideriet
spade graaf, patjol, schop, schep, spitwerktuig, steek
spade (bijb.) laat
spadeling nakomer
spadesteek spit
spagaat - spreidzit
spakerig broos, dor, droog, uitgedroogd, verlept, wazig
spalier latwerk, staketsel
spalierboom leiboom
spalk beenhout, ferula, hechtlat, steunplankje
spalk van Cramer - draadspalk
span duo, gespan, koppel, paar, stel, toom, tweetal, twin
spanader tongriem
spanderen - uitgeven
spanen hengselmandje slof
spang agraaf, agrave, agrafe, gesp, haak, knip, sluiting
spaniel épagneul
Spanjaard - spanjool
Spanje - Hispanië, Iberië
Spanje, deel van - zie: Spaanse provincie
Spanje en Portugal Iberië
Spanje kenner - hispanoloog
spanjolet draairoede
spanjoletafsluiting - basculesluiting
Spanjool Spanjaard
Spanker - zeiljacht
spankeren rennen, vluchten, weglopen
spankracht elasticiteit, rek, ressort, veerkracht
spannen drukken, opwinden, kwellen, rekken, strekken
spannend boeiend, enerverend, hevig, opwindend, sensationeel, tonisch
spannende film cowboyfilm, griezelfilm, thriller, western, spionagefilm
spanner - landmeter
spanners - geometridaes
spanning agitatie, druk, entonie, geladenheid, ongeduld, onrust, opwinding, sensatie, stress, voltage
spanning van meer dan 300 volt - hoogspanning
spanning van minder dan 300 volt - laagspanning
spanningsmeter manometer
spanrib - windschoor
spanrups landmeter
spanrupsen - spanners
spanrupsvlinder - peretak
spant balk, bint, draagbalk, gebint, kapgebint, keper, paal, rib(be), spar, spoor
spantrichel - spanrib
spantstut - oplanger
spanvisserij, net bij de - kuil
spanwerk van dak bint, gebint, spant
spanzaag raamzaag
spanzaagje - figuurzaag
spar - douglas, piceaspant, staak
sparen behoeden, bewaren, inzamelen, nalaten, ontzien, openlaten, opgaren, oppotten, overhouden, potten, vergaren, verzamelen, vrijwaren, uitzuinigen, verzamelen, wegleggen
sparganiacee egelskop
spark vonk
sparkelen vonken
spart - espertogras
Spartaans gestreng, hard, lakoniek, streng
Spartaans ambt - ephoren
Spartaans folterwerktuig - apega
Spartaanse koning Agis, Epaminondes, Leonidas
Spartaanse magistrat - efoor
Spartaanse overheidspersonen - eforen
Spartaanse slaaf heloot
Spartaanse volksvergadering - apella, halia
spartelen - schitteren
sparterie - matwerk
spasmisch - krampachtig, spasmodisch
spasmus(Lat.) kramp
spastisch krampachtig
spat drop, druppel, smet, spet(ter), spikkel, vlek
spatader varix
spatbord - spatscherm
spat, droge - hanespat
spatel paletmes, strijkmes, strijkspaan, tempermes, zalfmes
spatie ruimte, speelruimte, speling, tussenruimte
spatiebalk spatielat
spatieus ruim
spats drukte, inbeelding, lef, ophef, poeha, praats, soesa, tamtam
spatscherm spatbord
spatsies - kapsones
spatten spetteren
spattende druppel - spikkel, sprenkel
spat van rubber klodder
speaker - luidspreker
specerij foelie, kaneel, kerrie, kruiderij, kruidnagel, mosterd, muskaat, nootmuskaat, paprika, peper, piment, saffraam
specerij eilanden Molukken
specerij(plant) -
3 hop
4 anijs, soja, thijm
5 dille, komijn, macis, nagel, peper, salie, karwij
6 cassia, dragon, foelie, gember, kaneel, kerrie, piment, venkel
7 kalmoes, laurier, mosterd, muskaat, paprika, vanille
8 cardamon, saffraan, turmeric
9 koriander, marjolein, pepermunt
10 bonenkruid, kappertjes, kruidnagel peterselie
11 nootmuskaat, pieterselie
specerijsteen aromaliet
specht klimvogel, notenkraker, (Ind.) platoek
spechtvogel - baardvogel, draaihals, indicator, pepervreter, specht, toekan
speciaal apart, bijzonder, bizonder, buitengewoon, extra, vooral
specialist chirurg, dermatoloog, deskundige, expert, endocrinoloog, gynaecoloog, internist, neuroloog, oogarts, psychiater, röntgenoloog, tandarts, vakman
specialiteit bijzonderheid
specie cement, grondstof, metselkalk, mortel, muntgeld, pleister, soort, stof, tras
species - soort
speciesoort - adobe
specificeren omschrijven
specifiek apart, bijzonder, soortelijk, typisch
specimen exemplaar, proefje, proeve, staaltje, voorbeeld,
spectaculair opvallend, opzienbarend
spectator opmerker, toeschouwer, waarnemer
spectrale lijn van natrium - D-lijn
spectrum kleurenbeeld
speculant agioteur
speculatie bespiegeling, gis, gok, kansoverweging, risico
speculatief bespiegelend, onzeker,speculerend
speculeren gokken, agioteren
speech rede, redevoering, toespraak, toast, toost
speed snelheid, vaart
speeksel kwalster, fluim, kwalster, kwijl, mondvocht, rochel, salvia, slijm, spog, sputum, spuug, zever
speeksel verliezen kwijlen
speekselferment ptyalase
speekselkruid - bosandoorn
speekselvloed - salivatie
speelbaan tra
speelbank casino, gokhuis
speelbankbediende croupier
speelbankspel baccarat, hazard, roulette, saturnus
speelboek harmonica, scenario
speelboek van een film scenario, draaiboek
speelbord hakkebord
speelclub speelgezelschap
speeldoos brandkast(diev.), muziekdoos,
speelduiten speelgeld
speelgeld bank, fiche, inleg, inzet, pot
speelgenoot maat, makker, partner, vroend
speelgoed - bal, beer, bikkel, blokken, bouwdoos, diabolo, duikelaar, hobbelpaard, hoepel, jojo, knikker, mecano, mobaco, opwindtrein, pop, rammelaar, springtouw, step, stuiter, tol, touw, vlieger
speelgoedautootje matchbox
speelgoedbeer - teddybeer
speelhol casino, speelhuis, speelbank
speeljacht pleziervaartuig
speelkaart aas, boer, dame, heer, joker, koning(in), nel, vrouw, tien, negen, etc.,
speelkaarten langzaam één voor één openleggen fileren
speelkamer kinderkamer
speelmakker vriend, kameraad
speelman artiest, minnezanger, minstreel, muzikant, troubadour, zeeëngel
speelmeisje bruidsmeisje
speelmerkje - fiche
speelnote bruidsjonker, bruidsmeisje
speelpenning fiche, markje
speelplaatje - plectrum
speelplaats cour, speeltuin
speelpot - inleg
speelreisje pleziertochtje
speelruimte marge, spatie, speling, vrijheid
speelruimte voor gehalte van munten remedie
speels dartel, grillig, luchtig, ludiek, stoeiziek, wulps
speels bewegen dartelen
speelsheid dartelheid
speelsoort - bastaard
speeltafeltje abacus
speeltijd speelduur
speeltuig bugel, doedelzak, fluit, muziekinstrument, speelgoed, viool, wip
speeltuingerei draaimolen, glijbaan, schommel, wip
speeluur snipperuur
speelvak - kader
speelveld sportveld
speelweide - voetbalveld
speelziekte speelzucht
speelzucht speelziekte
speet (haring)pen
speen dot, fop, gummidop, tepel, zuigdop
speen aan de uier - tepel
speenkruid gouwe
speer horen, lans, piek, spies, steekwapen, werpwapen
speer van Odin gungnir
speerdistel - breedbol
speerdrager - piekenier
speerwortel mansoor
speet - palingen
speetjesaal - speetaal, spitaal
spek babbelaar, bacon, caramel, ham, vet
spekbuik dikzak, speketer
spekeend smient
spekhuid zwoerd, zwoord
spekjan - Portuges, Spanjool
spekje - babbelaar
spekken larderen, volstoppen, vullen
spekkig halfrot, ranzig, vet, vetachtig
speknaald lardeerpriem
speknek dikkerd, spekhals
spekrand - zwoerd
spekrookplaat wieme
spekslager varkensslager
speksteen - agalmatoliet, beeldsteen, cagoliet, perliet, steatief, talk
spektakel bombarie, drukte, geraas, herrie, keet, lawaai, leven, misbaar, pandemonium, rumoer, schouwspel, tumult
spekortel yam
spektor - spekkever
spel ballen, bridge, canasta, dammen, dobbelen, domino, ganzenbord, halma, hazard, jeu, kaarten, kegelen, lotto, monopolie, ontspanning, poker, polo, roulette, rummycup, schaken, scrabble, triktrak, vermaak, whist, wiekslag
spel met ballen biljart
spel voor allen tutti
spel voor één persoon patience, solo
spel voor verscheidene personen - gezelschapsspel
spelbreker haarzak, pretbederver, rustverstoorder, spelverstoorder
speld broche, insigne
spelden opprikken, vasthechten,vastprikken, vaststeken
speldenprik hatelijkheid
speldje badge, embleem
spelen ontspannen, robbedoezen, ravotten, speculeren, spelemeien, vermaken
spelen op snaarinstrument tokkelen
spelenderijs bezig zijn - sollen
speler acteur, gokker, kaarter, muzikant, verliezer, winnaar
speler aan speelbank ponte
speler in loterij - gokker
spelevaart roeitocht, zeiltocht
spelfiguur dam, mat, pat, schaak
speling marge, ruimte, spatie, tussenruimte
spelkunst orthografie
spellen voorspellen, voorzeggen
spelleider regisseur
spelleider in een casino croupier
spelleiding regie
spelletjes doen - spelen
spelling orthografie, schrijfwijze
spel met dobbelstenen poker
spel met schijven dammen
spel met stenen - domino
spel of zang van allen tegelijk - tutti
spelonk bergholte, caverne, grot, hol, krocht, spleet
spelonkbewoner troglodiet
spelonkkunde speleologie
spelonkkundige speleoloog
spelpauze - rust
spelpenning fiche
spelregel - reglement
spel van 1 persoon - patience, solo
spen provisiekast
spenderen besteden
spenen - onthouden, uitplanten
spergelkruid - asperge
spermaceti - walraat, walschot
spermogonium pycnium
sperren afsluiten
spervuur - gordijnvuur
sperwer - blauwvalk, stiervalk, vinkendief
sperzieboon - princesseboon
spet druppel, klad, mop, plek, smet, spat, spetter, vlek,
spetter druppel, spat, stuk
spetteren morren, opspelen, spatten, sputteren, tegenspreken
speurder detective, onderzoeker, rechercheur, rus, stille, zoeker
speurdersroman detective
speuren nasporen, bemerken, bespeuren, nazoeken, onderzoeken, snuffelen
speuren naar - zoeken
speurhond bespieder, brak, handlanger, politiehond
speurneus detective
speurtocht - jacht
speurwerk onderzoek, research
sphagnum veenmos
spicht - slank, tenger
spichtig dun, fijn, mager, puntig, schraal, snibbig, sprietig tenger, vinnig
spie bout, geer, keg, keil, luns, peg, pen, pin, wig
spie (barg.) cent, duiten, geld
spie bespieder, spion
spieden gluren, loeren, speuren, spinzen, uitkijken, verkennen
spieder - gluurder
spiegat spijgat, kijkgat
spiegel achterdeelvlak, achtersteven, afspiegeling, beeldglas, speculum, spiegelbeeld
spiegelbanket - miroirs
spiegelblank - rein, hoogtemeter,spiegelsextant,zuiver
spiegelboog - sextant
spiegeldraad - mergstaal
spiegeleend - wintertaling
spiegelen glimmen, reflecteren, terugkaatsen, weerkaatsen
spiegelgevecht schijngevecht, sciamachie
spiegelgevecht te paard fantasia
spiegelgevecht te water naumachie
spiegeling reflectie, terugkaatsing, spiegelbeeld
spiegelkijker reflector, spiegeltelescoop
spiegelklokje - specularia
spiegelmaas ladder net
spiegelmees - koolmees
spiegelmetaal - speculum
spiegelnieuw fonkelnieuw, splinternieuw
spiegelpauw - pauwfazant
spiegelsteen - seleniet
spiegeltelescoop - reflector
spiegelzool tripzool
spieken afkijken, overschrijven
spier -
4 halm, pees
6 biceps, spriet
7 anticus, dijspier, triceps
8 armspier, bilspier, musculus, rugspier
9 buikspier, kauwspier, knieschijf, peesplaat, voetspier,
zaagspier
10 borstspier, deltaspier, slaapspier
11 gelaatspie
12 achillespees, handbalspier, hoofdknikker
13 kuitbeenspier, oogkringspier
14 mondkringspier, spaakbeenspier
15 monnikskapspier,spaakbeenbuiger,voorhoofdsspier
16 kleermakerspier, onderarmstrekker,vingerstrekspier
17 achterhoofdsspier, schouderbladspiertweelingkuitspier
spiereinde - pees
spierhaai doornhaai
spierig - rank, spichtig
spiering - stint
spierkramp klem, spasme, tetanus
spiermeter dynamometer
spiernaakt moedernaakt, poedelnaakt
spierontsteking - myositis
spierpijn kramp, myalgie
spierrheumatiek bevanging
spiersamentrekking kramp
spiersoort buiger, strekker
spierstelsel musculatuur
spierstoornis ataxie
spierstrekking kramp, stuip
spiersuiker - inosiet
spiertrekking kramp
spierverstijving - catalopsie, reumatiek
spierwit bleek, hagelwit
spierwrijving - massage
spies lans, piek, speer, steekwapen, werptuig
spiesbok - oryx, sabelantilope
spies van walvisvanger harpoen, lens
spiesdrager piekenier
spiesglans antimoon, antimonium
spieshert - mazama
spiesruiter ulaan
spiessoldaat lansenier, piekenier
spiets harpoen, lens, spies
spietsen - empaleren
spijbelen verzuimen
spijgat - spiegat
spijk lavendel
spijker draadnagel, klinknagel, kopspijke, nagel, pin, taats
spijker (barg.) cent, geld, poen
spijker met brede kop taats
spijker uit één stuk draadnagel
spijker van 9 cm. koldernagel
spijkerbalsem - terpentijnzalf
spijkerbroek jeans
spijkeren hameren, nagelen, timmeren, vastmaken
spijkerschrift - hiëroglief, wigschrift
spijkertje - spike
spijkervast nagelvast
spijkolie naterolie
spijl spaak, staaf, stang, tralie
spijs eten, gerecht, kost, leeftocht, maal, metselspecie, moes, schotel, voeding, voedsel
spijs van gekookte vruchten moes
spijsbak - balie
spijsbrei chymus
spijs gebruiken eten, nuttigen
spijshuis restaurant
spijskaart carte, menu, spijslijst
spijskamer provisiekamer
spijskast spiker, spinde
spijskelder - spinde
spijskobalt - smaltiet
spijslijst menu, spijskaart
spijsolie slaolie, tafelolie
spijstafel dis
spijsvertering digestie
spijsverteringsorgaan darm, maag
spijsverteringsstoornis dyspepsie, indigestie
spijt berouw, bezinning, ergernis, inkeer, leedwezen, schuldbesef, verdriet, weerwil, wrevel, wroeging
spijten berouwen, betreuren
spijtig betreurenswaardig, boos, droevig, geërgerd, geprikkeld, helaas, jammer, onaangenaam, ontstemd, sneu, teleurstellend, verdrietig, zonde
spijzenbereider - kok
spijzigen eten, voeden, voederen
spik - vlekje
spike atletiekschoen, nageltje, spijkertje
spikkel punt, spat, sprank, sprenkel, (s)tippel, vlekje
spikkelbloem - vlekbloem
spil as, cardo, centerback, kaapstander, naaf, windas
spilboom windspaak, kardinaalshoed
spillen besteden, verknoeien,verkwisten, verspillen
spillig spichtig
spil of as - naaf
spilpenning teergeld, zakgeld
spilziek verkwistend, doordraaiend
spilzucht verkwisting
spin aardmijt, aardspin, ankertje, bastaardspinbroodkast, buisspin, celspin, feeks, heks, huisspin, jachtspin, kelderspin, klos, kol, krabspin, kruisspin, rolspin, satijnspin, snelbinder, tarantel, tarantula, tarentula, tolvlucht, vogelspin, waterspin, wolfspin
spinaap slingeraap
spinachtig dier schorpioen
spinachtig diertje - mijt
spinachtige arachnoideum, hooiwagen, malmignatte, mijt, kobbe, schorpioen, tarantella, teek, vogelspin
spinaker - jager
spinazie bladgroente
spinbloem herfsttijloos
spinde broodkast, provisiekast, spijskast
spindel klos
spinel - robijn
spinfabriek - spinnerij
spinet virginaal
spinhuis gevang, tuchthuis
spinlijn - clothoïde
spinmaal - spinning
spinmachine flyer
spinnen areneidae, rullen, snorren, wentelen, zoemen
spinnenkop spin, standaardmolen
spinnenkop (barg.) doekspeld, dasspeld
spinnenjager ragebol
spinnerijarbeider spinner
spinnen, klos voor het - spindel
spinnenhunde - araneologie
spinnensoort - ero
spinnenverdriet - ragebol
spinnenwebben web, webben, spinrag, rag
spinnewebdraden - rag, spinsel, webbe
spinner kunstaas, hengelaas, nonvlinder, wapendrager, zijderups
spinnerij - garenfabriek
spinners - bombycidae
spinneweb rag
spinnewiel - woelwater
spinnig kattig, kwaadaardig, nijdig
spinnijdig gram, rabiaat, woedend
spinrag spinsel, web
soinragvlies - arachnoides
spinsel draad, rag, spintweb
spinvezel - hennep, jute, katoen, kokos, ramie, sisal, vlas, wol, zijde
spinvlieg luisvlieg, paardenvlieg
spinzen (barg.) kijken, loeren, speuren
spion agent, bespieder, indringer, patrijshond, pottenkijker, spie, verkenner, verklikker, verrader, verspieder
spionage - bespieding
spioneren bespieden, verkennen, verspieden
spiraal krullijn, schroeflijn, springveer, (trek)veer
spiraaldek - ondermatras
spiraalduik vrille
spiraalklosje - piton
spiraalvormig gewonden gouddraad - cantille
spirant - fricatief
spirit fut, geest, kracht, pep, pit, temperament
spiritisme, onmisbaar in het - medium
spiritualiteit geestelijkheid, onstoffelijkheid
spiritueel geestelijk, geestig, immaterieel, onstoffelijk, snedig
spiritueus - geestrijk, sterk
spirituoso (muz.) geestdriftig, vurig
spiritus alcohol, wijngeest
spiritusbrander - primus
spit braadijzer, lendeschot, lumbago, spadensteek, speet
spits bits, geestig, gepunt, piek, piekerig, pienter, puntig, raak, scherp, scherpzinnig, slim, timp, toelopend, top, vernuftig, vinnig
spits broodje kadetje, timp
spits ijzer - piek
spits toelopend taps, timp
spits toelopend baardje sik
spits toelopend voorwerp naald, punt
spits toelopende zuil of gedenk naald, obelisk
spits uitlopende strook geer
spits uitstekend gedeelte kam, tand
spits vooruitspringende hoek horn
spitsachtig - puntig
Spitsbergen - Svalbard
spitsboef boosdoener, picaro, rabauw, schavuit, schelm, schurk
spitsbogenstijl - gotiek
spitsboog kruisboog, ogief
spitseekhoorn - toepaja
spitsbroeder bentgenoot, gabber, kameraadlotgenoot, makker, vriend
spitse snavel neb, nebbe
spitse zuil obelisk
spitsen scherpen, slijpen
spitsen van lippen - tuiten
spitser - spiesbok
spitsgebekt - hatelijk
spitsheid bitsheid, puntigheid, scherpzinnigheid
spitshond - kees
spitsig - puntig
spitsmuil - haairog, zeepaling
spitsmuis dol
spitsmuizen - soricedae
spitsrat - ratteëgel
spitstoelopend - taps, timp
spitstoelopend voorwerp - naald
spitsuur piekuur, top uur
spitsvondig bijdehand, gevat, gewiekst, gezocht, intellectueel, scherpzinnig, schrander, sluw, subtiel, vernuftig
spitsvondigheid - haarkloverij, sofisme, sofisterij
spitszuil - obelisk, pyramide
spitten delven, graven, omwerken, spaaien, uitgraven
spitter graver
spitwerk - graafwerk
spleen - hypochondrie, miltzucht
spleet barst, breuk, diaklaas, gleuf, glip, holte, insnijding, kerving, kier, kloof, opening, pen, reet, rift, spelonk, split, spouw, tussenruimte
spleetveer - splits
spleet in de kalkbodem bogaz
spleet in kleding naad
spleetje snee
spleet of kier - scheur
splendide - duur, prachtig, rijk
splitbout luns, wig
splijten barsten, delen, klieven, kloven, rijten, scheuren, splitsen, splitten, uiteendrijven
splijten van hout - kloven
splijthoef - kalfspoot
splijting schisma
splijtstuk keg, kegge, wig
splijtzwam bacterie
splinter spaan(der)
splintergroep - sekte
splintering - spallatie
splinternieuw fonkelnieuw, gloednieuw
splintertang gratenvanger, pincet
splintertrekker - pincet
split gulp, insnijding, rits, spelet, splinter, steenslag
splitbout - luns
splitleer - croute
splitpen - borgpen, luns
splits veerspie
splitsbaar - deelbaar
splitsen delen, doorhakken, kloven, scheiden, splijten, uiteengaan, verdelen, vertakken,
splitsen in rubrieken specialiseren
splitshoorn - marlpriem
splitsing scheiding, scheuring, verdeeldheid, verdeling
splitsing der moleculen ionisatie
splitsing in rubrieken specialisatie
splitsing van driewegen - driesprong
splitsing van rivieren in brongebied - bifurcatie
splitsing van twee wegen in gaffel vorm bifurcatie
splitsing van vier wegen - viersprong
splitsing van wegen tweesprong, driesprong, viersprong splitsingsprodukt van atoom ion
splitten - splijten
splitveer splitpen
spodumeen - trifaan
spoed expresse, gang, gejaagdheid, gezwindheid, haast, ijl, jacht, run, snelheid, tempo, vaart, vitesse
spoed vereisend urgent
spoedbericht dépêche, telegram
spoedbestelling p.e., per expresse
spoedbrief - expresse
spoedeisend - dringend, pressant, urgent
spoeden haasten, ijlen, racen, rennen, reppen, snellen
spoedig aanstonds, aldra, alras, binnenkort, dadelijk, dra, eer(st)daags, eerlang, fluks, gauw, gezwind, haast(ig), metterhaast, onmiddelijk, rap, ras, snel, vlug, weldra
spoedig boos kortaangebonden
spoedig gereed - grif
spoedig klaar vlot
spoedig verslijtend - sleets
spoel bobine, bobijn, klos
spoelbakje - cuvette
spoeldrank gorgeldrank
spoelen opklossen, reinigen, vloeien, wassen
spoeling draf, varkensvoer
spoelingkoek - cake
spoelkant frivolité
spoelloos weefgetouw - fatex
spoelsel spoeldrank, spoelwater
spoelvat spoelbak
spoelwater - spoelsel
spoelwormen ascariden
spog speeksel, spuug
spoken ronddolen, waren, woelen
spokken knappen, knetteren
spoliatie - roof
spon moedermelk, prop, stop
sponde bed, bedstede, krib, ledikant, leger, legerstede, nachtleger
spongat vulgat
sponning gleuf, groef, groeve, rabatspong
sponsachtig poreus, spongieus, sponzig, voos
sponsor borg, geldschieter, peet
sponssteen - spongiet
sponsweefsel - badstof
spontaan hartelijk, impulsief, ongedwongen, ongekunsteld, vanzelf
sponzen - afvegen, porifera
sponzig sponsachtig
spook engerd, fantoom, gedrocht, geest, hersenschim, mispunt, naarling, schim spookachtig huiveringwekkend
spookachtig wezen - geest
spookbeeld hersenschim, nachtmerrie, waanvoorstelling
spookdieren - tarsioidea
spooksprinkhanen - phasmidae
spookverschijning fantoom, schim, spokerij, spooksel, vampier
spookvis - haringkoning, zeekat
spoor aanwijzing, afdruk, calcar, dakspar, indruk, kielzog, prent, rails, spant, teken, voetafdruk
spoorbaanstoep - perron
spoor van schip kielzog
spoorbaan spoorlijn, spoorweg, talud
spoorbaan op de openbare weg aangelegd - tramweg
spoorbaan/deel van.. . overweg
spoorbaan op weg tramweg
spoorbeambte conducteur, blokwachter, seinhuiswachter
spoorbalk - biels
spoorbiels dwarsligger
spoorbiljet (trein)kaartje
spoorboekje dienstregeling, reisgids, spoorgids, treingids
spoorboom afsluitboom, bareel
spoorbreedte spoorwijdte
spoorelement oligopleront
spoorkarretje - lorrie
spoorklok stationsklok
spoorkoekoek - koekal
spoorlegger - biels, slipper
spoorlijn rail, spoorbaan, spoorweg
spoorloos kwijt, onvindbaar, verdwenen, weg, zoek
spoorrail spoorstaaf
spoorrijtuig wagon
spoorrijtuigafdeling compartiment, coupé
spoorslags direct, direkt, ijlings, meteen, snel
spoorstaaf rail
spoorstok zwenghout, zwing
spoortraject - baanvak
spoorwagen spoorrijtuig, tender, wagon
spoorweg - spoorbaan
spoorwegarbeider die de wagens aaneen en loskoppelt rangeerder
spoorwegcentrum in Nederland - Amsterdam, Rotterdam, Utrecht
spoonvegcentrum in Zwitserland - Olten
spoorweggebouw - seinhuis, station
spoorweggids spoorboekje
spoorwegkruising - overweg
spoorwegmaatschappij NS, H.Y.S.M., S.S., O.B., S.N.C.F., LN.E.R.
spoorwegongeluk deraillement
spoorweg ramp deraillement
spoorwegsplitsing wissel
spoorwegstation in... zie station in...
spoorwezel - faraorat
Sporaden/een der... Chios, Skyros, Samos
sporadisch - verspreid, verstrooid, zeldzaam
sporen - manen
sporenblad - sporofyl
sporendragende plant - varen
sporenhoopjes - sorus
sporenhouder - sporangium
sporenelement - oligopleront
sporenplant addervaren, alg, blaaswier, bruinwier, groenwier, heermoes, korstmos, moerasvaren, mos, paardenstaart, varen, wier, wolfsklauw, zeewier, zwam
sporen kapsel sporenhouder
sporenverspreiding - sporulatie
sporenvorming - sporulatie
sporenvrucht sporocarpium
sporrelen pruttelen
sport tree, trede
sport alpinisme, atletiek, autorace, autosport, badminton, basketbal, biljarten, bingo, bobben, boksen, cricket, croquet, curling, dammen, discuswerpen, drafsport, draven, fietsen, golf, gymnastiek, halma, handbal, hardlopen, hengelen, hockey, honkbal, hoogspringen, hordeloop, ijsdansen, jagen, jiujitsu, judo, kaatsen, kanovaren, karate, kastie, kegelen, kogelstoten, korfbal, kunstrijden, motorrace, motorrennen, motorsport, paardensport, pingpong, polo, puzzelen, roeien, rounders, rugby, schaatsen, schaken, schermen, schieten, sjoelen, skiën, skilopen, skiffen, slagbal, slalom, softbal, speerwerpen, spel, springen, surfen, tafel(tennis), tienkamp, trimmen, turnen, veldrijden, verspringen, kamp, vijfvissen, vliegen, voetbal, volleybal, wielrennen, worstelen, zaalhocky, zeilen, zwemmen
sport (Eng.) rugger, soccer
sportartikel bal, bat, bok, brug, club, discus, golfstok, keu, kogel, lat, net, paard, racket, schaats, ski, speer, stick
sportauto, kleine - spider
sportbeker - cup
sportbeoefenaar atleet, bokser, bowler, loper, schaatser, springer
sport binnenshuis - indoor
sportbroek shorts
sportfestijn concours, derby, EK, match, O.S., Olympiade, wedstrijd
sportgebeuren concours, match, rally, wedstrijd
sporthemd poloshirt, shirt,
sportief eerlijk, fair, fideel
sport in de ring - boksen
sportinstructeur sportleraar, sportleider
sportieve pestatie - afstandsrit, elfstedentocht, hordenloop, race, record, tienkamp, veldloop, vijfkamp
sportjasje - blazer, cardigan
sportkalender wedstrijdkalender
sportlat ski
sportleraar coach, trainer
sportman atleet, speler, voetballer
sport met kegel bowlen
sportoefening training
sport op latten skiën
sportoverhemd - shirt
sportpark sportterrein, stadion
sportplaats (voetbal)veld, sporthal, stadion
sportploeg - elftal, equipe, team
sportprestatie record, kampioenschap, zege
sportschoeisel rijlaars, spike
sportschool - trimschool
sportster crack
sportterm aanval, afgeven, afhouden, afsprong, aftrap, afzien, assaut, back, barrage, boogbal, break, brug, buitenspel, carambole, catch, deuce, doel(trap), drive, duel, game, goal, handicap, hands, heat, hoekschop, hole, honk, horde, in, inworp, kader, k.o., koppel, kopstand, korf, lappen, libre, lob, mat, match, meet, net, offside, opslag, out, passeren, penalty, piket, piqué, piste, poule, push, punch, race, rechtse, record, remise, ring, ronde, roos, run, score(n), serie, serveren, service, set, shot, sigle, slag, slalom, smash, spil, start, stick, stoot, strafschop, team, toss, touché, trap, treffer, try, voorzet, werper, worp, zege, zet
sportterrein arena, golflinks, hippodroom, honkbalveld, piste, roeibaan, stadion,,sportpark, voetbalveld
sporttitel - kampioen
sporttrofee beker, bokaal, krans, medaille, plak
sporttrui van wol sweater
sportuitblinker crack, kampioen, vedette
sport van een trap tre(d)e
sportvest sweater
sportvoertuig raceauto
sportwater - roeibaan
sportwedstrijd derby, match
spot aanfluiting, bejegening, beschimping, hoon, ironie, parodie, pastiche, risée, sarcasme, schamp, scherts, schimp, schijnwerper, smaad, vlek
spotachtig grappig, ironisch, komisch, snaaks, spottend, spotziek,
spotbeeld - cartoon, karikatuur
spotboeverij grappen, spotternij
spot, bijtende - sarcasme
spotdicht hekeldicht
spotfiguur risee
spotgoedkoop tegeef
spotlijster spotmerel
spotlust reinasdie
spotnaam bijnaam, scheldnaam
spotnaam voor Amerikaan Yankee
spotnaam voor bakkebaard tochtlat
spotnaam voor Engelsman John Bull
spotnaam voor geestelijke paap
spotnaam voor haardracht - tochtlat
spotnaam voor Hollander kaaskop
spotnaam voor homo nicht
spotnaam voor Ier paddy
spotnaam voor Patriot (hist.) Kees
spotnaam voor politieagent adood, diender, kip, tuut
spotnaam voor sabel kaasmes
spotprent cartoon, karikatuur
spotschrift hekeldicht, pamflet
spotten allouderen, beschimpen, gekken, schertsen, schimpen, smalen, sneren
spottend cynisch, ironiek, ironisch, lachenderwijs, meewarig, sarcastisch
spottend lachen honen, meesmuilen
spottende afkeuring ironie
spottende lach - grijns
spottende nabootsing parodie, pastiche, persiflage
spottende opmerking sneer
spottenderwijs ironisch
spotter satiricus, ironicus
spotternij paskwil
spotvogel braamsluiper, geelborst, spotter
spouw spleet, splijt
spouwen kitsen, kloven, splijten, spuwen, spugen,
spraak A.B.N., dialekt, plat, taal, tongval
spraakgebrek hakkelen, slissen, stotteren
spraak afzien - liplezen
spraakgezang - recitatief
spraakklank - consonant, (mede)klinker, taal, vocaal
spraakkundige grammaire, logopedist
spraakkundige term zie: grammaticale term
spraakkunst grammatica
spraakkunstenaar - gramaticus
spraakkunstig grammaticaal
spraakkunstige term - enkelvoud, meervoud, naamval, ontleding, onderwerp, persoon, tijd, verbuiging, vervoeging, voorwerp, werkwoord, wijs
spraakleer - logopedie
spraakstoornis afasie, anathrie, paralalie, stamelen, stotteren
spraakvermogen spraak, stem
spraakwerktuig tong, keel, lippen, stemband .
spraakzaam babbelziek, flapuit, loslippig, praterig,
sprakeloos monddicht, ontstemd, paf, perplex, stil, stom, verbaasd, zwijgend
sprang - waterader
sprank gilnster, spikkel, spruit, vertakking, vonk, waterspruit
sprankel vonk(je)
sprankelen fonkelen, vonken, zinderen
sprankelend - spitant
sprankelend van geest - petillant
spreekbeurt - lezing
spreekbuis telekal
spreekcel telefooncel
spreekgeluid stem
spreekgestoelte ambo, bema, kansel, katheder, tribuun, podium, preekstoel, rostra
spreekmachine dictafoon, grammofoon, pick-up
spreektaal omgangstaal
spreektrompet megafoon, roeper,
spreekverbod zwijgplicht
spreekwijze frase, uitdrukking, zegswijze
spreekwoord adagium, gezegde, spreuk
spreekwoordelijk aforistisch, proverbaal
spreekwoordenleer - par(o)emiologi
spreekzaal - parloir
spreeuw beo, prutter, wielewaal
spreeuwbezie lijsterbes
spreuwvogel - beo, huia, ossenpikker, sturnida
sprei bedovertrek, dek, kleed, plaid, sierdek
spreiden ontvouwen, uitleggen, uitspreiden, uitstrooien, uitzetten, verbreiden, verspreiden, verstrooien
spreiding dislocatie, standaarddeviatie, verstrooiing
spreidlicht - floodlight
spreidzit - spagaat
spreken babbelen, kallen, keuvelen, kletsen, kouten, praten, redeneren, rellen, talen, uiten, vertellen, zeggen
spreken over afstand bellen, telefoneren
spreken over iets bespreken
sprekend duidelijk, frappand, helder, klaar, markant, onweerlegbaar, treffend
sprekend vogeltje - parkiet
sprekende gelijkenis evenbeeld
sprekende vogel beo, papegaai, parkiet
sprekenderwijs parlando
spreker debater, orator, prater, redenaar, redevoerder, retor, rhetor, tribuun, woordvoerder
sprekerstribune - rosta
spreng beek, bron, kreek, reviertje, waterader, wel
sprenkel - drup, spring
sprenkelen bespikkelen, natmaken, sproeien, uitstrooien
spreu bros, droog, ruw, schraal
spreuk adagium, aforisme, devies, gezegde, gnomeleus, motto, slagzin, spreekwoord, uitdrikking, zegswijze
spreukband - banderolle
spriet antenne, (gras)halm, schraal, sigaar, spier, steng, voelhoorn
sprieteling sprank
sprietig mager, tenger
sprietogen turen
spriet of ent - loot
springader bron, waterader, wel
springbed trampoline
springbron fontein, geiser, wel
springen barsten, dartelen, exploderen, failleren, hinken, huppelen, ontploffen, ópenbarsten, wippen
springend insekt vlo
springend waterdier kikker
springen op een been - hinken
springer snuiter, tangent, vlo, windvoorn, wippertje
springerig dartel, speels
springfontein girande
springhaas kangoeroe
springin'tveld - grappenmaker, pierewiet
springkever - kniptor
springkomkommer - ecballium
springloop galop
springmatras - trampoline
springmussen - dipodoidea
springplank met veren trampoline
springraket donderstar
springscherm - parachute
springstaarten collembola
springstier - dekstier
springstof buskruit, dynamiet, trotyl, TNT
springstofsoort -
5 hexyl
6 amatex, amatol, tretyl, trotyl
7 ammonal, boloron, brisant, lignose, lyddiet
8 acremiet, amberiet, buskruit, dynamiet, acrasoet, hexaniet
hexogeen, pentrietroburiet
9 emmensiet
11 pikrinezuur
12 schietkatoen
13 nytroglyserol
15 trinitrotolueen
springstof, vloeibare - boloron
springstok pols, polsstok
springtochtje uitstapje
springtij giertij, springvloed
springtor springkever
springveer ressort, spiraal(veer)
springvloed springtij, vloedgolf
springzeil - impatiens, reuzebalsemien, vangzeil
springzeil vangzeil
sprinkhaan - cycade, krekel
sprinkhaankruid - veldsla
sprint snelheidswedloop, spurt, wedloop
sprinten hardlopen, spurten
sprinter hardloper, hardrijder, wielrenner
sprit - steenslag
sproeibad douche, regen
sproeidop broes
sproeien aangieten, begieten, besproeien, bevochtigen, natmaken, sprietsen, spuiten
sproeien met water - gieten
sproeier broes, does, gieter, sprenkelen, spuit, straalbreker
sproeier voor planten - gieter
sproeistof sproeimiddel
sproeiwerktuig gieter, spuit
sproet efelide, huidvlekje
sproke - verhaal
sproke, middeleeuwse - Beatrijs
sprokkelmaand februari
sprokkelworm - kokerjuffer
sprong - barst, duik, interval, kloof, salto, wip
sprongbeen astragal
sprong in het water - duik
sprookje fabel, idylle, legende, onwaarheid, verhaal, vertelling, vertelsel, verzinsel
sprookjesfiguur Alladin, Ali, Assepoester, Cinderella, dwerg, elf, engel, fee, heks, kabouter, Oberon, prins, prinses, reus, Roodkapje, Sneeuwwitje, toverheks, wolf
sprookjesverteller - fabulant
sprookjesschrijver Andersen, Bomans, Grimm, Perrault
sprookjeswereld fantasiewereld
sprot, verse - s(ch)adijn
spruit afstammeling, ent, kiem, kind, loot, nakomeling, scheut, stek, telg, twijg, uitloper
spruiten afstammen, nakomelingen, ontkiemen, voortkomen, voortbrengen
spruit of ent - loot
spruit of telg kind, nazaat
spruw raam, schuil
spugen braken, kitsen, kotsen, overgeven, spuwen
spui boezem, kolk, sas, (schut)sluis, verlaat, waterkering
spuien aflaten, aflopen, kwijtraken, lozen, openbaren, uitbrengen, uitwateren
spuier gargouille
spuit geweer, shot, sproeier
spuitbeweging extruder
spuitbus verstuiver
spuiter - junk
spuitfles sifon
spuitgast pompier
spuitgat - spiraculum
spuitje injectie, inspuiting
spuitmeester brandmeester
spuitmiddel - lavement
spuitpijp - straalpijp
spuitpistool verfpistool
spuitplateren - sc(h)operen, vlamspuiten
spuitwaterfles - sifon
spuitwater met citroen - kwast
spuitwijn champagne
spul gereedschap, goedje, kermistent, last, moeite, onenigheid, ruzie, waar
spullen goederen, waren
spulletjes - bullen
spurge-grote - duivelsmelk
spurge- kleine - tuinwolfsmelk
spurrie spergula, watergeil
spurt draf, run, sprint
spurten hartlopen, rennen, snellen, sprinten
spurter hardloper, renner
spurtum - spuwsel
spuug kits, kwijl, mondvocht, slijm, speeksel
spuugzat - beu
sputteren knorren, mopperen
spuwbakje kwispedoor
spuwen braken, kitsen, kotsen, overgeven, spugen, uitwerpen, tuffen
spuwen sputum
spuwsel braaksel, slijm
staaf baar, bout, buis, cilinder, pin, roe(de), rong, stang, stijl, streng
staafdiertje - bacil
staaf edel metaal baar, tin
staaf goud baar
staaf van was kaars
staaf voor loper roe(de), traproe(de)
staafje - bacil, bacterie, pin, stift
staafje gips - krijtje
staafje graniet stift
staafje klein - pin
staafjesrood rodopsine
staafje watten - tampon
staafnagel - bout
staafspel - lyra
staafvormig kristalliet - longuliet
staag aanhoudend, almaar, gedurig, gestaag, gestadig, onafgebroken, steeds, voortdurend
staak paal, rijs, schacht, stang, steng, stok, talhout
staak met dwarsklamp stelt
staaknet fuik
staakt het vuren bestand
staak van rijshout - sliert
staal blijk, grondslag, ijzer, model, monster, patroon, proef, specimen, voorbeeld
staalbewerker smid
staaldraad - stag
staal houdende grond oer
staalmeester keurmeester
staal of type model
staand overeind, rechtop, vertikaal
staand vlak op kroonlijst attiek
staande gedurende, overeind, rechtop, tijdens
staande blijven handhaven
staand hond - braque
staande houden asserteren, beweren, handhaven, verdedigen, volharden, volhouden
staande kegel in een grot stalagmiet
staander doelpaal, drievoet, rong, steunbalk
staandevoets - dadelijk, dadelijk, direct, meteen, terstond
staangeld statiegeld, waarborggeld
staar cataract, melktobbe, roomvat
staarblind stekeblind
staar, groene - glaucoom
staart achtereinde, canda, einde, gevolg, haarvlecht, nasleep, overschot, pluim, sleep, snoer, uiteinde, uitloper
staart (Jagersterm) - bloem, coccyx, pluim
staartbeen stuitbeen, stuitje
staart dragend reptiel salamander
staartgras draadhalm
staartje kliek, overschotje
staartloos reptiel boomkikker, dikkop, haagvors, kikker, kikvors, pad, puid
staartloze aap - magot
staartpen - rectrix
staartpeper - cubebe
staartpruik - allongepruik
staartster komeet
staartstuk achterstuk, uiteinde
staarttooi - pluim
staartveer staartpen
staartvlak - stabilo
staatvos - jaki
staat aanzien, borderol, gebied, gesteldheid, land, lijst, luister, mogendheid, natie, overzicht, positie, praal, pracht, rang, register, rijk, situatie, stand, toestand, vertoon
staat (Fr) état
staat aan de Oostzee Finland, SovjetUnie (vroeger Estland, Letland, Litauen), D.D.R., Polen, Zweden,
staat bij jaartallen a. d.
staat bij ondertekeningen t. t..
staat bij jaartallen - A.D.
staat bij ondertekening - t.t.
staat in Australië - Victoria
staat in Azië - Irak, Nepal
staat in Europa - Albanië, Letland, Ierland, Italië, Rusland, Spanje
staat in... zie: land in...
staat in de Hymalaya - Nepal, Tibet
staat in het wapen der Bourbons - lelie
staat in het wapen van Den Haag - eiber
staat in het Oosten - Irak, Libanon
staat in Z-Amerika - Chili, Peru
staat met debet - en creditzijde - rekening
staat op brieven adres
staat op kruisingen verkeerslicht
staat op straat lantaarnpaal
staat van bezittingen en schulden - balans
staathuishoudkunde economie
staathuiskundig stelsel - mercantilisme
staathuishoudkundige economist, econoom
staatkunde diplomatiek, politiek
staatkundig diplomatiek, listig, politiek, politisch
staatkundig evenwicht status Quo
staatkundig overwicht hegemonie, opperheerschappij
staatkundige diplomaat, politicus, staatsman
staatkundige aangelegenheid - Staatszaak
staatkundige bediening staatsambt
staatkundige overheersing onderdrukking
staatkundige verdeling district, gemeente, provincie
staatkwallen - siphonophora
staatlosheid - apatridie
staatloze - apatride, d.p., ontheemde
staat of land - rijk
staat of lijst - tabel
staat of rijk natie
staatsbestel beheer, bestuur, regime
staatsbestuur - regering
staatsbezit - domein
staatsbedrijf - NS, PTT, RVA, SS, Staatsmijnen
staatsbegroting miljoenennota
staatsbeleid regeringsbeleid
staatsbestel regime
staatsbestuur regime
staatsbeurs rijksbeurs, studiebeurs,
staatsblad Stbl..
staatsbudget staatsbegroting
staatscourant Stct..
staatsdienaar - minister, premier, president
staatseigendom - domein
staatsgebied territorium, domein
staatsgreep - coupe, putsch, revolutie
staatsgrens - landsgrens
staatshandelsmonopolie - régie
staatsheraut - wapenkoning
staatshoofd - keizer, koning, president, vorst
staatshoofd of bestuurder - regent
staatshoofd van een koninkrijk koning, koningin
staatshoofd van een republiek president
staatshoofd van het oude Venetië - doge
staatshoofd van Japan mikado
staatshoofd van Jemen Imam
staatshoofd van Nepal - Maharadjadhiraja
staatshoofd van Perzië Sjah
staatshoofd van Spanje Caudillo
staatshoofd van Yemen - Imam
staatsie - gala, luister, praal, pracht, pronk, stoet, vertoon, zwier
staatsiebed - praalbed
staatsiedegen eredegen
statiegewaad - galakostuum
staatsiegordijn - portière
staatsiekleed - talaar
staatsiekleding gala, ornaat, rok, talaar
staatsiekleed gala, talaar
staatsiekoets galakoets, karos, praalkoets
staatsiezetel van vorst troon
staatsinkomn belasting, intraden
staatsinstelling - instituut
staatskas fiscus, rijksschatkist, schatkist
staatskleur - oranje
staatslichaam rijksinstelling
staatsman diplomaat, gedeputeerde - kanselier, politicus, minister, premier, president
staatsmisdaad - hoogverraad, majesteitsschennis
staatsmonopolie régie
staat soms op paaltjes - R.G.
staatsomwenteling revolutie
staatsraad junta
staatsregeling constitutie, grondwet, regeringsvorm
staatsreisbureau (Russ.) Intourist
staatsvorm democratie, dictatuur, gemenebest, imperium, keizerrijk, koninkrijk, monarchie, oligarchie, prinsdom, republiek, theocratie
staatsvrouw politica
staatwerk lijsten, tabellen
stabiel bestendig, duurzaam, evenwichtig, onveranderd, standvastig, stevig, vast, vastliggend, vaststaand
stabiel maken stabiliseren
stabiel zijn - stabiliteit
stabiliseren vastleggen
stabiliteit duurzaamheid, evenwicht, evenwichtigheid, vastheid
stad city, gemeente, metropolis, metropool, plaats, polis, stee,
stad aan de Adriatische zee - Bari
stad aan/bij/in/van... zie ook: aan/bij/in/van . . .
stad aan de Donau Boedapest, Belgrado, Negotin, Nikopol, Passau, Regensburg, Roese, Silistra, Ulm, Unz, Wenen
stad aan de Ganges Benares, Patna, Bhagalpur
stad aan de Garonne - Agen, Bordeaux, Marmande, Toulouse
stad aan de Kaspische Zee - Astrachan, Baku, Gurjev, Machachkala, Rasht
stad aan de kust van Coromandel - Madras
stad aan de Loire - Nantes, Orleans, Tours
stad aan de Maas Dinant, Luik, Maastricht, Namen, Roermond, Rotterdam
stad aan de Moezel - Cochem, Trier
stad aan de noordkust van Java - Grisee, Tegal
stad aan de Oostkust van Achter-Indië - Annam
stad aan de Oostkust van Afrika - Zanzibar
stad aan de Oostzee - Gdansk, Gdynia, Kaliningrad, Klaipeda
stad aan de Perzische Golf - Dohe
stad aan de Rhône Arles, Lyon, Marcoule, Tarascon,Valence
stad aan de Riaskust van Galicië - Neda
stad aan de Rijn Arnhem, Bingen, Bonn, Duisburg, Keulen,, Koblenz, Mains, Mannheim, Speyer
stad aan de Rode Zee Suez
stad aan de Seine Parijs, Rouen
stad aan de Siberische spoorweg - Irkoetsk, Oefa, Omsk
stad aan de Stille Oceaan Seattle
stad aan de Theems Londen
stad aan de Waal Nijmegen
stad aan de Witte Zee - Archangel(sk)
stad aan de Wolga Kazan
stad aan de Zaan Zaandam, Zaandijk
stad aan de zuidwestkust van Arabië Aden
stad aan de Zwarte Zee Batumi, Burgas, Cherson, Constantia, Frabzon, Istanboel, Kerch, Novorossijk, Odessa, Samsun, Sebastopol, Sachi, Usküdar, Varna
stadachtig - steeds
stad bekend door Bartje - Assen
stad bekend door de watersport - Kiel, Sneek
stad bekend door een orakel - Delphi
stad bekend door motorrennen - Assen
stad bekend door onderwerping aan de paus - Canossa
stad bekend door zijn elite-scholen - Cambridge, Eton, Oxford
stad bekend door zijn toren Pisa
stad bekend om de damiaatjes - Haarlem
stad bekend om zijn aardewerk - Gouda, Makkum
stad bekend om zijn dom - Keulen, Milaan, Utrecht
stad bekend om zijn heksenwaag - Oudewater
stad bekend om zijn jeneverstokerijen - Schiedam
stad bekend om zijn kaasmarkt - Alkmaar
stad bekend om zijn kantkloswerk - Brugge, Sluis
stad bekend om zijn orakel van Zeus - Dodona
stad bekend om zijn porcelein - Delft
stad bekend om zijn toren - Parijs, Pisa
stad bekend om zijn zilversmeedkunst - Shoonhoven
stad bekend vanwege de Babylonischeballingschap der pausen - Avignon
stadbewoner - stedeling
stad, de eeuwige - Rome
stad, de heilige - Jeruzalem, Mekka
stad der duizend eilanden Venetië
stad der honderd torens - Pavia
stad der lelies - Firenze, Florence
stad der zeven heuvelen Rome
stad met orakel van Zeus - Dodona
stad in Afrika Casablanca, Dakar, Fez, Oran, Suez, Zanzibar
stad in Algerije Oran, Algiers
stad in Amerika Abilene, Albany, Atlanta, Baltimore, Beamont, Birmingham, Boston, Buffalo, Charleston, Charlotte, Chattanooga, Chicago, Cincinnati, Cleveland, Columbia, Columbus, Dallas, Denver, Detroit, Duluth, Evansville, Fresno, Gary, Greensboro, Houston, Indianapolis, Jackson, Las Vegas, Lincoln, Los Angeles, Louisville, Lubbock, Madison, Memphis, Miami, Milwaukee, Minneapolis, Mobile, Montgomery, Montreal, Nashville, New York, Norfolk, Oakland, Oklahoma, Omaha, Pasadena, Peoria, Philadelphia, Phoenix, Pittsburg, Portland, Richmond, Sacramento, San Diego, San Francisco, Savannah, Seattle, Spokane, Tacona, Tampa, Toledo, Topeka, Tucson, Tulsa, Washington, Wichita
stad in Anatolië Adana
stad in Arabië Aden, Medina, Mekka
stad in Azië Hongkong, Jakarta, Moekden, Peiping, Peking, Tokio,
stad in Beieren Bamberg
stad in Boeotië Tanagra
stad in België Antwerpen, Arlon, Gent, Brussel, Brugge, Luik, Namen, Oostende, Spa, Knokke
stad in Canada - Albany, Arvida, Calgary, Edmonton, Halifax, Hamelton, Kitchener, Montreal, Ottawa, Quebec, Regina, Sudbury, Toronto, Vancouver, Winnipeg
stad in China Nanking, Peking
stad in Congo - Ikela
stad in Coromandel - Madras
stad in Dahomey - Cotonou
stad in Denemarken - Aalborg, Arhus, Esbjerg, Frederikshavn, Flensburg, Flesjberg, Halstebro, Kalundborg, Kopenhagen, Odense, Roskilde, Randen, Skagen, Viborg
stad in de oudheid - Babel, Carthago, Memghis, Nineve, On,Thebe, Ur
stad in de V. S. Elmira, Minneapolis, Chicago, Boston, Washington
stad in Drente - Assen, Beilen, Coevorden, Emmen, Hoogeveen, Meppel, Stadskanaal
stad in Duitsland Aken, Augsburg, Baden, Bamberg, Berlijn, Bielefeld, Bonn, Bremen, Dortmund, Dresden, Duisburg, Düsseldorf, Ems, Erfurt, Essen, Frankfort,Gera, Hamburg, Hannover, Heidelberg,Jena, Karlsruhe, Kassel, Keulen, Kiel, Leipzig, Lübeck, Mainz, Mannheim, Minden, München, Munster, Neurenberg, Oldenburg, Osnabrück, Potsdam, Regensburg, Rostock, Saarbrücken, Solingen, Stutgart, Tabar, Trier, Worms, Wuppertal
stad in Egypte Caïro, Suez, Alexandrië
stad in Europa Aken, Amsterdam, Antwerpen, Barcelona, Berlijn, Brussel, Cordova, Dresden, Edinburgh, Frankfort, Gdansk, Granada, sGravenhage, Harwich, Kaunas, Leningrad, Londen, Madrid, Milaan, Moskou, Napels, Oslo, Parijs, Praag, Rome, Rotterdam, Sebastopol, Turijn, Uppsala, Valencia, Venetië, Warschau, York, Zürich
stad in Finland Turku, Helsinki
stad in Frankrijk Lille, Lourdes, Marseille, Range, Pau, Parijs, Rochefort, Rouen, Straatsburg, Nantes, Orleans, Tours, Reims, Arras, Gap, Lyon, Bordeaux, Toulon, Toulouse
stad in Frankrijk aan de Loire, Nantes, Orleans, Tours
stad in Frans departement Hautes Alpes - Gap
stad in Frans departement Pas-de-Calais - Arras
stad in Friesland Dokkum, Franeker, Harlingen, Heerenveen, Hindelopen, Leeuwarden, Lemmer, Makkum, Sloten, Sneek, Staveren, Wolvega, Workum, IJlst
stad in Gabon - Lambarene
stad in Ghana, - Accra, Kumasi
stad in Gelderland Apeldoorn, Arnhem, Doesburg, Doetinchem, Harderwijk, Nijmegen, Rhenen, Tiel, Winterswijk, Zutphen
stad in Griekenland Athene, Enos, Saloniki, Sparta
stad in Groningen Groningen, Delfzijl, Winschoten
stad in GrootHessen Giessen
stad in Hannover Lehe
stad in Henegouwen Ath
stad in HessenNassau Fulda
stad in Honduras - Belize
stad in Moezeldal Metz
stad in het Roergebied Dortmund, Duisburg, Essen, Wuppertal, Düsseldorf
stad in Ierland Belfast, Cork, Dublin
stad in Indië Demak
stad in Irak - Bag(h)dad, Basra, Karbala, Kiskuk, Mosul
stad in Iran - Abadan, Hamadan, Isfahan, Kermashah, Qum, Rasht, Sheraz, Tabriz, Teheran
stad in Italië Adria, Rome, Florence, Genua, Palermo, Venetië, Napels, Milaan
stad in Ivoorkust - Abidjan, Bonaki, Sassandria
stad in Japan Fukuoka, Hakodata, Hiroshima, Jokohama, Kitakyushu, Kobe, Kyoto, Nagasaki, Nagoya, Nara, Nigata, Osaka, Sapporo, Sendai, Tokio
stad in Jordanië Amman
stad in Kameroen - Bamenda, Batouri, Douala, Garona
stad in Kanaän Sodom
stad in Kasjmir Leh
stad in Kenia - Marsabit, Momgassa, Nairobi
stad in Kongo - Albertville, Bamba, Jadotville, Kabinda, Kinshasa, Kisangani, Lubumbashi
stad in Korea Seoel
stad in Kroatië Zagreb
stad in Laos - Vientiane
stad in Letland Riga
stad in Libanon - Beyrouth
stad in Liberia - Greenville, Monrosia
stad in Lybië - Benghazi, Tripoli, Tobroek
stad in Limburg - Geleen, Heerlen, Maastricht, Roermond, Sittard, Venlo, Weert,
stad in Litauen Memel
stad in Maleisië - Georgetown, Singapore,
stad in Mali - Bamako, Segou
stad in Mandsjoekwo Jehol
stad in Mansjoekwo - Jehol
stad in Marokko Fez
stad in Mesopotamië Basra
stad in MiddenSoedan Koeka
stad in Mozambique - Beira, Tete, Zomba
stad in Nicaragua - Managua
stad in Niger - Agadem, Agadez, Zinder
stad in Nigeria Lagos
stad in NoordAfrika - Alexandrië, Algiers, Caïro, Fez, Oran, Tunis
stad in NoordBrabant Bergen op Zoom, Breda, Deurne, Eindhoven, Helmond, sHertogenbosch, Oss, Roosendaal, Tilburg
stad in NoordFrankrijk Reims
stad in Noord-Holland Alkmaar, Amsterdam, Edam, Enkhuizen, Haarlem, Hilversum, Hoorn, Medenblik, Monnikendam, Naarden, Schagen, IJmuiden, Zaandam
Stad in Noord Ierland Bangor, Belfast
Stad in Noord Vietnam - Hanoi
stad in Noorwegen Arendal, Bergen, Narvik, Oslo, Skien, Trondheim
stad in Normandië Caen, Cherbourg, Dauville
stad in Oeganda - Kampala
stad in Oldenburg Eutin
stad in OostDuitsland Jena
stad in Oostenrijk Graz, Innsbruck, Linz, Salzburg, Wenen, Zeil
stad in Oost-Pakistan - Dacca
stad in Opper-Volta - Boto, Ougadougou
stad in Overijssel Almelo, Deventer, Enschede, Hengelo, Kampen, Meppel, Steenwijk, Zwolle
stad in Palestina Dan, Jericho, Jeruzalem, Haifa
stad in Panama - Panama
stad in Peru - Callao, Lima
stad in Phoenicië Sidon
stad in Polen Wilna, Warschau
stad in Paraguay - Asuncion
stad in Portugal Coimbra, Elvas, Faro, Lagos, Lisboa, Lissabon, Oporto, Setubal
stad in Rhodesië - Bulawayo, Salisbury
stad in Rio Grande del Norte Natal
stad in Roemenië Boekarest, Braila, Sinaja
stad in Rusland Archangel(sk), Asov, Bakoe, Charkow, Cheljabinsk, Dnepro, Donitsk, Gorky, Jerevan , Kalinin, Kaluga, Kazan, Kijev, Kiev, Kirov, Kujbyshev, Kursk, Leningrad, Lvov, Minsk, Moskou, Odessa, Omsk, Orel, Orenburg, Orks, Osj, Penza, Petrozavodsk, Saratov, Smolensk, Stalingrad, Sverslovsk, Tbilisi, Tula, Ufa, Uralsk, Volgagrad, Vologda, Voronezk, Wladiwostok
stad in Rijnland Aken, Bonn, Mainz, Keulen
stad in Rwanda - Kigali
stad in Saoedi-Arabië - Jidda, Mecca, Medina
stad in Scandinavië Oslo, Stockholm, Gotenburg, Narvik, Bergen
stad in Senegal - Dakar
stad in Siberië Omsk, Tomsk, Wladiwostok,
stad in Sierra-Leone - Freetown
stad in Silezië Ratibor
stad in Soedan - Dongola, Kassala, Khartoum, Omdurman
stad in Somalië - Berhera, Mogadiscio
stad in Spanje Murcia, Linares, Santander, Bilbao, Barcelona, Madrid, Teruel, Toledo, Vigo, Cadiz, Valencia
stad in Suriname Paramaribo
stad in Syrië - Aleppo, Damascus, Hamah,
stad inTailand - Bangkok
stad in Tanzania - Dar es Salaam, Tabora
stad in Tessalië Larissa
stad in Tirol Neran
stad in Togo - Lome
stad in Toscane Florence, Siena
stad in Tsjaad - Abéché
stad in Tsjecho-Sloakije - Beatislava, Brno, Plzen, Praag, Praha
stad in Tunesië - Sfax, Tunis
stad in Turkije Adana, Ankara, Bursa, Istanboel, Izmis, Konya
stad in Uruguay - Montevideo
stad in Utrecht Amersfoort, Doorn, Montfoort, Oudewater, Utrecht,
stad in Venezuela - Caracas, Merida
stad in Vlaanderen Antwerpen, Brugge, Gent, Ieperen, Oostende
stad in VoorIndië Agra
stad in Washington Everett
stad in WestDuitsland Keulen, Aken, Bonn, Hamburg, Bremen, Essen, Mainz, Munster, Kleef, Hannover, Brunswijk
stad in West-Pakistan - Karachi, Lahore, Multan
stad in Ijsland - Reykjavic
stad in Zambia - Lusaka
stad in Zeeland - Axel, Goes, Hulst, Middelburg, Sluis, Terneuzen, Veere, Vlissingen, Zirekzee
stad in Zeeuws-Vlaanderen - Axel
stad in ZuidAfrika - Bloemfontein, Durban, Johannesburg, Pretoria, Kaapstad, ,
stad in ZuidAmerika Lima, Rio, Santiago, BuenosAires, Paramaribo
stad in ZuidHolland Brielle, Delft, Dordrecht, Gorinchem, Gorkum, Gouda, Hellevoetsluis, Leiden, Rotterdam, Schiedam, 'sGravenhage, Vlaardingen
stad in Zuid-Korea - Pusan, Seoul
stad in Zuid-Vietnam - Saigon
stad in Zuid-West_Afrika - Walvisbaai, Windhoek
stad in Zweden Falun, Gävle, Göteborg, Hälsingborg, Jönköping, Kiruna, Malmö, Öland, Orebro, Ostersund, Stockholm, Umea, Upsala, Västeräs
stad in Zwitserland Sargans, Genève, Bern, Davos, Bazel
Stad in Birma - Mandalai, Rangoon
stad in de Betuwe Tiel
stad in de Dominicaanse Republiek - Santo
stad in de oudheid Thebe, Memphis, Nineve, Carthago, Ur, Babel, Rome, Athene, Jeruzalem
stad in het Moezeldal - Metz
stad met bekend college - Eton, Oxford
stad met beroemd orakel Delphi
stad met een beroemd orakel van Zeus Dodona
stad op Attica - Athene
stad op Borneo - Balikpapan, Bandjoermasin, Pontianak
stad op Celebes - Kendau, Makasar, Menado, Poso
stad op Ceylon - Colombo
stad op Corsica - Ajaccio, Bastia, Calvi
stad op Cuba - Havana, Holguin, Santiago
Stad op Curaçao - Willemstad, Emmastad
stad op Cypres - Nicosia
stad op de Filippijnen - Davao, Luzon, Manilla,Mindanao
stad op Formosa - Tainon, Taipei
stad op Irian Barat - Merauke, Manokwari, Sorong
stad op Java - Bandung, Djakarta, Jogjakarta, Semarang, Soerabaja
stad op Malagasië - Tananarive
stad op rechter oever van de Garonne - Agen
stad op Sardinië Cagliari, Nuoro,Olbia, Oristano, Sassari
stad op Sicilië Agrigentum, Catania, Enna, Marsala, Messina, Palermo
stad op St-Eustatius - Oranjestad
stad op Sumatra Belawan, Djambi, Medan , Padang, Palembang, Sibolga
stad tussen Moskou en Charkov - Orel
stad van ballingschap der pausen - Avignon
stad van David Jeruzalem
stad van de Elfstedentocht - Bolzwart, Dokkum, Franeker, Harlingen, Hindelopen, Leeuwarden, Sloten, Sneek, Stavoren, Workum, IJlst
stad van duizend eilanden - Venetië
stad van Expo 1970 Osaka
stad van Felix Timmermans Lier
stad van Karel de Grote Aken, Nijmegen
stad van Olympische Spelen Athene, Parijs, St. Louis, Stockholm, Antwerpen, Amsterdam, Los Angeles, Berlijn, Londen, Helsinki, Melbourne, Rome, Tokio, Mexico, München
stad waar een hogeschool is gevestigd - academiestad
stadhouder ban, gouverneur,landvoogd, nabob, plaatsvervanger, podesta, satraap
stadhouder - landvoogd
stadhouder in het oude Perzië - satraap
stadhuis - raadhuis
stadhuisbediende bode
stadhuisstoep bordes
stadig aanhoudend, bedaard, almaar, gestaag, gestadig, voortdurend
stadion sportpark
stadium fase, periode, phase, tijdperk, toestand
stadje aan de Lek - Vianen
stadje in ZeeuwsVlaanderen Axel
stadje met bekende public school - Eton
stadje van onderwerping aan de paus Canossa
stads stedelijk
stadsadvocaat (16/17e eeuw) pensionaris
stadsafslager vendumeester
stadsbank van lening lommerd
stadsbestuur gemeenteraad
stadsbestuurder in Italië in de 13e en 14e eeuwen onder het fascisme podesta
stadsburcht - akropolis
stadscentrum binnenstad, city
stadscultuur urbanisme
stadsdeel buurt, centrum, kwartier, park, plantsoen, plein, voorstad, wijk
stadsgedeelte rayon, woonwijk
stadsgemeente - commune
stadsgracht singel, vest, wal
stadskantoor - raadhuis
stadskern centrum, city, kom
stadskern van Amsterdam Dam
stadslieden - stedelingen
stadsmens stedeling
stadsmestvaalt - belt
stadsmuren slechten ontmantelen
stadsmuur veste, wal
stadspolitie gemeentepolitie
stadsraad gemeenteraad
stadsschout - baljuw
stadstaat - polis
stadstaat, moderne - Monaco
stadsvervoer bus, taxi, tram, trein, omnibus
stadsvervoer ondergronds - metro
stadsvesting bolwerk, citadel
stadsvoorrecht handvest, privilege
stadswal schans, veste
stadswijk buurt, kwartier, sectie
stadswijk der Joden - getto
stadswijk in Amsterdam Centrum, Eilanden, Jordaan, Goudkust, Tuindorp
stadswijk in Istanboel Pera
stadswijk in Oosterse stad soek
stadszendeling evangelist
staf legerleiding, roe(de), staaf, scepter, steun, stok, stang, stut,
stafdrager - pedel
staffier - lijfknecht, trawant
stafrijm alliteratie, beginrijm
staf van de paus - ferula
stag staaldraad, tapult, touw
stage oefentijd, proeftijd
stageld staangeld
stagelopen - stageren
stagnatie oponthoud, stilstand, stremming
stagneren bederven, ophouden, stilstaan, stoppen, stremmen,
stagzeil - kluiver
staker op zee muiter
staket hekwerk, paalwerk, schutting
staketsel espalier, spalier
staketselfuik in Vvorm voor de visvangst sero
sta in de weg belemmering, hinderpaal, obstructie
staken onderbreken, opgeven, ophouden, stoppen, verstoren
staker op zee - muiter
stakingsbreker - onderkruiper
stakker arme, behoeftige, drommel, hals, kalis, piekeraar, schlemiel, sloeber, sloof, stumper, sukkel, sukkelaar, sul, stakker, stumper, tobber, totelaar, vlegel, ziel(epoot)
stakkerd stumperd, zielepoot
stal hok, kot, kooi schuur
stal bij arena toril
stal, deel van een - boes, groep
stal die nodig gereinigd moest worden - Augiastal
stal door Hercules gereinigd Augiasstal
stal in mythe Augiasstal
stal met mest potstal
stal van een paard - box
stal voor de dieren bij een arena - toril
stal voor stieren (Spanje) toril
stalactiet - druipsteenkegel (afh.)
stalagmiet druipsteenkegel (opst.)
stalboter hooiboter
staldeur - heemdeur
staleend lokeend
stalen harden, oefenen, sterken, trainen
stalen bekleding pantser
stalenpennetje nagel
stalen rasp - vijl
stalen reservoir tank
stalen ros fiets, rijwiel
stalen schijfje waarop zich balans beweegt mes
stalen staaf pen, rail, stang
stalen stift pen, pin
stalen wapenrusting harnas, kuras
stalhouder rijtuigverhuurder
stalkaars - dwaallicht, toorts
stalknecht groom, palfrenier
stalkruid - ononis
stallen bergen, paskeren
stalles theaterrang
stalletje kraampje, marktkraam, tentje
stallicht dwaallicht, stalkaars
stalling garage, loods
stalmeester hippiarch
stal met mest - potstal
stalpaal - latierboom, repel
stal van een paard - box
stam boom, clan, geslacht, hoofdader, sibbe, stengel, volk
stam in Schotland Mac, clan
stamboek S. B.
stamboekvee - rasvee
stamboel - Konstantinopel
stamboom genealogie, pedigree, sibbe
stamcafé stamkroeg
stamdeel - kwartier
stamelen - stotteren
stamelaar hakkelaar, stotteraar
stamelen hakkelen, stotteren
stamel klank van kind da, dada, ta, tata
stamgast cafebezoeker, habitué, kroegloper
stamgoed majoraat
stamheer stamvader
stamhoofd chief, opperhoofd, sheik, sjeik
stamhuis dynastie
staminée cafe, kroeg
stamkroeg stamcafé
stamleider van de bosnegers in Suriname granman
stamloze palm nipa
stammen baseren
stammoeder der Israëlieten Sara
stammoeder der mensheid Eva
stamp massa, menigte, schop, trap, stoot, tegelstempel
stampei drukte, geraas, getier, herrie, kabaal, keet, lawaai, rumoer
stampen doppen, dorsen, fijnstoten, heien, schoppen, stoten, trappen, vermengen
stamper hei, olieslager, stoter, vijzel
stamper, deel van een - stempel
stamppot hutspot, ratatouille, ratjetoe, rats, stew
stamppot van aardappelen, uien zout en vlees - labskous
stampvat vijzel
stampvoeten - trappelen
stampvol bomvol, eivol, mudvol, overladen, overvol, propvol, tjokvol
stamriool hoofdriool
stamroos herfstroos
stamsymbool - totem
stamtafel - pedigree
stamvader aartsvader, patriarch, stamheer, voorzaat
stamvader van alle mensen - Adam, Noach
stamvader van de Arabieren Ismaël
stamvader van de Asen Odin, Wodan
stamvader van de Batavieren Ba(e)to
stamvader van de Friezen Friso
stamvader van de Joden Abraham
stamvader van de nieuwe mensheid Noë
stamvader van de reuzen - Ymir
stamvader van de Romeinen Aeneas, Romulus
stamvader van de Semieten Sem
stam van Israël - Aser, Benjamin, Dan Efraim, Gad, Issaschar, Jozef, Juda, Levi, Manasse, Naftali, Ruben, Simeon, Zebulon
stamvee - stamboekvee
stamverwant paroniem
stamverwante woorden paroniemen
stamwapen familiewapen, geslachtswapen
stamwoord grondwoord, wortelwoord
stamijn - zeefdoek
stance - couplet, strofe
stand adel, air, burger, edelman, estat, fase, gesteldheid, hoedanigheid,chouding, kaste, kastestaat, klasse, kring, marktkraam, ordo, peil, pose, positie, postuur, rang, situatie, staat, status, stelling, toestand
stand adel, burgerij, clerus, proletariaat, volk
stand bij schaken mat, pat, schaak
stand bij sport - score
stand der edelen adel
stand der sterren - constellatie, sideratie
stand in de Middeleeuwen adel, boer, clerus, burgerij, dorper, edelman, poorter
stand van de maan N.M., E.K., V.M., L.K.
stand van de spraakorganen in rust - articulatiebasis
stand van de zaken - constellatie, toestand
standaard as, banier, criterium, ezel, houder, legger, lessenaar, maatstaf, norm, sta(a)nder, statief, steun, support, toets, vaan(del), veldteken, voetstuk, wimpel, ijk, zuil
standaard der ruiterij kornet
standaardmaat etalon
standaard om te schilderen - ezel
standaardtype model
standbeeld monument, statue
stande karnton, kuip, tob
standelkruid - harlekijn, orchidee, orchis
stander kapstok, molenas, standaard, steunbalk, stut,
standhouden - blijven, duren, steekhouden, stoppen, weerstaan
standing aanzien, distinctie, positie, rang, status
standje berisping, herrie, kabaal, kwestie, lawaai, oploopje, rapplement, reprimande, ruzie, uitbrander, vermaning, verwijt
standje geven berispen, kapittelen
stand of klasse - rang
stand of pose - houding
standplaats domicilie, post, statie, station, stelling
standplaats van een vloot - kruispost
standpunt gezichtspunt, mening, opvatting, overtuiging, zienswijze
standregels statuten
stand van water peil
stand van zaken - toestand
standvastig blijvend, constant, duurzaam, ferm, fiks, flink, konstant, onveranderlijk, onwankelbaar, onwrikbaar, pal, stabiel, stavast, trouw, vast(beraden), volhardend
standvastigheid stabilisatie
standvogel blijver, mus
standwerker koopman, (straat)venter
standwerker, toespraak van een - boniment
stang bout, cilinder, roe, roede, spijl, sta(a)f, staak, steng, tralie
stangen jennen, plagen sarren
stannio(o)l bladtin, tinfoelie, zilverpapier
stank - geur, reuk(lucht)
stankafsluiter sifon, zwanenhals
stank of geur - reuk
stannum sn., tin
stans pons
stansen ponsen, stempelen
stanswerk - ponswerk
stante pede direct, meteen, onmiddellijk, onverwijld
stanza - couplet, strofe, stance
stap gang, klem, loop, opstap, pas, schrede, tred, tre(d)e, voetspoor, voetstap
stap voor stap stapvoets
stapel berg, hoop, massa, mijt, opeenhoping, opper, opstapeling, stellage, tas, vim
stapel hooi hooiberg, opper, schelf
stapel hout houtmijt, tas
stapelen opeenhopen, ophopen, stouwen, stuwen, tassen, vleien stapelgek hoteldebotel, idioot, knots, krankzinnig, stapelgek
stapel hooi hooiberg, mijt, opper, schelf,
stapel hout houtmijt, tas
stapelkommies magazijnmeester
stapellat - strijk
stapelplaats depot, entrepot, magazijn, opslagplaats, pakhuis, veem
stapelput beerput
stapelwagen heftruck
stapelwolk cumulus, donderwolk
stapelzot stapelgek
staphyleacee pimpernoot
stapje - pasje
stappen benen, gaan, kuieren, lopen, pierewaaien, treden, uitgaan, voortbewegen, wandelen
stappenteller pedometer
stapper laars, schoen, voetganger
stapvoets langzaam, traag
star bewegingloos, dogmatisch, gespannen, hard, houterig, onbeweeglijk, onbuigzaam, pal, rigide, stijf, straf, strak, stram, streng, stroef, stug
stareend - zomertaling
staren fixeren, kijken, turen,
starheid koppigheid, strakheid, stugheid, vasthoudendheid
starnakel - totaal
starre starriet, stern, zeezwaluw
starriet - starre
start aanhef, aanvang, alfa, begin(punt), vertrek(punt)
startbewijs - startkaart
starten aanslaan, aanslingeren, aanvangen, aanvangspunt, aanzetten, beginnen, opstijgen, vertrekken
starter - aanzetknop
startkaart startbewijs
startklaar gereed, reisvaardig
startlijn - meet
startschot vertreksein
state boerderij, farm, hoeve, hofstede, landgoed, stee
statelijk - deftig
statenbond (con)federatie, symmachie
statenbond betreffend federatief
StatenGeneraal S.G., kamers, parlement, volksvertegenwoordiging
stater, gouden - didrachmon
stater, zilveren - tetradrachmon
statica evenwichtsleer
statie gala, gebed, kruisweg, parochie, praal, pracht, standplaats, station, verdieping, vertoon, zwier
statief drievoet, tripode, voetstuk, standaard
statiegeld staangeld, waarborgsom
statiekleding gala, rok
statiekleed - ornaat, robe,talaar, toga
statiekoets galakoets, karos
statiepruik uit de dagen van Lodewijk de veertiende allongepruik
statiewagen - karos
statiezetel van vorst troon
statieus pralend, pronkend, sierlijk
statig deftig, (eerbied)waardig,f ier, indrukwekkend, (muz.) largo, ingetogen, nobel, parmant(ig), plechtig, plechtstatig, pomposo, stemmig, trots, voornaam, waardig, weids, zedig
statigheid fierheid, parmantigheid, waardigheid
station halte, losplaats, statie, stop, treinhalte
stationcar - combi
station in Amsterdam C.S., A.S., M.S., Amstel, Centraal, Muiderpoort, Sloterdijk
station in Den Haag H.S., S.S., Haagse spoor, Mariahoeve, Staatsspoor,
station in Leiden Lammenschans
station in Rotterdam D.P., Blaak, Centraal, Feijenoord, Lombardije
stationkiezer afstemknop
station (Vlaams) statie
stationsklok - spoorklok
statisch evenwichtig, rustig, stabiel, stilstaand
statistische kaart - cartogram
statische strategie beleg, linie
statist - figurant
statue standbeeld
status positie, rang, stand(ing), toestand
statuur gestalte, lichaamslengte
statuut grondregel, instelling, reglement, verordening, voorschrift
stavast flink, ferm
staven aantonen, bekrachtigen, bevestigen, bewijzen, documenteren, sterken, steunen, waarmaken
staving - bevestiging
stayer hardrijder
steak - biefstuk
stearinezuur - talkzuur
stede plaats, plek, stad, stee
stadebouwer - planoloog
stedenbouwkunde planologie
stedenbouwkundige planoloog
stedehouder ban, gouverneur, landvoogd, nabob, plaatsvervanger, podesta, satraap
stedehouder Gods paus
stedelijk gemeentelijk, municipaal, stads, steeds
stedelijk overheidspersoon, oud - schepen
stedelijke politie gemeentepolitie
stedeling burger, poorter, stadsbewoner, stadsmens
stee boerderij, hoeve, hofstede, plaats, plek, stad, woonplaats
steeds aanhoudend, aldoor, almaar, altoos, altijd, bestendig, continu, doorlopend, eeuwig, gedurig, geregeld, gestaa(di)g, herhaaldelijk, immer, onafgebroken, onophoudelijk, permanent, regelmatig, semper, staag, stedelijk, steevast, telkens, voortdurend
steeds hoger - excelsior
steeds meer alleen zijn vereenzamen
steeds terugkerend herhaaldelijk, repeterend
steeds terugkerende bezigheid - dagwerk
steeds weer telkens
steeg pad, slop, straatje
steek breisteek, knoop, mastworp, naaisteek, prik, punctie, punthoed, rondtorn, spade, stoot, worp
steekbeitel - fermoor, guts, guds
steekbekken ondersteek
steekboog segmentboog, steunboog
steekbrander lasapparaat
steekbrem gaspeldoorn
steekbijl - snik
steekcontact - stekker
steekdegen -pallas
steekdistel melkdistel
steekdoorn - kruisbes
steekgrond ankergrond
steekhevel pipet
steekhoudend degelijk, juist, logisch
steekijzer graveernaald, graveerstift
steekkontakt stekker
steeklijn - beslagseizing
steekmug langbeen, muskiet, neefje
steeknet - slaghaam
steekneus bolderik
steek of punthoed - mijter
steekorgaan angel, pen
steekpalm - hulst
steekpan - ondersteek
steekpartij vechtpartij
steekpenningen fooi, handgeld, omkoopgeld, smeergeld
steekpenningen geven omkopen
steekschoor - korbeel
steekspel ringrijden, ringsteken, toernooi, tornooi, tournooi
steekspeld sierspeld
steekvlieg brems, daas
steekvogel sperwer
steekwagen - schepper
steekwapen angel, bajonet, dagge, degen, dolk, hartsvanger, kris, mes, ponjaard, rapier, rentjong, sabel, speer, spies, stekade, stilet, stiletto
steekijzer - graveernaald
steel bloemstengel, greep, handgreep, handvat, raapzaad, schacht, stengel, stok
steelblaadje - bracteola
steeliep trosiep
steel of heft - greep
steelpan kastrol, koekenpan, melkkan
steels achterbaks, bedekt, geniepig, heimelijk, onmerkbaar, onopgemerkt, stiekem, tersluiks, verholen, verscholen
steel van een stenen pijp - schenk
steelworm - poliep
steelziekte druivenziekte
steelzucht kleptomanie
steen aluin, amaril, amber, arduin, asbest, baksteen, basalt, calculus, dioriet, eterniet, grafiet, graniet, grind, kei, kiezel, klinker, kwarts, lei, marmer, porfier, wolfram
steen kei, kinderhoofdje, klinker, lithos, tegel, zerk,
steenachtig - stenig
steenafval bik, puin
steenahorn - esdoorn
steenaltaar - dolmen
steenbakkerij - geleg
steenbarmpje barmsijsje
steenberg puinhoop, stort
steenbikker - tapuit
steenbloem - parnaskruid, strobloem
steenbok Capricornus, gems
steenbokskeerkring Zuiderkeerkring
steenbolk dorsvis
steenboorder folade
steenbrak parforcehond
steenbreekachtigen - saxifragaceeën
steencel - sclereïden
steencultus - baetylisme, litholatrie
steen der wijzen - magisterium
steendog - mopshond
steendood morsdood
steendruk lithografie
steendrukker lithograaf
steenduif holenduif, rotsduif
steenekster klapekster, klauwier
steengeit gems, klipgeit
steengeschut - bombarde, verwijt
steengoed gres, prima
steengoed feestje - knalfuif
steengraf - hunebed
steengravure - litho
steengruis bik, grit, mortel, puin, split,
steengroeve latomie
steengruis - bik, macadam, puin, rons
steenhard hardvochtig, keihard, ongevoelig, onvermurwbaar, onwrikbaar
steenhechting cement, mortel,specie
steenkarper - kroeskarper
steenklip rots
steenklomp rots, kei, rotsblok
steenkneuter - fratertje
steenkolenwagen tender
steenkoolmijn in Nederland Emma, Maurits
steenkoolperiode Carboon
steenkoolprodukt cokes, gas, nylon, teer
steenkool, soort - anthraciet, cokes, esskool
steenkraai - alpenklauw, alpenraaf
steenkrijter gierzwaluw
steenkruid - winterkers
steenkruiper - snotolf
steenmarter fluwijn, huismarter
steenmassa berg, klip, klomp, puinhoop, rots, ruïne
steenmeeuw - neusvis, sneep
steenmeteoriet - aëroliet
steenmetser - torenvalk
steenmot keldermot, pissebed
steenolie aardolie, petroleum
steen op een graf - zerk
steen oud hoogbejaard, stokoud
steenpaapje barmsijsje
steen pek asfalt
steenpimpernel bevernel
steen poeder - zand
steenpuist bloedvin, bloedzweer, furunkel, steenzweer
steen rat marmot
steenroos - alpenroos
steenrots (Gr.) petros
steenrots arduin, bazalt, graniet, kel, kwarts, marmer
steenschaap/wild. . . moeflon, muffeldier
steenslag bik, grit, puin, split
steenslijper - tapuit
steensnijder - lithotomie
steensnijkunst - glyptiek
steensoort
3 git, lei, tuf
4 gres, jade, lava, onyx,
5 agaat, aluin, amber, bagge, beril, camee, gemme, gneis, grind,
grint, magma, opaal, robijn, silex, spaat
6 albast, amaril, arduin, asbest, augiet, bariet, basalt, carbon,
eoliet, gagaat, jaspis, katoog, kiezel, koraal, kwarts, marmer,
marion, sardis, topaas
7 adamant, adulaar, aluniet, amarant, apatiet, bauxiet, carrara,
diabaas, diamant, dioriet, emerald, girasol, glimmer, grafiet,
granaat, grafiet, graniet, granito, grauwak, graveel, hyacint,
hyaliet, ijssteen, kalktuf, kaolien, koralijn, krijttuf, kristal,
molasse, nefriet, peridot, porfier, saffier, sinopel, smaragd,
sommiet, zirkoon
8 aeroliet, amethist, beresiet, briljant, cabochon, carneool,
chamotte, cloriet, diopsiet, dioptaas, doleriet, dolomiet,
electron, esmeraud, essoniet, eterniet, galsteen, hematiet,
kornalijn, lavaglas, leisteen, leksteen, megaliet, melaniet,
nemoliet, pagodiet, peperine, saponiet, sardonyx, seleniet,
sideriet, steatiet, trachiet, tufsteen, turkoois, zeeagaat, zeeberil
9 almandien, aquamarijn, barnsteen, belemniet, cacholong,
chalcedon, dragoniet, galactiet, gangsteen, glassteen,
goudsteen, granuliet, hardsteen, hessoniet, inktsteen,
kalksteen, karbonkel, kuitsteen, kwartsiet, maansteen,
malachiet, marcasiet, melksteen, meteoriet, natroliet,
niersteen, obsidiaan, puimsteen, rhodoliet, speksteen,
toermalijn, tungsteen, vuursteen, zandsteen, zeepsteen,
zeilsteen
10 azuursteen, blauwsteen, bloedsteen, bruinspaat, bruinsteen,
druipsteen, gossulaar, heliotroop, hoornsteen, karsteniet,
kattengoud, kimberliet, klinksteen, luschtsteen, nevelsteen,
palagoniet, parelspaat, smaragdiet, sponssteen, topasoliet,
zonnesteen
steentekenaar - lithograaf
steentekenen - lithograferen
steentijdperk, deel van het - mesolithicum, neolithicum, paleolithicum
steentje - kiezel
steenuil boomuil, huipke
steenvalk - merlet, rotsvalk, snelleke
steenvaren - boerenwormkruid
steenvink oeverloper
steen van een hunnebed - megaliet
steenvlas amiant, asbest
steenvrucht abrikoos, amandel, kers, perzik, pruim
steenvrucht met eetbare pit - amandel
steenwerk grès
steenwording verstening
steenzout - haliet, keukenzout, klipzout
steenzinde - asbest
steenzuiger - snotolf
steentje - vogelmelk
steevast altijd, bestendig, geregeld, steeds, stellig
steewaarts stadwaarts
steg vlonder, vonder, vondel, (voet) pad
stegel - stijgbeugel
stegelgreep kruimoer, schroefmoer, stijgbeugel
steggelen harrewarren
steiger aanleg(plaats), bordes, getimmerte, ka, kaai, kade, losplaats, paalwerk, stellage, stelling, stoep, trap
steigeren klimmen, verhefen
steigergeld aanleggeld, aanleglasten
steigerpaal juffer
steil bekrompen, dogmatisch, hard, hellend, loodrecht, orthodox, rechtwandig, rechtzinnig, star, sterk streng, stroef, stijf,
steil hellinggedeelte steilwand
steile hoogte van steen - klip
steile rots in zee klip, klif; verhevenheid .
steiloor - ezel, padant, stijfkop
steilorig eigenwijs, eigenzinnig, bekrompen, halsstarrig, koppig, stroef
steilte afgrond, halsstarrigheid, helling, hoogte, kam, klif, klim, klip, kloof, piek, spits, stroefheid
Steiner, leer van Rudolf - antroposofie
stek ent, loot, poot, rijs, spruit, takje, telg, visplek, voerplek
stek (Ind.) bibit
stekaas kokerworm
stekade degen
stekel angel, distel, doorn, doren, prikkel, punt
stekelachtig - bits, borstelig, pikkelend, puntig, scherp, stekelig,
stekelbaars - gasterosteida, stekeling
stekelbos haagdoorn
stekeldraad - prikkeldraad
stekeldraak - pieterman
stekelhaar - kemp(vezel)
stekelhuidig dier echinodermata, kamster, slangster, stekelvarken, zeeappel, zeeduivel, (zee)egel, zeeklit, zeekomkomme, zeelelie, zeester, zonnester
stekelig bits, doornig, hatelijk, hekelend, netelig, ruig, scherp, snar, snibbig, venijnig, vinnig,
stekelig voorwerp doorn
stekelige baardhaar stoppel
stekelige doornstruik - braam
stekelige knop - klis
stekelige plant cactus, distel, doorn, netel, roos
stekelkruid - scheren
stekelpapaver - argemone
stekelpuntig - mucronaat
stekels, van-voorzien - echinaat
stekelvarken - egel
stekelvinnige vis knorhaan, makreel, poon, zeehaan
stekelvinnige trekvis makreel
stekelvinnige zeevis poon, puitaal
stekelzwam - hydnum, sarcodon
steken beledigen, boren, duwen, haperen, hekelen, krenken, kwellen, nopen, prikken, pijnigen, plaatsen, porren, prikken, stoppen, stoten
steken blijven stokken
stekend bijtend, grievend, pijnlijk, prikkend, puntig, scherp
stekend insect - horzel
stekje ent
stekjes aanbrengen - enten
stekkeling - stek
stekken enten, oculeren, prikken
stekken aanbrengen enten, poten,
stekken uitzetten planten
stekker contactstop, plug
stekkerdoos stopcontact
stek of loot - scheut
stekworm - ritnaald
stel duo, koppel,orde, paar, set, span, stand, troep, twee(tal), twin
stelberg - stelle
stel bij elkaar behorende voorwerpen garnituur, set,
stel bovenkleren jurk, kostuum, pak
stel ganzen koppel
stel haringen school
stel herten roedel
stel jachthonden meute
stel kippen toom
stel mensen boel, bubs, duo, echtpaar, koppel, paar troep, zwik
stel met edele stenen parure
stel paarden gespan
stel spelers elftal, team
stel vaatwerk - servies
stel visnetten - vleet
stele grafzuil, zerk
stelen afkapen, dieven, gappen, jatten, kapen, ontvreemden, pakken, pikken, ratsen, roven, toeeigenen, wegpakken
steler dief, gapper, jatmoos, jatter, kaper, pikker, rover
stelkunde algebra
stelkundig algebraïsch
stellage bouwsteiger, getimmerte, rek, schavot, steiger, stelling, tribune, verhoging
stelle - aardheuvel
stellen bepalen, beweren, leggen, maken, plaatsen, opperen,
poneren, regelen, taxeren, vaststellen, zetten
stellen van een probleem problematiek
stellend - positief
stellende trap positivus
steller - stilist
stelletje duo, paar, paartje, tweetal
stellig absoluut, bepaald, beslist, gefundeerd, gegarandeerd, (ge)wis, nadrukkelijk, ongetwijfeld, perse, pertinent, reëel, uitdrukkelijk, uitgemaakt, uitgesproken, vast, volstrekt, waarachtig, waarlijk, werkelijk, wezenlijk, zeker
stellig en beslist waarlijk, zeker
stelligheid aplomb, zekerheid
stelling axioma, beginsel, bewering, bouwsteiger, dogma, leer, plaats, positie, postulaat, rek, schavot, steiger, stellage, theorema, theorema, theorie, these, thesis, tribune
stelling op scheepswerf stapel
stelpen bedaren, lenigen, stillen, stoppen, stuiten, verminderen
stelphuis - stolp
stelregel beginsel, dogma, grondregel, leer, richtsnoer
stelsel dogma, leer, methode, regiem, samenstel, systeem, theorie
stelsel van assen - coördinatenstelsel
stelsel van betalen bank, cheque, giro
stelsel van afgesproken woorden en tekens code
stelsel van werkwijzen of handelingen systeem
stelselmatig consequent, methodisch, opzettelijk, ordelijk, principieel, systematisch
stelt - lopstok
steltlijn stijl
steltloper eiber, eidebaar, flamingo, griet, grutto, ibis, kluut, koet, kraanvogel, lepelaar, ooievaar, plevier, pluvier, reiger, snip, uiver, watersnip, wulp
stem alt, bariton, bas, geluid, kiesstem, klank, mezzo, orgaan, sopraan, tenor, volume, zangorgaan
stem en spraakkundige logopedist
stemband plica
stembiljet stembriefje
stembuiging inflexie, intonatie, modulatie, toon
stembusstrijd verkiezingsstrijd
stemdwang opkomstplicht
stemgerechtigd stemhebbend
stemgerechtigde kiezer
stemgever - votant
stemloos - stom
stemloosheid - afonie, stomheid
stemmen - intoneren, kiezen, opineren, voteren
stemmig deftig, droefheid, eenvoudig, ernst, ernstig, ingetogen, opgewektheid, optimisme, sfeer, statig, vrolijkheid, zedig
stemming ballotage, bui, drift, ernst, gemoed, gesteldheid, gevoel, gezindheid, hartstocht, humeur, luim, mentaliteit, nood, sfeer, tendens, toestand, verkiezing, vrolijkheid
stemming - referendum
stemming over toelating als lid - ballotage
stempel afdruk, drevel, ijk, indruk, kenmerk, keur, merk, schoor, stamp, steunbalk, steunbeer, stut, waarmerk, zegel
stempel aan de bloemstamper - stigma
stempelaar werkloze
stempelbeeld - beeldenaar
stempelen markeren, ken(merken), schoren, stampen, stutten, zegelen
stempelhout - drevel
stempelmerk keur, muntslag, ijk, zegel
stempel of ijk - merk
stempelsnijder graveur
stemspleet glottis
stemtoon diapason
stemuitbrenging votum
stemval cadans
stemverheffing - arsis
stemvork diapason
stemwerktuig stemorgaan
stemwisseling - mutatie
stemzwakte afonie
stencil - afdruk
stenclimachine - cylostyl
stenen klagen, steunen, weeklagen, zuchten
stenenbakker - tichelaar
stenenboogbrug - heul
stenen doodkist sarcofaag
stenen fles - kruik
stenen huis (Friesland) stins
stenen kolom obelisk, zuil
stenen landhoofd pier
stenen legger metselaar, stratenmaker
stenen naald obelisk
stenen opstap bordes, stoep, stoepsteen
stenen pijp gouwenaar
stenen stapelen met cement - metselen
stenen vuurpot test
stenen wand muur
stenen wapen - silex
steng staak, stengel, stok, vlaggenmast
stengel caulis, halm, rank, spriet, staaf, steel, stok, stoppel, wortelstok
stengelachtig gewas gras, riet
stengelbegroeiend - caulicot
stengelbloei - cauliflorie
stengelgroente - asperge, bleekselderij, postelein, rabarber, waterkers
stengelknol - intermedium aardappel, aronskelk, arum, crocus, stok, tijloos
stengel met bladeren rank
stengelmoes - raapzaad
stengelomvattend amplexiaal
stengel van graan strohalm
stengun - sten
stenig rotsig, steenachtig
steniging lapidatie
stennis drukte, herrie, kabaal, ophef, stampei
stenograaf kortschrijver, snelschrijver
stenografie kortschrift, snelschrift, steno
stenotoop - stenoek
step autoped, opstapper, ped, stapdans
step-in korset
steppe grasvlakte, llano, pampa, poesta, prairie, toendra
steppe in Frankrijk- lande
steppe in Hongarije - poesta
steppe in Noordamerika - prairie, savanne
steppe in Zuidamerika - llano, pampa
steppebewoners nomaden
steppedier bizon, mustang
steppegras alfagras, halfagras, pampasgras
steppekat manoel
steppen autopetten
stepperuiter - kozak
ster beroemdheid, diva, hemellichaam, vedette, uitblinker
ster Alamak, Aldebaran, Algiba, Algol, Algorab, Alphard, Altaïr, Alioth, Aludra, Antares, Apus, Argus, Astra, Aster, Atair, Beker, Beta, Capella, Castor, Ceti, Deneb, Denebola, Dubhe, Epsilon, Eta, Fornax, Gamma, Gemma, Hamal, Jota, Lalande, Nath, Orion, Pegasus, Polaris, Pollux, Regulus, Rigel, Sertum, Setuia, Sirrah, Sirius, Umik, Wega, Zeta
ster uit het sterrenbeeld Draak - Etamin
ster uit het sterrenbeeld Grote Beer - Columbo, Duif, Schip
steraliseren - inmaken
sterallures - kapsones
sterappel - sterrenet
sterbladeren - rubiaceeën
sterbladige plant druifkruid, gardenia, kina, koffieboon, kolokwint, meerkrap, walstro
stère s, wisse
stereotiep - vast
stereotype - stiep
stereotyperen - stiepen
sterfbed doodsbed
sterfelijk aards, vergankelijk
sterfelijkheid - mortaliteit
sterfte letaliteit, mortaliteit
sterftecijfer - letaliteit, mortaliteit
sterfte onder het vee - nagana
stergewelf uitspansel
steriel bacterievrij, dor, kiemvrij, ontsmet, onvruchtbaar
steriliteit onvruchtbaarheid
sterk duurzaam, energiek, erg, fel, ferm, flink, fors, geducht, gespierd, groot, heftig, hevig, intens, kloek, krachtig, kras, levendig, machtig, moedig, overdreven, potig, rans, rins, robuust, solide, stevig, stoer, straf, talrijk, vast, vitaal, zwaar
sterk ademhalen hijgen
sterk afdingen penteren, pingelen
sterk aftreksel elixer, essence, extract
sterk beven bibberen, rillen
sterk binden garotteren
sterk boeien fascineren
sterk drukken persen, pressen
sterk en gespierd atletisch
sterk en snelwerkend drastisch
sterk gebouwd - adletisch
sterkgekruid peperig, pikant
sterk gekruid vleesgerecht ragout
sterk gekruide worst cervelaat
sterk gekruld haar koeskop
sterk genoeg bestand
sterk glimmend glazuur - porselein
sterk goed bombazijn, manchester
sterk hellend steil
sterk kruid peper
sterk linnen weefsel - canvas
sterk overdreven (muz) forte
sterk riekende stof muskus
sterk roken dampen, puffen
sterk smakend garstig, rans, ransig, ranzig
sterk stijgend steil
sterk van smaak garstig, rans, ranzig
sterk verlangen begeerte, begeren, smachten, zucht, zuchten
sterk verlangend begerig, smachtend
sterk water - alcohol, spiritus
sterk weefsel bombazijn, manchester
sterk wensen begeren, verlangen
sterke aandrang aandrift, ijver
sterke beroering van het gemoed - sensatie, opwinding, emotie
sterke beving - siddering
sterke drank alcohol, arak, brandewijn, borrel, campari, cognac, gedistilleerd, gin, jenever, klare, likeur, pernod, rum, spiritus, whisky, wodka
sterke dranken alcoholica, spiritualiën
sterke gemoedsaandoening pathos
sterke kaart troef
sterke kant fort
sterke kerel - mannetjesputter
sterke koffie espresso
sterke man beer, krachtpatser, hercules, mannetjesputter, reus
sterke noodzaak dwang
sterke oorlogsvloot armada
sterke oostenwind in de Straat van Gibraltar Levan
sterke opwelling aandrift, drang, neiging
sterke prijsstijging boom, inflatie
sterke rijzing van koersen - boom
sterke stijging van koersen boom
sterke stof bombazijn, manchester
sterke smaak rans, ranzig
sterke vent beer, hercules, mannetjesputter, reus
sterke was van een rivier bandjir
sterke weerzin afschuw
sterke wind orkaan, storm, tyfoon
sterke zijde fort
sterker - krachtiger
sterker (muz.) st., fz., sforzando
sterker maken stalen, versterken, verstevigen
sterker worden aansterken
sterkers - tuinkers
sterkheid kracht,sterkte
sterklasse - spectraaltype
sterkoralen - madreporen
sterkpap - sterksel
Sterkste toren van een kasteel - donjor
sterkte (Lat.) vis
sterkte bastion, bolwerk, bunker, burcht, citadel, concentratie, bemoediging, duurzaamheid, gehalte, flinkheid, fort, fut, gehalte, intensiteit, kasteel, kracht, krasheid, lunet, macht, moed, potentie, schans, stevigheid, talrijkheid, troost, vermogen, vesting, weerstand
sterkte (Ind.) benteng, benting
sterkte die een stad beheerst citadel, fort, garnizoen
sterkte en durf moed
sterkte en kracht - volume
sterktemaat voor elektrische stroom amp., ampère
sterlet steur
sterlijn - astroïde
stern starre, starriet, zeezwaluw
steroïdalcohol - sterol
sterool - chollesterol
sterrebloem - aster
sterredistel - kalketrip
sterrekroos - callitriche
sterrenbeeld - constellatie
Sterrenbeelden -
3 Ara, Leo, Net, Pijl, Ram Vos
4 Apus, Crux, Duif, Grus, Haas, Lier, Lynx, Lyra, Oven, Paco,
Pauw, Raaf, Vela, Wolf
5 Arend, Aries, Beker, Cetus, Draak, Draco, Hydra, Indus,
Leeuw, Lepus, Libra, Lupus, Maagd, Mensa, Musca, Norma,
Orion, Pyxis, Slang, Stier, Virgo, Vlieg, Zwaan
6 Altaar, Antlia, Auriga, Boötes, Caelum, CanserCarina, Cirkel,
Corbus, Crater, Cygnus, Dolfijn, Dorado, Fornax, Gemini,
Hydrus, Indiër, Kompas, Kreeft, Octans, Pictor, Pisces,
Puppis, Schild, Scutum, Taurus, Tucana, Veulen,
Vissen, Volans, Walvis
7 Centaur, Cepheus, Colomba, GoriffeGoudvis, Hagedis,
acerta, Liniaal, Pegasus, Phoenix, Sagitta, Serpens, Sextans, Sextant, Uurwerk
8 Aquarius, Circinus, Driehoek, Eenhoorn, Equuleus, Hercules,
Kamaleon, Schilder, Schutter, Scorpius, Sculptor, Steenbok,
Wagenman, Waterman
9 Andromeda, Centaurus, Delphinus, Luchtpomp, Monoceros,
Ophiugos, Reticulum Tafelberg, Zwaardvis
10 Cassiopeia, Chamaeleon, Horologium, Kraanvogel,
Microscoop, Schorpioen, Triangulum, Tweelingen,
Verrekijker, Vulpecula, Waterslang, Weegschaal
11 Beeldhouwer, Capricornus, Jachthonden, Ossenhoeder, Sagittarius, Telescopium, Zuiderkruis
12 Camelopardus, Graveerstift, Microscopium, Noorderkroon,
Paradijsvogel
13 Slangendrager
sterren betreffende - sideraal, stellair
sterrenbloem aster, sterrenmuur
sterrendienst - Sebaeïsme
sterrengroep bij de Pleiaden - Hyaden
sterrebhemel firmament, heelal, uitspansel
sterrenhoogtemeter astrolabium
sterreninvloed, leer betreffende de - siderisme
sterrenkers tuinkers
sterrenkijker - astronoom, telescoop
sterrenkijkerij - astronomie
sterrenland sterrenhemel
sterrenkunde astronomie
sterrenkundige astronoom
sterrenkundige eenheid lichtjaar
sterrenstand - sideratie
sterrenstelsel - Melkweg
sterrenwacht observatorium
sterrenwichelaar astroloog
sterrenwichelarij astrologie
sterresteen - katoog
sterretje asterisk
sterrit rally
stervalk sperwer
sterveling - mens
sterven bezwijken, creperen, doodgaan, heengaan, omkomen, ontslapen, overlijden, sneuvelen, sneven, verscheiden, zieltogen
stervensangst doodsangst
stervenssponde doodsbed
stervijfhoek pentagram
stervormig astroïde, radiaaal
steun armenzorg, assistentie, bescherming, bijstand, bijval, houvast, hulp, leuning, ondersteuning, raad, roeipen, rots, schoor, schraag, schoorbalk, staf, standaard, soelaas, stut, subsidie, support, toeverlaat, troost, uitkering, voetstuk
steunbalk - beer, draagbalk, schoor, stander, staander, stempel, stut
steun beeld schraagbeeld
steunbeer - contrefort, schraagpijler
steun bij het lopen kruk, rotting, stok
steunblaadje - stipella
steunen assisteren, baseren, bijdragen, bijstaan, bogen, helpen, kermen, klagen, kreunen, leunen, onderstutten, pochn, rusten, schoren, schragen, staven, sterken, stutten, troosten, zuchten
steunen op - berusten
steunend vlak zaat
steun en toeverlaat - rechterhand
steunhout post, schoor
steunkabel op schip stag
steunpaal op wagen rong
steunmuur - conterfort
steunoverslag - flikflak
steunpaal op wagen rong
steunpilaar ante, atlant, console, hoeksteen, hoekstuk, penant, pijler, schoorwal, steunbeer
steunpilaren van halffiguren hermen
steunplankje spalk
steunpunt basis, karbeel, korbeel pijler
steunpunt of pilaar in de gedaante van een fors gebouwde man atlant
steunpijler stut
steuntouw aan mast ravanger, stag, tul
steuntrekker werkloze
steun van balkon console
steunweefsel stroma
steur - acipenserida, sterlet
steur, gezouten eieren van de - kaviaar
steurkrab - palaemonetes
steurkuit - kaviaar
stevel laars, ruiterlaars
stevelen - doorstappen
steven boeg, kromhout, scheepsneus
stevenen koersen, stappen, varen
stevenbeeld boegbeeld, schegbeeld
stevig compact, corpulent, degelijk, dik, duurzaam,energiek, ferm, fiks, flink, fors, gezond, grondig, hecht, kloek, krachtig, massief, omvangrijk, pal, potig, solide, stabiel, sterk, stoer, terdege, vast, voedzaam
stevig aaien wrijven
stevig aan elkaar vast
stevig doorlopen - stappen
stevig gebouwd duurzaam, ferm, pal, robuust, sterk, stoer, vast,
stevig drinken hijsen, peren, zuipenlink, fors, robuust
stevig gebouwd ferm, kloek, krachtig, potig, robuust, sterk, stoer
stevig maken sterken
stevig rondhout - paal
stevig verband spalk
stevig voedsel erwtensoep, haché, stamppot, hutspot, winterkost
stevige gang marstempo, trot
stevige kus pakkerd
stevige por stomp
stevige tros kabel
stevige wind - storm
stevige winterkost boerenkool, haché, hutspot, snert, spek
stevigen stijven
stevigheid hechtheid, samenhangend, soliditeit, sterkte
steward hofmeester, verzorger
stewardess airhostess, hofmeesteresse
stibium - Sb
sticht abdij, bisdom, gesticht, kerk, klooster (goed), stift
Sticht Utrecht
stichtelijk devoot, godsdienstig, opbouwend, pieus, religieus, verheffend, vroom
stichtelijk doen - preken
stichten aanleggen, aanrichten, bouwen, grondvesten, instellen, ontwerpen, oprichten, verheffen, veroorzaken , vestigen
Stichtenaar Utrechtenaar
stichter bouwer, grondlegger, oprichter
stichter van de Stoïcijnse school - Zeno
stichter van een godsdienst Boeddha, Mohammed
stichter van Rome Remus, Romulus
stichter van het oude Perzië Cyrus
stichting gesticht, inrichting, instelling, instituut
stick stok
sticker - plakker
stiefbroer halfbroer
stiefelen draven, lopen, rennen
stiefkind stiefdochter, stiefzoon
stiefmoederlijk hardvochtig, karig, liefdeloos, sober, schraal
stiefzoon van Thor - Uller
stiefzuster halfzuster
stiekem achterbaks, bedekt, geniepig, heimelijk, himelijk, onderhands, ongemerkt, rustig, slinks, steels, stels, stil, stilletjes, tersluiks, verborgen, verdekt, verholen, verstolen,
stiekem dichterbij komen besluipen
stiekem kijken bespioneren, gluren, koekeloeren, loeren
stiekem naderen besluipen
stiekem nalopen - volgen
stiekem weggaan wegsluipen
stiekem wegnemen jatten, onrfutdelen, pikken, stelen, verdonkeremanen
stiekene blik - lonk
stiekemerd gluiperd, stille, rus
stiel ambacht, ambt, baan, bedrijf, beroep, kostwinner, métier, vak
stielgenoot collega, vakgenoot
stielman vakman
stiep teerling
stiepen schoren, steunen, stutten
stier bul, haussier, Taurus, toro, var
stier als godheid vereerd - apis
stierendoder espada, matador, stierenvechter, toreador, torero
stier, gecastreerde - bulos
stierengevecht - corrida
stierengevecht, helper bij een - peone, monosabio
stierengevecht, intocht bij een - paseo
stierengevecht, rode doek gebruikt bij een - muleta
stierengevecht, wapen bij het - banderilla, pica, rejon
stierenvechter - banderillo, espada, matador, toreador, torero
stierenvechter te paard - picadore
stierenvechter zie stierendoder
stierenoffer hecatombe
stierig kwaad, nijdig
stierkevers driehoorn, minotaurus
stiermens bucentaur
stiervalk blauwvalk, sperwer, vinkendief
stierziek - loops, tochtig
stier van het wilde rund (Ind.) - banteng
stift griffel, klooster,naald, pal, pen, pin, priem, punt, staafje, sticht
stifje staafje
stift met kop - punaise
stiftje van een rijgsnoer - malie
stiftscharnier - paumelle
stiftje van een veter malie
stifttand kunsttand
stigma brandmerk, handmerk, litteken, merkteken, stempel, wondteken
stigmatiseren - brandmerken, schandvlekken
stijf gespannen, hard, harkerig, hoekig, houterig, kuis, lomp, onbeweeglijk, onbuigzaam, onhandig, pal, preuts, rigide, roerloos, star, stevig, strak, stram, straf, st eng, stug, verstijfd
stijf en stram stroef
stijf geworden sap - gelei
stijf van kou verkleumd
stijf van reuma reumatisch
stijf van schrik versteend
stijfheid onbuigzaamheid, strakheid ,stramheid, stugheid, vasthoudendheid
stijfhoofdig dwars, eigenzinnig, koppig, onbuigzaam, onverzettelijk, weerbarstig
stijfhoofdigheid koppigheid
stijfjes afgemeten, terughoudend
stijfkop dein, Naboth, steiloor
stijfkramp tetanus
stijf mens klaas
stijf of stram star
stijf papier bordpapier, karton
stijfsel pap, plaksel
stijfselgom dextriner
stijf van kou verkleumd
stijfzinnig hardnekkig, koppig
stijgbeugel - stapes, stegel
stijgen klimmen, omhooggaan, opgaan, opklimmen, opkomen, oplopen, rijzen, toenemen, verheffen, wassen
stijging aanwas, toename, toeneming, was
stijging van water bij eb agger, was
stijgkracht - lift
stijgvermogen stijgkracht
stijgwind thermiek
stijl allure, deurpost, fatsoen, genre, litotes, manier, schrijftrant, tralie, trant, wijze
stijl(kunst) archaïsch, barok, biedermeier, Gotisch, Hellenistisch, Jugendstil, Karolingisch, Klassiek, Moors, Renaissance, rococo, Romaans, Tudor
stijl der achttiende eeuw rococo
stijl der zeventiende eeuw barok, maniërisme
stijl van deur post
stijl van een balustrade baluster
stijlbeoefenaar stilist
stijlfiguur anticlimax, anafora, antifrase, antitheseasyndeton, beeld(spraak), chiasme, climax, correctio, ellips, eufemisme, gelijkenis, hyperbool, inversie, ironie, litotes, metafoor, metoniem, metonymia, occupatio, paradox, pleonasme, preteritio, repetitio, reticentia, antonomasio, sarcasme, vergelijkenis
stijlleer - diafora, stilistiek
stijlnuance stijlvariant
stijloefening brief, opstel, parafras
stijlperiode - barok, gothiek, rococo
stijlprocedé stijlmiddel
stijlsoort - biedemeier, jugendstil, tudor
stijve baret toque
stijve onderrok die de jurk doet uitstaan petticoat
stijven - aanmoedigen, bijstaan, steunen, stevigen, versterken
stikbes - kroezel, kruisbes
stikdonker - aardedonker, duister, nacht, pikdonker
stikheet benauwend, snikheet, stikkend
stikken borduren, omkomen, smoren, steken, wurgen
stikken van kleding naaien
stikker - turfsteker
stikschop - stikker
stikstof azotum, N., nitrogenium
stikstofhoudend azotisch
stikvol bomvol, eivol, mudvol, tjokvol
stil - afgelegen, bedaard, bedrukt, bewegingloos, doods, geheim, heimelijk, geluidloos, kalm, koest, luw, onbeweeglijk, roerloos, rustig, sorakeloos, sst, stiekem, uitgestorvenverlaten, vredig, vreedzaam, verborgen, zwijgend, zwijgzaam
stilaan allengs, langzamerhand
stil doen worden - sussen
stilb sb.
stilet dolk, mes, (schrijf)stift, stiletto
stiletto - knopmes
stilheid - bezadigdheid, geluidloosheid, rustigheid, vreedzaamheid
stilhouden geheimhouden, ophouden, remmen, stoppen, verzwijgen
stil iemand - zwijger
stille rechercheur, rus, speurser, stiekemerd, zwijger
stilleggen door staking - platleggen
stille haat wrok
stille mis na de plechtige Kerstmis - na mis
stillen bevredigen, bedarenkoelen, stelpen, sussen, verzadigen
stille oceaan - zie Grote oceaan
Stille Zuidzee Pacific
stillen bedaren, bevredigen, lessen, stelpen
stiller worden bedaren, luwen
stilletje gemak, kamerstoel
stilletjes heimelijk, kalm, langzaam, ongemerkt, onopgemerkt, rustig, stiekem, tersluiks, verholen, zachtjes
stilmaken dempen, kalmeren, sussen
stilleven schilderstuk
stilligheid - rust, stikheid
stilstaan stagneren, stoppen, verwijlen
stilstaand stationair, constant
stilstaand water meer, kreek, plas, plomp, poel, ven, vijver
stilstaand water in het bos - ven
stilstand oponthoud, rust, stagnatie, stremming
stilstand/tot. .. komen remmen, stagneren, stoppen, stremmen
stilte kalmte, rust, vrede, vredigheid
stil worden bedaren
stil zijn - zwijgen
stilzwijgen mutisme
stilzwijgend - sprakeloos
stilzwijgendheid - discretie
stimulans aansporing, drijfveer, impuls, opwekking, prikkel
stimulator gangmaker, pacemaker
stimuleren aandrijven, aansporen, opwekken, prikkelen
stimulerend middel amfetamine,dope, doping, ephetaminepep, peppil, strijchine
stinkdier bunzing, opossum, skunk, stinkdier, ulk
stinken rieken, ruiken, walmen
stinkend - onfris
stinkhaan hop
stinkhagedis skunk
stinkmarter - bonzing
stinknetel bosandoorn
stinkneus ozaena
stinksloot moddersloot
stinkstok - sigaar
stinkvogel gier, kuifhoen
stinkwesp - ossendoder
stinkzwam phallus
stint - spiering
stip nip, nop, punt, tittel, vlek
stip en sprong (op) dadelijk, direct, meteen, onmiddellijk
stipje punt, spikkel
stip op dobbelsteen oog
stipa - espartogras, vedergras
stipendium beurs, toelage
stippel puntje, spikkel
stipelen - punteren
stippels/met ... bedekken stippelen
stippen stippelen, dopen, indopen
stipper - pootstok
stipt accuraat, concientieus, exact, getrouw, juist, nauwgezet, nauwkeurig, nauwlettend, net, pertinent, precies, prompt, punctueel, secuur, strak, strikt, trouw, zorgvuldig
stiptheid - accuratesse, punctualiteit
stoa zuilengang
stoa, aanhanger van de - stoïcijn
stobbe Boom(stomp), boom(stronk), turfhoop, wortelstok
stock magazijn, stamkapitaal, voorraad
Stockholms historisch schip Waasa
Stockholms pretpark Tivoli
Stockholmse dierentuin Skansen
Stockholmse metro Tunnelbana
Stockholmse voorstad Nacka, Bromma, Lidingö, Huddinge, Väilingsby
stockeren opbergen, opslaan, verzamelen
stoef pralerij, snoeverij
stoefen pralen, snoeven, stoffen
stoefer opschepper, pocher, praler,
stoeien dartelen, dollen, klauteren, mallen, raggen, ravotten, robbedoezen, spelen, vechten, worstelen
stoeierig - speels
stoeipoes aanhaalster
stoeis - dartel
stoeiziek dartel, speels, stoeis
stoel (fauteuil,Lat), bergere, sedes, zetel, zit, zitmeubel, zitplaats
stoelbekleding gobelin, leder, leer, pluche, stof, trijp
stoelendans - cotillondans
stoelgang - defaecatie, ontlasting
stoelkleedje antimakassar
stoelovertrek hoes
stoelsport spaak
stoelrol sluimerrol
stoelstof - skai
stoeltje kruk, taboeret
stoeltje zonder leuning - krukje
stoep afrit, bordes, duiker, oprit, opstap, straatkant, trottoir, voetpad, verhoging, wandelpad
stoep langs spoorbaan perron
stoep langs straat trottoir
stoep of trottoir - looppad
stoerpportaal - bordes
stoep voor gebouw bordes
stoeppad trottoir
stoer boud, dapper, doortastend, ferm, fier, flink, groot, heldhaftig, kloek, krachtig, onverzettelijk, potig, sterk, stevig, struis, trots, welgebouwd, zwaar
stoer en sterk flink, fors, robuust
stoet broodje, corso, cortège, file, gevolg, karavaan, menigte, optocht, processie, reeks, rij, sleep, suite, trein, troep
stoethaspel klojo, kluns, lummel, sufferd
stoethaspelen- klunzen
stoethaspelig links, onhandig
stoet of aanhang - gevolg
stof -
2 zij
3 aba, mul, ras, tijk, taf, wol
4 aida, azor, baai, bont, cire, dril, gaas, jute, kaki, krip, lame,
paan, pilo, ribs, rips, sits, trijp, tule, vair, vilt, zijde
5 atlas, batik, bazijn, biset, crepe, denim, garen, gonje, grijn,
kaffa, kelim, keper, laken, linon, loden, makko, maril, moire,
mungo, nappa, natte, nylon, orlon, pilou, pinas, sanel, satijn,
serge, surah, tabijn, tibet, tweed, twist, zwilk
6 alpaca, barège, barkan, batist, bouclé, damast,droget, duffel,
flamme, flanel, floers, frotte, bloria, jaeger, katoen, lampas,
linnen, luster, lustre, madras, mohair, molton, moreen, peking,
perkal, plisse, pluche, poeder, prunel, pulver, ratiné, sameet,
tartan, tricot, velpel, velvet
7 allover, bisette, brokaat, buckra, bukskin, calicot, cambric,
cheviot, chiffon, filozel, fluweel, foulard, fustein, gingang,
habutai, kalmink, kamelot, kanefas, karsaai, kastoor, lanital,
marengo, merinos, morlaix, nanking, nansoek, opaline,
orleans, ottoman, paramat, sanella, satinet, tafzijde, travise,
trielje, velours, vitrage
8 astrakan, baaldoek, barchent, bobbinet, bombazijn, chenille,
corduroy, cretonne, everlast, homespun, indienne, jaconnet,
kalamink, kamgaren, lustrine, moleskin, nankinet, organdie,
pailette, popeline, renforce, salamine, sarsenet, shantung,
spunglas, stramien, stuifsel, taffetas, tarlatan, tiretein,
tobralco, zeildoek
9 axminster, bengaline, bevertien, castorine, changeant,
gabardine, georgette, grenadine, grisaille, interlock,
kamerdoek, lancaster, levantine, madapolan, marseille,
matelasse, massaline, moeselien, neteldoek, orientaal,
palmbeach, perkaline, pluchette, pointille, pompadoer,
satinella, shantoeng, tarpaulin
10 amersfoort, beavertien, caballeros, florentine, graslinnen,
klaverdoek, manchester, mouseline, palmerston, parisienne,
peruvienne, ribfluweel, scharlaken
11 goudbrokaat, kerspendoek, libertyzijde, marquisette,
napolitaine, schoklinnen
stof aanleiding, grond, gruis, materiaal, materie, mul, poeder, pulver, onderwerp, oorzaak, reden, stuifzand, weefse
stof aangewend tot verwarming - aardgas, antraciet, cokes, gas,
hout,
stof die chemische reactie beinvloedt - katalysator
stof die de elektrische stroom niet of nauwelijks geleidt nietgeleider, rubber
stof die gisting veroorzaakt ferment
stof en vuil veegsel
stof, gebruikt bij kaasbereiding leb
stof, gekeperde sterke - pilo
stof, gevormd door klier met interne secretie - hormoon
stof in beenderen merg
stof in luchtvormige toestand gas
stof, licht doorschijnend - barège, gaas
stof met ruiten bedekt - geruit
stof, met zijde bestikt - buf(f)o
stof na verbranding as
stof op een biljart laken
stof op een stoel - bekleding
stof ter lezing lectuur
stof uit vezelplant jute
stof uit wolharen vilt
stof van aarde molm
stof van cement en asbest eterniet
stof van kemelshaar geweven kamelot
stof van turf molm
stof van vlas hennep, linnen
stof van zijde en katoen - madras
stof verkregen door metalen te mengen legering
stof verkregen uit andere derivaat
stof voor damesmantels bouclé, laken, tweed
stof voor hoeden - vilt
stof voor inenting - entstof, serum
stof voor tapijten bouclé
stof voor verbranding antraciet, benzine, bruinkool, gas, kolen, kool, olie, petroleum, steenkool
stof waarmee geïsoleerd wordt - asbest, eboniet, isolatie
stof waarvan hoeden gemaakt worden vilt
stof waarvan jurken gemaakt worden fluweel, jersey, katoen, linnen, nylon, wol
stofaanbidding materialisme
stofbezem stoffer, veger
stofbril - motorbril
stofdeeltje atoom, molecuul, stofje
stofdraadje - vezel
stoffage aankleding, bekleding, grondstof, stoffering -
stoffel domoor, lomperd, sukkel, stomkop, stommerd
stoffelachtig lomp, onhandig
stoffelijk concreet, materieel
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord - aarden, beuken, dennen, fluwelen, gouden, houten, iepen, koperen, loden, mahonie, metalen, papieren, stenen, vilten, wollen, ijzeren, zolveren
stoffelijk overschot aas, as, kadaver, kreng, lijk
stoffelijke drager der erfelijke eigenschappen in de celkern gen.
stoffeloos onstoffelijk, geestelijk
stoffelijkheid materialitit
stoffen schoonmaken, snoeven
stoffen op - bogen
stoffen uitpluizen wolven
stoffer borstel, handveger, opschepper, plumeau, pocher, ragebol, stofbezem, veger
stofferen aankleden, bekleden
stoffering bekleding, stoffage
stoffig mul, pulverig, saai
stof in de celkern gen, werkpak
stofjas - kantoorjas
stofkwast plumeau
stoflongen - silicose
stoflongziekt - silicose
stofluizen - psocoptera
stofmaat el, elle
stofmantel - duster
stofomslag - cover, jacket
stofregen miezel, motregen, smokkel
motregenen - miegelen
stof ter lezing - lectuur
stofwisseling metabolisme, omzetting
stofwisselingsziekte - avitaminose, jicht, pentosurie, stapelziekte, suikerziekte, vetzucht
stofzwamachtig woekerplantje - roest
stoïcijns berustend, gelijkmoedig, onaangedaan, onverstoorbaar
stoïsch berustend, gelaten, lijdzaam
stok baton, keu, kloet, knoet, kodde, roe, roede, staak, sta(a)f, stang, steel, stengel
stok bij golf - stick
stok bij hockey stick
stok bij kaartspel dulk, talon
stok met dwarsklamp stelt
stok met dweil zwabber
stok met rode doek - muleta
stok met voetsteun stelt
stok om bonen te laten klimmen bonenstaak
stok om te biljarten - keu
stok om te steunen wandelstok
stok van een bezem - steel
stok van 2 meter duimstok, meetlat
stokaas stekaas, oeveraas, kokerworm
stokbewaarder cipier
stokdegen stekade
stokdoof potdoof
stokdrager bij het golfspel caddie, caddy
stokdweil zwabber
stokebrand agitator, opruier, provo, provocateur, twistzoeker
stoken aanhitsen, aanwakkeren, kuipen, opruien, verbranden, wroeten
stoken van drank distilatie, distilleren
stoker brander, distilsteur, distileerder, intrigant, konkelaar, kuiper, opruier, ruziezoeker, twistzoeker
stokerij - branderij
stokhouder vendumeester
stokje - speet
stokje van dunne rotting (Fr.) badine
stokje bij haken haakpen
stokje dat twee spijlen verbindt sport
stokken haperen, stagneren
stokkerig houterig, mager, stijf, stokkig
stokoud hoogbejaard
stokpaardje marot, hobby, zotskolf
stokschermen - kendo
stokstijf onbeweeglijk, onverzettelijk, volhardend,
stokvis heek, kabeljauw
stokvishoepeltje kip
stokwapen -
4 lans, pede, piek
5 couse, gleve, runka
6 spatum
7 sponton
8 partizan
9 puntstaaf
10 hellebaard
11 knevelspies
12 mensenvanger
15 paardenschender
stol - brok, stuk
stola sjaal, stremmen
stollen bevriezen, stremmen, verdikken, verharden, verstijven
stolling in bloedsomloop trombose
stollingsgesteente - andesiet, apliet, Basalt, batholiet, daciet, dieptegesteente, dioriet, felsiet, gabbro, gneis, graniet, kwartporfier, laccoliet, magma, melafier, obsidiaa, pegmatiet, porfiriet, porfiet, puinsteen, syeniet, trachiet
stolp klok, kaasglas, stulpkooi
stolphoeve - stelp
stom dom, deerniswaardig, ezelachtig, imbeciel, oerdom, onverstandig, onwetend, sprakeloos, stil, stupide, uilig,
stoma huidmondje, lymfspleet
stomachiek maagversterkend
stomdronken apezat, bezopen, laveloos, lazarus, smoor, smoordronken
stomen dampen, roken, wasemen
stom en dwaas onnozel
stomen of roken walmen
stomer schip, stoomboot
stomheid - stommiteit
stomkop bokje, stommerd
stomme meespeler dummy, figurant, statist
stommeknecht bijzettafeltje, dienbak, standaard, stander
stommeling botterik, buffel, domoor, eend, ezel, imbeciel, knuppel, knurft, oen, os,stommerik, sufferd, uil, uilskuiken, weetniet
stomme medespeler dummy, figurant, statist
stom mens - domoor
stommerd botterik, domoor, kaffer, lomperd, stomkop
stommigheid domheid, stommiteit
stommiteit bêtise, blunder, bok, domheid, enormiteit, flater
stomp afgeslepen, bot, duw, muilpeer, onscherp, opduvel, opstopper, poeier, por, stoot, stronk, stuk, vuistslag, vuiststoot
stompen boksen, bonken, meppen, porren, slaan
stompen en slaan beuken
stompje eindje, peukje
stompje sigaar peuk
stompneus mopsneus
stomp of duw - stoot
stompstaartje - paapje
stompzinnig bot, dom,ezelachtig, idioot, imbeciel, stupide
stompzinnigheid - domheid
stompzinnig kind - idioot, mongooltje
stompzinnigheid bot, domheid, idioterie, idiotie, imbeciliteit stupiditeit
stomverbaasd sprakeloos, verbijsterd
stomweg - klakkeloos
stond tijd (stip), tijdsgewricht, uur
stonde - tijd, uur
stoof komfoor, test, theestoof, voetwarmer
stoofbuis kachelpijp
stookgat - trekgat
stookijzer pook, rakel
stookinrichting fornuis, haard, kachel, openhaard, schouw
stookkas broeikas, trekkas
stookmateriaal benzine, gas, hout, kerosine, kolen, petroleum
stookmateriaal, uit het veen turf
stookolie - mazout
stookplaats eest, fornuis, haard, kachel, oven, schouw
stookseizoen winter
stooksel brandstof, gas, hout, kolen
stookwarmte kachelwarmte
stool - schouderband
stool, oude Romeinse - orarium
stoom adem, damp, mist, nevel, waas, walm, wasem, waterdamp
stoombad sauna, dampbad, zweetbad
stoomboot stomer, stoomschip, s.s.
stoomhei heitoestel
stoomketel, onderdeel van een - eco(nomiser), vlampijp
stoomketel, onderdelen van een appendages
stoom laten ontsnappen - afblazen
stoomlier donkey, winch
stoommeter manometer
stoom of nvel - mist
stoomschip stomer, s.s., stoomboot
stoomvaartuig raderboot, sleepboot, stomer
stoop beker,fles, jeneverkruik, kan, kruik, vat
stoorloos - kalm, rustig, vredig
stoornis belemmering, beletsel, hinder, incident, oponthoud, storing, turbatie
stoornis in de spijsvertering - indigestie
stoot bok, duw, ictus, impuls, mep, opduvel, oplawaai, opstopper, percussie, por, schok, stomp, stuit, tik, vuistslag, zet, zwieper
stootbalk bumper, ram, schokbreker
stootbodem van een vuurmond - kulas
stootdegen, driekante parisien
stoot met mes prik, steek
stoot met vuist por, stomp
stoot met wapen bij het schermen - treffer
stootkussen buffer, bumper
stootkussen van touw (scheepst.) leguaan
stootpaal - stoter
stoottroep elite, garde, keurbende, keurtroep, stormtroep
stootwapen bajonet, degen, dolk, mes, ponjaard, speer, steekwapen, stiletto
stop afsluiter, dop, genoeg, halt, ho, kurk, mondstuk, hu, ophouden, plug, prop, rustpoos, spon, sta, werda, zekering
stop in een spongat - deuvik
stop in vat spon
stop van bepaalde schors kurk
stopbord verkeersbord
stopcontact stekkerdoos
stop er mee afgelopen, afnokken, basta, ophouden
stopgaren - sajet
stoplicht achterlicht, remlicht, verkeerslicht
stopmiddel - antidiarrhoicum, kit, obstipantium, plamuur
stop of plug - prop
stop op fles - kurk
stoppage stopwerk
stoppel stengel
stoppelig - ongeschoren
stoppen afdichten, afhaken, (be)ëindigen, dichten, dichtmaken, halthouden, kappen, laten, nokken, opdoeken, opgeven, ophouden, remmen, sluiten, stagneren, stelpen, stilhouden, stilstaan, uitscheiden
stoppen met pedaal remmen
stoppen met werken staken
stoppen van kousen - mazen
stopplaats halte, station
stopsajet borat, brat
stopsein halt, ho(la), hu, sta, stil, (stop)teken
stopsluiting tap
stopteken halt, stop, stopsein
stoptrein (boemel)trein
stop van fles - kurk
stopverf verversdeeg
stopwatch tijdmeter
stopwerk - stoppage
stopwol sajet(garen)
storax - benzoë
store gordijn, jaloezie, magazijn, ophaalgordijn, rolgordijn, zonnegordijn, zonwering
storen afleiden,belemmeren, beletten, hinderen, onderbreken, verhinderen, verontrusten, verstoren
storend - hinderlijk, ongewenst, belemmerend
storend geluid gebonk, gedonder, gedreun, geknal, gekuch, geratel, kabaal, lawaai, wanklank
storing belemmering, defect, depressie, hinder, interruptie, mankement, onderbreking, oponthoud, panne, pech, perturbatie, stoornis,
storing van het weer depressie
stork eiber, ooievaar
storm blizzard, cycloon, hoos, orkaan, tempeest, tornado, wervelwind, wind, windhoos
storm op zee tempeest
stormachtig buiig, heftig, hevig, onstuimig
stormbalk stormram
stormcentrum - depressie
stormegge - valhek, valpoort
stormen waaien
storm en regen - noodweer
stormfok - voorstagzeil
stormgat bres
stormgod Eolus
stormgodin Harpij
stormhamer moker
stormhoed helmhoed, zuidwester
stormig onstuimigstormachtig
stormklok alarmklok, noodklok
stormkluiver voorstengstagzeil
stormloop aanvalrun, rush
stormpaal - palissade
stormram beukpaal, rammei, stormbalk
stormvis butskop, noordkaper
stormvloed bandjir
stormvogel albatros, malefijt
stormvogels tubinares
stormvogeltje - mok
stormwind - orkaan
stormwind in de Straat van Gibraltar levant, levarte(r)
stormwind op de kust vam Klein-Azië - levantijn
stort blik, steenberg
stortbad douche
stortbord rister
stortbui plasregen, plensbui, wolkbreuk
stortebier - lekbier
storten betalen, gieten, gooien, gutsen, neervallen, omvallen, plempen, plengen, stromen, tremmen, vallen, vergieten, (neer)werpen
storten van bloed vergieten
storten van geld deposito, inleg
storten van tranen plengen
storten van water uitgieten
stortgelegenheid belt, stortplaats, vaalt, vuilnisbelt
stortgoed bulk
storting van geld betaling, deposito, inleg
stortingsbewijs kwitantie, reçu, scrip
stortkar kipwagen, tuimelkar
stortlaag - precoat
stortpijp aflaatpijp, afvoerpijp
stortplaats voor vuil - belt, stortplaats, vaalt, vuilnisbelt
stortregenen gietbui, slagregen
stortvloed lawine
stortvloed van water overstroming
stortvloed van woorden tirade, woordenstroom
stortzee slagzee
story affaire, geschiedenis, kwestie, verhaal, vertelling, voorval
stoten botsen, duwen, ergeren, hinderen, horten, ontmoeten, porren, raken, rammeien, schokken, stampen, stuiken, stuiten
stoten met mes steken
stotend hinderlijk, stroef
stoter stootpaal
stoterig - haperend
stotteraar hakkelaar, stamelaar
stotteren balbutieren, , hakkelen, haperen, stamelen, stokken, steken
stotig - bokkig, lichtgeraakt, stoots
stout baldadig, brutaal, dapper, driest, gewaagd, kloek, koen, krachtig (bier),lastig, moedig, onbevreesd, ondeugend, ongehoorzaam, ongezeglijk, vermetel, vrijmoedig, vrijpostig
stouterd bengel, boefje, deugniet, kwajongen, ondeugd,
stoutheid aanmatiging, brutaliteit, dapperheid, fierheid, ondeugendheid, ongehoorzaam
stoutmoedig boud, braaf, brutaal, dapper, driest, ferm, flink, kloek, koen, kordaat, onbevreesd, onversaagd, onverschrokken, vermetel
stoutmoedigheid dapperheid, fierheid, kloekheid
stoutweg brutaal, onvervaard, ronduit
stouwen bergen, pakken, stapelen, stoppen, stuwen, voortdrijven
stouwer - stuwadoor
stouwsluis keersluis, stuwsluis
stoven fomenteren, koken, sudderen
stoving koestering
straal flits, lichtbundel, radius, schicht
straalboog - radiaal, radiant
straalbreker - sproeier
straalbreking refractie
straaldieren - radiolaria, radiolariën
straalgips vezelsteen
straaljager vliegtuig
straalkaatser - reflector
straallamp - infraroodstraler
straalmotor - jet
straalscherm - orlaya
straalschimmelziekte - antinomycose
straalsgewijs radiaal
straalsteen - moedersteen
straal uitzendend element radium
straalvliegtuig boeiing, comet, concorde, jet, mig, mirage, sabre, starfighter
straalvormig radiaal
straalzweer - rotstraal
straat rue, weg, zee-engte
straat langs de kust boulevard
straat met bomen - allee, avenue, dreef, laan
straatarm doodarm
straatbandiet apache, tasjesrover
straatbelasting - straatgeld
straatbengel boefje, straatjongen
straatdemonstratie - betoging
straatgeld straatbelasting
straatgevecht - barricadengevecht
straatgoot riool, sloe(i)
straathandel negotie
straathandelaar leurder, venter
straathond - zerfhond
straatinham slop
straatje slop, steeg, steg
straatjeugd asfaltjeugd
straatjongen bengel, boefje, gamin, kwajongen, schoffie, schooier, vlegel
straatkabaal straatrumoer
straatkant berm, stoep, trottoir
straatkei kassei, klinker
straatkolk sifon
straatkoopman venter
straatlamp lantaarn
straat langs de kust - boulevard
straatlantaarn met reflectors reverbère
straatleurder - venter
straatmadelief straatmeid
straatmaker - keienlegger
straatmeid dweil, fleer, klungel, konkel, lichtekooi, snol
straat met bomn laan, allee, dreef
straatmuziekinstrument draaiorgel
straatmuzikant blaaspoep, hoempa, liereman, oempa, orgelman
straatnimf straatmadelief, snol
straat of dreef - laan
straatorgel - pierement
straatpeil straatniveau
straatrover - apache, bandiet, struikrover
Straatsburg Strassbourg
straatslijper lanterfanter, leegloper, luiaard, nietsnut, slampamper
straatschenderij baldadigheid
straatslijpende jongen nozem,vlegel
straatsteen kassei, kei, keisteen, kinderhoofdje, klinker, plavei, tegel
straatventer - camelot
straatverkoper leurder, venter
straatverlichten illumineren
straatverlichting lantaarn
straatverschansing - barricade
straatversiering ereboog, illuminatie
straatversperring barricade
strabant brutaal, hevig, krachtig, lastig, sterk
straf arrest, ban, boete, castigatie, detentie, dwangarbeid, gestreng, hechtenis, krachtig, kras, penaliteit, pene, penitentie, poene, scherp, stijf, sterk, strak, stram, streng, tuchtiging, vergelding
straf in geld boete
straf in tijd arrest, hechtenis
straf ondergaan boeten
strafbaar onwettig, verboden
strafbaar feit - delict, misdrijf, vergrijp
strafbaarheid penaliteit
strafbankje schabel
strafbepaling veroordeling, vonnis
strafbetaling - boete
strafblad straflijst, strafregister
straffeloos - ongestraft, vrij
straffeloosheid - impunentie
straffen deporteren, kastijden, tuchtigen
straffing - reprehensie
strafinrichting bajes, bak, cachot, cel, gevang(enis), lik, nor, petoet, spinhuis, tuchthuis
strafkolonie op de kust van Marokko presidio
straflijst strafblad
straflokaal provoost
strafmaatregel sanctie, strafmiddel
strafoefening executie, strafexpeditie
straf ondergaan boeten
strafontheffing - gratie
strafoplegging - inflictie
strafpleiter advocaat
strafpredikatie boetepreek
strafrede filippica
strafregister kerfstok, strafblad, straflijst
strafschop penalty, pingel
strafsermoen strafpredikatie
strafsysteem strafstelsel
straftuig in de middeleeuwen blok, galg, pijnbank, rad, schroef
strafuitvoering executie
straf van smaak sterk
strafvervolging - aanklacht
strafwerk pensum, taak
strafwerktuig folterbank, galg, gard, gesel, karwats, kno(e)t(s), pijnbank, rad, roe, roede, wip, zweep
strafwetenschap penologie
strafzaak - rechtsgeding
strak afgemeten, effen, gespannen, nauw(sluitend), onbeweeglijk, rigide, star, stijf, streng, stram, stug
strak en krap nauw
strak en stram - stijf
strak en wezenloos kijken staren, turen
strak getrokken - gespannen
strakheid ononderbrokenheid, onplooibaarheid, starheid, stijfheid, terughoudendheid
strak houden beknotten, beperken, spannen
strakjes - aanstonds, binnenkort, straks, zoëven
strak kijken (aan)staren, turen
strak leggen strekken
strak trekken spannen
strak van opvoeding - streng
strak zetten spannen, strekken
straks aanstonds, binnenkort, dadelijk, direct, later, meteen, spoedig, temee, onverwijld, terstond, vervolgens, weldra, zo, zoeven, zometeen
stralen blaken, blinken, fonkelen, glanzen, glimmen, gloren, g;underen, lachen, pralen, pronken, schijnen, schitteren
stralen voor een. examen zakken
stralend blakend, helder, klaar, lucide, radieus, rayonent, schitterend
stralenkrans aureool, glotiool, halo, nimbus
straling glans, radiatie, schittering, twinkeling
stralingsgebied actieradius
stralingsmeting - radiometrie
stram afgemeten, houterig, onbeweeglijk, onbuigzaam, star, stijf, strak, stroef, stug
stram en star stijf, stug
stram en stijf - stroef
stramheid onbuigzaamheid, stijfheid
stramien borduurgaas
stram of pal star
stramp - slobkous
strampel - gaffel, mik
strand kust, kustgebied, kuststrook
strand (Engels) - beach, shore
strand (Frans) - plage, rivage
strand bij Venetië Lido
strandbroek - shorts
strand met zandheuvels duinkust
stranddief jutter, wrakker
stranddiepte - mui
stranden aanspoelen, belanden, doodlopen, mislukken,vastlopen
strandgeul kil, slenk
strandgrond - zand
strandhoofd golfbreker, nol(le), pier
strandjutter stranddief
strandkleding badpak, bikini, zwembroek
strandloper kanoet
strandlopers - calidris
strandmeer etang, haf, lagune
strandmeer met eilandjes - lagune
trandmeester dijkopzichter, strandvoogd
strandpluvier froekie, griltje, zandloper
strandputter - sneeuwgors
strandrover - jutter
strandwachter peek
strandwal - lido, nehrung
strang - sleepkabel
strapatsen - buitensporigheden, streken
stras kristalglas, kunstdiamant
strateeg krijgskundige, veldheer
strategie krijgskunde
strategisch krijgskundig, tactisch
stratenmaker strater
stratus wolkmassa
streaken naaktlopen
streaker - naaktloper
streber arrivist, doordouwer, drijver, eerzuchtige, intrigant
streek contrei, domein, gebied, gewest, grap, grondgebied, land(schap), list, loer, omtrek, oord, plaats, poets, pots, regio, slimheid, stunt, trick, truc, veeg, zet, zone
streek in Drenthe Ellertsveld, Hondsrug
streek in Friesland Bildt, Gaasterland, Zevenwouden
streek in Gelderland Achterhoek, Betuwe, Bommelerwaard, Graafschap, Montferland, Tielerwaard, Veluwe
streek in Groningen Fivelingo, Hogeland, Hunzingo, Oldambt, Reiderland, Veenkoloniën, Westerkwartier, Westerwolde
streek in Limburg mijnstreek, Peel
streek in Nederland zie bij de provincies
streek in NoordBrabant Baronie, Biesbosch, Kempen, Langstraat, Meijerij, Peel
streek in NoordHolland Gooi, Kennemerland, Streek, Waterland, Wieringermeer, Zaanstreek
streek in Overijssel Salland, Twente,
streek in Spanje Leon
streek in ZuidHolland AIblasserwaard, Bollenstreek, Delfland, Europoort, Krimpenerwaard, Rijnland, Westland, IJsselmonde
streek met een borstel veeg
streek of gebied zone
streek of list fofje
streek of plaats oord
streek of poets - loer
streek rond Breda Baronie
streek rond Groningen Ommelanden .
streek rond 'sHertogenbosch - Meijerij
streek tussen Linge en Rijn Betuwe
streek tussen Maas en Roer Overmase
streeksgewijs - dialect, gewestelijk, regionaal, streektaal
streektaal accent, dialect, tongval
streekwijzer - kompas, windroos
streep haal, kras, lijn, linie, mm, meet, rangteken, regel, schreef, striem, strook, teken
streepje lijntje
streepjescode - barcode
streepjes zetten - arceren
streep als onderscheidingsteken - chevron
streep op de grond meet
streep op de weg verkeersstreep
streep over de huid striem
streepzaad - crepis
strekbeweging extensie
strekdam golfbreker, krib, pier
strekel - strijkstok
strekken dienen, reiken, rekken, spannen, uitstrekken
strekking bedoeling, beloop, doel, geest, moraal, opzet, porté, richting, tendens, tendentie,teneur, werking
strekking hebbend tendentieus
strekking van fabel moraal
strekking van roman - tendens, tendentie
strekspier - extensor, strekker
strelen aaien, aanhalen, kozen, liefkozen, strijken, vleien, wrijven
strelend aangenaam, vleiend
streling aai, aanhaling, liefkozing
streling met de tong lik
stremmen belemmeren, beletten, blokkeren, stagneren, stollen, verdikken, verhinderen .
stremming oponthoud, stagnàtie, stilstand
stremsel leb, runsel, walk
stremstof - stremsel
streng ascetisch, bars, bundelo, draad, ernstig, gestreng, hard, koord, nauwgezet, nauw(keurjg), reep, riem, scherp, Spartaans, stijf, straf, strak, strikt, touw, vlecht, vroom, wreed, wrong
streng aanhouden van de kloosterregels - observantie
streng afkeuren reprouveren, veroordelen, verwerpen
streng en stug star
streng garen - roof
streng gelovig orthodox, precies, rechtzinnig, steil, vroom
streng haar lok
strengvroom Christen asceet, ascese, ascetisch
streng wol knot, roof
strenge levenswijze ascese
strenge vernis glansvernis
strenge zuiveraar van de taal purist
strenge zedenleer rigorisme
strengelen bijeenvoegen, slingeren, snoeren, vlechten
strengelen van haar vlechten
strengen - aanhalen
strengheid - hardheid, hevigheid, rigorisme, rigorositeit, wreedheid
strepel streepje, strook
strepen linieren
stress spanning
stretcher noodbed, veldbed
strevel - tentlat
streven actie, ambieren, ambitie, aspiratie, azen, beijveren, beogen, dingen, doel(stelling), pogen, ijveren, pogen, trachten
streven naar - beogen, najagen, pogen
streven naar eenheid unitarisme
streven naar herziening revisionisme
streven naar ideaal idealisme
streven naar materie materialisme
streven naar volmaaktheid perfectisme
strever naar een ideaal - idealist
streving ambitie, aspiratie, bedoeling, intentie, poging
stribbelen - verzetten
stribbelig lastig, recalcitrant, tegenwerkend
stribbeling geharrewar, getwist,onenigheid, ruzie, vete
striem haal, indruk, litteken, merk, moet, slag, streep, trek, zweepslag
striem (scheepst.) binnenrahout, gangweger
striemen geselen, krenken, snerpen
striem of indruk - moet
strijd botsing, conflict, gevecht, kamp, krijg, oorlog, prijskamp, ruzie, slag, tegenspraak, tweestrijd, vete, worsteling
strijdbaan worstelperk
strijdbaar paraat, weerbaar
strijdbanier - oorlogsvaan
strijdbijl aks, oorlogsbijl, tomahawk
strijden ageren, kampen, kibbelen, krijgen, twisten, vechten, wedijveren, worstelen
strijden met degen - schermen
strijder combattant, gardist, ijveraar, kamper, kampvechter, krijger, krijgsman, ruziemaker, soldaat, tegenspreker, vechter, worstelaar
strijdgas fosgeen, lewisiet, mosterdgas
strijdgewoel mêlee
strijdgodinnen walkuren
strijdhamer matshamer
strijdig tegenstrijdig
strijdigheid - antimonie
strijdig met de rede - irrationeel
strijdig met de tijd - anachronisme, anarchronistisch
strijdig met zichzelf inconsequent
strijd in opvattingen - antagonisme
strijdkrachten heir, leger, manschappen, strijdmiddelen, vloot
strijdkreet leus
strijd leveren vechten, worstelen
strijdlustig krijgshaftig, militant
strijdmacht armee, heir, leger, militie, weermacht strijdmachtsonderdeel K.L., K.Lu., marine
strijdmakker medestrijder, wapenbroeder
strijdpaard - ros
strijdperk arena, kampplaats, krijt, oorlogsterrein, ring, stadion
strijdros - bucephaal
strijdster voor het kiesrecht voor vrouwen suffragette
strijdtoneel slagveld
strijdtuig wapen
strijdvaardig krijgshaftig, militant, paraat, strijdlustig
strijdvaardig lid der oppositie frondeur
strijdvraag controverse, kwestie, probleem, twistpunt
strijdwagen met twee paarden - briga
strijdwagen met vier paarden quadriga
strijdzuchtig twistziek
strijk en zet geregeld, herhaaldelijk, telkens
strijkage vleierij
strijkbord rister
strijkbout strijkijzer
strijkel strekel, wetsteen
strijkelings rakelings
strijken aaien, kozen, liefkozen, neerdalen, neerlaten, opstrijken, strelen, uitsmeren, vleien, wrijven
strijkende beweging streek
strijker altist, (contra)bassist, cellist, (alt)violist
strijkgeld bij een verkoop plokgeld, plok, pluk, plukgeld
strijkhout - strekel
strijkhoutje spatel
strijkijzer - strijkbout
strijkinstrument (alt)viool, baryton, bas, cel(lo), (contra)bas, gamba, gigue, quinton, vedel, veel, vielle, viola, viool, violoncel
strijkje combo
strijkmachine - mangel
strijkmes rakel, spatel
strijkriem aanzetriem
strijksel smeersel
strijkspaan rakel, spatel
strijksteen oliesteen, wetsteen
strijkstok archet, arco, strekel
strik cocarde, hinderlaag, klem, knip, list, lus, strop, val, valstrik, verbinding
strikje butterfly, lusje, vlinder, vlinderdasje
strikken binden, stropen, vangen
strikker stroper, wilddief
striklijn lemniscaat
strik of lus - strop
strikt juist, letterlijk, nauwgezet, nauwkeurig, precies, stipt, streng
stringent afdoend, bindend, bondig, dringend, dwingend, krachtig
strip beeldroman, beeldverhaal, bindplaat, landingsbaan, plaatjesboek, reep, strook, tekenverhaal
strip papier reep
strippen afstropen, ontbloten, ontkleden
stripverhaal beeldroman
stro graanafval
strobaal strozak
strobbe - boomstomp
strobloem - helichrysum, immortelle
strobord - karton
strodak glui
stro-licht - bakoe, baku
stroef hortend, langzaam, moeilijk, moeizaam, naargeestig, oneffen, onvriendelijk, ruw, star, stotend, stram, stijf, stotend, stug, traag, oneffen, somber
stroefheid koelheid, oneffenheid, ruwheid, stijfheid
strofe couplet, koeplet, lied, rondeel, vers
strofe van vier versregels - kwatrijn
strofe van 13 regels rondeel
strofisch gedicht ballade
strogeel paille
strohalm rietje, stengel, strootje
strohoedje - matelot
stroken gelijken, overeenstemmen, accorderen
strokend analoog, overeen, stemmend
strokleurig - geel
stroman kruiwagen, ledenpop, marionet, molik, vogelverschrikker
stromen gieten, gulpen, gutsen, lopen, plenzen, storten, vloeien,
stromen - ergens anders heen doen .... afleiden, omleiden, vertakken
stromen van hemelwater - regenen
stromend water beek, blaak, kreek, rivier, sloot, stroom, vliet
stroming beweging, mening, richting, stroom, zienswijze
stroming in de beldendekunst - kubisme
stroming van water tij
strompelen moeilijk bewegen
stronk knar, pol, stomp, stobbe
stronkje gerstekorrel, pol
strooiavond St. Nicolaasavond
strooibiljet folder, pamflet
strooiborax soldeerpoeder
strooien rondgooien, verspreiden
strooien bijenkorf kaar
strooien dameshoed matelot
strooien met zaad zaaien
strooien vrouwenhoed kiep
strooijuffer strooimeisje
strooipapiertjes - confetti, snippers
strook baan, band(erol), boord, flard, geer, kant, lap, lint, marge, reef, reep, repel, strip, zone, zoom
strook grond langs en dijk - aveling
strook grond langs rivier griend
strook grond langs weg berm
strook grond tussen twee dijken - inlaag
strook kant - jabot
strook land langs zee duinen, kust, strand
strook langs de onderkant van vrouwen rokken falbala
strook met opschrift banderol
strook onder aan een zeil fats
strook papier reep
strook stof baan, band
strook van couponblad talon
strook water rak
strook weefsel - lint
strookje papier om een pijp aan te steken - fidibus
stroom beek, elektriciteit, kanaal, rivier, vliet, waterloop, waterweg
stroom in... zie rivier in . . .
stroom van de Noordzee tot een uur varen van de kust binnenlek
stroom van woorden woordenvloed
stroomafsluiter schakelaar
stroombed kil
stroombron accu, batterij, dynamo, generator
stroomduiker aflaatsluis
stroomeenheid amp(ère)
stroommeter ampèremeter, galvanometer, reometer
stroomomkeerder cammulator
stroom onderbreker - schakelaar
stroomopwaarts boven(waarts)
stroomopwekker dynamo, generator
stroompje - beek, sloot, vliet
stroomrichting ebstroom, eb, vloed
stroomsluiter relais
stroomspanning voltage
stroomstoot impuls, schok
stroomt door Spanje - Ebro
stroomversnelling cataract
stroop melasse, siroop
stroopbal babbelaar, brok
strooplikken flemen, slijmen, vleien
strooplikker flemer, hielenlikker, ogendienaar, pluimstrijker, pracher, slijmer, vleier, uitslover
stroopnagel nij(d)nagel
strooppartij rooftocht
strooppil - bolus
strooptocht raid
strootje sigaartje, sigaret, strohalm
strop flop, lus, mislukking, nadeel, oog, pech, scha, schade(post), sof, tegenslag, tegenvaller, zeperd
stropen afzetten, plunderen, stelen, struinen, villen
stroper afzetter, pelsjager, rover, strikker, stroppenzetter, wilddief
stroperig - vleiend
stroperij afzetterij, lavei, marode, roverij, velddiefstal
strop in touw lus
strop of lus strik
strop of nadeel schade, verlies
strop van touw - leng
strot hals, keel, nek
strotklepje - epiglottis
strottehoofd gorgel, larynx
strottehoofdontsteking - laryngitis
strovedel claquebois, echelette
strozak bulster, strobaal
strubbelen kibbelen, kiften
strubbeling - bezwaar, moeilijkheid, onenigheid, ongenoegen, ruzietje, tegenkanting
structuur bouw, geheel, opbouw, organisatie, samenstelling
struif eiergebak, omelet
struik brem, jeneverbes, gewas, heester, plant, pol, tak, vlier
struikelblok belemmering, beletsel, hinder(nis), horde, obstakel, stoornis
struikelen bezwijken, stoten, tuimelen, vallen
struiken gagel
struikgewas - agrostis, bosje, hakhout, hucht, struweel
struikheide Calluna, bezemheide
struikrover - bandiet, overvaller, rampokker
struikrover te paard snaphaan
struinen - gappen, graaien, kapen, rondsnuffelen, rommelen, slenteen, snuffelen, stropen, wandelen, weghalen, wegnemen
struis struisvogel
struis flink, fors, kloek,krachtig, sterk, stevig, stoer
struisachtige vogel - kiwi
struis met drie tenen nandoe
struisriet - calamogrostis
struisvogel emoe, moa, nandoe
struisvogelachtigen - emoe, kasauaris, moa, nandoe, rea
struisvogels - struthiones
struisvogel, uitgestorven reuzen - moa
struma kropgezwel
struweel bosje, struikgewas
Stuart, lid van het huis -
4 Anna
5 David, Henry, Karel, Maria, Sofia
6 George, Louis, Robert, Sophie, Willem
7 Hendrik, Jacobus, William
8 Marjorie
9 Elizabeth, Henriëtte
10 Margaretha
stubbelen kibbelen
stubben stoffen
stubber stoffer, veger
stuc pleister(kalk)
studeerkamer - werkkamer
student alumnus, leerling, studiosus
student (Arab.) taleb
studentachtig - studentikoos
student in de veeartsenijkunde (scherts) veebonk
student die geen corpslid is boef, knor
student die met beurs studeert - bursaal
student die zijn laatste examen gedaan heeft drs.
student met beurs bursaal
student, vlijtig - collegehengst
studenteneethuis mensa
studentenkamer - kast
studenten lied Gaudeamus, 10 Vivat
studentenorkest N.S.O.
studentenparty S.V.B., N.S.A., P.S.O., A.N.P.S., A.S.V.A.
studenten reisorganisatie N.B.B.S.
studentenroeiwedstrijd varsity
studentenvereniging corps, A.S.C., A.V.S.V., loS.C., U.S.C., U.S.A., N.C.S.V., V.C.S.B., Olofspoort
studentenwijk in Parijs Quartier Latin
studentikoos los, ongedwongen, studentachtig,
studentikoze term boef, hengst, kast, ploert, prof, sjezen, soos, vossen
studeren bekwamen, blokken, leren, oefenen, vossen
studie étude, oefening, onderwijs, opleiding, wetenschap
studie (kennis of leer) over God, die steunt op de gegevens van de openbaring theologie
studie (kennis of leer) van de aard bevingen seismologie
studie (kennis of leer) van de bacteriën bacteriologie
studie (kennis of leer) van de beelden iconologie
studie (kennis of leer) van de beginselen, die de bestemming en het gebruik van de bodem dienen te bepalen planologie
studie (kennis of leer)'van de betekenis der woorden semantiek
studie (kennis of leer) van de betekenisverandering der woorden - semasiologie
studie (kennis of leer) van de bouw en de ontwikkelingsgeschiedenis van de aardkost geologie
studie (kennis of leer) van de celkernen karyologie
studie (kennis of leer) van de dieren en plantenweefsels histologie
studie (kennis of leer) van de dierkunde zoölogie
studie (kennis of leer) van de eieren oölogie
studie (kennis of leer) van de gedachtenoverbrenging telepathie
studie (kennis of leer) van de genealogische ontwikkeling der planten en diergroepen uit lagere vormen fylogenie
studie (kennis of leer) van de geneesmiddelen farmacologie
studie (kennis of leer) van de gezondheid hygiëne
studie (kennis of leer) van de grotten en holen speleologie
studie (kennis of leer) van de hartziekten cardiologie
studie (kennis of leer) van de huidziekten dermatologie
studie (kennis of leer) van de kerkgezangen hymnologie
studie (kennis of leer) van de klassieke letteren - humaniora
studie (kennis of leer) van de levensverschijnselen - fysiologie
studie (kennis of leer) van de maatschappelijke veranderingen metabletica
studie (kennis of leer) van de mens als natuurhistorisch wezen antropologie
studie (kennis of leer) van de menselijke samenleving als zodanig en van haar verschijnselen sociologie
studie (kennis of leer) van de metalen metallurgie
studie (kennis of leer) van de modificaties in het tempo ter wille van de voordracht agogiek
studie (kennis of leer) van de muziek musicologie
studie (kennis of leer) van de nieren, urine, urinewegen en haar afwijkingen urologie
studie (kennis of leer) van de normale levensverschijnselen der dieren, en planten fysiologie
studie (kennis of leer) van de oogziekten oftalmologie
studie (kennis of leer) van de oude schrijfvormen paleografie
studie (kennis of leer) van de oudheid (speciaal Gr. en Rom.)- archeologie
studie (kennis of leer) van de planten - anatomie
studie (kennis of leer) van de politiek politologie
studie (kennis of leer) van de psichisch gestoorde kinderen - pedologie
studie (kennis of leer) van de riekende stoffen osmologie
studie (kennis of leer) van de schedel craniologie
studie (kennis of leer) van de scheikunde biochemie
studie (kennis of leer) van de schepping, van het ontstaan van het heelal kosmogonie
studie (kennis of leer) van de seksualiteit seksuologie
studie (kennis of leer) van de serums serologie
studie (kennis of leer) van de slangenbeschrijving ofiologie
studie (kennis of leer) van de sociaal economische beschrijving van bepaalde bevolkingsgroepen - sociografie
studie (kennis of leer) van de spieren myologie
studie (kennis of leer) van de spreekwoorden paremiologie
studie (kennis of leer) van de sterren astronomie
studie (kennis of ,leer) van de sterren in de zin van sterrenwichelarij astrologie
studie (kennis of leer) van de stoffen, die door de planten gevormd worden of in planten voorkomen - fytochemie
studie (kennis of leer) van de tanden odontologie
studie (kennis of leer) van de uitwendige beschrijving van het boek bibliografie
studie (kennis of leer) van de urine - urologie
studie (kennis of leer) van de veranderingen, die dieren kunnen ondergaan na het embryonale stadium metamorfologie
studie (kennis of leer) van de vissen beschrijving ichtyologie
studie (kennis, of leer) van de voeding en het dieet bromatologie
studie (kennis of leer) van de vogels ornithologie
studie (kennis of leer) van de volks verhalen mythologie
studie (kennis of leer) van de vorm en het inwendig samenstel van de planten anatomie
studie (kennis of leer) van de vrouwenziekten gynaecologie
studie (kennis of leer) van de werkelijkheid - realisme
studie (kennis of leer) van de wijsbegeerte, die zegt, dat men de oorzaak der dingen niet kan kennen agnosticisme
studie (kennis of leer) van de wonderen thaumatologie
studie (kennis of leer) van de wetenschap, die de algemene verschijnselen in het heelal beschrijft - kosmografie
studie (kennis of leer) van de wetenschap der literatuur thematologie
studie (kennis of leer) van de wetenschap der zee oceanografie
studie (kennis of leer) van de wetenschappelijke gronden van het weten ideologie
studie (kennis of leer) van de ziekten der planten patholoog
studie (kennis of leer) van de zeeën, rivieren, meren enz. hydrografie
studie (kennis of leer) van de zenuwen en zenuwziekten neurologie
studie (kennis of leer) van de zenuwziekten pathologie
studie (kennis of leer) van de zwammen mycologie
studie (kennis of leer) het evenwicht der vloeistoffen hydrostatica
studie (kennis of leer) van het klimaat klimatologie
studie (kennis of leer) van het leven in het water hydrobiologie
studie (kennis of leer) van het maken van röntgenfoto's. van het ruggenmerg myelografie
studie (kennis of leer) van het menselijk lichaam, de lichamelijke verhoudingen en eigenschappen - somatologie
studie (kennis of leer) van het ontstaan van de mens en van de ontwikkeling der mensenrassen - antropogenese
studie (kennis of leer) van het op de toekomst gerichte denken futurologie
studiebeurs leen, stipendium, toelage
studieboek leerboek
studifonds - beurs
studiekameraad academievriend
studieonderdeel vak
studie over God - theologie
studieperiode academiejaar, lestijd
studieus - naarstig, vlijtig
studie vilgen - studeren
studiewerk handboek, leerboek
studio atelier, werkruimte
studiosus student
stuff drug, hasj
stuffen - gommen
stuf gomelastiek, gum, radeergo9m, vlakgom
stug bars, bits, boosaardig, halsstarrig, hard, moeilijk, nors, onbuigzaam, onverdroten, onvriendelijk, onwillig, ruig, star, strak, stram, stroef, stuurs, stijf, weerbarstig, ziekelijk
stug en streng - star
stugge, lompe kerel hork
stugheid koppigheid, onbuigzaamheid, starheid, stuursheid, stijfheid
stuifaarde pulver
stuifmeel pollenzaad, stuif
stuifmeelonderzoek palynologie, pollenanalyse
stuifsel meel, stof
stuifsproeier pulverisator, pulverisateur, vaporisator
stuik stamper, stoot, val
stuiken stampen, stoken
stuip gril, kramp, kuur
stuip(trekking) convulsie
stuipen buigen, bukken, eclampsie, seskens
stuit bochel, broodje, bult, stoot,
stuitbeen - koekoeksbeen, staartbeen
stuiten botsen, stelpen, stoten, stokken, stutten, tegenhouden
stuitend aanstootgevend, ergerlijk, lelijk, onaangenaam, repugnant, walgelijk, weerzinwekkend
stuiter bikkelbal, knikker
stuiteren - knikkeren
stuithoender tinamoe
stuitje staartbeen
stuiven opwaaien, wegrennen
stuiver munt, sou
stuk akte, artikel,beschadigd, bonk, brok, deel, defekt, document, fragment, gebroken, gedeelte, schilfer, geschrift, hap, homp, kaduuk, kapot, kavel, klomp, kluit, moot, oorkonde, papier, part, portie, schijf, snipper, spetter, verrot
stuk aardewerk scherf
stucadoor - pleisteraar
stukadoorswerk - stucwerk
stukadoren - pleisteren, witten
stuk afgestoken heide plag
stuk bouwland akker, eng, enk
stuk brood homp
stuk chocolade flik, reep, tablet
stuk doek coupon, lap
stuk drijfijs schol, ijsschots
stuk gedraaid - lam
stuk gegoten ijzer - gieteling
stuk gereedschap beitel, boor, drevel, els, hamer, moersleutel, nijptang, schaaf, schroevendraaier, sleutel, tang, vijl, zaag
stuk goed coupon, lap, los, vod
stuk gras pol, zode
stuk grond akker, erf, land, kavel, kluit, perceel, terrein, tuin, uiterwaard, werf
stuk grond op Java bahoe
stuk hakken - verkappen
stuk hout balk, bint, blok, knuppel, lat, paal, plank, spaan, staak, stok, tengel
stuk in de kraag - dronken
stuk in de krant - artikel, bericht, reportage
stuk in een schaakspel dame, koning, koningin, loper, paard, pion, toren
stuk karton - kaart
stuk land akker, kavel, perceel
stuk linnen coupon, lap
stuk muur tussen twee ramen muurdam, penant
stuk of brok homp
stuk of defect - kapot
stuk of regel wit reglet
stuk of wat - stel
stuk papier blad, rol, vel
stuk pluimvee eend, gans, haan, kip, kalkoen, kloek, leghorn
stuk rots - rotsblok
stuk rundvlees rollade
stuk ruw hout - klomp
stuk speelgoed bal, beer, beest, bromtol, diabolo, hoepel, jojo, knikker, pop, stuiter, tol
stuk stof coupon, lap
stuk ter verzending - collo
stuk textiel - coupon, lap
stuk touw eind, end,
stuk van een ronde taart - punt
stuk van een verhaal episode
stuk vel huid, nekvel
stuk vis moot
stuk van een land, omringd door vreemd grondgebied enclave
stuk vlees bout, homp, karbonade, kotelet
stuk voedsel - hap
stuk voor acht stemmen octet
stuk voor drie stemmen trio
stuk voor twee stemmen duet
stuk voor vier stemmen kwartet
stuk voor vijf stemmen kwintet
stuk voor zes stemmen sextet
stuk voor zeven stemmen septet
stuk vrachtgoed collo, colli
stuk zee achter landtong haf
stukadoren (be)pleisteren, witten
stukgaan breken, verslijten
stukgoed baal, collo, colli, kist, m .v. krat
stukje beetje, brokje, deeltje, eindje, fragment, kruimel, part
stukje gestold bloed bloedprop
stukje glas scherf
stukje hout - spaan
stukje karton kaart
stukje leer - blek
stukje papier - snipper
stukje metaal van waarde penning, munt
stukje stof - lapje
stukje van iets grit, gruis, poeder, pulver
stukje vlasvezel - scheef
stukjes draaien spijbelen
stukjes geroosterd vlees - saté
stukjes van iets - gruis
stukjes vlees met saus ragout
stukken vastmaken plakken, repareren
stukken vuursteen - eolithen
stukken winnen slaan
stukkend defect, kapot, stuk
stuklopen foutgaan, misgaan, mislukken
stukmaken afbreken, kapotmaken, moeren, mollen, slopen, vernielen, vernietigen, verpesten, verwoesten,
stukslaan breken, mollen, slopen, verkwisten, vernielen
stuk trekken - scheuren
stul kluit
stulp hut, stolp, woning
stulpen - omkeren
stumper arme, behoeftige, bloed, domkop, hals, kalis, kruk, lijder, onbenul, stakker, suffer(d), sukkel, sul, tobber, zielepoot
stumperd brekebeen, klungel, stakkerd, sukkel, sul
stumperen klunzen, knoeien, stuntelen
stumperig halfbakken, halzerig, krukkig, onbeholpen, onbenullig, onhandig, onnozel
stumpertje pul
stumperwerk knoeiwerk
stunt bravourestuk, huzarenstuk, kunststuk, kunstvlucht, streek, stukje, toer, truc, waagstuk
stuntel klooier, kluns
stuntelen haspelen, klunzen, knoeien, stumperen
stuntelig gebrekkig, klunzig, krukkig, links, onbeholpen, onhandig
stunten kunstvliegen
stunter kunstvlieger
stuntman - waaghals
stupide dom, onzinnig, stom, stompzinnig, uilig
stupiditeit bêtise, domheid, stommiteit
stuprum schending, verkrachting
sturen besturen, bezorgen, koersen, leiden, richten, (ver)zenden
stut balk, beer, leuning, pijler, pilaar, schoor, schraag, stander, stempel, steun, steunbeer
stuthout - schoorbalk
stut in muur korbeel
stutpaal - mik
stutten ondersteunen, ondervangen, stempelen, steunen, schoren, schragen, tegenhouden
stuur scheepsroer
stuurboom - helmstok
stuurboord s.b., rechterboord
stuurcabine - cockpit
stuurhuis - bestuurderscabine
stuurhut cockpit
stuurinrichting knuppel, roer, stuurtoestel
stuurknuppel (vliegtuig) levier, stuurstang
stuurkunde cybernetica
stuurman chauffeur, palinuur, piloot, roerganger
stuurman van Aneneas - Palinurus
stuurpen rectrix
stuurrad roer, stuurwiel
stuurruimte in een vliegtuig cockpit
stuurs bars, bokkig, humeurig, knorrig, koppig, lastig, nors, onvriendelijk, stug, vervelend, zuur
stuurs iemand bul, nurks
stuurs mens bul, bullebak
stuursheid knorrigheid, norsheid, onaardigheid, onvriendelijkheid, stugheid
stuurstang in vliegtuig knuppel
stuw dam, keerwerk, schut
stuwadoor bevrachter, cargadoor, lader, losser, scheepslader, stouwer
stuadoren bevrachten
stuwdam in Egypte Assoeandam
stuwdam in rivier (Fr.) barrage
stuwen bergen, bevrachten, drijven, laden, lossen, pakken, persen, stapelen, stouwen, voortbewegen, voortduwen
stuwende kracht spil
stuwer cargadoor, gangmaker
stuwgeld - laadloon
stuwing - aandrang
stuwkracht elan, stimulans
stuwmeer stuwbekken
stylist - herenkapper
styracacee - sneeuwklokjesboom
sua sponte (Lat.) ongedwongen, spontaan, vrijwillig
sub s., bij, onder
sub finem s.f., tenslotte
sub judice aanhangig, hangende
sub rosa geheim, vertrouwelijk
subaltern ondergeschikt
subaltern officier kapitein, luitenant, ritmeester
subbelen strompelen, struikelen
subcutaan onderhuids
suberine kurkstof
subiet abrupt, acuut, dadelijk, direct, halsoverkop, ineens, onmiddellijk, onverwacht, opeens, plotseling, snel
subito plotseling
subject onderwerp
subjectie onderwerping, onderworpenheid, tiranie
subjectief partijdig
subjonctief aanvoegend
subliem keurig, mooi, prachtig, verheven, volmaakt, uitstekend
sublimaat - kwikdichloride
sublunarisch ondermaans
submissie onderwerping, onderworpenheid, ootmoed
subordinatie ondergeschiktheid, hypotaxis
subsidie bijdrage, steun, toelage, ondersteuning
substantie kern, inhoud, materie, stof
substantieel - krachtig
substantie in beenderen merg
substitueren vervangen
substitutie vervanging
substraat - ondergrond, voedingsbodem
subtiel fijn, scherp, scherpzinnig, teer
subtiliteit fijnheid, scherpzinnigheid, spitsvondigheid
subtropische heester mirte
subversief omverwerpend, ontwrichtend, revolutionair
succes bijval, geluk, triomf, voorspoed, welslagen
succesboek - bestseller
succesnummer bestseller, hit, schlager, top
successie ambtsopvolging , erfenis, nalatenschap, opvolging,
successief - achtereenvolgens
successievelijk achtereenvolgens
succesvol - geslaagd
succiniet - barnsteen
succulent - berglook, hemelsleutel, huislook, muurpeper, vetkruid
sucrose rietsuiker, zoetstof
Sudan, hoofdstad van - Kartoen
sudderen pruttelen, smoren, seuteren
sudderen in boter - stoven
suf dof, dom, doezelig, dromerig, duf, dwaas, gedachteloos, lijzig, mat, moe, slaperig, sloom, soezerig, sullig, teut, traag, verdoofd
suffen doezelen, dromen, dutten, peinzen, piekeren, slapen, uilen
suffer druiloor, kwezel
sufferd ezel, doetje, domkop, domoor, dromer, ezel, hals, klooi, kluns, kruk, lummel, slaapkop, slaper, stumper, sukkel, sul,
sufferig lodderig, soezerig
sufficiënt toereikend, voldoende
suffig dromerig, lodderig, soezerig, sullig
suffix - achtervoegsel, morfeen
suffragette, bekende - Pankhurst
sufheid doezeligheid, dromerigheid, dufheid, kindsheid, lijzigheid, slaperigheid, sloomheid, soezerigheid, sulligheid
sufkop - dromer
suggereren opperen
suggestie - inbeelding
suggestief - evocatief
suiker goela, melis, zoetigheid
suiker in klontjes kandij
suikeraarde schuimaarde
suikerachtig - suikerig
suikeramandel praline
suikerballetje - babbelaar
suikerbiet beetwortel, biet, mangelwortel, pee
suikerbietresten - pulp
suikerblokje met koffiesmaak - hopje
suiker kristalliseren - canderen
suikergast - zilvervisje
suikergoed fondant, lekkers, snoepgoed
suikerhoudende massa - melasse
suikerig suikerachtig, suikerzoet
suiker in klontjes - kandij
suikerkool glanskool
suikerkussentje - brok
suikermaïs - sweetcorn
suikeroom erfoom
suikerpalm - aren
suikerriet, uitgeperst - ampas, bagasse
suikersiroop melasse
suikersoort - basterdsuiker, bietsuiker, kandij, pentoserietsuiker
suikerstroop melasse
suikertante erftante
suikervogels coerebidae
suikerwerk borstplaat, bruidsuiker, fondant
suikerziekte diabetes
suikerzoet - suikerig
suite gevolg, kamer, muziekstuk, stoet
suizen fluiten, ruisen, sissen, tuiten
suizenbollen suizelen
suizelen duizelen, ruisen, suizebollen
suizen fluiten, ruisen, sissen, snorren, tuiten
suizend geluid gesis, gesuis
sujet figuur, individu, kerel, persoon, pooier, schoft
sukkel dommerik, domoor, duts, ezel, goedbloed, goeierd, hals, jocrisse, klaas, klungel, kluns, kruk, lijs, oen, onnozele, sloeber, slomerd, sok, stumper(d), sufferd, sul, tobber(d), treuzel
sukkelaar brekebeen, dandin, stakker, stumper(d), tobberd
sukkelachtig krukkig
sukkelen kwakkelen, laborerenkwijnen, lijden, tobben
sul bloed, domkop, goedbloed, goedzak, goeierd, hals, Jansalie, klaas, kwezel, lobbes, lijs, onnozele, slomerd, stakker, stumper(d), sufferd, sukkel, tobber
sulachtig - sullig
Sulawesi - Celebes
sul van een vrouw lut
sulfaat vitriool
sulfa-preparaten - sulfanamides
sulfer s., zwavel(stok)
sulferen zwavelen
sulkyberijder - pikeur
sullebaan glijbaan
sullen beuzelen, glijden, lanterfanten, leuteren, slepen
sullig oenig, goedig, onbenullig, onnozel, suffig, sulachtig
sulligheid sufheid
sullig persoon - oen
sultanaat op Malakka, - Jehore
sultansbesluit ferman, irade
sultan, vrouw van - sultana
Sulu-eilanden, hoofdstad van de - Jolo
Sumatraan Atjeher, Batak(ker)
Sumatra's tabakscentrum Deli
Sumatra, bevolkingsgroep op - Adjehers, Bataks, Gajoërs
Sumatra, deel van - Atjeh, Bengkulu, Deli, Djambi, Langkat
Sumatra, hoogvlakte op - Agam
Sumatra, rivier op - Djambi, Indragiri, Indrapura, Kampar, Katang, Musi
Sumatrataal - Atjehs Bataks, Lampongs, Minangkabaus, Redjangs
Sumatra, vulkaan op - Dempo
Somba, hoofdplaats op - Waingapu
Sumbawa, hoofdplats op - Raba
summa som
summa summarum tenslotte, uiteindelijk
Sumerische god - Enki, Enlil
Sumerische godin Inanna
summeren bijeenvoegen, optellen
summier beknopt, bondig, kort
summum hoogtepunt, toppunt, voornaamste
sumpen huilen, pruilen
Sunda-eilanden, een der - Bali, Flores, Java, Kalimantan, Lombak, Sulawesi, Sumatra, Sumba(wa)Timor
super boven(aan), enorm, heerlijk, hoger, hyper, over, prachtig, ultra, zeer
superbe hooghartig, prachtig, voortreffelijk
superficieel oppervlakkig
supergigant Antares, Canopus, Mira, Rigel
superieur chef, meerdere, uitnemend, voortreffelijk
superioriteit voortreffelijkheid
superiatief van goed best
superiatief van veel meest
superiatief van weinig minst
supermarkt discount, winkel
superstitie bijgeloof
supervisie leiding, toezicht
supplement aanhangsel, aanvulsel, bijblad, bijlage, bijvoegsel, toevoegsel
suppletie aanvulling
suppletoir - aanvullend
suppoost bewaker, oppasser, waker, zaalwachter
support standaard, steun, voetstuk
supporter - aanhanger, bewonderaar, fan
supporters - legioen
suppositie gis, hypothese, vermoeden, veronderstelling
supprimeren afschaffen, onderdrukken, weglaten
supra boven(mate), eerder,extra, hoger, sup
supreem hoogst, uiterst
suprematie oppergezag, oppermacht
surfen plankzeilen
surfplank - zeilplank
Surinaams kruid - Tajar
Surinaams project Brokopondoplan
Surinaams vaartuig korjaal
Surinaamse boom - Anaura
Surinaamse bosduivel - kwatta
Surinaamse bosneger - mirron
Surinaamse grensrivier - Lawa
Surinaamse houtsoort - slangenhout
Surinaamse inwoner - neger, Creool, Hindoe, Indiër, Javaan
Surinaamse pad - pipa
Surinaamse rivier - Para
Suriname, delfstof in - bauxiet
Suriname, diersoort in - agoeti, anaconda, kolibri, luipaard, meerval, miereneter, pekari, pipa, poema, tapir, toekan, wasbeer
Suriname, gouverneur van
3 Rijk
4 Fock, Lely, Raye
5 Barry, Brons, Elias, Green, Staal
6 Currie, Hughes, Nepveu, Texier
7 Coetier, Ferrier, Huender, Rutgers, Schimpf, Schmidt,
Wardlau, Wichers
8 Bentinck, Heinsius, Idenburg, Kielstra, Klaassesz, Temmingk,
Tonckens
9 Bannister, Berranger, Cantzlaar,Crommelin, Mauricius
11 Adriaensen, Lichtenberg
12 Haverschmidt
Suriname, hoofdstad van - Paramaribo
Suriname, president van - Ferrier
Suriname, rivier in - Anai, Coeroeni, Coppenama, Corantijn, Cottica, Litani, Marowijne, Nickerie, Saramacca, Suriname
Surinamer Creool, Hindoe, Indiër, Javaan, Neger
surkel - zuring
surplus overschot, restant, teveel
surprise cadeau, geschenk, presentje, verrassing
surrogaat ersatz, namaak, nep
surrogaat voor ivoor - eburine, ivoriet
surrogaat voor saffraan feminel
surveillance - bewaking
sus st, stil
suspect verdacht
suspensefilm - thriller
suspensie ophijsing,opschorting, schorsing
suspicie - argwaan
sussen bedaren, kalmeren, stillen, vertroosten, wiegelen
sussend verzoenend
sustineren aanvoeren, beweren, stellen
Svalbard - Spitsbergen
Swaziland, hoofdstad van Mbabene
sweater sportvest, trui
swijlens intussen, terwijl
swingen dansen
swingend bruisend, levendig, opwindend, veerkrachtig
swinger of danser - walser
syllabe lettergreep
syllogisme sluitrede
sylvaniet - schrifterts
sylvien - KCI
symbolisch uithangteken gaper
symbolisch voorwerp der Indianen - totem
symbool aanduiding, teken, totem, vlag, zinnebeeld
symbool van bangheid haas, wezel
symbool voor blankheid lelie
symbool voor domheid ezel, koe
symbool voor dood kruis, taxis
symbool voor drogist eenhoorn, gaper, vijzel
symbool voor geloof kruis
symbool voor geluk hazenpoot, hoefijzer, klavervier
symbool voor hoop anker
symbool voor huwelijk ring
symbool voor Kerstmis kribbe, ster
symbool voor lafheid haas
symbool voor liefde hart, roos
symbool voor macht arend
symbool voor moed leeuw
symbool voor onbedorvenheid lelie,roos
symbool voor onschuld lam
symbool voor overvloed hoorn
symbool voor overwinning eikenloof, lauwerkrans, zegepalm
symbool voor Pasen ei, haas
symbool voor reinheid lelie
symbool voor roem lauwer(krans), laurier(krans)
symbool voor slimheid vos
symbool voor traagheid - bed, ezel, slak, uil
symbool voor vrede duif, olijftak
symbool voor wijsheid uil
symbool voor zachtheid en geduld - lam
symfonie van Beethoven Eroïca, Pastorale
symbool van geestelijke macht - kromstaf
symbool van gramschap - beer, egel, ever, haan, kameel, uil
symbool van hebzucht - aap, (geld)buidel, pad, raaf, wolf
symbool van hoogmoed - adelaar, leeuw, pauw, scepter
symbool van onkuisheid - beer, bloed, bok, haan, pad, sirene,
spiegel, zwijn
symbool van onmatigheid - haan, raaf, zwijn
symbool van trouw - ring
symbool van verkiezingen - stembus
symbool van vorstelijk gezag koningsappel
symfonie - muziekstuk
symmetrisch evenredig
sympathie genegenheid, medegevoelen, verwantschap, waardering
sympathiek - aardig
symptoom aanwijzing, kenteken, teken
synagoge - jodenkerk
syndicaat synd., vakvereniging
synode concilie, kerkvergadering,
synoniem van. . . zie het betreffende woord
synthese samenstelling, samenvoeging, samanvatting, verbinding
synthetische grondstof - kunststof
synthetische vezel orlon
syrinx - pansfluit, rietfluit
Syrië, haven van - Latakia
Syrië, hoofdstad van - Damascus
Syrië, rivier in - Barada
Syrische bijbelvertaling - Pechita
Syrische godin Astarte
Syrische munt piaster, pond
Syrische stad - Aleppo, Damascus, Deir-ez-Zor, Haleb, Hama, Homs, Latakia
Syrische slavenhoofdman - Eunus
Syrjenen - komi
systeem leer, methode, regime, stelsel, werkwijze
systeem van naamaanduiding nomenclatuur
systematiek - taxonomie
systematisch ordelijk, stelselmatig
T
taai buigzaam, dor, droog, hardnekkig, kleverig, kras, lijzig, moeizaam, ongenietbaar, papperig, pezig, saai, schriel, soepel, stug, vervelend, voos
taai en saploos - voos
taai materiaal leer
taai snoepje toffee
taaivloeibaar viskeus
taai wilgenhout gard
taaie borrel,
taaie grondsoort - klei, leem
taaie lekkernij noga, taaitaai
taaie stof - stroop
taaie twijg teen
taaie vloeistof lijm, stroop
taak arbeid, functie, huiswerk, karwei, opdracht, opgave, plicht, verplichting, werk
taak of ambt functie
taak of order - last
taak van apostel apostolaat
taak van minister - ministersportefeuille
taal A.B., A.B.N.,dialekt, plat, spraak, tongval
taal (lat.) - lingua
taal der Boeddhisten Pali, Sanskriet
taal der ogen - ogentaal
taal in Afrika Haussa, Swahili
taal in India Austrisch, Dravidisch, Hindi, Hindostani, Pali, Tamil, Urdu, Vedi
taal in Indonesië Bahassa, Javaans, Maleis, Soendaas
taal in Mesopotamië Aramees
taal in OostAfrika Swahili
taal in oud Griekenland Attisch, Dorisch, Jonisch, Koine
taal in Pyreneeën Baskisch
taal in Syrië ten tijde van Christus - Aramees
taal in Voorindië - Dravidisch, Tamil
taal in ZuidoostZwitserland RhaetoRomaans
taal op Ceylon Singalees, Tamil
taal op Kreta ten tijde van koning Minos Minoïsch
taal van Australië Engels
taal van Brazilië Portugees
taal van de heilige Boeddhistische boeken Pali
taal van een beschaafd volk cultuurtaal
taal van geboorteland moedertaal
taal van Peru, Chili, Bolivia, Argentinië Spaans
taal waarin onderwijs gegeven wordt voertaal
taaleigen idioom
taalfout - spelfout
taalgebruik woordkeus
taalgebruiker schrijver, spreker
taal, gebruikelijke - voertaal
taalgeleerde filosoof,linguïst
taalhervormer - purist
taalklank accent, foneem
taalkunde filologie, grammatica, linguïstiek
taalkundige - linguïst
taalkundige term conjugatie, deelwoord, enkelvoud, gezegde, imperatief, lettergreep, lexicologie, meervoud, naamval, onderwerp, ontleding, praesens, rijm, semantiek, syntaxis, verbuiging (declinatie), vervoeging, voegwoord, voorvoegsel, voorwerp, voorzetsel, werkwoord, woord, zin
taalman tolk, vertaler
taalmethode - berlitzmethode
taalnieuwigheid neologisme
taaloefening dictee, ontleding, opstel, thema
taal op Ceylon - Pali, Tamil
taal op Kreta - Minoisch
taal van Australië - Engels
taal van de heilige Boedh. Boeken - pali
taalschat idioom
taalpsycholoog - psycholinguist
taalstudie - filogolie
taalteken foneem, morfeem, woord
taalverbetering - correctie
taalvitter purist
taalwetenschap filologie, linguïstiek, taalkunde
taalwonder - glossolatie
taalzuiveraar purist
taalzuivering purisme
taanbaas - taander
taankleur - bruingeel
taankleurig tan, tanig
taart - cake, gebak
taartjeswinkel - banketbakkerij
taats - spijker, tap
taatstol - zettol
tabak - baai, herenbaai, pruim, shag
tabakbewerking - fermentatie
tabakgisting aging
tabak kauwen - pruimen
tabaksarbeider kerver, sigarenmaker
tabaksartikelen rookwaren
tabaksgebruiker pruimer, roker
tabakskorf kanaster, knaster
tabaksproduct - pruim, shag, sigaar
tabakspijpTurks) nargileh
tabaksprodukt pruim, shag, snuif
tabaksrol - karot
tabakssoort havanna, Kentucky, manilla, sumatra, varinas, virginia
tabakvebouwer tabakker
tabakvergif - nicotine
tabbaard - gewaad, pij, robe, staatsiekleed, toga
tabbert robe
tabbertje - pulstar
tabee - adé, aju, adie, adieu, adios, ajuus, gegroet, saluut, vaarwel, vale
tabel invulstaat, lijst, naamlijst, register, rol, rooster, staat, tafel
tabellen staatwerk
tabel of rol lijst
tabel op papier - rooster
tabernakel - altaar, hut, tempel, tent
tabernakelkelk ciborie
tabernakel kleed conopeum, dwaal
tabes dorsalis ruggenmergstering
tableau lijst, register, rol, schilderij, tafereel, overzicht
tablet dragee, pastillepil, plak
tablier schootsvel, voorbaan
taboe onschendbaar, verboden
taboeret kruk, poef
tabula lijst, schrijfplankje, tab, tabel
tabletje pastille
tabouret - krukje, pianokruk, poef
tabijn - taf
tache de beauté - schoonheidsvlek
tackelen - aanvallen
tachygraaf snelschrijver
taciturniteit geheimhouding, stilzwijgendheid
tact bekwaamheid, beleid, gevoel, slag
tactiek - methode
tactisch handig
tactische eenheid eskadron
tactoos - onkies
tactvol kies
taddik - vuilik
tael liang
tafa - buidelmuis
tafel aanrecht, abacus, bureau, dis, dressoir, maaltijd, tabel
tafelbediende spen
tafelberg mesa
tafelbord (Eng.) plate, telloor
tafeldoek servet
tafeleend - roodkop, roskop
tafelen dineren, eten, lunchen, ontbijten, souperen
tafelfles karaf
tafelgast eter
tafelgenoot disgenoot, gast
tafelgerecht - spijs
tafelgerei bestek, bord, lepel, mes, serviesgoed, terrine, vork
tafelgezang - drinklied
tafelgoed bord, laken, linnen, servet, vingerdoek
tafelhouder restaurateur
tafelkleed - tafellaken
tafellaken. am(m)elaken
tafellaken van Engels wasdoek - napkin
tafelland hoogvlakte, plateau, terras
tafelland in Azië Iran
tafellinnen damast, laken, vingerdoek
tafelmatje - onderzetter
tafelment - hoofdgestel
tafelrede toast
tafelronde - conferentie
tafelschuimer bietser, klaploper, parasit, uitvreter
tafeltennis pingpong
tafeltje etagère
tafel voor eten klaarzetten - dekken
tafelvriend - disgenoot, eter, gast
tafelzang drinklied
tafereel afbeelding, gebeurtenis, panorama, schilderij, schildering, schouwspel, situatie, tableau, tekening, toneel, vergezicht, voorstelling
taffetas - taf
tagrijn knorrepot, voddenman
taguaboom - ivoorpalm
tahgeit - hemitragus
Tailand, munt in - baht, satang, tikal
taille gedaante, leest, middel, snit
tailleur kleermaker, snijder
tak afdeling, arm, boomscheut, branche, ent, geslacht, loot, rijs, spruit, stek, twijg, zijweg
takbloeiend - ramifloor
tak der geneeskunde chirurgie
tak die in een andere boom wordt gehecht ent
tak van berkenhout berkerijs
tak van de genetica - mendelism
tak van handel branche
tak van wetenschap geneeskunde, filosofie, linguïstiek, natuurkunde, rechten, scheikunde, techniek, wiskunde
takel dommekracht, gei, hondefok, karnaatje, katrol, penter, staggermaat, strietser, talie, trijs, wipgerei,omtakel
takelage - want
takel, deel van een - blok, loper
takelen opbeuren, ophalen, ophijsen, optuigen, ranselen
takelmeester takelaar
takel op schepen - lier
takelwerk - takelage
takien - sao
takje ent, loot, roe, roede, rijs, stek, teen, twijg
takje waaraan bokking geregen wordt - speet
takkenbos - mutsaard, mutserd, rijsbos
tak of stek - loot
takrestant knoest, kwast
taks accijns, belasting, dashond, heffing, maat, portie, recht
takt beleid
taktloos - grof, lomp
tak van sport
2 go
4 golf, judo, kolf, polo
5 jagen, rugby, skien
6 boksen, dammen, duiken, hockey, roeien, surfen, tennis,
turnen, vissen, zeilen
7 biljart, cricket, crocket, curling, fietsen, handbal, honkbal,
ijssport, kaatsen, kegelen, korfbal, roeien, rugby, schaken,
slagbal, softbal, vliegen, voetbal,
voetbal, zwemmen
8 atletiek, beugelen, grensbal, puzzelen, schermen, speedway,
springen,
9 badminton, biljarten, schaatsen, volleybal, worstelen
10 wielrennen, windsurfen
11 kogelstoten, speerwerpen, tafeltennis, verspringen
tal aantal, getal, gros, hoeveelheid
talaar - toog
taleke - tersel
talen begeren, hunkeren, smachten, verlangen
talenkenner polyglot, tolk
talent aanleg, begaafdheid, bekwaamheid, gave, genie, geschiktheid, kundigheid
talentloos - onbegaafd
talentvol begaafd, geniaal, knap, talentrijk
talg smeer, talk, vet
tali (Ind.) touw
talie katrol, penter, scheepstakel, striets, takel
taliën - takelen
talio wedervergelding
talisman amulet, fetisj, mascotte, totem
taliter qualiter - middelmatig
talk huidsmeer, ongel, smeer(sel), vet
talkaarde - bitteraarde, magnesia
talkpoeder, zeer fijn - pluimwit
talkspaat - magnesiet
talloos legio, oneindig, ontelbaar, veel
talloosheid infiniteit, onbegrensdheid, oneindigheid, ontelbaarheid
talm treuzel
talmachtig - temerig
talmen aarzelen, dralen, sammelen, temen, teuten, toeven, tragen, treuzelen
talmend aarzelend, besluiteloos, leuterig, temerig
talmer draler, treuzelaar
talon souche
talonneren aandrijven, aaaanzetten
talpa kolbak
talrijk legio, omvangrijk, onnoemelijk, veel(vuldig), velerlei
talrijkheid hoeveelheid, sterkte
talud afgang, berm, glooiing, helling, schuinte, wegberm, wegkant, wegrand
tam gedwee, getemd, gewillig, handelbaar, kalm, mak, meegaand, rustig, veredeld, volgzaam
tamaricacee - tamarisk, tamarix
tam maken dresseren, temmen
tamarinde assem
tamarindekoekjes - assemkoekje
tamboer slagwerker, trommelaar, trommelslager
tamboeren - trommelen
tamboerijn rinkelbom, trommel, trom
tamboerkorps drumband
tamboermeisje - majorette
tamelijk - aardig, behoorlijk, betrekkelijk, draaglijk, enigzins, matig, middelmatig, nogal, passelijk, redelijk, schappelijk, schikkelijk, vrij
tam gemaakt getemd
tam gevogelte pluimvee
tamheid - gedweeheid
tamelijk oud bedaagd, bejaard
tam maken - temmen
tamme buffel karbouw
tamme kastanje marron
tamp eindje, uiteinde
tampen luiden, kleppen
tamper rins
tampon - kussentje
tamtam drukte, gong, lawaai, ophef, spats, trom(mel)
tand element, hoektand, incisief, kies, snijtand, uitsteeksel
tandaanslag - plak
tandaantasting - caries
tandafslijting - mylolyse
tandarm dier a(a)i, armandillo, glyptodont, gordeldier, luiaard, miereneter, tamandoea, yurumi
tandarmen - edentata
tandarts dentist
tandbederf cariës, wolf
tandbeen - dentine, elp, ivoor
tandbeschrijving odontografie
tandcrème pasta
tandel - sleutel
tandeloos dier aal, aai, aardvarken, ai, gordeldier, luiaard, miereneter
tandeloze kaak kevel
tandem - koppel
tandemail glazuur
tanden - scherpen
tanden betreffend dentaal
tanden en kiezen gebit
tanden vullen plomberen
tandglazuur email
tandheelkundige dentist, tandarts
tandil (Ind.) opzichter, ploegbaas,
tandkarper - guppy, microcyprium, periscoopvis
tandkasontsteking alveolitis
tandklank dentaal
tandmerg - pulpa
tandoe (Indn.) draagbaar, draagstoel
tandpijn - odontalgie
tandrad - kamwiel
tandsteen odontoliet
tandterging - tantalisering
tandvlees gagel, gingiva, kevel
tandvleesontsteking gingivitis
tandvormige bovenzijde van oude stads en burchtmuren kanteel
tandvulling plombeersel
tandwalvis - cachelot, dolfijn, narwal, odontocetum, potvis
tandwiel tandrad
tandwolf cariës
tandzaad - bidens
tandziekte - caries, parodontose
tandzenuw - pulpa
tanen afnemen, verbleken, verflauwen, verminderen
tang feeks, furie, heks,helleveeg, kenau, kol, kreng, nijper, serpent
Tanganjika en Zanzibar Tanzania
tange - zandrug
tangens tg., raaklijn
tangent raaklijn, springer
tangentpunt raakpunt
tangetje - pincet
tanimbar, hoofdplaats op Saumlaki
tang met gebogen punten ravenbek
tang of feeks heks
tanig gebruind, vaalgeel
tanig vaal - bruin
tank bak, gevechtswagen, opslagruimte, pantserwagen, reservoir
tankafdeling - eskadron
tankboot - tanker
tanken laden
tanker olieboot, tankschip
tankplaats benzinestation, pomp
tannine looistof, looizuur
tantalich - kwellend
tantalium - tantaal
tante meu, moei
tantième tant., winstaandeel
tantième, iemand die - geniet - tantièmist
tantum bedrag, som
Tanzania, berg in - Kilimandjaro
tap deuvik, kraan, spon, stop, ijskegel
tap (geneesk.) tampon
tape band(je), plakband
tapedeck bandrecorder
taphuis cafe, kroeg
tap in vat spon
tapijt Axminster, Deventer, gobelin, karpet, kelim, kleed, loper, pers, Perzisch, Smyrnaas, vloerkleed, wandkleed
tapijt aan de muur gobelin, wandkleed
tapijtachtige stof kelim
tapijtje mat
tapijtweefsel kelim, pers
tap in vat spon
tapioca cassave
tapisseerder behanger
tapisseren behangen
tapisserie bekleding, wandtapijt
tapisvissen - mormyriformes
tapisserie tapijtwerk
tapissier - behanger
tapkast bar, buffet, schap, schenkbank, toog
tapoen - stop, tap
tappelings uitstromen - gutsen
tappen draadsnijden, schenken
tapper herbergier, kroegbaas, schenker, waard
tapperij bar, cafe, herberg, kroeg, taphuis, taveerne
taps gerend, kegelvormig, konisch
taptemelk ondermelk
taptoe avondappel signaal
tapuit - stag
tapvergunning verlof
tapvormig - taps
tapijt - kleed, loper
tapijtachtige stof - kelim
tapijtwerk - tapisserie
tapijtweven, manier van - basse-lisse
Tarakan, haven op - Lingkas
Tarapaka, hoofdstad van - Iquique
tarantel - wolfsspin
tarbot terrebut
tardief - laat
tarief bedrag, prijs, prijslijst
tarn karwei, torn
tarnen tornen
tarokkaart excuse, mongur, pagato, skus
tarra aftrek, korting, rabat, reductie, vermindering
tarra, de- vaststellen - tarr(er)en
tarsel valk
tartaar - biefstuk
Tartaar Mongool, Rus
Tartaarse melkwijn kefir
Tartaarse republiek, hoofdstad van de - Kazan
Tartaarse tent uit dierenhuiden kibitka
tartarentent kibitka
tartar - wijnsteen
tartarus - hades, hel
tarten aandurven, pesten, plagen, prikkelen, sarren, tergen, trotseren, uitdagen, uitlokken, verzoeken
tartend - uitdagend
tartuffe huichelaar, schijnheilige
tarwe graan, koren, spelt, triticum, weit
tarwegras kweek
tarwekorel graankorrel
tarwesoort - spelt
tarwestro, gekamd - glui
tas aanbeeldje, buidel, draagmap, etui, foedraal, hoes, hoop, karbies, klamp, koker, kop, mijt, opeenhoping, schuur, stapel, valies, zak
tas hooi opper
tasje voor geld - beurs
Tasmanië, hoofdstad van - Hobart
tassen ophopen, opstapelen, schelven, wegstouwen
tast aanraking, betasten, bevoelen, gevoel, touche
tastbaar - duidelijk, merkbaar, palpabel, voelbaar, zichtbaar
tasten aanraken, bevoelen, toucheren, voelen
tasten naar iets - zoeken
taster - voelspriet
tastorgaan antenne, tentakel
tastzin gevoel, tangoreceptie
tastzin betreffende haptisch
tater babbel, bek, mond, snebbel, snater, snavel, trichofytie
tateraar babbelaar, knoeier, kwebbelaarmorser
tateren babbelen, keuvelen, kletsen, kwebbelen, kwetteren, praten, snateren, tetteren
tater, houd(t) je - zwijg(t)
tater of bek - mond
tan t
tauriden - meteoren
taurus stier
taveerne doening, estaminet, herberg, kroeg, slijterij, staminee, tapperij, wijnhuis
tawarren (Indn.) afdingen, pingelen
taxateur prijsbepaler, schatter, waardeerder
taxatie raming, schatting
taxeren begroten, keuren, ramen, schatten, waarderen
taxi cab, huurauto
taxichauffeur zonder vergunning - snorder
taxidermist opzetter, preparateur
taxodiacee - cypres, manmoetboom, moerascypres, parasolboom
taxus ijf
t.b.c. tering, tuberculose
teak - djati
team - elftal, gezelschap, groep, ploeg
teamgenoot - medespeler
te aller tijden altijd, eeuwig, immer
te baat nemen aanvatten, opperen
te begrijpen begrijpelijk, duidelijk
te bejammeren betreurenswaardig, regrettabel
te berde brengen opperen, voorslaan, voorstellen
te betalen schulden passiva
te betalen wissel accept
te betreuren - jammer
te bewijzen stelling hypothese, these, thesis
te binnen schieten invallen
te boek stellen noteren, opschrijven
te boven gaan - tarten
te dezer plaatse alhier, hier, h.l., (hoc loco)
te dien tijde daarom, daarvoor, destijds, toen
te doen doenlijk, mogelijk
te dol gek, krankzinnig
te dragen - draagbaar
te drinken geven drenken, laven, tappen
te duur betalen - bekopen
te eniger tijd eenmaal, eens, nog, ooit, weleens
te eten geven spijzen, voeden, voeren, zogen
te gast vragen inviteren
te gast zijn logeren
te geef - spotgoedkoop
te gehaast overijld, voorbarig
te gek gaaf, onzijs
te gelegener tijd t.g.t
te gener tijd nimmer, nooit
te genezen geneeslijk
te gevoelig overgevoelig, sentimenteel, teerhartig, weekhartig
te goeder trouw argeloos, bonafide, eerlijk, oprecht
te gronde gaan bederven, slopen, vervallen
te gronde richten - ruïneren, verwoesten
te grote gevoeligheid - overgevoeligheid, sentimentaliteit
te gunstig geflatteerd
te haastig overijld
te herroepen herroepbaar, revocabel
te hoge bloeddruk hypertensie
te hoog onbereikbaar
te horen komen - vernemen
te hoop lopen - stromen
te huis home
te hulp komen - assisteren
te keer gaan razen, tieren, uitvaren
te kennen geven aankondigen, bekendmaken, annonceren, uiten
te kerk gaan tempelen
te koop veil
te koop aanbieden veilen
te koop lopen - koketteren
te kort schieten falen
te nkrap zijn - gespannen
te kwader trouw bedrieglijk, doleus, malafide
te laat overtijdig, tardief
te lage bloeddruk hypotensie
te lang geslapen verslapen
te lijf gaan benaderen
te maken hebben met - betreffen
te midden van tussen
te onpas importuun, ongelegen
te oud overjarig
te paard bereden
te rijp overrijp
te schandemaking afgang, blamage
te snel overgauw
te spreken - tevreden
te uwent a costi
te veel onmatig, over, overbodig, overdreven, overmaat
te verdragen draaglijk, duldbaar, supportabel, tolerabel
te vervangen door subsidiair
te vervullen plicht opgave, taak
te voet afleggen - belopen
te volgen weg parcours, route
te voorschijn komen opdagen, opdoemen, opstaan, uitkomen, verschijnen
te voorschijn kuchen - ophoesten
te voorschijn roepen evoceren, evoqueren
te vorderen opeisbaar, tegoed
te vorderen bedrag - tegoed
te voren - vooraf
te vroeg prematuur, ontijdig, voorbarig
te water laten - dopen
te weinig tekort
te werk gaan - handelen
te weten namelijk, sc., tw.
te weten komen - vernemen
te zeer (muz.) troppo
te zelfder plaatse ibidem
te zijner plaatse s.1.
te zijner tijd eens, ooit, t. z. t.
te zuinig gierig
te zwaar ontilbaar
te zwaar laden overladen
te zware belasting - overlast
teacosy theemuts
tearoom - theesalon
technicus monteur,Ingenieur, Ir., w.i., werktuigkundige
techniek - vaardigheid
technisch naslagwerk vademecum
technische dienst td.
technische school m.ts., u.ts., h.t.s., th.
teckel - dashond
teddyboy beatnik, halbstarke, nozem
teder (muz.) amoroso, dolce
teder aandoenlijk, broos, delicaat, frêle, gevoelig, hartelijk, innig, lief, liefdevol, mild, teer, warm, week, zacht
teder en aardig lief
tederheid gevoeligheid, zachtheid
teef turfschop
teek aardworm, tapkast
teelaarde bladaarde, bouwvoor, compost, erft, humus
teelbal - testikel
teelt aanplant, bouw, cultuur, kweek, verbouw, voortplanting
teeltkeus selectie
teeltlaag - cambium
teeltweefsel cambium
teem zanik, zeur(kous)
teemachtig lijmerig, slepend
teems (melk)zeef
teemsen filtreren, ziften
teen ent, griendhout, loot, rijs, takje, toon, twijg, wijm, wilgenloot, knoflookbol
teenaandoening klauwteen, likdoorn
teenager tiener
teener - bakvis
teenganger - hond, kat
teen of twijg - loot
teenwilg wiedauw
teer aandoenlijk, asfalt, bitumen, breekbaar, broos, bros, delicaat, fragiel, frêle, fijn, gevoelig, goudon, iel, kwetsbaar, pek, poppig, slap, subtiel, tenger, week, weerloos, zacht, ziekelijk, zwak
teerachtig - kwetsbaar, sentimenteel, terig, week, zwak
teerbemind innig
teer en slap zwak
teer en tenger rank
teer en zacht teder, week
teergeld - reisgeld
teerhartig gevoelig, kwetsbaar, liefderijk, week, zachtaardig
teerhoudend schoorsteenroet - bister
teerkleurstof aniline
teerkost eten, verblijfkosten, voedsel
teerling dobbelsteen, lot, kubus
teerling van metselwerk porring, stiep
teerolie carbolineum
teerproduct - pek
teerverfstof - reginaviolet
tegader bijeen, gezamenlijk, samen, tegelijk, tezamen, vereend
tegel estrik, klinker, plavuis, steen, tichel, vloersteen, wandsteen
tegelen - plaveien
tegelijk gelijktijdig, samen, tevens, tezamen
tegelijk erbij gevoegd - daarbij
tegelijkertijd direct, gelijktijdig, meteen, simultaan,
tevens
tegelsteen - estrik
tegelijk zijn op twee plaatsen bilocatie
tegelstempel stamp
tegemoed gaan - tegengaan
tegemoetkomend coulant, voorkomend, welwillend
tegemoetkoming concessie, faciliteit, subsidie
tegen ad, anti, contra, para
tegenaanval - counter
tegenantwoord dupliek
tegen brand gewaarborgd - brandvrij
tegen de bierkaai vergeefs
tegen de kosten opwegend lonend
tegen de wet clandestien, illegaal
tegen de wil ondanks
tegen de wind opzeilen - laveren
tegen elk aannemelijk bod te.a.b.
tegen elkaar aan aaneen
tegen gelijke waarde a pari
tegen het eind s. f. (sub finem)
tegen het genoemde ertegen
tegen het lijf lopen vonden
tegen iets zijn - gekant
tegen schade gedekt verzekerd
tegen wind opzeilen laveren
tegenantwoord dupliek, repliek
tegenbeeld contrast, pendant
tegenbevel contraorder
tegenbeweging - reactie
tegenbewijs revers
tegenbezoek contravisite
tegendeel antoniem, tegen (over) gestelde
tegendeel van verheven - laag
tegendeel van wild - mak, tam
tegen de grondwet - anticonstitutioneel
tegen de kerk anticlericaal
tegendraads - bokkig
tegendronk contratoost
tegeneis reconventie, recriminatie
tegen elkaar aan aaneen
tegen elke prijs verkopen - ramsjen
tegengaan bestrijden,verstoren
tegengewichten gelijkmaken uitbalanceren
tegengesteld - antipodisch, contrair, invers
tegengestelde van - antoniem, contrarie
tegengestelde tegendeel, tegenovergestelde
tegengestelde kant andersom
tegengestelde van solo tutti
tegengif anticorps, antidotum, antitoxine
tegengif van slangen - antiserum, antitoxine, antiverine
tegengif, stof die - kan doen ontstaan - antigeen
tegenhanger antitype, contrast, pendant
tegen hetn christendom - antichrist
tegenhouden aanhouden, afremmen, arrêteren, belemmeren, beletten, beschutten, stuiten, stutten, verhinderen, vertragen, weerhouden, weren
tegenhouding repressie
tegeningenomenheid - antipathie
tegenkampen bestrijden
tegenkandidaad mededinger, opponent, rivaal
tegenkandidate rivale
tegenkant keerzijde
tegenkanting oppositie, verweer, verzet, weerstand
tegenkomen aantreffen, ontmoeten
tegenmaatregel retorsie, vergelding
tegennatuurlijk abnormaal, onnatuurlijk, pervers
tegenoffensief tegenaanval
tegenover anti, jegens, para, to.
tegenovergesteld andersom, antithetisch, contrair, contrarie, polair, tegendeel
tegenovergestelde andersom, antoniem, antithetisch, contrair, tegendeel, tegengestelde
tegenovergestelde van af aan
tegenovergestelde van prijs niet
tegenovergestelde van roet - sneeuw
tegenovergestelde zijde keerzijde, ommezijde
tegenoverstelling antithese, contrast
tegenover het zenith staande voetount nadirt
tegenpartij bestrijder, opponent, rivaal, tegenstander, rivaal
tegenpartij, tegen wie met opgewassen is - portuur
tegenpartij van gelijke kracht portuur
tegenpruttelen knorren, mopperen, morren
tegenslag echec, nadeel, ongeluk, panne, pech, contrecoup, mankement, ongeluk, onheil, panne, pech, rampspoed, scha, schade, sof, strop, tegenspoed, tegenvaller, weerslag
tegenslag lijden - sukkelen
tegenspartelen protesteren, verzetten
tegenspel - weerwerk
tegenspeler antagonist, opponent, vijand
tegenspoed contrecoup, echec, ongeluk, onheil, pech, ramp(spoed), sof, strop, tegenslag, weerslag
tegenspoed hebben - sukkelen
tegenspraak antilogie, contradictie, loochening, protest, verweer, verzet, loochening, ontkenning
tegenspreken - ontkennen
tegenstaan afschrikken, mishagen
tegenstand afweer, belemmering, oppositie, protest, reactie, verweer, verzet, weerstand
tegenstander antagonist, anti, bestrijder, opponent, opposant, rivaal, tegenpartij, vijand, weerstrever
tegenstelling antithese, contrast, contrarie, cintroverse, verschil
tegenstelling van man - vrouw
tegenstelling van mens - dier
tegenstoot counter, riposte
tegenstoot doen riposteren
tegenstreven dwarsbomen, reageren, tegenwerken, verzetten,
tegenstrevend dwars, tegendraads, weerspannig
tegenstrever opponent, reactionair, vijand
tegenstribbelen protesteren, protesteren, spartelen, tegenwerken
tegenstribbelend schoorvoetend
tegenstribbeling - captie
tegenstroom - tegenpartij, wintij
tegenstrijdig - contradictois, contrair
tegenstrijdigheid antilogie, antinomie, contradictie, discordantie
tegenstrijdigheid die onoplosbaar is antinomie
tegenstroom tegentij, wantij
tegentij - tegenstroom
tegenvallen teleurstellen
tegenvaller echec, flop, klap, misrekening, pech, slag, sof, strop, tegenslag, teleurstelling
tegenvoeter antipode
tegenvoorstellen doen remonstreren
tegenweer verdediging, verweer
tegenwerken bemoeilijken, contramineren, dwarsbomen, hinderen, saboteren, verzetten
tegenwerkend contrair
tegenwerking antagonisme, oppositie, reactie, remming, sabotage, weerstand
tegenwerpen bestrijden, hinderen, opponeren, opwerpen, verzetten
tegenwerping aanmerking, bedenking, bezwaar, maar, objectie, opwerping
tegenwerpingen maken maren, opponeren
tegenwind - tegenslag
tegenwoners antoeci
tegenwoordig aanwezig, heden(daags), huidig, nu, praes(ens), present, thans, vandaag
tegenwoordige tijd - praesens
tegenwoordigheid aanwezigheid, bijzijn, presentie
tegenzang antifoon, antistrofe, beurtzang
tegenzijde keerzijde
tegenzin afkeer, aversie, gruwel, hekel, ongaarne, onwil, rabcune, weerwil, walging, weerzin
tegenzin gevend taedieus
tegenzon - bijzon
tegoed debet, inbaar, krediet, surplus, vordering
tegoed op spaarbank inleg
tehuis adres, asiel, home, honk, thuis, inrichting, instelling
tehuis der Asen Asgard
tehuis der Griekse goden - Olympus
teil bak, kom, kuip, tob, tobbe, wasbak
teint gelaatskleur, kleur, tint
teisteren aantasten, folteren, kwellen, pijnigen, plagen, schaden
tekeergaan briesen, brullen, opspelen, razen, schreeuwen, snauwen, tieren, uitvaren, woeden
teken aanduiding, aanwijzing, bewijs, blijk, hiëroglief, kruis, merk, neum(a), rune, segno, sein, sema, signaal, stempel, stigma, streep, symbool, symptoom, wenk
teken (dierk,) ixodidae
teken dat gebruikt wordtdoor paleografen (kenners van oude geschriften) - metron
teken in de heraldiek adelaar, dekkleed, helmbos, helmteken, leeuw, schild
teken in wapenkunde - adelaar, balk, helm, leeuw
teken onder de letter c cédille
teken van bastaardij in wapen - balk
teken van blijdschap - lach
teken van dierenriem - Aquarius, Aries, Boogschutter, Cancer, Capricornus Gemini, Kreeft, Leeuw, Leo, Libra, Maagd, Pisces, Ram, Sagittarius, Schorpioen, Scorpius, Steenbok, Stier, Taurus, Tweelingen, Virgo, Vissen, Waterman, Weegschaal
teken van eerbied. - buiging, knieval, revérence
teken van overgave chamade
teken van overwinning - erepalm
teken van paleografen metron
teken van rang balk, pluim, streep, ster, stip
teken van rustpoos - pauze, sein
teken van verdriet snik, traan
teken van waardigheid ambtsketen, insigne, kardinaalshoed, keten, kroon, mijter, rijkszwaard, scepter, staf, tiara, toga, zwaard
teken van weglating - caret
tekenaap - pantograaf
tekenaar constructeur, illustrator, schetser
tekenachtig beeldend, expressief, merkwaardig
tekenbehoefte - podlood
tekendoek - merklap
tekenen afbeelden, illustreren, ontwerpen, schetsen, signeren
tekenend kenmerkend, kenschetsend, typerend
tekenfilm cartoon
tekengerei boogpasser, calqueerpapier, crayon, gomelastiek, grafiet, griffel, gom, gum, haarpasser, houtskool, inkt, krijt, lat, lineaal, mal, maatlat, meetlat, oreillonpasser, pantograaf, passer, pastel, pen, penseel, potlood, sjabloon, stift, stuf, tekenaap, tekenmal, tekenpen, tekenplank, tekenpotlood, tekentafel, trekpen, vlakgom
tekengerei met vilt - stift
tekengerei voor het schaduwen - doezelaar
tekenhoutskool buskool
teken in de schrift - accolade
tekening afbeelding, dessin, illustratie, patroon, prent, schets, tafereel, voorstelling
tekening met bouwplan bestek
tekeningverhouding schaal
tekening voor stoffen - dessin
tekenkrijt - conté, crayon
tekenlap - merklap
tekenlat lineaal
tekenliniaal meetlat
tekenmachine - plotter
tekenmap portefeuille
teken of sein tip, wenk
tekenpassertje oreillon, orillon
tekenraadsel - rebus
tekens geven - seinen
tekenstift - krijt, pastel
tekenstift van gips - krijt
tekenterm arceren, contour, delineatie,doorsnede, mistekenen, ontwerp, oogpunt, perspectief, plattegrond, profileren, projectie, schaduwen, schets, stileren, tracé, uitdoezelen, vertekenen
tekenverhaal beeldverhaal, strip
tekenvoorbeeld mal, model
tekort defect,deficit, derving, fout, gaping, gat, gebrek, gemis, krimp, leemte, manco, schaarste
tekort doen misdelen, verstoten
tekortkoming - euvel, gebrek, gemis, leemte, mankement, manco, ondeugd
tekortschieten falen, mankeren, mislukken
tekst beschrijving, bijbelplaats, geschrift, kopij, libretto, redactie, script, versie
tekstboek libretto
tekst, de betreffende tekstueel
tekstdeel alinea
tekstplaatje - button
tekstueel letterlijk, woordelijk
tekstuitgave editie, publicatie
tekst verbeteren - corrigeren
tekstverbetering emendatie
tekstverklaring exegese, uitleg
tektiet - Australiet, Billitoniet, Moldaviet
tektonisch verschijnsel (geologie) - breuk(vorming),
plooiing, opheffing
tel even, moment, ogenblik, seconde
telefoneren bellen, opbellen
telefonisch kopiëren - faxen
telefoon tel., verspreker
telefooncel - spreekcel
telefoongek - hijger
telefoonjuffrouw - telefoniste
telefoonregister klapper
telegraaf - morsetoestel
telegraaf restant - tr.
telegraferen seinen
telegrafisch koersbericht onder beurstijd tape
telegrafisch overgebrachte afbeelding telefoto
telegrafist marconist, seiner
telegram depêche, draadbericht, kabelbericht
telegramadres tel. adr.
telegramstijl code
telecopieerder telex, telefax
telen aanplanten, fokken, genereren, kweken, opwekken, planten, verbouwen, voortbrengen
teler kweker, planter, tuinder, verbouwer
telescoop sterrenkijker, verrekijker
teleurgesteld beteuterd, misnoegd, ontgoocheld, ontmoedigd, sip, sof,
teleurstellen benadelen, beschamen, duperen, tegenvallen
teleurstellend betreurenswaardig, flop, jammerlijk, onbevredigend, sneu
teleurstelling - afknapper, deceptie, desillusie, misrekening, pech, sof, strop, tegenslag, tegenvaller, strop
televisie tévé
televisieband ampex, video
televisiebelasting - kijkgeld
televisiecontrolescherm monitor
televisiekrant - teletekst
televisieprojectieapparaat eidophor, streamer
televisiescherm beeldbuis
televisiestichting S.T.E.R., N.O.S.
telex seintoestel
telfout - vertelling
telg afstammeling, boomloot, kind, loot, nakomeling, nazaat, scheut, spruit, stek, tak
telgang telpas
telganger - hakkenei, pacer, tel(der)
telg of peuter kind
telkenmale - telkens
telkens aanhoudend, almaar, altoos, alweder, dikwijls, gedurig, geregeld, herhaaldelijk, steeds, telkenmale, voortdurend
telkens herhaald - gestaag
telkens weerkerende factor - repetent
tellen achten, afturven - cijferen, nummeren, rekenen
teller cijferaar, rekenaar
teller bij biljarten markeur
tellurisch aards, terrestisch, werelds
tellurium - telluur
telmachine in een winkel - calculator, kasregister, kassa, kassa
telnoot okkernoot
teloor schotel
teloorgang ondergang
telpas - telgang
telraam abacus, tuimelaar
telwoord - al, alle, ander, andere, beide, eerste, enige, geen, laatste, menig, middelste, mille, tal, veel, vele, een, twee, enz., sommige, zoveelste
telwoord (ontkennend) geen, niets
temee - aanstonds, allngs, bijna, dadelijk, direct, meteen, nagenoeg, straks, talmen, temet, weldra, wellicht, zoëven, zopas
temen - aarzelen, dralen, dreinen, lijmerig, lijzig, talmen,temerig, teuten, treuzelen, talmen, zalven, zaniken, zemelen, zeuren
temer zeur(der), zeurkous, zeurpot
temerig dralend, langzaam, lijmerig, lijzig, talmachtig, talmend, vervelend, zeurend, zeurig
temerij - zeurderij
temet aanstonds, allengs, bijna, bijwijlen, eventueel, meteen, misschien, mogelijk, nagenoeg, schier, soms, terstond, weldra, wellicht
temmen africhten, bedwingen, beteugelen
temmen van dieren - dresseren
temmer africhter, dompteur, dresseur
tempeest noodweer, onweer, orkaan, storm, tornadó
tempel bedehuis, godshuis, heiligdom, kerk(gebouw), moskee, pagode,synagoge
tempel met rondom twee zuilenrijen - dipteros
tempel der muzen museum
tempel in Azië - pagode
tempel van Pallas Athene op deAkropolis - Parthenon
tempeldeel - cella
tempemdienaar - priester
tempelgraf - mausoleum
tempelheer - tempelier
tempelorde - Johannieterorde, Maltezerorde, tempelieren
tempelridder - tempelier
tempelruimte voor Godsbeeld - cella
tempelslaap - incubatie
temperament aard, natuur, spirit, vurigheid
temperementvol vurig, warmbloedig
temperatuur hitte, kou, koude, verhoging, warmte
temperatuur beneden nul vorst
temperatuur even boven het vriespunt - dooi
temperatuurmeter koortsmeter, thermograaf, thermometer
temperatuur opnemen - tempen
temperatuurregelaar thermostaat
temperatuurschaal Celsius, Fahrenheit,Réaumur
temperatuur van het lichaam - koorts
temperen - adouceren, afkoelen, afremmen, bedaren, beperken, matigen, minderen, verzachten
tempering - matiging
tempermes spatel, verfmes
tempert een beweging - rem
tempestatief - bulderend, onstuimig, stormachtig
tempo maat, snelheid, speed, spoed, vaart
tempometer metronoom
temporair tijdelijk, temporeel
temporiseren rekken
temptatie - kwelling, plaag, ramp,teistering, verzoeking
tèn aanzien van t. a. v.
ten achtste - octavo
ten algemenen nutte t.a.n.
ten bate van t.b.v.
ten bedrage van ad
ten dele deels, gedeeltelijk, half
ten dele schrijven - afkorten
ten derde tertio
ten dienste zijn - dienen
ten doel gesteld bedoeld
ten doop houden - dopen
ten duizend - promille, permille
ten eerste eerstens, opdat, primo
ten einde afgelopenom, opdat
ten einde raad radeloos
ten gebruike geven lenen
ten gevolge door, wegens
ten gunste van t.g.v.
ten halve breken - knikken
ten honderd percent, procent, pct.
ten jare anno, a, o
ten kwade veranderen verdraaien, vervalsen
ten laatste (uit)eindelijk, last, onlangs, tenslotte, toen
ten laste van - t.l.v.
ten naaste bij bijna, omstreeks, omtrent, ongeveer
ten name van t.n.v.
ten nutte maken utiliseren
ten nutte maken van utilisatie
ten offer brengen - opofferen
ten onder brengen fnuiken
ten onder gaan - kelderen, vallen, vergaan, verloederen
ten ondergang neigen tanen
ten opzichte van betreffende, t.o.v.
ten slotte eindelijk, l. s., tl., lest
ten stelligste nadrukkelijk, uitdrukkelijk, waarlijk
ten tijde p. t (pro tempore)
ten tonele brengen - opvoeren
ten tweede secundair, secundo, tweedes
ten uitvoer brengen voltrekken, volvoeren
ten val komen struikelen, vallen
ten verkoop zending voor rekening van de afzender consignatie
ten volle geheel, totaal
ten volle vooruit voluit
ten zeerste hoofst, grotelijks
ten zevende septimo
tenakel zethoutje
tenant - schildhouder
tendens bedoeling, moraal, neiging, pointe, stemming, strekking, tendentie, teneur, trend
tender aanhangwagenkolenwagen, spoorwagen,
tenen mand ben, bun, kaar, korf
teneinde - om, opdat
teneur strekking, tendens
tengel angel, hand, lat, poot, vinger
tengelen prikken, steken
tenger broos, frele, graciel, iel, mager, pieterig, rank, slank, smal, teer, zwak
tenger en smal - rank
tengevolge door
tenietdoen delgen, vernietigen
tenietdoening - redhibitie, nullificering, opheffing, vernietiging
tenietdoening van koop redhibitie
tenietgaan verdwijnen
Tennessee, hoofdstad van - Nashville
tenminste althans,minimaal, minstens
tennisarm - epicondylitis, tendoperiostitis
tennisspel - lawntennis
tennisterm ace, backhand, deuce, dubbelspel, enkelspel, forehand, game, love, net, netbal, racket, serveren, service, set, smash
tenor zanger
tensie - druk
tenslotte eindelijk, enfin,
tent marktkraam, shelter
tent (Bijb.) - tabernakel
tentakel antenne, vangarm, voeldraad, voelhoorn, voelspriet
tentamen proef, voorexamen
tentatie kwelling
tentdoek - tentzeil
tenten peilen, sonderen
tentenkamp legerplaats, camping
tenten opslaan legeren
tentje stalletje
tentlat - strevel
tentmodel - shelter, huttent, dwarsslaper
tentoonspreiden tonen, uitstallen, vertonen
tentoonstellen etaleren, exhiberen, exposeren, showen, tonen, uitstallen, vertonen
tentoonsteller - exposant
tentoonstelling - exhibitie, expositie, show
tentoonstellingsgastvrouw fairhostess
tentoonstellingsgebouw Ahoyhallen, Jaarbeurs, RAI
tent op de markt - kraam
tentwagen - camper
tandvormig zomerhuisje - paviljoen
tent van Berbers - nauala
tent van huiden - kibitka, wigwam
tent van Indianen - wigwam
tent van takken - foerte
tenu - dos, gewaad, kleed, kostuum, uniform
ten uitvoer brengen voltrekken, volvoeren
tenuitvoer legging - executie
tenzij behalve, indien, uitgezonderd
tepel speen, zuigdop
tepeldoosje - schaalhoren
tepelhoren - naticum
tepelvormige verhevenheid papil
ter aangehaalde plaats c.i., t.a.p.
ter attentie van t.a.v.
ter beschikking van t.b.v.
ter gedachtenis i.m.
ter gelegenheid van t.g.v.
ter hand nemen instellen
ter hand stellen remitteren
ter harte gaan - aantrekken
ter herinnering i.m., p.m.
ter inzage ti.
ter inzage tonen voorleggen
ter kerke gaan - tempelen
ter keuze facultatief
ter linkerzijde - links
ter nagedachtenis i.m. (in memoriam)
ter plaatse - i.l. (in loco), tp., plaatselijk
ter snede gevat
ter waarde van t.w.v.
ter wereld brengen baren
ter wereld gebracht - geboren
ter wereld gekomen geboren
ter zake adrem, snedig, zakelijk
ter zee t.z.
ter zelfder plaatse ib, ibid, eodem
ter zijde daargelaten, langs, langszij
ter zijde dekken flankeren
ter zijde leggen - seponeren
ter zijde schuiven verdringen
teraardebestelling begrafenis
terdege danig, dergelijk, flink, geducht, grondig, intens, krachtig
terecht goed, juist, behoorlijk, redelijk, (terug)gevonden
terechtkomen (aan)belanden
terechtstellen executeren
terechtstelling executie
terechtstelling door middel van electriche stroom - electrocutie
terechtwijzen berispen, vermanen
terechtwijzing berisping, correctie, lering, rapplement, reprimande, standje, uitbrander, vermaning
terechtwijzing van een vrouw aan haar man in bed bedsermoen
teren - carbolineren, digereren, wegkwijnen
tergen hinderen, kwellen, kwetsen, pesten, pijnigen, prikkelen, plagen, sarren, tarten, uitdagen
tergend kwellend, plagend, sarrend, uitdagend
terig - teerachtig
tering kosten, uitgaven
tering tb.(c.), tuberculose
teringachtig hectisch, tuberculeus
terleengeving uitlening
terloops inderhaast, metterlaatst, oppervlakkig, vluchtig
term bewoording, formule, uitdrukking, woord
term bij balspel game, kaats, net, offside, out, set
term bij biljartspel blokkeren, bloque, bricoleren, carambole, caramboleren, demarqueren, effectbal, halfbal, keuen, masseren, nastoot, omspelen, pomeransen, seriestoot, zwijnen
term bij boksen k.o., ring
term bij bridgen down, manche, robber, slem, troef
term bij cricket bat, bowler, doelbal, drive, pitch, run, score, wicket
term bij kaarten aas, down, nel, pandoer, robber, slem, troef
term bij kegelen boer, kout, kuil, poedel, treffer
term bij paardensport amazone, bookmaker, course, defilé, galop, hoefijzer, jockey, paddock, pikeur, pirouette, ruiter, sulky, teugel, sulky, trotter
term bij roeien boeg, slag, taflengte
term bij schaken - mat, pat, remise
term bij tennissen ace, cross, drive, game, lob, match, net, set, service, single, smash, volly
term bij voetbal corner, doelschop, goal, hoekschop, in, offside, out, pass, penalty, score
term bij wielrennen belle, combine, etappe, koppel, manche, piste, ronde, sprint, stayer, velo
term in mechanica dyne, dn.
term uit Indische godsdienst karma
term uit logica - conjunctie, disjunctie, identiteit, implicatie, kwantor, negatie, premisse, syllogisme, universeel
term uit muziek kwart, kwint, majeur, mineur, octaaf, secunde, terts
term uit kaartspel aas, down, honneurs, majeur, manche, mineur, octaaf, pandoer, roem, sans, slem, terts zie ook muziektermen
term uit de paardendressuur - aanleuning
termiet larong, mier
termieten - isoptera
termietengroep - kaste
termijn dag, deadline, duur, kwartaal, periode, tijdruimte, week
termijnbetaling - aflossing
termijn van betaling - paai
terminologie vaktaal
ternate, eiland bij - Makian
ternauwernood amper, bijna, krap, nauw(elijks), net
ternauwernood gebruikt - nieuw
terne drietal
terneer neder, neer, omlaag
terneergeslagen down, mismoedig, moedeloos, sip,
Ternstroemiaceeën - Theaceeën
terp aard(heuvel), hoogte, nol, stelle, verhevenheid, vluchtheuvel, waard, wierde
terpentijnboom terebint
terpentine - peut
terra aarde, aardheuvel, bruinrood, buitenzitje, grond, land, terracotta
terras platvorm, tafelland, verhoging,
terrasmateriaal grind, rolstenen
tarras op dak - dakterras
terrein gebied, domein, dries, erf, gebied, heem, revier, territorium, veld, zone
terreinafscheiding heg, heining, hek, schutting
terrein met kermisvermakelijkheden lunapark
terreinrit veldrit, militairy, motorcros
terreinspel - honkbal, korfbal, voetbal
terreinwagen jeep, landrover
terrestrisch aards, tellurisch
terreur - dragonnade, dwang, schrikbewind, wreedheid
terreurdaad gijzeling, sabotage
terreur door inkwartiering van dragonders bij de protestanten onder Lodewijk XIV dragonnade
terreur tot bekering - dragonnade
terreur uitoefenen terroriseren
terribel verschrikkelijk, vreselijk
terrigeenslik - blauwslik
terrine soepkom
territoriale wateren - kustzee
territorium domein, erf, gebied, rayon, staatsgebied, terrein, zone
terrorisme schrikbewind, terreur
terrorist - kaper
Terschelling, dorp op - Hoorn, Midsland, Lies
tersluiks achterbaks, bedekt, clandestien, heimelijk, links, steels, stilletjes, verborgen, verholen, verstolen, voort
tersluiks bespieden begluren
tersluiks of geniepig - stiekem
ter snede - gevat
terstond aanstonds, dadelijk, dan,direkt, dra, illico, ineens, meteen, onmiddellijk, onverwijld, straks, temee, temet, voetstoots, voorts, zometeen
tertiaire periode (geologie) Eoceen, Mioceen, neogeen, oligoceen, paleoceen, plioceen
terts interval, majeur
terug achteruit, opnieuw, retour, retro, rugwaarts, weerom
terugbetalen restitueren, vergoeden
terugbetaling - rembours, restitutiestorno
terugblik beschouwing, overzicht, revue
terugblikken omkijken, terugzien
terugblikkend retrospectief
terugboeking - retenue, storno
terugbrengen reduceren, verminderen
terugbrengen tot vroeger waardigheid eerherstel, rehabiliteit
terug buiging achteroverbuiging, omkering, ombuiging, reclinatie
terugdeinzen afschrikken, wijken
terugdenken herinneren
terugdraaien herroepen
terugdrijven verjagen
terugeisen reclameren
teruggaaf - restitutie
teruggaan omkeren, wijken
teruggaand - regressief
teruggang - recessie, regres(sie), terugtocht, verloop, vermindering, verval
teruggang in ontwikkeling - atavisme
teruggave van teveel betaalde - drawback, restitutie, retributie
teruggekaatst geluid echo, nagalm, weerklank
teruggetrokken - eenzaam
teruggetrokkenheid autisme
teruggeven restitueren, weergeven
teruggevonden terecht
terughoeden beletten, tegenhouden, verhinderen, weerhouden
terughoudend geresigneerd, stijfjes
terughouding - reserve
terugroeping rappel, herroeping
terughoudend geresigneerd, rete, nuto,
terughouding - cohibatie, retente, retenuto, storno
terugkaatsen pareren, reflecteren, spiegelen, weerkaatsen
terugkaatsing echo, reflex, reflectie
terugkaatsing van geluiden echo, weerklank
terugkeer comeback, retour, regressie, renttree, ristorno, teruggang
terugkeer van een artiest comeback
terugkeren retourneren
terugkerend recurrent
terugkerende begeerte neiging
terugkerende periode - periodiek
terugkomen weerkeren
terugkomst - comeback
terugloop achteruitgang, vermindering
terugloop van kanon recul
teruglopen - krimpen
teruglopend recurrent
teruglopende wind - krimper
terugmars contramars
terugnemen hernemen, herroepen, intrekken
terugplaatsen degraderen
terugreis retoer
terugroepen herroepen, intrekken
terugroeping rappel
terugschrijven antwoorden, reageren
terugslaan - ketsen
terugslag reactie, repercussie, return, weerslag
terugspringen ricocheren, stuiten
terugspringende kant van muur - neg, negge
terugstellen - degraderen, verlagen
terugstoot van een kanon recul
terugstotend afschrikkend, bars, rebutant, stuitend
terugstraling lichtweerkaatsing, reflectie, reverberatie,
weerschijn
terugsturen - retourneren
terugtocht aftocht, retirade, vlucht
terugtreden aftreden, terugtrekken, wijken
terugtrekken - terugtreden
terugtrekking retractie
terugval - recidief, regressie, relaps
terugverlangend naar de vertrouwde omgeving heimwee
terugvoeren - reduceren
terugvoering reductie
terugvorderen opeisen, reclameren
terugvordering opeising, reclame, vindicatie
terugwerkend regressief, retroactief
terugwerkende kracht retroactiviteit
terugwerking - reactie, reflex
terugwijken terugtreden
terugwijking recessie, teruggang
terugwijzen weigeren
terugzeggen - antwoorden
terugzenden remitteren, renvoyeren, retourneren
terugzending retour
terugzien omkijken, terugblikken, weerzien
terugziend retrospectief
terwijl aangezien, dewijl, doordat, intussen, ofschoon, ondertussen, wijl
terzake adrem, relevant, snedig
terzake dienende relevant
terzelfder plaatse ibidem
terzijde apart, daargelaten, langs(zij), lateraal, naast, zijdelings
terzijde gaan wijken
terzijde leggen - seponeren
terzijde schuiven verdringen
tes - klef
teschademaking - blamage
test beproeving, examen, oefening, onderzoek, proef(neming, toets, toetsing, vuurbakje, vuurpot
testament test, wilsbeschikking
testamentaire beschikking - fidei-commis
testateur erflater .
test-case - toetssteen
testen beproeven, keuren, onderzoeken, toetsen, (uit)proberen
testen of vergelijken toetsen
testen van eten proeven
testing - proef
testimonium attest, diploma, getuigschrift, getuigenis, referentie
testpiloot - proefvlieger
tetanus klem, stijfkramp, spierkramp
tetra - vlekkenwater
tetrachlooraethaan - acetosol
tetraëder viervlak
tetraëdriet - vaalerts
tetragonaal vierhoekig
tetragram van God Jahwe, Jehovah, Jhwh
tetrahydroxybutaan - erytritol
tetraline - naftaline
tetrarch onderkoning, Herodes, viervorst
tets deegachtig, klef
tetter mond, tater
tetteren - tateren
teug dronk, nip, retro, slok
teugel bit, breidel, koord, leiband, leidsel, lijn, paardentoom, riem, streng, tam, toom
teugelloos bandeloos, onbesuisd, onbeteugeld, ongebreideld, ongetemd, ongetoomd, tomeloos
teugelriem - leidsel, leireep
teugels toom
teugels aandoen - tomen
teugje nip(je), slok(je)zoopje
teunisbloem oenothera
teut aangeschoten, afgemat, bezopen, dronken, suf, uitgeput, zat
teutelen kletsen, talmen, treuzelen, zeuren
teuten aarzelen, kletsen, prutsen, talmen, treuzelen, zeuren
teuterig langzaam, peuterig, pretserig
teutkous - zeur
Teutoon Germaan, Bataaf
teveel onmatig, overbodig, overdreven, over(maat), overschot, surplus
teveel (muz.) troppo
teveel eten overeten
teveel gekookt overgaar
teveel geluid - lawaai
teveel op mannen gesteld manziek
tevens alsmede, benevens, bovendien, daarbij, en, evenals, eveneens, evenzeer, gelijkertijd, gelijktijdig, ook, samen, tegelijk, zowel
tevens of ook - mede
tevergeefs ijdel, nutteloos, vruchteloos
tevoren eerder, vroeger, voorheen, vooraf
tevoren aankondigend voorspellend
tevreden bevredigd, blij, content, gelukkig, ingenomen, vergenoegd, verzadigd, voldaan
tevreden (Ind.) - senang
tevreden met zichzelf zelfgenoegzaam, zelfingenomen
tevreden gesteld bevredigd, verzadigd, voldaan
tevredenheid contentheid, genoegen, voldoening
tevredenstellen - bevredigen, contenteren, paaien, voldoen
teweegbrengen aanrichten, baren, berokkenen, stichten, veroorzaken
tewerk gaan handelen, procederen
Texel Tessel
Texels natuurreservaat Slufter
Texelse plaats (den) Burg, (de)Koog, Oosterend, Oudeschild, Waal
textiel goed, katoen, kleding, lingerie, linnengoed, stof, weefsel,
textiel, afwerken van - appreteren, betelen, carboniseren, decatiseren, friseren, impregneren, kalanderen, lustreren, merceriseren, noppen, ratineren, ruwen, volen, zengen
textielafwrking - appretuur, finish
textielarbeider spinner, volder, wever
textielfabriek weverij
textielgrondstof - garen
textielkist - cassone
textielstof bazijn, boezel, dralon, katoen, linnen, pilo
textielterrein strand
textielverven, toestel voor - foulard, haspelkuip, jigger
textielwerkplaats weverij
textielzaak - manifacturenwinkel
textiline papiergaren
tezaam allebei, allemaal, bijeen, tegader, vereend
tezamen - samen
tezen pluizen, trutten
Thailand Siam
Thailand, hoofdstad van - Bangkok
Thailand, rivier in - Menam
Thailandse munt bath, satang
thallusplant bacterie, champion, duivelskaas, gistzwam, kamperfoelie, korstmos, morille, rendiermos, paddebrood, paddestoel, schimmel, truffel, wier, zwam
thans heden, momenteel, nou, nu, tegenwoordig, vandaag
Thasos, dorp op - Limenaria
Theacee - kamille
theater bioscoop, komedie, schouwburg, toneel
theateragent impresario
theaterdirecteur manager
theateronderneming bioscoopbedijf
theaterproductie revue
theaterrang loge, stalles
theaterster vedette
theaterstuk - toneel
theatraal - overdreven, pathetisch
theatrale woordenreeks tirade
Theatijen - cajetanen
Thebaanse burcht - Cadmea
Thebaanse koning - Oedipus
thee kamille
thee, groene - haysan, hyson
thee, zwarte - pecco, pekoe, souchong
theeblad dienblad, plateau, serveerblad
theedoek (af)droogdoek
theelood - calaïn
theemuts cosy, teacosy, theebeurs
theesalon tearoom
theesoort mate
theestoof - komfoor
theetante - kletskous
theetoestel samowar
theezakje theebuiltje
thema motief, oefening, onderwerp,
theoloog die zich bezighoudt met de studie van de bijbel biblist
theorama postulaat, stelling, these,
theorema - (grond)stelling
theorie bewering, (hypo)these, leer, opvatting, stelling, stelsel, systeem
theorie der dichtkunst poëtiek
theorie der exegese hermeneutiek
therapie geneeswijze
thermiek - stijgwind
thermische stralingsontvanger - bolometer
thermochenisch harden boreren
thermometer koortsmeter, warmtemeter
thesaurier penningmeester, thes., quaestor
these dissertatie, postulaat, proefschrift, stelling, theorema
Thialf, heer van - Thor
Tholen, dorp op - Poortvliet, Schakerloo, Stavenisse, Tholen
Thoralezing op sabbat - parasja
Thoriet, oranje - orangiet
thorium th.
Thors ha - mjölnir
Thracisch volk - Bessie
thriller griezelfilm, misdaadfilm
thuis binnen, home, honkmer
thuisbezorgen bestellen
thuisbrengen - plaatsen
thulium tm.
thymelaeacee - daphne, peperboompje
thijmklier - thymus, zwezerik
tiara drie(kroon)
Tiber - Albula
Tibetaans geestelijk leider dalai
Tibetaans priester lama
Tibetaans bergvolk Bhotia
Tibetaans leeuwhondje apso
Tibetaans priester lama
Tibetaans schaap - bharal
Tibetaanse berggids sherpa
Tibetaanse hoofdstad Lhasa
Tibia - aulos
tic aanwensel, zenuwtrek
tichel tegel, dakpan, vloersteen
tichelaar - steenbakker
tichelbakkerij - steenfabriek
tichelsteen kareel
ticket kaartje, plaatsbewijs, plaatskaart, reisbiljet
tiek kever, teek
tien deca, decem
tienarm - inktvis
tienarmige inktvis - kalmaar
tien bij tien meter are
tien cent dubbeltje
tiend teen, twijg
tien dagen decade
tiendelig - decimaal
tien geboden decaloog
tien gram decagram
tienguldenbiljet - joetje
tien jaren decennium
tien meter - decameter
tiende deel - deci
tiende kilo ons
tiendelig - decimaal
tiende liter deciliter, dl.
tiende muze film
tiendelig decimaal
tiende toon - decime
tiendollarstuk eagle
tiendplichtige decumanus
tienduizend vierkante meter hectare
tienduizendtal myriade
tiener bakvis, jongeling, teenager
tienhoek - decagoon, decathlon
tienkamp decation, meerkamp
tienmaal - deca
tienman decaan, decanus, deken
tienmanschap decemviraat
tienpootkreeften - decapoda
tienpotig schaaldier zeekrab
tienstuivergast - spion, verklikker
tientje - joetje
tienvoud deca
tier bloei, gil, groei, levenskracht, lust, schreeuw, wasdom
tieren aarden, baljaren, bulderen, donderjagen, floreren, fulmineren, gedijen, groeien, heibelen, joelen, ketteren, opspelen, raaskallen razen, schelden, schreeuwen, tekeergaan, tobben, uitkafferen, uitvaren, vloeken, wassen, welig, woeden,
tierend dol, fulmineren, razend, schreeuwend
tierig behaaglijk, bloeiend, dartel, fleurig, gezond, levendig, levenslustig - opgewekt, vruchtbaar, welig
tierigheid levendigheid
tierlantijntje smoesje, versiersel
tij eb, getijde, stroming, vloed, waterstand
tijd duur, moment, periode, poos, seizoen
tijd die komen moet toekomst
tijd opnemen - klokken
tijd van voorspoed hoogconjunctuur
tijd voor de vasten voorvasten
tijd voor Kerstmis advent
tijd voor Pasen vasten, passietijd
tijdaanwijzer horloge, klok, uurwerk
tijdelijk aards, a.i., even, impermanent, interim, interimair, kortstondig, emporair, vergankelijk, voorbijgaand, voorlopig, waarnemend, wnd., zolang
tijdelijk afstaan (uit)lenen
tijdelijk bekleden invallen, vervangen, waarnemen
tijdelijk beslag op schepen in oorlogstijd embargo
tijdelijk bestuur interimaat, interim
tijdelijk bewindvoerder ruwaard
tijdelijk certificaat - script
tijdelijk gebruik (bruik)leen; mode, rage
tijdelijk gebruiken bruik(lenen)
tijdelijk onderkomen barak, hotel, keet, logement, motel, tent
tijdelijk ophouden pauzeren, relaxen, rusten, uitblazen
tijdelijk plaatsen van een auto - parkeren
tijdelijk uiteengaan reces
tijdelijk uitstel van betaling surseance
tijdelijk verblijf doorgangshuis
tijdelijk verblijf van vis kaar
tijdelijk watervoerend intermitterend
tijdelijke ankerplaats rede, ree
tijdelijke opslagplaats dump
tijdelijke regenval - bui
tijdelijke verblijfplaats barak, caravan, hotel, keet, logement, motel, tent
tijdelijke verdaging reces
tijdelijke vervanger - waarnemenr
tijdelijke voorziening - provisie
tijdelijke waanzin - maanziekte
tijdelijkheid temporaliteit
tijdens gedurende; staande
tijdfout - anachronisme, parachronisme
tijdgeest tijdstroom, stroming
tijdglas uurglas, zandloper
tijdgodinnen Horen
tijdig bijtijds, intijds, vroeg,
tijding bericht, boodschap, gerucht, kennisgeving, maar, mare, nieuws, verhaal, verwittiging
tijdje poos(je)
tijdkorting tijdverdrijf
tijdkring - periode
tijdlelie moeraslis
tijdloos achronisch, eeuwig
tijdmaat dag, decade, eeuw, etmaal, jaar, kwartaal, kwartier, maand, millennium, minuut, seconde, seizoen, semester,snelheid, tempo, trimester, uur, week
tijdmaat (muz.) tempo
tijdmaat van beweging snelheid, tempo, vaart
tijdmeter chronometer, horloge, klok, koekoek, metronoom, nachtglas, pendule, stopwatch, uurglas, uurwerk, wekker, zandloper, zonnewijzer
tijdorde - chronologie
tijdperk aera, dag, decade, decennium, eeuw, epoche, era, jaar, millennium, periode, stadium, tijdvak
tijdperk (biologie) Kenozoïcum, Mezoïcum, Neolithicum, Paleozoïcum
tijdperk (geologie) Cambrium, Carboon, Devoon, Eoceen, Holoceen, Jura, Krijt, Mioceen, Oligoceen, Perm, Piloceen, Pleistoceen, Siluur, Trias
tijdperk van duizend jaar millennium
tijdperk van honderd jaar eeuw
tijdperk van tien dagen decade
tijdperk van tien jaar decennium
tijdperk van vijf jaar lustrum
tijdperk van zeven dagen week
tijdrekening era, jaartelling, kalender
tijdrovend lang(durig)
tijdruimte bestek, dag, eeuw, etmaal, getij(de), jaar, kwartaal, maand, periode, poos, seconde, seizoen, semester, termijn, trimester, uur
tijdsaanduiding datum, gisteren, jaar, laat, morgen, nu, poos, tijdig, uur, vandaag, vroeg
tijdsbepaling altoos, altijd, dan, duur, eenmaal, eens, eerder, ereis, geleden, gister(en), heden, her, immer, laat, later, morgen, nimmer, nooit, nu, ooit, overmorgen, straks, tegenwoordig, thans, toen, vandaag, voorbij, vroeg
tijdsbestek - zie tijdsbepaling
tijdschrift maand(blad), magazine, periodiek, Ts., weekblad
tijdschriften - lectuur
tijdschrijver - chronegraaf
tijdsdeel avond, chiliade, dag, decennium, eeuw, era, etmaal, jaar, kwartaal, kwartier, lustrum, maand, millennium, minuut, olympiade, seconde, seizoen, semester, trimester, uur, week
tijdsduur periode, termijn
tijdsduur bij buitenlandse universiteiten bimester, semester, trimester,
tijdsgewricht area, stonde
tijdsplanning - schema
tijdspiegel tijdsbeeld
tijdstip moment, ogenblik, stonde
tijdsruimte kwartaal, jaar, seizoen, semester, trimester
tijdstip moment, ogenblik
tijdstip waarop beslissende wijziging plaatsvindt keerpunt
tijdstroom - tijdgeest
tijdvak - aera, alluvium, diluvium, dryastijd, eeuw, eoceen, epoche, era, holoceen, kaenozoïcum, mestlithicum, mioceen, oligoceen, paleoceen, periode, piloceen, pleistoceen, tijdperk
tijdvak van de eerste zoogdieren - trias
tijdvak van duizend jaar milliade
tijdvak van tien dagen in de Franse revolutie decade
tijdvak van vier jaar -olympiade
tijdverdrijf amusement, ontspanning, spel, sport, tijdpassering
tijdverlies oponthoud, verlet
tijdverluieren - dagdieven
tijdvers - chronogram, incarnatie
tijd voor Kerstmis - advent
tijdwijzer almanak, horloge, kalender, klok, uurwijzer,
zonnewijzer
tijger luipaard, matjan, panter,
tijgeren spikkelen
tijgrhaai - hondshaai
tijgerkat serval
tijgerpaard dauw
tijk (bed)overtrek, omkleedsel
tik aanraking, klap, klop, lel, mep, pats, pets, slag, stoot
tikar ligmat
tikjuffrouw typiste
tikkelje beetje, iets(je), kleinigheid, vleugje, ziertje
tikken kloppen, raken, slaan, treffen, trommelen, typen
tikken op machine typen
tikker - boorkever
tikkertje kinderspel, slaapmatje, vangertje
tik of duw stoot
tikster typiste
tiktak dobbelspel, horloge
til bruggetje, duivenhok, knip, opheffing, valdeurtje
tilbare have - huisraad, inboedel
tiliacee - linde, tilia
tillen dragen, (op)beuren, (op)heffen, (op)lichten, sjouwen, torsen
tiller - oplichter
tilwerktuig halter
timber - helmtop
timbre klankkleur, klanktint, nuance, (toon)kleur, zweem
timen berekenen, klokken
timide bedeesd, bedremmeld, beschroomd, bevreesd, bleu, eenkennig, gegeneerd, schuchter, sip, verlegen
timmeren hameren, ranselen
timmergereedschap, beitel, boor, bout, cirkelzaag, doorslag, draadnagel, drevel, duimstok, guts, haakbord, hamer, kapbeitel, kapzaag, moer, nijptang, reischaaf, schaaf, schietlood, schroef, schroevendraaier, schrobzaag, spijker, voorloper, vijl, waterpas, winkwlhaak, zaag
timmerman - houtbewerker
timmermateriaal board, hecht(hout), multiplex, schroef, spijker, triplex
Timor, stad op Portugees - Dili
timp broodje, kapje, punt, spits, tip
tingel lat, tengel
tingelen bellen
tingeltangel - cabaret
timpaan fronton, gevelveld
timpaan bij de Grieken tamboerijn
tin sn, stannum
tingeltangel cabaret
tin, bedekt op ijzer - blik
tinamoe - crypturus
tin en koper, legering van - brons
tingel - lat
tinglazuur - email
tinkal - borax
tinne borstwering, kasteel, top, trans
tinnef gespuis, rommel, tuig
tinnen stadskan - cimaise, cymaise
tinnegieter beunhaas
tinnetje - blikje
tinoplossing in zoutzuur - tinzout
tinrijk eiland - Billiton
tinsoldeersel - tinlood
tint blos, (gelaats)kleur, koloriet, nuance, schakering
tintel glans, glinstering, prikkeling, tondel
tinteldoos - tondeldoos
tintelen - flikkeren, glanzen, glinsteren, kliken, prikkelen
tintelend fonkelend, parelend, petillant, prikkelend
tinteling fonkeling, flikkering, geprik, glinstering, kitteling, prikkeling, schittering
tintelton - tondeldoos
tinteltonnetje - telefoontje, telegrambotje
tinten kleuren, nuanceren
tintwijn - tinto
tip aanbeveling, aanwijzing, advies, douceur, drinkgeld, eindje, fooi, hint, informatie, inlichting,mededeling, puntje, raad, seintje, wenk
tipgeld fooi
tipje - seintje
tippel - punt, spikkel, vlekje
tippelaar - wandelaar
tippelen banen, gaan, lopen, wandelen
tippen afpunten, inlichten, waarschuwen
tips - korzelig
tipsy aangeschoten, bezopen
tiptop prima, uitstekend
tirade - woordenreeks
tirailleursput schuttesput
tiran - alleenheerser, despoot, dictator, dwingeland, gebieder, heerser, Nero, onderdrukkeroverheerser, wreedaard
tiran van Syracuse - Dionysius
tirannie dictatuur, dwingelandij, geweld, willekeur
tiraniek wreedaardig
tiras sleepnet, vogelnet
tiras, met de - vangen - tirasseren
Tirol, hoofdstad van - Innsbtuckt
tis - streng, vlecht
tissen - wroeten, wurmen
tissu - weefsel
titaanoxyde, natuurlijk - rutiel, rutilium
titaanijzer - ilmeniet
titan reus
Titan - Atlas, Helios, Hyperion, Lapetos, Kronos, Leto, Mnemosyne, Okeanos, Phoibe, Rhea, Selene, Tethys, Themis
Titan die de aarde torst Atlas
Titan die het vuur stal - Prometheus
titaniet - steen
titanium ti., titaan
titanisch geweldig, reusachtig
titel naam, opschrift
titel dr, ds, ir, c.i., s.j., w.i., mr, mgr, jhr, jkvr, H.K.H., Z.K.H., Z.H., aga, baron, barones, benaming, daimio, doge, docter(andes), don, em, emir, erenaam, graaf, gravin, hertog, hertogin, imam, kalief, keizer(in), koning(in), kwalificatie, maharadjemandarijn, markies, mas, mikado, nabob, negus, opschrift, prins, prinses, raden, radja, ratoe, ridder, sir, sire, tenno, tsaar
titel in China mandarijn
titel in Engeland baron, earl, duke, knight, lord, sir, viscount
titel in Frankrijk comte, duc., SA., S.E., vicomte
titel in het oude Peru inca
titel in India aga, mas, raden, raja, maharadja
titel in Indonesië adipati, maharadja, mas, raden, radja , soesoehoenan
titel in Japan daimio, mikado, tenno
titel in Peru imca, inka
titel in Perzië satraap, sjah
titel in Servië ban
titel in Spanje Caudillo, don
titel in Turkije bey, emi(e)r, effendi
titel van aartsbisschop Monseigneur, Mgr., primaat
titel van Algerijns heerser Dei
titel van bisschop monseigneur, Mgr.
titel van de Franse kroonprinsen - dauphin
titel van de Japanse keizer mikado
tetel van dde paus - primaat
titel van geestelijke ds, em., rd, Z.H.
titel van geestelijke (Fr.) abbé
titel van gestudeerde Hindoe - pandit
titel van graaf (Eng.) earl
titel van hoge geestelijke hoogeerwaarde
titel van kalief imam
titel van kardinalen eminentie
titel van keizer van Ethiopië Negus
titel van keizerin van Ethiopië - etege
titel van koningsdochter prinses
titel van koningszoon prins
titel van oudEgyptische koningen - farao
titel van oud-Perzische landvoogd - Satraap
titel van Servische landvoogd ban
titel van staatshoofd op Malaka - agoeng
titel van sultan van Turkije padisjah
titel van Tartaanse vorst kan
titel van Turks landvoogd emir
titel van vroegere vorsten van Algiers - dey
titel van vorst keizer, koning
titel van vorstin tsarina, koningin, keizerin
titel van vrouwelijke vorstelijke personen op Java ratoe
titel van vrouw van de Russische keizer tsarina
titel van wereldgeestelijke abbé, kapelaan, pastoor
titel voor wijze of geleerde in Voor-Indië mahatma
titelblad voorpagina
titelhouder kampioen
titel of benaming - naam
titelprent - frontispice
titelvoerend - titulair
titelwoord - lemma
titratie - titrage
tittel jota, punt, stip
tituleren - betitelen
titulus tit, titel
tjakker - kramsvogel
tjanken jammeren, huilen, schreeuwen
tjerk - tureluur
tjet verf
tjiepen piepen, tjilpen
tjokvol eivol, mudvol, overvol,
toast feestdronk, heildronk
toasten klinken, proosten
toast maken roosteren
tob kuip, stande
Tobago, hoofdstad van - Scarborough
Tobameer, eiland in het - Samosir
tobbe bak, balie, kuip, mand, stande, tel, teil, tob, waskuip
tobben etteren, klagen, kniezen, kreunen, mullen, piekeren, ploeteren, sloven, sukkelen, woelen, zwoegen
tobber piekeraar, sloof, stakker(d), stumper, sukkel(aar), zielepoot
tobberd piekeraar, sukkelaar, sukkel, sul
tobberig - zwaartillend
tobberij - gepieker, geploeter
Tobias Tob.
tobiasvis - smelt, zandaal
tobogan rutsbaan
toch alevel, althans, dan, desondanks, echter, evenwel, immers, inderdaad, niettemin, nochthans, ook, warempel, weliswaar, werkelijk
toch iets weinig
tocht autorit, excursie, gang, mars, reis, rit, toer, trek(king), trip, uitstapje, vaart, wandeling, zeeg, zuiging, zuigwind
tochten trekken
tochten maken reizen, toeren
tochtgenoot gezel, reisgenoot
tochtgenoot van Paulus Silas
tochtig bokkig, bollig, bronstig, hengstig, loops, opvliegend, ruizig, trekkerig, wellustig
tochtje excursie, reisje, ritje, uitstapje
tochtlat - bakkebaard
tochtlucht - trekind
tochtscherm paravent
tochtsloot afvoersloot, treksloot, wetering
tochtsluis portaal
tocht te paard rit
toch te voet - mars
tod flard, lap, lomp, lor, prul, vod
todde vod
todderig - slordig
toddy grog
todje lapje
tod of lor - lomp
toe afgeslotendicht, extra, geloken, gesloten, ongeopend
Toeamotoe-eilanden, een der - Anaa, Hikueru, Rangiroa, Takaroa
toean - mijnheer
toebaat - bijslag
toebedeelde hoeveelheid aandeel, deel, portie, rantsoen, taks
toebedelen bescheren, verlenen
toebehoren - toekomen
toebereide vis filet, rolmops
toebereiden aanmaken, klaarmaken, maken, prepareren, samenstellen, vormen
toebereide opium tjandoe
toebereide ribstuk kotelet
toebereidsel aanstalte
toebereid vleesnat saus
toebinden - afbinden
Toeboeai-eiland - Austraal-eiland
toebrengen - veroorzaken
toedekken instoppen, onderdekken
toedelen toekennen
toedeling - schenking, toewijzing
toedenken - wensen
toedienen aanbieden, geven, schenken, voorzetten
toedoen dichtdoen, sluiten, vastmaken
toedracht - verloop
toedrukken pakken, pikken, sluiten, stelen
toeëigenen - dediceren
toeëigening - occupatie
toef boeket, bos(je), bundel, dot, kuif, pluim, pluk, ruiker, tuil
toefelen koesteren, verzorgen
toefje aigrette
toegang acces, entrée, deur, doortocht, ingang, inrit, intrede, luik, opening, oprijlaan, poort, portiek
toegang afsluiten versperren
toegang naar gerage inrit
toegang tot de Oostzee Sont
toegang tot omheinde ruimte hek, tuinhek
toegang voor auto's inrit, oprijlaan
toegangsbewijs biljet, entrebiljet, entreekaart, kaart(je), paspoort, permit, ticket
toegangspoort - hek
toegangsprijs entree
toegangsweg avenue, gang, inrit, laan, oprijlaan, oprit, straat
toegang verschaffen - inbreken
toegankelijk aansprakelijk, accessibel, begaanbaar, genaakbaar, open(staand)
toegebalde hand knuist, vuist
toegedaan (toe)genegen, trouw, welwillend
toegediende drugs - shot
toegeeflijk inschikkelijk, lankmoedig, meegaand, tolerant
toegeeflijkheid consideratie, mildheid
toegehaalde strik knoop, lus, strop
toegekeerd toegewend
toegekend deel - part, portie
toegelaten - geoorloofd
toegenegen aanhankelijk, gezind, toegedaan, trouw
toegenegenheid affectie, gunst, lieve, min
toegepaste bewegingskunst dans, mime, pantomime, rei, ritmiek
toegestaan akkoord, fiat, o.k., geoorloofd, gewettigd, goedgekeurd, mogen, oké, toelaatbaar, veroorloofd
toegestemd - akkoord
toegeven bekennen, erkennen, toestemmen
toegeven van schuld bekennen, belijden
toegeven van de waarheid - erkenning
toegevend clement, concessief, coulant, geduldig, gewillig, indulgent, lankmoedig, meegaand, inschikkelijk, soepel
toegevend mens goedzak, lobbes, sul
toegevendheid consideratie, indulgentie
toegeving - concessie
toegevoegd accessoir, additioneel, adjunct
toegevoegd officier ordonnans
toegewend - toegekeerd
toegevoegd persoon - assistent
toegevoegde waarde, belasting over de - b.t.w., m.w.s., t,a,v.
toegewend (herald.) - aanziend
toegewijd actief, attent, diligent, ernstig, ijverig, loyaal, trouw, vlijtig, zorgzaam
toegift bonus, encore, extraatje, gratificatie, provisie, winstaandeel
toegooien toewerpen
toehalen aangespen
toehoorder aanhoorder, auditeur, auditor, luisteraar
toehoren aanhoren, auditeren, luisteren
toejuiching acclamatie, applaus, bijval, klappen, ovatie
toejuiching applaus, bijval, ovatie
toekaart postblad
toekan - aracari, pepervreter, toecana
toekennen - oordelen, verlenen
toekenning addictie
toekomen - verdienen
toekomend - aanstaand, eerstkomend, eerstvolgend
toekomende tijd - futurum
toekomst - perspectief, verschiet
toekomstbeeld - ideaal
toekomst voorspellen profeteren, orakelen, voorzeggen, waarzeggen
toekomstig aankomend, aanstaande, eerstkomend, in spe, later, volgend
toekomstkunde - futurologie
toekomstige troonopvolger erfprins
toekomstkundige futuroloog
toekomstvoorspeller futuroloog, orakel, profeet, waarzegger
toekomstvoorspelling - wichelarij
toekomstvoorspellingen waarzeggingen
toekruid dragon, kervel
toelaatbaar acceptabel, admissibel, geoorloofd, gepermitteerd, toegestaan
toelage beurs, bonus, gratificatie, premie, stipendum, subsidie, wedde
toelage aan niet regerende leden van het vorstenhuis apanage
toelage aan student beurs, stipendium
toelage van rijkswege subsidie
toelaten aannemen, admitteren, dulden, gedogen, goedkeuren, goedvinden, inwilligen, opnemen, permitteren, souffreren, toestaan, toestemmen, tolereren, velen, verdragen, verduren, vergunnen, veroorloven
toelating admissie, agrément, permissie, vergunning
toelatingsbewijs visum
toelatingstest - examen
toeleg aanleg, bedoeling, ontwerp, opzet, plan, voornemen
toelichten adstrueren, illustreren, ophelderen, uitleggen
toelichtend - enuntiatief, verklarend
toelichter - commentator,
toelichting adstructie, illustratie, uitleg(ging), verduidelijking
toeloop oploop, run, rus, samenkomst
toeloop van kopers run, rush
toelopend conisch, kegelvormig, spits, taps
toemaat etgroen, nagras, nasnede
toemaken - sluiten
toen alsdan, daarna, daarop, dan, destijds, nadat, voorheen, vroeger
toenaam - bijnaam, epithetoon
toenadering - avance
toename aangroei, aanwas, accres, groei, stijging, uitbreiding, was
toendra steppe
toendraboom dwergberk
toendraverschijnsel permafrost
toenemen aankomen, aanwakkeren, groeien, stijgen, verergeren, vermeerderen, wassen
toenemend (muz.) accelerando, crescendo
toenemende snelheid (muz.) accelerando
toeneming aanwas, climax, groei, stijging, was
Toengoezen - Ewenki
Toengoezisch volk Ewenkit
toenmaals destijds, indertijd, toendertijd, vroeger -
toepad - toegangsweg
toepasselijk - geschik
toepassen aanwenden, gebruiken
toepassing van een preek - paranese
toepassing van radiogolven radar
toer beurt, draai, kunstgreep, kunstje, kunststuk, omwenteling, reis, rit, rondreis, slag, streng, tocht, trip, uitstapje, wending, wenteling
toerauto reiswagen, touringcar
toereiken aan(geven)
toereikend (genoeg)zaam, voldoende
toerekenbaar imputabel
toerekenen - aanrekenen
toerekening imputatie
toeren rijden, reizen, rondrijden
toerenmeter toerenteller
toerijgen - dichtmaken
toerist recreant, reiziger, vakantieganger
toeristenbond A.N.W.B.
toeristisch bergland Harz, Tirol, Vogezen, Zwitserland
toeristisch oord in ZuidSlavië Bled
Toerkmenië, haven in - Krasnovodsk, Tsjardsjoe
Toerkmenië, hofdstad van - Asjchabad
toermalijn - astrekker
toermalijn, kleurloze - achroïet
toernooi kamp, kansspel, lansspel, steekspel, tornooi, wapenfeest
toernooikraag barensteel
toeroep kreet
toertje ommetje, reisje, ritje, rond(j)e
toerusten aangorden, reden, wapenen
toeschietelijk bereidwillig, welwillend
toeschouwer kijker, medestander, omstander, spectator
toeschouwers publiek
toeschrijven wijten
toeslaande val klem
toeslag bijbetaling, premie,
toeslag op vracht - primage
toesnauwen - aanblaffen
toespeling allusie, insinuatie, zinspeling
toespijs condiment, dessert, nagerecht, pap, pudding, rabarber, toetje, vla, ijs
toespitsen intensiveren, specialiseren
toespitsing specialisatie
toespraak aanspraak, allocutie, betoog, oratie, predikatie, preek, rede, redevoering, sermoen, speech, toast, toost
toespraak van de paus allocutie
toespijs - omelet, pudding, vla
toestaan dulden, gedogen, goedkeuren, goedvinden, gunnen, gunning, inwilligen, mogen, permitteren, toestemmen, tolereren, verdragen, verduren, vergunnen, verlenen, veroorloven
toestand conditie, constellatie, drukte, gedoe, gesteldheid, gesteltenis, omstandigheid, orde, positie, situatie, staat, stadium, stand, status, stemming, stelling
toestand van eb laagwater
toestand van het hart diastole, systole
toestend van kalmte - gemak
toestand van niet zijn nirvana
toestand van ongevoeligheid apathie
toestand van ontwikkeling fase, stadium
toestand van razernij amok, delirium, dementia
toestand van rust kalmte, pais, pauze, slaap, stilte, vrede
toestand van verwarring chaos, troep, desorganisatie
toestand waarbij een motor door loopt zonder aan te drijven vrijloop
toestand waarbij teveel geld in een zaak gestoken is overkapitalisatie
toestand waarin zich iets bevindt - staat
toestand zonder oorlog vrede
toesteken aanreiken, bieden, overhandigen
toestel apparaat, installatie, instrument, machine, vliegtuig, werktuig
toestel dat aardbevingen registreerd - seismograaf
toestel dat beweegkracht uitoefent - molen, motor
toestel dat motor afkoelt radiator
toestel met motor - machine
toestel om bacteriën' in te kweken - broeistoof
toestel om berichten over te brengen radio, telefoon, telegraaf, telex
toestel om deeltjes te versnellen - cyclotron
toestel om de blaas van binnen te bekijken cystoscoop
toestel om de luchtdichtheid te meten - dasymeter
toestel om de luchtdruk te meten - baometer
toestel om diepte te bepalen - dieplood
toestel om dieren te vangen net,val
toestel om een landschap in beeld te brengen perspectomaat
toestel om gassen te bewegen - baroscoop
toestel om gassen te verdichten - compressor
toestel om geld in te verzamelen - spaarpot
toestel om geluid te verspreiden - microfoon
toestel om schoorstenen te reinigen - ramoneur
toestel om tekening te vergroten - pantograaf, tekenaap
toestel om te wegen - balans, bascule, waag, weegschaal,
toestel om waar te nemen in een duikboot - perescoop
toestel om water te zuiveren filter
toestel om zeediepte te meten - dieplood, draadlood, echolood
toestel om zonnebeelden vast te leggen - heliograaf
toestel om zuurgehalte te meten - acidimeter
toestel op schip om het ankertouw vast te maken beting
toestel op zee kompas, sextant
toestel tegen kromgroeien beugel
toestel ter bepaling van de richting waarin men zich beweegt kompas
toestel ter bepaling van het soortelijk gewicht van vloeistoffen - aerometer
toestel om stroomsterkte te meten - rheometer
toestel om vlasstengels te kneuzen - braak
toestel tot opzameling van electriciteit - accu
toestel om te wegen - balans, bascule, waag
toestel tot verwarming - kachel, radiator
toestel van latwerk rek
toestel voor de bepaling van hemel streken kompas
toestel voor blinden optofoon
toestel voor het opnemen van muziek bandrecorder
toestel voor het projecteren van filmbeelden diascoop
toestel voor het verzamelen van arbeidskracht accumulator, accu
toestel voor luchtverversing ventilator
toestel voor stuurlui kompas
toestel voor verwarming haard, kachel, radiator,stoof
toestel voor warm water boiler, geiser
toestel voor zuivering van vloeistoffen filter
toestel waarin men sloepen hangt - davit
toestel waarmee men spierkracht meet ergograaf, ergometer
toestel waarmee men spierkracht ontwikkelt ergostaat
toestel waarmee televisie-uitzendingen worden vastgelegd en gereproduceerd telerecorder
toestel waarin men sloepen hangt - davit
toestel waarop men weeft getouw
toestemmen erkennen, goedkeuren, goedvinden, instemmen, inwilligen, toegeven, toelaten, toestaan, vergunnen
toestemmend bevestigend
toestemmend antwoord - bevestiging
toestemming acces, admissie, approbatie, concessie, consent, fiat, goedkeuring, instemming, licentie, permissie, vergunning, verlof
toestemming geven toelaten, toestaan
toestemming hebben mogen
toestoppen afsluiten, dichtmaken, iets geven
toestroming - affluentie, toeloop
toesturen opzenden, zenden
toet aangezicht, gelaat, gezicht, knoetje mond, wrong
toetakelen afranselen, aftuigen, beschadigen, havenen, mishandelen , vernielen, verwonden
toetast ingreep
toetasten aanpakken, ingrijpen
toetel toegift
toe te dienen hoeveelheid dosis
toeten blazen, trompen, tuiten
toeter blazer, claxon, hoorn, trompet
toeteraar blazer
toeteren claxoneren, trompen
toeterloof - fluitekruid, toeters
toetje dessert, nagerecht, pudding, vla, ijs
toetreding - accessie
toets beproeving, criterium, essaai, examen, onderzoek, proef, repetitie, tentamen, test
toets streek
toets (muz.) tastiere
toets aanslaan aanslag
toets alleen t.s.
toetsen - claviatuur, controleren, keuren, klaviatuur, klavier, manuaal, onderzoeken, polsen, proberen, proeven, testen, vergelijken,
toetsen van orgel of piano tastatuur
toetsenbord klavier, tastiere
toetser essayeur
toetshamer tangent
toetsing controle, onderzoek, test, toets, proef
toetsinstrument accordeon, clavecimbel, hakkebord, harmonium, klavechord, orgel, piano, vleugel
toets voor goud en zilver esssaai,
toeval accident, bezwijming, buitenkansje, flauwte, fortuin, gelukje, geval, kans, lot, tref, zwijm
toeval laten beslissen loten
toevallig accidenteel, bijgeval, casueel, contingent, incidenteel, misschien, occasioneel, onopzettelijk, onverwacht, onvoorzien, soms
toevallige samenloop - coïncidentie
toevalligheid casualiteit, tref
toevallijder epilepticus
toeven aarzelen, dralen, logeren, talmen, uitstellen, verblijven, vertoeven, verwijlen, wachten,
toeverlaat beschermer, heil, hoop, hulp, redding, rots, steun, vooruitzicht
toevertrouwen mededelen, overlaten
toevlucht - bescherming, heul, hulp, recours, steun, troost, vrille
toevluchtsoord - asiel, refugium, schuilplaats, vluchthaven
toevluchtsoord voor dieren - asiel
toevoegen aanbreien, aanbrengen, aanhangen, aanknopen, aanlassen, aanvullenbijzetten, conjugeren
toevoegen van gasvormige koolstof aan lucht - carbureren
toevoegend - additief
toevoeging aanvulsel, additie, addendum
toevoeging aan een boek colofon
toevoeging aan spijzen aroma, ketjap, kruiden, maggi, mosterd, peper, soja, specerij, suiker, zout
toevoeging bij verdrag b.v. clausule
toevoegsel aanhangsel, aanvulling, addendum, additie, affix, annex, appendix, augment, bijlage, epitheton, optelling, paralipomenum
toevoegsel bij testament codicil
toevoer - aanvoer
toevoerbuis leiding
toevoeren aanvoeren, bezorgen, brengen, geven
toevoering adductie
toewensen toedenken
toewerpen - toegooien
toewijding ambitie, delicatie, inzet, overgave, ijver, zorg
toewijzen aanwijzen, bedenken, gunnen
toewijzing - addictie, allocatie
toezeggen beloven
toezegging belofte, promissie, verzekering
toezenden - toesturen
toezicht bewaking, controle, hoede, inspectie, opzicht, supervisie, surveillance, tucht, zorg
toezicht houden bewaken, waker
toezicht op drukpers e.d. censuur
toezichthouder beheerder, suppoost, surveillant, voogd
toezichthouder in musea en bibliotheken suppoost
toezichthouder op gezin voogd
toezichthouders in het oude Rome - aediles
toezicht oefenen - controleren
toezicht op orde controle
toezien be(waken), gadeslaan, begeleiden, opletten, oppassen, toekijke
toezwaaien begroeten
tof betrouwbaar, fideel, fijn, flink, flink, geschikt, gezellig, goed, leuk, lustig, prettig,
toffee karamelbrok, kokinje
toffel aardappel, muil
toffelen klungelen, knoeien, ranselen, slaan
toffel of muil slof
toga tabbaard, talaar, toog
Toge, hoofdsted van - Lomé
Toge, stad in Aneko
togen boegseren, slepen, sleuren, trekken
toilet bestekamer, closet, gemak, japon, kleding, latrine, plee, privaat, retirade, w.c.
toiletgerei afthersave, badschuim, badzout, borstel, creme, garnituur, haarborstel, haarkam, haarlak, haarneyje, haarspeld, kam, kapdoos, kapmantel, kaptafel, krultang, lippenstift, nachtcreme, nagelborstel, nagellak, nagelschaar, nagelvijl, oogschaduw, (poeder)doos, rouge, schaar, scheercreme, scheerkwast, scheermes, scheerzeep, spiegel, spons, spray, talkpoeder, tandpasta, washandje, zeep
toiletspiegel psyché
toilettafel kaptafel
toiletteren opknappen, opmaken
toiletzalf pommade
toise - vadem
Tokio, oude naam van - Edo
tokkelend (muz.) pizzicato
tokkelinstrument balalaika, bas, banjo, cit(h)er, gitaar, harp, lier, luit, mandola, mandoline, psalter, ukelele
tokkelplaatje plectrum
tokken dralen, hinken, talmensukkelen
toko bazaar, winkel
tol ac(cijns), belasting, doortochtgeld, doorvoer, heffing, recht
tolbeambte douane, douanier, tollenaar, tolgaarder
tolerabel - dragelijk, duldbaar
tolerant rekkelijk, toegeeflijk, verdraagzaam
tolereren dulden, gedogen, toelaten, toestaan, verdragen
tolhek bareel
tolhuis - gabel
tolk dragoman, drogman, overzetter, taalman, translateur, vertaler
tolk (Duits) dolmètscher
tolk (Eng.) interpreter
tolk (Frans) translateur
tolkantoor douanehuisje
tollen - ronddraaien
tolvlucht vrille
tolwacht douane
tomatenmoes - puree
tombe graf, grafmonument, grafsteen, grafzerk, katafalk, praalgraf, zerk
tombola brabbelton, loterij
tomeloos bandeloos, buitensporig, onbesuisd, ongebreideld, ongetemd, teugelloos, woest
tomen bedwingen, besturen, beteugelen, optuigen
tommy soldaat
tompoes - paraplu
tomus t., deel
ton - aad, baken, fust, vat
ton in 't veld kribbe, wed
tondel banst, prul, tintel, vod
tonder prul, zwam
tondeuse rolschaar
toneel komedie, podium, scène,schouwspel, theater, vertoning
toneelaanwijzing exeunt (zij gaan af)
toneelachtig theatraal
toneel attribuut toneelmasker
toneelbenodigdheid coulisse, decor, rekwisiet
toneelcarrière - acteursloopbaan
toneel dans ballet
toneel deskundige dramaturg
toneelfiguur Hamlet, Kloris, Macbeth, Moortje, Pieternel, Roosje
toneelgezelschap Arena, Centrum, Ensemble,Globe, groep, Proloog, Studio, Theater, troep
toneelgordijn - doek, scherm
toneelkijker binocle
toneel kunde dramaturgie
toneel kundige dramaturg
toneellaars broos, cothurne
toneelleer dramaturgie
toneelleider regisseur
toneelmatig theatraal
toneelmeester inspiciënt
toneelpop - ledepop, marionet
tonelscherm - coulise, zijstuk
toneelschilder - decorateur
toneelschrijver dramaturg
toneelspeelster actrice
toneelspel blijspel, comedie, drama, eenakter, klucht, komedie, herdersspel, pastorale, revue, tragedie, treurspel, zangspel
toneelspelen - acteren
toneelspeler acteur, artiest, komediant
toneelspeler op West-Java - topeng
toneelstuk blijspel, drama, kijkspel, klucht, komedie, tragedie, opera, operette, zangspel (musical)
toneelstuk in één bedrijf - eenakter
toneelstuk, Romeins - fabula
toneeltoerusting - coulise, decor
toneel uitrusting doek, decor, coulisse
toneelverzorger inspiciënt
tonelist acteur
tonen aanbieden, bewijzen, presenteren, showen, togen, weerklinken
tong lingua
Tonga-eilandn, een de - Kao, Tongatapu
tongbeweging klak, lik, smak
tongdeel punt, riem, wortel
tongekruid kleefkruid, tongel
tongel - kleefkruid
tongetje van een balans evenaar
tongewelfje - kapwulf
tongletter linguaal
tongontsteking - glossitis
tongpijp - linguaal
tongriem spanader
tongval accent, dialekt, idioom, spraak, taal
tong van een kat kattentong
tong van grof wild - likker
tongvaren - hertstong
tongvormig linguiform
tongwormen - lingulatida
tonica grondtoon, hoofdakkoord
ton in water - boei
tonisch middel - digitalis, kinine, tonicum, ijzer
tonkaboom - dipteryx
tonkakamfer cumarine
tonken dompelen, indopen
tonnenmaker kuiper
tonnetje - cocon
tonnetje als baken joon
tonsil - amandel
toog alleluia, bar, buffet, draagbalk, jaarmarkt, kast, latei, soutane, steekboog, talaar, tapkast, toga, toon, toonbank, uitstalkast
tooi dos, gewaad, opschik, opsmuk, pracht, pronk, sier, sieraad, smuk, uitdossing, versiering
tooi van edelstenen aigrette
tooien opdirken, opdossen, opmaken, opsieren, pareren, (ver)sieren, smukken
tooisel opschik, opsmuk
tooiverlies rui
toom bit, breidel, broedsel, koppel, leiband, leidsel, leireep, lus, nest, span, teugel, vlucht, worp
toon geluid, klank, spreektrant, stembuiging, timbre, a, ais, as, b, bes, bis, c, ces, cis, d, des, dis, e, eïs, es, f, fes, fis, g, ges, gis, do, re, mi, fa, sol, la, si
toon die beeft tremolo
toonaangevend dominant, maatgevend
toonaangever stemvork
toonaard dur, groot, klein, mol
toonafstand interval, kwart, kwint, none, octaaf, prime, secunde, septime, sext, terts
toonbaar behoorlijk, ooglijk, presentabel
toonbank balie, buffet, toog, winkeltafel
toonbeeld exempel, model, voorbeeld,
toonbeeld van huwelijkstrouw Penelope, Suzanna
toonbeld van nietigheid - garnaal
toondaling thesis
toondemper - sordino, sourdine
toondichter componist
toongeslacht groot, klein, majeur, mineur, toonaard
toonkamer monsterkamer, showroom, toonzaal,
toonkast etalage, vitrine
toonkleur timbre
toonkunst muziek
toonkunstenaar maestro, musicus, muzikant, virtuoos
toonkunstenaar uit de Griekse mythen Orpheus
toonkunstenares - musicienne
toonladder gamma, octaaf, scala
toonleer tonologie
toonloos - dof
toonloze sewa, sjwa
toonloze vorm van "daar" er
toonmeter sonometer
toonomvang - ambitus, diapason
toonopnemer - pick-up
toonschaal (kleur)schakering, toonladder,
toonschaal aanvangend met g - gamma
toonsoort dur, groot, klein, mineur, modus, mol
toonteken accent, noot
toontrap none
toonval cadens, modulatie
toonzaal showroom, toonkamer
toonzetten componeren
toonzetter - componist
toonzetting compositie
toorn boosheid, drift, gramschap, grimmeiheid, kwaadheid, razernij, woede
toornig aangebrand, ar, boos, gebelgd, gebeten, gram(storig), grimmig, hellig, kwaad, misnoegd, nijdig, opvliegend, verbolgen, verstoord, vreeswekkend, woedend, woest, wrevelig
toornig maken belgen, pesten, plagen
toornig zijn grimmen, grommen
toortel - bobijnpijp
toorts fakkel, flambouw, kaars, stalkaars, verbascum
toost feestdronk, heildronk
toot aangezicht, kus, mond, tuit, wijf, zoen
top apex, hoogtepunt, nok, punt, spits, tinne, uiteinde,
top (muz.) thesis
top in de Kaukasus Kasbek
top in Zwitserland Eiger, Matterhorn, Rigi
topaas, bleekgroene prasoïd
topdrukte in verkeer - spits
topeind punt
topeng - masker
topeinde van rijshout blees
topfunctionaris direkteur, directeur, manager
tophit schlager, topper, tune
topinambour - aardpeer
topografie aardrijkskunde
topografische kaart stafkaart
topografische naam toponiem
topografische wetenschap aardrijkskunde
toponymie plaatsnaamkunde
toppen aanvaarden, bedelen, inkorten, schooien, tippen
toppenant dirk
topper hit, hoogtepun, schooier, tophit, uitblinker
toppereend - veldduiker
topprestatie record
toppunt climax, comble, culminatiepunt,hoogtepunt, keerpunt, optimum, summum, zenith
toppuntshoek azimut
topstagzeil aap
topster vedette
top van een berg piek, spits
top van een huis - nok
topzeil grietje
toque baret
tor aardtor, aaskever, bromkever, donderbeestje,
draaikever, duinkever, glimworm, insect, kever, kniptor, meikever, nachtvlinder, roze kever, scarabee, scharrebijter, schorskever, snuitkever, springkever, stekworm, tiek, zandkever
Toradjataal - Baree
toren belvédère, donjon, minaret, pagode
toren bij burcht donjon
toren bij moskee minaret
toren bij schaakspel kasteel
torenblazer torenwachter
torenen oprijzen, verheffen
toren in Groningen Martinitoren
toren in Harderwijk Linnaeustoren
toren in pyramidevorm - pagode
toren in Utrecht Domtoren
toren in Zwolle Peperbus
toren met klok belfort
toren met klok - belfort
toren met mooi uitzicht belvédère
toren van Indiase tempel pagode
toren aan weerskanten van de poorten van een Egyptische tempel pyloon
torenflat - woonsilo
torenhuis - wolkenkrabber
torenka - kauw
torenklokkenspel beiaard
torenkraai dole, kauw
torenkruid - turritis
torenommegang kanteel, tinne, trans, weergang
torenrand - trans
torenslak penhoren
torentje - fiaal, pinakel
torentrans omgang
torenuil katuil, kerkuil, ransuil
torero - stierenvechter
torkruid - oenanthe
torment kwelling, marteling, plaag
tormenteren kwellen, pijnigen
torn karwei, naad, poos, tarn, wenteling
tornado cycloon, hoos, orkaan, storm, taifoon, tyfoon, wervelstorm, wervelwind
tornatuur intaglio
tornen keren, tarnen, wenden
tornooi steekspel
torpedo - dieptebom
torpedobootjager - destroyer
torpedo's werpen lanceren
tors aardkluit, bovenlijf, hede, heidezode, pol, romp, torso
torsen dragen, lijden, sjouwen, tillen
torsie draaiing, wrong
torso romp
tort - afval
tortel duif
tortelduif (Eng.) turtle
torticollis scheefhals
tortillon - doezelaar
tortuur foltering, marteling, pijnbank
torve - grimmig
toss opgooi
tossen opgooien
tosty - sandwich
tot (lat.) ad
tot afscheid ta.
tot baat - gunstig
tot bedaren komen kalmeren, luwen
tot bedelstaf brengen ruïneren
tot bederf overgaan bederven, rotten, ontbinden
tot beloning strekkend remuneriatour
tot berusting brengen troosten
tot betaling aanzetten manen
tot bisschop verheffen - mijteren
tot brij gekookte vruchten moes
tot damp overgaan - verdampen
tot dank geneigd dankbaar, erkentelijk
tot de aarde behorend aards, tellurisch
tot de derde macht verheffen kuberen
tot de kern behorend nucleair
tot de kust behorend litoraal
tot de laatsts man - a.u.
tot de lente behorend vernaal
tot de massa gericht demagogisch
tot de negers behorende negroïde
tot de nieuwe tijd behorend hedendaags, modern
tot de spieren behorende musculair
tot een derde verminderen tiërceren
tot een eis komen - concoluderen
tot een zone behorend zonaal
tot elke prijs - bestens
tot garen gesponnen wol - sajet
tot geestdrift brengen enthousiasmeren
tot gelukwensing p.f.
tot het doel - opdat
tot het elementaire terugbrengen - analyseren, reduceren
tot het land behorend tellurisch, terrestrisch
tot het leven terugkeren herleven, herrijzen
tot het uiterste - extreem
tot het wezen behorend essentieel, wezenlijk
tot hulp bereid behulpzaam,bereidwillig, hulpvaardig
tot iets bereid genegen
tot iets noodzaken - dwingen
tot inkeer brengen bekeren
tot inkeer komen bekeerd, bekering
tot in het oneindige - a.i.
tot Italiaanse stad behorend Romeins
tot kalmte komen bedaren
tot meerdere ere Gods a.m.D.g. (ad majorum Dei gloriam)
tot nader order t.n.o.
tot nu toe immer, nog, steeds
tot oordelen bevoegd oordeelkundig
tot overeenstemming komen accorderen
tot plichtsbetrachting bereid - ernstig, hardwerkend, serieus
tot poeder vermalen pulveriseren, verpulveren
tot rouwbeklag p.c. (pour condoléance)
tot rust komen - bedaren
tot slachtoffer maken duperen
tot staatseigendom maken - nationaliseren
tot stand brengen klaarspelen, presteren, realiseren
tot steen worden - verstenen
tot stof worden pulveren
tot studeren geneigd studieus
tot vervelens toe herhaald afgezaagd, steeds
tot voorbeeld strekkend exemplair
tot vrede geneigd vredelievend
tot waar het niet verder kan uiterlijk,uiterste
tot wat waartoe
tot werken in staat valide
tot zich nemen - innemen
tot zich trekken adduceren, lokken
tot zichzelf komen bijkomen
tot ziens dag, tabee, vaarwel
totaal al, alles, compleet, finaal, al(geheel), helemaal, radicaal, som(ma), tenvolle, volkomen, volledig,volslagen, volstrekt
totaal aan eetgereedschap dat gereinigd moet worden vaat
totaal bedrag som
totaal bezit kapitaal
totaal niets - niemendal
totaal reddeloos verloren codille
totale aarde wereld
totale inleg jach(pot)
totale oppervlakte van een bladzijde bladspiegel
totale verkoop omzet
totalisator bookmaker, toto
totaliteit - geheel
totebel kruisnet, morsebel, sloddervos, slons
totelaar stakker, sukkel
totem amulet, talisman
toto totalisator, voetbalpool
tottelen stotteren, tuimelen
totteren botsen, knoeien, prutsen, stoten
touché aangeraakt, aanslag, geraakt, getroffen, raak, treffer, trompetstoot
toucheren aanstippenkwetsen, raken
toupet haarstuk, kuif, kunsthaar, pruik
toer omwenteling, rondgang, wegwedstrijd, wielerronde
Tour de France, winnaar van de -
Anquetil, Bartali, Bobet, Bottecchia, Buysse, Coppi, Defraye, Dewaele, Frantz, Hinault, Janssen, Lambot, Leducq, Maes, Merckx, Petit-Breton, Scieur, Thijs
touringcar autobus, toerauto, reiswagen
touring trophy T.T.
tournee rondreis
tourneren - omslaan
tournooi lansspel, steekspel
tourronde rondrit
touter huivering, schommel
touteren - huiveren
touterrek trapeze
touw bras, dirk, draad, gei, greling, hijslijn, kabel, koord, lijn, reep, schoot, snoer, stag, streng, talie, talreep, trijs, tui, twijg, twijn, val, zeel
touw (Ind.) tali
touw aan de ra bras
touw aan het boeganker tui
touw dat door de talieblokken gaat - talieloper
touw om dikker touw te spannen - taliereep
touw om stag te spannen talreep
touw van de bezaan boom of giek - dirk
touw van een oud zeilschip bras, dirk, gei, schoot, toppenant, val
touw waarmee decor wordt verbonden slaglijn
touw waarmee zeil wordt gehesen - val
touw waarmee zeil wordt ingehaald gei, schoot
touweinde tamp
touwen kloppen, meppen, ranselen, slaan
touwladder valreep
touwmateriaal - cocos, hennep, katoen, manilla, nylon, sisal, vlas
touwslager baander, lijnbaan, lijndraaier, lijnslager, reepmaker, reper
touwslagerij - lijnbaan
touwsoort - huizing, lording, lijn, marlijn, schiemansgaren, takelgaren, tros, zeilgaren
touwvezel sisal
touwwerk aan boord takelage, tuigage, want
tovenaar eunjer, goochelaar, heksenmeester, magiër, wonderdoener
tovenaar van Munlopark Edison
tovenaarstaal abracadabra, hocus, pocus
tovenares Armida, Medea, heks
tovenares in Tasso's "Jeruzalem bevrijd" Armida
toverachtig magisch, wonderbaar
toverachtig mooi feeëriek
toverbeeld droom(beeld), talisman, visioen
toverdrank filtrum, minnedrank
toveren - goochelen, heksen
toverformule abracadabra, hocus-pocus, sesam (open u), spreuk
toverformule (Eng.) charm
tovergodin - fee, nimf
toverhazelaar hamamelis
toverhazelaarachtige - amberboom
toverheks heks, kol, toverkol
toverij goochelkunst, guichel, heksenwerk, hekserij
toverkol - heks
toverkracht - magie
toverkrachtig - magisch
toverkrachtig voorwerp amulet, djimat, fetisj, mascotte, scapulier, talisman
toverkunst - magie, nigromantie, toverij
toverkijker - kaleidoscoop
toverlamp wonderlamp
toverlantaarn met sterke lenzen - sciopticon
toverlantaren - projector
tovernimf op het eiland Aeolus - Circe
toverspel - toverij
toverspiegel lachspiegel
toverspreuk zie toverformule
toverstok baguette
tovertuin armida tuin
toverwortel alruin
toxinevernietigend - toxinicide
toxisch vergiftig
tra (kaats)baan, speelbaan, veepad, wagenspoor
traag indolent, inert, laks, lamlendig, langzaam, lijmerig, lusteloos, log, loom, lui, slepend, slof(fig), sloom, stapvoets, suf, vadsig, werkschuw
traag en lui loom
traag en sloom laks
traag gaand slepend
traagheid - laksheid
traag meisje of vrouw dauwel
traag persoon lamzak, lijs, sul
traag van begrip dom, suf
traag van beweging - log
traagheid indolentie, inertie
traam - ladderboom
traan drop, druppel, olie, oogvocht, walvisolie, waterlander
traanachtig - tranig
traangas jobstraan
traanklierontsteking dacryadenitis
traanoog leepoog
tracé aslijn, schets, wegverloop
traceren aangeven, afbakenen, nasporen
trachea - luchtpijp
trachten beproeven, pogen, proberen, streven
trachten te bewegen wrikken
trachten te doen - pogen
trachten te krijgen dingen, solliciteren
traktaat akkoord, overeenkoms, pact, verdrag
tractor bulldozer, trekker
traditie adat, gewoonte, overlevering, zede
traditie met Pasen - paasei, paashaas, paasvuur
trafiek arbeid, drukte, werk
trage man - dauwel
trage vrouw lijzebet
tragedie drama, treurspel
tragel jaagpad, trekpad, zomerkade
tragen talmen
trager maken - vertragen
trage stoelgang - constipatie, hardlijvigheid, obstipatie
trage vrouw - lijzebet
tragiek ellende, misère, treurigheid
tragisch droef, droevig, noodlottig, somber, triest
trailer aanhangwagen, caravan, oplegger, truck, voorfilm
trainen africhten, coachen, harden, oefenen, stalen
trainer africhter, coach, enmeesteroefsportleraar
traineren rekken
training africhting, oefening, opleiding, scholing
trainingszaal voor judo dojo
traject afstand, baanvak, etape, laan, pad, route, weg
traktaat essay, verdrag,verhandeling, vertoog
traktant gastheer, onthaler
traktatie lekkernij, onthaal, surprise, verrassing, versnapering
traktement bezoldiging, gage, inkomen, loon, salaris, soldij, wedde, zakgeld
trakteren aanbieden, geven, onthalen, schenken, vergasten, weggeven
tralie latwerk, spijl, stang, stijl, vensterstaaf
traliehek hamei
traliekool kevie
traliewerk hek, latwerk, raster, rooster, ruif
traliewerk boven voerbak ruif
tramhuisje abri
tramhuisje in oudDen Haag wachtje
tramlijn rail
tràmmelant drukte, herrie, lawaai, moeilijkheden, narigheid, onenigheid, penarie, ruzie
tramp landloper, zwerver
trampelen drentelen, trappelen
trampen trappen, schoppen
trampersoneel bestuurder, conducteur, machinist, stoker
tramstalling remise
tramzijde inslagzijde
trance - bedwelming
trancheeën - loopgraven
tranen huilen, waterlanders, wenen
tranen vergieten plengen
tranig olieachtig, traanachtig
tranquil - bedaard, gelaten, gerust, kalm
trans borstwering, hoogte, kanteel, omgang, omloop, ommegang, rand, tinne, uitspansel, weergang
trans (voorvoegsel) over
transactie affaire, deal, handel, ruil, ver(koop), zaak
transactie met vreemd-geldwissels - deviezenspeculatie
transacties overeenkomst, zaken
transbordeur zweefpont
transcendent bovenaards, metafysisch, onvatbaar
bovenzinnelijk, buitenzintuiglijk
transcript afschrift, doorslag, kopie,
transept dwarsbeuk, kruisbeuk
transfer overdracht, overmaking
transfereren overdragen, uitstellen
transformatie metamorfose, omvorming, omzetting,
transformeren omvormen, omzetten
transitief overgankelijk
transito doorvoer, passeren
transitoverkeer doorvoerhandel
translaat vertaling
translateur vertaler, tolk
transmissie - overbrenging
transparant doorschijnend, doorzichtig
transparant loodglazuur kwaart
transpiratie - zweten
transpireren zweten
transplanteren - overplanten
transport overdracht, vervoer
transportband - rodelbaan
transportbedrijf N.S., ATO, G.T.M., K.L.M., N.A.C.O.
transportmiddel auto, autobus, boot, bus, fiets, helicopter, hovercraft, kar, kraan, lift, metro, motor, rijtuig, rijwiel, schip, slee, spoor, tandem, tanker, taxi, touringcar, trailer, trein, vliegtuig, vlot, vrachtboot, wagen
transportmiddel op rail - spoor
transportmiddel voor olie tanker, tankwagen
transporteren overbrengen, overschrijven, vervoeren
transporteur - vervoerder
transportschip hoeker, tanker, vrachtschip
transportwagen bus, truck, vrachtwagen
transportwerktuig - elevator, heftruck, kraan, lier, loopkat, winch
transuraan - americium, berkelium, californium, curium, einsteinium, fermium, mendelevium, neptunium, nobelium, plutonium
transvaal, hoofdstad van - Pretorium
transvers dwars
transversale parelyse - dwarslaesie
transvestitisme - eonisme
trant aard, genre, manier, methode, modus, slag, soort, stijl, wijze
trap etappe, graad, hak, ladder, leer, rang, schop, stadium, stamp, trede, valreep
trap aan een schip valreep
trap, deel van een boom, stootbord, tre(d)e
966 valreep
trap van ontwikkeling fase
trapauto skelter
trapbekleding - traploper
trapeze - rekstok, zweefrek
trapje leer
trapleer ladder
trappelen denderen, drentelen, schoppen
trappelzak - slaapzak
trappen fietsen, schoppen, stampen
trappenhuis - portaal
trapper paard, pedaal, pelsjager, vallenzetter, woudloper
trapper van een fiets - pedaal
trapperik paard, schoen, voet
trappist cisterciënzer, monnik
trapportaal - overloop
trapsgewijs gradatim, gradueel, opklimmend
trapsgewijze opklimming gradatie
trapsgewijze toeneming - escalatie
trapvogels - knorhanen, otides
tras cement, mortel, specie, tufsteen,
trauma kwetsuur, letsel, stoornis, verwonding, wond, wonde
traven - stouwen
travertijn kalktufsteen
trawant begeleider, handlanger, helper, lijfwacht, maat,
medestander, satelliet, volgeling
trawl treil, sleepnet
trawler treiler, viskotter
trechter krater, treem, tremel, tuit
trechter van douche broes
trechter van molen treem, tremel
trechter van netwerk inkel
trechter voor gemalen graan treem, tremel
trechtermond - estuarium
trechtervormig net - kor, korre
trechtervormig sleepnet inkel, kor(re)
trechtervormige depressie doline
trechtervormige riviermond estuarium
tred gang, loop, pas, schrede, voet(stap)
trede gang, laddersport, schrede, sport, stap, trap, treeplank, voetstap
treden bespringen, gaan, lopen, stappen
trede naar beneden afstap
tred of loop - stap
tree estrade, laddersportsport, trede
treedsel - hanetree
treef houden vasten
treeft drievoet, rooster
treek kunstgreep, kunststukje, slimheid, streek, truc
treem (molen)trechter
treeplank opstap, trede
trees hooimaand
tree van een bordes opstapje
tree van een trap - sport
tref bof, gelukje, kans, mazzeltje, meevaller, toeval, treffer
treffelijk deftig, eerzaam, fatsoenlijk, voornaam
treffen boffen, gevecht, ontmoeten, ontmoeting, ontroeren, raken, roeren, slaan, vinden
treffend aandoenlijk, aangrijpend, bezield, frappant, levendig, markant, ontroerend, opvallend, pakkend, passend, raak, roerend, schokkend, sprekend
treffende uitbeelding creatie
treffer bof, buitenkans, doelpunt, gelukje, meevaller, touche
trefwoord devieslemma, leus, motto, steekwoord
trefzeker doelbewust
treife onrein, verboden
treil kuilnet, sleepnet, tiras, trawl
treiler - viskotter
trein boemeltrein, expres, gevolg, rij, sneltrein, sleep, spoor, stoet, T.E.E., Tee
treinbaan spoorlijn, spoorweg, rail(s)
treinbed couchette
treindeur portier
treinen sporen
treinen splitsen rangeren
treingids spoorboekje
treinhalte station
treinkaartje reisboljet
treinkade perron
treinmachinist - bestuurder
treinongeluk deraillement, ontsporing
treinpersoneel bestuurder, conducteur, machinist, stoker, tremmer
treinrails - spoorstaven
treinreis navet
treinsoort elektrisch, diesel, stoomtrein
treinwagon coupé, slaapwagen
treiter kwelgeest, pestkop, plaaggeest, plager, sar
treiteraar jenner, nijdas, pestkop, plager
treiteren jennen, judassen, kwellen, mishandelen, narren, negeren, pesten, plagen, sarren, stangen, tergen
trek animo, appetijt, begeerte, eetlust, fut, haal, lust, mars, neiging, ruk, streep, tocht, verlangen, vogelvlucht, zin
trek in eten - honger
trek met pen haal
trekautomaat speelkast, trekkast
trekbij Andrena
trekboom dissel
trekboot - sleper
trekdier buffel, ezel, hond, kameel, karbouw, karhond, os, paard, rendier
trekgaren - treknet, zegen
trekgat luchtgat, mui, pijp, schoorsteen, stookgat, ven
trekgeld - plok
trekgordel gareel, greel, leidsel, singel
trekgras - kweek
trekharmonica accordeon, trekorgel
trekhond voor een wagen zwing
trekje haal
trekkast flipperkast, gokmachine, trekautomaat
trekken halen, ontvangen, oogsten, plukken, reizen, roeien, rondreizen, rukken, sjorren, slepen, sollen, tijgen, tochten, togen, uitloten, zwerven
trekken voor prijzen - loten
trekker geweerhaan, kampeerder, migrant, reiziger, tandarts, tractor, truck, wandelaar
trekker van een wissel trassant
trekkerig tochtig, winderig
trekkoord sim
treklijn - jaaglijn, treil
trekmachine tractor, trekker
trekorgel accordeon, harmonica
trekpaard jaagpaard
trekpad tragel
trekpen rastraal
trekpleister lokkertje
trekpop marionet, pias
trekschuit barg(e), snik
treksel aftreksel, bouillon, extract
treksel van koken afkooksel
treksloot tochtsloot, wetering
treksluiting rits
trektuig gareel, haam, juk
trektuig van ossen juk
trekvaart waterweg
trek van banden rijspoor
trekveer expander, spiraal
trekvisnet wade
trekvogel kievit, kranvogel, kwartel, ooievaar, reiger, wulp, zwaluw
trekweg langs water jaagpad
trekzaag - schrobzaag
trekzeel haam
trema deelteken
trembleren trillen, vibreren
tremel treem, (molen)trechter
tremmen storten
tremmer hulpstoker, kolensjouwer, varensgast
tremor beving
tremske - korenbloem
tremulant - triltoon
trend neiging, richting, tendens, tendentie, verloop,
trens bies, galon, lis(je), lus(je), oogje, paardenbit, vlecht
trentelen talmen, treuzelen, trenzen, vlechten
trepelen dribbelen, trippelen, vasttrappen
tres goudboordsel, haardracht, haarsnoer, haarstreng, oplegsel, passement, vlecht, wrong
tres aan een (uniform)jas brandebourg
tressen vlechten
treter pantoffel, schoen
treuga dei - godsvrede
treurdicht elegie, klaagdicht, nenia
treuren jammeren, klagen, kniezen, kwijnen, rouwen, tobben, versmachten, weeklagen
treurend (muz.) mesto
treurende moèder (myth.) Niobe
treurgewaad - rouwkleed
treurig bedroefd, bedrukt, down, droef, droevig, ellendig, erbarmelijk, (muz.) funébre, naar(geestig),neerslachtig, rouwig, sip, slecht, smartelijk, somber, tragisch, triest, verdrietig, zielig
treurig toneelspel - drame
treurige gebeurtenis drama
treurigheid droefenis, droevigheid, ellende, misère, narigheid, tragiek, rouw, naarheid, verdriet
treurlied - klaaglied
treurmars dodenmars
treurnis droefheid, rouw, tragiek
treurspel drama, tragedie
treurspeldichter Aeschylus, Euripides, Sophocles, Thepis, tragicus
treurspelspeelster tragédienne
treurtoneel tragedie
treurweek - schibab
treurzang elegie
treuzel lijs, sukkel, talm(er), tut, zeef
treuzelaar dralerm lijs, slof, sukkel, talmer, teut
treuzelen aarzelen, beuzelen, dralen, hangen, klungelen, lijntrekken, prutsen, talmen, temen, teuten
treze - pannenlap
trezoor dressoir, schat(kamer)
triadisch drietallig
tri vlekkenwater
triade drieeenheid, drietal
triangel - driehoek
triangulatie driehoeksmeting
tribunaal gerecht, hof, rechtbank
tribune gaanderij, galerij, spreekgestoelte, stellage, stelling
tribuut cijns, schatting
tricolor driekleur
tricot sport(trui)
tricot dameshemd kamizool
tricotsoort - charmeuse, interlock, jersey, plattricot
triëren schiften, zuiveren
triefelen friemelen, klungelen, knoeien, peuteren
triest bedroefd, bedroevend, abominabel, droef, droevig, ellendig, naar, neerslachtig, sip, smartelijk, somber, tragisch, treurig, troosteloos, verdrietig
triestig naar, somber
trifenyldihydroglyoxaline - amarine
trifos - driepas
trigonometrie driehoeksmeting
trigram ang, ing, lettercombinatie
trijs bras, hijsbalk, takel
trijsen ophalen, takelen
trijzel treuzel, korenzeef
trijzelen zuiveren
triktrak jacquet
trilapparaat triller, vibrator
trilgras - briza
trilhaar - cilie
trillen beven, bibberen, daveren, huiveren, rillen, schudden, sidderen, trembleren, vibreren, zinderen, zoemen
trillen van de oogbol nystagmus, oogsidderen
trillend. tremolando, (muz.) vibrato
triller - trilapparaat
triller (muz.) tremolo
trillerig beverig, rillerig, vibrerend
trilling beving, daver, golfbeweging, oscillatie, schok, siddering, vibratie
trilling van de aardkorst aardbeving
trillingswijdte van radiogolven amplitudo
triltoon tremolo, tremulant
trimbaan - oefenbaan
trimester kwartaal, trim
trimmen knippen, stuwen
trimmer hondenkapper
trimschool - sportschool
tinitrofenel - pikrinezuur
trinitrotoluol T.N.T., trotyl
trio drietal, triade, trits
triomf overwinning, zegefeest, zege(praal)
triomfant zegepralend, zegevierend
riomfantelijk zegevierend
triomfator overwinnaar
triomferen overwinnen, zegepralen, zegevieren
trip duikelaartje, reis, rit, tocht, toer, uitstapje
tripel drievoudig, polijstaarde
tripje reisje
triple drievoudig
triplex - houtplaat
triplo - drievoud
tripmiddelen amfetamin, benzedrine, DMT, heroïne, morfine, LSD, mescaline, peyote, STP, pervitine, psilocibine
tripode drievoet, statief
trippelen huppelen
tripper - veentrapper
triptiek drieluik
trits drie(tal), triade, trio
triumviraat driemanschap
triviaal alledaags, banaal, gewoon, laag, plat, platvloers
trivium dialectiek, grammatica, retoriek
troebel beroering, drabbig, onduidelijk, onklaar, onrust, onscherp, onzuiver, vuil, zwoel
troebelen onlusten
troebleren verontrusten, (ver)storen, verwarren,
troefboer jas
troefkaart, atour, nel, spadille
troefnegen nel
troel liefje, meid, slet, snoes
troela - lummel
troep aantal, afdeling, beeld, beestenboel, bende, bent, boel, gezelschap, horde, karavaan, keet, kudde, menigte, meute, mikmak, puinhoop, rataplan, roedel, rommel(tje), rot, rotzooi, wanorde, warboel, zooi(tje), zwerm
troep dieren horde, korf, kudde, roedel, vlucht, zwerm
troep ganzen koppel
troep herten roedel
troep hinden - harem
troep hoenders toom
troep honden meute
troep jachthonden drift, meute
troep kunstenaars bent
troep mensen menigte, meute
troep of bende jamboel, rommel
troep of rommel - zooi
troep padvinders patrouille
troep rovers bende, gang
troep vee - kudde
troep vissen school
troep vogels - vlucht
troep welpen horde, nest
troep wild roedel
troep wilde zwijnen - rotte
troepenafdeling divisie, echelon, korps, regiment, patrouille, peloton, vendel
troepeneenheid - regiment
troepenmacht armee, contingent, divisie, heir, krijgsmacht, leger
troepenschouw inspectie, parade
troepenverzorgers tros
troepenverzorging logistiek
troetel liefje, lieverd, sabelkwast, sierkwast
troeteldier - knuffeldier
troetelen knuffelen, koesteren, liefkozen, sollen, strelen
troetelkind oogappel, pupil
troetelnaam hart(je), honey, koosnaam, kwast, lief, lieveling, lieverd, schat
troeterig papperig
troeven - kaartspelen
trofee beker, cup, medaille, zegepalm, zegeteken
troffel kalkschep, truweelt
trog geosynclinale, kneedbak, plooidal, voederbak
troglodiet holbewoner
Trojaans held Aeneas, Antenor, Hector
Trojaans priester die tevergeefs waarschuwde voor het houten paard in Troje Laocoön
Troje llion, llium
trok biljartspel, reisde
trol dwerg, kabouter, kobold
trom drum, pauk, tamboerijn, tamtam, trommél
trom van de gamelan kendang
trombone bazuin, schuiftrompet
trombose - embolie
trom, grote - in moskee - bedoek
trommel bus, doos, drum, pauk, tamtam, trom
trommelaar drummer, roffelaar, slagwerker, tamboer
trommelen drummen, roffelen
trommelslag roffel
trommelslager drummer, paukenist, tamboer, trommelaar
trommelstok baguette
trommelvuur - spervuur
trommelzucht - meteorisme
tromp blaashoorn, jagershoorn, mondharp, olifantssnuit, slurf, trombone
trompen brullen, toet(er)en)
trompet bazuin, klaroen, schuiftrompet, signaalhoorn, toeter
trompetbloem - bignonia, narcis, tecoma
trompetdiertje - stentor
trompetfanfare - sonnerie
trompetgewelf - schelp
trompet met kleppen - ventieltrompet
trompetvogel - agami, psophia
trompetvormig orgaan salpinx
tromp van een olifant - slurf
tronen heersen, zetelen
tronie aan(gezicht), bakkes, facie, fiselemie, gelaat
tronie Barg. - ponem, porem
tronk boomstomp, stobbe, stronk
troon - vorstenzetel
troonsafstand abdicatie
troonhemel baldakijn
troop beeld, kerktoon, melisme, uitdrukking
troost bemoediging, heil, heul, koffie, leniging, medeleving, opbeuring, so(e)laas, sterkte, steun, toevlucht, verkwikking, verzachting
troosteloos bedroefd, doods, mistroostig, ontredderd, ontroostbaar, triest, verslagen
troosteloosheid desolatie, verslagenheid, verwoesting
troosteloze vlakte schiervlakte
troosten bemoedigen, laven, opbeuren, steunen, verlichten
trooster Parakleet
troost of leut - koffie
tropa-alkaloïde cocaïne, scopolamine
tropaeolacee kanariekers
tropenkoorts malaria
tropisch dier - krokodil
tropisch gewas banaan, cacao, katoen, kina, koffie, kokos, nootmuskaat, oliepalm, peper, rijst, rubber, sagopalm, suikerriet, teakhout, thee
tropisch insect termiet, tseetsee
tropisch oliehoudend gewas sesam
tropisch plantengeslacht aleurites
tropisch regenwoud - jungle
tropische boom arenpalm, assem, djati, gomboom, hevea, kola, nipapalm, palm, pisang, tamarinde, teak, waringin
tropische cycloon - orkaan
tropische graansoort rijst
tropische grassoort - alangalang
tropische grasvlakte in Amerika - savanne
tropische grond lateriet
tropische hagedis - gekko, tokké
tropische huidziekte framboesia
tropische klimplant bougainvillea, derris
tropische luchtstroom moesson, passaat
tropische plant aloë, ananas, cactus, canna, cassave, mahinot, maniok, meloen, mimosa, orchidee, palm, ramee, vanille
tropische slingerplant betel, sirih, liaan
tropische steekmug muskiet
tropische tuin - plantage
tropische vegetatie mangrove
tropische vetplant - agave
tropische vis egelvis, goudvis, longvis, maanvis, murela, sluierstaart
tropische vogel beo, flamingo, kaketoe, kolibri, maraboe, papegaai, parkiet, rijstvogel, struisvogel, toekan
tropische vrucht advocado, ananas, banaan, adel, ddoerian, kiwi, manga, mangis, mangistan, mango, papaja, pisang, vijg,
tropische wervelstorm op de Filippijnen - baguio, baquio
tropische wildernis jungle, regenwoud, rimboe
tropische wilde vlakte - jungle
tropische wind - passaat
tropische ziekte cholera, dengue, filariasis, framboesia, lepra, malaria, slaapziekte, tyfus
tropische zwemvogel - fregatvogel
tros aar, ankerkabel, bagage, bos, bundel, cluster, kabel, legertrein, meertouw, pak, resem, rist
tros aalbessen - rist
tros aardwormen poer, peur
tros bananen kam
tros bloemen of vruchten - cluster
tros vruchten bel, kam, ragemus
tros wormen poer, peur
troskieuwige zeevis zeepaardje
trossel bundel
trosselen bundelen, drossen, pakken
trossen - bundelen
trosvormig racemiform
trots aanmatigend, eigendunk, fier(heid), glorieus, groots, hooghartig, hoogmoed(ig), hovaardig, laatdunknd, ondanks, overmoedig, parmant(ig), prat, pratstatig, statig, verwaand,
weids, zelfbewust, zelfgevoel
trots zijn op - bogen, pochen
trotse houding air
trotseren - blootstellen, braveren, tarten, uitdagen, verachten, weerstaan
trotse vrouw pauwin
trotsheid fierheid, overmoed
trots zijn pralen, pronken
trotten draven
trotter - draver
trottoir stoep, straatkant, voetpad, wandelpad
trottoirband - stoeprand
troubadour bard, minstreel, rapsode, speelman, zanger
troubleren - storen, verontrusten
trouvaille oplossing, vondst
trouw aanhankelijk, fideel, gehecht(heid), getrouw, loyaal, oprecht, probiteit, standvastig, toegenegen, vasthoudend, verbonden, zeker
trouwbreuk - scheiding
trouwbreuk jegens de leenheer felonie
trouwde voor haar zuster Rachael - Lea
trouwe bezoeker habitué, stamgast
trouwe klant - habitué, stamgast
trouwe vriend Achaat, Achates, Jonathan, pylades
trouweloos infideel, ontrouw, perfide, vals, verradelijk
trouweloosheid felonie, verraad
trouweloos iemand afvallige, verrader
trouweloze daad verraad
trouweloze verleidster Delila
trouwen - echten, huwen
trouwens - immers, overigens
trouwerij bruiloft, huwelijk, echt, trouwpartij
trouwfeest - huwelijk
trouwhartig argeloos, eerlijk, fideel, heus, hoffelijk, loyaal, openhartig, oprecht, rondborstig
trouwjapon - trouwjurk
trouwpartij bruiloft, echt, huwelijk, trouwerij
trubbel moeite, narigheid
trubbels onlust
trubbels of hinder last
truc (Ind.) akal, foef, foefje, handigheid, kneep, kunst(werk), kunstgreep, list(igheid), loer, poets, streek, zet
trucage - kunstgreep
trucfilm fake
truffel tuber
truck oplegger, trekker, vrachtauto
trui jumper, moerkonijn, sweater, zeug,
trui zonder kraag pull-over
truis plukje, tros
trust - kartel
trutten talmen, treuzelen
truweel troffel
trijs - takel
tsaar Iwan, keizer, Peter
Tsjechisch auteur - Cech, Fric, Hasek
Tsjechisch gebergte Ertsgebergte, Jeseniky, Sudeten,
Tsjechisch persbureau C.T.K.
Tsjechische burgemester - starost
Tsjechische componist Dvorak, Smetana
Tsjechische dans polka
Tsjechische munt - koruna
Tsjechische partijleider Husak
Tsjechische politicus Dubcek, Husak, Masaryk, Novotny, Svoboda,
Tsjechische rivier Donau, Eger, Moldau, Morava, Vltana
Tsjechische schrijver Benesj, Capek, Kafka, Masaryk
Tsjechische stad Bratislava, Brno, Decin, Kosice, Krupina, Liberec, Olomouc, Ostrava, Plzen, Praag, Telc
Tsjechische volksdans - furiant
Tsjechoslowaaks bergmassief - Brdy
Tsjechosloakije , hoofdstad van - Praag
Tsjecho-Slowaakijs koruna
tsiepen piepen, tjilpen
Tsongdialect - Bila
tube buisje, kokertje
tuba bazuin
Tubantia - Twente
tuberculose - ftitis, tering, tb.c., tb.
tucht bevel, discipline, dwang, leiding, orde, toezicht
tuchteloos ongebonden, ordeloos, onzedelijk,
tuchteloosheid - insubordinatie
tuchthuis (straf)gesticht, gevangenis
tuchtigen castigeren, kastijden, slaan, straffen
tuchtiging kastijding, slaag, straf
tuchtigingsmiddel gard, gesel, knoet, roe, zweep
tuchtleer discipline
tuchtmeester cipier
tuchtmiddel karwats, roede, zweep
tuchtoefening - straf
tuchtrechterlijk disciplinair
tuchtroede gesel, zweep
Tudor, lid van het huis -
4 Jana Owen
5 Maria
6 Arthur, Edmund, Eduard, Jasper
7 Frances, Hendrik, Jacobus
9 Elizabeth
10 Margaretha
tuffen puffen, rijden, spuwen
tufkrijt mergel
tufsteen - tras
tufsteen (It.) peperine
tui scheeps(touw)
tuien afmeren, vastmaken, vastzetten
tuig afval, gajes, gareel, geboefte, gereedschap, gerei, gespuis, getouw, janhagel, materiaal, ontuig, rommel, toestel uitschot
tuig
5 afval, gajes, gerei, grauw
6 gareel, rommel, schuim, tinnef
7 gespuis, rapalje, schorem
8 geboefte, janhagel, uitschot
10 dievenvolk, uitvaagsel
tuig, deel van het, van een schip -
2 ra
3 gei, nok, rak, val
4 boom, giek, hals, mars, mast, stag, want
5 paard, steng
6 gaffel, riflijn, scoot, zaling
7 pardoen
8 bakspier
9 jagerboom, neerhaler, stampstok
10 boegspriet, toppeneind
11 kluiverboom
tuigen inspannen
tuighuis arsenaal, depot, wapenhuis
tuigje - toom
tuil boeket, bosje, ruiker, toef,
tuiltje toef
tuimel buiteling
tuimelaar dolfijn, jongleur, potsemaker
tuimelbank wip
tuimelen - buitelen, duikelen, kieperen, omvallen, vallen
tuimeling buiteling, duikeling, kolkringtuimel, val
tuimelkar kipkar, stortkar
tuimelraam - valvenster
tuimelvis karper
tuin bloementuin, erf, gaard, hof, (Mal)kebon, hortus, lusthof, omheining, park
tuin (Lat.) hortus
tuin in de hoofdstad Artis
tuin voor groenten hof, moestuin
tuinaarde - humus, molmgrond, teelaarde
tuinafscheiding haag, heg, hek, scherm, schutting, sloot
tuinafval porrie
tuinarbeider tuinier
tuinbaas - hovenier
tuinbloem akelei, anemoon, aster, chrysant, dahlia, floks, geranium, gladiool, goudsbloem, hyacint, iris, krokus, lavendel, lupine, madelief, margriet, narcis, ridderspoor, roos, salvia, tulp, viooltje, zinnia, zonnebloem
tuinbloemetje - viooltje
tuinbonenziekte - fabisme, favisme
tuinboom - duiveboon, paardeboon
tuinbouw glascultuur, horticultuur, veldarbeid, warmoezerij
tuinbouwbedrijf kwekerij, tuinderij
tuinbouwer tuinder, tuinier
tuinbouwgereedschap bladhark, boonzaaier, frees, gieter, hark,
kruiwagen, riek, schoffel, schop, snoeischaar, spa, spade, tuinslang
tuinbouwgewas andijvie, appel, asperge, biet, boon, dop(erwt), erwt, fruit, groente, kapucijner, kool, peer, peul, rabarber, radijs, sla, snijboon, spruitjes, tomaat, ui, wortel
tuinbouwkunde hortologie
tuinbouwkundige hortoloog
tuinbroek salopette
tuincentrum kwekerij, tuinderij
tuinder gardenier, kweker, teler, tuinier, warmoezenier
tuinderij kwekerij, tuincentrum
tuinen benen, doorlopen, vluchten
tuineppe selderij
tuinfeest hoffeest
tuingereedschap gieter, hark, riek, rijf, schoffel, schrepel, snoeimes, snoeischaar, spa(de), sproeier, tuinslang
tuingeweer - flobert
tuingod - Priapus
tuingodin Pomona
tuinhuis gloriëtte, koepel, oranjerie, prieel
tuinier hovenier, tuinder, tuinman,
tuinkamer prieel, serre
tuinkers bitterkers, sterkers,
tuinklauw - wiedijzer
tuinklokje - kampanula
tuinkoepeltje gloriete
tuinkruid - orego
tuinlepeltje - herderstasje
tuinman hovenier, kweker, tuinder, tuinier
tuin met rozen rosarium
tuin met vruchtbomen boom(gaard)
tuinieren - tuinen
tuinopzichter (Ind.) kebon
tuinperk bed
tuinschaar heggeschaar, snoeischaar
tuinscheerling - hondspeterselie
tuinsla - latuw
tuinslaper relmuis
tuinsproeier - gieter
tuinvak bed, perk
tuinverlichting fakkel, lantaarn
tuin voor groenten - hof, moestuin
tuinwerk rijsberm
tuisen kwanselen, ruilen
tuit schenkbuisschenkmond, tul, toot,
tuit van een kan tul
tuit van een pomp uitloper
tuitel neus, onvast, wankel
tuitelen ruisen, suizen, wankelen
tuiten suizen, toeten
tuitelig - wankel
tuitje (plantk.) - ocrea
tuitpotje nun
tuittrechter broes
tuitzak - puntzak
thuja levensboom
tuk beet, begerig, belust, graag, gretig, gulzig, happig, slaapje, verzot
tuk hebben - beetnemen
tukje dutje, hazen(slaapje), siësta, uiltje
tukken dutten
tukker kneu, putter
tul kruik, pul, kan, speentuit, zuignap, zuigspeen
tule - kant
tuleachtig weefsel bobbinet, petinet
tulen halsbedekking met baleintjes - guimpe
tulp - tulipa
tulpenboom magnolia
tulpenwindhandel - tulpomanie
tumor gezwel, zwelling
tumult alarm, beroering, drukte, gedruis, geraas, heibel, kabaal, lawaai, leven, onrust, ophef, oploop, oproer, opschudding, ramulte, rumoer, spektakel,
tumulus grafheuvel
tune - deun, melodie
tuner - afstemmer
Tunesië, heuvellandschap in - sahel
Tunesië, kalkplateau in - Dahar
Tunesië, provincie van - Beja, Bensert, Bizerte, Gabes, Gafsa, Jendoube, Kairouan, Kasserine, Medenin, Nabeul, Sfax, Sousse, Tunis
Tunesië, zoutmeer in sjott
Tunesisch gerecht - koeskoes
Tunesisch schiereiland Djerba
Tunesisch staatshoofd Bourguiba
Tunesische havenplaats Bizerta, Sfax, Soesa, Tunis
Tunesische munt dinar
Tunesische stad Beja, Bizerta, Gabes, Sousse, Tunis,
tunica - chiton
tunicaband - clavus
tuniek uniform(jas)
tunnel door(gang), passage
turbine schoepenrad
turbulent onrustig, woelig
turbulent luchtverschijnsel eddy
turbulentie woeligheid
tureluren - neuriën
tueluur deun, gril, tuuk
tureluurs dol, kierewiet
turen gluren, kijken, staren
turf klot, kluit, spon
turfaarde molm, veenaarde
turfgraver veenarbeider, veender
turfgrond veen(land)
turfhoop stobbe
turfland - veen
turflegger vletter
turfmakerij veenderij
turfmolm mot, mul
turfschop - teef
turfstapel - stobbe, viem
turfstapelen vletten
turfsteken venen
turfsteker stikker, veenman, veenwerker
turfstof mul
turftrekker - baggeraar
turgor bezittend - turguscent
Turk Moor, Osmaan, Ottomaan, Mohammedaan
Turken - Osmanen
turkovis - blauwgroen
Turks Ottomaans
Turks bad - zweetbad
Turks bed ottamane
Turks bedehuis - djami
Turks bevelhebber - ag(h)a, emir
Turks bevelschrift irade
Turks bovenkleed - kaftan
Turks decreet irade
Turks dichter - Baki
Turks eiland - Imroz
Turks flanel - golgas
Turks gerecht - kebab, pilav
Turks gewaad - dolman
Turks heer - aga
Turks infanteriesoldaat janitsaar
Turks keizerlijk decreet - irade
Turks leer - marokijn
Turks lesgever van de Koran - Hodja
Turks mannenverblijf selamnik
Turks opperkleed - kaftan
Turks paleis konak, serail
Turks pond - lira
Turks rijstgerecht pilav
Turks roeivaartuig - kaik, sultana
Turks schip - sultana
Turks schrijfster - Adivar
Turks soldaat nisam
Turks staatsman Ataturk
Turks student softa
Turks vleesgerecht krbab, shoarma
Turks voertuig - araba
Turks vrouwenverblijf harem
Turks wapen - kromzwaard
Turkse ambtstitel - pacha, pasja
Turkse bevelhebber aga
Turkse brandewijn raki
Turkse danseres odalisk
Turkse drank raki
Turkse dronk - salep
Turkse eretitel baba, bei, bey
Turkse forten aan de Hellespont - Dardanellen
Turkse gendarme zaptieh
Turkse goudmunt stamboel
Turkse herberg han, kan
Turkse hoofdstad Ankara
Turkse kapitein - reïs
Turkse kromme sabel scimitar
Turkse landvoogd muselim
Turkse landwer - redif
Turkse lichtgewapende ruiters - leschis
Turkse maand ramadan
Turkse markt of herberg kan
Turkse moskee dziami
Turkse munt kurus, para, piaster, pond
Turkse muts fes, fez
Turkse opperpriester moefti
Turkse provincie vilajet
Turkse rechtsgeleerde effendi, efendi
Turkse regering (tot 1932) Porte, Kapu
Turkse rijstmoes - pilav
Turkse rivier - Ceyhan, Meander
Turkse ruiter - spahi
Turkse rustbank ottomane
Turkse rijk - Porte
Turkse schriftgeleerde hodja
Turkse sofa - ottomane
Turkse staatsraad divan
Turkse stad -
4 Bolu, Icel, Urfa
5 Adana, Alaca, Bursa, Corum, Izmir, Konya, Maras, Sivas
6 Ankara, Edessa, Elazig, Samsun
7 Erzurum, Kayseri, Kocaeli, Malataya
8 Adapazzi, Gaziante, Istauoel
9 Eskihesir
10 Dayarbakir
Turkse stadhouder vali, wali
Turkse tabakspijp chibouque, chiboek
Turkse tarwe mais, mi(l)le
Turkse titel aga, bei, bey, chan, ef(f)endi, emir, emier, kalief, pasja, pasha, sultan
Turkse trom naccara, trombal
Turkse vlag - alem
Turkse vochtmaat alm
Turks volksstam - Avaren, Balkaren
Turkse volkszanger - asjik
Turkse vorst bei, sultan
Turkse vrouw hanoem
Turkse waterpijp nargileh
Turkse wijn raki
Turkije, hoofdstad van - Ankara
Turkije, meer in - Vanmeer
turner gymnast
turngereedschap brug, paard, rek(stok)
turnoefening handstand
turnster - gymnaste
turntoestel bok, brug, paard, rek(stok), ringen, trampoline, wandrek
turven aanstrepen, tellen
tussen inter, intra, middenin
tussenbedrijf - entract
tussenbeide komen - intercederen, interfereren, interveniëren
tussen de ogen gelegen interoculair
tussen de ribben gelegen intercostaal
tussen de spieren gelegen intermusculair
tussen de vingers en tenen gelegen interdigitaal
tussen haakjes parenthese
tussen licht en donker schemer
tussen twee oceanen - interoceanisch
tussen verscheidene landen internationaal
tussen verscheidene plaatsen interlokaal
tussen vet en mager - doorregen
tussenbedrijf extracten
tussenbericht entrefilet
tussencelzelfstandiheid - intercellulose
tussengebied - enclave
tussengerecht entremets
tussenhandelaar commissionair, detaillist, grossier, makelaar
tussenhersenen diëncephalon, diëncefalon
tussenhistorie - episode
tussenkamer entresol, insteekkamer
tussenkomst bemiddeling, commissionair, inmenging, intercessie interferentie, interventie,
tussenlassen inlassen
tussen licht en donker - schemer
tussenliggend intermediair
tussenmuur - scheidsmuur
tussen noord en oost - n.o.
tussenperiode fase, entracte, intermezzo, interventie, pauze
tussenpersoon agent, bemiddelaar, commissionair, makelaar, tolk
tussen plaatsen - interlokaal
tussenpoos tussenruimte, interval, rusttijd
tussenpozend intermitterend
tussenregering interregnum
tussenruimte gaping, interlinie, interval, oprning, spatie, speling, spleet, tussenpoos
tussenslaapkamer alkoof
tussensoort - bastaard
tussenspel entremés, interlude, interludium, intermezzo
tussenstand - klassement
tussenstation - halte
tussentijds a.i., inmiddels, interludium, interim, intermissie, intussen, ondertussen, tijdelijk, voorlopig
tussentoon middentoon
tussen twee tijdstippen - tussentijds
tussenverdieping - entresol, hangkamer, insteekkamer, mezzanine
tussenvertrek insteek
tussen vet en mager - doorregen
tussenvoegen inlassen, invoegen
tussenvoeging inlas, interpolatie, invoeg, las
tussenvoegsel in(las), invoeg
tussenvonnis interlocutie
tussenvorm overgangsvorm
tussenvorm van sommige dieren - larf, larve
tussenwand scheidswand
tussenweg compromis, middenweg
tussenwerk bijwerk
tussenwerpsel ach, ai, au, ba, bah, bravo, foei, ha, hé, hè, hm, hoera, interjectie, nou, och, pst, plonk, sjonge, tjonge, st, tuttut, zo
tussenzetsel las
tussenzetten - inlassen
tussenzin parenthese
tut kalm, stil, rustig
tutelair beschermend
tuteur voogd
tutrice voogdes
tutten tobben, zeuren
tutteren aarzelen, treuzelen
tutterig houterig, zeurderig
tutti t, allen
tuub fietsband
tuuk - aalschaar
tuut agent, bink, diender, klabak, politie, smeris
tv-zenders zoeken zappen
twaalf - dozijn
twaalf apostels keizerskroon
twaalfdelig duodecimaal
twaalfde rugwervel - gordelwervel
twaalf dozijn - gros
twaalfhoek dodekagoon, dodecagoon
twaalf maanden - jaar
twaalfpuntsletter augustijn
twaalftal dozijn
twaalftoonstelsel dodecafonie
twaalfuurtje (lunch)pakket
twaalfvingerige darm duodenum
twaalfvlak dodecaëder
twee - duo, paar, span, stel
tweearmige trekboom - lamoen
tweebast - schietwilg, waterwilg
tweebenig werktuig - passer
tweeblad - keverorchis
tweebroederig - diadelfus
twee bijeen horende dingen koppel, paar, span, stel
twee dagen geleden eergisteren
twee dagen na heden overmorgen
twee damschijven op elkaar dam
twee dingen stel
tweedraads garen twijn
twee en een half - derdehalf
twee evenoude kinderen van een moeder tweeling
twee gelijke exemplaren duplo
twee gulden vijftig knaak, rijksdaalder
twee keer tweemaal
tweeledig binair, dubbel(zinnig)
twee muzikanten duo
twee nationaliteiten bezittend - bipatride
twee oceanen verbindend interoceanisch
twee paarden span
twee schijven op elkaar dam
twee sneetjes brood met ei en vlees uitsmijter
twee stukken hout - deuvel
twee zit duo
tweede - span, secundus, span, vice
tweede aardperiode uit het prenaire tijdvak - siluur
tweede binnen planeet in ons zonne stelsel Venus
tweede gelijke exemplaar duplicaat
tweede gewas - etgras, etgroen, nagras,
tweede grasgewas etgras, etgroen, nagras
tweede halswervel draaier
tweede huwelijk hertrouw
tweede jaargetij - zomer
tweede kamer (Eng.) Lagerhuis
tweede keer herhaling, repetitie
tweede naamval genitief
tweede oogst - nagewas
tweede phase in ngodsdienst der Indiërs - brahmaïsme
tweede plaats, in de - secundair
tweede prijs accessit, zilver
tweede snede van klaver nasnede, etgroen, etgroen
tweede zangstem alt
tweede zondag in mei moederdag
tweede zondag in de vasten - reminiscere
tweedehands - antiquarisch, gebruikt, gedragen, tagrijn
tweedekker - biplaan, biplane
tweedelig binair, dubbel
tweedelig badpak bikini
tweedeligheid binariteit
tweedelig pak - kostuum
tweedeling dichotomie
tweederangs minderwaardig
tweedimensionaal begrip vlak
tweedraadsgaren - tweern, twijn
tweedracht etgroen, gekijf, geschil, heibel, herrie, hommeles, krakeel, mot, onenigheid, onmin, ruzie, scheuring, twist, vete
tweedrachtig onenig, verdeeld
tweedrachtsappel twistappel
tweedradig weefsel - zwilk
tweeduizend (Rom.) m.m.
tweeënhalve cent - botsen, kluut, plak
tweefiets - tandem
tweegesprek dialoog
tweegevecht duel, tweekamp
tweegezinswoning duplexwoning
tweeheidsleer - dualisme
tweehoevig dier antilope, geit, giraffe, hamel, hert, kameel, kemel, ree, okapi
tweehonderd (Rom.) c. c.
tweehoofdige opperarmspier biceps
tweehuizigheid - dioecie
tweehulzige plant - wilg
tweejaarlijkse tentoonstelling of zulk een concours Biënnale
tweejarige haring - toter
tweejarig huisdier twenter
tweejarig vrouwelijk rund - hokkeling
tweejarige mannelijke ree - smalrug
tweejarige vrouwelijke ree - smaldier, smalree
tweekamerstelsel - bicamerisme
tweekamp duel, kamp, tweegevecht
tweeklank diftong
tweekristalvormig dimorph
tweeleer dualisme
tweeling - twin
tweelingbroer van Amphion Zethus
tweelingbroer van Artemis Apollo
tweelingbroer van Castor Pollux
tweelingbroer van Remus Romulus
tweelingen gemini, gemellen, twins
tweelingsterren Castor, Pollux
tweelingvenster - bifora
tweelingzuster van Ares - Eris
tweeluik diptiek
tweemaal andermaal, bis, nogmaals
tweemaal hetzelfde zeggen tautologie
tweemanschap duümviraat
tweemaster kof, schoener
tweepalig - bipolair
tweepersoons muziekstuk duo, duet
tweepersoonsauto two-seater
tweepersoonsbed litsjumeaux
tweepersoons fiets - tandem
tweepersoonssofa - causeuse
tweepersoonszadel buddyseat
tweeregelig vers distichon, doublet
twern - twijn
tweernen - twijnen
tweeslachtig amfygeen, amfibisch,androgyn, hermafrodiet
tweeslachtig dier - amfibie, kikvors, salamander
tweeslachtig wezen afrodiet, hermafrodiet
tweeslachtigheid dualisme, gynandrie
tweesnarige viool - rebab
tweesnijdend mes lancet, vlijm
tweesnijdend zwaard kortelas
tweesnijdend Romeise bijl - bipennis
tweespalt conflict, disharmonie, onenigheid, ruzie, tweedracht, twist, verdeeldheid, vete
tweespraak dialoog
tweesprong dilemma, scheiweg
tweestemmige compositie - bicinium
tweestemmige zang duet
tweestemmig gezang - discant
tweestrijd dilemma, dubium, duel, kamp
tweestromenland Mesopotamië
tweetakkig gaffelvormig
tweetal duo, duet, koppel, paar, span, stel(letje), twin
tweetalig land België, Canada
tweetallig cijfer - bit
tweetaligheid bilinguïsme
tweetallig binair
tweetal muzikanten - duo
tweetandige vork gaffel
tweetenig luipaard - unau
tweeterm binomium, binoom
tweetermig - binominaal, binomisch
tweetongig - bedrieglijk, vals
tweevleugelig insekt - aasvlieg, bijenluis, bromvlieg, dar, daas, dazerik, galmug, horzel, kamervlieg, kriebelmug, mestvlieg, motrug, mug, muskiet, paardehorzel, paardevlieg, roofvlieg, runderaas, runderhorzel, sluipvlieg, stalvlieg, steekmug, tseetseevlieg), vleesvlieg, vlieg, vlo, wapenvlieg, wolzwerver, zuiderzeemug, zweefvlieg
tweevleugelig vliegtuig tweedekker
tweevleugeligen diptera
twee voorgespannen trekdieren - span
tweevormigheid - dimorfisme
tweevoud duplo
tweevoudig binair, dubbel, duplex, duplo, tweeledig, tweetallig
tweevoudigheid dualiteit
tweewaardig bivalent
tweewaardig ambivalent
tweewaardigheid ambivalentie
tweewieler brommer, fiets, rijwiel, step, tandem
tweewielig huurrijtuig (Eng.) - ransom
tweewielig rijtuigje voor één persoon bendie
tweewielig rijtuigje boerensjees, karikel, kariool, riksja, sjees, sulky,tilbury
tweewielig voertuig bromfiets, buggy, dogkar, dosados, fiets, gig, kar, kariool, motor(fiets), rijwiel, scooter, sjees, sulky, tandem,tilbury
tweewielig wagentje gig
tweezaadlobbigen dicotylen
tweezang duet
tweezijdig dubilateraal, bbel
tweezitsbank - bisellium
tweezijdig bilateraal
tweezit - duo
Twent(h)e Tubantia
Twentenaar Tukker, Twent
twintig eieren - schok
twijfel aarzeling, dilemma, dubio, dublum, onzekerheid, scepsis, verdenking, wanhoop
twijfelaar scepticus, pyrronist
twijfelachtig betwistbaar, dubieus, flauw, onduidelijk, onzeker, problematisch, zwak
twijfelarij twijfelzucht, scepticisme
twijfelen aarzelen
twijfelend onzeker, twijfelachtig
twijfelmoedig - aarzelend
twijg ent, loot, rank, rijs, stek, spruit, tak(je), teen, wis,zijtak
twijn tweern,
twin duo, paar, stel, tweeling
twinkelen fonkelen, glanzen, glinsteren, pinkelen, schitteren, stralen
twinkeling - fonkeling, glanzing, straling
twinset - damestrui
twintigtal - snees, stijg
twintigvlak icosaëder
twist bonje, conflict, (geschil)punt, ge(kijf), herrie, krakeel, mot, onenigheid, ongenoegen, onlust, onmin, onvrede, ruzie, tweedracht, tweespalt, verdeeldheid, vete, woorden
twisten bakkeleien, bekvechten, debatteren, disputeren, kibbelen, kijven, kiften, krakelen, ruziën, strijden, tobben
twister ruziemaker, ruziezoeker
twistgeschrijf - pennenstrijd, polemiek
twistgesprek dispuut, polemiek, redetwist
twistkunde - eristiek
twistpunt controverse, strijdvraag
twistrede - dispuut
twistschrijver pamflettist, polemist
twiststoker stokebrand
twistziek - warrig
twistzoeker ruziemaker, stokebrand
twijfel - scepsis
twijfelachtig - douteus, dubieus
twijfelen - dubben
twijfeling - aarzeling, onzekerheid
twijfelmoedig - aarzelend, onzeker
twijfelzinnig - dubbelzinnig
twijfelzucht - scepticisme, skepsis
twijfelzuchtig - sceptisch
twijg - loot, rijs, speet, teen
twijnen tweernen
tyfoon tornado, wervelstorm
type soort, model, vorm
type drukletter - romein
typen tikken
typenbeperking normalisatie, standaardisatie
typenleer - typologie
typeren karakteriseren, kenschetsen
typerend kenmerkend, tekenend
typisch apart, curieus, kenmerkend, raar, vreemd, zonderling-
typiste - tikster
typograaf boek(drukker), letterzetter, zetter
typografie drukkunst
typografische maat augustijn, brevier, cicero, dessendiaan, diamant, galjard, garamond, kolonel, mediaan,nonparel, parel, pica, punt, tekst
typografische term bladspiegel, colofon, corps, correctie, drukpers, drukproef, insluiten, kader, kapitaal, katern, kopij, lettergieten, letterkast, letterproef, marge, matrijs, oplage, pastei, plano, revisie, schoondruk, spatie, staartpagina, uitdrijven, vorm, weerdruk, zetfout
tyran van Syracuse Gelo
U
u ge, gij, gijlieden, ulieden,
überhaupt eigenlijk, helemaal
uberteit overvloed, rijkdom,volheid, vruchtbaarheid
udometer regenmeter
ui ajuin, siepel, kwinkslag, misslag, look
ui bak, grap, grol, mop
uiachtige plant - look
Uganda, hoofdstad vanEntebbe
Uganda, meer in - Edwardmeer
uiensaus, dikke - soubise
uier - elder, melkklier
uierontsteking aamt, droop, mastitis
uierpuistje koepok
uigewas knoflook
uiig grappig, komisch, komiek, leutig, lollig, moppig
uil bosuil, kerkuil, oehoe, steenuil
uil domoor, stommeling
uilaap makaak
uilachtig - aartsdom
uilenspiegel guit, schalk, snaak
uilejong - uilskuiken
uilen soeen, striges, suffen
uilensoort - bosuil, kerkuil, oehoe, ransuil, steenuil, velduil, visuil
uilenspiegel - guit, schalk
uilig dom, indom, oerdom, oliedom, stom, stupide
uilskuiken domoor, ezel, knuppel, sufferd
uiltje agrotida, dutje, slaapje
uiltje, soort
gamma-uil, huismoeder, monnikskap, pistooltje
uit af, afgelopen, basta, ex, fini, gedaan, geëindigd, klaar, verbroken, weg
uit Algiers afkomstig Algerijns
uit Amerika ingevoerde dans jive, rumba, samba, step, tango
uit Amsterdam afkomstig Amsterdams, Mokums
uit België afkomstig Belgisch
uit bladstelen bestaand gerecht rabarber
uit bed komen - opstaan
uit cellen bestaand cellulair
uit Ceylon afkomstig Singalees
uit de diepe aardkorst abyssaal
uit de diepe zee abyssaal
uit de grondwet voortvloeiend organiek
uit de haak scheel
uit de hogere stand deftig, elegant
uit de hoogte hautain, hooghartig, laatdunkend
uit de Kaap de Goede Hoop Kaaps
uit de knoop doen ontwarren
uit de knop komen ontbotten, uitlopen
uit de kunst gaaf, beweldig
uit de laatste tijd jong, modern, pas, recent
uit de lucht grijpen vangen
uit de mode antiek
uit de nood helpen bijstaan, redden
uit de rails lopen derailleren, ontsporen
uit de stad stads
uit de tijd antiek, ouderwets, passé, verouderd, voorbij
uit de toon vals
uit de weg gaan mijden, ontlopen, uitwijken
uit de weg ruimen afschaffen, effenen, elimineren, liuideren opruimen, vermoorden
uit de wind - beschut
uit Denemarken afkomstig Deens
uit dienst treding - ontslag
uit drie delen bestaand boek trilogie
uit drie delen bestaand schilderij - drieluik, triptiek
uit drie gedeelten bestaand werk - drieluik, triologie
uit drie leden bestaand muziekgezelschap trio
uit duigen samengestelde ton vat
uit Duitsland afkomstig Duits
uit één ei ontstaan ééneiig
uit eigen aandrang - spontaan
uit eigen beweging spontaan, vanzelf
uit eigen opwelling spontaan
uit elkaar - uiteen
uit elkaar halen demonteren
uit elkaar namen demonteren, slopen
uit Engeland afkomstig Brits, Engels
uit en klaar basta
uit en over afgelopen, voorbij
uit eten gaan uitgaan
uit gevaar helpen - redden
uit Griekenland afkomstig Grieks, Helleens
uit gunst p.f. (par faveur)
uit het geheugen verdwijnen ontschieten, ontsnappen, vergeten
uit het binnenste voortkomend endogeen
uit het hoofd leren memoriseren
uit het land verdreven zijn ballingschap
uit het land verdrijven - expatriëren
uit het niet voortbrengen - scheppen
uit het niet voortgebracht schepping
uit het spel out
uit hogere stand chic, rijk
uit Hongarije afkomstig Hongaars
uit Indonesië afkomstig Indonesisch
uit Israël afkomstig Israëlisch
uit Italië afkomstig Italiaans
uit lagen bestaande gelaagd
uit leem verwekte mens golem
uit lettersvormen - spellen
uit Madrid afkomstig Madrileens
uit Marokko afkomstig Marokkaans
uit Monaco afkomstig Monagaskisch
uit Moskou afkomstig Moskovitisch
uit naam van namens
uit nalatenschap verkrijgen erven
uit Noorwegen afkomstig Noors
uit of weg - afwezig
uit orangebloesem gedistileerde olie neroli
uit oude tijden afkomstig - antiek
uit papier geknipte figuur knipsel
uit Polen afkomstig Pools
uit Portugal afkomstig Portugees
uit rijst gebrouwen drank saké
uit Rome afkomstig Romeins
uit sadisme handelend - sadistisch, wreed
uit Spanje afkomstig Spaans
uit Suriname afkomstig Surinaams
uit Tsjecho-Slowakije afkomstig - Slowaaks, Tsjechisch
uit Wenen afkomstig Weens
uit zijn humeur ontstemd, verstoord
uit zijn op - najagen
uit Zweden afkomstig Zweeds
uit Zwitserland afkomstig Zwitsers
uitademen expireren
uitademing expiratie
uitbaggeren - slatten
uitbannen exorciseren, verdrijven, verjagen, wegjagen
uitbanning van boze geesten exorcisastie
uitbarsten exploderen
uitbarsting - explosie
uitbarsting van een vulkaan eruptie
uitbaten benutten, exploiteren, melken
uitbating exploitatie
uitbazuinen - rondschallen
uitbeelden schetsen, verbeelden, vereeuwige, vertolken, voorstellen, weergeven
uitbeelding portret, schets, verbeelding
uitbetalingsformulier - cheque, loonlijst, loonstrook
uitbijten aanvreten, uitetsen
uitbijting corrosie
uitblazen doven, rusten, uitdoen, verwijderen
uitblinken excelleren, overtreffen, schitteren, uitmunten, uitsteken
uitblinkend preëminent
uitblinker bollebof, bolleboos, favoriet, kampioen, kei, maestro, matador, ster, topper
uitblinker (Eng.) - ace, crack
uitblinker (sport) crack, kampioen
uitblussen doven, verstikken
uitblussing - extinctie
uitboenen reinigen, schoonmaken
uitbollen - puilen
uitbotten ontkiemen, ontspruiten, uitkomen, uitlopen
uitbouw annex, arkel, balkon, bijkeuken, erker, luifel, serre, veranda
uitbouw aan een huis erker, serre
uitbouw aan voorgevel luifel
uitbraak ontsnapping
uitbraak van dieven - vlucht
uitbraken kotsen, overgeven, vomeren
uitbrander berisping, reprimande, schrobbering, standje
uitbreiden aanwassen, uitleggen, uitstrekken, vaneen leggen, vergroten, vermeerderen, verruimen
uitbreiding ampli(fic)atie, dilatatie, expansie, extensie, groei, toename, vergroting
uitbreiding van een oorlog escalatie
uitbreiding van stad uitleg, uitlegging
uitbreken losmaken, ontsnappen, vluchten
uitbrengen spuien
uitbroeden bedenken, verzinnen
uitbuffelen - uitkafferen
uitbuiten afpersen, benutten, exploiteren, melken, misbruiken, uitkleden, uitzuigen
uitbuiter profiteur, uitzuiger
uitbulderen - uitrazen
uitbundig bovenmatig, buitengewoon, hevig, ongeremd, opgewonden, overmoedig, uitgelaten
uitbundig lachen - gieren
uitbundig prijzen bewieroken, ophemelen
uitbundige vreugde exaltatie
uitcijferen berekenen, opmaken, ramen
uitdagen oproepen, pesten, provoceren, sarren, tarten, tergen, trotseren, verzoeken, vorderen
uitdagend pestend, provocerend, sarrend, tartend, tergend, uitlokkend
uitdagende jongere provo
uitdagend plagen - tergen
uitdaging provocatie
uitdamping - emanatie, evaporatie
uitdelen distribueren, ronddelen, uitgeven, uitreiken, weggeven
uitdelgen amortiseren, tenietdoen, uitbannen, uitroeien, verdelgen
uitdelging amortisatie, uitblussing
uitdeling distributie, ronddeling, verdeling
uitdelven opgraven, uitgraven
uitdenken bedenken, smeden, ontwerpen, uitpeinzen, uitvinden, verzinnen
uitdiepen baggeren, onderzoeken, slatten, uitgraven
uitdijen uitzetten, zwellen
uitdoen afleggen, delven, doorhalen, doven, ontkleden, rooien, uitblazen, uitdraaien, uittrekken, uitwissen
uitdokteren bedenken, uitkienen, uitzoeken
uitdossen aankleden, uitmonsteren, verkleden
uitdossing opschik, sier, tooi
uitdoven blussen, dompen, smoren, uitgaan
uitdover - domper
uitdovend - diluendo
uitdovend (muz.) stringendo
uitdraai output, print, uitvoer
uitdragen - verbreiden, verkondigen
uitdrager - opkoper
uitdrijven (van geesten) exorciseren, uitstorten, zuiveren
uitdrinken legen, ledigen, leegmaken, opdrinken
uitdrogen verdorren, verdrogen, verwelken
uitdrogend middel exsiccantium
uitdruk beeltenis, vorm
uitdrukkelijk bepaald(elijk), bepaaldheid, duidelijk, expliciet, opzettelijk, pertinent, stellig, stelligheid
uitdrukken aanduiden, doven, eindigen, uitknijpen, uitpersen, verwoorden, weergeven, zeggen
uitdrukking bewering, expressie, gezegde, slocutie, spreuk, spreekwijze, preekwoord, term, zegswijze
uitdrukking van gedachten door woorden - rede
uitdrukking van het gelaat mime
uitdrukkingsmiddel pers, taal
uitduiden aanwijzen, omschrijven, tonen, uitleggen, verklaren
uitdunnen effileren, ruimen
uitdijen expanderen
uitduwen doven, uitstoten
uiteen gescheiden, los, vaneen, wijd
uiteenbarsten exploderen, ontploffen
uiteenbarsting explosie, ontploffing
uiteengaan scheiden, splitsen
uiteenhouden onderscheiden
uiteenleggen - uitvouwen
uiteenlopend afwijkend, divergent, divers, verschillend
uiteennemen demonteren, scheiden
uiteenrafelen analyseren, ontwarren
uiteenrafelen van wollen lompen drousseren
uiteenspatten ontploffen
uiteentrekkend - verscheurend
uiteenvallen splitsen, verbrokkelen, verstrooien
uiteenzetten uitleggen, verklaren
uiteenzetting betoog, explicatie, exposé, expositie, uitleg(ging), uitleg, verklaring
uiteinde afloop, dood, end, extremiteit, nok, punt, slot, spits, staartstuk, tomp, tip, top, uiterste
uiteinde bij vogels - staart
uiteinde van een buis mof
uiteinde van een magneet - pool
uiteinde van spier pees
uiteinde van staart pluim
uiteindelijk definitief, finaal, tenminste, tenslotte, ultiem
uiten afvuren, belijden, betogen, luchten, ontboezemen, openbaren, plegen, slaken, uitlaten, uitspreken, woeden
uitentreure almaar, grondig
uiteraard bijgevolg, dus, logisch, natuurlijk, vanzelf, vanzelfsprekend, zeker
uiterlijk aanblik, aangezicht, aanschijn, buitenkant, buitenzijde, bexterieur, extern, exterieur, gezicht, schijn, uit, uitwendig, ultimo, vertoon, voorkomen, vorm
uiterlijk (voorkomen) beschrijving - prosopografie
uiterlijk vertoon demonstratie, exhibitionisme, optocht, ostentatie, parade, praal, pracht, pronk, schijn, show, staatsie
uiterlijke gedaante aanschijn, lichaam, verschijning,
voorkomen
uiterlijkheid - vorm
uiterlijke waardigheid - decorum
uitermate buitengemeen, buitengewoon, criant, extreem, fameus, hoogst, reuze, zeer
uitermate droevig indroevig, tragisch
uiterst extreem, grootst, hoogst, laatst, limiet, meest, optimaal, supreem, ultra
uiterst correct impeccabel
uiterst fel - fanaat
uiterst fijne opening porie
uiterst gering miniem
uiterst glad - aalglad
uiterst klein miniem, minimaal, nietig
uiterst krachtig oersterk
uiterst links - rood
uiterst net innet, keurig, netjes
uiterst onhartelijk cru, ijskoud
uiterst snel (muz.) prestissimo
uiterst zorgvuldig minutieus
uiterste einde, eindpunt, ergste, extremiteit, grens, limiet, laatste, uiteinde
uiterste dood, hel, hemel, oordeel
uiterste correctheid impeccabiliteit
uiterste datum - deadline
uiterste. grens limiet, rand
uiterste nood - nooddwang
uiterste post vedette
uiterste prijs - limiet
uiterste punt pool
uiterste rand grens, kant(lijn), limiet
uiterste verbazing - stupefactie
uiterste wil codicil, testament
uiterste wilsbeschikking - testament
uitetsen uitbijten
uitfluiten bespotten, siffleren
uitfoeteren uitkafferen, uitschelden, uitvaren
uitgaan doven, eindigen, stappen, uitdoven, weggaan
uitgaansverlof avondpermissie
uitgang exit, opening, uitrit, uitweg, zij(deur)
uitgang in tuin poort
uitgang van een rivier delta, monding
uitgang van overtreffende trap ste
uitgang voor wagens uitrit
uitgangspunt axiona, basis, beginsel, grondstelling, meet, principe, start
uitgave besteding, ed., editie, oplage, publicatie
uitgaven kosten, (ver)tering
uitgave van een boek editie
uitgebakken spek - kaan
uitgebouwde deel van een kamer - erker, veranda
uitgebrande kool as, sinder, sintel, sinter, slak
uitgebreid ampel, breed, extensief, groot, omstandig, omvangrijk, ruim, uitgestrekt, uitvoerig, veelomvattend, voortgezet, weids, wijd, wijdlopig
uitgebreider - nader
uitgebreidheid - ruimte
uitgebreid lager onderwijs ulo
uitgebreid zangstuk cantate
uitgebreide maaltijd diner
uitgebreide technische school - U.T.S.
uitgedoofde ster planeet
uitgedorste halmen stro
uitgedroogd dor, kaal, saploos, verdord, verschrompeld
uitgehekelde hennep Karl
uitgekamde wol brat
uitgekiend berekendlistig, vernuftig
uitgekomen vers, verschenen
uitgekookt gehaaid, geslepen, gewiekst, goochem, kien, handig, leep, slim, sluw, uitgerekend, uitgeslapen
uitgekookt en slim kien, leep
uitgekozen keur, select, (uit)verkoren
uitgekozen deel - bloem, elite, keur, puik
uitgelaten baldadig, bli(de)j, brooddronken, dartel, (dol)blij, jolig, luidruchtig, uitbundig, vrolijk, wild, wispelturig
uitgelaten blij dolblij
uitgelaten van pret dol
uitgelaten vrolijk dartel
uitgelezen exquis, geselecteerd, keur(ig), puik, select, uitgezocht, uitmuntend, uit(verkoren), verkozen, voortreffelijk
uitgelezen deel bloem, elite, keur, puik, upper ten
uitgelezen legerafdeling garde, genie, keurbende, keurkorps, keurtroepen
uitgelezenen - elite
uitgelezenste - puik
uitgeloofde beloning premie, prijs
uitgemaakt afgedaan, beslist, gedoofd, onbetwist, vast, verbroken, voldongen, zeker
uitgemaakt zijn - vaststaan
uitgemergeld doodop, fytloos, hongerig, krachteloos, mager, ontkracht, uitgeput
uitgenodigde - invites
uitgeperste beetwortel pulp
uitgeperst suikerriet - tras
uitgeplozen touw werk
uitgeput aangeslagen, afgedraaid, afgeleefd, afgemat, afgepeigerd, afgesloofd, afgetobd, amechtig, bekaf, doodmoe, doodop, doodmoe, krachteloos, leeg, mat, moe, moede, op, teut, , uitgemergeld, vermoeid, verzwakt
uitgerafeld touwwerk - pluis
uitgerekend - berekend, bijdehand, gewiekst, goochem, handig, leep, pienter, slim, uitgekookt, uitgeslapen
uitgerekt gestrekt, langgerekt
uitgerust fit, geoutilleerd; verkwikt
uitgeslagen goud bladgoud
uitgeslapen alert, bijdehand, gewiekst, gis, goochem, kien, leep, listig, pienter, slim, sluw, uitgekookt, uitgerekend, wakker
uitgesleten slof
uitgesloten exclusief, onmogelijk
uitgesloten aansprakelijkheid u,a.
uitgesmolten dierlijk vet ongel
uitgesmolten stukje vet kaan
uitgesneden vis - filet
uitgespogen slijm zwadder
uitgesponnen vergelijking allegorie
uitgesproken bepaald, beslist, duidelijk, onmiskenbaar, positief, verklaard
uitgestorven doods, leeg, levensloos, onbewoond, onbevolkt, onbewoond, stil, verlaten
uitgestorven paarden soort tarpan
uitgestorven vogel aepyornis, archaeopteryx, dodaars, dodo, dronte, moa, reuzenalk, walgvogel
uitgestotene balling, outcast, paria
uitgestreken effen, kakm, onberoerd, onbewogen, schijnheilig
uitgestrekt effen, glad, groot, kalm, lang, omvangrijk, onbegrensd, ruim, schijnheilig, strak, uitgebreid, ver, wijd
uitgestrekt gebergte Alpen, Andes, Atlas, Oeral
uitgestrekt landoppervlak - continent
uitgestrekte vlakte delta, llano, pampa, paramos, prairie, savanne, steppe, toendra, woestijn
uitgestrektheid vlakte
uitgeteerd vermagerd
uitgeteld afgepeigerd, doodop, knockout, uitgeput, verslagen
uitgetrokken uitgerekt
uitgevast uitgeteerd
uitgeven afgeven, besteden, betalen, editeren, openbaarmaken, opmaken, publiceren, ronddelen, spenderen, uitdelen, verstrekken, verteren
uitgever van aandelen - emittent
uitgewekene d.p., balling, emigrant, refugié, vluchteling
uitgewerkt gedoofd, leeg
uitgewerkt schema - plan
uitgewerkte aantekeningen notulen
uitgewerkte beeldspraak allegorie
uitgewoond haveloos, vervallen
uitgewoond huis - kavalje
uitgeworpene balling, paria
uitgezette lijn grens, limiet, linie, raai, rooi
uitgezette post - schildwacht
uitgezocht exquis, select, uitgelezen, uitverkoren, verfijnd, voortreffelijk
uitgezocht gezelschap - elite, keur, selectie
uitgezochte slimheid raffinement
uitgezonderd behalve, behoudens, buiten, exclusief, exc., excl.
uitgieten ledigen, plengen, schenken, sproeien, uitstorten
uitgifte editie, emissie, verspreiding
uitgifte van waardepapieren emissie
uitglijden slippen, vallen
uitgommen wegstuffen
uitgooien ledigen, legen, verwijderen
uitgooiing dropping
uitgors kwelder, voorland
uitgraven diepen, opgraven, rooien, spitten, uitdelven, uitdiepen
uitgraving van slotgracht - cunet(te)
uitgroei bij lintwormen - botridie
uitgroeisel - uitwas
uithaal galm, klap, mep, slag, zwieper
uithaal met de voet schop, trap
uithalen meppen, reinigen, schoonmaken, slaan, uithalen, uitpakken, uitvreten
uithaler - reier
uitham landtong, nes
uithangteken van drogist gaper
uitheems buitenlands, exotisch, heterochthoon, onbekend, ongewoon, raar, vreemd
uitheems woord exotismetisch
uitheems zoogdier - kangoeroe, lama, leeuw, olifant, tapir, tijger
uitheemse kruiderij specerij
uitheemse vrucht ananas, banaan, citroen, dadel, gember, grapefruit, kokosnoot, mandarijn, mango, paprika, pinda, sinaasappel, vijg, zuidvrucht
uitheinig - dol, uitgelaten
uithoek gat, gehucht, kaap, landtong, negorij
uitholling gat, gleuf, grot, hol(te), kas, kuil, nis, put(je)
uitholling in de grond kuil, sleuf
uitholling in muur nis
uitholling in rots - grot
uitholling in zand - kuil
uitholling in zuil cannelure
uitholling van gesteente door stromend water erosie
uithoren polsen, ondervragen
uithouden doorstaan, duren, gedogen, handhaven, verdragen, volhouden
uithouder volharder
uithozen leegscheppen
uithuizig - weg
uiting expressie, melding, ontmoediging, openbaring, opmerking, teken, uitdrukking, zin
uiting van. .. zie ook: uitroep van
uiting van afkeuring ba, foei, oei
uiting van afschuw of koude - br
uiting van angst gil, kreet, schreeuw
uiting van berusting - tja
uiting van blijdschap lach
uiting van droefheid ach, och, huilen, rouw, snikken, tranen
uiting van ergernis - gemor
uiting van geestdrift applaus, hoezee, ode, ovatie
uiting van genegenheid aai, kus, streling, zoen
uiting van goedheid aalmoes, weldaad
uiting van goedkeuring bravo, goedzo
uiting van herkenning - groet
uiting van instemming ja, zeker
uiting van koude bibberen, br, rillen, trillen
uiting van kritiek - opmerking
uiting van leedvermaak hoon, ironie
uiting van liefde kus, omhelzing, zoen
uiting van macht geweld
uiting van misnoegen - beklag
uiting van ongeloof oele
uiting van ontevredenheid klacht, reclame
uiting van pijn ai, au, kreunen
uiting van pret lach
uiting van schrik gil, kreet
uiting van smadelijke vreugde - hoongelach
uiting van smart ai, geween, rouw, snik, tranen
uiting van spot hoon
uiting van verdriet huilen, snik, tranen, wenen
uiting van vermoeidheid geeuw
uiting van verrassing - aha
uiting van verzet demonstratie, protest, verzet
uiting van vreugde dans, gelach, lach, sprong
uiting van vrolijkheid lach, gelach, lachen
uiting van warmte transpiratie
uiting van welwillendheid glimlach
uitingsmiddel orgaan
uitje trip, reisje, verzetje
uitjouwen beschimpen, bespotten, uitjoelen, uitschelden
uitkafferen schelden
uitkammen - zuiveren
uitkeren - betalen, vergoeden
uitkering bij echtscheiding alimentatie
uitkering van bijzondere aard bonus
uitkerven ontrafelen
uitkienen uitdokteren, uitrekenen, uitzoeken
uitkiezen selecteren, verkiezen
uitkiezend selectief
uitkijk post, wachtpost
uitkijken loeren, spieden, opletten, oppassen, turen
uitkijkplaats vedette
uitkijkpost kraaiennest, observatorium, voorpost
uitkijktoren belvédère
uitklappen openen, openslaan
uitklauteren uitklimmen
uitkleden beroven, ontbloten, ontkleden, plunderen, uitbuiten
uitklimmen - uitklauteren
uitkloker - pijpenwroeter, pijpuihaler
uitknijpen uitdrukken, wringen
uitknobbelen uitkienen, uitvissen, uitzoeken
uitknokken - uitvechten
uitkomen ontkiemen, uitbotten, uitlopen, uitspruiten, verschijnen
uitkomen voor - bekennen
uitkomst afloop, eindcijfer, einde, hulp, oplossing, redding, rest, resultaat, slotsom, soelaas, som, uitslag, uitweg, verlossing
uitkomst bij rekenen GGD, K.G.V., kwadraat, product, quotiënt, rest, som, verschil, wortel
uitkomstbrenger Heiland, redder
uitkoop afkoopsom, losgeld, vrijkoop
uitkopen vrijkopen
uitkrabben raderen
uitkramen opdissen, verkondigen, vertellen
uitlaat - demper, knalpijp, knalpot
uitlachen bespotten, honen, ridiculiseren
uitladen afladen, lossen, ontladen
uitlaten luchten, uitspreken
uitlating opmerking, uitspraak, weglating
uitlating van een of meer woorden - ellips
uitlatingsteken apostrof, deleatur
uitleg bescheid, explicatie, opheldering, toelichten, verduidelijken, vergroten, verklaring
uitleggen blootleggen, expliceren, spreiden, ontvouwen, uitduiden, uiteenzetten, uitspreiden, verklaren
uitleggend exegetisch, verklarend
uitlegger commentator, exegeet, explicateur, verklaarder
uitlegging exegese, explicatie, commentaar, interpretatie, opheldering, toelichting, verklaring
uitlegkunde exegese, hermeneutiek
uitlegkundige - exegeet
uitleuren rondventen
uitleven botvieren, overgeven
uitlevering overgave
uitlezen - sorteren
uitlokken provoceren, tarten, verleiden, verlokken
uitlokkend provocerend, uitdagend
uitloop afvoer, rent, ank, riool, riviermond, schot, spruit, vieren
uitloop van water - afvoer
uitlopen botten, demarreren, (ont)kiemen, uitkomen, uitspruiten
uitlopen in uitmonden
uitlopende tak - ent
uitloper kiem, loot, rank, scheut, spruit, uitspruitsel
uitloper van zenuwcel neuriet
uitmaken beslissen, besluiten, betekenen, blussen, doven, uitschelden, verbreken
uitmalen droogmaken, leegpompen
uitmergelen uitputten
uitmesten - reinigen
uitmiddelpuntig exentriek, excentrisch
uitmonden - uitlopen
uitmonsteren opschikken, tooien, uitdossen, versieren
uitmonstering opschik, tooi
uitmunten excelleren, emineren, brilleren, overtreffen, schitteren, uitblinken, uitsteken
uitmuntend best, briljant, eminent, excellent, exquis, meesterlijk, opperbest, patent, perfect, prima, uitgelezen, uitnemend, uitstekend, uniek, voortreffelijk, wonderwel
uitmuntend door verstand geniaal, intelligent
uitneembaar demontabel
uitnemen afladen, uitdraaien
uitnemend best, eminent, excellent,perfect, prima, puik, superieur, uitstekend
uitnemer - souteneur
uitnodigen convoseren, engageren, inviteren, noden, verlokken, verzoeken, vragen
uitnodiging - convocatie, invitatie, oproep, verzoek
uitnodiging tot verklaring motie
uitoefenen bedrijven, doen, verrichten
uitoefening van recht rechtspleging
uitpakken - uithalen
uitpeinzen bedenken, uitdenken, verzinnen
uitpellen sc hillen
uitpersen pletten, uitbuiten, uitdrukken, wringen
uitpikken uitkiezen
uitpluizen noppen, onderzoeken
uitplunderen - beroven
uitpoetsen uitwissen, wegvegen
uitporren wekken
uitpraten afspreken, bijleggen, oplossen
uitproberen beproeven, testen
uitproesten schateren, schaterlachen
uitpuilende ogen - exofthalmus
uitputten afbeulen, afjakkeren, afmatten, aftappen, aftobben, draineren, ledigen, slopen
uitputtend afmattend, intensief, moordend, vermoeiend, volledig
uitputting enervatie, inanitie, verzwakking
uitrafelen uitpluizen
uitrazen - uitbulderen
uitredding - verlossing
uitreiken distribueren, overhandigen, uitdelen
uitreiking distributie, overhandiging, uitdeling
uitrekbaar - elastisch
uitreis vertrek
uitrekenen becijferen, bepalen, nagaan, uitkienen, uitknobbelen, vaststellen
uitrekken lengen, oprekken, spannen, strekken
uitrichten bewerken, doen, verrichten
uit rijst gebrouwen drank - arak, sake
uitrit - uitgang
uitroeien afmaken, elimineren, extriperen, ombrengen, uitdelgen, verdelgen, vernietigen
uitroeiing eliminatie, verdelging
uitroep ach, aha, ai, ala, au, ba, boe, br, eh, eureka, foei, gil, ha, hallo, he, heila, ho, hu, jeminé, komaan, kreet, och, oef, oh, oei, roep, sa, schreeuw, voort, welaan, ziedaar
uitroep exclamatie
uitroep bij bacchusfeesten evoë
uitroep bij bepaald spel bingo, kien, mat, schaak
uitroep tot aansporing tsa, komaan, voort
uitroep tot afkeer ba(th), foei, jakkes, jasses
uitroep van Archimedes eureka
uitroep van benauwdheid oef, ai
uitroep van bewondering bravo
uitroep van blijdschap aha, ha, heisa, hoera
uitroep van Duitse schildwacht werda
uitroep van geestdrift - hoera
uitroep van huivering br, hu
uitroep van instemming bravo
uitroep van medelijden ach, och
uitroep van minachting ba, foei
uitroep van ongeloof oele, kom
uitroep van opluchting hehe, oef
uitroep van pijn ai, au
uitroep van schildwacht halt, werda, wiedaar
uitroep van schrik ai, oei, oh
uitroep van spijt helaas
uitroep van teleurstelling - jammer
uitroep van verrassing aha, hé, oh
uitroep van verwondering - gom
uitroep van vreugde aha, ha, fijn, heila, hoera, hoezee, leve
uitroep van walging ba, jakkes
uitroepen aankondigen, bekendmaken, proclameren
uitrukken uittrekken, vernietiging, verwijderen, wegnemen,
uitrusten aangorden, bewapenen, bijkomen, herstellen, slapen, verpozen
uitrusten op bed - slapen
uitruster in leger foerier
uitruster van schepen reder
uitrusting accommodatie, benodigde, equipment, outillage, outfit
uitrusting van soldaten - P.S.U.
uitschakelen afzetten, elimineren, stopzetten, verslaan
uitschakeling - eliminatie, integratie
uitscheiden afzonderen,eindigen, ophouden, stoppen
uitscheiding - excretie
uitscheidingsholte bij vogels - cloaca
uitscheidingsstoffen - extre(men)ten
uitschelden beledigen, beschimpen, bespotten, honen, kwetsen, onteren, uitjouwen, uitfoeteren
uitschenken - uit(gieten)
uitscheppen - leegmaken
uitschietende lichtbundel - flits, lichtstraal
uitschot afval, barrel, bocht, gespuis, geteisem, kaf, kriel, ontuig, rammelant, rap, rebuut, rommel, rotzooi, schorem, schuim, tuig, uitvaagsel, vuil
uitschot van fruit stek
uitschreeuwen uitroepen
uitschrijven van een vergadering - bijeenroepen, convoceren
uitschuifbaar telescopisch
uitschuifbare ladder magirusladder
uitslaan pletten, walsen
uitslaapkamer - recovery
uitslag afloop, brand, debiet, einde, gevolg, levering, resultaat, score, uitkomst, verkoop
uitslag van de huid exceem, exantheem, netelroos
uitslag van het gelaat krent
uitslapen - luilakken
uitslingeren centrifugeren
uitslover braniemaker, opschepper
uitsluiten excluderen
uitsluitend alleen, enkel, exclusief
uitsluitend een bezit van dieren - staart
uitsluiting afwijzing, ban, boycot, exclusie, interdict, onterving, royement, seclusie, wering
uitsluiting in een wedstrijd diskwalificatie
uitsluiting van geloofsgemeenschap - ban, excommunicatie
uitsluitsel antwoord, opheldering, verklaring
uitslijpen - eroderen
uitsmeden pletten
uitsmeren - spreiden, strijken, verdelen
uitsmelten (van metaal) louteren
uitsmijten amoveren, uitkaaien
uitsmijter patser, pooier, portier, souteneur, uitkaaier
uitsnijden - excideren, excisie
uitsnijding excisie
uitspanning amusement, boog, gewelf, hemel, herberg, pleisterplaats, plezier, toog, trans, vermaak, zwerk
uitspansel azuur, firmament, hemel, hemelgewelf, lucht, zwerk
uitsparen besparen, bezuinigen, economiseren, uitwinnen
uitsparing in muur nis
uitspatting exces, losbandigheid, orgie
uitsplitsing - atomiseren, uitschiften
uitspitten - onderzoeken
uitspoelen ondermijnen, reinigen, schoonmaken, uithollen
uitspoeling irrigatie
uitspoken - uitvreten
uitspraak arrest, attest, articulatie, beslissing, bewering, citaat, elocutie, eloquentie, ontboezeming, oordeel, uitlating, verdict, verklaring, vonnis
uitspraak bij stemming votum
uitspraak doen ober beslissen
uitspraak in geschil - arbitrage
uitspraak van Gerechtshof arrest
uitspreiden etaleren, uitleggen, uitstallen
uitspreken articuleren, uiten, uitpraten, vellen, verklaren, zeggen
uitspringend gedeelte - nok
uitsprong van een gevel saillie
uitspruiten botten, uitkomen, uitlopen
uitspruitsel blaadje, bot, flits, knopje, loot, schoot, spruit, uitloper, wortel
uitstaan velen, verdragen, verduren
uitstalkast etalage, pronkkast, toog, vitrine
uitstalkastje etagère
uitstallen etaleren, opstellen
uitstalling marktkraam, show
uitstalraam - etalage, vitrine
uitstallen - etaleren, exhiberen, vertonen
uitstalling etalage, exhibitie, expositie, tentoonstelling
uitstalruimte etalage, museum, pronkkast, showroom, toonkamer, vitrine
uitstapje escapade, excursie, reis, rit, tocht, toer, trip
uitstappen - debarkeren, uitstijgen, uittreden
uitsteeksel doorn, nok, punt, rand, saillie, spriet
uitsteeksel op een spil asnok
uitsteeksel waarop een stijl rust - neut
uitstek balkon, kroonlijst, luifel
uitsteken puilen, uitblinkeb
uitstekend best, bravo, briljant, eminent, excellent, fameus, fantastisch, goed, heerlijk, kostelijk, meesterlijk, mooi, oke, patent, perfect, picobello, prachtig, prima, probaat, prominent, puik, schitterend, subliem, tiptop, uitnemend, voorbeeldig, voortreffelijk, weergaloos, wonderwel
uitstekend dakgedeelte - euzie
uitstekend dakvenster koekoek
uitstekend strookje aan kaart tab
uitstekende lijst richel
uitstekende pilaster ante
uitstekende punt stekel, doorn
uitstekende (sluit)rand flens, richel
uitstekende top piek
uitstel aanhouding, mora, opschorting, prorogatie, respijt, surséance, verdaging, verlet, verschuiving
uitstel is gevaarlijk p.i.m. (periculum in mora)
uitstel van betaling dispensatie, indult, krediet, moratorium, remis, respijt, surceance
uitstel van betalingstermijn - remis
uitstellen aanhouden, afgelasten, opschorten, opschuiven, rekken, schorsen, transfereren, verdagen, verschuiven, vertragen, verzetten
uitstijgen uitstappen
uitstippelen aanduiden, ontwerpen
uitstorten ejaculeren, ledigen, openbaren, plenzen, uiten, uitgieten, uitwerpen, wegwerpen
uitstorting - nederdaling
uitstoten uitwerpen, verbannen, verdrijven, verschoppen, verwijderen
uitstoten van een klinker aan het eind van een woord - elisie
uitstralen emitteren, gloeien, straling
uitstralend licht - schijnsel
uitstralende warmte gloed
uitstraling van energie radioactiviteit
uitstraling aura, emanatie, radiatie
uitstraling van energie radio-activiteit
uitstraling van pijn irradiatie
uitstralingspunt radiant
uitstrekken elargeren, uitbreiden, reiken, vergroten
uitstrijken gladmaken, gladstrijken,
uitstroming - effusie, emanatie
uitstrooien - sprenkelen
uitstroomopening - osculum
uitstrooisel gerucht, praatje
uitstuffen gommen, uitvlakken
uitstulping van de huid bult, puist
uittanden - kartelen
uittarten tergen, uitdagen
uittering ematiatie
uittesten proberen, testen, toetsen
uittocht exodus, vertrek, vlucht
uittreden - opstappen
uittreding - emersie
uittrekken afleggen, begroten, excerperen, ramen, uitdoen
uittrekken van kiezen extraheren
ulttrekse1 abrégé, aftreksel, begrip(Grieks) epitome, excerpt, extract, overzicht
uitvaagsel falderappes, gajes, gemeen, gespuis, heffe, plebs, rapalje, schorem, schorr(i)iemorrie, schuim, tuig, uitschot
uitvaardigen afkondigen, bekendmaken, decreteren
uitvaardiging - decreet
uitvaart begrafenis, lijkmis, plechtigheid
uitvaartplechtigheden exequien
uitvagen wegvegen, wegvlakken
uitval aantasting, boutade, snauw
uitval van een schermer - passe
uitvallen begeven, vervallen, wegvallen
uitvaren foeteren, opspelen, razen, schelden, tekeergaan ,tieren, vloeken
uitvechten beslechten, uitknokken, uitmaken
uitvegen afwissen, gommen, schoonvegen, uitwissen, uitwrijven, verwijderen
uitvenen moeren
uitverkiezing keus
uitverkocht leeg, los
uitverkoop opruiming, solde
uitverkoren geliefd, geselecteerd, uitgelezen, uitgezocht
uitverkoren uitgezondene afgezant, zendeling
uitverkoren volk Gods Israëlieten
uitverkorene geliefde
uitverkozen verkoren
uitvezelen uitrafelen
uitvinden bedenken, ontdekken, uitdenken,
uitvindend creatief, inventief, scheppend
uitvinder inventor, ontdekker
uitvinder van aceton - Derosne
uitvinder van accordeon Buschmann
uitvinder van aceton - Takamine
uitvinder van altfluit Böhm
uitvinder van de achromatische verrekijker Dollond
uitvinder van de aniline Perkin
uitvinder van de antenne - Popov
uitvinder van de areometer Hypatia
uitvinder van de atoombom Compton
uitvinder van de auto Daimler
uitvinder van de barometer Torricelli, Viviani,
uitvinder van de beeldtelegrafie - Kom
uitvinder van de bioscoop Lumière
uitvinder van de bliksemafleider - Franklin
uitvinder van de boekdrukkunst - Gutenberg, Koster
uitvinder van de brandspuit v. d. Heijden
uitvinder van de bril Franklin
uitvinder van de destillatie Geber
uitvinder van de differentiaalrekening Leibnitz, Newton
uitvinder van de dieselmotor Diesel
uitvinder van de draadloze telegrafie Marconi
uitvinder van de duikboot Drebbel
uitvinder van de dynamo Faraday
uitvinder van de elektro dynamo - Faraday
uitvinder van de elevator Otis
uitvinder van de fiets - MacMilan
uitvinder van de film Edison
uitvinder van de fonograaf Edison
uitvinder van de fotografie Daguerre, Niepce
uitvinder van de gasverlichting - Murdoch
uitvinder van de gloeilamp Edison
uitvinder van de grammofoon Edison
uitvinder van de grasmaaimachine - Hills
uitvinder van de inductiespoel - Ruhmkorff
uitvinder van de katrol Archimedes
uitvinder van de kleurenfotografie - Ives
uitvinder van de koepokinenting - Jenner
uitvinder van de kwikthermometer - Fahrenheit
uitvinder van de lichtdruk Albert
uitvinder van de locomotief Stephenson
uitvinder van de luchtballon Mongolfier
uitvinder van de luchtband Dunlop
uitvinder van de lucifers Walker
uitvinder van de metronoom Maelzer
uitvinder van de microfoon Hughes
uitvinder van de microscoop Leeuwenhoek
uitvonder van de motor - Siesel
uitvinder van de mijnlamp Davy
uitvinder van de naaimachine Howe
uitvinder van de onderzeeboot Fulton, Drebbel, Bushnell
uitvinder van de penicilline Fleming
uitvinder van de piano Christofori
uitvinder van de postzegel Kaiser
uitvinder van de radar Watt
uitvinder van de radio Marconi
uitvinder van de rotatiepers Applegarth
uitvinder van de rekenmachine - Pascal
uitvinder van de saxofoon Sax
uitvinder van de scheepsschroef - Ericson, Ressel
uitvinder van de schrijfmachine - Sholes
uitvinder van de spoorweg Stephenson
uitvinder van de steendruk Senefelder
uitvinder van de stencildruk Gestetner
uitvinder van de stereoscoop Brewster
uitvinder van de sterrenwacht - Drake
uitvinder van de stethoscoop Laennec
uitvinder van de stofzuiger Noe
uitvinder van de stoomketel Papin
uitvinder van de stoommachine - Watt
uitvinder van de telefoon Bell
uitvinder van de telegraaf Morse
uitvinder van de televisie Baird, Nipkof
uitvinder van de vaccinatie Jenner
uitvinder van de verrekijker Drebbel
uitvinder van de vulpen Mollet, Waterman .
uitvinder van de wandtapijten Gobelin
uitvinder van de wringbalans Coulombe
uitvinder van de zeilwagen Stevin
uitvinder van de zetmachine Mergenthaler
uitvinder van de zonnewijzer Anazimander
uitvinder van het blindenschrift - Braille
uitvinder van het buskruit Schwarz
uitvinder van het duikerpak Borelli
uitvinder van het dynamiet Nobel
uitvinder van het esperanto Zamenhof
uitvinder van het gasgloeilicht - Weisbach
uitvinder van het haringkaken - Beukelsz(oon)
uitvinder van het kompas Gioja
uitvinder van het kortschrift Groote
uitvinder van het kasregister Ritty
uitvinder van het plastic Hyatt
uitvinder van het slingeruurwerk - Huygens
uitvinder van het spinnewiel Jurgens
uitvinder van het telegraafschrift - Morse
uitvinder van het vulkaniseren - Goodyear
uitvinder van het zakuurwerk Henlein
uitvinder van het zweefvliegtuig - Lillienthal
uitvinging - inventie
uitvinding uit de laatste wereldoorlog atoombom, radar
uitvindster van het kantklossen Uttmann
uitvissen controleren, onderzoeken
uitvlakken raderen, uitgommen, uitstuffen
uitvliegen verlaten, wegvliegen
uitvloeien - wegstromen
uitvloeien van lava extrusie, effusie
uitvloeiing emanatie
uitvloeiingsgesteente basalt, kwartsporfier, lipariet, melafier, ryoliet
uitvloeiing van licht - straling
uitvloeisel consequentie, effect, emanatie, gevolg, nasleep, uitwerking
uitvlokken coaguleren
uitvlokking coagulatie
uitvlucht evasie, excuus, flous, ontsnapping, smoes(je), verzinsel, voorwendsel, uitwijking, verzinsel
uitvluchten zoeken dralen, tergiverseren
uitvoer export, output, uitdraai
uitvoerbaar doenlijk, executoriaal, haalbaarmogelijk
uitvoeren doen, exporteren
uitvoerder bouwbaas, executant, executeur
uitvoerder van bouwwerken aannemer
uitvoerder van een testament executeur
uitvoeren doen, executeren, exporteren, ondernemen, realiseren, volbrengen, verrichten
uitvoerend - executoriaal
uitvoerend bewind executieve
uitvoerend kunstenaar acteur, danser, declamator, dirigent, cellist, dirigent, klarinettist, musicus, trompetist, violist, zanger,
uitvoerende macht koning, kroon
uitvoerhandel - export
uitvoerig ampel, breed(voerig), gerekt, grondig, in extenso, omstandig, prolix, uitgebreid
uitvoerig verslag rapport, relaas
uitvoering afwerking, concert, executie, toneelstuk, vertoning, voltrekking, voorstelling
uitvoeringsbevel - opdracht
uitvoervergunning consent
uitvorsen doorgronden, naspuren, onderzoeken, opsporen,
uitvorsend penetrant, scherpzinnig
uitvragen - uithoren
uitvreter bietser, klaploper, parasiet, tafelschuimer, uithaler, uitspoker
uitwaaien wapperen
uitwas abces, exces, groei, knobbel, knoers, knoerst, protuberantie, uitsteeksel, uitstek, wen, wrat, zwelling, uitgroeisel
uitwas aan een boom - knoest
uitwas aan eikenbladeren galnoot
uitwas bij planten gal
uitwas op de huid - bobbel, buil, bult, eczeem, gezwel, puist, pukkel, uitslag, wrat
uitwas op kop van dieren gewei, hoorn, horen
uitwasemen dampen, exhaleren, transpireren, zweten
uitwaseming exhalatie, stoom, transpiratie
uitwaseming van rottende stoffen miasma
uitwassen reinigen, zuiveren
uitwateren lozen, spuien
uitwatering afvoerbuis, rijt, riool, spuigat, suatie, waterlozing
uitwateringskanaal suatiekanaal
uitwateringsmerk - Plimsollmerk
uitwateringssluis zijl
uitweg exit, expedient, gat, oplossing, redding, uitgang, uitkomst
uitweiding breedvoerigheid, digressie, elaboratie, excursie
uitwendig extern, exterieur, uiterlijk
uitwendig gebruik u.e.
uitwendig geneesmiddel balsem, smeersel, zalf
uitwendig heelmiddel pleister
uitwendige exterieur
uitwendigheid voorkomen
uitwerken afdoen, bedrijven, berekenen, doen, ontwikkelen, oplossen, plegen, stichten, uiten, volvoeren,
uitwerking effect, gevolg, invloed, oplossing, resultaat
uitwerpen braken, lozen, spuwen, uitbannen, uitstorten, uitstoten, verstoten
uitwerpselen - drekstoffen, exorementen, fecaliën, faeces, ontlasting
uitwerpselen van een dier drek, keutel, mest, plak, stront, vijg
uitwerpselen van wild boonsel
uitwijken emigreren, vermijden, vluchten
uitwijkeling - balling, emigrant
uitwijking emigratie, uitvlucht
uitwijzen bannen, vonnissen
uitwijzing verbanning
uitwinnen besparen, uitsparen
uitwinning - evictie, excussie
uitwisselen ruilen
uitwisseling - ruil
uitwissen doorhalen, effaceren, obliteren, uitpoetsen, uitdoen, uit(vegen)
uitwissing - deletie
uitwonend extern
uitwonende - forens
uitwrijven poetsen, reinigen, uitvegen
uitwuiven - uitzwaaien
uitzaad - zaaigoed, zaaigraan
uitzaaien - verspreiden
uitzakking (geneesk.) prolaps
uitzeilen vertrekken, wegvaren
uitzenden - omroepen
uitzending (e)missie, programma
uitzet - dilatatie
uitzetten - expanderen, toenemen, uitdijen, wijken, zwellen
uitzetting dilatatie,expansie, expulsie, uitwijding, vergroting, verwijdering, zwelling
uitzettingskracht elasticiteit, spankracht
uitzeven afscheiden
uitzeveren uitkwijlen
uitzicht kijk, panorama, perspectief, prospect, vergezicht, vue
uitzichttoren belvédère
uitzieden uitkoken
uitzingen - volhouden
uitzinnig dol, doldriest, dwaas, enorm, furieus, idioot, krankzinnig, razend, redeloos, onbesuisd
uitzinnige dolleman, krankzinnige
uitzinnigheid dolheid, razernij
uitzitten - ondergaan
uitzoeken kiezen, lezen, schiften, selecteren, sorteren, uitdokteren, uitkienen, uitknobbelen, uitpluizen
uitzoeker lezer, selecteur
uitzonderen uitsluiten
uitzondering - exceptie, exclusie
uitzonderlijk apart, bijzonder, enig, exceptioneel, extravagant, extreem, geniaal, uiterst, uniek, vreemd, zeldzaam
uitzonderlijk raar - apart
uitzonderlijke begaafdheid - genie
uitzuiger aasgier, afperser, knevelaar, profiteur, uitbuiter, vampier, woekeraar
uitzuinigen (be)sparen, overhouden, uitsparen
uitzwaaien - uitwuiven
uitzwellen puilen
uitzweten transpireren, uitwasemen
uitzweten van een pathologische vloeistof exsudaat
uitzweting - exsudatie
uiver eiber, eidebaar, ooievaar
uk baasje, dreumes, dwerg, hummel, kereltje, kind, kleintje, kleuter, peuter
ukje baasje
ukkepuk peuter
ukkie - dreumes
ulaan lansier, lans(ruiter)
ulceratie verzwering
ulcereren etteren, zweren
ulcus zweer
ulevel babbelaar, karamel, zuurtje
ulimanniet NiSbS
ulk bunzing, skunk
Ullr, woonplaats van - Ydalir
Ulmacee - celis, iep. Olm, ulmus
ulster - winterjas
Ultima Thule - IJsland
Ultra extreem, overdrevenuiterst
ultramarijn bergblauw
Ulysses Odyssee
umbellifeer
4 anijs, peen, sium
5 apium, carum, dille, karwij, komijn
6 bunium, dicuta, conium, daucus, kervel, venkel
7 doorwas, holzaad, myrrhis, scandix, selderij
8 bevernel, drieblad, pijpkruid, torkruid
9 bereklauw, doornzaad, heelkruid, komijnzaad, koriander, pasteraak, zevenblad
10 peterselie, scheerling, waternavel
11 fluitekruid, kruisdistel
umbrella scherm
umpire arbiter, scheidsrechter
una corda u.c.
unaniem eendrachtig, eensgezind, eenparig, eenstemmig
uncle Sam V.S., U.S.A.
unctie zalving
undulatie golving
unfair gemeen, oneerlijk, onnet, onsportief
uni éénkleurig, effen
unie alliantie, club, eenheid, genootschap, liga, (ver)bond, vereniging
Unie van Socialistische Sowjet Republieken Rusland, USSR
Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers - U.V.V.
uniek apart, enig, heerlijk, kostelijk, merkwaardig, onvergetelijk, prachtig, uitmuntend, uitzonderlijk, zeldzaam
uniek in zijn soort - enig
uniek zijn - enigheid, uniciteit
uniform eenvormig, livrei, modelkleding, tuniek, tenue, wapenrok
uniformiteit - eenheid
uniform kleding - livrei, tenue, tuniek
uniformjas tuniek
uniformpet kepie, sjako
uniformstof kaki
uniformversiering galon, tres
unilateraal eenzijdig
unisono algemeen, eenstemmig
unit - eenheid
unitas bond, unie
United Kingdom Engeland, U.K.
United Nations Organisation UNO, V.N.
United States (of Amerika) Amerika, U.S.A., V.S.,
uniteit eendracht, eenheid, eensgezindheid
universeel algemeen, algeheel, alles, alzijdig
universeel middel panacee
universele decimale classificatie - U.D.C.
universitaire voorzitter - decaan
universiteit academie, campus, hogeschool
universiteit in Amsterdam V.U., G.U.
universiteit in de V.S. Berkeley, Columbia, Harvard, Princeton, Vale
universiteit van Parijs Sorbonne
uniformiteitsafdeling - faculteit
universiteitsbestuur senaat
universiteitsbibliotheek U.B.
universiteitsbode pedel
universiteitscentrum bij Utrecht - Uithof
universiteitsgemeenschap civitas
universiteitshoofd R.M. (rector magnificus)
universiteitsraadsman decaan, studentendecaan
universiteitsstad academiestad
universiteitsstad (België) Brussel, Gent, Leuven
universiteitsstad (Engeland) Cambridge, Londen,Oxford
universiteitsstad (Frankrijk) Montpellier, Parijs, Sorbonne
universiteitsstad (Irak) Bagdad, Basra, Mosoel
universiteitsstad (Israël) Haifa, Jeruzalem, Ramat
universiteitsstad (Italië) Florence,Padua,
universiteitsstad (Nederland) Amsterdam, Groningen, Leiden, Nijmegen, Utrecht
universiteitsstad, middeleeuws -
3 Aix
4 Caen, Jena, Rome
5 Bazel, Mainz, Padua, Parijs, Pavia, Praag, Siena, Trier
Turijn, Wenen
6 Arezzo, Cahors, Erfurt, Huesca, Keulen, Krakow, leiden,
Leuvem, Modena, Nantes Napels, Oranje, Oxford
7 Avignon, Bologna, Bourges, Ciombra, Ferrara, Glasgow,
Granada, Leipzig, Marburg, Orleans, Perugia, Rostock,
Salermo, Sevilla, Vicenza
8 Aberdeen, Bordeaux, Debrecen, Florance, Freiburg, Grenoble,
Palencia, Piacenza, Poitiers, Toulouse, Tübingen, Valencia, Vercelli, Würzburg
9 Barcelona, Boedapest, Camgridge, Frankfurt, Perpignan,
Salamanca
10 Heidelberg, Kopenhagen, Valladolid, Wittenberg
11 Fünfkirchen, Montpellier
13 Koningsbergen
universiteitsstad, voormalige Nederlandse - Franeker, Harderwijk
universiteitsterrein campus
universum al, heelal, kosmos
UNO - VN
unster weegtoestel
uppercut kinstoot, opstoot
upper ten aanzienlijksten, bloem, elite, keur
uppie alleen, kleinigheid
up-to-date actueel, nieuw
uraniet - torberniet, zeuneriet
uraniniet - pikblende, uraanpikerts
uranium - uraan
uraniumerts - carnoliet, uraniniet
uranotantalium - samarskiet
Uranus, satelliet van - Oberon, Titania, Umbriël
urbaan wellevend, hoffelijk
urbain - stedelijk
urbanisatie verstedelijking
urbanisme stadscultuur
urbaniteit galanterie, hoffelijkheid , stedelijkheid
urbisme steedsheid
ure - stonde
ureum - carbamide
urgent dringend, dwingend, hoognodig, nodig, noodzakelijk, spoedeisend
urgent zijn of maken - urgeren
urine pis, plas
urine, bestanddeel van de - ureum
urinebuis urethra, katheter
urinedrijvend middel - coffeïne, diureticum, diuretine, theocine
urineleider - ureter
urineonderzoek uroscopie
urineren pissen, plassen
urinevergiftiging - uraemie
urinezak - urinaal
urmen klagen, kreunen, zaniken, zeuren, zwoegen
urn asbus, aspotje, asvaas, canope, kruik, pul, tul vaas
urticacee - brandnetel, glaskruid, rameh
Uruguay, hoofsstad van - Montevideo
Uruguayse munt peso
U.S,A, - Amerika
usance gebruik, gewoonte, mos, regel, zede
ut - do
uterus baarmoeder
utiliteit bruikbaarheid, nut
utopie droombeeld, illusie
Utrecht - Bisschopsstad, Domstad, Sticht
Utrecht, plaats in -
4 Elst, Odijk, Tuil
5 Baarn, Doorn, Graaf, Lopik, Maarn, Soest
6 Cabauw, Eemdijk, Eemnes, Loenen, Loerik, Rhenen, Wilnis,
Zuilen
7 Abcoude, Kamerik, Leersum, Leusden, Spengen, Utrecht,
Cleuten, Zegveld
8 Benschop, Blokland, Jutphaas, Maarsen, Mijdrecht Soestdijk,
Uithoorn
Utrecht, rivier in - Eem, Vecht
uur H., hora, stonde
uuraanwijzer - klok, uurwerk
uurgebeden horae, horen
uurglas tijdglas, zandloper
uurwerk gnomon, horloge, klesyda, klok, pendule, remontoir, tijdmeter, uurwijzer, wekker, zandloper, zonnewijzer
uurwerk, deel van een - echappement, slagwerk, slinger, wijzer
uurwerkhersteller horlogemaker
uurwerkraadje - snek
uurwijzer zie uurwerk
uw huis thuis, uwent
Uzbeekse hoofdstad Tasjkent
V
va pa, papa, vader
vaag doezelig, flau, flou, mistig, nevelig, obscuur, onbepaald, onduidelijk, ongewis, onnauwkeurig, onscherp, onzeker, schemerig, schimmig, wazig, zweverig,
vaag begrip benul, notie
vaag gepeins mijmerij
vaagjes flauw, onscherp
vaagjes en flets - zwak
vaak dikwijls, doorgaans, gedurig, geregeld, gewoonlijk, herhaaldelijk, meermaals, meestal, veel(al), veelvuldig, menigmaal
vaal bleek, flets, gekleurd, grauw(achtig)), grijs, kleurloos, lichtgrauw, mat, ontkleurd, parelkleurig, rossig, verschoten, verkleurd
vaalachtig valig
vaalbruin worden - tanen
vaalerts tetraidriet
vaalgeel goor, tanig
vaalt asbelt, ashoop, belt, mesthoop, vuilnisbelt
vaalwit - grauw, grijs
vaalzwart - grauw
vaam vadem
vaan(del) banderol, banier, drapeau, geus, standaard, veldteken, vendel, vlag, wimpel, windwijzer
vaan van de ruiterij kornet
vaan van een lans. banderol
vaandel - banier, blazoen, krijgsbanierstandaard, veldteken, vendel, vlag, wimpel
vaandel (Sp.) bandera
vaandel bij de cavalerie - standaard
vaandeldrager banierdrager, signifer
vaandel, klein - pannoen
vaandelspel - vendelzwaaien
vaandrager - tuinfluiter
vaandrig kornet
vaandrig van de ruiterij kornet
vaantje - banderilla, windwijzer
vaar gust
vaarbereik - actieradius
vaardig bedreven, begerig, behendig, bekwaam, bereid, capabel, gereed, geroutineerd, gezwind, grif, handig, klaar, kundig, paraat, prompt, rad, ree, vlot, vlug
vaardig en hanteerbaar - handig
vaardigheid bedrevenheid, behendigheid, bekwaamheid, gezwindheid, handigheid, kunde, kundigheid, kunst, reeheid, routine, techniek, vlugheid
vaardig man - routinier
vaargat - inrit
vaargeul diepslochter
vaargeul in ijs - slop
vaargeul tussen zandbanken priel
vaarlicht - scheepslantaarn
vaars kalf
vaart diep, dynamiek, entrain, gang, grift, kanaal, koers, pace, radheid, reis, schot, snelheid, speed, spoed, tempo, tocht, toer, trip, vitesse, vliet, waterweg, zeereis
vaart minderen - (af(remmen)
vaartuigen
3 aak, ark, bol, bom, jol, kof, kog, mas, mot
4 bark, boot, brik, buis, duck, giek, hulk, jonk, kaag, kaan, kaik,
kano, kiel, kits, kwak, kwee, lark, pink, pond, poon, slof,
smak, snik, snuk, trek, vlet, vlot, waal, zomp
5 aviso, balsa, galei, barge, berge, break, draak, eiker, ferry,
galei, jacht, fager, kajak, kaper, knots, kogge, kraak, patas,
pinas, pleit, plemp, pluit, praam, prauw, sasak, schip, sjomp,
skiff, sloep, snauw, spits, tjalk, tramp, uboot, umiak, vleet
6 barkas, beuger, blazer, boeier, botter, dogger, feloek, fregat,
gabaar, gabare, galeas, galjas, gondel, hengst, hoeker, hopper,
karaak, kokwet, korvet, kotter, logger, pampus, ponton,
punter, rijnaak, sampan, schouw, schuit, sleper, stomer, tanker,
tender, tokker, wherry, zuiger
7 aalpoon, brander, drifter, duwboot, galjoen, galjoot, kadraai,
karveel, klipper, korjaal, kruiser, kuboot, lichter, monitor,
schebek, sculler, sharpie, sultana, tartaan, tjotter, trawler,
treiler, trireen, veeboot, woonark, zeeboot
8 bijlander, blusboot, bochtaak, bokschip, duikboot,ertsboot,
gierpont, hagenaar, hoogaars, ijsbreker katschip, kolenaak,
korakora, kustboot, lifeboat, mailboot, notendop, orembaai,
palander, polakker, raceboot, ramschip, roeiboot, samoreus,
schoener, schokker, tankboot, veerboot, veerpont, vikinger,
vissloep, zeejacht, zeeschip, zeilboot
9 aakschuit, baggerbok, bombarder, brigantijn, dekschuit,
destroyer, ferryboot, hekwieler, kempenaar, kieljacht,
koelschip, kostschip, lastschip, loodsboot, mosselman,
motorboot, pakschuit, poolschip, raderboot, rijnlander,
salonboot, slagschip, sleepboot, snebschip, stoomboot,
tambangan, tankschip, uitlegger, vijfmaster, vliegboot,
woonschip, zeiljacht
10 aardschuit, adviesbark, beurtschip, driemaster, fluitschip,
haringbuis, hovercraft, hydroplaan, jaagschuit, kuilkorvet,
lichtschip, marsiliaan, mijnenveger, motorjacht, motorschip,
olympiajol, onderzeeër, pakketboot, rotorschip, scheldejol,
snelzeiler, spankuiler, stoomjacht, stoomschip, trekschuit,
veerschuit, viermaster, vlerkprauw, vrachtboot, wachtschip
11 adviesjacht, baggermolen, baggerpraam, bovenlander,
cartelschip, centerboard, dreadnought, graanzuiger,
kaapvaarder, kustvaarder, mijnenlegger, onderlosser,
overzetboot, schoolschip, schuifgalei, slagkruiser, statenjacht,
torpedoboot, vikingschip
12 baggerschuit, ballastschip, haringlogger, haringschuit,
koningssloep, landingsboot, modderschuit, onderzeeboot,
oorlogsschip, pantserschip, schoenerbrik, torpedojager,
vlaggenschip, zeesleepboot, zolderschuit
13 blokkadeschip, kanonneerboot, loodsschoener, walvisvaarder,
14 hospitaalschip, kofferdekschip, pantserkruiser, passagiersboot,
pieremachochel, transportschip, twaalfvoetsjol
vaartuig in de Middellandse Zee - tartaan
vaartuig met hoog oplopende steven orembaai
vaartuig op de ganges - baulea
vaartuig van Eskimo kajak
vaartuig van Noach arke, ark
vaartuig voor ruimtevaart - ruimteschip
vaartuig voor visvangst bom, botter, logger, pink, trawler, treiler
vaartuigje - scheepje
vaart van lopen - gang
vaarwater diep, gracht, kanaal, kielwater, meer, rak, rivier, sloot, vaart, waterweg, zee
vaarwater in Nederland kil, krammer
vaarwater tussen Denemarken en Zweden Sont
vaarwater tussen twee zeeën zeestraat, nauw, Sont, straat
vaarweg - koers, richting, route
vaarwel - adé, adi(e), adieu, adios, aju(us), bye, gegroet, goedendag, saluut, tabee, vale
vaarwel zeggen - groeten
vaas amfora, kan, kruik, pul, tul, urn
vaas voor as - urn
vaat afwas
vaatcryptogaam boom, heermoes, paardenstaart, varen,schubboom, wolfsklauw, zegel
vaatdoek slobbe, theedoek, wis
vaatgezwel angioom
vaatje voor haring kantje
vaats - onfris
vaatvernauwend middel - angiotinicum
vaatvernauwing vasoconstrictie
vaatverwijding - angiëctasi
vaatvlies - chorioidea
vaatwerk aardewerk, beker, bord, glas, kan, ketel, kom, kopje, pan, pot, pul, schaal, schotel, servies, teil, vat
vaatwerk met schenkpijp theepot, tuitkan
vaatwerk uit klei gebakken aardewerk
vacant beschikbaar, ledig, leeg, onbezet, onvervuld, open(staand), vrij
vacature vac.
vaccin entstof
vaccin tegen tuberculose BCG
vaccinatie inenting
vaccinatiebewijs - pokkenbriefje
vactinatie, iemand die-verricht - vaccinatur
vaccineren inenten
vaccinestof - koepokstof
vaceren openvallen
vacht haarkleed, pels
vacht van een dier dierenhuid, pels
vachtdikte - stapl
vacuüm lacune, leegte, leemte, luchtledig, onderdruk
vacuümmeter alfatron
vadde - pannenkoek
vadem vaam
vademecum handleiding, leerboek, leidraad
vademen - meten, omvatten
vader pa, papa, paps, patriarch, va
vader (bijbel) abba
vader des vaderlands - p.p.
vader en moeder ouders
vader of moeder ouder
vader van Abraham Terah
vader van Achilles Peleus
vader van Aegistus Thyestes
vader van Aeneas Anchises
vader van Agamemnon Atreus
vader van Ajax Telamon
vader van Alcaenus Perseus
vader van Alexander de Grote Philippus
vader van Amphlon Zeus
vader van Amphiticon Alcides
vader van Amphitrite Nereus
vader van Apollo leus
vader van Ares leus
vader van Aristaeus Apollo
vader van Astyanax Hector
vader van Atalante lasus
vader van Atreus Pelops
vader van Bacchus Jupiter, leus
vader van Bellerophon Glaucus
vader van Braga Odin
vader van Cadmus Agenor
vader van Circe Helios (Helius)
vader van Clytaemnestra Tyndareus
vader van Dardanus leus .
vader van Darius Hystaspes
vader van David Isai
vader van Dido Tyrus
vader van Dionysos Zeus
vader van Elektra Agamemnon
vader van Eos Hyperion
vader van Erebus Chaos
vader van Europa Agenor
vader van Ezau Izaak
vader van Faunus Picus
vader van Freyja Njord
vader van Hector Priamus
vader van Helius Hyperion
vader van Hippomenes Macareus
vader van Hygiera Asclepius
vader van Inachus Okeanos, Oceanus
vader van Ismaël Abraham
vader van Jonathan Saul
vader van jonggeborene kraamheer
vader van Jozef Jakob
vader van Jupiter Saturnus
vader van Kain Adam
vader van Latinus Faunus
vader van Mars Jupiter
vader van Medea Aeëtes
vader van Minos Zeus
vader van Moab Lot
vader van Morpheus Hupnos
vader van Nereus Pontus
vader van Niobe Tantalus
vader van Odysseus Laërtes
vader van Orestes Agamemnon
vader van Orpheus Apollo
vader van Palamedes Nauplius
vader van Paria Priamus
vader van Peleus Aeacus
vader van Pelops Tantalus
vader van Penelope Icarius
vader van Persephone Zeus
vader van Perseus Zeus
vader van Pharnaces Mithradates
vader van Phoebe Uranus
vader van Pollux Zeus
vader van Priamus Laomedon
vader van Priapus Dionysos, Dionysus
vader van Samuel Elkana
vader van Saturnus Uranus
vader van Sem Noach
vader van Tantalus Zeus
vader van Thaumas Pontus
vader van Thetis Nereus
vader van Thyestes Pelops
vader van Tithonus Laomedon
vader van Troïlus Priamus
vader van Ulysses Laërtes
vader van Vider Odin
vader van Wodan Bor
vader van Xerxes Darius
vader van Zeus Chronos, Kronos
vader van de Nereïden Nereus
vader van de wals Strauss
vaderland bakermat, geboorteland, patria
vaderlander patriot
vaderlandsgezind nationaal
vaderlandsliefde patriottisme
vaderlandsvriend - patriot
vaderlandloze apatride, d.p.
vadermin - vaderliefde
vaderlijk paternaal, patriarchaal
vaderlijk erfdeel patrimonium
vaderlijk erfdeel, tot het- behorende - patrimoniaal
vader of moeder ouder
vaderpaard - hengst
vaderrecht patriarchaat
vaders broer - oom
vaderschap paterniteit
vadersnaam - patronymicum
vaderstad van Abraham Ur
vadsig indolent, levenloos, loom, lui(zig), maf, onbenullig, slaperig, traag, werkschuw
vadsigheid loomheid, luiheid, traagheid
vagant zwerver
vaganten - goliarden, zwervers
vagebond boef, dolaard, kalis, landloper, rabauw, schelm, schoft, schurk, schooier, vrijbuiter, zwerver
vagebonderen - zwerven
vagebonderende interlectuelen in de late middeleeuwen - goliarden
vage beschouwing - algemeenheid
vage gestalte schim, spook
vagen poetsen, reinigen, wrijven, zuiveren
vage plaatsaanduiding ginds, ginder
vager borstel, stoffer
vagevuur purgatorium
vak ambt, afdeling, ambacht, beroep, branche, gebied, handwerk, hok, lade leervak, loket, metier, stiel
vak in bureau lade, loket
vak op school aardrijkskunde, biologie, Duits, Engels, Frans, geografie, geschiedenis, godsdienst, Grieks, historie, Latijn, lezen, Nederlands, rekenen, schrijven, taal
vakantie reces, rusttijd, uitstapje, verlof, vrij(af)
vakantiedag snipperdag
vacantieganger reiziger, toerist
vakantiehuisje in de bergen chalet
vakantieverblijf camping, hotel, pension, tent
vakantiewoonwagen caravan
vakbekwaam - bedreven, bekwaam, kundig
vakblad - vakorgaan
vakbond syndicaat
vakbondsbestuurder bonze
vakbondscentrale CNV, FNV, NKV, NVV
vakerig - slaperig
vakgenoot amice, collega
vakgroep sectie
vak in tuin perk
vakje - hokje
vakkundig bedreven, (vak)bekwaam
vakman deskundige, elektricien, fitter, glasblazer, kenner, loodgieter smid, specialist, timmerman, metselaar
vak met zitplaatsen - tribune
vak of baan beroep
vak of beroep ambacht
vak of betrekking - baan
vak op school - biologie, Duits, Engels, Frans, geografie, geschiedenis, Grieks, Latijn, Nederlands, rekenen, scheikunde, taal
vakorgaan - vakblad
vaktaal jargon
vaktermen - terminologie
vakvereniging corporatie, gilde, (vak)bond, vakgroep
vakwoord - term
val bons, buiteling, deksel, dreun, hinderlaag, klem, klep, knip, kuil, neergang, ondergang, plof, raam, slag(net), smak, tuimeling
valabel aannemelijk, geldig, rechtsgeding
valbloem - haagwinde
valbijl guillotine
valblok heiblok
valdeksel luik
valdeur rinket, schofdeur, schotdeur
valdeur (herald.) - orgel
valdeurtje klap, rinket
vale v., adieu, gegroet, vaarwel
valentie - waardigheid
valeriaanachtigen - valerianaceeën
valerianacee spoorbloem, valeriaan, veldsla
valet bediende, butler, kamerdienaar, lakei, lijfknecht
valgen - omploegen
valhek hamei, stormegge
valide gezond, krachtig
valideren - gelden
validiteit - geldigheid, geschiktheid
valies karabies, koffer, reistas, reiszak
valig - verschoten
valijzer klink
valinger - tafeleend
valk - falco(nide), giervalk, roodvalk, slechtvalk, smelleken,
taleken, torenvalk
valkachtige vogel arend, buizerd, havik, kiekendief, slechtvalk, sperwer, wespendief, wouw
valkbloem klaproos
valkenier - vogelaar
valkenjacht - valkerij, vederspel
valkenjager - valkenier
valkerf kapsnede, vellingskerf
valkruid - arnica, wolverlei
valk, mannelijke - tarsel, tersel
vallei dal, del, diepte, inzinking, laagte
vallen dalen, kwakken, lazeren, neerkomen, sneuvelen, storten, struikelen, treffen, tuimelen, zakken
vallend gesteente bergstorting
vallend sluitijzer klink
vallende duisternis avond, schemer
vallende ster meteoor, meteoride, meteoriet, meteoroliet
vallende ziekte epilepsie
vallen zetten - trappen
valletje rabat
valling helling, schuinte
val met een lus - strik
valnet slagnet
val of buiteling - smak
val voor dieren klem
val voor ramen - luik
valoriseren waarderen
valpoort stormegge
valput - kuil
valreep loopplank, scheepstrap, touwladder
vals achterbaks, arglistig, bedrieglijk, boos, dissonant, doortrapt, fout(ief), gemeen, geniep(ig), gluiperig, imitatie, ignobel, kattig, kwaad, laag, leugenachtig, loens, loos, min, nagemaakt, nep, onecht, onedel, oneerlijk, onjuist, onoprecht, onwaar, onzuiver, perfide, pseudo, slinks, trouweloos, verkeerd, verraderlijk, vuig, vuil
valsaard bedrieger, fielt, gemenerik, gluiperd, judas, linkerd, snoodaard
vals bericht kwakkel
vals goud doublé
vals kijken aangluipen
vals of nep - namaak
vals spelen sjoemelen, steggelen, tricheren stechelen
vals voorwendsel fint
valscherm parachute
valschermspringer - parachutist
valse aantijging laster, smaad
valse diamant peridot, stras
valse eed meineed
vals goud - double
valse haarkrul boekel
valse haartooi - pruik
valse horizon pseudorizon
valse kies - pr(a)ermolaar
valse leer pseudologie
valse plooi in stof kreukel
valse reden - drogreden
valse redenering paralogie
valse sluitrede - paralogisme
valse smaragd peridot
valse toon - wanklank
valse verklaring meineed
valse vouw kreuk, kreukel, plooi
valse vrouw feeks , harpij, kreng
valse zwangerschap - hooiveulen
valserik - gemenerik, hinderlaag, kuil, list, valsaard
valsheid - boosheid, fraude, gemeenheid, gramschap, huichelarij, nijdigheid, onechtheid, oneerlijkheid, onwaarheid, veinzerij
valstrik (hinder)laag, kuil, list, verleiding
valstrikbom - booby-trap
valuta - bedrag, deviezen, geldstelsel, koers, munteenheid, waarde, wissel(waarde)
valutabeurs - wisselmarkt
valvenster tuimelraam
valwind - bise, bora, borino, föhn, mistral, papagayo
valwind aan de Adriatische Zee - bora
valziek epileptisch
valziekte - epilepsie
vampier bloedzuiger, desmondontida, uitzuiger, woekeraar
van achternaam, v.
van aantekeningen voorzien annoteren
van aanzien deftig, hoog, notabel, voornaam
van aarde aarden, lemen
van adel adellijk, edel
van adresbanden voorzien banderen
van alles allerlei, diversen, varia
van alles voorzien gesorteerd
van alle wilskracht beroven biologeren, hypnotiseren, uitmergelen
van alles wat allegaartje, mengelmoes, potpourri, quodlibet, varia
van andere aard allogeen
van balein gemaakt baleinen
van been benen, benig
van beide kanten - beiderzijds
van belang belangrijk, belangwekkend, (ge)wichtig, important, noemenswaardig, voornaam
van belang zijn - tellen
van belastingbandje voorzien banderolleren
ven benzine voorzien - tanken
van bepaalde delfstof voorzien - lei
van bepaalde wollen stof gemaakt - lakens
van beroep professioneel
van betekenis belangrijk, betekenisvol, relevant, significant, terzake
van binnen innerlijk, intern, inwendig
van binnen leeg - hol
van binnen uitkomend endogeen
van binnen uit endogeen
van blijvende waarde klassiek
van bloed levend vampier
van bomen gemaakt - houten
van boven v.b.
van buiten extern, uitwendig
van buiten af komend exogeen
van buiten inwerkend exogeen
van buiten leren memorisatie, memoriseren
van cijfers voorzien nummeren, numeroteren, nummeren
van de der, des
van de borst nemen spenen
van de bouw van Rome af u.c.
van de dag van schrijven d.d.
van de dop ontdoen pellen
van de geest mentaal
van de grond opnemen oprapen
van de hoofdzaak weghalen afleiden
van de kook - overstuur
van de leeftijd aet
van de pit ontdoen egreneren, ontpitten
van de troon stoten - onttronen
van de wind afgewende zijde lij
van deze tijd contemporain, eigentijds, modern
van dezelfde mening eensgezind, unaniem
van dezelfde oorsprong isogeen
van dezelfde soort eender, enerlei, gelijk
van dezelfde stam stamverwant
van die tijd af sedert, sinds
van die zaak - daarvan
van dienst zijn dienen, gerieven, helpen
van direct belang - actueel
van dit jaar h.a. (huius anni)
van dun hout gemaakt spanen
van edele aard getuigend grootmoedig
van een ener
van een berg naar beneden bergaf
van een dag - eendags
van een omslag voorzien kaften
van een regel afwijkend abnormaal
van elders afkomstig allogeen
van elk apart - elkeen
van elke vegetatie verstoken kaal
van flinke afmetingen groot
van geen belang irrelevant, nutteloos
van geen betekenis - irrelevant
van geen nut nutteloos, onnut(tig)
van geld voorzien - spekken
van gelijke inhoud conform, eensluidend, identiek
van gelijke mening eensgezind
van gelijke vorm uniform
van gelijke waarde equivalent, gelijk, pari
van gering gewicht licht
van geringe afmeting iel, klein
van geringe betekenis flop, flut, waardeloos
van geringe breedte smal
van geringe dichtheid - ijl
van geringe hoeveelheid iets, miniem, weinig
van geringe hoogte laag
van geringe lengte kort
van geringe omvang klein
van geringe stand burgerlijk
van geringe waarde prullig
van geringe zwaarte - licht
van gewicht voornaam, zwaar
van goed gehalte edel, nobel, zuiver
van goede huize v.g.h.
van goud voorzien - eglomiseren
van groeven voorzien gerild
van grote omvang dik, omvangrijk
van grote samenhang - taai
van grote waarde duur, kostbaar, kostelijk, waardevol
van harte graag, hartelijk, innig
van heden af - a dato, voortaan
van hemelsblauwe kleur azuren
van het begin af ab, ovo
van het begin af herhalen (muz.) - da capo
van het lopende jaar A.C. (anno currente)
van het midden af distaal
van het nodige voorzien verzorgen
van het vel ontdoen - villen
van het vorige jaar a.p.
van hier heen
van hoefijzers voorzien beslaan
van huid ontdoen stropen, villen
van huid verwisselen vervellen
van huis weg - afwezig
van hun kant hunnerzijds
van iets af eraf
van iets getuige zijn beleven, ervaren, meemaken, ondervinden
van iets houden - mogen
van ijzeren banden voorzien beslaan
van inhoud ontdoen legen, lozen
van ivoor elpen, ivoren
van jonge datum recent
van kantoor v.k.
van klei lemen
van kleine afmeting dun, iel
van kleine omvang - beknopt
van kracht gelden, geldig
van kracht zijn vigeren
van kruit en kogels voorzien laden
van kwaliteit - goed
van lager rang subaltern
van lieverlee allengs, gaandeweg
van loodglazuur voorzien loden
van lucht voorzien - beluchten
van manschappen voorzien bemannen
van meer kernen voorzien polynucleair
van mening zijn achten, denken, geloven, menen, vinden
van metaal vervaardigd - metalen
van mijn rekening m.c. (mio conto)
van mindere waarde gering, slecht
van naam bekend
van niemand gener
van niveau - goed
van node nodig
van nummers voorzien - numeroteren, nummeren
van nut nut(tig), praktisch, stade, productief
van nut zijnde - nuttig
van omslag voorzien kaften
van onderen v.o., beneden
van oordeel zijn denken, geloven, menen
van opinie zijnde - menen
van opzij en profile, e.p.
van pas geschikt, opportuun
van pas komen - dienen
van plan zijn beramen, voornemen, willen
van platen voorzien geïllustreerd
van rechts naar links v.r.n.1.
van riet vervaardigd rieten
van schil ontdoen schillen
van schroefdraad voorzien snijden, tappen,
van sits japons
van slag - ontsteld
van smart versteende moeder Niobe
van spijs voorzien - spijzigen
van sporen wisselen rangeren
van stavast ferm, flink, stoer
van streek dol, geschokt, kapot, ontdaan, ontsteld, ontzet, overstuut, verward
van strepen voorzien - belijnen
van tanden voorzien getand
van teen gevlochten korf mand
van tevoren a priori, eerder, voorafeerst
van terzijde lateraal
van toen af sedertdien, sinds
van tuig voorzien inspannen, optuigen, tuigen,
van twee zijden - bilateraal
van uw kant uwentwege
van velen meerdere, veler
van veren wisselen - ruien
van verscheidene soorten diversen
van verschillende gedaante - heteromorf
van verschillende soort anders, divers
van versierselen voorzien ornamenteren, opsieren, versieren
van vetleer vetleren
van vet voorzien - smeren
van vezels en draden ontdoen - afrepen
van voedsel voorzien - ravitailleren
van voren en face, frontaal
van voren af opnieuw, wederom
van vroeger tijd antiek
van wapens ontdoen ontwapenen
vanwege door, krachtens, namens, om, waarom, wegens
van weinig aanzien laag, min, obscuur, onbeduidend, onbekend
van weinig belang - onbetekenend
van wilskracht beroven - biologeren, hypnotiseren
van wolken voorzien bewolkt
van wrok vervuld - wrokkig
van ijzeren banden voorzien - beslaan
van zekere stof vervaardigd elpen, gouden, leren, wollen
van zeker materiaal elpen, leren, houten, ijzerenmetalen, plastic
van zij zijden
van zijn geld levend rentenier
van zijn stuk kapot, confuus
van zins - genegen
vanadium v.
vanaf sedert, sinds, (Lat) ab
vanaf die dag d.d. (de dato)
vanavond - hedenavond
vandaag dato, heden, nou, nu, tegenwoordig, thans
vandaag of morgen eens
vandaal barbaar,vernieler, verwoester
vandaan afkomstig,weg
vandaar daarom, derhalve, dus
vandalisme vernielwoede, vernielzucht,
vandoor heen, foetsie, verdwenen, weg
vaneel - kielpan
vaneen gescheiden, gespleten, kapot, stuk, uiteen
vaneen doen scheiden
vaneengaan - splitsen
vaneen kloven splijten
vaneen scheiden demonteren, scheiden
vangarm tentakel
vangdam - kistdam
vangen beetnemen, grijpen, strikken, verschalken, vatten
vangtoestel klem, knip, slag, strik,val
vangtouw lasso
vangen van vogels flappen
vanger - grijper
vangerij eendenkooi
vangertje krijgertje, tikkertje
vangklem val
vangman - catcher
vangmiddel aas, fuik, kuil, lasso, net, strik, val, vang
vangmiddel voor paling - fuik
vangsloot vanggreppel
vangst - buit
vangtoestel - klem, knip, slag, strik, val
vangtouw - lasso
vangwerktuig lasso, net, schepnet, treil
vangzeil - springzeil
vanitas - ijdelheid
vaniteit ijdelheid
vanmiddag hedenmiddag
vanmorgen hedenmorgen
vannacht - hedennacht
vanwege door, wegens, namens
vanzelf e.o. ipso, natuurlijk, spontaan, vanzelfsprekend, vrijwillig
vanzelf bewegen - automatisch
vanzelfsprekend allicht, gewoon, logisch, natuurlijk, uiteraard
vapeur damp, mist, rook
vaporeus - luchtig, wazig, ijl
var rund
varee - kelp
varen - adiantum, asplenium, azolla, boomvaren, cyrtomium, davallia, dryopteris, eikvaren, polypodium, pteris, reilen, stevenen, venushaar
vaen in de wind zeilen
varen met een punter punteren
varen met riemen - roeien
varens - filicinen
varensgast bootsman, janmaat, kabelgast, ketelbink, matroos, olieman, roerganger, runner, stoker, tremmer, varensgezel, zeeman
varia allegaartje, allerlei, diversen, mengelwerk, potpouri, samenraapsel, van alles
variabel veranderlijk
variabelheid - variabiliteit
variant afwijking, mutant, variatie
variatie afwijking, afwisseling, keuze, modulatie, mutatie, sortering, variant, verandering, verscheidenheid, wijziging
varicellen - waterpokken
variëren veranderen, wisselen, wijzigen
variété - acrobatiek, cabaret, kleinkunst, revue
variététeit - differentiatie, verscheidenheid
variététheater cabaret, tingeltangel
variolen - waterpokken
varken babi, beer, biek, ever, keu, krulstaart, kurre,luilak, scheuteling, schram, smeerlap, spaarpot, suida, zeug, zwijn
varken dat gecastreerd is - barg
varken dat gespeend is scheuteling
varken dat nog geen jaar oud is - spalling
varken, wild - pekari, zwijn
varkensbil - ham
varkensbloem - watyerlelie
varkensbout ham
varkensdraf - spoeling
varkensgehakt met
varkensgeluid - knor
varkensgras - bargegras, duizendknoop, kreupelgras, mottegras, weggras
varkenshok kot
varkenshuid - zwoerd
varkenskers - coronopus
varkenskool - berenklauw
varkensleer pigskin, welster
varkensmaag varkenspens
varkenspees pezerik
varkensproduct ham, karbonade, reuzel, spek
varkenspruim kroosje
varkensrib - carbonade, kotelet
varkenssnuitskunk -soerilho
varkensstal - kot
varkenstor - zwijnkevertje
varkenstrog zeunie, zeuning
varkensverblijf hok, kot
varkensvel - zwoerd, zwoord
varkensvet reuzel
varkensvlees spek, pork
varkensvlekziekte - erysipeloid
varkensvoederbak trog
varkensvoer draf, mast, slobber, spoeling
varkensworst - metworst
varkensziekte gort, pest
varkentje - big
vasoconstrictie vaatvernauwing
vast beklemd, bekneld, bestaand, bestendig, bevestigd, compact, definitief, dicht, dogmatisch, echt, flink, gebonden, geheid, geregeld, gewis, hecht, massief, onbeweeglijk, onbewogen, onroerend, onwankelbaar, onwrikbaar, pal, permanent, positief, roerloos, solide, stabiel, stellig, stereotiep, stevig, vurig, wis, zeker
vast aangetrokken - strak
vast bezoeker habitué, stamgast
vast dek op schip plecht
vast en zeker stellig, gewis
vastberaden beslist, gedecideerd, kordaat, resoluut, standvastig
vastbesloten resoluut, (muz.) resoluto
vastbinden knechten, knevelen, knopen, reien, sjorren, tuien
vastdraaien - aandraaien
vaste aardkorst lithosfeer
vaste beloning salaris, wedde
vaste bewoner ingezetene, inwoner
vaste bezoeker stamgast, habitué
vaste bijdrage aan een krant - column
vaste brandstof meta
vaste fuik (Ind.) - sero
vaste koper cliënt, klant
vaste lezer van een krant of periodiek - abonnee
vaste ligplaats voor wilde dieren - leger
vaste onveranderlijke factor - constante
vaste overtuiging geloof, zekerheid
vaste regel dogma, orde, reglement, wet
vaste schijf van computer - harddisk
vaste ster - rigel
vaste verblijfplaats adres, domicilie
vaste volgorde dezelfde boeken en tijdschriften lezen - leeskring
vaste vorm geven concretiseren
vaste wastafel lavabo
vaste zalf pasta
vasteland continent, wal
vasten - onthouden
vastenavond zinneken
vastenavondfeest carnaval
vastendag - zwartdag
vasten, feest dat aan de - voorafgaat - carnaval
vastenmaand (Islam) ramadan
vastentijd quadragesima
vastgebakken aangebrand
vastgeklemd beklemd, bekneld
vastgeknepen beklemd
vastgeniet - gehecht
vastgesteld - bepaald
vastgesteld bedrag fixum
vastgesteld plan besluit, ordinantie, ordinatie, regeling, verordening, voorschrift
vastgestelde dagen data
vastgestelde hoeveelheid dosis, taks
vastgestelde prijs taxe
vastgestelde regel van de mis - ordinarium
vastgestelde volgorde - rooster
vastgestelde vorm formaat, formulier
vastgrijpen aanpakken, beetpakken, vatten
vasthechten bevestigen, fixeren, haken, klitten, lassen, lijmen, naaien, nieten, plakken, spijkeren
vasthechting bevestiging, fixatie
vastheid bestendigheid, dichtheid, hardheid, hechtheid, soliditeit, stevigheid, stijfheid, zekerheid
vasthouden greep
vasthoudend gierig, halsstarrig, koppig, taai, trouw, volhardend
vasthoudendheid taaiheid, tenaciteit,volharding
vastigheid houvast, stabiliteit, vastheid, zekerheid
vastkakige koffervis, kogelvis, maanvis, trekkervis
vastklampen enteren
vastklemmen knellen
vastkleven kitten, lijmen, plakken
vastklinken - ketenen
vastknopen vastmaken, verbinden
vastkoppelen aansluiten, verbinden,
vastleggen immobiliseren, registreren
vastleggen van een schip - meren
vastlegging fixatie, registratie
vastlijmen - plakken
vastmaken aankoppelen, bevestigen, binden, fixeren, gespen, hechten, krammen, lijmen, nieten, schroeven, sjorren, spijkeren, tuieren, verzegelen
vastmaken met touw snoeren
vastnemen pakken
vast of in de knel klem
vastpakken aanklampen, vatten
vastplakken lijmen
vastprikken spelden
vastraken stranden
vast ritme regelmaat
vastsjorren aanhalen, seizen
vastsnoeren - binden
vaststaand definitief, onbetwist, permanent, stabiel, zeker
vaststampen - heien
vaststellen bepalen, berekenen, besluiten, constateren, fixeren, opmaken, ordinern, ramen, regelen, stipuleren, uitrekenen
vaststelling besluit, determinatie, diagnose
vaststelling van aanwezigheid van leven - biomantie
vaststelling van ziekte diagnose
vaststellingsovereenkomst dading
vaststrikken - binden
vast voor- of achterdek van een vaartuig plecht
vastzetten sjorren
vastzitten haperen
vastzittend - ingeroest
vastzittende levenswijze sessiel
vat aad, ade, bak, barrel, drum, emmer, fust, ketel, kip, kit, kuip, puts, ton
vat met één hengsel emmer
vat van zesendertig gallons barrel
vat voor chemische reactie reactor
vat voor water - waterton
vatbaar gevoelig, ontvankelijk, toegankelijk
vatbaar voor dwaling feilbaar
vatbaar voor hoger beroep - appellabel
vatbaar voor indrukken impressionabel, ontvankelijk
vatbaar voor kramp spasmofiel
vatbaar voor onderrichting dociel
vatbaar voor ontroering emotioneel
vatbaar voor uitlegging uitlegbaar, verklaarbaar
vatbaarheid geschiktheid, gevoeligheid, (pre)dispositie
vaten - barrels, fusten
vatenmaker - kuiper
vatenteil - afwasteil
vatgeld - tonnengeld
vathout duigen, kuiphout
vatten beetpakken, begrijpen, grijpen, inzien, klemmen, nemen, pakken, sluiten, snappen, vangen, vastnemen, verstaan, voelen
vazal leenman
vazalstaat leenstaat, satelliet
vechten ageren, bakkeleien, duelleren, kampen, kijven, knokken, stoeien, strijden, knokken, matten, oorlogvoeren, ravotten, strijden, twisten, wedijveren, worstelen
vechtende belligerent
vechten met woorden - bekvechten, kijven
vechter combattant, kamper, knokker, krijger, strijder, worstelaar
vechtersbaas kemphaan, knokker, renommist
vechtgraag strijdlustig
vechtjas houwdegen, ijzervreter, sabreur, vechtersbaas,
vechtpartij handgemeen, gevecht, steekpartij
vechtsport boksen, judo, karate, worstelen
vechtwagen strijdwagen, tank
vector, radius - voerstraal
vedel veel, viool
vedelboog strijkstok
veder pen, vogelpluim
vederachtig donsachtig
vederbal pluimbal, shuttle, volant
vederborstel plumeau
vederbos op helm panache
vederkruid - myriophyllum, waterduizendblad
vederlaagwolk - cirro-strarus
vederloos - naakt
vederstapelwolk - cumulo-stratus
vedertop - kuif
vedervormig penniform
vederwolk cirrus
vedette diva, primadonna, ster
Vedische godin - Aditi
Vedische spreuk mantra
Vedische taal Pali,Sanskriet
vee dieren, kuddedieren, runderen
veearts dierenarts, veterinair
veeboer - veehouder
veeboerderij farm, ranch, stee
veeboerderij (ZuidAmerika) estancia
veedrijver cowboy, gaucho, koeboer
veefokker vetweider
veefokkerij - veeteelt
veeg feeks, gevaarlijk, hachelijk, klap, netelig, plek, slag, smet, streek, toets, vlek
veeg hachelijk, precair, netelig
veegkruid - lisdodde
veegsel - afval
veegwerktuig bezem, borstel, veger
veehoeder herder
veehoedster - herderin
veehoeve in de VS. ranch(o)
veehouder agrarier, vee(boer)
veel (muz.) molto
veel aanzienlijk, boel, dikwijls, heleboel, legio, massa, menig(een), overvloedig, rijdelijk, talloos, talrijk, rijkelijk, vaak, zooi
veel bezet druk
veel drinken - hijsen, pimpelen, zuipen
veel eten buffelen, schransen
veel geld - kapitaal
veel gereisd - bereisd
veel gewicht hebbend zwaar
veel kostend duur, kostbaar
veel kwaad zeggen van - afkammen
veel macht hebbend invloedrijk
veel meer dan één menig
veel moeite doen heisteren, inspannen
veel reizen gemaakt hebbend bereisd
veel toelaten toegeven, tolereren
veel verkeer druk
veel voorkomende zwemvogel eend
veel wegende zwaar
veel werkgevend - druk
veel wetend erudiet, geleerd, intellectueel, knap,
veelal dikwijls, doorgaans, gewoonlijk, grotendeels, meestal, vaak
veelarm inktvis, poliep
veelarmige kandelaar girandole
veelarmige riviermond - delta
veelarmige straatlantaarn - reverbere
veelbesproken beroemd, berucht, fameus
veelbezet - druk
veelcellig multicellulair
veelcellige dieren metazoa
veeleer eerder, liever, meer, waarschijnlijker
veeleisend - kieskeurig
veelgodendom polytheïsme
veelheid aantal, complexiteit, getal
veelhoek polygoon
veelhoekig - polygonaal, polygoon
veelhoekig met gelijke hoeken - isogoon
veelhoevig dier ever, olifant, tapir, varken
velhoofdige draak - hydra
veelhoofdige regering polyarchie
veelkleurendruk - polychromografie
veelkleurig bont, gevlekt, kakelbont, polychromatisch, polychroom
veelkleurig beschilderen polychromeren
veelkleurige zwam elfenbankje
veelknopige plant adderwortel, boekweit, duizendknop, perzikknoop, rabarber, zuring
veelkoppige draak hydra
veelkostend - duur, kostbaar, prijzig
veelmaals - dikwerf, vaak
veelmannerij - polyandrie
veelmeer - eer
veelmondig einde aan een rivier - delta
veelogige reus Argus
veelomstreden havenplaats aan de Adriatische zee - fiume
veelomvattend breed, groot, ruim, uitgebreid, uitvoerig, wijds
veelprater babbelaar, kletsmajoor, kletser
veelschrijver broodschrijver
veelslachtig - veelsoortig
veelsnarig instrument citer, harp, piano, polichord
veelstemmig polyfoon
veelstemmigheid - polyfonie
veeltalig polyglottisch
veeltalige polyglot
veelte - veelheid
veelterm - polynoom
veeltijds dikwijls, herhaaldelijk, telkens
veelvin - snoeksteur
veelvlak polyeder
veelvoet poliep
veelvormig - pluriform, polyform
veelvoud multiplum
veelvoudig - geschakeerd
veelvoudigheid - multipliciteit, pluriformiteit
veelvraat eetwolf, gulzigaard, hollebollegijs, schrok, slokop, vreter
veelvuldig dikwijls, herhaaldelijk, meermalen, multiple, talrijk, vaak
veelvuldige echt polygamie
veelvuldigheid frequentie
veelweter - polyhistor, weetal
veelweterij - schijngeleerdheid
veelwijverij - polygamie, polygnie
veem - opslagplaats, pakhuis, stapelplaats
veemarbeider sjouwer
veen broek, derrie, turf(land), moer
veenaarde - turfaarde
veen baggeren beugelen
veen, vermengd met klei derrie
veenaal - veenpuit
veenachtige grond moeras, peel
veenarbeider - baggelaar, baggeraar, baggerman, bonker, turfgraver, veender
veenbagger derrie, slat, slet,veenslik
veenbaggeren - beugelen
veenbank turfkluit
veenbes kroos, vaccinium
veenbes, Amerikaanse cranberry
veenboer - veender
veendamp haarrook, veenrook
veender turfgraver, veenarbeider, veenboer
veengat dobbe
veengraver - veender
veengrond droesem, hef, hoogveen, laagveen, moer, veenslik
veenkrag til
veenman turfsteker
veenmassa - darg
veenmodder - derrie
veenmol - aardkreeft, aardkrekel, molkrekel
veenmos - sphagnum
veenplaats - veenderij, veenkolonie
veenplag - schadde
veenplas in de heide - ven
veenpolder - waterschap
veenput met water dobbe
veenreukgras - honinggras
veenrook haarrook, veendamp
veenslik veenbagger
veentrapper - tripper
veentrekker veenbaggeraar
veenwerker turfsteker
veenzuur humuszuur
veepad - tra
veepest runderpest
veer ferry, pen, pluim, pont, veder
veer, deel van een - baard(je), schacht, spoel, vlag
veerboot ferryboot, veer(pont)
veerdienst - pont
veerhanger schokbreker
veerkracht elasticiteit, energie, lenigheid, rek, rekbaarheid, spankracht, wilskracht
veerkrachtig elastisch, soepel
veerkrachtige aardpek - elateriet
veerkrachtige doorbuigen zwiepen
veerkrachtige plank - springplank
veerkrachtige reep balein
veerman beurtschipper, pontbaas
veerman van de onderwereld - Charon
veerpont (Ind.) sasak
veerregelaar echappement
veerschaaf ploegschaaf
veerschuit - overzetboot
Veerse gat Veregat
veeruimte kraal
veer van een vogel veder
veerwisseling - ruien
veest - buikwind
veestapel beslag
veeteelt - fokkerij
veevoer biet, biks, bostel, draf, gras, haksel, hacer, hooi, klaver, koolraap, kort, lijnkoek, mais, pulp, raap, slobber, spoeling, spurrie, suikerbiet
veevoergewas op zandgrond - spurrie
veevoer uit beetwortels pulp
veeweider vetweider
veeziekte - blaar, lupinose
vegen bezemen, kuisen, reinigen, schoonmaken, schuieren, wissen, zuiveren
veger bezem, luiwagen, plumeau, schuier, stoffer, zwabber
vegertje - stoffer
vegetaal - plantaardig, vegetabiel
vegetabiel plantaardig
vegetariër planteneter
vegetatie flora, plantenleven, plantengroei, woekering
vegetatief plantaardig
vegetatie god Dionysos
vegetatiegordel savanne, steppe, toendra
vegetatiekunde - fytochemie, plantensociologie
vehement geweldig, hevig, sterk
vehikel - voertuig
veil corrupt, eerloos, gemeen, laag, laaghartig, min, omkoopbaar, onedel, verleidbaar
veilen aanbieden, verkopen
veiler - venduhouder, verkoper
veilig aangenaam, beshermd, fijn, geborgen, gered, gevaarloos, ongedeerd,ongevaarlijk, pluis, safe, zeker
veilig en zeker - safe
veilige bewaarplaats brandkast, kluis, safe
veilige leuning aan boord reling
veilige ligplaats haven
veilige plaats heul
veiligheid securiteit, zekerheid, zekering
veiligheidsbrandstof meta
veiligheidsgordel - riem
veiligheidslamp voor mijnwerkers - daviaan
veiligheidslamp, uitvinder van de Davy
veiigheidssriem auto(gordel)
veiligheidstoestel luier, noodrem, schietstoel
veiligheidsverdrag garantieverdrag
veiligstelling redding
veiling afslag, auctie, smient, vendu, vendutie, verkoping
veilingterm bod, handgeld, kavel
veiling van inboedel - boelgoed
veilkrans - klimopkrans
veilleuse nachtlichtje
veine geluk(je), mazzel
veinzaard huichelaar
veinzen gebaren, huichelen, ontvlammen, simuleren, verzinnen, voorgeven, voorwenden
veinzen ontbranden, ontvlammen, smeulen
veinzer draaier, huichelaar, komediant, simulant
veinzerij huichelarij,simulatie
veinzing nabootsing, simulatie
vel balg, bast, blad, huid, pel, schil(fer), vacht, vlies
vel geprepareerd waspapier stencil
vel papier blad, folio, kwarto, octavo
vel van Amerikaans stinkdier - skunk
vel van een zeehond robbenhuid
velaar - ch
veld akker, beemd, enk, es, grond, hei, land, terrein, vlakte, wei(de)
veldajuin - (bos)geelster, vogelmelk
veldanjelier - kartuizeranjelier
veldarbeid akkerbouw, landbouw, tuinbouw
veldbed kermisbed, stretcher, vloerbed
veldbies - lazula
veldbloem akkerwinde, boterbloem, klaproos, madelief, paardenbloem, wikke
veldbloempje - madeliefje
veldcypres - akkerzenegroen
velddiefstal stroperij
velddistel - akkervederdistel
veldekster tapuit
veldduiker - toppereend
velderts ijzeroer
veldesdoorn - aak
veldfles bidon, flap(kan)
veldgeranium - bloedooievaarsbek
veldgeschreeuw wapenkreet
veldgeschut - kanon
veldgewas aardappel, biet, knol, kroot, peen, raap
veldgezang bucolicum, herderslied
veldgod Pan, sater
veldheer bevelhebber, generaal, krijgsoverste, legeraanvoerder, maarschalk, strateeg
veldheren van Alexander de Grote die na zijn dood bestuurders werden van zijn rijk diadochen
veldhoen kwakkel, kwartel, patrijs
veldhospitaal ambulance, barak, lazaret
veldhut tabernakel
veldjas tuniek
veldkanon - falconet, valkenet
veldkei - flint,vlint
veldkers - cardamine
veldknoflook - kraailook
veldkomijn karwij
veldlazaret - hospitaal
veld lijster kramsvogel
veldloop cross
veldmuis akkermuis, bosmuis, mof
veldpijp - schalmei
veldpolitie marechaussee
veldprediker aalmoezenier
veldral kwartelkoning
veldranonkel akkerboterbloem
veldrit - terreinrit
veldsaffraan driedistel
veldschans lunet, redoute
veldsring - pinksterbloem
veldsla - valerianella
veldslag bataille, oorlog
veldspin hooiwagen
veldsport hockey, honkbal, korfbal, tennis, voetbal
veldtafeltje - planket
veldteken banier, blazoen, standaard, vaan, vaandel, vendel,
veldjakker - kramsvogel
veldtocht campagne, krijgstocht
veld voor golfsport - links
veldvrucht aardappel, biet, knol, kroot, peen, raap, radijs
veldwacht - piket, rijkspolitie
veldwachter boswachter, diender, gendarme, koddebeier
veldwedstrijd - cross
veldziekenhuis ambulance, hospitaal, lazaret
vele in getal - talrijk
velen dulden, mogen, toelaten, uitstaan, verdragen, verduren
velerlei talrijk, velerhande
velg buitenrand
vel geprepareerd waspapier - stencil
vellen doden, houwen, neerslaan, omhakken, omhouwen, omzagen, uitspreken, verslaan
velletje blaadje, huidje, pelletje, schilletje, vliesje
vellig gescheurd, haveloos, vliesachtig
velling - radkrans
vellingskerf - kapsnede
velo fiets, rijziel
vélocipède fiets
velocitus v., snelheid
velodroom piste,wielerbaan
velours fluweel, meubel pluche, trijp
velours dUtrecht - trijp
vel papier - blad, folio
velte - rotsduif, steenduif
velum - ciborie
Veluws dorp
3 Ede, Epe
4 Ernst
5 Uddel, Wezep
6 Ermelo, Heerde, Loenen, Garderen, Putten, Roekel
7 Elspeet, Hierden, Otterlo, speulde, Vaassen, Veldwijk
8 Gardeen, Harskamp, Leuvenum, Lunteren, Nunspeet,
Wolfheze
9 Westeneng
10 Hoogsoeren
Veluws vliegveld Terlet
Veluws zendstation Kootwijk
Veluwse plas Uddelermeer
Veluwse heuvel - Aardmansberg, Broodberg, Filipsberg, Galgenberg, Hilleberg, Imbosch, Langeberg, Liesberg, Postbank, Schalter, Tepelberg, Tonberg, Torenberg, Wezeperberg, Zijperberg
vel van appels schil
vel van het lichaam - huid
velvet, soort fluweel, manchester
ven heidemeer, meer(tje), plas, poel
vena ader
venaal veil
venaliteit omkoopbaarheid, veilheid
vendel vaandel, vlag
vendelen slenteren, rondhangen, wapperen
vendelzwaaier - alferus, vendelier
vendetta bloedwraak
vendu - veiling
vendumeester - stokhouder
vendutie veiling, vendu, verkoping
vene ader
venerabel eerbiedwaardig
veneratie aanbidding, verering
Venetiaans vaartuig galjas, gallas, gondel, gondola
Venetiaanse bestuurder doge
Venetiaanse bootsman - gondelier
Venetiaans vaartuig - gondel, gondola
Venezolaanse haven Guanta, Maracaibo
Venezolaanse hoofdstad - Caracas
Venezolaanse staat of deel van - Anzoategui, Apure, Aragua, Barinas, Bolivar, Carabobo, Cojedes, Falcon, Guarico, Lara, Miranda, Merida, Monagas, Portoguesa, Sucre,Tachira, Trujillo, Yaracuy, Zulia
Venezolaanse staatshoofdstad - Barcelona, Barinas, Barquisimeto, Caracas, Coro, Cumana, Guanare, Maracaibo, Maracay, Maturin, Merida, Trujillo, Tucupita, Valencia
Venezolaanse rivier Orinoco
Venezolaanse munt bolivar, centimomedio, real,
Venezolaanse vlakte - llano
venia (Lat.) verlof
venia actatis meerderjarigheidsverklaring
venig - moerig
venkelhout - sassefras
venkel, wilde - waterkervel
venijn gif, laster, smet, vergif
venijnboom - taxus
venijnig arglistig, bijtend, bits, boosaardig, fel, gemeen, giftig, kwaadaardig, lasterend, pinnig, scherp, snar, stekelig, vergiftig, vinnig
venkel - vennenkool
vennoot co, compagnon, deel(genoot), deelhebber, firmant, maat, medefirmant
vennootschap n.v.,compagnie, firma, handelsmaatschappij, (Duits) a.g., (Fr.) sa, (Eng.) Ltd
vennootschap voor koophandel - fa, firma, huis
vennootschap voor scheepvaart rederij
ven of plas - meer
venster blaffetuur, fenestre, kozijn, lichterik, raam, ruit
vensterboog - ogief, spitsboog
vensterglas raam, ruit
vensterhor - chassimet
vensterluik blinde, fenteneel, rolluik
venstermuziek - aubade, serenade
vensterscherm - markies, store
vensterspijl stang, tralie
vent echtgenoot, gabber, gast, gozer, kameraad, kerel, knakker, kwant, man, snaak, snuiter
venten leuren, verkopen
venter handelaar, handelsman, kramer, koopman, leurder, marskramer, snorder, standwerker, straathandelaar
venter in aal - aalboer
venter te water - kadraaier, parlevinker
ventiel inlaat, luchtinlaat, luchtklep, piston
ventilateur ventilator, waaier
ventilatie luchtverversing
ventilator afzuigkap, fan, waaier
ventjager - marskramer
ventje baasje, dreumes, joch, kereltje,mannetje
vent of kerel jongen, knul
ventrikel orgaanholte
ventriloquist buikspreker
vent van niks lummel, slappeling
venus - Aphrodite, morgenster
venusbekken - kaardedistel
venusbloem - handekenskruid
venushaar - adiantum
venusschoentje - cypripedium
ver afgelegen, afstand, gevorderd, tele, uitgestrekt
veraarden ontaarden, verbasteren
veracht geminacht, versmaad
verachtelijk abject, dedaigneus, min, minderwaardig, onwaardig, verfoeilijk
verachtelijk en min - laag
verachtelijk mens ellendeling, fielt, kataas, ploert, schurk
verachtelijk persoon fluim
verachten bejegenen, geringschatten, miachten, trotseren, verfoeien, verkleinen, verlagen, vernederen, versmaden
verachting - hoon
verademen - opluchten, trotseren
verademing opluchting, respiratie, verkwikking, verlichting, vertroosting
veraf onna
verafgoden aanbidden
verafschuwen haten, verfoeien, walgen
veralgemenen generaliseren
veralgemening algemeenmaking, generalisatie
veranda balkon, loggia, serre, waranda
veranderd gewijzigd
veranderen aanbrengen, altereren, amenderen, corrigeren, herzien, kenteren, modificeren, muteren, omturnen, toevoegen, variëren, verplaatsen, wijzigen, wisselen
veranderen van wind krimpen, ruimen, schavilen, schralen
verandering alternatie, amendering, changement, commutatie, correctiem keer, kentering, modificatie, mutatie, omkeer, ommekeer, ommezwaai, overgang, revolutie, variant, variatie, wending, wissel(ing), wijziging
verandering van ligging discolatie
verandering van wind draaien, krimpen, ruimen
veranderlijk afwisselend, alterabel, bijster, grillig, mobiel, mutabel, onbestendig, ongedurig, ongelijk, onstandvastig, onvast, onzeker, variabel, wispelturig, wisselbaar, wuft
veranderlijk van vorm pleomorf, veelvormig
veranderingsleer metabletica
verantwoordelijk - aanspreekbaar, comptabel, responsabel
verantwoordelijke kassier - rendant
verantwoorden - rechtvaardigen
verantwoording rekenschap, responsabiliteit
verarmd - kaal
verarmen verpauperen
verarmoed armoedig, haveloos, vervallen
verassen cremeren, verbranden
verassing crematie
verbaal bekeuring, mondeling, woordelijk
verbaasd bevreemd, onthutst, paf, perplex, sprakeloos, verbluft, verrast, versteld, verstomd, verwonderd
verbaasd doen staan - epateren
verbaliseren - bekeuren
verbalisme - woordenkraam
verbambocheren - verboemelen, verbrassen
verband bandage, betrekking, coherentie, doekverband, draad, ligament, nexus, relatie, samenhang, verbintenis, windsel, zwachtel
verband doekverband, mitella, zwachtel
verband houdende met de verstoring in de ligging van de aardlagen - tectonisch
verband leggen - verbinden
verband van twee of meer squadrond - flottielje
verbandleer desmologie
verbandmiddel gaas, pleister, zwachtel
verbannen verdrijven, verjagen
verbanning ballingschap, ban, deportatie, exil, proscriptie, relegatie, uitwijzing
verbanningsoord van Napoleon - Elba
verbasterd - ontaard
verbasteren bederven, namaken, veraarden, ontaarden
verbastering degeneratie, ontaarding
verbazen bevreemden,overrompelen, verwonderen
verbazend faneus, verbluffend, (ver)wonderlijk
verbazing bevreemding, opzien, verwondering
verbazingwekkend fenomenaal, miraculeus, opzienbarend, wonderbaarlijk
verbeelden denken, dromen, fantaseren, menen, uitbeelden, voorstellen, wanen
verbeelding fantasie, hersenschim, imaginatie, inbeelding, kapsones, verwaandheid, waan
verbeelding/bestaande in... ingebeeld
verbeeldingskracht fantasie, imaginatie
verbeeldsel - voorstelling
verbeiden afwachten, toeven, wachten, verwachten
ver beneden de oppervlakte diep
verbenacee - ijzerhard
verbergen dekken, maskeren, onttrekken, verbloemen, verhullen, vermommen, versteken, verstoppen, wegstoppen, verzwijgen
verbeten fel, gespannen, hardnekkig, heftig, ingehouden, opgekropt, verbitterd, verduwd, vinnig
verbetenheid felheid
verbeteraar corrector
verbeteraar van de telegraaf Morse
verbeteren amenderen, corrigeren, emenderen, goedmaken, herstellen, hervormen, herzien, opknappen, rechtzetten, reformeren, saneren, storneren, verhelpen, vervangen, zuiveren
verbeterd esperanto ido
verbetering beterschap, correctie, emendatie, herstel, herziening, rechtzetting, rectificatie, redres, reform, storno, verstel
verbetering van bedorven lezingen - emendatie
verbetering van een fout in de boekhouding - storneren, storno
verbeurdverklaring confiscatie, neming,
verbeuren - kwijtraken, verliezen, verspelen, vertillen, verzetten
verbeurten - aflossen
verbeus - breed, omslachtig, woordrijk, wijdlopend
verbeuzelen verdoen, verklungelen, verknoeien, verspillen
verbiage - gewauwel, woordenvloed
verbidden - ompraten, vermurwen
verbiedelijk - gezeglijk
verbieden ontzeggen, weigeren
verbijsterd onthutst, ontsteld, ontzet, paf, perplex, radeloos, verbluft, verward
verbijsteren - ontzetten
verbijstering verlegenheid, verstomming
verbijten - verkroppen
verbinden aanknopen, aanhechten, alliëren, koppelen, raccorderen, samenvoegen, vastmaken, verenigen, zwachtelen
verbindend geldend, obligatoir, verplichtend
verbinding alliantie, associatie, band, brug, combinatie, conjunctie, connectie, contact, junctuur, koppeling, las, naad, samenvoeging, vereniging, voeg, weg
verbinding in kleding - naad
verbinding met water - hydraat
verbinding met zuurstof - base, oxyde
verbinding met zwavel sulfuratie, zwaveling
verbinding over water - brug
verbinding tussen twee oevers - brug, ferry, pont, tunnel, veer
verbinding tussen twee wielen as
verbinding van boor met een metaal - boride
verbinding van boor met waterstof - boraan
verbinding van bromium bromide
verbinding van een zuur met alcohol ester
verbinding van koolstof met een metaal carbid
verbinding van olie met water emulsie
verbinding van stenen - voeg
verbinding van twee stukken goed - naad
verbinding van zwavel met metaal blende
verbindingsbalk - kesp
verbindings buizen - fitting, rippel
verbindingsklos - draagbalk
verbindingsknie - buikstuk, zitter
verbindingslat - klamp
verbindingslijn van plaatsen met eenzelfde barometerstand isobaar
verbindingslijn van plaatsen met een zelfde taalverschijnsel isoglosse
verbindingslijn van plaatsen met een zelfde warmtegraad isotherm
verbindingsmiddel draad, gesp, lijn, nietje, paperclip, spijker, stang, touw
verbindingspen nippel
verbindingsplaat - console
verbindingsschakel es, link
verbindingsstang dissel
verbindingsstrook - strip
verbindingsstuk klamp, koppeling, las, link, naad, schakel, spalk, strip, voeg
verbindingstafel - schakelbord
verbindingsteken - divisie, koppelteken
verbindingswoord als, daar, dat, doordat, en, maar, of, omdat, voegwoord, want
verbindt twee etages trap, lift
verbindt twee wielen - as
verbintenis band, echt, engagement, huwelijk, liaison, obli(ati)o, samenhang, verband, verhouding, verloving, verplichting
verbintenis, partij in een - accept, crediteur, debiteur, schuldeiser, schuldenaar
verbitterd fel, gebeten, gegriefd, grimmig, heftig, keihard, verbeten, wrevelig
verbitteren - vergrammen
verbittering - gramheid, haat, wrok
verbleken ontkleuren, tanen, verflauwen, verkleuren, verschieten, vervagen, verzwakken
verblindheid - begoocheling, waan
verbloemd - bedekt, figuurlijk
verbloemen - bewimpelen, vergoelijken
verbloemend - eufemistisch
verbluft - onthutst, paf, perplex
verblijd - blij, opgewekt, verheugd, vreugdevol, vrolijk
verblijden blijmaken, plezieren, verheugen, verrassen
verblijdend heuglijk, verheugend
verblijf domicilie, hotel, huis, hut, intrek, motel, onderdak, onderkomen, oponthoud, pension, residentie, tent, woning, woonplaats
verblijf houden domiciliëren, liggen, logeren, resideren, verblijven, wonen
verblijf of logement hotel
verblijf van dieren dierentuin, hok, kennel, kooi, kot, nest, ren, stal
verblijfplaats van duiven - til
verblijf van een konijn - hol
verblijf van de goden Asgard, empyreum, Hemel, Olympus
verblijf van hoenders - ren
verblijf van interne kinderen - alumnaat
verblijf van kinderen box
verblijf van kippen hok, ren,
verblijf van rovers - rovershol
verblijf van scheepsbemanning foksel
verblijf van soldaten - kazerne
verblijf van varkens hok, kot
verblijf van vee stal
verblijf van vogel hok, horst, kooi, nest, ren, til, volière
verblijf van de leenheren manoir
verblijf van de Noorse goden Asgard
verblijfplaats - adres, cel, nest, onderkomen, tent, woonhuis
verblijfplaats der doden (Germ.) - Niflheim
verblijfplaats der goden - Asgaard, Olympus
verblijfplaats van Apollo - Helicon, Parnassus
verblijfplaats van de doden - hel, hemel
verblijfplaats van de muzen Helikon, Parnassus, Zangberg
verblijfplaats van dieren dierentuin, hok, hol, kot, leger, menagerie, nest, stal, zoo
verblijfplaats van koeien stal, wei
verblijfplaats van konijn hol
verblijfplaats van rovers rovershol
verblijfplaats van soldaten kazerne, bunker
verblijfplaats van varkens hok, kot
verblijfplaats van vee - stal
verblijfplaats van vogels kooi, nest, ren, til, volière
verblijfplaats voor automobilisten - motel
verblijven logeren, ophouden, toeven, vertoeven, wonen
verblind misleid
verblinden misleiden
verbloemd bedekt, opgesierd, opgesmukt, verholen, verkapt
verbloemen bedekken, maskeren, opsieren, opsmukken, verbergen, verfraaien, vergoelijken, vermommen, verschonen
verbloemend eufemistisch
verbluffend eclatant, ongelooflijk, verbazend
verbluft paf, onthutst, perplex, verbaasd, verbijsterd, verpaft, verslagen, versteld,
verbod - ban, interdict(ie), prohibitie, veto
verbod om iets in te voeren invoerverbod
verboden - angker, besmet, boejoet, gesloten, illiciet, ongeoorloofd, ontzegd, pamali, pantang, pemali, poto, taboe, tabu, treife
verboden handeling vergrijp
verboden zender - piraat
verboemelen opmaken, verbamboheren, verbrassen
verbogen - krom
verbogen lidwoord den, der, des, eens, ene, ener
verbolgen arg, boos, gebelgd, gebeten, gram(storig), kwaad, onstuimig, toornig, vergramd, verstoord
verbolgenheid - gramschap, toorn
verbond akkoord, alliantie, associatie, band, bond, coalitie, coöperatie, entente, federatie, genootschap, liga, ligua, nato, navo, pact, unie, unitas, verdrag
verbonden aaneen, connex, een, geallieerd, gehecht, gelast, gelieerd, juncto, solidair, verenigd
verbondenen - geallieerden
verbondenheid affiniteit, solidariteit, sympathie, trouw, verwantschap
verbondskist - ark
verborgen apocrief, bedekt, clandestien, cryptisch, heimelijk, latent, mystiek, onzichtbaar, schuil, stiekem, verdekt, verholen, vermomd, verscholen, verstolen, verstopt, weggestopt
verborgen feit - geheim
verborgenheid geheim, mysterie
verborgen ruimte - gat
verborgen schans - reduit
verbouw cultuur, kweek, teelt
verbouwen herbouwen, kweken, telen, vertimmeren
verbouwer kweker, planter, teler
verbouwereerd ontdaan, onthutst, ontsteld, ontzet, paf, verbaasd, versteld
verbrand - geblakerd
verbrande turf as
verbranden cremeren, oxideren, stoken, verassen
verbrandingsproduct (pot)as, roet, rook, sintel
verbrandingsrest as, sintel
verbrandingsverschijnsel - rook, vlam, vuur
verbrassen opmaken, verboemelen, verkwisten, verspillen
verbrasser verkwister
verbreden verruimen
verbreiden promulgeren, uitdragen
verbreken scheiden, schenden, stukmaken, verbrijzelen
verbreking - scheiding
verbrijzelen vergruizen, vermorzelen, verpletteren
verbroddelen - bederven, verknoeien
verbroedering broederschap, eensgezindheid, fraternité
verbroken uitgemaakt
verbroken verkering uit
verbrokkeld brood - kruim
verbrokkelen fijnmalen, verdelen
verbrokkeling desintegratie, splitsing, verstrooiing
verbruid akelig, beroerd, erg, gemeen, slecht, verknoeid
verbruien verknallen, verknoeien
verbruik consumptie, vertering
verbruiken - consumeren, opeten, opmaken, verteren
verbruiker consument, verteerder
verbruiksbelasting - accijns, BTW (betaling toegevoegde waarde)
verbruik van goederen - consumptie
verbuigen declineren,vervoegen
verbuiging declinatie, vervoeging
verbum (werk)woord
verbijsterd - onthutst, verward
verbijstering - stupefactio
verdacht louche, onguur, suspect
verdachte aangeklaagde, arrestant, beklaagde
verdachten hekje - balie
verdachtmaking insinuatie
verdagen afgelasten, opschorten, opschuiven, prorogeren, uitstellen
verdaging prorogatie, reces, uitstel
verdamping evaporisatie, transpiratie, uitademing, uitwaseming,
verdampingsmeter atmidometer, atmometer, evaporimeter
verdedigen afhouden, afweren, bepleiten, beschermen, pleiten, verweren, verzetten, voorstaan, weerleggen, weren
verdedigend defensief
verdediger achterspeler, advocaat, apologeet, back, kampvechter, pleiter, voorspraak
verdediging abologie, afweer, defensie, verweer, voorspraak
verdedigingsmiddel gracht, harnas, muur, wal, wapen verdedigingsmiddel van sommige dieren - angel, klauw
verdedigingsorganisatie - ZOAVO, NATO
verdedigingsplaats bastion, bunker, burcht, schans, vesting, wagenburg
verdedigingsrede apologie
verdedigingswal epaulement
verdedigingswapen geweer, revolver
verdedigingswerk bastion, bolwerk, borstwering, bunker, burcht, fort, schans, versterking, vesting
verdeeld - tweedrachtig
verdeeld in strofen strofisch
verdeeldheid onenigheid, ruzie, tweedracht, twist
verdeelstoel (text.) rekbank
verdekt stiekem, verborgen, onzichtbaarverstopt
verdekte opstelling hinderlaag
verdelen distribueren, divideren, doseren, kavelen, parten, scheiden, splitsen, uiteengaan, verbrokkelen
verdelend revulsief
verdelgen doden, liquideren, uitmoorden, uitroeien, vernielen, vernietigen, verwoesten
verdelging reces, uitstel
verdeling distributie, dosering, kaveling, partitie, rantsoenering, splitsing
verdeling in drieën - tripartitie, trisectie
verdeling in graden graduatie
verdeling in twee delen ditomie, halveren
verdeling naar zekere verhouding - omslag, rato, repartitie
verdemelen vernielen
verdenken - aankijken
verdenking achterdocht, argwaan, suspicie, twijfel
verder buitendien, daarna, later,meer, nog, overig, vervolgens, voort, vooruit
verder gaan - doorgaan
verder in tijd erna, later, naderhand, straks
verder varen opstomen
verderf ondergang, ongeluk, verdoemenis
verderfelijk fataal, fnuikend, funest, kwaadaardig, nadelig, nefast, noodlottig, pernicieus, pestilent, ruïneus, schadelijk, slecht
verderfelijke stad Sodom, Gomorra
verderfenis ondergang, verdoemenis
verderven bederven, ondermijnen, vernietigen
verdicht fictief, gefingeerd, gelogen, vals, verzonnen
verdicht dierenverhaal fabel, sprookje
verdicht verhaal fabel, novelle, roman
verdichte zuurstof ozon
verdichten condenseren, fingeren, samenpakken, uitdenken, verzinnen
verdichting - compressie, condensatie, verzinsel
verdichting van waterdamp - mist, wolk
verdichtsel fabel, fictie, leugen, verhaal, vertelsel, verzinsel
verdict beslissing, uitspraak, vonnis
verdienen toekomen, verwerven, winnen
verdienend bekeken te worden - bezienswaardig
verdiensten gage, honorarium, inkomen, loon, merite(s), opbrengst, salaris, uitwerken, waarde, wedde, winst
verdiensten per tijdvak uurloon
verdienstelijk behoorlijk, lofwaardig, prijzenswaardig, redelij
verdiepen uitdiepen
verdieping etage, woonlaag
verdiepingen lagen
verdierlijken animaliseren
verdikken concentreren, klonteren, stollen, stremmen, zwellen
verdikking bult, gezwel, knobbel, krop, nop, prop
verdikking in weefsel nop
verdikking van de huid eelt, knobbel
verdikking van vet - stolling
verdikt sap gelei, jus, saus
verdukte vetdelen van melk boter, kaas
verdisconteren opnemen,verwerken
verdobbelen vergokken, verspelen
verdoemd anathema, vervloekt
verdoemdenplaats Gehenna, hel
verdoemen veroordelen, vervloeken, verwensen
verdoemenis hel, ondergang, verderfenis, vervloeking
verdoemenswaard vervloekt, verwenst
verdoeming anathema, banvloek, hel
verdoen doorbrengen, opmaken, verdelgen, verknoeien, verkwisten, verspillen
verdoezelen bedekken, bemantelen, omsluieren, verbloemen,
verdoken verborgen, verhelen, verstopt, vervagen
verdolen (ver)dwalen, vergissen, zwerven
verdoling afdwaling
verdolven overstroomd, verdronken
verdomd deksels, duivels, erg, hemeen, heus, vervloekt
verdonkeremanen ontfutselen, ontvreemden, stelen, verdoezelen, verduisteren, wegfutselen, wegnemen
verdonkeren - verduisteren
verdoofd bedwelmd, beveneld, duf, gevoelloos, suf, versuft
verdoold - verdwaald
verdord droog, uitgedroogd, verlept, verwelkt
verdorren - uitdrogen, verdrogen, verleppen, verwelken
verdorven corrupt, eervergeten, gemeen, ontaard, pervers, slecht, sneed, vicieus, zedeloos, zondig
verdorven stad in Palestina Gomorra, Sodom
verdorvenheid perversie, ondeugd, ontaarding, zedenbederf
verdoven narcotiseren
verdovend middel bang, dope, drug, gandja, hasjiesj, hennep, khan, kif, L.S.D., marihuana, morfine, narcoticum, opium, pot,
pijnstiller, stuff, tea, weed,
verdovend sap maankop
verdovende plant in ZuidEuropa - alruin
verdoving an(a)esthesie, narcose, roes
verdovingsmiddel (a)ether, atropine, chloroform, cocaïne, cotine, dope, drug, ether, lachgas, L.S.D., marihuana, mescaline, narcoticum, opium, speed, stuff
verdovingsmiddelen narcotica
verdraaglijk - duldbaar
verdraagzaam duldzaam, inschikkelijk, lankmoedig, tolerant
verdraaid - dol, lam, misvormd, vervloekt, wanstaltig
verdraaien omdraaien, omketren, verdraaien, vervalsen
verdraaiing contorsie, vertekening, vervorming, verwringing
verdrag akkoord, bestand, bond, concordaat, contract, convenant, conventie, edict, entente, overeenkomst, pact, traktaat, verbond
verdrag tot overgave capitulatie
verdrag tussen land en paus concordaat .
verdragen doorstaan, dulden, duren, gedogen, lijden, ondergaan, ondervinden, toelaten, tolereren, uithouden, uitstaan, velen, verduren, vergunnen
verdragsorganisatie NATO, EEG, ZOAVO, OAS. UNESCO, SEATO
verdriet bedroefdheid, chagrijn, droefenis, droèfheid, hartzeer, kommer, kwelling, leed, narigheid, overlast, pijn, plaag, rouw, sacherijn, smart, wee, zeer, zorg
verdriet aandoen grieven, krenken, kwellen, pijnigen, plagen
verdriet hebben - treuren
verdrietig bedroefd, chagrijnig, droef, droevig, gekrenkt, korzelig, mismoedig, neerslachtig, onaangenaam, ontstemd, sip, spijtig, treurig, triest, smartelijk
verdriet of pijn - leed
verdrievoudigen - tripleren
verdringen - wegduwen
verdrukker - dwingeland, geweldenaar, tiran
verdrukking - knechting, slavernij
verdrijfpenseel - daskwast
verdrijven verjagen, uitbannen, verbannen, verzetten, wegduwen
verdrijven uit belangrijke positie - onttronen
verdrijven van de duivel exorciseren
verdrijving expulsie,verjaging
verdringen onttronen, wegduwen
verdrinken omkomen
verdrogen dorren, uitdrogen, verdorren, verleppen
verdrongen onbewust, verwijderd
verdroogd dor
verdroogd en flets verlept
verdroogd of verwelkt verdord
verdrukken bedwingen
verdrukker dwingeland, tiran
verdrukking knel
verdubbelaar - duplicator
verdubbelen bineren, doubleren, dupliceren, redoubleren
verdubbeling van medeklinkers geminatie
verduidelijken ophelderen, toelichten, uitleggen,verklaren
verduidelijkend - illustratief
verduidelijking - opheldering, uitlegging, verklaring
verduisteren achterhouden, malverseren, ontvreemden, stelen, verbergen, verdonkeren
verduistering eclips, diefstal, malversatie, oplichting
verduiveld drommels, erg, zeer
verdund - ijl
verdund (op receptén) dil
verdunnen aanlengen
verdunner - peut
verdunning aanlenging, dilutie
verdunningsmiddel terpentijn, thinner
verduren doorstaan, dragen, dulden, gedigen, harden, lijden, ondergaan, toelaten, toestaan, uitstaan, velen, verdragen
verduurzaamde levensmiddelen - conserven
verduurzamen conserveren, inmaken, invriezen, wecken
verduwd opgekropt, verbeten,
verduwen slikken, toelaten, ondergaan, verdringen
verduwing frustratie
verdwaald verdoold, zoek
verdwaasd beduusd, daas, uitzinnig
verdwalen mislopenverdolen
verdwenen foetsie, gevlogen, heen, spoorloos, verlopen, verteren, vertrokken, weg(komen), zoek
verdwijn ga, weg
verdwijnen eclipseren, gaan, heengaan, oplossen, opstappen, vergaan, verzwinden, weggaan, wijken, zwinden
verdwijngat van een riviertje ponor
veredeld - tam
veredelde zuurstof ozon
veredelen adelen, enten, polijsten, raffineren, sublimeren, verbeteren, verfijnen
veredeling domesticatie, verfijning,
veredelingsmethode enting
vereelt verhard
vereelten verharden
vereelting - verharding
vereend gezamenlijk, samen, tegader, tezamen
vereenvoudigd schematisch, verkort
vereenvoudigen - simplificeren
vereenvoudiging simplificatie
vereenzelviging identificatie
vereerd overblijfsel reliek, relikwie
vereerd symbool totem
vereerder aanbidder, minnaar
vereerd overblijfsel reliek, relikwie
vereerd symbool - totem
vereeuwigen portretteren, uitbeelden
vereeuwiger fotograaf
vereffenaar liquidateur
vereffend quitte
vereffenen aanzuiveren, adjusteren, afrekenen, afwikkelen, beslechtn, betalen, compenseren, egaliseren, recontreren, schikken, verevenen, vergelijken, verrekenen, voldoen
vereffening bijlegging, compensatie, delging, egalisatie, gelijkmaking, perequatie
vereffening van schuld betaling
vereisen vergen, vorderen, vragen
vereist gevraagd, nodig, noodzakelijk, onmisbaar, verplicht
vereiste - noodzaak
vereiste grootte afmeting, formaat, maat
veren dons, opstuiten, pluimage
verenbont boa
verend elastisch
verende knijper klem, knip, praam
verende stootplaat - buffer
verendrager vogel
veend tangetje pincet
verenen samenvoegen
veren halsbont boa
veren stoffer - plumeau
veren- van,ontdoen -pluimen, plukken
verenigd gecombineerd, gezamenlijk, tegader, verbonden
verenigd tot bondgenoten geallieerd
Verenigde Arabische Republiek - VAR.
Verenigde Naties UNO, V.N.
Verenigde Natiesorgaan UNESCO, UNICEF,
Veiligheidsraad
verenigde partijleden in vertegenwoordiging fractie
Verenigde Staten van Amerika - Alabama, Alaska, Arizona, Arkansas, Californië, Colorado, Columbia, Noord en ZuidCarolina, Connecticut, Noord en ZuidDakota, Delaware, Florida, Georgia, Hawaii, Idaho, Illinois, Indiana, Iowa, Kansas, Kentucky, Long Island, Louisiana, Massachusetts, Maryland, Maine, Montana, Michigan, Minnesota, Missouri, Mississippi, Nebraska, Nevada, New Jersey, New Mexico, New York, Ohio, Oklahama, Omaha, Oregon, Pennsylvania, Tennessee, Texas, Utah, Virginia, Vermont, Washington, Wisconsin, Wyoming, WestVirginia
Verenigde Staten van Amerika, hoofdstad van de - Washington
Verenigde Staten van Amerika, munteenheid in de - dollar
Verenigde Staten van Amerika, oorspronkelijke bewoners van de - Indiaan
Verenigde Staten van Amerika, rivier in de - Colorado, Columbia, Hudson, Mississippi
Verenigde Staten van Amerika, sneeuwstorm in de - blizzard
Verenigde Staten van Amerika, wervelstorm in de - hurricane
verenigen aanspannen, combineren, concentreren, koppelen, lijrnen, paren, samenbrengen, samenvoegen, uniëren, verbinden, verzamelen
vereniging bond, club, combinatie, concentratie, conjunctie, corporatie, corps, eenheid, gemeenschap, gilde, junctie, kring, liga, orde, samens, melting, samenvoeging, soos, sociëteit, unie, veem, verbinding
vereniging in één punt concentratie
vereniging tot behoud van stedenschoon Heemschut, Monumentenzorg
vereniging van afnemers - verbruikscoöperatie
vereniging van bijbelgeleerden - bijbelcommissie
vereniging van geestelijken orde
vereniging van lekencommissarissen - s.a.m.
vereniging van industriëlen of bankiers om voor gezamenlijke rekening een transactie uit te voeren consortium
vereniging van kloosterlingen orde
vereniging van organisaties federatie
vereniging van vakgenoten - corporatie
vereniging van winkeliers - middenstandsorganisatie
vereniging voor vreemdelingenverkeer V.V.V.
vereniging zonder winstbejag v.z.w
verenigingsbijdrage - contributie
verenigingsblad orgaan
verenigingsboort - knevel
verenigingsgebouw club, soos
verenigingsleiding bestuur
verenigingsorgaan - clubblad
verenigingsplaats van vlootafdeling - statie
verenwisseling rui
vereren aanbidden, achten, adoreren, dienen, eerbewijzen, hoogachtenhuldigen, verheffen, vieren
vererenswaard venerabel
vererfbaar erfelijk
verergeren - aanstoken
verergering aggravatie, alterering, verslechtering, varval, verzwaring
verering aanbidding, adoratie, eerbetoon, hulde, idolatrie, piëteit, veneratie
verering van beelden - afgodendienst, iconolatrie
verering van dieren zoölatrie
verering van engelen en heiligen - dulia
verering van gestorvenen manisme
vererving - erfenis
verettering pyorroe, pyorree, pyose, verzwering
verevenen begroten,vaststellen, vereffenen
verf lak
verfblaasje bladder
verfbord palet
verfborsteltje kwast, penseel
verfdistel - zaagblad
verfhout - blauwhout, braziel, campêchehout, fisethout, geelhout, moerbeziehout, quereitronhout
verfijnd apart, gemaakt, geraffineerd, precieus
verfijndheid - raffinement
verfijnen polijsten, raffineren, raspen, veredelen
verfijning raffinement, veredeling,
verfkwastje penseel, kwast, sleper, verfborsteltje
verflauwen kwijnen, verbleken, verkoelen, vermindern
verflauwing - verkoeling
verflensen verdorren, verleppen, verwelken
verflenst flets, verlept
verfmes - paletmes, tempermes
verfoeien haten, verachten, verafschuwen
verfoeilijk afschuwelijk, ergerlijk, odieus, verachtelijk, vreselijk
verfoelied glas spiegel
verfplankje palet
verfplant henna, indigoplant, meekrap, wede
verfraaid - verbloemd
verfaaien opschikken, opsmukken, rieren, tooien, versieren
verfraaiing opschik, opsmuk, versiering, versiersel
verfrissen verkoelen, verkwikken, verversen
verfrissend verkoelend
verfrissende drank bier, limonade, melk, ranja, sorbet
verfrissing bad, bier, douche, duik, frisdrank, ijs, koelte, lafenis verfrissingsmiddel waaier
verfrommelen - verkreukelen
verfsoort menie, oker, omber, orleaan, sepia, smalt, taan
verfstift kleurpotlood, pastel
verfstof albastine, amarantlak, amber, annaber, eosine, indigo, ivoorzwart, karmijn, kobalt, lak(moes), menie, oker, orleaan, pigment, sienna, sepia, smalt, taan, omber, verf, vermiljoen, vernis, zinkwit
verfstof uit run taan
verfverdunner - peut, terpentine, thinner
verfijndheid - raffinement
verfijning - raffinement, veredeling
vergaan afsterven, bederven, kelderen, omkomen, ontbinden, oplossen, rotten, smachten, smelten, smoren, verdwijnen, vermolmen, ver(rotten), verstikken, verteren, wegrotten, zinken
vergaan hout - molm
vergaan schip wrak
vergaan van ijzer - roesten
vergaarbak reservoir
vergaarde rijkdom - vermogen
vergaderen bijeenbrengen, bijeenkomen, overleggen, verzamelen
vergadergelegenheid zaal
vergaderhuis van waterschap gemeenlandshuis
vergadering assemblee, bespreking, bijeenkomst, conferentie, congres, forum, ontmoeting, overleg, samenkomst, samenzijn
vergadering der kanunniken domkapittel
vergadering van kloostermonniken - convent
vergadering der rechtbank raadkamer
vergadering van kloosterlingen - conventie, kapittel
vergadering van kardinalen voor een pauskeuze conclaaf
vergadering van schuldeisers - verificatievergadering
vergaderingsverslag notulen
vergaderpunten - agenda
vergald bedorven.
vergallen bederven, verknoeien, verpesten, verzuren
vergalopperen - blunderen
vergammeld - gammel, kapot
vergankelijk - aards, eindig, kortstondig, onbestendig, onvast, tijdelijk, voorbijgaand
vergankelijkheid - vanitas
vergaren bijeenbrengen, inzamelen, lezen, opdoen, opgaren, oppotten, opsparen, opstapelen, rapen, sparen, verzamelen
vergasser carburateur
vergasten onthalen, regaleren
vergasten op onthalen, trakteren
vergasting onthaal
vergeeflijk pardonnabel, verschoonbaar
vergeefs nodeloos, nutteloos, onvruchtbaarvruchteloos, ijdel, verloren, zinloos
vergeeld gelig
vergeetboek - doofpot
vergeetmijniet myosotis
vergelden belonen, betalen, goedmaken, lonen, revancheren, vergoeden, wreken
vergelder - renumerator, wreker
vergelding betaling, loon, renumeratie, represaille, retorsie, revanche, straf, wraak
vergelding van goed met kwaad - ondank
vergeldingsdag - bijltjesdag
vergeldingsmaatregel - represaille
vergeleken bij - tegenover
vergeleken zijnde - coll.
vergelijk akkoord, arrangement, bestand, compromis, overeenkomst, overeenstemming, regeling, schikking, vgl.
vergelijken checken, compenseren, controlerenvereffenen
vergelijkend zoals, zodanig
vergelijkende taalstudie - glottogonie
vergelijkende trap - compaatief, positief, superlatief
vergelijk - conf.
vergelijken met - collationeren, confronteren
vergelijken of testen - toetsen
vergelijking collatie, comparatie, confrontatie, gelijkenis, metafoor, parabel
vergemakkelijken rusten, veraangenamen, verzachten, verzoeten
vergemakkelijking faciliteit
vergen - eisen, verlangen, vorderen, vragen
vergenoegd content, opgeruimd,opgewekt, tevreden, voldaan
vergenoegdheid - blijheid
vergenoegd kijken glunderen
vergenoegen bevredigen, tevredenstellen
vergetelheid - Lethe (stroom)
vergeten nalaten, omitteren, ontgaan, overgeslagen, verleerd, verzuimen, weglaten
vergeven - kwijtschelden, pardonneren
vergeving absolutie, erbarmen, gena, genade, kwijtschelding, pardon, vergiffenis
vergevingsgezind genadig
vergevorderd in de tijd laat
vergevorderd in leeftijd bejaard, oud
vergewissen overtuigen, verzekeren
vergezellen be(geleiden), meegaan
vergezicht bellevue, panorama, perspectief, tafereel, uitzicht, vue
vergiet gatenplateel, lekbak, vergiettest
vergieten plengen, storten
vergif arseen, arsenicum, gif, parathion, rattenkruit, strychnine, toxicum, toxine venijn
vergif in koffie cafeïne, coffeïne
vergif in tabak nicotine
vergiffenis absolutie, gena, genade, pardon, vergeving
vergiffenis schenken pardonneren, vergeven
vergiftenleer - toxicologie
vergiftig dodend, toxisch, venijnig
vergiftige jachtspin tarantella
vergiftige naaldboom - taxus
vergiftige plant - appel, belladonna, doornappel, hazelwortel, mansoor, scheerling
vergiftiging intoxicatie
vergiftiging door onvoldoende werking van de niern - uremie
vergiftigingsangst toxifobie
vergiftleer toxicologie
vergissen - misrekenen
vergissing abuis, blunder, bok, dwaling, erratum, error, feil, flater, fout, lapsus, misgreep, misser, misslag, misrekening, misstap, misvatting, misverstand, omissie, ontsporing,
vergissingen errata
verglaasde steen tegel
verglaasde tegel - estrik
verglaassel glazuur
vergletsjerd gebied Groenland, Antarctica
vergoddelijking - apotheose, deïficatie
vergoden aanbidden, vereren
vergode held - heros
vergoding van dieren - zoölatri
vergoeden betalen, compenseren, goedmaken, lonen,
schadeloosstellen, terugbetalen, teruggeven
vergoeding beloning, bonificatie, compensatie, honorarium, leges, loon, redres, salaris, uitkering, wedde
vergoeding van geleend geld interest, rente
vergoeding van morele of ideële schade smartengeld
vergoeding voor beschadiging rafactie, refaktie
vergoeding voor rechten leges
vergoelijken goedpraten, verschonen
vergokken vergokken, verliezen, verspelen
vergooien - prijsgeven
vergramd boos, gebeten, kwaad, nijdig, toornig, verbolgen, verstoord, woedend
vergrendelen - afsluiten
vergrijp delict, diefstal, misdaad, overtreding
vergrijpen - schenden
vergroeidbladige plant - aardappel, afrikaan, alpenroos alsem, andoorn, andijvie, artisjok, aster, augurk, azalea, balroos, bertram, blaasjeskruid, blauwbes, bonenkruid, bosbes, chrysant, cichorei, dahlia, distel, dolkruid, doornappel, dovenetel, dragon, es, gardenia, gentiaan, goudsbloem, havikskruid, heide, heliotroop, helmkruid, hulst, jasmijn, kalebas, kamille, kamperfoelie, kersouw, kina, komkommer, leeuwenbek, liguster, leverkruid, lobelia, maagdenpalm, madeliefje, meekrap, melisse, meloen, muskus, nachtschade, oeverkruid, oleander, olijf, ossentong, paardebloem, penningkruid, pepermunt, petunia, pompoen, primula, rododendron, roerkruid, salie, schorseneer,
sering, slangekruid, tabak, tomaat, toorts, vingerhoedskruid,
walstro, wederik, weegbree, winde, wolfskers
vergroeiing synechie
vergroeiing van vingers of tenen - syndactylie
vergrootglas brandglas, kijker, leesglas, lens, loep, loupe
vergroten extenderen, toenemen, uitbreiden, uitstrekken, verbreden, verdiepen, verhogen, verruimen
vergrotende trap - comparatief, comparativum
vergroting uitbreiding, uitzetting
vergroting van de schildklier struma
vergrotingswoord- augmentief
vergruizelde steen puin
vergruizelen mortelen, vermorzelen
vergruizen mortelen, pletten, stukslaan, verbrijzelen, vermalen, vermorzelen
vergrijp - delict, misdaad
verguld doublé
vergunnen - bewilligen, gedogen, toelaten, toestaan, veroorloven
vergunning admissie, consent, concessie, licentie, machtiging, oorlof, (permis)sie, permit, toestemming, verlof
vergunning aan banken - bankoctrooi
verhaal bericht, beschrijving, fabel, haggada, historie, kroniek, legende, mare, novelle, regrediëntie, regres(sie), relaas, (roman)ce, sage, sproke, sprookje, story, verslag, vertelling, vertelsel, woordenreeks
verhaal in boekvorm - roman
verhaal in een oratorium - recitatief
verhaal in platen strip
verhaal in verzen, leerrijk - fabiau
verhaal van dieren fabel
verhaal van films scenario
verhaal van gedenkwaardige gebeurtenissen kroniek
verhaal van goden mythe, sage
verhaal van heiligen legende
verhaal van helden epos
verhaal van iemands leven biografie, memoires
verhaal van kabouters - sprookje
verhaal van minne - liefdesgeschiedenis
verhaal van scheepsreizen journaal
verhaal van zijn leven autobiografie, memoires
verhaalgedeelte episode
verhaalrecht - regres
verhaasten bespoedigen, versnellen
verhaasting bespoediging
verhalen achterhalen, me(d)edelen, relateren, verslaggeven, vertellen
verhalend episch, (muz.) recitando
verhalend vers ballade
verhalende dichtkunst epiek
verhandelbaar verkoopbaar
verhandelen behandelen, bespreken, negotiëren, onderhandelen, verkopen, verkwanselen
verhandeling bespreking, betoog, essay, opstel, traktaat
verhandeling van de wet artikel
verhangen - opknopen
verhanging suïside, zelfmoord
verhard gestold, grimmig, kil, ongevoelig, vereelt, verstokt
verharden - stollen
verhard metaal staal
verharde huid eelt
verharde weg straat
verhardingsrol - wals
verharen ruien
verhaspelen verknoeien, verwarren
verheerlijken aanbidden, adoreren, eren, loven, ophemelen, prijzen, roemen
verheerlijkt beaat, ingenomen, opgetogen, verrukt
verheffen accentueren, omhooggaan, opstaan, optillen, rijzen, steigeren, stijgen, sublimeren, torenen, vereren, verrijzen
verheffen tot iets absoluuts verabsoluteren
verheffend - stichtelijk
verheffing - arsis, berg, elevatie, hoogte
verheid - afstand
verheimelijken geheimhouden,verbergen, verhelen
verheimelijkt - verborgen, verholen
verhelderend illustratief
verhelen verdoezelen, versteken
verhelpen corrigeren, genezen, helen, herstellen, lenigen, remediëren, verbeteren
verhemelte gehemelte, palatum, gagel
verheugd blij, opgetogen, opgewekt, verblijd, vrolijk
verheugd kijken glunderen, stralen
verheugen verblijden, verkneukelen, verlustigen, vervrolijken
verheugenis - blijdschap
verheven aanzienlijk, abel, belangrijk, doorluchtig, edel, groots, hemels, (hoog)staand, hoogwaardig, notabel, ontzaglijk, plechtig, subliem, voornaam, hooggestemd
verheven beeldwerk - reliëf
verheven idealen nastrevend idealistisch
verhevenheid alp, berg, bult, donk, duin, heuvel, hil, hoogte, hoop, kluft, optrede, relief, terp, top
verheven stand - elite
verhevigen aanwakkeren, escaleren
verhinderd - bezet
verhinderen belemmeren, beletten, blokkeren, inhiberen, storen, stremmen, tegenhouden, terughouden, voorkomen
verhindering belemmering, belet, beletsel, hindernis, hinderpaal, struikelblok, voorkoming
verhindering van werk - verlet
verhipt schelms, verwenst
verhit gloeiend, heet, opgewonden, ontvlambaa
verhitte suiker - caramel, karamel
verhitten aanvuren, opwinden, opzwepen, prikkelen, verwarmen
verhittend heet makend, prikkelend
verhoeden beletten, schutten, voorkomen
verhogen bevorderen, opwerken, promoveren, vergroten, verheffen, vermeerderen
verhoging bevordering, bordes, drempel, podium, ribbel, stellage, stoep, temperatuur, terras, trottoir
verhoging achter het altaar - gradino
verhoging in een zaal podium
verhoging in rang bevordering, promotie
verhoging van aarde - heuvel
verhoging van geschut elevatie
verhoging van grond - berg
verhoging van lichaamstemperatuur koorts, verhoging
verhoging van salaris opslag, promotie
verhoging van de vloer - estrade
verhoging voor een huis bordes, drempel, stoep, terras, trottoir, stellage
verhokken - opkrassen, verhuizen
verholen bedekt, clandestien, heimelijk, latent, sluiks, smokkel, steels, stiekem, stilletjes, tersluiks, verbloemd, verborgen, verkapt, verstoken, verstolen
verhongeren - uitteren
verhoog estrade
verhoogd beeldwerk relief
verhoogd dek - plecht
verhoogd gedeelte van een schip - campagne, kampanje
verhoogd kweekbed - rabat
verhoogd terrein voor een huis terras
verhoogd voetpad - trottoir
verhoogd zuurgehalte superaciditeit
verhoogde a ais
verhoogde b bis
verhoogde c cis
verhoogde d dis
verhoogde e - eis
verhoogde f fis
verhoogde g gis
verhoogde bloeddruk hypertensie
verhoogde druk hypertonie
verhoogde plaats in vertrek estrade, podium
verhoogde stoep bordes, pui, trottoir
verhoogde temperatuur - koorts
verhoogde strook terp, vluchtheuvel
verhoogde toon ais, bis, cis, dis, eis, fis, gis
verhoogde vloer estrade
verhoogsel ophoging, verhoogstuk
verhoor examen, ondervraging, onderzoek
verhoorning van de huid steatosis
verhoren aanhoren, examineren, luisteren, ondervragen, toestaan, vervullen
verhouding betrekking, connectie, liaison, rede, relatie, proportie, schaal
verhouding, naar - advenant, navenant
verhouding van overstaande tot aanliggende zijde tangens
verhovaardiging - hovaarding, inbeelding
verhuizen migreren, verkassen
verhuizen naar een ander land emigreren
verhuizer - vervoerder
verhuizing migratie
verhuld bedekt
verhullen onttrekken, verbergen
verhuren verpachten
verhuring leasing
verhuur lease, leasing
verhuurder van armelijke en te duur verhuurde huisjes huisjesmelker
veridiek - echt, oprecht, waarachtig
ver in de tijd - laat
verritas - waarheid
verifiëren bekrachtigen, bevestigen, controleren, erkennen
verijdelen beletten, fnuiken, mislukken, teleurstellen
ver in de tijd laat
verjaard overjarig, verlopen, verouderd
verjaardag - anniversarium, geboortedag, jaarfeest, verjaring
verjagen ver(bannen), verdrijven, verslaan, wegjagen
verjaging expulsie, uitdrijving, verdrijving, verstoting
verjaren verlopen, verouderen, voorbijgaan
verjarend jarig
verjaring - ongeldigwording, peremptie, prescriptie
verjaring, soort - acquisitieve, extinctieve
verjingen verfrissen, vernieuwen
verkalken - oxyderen
verkalking calcinatie, petrificatie, sclerose, verstening
verkapt bedekt, geheim, heimelijk,verbloemd, verborgen, verholen
verkassen inrukken, verhuizen, verplaatsen
verkeer drukte, omgang, relatie, trafiek
verkeer per spoor - railverkeer, treinverkeer
verkeerd abuis, abusief, afwijkend, averechts, falikant, fout, fourief, kwaad, mis, nutteloos, ongunstig, onjuist, onvolkomen, onwaar, schadelijk, vals
verkeerd begrijpen misvatten, misverstaan
verkeerd gaan - tegengaan
verkeerd gebruik misbruik
verkeerd gemaakt mislukt
verkeerd handelen blunderen, falen
verkeerd spoor dwaalspoor
verkeerd uitvallen misvallen
verkeerd verstaan - mishoren
verkeerd woordgebruik wartaal
verkeerde berekening misrekening
verkeerde daad misstap, vergrijp
verkeerde mening drogbeeld, waan
verkeerde slag dwaling, misslag
verkeerde stap - misstap
verkeerde verwachting misrekening
verkeerde weg dwaalspoor, dwaling
verkeerdheid - bedorvenheid, gebrek, ondeugd
verkeersbelemmering tol
verkeersbord gebodsbord, stopbord, verbodsbord
verkeersel - spook
verkeersgemeenschap - communicatie
verkeerslijn - (stoom)tramverbinding
verkeersmiddel auto(bus), boot, bromfiets, brommer, fiets, jet, motor(fiets), rijwiel, scooter, snorfiets, tandem, taxi, tram, trein, vliegtuig
verkeersobstakel barricade, slagboom, tol
verkeersonderwijs rijles
verkeersongeval aanrijding, botsing, ongeluk
verkeersplein rotonde
verkeerssignaal stoplicht
verkeersstagnatie file, opstopping
verkeersteken pijl
verkeersvereniging A.N.W.B., V.V.V., K.N.A.C.
verkeersweg met bomen allee, avenue, dreef, boulevard, laan, verkennen - eclaireren, spieden, spioneren, verspieden
verkenner eclaiteur, padvinder, scout, verspieder, waarnemer
verkennersleider - hopman
verkenning observatieverspieding
verkenningsboring proefboring
verkenningsgroep patrouille
verkenpaal - merkpaal, strandpaal
verkerelen - bederven, verknoeien
verkeren omgaan, scharrelen, veranderen, wandelen
verkering omgang, vrijage, vrijerij
verketteren wraken, veroordelen, uitkrijten
verkettering verdoeming, wraking
verkieslijk preferent
verkiezelde boomstam - dendroliet
verkiezeling - silicificatie
verkiezen believen, opteren, prefereren, stemmen, uitkiezen, wensen, willen
verkiezing electie, keuze, poll, stemming, verlangen, voor(keur), wens
verkiezing Gods - pr(a)edestinatie
verkiezingsleer predestinatie
verkikkerd smoor, verliefd, verzot
verkild bekoeld
verkillen afkoelen, verkoelen
verklaarbaar - begrijpelijk
verklaard uitgesproken, verbeten
verklaarder exegeet, explicateur, uitlegger, uitlegster
verklampen - herstellen
verklappen overbrengen, prijsgeven, (ver)klikken, vertellen, verraden
verklaren aanzeggen, betuigen, duiden, exegetiseren, expliceren, getuigen, interpreteren, motiveren, noemen, ontraadselen, ontvouwen, ophelderen, toelichten, uitenzetten, uitleggen, uitspreken, verhelderen
verklarend ophelderend
verklarende aantekening annotatie, noot
verklarende titel ondertitel
verklarende uitleg - glos, exegese, interpretatie, opheldering, parafrase
verklarende woorden glossarium, nomenclatuur
verklaring aangifte, affidadit, annotatie, attest, eed, exegese, explicatie, getuigenis, interpretatie, oorkonde, opheldering, program, uitlating, uitlegging, uitleg, uitsluitsel, uitspraak
verklaring bij landkaart legende
verklaring dat bouw van schip voltooid is - bijlbrief
verklaring dat men zal betalen accept
verklaring van echtheid certificaat, legitimatie
verklaring van toestemming - placet
verkleden omkleden, omtrekken, uitdossen, vermommen
verkleding travestie, vermomming
verkleed - vermomd
verkleefd gehecht, verknocht
verkleinen bagatelliseren, beknotten, reduceren, verachten, verminderen
verkleinwoord - diminutief, diminutivum
verkletsen verpraten, verspreken
verkleumd verstijfd
verkleunen - vernikkelen
verkleurd flets, ontkleurd, vaal, verbleekt, verschoten
verkleuren verbleken, verschieten
verkleuren van het gelaat - blozen
verklikken aanbrengen, aangeven, overbrieven, verklappen, verlinken, verraden
verklikker - denunciateur, klikspaan, mouchard, overbrenger, spion, sycofant, verrader
verklikker van beroep sycofant
verklikker van een luchtpomp manometer
verklikking - delatie
verklungelen verbeuzelen, verknoeien
verknallen bederven, verbruien, verknoeien
verkneukelen - verheugen
verknipt - gek
verknocht aanhankelijk, gehecht, verbonden
verknochtheid gehechtheid, liefde
verknoeid - verbruid
verknoeien bederven, beschadigen, verbeuzelen, verbruien, verdoen, verkwisten, vermorsen, verpesten, verprutsen, verspillen
verknollen bederven, verbruien
verkoelen verflauwen, verfrissen, verkillen
verkoelend verfrissend
verkoeling afkoeling, verflauwing,vermindering
verkoling - carbonisatie
verkommeren - achteruitgaan, wegkwijnen
verkondigen - bekendmaken, berichten, leren, melden, openbaren, prediken, uitkramen
verkondiger - prediker
verkondiger van Gods woord - dominee, pastoor, predikant, priester
verkondiger van nieuwe leer apostel, evangelist, Messias, profeet
verkondiging evangelie, leer, predikatie, prediking
verkoold katoen tondel
verkoop afzet, afname, debiet, handel, omzet, transactie, vendutie
verkoop aan de deur colportage, venten
verkoop bevorderen - promoten
verkoop met goed doel - weldadigheidsbazar
verkoophuis - venduhuis, kiosk, winkel
verkooplokaal galerie
verkoopmeubel - toonbank
verkoopplaats boetiek, kraam, magazijn, markt, supermarkt, warenhuis, winkel galerie,
verkooptent kraam
verkopen aanbieden, aansmeren, debiteren, opdissen, overdoen, slijten, verhandelen, verpatsen, wegdoen
verkopen en kopen handelen
verkopen langs huizen venten
verkopen op veiling afslaan, veilen
verkopen van militaire goederen - dump, dumping
verkoper agent, debitant, handelaar, vendumeester, winkelier
verkoper, openbare - vendumeester
verkoper van bloemen bloemist
verkoper van brillen - opticien
verkoper van drogerijen drogist
verkoper van edelstenen diamantair
verkoper van geneesmiddelen apotheker
verkoper van huizen - makelaar
verkoper van melk melkboer
verkoper vansieraden - juwelier
verkoper van sterke drank slijter
verkoper van tweedehandsgoederen handelaar, uitdrager
verkopr van vlees - slager
verkopers keus v. k .
verkoping auctie, boelhuis,veiling, vendutie
verkoping bij opbod veiling
verkoren verkozen, uitgelezen, uitverkorene
verkorreling - granuleren
verkort beknopt, beperkt, vereenvoudigd
verkort schrift steno(grafie)
verkorte boektitel op drukvel norm
verkorte handtekening paraaf
verkorte naam - roepnaam
verkorte samenvatting resumé, uittreksel
verkorten benadelen, inkrimpen
verkorting abbreviatuur, inkorting, overzicht
verkorting van kledingstuk inleg
verkorting van woord - afkorting
verkortingsteken abbreviatuur, afkappingsteken, apostrofe
verkouden - (neus)catarre, coryza, kou, snotteren, verkoelen
verkouden maken aansteken
verkouden worden kouvatten
verkoudheid griep, kou
verkoudheidsverschijnsel - hoest
verkrachten onteren, overtreden, schenden, vertreden
verkrachter - onteerder
verkrachting stuprum
verkrampt verstijfd
verkregen - verworven
verkregen voordeel winst
verkreukelen - verfrommelen
verkreukt verfrommeld
verkrijgbaar tekoop
verkrijgbaar stellen - aanbieden
verkrijgen bekomen, krijgen, ontvangen, verwerven
verkrijgen bij een erfenis erven
verkrommen - buigen
verkroppen inslikken, opkroppen, smoren,verbijten, verstouwen
verkropt - verbeten
verkwanselen ruilen, verhandelen, verkopen, verpanjeren, verpatsen, verspelen
verkwijnen smelten, verkommeren, wegteren
verkwikkelijk opbeurend, opwekkend, verfrissend
verkwikken laven, opbeuren, verfrissen, verversen
verkwikkend bemoedigend, fris, heilzaam, opbeurend, opwekkend, verfrissend, weldadig
verkwikking lafenis, opwekking, troost, verademing, verfrissing
verkwikt gelaafd, monter, opgewekt, verfrist
verkwisten opmaken, verdoen, verbrassen, verknallen, verknoeien, vermorsen, verspillen
verkwistend overdadig, spilziek
verkwister doorbrenger, opeter, opmakerverbrasser,
verkwisting doorbrenging, overdaad, verspilling
verlaagd dijkgedeelte overlaat
verlaagde toon as, bes, ces, des, es, fes, ges
verlaat sas, sluis, spui, uitgelopen, vertraagd
verlaatbak vergaarbak
verlaatmeester - sluiswachter
verlader bevrachter
verlagen degraderen, miniseren, terugstellen, verachten, verminderen, vernederen
verlagend verminderend
verlaging - vernedering
verlaging in rang - degradatie, terugstelling, terugzetting
verlagingsteken (muz.) flat
verlakken - bedotten, beetnemen, bedriegen, foppen
verlakkerij bedrog, bedotterij, beetneming, fopperij, nep
verlamd - paralytisch
verlammen - ontwrichtenparalys(i)e, parese
verlamming apoplexie, beroerte, paralysie
verlangd - gewenst
verlangen aandrift, begeerte, begeren, behoefte, belust, dorst, eerzucht, eis, eisen, graagte, haken, hopen, hunkeren, lust, smachten, snakken, talen, trek, vergen, verkiezen, vlassen vragen, wens(en), (wil)len zin, ver(zucht)en
verlangend begerig, belust, smachtend
verlangend naar paring bronstig, tochtig
verlangen naar ogen, talen
verlangen naar drank dorst
verlangen naar drinken na een fuif nadorst
verlangen naar eten appeti)t, eetlust, honger, trek
verlangen naar familie familieziek
verlangen naar huis - heimwee
verlangen naar kennis weetgierigheid, weetlust
verlangen naar nieuws nieuwsgierig
verlangen naar roem eerzucht
verlangen naar vocht dorst
verlangen naar voedsel apetijt, eetlust, honger, lust, trek
verlangzamen remmen, vertragen
verlaten abandoneren, afgelegen, alleen, deserteren, doods, eenzaam, leeg, onbewoond, ontruimd, stil, uitvliegen, vertrkken, weggaan, woest
verlaten zonder steun hulpeloos
verlatenheid eenzaamheid
verleden afgelopen, eerder, historie, voorbij, vorig, vroeger
verleden tijd gedaan, geweest, perf(ectum), praet(eritum), voorbij, vroeger
verleerd - vergeten
verlegen bedeesd, bedremmeld, beduusd, beschroomd, beteuterd, bleu, confuus, eenkennig, onthutst, schuchter, timide
verlegenheid aporie, bedeesdheid, beduusdheid, bleuheid, bloheid, confusie, embarras, gêne, knel, knoei, penarie, perikel, rats, schroom, schuchterheid
verleggen - verplaatsen
verleidelijk aanlokkelijk, aantrekkelijk, bekoorlijk,seduisant, verlokkend
verleidelijke stem lokstem
verleidelijke vrouw Armida
verleidelijkheid charme
verleiden bekoren, lokken, overhalen, uitlokken, verlokken
verleider Casanova, Don Juan
verleiding bekoring, seductie, verlokking, verzoeking
verleidster - circe, Lorelei, vamp
verlekkerd belust, verzot
verlenen bieden, geven, gunnen, schenken, toekennen, toestaan, verschaffen, wijden
verlengen prolongeren
verlenging - allonge, prolongatie
verlengingsovereenkomst - prolongatiecontract
verlengstuk verlengsel
verlengstuk aan de mast steng
verlengstuk van een wissel allonge
verlengsel - verlengstuk
verleppen verdorren, verdrogen, verflensen, verwelken
verlept flets, verdord, verdroogd, verflenst, verwelkt
verleren afleren, vergeten
verlet beletsel, hindernis, tijdverlies, uitstel, verhindering, verschuiving, verwaarlozing, verzuim
verletten - verhinderen, verzuimen
verletsel beletsel, hindernis
verlevendigen opfrissen, verhelderen
verlicht helder, opgelucht
verlichten assisteren, beschijnen, helpen, illumineren, klaren, lenigen, lossen, mitigeren, ontladen, ontlasten, opbeuren, schijnen, troosten, verzachten
verlichting bemoediging, hulp, lantaarn, leniging, ontheffing, opbeuring, steun, soelaas, solaas, verademing, verzachting
verlichting - illuminatie, leniging, soelaas, steun
verlichtingseenheid - lux
verlichtingsmiddel fakkel, flambouw, kaars, lamp, lantaarn, olielamp, toorts, vlam, zaklantaarn
verliefd dol, idolaat, verkikkerd
verliefd doen minnekozen, vrijen
verliefd op zichzelf narcisme
verlies aderlating, afbreuk, gemis, klap, nadeel, nederlaag, perte, schade, strop, verlorene, vermissing
verlies bij geld wisselen disagio
verlies in aantal afname, mindering,
verlies in gevecht nederlaag
verlies van geheugen amnesie
verlies van gewicht afval(len)
verlies van reukzin - anosmie
verliesvompensatie - carry-over
verliezen derven, inboeten, kwijtraken, missen, opgeven, omkomen, ontvallen, verbeuren, verspelen, wegmaken, zoekmaken
verliezer van een proces - succumbant
verlinken (diev.) aangeven, bedriegen, verraden
verloederen verarmen, vergaan, verlopen, verrotten, verslonzen
verloedering - degeneratie
verlof admissie, consent, dispensatie, fiat, licentie, machtiging, oorlof, (permis)sie, reces, toestemming, vakantie, venia, vergunning, verloftijd,veroorloving, vrijaf, (vrij)stelling
verlof/met s.v.
verlofbrief pas, paspoort, permit
verlofdag baaldag, snipperdag
verlofpas paspoort
verlokkelijk aanlokkend, bekoorlijk, verleidelijk,
verlokken bewegen, overhalen, nodigen, uitlokken, verleiden
verlokkend aanlokkelijk, begeerlijk, verleidelijk
verlokkend kijken lonken
verlokker - verleider
verlokking verleiding
verloksel - lokaas
verloochenaar - afvallige, ontrouwe
verloochenen miskennen, verzaken
verloofd geëngageerd
verloofde aanstaande, bruid, bruidegom, fiancé(e), galant(e), jongen, meisje
verloop afloop, trend, teruggang, vermindering, wisseling
verloop van bladeren - nervatuur
verlopen afnemen, ongeldig, verdwijnen, verjaren, verminderen, verstrijken, vervallen, voorbij
verloren afgedwaald, kapot, kwijt, reddeloos, teloor, vergeefs, verliederlijkt, weg, zoek
verloren gaan ontglippen
verloren moeite - tevergeefs
verlorenheid eenzaamheid
verloskunde obstretie, vroedkunde
verloskundig instrument - craniotoom
verloskundige - accoucheur, obstreet, vroedvrouw
verlossen bevallen, bevrijden, losmaken, ontheffen, redden, vrijmaken
verlosser bevrijder, heiland, messias, redder, soder, soter, zaligmaker
verlossing accouchement, bevalling, bevrijding, heil, redemptie, redding, vrijmaking
verlost bevrijd, gered
verlostang - forceps
verloting tombola, loterij
verloting zonder nieten - tombola
verloving - engagement, enlumineren, trouwbelofte, verbintenis
verluchten illustreren, opsieren, opwekken, vervrolijken
verluchter - illuminator, illustrator
verluchting opsiering, illuminatie, illuminering
verluchting - illuminering, illustratie
verluieren - dagdieven
verlummelen verbeuzelen
verlustigen amuseren, opvrolijken, verheugen, vermaken
verlustiging genoegen, uitspanning, vermaak
vermaagschapt geparenteerd, verwant
vermaagschappen - verzwageren
vermaak amusement, attractie, cabaret, divertissement, geneugte, genoegen, liefhebberij, lol, ontspanning, plezier, pret, recreatie, spel, sport, uitspanning, verlustiging, vertier, verzet
vermaakcentrum in Wenen - Grinzing Prater
vermaakcentrum - pretpark
vermaakscentrum in Kopenhagen - Tivoli
vermaakscentrum in Stockholm Tivoli
vermaakscentrum in Wenen Prater
vermaak gevend vermakelijk
vermaakmiddel dans, film, muziek, spel, toneel
vermaaksoord kermis, lido, lunapark, musichall, pretpark, tivoli, variété
vermaaksoord bij Venetië Lido
vermaan berisping, waarschuwing, vermaning, zedenles
vermaanbrief mandement
vermaard befaamd, bekend, beroemd, fameus, gerenommeerd
vermaardheid bekendheid, beroemdheid, faam, fameusheid, roem
vermagerd afgevallen
vermageren afslanken, afvallen, lijnen, wegkwijnen
vermageringskuur - dieet
vermakelijk aardig, amusant, geestig, geinig, grappig, leuk, leutig, lollig, onderhoudend, plezierig, potsierlijk
vermakelijkheid amusement, attractie, divertissement
vermaken amuseren, hermaken, legateren, spelen, verlustigen
vermaking legaat, legatering. verandering
vermaledijd vervloekt, verwenst
vermalen fijnkauwen, fijnmaken, vergruizen,
vermalen van spijzen tritureren
vermanen berispen, moneren, preken, reprimeren, terechtwijzen, voorhouden, waarschuwen, zedenpreken
vermaner zedenmeester
vermaning aansporing, les, preek, reprimande, sermoen, standje, waarschuwing, zedenles
vermaning of berisping - standje
vermaning tot deugd zedenles
vermeend beweerd, denkbeeldig, gewaand, verondersteld
vermeerder aar Augustus
vermeerderd groter, talrijker
vermeerderd met plus, toename
vermeerderen aanfokken, aanplanten, aanvullen, aanwassen, opvoeren, telen, toenemen, uitbreiden, vergroten, wassen
vermeerdering aanwas, accres, groei, toename, toeneming, uitbreiding, vergroting
vermeerdering van koopkracht deflatie
vermeesteren veroveren, bedwingen, beteugelen
vermelden aanroeren, berichten, noemen, relateren, vertellen, zeggen
vermelding gewag, mededeling, opgaaf, opgave
vermenen denken, menen, veronderstellen, wanen
vermengen door(een)roeren, kruisen, mixen, samen mengen, samenstellen
vermenging diffusie, mixtuur, mixture, mengsel
vermenging van dranken cocktail
vermenging van metalen - legering
vermenging van rassen en soorten - kruising
vermenging van vloeistoffen - osmose
vermenging van vloeistoffen door een wand osmose
vermaaksoord bij Venetië - Lido
vermaard - befaamd, bekend, beroemd, roemzuchtig
vermaardheid - celebriteit
vermagering - emaceratie
vermakelijk - amusabel, amusant, grappig, leuk
vermanen - moneren, waarschuwen
vermaner - monitor, preekmeester, zedenmeester
vermaning - preek, sermoer, (zeden)les
vermaning (kerkelijk) - monitum
vermannen - overmeesteren, overweldigen
vermeend - beweerd, dekbeeldig, gewaand,putatief
vermeerderen - toenemen
vermeerdering - aanwas, toename, vergroting
vermeestern - bedwingen, beheersen, veroveren
vermelden - berichten, mentionneren, noemen
vermelding - gewag, opgave
vermenen - denken
vermenging - diffusie, kruising, mixtuur
vermenging van twee woorden - contaminatie
vermenging van vloeistoffen - endosmose
vermenging van vloeistoffen door een wand - osmose
vermenigvuldigen - multipliceren, toenemen,voortellen
vermenigvuldiger - multiplicator
vermenigvuldiging - multiplicatie
vermetel brutaal, dapper, driest, koen, onberaden, onbezonnen, overmoedig, roekeloos, stout(moedig), voorbarig
vermetelheid driestheid, koenheid, moed, overmoed, stoutmoedigheid
vermicelli - mie
vermijden omzeilen, ontgaan, ontwijken, schuwen, uitwijken, vlieden, voorkomen
vermiljoen - cinnaber, HgS, kwiksulfide
vermiljoen, natuurlijk cinnaber
verminderd - beperkt
verminderd met af, min(us)
verminderen achteruitgaan, afnemen, afslaan, aftrekken, dalen, knotten, krimpen, miniseren, reduceren, slabakken, slinken, tanen, terugbrengen, verkleinen, verlopen, versmelten, vervallen, verzachten, zakken
verminderen in omvang slinken
verminderen met - aftrekken
verminderend (muz.) diminuendo
vermindering afname, afneming, afval, beperking, degressie, korting , reductie, regres, remissie, teruggang, terugloop, verkoeling
vermindering van loon - afslag
vermindering van straf - remis(e)
verminken beschadigen, mutileren, schenden, toetakelen
verminking amputatie, handicap, multilatie, schending
verminkt beschadigd, invalide
verminkt beeld torso
verminkt soldaat - invalide
verminkte gehandicapte, invalide
vermissen ontbreken
vermissing - verlies
vermits aangezien, daar, naardien, nademaal, omdat, want
vermoedelijk denkelijk, misschien, waarschijnlijk
vermoeden argwaan, bevroeden, conjectuur, denken, gissen, menen, onderstelling, overdenken, presumeren, presumptie, raden, verdenking, verwachting
vermoeid afgemat, gaar, mat, moe, moede, op, uitgeput
vermoeid en lui - loom
vermoeidheidsmeter ergograaf
vermoeidheid - moeheid
vermoeien - afmatten, fatigeren, uitputten
vermoeiend afmattend, fatigant, lastig, uitputtend
vermogen begaafdheid, bezit,capaciteit, debiet, energie, fortuin, gave, geld, have, kapitaal, kracht, kundigheid, kunnen, macht, potentie, rijkdom, schat, sterkte, voorspoed,
vermogen om zich te schikken - aanpassingsvermogen
vermogen tot bewust handelen wil
vermogen tot kracht - sterkte
vermogend bemiddeld, gefortuneerd, gegoed, invloedrijk, machtig, opulent, welgesteld, rijk, welgesteld, well-to-do
vermogend man croesus, miljonair, nabob, rijkaard
vermolmd (ver)rot, vergaan, wormstekig
vermolmen vergaan, verrotten, verteren
vermomd gemaskerd, geveinsd, verborgen, verkleed
vermommen camoufleren, maskeren, verbloemen, verkleden, verbergen
vermomming camouflage, masker, maskerade,mombakkes, travestie, verkleding
Vermont, hoofdstad van - Montpelier
vermoorden afmaken, bederven, decimeren, doden, kelen, killen, ombrengen, wurgen
vermorsen bederven, verknoeien, verkwisten, verspillen
vermorzelen platdrukken, verbrijzelen, vergruize(le)n, verpletteren
vermouth, bestanddeel van - alsem
vermurwen - vertederen
vermijden - eluderen, mijden, ontwijken, schuwen, uitwijken
vernachelen bedotten, beetnemen
vernagelen - bespijkeren, dichtspijkeren
vernauwen - versmallen
vernederen kleineren, krenken, smaden, verachten, verlagen, verootmoedigen
vernederend beschamend, honend, humiliant, krenkend, smadelijk, verlagend
vernedering hoon, humiliatie, krenking, verlaging
verneembaar hoorbaar, zichtbaar
vernemen ervaren, gewaarworden, horen, informeren, meemaken, ondervinden, waarnemen, zien
vernield gescheurd, verwoest
vernielen afbreken, beschadigen, moeren, nekken, omverhalen, onteren, ruïneren, schenden, slopen, stukmaken, stukslaan, toetakelen, verdelgen, verdemelen, verscheuren, verwoesten
vernielend - verwoestend
vernieler barbaar, saboteur, vandaal, verwoester
vernieling ravage, verwoesting
vernieling door vuur brand
vernielzucht - vandalisme, vernielwoede
vernielzuchtige vandaal
vernietigen annihileren, casseren, elimineren, smoren, stukmaken, verbreken, verdelgen, verpletteren, uitroeien, verwoesten
vernietigend destructief, dodelijk, fnuikend, infirmatief, peremptoir, verscheurendverwoestend
vernietigend beoordelen kraken
vernietiger - sloper, verwoester
vernietiging destructie, eliminatie, sloping, verdelging
vernietiging van een testament - rescissoe
vernietiging van een vonnis cassatie
vernieuwd - hersteld
vernieuwen aanplanten, hernieuwen, herstellen, moderniseren, renoveren, restaureren, vervangen
vernieuwer hervormer, reformator, renovator
vernieuwing herstelling, (in)novatie, renovatie
vernieuwing in de kunst - renaissance
vernieuwing van de tempel, feest van de - Chanoeka
vernikkelen bedotten, vergaan, verkleumen
vernikkeld zilver alfenide
vernis beits, lak, glansverf
vernissen - lakken
vernoegd - content, tevreden
vernoemen vermelden
vernoeming - naamgeving
vernuft esprit, geest, geestigheid, intellect, intelligentie, oorspronkelijkheid, scherpzinnigheid, slimheid, verstand, vindingrijkheid
vernuftig attisch, fijn, geestig, geniaal, industrieus, ingenieus, kien, pienter, puntig, scherp(zinnig), schrander, spits(vondig), uitgekiend, vindingrijk, zinrijk
vernuftige vondst trouvaille
vernuftige uitval - saillie
veronachtzamen negeren, supponeren, verwaarlozen, verzuimen, voorbijzien
verondersteld aangenomen, vermeend
veronderstellen aannemen, geloven, gissen, menen, onderstellen, vermenen, vermoeden
veronderstelling assumptie, geloof, gis(sing), hypothese, mening, suppositie, vermoeden
verongelukken mislukken, omkomen, tenietgaan
verongelukte auto of schip - wrak
veronica ereprijs
verontheiligen ontwijden, schenden
verontmoedigen - vernederen
verontreinigen besmetten, bevuilen, bezoedelen, vuilmaken
verontreiniging lozing, vervuiling
verontrust bezorgd
verontrusten storen
verontrustend alarmerend, zorgbarend, zorgelijk, zorgwekkend
verontrusting - beroering
verontschuldigen disculperen, excuseren, rechtvaardigen, verschonen
verontschuldiging excuus
verontwaardigd boos, geërgerd, geïrriteerd, gekrenkt, kwaad, nijdig, verbolgen, vertoornd
verontwaardiging boosheid, ergernis, geërgerdheid, gramschap, indignatie, irritatie, misnoegen
veroordeelde damnatus, gestrafte, verwezene
veroordelen afkeuren, afwijzen, (ver)doemen, vonnissen
veroordeling afkeuring, condemnatie, doem, oordeel, vloek, vonnis
veroorloofd - toegestaan
veroorloven permitteren, toelaten, toestaan, vergunnen
veroorzaken aandoen, aangaan, aanrichten, aanstichten, baren, bewerken, stichten, teweeg(brengen), toebrengenverwekken
verootmoedigen deemoedigen
ver opwaarts - hoog
verorberen eten, gebruiken, nuttigen, opeten, verzwelgen
verordenen bevelen, gelasten, opdragen, order, reglementren
verordening decreet, edict, gebod, keur, ordinatie, regel, reglement, schikking, voorschrift
verordineren bepalen, instellen, ordonneren, verordenen
verordonneren bevelen, voorschrijven
verouderd archaïsch, gedateerd, obsoleet, ouderwets, vervallen
verouderd onbepaald voornaamwoord - iet
verouderd orgelregister - tubal
verouderd rangtelwoord ander
verouderd voornaamwoord iet
verouderd woord voor nakomeling - aver, oir
verouderde maat el, duim, mud, ons, pint, roe, roede, voet, zak
verouderde motieven toepassen - archaïseren
verouderde vlaktemaat roe(de)
verouderde zaak archaïsme
verouderde zegswijze - archaïsme
verouderen aftakelen, verjaren
veroudering senescentie
veroveraar overweldiger, usurpator
veroveraar van Mexico Cortez
veroveraar van Peru Pizarro
veroverd goed buit, prooi
veroverd grondgebied - annexatie
veroverde landstreek - wingewest
veroveren aanwinnen, bedwingen, bemachtigen, bezetten, nemen, innemen, nemen, overmeestern, overweldigen, usurperen, winnen
verpachten verhuren
verpaft verbaasd, verbluft
verpakken - emballeren
verpakking baal, blik, buil, doos, emballage, envelop, fles, fust, kist, koker, krat, mand, omhulling, omhulsel, pak, ton, vat, zak
verpakking van boombast seroen
verpakking van latwerk krat
verpakking van papier doos, oude krant
verpakking van sigaren doosje, kanaster, kistje, knaster
verpakking voor creme tube
verpakking voor flessen krat
verpakking voor geweer - foedraal
verpakking voor vloeistof fles, tank, ton, vat
verpakkingsmateriaal blik, cellofaan, doos, envelop, fust, golfkarton, houtwol, karton, kist, krat, mand, pak(papier), plastic, stro, tas, vat, zak
verpanden belenen
verpanding belening, borgstelling, verzekering
verpanjeren verkwanselen, verpatsen
verpatsen verkopen, verkwanselen, verpanjeren, versjacheren
verpauperd berooid
verpauperen vervallen
verpaupering - verval
verpersoonlijken personifiëren
verpersoonlijking personificatie
verpersoonlijking van Duitsland - Michel
verpersoonlijking van Engeland - John Bull
verpersoonlijking van Frankrijk - Marianne
verpersoonlijking van Nederland - Maagd
verpersoonlijking van U.S.A. Uncle Sam
verpesten bederven, besmetten, slopen, stukmaken, vergallen, verknoeien
verpierd - bedorven
verpieren - bezwijken
verpierewaaid verboemeld
verpieterd onooglijk, uitgeteerd, zwak
verplaatsbaar beweegbaar, marsvaardig, mobiel
verplaatsbaar huisje ark, caravan, shelter, tent, woonwagen, (woon)ark
verplaatsbaar onderdak camper, caravan, tent
verplaatsbare toneelwand - coulisse
verplaatsbare woning - ark, caravan, shelter, tent, woonwagen
verplaatsen behandelen, hanteren, kantelen, schuiven, veranderen, verleggen, verschuiven, vervoeren, verzetten, wegzetten
verplaatsing - dislocatie, migratie, overgang, permutatie
verplaatsing van lucht - wind
verplaatsing van stuk zet
verplaatste personen ontheemden
verplanten overbrengen, verplaatsen, verpoten, verpotten
verpleegde patiënt,zieke
verpleeginrichting hospitaal, lazaret, ziekenhuis
verpleegkundige broeder, zuster
verpleegster diacones, nurse, zuster
verplegen helpen, koesteren, oppassen, verzorgen
verpleger broeder, diakoon, verzorger, ziekenoppasser
verpleging verzorging, ziekenzorg
verplegingsdienst - intendance
verpletten platslaan
verpletteren overweldigen, verbrijzelen, vermorzelen, vernietigen, zegevieren
verpletterend erkentelijk, gedwongen, gehouden, noodzakelijk, obligaat, terneergeslagen, vernietigend, verplicht, verschuldigd
ver perplex, verwonderd
verplicht - erkentelijk, gedwongen, gehouden, genoodzaakt, noodzakelijk, obligaat, schuldig, verbonden, vereist, verschuldigd
verplicht stilzwijgen spreekverbod, silentium
verplicht zijn moeten
verplichten dwingen, gebieden, noodzaken, opleggen
verplichtend beleefd, gedienstig, obligeant, voorkomend
verplichte oefentijd - stage
verplichting dank, erkentelijkheid, last, modus, moet, must, obligatie, obligo, opdracht, plicht, taak, uitschuld, verbintenis
verplicht zijn moeten
verpopte mierenlarve - mierenei
verpot - inruil
verpoten kweken, ompotten, (over)planten
verpozen amuseren, recreeren, uit(rusten)
verpozen, zich amuseren, recreeren, (uit)rusten
verpozing ontspanning, pauze, recreatie, rust, spel, verzet verprutsen bederven, verknoeien
verpulveren fijnmaken
verraad aanbreng(st), aangeving, onraad, ontrouw, trouweloosheid
verraden aangeven, bedotten, klikken, uitbrengen, verklappen, vertellen
verrader aangever, afvallige, Judas, klikspaan, overbrenger, overloper, spion, verklikker
verraderlijk gevaarlijk, perfide, trouweloos, vals
verradersloon - judasloon
verradersrol marqué
verrmponeren - havenen
verrassen betrappen, overrompelen, overvallen, verbazen, verblijden
verrassend nieuw, onverwacht, overrompeld, verblijdend
verrassing overrompeling, surprise, verwondering
verrast - betrapt, bevreemd, getroffen, overrompeld, verbaasd, verblijd
verredelijken - nationaliseren
verregaand buitensporig, erg, ongehoord
verregend doornat, druipnat
verrekenen afrekenen, betalen, resconterenvereffenen
verrekening giro, misrekening, vereffening
verrekeningskamer clearingsinstituut
verrekenpakket - rembours
verrekijker binocle, kijker, refractor, telescoop
verrekken ontwrichten, verstuiken, verzwikken
verrekking - verstuiking
verrel kwart, vierendeel
verreschrijver fax, telegraaf, telex
verre westen van Noord-Amerika - Far West
verricht af, gedaan, klaar
verrichte daad - feit
verrichten bedrijven, doen, presteren, uitvoeren
verrichting act, daad, handeling, prestatie
verrijzen opkomen, oprijzen, opstaan, verheffen
verrijzend opkomend, opstaand
verrijzende vogel feniks
verrijzenis opstanding, resurrectie
verroeren bewegen
verroest geoxideerd, roestig
verroesten - oxideren
verrot bedorven, ellendig, gesloopt, naar, ondermijnd, opstandig, slecht, stuk, vergaan, vermolmd, verroest, verwenst
verrotten bederven, ontbinden, rotten, vergaan, verloederen, verteren, wegrotten
verrotting bederf, ontbinding
verruilen inwisselen, omwisselen, omruilen, vervangen
verruiling ruil, verwisseling
verruimen uitbreiden, verbreden
verrukkelijk allerliefst, beeldig, betoverend, extatisch, fijn, heerlijk, ideaal, lekker, ravissant, riant, schitterend, zalig
verrukkelijk oord Eden, (el)dorado, paradijs
verrukken bekoren, betoveren
verrukking betovering, bezieling, elatie, extase, genot, opgetogenheid, visioen
verrukt extatisch, opgetogen,
vers chanson, couplet, (dicht)regel, dichtvorm, fris, gedicht, groen, helder, jong, lied, mals, nieuw, ode, onbedorven, onervaren, poëem, rijm, pril, strofe, tune, vs, v, zang
versaagd bevreesd, moedeloos, lusteloos
versatiel beweeglijk, veranderlijk, versibel
versatiliteit beweeglijkheid, veranderlijkheid
versbouwleer metriek
verschaffen aanbrengen, betamen, bezorgen, fourneren, geven, lenen, leveren, verstrekken, voorzien
verschaften bezorgen, fourneren, geven, leveren
verschalken foppen, misleiden, nuttigen, verorberen, vangen
verschalker fopper
verschalkt bedot, gefopt
verschansen - barricaderen
verschansing barricade, barrière, bewalling, bolwerk, fortificatie, hekwerk, sterkte, reling, retranchement, rideau, versterking
verscheellicht - parallax, verschilzicht
verscheiden anders, gestorven, heengaan, overlijden, sterven, talrijke, vele, velen, verschillend
verscheidene diverse, enige, menige, vele
verscheidenheid afwisseling, assortiment, keuze, onderscheid, sortering, variatie, variëteit, verschil
verschenen vers, uitgekomen
verschepen verladen, overladen
verscheping - afscheep
verscherpingsteken acutus
verscheurdheid gespletenheid, verdeeldheid
verscheuren uiteenrijten, vernielen
verscheurend uiteen trekkend, vernietigend, verslindend
verscheurend dier jaguar, leeuw, panter, poema, tijger
verschiet einder, horizon, kim, perspectief, prospect, toekomst, verte,
verschieten lenen, schrikken, verbleken, verkleuren, voorschieten
verschietende ster meteoor, meteoriet
verschijndag vervaldag
verschijnen komen, opdagen
verschijning apparitie, chimaera, fata morgana, geest, opkomst, spook, visioen, voorkomen
verschijningsvorm gedaante
verschijningsvorm van een boek - brochure, cahier, gebonden, gekartonneerd, ingenaaid, pocket
verschijnsel fenomeen
verschijnsel aan de hemel meteoor, meteoriet, noorderlicht, regenboog, ster, verduistering, zon
verschijnsel bij onweer bliksem,donderslag
verschikken - opschuiven
verschil afwijking, contrast, differentie, marge, onderscheid, onenigheid, tegenstelling
verschil in notering report
verschil maken - schelen
verschil tussen bruto en netto - tarra
verschil van mening conflict, ruzie, twist, vete
verschillen afwijken, onderscheiden, schelen
verschillend afwijkend, anders, different, divers, gevarieerd, onderscheiden, ongelijk, uiteenlopend, verscheiden
verschillende spullen - dingen
verschillend in hoedanigheid anders
verschillicht - parallax
verschilzicht parallax
verschimmelen - bederven
verscholen schuil, verborgen, verdekt, verstoken, weggekropen
verscholen zijn - schuilgaan
verschonen excuseren, ontzien, sparen, verfraaien, vergoelijken, verontschuldigen, verversen, vrijlaten
verschoning excuus, verontschuldiging
verschoonbaar - exclusabel, vergeeflijk
verschoppeling paria
verschoppen achteruitzetten, verachten, verstoten, verwaarlozen, verwerpen, wegschoppen
verschot sortering, verscheidenheid
verschoten flets, ontkleurd, verkleurd, vaal
verschoten van kleur - ontkleurd
verschrijver - telegraaf
verschrikkelijk afgrijselijk, afschuwelijk, angstig, bar, erg, geducht, gruwelijk, hevig, ijselijk, ongenadig, ontzetten, schrikbarend, vreselijk, zeer
verschrikking afschuwelijkheden, ellende, ontzetting, plaag, ramp
verschrikt angstig, geschrokken, ontdaan, onthutst, ontsteld, ontzet, verslagen, versteld, vreesachtig
verschroeien verzengen
verschrompeld - uitgedroogd
verschroeiende wind in Afrika - harmatten
verschuilen onderduiken, schuilhouden, versteken, verstoppen, wegkruipen
verschuiven opschorten, schorsen, schorten, uitstellen, verplaatsen, verstoten, vervoeren, verzetten
verschuiving opschorting, uitstel
verschuiving in tijd later, uitstel
verschuldigd betamelijk, debet, gepast, verplicht
verschuldigde rechten leges
verschijnen - paraisseren
verschijning - apparitie
verschijnsel aan de hemel - meteoor, regenboog
verschijnsel in de radiografie - fading
verse haring - levaard
versie bewerking, lezing, vertaling, wending
versierd gemaakt, gepresteerd, opgetooid, verzonnen
versierd titelblad frontispice, frontispies
versierde drinkbeker bokaal
versierde gepunte stok banderilla
versierde haak agrafe
versierder - playboy
versieren decoreren, dossen, garneren, orneren, opdirken, opmaken, opschikken, opsmukken, optooien, regelen, sieren, smukken, tooien, uitmonsteren, verfraaien, verzinnen
versiering corsage, decoratie, galon, garnement, garnering, kokarde, krul, kwast, lover, nestel, oplegsel, opschik, opsmuk, ornament, ornamentatie, passement, pompoen, rand, rozet, (sier)aad, slinger, tooi, strik, verfraaiing, vignet
versiering met kronkelende strepen adering
versiering met licht illuminatie
versiering op kleding passement
versiering op de huid tatoeage
versiersel decoratie, festoen, galon, garneersel, garnering, nestel, tooi, oplegsel, ornament, parament, tierelantijn, tussenzetsel
versiersel op japon - corsage
versiersel op uniform galon, nestel
versiersel van bloemen - corsage
versieringsband bies
versieringsfiguur (muz.) - arpeggio, mordent, triller
versieringskunst ornamentiek
versieringslijn bies
versieringsmotief arabesk, festoen, meander, rank, rozet
versifex rijmelaar
versificateur verzenmaker
versjacheren verhandelen, verkopen, verkwanselen, verpatsen
versje gedichtje liedje, limerik
versjofeld verarmoed, haveloos
versjouwen verdragen, verslepen
versiering op kleding - passement
versiering op uniform - nestel
versiering van weefsel - batik
versiering in de zang - fiorituur
verslaafde addict, junk
verslaafdheid liefhebberij, verzotheid
verslaan afnemen, doden, klopen, overklassen, overwinnen, rapporteren, uitschakelen, vellen, verjagen, verschalen, winnen
verslag bericht, handeling, kroniek, mededeling, relaas, rapport, referaat, reportage, verhaal
verslag uitbrengen berichten, rapporteren, vertellen
verslag van een examen - protocol
verslag van een gebeurtenis reportage
verslag van een vergadering notulen
verslag uitbrngen - refereren
verslagen aangeslagen, besuusd, moedeloos, nerveus, ontdaan, onthutst, ontmoedigd, ontredderd, overwonnen, perplex, schuw, sip, terneer, troosteloos, uitgeteld, terneergeslagen, verschaald, verschrikt
verslagenheid - consternatie, moedeloosheid, neerslachtigheid
verslaggeven - rapporteren
verslaggever commentator, correspondent, interviewer, journalist, ooggetuige, ref(erent), reporter, rapporteur
verslaggeving rapportage, reportage
verslag uitbrengen berichten, rapporteren, vertellen
verslappen - verzwakken
verslapping - atonie, relaxatie
verslapt verwaterd
verslaving - hunker
verslavingsmiddel - heroïne, morfine, opium
verslechtering achteruitgang, teruggang, verergering
versleer metriek, prosodie
verslepen - versjouwen
versleten af, afgemat, afgeleefd, afgedraaid, afgedragen, afgetakeld, afgetobd, afgetrapt, aftands, caduc, kaal, kaduuk, krachteloos, ouderwets, rappig, sleets, stuk
versleten ijzer oud roest
versleten lap lomp, lor, vod
versleten plek glee, sleet
versleten voorwerp oudje
verslijten afdragen, aftakelen
verslijtend - sleets
verslinden inzwelgen, opslokken, opvreten, verzwelgen
verslindend verscheurend
verslingerd gehecht, verliefd
verslingeren vergooien, verkwisten
versmaad geminacht, veracht
versmaat - metriek, metrum
versmachten hunkeren, omkomen, snakken, treuren, verkwijnen
versmachting frustratie, verkwijning
versmaden afwijzen, minachten, moedeloosheid, verachten, verwerpen
versmalling engte, vernauwing
versmalling in de weg flessenhals
versmalling van land landengte
versmelten afnemen, ondereensmelten, samengaan, smelten, verminderen, wegnemen, wegsmelten
versmelting van twee woorden - contaminatie
versmoren - onderdrukken, stikken, verbergen
versmullen - verbrassen
versnapering ijs, lekkerbeetje, lekkernij, snoep(erij), snoepgoed
versnapering aan boord oorlam
versnaperingen snoep(goed), ijs, zoetigheid )
versneld (muz.) accelerato
versnelde loop aanloop, draf, ren, rush, speed, sprint, spurt, sukkeldrafje
versnellen accelereren, bespoedigen, rennen, verhaasten
versnellend (muz.) accelerando
versnelling acceleratie
versnellingsmachine bètatron, cyclotron, synchrotron
versnipperen verscheuren, vernietigen
verso keerzijde, ommezijde
versoberen bezuinigen
versoepelen verzachten
vers op rijm - gedicht
verspanende bewerking - frezen
verspelen kwijtraken, verbeuren, verdobbelen, vergokken, verkwanselen, verkwisten, verliezen, verspillen
versperren afsluiten, barricaderen, belemmeren
versperring afsluiting, barrage, barricade, barrière, belemmering, horde, obstakel, spervuur
verspieden loeren, spioneren, verkennen
verspieder emissaire, emissario, spion, verkenner
verspieding spionage
verspillen doorbrengen, verbeuzelen, verbrassen, verdoen, verknoeien, verkwisten, vermorsen, verspelen
verspiller opmaker, verkwister
verspreid passim, verstrooid
verspreiden rond(strooien), uiteengaan, uitzaaien, uitzenden, verstrooien
verspreider van radioprogramma's - omroep .
verspreiding - distributie, propagatie, uirgifte
verspreiding van radioprogramma's uitzending
verspringer - atleet
verssnede cesuur, diëresis
verssoort - alexandrijn
verstaald ongevoelig, hardvochtig
verstaan begrijpen, doorhebben, horen, inzien, kennen, vatten
verstaanbaar begrijpelijk, begrijpelijkheid, duidelijk, hoorbaar, verstaanbaarheid
verstand begaafdheid, begrip, benul, besef, bevatting, beustzijn, brein, cerebrum, denkvermogen, doorzicht, geest, hersens, intellect, intellekt, intelligentie, inzicht, logos, notie, ratio, rede, vernuft
verstandelijk cerebraal, intellectueel, rationeel, redelijk, vernuft, verstandig
verstandelijk kenbaar - intelligibel
verstandelijk, te - cerebraal
verstandeloos dom, stom
verstandhouding betrekking, entente, relatie, verdrag
verstandig doordacht, handelbaar, intelligent, knap, raadzaam, redelijk, pienter, schrander, vernuftig, wijs(elijk), zinnig
verstandig iemand wijze
verstand of besef - begrip
verstandsverbijstering krankzinnigheid
verstard water ijs
verstarren verstijven, volharden, volhouden
verste afstand planeetzon aphelium
versteedsen urbaniseren
versteedsing urbanisering
versteend keihard, ongevoelig, onverbiddelijk, wezenloos
versteend dennehout - elatiet
versteend insect - entomolit
versteend lichaam - petrefact
versteend overblijfsel fossiel, zoöliet
versteend wezen petrefact
versteende maaltand van de zeewolf - paddensteen
versteende boomstam - dendroliet
versteende moeder Niobe
versteende overblijfselen van voorwereldlijke dieren fossiel, zoöliet
versteende palmtronk - palmaciet
versteende poliep - drakoniet
versteendheid hardheid, wreedheid
verstek absentie, afwezigheid, verzuim
versteken verbergen, verhelen, verschuilen, verstoppen, wegkruipen
versteken verbergen, verhelen, verschuilen, verstoppen, wegkruipen
versteken, zich schuilhouden
verstelbaar - regelbaar
versteld onthutst, paf, perplex, verbaasd, verbluft, verbijsterd, verschrikt, verslagen
versteldheid - schrik, verbazing, verbijstering
verstelgoed - verstekwerk
verstellen flikken, herstellen, lappen, maken, mazen, opknappen, oplappen, repareren
verstellen van kleding herstellen, lappen, repareren, naaien, stoppen
verstellen van een orgel stemmen
versteller maker
versteller van schoenen lapper, schoenmaker
verstelwerk lapwerk, naaiwerk, pomp, verstelgoed
verstenen - fossiliseren
verstening - fossiel, petrefact, verkalking
versterf erfdeel, erfenis, nalatenschap, necrose
versterf met rotting - gangreen
versterken aangroeien, bastioneren, bekrachtigen, beveiligen, fortificeren, harden, nuttigen, pantseren, stalen, stijven, verzwaren, wapenen
versterkend kracht gevend, verstevigend
versterkend middel doping, tonicum
versterkend voedsel bonen, eiwit, vlees
versterkend voorvoegsel oer
versterker - tuner
versterking aanvulling, bolwerk, bunker, burcht, citadel, fort, fortificatie, kazemat, schans, vermeerdering, vesting, wal
versterking in stad citadel
versterking van steen - muur
versterkt (muz.) sforzando
versterkt kasteel bastion, burcht, burg
versterkt paleis Poeri
versterkte adellijke woning in Friesland stins
versterkte hoeve havezate
versterkte plaats bastion, burcht, bolwerk, fort, kazemat, (Ind.) kota, schans, vesting
versterkte stad bastide, schans, veste, vesting, wal
versterven overlijden, wegsterven
versterving erfdeel, legaat, onthouding
verstevigend versterkend
versteviging - steun
verstijfd rigide, verkleumd, verkrampt, verstramd
verstijven - stollen
verstijvend koud - ijzig
verstikken uitblussen, smoren, vergaan, versmachten
verstikking - asfyxie, suffocatie
verstoken beroofd, gespeend, verborgen, verstopt, zonder
verstokt - verhad
verstokken - verharden
verstokt (ver)hard
verstoktheid verharding, hardnekkigheid, halsstarrigheid
verstolen bedekt, clandestien, geheim, heimelijk, steels, stiekem, tersluiks, verborgen, verholen
verstomd - onthust, sprakelooos, verbijsterd, verschrikt
verstommen - bedaren
verstomming - stupefactio
verstoord boos, gebelgd, gebeten, geraakt, gram, kwaad, nijdig, verbolgen, vergramd
verstoordheid toorn, gramschap, wrevel
verstoppen - verbergen, versteken, onderduiken, wegbergen
verstoppertje spelen - buten,
verstopping constipatie, hardlijvigheid, obstipatie
verstopping van bloedvat embolie
verstopt afgesloten, dicht, toe, verborgen, verdekt, verstoken
verstoren bederven, belemmeren, beletten, hinderen, ontredderen, tegengaan, uithalen, verbreken, vernielen, verwoesten
verstorvene - overleden
verstoteling balling, banneling, paria
verstoten achteruitzetten, balling, verbannen, verschoppen, verwerpen, uitstoten
verstotene - balling
verstoting repudiatie, verjaging
verstouwen (veel) eten, opeten, verkroppen, verstuwen
verstrakt rigide
verstreken afgelopen, verlopen
verstrekken bezorgen, dienen, geven, strekken, verschaffen
verstrekking - bezorging, verschaffing
verstrekking van kapitaal krediet
verstrekte gegevens - opgave
verstrijken aflopen, verlopen, vervallen, voorbijgaan
verstrikt raken - vastlopen
verstrooid absent, afgeleid, afgetrokken, afwezig, distract, verspreid
verstrooidheid absentie, distractie
verstrooien uiteendrijven, verjagen, ver(spreiden)
verstrooiing afleiding, amusement, diaspora, ontspanning, vermaak, verspreiding
verstrooiing (muz). divertimento, divertissemento
verstuiken ontwrichten, verrekken, ver(zwikken)
verstuiking distorsie, kneuzing, verrekking, zwik
verstuiven vaporiseren, vervliegen, wegstuiven
verstuiver - vaporisator
versturen opzenden, verzenden, wegzenden
verstuwen verstouwen
versuft bedwelmd, beneveld, daas, verdoofd
versuikerde pil - dragee
versus v., tegen(over)
versvoet anapest, arsis, dactylus, jambe, spondeus, trochee
versvoet met klemtoon arsis
versvoet zonder klemtoon thesis
vertaal vert.
vertaald stuk - vertaling
vertaaloefening thema
vertakelen, een schip - optuigen
vertakken delen, splitsen, splijten,
vertakking onderafdeling, ramus, splitsing, zijtak
vertakking van rivier - arm
vertakte horens - gewei
vertalen bewerken, overzetten, vertolken
vertalen ter oefening thema
vertaler bemiddelaar, interpretor, ovrzetter, taalmantolk, translateur
vertaling overzetting, translatie, versie, vertolking
vertaling der oefening - thema
verte afstand, keer, verschiet, verwijderdheid, wend
verteerder - gebruiker
vertegenwoordigen betekenen, optreden, uitmaken
vertegenwoordiger afgevaardigde, agent, dealer, gezant, handelaar, handels(reiziger), representant
vertegenwoordiging - agentuur
vertegemwoordigster - agente, reprezentante
vertekend - scheef
vertekenen mistekenen, misvormen
vertekening - vervorming
vertellen me(d)edelen, opdissen, relateren, rondbrieven, spreken, uitkramen, verhalen, verhalen, verklappen, vermelden, verraden
vertelling haggade, novelle, sprookje, story, verhaal
vertelsel smoes, sprookje, verhaal, verzinsel
sprookje vertelsels leugens praatjes
verteren opeten, opmaken, opteren, uitgeven, verbruiken, vergaan, vermolmen, verorberenverrotten, verwerken, wegvreten
verterend verwoestend
vertering consumptie, gelag, spijsvertering, verbruik
vertex top, toppunt, punt
verticaal loodrecht, perpendiculair, rechtop, steil
verticale afmeting - hoogte
verticale doorsnede profiel
verticale rij - kolom
vertier afleiding, afwisseling, amusement, bedrijvigheid, drukte, (leven)digheid, ontspanning, pret, spel, vermaak, verzet
vertikale integratie - contractteelt
vertikken staken, verdommen, verdraaien, weigeren
vertillen - verbeuren
vertimmeren - verbouwen metaal
vertind - blik
vertinnen (van kou) verkleumen
vertoef - uitstel
vertoeven logeren, toeven, (ver)blijven
vertolken interpreteren, uitbeelden, verduidelijken, verklaren, vertalen, uitbeelden, uitleggen
vertolking interpretatie, uitbeelding, vertaling
vertonen aanbieden, exhiberen, opvoeren, overleggen, presenteren, prijken, projecteen, showen, tonen, verschijnen, voorstellen
vertonen, zich - verschijnen
vertoner van de wajang - dalang
vertoning exhibitie, opvoering, paradeshow, schouwspel, toneel, uitvoering, voorstelling
vertoning van een wissel - vista
vertoog betoog, discours, oratie, rede, traktaat, uiteenzetting, verhandeling
vertoogschrift - memorie
vertoon bluf, luister, ophef, parade, poeha, praal, pracht, pronk, schouwspel, show, staatsie, schijn
vertoon maken pareren, pochen, pralen, pronken, snoeven
vertoornd boos, gramstorig, onstuimig, verbolgen, verstoord
vertoornen vergrammen, verstoren
vertraagd afgeremd, ver(laat),
vertragen (af)remmen, belemmeren, ophouden, retarderen, tegenhouden, uitstellen, verminderen
vertragend remmend, (muz.) rallentando
vertrager inhibitor, rem
vertraging - etardatie,oponthoud, remming, retardement
vertragingsapparaat rem, weerstand
vertragingsmiddel - rem, weerstand
vertrappen doodtrappen, onderdrukken, plattreden, schenden
vertreden - kwellen, onderdrukken, vertrappen
vertrek afreis, aftocht, afvaart, alkoof, appartement, aula, begin, cel, kamer, lokaal, opkamer, serre, slaapkamer, start, suite, uitreis, uittocht, woonkamer, zitkamer
ruimte, salon, serre, start, suite, zaal
vertrek in r. k. kerk sacristie
vertrek in gevangenis - cel
vertrek in een woning - kamer
vertrek, klein - cel
vertrek met veel glas serre
vertrek naar zee uitreis
vertrek uit geboorteland emigratie
vertrek voor onderricht leskamer, lokaal
vertrek voor verdedigers - advocatenkamer
vertrekje cel, chambrette
vertrekken af(gaan), afreizen, afvaren, heengaan, inrukken, opdoeken, opkrassen, opstappen, scheiden, starten, verhuizen, verlaten, (weg)gaan
vertrekken met de auto wegrijden
vertrekken met de boot uitvaren
vertrek of afmars - afreis
vertrek of aftocht - afmars
vertrek of begin - start
vertrek of lokaliteit ruimte
vertrek of start - begin
vertrekpunt meet, start
vertreksein startschot
vertrek uit functie ontslag, pensioen
vertrek van een schip afvaart
vertrek verhinderen - tegengaan
vertroeteld - verwend
vertroetelen verwennen
vertrokken afwezig, gegaan, heen, scheef, verdwenen, verwrongen, weg
vertroosten kalmeren, opbeuren, sussen
vertrooster Parakleet
vertroosting solaas, soelaas, troost
vertrouwd bekend, eigen, gewend, intiem, veilig
vertrouwd zijn - kennen
vertrouwde vriend - bestemaat, buddy
vertrouwelijk confidentieel, eigen, familiair, gemeenzaam, innig, intiem
vertrouwelijk in omgang familiair
vertrouwelijke mededeling - intimiteit
vertrouwelijke naam voor vader - pipa
vertrouwelijking - feminisatie
vertrouweling aanhanger, confident, toeverlaat, vriend
vertrouwen confidentie, crediet, fiducie, gelovenhopen, krediet, toeverlaat, toevertrouwen, verwachting
vertrouwen op God geloven, gelovig
vertwijfeld desolaat, desperaat, moedeloos, ontzet, radeloos, wanhopig
vertwijfelen desespereren, wanhopen
vertwijfeling wanhoop
vervaard - angstig, bang, beducht, benauwd, bevreesd, verschrikt
vervaardheid vrees
vervaardigd - gemaakt
vervaardigen aan(maken), fabriceren, produceren, samenstellen, voortbrengen
vervaardigen van huizen - bouw
vervaardiger fabrikant, maker, producent, samensteller
vervaardiger van gereedschap instrumentmaker
vervaardiger van prenten etser, graveur, schilder, tekenaar
vervaardiging aanmaak, produktie, samenstelling, schepping,
vervaarlijk angstaanjagend, angstwekkend, enorm, geducht, geweldig, schrikbarend
vervagen verbleken, verdoezelen
verval achteruitgang, aftakeling, bederf, decadentie, einde, fooi(en), neergang, regressie, teruggang, verloedering, vermindering
verval van een rivier verhang
verval van krachten - marasme
vervallen afgeleefd, afgeschaft, afgetakeld, afgevallen, afgezet, afnemen, armoedig, bouwvallig, corrupt, onverzorgd, uitvallen, vermagerd, verminderen, verouderd, verschenen, versleten, verstrijken, verwaarloosd, verzwakken, verzwakt, waardeloos, wrak
vervallen dorp gat, gehucht
vervallen huis krot
vervallen kasteel ruime
vervalsen namaken, neppen, verdraaien
vervalser falsaris
vervalsing falcificaat, falsificatie, misleiding , nep(pertje), paragram
vervaltermijn déchéance
ver van elkaar - wijduit
vervangen aflossen, remplaceren, substitueren, verbeteren, vernieuwen, vervullen, waarnemen
vervangend loco, substituut, waarnemend, vice, wnd
vervangend bestuurslid - vice
vervanger remplaçant, stand-in, waarnemer
vervanging nieuw, substitutie, surrogaat
vervangingsmiddel ersatz, substitutie, surrogaat
vervanging van paarden - remonte
vervangstuk reserveonderdeel
vervatten formuleren, inhouden, inkleden, omvatten
verve - elan, drift, geestdrift, gloed
verveeld blasé, lusteloos, oververzadigd
vervelend afgezaagd, belabberd, droog, dor, eentonig, embêtant, ergerlijk, flauw, hinderlijk, lam, langwijlig, lastig, melig, monotoom, naar, onaangenaam, onfris, onhebbelijk, onsympathiek, rot, saai, sloom, taai, zemelig, zeurig
vervelend dier insect
vervelend doen etteren
vervelend en zalvend temerig
vervelend gezeur gemaal, gezanik
vervelend kletsen leuteren, kletsen, leuteren, memmen
vervelend mens droogpruim, etre, lastpost, naarling, neetoor, zeurpiet, zeur
vervelend persoon etter, être, klier, mirakel, naarling, neetoor
vervelend praten kletsen, leuteren, temen, zeuren
vervelend zeuren - zaniken
vervelende gewoonte sleur
vervelende man - galbak
vervelende melodie deun
vervelende plager deugniet, sar
vervelende praat - gezemel
vervelende spreker temer, zeur
vervelende vent - naarling
vervelende wijs deun
verveling vernooi
vervellen muiten
verveloos - kaal
verven - kleuren, kwasten, lakken, schilderen
verver schilder
ververen - ruien
verversen laven, opfrissen, verkwikken, verschonen, vervangen
verversing drank, verfrissing, vrucht
verviervoudigen - quadrupleren
vervilten - vollen
vervlakken egaliseren, nivelleren
vervlakking egalisering, nivellering
vervliegen evaporeren, verstuiven
vervloeken afzweren, verdoemen, verwensen
vervloeking anathema, doem, verdoemenis, verdoeming, verwensing, vloek
vervloeking, kerkelijke - ban
vervloekt afschuwelijk,anathema, beroerd, ellendig, verdomd, verdoemd, verwenst
vervlogen - oud
vervoegen aanmelden, conjugeren, verbuigen
vervoeging - conjugatie, conjugatio, conjunctie
vervoeging van mogen mag, mocht
vervoeging van plegen placht
vervoeging van zijn ben, geweest, is, ware, was, waren, wezen, zij
vervoer expeditie, transport
vervoerbaar - roerend
vervoer heen en terug op een vast trafect - pendeldienst
vervoerder expediteur, transporteur, expeditie, verhuizer
vervoeren expediëren, overbrengen, transporteren, verhuizn, verplaatsen, wegbrengen .
vervoeren met kruiwagen - kruien
vervoering extase, geestdrift, gloed
vervoermaatschappij Ato, Boac, KLM, KPM, NS, PAA,. TWA, Sabena
vervoermiddel
2 ar, m.s., NS, s.s.
3 bus, cab, kar
4 auto, boot, lift, pont, slee, taxi, tram, veer
5 ferry, fiets, karos, koets, metro, schip, sjees, slede, spoor,
trein, truck, wagen
6 diesel, tandem, troika
7 autobus, caleche, brommer, scooter, huifkar, omnibus, scooter,
vehikel
8 arreslee, mallejan, voertuig
9 bromfiets, shneltrein, stoomtram, vigilante, vliegtuig
10 helikopter, hovercraft, spoortrein, stoomtrein, touringar
11 dievenwagen
vervoermiddel met paarden koets
vervoermiddel op rails - lorrie
vervoermiddel voor de PTT postauto
vervolg - aansluiting, continuatie, prolongatie, rest, voortzetting
vervolgde martelaar, vluchteling, voortvluchtige
vervolgde om het geloof martelaar
vervolgen aanklagen, achternazitten, doorgaan, kwellen, nagaan, naspeuren, nazitten, voortgaan, voortzetten
vervolgens daarna, daarop, dan, later, naderhand, nadien, straks, verder
vervolgen van wild - jagen
vervolger belager, vijand
vervolging achternazitting, prosecutie
vervolgingswaanzin paranoia
vervolgverhaal completeren, feuilleton, vervolledigen.
vervolledigen - afmaken, completeren
vervolmaken perfectioneren, voltooien
vervorderen voortzetten
vervormd gebogen, gedeukt, krom, misvormd
vervormde nagel bij bep. dieren - hoef
vervormen deformeren, fausseren, modelleren, misvormen, transformeren, verbasteren
vervorming deformatie, verdraaiing
vervreemdbaar - aliënabel
vervreemden overdragen, verkopen, veroorzaken
vervreemding alientatie, verkoop
vervroeging anticipatie
vervuilde lucht - smog
vervuld van zachte gevoelens vertederd
vervullen bekleden, betrachten, inwilligen, nakomen, realiseren, vervangen, verwezenlijken, voldoen
vervulling roeping, voldoening
verwaaien afdrijven, wegwaaien
verwaand aanmatigend, arrogant, brutaal, hooghartig, hoogmoedig, ingebeeld, kwasterig, laatdunkend, minachtend, opgeblazen, pedant, prat, trots, waanwijs
verwaand dametje nuf
verwaand kind - nest
verwaand heertje dandy, fat, poen, trotsaard
verwaande kerel opschepper, opsnijder, pral
verwaande kwast - snob
verwaandheid - fatuïteit, hoogmoed, inbeelding, infatuatie, overmoed, pedanterie
verwaand persoon dandy, fat, trotsaard
verwaarloosd desolaat, onverzorgd, vervallen
verwaarloosde boel Augiasstal
verwaarlozen veronachtzamen, verschoppen, verzuimen
verwachten begeren, benieuwen, dulden, hopen, smachten, tegemoedzien, toeven, verbeiden, voorspellen,
verwachting hoop, zwangerschap
verwachting, tijd van - advent
verwant - affien, bloedeigen, connex, eigen, geparenteerd, samenhangend, verbonden
verwanten familie, magen, sibbe
verwantenkring - marga
verwanten van vaderszijde - agnaten
verwantschap affiniteit, cognatie, familiebetrekking, overeenkomst, parentage, sympathie, verbondenheid
verward chaotisch, confuus, dooreen, gecompliceerd, ijlhoofdig, ingewikkeld, onbegrijpelijk, ongeordend, ongeregeld, onhelder, ordeloos, overhoop, overstuur, ruig, steuvelig, verlegen, wanordelijk, warrig
verwarde boel chaos
verwarde haardos ragebol
verwarde knoop klis, klit
verwarde opeenhoping kluwen
verwarde rommrl - jamboel
verwarde zaak charade
verward geraas gejoel, tumoer
verwardheid ongeregeldheid, onordelijkheid, verlegenheid, wanorde
verward hoofdhaar - ragebol
verwarmen koesteren, opwarmen
verwarming - aard(gas), kolenkachel, oliestook
verwarmingsapparaat convector, haard, kachel, oven, radiator, stoof, vergasser
verwarmingsinstallatie - c.v.
verwarren embrouilleren, troebleren, verbijsteren, verhaspelen, verwikkelen
verwarring beschaamdheid, chaos, confusie, desorder, drukte, implicatie, jamboel, lawaai, ontreddering, paniek, turbatie, verlegenheid, verwikkeling, wanorde, warboel, wirwar
verwaten - aanmatigend, ijdel, opgeblazen,
verwaterd - flauw, ontaard, slap, verslapt
verwateren aanlengen
verwedden - vergokken
verweer afweer, defensie, protest, riposte, tegenkanting, tegenstand, tegenweer, verdediging, verzet, weerstand
verweerd aangetast, brokkelig, gebruind
verweerschrift apologie, repliek
verweken - smelten
verwekken aanzetten, genereren, opwekken, prikkelen, stichten, telen, teweegbrengen, veroorzaken
verwelf - boog
verwelken aftakelen, verdorren, verflensen, verleppen
verwelkomen begroeten
verwelkt dor, verdord
verwend bedorven
verwennen bederven, vergallen, vertroetelen
verwensen verdoemen, vervloeken
verwensing anathema, maledictie, verdoeming, vervloeking, vloek
verwenst ellendig, vervloekt
verwereldlijken saeculariseren
verwereldlijking - saecularisering, saecularisatie
verweren aanvreten, verdedigen
verwering erosie
verwerkelijken realiseren
verwerken - verteren
verwerktuiglijking mechanisatie
verwerpen afkeuren, afwijzen, rejecteren, veroordelen, verstoten, wegstoten, weigeren
verwerpelijk afkeurenswardig, gemeen, min, recusabel, slecht
verwerping recusatie, veto
verwerven - aantrekken, aanwinnen, bedingen, behalen, bekomen, ontvangen, oogsten, verdienen, verkrijgen, winnen
verwerving - aanwinning
verwezen beteuterd, ontdaan, onthutst, verschrikt, verslagen
verwezene - veroordeelde
verwezenlijken realiseren
verwezenlijking realisatie
verwezenlijkt gerealiseerd
verwijder u ga
verwijderd afgelegen, tele, uiterst, ver, verdrongen
verwijderdheid - verte
verwijderen afscheiden, afzonderen, ecarteren, eclipseren, elimineren, heengaan, ontzetten, opruimen, slopen, uitblazen, uitdrukken, uitvegen, verplaatsen, vervreemden, weggaan, wegnemen, wijken
verwijderen van oude verf - decaperen
verwijdering ablatie, afstand, dilatatie, distantie, eliminatie, ontslag, remotie, uitzetting, verkoeling
verwijdering uit betrekking ontslag
verwijfd onmannelijk, vervrouwelijkt, verwekelijkt
verwijl uitstel, vertraging
verijlen pozen, vertoeven
verwijt aantijging, afkeuring, blaam, gisping, berisping, klacht, protest
verwijten afkeuren, berispen, gispen, laken, reprocheren, wroegen
verwijzen doorsturen, refereren, verbannen
verwijzen naar - refereren
verwijzing refereren, referte, renvooi
verwijzingsteken - asterisk, renvooiteken
verwikkeling complicatie, geschil, imbroglio, implicatie, kwestie, moeilijkheid, plot
verwilderd bandeloos, haveloos, ordeloos, tuchteloos, verward, woest
verwisselbaar commutatief
verwisselen aflossen, (com)muteren, mangelen, (om)ruilen, overstappen, veranderen, verruilen
verwisseling changement, conversie, mutatie, omruil, omzetting, (om)ruil, verruiling
verwittigen berichten, informereninlichten, mededelen, meedelen, waarschuwen
verwittiging mededeling, kennisgeving, tijding
verwoed bezeten, fel, fervent, hartstochtelijk, hevig, razend, vurig
verwoedheid drift, ferventie, nijd, woede
verwoest vernield
verwoeste stad Sodom, Gomorra
verwoeste stad in Duitsland Dresden
verwoeste stad in Frankrijk Ouradour .
verwoeste stad in Italië Pompeji
verwoeste stad in Japan Hirosjima, Nagasaki, Osaka
verwoesten omverhalen, ravageren, ruineren, teisteren, verbreken, verdelgen, vernielen, vernietigen
verwoestend destructief, funest, verdelgend, vernielend, vernietigend
verwoester vandaal, vernieler, vernietiger
verwoesting ravage, ruïne, vernieling
verwoesting door vuur - brand
verwonden bezeren, blesseren, kwellen, kwetsen, pijnigen, snijden, toetakelen
verwonderd benieuwd, bevreemd, verbaasd
verwonderen bevreemden, ontstellen, opkijken, verbazen, verbluffen, verrassen
verwondering - opzien, verbazing, verrassing
verwonderlijk - verbaz(ingwekk)end, vreemd,zongerling
verwonding blessure, breuk, fractuur, kwetsuur, letsel, schaafwond, schram, sne(d)e, trauma, wond(e)
verwoorden uitdrukken
verwoording - uitdrukking
verworden bederven, degenereren, gedegenereerd, ontaard, ontaarden
verwording bederf, corruptie, degeneratie, ontaarding, verbastering
verworpeling ellendige, outcast, paria, uitgestotene, verstotene
verworpen abject, laag, snood, verachtelijk
verworven verkregen
verworven bedrevenheid techniek
verworvenheid - bezit
verwrikken stukmaken, verdraaien, verstuiken, verrekken
verwrongen misvormd, scheluw, verdraaid
verwulf gehemelte, gewelf
verwurgen - kelen
very important person v.i.p.
verzacht gematigd, getemperd
verzachten lenigen, matigen, mitigeren, ontharden, palliëren, plengen, stillen, temperen, verlichten, verminderen
verzachtend eufemistisch, lenigend, stillend, troostend, verminderend
verzachtend middel - temperans
verzachtende uitdrukking eufemisme
verzachting leniging, mitigatie, relaxatie, soelaas, troost, verlichting, vermindering
verzadigd tevreden, tevree, voldaan, voorzien, zat
verzadigde koolwaterstof - octaar
verzadigde vetten cacaoboter, kokosvet, melkvet, reuzel, rundvet
verzadigen lessen, satueren, voorzien
verzadiging bekomst, saturatie, satisfactie
verzaken (ver)loochenen
verzaker - afvalige, ontrouwe
verzaking afval, ontrouw, renonce
verzaking van kleur - renonce
verzakken inzakken, verzinken, wegzakken, wegzinken
verzakken van orgaan - ptosis
verzakking prolaps
verzamelaar - collectioneur
verzamelaar van boeken bibliofiel, bibliomaan
verzamelaar van eikenschors eker
verzamelaar van grammofoonplaten discofiel
verzamelaar van lucifermerken - filumist
verzamelaar van oude voorwerpen - antiquair
verzamelaar van postzegels filatelist
verzamelaar van sprookjes Grimme
verzamelboek album, atlas, fotoalbum, herbarium
verzamelboek van kaarten atlas
verzameld - samen
verzamelen aantreden, bijeenbrengen, bundelen, collecteren, collectioneren, inzamelen, lezen, oogsten, (op)garen, oppotten, rapen, sparen, stockerenvergaderen, vergaren, zamelen
verzamelen van de te velde staande gewassen - oogsten
verzameling collectie, groep, klasse, massa, menigte, recueil
verzameling boeken bibliotheek
verzameling boekwerken - omnibus
verzameling bomen arboretum, bos, jungle, oerwoud, rimboe, woud
verzameling bijbelverklaringen - catenen
verzameling foto's fotoalbum
verzameling gelijksoortige elementen klasse
verzameling gelijksoortige voorwerpen serie
verzameling geschriften archief
verzameling huizen blok, buurt, wijk
verzameling instrumenten instrumentarium
verzameling kunstwerken museum
verzameling levende wilde dieren - menagerie
verzameling officiële stukken dossier
verzameling paarden - renstal
verzameling planten herbarium
verzameling processtukken dossier
verzameling sagen Edda
verzameling schepen armada, eskader, konvooi, vloot
verzameling van bronwater welput
verzameling van gedroogde bladeren herbarium
verzameling van gewas oogst
verzameling van mensen - volk
verzamelnaam - collectivum
verzamelplaats vergaarbak
verzamelplaats van bronwater welput
verzamelsein - appel
verzamelwoede van boeken bibliomanie
verzamelwoord verzamelnaam
verzanden doodlopen
verzanding aanslibbing
verzegelde rem - noodrem
verzegelen - cacheteren, dichtlakken, loden
verzeggen beloven, bespreken, toezeggen
verzeild raken - belanden
verzeilen meegaan, vergezellen
verzekeraar - assuradeur
verzekerd geassureerd, overtuigd, vast, zeker
verzekerde bewaring - hechtenis
verzekeren assureren, beloven, betuigen, beveiligen, bevestigen, bezweren, garanderen, hoeden, secureren, vastzetten, verklaren, zweren
verzekering assertie, assurantie, beslag, garantie, hechtenis, polis, verpanding, zekerheid
verzekeringsbewijs polis
verzekeringsbrief polis
verzekeringsdeskundige actuaris
verzekeringsvorm lijfrente
verzellen - meegaan, verzellen
verzen maken dichten, limmen, rijmen
verzenboek liederboek, liederen(bundel)
verzenden expediëren, opsturen, versturen, wegzenden
verzenden per post ver(sturen)
verzender expediteur
verzender van goederen bode, expediteur, vrachtrijder
verzending afzending, expeditie
verzending van goederen - expeditie
verzending van post - postverkeer
verzendkosten briefkosten, port, porto, vracht
verzenen (bijbels) hielen
verzengen beschadigen, branden, schroeien
verzenijmer rijmelaar
verzen maken dichten, rijmelen, rijmen
verzenmaker dichter, liedjesschrijver, poëet, rederijker, rijmelaar, rijmer
verzenreeks - tirade
verzet afleiding, muiterij, ontspanning, onwil, oppositie, oproer, opstand, protest, recreatie, resistentie, tegenkanting, tegenspraak, tegenstand, tegenweer, vermaak, verpozing, vertier, verweer, weerstand
verzet aantekenen protesteren, verweren
verzetaantekening protest
verzet in dienst - insubordinatie
verzetje afleiding, bezigheid, pretje, uitje, uitstapje
verzetsbeweging illegaliteit
verzetsman partizaan
verzetsstrijder - partizaan
verzetten ontspannen, protesteren, rebelleren, tegenstreven, uitstellen, verbeuren, verdedigen, verdrijven, vergeten, verkassen, verplaatsen, verschuiven, verweren
verzieden - verkoken
verzieken - bederven, frustreren
verzien vergissen, voorbijzien
verziend hypermetroop, hyperopie, presbyoop
verziendheid - hypermetropie, presbyopie
verzikten - verzouten
verzilverd koper - pleet
berzilverd metaal - plate, pleet
verzinken galvaniseren, vergaan, wegzinken
verzinnebeelden symboliseren
verzinnebeelding symbolisering
verzinnen be(denken), fantaseren, fingeren, nadenken, uitbroeden, uitdenken, uitpeinzen, uitvinden, veinzen, verdichten, voorwenden
verzinsel bedenksel, fabel, leugen, praatje, smoes, sprookje, uitvlucht, verdichtsel, verhaal, voorwendsel
verzinsels opdissen - fabelen, fabuleren
verzoek aanmaning, aanvraag, aanzoek, bede, bee, invitatie, petitie, request, uitnodiging, vraag
verzoeken aanvragen, bekoren, beproeven, bidden, inroepen, noden, smeken, sommeren, tarten, uitdagen, uitnodigen, verleiden, vragen
verzoeken te komen - nodigen
verzoeker adressant, duivel, requestrant, satan, suppliant, verleider, vrager
verzoeking - bekoring, kwelling, temptatie, verleiding
verzoek om antwoord - vraag
verzoek om inlichtingen - interpellatie
verzoekschrift adres, petitie, petitionement, request
verzoenen conciliëren, goedmaken, herenen, herenigen, raccorderen
verzoenend conciliant, irenisch, sussend
verzoener redder, heiland
verzoening hereniging, reconciliatie
verzoeningsdood zoendood
verzoeten verzachten
verzoetingsmiddel honing, sacharine, stroop, sucrosesuiker,
verzonnen bedacht, denkbeeldig, fictief, vals, verdicht
verzonnen krantenbericht carnard
verzorgd gesoigneerd, keurig, net(jes)
verzorgen bedienen, behandelen, behartigen, beheren, bekostigen, helpen, hoeden, koesteren, kweken, onderhouden, opletten, oppassen, stalen, sterken, steunen, toezien, verplegen, waken
verzorger oppasser, ouder, soigneur, verpleger, voogd
verzorger van een uitstalkast - etaleur
verzorger van etalage decorateur, etaleur
verzorger van licht op toneel lampenist
verzorger van rekwisieten inspiciënt
verzorgers ouders, voogden
verzorging onderhoud, oppas
verzorging van de handen manicure
verzorging van de voeten pedicure
verzorging van zieken - verpleging
verzorgingsdienst (mil.) intendance
verzorgster baker, moeder, verpleegster
verzot dol, idolaat, verkikkerd, verlekkerd, verliefd
verzot op dol,gesteld
verzotheid manie, rage, verslaafdheid
verzoute bodem solonetz, solonchak
verzouten verzilten
verzuchten klagen, smachten, verlangen, wensen
verzuchting boutade, klacht, wens
verzuim mora, nalatigheid, omissie, uitstel, veronachtzaming
verzuimachtig nalatig, onachtzaam, slordig
verzuimen nalaten, omitteren, spijbelen, vergeten, verletten, veronachtzamen, verwaarlozen, wegblijven
verzuimen van school spijbelen
verzuim goedmaken boeten
verzuim van werk verlet
verzuipen - verdrinken
verzuren bederven, vergallen, veronaangenamen
verzuurde grond kattenklei, podsol
verzuurde melk yoghurt
verzwaard zijden weefsel - taf, taft, taffetas
verzwaarde handstaven halters
verzwageren parenteren, vermaagschappen
verzwakken aftakelen, ondermijnenontaarden, verbleken, vervallen
verzwakking inzinking, uitputting
verzwakt getemperd, uitgeput
verzwaren aandikken, verergeren (straf),versterken (dijk),
verzwarend verergerend
verzwaring aggravatie, ballast
verzwelgen absorberen, doorlaten, inslikken, verslinden, opeten, opslokken, verorberen
verzwering abces, negenoog, steenpuist, ulceratie, verettering
verzwinden verdwijnen, weggaan
verzwijgen geheimhouden, stilhouden, stilzwijgen, verbergen
verzwijnen verliederlijken
verzwikken verrekken, verstuiken
verzwinden verdwijnen, weggaan
vesper avondgebed, namiddagdienst, vesperklok
verperbeeld - pietà
vest - gilet, stadsgracht, wal
Vesta, priesteres van - Vestale
veste burcht, stads(gracht), stadswal, vestingmuur, vestingstad
vesten bepalen, bouwen, funderen, gronden, trekken, vastmaken
Vesterälen, een der - Andöy, Hindöy, Langöy
vestiaire garderobe, klerenbewaarplaats
vestibule hal, lobby, voor(portaal)
vestigen bouwen, gronden, ne(d)erzetten, oprichten, settelen, stichten, vaststellen
vestiging kolonie, nederzetting
vestigingsplaats - zetel
vesting bastion, beteng, bolwerk, burcht, citadel, dijk, fort(ificatie), horst, kasteel, ravelijn, schans, slot, stelling, sterkte, stins, veste, (Arab.) kasba
vesting op Arabisch schiereiland - Aden
vestingmuren slechten ontmantelen
vestingmuur veste
vestingstad Naarden, Coevorden, Steenwijk, Zaltbommel
vestingtoren - rondeel
vestingwal - enceinte
vestingwerk citadel, fort, lunet(te) bastille, wal
vestje gilet, hes
vesuvuaan - indocraas
vet corpulent, dik, gezet, log, lijvig, ongel, reuzel, smeer, spek, talg, vruchtbaar, weldoorvoedwinstgevend, zwaarlijvig
vet deel van melk room
vet, dierlijk - ongel, reuzel, talg
vet en dik - lijvig
vet van kokosnoten - palmine
vet voor zalven adeps
verachtig - glibberig
verbestanddeel - palmitine
vetblad - pinguicula
vetbuik - dikzak
vetduiker - pinguin
vete geschil, haat, hekelo, onenigheid, onvrede, oorlog, ruzie, strijd, twist, vijandschap, (wraak)zucht, wrok
veter koort, lias, nestel, sim, snoer,
veteraan grombaard, oudgediende
vetergaatje malie
veterinair dierenarts, veearts, veeartsenijkundig
veterloze lage schoen - slipper
vetgans - pinguin
vetgemeste jonge haan - kapoen
vetgezwel - lipoom
vetgans in Zuidpool - pinguin
vetje buitenkansje, profijt
vetkanis smeerpoets
vetkruid sedum
vetlaag spek
vetlaag onder de huid van walvissen blubber
vetloog zeeppoeder
vetmuur - sagina
vetplanten agave, crassulaceeën, gateria, kalanchoë, sedum, sansevieria, succulenten
veto verbod, verwerping
vetpot - smeerbus
vetproduct - ghee
vetpuistje - acne
vetrijk adipeus
vetsoort vaseline
vetspiegel in bloed cholesterol
vette damp - smook
vette deel van de melk room
vette etenswaar spek
vette mist - smog
vette olie traan
vette rook - smook
vette stof smeer, talk
vette vloeistof olie, traan
vettig adineus, smerig, smoezelig, olieachtig
vettig waswater sop
vettige aarde - bunzing, mergel
vettige rook smog, smook, walm
vettige stof in beenderen merg
vettige substantie smeer
vetvoeren mesten
vetwormpje meeëter
vetzak - dikkerd
vetzucht - adipositas, lipamotose, obesitas
vetzuur - carbonzuur
veulen - aquulus
veulen van één winter - enter
vexatie afpersing, knevelarij, kwelling, plagerij
vexeren afpersen, foppen, grieven, hinderen, knevelen, kwellen, kwetsen
vezel dradje, fibril
vezelachtig fibrillair, fibreus
vezelcancas harrel
vezelig dradig, pezig
vezelsteen - straalgips
vezelstof agal, akon, jute, katoen, kokos, manilla, neteldoek, sisal, touw, vlas
vezelstof voor zakken - gonje
vezels van de lontarpalm palmyra
vezels van een palm raffia
vezeltje draadle pluis
via door, langs, over, per, weg
via de mond - oraal
via dolorosa lijdensweg
viaduct wegbrug
vibrafoon - xylofoon
vibratie trilling
vibrato (muz.) trillend, vibrerend
vebratos - trilapparaat
vibreren beven, trembleren, trillen
vicaris hulppastoor, hulpprediker, plaatsvervanger
vice onder, waarnemend
vicepresident ondervoorzitter
vice versa v.v.
vicieus rot, slecht, verdorven, verkeerd
Victoria, hoofdstad van - Mebourne
victorie - overwinning, zege
victorieus - glorierijk
victualiën leeftocht, mondvoorraad
vide leegte, zie
videotape - band
videlicet nl., vdt.
videorecorder - ampex
vidimatie - legalisatie
vief flink, kittig, kras, kwiek, kwik, levendig, levenslustig, opgewekt, vlug, wakker
Vienne, hoofdstad van het Franse departement poitiers
vier - kwartet
vierblad - eenbes
vierdaagse - afstandmars
vierdag feestdag, gedenkdag, rustdag, vakantie
vier geweren tegen elkaar gezet - rot
vier weken voor Kerstmis advent
vierdaagse afstandmars
vierde - kwart
vierde boek van Mozes Numeri
vierde deel - kwart
vierde deel van een gulden - kwartje
vierde deel van een jaar kwartaal
vierde deel van een tientje knaak, rijksdaalder, riks
vierde deel van een uur kwartier
vierde jaargetijde - winter
vierde letter van het Griekse alfabet - delta
vierde maag van herkauwers leb
vierde maand april
vierde naamval accusatief
vierde planeet van ons zonnestelsel Mars
vierde snaar van een viool - cantino
vierde stand arbeiders, proletariaat, volk
vierde ten - quarto
vierde zondag in de vasten Laetare
vierde zoon van Jakob Juda
vieren celebreren, feester, gedenken, heiligen, herdenken, huldigen, loslaten, toegeven, vereren
vierendeel kwart, verrel, vierel
vierendelen kwartileren
vierentwintig uur dag, etmaal
vierhandig zoogdier aap
vierhoek rechthoek, ruit, trapezium, vierkant
vierhoek, ongelijkzijdig - trapezium
vierhoekig quadrangulair
vierhoofdig - quadruceps
viering celebratie, feest
viering van heuglijk feit feest, herdenking, jubileum, lustrum, verjaardag
vier kaarten - kwartet
vierkant - carré, kwadraat, quardratuur, rechthoek, vierhoek
vierkant visnet totebel
vierkante decameter are
vierkante gebakken steen tegel
vierkante hectometer hectare
vierkante kist bak
vierkante meter centiare
vierkant getuigd schip met drie of meer masten - fregat, volschip
vierkant getuigd schip met twee masten - brik
vierkante lineaal - kariet
vierkante tegels plaveien, met - careren
vierkante zuil - ante, pilaster
vierkruit wrangwortel
vier personen - kwartet
vierregelig gedicht - copla, kwatrijn, pantoen
vierschaar rechtbank
vierschaar spannen rechtspreken
vierspan in het oude Rome en Griekenland quadriga
viersprong kruising, kruispunt, kruisweg
vierstemmig zangstuk kwartet
viersyllabig vierlettergrepig
viertal kwartet
viertijd feesttijd, rusttijd, vakantie
viervlak tetraëder
viervoeter dog, gazel, geit, kameel, hond, kameel, kat, koe, leeuw, muis, olifant, ooi, paard, rat, ros, rund, schaap, stier, tapir, tijger
viervorst Herodes, tetrarch
viervoudig - quadrupel
vier weken voor Kertmis Advent
vierwielige koets - landauwer
vierwielig voertuig (Ind.) - palankijn
vies duf, goor, goig, kieskeurig, kledderig, maltentig, muf, ongewassen, onhygienisch, onkuis, onrein, onsmakelijk, onzindelijk, schunnig, smerig, smoezelig, vulgair, vuil, vuns, vunzig, walgelijk, zedeloos
vies bij pienter
vies persoon smeerlap,vetlap
vies ruiken - stinken
vies servies - afwas, vaat
vies slordig - vuns
viespeuk smeerlap, smeerpoets, viezerik,vuilik
Vietnam, haven in Noord - Haifong
Vietnam, haven in Zuid - Dalat, Hué, Nhatrang
Vietnam, hoofdstad van Noord - Hanoi
Vietnam, hoofdstad van Zuid - Saigon
Vietnam, munt in Noord dong
Vietnam, munt in Zuid - piaster
Vietnam, rivier in - Me-kong
vieze geur - stank
vieze lap slet, tod
vieze nevel smog
vieze rommel knoeiboel, troep
vieze vrouw - del
viezerd morsepot, smeerlap, viezerik
viezerik lellebel, onterik, onterik, smeerkees, smiecht, viespeuk, viezerd, vuilik
viezevazen - grillen, kuren
vigilant waakzaam, wakker
vigileren loeren, overleggen, prakkiseren, verzinnen
vigeren gelden
vigeur - geldigheid, kracht, werking
vigilant alert, waakzaam, wakker
vignet betaalzegel, boekversiering, plakstrookjesluitzegel, sticker, versiering
vigorosisch - vulgairisch
vigoroso (muz.) krachtig, vurig
vijand antagonist, belager, opposant, tegenspeler, tegenstander, tegenstrever, vervolger
vijand der Asen Loki
vijand van de materie idealist
vijand van het jodendom antisemiet
vijandelijke inval invasie, raid
vijandelijkheden - strijd
vijandig afkerig, afwijzend, agressief, boosaardig, haatdragend, hatelijk, hostiel, kil, koud, kwaadwillig, liefdeloos, onaardig, onenig, onvriendelijk, opstandig, toornig
vijandige opstelling - confrontatie
vijandigheid - hostiliteit
vijandschap haat, odium, rivaliteit, vete, wrok
vijf boeken, van Mozes pentateug
vijf cent - stuiver
vijf (voorvoegsel) penta
vijf jaar lustrum
vijfde boek van Mozes Deuteronomium
vijfde koorstem - vagens
vijfde noot sol, g
vijfde teken in de dierenriem Leo, leeuw
vijfde toon - quint
vijfde zondag na pasen Rogate
vijfdelig penta
vijfdelig versje limerick
vijfentwintig cent - kwartje
vijfhoek pentagoon, vijfkant
vijfhoekig gebouw - pentagon
vijfhonderd vel papier riem
vijfjarig tijdvak lustrum
vijfjarig feest - lustrum
vijfkamp meerkamp, pentatlon
vijfkant vijfhoek
vijf ons pond
vijf personen - kwintet
vijfpuntige ster pentagram
vijfregelig versje - limerick
vijfsnarig muziekinstrument - pentafoon
vijfstemmig muziekstuk kwintet
vijftallig - pentameer
vijftiende dag van de maand (latijn) idus
vijftien minuten - kwartier
vijftig punten in tennispartij set
vijfvlak pentaëder
vijgachtig - ficoïd
vijgenboom ficus, waringin
vijgeboomsoort - banyan
vijgenwortel speenkruid
vijfpuist - fijt
vijl rasp, rattenstaart
vijlen beschaven, bijwerken, gladmaken, polijsten, raspen
vijver bassin, kolk, kom, meertje, plas, poel
vijver aan het strand etang
vijvernimfen hyaden
vijzel dommekracht, krik, mortier, stamper, stampvat, tonmolen
vijzelen opheffen, opkrikken, opwinden, verheffen
Viking - Noorman
vilder - koudslachter
vilein boosaardig, gemeen, infaam, laag, vals, venijnig
villa buitenhuis, herenhuis, landhuis, woonhuis
villen - stropen
vilt kastoor
viltbereider - vilter
vilten rouwhoed huilebalk
viltkruid filago
viltzeil balatum
vommen - opstapelen
vin bloedvin, vleem
vinarmigen - duivelvissen, padiculati
vinden - aanboren, aantreffen, achten, bedenken, bespeuren, gewaarworden, ontdekken, ontwaren, oordelen, opsporen, uitdenken, zien
vinder ontdekker, zie ook: uitvinder
vindicatie terugvordering, wraakneming, wreking
vindicatief straffend,wraakzuchtig
vindiceren opeisen, straffen, terugvorderen, wreken
vinding inventie, ontdekking, trouvaille, uitvinding, vondst
vindingrijk begaafd, geniaal, industrieus, ingenieus, inventief, origineel, slim, vernuftig
vindt men in een turnzaal - rek
vindplaats van aardgas Noordzeeplat, Slochteren
vindplaats van olie Bakoe
vinduiker - pinguin
vinger fikken, duim, pink, tengel
vingerafdrukken, onderzoek van - dactyloscopie
vingeralfabet doofstommenalfabet
vingerbeentje koot(je), knokkel
vingerdeel kootje, nagel
vingerdier - knaagmaki
vingerdoekje - servetje
vingergewricht kneukel, knokkel, knook
vingergras - panicum
vingerhoed - cl.
vingerhoedskruid - digitalis
vingerkap vingerling
vingerpluim - kamgras
vingers fikken, tengels
vingersspraak - dactylologie
vingertaal der doofstommen - chirologie, dactylogie
vingerwijzing hint, teken, wenk
vingerzetting applicatuur, greep, manito
vink - appelvink, barnsijs, boekvink, distelvink, fratertje, geelgors, gors, goudvink, groenvink, haakbek, huismus, kanarie, kardinaal, keep, kneu, kruisbek, mus, ortvlaan, platbek, putter, rietgors, rijstvogel, ringmus, sneeuwgors, sijsje, wevervogel
vinkachtigen fringillidae
vinkachtige vogel gors, mus, putter, sijs
vinken - loeren
vinkenbijter - klapekster
vinkenbijtertje - tjiftjaf
vinkendief blauwvalk, sperwer, stiervalk
vinkenpezer - zakkenroller
vinkenvalk - sperwer
vinkenvanger - vinker
vinkenzaad - neslia
vinkoorde - liguster, maagdenpalm
vinnig actief, begerig, bijtend, bits, bijtend, driftig, fel, ferm, fiks, garstig, giftig, gortig, hanig, hatelijk, hevig, kattig, kittig, knorrig, kras, nijdig, pinnig, scherp, snedig, snerpend, snibbig, spits, stekelig, stekend, tuk, verbeten, vlug, vurig, wakker
vinnig meisje kattekop
vinnige klap knal, pets
vinnigheid bitsheid, felheid, garstigheid, kattigheid, snibbigheid
vinnig of bits venijnig
vinnig spreken - snibben
vinpotigen - pinnipedia
vinvis - bultrug
vinylcyamide - acrylnitril
vinvoetige (pinnipedes) walrus, zeebeer, zeehond, zeeleeuw
vinworm - pijlworm
violacee - viola, viool(tje)
viola da braccla altviool
viola da gamba knieviool, knievedel
violatie ontheiliging, schending, verkrachting
violenboom - ahorn, esdoorn
violent fel, gewelddadig, heftig, hevig, onstuimig
violentie hevigheid
violeren aantasten, onteren, schenden, verkrachten
violet paars
violetachtige kleur - magenta
violier flier, lakooi, matthiola
violist altist, bassist, cellist, strijker, vioolspeler
violoncel cello, gamba, knieviool
viool accorda, alt, bas, cello, fiedel, gamba, rebab, vedel, veel, (lat.) viola
viool Cremona, Strandivarius
viooloachtigen - violaceeën
vioolbas contrabas
vioolbouwer Amati, Guarneri; Stradivarius
viool, eerste - uitblinker
vioolhars colofonium, spiegelhars
vioolkam chevalet
viool, Keltische - crouth, crwth
vioolkrasser zager
vioolonderdeel achterblad, bovenblad, hals, kam, knop, krul, snaar, staartstuk, stapel, stok, toets
vioolsnaarmateriaal kattendarm
vioolspelen fiedelen, strijken, vedelen
vioolspeler strijker, violist
viooltje pensée
vioolvis - pakhaai, schoorhaai
virage bocht, zwenking
virago helleveeg, manwijf
virginaal - maagdelijk
Virginia, hoofdstad van - Richmond
virginiteit maagdelijkheid, zuiverheid
virgo maagd
viriel mannelijk, manhaftig, manmoedig
viriliteit forsheid, mannelijkheid
Viroenga-bergen, vulkaan in de - Harisimbi, Kahinga, Moehavoera, Nikana, Niragongo, Nyamlagira, Sabinio, Visoke
virtualitr - potentieel
virtueel denkbeeldig
virtuoos - meesterlijk
virtuositeit meesterschap
virulent aanstekend, fel, heftig, kwaadaardig, onstuimig, venijnig, vinnig
virus smetstof, ziektekiem
virusziekte - pokken
vis ichthus
visaas - pier
visavis tegenover
vis/ondermaatse put
visachtig dier prik
visafslag visverkoop
visafval - graten, grellen
visarend eendendoder, zeeadelaar
visbak bun, kaar
visbeen graat
visbewaarplaats - been, beun, kaar
visbewerker kaker
vosboot - logger
visbun kaar
viscollege hengelaarsvereniging
viscositeit kleverigheid, lijmigheid
visdeel graat, kieuw, schubbe, staart, vin
vis der Noordzee - meun
visdiefje - splitstaart
visduivel meerval
vis (dwarsbenige kraakbeen) - rog
vis en vogel - griet
viseerder - rooimeester, ijker
viseerstok - peilstok
viseren beogen, mikken, nazien, peilen, roeien, streven, tekenen
viseter aalscholver, kat, otter, pelikaan, poes, reiger, rob, ijsvogel
vis, fossiele anaspis
visfuik - sero
visgerecht kaviaar
visgerei aas, dobber, fuik, haak, hengel, leefnet, molen, net, reel, sim, snoer, totebel, tuig, vislijn
visgerei voor paling fuik
visglas - aquarium
vishaak angel
vishagedis - ichthyosaurus
vishal vismarkt
vishok - kee
vishuid schubben
visibel duidelijk, gereed, waarneembaar, zichtbaar
visie inzage, inzicht, kijk, mening, oordeel, opinie, optiek, overtuiging, zicht, zienswijze
visingewand beuling, gel, grom
visioen droombeeld, gezicht, hersenschim, illusie, schim, utopie, verschijning
visionair ziener
visitatie - controle, inspectie, onderzoek
visite aanloop, bezoek, gasten, loge
visitekamer - salon
visiteren bezoeken, inspecteren, onderzoeken
visiteur bezoeker, onderzoeker
visje bliek, pos, sprot, spiering, stekelbaars, sterlet
viskaar beun, kaar, bun, visput
viskenner - ipsoloog
viskoper - vishandelaar
viskorf met deksel kanis
viskotter trawler, treiler
viskuit boks, kiet, kijt, roge
viskunde ichthyologie
vislat hengel(lat)
vislijm - gelatine,
vislijn beug, sim, vissnoer
visluis caligus
vismaag - rob
visman vishandelaar, visventer, visverkoper
vismand - ben, benne, beun, bun, kaar, kanis, kriel, kubbe
vismeeuw - kapmeeuw
vismijn visafslag
vismolen - reel
visnet - beug, foezel, fuik, haam, ink, kor, kruisnet, kuil, leefnet, puit, schrobnet, tiras, totebel, trawl, treil, vleet, vleug, zegen
visolie levertraan, traan
visotter, kleine Amerikaanse nerts
visplaats - stek
visprodukt olie, traan, vismeel
visrijgpen speet
visrijke stek - leg
visrokerij hang
vis schoonmaken - lubben
visschubuitslag ichtyosis
vissen - hengelen, pisces
vissen -
3 aal, bot, gul, mul, ork, pos, rog
4 alft, amia, avel, barm, blei, bolk, boto, dors, elft, fint, tint,
geep, gent, geut, gruw, gulk, haai, hake, hars, hors, huso, kaan,
krit, kwab, lauw, leng, lomp, louw, lump, meun, orfe, orka, plas, pols, poon, post, prik, puit, ruis, sako, slei, tink, tong,
vint, wind, zalm
5 alver, baars, bliek, braam, dogge, forel, govie, griet, gront,
grunt, guppy, lodde, magge, manta, melet, plaat, schar, schol,
schot, smelt, sneep, snoek, sprot, steu, tonijn, vleet, voorn,
winde, zeelt
6 aalbot, aalpad, ashaai, bakaal, barbot, bokkem, boniet,
brasem, dikkop, dogger, dorade, fijnkop, gander, harder,
haring, karper, kataal, katvis, koloog, lebaal, lipvis, magaal,
marene, meivis, milter, murene, pelser, pieper, pijlrog, pladijs,
pollak, puikel, sander, sardijn, siluur, snaper, sneper, tarbot,
tinker, vijlvis, wijting, wimber, witvis, zander, zeeaal, zeeaap,
zeekat, zeepad, zeevos
7 aalkwab, aalpuit, adelvis, apekool, bandvis, barbeel, beefaal,
beefrog, beefvis, beloega, blakvis, bokking, botskop, butskop,
goudvis, grondel, grootje, haairog, heilbot, houting, hozebek,
inktvis, kaalkop, kathaai, klimvis, klipvis, kolblei, kolfoog,
koolvis, kwabaal, lamprei, lansvis, leervis, liervis, lintvis,
longvis, maanvis, makreel, mastvis, meeraal, moeraal, puitaal,
sardine, snotolf, sterlet, veelvin, weeraal, weervis, zaagvis,
zandaal, zeehaan, zeepaap, zeeprik, zeesnip, zeewolf, zeilvis,
zuigvis
8 albikoor, alvenaar, ansjovis, baarsvis, blindvis, bonetvis,
bootskop, botervis, bruinvis, buikzalm, degenvis, draakvis,
fluitbek, kleinvin, klompvis, knorhaan, kogelvis, kolbliek,
kramprog, meerpoet, molenaar, naaldvis, negenoog, neushaai,
ombervis, roofhaai, schelvis, slangaal, slijmprik, spiering,
stootvis, toonhaai, tovervis, troeboek, vlagzalm, zandprik,
zeebaars, zeedraak, zeeforel, zeenaald, zeesnoek, zeezeelt,
zonnevis
9 aalpieper, abberdaan, arendsrog, beekforel, bootshaak,
donderaal, donderpad, doopbaars, doornhaai, goudbaars,
goudwinde, goudzeelt, hamerhaai, hesseling, hondshaai,
hoogkijker, jonkervis, kabeljauw, klimbaars, koffervis,
kongeraal, koolbaarskoraalvis, krimpzalm, landorium,
meerforel, moddervis, nebbeling, nesteling, paddenvis,
panharing, pieterman, rietvoorn, ruisvoorn, schieraal,
serpeling, sidderaal, sidderrog, smeerling, speerhaai,
springaal, stekeling, stekelrog, stekeltje, tongschar, visduivel,
wentelaar, wimpelvis, wolfbaars, zalmforel, zeebanket,
zeebrasem, zeeduivel, zeepaling, zilvervis, zuigervis,
zwaardvis, zwaluwvis
10 aalgrondel, beekridder, bitterling, buisharing, driestaart,
duivelsrog, goudkarper, grondeling, jakobszalm, klautervis,
koningsvis, labberdaan, marsbanker, mensenhaai, noordkaper,
panterhaai, reuzenhaai, rivierprok, snoekbaars, spiegelrog,
spiegelvis, steenbaars, steenbijter, trommelvis, vaandrager,
vlindervis, waterbaars, winterzalm, zeebarbeel, zeegrondel,
zeelamprei, zeevlinder, zonnebaars
11 goudmakreel, harderwijker, koornaarvis, kroeskarper,
lancetvisje, papegaaivis, schuttervis, steenkarper, stekelbaars
12 barometervis, boogschutter, gordelbrasem, kaaimansnoek,
snijderssnoek, telescoopvis, zandspiering
13 adderszeenaald, loodsmannetje, maatjesharing,
modderkruiper, riviergrondel schorpioenvis, siddermeerval,
spiegelkarper, stekelmeerval, zeeschorpioen
14 harnasmannetje, regenboogforel, schelvisduivel
15 aristoteleshaai, bootsmansharing
vissenbewaarplaats - bun, kaar
visseneitjes hom, kuit
vissen op paling - peuren, poeren
vissen, ster uit het sterrenbeeld - kaintain
vissen, uit liefhebberij sportvissen
vissenleer ichtyologie
visser - beuger, hengelaar
visser met beug beuger
vissersboot blazer, bom, bons, botter, buis, drifter, hengst, hoeker, hoogaars, kotter, kwak, logger, pink, platboomd, pluiter, punter, schokker, smak, spankuiler, trawler, treiler
vissersboot in de Middellandse Zee - tartane
vissershoofddeksel - zuidwester
vissersjas - bolkvanger
visserslaars hoos
visserslatijn bluf, grootspraak
vissersmand - kanis
visserij, grote haringvangst
vissnoer sim, vislijn
vissoep - bouillabaise
visstand visrijkdom
vista zicht, vertoon, gezicht
visteelt, kunstmatige - piscicultuur
vistuig aas, alf, angel, bekklem, beug, breel, buidelnet, dobber, dogger, drijfnet, dwarskuil, fleur, fuik, gebbe, gooi, haak, haam, hengel, hoekwant, joon, kol, kom, kor, kuil, leefnet, peur, pier, reel, schepnet, silk, sim, sleepnet, smurrevaad, sneu, snoer, totebel, trawl, vishaak, vleet, weer, zeeg, zetlijn
visueel - eidetisch
visuil oehoe
visum - reispas
visvaartuig botter, kotter, logger, pink, schokker, trawler, treiler
visvalk visarend
visverblijf meer, rivier, sloot, vijver, water, zee
viswater van de landheer vroon
viszaad kult
vita leven
vitaal energiek, fris, krachtig, kras, levendig, levenskrachtig, levenslustig, lustig, opgewekt, sterk
vitacee - vitis, wingerd, wijnstok
vitaliebroeder - likedeler
vitaliteit - levenskracht, levenslucht
vitamine-A, ziekte door gebrek aan - nachtblindheid, xeroftalmie
vitamine-B1 - aneurine
vitamine-B1, ziekte door gebrek aan -beriberi
vitamine-C, ziekte door gebrek aan - scheurbuik
vitamine-D, ziekte door gebrek aan - rachitis
vitamine-E, ziekte door gebrek aan - steriliteit
vitamine gebrek beriberi
vitaminerijke olie levertraan
vitesse snelheid, spoed
vitlust bedilzucht, vitterigheid
vitlustig - laakziek
vitrage allover, gordijn
vitragestof - filet
vitrine etalage, glasraam, uitstalkast, uitstalraam, winkelruit
vitriool sulfaat, zwavelzuur
vitrioolsteen kopersulfaat
vitrioolzuur - zwavelzuur
vitten bedillen, chicaneren, hakkentakken, kibbelen, muggenziften, zeuren, ziften
vitter chicaneur, muggenzifter, neetoor
vitterig sikkeneurig, vitziek, wrevelig
vitterij - chicane(s), muggezifterij
vitusdans - chorea
vitziek sikkeneurig, vitterig
vitziek mens neetoor, zeurpiet
vivace (muz.) levendig, opgewekt
vivaciteit levendigheid, vrolijkheid, vlugheid
vizier - helmklep, minister, richttoestel, staatsraad
vizierkorrel - guido
vizierliniaal diopter
vla dessert, toetje
vlaag aanval, bevlieging, bui, luim, opwelling, regenbui, scheut, windstoot
vlaag van eigenzinnigheid gril, kuur
vlaai - geul
vlaak zandbank, zandplaat, zandvlakte
Vlaams VI.
Vlaams aardrijkskundige - Mercator, Ortelius
Vlaams beeldhouwer - Anrion, Abeloos
Vlaams beroep - stiel
Vlaams componist - Barbé, Canis
Vlaams dichter - Cami, Gezelle
Vlaams dichteres - Bijns
Vlaams schrijver Boon, Claus, Conscience, Elschot, Gezelle, Gazelle, Gijsen, Lampo, Ostayen, Raes, Staes, Streuvels, Teirlinck, Timmermans, Walschap
Vlaams woord voor... zie Belgisch woord voor..
Vlaamse beiaardier Nees
Vlaamse gaai broekekster, meerkol
Vlaamse graaf/gravin - Arnulf, Boudewijn, Diederick, Jan, Filips, Gwijde, Johanna, Karel, Lodewijk, Margaretha, Maria, Robrecht, Willen
Vlaamse herberg - estaminet
Vlaamse koning, legendarische - Gambrinus
Vlaamse leeuw - Klauwaert
Vlaamse naam voor beroep - stiel
Vlaamse schilder -
3 Cap
4 Baes, Bout, Lens
5 Baron, Bouts, David, Navez, Suvee
6 Matsijs, Rubens
7 Brouwer, Memlinc, Seghers, Teneirs, Wappers
8 Blondeel, Breughel, Jordaens, Oldevaere
9 Verhaghen
vlag banier, blazoen, drapeau, driekleur, dundoek, vaan(del), vendel, wimpel
vlag die van de bovenste steng waalt topstander
vlaggendoek - dundoek
vlaggenjongen - scheepsjongen
vlaggenjonker - adelborst, vaandrig
vlaggenman - aanvoerder, leider
vlaggen met - pavoiseren, tooien
vlaggenstok mast, steng
vlaggenstropjes zuigers
vlagletters van de Rotterdamse Loid - R.L.
vlagletters van de Stoomvaartmij. Nederland - S.M.N.
vlagofficier schout bijnacht, viceadmiraal
vlag op de boeg geus
vlag op de bovenste steng - topstander
vlagvoerder - leider, voorganger
vlagzalm es
vlak effen, egaal, gelijk, glad, horizontaal, plat
vlak boven de achtersteven - spiegel
vlak maken effenen, egaliseren, evenen, gelijkmaken
vlak van edelsteen facet
vlakaf glad, plataf, rondweg
vlakbank - schaafbank
vlakbij dichtbij, nabij, onmiddellijk
vlakdruk - offset, steendruk
vlakelastiek gum
vlak en effen gelijk
vlak en glad egaal, strak
vlak en recht - plat
vlakgang - boeiplank
vlakgom gum, radeergom, stuf
vlakheid - effenheid
vlakhol planconcaaf
vlakke driehoeksmeting trigonometrie
vlakke landstreek beemd, platteland, polder
vlakke meetkunde planimetrie
vlakke schaal plateel, schotel
vlakken effenen, reien, schaven, strekken
vlakkruid vlekkenkruid
vlak land veld, weide
vlak langs rakelings
vlak maken afvlakken, effenen, egaliseren, gelijkmaken, slechten, strekken
vlakmaking - nivellering
vlakte pampa, steppe, veld
vlaktemaat a, are, acre, bunder, ca, centiare, gemet, ha, hectare, morgen, roe
vlaktemaat (Eng.) acre
vlaktemaat (Fr.) acre
vlaktemaat in Japan tan
vlaktemeter planimeter
vlakte tussen bergen - dal
vlakuit - gladaf
vlakweg ronduit
vlam aangebedene, ader, beminde, brand, geliefde, gloed, hartstocht, liefde, mist, nevel, pit, vuurtong, zee
vlamaanslag roet
vlambloem flox
vlambek (gas)brander
Vlamingsgezinde flamingant
vlamhoutje - lucifer
vlam in hout - ader, nerf, spiegel
vlammen begeren, branden, fikken, glanzen, gloeien, laaien, lichten, begeren, flikkeren, schitteren, stralen
vlammend blakend, flamboyant, fonkelend, gloeiend, laaiend, opvlammend
vlammenorgel pyrofoon
vlammenspel flakkeren
vlammenzee brand, vuurzee
vlammetje pit, vuurtje
vlammig vlamkleurig, gevlamd
vlamoven reverbeeroven
vlampijpen - mavaroni
vlamsijsje kneutje
vlas linum, vlashaar, vlasvezels
vlasaard vlasakker
vlasafval he(d)e, lok
vlasachtig - lichtblond
vlasachtigen - linaceeën
vlasafval he(d)e, lok
vlasakker - vlasaard
vlasbaard lafaard, melkbaard, melkmuil
vlasband vlij
vlas bewerken breken, hekelen, repelen, roten, zwingelen
vlasbewerking braken, hekelen, repelen, roten, zwingeling
vlasbewerking - plaats voor... roterij
vlasbraak knappe
vlasbundel - rist
vlaschaard vlasaard, vlasakker
vlaskam hekel, repel, zwingel
vlaskam met lange tanden repel
vlasleeuwenbek - linaria
vlasleeuwerik - linaria
vlasoogst slijting
vlassen begeren, reikhalzenverlangen
vlasstengel - herel
vlaszaad ippens, lijnzaad, revelaar
vlaszaaier - hop
vlecht tres, mat, staart, streng, tisstaart, trens, wrong
vlechten strengelen, trenzen, weven
vlechtwerk gaas, frobelwerk, raster, rooster, vlechtsel
vleermuis bladneus, chiropterum, franjestaar, gladneus, grootoor, kalong, klapneus, langoor, nachthond, roezet, spekvleermuis, vampier, vroegvlieger
vleermuis, staartloze - kalong
vlees in gelei bereid - ballotine
vlees van koe rundvlees
vlees van kokosnoot - kopra
vleesachtige plant artisjok
vleesbereiden - braden
vleesboom - myoma, myoom
vleesbouillon - beeftea
vleesetend carnivoor
vleesetende plant drossera, zonnedauw
vleeseter carnivoor, roofdier
vleesextract bouillon, maggi
vleessgebakje pastei
vleesgerecht bacon, friecandel, galantine, hachee, ham, hoofdkaas, kebab, lamsbout, pastei, paté, poulet, ragout, reebout, rollade, rolpens, saté, slavink, tartaar, worst, zult
vleesgerecht met uien - hachee
vleesgezwel kanker, sarcoma
vleeshouwer slager, beenhouwer
vleeshouwerij slagerij
vlees in blik - cornetbeaf
vleesketel marmiet
vleeskleur inkarnaat
vleeskruid - basilicum
vleesmes voorsnijmes
vleesnat bouillon, gelei, jus, lil, saus
vlees op een stokje - sate
vleespastei paté, saté
vleespen brochette, spies
vleesrol - rollade
vleesrooster barbecue, grill
vleessap - jus
vleessoort bieflap, bief(stuk), cervelaat, chateaubriand, entrecote, fricandeau, gehakt, haas, ham, kalfspoulet, kalfsvlees, karbonade, klapstuk, kotelet, lamsvlees, lende, lever(worst), (met)worst, ossenhaas, ossentong, ossenworst, paarderookvlees, paardenvlees, pekelvlees, poulet, rollade, rolpens, rookvlees, rosbief, salami, schouderham, schouderkarbonade, spek, sucadelappen, tartaar, varkensvlees, worst
vleesstuk baklap, kotelet, rib
vleesthee beaftea
vlees van de kokosnoot - kopra
vleesvergiftiging - botulisme
vleesvlieg aasvlieg, bromvlieg
vleeswaren bacon, (bloed)worst, cervelaat, fric(andeau), ham, hoofdkaas, leverkaas, leverworst, metworst, pate, rosbief, rookvlees, salami, zult
vleeswording incarnatie, menswording
vleet haringnet, menigte, vlet
vlegel apenkop, belhamel, bengel, bink, blaag, deugniet, dorswerktuig, guit, kaffer, kinkel, kwajongen, lomperd, ondeugd, pummel, rakker, rekel, schoft, sloeber, smeerlap, snaak, snotneus, stakker, straatjongen, vlerk, vos
vlegelachtig baldadig, lomp, onbehouwen, onbeschoft
vlegelachtigheid baldadigheid, lompheid, onbehouwenheid
vlegelen - dorsen
vlegeljaren puberteitsjaren
vlegel of schavuit - bengel
vleien aanhalen, cojaleen, flemen, flikflooien, hielenlikken, kozen, likken, mooipraten, (pluim)strijken, smeren, soebatten, strelen, stroken, stroopsmeren
vleiend aanhalig, complimenteus, slijmerig, strelend, stroperig, zoet
vleiende beleefdheid compliment
vleier flemer, flikflooier, hielenlikker, hoveling, likkepot, mooiprater, ogendienaar, pluimstrijker, pracher, schoonprater, stroopsmeerder
vleierig aanhalig, flemerig
vleierij gefleem, liefdoenerij, mooipraterij, flikflooierij
vleinaam dot, engel, honnepon, koosnaam, lief(je), lieveling, mopje, schat(tebout), snoepje, snoes, troel, roetelnaam
vlek blaam, buurtschap, dorp, gehucht, klad, klodder, moet, negorij, plaats, plek, schande, smet, spat, spet, stip, veeg
vlekje op de huid moedervlek, sproet
vlekkeloos feilloos, helder, onberispelijk, onbesmet, onbevlekt, onbezoedeld, rein, schoon , smetteloos, smetvrij, wit, zuiver
vlekkenkruid - galigaan, longkruid
vlekkeloos
vlekken bevlekken, bezoedelen, kladden, smetten, spatten
vlekkenwater bleekwater, eau de javelle, tetra, tri
vlek op dierenhuid - gremel
vlek op gezicht chloasma
vlek op paardenhoofd bles
vlekvrij smetteloos
vlerk arm, bengel, kinkel, kwajongen, lomperd, lummel, rakker, rekel, snaak, vlegel, vleugel, wiek, zwing
vlerken slieren
vlerk of rekel - bengel
vlerkprauw karakor, korakora
vlerk van een vogel - wiek
vleselijk lichamelijk, zinnelijk, bloedeigen
vleselijkheid zinnelijkheid
vlet reddingsboot
vleug glimp, voliere, vogelhuis
vleugel flank, piano, vlerk, wiek, zwing
vleugel, inkorten van - kortwieken
vleugelklep aileron
vleugellam machteloos
vleugelloos insekt apterygotum, franjestaart, luis, rupsmot, springstart, suikergast, vlo
vleugelman flankeur
vleugeltjesbloemachtigen - polygalaceeën
vleugelvlies - pterygium
vleugelvormig klavier - clavecimbel
vleugje poosje, stroompje, tijdje, tikje, tikkeltje, toets, veegje, zuchtje, zweem
vleugelstoel vleugelspil
vlezig corpulent, dik, gezet, mollig, rond
vlezige rand - lip
vliedberg terp, vliedheuvel
vlieden ontvluchten, stromen, vermijden, vluchten, wijken
vlieg daas, horzel
vlieg die haar eieren op vlees legt aasvlieg
vliegbereik actieradius, radius
vliegbewijs brevet
vliegbiljet - ticket
vliegdekschip - carrier, vliegtuigmoederschip
vliegen fladderen, hollen, rennen, snellen, zweven
vliegenboom - trosvogelkers
vliegend hangend, mobiel, vluchtig, wapperend
vliegend dier bij, insect, libellen, mug, vogel, vleermuis, vlieg, wesp
vliegend diertje - vlieg
vliegend fort bommenwerper, oorlogsvliegtuig
vliegend paard Pegasus, Sleipnir
vliegend vuur - springvuur, vonk
vliegende blaadjes loopmare
vliegende dieren - vogels
vliegende geest - ammoniak, vliegop
vliegende hagedis - draak
vliegende hond kalong
vliegende schotel - ufo
vliegenier aviateur, luchtvaarderpiloot, vlieger
vliegenierster - aviatrice, pilote
vliegenkleed - klamboe
vliegenlarve made
vliegens overhaast, vlug
vliegensvlug rap, snel, overhaast
vliegenvanger - muscicapide
vlieger aviateur, piloot, vliegenier
vliegerij vliegsport, vliegwezen
vliegkampschip vliegdekschip
vliegloods hangar
vliegmachine - vliegtuig
vliegop - ammoniak
vliegopname luchtfoto
vliegpost luchtpost
vliegreis vlucht, luchtreis
vliegroute luchtlijn
vliegtocht luchtreis
vliegtoestel - helicopter
vliegtuig biplane, boeing, caraveIle, corde, coccomet, constellation, convair, dakota, douglas, fellowship, fokker, friendship, helikopter, jet, jumbojet, kist, lancaster, mig, monoplane, starfighter, straaljager
vliegtuigbestuurder - piloot, vliegenier
vliegtuig kaper - luchtpiraat
vliegtuig met één stel vleugels - eendekker
vliegtuig mei twee stel vleugels - tweedekker
vliegtuigloods hangar
vliegtuigmaatschappij Aeroflot, A.F., Alitalia, Bea, Boac, K.L.M., Lufthansa, P.A.A., S.A.A., Sabena, S.A.S.
vliegtuigmoederschip - vliegdekschip
vliegtuigonderdeel aileron, cabine, cockpit, hoogteroer, instrumentenbord, pantry, staart, vleugel
vliegtuigraid luchtaanval
vliegtuigstuur knuppel
vliegtuigticket - reisbiljet
vliegveld (Nederland) basis Beek, Eelde, GilzeRijen, Schiphol, Soesterberg, Terlet, Teuge, Twente, Valkenburg, Zestienhoven, Welschap
vliegveld(kamp) - aerodroom(one), luchthaven
vliegveld in Canada - Gander
vliegveld van Barcelona Muntadas
vliegveld van Berlijn Tempelhof
vliegveld van Brussel Melsbroek
vliegveld van Boedapest Ferihegy
vliegveld van Genève Cointrin
vliegveld van Glasgow Prestwick
vliegveld van Hamburg Fuhlsbuttel
vliegveld van Keulen/Bonn Wahn
vliegveld van Kopenhagen Kastrup
vliegveld van Londen Croydon, Heathrow
vliegveld van Madrid Barajas
vliegveld van Milaan Malpensa
vliegveld van Moskou Wnukowo
vliegveld van München Riem
vliegveld van Oslo Gardermoen
vliegveld van Parijs Orly, le Bourget
vliegveld van Praag Ruzyne
vliegveld van Rome Ciampino
vliegveld van Rotterdam Zestienhoven
vliegveld van Stockholm Arlanda
vliegveld van Stuttgart Echterdingen
vliegveld van Wenen Schwechat, Tulin,
vliegveld van Zürich Kloten
vliegvereniging - aeroclub
vliegwezen aviatiek
vliegwiel drijfrad
vliem lancet, vlijm
vliender - vlierboom
vlier moerasveen, sambucus
vlierachtigen - caprifoliaceeën
vlierbes vlierbei
vlierboom - vliender
vliering bergzolder, bovenzolder, rommelzolder
vlierzwam - judasoor
vlies huid, membraan, pel, schil, vel
vliesachtig - vellig
vlies op bier - kaam
vlies op melk pastoorshemd, vel
vlies op wijn kaam, kaan, kaamsel, kim
vlies over het oog - schel
vliesheer vliesridder
vliesje - membraan, pel, vel(letje), waas
vliesje van een zaadkorel - blees, blies
vliesontleding hymenotomie
vliesvleugelig insekt bosmier, bij, dar, galwesp, hommel, honingbij, ieme, imme, mier, mug, sluipwesp, vlieg, wesp, zandwesp
vlieszaad - corispermum
vliet aa, beek, ee, kreek, rivier(tje), sloot, stroom, vaart, water
vlieten stromen, vloeien
vliezig doorschijnend, vliesachtig
vliezige buis ader
vliezige zak blaas
vlij - vlasband
vlijen aanstaan, behagen, bevallen, neerleggen, passen, schikken, stapelen, voegen
vlijend - bevallig
vlijm lancet, laatijzer, laatmes
vlijmend scherp, snerpend, snijdend
vlijmscherpe spot sarcasme
vlijt naarstigheid, ijver, werklust, werkzaamheid
vlijtig actief, arbeidzaam, bedrijvig, bezet, bezig, diligent, druk, ijverig, kwastig, levendig, naarstig, nijver, noest, ondernemend, snel, studieus, toegewijd, vlug, volhardend, werkzaam
vlijtig actie voeren ijveren
vlijtig liesje reuzenbalsemien, waterbalsemien
vlijtige lize reuzenbalsemien, waterbalsemien
vlim - kafnaald
vlinder kapel, pepel, piepel, butterfly
vlinderachtig ongestadig, grillig, veranderlijk
vlinderbloemen - papillionaten
vlinderbloemige plant -
4 boon, brem, erwt, peul, soja
5 linze, wikke
6 acacia, ebinus, klaver, lupin
7 luzerne, lathyus,
8 tuinboon, zoethout
9 rolklaver, stalkruid
10 hazepootje, rupsklaver
11 akkerdistel, goudenregen
vlinderdas butterfly
vlinderen fladderen
vlinderfase nimf, pop, rups, tonnetje
vlinderlarve ringelrups, rups, spanrups
vlinderpop cocon
vlindersoort -
3 mot, non, uil, vos
4 page
5 amata, argus, atlas, kapel, pepel, sfinx, witje
6 aglaja, anarta, apollo, aporia, atacus, dikkop, ridder, semele,
slauil, uiltje
7 abraxas, amathes, aurelia, beeruil, nymfale, pagekop,
pauwoog, plakker, procris, rietuil, scopula, selenia, spanner,
spinner, zandoog
8 admiraal, angerona, atalanta, blauwtje, dagkapel, eekhoorn,
gammauil, groentje, harlekijn, nachtuil, panvogel, perentak,
perizoma, rietvink, saturnia, weeskind
9 avondrood, eikenpage, koevinkje, koolwitje, krakeling,
landmeter, oranjetip, paramesia, parasemia, pijlstaart,
reuzenuil, vijfwouter, wiewouter, zakdrager, hooibeestje
10 arguskapel, boterkapel, dagpauwoog, dagvlinder, distelvink,
hopvlinder, huismoeder, kluizenaar, motvlinder, nonvlinder,
ourapterix, pannenkoek, pistooltje, prachtbeer, rauwmantel,
tauvlinder
11 agaatuiltje, beervlinder, bladvlinder, donsvlinder, hooibeestje,
koningspage, nachtuiltje, rietboorder, schoenobius,
vuurvlinder
12 nachtpauwoog, satijnvlinder, schoenlapper, snuitvlinder
13 jacobsvlinder, koningsmantel, marmervlinder, nommervlinder,
nummervlinder, purpervlinder,
14 dambordvlinder, dennenpijlstaart
17 doodshoofdvlinder
vlindertje mot
vlint keisteen, veldklei, zwerfsteen
vlo springer
vloed getij, getijde, hoogwater, rivier, stroom, tij, vloeiing, volzee, waterloop
vloedbord - vloeiplank
vloedbos mangrove bos
vloedbranding - bore
vloeddeur sluisdeur
vloedmerk vloedlijn
vloedplank damplank, schutplant
vloei ankerhand, zijdepapier
vloeibaar - dun, liquide, nat, viskeus, vloeiend
vloeibaar gesteente - magma
vloeibaar maken smelten, verdunnen
vloeibaar medicijn drankje, siroop
vloeibaar metaal - kwik
vloeibaar pek teer
vloeibaar propaan LPG
vloeibaar vet olie, oline
vloeibaar voedsel brij, lepelkost, pap, saus, slobber, soep, vla
vloeibaarheid verliezen stollen
vloeibare brandstof benzine, (diesel)olie, kerosineLPG, petroleum, stook(olie)
vloeibare hars terpentijn
vloeibare mest - gier
vloeibare stof sop, vloeistof, vocht, water
vloeibare teer - pek
vloeibare zuurstof - lox
vloeiblad buvard, onderlegger
vloeidrukker blotter
vloeien druipen, lopen, sijpelen, spoelen, stromen, vlieten, zieden, zijgen
vloeiend gelijkmatig, gemakkelijk, liquide, ongedwongen, vlot
vloeiend (muz.) legato
vloeiende klank - liquida
vloeiing - fluor, fluxie
vloeiklank - liquida
vloeilijst - cimaas, ojief
vloeiplank - vloedbord
vloeispaat - calciumfloride, fluoriet
vloeistof - fluïdum
vloeistof alsem, azijn, bloed, drank, edik, gal, inkt, kwik, lysol, melk, nattigheid, olie, pekel, sap, slaolie, spiritus, terpentijn, traan, vocht, water
vloeistof scheppen - hozen
vloeistof uit vlees gekookt bouillon, extract
vloeistof uit vruchten - sap
vloeistof van sterke concentratie - essence
vloeistof voor fotografie fixeer
vloeistof waarin vlees is gekookt - bouillon, nat
vloeistofdeel drop, droppel, drup, druppel
vloeistofmaat, oude - aam
vloeistofmengsel emulsie
vloek anathema, ban, doem, godslastering, knoop, krachtterm, maladictie, ramp, straf, veroordeling, vervloeking, verwensing
vloeken briesen, foeteren, ketteren, lasteren, tieren, uitkafferen, uitvaren, verwensen
vloekhout kruishout
vloekwoord godslastering, verwensing
vloer basis, bodem, grond(vlak), onderkant
vloer van planken plankier
vloer voor rolschaatsers rink
vloer voor schaatsers ijs(baan)
vloer voor wielrijden piste, wielerbaan
vloerbalk estrik, plavuis
vloerbalk legger
vloerbedekking balatum, cocos, karpet, kleed, kokos, linoleum, loper, mat, parket, pers, stromat, tapijt, vinyl, vloerkleed, zeil
vloerbedekking bij deur deurmat
vloerdeel vloerplank
vloeren bedekken, bevloeren, neerslaan, tekkelen
vloeren plaatsen - leggen
vloerkleed kàrpet, tapijt
vloerkussen poef
vloerlijst plint
vloermat - kokosloper
vloer met planken plankier
vloerplank - vloerdeel
vloersteen - marmer, plavuis, tegel, tichel
vloertegel estrik, plavuis
vloertje bordes
vloervarken handstoffer, veger
vloer voor rolschaatsen - rink
vloer voor wielrijders - wielerbaan
vloerzaad koolzaad
vloerzerk - schorre
vloghaver oot
vlok pluis
vlokje pluisje, plukje
vlokken - sneeuwen
vlokkenvlies chorion
vlokkig ruig, vlossig
vlokkig stof op bier kaam
vlokleurig donkerbruin, puce
vlokzijde floretzijde
vlonder laadbrug, rooster, slootplank, stap, steg, steiger, vondel, vonder, waterstoep
vlonder over water - bruggetje
vlooien - aphaniptera, siphonaptera, uitpluizen
vlooienkruid gagel, pos, possem, post, pulicaia
vloot armada, marine, menigte, zeemacht
vlootbasis - marinehaven
vlootafdeling eskader, smaldeel
vlootje bakje, kommetje
vlootsteunpunt vlootbasis
vlootvoogd admiraal
vlos dons, pluis, zijde
vlossig dradig, los, vlokkig
vlossige zijde - pluis
vlot blits, drijvend, frank, gemakkelijk, gemoedelijk, gesmeerd, grif, haastig, hip, kwiek, licht, los, modern, onbelemmerd, ongedwongen, prompt, rap, snel, vaardig, vloeiend, vlug, vrijmoedig, vrolijk
vloten dobberen, drijven
vlot en modern - hip
vlotgras glyceria
vlotheid - reeheid
vlothout drijfhout
vlotten boteren, gelukken, drijven, opschieten
vlottend afwisselend, drijvend
vlucht koppel, loop, luchtreis, ontsnapping, ontvluchting, terugtocht, toom, uitbraak, uittocht, vaart, zwerm
vlucht van Mohammed Hegira
vluchtberg - terp
vluchteling - D.P, ontheemde, refugié, uitgewekene, vervolgde
vluchten afblazen, afnokken, deinzen, deserteren, drossen, inrukken, mijden, ontkomen, ontvluchten, ontwijken, opbreken, redden, uitwijken, vlieden, weglopen, wegsnellen, wijken
vluchtend wegsnellend, wijkend
vluchthaven noodhaven, toevluchtsoord, vluchtstrook
vluchtheuvel hil, terp, vliedberg, wierd
vluchtig dun, enpassant, etherisch, haastig, ijl, licht, losjes, losweg, nonchalant, oppervlakkig, snel, terloops, vergankelijk, vervliegend, voorbijbaand, zorgeloos
vluchtig doorzien - inzien
vluchtige notitie aantekening, krabbel
vluchtige stof alcohol, amoniak, benzine, ether, gas, kamfer, lucht, tetra
vluchtige tekening schets
vluchtige verliefdheid - flirt
vluchtige vloeistof alcohol, amoniak, benzine, ether, (kamfer)spiritus, tetra
vluchtigjes terloops
vluchtig kijken neuzen
vluchtig lezen inzien
vluchtig overlezen - overzien
vluchtoord asiel, toevluchtsoord
vluchtplaats schuilplaats, toevlucht
vluchtschans reduit, redoute
vluchtstrook uitwijkplaats
vluchtweg - nooduitgang
vlug actief - alert, alras, bedreven, behendig, bekwaam, bevattelijk, beweeglijk, bijdehand, cito, dra, fluks, gauw, gezwind, grif, haastig, handig, ijlings, kordaat, kwiek, levendig, naarstig, prompt, pront, rad, rap, rapide, ras, schielijk, snedig, snel, spoedig, vlijtig, vaardig, vlot, weldra, ijlings
vlug (muz.) allegro, presto
vlug bewegelijk agiel, mobiel
vlug dier aap, hagedis, kievit, kolibrie
vlug en kwiek vief
vlug en rap - vlot
vlug gaan haasten, rennen, reppen, snellen, spoeden
vlug lopen benen, rennen, snellen, vliegen, ijlen
vlug van bevatting alert, kwiek, pienter, schrander, slim
vlugge hap snap
vlugge snede - rip
vlugheid bevattelijkheid, radheid, rapiditeit, routine, snelheid, vaardigheid
vlugschrift brochure, folder, pamflet
vlug schrijven pennen
vlug van begrip alert, kwiek, pienter, schranderslim
vlug verslijtend - sleets
vlugzout - ammoniak, ammoniumcarbonaat
vocaal assonant, klinker
vocabulair woordenlijst, woordenschat
vocabularium woordenlijst
vocatie neiging, roeping
vocht nat(tigheid), neerslag, sap, vloeistof, water
vocht aantrekkend hygroscopisch
vocht afscheiden tranen, zweten
vochtafvoerbuis catheter, riool
vocht bevattend damp, doordrenkt, klam, klef, nat, sappig, vochtig
vocht in de gewrichten - leewater
vocht in de lucht damp, nevel
vocht innemen - drinken
vocht uit de wond bloed, etter, lymfe, pus
vocht uittrekken drogen
vocht uit vruchten - sap
vocht van de lever gal
vocht van een vrucht sap
vocht van het kaasmaken - hui, wei
vochtblaasje blaar, bobbel
vochtdeel - druppel
vochten besprenkelen, betten, bevochtigen, natmaken
vochtig - damp(ig), klam, nat(tig), vuns, vunzig
vochtig aanvoelend - klam
vochtig deeltje drop, droppel, drup, druppel, spat, spetter
vochtig en bedorven - muf
vochtig en koud kil, klam, rillerig
vochtig grasland dras, dries
vochtig maken besprenkelen, invochten
vochtig voedsel - soep
vochtig warm benauwd, drukkend, klam, mouterig
vochtige koude kilte
vochtige lucht damp, dauw, mist, nevel
vochtige plek plas, poel
vochtige vlek druppel, spat, spet
vochtige warmte - broei
vochtigheid klamheid, humiditeit, natheid, vocht
vochtigheidsmeter hygrometer
vochtigheidsmeting hygrometrie
vochtmaat aam, anker, centiliter, decaliter, deciliter, galon, hectoliter, kan, liter, maat(je), mililiter, okshoofd, pint, stoop
vochtmeter - hydrograaf, hydrometer, hygroscoop
vochtophoping in de borstholte - hydrothorax
vochtuitstorting exsudaat
vocht verspreider - aerosol
vochtvrij dor, droog, kurkdroog
vochtweger - aerometer, hydrometer
vochtzuiger exsiccator
vod flard, lap, lel, lomp, lor, palt, prul, tod, tondel, tonder
vodden lompen
voddenboer - lorrenboer
voddengoed lorren, prulgoed
voddenkoopman - tagrijn
voddenkraam prullaria, prullenkraam, prulwerk
voddenman - lorrenboer
voddenraper lorrenboer, lorrenman
vodderij beuzelarij, lompen, prulwerk
vodje lapje
vod of prul - lomp
voeden aankweken, koesteren, onderhouden, spijzigen, voederen, voeren, zogen
voedend - voedzaam
voeder eten, foerage, voeding, voedsel, voer
voederbak krib, ruif, trog
voederen foerageren, kroppen, voeren
voedergewas aardappels, bieten, gras, haver, klaver, knollen, mais, spurrie
voedergras timothee
voederkrib - ruif
voederkuil silo
voederrek voor paarden - ruif
voeder voor paarden - foerage
voeding eetwaar, eten, kost, leeftocht, levensonderhoud, menage, spijs, toevoer, voedsel, voer, voeder
voeding van soldaten - menage
voedingsbestanddeel eiwit, koolhydraat, suiker, vet, vitamine, water, zetmeel, zout
voedingsbodem grond, substraat, teelaarde
voedingsbodem voor bacterie - bouillon-agar, cultuurmedium
voedingsgewas gerst, haver, mais, rijst, rogge, tarwe
voedingskanaal aanvoerkanaal
voedingsleer bromatologie
voedingsmiddel aardappelen, appel, bonen, brood, ei, fruit, gort, graan, groente, ham, haring, kaas, melk, pap, pinda, puré, rats, rijst, snert, soep, spek, spijs, toast, vet, vis, vlees
voedingsmiddel uit het merg van de palm sago
voedingsmiddel van meel - brood
voedingsproces spijsvertering
voedingsregel dieet, regime
voedingsschema dieet
voedingsspecialist(e) - diëtist(e)
voedingsstof eiwit, koolhydraat, suiker, tapioca,vet, zetmeel
voedingsstoornis indigestie, constipatie, obstipatie
voedingsvoorschrift dieet
voedingswaarde - calorie
voedsel
2 ei
3 ham, mik, pap, vis
4 bras, eten, gort, kaas, kost, melk, prak, rats, rijst, soep, spijs
voer
5 appel bonen, brood, pinda, puree, snert, toast, vlees
6 haring, pieper
7 foerage, eetwaar, groente
8 mondkost, proviand
9 aardappel, leeftocht
11 bikkesement
12 mondvoorraad
voedsel gebruiken eten, nuttigen
voedsel geven voeden, voeren, voederen
voedsel inladen ravitailleren
voedsel nuttigen eten
voedsel voor dieren aardappelen, bieten, draf, gras, haksel, haver, hooi, klaver, maïs, pulp, spoeling, wostel, zaad
voedsel voor vegetariër soja(boon)
voedsel zoeken azen, jagen
voedsel zoeken door wild - laveien
voedselvergiftiging - botulisme
voedselvoorziening - distributie, ravitaillering
voedster min, minne, moerhaas, moerkonijn, zoogster
voedsterdochter pleegdochter
voedsterkind pleegkind
voedsterling der muzen dichter
voedster van Rebecca - Debora
voedster van Zeus - Amalthea
voedzaam groeizaam, krachtig, machtig, nutritief, substantieel, voedend,
voedzame drank cacao, chocomel, melk
voeg groef, kalknaad, kier, las, naad, reet
voege manier, orde, schikking, trant, wijs
voegen aanpassen, aansluiten, beschikken, bestellen, betamen, inrichten, insluiten, overeenkomen, passen, regelen, schikken, verbinden, verschaffen
voegijzer dag, dagge, voegspijker
voeglijk betamelijk, gepast, passend
voeg of torn naad
voegspijker voegijzer
voeg van mwtselwerk - kalknaad
voegwoord conjunctie
voegwoord -
2 al, en, of, zo
3 als, dan, dat, eer, hoe, met
4 daar, maar, mits, naar, noch, toen, waar, want
5 aleer, alsof, edoch, gelijk, nadat, omdat, opdat, sinds, tenzij,
zoals, zodat
6 alsook, echter, hoewel, immers, indien, sedert, terwijl, totdat,
7 behalve, evenals, hoezeer, vermits, voordat, wanneer
8 aangezien, alhoewel, alvorens, naarmate, ofschoon, teneinde
9 aangezien, vooraleer
10 naargelang
12 uitgezonderd
voegwoord (Duits) als, dann, dass, oder. ob. und
voegwoord (Engels) as, and, but, for, if, or, that
voegwoord (Frans) et, si, or, mais
voegwoordelijk bijwoord altans, bijgevolg, bovendien
voegwoord oude stijl bijaldien, edoch, ende, nademaal, tenware, vermits
voegzaam - behoorlijk, betamelijk, dienstig, gepast, geschikt, oorbaar, passend
voegzaamheid gepastheid
voei - moerkonijn
voelbaar duidelijk, klaar, merkbaar, palpabel, sensobel, tastbaar, waarneembaar, zonneklaar
voelbaarheid merkbaarheid, sensibiliteit
voeldraad tastorgaan, tentakel
voelen aanraken, bemerken, beseffen, betasten, gevoelen, gewaarworden, inzien, merken, snappen, tasten, vatten, waarnemen
voeler - taster
voelhoorn - antenne, (voel)spriet, tentakel
voelhoorns uitsteken aftasten, polsen, verkennen
voeling aanraking, bevoeling, contact
voelorgaan tastorgaan
voelspriet antenne, taster, tentakel, voeler, voelhoorn
voelspriet van een insekt - taster
voer aas, eten, kost, voeder, voeding, voedsel, wagenvracht
voerage beestenvoer, foerage
voerbak bak, krib(be), ruif, trog
voerbiet beetwortel, mangel
voerder bestuutder, koetsier
voeren aanvoeren, bekleden, brengen, dragen, geleiden, hanteren, leiden, meevoeren, uitoefenen, vervoeren, voederen, uitoefenen
voering bekleedsel, binnenbekleding, binnenstof, vaar
voeringstof - sanel(la), satinella
voerkooi - ruif
voerman - Auriga, bestuurder, bode, koetsier, menner, rijder, vrachtrijder, wagenmenner
voertuig
2 ar,
3 bob, bus, cab,gig, kar
4 arre, auto,brik, card, gerij, jeep, kist, moto, plof, roda, sado,
slee, step, taxi, tank, tram, velo
5 aapje, blimp, break, buggy, coach, coupe, derny, fiets, kales,
karos, koets, pulka, racer, sedan, sjees, slede, sulky, truck,
wagen, wagon
6 ballon, bendie, berrie, bethjah, camion, dogkar, faeton, fiacre,
glider, grobak, hansom, kapkar, kipkar, lorrie, mylord, panier,
pedati, rijtuig, rijwiel, riksja, subway, tandem, tandoe, telega,
tender, tikker, troika
7 acatene, autobus, autocar, autoped, beerkar, berline, biplaan,
bobslee, brommer, caisson, calèche, caravan, carrier, celauto,
clipper, deleman, dogcard, dosados, eenspan, foergon,
handkar, hofauto, huifkar, kibitka, omnibus, pullman, renauto,
rosbaar, scooter, sidecar, skelter, tilbury, tobogan, tonneau,
torpedo, tractor, trailer, trekker, trolley, vehikel, voiture,
zandkar, zegekar, zesspan
8 achtspan, afrijbrik, autogiro, bakfiets, bakwagen, belslede,
boomezel, brougham, coureuse, draisine, hofkoets, hongkong,
kapsjees, kapwagen, kiereboe, kipwagen, landauer, leswagen,
mallejan, menwagen, norimono, oplegger, ossenkar, postauto,
quadriga, rolwagen, skeleton, stekkar, stootkar, stortkar,
tankauto, toerauto, trapauto, tweespan, veerpont, veewagen,
victoria, vierspan, zeppelin
9 ambulance, arrenslee, barouchet, bergspoor, bierwagen,
blokwagen, boerenkar, uldozer,cabriolet,diligence,ezelwagen,
fietstaxi, galakoets, handwagen, hofrijtuig, hollander,
hondenkar, hooiwagen, huifwagen, koelwagen, kruiwagen,
landaulet, lastwagen, limousine, melkwagen, monoplaan,
ponywagen, postkoets, posttrein, postwagen, prikslede,
racefiets, racewagen, reiswagen, rupswagen, slikslede,
sneltrein, snorfiets, sportauto, tankwagen, tarantass,
tentwagen, trekslede, tuimelkar, twoseater, vigilante, vliegtuig,
volgkoets, voorwagen, vouwwagen, vrachtkar, watertaxi,
wijtewagen, woonwagen, zeilwagen
10 arrenslede, automobiel, bestelauto, draagstoel, driewieler,
honderslee, hovercraft, huurrijtuig, jachtwagen, janplezier,
jardiniere, kabelspoor, kordewagen, kraanwagen, kruitwagen,
lastsleper, locomobiel, locomotief, motorfiets, nautolette,
ossenwagen, pekelwagen, praalkoets, praalwagen,
pronkwagen, remorquer, slaapwagen, speelwagen,
spoorwagon, sportwagen, stationcar, steekwagen, tapissiere,
touringcar, trolleybus, tweedekker, velocipede, volgrijtuig,
vrachtauto, waterfiets, ziekenauto
11 achterwagen, arrentikker, bestelwagen, boerensjees,
boerenslede, boerenwagen, bokkenwagen, bolderwagen,
caterpillar, demifortune, dievenwagen, disselsjees,
disselwagen, hondenwagen, keukenwagen, kinderwagen,
mandenwagen, rendierslee, vrachtwagen, ziekenwagen
12 aanhangwagen, dubbeldekker, kampeerwagen, pantserwagen,
personenauto, sleperswagen, verhuiswagen, vliegmachine,
vuilniswagen, werkwagentje
13 brandweerauto, brouwerswagen, gevechtswagen,
goederenwagen, personentrein, staatsiekoets, staatsiewagen
14 invalidenwagen, transportwagen, watervliegtuig
voertuig in de lucht hefschroef, vliegtuig, wentelwiek
voertuig ingaan instappen
voertuig met één paard - eenspan, lemoen
voertuig met opgetuigde paarden - ar, arre,arreslee, kar, koets, rijtuig, wagen
voertuig in Z.Afrika - ossewa
voertuig op het ijs ar, slee
voertuig op rail tram, trein
voertuig op twee wielen - motorrijwiel
voertuig te land auto(bus), ar, brommer, bromfiets, bus, cab, calèche, fiets, kar, karos, koets, sjees, slee, tandem, tractor, trailer, trol ka, vigilante, victoria, wagen
voertuig ter zee boot (zie aldaar), pont, schip, veervoertuig
voertuig voor één persoon - bromfiets, fiets, motorrijwiel,
rijwiel, solomotor,step
voertuig voor invaliden rolstoel
voertuig voor personen auto, bus, scooter, tandem, vliegtuig
voertuig voor post - postkar
voertuig voor vervoer van bomen - boomwagen, boskar, mallejan, oets
voertuig zonder wielen - ar, arre, hovercraft, schip, sle(d)e, draagstoel, lift
voertuig verlaten afstijgen, uitstappen
voertuig (ZuidAfrika) ossewa
voerwiel drijfwiel, vliegwiel
voet ft.,
voet basis, fundament, grondslag, lengtemaat, maatstaf, manier, poot, trapperik, verhouding, versvoet, wijze
voet, deel van de - hiel, kootbeen, (meta)tarsus, phalange talus, ten, teerlingbeen
voetafdruk spoor
voetangel klem
voetangels en klemmen moeilijkheden
voetbal - knikker
voetbalafdeling (ere)divisie, 1e divisie
voetbalbeker - cup
voetbalclub Ajax, Ado, D.F.C., D.W.S., Eindhoven, Excelsior, Feijenoord, Fortuna, Graafschap, Haarlem, Heerenveen, Heracles, H.V.C., M.V.V., N.A.C., N.E.C, P.S.V., Sparta, Telstar, Twenthe, Veendam, Vitesse, Volendam, Volewijckers
voetbalelftal - ploeg, team
voetballen schieten, spelen
voetballer back, doelman, half, keeper, linksbinnen, linksbuiten, midvoor, rechtsback, rechtsbinnen, rechtsbuiten, rechtshalf, spil, spits, stopper
voetbalploeg elftal, team
voetbalpool toto
voetbalteam elftal, ploeg
voetbalterm corner, doellijn, doelpunt, doelschop, doeltrap, freekick, goal, hands, hoekschop, ingooi, kopduel, lijn, middencirkel, natrappen, offside, out, pass, penalty, sliding, stip, strafschop, tackle, uit(bal), uittrap
voetbalveld - grasmat
voetbankje schamel, schemel
voetbedekking klomp, kous, laars, muil, pantoffel, sandaal, schoeisel, schoen, slipper, slof, sok
voetboog kruisboog
voetbrug vlonder, vonder
voeten pedes, poten
voeteling - leest
voetenverzorger pedicure
voetenwarmer - stoof
voetganger gaander, loper, stapper, tiopelaar, weggebruiker, wandelaar
voetgangerspad - zebrapad
voetgangster wandelaarster, loopster
voetgewricht enkel
voetheelkunde pediatrie
voetindruk spoor
voetjicht podagra, pootje
voetklavier pedaal
voetknecht infanterist
voetknokkel enkel
voetkundige pedicure
voetlicht - podagra
voetlijst - plint
voetnoot aantekening, annotatie, noot
voetpad steg, stoep, trottoir, wandelpad, weggetje .
voetpunt uiteinde
voetpunt tegen over het zenit - nadir
voetpunt (tegenover) toppunt
voetreis wandeltocht
voetrust - voetsteun
voetschabel bankje
voetspecialist orthopedist
voetstap pas, schrede, spoor, stap, tred(e)
voetsteun voetrust
voetstoots gedachteloos, klakkeloos, zomaar
voetstuk - basement, piedestal, portament
voetstuk van een camera statief
voetstuk van een machine - fundatie
voetstuk van een standbeeld sokkel
voetstuk van een zuil - postament
voettitel onderschrift
voettocht mars, wandeling
voettoets pedaal
voetval - knieval, knieling
voetveeg deurmatdweil, vloermat, voetwis
voetverzorger pedicure
voetverzorging pedicure
voetvolk infanterie
voetwarmer kruik, pantoffel, slof, stoof, test
voetwassing - mandatum
voetweg voetpad, wandelweg
voetwis dweil, voetveeg
voetzoeker - rotje, klapper, zwerver
vogel
2 ka
3 alk, ara, beo, hen, hop, kea, kip, lom, mus, ral, sijs, uil
4 dodo, dole, duif, eend, emoe, fuut, gaai, gans, gier, gors, haan, hoen, ibis, jako, kauw, keep, kiwi, kneu, knob, koet, krem,
krik, kwak, lori, mees, pauw, raaf, roek, skua, snip, snor, toko,
trap, tuut, valk, vink, wouw, wulp
5 agami, arend, bebek, bokje, eiber, fitis, griel, griet, harpij,
havik, jager, kloek, kluit, kluut, kobbe, kraai, kraan, kriel,
lorre, meeuw, merel, oehoe, sijsje, sneep, stern,stork, tjerk,
uiver, woerd, zwaan, zwalm
6 belder, bosuil, butoor, condor, daguil, doffer, duiker, duivin,
ekster, fazant, feniks, gander, grutto, ijsgors, ijshoen, kapoen,
katuil, kievit, lijster, nandoe, paapje, patrijs, pieper, putoor,
putter, reiger, ruiter, smeent, smient, specht, spriet, taling,
tapuit, toekan, tortel, visuil, woffer, zwaluw
7 aasgier, adelaar, bergmus, bolaars, boomuil, bosduif, boshoen,
bosvink, buizerd, dodaars, doverik, fluiter, geelkop, grasmus,
haakbek, huismus, ijsvogel, kaketoe, kalkoen, kanarie,
kapgier, karkiet, kerkuil, koekoek, kolibrie, korhoen, kwakkel,
kwartel, leghorn, lokeend, lokvink, maraboe, mathoen,
meerkol, parkiet, pelhoen, phoenix, pinguïn, plevier, pluvier,
ransuil, ringmus, rotgans,smirrel, snuiter, sperwer, spreeuw,
valduif, velduil, vetgans, zaagbek, zee-eend, zeegans, zeegier,
zeekoet, zeeraaf
8 aasvogel, aigrette, albatros, auerhoen, baarduil, bergeend,
berghoen, berkhoen, beukvink, bijeneter, boekvink,
boomeend, boomsnip, boomvalk, boskraai, brileend, casuaris,
donsgans, duikeend, edelvalk, eidebaar, filomeel, flamingo,
ganzerik, geelgors, geelvink, geervalk, goudsnip, goudvink,
hamerkop, hoornuil, houtduif, houtsnip, huisduif, ielregel,
ijsduiker, kaapduif, kaapgans, kapmeeuw, karekiet, katvogel,
kemphaan, klauwier, kokmeeuw, kolibri, koolduif, koolmees,
kraaikop, krielhen, krielkip, kropduif, kropgans, kruisbek,
kuifeend, kuifmees, lachduif, lakvogel, lepelaar, loopeend,
loophoen, meerkoet, nachtuil, neusduif, nonnetje, ooievaar,
ortolaan, papegaai, pelikaan, poelsnip, postduif, raafeend,
ralvogel, renvogel, rietgans, rietgors, riethoen, rietvink,
rietwouw, ringduif, oerdomp,roodvalk, rotsduif, slobeend,
steenuil, tjiftjaf, trapgans, trekvalk, tureluur, veldhoen,
visarend, waterkip, waterral, woudduif, zeearend, zeemeenw
9 aalduiker, aalreiger, akkergans, appelvink, baardgier,
baardmees, baardvink, bantammer, barmsijsje, beflijster,
bergkraai, blauwmees, blauwvoet, bloedvink, bosruiter,
boszanger, brandgans, brilvogel, brulvigel, dompelaar,
dwergeend, gwergvalk, eidereend, eidergans, eikelvink,
gieteling, goudarend, goudmerel, goudvogel, grassijsje,
griffioen, grijpvogel, groenling, groenvink, hazelhoen,
heggenmus, hoelzwaan, holenduif, jachtvalk, kamduiker,
kamlijster, kardinaal, koereiger, koperwiek, krielhaan,
kroonduif, kuifarend, lachvogel, leeuwerik, liervogel,
nijlreiger, nimmerzat, oorfazant, oranjeuil, parelhoen,
pestvogel, pijlstaart, reedsheer, ralreiger, regenwulp,
rijstvogel, roestgans, roestgors, roofmeeuw, rupsvogel,
salangaan, schaarbek, scheleend, schoenbek, sluieruil,
sneeuwuil, spoorgors, spotvogel, steenduif, steenvalk,
takkeling, tijgervink, torenvalk, tuimelaar, tuinmerel, visdiefje,
walgvogel, waterhoen, watersnip, wielewaal, wipstaart,
woudaapje, zeeduiker, zeetortel, zeezwaluw
10 aardzwaluw, alpenkraai, atlasvogel, baardvogel, boomekster,
boomklever, boompieper, brilduiker, buidelmees, citroentje,
distelvink, duikergans, duinpieper, fazanthoen, franjepoot,
gauwdiefje, gierzwaluw, goudfazant, graspieper, heifluiter,
kiekendief, klapekster, klipzwaluw, kluitvogel, kraanvogel,
kramsvogel, kuifduiker, kuikendief, kwikstaart, lammergier,
lierstaart, muurzwaluw, nachtegaal, oeverloper, patrijshaan,
patrijsvalk, pauwfazant, perkoetoet, pimpelmees, purperkoet,
rietlijster, rietzanger, ringfazant, ringlijster, satijnvogel,
schildvink, slechtvalk, sneeuwgans, sneeuwgors, sneeuwhoen,
spitsvogel, spotlijster, staartmees, steenarend, steenkraai,
steenmeeuw, steltkluut, stormvogel, toppereend, torenkraai,
tortelduif, waaierduif, waaiereend, wespendief, wevervogel,
zanglijster, zeeadelaar, zwartkopje
11 aalscholver, appellijster, argusfazant, bergfluiter, blauwpaapje, blauwpieper, blauwschild, blauwspecht, boomsluiper,
buffelwever, citroenvink, dekvogeltje, diamantvink,
eendendoder, flueeleend, fregatvogel, garendiefje, geelborstje,
gierstvogel, goudborstje, goudhaantje, goudplevier,
graankieken, grasparkiet, grauwpieper, grauwspecht,
grauwstaart, groenspecht, halsbandmus, heidehupper,
hennepsijsje, hoenderdood, hofsteevink, honingvogel,
indigovogel, juweelvogel, kanariepirt, kanoetvogel,
katoenvogel, kersenbijter, klappereend, klaverkatje,
kleinjantje, knobbelgans, koningsgier, kraagduiker,
kraaglijster, krabbeeter, kranslijster, kringlijster, kroonduiker,
kroonreiger, kuifkieviet, kuifkoekoek, lakenvelder,
lepelreiger, loopkwartel, mantelkraai, mantelmeeuw,
mierenjager, molenaartje, muizenbijter, muskaatduif,
muurklimmer, muurkruiper, nachtreiger, nachtzwaluw,
oeverpieper, oeverzwaluw, pampastruis, paradijsraaf,
pauwkalkoen, pepervreter, pijlstaartje, pisangvogel,
poelepetaat, prairiehoen, prieelvogl, regenroeper, regentuiter,
reigervogel, republikein reuzenstern, roodborstje, rotskruiper,
ruitervogel, satijnduiker, scharrelaar, schatekster, schatlijster,
scherpvogel, schijftaling, schimmelbek, scholekster,
schollevaar, slobbereend, sneeuwvogel, spiegeleend,
steenekster, steenzwaluw, strandloper, struisvogel,
trommelduif, tuinfluiter, valkparkiet, veldtjakker, waterlijster,
waterpieper, zaagbekeend, zevenzanger, zilvermeeuw,
zomertaling
12 boerenzwaluw, braamsluiper, geitenmelker, glansspreeuw,
harlekijneend, helmkasuaris, honingzuiger, kanarievogel,
knobbelzwaan, koningsarend, manderijneend, paradijskraan,
paradijsvogel, parasolvogel, pisangvreter, purperreiger,
regenfluiter, regenkoekoek, rijstvogeltje, rozenspreeuw,
slangenarend, spoorkoekoek, strandputter, strandruiter,
waterhoentje, wintertaling, zilverfazabt, zilverreiger,
zwartkopgors, zwartkopmees
13 bastaardarend, boomleeuwerik, bosrietzanger,
drieteenmeeuw, kuifleeuwerik, kwartelkoning, pijlstormvogel,
schreeuwarend, strandpluvier, veldleeuwerik, vliegenvanger,
zilverpluvier, zwartkopmeeuw
14 alpenheggenmug, bontbekpluvier, maskerpapegaai,
papegaaiduiker, roodkeelduiker, rouwkwikstaart
15 groenpootruiter, roodborsttapuit, roodkopklawier,
strandleeuwerik, vorkstaartmeeuw, vuurgoudhaantje,
waterrietzanger, witbandkruisbek
vogel die het hele jaar in hetzelfde gebied verblijft - standvogel
vogel die in het riet' woont karkiet, karekiet
vogel die met vleugels zwemt pinguïn
vogel in Antarctica pinguïn
vogel in NieuwZeeland kiwi
vogel in ZuidAmerika ara
vogel in ZuidAzië beo
vogel (mann.) - doffer, tersel
vogel met kuif kaketoe, kievit, kuifmees, fuut, topper
vogel tot de reizigers behorende - roerdomp
vogel zonder staart bolaars
vogelaar kooiker, valkenier, vogelvanger
vogelaarsstok rekke
vogelbek neb, snavel, sneb
vogelbekdier - mierenegel, monotrematum
vogelbeschrijving ornithografie
vogeleigenschap leg, rui, vliegen
vogelgebraad - bout
vogelgeluid fluiten, gorgelen, kirren, klepperen, koeren, kraaien, krassen, kwelen, kwinkeleren, orgelen, piepen, rollen, sjilpen, slaan, tsjilpen, zingen
vogelgerecht gevogelte
vogelgierst - panik
vogelgras - hanepoot, kweek
vogelhandelaar poelier
vogelhok - kooi
vogelhuis - aviarium, hok, kooi, nest, til, volière
vogelkenner ornitholoog
vogelkleed pluimage, veren
vogelknip slag, kil
vogelkooi kevie, kouw, muit, voliere
vogelkruid - mier, murik, muur
vogelkunde ornit(h)ologie
vogellijm maretak, mistletoe
vogelmelk - ornithogalum
vogelmest - guano, huano
vogelnest - horst
vogelnestje (eetbaar) - salanga(a)n
vogelnet - tiras
vogelpest hoenderpest
vogelpluim dons, pluimage, veder, veer
vogelpokken - snot
vogelpootje - ornithopus
vogelprodukt - ei, guano
vogelroep fuut, karkiet, koekoek, kra, lorre, roekoe
vogels gevederte, gevogelte
vogelschrik molik, verschrikker
vogelslaapplaats stok, roest
vogelslag hok, klip, til, vogelgezang, vogelknip
vogelslokdarm krop
vogelsoort die is uitgestorven dodo, moa
vogelspin - aviculariida
vogelsterrenkruid - muur
vogelteelt avicultuur
vogeltehuis nest, volière
vogeltje - gors
vogeltje/klein kolibrie
vogeltjes esdoornvrucht.
vogeltjes (hebben) ongedierte
vogeltjeszaad, zwart - koolzaad
vogeltuin avifauna
vogeltooi dons, kam, pauwenveer, pen, staart, veer
vogelverblijf kooi, nest, ren, til, volière
vogelverschrikker klappermolen, molik, popans, priaap schieuw, stroman
vogelvlinder ornithopteron
vogelvlucht trek
vogelvoer - zaad
vogelvoet - hanepoot, varkensgras
vogelvrij onbeschermd (door de wet), onwettig, rechteloos
vogelvrijverklaarde - outlaw, proskript
vogelvrijverklaring proscriptie
vogelwichelaar - haruspex
vogelwichelaar (Rome) augur
vogelwiek - vlerk
vogelwik maretak, vogellijm
vogelwoning - kooi, nest, volière
vogelwoongebied biotoop
vogelijn vogeltje
vogelziekte pip, snot
vogel zonder staart - bolaars
Vogezen, bergtop in de - Bressoir, Holneck, Kleinkopf, Rainkopf
vogue gebruik, mode, trek, zwang
voile makko, sluier, wijl, wijle
voiture (Fr.) rijtuig
vol absoluut, afgeladen, geheel, gevuld, gezwollen, massief
totaal, volkomen
vol aandacht attent
vol aderen aderig, beaderd
vol afgunst jaloers, vaijverig
vol algemene kennis erudiet
vol been - benig
vol betekenis zinvol
vol en rond - gevuld
vol geestkracht energiek, kwiek, vief, vitaal
vol grillen grillig, nukkig, wispelturig
vol haat en wrok verbitterd
vol haken hakerig
vol humor adrem, geestig, komisch
vol kieren retig
vol kleine barstjes - crauelé
vol leven druk
vol maken vullen
vol met vracht - geladen
vol mijten memelig
vol ongeduld gejaagd, haastig
vol ontzag eerbiedig
vol pracht luisterrijk, luistervol
vol roem roemrijk, roemzucht
vol roem roemrijk
vol rook - dampig
vol scheuren - kierig, retig
vol schokkende gebeurtenissen veelbewogen
vol schroom huiverig
vol slijk modderig
vol stekels - stekelig
vol toegenegenheid aanhankelijk
vol uitdrukking expressief
vol vernuft - geestrijk, spiritueel
vol vocht sappig
vol vrolijkheid jolig
vol vuur - bezield
vol werkkracht - energiek, werklustig
vol zelfvertrouen - boud
volant veerbal
volatilliseren vaporiseren, vervluchtigen
volbloed pursang
volbloed-Hollander Totok
volbloedpaard raspaard, renpaard
volbloedig heetbloedig, sanguinisch, warmbloedig
volbloedigheid plet(h)ora, repletie
volbracht - gereed
volbrengen afdoen, beëindigen, betrachten, nakomen, uitvoeren, voleindigen, voltooien
voldaan betaald, bevredigd, content, genoeg, tevree, tevreden, verzadigd, zat
voldoen afrekenen, beantwoorden, bekopen, betalen, bevredigen, kwijten, kwiteren, tevredenstellen, vereffenen, ver(vullen)
voldoen aan - vervullen
voldoend bevredigend, genoegzaam, toereikend
voldoende afdoende, bevredigend, genoeg(zaam), toereikend, zat
voldoende gekookt gaar
voldoende gevormd ontwikkeld
voldoende opbrengen - renderen
voldoening afrekening, betaling, genoegdoening, genoegen, kwijting, satisfactie, tevredenheid, vervulling, vreugde
voldoen van termijnbetaling - afbetalen
voldongen afgelopen, beslist, uitgemaakt
voleinden voltooien
voleindigd - voltooid
voleinding einde, beëindiging, voltooiing
volgdienaar - lakei
volgeestig scherpzinnig, schrander
volgeling aanhanger, adept, discipel, leerling, navolger, satelliet, trawant
volgeling van Arminius Arminiaan, remonstrant
volgeling van Bacchus Bacchante, sater, satyr
volgeling van Boeddha Boeddhist
volgeling van Calvijn Calvinist
volgeling van Casper Casperiaan
volgeling van Christus Christen
volgeling van Confucius Confusiaan
volgeling van Gomarus Gomarist
volgeling van Luther Lutheraan
volgeling van Mohammed Islamiet, Mohammedaan
volgeling van Pelagius - Pelagiaan
volgeling van Wesley - methodist
volgeling van Zwingli Zwingliaan
volgelingen aanhang, achterban
volgen achternagaan, imiteren, nabootsen, nadoen, nagaan, nakomen, nalopen, naogen, schaduwen, vergezellen, voortvloeien
volgend komend, posterieur
volgend op na
volgende - ander, sq, sqq, seq
volgens blijkens, conform, ingevolge, krachtend, naar, overeenkomstig, vlg, zoals
volgens de akte ta.
volgens de ervaring empirisch
volgens de gewoonte gewoonlijk, meestal
volgens de legende legendarisch
volgens de mode modieus
volgens de naam nominaal
volgens de regel normaal, normaliter, ordelijk, regelmatig,
regulair, wettig
volgens de ritus ritueel
volgens de statuten statutair
volgens de titel titulair
volgens de wet wettelijk
volgens een schriftelijke overeenkomst - contractueel
volgens een vast plan planmatig
volgens gebruik - gebruikelijk, usueel
volgens gelofte - e.v.
volgens het contract contractueel
volgens mijn inzicht m.i.
volgens ons inzicht 0.1.
volgens recht legaal, rechtens, rechtmatig, wettig
volgens sommigen een sieraad van de man - baard, knevel, snor
volgens voorschrift model
volgens zijn inzicht z.i.
volgooien - plempen
volgorde beurt, hiërarchie, opeenvolging, rang, rangorde, reeks, regelmaat
volgorden van werken - programma
volgroeid gevormd, rijp, volwassen
volgroeien - rijpen
volgt op de tweede - derde
volgwagen aanhangwagen, oplegger, volgrijtuig
volgzaam bereidwillig, dociel, gedwee, gehoorzaam, ge(willig), gezeglijk, handzaam, mak, meegaand, tam, zoet
volhaar - walkhaar
volhandig bezet, bezig, druk, persevereren
volharden aanhouden, bestaan, doorgaan, doorstaan, doorzetten, standhouden, uithouden, vasthouden, volhouden, voltooien, voortgaan, voortzetten, vervolgen
volhardend bestendig, duurzaam, energiek, geduldig, gestaag, hardnekkig, immuum, manhaftig, onverdroten, persistent, stabiel, standvastig, sterk, taai, trouw, vastberaden, vasthoudend, verbeten, volhoudend, weerbaar
volhardende geestkracht energie
volharder - uithouder
volharding aanhouding, persistentie
volhardingsvermogen (natuurkundig) inertie, traagheid
volheid helderheid, volte
volhouden aanhouden, handhaven, persisteren, uithouden, uitzingen, volharden
volhoudend - hardnekkig, standvastig, taai
volhouder aanhouder, doordrijver
volière vogelkooi, vogelhuis, vogelkamer, vogelverblijf
volk bezoek, bewoners, bezoekers, bijenzwerm, demos, familie, gemeenschap, klasse, mensenmenigte, mogendheid, natie, publiek, werklui
volk in Azië Osmanen, Japannezen, Indiërs, Pakistani, Turken
volk in Europa Belgen, Denen, Duitsers, Engelsen, Esten, Finnen, Fransen, Grieken, Ieren, Italianen, Lappen, Letten, Nederlanders, Noren, Oostenrijkers, Polen, Portugezen, Russen, Turken, Zweden
volk in huis bezoek
volk in Noord-Afrika - berbers
volk in Voor-Azië - Osmanen
volk uit de oudheid Assyriërs, Etrusken, Grieken, Hethieten, Joden, Meden, Perzen, Phoeniciërs, Romeinen, Sumeriërs
volk van Bantoenegers in zuidelijk Afrika - Herero
volkenbond U.N.O., V.N.
volkenkunde etnologie
volkenkunde, beschrijvende - etnografie
volkenkunde, onderdeel van de - etnografie, etnologie
volkenkundig - etnisch
volkenkundige etnoloog
volkenmoord genocide
volkerenorganisatie UNO
volkerenstrijd - oorlog
volkomen absoluut, algeheel, alles(zins), finaal, gans, geheel, helemaal, pal, perfect, totaal, volledig, volmaakt, volslagen, volstrekt
volkomen afgewerkt klaar, voltooid
volkomen bewusteloosheid - coma
volkomen effen vlak - spiegel(glad)
volkomenheid ideaal, perfectie
volkomen hetzelfde identiek
volkomen juist correct, feilloos, goed, zuiver
volkomen ontwikkeld insekt imago
volkomenheid ideaal, volmaaktheid
volkomen stil (zee) blak
volkomen uitgeput doodmoe
volkomen zuiver - feilloos
volkrijk dicht bevolkt
volksbedrieger demagoog
volksbedrog demagogie
volksbeschrijver - etnograaf
volksbesef volksbewustzijn
volkscentra steden
volksdans reidans, zevensprong
volksdans van de balkan - kolo
volksdans, Franse - Bourrée, branle, gavotte, passepied, reidans, rigaudon, triori, volte
volksdans, Hongaarse - czardaz
volksdans, Italiaanse - ballo, calata, forlana, guaternaria, saltarello, tarantella
volksdans, Naderlandse - cramignon, driekesman, zevensprong
volksdans, Poolse - krakowiak, mazurka, poponaise
volksdans, Spaans - bolero, fandango, granadina, jota, malaguena, murciana, rondena, seguedillas, sevillana
volksdans, Tsjachische - polka, redowa, rokycanska
volksdeuntje fala, straatdeun
volksdichter bard, rapsode, skald
volksdrank - bier, koffie, thee
volkseditie volksuitg ave
volksfeest carnaval, festival, kermisfolklore
volksgebruik - folklorezede
volksgebruik, oude - heulen
volksheerschappij democratie
volkshuishouding economie
volkshuishoudkunde economie
volkshuishoudkundig economisch
volkshuishoudkundige econoom
volksjongen arbeidersjongen
volkskarakter nationaliteit
volksklasse - stand
volkskunde folklore
volksleider demagoog, Hitler, Mussolini, Tito, tribuun
volksleider uit oudheid Josua, Jozua, Mozes, richter
volkslied Brabançonne, hymne, Marseillaise Wilhelmus
volkslied van Amerikaanse negers - blues
volksmenigte - drom
volksmenner agitator, demagoog, ochlocraat
volksmennerij - demagogie
volksmond volkstaal
volksnaam voor de kauw - ka
volksnaam voor Philadelphus jasmijn
volksnaam voor Pyracantha vuurdoorn
volksnaam voor Potentilla ganzerik
volksnaam voor tomaat - liefdesappel
volksnaam voor Viburnum - sneeuwbal
volksnaam voor wolfsklauw aardmos
volksomwenteling - revolutie
volksoverlevering legende, mythe, sage, sprookjes
volksplanter kolonist
volksplanting kolonie
volksregering democratie
volksspijs in Italië - macaroni, pizza, ravioli, spaghetti
volksstam - Lappen, natie, Samojeden, Tartaren
volksstam in Japen Aino
volksstam in Nigeria - Haussa, Ibo,
volksstam in Noord-Amerika - Berbers
volksstam in Noord-Arabië - Moabieten
volksstam in Spanje - Berbers
volksstemming plebisciet, referendum, stklimmen
volkstaal dialect, patois
volkstelling - census
volkstribuun gemeensman
volksvergadering - meeting
volksverhaal - legende, sage, sprookje
volksvermaak - berebijt, carnaval, cramignon, gaaischieten, kermis
volksvermaak in Indonesië hanengevecht
volksvermaak in Spanje stierengevecht
volksvertegenwoordiging congres, kamers, parlement
volksvertegenwoordiging in Engeland - Parlement
volksvertegenwoordiging in Frankrijk Assemblee
volksvertegenwoordiging in Ierland Dail
volksvertegenwoordiging in Nederland - Staten-Generaal
volksvertegenwoordiging in Noorwegen Storthing
volksvertegenwoordiging in Rusland Doema
volksvertegenwoordiging in Spanje Cortes
volksvertegenwoordiging in USA - Congres
volksvertegenwoordiging in West Duitsland Bundestag, Bondsdag
volksvertegenwoordiging in IJsland Althing
volksverzet oproer, opstand, revolte, revolutie
volkswagentype Golf,Variant, Kever
volkswoede oploop, oproer, rage, rel
volkszanger bard, skald, rapsode, troubadour
volksziekte endemie, epidemie
volladen afladen, stuwen
volledig absoluut, af, algeheel, compleet, gans, geheel, integraal, onverdeeld, onverkort, plenair, totaal, volkomen, voltallig
volledig maken - integreren
volledige mislukking debacle
volledige warme maaltijd diner
volledig maken - integreren
volleerd matroos - oorlam
vollen kneden, persen, stampen, vervilten, walken
voller lakenbereider, volder,
vollopen volstromen
volmaakt af, compleet, foutloos, gaaf, ideaal, keurig, onberispelijk, onfeilbaar, onverdeeld, onvermengd, perfect, subliem, uitstekend, vlekkeloos, volkomen, voltooid
volmaakt goed af, ideaal
volmaakte kennis van alles bezittend - alwetend
volmaaktheid compleetheid, gaafheid, ideaal, perfectie, volkomenheid
volmacht - autorisatie, lastbrief, machtiging, mandaat, procuratie
volmacht geven autoriseren, machtigen
volmacht gever - committent
volmacht hebber - mandataris
volmacht verlener - committant, committent
volmondig grif, ronduit, rondborstig, openhartig
volontair leerling, vrijwilliger
volop gnoeg, legio, overvloedig, planty, zat
volop verlicht - stralend
volplané zweefdaling, glijvlucht
volpompen volstoppen
volschip fregat
volslagen - absoluut, complet, geheel, totaal, volkomen, volledig
volslagen blind stekeblind
volslagen doof stokdoof
volslagen mislukking debacle
volstaan - beperken
volstandig onveranderlijk,standvastig, zeker
volstoppen spekken, vullen
volstorten dempen, plempen
volstrekt absoluut, bepaald, beslist, gans, geheel, helemaal, onbepaald, onbeperkt, stellig, totaal, volkomen
volstrekt niet - allesbehalve, genendele, niets,
volstrekt niet zeker allesbehalve, geenszins
volstrekt niets geen, niemendal, nihil
volstrekt nodig - noodzakelijk
volt v.
voltage spanning
voltallig - compleet, geheel, integraal, plenair, volledig,
voltallig maken aanvullen, completeren
voltallige vergadering plenum
voltameter - coulometer
volte drukte, gedrang, volheid, wending, zwenking
voltes maken - voltigeren
voltigeren (paard) kunstrijden
voltigeur kunstrijder
voltoegenegenheid - aanhankelijk
voltooid - af, afgewerkt, compleet, gereed, klaar, rond, voleindigd, volledig
voltooien afmaken, afronden, afwerken, beëindigen, besluiten, completeren, eindigen, klaarmaken, vervolmaken, volbrengen, voleinden, volmaken
voltooing - afsluiting, voleindiging
voltrekken voltooien, volvoeren, uitvoeren
voltrekking - uitvoering
voltrekking van vonnis executie
volubiliteit radheid, welbespraaktheid
voluit onafgekort, ongehinderd, volledig, volop
volume inhoud, grootte, kracht, sterkte, v., vol.
volumetrie máatanalyse
volumineus dik, enorm, gezet, geweldig, lijvig, omvangrijk, uitgebreid
voluntair - vrijwillig
voluptueus geil, wellustig, wulps
volvoeen doen, uiten, uitwerken, volbrengen
volvoering volbrenging, uitvoering
volwassen adult, dertiger, groot, mondig, ontwikkeld, rijp, volgroeid
volwassen insekt imago
volwassene adult
volwassenenvorming - andragogie
volzalig overheerlijk
volzee - hoogwater, vloed
volzin frase
vomeren braken, kotsen, overgeven, spuwen
vomitief braakmiddel
vond list, (uit)vinding, verzinsel
Vondels drama, deel van - rei
vonder brug, plankbrug, slootplank, steg, vlonder
vondst bedemksel, idee, inval, niewigheid, ontdekking, trouvaille, vinding
vonk flikkering, genster, glinster, glinstering, sprank(je), sprankel, vuursprank
vonkbrug in motor - bougie
vonken branden, vonkelen
vonkenboer radiotelegrafist
vonker bougie
vonkje - sprankel
vonnis arrest, doem, gewijsde, judicium, oordeel, uitspraak, veroordeling
vonnissen oordelen, rechtspreken, uitwijzen, veroordelen
vonnis wijzen - oordelen
vont doopvont, wijwatervat
voogd bestuurder, curator, hulder, momboor, toezichthouder, tuteur, verzorger
voogdij - curatele
voogdijschap mandaat
vooi - moerkonijn
voor aleer, ante, eer(dat), groef, ploegsnede, pre, pro, sleuf, voordat, vore
voor alle andere eerste, primus
voor alle kleuren lichtgevoelig panchromatisch
voor alles (aller)eerste, apriori, bovenal, primair, primo
voor altijd eeuwig
voor anker gaan - ankeren
voor copie van handtekening w.g.
voor de bakker akkoord goed, juist, oke, okido
voor de geboorte prenataal
voor de gek houden belazeren, beduvelen, foppen
voor de helft deels, half
voor de hengelaars - sim
voor de koop aanbieden, aanbod, vraagprijs
voor de malhouderij bedrog, spot
voor de rest overigens, verder, voorts
voor de schijn kwansuis
voor de tweede maal andermaal, bis
voor de vorm - formeel
voor de vuist uitgesproken rede improptu, improvisatie
voor de vuist weg onvoorbereid,spontaan,
voor de vuist weg spreken improviseren, speechen
voor den dag komen opdagen, verschijnen
voor dezen eertijds, vroeger
voor een deel deels
voor een drenkeling te gebruiken - dreg.
voor één stem solo
voor een vrouw gewoon, voor een vrouw deftig - rok
voor elkaar gedaan, rond
voor elkaar krijgen klaarspelen, slagen
voor genoegen lopen wandelen, flaneren
voor genoegen rijden toeren
voor het eerst - eerst, primo
voor het eerst optreden debuteren, debuut
voor het gerecht roepen dagen
voor het merendeel hoofdzakelijk
voor het ogenblik - momenteel
voor ieder toegankelijk openbaar, publiek
voor iets uitkomen bekennen
voor korte tijd geleden, onlangs
voor mekaar gereed, klaar
voor muziek begaafd - muzikaal
voor mijn part desnoods
voor mijn rekening - m.c.
voor niets - gratis
voor-of achtersteven van een vaartuig - plecht
voor onze jaartelling A.a.C., v. Chr.
voor spinnen gereed maken kaarden
voor beide ogen - binoculair
voor zich innemen bekoren, verleiden
vooraan eerst
vooraanstaand - belangrijk, prominent
vooraf a priori, eerst(e), prealabel, tevoren
voorafbeelding - prefiguratie, prototype
vooraf bereide maaltijd de - encas
voorafgaand inleidend, prealabel, preliminair, voorbereidend, vroeger
voorafgegane zaak - antecedent
voorafspraak - proloog, voorrede
vooral bepaaldelijk, bovenal, hoofdzakelijk, inzonderheid, primair,speciaal, voornamelijk,
vooraleer eerdat
vooralsnog - vooreerst, voorlopig
voorarrest hechtenis
voorbaan - tablier
voorbarig gehaast, haastig, onbedacht, onbesuisd, onbezonnen, overhaast, prematuur, vermetel,
voorbedacht expres, opzettelijk, weloverwogen
voorbedachtelijk - opzettelijk
voorbeeld exempel, exemplaar, mal, model, monster, paradigma, patroon, specimen, toonbeeld
voorbeeld van lijdzaamheid Job
voorbeeld waarop men zich beroepen kan precedent
voorbeeldeloos onvergelijkelijk, weergaloos
voorbeeldig exellent, ideaal, keurig, navolgenswaar(dig), prima, uitstekend
voorbeeldrijtje paradigma
voorbehoedend profylactisch
voorbehoedmiddel condoompil,
voorbehoud beding, beperking, protest, reservatie, reserve, restrictie, voorwaarde
voorbehouden - reserveren
voorbereid - bedacht
voorbereiden gereedmaken, inrichten, klaarmaken, organiseren, prepareren
voorbereiding aanloop, aanstalten, klaarmaken, opleiding, preparatie, toebereidsel
voorbericht inleiding, proloog, voorwoord
voorbeschikking predestinatie, uitverkiezing
voorbeschiktheid predispositie
voorbestaan preëxistentie
voorbestemming voorbeschikking
voorbij afgedaan, afgelopen, ex, gebeurd, gedaan, geleden, gepasseerd, geweest, gewezen, heen, langs, om, over, overlang, uit, verleden
voorbij drijven - overdrijven
voorbijgaan overgaan, overslaan, passeren, verstrijken
voorbijgaan, laten - verzuimen
voorbijgaand tijdelijk, vergankelijk, voorlopig
voorbijgaand gebruik mode, rage, zede
voorbijganger passant
voorbi lopen - langs
voorbijmarcheren defileren, paraderen
voorbijpraten - verspreken
voorbinden - voordoen
voorbode - aaankondiger, heraut
voorbode van de lente - crocus, ooievaar, sneeuwklokje, zwaluw
voorborstschild - prosternum
voordat aleer, alvorens, eer, eerdat, eerst, vroeger
voordeel baat, bate, belang, benefice, bonnement, buitenkansje, gerief, gewin, heil, mazzel, meevaller, nut, profijt, provenu, snaai, winst
voordeel behalen winnen
voordeel geven baten
voordeel opleverend batig, profijtelijk
voordeeltje winstje, buitenkansje
voordeel trekken - profiteren
voordek - plecht
voordelig batig, goedkoop, gunstig, lucratief, mooi, nuttig, oorbaar, profijtelijk, renderend, winstgevend, zuinig
voordelig zijn berekend, zuinig
voordezen eertijds, vroeger
voordien eerder, tevoren, vroeger
voordoen aandoen, demonstreren, etaleren, omdoen, tonen, uitstallen, voorbinden voorkomen, voorvallen
voordoend - voorkomend
voordracht act, causerie, declamatie, dictie, inleiding, lezing, reciet, recital, referaat, oratie, spreekbeurt
voordrachtskunstenaar declamator
voordrachtskunstenares declamatrice
voordragen declameren, oplezen, opzeggen, poneren, reciteren
voordruk - preprint
vooreerst vooralsnog, voorlopig
voorexamen tentamen
voorfront - voorzijde
voorgaan - aanvoeren, leiden
voorgaand eerder, prealabel, voorafgaand, vorig, vroeger
voorgaande - pr(aec)
voorganger - dominee, evangelist gids, imam, leermeester, leider, predikant, priester
voorganger in de Synagoge - chazan
voorganger in Mohammedaanse godsdienstoefening imam
voorganger van godsdienst in open veld hagepreker
voorganger van de piano - clavecimbel, clavichord
voorgangster in een kinderkerk wika (werkster in kerkelijke aangelegenheden)
voorgebergte aan zee kaap
voorgebergte in Palestina - Karmel
voorgeborchte - limbus, voorburg
voorgelegd plan - voorstel
voorgeleiding - arrestatie
voorgenomen beraamd
voorgerecht entrée, salade, slaatje, soep
voorgeschiedenis anamnese, prehistorie,
voorgeschreven bevolen, opgelegd, verplicht
voorgeschreven gebruik mos,mores, norm, recept, regel
voorgeschreven kerkgebruik liturgie, rite, ritus
voorgeschreven leefregel dieet
voorgeschreven uitdrukking formule
voorgeschreven voedsel - dieet
voorgeschreven vorm model
voorgeslacht stam, voorouders
voorgevallene - gebeurde
voorgevel façade, front, pui, neus, voormuur
voorgeven beweren, pretenderen, simuleren, veinzen, voorwenden
voorgevoel ingeving
voorgewend - gemaakt
voorgoed altijd, blijvend, definitief, immer, onveranderlijk, radikaal, vast
voorhal foyer, lobby, portaal, portiek, vestibule
voorhal in oudchristelijke kerk - narthex
voorhamer smidshamer
voorhanden aanwezig, beschikbaar, over, present, voorradig
voorhanden geld cash, contant, kas(geld)
voorhang doek, gordijn, vitrage
voorhangsel gordijn, vitrage, voorhang
voorhebben bedoelen, menen, plan, voornemen
voorheen aler, destijds, eens, eerder, eertijds, indertijd, olim, ooit, voormaalsvroeger, weleer
voorhistorie - prehistorie
voorhistorisch dier - brontosaurus, casperosaurus cetrosaurus, dimetrodon, dinornis, dinosaurus, dinotherium, diplodocus, gigantosaurus, ichtyosaurus, mammoet, miacis, morosaurus, paleomastodon, plesiosaurus, stegodon, stegosaurus, triceratops, tyrannosaurus, titanotherium, varanosaurus
voorhistorisch onderzoek archeologie, prehistorie
voorhistorische grafheuvel - hunnebed
voorhistorische grafzuil menhir
voorhof atrium, portaal, voorplaats,voorplein,
voorhof van oudromeinse woning - atrium
voorhof van Spaanse woning - patio
voorhoofdsband diadeem
voorhoofdssieraad ferronnière
voorhouden - voorleggen
voorhuid praeputiunm
voorhuis portaal, vestibule
voor ieder toegankelijk - openbaar, publiek
voor iemands ogen meten - voormeten
voor iets uitkomen - bekennen
VoorIndië India, Hindoestan
Voor-Indië, rivier in - Ganges, Godaveri, Indus, Kistna, Narbade
Voor-Indië, staat in - India, Pakistan
Voor-Indië, woestijn in - Thar
VoorIndische stad Agra
vooringenomen - gepreoccupeerd, partijdig
vooringenomenheid partijdigheid, parti-pris, predilectie, voorliefde
voorjaar lente
voorjaarsbloem anemoon, crocus, hyacint, lentebloem, narcis, primula, sneeuwklokje, speenkruid, tulp
voorjaarsdag lentedag, meidag
voorjaarslied - lentezang
voorkant avers, front, gevel, pui, vooraanzicht
voorkant van een schip - boeg, voorsteven
voorkant van traptrede - laaf
voorkennis medeweten
voorkeuken kombuis
voorkeur claim, gunst, keus, optie, pré, predilectie, preferentie, smaak, verkiezing, voorhand, voorliefde, voorrang
voorkeur bij koop - optie
voorkeur geven prefereren, verkiezen
voorkeurrecht claim, keus, optie
voorkeur verklaren - opteren
voorkiem prothallium
voorkieuwigen - prosobranchia
voorkomen aanblik, aanzicht, aanzien, air, aspect, facet, gezicht, uiterlijk, verschijning
voorkomen aanblik, aanzien, afweren, air, aspect, beletten, belemmeren, gebeuren, gedaante, geschieden, lijken, toeschijnen, uiterlijk, verhinderen, verhoeden, verijdelen, vorm
voorkomend attent, beleefd, galant, gedienstig, hoffelijk, hulpvaardig, lief, minzaam, opdoend, preventief, vaardig, voordoend, vriendelijk, welwillend
voorkomende omstandigheid geval, toestand
voorkomendheid - egard, dienstbetoon, galanterie, gedienstigheid, minzaamheid, vriendelijkheid
voorkoming preventie, prophylaxe, verhindering
voorlaatst vorig
voorland lotsbestemming, toekomst, uiterwaard
voorland (niet ingedijkt) gors, grensland, kwelder, schor, slik, uiterwaard
voorleden verleden, vorig, vroeger
voorletter beginletter, initiaal
voorletters, handtekening met - paraaf
voorlezer - anagnost, lector
voorlezeres lectrice, lektrice
voorlichten adviseren, raadgeven
voorlichter - adviseur
voorlichting advies, informatie, instructie, onderricht, raad
voorliefde gunst, ingenomenheid, keus, manie, voorkeur, zwak
voorliefde, met - gaarne, graag
voorliefde voor eigen volk - nationalisme
voorliefde voor Engeland anglomanie
voorliefde voor Frankrijk francomanie
voorliefde voor het eigene chauvinisme, nationalisme
voorliefde voor Rusland russomanie
voorloper aankondiger, blokschaaf, heraut, prodromus, voorbode,
voorloper van Christus Johannes (de Doper)
voorloper van grammofoon - fonograaf
voorloper van jazz - ragtime
voorloper van de Hervorming Wiclif, Hus
voorloper van de Jazz ragtime
voorloper van de piano cimbaal, cimbel, citer, hakkebord, klavecimbel, spinet, pantaleon
voorlopig alvast, interim, provisioneel, provisoor, provisotisch, tijdelijk, voorafgaand, vooralsnog, voorbijgaand, vooreerst, voorshands, zolang
voorlopig bod - inzet
voorlopige afdruk drukproef, proef, slip
voorlopige ervaving voorproef
voorlopige formulering - concept
voorlopige hechtenis - bewaring
voormaag krop, pens
voormaals eertijds, olim, voorheen, vroeger
voormalig ex, geweest, gewezen, voorm., vorig, vroeger
voormalig bewoner van WestEuropa Kelt
voormalig dir. der K.L.M. Aler, PIesman
voormalig dir.gen. der P.T.T. - Neher
voormalig Drents gerechtshof etstoel
voormalig drostambt Elten
voormalig Ned. eiland Marken, Schokland, Urk, Wieringen
voormalig Frans geldstuk dukaton, écu, livre
voormalig hertogdom Brabant, Gelre, Henegouwen, Holland, Limburg, Vlaanderen
voormalig Indisch rijk op Java - Bantam, Mataram
voormalig Italiaans kolonie - Erythrea, Somaliland
voormalig koninkrijk Bulgarije, Frankrijk, Italië, Pruisen, Roemenië, Spanje
voormalig kwartier van Utrecht - Eemland
voormalig militair hoofddeksel talpa
voormalig rijk op Java Bantam, Mataram
voormalig Russisch heerser tsaar
voormalig secretaris der VN Lie
voormalige Nederlandse kolonie - Indië
voormalige Portugese kolonie Goa
voormalige zee Zuiderzee, Lauwerszee
voorman baas, leider, onderbaas, opperman, (ploegbaas, Maleis) mandoer
voormeld voornoemd
voormelk biest, colostrum
voormiddag a.m., morgen, ochtend, v.m., voornoen
voormuur bolwerk, gevel, pui,
voornaam aanzienlijk, aristocratisch, belangrijk, deftig, doopnaam, doorluchtig, edel, gedistingeerd, gewichtig, hooggeplaatst, notabel, verheven
voornaam doopnaam, roepnaam
voornaam persoon notabel
voornaamheid adel, deftigheid, distinctie, hoogheid
voornaamste notabel, primair
voovnaamste burgers - notabelen
voornaamste haven in Duitsland - Hamburg
voomaamste haven in Engeland - Londen
voornaamste haven in Frankrijk - Marseille
voornaamste haven in Italië Genua
voornaamste haven in Nederland - Rotterdam
voomaamste haven in Portugal - Lissabon
voornaamste partij in toneelstuk - hoofdrol, titelrol
voornaamste persoon bij banket - eregast
voornaamste rechtsregeling grondwet
voomaamsten- notabelen, optimalen
voornaamwoord pronomen
voornaamwoord -
2 ge, gij, hij, ie, ik, je, jij, me, mij, uw, we, ze, zij
3 dat, die, dit, elk, hem, hen, hun, jou, men, mijn, ons, wat, wie,
wij, zijn
4 deze, geen, gene, haar, iets, jouw, mijn, waar
5 ieder, niets, welke
6 iemand, jullie
7 niemand
8 dezelfde
9 dergelijke
voornaamwoordelijk - pronominaal
voornaamwoordelijk bijwoord daarin, daarom, daartoe, erover, hierdoor, hiermee, hierom, hierop, waarin, waarop
voorname zwier grandezza
voornamelijk bovenal, grotendeels, hoofdzakelijk, vnl. , vooral
voornamen - aristocratie
voornemen beslissing, besluit, intentie, mening, ontwerp, opzet, plan, toeleg, voorhebben
voornier - promephros
voornoemd bovengenoemd, voorn.,
vooronderstelling hypothese, premisse
vooronderzoek - instructie, tentamen
voorontwerp avantproject
vooroordeel - prejugé, preventie
vooropgestelde onbewezen stelling postulaat
vooropgestelde voorwaarde eis,vordering
voorop komend eerst
vooroplopen - leiden
voorouders voorgeslacht, voorvaderen
voorover - gebogen
vooroverbuigen bukken, knikken, neigen
voorovergebogen gebukt
vorover gebogen
vooroverhangen - knikken
vooroverknikking anteflexio
voorpagina cover, titelblad
voorplaat - frontispice
voorplein esplanade
voorpoort hamei
voorportaal hal, lobby, portiek, vestibule
voorpost schildwacht, uitkijkpost
voorproef - exempel
voorraad assortiment, opslag, proviand, provisie, reserve, stock
voorraad goederen - stock
voorraad, in - voorhanden, voorradig
voorraadkamer - provisiekamer
voorraad kleding garderobe
voorraad levensmiddelen leeftocht, proviand, provisie
voorraad ruimte hopper, magazijn
voorraad winkelgoederen assortiment
voorraadplaats magazijn
voorraadschuur magazijn, spijker
vorradig - voorhanden
voorrang - precedentie, preferentie, prioriteit, vorkeur
roorrang hebbend - prevalent, prevalerend
voorrecht claim, gunst, preferentie, prerogatief, privilege
voorrede - inleiding, praef(atio), prefatie, proloog, voorwoord
voorrekenen - becijferen
voorschaar aan een ploeg - schilkouter
voorschans ravelijn
voorschieten - lenen
voorschoot boezelaar, eva, schort, slobbe, sloof
voorschotbank kredietbank
voorschotelen aanbieden, opdissen
voorschrift gebod, instructie, last, norm, ordonnantie, recept, regel, regeling, reglement, richtlijn, richtsnoer, statuut, tucht, verordening, voorschrijving, wet
voorschriften - reglement
voorschrift inzake het ijkwezen ijkwet
voorschrift van dokter - recept
voorschrijven dicteren, gelasten, limiteren, opleggen, recepteren, reglementeren, verorderen
voorshands alvast, eerst, voorlopig
voorslag aanbod, propositie, voorstel
voorsnijden trancheren
voorsnijder - prosector
voorsnijmes trancheermes
voorspel anteludium, ingang, inleiding, intro, ouverture, preambule, prelude, preludium, proloog
voorspellen aankondigen, augurren, profeteren, orakelen , verwachten, voorzeggen, waarzeggen,
voorspellen m.b.v. doden - necromantie
voorspellend profetisch
voorspellende zeegod Proteus
voorspeller augur, orakel, profeet, vates, waarzegger
voorspelster - waarzegster
voorspelling horoscoop, predictie, profetie, prognose, prognosticatie, theomantie
voorspellingsgave clairvoyance,divinatie, helderziendheid, proscopie
voor spinnen gereedmaken - kaarden
voorspoed bloei, geluk, heil, prosperiteit, succes, welvaart, welzijn, zegen
voorspoed (Eng.) - ups
voorspoedig gelukkig, gezegend, fortuinlijk, gunstig, succesrijk succesvol, welvarend
voorspraak aanbeveling, advocaat, bemiddeling, pleiter, recommandatie, verdediging, voorbede
voorstaan bepleiten, bevorderen, verdedigen
voorstad - buitenwijk, faubourg, suburb
voorstad van Brussel Uccle, Ukkel
voorstad van Hamburg Altona
voorstad van Londen - Tottenham
voorstadium prodroom
voorstagzeil - stormfok
voorstander aanhanger, beschermer, bevorderaar, voorstander
voorstander van de afschaffing van de slavernij abolitionist
voorstander van de Vlaamse beweging flamingant
voorstander van maatschappelijke gelijkheid - egalist
voorstander van ongeremde bevolkingstoename - natalist
voorstander van politiek katholicisme - ultramontaan
voorstanderklier prostaat
voorste deel kop, neus
voorste deel van een schip boeg, huid, voorsteven
voorste zeil fok
voorstel motie, ontwerp, plan, project, propositie, voorslag
voorstel tot wijziging amendement
voorstellen aabduiden, introduceren, maken, opperen, opvoeren, opwerpen, presenteren, proponeren, suggereren, uitbeelden, verbeelden, wanen
voorstellen als onbeduidend - bagatelliseren, kleineren, verkleinen
voorstelling afbeelding, beeld, begrip, denkbeeld, idee, nabootsing, opvoering, presentatie, show, tafereel, tekening, vertoning, vertoon
voorstellingsbeeld image,
voorstelling ten bate van - benefiet
voorstelling van bomen en planten - verdure
voorstelling van spiritist - séance
voorstelling/wijze van versie
voorstelling tijdens slaap droom, droombeeld, nachtmerrie
voorstuk van een schip - steven
voorsteven sneb
voort dadelijk, heen, terstond, verder, vooruit, weg
voortbestaan blijven, duren
voortbewegen gaan, kruipen, lopen, rijden, stappen, stromen, stuwen, varen, verkeren, vloeien, wandelen,
voortbewegen door middel van motoren motortractie
voortbewegen per auto rijden
voortbewegen per schip - varen
voortbeweging gang, locomotie, traktie, voortgang
voortbewegingsinstrument been, ketting, motor, rad, riem, schroef, stelt, vleugel, wiel
voortbewegingswerktuig locomotief, truck, tractor, trekker, slepboot
voortbrengen baren, creeren, maken, opleveren, produceren, scheppen, telen
voortbrengend - productief
voortbrenger generator, producent, schepper, teler
voortbrenging teelt
voortbrengsel maaksel, produkt, resultaat
voortbrengsel van pluimvee ei
voortdrijven aanjagen, opzwepen, stuwen
voortduren aanhouden, doorgaan
voortdrijven van wild - jagen
voortdurend aanhoudelijk, aanhoudend, alaan, aldoor, almaar, altoos, altijd, chronisch, constant, continu, dagelijks, doorlopend, gestaag, gestadig, gedurig, geregeld, immer, konstant, nog, onafgebroken, oneindig, ononderbroken, onophoudelijk, permanent, staag, stadig, steeds, telkens
voortdurend aanvallen bestoken
voortdurend bezig rusteloos
voortdurend gedraaf gehol
voortdurend in beweging beweeglijk, rusteloos, woelig
voortdurend in beslag nemen van gedachten obsederen
voortdurend lawaai geraas, herrie, leven
voortdurend rennen geren
voortdurend terugkerend stereotiep
voortdurende handeling - regelmaat
voortdurende leiding (nood)lot, providentie, voorzienigheid
voortdurend mopperen kankeren
voortduring - continuatie
voortduwen aanduwen, schuiven, stuwen
voorteken omen
voortgaan aanschrijden, continueren, doorgaan, doorslaan, duren, heengaan, lopen, vervolgen, vorderen
voortgang gang, loop, proces, progressie, vooruitgang, vordering
voortgang hebben bewegen, doorgaan, lopen
voortgebrachte klanken geluid
voortgekomen - geboren
voortgeven - doorgeven
voortgezet geprolongeerd, uitgebreid
voortgezette vermenging van onderling verwante dieren of personen inteelt
voortgezette vertoning prolongatie
voortijdig prematuur, voorbarig
voortijdige geboorte abortus
voortijds eertijds, vroeger, weleer
voortjagen jakkeren, opjagen
voortkomen ont(spruiten)
voortleven - voortbestaan
voortkruipend serpigineus
voortmaken opschieten, spoeden
voortplanten uitbreiden, verspreiden, voorttelen
voortplanting - generatie, kweking, propagatie, teelt, teling
voortplanting binnen. kleine groep - endogamie, inteelt
voortplantingscel spore
voortrazend expediet, snel
voortreffelijk beleefd, briljant, edel, eminent,excellent, fijn, goed, heerlijk, illuster, kostbaar, kostelijk, meesterlijk, mooi, onovertroffen, overheerlijk, patent, prachtig, prima, puik, schitterend, subliem, superbe, superieur, uitgelezen, uitmuntend, uitnemend, uitstekend, uniek, wonderwel
voortreffelijkheid - adel
voortreffelijk mens edele
voortreffelijk voorbeeld toonbeeld
voortreffelijkheid adel, eminentie, excellence, perfectie
voortrekken - begunstigen
voortrekker baanbreker, padvinder, pionier
voorts - bovendien, buitendien, daarna, ook, verder, vervolgens
voortschrijden lopen, voortgaan, vorderen
voortschrijdend gaand, progressief
voortsjokken - sukkelen
voortsjouwen zeulen
voortspoeden haasten, ijlen
voortspruiten groeien, stammen, opschieten, voortkomen
voortstappen - aanbenen
voortstuwer motor, propeller
voorttrekken - slepen
voortvarend energiek, doortastend, ijverig
voortvarendheid - drift, energie, entrain, spoed, vaart, ijver
voortvloeien - stromen
voortvloeisel gevolg
voortvluchtige - deserteur, vervolgde, vluchteling
voortijd - prehistorie
voortijdig - prematuur
voortzetten aanhouden, doorgaan, perpetueren, vervolgen
voortzetting prolongatie, vervolg
voortzetting van vertoning prolongatie
voortzwepen aandrijven, opjagen
vooruit allé, en avant, hup, komaan, toe, verder, vooraf, voort, voorwaarts
vooruit beschikken anticiperen
vooruitbetaling - avance, prenumeratie
vooruit dan toch - alla
vooruitgaan - vorderen
vooruitgang - progres(sie), vooruitgang, vordering
vooruitgeschoven vestingwerk redoute
vooruithelpen protegeren, steunen
vooruitkomen gaan, lopen, marcheren,
vooruitlopen anticiperen, voorgaan
vooruitlopend op - anticiperen
vooruitspringend prominent, saillant, uitmuntend, uitstekend
vooruitspringend deel - uitham
vooruitspringend land kaap
vooruitspringende rots klip
vooruitsteeksel aan een gevel saillie
vooruitstekend landpunt - p(a)lei
vooruitstekende kin - kluts
vooruitstrevend - geavanceerd, links, progressief
vooruitstrevend in de politiek progressief, links
vooruitstrevende groep kunstenaars avantgarde
vooruitzicht aspect, hoop, mogelijkheid, perspectief, prognose, verwachting
voorvader aver, voorzaat
voorvaderen - patres
voorval anekdote, evenement, episode, feit, gebeurtenis, geval, episode, incident, ondervinding, scene, story
voorvallen gebeuren, voordoen
voorval an belang - gebeurtenis
voorvechter kampioen, ruziezoeker, vechtersbaas
voorvertek - antichambre, wachtkamer
voor vervaardigd prefab, prefabricatie
voorvlak front, gevel, prefix, pui
voorvoegsel - prefix
voorvoegsel -
2 ad, af, an, be, bi, de, di, en, er, ex, ge, in, on, op, re
3 ana, ant, apo, bio, con, cum, epi, apo, geo, her, mee, mis, ont,
pan, per, pre, pro, sub, sym, syn, ter, tri, ver
4 anti, arch, auto, demo, homo, kata, meta, mono, para, peri,
tele, voor, weer
5 aards, cosmo, proto, steno, trans
voorvoegsel betreffende de lucht - aero
voorvoegsel dat hoogste punt aanduidt acro
voorvoegsel dat leven aanduidt - bio
voorvoegsel dat miljardvoudig aangeeft - giga
voorvoegsel duidende op aardrijkskunde geo
voorvoegsel duidende op nieuw - neo
voorvoegsel duidende op zelf auto, ego,
voorvoegsel van Schotse familienaam - mac
voorvoegsel voor één uni
voorvoegsel voor drie tri
voorvoegsel voor twee bi
voorwaar stellig, waarlijk, zeker
voorwaarde beding, bepaling, beperking, conditie, ver(eis)te, voorbehoud
voorwaarde stellen conditioneren, bedingen, eisen
voorwaardelijk conditioneel, tijdelijk
voorwaardelijke wijs - conditionalis
voorwaarden stellen eisen
voorwaarts allé, allons, hup, mars, voorts, vooruit, uitvlucht, weg
voorwaarts gaan opgaan, opschieten, vorderen
voorwaartse stoot - duw
voorwenden fingeren, pretenderen, simuleren, veinzen, voorgeven
voorwender simulant, veinzer
voorwending simulatie
voorwendsel dekmantel, evasie, fint, mom, ontwijking, pretext, smoes, uitvlucht
voorwereldlijk antediluviaans
voorwereldlijk dier - mastodont
voorwereldlijk reptiel - sauriër
voorwereldlijke dieren paleozoën
voorwereldlijke hagedis dinosaurus, brontosaurus, saurier
voorwereldlijke olifant mammoet, mastodont
voorwereldlijke reuzenhagedis brontosaurus, dinosaurus
voorwerp artikel, ding, lichaam, object, zaak
voorwerp (heilig) amulet, fetisj, relikwie, scapulier, talisman, totem
voorwerp bij het enten entmes
voorwerp dat meestal in de keuken staat - fornuis
voorwerp met religieuze waarde - amulet, fetisj, relikwie, scapulier, totem
voorwerp om papier bijeen te houden niet, paperclip
voorwerp om te snijden - mes
voorwerp ter verlichting blaker, fakkel, lamp, lantaarn, kaars, schemerlamp, spotje, toorts
voorwerp uit de keuken fornuis, gootsteen, koelkast, kookplaat, lepel, magnetron, mes, mixer, oven, pan, pot, vork
voorwerp uit vroegere tijden antiquiteit, fossiel
voorwerp uit oude tijden - antiquiteit
voorwerp van min of meer ronde vorm - bol
voorwerp van spot risée
voorwerp van versiering juweel, kleinood, opsmuk, sieraad, versiersel
voorwerp van zes pond zesponder
voorwerp voor geluk amulet, mascotte, talisman
voorwerp zonder waarde prul, onbeduidendheid. lor, vod, nietigheid
voorwerpen verwijten
voorwerpen maken - knutselen
voorwerpen op een eettafel - bestek, eetgerei
voorwerpsvorm van pers. vnw. me, mij, , je, jou, haar, hem, hen, jullie, ons
voorwerpsvorm van voornaamwoord dien, haar, hem, hen, hun, je, jou, jullie, me, mij, ons, wien, ze
voorwetenschappelijke scheikunde - alchemie
voorwoord inleiding, proloog , voorbericht
voorwoord in boeken - inleiding
voorzaal van een basilliek - atrium
voorzanger cantor
voorzanger in de synagoge chazan, chazonim
voorzeggen dicteren, opsteken, profeteren, souffleren
voorzegger - souffleur
voorzegging prognose, voorspelling
voorzeker - beslist, gewis, inderdaad, stellig
voorzetsel - prepositie
voorzetsel -
2 bij, in, na, om, op, te
3 aan, met, per, ten, ter, tot, uit, van, via
4 door, naar, nabij, over, voor
5 boven, langs, naast, neven, onder, sinds, tegen, trots,vanaf
6 achter, binnen, buiten, sedert, tussen, wegens, zonder
7 beneden, omtrent,
8 partikel
9 omstreeks, tegenover
10 prepositie
voorzetsel (Duits) an, aus, auf, durch, für, mit, nach, von, vor, zu
voorzetsel (Engels) after, along, at, by, for, out, through, to, upon, with
voorzetsel (Frans) avec, après, avant, contre, de, devant, par, pour,
voorzetsel (Grieks) ana, apo, epi, hyper, hypo, kata
voorzetsel (latijn) ad, ante, contra, inter, per, pro, super
voorzetten - aanbieden, toedienen
voorzichtig angstvallig, bedachtzaam, behoedzaam, bescheiden, bezonnen, doordacht, kalm, nauwgezet, omzichtig, prudent, rustig, verstolen, vreesachtig, waakzaam, welberaden, zorgzaam
voorzichtigheid precautie, prudentie
voorzien aanschaffen, leveren, toerusten, verschaffen
voorzien hebben munten
voorziening maatregel, regeling
voorzien van fourneren, geoutileerd, leveren, toedienen, verschaffen
voorzien van dak - overdekt
voorzien van een merkteken - coteren
voorzien van het nodige uitrusten
voorzienigheid god(heid), Opperwezen, providentie
voorzijde face, facade, voorgevelvoorkant
voorzijde van een huis front
voorzijde van een muntstuk avers
voorzitster - presidente
voorzitten leiden, presideren
voorzitter praeses, preses, president
voorzitter van het dijkbestuur van een polder of waterschap dijkgraaf
voorzitter van het Lagerhuis speaker
voorzitter van kanunikenkapittel - proost
voorzitterschap - presidium
voorzitting - presidium
voorzorg - precautie, preventie
voorzijde van huis front, gevel, pui
voos saploos, slap, sponsachtig, vlok, zacht
voosheid - slapheid
vorderaar eiser
vorderen claimen, beweren, gebieden, (op)eisen, oproepen, opschieten, rekwireren, toenemen, uitdagen, vereisen, voortgaan, vooruitkomen, vragen
vorderen - voortgaan
vordering aanspraak, eis, opeising, pretentie, progres, requisitoir, tegoed, voortgang
vordering om in bezit te orden gehandhaafd of hersteld - bezitsactie
vore gleuf, greppel, groef, ploegsnede, ril, rimpel, sleuf
vorenstaand bovengemeld
voren aar, alven, alver, rietvoorn, rietvoren
vorig afgelopen, verleden, voorgaand, voorlaatst, voorleden, voormalig, vroeger
vorige 1.1.
vork drietand, gaffel, riek
vork met drie tanden drietand, reek, riek
vork met geweerhaakte tanden botprik
vork of gaffel riek
vork voor hooiwerk hooivork, reek
vork voor mest elger, mestvork
vorkvormige splitsing van aderen, wegen, rivieren bifurcatie
vorm afdruk, fatsoen, formaat, formatie, formule, gedaante, gestalte, grootte, lang, langwerpig, leest, mal, manier, model, oblong, ovaal, patroon, plat, rond, snede, snit, spits, stijl, uiterlijk, voorkomen, vierkant
vorm geven - boetseren
vorm van belasting accijns, BTW, cijns, OB, opcenten, rechten, tol, VB, WB
vorm van belediging smaad
vorm van bloemkroon buisvorm, klokvorm, kroesvorm, stervorm, trechtervorm, trompetvorm
vorm van borg staan delcredere
vorm van daar er
vorm van de voet - leest
vorm van diefstal inbraak, kraak, overval, plagiaat, roof
vorm van dierlijke gedaanteverwisseling cocon, larf, pop
vorm van een ene ener
vorm van een druipsteen pisoliet, stalactiet, stalagmiet
vorm van een voet leest
vorm van een vulkaan kegel
vorm van een werkwoord aoristus, deelwoord, perfectum, praesens, tijd
vorm van eredienst ritus, rite, liturgie .
vorm van het lichaam figuur, gestalte, leest, model, postuur
vorm van hij ie
vorm van indirecte belastingen - accijns
vorm van kledingstuk model, patroon, snit
vorm van ontspanning sport, spel
vorm van stollingen in de bloedvaten - trombose
vorm van symbiose helotisme
vorm van verhaal versie
vorm van voorwerp lang(werpig), model, oblong, ovaal, plat,
vorm van zijn ben, geweest, is, waren, was, zij
vormeling - confirmandus
vormelijk formeel, hoofs
vormen beschaven, creeren, etiquette, fatsoen, fatsoeneren, formeren, maken, modelleren, mores, ontwerpen, ontwikkelen, opleiden, opstellen, samenstellen, smeden, stoelen,
vormend constructief
vormend bestanddeel - element
vormendienst formalisme
vormen met klei - boetseren
vormen naar - analogiseren
vormer formateur, modelleur, ontwerper
vormgeven boetseen, formeren, modelleren, vormen
vormgever modelleur, ontwerper, stylist
vormgeving compositie, styling
vorming formatie, ontstaan, ontwikkelingopleiding, opvoeding, scholing
vormleer - morfologie
vormloos amorf, onregelmatig, plomp, wanstaltig
vorm of figuur leest
vorm of genre wijze
vorm of gietmodel - type
vormsel - confirmatie, sacrament
vors kikker
vorsen onderzoeken, speuren
vorser - onderzoeker
vorst beheerser, caesar, dakrand, elect, gebieder, heer(ser), hertog, imperator, keizer, keurvorst, koning, landsheer, mogol, monarch, potentaat, prins, regeerder, soeverein, staatshoofd, tsaar, viervorst
vorst (Ind.) maharadja, radja, sultan
vorst (NoordAfrika) bei, bey, sheik, sjeik
vorst (Peru) Inca
vorst der duisternis - Lucifer
vorst der hel - Belial, Beëlzebub, Satan
vorst in de grond hal
vorst van Haiderabad - nizam
vorstbult - pingo
vorstelijk - heerlijk, koninklijk, prachtig , royaal,
vorstelijk eigendom domein
vorstelijk verblijf - kasteel, kraton, paleis, residentie, serail
vorstelijke titel sire, negus, prins(es), sultan, vorstelijke
vorstelijke verordening edikt, oekaze, ukase
vorstelijke voorrechten regalia
vorstelijke woning kasteel, paleis
vorstelijke zetel residentie, troon
vorstendom keizerrijk, koninkrijk, prinsdom
vorstendom aan de Côte d' Azur - Mónaco
vorstengeslacht Bernadotte, Habsburg, Hohenzollern, Stuart, Tudor
vorstenhoofdtooi diadeem, kroon, tiara
vorstenhuis dynastie
vorstenkind prins(es)
vorstennaam Adolf, Bernard, Bernhard, Eduard, Filips, Gustaaf, Hendrik, Iwan, Jacobus, Karel, Lodewijk, Maria, Margaretha, Napoleon, Nicolaas, Otto, Philips, Victoria, Wilhelmina, Willem, William
vorstentelg - prins, prinses
vorstentitel hoogheid
vorstentitel in BritsIndië nizam
vorstentitel in Israël - meleg
vorstentitel in VoorIndië maharadja
vorstentitel op Java ad(h)ipitie
vorstenverblijf hof, paleis
vorstenverblijf (Indië) kraton
vorstenzetel troon
vorstenzoon dauphin, prins
vorstig koud, vriezend
vorstin keizerin, koningin, landsvrouwe
vorstin (Ind.) ratoe
vorst in de grond - hal
vorstin in Pakistan begum
vorst met honderd ogen Argus
vorst op een huis nok
vorstpan nokpan
vorstproduct hagel, ijs, rijp, sneeuw
vort - weg
vos moervos, poolkat, rekel, vulpes, ijsvos, vlegel, zilvervos
vosaap maki
vosapen lemuren
voskleurig - roodbruin
voskonijn viscacha
vossebes bosbes
vossen blokken
vossengeluid - janken
vossennaam Reinaart, Reinardus, Reintje
vossenstaart - alopecurus, duist
vossenval knel
voteren - stemmen
votum - gelofte, stem, uitspaak
vouw ezelsoor, kreuk, (k)neep, plooi, ribbel, rimpel, voeg
vouwbare schraag schrank
vouwbeen briefopener, papiermes
vouwblad folder, krant
vouwbriefje kattebelletje
vouwen maken kreukelen, plooien
vouw in de huid - rimpel
vouwlijn kneep, rillijn
vouwmes - knipmes
vouwstoel klapstoel
vouwstoeltje taboeret
vouwwand schuifwand
voyeur - gluurder
vraag animo, bede, eis, kooplust, kwestie, verlangen, verzoek
vraagachtig - nieuwsgierig
vraag en aanbod van arbeidskrachten arbeidsmarkt
vraag om inlichtingen interpellatie
vraagbaak orakel, raadsman
vraaggesprek interview
vraag of verzoek - aanzoek
vraagonderricht - catachismus
vraag om inlichtingen - interpelatie
vraagpunt kwestie, probleem
vraagspel kwis, quis
vraagsteller interviewer, ondervrager
vraagstuk dilemma, geschil, kwestie, opgave, probleem, puzzel, raadsel, rekensom, som
vraagwoord - hoe
vraat - gulzigaard, hebzuchtige, slokop, zwelger
vraatziekte - polyfagie
vraatzucht gulzigheid, sitomanie
vraatzuchtig gulzig, schrokkerig, schrokkig
vraatzuchtig beest haai, leeuw, poema, snoek, wolf
vraatzuchtige vis haai, snoek
vracht ballast, hijs, lading, last, opper, transport, voer, zooi
vrachtagent - cargadoor
vrachtauto camion, truck
vrachtbetaling frankering
vrachtboot - coaster
vrachtbrief (schaapvaart) bagagebiljet, ce(d)el, cognossement, connossement, ladingbrief, verschepingsdocument
vrachtcontract chertepartij
vrachtdeel van een schip - ruim
vrachtgeld voor brieven port(o)
vracht innemen inladen
vrachtkosten - vrachtloon
vrachtloon - port(o)
vracht of lading last
vrachtprijs - tarief
vrachtrijder - bode, expediteur, sleper, voerman
vrachtschip aak, cargo, coaster, eiker, lichter, praam, tanker
vrachtschip voor binnenvaart aak, eiker
vrachtschuit kaan, pont, punt, schouw
vrachtvaarder - carga, cargo
vrachtvaartuig op de Middellandse Zee polakker
vrachtvoertuig - kipkar
vrachtvrij franco
vrachtwagenchauffeur trucker
vrachtwagen voor bagage lorrie, truck
vrachtwagen voor bagage in het leger gebruikt n,
vragen bedelen, bietsen, informeren, inviteren, noden, soebatten, uithoren, uitnodigen, vereisen, verlangen, verzoeken, vorderen
vragenboek studieboek
vragen stellen in he parlement interpellatie, interpelleren
vragen en antwoorden boek catechismus, studieboek
vragend bijwoord hoe, waar, waarom, wanneer
vragend telwoord - hoeveel
vragend voornaamwoord waar, wat welk(e), wie, wiens
vragend woord - hoe, waar, wanneer
vragen of smeken - bidden
vragenspel kwis,quiz.
vragensteller interviewer
vrager verzoeker
vrank - vrijpostjg
vrattel wrat
vrede kalmte, pacificatie, pais, pax, peis, rust, stilte, vree
vrede hebben berusten
vrede hebben met berustend
vrede herstellen - verzoenen
vrede zij U pax, Salaam, (aleikum), sjalom
vredebreuk ruptuur
vredegeld - freda, fredim, fredus
vredelievend pacifiek
vredeloos vogelvrij
verdesbespreking - ontwapeningsconferentie
vredesbeweging pacifisme
vredesgodin Irene
vredesluiting pacificatie
vredespijp calumet
vredestichtend bemiddelend, Irenisch, verzoeningsgezind
vredestichter - pacificateur, pacificator
vredeslichting pacificatie
vredessymbool duif, olijftak
vredesteken duif, olijftak
vrdeteken - duif, olijftak
vrede, voorstander van - pacifist
vredevorst - Messias
vredewens (Arab.) Salaam, salam
vredig bedaard, harmonieus, kalm, ongestoord, pacifiek, rustig, stil, tevreden, vreedzaam
vredigheid stilte
vree pais, rust
vreedzaam bedaard, kalm, pacifiek, rustig, stil, tevreden, vredig
vreedzaamheid min, minne, pais, vree
vreemd abnormaal, bijzonder, bizar, buitenissig, curieus, dol, dwaas, eigenaardig, exentriek, geheimzinnig, gek, grotesk, mal, onbegrijpenlijk, onbekend, ongehoord, ongewoon, onwennig, opmerkelijk, raar, typisch, uitheems, uitzonderlijk, verwonderlijk, warhoofdig, wonderbaar, wonderlijk, zeldzaam, zonderling
vreemd iets rariteit
vreemde onbekende, rare
vreemde eretitel don, sir
vreemde goudmunt eagle
vreemde snuiter rare, snoeshaan
vreemde taal Arabisch, Bulgaars, Chinees, Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks, Iers, IJslands, Italiaans, Japans, Maleis, Noors, Pools, Portugees, Roemeens, Russisch, Spaans, Turks, Zweeds
vreemde titel aga, bei, don, H.R.M., imam, lord, S.E., sir, SM
vreemde munt
2 as, fr, kr, li, R.m, rs
3 ban, ecu, fen, lek, leu, lev, mas, mil, ore, sen, sou, won, yen
4 cent, dime, duro, euro, juan, leva, lira, lire, mark, para, peso,
pond, rand, real, reis, tari, yuan
5 aurar, crown, dinar, eagle, eyrir, franc, kopek, korun, krona,
kroon, Iivre, obool, pence, penny, pound, reaal, zloty
6 dollar, escudo, filler, forint, guinea, kopeke, peseta, roebel,
roepia, tsjiau
7 afghani, angolar, centavo, centime,draghme, milris, penning, pfennig, piaster, pistole, roepiah
8 shilling, sterling
9 boliviano
10 zilverling
vreemde titel - H.M.,H.R.H., lord, mrs, s.e.,sir, S.M.
vreemdeling buitenlander, gast, koeterwaal, leek, onbekende, outsider, vreemde
vreemdeling (Lat.) extraneus
vreemdelingen (Lat) extraneï
vremdlingenhaat - xenofobie
vreemdelingenheerschppij - xenocratie
vreemdelingenwijk in Londen Soho
vreemdslachtig - zonderling
vreemdsoortig anders, apart, eigenaardig, gek, ongewoon, raar, wonderlijk, zonderling,
vreemd vliegend voorwerp - ufo
vrees angst, bangheid, benepenheid, bevangenheid, bezorgdheid, eerbied, fobie, ontsteltenis, ontzag, paniek, rats, schrik, schroom, schuwhid, spanning, verlegenheid, vervaardheid, zorg
vrees om te blozen rubrofobie
vrees voor alles wat nieuw is neofobie
vrees voor alles wat vreemd is - xenofobie
vrees aanjagen dreigen, intimideren
vreesaanjagend schrikwekkend
vreesaanjaging intimidatie, overdondering
vreesachtig angstig, bang, bangst, benauwd, blo(de), blohartig, laf, schuw
vreesachtig dier haas
vreesachtig mens - bangerd
vreesachtigheid - banghid, schuwheid
vrees gevoelen - vrezen
vrees inboezemen gevreesd
vreeslijk ontzettend
vreeswekkend boos, grimmig, nors, toornig
vreeswekkend beeld spook
vreetop gulzigaard, slokop
vreetpartij zwelpartij
vreetzak eetwolf, slokop
vrek gierigaard, hebzuchtige, inhalige, knar, knibbelaar, knijper, krent(tenweger), pegelaar, schraper, schriep
vrekachtig - gierig
vrekken pingelen, schrapen
vrekkig gierig, hebberig, hebzuchtig, inhalig, krenterig, schraperig, schriep, schrokkig
vrekkigheid - gierigheid
vreselijk affreus, afgrijselijk, akelig, angstig, angstwekkend, bar, beangstigend, benauwend, buitensporig, criminel, dreigend, erg, geducht, griezelig, gruwelijk, hels, hevig, horribel, huiverig, ijselijk, luguber, ongehoord, onrustbarend, ontzettend, rampzalig, redoutabel, schrikbarend, terribel, verschrikkelijk, ijselijk, zeer
vreselijk kwaad woedend
vreselijk mager - ijl
vreselijk ongeluk - ramp
vreselijk koud ijzig
vreselijke draak of slang (myth.) - python
vret - lupus
vreten knagen, schrnzen, schrokken, verslinden, voer
vreter gulzigaard, schrok(ker), vraat
vreugde blijdschap, genieting, genoegen, genot, jolijt, lol, plezier, pret, voldoening, vrolijkheid, wellust
vreugderoep alleluja, hoera
vreugdevol verblijd
vreugdevolle viering - feest
vreugdig - (ver)blij(d), verheugd
vrezen duchten, eerbiedigen, huiveren, ontzien, schromen, schuwen, terugdeinzen
vriend ami, amice, bekende, bondgenoot, chaver, collega, compagnon, gabber, genoot, gezel, handlanger, makker, kameraad, kamergenoot, kompel, kornuit, levensgezel, lotgenoot, maat, makker, medestander, minnaar, partner, slaapje, speelmakker, vennoot, volgeling, vrijer, vrind
vriend (Ind.) - sobat
vriend van Achilles Patroclus
vriend van Aeneas Achates
vriend van Alexander de Grote - Harpalus, Harpalos
vriend van Cicero Nepos
vriend van David Jonathan
vriend van Engeland anglofiel
vriend van Frankrijk francofiel, gallofiel
vriend van Grieken filhelleen
vriend van Othello Jago
vriend van Rusland russofiel
vriend van Slaven slavofiel
vriend van Telemachus mentor
vriendelijk aangenaam, aardig, amicaal, begrijpend, behulpzaam, beleefd, beminnelijk, charmant, gemoedelijk, genegen, gezellig, goedig, goedaardig, hartelijk, heus, hoffelijk, innemend, jofel, lief, minnelijk, minzaam, sympathiek, teder, vertrouwd, vlot, voorkomend, welgezind, welwillend, zachtzinnig, zacht, zoet
vriendelijke blik - lonk
vriendelijkheid - aardigheid, attentie, hartelijkheid, minzaamheid, innemendheid, minzaamheid, welgezindheid
vriendelijk, niet fors zachtzinnig
vriendin(netje) meisje, geliefde, minnares
vriendjespolitiek nepotisme
vriend of bekende - kennis
vriendschap amitie
vriendschappelijk amicaal, gemeenzaam, hartelijk, innig, minnelijk
vriendschapsbetrekking connectie
vriendschapsbetuiging - groet
vrieskast diepvries, koelkast
vrieskou - vorst
vrieswerking in de bodem kryoturbatie
vriezer - vroeskist
vrij autonoom, bandeloos, beschikbaar, franco, frank, gratis, leeg, liber, los, neutraal, nogal, onafhankelijk, onbelast, onbelemmerd, onbeperkt, onbeschroomd, ongebonden, ongedwongen, ongehinderd, onomwonden, ontheven, onverhinderd, quitte, redelijk, rondborstig, ruim, tamlijk, vacant(tie), vlot, zelfstandig, onder, verlof, zelfstandig, zonder
vrij aan boord f.o.b., (free on board)
vrij erfgoed allodium
vrij goed behoorlijk, nogal, redelijk, tamelijk
vrij groot belangrijk
vrij hevig geluid knal
vrij lang geruin
vrij langs boord I.a.s. (free along side ship)
vrij lopen loslopen
vrij om zich te bewegen los
vrij van arbeid vacantie
vrij van fouten - feilloos
vrij van portokosten franco
vrij van smet vlekkeloos, vlekvrij
vrij van twijfel - beslist, catagorisch
vrij van werken ledig, verlof
vrij van ziektekiemen - steriel
vrijaf rust, vakantie, verlof
vrijage minnarij, minnehandel, verkering
vrijbiljet - geleibrief, verlofpas
vrijblijvend - onverplicht
vrijbrief machtiging, pas, verlofbrief
vrijbuiter avonturier, boekanier, bohemien, kaper, vagant, vagebond, zeerover, zwerver
vrijbuiterij - kaapvaart
vrijburg - asiel
vrijdenkend liberaal, vrijzinnig,
vrijdenker - atheïst, libertijn
vrijdom - ontheffing , privilege, voorrecht, vrijstelling
vrije behandeling van het tempo (muz.) rubato
vrije dag - snipperdag
vrije heerlijkheid baronie
vrije keus optie
vrijelijk ongehinderd, vrijmoedig
vrijen flemen, knuffelen, kozen, minnekozen, minnen, scharrelen, sjansen, vleien
vrij en ledig onbezet
vrij en toegankelijk open
vrij en vlot - frank
vrijer aanzoeker, amant, galant, minnaar, scharrel, sinterklaaspop, spinnenweb
vrijerij verkering, minnehandel, vrijage
vrije tijd verlof
vrijetijdsberoving gijzeling, ontvoering
vrijetijdsbesteding lezen, sporten, spelen
vrije verdediger libero
vrije verkiezing - willekeur
vrijgeest - libertijn, vrijdenker
vrijgelaten slaaf mardijker
vrijgeleide - konvooi, pas, sauf-conduit
vrijgeven - toestaan
vrijgevig goedgeefs, gul, liberaal, liefdadig, mild, onbekrompen, royaal, scheutig, weldadig,
vrijgevigheid gulheid, kwistigheid, leberaliteit
vrijgevochten bandeloos, tuchteloos
vrijgezel celibatair, echteloos, ongehuwd, ongetrouwd,
vrijheer - baron
vrijheerlijkheid - baronie
vrijheid liberteit, onafhankelijkheid, privilege, vrijmoedigheid
vrijheid (Ind.) merdeka
vrijheidsgezind - liberaal
vrijheidsstraf detentie, hechtenis, huisarrest
vrijheidsstrijder fellaga, partizaan
vrijhof - meierij
vrijhouden van iets besparen
vrijkaart - vrijbiljet
vrijkoopgeld losgeld, losprijs
vrijkoopsom losprijs
vrijkopen - afkopen
vrijkoping - verlossing
vrijlast portage
vrijlaten loslaten, ontslaan
vrijmad - etgroen, nagras
vrijmaken bevrijden, openen, verlossen
vrijmaking bevrijding, emancipatie, verlossing
vrijmetselaar maçon
vrijmetselarij - latonie, loge, maconnerie
vrijmoedig fier, frank, koen, los, onbeschroomd, onbevangen, onbevreesd, ongedwongen, ronduit, stout, vlot, vrank, vrijelijk
vrij, niet leenvoerig land - vroonland
vrijplaats asiel, asyl, schuilplts, wijkplaats
vrijpostig arrogant, astrant, brutaal, driest, frank, onbescheiden, onbeschroomd, stout
vrijpostigheid - brutaliteit
vrijspreken absolveren
vrijstaand apart, los
vrijstad (bijbel) Bezer, Golan, Hades, Hebron, Ramoth.. Sichem
vrijstad, Nederlandse - Culenborg, Vianenr
vijstellen ontheffen, ontslaan
vrijstelling dispensatie, ontheffing
vrijstelling van vracht franchise
vrijthof - kerkhof
vrijuit onbelemmerd, onbeschroomd, rondborstig
vrijvechten - bevrijden
vrijvrouw - barones
vrijwaren behoeden, besparen, waarborgen
vrijwaring garantie, waarborg
vrijwel bekant, bijkans, bijna, draaglijk, feitelijk, nagenoeg, practisch, zowat
vrijwillig belangelos, ongedwongen, onverplicht, vanzelf
vrijwillige afstand abdicatie
vrijwillige gave - offer
vrijwilliger volontair
vrijzinnig heterodox, liberaal, libertijns, links, modern
vrijzinnigprotestantse richting - Doopsgezind, Luthers, N.P.B., Remonstrant
vrille tolvlucht
vrind - kameraad
vroed wetende, wijs
vroede vaderen gemeentebestuur, regeerders
vroedgodin - Lucina
vroedkunde - obstetrie
vroedmeester - accoucheur, verloskundige
vroedschap - raad
vroedvrouw - verloskundige
vroeg bijtijds, jeugdig, jong, matineus, pril, tijdig
vroegbloem - madeliefje, primula
vroeg-christelijk geschrift - didachè
vroeg genoeg tijdig
vroege aardappelen graafjes
vroege ochtend - dageraad
vroege kers - meikers
vroeger anterieur, bevorens, destijds, eens, eer, eerder, eerst, eertijds, gewezen, indertijd, olim, ouder, toen, tevoren, toenmaals, verleden, voormalig, v.h., voordat, voordien, voorgaand, voorheen, voorleden, voormalig, vorig, weleer
vroeger ambtenaar - drost
vroeger Amsterdams uitgaanscentrum Nes
vroeger de hoogste rechterlijke ambtenaar - schout
vroeger een buitenplaats bij Rotterdam - Weena
vroeger eiland Marken, Schokland, Urk, Wieringen
vroeger folterwerktuig plei, palei, rad
vroeger gebeurd feit antecedent
vroeger heerser tsaar
vroeger heerser over Peru Inca, Inka
vroeger in de tijd - verleden
vroeger land aan de Middellandse Zee Fenicië, Phoenicië
vroeger landvoogd - ruwaard
vroeger Nederlands eiland Schokland, Urk, Wieringen; Marken
vroeger overheidspersoneel - ambtman, beul, boogschutter, drost, grietman, kolvenier, leenheer, leenman, schepen(en), schout, vroedschap
vroeger persbureau in Ned.Indië - Aneta
vroeger RussischAmerika Alaska
vroeger strijdmiddel in zeeslag - brander
vroeger verkeersobstakel tol
vroegere abdij sticht
vroegere belasting bede, gabel, tiend, tolgeld
vroegere bewoner van Europa - Frank, Fries, Germaan, Goot, Hun, Kelt, Noorman, Romein, Vandaal, Viking
vroegere binnenzee Zuiderzee
vroegere buitenplaats bij Rotterdam Weena
vroegere Franse munt ange, angelot, ecu, livrei, napoleon
vroegere gezelschapszaal salon, salet
vroegere Griekse munt abool, drachme, talent
vroegere handelsstad in Noord Afrika Carthago
vroegere heerser - Caecar, imperator, tsaar
vroegere heerser in Peru - Inca, Inka
vroegere IndoEuropeaan Germaan
vroegere Justitieambtenaar baljuw, drost
vroegere landvoogd ruwaard
vroegere militair hellebaardier, kurassier, lansier, lansknecht, musketier, zwaardvechter
vroegere Nederlandse munt - blank, cent, daalder, dubbeltje, dukaat, dukaton, duit, gulder, knaak, kwartje, oortje, penning, stuiver
vroegere overheidspersoon drost, baljuw, grietman, olderman, schepen, schout
vroegere rechter - baljuw
vroegere Reval - Tallin
vroegere titel van de vorsten van Moldavië, Montenegro en Walachije - Hospodar
vroegere Turkse regering porte
vroegere vakbond - gilde
vroegere vesting van O.I.C.in VoorIndië Goa
vroegere volksvertegenwoordiging in Rusland Doema
vroegere zoutbelasting gabel
vroegrijp pr(a)ecox
vroegrijpe appel - yellow
voegtijdig - bijtijds, prematuur
vroegrijpheid precociteit
vroegtijdig bijtijds, erder
vrolijk allegro, amusant, animato, blijgeestig, blij(moedig), dartel, feestelijk, fideel, fleurig, geanimeerd, geestig, geinig, genoeglijk, gezellig, glunder, goedgemutst, grappig, jolig, kleurig, kwiek, levendig, levendluchtig, lollig, los, luchthartig, luchtig, luimig, lustig, monter, onbekommerd, onbezorgd, onderhoudend, opgeruimd, opgetogen, opgewekt, plezant, schalks, tierig, uitbundig, uitgelaten, verblijd, verheugd, vermakelijk, verrukt, vlot, welgemoed, zonnig
vrolijk en bekoorlijk riant
vrolijk en olijk - guitig
vrolijk feest fuif, hospartij
vrolijk feesten - fuiven
vrolijk trompetgeschal fanfare
vrolijke voorstelling in tent - circus
vrolijkheid blijdschap, blijheid, gein, gelach, hilariteit, joligheid, jolijt, lachlust, leut, lol, luim, plezier, pret, stemming, vermaak, vreugde
vrolijkheid met weemoed humor
vrolijk maken verheugen
vrolijk rumoer gejoel
vrolijk tieren - joelen
vrome boeteling - asceet
vrome overpeinzing - contemplatie
vroom bigot, dapper, deugdzaam, devoot, flink, gelovig, godgezind, godsdienstig, godvruchtig, kloek, ootmoedig, pieus, religieus
vroom bedrog piafraus
vroomheid godsvrucht, devotie, piëteit, piëtisme
vroom verhaal legende
vroomprater - femel
vroondienst herendienst
vrouw dame, echtgenote, eega, ega, gade, gemalin, juffrouw, maagd, meid, meisje, mevrouw, wijf
vrouw (Indiaans) squaw
vrouw bekend uit de Ned. geschiedenis Kenau
vrouw des huizes - meesteres
vrouw die advies verstrekt adviseuse, informatrice, raadgeefster
vrouw die bid - bidster
vrouw die bonen sorteert - leester
vrouw die de toekomst voorspelt - profetes, sibille
vrouw die gaat twouwen - bruid
vrouw die graag mooie kleren draagt. modepop
vrouw die kinderen heeft moeder
vrouw die nieuwsgierig is - aagje
vrouw die steelt dievegge
vrouw die voor emancipatie streed - Drucker, Jacobs
vrouw, dochter of zuster van Mars - Bollona
vrouw in steen veranderd Niobe
vrouw met blond haar blondine
vrouw met donker haar - brunette
vrouw met klein verstand - lut
vrouw met leeuwenlichaam sfinks, sfinx
vrouw met weelderige vormen - Rubensfiguur
vrouw van Aartsvader Hagar, Lea, Rebekka, Rachel, Sara
vrouw van Abraham Sara
vrouw van Adam Eva
vrouw van Admetus Alcestis
vrouw van Aegir Ran
vrouw van Aegeon - Aemilia
vrouw van Agamemnon Clytaemnestra
vrouw van Ahasveros Vasthi
vrouw van Amphlon Niobe
vrouw van Ananias - Sapphira
vrouw van Atreus - Aerope
vrouw van Balder Idoena,Nanna,
vrouw van baron barones
vrouw van Boaz Ruth
vrouw van Braga - Idoema, Iduna
vrouw van Caesar Calpurnia
vrouw van Claudius Agrippina, Messalina
vrouw van de Czaar tsarina
vrouw van Darius Atossa
vrouw van David Michal
vrouw van een landbouwer - boerin
vrouw van Freyr - Gerda
vrouw van graaf gravin
vrouw van Hektor Andromache
vrouw van Hendrik VIII Anna, Mary
vrouw van Hercules Deianira
vrouw van Jacob Lea, Rachel
vrouw van Jason Medea
vrouw van Jupiter Juno
vrouw van Kadmos Harmonia
vrouw van landbouwer boerin
vrouw van lichte zeden - cocotte, courtisane, hetaere, hoer
vrouw van Menelaus Helena
vrouw van Njord - Skadi
vrouw van Oberon Titania
vrouw van Oceanus Tethys
vrouw van Odin Frigga
vrouw van Odysseus Penelope
vrouw van Okeanos Tethys
vrouw van Orestes Hermione
vrouw van Orpheus Eurydice
vrouw van Osiris Isis
vrouw van Othello Desdemona
vrouw van Paul Vlaanderen Ina
vrouw van Peleus Thetis
vrouw van Pelops Hippodamea
vrouw van Perseus Andromeda
vrouw van Poseldon Amphitrite
vrouw van Priamus Hecabe, Hecuba
vrouw van Rembrandt Saskia
vrouw van Saturnus Rhea
vrouw van Simson Delila
vrouw van Socrates Xantippe
vrouw van stand dame, lady
vrouw van sultan sultane
vrouw van Tereus Aedon
vrouw van Thor - Sif
vrouw van Tiberius Cornelia
vrouw van Tristan Isolde
vrouw van tsaar tsarina
vrouw van Tyndareus Leda
vrouw van Ulysses - Penelope
vrouw van Uranus Gaea
vrouw van wie de man is overleden - weduwe
vrouw van Wodan Frigg,Frigga, Frija,
vrouw van Zeus Hera
vrouw uit de Bijbel - Debora, Elisabeth, Eva, Judith, Hagar, Lea, Maria, Naomi, Ruth, Sara
vrouwelijk (gramm.) fem., feminium, vr.
vrouwelijk dier
3 hen, keu, kip, koe, ooi, ree
4 apin, geit, hert, moer, poes, teef, zeug
5 bagge, berin, hinde
6 ezelin, merrie
7 reegeit
8 voedster
vrouwelijk edelwild - hinde
vrouwelijk hert hinde, reegeit
vrouwelijk hert in het derde jaar - Rekke
vrouwelijk hoender - hen
vrouwelijk hoofd bazin, cheffin, patrones
vrouwelijk kind - dochter
vrouwelijk monster gorgoon
vrouwelijk mythologisch wezen - nimf, sirene
vrouwelijk persoon dame
vrouwelijk ree rekke
vrouwelijk roofdier leeuwin, tijgerin
vrouwelijk roodwild kaalwild
vrouwelijk rund - koe
vrouwelijk schaap - ooi
vrouwelijk varken - zeug
vrouwelijk wild zwijn bagge
vrouwelijke advocaat juriste
vrouwelijke afgezant bodin
vrouwelijke agent agente
vrouwelijke arts medica
vrouwelijke auteur schrijfster
vrouwelijke baas - cheffin
vrouwelijke bijbelfiguur Deborah, Esther, Eva, Hagar, Lea, Magdalena, Maria, Martha, Naomi, Ruth, Sara
vrouwelijke bode bodes,bodin
vrouwelijke boer - boerin
vrouwelijke boze nachtgeest - drude
vrouwelijke dominee da., domina, predikante
vrouwelijke Egyptische godheid - Hathor, Isis .
vrouwelijke eretitel in Spanje - donna
vrouwelijke gast logée
vrouwelijke geestelijke non, priesteres, religieuze, soeur, zuster
vrouwelijke godheid godin, moedergod
vrouwelijke godheid der Egyptenaren - Harhor, Isis
vrouwelijke godheid in de oudIndische mythologie Maya
vrouwelijke heilige Santin
vrouwelijke hond teef
vrouwelijke hulp - helpster
vrouwelijke kantoorbediende secretaresse, typiste
vrouwelijke luchtgeest sylfe, sylfide
vrouwelijke marinier - marva
vrouwelijke nachtgeest - drude
vrouwelijke rector rectrice, rectrix
vrouwelijke reisgenoot reisgezellin
vrouwelijke slaaf in een harem - odalisk
vrouwelijke titel baronesse, comtesse (Fr.),duchesse (Fr.), freule, gravin, hertogin, jonkvrouwlady, prinses, senora
vrouwelijke titel (Spaans) senora
vrouwelijke verspieder spionne
vrouwelijke vogel - hen
vrouwelijke volgelingen van Dionisos - bacchanten
vrouwelijke waarzegster Cassandra, profetes, Sibille
vrouwelijke watergeest meermin, najade, Nixe, Ondine, sirene, Undine
vrouwelijke watergeest (Germaans) - meermin, najade, Ondine, undine
vrouwenarts gynaecoloog
vrouwenbeeld als zuil kariatide
vrouwenbeul blauwbaard
vrouwenbewaker in harem eunuch
vrouwenbeweging - feminisme
vrouwenboot umjak
vrouwenborst buste
vrouwenfiguur met opgeheven armen orans, orante
vrouwengek philogyn, philogyne
vrouwengeneeskunde - gynaecologie
vrouwenhaat misogynie
vrouwenhandwerk borduren, breien, haken
vrouwenhater - misogyn
vrouwenhemd kamizool
vrouwenhoed - toot
vrouwenhoofddeksel - kaper, kornet
vrouwenhoofddoek - falie
vrouwenjager ladykiller
vrouwenjakje - sjek
vrouwenkapsel - frontagne
vrouwen kleed, lang samaar
vrouwenkruid - valkruid
vrouwenmantel - alchemilla
vrouwenmuts cornet, koof, kuif, hul, kaper, kornet, toot
vrouwennaam zie meisjesnaam
vrouwen regering gynocratie
vrouwenrok - keurs
vrouwentong - esp, trilgras
vrouwenverblijf gynaeceum, harem, kemenade, serail
vrouwenverleider casanova, charmeur, don Juan
vrouwenvertrek kemenade
vrouwenziekteleer gynaecologie
vrouwtjeshond teef
vrucht van de els proem
vrucht van de eik aker, eikel
vrucht van de meloenboom - papaja
vrucht van de naaldboom dennenappel, kegel
vrucht van de staartpeper - cubabe
vrucht van de wijnstok - druif
vrucht van een wilde perzikboom - perkel
vrucht van kruisbloemigen - hauw
vrucht van roos bottel, rozenbottel
vrucht van steranijs badiaanzaad
vrucht van wijnstok druif
vrucht van zuurzak nangka
vruchtafdrijvend abortief
vruchtafdrijvend - abortief
vruchtafdrijving abortus
vruchtbaar fertiel, groeizaam, lonend, nutig, productief, prolefiek, tierig, voedzaam, welig
vruchtbaar maken - bemesten
vruchtbaar makende stof compost, kali, kunstmest, mest, stalmest
vruchtbaar oord oase, tuin
vruchtbaarheid - fertiliteit, ubertit
vruchtbaarheidsgodin - Astarte, Demeter, Freyr, Gaia, Ge, Isis
vruchtbare grond geest, klei, teelaarde, zeeklei
vruchtbare plek in de woestijn oase
vruchtbeginsel - zaad
vruchtblad - carpel
vruchtboom - appelboom, fruitboom, notelaar, perenboom, pruimenboom
vruchtdragend - nuttig
vruchtdragend, eenmaal per jaar - apagyn
vruchteloos ijdel, infructueus, nutteloos, vergeefs
vruchten
3 bes, vijg, yam
4 aagt, aker, bels, boon, erwt, hauw, joop, kers, kiwi, knol, kwee, olijf, ooft, peer, peul, raap
5 appel, areka, bezie, braam, dadel, druif, eikel, eiker, fruit,
griet, keker, krent, kriek, kroos, kwets, mango, morel, noten,
pruim, renet, rozijn, wakel
6 aalbes, amarel, ananas, augurk, bacove, banaan, bosbes,
bottel, cubebe, doekoe, eenbes, ijspeer, jujube, kalbas, kalvijn,
kassie, kokkel, limoen, mangga, meloen, mispel, nangka,
papaja, perzik, piment, pisang, tomaat, wijnbes
7 aardbei, amandel, blanket, brummel, citroen, djamboe,
djeroek, doerian, geelbes, granaat, griotte, haagbes, heulbol,
hohaars, junibes, kalebas, kapucijn, katjang, klapbesklapper,
knapper, kroosje, lijzebet, maankop, mangis, meikers,
mirabel, moerbei, muskaat, paprika, pompoen, pronker,
talkbes, tripang, veenbes, walnoot, waspeer, wijnpeer, zuurzak
8 aardnoot, abrikoos, advocaat, alpenbes, berberis, bergamot,
blauwbes, blimbing, bosbezie, braambes, calville, dambezie,
denappel, dividivi, dolappel, doornbes, drieling, framboos,
groening, handpeer, hanneman, hennebes, hondsbes, houtnoot,
hulstbes, ijzerhard, jasappel, kardemom, kasdruif, kleipeer,
knapkers, kolanoot, kraakbes, kroppeer, kruisbes, kweepeer,
langhals, mandarijn, meelpeer, merkaton, muskadel, olienoot,
ossenkop, palmnoot, panappel, paranoot, pijnappel, pistache,
pomerans, rammenas, rietpeer, schokker, vlierbes, vogelbes,
vossebes, wijnappel, wijndruif, wijnpruim, woudkers
9 aardbezie, appelsien, betelnoot, braaknoot, cacauboon,
eierpruim, filippine, glanspeer, goudrenet, grondnoot,
guldeling, haagappel, haagbezie, handappel, hazelnoot,
herenpeer, houtappel, ijzerappel, jodenkers, kanteloep,
karbonkel, kartoffel, kersappel, klapbezie, koffiebes,
kokosnoot, komkommer, kraaipeer, kriekpeer, kruidnoot,
lauwerbes, lijsterbes, mangostan, moerbezie, netmeloen,
okkernoot, oranfebes, pindanoot, pippeling, ramboetan,
sleepruim, sneeuwbes, sterappel, stoofpeer, tafelpeer,
tamarinde, vijgenpeer, vogelkers, waternoot, wijnmeloen,
wijnperzik, wildeling
10 bellefleur, beukennoot, bitterkers, bloedappel, braambezie,
cederappel, dadelpruim, doornappel, grapefruit, hartperzik,
jeneverbes, juttenpeer, kaneelpeer, kemirinoot, klapstaart,
koffieboon, kruidnagel, kruisbezie, kwintappel, lammernoot,
laurierbes, mirtebezie, moffelboon, musketpeer, oranjepeer,
pimpernoot, pinangnoot, pompelmoes, pruimedant,
raasdonder, suikerpeer, tafelrozijn, winterkers, winterpeer,
zilverling
11 aagjesappel, akkervrucht, appelvrucht, bitterappel,
boerenpruim, broodvrucht, citroenpeer, cubebepeper,
damastpruim, diamantpeer, dirksjespeer, goudpepping,
jodennootje, kaneelappel, klappernoot, koningspeer,
krakelbezie, laulierkers, lemoenappel, ligusterbes,
maagdenpeer, maatjespeer, meiolderbei, meloenappel,
muskaatnoot, oranjeappel, pindanootje, portelbezie,
rammelappel, reineckaude, sinaasappel, steenvrucht,
stekelbezie, suikerappel, suikerpruim, venkelappel,
watermeloen, winterappel, wonderappel, zijdenhemdje
12 amandelpruim, ananasmeloen, citroenappel, jeneverbezie,
kauwoerappel, koningsappel, koningspruim, kraakamandel,
lambertsnoot, liefdesappelmeelappeltje, mirabelpruim,
muskadelpeer, paradijsappel, saffraanpeer, schoenlapper,
spreeuwbezie, suikermeloen, sultanarozijn, zoeteveentje
13 ananasaardbei, anjelierappel, boompjesappel, egelantierbes,
groffelsnagel, johannesbrood, pinksterappel, ramboersappel,
saffraanappel, scharlakenbes, waterkastanje
vruchtensap sap
vruchtenbrij moes
vruchtenbrandewijn ratafia
vruchtendrank bessensap, sorbet, most, wijn
vruchten etende vleermuis op Java - kalong
vruchteneter fructivoor
vruchten gebak - beignet
vruchtengelei jam
vruchtenkunde carpologie, pomologie
vruchtenmoes - compôte, gelei, jam, marmelade
vruchtennat - most, sap
vruchten of groenten onderdompelen in kokend water - blancheren
vruchtenoogst pluk
vruchtenpit kern
vruchten plukken oogsten
vruchtenpunch - bowl
vruchtensuiker - fructose, levulose
vruchtentaart - cassata
vruchtgebruiker fructuarius
vruchtgodin Ceres, Pomona
vruchthuid - schil
vruchtje bes, bezie, meikers, morel
vruchtje van de meidoorn meelappeltje
vruchtje van een boom aker, eikel
vrucht van een roos - bottel
vrucht van een wijnstok - druif
vruchtkern - pit
vruchtloos - acarp
vruchtmaand augustus
vruchtvel schil
vruchtvlees van de kokosnoot - kopra
vruchtvlies amnion
vruchtvocht sap
vruchtwater van de kokosnoot kokosmelk
vue - uitzicht
vuig bezoedeld, gemeen, goor, laag, laaghartig, lelijk, min, minderwaardig, onaangenaamonrein, onzedelijk, onzindelijk, onzuiver, slecht, smerig, vals, vies, vuil
vuil abject, bedorven, derrie, drek, gemeen, goor, gortig, groezelig, infaam, laag, modder(ig), morsig, mottig, obsceen, ongewassen, onrein, onzuiver, prut, schunnig, slijk, smeerboel, smerig, smoezelig, smotzig, smurrie, troebel, uitschotvals, vies, vuig, vunzig
vuilaardig gemeen
vuilak morsebel, smiecht, viezerik
vuilboom - sprakel
vuilbroed - broedrot
vuile boel gribus, smeerboel, zwijnenstal
vuile achterbuurt gribus
vuile plek klad, smet, spat, vlek
vuile vrouw modde
vuil en gemeen laag
vuil en laag gemeen
vuil en vies onfris
vuil goed - wasgoed
vuiligheid drek, gemeenheid, zwijnerij,
vuilik gemenerik, taddik, onterik, smeerlap, smeerpoets, viespeuk, viezerik
vuil maken besmeuren, bezoedelen, smetten
vuilnis afval,drek, huisvuil
vuilnisbak asemmer
vuilnisbelt asbelt, stortplaats, vaalt, vuilnishoop
vuilnisemmer asemmer, asvat
vuilnishoop asbelt, belt, vaalt, vuilnisbelt
vuilnisman - asman
vuilschrijverij pornografie
vuilspuiter lasteraar, roddelaar
vuilwateremmer toiletemmer
vuist hamer, knuist, moker, smidshamer
vuist en worstelkamp bij de oude Grieken pancratium
vuistgevecht - bokspartij
vuisthamer moker
vuisthandschoen want
vuist of moker hamer
vuistslag dreun, opstoot, stomp
vuiststoot - dreun, stomp
vuistvechter bokser, pugilist
vulbier - scharrebier
vulgair alledaags, banaal, gemeen, grof, ordinair, plat, smerig, triviaal, vies
vulgair en laf - laag
vulgariteit - alledaagsheid, platheid
vulgat spon
vulgus grauw, rapalje, uitvaagsel
vulkaan Etna, Hekla, Merapi, Sibajak, Stromboli, Visuius, krater
vulkaan (Ind.) api
vulkaan in Afrika Lanzarote,Namlagira, Ruwenzori,
vulkaan in Alaska Katmai, Wrangell
vulkaan in Argentinië Maipo
vulkaan in de Andes - Cotopaxi
vulkaan in Antarctica Erebus
vulkaan in Azië Api, Apo, Aso, Merapi, Salak, Sibajak, Slamat
vulkaan in Chili Guallatiri, Lascar, Tupungatito
vulkaan in Columbia Purace
vulkaan in Costa Rica Irazu
vulkaan in ded Poolstreken - Erebus
vulkaan in de Eifel - Maaren
vulkaan in El Salvador Izalco
vulkaan in Equador Cotacachi, Cotopaxi, Sangay
vulkaan in Europa Etna, Hekla, Stromboli, Vesuvius
vulkaan in Guatemala Tajamulco
vulkaan in Indonesië Api, Dempo, Krakatau, Merapi, Salak, Slamat
vulkaan in Italië Etna. Stromboli, Vesuvius
vulkaan in Japan Aso, Fujihama
vulkaan in Mexico Colima, Popocatepetl
vulkaan in Peru Misti
vulkaan in Tanzania Kilimanjaro
vulkaan in Verenigde Staten - Katmai, Kilauea, Wrangell
vulkaan op Costa Rica Irazu
vulkaan op Filippijnen Apo
vulkaan op IJsland Askja, Hekla
vulkaan op Java - Salak, Slamat, Smeroe
vulkaan op Martinique Mont Pelée
vulkaan op Mindanao Apo
vulkaan op Sicilië - Etna
vulkaan op Sumatra Dempo, Sibajak
vulkaankom caldera
vulkaanmond - krater
vulkaanopening bacca, fumarole, krater
vulkaantrechter hopper, krater
vulkanisch gesteente basalt, lava, magma, puimsteen, tuf
vulkanisch glas - magma, obsidiaan, perliet, piksteen
vulkanisch produkt lava
vulkanische stof - lava, magma, puimsteen, tuf
vulkanische uitbarsting eruptie
vullen dempen, dichtmaken, Iaden, plomberen, spekken, voldoen, volmaken, volstoppen
vullen met benzine - tanken
vullen van gevogelte, vis enz. farceren
vullen van kiezen - plomberen
vulling farce, lading, plombe
vulling van iets inhoud
vulling van matras kapok
vulling voor gebak spijs
vullis afval, schorem, vuilnis
vulmateriaal dons, kapok, stro, veren
vulmiddel kit
vulnippel - ventiel
vulsel farce, kapok, paardenhaar, veren
vulsel voor meubels en kleren - dons, paardenhaar
vulsel voor pasteitjes farce
vultrechter - hopper
vuns bedompt, duf, goor, muf, schunnig, smerig, vies, vochtig
vunzen glimmen, smeulen
vunzig duf, muf, schunnig, smerig, vies, vuil vuns
vunzige vrouw del, slet
vuren schieten
vurig ardente, bezield, brandend, driftig, energiek, enthousiast, fel, fervent, flink, gepassioneerd, hartstochtelijk, heethoofdig, heftig, hevig, ijverig, krachtig, sig, hit, intens, kittig, kwiek, nijdig, rap, verwoed, vinnig, warm, ziedend
vurig (muz.) ardente, brioso, spirituoso
vurig paard genet, ros
vurig verlangen begeerte, hartstocht, passie, zucht
vurig verlangen begeren, smachten, snakken
vurig voorvechter ijveraar
vurige huidplek smarting
vurige Italiaanse wijnsoort falerner
vurigheid - temperament
vuur aandrift, animo, brand, elan, (enthousiasme, geest)drift, energie, fik, gloed, hartstocht, ijver, pep, vlam, vonk
vuur (Ind.) api
vuur, aanmaken ontsteken
vuur aanwakkeren stoken
vuur blussen uitmaken
vuur doven blussen, smoren, uitmaken
vuur geven branden, vuren
vuur maken - stoken
vuur, ontstaan van pyrogenese
vuur oprakelen poken, porren
vuur uitdoven - smoren
vuur uitmaken doven
vuurbaken fanal, seinlicht
vuurbakje stoof, test
vuurbal bolide
vuurberg vulkaan
vuurbestendig - onbrandbaar
vuurbestendig materiaal asbest
vuurbestrijdingskorps - brandweer
vuurbol - meteoriet
vuurbron haard, vuurhaard
vuurbuis vlampijp
vuurbuks - geweer
vuurdekker - haardstolp
vuurdoorn pyracantha
vuurflitsje vonk
vuurgeschut artillerie, kanon
vuurgevecht - schietpartij
vuurglans gloed
vuurgloed brand, vlammen, warmte
vuurhaak loet, ovenkrabber
vuurhaard brand, vuister, vuurbron
vuurhaard om te bakken - oven
vuurhoutje lucifer
vuurijzer hangel, haardijzer
vuurkever - glimworm
vuurkolk - hel, vagevuur
vuurkolom - vuurzuil
vuurkoord lont
Vuurland, bevolkingsgroep in - Haush, Onas, Tehuelchen, Yamana
Vuurland, hoofdstad van - Ushuaia
vuurlantaarn baak
vuurlijn schootslijn, schootsveld
vuurlont koord, stoker
vuurmaker aansteker, lucifer
vuurmeter - pyometer
vuurmond kanon, mortier
vuur om te roosteren barbecue
vuuronderhouder ovenist, stoker
vuurpad - bombina
vuurpijl fusée, raket, lichtkogel
vuurpot doofpot, komfoor, test
vuurpijl - fusee, kniphofia, raket
vuurroer geweer, musket, snaphaan
vuurroer In de 17e en 18e eeuw - musket
vuurroker - adonisbloem
vuurrood - hoogrood
vuurschoof - pijlkast
vuursprank - vonk
vuurslikker - pyrofaag
vuursprank vonk
vuurspuwende berg krater, vulkaan
vuurspuwend monster - Chimaera
vuursteen eoliet, flint, keisteen, silex
vuurtheorie - pyrologie
vuurtje brand, fik
vuurtong laai, vlam
vuurtoren baken, boet, Brandaris, fanaal, kustlicht, lichtbaken, Pharus
vuurvast - onbrandbaar
vuurvast glas - pyrex, vycor
vuurvast vat - kroes
vuurvaste doos cassette
vuurvaste kiel - chamotte
vuurvaste stof asbest
vuurverschijnsel hitte, rook,vlam, walm, warmte
vuurverzorger - stoker
vuurvink - amarant
vuurvrees pyrofobie
vuurvreter pyrofaag
vuurwapen
3 gun, usi
4 bren, buks, sten
5 kanon, raket
6 geweer, klover, musket
7 bazoeka, blaffer, haakbus, karabijn, mortier, pistool, stengun
8 revolver, snaphaan
10 atoomkanon
11 mitrailleur
13 vlammenwerper
vuurwater - brandewijn, whisky
vuurwerk rotje, raket, strijker, vuurpijl, voetzoeker, zevenklapper
vuurwerkbom, kleine - bombette
vuurwerkersknoop - mastworp
vuurwerkerskunst - pyrotechniek
vuurwerkerij - pyrotechniek
vuurwerkmaker pyrotechnicus
vuurwerkplant - dictamnus, essekruid
vuurwortel - moederkruid, wrangwortel
vuurzee brand, lichterlaaie, vlammen
vuurzuil - voorkolom
W
waadbare plaats wed
waadvogel (aal)reiger, agami, eiber, griel, griet, grutto, ibis, kraan(vogel), kievi(e)t, kluut, kwak, lepelaar, maraboe, meerkoet , ooievaar, plevier, ral, rijger, roerdomp, snip, trapgans, uiver, waterhoen, wulp
waag gok, kàns, risico, weeghuis
waagdrager - sjouwer(man)
waaghals branie, desperado, durfal, hagje, roekeloze, stuntman, vermetele
waagspel gokspel, hazardspel, kansspel, roulette, waagstuk
waagstuk durf, gok, risico, stunt, waagspel
waai - kolk
waaien stormen,wapperen
waaien, hard - stormen
waaier aanjager, fan, scherm, ventilator
waaier, grote poenka
waaierboom - leiboom
waaiereend mandarijneend
waaieren wapperen
waaierpalm nipa
waak - wacht
waakhond cerberus, kettinghond
waaks oplettend, waakzam
waakzaam alert, attent, bijdehand, nauwlettend, oplettend, opmerkzaam, paraat, vigilant, waaks, wakker, zorgvuldig
waakzaamheid hoede
waal - wiel, (z)weel
Waalse boon - tuinboon
Waalsgezinde - Wal(l)ingant
Waals steenkolenbekken - Borinage
waan begoocheling, droom, droombeeld, dwaling, hersenschim, idee-fixe, illusie, inbeelding, manie, schim, spint, verbeelding,
waandenkbeeld dwangvoorstelling, (waan)idee
waanidee hersenschim
waanvoorstelling hallucinatie, zinsbegoocheling
waanwijs aanmatigend, betweterig, eigenwijs, ingebeeld, ingenomen, mallotig, neuswijs, pedant, verwaand
waanwijsheid - pedanterie
waanwijze alweter, betweter, wijsneus
waanzieke - psychotica, psychoticus
waanzin delire, delirium, dementie, dolheid, dwaasheid, frenesie, gekte, idioterie, kolder, krankzinnigheid, manie, onwaarheid, onzin
waanzinnig absurd, dol, dwaas, gek, idioot; mal, mateloos, monomaan, razend, zot
waanzinnigheid - delirium
waar artikel, bestaand, echt, eerlijk, eigenlijk, gewis, handel, heus, juist, negotie, ongelogen, oprecht, realistisch, reëel, vast, welgemeend, werkelijk, wezenlijk, zeker (koopmans)goederen
waar bepaalde wagens gestald worden remise
waar de mens geen invloed op heeft fatum, lot
waar gepreekt wordt kerk
waar gymnasium en HBS toebehoren M.O., V.W.O.
waar het goed toeven is eldorado, paradijs
waar het om draait as, centrum,kern, spil,
waar het op aan komt kern
waar iedereen dagelijks voorstaat - dagtaak
waar iedereen over praat topic
waar iemand in uitblinkt fort
waar men moet beginnen meet
waar men naar streeft doel, doeleinde
waar men nut van heeft les.
waar men zich aan vasthoudt leuning, lus, lijn
waar men niet meer bij kan vol
waar niet over mag worden gesproken taboe
waar verkopen - handel
waar vogeltje uitkomt ei
waar weinig water staat ondiep
waaraan de vleet wordt bevestigd - reep
waarachtig beslist, eerlijk, echt, heus, inderdaad, integer, oprecht, stellig, waarachtig, waarlijk, waratje, warempel, werkelijk, zeker, zowaar
waarachtigheid - oprechtheid, waarheid, werkelijkheid
waarborg beschutting, borg, borgtocht, cautie, dekking, garantie, hypotheek, obligo, octrooi, (onder)pand, veiligheid, verzekering, zekerheid
waarborgen beveiligen, garanderen, instaan, sanctioneren, vrijwaen
waarborg papier certificaat
waarborgsom borgtocht, handgeld, staangeld
waarborgstempel - keurgeld
waard cafehouder, gelag, griend, herbergier, hospes, hotelier, houder, herbergier, kastelein, kroegbaas, polder, tapper, terp, wertel, wierd, woerd, woord
waard bemind te worden aantrekkelijk, beminnelijk, lieflijk
waarde allooi, belang, betekenis, effect, gehalte, hoedanigheid, invloed, norm, nut, prijs, strekking, valeur, zin
waarde (Fr.) expertise, schatting, taxatie
waarde volgens de inhoud nominaal
waardebepaler - taxateur
waardebepaling schatting, taxatie, waardij
waardebrief bon
waardeerder arbiter, makelaar, schatter, taxateur
waardeleer - axiologie
waardeloos naatje, nep, nietig, nutteloos, ondeugdelijk, prullig, slecht, snert, knudde
waardeloos ding lor, prul,vod
waardeloos goed brandhout, rommel, vuilnis
waardeloos graanafval kaf
waardeloos lapje lor, prul, tod, vod
waardeloos lot - niet
waardeloos materiaal kaf
waardeloos papiertje niet, snipper
waardeloos spul afval
waardeloos voorwerp prul, prutserij
waardeloze bagage ballast
wardeloze dingen - rommel
waardeloze last ballast
waardeloze pronk klatergoud
waardeloze rommel afval, shit
waatdeloze spullen - rommel
waardeloze substantie kaf
waardemeter calorimeter
waarde of regel - norm
waardepapier aandeel, bankbiljet, effect, obligatie, polis, wissel
waarderen achten, apriciëren, bogen, dwepen, eerbiedigen, eren, loven, prijzen, ramen, respecteren, roemen, schatten, taxeren, toetsen, verafgoden, vereren
waarderend lovend, prijzend
waardering achting, appreciatie, bijval, dank, eerbied, goedkeuring, instemming, respect, schatting, sympathie
waardeschatting evaluatie
waarde van aankoop prijs
waardevast - hard
waardeverhouding tussen twee munteenheden valuta
waardevermeerdering - deflatie
waardevermindering van geld depreciatie, devaluatie, inflatie
waardevol belamgrijk, gewichtig, kostbaar
waardevol papier aandeel, bon, coupon, diploma, effect, lot, lot, reçu
waarde vriend amice
waardig aanzienlijk, achtbaar, bedreven, deftig, degelijk, doorluchtig, edel, eerbaar, eerbiedig, ernstig, geacht, gezien, groot(s), heilig, hoogstaand, illuster, imponerend, nobel, plechtig, ridderlijk, roemrijk, roemruchtig, roemvol, statig,voornaam verheven, welvoeglijk
waardigheid decorum,digniteit, fatsoen grandezza, prelatuur, sultanaat, valentie, vorstelijk
waardig stappen - schrijden
waardin hospita
waardoor iets van eigenaar verandert cadeau, gave, geschenk, gift, inkoop, koop, ruil, verkoop
waardoor men wilde bomen veredelt enten
waardschap - bezoek, gastmaal
waardijn - essayeur, keurmeester, muntmeester
waar een beeld op staat - sokkel
waarheid echtheid, eerlijkheid, realiteit, werkelijkheid
waarheid als een koe truïsme
waarheidsliefde veraciteit
waarheidslievend - eerlijk, oprecht
waarin men zich uitdrukt spraak, taal
waarlijk beslist, degelijk, echt, goed, heus, inderdaad, (Ind.) betoel, inderdaad, ongetwijfeld, stellig, voorwaar, waarachtig, warempel, werkelijk, wezenlijk, zowaar, zeker
waar maken - bekrachtigen, bewijzen, realiseren, staven
waarmee het is afgelopen einde, end
waarmee niets is te vergelijken unicum
waar men op schrijft - papier
waarmerk handtekening, paraaf, signatuur, stempel, ijk
waarmerken bekrachtigen, bestempelen, ijken, legaliseren, tekenen
waarnaar gestreefd wordt doel
waarnaast, geen betere bestaat - enig, uniek
waarneembaar hoorbaar, merkbaar, percptibel, tastbaar, voelbaar, zichtbaar
waarnemen aanhoren, aanschouwen, behartigen, bekijken, bekleden, bemerken, benutten, beschouwen, bespieden, constateren, gadeslaan, gewaarworden, horen, kijken, luisteren, mededelen, merken, observeren, ontdekken, opmerken, percipiëren, registreren, signaleren, vervangen, vervullen, verzorgen, voelen, zien
waarnemend a.i., ingevallen, interim, loco, tijdelijk, vervangend, wnd.
waarnemend burgemeester loco
waarnemen met de handen voelen
waarnemen met de oren - horen
waarnemer beschouwer, bespieder, observator, verkenner, vervanger
waarneming observatie, perceptie
waarneming, eigen autopsie
waarnevens naast, welk
waar niets meer bij kan vol
waarom - vanwege
waarom men iets doet reden
waarover men spreekt onderwerp
waarschijnlijk aannemenlijk, denkelijk, misschien, mogelijk, vermoedelijk
waarschuwen alarmeren, tippen, (ver)manen,verwittigen
waarschuwend teken - wenk
waarschuwing - aanmaning, aanschrijving, aanzegging, alarm, bel, berisping, herinnering, hint, melding, rappel, reclamatie, sein, teken, tijding, tip, vermaning, vingerwijzing, wenk
waarschuwingsinstrument alarm, bel, claxon, fluit, hoorn, misthoorn, radar, schel, sirene, zoemer
waarschuwingsinstrument bij mist -brulboei, misthoorn, radar
waarschuwingsinstrument bij voertuigen bel, claxon, hoorn, sirene
waarschijnlijk - misschien, vermoedelijk
waarvan sprake is i.c.
waarzeggen profeteren, voorspellen, wikken
waarzegger augur, profeet, ziener
waarzeggerij mantiek, wichelarij
waarzeggerij uit handlijnen chiromantie
waarzeggerij uit as tephromantie
waarzeggerij uit de offerwijnen - oenomantie
waarzeggerij uit urine urinomantie
waarzegging door het oproepen van geesten necromantie
waarzegster cassandra, clairvoyante, gitana, heidin, kaartlegster, pythia, sybille
waarschuwingssein - bel, fluit, zoemer
waarschuwingssein van zeker vervoermiddel - claxon, hoorn, sirene, trambel
waarschuwingstoestel bij nevelig weer - brulboei, misthoorn
waarschijnlijk - probabel, stochastisch, vermoedelijk, wsch
waarschijnlijkheid van onheil gevaar
waarzeggen - voorspellen
waarzegger - profeet, voorspeller
waarzeggerskunst - mantiek
waarzeggerij uit boeken - bibliomantie
waarzeggerij uit handlijnen - chiromantie
waarzeggerij uit spiegels - beryllistiek
waarzegkunst - aeromantiek
waarzegster - pythia, sybille
waas mist, damp, mist, nevel, schijn, sluier, stoom, vocht,
wasem, zweem
wabberig los, slobberig
wacht bewaker, garde, kwartier, piket, surveilance, waaktijd, wake(n)
wacht bij vorst garde, lijfgarde
wacht houden (be)waken, opletten, posten
wacht van 0-4 uur - hondenwacht
wacht van 4-8 uur dagwacht, morgenwacht
wacht van 12-16 uur - middagwacht
wacht van 16-20 uur - platvoetwacht
wacht van krijgslieden garde
wachtel - kartel
wachtelkoning - griet
wachten bewaken, darren, dralen, ophouden, talmen, verbeiden
wachter bewaarder, bewaker, bijplaneet, cipier, handlanger, maan, oppasser, portier, post, satelliet, schildwacht, waker
wachterlied - dagelied
wachtglas zandloper
wachthoudend - waaks
wachthuisje - abri, posthuis, schilderhuis
wachthuisje bij een viersprong of bij de ingang van een dorp op Java gerdoe, gardoe
wachthuisje op rijstveld goeboek, gubuk
wachtpost planton, schildwacht
wachtsman - waker
wachtronde patrouille
wachtwoord code, consigne, leus, leuze, motto, parool, werda
wad ondiepte, wed, zwin
waddeneiland Ameland, Rottum, Rottumeroog, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel, Vlieland
waddengeul - balg
wade baarkleed, knieholte, (lijk)kleed, laken, linnen, sleepnet, sluier, waai
wadem - damp, nevel
waden lobberen
waduw - sluier
wafel biscuit, oublie, oblie
waffel bek, mond, muil, snater, snavel, wauwel
wagen auto, avonturen, blootstellen, diligence, durven, gokken, kar, kiereboe, koets, mikken, ondernemen, proberen, riskeren, slee, voertuig
wagen te doen bestaan
wagen of riskeren durven, gokken
wagen voor het vervoer van artilleriemunitie - caisson
wagen voor kolenvervoer - tender
wagen voor mestvervoer mestkar
wagen voor olievervoer tankauto
wagenbestuurder conducteur, chauffur, machinist
wagenboom - lamoen, lemoen
wagenhuis remise
wagenkap - huif
wagenloods remise, wagenschuur
Wagenman Auriga
wagenmenner koetsier, voerman
wagenpark - autopark
wagenspoor tra, wielslag
wagentje (Ind.) sado
wagentje op smalspoor lorrie
wagentje voor draverij sulky
wagenvol - karrenvracht
wagenvracht lading, voer
wagenvrees - amaxofobie
wagenwip - crick
wagenzeil dekkleed
wager - durfal
wagge - slobkous
waggelen lobberen, schommelen, wankelen, zwanken, zwikken
waggelend - onvast, onzeker, wankelend
waggelende vogel eend, gans, kalkoen, zwaan
wagon spoorwagen
wagonlit slaapwagen
wajang - poppenspel
wajangvertoner dalang
wak bijt, gat in ijs, opening
wake - wacht
wakel - jeneverbes
waken oppassen, wacht
waken over - behoeden, beschermen, bewaken, bewaren, opletten, oppassen, schutten, toezien, zorgen
waker herder, hoeder, oppasser, pastoor, suppoost, wacht(er), wachtsman, zeedijk
wakerstok - vleugelspil
wakker alert, bijdehand, flink, kloek, krachtig, kwiek, helder, ijverig, kordaat, levendig, monter, slim, snugger, uitgeslapen, vief, vlug, ijverig, waakzaam
wakker blijven waken
wakker en levendig helder
wakker maken wekken
wakker of slim - kien
wakker worden ontwaken
wakkeren - opsteken, opwekken
wakkerende vlam - laai
wal dijk, ka(de), laadplaats, losplaats, muur, oever, schans, waterkant
walbeschoeing - plating
Walcheren, plaats op - Domburg, Middelburg, Ritten Veere, Vlissingen
waldhoren jachthoorn
waldieper - baggerman
walduiker - tapuit
walen draaien, kenteren, keren, wankelen, weifelen
Wales, graafschap in - Flintshire
walg - afkeer, afschuw, gruwel, haat, weerzin, wrok
walgelijk afschuwelijk, degoûtant, naar, onsmakelijk, vies, weerzinwekkend
walgelijk ruiken stinken
walgelijk vielen likken
walgelijke reuk stank
walgen afgrijzen, kaken, kokhalzen, tegengaan
walging afkeer, afschuw, dégoôt, gruwel, nijd, tegenzin, weerzin
walgingwekkend repugnant, stuitend, weerzinwekkend
walgvogel dodaars, dodo
walhoofd - bruggenhoofd
walkant ka(de), oever, waterkant
walken - vollen
walkietalkie portofoon
walkruid - walstro
Walkyre - Alanteiria, Brunhilde, Haeva, Nehalennia
wallebak losbol
wallebakken zwieren
wallen - wellen
walm blaak, damp, kwalm, rook, smook, smoor, stoom
walmen dampen, roken, smokem, stomen, wasemen
walmgat stoomlek, zoggat
walm of nevel mist
walnoot okkernoot
walrand - berm
walrus odobenida, rob, zeerob
wals pletrol, pletter
walschipper - dambaas
walschot - bitterzoet, spermaceti
walsen dansen, lamineren, pletten, ronddraaien, verpletteren
walser - pletter
walserij pletterij
walslurp - landrot
walstro galium, klefkruid
wal van aarde ophoging
wal van een haven havenmuur
walverbinding - brug
walvis - cetus, ork
walvisaas - wallaat, zeekapel
walvisachtig dier noordkaper
walvisachtige baardvis, bruinvis, butskop, dolfijn, narwal, potvis, tuimelaar, vinvis, zeekoe
walvisafscheiding amber
walvisbaard balein
walvis, blauwe - vinvis
walvisdoder - butskop, naardkaper
walvisjager harpoenier
walvisjagers gereedschap - harpoen, lens
walvisolie traan
walvissoort ork, amber, (lever)traan, spek
walvisspijs wallaat
walvistraan - levertraan
walvisvaarder spouter
walvisvaardersgerei harpoen
walvisvaart - nering
walvisvanger catcher
wam halskwabbe, kossem
wambuis pijfekker
wambuis van huzaren dolman
wamen knoeien, morsen
wammes - wambuis
wan - gat, korenzeef, lek(age), mand, onvolkomen, schadelijk, scheepslek, slecht, verkeerd, zeef, zift
wanbedrijf - misdrijf
wanbegrip misvatting, waan
wanbof - déveine, pech, tegenslag, tegenvaller
wand muur
wandaad - misdaad
wand van bamboe - bilik
wandbekleding - behang, gobelin, lambrizering, tegel
wandcontactdoos - stopcontact
wandel - gedrag, handelwijze
wandelaar flaneur, tippelaar, trekker, voetganger
wandeldek promenade
wandeldreef allée, laan, warande
wandelen flaneren, kachelen, kuieren, lopen, promeneren, stappen, tippelen, voortbewegen
wandelend - lopend
wandelende Jood - Ahasverus
wandelende tak - carausius
wandelevenement vierdaagse
wandelgang - couloir, lobby
wandelgang in tuin pergola
wandelhoofd pier
wandeling kuier(ing), loopje, omloop, tocht, verkeer
wandelingetje loopje, ommetje
wandellaan allée, dreef, promenade
wandelpad bospad, voetpad, stoep, trottoir
wandelpad tussen de bossen - bospad
wandelpark in Wenen Prater
wandelpieren - verschansingleiers
wandelplaats boulevard, corso, esplanada, park, plantsoen, plein, warande
wandelplaats in Italië - corso
wandelplein esplanade
wandelreis - voetreis, wandeling
wandelstok - badine, rotting, staf
wandeltocht - voetreis, wandeling
wandeltuin park
wandelwagen - buggy
wandelweg allee, boulevard, dreef, laan, pad, promenade,
trottoir, voetpad
wandelweg langs zee boulevard
wandelweg met bomen laan
wandelzaal - foyer
wandkleed gobelin, tapijt
wandluis bedwants, kakkerlak, punaise, weegluis
wandpilaster ante
wandpijler pilaster
wandrekje - etagere
wandsieraad ets,bord, mozaïek, schild, schilderij,
wandtapijt gobelin, tapisserie, wandkleed
wand van steen - muur
wandversiering ets, schilderij
wandversiering om kleinigheden op te plaatsen etagère
wanen menen, verbeelden, voorstellen
wang dam, dijk, kaak,koon
wangbeen onder het oog jukbeen
wangebruik - misbruik
wangedrocht monster, monstrum
wangen van kabeljauw - kibbeling
wanglijst - canthus
wangunst afgunst, jaloezie, naijver, nijd
wangzakeekhoorn - chipmunk
wanhebbelijk - slordig
wanhoop ellende, radeloosheid, vertwijfeling
wanhopen - des(es)pereren, vertwijfelen
wanhopig bevreesd, desperaat, gebroken, hopeloos, hulpeloos, machteloos, mistroostig, moedeloos, ontmoedigd, ontredderd, radeloos, rampzalig, reddeloos, troosteloos, uitzichtloos, vertwijfeld
wankant - bleshout
wankel beverig, grillig, hachelijk, instabiel, kwetsbaar, labiel, los, onbestendig, onevenwichtigheid, ongewis, onvast, onzeker, talmend, tuimel, twijfelend, wispelturig, wisselvallig, wuft
wankelbaar labiel, onstabiel, onvast, onzeker
wankelbaarheid - labiliteit, onbestendigheid,
wankelen aarzelen, waggelen, wiebelen
wankelend waggelend
wankel en teer zwak
wankel en zwak - gammel
wankelmoedig - aarzelend, besluiteloos
wankelmotor, uitvinder van de - Wankel
wanklank diafonie, dissonant, kakofonie
wanklinkend dissonerend, kakofonisch
wanluidend - cacophonisch
wanluidendheid kakofonie, dissonant
wanlust - tegenzin
wanneer als, indien, ingeval, mits, zo
wannen zeven, zuiveren
wanorde baaierd, beestenboel, chaos, disorde, keet, ontreddering, ordeloosheid, rommel, rotzooi, troep, verwarring, verwardheid, warboel, warwinkel
wanordelijk ongeregeld, onnet, onordelijk, ordeloos, rommelig, rumoerig, slordig, verward
wanordelijkheid ongeregeldheid
wanproduct - misbaksel
wanschepsel - gedrocht, monster, monstrum
wanstaltig difform, gedrochtelijk, mismaakt, monsterachtig, monstrueus
wanstaltigheid - misvorming
want aangezien, daar, handschoen, immers, namelijk, omdat, vermits
wantrouwen achterdocht, argwaan, diffidentie, twijfel, verdenking
wantrouwend - achterdochtig, agwanend, ombrageus
wantrouwig - achterdochtig, argwanend
wants - heteropterum, wantluis, weegluis
wantsensoort - capsus
wantsnijder - lakenkoper
wanverhouding - ametrie
wanvoegelijk - onbehoorlijk, ongepast, onvoegzaam
wanvrucht - misgeboorte
wanzeil - zeefdoek
wapen (wapenkunde) embleem
wapen -
3 aks, bijl, bom, dag, gun, kat, mes, mijn, pijl, pik, ram, roe
4 akst, bola, boog, bren, buks, colt, dirk, dolk, gard, gisp, heep,
kris, lans, lens, obus, piat, piek, roer, sten, stok, tank, zeis
5 blijde, couse, dagge, degen, gesel, gleve, golok, jarid, kanon,
kling, knoet, knots, kodde, kogel, lasso, lathi, maxim, palei,
priem, raket, roede, runka, sabel, sewah, slang, speer, spies,
spuit, zicht, zweep
6 aniani, dagger, floret, framea, geweer, hakmes, kapmes, kierie,
lancet, latigo, mandau, matrak, mauser, musket, pallas, parang,
petard, poffer, rammei, rapier, rondas, sagaai, sambok, sarras,
sikkel, spetum, spiets, stilet, tijdbom, weimes, zeemijn, zwaard
7 bajonet, bazooka, blazoen, brengun, dolkmes, eenloop,
espadon, fleuret, flobert, geschut, granaat, haakbus, harpoen,
jatagan, javelijn, karabijn, kardoes, kartets, kartouw, karwats,
klewang, knipmes, knuppel, kortjan, krommes, kwispel,
landmijn, machette, mortier, petarde, pijnbank, pistool,
randjoe, sjambok, skalpel, soempit, stekade, sponton, stengun,
torpedo, tortuur, trekmes, weidmes, werpbijl, yatagan
8 armborst, assegaai, atoombom, brandbom, ballista, bistouri,
blaaspijp, bombarde, bowiemes, brandbom, browning,
falconet, jachtmes, katapult, kortelas, musketon, oerlikon,
partizan, ponjaard, raketbom, rentjong, revolver, snaphaan,
stiletto, stormkat, stormram, strijdbijl, terzerol, tomahawk,
tommygun, tweeloop, valkenet, vuurroer, windbuks, werpijzer,
zinkroer
9 blaasroer, boemerang, carronade, chassepot, degendolk,
degenstok, derringer, dieptebom, donderbus, eenponder,
francisca, goedendag, gummistok, houdegen, houwitser,
kattenkop, klakkebus, kruisboog, lierenaar, luchtbuks,
napalmbom, partizaan, puntstaaf, schiavona, schrapnel,
serpentijn, soempitan, springaal, stokdegen, stormegge,
strijdkolf, voorhamer, voorlader, werpspeer, werpspies,
zijdgeweer
10 banderilla, boksbeugel, bullenpees, chambriere, draaikanon,
eendenroer, guiilotine, hellebaard, kromzwaard, morgenster,
muurbreker, parabellum, schrootbus, slagzwaard, sleepsabel,
strijdhamer, strijdknots
11 achterlader, dumdumkogel, haakmortier, handgranaat,
hartsvanger, jachtgeweer, mitrailleur, naaldgeweer, ruitersabel,
schermdegen, slagbajonet, stalinorgel, veldgeschut,
werpschicht
12 bommenwerper, lichtgranaat, lichtpistool, lugerpistool,
mensenvanger, mitraillette, mitraleuse, pantservuist,
scheepskanon, schietgeweer, torpedokanon, waterstofbom,
zadelpistool
13 afweergeschut, machinegeweer, pantserschrik, snelvuurkanon,
vlammenwerper
15 proppenschieter, vuursteengeweer
wapen van insekt angel
wapen van vrouw tong
wapenbode heraut
wapenboek armoriaal
wapenbord rouwkas, schild
wapenbroeder - commiltone, medestrijder, strijdmakker
wapenbijfiguur - barensteel, besant, bol, fret, penning, tournooikraag
wapendrager schildknaap, spinner
wapenen - uitrusten, versterken
wapenfeest toernooi, prestatie
wapenfeit heldendaad,
wapenfiguur - dwarsbalk, gaffel, keper, kruis, paal, punt, scholdhoofd, schildvoet, schuinbalk, vrijkwartier, zoom
wapengeluk oorlogskrans
wapenhandvat gevest
wapenhouder - holster
wapenhuis arsenaal
wapening armatuur, uitrusting
wapenkamer arsenaal
wapenkleur - azuur, keel, sabel, sinopel
wapenknecht page, schildknaap, soldaat
wapenkoning - heraut
wapenkreet leus, oorlogskreet
wapenkunde heraldiek
wapenkundige - heraldicus
wapenkundige term balk, ente, gegareerd, gegeerd, veld
wapenmagazijn arsenaal
wapenplaats - exercitieveld
wapenriem - bandelier
wapenrok uniform
wapenrusting - harnas, maliënkolder, panopli, schild
wapenschild blazoen
wapnschild, klein - ecusson
wapenschouw defilé, inspectie, monstering, parade, revue
wapenspel - toernooi
wapenspreuk devies
wapenstilstand bestand
wapenstok bullenpees, degenstok, gummistok, knots, matrak
wapentuig rusting
wapen van insecten - angel
wapper - bascule, wip
wapperen flabberen, fladderen, flapperen, vendelen, waaien
war - knoest, kast
waranda aanbouw, veranda
warande park, wandeldreef
waratje waarachtig, warempel
warboel chaos, keet, paniek, rommel, rompslom, troep, verarring, warboel,
ware naam van Chaplin Spencer
ware naam van Doris Day Kappelhoff
ware naam van Den Doolaard - Spoelstra
ware naam van Gorki Pesjkow
ware naam van Gijsen Goris
ware naam van Havank van Kallen
ware naam van Hildebrand Beets
ware naam van Kronkel Carmiggelt
ware naam van Multatuli Douwes Dekker
ware naam van Novalis Hardenburg
ware naam van Romy Schneider - Albach
ware naam van Stendhal Beyle
ware naam van Van Deijssel - Thijm
warboel chaos, keet, mikmak, paniek, rommel, rotzooi, troep, wanorde, warwinkel
warempel inderdaad, toch, waarachtig, waarlijk, zowaar
waren dolen, dwalen, spoken
warenhuis - baza(a)r, verkoophuis, winkelbedrijf
warf hoogte, terp
wargeestig - verward
warhoofd chaoot, daas, dwaas, idioot, wargeest
warhoofdig gek, dwaas, krankzinnig, vreemd,
waring wegering
war in hout kwast
warkruid rui(e), ruide
warm aangenaam, diep, enthousiast, gloeiend, gul, hartelijk, heet, hevig, innig, vurig
warmbloedig driftig, temperamentvol, vurig
warmbloedpaard - Oldenburger
warm broodje met gehakt hamburger
warm deel van de aarde tropen
warm hapje snack
warm ijzer bewerken smeden, vervormen
warm laten worden broeien, koken, verhitten
warm maken stoken, opwarmen, verhitten, verwarmen
warm zijn gloeien
warme baden thermen
warme bron reiser, therme
warme drank anijsmelk, chocola, groc, kandeel, koffie, kwast, negus, punch, slemp, thee
warme droge valwind in het Alpengebied - föhn
warme genegenheid affectie, liefde, passie
warme glans gloed
warme kruidenwijn - kandeel
warme luchtstreek tropen
warme maaltijd - diner
warme opstijgende luchtstroom - thermiek
warme springbron geiser
warme stof flanel, wol
warme toegenegenheid liefde
warme wind - chinook, föhn
warme wijn kandeel, negus,
warme luchtkamer (Rom.) tepidarium
warmen - verhitten
warmoes moeskruid, bladgroente, groente
warmoezenier tuinder
warmoezerij kwekerij, tuinbouw
warmte - gloed, hartelijkheid, hitte, sympathie, temperatuur, vuur
warmte afstaand exotherm, stralend
warmte opnemend endotherm
warmtebewegingsleer thermodynamica
warmtebron haard, hoogtezon, kachel, lamp, vuur, zon
warmteeenheid calorie, cal.
warmte-electricitteit - thermo-electra
warmtegevend - thermogeen
warmtegraad temperatuur
warmtemeter - calorimeter, (koorts-, maximum, minimum-) thermometer
warmteminnend thermofiel
warmtemaand van de Franse republikeinse kalender thermidor
warmteregelaar thermostaat
warmte straling gloed, hitte
warmte verliezen - bekoelen
warmteverwekkend warmte gevend, thermogeen
warmwaterkruik bedwarmer
warmwaterreservoir goiler, geiser
warmwatertoestel boiler, geiser
warmwaterzak thermofoor
warnest doolhof, warboel, warwinkel
warnet chaos, rommel
warrant - octrooi, patent, veemceel, volmacht
warrelen wervelen
warrelig - verward
warrelkluwen - baaierd
warrig - koppig, twistziek, verward
warrige drukte - (ge)roezemoes
wars afkerig
wars van hygiëne smeerpoets, viespeuk, vuilpoets
wars van laagheid edel
wars van oneerlijkheid edel, oprecht
Warschau - Warszawa
wartaal abracadabra, brabbeltaal, flauwekul, galimatias, gebazel, gewauwel, kletskoek, larie, lulkoek, nonsens, onzin, zotteklap
wartel draaihaak, wervel,
wartelblok - draihaak, nahanger
warwinkel chaos, rommel, warboel, wanorde
was aanwas, cera, groei, stijging, toename, toeneming, vermeerdering, wed, zwin
wasartikel - spons
wasautomatiek - wasserette
wasbaas bleker, wasser
wasbak bekken, fontijn, kom, lampet, lavet, teil, tobbe, wasplaats
wasbeer - panda, procyonida
wasbekken bidet, lavabo
wasboetseerkunst - caroplastiek
wasdag - maandag
wasdom gewas, groei(sel), ontwikkeling
wasdroger centrifuge, droogtrommel
wasem damp, mist, nevel, stoom, vleug, waas, waterdamp, zweem
wasemen dampen, stomen, walmen
wasemig dampig
wasemkap afzuigkap
wasem of nevel - mist
wasgelegenheid bad(cel), badhuis, badkamer, douche, lavet, teil, wasserette, wastafel
wasgerei emmer, baddoek, handdoek, spons, zeem, zeep, teil, tobbe puimsteen, washandje
waskan - lampetkan
waskom lampet(kan), wasbak
waskuip bad, lavet, tobbe
waslijn drooglijn
wasmachine wasautomaat
wasman - bleker
wasmiddel ammonia, borax, soda, water, zeep(poeder)
wasmolen - droogmolen
wasplaats badkamer, douche, wasbak, wasserette
wassalon - wasserette
wasschilderkunst - encaustiek
wassen boenen, gedijen, groeien, kuisen, lappen, opschieten, poedelen, reinigen, schoonmaken, spoelen, stijgen, tieren, toenemen, zuiveren
wassenbeeldenspel panopticum
wassende maan wassenaar
wasser wasbaas
wasserette - wassalon
wassing ablutie, afspoeling, friction
wastafelplaat - planchet
wastafeltje tabula
wastobbe - wasbak
waswater sop
wat beetje, enigszins, iet, iets, weinig
wat aan het einde komt slot, staart
wat betaald moet worden debet
wat betreft ad, qua
wat beweerd wordt bewering
wat bitter is - alsem
wat de geboorte betreft nataal
wat de grondslag betreft elementair
wat de ogen zeggen - ogentaal
wat de sterren aangàat astraal
wat echtgenoten meebrengen aanbreng, inbreng
wat ergens in zit inhoud
wat erg klein is - kriel
wat ernstig maakt ernst
wat iemand bezit bezitting, eigendom, goed, have
wat men op reis meeneemt bagage
wat niet hedendaags is antiek, ouderwets, verdaagt
watelen klateren, atelen
water aqua, baai, beek, diep, gemeentepils, golf, gouw, gracht, kanaal, kreek, laak, lee, majem, meer, oceaan, plas, plomp, poel, rivier, sloot, stortbeek, stroom, singel, vaart, vliet, vijver, vocht, wetering, zee
water bij Abcoude Gein
water bij Amersfoort Eem
water bij Amsterdam Amstel, IJ
water bij Appingedam Apt
water bij Denemarken Sont
water bij Haarlem Liede, Spaarne
water bij Meppel Reest
water in Amsterdam - Amstel, Herengracht, Keizersgracht, Prinsengracht, Rokin, Singel, IJ,
water in Aziatisch Turkije - Tigris
water in België Albertkanal, Dender, Herk, IJzer(kanaal),
Kemmelbeek, Moervaart, Neer, Netekanaal
water in Drenthe Beilervaart, Drostendiep, Eelderdiep, Hunzevaart, Leekstermeer, Oosterdiep, Oranjekanaal, Peizerdiep, Vledderdiep
water in Duitsland Eems, Elbe, Main, Moezel, Neckar, Saar, Rijn,
water in Flevoland Eemmeer, Hogevaart, Keteldiep, Lagevaart, Veluwemeer, Wolderwijd
water in Friesland Bergumermeer, Ee, Heegermeer, Jeltesloot, Ketelmeer, Koningsdiep, Linde, Louwerdmeer, Pikmeer, Slotermeer, Snekermeer, Tjeukemeer, Waddenzee, Zwettevaart
water in Gelderland Berkel, Griftkanaal, Linge, Ijssel, Veluwemeer, Waal
water in Groningen Boterdiep, Damsterdiep, Eemskanaal, Lauwersmeer, Musselkanaal, Oosterdip, Reitdiep, Rietdiep, Ruitenkanaal, Stadskanaal, Waddenzee
water in Limburg Geleen, Geul, Helenavaart, Maas, Molenbeek, Mook, Niers, Noordervaart, Roer
water in Nederland Amstel, Botlek, Eem, Eemskanaal, Haringvliet, Hollandsdiep, IJmeer, Ijssel(meer), Ketelmeer, Maas, Kil, Krammer, Kreekerak, Markermeer, Merwede, Regge, Rotte, Rijn, Schelde, Sloe, Spaarne, Waddenzee, Veluwemeer, Waal
water in NoordAmerika Eriemeer
water in Noord-Brabant Aa, Amer, Beerze, Dieze, Dommel, Donge, Gender, Gilze, Mark, Run,Volkerak, Weerijs, Zoom
water in Noord-Holland Amstel, Amsteldiep, Amstelmeer, Drecht, Gaasp, Gein, Liede, Markermeer, Marsdiep, Naardermeer, Ijsselmeer, Waddenzeel, IJ, Zaan
water in Overijssel Dinkel, Reest, Regge, Twentekanaal, Vecht, Zwartemeer, Zwartewater
water in Utrecht Eem, Gein, Grift, Eemmeer, Lek, Vecht
water in WestDuitsland Eems, Ems, Rhein, Rijn
water in Zeeland Arne, Grevelingen, Krammer, Mastgat, Oostgat, Sloe, Volkerak, Westgat, Wielingen, Zijpe
water in Zuid-Holland Aar, Gouwe, Rotte, Grevelingen, Haringvliet, Krammer, Ringvaart, Rotte, Schie, Vliet, Volkerak,
water in Zwitsertand Rhône
water onder nul ijs
water tussen Europa en Azië Bosporus
water tussen Marken en het vaste land Gouwzee
Water tussen Zweden en Denemarken - Sont
Water waarnaar een grote stad is genoemd - Amstel, Rotte
water wegscheppen hozen
wateraantrekkend - hydrofiel
waterachtig sereus
waterachtig land moeras
waterafsluitend dam, dijk
waterader - lymfevat, spreng
wateraffodil - beenbreek
waterafvoer put, riool
waterahorn - esdoorn
wateralant - esdoorn
wateraloë - scheren
waterandoorn wolfspoot
wateraem dor, droog
waterbaar - golf
waterbad - bain-marie
waterbak reservoir, urinoir
waterbassin - piscine
waterbeemdgras - liesgras
waterbekken bassin, meer, piscine, reservoir, vijver
waterbel - blaas, bobbel
waterbeschrijving - hydrografie
waterbetonie helmkruid
waterbeweging - getij
waterbewoner kikker, kikvors, kwal, nijlpaard, otter, paling, rob, rog, vis, walrus, walvis, zeehond, zeeleeuw
waterbies - heleocharis
waterblaasje - bel
waterblazer - dolfijn
waterbok - reduncinus
waterboterbloem dotterbloem, plomp
waterbreuk - hydrocele
waterbuffel - arni
waterbunge - bleekpunge
watercloset toilet, w.c.
waterdam dijk, pier, slaper, havenhoofd
waterdamp dauw, stoom, vapeur, wasem
waterdicht impermeabel, waterproef
waterdicht leer - vetleer
waterdicht maken - breeuwen, kalfaten
waterdichte betimmering van een schacht bekuiping
waterdichte stof gabardine
waterdiep kolk
waterdiepte kil, kolk, mui
waterdiepte tussen zandbanken - kil
waterdier aal, bever, eend, haai, kikker, kikvors, krokodil, kwal, meerkoet, nijlpaard, otter, paling, rob, rog, vis, walrus, walvis, zeeegel, zeehond, zeeleeuw, zeester
waterdieren hydrozoën, vissen
waterdiertje watervlo
waterdoorlatend lek
waterdracht - doepgang
waterdrieblad bitterklaver
waterdruppel - spet
waterduizendblad - blaasjeskruid, vederkruid
wateremmer aker, puts
wateren drenken, plassen
watereppe - sium
wateren pissen, plassen, urineren
waterfiets pedalo
waterfitter - loodgieter
waterfluiter - regenwulp
watergang - greppel, kanaal, sloot, vaart
watergedrocht in de bijbel leviathan
watergeest ariël, najade, nikker, nixe, undine
watergeil - spurrie
watergeneeskunde - hydrotherapie
watergentianen - menyathaceeën
watergeul kil
watergezwel oedeem
waterglad - geslepen
watergod - Neptunus, Poseidon
watergodin - najade, nereïde
watergolf - baar
watergolving - moiré
watergoudsbloem - dotterbloem
watergras - greppelrus, mannagras
waterhelder kwarts kristal
waterhennep leverkruid
waterhoen - ral
waterhond - poedel
waterhoofd hydrocefalus
waterhoudend mineraal - gips
waterhouder reservoir
waterhout - kardinaalmuts
waterig futloos, laf, nat, slap
waterig land moeras
waterige kleurstof beits
waterige verf beits, witsel
watering gouw, lee(de), sloot, waterloop, zijl
waterjuffer libel, libelle, rombout
waterkaarde - duitblad, scheren
waterkan karaf, lampet
waterkannetje - mok
waterkanker aan de wang noma
waterkanon - brandspuit
waterkant ka, kaai, kade, oever, wal, walkant
waterkeer dam, duiker, dijk, sluis
waterkeer in Zeeland Sloedam
waterkering dam(wand), dijk, duiker, keerdam, rijt, rivierdijk, sluis, spui, strekdam, stroombreker, stuw(dam)
waterkers - nasturium
waterketel bouillore, fluitketel, moor
waterkever hydrophillida
waterkippetje - waterhoen
waterkisting - kistdam
waterkliever - verkeerdsnavel
waterknotsen lisdodde
waterkolk rioolput
waterkom dobbe, lampetkan, zoel
waterkoud kil
waterkraan - tap
waterkrachtleer hydrodynamica
waterkroos azolla
waterkruid - schern
waterkunde - hydrologie
waterland - beemd, broek, moeras
waterland met rijshout - griend
waterlander traan
waterland met rijshout griend
waterleiding - buis
waterlelie lis, lotus, plomp
waterlelies - nymphaeaceeën
waterlinze eendekroos, kroos
waterlis - zonnebloem
waterloof waterblad
waterlook watergamander
waterloop aa, beek, ee, kil, lee, ril, rivier(tje), sloot, stroom, watering, wetering, zijl
waterloop bij Appingedam Apt
waterloop in .het land van Altena. Alm
waterloop om kasteel - gracht
waterloop tussen buitendijkse gronden kil
waterloopkunde - hydomechanica
waterloos - dor, droog
waterlopers hydrometrida, ploteres
waterlozing spui
waterlijn - vergure
waterman aquarius
watermanderkruid - gamander
watermeetkunde - hydrometrie
watermerk A.P., NAP., filagram, filigram, veek
watermeter - hydrometer
watermol - desman
watermolen onderslagmolen, seinmolen
watermonster - leviathan
watermot - kokerjuffer, schietmot
watermuur - malachium
watermuur aan een riviermonding bij opkomende vloed - bore
watermijt - hydrachnella
waternavel - hydsrocotyle
waternimf meermin, najade, nereïde, waterjuffer
waternimfachtige najadaceeën
water of plas meer
water om kasteel gracht, singel
water onder nul - ijs
waterontharder - calgon
wateropaal - adulaar, maansteen
wateropeenhoping in lichaam oedeem
wateropening welgat
water ophalen - putten
waterorganisme plankton, nekton
waterpaardenkracht W.P.K.
waterpalm - nipa
waterpas belbuis, horizontaal, libel, niveau
waterpeil A.P., NAP., stand
waterpeper - bitterplant, bittertong
waterpest - elodea
waterplaats toilet, urinoir, w.c.
waterplant alge, dod, dodde, duitbladdullen, dullen, eendekroos, eppe, flap, kalmoes, kroos, lelie, lis, lotus, najade, pijlkruid, plomp, riet, sium, waterlelie, wier
waterplant met ronde bladeren - centenblad, duitblad, kikkerbeet, kikkerkruid
waterplanten - hydrophyten
waterplas meer, oceaan, poel, ven, wed
waterplas op de heide slat
waterpokken - varicella
waterporie emissatie
waterpostelein peplis
waterproef - waterdicht
waterput cisterne, kolk, regenbak, wel
waterpijp nargileh
waterraaf aalscholver, schollevaar
waterraket akkerkers
waterral - schriek
waterreservoir - cisterna, cisterne, tank
waterriet - zegge
waterroofdier - otter, snoek
waterrijk weiland beemd, broek, dras, moeras
waterrijk woestijngebied - oase
waterrijke laagte oase
waterroofdier - otter
watersalamander triton
waterschap heemraadschap, wetering
waterscheerling - dollekervel
waterscheiding sloot, laak
waterslang hydra, zeeslang
watersnaffel watertoom
watersnip - poelsnip
watersnood overstroming
waterspiegel niveau
waterspin argyroneta
waterspoeling - closet
waterspook die jonge mensen tot zich lokt en laat
verdrinken (Germ. myth.) Nixe
watersport kanoën, roeien, waterpolo, waterskiën, zeilen, zwemmen
watersportbeoefenaar roeier, zwemmer, zeiler
watersport op een plank - surfen
watersporttentoonstelling Hiswa
waterspreeuw cinclida
waterspuit - brandspuit
waterspuwer - gargouille
waterstand A.P., eb, NAP., niveau, tij, peil, vloed
waterster - ruiterkruid, scheren
watersterrekruid - zeeaster, zulte
waterstoep walstoep, vlonder
waterstoepje - bart
waterstof H., hydrogeen, hydrogenium
waterstofbom - H-bom
waterstofbronaat - broomzuur
waterstofgas tritium
waterstof-peroxyde - porthydrol
watertand broek, moeras
watertank - reservoir
watertje beek, kreek, watering
waterton regenbak
watertorkruid - waterkervel
wateruurwerk - clepsydra
waterval cascade, cataract, Niagara
waterval in Amerika - Niagara
waterval in Finland Imatta
waterverbinding hydraat
waterverf - gouache
waterverfschilder - aquarellist
waterverfschilderij aquarel
waterverlies lek, verdamping
waterverplaatsing van een schip deplacement
waterversperring - stuwdam
waterviolier - hottonia
watervlakte meer, oceaan, plas, rivier, ven, vijver, zee
watervlakte in bos - ven
watervliegtuig hydroplaan
watervloed (Mal.) ban(d)jir
watervlooien - cladicere
watervlotgras - brongras
watervogel aalduiker, aalscholver, albatros, alk, eend, fuut, gans, koet, meerkoet, meeuw, nonnetje, pelikaanpinguin, plevier, ral, rotgans, schollevaar, slobeend, smient, snip, taling, uiver, waterhoen, woerd, zwaan
watervolk - zeelui
watervrees hydrofobie
watervrij natriumhydrosulfaat - blankiet
watervrij nikkelarsenaat - aërugiet
watervrije oxyde van titanium rutilium, rutiel
waterweegbree - alisma
waterweegbreeachtigen - alismataceeën
waterweegkunde hydrostatica
waterweg beek, kanaal, rivier, stroom, (trek)vaart
waterweg in Nederland Zijpe
waterweger hydrogeenmeter
waterwel - bron
waterwerk brug, dam, dijk, fontein, sluis, waterkering
waterwied kroos
waterzoogdier bever, dolfijn, nijlpaard, otter, rob,walrus, walvis, zeehond, zeekoe, zeeleeuw, zeeolifant
waterzucht hydraps(ie), hydratosis, oedeem
waterzuchtige zwelling oedeem
waterzwijn tapir
wat iemand bezit bezitting, eigendom, goed, have
watje wiek
watjekouw dreun, klap, mep, klap, oplawaai, stomp
wat men kookt kooksel
wat men op reis meeneemt bagage
wat men uit uiting
wat men vindt vondst
wat niet hedendaags is antiek, ouderwets
watt w.
wauwel babbel, kletskous, kletser, prater, waffel
wauwelaar leuteraar, kletsmeier, leuterkous
wauwelen bazelen, kauwen, kletsen, leuteren, zaniken, zeuren, zeveren
wauwel of bek - mond
wazig dampig, mistig, gedempt, nebuleus, nevelachtig, nevelig, onduidelijk, onhelder, onscherp, vaag
W.c. bestekamer, cour, privaat, plee, secreet, toilet
w.c. te velde latrine
web net, rag, spinrag, spinselweefsel
webben weghalen ragen
weck inmaak
wecken inmaken, steraliseren
wed drinkplaats, waadplaats, wad
wedde bezoldiging, gage, honorarium, inkomen, jaargeld, loon, pensioen, salaris, toelage, traktement, verdienste, vergoeding
wedden gokken, pariëren
weddenschap gok, pari, toto
wede isatis
weder nogmaalsopnieuw, terug, weerom
wederaangroei van lichaamsdelen - regeneratie
wederantwoord - dupliek, repliek
wederantwoorden - dupliceren
wederbekomen - herkrijgen
wederbetaalbaar - aflosbaar
wederdoper anabaptist, doopsgezinde
wederdoperij - anabaptisme
wederga - partuur, portuur
wedergade - gelijke
wedergave teruggave
wedergeboorte palingenese, renaissance, reïncarnatie
wederhelft dulcinea, e(e)ga, echtgeno(o)t(e), ga(de), partner
wederik - lysimachia
wederinkoop - pandjeshuis
wederkerend reflexief
wederkerend voornaamwoord elkander, je, me, mekaar, ons, zich
wederkerig elkaar, onderling, reciproque, wederzijds
wederkerigheid - reciprociteit
wederkerig voornaamwoord elkaar, elkander, mekaar,
wederlegging - repliek
wederom alwe(d)er, andermaal, bis, herhaald, nogmaals, opnieuw, terug, weer
wederopbouw herbouw, herstel
wederopkomen - herrijzen,
wederopkomend - herrijzend, retour
wederopstanding herrijzenis, resurrectie
wederpartij(der) - tegenstander, tegenstrever
wederrechtelijk - onrechtmatig
wederrechtelijk bezetten usurperen
wederrechtelijk bezetter usurpator
wederrechtelijk in bezit nemen - usurperen
wederrechtelijk toe-eigenen jatten, pakken, pikken, stelen
wederspannig - obstinaat, ongehoorzaam, rebels
we(d)erspraak - antwoord
we(d)erstand - verzet
we(d)ervaren - gebeuren, lotgeval, overkomen
wederverenigd - hereend
wedervergelden retaliëren
wedervergelding retaliatie, retorsie, talio, weerwraak
wedervleeswording reïncarnatie
wedervoortbrenging - regeneratie, reproductie
wederwoord antwoord,dupliek, repliek
wederwoord geven repliceren
wederzending - renvooi
wederzijds bilateraal, mutueel, onderling, wederkerig
wederzijdse betrekking correlatie
wedewinde - klimop, tormentil
wedgelegenheid lotto, sweepstake, totalisator, toto
wedijver - emulatie, rivaliteit
wedijveren - dingen, kampen, rivaliseren
wedloop estafette, race, run, wedren, wedren, wedstrijd
wedmiddel lotto, toto
wedren hardrijderij, race, sprint, wedloop
wedren van paarden - koers
wedrenwagentje sulky
wedstrijd agoo)n, concours, drive, duel, kamp, match, omnium, partij, prijskamp, rally, race, tweekamp, wedloop
wedstrijdfunctionaris - arbiter, fluitist, grensrechter, rondenteller, scheidsrechter, starter
wedstrijd in een stad - derby
wedstrijd met gondels regatta
wedstrijd ten bate van - benefiet
wedstrijdbeker cup
wedstrijddeel game, helft, manche, ronde, set
wedstrijdfunctionaris arbiter, fluitist, starter
wedstrijdje spelen - partijtje
wedstrijdleider arbiter, scheidsrechter
wedstrijdloper - racer
wedstrijd onderdeel - game, head, manche, ronde, ronde, serie, set
wedstrijdpaard harddraver
wedstrijdpauze rust
wedstrijdplan tactiek
wedstrijdprijs beker, cup, medaille, plak
wedstrijdroute parcours
wedstrijdserie - heat
wedstrijd van gondels in Venetië regatta
wedstrijd van paarden - draverij
weduwaal - wielewaal
weduwe Vve (veuve), wed., weeuw
weduwe (Du.) Witwe
weduwe die zich met het lijk van haar man laat verbranden sutti
weduwe van adel douairière
weduwengeld lijfrente, douarie
weduweverbranding suttiisme
weduwgoed douarie
weduwvogel - kaffervink - wida
wedijver - emulatie, rivaliteit
wedijveren dingen
wee akelig, droefheid, flauw(hartig), futloos, kramp, lamlendig, leed, misselijk, naar, ongeluk, onheil, onwel, pijn, ramp, slap, smart, verdriet, zeer
weedom - droefheid, leed, smart, verdriet
weefgoed textiel
weefkam schacht
weefpatroon - keper
weefsel rag, web, doek, katoen
weefsel -
2 zij
3 net, rag, taf, tijk, web
4 baai, baar, cord, dril, gaas, jute, kant, kaki, krip, lame, rips,
sits, taft, trijp, tule, vilt, zijde
5 ajour, atlas, bafta, batik, cocos, crêpe, drill, gonje, jeans,
kelim, keper, laken, keper, loden, moire, nappa, nylon, orlon,
sanel, satijn, serge, tafzij, tissu, tweed
6 barkan, batist, biaise, blasse, canvas, cloqué, cotelé, damast,
dralon, dromby, duffel, flanel, frotté, jaeger, katoen, linnen,
luster, madras, mohair, molton, nylon, pluche, poplin, ratiné,
sameet, tartan, tissue, tricot, velvet
7 brokaat, cheviot, enkalon, fluweel, gobelin, ribcord, satinet,
textiel, trielje, velours
8 astrakan, bombazijn, chenille, coteline, cretonne, floconné,
kamgaren, merinos, nanking, organdie, popeline, shantung,
stramien, taffetas, zeildoek
9 cachemire, crepeline, gabardine, kunstzijde, lancaster,
neteldoek
10 damastzijde, graslinnen, manchester, mousseline, ribfluweel, vlaslinnen
weefsel met kleuren en figuren - batik, damast
weefsel met strepen in de lengte - rayé
weefsel ter vervanging van glas - testarium
weefsel van ananasvezels pinas
weefsel van drad - gaas
weefsel van een spin rag, web
weefsel van kamgaren moreen
weefsel van planten tussen bast en hout cambium
weefsel van vlas linnen
weefsel afsterven gangreen, infarct, necrose
weefsel, geruwd - flanel
weefsel, grof wollen - pilo
weefsel, kleuig - ikat
weefsel openbewerkt - ajour
weefseldraad rafel
weefselkokertje cocon
weefselleer histologie
weefselprop - nop
weefseltonnetje cocon
weefselvocht lymfe
weefselverharding eelt, sclerose
weefselversterf gangreen, infarct, necrose
weefselvloeistof - lymfe
weefstoel spindel
weefstoffen - textiel
weeftoestel getouw, stoel
weefwijze - keper
weeg - beschot
weegapparaat balans, bascule, unster, weegschaal
weegbaar ponderabel
weegbree - breukkruid
weegbreeachtigen - plantaginaceeën
weegbrug - bascule
weegglas aerometer, vochtmeter
weeghaak unster
weeghefboom - balans
weeghuis waag
weegkunde statica
weegloon - wikgeld
weegluis wandluis, wants
weegplaats - waag
weegschaal balans, baroscoop, bascule, libra, snelweger, unster, waag
weegtoestel balans, bascule, brug, haak, schaal, unster, waag, weegschaal
week aandoenlijk, beurs, dras, drassig, gevoelig, klef, krachteloos, moerassig, murw, onvast, slap, slijmerig, teder, teer, wee, willoos, zacht, zwak
week. (muz.) pastoso
weekdier -
4 abra, kwal, slak, toot, wulk
5 abida
6 adeaena, corbis, molusk, mossel, oester, zeekat zeeoor
7 achtarm, aplysia, avicula, batissa, inktvis, karakol, octopus,
zeekwal
8 alikruik, amalthea, ammoniet, caracole, nautilus
9 belemniet, molluseum, paalworm, reuzenoor
10 noordhoorn, purperslak
11 stekelhoren, strandgaper
13 bisschopsmuts
weekblad magazine, periodiek, tijdschrift
week en sappig mals
week en slap zwak
week en zacht mals, teder
weekgeld - loon
week gemaakt murw
week maken - vermurven
week mengsel deeg, moes, pasta, specie, tras
week mengsel met meel deeg
week of vochtig - klef
week van tien dagen van de Franse republikeinse kalender decade
week vet smout
week worden - smelten
weekendhuwelijk - latrelatie
weekhartig medelijdend, ontroerd, slap, teer, zachtaardig
weekheid lafheid, slapheid, slapte, zachtheid
weekhout berk, els, linde, populier, wilg
weeklacht ach, jammerklacht, jeremiade, lamentatie, wee
weeklagen - jammeren, jeremieren, kermen, lamenteren, steunen, treuren, zuchten
weekloon - weekgeld
weekplaats voor vlas - root, roterij
weekvinnige roofvis - meerval
weekvinnige vis forel, kabeljauw, malacopterygius, meerval , schelvis, sneep, wijting
weekvinnige zeevis - schelvis
weelde luxe, opschik, overdaad, overvloed, praal, pracht, rijkdom, schittering, tooi, wellust
weelderig epicurisch, luxueus, overdadig, overvloedig, plantureus, prachtig, rijk, somptueus, weids, welig, wulps
weelderigheid somptuositeit
weemoed (muz.) voglia
weemoedig - elegisch
weemoedig (muz.) - maestosó, mesto
ween teen, wilgentak
wee of pijn zeer
wee of verdriet leed
Weens musicus Strauss
Weens park Prater
Weens schilder - Makart
Weense populaire muziek schrammelmuziek
Weense stadswijk Grinzing
weeps zouteloos
weer alweer, alweder, andermaal, nogmaals, opnieuw, terug, weerom, weder(om)
weer aangroeien regenereren
weer beginnen - hervatten
weer een lichamelijke gestalte geven reïncarneren
weer eens- weerom
weer inlijven reïncorporeren
weer naar punt van uitgang terug
weer op orde stellen saneren
weer opkrullen refriseren, refrizeren
weer opvatten hervatten
weer opwekking van de levensgeesten reanimatie
weer verenigen reuniëren, herenigen
weer werkend maken - reactiveren
weeraal - donderaal
weerbaar dapper, gewapend, houdbaar, paraat, slagvaardig, strijdbaar, strijdvaardig, verdedigbaar
weerbarstig dwars, hardnekkig, koppig, ongedwee, onhandelbaar, recalcitrant, stijf(hoofdig), stug, tegendraads,
weerbarstigheid - dwarsheid, eigenwijsheid, eigenzinnigheid, hardnekkigheid, koppigheid, onhandelbaarheid, recalcitrantie
weerboompje - zeemos
weerga - gelijke
weergalm echo, resonantie
weergalmen echoën, resoneren, weerklinken
weergaloos ongeëvenaard, uitstekend
weergang borstwering, omloop
weergave van het geluid hifi
weergeven afbeelden, onthullen, teruggeven, uitbeelden, uitdrukken, uiten, vertalen, vertolken
weerglans - afstraling
weerglas - barometer, baroscoop
weerhaak anker
weerhaan - windwijzer
weerhouden tegenhouden, terughouden
weerjaarboek - almanak
weerkaatsen botsen, echoën, reflecteren
weerkaatsend glas spiegel(glas)
weerkaatsing reflectie
weerkant tegenzijde
weerkeer - terugreis
weerkenner meteoroloog
weerkeren - terugkomen
weerklank echo, effect, na(galm), naklank, reactie, repliek, respons, weergalm, weerslag
weerklinken echoen, resoneren, weergalmen
weerkunde meteorologie
weerkundig instituut KN.M.I.
weerkundige meteoroloog
weerlam - watersnip
weerleggen refuteren, responderen, verdedigen
weerlegging repliek, refutatie, refuus
weerlicht bliksem, flits
weerlichten - bliksemen
weerloos hulpeloos, machteloos, onbeschermd, onmachtig, teer, zwak
weermacht armee, défensie, krijgsmacht, leger, militie
weerom andermaal, weer, weder, terug
weeromstuit - afstuit, reactie
weeroog strontje, gerstekorrel
weerschaap -hamel
weerschijn lichtweerkaatsing, reflectie, reverberatie, terugstraling
weersgesteldheid klimaat, temperatuur, weer
weerslag ongeluk, reactie, tegenslag, terugslag, tegenspoed
weersmaak - afkeer, tegenzin, walging
weerspannig balorig, balsturig, eigenzinnig, koppig, obstinaat, ongehoorzaam, onwillig, rebels, recalcitrant, refractair, tegenstrevend, weerbarstig
weerspannige muiter, oproerling, oproermaker, opstandige, rebel, refractair
weerspannigheid - ballorigheid, balsturigheid, eigenzinnigheid, hardnekkigheid, obstinaatheid, onhandelbaarheid, onwil, rebellie, recalcitrantie
weerspiegeling reflectie
weerstaan - trotseren
weerstand afweer, beschutting, onwil, protest, rebellie, rem, resistentie, rheostaat, tegenstand, tegenkantig, verzet
weerstand bieden resisteren, verweren
weerstandslijn linie
weerstandsvermogen taaiheid
weerstreven trotseren
weerstuit - reactie
weersverschijnsel - elm(u)svuur
weervis - donderaal, smeerling
weervoorspeller almanak, barometer, meteoroloog, weeran
weerwerk reactie, respons, tegenspel
weerwil onwil, spijt, tegenzin
weerwoord antwoord, repliek
weerwraak revanche
weerzien hereniging, revoir, terugzien
weerzin afgrijzen, afkeer, afschuw, antipathie gruwel, hekel, tegenzin, walging
weerzinig afkerig
weerzin of afkeer - walging
weerzinwekkend afschuwelijk, execrabel, repugnant, walgingwekkend, walgelijk, stuitend
wees ouderloze
weesboom - ponder
wees gegroet - ave, salve
weesgegroetje Ave-Maria
weeshuis armhuis
weet kennis, wetenschap
weetal veelweter, wijsneus
weetniet domoor, ezel, stommeling
weeuw - weduwe
weg absent, afwazig, baan, foetsie, gegaan, gevlogen, heen, hiervandaan, koers, laan, oprit, pad, reisroute, richting, route, spoorloos, steeg, straat, uithuizig, verdwenen, verloren, vertrokken, verzonden, via, zoek
weg langs watering gouw
weg met bomen allee, avenue, dreef, laan
weg van behandeling van leerstof - leergang
weg voor fietsers fietspad, rijwielpad
weg afsluiting barrière, boom, tol
wegbannen - verjagen
weg bedekking asfalt, beton, bitumen, keien, klinkers, macadam
wegbereider baanbreker, pionier
wegbergen opbergen, opruimen
wegberm kant, talud
wegbijten aantasten
wegblijven verzuimen
wegbonjouren afpoeieren, wgsturen
wegbreken slopen
wegbrengen bezorgen, vervoeren
weg brug viaduct
wegcijferen elimineren
wegcircuit parkoers
wegdoen afdanken, afschaffen, ruimen, asfalt, opbergen, opruimen, opzeggen, plaveisel, verkopen, weggeven
wegdoezelen - indommelen
wegduwen verdrijven, verdringen
wegebben afnemen
wegel pad, weg
wegen - wikken
wegens aangaande, betreffende, daarom, door, ingevolge, inzake, nopens, om,vanwege, waarom,
wegens hen hunnentwege
wegenwacht - autohulp
wegedoornachtigen - rhannaceeën
wegen met een unster - ponderen
wegenschender - straatrover, struikrover
weggaan afnokken, afreizen, heengaan, opbonjouren, opduvelen, ophoepelen, opkrassen, opstappen, pleite, smeren, uitgaan, verdwijnen, verlaten, vertrekken, verwijderen, verzwinden, wieberen
weggebruikers verkeer, wandelaar
weggekropen - verscholen
weggelopen negerslaaf in Suriname marron
weggestopt verborgen
weggetje pad, paadje, voetpad
weggeven aanbieden, schenken, trakteren, uitdelen, wegdoen
weggeworpen voorwerp terugbrengen apporteren
wegglijden - slippn
weggooien afdanken, wegwerpen
weggooifles monofles
weggrijpen - grissen
weghalen meenemen, struinen
weghouden afhouden, verstoppen
wegjagen - ontslaan, opjagen, verdrijven, wegsturen, wegzenden
wegjatten - wegroven
wegkant berm, strook, talud
wegkapen dieven, gappen, pikken, roven, snaaien, stelen
wegknagen eroderen
wegknippen snoeien
wegkomen ontsnappen, verdwijnen
weg krabben raderen
wegkruipen - versteken
wegkwijnen afsterven, atrofiëren, verkommeren, vermageren, wegteren
wegkwijning atrofie
weg langs een sloot - gouw
weglaten elideren, omitteren, overslaan, uitlaten, vergeten
weglating van klank elisie, verzuim
weglating van èèn letter of lettergreep haplografie
weglating van woorden in een volzin ellips
weglatingsteken apostrof(e)
wegleggen - opbergen, sparen
wegleggen van geld - sparen
weglopen deserteren, drossen, heengaan, ontsnappen, smeren, spankeren, vluchten
wegloper deserteur
wegmaken verliezen, zoekmaken
weg met bomen allee, dreef, laan
wegmeter - hodometer
wegmoffelen camoufleren, escamoteren, wegfrommelen
weg naar garage oprij
weg naar woning dreef, oprijlaan
wegnemen afnemen, gappen, jatten, kapen, klauwen, ontfutselen, ontnemen, ontvreemden, opheffen, opnemen, pakken, pikken, roven, snaaien, stelen, uitrukken, vergrijpen, verwijderen
wegnemen van een orgaan ablatie
wegnemen van gezwellen extirpatie
weg of zoek kwijt
weg om een stad rondweg
wegpakken gappen, jatten, kapen, pikken, stelen, wegnemen
wegpoetsen afvegen, schoonmaken
wegraking - bezwijming
wegrand berm, talud
wegreizen - vertrekken
wegrennen weglopen
wegrijden vertrekken
wegrotten rotten, vergaan, verrotten
wegroven grissen, jatten, rampassen, rampokken, snaaien, stelen
wegruimen opruimen, removeren
wegschenken aanbieden, weggeven
wegschieten afvuren
wegschoppen verwijderen
wegslingeren smijten
wegsluiten opsluiten
wegsmijten weggooien, wegwerpen
wegsnellen vluchten, wegijlen
wegspoelen wegdrijven
wegsprinten - demarreren
wegstelen gappen, kapen, pikken
wegsterven - verkwijnen
wegstervend (muz.) diluendo, espirando, morendo, snorzando
wegstoppen verbergen
wegstoten verwerpen
wegstouwen opbergen
wegstromen uitvloeien
wegstuffen uitgommen
wegstuiven - wegsnellen
wegsturen afdanken, verzenden, wegbonjouren, wegzenden
wegteren wegkwijnen
wegtrekken afreizen, wegdrijven, wegnemen
weg tussen weilanden landweg
wegvagen uitwissen
wegvallen - uitvallen
wegvallen van een klank aan het begin van een woord aferesis
wegvallen van een lettergreep aan het einde van een woord apocope
wegvaren uitzeilen
wegvegen uitvagen, uitpoetsen, uitwissen
wegverbinding traject
wegverharding asfalt, bestrating, beton, grint, keislag, kiezel, macadam, puin, split, steenslag
wegvlakken raderen, uitvagen
wegvloeien - lekken
wegvloeing - suatie
wegverhoging berm, talud
wegvoeren afvoeren, deporteren, transporteren
weg voor fietsers fietspad, rijwielpad
weg voor snelverkeer autobaan, snelweg
wegvreten verorberen, verzuren
wegwedstrijd giro, parcours, ronde, tour
wegwerken elimineren, opruimen
wegwerker kantonnier
wegwerking eliminatie, opruiming
wegwerpen weggooien, wegsmijten
wegwezen - nokken
wegwijzer baken, cicerone, geleider, gids, guide, pijl
wegzakken dalen, verzakken
wegzakken in water zinken
wegzenden lozen, versturen, verzenden, wegjagen, wegsturen
wegzenden van personeel ontslaan
wegzetten opbergen, verplaatsen
wegzinken zakken, verdwijnen, verzakken
wei beemd, broek, weide, dries, grasland, grasveld, groenland, hui, serum, veld, weide, weiland
wei in het hooggebergte - alm
weiachtig sereus
Weichsel - Wisa
Weichsel/oostmond van de Nogat
weide - beemd, dries, grasland, grasvlakte
weide in het hooggebergte alm
weide met vruchtbomen - boomgaard
weide voor gemeenschappelijk gebruik meent, mient, park
weidedier geit, koe, schaap
weidedieren vee
weidegewas gras
weideland - grasland
weidekervel - silaus
weidemaand - prairial
weideman - jager
weiden - grasen, hoeden
weiderij - veehouderij
weideveld -grasland
weidman jager
weids breed, deftig, glansrijk, grandioos, groots, heerlijk, imponeren, kloek, kostbaar, luisterrijk, magistraal, monumentaal, roemrijk, ruim, schitterend, statig, stralend, trots, subliem, uitgebreid, verheven, verrrukkelijk, voornaam, vorstelijk, weelderig, zwierig
weids (muz.) largo
weidsheid luister, praal, pracht
weidspel jachtvermaak, weispel
weifelachtig aarzelend, besluiteloos, dubieus, onzeker, twijfelend
weifelen aarzelen, aarzelen, dralen, treuzelen, walen, wankelen
weifelend aarzelend, besluiteloos, onvast, onzeker,
weifeling aarzeling, dubio, dubium
weifelmoedig - onbestendig, veranderlijk
weigerachtig - weerbarstig
weigeren - afslaan, afwijzen, afwimpelen, bedanken, ketsen, ontzeggen, refuseren, terugwijzen, verbieden, vertikken, verwerpen
weigeren te accepteren - rebuteren
weigeren van een pistool - ketsen
weigering afwijzing, refuus
weiland beemd, broek, dries, grasland, meers, veld, wei, weide
weiland (drassig) dries
weiland (gemeenschappelijk) - meent. mient
weiland (maaigras) made
weiland (Vlaams) mars, meers
weiland aan water beemd
weiman - jager
weinig beetje, druppel, enig, even, gering, grijpstuiver, habbekrats, iets, ietwat, karig, luttel, mondjesmaat, onaanzienlijk, onbeduidend, schaars, schijntje, schril, sikkepit(je), spat, wat, zeldzaam, zuinig
weinig belangrijk bijzaak, futiel
weinig bevleesd benig
weinig bezittend arm, armoedig, sjofel, sober
weinig buigzaam - stug
weinig diepgang vlotgang
weinig eenvoudig - ingewikkeld
weinig gebruiken vasten
weinig geld grijpstuiver
weinig hoop - sprankje
weinig in aantal enige, enkele, gering
weinig ingewikkeld eenvoudig, simpel
weinig levendig - saai
weinig nadenkend ondoordacht
weinig nat klam, vochtig
weinig ontbrekend bijna, onvoltallig
weinig ontwikkeld - dom
weinig samengesteld ongecompliceerd, simpel, eenvoudig
weinig samenhandig rul
weinig sap bevattend voos
weinig streng - clement
weinig thuis onhuiselijk, uithuizig
weinig tijd even
weinig verlicht donker, duister, schemerig
weinig vet mager
weinig voorhanden schaars
weinig voorkomend - zeldzaam
weinig voornaam ordinair, vulgair
weinig vroeg laat
weinig warm lauw, koud
weinige enkele, paar, stel
weinigen enigen, enkelen, sommigen
weispel weidspel, jacht(vermaak)
weit tarwe, zandhaver, zwartkoren
weit, valse zandhaver
weitas - jagerstas
weithalm - korenaar
weivlies - amnion, serosa
wekamine - amfetamine, pervitine
weke, half vloeibare stof brij, pap
weke massa vet kwab
weken van hennep of vlas - roten
weke spijs brij, moes, pap
weke stof merg, smeer
weke vettige stof merg, smeer
wekeling sybariet
wekken aansporen, aanzetten, alarmeren, kloppen, porren, reveille, porren, roepen
wekker porder, verklikker
weksein - reveille
wel bron, goed, inderdaad, oorsprong, pletrol, put, spreng,zeer
wel bekome het u proost, prosit, santé
wel doorschijnend maar niet doorzichtig glas matglas
welaan kom, komaan, sa
welbehagen believen, eigenlijk, euforie, feitelijk, genoegen, genot, goedvinden, lust, smaak, welbeschouwd, welgevallen
welberaden bezonnen, raadzaam, weloverwogen
welbeschouwd - eigenlijk, feitelijk, tenslotte
welbespraakt eloquent, rap, rederijk, woordenrijk
welbespraaktheid elocutie
welbewust - beslist
weldadig aangenaam, goed, heilzaam, liefdadig, liefderijk, mild, offervaardig, verkwikkend, vrijgevig, zalig
weldenkend - redelijk
weldoen goeddoen, helpen, Onder(steunen)
weldoende liefdadig, nobel
weldoener gegiftiger, gever
weldoorschijnend maar niet doorzichtig materiaal matglas
weldoordacht - grondig
weldoorvoed dik, gezet, vet
weldra aanstonds, alras, binnenkort, dra, eerdaags, eerlang, gauw, haastig, ras, snel, spoedig, straks, temee, temet, welhaast, wellicht, zo
weledelachtbare heer - burgemeester, wethouder
weledelgestrenge heer - advocaat, notaris
weledelzeergestrenge heer - doctor
weleens eens, ereis, ooit, soms, somtijds, temet, zelden
weleer eertijds, olim, toen, voorheen, vroeger
weleer een keizerrijk tussen de Gele en Japanse zee - Korea
weleerwaarde heer - dominee, kapelaan, rabbijn
welfsel - gewelf
welgeaard - braaf, goed, rechtschapen
welgebouwd atletisch, flink, sterk, stoer
welgedaan - corpulent, dik, doorvoed, groizaam, vet, welig, wulps
welgedaanheid - embonpoint
welgelegen riant
welgelukken - succes
welgemanierd beleefd, beschaafd, bon-ton, civiliteit, fatsoenlijk, netjes, opgevoed
welgemeend eerlijk, hartelijk, openhartig, oprecht, waar
welgemoed blij, goedsmoeds, opgeruimd, opgewekt, vrolijk
welgeordende kennis kunde, theorie,wetenschap
welgesteld bemiddeld, gegoed, gezeten, in bonis, rijk, vermogend
welgevallen behagen, genoegen, goeddunken, goedvinden, welbehagen
welgevallig aangenaam , behaaglijk, sierlijk
welgevallig zijn behagen
welgevoed - doorvoed
welgevormd fraai, geproportioneerdn, knap, mooi, ontwikkeld, sierlijk
welgezind aardig, bereidwillig, genegen, gunstig, toegenegen, vriendelijk, welwillig
welgezindheid goodwill, genegenheid, welwillendheid
welhaast bijna, binnenkort, eelang, spoedig wel(dra)
welig dartel, fleurig, gelp, groeizaam, mals, overvloedig, rijk(elijk), sappig, tierig, voedzaam, vruchtbaar, vet, weelderig, welgedaan, wulps, zinnelijk
welig gevuld vol
welig groeien gedijen, tieren
welig groeiend gelp
welig vol - gevuld
welige groei gelp, tier
weliswaar desondanks, toch
welk waarnevens
welk dan ook enig
welke persoon wie
welkom aangenaam, welgevallig
welkomgeschenk voor zeer jeugdige schilders - kleurboek
wellen dringen, opborrelen, opkoken, verhitten, opborrelen
wellevend beleefd, beschaafd, correct, galant, gelegen, gracieus, hoffelijk, hoofs, net, netjes, welgemanierd
wellevendheid etiquette, beschaving, gratie, fatsoen
wellicht misschien, mogelijk(erwijs), soms
welluidend consonant, harmonieus, melodieus, sonoor, zoet
welluidendheid eufonie, harmonie
wellust geneugte, genoegen, genot, lubriciteit, vreugde, wulpsheid, zielsgenot
wellusteling epicurist, priaap, sater, smeerlap, sybariet
wellustig dartel, hengstig, lubriek, luxurieus, opgeruimd, sybaritisch, tochtig, voluptueus, welgezind, wulps, zinnelijk
wellustig mens satyr, sybariet
welmenend goedgezind, oprecht
welnu enfin
wel of spreng bron
welopgevoed beschaafd, gemanierd
wel overdacht bedaagd, bezonken
weloverwogen bedachtzaam, verantwoord
welp - padvinder
welpenleider - baghera,
welpenleidster akela, baghera, baloe
welriekend balsemiek, geurig, odorant,
welriekend bloempje reseda, roos
welriekende balsem nardus
welriekende gele zalf van Kurkuma (Ind.) bórèh
welriekende hars amber, mastiek, mirre
welriekende kruiderij vanille
welriekende lucht geur
welriekende plant lavendel, reseda
welriekende schijnvrucht - kwee
welriekende stof - amber, benzoë, nasdus
welriekende zalf - boreh
wels - meerval
welslagen lukken, mzzel, succes, triomf, voorspoed, overwinning
welsmakend fijn, heerlijk, lekker, redelijk
welsprekend elokwent, eloquent, redelijk
welsprekend spreker - kanselredenaar, redenaar
welsprekendheid elokwentie, eloquentie, r(h)etorica
welster varkensleer
welter kluit, rol, stuk
welteverstaan althans
weltevreden - vergenoegd
welvaart bloei, heil, geluk, overvloed, prosperiteit, voorspoed, welzijn
welvaartsleer economie
welvaren - bloei(en), gezondheid, voorspoed, welstand
welvarend bloeiend, gegoed, gezond, in bonis, moedig, rijk, voorspoedig
welvarend zijn - bloeien
welving curve, ronding, verhevenheid
welving van de waterspiegel golf
welvoeglijk betamelijk, decent, eerbaar, fatsoenlijk, kies, net, netjes, passend
welvoeglijkheid decorum, fatsoen
welvoorzien gespekt
welwater grondwater
welwijs - verstandig
welwillend benevolent, clement genegen, goedgezind, goedgunstig, goedmoedig, inschikkelijk, mild, minzaa, toegedaan, voorkomend, vriendelijk, welgezind
welwillende gezindheid goodwill
welwillende lezer L.S.
welwillende spot - scherts
welwillendheid clementie, goedhid
welzand drijfzand, leem, zavel
welzijn geluk, gezondheid, heil, voorspoed, welvaart
welzijnswerker - helper
wemelen krioelen
wendbaar lenig, soepel
wendbaarheid - souplesse
wendelboom - wielboom
wenden draaien, kenteren, keren, omdraaien, omkeren, tornen, zwenken
wenden tot - vervoegen
wenden, zich-tot - benaderen
wending crisis, draai, keer(punt), kering, omkering, ommekeer, rotatie, toer, verandering, versie, volte, zwaai, zwenk(ing),
wendingen maken evolueren
wenen huilen, krijten, schreien, snikken
Wenen, district van Alsergrund, Brigittenau, Döbling, Favoriten, Floridsdorf, Hernals, Hietzing, Jozefstadt, Kloster-Neuburg, Landstrasse, Leopoldstadt, Liesing, Margareten, Mariahilf, Meiding, Mödling, Ottakring, Ruolfsheim, Schwechat, Simmering, Währing, Wieden
wenk aanbeveling, aanwijzing, advies, gebaar, hint, knik, knipoog, lonk, raad, sein, signaal , teken, tip, waarschuwing
wenkbrauw - supersilium
wenken - seinen
wenk geven wenken
wenkje knipoog, seintje
wenk met het hoofd knik
wenk of tip - hint
wennen aanpassen, aarden, adapteren
wens ave, begeerte, eis, felicitatie, heil, leve, lust,
verlangen, wil, zin
wens bij heildronk toast, santé
wenselijk geraden, gewenst, raadzaam
wensen begeren, bieden, eisen, hopen, verkiezen, verlangen, willen
wensende wijs optatief
wentel konijnenhol, konijnennest
wentelaar kaardtrommel, meerval, poedel,
wentelen - draaien, kantelen, kenteen, keren, omkeren, rollen, ronddraaien, roteren
wentelen in bed - woelen
wenteling draai, draaing, kanteling, keer, (om)kering, ommekeer, ommezwaai, rotatie, toer, torn,
wentelteefje boerenwafel
wenteltrap draitrap
wepel leeg, vacant
werd bij aderlaten gebruikt laatmes
werd vervangen door huisbel - klopper
wereld aardbol, aarde, aardrijk, globe, heelal, kosmos, mensdom, mensheid, mundus, natuur, universum
wereldbeschrijving - kosmografie
wereldbol aardbol, globe, sfeer
wereldbond V.N., U.N.O.
wereldbouwer - demiurg
wereldburger kosmopoliet
werelddeel Afrika, Amerika, Antarctica, Australië, Azië, Europa
werelddeel - continent
wereldgodsdiensten Brahmanisme, Boeddhisme, Christendom, Hindoeïsme, Islam
wereldheer - seculier
wereldkundig bekend, openbaar, ruchtbaar
wereldlijk aards, mundaan, profaan, seculair, sekulier
wereldlijk geestelijke abbé, bisschop, deken, kanunnik, kapelaan, pastoor, seculier
wereldlijke inkomsten. van de geestelijkheid temporalia
wereldnaam wereldreputatie
wereldorganisatie FAO, UNESCO, UNICEF, UNO, V.N., WHO
wereldreiziger globetrotter
wereldrijk China, U.S.A., U.S.S.R.,
werelds aards, ijdel, frivool, lichtvaardiglichtzinnig, mondain, mundaan, ongewijd, profaan, tellurisch, tijdelijk,
wereldslang - Jormungand
werelds loon ondank
wereldsgezind mondain
wereldsgezindheid mondaniteit
wereldslang - jormundard
wereldsmart Weltschmerz
wereldspil wereldas
wereldstad metropolis, metropool
wereldstelsel - heelal
wereldstreek zone
wereldtaal Chinees, Engels, Esperanto, Frans, Ido, interlingua, interlinggue, novial, occidental, Russisch, Spaans, Volapük
wereldwijd mondiaal
wereldwijd computternetwerk internet
wereldwijs - levenswijs
wereldzee oceaan
weren afhouden, afslaan, afwenden, bouwterrein, buurtschap, keren, tegenhouden
werf dries, helling, kaai, waterwilg
werk ambacht, arbeid, baan, bezigheid, emplooi, karwei, moeite, taak, oeuvre, opdracht, (muz.)opus, schepping, trafiek
werk dat thuis wordt gedaan - huisarbeid, huiswerk
werk neerleggen staken
werk onderbreken pauseren, rusten, staken
werk op het land eggen, landarbeid, maaien, melken, mesten, oogsten, ploegen, spitten, wieden, zaaien
werk op de weide - maaien
werk van componist opera, opus
werk van een loodgieter solderen
werk van glas - mozaiek
werk van Goethe - Faust
werk van Ibsen - Nora
werk van Shakespeare Hamlet, Macbeth, Othello
werk van toondichter - opus
werk van Voltaire - Candide
werk van Zola Nana
werkbezoek - excursie
werkdag maandag t/m zaterdag
werkdier - trekpaard
werkelijk actueel, beslist, bestaand, concreet, dadelijk, deugdelijk, echt, effectief, eigenlijk, gewis, heus, historisch, inderdaad, positief, realistischrealiter, reëel, stellig, toch, waarachtig, waar(lijk), wezenlijk, wis, (Ind.) betoei
werkelijk bestaand concreet
werkelijkheid actualiteit, ernst, realiteit, waarheid
werkeloos brodeloos, inactief, passief
werkeloos inkomen rente, steun
werken arbeiden, bedrijven, optreden, ploeteren, verrichten
werkend actief, arbeidend, bestaand, handelendvormend
werkend beginsel - (re)agens
werkende - bezig
werkende in andere plaats forens
werkende kracht agens
werkende vulkaan Etna, Stromboli, Vesuvius
werken met de schop graven, spitten
werker - arbeider
werkgebied rayon
werkgeld loon, salaris
werkgever baas, broodheer, chef, patroon
werking actie, beweging, effect, functie, invloed, uitwerking
werking van ferment zymose
werking van stromend ijs exaratie
werking van stromend water erosie
werkingssfeer actieradius, bereik
werkje akkevietje, klusje
werkje (lat.) opusculum
werkkam - hedekam
werkkamer atelier, bureau, kantoor, studeervertrek
werkkamer van kunstenaar - atelier, studio
werkkiel boezeroen
werkkleding overal, stofja
werkkracht arbeider, energie, fut, medewerker, potentie, vitaliteit, werknemer
werkkrachtig energiek
werkkring ambt, baan(tje), beroep, functie, offici, positie, post, rayon
werklieden arbeiders
werkloon arbeidsloon, pree, salaris, soldij
werkloosheid inactiviteit
werkloze - steuntrekker
werklust ambitie, energie, fut, vlijt ijver
werklustig - arbeidzaam
werkman ambachtsman, arbeider, electricien, fitter, glasblazer, loodgieter, loonarbeider, metselaar, smid, timmerman, werknemer
werkmanssloof boezel
werkmester baas, leider, ploegbaas, voorman
werknemer arbeider, arbeidscontractant, loonwerker, werkkracht, werkman
werknemers - personeel
werknemersorganisatie CNV, NV.V., NKV, vakbond
werkpak overall, stofjas
werkplaats atelier, garage, fabriek, kantoor, lab., studio, werf
werkplaats van een touwslager - lijnbaan
werkplaats voor het glanzen kalanderij, kalandermolen
werkplaats voor natuurkundige laboratorium, lab
werkplaats voor typografen zetterij
werkplan ontwerp
werkruimte kapsalon
werkruimte met camera - studio
werkruimte van een administratief werker kantoor
werkschema - rooster
werkschuw laks, lanterfantend, loom, inert, lui, traag, vadsig
werkseizoen campagne
werkstaking in veenderijen bolle
werkster arbeidster, dienst(bode), dienstmeisje, hit, meid
werkstuk opus, scriptie
werktafel van een goudsmid - stavelier, stavelij
werkterrein rayon
werktijd - arbeidsduur
werktuig orgaan, instrument, toestel
werktuig en gereedschap
2 eg
3 aks, bak, bat, bijl, els, juk, mal, mes, pen, pin, ram, rijf, sim,
spa, vijl, wan
4 aker, balg, beug, beun, blok, boei, bola, boor, bros, dreg, cric,
egge, fret, guts, hark, krik, pers, pomp, pons, pook, rasp, reek,
riek, slag, slei, spit, tang, vang, vork, zaag, zeef, zeis
5 angel, bahco, bezem, blijde, burijn, degel, elger, emmer, frees,
greep, hamer, hekel, hevel, kraan, kwast, leest, meter, moker,
naald, nagel, palet, pipet, ploeg, priem, repel, schep, schop,
sonde, spade, spoor, spuit, takel,talie, veger, vijzel, vuist, zicht
6 anian, beitel, beugel, bikkel, bouwel, dissel, drevel, dynamo,
filter, gaffel, hakbijl, hakmes, haspel, heugel, holpijp, kaarde,
kapmes, kompas, kouter, ladder, lijmpot, omslag, orgaan,
pagaai, passer, pincet, poenka, roskam, schaaf, schaar, sikkel,
slegel, spatel, spijker, treeft, tremel, trijzel, vlegel, vulpen,
waaier, wartel, wolkam
7 aalgeer, aalreep, aalvork, avegaar, bascule, beuglijn, blokvijl,
boortol, borstel, breipen, daviaan, deegrol, gaatels, gaspook,
gilette, haakpen, haalmes, haarkam, handbijl, harpoen,
heiblok, hijsblok, hoefmes, hooirijf, houweel, inktlap, inktrol,
kaasmes, kapzaag, kerfbijl, klopper, koevoet, kraspen,
laatmes, lijmtang, lineaal, oopkat, losspil, maatlat, machine,
magneet, nijptang, paslood, pijptang, pikolan, ponsoen,
poptang, potlood, puthaak, reelmes, schuier, sleutel, snepper,
spuiter, strekel, toestel, trekpen, troffel, verfmes, vlakvijl,
welpomp, zethaak, zoetvijl, zwabber
8 aambeeld, aanjager, aardvork, apparaat, assagaai, automaat,
balkhaak, bierpomp, bikhamer, bilhamer, blaaspijp, bolhamer,
buigijzer, buigtang, computer, detector, doorslag, driehoek,
drilboor, drukpers, drukraam, duimstok, elevator, fretboor,
glasboor, haartang, handboei, handboor, handpomp, handzaag,
hoeftang, hooihark, hooivork, houtboor, houtzaag, ijzerboor,
ijzerzaag, kaphamer, klimijzer, klopboor, knijptang, krultang,
laatijzer, lenspomp, lintzaag, loodtang, maatglas, meetband,
mestvork, niettang, peilglas, pollepel, ponstang, pootstuk,
ravenbek, rijgnaald, rijgsnoer, rijgveter, schoffel,schrepel,
snoeimes, spanzaag, tekenaap, tekenpen, tondeuse, trekzaag,
tuinhark, vetspuit, vlakbank, vleesmes, voegijzer, voetpomp,
waterpas,werktuig, wiedhaak, zethamer
9 aalschaar, aanzetvijl, afsnijtang, bandkraal, bankhamer,
barometer, beslagbijl, blaasbalg, boorbijtel, braadpit,
brandijzer, breekijzer, breinaald, brugkraan, datumtang,
draadtang, draaibank, enterdreg, fietspomp, graadboog,
grondboor, haaknaald, haarhamer, hakbeitel, handveger,
houwdegen, klophamer, korenzeef, koubeitel, loodlepel,
luchtpomp, melkweger, navergaar, peilstift, ponshamer,
radeermes, ratelboor, reeschaaf, regulator, deischaaf,
scheermes, slijpsteen, smeedtang, smeltoven, stalbezem,
strijkbout, strijkijzer, strijkstok, teerkwast, tekenhaak,
tempermes, verfkwast, verfspuit, vlakhamer, voorhamer
10 blikopener, boterspaan, broodplank, brugbalans, centerboor,
cirkelzaag, densimeter, dorsvlegel, figuurzaag, glassnijder,
gradenboog, heiboender, instrument, klauwhamer, klinkhamer,
kloofhamer, koudbeitel, krachttang, metaalzaag, moordenaar,
omslagboor, ontleedmes, pantograaf, pikhouweel,
plamuurmes, regenmeter, ritsbeitel, roffelzaag, scherriem,
schietlood, schrobzaag, steekhevel, stofzuiger, tekenplank,
toffelzaag, tondeldoos, tuinschaar, versterker, verstuiver,
vingerhoed, weegschaal, winkelhaak
11 baggermolen, bandlichter, bankschroef, brandladder,
cronometer, disselhamer, dommekracht, dorsmachine,
draadschaar, draaibeitel, fittertang, gereedschap, hengelroede,
kaapstander, kelderwinde, kleplichter, koffielepel,
koffiemolen, moersleutel,montagetang, ploegschaaf,
ringsleutel, scheerkwast, schoenlepel, schraapijzer,
seismograaf, soldeerbout, steekbeitel, werkborstel, wielsleutel
12 bordurnaald, brievenweger, broedmachine, gasaansteker,
graveernaald, herdersschop, koffiefilter, kruissleutel,
kurketrekker, mesaanzetter, plombeertang, ratelsleutel,
rekenliniaal, schaafbeitel, schraapstaal, steeksleutel,
tekenpotlood
13 afsteekbeitel, baggermachinebougiesleutel, decoupeerzaag,
kurkrntrekker, laarzenknecht, mattenklopper, perforeertang,
potloodslijper, schoenborstel, schrijfmachine,
snijbloemenmolen, tandenborstel, toverlantaarn,
waterpomptang
14 combinatietang, gasfitterstang, puntbeschermer,
sponningschaaf
15 schroevedraaier
werktuig in de landbouw combine, eg(ge), hark, hooivork, ploeg, traktor, trekker, zeis
werktuig om elektrische spanning te meten
elektrometer
werktuig om gasspanningen te meten manometer
werktuig om iets fijn te drukken - pers
werktuig om koren te zuiveren - wan
werktuig om lasten te verplaatsen - kraan, talie
werktuig om lengten nauwkeurig te meten nonius
werktuig om mee te breken braak, breekijzer
werktuig om schapen te scheren - tondeuse
werktuig om schip te enteren enterhaak
werktuig om te graven draglinespade, schep, schop
werktuig om te hijsen takel, kraan
werktuig om te schiften zeef
werktuig om teken te geven bel, zoemer, fluit, hoorn, sirene
werktuig op veeboerderij - karn
werktuig tot ophalen van water - noria
werktuig tot scherping van zeis haarhamer, strekel
werktuig tot verplaatsing van lasten kraan, talie, takel, hijskraàn
werktuig van betonwerker cementbeitel
werktuig van graveur graveerstift
werktuig van kuiper trekhaak
werktuig van kunstenaar - opus, oeuvre
werktuig van landman eg, egge, ploeg. zeis, hark, riek, vork
werktuig voor bandenspanning - pomp
werktuig voor boterbereiding - karn, karnton
werktuig voor graafwerk schop, spade
werktuig voor gaten - boor
werktuig voor het larderen van vlees lardeerpriem
werktuig voor het meten van de spanning manometer
werktuig voor korenzuivering - wan
werktuig voor middelpuntvliedende kracht centrifuge
werktuig voor nauwkeurige metingen nonius
werktuig voor slijpen van zeis - haarhamer
werktuig voor visvangst kor, net
werktuig voor zware lasten - hijskraan, kraan, takel, talie
werktuig waarmee balken uit water worden gehaald penter
werktuig waarmee zeis wordt gescherpt strekel
werktuigkundige mechanicien, technicus
werktuiglijk machinaal
werkvermogen - kracht
werkverschaffing - werkeloosheidsbestrijding
werkvertrek atelier, kabinet, laboratorium
werkvrouw - werkster
werkweigeraar staker
werkweigering - staking
werkwillige bij staking - maffer, onderkruiper
werkwijze manier, methode, procede, systeem
werkwoord verbum
werkzaam actief, arbeidzaam, bedrijvig, bezig, deligent, doende, effectief, ijverig, naarstig, nijver, onledig, vlijtig,
werkzaamheden verschaffen - bezighouden
werkzaamheid actie, activiteit, arbeid, bezigheid, dienst, oefening, vlijt
werkzaamheid van water erosie
werkzaamheid verschaffen bezighouden
werpanker dreg
werpdraad - inslag
werpen gooien, kegelen, keilen, kwakken, lanceren, mikken, slingeren, smakken, smijten, storten
werpen - baren
werpen met dobbelstenen - dobbelen
werpen van een geldstuk - toss, tossen
werpen, op de knieën - knielen
werpen, ter aarde - omvergooien, omverstoten
werpen van kruis of munt tossen
werpen, voor de voeten verwijten
werper gooier, pitcher
werpgaren inslaggaren
werpgeschut (in de oudheid en middeleeuwen) blijde
werphout boemerang
werpkoord bola, lasso
werp of steekwapen speer
werpriem - lasso
werpschicht javelijn
werpschijf discus
werpspeer werplans
werpspel met pijltjes - darts
werpspies assegaai, harpoen, lans, sagaai, speer
werpstrik bola, lasso
werptouw - bola
werptuig anker, assegaai, boemerang, francesca, harpoen, javelin, javid, lans, lasso, mes, projectiel, sagaai, slinger, speer, spies, werpbijl, werpijzer
werptuig in Middeleeuwen - blijde
wertel - woerd
wervel bot, draaihoutje, graat, knook, rugbeentje, wartel
wervel, eerste - atlas
wervel, tweede - draaier
wervelaandoening - bochel, hernia, kyfose, skoliose
wervelen draaien, kolken, roteren, warrelen
wervelend - bruisend
werveling - rotatie
wervelkolom ruggengraat
wervelstorm - cycloon, hoos, tyfoon, tornado
wervelwind cycloon, hoos, storm, tornado
werven aanbrengen, aantrekken, rekruteren, ronselen, winnen
werver - ronselaar
werving recrutering
werzel moeling, verwarring
weshalve waarom
wesp fruitenier, graafwesp, hommel, hoornaar, moerwesp, rupsendoder, vespida, zandwesp
wespenboom - papenmuts
wespendief - bijenarend
wespenorchis - epipactis
wespensoort - hoornaar
wespvlieg - milesia
West W., WestIndië
West-Australië, haven in - Fremantle
West-Australië, hoofdstad van - Perth
westelijk occidentaal
Westen - Avondland, Occident
westen van NoordAmerika FarWest
westenwind Zephyrus, zefier
western - wildwestfilm
Westers - occidentaal
Westerschelde - Hont(e)
Westfaals zwart roggebrood - pompernikkel
West-Friese stad - Enkhuizen, Hoorn, Medenblik
West-Indisch eiland - Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba
westkoor westbouw
Westland, dorp in het Monster, Naaldwijk, Wateringen
West Lothian, hoofdstad van - Linlithgow
West Lothian, rivier in - Avon
Westmongoolse stam - Kalmukken
West Virginia, hoofdstad van - Charleston
West Vlaanderen, arrondissement in - Brugge, Diksmuide, Leper, Kortrijk, Oostende, Roeselare, Tielt, Veurne
West Vlaanderen, hoofdstad van - Brugge
weswege waarom
wet bepaling, besluit, canon, code, gebod, instructie, maatregel, regel(ing), reglement, richtsnoer, verordening, voorschrift, (Lat.) lex, (Eng.) law
wet, ontduiken van de - frauderen
wet van Mozes - Pentateuch, Tora(h)
wetboek B.W., code, codex, W.v.K., W.v.S.
wetboek van kerkrecht canon
Wetboek van Koophandel W.v.K.
Wetboek van Mohammed - Koran
weten begrijpen, beseffen, bewustzijn, inzien, kennis, kunde, snappen
wetend bewust
wetens - opzettelijk
wetenschap bekendheid, kennis, kunde, leer, studie, wijsheid
wetenschap die getallengegevens verwerkt statistiek
wetenschap van de prediking - homiletiek
wetenschap van de Romaanse talen - romanistiek
wetenschap van de samenstelling der bevolking - demologie
wetenschap van de woordenschat - lexicologie
wetenschap van lucht en gassen - aerostatica
wetenschap van oorlog en vrede - polemologie
wetenschappelijk onderzoek research
wetenschappelijk opstel scriptie
wetenschappelijk woordenboek - encyclopedie, lexicon
wetenschappelijke instelling hogeschool, laboratorium, universiteit
wetenschappelijke publicatie dissertatie, these
wetenschappelijke stroming - school
wetenschappelijke voordracht college, referaat
wetenschapper - geleerde
wetenswaardig - belangwekkend, interessant
wetering beek(je), geul, kanaal, kil, laak, lee, lede, poel, rijt, ril, sloot, stroom, tochtsloottreksloot, water(loop), zijp
wetgeleerde jurist, legalist, legist
wetgeleerde (bijbel) farizeeër,
wetgeleerdheid juristerij
wetgevend - legislatief
wetgevend lichaam congres, legislatuur, parlement
wetgevend lichaam in IJsland AIthing
wetgevende macht legislatuur, parlement
wetgever - parlement
wetgever (Gr.) nomotheet
wetgever der Grieken Solon
wetgever der Joden Mozes
wethouder schepen
wetkundige legist
wetleer - aanzetriem
wetrol - t(h)ora
wetsbepaling - artikel
wetsconflict - collisie
wetsdelict misdaad, misdrijf, overtreding
wetsdienaar - agent
wetsovertrteding - delict
wetsteen slijpsteen, oliesteen
wettelijk juidisch, legaal, legitiem, rechtmstig, wettig
wettelijk bepalen - verordenen
wettelijke aansprakelijkheid w.a.
wetteloosheid - anarchie
wetten aanzetten, regels, scherpen, slijpen
wettig echt, erkend, geldig, juridisch, legaal, legitiem, officieel, rechtsgeldig, rechtmatig, wettelijk
wettig betaalmiddel bank, bankbiljet, cheque, giro, munt,
wettig bewijsschrift acte, diploma , identiteitsbewijs, paspoort, rijbewijs
wettigen bekrachtigen, bezegelen, echten, ijken, legitimeren, verklaren, waarmerken
wettig verklaren echten
wettige woonplaats - domicilie
wettigheid geldigheid, legaliteit, legitimiteit
wettiging - legalisatie, legitimatio
wettig laten verklaren - echten
wettisch letterlijk, precies, stipt
wet van Mozes - tora
wevel klander, kettingdraad
weven - mengen, vlechten
wever - tapisseerder
weversklos spoel .
weversschietspoel - inslagspoel
weversspoel - schieter
weversterm getouw, inslag, kaarde, ketting, klos, schering, spoel
wevervogel ploceida
wezel lafaard
wezel, grote - hermelijn
wezelachtig - bang, bevreesd
wezen aard, bestaan, entiteit, essentie, innerlijk, natuur, schepsel, zijn
wezenheid aard, essentie
wezenloos - afwezig, suf
wezenloos kijken staren
wezenloos zijn - afwezig
wezenlijk echt, eigenlijk, essentieel, feitelijk, heus, inderdaad, intrinsiek, oprecht, positief, reeel, stellig, waar(lijk), werkelijk, zakelijk, zeker, zowaar
wezenlijk bestaan entiteit, realiteit
wezenlijke - essentiele
wezenlijke betekenis etymon, werkelijkheid
wezenlijkheid entiteit, realiteit
wezen of schepsel - mens
whisky met sodawater split
wichelares - alruin, waarzegster, wikster
wichelen - voorspellen, voorzeggen, wikken
wichelroedeloper - r(h)abdomant
wicht nest, schepsel
wichtig aanzienlijk, belangrijk, voornaam, zwaar
wichtje kind
wie daar werda
wie eist - eiser
wie in een geheim deelt ingewijde
wie kosteloos een proces voert - prodeaan
wie vervalsing pleegt falsaris, fraudeur
wie zonder testament sterft intestaat
wiebelen tuimelen, wankelen
wiebemaand juni
wieberen weggaan
wieden puinen, schoffelen, schrepelen, zuiveren
wiedes - begrijpelijk
wiedhaak - schrepel
wieg babybedjebakermat, krib
wiegedruk - incunabel, paleotype
wiegelen hobbelen, schommelen, sussen
wiegelied berceuse
wiegeliedje slaapliedje
wiegen schommelen, wiegelen
wiegenkind - baby
wiegewacht babysit, oppas
wiek vlerk,vleugel
wiekel, blauwe - boomvalk
wiekel, rode - torenvalk
wiel - kolk, rad, wagenrad
wiel met kammen kamrad
wiel van draaiorgel lierrad
wielboom - haagbeuk
wielboor - avegaar
wieldeel as, band, naaf, spaak, velg, ventiel
wielen, in de-rijden - dwarsbomen, tegenwerken
wielen, tussen de- zitten - reizen
wielerbaan - piste, velodroom
wielerronde koers, omnium, tour
wielerwedstrijd criterium, koers, omloop, omnium, ronde
wielewaal gouw, goudmerel, oriolida
wieling draaikolk, kolk, maalstroom, neer, ras, sas, wiel
wielkrans - flens
wielloos voertuig ar, boot, draagstoel, lift, slee, schip
wielomloop - velg
wielrennen hardrijden, racen
wielrenner - coureur, hardrijder, racer, sprinter, stayer
wielrijden fietsen
wielrijder fietser, pedaalridder
wielschaats skeeler
wielschaatsen skeeleren
wielslag - wagenspoor
wielstaafje spaak
wieme - rookplaats
wier- alg, alge, kelp, zeegras
wieren algen
wier, geoogst - kelp, varec
wier, stof uit- bereid algine, mucus, norgine
wierd - waard
wierde heuvel, terp
wierig - beweeglijk, dartel, levendig, vlug
wiering - hooikade
Wieringen, dorp op - Hippolytishoef
Wieringermeer, dorp op - Kreileroord, Middenmeer, Slootdorp, Wieringerwerf
wierook gomhars, reukwerk
wierookdoosje - acerra
wierzwammen phymocytes
wieuwen - miauwen
wiewouw, gele - wielewaal
wig keg, kegge, keil, kooi, scheg, schie, spie
wig om hout te kloven keg
wiggelen wankelen,
Wight, hoofdplaats op Newport
wigvormend hout keg, scheg, spie
wigvormig stuk doek geer
wijbeeldje exvoto
wijd ampel, breed, gespreid, groot, lobbig, omvangrijk, ruim, uiteen, uitgestrekt
wijdbeens - schrijlings
wijd bovenkleed tabbaard, tabberd
wijd getande kam roskam
wijd houten vat kuip, tobbe
wijd open staan - gapen
wijd openzetten sperren
wijdbloeiende plant rus
wijde damesmantel - swagger
wijde herenmantel - raglan
wijde hoepelrok panier
wijde onderrok - petticoat
wijde ondiepe kom bekken, schaal
wijde overbroek - mots
wijde pijp buis
wijde riviermonding estuarium
wijde schippersbroek mots, motse
wijde tobbe - vloot
wijden afzonderen, besteden, consacreren, heiligen, offeren, opdragen, ordenen, zalven, (in)zegènen
wijden aan offeren
wijder maken - ruimen, verbreden
wijders bovendien, overigens verder
wijder worden - rekken
wijding zalving, consecratie, consacrering, plechtigheid, zegen(ing)
wijdlopig ampel, breed(voerig), gerekt, lang, uitvoerig
wijdlopigheid verbositeit, omslachtigheid, prolixiteit
wijdte afstand, amplitudo, breedte, doorsnede, kaliber, ruimte
wijer molenvijver
wijf echtgenote, feeks, toot, vrouw
wijf, oud - stokvis, zeezeelt
wijfje van roofdier berin, leeuwin, tijgerin
wijfjesdier apin, berin, ezelin, geit, hen, hinde, merrie, moer, ooi, pop, teef, voedster, woerhen, zeug
wijfjeshaas - moer, moerhaas, voedster
wijfjeshert hinde, ree
wijfjeshond teef
wijfjeskat poes
wijfjeskonijn voedster
wijfjespaard. merrie
wijfjesree in het derde jaar rekke
wijfjesschaap ooi
wijfjesvarken keu, motte, zeug
wijfjesvis kuiter
wijfjesvogel pop
wijfjesvos moervos
wijfjeswalvis - koe
wijfje van de fazant woerhen
wijfje van een hond - teef
wijfje van een roofdier - berin, leeuwin, tijgerin
wijgeschenk - ex-voto
wijk buurt(schap), kamp, kwartier, rayon, sectie, stadsdeel, tocht, vlucht
wijken deinzen, eculeren, retireren, teruggaan, terugtreden, toegeven, verdwijnen, verwijderen, vlieden, vluchten, weggaan, zwichten
wijk in Amsterdam Binnenstad, Eilanden, Goudkust, Jordaan, Pijp, Slotermeer
wijk in Eindhoven - Gestel ,Stratum,Strijp, Tongelre, Woensel
wijk in New Vork BrookIyn, Harlem,
wijk in Rotterdam Charlois, Hillegersberg, Katendrecht, Tuindorp
wijkmeester (Rom.) - tribuun
wijknummer - postcode
wijkplaats asiel, asyl, baai, reduit, retraite, toevlucht(oord), vrijplaats
wijl kortelings, omdat, onlangs, poos, sluier, voile, wijle
wijle dewijl, omdat, onlangs, poos,terwijl
wijlen dood, gestorven, overleden, toeven, zaliger
wijm teen
wijn drank, druivenbloed, most, port
wijnbes - druif
wijnbeschrijving oenographie
wijnbouwkenner oenoloog
wijnbouwleer - oenologie
wijndrab - depot, droesem, moer
wijnfles bordelaise, karaf
wijnfles van twee liter magnum
wijngaard - wingerd
wijngaardkever - knoppenbijter
wijngaardslak caracole, karakol, karkol
wijngeest aethanol, essence, spiritus
wijnglas bokaal, fluit, kelk, roemer, romer
wijngod - Bacchus, Dionysos
wijnheffe - droesem, moer
wijnhuis bar, bodega, café, dranklokaal, kroeg, slijterij, tave(e)rne
wijnhuis in Spanje bodega, taverne
wijnkan, antieke - lamé
wijnkunde oenologie
wijnkundige oenoloog
wijnliefhebber oenophiel
wijnlokaal bodega
wijnmaand - october
wijnmaat aam, anker, kalkoentje, steekkan
wijnmaker bottelier
wijnmakerij - bottelarij
wijnmoer droesem, grondsop
wijnoogstlied vinata
wijnplant wingerd
wijnpomp - (steek)hevel
wijnproeflokaal - bodega
wijnpruim - klodder
wijnrood - karmozijn, karmijn
wijnsmaak - bouquet
wijnsoort -
3 sec
4 asti, este, most, port
5 cider, douro, macon, medoc,porto, samos, tinto, xeres
6 barolo, beaune, corton, graves, madera, maduro, malaga,
moezel, rijnwijn, sherry
7 aligoté, chianti, clairet, elbling, madeira, tokayer
8 bergerak, bordeaux, falerner, vermouth
9 bourgogne, champagne
10 beaujolais
wijnsteen - tartat(us)
wijnstok druivelaar, pinot, rank, vitis, wingerd
wijnstokachtigen - vitaceeën
wijntapper tapuit
wijn uit Toscane chiabti
wijnvat barrel
wijnverkoper slijter
wijnwinkel - slijteij
wij-olie - chrisma
wijs bedachtzaam, deun, ervaren, geleerd, knap, manier, melodie, onderwezen, trant, verstandig,
wijsbegeerte filosofie
wijselijk - verstandig
wijs inzicht/met wijselijk, prudentie
wijs koning Salomo(n)
wijsgeer denker, filosoof
wijsgeer (middeleeuwen) Albertus, Anselmus, Bacon, Thomas
wijsgeer (modem) Descartes, Hume, Hegel, Locke, Kant, Marx, James, Sartre, Spinoza
wijsgeer (niet westers) Confucius, Laotse
wijsgeer (oudheid) Aristoteles, Epicurus, Plato, Seneca, Socrates
wijsgeer uit Abdera Democritus
wijsgerig stelsel empirisme, existentialisme, idealisme, naturalisme, pantheïsme, positivisme, sensualisme
wijsheid geleerdheid, kennis, wetenschap
wijsheidsleer - antroposofie
wijsje deun(tje), liedje
wijsmaken aandraaien, aannaaien, opsolferen
wijsneus betweter, blaag, kwajongen, waanwijze, weetal
wijsneuzig - pedant
wijsvinger index
wijten aanrekenen, betichten
wijting schelvis
wijwatervat vont, doopvont
wijze bouworde, genre, manier, methode, modaliteit, mode, modus, smaak, stijl, trant
wijze (Lat.) modus
wijze grijsaard - nestor
wijze leidsman mentor
wijze manier modus
wijzen aanduiden, aangeven, openbaren, tonen
wijze uit China Confucius, Laotse
wijze van betalen bank, cash, contant, giro, kas
wijze van bouwen - bouworde
wijze van doen gedrag, manier, procedure, techniek, vaardigheid
wijze van eredienst liturgie, rite, ritus
wijze van gebeuren proces, verloop
wijze van noteren notatie
wijze van onderzoek methode
wijze van opbouw structuur
wijze van optreden allure, gedrag, houding, tactiek
wijze van spreken spreekwijze, spreektrant
wijze van uitdrukken stijl
wijze van voorstelling modaliteit
wijze waarop kennis nagestreefd wordt methode.
wijze van zijn - modaliteit
wijzer maken Ieren, beleren, onderwijzen
wijzer van de klok - naald
wijzigen aanbrengen, amenderen, hervormen, modificeren, muteren, veranderen
wijziging mutatie, verandering
wijziging van de wet amendement
wijziging voorstellen amenderen
wijzigingswet novelle
wik weging
wikgeld - weegloon
wikke Vicia
wikkelen (om)hullen, inrollen, winden
wikkeljongen - bosjesmaker
wikkelneus - rolstaartbeer
wikken nagaan, (over)wegen, wichelen, waarzeggen
wikken en wegen rumineren
wikster - wichelares
wil bedoeling, begeerte, beschikking, eis, energie, geestkracht, geneigdheid, intentie, lust, pit, verlangen, wens, zin
wild bandeloos, barbaars, dol, driest, druk, eigenzinnig, grillig, heftig, onbesuisd, ongetemd, onstuimig, razend, rebels, ruig, rumoerig, ruw, woedend, woelig, woest
wild bos jungle, oerwoud
wildbraad gebraad, reebout
wilddief - stroper
wild dier aap, adelaar, ai, beer, bizon, ever, gier, giraffe, gnoe, hert, ijsbeer, leeuw, nijlpaard, oerangoetang, olifant, panter, poema, ree, slang, tapir, tijger, wolf, zebra
wilddieven stropen
wilddieverij dtroperi
wilddoder jager
wild gras - kweek
wild kind robbedoes
wild mens barbaar, woestaard
wild opzetten - sperren
wild paard broncho, mustang
wild paard (Californië) broncho
wildpad - wissel
wild rund oeros
wild schaap moeflon
wild spelen ravotten, stoeien
wild springen hossen
wild teker gaan rauzen
wild vervolgen jagen
wild vervolger - jager
wild vlees - granuloma
wild, zeer kwaad woest
wild zwijn ever
wilddief stroper
wilddoder jager
wildgebraad - reerug
wildgerecht salmi
wilde barbaar, dolleman, onbeschaade, ongetemde,
wilde asperge spargel
wilde baard - haardos
wildebeest gnoe
wilde berggeit klipgeit
wildebras woelwater, woesteling
wilde drift - razernij
wilde duif tortel
wilde eend kooier, smient
wilde ezel - onager
wilde framboos hennebraam
wilde haver aat, oot, vloghaver
wilde hoen auerhoen
wilde hond adjak, dingo
wilde hond (Australië) dingo
wilde hulst maté
wilde kamperfoelie mammetjes
wilde kat boskat
wilde kriek vogelkers
wildeman - driftkop, woestaard, woesteling
wilde mosterd herik, hederik, krodde
wilde muziek - rock
wilde olijfboom - oleaster
wilde plant brem, hei, helm, varen
wildernis bushbush, jungle, oerwoud, rimboe, woesternij
wilde roos - eglantier, egelantier
wilde stier - oeros
wilde vaart - trampvaart
wilde wingerd - ampelopsis
wilde woudezel onager
wilde wijt - koekruid
wilde zee branding, stormvloed
wilde zwaan - deen
wildernis broesse, jungle, oerwoud, rimboe, woesternij
wildhandelaar poelier
wildkleur - agoeti
wildkoren - duist
wildpark - reservaat
wildpastei paté
wildtuin wildpark
wildwestfilm western
wilg katwilg, knotwilg,salix, treurwilg,ween
wilgachtigen - salicaceeën
wilgachtige plant abeel, esp, katwilg,knotwilg, peppel, populier, treurwilg
wilgboktor rozebok
wilgenloot - teen
wilgenpijp salicionaal
wilgensijsje bosrietzanger
wilgentak - ween
wilgkever wilgenboktor
wilg kruid bloedkruid
willekeur gril(ligheid), tirannie, welbehagen
willekeurig arbitrair, klakkeloos, onbepaald, toevallig
willekeurig heerser - satraap
willekeurige verbinding van muziek stukjes potpourri
willen bedoelen, begeren, eisen, gelieven, verkiezen, verlangen, wensen
willende doen bereid
willen hebben believen, verlangen
willen zeggen - beduiden, betekenen
willens - opzettelijk
willig begeerd, bereid, gehoorzaam, genegen, gezocht, instemmend, levendig, plooibaar, volgzaam
willigheid bereidheid, genegenheid
willoos decadent, futloos, inert, lusteloos, ongenegenweek
willoosheid - aboulie
willoos maken - hypnotiseren
willoos werktuig marionet, ledenpop
wilsbeschikking testament veerkracht
wilskracht geestkracht,
wilskrachtig beslist, energiek, flink, resoluut, zeker
wilster - pluvier
wilsverlies - aboulie
wimpel banier, standaard vaan, vaandel, vlag
wimpel aan lans pennoen
wimpel op de hoogste steng topstander
wimpelpunt - spitstong
wimper ooghaar
wimperzwartsel mascara
winactie colportage, propaganda, reclame
winbaar exploitabel
winch - lier
wind bries, fohn, koeltje, lucht(stroom), orkaan, pneuma, storm, tocht, tornado
wind, door de - overstag
wind, harde orkaan, storm
wind in Afrika harmattan
wind in Italië sirocco
wind in ZuidFrankrijk autan, mistral
wind in de Alpen - foeha, föhn
wind in de tropen passaat, moesson
wind in de-slaan - negeren, veronachtzamen
wind in de zeilen - voorspoed, welvaart
windas draaispil, haspel, kaap(stander), lier, spil
windas in een molen lui
windbescherming - rietmat
windbuil leeghoofd, snoever, opsnijder, opschepper, pochhans, grootspreker
windbloem bosanemoon, ranonkel
windboom handspaak
windbord - buitenluik
windbreking - opschepperij, snoeverij
windbuil - brani, opsnijder, pochhans, snoever
winde garenhaspel, haagbloem
windeachtigen cornvolvulaceeën
windel lamprei, luier, prik, zwachtel
winden wikkelen, zwachtelen
winden laten veesten
winder haspel
winderig koud guur
winderosie deflatie
winde, zwarte - zwaluwtong
windgat - wak
windgod eolus
windhalm - apera, smele
windhandel agiotage
windharp aeolus
windhaver - oot
windhond barzoi, borzoi, deerhound, greyhound, hazewindhond, saluki, whippet
windhondsoort - slougui, whippet
windhoos storm, wervelwind
windjak anorak, blouson, parka
windjack met capuchon anorak, parka
windje, stevig - bries
windkant - loef
windkoppel - kruirad
windkruid - anemoon
wind, lokale -
4 Bora, Föhn, Kaus
5 Autan, Barat, Noord, Zonda
6 Boeran, Kharif, Meltem, Nortes, Sjamal, Solamo
7 Bohorok, 'Broeboe, Gending, Khamsin, Maestro, Mistral,
Pampero, Seistan, Sirocco
8 Baliwind, Blizzard, Gregales, Koembang, Levanter,
Libeccio, Northers, Scirocco
9 Elephanta, Harmattan, Williwaws
10 Karaboeran, Tramontane
11 Lleventades
12 Brickfielder
windmeter anemograaf, anemometer
windmolen - beltmolen, bergmolen, binnenkruier, bovenkruier, buitenkruier, grondzeiler, kokermolen, paltrokmolen, spinnekop, standerdmolen, srellingmolen, tjasker, torenmolen, walmolen, wipmolen
windom - akkerwinde, zwaluwtong
wind op het zeil - tegenwind
windpokken waterpokken
windrichting Noord(en), NNO, NO, ONO, Oost(en), OZO, ZO, ZZO, Zuid(en), ZW, WZW, West(en), WNW, NW, NNW
windroos - bosanemoon, kompas
windscherm paravent
windschoor - spanrib
windsediment dekzand, löss, stuifzand
windsel bandage, lap, verband, zwachtel
windsel - akkerwinde, haagwinde
windsnelheidsmeter - anemometer
windsor, lid van het huis -
4 Anne, John, Karl, Mary, Maud
5 Alice, David, Harry, Maria, Sarah
6 Albert, Alfred, Andrew, Arthur, EduardGeorge, Helena,
Louise
7 Charles, Leopold, Michael, Richard, William
8 Beatrice, Margaret, Nicolaas, Victoria
9 Alexandra, Elizabeth
windspaak - spilboom
windspil - kaapstander
windstil bladstil, luw
windstille plek op de Atlantische Oceaan Doldrums
windstoot vlaag
windstreek kompalstreek, Noord, Oost, West, Zuid
windvaan - anemoscoop
windvang - ventilator
wind, veel-maken - pochen, snoeven
windveer - verderwolk
windverhitter - cowpertoren
windvlaag rafale, rukwind, ruk, stoot, windstoot
windvleugel - regulator
windvrij beschut, luw
windvrije plaats luwte
windwanner - torenvalk
Windward, Islands, een van de - Grenada
Windwering - scherm, schut
windwijzer vaan, weerhaan, windvaan
windzaadkruid - aurikel
wind, zeer koude - blizzard, poolwind
windzijde loef, loefzijde
winend - buitenzwei
wingerd - heggerank, wijngaard, wijnstok
wingewest nederzetting, volksplanting, kolonie
wink - rietgans
winkel - hoek
winkel bazar, bazaar, boetiek, magazijn, slagerij, supermarkt, shop, toko, warenhuis, zaak
winkelbank toonbank
winkelbediende verkoopster
winkelbedrijf - warenhuis
winkeldief - ladenlichter
winkelgalerij - passage
winkelgoed - inventaris
winkelhaak bochel, haper, zwee, zwei
winkelhouder - winkelier
winkelier detaillist, kruideker, kruidenier, leverancier, middenstander, neringdoende, negotiant, slager,
winkelinrichting opstand
winkelkast - etalage
winkelnering - klandizie, kleinhandel
winkelpand - zaak, zakenpand
winkelraam etalage, vitrine
winkelruit - etalageraam
winkel van oudheden antiquariaat
winkelschuld klis
winkeltent kraam
winkel voor wijn - slijterij
winkelweek braderie
winket sluipdeurtje
winnaar - kampioen
winnen aanwerven, behalen, opwerken, verdienen, verkrijgen, verslaan, werven, zegevieren
winplaats van erts mijn
winst aandeel, baat, bate, belang, gewin, mazzel, nut, opbrengst, overwinning, profijt, provenu, rendement, resultaat, snaai, verdienste, voordeel
winstaandeel - dividend
winst opleveren renderen
winst opleverend rendabel
winstaandeel bonus, dividend, gratificatie, provisie, tantième,
winst en verliespunten bij sport - hole
winstgevend lucratief, productief, rendabel, vet, voordelig
winstgevend maken exploiteren
winststreven bejag
winstuitdeling divident, tantieme
winter najaar,natijd, stookseizoen
winteraconiet - eranthis
winterappel rabauk, rabouw, renet, reinet
winterbloeier - chimonanthus
winterfeest kerst(mis), nieuwjaar, oudjaar, silvester, sinterklaas
winterfeest van de oude Germanen joelfeest
wintergroen - pirola, pyrola
wintergroenachtigen pyrolaceeën
wintergroente prei, spruiten
winterhanden,-voeten perniones
winterjas jekker, ulster
winterkers - barbarakruid, jodenkers
winterkoning troglodytida
winterkoninkje - wipstaart
winterkost anijs, erwtensoep, kool, hutspot, snert, spek, stamppot, zuurkool
winterlakooi - stokviolier
winterlelie - kerstroos
winterling dollekervel
wintermaand - december, februari, januari
winterpostelein - doorwas
winterpret - arren, schaatsen, skiën, sleeën
winterraapzaad - raveelzand
winterroos chrysant
winters voertuig slee, slede, ar, arrenslee, bobslee
wintersoep snert
wintersport - arren, bobben, curling, schaatsen, skiën, sleeën, ijshocky
wintersportartikel bob, ski, schaats, slee
winterdtof - ratine
winters voertuig - ar, slede, slee
wintertaling krik
wintertuin - orangerie
winterverschijnsel hagel, ijzel, koude, sneeuw, vorst,
winterversiering op de ruiten - ijsbloem
wip balans, evenwicht, handomdraai, tuimelbank
wipbrug basculebrug, ophaalbrug
wipmolen spinbol
wippen huppelen
wipper hijstalie
wipperen wankelen, wiebelen
wipperig onvast, wankel
wipstaart kwikstaart, winterkoninkje
wipstoel schopstoel
wide-recorder - magnetofoon
wirwar - doolhof, kluwen, labyrint, netwerk, verstrengeling, verwarring
wis beslist, gewis, ongetwijfeld, pertinent, precies, secuur, stellig, teen, twijg, vast, waarlijk, werkelijk, zeker,
Wisconsin, hoofdstad van - Madison
wisdoek vaatdoek
wisent - bizon, oeros, veros
wis en waarachtig absoluut, beslist, ongetwijfeld, pertinent, stellig, vast, zeker
wiskunde - mathematica, mathesis
wiskunde vak algebra, goniometrie, logica, mathesis, meetkunde, planimetrie, rekenkunde, statistiek, stereo-metrie
wiskundig mathematisch
wiskundig begrip deellijn, logaritme, log, sinus, cosinus, tanges, lijn, hoek, punt, macht, wortel
wiskundig getal pi
wiskundig lichaam - bol, kubus, ruit, parallelogram, trappezium
wiskundig symbool -
2 ch, im, in, re, sh, tg, th
3 arg, cos, csc, cot, ctg, cth det, div, exp, inf, lim, log, max, min,
rot, sec, sin, sup, tan, tgh
4 cosh, cotg, coth, cotn, curl, grad, sinh, tanh
5 cosec
6 arcsim, arccos, arctan
wiskundige Boole, Brouwer, Descartes, Euclides, Euler, Frege, Gauss, Heyting, Leibnizj, Pascal, Peirce
wiskundige aan computer programmeur
wiskundige aardrijkskunde - geometrie, kosmografie
wiskundige bij verzekering actuaris
wiskundige grootheid integraal
wiskundigelijn - kromme
wiskundige term - cotangens, macht, radix, wortel
wiskundige uit de oudheid Euclides
wiskundige uitkomst - resultante
wiskundige vorm term
wispelen kwispelen, schudden
wispelturig grillig, nukkig, ongedurig, ongestadig, uitgelaten, veranderlijk, versatiel, wuft
wispelturig mens proteus
wisse - kilometer
wissel - appoint, cambion, change, exchange, overgang, ruil, sola, traite, valuta, verandering
wissel aanvaarden accept
wisselaar platenspeler
wisselbaar veranderlijk
wisselbegrip - correlaat
wisselbeker bokaal, cup
wisselborgtocht aval
wisseldiertje - amoebe
wisselen - cambiëren, ruilen, veranderen, verruilen
wisselend gevarieerd, onzeker
wisselen van geld change
wisselgebed litanie
wisselgebruik uso
wisselgeld pasmunt
wisselijk - zeker
wisseling change, kentering, mutatie, onbestendigheid, overgang, ruiling, verandering, verloop, verruiling
wisseling van eb en vloed tij, getij, kentering
wisseling van haarveren rui
wisseling van huid vervellen
wisselinner - loper
wisseljaren climacterium, overgangsjaren
wisselklank (taalk.) mutant
wisselloon - agio, provisie
wisselloop estafette
wisselrekening - arbitrage
wisselruiter bedrieger
wisselspeler - invaller
wisselstroommotor alternator
wisseltrekker - trassant
wisselvallig aleatoir, huiverig, onbestendig, onzeker, slomp, veranderlijk
wisselverlies disagio
wisselvorm van haar der, er
wisselwaarde valuta
wisselwerking correlatie, interactie
wisselwind - moesson
wisselwoord anagram
wissen afvegen, reinigen, schoonmaken, vegen, wrijven
wissewasje bagatel, beuzeling, kleinigheid, nietigheid
wit blan(co)k, bleek, klurloos, onbedrukt, vlekkeloos
wit bier - seef
wit bloedlichaampje leukocyt
wit doen worden - bleken
wit hars kamfer, sandarak
wit koorhemd - albe
wit laken wade
wit los weefsel- linon
wit maken - witten
wit miskleed albe
wit paard schimmel
wit priesterkleed - albe
witachtig bleek
witblad - abeel, populier
witbloedigheid - leukemie
witbol - holcus
witglanzend blank
witgoud platina
witharigheid - albinisme
witheer Norbertijn
witheet zijn - gloeien
witijzer pamor
witjas - laborant
witjes bleek, bedeesd, flets, inbleek, pips
witkalk gips, witsel
witkiel - kruier, pakjesdrager, sjouwer
witkoper - argentaan
witkopzeearend, Amerikaanse - eagle
witland - Albion
witling - albino
witlijn interlinie
wit of flets pips
witpluim konijn
witrot - uilenveer
witsel kalksel, witkalk
witstaart - tapuit
wit amber spermaceet, walschot
wit met zwarte vlekjes - belton
wit tafellinnen - damast
Wit Rusland, hoofdstad van - Minsk
Wit Rusland, rivier in - Dnjepr, Duna
wit wegtrekken verbleken
wit worden - bleken
witte amber - spermaceet
witte doek (projectie)scherm
witte dovenetel hondsnetel
witte ganzenvoet modderkwaad
witte kaas - kwark
witte klaver kemp
witte kleefpasta gluton
witte kool boeskool, buiskool, kropkool
witte man blanda, blanke
witte marmeren knikker - alikas
witte mier termiet, (Ind.) rajap
witte neerslag - sneuw
witte plek op paardenhoofd bles, kol
witte plek op de kop van koeien - blaar
witte populier abeel, esp, klaterabeel
witte potas - parelas
witte raaf avis, rara
witte schuimende wijn - champagne
witte stok van een verkeersagent - baton
witte suiker melis
witte uitslag op gemetselde muren muurkanker
witte verfstof loodwit
witte vlek op hoornvlies - albugo
witte walvis beloega
witte wezel - hermelijn
witte wortel - pastinaak
witte Franse wijn Bergerac, muscat
witteling albino, pigmentloze
witten stukadoren
witter stukadoor
witvis alver, blei, bliek, brasem, katvis, voorn
witijzer - pamor
Wodan Odin
woede boosheid, dolheid, drift, ergernis, furie, furor, gebelgdheid, (gram)schap, grimmigheid, kwaadheid, manie, nijd, rage, razernij, toorn, venijn, verbittering, verwoedheid, wrevel, wrok
woeden razen, tekeergaan, tieren, toornen
woedend boos, driftig, duivels, gebeten, dol, furieus, grimmig, hellig, hels, hoorndol, kwaad, nijdig, onstuimig, rabiaat, razend, toornig, verbolgen, wild, woest, ziedend
woedende aanval amok
woedend of razend ziedend
woedend zijn koken
woede opwekken irriteren
woeker - rebbes
woekeraar aflegger, vrek, vampier, uitzuiger
woekerdier of woekerplant - parasiet
woekeren afleggen, parasiteren, tieren
woekeren tieren, parasiteren
woekering - woldgroei
woekerklank svarabhaktivocaal
woekerplant bremraap, maretak, orchidee, parasiet, ratelaar, vogellijn, warkruid
woelachtig onrustig, woelig
woeleg cultivator
woelen - bewegen, draaien, keren, kolken, roeren, schimen, spoken, tobben, wentelen, wroeten
woelen in aarde - delven
woelgeest oproermaker
woelhout knevel
woelig beweeglijk, druk, onrustig, onstuimig, roerig, rumoerig, rusteloos, turbulent, wild, woelachtig
woelige knaap - wildebras
woeligheid turbulentie
woeling - kolking, onlust, onrust, tuimeling, werzel
woelwater - wildebras
woelziek onrustig, oproerig
woelzucht oproerigheid
woensdag voor Pasen schortelwoensdag, schorselwoensdag
woerd erpel, waard
woerhaan fazantenhaan
woerhen fazantenhen
woest barbaars, boos, braak, dol, furieus, gewelddadig, hels, kwaad, ledig, lomp, losbandig, nijdig, onbebouwd, onbesuisd, onbewoond, ongetemd, onherbergzaam, onontgonnen, onordelijk, onstuimig, ontembaar, ontoombaar, rauw, razend, roekeloos, ruw, ruig, tomeloos, toornig, verlaten, verwilderd, wild, woedend, wreed
woestaard sater, wildeman, woesteling
woestaardig - barbaars
woest (muz.) feroce
woest gebied - wildernis
woest geschreeuw getier
woest land onland
woest rijden jakkeren, rossen
woestaardig barbaars
woeste bende - chaos, horde, keet, ravage, troep
woeste boel bende, horde, keet
woeste dansmuziek boogie, galop, ragtime
woesteling - barbaar, beest, bezetene, bruut, energumeen, kanibaal, rabouw, razende, wildebras, wildeman
woesternij wildernis
woeste streek woesternij, wildernis, woestijn
woestijn - zandvlakte
woestijn (Arab.) ham(m)ada
woestijn in Afrika Sahara, Kalahari
woestijn in Azië Gobi
woestijn in Chili Atacama
woestijn in Egypte Sinaï
woestijn in Israël Negeb
woestijn in NoordAfrika Sahara
woestijn in ZuidAfrika Kalahari
woestijnbewoner Berber, Toeareg
woestijndemon Azazel
woestijndier kameel
woestijnduivel - moloch
woestijngebied - bahada
woestijnrivier wadi
woestijntype hammade, serir
woestijnvos - fennek
woestijnwind chamsin, harmattan, samoem, sirocco
wol die na het slachten verwijderd wordt - blootwol, huidwol, mamazetwol, plootwol
woldragend gewold
wolf - canis, draaikolk, izegrim, korenzwam
wolf (zeew.) draaikolk
wolf aan de tanden cariës
wolafval - kammeling
woldistel - weverskaarde
wolfluweel pluche, velours
wolfraamcarbid - widia
wolframiet - tungsteen
wolframium - wolfraam
wolfsbes - eenbes
wolfsboom - boksboom
wolfsboon - lupine
wolfsdood - monnikskap
wolfsdoorn - kruisbes
wolfshond - barzoi, kees
wolfskers belladonna, doodkruid
wolfsklauw - lycopodium
wolfsklauwen - lycopodiaceeën
wolfsmelkachtigen - euphorbiaceeën
wolfspoot - lycopus
wolfsspin - tarantel
wolfsveest - bovist, stuifbal
wolfswortel - eenbes, winterakoniet
wolfvorm - (alto)cumulus, (alto)stratus, arcus, cirrostratus, cirrus, cumulonimbus, numbostratus, stratocumulus
wolk - nevelmassa
wolkam kaarde
wolken dicht bij de grond mist, nevel
wolkenformatie Cirrus, Cumulus, donderkop, Stratus, Nimbus, stapelwolk, Cumulonimbus
wolkenkrabber - skycraper
wolkenloos - helder
wolkig - bewolkt, onklaar, troebel
wolkjes/In. .. opgaan kringelen
wolkvorm - cirrus, culumus, donderkop, nimbus, stratus
wollen bol pompoen, knot
wollen bolkwast - pompon
wollegras - eriophorum, flok
wollen keperstof everlast
wollen kledingstuk - trui
wollen sportvest met hoge kraag - sweater
wollen stof aba, baai, biset, b(o)rat, borda, borde, bukskin, carisel, cheviot, duffel, etamine, evalist, everlast(ing), laken, loden, serge, stamet, tweed
wollen stof, dunne - stamet
wollen tricot jaeger
wollen weefsel - jaeger
wollen weefsel met noppen ratiné
wollig - zacht
wollige bol op schoeisel pompon
wollige viervoeter schaap
wolmachine - spinnewiel
wolmuis chinchilla
wol ontwarren - kaarden
wolpluisje nop
wolplukker - lakenrouwer
wolreiniger - snar
wolsajet brat
wolsoort - merinoswol
wolverlei - valkruid
wolvet lanoline
wolvlokje nop, pluis(je)
wombat - phascolomida
wond blessure, kwetsuur, letsel, schram, snee, steek trauma, verwonding, wonde
wondarts chirurg, heelmeester
wondbedekking compres, kompres, verband
wonden beledigen, blesserengrieven, kwetsen
wonder buitengewoon, mirage, mirakel, vreemd, zonderling
wonderbaar onbegrijpelijk, toverachtig, vreemd, wonderlijk
wonderbaarlijk miraculeus, verbazend, vreemd, wonderlijk, zonderling
wonderbaarlijk feit mirakel
wonderboom - doornappel
wonderdadig miraculeus, verbazingwekkend, wonderbaar,wonderbaarlijk, wonderdoend
wonderdoende persoonlijkheid - kramat
wonderdoener genezer, kramat, magiër, tovenaar
wonderdoenster - tovenares
wonderdokter kwakzalver, medicijnman
wondergezwel teratoom
wonderkruid, heidens - guldenroede, kruiskruid
wonderlamp - toverlamp
wonderlijk apart, bizar, buitengewoon, dwaas, eigenaardig, fantastisch, gek, grotesk, merkwaardig, raar, verbazend, vreemd, wonderbaar, zonderling
wondermiddel - panacee
wonderolie castorolie, ricinusolie
wonderspreuk paradox
wonderteken mirakel, prodigium
wonderwel best, uitmuntend, uitstekend, voortreffelijk
wonderzout - glauberzout
wondheelkunde chirurgie
wondheelkundige - chirurg, heelmeester
wondheler chirurg, heelmeester
wondklaver anthyllis
wondkorst - roof
wondkussentje kompres
wondroos belroos
wondtang pincet
wondteken litteken, stigma, stigmatum
wondvocht bloed, etter, lymfe, pus
wondijzer - sonde
wonen huizen, leven, nestelen, resideren, verblijven
wonend - gehuisvest
woning bungalo, domicilie, landhuis, flat, haard, huis, hut, onderdak, onderkomen, pand, perceel, stulp, verblijf, villa, woonhuis
woning van aanzienlijk Javaan balem
woning van een eskimo - iglo
woning van een non klooster
woning van geestelijke pastorie, pastorij
woningbekleder - stoffeerder
woningcomplex blok, flat, stad, wijk
woningdeel appartement
woningdief krakern
woningen - huize
woninginrichting - binnenhuisarchitect
woonachtig gedomicilieerd, gevestigd, wonende
woonboot ark, woonschuit
woonde vroeger op het Muideslot - drost
woongeld huur
woongelegenheid camper, caravan, flat, huis, tent, woonark, woonboot, woonwagen
woonhuis apartement, bungalo, villa, woning
woonkamer huiskamer, woonvertrek
woonkosten huur
woonlaag etage, verdieping
woonlasten - huur
woonopbouw urbanie
woonplaats adres, domicilie, residentie, sedes, stee, verblijf, woonstee, zetel
woonplaats der engelen - hemel
woonplaats der goden - Olympus
woonplaats van Abraham Hebron
woonplaats van een vorst residentie
woonplaats van hoenders - ren
woonruimte kamer(s), krot, huis, woning
woonschip ark, aak
woont aan de Oostzee - Balt, Est, Fin, Let, Zweed
woonsilo torenflat
woonstee woonplaats
oonvertrek huiskamer, woonkamer, zitkamer
woonvrijheid privacy
woonwagen caravan
woord belofte, formule, logos, rede, term
woord dat een ontkenning inhoud - nee, negatie
woord dat ook van achteren naar voren gelezen kan worden palindroom
woord gebruikt ter aanduiding van naam of persoon - naam
woord gemaakt van twee woorden - koppeling, samenstelling
woord met voor of achtervoegsel - afleiding
woord ter aanduiding naam
woord voor ontkenning negatie
woord waaronder iets is opgenomen lemma
woord achteraf - narede
woordafleider - etymoloog
woordafleidkunde etymologie
woordbetekenisleer semantiek
woordblindheid alexie
woordbuiging - declinatie, verbuiging
woordelijk letterlijk, tekstueel, verbaal
woordeloos stom, zwijgend
woorden tekst, twist
woorden van lof compliment
woordenaar - lexicograaf
woordenboek dictionaire, encyclopedie, lexicon, naslagwerk, tolk
woordenboek der Nederlandse taal - w.n.t.
woordenboek van dialect idioticon
woordenboek van regio - dialectwoordenboek
woordenboek, maker van een - woordenaar
woordenboekkunde lexicografie
woordenboekschrijver lexicograaf
woorden met een tegengestelde betekenis antoniemen
woorden hebben geaschil, kibbelen, ruzien, twisten,
woordenlijst - glossarium, vocabulaire
woordenpraal - bombast
woordenreeks litanie, regel, tirade, verhaal, zin
woordenreeks in een krant - kolom
woordenrijk - spraakzaam, welsprekend
woordenrijkdom vocabulaire, woordenschat, verbositeit
woordenrijk iemand - ratel
woordenschat, wetenschap van de - lexicografie
woordenstrijd debat, geschil, discussie, gekijf, rede(twist)
woordentwist - logomachie
woordenvitter - purist
woordenvloed tirade
woordenwisseling altercatie, debat, discussie, gekrakeel, twistgesprek
woordgebruik - taal
woordgeslacht genus
woordgetrouw - letterlijk
woordgrondig - etymologie
woordherhaling - epifoor, pleonasme, tautologie,
woordje van klein kind da, dada, ta, tata
woordkeus terminologie
woordinhoud - tekst
woordkunst letterkunde, literatuur
woordleer lexicologie
woordletterraadsel - logogrief
woordloos sprakeloos, stom
woordomkering - anagram
woordovertolligheid bombast, pleonasme, retoriek, tautologie
woordraadsel cryptogram, logogrief
woordscheiding - spatie
woordschikking syntaxis
woordsoort adjectief, bijwoord, lidwoord, interjectie, naamwoord, nomen, (rang)telwoord, tussenwerpsel, verbun, voegwoord, voorzetsel, (voor)naamwoord, werkwoord
woordtoon - accent
woorduitgang aard, ach, erd, er, es, held, ig, in, lijk, nis, schap, ste, te, telt, tig
woorduitlating ellips
woord van eer gelofte
woordverklaarder - lexicograaf
woordvoeging syntaxis
woordvoerder redenaar, spreker, tolk
woordvoerder voor corps diplomatiek deken, doyen
woordvoeren spreken, verklaren
woordvoorraad - woordenschat
woordvorser - etymoloog
woordzoeker letter(puzzel)
worden - ontstaan
wording geboorte, genese, genesis, ontstaan
wordingsgeschiedenis ontogenese
wordingsleer - ontologie
wordt gebruikt bij boterbereiding - karn, karnton
wordt gebruikt bij broodbereiding - deeg, gist
wordt gebruikt bij kaasbereiding - leb
wordt gebruikt bij naaien garen, naald, schaar, speld, vingerhoed
wordt gebruikt om te smeren boter, olie, vet
worg - benauwdheid
worgen smoren, stranguleren, stikken
worger - moordenaar
worging strangulatie
worgpeer kroppeer
worken - kwaken
worm aaltje, aardworm, aarsmade, azijnaaltje, bloedzuiger, bolworm, haakworm, houtworm, leverbot, lintworm, maai, made, pier, priemstaartje, pringer, regenworm, spoelworm, trichine, witoog, wurm, zeepijl, zeeschede
wormbuis kokerworm
wormentros - poer
wormkruid, heidens - guldenroede, Solidago
wormmiddel - anthelminthicum
wormnagel - paalspijker
wormsalamander gymnophionum
wormstekig - pierig
wormtongig dier - kameleon
wormvormig aanhangsel appendix
wormwiel - schroefrad
worp gooi, nest, toom
worst beuling, leverkaas, salami, saucijs
worstbroodje saucijzenbroodje
worstelaar kamper, strijder, vechter
worstelen plukharen, bakkeleien, kampen, stoeien, strijden, vechten
worstelen vuistkamp bij de oude Grieken pancratium
worsteling gevecht, kamp, strijd
worstelmethode - judo
worstelpark arena, ring, palestra
worstelschool palestra
worstgerecht - hoofdkaas
worstkruid - marjolijn
worstsoort bloedworst, cervelaat, kookworst, leverworst, metworst, rookworst, salami, snijworst, tongenworst
worstvergiftiging botulisme
worstvlees met
wortel biet, kroot, pee, peen,
wortel (Lat.) radix
wortel in hutspot - pastina(a)k
wortel der mandragora - alruin
wortel van standenkruid - salep
wortelboom mangrove, rizofoor
wortelen stoelen, vastzetten
wortelen met uien - hutspot
wortleter - radicivoor
wortelgetal radix
wortelgroen peenlof
wortelknol knol, kroot, raap
wortelkruid - peen
wortelmutsje calypta
wortel of raap - knol
wortelpotige - rhizopodum
wortelrat - rhizomenida
wortelstok rizoom, stengel
wortelstronk stobbe, stomp
wortelvormig rhizomorf, rizoform
wortelwoord grondwoord, stamwoord, woordstam
woud bos, foreest, Loo, rimboe
woudaapje - woffer
woudbloem valkruid, bosduif
woudbroeder kluizenaar, monnik
woudduif - bosduif
woudduivel - mandril
woudezel onager
woudkever schallebijter
woudknaap - faun
woudkoe tapir
woudkruid - hemelsleutel, valkruid
woudloper jager, trapper
woudmens pygmee
woudrund - tapir
wouw - milaan, milvus, ringvalk, zwaluwstaart
wraak rabcune, revanche, straf, vendetta, vergelding, vete
wraakgevoel ressentiment, wrok
wraakgodin furie, erinyen, eumenide, eymeniden, furiën, Magen
wraakgoed uitschot
wraaklust - wrok
wraak nemen - wreken
wraakneming vindicatie
wraakzucht rancune, vete, wrok
wraakzuchtig vindicatief
wrak bedorven, bouwvallig, gammel, krakkemikkig
wraken - afdrijven, afkeuren, verlijeren, verwerpen
wraking - miswijzing, recusatie, verwerping
wrakken kreukels
wrakker stranddief
wrakkig - gammel
wrang bitter, kroppig, scherp, zerp, (zuur)achtig
wrang zuur - rins
wrat papilloom, papilloma, uitwasverruca
wratmeloen kanteloep, kantelope
wrede daad - beulswerk
wrede keizer Nero, Caligula
wrede pijniging - marteling
wrede schrikaanjaging schrikbewind, terreur, terrorisatie
wreed - barbaars, beestachtig, bloeddorstig, cru, gemeen, genadeloos, guur, hard, hardhandig, hardvochtig, harteloos, medogenloos, onbarmhartigongenadig, ongevoelig, onmenselijk, rauw, ruw, sadistisch, scherp, streng
wreed heerser despoot, tiran, wreedaard
wreed heerser in Rome Caligula, Commodus, Nero, Selanus
wreed mans barbaar, sadist
wreed systeem terreur
wreedaard barbaar, beul, bruut, monster, onmens, sadist, tiran, woesteling
wreedaardig gevoelloos, hardvochtig, tiranniek, wreed
wreedheid atrociteit, sadisme, strengheid, terreur
wreken revancheren, vergelden
wrekende gerechtigheid Themis
wrekende godin Nemesis
wreker Goël, vergelder
wreking - wraak
wrensen hinniken
wrevel afkeuring , bitterheid, gegriefdheid, gramschap, grimmigheid, misnoegen, ontstemming, spijt
wrevelig balorig, bits, bitter, boos, gegrief, gemelijk, grimmig, knorrig, korzelig, kregel, misnoegd, narrig, nurks, ontstemd
wriemelen krielen, krioelen, mieren, peuteren, plukken
wrijfdokter masseur
wrijfgoed - politoer
wrijfhout glanshout, likhout, zwik
wrijfkuur - massage
wrijfpaal schurk, schuurpaal, zondebok
wrijten krakelen, tegenwerken, twisten
wrijter - twistzoeker, woelgeest
wrijven aaien, boenen, frotteren, krauwen, masseren, poetsen, politoeren, schrobben, schuren, strijken, wissen
wrijven en poetsen - boenen
wrijven met zand, puinsteen of schuurpapier schuren
wrijven of aaien - strelen
wrijving - frictie
wrikbaar onvast
wrikken wiggelen
wringen draaien, duwen, knellen, mangelen, persen, uitknijpen, wurgen
wringbalans torsiebalans
wringen draaien, torsen, wurgen
wringer - mangel
wringing torsie
wrochten creëren, maken, scheppen, werken
wroegen beschuldigen, kwellen, verwijten
wroeging - berouw, schuldbesef, spijt
wroeten doorwoelen doorzoeken,, graven, morrelen, opruien, peuren, peuteren, snuffelen, staven, stoken, woelen
wroeten in aarde - delven
wrok afgunst, afkeer, bitterheid, grief, gruwel, haat, nijd, pik, rancune, ruzie, vete, vijandschap, walg, wraaklust, wraakzucht, wrong
wrokkig haatdragend, kroppig
wrong bloemkrans, dot, kluwen, knoet, makaron, makron, toet, torsade, torsie, tres, tulband, vlecht
wrongel kwark
wrong in het haar - haarknoet
wuft dartelfrivool, gewaagd, grillig, lichtzinnig, luchtig, onbestendig, ondegelijk, oppervlakkig, veranderlijk, wispelturig, wups
wuit luim, klus
wuiven - groeten, wenken, zwaaien
wulf - boog
wulfsel - gewelf
wulk klinkhoren
wulp regentuter, tuter, welp, wilp,
wulps dartel, flink, frivool, hanig, hitsig, kras, levenslustig, loszinnig, ongebonden, paarzuchtig, speels, vinnig, voluptueus, weelderig, welig, wellustig, zinnelijk, zedeloos
wulps gedragen - dartelen
wups wuft
wurgen smoren, strangulerenvermoorden, worgen, wringen
wurger klauwier
worgkoord - strop
wurm peur
wurmen mieren, morrelen, peuteren, ploeteren, sleutelen, sloven, tissen, urmen, zwoegen,
X
xantippe feeks, haaibaai, helleveeg
xenatisch - vriendelijk
xeno - vreemd
xenofobie - vreemdelingenhaat
xenogamie kruisbestuiving
xenon Xe
xeranthium strobloem
xeres sherry
xero droog
xerox - kopie
xyloglyptiek houtplastiek
xylograaf houtgraveur, houtsnijder
xulografisch boek - blokboek
xylose houtsuiker
xystus gewelf, zuilenhal
Y
yack buffel, knoros
yam - bataat
yankee Amerikaan
yard - yd
yell kreet, leuze
yellster gilling
yeti - sneeuwman
yoert nomadentent, steppetent
yogabeoefenaar yogi
yogahouding - asana, mudra
yogavoorschrift - (ni)yama
yochurt - melkspijs
yperiet - mosterdgas
ypsilon y, igrec
y-stralen - becquerelstralen
ytterbium - Yb
yttrium - Y, Yt
yuca cassave, adamsnaald
Z
zaad kiem, nageslacht, oorsprong, semen, sperma
zaad van de maankop maanzaad
zaad van de peulvrucht boon, erwt
zaaddoos van een papaver bol, pit, lob
zaad, eetbaar van een pijnboom - pingel
zaadecht - homozygoot
zaad en pootgoed - (Ind.) bibit
zaadgras - duist
zaadhuid bolster, hulsel
zaadhuisje bolster, hulsel
zaad in vis - hom
zaadje korrel, pit
zaadkorrel pit
zaadlob - cotyl, kiemblad, kwab
zaadlozing - ejaculatie, pollutie
zaadpit - korrel
zaadpluis kapok
zaadrok - arillus
zaadteeltbedrijf - zaderij
zaaduitstorting - ejaculatie
zaad van de papaver - maanzaad
zaad van een peulvrucht - boon, erwt
zaadvast homozygoot
zaagmolen - paltrok
zaagbek - mergus
zaagblad - serratula
zaagdak sheddak
zaagmeel zaagsel
zaagmolen paltrok
zaagsel zaagmeel
zaagvissen - pristis
zaaien - strooien, veroorzaken
zaailing wildling
zaaipan oesterpan
zaak aangelegenheid, affaire, artikel, bedrijf, belang, besogne, case, casus, ding, gebeurtenis, geval, goed, handel(ing), kantoor, kwestie, materie, nering, onderneming, onderwerp, (Ind,) perkara, proces, rechtsgeding, (Lat) res, transactie, voorwerp, winkel
zaak firma, winkel
zaak aan het strand strandbedrijf
zaak die nog niet zeker is vraag
zaak met groot assortiment supermarkt, warenhuis
zaak of persoon der beschouwing - object.
zaak waar antiquiteiten worden verkocht antiekwinkel, antiquariaat
zaakbeheerder gerant, zaakvoerder, zetbaas
zaakbezorger - procureur
zaakgelastigde - afgezant, agent, factoor, gevolmachtigde, makelaar
zaakgeleider gerant, zetbaas
zaakje negotie, zwikje
zaakkennis - inzicht, vakbekwaanheid
zaakkundig bedreven, bekend, expert
zaakleider - gerant, manager
zaak of concern - bedrijf
zaakregister glossarium, klapper, repertorium
zaakvoerder gerant, mandataris, procureur, zetbaas, zaakbeheerder
zaakvorming - specificatie
zaakwaarnemer gerant, praktizijn, procureur, sollicitor
zaakwoordenboek - encyclopedie
zaal salon, hal, lokaal, lokaliteit,
zaal van het laatste avondmaal cenakel
zaalsport - binnensport
zaalwachter suppoost
zabber kwijl, speeksel
zabberen - kwijlen
zacht bedaard, beurs, bezadichd, clement, fluwelig, gedempt, geduldig, gedwee, getemperd, gezapig, humaan, ingetogen, innig, kalm, kneedbaar, langzaam, liefelijk, lijs, lijzig, luw, mals, manis, menselijk, mild, mollig, mul, murw, nes, piano, pulverig, rustig, smeu, teer, teder, volgzaam, voos, vriendelijk, week, willoos, zachtaardig, zam, zwoel
zacht (Muz.) dolce
zacht aankloppen - aantikken
zachtaardig - goedhartig, goedig, mak, zachtmoedig
zacht blinken blanzen
zacht buisje tube
zacht door veertjes donzig
zacht en aardig mild
zacht en buigzaam soepel
zacht en lief teder
zacht en rond mollig, poezel(ig)
zacht en sappig mals
zacht en slap week
zacht en vettig smeuig
zacht en week mals, teer
zacht gebak cake
zacht gekerm gekreun, gesteun
zacht gesnor gezoem, geruis
zacht gloeien - gloren
zacht hout onder de bast spint
zacht koken prutte(le)n
zacht kokertje tube
zacht krabben - krauwen
zacht lapje prikneusje
zacht lispelen - prevelen
zacht maken - meuken, murwen, ontharden, weken
zacht masseren - pidjetten, pidjitten
zacht metaal koper, lood, tin
zacht metalen buisje tube
zacht paars mauve
zacht ruisen murmelen, ruizelen, suizen, zwatelen
zacht spreken - fluisteren
zacht stralen gloren
zacht van aard - nobel
zacht van inborst goedaardig, goedig, nobel, vriendelijk
zacht van kleur blas, flets, pastel
zacht waaien labberen
zacht wasgerei spons
zacht weer luwte
zacht worden - smelten
zachte frisse wind bries
zachte glinstering - glans
zachte hersenvlies piamater
zachte klap tik
zachte koele wind - bries
zachte leren lap zeem
zachte medeklinker lenis
zachte omkleding schil
zachte snoep - spekje
zachte steensoort kalksteen, krijt, mergel
zachte stof fluweel, satijn
zachte veren dons
zachte verhemelte velum
zachte vezelplaat board
zachte vrucht aardbei, abrikoos, bes, framboos, kiwi, perzik, peer, pruim, tomaat
zachte wind bries, koeltje, snuiver, zefir, zucht
zachtaardig goedhartig, goedig, mild, weekhartig
zachtblouw bleu
zachter worden - ontladen
zachtgroen - pistache
zachtharig - pubescent
zachtheid liefelijkheid, tederheid, weekheid
zachtjes bedaard, kalm, langzaam, rustig, stilletjes, zoetjes
zachtjes aan bedaard, kalm, langzaam
zachtjes koken - sudderen
zachtjes leggen vlijen
zachtmoedig goedertieren, meegaand, mild, nobel, vriendelijk, zachtaardig
zadel - selle
zadel van paard afhalen afzadelen
zadeldek schabrak, sjabrak
zadelen optuigen
zadelkleed - sjabrak
zadelmakerswerktuig - gaatels, gate
zadeltas sacoche
zageman zanikpot, zeur
zagen doorsnijdenzaniken, zeuren
zager zaniker
zagerij - gezanik
Zagreb Agram
Zaïre, rivier in - Luvua
zak baal, balg, beurs, buidel, buil, melis, pungel, tas,
zakbeurs beurs, knip, portemonnaie, portemonnee
zakboekje agenda, carnet, memorandum
zak, de- geven - ontslaan, wegsturen
zakdoek neusdoek, neuslap, snotlap
zakdoekje pochet(te)
zak, in de- steken - bedriegen
zakelijk bondig, beknopt, essentieel, feitelijk, koel, meritoir, nuchter, objectief, pittig, reëel, terzake, wezenlijk
zakenlijke gedragslijn beleid, overleg
zakelijke handeling aanbieding, aankoop, bod, offerte, verkoop
zakenlijk herhalen - recapituleren
zakelijk leider impresario, manager
zakelijk recht van gebruik usus
zakelijk resultaat - winst
zakelijk verantwoord rationeel
zakelijk voordeel - winst
zakelijk zekerheidsrecht - pignus
zaken business, handel, transacties
zakencentrum city
zaken doen - handelen
zakengeest handelsgeest
zakenkrisis krach
zakenleven - koophandl
zakenlijke mislukking - bankroet, faillisement, krach
zakenlijkheid - realisme, soberheid
zakenman handelaar,koopman, ondernemer
zakenpand bedrijfspand
zakenrelatie zakenvriend
zakenwereld - bisiness
zakgeld pree, soldij, spilpenning, traktement
zakje als bergplaats tas
zakje voor geld beurs
zakkalender - agenda
zakken afgaan, bakken, dalen, druipen, kelderen, sjezen, stralen, vallen, verminderen, (weg)zinken
zakkendrager - sjouwer
zakken (voor examen) afgaan, bakken, stralen
zakken in water - zinken
zakkengoed gonje, jute, linnen
zakken onder de ogen - wallen
zakkenroller beurzensnijder, pickpocket, pikker, zakkendief
zakkenvuller - profiteur
zakkieuwigen - prikken, rondbekken
zaklamp zaklantaarn
zaklantaarn handlamp, knijpkat, zaklamp
zakmes knipmes, kortjan, lierenaar
zakmes van matrozen - kortjan
zakmuis - heteromyida
zakpijp - doedelzak, zeedruif
zakpijper - doedelzakspeler
zakpistooltje - terzerol
zakrat - goffer
zaksel bezinksel, droes, droesem
zakuurwerk horloge, remontoir
zakvormig - sacciform
zakvormige riviermond - liman
zakvormig sleepnet - haam, kuil, schrobnet
zalf balsem, ceratum, crème, liniment, pasta, smeersel, unguentum
zalf van rode kwikoxide schulpjeszalf
zalfachtig poetsmiddel - pommade
zalfbereidingsleer myrologie
zalfmes - spatel
zalfnoot - béhennoot
zalfolie - balsem, chrisma, wiolie
zalfsoort - balsem
zalfspaan spatel
zalig aangenaam, beaat, bovenaards, gelukkig, goddelijk, heerlijk, heilig, hemels, kostelijk, lekker, overheerlijk, smakelijk, verrukkelijk, weldadig
zalige - beata, beatus
zalige maagd Maria B.M.V. (beata Maria Virgo)
zaliger overleden, wijlen, z.g.
zaliger gedachtenis z.g., wijlen
zaligheid genot, heerlijkheid, heil
zaligmakend reddend, soterisch
Zaligmaker Heiland, Soter, Redder, Verlosser
zaligmaking - verlossing
zaligverklaring beatificatie
zalmachtige vis aal, forel, houting, meun, nebbeling, paling, salmo, smelt, spiering
zalmhout - peroba
zalmkleurig - saumon
zalven balsemen, insmeren, oliën, preken, sacrerentemen, wijden
zalvend lijzig, stichtelijk, temerig
zalvende toespraak preek, sermoen
zalvende toon onctie
zalving geteem, oliesel, onctie
Zambia, hoofdstad van - Loesaka
Zambia, rivier in Zambesi
zamelen bijeenbrengen, bijeengaren
zand aarde, steenstof, strand
zandaal smelt
zandachtig mul, rul, zanderig, zandig
zandachtig gesteente zandsteen, grauwak
zandbank ondiepte, plaat, vlaak, wad
zandbank voor Amsterdam - Pampus
zandbank in de Noordzee - Breeveertien, Doggersbank
zandbanken/diepte tussen mui
zandberg duin, nol
zanddrijver - fuut
zanderig - mul
zanderige grond gaast, geest
zanderige kampplaats - arena
zanderige oever strand
zanderige plaats woestijn, strand, woestijn
zanderige plaats langs zee - duinen
zander snoekbaars
zandgebakje - hernhutter
zandgrond achter duinen geest
zandhaver - elymus, helm
zandheuvel duin, nol(le)
zandheuveltje in weide - nol
zandhoop - nol
zandig buitenstrand - oere
zand in de ogen strooien - misleiden
zandkever - cicindelida
zandkleurig - k(h)aki
zandkool - diplotaxis
zandkust strand
zandloper - tijdglas, strandpluvier, uurglas
zandmannetje klaasvaak
zandmuur - arenaria
zandoord strand, woestijn
zandplaat in zee gors, haak, hors, zandbank
zandreiger - fuut
zandriet - helm
zandroerkruid - strobloem
zandrug - baar
zandspiering smelt
zandsteen - dolomiet, grauwak, kwartsiet, linoniet,molasse
zandsteen, Bentheimer - biksteen
zandsteen met grove korrels conglomeraat
zandstorm (Arab.) - kamasin, khamasin
zandstorm in Soedan - halub
zandstreek in Friesland Gaasterland
zandstreek in NoorBrabant Kempen
zandstrook strand
zandstrook langs de zee - strand
zandvaaggrond regosol
zandvlakte woestijn, strand
zandvliegkoorts - flebotomus
zandzee woestijn
zandzuiger elevator
zang gedicht, gezang, hymne, lied, ode, strofe, vers
zangberg - Helikon, Parnassus
zang en danskoor rei
zang voor allen tutti
zang zonder begeleiding a capella
zangbodem in plano klankbodem
zangboek lied(eren)boek
zangcantate - solodeama
zangdichtstuk - cantate
zangdrama - opera
zanger bard, bas, bariton, cantor, crooner, korist, kunstenaar, minstreel, rapsode, chansonnier, skald, solist, tenor, troubadour, vocalist
zangeres alt, koriste, kunstenares, mezzo, sopraan, soliste, soubrette
zangeres die alleen zingt - soliste
zangeres naar wie een gerecht is genoemd - Melba
zangerig (muz.) - cantabile, harmonieus
zangerige melodie cantilene
zangers koor
zangerskoor (kerk) cantorij, doksaal, oksaal
zanger uit de Middeleeuwen - minstreel, troubadour
zanggalerij jubee, doxaal, doksaal, oksaal
zanggedicht cantate
zanggezelschap koor, liedertafel
zanggod Apollo
zanggodin Muze
zanggroep duo, koor, kwartet, kwintet, liedertafel, sextet, trio
zanggroep van 2 personen - duo
zanggroep van 3 personen - trio
zanggroep van 4 personen - kwartet
zanggroep van 5 personen - kwintet
zanggroep van 6 personen sextethulde - serenade
zang
zangkoor cantoria, cantorij, oksaal, rei
zangleraar - cantor
zangminnende - filomeel
zangnimf - muze
zangnoot do, ut, re, mi, fa, sol, la, si
zangoefening solfège, vocalise
zangoefening met dans - rei
zangorgaan stem(banden)
zangpatrones Caecilia
zangspel musical, opera, operette
zangspel van minder allooi vaudeville
zangstem alt, bariton, bas, mezzo, sopraan, tenor
zangstuk aria, canon, cantate, duet, gezang, kwartet, kwintet, lied, motet, opera, oratorium, septet, sextet, trio
zangstukje chanson, liedje
zang van allen - tutti
zangvereniging koor, rei
zangvereniging voor mannen liedertafel
zangvereniging voor vrouwen - dameskoor
zangvogel
2 ka
3 beo, sijs, mus,
4 gaai, gors, kauw, keep, kneu, kraai, mees, raaf, roek, vink
5 kalle, merel, sijsje, wever,
6 ekster, lijster, pieper, pimpel, putter, tapuit, zwaluw
7 kanarie, karkiet, meerkol, spreeuw
8 karekiet, klauwier, koolmees
9 leeuwerik, wielewaal, rijstvogel
10 boomklever, honingeter, kwikstaart, nachtegaal
11 roodborstje, tuinfluiter
14 winterkoninkje
zangvogel in Europa en Azië - notenkraker
zangvogel met kuif - hop
zangvogels passeres
zangvogeltje kanarie, sijs
zangvoordracht - rectical, recitatif
zang voor één stem - solo
zangwijze deun, melodie, voois
zanik dralen, dreinen, etteren, klagen, klier(en), mieren, seibelaar, talmen, teem, zemel(en), zemelaar, zeuren, (zeur)kous, zeurpiet, zwamneus
zaniken dreinen, leuteren, mieren, temen, urmen, zagen, zemelen, zeuren
zaniker seibelaar, zager, zemelaar, (zeur)kous, zeurpiet
zanikpot klier, zeur
zanten bijeen zamelen, lezen, verzamelen, zamelen
zanwolfsmelk - heksenmelk
zat aangeschoten, beu, beschonken, bezopen, dronken, genoeg, laveloos, moe, verzadigd, vol, voldaan, voldoende
zate boerderij, grondslag, hoeve, landgoed, rust, state, stee, werf
zaterdag voor Palmzondag Palmavond
zaterdag voor Pinksteren luilak
zatheid dronkenschap, verzadiging
zatladder dronkelap, zuipschuit
zatlap dronkaard, zuiplap
zatlapperij dronkemansboel, dronkenschap
zat of dronken teut
zatterik dronkaard
zat zijn beu, bezopen, dronken
zat zijn van - balen
ze zij
zeboe bultrund
zebra - hippotigris
zebrahout palmyrahout
zebramangoeste ichneumon
zebrapad oversteekplaats, voetgangerspad
zede gebruik, gewoonte, manier, mode, mos, norm, traditie
zedekunde - ethica, ethiek
zedekundige - moralist
zedenleer ethiek, moraal
zedeles - maraal, moralisatie
zedelijk braaf, deugdzaam, eerbaar, ethisch, kuis, moreel, net, zindelijk
zedelijk bewustzijn geweten
zedelijk gedrag levenswandel
zedelijk overwicht gezag, prestige
zedelijk verheffen adelen
zedelijk verval decadentie
zedelijke begrippen - ethiek
zedelijke fout faal, gebrek, misslag, zonde
zedelijke gebondenheid - plicht
zedelijke grootheid adel, adeldom
zedelijke waardering - moraal
zedelijkerwijze moraliter
zedelijkheid moraal, moraliteit
zedeloos gemeen, goddeloos, liederlijk, losbandig, onbeschaafd, onfatsoenlijk, ongebonden, ontuchtig, schandelijk, slecht, verdorven, vies, wulps
zedeloze vrouw del, slet
zeden moraal, mores
zeden en gebruiken moraal
zedenbederf corruptie, verbastering, ontaarding
zedenkunde ethica, zedenleer
zedenkwetsend - inmoreel
zedenleer ethiek, moraal, regorisme, zedenkunde
zedenles - moraal
zedenmeester moralist
zedenmeesteren preken
zedenpreken - moraliseren
zedenspreuk - sententie
zedig bescheiden, deugd, eerbaar, ingetogen, kuis, modest, nederig, preuts, rein, stemmig
zedig en eerbaar - kies
zedigheid ingetogenheid, kuisheid, modestie
zee (Arab.) bahr
zee (Duits) meer
zee (Eng.) sea
zee (Fr.) mer
zee (Gr.) thalatta, thalassa, talassa
zee (Zweeds) hav
zee - oceaan, pontos, vaarwater, waterplas, watervlakte
zee betreffend. maritien
zeeaap - draakvis
zeeadelaar visarend
zeeajuin zeelook
zeeanemonen actiniën
zeearend - geelkop
zeearm baai
zee-artillerist - konstabel
zeeartemesia - zeealsem
zeeaster zulte
zeebaars ombervis
zeebank rif, zandbank
zeebanket haring, tong, vis
zeebarbeel mul
zeebeer oorrob, pelsrob
zeeberebont - seal(skin)
zee betreffende - maritiem
zeebewoner dolfijn, garnaal, haai, krab, kreeft, kwal, mossel, ork, rob, vis, walrus, walvis, zeepaardje, zeester
zee bij Arabië - Rode zee
zee bij Australië - Koraal, Tasman
zee bij China - gele zee, oostchinese, zuidchinese
zee bij Corsica - Gallische
zee bij Egypte - Rode zee
zee bij Griekenland - Egeïsche, Ionische
zee bij India - Arabischr
zee bij Indonesië - Arafura, Banda, Celebes, Floris, Helmaheira, Java, Molukken, Sawu, Seram, Timor
zee bij Italië - Ionische, Ligurische, Tyrrheense
zee bij Japan - Japanse
zee bij Joegoslavië - Adriatische
zee bij Midden Amerika - Caribische
zee bij Rusland - Azof, Barentz, IJs, Kaspische, Oost, Witte
zee bij Sardinië - Sardinische
zee bij Siberië - Bering, Ochotsk, Oostsiberische
zee bij Turkije - Marmora, Middellandse, Zwarte
zeebliek schardijn
zeeboei - brulboei
zeeboezem baai, golf, inham, sinus
zeeboot - zeeschip
zeebrasem - sparida
zeecadet - adelborst
zeediepte - mui
zeedier garnaal, haai, krab, kreeft, kwal, mossel, rob, spons, vis, walrus, zeehond, zeeleeuw
zeeduiker lom
zeeduikers - gaviformes
zeeduivel hengelaar, hozebek, hozemond, wijdmuil,
zeedonderpad, zeeëngel
zeeëend - ordemia
zeeëenhoorn - narwal
zee-egel - echinoldea, echinus
zeeëikel - knapper
zee-ekster scholekster
zee-engte - Belt, Bosporus, Sont, nauw, straat,
zee-engte tussen Denemarken en Zweden Sont
zee-engte tussen Engeland en Frankrijk Kanaal
zee-ever zeezwijn
zeef filter, kleins, reuter, teems, treuzel, wan, zift, zijgdoek
zeefbek beider, deen, eend, flamingo,gand, gander, gent, goeie, rotgans, woerd, slobbe, smient, taling, witkop, zwaan
zeefdoek stamijn
zeefdruk - semigrafie
zeefgedeelte - phloëem
zeeforel - schotje, schot(zalm)
zeeg afvoersloot, filter, kalm, mak, tocht
zeegang deining
zeegans - branta, rotgans
zeegast matroos
zeegier - fregatvogel
zeegod Aegir, Glaucus, Neptunus, Nereus, Njord, Poseidon, Proteus, Triton
zeegodin Amfitrite, Ran, Thetis
zeegras alg, alge, sargasso, wier, zostera
zeegrend - kust
zeegroen aquamarijn, grijsgroen, seladon
zeegroene edelsteen beril
zeegrondel - dikkopje
zeehaan - knorhaan, poon
zeehaan, vliegende - zeezwaluw
zeehond kathaan, manenrob, phocida, rob, rots
zeehondenvel sealskin
zeehoofd - havenhoofd, pier
zeehoorn kinkhoorn, tritonshoorn
zee-inham in Scandinavië fjord
zeejonker jonkervis
zeekaag - mantelmeeuw
zeekant kust
zeekaart, oude - portolaan, portulaan
zeekat - sepia, spookvis
zeeklaar - zeilree
zeekoe doejoeng, dugong, lamantijn, manati, sirenia
zeekomkommer tripang
zeekoningin Ran
zeekraal - salicornia
zeekreeft hommer, homvis, hummer
zeekust - strand
zeekust met eilandjes scheren
zeekust met steile wand klif, klip
zeekwal acalepha
zeel - draagriem
zeelamprei - zeeprik
zeeleeuw - oorrob
zeelelie haarster
zeelieden watervolk
zeelui scheepsvolk, watervolk
zeelt leb, louw, muidhond, slij
zeemacht marine, navy, vloot
zeeman janmaat, licht(matroos), navigator, runner, hepeling, scvarensgezel
zeeman voor deel van de reis gemonsterd runner
zeemansbuis bolkvanger, jekker, piloot
zeemansjas - bonker
zeemanslied - shanty
zeemanspij bolkvanger
zeemeermin meermin, nereïde, nimf, sirene
zeemeeuw - mantelmeeuw
zeemerk - baak, boei
zeemeter - dieplood
zeemijl knoop
zeemlap - drooglap
zeemuis - aphrodiye
zeen pees, zenuw
zeenaald - syngnathina
zeenimf meermin, nereïde, sirene
zeenimf (Grieks) Galate(i)a
zeeoever - kust
zeeofficier in opleiding adelborst
zeeoor - abalone
zeeoppervlak - zeespiegel
zeepaap hoogkijker meermin, sterrenkijker, uranoscopus
zeepaard walrus
zeepaardje hippocampus
zee paddestoel - fungia, thizostoma
zeepaling - congeraal, meeraal, murene
zeepatrijs - tong
zeepbal savonet
zeepfabriek ziederij
zeepier - zeehoofd
zee pieterselie zeevenkel
zee pijnboom zeeden
zeepinksternakel pijlstaart, stekelrog
zeepkruid - saponaria
zeepok bafanus
zeepoplossing sop
zeepost - mail
zeepostelein honckenya
zeepsop - waswater
zeepsteen saponiet, steatiet, talk
zeepstof - saponine
zeeputter - sneeuwgors
zeepwater sop
zeeregister - journaal, logboek
zeerover - boekanier, kaper, piraat, vrijbuiter, zeeschuimer
zeer buitensporig, danig, erg, heel, hevig, leed, molto, nijg, pijn, super, uitermate, verdriet, wee, (muz.)assai
zeer aandoenlijk (muz.) lamentoso
zeer arm - straatarm
zeer arm mens armoedzaaier, bedelaar, kerkrat, sloeber
zeer begaafd geniaal, talentrijk
zeer begaafd mens genie
zeer behoeftig doodarm
zeer bejaard stokoud
zeer bekend befaamd, beroemd, berucht
zeer belangrijk persoon v.i.p.
zeer belezen erudiet, lettré
zeer bemiddeld schatrijk
zeer bijdehand gehaaid
zeer bleek inwit
zeer boeiend meeslepend
zeer boos grimig, nijdig, toornig, woest
zeer brandbare stof aceton, alcohol, atoon, benzine, buskruit, fosfor, gas, kerosine, kruit, spititus, teer, zwavel
zeer buigzaam soepel
zeer dicht - innig
zeer dom oerdom, oliedom, stom
zeer dom mens - domoor, onbenul, stommeling
zeer domme domoor, eend, ezel, onbenul, stommeling, uil
zeer donker pikkedonker, pikdonker, zwart
zeer drogr champagne - brut
zeer dun iel, ijl, fijn, mager, waterig
zeer dun bladmetaal of plastiek - folie, foelie, latoen
zeer en kommer leed, pijn
zeer erg immens, intens
zeer ergerlijk schandalig
zeer ernstig - erg
zeer fijn ragfijn, piekfijn
zeer fijn plooien plisseren
zeer fijne suiker poedersuiker
zeer fraai mooi, prachtig
zeer gaarne - overgraag
zeer geduldig lankmoedig
zeer gedurfd gewaagd, riskant, roekeloos
zeer gehaast (muz.) prestissimo
zeer geliefd kind troetelkind
zeer gelikkig - welzalig
zeer geschikt geknipt
zeer gespannen krampachtig
zeer gespierde sportman atleet
zeer gesteld op - tuk
zeer goed best, eminent, excellent, optimaal, prima, puik, uitmuntend, uitnemend, uitstekend, voortreffelijk
zeer goedkoop - spotgoedkoop
zeer goed redenaar Brugmans, Cicero, Demosthenes
zeer groot danig, enorm, geweldig, gigantisch, groots, kolossaal, mateloos, onmetelijk, reusachig
zeer groot aantal legio, massa, overvloed, zee
zeer grote macht - supermacht
zeer grote menigte massa, zee
zeer grote woning herenhuis, kasteel, paleis, slot
zeer haastig overhaast
zeer handig kunstig
zeer harde houtsoort - pokhout
zeer harde wind cycloon, orkaan, storm
zeer hard schot loeier
zeer hard slaan - mokeren
zeer heet bloedheet, gloeiend, puf, smoor
zeer helder rood scharlaken
zeer hinderlijk - stuitend
zeer hongerig uitgehongerd
zeer hoog huizenhoog
zeer hoog gebergte Andes, Himalaya
zeer hoge boom eucalyptus, populier, sequoia
zeer ijverig fervent, vurig
zeer ingenomen - tuk, verzot
zeer jong groen, pril
zeer karig loon hongerloon
zeer keurig - innet
zeer klein gering, iel, micro, miniem, minimaal, minuscuul, nietig
zeer klein gewicht gram, grein
zeer kleurrijk - kakelbont
zeer korte tijd even, moment, oogwenk, seconde, tel
zeer koud inkoud, ijskoud
zeer krachtig - intens, machtig, pancratisch
zeer krachtig mens Hercules
zeer kwaad - woedend
zeer lage prijs spotprijs
zeer lage stem brombeer, bromstem
zeer lang mijlenlang
zeer lelijk - afschuwelijk
zeer levendig (con) brio
zeer licht gas helium, waterstof
zeer luid oorverdovend, fortissimo
zeer mager broodmager
zeer matig - frugaal
zeer meegaand dociel, faciel, meelevend
zeer mild genereus, kwistig, milddadig
zeer mooi - beeldschoon, elegant, enig, prachtig, schitterend, sierlijk, wondermooi, wonderschoon
zeer mooi meisje Galatea, schoonheid
zeer mooie woniong paleis
zeer nadelig ruineus
zeer nat zij - druipen
zeer nauwkeurig minutieus
zeer nodig noodzakelijk, vereist
zeer onbeleefd bot, brutaal, lomp, onbeschoft
zeer ongunstig sonister
zeer ontstuimig - woest
zeer oud antiek, oer, stokoud
zeer oude spullen antiek
zeer prijzig - peperduur
zeer rekbaar - vaag
zeer rijk gefortuneerd, opulent, rentenier, schatrijk, vermogend
zeer rijk man Croesus, miljonair, nabob, rentenier
zeer royaal - kwistig
zeer rustig geluidloos, stil
zeer samenhangend ingewikkeld, taai
zeer schappelijk genadig
zeer scherp - vlijmscherp
zeer scherp mesje vlijm, vliem
zeer schoon beeldig, brandschoon
zeer snel - expres
zeer snel (muz.) prestissimo
zeer snel lopen hollen, racen, rennen, snellen, sprinten, vliegen
zeer snel rijden racen
zeer spannend adembenemend
zeer spoedig alras, dra, rap, ras, snel, vlug
zeer sterk herculisch, ijzersterk, krachtig, oersterk, onverwoestbaar
zeer sterk (muz.) fortissimo
zeer sterke man - krachtmens
zeer sterke wind cycloon, orkaan, storm
zeer stoutmoedig driest, vermetel
zeer streng draconisch, rigoureus
zeer talrijk legio
zeer trots - apetrots
zeer uitgestrekt gebergte Andes, Oeral
zeer vast geheid, onwrikbaar
zeer vatbaar voor ontroering emotioneel
zeer veel boel, drom, hoop, legio, massa, menig
zeer veel gestorte tranen tranenvloed
zeer veel mensen drom
zeer verbolgen razend, woedend
zeer verderfelijk pestilent, verpestend
zeer vergenoegd stralend
zeer verheugd - dolblij
zeer verheven subliem
zeer verliefd smoor
zeer vermaard - beroemd
zeer vermoeid afgemat, doodop, op
zeer verwonderd verbaasd, paf
zeer vloeibaar dun
zeer vlug - pijlsnel
zeer vluchtige benzine gasoline
zeer vochtig doornat, kletsnat
zeer vochtige grong dras
zeer vol eivol
zeer voorzichtig diplomatiek
zeer vriendelijk charmant
zeer vruchtbaar groeizaam, vertiel, welig, wulps
zeer warm gloeiend, heet, kokend
zeer waterrijk land beemd, moer, moeras, spreng, ven
zeer weinig iets, mondjesmaat, nauwelijks, snars
zeer weinig voorkomend zelden
zeer wit hrijtwit, sneeuwwit
zeer woedend - laaiend
zeer zacht (muz.) pianissimo.
zeer zeldzaam uniek
zeer zout bermzout, pekelig
zeer zwaar lodig, loodzwaar
zeer zwaarlijvige vogel dodaars, kalkoen
zeer zare arbeid slavenwerk
zeer zware slag dreun, mokerslag
zeer zwart - pikzwart
zee register logboek, journaal
zeeraaf - aalscholver, waterraf
zeerecht, vorm van het - angarie
zeeregister - logboek, (scheeps)journal
zeerob rob,walrus, zeebonk
zeerobbont seal
zeeroof - kaap
zeeroofdieren -
3 rob
6 oorrob, walrus
7 bandrob, zeebeer, zeehond
8 baardrob, blaasrob, kegelrob, klapmuts, krabeter, manenrob,
pelsrob, stinkrob, zadelrob, zeeleeuw
9 ringelrob
10 monniksrob, zeeolifant
11 zeeluipaard
zeerots - klip
zeerover boekanier, filibuster, kaper, piraat, vrijbuiter, zee(schuimer)
zeeschade averij, molest
zeeschilder Mesdag, Vroom, Velde, Porcellis, Ensor
zeeschildpad karet, krat, kret
zeeschip bark, brik, coaster, cutter, fregat, jonk, kotter, kruiser, schoener
zeeschuimer boekanier, kaper, piraat, zeerover
zeeslak alikruik, euchelus, wulk
zeesoldaat marinier, matroos
zeester - asteroideum
zeestraat Belt, Bosporus, Dardanellen, Sond, Sont, nauw, zee-engte
zeestraat naar Zwarte Zee Bosporus, Dardanellen
zeestraat tussen Denemarken en Zweden Sont
zeestroom - golfstroom
zeestrijdmacht marine, mariniers, navy, vloot
zeestrook - strand
Zeeuws eiland Beveland, Duiveland, Schouwen, Tholen, Walcheren
Zeeuws vissersvaartuig hengst
Zeeuwse plaats Bath, Breskens, Domburg, Goes, Hulst, Krabbendijke, Middelburg, Renesse, Rilland, Terneuzen,
Veere, Vlissingen
zeevaart betreffende maritiem
zeevaartkunde nautiek
zeevarken - bruinvis
zeevenkel - crithmum
zeevink sneeuwgors
zeevis bolk, bot, elft, fint, geep, grondel, haai, haring, heilbot, kabeljauw, knorhaan, om, makreel, meun, poon, puitaal, rog, schelvis, schol, sprot, tarbot, tong, tonijn, wijting, wimber, zeebaars
zeevis met stekels pieterman
zeevlo springer, strandvlo
zeevogel - albatros, alk, meeuw, stern, zeearend, zeemeeuw
zeevoogd admiraal
zeevos - voshaai
zeevrachtbrief cognossement
zeevrouw - meermin
zeewaarts aflandig
zeeweegbree reie
zeewering dijk, duinen
zeewezen - marine
zeewezen betreffende maritiem, nautisch
zeewier alg(e), kelp, zeegras
zeewilg kruipwilg
zeewilster zilverpluvier
zeeziekte naupathie
zeezone plat
zeezoogdier bruinvis, dolfijn, rob, rus, walrus, walvis, zeekalf, zeekoe, zeehond, zeeleeuw
zeezwaluw starre, stern, halcyon, zeehaan
zeezwijn - stekelhaai, zuigervis
zege overwinning, praal, triomf, victorie
zegefeest triomf
zegekrans - lauwerkrans
zegel kenmerk, lakmerk, merk, sigillum, stempel
zegelaarde - bolus, lemnia
zegelied triomflied, overwinningslied
zegelkosten leges, porto
zegekrans - lauwertak
zegekreet - Hosanna
zegelkunde - sfragistiek, sigillografie
zegellood plombe
zegelring signet
zegelsnijder - graveur
zegelstempel signet
zegelstof lak, was
zegelverzamelaar filatelist
zegelverzamelarij filatelie
zegen benedictie, heil, voorspoed, wijding
zegen reepnet,
zegenen benedijen, loven, prijzen, wijden
zegening wijding, benedictie
zegenrijk - gelukkig, voorspoedig
zegepalm erepalm, trofee
zegepoort - triomfboog
zegepraal - overwinning, triomf
zegepralend triomfant, triomferend, overwinnend
zegeschoten - triomfsalvo
zegeteken erepalm, trofee, trophee
zegevieren (over)winnen, triomferen
zegevierend triomfantelijk, zegepralend
zegge - carex, carlina
zeggen - aanmerken, beduiden, betekenen, bevelen, beweren, gebieden, kletsen, kouten, mededelen, praten, spreken, vermelden, voordragen
zeggenschap inspraak, stem
zeggen, verzen - declameren, reciteren, voordragen
zegging dictie
zegsman bron, informant, woordvoerder
zegswoord - bewoording, uitdrukking
zegswijze adagium, gezegde, locutie,spreekwoord, spreuk
zegt men tegen een vorst - sire
zeil aap, bazaan, fok, jager, kluiver, linoleum vlieger
zeil (klein) fats
zeil aan de achtermast van een driemaster bezaan
zeilblok - schootbos
zeil, boordsl van een lijk
zeilboom - giek
zeilboot - BM
zeil, deel van een - hals
zeildoek - canvas, dekkleed, kraam, leerdoek
zeildoekse emmer - puts
zeil en roeiwedstrijd regatta, varsity
zeilen stevenen, varen, zweven
zeilen inkorten geien
zeiljacht pluiter, spanker
zeiljack jopper, kiel
zeilkwal - bezaantje, velella
zeilmakersgereedschap - priem
zeil minderen reven
zeilmop - zwabber
zeil, onder-gaan inslapen
zeiloren flaporen
zeilplank - surfplank
zeilscheepje - sharpie
zeilschip
2 B.M.
3 jol, kof, kog, mot
4 bark, brik, buis, jonk, kits, lark, smak, valk
5 draak, jacht, sloep, kogge, tjalk, pinas
6 boeier, botter, fregat, gaffel, hengst, kotter, logger, pampus,
schouw, tornado
7 karveel, klipper, tjotter
8 hoogaars, kof(schip), schoener, schokker, volschip
9 brigantijn, gaffelaar, valkjacht, zeiljacht
10 driemaster
zeilschip voor kustvaart coaster, logger
zeilsoort -
3 fok
5 bagijn, begijn, jager
6 bezaan, razeil
7 aapzeil, kluiver, skyzeil, snijzeil, stagfok
8 ramzeil, marszeil, spinaker, stagzeil
9 emmerzeil, grootzeil, latijnzeil, spinnaker
10 sprietzeil
zeilsteen - magneet
zeilterm -
3 aap, bak, fok, kim, nok, raf, rak, rif, val
4 blok, boeg, dirk, dreg, hals, kous, loef, roef, slok, stag, stok, stag, zeeg
5 averij, gijpen, reven, scheg, steng
6 bestek, boelijn, gaffel, kikker, killen, lenzen, loeven, marlen,
nokval, reggen, ruimen, schaar, schoot, wartel, wervel, zaling
7 aapzeil, botloef, brassen, buiskap, kluiver, laveren
8 bakboord, berghout, boeghout, helmstok, lagerwal, landvast,
loefboom, merlstok, oploeven, zwichten
9 achterlijk, boegseren, buiswater, gangboord, grootzeil,
kapseizen, mastkoker, nagelbank, nokkenval, paalsteek,
torentuig, zwabberen
10 boegspriet, korvijnagel, loefgierig, roerkoning,
zeiltouw gei, hals, schoot,val
zeiltuig van een vlet - spriettuig
zeilvaartuig
3 jol, kof
4 kits, lark
5 draak, jacht, tjalk
6 boeier, kotter, schouw
7 karveel, tjotter
8 schoener
9 korf(tjalk), zeiljacht
zeilvereniging- jachtclub
zeilwagen, uitvinder van de - Stevin
zeilwedstrijd regatta
zeilwind - bries
zeis grasmaaier, zicht
zeis wetten - haren
zeisscherper strekel
zekel - sikkel
zeker absoluut, behouden, beslist, echt, geborgen, grond, geheid, gerust, gewis, inderdaad, juist, ongetwijfeld, pertinent, positief, reeel, safe, secuur, stellig, solide, vast, veilig, voorwaar, waar(lijk), wezenlijk, wis
zeker bestaand reëel
zeker bordspel met pionnen halma, schaak
zeker gebed litanie, paternoster, rozenkrans
zeker geluid maken - sissen
zeker en gewis vast
zeker en veilig - safe
zeker iemand ene
zeker kaartspel bridge, poker, tarok, whist
zeker zijn - vaststaan
zekere ene
zekere blauwe verfstof kobalt, smalt
zekere bloeiwijze - aar
zekere capaciteit arbeidsvermogen, energie
zekere fijne vrucht aardbei, bes, perzik, framboos
zekere geldswaarde bankbiljet, ct., euro, gld., muntbiljet, pst., st., rkd., valuta
zekere hoeveelheid gros
zekere houtsoort braziel
zekere kleur rood
zekere krachtsport judo
zekere landmaat - gars
zekere slingerplant betel
zekere sluipwesp - spinnendoder
zekere specerij foelie, karwij, kruidnagel, peper
zekere tijd immer, ooit
zekere vochtmaat stoop
zekere zeevis - elft
zekerheid aplomb, beslistheid, borg, onderpand, securiteit, stelligheid, vastheid, vastigheid, veiligheid, waarborg, (waar)pand, wisheid
zekerheidstelling - borgstelling, cautie, onderpand
zekering - stop
zekerlijk stellig, vast, wezenlijk zeker
zelateur ijveraar
zelden schaars, sporadisch, zeldzaam, soms
zelden thuis uithuizig
zeldzaam apart, curieus, schaars, uniek, vreemd, zelden, zonderling
zeldzaam dier - okapi
zeldzaam persoon rara avis
zeldzaam verschijnsel fenomeen
zeldzaamheid curiositeit, rarigheid, rariteit, schaarste, unicum
zeldzame aarde cerium (ce), erbium, holmium, lanthaan (la), illinium, terbium, thulium
zeldzame dingen curiosa
zeldzame gelegenheid - uniek
zeldzame vlindersoort - apollo
zelf (Lat.) ipse
zelf persoonlijk
zelf bedacht - origineel
zelfbediening self service
zelfbedieningszaak supermarkt
zelfbedrog - illusie
zelfbegoocheling - illusie
zelfbeheersing zelfcontrole
zelfbescherming kuras, harnas, schild
zelfbeschrijvende thermometer - thermograaf
zelfbeschuldiging - spijt, wroeging
zelfbesmetting auto-infectie
zelfbestaan - perseïteit
zelf besturend autonoom
zelfbestuur autonomie, onafhankelijkheid
zelfbevlekking - masturbatie, onanie
zelfbevrediging - onanie
zelfbevruchting - autogamie
zelfbewust fier, parmantig, trots
zelfbinder stropdas, zelfstrikker
zelfde levensgang sleur
zelfde vader, andere moeder agnaat
zelfdiscipline zelftucht
zelfgekozen Friese aanvoerder potestaat
zelfgenoegzaam - zelfvoldaan
zelfgenoegzaamheid autarkie
zelfheid - egoïsme
zelfingenomen ijdel, ingebeeld, opgeblazen, verwaand,
zelfingenomenheid egotisme, eigendunk, eigenwaan
zelfingenomen persoon - egoist
zelfkant braam, neg
zelfkant van de maatschappij - janhagel, plebs, schorriemorrie
zelfkant van weefsel neg(ge)
zelfkastijder flagellant, masochist
zelfkastijding flagellatie
zelfkennis autognosle
zlfklevend etiket - sticker
zelfklinker - vocaal
zelfkwelling masochisme,
zelfpijniging - zelfkwelling
zelfmoord - harakiri (Jap.), suïcide
zelfmoord piloot - kamikaze
zelfobservatie zelfwaarneming
zelfonderricht autodidaktiek
zelfonderrichter autodidact
zelfontleding autolyse
zelfoplossing - autolyse
zelfoverschatting - eigendunk, hybris, overmoed
zelfpijniging zelfkwelling
zelfregring - autarchie, autonomie
zelfrespect eigenwaarde
zelfs nog, ook
zelfs ook bovendien
zelfschrijvende thermometer - thermograaf
zelfstandig autonoom, mondig, onafhankelijk, soeverein
zelfstandig naamwoord nomen, substantief, substantivum
zelfstandige - ondernemer
zelfstandigheid autonomie, stof, substantie
zelfstrikker - zelfbinder
zelfstudent - autodidact
zelfverdediging - noodweer
zelfverdedigingssport - karate
zelfvergiftiging autointoxicatie
zelfvergoding egotisme
zelfverloochening - abnegatie
zelfverminking autotomie
zelfvertrouwen aplomb
zelfverzekerd - assertief
zelfverzekerde vaardigheid bravoure
zelfverzekerdheid aplomb, bravoure
zelfvoorziening - autarkie
zelfwaarneming introspectie
zelfwerkend automatisch
zelfwerkend toestel - automaat
zelfwerkzaamheid - automatism
zelfwording abiogenesis
zelfzucht baatzucht, egoïsme, eigenbaat,
zelfzuchtig baatzuchtig, egoïstisch
zelfzuchtig mens egoïst
zelfzuchtige egoïst
zeloot fanaticus, geestdrijver
zemel zanik, zeur(piet), zwamneus
zemelaar - haarklovr, zanik, zeur(kous)
zemelachtig - vervelend
zemelen temen, zalven, zaniken, zeuren
zemelig vervelend
zemelknopen zaniken, zeuren
zemelknoper muggenzifter, zanik
zemelknoopster muggenzifter, zanik, zeur
zemelmeel kornel
zemen aflappen, reinigen
zendbode - afgevaardigde
zendbrief epistel, mandement, missive
zendbrief der Apostelen - epistel
zendeling missionaris, zielenherder
zenden - sturen
zend en ontvangdraad antenne
zender - radiostation
zending legatie, missie, opdracht, taak
zending van geld cheque, remise
zendingsterrein missiegebied
zendstation - zender
zenegroen ajuga
zengelen - tintelen
zengen branden, roosteren, schroeien, verschroeien
zenig - pezig
zenit - top(punt)
Zeno, leerling van - stoïcijn
zenonisme stoïcisme
zenuw nerf, nervus, pees, zeen
zenuwachtig angstig, gehaast, gejaagd, haastig, nerveus, neurotisch, onrustig
zenuwachtig bewegen van de vingers frunniken, peuteren
zenuwachtige opwinding agitatie
zenuwachtigheid nervositeit
zenuwachtig maken - opgeven
zenuwarts neuroloog, psychiater
zenuwcel neuron
zenuw, deel van een - dendriet, neuriet
zenuwen stillen - kalmeren
zenuwgezwel - neutroom
zenuwknoop ganglion
zenuwleer - neurologie
zenuwlijden - neuralgie
zenuwontsteking neuritis
zenuwpijn neuralgie
zenuwprikkeling shock
zenuwsterkend middel tonicum
zenuwstillend middel broom, valeriaan
zenuwtrek tic
zenuwuitloper - axon, neuriet
zenuwversterkend middel - tonicum
zenuwziek neurotisch
zenuwziekte hysterie, neuralgie, neurose
zenuwzwak - neurasthemisch
zenuwzwakte neurasthenie
zeper miskleun
zeperd miskleun, misrekening, strop
zeppelin luchtballon, luchtschip
zerk grafsteen, steen, tombe, stele
zerkje - santje
zero - niets, nul,
zerp rins, scherp, wrang, zuur
zerpzoet rins, zuurzoet
zes maanden halfjaar, semester
zesde naamval ablatief, ablativus
zesde noot la, a
zesde zondag voor Pasen Sexagesima
zeshoek - hexagoon, hexagram
zeshoekig - hexaganaal
zes Januari Driekoningen, Dertien avond
zeskoppig monster Scylla
zespuntige ster hexagram
zes stemmige compositie voor instrumenten of stemmen sextet
zestiende eeuw cinquecento
zestig seconden - minuut
zestigtallig sexagesimaal
zestigtal planken - schok
zesvlak hexaëder, kubus
zesvoetig vers hexameter
zet duw, loer, poets, por, stoot, streek
zet als antwoord tegenzet
zetbaas - gérant, stroman
zetel bank, club, fauteuil, gestoelte, leunstoel, residentie, sedes, stoel, troon, (Lat.) zadel, vestiging, zitplaats
zetel adres, domicilie sedes, woonstee
zetel aan de bar kruk
zetel met drievoeten - drievoet
zetel van de NATO Brussel
zetel van de Russische regering - Kremlin
zetel van de Verenigde Naties New Vork
zetel van de Sovjetregering Kremlin
zetel van de vroegere Russische regering Petersburg
zetel van het Europees Parlement - Straatsburg
zetel van het internationale Gerechtshof 'sGravenhage
zetel van het verstand - hersenen
zetel van zintuig neus, oog, oor, tong
zetelen - tronen, zitten
zetfout - erratum
zetgietmachine die losse letters giet - monotype
zetgietmachine die regels giet linotype
zethamer drijver, haarhamer, sas
zethoutje - tenakel
zetkast letterkast
zetlijn voor aal aalreep
zetmeel - amylum
zetmeelgom - dextrine
zetmeelkorrels sago
zetmeelstroop - glucosestroop
zetmeel uit de wortelknollen van de cassave tapioca
zetpil - suppositorium
zetplant - loot
zetsel bezinksel, drap, droesem, grondsop, sediment,
zetstee - stelling
zetten bepalen, deponeren, kanten, plaatsen, pleuren, stellen, strekken, tappen, wagen
zetten het plaatsing, zetting
zetten van arm of been reponeren
zetter - typograaf
zetting van muziek - arrangement, transcriptie
zeug keu, mot(te), trui, varken
zeulen dragen, sjouwen, slepen
zeur drein, druiloor, erwtenteller, femel, huilebalk, slijmjurk, teem, temer, zanik, zemel, zeurkous
zeurder drammer, drens, temer, zemelaar
zeurderig drammerig, hangerig, landerig, lijzig, temerig
zeurderig gepraat geteem, gezanik
zeurderig kind drens
zeurderij - temerij
zeuren aanhouden, doorzagen, dreinen, drenzen, jengelen, klagen, meieren, temen, zagen, zaniken, zemelen
zeurend lastig, temerig, vervelend
zeurig chagrijnig, lastig, temerig, vervelend
zeurig huilen dreinen, drenzen
zeurig kind drein, drens
zeurig spreken - lijmen
zeurkous - drein, drens, emmer, leuteraar, nurk, teem, temer, teut, theeleut, zanik, zemel, zeurpiet
zeurpiet huilebalk, zeurkous, (zanik)pot
zeven filteren, wannen, ziften, zuiveren
zeven (Gr.) hepta
zevenblad - aegopodium, tormentil
Zevenburgen Ardeal, Transsylvanië
zeven dagen - week
zevende noot van de toonschaal si
zevende toon van een octaaf septime, septiem
Zevengebergte, deel van het - Drachenfels,Lohrberg, Oelberg
Zevengesternte - Plejaden
zevenhoek heptagoon
zevenhoekig septangulair, heptangulair
zevenjarig - septennaal
zevenmijlsjaarzen, met - gehaast, haastig
zevenoog bloedzweer
zevenrijk heptarchie
zevenslaper relmuis
zevensnarige luit heptachord
zevenstemmig stuk septet
zevenster - trientalis
zevental - septeen
zeventallig orkestje septet
zeventigste dag voor Pasen Septuagesima
zevenvingerkruid - aterbezie
zevenvoetig vers heptameter
zever kwijl, speeksel, zanik, zeur
zeveren kijlen, wauwelenzeuren, zaniken
zich aandienen aanmelden, aandiening
zich aan iemand opdringend opdringerig
zich aanmelden aanbieden, aanbieding
zich aanpassen schikken, voegen, wennen
zich aanschaffen kopen
zich afvragen betwijfelen, overwegen
zich begeven treden
zich behoedzaam voortbewegen sluipen
zich beijveren - streven
zich beklagen doleren, peeuwen, jeremiëren, doleren, jammeren, mopperen, morren
zich bekleden aandoen, aantrekken
zich bekwamen doceren, leren,studeren
zich beraden overdenken
zich bergen vluchten
zich bevinden liggen, staan, zijn
zich bezinnen inkeren
zich blameren - afgaan
zich doen gelden - imponeren
zich een air geven poseren
zich fris voelend fit
zich gewennen - aarden
zich gezond voelend vitaal, levenslustig, fit
zich haasten jachten, reppen, spoeden
zich herinneren heugen
zich herstellen bekomen, beteren
zich hevig en snel uitende misnoegdheid toorn
zich hoeden voor vrezen
zich hoger bevinden boven
zich in acht nemen - vrezen
zich in een kring voortbewegen - circuleren
zich in een kring voortbewegend - circulatie
zich inspannen streven, werken
zich kleden aandoen
zich krommen - buigen
zich met een bepaald voertuig voortbewegen - sleeën
zich met zuurstof verbinden oxideren
zich neerleggen - berusten
zich noemen heten
zich ontdoen van kleren uitkleden, ontbloten
zich ontfermen adopteren, helpen
zich onthouden abstineren, spenen
zich onthouden van eten - vasten
zich onthoudend - abstinent
zich ontspannen relaxen
zich ontzien hindern
zich op een stoel bevinden zitten
zich ophouden verblijven
zich opmaken opdirken, optutten
zich oprichten - rijzen
zich realiseren beseffen
zich reinigen baden, douchen, wassen
zich schadeloos stellen verhalen
zich schamen generen
zich scharen - groeperen
zich schikken berusten
zich stilhouden - deinzen
zich toe-eigenen pakken, stelen, (weg)nemen
zich uit de voeten maken vluchten
zich uiten - spreken
zich uitlaten uiten
zich uitstekend voelen - gezond
zich verbeelden wanen
zich verbergen schuilen, verstoppen
zich verdedigen - afweren
zich verfrissen baden, drinken
zich vergissen dwalen, feilen
zich verheffen opstaan, rijzen, stijgen
zich verlustigen genieten
zich verplaatsen reizen
zich verstoppen schuilen
zich vertonen verschijnen
zich verweren pareren
zich verwerven aanschaffen, kopen
zich verwijdern heengaan, inrukken, opkrassen, weggaan
zich verzamelen - bijeenkomen
zich verzetten tegen protesteren, weerstaan, weren,
zich vestigende kolonist settler
zich verzoenen - bijleggen
zich voeden eten
zich wachten hoeden
zich wassen baden, badderen, douchen, schoonmaken
zich wegmaken vluchten
zich wijden aan dienen
zich wreken - terugslaan
zicht kijk, mening, visie
zichtbaar blijkbaar, duidelijk, klaar, openlijk, zienlijk, waarneembaar, visibel
zichtbaar brandend - vlammend
zichtbare aanduiding van iets - sein, teken
zichtbare dampmassa stoom, wolk, mist
zichtbare voorstelling afbeelding, beeld, icoon, foto
zichzelf in het middelpunt stellend - egocentrisch
zichzelf tegensprekend inconsequent
zie ecce, (Lat.) vide
zie aldaar z.a.
zieden koken
ziedend - heet, kokend, razend, vurig
ziedend zijn kokend
ziek aangetast, bedelegerig, draaierig, duizelig, flets, hangerig, krank, kwakkelend, lijdende, lusteloos, minnetjes, misselijk, ongesteld, ongans, ongezond, onpasselijk, onwel, uitgeput, wee
zieke kranke, lijder, patiënt
ziekelijk akelig, bleek, lusteloos, morbide, naar, ongans, ongezond, slap, teer, vervelend, zwak
ziekelijk bleek pips
ziekelijk nerveus - overspannen
ziekelijk verzet - negativisme
ziekelijke aandoening hoest,
ziekelijke angst voor duisternis - scotofobie, scotophobie
ziekelijke drang tot brandstichting - pyromanie
ziekelijke eigenliefde narcisme
ziekelijke gewoonte - manie
ziekelijke hartstocht manie
ziekelijke inbeelding - waan
ziekelijke liefde voor muziek melomanie
ziekelijke reactie - allergie
ziekelijke slaapziekte - narcolapsie
ziekelijke vergroting van de schildklier struma
ziekelijke verhoogde eetlust boulimie
ziekelijke vleeswoekering kanker, poliep
ziekelijke voorkeur manie
ziekelijke wateropeenhoping oedeem
ziekelijke weefselwoekering kanker
ziekelijke zucht - manie
ziekelijkheid morbiditeit
zieken griepen, pesten, plagen, treiteren
ziekenauto - ambulance
ziekenbewaarder verpleger
ziek en bleek pips
ziekenbroeder - verpleger
ziekendrager ambulancier
ziekenhuis gasthuis, hospitaal, infirmerie, kliniek, lazaret
ziekenkas - fonds
ziekenvader in kloosters infirmarius
ziekenverpleegster nurse, zuster
ziekenverpleger broeder
ziekenverzorger broeder, verpleger
ziekenverzorgster - verpleegster, wijkverpleegster, zuster
ziekenwagen ambulance
ziekenzaal (in klooster) infirmerie
ziekig beroerd, gammel
ziek mens - patiënt
ziekte
3 bof, fijt, mok, pip, t.b.c.,
4 aamt, bort, gort, klem, lues, noma, pest, roos, snot, spat, spit,
wolf, worg
5 astma, blein, droes, euvel, favus, griep, hoest, jicht, kroep,
kwaal, lepra, lupus, polio, reuma, spruw, staar, tyfus
6 anemie, angina, astma, diaree, hernia, herpes, kanker, koorts,
kramp, oedeem, omagra, pokken, rabiës, struma, tering, yphus,
zwakte
7 belroos, cholera, diarree, endemie, gonagra, graveel, ischias,
malaria, mazelen, necrose, pleuris, podagra, scabieus, schurft,
tetanus
8 artritis, chiragra, diabetes, difterie, infectie, leukemie,
migraine, mildvuur, roodvonk, silicose, stoornis, trombose
9 carcinoom, enteritis, epilepsie gastritis, hemofilie, influenza,
kopziekte, krankheid, nefralgie, pneumonie, trachitis,
10 aandoening, difteritis, dysenterie, framboesia, gordelroos,
scheurbuik
12 hangerigheid
ziekte aan de plantenwortel wortelziekte
ziekte aan poten van paarden - mok
ziekte bij bebrek aan vitamine-B1 - beriberi
ziekte bij jonge kinderen dauwworm
ziekte bij paarden droes, mok, spat
ziekte bij pluimvee pest, pip, snot, syndroom
ziektebedrog simulatie
ziektebeeld syndroom
ziektegolf - epidemie
ziekteherkenningsleer diagnostiek
ziekte in koren vuur
ziekte in rogge - reup
ziektekiem bacil, bacterie, germinatief, virus
ziektekiemen bij zich dragend besmet
ziektekunde pathologie, geneeskunde
ziektekundig pathologisch
ziekteleer - nosologie
ziekten van de huid dermatophatie
ziekteleer pathologie
ziekteveinzing simulatie
ziekteverschijnsel koorts, uitslag, symptoom
ziekteverschijnselen voorwenden - simuleren
ziekteverwekkend pathogeen
ziekteverwekker bacil, bacterie, coc, virus
ziektevrij gezond
ziektewaan nosomanie
ziel anima, geest, psyche
zielenherder dominee, missionaris, pastoor, predikant, zendeling
zielenleed hartzeer, smart, verdriet
zielenlijden - pijn
zielenpoot stakkerd, stumper, tobber
zielenrust ataraxie, gemoedsrust
zielenstrijd gemoedsstrijd
zielestrijder - agenie
zielig aandoenlijk, beklagenswaardig, erbarmelijk, jammerlijk, meelijwekkend, rampzalig, sneu, treurig
zielig mens stakker, stumper
zielkunde psychologie
zielkundige psycholoog
zielloos dood, levensloos
zielmis baarmis, requim
zielroerend aandoenlijk, pathetisch, treffend
zielsgenot - wellust
zielskracht - geestkracht
zielskwelling wroeging
zielsverhuizing metasomatose, metempsychose, transmigratie
zielsverrukking extase, vervoering
zielsvervoering extase
zielsverwant sympathiek
zielsverwantschap sympathie
zielsziekte manie, neurose, psychose
zieltogen sterven
zieltoging - doodsangst, doodsstrijd
zielverkoper - ronselaar
zielzorger biechtvader, dominee, geestelijke, pastor, predikant
zielzorgelijk - pastoraal
zien aanschouwen, bemerken, blikken, kijken, ontdekken, opmerken, signaleren, vinden, waarnemen
zien aankomen - voorspellen
zienderogen - waarneembaar
ziener profeet, schouwer, waarzegger
zieneres - profetes
zienersgaven, schenker van Apollo
zienlijk - zichtbaar
zienswijze dunk, idee, kijk, mening, opinie, opvatting, overtuiging, visie
zier beetje, grein, snars
ziertje beetje, grijn, schijntje, snars, zweem
ziezo - klaar
zift filter, wan, zeef, zijg
ziften filteren, haarkloven, uitpluizen, vitten, zeven, zuiveren,
zifter - bediller, purist
zigeuner bohémien, gitano, nomade, tzigane, zingaro, zwerver
zigeuner (Eng.) gipsy
zigeunerin - gitana
zigeunerlied - zingaresca
zigeunertaal Romani
zigzag varen - laveren
zij ze, haar, hen, hun, meisje, vrouw
zijaanzicht profiel
zijdal - dwarsdal
zijde aspect, facet, flank, kant, ribbe, richting, spinsel, taf, vlak
zijde van schip bakboord, loef, lij, stuurboord
zijdeaap - mantelaap
zijdeaapje - sagoïntje
zijdehoentje - waterval
zijdekapok - akon
zijdelings collateraal, indirect, lateraal, opzij, schuins, terloops, terzijde, zijwaarts
zijdelings afwijken slooien
zijdelings gelegen lateraal
zijdelings kijken - lonken
zijdelingse afwijking - derivatie
zijdelingse blik - lonk
zijden brokaat - diaspe
zijden jaquardweefsel - brokaat
zijden kant - blonde
zijden stof -
3 taf
4 krip, lamé
5 atlas, rayon, tabijn, trens
6 chappe, faille, felbel, felpel, floret
7 filozel, foulard, organza tafzijde
8 chenille
9 messaline
10 florentine, floretzijde
zijden weefsel charmeuse, cire, damast, taf, taft, taffetas
zijden weefsel, met was bestreken - ciré
zijdekapok akon
zijde papier - vloei
zijderups spinner
zijde van een berg flank
zijdd van een munt avers, kruis
zijde van een schip - bakboord, lij, loef, stuurboord
zijdestaart pestvogel
zijflank - zijkant
zijg filter, vergiet, wan, zift, zee, zeef
zijgdoek klens
zijgen filtreren, sijpelen, zakken, zinken
zijgeweer - degen, sabel
zijgtoestel filter
zijkamer - kabinet
zijkanaal in veenderijen - wijk
zijkant boord, flank, kant, rand, zoom, zij, zijde, zijvlak
zijkant van baksteen strek
zijkant van een berg - flank
zijkant van een boek snee, snede
zijkant van een muntstuk - legende
zij karretje van motorfiets zijspan
zijl - sluis
zijlinie branche
zijluik van een triptiek - buitenluik
zijn bestaan, dasein, existentie, leven, wezen
zijn aandeel bijdrage
zijn beloop hebben strekken
zijn best doen beijveren
zijn biezen pakken vluchten
zijn deel geven bedelen
zijn dorst stillen laven, lessen
zijn eigen gang gaand eigengereid
zijn gang gaan - begaan
zijn glans verliezen tanen
zijn houding wijzigen aanpassen
zijn mening uiten - oordelen
zijn mond voorbij pratend loslippig
zijn schuld vereffenen betalen
zijn snor drukken - vluchten
zijn stem geven voteren
zijn tijd verdoen lummelen
zijn woonplaats hebben resideren, wonen
Zijne Doorluchtige Hoogheid s.a.e.
Zijne Edelheid z.ed.,z.e
Zijne Eerwaardigheid s.
Zijne Eminentie z.e., z.e.;f,.
Zijne Excellentie z.ex., s.e.
Zijne Hoogheid SA
Zijne keizerlijke Hoogheid SAI.
Zijne koninklijke Hoogheid Z.K.H.
zijns inziens z.i.
zijp afwatering, riool, sloot, wetering
zijpaden dwarswegen
zijpen druipen, druppelen
zijpilaar - parastaat
zijrivier van de Aare - Emme
zijrivier van de Adige - Agno, Noce, Alpone, Avisio
zijrivier van de Adour - Luy, Pau, Gave, Nive, Midour, Saison
zijrivier van de Aldan - Amga, Maja, Oetsjoer
zijrivier van de Aller - Leine
zijrivier van de Alzette - Mamer, Allert
zijrivier van de Amazone - Acre, Guainia, Huallaga, Ica, Icuna, Japura, Jary, Javari, Jurua, Madeira, Maranon, Napo, Negro, Paru, Purus, Putumayo, Putumayo-Ica, Rio, Tapajos, Tocantins, Trombetas, Ucauall, Vaupes, Xingo, Yapura
zijrivier van de Amoer - Amgoen, Argoen, Burea, Oessoeri, Onon, Seja, Sjilka, Soengari
zijrivier van de Aragon - Arga, Bisenzio, Chiana, Erro, Esca, Leoz, Onsella, Pescio, Sieve, Veral
zijrivier van de Arkansas - Cimarron, Neosho, Verdigris
zijrivier van de Arno - Elsa, Era, Greve, Pesa, Sieve
zijrivier van de Cauvery - Amaravati,Bhavani, Noyil
zijrivier van de Congo - Bomu, Kasai, Lindi, Lomani, Ltimbiri, Lualaba, Lulonga, Mongala, Sankuru, Ubango, Uele
zijrivier van de Demer - Herk
zijrivier van de Dieze - Dommel
zijrivier van de Dnjepr - Berezina, Boeg, Desna, Ingoel, Pripet, Samara, Sozh,Vorskla
zijrivier van de Don - Bystraja, Chopor, Donez, Donjets, Khoper, Llowla, Manytsj, Medwjediza, Mesjba, Sal, Sosna, Tichaja, Woronesj
zijrivier van de Donau Alt, Altmühl, Alz, Aloeta, Arges, Brigach, Drau, Drava, Ems, Enns, Erlauf, Grau, Günz, Hron, Iller, Ilz, Inn, Ipel, Iskar, Isar, Jalonitsa, Jantra, Jioe, Kamp, Kapos, Krems, Lech, Leitha, Lom, March, Mindel, Morava, Naab, Naarn, Neutra, Nitra, Ogosta, Olt, Oltoe, Osam, Osma, Paar, Pielach, Proeth, Prut, Raab, Raba, Regen, Risz, Rott, Sau, Sava, Sereth, Siret, Teiss, Timis, Timok, Tisza, Traisen, Traun, Vah, Vils, Waag, Wertach, Wörnitz,Ybbs
zijrivier van de Douro Esla, Tamega, Tormes
zijrivier van de Drau (Drave) - Bednja, Isel, Kerka, Mur, Mura, Pecsi-viz, Rynia, Vucica
zijrivier van de Drina - Tara
zijrivier van de Duero - Agueda, Alisk, Arlanzon, Cabras, Corgo, Esla, Huebra, Sabor, Tamega, Tormes, Tua
zijrivier van de Dwina - Joech, Pinega, Soekhona, Waga, Wytsjegda
zijrivier van de Dyle - Lasne
zijrivier van de Ebro - Aguas, Arga, Aragon, Bayas, Cidacos, Cinca, Gallego, Jalon, Guadalope, Huerva, Iregwa, Leza, Linares, Martin, Oka, Riguel, Segre, Tiron
zijrivier van de Eems - Hase, Leda
zijrivier van de Elbe Adler, Aragon, Alster, Beroun, Cinca, Eger, Elde, Este, Elster, Guadalope, Havel, Iser, Jalon, Jeetze, Llmenau, Lücknitz, Luke, Milde, Moldau, Mulde, Neetze, Oste, Saale, Segre, Spree, Sude
zijrivier van de Eufraat - Chaboer
zijrivier van de Fulda - Eder, Haun, Lüder, Schlitz
zijrivier van de Ganges - Alaknanda, Bhagirati, Bhagmati, Brahmapoetra, Damodar, Dsjahnavi, Dsjamma, Gendak, Goemti, Gogra, Jumna, Kasji, Koes, Kosi, Ram-Ganga, Thalgoe, Tons, Yamuna
zijrivier van de Garonne Agout, Arière, Aveyron, Baise, Dordogne, Dropt, Gers, Gimone, Hers, Isle, Lot, Pique, Salat, Save, Tarn, Verzère
zijrivier van de Geul - Gulp
zijrivier van de Gogra - Rapti
zijrivier van de Guadalquivir - Carbones, Genil, Guadaira, Guadajoz, Guadiana, Guadiato, Guadalimar, Guardameno, Heulva, Jandula, Salado
zijrivier van de Guadiana - Azuer, Gabalon, Giguela, ZancaraZujar
zijrivier van de Gelderse IJssel - Berkel, Slinge
zijrivier van de Gironde Tarn
zijrivier van de Havel Spree
zijrivier van de Ijssel Berkel, Schipbeek,
zijrivier van de Indus - Dsjilam, Hunza, Gilgit, Kaboel, Pandsjaab, Rawi, Satledsj, Tsjinab
zijrivier van de Inn - Alz, Otz, Rott, Salzach, Wipp
zijrivier van de Irtysi - Isjim, Om, Tawda, Tobol
zijrivier van de Isar - Ammer, Amper, Loisach
zijrivier van de Isere - Arc
zijrivier van de Jang-Tze-Kiang - Han,Jaloeng, Kan, Kia, Min, Siang, Woe, Yoeën
zijrivier van de Jenisej - Abakan, Angara, Toegoenska
zijrivier van de Jordaan - Fara, Jabbok, Jaloed, Jarmoek Zerka
zijrivier van de Kama - Bjelaja,Kolwa, Tsjoesowaja, Wjatka
zijrivier van de Kongo - Alima, Aroewimi, Ikelemba, Kassai, Kwa, Likoeala, Loekoega, Loelonga, Monga, Mongala, Roebi, Sanga
zijrivier van de Kwango - Kwilu
zijrivier van de Lech - Wertach
zijrivier van de Lena - Aldan, Olekma, Kirenga, Wiljoej, Witim
zijrivier van de Loire Allier, Arve, Arroux, Cher, Creuse, Indra, Loir, Maine, Mayenne, Sarthe, Thouet, Vienne
zijrivier van de Lualaba Elila, Lowa, Luama, Lubidi, Lufira, Lukuga, Luvua, Ulindi
zijrivier van de Maas - Aisne, Amblève, Berwinne, Borcq, Chiers, Diese, Geiser, Geleen, Geul, Gilp, Hermeton, Hoyoux, Jeker, Lesse, Mehaigne, Molenbeek, Mouzon, Neer, Niers, Ourthe, Raam, Roer, Sambre, Semois, Swalm, Vair, Vesdre,Viroin, Worm, Zwalm
zijrivier van de Magdalena - Bogota, Cauca, Foenza, Sesar, Sogamoso
zijrivier van de Main - Nidda, Pignitz, Regnitz, Saale, Tauber, Wetter
zijrivier van de Maritsa - Arda, Ergene, Toendsja
zijrivier van de Mekhong - Jangpi, Semoen
zijrivier van de Mezen - Wasjka
zijrivier van de Mississippi Arkansas, Illinois, Jazoo, Kaskaskir, Minnesota, Missouri, Ohio, Ouachita, Yazoo, Wisconsin
zijrivier van de Misouri - Cheyenne, Kansas
zijrivier van de Moezel Elz, Kyll, Mause, Meurthe, Roer, Saar, Sauer
zijrivier van de Murray - Darling, Lachlan
zijrivier van de Neckar - Aich, Echatz, Elzenz, Enz, Fils, Murr, Jagst, Kocher, Lauter, Leinbach, Prim, Rems, Starzel, Sulm
zijrivier van de NederRijn Grebbe
zijrivier van de Niger - Bani, Benue, Kadwa, Milo, Sokoto
zijrivier van de Nijl - Atbara, Malik, Sobat
zijrivier van de Ob - Bija, Irtysj, Katoen, Ket, Soswa, Tjoelym, Tom
zijrivier van de Oder - Bartsch, Barycz, Bober, Bobr, Malapane, Neisse, Oppe, Pilszke, Warta, Warte
zijrivier van de Ohio - Miami, Scioto, Wabash
zijrivier van de Oise - Aisne
zijrivier van de Orinoco - Apure, Caura, Coroni, Guaviare, Meta, Vichada
zijrivier van de Ourthe - Aisne
zijrivier van de Parana - Anambany, Bermajo, Iguassu, Monday, Paranahyba, Paranapanema, Paraguay, Pilcomayo, Tiete, Uruguay, Yvahy
zijrivier van de Petsjora - Oessa
zijrivier van de Po - Adda, Adige, Lambro, Maira, Mincio, Oglio, Oreo, Panaro, Parma, Secchia, Sesia, Stura, Taro, Ticino, Trebbia
zijrivier van de Reuss - Emme
zijrivier van de Rhône Ain, Ardèche, Arve, Borgne, Dala, Drôme, Durance, Gard, Isère, Lonza, Massas, Saône, Tanaro, Ticino, Verdon, Visp
zijrivier van de Rio de la Plata Bermejo, Parana, Pilcomayo, Salado
zijrivier van de Rio Parana - Iguaçu
zijrivier van de Roer - Worm
zijrivier van de Rupel - Dyle
zijrivier van de Rijn Aar, Aare, Ahr, Alb, Albula, Birs, Domlesch, Emscher, Erft, Grebbe, Ill, Kinzig, Lahn, Lauter, Lippe, Main, Moezel, Mosel, Murg, Nahe, Neckar, Nette, Ruhr, Sieg, Thur, Töss, Waal, Wied, Wiese, Wupper, IJsel
zijrivier van de Saale - Bode, Elster, Fuhne, Ilm
zijrivier van de Saone Dheune, Doubs, Ognon, Ouche, Seille, Tille
zijrivier van de Sauer - Alzette
zijrivier van de Save - Bosna, Drina, Koepa, Oena, Vrbas
zijrivier van de Schelde - Dender, Durme, Haine, Hene, Leie, Nete, Rupel, Scarpe
zijrivier van de Seine Aube, Epte, Essone, Eure, Loing, Marne, Oise, Risle, Yonne
zijrivier van de Severn - Avon, Usk, Wye
zijrivier van de Somme - Anere, Avre
zijrivier van de Spey - Avon
zijrivier van de Taag (Tajo) Alagon, Alberche, Algodor,
Almonte, Canha, Eljas, Gallo, Guadarrama, Guadula, Jamara, Sabor, Tajuna, Tietar, Zatas, Zezere
zijrivier van de Tarn - Agout, Aveyron
zijrivier van de Theems - Cherwell, Kennet, Wey
zijrivier van de Theiss - Bega, Bodrog, Körös, Maros, Sajo, Samos
zijrivier van de Tiber - Allin, Anio
zijrivier van de Tigris - Euphraat, Diala, Karoen, Zab
zijrivier van de Tjimanoek - Tjipeles
zijrivier van de Tjioedjoeng - Yjisiment
zijrivier van de Tocantins - Araguayo
zijrivier van de Unstrut - Helme
zijrivier van de Vecht - Dinkel, Regge
zijrivier van de Vesder - Helle
zijrivier van de Wabash - Mississineira, Salamonie, Tippecanoe, White
zijrivier van de Warte - Drage, Netze, Obra, Prosna
zijrivier van de Weichsel Doenajec, Biala, Boeg, Brda, Bzoera, Czorna, Molinka, Narew, Pilica, Pilitsa, San, Sanie, Wisloka
zijrivier van de Wezer - Aller, Aue, Diemel, Eder, Emmer, Fulda, Geeste, Hamel, Hunte, Leine, Nethe, Oker, Werra, Werte, Wümme
zijrivier van de Wolga Irgis, Kama, Kostroma, Mologa, Oensja, Oka, Samarra, Seliharowka, Soera, Twertsa, Wetloega,
zijrivier van de Yonne - Amançon
zijrivier van de IJssel - Berkel, Schipbeek
zijrivier van de Zaire - Kassai, Kwango, Kwiloe, Lulonga
zijrivier van de Zambesi - Koebango Kwinto, Kwango, Loangua, Lwena, Sjire, Tsjobe
zijspanrijder bakkenist
zijspoor tak
zijsprong - estrapade
zijstuk van een boerenwagen ladder
zijstuk van vrouwenmuts klap
zijuitgang zijdeur
zijwaartse ombuiging - omleg
zijwaartse richting inslaan afslaan, afdraaien
zijwang trapboom
zijweg dwaalweg
zijwit - kantwit
zilt brak, pekel, zout
zilte plas zee
zilver (Lat.) argentum, Ag., vermeil
zilveraap - mico
zilver dat in het vuur verguld is - vermeil
zilverboordsel tres
zilverdraad cantille
zilveren geldstuk - dukaton
zilveren rijder dukaton
zilvererts zilverblende
zilverglans argentiet
zilvergrijze zeevis - haring
zilverkleurig wit
zilverleeuw poema
zilverling - sjekel
zilvermeeuw kaap, kobbe
zilvermot - suikergast
zilvermunt gulden (piek, pop, knaak), rijksdaalder (riks, achterwiel)
zilvernitraat helse steen
zilverpapier foelie, staniol, stanniool
zilverpopulier abeel
zilverreiger aigrette
zilverschoon blank, blik, helder
zilversmid edelsmid
zilver en goudwerk, groot grosserie
zilveruitje - sjalot
zilverwit edelmetaal platina
zilverwit halfmetaal antimonium
zilverwit kneedbaar metaal natrium
zilverwit metaal iridium
zilverwit metalloïde antimonium, antimoon
zin animo, begeerte, betekenis, devies, fut, geestdrift, invloed, lust, motto, nut, portee, puf, trek, verlangen, waarde,wil, ijver
zin zonder betekenis cliché, frase, leuze
zindelijk clean, helder, hygiënisch, net(jes), proper, rein, schoon, zedelijk, zuiver
zindelijkheid netheid, reinheid
zinderen sprankelen, trillen
zingen kwelen, kwinkeleren
zingen van arend krijsen, schreeuwen
zingen van bosduif roekoeken
zingen van duif kirren, koeren, korren, roekoeken
zingen van eend kwaken, snateren
zingen van ekster praten, snappen
zingen van fazant kokkeren
zingen van gaal snappen
zingen van gier krijsen
zingen van gierzwaluw gieren, kriepen, piepen, tieren
zingen van grasmus zingen
zingen van haan kraaien, kukelen
zingen van hazelhoen - klokken
zingen van hen kakelen, tokken
zingen van kanarie fluiten, rollen
zingen van kauw krassen
zingen van kloek klokken
zingen van kneu kneuteren
zingen van koekoek koekoeken, roepen
zingen van korhoen balderen
zingen van kraai krassen
zingen van kraan klepperen, krijsen
zingen van kuiken kriepen, piepen
zingen van kwakkel kwakkelen, slaan
zingen van leeuwerik gorgelen, tierelieren, tieren
zingen van lijster lijsteren, slaan
zingen van mees kwelen, razen, sjilpen, vijzevazen, zurkelen
zingen van meeuw krassen
zingen van merel fluiten, schuifelen, tatelen, tieren, tureluiten
zingen van mus piepen, sjilpen, tjilpen
zingen van nachtegaal kwinkeleren, neuriën, orgelen, rollen, slaan
zingen van nachtuil blazen, roepen
zingen van ooievaar klepperen
zingen van papegaai klappen, krassen, praten
zingen van patrijs kikken, klokken
zingen van pauw schreeuwen
zingen van roodborstje roepen, snikkikken
zingen van sperwer krassen
zingen van spreeuw fluiten, praten, ratelbekken
zingen van sijs zingen
zingen van tortel klagen, roekoeken
zingen van uil krassen
zingen van valk krijsen
zingen van vink slaan, vinken, zingen
zingen van vogels - gieren, klokken, kirren, koeren, kraaien, kwinkeleren, orgelen, sjilpen, slaan, snappen, tjuiken, vinken
zingen van wijfjesvink tjilpen, tjokken
zingen van winterkoninkje piepen, pinken, snetsen
zingen van wouduil krassen
zingen van wulp fluiten
zingen van zwaluw kwetteren, swatelen, tateren
zingen zonder tekst solfège, solmisatie
zingend wiegen suien, zuien
zingfluitje flageolet
zin hebben in lusten
zin in eten - trek
zink zn.
zinkbak caisson
zinkblende - zwavelzink, ZnS
zinkboter - chloorzink, zinkchloride
zinkcarbonaat - cadmia
zinken - dalen, kelderen, vergaan, Weg(zakken)
zinken vat emmer
zinker - duiker
zinkerts galmei
zinkiet - ZnO
zinkkuip - caisson
zinklood dieplood, peillood
zinkoxyde - ZnO
zinkseruis - lithopoon
zinkspaat galmei, kalamijn
zinkzuur zout - zinkaat
zinledig - loos, zinloos
zinledige uitdrukking frase
zinloos dwaas, gek, ijdel, nutteloos redeloos, zinledig,
zinloos gepraat frase, gedaas, gekwek, gesnater, nonsens, onzin, prietpraat
zinloos versiersel - tierelantijn
zinnebeeld aanduiding, embleem, symbool, teken, vlag
zinnebeeld van blankheid lelie, wit
zinnebeeld van Christus eenhoorn
zinnebeeld van domheid ezel
zinnebeeld van dood taxis
zinnebeeld van drogisten gaper
zinnebeeld van eer kroon
zinnebeeld van geestelijke macht - kromstaf
zinnebeeld van geluk hoefijzer
zinnebeeld van het christelijk geloof - kruis
zinnebeeld van hoop anker
zinnebeeld van huwelijk ring
zinnebeeld van lafheid haas
zinnebeeld van liefde hart, roos
zinnebeeld van macht arend
zinnebeeld van marine anker
zinnebeeld van moed leeuw
zinnebeeld van onbedorvenheid - roos
zinnebeeld van onschuld lam, lelie,maagd, wit
zinnebeeld van onsterfelijkheid - amarant
zinnebeeld van overvloed hoorn
zinnebeeld van overwinning palm
zinnebeeld van reinheid lelie
zinnebeeld van roem (lauwer)krans
zinnebeeld van slimheid vos
zinnebeeld van trouw ceder, ring
zinnebeeld van verering krans
zinnebeeld van verleiding slang
zinnebeeld van vluchtigheid rook
zinnebeeld van vrede duif, (olijf)tak
zinnebeeld van waakzaamheid Argus
zinnebeeld van wereldgezag rijksappel
zinnebeeld van wijsheid uil
zinnebeeld van zelfopofferende liefde pelikaan
zinnebeeldig allegorisch, emblematisch, figuurlijk, symbolisch
zinnebeeldig plaatje emblema
zinnebeeldig verhaal gelijkenis, parabel
zinnebeeldige voorstelling allegorie, emblema
zinnelijk erotisch, geil, sensueel, welig, wellustig, wulps
zinnelijk mens sensualist, sybariet, wellusteling
zinnelijke liefde erotiek, sensualiteit, weelderigheid, wulpsheid
zinnelijkheid sensualiteit, weelderigheid,wulpsheid
zinneloos dol, dwaas, gek, ontzind, onzinnig
zinnen - aanstaan
zinnen op - bedenken, overwegen, spinzen
zinnepop emblema
zinnig - verstandig
zinrijk - geestig, pregnant, snedig, vernuftig
zinrijk gezegde aforisme, gnome, spreuk
zinsbedrog - hallucinatie
zinsbegoocheling hallucinatie, illusie, visioen
zinsbouw constructie
zinsdeel - bepaalde, bepaling, bijwoord, gezegde, onderwerp, voorwerp
zinsnede - claus(ule), passage, passus
zinsnijding - caesuur
zinsontsporing anakoloet
zinspelen doelen, insinueren
zinspelen op - duiden
zinspeling allusie, toespeling
zinspreuk aforisme, devies, kernspreuk, leus, leuze, motto, sententie
zinsnede passus
zinspreukig - aforistisch
zinsvervoering extase
zinswending - formulering
zinswijding - cesuur
zintuig gehoor, gezicht, oog, oor, reuk, smaak, tast
zintuig (orgaan). gehemelte, huid, neus, oog, oor, tong
zintuiglijk sensorisch, sensitief
zirkonium - zr, zirkoon
zirkoniumoxyde - zirkoonaarde
zirkoniumvariëteit - alviet
zit aan de mast - ra
zit aan de vishaak - aas, weerhaak
zitbad bad, bidet, lavet
zitbankje - schabel
zitgelegenheid in theater loge
zit in beenderen - merg
zit om rijstkorrel pel
zitje bij een cafe terras
zitkamer - woonvertrek
zitkussen poef
zitplaats bank, canapé, club, crapaud, divan, fauteuil, kruk, leunstoel, ottomane, poef, schomme(lstoel), sofa, stoel, zadel, zetel, zit, zitting
zitplaats (Latijn) sedes
zitplaats aan de bar - kruk
zitstok voor kippen roest
zitten - stoelen, zetelen
zittenblijver doubleur
zittend - sedentair
zitting seance, sessie, vergadering
zitting voor ruiter zadel
zitting voot twe personen - duo
zitvlak achterste, derrière, kont
zo aanstonds, aldus, als, alzo, dadelijk, dermate, dus, eender, ergo, indien, meteen, mits, sic, straks, wanneer, zoals
zoal - o.m.
zo aldus - maal
zo God het wil Deo Volente, D.V.
zo God wil D.V.
zo goed als bekant, bijna, nagenoeg
zo goed als nieuw z.g.a.n.
zo niet anders
zo staat het er sic
zo zij het amen
zoals evenals, gelijk, hoezeer, (lat.) ut
zoals aan ommezijde u.r.
zoals beneden u.i.
zoals blijkt uit blijkens
zoals boven u.s.
zoals de akten getuigen t.a.
zoals de natuur ingeeft naïef
zoals de volksmond een eerste etage pleegt te noemen - éénhoog
zoals het hoort correct,net, netjes
zoals in de hel hels
zoals in de hemel hemels
zodanig alzo, dergelijk, dermate, derwijze, dusdanig, zo, zozeer, zulks
zode plag, pol
zoden steken - plaggen
zode van veenachtige heigrond - schadde
zodenijzersteen - ijzeroer
zodiak dierenriem
zodoende aldus, alzo, dies
zo een - dergelijk, zodanig, zulks
zoek bijster, ervandoor, foetsie, kwijt, verdwaald, verdwenen, verloren, weg
zoekbrengen - verdoen
zoeken kijken, neuzen, rommelen, snuffelen, speuren
zoekend nagaan speuren
zoeker speurder, taste
zoek geraakt - verloren
zoeklicht schijnwerper
zoekmaken kwijtraken, verliezen, wegmaken
zoek of weg - kwijt
zoek op het woord a.v., I.v.
zoekt kennismaking met z.k.m.
zoel broeierig, lauw, loom, waterkom, zacht, zwoel
zoele zuidenwind - zefi(e)r
zoeloe kaffer
zoel of halfwarm - lauw
Zoeloevorst, beroemd - Tsjaka
zoemen bellen,gonzen, ruisen, trillen
zoemer bel, buzzer
zoen kus, pakkerd, verzoening
zoenen - kussen
zoet aangenaam, aardig, braaf, deugdzaam, dolce, gedwee, gehoorzaam, lief(lijk), vleiend, volgzaam, vriendelijk, zacht
zoet (muz.) dolce
zoet broodbeleg hagelslag, muisjes
zoet en zuur tegelijk zoetzuur
zoet product honing, jam, kandij, noga, stroop, suiker
zoete appel - ribbeling
zoete drank limonade, mede, mee, slemp, ranja
zoete etenswaar suiker
zoetekauw - snoeper
zoetelaar marketentster
zoete lekkernij bonbon, chocolade, drop, fondant, hagelslag, honing, jam, kandij, lolly, marsepein, noga, nougat, pepermunt, stroop, toffee, snoep, ulevel, vanille
zoete Spaanse wijn malaga
zoetelief - beminde, schat
zoetelijk - kinderachtig, slap, vriendelijk, wee
zoeten - polijsten, schaven
zoet en leuk - lief
zoete vloeistof stroop
zoeterd - braverik
zoete Spaanse wijn Malaga
zoete stof - suiker
zoete toespijs - entremet
zoete vloeistof - limonade(siroop), stroop, honing, jam, kandij, melis, noga, nougat, snoeperi,j stroop, suiker
zoete wijn - mistella
zoetigheid - aangenaamheid, bevalligheid, jam, kandij, liefelijkheid, melis, noga, suiker
zoetigheid op brood stroop
zoetigheid van bijen - honing
zoetjes bedaard, gestaag, langzaam, rustig, stilletjes, zachtjes
zoet maken - suikeren
zoetmakend middel sacharine, suiker
zoetsappig halfzacht, honing, jam, kandij, kwezelig, laf, melis, noga, stroop, suiker, temerig, zalvend, zouteloos
zoetsappig praten femelen
zoetsappige zeurkous - femel
zoetsprakig - vleiend
zoetsteen - oliesteen
zoetstof sacharine, sucrose
zoetvijlen - polijsten
zoetwaterbiologie limnologie
zoetwaterdolfijn boto
zoetwaterkalksteen - alm
zoetwatermossel driehoeksmossel, eendenmossel, parelmossel, unionida, vijvermossel, schildersmossel, zwanenmossel
zoetwaterpoliep hydra
zoetwatervis aal, alver, baars, barbeel, beekforel, beensnoek, blei, biel, blankvoorn, bliek, brasem, forel, grondel, karper, kroeskarper, kwabaal, kwastensnoek, meerval, modderkruiper, moddersnoek, paraya, pos, rietvoorn, rivierdonderpad, riviergrondel, rivierprik, ruisvoorn, sneep, snoek, snoekbaars, steenkarper, stekelbaars, steur, vlindervis,voorn, winde, zalm, zeelt
zoetzure groente atjar
zoetzuur - rins
zoeven gonzen,razen, ruisen, suizen
zoéven daarnet, juist, net, pas, straks, temee, zojuist, zonet, zopas, zostraks
zog - biest, kielwater, moedermelk, spoor
zogeheten zogenaamd
zogen voeden, zuigen
zogenaamd beweerd, quasi, zgn.
zogenaamd Spaans riet rotan
zogende vrouw men, voedster
zogestemd - gemoed
zogklamp roerklamp
zogklierontsteking - mastitis
zogoed vrijwel
zo goed als bekant, bijkans, bijna, nagenoeg,vrijwel
zoiets - dergelijk
Zoïlus - kritikaster, vitter
zojuist krek, net pas, zoeven, zonet, zopas, zostraks
zolder berging, bovenvloer, dakkamer, plankier, vliering
zolderen - plafonneren
zoldering beun, plafond
zolderkamer - arkeneel
zolderkamertje mansarde
zolderlicht dakkapel, koekoek
zolderschuit aak, bak, praam
zoldertje van losse planken boven een veestal hilde, hilt
zomaar klakkeloos, lukraak, pardoes
zomede evenals
zomen omgorden
zomer - bloeitijd
zomerbier - lager(bier)
zomerbloem - madeliefje
zomercypres - bezemvlas
zomerdistel - centauri
zomerdrank - kwast, ranja
zomerhuisje - prieel
zomerhuisje van herders in de Alpen - Sennhut
zomerjas demi
zomermaand - augustus, juni, juli
zomerpeer - jut
zomerpeil z. p.
zomerschoen opank, sandaal
zomerse lekkernij ijs
zomersport zeilen, zwemmen
zomerstippen - sproeten
zomertaling - stareend
zomerverblijf buiten(huis), camping, caravan, lusthuis, pension, tent, landhuis
zomervogel fitis, tjiftjaf, tortel
zomerziekte - bort
zomerzonnestand solstitium
zo meteen aanstonds, straks, temee, terstond, weldra
zomin - evenmin
zomp - drasland, moeras
zompig drassig, moerassig
zon als middelpunt herliocentrisch
zon beetje - zowat
zon betreffende (de) solair
zon, warmtestuwing door de hyperthermie
zondaar schuldige
zondag - rustdag
zondag in de vasten laetare
zondag na de advent Kerstmis
zondag na de vasten Pasen
zondag na feestdag octaaf
zondag voor palmzondag passie-zondag
zonde fout, helaas, jammer, kwaad, misslag, spijtig
zonden vergeven absolveren
zonder geen, sans, verstoken
zonder (Fr.) - sans
zonder (Lat.) sine
zonder aandacht nonchalant
zonder aarzelen blindelings
zonder aarzeling resoluut
zonder adem ademloos
zonder aflaten voortzurend
zonder af te slaan rechtdoor, rechttoe, rechtuit
zonder afwijkingen normaal, precies, regelmatig, wetmatig
zonder afwisseling eentonig, effen, egaal, gelijk, glad, monomaan, monotoom
zonder animo lusteloos
zonder arbeid - werkeloos
zonder bedenken klakkeloos, pardoes, spontaan
zonder begeleiding a capella
zonder belangstelling apathisch, gelaten, onverschillig
zonder belasting - taksvrij
zonder benul onbenullig
zonder beschadiging - gaaf
zonder betekenis hol, leeg, voos, waardeloos, zinloos
zonder bevestiging los, vrij
zonder beweging onbeweeglijk, pal, roerloos, stil, stokstijf
zonder blikken of blozen brutaal, impertinent, onbeschaamd
zonder blos - bleek
zonder bochten recht
zonder doel doelloos
zonder dralen - terstond
zonder een spoor van leven (geologie) azoïsch
zonder eer eerloos, roemloos
zonder eind eindeloos, oneindig
zonder eindrijm rijmloos
zonder enig geluid - muisstil
zonder enig teken van leven levenloos
zonder enige norm regelloos, normloos
zonder ervaring - onervaren
zonder fouten best, correct, feilloos, prima, zuiver
zonder galm dof, mat
zondergebid tandarm, tandeloos
zonder gebreken onberispelijk, volmaakt
zonder geest eenvoudig, dof, geesteloos
zonder geld arm,blut, onbemiddeld, plaatzak, rut
zonder geluld rustig, stil, stom
zonder geslacht geslachtloos
zonder gevaar gerust, safe, veilig
zonder gevoel - gevoelloos
zonder gezelschap alleen, eenzaam, enzelvig, solitair, stil, verlaten
zonder gist rijzend zelfrijzend
zonder glans dof, mat
zonder goede naam eerloos
zonder grenzen eindeloos, grenzeloos, onbeperkt
zonder grond gratuit, ongefundeerd, ongegrond
zonder haar kaal
zonder haast kalm, rustig
zonder haperen snel, vlot, vlug
zonder hartelijkheid - koel, koud
zonder heftigheid dierbaar, gevoelig
zonder hinder - ongemoeid
zonder hoop op genezing infaust
zonder hulp alleen, verlaten
zonder humor - humorloos
zonder inhoud hol, ledig, leeg, onbenullig, zinledig
zonder jaar a.j., s. a.
zonder kennis dom, stom, onnozel, talentloos
zonder klank - toonloos
zonder kleren bloot, naakt, ongekleed, poedelnaakt
zonder kleur blank, bleek, kleurloos
zonder korting - bruto
zonder kosten gratis, kosteloos
zonder kracht krachteloos, lam, nietig, slap, voos, zwak
zonder land - staatloos
zonder leed blij, gelukkig, zalig
zonder letsel gezond, ongedeerd
zonder leven - dood
zonder lichaamsgebreken - volmaakt, welgeschapen
zonder licht - donker, duister
zonder liefde koud, liefdeloos
zonder mankern steevast
zonder matiging - ongeremd
zonder mededogen cru, hard, wreed
zonder medelijden - cru, hard, kil, koel, koud, onbarmhartig, wreed
zonder meer beslistdirect, enkel, finaal,meteen, onvoorwaardelijk, stellig, voetstoots, zeker, zomaar
zonder moed - vormloos
zonder moed laf
zonder moeite gemakkelijk, makkelijk, moeiteloos, probleemloos, vlot
zonder moraal amoreel
zonder naad - naadloos
zonder naam - anoniem, naamloos
zonder nadenken automatisch, klakkeloos
zonder nadruk toonloos
zonder noodzaak nodeloos, vanzelf, zomaar
zonder omhaal kostaf, kortweg
zonder omwegen direct, rechtstreeks, regelrecht, ronduit, subiet
zonder onderbreking constant, continu, gaand, doonon-stop, steeds
zonder ondertekening anoniem
zonder ophouden aldoor, alsmaar, continu, constant, eindeloos, steeds, voortdurend
zonder opsmuk eenvoudig, gewoon, simpel
zonder ondervinding onervaren
zonder overleg - tactloos
zonder pit flauw, futloos, laf, slap, voos, waterig
zonder protest - lijdelijk
zonder regel regelloos, wetteloos
zonder respect brutaal, onbeschoft
zonder resultaat ijdel, tevergeefs, vruchteloos
zonder roem roemloos
zonder rust rusteloos
zonder sap droog, saploos
zonder schroom - vrijuit
zonder schouderbanden strapless
zonder schuld schuldeloos, onschuldig
zonder slaap slapeloos
zonder smaak smakeloos
zonder smart smarteloos
zonder spoor - spoorloos
zonder te aarzelen meteen, direct, kordaat, ogenblikkelijk
zonder tehuis ontheemd
zonder testament gestorven - ab intestato, intestaat
zonder titelvermelding S.t.
zonder toekomst hopeloos
zonder toezicht onbewaakt
zonder troebeling - sereen
zonder troef s. a., sans atout
zonder tussenpozen aaneen, aanhoudend, achtereen, onafgebroken
zonder tussenruimte aaneen, compact
zonder uitstel dadelijk, direct, meteen, onmiddelijk, onverwijld
zonder uitwerking ineffectief
zonder uitzondering algemeen, alle, allemaal, allen, alles, elk, elke, elkeen, ieder, iedere, iedereen
zonder vast verblijf ambulant, nomadisch, rondtrekkend, zwervend
zonder veerkracht lam, slap
zonder verdediging weerloos
zonder veren pluimloos
zonder verheffing plat
zonder verschil - gelijk
zonder verstand dom, ondoordacht, redeloos
zonder verzet lijdelijk
zonder vlam branden gloeien, smeulen
zonder vocht - droog
zonder voorbedachtheid onwillens
zonder voorbehoud gladweg, openhartig
zonder voorbereiding onvoorbereid
zonder vooroordeel objectief
zonder vorm amorf, inform, ongevormd, vormloos
zonder vormgeving - stijlloos
zonder vrees dapper, gerust, obversaagd, parmantig, zelfbewust, zelfverzekerd
zonder waarde - nietig
zonder weerstand slap, zwak
zondr werk baanloos, werk(e)loos
zonder werklust lui
zonder wil willoos
zonder wind bladstil, windstil
zonder winst of verlies gelijk, kiet, (quitte), remise
zonder woorden (stil)zwijgend
zonder zedelijke overweging onzedelijk
zondr zonden - heilig.
zonder zorg slordig, nonchalant, zorgeloos
zonder zorg gemaakt - slordig
zonder zuurstof - anaëroob
zonderbaar zonderling
zonderling abnormaal, barok, bizar, eigenaardig, exentriek, gek, grillig, grotesk, individu, ongewoon, raar, snuiter, vreemd
zonderling gebaar grimas,
zonderlingheid - rariteit
zonderling idee gril
zonderling in stijl barok, grillig, grotesk
zonderling mens druif, kwant, kwibus, rare, snuiter
zonderlinge kwant, rare
zonderlinge belevenis - avontuur, gebeurtenis, lotgeval
zonderlinge gebeurlenis avontuur, belevenis, lotgeval
zondig boos, feilbaar, goddeloos, kwaad, snood, verdorven
zondige daad misdaad, onrecht
zondigen - misdoen
zondvloed - dilivium
zone aardgordel, gebied, kring, luchtstreek, sector, streek, terrein, territorium
zonen, verdeling in - zoning
zon met hemellichamen zonnestelsel
zonet juist, pas, zoeven, zojuist, zopas
zonit - anders
zonnebad solarium
zonnebaden zonnen
zonnebank bruinbank, zonnekanon
zonneblinde jaloezie, luik, markies, persienne, store, zonnescherm
zonneblind voor ramen - luik
zonnebloem - heliant(hus), helioroop
zonnecirkel - zodiak
zonnedampkring - chromosfeer
zonnedauw - drosera
zonnedauwachtigen - droseraceeën
zonnedieren - heliozoa
zonnegas - helium
zonnegod Egyptische - Ra, Re, Osiris
zonnegod Grieks - Apollo, Helios,
zonnegod Perzisch - Mit(h)ra
zonnegordijn jaloezie, kree, store
zonnekanon solarium, zonnebank
zonnekant - teneriffewerk
zonne keer op 21 Juni en 22 dec.- solstitium
zonnekeerpunten tronen
zonnekever - goudhaantje
zonnekijker helioscoop
zonneklaar duidelijk, evident, flagrant, glas(helder), vanzelfsprekend
zonneklaar in het oog springend - evident
zonnekring - zodiak
zonnekruidachtigen - cistaceeën
zonnekijker helioscoop
zonneparaplu - parasol
zonnescherm markies, jaloezie, pajoeng, parasol, persiene
zonnescherm van bamboelatjes - kree
zonneschijn - isolatie
zonnesteek - insolatio
zonnestelsel, deel van het - komeet, maan, meteoor, planeet, planetoïde, zon
zonnestilstand solstitium, trope
zonnestofje ion
zonnevlekje op de huid - sproeten
zonne vrees heliofobie
zonneweg ecliptica
zonnewende solstitium
zonnewendebloem heliotroop
zonnewijzer - gnomon(ica)
zonnig opgewekt, plezierig, prettig, vrolijk
zo nodig - desnoods
zonsverduistering eclips, zoneclips, zoneclips
zo nu en dan soms, temet
zonwering jaloezie, store
zoogdier
2 ai, os
3 aap, aai, big, bok, das, dog, elk, hit, kat, keu, koe, lam, lar, los,
mol, ooi, ram, rat, ree, reu, rob, sik, var, vos, yak
4 anoa, apin, barg, beer, bles, bonk, brak, does, dril, egel, ever,
ezel, frèt, garm, gaur, geit, gems, gnoe, haas, hert, hond, kalf,
knol, lama, lori, lynx, maki, mink, mara, mops, muis, orka,
pink, poes, pony, ruin, rund, sapi, taks, teef, titi, welp, wolf,
yack, zeug, zwijn
5 badak, berin, bever, bisam, bizon, blaar, boxer, cavia, dingo,
eland, gazel, genet, giraf, grind, hamel, hinde, hyena, hoorn,
hyena, indri, kater, kemel, koala, konijn, leeuw, loeri, nerts,
okapi, oeros, otter, paard, panda, poema, rekel, skunk, stier,
tapir, tijger, vaars, wezel, ijsvos, zeboe, zebra
6 agoeti, barber, boskat, buffel, buldog, bultos, colli, coyote,
desman, dolfijn, ezelin, fennek, galago, gibbon, hengst, herder,
hunter, ijsbeer, jaguar, kalong, kameel, kidang, koedoe,
koesoe, leplam, marmot, makaak, marmot, marter, merrie,
narwal, ocelot, onager, ooraap, oorrob, panter, pekari, poedel,
potlam, potvis, reebok, rolaap, schaap, serval, setter, tarpan,
teckel, tenrek, uilaap, varken, veulen, vinvis, vosaap, walrus,
walvis,wapiti, wisent, wolaap, wombat, zeekoe, zeerob
7 aasbeer, arabier, banteng, batjing, banteng, baribal, baviaan,
beloega, bergrat, blesbok, bobtail, broncho, brulaap, bultrug, bunzing, butskop, caracal, damhert, dashond, faunaap, gazelle,
gemsbok, giraffe, gorilla, griffon, grizly, guanaco, hamster,
hermelijn, huiskat, jakhals, kambing, kantjil, karbouw,
kariboe, katbeer, katfret, klipdas, koekang, kuifaap, lamprei,
langoor, leeuwin, lemming, luiaard, mammoet, màndril,
meerkat, mensaap, moeflon, moesang, muntjak, mustang,
neusaap, olifant, opossum, pincher, pinegel, pointer, poolkat,
poolvos, reegeit, rendier, rietbok, roodvos, spaniel, stermol,
terrier, vaarkoe, vampier, veldrat, wasbeer, woelrat, zakmuis,
zandmol, zeebeer, zehond, zeekalf, zeerund
8 aardmuis, aardwolf, antilope, baardaap, babakoto, beermaki,
beverrat, bisamrat, bladneus, blauwvos, brandvos, brilbeer,
bruinvis, bultrund, cachelot, chowchow, civetkat, doejoeng,
dwergkat, edelhert, eekhoorn, everzwijn, faraorat, haaregel,
hakkenei, hazewind, hermelijn, hertzwijn, hondsaap,
keeshond, klauwaap, klipgeit, koeskoes, kroonaap, kruisvos,
labrador, lamantijn, landbeer, lierneus, luipaard, mangoest,
moehaas, muildier, muilezel, muskusos, neusbeer, nijlpaard,
poolbeer, poolhaas, rammelaar, schimmel, slankaap, spalling,
spiesbok, spitsrat, steenbok, stinkdas, stompaap, tijgerkat,
veldmuis, visotter, voedster, voskonijn, waakhond, waterbok,
waterrat, windhond, woelmuis, zadelrob, zandhaas, zeeleeuw
9 akkermuis, alpengeit, alpenhaas, angorakat, baardzwijn,
babiroesa, bamboerat, binturon, bloedhond, bobbejaan,
boomtijger, bosduivel, bosvarken, buideldas, buidelmol,
buidelrat, deerhund, dekhengst, dodekopje, duikerbok,
dwerghert, dwergmuis, franjeaap, gaffelbok, gladakker,
greyhound, grindewal, haaskonijn, hazelmuis, hokkeling,
honingdas, jachthond, javaanaap, kangoeroe, koffierat,
kraagbeer, lepelhond, marterkat, maskeraap, moerkonijn,
muilpaard, muskusrat, navelzwijn, neushoorn, pinkstier,
pinkvaars, rammelaar, rinoceros, sabeldier, schubdier,
snuitbeer, speurhond, spieshert, spitshond, springaap,
springbok, steenezel, steengeit, stekelrat, stinkmuis, telganger,
tijgerhond, trekpaard, vleermuis, waterhert, waterzwijn,
zijdeaapje, zilvervos, zwaardvis
10 aardvarken, angorageit, beermarter, bergschaap, bezoargeit,
boommarter, boomslaper, borstelrat, buidelbeer, buidelhaas,
buidelmuis, buidelwolf, bullebijter, chimpansee, chinchilla,
dromedaris, duivelsaap, dwergpaard, edelmarter, eskimohond,
foxterrier, gemsbuffel, gordeldier, gordelmuis, huismarter,
ijzervarken, klapperaap, klapperrat, langarmaap, lippenbeer,
mierenegel, miereneter, monniksrob, muskusdier,
muskuszwijn, nachtaapje, noordkaper, palmroller, slingeraap,
smousbaard, sneeuwhaas, spookaapje, springhaas, springmuis,
stekelmuis, strandwolf, tuinslaper, vingerdier, wapitehert,
wildebeest, zeeolifant
11 badwalvis, borstelegel, bosantilope, dwergbuffel, eenhoornvis,
hartenbeest, herdershond, kamponghond,kuifbaviaan,
lakenvelder, laponderaap, maanblaffer, manenschaap,
nevelpanter, pantserdier, prairiewolf, rattenbever, rivierpaard,
speenvarken, steenmarter, wrattenzwijn, zevenslaper,
zilveraapje
12 aardeekhoorn, aardmannetje, boomeekhoorn, bosspitsmuis,
breedneusaap, buidelmarter, franjestaart, girafgazelle,
hazewindhond, hoefijzerneus, kafferbuffel, kameelpardel,
kameelschaap, kangoeroerat, klipspringer, koningstijger,
lierantilope, schildvarken, sjabraktapir, snaveldolfijn,
sneeuwpanter, stekelvarken, witbaardgnoe, witsnuitbeer,
zwaardwalvis
13 appelschimmel, bergspitsmuis, dwergantilope, elandantilope,
grongeekhoorn, jachtluipaard, merinosschaap, rolstaartbeer,
veldspitsmuis, vliehendehond, waterantilope, withandgibbon,
witstaartgnoe
14 buffelantilope, buffeleekhoorn, dwergfluithaas, gaffelantilope,
halsbandpekari, moerasantilope, pluimstaartaap
15 doodshoofdaapje, dwergchimpansee, persianerschaap,
springkangoeroe
zoogdier (jong) - big, kalf, lam, veulen, welp
zoogdiersoort aap, halfaap, carnivoor, vleeseter, vinvoetige, walvis, knaagdier, vleermuis, insecteneter, insectivoor, hoefdier, buideldier
zoogdier (vrouw) - berin, ezelin, geit, hinde, koe,merrie, teef, voedster, wolvin, zeug
zoogster min, voedster
zooi bende, boel, rommel, troep, chaos, keet, vracht, zootje
zool - loopvlak
zool van crêpe spekzool
zoolganger beer
zoöloog - dierkundige
zoölogische tuin - artis, blijdorp, diergaarde
zoom boord, border, inleg, inslag, kant, plooi, buiten(rand), zijde
zoomband - hoornzoom
zoom/omgeslagen rabat
zoomtouw lijk
zoon - nakomeling
zoon (Arabisch) ibn
zoon (Isr.) ben
zoon (Schots) mac
zoon van aartsvader Jakob Aser, Benjamin, Dan, Gad, Levi, Jozef, Juda, Naftalie, Ruben, Simeon, Zebulon
zoon van Abraham Ismaël, Izaak
zoon van Adam Abel, Kain, Seth
zoon van Aeneas en Creüsa Ascanius, Lulus
zoon van Agamemnon Orestes
zoon van Agenor Cadmus
zoon van Altreus - Menelaus, Agamennon, Plisthenes
zoon van Amphitrite - Triton
zoon van Amphiaraus en Eriphyle - Alcmaeon
zoon van Anchises en Aphrodite - Aeneas
zoon van Aphareus Idas
zoon van Apollo en Calliope Orpheus
zoon van Apollo en Creüsa Ion
zoon van Ares en Aphrodite Eros
zoon van Atreus Agamemnon, Menelaus
zoon van Balder - Forsete
zoon van Boaz en Ruth Obed
zoon van Bethuel - Laban
zoon van Cadmus Polydorus
zoon van Chaos Erebus
zoon van Cronus Zeus
zoon van Darius en Atossa Xerxes
zoon van David Absalom, Salomo(n)
zoon van de czaar czarewitsj
zoon van edelman - jonker
zoon van Ezau Korah
zoon van Hector en Andromache - Astyanax
zoon van Heymijn van Ardennen - Ritsaert, Writsaert, Reinout, Adelaert
zoon van Helios Faëton
zoon van Hermes en Aphrodite - Hermaphroditus
zoon van Hippolochus Glaucus
zoon van Hyperion en Theia Helius, Helios
zoon van Izaak Jakob
zoon van Jakob Ruben, Simeon, Levi, Juda, Isseschar, Zebulon, Dam, Naftalie, Gad, Aser, Jozef, Benjamin
zoon van Josia Jojakim
zoon van Jozef Manasse
zoon van Jupiter Minos
zoon van Laërtes en Anticlea - Odysseus, Ulysses
zoon van Leda Pollux, Castor
zoon van Mars en Venus Amor
zoon van Nahor Bethuël
zoon van Noach Sem, Cham, Jafeth,
zoon van Oceanus en Tethys - Acheloüs, Inachus
zoon van Odin Balder, Vidar, Hodur, Braga
zoon van Odysseus Telemachus
zoon van Peleus Achilles
zoon van Pelops en Hippodamia - Atreus, Thyestes
zoon van Picus Faunus
zoon van Poseidon en Amphitrite - Triton
zoon van Poseidon en Libye Agenor
zoon van Priamus Hector, Paris, Helenus, Troilus, Cassandra, Polyxena
zoon van Rembrandt Titus
zoon van Saturnus Jupiter
zoon van Saul Jonathan
zoon van Seth Enos
zoon van Tantalus Pelops
zoon van Telamon Ajax
zoon van Terah Abraham
zoon van Tereus en Philomela Itys
zoon van Thesus Hippolytus
zoon van Uranus Cycloop
zoon van Venus Amor
zoon van Zebedeus Johannes, Jakobus
zoon van Zeus Perseus, Ares, Arcas, Hercules, Hermes, Apollo, Dionysus, Dardanus, Tantalus, Artemis, Hephaestus, Amphion, Zethus, Perseus, Castor, Pollux, Athene
zoon van zonnegod Phaëton
zooi rotzooi, bende, keet, rommel, troep
zoötechniek veeteelt
zootje bende, chaos, daareven, jamboel, (rommel)tje, troep
zopas net, temee, zojuist, zonet
zorg aandacht, attentie, bekommernis, bemoeienis, druk, kommer, moeite, verdriet
zorgbarend alarmerend
zorgdijk - inlaagdijk
zorg voor het dagelijks brood - broodzorg
zorgelijk précair, tobberig, toegewijd, zorgvuldig, zorgwekkend
zorgelijke omstandigheid nood
zorgeloos - achteloos, luchthartig, nalatig, onbekommerd, onbezorgd
zorgeloosheid nalatigheid, nonchalance
zorgeloos wandelen flaneren
zorgen sores, toezien, waken
zorgen hebben tobben
zorgen voor - verzorgen
zorggras - meelraai, witbol
zorgvuldig aandachtig, accuraat, attent, ernstig, nauwkeurig, net, oplettend, precies, secuur, soigneus, stipt, voorzichtig, waakzaam, zorgzaam
zorgvuldig opstapelen tassen, zetten
zorgwekkend benard, kritiek, precair, verontrustend, zorgelijk
zorgzaam zorgvuldig
zostraks daarnet, zoeven, zojuist
zot absurd, clown, dol, dom, dwaas, gek, idioot, inept, kwast, kwibus, lijperd, (mal)loot, nar, ongerijmd, pias, raar
zo te zien blijkbaar, kennelijk
zotheid aperij, dwaasheid, gekheid, ineptie, joke, malligheid, sottise, zotteklap, zotternij
zot of onnozel - idioot
zotskap marot, narrenkap, narrenstok
zotskolf marot, narrnstaf
zotte behandeling aperij
zotte inval fril, kuur
zotteklap gedaas, larie, mallepraat, nonsens, wartaal
zotteklap uitslaan dazen
zotternij dwaasheid, gekheid, grol, malligheid, nonsens, sottise, zotte klap
zotte vertoning - farce
zout brak, brem, hartig, pekel, zilt
zout uit salpeter nitraat
zout van citroenzuur - citraat
zoet van joodwaterstof - jodide
zout van joodzuur - jodaat
zout van koolzuur - carbonaat
zout van onderchlorig zuur - hypochloriet
zout van onderfosforig zuur - hypofosfaat
zout van salpeterig zuur - nitriet
zout van salpeterzuur - nitraat
zout van tantaalzuur - tantalaat
zout van waterstofsulfide - sulfide
zout van zwavelig zuur - sulfiet, sulfraat
zout water pekel
zoutwoestijn - Kavir
zout woestijnmeer playa
zoutachtig brak, brem, salinisch, zilt
zoutachtig veen - derrie
zoutbereiden - zieden
zouteloos flauw, laf, weeps, zoetsappig
zouteloos gezegde flauwiteit
zouteloze geestigheid turlipinade
zouten inmaken, pekelen
zouten anhydriet, bischofiet, carnalliet, gips, haliet, kalizout, karniet, kieseriet, steenzout
zoutevis labberdaan
zout en zoet water vermengd - brak
zoutgehalte saliniteit
zoutgras - scheuchzeria, triclochin
zoutig brak, hartig, zilt
zoutig vocht pekel
zout maken pekelen
zoutmeer - etang
zoutmeer aan de Franse zuidkust - Berre
zoutmeer in Amerika - Salt Lake
zoutmeer in OostAfrika Asal
zoutmelde - schorrenkruid
zoutmeter halometer, salinometer
zoutmeting halometrie
zoutmijn - saline
zoutmoeras - ran
zoutmoeras in Armenië - sjot
zoutmijn saline
zoutplant - halofyt
zoutschuim glasgal
zoutsoort sulfaat
zoutsteen liksteen
zout strooien pekelen
zout van fosforzuur - fosfaat
zoutvormer - halogeen
zoutvorming salificatie
zout water brijn, pekel
zoutwatervissen ansjovis, dikkopje, egelvis, elft, geep, haring, harnasmannetje, kabeljauw, koffervis, koningsvis, loodsmannetje, makreel, meun, pelikaanaal, puitaal, pijlstaart, sardien, schelvis, schorpioenvis, snotolf, spiering, sprot, stekelrog, sterrenkijker, steur, tonijn, wiervis, wijting, zaagvis, zalm, zeedonderpad, zeeduivel, zeepaardje, zeepaling, zeewolf, zonnevis, zuigvis, zwaardvis
zoutziederij saline
zoutzure ammoniak salmiak
zoutzuur bevattend muriatisch
zoveel als men verlangt bekomst
zoveel land als een maaier op een dag kan maaien mad
zoveel gij wilt (op recepten) q.v. (quantum vis)
zoveel men belieft q.l. (quantum libet) ,
zowaar inderdaad, wezenlijk, waarachtig , waarlijk, warempel, zelfs
zowat bijkans, bijna, omtrent, ongeveer, plusminus, vrijwel
zowel als, bovendien, daaebij, eveneens, evenzeer, ook, tevens,
zowel dames- als herenkleding - rok, broek
zo wordt een koning aangespeoken - zire
zozeer aldus, alzo, derwijze, zodanig
zo zij het amen
zozo lala, matigjes, minnetjes, nogal, redelijk, tamelijk
zucht adem, begeerte, graagte, tocht, trek, verlangen, windje, zin
zuchten hijgen, klagen, steunen, smachten
zuchten en steunen - dtenen
zuchtgezwel oedeem
zuchtje vleugje
zucht tot vernielen - vandalis me
zucht tot vernielen - vandalisme
Zuidafrika, parlementszetel in - Kaapstad
ZuidAfrikaan Afrikaander, bantoe, Hottentot, kaffer, zoeloe
Zuid-Afrikaans bantoedorp lokasie, kraal
Zuid-Afrikaans dorp - kraal, lokatie
Zuid-Afrikaans gerecht biedie
Zuid-Afrikaans legerkamp lager
Zuid-Afrikaans mengras - Grikwa, Grigus
Zuid-Afrikaans negergebied Bantoestan
Zuid-Afrikaanse hoofdstad - Pretoria
Zuid-Afrikaanse mais - miele
Zuid-Afrikaanse munt - pond, rand
Zuid-Afrikaanse Nobelprijswinnaar - Luthuli
Zuid-Afrikaanse provincie Natal, Transvaal
Zuid-Afrikaanse staat Kaap, Natal, Transvaal, 0ranjevrijstaat
Zuid-Afrikaanse stad - Benoni, Durban, Welkom, Springs
Zuid-Afrikaanse verhuizing trek
Zuid-Amerika, vroegere bewoner van - chimu
Zuid-Amerikaans gebergte -
5 Andes
6 Sajama
7 Lllanpu, Cayambé
8 Cotopaxi, Lllimani, Itatiia
9 Aconcagua, Huascaran, Tupungato
10 Chimborazo
Zuid-Amerikaans goudstuk - condor
Zuid-Amerikaans knaagdier - agoeti
Zuid-Amerikaans land Peru, Chili, Argentinië
Zuid-Amerikaans meer Titicaca
Zuid-Amerikaans oerwoud selva
Zuid-Amerikaans schaap paco
Zuid-Amerikaanse bergketen - Andes
Zuid-Amerikaanse boerderij - estancia
Zuid-Amerikaanse boomloze vlakte pampa
Zuid-Amerikaanse cowboy - gaucho
Zuid-Amerikaanse dans bossanova, mambo, rumba, samba, tango
Zuid-Amerikaanse drank - mate
Zuid-Amerikaanse graftoren - chulpa
Zuid-Amerikaanse grasvlakte campo, llano, pampa, savanne
Zuid-Amerikaanse haven Rio
Zuid-Amerikaanse hoogvlakte - puna
Zuid-Amerikaanse indianenstam - Doquis
Zuid-Amerikaanse jenever - aguardiente
Zuid-Amerikaanse koekoek - ani
Zuid-Amerikaanse lama - guanako
Zuid-Amerikaanse lasso bola
Zuid-Amerikaanse loopvogel - nandoe
Zuid-Amerikaanse mantel poncho
Zuid-Amerikaanse munt - peso
Zuid-Amerikaanse negerstam - Aloekoe, Bonni
Zuid-Amerikaanse panter - jaguar
Zuid-Amerikaanse papegaai ara
Zuid-Amerikaanse pasmunt - centavo, peso
Zuid-Amerikaanse rivier - Amazone, Colorado, Orinoco, Panama, Salado
Zuid-Amerikaanse staat -
4 Peru
5 Chili
6 Guyana
7 Bolivia, Ecuador, Uruguay
8 Brazilië, Colombia, Paraguay, Suriname
9 Venezuela
10 Argentinië
Zuid-Amerikaanse struis nandoe
Zuid-Amerikaanse thee maté
Zuid-Amerikaanse vleermuis - vampier
Zuid-Amerikaanse vogel - anioema
Zuid-Amerikaanse vrijheidsstrijder - Bolivar
Zuid-Amerikaanse wesp - apoica
Zuid-Europese plant anijs, mimosa
Zuidholland, deel van - Alblasserwaard, Delftland, Hoeree, Krimpenerwaard, Overflakkee, Putten, Rozenburg, Rijnland, SchielandVoorne, Westland, IJselmonde
Zuid-Hollands eiland - Goeree, Hoeksewaard, Overflakkee, Putten, Rozenburg, Tiengemeten, Voorne, IJsselmonde
Zuid-Hollandse gemeente Vianen, Delft
Zuid-Hollandse getijstroom Haringvliet
Zuid-Hollandse Vervoersmij R.T.M.
zuidelijk austraal, meridionaal,tropisch,
zuidelijk sterrenbeeld Norma
zuidelijkste bewoner van ZuidAmerika Patagoniër
zuidelijkste der Ionische eilanden - Zante
Zuideraspunt - Zuidpool
zuiderbreedte z. b.
zuiderbuur Belg
zuiderkeerkring - Steenbokskeerkring
Zuiderkruis - Crux
Zuiderzeepolder - Flevoland
Zuidland Australië
Zuid-Molukker - Ambonees
zuidoosten z.o.
Zuidoosten of oostenwind (myth.) - Eurus
Zuidpool, behorende tot de - antarctisch
Zuidpoolgebied Antarctica , Antarctis
Zuidpoolvogel pinguïn
Zuidslavische munt dinar
zuidvrucht abrikoos, amandel, ananas, banaan, citroen, dadel, grapefruit, krent, olijf, rozijn, sinaas(appel), vijg
zuidwesten z. w.
zuidwester - regenhoed
Zuidzeeëilanden, bewoners van de - Kanakan
zuidzuidoost z. z. o.
zuidzuidwest z. z. w.
zuigbuis pipet
zuigdop lurk, lut, speen, (ZuidNed.) lut
zuigeling baby
zuigen puren, lebberen, lurken, lutten, sabbelen
zuiger - plunjer
zuigfles, onderdeel van een - speen
zuiging tocht, trek
zuiging van lucht - tocht
zuiginstallatie pomp, stof(zuiger)
zuigmachine voor stof en verbruikte lucht exhauster
zuigmechanisme pomp, zuiger
zuignap - tul
zuigspeen dot, tulletje, vip
zuigtoestel - elevator
zuigvis - remora
zuigwind tocht, trek
zuigwormen - trematoda
zuil ante, kolom, obelisk, pilaar, pilaster, pijler, standaard, stele
zuil beeld kariatide, schraagbeeld
zuilengalerij - colonnade
zuilengang galerij, peristyle, peristilum, peristylium, stoa
zuilengang in Griekse stad Stoa
zuilengroef cannelure
zuilenhal - porticus, portiek
zuilenloopgang galerij
zuilenrij - colonnade
zuilenstoel - stylobaat
zuilentype Corinthisch, Dorisch, Ionisch
zuilenzaal - stoa
zuilheilige styliet
zuilversiering - volute
zuilvoet sokkel, pedestal, piëdestal, postament
zuimen - dralen, talmen
zuinig economisch, karig, pinnig, profijtig, schriel, spaarzaam, voordelig, weinig
zuinigheid beleid, economie, krenterigheid, spaarzaamheid, parcimonie
zuinig sparen potten
zuinig zijn - pinken
zuipen drinken, pimpelen, slempen, slurpen, zwelgen
zuiper drinkebroer, drinker, dronkaard, pooier, slampamper, zuiplap, zuipschuit
zuivelbereiding karnen
zuivelhandelaar - kaasboer
zuivelproduct boet, boter, hangop, kaas, karnemelk, kwark, melk, nagelkaas, ondermelk, room, roomkaas, slagroom, yoghurt
zuivelwerktuig karn(ton)
zuiver alleen, blank, braaf, correct, duidelijk, feilloos, gedegen, gelouterd, helder, klaar, kuis, louter, maag, delijk, naief, netto, onbesmet, onbevlekt, ongeschonden, onvermengd, oprecht, proper, puntgaafpuur, rein, schoon, sereen, zindelijk
zuiveraar filter
zuiver en echt puur
zuiver en ongeschonden gaaf
zuiver en schoon - rein
zuiver (van winst) limpido
zuiver gehalte edel, louter
zuiver gevoel voor gedrag takt
zuiver gevoel voor het schone - smaak
zuiver gevoel voor verhoudingen - tact
zuiver gewicht netto
zuiverheid - juistheid
zuiver kwarts kristal
zuiver loon schoon
zuiver ronde lijn cirkel
zuiver (van winst) limpido
zuivere koolstof - grafiet
zuivere kweek reincultuur
zuivere petroleum - kerosine
zuiveren filteren, kuisen, louteren, purgeren, raffineren, reinigen, schonen, schoonaken, verbeteren, wannen, wassen, wieden, zeven, ziften
zuiveren van ruwe grondstoffen - raffineren
zuiveren van water - filtreren
zuiveren van onden - reinigen
zuivering loutering, opruiming, ordening, purge(ring), reiniging, schoonmaak
zuivering door verdamping en condensatie - destillatie, distillatie
zuiveringsartikel soda, vim, zeep
zuiveringsmaand - februari
zuiveringszout natriumbicarbonaat
zulk dergelijk, dusdanig, zodanig
zullen mogen, moeten
zult hoofdkaas, hoofdvlees
zulten - inleggen
zure appel aagt, streping
zure bom - augurk
zure kers - amarel, griotte, morel
zure klaver - zurkel
zure vloeistof azijn, edik, eek
zure vrucht - citroen
zure vrucht (Ind.) blinding
zure zult - hoofdkaas
zurig rins, rijns, wrang, zerp
zurig melkgerecht hangop, yoghurt
zurige melk karnemelk
zuring rumex, surkel
zuringboom - berberisstruik
zuringklaver - zurkel
zuringzuur oxaalzuur
zuringzuur zout oxalaat
zus - meisje
zuster diakones, non, soeur, verpleegster, zr
zuster en eega van Jupiter - Juno
zusterhuwelijk sororaat
zuster - verpleegster
zusterling - neef, nicht
zuster van Aäron - Mirjam
zuster van Apollo Artemis
zuster van Ares Eris, Hebe
zuster van Caesar - Atia
zuster van Caspers Lida
zuster van Dido - Anna
zuster van Elektra Iphigineia, Orestes
zuster van Erebos Nux
zuster van Kadmos - Europa
zuster van Mozes Mirjam
zuster van Osiris - Isis
zuster van Pelops Niobe
zuster van Phoebus - Hera
zuster van Phrixus Helle
zuster van Zeus Hera
zustersdochter nicht
zusterszoon - neef
zuur bedorven, bijtend, eggerig, nurs, scherp, stroef, stuurs, wrang, zerp
zuurachtig rins, wrang
zuurachtige melkwijn kefir
zuurbes berberis, zuurdoorn
zuurdeeg desem
zuurdoorn - berberis,zuurbes
zuurgraad - aciditeit, p.h.
zuurgraadmeter acidimeter
zuurgras - cypergras, zegg
zuur melkproduct - hangop
zuurmeter - acidimeter, oxymeter
zuurpruim kniesoor
zuurstof - o(xygenium)
zuurstofgebrek - anox(em)ie
zuurstofmodificatie ozon
zuurstofverbinding koolzuur, oxyde, water
zuurtje snoepje, ulevel
zuurvergiftiging acidose
zuur vleesgerecht zult
zuur vocht azijn, sdik
zuurwei - hui
zuurzoet rins, zerpzoet
zuur zwavelig zuur - bisulfiet
zuur zwavelzuur zout - bisulfaat
zwaai - gier, slinger, wending, (zwenk)ing, zwier
zwaaien groeten, schomelen, slingeren, wenken, wuiven, zwabberen, zwieren
zwaaiende slag - oorveeg
zwaaihaak - zwei
zwaaipunt - metacentrum
zwaalf - boerenzwaluw
zwaan cygnus, deen, flamingo
zwaan, Agrippjnse - Vondel
zwaan, Mantuaanse - Vergilius
zwaanridder - Lohengrin
zwaan, Thebaanse - Pindarus
zwaan van Kamerijk - Fénelon
zwaan, wilde - deen, hoelzwaan
zwaaraarde - baryt(aarde)
zwaar dik, ernstig, gewichtig, gezet, grof, log, lijvig, machtig, plomp, stoer
zwaar ademen hijgen
zwaar bepakt - belast
zwaar beproefd man Hiob. Job
zwaar beschadigen ramponeren, teisteren, vernielen, verwoesten
zwaar beschonken - lazarus
zwaar bevleesd jong rund dikbil
zwaar bier lambiek
zwaar Brussels bier - faro, lambiek
zwaar dragen torsen
zwaar deunen daveren
zwaar en fors groot
zwaar Engels bier - porter
zwaar en krachtig stoer
zwaar en log grof, lijvig, lomp
zwaar en vet dik, lijvig, log
zwaar gebouwd gezet, log, plomp, strak
zwaar gesnork geronk
zwaar hout - balk
zwaar karwei hijs, moeite, monnikenwerk, sjouw, toer
zwaar metaal kwik, lood
zwaar papier karton
zwaar persoon - dikzak
zwaar scheepstouw tros, tui
zwaar studeren - blokken
zwaar stuk blok
zwaar stuk hout balk, paal
zwaar tillen torsen
zwaar vallend lastig
zwaar van bot - schonkig
zwaar verbindingsmiddel bout
zwaar vergif - arsenicum, blauwzuur
zwaar vergrijp misdaad
zwaar verkikkerd - smoor
zwaar verlies slag
zwaar voorwerp last, gewicht
zwaar werk - job, karwei, klus
zwaar werken sappelen, tobben, zwoegen
zwaard sabel
zwaardbloem - gladiool
zwaard met één snede scramasax
zwaardlelie gladiool, gladiolum
zwaar letsel aan het hoofd - hersenschudding, hoofdwond, schedelbasisfractuur, schedelbreuk
zwaardstatigen - xiphosura
zwaard van Roeland - Durandel, Durendel
zwaardvechter - gladiator, kamprechter
zwaardveger wapensmid
zwaardwalvis ark, orka
zwaardvis orka, ork, xiphiida
zwaardwalvis - ork, orka
zwaarhoofdig - pessimisties
zwaarhoofdigheid - bekommerdheid, pessimisme
zwaarlijvig corpulent,dik, gezet, log, plomp, vet
zwaarlijvigheid - corpulentie, repletie, vetzucht
zwaar metaal - kwik, lood
zwaarmoedig bedrukt, melancholiek, mismoedig, mistroostig, neergeslagen, neerslachtig, somber, treurig, zwartgallig
zwaarmoedig mens melancholicus
zwaarmoedige hypochonder, melancholicus
zwaarmoedigheid hypochondrie, melancholie, somberheid
zwaarspaat bariet
zwaarste klok van een carillon - bourdon
zwaarte gewicht, juk, kaliber, last
zwaarte ergens van gewicht
zwaartekracht gravitatie
zwaartekrachtmeter gravitatiemeter
zwaartekrachtmeting gravimetrie
zwaarte lijn - mediaan
zwaartemeter - barometer, baroscoop
zwaartepunt accent, centroïde, hoofdzaak, kern
zwaarwichtig - slepend
zwaarwichtig (muz.) pesante
zwabber scheepsdweil, stokdweil, zeilmop
zwabber scheepsjongen, zwabbergast, zwierbol
zwabberen bengelen, reinigen, schoonmaken, zwaaien
zwachtel - bandage, ligament, verband, windsel
zwachtelen - verbinden
zwadder laster, smet, spog
zwadderen klutsen, zwieren
zwadderig troebel, vuil
zwager - schoonbroer
zwagerhuwelijk - leviraat
zwager van Napoleon - Murat
zwak armzalig, breekbaar, bro(o)s, delicaatfaible, flauw, futloos, krank, mat, min, overgevoelig, pips, slap(jes), teer, tenger, wankel, week, weerloos, ziekelijk
zwak afgedrukt - flauw
zwak aftreksel - tisane
zwak (muz.) gracille
zwak begaafd dom
zwak en wankel - gammel
zwak keelgeluid kik .
zwak kind bleekneus
zwakheid - breekbaarheid, broosheid, teerheid
zwak licht glimp, gloeilicht, pitje
zwak mager mens puit
zwak meisje pimpel
zwak of flauw - vaagjes
zwak persoon bleekneus, pimpel
zwak schijnsel - glimp
zwakheid broosheid
zwakhoofdig dom
zwakjes flauw, minnetjes, slap(jes)
zwakkeling - slappeling
zwakke plaats in weefsel ril
zwakke plek achilleshiel
zwakke schijn glimp
zwakke wind - bries
zwakker accent bijaccent
zwakkere underdog
zwakte - asthenie, atonie, onmacht
zwakte van geheugen amnesie
zwak van gestel teertjes
zwak van kleur - flets
zwakzinnig achterlijk, debiel, dement, idioot, imbeciel, onnozel
zwakzinnige debiel, idioot, imdiciel
zwakzinnig kind mongooltje
zwakzinnigheid achterlijk, dementie, idiotie, imbeciliteit, oligofrenie
zwalken dobberen, dolen, dwalen, laveren, ronddolen, slenteren, zwerven
zwalp golf, gulp
zwalpen - zwabberen
zwalpend golvend
zwaluw hirundinida, lentebode
zwaluwstaart koninginnenpage, koningswouw, papenkop, rok, schei, wouw
zwaluwtong - reng
zwam bacterie, champignon, elfenbankje, eumyceet, fungus, kamperfoelie, morille, paddestoel, phycomeet, schimmel, schyzomeceet, truffel
zwamdraad hyfa, hypha
zwamdraden hyfen
zwammen bazelen, dazen, fungi, fungia, ijlen, kletsen, zwetsen
zwamnus zanik, zemel, zwetser
zwam op naaldbomen - dennemoorder
zwamp kreek
zwamvlok mycelium
zwamwortel mycorrhize
zwanebloem - butomus
zwanebloenachtige - butomaceeën
zwanenbrood kalmoes
zwanenmaagden - Walküren
zwaneschacht - pen
zwang - gebruik, gewoonte, mode
zwanger bevrucht, drachtig, pregnant, zwaar
zwangerschap dracht(ig), graviditeit, verwachting
zwangerschapsonderbreking abortus, miskraam, vruchtafdrijving
zwanken waggelen, wankelen
zwans knoeier, prutser
zware arbeid labeur
zware arbeid, die tot geen uitkomst leidt sisyfusarbeid
zware balk stut
zware benzine - terpentine
zware bepakking juk, last
zware bijl aks, akst
zware bout - rang, rong
zware drinker - alcoholist, zuiplap, zuipschuit
zware droom - nachtmerrie
zware drug cocaine, heroine, lsd, morfine, opium
zware golf breker, roller
zware hamer moker, sleg, vuist
zware harde houtsoort mora
zware holle laadbom - spier
zware ijzeren bout of nagel rong
zware jongen - boef, misdadiger, schavuit, schurk
zware jongens - penose
zware kabel - gijn, tros
zware klus wij, karsjouw
zware laadboom spier
zware last - juk
zware loopplank van schepen - rechter, badding
zware medische ingreep operatie, transplantatie
zware misdaad - aanslag, moord, ontvoering
zware plank - deel, diel
zware regenbui - plensbui
zware sloep barkas
zware smidshamer moker, voorhamer, vuist
zware sterke kabel voor een takel gijn
zware stok - knots
zware stoot met voet stamp
ware storm cycloon, orkaan, tempeest, tornado, tyfoon
zware taak - heksentoer
zware takel kardeel
zware tegenvaller débâcle, fiasco, klap, slag, strop, zeper
zware turf baggelaar
zware voetboog - springaal
zware zijden stof - salemine
zware zijden stof met gouddraad brokaat
zware zoete wijn sec, sek
zwarigheid - bezwaar, moeilijkheid, obstakel, tegenwerping
zwart git, (wapenk.) sabel
zwart aftreksel - roet
zwart afzetsel roet
zwart behangen kamer - aula
zwart bergkristal - morion
zwart bewolkte lucht onweerslucht
zwart dier moor
zwart en vies vuil
zwart glas - gitt
zwart granaat melaniet
zwart kandijklontje - borstklontje
zwart koolpreparaat norit
zwart koren - dolik, melampyrum
zwart mineraal hars - asfalt
zwart paard moor
zwart en wit paard - moorkop
zwart poeder niëllo
zwart zijden stof krip, rouwfloers
zwartbloedigheid melanemie
zwartbruine verf sepia
zwartdag - vastendag
zwartdruk negrografie
zwart ijzererts magneet
zwart kijker - hypochonder
zwarte moor, moriaan, neger, negroïde
zwarte aanslag - roet
zwarte agaatsteen git
zwarte arbeider - beunhaas
zwarte beer - baribal
zwarte delfstof - git, kolen, steenkool
zwarte gierst - negerkoren
zwarte granaat - melaniet
zwarte herenjas jacquet
zwarte kers kriek
zwartkleverige stof - pek
zwarte koffie espresso
zwarte kraal git
zwarte kunst magie, nigromantie, toverij
zwarte lijster merel
zwarte man - neger
zwartemantel pestvogel
zwarte mensaap - chimpansee
zwarte piet - schoppenboer
zwarte sluier - falie
zwarte steensoort git, graniet
zwarte stof asfalt, eboniet, pek, roet, teer
zwarte stof uit dennensap pek
zwarte stroperige vloeistof teer
zwarte turf derink, baggelaar
zwarte verfstof - teer
zwarte vloeistof inkt,
zwarte vogel eksterrel, kraai, raaf, roek
zwarte vrouw negerin
zwarte wortel rammenas
zwarte zangvogel merel
zwarte zijden stof - krip
zwartdruk negrografie
zwartgallig - melancholiek, neerslachtig, pessimistisch, somber, zwaarmoedig
zwartgalligheid melancholie, hypochondrie
zwartgerokt persoon kelner; ober
zwarthemd fascist
zwart kijker - pessimist
zwartje moor, moriaan, silhouet
zwartkijker pessimist
zwartkoren dolik, weit, hengel, hondsdravik
zwartmaken poltoden, bekladden
zwartmaken met teer - teren
zwartrok geestelijke, kraai
zwartsel kachelglans, niëllo, potlood, git, roet
zwartsel van rook - roet
Zwartvoet-Indianen - Kainah, Piegan, Siksika
zwartwitte vogel - ekster
zwartzucht geelzucht
zwartzuur - mockturtle
zwatelen lispelen, gonzen
zwavel solfer, sulfer
zwavelarsenicum - operment
zwavelbron solfatare, zwaveldampen
zwavelzuur en zwavelwaterstofgas uitstotende bron - solfatare
zwavelen sulferen
zwavelig sulfureus
zwavelkies pyriet
zwavelkoper cuprisulfide
zwavelkwik cinnaber
zwavelmetaal sulfide
zwavelstok - sulfer
zwavelzout sulfaat, sulfiet, vitriool
zwavelzure kalimagnesia - patentkali
zwavelzuur vitriool
zwavelzuurvergiftiging sulfoxysme
zwee - winkelhaak
Zweeds automerk Saab, Scana fabis,Volvo
Zweeds danslied polska
Zweeds eiland Öland, Gotland
Zweeds hervormer Petri
Zweeds koningshuis - Bernadotte, GottorpHessen, Wasa
Zweedse ertshaven Lulea
Zweedse haven - Ahus
Zweedse hervormer - Petri
Zweedse hoofdstad Stockholm
Zweedse koning - Anund, Björn
Zweedse koperen munt slantar
Zweedse munteenheid - kroon, slantar
Zweedse naam voor Helsinki Helsingfors
Zweedse ontdekkingsreiziger - Hedin
Zweedse provincie -
6 Kalmar, Orebro
7 Gotland, Halland, Uppsala
8 Alvsborg, Blekinge, Götenborg, Jämtland, Maolöhus,
Värmland
9 Gävleborg, Jönköping, Krtonoberg, Skaraborg, Stockholm
10 Kopparberg, Norrbotten
11 Västmanland
12 Kristianstad, Ostergötland, Södermanland Västerbotten
14 Västernorrland
Zweedse rivier - Angerman
Zweedse schrijver Geyerstam, Hallström, Lagerlöf, Strindberg, Undset
Zweedse stad - Amal, Falua, Göteborg, Lulea, Lund, Stockholm, Umea, Uppsala
Zweedse sterrenkundige Celsius
Zweedse universiteitsstad Uppsala, Lund
Zweedse voornaam Brigit, Inge, Ingmar
zweefpont ter verbinding van twee rivieroevers transbordeur
zweefboom latierboom
zweefboot hovercraft
zweefmolen draaimolen
zweefrek trapeze
zweefvliegen - syrophidae
zweefvliegers dermopera
zweefvliegtuig - glijder
zweel - regel, wiers
zweem aanduiding, flinter, schijn(sel), snufje, spoor, vleugje, waas, zwiertje
zweep chambrière, gesel, karwats, knoet, sambok,tuchtroede
zweepdiertje - bodo
zweepdiertjes - flagellaten
zweepdraad - flagel
zweephaar - flagel
zweep met riemen knoet
zweepslag - striem
zweer abces, ettergezwel, ontsteking, puist, ulcus
zweer of gezwel - abces
zweertje - afte, pok, puistjepukkel,
zweertje aan ooglid strontje
zweet huidvocht, transpiratie
zweet (jagerst) bloed (van wild)
zweetbad sudatorium
zweetblaasje - sudaminum
zweetdrijvend hidrotisch
zweetdroppel parel
zweetdrijvende middelen hidrotica
zweetkamer hidroterion
zweetklierontsteking - hidradenitis
zweetuitslag sudamen
zwei reehaak, winkelhaak, zwaaihaak
zwelg slok, teug
zwelgen brassen, drinken, gulpen, pooien, slempen, zuipen
zwelgend - epicurisch
zwelger - dronkaard, gulzigaard, vraat, zuiplap
zwelgpap - zwelder
zwelgpartij bacchanaal, orgie, zlemppartij
zwellen bollen, opzetten, puilen, uitdijen, uitzetten
zwelling bobbel, buil, bult, erectie, gezwel, oedeem, puist, tumor, uitwas, uitzetting
zwelling van bepaalde lympheklieren - bubo
zwelling van de uier - aamt
zwembad bassin
zwembassin voor kleuters pierenbad
zwembroek badbroek
zwembuis - zwemvest
zwemgordel scafander, skafander
zwemkostuum badpak, bikini, zwembroek, zwembroek, zwempak
zwemmen baden, drijven, poelen
zwemmende organismen, alle nekton
zwemmer bader
zwemmuts - badmuys
zwempak badcostuum, bikini
zwemslag borstslag, crawl, schoolslag, rugslag, vlinderslag
zwemtas badtas
zwemvest - zwembuis
zwemvlies - palmatuur
zwemvogel aalscholver, albatros, alk, deen, dodo, eend, fuut, gans, gent, hobbe, koet, lom, meeuw, pelikaan, pinguin, rietgans, smeent, smient, taling, waterhoen, woerd, zwaan
smient, pinguïn, zeekoet, pelikaan, rietgans
zwemwiek vin
zwendel bedriegerij, bedrog, fraude, knoeiboel, misleiding, nep, oplichting
zwendelaar bedrieger, fraudeur, misleider, nepper, oplichter
zwendelen - bedriegen, oplichten
zwengel braakstok, draaikruk, handel, handvat, hefboom, pomparm, slinger,
zwenghout braamhout, dwarshout, spoorstok, zwing
zwenk - draai, keer, wending, zwaai
zwenken afslaan, draaien, evolueren, keren, wenden, zwaaien
zwenkende beweging - caracole
zwenkgras - festuca
zwenking draai, virage, volte, wending, zwaai
zwenking naar rechts - rechtsomkeerd
zwenklaadschip - scooper
zwenkrad - vliegwiel
zweren beloven, bevestigen, ontsteken, ulceren
zwerfcel histiocyt, planocyt
zwerfhond - straathond
zwerfstam - nomaden
zwerfsteen eraticum, kei
zwering ulceratie, ulcus
zwerfsteen - erraticum, (kei)steen, vlint
zwerfstenen in leem morene, keileem
zwerfster - landloopster
zwerk firmament, hemel, hemelgewelf, uitspansel
zwerm cluster, bende, drom, kolonie, massa, menigte, troep, vlucht
zwermen bewegen, vertonen
zwermsporen - zoösporen
zwerven banjeren, dalven, dolen, dwalen, landlopen, omdolen, ronddolen, ronddwalen, rondlopen, trekken, vagebonderen, verdolen, zwalken, zwieren
zwervend dolend
zwervend volk nomaden, zigeuners
zwervende heiden Bohemer, zigeuner
zwervende zanger bard
zwerver dakloze, dolaard, doler, dwaler, (land)loper, nomade, ramblertramp, landloper, rambler, tramp, vagant, vagebond, vamp
zweten transpireren, uitwasemen
zwets - kletspraat
zwetsen bluffen, dazen, grootsprekenkletsen, leuteren, opsnijden, pochen, raaskallen, reutelen, snoeven, zwammen
zwetser - bluffer, grootspreker, opschepper, opsnijder, pocher, pochhans, praatjesmaker, snoever, veelprater, zwamneus
zwetserij bluf, grootspraak, snoeverij
zweven vliegen, zeilen
zwevend bewegen - dwarrelen
zwevend rek trapeze
zweverig duizelig, vaag
zwezerik - lisdodde, thymus
zwichten bezijken, inhalen, onderdoen, reven, toegeven, wijken
zwiepen doorbuigen, gooien
zwieper slag, stoot, uithaal
zwier draai, gala, grandezza, gratie, praal, pronk, statie, staatsie, opsmuk, tooi, verkwister, zwaai
zwierbol doordraaier, lichtmis, losbol, pierewaaier, zwabber
zwieren boemelen, dwalen, draaien, slingeren, zwaaien, zwerven, zwabberen, zwalpen, zwirrelen
zwierig bevallig, elegant, kwiek, pompeus, sierlijk
zwierig geknoopte das lavallière
zwierigheid gratie, sierlijkheid
zwijgen mutisme
zwijgend stil, stom, woordeloos
zwijgend acteur figurant, statist
zwijgend mokken pruilen
zwijger - stille
zwijgt (muz.) tacet
zwijgzaamheid gesloten, stil
zwijgzaamheid taciturniteit, geslotenheid
zwijm flauwte
zwijme1 bedwelming, duizeling, roes
zwijn beer, big, bof, ever, keu, schram, varken, zeug
zwijnachtig liederlijk
zwijnen - boffen
zwijnenpan bende, boel, troep, smeerboel.
zwijnensla akkerkool
zwijnjak schoelje
zwijntje speenvarken
zwik boel, verdraaing, verstuiking
zwikboor - avegaar
zwikhout wrijfhout
zwikje boeltje, zaakje
zwikken breken, knakken, omslaan, verstuiken
zwikzwak bonenstaak
zwil - eelt
zwin geul, kreek, wad
zwinden verdwijnen
zwing korbeel, spoorstok, vleugel, zwengel, zwenghout
zwingel - braakstok
zwingelaar vlasbreker
zwirrelen - warrelen
Zwitser Helveet, Helvetiër
Zwitserland Helvetia. Suisse (Fr.), Schweiz (D.). Helvetië
Zwitsers Helvetisch
Zwitsers bergmassief - Birnina
Zwitsers bruinvee - schwyz
Zwitsers dorp - Airolo, Albula
Zwitsers hervormer Zwingli
Zwitsers houten huisje chalet
Zwitsers kanton -
3 Uri, Zug
4 Bern, Vaud
5 Bazel
6 Aargau, Glarus, Schwyz, Ticino, Valais, Zürich
7 Thurgau, Tessino
8 Fribourg,
9 Appenzell, Neuchatel, Solothurn
10 Graubünden
11 Unterwalden
12 Schaffhausen
Zwitsers parlement Bundesversammlung
Zwitsers vacantieoord - Caux, Chur
Zwitsers wintersportoord Adelboden, Arosa, Davos, Zermatt
Zwitserse berg Eiger, Faulhorn, Jungfrau, Matterhom, Pilatus, Rigi, Schildhorn
Zwitserse berghut sennhut
Zwitserse bergpas - Gotthard, Süsterpas
Zwitserse bondsstaat kanton
Zwitserse herders - sennen
Zwitserse hoofdstad - Bern
Zwitserse kantonale hoofdstad -
3 BexZug
4 Bern, Chur, Sion
5 Aarau, Bazel, Stans
6 Genève, Glarus, Sarmen, Schwyz, Zürich
7 Altdorf, Fribourg, Herisau, Liestal
8 Lausanne
9 Appenzell, Neuchatel, Solothurn
11 Bellinzona, Frauwenfeld
12 Schaffhausen
Zwitserse munt batz, franc, Rappe
Zwitserse reformator - Calvijn, Zwingli
Zwitserse rivier - Aar(e), Ahr, Areuse, Emme, Ina, Reuss, Rhône, Rijn, Sure
Zwitserse schilderes - Aloyse
Zwitserse stad - Bern, Bex, Biel, Genève, Leuk, Zürich
Zwitserse volksheld Tell
Zwitserse zangkunst - jodelen
zwoegen beulen, blokken, hijgen, pezen, ploegen, ploeteren, sappelen, sjouwen, sloven, tobben, urmen, werken, wroeten, wurmen
zwoeger ploeteraar, sappelaar, sjouwer
zwoel bedompt, beklemmend, benauwd, broeiend, broeierig, drukkend, erotisch, sensueel, wellustig, wulps, zoel
zwoerd spekrand, varkensvel
Zwollenaar blauwvinger, brijbek
zwijgen - stil zijn
zwijgt - tacet
zwijgzaam - stil
zwijm - flauwte
zwijmel(ing) - roes
zwijn - ever, varken
zwijnenhaar - borstelgras
zwijnenkost - draft
zwijnensla - akkerkool
zwijntjesjager - fietsendief
zymose fermentatie, gisting
-PAGE 837-